Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
Inhoudsopgave
Jaarverslag 1. 2. 3. 4.
5 Profiel Kerncijfers Verslag van het verantwoordingsorgaan Verslag van het bestuur
Jaarrekening 5. 6. 7. 8. 9. 10.
51 Balans per 31 december 2013 Staat van baten en lasten over 2013 Kasstroomoverzicht over 2013 Toelichting grondslagen Toelichting op de balans Toelichting op de staat van baten en lasten
Overige gegevens 11. 12. 13.
7 13 15 19
Bestemming saldo van baten en lasten Actuariële verklaring Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
52 55 57 59 63 79 89 91 93 95
Pagina 3 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
Pagina 4 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
Jaarverslag
Pagina 5 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
Pagina 6 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
1. 1.1.
Profiel Doelstelling Het pensioenfonds heeft ten doel het uitkeren of het doen uitkeren van pensioenen en/of toeslagen op de pensioenen aan deelnemers, gepensioneerden, gewezen deelnemers, en hun nabestaanden en exechtgenoten in de gevallen en onder de voorwaarden, zoals nader geregeld in de pensioenreglementen en de addenda behorende bij deze reglementen. Het pensioenfonds is statutair gevestigd in Amsterdam.
1.2.
Algemeen In het verslagjaar is door het bestuur van het Pensioenfonds twaalf maal vergaderd volgens een vooraf vastgesteld vergaderschema en is een veelvoud aan onderwerpen behandeld. Verder is extra vergaderd op 27 september 2013 (ontwikkelen van een keuze voor het te hanteren bestuursmodel vanaf 1 juli 2014 en de continuïteit van het pensioenfonds als gevolg van voorgenomen pensioenbeleid van de aangesloten werkgevers), 14 november 2014 (besluitvorming over aanvullende statutenwijziging) en op 22 november 2014 (beleggingsdag: vaststellen van het te voeren beleggingsbeleid in 2014). De in 2013 behandelde onderwerpen hadden vooral betrekking op:
Financiële positie van het pensioenfonds (herstelplan, afrekening 2013, prognose 2014 en ontwikkeling van dekkingsgraad); Uitwerking van de inrichting van het vermogensbeheer (periodieke beleggingsrapportages, FTKrapportages); Actualiseren van het crisisplan; Nieuwe uitvoeringsovereenkomsten per 1 januari 2014; Nieuwe pensioenbeleid van aangesloten werkgevers (invoering van een DC-regeling) vanaf 1 januari 2015; Bestaansrecht pensioenfonds na invoering DC-regeling per 1 januari 2015; Te ondernemen stappen die voortvloeien uit de (mogelijke) invoering van een DC-regeling Gevolgen voor pensioenfonds in verband met het afsluiten van een Pensioenakkoord/Lenteakkoord; Statutenwijziging(en); Bestuurssamenstelling (vacatures 2013 en samenstelling 2014-2017); Premiebeleid; Reglementswijzigingen; Dienstverlening vermogensbeheerder en de taak/rol van de BeleggingsAdviesCommissie Beleggingsbeleid (risicobudget, aanpassing mandaten en beleggingsplan 2014); Themaonderzoek van De Nederlandsche Bank (uitbesteding vermogensbeheer); Vormgeven en uitwerken van het riskmanagement (uitkeringsadministratie/pensioenadministratie); Deskundigheidsbevordering van het bestuur en Pensioenraad; Communicatiebeleid (operationaliseren van website voor communicatie met (actieve) deelnemers en ontwikkelen van een redactiestatuut website); Toeslagverlening per 1 januari 2013 van de door het pensioenfonds uitgevoerde regelingen; Wetgeving inzake versterking van het bestuur van pensioenfondsen (keuze bestuursmodel); Verlenging (garantiecontract) SMM-middelloonregeling per 1 januari 2014; Kandidaatstelling en verkiezingen Pensioenraad voor periode 2014-2017.
In 2013 zijn evenals in voorgaande jaren afspraken gemaakt tussen het Pensioenfonds, werkgevers, KPMG accountants en Ernst & Young Accountants LLP over de controle op de juistheid en volledigheid van de deelnemersbestanden van de te onderscheiden pensioenregelingen. Verder is met alle betrokken partijen de planning voor het jaarverslag en actuarieel rapport 2013 afgestemd, waarbij rekening is gehouden met de door het Verantwoordingsorgaan uit te voeren werkzaamheden om tot een oordeel te komen over het door het bestuur van het pensioenfonds gevoerde beleid. Pagina 7 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
1.3.
Organisatie
1.3.1.
Werkorganisatie Het pensioenfonds beschikt als gevolg van de sterk toegenomen werkzaamheden per 1 januari 2013 over twee beroepskrachten te weten: 1. Directeur (benoemd per 1 januari 2013); 2. Ambtelijk secretaris. Verder is de pensioen- en uitkeringsadministratie uitbesteed aan Aegon Administratieve Dienstverlening B.V., terwijl het vermogensbeheer is ondergebracht bij TKP Investments te Groningen en voor wat betreft de assetcategorie Private Equity bij Akina Ltd. te Zürich (Zwitserland). De Kas Bank oefent per 1 januari 2013 de custodianfunctie uit, controleert de door vermogensbeheerders in rekening gebrachte (performance) fee´s en verzorgt de maandelijks (aanvullende) risicorapportages.
1.3.2.
Organen De samenstelling van de belangrijkste organen binnen het pensioenfonds in het verslagjaar is als volgt: Naam Bestuur Vertegenwoordigers namens de werkgevers: Mw G. Veersma-Kooij (voorzitter), afgetreden per 1 juli 2013 M. Marseille, (voorzitter), benoemd per 1 juli 2013 W. Bybau (secretaris) J. Leenaars vacature Vertegenwoordigers namens de werknemers: W.B. Dresselhuys P. van Driessen F. van Delden, afgetreden per 7 oktober 2013, vacature vacature Dagelijks Bestuur (DB) Mw G. Veersma-Kooij (voorzitter) tot 1 juli 2013 M. Marseille (voorzitter) vanaf 1 juli 2013 W. Bybau P. van Driessen P. Mannaert (directeur) H. Veerling (ambtelijk secretaris) Pensioenbureau P. Mannaert (directeur, aangesteld per 1 januari 2013) H. Veerling (ambtelijk secretaris) BeleggingsAdviesCommissie (BAC) J. Leenaars P. Mannaert (voorzitter) W.B. Dresselhuys H. Veerling (ambtelijk secretaris) Mw. M. Oomkes (TKP Investments) D. van Ek (Mercer B.V.) D. Simoes Mateus (Aegon Asset Management)
Pagina 8 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
Pensioenraad Namens kiesgroep A-regeling (6 zetels): L. Bussink (voorzitter) H. Castillion Mw. S. van Hoppe H. Esmeijer G. Laan A. Gudden (afgetreden per 15 maart 2013), vacature vacature Namens kiesgroep Sanoma 2009 pensioenregeling (3 zetels) M. van Benthem R. Kraaijeveld M. de Ruijter (afgetreden per 24 januari 2013), vacature Namens kiesgroep SMM-middelloonregeling (2 zetels): H. Wognum vacature Namens kiesgroep pensioengerechtigden (3 zetels): D. van der Laan vacature vacature Risicomanagementgroep (RMG) J. Leenaars J. KindersVroklage H. Castillion Verantwoordingsorgaan Vertegenwoordigers namens de werkgevers S. van de Luur (voorzitter) A. Balistreri (benoemd per 22 april 2013) S. Groenendijk Vertegenwoordigers namens de werknemers H. Castillion H. Wognum Mw. S. van Hoppe Vertegenwoordigers namens pensioengerechtigden D. van der Laan vacature vacature Compliance officer M. Marseille (afgetreden per 1 januari 2013) D. van den Berg (benoemd per 1 januari 2013) 1.3.3.
Interne beheersingsorganisatie 2013 Het bestuur is verantwoordelijk voor het uitvoeren van controlemaatregelen gericht op het adequaat beheersen van alle voorkomende bedrijfsprocessen, met inbegrip van een juiste en volledige registratie en Pagina 9 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
verslaglegging van de gegevens van het pensioenfonds. Als uitvloeisel van die verantwoordelijkheid wordt gestuurd op het zoveel mogelijk beperken van risico’s die samenhangen met de uitbestede processen. Bij de controle op de beheersing van de te onderscheiden bedrijfsprocessen maakt het bestuur van het pensioenfonds gebruik van afgegeven ISAE 3402-2013, risicoanalyses, alsmede van periodieke rapportages zoals in de service level agreements (SLA’s) zijn overeengekomen. In 2011 is een risicoanalyse uitgevoerd. In deze analyse zijn aanbevelingen gedaan om de beheersing van de risico’s verder te optimaliseren. Een aanvullend advies hierop is uitgebracht door de Risicomanagementgroep (RMG) tijdens de presentatie/vaststelling van het control framework in de bestuursvergadering van 22 mei 2013. Op basis van deze aanbevelingen uit de risicoanalyse heeft het bestuur van het pensioenfonds besloten dat het riskmanagement verder vorm gegeven zal worden door de installatie van de RMG bestaande uit de heren J. Leenaars, H. Castillion en J. KindersVroklage (zie ook hoofdstuk 5.7.3). In 2012/2013 is in samenwerking met de afdeling Riskmanagement van Sanoma door CPI Governance een control framework opgesteld. In het control framework zijn de voornaamste risico’s beschreven alsmede de controle mogelijkheden om de risico’s te beheersen. De RMG beveelt het bestuur in het control framework aan om per deelproces een verdiepingsslag te maken naar de huidige maatregelen en de mate waarin die maatregelen afdoende zijn om de risico’s te controleren en te beheersen, waarbij de volgende processen om prioriteit vragen: 1. 2. 3.
Deelnemers & rechten (i.v.m. directe impact op pensioenaanspraken en lopende pensioenen); Rapportages & Jaarwerk (met name richten op controle en evaluatie prestaties externe partijen); Financiële administratie (controle op en bewaken van financiën fonds).
Aan de hand van het control framework zullen door de RMG procesmatig de procesrisico’s worden getest. De RMG rapporteert haar bevindingen aan het bestuur van het pensioenfonds en doet daarbij aanbevelingen. Het (voltallige) bestuur vergadert in beginsel zo veel als noodzakelijk is om alle voorkomende aangelegenheden te bespreken en te bezien of de voortgang van de processen naar behoren verloopt. De te behandelen onderwerpen in de bestuursvergaderingen worden voorbereid in de vergaderingen van het Dagelijks Bestuur. Voor wat betreft de controle op integriteit heeft het pensioenfonds een integriteitsplan en gedragscode opgesteld. De naleving van de gedragscode door bestuur, Pensioenraad, directeur en ambtelijk secretaris wordt jaarlijks gecontroleerd door de compliance officer. Voor de toetsing van de in het bestuur aanwezige en/of vereiste deskundigheid hanteert het bestuur het deskundigheidsplan. De gedragscode (compliance) en het deskundigheidsplan worden ten minste één maal per jaar in een bestuursvergadering besproken. De administratie en het vermogensbeheer zijn uitbesteed. Voor wat betreft de controle op de administratie en het vermogensbeheer, laat het bestuur de administrateur en vermogensbeheerder verantwoording afleggen onder meer door middel van het zowel incidenteel als periodiek verstrekken van rapportages en overzichten. Voor de controle op het vermogensbeheer maakt het pensioenfonds ook gebruik van de dienstverlening (risicorapportages, controle op de in rekening gebrachte fee’s door vermogensbeheerders) van de KAS BANK N.V. 2014 In maart 2014 is het bestaande deskundigheidsplan geactualiseerd door middel van het per bestuursfunctie ontwikkelen c.q. vaststellen van competenties en bevoegdheden. Op basis hiervan is het deskundigheidsplan voor de zittingsperiode 2014-2017 uitgewerkt en door het bestuur schriftelijk vastgesteld.
Pagina 10 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
Gedragscode Het bestuur heeft op 4 april 2012 de heer M. Marseille formeel benoemd als compliance officer. In verband met het aanvaarden van een nieuwe functie is de heer M. Marseille per 1 januari 2013 afgetreden. Als zijn opvolger is per 1 januari 2013 benoemd de heer D. van den Berg. Door de compliance officer zijn de bestuursleden, de leden van als pensioenraad, de directeur en de ambtelijk secretaris als “insiders” aangemerkt. De compliance officer heeft evenals in voorgaande jaren alle verbonden personen schriftelijk de vraag voorgelegd of zij zich aan de gedragscode hebben gehouden en of er persoonlijke transacties hebben plaatsgevonden die gemeld hadden moeten worden. Op basis van de ontvangen reacties en zijn waarnemingen heeft de compliance officer het bestuur van het pensioenfonds op 13 maart 2014 middels de rapportage naleving gedragscode laten weten dat over de periode 1 januari tot en met 31 december 2013 hem geen signalen hebben bereikt dat de gedragscode door de bestuursleden, directeur, ambtelijk secretaris en leden van de Pensioenraad niet is nageleefd of dat er persoonlijke transacties hebben plaatsgevonden die door betrokkenen gemeld hadden moeten worden.
1.4.
Betrokken externe partijen
1.4.1.
Uitbesteding Het bestuur heeft sinds 1 januari 2011 (de pensioen)administratie en administratieve dienstverlening voor het maken van het jaarverslag uitbesteed aan Aegon Administratieve Dienstverlening B.V. , terwijl het vermogensbeheer met uitzondering van de beleggingen in private equity uitbesteed aan TKP Investments te Groningen. Voor het beheer van de beleggingen in private equity (Euro Choice IV en Euro Choice V) maakt het pensioenfonds gebruik van de diensten Akina Ltd. te Zürich (Zwitserland). Het intern toezicht door middel van visitatie wordt eens per drie jaar uitgevoerd. In 2012 heeft opnieuw visitatie plaats gevonden. Deze visitatie is uitgevoerd door Edmond Halley Pensioenmanagement B.V. te Utrecht. De eindrapportage van de in 2012 uitgevoerde visitatie is besproken in de bestuursvergadering van 16 januari 2013. Aegon Investment Management B.V., TKP Investments B.V. , Kas Bank N.V. en Aegon Levensverzekering N.V. (business line pensioen) beschikken over een ISAE 3402 rapport over 2013. Het ISAE rapport 2013 van de KAS BANK N.V heeft betrekking op de periode 1 november 2012 tot en met 31 oktober 2013. De periode november en december wordt bij de Kas Bank afgedekt door de “bridgeletter” van 15 januari 2014 waarin verklaard wordt dat na 31 oktober 2013 zich geen veranderingen hebben voorgedaan in de administratieve processen. De ISAE 3402 rapporten 2013 van Akina Ltd. zijn door het pensioenfonds in maart 2014 bij de onderneming opgevraagd en tot op heden niet ontvangen. Accountant Ernst & Young Accountants LLP Adviserend Actuaris Mercer (Nederland) B.V., kantoor Amstelveen Certificerend Actuaris Mercer (Nederland) B.V., kantoor ‘s-Hertogenbosch Beleggingsadviseur Mercer (Nederland) B.V., kantoor Amstelveen Vermogensbeheerder(s) TKP Investments B.V. te Groningen (fiduciair vermogensbeheer) Aegon Asset Manangement B.V. te Den Haag Akina Ltd. (vermogensbeheer Private Equity) te Zurich (Zwitserland)
Pagina 11 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
Administrateur Aegon Administratieve Dienstverlening B.V. , te Den Haag. (Her)verzekeringsmaatschappij Aegon Levensverzekering N.V., te Den Haag. Custodian/risicobeheer KAS BANK N.V. te Amsterdam.
Pagina 12 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
2.
Kerncijfers 2013
2012
2011
2010
2009
5
5
7
6
6
Deelnemers (aantallen) Actieven - A-regeling - Regeling 2009 - SMM-middelloonregeling Arbeidsongeschikten
1.702 1.033 549 120 67
1.818 1.216 462 140 67
1.910 1.302 399 209 62
1.881 1.547 135 199 59
1.975 1.685 77 213 61
Subtotaal Gewezen deelnemers Gepensioneerden
1.769 2.085 435
1.885 1.940 356
1.972 1.906 305
1.940 1.814 227
2.036 1.682 180
Totaal aantal deelnemers
4.289
4.181
4.183
3.981
3.898
7.480 107.318 293.002
8.046 90.200 304.383
9.135 53.875 253.301
8.703 64.900 212.124
8.535 51.872 183.213
7.546 415.346
3.485 406.114
24.958 341.269
8.460 294.187
2.650 246.270
51.336
44.285
13.271
25.995
14.770
382.477 353.295 8.415 9.549 11.183
387.706 359.633 6.483 10.439 11.151
351.402 328.505 3.018 10.050 9.829
288.312 270.751 929 9.539 7.093
249.060 234.558 218 9.180 5.104
114,2
112,1
104,0
109,6
106,3
22.988 19.152 13.296
22.674 18.872 13.114
22.412 18.600 12.963
21.997 18.351 12.723
21.776 18.126 12.595
17.112
17.112
17.112
17.112
17.112
Aangesloten werkgevers1
Bedragen (x € 1.000) Beleggingen voor risico pensioenfonds - Vastgoedbeleggingen - Aandelen - Vastrentende waarden - Overige beleggingen (inclusief beleggingsvorderingen) - Totaal beleggingen Stichtingskapitaal en reserves Technische voorzieningen - A-regeling - Regeling 2009 - Prepensioenregeling - SMM-middelloonregeling Dekkingsgraad (%)2 Franchises (in hele euro’s) - A-regeling - Regeling 2009 - SMM-middelloonregeling - SMM-middelloonregeling inzake Golf Media
1
2
Waarvan vier premiebetalend (premiebetaling voor Sanoma Learning vindt plaats door uitgeverij Malmberg). De dekkingsgraad is als volgt berekend: (Eigen Vermogen + Technische voorziening voor rekening van het pensioenfonds) / Technische voorziening voor rekening van het pensioenfonds. De technische voorziening voor rekening van het pensioenfonds is in deze formule gelijk aan de A-regeling & regeling 2009. Deze regelingen worden vanaf 1 januari 2011 in eigen beheer uitgevoerd (tot 1 januari 2011 herverzekerd op basis van een kapitaalcontract). Vanaf september 2012 is de rekenrente gewijzigd van RTS op basis van 3maandsmiddeling in RTS op basis van 3-maandsmiddeling inclusief een Ultimate Forward Rate van 4,2% voor de verplichtingen die een looptijd hebben van meer dan 20 jaar. Op basis van de oude systematiek RTS 3 maandsmiddeling bedraagt de dekkingsgraad per 31 december 2013 110,5% (2012: 106,7%). Pagina 13 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
2013
2012
2011
2010
2009
16.760 16.760 15.915
17.538 17.538 14.629
14.560 14.560 13.042
14.416 14.368 12.854
20.048 16.270 14.048
Pensioenuitkeringen
6.573
6.138
4.944
3.820
2.770
Pensioenuitvoeringskosten4
1.296
1.211
1.035
766
766
Kosten pensioenbeheer per deelnemer (in hele euro’s)5
495
383
357
n.b.
n.b.
(4.906)
56.814
34.989
38.302
28.085
Overrente - Prepensioenregeling7 - SMM-middelloonregeling
0 0 0
4 0 4
24 0 24
73 0 73
0 0 0
Interestbaten en –lasten
0
(61)
(59)
250
(190)
(1,16)
16,60
12,01
15,47
12,82
Premiebijdragen3 - Feitelijke premie - Kostendekkende premie - Gedempte premie
Beleggingsresultaten voor risico pensioenfonds6
Beleggingsrendement (%)
3
4
5
6
7
In de premiebijdrage 2009 zijn twee extra stortingen begrepen van werkgevers, te weten: a) in het kader van het herstelplan (€ 3.554.000) en b) in verband met de kostendekkendheid van de pensioenpremie (€ 1.036.000). In de premiebijdrage 2011 is in tegenstelling tot 2009 de extra storting van € 3.967.578 in het kader van het herstelplan niet inbegrepen. Deze herstelbetaling is in 2011 gepresenteerd als overige bate. In de premiebijdragen van zowel 2009, 2010 als 2013 zijn geen backservicelasten begrepen in verband met collectieve salarisstijgingen. Betreft de kosten van pensioen- en vermogensbeheer. Voor een specificatie wordt verwezen naar paragraaf 10.6 Pensioenuitvoeringskosten. De kosten van pensioenbeheer per deelnemer zijn berekend door deze kosten (totale pensioenuitvoeringskosten -/- kosten vermogensbeheer) te delen door de som van het aantal actieve deelnemers en het aantal pensioengerechtigden (2013: € 1.090.895 / 2.204). Het beleggingsresultaat voor risico pensioenfonds is na aftrek van beheerkosten voor de garantiecontracten en managementfees. De overrente van de prepensioenregeling was in 2008 en 2011 negatief en wordt op grond van het garantiecontract niet direct bij het pensioenfonds in rekening gebracht. De negatieve overrente wordt geactiveerd op de balans van het gesepareerde beleggingsdepot en verrekend met toekomstige positieve overrentes. In 2013 is de overrente € 205.114 positief (2012: € 247.815 positief). Deze positieve overrentes worden verrekend met de geactiveerde negatieve overrente uit voorgaande jaren. De geactiveerde negatieve overrente bedraagt per 1 januari 2014 € 453.462 (1 januari 2013: € 658.576). Pagina 14 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
3. 3.1.
Verslag van het verantwoordingsorgaan Algemeen In 2014 is het Verantwoordingsorgaan (VO) één keer bijeen geweest om tot een oordeel te komen over het door het bestuur van het pensioenfonds gevoerde beleid over 2013. Voor het oordeel van het VO wordt verwezen naar 3.3 Oordeel van het Verantwoordingsorgaan. De reactie van het bestuur op het oordeel van het VO is opgenomen in 3.4.
3.2.
Samenstelling Verantwoordingsorgaan De ontstane vacatures door het aftreden van mevrouw S. van Hoppe en de heren S. Groenendijk, A. van der Laan en H. Wognum heeft het bestuur in 2014 als volgt ingevuld. De mutaties in de samenstelling worden in onderstaande tabel weergegeven: Samenstelling in 2013
Samenstelling in 2014
Vertegenwoordigers namens werkgevers (3)
Vertegenwoordigers namens werkgevers (3)
S. van de Luur
S. van de Luur
S. Groenendijk
vacature
Mw. A. Balistreri
Mw. A. Balistreri
Vertegenwoordigers namens deelnemers (3)
Vertegenwoordigers namens deelnemers (3)
H.C. Castillion
H.C. Castillion
H. Wognum
Mw. A. Kenbeek
Mw. S. van Hoppe
Mw. O. Swaan
Vertegenwoordigers namens gepensioneerden (3)
Vertegenwoordigers namens gepensioneerden (3)
A.A. van der Laan
vacature
Vacature
vacature
Vacature
vacature
De ontstane vacatures konden niet in alle gevallen worden ingevuld. De redenen hiervoor zijn het op korte termijn ontstaan van vacatures, de in werking treding van de Wet versterking bestuur pensioenfondsen, waardoor per 1 juli 2014 het huidige Verantwoordingsorgaan wordt opgeheven. Vanaf deze datum zullen taken en bevoegdheden worden geïntegreerd in het “nieuwe” Verantwoordingsorgaan (= vervanging van de deelnemersraad) in het paritaire bestuursmodel zoals vastgelegd in deze wet.
3.3.
Oordeel van het Verantwoordingsorgaan Het VO heeft in het kader van haar taakuitvoering onder andere kennis genomen van het bestuursverslag, de jaarrekening 2013, de notulen van bestuursvergaderingen, alsmede van de correspondentie met aangesloten werkgevers en adviseurs. Om tot een oordeel te komen over het gevoerde beleid in 2013 heeft het VO zich vooral gericht op de volgende beleidsaspecten: A. B. C.
Deskundigheid Werkgeversvoorstel tot wijziging pensioenregeling Verlenging van de uitvoeringsovereenkomsten
Pagina 15 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
Bij de behandeling van de genoemde beleidsaspecten heeft het VO vooral gekeken naar de evenwichtigheid van de belangenafweging die het bestuur heeft gemaakt betreffende de genomen beslissingen. Hierbij heeft het VO zich gericht op de belangen van actieve deelnemers, gewezen deelnemers, pensioengerechtigden en aangesloten werkgevers. A.
Deskundigheid
Sinds het instellen van het VO met ingang van het boekjaar 2008 heeft het VO regelmatig met het bestuur van gedachten gewisseld over de te nemen maatregelen voor het op peil houden van de vereiste deskundigheid binnen het bestuur. Het bestuur heeft geconstateerd dat de eisen van het ‘in control’ zijn steeds zwaarder worden en het steeds moeilijker is de deskundigheid op peil te houden. De snelle ontwikkelingen op pensioengebied maken het moeilijk voor bestuursleden om de bestuursfunctie te combineren met de normale, dagelijkse functiewerkzaamheden. Dit maakt dat vaak gebruik moet worden gemaakt van externe adviseurs. In reactie op deze ontwikkelingen heeft het bestuur per 1 januari 2013 een onafhankelijk directeur pensioenfonds aangesteld in de persoon van dhr. P. Mannaert, die hiermee zijn bestuursfunctie heeft beëindigd. Eén van de opdrachten voor de directeur was het terugbrengen van de externe advieskosten. Het VO is van mening dat het bestuur met de benoeming van de directeur pensioenfonds een belangrijke stap heeft gezet in het waarborgen van de continuïteit in kennis en deskundigheid van het gehele bestuur en niet in het minst op het belangrijke gebied van het beleggingsbeleid. Ook zijn de eerste effecten op de kosten zichtbaar in de vorm van lagere advieskosten voor actuaris en vermogensbeheer. B.
Werkgeversvoorstel tot wijziging pensioenregeling
Het jaar 2013 heeft voor een groot deel in het teken gestaan van het initiatief van werkgever om de pensioenregelingen in haar huidige vorm aan te passen. In eerste instantie is dit een zaak van werkgever, echter de voorgestelde wijzigingen hebben ook invloed op het uitvoeren van de bestaande en/of nieuwe regelingen. Het VO heeft op basis van beschikbare stukken beoordeeld hoe het bestuur met deze discussie is omgegaan. Voor de volledigheid dient te worden vermeld dat in deze discussie nog geen definitieve besluiten zijn genomen en het VO zich dan ook heeft gericht op het handelen van het bestuur gedurende het proces tot nu toe. Het VO constateert dat het bestuur zich uitgebreid en adequaat heeft laten informeren over de voorgestelde wijzigingen door werkgever. Daarbij heeft het bestuur informatie ingewonnen over de mogelijke alternatieve pensioenregelingen en de potentiele consequenties hiervan voor het fonds. De primaire focus werd hierbij vooral gelegd op de consequenties voor het uitvoeren van de regelingen. Het VO is van mening dat het bestuur blijk heeft gegeven van een evenwichtige belangen afweging. Dit uit zich vooral in het feit dat ter voorkoming van mogelijke belangenverstrengeling, de voorzitter van het fonds is teruggetreden aangezien zij tevens onderdeel is van de werkgever’s stuurgroep voor de voorgenomen wijzigingen in pensioenregelingen. Het VO stelt tevens vast dat het bestuur vanuit haar verantwoordelijkheid voor het uitvoeren van de regelingen in overleg met werkgever duidelijk informatie heeft verstrekt aan werkgever in de vorm van een inventarisatie van aandachtspunten voor zaken die adequaat moeten worden geregeld bij de eventuele overgang naar een andere regeling. Tot slot heeft het bestuur ook medewerking verleend aan het verlengen van de uitvoeringsovereenkomsten met aangesloten werkgevers. Hierover meer in punt C. Ondanks het feit dat de discussies omtrent de voorgestelde wijzigingen in pensioenregelingen nog niet zijn afgerond en verder gaan in 2014, is het VO van mening dat dit potentieel dusdanig ingrijpende wijzigingen zijn dat het bestuur hier niet afzijdig bij kan blijven. Het VO concludeert dat het bestuur dit op zorgvuldige wijze proactief heeft opgepakt en daarbij een scherp oog heeft gehad voor de evenwichtige belangen afweging. Pagina 16 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
C.
Verlenging van de uitvoeringsovereenkomsten
In samenhang met de voorgestelde wijzigingen in de pensioenregelingen hebben de aangesloten werkgevers bij brief van 26 juni 2013, de uitvoeringsovereenkomsten met het pensioenfonds opgezegd per 1 januari 2014. Als gevolg van het feit dat gedurende 2013 nog geen overeenstemming door werkgever werd bereikt met de pensioenraad over een nieuwe pensioenregeling werd het noodzakelijk om te waarborgen dat de huidige regelingen ononderbroken konden worden voortgezet zonder gevolgen voor deelnemers en gewezen deelnemers. Het VO stelt vast dat het bestuur hier effectief op heeft gereageerd en reeds in augustus 2013 met werkgever in overleg is getreden en naar aanleiding van dit overleg gestructureerd en onderbouwd heeft aangegeven dat verlenging van de uitvoeringsovereenkomst met één jaar noodzakelijk is, met inachtneming van een gangbare opzegtermijn van zes maanden. De uiteindelijk afgesloten uitvoeringsovereenkomsten doen recht aan deze uitgangspunten. Ook hier heeft het bestuur blijk gegeven van een evenwichtige belangenafweging door in de verlenging van de uitvoeringsovereenkomst voor de 2009 regeling de verschuldigde premie te baseren op de vorige uitvoeringsovereenkomst. Hiermee is adequaat rekening gehouden met de betreffende deelnemers. Met inachtneming van bovengenoemde punten onderschrijft het VO dat het beleid zoals neergelegd in het jaarverslag 2013 van de Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland naar behoren is uitgevoerd. Amsterdam, 28 mei 2014
S. van de Luur Voorzitter
3.4.
H. C. Castillion Vice-voorzitter
Reactie bestuur op de bevindingen van het Verantwoordingsorgaan Het Verantwoordingsorgaan heeft zich bij zijn oordeelsvorming over het door het bestuur gevoerde beleid in 2013 vooral gericht op de volgende beleidsaspecten: A. Deskundigheid B. Werkgeversvoorstel tot wijziging pensioenregeling C. Verlenging van de uitvoeringsovereenkomsten Het bestuur van de Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland heeft op 21 mei 2013 het oordeel van het Verantwoordingsorgaan ontvangen en kan zich vinden in dit oordeel. Het bestuur spreekt haar waardering uit over de (thematische) clustering van de onderwerpen die het Verantwoordingsorgaan beoordeeld heeft. De aanbevelingen van het Verantwoordingsorgaan met betrekking tot het werkgeversvoorstel tot wijziging van de pensioenregeling (B) worden door het bestuur van het pensioenfonds onderschreven. Amsterdam, 28 mei 2014
M. Marseille Voorzitter
P. van Driessen Vice-voorzittter Pagina 17 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
Pagina 18 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
4.
Verslag van het bestuur Alle bedragen in dit verslag luiden in hele euro’s, tenzij anders aangegeven.
4.1.
Algemeen
4.1.1.
Statuten, reglementen en ABTN Statuten 2013 In haar vergadering van 14 november 2013 heeft het bestuur besloten de statuten van het pensioenfonds als volgt te wijzigen: o o o o o
Minimaal aantal bestuursleden om rechtsgeldige besluiten te kunnen nemen gaat van 5 naar 4: Aantal stemmen voor de vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers/deelnemers wordt gelijk getrokken naar grootst aanwezige vertegenwoordigende groep in het bestuur; Bestuursleden kunnen vier in plaats van drie keer herbenoemd/gekozen worden voor een periode van drie jaar; Uitbreiding van de categorieën met de categorie gewezen deelnemers waaruit De Pensioenraad kandidaten kan voordragen voor een bestuursfunctie; Taken- en bevoegdheden van de Pensioenraad
Daarnaast zal een aantal technische wijzigingen in de statuten worden doorgevoerd, die betrekking hebben op gewijzigde wet- en regelgeving en de gewijzigde organisatiestructuur bij de aangesloten werkgevers. Met de hierboven genoemde wijzigingen in de statuten van het pensioenfonds heeft de Pensioenraad vrijdag 16 november 2013 schriftelijk ingestemd. De hierboven vermelde statuten wijziging heeft plaats gevonden op 20 februari 2014. 2014 In voorbereiding is een statutenwijziging in het kader van de invoering van de Wet versterking bestuur pensioenfondsen (Wvbp) en de daaruit voortvloeiende wijzigingen. De door te voeren wijzigingen hebben betrekking op de medezeggenschap, het intern toezicht en de toetsing/controle op de evenwichtige belangenafweging van het door het bestuur gevoerde beleid. Het concept van deze wijziging is door het bestuur besproken in haar vergadering van 12 maart 2014, terwijl de Pensioenraad in de gezamenlijke vergadering met het bestuur van 26 maart 2014 hierover is geïnformeerd. Het eerste concept van de statutenwijziging is conform geldende wet- en regelgeving op 27 maart 2014 ter beoordeling voorgelegd bij de toezichthouder (DNB). Middels brief van 24 april 2014 heeft De Nederlandsche Bank laten weten dat zij de ingediende concept statuten materieel heeft beoordeeld aan de te stellen governance-eisen. Naar aanleiding van de beoordeling heeft de toezichthouder aanbevelingen gedaan over de vastlegging van: o o
het bestuursmodel in de statuten: wijze waarop leden van het “nieuwe” Verantwoordingsorgaan worden benoemd en ontslagen;
Tevens is aandacht gevraagd voor het uniform hanteren van het begrip Verantwoordingsorgaan en de statuten hierop zo nodig aan te passen. Pagina 19 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
Een tweede concept van de statuten(wijziging) waarin de aanbevelingen zijn verwerkt dient uiterlijk 22 mei 2014 ter beoordeling bij De Nederlandsche Bank te worden voorgelegd. Reglementen In 2013 zijn de pensioenreglementen van de Sanoma 2009 pensioenregeling en de Sanoma Men’s Magazines middelloonregeling gewijzigd. De reglementen van de A-regeling, prepensioenregeling (exclusief prepensioen Malmberg) en de Aldipress prepensioenregeling daarentegen zijn in 2013 niet gewijzigd. In paragraaf 4.2.1 “Door pensioenfonds uitgevoerde pensioenregelingen” wordt hierop nader ingegaan. ABTN De Actuariële Bedrijfstechnische Nota (ABTN) is in 2013 geactualiseerd. De wijzigingen hebben betrekking op de wijze waarop de pensioenregelingen vanaf 2011 worden uitgevoerd, franchises, de mandaten van de BeleggingsadviesCommissie (BAC) en de samenstelling van de beleggingsportefeuille. Verder zijn de uitgangspunten (te hanteren risico bij de diverse dekkingsgraden rekening houdend met de vooraf geformuleerde verdedigingslinies) uit de laatst uitgevoerde ALM studie (2011) in deze ABTN expliciet vastgelegd De geactualiseerde ABTN is door het bestuur in haar vergadering van 18 december 2013 vastgesteld. 4.1.2.
Zelfevaluatie bestuur In het verslagjaar heeft het bestuur van het pensioenfonds geen zelfevaluatie gehouden. Het bestuur heeft het voornemen een zelfevaluatie over de periode januari 2013 tot en met juni 2014 te houden in het 3 e kwartaal van 2014. Bij deze zelfevaluatie zal het individueel functioneren van de bestuursleden niet apart worden beoordeeld. Tijdens de te houden zelfevaluatie zal aandacht besteed worden aan het dagelijks beleid, evenwichtige belangenbehartiging, medezeggenschap, intern toezicht, verantwoording, deskundigheid en communicatie, het verbod van nevenactiviteiten, uitbesteding, gedragscode, beheerste en integere bedrijfsvoering en de klachten- en geschillenprocedure. De conclusies en aanbevelingen uit deze zelfevaluatie zullen worden verwerkt in het jaarplan 2014//2015 van het pensioenfonds
4.1.3.
DNB Audits 2012/2013 In 2013 is door De Nederlandsche Bank (DNB) het volgende onderzoek uitgevoerd c.q. afgerond. - Thema onderzoek uitbesteding vermogensbeheer (maart 2011). Voor het thema onderzoek uitbesteding vermogensbeheer heeft het pensioenfonds in het 1 e half jaar 2011 diverse documenten aangeleverd (concept overeenkomst vermogensbeheer, SLA’s, concept rapportages etc.). DNB heeft hierover bij brief van 16 januari 2012 laten weten dat zij gedurende 2011 bezig is geweest met de beoordeling van de aangeleverde gegevens maar dat zij het onderzoek niet heeft kunnen afronden omdat zij (DNB) prioriteit heeft moeten geven aan urgentere zaken (te nemen kortingsmaatregelen bij pensioenfondsen). Op 18 oktober 2012 heeft het bestuur van het pensioenfonds een brief van DNB ontvangen betreffende de uitkomsten van het themaonderzoek vermogensbeheer, waarin de bevindingen ten aanzien van het vermogensbeheer van het pensioenfonds zijn weergegeven. Volgens DNB is het pensioenfonds wat betreft
Pagina 20 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
het vermogensbeheer niet in control. De “Bank” is met name van mening dat in het aan TKP Investments verstrekte mandaat onvoldoende begrenzingen zijn aangebracht. In de brief werd verder aangegeven dat door het bestuur moest worden deelgenomen aan een workshop en dat er over de genomen maatregelen om te voldoen aan de gestelde eisen voor een adequaat vermogensbeheer er een tussentijdse en een eindrapportage bij DNB moest worden ingediend. Op 10 december 2012 heeft een afvaardiging van het bestuur deelgenomen aan de door DNB georganiseerde verplichte workshop waar een (algemene) toelichting is gegeven op de bevindingen bij het uitgevoerde onderzoek. De verplichte (tussen)rapportage (in te dienen vóór 18 april 2013) over de door het pensioenfonds te nemen maatregelen om aan de bevindingen van DNB betreffende het vermogensbeheer tegemoet te komen is door het pensioenfonds op 4 april 2013 ingestuurd. Op 18 oktober 2013 is de eindrapportage naar De Nederlandsche Bank gestuurd. De Nederlandsche Bank heeft op 28 maart 2014 schriftelijk gereageerd op de eindrapportage. In haar reactie vraagt de toezichthouder aandacht voor de benchmark van de inflatie gerelateerde obligaties en de replicatiestrategie die wordt toegepast op de benchmarkrendementen. - Kwaliteit van pensioenadministraties In haar brief van 10 april 2012 heeft DNB het bestuur van het pensioenfonds op de hoogte gesteld van de resultaten van het uitgevoerde onderzoek (Quinto P) naar de kwaliteit en juistheid van de pensioenadministraties. Op basis van de resultaten worden pensioenfondsen, die niet bij dit onderzoek betrokken zijn geweest, geadviseerd te onderzoeken of er onvolkomenheden voorkomen in de (uitbestede) pensioenadministratie, waarbij negatieve resultaten moeten worden hersteld. In dit geval dient het pensioenfonds tevens de toezichthouder te informeren. Het bestuur van het pensioenfonds heeft het advies uit deze brief in overweging genomen. Het daadwerkelijk wel of niet uitvoeren van een dergelijk onderzoek heeft zij afhangen van de oplevering van het control framework voor het pensioenfonds en de daaruit voortvloeiende analyses en aanbevelingen van de RisicoManagementGroep (RMG). Besloten is in de bestuursvergadering van 22 mei 2013 met voorrang een onderzoek naar de kwaliteit van de pensioenadministratie uit te voeren op basis een representatieve steekproef. De werkzaamheden van dit onderzoek zijn in september/oktober 2013 gestart. De uitkomsten van het “Quinto P”- onderzoek zullen naar verwachting in mei/juni 2014 worden besproken. -
Themaonderzoek ”artikel 5 PW”
Met haar brief van 28 februari 2013 heeft De Nederlandsche Bank aandacht gevraagd voor het “Themaonderzoek artikel 5 van de Pensioenwet (PW)”. In artikel 5 van de wet is geregeld dat de pensioenuitvoerder (i.c. pensioenfonds Sanoma Nederland) verantwoordelijk is voor de uitvoering van de pensioenovereenkomst richting een werknemer en andere aanspraakgerechtigden. Op grond van dit wetsartikel is het een pensioenfonds niet toegestaan in pensioenreglementen of uitvoeringsovereenkomsten deze verantwoordelijkheid uit te sluiten. De Nederlandsche Bank heeft in de brief van 28 februari 2013 aan pensioenfondsen, gevraagd om de uitvoeringsovereenkomsten en pensioenreglementen vóór eind mei 2014 te bezien op strijdigheid met artikel 5 van de Pensioenwet en deze documenten waar nodig aan te passen. Beoordeling of de pensioenreglementen en uitvoeringsovereenkomsten van het pensioenfonds strijdig zijn met artikel vijf heeft plaats gevonden in maart 2013. In de bestuursvergadering van 20 maart 2013 heeft de
Pagina 21 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
directeur van het pensioenfonds het bestuur over zijn bevindingen tijdens de door hem uitgevoerde controle op strijdigheid van de hierboven genoemde fondsdocumenten geïnformeerd. Controle (in juni 2013) op naleving van artikel 5 PW is door De Nederlandsche Bank vormgegeven in de vorm van een steekproef. De Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland is door De Nederlandsche Bank niet betrokken in de steekproef. -
Uitbesteding pensioenadministratie
Door het pensioenfonds is op 31 mei 2013 een brief van De Nederlandsche Bank betreffende het themaonderzoek uitbesteding pensioenadministratie met als doel inzicht te verkrijgen in de mate van beheersing van de uitbestede pensioenadministratie (in welke mate is het bestuur in control over de uitbestede pensioenadministratie) Het onderzoek heeft betrekking op de pensioenfondsen in toezichtsklasse 2. Aan dit onderzoek is door het pensioenfonds Sanoma deelgenomen door het invullen van “vragenlijst 1”. Deze vragenlijst is in juni 2013 via e-line naar De Nederlandsche Bank geretourneerd. Op basis van de ingevulde vragenlijst heeft over dit onderwerp geen nader onderzoek door De Nederlandsche Bank plaatsgevonden bij het pensioenfonds. -
Intern toezicht door middel van visitatie
Brief DNB van 24 juni 2013 betreffende visitatie Met de brief van 24 juni 2013 heeft De Nederlandsche Bank het bestuur van het pensioenfonds geïnformeerd over de resultaten van een bij kleine en middelgrote fondsen uitgevoerd onderzoek over de effectiviteit van intern toezicht door middel van visitatie. De Nederlandsche Bank heeft in deze brief het pensioenfonds aanbevolen het “eigen visitatieproces” aan de hand van de uitkomsten te toetsen en zo nodig bij toekomstige visitatie te verbeteren. Toetsing van de in 2009 en 2012 uitgevoerde visitaties door Edmond Halley Pensioenmanagement te Utrecht aan de uitkomsten en aanbevelingen zoals vastgelegd in de brief van De Nederlandsche Bank leert dat pensioenfonds Sanoma in alle opzichten voldoet aan de te stellen eisen van intern toezicht door middel van visitatie. Tussentijdse rapportage naar DNB over opvolging en aanbevelingen van de visitatiecommissie naar aanleiding van uitgevoerde visitatie in 2012. Op verzoek van De Nederlandsche Bank is in november 2013 tussentijds schriftelijk gerapporteerd over de voortgang en opvolging van de aanbevelingen zoals vastgelegd in de eindrapportage van 29 mei 2013 van de Visitatiecommissie (Edmond Halley Pensioenmanagement B.V. te Utrecht) naar aanleiding van de uitgevoerde visitatie in Q4-2012. In het gesprek van het bestuur met vertegenwoordigers van De Nederlandsche Bank op 24 februari 2014 is de ontvangst van de rapportage bevestigd. -
Vragenlijst Voorbereiding Transitie Pensioencontract
Begin augustus 2013 heeft het pensioenfonds op verzoek (brief DNB/AFM van 28 juni 2013) van De Nederlandsche Bank een vragenlijst ingevuld betreffende de stand van zaken inzake de voorbereidingen van de transitie naar het nieuwe Pensioencontract. In de vragenlijst is aangegeven dat nog geen acties zijn uitgezet voor een transitie van het pensioencontract in verband met het door aangesloten werkgevers aangekondigde en nog niet volledig uitgewerkte nieuwe pensioenbeleid. Hierop is middels brief van 7 november 2013 door De Nederlandsche Bank gereageerd dat het pensioenfonds vóór 31 december 2013 een transitieplan moet opstellen waarin door het pensioenfonds alle stappen worden benoemd die gezet moeten worden om beheerst te kunnen overgaan naar het nieuwe FTK. Het bestuur heeft in haar vergadering van 20 november 2013 besloten vóór 31 december 2013 een transitieplan op te stellen om de gevraagde beheerste overgang naar het nieuwe FTK mogelijk te maken. In de bestuursvergadering
Pagina 22 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
van 18 december 2014 is mededeling gedaan dat het transitieplan is uitgewerkt en de in tijd te ondernemen stappen tot in detail zijn benoemd. Dit transitieplan Pensioencontract/Nftk is eveneens verwerkt in het jaarplan 2014 van het pensioenfonds. -
SEPA-planning
In de brief van 26 juni 2013 heeft De Nederlandsche Bank het pensioenfonds gevraagd haar te informeren over de stand van zaken met betrekking tot de overgang naar SEPA. In de brief van 1 juli 2013 heeft het pensioenfonds de toezichthouder laten weten dat de SEPA migratie door het pensioenfonds is afgerond. -
Resultaten thema onderzoek beheersing renterisico
Op 29 augustus 2013 heeft De Nederlandsche Bank de pensioenfondsen geïnformeerd over de resultaten van het door haar uitgevoerde thema onderzoek bij een selectie van 25 pensioenfondsen. De resultaten van het onderzoek zijn in de bestuursvergadering van 23 oktober 2013 besproken. Afgesproken is de resultaten (voor zover van toepassing) mee te nemen in het te voeren beleggingsbeleid voor 2014. -
Onderzoek naar invoering Wet versterking bestuur pensioenfondsen (Wvbp)
In 2013 zijn een 2-tal enquêtes voor De Nederlandsche Bank ingevuld over de voortgang van de implementatie van de Wet versterking bestuur pensioenfondsen. Het pensioenfonds heeft op 27 september 2013 en 14 januari 2014 de gevolgen van deze Wet besproken. In haar vergadering van 14 januari 2014 heeft het bestuur besloten met ingang van 1 juli 2014 het “nieuwe” paritair bestuursmodel te kiezen. Aan de door De Nederlandsche Bank gestelde voorwaarden wat betreft de onderbouwing van de keuze van het model en de daarbij behorende planning wordt door het pensioenfonds voldaan. Met het voorgenomen besluit inzake de keuze voor het bestuursmodel (inclusief onderbouwing en planning) heeft de Pensioenraad op 26 februari 2014 ingestemd. -
Toetsing bestuursleden door DNB op deskundigheid/geschiktheid.
In 2013 zijn een 2-tal (nieuwe) bestuursleden door De Nederlandsche Bank getoetst op deskundigheid en geschiktheid. Hierbij is één bestuurslid niet geschikt bevonden. Beschikkingen (voor beroep vatbare beslissingen) van de toetsingen zijn ontvangen op 4 respectievelijk 19 november 2013. Op de negatieve beschikking voor het betreffende bestuurslid heeft het bestuur besloten geen beroep in te stellen. -
Handhaving tijdige aanlevering van de financiële staten van pensioenfondsen
Middels brief van 25 september 2013 heeft De Nederlandsche Bank de pensioensector laten weten dat als binnen een aaneengesloten periode van dertien maanden twee keer te laat is gerapporteerd de bank het betreffende pensioenfonds een bestuurlijke boete zal opleggen. -
Uitkomsten onderzoek vermogensbeheerkosten
Bij brief van 17 december 2013 heeft De Nederlandsche Bank het pensioenfonds op de hoogte gesteld van de uitkomsten van het onderzoek van de vermogensbeheerkosten 2012 in zijn algemeenheid (hele pensioensector) en de specifieke kosten van het pensioenfonds per beleggingscategorie. De specifieke uitkomsten zijn in het 1e kwartaal 2014 besproken met beleggingsadviseur(s), de vermogensbeheerder en de leden van de BeleggingsAdviesCommissie (BAC). In de bestuursvergadering van 9 april 2014 is door TKP Investments (vermogensbeheerder) aan de hand van een uitgevoerde analyse van de verschillen ten opzichte van het algemene niveau het resultaat van dit onderzoek besproken.
Pagina 23 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
-
Gesprek met afvaardiging van De Nederlandsche Bank op 24 februari 2014
Op 24 februari 2014 heeft een afvaardiging van het bestuur een gesprek met twee toezichthouders van De Nederlandsche Bank. Tijdens dit gesprek zijn de volgende zaken besproken: toetsing van nieuwe bestuursleden, Wet versterking bestuur pensioenfondsen (Wvbp), governance/intern toezicht; vermogensbeheer (inclusief countervailing power), communicatie, nieuw pensioenbeleid Sanoma, (collectieve) waardeoverdracht prepensioen naar ouderdomspensioen en het standpunt/beleid van DNB voor krimpende en/of gesloten pensioenfondsen. (Ontwikkeling) dekkingsgraad In 2013 is door het pensioenfonds maandelijks via e-line de dekkingsgraad aan De Nederlandsche Bank gerapporteerd. De ingestuurde rapportages hebben DNB geen aanleiding gegeven tot het stellen van vragen. Evaluatie herstelplan (looptijd 2009-2014) Evaluatie 2013 Via e-line heeft de Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland in februari 2013 de evaluatie (per 31 december 2012) van het op 31 maart 2009 ingediende herstelplan verzonden. In de evaluatie van het herstelplan is rekening gehouden met de aanbevelingen uit de brief van 6 december 2012 met kenmerk 2012/662372 betreffende de instructie van de evaluatie 2012 van het herstelplan. Op de elektronisch ingediende evaluatie 2013 van het herstelplan is van DNB geen terugkoppeling ontvangen. Beëindiging korte termijn herstelplan In de brief van 1 november 2013 heeft De Nederlandsche Bank naar aanleiding van het verzoek van het pensioenfonds van 23 oktober 2013, laten weten dat het in maart 2009 ingediende korte termijn herstelplan vanaf 1 oktober 2013 als beëindigd kan worden beschouwd, omdat de dekkingsgraad van het pensioenfonds meer dan drie kwartalen hoger is dan benodigd voor het aanhouden van het minimaal vereist vermogen (104,2%). De toetsing van de werkelijke dekkingsgraad per kwartaaleinde aan het minimum vereist vermogen heeft plaats gevonden aan de hand van de dekkingsgraad op basis van de RTS-UFR (inclusief 3-maandsmiddeling). Lange termijn herstelplan In 2009 werd bij DNB een lange termijn herstelplan ingediend. Per 31 december 2013 is de dekkingsgraad (114,20%) hoger dan het Vereist Vermogen. Daar de dekkingsgraad per 31 december 2013 nog geen drie achtereenvolgende kwartalen, conform de toepasselijke wet- en regelgeving, op rij boven het Vereist Vermogen lag is het lange termijn herstelplan per deze datum nog van toepassing. Per 31 maart 2014 was de dekkingsgraad (117,2%) van het pensioenfonds voor het derde kwartaal op rij hoger dan het Vereist Vermogen (112,9%), hetgeen betekent dat het lange termijn herstelplan per deze datum niet meer van toepassing is. Een verzoek om het lange termijn herstelplan als beëindigd te beschouwen zal door het bestuur bij DNB worden ingediend.
Pagina 24 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
4.1.4.
AFM Op 29 oktober 2012 heeft het bestuur van het pensioenfonds een gezamenlijke brief ontvangen van de AFM en DNB waarin aandacht wordt gevraagd voor de resultaten van een uitgevoerd onderzoek naar de kwaliteit van de crisisplannen. In de brief wordt aangegeven dat de financiële crisisplannen op de volgende terreinen verbetering behoeven:
duidelijke prioritering van de te treffen maatregelen; duidelijkheid over het moment van korten op de pensioenen; het in besluitvormingsprocessen rekening houden met calamiteiten; duidelijkheid over wat een pensioenfonds richting deelnemers communiceert; de vraag hoe invulling kan worden gegeven aan een evenwichtige belangenafweging.
Gevraagd wordt door beide instanties het beschikbare crisisplan van het pensioenfonds te toetsen aan de in de bijlage van de brief geformuleerde aanbevelingen. Het bestuur van het pensioenfonds en de Pensioenraad hebben deze toetsing uitgevoerd bij het vaststellen van het crisisplan (20 maart 2013 respectievelijk 16 in mei 2013) na verwerking van de aanvullingen (advies van de Pensioenraad van 25 april 2012) op het plan met betrekking tot de vermindering van de “pijn” voor pensioengerechtigden in geval het pensioenfonds onverhoopt op aanspraken en uitkeringen zal moeten korten.
4.2.
Pensioenregeling
4.2.1.
Door pensioenfonds uitgevoerde pensioenregelingen Algemeen Door het pensioenfonds worden per 1 januari 2013 de volgende regelingen uitgevoerd:
A-regeling (per 1 januari 2009 een gesloten regeling); De Sanoma 2009 pensioenregeling; Middelloonregeling Sanoma Men’s Magazines (per 1 december 2011 een gesloten regeling in verband met de opheffing van SMM); Prepensioenregeling Sanoma Media Netherlands (gesloten regeling); Prepensioenregeling Aldipress (gesloten regeling).
Vanaf 1 januari 2011 worden de A-regeling en de Sanoma 2009 pensioenregeling niet meer uitgevoerd door middel van een kapitaalcontract (geëindigd per 31 december 2010) maar uitgevoerd volgens het eigen beheer model, te weten:
contract voor risicoherverzekering met Aegon Levensverzekering N.V.; contract voor administratie met Aegon Administratieve Dienstverlening B.V.; contract voor fiduciair vermogensbeheer met TKP Investments B.V.
Daarentegen worden de SMM-middelloonregeling en de prepensioenregeling van Sanoma Media Netherlands en Aldipress door het pensioenfonds uitgevoerd op basis van een garantiecontract (mantelovereenkomst via het Nederlands Uitgevers Verbond). Per regeling wordt hieronder een toelichting gegeven op de bijzonderheden die zich in 2013 hebben voorgedaan: A-regeling Het pensioenreglement van de A- pensioenregeling (eindloonregeling) is in 2013 niet gewijzigd.
Pagina 25 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
Sanoma 2009 Pensioenregeling Reglementswijziging Per 1 juli 2013 wordt deze pensioenregeling uitgevoerd voor de ex-medewerkers van Veronica die in dienst zijn getreden van Sanoma Media Netherlands onder toepassing van een afwijkende franchise (€ 13.296 in plaats van € 19.152, prijspeil 1 juli 2013). Het bestuur en Pensioenraad hebben formeel op 26 maart 2014 ingestemd met de uitvoering van deze regeling voor deze categorie deelnemers onder voorwaarde dat de aangesloten werkgevers garant staan (toezegging door werkgevers gedaan per e-mail op 17 maart 2014) voor de extra uitvoeringskosten die gemoeid zijn met de uitvoering van de pensioentoezeggingen voor deze categorie deelnemers. De uitvoering van de Sanoma 2009 pensioenregeling voor deze categorie medewerkers is vastgelegd in een addendum bij het pensioenreglement van deze regeling. Maximum premie 2014 Volgens de vigerende uitvoeringsovereenkomsten mogen de premiekosten voor de Sanoma 2009 pensioenregeling vanaf 2014 niet meer bedragen dan 18%. Per 1 juli 2013 heeft het bestuur van het pensioenfonds aangesloten werkgevers geïnformeerd dat de premiekosten in 2014 meer zullen bedragen dan 18% van de pensioengrondslag. Over de verdeling van de kosten boven de 18% tussen werkgevers en deelnemers is tot op heden geen overeenstemming bereikt met het pensioenfonds (Pensioenraad). Middelloonregeling Sanoma Men’s Magazines B.V. In deze pensioenregeling hebben zich in het verslagjaar geen wijzigingen voorgedaan. Prepensioenregelingen van Sanoma Media Netherlands en Aldipress In deze prepensioenregelingen hebben zich in het verslagjaar geen wijzigingen voorgedaan. Verlenging contract SMM-middelloonregeling Per 1 januari 2013 is op verzoek van Sanoma Media Netherlands B.V. (aangesloten werkgever) het garantiecontract in overleg met Aegon Levensverzekering N.V. voor de SMM-middelloonregeling met 1 jaar verlengd tot 1 januari 2014. In verband met de implementatie van het voorgenomen pensioenbeleid door aangesloten werkgevers (naar verwachting per 1 januari 2015) is deze overeenkomst per 1 januari 2014 wederom met één jaar verlengd. Omzetting van de pensioenreglementen van de A-regeling en 2009 regeling naar Aegon standaard Het actualiseren van de pensioenreglementen van de A-regeling en de Sanoma 2009 pensioenregeling is in 2012 door het bestuur opgedragen aan Aegon Administratieve Dienstverlening B.V. De reden voor de overgang van Mercer naar Aegon is gelegen in het feit dat door het bestuur wat betreft het onderhoud meer uniformiteit van de reglementen als noodzakelijk werd ervaren. De omzetting naar het “Aegon format “ van de hierboven genoemde reglementen is in 2012/2013 diverse malen in de vergaderingen van het bestuur en de Pensioenraad besproken. Vanuit de Pensioenraad zijn in een 2-tal notities van september 2012 vragen en opmerkingen geplaatst bij de voorgelegde reglementen van A-regeling respectievelijk Sanoma 2009 pensioenregeling volgens Aegon format. In de vergaderingen van 16 mei 2013 heeft de Pensioenraad (onder voorbehoud van de juiste verwerking van een aantal kleine wijzigingen in beide reglementen) ingestemd met de pensioenreglementen van de Aregeling en de Sanoma 2009 pensioenregeling.
Pagina 26 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
4.2.2.
Franchise Pensioenregeling A De franchise voor de A-regeling is per 1 juli aangepast met de procentuele wijziging van de uitkering ingevolge de Algemene Ouderdomswet. De franchise per 1 juli 2013 bedraagt € 22.988,-- (franchise 2012: € 22.674,--). Sanoma 2009 pensioenregeling De franchise voor deze regeling is per 1 juli aangepast met de procentuele wijziging van de uitkering ingevolge de Wet minimumloon. De franchise per 1 juli 2013 bedraagt € 19.152,-- (franchise 2012: € 18.872,--). Deze franchise geldt niet voor de ex-werknemers van Veronica die per 1 juli 2013 aan deze regeling zijn gaan deelnemen. Voor deze categorie deelnemers is de franchise per 1 juli 2013 vastgesteld op € 13.296,--., waarbij de jaarlijkse bijstelling /aanpassing van de franchise geschiedt aan de hand van de procentuele wijziging van de uitkering ingevolge de Algemene Ouderdomswet. De afwijkende franchise voor deze deelnemers is vastgelegd in een addendum bij het reglement van de Sanoma 2009 pensioenregeling. Sanoma Men’s Magazines middelloonregeling De franchise voor de middelloonregeling bedraagt per 1 juli 2013 € 13.296,- (franchise 2012: € 13.114,-). De aanpassing is gebaseerd op de procentuele wijziging van de uitkering ingevolge de Algemene Ouderdomswet. Deze franchise geldt niet voor de werknemers van Golf Media die aan deze regeling deelnemen. Voor deze categorie deelnemers is de franchise per 1 juli 2013 ten opzichte van 1 juli 2012 niet gewijzigd en bedraagt derhalve € 17.112,--
4.2.3.
Overleg met aangesloten werkgevers Uitvoeringsovereenkomsten Op 26 juni 2013 hebben de aangesloten werkgevers de huidige uitvoeringsovereenkomsten schriftelijk opgezegd. Reden van de opzegging is het voornemen van de werkgevers een nieuwe pensioenregeling in te voeren. In december 2013 hebben bestuur en werkgevers overeenstemming bereikt over nieuwe uitvoeringsovereenkomsten per 1 januari 2014 met de looptijd van maximaal één jaar, waarbij tussentijdse opzegging met in acht name van een opzegtermijn van vijf maanden alleen mogelijk is als vóór 1 mei 2014 met de Pensioenraad overeenstemming is bereikt over het nieuwe pensioenbeleid (inclusief de daarbij behorende compensatiemaatregelen). Beëindigingsovereenkomst Naar aanleiding van de mededeling van werkgevers in mei 2013 dat zij het voornemen hebben het pensioenbeleid c.q. de huidige pensioenregelingen per 1 januari 2015 te willen wijzigingen in een “IFRSproof” pensioenbeleid/pensioenregeling die meer individueel gericht is op de werknemer, heeft het bestuur in september 2013 geïnventariseerd welke zaken in de beëindigingsovereenkomst geregeld moeten worden. Van de uitkomsten van deze inventarisatie zijn werkgevers medio september 2013 schriftelijk op de hoogte gesteld. In het overleg van het bestuur van het pensioenfonds met werkgevers van 16 september 2013 is besloten een technische commissie bestaande uit de heren Mannaert, Van Driessen (namens bestuur), Bybau (namens werkgevers) te vormen om te komen tot een complete inventarisatie van zaken die in een dergelijke overeenkomst dienen te worden opgenomen. De technische commissie is bijgestaan door adviseurs van Mercer en de HayGroup. In het memo van 9 oktober 2013 heeft de technische commissie de onderwerpen (niet limitatief) opgesomd die moeten worden opgenomen in een beëindigingovereenkomst die wordt opgesteld tussen het Sanoma pensioenfonds en aangesloten werkgevers als de uitvoeringsovereenkomst tussen het pensioenfonds en de
Pagina 27 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
werkgevers wordt beëindigd en er geen toekomstige pensioenopbouw conform de huidige regelingen meer zal plaatsvinden bij het fonds. Finale besluitvorming in de daarvoor in aanmerking komende gremia (bestuur, pensioenraad en aangesloten werkgevers) zal plaats vinden nadat duidelijkheid is verkregen over het wel of niet plaats vinden van toekomstige opbouw conform de huidige regelingen bij de Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland. Informatie over financiële positie van het pensioenfonds in 2013 Aangesloten werkgevers zijn in 2013 regelmatig door het bestuur van het pensioenfonds geinformeerd over de financiele positie van het pensioenfonds (dekkingsgraden). Hierbij zijn de aangesloten werkgevers er ook van op de hoogte gesteld of de te verwachten financiele positie van het pensioenfonds, op basis van de tussentijdse resultaten, per ultimo 2013 voor de werkgevers leidt tot verplichtingen zoals vastgelegd in het bij DNB ingediende kortetermijn herstelplan 2009-2013. Toepassing van de RTS exclusief UFR Op 21 februari 2013 heeft het bestuur van het pensioenfonds aan de aangesloten werkgevers schriftelijk gevraagd haar standpunt kenbaar te maken inzake het wel of niet toepassen van de RTS (exclusief UFR) voor het premiebeleid en voor de berekening van de dekkingsgraad onder het herstelplan in 2013 en volgende jaren. De aangesloten werkgevers hebben op 16 april 2013 per e-mail laten weten dat voor zowel het premiebeleid als voor de berekening van de dekkingsgraad onder het herstelplan vanaf 1 januari 2013 de RTS inclusief UFR in plaats van de RTS 3-maandsmiddeling moet worden gehanteerd, één en ander conform het beleid van De Nederlandsche Bank. 4.2.4.
Communicatie In 2013 is door het Pensioenbureau het communicatieplan nader uitgewerkt met beleid voor de korte en langere termijn. Belangrijkste korte termijn doelstellingen zijn: -
Vergroten inzicht deelnemer in zijn pensioenregeling; Overbruggen kloof in verwachte uitkering versus daadwerkelijk te ontvangen pensioen; Communicatief voorbereiden op het nieuwe pensioencontract; Periodieke informatie omtrent de financiële ontwikkeling van het fonds; Voorlichting waar men met pensioenvragen terecht kan; Vergroten van het bereik en de vertrouwensrelatie.
De ambitie voor de jaren 2014 en volgend richt zich op het vergroten van de dialoog met de deelnemers en het draagvlak voor collectief pensioen alsmede communicatie over het nieuwe pensioencontract . Om deze doelen te bereiken is in 2013 een eigen pensioensite gebouwd en in oktober 2013 met een campagne gelanceerd in aanvulling op de pensioensite van AEGON. De AEGON site was t/m 2013 alleen benaderbaar voor actieve deelnemers, bevat vooral de financiële data en staat naar de mening van het bestuur te ver van de deelnemers af. 4.2.5.
ISAE 3402 verklaringen/rapporten Over 2013 zijn ISAE 3402 type II rapporten verstrekt door: -
Aegon Levensverzekering N.V. (Businessline Pensioen; Aegon Investment Management; TKP Investments; KAS BANK N.V. (periode 1 november 2012 tot en met 31 oktober 2013)
Pagina 28 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
De ISAE 3402 type II rapporten over 2013 zijn aan Aegon Levensverzekering NV (Businessline Pensioen) en Aegon Investment Management B.V. verstrekt op 18 maart 2014 respectievelijk 27 februari 2014, terwijl TKP Investments dit rapport op 27 januari 2014 heeft ontvangen. In de begeleidende brief bij het rapport wordt door de directie van TKP melding gemaakt dat in de processen rentederivaten, asset swaps en aandelenopties’ (hoofdstuk 6) aanpassingen in de rapportage zijn doorgevoerd vanwege de aanstelling van een tweede execution agent. De periode november/december 2013 bij de Kas Bank NV wordt afgedekt door de verklaring van de directie in haar brief van 15 januari 2014 dat zich in november en december 2013 geen wijzigingen in de processen hebben voorgedaan. Het ISAE 3402 type II rapport over 2013 van Akina is opgevraagd. Tot op heden heeft het pensioenfonds de gevraagde informatie van Akina niet ontvangen. In de ISAE 3402-2013 rapporten wordt een oordeel gegeven over de effectieve werking van de interne controlemaatregelen zoals beschreven in de ISAE 3402 type I rapporten over een periode van minimaal zes maanden. Gedurende deze periode wordt gecontroleerd of de processen en controles conform de voorschriften worden uitgevoerd. Daarbij wordt gekeken naar zowel de administratieve organisatie als de ondersteunende geautomatiseerde systemen. 4.2.6.
Premies Verschuldigde premie De verschuldigde premie is gelijk aan de actuarieel benodigde premie op basis van een vaste rekenrente van 4% verhoogd met een opslag van 26,2% waardoor rekening wordt gehouden met: 1. 2. 3.
het verschil in waarderingsgrondslagen van de pensioenverplichtingen tussen het pensioenfonds en Aegon; met de solvabiliteitsopslag over de actuarieel benodigde premie als onderdeel van de kostendekkende premie; een bijdrage om de vermogenspositie van het fonds te versterken.
Bovendien zijn de feitelijk betaalde herverzekeringspremies voor de garantiecontracten (Sanoma Men’s Magazines middelloonregeling en prepensioenregeling Aldipress) in de (verschuldigde) premie betrokken. Kostendekkende premie/gedempte premie De aangesloten werkgevers betalen een kostendekkende premie aan het pensioenfonds, die wordt vastgesteld met in acht name van het bepaalde in artikel 128 van de Pensioenwet. Voor 2013 zijn de kostendekkende premie en gedempte premie als volgt te specificeren: Kostendekkende premie 1)
Gedempte kostendekkende premie 2)
Bedrag x € 1000 A: Inkoop nominale pensioenen op marktwaarde B: Kostenopslag (uitvoeringskosten pensioenfonds C: Solvabiliteitsopslag (vereist vermogen FTK) D: Bijdrage aan voorwaardelijke onderdelen 3) Totaal
Bedrag x € 1000
14.006
13.252
1.180
1.180
1.574
1.483
0
0
16.760
15.915
1) bepaald op basis van de rentetermijnstructuur (RTS) per 31 december 2012 2) bepaald op basis van de gemiddelde RTS per 31 december van de jaren 2008 tot en met 2012 3) niet van toepassing op Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
Pagina 29 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
De kostendekkende premie (= voor 2013 gelijk aan de verschuldigde premie) is in detail als volgt opgebouwd:
a: Inkoop nominale pensioenen op marktwaarde b: Uitvoeringskosten in boekjaar c: Solvabiliteitsopslag Totaal:
Basisregeling
Inkomende overdracht
13.082
-/-13
Uitgaande SMM & overdracht Prepensioen¹
-/- 14
951
1.180
Totaal
14.006 1.180
1.583
66
-/- 75
1.574
15.845
53
-/- 89
951 16.760
¹ betreffen garantiecontracten, afgesloten met Aegon Levensverzekering N.V. 4.2.7.
Indexatie Pensioenregeling A / Sanoma 2009 pensioenregeling Bij het toekennen van indexatie aan pensioengerechtigden, arbeidsongeschikten en gewezen deelnemers wordt door het bestuur vanaf januari 2008 onderstaande tabel als leidraad gehanteerd: Dekkingsgraad
Voorwaardelijke toekenning
Kleiner of gelijk aan 105%
Geen indexatie
Tussen 105% en 120%
Gedeeltelijke indexatie
Tussen 120% en 135%
Volledige indexatie
Meer dan 135%
Eventuele inhaalindexatie
Definitieve besluitvorming over de indexatie per 1 januari 2014 van de inactieven in de A-regeling en de Sanoma 2009 pensioenregeling heeft plaats gevonden in de bestuursvergadering van 12 maart 2014. Bij het toekennen van de gedeeltelijke indexatie per 1 januari 2014 zijn evenals per 1 januari 2013 de geschatte dekkingsgraad op basis van de RTS-UFR per 31 december 2013 van 114,8% (31 december 2012 112,1%) gehanteerd en de hierboven vermelde leidraad uit de ABTN van het pensioenfonds. De Pensioenraad heeft op 26 maart 2014 ingestemd met de door het bestuur voorgestelde toeslagverlening. De over de afgelopen 5 jaren per 1 januari toegekende indexatie voor de A-regeling is als volgt: 1-1-2014
1-1-2013
1-1-2012
1-1-2011
1-1-2010
Gewezen en gepensioneerde deelnemers
1,05%
0,94%
0,00%
0,33%
0,40%
Arbeidsongeschikte deelnemers
1,05%
0,94%
0,00%
0,33%
0,40%
Prijsindex
1,60%
1,98%
2,33%
1,38%
0,40%
Gemiste indexatie
0,55%
1,04%
2,33%
1,05%
0,00%
Per 31 december 2013 is de totale achterstand in indexatie voor de A-regeling 7,71% (hierin begrepen de per 1 januari 2014 toe te kennen indexatie). De achterstand in indexatie is ontstaan in de periode 2009 tot en met 2013.
Pagina 30 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
De over de afgelopen 5 jaren per 1 januari toegekende indexatie voor de Sanoma 2009 pensioenregeling is als volgt: 1-1-2014
1-1-2013
1-1-2012
1-1-2011
1-1-2010
Gewezen en gepensioneerde deelnemers
1,05%
0,94%
0,00%
0,33%
0,40%
Arbeidsongeschikte deelnemers
1,05%
0,94%
0,00%
0,33%
0,40%
Prijsindex
1,60%
1,98%
2,33%
1,38%
0,40%
Gemiste indexatie
0,55%
1,04%
2,33%
1,05%
0,00%
Per 31 december 2013 is de totale achterstand in indexatie voor de Sanoma 2009 pensioenregeling 5,05% (hierin begrepen de per 1 januari 2014 toe te kennen indexatie). De achterstand in indexatie is ontstaan in de periode 2010 tot en met 2013. Actieve deelnemers Sanoma 2009 pensioenregeling In 2013 is het maximaal pensioengevend salaris niet geïndexeerd. Basis voor de indexatie van het maximale pensioengevend salaris zijn de collectieve salarisverhogingen die worden overeengekomen door sociale partners bij het afsluiten van de CAO-BTU. Het bestuur heeft in haar vergadering van 12 maart 2014 besloten het pensioengevend salaris van de actieve deelnemers aan de Sanoma 2009 pensioenregeling conform het pensioenreglement per 1 juli 2014 te indexeren met 0,5%. Het besluit is gebaseerd op de toegekende collectieve loonstijging in de in oktober 2013 afgesloten CAO BTU (periode 1 juli 2012 tot en met 31 december 2013). De Pensioenraad heeft op 26 maart 2014 met dit indexatiebesluit ingestemd. 1-7-2014
1-7-2013
1-7-2012
1-7-2011
1-7-2010
Actieve deelnemers
0,50%
0,00%
1,00%
1,00%
0,00%
CAO-verhogingen
0,50%
0,00%
1,00%
1,00%
0,00%
Gemiste indexatie
0,00%
0,00%
0,00%
0,00%
0,00%
SMM-middelloonregeling Toeslagverlening per 1 januari 2013 Het bestuur heeft in haar vergadering van 28 augustus 2013 besloten om de actieven en inactieven van de SMM-middelloonregeling per 1 januari 2013 (CPI index was 1,98%) op basis van een advies van de adviserend actuaris van 22 augustus 2012 niet te indexeren. De reden voor het niet van een toeslagverlening is dat de winstdeling/overrente slechts € 4.268,00 groot was. Op basis hiervan zou een toeslag van 0,04% mogelijk zijn geweest. Gezien de geringe hoogte van de toeslagverlening is door het bestuur derhalve besloten de ontvangen winstdeling/overrente te reserveren voor het toekennen van toekomstige indexaties. De Pensioenraad heeft in haar vergadering van 11 april 2013 ingestemd met het voorgenomen besluit van het bestuur. Toeslagverlening per 1 januari 2014 De gerealiseerde winstdeling/overrente over 2013 is -/- € 22.386. In het pensioenreglement van deze regeling is vastgelegd dat de beschikbare winstdeling toereikend moet zijn om een indexatie toe te kennen. In de bestuursvergadering van 9 april 2014 heeft het bestuur besloten om per 1 januari 2014 de pensioenen en pensioenaanspraken niet te indexeren. Het voorgenomen besluit van het bestuur zal vóór 1 juni 2014 voorgelegd worden aan de Pensioenraad.
Pagina 31 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
De over de afgelopen 5 jaren per 1 januari toegekende indexatie voor de SMM-middelloonregeling is als volgt: 01-1-2014
01-1-2013
01-1-2012
1-1-2011
1-1-2010
Gewezen en gepensioneerde deelnemers
0,00%
0,00%
0,28%
0,52%
0,40%
Arbeidsongeschikte deelnemers
0,00%
0,00%
0,28%
0,52%
0,40%
Actieve deelnemers
0,00%
0,00%
0,28%
0,52%
0,40%
Prijsindex
1,60%
1,98%
2,33%
1,38%
0,40%
Gemiste indexatie
1,60%
1,98%
2,05%
0,86%
0,00%
Per 31 december 2013 is de totale achterstand in indexatie voor de SMM-middelloonregeling 8,87% (hierin begrepen de per 1 januari 2014 toe te kennen indexatie). De achterstand in indexatie is ontstaan in de periode 2008 tot en met 2013. Prepensioenregelingen De indexatie van de prepensioenregeling Publiekstijdschriftjournalisten (PU), de prepensioenregeling Boekenen Tijdschriftenuitgeverijbedrijf en de prepensioenregeling Aldipress wordt bekostigd uit de behaalde overrente op het NUV-depot. Zowel per 1 januari 2013 als per 1 januari 2014 zijn de prepensioenen (aanspraken en uitkeringen) niet geïndexeerd omdat overrente (negatieve overrente) niet toereikend is. De prijsindex was op peilperiode 1,98% respectievelijk 1,60%. De gemiste indexatie loopt per 31 december 2013 (inclusief de per 1 januari 2014 toe te kennen indexatie) hierdoor op tot 10,27%. De over de afgelopen vijf jaren per 1 januari niet toegekende indexatie is als volgt: 1-1-2014
1-1-2013
1-1-2012
1-1-2011
1-1-2010
Actieve deelnemers
0,00%
0,00%
0,00%
0,00%
0,00%
Gewezen en gepensioneerde deelnemers
0,00%
0,00%
0,00%
0,00%
0,00%
Arbeidsongeschikte deelnemers
0,00%
0,00%
0,00%
0,00%
0,00%
Prijsindex
1,60%
1,98%
2,33%
1,38%
0,40%
Gemiste indexatie
1,60%
1,98%
2,33%
1,38%
0,40%
Pagina 32 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
4.3.
Ontwikkeling financiële positie van het pensioenfonds De ontwikkeling van de financiële positie van het pensioenfonds geeft over de jaren 2009 tot en met 2013 het volgende beeld: Jaar (bedragen * € 1000)
2013
2012
2011
2010
2009
Zakelijke waarden
118,645
98.246
63.010
73.603
60.408
Vastrentende waarden
293.002
304.383
253.301
165.870
183.213
Overige middelen
1.400
7.772
28.484
58.201
5.687
Balanstotaal (a)
413.047
410.401
344.795
297.674
249.308
TV op marktwaarde (b) ❶
361.710
366.116
331.523
271.680
234.776
Gemiddelde interne rekenrente
2,83%
2,51%
2,75%
3,45%
3,88%
Dekkingsgraad (FTK) (a/b)
114,2%
112,1%
104,0%
109,6%
106,2%
Vereist Vermogen
112,9%
112,1%
104,0%
109,6%
106,2%
Minimaal Vereist Vermogen
104,2%
104,3%
104,3%
104,3%
104,2%
❶ Technische voorziening (VPV) op marktwaarde (b) De berekende voorziening heeft betrekking op de verplichtingen die voortvloeien uit de uitvoering van de Aen de Sanoma 2009 pensioenregeling. De voorziening pensioenverplichtingen (TV) per 31 december 2013 voor risico van het pensioenfonds laat naar categorie deelnemers de volgende opbouw zien (x € 1.000). Opbouw technische voorziening per 31 december 2013
Omschrijving I.
Actieven
a. b.
Mannen Vrouwen
Ouderdomspensioen/ ingegaan pensioen
Partner pensioen
Totaal
63.753 65.896
12.808 4.966
76.561 70.862
129.649
17.774
147.423
2.505 5.612
506 376
3.011 5.988
8.117
882
8.999
a. Mannen b. Vrouwen
36.478 45.126
7.509 3.441
43.987 48.567
Totaal III
81.604
10.950
92.554
63.990 22.019 3.903 6.515 137 321
14.729 1.120 0 0 0 0
78.719 23.139 3.903 6.515 137 321
96.885
15.849
112.734
Totaal I. II.
Arbeidsongeschikten
a. b.
Mannen Vrouwen
Totaal II III. Gewezen deelnemers
IV. Pensioengerechtigden 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Mannen OP Vrouwen OP Mannen PP Vrouwen PP Mannen AOP Vrouwen AOP Wezenpensioen
Totaal IV
Pagina 33 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
Totaal I t/m IV (= totaal generaal)
4.4.
316.255
45.455
361.710
Dekkingsgraad De dekkingsgraad is een (globale) indicator voor de vermogenspositie van een pensioenfonds waarbij de actuele waarde van de beleggingen wordt gedeeld door de contante waarde van de verplichtingen. Het verloop van de dekkingsgraad van 112,1% (per 31 december 2012) naar 114,2% (per 31 december 2013) laat zich als volgt verklaren: Oorzaken voor het verloop van de dekkingsgraad Dekkingsgraad per 31 december 2012 Nieuwe aanspraken Uitkeringen Toeslagverlening Wijziging RenteTermijnStructuur (=RTS) Beleggingsresultaat Overige oorzaken Dekkingsgraad per 31 december 2013
Werkelijk
Herstelplan
Verschil
112,1%
105,3%
6,8%
0,0%
2,1%
-/-2,1%
0,2%
0,2%
0,0%
-/-0,7%
-/-0,3%
-/-0,4%
4,5%
0,7%
3,8%
-/-1,7%
0,7%
-/-2,4%
-/-0,2%
-/-0,1%
-/-0,1%
114,2%
108,5%
5,7%
Uit dit overzicht blijkt dat de stijging van de dekkingsgraad in het boekjaar vooral is veroorzaakt door de invloed van het beleggingsresultaat (inclusief het effect van de gestegen rente op de TV). De dekkingsgraad van per 31 december 2013 van 114,2% gaat uit van gelijkblijvende pensioenuitkeringen. Indien rekening wordt gehouden met jaarlijks stijgende pensioenuitkeringen op basis van een prijsindex kan een reële dekkingsgraad, rekening houdend met marktwaardering van de prijsindex, worden vastgesteld van 73,3% (2012: 67,5%). Op basis van deze dekkingsgraden zou op basis van de financiële situatie van het pensioenfonds per ultimo 2013 jaarlijks een vaste indexatie van 32% (ultimo 2012: 24%) van de prijsindex kunnen worden toegekend.
4.5.
Beleggingen
4.5.1.
Beleggingsbeleid Algemeen Het bestuur van het pensioenfonds stelt periodiek het strategisch beleid vast waaronder de verdeling over de beleggingscategorieën aandelen en vastrentende waarden. Dit strategisch beleggingsraamwerk is gebaseerd op de meest recent uitgevoerde ALM-studie en eventueel andere beleidsondersteunende studies. In de “investment beliefs” van mei 2013 is vastgelegd dat de beleggingen dienen plaats te vinden binnen bestaande wet- en regelgeving. Het bestuur van het pensioenfonds heeft TKP Investments te Groningen (fiduciair vermogensbeheerder) opdracht gegeven om in de aandeelhoudersvergaderingen van de beleggingsfondsen er op toe te zien, dat er niet wordt belegd in controversiële waarden (waaronder wapenindustrie en kinderarbeid). Verder ondersteunt het pensioenfonds onvoorwaardelijk investeringen die passen binnen het kader van maatschappelijk verantwoord ondernemen.
Pagina 34 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
Het beleggingsbeleid wordt aan de hand van onderstaande beleidsmatrix vorm gegeven:
Dekkingsgraad
Risicobudget (onafgerond)
Verdedigingsdekkingsgraad
Onderschrijdingskans
-
105%
3,9%
90%
0,1%
105%
110%
6,0%
90%
0,4%
110%
120%
8,1%
100%
5,0%
120%
-
8,3%
100%
2,5%
Het beschikbare risicobudget per 31 december 2013 is bij een dekkingsgraad van 114,2% op basis van de RTS exclusief UFR circa 6,3%. Het werkelijke risicogetal per 31 december 2013 is 5,5%. Beleggingsbeleid 2013 Op 23 november 2012 heeft het pensioenfonds een beleggingsdag georganiseerd om het beleggingsbeleid voor 2013 vast te stellen. Voor deze dag waren externe deskundigen uitgenodigd om hun visie te geven op de ontwikkelingen van de financiele markten in 2013 Verder waren tijdens deze dag de vermogensbeheerder, de beleggingsadviseur en een afvaardiging van de Pensioenraad aanwezig. Op basis van adviezen van de adviseurs heeft het bestuur besloten het beleggingsbeleid voor 2013 licht aan te passen rekeninghoudend met de in 2011 vastgestelde beleidsmatrix. De wijzigingen in de portefeuille hebben met name tot doel het concentratierisico te verminderen. De wijzigingen op het eerder gevoerde beleid zijn vastgelegd in het beleggingsplan 2013. Daar waar nodig zijn tevens de mandaten voor de vermogensbeheerder hierop aangepast. Beleggingsbeleid 2014 Op 22 november 2013 heeft het pensioenfonds een beleggingsdag georganiseerd om het beleggingsbeleid voor 2014 vast te stellen. Voor deze dag waren evenals in 2013 externe deskundigen uitgenodigd om hun visie te geven op de ontwikkelingen van de financiele markten in 2014 Verder waren tijdens deze dag de vermogensbeheerder, de beleggingsadviseur en een afvaardiging van de Pensioenraad aanwezig. Op basis van adviezen van de adviseurs heeft het bestuur besloten het beleggingsbeleid voor 2014 aan te passen rekeninghoudend met de in 2011 vastgestelde beleidsmatrix. De wijzigingen in de portefeuille hebben met name tot doel het concentratierisico (Duitse beleggingen) en het renterisico te verminderen. Verder is besloten de normweging van aandelen te verhogen van 25% naar 29%, waarbij de (huidige) allocatie in Japan zal worden verkocht en de vrijgekomen middelen zullen worden geherinvesteerd in Europese aandelen. De wijzigingen op het eerder gevoerde beleid zijn vastgelegd in het beleggingsplan 2014. Daar waar nodig zijn tevens de mandaten voor de vermogensbeheerder hierop aangepast. Mandaten Het vastgestelde risicobudget vertaald naar strategisch beleggingsbeleid luidt per 1 januari 2013: Beleggingscategorie
Bandbreedte in %
Normweging in %
Werkelijk per 31-12-2013 in %
Vastrentende waarden
60 - 88
74,00
66,07
Aandelen
13 – 27
20,00
25,57
0-5
1,00
0,92
0 – 2,5
5,00
1,78 3,73
Commodities/Private Equity Direct onroerend goed Long Duration Overlay (LDO) Liquide middelen Totaal portefeuille
-
-
0–5
0,00
1,93
-
100,00
100,00
Pagina 35 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
Beleggingskosten 2013 Algemeen Het onderzoek naar uitvoeringskosten/beleggingskosten van pensioenfondsen was voor de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aanleiding om de pensioensector aan te sporen de uitvoeringskosten inzichtelijker te maken. Aan die oproep heeft de Pensioenfederatie onlangs gehoor gegeven met het uitbrengen van de `Aanbevelingen Uitvoeringskosten’. Deze publicatie is een uitwerking van de aanbevelingen. Doelstelling in de publicatie van de Pensioenfederatie is het bestuur van de pensioenfondsen en indirect de uitvoeringsorganisaties nadere handvatten te verstrekken zodat de berekening van de totale kosten en presentatie van de kosten vermogensbeheer op een consistente wijze kan geschieden. Met behulp van deze aanbevelingen worden vermogensbeheerkosten, die tot op heden direct in mindering werden gebracht op het rendement, transparant gemaakt. Uitvoerings-/beleggingskosten 2013 De BeleggingsAdviesCommissie is naar aanleiding van de publicatie van de Pensioenfederatie in overleg getreden met TKP Investments om te bezien hoe inzicht kon worden verkregen in de de uitvoeringskosten en beleggingskosten. Het resultaat hiervan treft u hieronder aan: Bedragen * € 1.000
Nettorendement 2013 ❶
Gemiddeld %
belegd vermogen
x € 1000
Kosten vermogensbeheer ❷
Transactiekosten ❸
Totale kosten
%
x € 1000
%
x € 1000
Vastgoed
-334
-0,08%
7.800
184
2,36%
-
0,00%
Aandelen
12.089
2,95%
98.800
544
0,55%
82
0,08%
126
0,03%
2.800
100
3,57%
-
0,00%
-16.669
-1,22%
281.800
695
0,25%
95
0,03%
p.m.
-2,82%
16.900
147
0,87%
28
0,17%
10
0,03%
6.700
-
0,00%
-
0,00%
248
0,06%
1.918
0,46%
205
0,05%
Private equity Vastrentende waarden Overlay beleggingen Liquiditeiten Fiduciair beheer / risicomanagement Totaal
-4.778
-1,16%
414.800
❶Getoonde rendementen zijn na aftrek van kosten vermogensbeheer exclusief fiduciaire kosten ❷Bewaarkosten, advieskosten, juridische kosten en accountantskosten zijn ook onderdeel van de vermogensbeheerkosten. ❸Betreft alleen kosten voor toe- en uittreding. Binnen beleggingsfondsen worden ook transactiekosten gemaakt, maar vanwege het beperkte inzicht hierin worden deze in dit overzicht niet meegenomen. ❹ Inclusief rendement op Overlay beleggingen De beheervergoeding 2013, (inclusief een fee wegens outperformance van € 39K, (2012: € 153K) en de aanen verkoopkosten van effecten € 205K (2012; € 550K) zijn met uitzondering van de kosten van € 248K voor het vermogens- en risicobeheer (2012: € 261K) per saldo begrepen in de directe en indirecte beleggingsopbrengst. Bespreking beleggingsresultaten 2013 De beleggingsresultaten van het Pensioenfonds zijn in 2013 door het bestuur maandelijks besproken tijdens haar vergaderingen en waar nodig toegelicht door de voorzitter van de BeleggingsAdviesCommissie (BAC)
Pagina 36 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
en/of accountmanager van TKP Investments. De beleggingsresultaten 2013 zijn door het bestuur eveneens periodiek besproken in haar vergaderingen met de Pensioenraad. 4.5.2.
Beleggingsresultaten De rendementen 2013 naar beleggingscategorie (inclusief Private Equity) bedragen:
Vastgoedbeleggingen Aandelen Vastrentende waarden (excl. LDO) Alternatives LDO Liquide middelen
Pensioenfonds
Benchmark
-4,26% 12,99% -1,69% 4,24% -64,72%
-4,26% 12,78% -1,77% 4,24% -64,72%
Bijdrage in rendement -0,08% 2,95% -1,22% 0,03% -2,82% 0,03%
Beleggingsresultaat (incl. LDO/derivaten)
-1,16%
Het rendement over 2013 exclusief het resultaat op derivaten (het LDO) bedraagt in 2013 1,78%. Dit rendement is zes basispunten beter dan de gehanteerde benchmark. Het resultaat inclusief derivaten wordt in 2013 negatief beïnvloed (voor -/-2,82%) door het behaalde resultaat op het LDO (zie bovenstaand overzicht). Daardoor komt het totaalresultaat over 2013 uit op -/-1,16% (2012: + 16,54%). Het negatieve totaalrendement over 2013 wordt veroorzaakt door het indirecte negatieve beleggingsresultaat van ruim 24,6 miljoen euro op de assetcategorieën van de vastrentende waarden waarin 66,15% van het vermogen ultimo 2013 was belegd en door het resultaat op het LDO. Belangrijkste oorzaak is de gestegen lange termijn rente en in mindere mate de verliezen op obligaties uit opkomende landen welke hadden te lijden onder het afgenomen vertrouwen in de groeiverwachtingen voor deze regio. Per saldo levert dit een negatief rendement op van 4,04%. De indirecte vastgoed portefeuille heeft te lijden onder de oplopende leegstanden in zowel de kantoorsector als het winkelvastgoed en door een afwaardering van het relatief grote belang in parkeergarages met als oorzaak de teruglopende bezoekersaantallen. Aandelen deden het in 2013 over het algemeen goed met uitzondering van, ook hier, aandelen uit opkomende markten en leverden een rendementsbijdrage op van 2,95%. Onze regio-allocatie met een groter gewicht naar de VS en vooral Europa en afbouw van Japan heeft goed uitgepakt. Investeringen in “alternatives” bestaan uit twee private equity beleggingen. De oudste dateert van 2008 en is inmiddels grotendeels belegd en verantwoordelijk voor de eerste substantiële beleggingsresultaten. Het tweede fonds bevindt zich nog in de opstartfase. Per 31 december 2013 zijn de nog niet gerealiseerde toezeggingen (commitments) als volgt: Euro Choice IV €. 1.835.714,00 (oorspronkelijke toezegging Euro 5 miljoen ) Euro CHoice V €. 4.034.149,00 (oorspronkelijke toezegging Euro 5 miljoen ) 4.5.3.
Beleggingsvooruitzichten De financiële markten blijven in 2014 volatiel, hoewel de gevolgen van de crisis in de Oekraïne vooralsnog beperkt blijken te blijven. De verwachting blijft daarom nog steeds een langzaam maar structureel herstel van de economieën in de ontwikkelde en ontwikkelingslanden. Voor 2014 betekent dit dat als gevolg van het ingezette herstel de pensioenfondsen positieve rendementen zullen realiseren waardoor een verdere verbetering van de dekkingsgraad zal optreden.
Pagina 37 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
4.5.4.
Continuïteitsanalyse Hoewel in de bestuursvergadering van 20 februari 2013 is besloten in het 2e half jaar van 2013 de wettelijk verplichte (1 x per 3 jaar) continuïteitsanalyse te laten uitvoeren is in 2013 als gevolg van het door aangesloten werkgevers aangekondigde nieuwe pensioenbeleid ((individuele) DC-regeling per 1 januari 2015) de uitvoering van de continuïteitsanalyse opgeschort. In de bestuursvergadering van 12 maart 2014 is besloten een continuïteitsanalyse uit te voeren op basis van “going concern”. Gezien het voornemen van de werkgevers het pensioenbeleid te wijzigen, bestaat de mogelijkheid dat het pensioenfonds vanaf 1 januari 2015 een gesloten pensioenfonds wordt. Om de gevolgen daarvan te kunnen overzien is tevens besloten een impact studie te laten uitvoeren. Deze impactstudie is een extra analyse, waarbij alle actieve deelnemers , premievrije deelnemers worden. Indien nodig zal het pensioenfonds deze gegevens benutten bij de beëindigingsovereenkomst In beide modellen zal verder rekening worden gehouden met de daling van actieve deelnemers als gevolg van de reorganisaties bij de aangesloten werkgevers (Sanoma Media Netherlands en Aldipress). De continuïteitsanalyse op basis van “going concern” is besproken en vastgesteld in de bestuursvergadering van 14 mei 2014. De analyse dient voor advies nog voorgelegd te worden aan de Pensioenraad. De door actuaris in opdracht van het bestuur uitgevoerde impact studie betreffende de mogelijkheid dat het pensioenfonds per 1 januari 2015 mogelijk een gesloten fonds wordt als gevolg van de invoering van een nieuwe pensioenregeling (uitgevoerd door een verzekeraar) zal naar verwachting, na aanvullende advisering, in de bestuursvergadering van juni of augustus 2014 worden besproken, waarna vervolgens de Pensioenraad over deze impact studie zal worden geïnformeerd.
4.6.
Financiële resultaten en stand van zaken
4.6.1.
Resultaat pensioenfonds Het totaal resultaat (positief) over het boekjaar bedraagt € 7.052K (vorig jaar € 31.013K). Voor het verkrijgen van inzicht in de verschillende verlies- en winstbronnen die tot dit resultaat hebben geleid is een (actuariële) analyse gemaakt. Het resultaat van deze analyse is in het onderstaande overzicht vermeld: Jaar
2013
2012
2011
2010
2009
Grondslagen resultaatbepaling Overlevingstafel primo boekjaar Gemiddelde rente primo boekjaar
AG 12-62
AG 10-60
AG 10-60
AG 10-60
AG 05-50
2,51%
2,75%
3,45%
3,88%
3,48%
1. Premies en koopsommen
1.574
1.586
1.360
1.458
5.444
2. Beleggingsresultaat (inclusief wijziging RTS)
7.783
31.576
(17.841)
5.756
37.471
(1.908)
4
(358)
(62)
(278)
162
865
895
679
702
420
573
(485)
780
898
(1.033)
(469)
(397)
394
100
3. Toeslagverlening 4. Sterfte 5. Arbeidsongeschiktheid 6. Risicoherverzekering 7. Kosten 8. Mutaties / diversen 9. Bijzondere oorzaken Totaal resultaat 10. Stelselwijziging (niet resultaat bepalend) Totaal mutatie reserves
0
0
0
0
0
54
45
135
0
0
0
(3.167)
3.968
2.220
(8.366)
7.052
31.013
(12.723)
11.225
35.971
0
0
0
0
0
7.052
31.013
(12.723)
11.225
35.971
Pagina 38 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
De toelichting op het resultaat in hoofdlijnen is als volgt weer te geven: Premies en koopsommen Dit betreft de solvabiliteitsopslag die niet in de technische voorziening (TV) is opgenomen. Beleggingsresultaat (in miljoenen euro’s) Directe en indirecte beleggingsopbrengst ❶ Bij: toegerekende intrest aan technische voorzieningen ❷
€
(1.319)
Af: invloed van de wijziging RTS op de technische voorzieningen ❸
€
13.985
Beleggingsresultaat 2013
€
(4.883)
€
12.666
€
7.783
❶ Betreft het werkelijk behaalde (directe en indirecte) rendement op de beleggingsportefeuille in 2013. ❷ Voor de technische voorzieningen benodigde interest op basis van de 1-jaarsrente van de RTS (0,351%) ❸ Daling van de VPV per 31/12/2013 als gevolg van een stijging van de gemiddelde interne rekenrente met 32 basispunten (2012: 2,51% en 2013: 2,83%). Toeslagverlening (resultaat: -/- € 1.908K) Het bestuur heeft besloten per 1 januari 2013 de ingegane pensioenen en de aanspraken van de gewezen en arbeidsongeschikte deelnemers van A-regeling en Sanoma 2009 pensioenregeling te verhogen met 0,94%. Per 1 januari 2014 is door het bestuur een indexatie toegekend van 1,05% aan de inactieven van de Aregeling en Sanoma 2009 pensioenregeling. De premie/koopsom van deze toeslagverlening zal in het resultaat over 2014 worden verwerkt. Het resultaat heeft alleen betrekking op de A-regeling en de Sanoma 2009 pensioenregeling. Voor de garantiecontracten inzake de SMM-middelloonregeling en de prepensioenregelingen geldt een afwijkende toeslagenbeleid (toeslagverlening dient bekostigd te worden uit de behaalde overrente). Sterfte (resultaat: € 162K) De specificatie van het sterfteresultaat is: a. Resultaat langlevenrisico
€ (919)
b. Resultaat overlijdensrisico
€ 1.081
Saldo
€ 162
Het resultaat op sterfte is vastgesteld op basis van de AG Prognosetafel 2012-2062 met correctiefactoren gebaseerd op de salarisklasse “Hoog”. Arbeidsongeschiktheid (resultaat: € 420K) De aan het arbeidsongeschiktheidsrisico toegekende premie (€ 606K) was minder dan de feitelijk benodigde premie (€ 186K) in verband met werkelijke schadegevallen. Hierdoor werd een negatief resultaat behaald. In verband met het reglementaire recht op premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid worden schadegevallen bepaald als de contante waarde van de toekomstige pensioenopbouw. Daarnaast wordt een schadevoorziening bepaald voor het aan de deelnemer uit te keren arbeidsongeschiktheidspensioen. Risicoherverzekering (resultaat € -/- 1.033K) Dit resultaat betreft voor een deel het nieuwe risicoherverzekeringscontract vanaf 1 januari 2011 en voor een deel de garantiecontracten en het oude kapitaalcontract. Kosten (resultaat:-/- € 1.296K) Dit betreft het totaal van de kosten voor uitvoering van de pensioenrgeling. In deze kosten zijn begrepem de salariskosten van directeur en ambtelijk secretaris, kosten fiduciair vermogensbeheer, administratiekosten, advieskosten , contributies/lidmaatschappen) en kosten van accountants en certificerend actuaris.
Pagina 39 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
4.6.2.
Solvabiliteit en liquiditeit Het fonds wordt bij het beheer van de pensioenverplichtingen en de financiering daarvan geconfronteerd met risico’s. De belangrijkste doelstelling van het fonds is het nakomen van de pensioentoezeggingen. Voor het realiseren van deze doelstelling wordt gestreefd naar een toereikende solvabiliteit op basis van de marktwaarde van de pensioenverplichtingen. Het belangrijkste risico voor het fonds betreft op korte termijn het solvabiliteitsrisico, ofwel het risico dat het fonds niet beschikt over voldoende vermogen ter dekking van de pensioenverplichtingen. De solvabiliteit wordt gemeten zowel op basis algemeen geldende normen als ook naar de specifieke normen (Minimaal Vereist Vermogen en Vereist Vermogen) welke door de toezichthouder worden opgelegd.
4.6.3.
Werkgevers- en deelnemersbestand Werkgeversbestand Per 31 december 2013 zijn er vier premiebetalende werkgevers aangesloten bij het pensioenfonds te weten: Sanoma B.V. , Sanoma Media Netherlands B.V., uitgeverij Malmberg B.V (inclusief Sanoma Learning B.V) en B.V. Aldipress. Ten opzichte van ultimo 2012 hebben zich geen wijzigingen voorgedaan in het aantal (premie betalende) werkgevers. Het deelnemersbestand laat in 2013 het volgende verloop zien :
Actieven
Gewezen deelnemers
Ouderdomspensioen
Nabestaan denpensioen
Wezenpensioen
A.O. pensioen
1.885
1.940
296
43
16
1
Nieuwe toetredingen Herintredingen Pensionering Dienstverlating Waardeoverdrachten Overlijden Afloop / afkoop Overige oorzaken8
131 11 -54 -202 0 0 0 -2
0 -11 -27 202 -15 -1 -4 1
0 0 81 0 0 -2 -1 -1
0 0 2 0 0 -1 0 0
0 0 1 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0
Stand per 31-12-2013
1.769
2.085
373
44
17
1
Stand per 31-12-2012 -
4.7.
Risicoanalyse/risicomanagement In 2010 is een risicoanalyse uitgevoerd op basis van het FIRM model van de Nederlandsche Bank door medewerkers van de Risicomanagement afdeling van Sanoma. In deze analyse zijn de risicocategorieen, de inherente risico’s en de beheersingsmaatregelen uitgewerkt en gekwalificeerd. Daar waar de beheersingsmaatregelen niet optimaal waren, zijn in de analyse voorstellen gedaan voor verbetering. In 2011 is het fonds overgestapt van een kapitaaldekking naar eigen beheer met als belangrijkste reden het mitigeren van het risico van insolvency van AEGON waar onze beleggingen waren ondergebracht. TKPI is als fiduciair manager aangesteld met concrete mandaten en restricties welke in 2013 naar aanleiding van het
8
Dit betreft 2 dubbeltellingen in de ultimostand van 2012 en een verschuiving van een deelnemer met status ingegaan ouderdomspensioen naar status gewezen deelnemer. Pagina 40 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
onderzoek vermogensbeheer door DNB zijn aangescherpt. Met dit fiduciair beheer is tevens de professionaliteit en continuiteit van het vermogensbeheer zeker gesteld. Als extra toezicht op het vermogensbeheer en ter verbetering van het zicht en de grip op de vermogensbeheerkosten is in 2012 een contract gesloten met Kas Bank. Het pensioenbureau werkt sindsdien in samenwerking met TKPI en Kas Bank aan een continue verbetering van de integrale risicorapportages naar het bestuur. In 2013 zijn de procedures voor het crisisplan vastgesteld. De Risico management afdeling heeft op verzoek van het bestuur een control framework opgesteld aan de hand waarvan systematisch alle procesrisico’s worden getest. In 2013 is met hulp van deze afdeling tevens een Quinto-P onderzoek gestart naar de juistheid van de verplichtingenadministratie. Dat proces zal medio 2014 resulteren in conclusies en aanbevelingen naar het bestuur.
4.8.
Voornaamste risico’s en onzekerheden
4.8.1.
Solvabiliteitsrisico Deze is toegelicht bij paragraaf 4.6.2.
4.8.2.
Actuariële risico’s De belangrijkste actuariële risico’s zijn de risico’s van langleven, overlijden en arbeidsongeschiktheid.
Langlevenrisico Het langlevenrisico is het belangrijkste verzekeringstechnische risico. Langlevenrisico is het risico dat deelnemers langer blijven leven dan gemiddeld verondersteld wordt bij de bepaling van de technische voorziening. Als gevolg hiervan volstaat de opbouw van het pensioenvermogen niet voor de uitkering van pensioenverplichtingen. Door de toepassing van AG-prognosetafel 2012-2062 met adequate correcties voor ervaringssterfte is het langlevenrisico naar verwachting geheel verdisconteerd in de waardering van de pensioenverplichtingen.
Kortlevenrisico Het overlijdensrisico betekent dat het fonds in geval van overlijden mogelijk een nabestaandenpensioen moet toekennen waarvoor door het fonds onvoldoende voorzieningen zijn getroffen. Dit risico kan worden uitgedrukt in risicokapitalen. Het pensioenfonds heeft deze risicokapitalen verzekerd bij Aegon Levensverzekering N.V..
Arbeidsongeschiktheidsrisico Het arbeidsongeschiktheidsrisico betreft het risico dat het fonds voorzieningen moet treffen voor premievrijstelling bij invaliditeit en het toekennen van een arbeidsongeschiktheidspensioen (‘schadereserve’). Voor dit risico wordt jaarlijks een risicopremie in rekening gebracht. Het verschil tussen de risicopremie en de werkelijke kosten wordt verwerkt via het resultaat. De actuariële uitgangspunten voor de risicopremie worden periodiek herzien. Het pensioenfonds heeft ook deze risicokapitalen verzekerd bij Aegon Levensverzekering N.V..
4.8.3.
Indexatierisico Het bestuur van het fonds heeft de ambitie om de pensioenen te indexeren. De mate waarin dit kan worden gerealiseerd is afhankelijk van de ontwikkelingen in rente, rendement, looninflatie en demografie. Uitdrukkelijk wordt opgemerkt dat de indexatietoezegging voorwaardelijk is. Voor het toekennen van de indexatie is vanaf 2008 van belang of de dekkingsgraad van het Pensioenfonds toereikend is dat per 1 januari van enig jaar wordt geïndexeerd. Bij een dekkingsgraad lager dan 120% wordt in principe gedeeltelijk geïndexeerd, terwijl bij een dekkingsgraad van 105% of lager niet wordt geïndexeerd.
Pagina 41 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
Deze voorwaarden voor toekenning van de indexatie gelden voor de pensioengerechtigden, gewezen deelnemers en arbeidsongeschikten van de A-regeling en de Sanoma 2009 pensioenregeling. De indexatie (maximaal drie procentpunt per jaar) van de actieve deelnemers daarentegen van de Sanoma 2009 pensioenregeling is gebaseerd op CAO-verhogingen. Bij een dekkingsgraad van minder dan 105% vindt geen indexatie plaats. Volgens het addendum op de uitvoeringsovereenkomst geldt dit niet voor de jaren 2012 en 2013. Indien van toepassing zijn de actieven in deze jaren ook geïndexeerd als de dekkingsgraad minder zou bedragen dan 105%. In 2012 heeft een indexatie per 1 juli 2012 plaatsgevonden van 1%. Daarentegen zijn de actieve deelnemers aan de Sanoma 2009 pensioenregeling per 1 juli 2013 niet geïndexeerd De hiermee gemoeid zijnde koopsom is voor rekening van de aangesloten werkgevers gekomen en verwerkt in de premieafrekening 2012. 4.8.4.
Risico van financiële instrumenten Het mantelcontract tussen het Nederlandse Uitgevers Verbond en Aegon Levensverzekering N.V. voor de prepensioenen betreft een garantiecontract wat betekent dat het pensioenfonds niet is blootgesteld aan prijsrisico, liquiditeitsrisico, kasstroomrisico en operationeel risico voor zover deze risico’s samenhangen met de in het contract opgenomen financiële instrumenten. Ook het pensioenreglement van de Sanoma Men’s Magazines pensioenregeling betreft een garantiecontract met Aegon Levensverzekering N.V. Ook voor deze pensioenregeling geldt dat het pensioenfonds voor deze pensioenregeling niet wordt blootgesteld aan prijsrisico, kredietrisico, liquiditeitsrisico, kasstroomrisico en operationeel risico De A-regeling en de Sanoma 2009 pensioenregeling worden uitgevoerd op basis van een eigen beheer model. Met betrekking tot deze pensioenregelingen komen onderstaande risico’s voor rekening van het pensioenfonds.
Marktrisico Tot het marktrisico behoren het prijs(koers)risico, het valutarisico en het renterisico. Per risicocategorie wordt hieronder kort weergegeven welke maatregelen zijn getroffen om deze risico’s zo veel mogelijk te beperken.
Prijsrisico Om het prijs(koers)risico zoveel mogelijk te beperken heeft het bestuur in samenspraak met haar beleggingsadviseur en vermogensbeheerder besloten een verdere spreiding (diversificatie) van haar beleggingsportefeuille door te voeren. Door activaklassen van verschillende correlaties in evenwicht te brengen, verwacht het bestuur van het pensioenfonds het rendement te maximaliseren en het risico te beperken.
Valutarisico Valutarisico is het risico dat de waarde van een financieel instrument zal fluctueren als gevolg van veranderingen van valutakoerswisselingen. Het valutarisico van de US dollar volledig afgedekt. Verder is voor circa 11% van de beleggingsportefeuille (± € 45,1 miljoen) het valutarisico (o.a. bij belegging in Emerging Market Fund, de aandelenfondsen Japan en Azië) verspreid over ruim twintig valuta niet afgedekt. Het concentratierisico per valuta is dermate gering dat het niet afdekken van het risico als verantwoord kan worden gekwalificeerd. Voor de overige fondsen uit de beleggingsportefeuille vindt geen afdekking van valutarisico’s plaats omdat zij al in euro’s zijn genoteerd c.q. betrekking hebben op Europese aandelen/obligaties.
Renterisico Renterisico is het risico dat de waarde van een financieel instrument zal fluctueren als gevolg van veranderingen van de marktrente.
Pagina 42 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
Dit risico is op basis van een 60%-norm afgedekt middels een Long Duration Overlay. De afdekking van het renterisico is ook in 2013 periodiek bijgesteld op basis van de (maandelijkse) adviezen van de vermogensbeheerder (TKP Investments). Per 31 december van het verslagjaar was het renterisico voor 60,1% (2012: 58,6%) afgedekt. Bij de afdekking van het renterisico is in het verslagjaar (2013) uitgegaan van de ongemiddelde RTS (= RenteTermijnStructuur) op marktwaarde per einde maand. Tijdens de beleggingsdag van 22 november 2013 heeft het bestuur besloten de strategische normafdekking van het renterisico voor 2014 eveneens vast te stellen op 60% (norm 2013:60%) en de strategische grenzen voor dit risico te handhaven op 55-65%.
Derivaten Voor de uitvoering van het beleggingsbeleid wordt gebruikgemaakt van financiële derivaten (Long Duration Overlay) voor afdekking van het renterisico.
Liquiditeitsrisico Het liquiditeitsrisico is het risico dat beleggingen niet tijdig en/of niet tegen een aanvaardbare prijs kunnen worden omgezet in liquide middelen, waardoor het pensioenfonds op korte termijn niet aan zijn verplichtingen uit hoofde van financiële instrumenten kan voldoen. Waar de overige risicocomponenten vooral de langere termijn betreffen (solvabiliteit), gaat het hierbij om de korte termijn. Dit risico wordt beheerst door in het strategische en tactische beleggingsbeleid voldoende ruimte aan te houden voor liquiditeitsposities. Er wordt hierbij tevens rekening worden gehouden met de directe beleggingsopbrengsten en andere inkomsten zoals premies. Inzake het liquiditeitsrisico kan worden gemeld dat de komende jaren de inkomende premies het niveau van de uitkeringen zullen overtreffen en ultimo 2013 zijn er voldoende obligaties, die onmiddellijk zonder waardeverlies te gelde kunnen worden gemaakt om eventuele onvoorziene uitstroom van geldmiddelen te financieren, waardoor het risico van een liquiditeitstekort voor het Pensioenfonds als uiterst beperkt kan worden gekwalificeerd. Indien door besluitvorming van werkgeverszijde in 2014 besloten wordt de nieuwe pensioenregeling(en) niet meer door het pensioenfonds te laten uitvoeren (ontstaan van een gesloten fonds) zal door het bestuur van het pensioenfonds het liquiditeitsrisico opnieuw worden bezien en zullen hier met aangesloten werkgevers aanvullende afspraken worden gemaakt die worden vastgelegd in de af te sluiten beëindigingsovereenkomst.
4.9.
Operationeel risico en uitbestedingsrisico Operationeel risico is het risico van een onjuiste afwikkeling van transacties, fouten in de verwerking van gegevens, het verloren gaan van informatie, fraude en dergelijke. Dergelijke risico’s worden beheerst door het stellen van hoge kwaliteitseisen aan de organisaties die bij de uitvoering betrokken zijn op gebieden zoals interne organisatie, procedures, processen en controles, kwaliteit van de geautomatiseerde systemen, en dergelijke. Deze kwaliteitseisen worden periodiek getoetst door het bestuur aan de hand van periodieke rapportages en verkregen ISAE 3402 type II (voorheen SAS/70) rapporten en specifieke risicoanalyses.
Systeemrisico Systeemrisico is het risico dat het mondiale financiële systeem (de internationale financiële markten) niet langer naar behoren functioneert, waardoor beleggingen van de beleggingsfondsen waarin het pensioenfonds participeert, niet langer verhandelbaar zijn en zelfs hun waarde verliezen. Dit risico is voor het pensioenfonds, evenals voor andere marktpartijen, niet beheersbaar.
Code Pensioenfondsen (Pension Fund Governance) Het bestuur van het pensioenfonds streeft als eindverantwoordelijke uitvoerder van de door sociale partners overeengekomen pensioenregeling naar een optimale kwaliteit, zorgvuldigheid en openheid met betrekking tot die uitvoering. Het bestuur onderschrijft dan ook Code Pensioenfondsen (hierna Code) die de Stichting van de Arbeid en de Pensioenfederatie in 2013 hebben opgesteld en in september 2013 hebben vastgesteld en thans onderdeel Pagina 43 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
uitmaakt van het volledige stelsel van wet- en regelgeving. Deze Code (in werking treding 1 januari 2014) komt in de plaats voor de Principes voor goed pensioenfondsbestuur die de Stichting van de Arbeid in 2005 heeft gepubliceerd. De principes voor pensionfund governance zijn in 3 hoofdonderdelen gesplitst, te weten:
Bestuur Verantwoording (w.o. riskmanagement) Intern toezicht
Met betrekking tot de in de Principes voor PFG/Code Pensioenfondsen opgenomen mogelijkheden heeft het bestuur de hierna beschreven keuzes gemaakt en beleid ontwikkeld. 4.9.1.
Bestuur De bestuursleden zijn gekozen voor een periode van 3 jaar en treden na deze termijn gelijktijdig af. De bestuursleden (namens deelnemers) mogen zich, na de statutenwijziging van 20 februari 2014, vier maal herkiesbaar stellen, terwijl de bestuursleden namens werkgevers vier maal kunnen worden herbenoemd. Het bestuur van het pensioenfonds bestaat uit acht leden, waarbij het bestuur voor vijftig procent is samengesteld uit bestuursleden die benoemd zijn door werkgevers (waaronder de voorzitter) en voor vijftig procent uit bestuursleden (waaronder de vicevoorzitter) die deelnemers en gewezen deelnemers vertegenwoordigen. De benoeming van deze laatste categorie vindt plaats door het bestuur op voordracht van de Pensioenraad. Per 26 februari 2014 zijn de zittende bestuursleden Marseille, Bybau, Leenaars, van Driessen en Dresselhuys opnieuw benoemd c.q. gekozen. Voor de vacante bestuurszetel (1) namens werkgevers is op 8 januari 2014 de heer Groenendijk voorgedragen. Voor de vacante bestuurszetels namens deelnemers (2 stuks) zijn voor de periode 2014-2017 door de Pensioenraad op 26 februari 2014 voorgedragen en benoemd mevrouw van Hoppe en de heer Guis (onder voorbehoud van positieve toetsing door DNB), waarbij de heer van Driessen door de Pensioenraad is aangewezen in de zittingsperiode 2014-2017 op te treden als vice-voorzitter. De hierboven genoemde nieuwe bestuursleden fungeren vooralsnog als aspirant bestuursleden en hebben geen stemrecht. Na de bijscholing (begin mei 2014) zullen zij conform afspraak door het bestuur als bestuurder worden voorgedragen/aangemeld bij De Nederlandsche Bank voor een toetsing op betrouwbaarheid en geschiktheid en zal de status van aspirant bestuurslid pas wijzigen nadat de positieve beschikkingen van DNB zijn ontvangen op de voorgenomen benoemingen. Per 26 februari 2014 is de bestuurssamenstelling als volgt: Vertegenwoordigers namens de werkgevers: M. Marseille (voorzitter) W. Bybau (secretaris) J. Leenaars S. Groenendijk ❶ Vertegenwoordigers namens de werknemers: P. van Driessen (vicevoorzitter) W.B. Dresselhuys Mw. S. van Hoppe ❶ J. Guis ❶ ❶ (aspirant) bestuurslid zonder stemrecht totdat positief advies van De Nederlandsche Bank is ontvangen inzake voorgenomen benoeming).
Pagina 44 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
Het dagelijks bestuur (DB) van het pensioenfonds bestaat vanaf 26 februari 2014 uit de heren Marseille, Bybau en Van Driessen. Ter ondersteuning van dit orgaan zijn hieraan de directeur en de ambtelijk secretaris toegevoegd. Deskundigheidsbevordering/Bijscholingen In het verslagjaar zijn door het bestuur, directeur en ambtelijk secretaris diverse seminars, symposia en congressen bezocht. 4.9.2.
Verantwoordingsorgaan Het Verantwoordingsorgaan bestaat formeel uit 9 leden (3 namens werkgevers, 3 namens actieve deelnemers en 3 namens gepensioneerden). Bij de samenstelling is rekening gehouden, dat alle bedrijfsonderdelen c.q. organisatie-eenheden (zo veel mogelijk) gelijkelijk zijn vertegenwoordigd. De per 1 januari 2013 ontstane vacature in de werkgeversafvaardiging door het aftreden van de heer M. Marseille is per 22 april 2013 ingevuld door de benoeming mevrouw A. Balistreri. De ontstane vacatures in 2014 door het aftreden van mevrouw S. van Hoppe en de heren S. Groenendijk, A. van der Laan en H. Wognum heeft het bestuur als volgt kunnen invullen: Samenstelling in 2013
Samenstelling in 2014
Vertegenwoordigers namens werkgevers (3)
Vertegenwoordigers namens werkgevers (3)
S. van de Luur
S. van de Luur
S. Groenendijk (afgetreden per 15 januari 2014)
vacature
Mw. A. Balistreri
Mw. A. Balistreri
Vertegenwoordigers namens deelnemers (3)
Vertegenwoordigers namens deelnemers (3)
H.C. Castillion
H.C. Castillion
H. Wognum (afgetreden per 1 maart 2014)
Mw. A. Kenbeek (benoemd per 1 mei 2014)
Mw. S. van Hoppe (afgetreden per 26 februari 2014)
Mw. O. Swaan (benoemd per 1 mei 2014)
Vertegenwoordigers namens gepensioneerden (3)
Vertegenwoordigers namens gepensioneerden (3)
A.A. van der Laan (afgetreden per 26 februari 2014)
vacature
vacature
vacature
vacature
vacature
Voor de invulling van de (ontstane) vacatures in de categorie pensioengerechtigden is niet actief actie ondernomen daar het Verantwoordingsorgaan in verband met de invoering van de Wet versterking bestuur pensioenfondsen per 1 juli 2014 zal worden opgeheven. Vanaf deze datum zullen taken en bevoegdheden worden geïntegreerd in het “nieuwe” Verantwoordingsorgaan (= vervanging van de deelnemersraad) volgens het paritaire bestuursmodel zoals vastgelegd in deze wet. 4.9.3.
Risicomanagementgroep Op 7 december 2011 is door het bestuur besloten dat het riskmanagement vorm gegeven zal worden door een Risicomanagementgroep bestaande uit de heren J. Leenaars, J. KindersVroklage en H. Castillion. Dit orgaan is verantwoordelijk voor de inrichting en werking van het ERM proces en rapporteert daarvoor direct aan het bestuur van het fonds. De voornaamste taken van dit orgaan (zullen) zijn:
Pagina 45 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
Uitvoeren periodieke risico-inventarisaties in overeenstemming met de richtlijnen van DNB (FIRM model) en rapporteert aan het bestuur de kwaliteit van de beheersing; Initieert en optimaliseert de risicorapportages voor het vermogensbeheer in overleg met KasBank, TKP Investments, BeleggingsAdviesCommissie (BAC) en het bestuur; Rapporteert en adviseert bestuur over de bij het pensioenfonds te onderscheiden risico’s (waar onder operationeel risico, uitbestedingsrisico, renterisico valutarisico, kredietrisico etc); Beoordeelt periodiek ex-post (achteraf) de performance van de vermogensfondsen t.o.v. haar ‘peers’ (lees: beoordeelt relatieve rendementen van de ‘huisfondsen’) en adviseert daarover de BeleggingsAdviesCommissie; Verantwoordelijk voor de opzet, documentatie en monitoren van het control framework (inclusief ISAE 3402 verklaringen).
Onder verantwoordelijkheid van de leden van de Risicomanagementgroep is in het 1e kwartaal 2013 door een externe partij (CPI Governance) in samenwerking met de afdeling Riskmanagement van Sanoma het control framework afgerond. De presentatie van het control framework heeft plaats gevonden in de bestuursvergadering van 22 mei 2013. Het bestuur van het pensioenfonds heeft in deze vergadering besloten het framework vast te stellen. Op basis van de aanbevelingen van de Risico Management Groep (RMG) tijdens de presentatie van het control framework heeft het bestuur in haar vergadering van 22 mei 2013 eveneens besloten akkoord te gaan met de prioritering van de uit te voeren (risico) analyses/onderzoeken. 4.9.4.
Pensioenraad Algemeen De Pensioenraad is in het verslagjaar zeven maal officieel met het bestuur ter vergadering bijeen geweest. Verder zijn ter voorbereiding op de gezamenlijke vergaderingen met het bestuur diverse vergaderingen/bijeenkomsten georganiseerd om statutenwijzigingen, reglementswijzigingen, uniformeren van de pensioenreglementen te bespreken en een standpunt te formuleren. In 2013 is door het bestuur van het pensioenfonds met de Pensioenraad gesproken c.q. overlegd over de financiële positie van het pensioenfonds, de inrichting van het vermogensbeheer, het beleggingsbeleid (waaronder risicobudget en herinrichting van de beleggingsportefeuille), reglementswijzigingen, de (voorgenomen) statutenwijziging als gevolg van de structuurwijzigingen binnen de aangesloten werkgevers, premie- en indexatiebeleid, communicatiebeleid, de kandidaatstelling/verkiezingen voor de Pensioenraad en de keuze voor het paritair bestuursmodel (uit de Wet versterking bestuur pensioenfondsen). Vergaderingen met aangesloten werkgevers 2013 Vanaf medio mei 2013 heeft de Pensioenraad samen met een afvaardiging van de ondernemingsraden van de aangesloten werkgevers met werkgevers frequent met werkgevers gesproken over de uitgangspunten van het door werkgevers voorgestane pensioenbeleid (invoering van een individuele DC-regeling). Bij deze besprekingen waren zowel adviseurs van Pensioenraad als werkgevers aanwezig. Daar de Pensioenraad na in werking treding van de nieuwe Pensioenwet (per 1 januari 2007) in 2007 het instemmingsrecht (als vervanger van de ondernemingsraden) bij wijziging van pensioentoezeggingen heeft verkregen is zij voor de aangesloten werkgevers het orgaan waarmee de onderhandelingen dienen te worden gevoerd over een nieuw pensioenbeleid. In 2013 is door Pensioenraad en aangesloten werkgevers alleen gesproken over de reden voor wijziging van het pensioenbeleid, de voorgestane nieuwe DC-pensioenregeling, de uitvoering van een beschikbare premieregeling.
Pagina 46 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
Concrete onderhandelingen over een nieuwe pensioenregeling (inclusief compensatiemaatregelen voor bestaande deelnemers) tussen Pensioenraad en aangesloten werkgevers hebben in 2013 niet plaats gevonden. 2014 In maart 2014 is een technische werkgroep (besluit van werkgevers en Pensioenraad) gevormd met de opdracht op welke wijze een door werkgevers voorgestaan “IFRS-proof” pensioenbeleid het best kan worden vorm gegeven. Deze werkgroep bestond uit een afvaardiging van de Pensioenraad/ondernemingsraden, een afvaardiging van aangesloten werkgevers, adviseur van Pensioenraad KWPS) en adviseurs van werkgevers (HayGroup). De resultaten van deze onderzoeksopdracht zijn op 2 mei 2014 uitgebracht, maar nog niet voor publicatie beschikbaar. Uitgangspunten samenstelling Pensioenraad Gekozen is voor kiesgroepen per uitgevoerde pensioenregeling, waarbij onderscheid wordt gemaakt naar deelnemers, pensioengerechtigden en gewezen deelnemers. Om tot een evenwichtige zetelverdeling over de bedrijfsonderdelen te komen bestaat de mogelijkheid vanaf de 3e zetel per kiesgroep voorkeurszetels toe te kennen aan bedrijfsonderdelen. Per kiesgroep wordt naar evenredigheid een aantal (stemgerechtigde) leden en plaatsvervangende leden gekozen uit en door de deelnemers in dienst van het desbetreffende bedrijfsonderdeel c.q. organisatieeenheid Het aantal zetels wordt per kiesgroep met uitzondering van de kiesgroep SMM en de kiesgroep gewezen deelnemers als volgt samengesteld: Categorieën
Aantal zetels
< 50 deelnemers
2
50 deelnemers < 300 deelnemers
3
300 deelnemers < 900 deelnemers
4
900 deelnemers < 1200 deelnemers
5
> 1200 deelnemers
6
Voor de kiesgroep SMM middelloonregeling geldt: SMM-middelloonregeling
Aantal zetels
< 50 deelnemers
1
50 deelnemers < 300 deelnemers
2
>300 deelnemers
3
Kiesgroep gewezen deelnemers Voor de kiesgroep gewezen deelnemers daarentegen geldt indien en zodra op 31 december in het jaar voorafgaand aan de verkiezing het aantal gewezen deelnemers meer bedraagt dan 60% en minder dan 70% van het totaal van deelnemers en indien gewezen deelnemers en de technische voorzieningen van deze categorie deelnemers tenminste 25% bedraagt van de totale technische voorzieningen, dat deze categorie in staat wordt gesteld één stemgerechtigd lid van de pensioenraad te kiezen. Bij een percentage van 70% of meer heeft zij recht op twee stemgerechtigde leden in de Pensioenraad. Daar de categorie gewezen deelnemers niet voldoet aan bovengenoemde criteria zal zij in de periode 2011-2013 niet vertegenwoordigd zijn in de Pensioenraad. Met inachtneming van deze criteria is met ingang van 1 januari 2014 de zetelverdeling als volgt:
Pagina 47 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
Pensioenregelingen/Kiesgroepen
Aantal zetels
Kiesgroep A-regeling
6
Kiesgroep Sanoma 2009 pensioenregeling
4
Kiesgroep SMM-middelloonregeling
2
Pensioengerechtigden
4
Kandidaatstelling/verkiezingen Pensioenraad De benoeming van de leden voor dit orgaan vindt plaats voor een periode van 3 jaar. Na deze periode treden alle leden van de Pensioenraad gelijktijdig af en kunnen zij zich herkiesbaar stellen en herbenoemd worden. Volgens rooster traden de in 2011 benoemde c.q. gekozen leden van de Pensioenraad per 1 januari 2014 af. Als gevolg van het verstrijken van de zittingsperiode op 31 december 2013 zijn in november 2013 door de Pensioenraad alle actieve deelnemers en pensioengerechtigden aangeschreven of zij zich kandidaat wilden stellen voor een zetel in de Pensioenraad dan wel een zetel in het bestuur van het Pensioenfonds voor de zittingsperiode 2014-2017. Op basis van het aantal aanmeldingen/kandidaatstellingen hoefden er geen verkiezingen te worden gehouden. Voor de Kiesgroep A-regeling bedroeg het aantal aangemelde kandidaten twaalf, waarvan één deelnemer zich na sluitingsdatum kandidaat had gesteld. Van de elf rechtsgeldig aangemelde kandidaten opteerden er uiteindelijk drie voor een bestuurszetel. Daar er vanuit de andere kiesgroepen geen belangstelling bestond om te worden verkozen als bestuurslid waren er voor deze kiesgroep negen (bestuurs)zetels (drie bestuurszetels en zes zetels in de Pensioenraad) beschikbaar. Na goed overleg hebben twee kandidaten uiteindelijk hun kandidatuur ingetrokken. Het aantal aangemelde kandidaten voor de kiesgroepen Sanoma 2009 pensioenregeling, Sanoma Men’s magazines-middelloonregeling en pensioengerechtigden was het aantal aangemelde kandidaten kleiner of gelijk aan de beschikbare zetels, waardoor ook voor deze kiesgroepen geen verkiezingen noodzakelijk waren. De samenstelling van de Pensioenraad voor de periode 2014-2017 is luidt derhalve als volgt: Kiesgroep A-regeling (6 zetels): 1. 2. 3. 4. 5. 6.
L. Bussink; H. Castillion; Mw. O. Swaan; Mw. A. Kenbeek; G. Tuinsma; G. Laan.
Kiesgroep Sanoma 2009 pensioenregeling (4 zetels) 1. 2. 3. 4.
Mw, C. de Hoon; Mw. M. van Benthem; J. de Winter; Mw. F. Kilic.
Kiesgroep SMM-regeling (2 zetels) 1. 2.
Vacature Vacature
Pagina 48 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
Kiesgroep pensioengerechtigden (4 zetels) 1. 2. 3. 4.
R. van der Peijl; W. Oling; J. Vlek; C. de Horde;
Amsterdam, 18 juni 2014
M. Marseille Voorzitter
P.K.C.M. van Driessen, Vice-voorzitter
Pagina 49 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
Pagina 50 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
Jaarrekening
Pagina 51 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
5.
Balans per 31 december 2013 (Bedragen in hele euro’s na bestemming van het resultaat) Activa
2013
2012
Beleggingen voor risico pensioenfonds Vastgoedbeleggingen
9.2.1
7.480.061
8.046.320
Aandelen
9.2.2
107.318.480
90.199.778
Vastrentende waarden
9.2.3
293.002.429
304.382.933
Overige beleggingen
9.2.4
3.846.760
2.341.239
Beleggingsvorderingen en -schulden
9.2.5
3.698.696
1.144.206
415.346.426
406.114.476
Herverzekeringsdeel technische voorzieningen Garantiecontracten
9.4.1
20.732.000
21.590.000
Overige contracten herverzekering
9.4.4
35.000
0
Overige vorderingen uit hoofde van herverzekeringsdeel technische voorzieningen
9.4.5
325.894
8.177.372
21.092.894
29.767.372
703.943
792.249
703.943
792.249
5.136.848
4.468.214
5.136.848
4.468.214
442.280.111
441.142.311
Vorderingen en overlopende activa Vorderingen uit herverzekering
9.5.1
Overige activa Liquide middelen
Totaal activa
9.6.1
Pagina 52 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
Passiva Stichtingskapitaal en reserves Wettelijke en statutaire reserves Bestemmingsreserves
Technische voorzieningen Voorziening pensioenverplichtingen voor risico van het pensioenfonds
Overige schulden en overlopende passiva Schulden uit herverzekering Overige schulden
Totaal passiva
9.7.1 9.7.2
9.8.1
9.9.1 9.9.2
2013
2012
50.991.900 344.207
36.016.940 8.267.744
51.336.107
44.284.684
382.477.000
387.706.000
382.477.000
387.706.000
356.027 8.110.977
587.144 8.564.483
8.467.004
9.151.627
442.280.111
441.142.311
Pagina 53 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
Pagina 54 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
6.
Staat van baten en lasten over 2013 (Bedragen in hele euro’s) Staat van Baten en Lasten
2013
2012
BATEN Premiebijdragen Beleggingsresultaten voor risico pensioenfonds Baten uit herverzekering Overige baten
10.1 10.2 10.3 10.4
Totaal baten
16.760.000 (4.905.563) 813.112 30.702
17.538.000 56.813.880 1.031.314 449.288
12.698.251
75.832.482
6.573.227 1.296.466
6.137.803 1.210.584
LASTEN Pensioenuitkeringen Pensioenuitvoeringskosten
10.5 10.6
-
10.7.1 10.7.2 10.7.3 10.7.4 10.7.5 10.7.6 10.7.7
Pensioenopbouw Indexering en overige toeslagen Rentetoevoeging Onttrekking voor pensioenuitkeringen Onttrekking voor pensioenuitvoeringskosten Wijziging marktrente Wijziging uit hoofde van overdracht van rechten - Wijziging uit hoofde van actuariële uitgangspunten - Overige mutatie voorziening pensioenverplichtingen Mutatie voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds Mutatie herverzekeringsdeel technische voorzieningen Kosten pensioenopbouw Saldo overdracht van rechten Overige lasten
10.7.8 10.7.9
15.111.586 1.913.390 1.941.234 (6.559.893) (1.381.270) (15.478.037) (108.545) 0 (667.465) (5.229.000)
10.8 10.9 10.10 10.11
823.000
15.909.977 0 5.848.137 (6.106.457) (1.274.275) 20.953.969 (532.537) 3.167.000 (1.661.362) 36.304.452 (1.711.686)
2.133.105 46.997 3.033
2.265.615 542.850 69.480
Totaal lasten
5.646.828
44.819.098
Saldo baten en lasten
7.051.423
31.013.384
Pagina 55 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
Bestemming van resultaat Wettelijke en statutaire reserves Mutatie Algemene Reserve Mutatie Reserve technische winstdeling Bestemmingsreserves Mutatie Reserve voor toeslagverlening garantiecontracten Totaal bestemming van het resultaat
2013
2012
7.058.860 64.622
30.771.571 237.545
(72.059)
7.051.423
4.268
31.013.384
Pagina 56 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
7.
Kasstroomoverzicht over 2013 (Bedragen in hele euro’s) 2013 Kasstroom uit pensioenactiviteiten Ontvangen premies Ontvangen in verband met overdracht van rechten Betaalde pensioenuitkeringen9 Betaald in verband met overdrachten van rechten Betaalde pensioenuitvoeringskosten Ontvangen uitkeringen van herverzekeraars10 Betaalde premies herverzekering
Kasstroom uit beleggingsactiviteiten11 Verkopen en aflossing van beleggingen Ontvangen directe beleggingsopbrengsten Aankopen van beleggingen Betaalde kosten van vermogensbeheer
Netto kasstroom Koers- en omrekeningsverschillen Mutatie liquide middelen Liquide middelen ultimo Liquide middelen primo Mutatie liquide middelen
2012
15.454.896 0
21.095.414 0
(6.187.899) 0
(7.160.880) 0
(1.219.854) 7.916.100 (1.180.437)
(980.839) 410.000 (2.198.437)
14.782.806
11.165.258
38.776.386 9.145.964 (59.423.043) (4.564)
176.117.058 8.728.929 (213.322.145) (5.135)
(11.505.257)
(28.481.293)
3.277.549
(17.316.035)
0 3.277.549 8.821.940 5.544.391 3.277.549
0 (17.316.035) 5.544.391 22.860.426 (17.316.035)
De liquide middelen primo en ultimo sluiten aan op het saldo liquide middelen (ten behoeve van beleggingen) dat onderdeel is van de activapost “Beleggingsvorderingen en- schulden” (zie paragraaf 9.2.5) en de liquide middelen die opgenomen zijn onder de actiefpost “Overige activa” op de Balans.
9
In de uitkeringen 2012 zit ook de verrekening van de uitkeringen in het tweede halfjaar van 2011 die door de herverzekeraar waren betaald ad € 2.225.404. 10 In 2013 is de opgerente technische winstdeling over de periode 2006-2010 ad € 7.916.100 van het per 1 januari 2011 beëindigde kapitaalcontract uitgekeerd. 11 In 2012 heeft een herallocatie van de beleggingsportefeuille plaatsgevonden. Pagina 57 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
Pagina 58 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
8. 8.1.
Toelichting grondslagen Algemeen De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving (RJ), uitgegeven door de Raad voor de Jaarverslaggeving. De jaarrekening is opgesteld in euro’s. Beleggingen en pensioenverplichtingen worden gewaardeerd op marktwaarde. De overige activa en passiva worden gewaardeerd op de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. In de balans, de staat van baten en lasten en het kasstroomoverzicht zijn referenties opgenomen, waarmee wordt verwezen naar de toelichting.
8.2.
Opname in de balans of staat van baten en lasten Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar het pensioenfonds zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Baten worden in de rekening van baten en lasten opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld.
8.3.
Vreemde valuta Activa en passiva in vreemde valuta worden omgerekend naar euro’s tegen de koers per balansdatum. Deze waardering is onderdeel van de waardering tegen marktwaarde. Baten en lasten voortvloeiende uit transacties in vreemde valuta worden omgerekend tegen de koers per transactiedatum. Het pensioenfonds heeft de volgende valutakoersen gehanteerd:
Amerikaanse dollar Britse pond Japanse Yen
8.4.
2013 Slotkoers 0,726 1,210 0,007
2012 Slotkoers 0,758 1,233 0,009
Schattingen en veronderstellingen Bij toepassing van de grondslagen en de regels voor het opstellen van de jaarrekening vormt het bestuur van het pensioenfonds zich verschillende oordelen en maakt schattingen die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarrekening opgenomen bedragen. Indien het voor het geven van het in artikel 2:362 lid 1 BW vereiste inzicht noodzakelijk is, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen bij de toelichting op de betreffende jaarrekeningposten.”
8.5.
Belastingen De activiteiten van het pensioenfonds zijn vrijgesteld van belastingheffing in het kader van de vennootschapsbelasting. Voor de BTW geldt een gedeeltelijke vrijstelling.
Pagina 59 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
8.6.
Beleggingen voor risico pensioenfonds
8.6.1.
Algemeen Participaties in beleggingsfondsen Participaties in beleggingsfondsen, die gespecialiseerd zijn in een bepaald soort beleggingen, worden gerubriceerd en gewaardeerd volgens de grondslagen voor dat soort beleggingen, zijnde marktwaarde. Bepaling marktwaarde Aegon en TKP Beleggingsfondsen De beleggingen in participaties van Aegon en TKP beleggingsfondsen worden gewaardeerd tegen marktwaarde, zijnde de intrinsieke waarde van de participatie. Deze waarde wordt elke dag dat de Nederlandse beurs open is vastgesteld, met uitzondering van het Aegon Hypothekenfonds waarvan de waarde eens per maand wordt vastgesteld. De Aegon en TKP beleggingenfondsen beleggen in aandelen, obligaties, derivaten, futures, vastgoed, grondstoffen en alternatives zoals hedge funds en private equity. De marktwaarde van deze onderliggende beleggingen vindt plaats tegen beurskoers of, bij gebrek daaraan, tegen taxatiewaarde aan de hand van het meest actuele jaarbericht of andere recente informatie. De waardering van de beleggingen wordt bepaald aan de hand van gegevens die door een onafhankelijke partij worden aangeleverd. Niet-beursgenoteerde beleggingen Voor beleggingen die niet-beursgenoteerd zijn, wordt de waardering vastgesteld op basis opgaven van een onafhankelijke derde of indien niet voorhanden op basis van interne modellen. Voor de herwaardering van deze beleggingen wordt een herwaarderingsreserve gevormd. Indien geen betrouwbare schatting van de marktwaarde is te maken, worden deze beleggingen gewaardeerd op kostprijs. Resultaatverantwoording Alle gerealiseerde en ongerealiseerde resultaten worden direct in de staat van baten en lasten verantwoord.
8.6.2.
Vastgoedbeleggingen Beursgenoteerde (indirecte) vastgoedbeleggingen worden gewaardeerd tegen marktwaarde, zijnde de per balansdatum geldende beurskoers.
8.6.3.
Aandelen Beursgenoteerde aandelen en participaties in beursgenoteerde beleggingsinstellingen zijn gewaardeerd tegen de per balansdatum geldende beurskoers.
8.6.4.
Vastrentende waarden Beursgenoteerde vastrentende waarden en participaties in beursgenoteerde beleggingsinstellingen zijn gewaardeerd tegen de per balansdatum geldende beurskoersen. Indien vastrentende waarden of participaties in beleggingsinstellingen niet-beursgenoteerd zijn, vindt waardebepaling plaats op basis van de geschatte toekomstige netto kasstromen (rente en aflossingen) die uit de beleggingen zullen voortvloeien, contant gemaakt tegen de geldende marktrente en rekening houdend met het risicoprofiel (kredietrisico, oninbaarheid) en de looptijd. Indien geen betrouwbare schatting van de marktwaarde van de vastrentende waarden is te maken, worden vastrentende waarden gewaardeerd op kostprijs.
8.6.5.
Derivaten Derivaten worden gewaardeerd op marktwaarde, te weten de relevante marktnoteringen of, als die er niet is, de waarde die wordt bepaald met behulp van marktconforme en toetsbare waarderingsmodellen. Derivaten zijn niet apart zichtbaar op de balans maar zijn opgenomen onder de andere beleggingscategorieën. Het pensioenfonds maakt gebruik van de volgende instrumenten: Swaps: dit betreft met individuele banken afgesloten contracten waarbij de verplichting wordt aangegaan tot het uitwisselen van rentebetalingen over een nominale hoofdsom. Door middel van swaps kan het
Pagina 60 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
pensioenfonds de rentegevoeligheid van de portefeuille beïnvloeden. Het fonds maakt hiervan gebruik middels het Long Duration Overlay fund. 8.6.6.
Overige beleggingen De overige beleggingen betreffen participaties in beleggingsinstellingen die niet in een beleggingscategorie zijn in te delen. Deze beleggingen zijn gewaardeerd tegen marktwaarde, zijnde de per balansdatum geldende beurskoers.
8.7.
Herverzekeringsdeel technische voorzieningen Vorderingen uit herverzekeringscontracten op risicobasis worden verantwoord op het moment dat de verzekerde gebeurtenis zich voordoet. Bij de waardering worden de herverzekerde uitkeringen contant gemaakt tegen de rentetermijnstructuur, onder toepassing van de actuariële grondslagen van het pensioenfonds. Vorderingen uit herverzekeringscontracten die classificeren als garantiecontracten worden gelijk gesteld aan de hiertegenover staande Voorziening voor pensioenverplichtingen. Bij de waardering van de vordering wordt geen rekening gehouden met de kredietwaardigheid van de herverzekeraar. Vorderingen uit hoofde van winstdelingsregelingen in herverzekeringsovereenkomsten op het moment van toekenning door de herverzekeraar. In de toelichting op de balans dient, indien sprake is van een verzekeringscontract waarvoor een gesepareerd beleggingsdepot wordt aangehouden, het verloop van de beleggingen zichtbaar wordt gemaakt. Voor de grondslagen van die verloopoverzichten gelden de grondslagen zoals opgenomen onder ‘Beleggingen voor risico pensioenfonds’.
8.8.
Vorderingen en overlopende activa Voor zover noodzakelijk wordt op de vorderingen en overlopende activa een voorziening voor oninbaarheid in mindering gebracht.
8.9.
Technische voorzieningen
8.9.1.
Voorziening pensioenverplichtingen De voorziening pensioenverplichtingen wordt gewaardeerd op de door DNB gepubliceerde rentetermijnstructuur (RTS). De waarde wordt bepaald op basis van de contante waarde van de beste inschatting van toekomstige kasstromen die samenhangen met de op balansdatum onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen. Onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen zijn de opgebouwde nominale aanspraken en de onvoorwaardelijke (indexatie)toezeggingen. De contante waarde wordt bepaald met gebruikmaking van de door DNB gepubliceerde RTS per 31 december 2013. Dit is de RTS inclusief 3 maands-middeling en toepassing van de ultimate forward rate (UFR). Bij de berekening van de voorziening pensioenverplichtingen is uitgegaan van het op de balansdatum geldende pensioenreglement en van de over de verstreken deelnemersjaren verworven aanspraken. Jaarlijks wordt door het bestuur besloten of de opgebouwde pensioenaanspraken worden geïndexeerd. Alle per balansdatum bestaande indexatiebesluiten zijn in de berekening begrepen. Er wordt geen rekening gehouden met toekomstige salarisontwikkelingen. Bij de berekening van de voorziening wordt rekening gehouden met premievrije pensioenopbouw in verband met invaliditeit op basis van de contante waarde van premies waarvoor vrijstelling van betaling wegens arbeidsongeschiktheid is verleend. Bij de bepaling van de actuariële uitgangspunten wordt uitgegaan van voor toezichthouder acceptabele grondslagen, waarbij rekening wordt gehouden met de voorzienbare trend in overlevingskansen. De voorziening pensioenverplichtingen per 31 december 2013 is berekend op basis van de volgende actuariële grondslagen en veronderstellingen:
Pagina 61 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
De rentevoet is de door DNB gepubliceerde rentetermijnstructuur per einde verslagjaar. Per 31 december 2013 komt deze overeen met een interne rekenrente van 2,83% (2012: 2,51%). De sterftekansen zijn ontleend aan de overlevingstafels AG generatietafel 2012-2062, startjaar 2014 (2012: AG generatietafel 2012-2062, startjaar 2013, inclusief leeftijdsafhankelijke correctiefactoren behorend bij inkomensklasse “Hoog”. Als leeftijdsverschil man-vrouw wordt 3 jaar gehanteerd. Voor het partnerpensioen is aangenomen dat de partner drie jaar jonger is dan de verzekerde man en drie jaar ouder is dan de verzekerde vrouw. Voor het uitruilbaar levenslang partnerpensioen geldt:
De gehuwdheidsfrequentie voor mannen loopt op van 0,01 op de leeftijd van 18 jaar tot 0,90 op de leeftijd van 35 jaar en is voor de leeftijden van 35 tot 65 jaar 0,90. Op leeftijd 65 jaar is de gehuwdheidsfrequentie 1. Vanaf de leeftijd van 65 jaar neemt de gehuwdheidsfrequentie af volgens de sterftekansen van vrouwelijke verzekerden. De gehuwdheidsfrequentie voor vrouwen loopt op van 0,05 op de leeftijd van 18 jaar tot 0,85 op de leeftijd van 30 jaar, is voor de leeftijden van 30 tot 50 jaar 0,85 en neemt dan geleidelijk af tot 0,7. Op leeftijd 65 jaar is de gehuwdheidsfrequentie 1. Vanaf de leeftijd van 65 jaar neemt de gehuwdheidsfrequentie af volgens de sterftekansen van mannelijke verzekerden. Na de 65-jarige leeftijd wordt gereserveerd volgens het systeem bepaalde man/bepaalde vrouw.
Voor het niet uitruilbare levenslange partnerpensioen alsmede voor het tijdelijke partnerpensioen geldt:
De gehuwdheidsfrequentie voor mannen loopt op van 0,01 op de leeftijd van 18 jaar tot 0,90 op de leeftijd van 35 jaar en is voor de leeftijden van 35 tot en met 65 jaar 0,90. Vanaf de leeftijd van 65 jaar neemt de gehuwdheidsfrequentie af volgens de sterftekansen van vrouwelijke verzekerden.
De gehuwdheidsfrequentie voor vrouwen loopt op van 0,05 op de leeftijd van 18 jaar tot 0,85 op de leeftijd van 30 jaar, is voor de leeftijden van 30 tot 50 jaar 0,85 en neemt dan geleidelijk af tot 0,7. Vanaf de leeftijd van 65 jaar neemt de gehuwdheidsfrequentie af volgens de sterftekansen van mannelijke verzekerden.
De gehuwdheidsfrequenties zijn voor de pensioendatum vermenigvuldigd met een factor 1,04. De schadevoorziening voor verzekerden met vrijstelling van premiebetaling wegens arbeidsongeschiktheid is bepaald als de bruto koopsom voor het nog niet gefinancierde gedeelte van de verzekering. De schadevoorziening voor verzekerden met een ingegaan arbeidsongeschiktheidspensioen is bepaald als de contante waarde van het ingegane pensioen voor zover van toepassing inclusief een vaste indexatie met 3% per jaar. De voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds (eigen beheer) is verhoogd met een excasso-opslag van 2,00%. De voorzieningen die herverzekerd zijn op basis van een garantiecontract wordt verhoogd met een excasso-opslag van 1,25% (prepensioenregeling) respectievelijk 1,75% (SMMmiddelloonregeling).
8.10.
Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de directe methode.
Pagina 62 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
9. 9.1.
Toelichting op de balans Algemeen Belegging in premiebijdragende onderneming(en) Het pensioenfonds heeft niet belegd in de premiebijdragende ondernemingen. Uitlenen van beleggingen Ultimo verslagjaar bedraagt het saldo van de uitgeleende effecten € 0 (2012: € 0). De vermogensbeheerder heeft bij de uitvoering van het beleggingsmandaat de mogelijkheid over te gaan tot het uitlenen van effecten (securities lending). Afdekkingstransacties In de Aegon fondsen wordt gebruik gemaakt van derivaten met als doel een effectieve en efficiënte uitvoering van het beleggingsbeleid mogelijk te maken en beleggingsrisico's af te dekken.
9.2.
Beleggingen voor risico pensioenfonds
9.2.1.
Vastgoedbeleggingen Deze beleggingen zijn onder te verdelen in de volgende categorieën:
Indirect vastgoedbeleggingen
2013 7.480.061
2012 8.046.320
Stand ultimo boekjaar
7.480.061
8.046.320
Stand primo boekjaar Aankopen Verkopen Waardeveranderingen
2013 8.046.320 0 (197.536) (368.723)
2012 9.135.342 0 (363.022) (726.000)
Stand ultimo boekjaar
7.480.061
8.046.320
Het verloop van deze post is als volgt:
9.2.2.
Aandelen Deze beleggingen zijn onder te verdelen in de volgende categorieën:
Aandelenfondsen mature markets Aandelenfondsen emerging markets Stand ultimo boekjaar
2013 85.281.167 22.037.313
2012 70.142.543 20.057.235
107.318.480
90.199.778
Pagina 63 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
Het verloop van deze post is als volgt:
Stand primo boekjaar Aankopen Verkopen Waardeveranderingen Stand ultimo boekjaar
9.2.3.
2013 90.199.778 13.850.917 (7.906.034) 11.173.819 107.318.480
2012 53.874.994 81.428.000 (55.455.401) 10.352.185 90.199.778
Vastrentende waarden Deze beleggingen zijn onder te verdelen in de volgende categorieën:
Obligaties Credit Funds Long Duration Overlay Fondsen Obligatiebeleggingsfondsen
2013 23.314.448 109.810.437 15.957.954 143.919.590
2012 41.604.194 82.036.051 25.038.258 161.320.304
Stand ultimo boekjaar
293.002.429
304.382.933
Stand primo boekjaar Bijstorting of afroming Long Duration Overlay Aankopen Verkopen Waardeveranderingen
2013 304.382.933 9.148.594 47.823.532 (43.791.469) (24.561.161)
2012 253.300.548 (23.505.841) 171.041.000 (135.042.841) 38.590.067
Stand ultimo boekjaar
293.002.429
304.382.933
Het verloop van deze post is als volgt:
9.2.4.
Overige beleggingen Deze beleggingen zijn onder te verdelen in de volgende categorieën:
Private equity (Euro Choice IV en V)
2013 3.846.760
2012 2.341.239
Stand ultimo boekjaar
3.846.760
2.341.239
Pagina 64 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
Het verloop van deze post is als volgt:
9.2.5.
9.3.
Stand primo boekjaar Aankopen Verkopen Waardeveranderingen
2013 2.341.239 1.718.654 (313.194) 100.061
2012 3.195.697 846.000 (2.009.448) 308.990
Stand ultimo boekjaar
3.846.760
2.341.239
Lopende intrest liquide middelen Liquide middelen (ten aanzien van beleggingen)
2013 13.604 3.685.092
2012 68.074 1.076.132
Stand ultimo boekjaar
3.698.696
1.144.206
Beleggingsvorderingen en –schulden Deze post kan als volgt worden gespecificeerd:
Risico’s van financiële instrumenten In de hierna volgende toelichtingen op de risico’s van de beleggingen is een ‘doorkijkmethode’ toegepast. Dit betekent dat naar het risicoprofiel van de beleggingen binnen de beleggingsfondsen is doorgekeken, in plaats van uitsluitend te kijken naar de participaties in de beleggingsfondsen. Het pensioenfonds beoogt hiermee op een transparante wijze inzicht te geven in de risico’s die samenhangen met de beleggingen waarin zij heeft geïnvesteerd.
9.3.1.
Prijsrisico Hier volgen de toelichtingen op de onderdelen van het prijsrisico. Valutarisico De meeste aandelenfondsen beleggen in aandelen die genoteerd zijn in andere valuta dan de euro waardoor ze zijn blootgesteld aan valutarisico. Alleen in de gehedgde variant van een beleggingsfonds wordt het valuta risico grotendeels afgedekt. Voor beleggingen in Amerikaanse aandelenfondsen is het valutarisico volledig gehedged. In het staatsobligatiefonds zitten enkel beleggingen gedenomineerd in euro waardoor het niet is blootgesteld aan enig valutarisico. In de overige fondsen kunnen beleggingen zitten met een denominatie in andere Europese valuta dan in euro, maar al deze posities worden gehedged naar euro via 1-maands valuta forward contracten waardoor deze beleggingsfondsen een beperkt valutarisico lopen. Aangezien HighYield en Emerging Market obligaties in andere valuta dan de euro genoteerd kunnen zijn, zijn deze beleggingsfondsen onderhevig aan valutarisico. Aangezien alle beleggingen gedenomineerd zijn in euro, is het LDO fonds niet blootgesteld aan enig valutarisico.
Pagina 65 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
De verdeling van de beleggingen in financiële instrumenten naar valuta is als volgt:
Omschrijving Euro Amerikaanse dollar Britse pond Japanse Yen Overige valuta (incl. beleggingsvorderingen) Stand ultimo boekjaar
2013 Euro 346.716.362 746.619 8.955.016 5.876.155 53.052.274
Percentage 83,4% 0,2% 2,2% 1,4% 12,8%
2012 Euro 352.236.347 0 6.477.503 7.553.652 39.846.974
Percentage 86,7% 0,0% 1,6% 1,9% 9,8%
415.346.426
100,0%
406.114.476
100,0%
Renterisico Alle aandelenfondsen zijn onderhevig aan renterisico gezien fluctuaties in rentestanden de prijs van aandelen kan beïnvloeden. De verdeling van de beleggingen in financiële instrumenten naar renteherzieningsdatum- of aflossingsdatum, indien deze eerder ligt, en de gemiddelde effectieve rentevoet is als volgt:
Omschrijving Korter dan een jaar
1 – 5 jaar
6 – 10 jaar
langer dan 10 jaar
Niet rentedragende instrumenten
Stand ultimo boekjaar
2013 5.681.650
2012 731.947
87.188.517
69.652.601
130.250.501
139.659.232
63.459.247
99.103.827
128.766.511
96.966.869
415.346.426
406.114.476
Marktrisico Aandelenfondsen zijn onderhevig aan marktrisico's. Alle obligaties zullen altijd risico's lopen op de markt bij grote koersschommelingen omwille van onder andere grote veranderingen in de rente, spreads of valutaverschillen. Grondstof- en vastgoedbeleggingen zijn altijd onderhevig aan marktrisico gezien de kans op grote koersschommelingen omwille van onder andere grote veranderingen in de rente of valutaverschillen.
Pagina 66 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
De verdeling van de beleggingen naar geografisch gebied is als volgt:
Omschrijving Nederland Duitsland Frankrijk Verenigd Koninkrijk Verenigde Staten Japan Overige landen (inclusief beleggingsvorderingen) Stand ultimo boekjaar
2013
2012
€ 45.576.679 99.652.849 37.458.866 31.874.444 53.082.998 6.496.964 141.203.626
% 11,0% 24,0% 9,0% 7,7% 12,8% 1,6% 33,9%
€ 52.849.866 122.504.700 34.692.244 22.256.724 46.800.097 4.495.143 122.515.702
% 13,0% 30,2% 8,5% 5,5% 11,5% 1,1% 30,2%
415.346.426
100,0%
406.114.476
100,0%
De verdeling van de beleggingen naar sector is als volgt:
Omschrijving Industrie Financiële Instellingen Overheid Olie Overige sectoren (inclusief beleggingsvorderingen) Stand ultimo boekjaar
9.3.2.
2013
2012
€ 14.972.233 51.441.840 178.135.434 16.128.218 154.668.701
% 3,6% 12,4% 42,9% 3,9% 37,2%
€ 44.397.300 68.900.369 213.231.946 13.367.606 66.217.255
% 10,9% 17,0% 52,5% 3,3% 16,3%
415.346.426
100,0%
406.114.476
100,0%
Kredietrisico De verdeling van de vastrentende waarden naar rating is als volgt:
Omschrijving
2013
2012
AAA AA A BBB BB B Overige ratings Geen rating
€ 131.050.358 33.241.745 56.226.462 53.624.340 6.701.340 8.766.989 1.656.150 1.735.045
% 44,7% 11,3% 19,2% 18,3% 2,3% 3,0% 0,6% 0,6%
€ 161.165.373 36.351.522 42.312.173 37.276.439 11.993.817 9.384.373 2.218.539 3.680.697
% 53,0% 11,9% 14,0% 12,2% 3,9% 3,1% 0,7% 1,2%
Stand ultimo boekjaar
293.002.429
100,0%
304.382.933
100,0%
Pagina 67 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
9.3.3.
Liquiditeitrisico Het pensioenfonds is per 31 december 2013 en 2012 voor het overgrote deel belegd in vrij verhandelbare beursgenoteerde beleggingen en is hierdoor niet blootgesteld aan een significant liquiditeitsrisico. Beleggingen in private equity hebben een beperkte verhandelbaarheid. Per ultimo 2013 is € 3,847 miljoen belegd in private equity (2012: € 2,341 miljoen).
9.3.4.
Concentratierisico Het pensioenfonds heeft de beleggingen zoveel mogelijk gespreid naar valuta, regio’s, sectoren en emittenten. Per 31 december 2013 en 31 december 2012 heeft het pensioenfonds de volgende individuele beleggingen of beleggingen van eenzelfde uitgevende instelling in portefeuille die groter zijn dan 2% van het balanstotaal:
Omschrijving Franse Republiek Bondsrepubliek Duitsland Koninkrijk der Nederlanden Republiek Oostenrijk Republiek Finland Overige beleggingen (inclusief beleggingsvorderingen) Stand ultimo boekjaar
2013
2012
€ 20.225.891 76.567.788 27.483.374 0 0 291.069.373
% 4,9% 18,4% 6,6% 0,0% 0,0% 70,1%
€ 22.769.018 115.528.715 24.944.787 7.391.948 9.136.248 226.343.760
% 5,6% 28,5% 6,1% 1,8% 2,3% 55,7%
415.346.426
100,0%
406.114.476
100,0%
Er is niet belegd in staatsobligaties uitgegeven door één van de zogenaamde PIIGS-landen. PIIGS-landen zijn Europese landen met een relatief hoge staatsschuld (Portugal, Ierland, Italië, Griekenland en Spanje). 9.3.5.
Methodiek bepaling marktwaarde In onderstaande tabel is voor de financiële activa die gewaardeerd zijn tegen reële (markt-) waarde aangegeven waarvan de boekwaarden zijn afgeleid.
Vastgoed beleggingen Aandelen Vastrentende waarden Derivaten Overige beleggingen Totaal
Genoteerde marktprijzen 0 0 23.314.448 0 0
Onafhankelijke taxaties 0 0 0 0 0
NCWberekening 0 0 0 0 0
Andere methode 7.480.061 107.318.480 269.687.981 0 3.846.760
23.314.448
0
0
388.333.282
Vrijwel alle Aegon en TKPI beleggingsfondsen kennen een dagelijkse intrinsieke waardebepaling, dagelijkse toe- en uittredingsmomenten en hebben voornamelijk beursgenoteerde stukken in portefeuille. Onder andere methode zijn het Long Duration Overlay fonds (Vastrentende waarden) opgenomen en Private Equity investeringen in Euro Choice IV en V L.P. ( Overige beleggingen). Deze fondsen beleggen (grotendeels) in niet-beursgenoteerde financiële waarden. De waardering van het Long Duration Overlay Fonds is grotendeels afhankelijk van renteswaps. De waardering van private equity is gebaseerd op een Internal Rate of Return (IRR) van toekomstig te verwachten kastromen uit dividenduitkeringen en verkoopwinsten van de bedrijven waarin rechtstreeks wordt geparticipeerd.
Pagina 68 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
9.4.
Herverzekeringsdeel technische voorzieningen
9.4.1.
Garantiecontracten Deze post kan als volgt worden gespecificeerd:
Garantiecontracten met beleggingsdepot Garantiecontracten zonder beleggingsdepot
2013 9.549.000 11.183.000
2012 10.439.000 11.151.000
Stand ultimo boekjaar
20.732.000
21.590.000
Prepensioenregeling Stand primo boekjaar Pensioenopbouw Indexering en overige toeslagen Rentetoevoeging Onttrekking voor pensioenuitkeringen Onttrekking voor pensioenuitvoeringskosten Wijziging marktrente Wijziging uit hoofde van overdracht van rechten Overige mutaties
2013 10.439.000 31.285 0 309.660 (716.482) (16.138) (514.901) (13.179) 29.755
2012 10.049.566 178.426 0 329.651 (744.074) (35.872) 687.260 (28.283) 2.326
9.549.000
10.439.000
Stand ultimo boekjaar
9.4.2.
SMM-middelloonregeling Stand primo boekjaar Pensioenopbouw Indexering en overige toeslagen Rentetoevoeging Onttrekking voor pensioenuitkeringen Onttrekking voor pensioenuitvoeringskosten Wijziging marktrente Wijziging uit hoofde van overdracht van rechten Overige mutaties
2013 11.151.000 845.301 77.390 312.574 (31.421) (69.132) (978.136) (21.366) (103.210)
Stand ultimo boekjaar
11.183.000
2012 9.828.748 918.551 0 283.486 (37.383) (27.403) 301.943 2.746 (119.688) 11.151.000
Garantiecontracten met beleggingsdepot Bij de garantiecontracten bestaat de mogelijkheid om de herverzekerde pensioenverplichtingen achter te laten bij de verzekeraar. Beleggingsresultaten komen, indien positief ten gunste van het pensioenfonds. Indien deze negatief bedraagt wordt het negatieve resultaat op de balans van het depot geactiveerd. Toekomstige positieve resultaten worden eerst aangewend om geactiveerde negatieve resultaten te verrekenen. Bij dit contract (prepensioenregeling) is een gesepareerd beleggingsdepot geopend waarin de beleggingsportefeuille de volgende samenstelling en het volgende verloop kent (bedragen op marktwaarde).
Pagina 69 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
Totaal beleggingen gesepareerd beleggingsdepot Deze beleggingen zijn onder te verdelen in de volgende categorieën:
Overige beleggingen Beleggingsvorderingen
2013 8.279.666 (32.125)
2012 8.498.223 (52.442)
Stand ultimo boekjaar
8.247.541
8.445.781
Mix-fondsen
2013 8.279.666
2012 8.498.223
Stand ultimo boekjaar
8.279.666
8.498.223
Stand primo boekjaar Herallocatie Aankopen Verkopen Waardeveranderingen
2013 8.498.223 (80.598) 659.993 (889.333) 91.381
2012 8.340.555 (54.996) 666.312 (897.848) 444.200
Stand ultimo boekjaar
8.279.666
8.498.223
Overige beleggingen De samenstelling van deze post is als volgt:
Het verloop van deze post is als volgt:
Beleggingsvorderingen De samenstelling van deze post is als volgt:
9.4.3.
Liquide middelen (ten aanzien van beleggingen)
2013 (32.125)
2012 (52.442)
Stand ultimo boekjaar
(32.125)
(52.442)
Garantiecontracten zonder beleggingsdepot Deze post vertegenwoordigt de verplichtingen welke zijn herverzekerd bij Aegon Levensverzekering N.V. uit hoofde van de SMM-middelloonregeling. Deze regeling is herverzekerd middels een garantiecontract met ingangsdatum 1 januari 2008 en een duur van vijf jaar. Voor 2013 en 2014 is een 1 jarige verlenging van dit contract overeengekomen, waarmee de einddatum van dit contract 31 december 2014 is. In dit contract is zowel een winstdeling op het technisch resultaat op de grondslagen sterfte, arbeidsongeschiktheid en mutaties van 35% als een interestwinstdeling over de premiereserve op basis van fictieve beleggingen in staatsleningen - het OA-systeem - en daadwerkelijke beleggingen in Aegon-fondsen.
Pagina 70 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
9.4.4.
Overige contracten herverzekering Deze post kan als volgt worden gespecificeerd:
Schadevoorziening arbeidsongeschiktheidsrentes u.h.v. risicoherverzekering Stand ultimo boekjaar
2013 35.000
2012 0
35.000
0
Schadevoorziening arbeidsongeschiktheidsrentes u.h.v. risicoherverzekering Het verloop van het herverzekeringsdeel van de schadevoorziening arbeidsongeschiktheidsrentes u.h.v. risicoherverzekering kan als volgt worden weergegeven:
9.4.5.
Stand primo boekjaar Onttrekking voor pensioenuitkeringen Overige mutaties
2013 0 (990) 35.990
Stand ultimo boekjaar
35.000
2012 0 0 0 0
Overige vorderingen uit hoofde van herverzekeringsdeel technische voorzieningen Hieronder zijn opgenomen vorderingen op Aegon Levensverzekering N.V. die niet onmiddellijk opeisbaar zijn. Het betreft de volgende posten:
Te vorderen technisch resultaat
2013 325.894
2012 8.177.372
Stand ultimo boekjaar
325.894
8.177.372
Technische winstdeling A-regeling / regeling 2009 (kapitaalcontract met gesepareerd beleggingsdepot) In verband met het uitlooprisico wordt het opgerente technisch resultaat over de periode 2006-2010 van € 7.504.983 opgerent tot 1 januari 2013 en na verrekening met schades in deze uitloopperiode door de herverzekeraar uitgekeerd. Op 28 februari 2013 is door de herverzekeraar een bedrag van € 7.916.100 technische resultaat uitgekeerd waarmee de vordering per 31 december nihil is (2012: € 7.883.384). Technische winstdeling prepensioenregeling (NUV-mantelcontract met gesepareerd beleggingsdepot op basis van 4% rekenrente) De huidige winstdelingsperiode is gestart op 1 januari 2009 en loopt tot 1 januari 2016. Is het saldo van de opgerente resultaten aan het einde van deze periode positief, dan wordt 45% (zie addendum) van dit saldo aan het pensioenfonds uitgekeerd. Een eventueel negatief saldo komt voor rekening van Aegon. Het opgerente technisch resultaat bedraagt per 31 december 2013 € 90.172. Het winstaandeel bedraagt € 40.577. Het aandeel van het pensioenfonds op basis van de technische voorziening per 31 december 2013 bedraagt 82,8% zijnde € 34.004 (2012: € 44.934).
Pagina 71 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
Technische winstdeling middelloonregeling Sanoma Men’s Magazines De winstdelingsperiode is gestart op 1 januari 2008 en liep tot 1 januari 2013, maar is in 2013 met 1 jaar verlengd tot 1 januari 2014. Is het saldo van de opgerente resultaten aan het einde van deze periode positief, dan wordt 35% (zie addendum) van dit saldo aan het pensioenfonds uitgekeerd. Een eventueel negatief saldo komt voor rekening van Aegon. Het opgerente resultaat bedraagt per 31 december 2013 € 291.890 (2012: € 249.054). Technische winstdeling risicoherverzekering A-regeling en regeling 2009 De winstdelingsperiode is gestart op 1 januari 2011 en loopt tot 1 januari 2016. Is het saldo van de opgerente verzekeringstechnische resultaten aan het einde van deze periode positief, dan wordt 100%van dit saldo aan het pensioenfonds uitgekeerd. Een eventueel negatief saldo komt voor rekening van Aegon. Het opgerente resultaat bedraagt per 31 december 2013 € 949.921 (2012: -/- € 75.083). Vanwege het onzekere (toekomstig) verloop van deze winstdeling is besloten om deze latente vordering niet mee te nemen in de jaarrekening. 9.4.6.
Kredietrisico herverzekeraar Het pensioenfonds heeft het grootste deel van haar verplichtingen (A-regeling en de regeling 2009) vanaf 1 januari 2011 in eigen beheer en loopt hierover geen kredietrisico herverzekeraar meer. Per 1 februari 2011 is een herziening voor herverzekerde pensioenfondsen in werking getreden in het Financieel Toetsingskader (FTK). Op grond van deze herziening mogen pensioenfondsen die hun risico’s bij een verzekeraar hebben verzekerd het (eventuele) kredietrisico op die verzekeraar buiten beschouwing laten bij de berekening van het Vereist Eigen Vermogen (VEV). Wel dient het pensioenfonds dan een Minimaal Vereist Eigen Vermogen (MVEV) van 1% van de voorziening aan te houden en haar deelnemers over een en ander te informeren. Het bestuur van SPSN heeft besloten om gebruik te maken van deze mogelijkheid om het kredietrisico buiten beschouwing te laten.
9.5.
Vorderingen en overlopende activa
9.5.1.
Vorderingen uit hoofde van herverzekering Deze post kan als volgt worden gespecificeerd:
Rekening courant Aegon Levensverzekering N.V.
2013 703.943
2012 792.249
Stand ultimo boekjaar
703.943
792.249
9.6.
Overige activa
9.6.1.
Liquide middelen Dit betreft saldi van rekeningen bij:
ABN AMRO Bank 42.20.06.254 ING Bank 66.10.79.910
2013 698.277 4.438.571
2012 328.725 4.139.489
Stand ultimo boekjaar
5.136.848
4.468.214
Alle liquide middelen zijn vrij opneembaar.
Pagina 72 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
9.7.
Stichtingskapitaal en reserves
9.7.1.
Wettelijke en statutaire reserves Deze post kan als volgt worden gespecificeerd:
Algemene reserve
2013 50.991.900
2012 36.016.940
Stand ultimo boekjaar
50.991.900
36.016.940
Stand primo boekjaar Vrijval uit reserve technische winstdeling Mutatie via resultaatsbestemming
2013 36.016.940 7.916.100 7.058.860
2012 5.245.369 0 30.771.571
Stand ultimo boekjaar
50.991.900
36.016.940
Het verloop van de algemene reserve is als volgt:
Bij de oprichting van de Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland per 1 januari 2002 heeft VNU € 5.000.000 extra ter beschikking gesteld. Van dit bedrag is inmiddels € 2.200.000 aangewend voor de inbouw van de overhevelingstoeslag in het pensioengevend salaris. Het restant van deze storting (€ 2.800.000) is tot op heden niet geoormerkt en is begrepen in het saldo van de Algemene Reserve van het Pensioenfonds. 9.7.2.
Bestemmingsreserves Deze post kan als volgt worden gespecificeerd:
Reserve technische winstdeling Reserve voor toeslagverlening garantiecontracten
2013 325.894 18.313
2012 8.177.372 90.372
Stand ultimo boekjaar
344.207
8.267.744
Het verloop van de verschillende onderdelen van deze post is als volgt: Reserve technische winstdeling
Stand primo boekjaar Vrijval naar algemene reserve Mutatie via resultaatbestemming Stand ultimo boekjaar
2013 8.177.372 (7.916.100) 64.622 325.894
2012 7.939.827 0 237.545 8.177.372
Pagina 73 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
Reserve voor toeslagverlening garantiecontracten
Stand primo boekjaar Mutatie via resultaatbestemming Stand ultimo boekjaar
9.7.3.
2013 90.372 (72.059)
2012 86.104 4.268
18.313
90.372
Solvabiliteit en herstelplan Solvabiliteit De solvabiliteit van het pensioenfonds is als volgt:
Minimaal vereist eigen vermogen Vereist eigen vermogen
2013 15.192.000 46.661.000
2012 15.574.000 44.315.000
Volgens de Pensioenwet dient een pensioenfonds een minimaal vereist dan wel vereist eigen vermogen aan te houden. Voor het aanhouden van een minimaal vereist Eigen vermogen kan een vrijstelling van DNB ontvangen. Het Vereist Eigen vermogen dient zodanig van omvang te zijn dat met een zekerheid van 97,5% wordt voorkomen dat het pensioenfonds binnen een periode van één jaar over minder waarden beschikt dan de hoogte van de technische voorzieningen. Het Vereist Eigen Vermogen is per ultimo 2013 vastgesteld op 12,9% van de voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds (2012: 12,1%). De vermogenspositie van het pensioenfonds kan per 31 december 2013 worden gekarakteriseerd als toereikend. Voor de berekening van het Vereist Eigen vermogen wordt gebruik gemaakt van een standaardmodel zoals voorgeschreven door DNB. Herstelplan In 2009 werd bij DNB een herstelplan ingediend. Dit herstelplan is door DNB goedgekeurd. Met de aanwezige dekkingsgraad per 31 december 2013 van 114,2% is de dekkingsgraad hoger dan het Vereist Vermogen (112,9%). Aangezien de dekkingsgraad van het fonds inmiddels drie kwartalen achtereen boven het Vereist Vermogen ligt is het herstelplan niet meer van toepassing. Het bestuur van het pensioenfonds heeft in op 23 oktober 2013 bij DNB het verzoek ingediend om het korte termijn herstelplan te beëindigen en DNB heeft daar haar goedkeuring aan gegeven.
Pagina 74 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
9.8.
Technische voorzieningen In de technische voorzieningen zijn de volgende pensioenregelingen opgenomen:
Pensioenregeling A (gesloten per 31-12-2008) en pensioenregeling GA (beëindigd per 31-12-2004) Pensioenregeling 2009 Prepensioenregelingen CAO-BTU, CAO PU (gesloten per 31-12-2005) en CAO van Aldipress B.V. (gesloten per 31-12-2005) Middelloonregeling Sanoma Men’s Magazines
Voor een toelichting op deze pensioenregelingen wordt verwezen naar paragraaf 4.2 van het bestuursverslag. 9.8.1.
Voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds De voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds is naar categorieën van deelnemers als volgt samengesteld: 2013
2012
A-regeling en regeling 2009: Actieve deelnemers Arbeidsongeschikte deelnemers Gewezen deelnemers Pensioengerechtigde deelnemers
147.423.000 8.999.000 92.554.000 112.734.000
172.579.000 10.179.000 86.397.000 96.961.000
Subtotaal
361.710.000
366.116.000
Garantiecontracten en risicoherverzekering Risicoherverzekering Prepensioenregeling SMM-middelloonregeling
35.000 9.549.000 11.183.000
0 10.439.000 11.151.000
Subtotaal
20.767.000
21.590.000
382.477.000
387.706.000
Stand ultimo boekjaar
Het verloop van de voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds kan als volgt worden weergegeven:
Stand primo boekjaar Pensioenopbouw Indexering en overige toeslagen Rentetoevoeging Onttrekking voor pensioenuitkeringen Onttrekking voor pensioenuitvoeringskosten Wijziging marktrente Wijziging uit hoofde van overdracht van rechten Wijziging actuariële grondslagen Overige mutaties
2013 387.706.000 15.111.586 1.913.390 1.941.234 (6.559.893) (1.381.270) (15.478.037) (108.545) 0 (667.465)
2012 351.401.548 15.909.977 0 5.848.137 (6.106.457) (1.274.275) 20.953.969 (532.537) 3.167.000 (1.661.362)
Stand ultimo boekjaar
382.477.000
387.706.000
De voorziening voor pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds is gewaardeerd volgens de grondslagen zoals opgenomen in hoofdstuk 8. De posten pensioenopbouw tot en met technisch resultaat in de Mutatie van de Voorziening voor pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds met betrekking tot de garantiecontracten Pagina 75 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
(prepensioenregeling en pensioenregeling SMM) zijn gebaseerd op de grondslagen zoals omschreven in de verzekeringsovereenkomsten. Met de regels ‘wijziging marktrente en wijziging actuariële uitgangspunten’ worden de mutaties vermeld die benodigde zijn om de Voorziening van pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds te waarderen zoals het pensioenfonds deze op haar balans verantwoordt. Op 26 juni 2013 hebben de aangesloten werkgevers de uitvoeringsovereenkomsten schriftelijk opgezegd. Reden van de opzegging is het voornemen van de werkgever een nieuwe pensioenregeling in te voeren. In december 2013 hebben bestuur en werkgevers overeenstemming bereikt over nieuwe uitvoeringsovereenkomsten per 1 januari 2014 met de looptijd van maximaal één jaar, waarbij tussentijdse opzegging met in acht name van een opzegtermijn van vijf maanden alleen mogelijk is als vóór 1 mei 2014 met de Pensioenraad overeenstemming is bereikt over het nieuwe pensioenbeleid (inclusief de daarbij behorende compensatiemaatregelen). Naar aanleiding van de mededeling van werkgevers in mei 2013 dat zij het voornemen hebben het pensioenbeleid c.q. de huidige pensioenregelingen per 1 januari 2015 te willen wijzigingen in een “IFRSproof” pensioenbeleid/pensioenregeling die meer individueel gericht is op de werknemer heeft het bestuur in september 2013 geïnventariseerd welke zaken er in de beëindigingsovereenkomst geregeld moeten worden. Van de uitkomsten van deze inventarisatie zijn werkgevers medio september 2013 schriftelijk op de hoogte gesteld. In het memo van 9 oktober 2013 heeft de technische commissie de onderwerpen (niet limitatief) opgesomd die moeten worden opgenomen in een beëindigingovereenkomst die wordt opgesteld tussen het pensioenfonds en aangesloten werkgevers als de uitvoeringsovereenkomst tussen het pensioenfonds en de werkgevers wordt beëindigd en er geen toekomstige pensioenopbouw conform de huidige regelingen meer zal plaatsvinden bij het fonds. Gezien het voornemen van de werkgever het pensioenbeleid te wijzigen, bestaat de mogelijkheid dat het pensioenfonds vanaf 1 januari 2015 een gesloten fonds wordt. Om de gevolgen daarvan te kunnen overzien is tevens besloten een impact studie uit te laten voeren. Deze impactstudie is een extra analyse, waarbij alle actieve deelnemers premievrije deelnemers worden. Indien nodig zal het pensioenfonds deze gegevens benutten bij de beëindigingovereenkomst. De hiervoor beschreven situatie kan er mogelijk toe leiden dat de in de voorziening pensioenverplichtingen opgenomen excasso-opslag moet worden aangepast. Op dit moment kan niet worden aangegeven of en zo ja in welke mate deze excasso-opslag zou moeten worden aangepast. Dit is afhankelijk van de besluitvorming omtrent een nieuwe pensioenregeling en de afspraken die zullen worden vastgelegd in een eventuele beëindigingsovereenkomst. Om die reden is de excasso-opslag in de jaarrekening 2013 ongewijzigd gehandhaafd.
9.9.
Overige schulden en overlopende passiva
9.9.1.
Schulden uit hoofde van herverzekering Deze post kan als volgt worden gespecificeerd:
Overige schulden aan verzekeraars12
2013 356.027
2012 587.144
Stand ultimo boekjaar
356.027
587.144
12
Voor 2012 en 2013 bestaat deze schuld uit een nog te betalen saldo waardeoverdrachten en nog te verrekenen uitkeringen. Pagina 76 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
9.9.2.
Overige schulden Deze post kan als volgt worden gespecificeerd:
Schulden aan kredietinstellingen Vooruitontvangen premies Vooruitontvangen overgenomen pensioenverplichtingen Nog af te dragen loonheffing Nog te betalen kosten vermogensbeheer Nog te betalen accountantskosten Nog te betalen actuariskosten Nog te betalen bestuurskosten Nog te betalen administratievergoeding Nog te betalen pensioenuitkeringen Nog te betalen aan werkgever Sanoma Uitgevers B.V. Overige schulden Stand ultimo boekjaar
9.10.
2013 8 6.889.968 56.505
2012 0 7.458.305 240.593
144.067 86.075 33.275 88.142 397.418 358.190 35.677 12.536
111.449 199.278 36.300 98.138 34.433 358.708 0 0
9.116
27.279
8.110.977
8.564.483
Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen
9.10.1. Niet toegekende indexaties; inhaalambitie Tot en met 2008 zijn alle indexaties verleend aan gewezen deelnemers, arbeidsongeschikte deelnemers en pensioengerechtigden gebaseerd op het consumentenprijsindexcijfer (CPI alle huishoudens (afgeleid)). Indexatie per 1 januari 2009 Op basis van het gekozen indexatiebeleid heeft het bestuur in haar vergadering van 17 december 2008 besloten de ingegane pensioenen en slapersrechten met ingang van 1 januari 2009 niet te indexeren in verband met de financiële positie van het pensioenfonds (dekkingstekort) veroorzaakt door de turbulentie op de financiële markten. Bij voldoende financiële middelen van het pensioenfonds zou de indexatie per 1 januari 2009 2,53% (op basis van het consumentenprijsindexcijfer (CPI afgeleid) hebben bedragen. Indexatie per 1 januari 2012 Per 1 januari 2012 is een gedeeltelijke toeslag verleend van 0,33% . Bij voldoende financiële middelen van het pensioenfonds zou de indexatie per 1 januari 2012 1,38% (op basis van het consumentenprijsindexcijfer (CPI afgeleid) hebben bedragen. Indexatie per 1 januari 2013 Op basis van het gekozen indexatiebeleid heeft het bestuur in haar vergadering van 1 februari 2013 besloten de ingegane pensioenen en slapersrechten met ingang van 1 januari 2013 niet te indexeren in verband met de financiële positie van het pensioenfonds (dekkingstekort) veroorzaakt door de turbulentie op de financiële markten. Bij voldoende financiële middelen van het pensioenfonds zou de indexatie per 1 januari 2013 2,33% (op basis van het consumentenprijsindexcijfer (CPI afgeleid) hebben bedragen. Indexatie per 1 januari 2013 Per 1 januari 2013 is een gedeeltelijke toeslag verleend van 0,94%. Bij voldoende financiële middelen van het pensioenfonds zou de indexatie per 1 januari 2013 1,98% (op basis van het consumentenprijsindexcijfer (CPI afgeleid) hebben bedragen. Indexatie per 1 januari 2014 Per 1 januari 2014 is een gedeeltelijke toeslag verleend van 1,05%. Bij voldoende financiële middelen van het pensioenfonds zou de indexatie per 1 januari 2013 1,60% (op basis van het consumentenprijsindexcijfer (CPI afgeleid) hebben bedragen. Pagina 77 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
De cumulatieve achterstand in de toeslagverlening voor pensioengerechtigden en gewezen deelnemers bedraagt voor de A-regeling per 1 januari 2013 7,71% en 5,05% voor de Sanoma 2009 pensioenregeling. 9.10.2. Uitbesteding Het pensioenfonds heeft per 1 januari 2011 een uitbestedingsovereenkomst afgesloten met Aegon Administratieve Dienstverlening B.V. voor een periode van vijf jaar. De jaarlijks te betalen administratievergoeding bestaat uit een vast bedrag van € 79.359 (jaarlijks geïndexeerd) en een variabele vergoeding die afhankelijk is van het aantal deelnemers aan de pensioenregeling (handelingentarief). De totale administratievergoeding voor 2013 bedraagt € 322.576 (2012: € 320.329). Vanaf 2011 is het pensioenfonds BTW verschuldigd over deze administratievergoeding. In deze administratievergoeding is ook aanvullende dienstverlening meegenomen die niet onder de werkzaamheden van de Service Level Agreement vallen. Met terugwerkende kracht vanaf 1 juli 2011 heeft het pensioenfonds een Fiduciair Managementovereenkomst gesloten met TKP Investments B.V. voor een periode van vier en een half jaar. De totale vergoeding voor het fiduciair vermogensbeheer voor 2013 bedraagt € 255.317 (2012: € 297.548). 9.10.3. Private Equity fonds Euro Choice IV en Euro Choice V Het pensioenfonds is op 11 juli 2008 een verplichting aangegaan met Lombard Odier Darier Hentsch & Cie tot het storten van een bedrag van in totaal € 5.000.000 in het Private Equity fonds Euro Choice IV L.P. Middels een management buy out is dit fonds per 27 mei 2010 overgenomen door AKINA Partners. Tot en met 31 december 2013 is via meerdere capital calls een bedrag van € 3.164.286 ingelegd. De openstaande verplichting per 31 december 2013 bedraagt € 1.835.714 (2012: € 2.784.286). In 2013 is het pensioenfonds een 2e verplichting aangegaan tot het storten van een bedrag van € 5.000.000 in het private equity fonds Euro Choice V L.P. Tot en met 31 december 2013 is via meerdere capital calls een bedrag ingelegd van € 965.850. De openstaande verplichting per 31 december 2013 bedraagt € 4.034.150 (2012: € 4.806.164).
Pagina 78 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
10. Toelichting op de staat van baten en lasten 10.1.
Premiebijdragen Deze post kan als volgt worden gespecificeerd:
Bijdragen A-regeling en regeling 2009 Bijdragen prepensioenregeling Bijdragen werkgever SMM-middelloonregeling Resultaat op waardeoverdrachten basisregeling Resultaat op waardeoverdrachten prepensioenregeling Resultaat op waardeoverdrachten SMMmiddelloonregeling Premiekorting verleend aan werkgever Totaal
2013 15.801.891 39.562 946.137 (28.589) 2.991
2012 16.331.352 178.901 999.941 29.723 4.547
(1.405)
1.580
(587)
(8.044)
16.760.000
17.538.000
De bijdrage van de werknemer is gemaximeerd op 6% van de pensioengrondslag. De kostendekkende premie, de feitelijke premie en de gedempte premie zijn als volgt:
Feitelijke premie Kostendekkende premie Gedempte premie
2013 16.760.000 16.760.000 15.915.000
2012 17.538.000 17.538.000 14.629.000
Aangezien het pensioenfonds zich per 31 december 2011 in een situatie van een reservetekort bevond diende de feitelijke premie die aan de werkgevers werd gevraagd in 2012 minimaal gelijk te zijn aan de kostendekkende premie. Per 31 december 2012 bevond het pensioenfonds zich ook nog in een situatie van een reservetekort zodat over 2013 de feitelijke premie ook minimaal gelijk dient te zien aan de kostendekkende premie. De aan het boekjaar toe te rekenen feitelijke premie is als bate verantwoord. De samenstelling van de kostendekkende premie is als volgt:
Nominale pensioeninkoop op marktwaarde Opslag voor uitvoeringskosten Opslag voor het instandhouden van het Vereist Vermogen Totaal
2013 14.006.000 1.180.000 1.574.000
2012 14.848.000 1.104.000 1.586.000
16.760.000
17.538.000
Pagina 79 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
10.2.
Beleggingsresultaten voor risico pensioenfonds Deze post is als volgt samengesteld: 2013 8.878.299 (13.656.004) (127.858)
2012 8.393.938 48.525.242 (105.300)
(4.905.563)
56.813.880
Dividendopbrengsten vastgoed Dividendopbrengsten aandelen Interestopbrengsten vastrentende waarden Overige beleggingen Liquide middelen Overige baten uit depot
2013 34.859 915.439 7.892.326 25.595 10.080 0
2012 32.897 668.852 7.569.107 12.312 110.770 0
Directe beleggingsopbrengsten
8.878.299
8.393.938
Directe beleggingsopbrengsten Indirecte beleggingsopbrengsten Kosten vermogensbeheer Totaal
10.2.1. Directe beleggingsopbrengsten Deze post kan als volgt worden gespecificeerd:
10.2.2. Indirecte beleggingsopbrengsten Deze post kan als volgt worden gespecificeerd:
Waardeveranderingen Waardeveranderingen Waardeveranderingen Waardeveranderingen
vastgoedbeleggingen aandelen vastrentende waarden overige beleggingen
Indirecte beleggingsopbrengsten
2013 (368.723) 11.173.819 (24.561.161) 100.061
2012 (726.000) 10.352.185 38.590.067 308.990
(13.656.004)
48.525.242
2013 (23.253) (99.997) (4.608)
2012 (21.995) (83.305) 0
(127.858)
(105.300)
10.2.3. Kosten vermogensbeheer Deze post kan als volgt worden gespecificeerd:
Beheerkosten garantiecontracten Managementfee Bankkosten en bewaarloon Kosten vermogensbeheer
Van de totale kosten vermogensbeheer kan geen betrouwbare toerekening van de kosten aan de verschillende beleggingscategorieën worden gemaakt. Derhalve zijn deze niet opgenomen.
Pagina 80 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
10.3.
Baten uit herverzekering Deze post kan als volgt worden gespecificeerd:
Pensioenuitkeringen uit hoofde van herverzekering 1) Uitkering technische winstdeling 2) Uitkering overrente overige contracten Omvangskorting basisregeling Totaal
2013 747.903
2012 781.457
64.622 0 587
237.545 4.268 8.044
813.112
1.031.314
Ad 1) Pensioenuitkeringen uit hoofde van herverzekering zijn als volgt nader te specificeren:
Ouderdomspensioen Prepensioen Afkopen wegens gering pensioen
2013 31.421 715.739 743
2012 31.585 744.074 5.798
Uitkeringen uit hoofde van herverzekering
747.903
781.457
Ad 2) Uitkering technische winstdeling De uitkering technische winstdeling 2012 bestaat uit de oprenting van het gereserveerde technische resultaat van de A-regeling / regeling 2009 per 1 januari 2012 met 2,49% zijnde € 191.527, 35% van de toename van het opgerente technische resultaat tot en met 2012 van de middelloonregeling SMM van € 47.872 en het aandeel van het pensioenfonds in de technische winstdeling van het NUV-mantelcontract van het 4% depot ter grootte van 45% van de mutatie van opgerente technische resultaat vanaf 2009 tot en met 2012 van -/€ 1.854. De uitkering technische winstdeling 2013 bestaat uit de oprenting van het gereserveerde technische resultaat van de A-regeling / regeling 2009 per 1 januari 2013 met 2,49% zijnde € 32.716, 35% van de toename van het opgerente technische resultaat tot en met 2013 van de middelloonregeling SMM van € 42.836 en het aandeel van het pensioenfonds in de technische winstdeling van het NUV-mantelcontract van het 4% depot ter grootte van 45% van de mutatie van opgerente technische resultaat vanaf 2009 tot en met 2013 van -/€ 10.930.
10.4.
Overige baten Deze post kan als volgt worden gespecificeerd:
Interestbaten Uitkering overlijdenskapitalen Uitkering arbeidsongeschiktheidsrentes Overige baten Storting VUT-gelden
2013 2.609 10.000 990 17.103 0
2012 8.667 434.000 0 107 6.514
Totaal
30.702
449.288
De interestbaten zijn toegelicht in paragraaf 10.12.
Pagina 81 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
10.5.
Pensioenuitkeringen In totaal is uitgekeerd aan gepensioneerde deelnemers:
10.6.
Ouderdomspensioen Prepensioen Nabestaandenpensioen Wezenpensioen Arbeidsongeschiktheidspensioen Afkopen wegens gering pensioen
2013 5.182.018 715.739 560.917 18.568 74.113 21.872
2012 4.377.582 744.074 547.208 16.906 64.472 387.561
Totaal
6.573.227
6.137.803
Pensioenuitvoeringskosten Deze post kan als volgt worden gespecificeerd:
Accountantskosten - controle jaarverslag en DNB-jaarstaten door EY Accountants LLP Actuariskosten actuariskosten (inclusief certificering) adviseurskosten beleggingsadvies actuariële controle depotverslag Bestuurskosten Contributies Kosten intern toezicht Administratiekostenvergoeding Adviseurskosten Bijdrage DNB Bankkosten Opleidingskosten Kosten opstellen jaarrekening en FTK-staten Kosten vermogensbeheer Kosten communicatie deelnemers Overige kosten Totaal
2013 30.250
2012 38.960
60.500 123.894 16.312 0 399.690 3.238 20.166 322.576 11.194 26.358 1.020 2.270 39.100 189.259 45.070 5.569
54.520 175.239 14.282 1.190 138.806 18.147 15.428 320.329 18.722 26.089 364 0 38.379 350.012 0 117
1.296.466
1.210.584
In totaliteit zijn de kosten van vermogensbeheer en pensioenbeheer als volgt te specificeren: 2013 Pensioenbeheer Vermogensbeheer Totaal
1.090.895 205.571 1.296.466
2012 845.568 365.016 1.210.584
Pagina 82 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
10.7.
Mutatie voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds Hier volgt een toelichting op de verschillende componenten van de mutatie voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds.
10.7.1. Pensioenopbouw De pensioenopbouw is de contante waarde van de pensioenaanspraken die in het boekjaar zijn toegekend. De samenstelling kan als volgt worden weergegeven:
Bruto premie Bruto koopsommen
2013 11.417.000 3.694.586
2012 12.463.614 3.446.363
Totaal pensioenopbouw
15.111.586
15.909.977
10.7.2. Indexering en overige toeslagen Het pensioenfonds streeft ernaar de opgebouwde pensioenrechten van de actieve deelnemers jaarlijks aan te passen aan de prijsindex. De indexering heeft een voorwaardelijk karakter. Dit betekent dat geen recht op indexering bestaat en dat het niet zeker is of en in hoeverre in de toekomst indexering kan plaatsvinden. Een eventuele achterstand in de indexering kan in principe worden ingehaald. Het pensioenfonds streeft er tevens naar de ingegane pensioenen en de premievrije pensioenrechten (gewezen deelnemers) jaarlijks aan te passen aan de ontwikkeling van de prijsindex. Ook deze indexering heeft een voorwaardelijk karakter. Dit betekent dat geen recht op indexering bestaat en dat het niet zeker is of en in hoeverre in de toekomst indexering kan plaatsvinden. Een eventuele achterstand in de indexering kan in principe worden ingehaald. De samenstelling kan als volgt worden weergegeven:
Indexatie actieve en arbeidsongeschikte deelnemers Indexatie gewezen en gepensioneerde deelnemers Totaal indexatie
2013 123.842
2012 0
1.789.548
0
1.913.390
0
10.7.3. Rentetoevoeging De pensioenverplichtingen voor risico fonds zijn opgerent met 0,351% (2012: 1,544%) voor een bedrag ad € 1.941.234 (2012: € 5.848.137). 10.7.4. Onttrekking voor pensioenuitkeringen Verwachte toekomstige pensioenuitkeringen worden vooraf actuarieel berekend en opgenomen in de voorziening pensioenverplichtingen. De onder dit hoofd opgenomen afname van de voorziening betreft het bedrag dat vrijkomt ten behoeve van de financiering van de pensioenen in de verslagperiode. De samenstelling kan als volgt worden weergegeven:
Uitkeringen Afkopen klein pensioen
2013 (6.550.150) (9.743)
2012 (5.760.659) (345.798)
Totaal uitkeringen
(6.559.893)
(6.106.457)
Pagina 83 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
10.7.5. Onttrekking voor pensioenuitvoeringskosten Toekomstige pensioenuitvoeringskosten (in het bijzonder excassokosten) worden vooraf actuarieel berekend en opgenomen in de voorziening pensioenverplichtingen. De onder dit hoofd opgenomen afname van de voorziening betreft het bedrag dat vrijkomt ten behoeve van de financiering van de kosten van de verslagperiode. De onttrekking met betrekking tot het verslagjaar bedraagt € (1.381.270) (2012: € (1.274.275)). 10.7.6. Wijziging rentetermijnstructuur Jaarlijks wordt per 31 december de waarde van de technische voorzieningen herrekend door toepassing van de actuele rentetermijnstructuur. Het effect van de verandering van de rentetermijnstructuur wordt verantwoord onder het hoofd wijziging marktrente. Het per 31 december gehanteerde intrestpercentage bedraagt 2,83% (2012: 2,51%) en is afgeleid van de rentetermijnstructuur, zoals per 31 december 2013 door DNB is gepubliceerd. Deze rentetermijnstructuur is vastgesteld met een driemaands gemiddelde en vanaf 30 september 2012 met een Ultimate Forward Rate (UFR). Invoering van de UFR heeft gezorgd voor een daling van de voorziening pensioenverplichtingen per 31 december 2012 met € 15.571.000. De financiële gevolgen uit hoofde van de wijziging van de rentetermijnstructuur met betrekking tot het boekjaar bedraagt € (15.478.037) (2012: € 20.953.969). 10.7.7. Wijziging uit hoofde van overdracht van rechten Hieronder is opgenomen het saldo van de actuarieel benodigde koopsommen voor overgenomen pensioenverplichtingen en de vrijval van de voorziening dat betrekking heeft op het bedrag dat vrijkomt ten behoeve van de financiering van overgedragen pensioenverplichtingen. Het saldo kan als volgt worden weergegeven:
Koopsom overgenomen waardeoverdracht Afkoop overgedragen waardeoverdrachten
2013 547.000 (655.545)
2012 860.755 (1.393.292)
Totaal
(108.545)
(532.537)
10.7.8. Wijziging actuariële grondslagen Jaarlijks worden de actuariële grondslagen en/of methoden beoordeeld en mogelijk herzien ten behoeve van de berekening van de actuele waarde van de pensioenverplichtingen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van interne en externe actuariële deskundigheid. Dit betreft onder meer de vergelijking van veronderstellingen ten aanzien sterfte, langleven, arbeidsongeschiktheid met werkelijke waarnemingen voor de gehele bevolking als voor de populatie van het fonds. De vaststelling van de toereikendheid van de voorziening voor pensioenverplichtingen is een inherent onzeker proces, waarbij gebruik wordt gemaakt van schattingen en oordelen door het bestuur van het fonds. Het effect van deze wijzigingen wordt verantwoord in het resultaat op het moment dat de actuariële uitgangspunten worden herzien. De financiële gevolgen uit hoofde van de wijziging van de actuariële grondslagen met betrekking tot het boekjaar bedraagt € 0 (2012: € 3.167.000). Per 31 december 2012 is de voorziening pensioenverplichtingen omgerekend van de prognosetafel AG 20102060 naar de meest recente prognosetafel AG 2012-2062. Deze omrekening leidde tot een extra stijging van de voorziening pensioenverplichtingen met € 3.167.000 (0,9%). Pagina 84 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
10.7.9. Overige mutaties Het saldo kan als volgt worden weergegeven:
Technisch resultaat Technisch resultaat Technisch resultaat Technisch resultaat grondslagen
op op op op
sterfte arbeidsongeschiktheid mutaties overige technische
Totaal
10.8.
2013 (170.633) (483.832) (13.000) 0
2012 (947.012) (608.350) (106.000) 0
(667.465)
(1.661.362)
2013 (876.586) (77.390) (622.234) 748.893 85.270 1.493.037 34.545 37.465
2012 (1.096.977) 0 (613.137) 781.457 63.275 (989.203) 25.537 117.362
Mutatie herverzekeringsdeel technische voorzieningen Het saldo kan als volgt worden weergegeven:
Pensioenopbouw Indexering en overige toeslagen Rentetoevoeging Onttrekking voor pensioenuitkeringen Onttrekking voor pensioenuitvoeringskosten Wijziging marktrente Wijziging uit hoofde van overdracht rechten Overige mutaties Totaal
10.9.
823.000
(1.711.686)
Kosten pensioenopbouw (garantiecontracten en risicoherverzekering) Dit zijn de aan de herverzekeringsmaatschappij afgedragen bruto premies en koopsommen. Deze post kan als volgt worden gespecificeerd:
Bruto premie Koopsom indexatie slapers en pensioentrekkenden Koopsom indexaties actieven en arbeidsongeschikten Koopsom dienstverlating Koopsom affinanciering Koopsom flexibilisering Koopsom overig Afkopen aan het pensioenfonds Garantiekosten Risicopremie herverzekering overlijdenskapitalen en arbeidsongeschiktheidsrentes Totaal
2013 845.301 30.548
2012 943.614 0
46.842
0
5 22.121 9.164 1.421 0 44.553 1.133.150
1.004 152.360 0 0 (5.980) 33.555 1.141.062
2.133.105
2.265.615
Pagina 85 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
10.10. Saldo overdracht van rechten Deze post kan als volgt worden gespecificeerd:
Overgenomen pensioenverplichtingen eigen beheer Overgenomen pensioenverplichtingen garantiecontracten Kosten inkoop pensioenverplichtingen *) Overgedragen pensioenverplichtingen eigen beheer Overgedragen pensioenverplichtingen garantiecontracten Baten vrijval pensioenverplichtingen *) Totaal
2013 (560.387)
2012 (669.100)
0
(18.957)
0 605.798
22.755 1.205.823
36.131
50.621
(34.545)
(48.292)
46.997
542.850
Waardeoverdracht betreft de ontvangst van of overdracht aan pensioenfonds of pensioenverzekeraar van respectievelijk de vorige of de nieuwe werkgever van de contante waarde van premievrije pensioenaanspraken van deelnemers, die tot de uitdiensttredingsdatum zijn opgebouwd. De ontvangen koopsommen worden aangewend voor inkoop van extra dienstjaren. *) De met de overgenomen pensioenverplichtingen samenhangende toename van de Voorziening voor pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds en de met de overgedragen pensioenverplichtingen samenhangende vrijval van de Voorziening voor pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds zijn verantwoord in de post Mutatie voorziening voor pensioenverplichtingen.
10.11. Overige lasten Deze post kan als volgt worden gespecificeerd:
Interestlasten
2013 3.033
2012 69.480
Totaal
3.033
69.480
De interestlasten zijn toegelicht in paragraaf 10.12.
Pagina 86 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
10.12. Intrestbaten en –lasten Het totaal van de posten intrestbaten en intrestlasten kan als volgt worden gesplitst naar de verschillen onderdelen van baten en lasten: 2013
2012
Interest bankrekeningen Interest rekening courant herverzekeraar Interest rekening courant werkgever
0 2.609 0
1.779 0 6.888
Totaal interestbaten
2.609
8.667
Interest Interest Interest Interest
31 0 3.002 0
0 69.480 0 0
3.033
69.480
liquide middelen (niet-beleggingen) rekening courant herverzekeraar rekening courant werkgever te late betalingen
Totaal interestlasten Totaal saldo interestbaten en -lasten
(424)
(60.813)
10.13. Aantal personeelsleden Bij het pensioenfonds zijn geen werknemers in dienst. De werkzaamheden worden verricht door werknemers die in dienst zijn van de werkgever. De hieraan verbonden kosten bedragen € 395.779 (2012: € 136.803) en worden jaarlijks doorberekend aan het pensioenfonds.
10.14. Verbonden partijen 10.14.1. Bestuur Het bestuur is belast met de vorming van het beleid en de dagelijkse gang van zaken binnen het pensioenfonds. De bezoldiging over het jaar 2013 voor de bestuurders tezamen bedraagt nihil (2012: nihil). 10.14.2. Verantwoordingsorgaan Het verantwoordingsorgaan is belast met het toezicht op het bestuur. De bezoldiging over het jaar 2013 voor de leden van het verantwoordingsorgaan tezamen bedraagt nihil (2012: nihil).
Pagina 87 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
Pagina 88 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
Overige gegevens
Pagina 89 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
Pagina 90 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
11. Bestemming saldo van baten en lasten Ten aanzien van de bestemming van het saldo van baten en lasten is geen bepaling opgenomen in de statuten van het pensioenfonds. De bestemming is nader uitgewerkt in de ABTN. Voor het verslagjaar wordt voorgesteld het resultaat als volgt te bestemmen. 2013 Wettelijke en statutaire reserves Mutatie Algemene Reserve Mutatie Reserve technische winstdeling
7.058.860 64.622
Bestemmingsreserves Mutatie Reserve voor toeslagverlening garantiecontracten
(72.059)
Totaal bestemming van het resultaat
7.051.423
Pagina 91 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
Pagina 92 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
12. Actuariële verklaring Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland Opdracht Door Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland te Amsterdam is aan Mercer (Nederland) B.V. de opdracht verleend tot het afgeven van een actuariële verklaring als bedoeld in de Pensioenwet over het boekjaar 2013. Gegevens De gegevens waarop mijn onderzoek is gebaseerd, zijn verstrekt door en tot stand gekomen onder de verantwoordelijkheid van het bestuur van het pensioenfonds. Voor de toetsing van de fondsmiddelen en voor de beoordeling van de vermogenspositie heb ik mij gebaseerd op de financiële gegevens die ten grondslag liggen aan de jaarrekening. De accountant van het pensioenfonds heeft mij geïnformeerd over zijn bevindingen ten aanzien van de betrouwbaarheid (materiële juistheid en volledigheid) van de basisgegevens en de overige uitgangspunten die voor mijn oordeelsvorming van belang zijn. Werkzaamheden Ter uitvoering van de opdracht heb ik onderzocht of is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet. De door het pensioenfonds verstrekte administratieve basisgegevens zijn zodanig dat ik die gegevens als uitgangspunt van de door mij beoordeelde berekeningen heb aanvaard. Als onderdeel van de werkzaamheden voor de opdracht: heb ik ondermeer onderzocht of de technische voorzieningen, het Minimaal Vereist Eigen Vermogen en het Vereist Eigen Vermogen toereikend zijn vastgesteld, en heb ik mij een oordeel gevormd over de vermogenspositie van het pensioenfonds. Mijn onderzoek heb ik zodanig uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de resultaten geen onjuistheden van materieel belang bevatten. Ik heb mij een oordeel gevormd over de waarschijnlijkheid waarmee het pensioenfonds de tot balansdatum aangegane verplichtingen kan nakomen, mede in aanmerking nemend het financieel beleid van het pensioenfonds. De beschreven werkzaamheden en de uitvoering daarvan zijn in overeenstemming met de binnen het Koninklijk Actuarieel Genootschap geldende normen en gebruiken, en vormen naar mijn mening een deugdelijke grondslag voor mijn oordeel. Oordeel De technische voorzieningen zijn, in overeenstemming met de beschreven berekeningsregels en uitgangspunten, als geheel bezien, toereikend vastgesteld. Het eigen vermogen van het pensioenfonds is op de balansdatum ten minste gelijk aan het wettelijk Vereist Eigen Vermogen. Gemeten naar de wettelijke maatstaf is ten aanzien van de verplichtingen, aangegaan tot balansdatum, sprake van een toereikende solvabiliteit. Met inachtneming van het voorafgaande heb ik mij ervan overtuigd dat is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet. De vermogenspositie van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland is naar mijn mening voldoende. Daarbij is in aanmerking genomen dat de mogelijkheden tot het realiseren van de beoogde toeslagen beperkt zijn. ‘s-Hertogenbosch, 25 juni 2014
Mw. A.M.J.H. Roerdink AAG verbonden aan Mercer (Nederland) B.V. Pagina 93 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
Pagina 94 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
13. Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: het bestuur van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de jaarrekening 2013 van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland te Hoofddorp gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2013 en de staat van baten en lasten over 2013 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW). Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico's dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de stichting. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door het bestuur van de stichting gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel betreffende de jaarrekening Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland per 31 december 2013 en van het resultaat over 2013 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW.
Pagina 95 van 96
Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland
Benadrukking van een onzekerheid vanwege de opzegging van de uitvoeringsovereenkomst Wij vestigen de aandacht op de voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds in de toelichting van de jaarrekening, waarin de onzekerheid uiteengezet is met betrekking tot de mogelijke gevolgen van de besluitvorming omtrent een nieuwe pensioenregeling en de afspraken die zullen worden vastgelegd in een eventuele beëindigingsovereenkomst. Deze situatie doet geen afbreuk aan ons oordeel.
Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de in artikel 2:392 lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW.
Den Haag, 25 juni 2014
Ernst & Young Accountants LLP
w.g. S.B. Spiessens RA
Pagina 96 van 96