STICHTING PENSIOENFONDS THALES NEDERLAND JAARVERSLAG 2010
Inhoud Karakteristieken van het pensioenfonds Kerncijfers Verslag van het bestuur Jaarrekening Balans per 31 december 2010 Staat van baten en lasten over 2010 Kasstroomoverzicht over 2010 Toelichting Balans 2010 Toelichting Staat van baten en lasten over 2010 Overige gegevens Actuariële verklaring Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Verslag verantwoordingsorgaan Reactie van het Bestuur op het verslag van het verantwoordingsorgaan
Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds Thales Nederland
3 6 7 24 24 25 26 27 50 57 58 59 60 61
Karakteristieken van het pensioenfonds Profiel Stichting Pensioenfonds Thales Nederland, statutair gevestigd te Hengelo (Overijssel) is opgericht op 29 juli 1949. De laatste statutenwijziging was op 21 mei 2008. De stichting is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder nummer 41027030. Het Fonds is een ondernemingspensioenfonds en is aangesloten bij koepelorganisatie OPF (Stichting voor Ondernemingspensioenfondsen). De Stichting Pensioenfonds Thales Nederland is verantwoordelijk voor het zorgdragen voor de pensioenaanspraken die in het kader van de collectieve pensioenregeling van Thales Nederland B.V. zijn toegezegd. De collectieve pensioenregeling is bestemd voor medewerkers van Thales Nederland B.V. en gelieerde ondernemingen. Hiertoe wordt voor 4.573 deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden, circa 783,2 Miljoen Euro vermogen belegd. Stichting Pensioenfonds Thales Nederland heeft ten doel het uitkeren van pensioenen aan het personeel van Thales Nederland B.V. en aan de nagelaten betrekkingen van het personeel, conform de voorwaarden zoals nader aangegeven in het pensioenreglement en de uitvoeringsovereenkomst. Het streven hierbij is de ingegane pensioenen en premievrije pensioenaanspraken waardevast en opgebouwde pensioenen welvaartsvast te houden, hoewel er geen recht is op indexatie. Het bestuur beslist jaarlijks of en in hoeverre indexatie van pensioenaanspraken kan worden toegekend. Alleen als en voor zover de middelen van het Fonds toereikend zijn voor indexatie, wordt deze toegekend. Voor deze voorwaardelijke indexatie wordt geen bestemmingsreserve gevormd en wordt geen premie betaald. Het Fonds streeft naar transparante communicatie met gepensioneerden en (ex)-deelnemers. Organisatie
Bestuur De samenstelling van het bestuur is als volgt: Naam Dhr. R.P. van Duuren Dhr. J.H.E. Soepenberg Dhr. G.J. Mulders Dhr. P.M. Dekker Dhr. E.R. Stolp Dhr. H.B. Prakken
Functie Voorzitter
Vertegenwoordiging Lid sinds Werkgever 1-mei-07
Einde zittingsduur juni 2012
Vice-voorzitter Penningmeester Secretaris Lid Lid
Werkgever Werkgever Deelnemers Deelnemers Gepensioneerden
juni 2016 juni 2014 juni 2016 juni 2014 juni 2012
1-mrt-08 18-mrt-92 22-jun-04 13-jun-06 13-jun-06
Tabel 1; Bestuurssamenstelling
Het bestuur van Stichting Pensioenfonds Thales Nederland heeft de eindverantwoordelijkheid voor de pensioenuitvoering en een solide beleggingsbeleid. Dit houdt in dat het bestuur onder andere het beleid ten aanzien van de pensioenadministratie en -communicatie moet bepalen, evenals het beleggingsbeleid. Ook is zij betrokken bij het vaststellen en eventueel wijzigen van het pensioenreglement. Daarnaast dient zij controle te houden op een correcte en stipte uitvoering van de pensioenuitkeringen. Ook dient zij de beleggingsstrategie af te stemmen op de korte en lange termijn pensioenverplichtingen van het Fonds. Het bestuur van Stichting Pensioenfonds Thales Nederland bestaat uit 6 leden; 3 vertegenwoordigers van de werkgevers en 2 vertegenwoordigers van de deelnemers en 1 vertegenwoordiger van de pensioengerechtigden. De leden van werkgeverszijde worden benoemd door de directie van Thales Nederland B.V. Ten minste één lid is lid van de directie van Thales Nederland B.V. 2 leden van deelnemerszijde worden op voordracht van de Centrale Ondernemingsraad benoemd.
Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds Thales Nederland
3
Een lid van deelnemerszijde wordt op voordracht van de pensioengerechtigden van Stichting Pensioenfonds Thales Nederland benoemd. De leden zijn afkomstig uit de (gewezen) deelnemers. Ten minste een lid behoort tot de categorie hoger personeel. De leden van het bestuur worden benoemd voor een periode van 6 jaar. Volgens een door het bestuur op te stellen rooster treden om de twee jaar af een werkgeverslid als mede een werknemerslid. De aftredende leden zijn terstond herbenoembaar. Per 1 juli 2010 zijn de heren Soepenberg en Dekker herbenoemd als bestuurslid van de Stichting.
Bestuursbureau De beleidsvoorbereiding en de beleidsuitvoering worden verzorgd door het Bestuursbureau. De medewerkers van het Bestuursbureau zijn in dienst bij Thales Nederland B.V. De besluitvorming omtrent het door de Stichting te voeren beleid inzake de dagelijkse uitvoering van haar werkzaamheden, wordt bepaald door tenminste twee bestuursleden tezamen.
Projectgroepen en commissies BeleggingsAdvies Commissie G.J. Mulders, voorzitter P.M. Dekker S.G.B. Heemskerk F.J. Ballendux (extern adviseur) Communicatie Commissie J.H.E. Soepenberg, voorzitter E.R. Stolp H.B. Prakken Pension Fund Governance Commissie J.H.E. Soepenberg, voorzitter H.B. Prakken S.G.B. Heemskerk Bestuursbureau S.G.B. Heemskerk, manager D.A.B. Buijnsters L. Katalanc-Bulut M.A.A. Timmers-Bossink Adres: E-mailadres: Website:
Postbus 42 7550 GD Hengelo
[email protected] http://www.thales-nl-pensioenfonds.nl
Actuaris Certificerend actuaris: Towers Watson B.V. Adviserend actuaris: Towers Watson B.V. Accountant KPMG Accountants N.V.
Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds Thales Nederland
4
Uitvoeringsorganen Pensioenregeling Hewitt Associates B.V. (sinds 1 oktober 2010 onderdeel van AONHewitt B.V.) Beukenlaan 143 5616 VD Eindhoven Telefoonnummer : 088-1006374 E-mailadres :
[email protected] Vermogensbeheer BlackRock (Netherlands) B.V. ING Investment Management B.V. Custodian / Performance meting Kas Bank Vergadering van deelnemers Ten minste éénmaal per jaar, en wel binnen zes maanden na afloop van het boekjaar, zal door het bestuur een vergadering van deelnemers worden gehouden; een vergadering dient eveneens te worden gehouden indien ten minste 50 deelnemers daartoe een schriftelijk verzoek aan het bestuur hebben gedaan. Vereniging van gepensioneerden (V.V.S.P.T.N.) Met ingang van 9 juni 2006 is de deelname van de (vroeg-) gepensioneerden aan het bestuur van Stichting Pensioenfonds Thales Nederland door middel van een statutenwijziging geformaliseerd. Verantwoordingsorgaan A.T. Gomes-Bouwer; lid van het verantwoordingsorgaan namens de werkgever A.A. Hamelink; lid van het verantwoordingsorgaan namens de werknemers/deelnemers H.B. Huiskes; lid van het verantwoordingsorgaan namens de pensioengerechtigden Visitatie Commissie Drs. J. Groenewoud H.J.P. Strang RA D. Wenting AAG RBA
Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds Thales Nederland
5
Kerncijfers (bedragen zijn in duizenden) Aantal deelnemers Actieve deelnemers (incl. Arbeidsongeschikten) Pensioentrekkenden
2010
2009
2008
2007
2006
2.106 (65)
2.183 (66)
2.230 (87)
2.420 (95)
2.571 (107)
1.245
1.161
1.050
871
681
Premievrije rechten
1.222
1.179
1.263
1.131
1.276
Totaal aantal deelnemers
4.573
4.523
4.543
4.422
4.528
Reglementvariabelen Indexatie actieven per (1 januari) Middelloon (in %) Indexatie inactieven per (1 januari) Middelloon (in %)
0,00%
0,00%
4,29%
0,00%
1,41%
0,00%
0,00%
1,29%
1,72%
1,10%
Indexatie inactieven per (1 april) Eindloon (in %)
0,00%
0,00%
1,74%
1,53%
1,47%
Feitelijke premie
€21.385
€19.805
€ 20.881
€ 19.130
€ 20.061
Zuivere kostendekkende premie
€21.907
€23.174
€ 18.701
€ 18.015
Kostendekkende / gedempte premie (abtn)
€ 20.508
€ 19.594
€ 20.251
€ 17.321
nvt € 20.720 (APP)
€ 1.333
€ 1.283
€ 1.293
€ 1.416
€ 1.493
€ 23.209
€ 22.330
€ 21.214
€ 18.832
€ 17.218
€ 735.787 Nvt € 735.956 100,0%
€ 662.148 nvt € 647.393 102,3%
€ 607.697 nvt € 656.175 92,6%
€ 664.062 nvt € 521.749 127,3%
€ 686.320 € 524.649 € 528.168 129,9%
115,6%
113,4%
111,0%
nvt
nvt
116,6% nvt nvt
116,0% nvt nvt
116,7% nvt nvt
117,2% nvt nvt
119,9% 130,8% 127,3%
€ 39.466 € 258.970 € 402.267 € 43.011
€ 34.816 € 218.639 € 384.502 € 20.095
€ 30.432 € 156.814 € 369.594 € 49.672
€ 42.085 € 230.885 € 379.401 € 5.966
€ 67.098 € 255.484 € 347.356 € 3.084
€ 24.901
€ 18.109
€ 28.560
-
-
€ 4.231
€263
€ 3.738
€ 1.583
€ 5.521
€ 772.846
€ 676.424
€ 638.810
€ 659.920
€ 678.543
Beleggingsopbrengsten Directe beleggingsopbrengsten
€ 18.481
€ 18.305
€ 13.201
€ 18.419
€ 16.666
Indirecte beleggingsopbrengsten
€ 57.691
€ 50.927
- € 68.268
- € 37.681
€ 29.087
€ 76.172
€ 69.232
- € 55.067
- € 19.262
€ 45.753
11,6%
12,1%
-7,9%
-2,8%
7,2%
9,1%
16,9%
-15,0%
n/a
n/a
8,2%
13,9%
-15,6%
-2,2%
7,3%
Pensioenuitvoering
Pensioenuitvoeringskosten Pensioenuitkeringen Vermogenssituatie Pensioenvermogen Pensioenverplichtingen (o.b.v. 4%) Pensioenverplichtingen (o.b.v. FTK %) Aanwezige dekkingsgraad (FTK) Vereiste dekkingsgraad (FTK) o.b.v. werkelijke beleggingsmix Vereiste dekkingsgraad (FTK) o.b.v. strategische beleggingsmix Aanwezige dekkingsgraad (APP) Vereiste dekkingsgraad (APP) Beleggingsportefeuille Vastgoedbeleggingen Aandelen Vastrentende waarden Derivaten Cash funds / overige beleggingen Liquide middelen Totaal beleggingen
Totaal inclusief waardewijzigingen 1
Totaal beleggingsrendement (in %)
Totaal beleggingsrendement (in unhedged %) )2
Benchmark (in %) (unhedged
Tabel 2; Kerncijfers 1 2
Totaal beleggingsrendement betreft het rendement inclusief het effect van valuta afdekking en swap overlay De benchmark % 2007 en eerder zijn inclusief valuta afdekking
Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds Thales Nederland
6
Verslag van het bestuur Hoofdlijnen In 2010 is wederom veel tijd en energie geïnvesteerd in de financiële positie van het Fonds en het volgen van het herstel. Het bestuur heeft een ALM studie (Asset Liability Management) laten uitvoeren om zo te toetsen of de strategische beleggingsmix van het Fonds optimaal is. Optimaal betekent in dit kader een beleggingsmix met een optimaal risico-rendement profiel gegeven de verplichtingen van het Fonds. Naar aanleiding van onderzoek door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het Actuarieel Genootschap (AG) heeft het Fonds in diverse stappen de verplichtingen moeten verhogen. Uit het betreffende onderzoek bleek dat de levensverwachting is toegenomen. De toegenomen levensverwachting zorgt voor hogere verplichtingen en heeft daarmee een negatieve invloed op de dekkingsgraad gehad. Over 2010 heeft de stijging van de levensverwachting een impact gehad van + 3,1% op de verplichtingen (en daarmee een effect van éénmalig -3% op de dekkingsgraad). Ultimo 2009 was er reeds een impact van + 3,7% op de verplichtingen vanwege toegenomen levensverwachting. In 2010 heeft het bestuur tevens veel tijd besteed aan risicomanagement. De bestaande analyse op dit vlak is geactualiseerd door het bestuur. Eind december 2010 bedroeg de dekkingsgraad 100,0%. Het belegd vermogen van het Fonds is toegenomen. Het rendement over 2010 bedraagt 11,6%, inclusief het effect van de swap-overlay en valuta afdekking (bijdrage respectievelijk +3,4% en –0,9%). De beleggingsopbrengsten van het Fonds over 2010 bedroegen ongeveer 76,2 miljoen euro. Exclusief swap-overlay en valuta afdekking bedraagt het rendement 9,1%. Aan de verplichtingenkant van de balans zijn de verplichtingen van het Fonds toegenomen met name door de dalende rente en verdere stijging van de levensverwachting. De verplichtingen zijn in omvang toegenomen met 88,6 miljoen euro, van 647,4 miljoen euro ultimo 2009 naar 736,0 miljoen euro ultimo 2010. Gezien de financiële positie van het Fonds heeft het bestuur in december 2010 besloten om niet te indexeren in 2011. Het niet verhogen van de pensioenuitkeringen en opgebouwde pensioenen raakt zowel gepensioneerden als werknemers en gewezen deelnemers. Uit het bovenstaande moge duidelijk worden dat in 2010 de financiële positie van het Fonds bovenaan de agenda van het bestuur heeft gestaan. Eind 2010 kan geconstateerd worden dat het daadwerkelijke herstel van het Fonds vooruitloopt op het vooruit berekende herstelpad dat in het, door De Nederlandsche Bank (DNB) goedgekeurde, herstelplan is opgenomen. Naast het opstellen van het herstelplan heeft het bestuur na afloop van het derde kwartaal in 2008 besloten om de “automatische” rebalancing na afloop van ieder kwartaal “on hold” te zetten. Deze maatregel is genomen vanwege de op dat moment sterk neerwaartse trend op aandelenmarkten. Met deze maatregel is de schade ten aanzien van de financiële positie van het Fonds beperkt. In de loop van 2009 en 2010 is het nog aanwezige aandelenbelang door autonome stijging van koersen en enkele éénmalige aanpassingen in de allocatie weer naar de strategische omvang van 36% gestegen. Daarnaast heeft het gedeeltelijk afdekken van het renterisico de neerwaartse ontwikkeling en fluctuatie van de dekkingsgraad beperkt. In april 2010 zijn de jaarlijkse Uniforme Pensioenoverzichten (UPO’s) aan deelnemers verstrekt door het Fonds. Alle pensioenfondsen en verzekeraars gebruiken dit vastgestelde format zodat de vergelijkbaarheid en optelbaarheid van jaarlijkse pensioenoverzichten gewaarborgd is. Tevens zijn in april 2010 de UPO’s aan gewezen deelnemers en pensioengerechtigden verzonden. Alle bestuursleden en mensen werkzaam bij het pensioenbureau hebben over 2010 een verklaring afgegeven over het naleven van de gedragscode die door het Fonds is vastgesteld. Verder is het communicatiebeleidsplan vastgesteld en hebben bestuursleden diverse cursussen en seminars gevolgd. In 2010 heeft het bestuur een groot aantal aanbevelingen, die gedaan zijn door de visitatiecommissie, nader uitgewerkt. In 2010 is de communicatie commissie diverse keren bij elkaar geweest om het communicatiebeleid en de ambities rond communicatie met deelnemers en pensioengerechtigden verder concreet vorm te geven. Tevens is de website van het Fonds vernieuwd. Met deze besluiten en acties is invulling gegeven aan diverse principes van Pension Fund Governance die verankerd zijn in de PW.
Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds Thales Nederland
7
Goed pensioenfondsbestuur In 2007 heeft de commissie pension fund governance (PFG) van Stichting Pensioenfonds Thales Nederland geïnventariseerd hoe de principes voor goed pensioenfondsbestuur kunnen worden geïmplementeerd binnen het Thales Pensioenfonds. Hiertoe is de commissie een aantal keren bijeengekomen. Een en ander heeft geresulteerd in de vaststelling van reglementen voor het verantwoordingsorgaan en voor de visitatiecommissie. Eind 2007 hebben de verschillende betrokken partijen bij het Fonds de mensen voor het verantwoordingsorgaan benoemd. Over de jaren 2007, 2008 en 2009 heeft het verantwoordingsorgaan haar oordeel afgegeven. Deze oordelen zijn tezamen met de reactie van het bestuur op deze oordelen aan de respectievelijke jaarverslagen gehecht. Een visitatie dient minimaal één keer per drie jaar plaats te vinden. In het najaar van 2009 heeft het bestuur een onafhankelijke visitatiecommissie, bestaande uit 3 externe deskundigen, benoemd. Deze commissie is in het vierde kwartaal van 2009 begonnen met haar werkzaamheden ten behoeve van een volledige visitatie van het Fonds. De commissie heeft alle belangrijke documenten van het Fonds bestudeerd en een aantal interviews gehouden. Onder andere met het bestuur, met delegaties van het bestuur en met de manager van het Fonds. Aan de hand hiervan heeft de visitatiecommissie begin 2010 een rapport opgesteld met haar oordeel en een aantal aanbevelingen. Het onderzoek van de commissie heeft zich, in lijn met de wettelijke vereiste, gericht op: Het beoordelen van beleids- en bestuursprocedures en -processen en de checks en balances binnen het Fonds. Het beoordelen van de wijze waarop het Fonds wordt aangestuurd. Het beoordelen van de wijze waarop door het bestuur wordt omgegaan met de risico’s op de korte en langere termijn. De visitatie heeft een breed karakter en dekt alle relevante beleidsgebieden af. Daarmee is sprake van een volledige visitatie. Het samenvattend verslag inclusief het oordeel en de door de visitatiecommissie opgestelde samenvatting van de bevindingen treft u integraal aan in het jaarverslag over 2009. Andere thema’s binnen de PFG-principes zijn deskundigheidsbevordering, communicatie met deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden en zelfevaluatie van het bestuur.
Integere bedrijfsvoering Wettelijk is geregeld dat een pensioenfonds maatregelen dient te treffen die goed pensioenfondsbestuur waarborgen. Met de invoering van de PW per 1 januari 2007 zijn de STAR principes voor pension fund governance (PFG) verankerd in het wettelijke kader. Deze 32 principes betreffen de onderdelen zorgvuldig bestuur; transparantie, openheid en communicatie; deskundigheid; verantwoording en intern toezicht. De organisatie van een pensioenfonds dient zodanig ingericht te zijn, dat hiermee een beheerste en integere bedrijfsvoering wordt gewaarborgd. Deze verantwoordelijkheid is vastgelegd in artikel 143 van de PW. Dit houdt onder meer in: Adequate administratieve organisatie en interne controle (AO/IC) en risicobeheersing; Analyse en beheersing van integriteitsrisico’s; Voorkomen van belangenverstrengeling; Duurzame beheersing van (financiële) risico’s; Eenmaal per 3 jaar een continuïteitsanalyse. In december 2009 heeft het bestuur de definitieve versie van de notitie “Risicoanalyse en risicomanagement van Stichting Pensioenfonds Thales Nederland” vastgesteld. In deze notitie is een integrale analyse gemaakt van de financiële en niet-financiële risico’s waarmee het Fonds zich geconfronteerd ziet. De notitie gaat uit van de risicoanalyse systematiek FIRM die tevens door DNB gebruikt wordt. Het bestuur heeft continue aandacht voor risicomanagement en bespreekt het risicomanagementbeleid periodiek in haar vergaderingen. Gedurende het jaar 2010 heeft het bestuur de financiële en niet-financiële risico’s waarmee het Fonds zich geconfronteerd ziet opnieuw besproken en de betreffende notitie is geactualiseerd. Indien er aanleiding voor is worden maatregelen genomen om de financiële en niet-financiële risico’s verder in te perken.
Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds Thales Nederland
8
Het bestuur heeft een externe accountant aangesteld. Deze accountant controleert jaarlijks het jaarverslag en de Staten voor de DNB en vervolgens doet de accountant verslag van zijn werkzaamheden in de vorm van een accountantsverklaring en een verslag aan het bestuur. Het bestuur heeft een externe certificerend actuaris aangesteld. De certificerend actuaris zal de financiële positie van het pensioenfonds beoordelen volgens de eisen van De Nederlandsche Bank N.V. De certificerend actuaris rapporteert éénmaal per jaar aan het fondsbestuur door middel van controle van het actuarieel rapport en een actuariële verklaring. Rapportage door het Fonds vindt plaats uiterlijk 1 juli van het jaar volgend op het kalenderjaar waarop de rapportage betrekking heeft. Het bestuur is verantwoordelijk voor het uitvoeren van interne controle maatregelen gericht op de juiste en volledige registratie van de gegevens van het pensioenfonds. Ter controle op de uitbestede werkzaamheden zijn met Hewitt Associates B.V. de volgende afspraken gemaakt: Hewitt Associates B.V. levert periodiek (een keer per kwartaal in een kwartaalverslag) de belangrijkste performance indicatoren over het functioneren van haar uitvoeringsorganisatie. Jaarlijks zal de accountant van het pensioenfonds zich in het kader van de beoordeling van de jaarrekening een oordeel vormen over de aanwezigheid en naleving van de administratieve organisatie en de interne controle procedures. Indien daartoe aanleiding is, zal het bestuur samen met Hewitt Associates B.V. een vergadering beleggen waarin zal worden gesproken over het functioneren van de uitvoeringsorganisatie. Daarnaast laat het bestuur zich ter vervulling van deze taak bijstaan door de Manager Pensioenfonds. Het Bestuur geeft instructies van algemene strekking aan de Manager Pensioenfonds. Hewitt verzorgt een SAS-70 rapportage type 2 voor de periode 1 januari tot 30 september 2010. Het Fonds heeft het renterisico in belangrijke mate afgedekt doordat het bestuur zo’n 70 % van de pensioenverplichtingen heeft afgedekt. Sinds maart 2008 wordt dit gedaan met behulp van vastrentende beleggingen in combinatie met een Swap overlay portefeuille (rente swaps). Voor een kwantitatieve beschrijving van de risico’s wordt verwezen naar de toelichting op de jaarrekening op pagina 37 en verder in dit verslag.
Naleving wet- en regelgeving Het bestuur is niet bekend met overtredingen op voor het Fonds relevante wet - en regelgeving.
Klachten en geschillen Het Fonds hanteert een klachten- en geschillenprocedure. In 2010 zijn geen klachten of geschillen ontvangen.
Gedragscode en compliance officer De Autoriteit Financiële Markten (AFM) is verantwoordelijk voor het effectentypisch gedragstoezicht. Fondsen moeten beschikken over een adequate AO/IC, moeten maatregelen hebben die nodig zijn voor een onafhankelijk marktoptreden en zich onthouden van handelen met voorwetenschap (koersgevoelige informatie). Tevens vereist de wetgever een “algemene” gedragscode, die op andere terreinen gedragsregels oplegt, zoals de relatiegeschenken en nevenfuncties. DNB is verantwoordelijk voor dit bedrijfseconomisch gedragstoezicht. De Vereniging van Bedrijfstakpensioenfondsen (VB), Unie van Beroepspensioenfondsen (UvB) en Stichting voor Ondernemingspensioenfondsen (OPF) hebben een nieuwe modelgedragscode ontwikkeld waarin beide vormen van gedragstoezicht zijn verwerkt. Het bestuur heeft een gedragscode vastgesteld voor het Thales pensioenfonds aan de hand van de modelgedragscode van de koepelorganisaties. Tevens is door het bestuur een compliance officer benoemd. Jaarlijks wordt toegezien op de naleving van de code en jaarlijks wordt door de bestuursleden en de overige verbonden personen een verklaring omtrent het naleven van de gedragscode van het Fonds getekend. In april 2011 heeft het bestuur de rapportage van de compliance officer over 2010 ontvangen.
Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds Thales Nederland
9
Deskundigheidsbevordering Het deskundigheidsplan van het bestuur is opgesteld op basis van het Plan van Aanpak Deskundigheidsbevordering van de pensioenkoepels. In het plan wordt onderscheid gemaakt naar de 2 verschillende deskundigheidsniveaus. Verder zijn in het plan de verschillende deskundigheidsgebieden gekoppeld aan bestuursleden. In 2010 heeft elk bestuurslid één of meerdere cursussen of seminars gevolgd over actuele onderwerpen en thema’s uit de pensioenwereld. Tevens heeft er in 2009 externe toetsing van de bestuursdeskundigheid plaatsgevonden.
Communicatie In 2009 is een communicatiecommissie ingesteld om de communicatieambities nader vorm te geven. De commissie bestaat uit drie bestuursleden en een medewerker van het pensioenbureau . In 2010 heeft de commissie het communicatiebeleidsplan herzien en uitgewerkt met een actieplan voor de korte en langere termijn. De herziening heeft betrekking op het meer pensioenbewust maken van deelnemers. De wettelijk vereiste communicatie was al opgenomen in de eerste versie van het communicatiebeleidsplan. De Uniforme Pensioen Overzichten (UPO) voor deelnemers zijn in april 2010 verstuurd. Naar aanleiding van deze overzichten heeft de communicatiecommissie de door haar geconstateerde verbeterpunten doorgegeven aan de Pensioenfederatie, de instantie die de layout van de pensioenoverzichten samenstelt. In het personeelsblad Reflector is aandacht besteed aan pensioenitems: in juni aan de deelnemersvergadering en in november aan de actuele situatie van het pensioenfonds. De pensioenfondswebsite is vernieuwd: er is gekozen voor een event driven insteek (op basis van gebeurtenissen die in een werkzaam leven zich kunnen voordoen) en voor een moderne look and feel. Iedere maand wordt de actuele dekkingsgraad, zo nodig met korte toelichtingen op de wijzigingen, op de site geplaatst. Tevens is een aanbeveling van de visitatiecommissie (rapport 29 januari 2010) ten aanzien van communicatie over toeslagen nader uitgewerkt en op de site geplaatst. De communicatiecommissie heeft de startbrief van het Thales pensioenfonds bekeken in samenhang met een voorbeeldbrief van AFM. De brieven zijn bekeken op leesbaarheid en begrijpelijkheid en de conclusie is dat de Thales pensioenfonds startbrief aan deze voorwaarden voldoet. Verder heeft het pensioenfonds inspanningen geleverd om aan te kunnen sluiten bij het Pensioenregister. Via de website Mijnpensioenoverzicht.nl komt de pensioensector tegemoet aan de wens van de overheid dat elke Nederlander op eenvoudige wijze inzicht krijgt in zijn AOW en pensioen. Mijnpensioenoverzicht.nl wordt door het Thales pensioenfonds eens per jaar gevuld met de gegevens die in dat jaar op het Uniform Pensioen Overzicht staan. Ook is de bestaande pensioenplanner geactualiseerd eind 2010, waardoor op basis van actuele gegevens verschillende pensioenscenario’s kunnen worden doorgerekend.
Bestuursvergaderingen Het bestuur van het Fonds heeft het afgelopen jaar dertien maal vergaderd. Er is een aantal additionele vergaderingen ingepland in verband met de uitvoering van een ALM studie en de update risicomanagement. Daarnaast zijn de financiële positie van het Fonds, de ontwikkelingen op de financiële markten, de ontwikkeling van de beleggingsportefeuille en het herstelplan een belangrijk onderwerp in de vergaderingen geweest. Andere onderwerpen waren de uitvoering van de voorwaardelijke rechten regeling, compliance, het communicatiebeleidsplan en het uitwerken van de aanbevelingen van de visitatiecommissie. De premie en indexatie voor 2011 zijn in de decembervergadering vastgesteld. Op 17 juni 2010 is de deelnemersvergadering gehouden. Deze deelnemersvergadering mocht zich verheugen op een grote belangstelling vanuit de deelnemers en gepensioneerden. In deze vergadering is gesproken over het indexatiebesluit, de financiële positie en het herstelplan van het Fonds zijn uitgebreid toegelicht en de notulen van de vorige deelnemersvergadering zijn vastgesteld. Naast bovengenoemde onderwerpen is gesproken over het communicatiebeleidsplan, het jaarverslag en de jaarrekening 2009. Het bestuur van het Fonds besteedt conform de PW en de daarin opgenomen eisen voor goed pensioenfondsbestuur veel aandacht aan de opzet en inrichting van de organisatie, inclusief de interne beheersing. Onder andere in de statuten is bepaald hoe het bestuur invulling geeft aan begrippen als verantwoording en intern toezicht. Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds Thales Nederland
10
Vanaf eind 2007 is het verantwoordingsorgaan (VO) actief. Het VO bestaat uit een vertegenwoordiging namens deelnemers, pensioengerechtigden en de werkgever. De verantwoording die het bestuur aflegt is onderdeel van de jaarverslagcyclus en in dat kader wordt ook het formele overleg gevoerd tussen bestuur en VO. Volgens de Pensioenwet dient het verantwoordingsorgaan (VO) een oordeel te geven over: Het handelen van het Bestuur van de Stichting Pensioenfonds Thales Nederland (SPTN). Het door het Bestuur uitgevoerde beleid in het kalenderjaar 2009. Beleidskeuzes van het Bestuur die op de toekomst betrekking hebben. Om tot een oordeel te kunnen komen heeft het VO in de maand mei 2010 gesprekken gevoerd met de externe accountant, de certificerend actuaris en met het Bestuur van de SPTN. Het Bestuur heeft het VO inzicht verschaft in het jaarverslag 2009, de Actuariële en Bedrijfstechnische Nota (ABTN) en andere relevante documenten. In mei 2010 heeft het VO een verklaring afgelegd over het handelen van het bestuur, het door het bestuur uitgevoerde beleid in het kalenderjaar 2009 en de beleidskeuzes van het bestuur die op de toekomst betrekking hebben. De betreffende verklaring van het VO en de reactie van het bestuur zijn opgenomen in het jaarverslag 2009. Voor het Intern Toezicht is gekozen voor de variant van een visitatiecommissie, die eens in de drie jaar de beleidsen bestuursprocedures en processen beoordeelt. Hierbij wordt onder meer gekeken naar de checks and balances, de wijze waarop de uitvoering van de regeling wordt bestuurd en aangestuurd en de wijze waarop wordt omgegaan met de risico's op de langere termijn voor (de dekkingsgraad van) het pensioenfonds. De visitatiecommissie is in het najaar van 2009 benoemd en heeft haar werkzaamheden op 29 januari 2010 afgerond. Een samenvattend verslag van de bevindingen van de visitatiecommissie is integraal opgenomen in het jaarverslag over 2009. In 2010 heeft het bestuur de uitwerking van diverse aanbevelingen van de visitatiecommissie ter hand genomen
Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds Thales Nederland
11
Financiële paragraaf Samenvatting van de financiële positie van het Fonds en ontwikkelingen gedurende het jaar (In duizenden Euro’s)
Pensioenvermogen
Technische voorzieningen
Dekkingsgraad
EUR 607.696 19.805 69.232
EUR 656.175 18.761 23.039 -29.856 -22.766
% 92,6%
Stand per 31 december 2008 Premiebijdragen / koopsomopbouw Beleggingsresultaten / rentetoevoeging Wijziging marktrente gedurende 2009 Uitkeringen Indexatie Waardeoverdrachten Overige: toeslag langleven Overige Stand per 31 december 2009 Premiebijdragen / koopsomopbouw Beleggingsresultaten / rentetoevoeging Wijziging marktrente gedurende 2010 Uitkeringen Indexatie Waardeoverdrachten Overige: toeslag langleven Overige
-22.330 -10.401 -1.854 662.148 21.385 76.172 -23.209 644
Stand per 31 december 2010 Tabel 3; Stand financiële positie
-11.713 12.641 1.112 647.393 19.071 8.483 62.294 -23.652
-1.353
886 20.866 615
735.787
735.956
102,3%
100,0%
Het saldo van baten en lasten over de afgelopen jaren kan als volgt worden geanalyseerd: (In duizenden Euro’s) Premieresultaat incl. kosten Interestresultaat Overig resultaat Totaal resultaat Tabel 4; Resultaat
2010 EUR 2.329 5.396 -22.628 -14.903
2009 EUR -239 76.049 -12.576 63.234
2008 EUR 4.724 -194.545 -971 -190.792
2007 EUR 4.608 -16.176 -773 -12.341
Het interestresultaat (5.396k Euro) bestaat uit het saldo uit hoofde van wijziging rentetermijnstructuur (-62.294k Euro) en uit hoofde van beleggingsopbrengsten (67.690k Euro). Het overige resultaat (-22.628k Euro) bestaat hoofdzakelijk uit overige (incidentele) mutaties van de technische voorziening (-20.866k Euro), een saldo uit hoofde van kanssystemen (-1.004k euro), een positief saldo uit hoofde van waardeoverdrachten (242k Euro) en een saldo uit overige (516k Euro). De overige (incidentele) mutaties (-20.866k Euro) wordt met name veroorzaakt door de ontwikkelingen op het gebied van langleven. Sinds de publicatie van de AG-prognosetafel 2005-2050 is gebleken dat de realisaties in toenemende mate afwijken van de voorspelling. Dit is voor het Actuarieel Genootschap aanleiding geweest om een nieuw prognosemodel te ontwikkelen, de AG-prognosetafel 2010-2060. In de verslaglegging 2009 was reeds een langlevenopslag van 2% gehanteerd. Het bestuur heeft besloten om in de verslaglegging 2010 over te gaan op de nieuwe prognosetafel AG 2010-2060 met Towers Watson 2010 ervaringssterfte (zijnde een leeftijdsafhankelijke verlaging van de sterftekans van een deelnemer). Dit betekent per saldo een toename van de voorziening pensioenverplichtingen met 18.193k Euro, de vrijval van de 2% opslag gesaldeerd met de overgang naar de nieuwe prognosetafel 2010-2060 met Towers Watson 2010 ervaringssterfte. Naast de overgang naar de nieuwe AG tafel, is de kostenvoorziening verhoogd van 0,4% naar 0,8%, dit brengt een last van 2.673k Euro met zich mee, die ook onder het overig resultaat is opgenomen. Ultimo 2010 bedraagt de gehanteerde gemiddelde rekenrente voor de technische voorziening circa 3,47% (2009; 3,88%). Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds Thales Nederland
12
De dekkingsgraad ultimo jaar (op basis van de jaarrekening) heeft zich de afgelopen jaren als volgt ontwikkeld: Dekkingsgraad vlgs APP ultimo Dekkingsgraad vlgs FTK ultimo
2010 Nvt 100,0%
2009 Nvt 102,3%
2008 Nvt 92,6%
2007 Nvt 127,3%
2006 130,8% 129,9%
Tabel 5; Dekkingsgraad
Het Fonds heeft in haar toeslagbeleid vastgelegd dat jaarlijks pensioenaanspraken worden verhoogd, indien de financiële middelen van het Fonds dit toelaten. Hiermee wordt rekening gehouden met de ontwikkeling van het prijspeil en de loonontwikkeling binnen de CAO-Metalektro. Voor het toeslagbeleid wordt verwezen naar pagina 36 van dit verslag.
Herstelplan Dekkingsgraad Eind 2010 bedraagt de dekkingsgraad van het pensioenfonds 100,0% (2009; 102,3%).
Solvabiliteitseisen Ultimo 2010 bedraagt het vermogen 735,8 miljoen Euro en de dekkingsgraad 100,0%. Het minimaal vereist eigen vermogen bedraagt 31,2 miljoen Euro, hetgeen overeenkomt met de minimaal vereiste dekkingsgraad voor het Fonds van 104,2%.Het vereist eigen vermogen bedraagt eind 2010 101,2 miljoen Euro en de vereiste dekkingsgraad 115,6%% op basis van de werkelijke beleggingsmix (op basis van de strategische mix is de vereiste dekkingsgraad 116,6%). Ultimo 2010 is het eigen vermogen van het Fonds lager dan zowel het vereist eigen vermogen als het minimaal vereist eigen vermogen en is sprake van een reservetekort en een dekkingstekort.
Belangrijkste uitgangspunten van het herstelplan Het Fonds maakt gebruik van de eenmalige mogelijkheid die de Minister heeft geboden om binnen 5 jaar (in plaats van 3 jaar; dus uiterlijk 31 december 2013) het minimaal vereist eigen vermogen te bereiken. Bij het opstellen van het herstelplan heeft het bestuur zich laten ondersteunen door externe adviseurs en is het voorgenomen beleggingsbeleid afgestemd met de beleggingscommissie. Het herstelplan is opgesteld met inachtneming van de uitgangspunten zoals die door DNB zijn voorgeschreven. Nadrukkelijk merken wij op dat inherent aan de modelmatige aanpak ook het herstelplan een benadering van de werkelijkheid is. Dit betekent dat de werkelijke ontwikkeling van de dekkingsgraad in positieve of negatieve zin kan afwijken van het verwachte herstelpad, waardoor de financiële positie van het Fonds zich sneller of langzamer kan herstellen dan voorzien. De belangrijkste uitkomsten van het in maart 2009 ingediende herstelplan zijn: In de vijfjaarsperiode 2008-2013 zal er geen sprake zijn van toeslagverlening. Dit geldt naar verwachting ook nog voor het jaar 2014. Het beleggingsbeleid wordt niet aangepast.
Herstelkracht op korte termijn Uit het herstelplan blijkt herstelkracht. Bij het totstandkomen van het herstelplan is voldoen aan de wettelijke eisen en evenwichtige belangenbehartiging het uitgangspunt. Uit het herstelplan blijkt dat het Fonds binnen 5 jaar voldoet aan de wettelijke eisen ten aanzien van minimaal vereist eigen vermogen. Bijbehorende dekkingsgraad voor het Fonds zoals opgenomen in het herstelplan bedraagt 104,3%.
Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds Thales Nederland
13
Herstelkracht op lange termijn Uit het herstelplan blijkt dat het Fonds binnen 15 jaar voldoet aan de wettelijke eisen ten aanzien van het vereist eigen vermogen (VEV). Bij het herstelplan is uitgegaan van een gemiddeld lange termijn rendement, dit verwachte rendement moet in belangrijke mate bijdragen aan het herstel. De dekkingsgraad ultimo 2010 is lager dan de minimaal vereiste dekkingsgraad (dekkingstekort). De einddatum van het kortetermijn herstelplan is volgens plan eind 2013, op basis van de ontwikkeling van de dekkingsgraad in 2010 is de verwachte einddatum van het kortetermijn herstelplan eind 2011. De einddatum van het langetermijn herstelplan is volgens plan eind 2017, op basis van de ontwikkeling van de dekkingsgraad in 2010 is de verwachte einddatum van het langetermijn herstelplan eind 2016.
Toelichting op realisatie verslagjaar Onderstaande tabel is een specificatie van de werkelijke ontwikkeling van de dekkingsgraad in 2010 ten opzichte van de verwachte ontwikkeling in de dekkingsgraad in 2010 volgens het herstelplan. Primo stand dekkingsgraad (%) Mutatie dekkingsgraad (%-punt) Ultimo dekkingsgraad (%) Geraamde technische voorzieningen Vereist eigen vermogen Vereiste dekkingsgraad (%) Oorzaken mutatie dekkingsgraad: Premieverschil op dekkingsgraad (%-punt) Solvabiliteitsvrijval op dekkingsgraad (%-punt) Rentetermijnstructuur op dekkingsgraad (%-punt) Rendementsverschil op dekkingsgraad (%-punt) Overige oorzaken en kruiseffecten op dekkingsgraad (%-punt) Som van alle mutaties van de dekkingsgraad Tabel 6; Specificatie ontwikkeling van de dekkingsgraad ten opzichte van herstelplan
Realisatie 2010 102,3% -2,3% 100,0% 735.956 122.012 116,6%
Plan 2010 95,6% 2,8% 98,4% 669.088 111.738 116,7%
0,2% 0,1% -9,9% 10,0% -2,7% -2,3%
0,2% -0,2% 0,0% 2,9% -0,1% 2,8%
In de post overige oorzaken is de overgang naar nieuwe sterftegrondslagen verwerkt; een effect van circa 3%. Dit is bovenop de in 2009 al verwerkte langlevenopslag ad 2% in verband met waargenomen sterfteverbetering. Daarnaast is hierin de verhoging van de kostenvoorziening naar van 0,4% naar 0,8% van de voorziening opgenomen.
Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds Thales Nederland
14
Pensioenparagraaf Pensioenregelingen
De pensioenregeling binnen het Fonds heeft het karakter van een uitkeringsovereenkomst.
Eindloonregeling Tot 1 januari 2004 heeft het Fonds een eindloonregeling gekend met een pensioenleeftijd van 65 jaar en een nabestaandenpensioen op opbouwbasis. In deze regeling zijn nog steeds deelnemers opgenomen (deelnemers aan de vervroegde uittredingsregeling SUM).
Middelloonregeling 2004 Vanaf 1 januari 2004 kent Thales een middelloonregeling met na-indexatie. Daarnaast wordt het nabestaandenpensioen niet langer opgebouwd, maar verzekerd op risicobasis. De pensioenleeftijd is 62 jaar geworden. Voor de reeds gepensioneerden en voor diegenen die gedeeltelijk of volledig zijn toegetreden tot de ‘oude’ SUMregeling, hebben de wijzigingen geen invloed gehad. Zij zijn in de eindloonregeling gebleven. Voor alle deelnemers die zijn overgegaan naar de middelloonregeling, zijn de reeds opgebouwde pensioenrechten omgezet in rechten in de middelloonregeling. Tevens is voor hen een garantieregeling van kracht.
Middelloonregeling 2006 Per 1 januari 2006 is de pensioenregeling opnieuw aangepast. De aanleiding hiervoor was vooral de nieuwe fiscale wetgeving die op dat moment ging gelden. Voor iedereen geboren óp of ná 1 januari 1950 is de pensioenrichtleeftijd weer 65 jaar geworden. De regeling blijft een middelloonregeling met na-indexatie. Het nabestaandenpensioen vindt plaats op opbouwbasis en de franchise is verlaagd. Daarnaast wordt voor iedereen die geboren is vanaf 1950 tot en met 1972, en die voldoet aan de voorwaarden, een voorwaardelijk extra ouderdomspensioen ter compensatie van het vervallen van de TOP/SUM(O)-uitkering bepaald. Het garantiepensioen dat bij de overgang van de eindloonregeling naar de middelloonregeling is toegezegd, is op 31 december 2005 definitief vastgesteld. Voor iedereen geboren vóór 1950 blijft de middelloonregeling 2004 grotendeels gehandhaafd. Het nabestaandenpensioen blijft voor deze groep op risicobasis verzekerd. Per 1 januari 2008 zijn alle pensioenregelingen aangepast aan de nieuwe PW. Zo zijn in het reglement bepalingen opgenomen, die bewerkstelligen dat er een bijzonder partnerpensioen ontstaat als ongehuwd samenwonenden uit elkaar gaan. Een ander belangrijk punt is dat het Fonds heeft besloten wettelijke vormen van afkoop te hanteren. In de Middelloonregeling 2004 is opgenomen dat, in geval van ontslag, de partner- en arbeidsongeschiktheidsdekking wordt voortgezet, zolang een uitkering vanuit de Werkloosheidswet wordt ontvangen. De voorwaardelijk extra aanspraken waarop recht bestaat in de Middelloonregeling 2006 vervallen bij einde deelneming in het Fonds. Ook bij overgangen binnen de bedrijfstak na 1 januari 2006 van bijvoorbeeld een gedispenseerde onderneming naar een onderneming die bij het bedrijfstakpensioenfonds is aangesloten of omgekeerd, bestaat er dus geen uitzicht op voorwaardelijke extra aanspraken meer. Dat was niet de bedoeling van cao-partijen. Bedoeld was, dat de 15-jaarsregeling bedrijfstakbreed zou werken. Om te bewerkstelligen dat een overgang binnen de bedrijfstak geen gevolgen voor de overgangsregeling zou hebben is een wederkerigheidsbepaling in de Middelloonregeling 2006 opgenomen. Dit betekent dat de voorwaardelijke rechten, onder bepaalde voorwaarden, overgenomen worden door de uitvoerder van de nieuwe pensioenregeling van een deelnemer.
Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds Thales Nederland
15
Binnen de bedrijfstak is besloten het voorwaardelijk pensioen per jaarlaag toe te kennen. Vanwege de financiële onzekerheid is binnen de bedrijfstak in 2010 nog geen besluit genomen over de toekenning van voorwaardelijk extra ouderdomspensioen voor de geboortejaren 1951 en later. Deze besluitvorming is uitgesteld tot de eerste helft van 2011. Thales Nederland B.V. volgt dit besluit om de toekenning uit te stellen. Ten aanzien van het voorwaardelijk pensioen geldt dat Thales Nederland B.V. zorgdraagt voor de financiering van deze afspraken, waarbij de CAO en de ontwikkelingen in de bedrijfstak worden gevolgd. Het pensioenfonds Thales Nederland voert de regeling van voorwaardelijk pensioen uit.
Dispensatie van het Bedrijfstakpensioenfonds voor de Metalektro Thales Nederland B.V. is onder bepaalde voorwaarden vrijgesteld van deelname aan de regeling van het Bedrijfstakpensioenfonds Metalektro (PME). Eén van deze voorwaarden is dat de Thales-regeling minstens gelijkwaardig moet zijn aan de PME-regeling. Dit geldt tevens voor het indexatiebeleid dat bij PME en bij het Fonds mede afhankelijk is van de dekkingsgraad. De TOP-regeling is wel bij de bedrijfstak ondergebracht en geldt sinds 1 januari 2006 nog voor iedereen die geboren is voor 1950. Deze regeling is in 2003 in de plaats gekomen van de SUM, de VUT-regeling van de bedrijfstak. De TOP biedt werknemers die aan de voorwaarden voldoen, de mogelijkheid om uit te treden op circa 61-jarige leeftijd (de exacte richtleeftijd hangt af van het geboortejaar van de werknemer) tegen een uitkering van ongeveer 80% van het netto loon. Eerder stoppen kan echter ook, tegen een lagere uitkering.
Reglementaire bedragen / percentages Middelloon
Eindloon
0,00% 0,00% nvt 0,00% 0,00%
nvt nvt 0,00% nvt nvt
€19.421 €15.122 nvt
nvt nvt €20.004
Overbruggingspensioen Gehuwd
nvt
€15.003
Pensioengrondslaggrens
nvt
€66.024
€171.454
nvt
Pensioenbijdrage deelnemers 2010 Gebaseerd op pensioengrondslag
10,56%
10,56%
Pensioenbijdrage werkgever 2010 Gebaseerd op pensioengrondslag
15,84%
15,84%
Indexatie Actieven Middelloon per 1-1-2010 Inactieven Middelloon per 1-1-2010 Inactieven Eindloon per 1-4-2010 Actieven Middelloon per 1-1-2011 Inactieven Middelloon per 1-1-2011 Franchise Geboren vóór 1950 Geboren vanaf 1950 Gehuwd
Maximum pensioengevend salaris
Tabel 7; Kenmerken regeling
Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds Thales Nederland
16
Mutatieoverzicht deelnemers Actieven
Slapers
Gepensioneerden
Totaal
Aantal deelnemers ultimo 2008
2.230
1.263
1.050
4.543
Bij
168
96
125
389
Af
-215
-180
-14
-409
2.183
1.179
1.161
4.523
82
67
109
258
Aantal deelnemers ultimo 2009 Bij Af Aantal deelnemers ultimo 2010
-159
-24
-25
-208
2.106
1.222
1.245
4.573
Tabel 8; Mutatie-overzicht deelnemers
Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds Thales Nederland
17
Beleggingen paragraaf Beleggingen Stichting Pensioenfonds Thales Nederland behaalde in 2010 op de obligatieportefeuille een rendement van 3,81% tegen 2,18% voor de benchmark. De aandelenportefeuille scoorde 17,76% terwijl het rendement op de benchmark 17,78% bedroeg. Het rendement op de onroerend goed portefeuille was 13,21% tegen 14,18% voor de benchmark. Op de totale beleggingen realiseerde het Fonds een rendement van 9,09% waarmee het 0,90% beter scoorde dan de benchmark die 8,19% rendeerde. Het Fonds dekt strategisch 50% van het valutarisico van het Britse Pond, de Amerikaanse Dollar en de Japanse Yen af. In 2010 leverde deze afdekking een bijdrage van -0,86%. Daarnaast dekt het Fonds 70% van het renterisico van de verplichtingen af. In 2010 bedroeg de bijdrage van de swap overlay aan het totaal rendement + 3,39%. Het totale beleggingsrendement, inclusief het effect van derivaten, bedroeg voor het Fonds over 2010 11,6% (2009; 12,1%).
Totaal Rendement belegd vermogen naar categorie De (totale directe en indirecte) beleggingswinst van 77.366k Euro die is gerealiseerd in 2010 is in onderstaande tabel gespecificeerd en naast de vergelijkende cijfers 2009 gezet: (In duizenden Euro’s)
Ultimo 2010
Absoluut Euro Vastgoedbeleggingen Aandelen Derivaten Vastrentende waarden Overige beleggingen Totaal rendement Kosten vermogensbeheer
4.563 39.010 19.651 14.620 -478 77.366 -1.194
Als % gemiddeld belegd vermogen %
Ultimo 2009
Benchmark
Absoluut Euro
13,21% 17,76%
14,18% 17,78%
3,81%
2,18%
9,09%
8,19%
4.662 48.964 -19.842 36.128 597 70.509 -1.277
Totaal rendement 76.172 Tabel 9; Totaal rendement belegd vermogen naar categorie
Als % gemiddeld belegd vermogen %
Benchmark
15,56% 32,14%
16,57% 29,15%
10,70%
6,95%
16,88%
13,88%
69.232
Gedurende het jaar bracht het Fonds geen significante wijzigingen aan in zijn strategische allocatie. Wel is een aantal eenmalige aanpassingen aangebracht. In april werd het belang in aandelen dat boven de strategische 36% zat afgebouwd in lijn met de tactische visie van de vermogensbeheerder op dat moment terwijl in juli een positie van circa 2 miljoen euro is belegd in aandelen van de MENA regio (Middle East and Northern Africa). In oktober is circa 4 miljoen euro aan cash die op dat moment aanwezig was naar aandelen gealloceerd.
Terugblik 2010 2010 was opnieuw een volatiel jaar. Drie hoofdthema’s domineerden de financiële markten. Allereerst was er de Europese schuldencrisis die eind 2009 werd ingezet door Griekenland nadat bleek dat de begrotingscijfers waren gemanipuleerd. Angst voor escalatie naar andere economisch en financieel zwakkere landen in de periferie van de EMU zoals Ierland, Portugal en Spanje zorgde ervoor dat de kapitaalmarktrente ook in deze landen in korte tijd sterk opliep. Aangekondigde en ingrijpende begrotingsmaatregelen bleken ontoereikend om de financiële markten gerust te stellen. Dit vertaalde zich onder andere in een sterke depreciatie van de euro ten opzichte van alle andere belangrijke valuta.
Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds Thales Nederland
18
De mogelijke destabilisatie van de euro en oplopende verliezen op staatsleningen in handen van financiële instellingen leidden tot een samenwerking tussen de EMU en het IMF waarbij een Europees noodfonds werd opgericht. Er kon alleen een beroep worden gedaan onder strenge voorwaarden ten aanzien van het op orde brengen van de financiële huishouding. Hiermee werd ruimte gecreëerd om de begrotingen van de landen in de periferie van de EMU op orde te brengen en de Europese regelgeving te verbeteren. Onderdelen van het pakket aan maatregelen zijn een ingrijpende controle op de financiële situatie van landen met begrotingstekorten en duidelijke sancties op tekortschietend begrotingsbeleid. Door de opzet van dit noodfonds stabiliseerden de financiële markten weer, alhoewel een breed draagvlak voor de controle en sancties ontbrak binnen de EMU. Twijfels ten aanzien van de omvang van het noodfonds en onduidelijkheid over de voorwaarden waartegen hierop een beroep kon worden gedaan bleven echter gedurende het hele jaar bestaan. De ECB droeg bij aan de stabilisering van de financiële markten door het nemen van onconventionele maatregelen zoals de inkoop van Griekse staatsleningen en verregaande liquiditeitsverstrekking aan financieel zwakke Europese banken. Het tweede hoofdthema - vooral in het tweede en derde kwartaal - was een mogelijke vertraging van het eind 2009 ingezette economische herstel. Dit thema werd gevoed door de vrees dat strenge budgettaire maatregelen van westerse overheden gericht op het terugbrengen van de overheidstekorten het economische herstel in de kiem zouden smoren. Maar ook de aanhoudende terughoudendheid van banken ten aanzien van kredietverstrekking, de hardnekkige werkloosheid in de VS en het uitblijven van een herstel van de Amerikaanse huizenmarkt zorgden regelmatig voor onzekerheid. Het gevolg hiervan was dat de vrees voor een oplopende inflatie als gevolg van de aanhoudende verregaande monetaire maatregelen van centrale banken op de achtergrond werd gedrongen. De verhoging van de rente (discount rate) door de Federal Reserve van 0,50% naar 0,75% in het eerste kwartaal kon in dat verband als een signaal worden opgevat dat zij haar inflatiedoelstelling zeer serieus neemt. De overige Amerikaanse officiële rentetarieven werden op een zeer laag niveau gehouden. De economische situatie binnen Europa werd in 2010 gekenmerkt door een toenemende divergentie tussen sterke en zwakke landen. Duitsland profiteerde van de lage euro en verraste met een zeer sterke exportgedreven groei, een sterk ondernemerssentiment en een dalende werkloosheid. De economische groei van de EMU-landen in de periferie stond daarbij in schril contrast. In deze complexe omstandigheden liet de ECB haar rente ongewijzigd op 1%. Vanwege het aanhoudende zeer ruime monetaire beleid van de centrale banken was er ook in 2010 sprake van relatief steile rentecurves in Europa en de Verenigde Staten. Het derde belangrijke thema dat de financiële markten in 2010 met enige regelmaat in beroering bracht was China met een dreigende oververhitting van de economie en de verkrappende monetaire maatregelen gericht op het beperken van de inflatie. Vanwege de belangrijke rol die China de afgelopen jaren vervulde als aanjager van de wereldwijde economische groei werden deze maatregelen telkens weer negatief ontvangen. Afgeleide thema´s zoals mogelijke valuta-oorlogen en de dreiging van escalerende handelsconflicten bleven hieraan in 2010 ondergeschikt maar zorgden op de achtergrond wel voor neerwaartse risico’s.
Marktimpact Na de sterke rally in 2009 gingen de aandelenmarkten in 2010 wereldwijd aarzelend van start. De verwachting van een doorzettend economisch herstel zorgde ervoor dat het eerste kwartaal positief werd afgesloten. In het tweede kwartaal vielen de aandelenmarkten wereldwijd scherp terug vanwege twijfels over de bestendigheid van de wereldwijde economische groei en de dreigende escalatie van de schuldproblematiek in de Europese periferie. Vanaf september hervonden beleggers hun vertrouwen en vond er wereldwijd een sterke rally plaats op de aandelenmarkten. Over geheel 2010 steeg de MSCI wereld index +19,5%, de MSCI opkomende markten index +27,5% en de Amerikaanse index S&P500 +20,9% (rendementen in Euro). Negatieve uitschieters werden gevonden in de periferielanden van de EMU.
Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds Thales Nederland
19
De Europese schuldencrisis zorgde binnen de EMU landen voor een sterke divergentie in de ontwikkeling van de kapitaalmarktrentes. De Griekse en later de Ierse schuldencrisis en de dreigende escalatie naar Portugal en Spanje leidden in het begin van het jaar tot een vlucht naar staatsleningen van veilig geachte landen als Duitsland en Nederland. Door de neerwaartse aanpassing van de kredietwaardigheid van landen als Griekenland, Portugal en Ierland zagen vooral institutionele beleggers zich gedwongen staatsleningen van deze landen te verkopen. Hierdoor daalden de koersen van staatsleningen van landen in de periferie sterk terwijl de koersen van staatsleningen van landen als Duitsland en Nederland juist sterk stegen. Vanaf de zomer vond er enige stabilisatie van de kapitaalmarktrentes binnen de EMU plaats mede vanwege een toenemend vertrouwen in de effectiviteit van het Europese noodfonds en de hieraan gekoppelde voorwaarden. Aan het einde van het jaar liepen de kapitaalmarktrentes van de landen in de periferie en in mindere mate van de andere landen weer op. Ondanks deze ontwikkeling bevonden de kapitaalmarktrentes in Duitsland en Nederland zich aan het einde van het jaar met ruim 3% op een historisch laag niveau. In lijn met aandelenmarkten lieten ook bedrijfsleningen een volatiel verloop zien na de sterk ingekomen spreads in 2009. De Europese credit spread nam in het begin van het tweede kwartaal sterk toe mede onder invloed van de Europese schuldencrisis en de exposures van het bankwezen. Gedurende de rest van het jaar vond er een normalisatie plaats en het jaar eindigde met licht hogere Europese credit spreads. Ook op de valutamarkten maakte de Europese schuldencrisis veel los. De lange termijn risico´s van de onconventionele monetaire maatregelen in de VS werden daarmee naar de achtergrond gedrongen. Zo daalde de euro sterk tegenover Amerikaanse dollar in de eerste helft van het jaar. Gezien de sterke appreciatie van de valuta’s van opkomende markten en overige Aziatische landen lijkt dit echter meer te wijten aan zwakte van de euro dan aan kracht van de Amerikaanse dollar. In de tweede helft van het jaar liet de Amerikaanse dollar een zeer volatiel verloop zien waarbij het eerdere verlies van de euro gedeeltelijk werd goedgemaakt. Ook grondstoffenmarkten maakten in 2010 een volatiele ontwikkeling door. Na het grootste deel van het jaar in een bandbreedte te hebben bewogen liep de olieprijs vanaf september op tot boven de 90 dollar per vat. De trend was ook voor landbouwproducten en metalen positief en 2010 was daarmee een goed jaar voor grondstoffen. De prijzen werden niet alleen opgedreven door speculatie, maar ook als gevolg van de aanhoudende sterke vraag vanuit de opkomende markten in combinatie met structurele schaarste bij de winning en tegenvallende oogsten.
Asset mix Gedurende het jaar bracht het Fonds geen significante wijzigingen aan in zijn strategische allocatie. Wel is een aantal eenmalige aanpassingen aangebracht. In april werd het belang in aandelen dat boven de strategische 36% zat afgebouwd in lijn met de tactische visie van de vermogensbeheerder op dat moment terwijl in juli een positie van circa 2 miljoen euro is belegd in aandelen van de MENA regio (Middle East and Northern Africa). In oktober is circa 4 miljoen euro aan cash die op dat moment aanwezig was naar aandelen gealloceerd. Het bestuur heeft na afloop van het derde kwartaal in 2008 besloten om de “automatische” rebalancing na afloop van ieder kwartaal “on hold” te zetten. Deze maatregel is genomen vanwege de op dat moment sterk neerwaartse trend op aandelenmarkten. Gezien de mate van bewegelijkheid die zich nog steeds voordoet op de financiële markten staat het “automatisch” rebalancen nog steeds on hold. De verschillende asset categorieën zitten inmiddels wel weer rond de strategische wegingen.
Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds Thales Nederland
20
De strategische beleggingsmix, realisatie en benchmarks kunnen als volgt worden samengevat:
(In duizenden Euro’s)
Strategische allocatie / benchmark
Vastgoed Aandelen Derivaten Vastrentende waarden Cashfunds Totaal beleggingen per hoofdcategorie Swap overlay Totaal beleggingen per hoofdcategorie Opgelopen rente op vastrentende waarden Liquide middelen ivm beleggingstransacties
Feitelijke allocatie per 31 december 2010 EUR %
8,0% 36,0% 56,0% 100,0%
Totaal beleggingsmix Tabel 10; Assetmix
100,0%
Feitelijke allocatie per 31 december 2009 EUR %
39.111 256.640 -1.890 392.256 24.677 710.794 44.382 755.176 6.392 7.047
5,5% 36,1% -0,3% 55,2% 3,5% 100,0%
34.548 216.955 -1.760 376.748 17.970 644.461 21.855 666.316 6.955 5.226
5,4% 33,6% -0,3% 58,5% 2,8% 100,0%
768.615
100,0%
678.497
100,0%
In bovenstaande tabel zijn de derivatenposities inclusief de contracten met een negatieve actuele waarde. In de balans en haar specificaties zijn deze negatieve waardes onder overige schulden gerubriceerd. Ultimo 2010 is de negatieve positie 14.636k Euro.
Bandbreedtes De bandbreedtes, die binnen het beleggingsbeleid worden gehanteerd zijn in onderstaande tabel weergegeven: 2010 Minimum % Vastgoed Aandelen Derivaten Vastrentende waarden
26%
Maximum % 18% 41%
46%
66%
Tabel 11; Bandbreedtes beleggingen
Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds Thales Nederland
21
Actuariële paragraaf Actuariële analyse De actuariële analyse van het saldo van baten en lasten kan als volgt worden weergegeven: (In duizenden Euro’s)
2010 EUR
2009 EUR
2008 EUR
Premieresultaat Premiebijdragen (na aftrek kostenopslag) Pensioenopbouw Totaal premieresultaat Resultaat op kosten Totaal premieresultaat incl. kosten
21.385 -19.071 2.314 15 2.329
19.805 -19.943 -138 -101 -239
20.029 -1.479 5.239 -515 4.724
Interestresultaat Beleggingsresultaten Rentetoevoeging voorziening pensioenverplichtingen Indexering en overige toeslagen Wijziging marktrente Totaal interestresultaat
76.173 -8.483 0 -62.294 5.396
69.232 -23.039 0 29.856 76.049
-55.067 -26.109 -2.829 -110.540 -194.545
Overig resultaat Resultaat op waardeoverdrachten Opslag langleven risico Resultaat op kanssystemen (overige wijzigingen) Overige resultaten Totaal overige resultaat
-242 -20.866 -1.004 -516 -22.628
1.312 -12.641 112 -1.359 -12.576
218 0 47 -1.236 -971
-14.903
63.234
-190.792
Totaal saldo van baten en lasten Tabel 12; Actuariële analyse resultaat
De dekkingsgraad is in 2010 gedaald van 102,3% naar 100,0%. Het positieve resultaat op de beleggingen gesaldeerd met de rentetoevoeging resulteert in een positief effect op de dekkingsgraad van circa 10,0%. De dalende marktrente heeft een negatief effect op de dekkingsgraad van 9,9%. Tenslotte wordt de dekkingsgraad negatief beïnvloed door de aanpassing van de technische voorziening ultimo 2010 als gevolg van het de nieuwe prognosetafel c.q. hogere levensverwachting en een ophoging van de kostentoeslag, wat een negatief effect heeft van circa 2,9%. Er is een premieverhoging doorgevoerd per 1 januari 2010. De nieuwe premie is 26,4% van de som van pensioengrondslagen van alle deelnemers. Voorgaande jaren was dat 25% van de som van pensioengrondslagen van alle deelnemers.
Uitkomsten van de solvabiliteitstoets Het Fonds verkeert in een situatie van dekkingstekort. Dit tekort is door het pensioenfonds gemeld aan DNB. Naar aanleiding van de tekortsituatie is vervolgens op 31 maart 2009 conform de wettelijke vereisten door het Fonds een herstelplan ingediend bij DNB.
Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds Thales Nederland
22
Oordeel van de certificerend actuaris over de financiële positie De certificerend actuaris verklaart in zijn actuariële verklaring dat per 31 december 2010 is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de PW, met uitzondering van artikelen 131 en 132, en dat de vermogenspositie naar zijn mening slecht is vanwege een dekkingstekort. Hiermee verklaart de waarmerkend actuaris: dat de Technische Voorzieningen naar zijn mening toereikend zijn (artikel 126); het ouderdomspensioen wordt gefinancierd op kapitaalbasis (artikel 127); dat de ontvangen premie over boekjaar 2010 kostendekkend is (artikel 128); er geen sprake is van premiekorting of premieterugstorting (artikel 129); de kostendekkende premie, de gedempte premie en de feitelijke premie in het jaarverslag en in de jaarrekening zijn vermeld (artikel 130); het pensioenfonds voldoet aan de norm dat alle aanspraken volledig door waarden moeten zijn gedekt (artikel 133); het vermogen van het pensioenfonds niet voldoet aan de eisen die gesteld worden volgens de wet en regelgeving, dat dit is gemeld aan DNB en dat tijdig een herstelplan is opgesteld (artikel 131 en 132); het beleggingsbeleid voldoet aan de prudent-person regel (artikel 135); dat het pensioenfonds geen leningen is aangegaan anders dan voor liquiditeitsdoeleinden en niet namens derde partijen optreedt als garant (artikel 136); de voorwaardelijke toeslagverlening wordt gefinancierd in overeenstemming met de vereisten in de Pensioenwet (artikel 137); de dekkingsgraad van het pensioenfonds hoger is dan de verwachte dekkingsgraad in de door het pensioenfonds opgestelde en door DNB goedgekeurde herstelplan (artikel 138, 139 en 140);
Vooruitblik 2011 In het eerste kwartaal van 2011 heeft het bestuur, na advies van de beleggingsadviescommissie, besloten om binnen het bestaande risicoprofiel van het fonds een aantal strategische wijzigingen in allocatie door te voeren. Het belang in Japanse aandelen is afgebouwd en het belang in Emerging Markets schuldpapier en Emerging Markets aandelen is vergroot. Structureel kent Japan lage groeivooruitzichten en de meest omvangrijke overheidsschuld. De beleggingsadviescommissie is positiever ten opzichte van opkomende markten (zowel schuldpapier als aandelen). Voor deze markten wordt de komende jaren meer economische groei verwacht dan voor ontwikkelde markten. Oorzaak hiervan is betere demografische opbouw en een betere schuldpositie.”
Hengelo, 14 juni 2011 Stichting Pensioenfonds Thales Nederland Het Bestuur Dhr. R.P. van Duuren Voorzitter
Dhr. J.H.E. Soepenberg Vice-voorzitter
Dhr. P.M. Dekker Secretaris
Dhr. G.J. Mulders Penningmeester
Dhr. E.R. Stolp Lid
Dhr. H.B. Prakken Lid
Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds Thales Nederland
23
Jaarrekening Balans per 31 december 2010 (na verwerking voorgestelde bestemming saldo baten en lasten) (In duizenden Euro’s)
Toelichting
2010
2009
4a 4b 4c 4d 4e 4f
39.466 258.970 402.267 57.647 24.901
34.816 218.639 384.502 37.036 18.109
Vorderingen en overlopende activa
5
1.529
1.593
Overige activa Liquide middelen
6
4.231
263
789.011
694.958
Activa Beleggingen voor risico pensioenfonds Vastgoedbeleggingen Aandelen Vastrentende waarden Derivaten Cashfunds
Totaal Activa Passiva Stichtingskapitaal en reserves Algemene reserve
7
-169
14.755
Technische voorzieningen
8
735.510
646.988
Overige technische voorzieningen: Invaliditeitsvoorziening
8
446
405
Overige schulden en overlopende passiva
9
53.224
32.810
Totaal Passiva
789.011
694.958
Dekkingsgraad (in %) Tabel 13; Balans ultimo 2010 met vergelijkende cijfers ultimo 2009
100,0%
102,3%
Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds Thales Nederland
24
Staat van baten en lasten over 2010 (In duizenden Euro’s)
Toelichting
2010 EUR
2009 EUR
Premiebijdragen (van werkgevers en werknemers)
10
21.385
19.805
Beleggingsresultaten risico pensioenfonds Directe beleggingsopbrengsten Indirecte beleggingsopbrengsten
11 18.481 57.691
18.305 50.927
Overige baten
12
1
5
97.558
89.042
Baten
Totaal baten Lasten Pensioenuitkeringen
13
23.209
22.330
Pensioenuitvoeringskosten
14
1.333
1.283
Mutatie voorziening pensioenverplichtingen voor risico van het pensioenfonds Pensioenopbouw Indexering en overige toeslagen Rentetoevoeging Onttrekkingen voor pensioenuitkeringen Wijzigingen marktrente Wijzigingen uit hoofde van overdracht rechten Overige mutatie voorziening pensioenverplichtingen
15 16 17 18 19 20 21
17.723 0 8.483 -23.652 62.294 886 22.829
18.761 0 23.039 -22.766 -29.856 -11.713 13.753
Saldo overdrachten van rechten
22
-644
10.401
Overige lasten
23
0
576
Totaal lasten
112.461
25.808
Saldo van baten en lasten
-14.903
63.234
Bestemming van het saldo van baten en lasten Mutatie op algemene reserve
-14.903
63.234
Tabel 14; Staat van baten en lasten 2010
Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds Thales Nederland
25
Kasstroomoverzicht over 2010 (In duizenden Euro’s)
2010 EUR
2009 EUR
25.175 1.071 -40 -23.231 -1.317 1 12
19.431 112 -10.693 -22.255 -1.120 5 1
1.671
-14.519
661.491 -669.318 -8.491 19.675 -1.194 134
487.295 -497.160 2.602 19.584 -1.277 0
Totaal kasstroom uit beleggingsactiviteiten
2.297
11.044
Netto-kasstroom
3.968
-3.475
263
3.738
Mutatie liquide middelen
3.968
-3.475
Saldo liquide middelen ultimo jaar Tabel 15; Kasstroomoverzicht over 2010
4.231
263
Kasstroom uit pensioenactiviteiten Ontvangen premies Ontvangen waardeoverdrachten Betaalde waardeoverdrachten Betaalde pensioenuitkeringen Betaalde pensioenuitvoeringskosten Overige baten Overige lasten Totaal kasstroom uit pensioenactiviteiten Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Verkopen Aankopen Overige mutaties beleggingen Ontvangen directe beleggingsopbrengsten Betaalde kosten van vermogensbeheer Overige baten
Saldo liquide middelen begin boekjaar
Onder de ontvangen premies zijn opgenomen de vooruitontvangen premies affinanciering (3.375k Euro). Deze komen additioneel binnen bij het pensioenfonds op de ABN-AMRO spaarrekening, vanuit de onderneming. De middelen zijn bedoeld voor affinanciering van de voorwaardelijke 15-jaars pensioenrechten (bijlage C van het reglement). De middelen worden op een separate rekening gestort die is opgenomen onder de liquide middelen.
Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds Thales Nederland
26
Toelichting behorende tot de jaarrekening 2010 Toelichting Balans 2010
1
Inleiding
Het doel van Stichting Pensioenfonds Thales Nederland, statutair gevestigd te Hengelo (hierna “het Fonds”) is het nu en in de toekomst verstrekken van uitkeringen aan gepensioneerden en nabestaanden ter zake van ouderdom en overlijden; tevens verstrekt het Fonds uitkeringen aan arbeidsongeschikte deelnemers.
2
Overeenstemmingsverklaring
De Jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen zoals deze zijn opgenomen in Titel 9 Boek 2 BW en met inachtneming van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving. Het bestuur heeft op 26 april 2011 de jaarrekening opgemaakt. Waar nodig zijn cijfers aangepast om vergelijking te verbeteren.
3
Grondslagen voor de waardering en resultaatbepaling
(a)
Algemeen
Alle bedragen zijn vermeld in euro’s. Beleggingen en pensioenverplichtingen worden gewaardeerd op actuele waarde. Overige activa en passiva worden gewaardeerd tegen nominale waarde, tenzij anders vermeld. Baten en lasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop deze betrekking hebben.
(b)
Schattingen en veronderstellingen
De opstelling van de jaarrekening in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW vereist dat het bestuur oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De schattingen en hiermee verbonden veronderstellingen zijn gebaseerd op ervaringen uit het verleden en verschillende andere factoren die gegeven de omstandigheden als redelijk worden beschouwd. De uitkomsten hiervan vormen de basis voor het oordeel over de boekwaarde van activa en verplichtingen die niet op eenvoudige wijze uit andere bronnen blijkt. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien, indien de herziening alleen voor die periode gevolgen heeft, of in de periode van herziening en toekomstige perioden, indien de herziening gevolgen heeft voor zowel de verslagperiode als toekomstige perioden. In boekjaar 2010 zijn de schattingen en veronderstellingen, die ten grondslag liggen aan de bepaling van de voorziening pensioenverplichtingen, gebaseerd op de AG Prognosetafel 2010-2060 met Towers Watson 2010 ervaringssterfte (een leeftijdsafhankelijke verlaging van de sterftekans van een deelnemer). In 2009 was dat GBM/V 2000-2005 met 2% langlevenopslag.
Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds Thales Nederland
27
(c)
Opname van een actief of een verplichting
Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar het pensioenfonds zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Baten worden in de rekening van baten en lasten opgenomen wanneer een vermeerdering van het economische potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economische potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Indien een transactie ertoe leidt dat nagenoeg alle of alle toekomstige economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico’s met betrekking tot een actief of een verplichting aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer in de balans opgenomen. Verder worden activa en verplichtingen niet meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde. Dit betekent dat transacties worden verwerkt op handelsdatum en niet op afwikkelingsdatum. Als gevolg hiervan kan sprake zijn van een post “nog af te wikkelen transacties”. Deze post kan zowel een actief als een passief zijn.
(d)
Saldering van een actief en een verplichting
Een financieel actief en een financiële verplichting worden gesaldeerd als nettobedrag in de balans opgenomen indien sprake is van een wettelijke of contractuele bevoegdheid om het actief en de verplichting gesaldeerd en gelijktijdig af te wikkelen en bovendien de intentie bestaat om de posten op deze wijze af te wikkelen. De met de gesaldeerd opgenomen financiële activa en financiële verplichtingen samenhangende rentebaten en rentelasten worden eveneens gesaldeerd opgenomen.
(e)
Verwerking van waardeveranderingen van beleggingen
Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen gerealiseerde en ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen. Alle waardeveranderingen van beleggingen, inclusief valutakoersverschillen, worden als beleggingsopbrengsten in de rekening van baten en lasten opgenomen.
(f)
Vreemde valuta
Activa en verplichtingen in vreemde valuta worden omgerekend naar euro’s tegen de koers per balansdatum. Deze waardering is onderdeel van de waardering tegen reële waarde. Baten en lasten voortvloeiende uit transacties in vreemde valuta worden omgerekend tegen de koers per transactiedatum. De koers per balansdatum staat per vreemde valuta in onderstaande tabel weergegeven: 31 december 2010 31 december 2009 31 december 2008 USD € 0,745378 € 0,69696 € 0,71940 GBP € 1,167065 € 1,12556 € 1,04559 JPN € 0,009190 € 0,00749 € 0,00789 Tabel 16; Vreemde valutakoers ultimo jaar
Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds Thales Nederland
28
(g)
Beleggingen
(g.1)
Algemeen
Beleggingen worden gewaardeerd op actuele waarde, in lijn met de Pensioenwet. Participaties in beleggingsinstellingen, die gespecialiseerd zijn in een bepaalde soort beleggingen worden gerubriceerd en gewaardeerd volgens de grondslagen voor dat soort beleggingen. (g.2)
Vastgoedbeleggingen
De vastgoedbeleggingen worden gehouden via niet-beursgenoteerde beleggingsinstellingen; de waardering is afgeleid van de per balansdatum geldende koersen van de onderliggende aandelen. (g.3)
Aandelen
De aandelen worden gehouden via niet-beursgenoteerde beleggingsinstellingen; de waardering is afgeleid van de per balansdatum geldende koersen van de onderliggende aandelen. (g.4)
Vastrentende waarden
Vastrentende waarden en participaties in beleggingsinstellingen zijn gewaardeerd op marktwaarde. De marktwaarde is de beursnotering per balansdatum. De lopende intrest op vastrentende waarden wordt gepresenteerd als onderdeel van de marktwaarde van de vastrentende waarden. (g.5)
Derivaten
Derivaten worden gewaardeerd op reële waarde, te weten de relevante marktnotering of, als die er niet is, de waarde die wordt bepaald met behulp van marktconforme en toetsbare waarderingsmodellen. Indien een derivatenpositie negatief is wordt het bedrag onder de schulden verantwoord. (g.6)
Cashfunds
Het ILF waarin de collateral van de swap overlay portefeuille wordt belegd is een zogeheten stable nav fonds met een vaste koers van 1 Euro of 1 USD. De rente wordt dagelijks geaccumuleerd en in nieuwe participaties uitgekeerd.
(h)
Vorderingen en overlopende activa
Voor zover noodzakelijk is een voorziening voor oninbaarheid in mindering gebracht.
(i)
Technische voorzieningen
(i.1)
Voorziening pensioenverplichtingen
De voorziening voor pensioenverplichtingen wordt gewaardeerd op actuele waarde (marktwaarde). De actuele waarde wordt bepaald op basis van de contante waarde van de beste inschatting van toekomstige kasstromen die samenhangen met de op balansdatum onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen. Onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen zijn de opgebouwde nominale aanspraken en de onvoorwaardelijke (indexatie)toezeggingen. De contante waarde wordt bepaald met gebruikmaking van de marktrente. Bij de berekening van de voorziening pensioenverplichtingen is uitgegaan van de op de balansdatum geldende pensioenreglementen en van de over de verstreken deelnemersjaren verworven aanspraken. Jaarlijks wordt door het bestuur besloten of de opgebouwde pensioenaanspraken worden geïndexeerd. Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds Thales Nederland
29
Alle per balansdatum bestaande indexatiebesluiten (ook voor indexatiebesluiten na balansdatum voorzover sprake is van ex ante condities) zijn in de berekening begrepen. Er wordt geen rekening gehouden met toekomstige salarisontwikkelingen. Bij de berekening van de voorziening wordt rekening gehouden met premievrije pensioenopbouw in verband met invaliditeit door middel van reservering van de toekomstige opbouw. Bij de bepaling van de actuariële uitgangspunten wordt uitgegaan van voor de toezichthouder acceptabele grondslagen, waarbij rekening wordt gehouden met de voorzienbare trend in overlevingskansen. De berekeningen zijn uitgevoerd op basis van de volgende actuariële grondslagen en veronderstellingen: Marktrente: gebaseerd op de rentetermijnstructuur zoals maandelijks gepubliceerd door DNB. In de technische analyse is rekening gehouden met een vaste rekenrente van 1,303%. Einde 2010 is de Technische Voorziening omgerekend naar een vaste rekenrente van 3,47%, die overeenkomt met de termijnstructuur van de marktrente per 31 December 2010; Overlevingstafels: AG Prognosetafel 2010-2060 met Towers Watson 2010 ervaringssterfte; Niet-ingegaan wezenpensioen 5% van de voorziening van niet-ingegaan partnerpensioen voor nog niet gepensioneerde deelnemers; Verondersteld wordt dat alle deelnemers een partner hebben; Voor latente pensioenverplichtingen jegens partners van (gewezen) deelnemers wordt het leeftijdsverschil tussen man en vrouw op drie jaar gesteld; Kostenopslag van de voorziening voor pensioenverplichtingen is 0,8%; (i.2)
Overige technische voorzieningen
Onder het hoofd Overige technische voorzieningen worden voorzieningen opgenomen voor met de pensioenverplichtingen samenhangende risico’s voorzover niet opgenomen in de berekening van de pensioenvoorziening. Bijvoorbeeld arbeidsongeschiktheiduitkeringen of overige uitkeringen.
(j)
Algemene grondslagen resultaatbepaling
Voor zover niet anders vermeld worden baten en lasten verwerkt in het resultaat van het jaar, waarop zij betrekking hebben.
(k)
Premies
Premies worden toegerekend aan het jaar waarin zij zijn vastgesteld respectievelijk bekend geworden.
(l)
Beleggingsopbrengsten
Onder de directe beleggingsopbrengsten wordt verstaan alle aan het boekjaar toe te rekenen inkomsten uit beleggingen, zijnde dividend van aandelen en de aan het boekjaar toe te rekenen rentebedragen van obligaties, leningen op schuldbekentenis en liquide middelen. Onder indirecte beleggingsopbrengsten wordt verstaan de verandering in de waarde van beleggingen. Met de directe beleggingsopbrengsten zijn verrekend de aan de opbrengsten gerelateerde vermogensbeheerkosten.
(m)
Kasstroomoverzicht
Het kasstroomoverzicht is conform de indirecte methode opgesteld. Dit houdt in dat alle ontvangsten en uitgaven ook als zodanig worden gepresenteerd. Onderscheid wordt gemaakt tussen kasstromen uit pensioenactiviteiten en beleggingsactiviteiten.
Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds Thales Nederland
30
4
Beleggingen
(a)
Actuele waarde
Algemeen In de volgende tabel wordt het mutatieoverzicht van beleggingen in 2009 en 2010 weergegeven:
Stand per 31 december 2008 exclusief allocaties Herrubriceringen
Vastgoed
Aandelen
Vastrenten de waarde
Derivaten
Cash funds
Totaal beleggingen
29.993
154.546
359.264
49.672
28.295
621.770
-4
-555
-559
Aankopen
13.345
40.488
343.028
0
100.301
497.162
Verkopen
-13.362
-22.236
-349.990
-6.806
-110.114
-502.508
-90
-12.341
5.828
6.793
-2.331
-2.141
4.666
56.498
18.619
-29.009
1.819
52.593
34.548
216.955
376.749
20.095
17.970
666.317
4.791
2.164
Verkoopresultaten Waardewijzigingen Stand per 31 december 2009 exclusief allocaties Lopende interest Allocatie liquide middelen
268
1.684
2.962
173
6.955 139
14.604
5.226
Herrubricering negatieve derivaten Stand per 31 december 2009 inclusief allocaties
14.604
34.816
218.639
384.502
37.036
18.109
693.102
Stand per 31 december 2009 exclusief allocaties
34.548
216.955
376.749
20.095
17.970
666.317
Aankopen
101
34.763
423.214
129
211.111
669.318
Verkopen
0
-29.363
-409.704
4.758
-204.639
-638.948
Verkoopresultaten
0
-414
4.682
-5.006
634
-104
4.462
34.699
-2.685
22.516
-399
58.593
39.111
256.640
392.256
42.492
24.677
755.176
Herrubriceringen
Waardewijzigingen Stand per 31 december 2010 exclusief allocaties Lopende interest Allocatie liquide middelen Herrubricering negatieve derivaten Stand per 31 december 2010 inclusief allocaties Tabel 17; Totaal mutatieoverzicht beleggingen
6,392 355
2,330
3,619
6,392 519
224
14,636 39.466
258.970
402.267
57.647
7,047 14,636
24.901
783.251
De tijdelijke banksaldi en liquide middelen onderweg, die door beleggingsinstellingen worden aangehouden ten behoeve van beleggingstransacties en die niet direct zijn te relateren aan een categorie van beleggingen, zijn naar rato van de beleggingen gealloceerd aan de diverse categorieën van beleggingen.
Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds Thales Nederland
31
Schattingen en oordelen Zoals vermeld in de toelichting zijn de beleggingen van het Fonds nagenoeg allemaal gewaardeerd tegen actuele waarde per balansdatum en is het over het algemeen mogelijk en gebruikelijk om de actuele waarde binnen een aanvaardbare bandbreedte van schattingen vast te stellen. Voor sommige andere financiële instrumenten, zoals beleggingsvorderingen en - schulden, geldt dat de boekwaarde de actuele waarde benadert als gevolg van het korte termijn karakter van de vorderingen en schulden. De boekwaarde van alle activa en de financiële verplichtingen op balansdatum benadert de actuele waarde. (In duizenden Euro’s)
Markt
Modellen Waarderingsmodellen en -technieken niet gebaseerd op marktdata EUR
Directe Marktnoteringen EUR
Afgeleide Marktnoteringen EUR
9.791
221.766
24.757 216.955 154.983 34. 699 17.970 449.364
9.791
29.145 256.640 157.648 57.128 24.677
9.966
500.561
9.966
Per 31 december 2009 Vastgoedbeleggingen Aandelen Vastrentende waarden Derivaten Cash funds Opgelopen interest Liquide middelen Per 31 december 2010 Vastgoedbeleggingen Aandelen Vastrentende waarden Derivaten Cash funds Opgelopen interest Liquide middelen
6.955 5.226 233.947
234.608
6.392 7.047 272.724 Tabel 18; Totaal beleggingen (incl. negatieve derivaten)
Totaal EUR 34.548 216.955 376.749 34.699 17.970 6.955 5.226 693.102 39.111 256.640 392.256 57.128 24.677 6.392 7.047 783.251
De beleggingen die in tabel 18 opgenomen zijn onder afgeleide marktnotering, onder vastgoedbeleggingen, aandelen en vastrentende waarden, hebben betrekking op beleggingsfondsen die rechtstreeks in beursgenoteerde waarden beleggen. De negatieve derivaten (CDS, FX forward en Overige swaps) zijn in dit overzicht niet meegenomen. Op basis van de valuation-rapporten per eind december, kan de verdeling naar regio worden gemaakt, deze is weergegeven in onderstaande tabel: (In duizenden Euro’s) EU Rest van Europa Noord-Amerika Japan Zuidoost-Azie Andere Totaal beleggingen naar regio Tabel 19; Totaal beleggingen naar regio
EUR 455.943 68.246 116.783 17.601 29.814 24.298 712.685
Ultimo 2010 % 64,0% 9,6% 16,4% 2,4% 4,2% 3,4% 100,0%
EUR 454.325 61.233 87.686 14.784 17.535 10.658 646.222
Ultimo 2009 % 70,3% 9,5% 13,6% 2,3% 2,7% 1,6% 100,0%
In de beleggingen naar regio, zoals aangegeven in bovenstaande tabel, zijn de gealloceerde liquide middelen (7.047k Euro), de derivaten (57.128k Euro exclusief 14.636k Euro aan negatieve waarde van derivaten ), de opgelopen interest (6.392k Euro) en de cash (27.799k Euro negatief) niet opgenomen.
Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds Thales Nederland
32
(b)
Vastgoedbeleggingen
(In duizenden Euro’s)
2010 EUR 39.111 355 39.466
Indirect vastgoed (participaties in beleggingsfondsen) Liquide middelen tbv vastgoed beleggingen Totaal vastgoedbeleggingen Tabel 20; Vastgoedbeleggingen
2009 EUR 34.548 268 34.816
De segmentatie van vastgoed naar regio is als volgt: (in duizenden Euro’s) EU Overig Europa Verenigde Staten Japan Azië Overige Totaal vastgoedbeleggingen Gealloceerd liquide middelen Totaal vastgoedbeleggingen incl. liquide middelen Tabel 21; Beleggingen in vastgoed naar regio
EUR 25,875 5,895 3,055 1,068 2,421 797 39,111 355 39.466
Ultimo 2010 % 66.2% 15.1% 7.8% 2.7% 6.2% 2.0% 100.0%
EUR 23.854 4.118 2.822 871 1.727 1.156 34.548 268 34.816
Ultimo 2009 % 69,0% 11,9% 8,2% 2,5% 5,0% 3,4% 100,0%
Pensioenfonds Thales belegt in het Fonds voor gemene rekening “indirect Real Estate Europe”. Dit fonds belegt op haar beurt geheel in beursgenoteerde vastgoedfondsen.
(c)
Aandelen
(in duizenden Euro’s)
2010 EUR 221.739 34.901 2.330 258.970
Aandelen mature markets Aandelen emerging markets Liquide middelen tbv aandelen Totaal Aandelen gesplitst naar markten Tabel 22; Aandelen gesplitst naar markten
2009 EUR 194.520 22.435 1.684 218.639
De segmentatie van aandelen naar regio is als volgt: (in duizenden Euro’s) EU Overige Europa Noord Amerika Japan Azië Overige Totaal beleggingen in aandelen Gealloceerde liquide middelen Totaal beleggingen aandelen incl. liquide middelen Tabel 23; Segmentatie beleggingen in aandelen naar regio
EUR 82.191 38.480 78.331 16.478 26.801 14.359 256.640 2.330 258.970
Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds Thales Nederland
Ultimo 2010 % 32,0% 15,0% 30,6% 6,4% 10,4% 5,6% 100,0%
EUR 85.378 40.468 56.431 9.690 15.184 9.804 216.955 1.684 218.639
Ultimo 2009 % 39,4% 18,7% 26,0% 4,5% 7,0% 4,5% 100,0%
33
(d)
Vastrentende waarden
(in duizenden Euro’s)
2010 EUR 185.543 206.713 6.392 3.619 402.267
Obligatie beleggingsfondsen Obligaties Lopende interest Liquide middelen tbv vastrentende waarden Totaal beleggingen vastrentende waarden Tabel 24; Beleggingen in vastrentende waarden
2009 EUR 154.983 221.766 4.791 2.962 384.502
De segmentatie van de vastrentende waarde naar regio is als volgt: (in duizenden Euro’s) EUR 340.840 22.772 19.362 55 592 8.635
EU Overige Europa Noord-amerika Japan Azië Overige
Ultimo 2010 % 86,9% 5,8% 4,9% 0,0% 0,2% 2,2%
EUR 362.490 11.216 -1.490 0 1.395 3.138
Ultimo 2009 % 96,2% 3,0% -0,4% 0,0% 0,4% 0,8%
Totaal beleggingen in vastrentende waarden 392.256 100,0% 376.749 100,0% Tabel 25; Segmentatie beleggingen in vastrentende waarden naar regio (exclusief allocatie liquide middelen en opgelopen interest)
(e)
Derivaten
In de derivaten zijn alleen de contracten opgenomen, die een positieve actuele waarde hebben. De negatieve actuele waarde van de contracten op aandelen derivaten en vastrentende derivaten per 31 december 2010 was 14.636k Euro. Ultimo 2009 was de totaalwaarde van de contracten met een negatieve actuele waarde 14.604k Euro. De derivaten met een negatieve waarde zijn opgenomen onder overige schulden (zie paragraaf 9 Overige schulden en overlopende passiva). In de volgende tabel worden zowel de positieve als de negatieve actuele waarden van de derivaten weergegeven. (in duizenden Euro’s) Valutaderivaten Aandelenderivaten Vastrentende derivaten Liquide middelen tbv derivaten Lopende interest derivaten Totaal derivaten Tabel 26; Derivaten
(f)
2010 EUR Saldo -1.890
EUR positief 100
EUR negatief -1.990
57.028 519
-12.646
44.382 519
57.647
-14.636
43.011
EUR positief 43
EUR negatief -1.802
34.656 173 2.164 37.036
-12.802 -14.604
2009 EUR Saldo -1.759 21.854 173 2.164 22.432
Cashfunds
(in duizenden Euro’s) Cashfunds Liquide middelen tbv cashfunds Totaal beleggingen cashfunds Tabel 27; Cashfunds
2010 EUR 24.677 224 24.901
2009 17.970 139 18.109
Voor de in portefeuille aanwezige swaps wordt collateral ontvangen, welke wordt herbelegd in ILF cash funds.
Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds Thales Nederland
34
5
Vorderingen en overlopende activa
(in duizenden Euro’s) Vordering op sponsor(s) Overige vorderingen Stand per 31 december Tabel 28; Vorderingen en overlopende activa
2010 EUR 1.526 3 1.529
2009 EUR 1.588 5 1.593
2010 EUR 3.375 856 4.231
2009 EUR 0 263 263
Alle vorderingen hebben een resterende looptijd van korter dan één jaar.
6
Liquide middelen
(in duizenden Euro’s) Spaarrekening ABN-AMRO 47.94.19.434 Banksaldo Stand per 31 december Tabel 29; Overige activa
De spaarrekening ABN-AMRO bevat het saldo van de vooruitontvangen premies affinanciering. De middelen zijn bedoeld voor affinanciering van de voorwaardelijke 15-jaars pensioenrechten (bijlage C van het reglement). Onder liquide middelen worden opgenomen die kasmiddelen en tegoeden op bankrekeningen, die onmiddellijk dan wel op korte termijn opeisbaar zijn.
7
Stichtingskapitaal en reserves
(in duizenden Euro’s) Stand per 31 december 2008 Uit bestemming saldo van baten en lasten 2009 Stand per 31 december 2009 Correctie eindstand 2009 Uit bestemming saldo van baten en lasten 2010 Stand per 31 december 2010 Tabel 30; Stichtingskapitaal en reserves
Stichtingskapitaal en Algemene reserve EUR -48.479 63.234 14.755 -21 -14.903 -169
Totaal EUR -48.479 63.234 14.755 -21 -14.903 -169
Solvabiliteit (in duizenden Euro’s) Minimaal vereist eigen vermogen Vereist eigen vermogen (strategische mix) Aanwezig eigen vermogen Tabel 31; Solvabiliteit
2010 EUR 31.211 122.012 -169
2009 EUR 27.641 106.666 14.755
Voor de berekening van het vereist eigen vermogen wordt gebruik gemaakt van het standaardmodel. Het vereist eigen vermogen is in bovenstaande tabel weergegeven op basis van de strategische beleggingsmix. Op basis van de werkelijke beleggingsmix is het vereist eigen vermogen 115.019k Euro (2009; 86.941k Euro). De aanwezige solvabiliteit is lager dan het minimaal vereist eigen vermogen. Het Pensioenfonds bevindt zich in een situatie van dekkingstekort. Een dekkingstekort dient binnen de wettelijke termijn te worden opgelost. Het uiteindelijke oordeel over de financiële situatie en over het vereist eigen vermogen is aan de certificerend actuaris. Hij kan bij zijn oordeel ook andere feiten en omstandigheden betrekken.
Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds Thales Nederland
35
Herstelplan Gezien het aanwezige dekkingstekort ultimo 2008 heeft het Fonds een herstelplan opgesteld. Het plan is op 31 maart 2009 ingediend bij DNB. Op 28 september 2009 heeft DNB middels een goedkeurende beschikking het herstelplan goedgekeurd.
Belangrijkste uitgangspunten van het herstelplan Het Fonds maakt gebruik van de eenmalige mogelijkheid die de Minister heeft geboden om binnen 5 jaar (in plaats van 3 jaar; dus uiterlijk 31 december 2013) het minimaal vereist eigen vermogen te bereiken. Bij het opstellen van het herstelplan heeft het bestuur zich laten ondersteunen door externe adviseurs en is het voorgenomen beleggingsbeleid afgestemd met de beleggingscommissie. Het herstelplan is opgesteld met inachtneming van de uitgangspunten zoals die door DNB zijn voorgeschreven. Nadrukkelijk merken wij op dat inherent aan de modelmatige aanpak ook het herstelplan een benadering van de werkelijkheid is. Dit betekent dat de werkelijke ontwikkeling van de dekkingsgraad in positieve of negatieve zin kan afwijken van het verwachte herstelpad, waardoor de financiële positie van het Fonds zich sneller of langzamer kan herstellen dan voorzien. De belangrijkste uitkomsten van het in maart 2009 ingediende herstelplan zijn: In de vijfjaarsperiode 2008-2013 zal er geen sprake zijn van toeslagverlening. Dit geldt naar verwachting ook nog voor het jaar 2014. Het beleggingsbeleid wordt niet aangepast.
Toelichting op realisatie verslagjaar Onderstaande tabel is een specificatie van de werkelijke ontwikkeling van de dekkingsgraad in 2010 ten opzichte van de verwachte ontwikkeling in de dekkingsgraad in 2010 volgens het herstelplan. Daarnaast wordt ook de aangepaste verwachting van de dekkingsgraad in 2009 weergegeven ten opzichte van de verwachte ontwikkeling in het herstelplan. Primo stand dekkingsgraad (%) Mutatie dekkingsgraad (%-punt) Ultimo dekkingsgraad (%) Geraamde technische voorzieningen Vereist eigen vermogen Vereiste dekkingsgraad (%)
Realisatie 2010 102,3% -2,3% 100,0% 735.956 122.012 116,6%
Oorzaken mutatie dekkingsgraad: Premieverschil op dekkingsgraad (%-punt) 0,2% Solvabiliteitsvrijval op dekkingsgraad (%-punt) 0,1% Rentetermijnstructuur op dekkingsgraad (%-punt) -9,9% Rendementsverschil op dekkingsgraad (%-punt) 10,0% Overige oorzaken en kruiseffecten op dekkingsgraad (%-punt) -2,7% Som van alle mutaties van de dekkingsgraad -2,3% Tabel 32; Specificatie ontwikkeling van de dekkingsgraad ten opzichte van herstelplan
Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds Thales Nederland
Plan 2010 95,6% 2,8% 98,4% 669.088 111.738 116,7%
Realisatie 2009 93,2% 9,1% 102,3% 647.393 106.666 116,0%
Plan 2009 93,2% 2,4% 95,6% 655.666 109.496 116,7%
0,2% -0,2% 0,0% 2,9% -0,1% 2,8%
0,1% -0,2% 3,2% 8,7% -2,7% 9,1%
0,0% -0,2% 0,0% 2,6% 0,0% 2,4%
36
8
Technische voorzieningen
(in duizenden Euro’s) Voorziening voor pensioenverplichtingen Overige technische voorzieningen (arbeidsongeschiktheid) Totaal technische voorzieningen Tabel 33; Technische voorzieningen
2010 EUR 735.510 446 735.956
2009 EUR 646.988 405 647.393
Het mutatieoverzicht voor de voorziening voor pensioenverplichtingen is als volgt: (in duizenden Euro’s) Stand 1 januari Pensioenopbouw Indexering en overige toeslagen Rentetoevoeging (2010 op basis van 1,30%) Onttrekking voor pensioenuitkeringen Wijziging marktrente (2010: van 3,88% naar 3,47%) Saldo van inkomende en uitgaande waardeoverdrachten Wijziging actuariële uitgangspunten Overige wijzigingen Stand 31 december Tabel 34; Mutatieoverzicht voorziening voor pensioenverplichtingen
2010 EUR 646.988 17.723 0 8.483 -23.652 62.294 886 22.857 -69 735.510
2009 EUR 655.698 18.761 0 23.039 -22.766 -29.856 -11.713 12.641 1.184 646.988
Ultimo boekjaar bedraagt de gemiddeld gewogen discontovoet 3,47% (2009; 3,88%). De analyse van het boekjaar is gebaseerd op een rekenrente van 3,47%. De interesttoevoeging is voor de voorziening risico fonds tevens gelijk aan 3,47%. Voor een toelichting op de verschillende posten wordt verwezen naar de toelichting op de staat van baten en lasten. Het mutatieoverzicht voor de overige technische voorzieningen is als volgt: (in duizenden Euro’s) Stand 1 januari Stortingen / Onttrekkingen Stand 31 december Tabel 35; Mutatieoverzicht overige technische voorzieningen
2010 EUR 405 41 446
2009 EUR 477 -72 405
Momenteel is de (overige technische) voorziening Invalidering, ter grootte van 446k Euro (ultimo 2009; 405k Euro), in de Technische Voorziening opgenomen. Deze voorziening dient ter dekking van de lasten uit hoofde van de actieve deelnemers, die op balansdatum ziek zijn en naar verwachting arbeidsongeschikt verklaard zullen worden. De technische voorziening voor pensioenverplichtingen is naar categorieën deelnemers als volgt samengesteld: (in duizenden Euro’s) Actieven en arbeidsongeschikten Pensioengerechtigden Gewezen deelnemers Netto pensioenverplichtingen Toekomstige kosten uitvoering pensioenregeling Technische voorziening pensioenverplichtingen Tabel 36; Categorie deelnemers in technische voorziening pensioenverplichtingen
2010 EUR 334,948 325,785 69,382 730.115 5.841 735.956
2009 EUR 290.933 293.258 60.503 644.694 2.699 647.393
De benodigde technische voorziening zoals deze gepresenteerd is, gaat uit van voortzetting van de uitvoeringsovereenkomst. Naar hun aard hebben de technische voorzieningen in het algemeen een langlopend karakter.
Korte beschrijving van de pensioenregeling De pensioenregeling kan worden gekenmerkt als een voorwaardelijk geïndexeerde middelloonregeling met een pensioenleeftijd van 65 jaar. Voor mensen geboren vóór 1950 is de pensioenleeftijd 62 jaar. Jaarlijks wordt een Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds Thales Nederland
37
aanspraak op ouderdomspensioen opgebouwd van 2,20% van de in dat jaar geldende pensioengrondslag. De pensioengrondslag is gelijk aan het bruto jaarsalaris inclusief vakantie-uitkering onder aftrek van een franchise. De franchise wordt jaarlijks vastgesteld. Tevens bestaat er recht op nabestaanden- en wezenpensioen. Jaarlijks beslist het bestuur van het Fonds de mate waarin de opgebouwde aanspraken worden geïndexeerd. Overeenkomstig artikel 10 van de Pensioenwet kwalificeert de pensioenregeling als een uitkeringsovereenkomst.
Toeslagverlening De mate van toeslagverlening wordt jaarlijks door het bestuur vastgesteld en is afhankelijk van de financiële positie van het pensioenfonds. De premie bevat geen opslag ten behoeve van het toeslagbeleid. Bovendien wordt er door het pensioenfonds geen reserve aangehouden om in de toekomst toeslagen te kunnen verlenen. Er bestaat geen recht op toeslagen. Met betrekking tot de mate van de feitelijke toekenning hanteert het bestuur de onderstaande beleidsstaffel als leidraad. Deze staffel geldt slechts als uitgangspunt; bij de jaarlijkse besluitvorming zal het bestuur andere relevante economische omstandigheden (zoals economische vooruitzichten en verwachte bestandsontwikkeling) in ogenschouw nemen. De inhoud van de beleidsstaffel luidt als volgt: Bij een dekkingsgraad van meer dan 135% kan tot het inhalen van niet verleende toeslagen uit het verleden worden overgegaan. Bij een dekkingsgraad van meer dan 125% wordt een volledige toeslag verleend. Bij een dekkingsgraad van meer dan 105% maar minder dan 125% wordt een toeslag van pro rata parte verleend. Bij een dekkingsgraad van 105% of minder wordt geen toeslag verleend. Solvabiliteitsvrijval wordt beschouwd als premiekorting. Premiekorting uitsluitend verbandhoudend met die solvabiliteitsvrijval is mogelijk bij een dekkingsgraad van meer dan 135% nadat alle niet verleende toeslagen over de afgelopen 10 jaar zijn ingelopen. Verdere premiekorting is mogelijk als de dekkingsgraad zich boven de 150% bevindt. In dat geval kan het bestuur ook besluiten tot het toekennen van extra toeslagen. Feitelijke toekenning van toeslagen zal altijd eerst plaatsvinden na een daartoe door het bestuur genomen besluit. In lijn met de toeslagenmatrix is het (voorwaardelijke) toeslagbeleid vastgelegd in het pensioenreglement en de uitvoeringsovereenkomst. De toeslagverlening op basis van het toeslagbeleid bij het pensioenfonds wordt hiermee geclassificeerd als categorie D1 (financiering uit overrendement). Bij de communicatie over de toekenning van toeslagen, zullen de voorgeschreven teksten uit de “toeslagenmatrix” worden gehanteerd (conform de beleidsregel van DNB van 26 februari 2007). Het bestuur behoudt zich het recht voor om het toeslagbeleid aan te passen. Toekomstige wijzigingen zijn verbindend voor alle deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden. Het pensioenfonds streeft er naar om: de tijdens het deelnemerschap opgebouwde aanspraken van de actieve deelnemers jaarlijks per 1 januari (maximaal) te verhogen op basis van algemene loonontwikkeling binnen de CAO-Metalektro; de premievrije en ingegane pensioenen jaarlijks (maximaal) te verhogen met de relatieve stijging van het prijsindexcijfer. Het pensioenfonds streeft naar een toeslagverlening die gemiddeld minimaal gelijkwaardig is aan de toeslagverlening van Bedrijfstakpensioenfonds PME. De pensioenrechten en pensioenaanspraken van de actieve deelnemers in de middelloonregeling zijn dit jaar verhoogd met 0,0% (2009; 0,0%). Voor degenen die geen deelnemer meer zijn, is het opgebouwde pensioen in de middelloonregeling dit jaar verhoogd met 0,0% (2009; 0,0%). Voor degenen die geen deelnemer meer zijn, is het opgebouwde pensioen in de eindloonregeling dit jaar verhoogd met 0,0% (2009; 0,0%).
Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds Thales Nederland
38
Inhaalindexaties Onder bepaalde omstandigheden kunnen inhaalindexaties worden toegekend. Inhaalindexaties zijn indexaties die worden toegezegd, voorzover in het verleden niet voor 100% is geïndexeerd. Om inhaalindexaties te kunnen toekennen is een hoge dekkingsgraad vereist. Het bestuur van het Fonds heeft toegezegd om elk jaar een specificatie te geven van het verschil tussen de volledige en de werkelijk toegekende indexatie. Voor de premievrije deelnemers en de middelloon gepensioneerden is deze specificatie in de volgende tabel opgenomen. Indexatie ambitie % Toegekende indexatie % 2006 Verslagjaar 1,38% 1,10% 2007 Verslagjaar 1,72% 1,72% 2008 Verslagjaar 1,29% 1,29% 2009 Verslagjaar 2,96% 0,00% 2010 Verslagjaar 0,00% 0,00% Tabel 37; Indexatie %’s premievrije deelnemers en de middelloon gepensioneerden
Verschil 0,28% 0,00% 0,00% 2,96% 0,00%
Voor de actieve deelnemers is deze specificatie in de volgende tabel opgenomen.
2006 Verslagjaar 2007 Verslagjaar 2008 Verslagjaar 2009 Verslagjaar 2010 Verslagjaar Tabel 38; Indexatie %’s actieve deelnemers
9
Indexatie ambitie % 1,76% 0,00% 4,29% 3,01% 1,76%
Toegekende indexatie % 1,41% 0,00% 4,29% 0,00% 0,00%
Verschil 0,35% 0,00% 0,00% 3,01% 1,76%
Overige schulden en overlopende passiva
(in duizenden Euro’s) Saldi bij banken in rekening courant Vooruitontvangen premies affinanciering Derivaten Stichting Financiering Voortzetting Pensioenverzekering Belastingen en premies sociale verzekeringen Waardeoverdrachten Overige schulden Collateral Stand per 31 december Tabel 39; Overige schulden en overlopende passiva
2010 EUR 905 3.375 14.636 531 571 486 896 31.825 53.224
2009 EUR 404 0 14.604 67 559 99 1.016 16.061 32.810
Alle schulden hebben een resterende looptijd van korter dan één jaar. Voor de in portefeuille aanwezige swaps wordt collateral ontvangen, welke wordt herbelegd in ILF cash funds. De Vooruitontvangen premies affinanciering komen additioneel binnen bij het pensioenfonds op de ABN-AMRO spaarrekening, vanuit de onderneming. De middelen zijn bedoeld voor affinanciering van de voorwaardelijke 15jaars pensioenrechten (bijlage C van het reglement). De middelen worden op een separate rekening gestort en zijn geen onderdeel van de financiële positie cq. dekkingsgraad van het fonds. Juridisch is dit vastgelegd in het addendum bij de uitvoeringsovereenkomst. Eind 2010 bedroeg het saldo op betreffende rekening 3,375 miljoen Euro.
Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds Thales Nederland
39
Beleid en risicobeheer Beleggingsbeleid Het bestuur beschikt over een aantal beleidsinstrumenten ten behoeve van het beheersen van risico’s. Deze beleidsinstrumenten betreffen beleggingsbeleid, premiebeleid en indexatiebeleid. De keuze en toepassing van beleidsinstrumenten vindt plaats na uitvoerige analyses ten aanzien van te verwachten ontwikkelingen van de verplichtingen en de financiële markten. Daarbij wordt onder meer gebruikgemaakt van ALM-studies. Een ALM-studie is een analyse van de structuur van de pensioenverplichtingen, van verschillende beleggingsstrategieën en de ontwikkeling daarvan in diverse economische scenario’s. De uitkomsten van deze analyses vinden hun weerslag in jaarlijks door het bestuur vast te stellen beleggingsrichtlijnen als basis voor het uit te voeren beleggingsbeleid. De beleggingsrichtlijnen geven normen en limieten aan waarbinnen de uitvoering van het beleggingsbeleid moet plaatsvinden. Ze zijn gericht op het beheersen van de volgende belangrijkste (beleggings-) risico’s. Bij de uitvoering van het beleggingsbeleid wordt gebruik gemaakt van derivaten.
Premiebeleid De financiering van de krachtens het pensioenreglement vast te stellen pensioenaanspraken geschiedt door betaling van een doorsneepremie zoals omschreven in de uitvoeringsovereenkomst tussen het pensioenfonds en de werkgever. De totale bijdrage is bepaald door het bestuur en is – gehoord de actuaris van het pensioenfonds – getoetst op adequaatheid. De doorsneepremie is nimmer lager dan de gedempte kostendekkende premie conform het Financieel Toetsingskader en wordt uitgedrukt als een percentage van de som van pensioengrondslagen van alle deelnemers. De kostendekkende premie bestaat uit de volgende elementen: De actuariële benodigde (nominale) premie voor de inkoop van de onvoorwaardelijke pensioenen, waarbij het gaat om de volgende elementen: Comingservice koopsom voor in het jaar te verwerven pensioenaanspraak op ouderdoms- en nabestaandenpensioen (inclusief ploegentoeslag) ten behoeve van de deelnemers. Risicokoopsommen voor het (tijdelijk) nabestaandenpensioen. Een – aan het risicoprofiel van het Fonds gerelateerde – solvabiliteitsopslag op basis van de voorschriften omtrent het vereist eigen vermogen. Een opslag voor uitvoeringskosten. Er wordt rekening gehouden met een inschatting van de werkelijke pensioenuitvoeringskosten over het jaar (niveau 2010: 1.250k euro). Bij bepaling van de kostendekkende premie wordt geen rekening gehouden met een opslag ter financiering van het voorwaardelijke toeslagbeleid. Financiering van het toeslagbeleid vindt derhalve plaats op basis van overrendementen. De kostendekkende premie wordt bepaald op basis van de fondsgrondslagen. Uitgangspunt bij de bepaling van de kostendekkende premie (in enig jaar) is de gemiddelde nominale rentetermijnstructuur Financieel Toetsingskader over een periode van 5 jaar en de solvabiliteitsopslag. Beiden worden vastgesteld per 1 oktober voorafgaand aan het kalenderjaar. Met solvabiliteitsvrijval over uitkeringen wordt uitsluitend rekening gehouden indien en voor zover dat conform wet- en regelgeving is toegestaan.
Indexatiebeleid Het bestuur van het Fonds heeft de ambitie om het pensioen te indexeren. De mate waarin dit kan worden gerealiseerd is afhankelijk van de ontwikkelingen in de rente, rendement, looninflatie en demografie. Uitdrukkelijk wordt opgemerkt dat de indexatietoezegging voorwaardelijk is. De zogenaamde reële dekkingsgraad geeft zicht op de mate waarin kan worden geïndexeerd (ook wel aangeduid als de indexatieruimte). Voor het bepalen van de reële dekkingsgraad worden onvoorwaardelijke nominale pensioenverplichtingen verdisconteerd tegen een reële, in plaats van de nominale rentetermijnstructuur. Omdat er op dit moment geen eenduidige markt voor financiële instrumenten aanwezig is, waaruit de reële rentetermijnstructuur kan worden afgeleid, wordt in dit verslag geen benaderingswijze opgenomen.
Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds Thales Nederland
40
Risicobeheer Het bestuur heeft zijn beleid verwoord in de ABTN en in de notitie Risicoanalyse en risicomanagement die een bijlage is van de ABTN. Algemene leidraad voor het uitvoeren van zijn beheertaken is risicomijdend operationeel management. Onderstaand treft u de risico´s die het bestuur met prioriteit heeft aangepakt: Actuariële risico’s Beleggingsrisico’s Renterisico
Actuariële risico’s Solvabiliteitsrisico Het Fonds wordt bij het beheer van de pensioenverplichtingen en de financiering daarvan geconfronteerd met risico’s. De belangrijkste doelstelling van het Fonds is het nakomen van de pensioentoezeggingen. Voor het realiseren van deze doelstelling wordt gestreefd naar een toereikende solvabiliteit op basis van de marktwaarde van de pensioenverplichtingen. Het belangrijkste risico voor het Fonds betreft het solvabiliteitsrisico, ofwel het risico dat het Fonds niet beschikt over voldoende vermogen ter dekking van de pensioenverplichtingen. De solvabiliteit wordt gemeten zowel op basis van algemeen geldende normen als ook naar de specifieke normen welke door de toezichthouder worden opgelegd. De belangrijkste ratio, die de solvabiliteit van een pensioenfonds weergeeft betreft de dekkingsgraad. De dekkingsgraad is in 2010 gedaald van 102,3% naar 100,0%. Indien de solvabiliteit van het Fonds zich negatief ontwikkelt, bestaat het risico dat het Fonds de premie voor de onderneming en deelnemers moet verhogen en het risico dat er geen ruimte beschikbaar is voor een eventuele indexatie van opgebouwde pensioenrechten. In het uiterste geval kan het noodzakelijk zijn dat het Fonds verworven pensioenaanspraken en pensioenrechten moet verminderen. Hoe het Fonds op de solvabiliteitspositie gaat reageren, staat toegelicht op pagina 34 onder Herstelplan. Het surplus/tekort op FTK-grondslagen is als volgt:
(in duizenden Euro’s) Technische voorzieningen volgens jaarrekening Overige technische voorzieningen volgens jaarrekening Voorziening pensioenverplichtingen (FTK-waardering) (a)
Ultimo 2010 Feitelijke mix Evenwichtssituatie EUR
Ultimo 2010 Strategisch mix Evenwichtssituatie EUR
Ultimo 2009 Feitelijke mix Evenwichtssituatie EUR
735.510 446 735.956
735,510 446 735.956
646.988 405 647.393
Buffers: S1 Renterisico S2 Risico zakelijke waarden S3 Valutarisico S4 Grondstoffenrisico S5 Kredietrisico S6 Verzekeringstechnisch risico Diversificatie-effect
30.781 85.611 32.500
29.070 94.263 33.433
22.382 70.931 21.234
5.101 23.804 -65.722
4.701 23.804 -66.203
3.345 18.614 -47.465
Totaal S (vereiste buffers) (b)
112.075
119.068
89.041
2.944
2.944
-
115,019
122,012
89,041
850.975 735.787 -115.188
857.968 735.787 -122.181
736.434 662.148 -74.286
Opslag actief beheer Totaal S (vereiste buffers) inclusief opslag actief beheer Vereist vermogen (art. 132 Pensioenwet) (a+b) Aanwezig vermogen (Totaal activa – schulden = pensioenvermogen) Surplus / tekort Tabel 40; Surplus/tekort op FTK-grondslagen
Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds Thales Nederland
41
Het Fonds heeft ter afdekking van risico’s bepaalde derivatencontracten afgesloten. Hiermee is bij het bepalen van de vereiste buffers op de volgende wijze rekening gehouden. Er wordt uitgegaan dat circa 50% van de exposure in vreemde valuta wordt afgedekt. Het Fonds heeft daarnaast in haar beleggingsbeleid ervoor gekozen om het renterisico voor een groot deel af te dekken. Door middel van een Swap overlay portefeuille die specifiek is afgestemd op de verplichtingen van het fonds is het renterisico voor 70% afgedekt met een bandbreedte van + of – 3%. Bij de berekening van de buffers past het pensioenfonds de standaardmethode toe. Voor de samenstelling van de beleggingen wordt uitgegaan van de feitelijke beleggingsmix in de evenwichtssituatie. De vereiste dekkingsgraad op basis van de feitelijke beleggingsmix bedraagt 115.0 miljoen Euro (115,6%) ultimo 2010. Op basis van de strategische beleggingsmix bedraagt de vereiste dekkingsgraad 122,0 Euro (116,6%) ultimo 2010.
Verzekeringstechnische risico’s De belangrijkste verzekeringstechnische risico’s zijn de risico’s van: Langleven, Overlijden en Arbeidsongeschiktheid. Het langlevenrisico is het belangrijkste verzekeringstechnische risico. Langlevenrisico is het risico dat deelnemers langer blijven leven dan gemiddeld verondersteld wordt bij de bepaling van de voorziening pensioenverplichtingen. Als gevolg hiervan volstaat de opbouw van het pensioenvermogen niet voor de uitkering van de pensioenverplichting. Het overlijdensrisico betekent dat het pensioenfonds in geval van overlijden mogelijk nabestaandenpensioen moet toekennen waarvoor door het pensioenfonds geen voorzieningen zijn getroffen. Dit risico kan worden uitgedrukt in risicokapitalen. Door toepassing van AG Prognosetafel 2010-2060 met Towers Watson 2010 ervaringssterfte, is thans zo goed mogelijk aangesloten bij de verwachte sterftetrend in de toekomst. (in duizenden Euro’s)
Ultimo 2010 EUR
Langleven risico Verwachte vrijval -4324 Werkelijke vrijval 1.862 Kortlevenrisico Verwachte vrijval 2.325 Beschikbare actuariële risicopremie (risicokoopsom) 705 Werkelijke vrijval -6 Benodigd bij overlijden -1.786 Resultaat op sterfte -1.224 Tabel 41; Sterfte behorende bij de technische voorziening voor risico van het Fonds
Ultimo 2009 EUR -4.020 3.434 2.068 743 16 -2.369 -128
Het arbeidsongeschiktheidsrisico betreft het risico dat het Fonds voorzieningen moet treffen voor premievrijstelling bij invaliditeit en voor het toekennen van een arbeidsongeschiktheidspensioen. Het resultaat op arbeidsongeschiktheid bedraagt 220k Euro (2009; 240k Euro).
Indexatierisico Het bestuur van het Fonds heeft de ambitie om het pensioen te indexeren. De mate waarin dit kan worden gerealiseerd, is afhankelijk van de ontwikkelingen in de rente, rendement, looninflatie en demografie. Uitdrukkelijk wordt opgemerkt dat de indexatietoezegging voorwaardelijk is.
Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds Thales Nederland
42
Beleggingsrisico’s Marktrisico Marktrisico omvat de mogelijkheden voor winst of verlies en omvat het prijs(koers)risico, valutarisico en het renterisico. De strategie van het Fonds met betrekking tot het beleggingrisico wordt bepaald door de beleggingsdoelstellingen. Het marktrisico wordt op dagelijkse basis beheerst door BlackRock en ING Investment Management in overeenstemming met de aanwezige beleidskaders en richtlijnen. De overallmarktposities worden periodiek gerapporteerd aan het bestuur. Prijsrisico Prijsrisico is het risico van waardewijzigingen door de ontwikkeling van marktprijzen, die wordt veroorzaakt door factoren gerelateerd aan een individuele belegging, de uitgevende instelling of generieke factoren. Omdat alle beleggingen worden gewaardeerd tegen reële waarde waarbij waardewijzigingen onmiddellijk in het saldo baten en lasten worden verwerkt, zijn alle wijzigingen in marktomstandigheden direct zichtbaar in het beleggingsresultaat. Het prijsrisico kan worden gemitigeerd door diversificatie. In aanvulling hierop kan het prijsrisico worden gehedged door het gebruik van afgeleide financiële instrumenten (derivaten), zoals opties en futures. Valutarisico Het totaalbedrag dat buiten de euro wordt belegd bedraagt ultimo 2010 circa 31% (2009; 26%) van de beleggingsportefeuille en is voor de belangrijkste valuta USD, JPY en GPB voor 69% (2009; 62%) afgedekt door de Euro. Einde boekjaar is de waarde van de uitstaande valutatermijncontracten -1.990k Euro (2009; -1.759k Euro). Het valutarisico wordt in onderstaande tabel weergegeven. De beleggingen in vreemde valuta kunnen per categorie als volgt worden gespecificeerd: (In duizenden Euro’s)
Ultimo 2010
EUR Vastgoedbeleggingen 13.236 Aandelen 198.168 Vastrentende waarden 6.788 Derivaten -323 Cash funds 18.551 Totaal beleggingen in vreemde valuta 236.420 Tabel 42; Beleggingen in vreemde valuta voor afdekking door valutaderivaten
Ultimo 2009
% 5,6% 83,8% 2,9% -0,1% 7,8% 100,0%
EUR 10.694 131.577 14.258 0 11.549 168.078
% 6,3% 78,3% 8,5% 0,0% 6,9% 100,0%
Valuta derivaten EUR
Ultimo 2010 netto positie (na) EUR
Ultimo 2009 netto positie (na) EUR
75.699 -27.166 -10.934 -36.254 -3.235 -1.890
596.345 20.423 45.486 26.250 66.672 755.176
549.435 6.233 803 32.679 55.138 644.288
De valutapositie voor en na afdekking door valutaderivaten is als volgt weer te geven: (In duizenden Euro’s)
Ultimo 2010 (voor) EUR
EUR 520.646 GBP 47.589 JPY 56.420 USD 62.504 Overige 69.907 Totaal valutapositie 757.066 Tabel 43; Valutapositie voor en na afdekking door valutaderivaten
Een restrisico betreft de categorie overige valuta; deze valuta betreffen valuta in opkomende markten en/of hebben een correlatie met de USD. Het bestuur heeft besloten om deze risico’s niet af te dekken.
Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds Thales Nederland
43
Renterisico Het renterisico is het risico dat de waarden van de portefeuille vastrentende waarden en de pensioenverplichtingen verandert als gevolg van ongunstige veranderingen in de marktrente. Het renterisico is voor 70% van de verplichtingen afgedekt met een bandbreedte van + en – 3%. Er is een matching van activa en passiva over de verschillende looptijden zodat rekening wordt gehouden met de absolute hoogte en vorm van de yieldcurve voor verplichtingen. De benodigde duratie wordt verkregen uit de vastrentende portefeuilles in combinatie met een Swap overlay portefeuille. De rentegevoeligheid kan worden gemeten door middel van de duratie. De duratie is de (met de contante waarde van de kasstromen) gewogen gemiddeld resterende looptijd in jaren. (In duizenden euro’s) Duratie vastrentende waarden (voor derivaten) Duratie vastrentende waarden (na derivaten) Duratie (nominale) pensioenverplichtingen
Balanswaarde EUR 416.933 459.425 735.956
Ultimo 2010 4,95 jaar 16,33 jaar 15,6 jaar
Balanswaarde EUR 394.719 416.574 647.393
Ultimo 2009 5,03 jaar 15,99 jaar 14,60 jaar
Tabel 44; Duratie
In de balanswaarde van de vastrentende waarden in bovenstaande tabel zijn de cash funds opgenomen. Er is geen rekening gehouden in deze balanswaarde met de opgelopen rente en de aan de vastrentende waarden gealloceerde liquide middelen. De samenstelling van de vastrentende waarden naar looptijd is als volgt: (in duizenden Euro’s)
Ultimo 2010 EUR % EUR Resterende looptijd < 1 jaar 17.765 4,3% 7.533 Resterende looptijd < > 5 jaar 99.390 23,8% 98.299 Resterende looptijd > 5 jaar 299.778 71,9% 288.887 Totaal vastrentende waarden 416.933 100,0% 394.719 Opgelopen interest op vastrentende waarden 6.392 4.791 Totaal vastrentende waarden incl. opgelopen interest 423.325 399.510 Gealloceerde liquide middelen 3.619 3.101 Totaal vastrentende waarden 426.944 402.611 Tabel 45; Vastrentende waarden (inclusief cash funds en gerelateerde allocatie liquide middelen ) naar looptijd
Ultimo 2009 % 1,9% 24,9% 73,2% 100,0%
Kredietrisico Kredietrisico is het risico van financiële verliezen voor het Fonds als gevolg van faillissement of betalingsonmacht waarop het Fonds (potentiële) vorderingen heeft. Hierbij kan onder meer worden gedacht aan partijen die obligatieleningen uitgeven, banken waar deposito’s worden geplaatst, marktpartijen waarmee Over the Counter (OTC)-derivatenposities worden aangegaan en aan bijvoorbeeld herverzekeraars. Een voor beleggingsactiviteiten specifiek onderdeel van kredietrisico is het settlementrisico. Dit heeft betrekking op het risico dat partijen waarmee het Fonds transacties is aangegaan niet meer in staat zijn hun tegenprestatie te verrichten waardoor het Fonds financiële verliezen lijdt. Beheersing vindt plaats door het stellen van limieten aan tegenpartijen op totaalniveau, dat wil zeggen met inachtneming van alle posities die een tegenpartij heeft jegens het Fonds. Ter afdekking van het settlementrisico wordt door het Fonds enkel belegd in markten waar een voldoende betrouwbaar clearing- en settlementsysteem functioneert. Voordat in nieuwe markten wordt belegd, wordt eerst onderzoek gedaan naar de waarborgen op dit gebied. Met betrekking tot niet-beursgenoteerde beleggingen, met name OTC-derivaten, wordt door het Fonds enkel gewerkt met tegenpartijen waarmee ISDA/CSA-overeenkomsten zijn afgesloten zodat posities van het Fonds adequaat worden afgedekt door onderpand. Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds Thales Nederland
44
Concentratierisico Grote posten zijn aan te duiden als een vorm van concentratierisico. Om te bepalen welke posten hieronder vallen moeten per beleggingscategorie alle instrumenten met dezelfde debiteur worden gesommeerd. Als grote post wordt aangemerkt elke post die meer dan 2% van het balanstotaal uitmaakt. De volgende posten vormen een concentratierisico: (in duizenden Euro’s) Tegenpartij Duitsland staatsobligaties Italië staatsobligaties Frankrijk staatsobligaties
Bedrag EUR 52.852 17.328 23.227
% van balanstotaal 7,2% 2,4% 3,2%
Tabel 46; Concentratierisico
In het algemeen geldt dat het concentratierisico kan optreden als een adequate spreiding van activa en passiva ontbreekt. Concentratierisico’s kunnen optreden bij een concentratie van de portefeuilles in regio’s, economische sectoren of tegenpartijen. Een portefeuille van leningen die sterk sectorgebonden is, kan voor deze sectorconcentratie een verhoogd risico lopen. Indien aandelen in dezelfde sector worden aangehouden is sprake van een cumulatief concentratierisico.
Operationeel risico Operationeel risico is het risico van een onjuiste afwikkeling van transacties, fouten in de verwerking van gegevens, het verloren gaan van informatie, fraude en dergelijke. Dergelijke risico’s worden door het Fonds beheerst door het stellen van hoge kwaliteitseisen aan de organisaties die bij de uitvoering betrokken zijn op gebieden zoals interne organisatie, procedures, processen en controles, kwaliteit geautomatiseerde systemen, enzovoort. Deze kwaliteitseisen worden periodiek getoetst door het bestuur.
Systeemrisico Systeemrisico betreft het risico dat het mondiale financiële systeem (de internationale markten) niet langer naar behoren functioneert, waardoor beleggingen van het Fonds niet langer verhandelbaar zijn en zelfs, al dan niet tijdelijk, hun waarde verliezen. Net als voor andere marktpartijen, is dit risico voor het Fonds niet beheersbaar.
Specifieke financiële instrumenten (derivaten) Voor de uitvoering van het beleggingsbeleid wordt tevens gebruikgemaakt van financiële derivaten. Als hoofdregel geldt, dat derivaten uitsluitend worden gebruikt voor zover dit passend is binnen het algemene beleggingsbeleid. De portefeuillestructuur en het risicoprofiel, berekend inclusief de economische effecten van derivaten, dienen zich binnen de door het bestuur vastgestelde grenzen (limieten) te bevinden. Het Fonds gebruikt derivaten hoofdzakelijk om de hiervoor vermelde vormen van marktrisico zo veel mogelijk af te dekken. Een van de belangrijkste risico’s bij derivaten is het kredietrisico. Gebruik kan worden gemaakt van onder meer de volgende instrumenten: Valutatermijncontracten: dit zijn met individuele banken afgesloten contracten waarbij de verplichting wordt aangegaan tot het verkopen van een valuta en de aankoop door een andere valuta, tegen een vooraf vastgestelde prijs en op een vooraf vastgestelde datum. Door middel van valutatermijncontracten worden valutarisico’s afgedekt. Swaps: Door middel van swaps wordt het renterisico van de totale obligatieportefeuille afgestemd op de duratie van de verplichtingen waardoor een groter deel van het renterisico wordt afgedekt. Deze opzet heeft twee voordelen. In de eerste plaats kan door actief beheer extra rendement worden behaald hetgeen het totale rendement van het Fonds ten goede kan komen. In de tweede plaats biedt de nieuwe swapportefeuille meer flexibiliteit om beleggingen en pensioenverplichtingen op elkaar af te stemmen en kunnen eventuele aanpassingen eenvoudiger en kostenefficiënter worden doorgevoerd. Het Fonds is in belangrijke mate afgedekt tegen het zogenoemde renterisico.
Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds Thales Nederland
45
Onderstaande tabel geeft inzicht in de derivatenposities ultimo 2010:
(In duizenden Euro’s)
FXFWD EUR/USD 13/01/2011 FXFWD EUR/GBP 13/01/2011 FXFWD EUR/DKK 13/01/2011 FXFWD EUR/SEK 13/01/2011 FXFWD EUR/SEK 13/01/2011 FXFWD EUR/GBP 13/01/2011 FXFWD EUR/PLN 13/01/2011 FXFWD EUR/SEK 13/01/2011 FXFWD EUR/SEK 13/01/2011 FXFWD EUR/GBP 10/01/2011 FXFWD EUR/JPY 11/01/2011 FXFWD EUR/USD 10/01/2011 FXFWD EUR/USD 10/01/2011 FXFWD EUR/GBP 10/01/2011 FXFWD EUR/JPY 11/01/2011 FXFWD EUR/JPY 11/01/2011 FXFWD EUR/GBP 10/01/2011 FXFWD EUR/JPY 11/01/2011 FXFWD EUR/JPY 11/01/2011 FXFWD EUR/GBP 10/01/2011 FXFWD EUR/USD 10/01/2011 FXFWD EUR/USD 13/01/2011 FXFWD EUR/GBP 13/01/2011 FXFWD EUR/JPY 13/01/2011 FXFWD EUR/JPY 13/01/2011 FXFWD EUR/USD 13/01/2011 FXFWD EUR/GBP 13/01/2011 FXFWD EUR/GBP 13/01/2011 FXFWD EUR/JPY 13/01/2011 FXFWD EUR/USD 13/01/2011 FXFWD EUR/GBP 13/01/2011 FXFWD EUR/JPY 13/01/2011 FXFWD EUR/USD 13/01/2011 Totaal Derivaten Tabel 47; Derivatenposities ultimo 2010
Expiratie datum
Onderliggend
13/01/2011 13/01/2011 13/01/2011 13/01/2011 13/01/2011 13/01/2011 13/01/2011 13/01/2011 13/01/2011 10/01/2011 11/01/2011 10/01/2011 10/01/2011 10/01/2011 11/01/2011 11/01/2011 10/01/2011 11/01/2011 11/01/2011 10/01/2011 10/01/2011 13/01/2011 13/01/2011 13/01/2011 13/01/2011 13/01/2011 13/01/2011 13/01/2011 13/01/2011 13/01/2011 13/01/2011 13/01/2011 13/01/2011
Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds Thales Nederland
Clean Value Pc Pos 273 3.406 230 2.366 1.271 604 1.179 840 258 6.841 4.026 14.567 868 408 61 345 805 1.210 316 388 1.825 17.720 14.111 5.848 151 801 199 330 149 526 355 39 224 82.540
Contractomvang
Actuele waarde activa
Actuele waarde passiva
Clean Value Pc Neg -281 -3,460 -230 -2,426 -1,235 -612 -1,173 -869 -268 -6,926 -4,241 -14,944 -900 -423 -64 -339 -797 -1,250 -311 -385 -1,789 -18,261 -14,334 -6,074 -155 -829 -202 -338 -149 -542 -358 -39 -226 -84.430
0 0 0 0 36 0 6 0 0 0 0 0 0 0 0 6 8 0 5 3 36 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 100
-8 -54 0 -60 0 -8 0 -29 -10 -85 -215 -377 -32 -15 -3 0 0 -40 0 0 0 -541 -223 -226 -4 -28 -3 -8 0 -16 -3 0 -2 -1.990
46
Onderstaande tabel geeft inzicht in de derivatenposities ultimo 2009:
(In duizenden Euro’s)
12/31/2009 Bonds EURO-BUND FUTURE Mar10 EURO-SCHATZ FUT Mar10 US 10YR NOTE FUT Mar10 IRS EUR P 4,798-6ME 06-06-2008 10-06-2038 IFS GBP R 3.27-UKRPI 11/26/2038 IFS EUR P 1,9292-FRCPXTOB 7/28/2014 IFS EUR R 2.40-FRCPXTOB 7/28/2019 IRS HUF P 6.81-6M BUBOR 13-08-2009 13-08-2020 IRS HUF P 6.82-6M BUBOR 13-08-2009 13-08-2020 IRS CHF P 0,945%-3M 19-08-2009 19-08-2012 IRS AUD P 5,837% 22-09-2009 22-09-2012 IRS NZD R 5,497%-3BBR 22-09-2010 22-09-2012 IRS NZD R 5,546%-3BBR 23-09-2010 22-09-2012 IRS AUD P 5,852% 22-09-2009 22-09-2012 UNITED KINGDOM 20/12/14 IRS EUR R 4.639-6ME 20080228 20580303 IRS EUR R 4.741-6ME 20080228 20380303 IRS EUR P 4.205-6ME 20080228 20150303 IRS EUR R 4.751-6ME 20080228 20330303 IRS EUR P 4.031-6ME 20080228 20130303 IRS EUR P 3.915-6ME 20080228 20110303 IRS EUR P 4.423-6ME 20080228 20180303 IRS EUR R 4.686-6ME 20080228 20480303 IRS EUR R 4.605-6ME 20080229 20480304 IRS EUR R 4.665-6ME 20080229 20380304 IRS EUR R 4.655-6ME 20080229 20280306 IRS EUR R 4.67-6ME 20080327 20230331 IRS EUR R 4,095%-6ME 27-10-2008 29-10-2038 IRS EUR R 3,975%-6ME 27-10-2008 29-10-2048 IRS EUR P 3,845%-6ME 3-11-2008 29-10-2011 IRS EUR R 3,76%-6ME 29-4-2009 29-04-2039 IRS EUR R 3,53%-6ME 29-4-2009 29-04-2059 IRS EUR P 1,625%-6ME 29-4-2009 29-04-2010 IRS EUR R 1.838%-6ME 02-07-2009 02-07-2011 IRS EUR P 2.294%-6ME 02-07-2009 02-07-2012 IRS EUR P 3.283%-6ME 02-07-2009 02-07-2016 IRS EUR R 4.151%-6ME 02-07-2009 02-07-2029 IRS EUR R 3.826%-6ME 02-07-2009 02-07-2059 IRS EUR P 3.66%-6ME 02-07-2009 02-07-2019 IRS EUR R 4.085%-6ME 02-07-2009 02-07-2039 Totaal Bonds Tabel 48; Derivatenposities ultimo 2009
Expiratie datum
08/03/2010 3/8/2010 3/22/2010 6/10/2038 11/26/2038 7/30/2014 7/30/2019 8/13/2020 8/13/2020 8/20/2012 9/24/2012 9/22/2010 9/22/2010 9/24/2012 12/20/2014 3/3/2010 3/3/2010 3/3/2015 3/3/2010 3/4/2013 3/3/2011 3/5/2018 3/3/2010 3/4/2010 3/4/2010 3/4/2010 3/30/2010 4/29/2010 4/29/2010 10/31/2011 4/29/2010 4/29/2010 4/29/2010 7/2/2010 7/2/2012 7/4/2016 7/2/2010 7/2/2010 7/2/2019 7/2/2010
Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds Thales Nederland
Onderliggend
31-12-2009
Contractomvang Clean Clean Value Pc Value Pc Pos Neg EUR EUR 0 0 0 1.802 578 3.940 3.877 192 1.272 3.759 3.663 3.626 3.091 3.113 592 26.365 38.076 53.456 55.562 63.167 102.408 18.920 33.621 32.900 37.720 50.130 35.673 12.582 5.472 17.618 5.798 2.381 46.949 20.196 10.809 16.313 7.087 5.919 9.407 3.683 741.719
0 0 0 -2.054 -675 -3.863 -3.940 -187 -1.238 -3.746 -3.683 -3.622 -3.086 -3.131 -598 -22.123 -33.736 -56.884 -50.253 -66.426 -105.328 -20.321 -28.600 -28.530 -33.700 -46.449 -32.934 -12.312 -5.305 -18.260 -6.006 -2.503 -47.040 -20.116 -10.860 -16.452 -7.006 -5.800 -9.494 -3.603 -719.863
Actuele waarde activa
Actuele waarde passiva
EUR
EUR
0 0 0 0 0 77 0 5 34 13 0 3 6 0 0 4.242 4.340 0 5.309 0 0 0 5.021 4.370 4.020 3.682 2.739 270 167 0 0 0 0 80 0 0 81 119 0 80 34.658
0 0 0 -252 -97 0 -63 0 0 0 -20 0 0 -18 -6 0 0 -3.427 0 -3.259 -2.920 -1.401 0 0 0 0 0 0 0 -641 -208 -122 -92 0 -51 -139 0 0 -86 0 -12.802
47
(In duizenden Euro’s)
Short-term claims FXFWD EUR/DKK 21/01/2010 FXFWD EUR/USD 21/01/2010 FXFWD EUR/GBP 21/01/2010 FXFWD EUR/USD 21/01/2010 FXFWD EUR/GBP 21/01/2010 FXFWD EUR/USD 21/01/2010 FXFWD EUR/GBP 21/01/2010 FXFWD EUR/GBP 21/01/2010 FXFWD EUR/GBP 21/01/2010 FXFWD EUR/GBP 05/02/2010 FXFWD EUR/USD 05/02/2010 FXFWD EUR/JPY 05/02/2010 FXFWD EUR/JPY 05/02/2010 FXFWD EUR/USD 05/02/2010 FXFWD EUR/GBP 05/02/2010 FXFWD EUR/JPY 05/02/2010 FXFWD EUR/USD 05/02/2010 FXFWD EUR/GBP 05/02/2010 FXFWD EUR/GBP 21/01/2010 FXFWD EUR/USD 21/01/2010 FXFWD EUR/JPY 21/01/2010 FXFWD EUR/GBP 21/01/2010 FXFWD EUR/USD 21/01/2010 FXFWD EUR/JPY 21/01/2010 FXFWD EUR/JPY 21/01/2010 FXFWD EUR/GBP 21/01/2010 FXFWD EUR/USD 21/01/2010 FXFWD EUR/GBP 21/01/2010 FXFWD EUR/JPY 21/01/2010 Totaal Short-term claims Totaal derivaten Tabel 49; Vervolg Derivatenposities ultimo 2009
Expiratie datum
21/01/2010 21/01/2010 21/01/2010 21/01/2010 21/01/2010 21/01/2010 21/01/2010 21/01/2010 21/01/2010 05/02/2010 05/02/2010 05/02/2010 05/02/2010 05/02/2010 05/02/2010 05/02/2010 05/02/2010 05/02/2010 21/01/2010 21/01/2010 21/01/2010 21/01/2010 21/01/2010 21/01/2010 21/01/2010 21/01/2010 21/01/2010 21/01/2010 21/01/2010
Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds Thales Nederland
Onderliggend
Contractomvang Clean Clean Value Pc Value Pc Pos Neg EUR EUR 8.096 1.900 900 697 1.398 677 1.415 419 392 4.855 12.322 4.075 202 729 149 317 499 351 12.511 16.748 5.444 163 100 12 47 360 473 115 18 75.384 817.103
-8.106 -1.985 -891 -673 -1.407 -697 -1.429 -422 -405 -4.894 -12.681 -4.080 -205 -766 -152 -311 -498 -354 -12.885 -17.463 -5.518 -162 -102 -12 -45 -370 -495 -116 -18 -77.143 -797.006
Actuele waarde activa
Actuele waarde passiva
EUR
EUR
0 0 10 23 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 6 1 0 0 0 0 1 0 0 2 0 0 0 0 43 34.701
-10 -85 0 0 -8 -19 -14 -3 -13 -39 -359 -5 -3 -37 -3 0 0 -3 -374 -715 -75 0 -3 0 0 -11 -22 -1 0 -1.802 -14.604
48
Ten aanzien van de kredietwaardigheid van de debiteuren van de vastrentende portefeuille kan het volgende overzicht worden gegeven: (in duizenden Euro’s) Staat AAA AA A BBB BB
EUR 164.610 53.358 112.408 29.827 11.150 20.903
Ultimo 2010 % 42.0% 13.6% 28.7% 7.6% 2.8% 5.3%
Totaal beleggingen naar kredietwaardigheid 392,256 100.0% Tabel 50; Totaal beleggingen in vastrentende waarden naar kredietwaardigheid debiteuren
EUR 53.201 139.100 24.913 112.823 30.339 16.373
Ultimo 2009 % 14,10% 36,90% 6,60% 30,00% 8,00% 4,40%
376.749
100,00%
Inzake concentratie van risico’s kan worden gemeld dat ultimo 2010 wel sprake is van beleggingen in een individuele tegenpartij groter dan 4,0% (2009 was dit niet zo).
Liquiditeitsrisico Liquiditeitsrisico is het risico dat beleggingen niet tijdig en/of niet tegen een aanvaardbare prijs kunnen worden omgezet in liquide middelen, waardoor het Fonds op korte termijn niet aan zijn verplichtingen kan voldoen. Waar de overige risicocomponenten vooral de langere termijn betreffen (solvabiliteit), gaat het hierbij om de kortere termijn. Dit risico kan worden beheerst door in het strategische en tactische beleggingsbeleid voldoende ruimte aan te houden voor de liquiditeitsposities. Er moet eveneens rekening worden gehouden met de directe beleggingsopbrengsten en andere inkomsten zoals premies. Inzake het liquiditeitsrisico kan het volgende worden gemeld: Ultimo 2010 zijn er voldoende obligaties en cash funds, die onmiddellijk zonder waardeverlies te gelde kunnen worden gemaakt om eventuele onvoorziene uitstroom van geldmiddelen te financieren. Daarnaast is er een cash flow planning gemaakt met een horizon van 1 jaar, die maandelijks wordt aangepast op recente ontwikkelingen.
Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds Thales Nederland
49
Toelichting Staat van baten en lasten over 2010
10
Premiebijdragen (van werkgever en werknemers)
(in duizenden euro’s)
2010 EUR
2009 EUR
Periodieke premies: Werkgeversgedeelte Werknemersgedeelte Premie ineens (FVP-premies en inkoopsommen)
12.621 8.386 378
11.584 7.660 561
Totaal premiebijdragen
21.385
19.805
Tabel 51; Premiebijdragen
De feitelijke premie bedraagt 21.385k Euro. De totale bijdrage van werkgever en werknemers bedraagt 26,4% (2009; 25%) van de pensioengrondslag som. De kostendekkende, gedempte en feitelijke premie volgens artikel 130 van de Pensioenwet zijn als volgt: (in duizenden euro’s) Kostendekkende premie Feitelijke premie Gedempte kostendekkende premie
2010 EUR 21.978 21.385 20.652
2009 EUR 23.174 19.805 19.607
Tabel 52; Premies volgens Pensioenwet
De gedempte premie wordt bepaald op basis van de nominale marktrente per 1 oktober van de afgelopen vijf boekjaren, dit rentepercentage ten behoeve van gedempte premie is 4,2% (2009; 4,4%). De feitelijke premie is bepaald op basis van de salarissom. De aan het boekjaar toe te rekenen feitelijke premie is als bate verantwoord. De samenstelling van de kostendekkende premie is als volgt: (in duizenden euro’s) Actuariële benodigde koopsom voor pensioenopbouw en risicodekking tijdens het boekjaar in verband met aangroei van pensioenverplichtingen Opslag voor het bij de aangroei van de pensioenverplichtingen behorende vereiste eigen vermogen Opslag voor toekomstige kosten Opslag voor de bij de aangroei van de pensioenverplichtingen behorende uitvoeringskosten Kostendekkende premie Tabel 53; Opbouw kostendekkende premie
Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds Thales Nederland
2010 EUR
2009 EUR
17.750
18.743
2.851 71
3.130
1.306 21.978
1.301 23.174
50
11
Beleggingsresultaten risico pensioenfonds
2010 (in duizenden Euro’s) Vastgoedbeleggingen Aandelen Vastrentende waarden Derivaten Overige beleggingen Totaal beleggingsopbrengsten Kosten Totaal beleggingsopbrengsten excl. kosten
Directe beleggingsopbrengsten EUR 101 4.725 12.387 2.142 320 19.675 -1.194 18.481
Indirecte beleggingsopbrengsten EUR 4.463 34.285 2.233 17.509 -799 57.691 57.691
Totaal beleggingsopbrengsten EUR 4,564 39.010 14.620 19.651 -479 77.366 -1.194 76.172
Tabel 54; Beleggingsresultaten 2010 risico pensioenfonds
2009 Directe beleggingsopbrengsten EUR Vastgoedbeleggingen 86 Aandelen 4.808 Vastrentende waarden 12.194 Derivaten 2.375 Overige beleggingen 119 Totaal beleggingsopbrengsten 19.582 Kosten -1.277 Totaal beleggingsopbrengsten excl. Kosten 18.305 Tabel 55; Beleggingsresultaten 2009 risico pensioenfonds (in duizenden Euro’s)
Indirecte beleggingsopbrengsten EUR 4.576 44.156 23.934 -22.217 478 50.927 50.927
Totaal beleggingsopbrengsten EUR 4.662 48.964 36.128 -19.842 597 70.509 -1.277 69.232
Totaal kosten vermogensbeheer bedraagt 1.194k Euro in 2010 (2009; 1.277k Euro) en worden in mindering gebracht op de beleggingsopbrengsten. Deze kosten zijn niet direct te toe te wijzen aan de verschillende categorieën van beleggingen.
12
Overige baten
(in duizenden euro’s) Andere baten Totaal overige baten Tabel 56; Overige baten
Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds Thales Nederland
2010 EUR 1 1
2009 EUR 5 5
51
13
Pensioenuitkeringen
(in duizenden euro’s)
2010 EUR 21.444 240 1.442 66 17 23.209
Ouderdomspensioen Nabestaandenpensioen (partnerpensioen) Wezenpensioen Invaliditeitspensioen Afkopen Totaal pensioenuitkeringen Tabel 57; Pensioenuitkeringen
2009 EUR 20.607 1.325 76 309 11 22.330
De indexatie van de opgebouwde rechten en uitkeringen in de Middelloon per 1 januari 2010, zoals vastgesteld door het bestuur bedraagt voor actieven 0% (2009; 0%) en voor de inactieven 0% (2009; 0%). Het bestuur heeft in december 2010 besloten om geen indexaties per 1 januari 2011 en per 1 april 2011 toe te kennen. De post Afkopen betreft de afkoop van pensioenen die lager zijn dan 421 Euro per jaar (de afkoopgrens) overeenkomstig pensioenwet.
14
Pensioenuitvoeringskosten
(in duizenden euro’s)
2010 EUR 0 1.948 579 2.527 -1.194 1.333
Bestuurskosten Administratiekostenvergoeding Overige Totaal kosten Kosten toegerekend aan beleggingen Totaal pensioenuitvoeringskosten Tabel 58; Pensioenuitvoeringskosten
2009 EUR 0 2.074 487 2.560 -1.277 1.283
De volgende honoraria van KPMG Accountants N.V. zijn ten laste gebracht van de stichting, een en ander zoals bedoeld in artikel 2:382a BW.
(in duizenden euro’s) 2010 Onderzoek van de jaarrekening Andere controleopdrachten Adviesdiensten op fiscaal terrein Andere niet controlediensten Totaal honoraria accountant Tabel 59; Honoraria accountant 2010
(in duizenden euro’s) 2009 Onderzoek van de jaarrekening Andere controleopdrachten Adviesdiensten op fiscaal terrein Andere niet controlediensten Totaal honoraria accountant Tabel 60; Honoraria accountant 2009
KPMG Accountants N.V. EUR 65
Overig KPMG netwerk EUR
65
KPMG Accountants N.V. EUR 71 12 83
Totaal KPMG EUR 65
65
Overig KPMG netwerk EUR
Totaal KPMG EUR 71 12 83
In overeenstemming met artikel 96 van de Pensioenwet wordt vermeld dat het pensioenfonds in het afgelopen jaar geen dwangsommen en boetes zijn opgelegd.
15
Pensioenopbouw voorziening pensioenverplichtingen
Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds Thales Nederland
52
Onder pensioenopbouw is opgenomen de actuarieel berekende waarde van de diensttijdopbouw. Dit is het effect op de voorziening pensioenverplichtingen van de in het verslagjaar opgebouwde nominale rechten ouderdomspensioen en nabestaandenpensioen. Verder is hierin begrepen het effect van de individuele salarisontwikkeling. (in duizenden euro’s) Actuarieel benodigd voor nieuwe onvoorwaardelijke aanspraken Totaal pensioenopbouw Tabel 61; Pensioenopbouw
16
2009 EUR -18.761 -18.761
Indexering en overige toeslagen voorziening pensioenverplichtingen
(in duizenden euro’s) Toeslagverlening pensioentrekkenden Toeslagverlening slapers Toeslagverlening actieven Totaal indexering en overige kosten Tabel 62; Indexering en overige toeslagen voorziening pensioenverplichtingen
17
2010 EUR -17.723 -17.723
2010 EUR 0 0 0 0
2009 EUR 0 0 0 0
Rentetoevoeging voorziening pensioenverplichtingen
De pensioenverplichtingen zijn opgerent met 1,30% (2009; 3,57%), zijnde een vaste rekenrente, die begin 2010 ongeveer overeenkomt met de termijnstructuur van de nominale marktrente. De benodigde interesttoevoeging aan de technische voorziening is 8.483k Euro (2009; 23.039k Euro).
18
Onttrekking uit voorziening pensioenverplichtingen voor pensioenuitkeringen
Verwachte toekomstige pensioenuitkeringen worden vooraf actuarieel berekend en opgenomen in de voorziening pensioenverplichtingen. De onder dit hoofd opgenomen afname van de voorziening betreft het bedrag dat vrijkomt ten behoeve van de financiering van de pensioenen van de verslagperiode. (in duizenden euro’s) Uitkeringen Totaal onttrekking voorziening pensioenverplichtingen voor pensioenuitkeringen Tabel 63; Pensioenuitkeringen in mutatie pensioenverplichtingen
19
2010 EUR 23.652 23.652
2009 EUR 22.766 22.766
Wijziging marktrente voorziening pensioenverplichtingen
Jaarlijks wordt per 31 december de marktwaarde van de technische voorzieningen herrekend door toepassing van de actuele rentetermijnstructuur. Het effect van de verandering van de rentetermijnstructuur wordt verantwoord onder het hoofd wijziging marktrente in 2010 en bedroeg 62.294k Euro negatief (2009; 29.856k Euro positief).
Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds Thales Nederland
53
20
Wijziging voorziening pensioenverplichtingen uit hoofde van overdracht rechten
(in duizenden euro’s) Inkomende waarde-overdrachten Uitgaande waarde-overdrachten Totaal saldo waarde-overdrachten voorziening pensioenverplichtingen Tabel 64; Saldo overdracht rechten in mutatie voorziening pensioenverplichtingen
2010 EUR -938 52 886
2009 EUR -261 11.974 11.713
Deze wijziging betreft de mutatie in de voorziening pensioenverplichtingen als gevolg van waarde-overdrachten.
21
Overige mutaties voorziening pensioenverplichting
(in duizenden euro’s) Overige mutaties Totaal saldo overige mutaties voorziening pensioenverplichtingen Tabel 65; Saldo overige mutaties voorziening pensioenverplichtingen
2010 EUR -22.829 -22.829
2009 EUR -13.753 -13.753
In 2010 zijn de lasten van minimumpensioen ten laste van de premie gekomen, de lasten waren in 2010 1.7 miljoen Euro (2009; 2.1 miljoen Euro). Als gevolg van de toegenomen levensverwachting is de voorziening met 18.193k euro opgehoogd.
22
Saldo overdracht van rechten
(in duizenden euro’s) Inkomende waarde-overdrachten Uitgaande waarde-overdrachten Totaal saldo waarde-overdrachten Tabel 66; Saldo overdracht rechten
2010 EUR -684 40 -644
2009 EUR 385 -10.786 -10.401
Waardeoverdrachten betreft de ontvangst van of overdracht aan pensioenfonds of pensioenverzekeraar van respectievelijk de vorige of nieuwe werkgever van de contante waarde van premievrije pensioenaanspraken van deelnemers, die tot de ontslagdatum zijn opgebouwd. De koopsommen, die worden ontvangen, worden aangewend voor de inkoop van extra aanspraken.
23
Overige lasten
(in duizenden euro’s) Terugstorting SMEO Totaal saldo overige lasten Tabel 67; Overige lasten
24
2010 EUR 0 0
2009 EUR 576 576
Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen
Langlopende contractuele verplichtingen Het Fonds heeft een uitbestedingsovereenkomst afgesloten met Hewitt Associates voor een periode van 2 jaar, vanaf 1 januari 2008. Deze uitbestedingsovereenkomst is vanaf 1 januari 2010 stilzwijgend verlengd met 2 jaar. De jaarlijks te betalen vergoeding bedraagt circa 600k Euro (2009; 600k Euro). De verplichting uit hoofde van minimumpensioen bedraagt ultimo 2010 circa 6,2 miljoen euro (ultimo 2009; 7,9 miljoen Euro). De verplichting ultimo 2010 is berekend met een vaste rekenrente van 3,47%, die is afgeleid van de termijnstructuur van de nominale marktrente ultimo 2010.
Investeringsverplichtingen Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds Thales Nederland
54
Er bestaan per balansdatum geen investerings- en stortingsverplichtingen (zogenaamde voorbeleggingen).
25
Verbonden partijen
Identiteit van verbonden partijen Er is sprake van een relatie tussen de verbonden partijen; het fonds, de sponsor, de aangesloten ondernemingen en hun bestuurders en de voormalige bestuurders, directieleden of andere beleidsbepalers en werknemers van het fonds.
Overige transacties met verbonden partijen Inzake de uitvoeringsovereenkomst tussen fonds en werkgever met betrekking tot de financiering van de aanspraken en de uitvoering van de regeling is het volgende relevant: Tussen het pensioenfonds en de werkgever is een ‘overeenkomst met betrekking tot de betaling van de bijdragen gesloten. In 2007 zijn de afspraken tussen het pensioenfonds en de werkgever vastgelegd in een uitvoeringsovereenkomst die voldoet aan de Pensioenwet. In de uitvoeringsovereenkomst zijn de volgende onderwerpen vastgelegd: Verplichtingen van de werkgever, zoals het aanmelden van nieuwe werknemers en doorgeven van mutaties. De (totale) doorsneepremie dient door de werkgever betaald te worden en bedraagt 26,4% van de som van pensioengrondslagen van alle deelnemers in 2010. De werkgever houdt de bijdrage van de werknemers in op het salaris. De deelnemersbijdrage is vastgelegd in het pensioenreglement van het pensioenfonds en bedraagt thans 40% van de doorsneepremie. De doorsneepremie wordt in twaalf termijnen ter beschikking gesteld aan het Fonds. De overeenkomst heeft een onbepaalde looptijd en kan zes maanden voor het einde van het kalenderjaar worden opgezegd. De doorsneepremie kan nimmer minder zijn dan de kostendekkende premie conform het Financieel Toetsingskader en wordt uitgedrukt als een percentage van de som van pensioengrondslagen van alle deelnemers. Bij bepaling van de kostendekkende premie wordt geen rekening gehouden met een opslag ter financiering van het voorwaardelijke toeslagbeleid. Financiering van het toeslagbeleid vindt derhalve plaats op basis van overrendementen. De kostendekkende premie wordt bepaald op basis van de fondsgrondslagen. Uitgangspunt bij de bepaling van de kostendekkende premie – in enig jaar – is de gemiddelde nominale rentetermijnstructuur Financieel Toetsingskader over een periode van 5 jaar en de solvabiliteitsopslag. Beiden worden vastgesteld per 1 oktober voorafgaand aan het kalenderjaar. Met solvabiliteitsvrijval over uitkeringen wordt uitsluitend rekening gehouden indien en voor zover dat conform wet- en regelgeving is toegestaan. Het pensioenfonds verleent zijn medewerking aan de uitvoering van de pensioenovereenkomst, zoals vastgelegd in het pensioenreglement. Het Pensioenfonds stelt een pensioenreglement op en wijzigt dit overeenkomstig de bepalingen uit de statuten en het pensioenreglement. De pensioenovereenkomst is opgenomen in het pensioenreglement. Het pensioenreglement is in overeenstemming met de bepalingen uit de overeenkomst. Het bestuur beslist jaarlijks in hoeverre de pensioenaanspraken van de deelnemers worden aangepast.
26
Aantal personeelsleden
Bij het Fonds zijn geen werknemers in dienst. De werkzaamheden worden verricht door werknemers die in dienst zijn van de werkgever. De hieraan verbonden kosten en de kosten voor de bijbehorende werkplekken zijn gedeeltelijk voor rekening van de werkgever, een deel wordt doorbelast naar het pensioenfonds.
27
Bezoldiging bestuurders
Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds Thales Nederland
55
De bestuurders van het Pensioenfonds zijn onbezoldigd.
28
Wijziging overige actuariële uitgangspunten
Jaarlijks worden de actuariële grondslagen en/of methoden beoordeeld en mogelijk herzien ten behoeve van de berekening van de actuele waarde van de pensioenverplichtingen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van interne en externe actuariële deskundigheid. Dit betreft onder meer de vergelijking van veronderstellingen ten aanzien sterfte, langleven, arbeidsongeschiktheid met werkelijke waarnemingen voor de gehele bevolking als voor de populatie van het Fonds. De vaststelling van de toereikend van de voorziening voor pensioenverplichtingen is een inherent onzeker proces, waarbij gebruik wordt gemaakt van schattingen en oordelen door het bestuur van het Fonds. Het effect van deze wijzigingen wordt verantwoord in het resultaat op het moment dat de actuariële uitgangspunten worden herzien.
29
Belastingen
De activiteiten van het Fonds zijn vrijgesteld van belastingheffing in het kader van de vennootschapsbelasting Hengelo, 14 juni 2011 Stichting Pensioenfonds Thales Nederland Het Bestuur Dhr. R.P. van Duuren Voorzitter
Dhr. J.H.E. Soepenberg Vice-voorzitter
Dhr. P.M. Dekker Secretaris
Dhr. G.J. Mulders Penningmeester
Dhr. E.R. Stolp Lid
Dhr. H.B. Prakken Lid
Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds Thales Nederland
56
Overige gegevens
Statutaire regeling omtrent de bestemming van het saldo van baten en lasten Ten aanzien van de bestemming van het saldo van baten en lasten is geen bepaling opgenomen in de statuten van het Fonds. De bestemming is nader uitgewerkt in de ABTN. Het resultaat van 14.903k Euro is ten laste van het algemeen reserve gebracht. Het voorstel is opgenomen in de balans per 31 december 2010.
Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds Thales Nederland
57
Actuariële verklaring Opdracht Door Stichting Pensioenfonds Thales Nederland te Hengelo is aan Towers Watson B.V. de opdracht verleend tot het afgeven van een actuariële verklaring als bedoeld in de Pensioenwet over het boekjaar 2010. Gegevens De gegevens waarop mijn onderzoek is gebaseerd, zijn verstrekt door en tot stand gekomen onder de verantwoordelijkheid van het bestuur van het pensioenfonds. Voor de toetsing van de fondsmiddelen en voor de beoordeling van de vermogenspositie heb ik mij gebaseerd op de financiële gegevens die ten grondslag liggen aan de jaarrekening. In overeenstemming met de richtlijn “Samenwerking tussen accountant en actuaris ter zake van de controle van verantwoordingen van verzekeringsinstellingen” heeft de accountant van het pensioenfonds mij geïnformeerd over zijn bevindingen ten aanzien van de betrouwbaarheid en de volledigheid van de administratieve basisgegevens en de overige uitgangspunten die voor mijn oordeelsvorming van belang zijn. Werkzaamheden Ter uitvoering van de opdracht heb ik onderzocht of is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet. De door het pensioenfonds verstrekte administratieve basisgegevens en de bevindingen van de accountant ten aanzien hiervan zijn zodanig dat ik die gegevens als uitgangspunt voor mijn beoordelingswerkzaamheden heb aanvaard. Als onderdeel van de werkzaamheden voor de opdracht: heb ik ondermeer onderzocht of de technische voorzieningen, het minimaal vereist eigen vermogen en het vereist eigen vermogen toereikend zijn vastgesteld, en heb ik mij een oordeel gevormd over de vermogenspositie van het pensioenfonds. Mijn onderzoek heb ik zodanig uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de resultaten geen onjuistheden van materieel belang bevatten. Ik heb mij een oordeel gevormd over de waarschijnlijkheid waarmee het pensioenfonds de tot balansdatum aangegane verplichtingen zal kunnen nakomen. De beschreven werkzaamheden en de uitvoering daarvan zijn in overeenstemming met de binnen het Actuarieel Genootschap geldende normen en gebruiken, en vormen naar mijn mening een deugdelijke grondslag voor mijn oordeel. Oordeel De technische voorzieningen zijn, overeenkomstig de beschreven berekeningregels en uitgangspunten, als geheel bezien, toereikend vastgesteld. Het eigen vermogen van het pensioenfonds is op de balansdatum lager dan het wettelijk minimaal vereist eigen vermogen. Gemeten naar de wettelijke maatstaf is ten aanzien van de verplichtingen, aangegaan tot balansdatum, sprake van een dekkingstekort. Met inachtneming van het voorafgaande heb ik mij er van overtuigd dat is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet, met uitzondering van de artikelen 131 en 132. De vermogenspositie van Stichting Pensioenfonds Thales Nederland is naar mijn mening slecht, vanwege een dekkingstekort. Apeldoorn, 14 juni 2011 drs. ir. P.M. Halkes AAG verbonden aan Towers Watson B.V.
Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds Thales Nederland
58
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: het bestuur van Stichting Pensioenfonds Thales Nederland
Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit rapport opgenomen jaarrekening 2010 van Stichting Pensioenfonds Thales Nederland te Hengelo gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2010 en de staat van baten en lasten over 2010 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van het pensioenfonds is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het bestuursverslag, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW). Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van het pensioenfonds. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door het bestuur van het pensioenfonds gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen van Stichting Pensioenfonds Thales Nederland per 31 december 2010 en van het resultaat over 2010 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de in artikel 2:392 lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW. Zwolle, 14 juni 2011 KPMG ACCOUNTANTS N.V. C. Messina RA
Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds Thales Nederland
59
Verslag verantwoordingsorgaan Volgens de Pensioenwet dient het Verantwoordingsorgaan (VO) een oordeel te geven over: 1. 2. 3.
het handelen van het bestuur van de Stichting Pensioenfonds Thales Nederland (Bestuur) het door het Bestuur gevoerde beleid in het kalenderjaar 2010 beleidskeuzes van het Bestuur die op de toekomst betrekking hebben.
Om tot een oordeel te kunnen komen heeft het VO in april / mei 2011 gesprekken gevoerd met de externe accountant, de certificerende actuaris en met het Bestuur. Het Bestuur heeft het VO inzicht verschaft in de conceptuele versies van het Jaarverslag 2010, het Accountantsverslag 2010, het Actuarieel Certificeringsrapport 2010 en andere relevante documenten.
Ad 1. Oordeel over het handelen van het Bestuur In juni 2010 is de definitieve versie van het Compliance Handboek uitgegeven. De gedragscode van de Stichting Pensioenfonds Thales Nederland is hierin als bijlage opgenomen. De Compliance Officer heeft een positieve verklaring afgegeven. Alle verbonden personen hebben de jaarlijkse gedragscodeverklaring ondertekend. Er hebben zich geen compliance incidenten voorgedaan. In 2010 zijn er geen klachten of geschillen ingediend. Het Bestuur heeft ook in 2010 aan diverse cursussen en seminars deelgenomen om de deskundigheid van de individuele bestuursleden in de aan hen toegewezen deskundigheidsgebieden op het vereiste niveau te brengen of te houden conform het deskundigheidsplan. In maart 2010 is een aangepaste versie van het Deskundigheidsplan uitgegeven. De in 2009 opgerichte Communicatie Commissie heeft in mei 2010 een herziend communicatiebeleidsplan uitgegeven. De website van de SPTN is in 2010 vernieuwd. Het Bestuur heeft in 2010 op acceptabele wijze gecommuniceerd met de deelnemers en pensioengerechtigden van het pensioenfonds. Het VO is van mening dat, op basis van de voorliggende informatie, het Bestuur in 2010 bij het uitoefenen van haar taken op een evenwichtige wijze rekening heeft gehouden met de belangen van de belanghebbenden. Het Bestuur heeft de aanbevelingen van de visitatie commissie uitgewerkt en actienemers aangewezen. Een groot aantal acties zijn geheel of in concept gereed. Open punten worden vervolgd.
Ad 2. Oordeel over het gevoerde beleid Het premie- en toeslagbeleid zijn conform de beleidsnota’s zoals verwoord in de ABTN uitgevoerd. Ook in 2010 is er bij het beleggingsbeleid om weloverwogen redenen voor gekozen om de portefeuille nog niet te rebalancen.
Ad 3. Oordeel over beleidskeuzes voor de toekomst Het Bestuur laat zich regelmatig op de hoogte houden van actuele situaties en neemt, na zich te hebben laten adviseren door verschillende deskundigen, de nodige beslissingen binnen het vastgelegde beleid. Het Bestuur blijft speciale aandacht besteden aan de mogelijkheid om de portefeuille “automatisch” te rebalancen zodat deze continu aan de strategische waarden voldoet zoals vastgelegd in de ABTN. De beleggingsresultaten over 2010 waren positief. De dekkingsgraad is negatief beïnvloed door onder anderen de reserveringen voor de toegenomen levensverwachting en de lage marktrente. Het dekkingstekort is nog niet weggewerkt waardoor geen indexatie kon plaatsvinden. De verbetering van de financiële positie van het fonds loopt voor op de planning van het herstelplan. Het Bestuur heeft de belangrijke activiteit van het beleggen op een verantwoorde wijze uitbesteed. Het VO oordeelt op basis van de door haar gevoerde gesprekken en de documenten die haar door het Bestuur ter beschikking zijn gesteld positief over het handelen en gevoerde beleid van het Bestuur over 2010.
Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds Thales Nederland
60
Reactie van het Bestuur op het verslag van het verantwoordingsorgaan Het Bestuur heeft kennis genomen van het verslag van het Verantwoordingsorgaan. Het bestuur is het Verantwoordingsorgaan erkentelijk voor het verslag en onderschrijft de inhoud van dit verslag.”
Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds Thales Nederland
61