Shell Nederland Pensioenfonds Stichting
jaarverslag 2013 1ste boekjaar
jaarverslag 2013
INHOUDSOPGAVE Pagina
A B C
D
Kerncijfers Voorwoord Verslag van het Bestuur 1) Oprichting SNPS 2) Ontwikkelingen; Wet- en regelgeving en financiële markten 3) Inrichting SNPS 4) Risicomanagement 5) Governance 6) Vooruitblik 2014 Verantwoording en toezicht
4 6 8 9 10 13 21 23 25 26
JAARREKENING 1 2 3 4 5 6
Balans per 31 december 2013 Staat van baten en lasten over de periode 29 april 2013 t/m 31 december 2013 KASSTROOMOVERZICHT OVER DE PERIODE 29 APRIL 2013 T/M 31 DECEMBER 2013 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling Toelichting op de balans per 31 december 2013 Toelichting op de staat van baten en lasten over 2013
33 34 35 36 41 52
OVERIGE GEGEVENS 1 2 3 4
Belangrijke gebeurtenissen na balansdatum Resultaatverdeling Actuariële verklaring Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
58 58 59 61
BIJLAGEN 1 2 3
Bestuur, medezeggenschap, uitvoering en toezicht Personalia Nadere specificaties van de Life Cycle Portefeuilles
64 67 68
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Shell Nederland Pensioenfonds Stichting 3
A
KERNCIJFERS
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Shell Nederland Pensioenfonds Stichting 4
KERNCIJFERS Deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden per einde jaar 2013 Aantal Deelnemers Gewezen deelnemers Pensioengerechtigden
%
424 4 -
99,1 0,9 -
428
100,0
Premiebijdragen en pensioenuitvoerings- en administratiekosten (x € 1.000) 2013 Premiebijdragen van werkgevers en werknemers Pensioenuitvoerings- en administratiekosten
2.925 605
Algemene reserve en minimaal vereist eigen vermogen vermogen (x € 1.000) 31-12-2013
Algemene reserve
250
Verdeling beleggingsportefeuille voor risico deelnemers (x € 1.000)
Lifecycle Portefeuille 1 Lifecycle Portefeuille 2 Lifecycle Portefeuille 3
237 11 568 816
Nog te beleggen premies onder liquide middelen
358
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Shell Nederland Pensioenfonds Stichting 5
B
VOORWOORD
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Shell Nederland Pensioenfonds Stichting 6
VOORWOORD VAN DE VOORZITTER
Het jaar 2013 is het eerste boekjaar van Shell Nederland Pensioenfonds Stichting (hierna: pensioenfonds of SNPS). Alleen daarom al is dit een bijzonder jaarverslag. SNPS is het pensioenfonds voor werknemers van Shell met Nederland als 'base country' die op of na 1 juli 2013 in dienst zijn getreden; het jaarverslag heeft dan ook betrekking op de laatste zes maanden van 2013. In de Nederlandse pensioenmarkt daalt het aantal pensioenfondsen door fusies en liquidaties snel. De oprichting van SNPS in dat licht een bijzondere gebeurtenis te noemen. Bij het traject van oprichting van SNPS is in relatief korte tijd zeer veel (operationeel) werk verzet en heeft met vele stakeholders afstemming plaatsgevonden. Verder is nadrukkelijk rekening gehouden met de strenge eisen die in het kader van het SNPS Control Framework gesteld worden aan een beheerste en integere bedrijfsvoering. Het Bestuur van SNPS wil daarom zijn grote waardering uitspreken naar alle partijen die betrokken zijn geweest bij de totstandkoming van het pensioenfonds en de inrichting van de pensioenregeling. Een bijzonder woord van dank gaat daarbij uit naar de betrokken medewerkers van Shell International BV, Shell Pensioenbureau Nederland BV, Shell Nederland BV en de verschillende bedrijfsonderdelen van Syntrus Achmea. Op het moment van schrijven is SNPS bijna een jaar in uitvoering. Inmiddels is het aantal nieuwe deelnemers aan de pensioenregeling van SNPS gegroeid tot ruim zevenhonderdvijftig per 1 mei 2014. De verwachting is dat het aantal deelnemers in 2014 zal doorgroeien tot boven de duizend en dat deze groei de komende jaren zal voortzetten. Uiteraard groeit het belegd vermogen met deze aantallen mee. Tijd om rustig achterover te leunen is er echter niet. Eind 2013 diende het pensioenreglement van SNPS al aangepast te worden aan de wijzigingen in het fiscale pensioenkader per 1 januari 2014. Het reglement zal per 1 januari 2015 opnieuw aangepast moeten worden als gevolg van de verdere fiscale versoberingen die de overheid per die datum wil doorvoeren. Daarbij is inmiddels duidelijk dat er ook aftopping plaats gaat vinden van het pensioengevend salaris. Het is aan het arbeidsvoorwaardenoverleg binnen Shell in Nederland om te bezien hoe deze wijzigingen per 1 januari 2015 vorm gegeven kunnen worden in de SNPS-regeling. Hierbij vindt nauwe afstemming plaats met het Bestuur van SNPS over de uitvoeringsaspecten. Bovenop deze, op zich al forse, wijzigingen is het kabinet nog steeds van plan om per 1 januari 2015 een nieuw financieel toetsingkader voor pensioenfondsen in te voeren. Welke consequenties dit heeft voor de pensioenregeling van SNPS is niet duidelijk aangezien de politieke besluitvorming hierover nog niet is afgerond. De voortdurende veranderingen in het Nederlandse pensioenlandschap vergen van pensioenfondsen een grote krachtsinspanning om het vertrouwen van deelnemers en andere stakeholders te behouden en waar mogelijk uit te bouwen. Het realiseren van blijvend vertrouwen bij de deelnemers van SNPS in de uitvoering van de pensioenregeling ziet het Bestuur dan ook als een van haar belangrijkste taken voor 2014.
Garmt Louw Voorzitter Bestuur
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Shell Nederland Pensioenfonds Stichting 7
C
VERSLAG VAN HET BESTUUR
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Shell Nederland Pensioenfonds Stichting 8
1) OPRICHTING SNPS
SNPS is statutair opgericht per 29 april 2013. Op 13 mei 2013 heeft de oprichtingsvergadering plaatsgevonden. Het pensioenfonds voert de pensioenregeling uit voor werknemers van Shell die Nederland als 'base country' hebben en op of na 1 juli 2013 in dienst van Shell zijn getreden. Deze pensioenregeling is een zuivere individuele beschikbare premieregeling, ingericht op basis van drie verschillende Life Cycle profielen. De werkgever betaalt maandelijks een premie ten behoeve van de deelnemers aan het pensioenfonds; met deze premie-inleg wordt belegd om op pensioendatum een pensioenuitkering aan te kopen. Er geldt een eigen bijdrage voor de deelnemer. SNPS wordt bestuurd door een Bestuur in de vorm van een one tier board met niet-uitvoerende bestuurders (toezichthouders) en uitvoerende bestuurders. Daarnaast is er een Verantwoordingsorgaan (VO) waarin de werkgever en deelnemers zijn vertegenwoordigd. Er is de keuze gemaakt om bij de oprichting van het pensioenfonds te starten met een ervaren ploeg van bestuurders, om zodoende SNPS gedegen neer te zetten. Shell Pensioenbureau Nederland B.V. (SPN) is de statutair Directeur van SNPS. Er is met SPN een Service Agreement gesloten. SPN ondersteunt het Bestuur en adviseert over het pensioenbeleid. Tevens ondersteunt SPN het Bestuur bij het toezicht op de externe dienstverleners aan wie het voeren van het pensioenbeheer en het vermogensbeheer zijn uitbesteed. Dit betreft Syntrus Achmea Pensioenbeheer N.V. (SAPB) en Syntrus Achmea Vermogensbeheer B.V. (SAVB) die na een zorgvuldig en intensief selectietraject door het Bestuur zijn aangesteld. In de aanloop naar de startdatum van de pensioenregeling van 1 juli 2013 zijn de operationele pensioenadministratie en beleggingsadministratie op ordentelijke wijze ingericht en is voor het pensioenfonds de benodigde fondsdocumentatie vastgesteld. Doelstelling is hierbij geweest om vanaf de startdatum een beheerste en integere bedrijfsvoering te waarborgen, ondersteund door een effectief Control Framework. In juli 2013 zijn de eerste deelnemers opgenomen in de pensioenadministratie en heeft de werkgever de eerste premiebetaling verricht.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Shell Nederland Pensioenfonds Stichting 9
2) ONTWIKKELINGEN; WET- EN REGELGEVING EN FINANCIËLE MARKTEN
a) Wet- en regelgeving Reeds zes maanden na oprichting van het pensioenfonds leidden de wijzigingen in het Witteveenkader, waarover politieke besluitvorming in 2012 plaatsvond, per 1 januari 2014 voor SNPS tot een aanpassing van de beschikbare premie staffel en van de deelnemersbijdrage in Reglement I. Tevens is de reglementaire pensioenrichtleeftijd verhoogd van 65 naar 67 jaar. Op de valreep van 2013 heeft het kabinet met een aantal oppositiepartijen overeenstemming bereikt over verdere versobering van het fiscale regime voor de opbouw van pensioen per 1 januari 2015. De maximale fiscale ruimte voor beschikbare premie staffels wordt hiermee verder verlaagd en het salaris waarover pensioen opgebouwd kan worden, wordt afgetopt. Boven het afgetopte salarisbedrag wordt het mogelijk gemaakt om uit het netto salaris fiscaal vriendelijk vrijwillig bij te sparen. Een dergelijke spaarregeling kan ook door pensioenfondsen worden uitgevoerd. Het Bestuur volgt met belangstelling hoe dit arbeidsvoorwaardelijk vorm gaat krijgen. Het kabinet is er niet in geslaagd om voor het einde van 2013 duidelijkheid te geven over de invulling van het nieuwe Financiële Toetsingskader (FTK) dat per 1 januari 2015 in werking zou moeten treden. Na consultatie van de sector werd een eerder concept wetsvoorstel ingetrokken en leek een nieuwe tussenvariant op tafel te komen. Snel werd echter duidelijk dat het nieuwe beoogde FTK op gespannen voet staat met de wens van het kabinet om pensioenpremie vrij te spelen voor aanwending voor consumptie. Pas begin april 2014 heeft het kabinet een wetsvoorstel voor een nieuw FTK voor advies naar de Raad van State gezonden. Het is maar zeer de vraag of de parlementaire behandeling op een zondanig tijdstip kan worden afgerond dat pensioenfondsen nog voldoende tijd hebben op de benodigde aanpassingen per 1 januari 2015 in te voeren. Het Bestuur volgt deze ontwikkelingen nauwgezet en laat, waar nodig en mogelijk, haar stem in het debat horen. De discussie ten aanzien van het nieuwe FTK is voor SNPS vooral van belang gegeven de door Shell Nederland beoogde invoering van de zogenaamde Conditionele Collectieve Annuïteit (CCA) module, waarvan de concrete inrichting afhankelijk is van de wettelijke mogelijkheden. Medio 2013 is de Wet versterking bestuur pensioenfondsen aangenomen. Deze wet zal voor wat betreft governance aspecten van pensioenfondsen per 1 juli 2014 in werking treden. Voor SNPS betekent deze wet de introductie van een onafhankelijk voorzitter. De huidige voorzitter van SNPS is thans formeel een werkgeversvertegenwoordiger. Door de invoering van de onafhankelijke voorzitter zal er een vacature ontstaan voor een bestuurder namens de werkgever. Het totaal aantal bestuursleden stijgt hierdoor per 1 juli 2014 van zes naar zeven (waarvan vijf niet-uitvoerende bestuursleden). Verder vereist de Wet versterking bestuur pensioenfondsen per 1 juli 2014 van het niet-uitvoerend deel binnen het onetier model specifieke deskundigheid op het gebied van bedrijfseconomische aspecten (waaronder beleggingsbeleid en financiële informatieverschaffing) en risicobeheer. Naar de mening van het Bestuur wordt hier bij SNPS op dit moment al ruimschoots aan voldaan. De niet-uitvoerende bestuursleden bezitten aantoonbaar voldoende kennis en ervaring op het gebied van risicobeheer, beleggingsbeleid, uitbesteding en financiële informatievoorziening. Daarnaast zijn de nietuitvoerende bestuurders in staat de uitvoerende bestuurders op deze beleidsterreinen te controleren en beschikken ze over de benodigde competenties om hen adequaat tegenwicht te bieden. In de individuele opleidingsplannen van nietuitvoerende bestuursleden wordt extra aandacht besteed aan bovengenoemde beleidsterreinen. Bij het opstellen van profielschetsen voor vacatures bij de niet-uitvoerende bestuursleden wordt rekening gehouden met de verzwaarde eisen ten aanzien van bedrijfseconomische aspecten.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Shell Nederland Pensioenfonds Stichting 10
b) Financiële markten in 2013: het economisch herstel lijkt door te zetten Gematigde groei en lage inflatie Gematigde groei, een ruim monetair beleid, politieke strubbelingen en een afzwakkende eurocrisis kenmerkten 2013. De wereldwijde economische groei bedroeg volgens het IMF circa 2,9% in 2013, maar de verschillen tussen de regio's waren groot. De Eurozone kende per saldo economische krimp, al was er sprake van herstel gedurende het jaar. De economie in de Verenigde Staten groeide met circa 1,6%. In de opkomende landen nam de economische groei af maar de groeicijfers liggen nog steeds beduidend hoger dan in de ontwikkelde landen. Per saldo bleef de inflatie laag, waardoor het voor centrale banken mogelijk was een zeer ruim monetair beleid te voeren. De Amerikaanse centrale bank (Fed) handhaafde gedurende 2013 het opkoopprogramma van staats- en hypotheekgerelateerde obligaties. Dit beleid wordt in 2014 verkleind. De ECB verlaagde de beleidsrente in twee stappen naar het historisch lage niveau van 0,25%. De Bank of Japan continueerde het eind 2012 ingezette beleid van kwantitatieve verruiming. De politiek blijft in veel landen een onzekere factor. In de Verenigde Staten stonden de Democraten en Republikeinen regelmatig lijnrecht tegenover elkaar aangaande de overheidsfinanciën. In Italië zorgde de eurosceptische verkiezingsuitslag voor onzekerheid. Ondanks een enkele oprisping, zoals de financiële problemen in Cyprus, nam de vrees over het uiteenvallen van de muntunie af. Jaar van het aandeel Vooral het monetaire beleid drukte een belangrijke stempel op de financiële markten in 2013. De lage beleidsrentes en de diverse opkoopprogramma's waren een ondersteunende factor voor de meeste risicovolle beleggingen. Vooral aandelen uit de ontwikkelde markten profiteerden hiervan. De aankondiging van de afbouw van het opkoopprogramma door de Fed in mei zorgde voor wereldwijd stijgende renteniveaus. Het rendement op veilige staatsobligaties in de portefeuille was daardoor negatief. Vooral de opkomende markten bleken gevoelig voor de beleidsintenties van de Amerikaanse centrale bank. Het afzwakken van de eurocrisis leidde in de periferie juist tot dalende renteniveaus en een relatief sterke euro. Duitse staatsobligaties eindigden het afgelopen jaar voor het eerst sinds 2006 in het rood. De stijging van de kapitaalmarktrente werd gedreven door de verwachte afbouw van het opkoopprogramma van de Fed, een beleidskoers die wordt aangeduid met de term 'tapering'. De Duitse 10-jaarsrente steeg van 1,3% eind 2012 naar 1,9% eind 2013. De obligaties van andere Europese kernlanden lieten een vergelijkbaar verloop zien. De neerwaartse bijstelling van de Nederlandse kredietwaardigheid door S&P had nauwelijks effect op de kapitaalmarktrente. De Nederlandse 10-jaarsrente steeg van het historisch lage niveau van 1,5% eind 2012 tot 2,2% eind 2013. Dit in tegenstelling tot de perifere landen waar de effectieve renteniveaus per saldo daalden. Het totaalrendement op Spaanse en Ierse obligaties bedroeg meer dan 10%. De Spaanse 10-jaarsrente daalde van 5,3% eind 2012 naar 4,2% eind 2013. Inflatiegerelateerde obligaties hadden last van de reële rentestijging. Gecombineerd met de hogere duratie resulteerde dit in een min van bijna 4%. De behaalde rendementen voor Investment Grade Credits en High Yield waren in 2013 hoger dan die op staatsobligaties van de kernlanden. Het totaalrendement op schuldpapier uit de opkomende landen was negatief. Het rendement op Emerging Market Debt in harde valuta werd zowel negatief beïnvloed door de oplopende rente in de Verenigde Staten als een stijging van de risico-opslag. De lokale valuta variant had te lijden onder de forse koersdaling van de meeste opkomende marktenvaluta's. Vooral landen met een tekort op de lopende rekening bleken erg kwetsbaar, waaronder: Indonesië, Zuid-Afrika, Brazilië en Turkije.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Shell Nederland Pensioenfonds Stichting 11
De aandelenmarkten van de ontwikkelde landen kenden een goed jaar. Door het zeer ruime monetaire beleid van de Bank of Japan (BoJ) is de Japanse aandelenmarkt in lokale valuta koploper. Het beleid van de BoJ leidde tot een forse daling van de Japanse yen wat gunstig was voor de winstgevendheid van Japanse exporteurs. Maar ook de Amerikaanse en Europese aandelenmarkten noteerden hoge rendementen. Naast de gematigde economische groei en het ruime monetair beleid, profiteerden aandelen van hun aantrekkelijke waardering. Opkomende markten bleven daarentegen achter. Afzwakkende economische groei in China, dalende grondstofprijzen, de forse depreciatie van de Japanse yen drukten de winstgevendheid van bedrijven uit de opkomende markten. Ook door de verwachte tapering stonden opkomende markten onder druk. Het rendement op grondstoffenbeleggingen was matig in 2013. Ondanks dat de energiesector redelijk stand hield door een gestegen olieprijs, leverden de andere grondstoffen fors in. Vooral de edelmetalen stonden onder druk. Door de afzwakkende eurocrisis keerde het vertrouwen in de euro gedeeltelijk terug. Per saldo nam de euro in waarde toe ten opzichte van zowel de Amerikaanse dollar als het Britse pond. De Japanse yen nam in waarde af ten opzichte van vrijwel alle belangrijke valuta's.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Shell Nederland Pensioenfonds Stichting 12
3) INRICHTING SNPS
a) Doelstelling Het Pensioenfonds heeft ten doel het uitvoeren van de SNPS pensioenregeling, en in verband daarmee het verstrekken of doen verstrekken van pensioenen en/of andere daarmee te vergelijken uitkeringen. De pensioenregeling die door SNPS wordt uitgevoerd is een reguliere beschikbare premieregeling (zuivere premieovereenkomst). De pensioenovereenkomst tussen werkgever en werknemer bepaalt dat een netto beschikbare premie beschikbaar wordt gesteld en individueel voor rekening en risico van de (gewezen) deelnemer wordt belegd. b) Financiering van de pensioenregeling Samenstelling beschikbare premiestaffel De feitelijke samenstelling van de beschikbare premie in enig boekjaar bestaat uit: a. Netto beschikbare premies die op de pensioenbeleggingsrekening van de deelnemer gestort worden. De netto beschikbare premiestaffel van is uitgedrukt in een percentage van de pensioengrondslag. Deze pensioengrondslag is gelijk aan het pensioengevend salaris minus de franchise (jaarlijks vastgesteld, € 13.227 voor 2013); b. De aan de herverzekeraar verschuldigde risicopremies voor dekking van risico's van overlijden in actieve dienst en arbeidsongeschiktheid; c. Een opslag ter dekking van de (lopende) administratie- en uitvoeringskosten; d. Een door het pensioenfonds vast te stellen opslag voor het vormen en in stand houden van de voorziening voor uitvoeringskosten en de reserve minimaal vereist eigen vermogen. De kostendekkende premie is gelijk aan de hiervoor beschreven feitelijke premie en bedraagt in 2013 € 2.925.000. Premie 2013 De netto beschikbare premiestaffel voor de SNPS pensioenregeling was in 2013 als volgt:
Leeftijd 15-19 20-24 25-29 30-34 35-39 40-44 45-49 50-54 55-59 60-64
Netto beschikbare premie (als % pensioengrondslag) 12,10 % 13,90 % 16,10 % 18,60 % 21,50 % 24,80 % 28,60 % 33,10 % 38,40 % 45,00 %
De deelnemer betaalde in 2013 een eigen bijdrage van 5% van de pensioengrondslag, onafhankelijk van de leeftijd van deze deelnemer. Het restant van de premies - inclusief aanvullende opslagen voor risicopremies en kosten - werd betaald door de werkgever. Premie 2014 Per 1 januari 2014 is vanwege versobering van de fiscale ruimte voor de opbouw van arbeidspensioen, de pensioenleeftijd voor actieve deelnemers verhoogd naar 67 jaar en zijn zowel de beschikbare premie staffel als geldende eigen bijdrage voor de actieve deelnemers iets verlaagd. Tevens is de eindleeftijd van het tijdelijk partnerpensioen en het arbeidsongeschiktheidspensioen verhoogd naar 67 jaar. De vanaf 1 januari 2014 geldende pensioenregeling is opgenomen in een aangepast Reglement I.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Shell Nederland Pensioenfonds Stichting 13
De netto beschikbare premiestaffel voor de SNPS pensioenregeling is in 2014 als volgt:
Leeftijd 17-21 22-26 27-31 32-36 37-41 42-46 47-51 52-56 57-61 62-66
Netto beschikbare premie (als % pensioengrondslag) 10,90 % 12,70 % 14,60 % 16,90 % 19,50 % 22,50 % 26,00 % 30,00 % 34,90 % 41,00 %
Partnerpensioen, wezenpensioen en arbeidsongeschiktheidspensioen Er zijn nog geen ingegane herverzekerde pensioenen voor partnerpensioen, wezenpensioen of arbeidsongeschiktheidspensioen. De voorziening voor gerelateerde (herverzekerde) pensioenverplichtingen is derhalve nihil per 31 december 2013. De deelnemer betaalt in 2014 een eigen bijdrage van 4,5% van de pensioengrondslag, onafhankelijk van de leeftijd van deze deelnemer. Het restant van de premies - inclusief aanvullende opslagen voor risicopremies en kosten - wordt betaald door de werkgever. c) Beleggingen voor risico deelnemers Inrichting Life Cycle profielen en portefeuilles De pensioenregeling van SNPS omvat drie Life Cycle profielen: Defensief, Neutraal en Offensief. Binnen de Life Cycle profielen Defensief en Offensief kunnen deelnemers - indien voldaan wordt aan een aantal voorwaarden - hun beleggingsprofiel nog iets defensiever respectievelijk offensiever inrichten (het zogenaamde "Age styling"). Als een deelnemer geen beleggingskeuze heeft gemaakt, worden de netto beschikbare premies belegd conform het Life Cycle profiel Neutraal. Maandelijks kan de deelnemer opnieuw een keuze maken tussen de drie Life Cycle profielen. Hiertoe dient de deelnemer met behulp van een vragenlijst zijn risicoprofiel te bepalen. SNPS informeert de deelnemer over het bij het ingevulde risicoprofiel behorende Life Cycle profiel. De deelnemer beslist vervolgens zelf of wordt belegd in het bij het ingevulde risicoprofiel behorende Life Cycle profiel of dat wordt belegd in één van de andere door SNPS vastgestelde Life Cycle profielen. De drie Life Cycle profielen worden in de praktijk door middel van drie 'administratieve' Life Cycle portefeuilles uitgevoerd, waarbij geïnvesteerd wordt in onderliggende beleggingsinstellingen. Life Cycle portefeuilles 1 en 2 beleggen hierbij in vastrentende waarden, Life Cycle portefeuille 3 belegt hierbij voornamelijk in zakelijke waarden. In Life Cycle profiel Offensief wordt derhalve relatief het meest belegd in Life Cycle portefeuille 3, in Life Cycle profiel Defensief wordt relatief het minst belegd in Life Cycle portefeuille 3. Verder geldt voor alle Life Cycle profielen dat naarmate de pensioendatum nadert het gewicht in Life Cycle portefeuille 3 vanaf leeftijd 50 jaar geleidelijk wordt afgebouwd en er meer wordt belegd in Life Cycle portefeuilles 1 en 2. In onderstaande tabel is dit weergegeven:
Neutraal
Defensief
Offensief
Leeftijd
25
50
65-67
25
50
65-67
25
50
65-67
A. Totaal van Life cycle port. 1 en 2
30%
30%
85%
50%
50%
85%
15%
15%
70%
B. Life cycle portefeuille 3
70%
70%
15%
50%
50%
15%
85%
85%
30%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
Totaal A en B
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Shell Nederland Pensioenfonds Stichting 14
Belegd vermogen per 31 december 2013 De waardes van de Life Cycle portefeuilles en de verdeling (alsmede doelwegingen) van het vermogen over de verschillende beleggingscategorieën aan het einde van het jaar worden weergegeven in onderstaande tabellen:
SNPS Life Cycle Portefeuille 1 Bedragen x € 1.000 0 237 0 0 0 237
Percentage 0,0 % 100,0 % 0,0 % 0,0 % 0,0 % 100,0 %
31-12-2013 Doelweging 0,0 % 100,0 % 0,0 % 0,0 % 0,0 % 100,0 %
0 11 0 0 0 11
Percentage 0,0 % 100,0 % 0,0 % 0,0 % 0,0 % 100,0 %
31-12-2013 Doelweging 0,0 % 100,0 % 0,0 % 0,0 % 0,0 % 100,0 %
Bedrag 340 173 27 28 0 568
Percentage 59,8 % 30,5 % 4,8 % 4,9 % 0,0 % 100,0 %
31-12-2013 Doelweging 60,0 % 30,0 % 5,0 % 5,0 % 0,0 % 0,0 %
Bedrag Aandelen Vastrentende waarden Vastgoed beleggingen Overige beleggingen Liquide middelen Totaal SNPS Life Cycle Portefeuille 2 Bedragen x € 1.000 Bedrag Aandelen Vastrentende waarden Vastgoed beleggingen Overige beleggingen Liquide middelen Totaal
SNPS Life Cycle Portefeuille 3 Bedragen x € 1.000 Aandelen Vastrentende waarden Vastgoed beleggingen Overige beleggingen Liquide middelen Totaal
Totaal Life Cycle Portefeuilles
816
Beleggingsresultaten over 2013 Onderstaande tabel geeft de performance van de drie Life Cycle portefeuilles over de tweede helft van 2013 weer, uitgesplitst naar de verschillende beleggingscategorieën (voor nadere achtergrond zie de desbetreffende bijlage):
SNPS Life Cycle Portefeuille 1
Vastrentende waarden Liquide middelen Totaal
2013 Performance -1,2 % 1,2 % -1,2 %
2013 Benchmark -1,4 % 0,0 % -1,4 %
SNPS Life Cycle Portefeuille 2
Vastrentende waarden Liquide middelen Totaal
2013 Performance 0,5 % 0,0 % 0,5 %
2013 Benchmark 0,4 % 0,0 % 0,4 %
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Shell Nederland Pensioenfonds Stichting 15
SNPS Life Cycle Portefeuille 3
Aandelen Vastrentende waarden Vastgoed beleggingen Overige beleggingen Liquide middelen Totaal
2013 Performance 5,5 % 3,7 % -3,9 % -2,2 % 0,3 % 4,2 %
2013 Benchmark 7,3 % 4,1 % -4,1 % -1,5 % 0,0 % 5,3 %
De in dit bestuursverslag opgenomen rendementen zijn na aftrek van de indirecte vermogensbeheerkosten. Toelichting bij rendement aandelen over 2013 Ondanks een aanhoudend somber beeld in Europa als gevolg van de eurocrisis, was 2013 een goed jaar voor aandelenbeurzen. Tegen het einde van het jaar werden diverse jaarrecords gevestigd. Belangrijkste reden hiervoor was het aanhoudende ruime monetaire beleid van de verschillende centrale banken. Het beeld in de Verenigde Staten duidt op een gestaag doorzettende economische groei. In Europa lijkt de eurocrises onder controle en zijn de vooruitzichten nu voorzichtig positief. In de opkomende markten is echter juist sprake van een afnemende groei. De Europese beurzen stegen met ruim 19%. De Amerikaanse beurs steeg in euro's gemeten met 26%. Opkomende markten daalden in euro's met ruim 6%. Hoewel de beurzen in de breedte flink stegen, was er sprake van duidelijke voorkeuren binnen de verschillende markten. Dit kwam tot uitdrukking in het soort aandelen dat werd gekocht. Aandelen van bedrijven van lagere kwaliteit (een minder stabiele winstgroei, lagere winstmarges of een matige balanskwaliteit) deden het beter dan aandelen van hogere kwaliteit. Ook deden goedkope (waarde)aandelen het beter dan groeiaandelen. Het waren vooral de sectoren met een blootstelling aan de Europese economie die goed presteerden, zoals telecommunicatie en cyclische consumentengoederen. Sectoren met een blootstelling aan opkomende markten en grondstoffen bleven achter, zoals basismaterialen en energie. Toelichting bij rendement vastrentende waarden over 2013 De crisis rond de eurozone staatsleningen nam in 2013 verder af. In 2013 bleef de economie van de eurozone als geheel krimpen terwijl de werkloosheid opliep tot recordniveaus. De dalende inflatie werd door de ECB steeds als zorgwekkend ervaren. De overheidfinanciën van de perifere eurozone landen lieten in 2013 weinig verbetering zien. De begrotingstekorten daalden niet en de staatsschulden namen niet af. Opmerkelijk was dat de financiële markten op verwachte positieve ontwikkelingen vooruit liepen, waardoor de risico opslag van de perifere landen in de loop van 2013 gestaag daalden, terwijl de feitelijke ontwikkelingen daar nog geen aanleiding toe gaven. Na de sterke daling van de rente op langere looptijden in de kernlanden binnen de eurozone liep de rente in 2013 weer op. In de perifere landen daalde de rente juist. Het gewicht van deze landen in de portefeuille is aanzienlijk kleiner, waardoor het effect op het portefeuille rendement beperkt was. Achteraf was de positionering in de portefeuille te defensief wat leidde tot een underperformance. Ook in 2013 was er een grote vraag naar bedrijfsobligaties (credits). Het aanbod van nieuw papier was vrij beperkt. Dit geldt vooral voor bankpapier waar per saldo meer leningen afliepen dan er aan nieuw papier werd uitgegeven. De aanhoudende steunmaatregelen van Centrale Banken en een lage inflatie zorgden er voor dat de gemiddelde risico opslag voor credits in 2013 wederom verder afnam. De Europese kernlanden gerelateerde leningen presteerden over het algemeen het beste.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Shell Nederland Pensioenfonds Stichting 16
High Yield Ondanks dat het hoge rendement voor high yield obligaties uit 2012 niet geëvenaard werd, was het rendement met 6,3% wel hoger dan dat voor staatsobligaties van kernlanden. Per saldo daalden de risico-opslagen waardoor, ondanks de stijgende staatsobligatierente, toch een positief rendement genoteerd werd. Het bedrijfsleven staat er per saldo goed voor en de marktverwachting is dat dit voorlopig zo blijft. Daarnaast is er door de lage renteomgeving een aanhoudende vraag naar bedrijfsobligaties. Emerging Markets Debt Het totaalrendement op schuldpapier uit de opkomende landen was negatief. Het rendement op deze belegging werd negatief beïnvloed door de oplopende rente in de VS en door een stijging van de risico-opslag. De belangrijkste ontwikkeling die hieraan ten grondslag lag was de economische groei. Structurele hervormingen, een verkrappend monetair beleid en lagere grondstoffenprijzen stonden het economische herstel in de weg. Beleggingsbeleid Het Bestuur heeft een beleggingsbeleid vastgesteld dat is opgenomen in het document "Verklaring inzake beleggingsbeginselen". Deze verklaring is door het Bestuur vastgesteld op 13 mei 2013 en wordt om de drie jaren en voorts onverwijld na iedere belangrijke wijziging van het beleggingsbeleid herzien. Aan het beleggingsbeleid ligt een zestal door het Bestuur gedefinieerde 'investment beliefs' ten grondslag, die zijn opgenomen in de Verklaring inzake beleggingsbeginselen van SNPS. De doelstelling van het beleggingsbeleid is om zo goed mogelijke beleggingsresultaten van de individuele deelnemer - gegeven zijn verplichtingenstructuur ('replacement ratio', d.w.z. de te verwachten pensioenuitkering als percentage van het huidige salaris) en risicobereidheid (binnen de door het Bestuur vastgestelde grenzen) - na te streven. Het beleggingsbeleid wordt getoetst door middel van een Asset Liability Management (ALM) studie - deze wordt minimaal één maal per drie jaar uitgevoerd. Uitkomst van de ALM-studie is de Strategische Asset Allocatie (SAA) waarin de uitwerking van het beleggingsbeleid (inclusief de gewenste mate van diversificatie) in drie Life Cycle profielen is vastgesteld. Aan de Life Cycle profielen ligt een aantal principes ten grondslag. Onder meer is uitgangspunt dat het inkomen voor later telt en niet slechts vermogensopbouw, die zijn opgenomen in de Verklaring inzake beleggingsbeginselen van SNPS. Om de kosten die door de deelnemer worden gedragen te beperken is ervoor gekozen om institutionele beleggingsinstellingen te gebruiken, die lagere fees hanteren dan retail beleggingsinstellingen. Om te beleggen in institutionele beleggingsfondsen was zogenaamd "Seed Capital" (startkapitaal) noodzakelijk, om aan de minimum inleg te kunnen voldoen (gegeven het zeer beperkte premievolume bij aanvang van SNPS). Dit startkapitaal is door de werkgever beschikbaar gesteld. SNPS zorgt ervoor dat de beleggingen voldoen aan het bepaalde bij of krachtens de Pensioenwet, in het bijzonder aan de "prudent person" regel en (omdat de pensioenregeling deelnemers de mogelijkheid biedt om af te wijken van Life Cycle profiel Neutraal ) aan de eisen van zorgplicht. Jaarlijks stelt het Bestuur een Beleggingsnota op (inclusief Beleggingrichtlijnen per Life Cycle portefeuille). Op grond hiervan worden de beleggingen verricht voor het daaropvolgende jaar en deze documenten gelden als opdracht richting SAVB. In de Beleggingsnota zijn onder meer per Life Cycle portefeuille de onderliggende beleggingsinstellingen inclusief hun doelweging, de geldende benchmarks en de afspraken met betrekking tot eventuele rebalancing richting de doelweging (op kwartaalbasis) vastgelegd.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Shell Nederland Pensioenfonds Stichting 17
Beleid inzake verantwoord beleggen SNPS is geen directe aandeelhouder in beursgenoteerde ondernemingen maar belegt in aandelen via participaties in beleggingsfondsen van externe vermogensbeheerders. De aandelen en vastrentende waarden waarin door deze beleggingsfondsen wordt belegd zijn juridisch geen eigendom van het pensioenfonds, waardoor het formeel geen stemrecht kan uitoefenen. Wel bespreekt het Bestuur periodiek met Syntrus Achmea het door externe vermogensbeheerders uitgevoerde beleid ten aanzien van verantwoord beleggen: op welke wijze wordt rekening gehouden met milieu en klimaat, mensenrechten en sociale verhoudingen. d) Communicatie Bij de start van SNPS medio 2013 zijn het communicatiebeleid en de communicatiedoelstellingen opgesteld, en is de uitvoering van de communicatie vastgelegd in het communicatieproces. De zorgplicht bij premieovereenkomsten met beleggingsvrijheid is uitdrukkelijk onderdeel van het communicatiebeleid. Het communicatiejaarplan is de operationele leidraad voor de keuzes, planning en gebruik van de verschillende communicatiemiddelen. Er is een herkenbare huisstijl in beeld en taal gekozen, die zo veel mogelijk aansluit bij de huisstijl van Shell. In twee stappen zijn de communicatiemiddelen voor 2013 ontwikkeld. Eerst die middelen die per 1 juli 2013 nodig waren voor de introductie van de regeling (zoals een introductiebrochure en een beknopte 'basiswebsite') en vanuit de wettelijke verplichtingen (zoals de startbrief). Vervolgens zijn als 'next steps' communicatiemiddelen doorontwikkeld of toegevoegd. In samenwerking met Shell Nederland is verder informatie voor HR-recruitment opgesteld. Uit oogpunt van snelheid, kosten en milieu maakt SNPS zo veel mogelijk gebruik van digitale communicatie via de website en het persoonlijk online 'pensioenportaal'. Op dit pensioenportaal kunnen de deelnemers inloggen om daarna in een beveiligde omgeving onder meer hun individuele (pensioen)gegevens in te zien, hun risicoprofiel te bepalen, en hun keuze in Life Cycle Profiel door te voeren. Het Bestuur houdt in de gaten of deelnemers daadwerkelijk inloggen op het portaal en kan besluiten om maatregelen te nemen om inloggen te stimuleren. Waar nodig of (wettelijk) vereist, wordt op papier gecommuniceerd. Begrijpelijkheid van de communicatie speelt voor het pensioenfonds een belangrijke rol. In de laatste drie maanden van 2013 stonden de communicatie-activiteiten grotendeels in het teken van de wijzigingen in de pensioenregeling per 1 januari 2014. Alle deelnemers werden persoonlijk geïnformeerd over de gevolgen van de wijzigingen voor hun pensioensituatie.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Shell Nederland Pensioenfonds Stichting 18
e) Uitbesteding Uitbestedingsbeleid Het uit bestedingsbeleid heeft tot doel de beheersing van risico's die samenhangen met uitbesteding van (delen van) bedrijfsprocessen. Het uitbestedingsbeleid beschrijft de uitgangspunten voor uitbesteding, het uitbestedingsproces, de eisen die aan de uitvoerder gesteld worden, hoe de continuïteit van de uitbestede processen gewaarborgd wordt en hoe getoetst wordt of de wijze waarop de uitbestede processen worden uitgevoerd nog in overeenstemming is met de gemaakte afspraken. Met de partijen waaraan het pensioenbeheer en vermogensbeheer is uitbesteed zijn uitgebreide contracten en service level agreements afgesloten. Het Bestuur wordt maandelijks en op kwartaalbasis via rapportages geïnformeerd en ontvangt jaarlijks interne beheersingsrapportages (ISAE 3402 type II) en er vindt periodiek overleg met deze partijen plaats. Waar nodig vraagt het Bestuur aanvullende assurance en/of worden specifieke audits verricht, bijvoorbeeld ten aanzien van de pensioenadministratie of de IT omgeving. Het Bestuur is en blijft te allen tijde (eind)verantwoordelijk voor een beheerste en integere bedrijfsvoering, ook voor het gedeelte van de werkzaamheden dat is uitbesteed. Uitbesteding pensioenbeheer en vermogensbeheer Shell Pensioenbureau Nederland B.V. (SPN) is de statutair Directeur van SNPS. SPN ondersteunt het Bestuur en adviseert het Bestuur over het pensioenbeleid. Tevens ondersteunt SPN het Bestuur bij het toezicht op de externe dienstverleners aan wie het voeren van het pensioenbeheer en het vermogensbeheer zijn uitbesteed, alsmede op het terrein van risicobeheersing. Syntrus Achmea Pensioenbeheer N.V. (SAPB) is op basis van een Overeenkomst van Pensioenbeheer inclusief Service Level Agreement door het Bestuur aangesteld voor het uitvoeren van de pensioenadministratie, het uitvoeren van de pensioencommunicatie, de beleggingsadministratie (unit administratie) en het verrichten van de financiële administratie van SNPS. Syntrus Achmea Vermogensbeheer B.V. (SAVB) is op basis van een Fiduciary Life Cycle Management Overeenkomst inclusief Service Level Agreement door het Bestuur aangesteld voor het adviseren over, en het inrichten van, de Life Cycle profielen en Life Cycle portefeuilles en het voeren van het vermogensbeheer. Uiteindelijk wordt binnen de Life Cycle portefeuilles geïnvesteerd in onderliggende beleggingsinstellingen. De selectie van deze onderliggende beleggingsinstellingen is uitbesteed aan Syntrus Achmea Vermogensbeheer B.V. De selectie van een onderliggende beleggingsinstelling is onderworpen aan voorafgaande goedkeuring door SNPS. De taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van SPN, SAPB en SAVB zijn schriftelijk vastgelegd. Het Bestuur heeft twee medewerkers van SPN algemene procuratie verleend. Daarnaast beschikken de externe dienstverleners SAPB en SAVB over een beperkte procuratie conform een specifieke volmacht om de aan hun uitbestede taken betreffende de pensioenadministratie en op vermogensbeheerterrein te kunnen uitoefenen. Herverzekering De risico's van overlijden in actieve dienst en premievrijstelling van pensioenopbouw bij arbeidsongeschiktheid zijn volledig herverzekerd bij Achmea Pensioen- en Levensverzekeringen N.V. ("Centraal Beheer Achmea"). Het risico van arbeidsongeschiktheid gedurende actieve dienst is volledig herverzekerd bij Achmea Schadeverzekeringen N.V. ("Zilveren Kruis Achmea").
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Shell Nederland Pensioenfonds Stichting 19
f) Uitvoeringskosten De uitvoeringskosten van pensioenfondsen hebben in 2013 bij de politiek, de toezichthouders, de media en het algemeen publiek in de belangstelling gestaan. Onder uitvoeringskosten wordt in dit kader verstaan de kosten van pensioenbeheer, vermogensbeheer en de transactiekosten. De Pensioenfederatie heeft in 2011 voorstellen voor zelfregulering opgesteld die in oktober 2013 herzien en aangevuld zijn. Het Bestuur van SNPS streeft er naar om, in lijn met de aanbevelingen van de Pensioenfederatie en voor zover de beschikbaarheid van deze gegevens dat mogelijk maakt, inzicht te geven in de uitvoeringskosten inclusief de indirecte vermogensbeheerkosten en transactiekosten. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de relevante communicatie-uitingen die het pensioenfonds ter beschikking staan. Het pensioenfonds ontvangt als onderdeel van de premie een opslag ter dekking van de (lopende) administratie- en uitvoeringskosten, waaronder de kosten van pensioenbeheer en de directe kosten van vermogensbeheer. In 2013 bedroeg deze opslag EUR 605.000. Kosten van pensioenbeheer Onder kosten van pensioenbeheer vallen onder meer de pensioenadministratiekosten, de communicatiekosten, de kosten van het bestuur(sbureau) en de kosten van de accountant en actuaris. De kosten van pensioenbeheer bedragen voor 2013 € 582.000. De voornaamste componenten hierin zijn de vergoeding die wordt betaald aan Syntrus Achmea Pensioenbeheer N.V. in het kader van de afgesloten overeenkomst en de doorbelaste kosten van Shell Pensioenbureau Nederland B.V. De kosten van pensioenbeheer komen ten laste van het pensioenfonds. Kosten van vermogensbeheer Onder de kosten van vermogensbeheer vallen de directe kosten van vermogensbeheer en de indirecte beheerkosten van de beleggingen die ten laste van de Life Cycle portefeuilles komen. De directe kosten van vermogensbeheer bedragen voor 2013 € 23.000 en bestaan voornamelijk uit de vergoeding die wordt betaald aan Syntrus Achmea Vermogensbeheer B.V. in het kader van de afgesloten overeenkomst. De indirecte beheerkosten van de beleggingen bestaan voor 2013 voornamelijk uit de kosten die door de onderliggende beleggingsfondsen worden gerekend als beheerskosten. Deze indirecte beheerkosten bedragen voor 2013 € 3.000 en komen ten laste van de Life Cycle portefeuilles en komen hiermee deels voor rekening van de deelnemer (€ 1.000) en deels voor rekening van de werkgever (€ 2.000), waarbij deze laatstgenoemde kosten relateren aan het door de werkgever beschikbaar gestelde startkapitaal van € 750.000. Transactiekosten Onder transactiekosten wordt verstaan de kosten die gemaakt moeten worden om een beleggingstransactie tot stand te brengen en uit te voeren. Dit zijn de kosten waarvoor beleggingsfondsen worden aangekocht dan wel verkocht binnen de Life Cycle portefeuilles en worden verrekend met de aan- en verkoopprijs. Deze kosten zijn geschat in lijn met de aanbevelingen van de Pensioenfederatie en bedragen voor 2013 € 2.000. Deze kosten komen deels voor rekening van de deelnemer (€ 1.000) en deels voor rekening van de werkgever (€ 1.000), waarbij deze laatstgenoemde kosten relateren aan het door de werkgever beschikbaar gestelde startkapitaal van € 750.000.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Shell Nederland Pensioenfonds Stichting 20
4) RISICOMANAGEMENT a) Principes Het Bestuur van SNPS is verantwoordelijk voor de beheersing van de risico's. Hiertoe heeft het Bestuur een Control Framework ingericht, met als uitgangspunt het hebben van een beheersingskader dat passend is bij het profiel van SNPS en voor de risico's die SNPS loopt. Het raamwerk helpt het Bestuur om vanuit de langetermijndoelstellingen van het pensioenfonds en met inachtneming van de interne en externe omgeving, risico's structureel in kaart te brengen en daarop een beheerskader in te richten, zodat doelstellingen gerealiseerd kunnen worden. Binnen dit raamwerk worden financiële en niet-financiële risico's en beheersmaatregelen geïdentificeerd. Tevens worden de impact en waarschijnlijkheid van risico's vastgesteld en acties gedefinieerd om met 'redelijke zekerheid' de gestelde doelstellingen te realiseren, waarna bijsturing mogelijk is. Elk kwartaal beoordeelt het Bestuur de (ontwikkeling van de) belangrijkste risico's en een deel van de andere risico's. Als hier aanleiding voor is zal het Bestuur dit tussentijds doen. De risicobeheersingsystemen zijn erop gericht de risico's zoveel als mogelijk te onderkennen en te beheersen. Door middel van het gekozen model wordt voldaan aan zowel de wettelijke eisen als ook de aanvullende eisen die het Bestuur stelt aan een beheerste en integere bedrijfsvoering. Voor een effectieve beheersing van de risico's is het noodzakelijk om de onderlinge afhankelijkheid van risico's te doorgronden. Het integrale risicomanagementproces geeft het Bestuur de benodigde structuur om risico's en mitigerende maatregelen binnen een consistente methodologie met inachtneming van de lange termijn doelstellingen van SNPS te identificeren zonder de interne en externe ontwikkelingen uit het oog te verliezen. Het proces beoogt een balans te vinden tussen risico en rendement, een effectieve uitvoering van de regeling en beheersbare kosten. b) Risicomanagementproces Het integrale risicomanagementproces als onderdeel van het Control Framework van SNPS is gebaseerd op de bestaande controles in de SAPB en SAVB organisaties ("three lines of defense model volgens COSO") en SPN. Het Control Framework is gebaseerd op een continuüm. Dit wil zeggen dat de controls zoals die gelden binnen de uitvoeringsorganisaties van SPN, SAPB en SAVB als uitgangspunt worden genomen voor de inrichting van de SNPS beheersorganisatie. Door voort te bouwen op de controls van deze organisaties, die controls te begrijpen en te (laten) valideren en deze vervolgens onafhankelijk actief te monitoren wordt de beheersorganisatie binnen SNPS op een efficiënte wijze ingericht. De risicobereidheid van het Bestuur vertaalt zich in de inrichting van de Life Cycle profielen en Life Cycle portefeuilles, en de daaruit voortvloeiende onzekerheid over het verwachte pensioeninkomen van (gewezen) deelnemers. Eén van de fundamentele elementen in het SNPS Control Framework is de Risk and Control Self Assessment (RCSA) als middelpunt van het risicomanagementproces. De RCSA is een tool die SNPS gebruikt om voor alle geïdentificeerde risico's te beschrijven wat het risico is, wat de gross risk score is, hoe de controls ingericht zijn en of deze preventief of detectief zijn, of de controls in opzet en werking effectief zijn, wat het residual risk is en of er acties gedefinieerd zijn om zodanig risicomitigerende maatregelen te versterken. Het Bestuur heeft hierbij de risico's geïdentificeerd en ingedeeld in de hoofdgroepen financiële risico's en niet-financiële risico's. Door middel van de RCSA wordt voor de voornaamste risico's ieder kwartaal de classificatie van de risico's en de effectiviteit van de risico mitigerende maatregelen beoordeeld, waarover aan het Bestuur gerapporteerd wordt.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Shell Nederland Pensioenfonds Stichting 21
i. Financiële risico's De premies worden binnen SNPS individueel voor rekening en risico van de (gewezen) deelnemer belegd, waarbij een aantal financiële risico's, zoals markt- en renterisico, wordt gelopen door de deelnemer. Het Bestuur heeft door middel van de aangeboden beleggingsmogelijkheden grenzen gesteld aan de door deelnemers te maken beleggingskeuzes en bijbehorende risico's. Het beleid is dat naarmate de pensioendatum nadert het verwachte pensioeninkomen steeds minder mag fluctueren. Dit uitgangspunt is vertaald in de Life Cycle profielen. Het Bestuur monitort periodiek of deze profielen nog steeds in overeenstemming zijn met de gehanteerde uitgangspunten en aansluiten bij de keuzes die (gewezen) deelnemers maken. ii. Niet-financiële risico's Het pensioenfonds onderkent ook een aantal niet-financiële risico's, zoals het omgevingsrisico, operationeel risico en juridisch risico. Deze risico's worden gemonitord door SPN. Periodiek worden deze risico's en daarvoor getroffen beheersmaatregelen gerapporteerd aan, en besproken in het Bestuur, als onderdeel van de reguliere risicorapportage over alle geïdentificeerde risico's. In de jaarrekening worden de belangrijkste financiële en niet-financiële risico's nader toegelicht.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Shell Nederland Pensioenfonds Stichting 22
5) GOVERNANCE a) Gehanteerd model Het pensioenfonds is in 2013 opgericht onder de vigerende wet- en regelgeving. Daarbij is wel, waar dat op dat moment mogelijk was, al rekening gehouden met de Wet versterking bestuur pensioenfondsen zoals die op 1 juli 2014 in werking treedt. Na zorgvuldige afweging is ervoor gekozen om het governance model van de one-tier board (omgekeerd gemengd model) te hanteren. Hierbij wordt het Bestuur van het pensioenfonds gevormd door zowel uitvoerende als nietuitvoerende bestuursleden. De niet-uitvoerende bestuursleden zijn met name verantwoordelijk voor het bepalen van het (strategische) beleid van SNPS en het houden van toezicht op de uitvoering daarvan door de uitvoerende bestuurders. De uitvoerende bestuurders zijn in het bijzonder belast met de dagelijkse (operationele) leiding van het pensioenfonds en de beleidsvoorbereiding. Het niet-uitvoerende deel van het Bestuur bestaat uit (minstens) vier leden, te weten twee werkgeversvertegenwoordigers (waarbij één van hen optreedt als Voorzitter) en twee werknemersvertegenwoordigers. Het uitvoerend deel van het Bestuur bestaat uit twee beroepsbestuurders, die in dienst zijn van SPN. Voorts heeft het pensioenfonds een Verantwoordingsorgaan (VO). Het VO geeft jaarlijks achteraf een oordeel over het door het Bestuur vastgestelde beleid en de wijze waarop het beleid is uitgevoerd, een en ander conform het bepaalde bij en krachtens de Pensioenwet. Tevens heeft het VO enkele specifieke adviesrechten. Het VO van SNPS kent momenteel vier zetels. Twee daarvan worden bezet door vertegenwoordigers van de werkgever, de andere twee zetels zijn voor vertegenwoordigers van de werknemers die deelnemen in de SNPS-pensioenregeling. Pensioengerechtigden zullen in het VO worden benoemd zodra het aantal pensioengerechtigden 10% of meer bedraagt van het totale deelnemersbestand. Op dit moment is dat nog niet het geval. Eind november 2013 zijn statutair enige aanpassingen doorgevoerd om zeker te stellen dat een Verantwoordingsorgaan op ordentelijke wijze kon worden ingesteld. Hiertoe werd de mogelijkheid van rechtstreekse verkiezingen door de deelnemers en (in de toekomst) pensioengerechtigden van hun respectievelijke vertegenwoordigers in het Verantwoordingsorgaan mogelijk gemaakt. Het huidige model blijft ook na de invoering van de Wet versterking bestuur pensioenfondsen per 1 juli 2014 van kracht. Wel zullen enige aanpassingen in de fondsdocumentatie van SNPS dienen plaats te vinden die voortvloeien uit dwingende wetgeving. Het was op het moment van oprichting namelijk wettelijk niet mogelijk om reeds volledig vooruit te lopen op de Wet versterking bestuur pensioenfondsen. Het Bestuur heeft reeds in december 2013 ingestemd met de beoogde statutenwijzigingen per 1 juli 2014 en werkt op dit moment aan de nadere uitwerking van deze wijzigingen. Daarnaast verscheen de Code Pensioenfondsen van de Pensioenfederatie en de Stichting van de Arbeid die normen bevat voor goed pensioenfondsbestuur, waarmee de transparantie op dit gebied verder wordt vergroot. Pensioenfondsen dienen deze code vanaf 1 januari 2014 na te leven of uit te leggen hoe en waarom op onderdelen wordt afgeweken. b) Werkwijze binnen het Bestuur In de Oprichtingsvergadering van het pensioenfonds op 13 mei 2013 is een Bestuursprotocol vastgesteld, waarin het taakgebied van het Bestuur en daarnaast specifiek ook het taakgebied van de uitvoerende bestuursleden zijn vastgelegd. Inmiddels heeft het Bestuur ook nog een nader document uitgewerkt waarin de uitgangspunten en afspraken zijn vastgelegd voor wat betreft de werkwijze binnen het Bestuur. Binnen het Bestuur als geheel en tussen de uitvoerende en niet-uitvoerende bestuurders wordt er gestreefd naar een klimaat waarbij de kerntaken van het Bestuur als geheel centraal staan, maar de niet-uitvoerende bestuurders respectievelijk de uitvoerende bestuurders zich wel bewust zijn van de verschillende rollen die zij tegelijkertijd ook ten opzichte van elkaar hebben. Er wordt frequent, open en via korte lijnen gecommuniceerd over belangrijke activiteiten en issues. Niet-uitvoerende bestuursleden gaan daarbij uitdrukkelijk niet op de stoel zitten van de uitvoerende bestuursleden.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Shell Nederland Pensioenfonds Stichting 23
De niet-uitvoerende bestuurders hebben een aparte bijeenkomst na iedere bestuursvergadering om het toezicht op de uitvoerende bestuurders te evalueren en de belangrijkste punten daarvan vast te leggen ten behoeve van de jaarlijkse verantwoordingsrapportage. Verder hebben de niet-uitvoerende bestuursleden een onderlinge verdeling gemaakt van aandachtsgebieden (focal points). Het Bestuur heeft het afgelopen jaar zes maal vergaderd, op 13 mei 2013, 5 juni 2013, 25 september 2013, 11 oktober 2013, 14 november 2013 en 11 december 2013. Bij alle vergaderingen was het Bestuur voltallig aanwezig. Hierbij heeft het Bestuur een breed spectrum aan fondsdocumentatie behandeld en vastgesteld. Daarnaast zijn met name de inrichting en werking van het Control Framework, de perfomance en dienstverlening van Syntrus Achmea en de wijziging van de pensioenregeling van SNPS per 1 januari 2014 behandeld. Na afloop van een aantal bestuursvergadering zijn workshops gehouden voor en met het Bestuur. c) Geschiktheidsbevordering Voor SNPS is bij oprichting van het fonds een deskundigheidsplan opgesteld. Inmiddels is dit deskundigheidsplan bijgewerkt tot een geschiktheidsplan. Hierbij zijn naast deskundigheid ook competenties en professioneel gedrag centrale uitgangspunten. Het geschiktheidsplan sluit aan bij de nieuwe eindtermen voor de drie geschiktheidsgebieden zoals opgenomen in de Handreiking geschikt pensioenfondsbestuur van de Pensioenfederatie. SNPS sluit hiermee aan bij de laatste eisen die door de Wet versterking bestuur pensioenfondsen en DNB gesteld worden op het gebied van geschiktheid. Op basis van het geschiktheidsplan worden verdere afspraken gemaakt met de individuele bestuursleden over verdere geschiktheidsontwikkeling; dit wordt vastgelegd in individuele opleidingsplannen. De indviduele opleidingsplannen worden gebaseerd op het curriculum zoals door de SPN Academy jaarlijks aan de bestuursleden aangeboden. Deze 'virtuele' SPN Academy functioneert als een 'single port' faciliteit voor het pensioenfonds waarin het aanbod van interne en externe opleidingen en vaardigheidstrainingen is opgenomen en biedt daarmee een aansluiting op de individuele opleidingsbehoeften van de bestuursleden. Met de SPN Academy geeft het pensioenfonds actief invulling aan een programma van permanente educatie met als doel de geschiktheid van de leden van het Bestuur op peil te houden en waar nodig te verbreden of te ontwikkelen. De bestuursleden hebben in 2013 deelgenomen aan in de pensioensector beschikbare gecertificeerde trainingen, en opleidingen. Daarnaast zijn voor het Bestuur gerichte workshops en 'deep-dive sessies' georganiseerd, onder meer op het gebied van risicomanagement. Ook zijn diverse werkbezoeken verricht bij SAPB en SAVB, onder meer is een demonstratie gegeven over het deelnemersportaal van SNPS. Tevens heeft het Bestuur in 2013 in een 'capita selecta' avond geparticipeerd, waarbij tezamen met externe deskundigen dieper op het actuele onderwerp van 'Bestuur op afstand' is ingegaan. Met al deze leerinstrumenten, inclusief zelfstudie en de bestuurspraktijk, is reeds gedurende de eerste zes maanden na oprichting van het pensioenfonds hard gewerkt aan doorontwikkeling van de geschiktheid van elk bestuurslid. Vanuit de SPN Academy wordt toegezien op de voortgang ten aanzien van de afspraken over de te volgen opleidingen(en). Deelname aan cursussen, opleidingen en seminars wordt geregistreerd. d) Gedragscode Het Bestuur heeft een gedragscode vastgesteld, die geldt voor leden van het Bestuur en het VO van SNPS. De gedragscode heeft tot doel te verzekeren dat alle activiteiten van SNPS op een integere wijze worden uitgevoerd en dat belangenverstrengeling van zakelijke en privé-belangen (en ook de schijn daarvan) wordt vermeden. Er is een compliance officer aangesteld die toezicht houdt op de uitvoering en effectiviteit van de gedragscode. Organisaties waaraan SNPS werkzaamheden heeft uitbesteed, dienen een materieel gelijkwaarwaardige gedragscode te hebben.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Shell Nederland Pensioenfonds Stichting 24
6) VOORUITBLIK 2014 Aangezien SNPS recent is opgericht zal de komende jaren naar verwachting een forse groei van het pensioenfonds plaatsvinden - ook voor 2014 zal dit het geval zijn. Enerzijds zal zich dit manifesteren in een verdere groei van het aantal deelnemers (verwachting is dat het aantal deelnemers in 2014 zal doorgroeien tot boven de duizend). Anderzijds zal zich dit manifesteren in een forse groei van het belegd vermogen van de deelnemers (verwachting is dat dit einde 2014 boven de EUR 10 miljoen zal komen te liggen, waarbij ook inkomende individuele waardeoverdrachten een bijdrage leveren aan de groei van het belegd vermogen). Daarbij kan verder nog worden opgemerkt dat het aantal uitdiensttredingen zeer beperkt is. 2014 is een stormachtig jaar voor de pensioensector. Zeer veel nieuwe wet- en regelgeving zal de komende periode door pensioenfondsen moeten worden geïmplementeerd. Dat geldt uiteraard ook voor SNPS. Zo zal het pensioenreglement per 1 januari 2015 opnieuw aangepast dienen te worden. De voorbereiding hiervoor zijn al in volle gang en het Bestuur verwacht daarom de aangepaste pensioenregeling per 1 januari 2015 te kunnen implementeren. Hierbij zal ook nadrukkelijk aandacht geschonken worden aan de communicatie met de deelnemers. Wel is het nog afwachten welke wijzigingen per januari 2015 zullen worden doorgevoerd door Shell Nederland naar aanleiding van de versobering van de fiscale opbouwpercentages alsmede de aftopping van het pensioengevend salaris. Het Bestuur stemt de uitvoeringsaspecten nadrukkelijk af met Shell. Tot slot zal in 2014 ook veel werk worden verricht in het kader van de invoering van de Wet versterking bestuur pensioenfondsen per 1 juli 2014, waarvoor de nodige wijzigingen in fondsdocumentatie en governance zullen worden doorgevoerd. Het Bestuur heeft de benodigde statutenwijziging per 1 juli 2014 eind maart 2014 ter toetsing voorgelegd aan DNB. Verder zal per 1 juli 2014 een onafhankelijk voorzitter worden benoemd waardoor het Bestuur wordt uitgebreid van zes naar zeven bestuurders. De onafhankelijk voorzitter maakt deel uit van de niet-uitvoerende bestuurders. Deelnemers zullen nog over de wijzigingen in de governance structuur worden geïnformeerd.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Shell Nederland Pensioenfonds Stichting 25
D
VERANTWOORDING EN TOEZICHT
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Shell Nederland Pensioenfonds Stichting 26
1) Verslag van het Intern toezicht door niet-uitvoerende bestuursleden Bij de oprichting van SNPS door Shell Nederland begin 2013 is gekozen voor een ''one tier board'' bestuursmodel. Dit bestuursmodel heeft uitvoerende en niet-uitvoerende bestuursleden maar draagt als geheel bestuursverantwoordelijkheid. Het interne toezicht op de uitvoerende bestuurders (leden C) wordt hierbij uitgeoefend door de niet-uitvoerende bestuurders (leden A en B). Voordat het fonds formeel van start ging is er binnen een professioneel opgezette projectstructuur intensief gewerkt aan de gedetailleerde implementatie van de SNPS pensioenregeling, de invulling van de Life Cycles, het vermogensbeheer, de administratie en de bijbehorende beheersprocessen alsmede de communicatie met de deelnemers. Hierbij is frequent gebruik gemaakt van de expertise van interne en externe adviseurs en hebben alle (aspirant) bestuursleden een actieve rol gespeeld. Na afronding van al deze voorbereidingen is SNPS per 1 juli 2013 opengesteld voor Shell-medewerkers met Nederland als 'base country', die vanaf die datum nieuw in dienst zijn getreden. Vanaf mei 2013 heeft het Bestuur zes keer vergaderd. Een kernthema van alle besprekingen was de vormgeving van de zorgplicht van SNPS in aansluiting op de specifieke vereisten met betrekking tot de premieovereenkomst met beleggingsvrijheid. Daarnaast is veel aandacht besteed aan de uitvoeringsprocessen van de regeling door Syntrus Achmea, de geselecteerde externe uitvoeringsorganisatie voor de administratie en de beleggingen, alsmede aan de uitvoering van de risicoverzekering van het nabestaanden- en arbeidsongeschiktheidspensioen. De terugkoppeling en de toezichtsrapportage naar het Bestuur in de vorm van goede managementinformatie heeft ruime aandacht gekregen. Vanaf de start is ernaar gestreefd om dit bestuursoverleg vorm en inhoud te geven conform het nieuwe bestuursmodel en de eisen die dit stelt aan de bestuursgeledingen en het overleg tussen deze geledingen. Hierbij is de collectieve verantwoording en de 'one team' gedachte essentieel. Tegelijkertijd wordt er van de niet-uitvoerende bestuursleden een actieve en positief-kritische opstelling gevraagd en van de uitvoerende bestuurders de bereidheid om zich op transparante wijze te verantwoorden en open te staan voor verzoeken en suggesties van niet-uitvoerende bestuursleden. Bij iedere bestuursvergdering is er specifiek stilgestaan bij deze aspecten. Vervolgens is er een intern document opgesteld dat de intentie en werkwijze nader specificeert. Binnen het Bestuur van SNPS wordt op basis van de volgende driedeling van onderwerpen en issues gewerkt: 1. Dagelijkse bestuursaangelegenheden die de uitvoerende bestuursleden naar eigen inzicht voor hun rekening nemen en afhandelen. Dit betreft het merendeel van algemene zaken en operationele aangelegenheden maar ook standaard communicatie met key stakeholders waaronder de deelnemers, de externe toezichthouders, het Verantwoordingsorgaan en Shell Nederland. 2. Onderwerpen die gezien hun strategische aard of omvang vooraf/tijdig overleg vereisen binnen het Bestuur, waarbij de niet-uitvoerende bestuurders de gelegenheid krijgen om hun uitvoerende bestuursleden met raad en daad bij te staan. Voorbeelden in deze categorie zijn de mogelijke impact van nieuwe wetswijzigingen; lobby bij key stakeholders; communicatie trajecten; bepaalde trends uit de managementinformatie; etc. De constructie van de one tier board vereist een ruime interpretatie van onderwerpen die onder deze categorie vallen. 3. Formele besluitvorming op basis van door de uitvoerende bestuursleden uitgewerkte voorstellen. Dit is opgenomen in het SNPS bestuursprotocol.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Shell Nederland Pensioenfonds Stichting 27
Tussen de uitvoerende en niet-uitvoerende bestuursleden zijn concrete afspraken vastgelegd om de uitgesproken intenties en samenwerking binnen het Bestuur te bevorderen. Het gaat daarbij onder meer om: • Heldere maandrapportages die standaard door de uitvoerende bestuurders aan de niet uitvoerende bestuursleden ter beschikking worden gesteld; • Een aparte bijeenkomst van niet-uitvoerende bestuursleden na iedere bestuursvergadering om het toezicht op de uitvoerende bestuurders te evalueren en de belangrijkste punten daarvan vast te leggen ten behoeve van de jaarlijkse verantwoordings- rapportage. • De mogelijkheid voor niet-uitvoerende bestuursleden om in voorkomende gevallen rechtstreeks te communiceren met medewerkers van SPN, niet zijnde de uitvoerende bestuurders. Om bestaande werkprocessen niet teveel te verstoren en 'micro management' te voorkomen wordt hierbij wel de nodige terughoudendheid betracht. • Het inplannen van twee meetings per jaar waarin specifiek de samenwerking tussen de uitvoerende en nietuitvoerende bestuursleden aan de komt. Verder wordt er binnen de SPN Academy actief gewerkt aan gerichte geschiktheidsbevordering van zowel uitvoerende als niet-uitvoerende bestuursleden die aansluit bij de specifieke aandachtsgebieden die de uitvoering van de SNPS pensioenregeling met zich meebrengt. Voor de niet-uitvoerende bestuursleden gaat het daarbij met name om extra nadruk ten aanzien van deskundigheid op het gebied van bedrijfseconomische aspecten (waaronder beleggingsbeleid en financiële informatieverschaffing) en risicobeheer. Over het gehele jaar 2013 bezien, kan worden vastgesteld dat door grondige voorbereiding, de inzet van alle betrokken partijen en goed management SNPS op de geplande datum van 1 juli 2013 is opgestart en sindsdien functioneert conform de daarvoor geldende eisen. De directieleden van Shell Nederland Pensioenbureau hebben daarin een belangrijke rol gespeeld en zich vervolgens snel ontwikkeld naar het profiel van uitvoerend bestuurder. De samenwerking tussen de uitvoerende en niet-uitvoerende bestuurders is zeer goed te noemen. Er is sprake van frequente en open communicatie over belangrijke activiteiten en issues; inclusief aangelegenheden die niet volgens plan verlopen. Daarbij zijn de uitvoerende en niet-uitvoerende bestuurders zich bewust van de verschillende rollen die zij tegelijkertijd ook ten opzichte van elkaar hebben. 2) Reactie van de uitvoerende bestuursleden op het Verslag van het Intern toezicht De uitvoerende bestuurders danken de toezichthoudende bestuurders voor het positieve oordeel en het gestelde vertrouwen. Binnen SNPS is bewust een keuze gemaakt voor de one-tier board als bestuursmodel. In het afgelopen jaar waarin SNPS is opgericht is hard gewerkt om een goede invulling te geven aan de samenwerking tussen uitvoerende en niet-uitvoerende toezichthoudende bestuurders. De uitvoerende bestuurders weten zich daarbij ondersteund door kundige en enthousiaste medewerkers. De uitvoerende bestuurders willen hun waardering uitspreken voor de gedegen wijze waarop de niet-uitvoerende bestuurders hun werkzaamheden in dit eerste jaar van SNPS hebben verricht. Naar de mening van de uitvoerende bestuursleden is een goede zakelijke werkrelatie opgebouwd waarmee de uitdagingen waarvoor SNPS de komende jaren staat, het hoofd geboden kunnen worden. De uitvoerende bestuurders realiseren zich dat door de steeds sterk toenemende complexiteit en regeldruk, de eisen aan de geschiktheid en betrokkenheid van toezichthoudende bestuurders in het one-tier model hoog zijn.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Shell Nederland Pensioenfonds Stichting 28
3) Oordeel van het Verantwoordingsorgaan Inleiding Begin 2014 is het Verantwoordingsorgaan (VO) van Shell Nederland Pensioenfonds Stichting (SNPS) gestart. Nadat de (werkgevers- en werknemers) leden van het VO waren benoemd, hebben de VO-leden een aantal introductie gesprekken gevoerd met de Directie en een aantal medewerkers. Ook heeft een overleg tussen het Bestuur van SNPS (het Bestuur) en het VO plaats gevonden. Omdat er binnen SNPS op dit moment nog geen pensioengerechtigden zijn, is er vooralsnog geen vertegenwoordiging van deze geleding in het VO. Als eerste wil het VO zijn waardering uitspreken voor de professionele wijze waarop de oprichting en start van het SNPS hebben plaatsgevonden. Het VO beseft dat in korte tijd veel werk van hoge kwaliteit is verzet. Tevens is het VO erkentelijk voor de goede ondersteuning en samenwerking met SPN en het Bestuur. Dit heeft een snelle start van het VO mogelijk gemaakt. Het jaar 2013 is het eerste (korte) boekjaar van SNPS. Dit boekjaar staat in het teken van de oprichting en start van het fonds. Bij zijn oordeel over beleid en handelen van het Bestuur over 2013 heeft het VO zich geconcentreerd op de afwegingen met betrekking tot de keuze voor de externe dienstverlener Syntrus Achmea, de gekozen bestuursvorm en werkwijze van het Bestuur, het risicomanagement, het premie- en beleggingsbeleid en het communicatiebeleid. Werkwijze Het overleg tussen het Bestuur en het VO wordt gekenmerkt door transparantie en open communicatie. Het Bestuur heeft de intentie uitgesproken om alle informatie die het VO nodig heeft voor het vervullen van zijn taak te delen. Bij de vervulling van zijn taken en bevoegdheden wil het VO een constructief klankbord zijn voor het Bestuur. Vanuit deze positief kritische houding toetst het VO of een evenwichtige belangenbehartiging heeft plaatsgevonden. Uitbesteding Het Bestuur heeft toegelicht op welke gronden het heeft gekozen voor Syntrus Achmea als externe uitvoerder van de administratie en het vermogensbeheer van de pensioenregeling. Het VO dankt het Bestuur hiervoor en zal in de toekomst het functioneren van Syntrus Achmea volgen. Gekozen bestuursvorm en werkwijze Bestuur Het Bestuur heeft toegelicht op welke gronden het heeft gekozen voor het governance model van de one-tier board en hoe de keuze voor de huidige bestuursleden tot stand is gekomen. Het VO kan zich vinden in de keuze voor dit model en mede gezien de omstandigheden ook in de keuze voor bestuursleden die elkaar kennen en ervaren en deskundig zijn op het gebied van pensioenen. Alhoewel het VO ervan overtuigd is dat de uitvoerende, respectievelijk de niet-uitvoerende bestuurders zich terdege bewust zijn van hun rol, steunt het VO het Bestuur in zijn voornemen om geleidelijk andere geschikte bestuursleden te introduceren.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Shell Nederland Pensioenfonds Stichting 29
Het risicomanagement en het premie- en beleggingsbeleid Het Bestuur is verantwoordelijk voor de uitvoering van de pensioenregeling, de beheersing van de risico's, het premiebeleid en het beleggingsbeleid, ook voor het gedeelte van de werkzaamheden dat is uitbesteed. Dit neemt niet weg dat de premies binnen SNPS individueel voor rekening en risico van de (gewezen) deelnemer belegd worden. Het VO is van mening dat het Bestuur, uitgaande van een zuivere premieovereenkomst, een solide pensioenregeling heeft neergezet en de juiste keuzes heeft gemaakt. Het VO meent dat het op termijn instellen van een beleggingscommissie de focus op dit wezenlijke deel van de regeling kan versterken. Communicatie Het communicatiebeleid is een belangrijk onderdeel van de zorgplicht van het Bestuur. Het VO is positief over de wijze en de inhoud van de communicatie met de deelnemers. Net als het Bestuur hoopt het VO dat de pogingen om meer deelnemers een bewuste beleggingkeuze te laten maken succesvol zullen zijn. Attentiepunten 2014 De focus van het VO voor 2013 lag op de start van het pensioenfonds en de opzet van de regeling. In 2014 zal de focus liggen op de uitvoering van de regeling. Daarnaast zal in de loop van 2014 gekeken moeten worden naar de gevolgen van de Wet versterking bestuur pensioenfondsen, de versobering van het fiscaal pensioenkader en de invoering van een nieuw Financieel Toetsingskader (FTK) - met eventuele consequenties voor de invoering van de CCA regeling. Ook worden wijzigingen verwacht in de communicatiebepalingen voor pensioenuitvoerders en verandert het systeem van waardeoverdracht. Het VO heeft met het Bestuur op kwartaalbasis vergaderingen gepland waarin onder andere belangrijke actuele gebeurtenissen besproken worden en waar dieper ingegaan zal worden op een aantal gezamelijk vastgestelde onderwerpen ("deep dives"). Conclusie Het VO is onder de indruk van de professionaliteit en snelheid waarmee de nieuwe regeling is opgezet en de zorgvuldige manier waarop het Bestuur zich van zijn taak heeft gekweten. Het jaar 2014 zal een druk jaar worden en het VO ziet er naar uit het komende jaar constructief samen te werken met het Bestuur en SPN. 4) Reactie van het Bestuur op het Oordeel van het Verantwoordingsorgaan Het Bestuur kan zich vinden in de constructieve opmerkingen van het VO over het verslagjaar 2013 dat feitelijk bestaat uit de periode juli-december 2013. Het VO stipt terecht het punt van diversiteit van het Bestuur aan. Mede naar aanleiding van de invoering van de Wet versterking bestuur pensioenfondsen per 1 juli 2014 en de Code Pensioenfondsen zal SNPS in 2014 een diversiteitsbeleid vaststellen. In het jaarverslag van SNPS over 2014 zal voor het eerst worden gerapporteerd over de samenstelling naar leeftijd en geslacht van het Bestuur en het VO en over de inspanningen die zijn verricht met betrekking tot diversiteitsbeleid. Het Bestuur merkt in dit kader op dat ze diversiteitsbeleid als een groeimodel ziet, waarbij de diversiteit binnen het Bestuur de komende jaren verder moet worden bevorderd. Het Bestuur dankt het VO met betrekking tot de suggestie om op termijn een Beleggingscommissie bij SNPS in te stellen. Het Bestuur zal dit punt in het aankomende jaar bespreken en hierover nader communiceren aan het VO. In deze overweging zal ook de impact van de voorgenomen CCA module worden meegenomen.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Shell Nederland Pensioenfonds Stichting 30
Evenals het VO vindt het Bestuur communicatie met deelnemers een belangrijk onderdeel van de zorgplicht. In de loop van 2014 zal SNPS via een klantenpanel gericht onderzoek doen onder deelnemers naar de wensen en behoeften op het gebied van pensioencommunicatie. Daarnaast wil het Bestuur van SNPS inzicht krijgen hoe deelnemers de huidige communicatiemiddelen van SNPS beoordelen. Belangrijk onderdeel daarbij is het portaal waar deelnemers op kunnen inloggen en via het invullen van een risicoprofiel een bewuste beleggingskeuze kunnen maken. Het Bestuur zal het VO uiteraard op de hoogte houden van de resultaten van het onderzoek naar pensioencommunicatie binnen SNPS. Tot slot spreekt het Bestuur zijn waardering uit voor de enthousiaste maar tegelijkertijd gedegen wijze waarop de leden van het VO vanaf eind 2013 hun taken hebben opgepakt. Het Bestuur kijkt met veel vertrouwen uit naar de verdere samenwerking in 2014. 5) Overig Klachtenprocedure Het Bestuur heeft een klachtenprocedure vastgesteld, die ten behoeve van de deelnemers ook op de website van SNPS wordt gepubliceerd. Over 2013 zijn geen klachten ontvangen. Toezicht door DNB en AFM Overeenkomstig artikel 96 Pensioenwet wordt vermeld dat De Nederlandsche Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM) in 2013 geen corrigerende maatregelen hebben getroffen. Ombudsman Pensioenen In 2013 heeft de Ombudsman Pensioenen geen klachten van belanghebbenden bij het pensioenfonds in behandeling genomen. Het Bestuur
Rijswijk, 20 mei 2014
G.J.A. Louw, voorzitter J. Bouma E.A. Breunesse W.J. Handels S.R. Tabak P.M. Westgeest
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Shell Nederland Pensioenfonds Stichting 31
JAARREKENING
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Shell Nederland Pensioenfonds Stichting 32
1 BALANS PER 31 DECEMBER 2013 (na verwerking van het saldo van baten en lasten) (in duizenden euro's)
31 december 2013
ACTIVA Beleggingen voor risico deelnemers
(1)
816
Beleggingen voor risico werkgever (startkapitaal)
(2)
756
Vorderingen en overlopende activa
(3)
515
Liquide middelen
(4)
1.361 3.448
PASSIVA Stichtingskapitaal en reserves
(5)
250
Voorzieningen voor risico deelnemers
(6)
1.174
Voorziening toekomstige uitvoeringskosten
(7)
800
Schuld aan de werkgever (startkapitaal)
(8)
756
Overige schulden en overlopende passiva
(9)
468 3.448
(*) De nummering verwijst naar de toelichting
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Shell Nederland Pensioenfonds Stichting 33
2
STAAT VAN BATEN EN LASTEN OVER DE PERIODE 29 APRIL 2013 T/M 31 DECEMBER 2013
(in duizenden euro's) 2013
Baten Premiebijdragen van werkgevers en werknemers
(10)
2.925
Beleggingsresultaten risico deelnemers
(11)
1
Overige baten
(12)
6
Totaal baten
2.932
Lasten Pensioenuitvoerings- en administratiekosten
(13)
-605
Mutatie voorzieningen risico deelnemers
(14)
-1.174
Mutatie overige voorzieningen
(15)
-800
Herverzekeringen
(16)
-97
Overige lasten
(17)
-6
Totaal lasten Saldo van baten en lasten
-2.682 250
Bestemming saldo Mutatie algemene reserve
250
(*) De nummering verwijst naar de toelichting
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Shell Nederland Pensioenfonds Stichting 34
3
KASSTROOMOVERZICHT OVER DE PERIODE 29 APRIL 2013 T/M 31 DECEMBER 2013
(in duizenden euro's) Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de directe methode. 2013
Kasstroom uit pensioenactiviteiten Ontvangen premiebijdragen van werkgevers en werknemers Betaalde pensioenuitvoerings- en administratiekosten Ontvangen startkapitaal (8)
2.408 -232 750 2.926
Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Aankopen beleggingen voor risico deelnemers (1) Aankopen beleggingen voor risico werkgever (startkapitaal) (2)
-815 -750 -1.565
Mutatie liquide middelen
1.361
Samenstelling geldmiddelen 2013
Mutatie liquide middelen
1.361
Liquide middelen per 31 december (4)
1.361
(*) De nummering verwijst naar de toelichting
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Shell Nederland Pensioenfonds Stichting 35
4
GRONDSLAGEN VOOR WAARDERING EN RESULTAATBEPALING
Algemeen Het doel van Shell Nederland Pensioenfonds Stichting, statutair gevestigd te Den Haag, is het nu en in de toekomst verstrekken van uitkeringen aan gepensioneerden en nabestaanden ter zake van ouderdom en overlijden; tevens verstrekt het fonds uitkeringen aan arbeidsongeschikte deelnemers. De pensioenregeling die door SNPS wordt uitgevoerd is een reguliere beschikbare premieregeling (zuivere premieovereenkomst). Deze doelstelling is nader uitgewerkt in onder andere de statuten, het pensioenreglement en de uitvoeringsovereenkomst.
Overeenstemmingsverklaring De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen zoals deze zijn opgenomen in Titel 9, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en met inachtneming van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving. Het bestuur heeft op 20 mei 2014 de jaarrekening vastgesteld.
GRONDSLAGEN VOOR DE WAARDERING VAN ACTIVA EN PASSIVA Algemeen Alle bedragen zijn vermeld in duizenden euro's, tenzij anders vermeld. Beleggingen worden gewaardeerd op reële waarde. Overige activa en passiva worden bij de eerste verwerking gewaardeerd op reële waarde. Na eerste verwerking worden de overige activa en passiva op geamortiseerde kostprijs gewaardeerd, tenzij anders is vermeld. Voor zover noodzakelijk, wordt op activa een voorziening voor mogelijke oninbaarheid in mindering gebracht. Schattingen en veronderstellingen De opstelling van de jaarrekening in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW vereist dat het bestuur oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De schattingen en hiermee verbonden veronderstellingen zijn gebaseerd op ervaringen uit het verleden en verschillende andere factoren die gegeven de omstandigheden als redelijk worden beschouwd. De uitkomsten hiervan vormen de basis voor het oordeel over de boekwaarde van activa en verplichtingen die niet op eenvoudige wijze uit andere bronnen blijkt. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien, indien de herziening alleen voor die periode gevolgen heeft, of in de periode van herziening en toekomstige perioden, indien de herziening gevolgen heeft voor zowel de verslagperiode als toekomstige perioden. Verwerking van activa en passiva Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar het pensioenfonds zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Shell Nederland Pensioenfonds Stichting 36
Baten worden in de staat van baten en lasten opgenomen wanneer een vermeerdering van het economische potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, en waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, en waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Indien een transactie ertoe leidt dat alle of nagenoeg alle toekomstige economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico's met betrekking tot een actief of een verplichting aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer in de balans opgenomen. Verder worden activa en verplichtingen niet meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde. Dit betekent dat transacties worden verwerkt op handelsdatum en niet op afwikkelingsdatum. Als gevolg hiervan kan sprake zijn van een post "nog af te wikkelen transacties". Saldering van een actief en een verplichting Een financieel actief en een financiële verplichting worden gesaldeerd als nettobedrag in de balans opgenomen indien sprake is van een wettelijke of contractuele bevoegdheid om het actief en de verplichting gesaldeerd en gelijktijdig af te wikkelen en bovendien de intentie bestaat om de posten op deze wijze af te wikkelen. De met gesaldeerd opgenomen financiële activa en financiële verplichtingen samenhangende rentebaten en rentelasten worden eveneens gesaldeerd opgenomen. Verwerking van waardeveranderingen van beleggingen Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen gerealiseerde en ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen. Alle waardeveranderingen van beleggingen, inclusief valutakoersverschillen, worden als beleggingsopbrengsten in de staat van baten en lasten opgenomen. Vreemde valuta Activa en verplichtingen in vreemde valuta worden omgerekend naar de rapporteringsvaluta euro tegen de koers per balansdatum. Deze waardering is onderdeel van de waardering tegen reële waarde. Baten en lasten voortvloeiende uit transacties in vreemde valuta worden omgerekend tegen de koers per transactiedatum. 31-12-2013
US Dollar
1,38
Beleggingen voor risico deelnemers en beleggingen voor risico werkgever Beleggingen voor rekening en risico deelnemers zijn middelen die aangehouden worden op rekeningen ten behoeve van deelnemers die zelf het beleggingsrisico dragen in het kader van de beschikbare premieregeling. Beleggingen voor risico werkgever zijn middelen die aangehouden zijn vanuit het ontvangen bedrag van de werkgever om bij aanvang van SNPS te kunnen voldoen aan de minimale inleg in institutionele beleggingsfondsen. Hetzelfde bedrag is als schuld aan de werkgever opgenomen op de balans. Voor de waardering van de beleggingen voor risico deelnemers en de beleggingen die voor rekening van de werkgever worden aangehouden gelden dezelfde grondslagen voor de beleggingen.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Shell Nederland Pensioenfonds Stichting 37
Algemeen De beleggingen worden gewaardeerd op reële waarde. Slechts indien de reële waarde van een belegging niet betrouwbaar kan worden vastgesteld vindt waardering plaats op basis van geamortiseerde kostprijs. Via drie Life Cycle portefeuilles wordt belegd in niet-beursgenoteerde beleggingsfondsen, waarbij deze beleggingsfondsen beleggen in aandelen, vastgoed, vastrentende waarden, overige beleggingen en (voor zover van toepassing) derivaten. Niet aan een beurs genoteerde beleggingsfondsen zijn gewaardeerd tegen de reële waarde die is bepaald op basis van de door de vermogensbeheerder van het beleggingsfonds laatste afgegeven intrinsieke waarde. Daar waar intrinsieke waarde sprake is wordt door de vermogensbeheerder de waardering van de onderliggende activa en passiva getoetst op de wijze van waardering. Voor de verdeling van de beleggingen naar beleggingscategorieën (vastgoedbeleggingen, aandelen, vastrentende waarden en overige beleggingen) per ultimo boekjaar wordt gebruik gemaakt van factsheets van de beleggingsfondsen. Securities lending Het fonds participeert niet direct in securities lending. In de onderliggende beleggingsinstellingen kan wel sprake zijn van securities lending. Derivaten Het fonds maakt geen gebruik van derivaten, zoals bijvoorbeeld voor afdekking van valutarisico’s. In de onderliggende beleggingsinstellingen kunnen wel derivaten worden gebruikt. Vorderingen en overlopende activa Vorderingen en overlopende activa worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde van de tegenprestatie. Na eerste verwerking worden de vorderingen en overlopende activa op geamortiseerde kostprijs gewaardeerd. Een voorziening wordt getroffen op de vorderingen op grond van verwachte oninbaarheid. Reserves Algemene reserve De algemene reserve bestaat uit het verschil tussen de activa van het pensioenfonds enerzijds en de hiervoor bedoelde technische voorzieningen en overige passiva anderzijds. Het saldo van baten en lasten zal toegevoegd of onttrokken worden aan de algemene reserve. Het minimaal vereist eigen vermogen bij de voorziening voor risico (gewezen) deelnemers wordt vastgesteld met inachtneming van het bepaalde bij en krachtens de Pensioenwet. Volgens het bepaalde is het minimaal vereist eigen vermogen bij de voorziening voor risico (gewezen) deelnemers gelijk aan 25% van de jaarlijkse beheerslasten; deze post is vooralsnog gesteld op EUR 250.000.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Shell Nederland Pensioenfonds Stichting 38
Voorziening voor risico deelnemers De waardering van de voorzieningen voor risico van deelnemers wordt bepaald door de waardering van de tegenover deze voorzieningen aangehouden beleggingen voor risico deelnemers. De voorziening voor risico deelnemers is gelijk aan de som van de pensioenkapitalen van deelnemers en gewezen deelnemers. De pensioenregeling wordt gekarakteriseerd als een beschikbare premieregeling (premieovereenkomst). Dit betekent dat op de pensioensaldi op de pensioenbeleggingsrekeningen van de (gewezen) deelnemers geen indexaties worden verleend. Voorziening toekomstige uitvoeringskosten De uitvoeringskosten worden door het pensioenfonds doorbelast aan de werkgever. De voorziening voor de toekomstige uitvoeringskosten heeft betrekking op de contante waarde van de geschatte uitvoeringskosten voor afwikkeling van alle verplichtingen van het pensioenfonds bij beëindiging van de uitvoeringsovereenkomst met de werkgever. Deze voorziening wordt bepaald op basis van de op dat moment te verwachten toekomstige uitvoeringskosten, inclusief verhogingen in verband met looninflatie. De voorziening voor toekomstige uitvoeringskosten is (vooralsnog) gesteld op een vast bedrag van EUR 2,5 miljoen vermeerderd met een bedrag van EUR 700 per deelnemer. Verwacht wordt dat de voorziening aan het eind van de 5-jaarsperiode EUR 4 miljoen bedraagt. De werkgever stelt zich in de uitvoeringsovereenkomst garant voor dit bedrag. De voorziening hoeft dan ook pas op dat moment volledig opgebouwd te zijn. De voorziening wordt in een periode van 5 jaar gelijkmatig opgebouwd waarbij elk jaar EUR 800.000 wordt bijgedragen door de werkgever. Schuld aan de werkgever (startkapitaal) De waardering van de schuld aan werkgever wordt bepaald door de waardering van de tegenover deze schuld aangehouden beleggingen voor risico werkgever. Overige schulden en overlopende passiva Overige schulden en overlopende passiva worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde van de tegenprestatie. Na eerste verwerking worden de overige schulden en overlopende passiva op geamortiseerde kostprijs gewaardeerd.
GRONDSLAGEN VOOR DE RESULTAATBEPALING Algemeen Voorzover niet anders vermeld worden baten en lasten verwerkt in het resultaat van het jaar, waarop zij betrekking hebben. Premiebijdragen van werkgevers en werknemers Onder premiebijdragen van werkgevers en werknemers wordt verstaan de aan hen in rekening gebrachte c.q. te brengen bedragen voor de in het verslagjaar verzekerde pensioenen. Premies zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Shell Nederland Pensioenfonds Stichting 39
De feitelijke premie bestaat in enig boekjaar uit: a Netto beschikbare premies die op de pensioenbeleggingsrekening van de deelnemer gestort worden; b De aan de herverzekeraar verschuldigde risicopremies voor dekking van risico's van overlijden in actieve dienst en arbeidsongeschiktheid; c Een opslag voor de (lopende) administratie- en uitvoeringskosten; d Een door het pensioenfonds vast te stellen opslag voor het vormen en in stand houden van de voorziening voor uitvoeringskosten en de reserve minimaal vereist eigen vermogen; De kostendekkende premie is gelijk aan de hiervoor beschreven feitelijke premie. Beleggingsresultaten risico deelnemers Onder de directe beleggingsopbrengsten wordt verstaan alle aan het boekjaar toe te rekenen inkomsten uit beleggingen, zijnde dividend van aandelen en de aan het boekjaar toe te rekenen rentebedragen van vastrentende beleggingen. Onder indirecte beleggingsopbrengsten wordt verstaan de verandering in de waarde van beleggingen. Met de directe en indirecte beleggingsopbrengsten zijn verrekend de aan de opbrengsten gerelateerde transactiekosten, provisies en valutaverschillen. Premies herverzekering De risico's van overlijden in actieve dienst en premievrijstelling van pensioenopbouw bij arbeidsongeschiktheid zijn volledig herverzekerd bij Achmea Pensioen- en Levensverzekeringen N.V. ("Centraal Beheer Achmea"). Het risico van arbeidsongeschiktheid gedurende actieve dienst is volledig herverzekerd bij Achmea Schadeverzekeringen N.V. ("Zilveren Kruis Achmea"). Pensioenuitvoerings- en administratiekosten De pensioenuitvoerings- en administratiekosten zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben.
GRONDSLAGEN KASSTROOMOVERZICHT Het kasstroomoverzicht is conform de directe methode opgesteld. Er is onderscheid gemaakt tussen kasstromen uit pensioenactiviteiten en beleggingsactiviteiten.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Shell Nederland Pensioenfonds Stichting 40
5
TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER 2013
(in duizenden euro's)
ACTIVA 1. Beleggingen voor risico deelnemers De pensioenregeling van SNPS omvat drie Life Cycle profielen: Defensief, Neutraal en Offensief. Binnen de Life Cycle profielen Defensief en Offensief kunnen deelnemers – indien voldaan wordt aan een aantal voorwaarden – hun beleggingsprofiel nog iets defensiever respectievelijk offensiever inrichten (het zogenaamde “Age styling”). Als een deelnemer geen beleggingskeuze heeft gemaakt, worden de netto beschikbare premies belegd conform het life Cycle profiel Neutraal. De drie Life Cycle profielen worden in de praktijk door middel van drie ‘administratieve’ Life Cycle portefeuilles uitgevoerd, waarbij geïnvesteerd wordt in onderliggende beleggingsinstellingen. Hieronder wordt een overzicht gegeven van het verloop van de beleggingen in de Life Cycle portefeuilles.
Life Cycle Portefeuille verloopoverzicht 2013 Bedragen x € 1.000
Aankopen Verkopen Overige mutaties Waardemutaties Saldo per 31 december 2013
Lifecycle Portefeuille 1 240 0 0 -3
Lifecycle Portefeuille 2 11 0 0 0
Lifecycle Portefeuille 3 564 0 -1 5
237
11
568
Totaal 815 0 -1 2 816
Life Cycle portefeuilles 1 en 2 beleggen in vastrentende waarden, Life Cycle portefeuille 3 belegt voornamelijk in zakelijke waarden. In Life Cycle profiel Offensief wordt derhalve relatief het meest belegd in Life Cycle portefeuille 3, in Life Cycle profiel Defensief wordt relatief het minst belegd in Life Cycle portefeuille 3. Verder geldt voor alle Life Cycle profielen dat naarmate de pensioendatum nadert het gewicht in Life Cycle portefeuille 3 wordt afgebouwd. Hieronder worden per jaareinde het belegd vermogen in de Life Cycle portefeuilles verder toegelicht naar beleggingscategorieën (“Look through”).
Verdeling Life Cycle Portefeuille naar onderliggende waarden per 31 december 2013 Bedragen x € 1.000
Lifecycle Portefeuille 1 Lifecycle Portefeuille 2 Lifecycle Portefeuille 3 Totaal
Vastgoedbeleggingen 0 0 27 27
0 0 340
Vastrentende waarden 237 11 173
Overige beleggingen 0 0 28
340
421
28
Aandelen
Totaal 237 11 568 816
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Shell Nederland Pensioenfonds Stichting 41
In onderstaande tabellen is de samenstelling van het belegde vermogen binnen Life Cycle portefeuilles 1, 2 en 3 per 31 december 2013 weergegeven, gesplitst naar onderliggende beleggingsinstellingen.
Life Cycle Portefeuille 1 naar onderliggende beleggingsinstellingen Bedragen x € 1.000 Categorie/Fonds Staatsobligaties: BlackRock Euro Government Bond Index Fund Staatsobligaties - Lange Duratie: Robeco Institutional Liability Driven Euro Core Government Bond Fund 40yr Staatsobligaties Niet –Euro: BlackRock World Ex Euro Government Bond Index Fund Niet-Staatsobligaties Euro: BlackRock Euro Corporate Bond Index Fund Niet-Staatsobligaties Niet-Euro: BlackRock Interm ediate Credit Bond Index Fund "B" Indexleningen: BlackRock Euro Government Inflation-linked Bond Fund Totaal
Marktwaarde 31-12-2013 94 51 19 36 14 23 237
Life Cycle Portefeuille 2 naar onderliggende beleggingsinstellingen Bedragen x € 1.000 Categorie/Fonds Staatsobligaties: BlackRock Euro Government Bond Index Fund Staatsobligaties - Lange Duratie: Robeco Institutional Liability Driven Euro Core Government Bond Fund 40yr Niet-Staatsobligaties Euro: BlackRock Euro Corporate Bond Index Fund Indexleningen: BlackRock Euro Government Inflation-linked Bond Fund Totaal
Marktwaarde 31-12-2013 8
1 1 1 11
Life Cycle Portefeuille 3 naar onderliggende beleggingsinstellingen Bedragen x € 1.000 Categorie/Fonds Aandelen Wereld: BlackRock Developed World Index Sub-Fund Robeco Institutional Conservative Equity Fund Aandelen Opkomende Markten: Robeco Institutional Emerging Markets Quant Fund Grondstoffen: BlackRock Commodity Total Return Fund Vastgoed: BlackRock Developed Real Estate Index Sub-Fund Vastrentende waarden - High Yield: Robeco High Yield Fund Vastrentede waarden - Opkomende Markten: Pictet Global Emerging Debt Totaal
Marktwaarde 31-12-2013 115 114 111 28 27 86 86 568
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Shell Nederland Pensioenfonds Stichting 42
Reële waarde Schattingen en veronderstellingen Zoals vermeld in de toelichting zijn de beleggingen van het fonds nagenoeg allemaal gewaardeerd tegen reële waarde per balansdatum en is het over het algemeen mogelijk en gebruikelijk om de reële waarde binnen een aanvaardbare bandbreedte van schattingen vast te stellen. Voor sommige andere financiële instrumenten, zoals beleggingsvorderingen en -schulden, geldt dat de boekwaarde de reële waarde benadert als gevolg van het kortetermijnkarakter van de vorderingen en schulden. De boekwaarde van alle activa en de financiële verplichtingen op balansdatum benadert de reële waarde. Via drie Life Cycle portefeuilles wordt belegd in niet-beursgenoteerde beleggingsfondsen, waarbij deze beleggingsfondsen beleggen in aandelen, vastgoed, vastrentende waarden, overige beleggingen en (voor zover van toepassing) derivaten. Niet aan een beurs genoteerde beleggingsfondsen zijn gewaardeerd tegen de reële waarde die is bepaald op basis van de door de vermogensbeheerder van het beleggingsfonds laatste afgegeven intrinsieke waarde. Directe marktnotering: beursnotering in een actieve markt (waarop geen prijsaanpassingen worden uitgevoerd). Afgeleide marktnotering: geen directe beursnotering maar andere uit de markt waarneembare data danwel een prijs gebaseerd op een transactie in een niet-actieve markt met een niet-significante prijsaanpassing (gebaseerd op aannames en schattingen). Waarderingsmodellen en -technieken: marktwaardebepaling niet gebaseerd op marktdata, maar gebaseerd op aannames en schattingen die de prijs significant beïnvloeden.
Op basis van deze indeling kan het volgende onderscheid worden gemaakt: Directe Afgeleide marktnoteringen marktnoteringen
Waarderingsmodellen en technieken
Totaal
Per 31 december 2013 Vastgoedbeleggingen Aandelen Vastrentende waarden Overige beleggingen
-
27 340 421 28
-
27 340 421 28
Totaal
-
816
-
816
Opgemerkt wordt dat schattingen naar hun aard subjectief zijn en dat de geschatte actuele waarden van financiële instrumenten derhalve inherent onderhevig zijn aan onzekerheden en waarde-oordelen ten aanzien van volatiliteit, rentestand en kasstromen. Deze schattingen zijn momentopnames, gebaseerd op de marktomstandigheden en de op dat moment beschikbare informatie.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Shell Nederland Pensioenfonds Stichting 43
Vastgoedbeleggingen De vastgoedbeleggingen bestaan volledig uit beleggingen in indirect vastgoed via participaties in vastgoedmaatschappijen in de wereldwijde markt.
Aandelen De beleggingen in de aandelenbeleggingsfondsen kunnen als volgt worden gespecificeerd: 31-12-2013 In % Specificatie aandelen naar bedrijfstak: Financiële instellingen (w.o. banken en verzekeraars) Nijverheid en industrie Handel Overige dienstverlening Diversen
83 73 74 88 22
24,3 21,5 21,8 25,9 6,5
340
100,0
Europa Wereldwijd Opkomende landen
113 116 111
33,2 34,1 32,7
Totaal
340
100,0
Nederlandse Staat Duitse staat Franse staat Italiaanse staat Andere staten Financiële instellingen Handels- en industriele instellingen Overige
33 55 42 23 110 27 76 55
7,7 13,1 10,0 5,5 26,1 6,4 18,1 13,1
Totaal
421
100,0
Ontwikkelde markten Opkomende markten
334 87
79,3 20,7
Totaal
421
100,0
Totaal Specificatie aandelen naar regio:
Vastrentende waarden De beleggingen in de vastrentende waarden beleggingsfondsen kunnen als volgt worden gespecificeerd: Specificatie vastrentende waarden naar bedrijfstak:
Specificatie vastrentende waarden naar regio:
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Shell Nederland Pensioenfonds Stichting 44
31-12-2013 Overige beleggingen Commodities (grondstoffen, edele metalen)
28
2. Beleggingen voor risico werkgever (startkapitaal) Lifecycle portefeuille 1 Lifecycle portefeuille 2 Lifecycle portefeuille 3
206 222 328
Totaal
756 2013
Ontvangen startkapitaal Beleggingsresultaat startkapitaal
750 6
Stand per 31 december
756
Onder de beleggingen voor risico werkgever is het startkapitaal van de werkgever opgenomen. Dit bedrag is van de werkgever ontvangen om bij aanvang van SNPS te kunnen voldoen aan de minimale inleg in institutionele beleggingsfondsen. Hetzelfde bedrag is als schuld aan de werkgever opgenomen op de balans. In het eerste kwartaal van 2015 zal dit bedrag aan de werkgever geretourneerd worden. Hieronder wordt een overzicht gegeven van het verloop van de beleggingen in de Life Cycle portefeuilles. Life Cycle Portefeuille verloopoverzicht 2013 Bedragen x € 1.000
Aankopen Verkopen Overige mutaties Waardemutaties Saldo per 31 december 2013
Lifecycle Portefeuille 1 211 0 -1 -4
Lifecycle Portefeuille 2 223 0 0 -1
Lifecycle Portefeuille 3 316 0 -1 13
206
222
328
Totaal 750 0 -2 8 756
Hieronder worden per jaareinde het belegd vermogen in de Life Cycle portefeuilles verder toegelicht naar beleggingscategorieën (“Look through”).
Verdeling Life Cycle Portefeuille naar onderliggende waarden per 31 december 2013 Bedragen x € 1.000
Lifecycle Portefeuille 1 Lifecycle Portefeuille 2 Lifecycle Portefeuille 3 Totaal
Vastgoedbeleggingen 0 0 16 16
0 0 196
Vastrentende waarden 206 222 99
Overige beleggingen 0 0 17
196
527
17
Aandelen
Totaal 206 222 328 756
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Shell Nederland Pensioenfonds Stichting 45
31-12-2013 3. Vorderingen en overlopende activa Vordering op werkgever
515
De vordering op de werkgever heeft betrekking op de nog van de werkgever te ontvangen bedragen uit hoofde van te verrekenen herverzekeringspremies en premieopslagen uit hoofde van administratie- en uitvoeringskosten.
4. Liquide middelen Liquide middelen pensioenfonds Liquide middelen deelnemers
1.003 358
Totaal
1.361
Onder de liquide middelen zijn opgenomen die kasmiddelen en tegoeden op de bankrekening aangehouden bij ABN AMRO Bank N.V., die onmiddellijk dan wel op korte termijn opeisbaar zijn en niet het karakter van beleggingen hebben. Bankrekeningen die beheerd worden door de vermogensbeheerder zijn onder de overige beleggingen opgenomen. Een splitsing van de liquide middelen is gemaakt voor pensioenfonds en deelnemers. Van de liquide middelen per 31 december 2013 heeft EUR 358 duizend betrekking op ontvangen premies risico deelnemers over december 2013 die in januari 2014 zijn belegd voor rekening en risico van de deelnemers. Dit bedrag is niet vrij uitkeerbaar door het pensioenfonds.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Shell Nederland Pensioenfonds Stichting 46
PASSIVA 5. Reserves Algemene reserve
Uit bestemming saldo van baten en lasten
250
Saldo 31 december 2013
250
Het positieve saldo van baten en lasten wordt toegevoegd aan de algemene reserve.
31-12-2013 Solvabiliteit Aanwezig vermogen
250
Het minimaal vereist eigen vermogen bij de voorziening voor risico (gewezen) deelnemers wordt vastgesteld met inachtneming van het bepaalde bij en krachtens de Pensioenwet. Volgens het bepaalde is het minimaal vereist eigen vermogen bij de technische voorziening voor risico (gewezen) deelnemers gelijk aan 25% van de jaarlijkse beheerslasten; deze post is vooralsnog gesteld op EUR 250 duizend. Gegeven het karakter van de regeling (zuivere premieovereenkomst) wordt een vereist eigen vermogen niet bepaald.
2013 6. Voorzieningen voor risico deelnemers Stand per 1 juli Beleggingsstortingen Beleggingsresultaat
1.173 1
Stand per 31 december
1.174
De pensioenregeling van SNPS is een individueel beschikbare premieregeling, de premie wordt hierbij bepaald aan de hand van een leeftijdsafhankelijke staffel. In deze regeling bouwen de deelnemers een eigen pensioenkapitaal op door maandelijkse premiestortingen die voor eigen rekening en risico worden belegd. De deelnemers kunnen hierbij kiezen uit drie Life Cycle profielen: Defensief, Neutraal en Offensief. Uiteindelijk wordt het kapitaal door de deelnemers op de door hen gekozen pensioendatum aangewend om een pensioenuitkering te kopen bij een externe verzekeraar. De hoogte van de voorziening voor risico deelnemers wordt bepaald door de hoogte van de beleggingen voor risico deelnemers (EUR 816 duizend) en de ontvangen liquide middelen (EUR 358 duizend) die nog niet zijn belegd (de premies voor de deelnemers over december 2013).
7. Voorziening toekomstige uitvoeringskosten Dotatie
800
In 2013 is door de werkgever EUR 800 duizend gestort voor de dotatie in de voorziening toekomstige uitvoeringskosten.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Shell Nederland Pensioenfonds Stichting 47
2013 8. Schuld aan de werkgever (startkapitaal) Inleg startkapitaal Beleggingsresultaat startkapitaal
750 6
Stand per 31 december
756
De schuld aan werkgever (startkapitaal) is gelijk aan de beleggingen voor risico werkgever. In het eerste kwartaal van 2015 zal dit bedrag geretourneerd worden aan de werkgever.
31-12-2013 9. Overige schulden en overlopende passiva Vooruitontvangen premies Schuld aan herverzekeraar Te betalen kosten
2 97 369
Totaal
468
Alle schulden hebben een resterende looptijd van korter dan één jaar. Risicobeheer Het Bestuur van SNPS is verantwoordelijk voor de beheersing van de risico's. Hiertoe heeft het Bestuur een Control Framework ingericht, met als uitgangspunt om een beheersingskader te hebben dat passend is bij het profiel van SNPS en voor de risico's die SNPS loopt. Het raamwerk helpt het Bestuur om vanuit de langetermijndoelstellingen van het pensioenfonds en met inachtneming van de interne en externe omgeving, risico's structureel in kaart te brengen en daarop een beheerskader in te richten, zodat doelstellingen gerealiseerd kunnen worden Er wordt door SNPS geen gebruik gemaakt van derivaten, zoals bijvoorbeeld voor afdekking van valutarisico's. In de onderliggende beleggingsinstellingen kunnen wel derivaten worden gebruikt. Investeringen in de Shell Groep: In de onderliggende beleggingsinstellingen kunnen er posities zijn in effecten Royal Dutch Shell plc. SNPS is niet in staat om het beleggingsbeleid van de beleggingsinstellingen waarin wordt belegd op dit punt te beïnvloeden. Beleggingen door SNPS in effecten Royal Dutch Shell zijn wettelijk begrensd tot maximaal 10% van de totale portefeuille. Bewaarneming van effecten en securities lending: SNPS heeft een onafhankelijk bewaarinstelling ('custodian') benoemd en ziet er tevens op toe dat de beleggingen in de onderliggende beleggingsinstellingen 'bankruptcy remote' worden bewaard. Securities lending kan onderdeel uitmaken van het beleggingsbeleid van de onderliggende beleggingsinstellingen.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Shell Nederland Pensioenfonds Stichting 48
i) Financiële risico's van toepassing op de deelnemers De premies worden binnen SNPS individueel voor rekening en risico van de (gewezen) deelnemer belegd, waarbij een aantal financiële risico's, zoals markt- en renterisico, wordt gelopen door de deelnemer. Het Bestuur van SNPS stelt het strategisch beleggingsbeleid vast (de samenstelling - de 'wegingen') van de Life cycle profielen en daarmee de verdeling over de administratieve Life cycle portefeuilles en over de verschillende asset categorieën (de onderliggende beleggingsinstellingen waarin daadwerkelijk wordt belegd). Het Bestuur heeft hierbij door middel van de aangeboden beleggingsmogelijkheden grenzen gesteld aan de door deelnemers te maken beleggingskeuzes en bijbehorende risico's. SNPS beoordeelt periodiek de samenstelling van de Life cycle profielen en Life cycle portefeuilles (doelwegingen en de verscheidene asset categorieën die worden gebruikt), en kan deze van tijd tot tijd aanpassen. Deelnemers zullen daarover dan worden geïnformeerd. Het beleid is dat naarmate de pensioendatum nadert het verwachte pensioeninkomen steeds minder mag fluctueren (er wordt dan gaandeweg meer gealloceerd aan vastrentende waarden, en ook wordt gestuurd op duratie van deze vastrentende waarden). Dit uitgangspunt is vertaald in de drie Life cycle profielen: Neutraal, Defensief en Offensief. Als een deelnemer geen beleggingskeuzes heeft gemaakt, worden de netto beschikbare premies belegd conform het life cycle profiel Neutraal. Maandelijks kan de deelnemer opnieuw een keuze maken tussen de drie Life cycle profielen. Hiertoe dient de deenemer met behulp van een vragenlijst zijn risicoprofiel te bepalen. De deelnemer beslist vervolgens zelf of wordt belegd in het bij het ingevulde risicoprofiel behorende Life cycle profiel of dat wordt belegd in één van de andere door SNPS vastgestelde Life cycle profielen.
Marktrisico Het markrisico is voor rekening van de deelnemers en niet voor het pensioenfonds. De waarde van de onderliggende beleggingsinstellingen zullen fluctueren, bijvoorbeeld als gevolg van ontwikkelingen op de (financiële) markten. Vanuit kostenoptiek is er daarom voor gekozen om te beleggen in institutionele beleggingsinstellingen. Verder wordt op kwartaalbasis rebalancing toegepast van de Life Cycle portefeuilles, waarbij de gewichten van belegde gelden in beleggingscategorieën worden aangepast naar de vastgestelde doelwegingen.
Renterisico Naarmate de deelnemer ouder wordt, wordt er minder belegd in aandelen. De gevoeligheid van de beleggingen voor stijging en daling van de rente neemt toe. Omdat de inkoop van de pensioenuitkering ook gevoelig is voor dezelfde renteontwikkeling leidt dit tot minder grote schommelingen in het verwachte inkomen voor later. Er wordt gestreefd naar een rentegevoeligheid (duratie) van de Life Cycle portefeuilles 1 en 2 van 11 jaar (met een bandbreedte van 9 tot 13,5 jaar). Door ontwikkelingen op de financiële markten kan de actuele duratie afwijken van de streefduratie. Per 31 december 2013 bedroeg de duratie van Life Cycle portefeuille 1 afgerond 11,3 jaar en de duratie van Life Cycle portefeuille 2 per die datum afgerond 10,0 jaar.
Financiële risico's van toepassing op het pensioenfonds Het pensioenfonds onderkent een aantal financiële risico's; deze worden gemonitord door SPN. Periodiek worden de financiële risico's en daarvoor getroffen beheersmaatregelen gerapporteerd aan, en besproken in, het Bestuur, als onderdeel van de reguliere risico rapportage over alle geïdentificeerde risico's. Onderstaand wordt een toelichting gegeven bij een aantal van deze financiële risico's.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Shell Nederland Pensioenfonds Stichting 49
Liquiditeitsrisico: Het liquiditeitsrisico is het risico dat SNPS op enig moment onvoldoende liquide middelen heeft om aan de lopende verplichtingen te voldoen. Shell Nederland stort iedere maand voor alle deelnemers in SNPS de benodigde premie, waardoor SNPS haar debiteurenrisico sterk heeft beperkt. In de uitvoeringsovereenkomst tussen SNPS en Shell Nederland is vastgelegd dat Shell Nederland voorziet in de korte termijn liquiditeitsbehoefte van het fonds (aangezien het aantal deelnemers en dus ook het reguliere premievolume de eerste jaren beperkt zal zijn). Overlijden en arbeidsongeschiktheidsrisico: De risico's van overlijden in actieve dienst en premievrijstelling van pensioenopbouw bij arbeidsongeschiktheid zijn volledig herverzekerd bij Achmea Pensioen- en Levensverzekeringen N.V. ("Centraal Beheer Achmea"). Het risico van arbeidsongeschiktheid gedurende actieve dienst is volledig herverzekerd bij Achmea Schadeverzekeringen N.V. ("Zilveren Kruis Achmea").
Niet-financiële risico's Het pensioenfonds onderkent een aantal niet-financiële risico's; deze worden gemonitord door SPN. Periodiek worden de niet-financiële risico's en daarvoor getroffen beheersmaatregelen gerapporteerd aan, en besproken in, het Bestuur, als onderdeel van de reguliere risicorapportage over alle geïdentificeerde risico's. Onderstaand wordt een toelichting gegeven bij een aantal van deze niet-financiële risico's. Omgevingsrisico Het risico dat de invloed van en ontwikkelingen bij onder andere de werkgever en aanspraak- en pensioengerechtigden resulteren in conflicterende belangen met het Pensioenfonds. Hierbij kan onder andere gedacht worden aan de invloed van ontwikkelingen in de financiële positie van de werkgever (leidend tot meesleepgevaar), het ontbreken van evenwichtige belangenbehartiging als gevolg van dominantie van de werkgever of dominantie van de door de werkgever benoemde bestuurders en de invloed van de werkgever op het beleid van het Pensioenfonds. Uitbestedingsrisico Het uitbestedingsrisico is het risico als gevolg van de continuïteit van de bedrijfsvoering, integriteit en kwaliteit van de externe dienstverleners. Vanwege het feit dat het pensioenfonds de administratieve uitvoering van de pensioenregeling en het vermogensbeheer heeft uitbesteed aan derde partijen, is het van belang om extra te letten op het uitbestedingsrisico. Het fonds beschikt ten aanzien van elke externe dienstverlener over een uitbestedingsovereenkomst die voldoet aan de wettelijke regels op het gebied van uitbesteding. Met uitvoerende organisaties zijn nadere afspraken omtrent procedures, processen, informatieverschaffing en te leveren diensten vastgelegd in een Service Level Agreement. Onder andere door middel van periodieke rapportages (waaronder ISAE 3402 type II rapportages en Service Level Agreement rapportages) van de externe uitvoeringsorganisaties wordt SPN in staat gesteld de risico´s voor het pensioenfonds goed te monitoren. Zorgplichtrisico SNPS draagt ervoor zorg dat de beleggingen voldoen aan het bepaalde bij of krachtens de Pensioenwet, in het bijzonder aan de prudent person regel en aan de eisen van zorgplicht. Daarnaast monitort het Bestuur, ondersteund door SPN, nauwgezet de communicatieprocessen en middelen richting de deelnemers. Daarnaast worden deelnemers die qua Life cycle profiel afwijken van het vastgestelde risicoprofiel op jaarlijkse basis geïnformeerd. Vanuit Syntrus Achmea Pensioenbeheer ontvangt het Bestuur ieder kwartaal een zorgplichtrapportage, hetgeen onder meer inzicht geeft in het risico- en Life Cycle-profiel van de deelnemers van SNPS.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Shell Nederland Pensioenfonds Stichting 50
IT-risico Het risico dat bedrijfsprocessen en informatievoorziening onvoldoende integer, niet continu of onvoldoende beveiligd worden ondersteund door IT. Hieronder wordt onder andere verstaan het risico dat de continuïteit van de (kritische) bedrijfsprocessen in gevaar komt als gevolg van het niet beschikbaar zijn van de IT-infrastructuur (waaronder applicaties en systemen). Merk op dat een belangrijk deel van de kritische IT systemen bij derde partijen ligt, waardoor dit risico in belangrijke mate een uitbestedingsrisico is geworden. Operationeel risico Het risico samenhangend met ondoelmatige of onvoldoende doeltreffende procesinrichting dan wel procesuitvoering. Hieronder wordt onder andere verstaan het risico van onvoldoende doelmatige en/of onvoldoende doeltreffende processen op het gebied van pensioenadministratie, vermogensbeheer en financiële administratie. Dit risico, evenals de genoemde risico's betreffende uitbesteding en IT omgeving, worden onder meer gemitigeerd door adequate uitbestedingscontracten met SPN, Syntrus Achmea Pensioenbeheer en Syntrus Achmea Vermogensbeheer en door het periodiek verkrijgen van assurance door middel van interne en externe audits. Integriteitsrisico Het risico dat de integriteit van het Pensioenfonds wordt beïnvloed als gevolg van niet integere, onethische gedragingen van de organisatie, medewerkers dan wel van de leiding, afgemeten aan wet- en regelgeving en maatschappelijke en door SNPS opgestelde normen. Hiertoe is onder meer voor SNPS een specifieke Gedragscode opgesteld. Juridisch risico Het risico samenhangend met (veranderingen in en naleving van) wet- en regelgeving, het mogelijk bedreigd worden van de rechtspositie van het fonds, met inbegrip van de mogelijkheid dat contractuele bepalingen niet afdwingbaar of niet correct gedocumenteerd zijn. De juridische afdeling van SPN monitort doorlopend veranderingen in wet- en regelgeving en informeert en adviseert het Bestuur op een pro-actieve wijze. Wat betreft contracten die het pensioenfonds met derden heeft afgesloten is sprake van een contractenregister dat jaarlijks wordt gemonitord. Verbonden partijen Identiteit van verbonden partijen Er is sprake van een relatie tussen het fonds en de werkgever, de aangesloten ondernemingen en hun bestuurders.
Transacties met bestuurders De bezoldiging van de bestuurders wordt nader toegelicht bij de baten en lasten. De stichting heeft geen leningen verstrekt aan de bestuurders. Ook heeft de stichting geen vorderingen op de bestuurders.
Overige transacties met verbonden partijen Betreffende de uitvoeringsovereenkomst tussen fonds en werkgever met betrekking tot de financiering van de aanspraken en de uitvoering van de regeling wordt verwezen naar de uitvoeringsovereenkomst. Transacties met verbonden partijden vinden plaats tegen marktconforme tarieven.
Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen Ultimo boekjaar zijn er verder geen niet uit de balans blijkende activa en verplichtingen.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Shell Nederland Pensioenfonds Stichting 51
6
TOELICHTING OP DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN OVER 2013
(in duizenden euro's) 2013 10. Premiebijdragen van werkgevers en werknemers a. Netto beschikbare premie b. Premieopslag voor herverzekeringen c. Premieopslag voor administratie- en uitvoeringskosten d1 Premiebijdrage werkgever voor voorziening toekomstige uitvoeringskosten d2 Premie voor reserve minimaal vereist eigen vermogen
1.173 97 605 800 250
Totaal
2.925
De feitelijke premie bestaat in enig boekjaar uit: a. Netto beschikbare premies die op de pensioenbeleggingsrekening van de deelnemer gestort worden; b. De aan de herverzekeraar verschuldigde risicopremies voor dekking van risico's van overlijden in actieve dienst en arbeidsongeschiktheid; c. Een opslag voor de (lopende) administratie- en uitvoeringskosten; d. Een door het pensioenfonds vast te stellen opslag voor het vormen en in stand houden van de voorziening voor uitvoeringskosten en de reserve minimaal vereist eigen vermogen; De kostendekkende premie volgens artikel 130 van de Pensioenwet is gelijk aan de hiervoor beschreven feitelijke premie en bedraagt € 2.925.000. Het fonds past geen premiedemping toe. De pensioenregeling van SNPS is een individueel beschikbare premieregeling, de premie wordt hierbij bepaald aan de hand van een leeftijdsafhankelijke premiestaffel. Deze beschikbare premiestaffel van de SNPS pensioenregeling is uitgedrukt in een percentage van de pensioengrondslag beginnend met 12,1% voor 15 tot 19 jarigen tot 45,0% voor 60 tot 64 jarigen. Deze pensioengrondslag is gelijk aan het pensioengevend salaris minus de franchise (jaarlijks vastgesteld, € 13.227 voor 2013). De deelnemer betaalde in 2013 een eigen bijdrage van 5% van de pensioengrondslag, onafhankelijk van de leeftijd van deze deelnemer. Voor 2013 bedroeg de totale eigen bijdrage zoals betaald door de werknemers € 288.000. Het restant van de premies - inclusief aanvullende opslagen voor risicopremies en kosten - werd betaald door de werkgever. Aanvullend zijn deelnemers verzekerd voor nabestaandenpensioen, arbeidsongeschiktheidspensioen en premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid.
11. Beleggingsresultaten risico deelnemers
Lifecycle portefeuille 1 Lifecycle portefeuille 2 Lifecycle portefeuille 3
Directe beleggingsopbrengsten 2013 0 0 0
Indirecte beleggingsopbrengsten 2013 -3 0 5
Kosten van vermogensbeheer 2013 0 0 -1
0
2
-1
Totaal -3 0 4 1
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Shell Nederland Pensioenfonds Stichting 52
Hieronder worden de kosten van vermogensbeheer ten laste van de deelnemers gepresenteerd:
2013 Kosten van Vermogensbeheer Beheerkosten (management fees) beleggingsfondsen Bewaarloon Overige kosten Totaal kosten van vermogensbeheer
-1 0 0 -1
Transactiekosten zijn onderdeel van de aan- en verkooptransacties van beleggingen. De transactiekosten zijn geschat in lijn met de aanbevelingen van de Pensioenfederatie en bedragen in 2013 in totaal afgerond EUR 1 duizend, bestaande uit in- en uitstapvergoedingen. Deze kosten zijn onderdeel van de beleggingsopbrengsten risico deelnemers.
12. Overige baten
Lifecycle portefeuille 1 Lifecycle portefeuille 2 Lifecycle portefeuille 3
Directe beleggingsopbrengsten 2013 0 0 0
Indirecte beleggingsopbrengsten 2013 -4 -1 13
Kosten van vermogensbeheer 2013 -1 0 -1
0
8
-2
Totaal -5 -1 12 6
Het beleggingsresultaat op de beleggingen voor risico werkgever is opgenomen onder de overige baten. Het resultaat op de beleggingen voor risico werkgever waren over 2013 hoger dan de beleggingensopbrengsten risico deelnemers. Het verschil in resultaat komt door het verschil in de momenten waarop de beleggingen van de deelnemers en de werkgever zijn ingelegd gedurende het jaar. Hieronder worden de kosten van vermogensbeheer ten laste van de werkgever gepresenteerd:
2013 Kosten van Vermogensbeheer Beheerkosten (management fees) beleggingsfondsen Bewaarloon Overige kosten Totaal kosten van vermogensbeheer
-2 0 0 -2
Transactiekosten zijn onderdeel van de aan- en verkooptransacties van beleggingen. De transactiekosten zijn geschat in lijn met de aanbevelingen van de Pensioenfederatie en bedragen in 2013 in totaal afgerond EUR 1 duizend, bestaande uit in- en uitstapvergoedingen. Deze kosten zijn onderdeel van het beleggingsresultaat op de beleggingen voor risico werkgever, opgenomen onder de overige baten.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Shell Nederland Pensioenfonds Stichting 53
13. Pensioenuitvoerings- en administratiekosten
2013 Kosten van Pensioenbeheer Kosten bestuur en bestuursbureau SPN Pensioenbeheerkosten (SAPB) Overige kosten (kosten zoals accountant, toezicht en advies) Subtotaal kosten van pensioenbeheer
430 93 59 582
Kosten van Vermogensbeheer Directe kosten van vermogensbeheer Subtotaal kosten van vermogensbeheer
23 23
Totaal kosten ten laste van het pensioenfonds
605
Ingevolge artikel 382a Titel 9 Boek 2 Burgerlijk Wetboek worden de accountantskosten als volgt verantwoord: 2013 Controle van de jaarrekening
42
Het pensioenfonds ontvangt als onderdeel van de premie een opslag ter dekking van de (lopende) administratie- en uitvoeringskosten, waaronder de kosten van pensioenbeheer en de directe kosten van vermogensbeheer. In 2013 bedroeg deze opslag EUR 605.000. 14. Mutatie voorzieningen risico deelnemers Premiestortingen Beleggingsresultaat
1.173 1 1.174
15. Mutatie voorziening toekomstige uitvoeringskosten Dotatie voorziening toekomstige uitvoeringskosten
-800
16. Herverzekeringen Premies overlijdensrisico Premies premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid Premie arbeidsongeschiktheidsverzekering
42 16 18
Subtotaal Vaste kostenvergoeding herverzekeraar
76 21
Totaal
97
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Shell Nederland Pensioenfonds Stichting 54
De kosten gerelateerd aan de herverzekering van risico's worden door SNPS in 2013 in zijn geheel doorbelast aan Shell Nederland N.V. De risico's van overlijden in actieve dienst en premievrijstelling van pensioenopbouw bij arbeidsongeschiktheid zijn volledig herverzekerd bij Achmea Pensioen- en Levensverzekeringen N.V. ("Centraal Beheer Achmea"). Het risico van arbeidsongeschiktheid gedurende actieve dienst is volledig herverzekerd bij Achmea Schadeverzekeringen N.V. ("Zilveren Kruis Achmea"). De Achmea groep heeft credit rating A.
2013 17. Overige lasten Mutatie schuld aan de werkgever (startkapitaal)
6
De mutatie van de schuld aan werkgever (startkapitaal) is hier opgenomen. Dit is gelijk aan de mutatie van de beleggingen voor risico werkgever (startkapitaal), opgenomen onder de overige baten.
Personeelsleden Bij het fonds zijn geen werknemers in dienst.
Bezoldiging De bezoldiging voor het Bestuur bedroeg over 2013 in totaal EUR 15 duizend.
Belastingen De activiteiten van het fonds zijn vrijgesteld van belastingheffing in het kader van de vennootschapsbelasting. Op 13 maart jl. heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie een uitspraak gedaan in de zogeheten ‘ATP-zaak’. De zaak betrof de btw-behandeling van aan pensioenfondsen verrichtte ‘beheerdiensten’, waarbij onder ‘beheerdiensten’ wordt verstaan “de diensten die essentieel zijn voor het beheer van een ‘gemeenschappelijk beleggingsfonds’”. Het bestuur volgt de ontwikkelingen op dit gebied nauwgezet en is hierover in gesprek met haar belastingadviseur en de Belastingdienst. Hangende deze gesprekken zijn de kosten inzake aan het pensioenfonds verrichte ‘beheerdiensten’ in de jaarrekening 2013 verantwoord inclusief btw. Zodra met de Belastingdienst overeenstemming is bereikt over een eventuele vrijstelling voor btw over aan het pensioenfonds verrichte beheerdiensten, zal hiermee in de jaarrekening over 2014 rekening worden gehouden.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Shell Nederland Pensioenfonds Stichting 55
Vaststelling van de jaarrekening door het bestuur Het bestuur van Shell Nederland Pensioenfonds Stichting heeft de jaarrekening 2013 vastgesteld in de vergadering van 20 mei 2014. Het Bestuur
Rijswijk, 20 mei 2014
G.J.A. Louw, voorzitter J. Bouma E.A. Breunesse W.J. Handels S.R. Tabak P.M. Westgeest
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Shell Nederland Pensioenfonds Stichting 56
OVERIGE GEGEVENS
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Shell Nederland Pensioenfonds Stichting 57
OVERIGE GEGEVENS 1
Belangrijke gebeurtenissen na balansdatum
Er zijn na de balansdatum geen gebeurtenissen geweest van dien aard dat een wezenlijk ander beeld zou ontstaan van de financiële positie per einde 2013 dan op grond van dit verslag kan worden verkregen.
2
Resultaatverdeling
Het saldo van baten en lasten over 2013 ad € 250 duizend is toegevoegd aan de algemene reserve.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Shell Nederland Pensioenfonds Stichting 58
3
ACTUARIËLE VERKLARING
Opdracht Door Shell Nederland Pensioenfonds Stichting te Den Haag is aan Sprenkels en Verschuren de opdracht verleend tot het afgeven van een actuariële verklaring als bedoeld in de Pensioenwet over het boekjaar 2013. Gegevens De gegevens waarop mijn onderzoek is gebaseerd, zijn verstrekt door en tot stand gekomen onder de verantwoordelijkheid van het bestuur van het pensioenfonds. Voor de toetsing van de fondsmiddelen en voor de beoordeling van de vermogenspositie heb ik mij gebaseerd op de financiële gegevens die ten grondslag liggen aan de jaarrekening. De accountant van het pensioenfonds heeft mij geïnformeerd over zijn bevindingen ten aanzien van de betrouwbaarheid (materiële juistheid en volledigheid) van de basisgegevens en de overige uitgangspunten die voor mijn oordeel van belang zijn. Werkzaamheden Ter uitvoering van de opdracht heb ik onderzocht of is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet. De door het pensioenfonds verstrekte basisgegevens zijn zodanig dat ik die gegevens als uitgangspunt van de door mij beoordeelde berekeningen heb aanvaard. Als onderdeel van de werkzaamheden voor de opdracht: heb ik ondermeer onderzocht of de technische voorzieningen, het minimaal vereist eigen vermogen en het vereist l eigen vermogen toereikend zijn vastgesteld, en heb ik mij een oordeel gevormd over de vermogenspositie van het pensioenfonds. l Mijn onderzoek heb ik zodanig uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de resultaten geen onjuistheden van materieel belang bevatten. Ik heb mij een oordeel gevormd over de waarschijnlijkheid waarmee het pensioenfonds de tot balansdatum aangegane verplichtingen kan nakomen, mede in aanmerking nemend het financieel beleid van het pensioenfonds. De beschreven werkzaamheden en de uitvoering daarvan zijn in overeenstemming met de binnen het Koninklijk Actuarieel Genootschap geldende normen en gebruiken, en vormen naar mijn mening een deugdelijke grondslag voor mijn oordeel. Oordeel De technische voorzieningen zijn, overeenkomstig de beschreven berekeningsregels en uitgangspunten, als geheel bezien, toereikend vastgesteld. Het eigen vermogen van het pensioenfonds is op de balansdatum ten minste gelijk aan het wettelijk vereist eigen vermogen. Gemeten naar de wettelijke maatstaf is ten aanzien van de verplichtingen, aangegaan tot balansdatum, sprake van een toereikende solvabiliteit. Met inachtneming van het voorafgaande heb ik mij ervan overtuigd dat is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Shell Nederland Pensioenfonds Stichting 59
De vermogenspositie van Shell Nederland Pensioenfonds Stichting is naar mijn mening voldoende.
Amsterdam, 20 mei 2014 R.H. Sprenkels AAG verbonden aan Sprenkels & Verschuren
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Shell Nederland Pensioenfonds Stichting 60
4
CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT
Aan: het Bestuur van Shell Nederland Pensioenfonds Stichting Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit jaarverslag opgenomen jaarrekening voor de periode van 29 april 2013 tot en met 31 december 2013 van Shell Nederland Pensioenfonds Stichting te Rijswijk gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2013 en de staat van baten en lasten voor de periode van 29 april 2013 tot en met 31 december 2013 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het Bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het saldo van baten en lasten getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het Verslag van het Bestuur, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW). Het Bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het Bestuur noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico's dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de stichting. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door het Bestuur van de stichting gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Shell Nederland Pensioenfonds Stichting per 31 december 2013 en van het saldo van baten en lasten voor de periode van 29 april 2013 tot en met 31 december 2013 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW).
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Shell Nederland Pensioenfonds Stichting 61
Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het Verslag van het Bestuur, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de in artikel 2:392 lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het Verslag van het Bestuur, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW. Rotterdam, 20 mei 2014 PricewaterhouseCoopers Accountants N.V.
Origineel getekend door drs. F.J. van Groenestein RA
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Shell Nederland Pensioenfonds Stichting 62
BIJLAGEN
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Shell Nederland Pensioenfonds Stichting 63
1
BESTUUR, MEDEZEGGENSCHAP, UITVOERING EN TOEZICHT
De informatie die hierna over bestuur, uitvoering, verantwoording en toezicht wordt gegeven heeft betrekking op het verslagjaar 2013. Shell Nederland Pensioenfonds Stichting In Shell Nederland Pensioenfonds Stichting (SNPS, het Pensioenfonds) is een pensioenregeling ondergebracht van maatschappijen van de Royal Dutch Shell Groep die tot het Pensioenfonds zijn toegetreden. SNPS wordt bestuurd door een Bestuur in de vorm van een one tier board met niet-uitvoerende bestuurders (toezichthouders) en uitvoerende bestuurders. Daarnaast is er een Verantwoordingsorgaan waarin de werkgever en deelnemers zijn vertegenwoordigd. De inhoud van de pensioenregeling is vastgelegd in het reglement van het Pensioenfonds. Bestuur Het Bestuur van SNPS bestaat uit twee werkgeversvertegenwoordigers (Bestuurders A), twee werknemersvertegenwoordigers (Bestuurders B) en twee uitvoerende bestuurders (Bestuurders C). De Bestuurders A van het Bestuur worden benoemd door Shell Nederland. De Bestuurders B worden benoemd op voordracht van het Bestuur, waarbij indien zich een of meerdere tegenkandidaten melden een stemming onder de deelnemers zal worden georganiseerd. Bestuurders C worden bij meerderheidsbesluit benoemd door de bestuurders A en B, na overleg met Shell Nederland. Bij het vervullen van hun taak dienen de leden van het Bestuur ervoor te zorgen dat alle belanghebbenden van het Pensioenfonds zich door het Bestuur op evenwichtige wijze vertegenwoordigd kunnen voelen. De niet-uitvoerende bestuursleden zijn met name verantwoordelijk voor het bepalen van het (strategische) beleid van SNPS en het houden van toezicht op de uitvoering daarvan door de uitvoerende bestuurders. Het uitvoerend deel van het Bestuur bestaat uit twee beroepsbestuurders, die in dienst zijn van Shell Pensioenbureau Nederland B.V. (SPN). De uitvoerdende bestuurders zijn niet directe vertegenwoordigers van de belanghebbenden bij het pensioenfonds. De uitvoerende bestuurders zijn verantwoordelijk voor de beleidsvoorbereiding en de dagelijkse operationele uitvoering. Er is de keuze gemaakt om bij de oprichting van het pensioenfonds te starten met een ervaren ploeg van bestuurders, om zodoende SNPS gedegen neer te zetten. Verantwoordingsorgaan (VO) Het VO van SNPS bestaat uit vier personen. Het VO geeft jaarlijks achteraf een oordeel over het door het Bestuur vastgestelde beleid en de wijze waarop het beleid is uitgevoerd en over de naleving van de Principes voor Goed Pensioenfondsbestuur zoals vastgesteld door de Stichting van de Arbeid op 16 december 2005. Verder heeft het VO enkele specifieke adviesrechten. In het VO worden de werkgever en de werknemers ieder door twee leden vertegenwoordigd. De leden van het VO worden benoemd door het Bestuur, de vertegenwoordigers van de werkgever (leden A) op voordracht van Shell Nederland, de vertegenwoordigers van de deelnemers (leden B) op voordracht van door het Bestuur aangewezen organen of instellingen die representatief geacht kunnen worden voor de deelnemers, dan wel rechtstreeks na verkiezing door de deelnemers, zulks ter keuze van het Bestuur. Wanneer het aantal pensioengerechtigden in de toekomst tien procent of meer komt te bedragen van de som van het aantal deelnemers en pensioengerichtigden zullen ook twee vertegenwoordigers van pensioengerechtigden (leden C) worden benoemd door het Bestuur, op voordracht van door het Bestuur aangewezen organen of instellingen die representatief geacht kunnen worden voor de pensioengerechtigden, dan wel rechtstreeks na verkiezing door de pensioengerechtigden, zulks ter keuze van het Bestuur.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Shell Nederland Pensioenfonds Stichting 64
Directie Shell Pensioenbureau Nederland B.V. (SPN) is de statutaire Directeur van het Pensioenfonds. SPN ondersteunt het Bestuur en adviseert het Bestuur over het pensioenbeleid. Tevens ondersteunt SPN het Bestuur bij het toezicht op de externe dienstverleners aan wie het voeren van het pensioenbeheer en het vermogensbeheer zijn uitbesteed, alsmede op het terrein van risicobeheersing. SPN heeft een Raad van Commissarissen bestaande uit twee personen die zijn benoemd door de aandeelhouder. De Raad van Commissarissen heeft tot taak toezicht te houden op het beleid van en de uitvoering door de Directie en op de algemene gang van zaken, waaronder de interne controle, en daarnaast de Directie van SPN van advies te dienen. Voor deze dienstverlening aan SNPS is een service agreement gesloten met SPN. SPN is een vennootschap behorende tot de Royal Dutch Shell Groep. Pensioenbeheer en vermogensbeheer Syntrus Achmea Pensioenbeheer N.V. (SAPB) is door het Bestuur aangesteld voor het uitvoeren van de pensioenadministratie, het uitvoeren van de pensioencommunicatie, de beleggingsadministratie (unit administratie) en het verrichten van de financiële administratie van SNPS. Syntrus Achmea Vermogensbeheer B.V. (SAVB) is door het Bestuur aangesteld voor het adviseren over, en het inrichten van, de Life cycle profielen en Life cycle portefeuilles en het voeren van het vermogensbeheer. SNPS/SPN Gedragscode Er zijn twee gedragscodes, een voor SNPS en een voor SPN. Deze gedragscodes gelden voor de leden van het Bestuur en het VO van het Pensioenfonds en voor alle medewerkers van SPN. De gedragscodes hebben tot doel te verzekeren dat alle activiteiten van het Pensioenfonds en SPN op een integere wijze worden uitgevoerd en dat (de schijn van) verstrengeling van zakelijke en privé-belangen wordt vermeden. Jaarlijks wordt door betrokkenen de naleving over het afgelopen jaar en de naleving in het komende jaar bevestigd. De gedragscodes voldoen aan de door de Pensioenwet en de Wet op het financieel toezicht gestelde eisen. De compliance officer van SPN houdt toezicht op de uitvoering en effectiviteit van de gedragscodes. De Nederlandsche Bank N.V. (DNB) De taak van DNB omvat onder meer toezicht op de Statuten, de Reglementen en de Uitvoeringsovereenkomst van het Pensioenfonds met de werkgever, toezicht op de financiële en actuariële opzet van het Pensioenfonds en een betrouwbaarheids- en deskundigheidstoets van de bestuursleden van het Pensioenfonds. Voorts worden de actuariële en bedrijfstechnische nota (ABTN) en de uitvoering daarvan, de jaarstukken en overige relevante bescheiden van het Pensioenfonds door DNB beoordeeld. Autoriteit Financiële Markten (AFM) De AFM houdt toezicht op het gedrag van het Pensioenfonds ten aanzien van de wettelijk verplichte informatieverstrekking. Doel van die informatie is het verhogen van het bewustzijn over de individuele pensioenvoorziening, zodat (gewezen) deelnemers, (gewezen) partners en pensioengerechtigden een goed inzicht kunnen krijgen in hun pensioen. Certificerend actuaris De certificerend actuaris geeft jaarlijks een verklaring af of het Pensioenfonds heeft voldaan aan de eisen als bedoeld in artikel 126 tot en met 140 van de Pensioenwet. Hiertoe worden alle door de certificerend actuaris noodzakelijk geachte controles uitgevoerd.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Shell Nederland Pensioenfonds Stichting 65
Onafhankelijke accountant De onafhankelijke accountant geeft jaarlijks een controleverklaring af bij de door het Pensioenfonds gepubliceerde jaarrekening en bij de jaarlijkse DNB staten. Hieraan voorafgaand worden alle hiertoe door de onafhankelijke accountant noodzakelijk geachte controles uitgevoerd.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Shell Nederland Pensioenfonds Stichting 66
2
PERSONALIA
Bestuur Bestuurders A G.J.A. Louw, voorzitter P.M. Westgeest Bestuurders B E.A. Breunesse W.J. Handels Bestuurders C J. Bouma S.R. Tabak Verantwoordingsorgaan Leden A W.A.E. Huijbens, voorzitter Mw. G.O.M. Alkemade Leden B C.R. Laurens Mw. N. van der Toorn Directeur Shell Pensioenbureau Nederland B.V. Directie J. Bouma, algemeen directeur S.R. Tabak, directeur Raad van Commissarissen Mw. D. Jansen Heijtmajer, voorzitter (tot 17 januari 2014) K. Yildirim Actuaris Sprenkels & Verschuren B.V. Accountant PricewaterhouseCoopers Accountants N.V.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Shell Nederland Pensioenfonds Stichting 67
3
NADERE SPECIFICATIES VAN DE LIFE CYCLE PORTEFEUILLES
In onderstaande tabellen is de performance van de Life Cycle portefeuilles 1, 2 en 3 over 2013 weergegeven, gesplitst naar onderliggende beleggingsinstellingen. De in deze bijlage opgenomen rendementen zijn enkel op Life Cycle portefeuille niveau volledig na aftrek van de indirecte vermogensbeheerkosten.
Life Cycle Portefeuille 1 Categorie/Fonds Staatsobligaties BlackRock Euro Government Bond Index Fund Staatsobligaties - Lange Duratie Robeco Institutional Liability Driven Euro Core Government Bond Fund 40yr Staatsobligaties Niet -Euro BlackRock World Ex Euro Government Bond Index Fund Niet-Staatsobligaties Euro BlackRock Euro Corporate Bond Index Fund Niet-Staatsobligaties Niet-Euro BlackRock Intermediate Credit Bond Index Fund "B" Indexleningen BlackRock Euro Government Inflation-linked Bond Fund Liquide Middelen Portefeuille
Performance
Benchmark
2,1%
2,1%
-7,2%
-7,2%
-5,9%
-6,7%
1,7%
1,7%
-4,1%
-4,1%
-0,1% 1,2% -1,2%
0,1% 0,0% -1,4%
Life Cycle Portefeuille 2 Categorie/Fonds Staatsobligaties BlackRock Euro Government Bond Index Fund Staatsobligaties - Lange Duratie Robeco Institutional Liability Driven Euro Core Government Bond Fund 40yr Niet-Staatsobligaties Euro BlackRock Euro Corporate Bond Index Fund Indexleningen BlackRock Euro Government Inflation-linked Bond Fund Liquide Middelen Portefeuille
Performance
Benchmark
2,2%
2,1%
-7,2%
-7,2%
1,8%
1,7%
0,0% 0,0% 0,5%
0,1% 0,0% 0,4%
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Shell Nederland Pensioenfonds Stichting 68
Life Cycle Portefeuille 3 Categorie/Fonds Aandelen Wereld BlackRock Developed World Index Sub-Fund Robeco Institutional Conservative Equity Fund Aandelen Opkomende Markten Robeco Institutional Emerging Markets Quant Fund Grondstoffen BlackRock Commodity Total Return Fund Vastgoed BlackRock Developed Real Estate Index Sub-Fund Vastrentende waarden - High Yield Robeco High Yield Fund Vastrentende waarden - Opkomende Markten Pictet Global Emerging Debt Portefeuille
Performance
Benchmark
10,0% 5,1%
10,2% 10,2%
1,6%
1,6%
-2,2%
-1,5%
-3,9%
-4,1%
6,1%
5,7%
1,4% 4,2%
2,6% 5,3%
Onderstaand zijn de behaalde rendementen voor de administratieve Life Cycle portefeuilles vertaald naar behaalde rendementen voor de drie verschillende Life Cycle profielen Defensief, Neutraal en Offensief. Dit betreffen illustratieve rendementen, die uitgaan van de standaard norm beleggingsmixen per Life Cycle Profiel voor deelnemers tot en met een leeftijd van 50 jaar, voor de periode juli - december 2013. Merk op dat Life Cycle portefeuille 2 hier niet wordt meegenomen, omdat pas na een leeftijd van 50 jaar hier in de normmix sprake van is (met een toenemend gewicht tot aan de pensioendatum).
Profiel Defensief 50% Life Cycle Portefeuille 1 50% Life Cycle Portefeuille 3 Portefeuille
Performance -1,2% 4,2% 1,5%
Benchmark -1,4% 5,3% 2,0%
Profiel Neutraal 30% Life Cycle Portefeuille 1 70% Life Cycle Portefeuille 3 Portefeuille
Performance -1,2% 4,2% 2,6%
Benchmark -1,4% 5,3% 3,3%
Profiel Offensief 15% Life Cycle Portefeuille 1 85% Life Cycle Portefeuille 3 Portefeuille
Performance -1,2% 4,2% 3,4%
Benchmark -1,4% 5,3% 4,3%
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Shell Nederland Pensioenfonds Stichting 69
Shell Nederland Pensioenfonds Stichting Postbus 65 2501 CB Den Haag Nederland E-mail:
[email protected] Internetsite: www.snps.nl Handelsregister Den Haag no. 57840431 BTW no. NL852759290B01