SPIN Jaarverslag 2010
Stichting Pensioenfonds IBM Nederland
INHOUD
Jaarverslag 2010
Stichting Pensioenfonds IBM Nederland
VOLGENDE
2
SPIN jaarverslag 2010
Inhoud Karakteristieken pensioenfonds
4 4 4 4 4 5 5 6 8 8 9
Profiel Ontstaan en status van het pensioenfonds Doel Pensioenregelingen Omvang Organisatie Organogram Personele invulling besturing pensioenfonds Kerngegevens en kengetallen Vijfjarenoverzicht Toelichting op vijfjarenoverzicht
Verslag van het Algemeen bestuur 11 13 13 13 14 15 16 16 17 17 17 18 18 18 18 23 24 24 33 39 45 47 54 65 66 71 74 75
Voorwoord Hoofdlijnen Algemeen Beleggingsrendement 2010 Dekkingsgraad in 2010 stabiel boven vereiste dekkingsgraad Koopkrachtontwikkeling pensioenen en pensioenvermogen Defensiever strategische beleggingsmix vastgesteld Communicatie verder verbeterd Korten op pensioenen Sterftetafels Evaluatie bestuursmodel op basis van one-tier board Hoger beroep na uitspraak rechtzaak over toeslagverlening Pension fund governance Invulling van pension fund governance door SPIN Beleid van integere en beheerste bedrijfsvoering Continuïteitsanalyse Besturing pensioenfonds gebaseerd op one-tier board Taken, verantwoordelijkheden, werkwijze organen/staffunctionarissen Verantwoording van de organen/staffunctionarissen van SPIN Paragraaf wet- en regelgeving Financiële paragraaf Beleggingenparagraaf Pensioenparagraaf Actuariële paragraaf Risicoparagraaf Communicatieparagraaf Toekomstparagraaf Vaststelling verslag van het Algemeen bestuur
VORIGE
3
SPIN jaarverslag 2010
Jaarrekening 76 78 79 80 80 82 83 83 83 83 83 86 92 95 102 109 111 123 123 123
Balans (na bestemming saldo) Staat van Baten en Lasten Kasstroomoverzicht Actuariële analyse Actuariële analyse DB-pensioenregelingen Actuariële analyse DC-pensioenregelingen Toelichting behorende tot de jaarrekening Inleiding Algemeen Overeenstemmingsverklaring Algemene grondslagen Specifieke grondslagen voor de Balans Specifieke grondslagen voor de Staat van Baten en Lasten Toelichting op de Balans Risicobeheer en derivaten Niet in de balans opgenomen verplichtingen Toelichting op de Staat van Baten en Lasten Overige toelichting op de jaarrekening Toelichting op het Kasstroomoverzicht Vaststelling jaarrekening
Overige gegevens 24 1 24 1 25 1 26 1 28 1 28 1 32 1 32 1 32 1 35 1
Regeling omtrent de bestemming van het saldo van baten en lasten Gebeurtenissen na balansdatum Actuariële verklaring Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Verslag van het Intern Toezicht Samenvattend verslag Reactie van het Dagelijks bestuur Verslag Verantwoordingsorgaan Verslag Reactie van het Algemeen bestuur
Bijlagen 36 1 38 1 38 1 38 1 39 1 141 141 142 146 146 147 148 149
Bijlage 1: Relevante nevenfuncties Bijlage 2: Summary of Annual Report Contents General Board Preface Significant developments Key figures Asset Management Financial Statements Balance Sheet Statement of Income Base of Valuation and Results Bijlage 3: Verklarende woordenlijst
INHOUD
4
SPIN jaarverslag 2010
Karakteristieken pensioenfonds Profiel Ontstaan en status van het pensioenfonds Stichting Pensioenfonds IBM Nederland (hierna: SPIN of het pensioenfonds) is de pensioenuitvoerder van IBM Nederland B.V. (hierna: IBM). SPIN werd 17 oktober 1995 opgericht en is sinds 1 januari 1996 operationeel. Daarvoor waren de pensioenverplichtingen ondergebracht bij een verzekeraar. SPIN is statutair gevestigd in Amsterdam, ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder nummer 41215424 en aangesloten bij de Pensioenfederatie. De laatste statutenwijziging dateert van 25 maart 2008 en betrof aanpassingen vanwege het invoeren van een ‘one tier’-board en invoering van de Pensioenwet.
Doel Doel van SPIN is het verstrekken van pensioenuitkeringen op basis van statuten, pensioenreglementen en individuele pensioenovereenkomsten die zijn bestemd voor ouderdom en overlijden. Ook verstrekt SPIN pensioenuitkeringen aan arbeidsongeschikte deelnemers.
Pensioenregelingen SPIN voert sinds 2006 de BasisPensioenregeling uit, waaraan de meeste IBM’-ers deelnemen. Daarnaast voert SPIN de ‘oude’ IBM Pensioenregeling en FlexPensioen regeling uit. Dit zijn gesloten regelingen voor bestaande deelnemers die voor 1 januari 1950 geboren zijn en aan deze regelingen zijn blijven deelnemen. Afhankelijk van de deelnemersgroep is sprake van een uitkeringsovereenkomst, een premieovereenkomst of een combinatie daarvan. De indeling in deze groepen is in het verleden vastgesteld. Meer informatie over de pensioenregelingen is opgenomen in de Pensioenparagraaf in het Verslag van het bestuur.
Omvang SPIN beheert de pensioenen van circa 15.000 mensen. Dit zijn actieve IBM’-ers, oud-IBM’-ers en pensioengerechtigden. Het belegde vermogen van SPIN bedraagt eind 2010 ruim 3 3,3 miljard.
INHOUD
5
SPIN jaarverslag 2010
Organisatie Organogram De opzet van de organisatie van SPIN is hieronder weergegeven. Deze opzet geeft de situatie per de vaststellingsdatum van dit jaarverslag weer. Een nadere uitwerking van rollen, taken en bevoegdheden van de verschillende organen en functionarissen is opgenomen in het onderdeel Pension fund governance in het Verslag van het bestuur. De personele invulling per vaststellingsdatum van dit jaarverslag is opgenomen in de volgende paragraaf, ‘Personele invulling besturing pensioenfonds’.
Externe controle
Certificerend accountant
Externe toezicht
Certificerend actuaris
DNB
AFM
SPIN Compliance officer
Riscomanager
Verantwoordingsorgaan
Toezicht
Geschillencommissie
Deelnemersraad
Beleggingscommissie
Advies
Intern Toezicht • Bestuurders A • Bestuurders B
Beleid Dagelijks Bestuur • Bestuurders C
Uitvoering • Financiële administratie
• Beleggingen • Juridische zaken • Staf
• Deelnemers administratie • Actuariële zaken • Communicatie
INHOUD
6
SPIN jaarverslag 2010
Personele invulling besturing pensioenfonds In deze paragraaf wordt de personele invulling met betrekking tot de besturing van het pensioenfonds en de controle en het toezicht daarop gegeven. Dit betreft de bemensing per 8 juni 2011 van de pensioenfondsorganen en de commissies. Daarnaast is aangegeven wie de certificeerders en adviseurs zijn. In het onderdeel Pension fund governance in het ‘Verslag van het bestuur’ is de besturing van het pensioenfonds en zijn ontwikkelingen in de personele invulling uitgewerkt. Fondsorganen Algemeen bestuur Het Algemeen bestuur bestaat uit de Bestuurders A en B en uit de leden van het Dagelijks bestuur. Bestuurders A en B P.N.J. Snoek, voorzitter (A) H.P.J. Joris, vice-voorzitter (B) J.G.C.M. Wijffels, secretaris (B) H.M. Kempers, vice-secretaris (A) L.H. den Bakker (A) J. Beima (B)
Benoeming Door IBM Door de GOR Door de GOR Door IBM Door IBM Door pensioengerechtigden
Einde zittingsduur 1 maart 2014 1 maart 2014 1 maart 2012 1 maart 2012 1 maart 2013 1 maart 2013
Dagelijks bestuur (Bestuurders C) R. Hommes, directeur K. Verloop, adjunct-directeur C. de Jong, manager pensioenen (Op de website www.spin.nl is meer informatie over de bestuursleden opgenomen) Verantwoordingsorgaan Namens de werknemers Namens de pensioengerechtigden Namens IBM R. Houweling, voorzitter R.M. Westhuis, vice-voorzitter/ A.J.L. Marques M. Vreeken vice-secretaris I. Shikma K.S. Volder J. Ph. Wassenaar, secretaris R.G. Stevenaar W. Claassens Intern toezicht Het intern toezicht wordt door Bestuurders A en B uitgevoerd. Zie voor de namen onder Algemeen bestuur.
INHOUD
7
SPIN jaarverslag 2010
Deelnemersraad Namens de werknemers Namens de pensioengerechtigden P.M. Vijfhuizen, voorzitter H. J. van Aerle, secretaris H. van Schieveen, vice-voorzitter/ W. Claassens vice-secretaris J. Diekmeijer R. Houweling R. Kranendonk S. Movig P.P. Strucks A.S. Smit J.Ph. Wassenaar K.S. Volder R.M. Westhuis M. Vreeken R. de Wilde Beleggingscommissie W.T.M. Molle, voorzitter Voormalig voorzitter directie ECORYS Holding B.V. P.G.E. van Gent, lid Chief Investment Officer Corestone (Zwitserland) K. Scott, lid Director IBM Retirement Funds EMEA te Londen P. Menco, lid Algemeen directeur De Eendragt Pensioen N.V. F. de Waardt, lid Directeur Stichting Heineken Pensioenfonds Geschillencommissie Namens de GOR Namens de Deelnemersraad J. Tullemans J.W. van Vianen Compliance officer Nationaal Compliance Instituut Risicomanager Mw. K.M.A. Jansz Certificeerders Certificerend actuaris Mercer Certificering B.V., Amstelveen. Certificerend accountant Ernst & Young Accountants LLP, Den Haag. Adviseurs Adviserend actuaris Mercer Nederland B.V., Amstelveen.
Namens IBM Mw. E. Blom-Hennephof
INHOUD
8
SPIN jaarverslag 2010
Kerngegevens en kengetallen 2010
2009
2008
2007
2006
15.059
14.853
14.948
15.120
14.859
Vijfjarenoverzicht Totaal aantal deelnemers Actieve deelnemers
4.509
4.358
4.514
4.632
4.713
Gewezen deelnemers
5.894
5.941
5.971
6.167
5.991
Pensioengerechtigden
4.656
4.554
4.463
4.321
4.155
Ouderdomspensioen
3.566
3.505
3.456
3.391
3.255
Nabestaandenpensioen
1.018
971
933
859
825
72
78
74
71
75
Basis-, Flex- en IBM Pensioenreglement
1,00%
0,00%
0,99%
0,79%
1,54%
Bij ASR achtergebleven polissen
0,07%
2,82%
1,19%
1,43%
1,54%
0,29%
2,30%
0,99%
0,79%
1,54%
Wezenpensioen Reglementvariabelen Toeslagen DB-pensioenregelingen (percentages)
Toeslagambitie (percentages) Toeslagambitie bestuur Nog te realiseren ambitie
1,59%
2,30%
0,00%
0,00%
0,00%
Consumentenprijsindex
0,38%
3,06%
1,32%
1,05%
1,78%
Pensioenvermogen
3.145
2.886
2.454
3.130
3.088
Technische voorzieningen
2.482
2.344
2.409
2.057
2.164
663
542
45
1.073
924
Aanwezige dekkingsgraad
126,7%
123,1%
101,9%
152,1%
143,7%
Vereiste dekkingsgraad
110,1%
110,5%
113,4%
123,6%
n.v.t.
3,5%
3,8%
3,6%
4,9%
4,0,%
13,3
13,3
13,6
11,9
12,5
Financiële positie en solvabiliteit (bedragen x 5 1 mln.)
Solvabiliteitsreserve Dekkingsgraden (percentage)
Gehanteerde rekenrente Gemiddelde looptijd verplichtingen (jaren) Pensioenregeling risico deelnemers (bedragen x 5 1 mln.) Beleggingen risico deelnemers
178
148
107
123
112
Voorzieningen risico deelnemers
178
148
107
123
112
61
342
55
58
61
Pensioenuitvoering (bedragen x 5 1 mln.) Feitelijke premie Kostendekkende premie
61
64
55
57
61
Pensioenuitvoeringskosten
4,7
4,9
5,5
4,2
4,3
Pensioenuitkeringen
128
129
130
130
128
Saldo Staat van Baten en Lasten
121
497
-1.027
81
233
20,5
20,9
18,9
18,4
19,1
Aantal medewerkers uitvoerder Gemiddeld fulltime equivalent Beleggingen en performance Beleggingen (bedragen x 5 1 mln.) 3.315
2.898
2.430
3.133
3.099
Beleggingsresultaten
Beleggingen
365
266
-607
140
277
Directe beleggingsopbrengsten
104
73
69
47
50
Beleggingsperformance (percentages) Totaal rendement
12,4%
9,4%
-18,6%
4,5%
9,5%
Direct rendement
3,1%
2,8%
2,5%
1,5%
1,8%
11,9%
9,3%
-16,8%
4,3,%
9,6,%
2,8%
3,3%
3,2%
9,7%
4,9%
Rendement benchmark Vijfjaarsrendement (meetkundig) Vijfjaarsrendement (benchmark)
3,1%
3,8%
3,7%
9,7%
4,8%
Rendement vanaf oprichting (1996)
6,9%
6,6%
6,3%
8,7%
8,6%
INHOUD
9
SPIN jaarverslag 2010
Toelichting op vijfjarenoverzicht Deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden Actieve deelnemers Actieve deelnemers betreffen werknemers die in de pensioenregelingen deelnemen. Hierin zijn ook werknemers opgenomen die ziek zijn, maar nog niet arbeidsongeschikt. Daarnaast zijn hieronder (gedeeltelijk) arbeidsongeschikten opgenomen, waarvan de pensioenopbouw (gedeeltelijk) premievrij wordt voortgezet. Gewezen deelnemers Gewezen deelnemers betreft het aantal deelnemers dat niet meer werkzaam is bij de aangesloten werkgevers. Een gewezen deelnemer die opnieuw in dienst treedt, wordt als actieve deelnemer in de BasisPensioenregeling opgenomen. Pensioengerechtigden Pensioengerechtigden betreffen de (gewezen) deelnemers waarvan het pensioen is ingegaan. Hieronder worden ook de personen verstaan die een ingegaan (bijzonder) partnerpensioen of wezenpensioen ontvangen. Toeslagen Voorwaardelijke toeslagverlening Met uitzondering van ‘Bij ASR achtergebleven polissen’ is de toeslagverlening voorwaardelijk. De vermelde toeslagen zijn de toeslagen die per 1 januari van het boekjaar zijn verleend en zijn afgeleid van het consumentenprijsindexcijfer. Per 1 januari 2011 is de toeslag 2,78%, waarvan 1,59% inhaaltoeslag. Toeslagambitie ‘Toeslagambitie bestuur’ geeft aan welk toeslagpercentage dient te worden verleend voor de Basis-, Flex- en IBM Pensioenregeling om de toeslagambitie van het bestuur voor het betreffende jaar te realiseren. De toeslagambitie van het bestuur is sinds 2006 75% van de ontwikkeling van de consumentenprijsindex van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Nog te realiseren ambitie ‘Nog te realiseren ambitie’ geeft aan welke ruimte voor toeslagverlening of het inhalen van achterstanden het bestuur heeft om de toeslagambitie te realiseren. Indien het percentage nihil is, betekent dit dat geen achterstanden bestaan. Voor nadere toelichting op het toeslagbeleid, zie de Pensioenparagraaf en het voorwoord in het Verslag van het Algemeen bestuur. Consumentenprijsindex ‘Consumentenprijsindex’ geeft aan hoeveel de prijzen zijn gestegen voor een gezin in de maand september van het voorgaande kalenderjaar ten opzichte van de prijzen van de maand september van het daaraan voorafgaande kalenderjaar volgens het CBS. Deze index wordt gehanteerd voor het vaststellen van de toeslag voor het eerstvolgende jaar.
INHOUD
10
SPIN jaarverslag 2010
Financiële positie en solvabiliteit Technische voorzieningen De technische voorzieningen zijn vanaf 2007 gewaardeerd op basis van DNB Rente Termijn Structuur. Solvabiliteitsreserve De solvabiliteitsreserve bestaat uit het pensioenvermogen verminderd met de technische voorzieningen, beide voor risico van het pensioenfonds. Het pensioenvermogen betreft de balanswaarde van de activa verminderd met de ‘Beleggingen voor risico deelnemers’ en ‘Overige schulden en overlopende passiva’. Dekkingsgraden ‘Aanwezige dekkingsgraad’ is het pensioenvermogen voor risico pensioenfonds gedeeld door de technische voorzieningen. ‘Vereiste dekkingsgraad’ wordt sinds 2007 berekend volgens berekeningsmethodiek van het Financieel Toetsingskader (zie pagina de para graaf ‘Risicobeheer en derivaten’ in de Toelichting op de jaarrekening). ‘Minimum vereiste dekkingsgraad’ is de dekkingsgraad die wettelijk als minimumgrens geldt voor solvabiliteit. ‘Gehanteerde rekenrente’ betreft tot 2007 het percentage waartegen de technische voorzieningen contant zijn gemaakt. Vanaf 2007 is de rekenrente gebaseerd op de DNB Rente Termijn Structuur die hoort bij de gemiddelde looptijd van de verplichtingen. Beleggingen en performance Onder beleggingsperformance is het totaalrendement en het directe rendement opgenomen. Dit rendement is gewogen voor de tijd berekend, waardoor dit percentage niet direct herleidbaar is uit jaarrekeningcijfers. Het ‘rendement benchmark’ is gebaseerd op de actuele benchmarkportefeuille. De vijfjaarsrendementen zijn meetkundig berekend. Vanaf 2010 worden beleggingsgerelateerde vorderingen, liquide middelen en schulden gepresenteerd onder beleggingen. De vergelijkende cijfers van 2009 zijn aangepast. Het effect van de presentatiewijziging is dat de beleggingen ultimo 2010 e 67 mln. hoger zijn en ultimo 2009 e 64 mln..
INHOUD
11
SPIN jaarverslag 2010 | verslag van het Algemeen bestuur
Verslag van het Algemeen bestuur Voorwoord Algemene ontwikkelingen Het afgelopen jaar zijn de Nederlandse pensioenfondsen voller in de schijnwerpers komen te staan. In de media verschijnen bijna dagelijks berichten over pensioenfondsen en hun dekkingsgraden. In 2009 was de invloed van de kredietcrisis op de dekkings graden van de pensioenfondsen duidelijk zichtbaar. Maar terwijl de brede economie zich in 2010 leek te herstellen, bleven de dekkingsgraden van de fondsen onder druk staan ten gevolge van de lage rentestand en de toegenomen levensverwachting. Bij veel pensioenfondsen zijn er twijfels of zij op redelijke termijn hun financiële positie weer op orde kunnen krijgen. Toeslagen zijn bij die fondsen net als in de voorgaande twee jaren maar beperkt toegekend. En voor het eerst is op grote schaal gesproken over de eventuele noodzaak van het korten van de pensioenen. Uiteindelijk bleef het aantal daadwerkelijk doorgevoerde kortingen beperkt tot een klein aantal fondsen. Toch zet het publiek en de politiek vraagtekens bij de houdbaarheid van het Nederlandse pensioenstelsel. Internationaal wordt Nederland op pensioengebied nog steeds als gidsland gezien, maar er zijn een aantal structurele bedreigingen. Aan de ene kant moeten fondsen door de steeds toenemende levensverwachting langer pensioen uitbetalen en wordt pensioen daardoor duurder. Aan de andere kant is de omvang van het vermogen van de pensioenfondsen zo groot dat de waarde van premies als sturingselement steeds minder wordt. Herstel van dekkingsgraden wordt steeds meer afhankelijk van ontwikkelingen op de kapitaalmarkten.
Relatief stabiele dekkingsgraad SPIN Aan SPIN is in 2010 veel van de algemene onrust voorbij gegaan. SPIN heeft in 2009 stappen gezet gericht op het stabiliseren van de dekkingsgraad. Belangrijkste maatregel was dat het risico van renteveranderingen op de dekkingsgraad sterk teruggebracht is. Ook zijn de aandelenrisico’s nog verder verlaagd, waarbij tegelijkertijd wel de mogelijkheid open is gehouden om te profiteren van koersstijgingen. Dit beleid heeft zijn vruchten afgeworpen. De dekkingsgraad heeft zich in 2010 gedurende het hele jaar boven de 120% bewogen en is per saldo gestegen naar 126,7% per het einde van het jaar. Als gevolg van deze gunstige ontwikkeling heeft het bestuur begin 2011 kunnen besluiten de volledige toeslag conform de pensioenreglementen toe te kennen. Aanvullend is besloten tot een inhaaltoeslag waarmee SPIN de in vorige jaren opgelopen achterstand, volledig heeft ingelopen. Door de relatieve rust rond de dekkingsgraad, heeft SPIN zijn aandacht in 2010 nog meer kunnen richten op versterking van de bestaande processen en bedrijfsvoering. Daarbij wordt nadrukkelijk rekening gehouden met mogelijke toekomstige ontwikkelingen en risico’s.
INHOUD
12
SPIN jaarverslag 2010 2009 | verslag verslag van vanhet het Algemeen Algemeen bestuur bestuur
Kernactiviteiten 2010 overlopend naar 2011 Het kabinet heeft aangekondigd vóór de zomer van 2011 te komen met een integraal wetsvoorstel over de toekomst van goed pensioenfondsbestuur. Daarnaast scherpen DNB en AFM regelmatig de richtlijnen aan voor governance van een pensioenfonds en de bestuurders. Goed pensioenfondsbestuur vergt dan ook continu aandacht. De afgelopen jaren heeft het bestuur regelmatig de governance geëvalueerd en versterkt c.q. aangepast aan gewijzigde omstandigheden. In 2010 is hierbij o.a. extra aandacht besteed aan de effecitiviteit van de one-tier board structuur van het fonds. In 2011 wordt bezien in hoeverre bovengenoemde regelgeving tot aanpassingen binnen het fonds moet leiden. Los hiervan onderzoekt het bestuur hoe in toenemende mate het verschil tussen Defined Benefit en Defined Contribution ook in de governance beter tot zijn recht kan komen. Het beleggingsbeleid heeft het afgelopen jaar goed gefunctioneerd. De economische omstandigheden blijven echter onzeker. In het afgelopen jaar zijn de inflatiecijfers al enigszins opgelopen en de verwachting van economen is dat verdere stijgingen op de loer liggen. Tegelijkertijd zijn de markten dermate fragiel dat deflatie ook een risico blijft. In 2010 heeft het bestuur het strategisch beleggingsbeleid verder aangepast om beter bestand te zijn tegen eventuele negatieve economische scenario’s. Hiermee is overigens niet gezegd dat het fonds immuun geworden is voor negatieve ontwikkelingen. Communicatie heeft een prominente rol binnen het algemeen beleid van het bestuur. Hiermee voorkomen we dat de onrust over pensioenfondsen in het algemeen bij onze deelnemers omslaat naar onrust over SPIN. Dit doen wij onder andere door elke maand de dekkingsgraad van het fonds te publiceren. Ook wordt veel aandacht gegeven aan de ondersteuning bij het maken van keuzes in verschillende levensfasen. De opzet van de nieuwe website in 2010 is hier een goed voorbeeld van. In 2011 zal een onderzoek plaatsvinden om de communicatiebehoeften onder deelnemers en pensioengerechtigden te peilen en het beleid hierop waar nodig aan te passen.
Tot slot De pensioenwereld is sterk in beweging en vergt continu aanpassingen. SPIN heeft in 2010 weer een aantal stappen gezet in het continue proces om de bedrijfsvoering te versterken en in te spelen op nieuwe ontwikkelingen. Daarbij weet het bestuur zich ondersteund door medewerkers met veel toewijding. Het bestuur bedankt alle medewerkers voor hun inzet en ook alle anderen die een bijdrage aan het resultaat van het fonds hebben geleverd. Namens het Algemeen bestuur,
P.N.J. Snoek, voorzitter
INHOUD
13
SPIN jaarverslag 2010 2009 | verslag verslag van vanhet het Algemeen Algemeen bestuur bestuur
Hoofdlijnen Algemeen In deze paragraaf worden eerst belangrijke ontwikkelingen op hoofdlijnen in het beleggingsrendement en de dekkingsgraad behandeld. Aansluitend wordt de toeslagverlening behandeld in relatie tot deze ontwikkelingen. Tenslotte worden de belangrijkste ontwikkelingen die van invloed zijn op de dekkingsgraad uitgewerkt.
Beleggingsrendement 2010 Onderstaand wordt het feitelijke beleggingsrendement vergeleken met het rendement van de benchmark. Actueel versus benchmark rendement
14 12,44
11,95
12
Werkelijk Benchmark
10 8 6 4
3,08
2,75
2 0,60
0,04 0 1 jaar
3 jaar
5 jaar
SPIN heeft in 2010 een totaalrendement op beleggingen gerealiseerd van 12,44% (2009: 9,43%). Ten opzichte van de benchmark is dit een outperformance van 0,49% (2009: 0,16%). Een nadere uitwerking van de ontwikkelingen op beleggingsgebied is uitgewerkt in de beleggingenparagraaf.
SPIN jaarverslag 2010 | verslag van het Algemeen bestuur
Dekkingsgraad in 2010 stabiel boven vereiste dekkingsgraad De ontwikkeling van de dekkingsgraad vanaf 2005 kan als volgt worden weergegeven. Tevens is in onderstaande grafiek de mogelijkheid tot toeslagverlening weergegeven. 180 170
2011
160
147
150 140
152
131 123
130
127
125
124
125
120
volledige toeslag
110 100
geen/minder toeslag
102
90 80
2005
2006
2007
2008
2009
2010
jan-11
feb-11
mrt-11
SPIN heeft in 2010 en begin 2011, mede door te kiezen voor volledige renteafdekking van de verplichtingen en door aanpassing van de strategische beleggingsmix ten gunste van vastrentende waarden, een stabiele dekkingsgraad kunnen handhaven. De dekkingsgraad ligt per 31 december 2010 ruim boven de vereiste dekkingsgraad. De ontwikkeling kan grafisch als volgt worden voorgesteld.
13,5
3,6
-8,7
Overig
-0,8 Opvoer voorziening uitvoeringskosten
-1,2
Beleggingsresultaten
0,8 Rentetermijnstructuur
138 137 136 135 134 133 132 131 130 129 128 127 126 125 124 123 122 121 120 119 118 117 116 115 114 113
Toeslagverlening
14
Totale ontwikkeling dekkingsgraad
INHOUD
Bronnen van mutatie dekkingsgraad Ontwikkeling 2010
De stijging van de dekkingsgraad is vooral een gevolg van de goede beleggingsresultaten. Een belangrijk deel van de beleggingsresultaten was nodig voor compensatie van de wijziging in de rentetermijnstructuur. Een cijfermatige uitwerking van deze ontwikkelingen is opgenomen in de financiële paragraaf.
INHOUD
15
SPIN jaarverslag 2010 | verslag van het Algemeen bestuur
Koopkrachtontwikkeling pensioenen en pensioenvermogen Grafiek koopkrachtontwikkeling pensioenen DB-pensioenregelingen 8,0% 7,0%
CPI Ambitie
6,0%
SPIN
5,0% 4,0% 3,0% 2,0% 1,0% 0,0%
2007
2008
2009
2010
2011
Uit bovenstaande grafiek blijkt dat de achterstand in toeslagverlening die in 2009 is ontstaan, per 1 januari 2011 volledig is ingelopen. Daarmee heeft SPIN de afgelopen vijf jaren de toeslagambitie kunnen waarmaken.
Grafiek ontwikkeling pensioenvermogen voor risico deelnemers 115% 2010
110%
2009
105%
2008
100% 95% 90% 85% 80% 75% 70% 65% Profiel 1
Profiel 2
Profiel 3
Profiel 4
Profiel 5
Deelnemers met een DC-kapitaal, hebben te maken met de gevolgen van de fluctuerende beurskoersen. Het resultaat is direct merkbaar doordat het DC-kapitaal stijgt of daalt. De actuele stand van het DC-kapitaal is een momentopname en moet worden gezien in een langetermijn-perspectief. Naarmate voor een deelnemer pensionering dichterbij komt, wordt de actuele stand belangrijker. Daarbij zijn ook de rentestand en de levenskansen van belang voor de hoogte waartegen het DC-kapitaal op pensioendatum in een pensioenrecht kan worden omgezet.
INHOUD
16
SPIN jaarverslag 2010 | verslag van het Algemeen bestuur
Defensiever strategische beleggingsmix vastgesteld In 2010 zijn twee majeure wijzigingen doorgevoerd in de beleggingsmix ten aanzien van de beleggingen voor risico van het pensioenfonds. Op advies van de Beleggingscommissie heeft het Algemeen bestuur de volgende besluiten genomen en geëffectueerd: • Het afstoten van posities in de zogenaamde PIIGS-landen (Portugal, Ierland, Italië, Griekenland en Spanje) in de long duration Euro staatsobligatie portefeuille per 30 april 2010. De vrijgekomen gelden zijn herbelegd in AAA-rated Euro staatsobligaties. Ten aanzien van de DB-pensioenregelingen zijn deze maatregelen per 30 april 2010 geëffectueerd, voor de DC-pensioenregeling is dit per eind mei 2010 gebeurd. • Ten aanzien van de DB-pensioenregelingen: Halvering van de strategische allocatie van het wereldwijde-obligaties fonds (van 11% naar 5,5%) ten gunste van AAA Euro staatsobligaties. Het bestuur heeft in december 2010, na een fundamentele evaluatie vanaf de tweede helft van 2009, de volgende nieuwe strategische beleggingsmix vastgesteld en geïmplementeerd: • 70% vastrentende waarden en 30% zakelijke waarden voor de lange termijn, dit was 50%/50%. • Aanvullend wordt een duration overlay toegepast voor bescherming van de dekkingsgraad: • Tot een dekkingsgraad van 130% wordt het renterisico volledig afgedekt voor de nominale verplichtingen; • Vanaf een dekkingsgraad van 130% wordt het inflatierisico aanvullend afgedekt door inflation swaps. Motivering voor deze aanpassing is dat het invulling geeft aan de eerder door het bestuur vastgestelde uitgangspunten voor het beleggingsbeleid. Ten aanzien van het vermogensbeheer voor de DC-pensioenregeling is een verbeterde modellering voor vaststelling van de DC-beleggingsprofielen opgezet. Daarbij bevestigen de resultaten van het model de prudentie van de huidige profielen.
Communicatie verder verbeterd Communicatie over pensioenen staat volop in de belangstelling. De AFM heeft opgeroepen tot een eerlijke en realistische communicatie over de verwachte uitkeringen, de kosten van pensioenfondsen en de kwaliteit van pensioenregelingen. Uit onderzoek is gebleken dat mensen zich nauwelijks verdiepen in hun pensioen. SPIN vindt een transparante bedrijfsvoering essentieel. Het Algemeen bestuur beschouwt heldere communicatie als een belangrijke pijler om dit te bereiken. In 2011 wordt een communicatie- en reputatieonderzoek gehouden. Op basis van de uitkomsten zal het communicatiebeleid verder worden vormgegeven. SPIN informeert deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden op verschillende manieren over actuele ontwikkelingen. Voorbeelden hiervan zijn de maandelijkse update van de dekkingsgraad op de website, de nieuwsbrief SPIN.actueel en het eigen nieuwsblad SPIN.FO.
INHOUD
17
SPIN jaarverslag 2010 | verslag van het Algemeen bestuur
Daarnaast heeft het bestuur de volgende activiteiten uitgevoerd c.q. onderhanden. • In oktober is de nieuwe website ‘live’ gegaan. Daarmee is de in 2009 gestarte verbetering van de online communicatie afgerond. De ontwikkeling is het resultaat van nauwe en intensieve samenwerking tussen de staf, de direct betrokken bestuurders en een delegatie van de Deelnemersraad. • De communicatie richting deelnemers is verder verbeterd, bijvoorbeeld de communicatie rondom pensionering inclusief de achterliggende processen. • Het jaarverslag is opnieuw opgezet, waardoor het toegankelijker en leesbaarder is geworden. In de nabije toekomst zal in overleg met de DC-commissie van de Deelnemersraad, de communicatie over de DC-pensioenregeling verder worden verbeterd.
Korten op pensioenen Het bestuur is alert op de maatschappelijke en politieke reacties op financiële ontwikkelingen. De financiële ontwikkelingen hebben uiteraard niet alleen SPIN geraakt, maar de gehele pensioensector. Veel pensioenfondsen hebben een herstelplan moeten indienen en de jaarlijkse toeslag niet toegekend. Een aantal pensioenfondsen heeft moeten vastleggen dat ze in de nabije toekomst bij achterblijvend herstel toegezegde pensioenaanspraken zal gaan korten. Bij SPIN is korten niet aan de orde. Echter, de onzekerheden op de financiële markten zijn groot. Voor de toekomst kan de mogelijkheid dat het bestuur moet besluiten tot korten van toegezegde pensioenen, niet volledig worden uitgesloten.
Sterftetafels Eind 2009 heeft het CBS de overlevingskansen in de periode 2002-2007 gepubliceerd. Het Algemeen bestuur heeft, mede op advies van de adviserend actuaris, besloten om vooruitlopend op de invoering van een aangepaste prognosetafel in de jaarrekening over 2009 een ‘voorziening prudentie sterfte’ op te nemen van 2% van de technische voorzieningen. Hiermee hield het Algemeen bestuur rekening met de toegenomen levensverwachting. In 2010 is op basis van beoordeling van de nieuwe prognosetafels geconcludeerd, dat per 31 december 2010 de technische voorzieningen met 1,9% dienen te worden verhoogd in plaats van de eerder getroffen ‘Voorziening prudentie sterfte’ van 2,0%.
Evaluatie bestuursmodel op basis van one-tier board De overheid en sociale partners beraden zich op keuzes voor een duurzame toekomst op basis van een aangepast pensioenstelsel en er loopt een discussie over de AOW-leeftijd. Het ministerie van Sociale Zaken heeft op diverse gebieden commissies ingesteld. Dit betreft onder meer de fundamentele opzet van het pensioenstelsel, de governance en het toezicht op pensioenfondsen. De minister komt voor de zomer 2011 met een integraal wetsvoorstel voor aangepast goed pensioenfondsbestuur. Het bestuur bereidt zich voor door mogelijkheden voor aanpassing van de governance en het risicomanagement te onderzoeken.
INHOUD
18
SPIN jaarverslag 2010 | verslag van het Algemeen bestuur
Hoger beroep na uitspraak rechtszaak over toeslagverlening De Vereniging van IBM gepensioneerden, de Grey Blue Circle, en vijf van haar gepensioneerde leden hebben in 2007 een juridische procedure aangespannen om het vanaf 1 juni 2006 geldende toeslagbeleid teniet te doen. In 2009 heeft de rechter besloten dit verzoek te honoreren voor de vijf gepensioneerden. Omdat de uitspraak grote gevolgen kon hebben voor alle belanghebbenden bij SPIN, heeft het bestuur hoger beroep aangetekend. Hierop is op 31 mei 2011 een uitspraak gedaan. Voor een groep pensioengerechtigden en gewezen deelnemers zal het toeslagenbeleid van vóór 1 juni 2006 blijven gelden. In de pensioenparagraaf is een nadere toelichting gegeven over de rechtszaak en de achtergronden hiervan.
Pension fund governance Invulling van pension fund governance door SPIN Het Algemeen bestuur vult als eindverantwoordelijke de principes voor goed pensioenfondsbestuur zodanig in dat deze bijdraagt aan het realiseren van de doelstellingen van uitvoering van de pensioenregelingen. Dit betekent dat het Algemeen bestuur eigen keuzes maakt die verder gaan dan de wettelijke vereisten. Pension fund governance is in ontwikkeling en wetsvoorstellen tot aanpassing liggen voor ter consultatie. Evaluaties van toezichthouders, koepelorganisaties en anderen worden uitgebracht. Daarbij wordt maatschappelijk gediscussieerd over de toereikendheid van de besturing van pensioenfondsen. Het Algemeen bestuur volgt deze ontwikkelingen nauwlettend en ziet gezien de huidige inrichting bij SPIN geen aanleiding tot het doorvoeren van majeure aanpassingen.
Beleid van integere en beheerste bedrijfsvoering Integere bedrijfsvoering Doel integriteit Met integriteitsbeleid beoogt SPIN een integere bedrijfsvoering te realiseren. Integere bedrijfsvoering is het handelen van aan haar verbonden personen, volgens maatschappelijk algemeen geaccepteerde normen en waarden, met de specifieke normen en waarden die gelden voor SPIN en uiteraard met inachtneming van de toepasselijke wet- en regelgeving. Integriteitsrisico’s Het risico dat de integriteit van SPIN dan wel het financiële stelsel wordt beïnvloed als gevolg van niet integere, onethische gedragingen van de organisatie, medewerkers dan wel van de leiding in het kader van wet- en regelgeving en maatschappelijke en door SPIN opgestelde normen. Dit betreft benadeling van derden, voorwetenschap, witwassen, terrorismefinanciering en onoorbaar handelen.
INHOUD
19
SPIN jaarverslag 2010 | verslag van het Algemeen bestuur
Beleid integriteitsrisico’s Onderstaand is het beleid van SPIN ten aanzien van integriteitsrisico’s uitgewerkt. Intentie van SPIN is dat dit beleid ook door partijen aan wie activiteiten zijn uitbesteed wordt uitgevoerd. Zie voor een toelichting het verderop in deze paragraaf opgenomen onderdeel uitbesteding. Vier uitgangspunten voor integere bedrijfsvoering SPIN hanteert de volgende vier uitgangspunten om integere bedrijfsvoering te waarborgen: persoonlijke integriteit van bestuurders en andere verbonden personen, organisatorische integriteit, relationele integriteit en integriteit met betrekking tot het marktgedrag. Persoonlijke integriteit van bestuurders en andere verbonden personen Betrouwbaarheidstoetsing SPIN vult haar zorgplicht in ten aanzien van betrouwbaarheidstoetsing van (kandidaat) bestuurders door de toezichthouder en voert zelfstandig betrouwbaarheidstoetsing uit van (kandidaat)personeelsleden voor integriteitsgevoelige functies. Aandachtspunten bij de toetsing zijn: fraude- en corruptierisico. Het Dagelijks bestuur ziet zelf toe op zodanige naleving van interne en externe regels dat dit risico wordt geminimaliseerd. Gedragscode, integriteitscode en IBM Business Conduct Guidelines Voor bestaande bestuurders en andere verbonden personen hanteert SPIN een gedragscode die gebaseerd is op de door de pensioenkoepels gepresenteerde ‘modelgedragscode pensioenfondsen 2008’. Deze modelcode gaat uit van eigen inschatting van een pensioenfonds over risico’s en maatregelen (principle based). De gedragscode is van toepassing op het Algemeen bestuur, allen die voor, namens of in opdracht van het pensioenfonds werken en allen die door het Algemeen bestuur als betrokkenen zijn aangewezen. Voor leden van de Deelnemersraad en het Verantwoordingsorgaan geldt de integriteitscode (afgeleide gedragscode). Voor medewerkers van SPIN zijn tevens de IBM Business Conduct Guidelines van toepassing. Deze guidelines gaan over toegewijd klantgericht zijn, gericht op innovatie en op vertrouwen en persoonlijke verantwoordelijkheid in alle relaties. Doel van de gedragscode, de integriteitscode en de IBM Business Conduct Guidelines is belangenverstrengeling te voorkomen, misbruik van voorwetenschap te vermijden en integriteitsrisico’s te minimaliseren. Organisatorische integriteit Voor het waarborgen van organisatorische integriteit hanteert SPIN interne beheersingsmaatregelen om onoorbaar gedrag te voorkomen. Belangenconflicten en insiderregeling Ondanks de uitbesteding van het beleggingsbeleid hanteert SPIN op basis van een analyse geen ‘chinese walls’-regeling. Hieruit blijkt dat adequate maatregelen zijn getroffen voor zaken als belangenconflicten en behandeling koersgevoelige informatie, aanwijzing Compliance officer en regeling privé-effectentransacties.
INHOUD
20
SPIN jaarverslag 2010 | verslag van het Algemeen bestuur
Daarnaast zijn in de gedragscode bepalingen opgenomen om handelen met voorwetenschap en met vermenging van zakelijke en privébelangen te voorkomen. SPIN heeft daarnaast specifieke verbonden personen als insider aangemerkt. Voor de insiders gelden aanvullende regels die zijn vastgelegd in de ‘Uitvoeringsregeling gedragscode SPIN voor insiders’. Tenslotte geeft SPIN in bijlage 1 van dit jaarverslag inzicht in de relevante nevenfuncties van de bestuursleden. Incidentenregeling SPIN beschikt over een incidentenregeling die nader is uitgewerkt in een ‘Regeling Misstanden’. In deze regelingen zijn procedures en maatregelen uitgewerkt voor het zoveel mogelijk beperken en beheersen van niet integer gedrag en voor de omgang met en de vastlegging van incidenten. Uitbesteding Uitbestedingsovereenkomsten van SPIN voldoen aan de eisen van de Pensioenwet en bijbehorende wet- en regelgeving. SPIN besteedt niet uit bij onvoldoende waarborgen voor handhaving van een beheerste en integere bedrijfsvoering voor fraudepreventie. Een nadere uitwerking van het beleid ten aanzien van uitbesteding is opgenomen onder ‘Beheerste bedrijfsvoering’ in het onderdeel Uitbesteding. Beheerst beloningsbeleid SPIN hanteert een ‘beheerst beloningsbeleid’ dat voldoet aan het Besluit beheerst beloningsbeleid. Dit beleid ziet toe op beheerst beloningsbeleid binnen SPIN en op de invloed van SPIN op het beloningsbeleid van dienstverlenende organisaties aan wie activiteiten zijn uitbesteed. Relationele integriteit Relationele integriteit gaat over het marktgedrag van SPIN in haar relatie met derden en het gedrag van derden dat de integriteit van SPIN kan aantasten. Hierbij is te denken aan zorgplicht voor de deelnemers en het beschermen van de privacy van deelnemers. Verantwoord beleggingsbeleid SPIN heeft een duurzaam beleggingsbeleid en beheerst daarmee het reputatierisico. Zorgplicht De belangrijkste regels ter bescherming van deelnemers zijn de informatieverplichtingen. Deze informatieverplichtingen gaan met name over het verkrijgen van gegevens van deelnemers, zoals de cliëntprofielen bij de DC-pensioenregeling en over het verstrekken van informatie aan de deelnemers, zoals startbrief en UPO. SPIN voldoet aan deze wettelijke eisen via uitbesteding van beheersingsprocedures aan de uitvoeringsorganisaties TKP en ASR. SPIN bespreekt regelmatig met hen de toereikendheid van de informatieverschaffing, mede op basis van afstemming met de toezichthouders. Wet bescherming persoonsgegevens SPIN gebruikt de door deelnemers verstrekte persoonsgegevens niet voor andere doelen dan waarvoor de deelnemer deze aan SPIN verstrekt heeft, tenzij de wetgever anders
INHOUD
21
SPIN jaarverslag 2010 | verslag van het Algemeen bestuur
heeft bepaald. SPIN is in service level overeenkomsten overeengekomen, dat de uitvoeringsorganisaties aan wie activiteiten zijn uitbesteed zich eveneens aan dit uitgangspunt houden. Integriteit met betrekking tot het marktgedrag SPIN wil een integere marktpartij zijn en hanteert om dit te waarborgen restricties en procedures in de insiderregeling voor bepaalde beleggingen. Daarnaast stelt SPIN eisen aan de vermogensbeheerders aan wie uitvoering van het beleggingsbeleid is uitbesteed. Deze eisen gaan over zodanig gebruik van gegevens over beleggingstransacties dat wordt voldaan aan de Wet financieel toezicht en aan het Besluit Marktmisbruik. Doel compliance SPIN definieert compliance als het geheel van maatregelen dat zich richt op de implementatie, handhaving en naleving van externe wet- en regelgeving, alsmede op interne procedures en gedragsregels om te voorkomen dat de reputatie en integriteit van SPIN wordt aangetast. Met compliance beoogt SPIN de integriteit van bestuur, management, medewerkers en verbonden partijen en de naleving van interne regels en externe wet- en regelgeving te waarborgen en bij te dragen aan een goede reputatie en betrouwbaarheid. Compliancestrategie gericht op volgen van de wet- en regelgeving Het beleid van SPIN ten aanzien van wet- en regelgeving is erop gericht ontwikkelingen in de wet- en regelgeving nauwgezet te volgen en waar nodig tijdig aanpassingen door te voeren in de uitvoering. Reikwijdte van compliance De reikwijdte van compliance ligt in het Compliance Charter vast en omvat vooral de volgende regelgeving: • Externe wet- en regelgeving: Pensioenwet (waaronder Principes voor goed pensioenfondsbestuur), Wet op het financieel toezicht, Wet bescherming persoonsgegevens, Wet op de loonbelasting, Wetgeving inzake gelijke behandeling en MiFID. • Interne regelgeving: Gedragscode, Uitvoeringsregeling Gedragscode SPIN voor insiders, Integriteitscode. Compliancerisico’s Het compliancerisico is het risico samenhangend met (veranderingen in en naleving van) wet- en regelgeving, het mogelijk bedreigd worden van haar rechtspositie, met inbegrip van de mogelijkheid dat contractuele bepalingen niet afdwingbaar of niet correct gedocumenteerd zijn. Dit betreft risico’s door wijzigingen in of het niet uitvoeren van wet- en regelgeving of van intern beleid, het daaruit voortvloeiende risico van aansprakelijkheid of het risico dat contracten niet kunnen worden afgedwongen. Beleid compliancerisico’s Het beleid ten aanzien van compliancerisico’s is in de Compliance Charter vastgelegd. Onderdeel van de beheersingsmaatregelen is het waarborgen van naleving van wettelijke eisen. Hieronder is een klachten- en geschillenregeling en een Regeling Misstanden opgenomen. Deze laatste regeling beoogt niet integer gedrag zoveel mogelijk te beperken en te beheersen en voorziet in een meldingsprocedure van misstanden.
INHOUD
22
SPIN jaarverslag 2010 | verslag van het Algemeen bestuur
De Compliance officer controleert en rapporteert over de naleving van de gedragsen integriteitscode van het pensioenfonds, over acties en de voortgang in opvolging van deze acties. Zie voor meer informatie over de taken en verantwoordelijkheden de paragraaf Compliance officer. Beheerste bedrijfsvoering Verantwoordelijkheid Algemeen bestuur Het Algemeen bestuur is verantwoordelijk voor opzet en werking van de interne beheersing. Zij dient ervoor te zorgen dat er bij de uitvoering van het bedrijfsproces op passende wijze beheersingsmaatregelen zijn getroffen, die betrouwbare informatie verschaffen over de wijze waarop de activiteiten worden uitgevoerd. Bevoegdheden en verantwoordelijkheden SPIN heeft per functie bevoegdheden en verantwoordelijkheden vastgelegd. Individuele bevoegdheden en limieten tot het aangaan van financiële verplichtingen met externe partijen zijn vastgelegd. Uitgangspunten risicobeheersingsfilosofie SPIN hanteert een risicobeheersingsfilosofie die op de volgende controleprincipes is gebaseerd: • Zelfcontrole: directie en management sturen medewerkers aan om hun werkzaamheden kwalitatief goed uit te voeren; • Vierogenprincipe: een tweede medewerker controleert en waarborgt zo de betrouwbaarheid van het werk dat door een andere medewerker is uitgevoerd; • Controletechnische functiescheiding: het scheiden van functies naar de aard van de activiteiten, zodanig dat de waarden waarover het pensioenfonds beschikt worden beveiligd. Procedures en controles SPIN hanteert een procedureboek voor de interne administraties (deelnemers- en financiële administratie). Met externe vermogensbeheerders zijn (service level-)overeenkomsten afgesloten waarin onder andere de beleggingsrichtlijnen en de overeengekomen periodieke rapportages zijn vastgelegd. SPIN kent de volgende periodieke controles: • De certificerend actuaris en de certificerend accountant controleren de jaarrekening en doen op verzoek complianceonderzoeken; • Verantwoordelijken voor de uitvoering van de interne SPIN-processen rapporteren periodiek aan het Dagelijks bestuur de uitkomsten van controles aan de hand van ‘controle checklijsten’; • De risicomanager rapporteert halfjaarlijks de resultaten van controles en van beoordeling van SAS 70-rapportages van uitvoerders en custodian en voortgang op eventuele acties. Uitbesteding Uitbestedingsbeleid SPIN besteedt operationele activiteiten op het gebied van beleggingen en (excasso) administratie zoveel mogelijk uit. Hierbij weegt SPIN steeds de waarborgen voor de continuïteit van de bedrijfsvoering en risico- en kostenbeheersing af. De deelnemers- en uitkeringsadministratie voor de DB-pensioenregelingen wordt grotendeels uitgevoerd
INHOUD
23
SPIN jaarverslag 2010 | verslag van het Algemeen bestuur
door ASR Pension Fund Services. TKP Pensioen voert de deelnemersadministratie voor de DC-pensioenregeling uit. Het vermogensbeheer wordt uitgevoerd door externe vermogensbeheerders. Met deze vermogensbeheerders zijn beleggingsmandaten (Investment Management Agreements) gesloten. Beleggingsadministratie en bewaring van de beleggingen zijn uitbesteed aan een master custodian, te weten Northern Trust. Zij verzorgen ook de performancemeting. Uitbestedingsrisico Het uitbestedingsrisico betreft het bij uitbesteding optredende continuïteitsrisico, integriteitsrisico en het risico van het niet op niveau zijn van de kwaliteit van de dienstverlening. Beleid uitbestedingsrisico SPIN voert periodiek een evaluatie uit van de uitbestedingsrisico’s. De uitkomsten van de evaluatie zijn uitgangspunt voor afstemming met de uitvoeringsorganisaties over eventuele aanpassing van dienstverlening, contract en/of service level-overeenkomst.
Continuïteitsanalyse Strategie SPIN werkt op basis van een vastgelegde missie en visie. Zij vertaalt missie en visie naar een strategie (strategiedocument). Jaarlijks is dit de basis voor het uitwerken van een beleidsplan met jaardoelen. Het Algemeen bestuur beoordeelt jaarlijks of de strategie nog passend is en voert zonodig aanpassingen door. Jaarlijkse toereikendheidsverklaring op basis van afwikkelscenario De waarmerkend actuaris van SPIN geeft jaarlijks een verklaring af over de toereikendheid van de pensioenfinanciering. Hierbij wordt uitgegaan van een afwikkelscenario waarin min of meer gelijktijdig de sponsor wegvalt en een correctie in de markten plaatsvindt. Er is derhalve sprake van het wegvallen van een mogelijke premiestroom, terwijl het beleggingsbeleid als sturingsmechanisme onzeker is. Minimaal driejaarlijkse continuïteitsanalyse Conform het FTK voert SPIN minimaal eens in de drie jaar een continuïteitsanalyse uit. In deze analyse toetst SPIN of het beleid met betrekking tot premies, beleggingen en toeslagen toereikend is om op langere termijn aan haar verplichtingen inclusief toeslagambitie te voldoen. De laatste continuïteitsanalyse is in 2009 uitgevoerd. Communicatie met toezichthouders Eind 2010 vond periodiek overleg plaats tussen het Algemeen bestuur en DNB. Gespreksonderwerpen waren onder meer compliance, de overlevingtafels, de wijziging in het beleggingsbeleid en de governance in algemene zin. Ook is er regelmatig contact over ontwikkelingen in financiële markten en in de dekkingsgraad. In 2010 hebben SPIN en DNB de in 2009 gestarte discussie over wijzigingen in de uitvoeringsovereenkomst voortgezet. SPIN heeft hiermee samenhangend enkele tekstuele wijzigingen onderhanden. In verslagjaar 2010 heeft de AFM met SPIN contact gehad over de algemene informatieverstrekking door SPIN. De AFM heeft naar aanleiding daarvan geen opmerkingen gemaakt of aanbevelingen gedaan.
INHOUD
24
SPIN jaarverslag 2010 | verslag van het Algemeen bestuur
Besturing pensioenfonds gebaseerd op one-tier board De opzet van de besturing van SPIN is in een organogram weergegeven in onderdeel ‘Karakteristieken pensioenfonds’ onder ‘Organisatie’. De besturing van SPIN is gebaseerd op de one-tier board. Dit betekent dat onderscheid wordt gemaakt tussen toezicht, beleid en uitvoering. Het Algemeen bestuur is verdeeld in non-executive-bestuurders en executive-bestuurders. Bij SPIN zijn de bestuurders A en B non-executive en de bestuurders C executive. Taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden zijn statutair vastgelegd en nader uitgewerkt in de Actuariële en bedrijfstechnische nota (ABTN).
Taken, verantwoordelijkheden, werkwijze organen/staffunctionarissen Taken en verantwoordelijkheden Algemeen bestuur Het Algemeen bestuur is collectief en integraal eindverantwoordelijk voor het gehele beleid en de uitvoering ten aanzien van de pensioenregelingen. Dit betreft met name vermogensbeheer, uitvoeren van de pensioenovereenkomsten, het verrichten van pensioenuitkeringen en voorlichting. Het Algemeen bestuur heeft specifiek gedefinieerde uitvoerende taken gedelegeerd. Specifieke taken van het Algemeen bestuur Het Algemeen bestuur voert zelf onder andere de volgende specifieke taken uit: • de vaststelling van: • het taakgebied van SPIN, het Algemeen bestuur en het Dagelijks bestuur; • jaarverslag, jaarrekening, statuten, reglementen, uitvoeringsovereenkomst, de ABTN en het deskundigheidsplan; • de toeslag en eventuele inhaaltoeslag; • het jaarlijkse budget en het arbeidsvoorwaardenpakket van het personeel van SPIN; • en daarnaast ondermeer: • benoeming en ontslag van de bestuurders C; • verklaren en intrekken van ondernemingen tot gelieerde ondernemingen van SPIN en het aangaan en beëindigen van uitvoeringsovereenkomsten; • instellen en buiten werking stellen van Beleggingscommissie, Geschillencommissie en verkiezingscommissie Deelnemersraad; • benoemen, herbenoemen en ontslaan van de certificerend accountant en actuaris, de leden van Beleggingscommissie, de Compliance officer en de risicomanager; • twee keer per jaar formeel overleggen met Deelnemersraad en één keer per jaar met het Verantwoordingsorgaan. Werkverdeling vastgelegd in toezichtsmatrix A- en B-bestuurders beoordelen vanuit aan hen toegewezen beleidsonderwerpen en toezichtstaken de uitvoering en hebben daartoe veelvuldig contact met het Dagelijks bestuur.
INHOUD
25
SPIN jaarverslag 2010 | verslag van het Algemeen bestuur
Via mandatering specifieke taken gedelegeerd Het Algemeen bestuur heeft onder meer de volgende specifieke taken via mandatering gedelegeerd. De mandatering is nader uitgewerkt in de ABTN. Dagelijks bestuur Het Algemeen bestuur delegeert specifieke beleidsvoorbereidende en uitvoerende taken aan het Dagelijks bestuur. Deze taken zijn uitgewerkt in de navolgende paragraaf. Beleggingscommissie Het Algemeen bestuur heeft een Beleggingscommissie ingesteld om zich te laten adviseren over het strategisch beleggingsbeleid en andere beleggingsaangelegenheden. Geschillencommissie Het Algemeen bestuur heeft een Geschillencommissie ingesteld voor het behandelen van geschillen van het pensioenfonds met belanghebbenden. Uitspraken van de Geschillencommissie zijn niet bindend. Risicomanager Het Algemeen bestuur heeft voor uitvoering van het risicobeleid en het informeren en adviseren over de ontwikkeling van risico’s en risicobeheersing een risicomanager aangesteld. Compliance officer Het Algemeen bestuur heeft een Compliance officer aangesteld voor uitvoering van het compliance program en advisering over ontwikkelingen op het gebied van compliance en compliancebeheersing. Besluitvorming Alle bestuurders hebben formeel stemrecht. Rechtsgeldige besluiten kunnen alleen worden genomen bij meerderheid van stemmen van bestuurders A en B. Monitoring uitvoering Het Algemeen bestuur beoordeelt voortgang en kwaliteit van de uitvoering via periodieke besprekingen met het Dagelijks bestuur. Zij trekt conclusies in de bestuursvergaderingen en besluit zonodig tot bijsturing. Vergadercyclus, follow up acties en besluiten Het Algemeen bestuur komt ieder kwartaal in vergadering bijeen en verder zodra de omstandigheden dit vereisen. Aanvullend houdt het Algemeen bestuur themasessies, waarbij specifieke onderwerpen worden uitgediept voor educatieve doelen en beleidsvorming. Van de vergaderingen wordt een actie- en besluitenlijst bijgehouden inclusief een toelichting.
INHOUD
26
SPIN jaarverslag 2010 | verslag van het Algemeen bestuur
Samenstelling, benoeming en zittingstermijn In onderstaande tabel is samenstelling, benoeming en zittingstermijn van de bestuurders aangegeven. Categorie
Aantal
Benoeming
Zittingstermijn
Aftreden
Bestuurders A
3
Door IBM
3 jaren *
Jaarlijks 1 maart 1 bestuurder
Bestuurders B
3
2 door GOR
3 jaren *
1 door pensioen
Jaarlijks 1 maart 1 bestuurder
gerechtigden Bestuurders C
3
Door bestuurders
Onbepaald
Niet van toepassing
A&B * Een bestuurder A of B die tussentijds wordt benoemd, blijft aan tot het einde van de zittingstermijn van degene die hij vervangt.
Jaarlijkse verantwoording aan Verantwoordingsorgaan Het Algemeen bestuur verantwoordt zich jaarlijks over het gevoerde beleid aan het Verantwoordingsorgaan. Deskundigheidsbevordering De Pensioenwet eist dat besturen voldoende kennis en ervaring hebben om te waarborgen dat een pensioenfonds op behoorlijke wijze wordt bestuurd. Daarbij worden twee deskundigheidsniveaus en zeven deskundigheidsterreinen onderscheiden. Deze terreinen zijn relevante wet- en regelgeving, pensioenreglementen en –soorten, besturen van een organisatie, actuariële pensioenaspecten en vermogensbeheer, administratieve organisatie en interne controle, uitbesteding en communicatie. Niveau 1 gaat over basisdeskundigheid en –inzicht waarover iedere bestuurder op alle deskundigheidsterreinen moet beschikken. Niveau 2 gaat over aanvullende deskundigheid gericht op afgewogen oordeelsvorming en besluitvorming. Dit niveau is vereist voor het bestuur als geheel. Daarnaast dienen tenminste twee bestuurders per deskundigheidsterrein dit niveau te hebben. In april 2011 heeft de Pensioenfederatie de ‘Aanbevelingen deskundig en competent pensioenfondsbestuur’ uitgebracht. In deze aanbevelingen wordt meer nadruk gelegd op competenties, profielen en teamopbouw. Het bestuur werkt met een deskundigheidsplan dat naast de eisen aan bestuursleden de status weergeeft en de cursussen en trainingen die gepland zijn om aan de eisen te voldoen. Het deskundigheidsplan wordt minimaal jaarlijks geactualiseerd, waarbij rekening wordt gehouden met ontwikkelingen, gevolgde cursussen en evaluatie. Jaarlijks vinden themasessies plaats in het kader van deskundigheidsbevordering. Daarnaast volgt elk bestuurslid een individueel opleidingsplan. Zelfevaluatie Algemeen bestuur Het Algemeen bestuur evalueert zijn functioneren jaarlijks, zowel als collectief als per individueel bestuurslid. Voor de evaluatie gebruikt het bestuur een reglement zelfevaluatie. Bij de zelfevaluatie komen onder meer deskundigheidsontwikkeling, onafhankelijkheid bestuur, taakverdeling en taakuitvoering binnen het bestuur, bestuurseffectiviteit en het functioneren van het bestuursmodel aan de orde.
INHOUD
27
SPIN jaarverslag 2010 | verslag van het Algemeen bestuur
Taken en verantwoordelijkheden Dagelijks bestuur Het Dagelijks bestuur is gezamenlijk en integraal eindverantwoordelijk voor het dagelijks beleid. Dit betreft onder andere: • de vaststelling, opzet, aansturing en uitvoering van administratieve procedures en processen; • het actualiseren van uitbestedingsovereenkomsten en servicelevel-overeenkomsten met de partijen aan wie werkzaamheden zijn uitbesteed; • uitvoeren van risicobeleid; • het voeren van informeel overleg met de Deelnemersraad en het Verantwoordingsorgaan; • het behandelen van geschillen in eerste aanleg en van klachten in hoogste instantie; • het vragen van advies aan Beleggingscommissie, Deelnemersraad en Verantwoordingsorgaan; • het voorbereiden van en de nazorg uit de vergaderingen van het Algemeen bestuur. Daarnaast voert het Dagelijks bestuur het premie- en beleggingsbeleid uit. Portefeuilleverdeling vastgelegd Het Dagelijks bestuur heeft taken en bevoegdheden verdeeld in de volgende drie portefeuilles: • Vermogensbeheer, juridische zaken, risicomanagement en dagelijks beheer, waaronder personeelszaken en secretariaat; • Financiële administratie en budgettering; • Pensioenbeheer, actuariaat en communicatie. Monitoring uitvoering Het Dagelijks bestuur beoordeelt de voortgang en kwaliteit van de uitvoering via periodieke besprekingen en informatie. Het betreft besprekingen met adviseurs, certificerend accountant en actuaris, Beleggingscommissie en vermogensbeheerders. Hierbij gebruikt zij besluitvormingsnotities, kwartaal- en tussentijdse rapportages en jaarrapportages over de uitvoering, de interne beheersing over externe uitvoering en over het vermogensbeheer, het verslag van certificerend en adviserend actuaris en certificerend accountant. Het Dagelijks bestuur trekt conclusies in de bestuursvergaderingen en besluit zonodig tot bijsturing. Periodieke bijsturing vindt plaats bij evaluatie en hernieuwing van contracten en servicelevelafspraken. Verantwoording aan Intern toezicht en Algemeen bestuur Het Dagelijks bestuur verantwoordt zich aan het Algemeen bestuur op kwartaalbasis over het gevoerde en te voeren beleid. Daarnaast stelt het Dagelijks bestuur de bestuurders A en B tijdens bestuursvergaderingen, tussentijds indien nodig en op verzoek op de hoogte van de gang van zaken binnen de organisatie. Daarnaast is er ieder kwartaal een vergadering van de Beleggingscommissie, waarin met de twee toezichthoudende bestuurders en het Dagelijks bestuur wordt gesproken over het gevoerde beleggingsbeleid en de ontwikkelingen op de financiële markten. De discussies en adviezen van de Beleggingscommissie worden vastgelegd en gerapporteerd aan het Algemeen bestuur.
INHOUD
28
SPIN jaarverslag 2010 | verslag van het Algemeen bestuur
Vergadercyclus, follow up acties en besluiten Het Dagelijks bestuur vergadert regulier, maar minimaal vier keer per jaar en zodra omstandigheden dit vereisen. De vergaderingen worden vastgelegd in notulen en een actie- en besluitenlijst. Taken en verantwoordelijkheden Verantwoordingsorgaan Het Verantwoordingsorgaan werkt op basis van een reglement. Volgens dit reglement is haar taak een oordeel te geven over beleid en beleidskeuzes van het Algemeen bestuur en gevraagd en/of ongevraagd advies uit te brengen aan het Algemeen bestuur. Samenstelling, benoeming en zittingstermijn Hieronder is de samenstelling, benoeming en zittingstermijn voor het Verantwoordingsorgaan aangegeven. Categorie
Aantal
Actieve deelnemers 3
Benoeming
Zittingstermijn
Aftreden
Door actieven in
4 jaren *
**
4 jaren *
**
Zie toelichting
Niet van toepassing
Deelnemersraad Pensioen-
3
Door pensioengerechtigden in
gerechtigden
Deelnemersraad Werkgever
3
Door IBM
* De zittingstermijn van een lid die tussentijds wordt benoemd, loopt tot het einde van de termijn van degene die hij vervangt. ** Leden treden af bij uittreden uit de Deelnemersraad en daarnaast bij de in het reglement genoemde redenen voor aftreden.
De drie vertegenwoordigers van IBM zullen alleen actief participeren in het Verantwoordingsorgaan in geval overwogen wordt een verzoek tot enquête bij de Ondernemingskamer in te stellen. Na afronding van een eventuele enquêteprocedure bestaat het Verantwoordingsorgaan weer uit zes leden. Monitoring beleid en jaarlijks oordeel Het Verantwoordingsorgaan beoordeelt het door het Algemeen en Dagelijks bestuur gevoerde beleid en de verantwoording daarover aan de hand van het jaarverslag (bestuursverslag en jaarrekening) en andere informatie – waaronder de bevindingen van het intern toezicht. Daarnaast vormt het Verantwoordingsorgaan zich een oordeel over gemaakte beleidskeuzes voor de toekomst. Het Verantwoordingsorgaan geeft jaarlijks een oordeel af over het handelen van het Algemeen bestuur. Dit oordeel wordt, tezamen met de reactie van het Algemeen bestuur daarop, opgenomen in het jaarverslag. Vergadercyclus, follow up acties en besluiten Het Verantwoordingsorgaan vergadert als de omstandigheden dit vereisen. Alle leden van het Verantwoordingsorgaan hebben één stem. Besluiten worden door de actieve leden genomen bij meerderheid van stemmen. Op basis daarvan wordt een actie- en besluitenlijst bijgehouden met toelichting.
INHOUD
29
SPIN jaarverslag 2010 | verslag van het Algemeen bestuur
Intern Toezicht Het toezicht op het Dagelijks bestuur wordt gehouden door de bestuurders A en B conform de statuten. Informatie ten behoeve van uitvoeren van intern toezicht De bestuurders A en B ontvangen ten behoeve van het uitvoeren van intern toezicht de volgende informatie: • Notulen en een actie- en besluitenlijst van het Dagelijks bestuur; • Risicorapportage van de risicomanager en de performance/dekkingsgraadrapportage; • Kwartaalrapportages door het Dagelijks bestuur over welke activiteiten het afgelopen kwartaal hebben plaatsgevonden en de resultaten daarvan en welke activiteiten gepland staan; • Tussenrapportage halverwege een kwartaal van het Dagelijks bestuur aan het Algemeen bestuur. Vergadercyclus, follow up acties en besluiten De bestuurders A en B komen voorafgaand aan elke kwartaalvergadering van het Algemeen bestuur bijeen en verder zodra de omstandigheden dit vereisen, om bevindingen en ontwikkelingen vanuit intern toezichtsperspectief te bespreken. Van de vergaderingen wordt een actie- en besluitenlijst bijgehouden inclusief een toelichting. Daarnaast voeren de bestuurders A en B op de aan hen toegekende beleidsonderwerpen regelmatig besprekingen met de bestuurders C over beleid, beleidsontwikkeling, monitoring en bijsturing. Rapportering Bestuurders A en B brengen jaarlijks een rapportage uit over hun bevindingen over het intern toezicht. Een samenvatting van deze rapportage wordt in het jaarverslag gepubliceerd. Taken en verantwoordelijkheden Deelnemersraad De Deelnemersraad werkt op basis van een vastgesteld reglement. Volgens dit reglement heeft de Deelnemersraad de taak gevraagd en ongevraagd advies uit te brengen aan het Algemeen bestuur. Samenstelling, benoeming en zittingstermijn In onderstaande tabel is samenstelling, benoeming en zittingstermijn van de Deelnemersraad aangegeven. Categorie
Aantal
Actieve deelnemers 8
Benoeming
Zittingstermijn
Aftreden
Gekozen door de
4 jaren *
**
4 jaren *
**
werknemers van IBM Pensioen-
7
gerechtigden
Gekozen door de pensioengerechtigden
* De zittingstermijn van een lid die tussentijds wordt benoemd, loopt tot het einde van de termijn van degene die hij vervangt. ** Leden treden af bij uittreden uit de Deelnemersraad en daarnaast bij de in het reglement genoemde redenen voor aftreden.
INHOUD
30
SPIN jaarverslag 2010 | verslag van het Algemeen bestuur
In 2009 is besloten het aantal leden van de Deelnemersraad geleidelijk terug te brengen van 15 naar 11. Vergadercyclus, follow up acties en besluiten De Deelnemersraad komt regulier circa zevenmaal per jaar bijeen en verder zodra de omstandigheden dit vereisen, om bevindingen en ontwikkelingen vanuit het perspectief van medezeggenschap te bespreken. Verder doet zij actief aan deskundigheidsbevordering. Voorafgaand aan reguliere vergaderingen heeft de Deelnemersraad een informeel overleg met een delegatie van het Algemeen bestuur. Daarnaast heeft de Deelnemersraad twee keer per jaar formeel overleg met het Algemeen bestuur. De Deelnemersraad komt indien benodigd tevens afzonderlijk bijeen op basis van adviesaanvragen door het Algemeen bestuur of advisering op basis van eigen onderzoek. Eventueel betreft dit ook commissievergaderingen waarin de deelnemers zich op een specifiek thema richten. Van de vergaderingen wordt een actie- en besluitenlijst bijgehouden inclusief een toelichting. Advisering De Deelnemersraad brengt gevraagd en/of ongevraagd advies uit aan het Algemeen bestuur. Rapportering De Deelnemersraad brengt jaarlijks een rapportage uit over door haar uitgebrachte adviezen. Een samenvatting van deze rapportage wordt in het jaarverslag gepubliceerd. Taken en verantwoordelijkheden Beleggingscommissie De Beleggingscommissie werkt op basis van een vastgesteld reglement. Volgens dit reglement heeft de Beleggingscommissie de taak het Algemeen bestuur gevraagd en ongevraagd te adviseren over het beleggingsbeleid en daaraan gerelateerde onderwerpen. Dit betreft onder meer: te gebruiken economische parameters, simulaties en resultaten van ALM-studies, beoordeling van beleggingsprodukten, selectie van beleggingsmanagers en beleggingsbeleid. Verder beoordeelt de Beleggingscommissie de wijze waarop het monitoren van de vermogensbeheerders door SPIN plaatsvindt en de resultaten van de monitoring. Samenstelling, benoeming en zittingstermijn De Beleggingscommissie bestaat uit vijf externe leden. Het Algemeen bestuur benoemt en ontslaat de leden van de Beleggingscommissie. Van de Beleggingscommissie worden twee leden door het Algemeen bestuur benoemd op voordracht van IBM en wordt één lid benoemd op voordracht van de GOR. De zittingstermijn van een lid is vier jaar. Monitoring beleid De Beleggingscommissie volgt de resultaten van het totale pensioenfonds en van de individuele beleggingsmandaten (managers). Op basis daarvan doet zij aanbevelingen aan het Algemeen bestuur voor eventuele wijzigingen in het beleggingsbeleid, de implementatie daarvan en specifiek over managers.
INHOUD
31
SPIN jaarverslag 2010 | verslag van het Algemeen bestuur
Advisering De Beleggingscommissie werkt op basis van een agenda. De Beleggingscommissie brengt gevraagd en/of ongevraagd adviezen uit aan het Algemeen bestuur. Vergadercyclus, follow up acties en besluiten De Beleggingscommissie komt regulier vier keer per jaar bijeen en verder zodra de omstandigheden dit vereisen. Van de vergaderingen wordt een verslag gemaakt inclusief concrete adviezen. Taken en verantwoordelijkheden Geschillencommissie De Geschillencommissie werkt op basis van een vastgesteld reglement. In dit reglement heeft het Algemeen bestuur de procedure voor behandeling van geschillen opgenomen en wordt de werkwijze van de Geschillencommissie geregeld. Volgens het reglement heeft de Geschillencommissie de taak om op verzoek van een belanghebbende bij het pensioenfonds geschillen te behandelen. Uitspraken van de Geschillencommissie zijn niet bindend. Samenstelling, benoeming en zittingstermijn De Geschillencommissie bestaat uit drie leden. Benoeming vindt plaats door de voordragende organisaties, te weten Deelnemersraad, GOR en IBM. De zittingstermijn is voor onbepaalde tijd. Taken en verantwoordelijkheden Compliance officer Het Algemeen bestuur hanteert een Compliance Charter waarin de bestuursvisie is vastgelegd over invulling van de compliance functie bij SPIN. Het Algemeen bestuur heeft een Compliance officer benoemd voor uitvoering van het Compliance Program. Hierin is de compliancefunctie operationeel uitgewerkt. De Compliance officer heeft een onafhankelijke functie en heeft daartoe een directe rapportagelijn naar het Algemeen bestuur. De Compliance officer stelt periodiek in afstemming met de twee toezichthoudende bestuursleden, vast in hoeverre het compliancebeleid toereikend is en werkt zonodig beleidsvoornemens uit ter besluitvorming in het Algemeen bestuur. De Compliance officer faciliteert, adviseert en toetst het management en medewerkers bij het implementeren en onderhouden van compliance. De onafhankelijke toetsing op bestaan en werking van de compliancefunctie is een taak die berust bij de certificerend accountant. De volgende twee taken vallen onder verantwoordelijkheid van het Dagelijks bestuur: • Het identificeren van acties op het gebied van wet- en regelgeving; • Het monitoren van de communicatie met en van de toezichthouders. De functie van de Compliance officer is drieledig: • Toezicht houden op in de Compliance Chart omschreven compliance risico’s; • Toezicht houden op het werken volgens normen en regels die SPIN zichzelf heeft opgelegd; • Adviseren en waar nodig bijstellen van procedures en over het nemen van maatregelen.
INHOUD
32
SPIN jaarverslag 2010 | verslag van het Algemeen bestuur
In het hiervoor beschreven onderdeel ‘Beleid voor integere en beheerste bedrijfsvoering’ zijn de compliancerisico’s uitgewerkt en is het compliancerisicobeleid beschreven. Rapportering Eénmaal per half jaar stelt de Compliance officer een compliancerapportage op ten behoeve van het Algemeen bestuur. De rapportage over het tweede halfjaar is opgenomen in de jaarrapportage van de Compliance officer. De Compliance officer legt halfjaarlijks via een rapportage verantwoording af aan het Algemeen bestuur met kennisneming door de certificerend accountant over: • Het gevoerde compliancebeleid; • De wijze waarop processen zijn uitgevoerd; • De wijze waarop bewustwording binnen SPIN is gestimuleerd; • De contacten met en onderzoeken door de toezichthouder; • De ontwikkeling van compliancerisico’s en juridische issues; • De jaarlijkse analyse van de compliancerisico’s en de effectiviteit van de getroffen maatregelen; • De melding van incidenten (gevraagd en ongevraagd, na consultatie vooraf van de betrokken medewerkers) ten aanzien van compliancerisico’s, inclusief advies over het beperken van risico’s. In de rapportage wordt tevens aandacht besteed aan de resultaten van het informeren en uitleggen van de gedragscode aan alle betrokkenen en belanghebbenden en van de verklaringen van naleving gedrags- of integriteitscode getekend door de verbonden personen. De Compliance officer licht de in de rapportage opgenomen compliancerisico’s, acties en voortgang aan het Algemeen bestuur toe. Het Algemeen bestuur bespreekt deze compliancerapportages en stelt ze telkens vast. Zonodig benoemt het Algemeen bestuur acties ter opvolging. Taken en verantwoordelijkheden risicomanager De risicomanager heeft een onafhankelijke functie en heeft daartoe een directe rapportagelijn naar het Algemeen bestuur. De risicomanager stelt periodiek in afstemming met de twee toezichthoudende bestuursleden, vast in hoeverre risicobeleid toereikend is en werkt zonodig beleidsvoornemens uit ter besluitvorming in het Algemeen bestuur. Eénmaal per half jaar stelt de risicomanager een risicorapportage SPIN op ten behoeve van het Algemeen bestuur. De risicomanager licht de in de rapportage opgenomen risico’s, acties en voortgang aan het Algemeen bestuur toe. De functie van de risicomanager is tweeledig. Doel van het risicomanagement binnen SPIN is zo onafhankelijk mogelijk inzicht te hebben in de: • Risico’s die samenhangen met de activiteiten van SPIN; • Effectiviteit van de risicobeheersing.
INHOUD
33
SPIN jaarverslag 2010 | verslag van het Algemeen bestuur
Doel is dat het Algemeen bestuur en het management beschikt over een actueel risicobeeld van SPIN. Dit actueel risicobeeld ondersteunt zowel besluitvorming van het Algemeen bestuur als het beheersen en bijsturen van de risico’s. In de Risicoparagraaf is een overzicht van het risicobeleid gegeven. Uitvoeringsorganisatie De uitvoeringsorganisatie bestaat uit een staf van gespecialiseerde medewerkers op administratief, actuarieel en juridisch gebied, alsmede op het gebied van communicatie en beleggingen. De uitvoeringsorganisatie houdt zich onder meer bezig met operationale uitvoering en ondersteuning. De werkwijze van de uitvoeringsorganisatie is nader uitgewerkt in het onderdeel ‘Beheerste bedrijfsvoering’ in de paragraaf ‘Beleid van integere en beheerste bedrijfsvoering’.
Verantwoording van de organen/staffunctionarissen van SPIN Verantwoording van het Algemeen bestuur Het bestuur heeft de ABTN in 2010 driemaal aangepast. In maart 2010 betrof het een grondige herziening, zowel wat betreft opzet als inhoudelijk. In juni 2010 is de bestuurderswisseling in het Dagelijks bestuur verwerkt, omdat deze wisseling aanleiding was voor het doorvoeren van een herschikking van taken. In december 2010 is de wijziging in het beleggingsbeleid in de ABTN verwerkt. In juni 2010 heeft het Algemeen bestuur de Pensioenreglementen aangepast op basis van wijzigingen in de Pensioenwet. SPIN heeft in 2010 het deskundigheidsplan tweemaal aangepast. Op 17 juni 2010 keurde het Algemeen bestuur aanpassingen goed in verband met de wijziging van de taakverdeling in het Dagelijks bestuur. Eind augustus keurde het Algemeen bestuur wijzigingen goed op basis van schriftelijke opmerkingen van DNB op het in juni vastgestelde deskundigheidsplan. In november 2010 heeft het Algemeen bestuur een extra vergadering gehouden over wijziging van het beleggingsbeleid. In deze vergadering heeft het Algemeen bestuur besloten het beleggingsbeleid aan te passen. Het bestuur heeft in het verslagjaar uitgebreid aandacht besteed aan deskundigheidsbevordering conform de inhoud van het deskundigheidsplan en de individuele opleidingsplannen. Op basis van de resultaten van de deskundigheidsmeting heeft het Algemeen bestuur in 2010 cursussen gevolgd op het gebied van communicatie en uitbesteding. Begin februari 2010 heeft een driedaagse externe pensioencursus plaatsgevonden voor de leden van het Algemeen bestuur, de Deelnemersraad, het Verantwoordingsorgaan, de Geschillencommissie, leden van de GOR en functionarissen vanuit IBM. Hier is door docenten dieper ingegaan op de Pensioenwet, het Financieel Toetsingskader, goed pensioenfondsbestuur, communicatie, verslaglegging en vermogensbeheer. Deze cursus is gecertificeerd op deskundigheidsniveau 1. Door de deelname van de leden van de Deelnemersraad, inclusief de recent gekozen leden, voldoet de Deelnemersraad als geheel aan de vereiste deskundigheid.
INHOUD
34
SPIN jaarverslag 2010 | verslag van het Algemeen bestuur
In mei 2010 heeft het Algemeen bestuur zijn functioneren laten evalueren op basis van de ‘Board Functioning Index’. Bij de zelfevaluatie zijn onderwerpen aan de orde geweest als deskundigheidsontwikkeling, onafhankelijkheid bestuur, taakverdeling en taakuitvoering binnen het bestuur en bestuurseffectiviteit. Bijzondere aandacht was er voor het evalueren van het functioneren van de one-tier board in de praktijk. Het Algemeen bestuur heeft op basis van het evaluatierapport verbeteracties gedefinieerd. Onder meer de volgende actiepunten zijn in 2010 afgehandeld: • Reglement zelfevaluatie ingevoerd waarin is uitgewerkt op welke wijze zelfevaluatie plaatsvindt; • Samenstellen van een ‘inwerkprotocol’ en talentontwikkeling voor toekomstige bestuursleden; • Nader onderzoeken van beleidsvoorbereiding. De volgende actiepunten zijn nog onderhanden: • Verbetering van efficiency van de werking van de toezichtsmatrix; • Ontwikkelen format voor gerichter intern toezicht. Personele mutaties Op 1 maart 2010 zijn de heren L.H. den Bakker en J. Beima conform het rooster herbenoemd als respectievelijk bestuurslid A en bestuurslid B voor het Algemeen bestuur. De heer Den Bakker is door IBM herbenoemd. Omdat er zich geen tegenkandidaten hebben gemeld is de heer Beima statutair herbenoemd. Hij vertegenwoordigt de pensioengerechtigden. De herbenoeming gaat voor beiden in per 1 maart 2010 en geldt voor een termijn van drie jaar. Verantwoording van het Dagelijks bestuur In 2010 is op hoofdlijnen het volgende gerealiseerd: Pension Fund Governance: • Verbetering invulling van de OTB-structuur, waaronder jaarrapportage, herschikking van bestuursagenda, themasessies en tussentijdse afstemming met A/B-bestuurders; • Verbetering proces van verantwoording door het Algemeen bestuur aan het Verantwoordingsorgaan; • Overdracht van het risicomanagement naar de nieuwe risicomanager; • Transitie nieuwe taakverdeling C-bestuurders naar aanleiding van een vertrokken C-bestuurder. Beleggingen/vermogensbeheer: • Vaststelling aangepast strategisch beleggingsbeleid, waarbij naast nominale ook reële risico’s nadrukkelijk worden geadresseerd; • Stabiele ontwikkeling van de dekkingsgraad in 2010 (in een bandbreedte van 120% – 125%), met name dankzij toepassing van de duration overlay. Per 31 december 2010 was de dekkingsgraad 126,7%; • Reductie voor zowel de DB- als de DC-pensioenregelingen van het risico van Euro staatsleningen door verkoop van de leningen in de zogenoemde PIIGS-landen;
INHOUD
35
SPIN jaarverslag 2010 | verslag van het Algemeen bestuur
• Verbeterde modellering voor vaststelling van de DC-beleggingsprofielen is opgezet, waarbij resultaten de prudentie van de huidige profielen bevestigen; • Engagement in het kader van duurzaam beleggingsbeleid is opgestart na selectie van Hermes als provider om namens SPIN bedrijven aan te spreken op hun gedrag op de door SPIN onderschreven criteria voor verantwoord beleggen. Risicomanagement, uitbesteding en interne controle: • Succesvolle afronding van de Corporate audit op de DB-pensioenadministratie; • Het proces van procedures en controls is in alle (operationele) processen ingebed en wordt regelmatig reviewed. • De risicomanagementrapportage is in 2010 verder ontwikkeld en dit wordt in 2011 voortgezet. Dit betreft zowel presentatie van risico’s als kwantificering hiervan. • Selectie van een nieuwe Compliance officer. Op basis van het selectieproces is geconcludeerd dat NCI het best nader invulling kan geven aan de toenemende eisen op compliancegebied. Communicatie: • Implementatie van een nieuwe website na intensief overleg met Algemeen bestuur en Deelnemersraad; • Verdere verbetering van de communicatie richting deelnemers. Voorbeeld is de verbeterde procesdocumentatie ten behoeve van aankomend pensioengerechtigden; • Nadere uitwerking van het onderscheid in communicatie specifiek voor deelnemers in de DB-respectievelijk de DC-pensioenregelingen; • Opstart van een communicatie- en reputatieonderzoek. Organisatie en uitvoering: • De pensioenreglementen zijn opnieuw vastgesteld en daarmee allemaal Pensioenwetcompliant. Verdere aanpassingen zijn in concept gereed; • Opstart van het project Toekomst SPIN, waarin onder meer alternatieve mogelijk heden worden verkend voor toekomstige DB- en DC-pensioenregelingen; • Uitgebreide evaluatie van de effectiviteit van de huidige pensioenadministratie met als uitkomst dat het proces van de DB-pensioenregelingen verder zal worden uitbesteed; • Aansluiting per 1 januari 2011 bij het Pensioenregister; • Invoering van de meest actuele overlevingstafels en van het toepassen van pensioenfondsspecifieke leeftijdscorrecties en van een extra excassovoorziening; • Grondige herziening van de ABTN op actualiteit, indeling, consistentie en leesbaarheid en actualisering voor het aangepast beleggingsbeleid en overlevingstafels; • Volledige toeslagverlening per 1 januari 2011 en volledig inlopen van de achterstand ten opzichte van de toeslagambitie (inhaalindexatie); • Actualisering van het jaarverslag gebaseerd op het KPMG-model; Personele mutaties Per 10 juni 2010 is de heer S. Gerbrandy afgetreden als lid van het Dagelijks bestuur. Per dezelfde datum treedt de heer C. de Jong toe tot het Dagelijks bestuur.
INHOUD
36
SPIN jaarverslag 2010 | verslag van het Algemeen bestuur
Verantwoording van het Verantwoordingsorgaan Het reglement van het Verantwoordingsorgaan is aangepast en in maart 2011 door het Algemeen bestuur vastgesteld na een positief advies van de Deelnemersraad. Over 2010 is op een eerder moment begonnen met het verantwoordingsproces (september 2010) vergeleken met voorgaand jaar. Hierdoor heeft het Verantwoordingsorgaan meer ruimte gekregen voor haar oordeelsvorming. Het oordeel van het Verantwoordingsorgaan over 2010, tezamen met de reactie van het Algemeen bestuur, is opgenomen in het onderdeel ‘Overige gegevens’ van dit jaarverslag. Personele mutaties Per 17 februari 2010 is de heer H. van Aerle afgetreden en de heer P. Vijfhuizen in januari 2011. In hun plaats is per 17 februari 2010 de heer W. Claassens namens de pensioengerechtigden en in januari 2011 de heer S. Volder namens de actieven benoemd. Verantwoording van het Intern Toezicht In december 2010 is besloten de vergadertijd bestemd voor het uitoefenen van Intern Toezicht fors uit te breiden. Doel is oordeelsvorming en onderbouwing daarvan meer ruimte te geven, zodat het intern toezicht effectiever kan plaatsvinden. Onderdeel hiervan is dat de bestuurders A en B afzonderlijk van het Dagelijks bestuur de uitvoering vanuit intern toezichtsperspectief bespreekt. De bestuurders A en B bespreken een terugkoppeling van hun bevindingen met het Dagelijks bestuur. Personele mutaties De samenstelling van het Intern Toezicht is in 2010 ongewijzigd. Verantwoording van de Deelnemersraad De Deelnemersraad heeft 16 januari 2010 een positief advies uitgebracht op de adviesaanvraag over aanpassing van het beleggingsbeleid. De Deelnemersraad heeft in april en juni 2010 een ongevraagd advies uitgebracht. Het advies in april is gericht op het realiseren van een versnelling in de besluitvorming over aanpassingen in het beleggingsbeleid. In juni 2010 betrof het de gehanteerde werkwijze rondom de toeslagverlening en de informatievoorziening aan deelnemers van de DC-pensioenregeling. De Deelnemersraad heeft positief geadviseerd over: • Pensioenwetaanpassingen in de pensioenreglementen, het jaarverslag 2009 en de aangepaste ABTN (vergadering van 3 maart 2010, 9 juni 2010 en vergadering van 2 maart 2011); en: • Commodities (vergadering van 8 september 2010); • Actualisering van de overlevingstafels, invoering van leeftijdsafhankelijke correcties en wijzigingen in het beleggingsbeleid van de DB-pensioenregelingen (vergadering van 1 december 2010).
INHOUD
37
SPIN jaarverslag 2010 | verslag van het Algemeen bestuur
In december 2010 heeft het Algemeen bestuur een verkiezingscommissie Deelnemersraad ingesteld in verband met de in de tweede helft van 2011 te houden verkiezingen voor de Deelnemersraad. Vertegenwoordigers vanuit de Deelnemersraad zijn namens de pensioengerechtigden de heer R. Westhuis en namens de deelnemers de heer H. van Schieveen. Personele mutaties De samenstelling van de Deelnemersraad is in 2010 ongewijzigd. Verantwoording van de Beleggingscommissie De Beleggingscommissie heeft de evaluatie van het beleggingsbeleid behandeld. Deze evaluatie is onderbouwd via kwalitatieve en kwantitatieve analyses, waaronder een ALM studie en stress-scenario’s. Het Algemeen bestuur heeft op basis van adviezen van de Beleggingscommissie in december besloten het beleggingsbeleid aan te passen. De inhoudelijke wijzigingen zijn in de paragraaf ‘Hoofdlijnen’ en ‘Beleggingen’ uitgewerkt. Daarnaast heeft de Beleggingscommissie geadviseerd over de DC-beleggingsprofielen en de performance van de managers. Ook heeft de commissie eind 2010 een zelfevaluatie gehouden, waarbij is gesproken over de samenstelling van de commissie, de kwaliteit van de informatievoorziening door de uitvoeringsorganisatie aan de commissie, de helderheid van gevraagde adviezen en de wijze waarop adviezen aan het bestuur worden gecommuniceerd. Hieruit is geconcludeerd dat continue verbeteringen worden doorgevoerd en dat het tempo van implementeren voldoende is. In de nabije toekomst zal de Beleggingscommissie de DC-beleggingsprofielen evalueren. Daarnaast zal de aangepaste strategische beleggingsmix en een riskmanagementsysteem worden besproken. Personele mutaties Binnen de Beleggingscommissie is de heer R. Griffioen afgetreden per 1 juli 2010 en opgevolgd door K. Scott. Verantwoording van de Geschillencommissie In 2010 en tot vaststellingsdatum van de jaarrekening 2010 zijn geen geschillen ingediend. Personele mutaties De samenstelling van de Geschillencommissie is in 2010 ongewijzigd. Verantwoording van de Compliance officer Het Algemeen bestuur heeft een compliance charter (17 juni 2010) en een Regeling Misstanden (9 december 2010) vastgesteld. De Regeling Misstanden is per 1 januari 2011 ingegaan. De Compliance officer heeft in 2010 geen redenen gezien tot het maken van opmerkingen. Aanvullend blijken geen bevindingen uit beoordeling door de Beleggingscommissie van de naleving van afspraken met SPIN en van wet- en regelgeving door de externe vermogensbeheerders en de master custodian.
INHOUD
38
SPIN jaarverslag 2010 | verslag van het Algemeen bestuur
Tussen eind 2010 en begin 2011 hebben diverse gesprekken met de nieuwe Compliance officer plaatsgevonden over bredere invulling van compliancefunctie. Evaluatie In 2010 heeft SPIN de invulling van de compliancefunctie geëvalueerd. Hierbij is geconcludeerd dat behoefte bestaat aan een bredere invulling van de functie. Aansluitend heeft het Dagelijks bestuur een selectietraject uitgevoerd en heeft het Algemeen bestuur per 1 januari 2011 een nieuwe Compliance officer benoemd. Eind 2010 is met DNB besproken hoe een pensioenfonds kan aantonen dat zij compliant is met wet- en regelgeving. Op verzoek van DNB heeft SPIN dit in een brief nader toegelicht. Toekomst Vanaf 2011 is er een uitgebreidere invulling van de compliancefunctie. Daarnaast zal aanvullend ten opzichte van afgelopen jaren het volgende worden uitgevoerd: • actualisering integriteitsbeleid; • herziening diverse compliancedocumenten; • uitvoeren van bewustwordingsprogramma compliance. Personele mutaties Gedurende het verslagjaar was de heer D.N. Nieuwkerk de Compliance officer van SPIN. Hij is per 31 december 2010 teruggetreden als Compliance officer. Per 1 januari 2011 is het Nederlands Compliance Instituut benoemd als Compliance officer. Verantwoording van de risicomanager De risicomanagementrapportage aan het Algemeen bestuur is verder ontwikkeld, waarbij een eerste aanzet is gemaakt voor verbetering van weergave van presentatie en kwantificering van de risico’s. Daarnaast heeft een afstemming van activiteiten en rapportages plaatsgevonden tussen risicomanagement en compliance (juridische en gedragscompliance). In 2010 is het proces van de maandelijkse SPIN business controls aangevuld met: • Periodieke algemene review door de risicomanager met het management; • Bespreken door de risicomanager met het management van SPIN van de effectiviteit van de interne beheersing van de operationele processen. Verantwoording In de loop van 2010 heeft het Algemeen bestuur besloten risicomanagement weer in een afzonderlijke staffunctie onder te brengen. In oktober 2010 heeft het Algemeen bestuur een nieuwe Risicomanager aangesteld. Toekomst In verband met de aanstelling van het Nederlands Compliance Instituut als Compliance officer, vindt in 2011 opnieuw een afstemming plaats tussen risicomanagement en compliance. De afstemming heeft als doel de activiteiten en rapportage van risicomanagement en juridische en gedragscompliance nauw op elkaar te laten aansluiten.
INHOUD
39
SPIN jaarverslag 2010 | verslag van het Algemeen bestuur
De risicomanagementrapportage zal in 2011 verder worden ontwikkeld, waarbij nadruk wordt gelegd op: • Verbetering van de presentatie van de risico’s. Daarbij zal nadrukkelijker prioriteitstelling plaatsvinden en aandacht worden besteed aan de kernrisico’s; • Kwantificering van risico’s. Hiertoe zal voor beleggingen een kwantitatief risicokader voor monitoring en meting van beleggingsrisico’s worden ontwikkeld. Personele mutaties Tot 6 oktober 2010 vervulde de heer S. Gerbrandy de functie van risicomanager. Per 6 oktober 2010 is mevrouw K.M.A. Jansz aangesteld als nieuwe risicomanager.
Paragraaf wet- en regelgeving Aanpassingen in wet- en regelgeving in het verslagjaar 2010 In deze paragraaf worden eerst de belangrijkste wijzigingen in wet- en regelgeving die relevant zijn voor SPIN weergegeven die in het verslagjaar zijn opgetreden, daarna de onderhanden wijzigingen. In het verslagjaar 2010 zijn aanpassingen doorgevoerd in wet- en regelgeving op pensioengebied die van invloed kunnen zijn op SPIN. Hieronder zijn de belangrijkste aanpassingen beschreven en, waar van toepassing, de reactie van SPIN. SPIN hanteert voorgeschreven voorwaardelijkheidsverklaring toeslagenmatrix en toeslagenlabel De Autoriteit Financiële Markten (AFM) schrijft voor dat de teksten van de voorwaardelijkheidsverklaring uit de toeslagenmatrix letterlijk dienen te worden overgenomen. Daarnaast dienen pensioenfondsen vanaf 2010 het toeslagenlabel te hanteren. Begin 2011 is die verplichting vervallen. In februari 2011 heeft het Dagelijks bestuur besloten het toeslagenlabel niet meer te hanteren, vanwege het ontbreken van toegevoegde waarde. De informatievoorziening van SPIN over toeslagverlening voldoet aan de wettelijke eisen. Principes voor beheerst beloningsbeleid geïmplementeerd In mei 2009 hebben DNB en de AFM de ‘Principes voor beheerst beloningsbeleid’ uitgebracht met als doel financiële ondernemingen en pensioenfondsen richting te geven. Eind 2010 hebben deze Principes een wettelijke status gekregen. De principes dragen bij aan een betere beheersing van de risico’s van prestatieafhankelijke beloningen. Variabele beloningsstructuren zijn geïdentificeerd als één van de oorzaken van de kredietcrisis. SPIN heeft op 17 juni 2010 een ‘Beheerst beloningsbeleid’ vastgesteld.
INHOUD
40
SPIN jaarverslag 2010 | verslag van het Algemeen bestuur
Aanpassingen in Pensioenwet verwerkt in pensioenreglementen In juni 2010 zijn op onderdelen wijzigingen doorgevoerd in de pensioenreglementen op basis van de eisen van de Pensioenwet. Tevens zijn diverse tekstuele verbeteringen aangebracht. Geactualiseerd Plan van Aanpak Deskundigheidsbevordering van Pensioenkoepels De Pensioenkoepels hebben in juni 2010 een verbeterde versie van het Plan van Aanpak Deskundigheidsbevordering uitgebracht. Het Plan van Aanpak bevat onder meer een nieuwe versie van de ‘eindtermen’ voor het niveau van deskundigheid waaraan bestuursleden van pensioenfondsen dienen te voldoen en legt meer nadruk op het belang van compliance, integriteit en risicomanagement. SPIN heeft in het in augustus 2010 vastgestelde deskundigheidsplan rekening gehouden met het geactualiseerde Plan van Aanpak Deskundigheidsbevordering. SPIN heeft de informatie-uitwisseling nodig voor functioneren Pensioenregister geïmplementeerd Begin januari 2011 is het Pensioenregister gestart, waardoor mensen via www.mijnpensioenoverzicht.nl kunnen zien welke pensioenaanspraken zij hebben opgebouwd (AOW en aanvullend pensioen). SPIN heeft in 2010 de benodigde informatie aangeleverd aan Stichting Pensioenregister en met succes de gevraagde tests uitgevoerd. Multi-opf geïntroduceerd Vanaf begin juni 2010 is door het aannemen van de Wet Multi-opf het mogelijk dat ondernemingspensioenfondsen samengaan in een multi-opf. Met deze wet wordt een nieuw uitvoeringsalternatief geboden aan ondernemingspensioenfondsen die (onder meer) in verband met toegenomen wettelijke eisen het voortbestaan van het pensioenfonds heroverwegen.
Aanpassingen in wet- en regelgeving na afloop van het verslagjaar 2010 In 2011 zijn tot het moment van vaststellen van dit jaarverslag de volgende aanpassingen in wet- en regelgeving doorgevoerd op pensioengebied die van toepassing kunnen zijn voor SPIN. Inspanningsverplichting vergroten diversiteit in samenstelling organen van pensioenfondsen In december 2010 zijn sociale partners in de Stichting van de Arbeid (StvdA) met een aantal maatschappelijke organisaties waaronder de Pensioenfederatie, een convenant overeengekomen gericht op het vergroten van diversiteit in de samenstelling van besturen, deelnemersraden en verantwoordingsorganen. Doel is dat deelnemers en pensioengerechtigden zich, meer dan nu het geval is, zich vertegenwoordigd weten en zich kunnen herkennen in deze organen. Hierdoor bestaat de verwachting dat de belangstelling voor het doen en laten van pensioenfondsen en het draagvlak voor te nemen besluiten zal toenemen.
INHOUD
41
SPIN jaarverslag 2010 | verslag van het Algemeen bestuur
SPIN streeft ernaar dat leden van de organen van haar pensioenfonds wat betreft samenstelling een afspiegeling vormen van het deelnemers- en pensioengerechtigdenbestand. SPIN zal zich in 2011 beraden op welke wijze zij nader invulling geeft aan vergroting van de diversiteit. Een eerste stap daarbij komt aan de orde bij de verkiezingen voor de Deelnemersraad in de loop van 2011. Beleidsregel Deskundigheid 2011 per 1 januari 2011 in werking DNB en de AFM hebben de ‘Beleidsregel deskundigheid 2011’ ingevoerd met ingang van 1 januari 2011. In deze beleidsregel is verduidelijkt welke eisen de toezichthouders stellen aan de deskundigheid van beleidsbepalers van de onder hun toezicht staande instellingen en welke aspecten zij bij de toetsing in aanmerking nemen. Deskundigheid omvat in het algemeen kennis, vaardigheden en professioneel gedrag en kan worden aangetoond door opleiding, ervaring en competenties. De toezichthouders houden bij toetsing rekening met de functie van de beleidsbepaler en met de soort, omvang, complexiteit en het risicoprofiel van het pensioenfonds. De toetsing geldt voor alle nieuw aan te stellen bestuursleden en voor bestaande bestuursleden, indien omstandigheden daartoe aanleiding geven. SPIN zal de Beleidsregel implementeren door de profielen voor bestuurders aan te passen. Premie Pensioen Instellingen in Nederland geïntroduceerd Met de introductie van de Premie Pensioen Instelling (PPI) introduceert Nederland de mogelijkheid tot oprichting van instellingen die een pensioenpremieovereenkomst kunnen uitvoeren voor bedrijven die werkzaam zijn in de Europese Unie. De invoering van de wet speelt in op de toenemende internationale aandacht voor grensoverschrijdende pensioenactiviteiten. Instroom FVP-regeling per 1 januari 2011 beëindigd Per 1 januari 2011 is de instroom in de FVP-regeling beëindigd. Dit betekent dat werknemers die na 31 december 2010 recht krijgen op een werkloosheidsuitkering, niet meer in aanmerking komen voor een FVP-bijdrage. Met deze bijdrage kon sinds 1989 de pensioenopbouw voor werkloze werknemers van 40 jaar of ouder met de FVP-bijdrage (gedeeltelijk) worden voortgezet. Nieuwe parameters per 1 januari 2012 voor toepassing Financieel Toetsingskader Het kabinet heeft besloten voor pensioenfondsen zoals SPIN die niet in een periode van herstel zitten, per 1 januari 2012 de parameters in het kader van het Besluit Financieel Toetsingskader (FTK) aan te passen. In het besluit gaat het kabinet uit van een parameterwaarde van afgerond 7% voor het maximaal in te rekenen rendement op beursgenoteerde aandelen. Afkoop kleine pensioenaanspraken per 2011 Jaarlijks wordt de afkoopgrens voor kleine pensioenaanspraken aangepast. De afkoopgrens bedraagt per 1 januari 2011 3 427,29.
INHOUD
42
SPIN jaarverslag 2010 | verslag van het Algemeen bestuur
Onderhanden wet- en regelgeving Voor 2011 per het moment van vaststellen van dit jaarverslag ontwikkelingen in wet- en regelgeving op pensioengebied te verwachten met betrekking tot de volgende thema’s. Commissie Frijns geeft aanbevelingen voor beleggings- en risicobeleid en voor uitvoering beleggingsbeleid De Commissie Frijns doet in haar rapport 19 aanbevelingen voor het beleggings- en risicobeleid en voor de uitvoering van het beleggingsbeleid van pensioenfondsen. De Commissie beveelt onder andere aan wettelijk te regelen dat in het Financieel Toetsingskader een reëel kader wordt opgenomen, in het beleid een ondergrens aan de dekkingsgraad moet worden gesteld, de monitoring van het beleggingsbeleid meer nadruk krijgt en ten minste twee deskundigen in het bestuur zitten met de deskundigheid om risico’s van financiële markten adequaat te onderkennen en te beoordelen. SPIN had al een aantal aanbevelingen doorgevoerd. Daarnaast heeft SPIN in maart 2010 in een notitie de nog openstaande aanbevelingen uitgewerkt en voorstellen gedaan voor implementatie. Het is onzeker in hoeverre de aanbevelingen in regelgeving worden omgezet. SPIN zal in de loop van 2011 besluiten nemen en waar nodig voorstellen verder uitwerken en implementeren. Commissie Goudswaard beveelt aanpassing pensioenstelsel aan in belang van toekomstbestendigheid De Commissie Goudswaard heeft in haar rapport van begin januari 2010 geconstateerd dat het huidige Nederlandse pensioenstelsel onvoldoende toekomstbestendig is door vergrijzing en stijgende levensverwachtingen. De Commissie stelt dat dit kan worden opgelost door aanpassing van de toekomstige pensioenopbouw, het anders omgaan met de risico’s of een combinatie van beide. De commissie draagt in haar rapport verschillende oplossingsrichtingen aan, die momenteel onderdeel zijn van de (politieke) pensioendiscussie. SPIN heeft in mei 2010 hierover een notitie opgesteld. In de notitie wordt per oplossingsrichting ingegaan op toepasbaarheid binnen SPIN. SPIN heeft op basis van de huidige inzichten maatregelen genomen voor wat betreft de stijgende levensverwachting. Het is onzeker in hoeverre de oplossingsrichtingen in regelgeving worden omgezet. Het bestuur volgt de ontwikkelingen nauwlettend. Pensioenakkoord voorjaar 2010 De sociale partners hebben aangegeven dat op elkaar afgestemde aanpassingen in beide pijlers noodzakelijk zijn om het integrale pensioenstelsel houdbaar te houden. Sociale partners in de Stichting van de Arbeid hebben in het Pensioenakkoord voorjaar 2010 afspraken gemaakt over noodzakelijke aanpassingen in de pensioenregelingen in de tweede pijler en voorstellen gedaan voor een toekomstbestendige AOW in de eerste pijler.
INHOUD
43
SPIN jaarverslag 2010 | verslag van het Algemeen bestuur
De voorstellen voor aanpassing betreffen op hoofdlijnen: • Pensioenambitie en –verwachtingen moeten meer worden afgestemd op realistisch ingeschatte financiële mogelijkheden, zodat deelnemers weten wat ze kunnen verwachten; • Pensioencontracten dienen zodanig voor stijgende levensverwachting en ontwikkelingen op financiële markten te worden aangepast dat de premies op het huidige niveau kunnen worden gestabiliseerd; • In beide pijlers dient bij de basis pensioenleeftijd rekening te worden gehouden met de ontwikkeling in de levensverwachting, waarbij ruimte bestaat voor een flexibele uittredingsleeftijd. Daarbij dient de AOW een robuust fundament te zijn in het integrale pensioenstelsel; • Solidariteit als blijvend uitgangspunt in de pensioenregelingen moet evenwichtiger worden ingevuld en expliciet gemaakt, waarbij meer ruimte wordt gegeven aan individuele keuzemogelijkheden; • Overheid en bedrijfsleven dienen nieuwe wegen in te slaan om de duurzame inzetbaarheid en arbeidsmobiliteit van oudere werknemers te bevorderen. Bovenstaande betekent dat de basis pensioenleeftijd per 2020 op 66 jaar wordt gesteld en naar verwachting op 67 jaar per 2025. Het Pensioenakkoord voorjaar 2010 dient, zonodig aangepast op basis van afstemming tussen overheid en sociale partners in wetgeving te worden verwerkt. Dit zal naar verwachting in de tweede helft van 2011 worden voorbereid. SPIN volgt de ontwikkelingen nauwgezet en zal aanpassingen in pensioencontract en/of pensioenreglementen doorvoeren, zodra de wettelijke kaders bekend zijn. Integraal wetsvoorstel governance pensioenfondsen voor zomer 2011 naar Tweede Kamer Eind september 2010 heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een ‘Voorontwerp governance pensioenfondsen’ uitgebracht, met het doel samenhang te brengen in de discussies over de medezeggenschap en het geheel van het besturen (de governance) van pensioenfondsen. In december 2010 heeft de minister aangegeven dat voor 2011 goed pensioenfondsbestuur één van de drie kernprioriteiten is en dat een integraal wetsvoorstel governance pensioenfondsen voor de zomer van 2011 bij de Tweede Kamer zal worden ingediend. SPIN volgt de ontwikkelingen nauwgezet. Zij zal in de tweede helft van 2011 beoordelen in hoeverre aanpassingen in de governance van SPIN dienen te worden doorgevoerd op basis van dit integrale wetsvoorstel. Tot dat moment zal SPIN haar bestaande governance verder blijven ontwikkelen.
INHOUD
44
SPIN jaarverslag 2010 | verslag van het Algemeen bestuur
Iniatief wetsvoorstel Koser Kaya Blok over medezeggenschap pensioengerechtigden aangehouden Het initiatief wetsvoorstel van Koser Kaya en Blok dat gaat over het verplichten van deelname van pensioengerechtigden aan het bestuur van pensioenfondsen wordt aangehouden. Dit gebeurt omdat de minister van SZW samenhang wil brengen in de discussies over de medezeggenschap en het geheel van besturen (de governance) van pensioenfondsen. De minister heeft daartoe in september 2010 een voorstel aan de Eerste Kamer gezonden. De minister zal voor de zomer van 2011, zoals in de vorige paragraaf aangegeven, een integraal wetsvoorstel over de governance bij pensioenfondsen uitbrengen. In 2011 heroverweging systeem van waardeoverdracht In opdracht van het ministerie van SZW zijn de knelpunten bij waardeoverdrachten in kaart gebracht in het rapport ‘De praktijk van waardeoverdracht’. Knelpunten zijn bijvoorbeeld bijbetaling door werkgevers of gaten in de dekking van het nabestaandenpensioen. Ze zijn ontstaan door een aantal veranderingen op pensioengebied, zoals de overgang van eind- naar middelloonregelingen. Op korte termijn zijn de onderzoeksuitkomsten van betekenis voor de bijbetalingsproblematiek van oude en nieuwe werkgevers van werknemers die aan waardeoverdracht doen. De minister van SZW heeft voor de tweede helft van 2011 heroverweging van het systeem van waardeoverdracht aangekondigd. Dit wordt gebaseerd op een fundamentele discussie hierover met de Stichting van de Arbeid en het pensioenveld.
INHOUD
45
SPIN jaarverslag 2010 | verslag van het Algemeen bestuur
Financiële paragraaf Samenvatting financiële positie SPIN en ontwikkelingen 2010 Pensioen-
Technische
Dekkings-
vermogen
voor
graad
5’s
zieningen
%
5’s Stand per 1 januari 2010 Premiebijdragen Pensioenuitkeringen Toeslagverlening Wijziging rentetermijnstructuur Beleggingsresultaten
2.886.315
2.344.334
123,1
39.412
25.638
0,1
-128.398
-128.213
1,3
0
22.386
-1,2
0
177.419
-8,7
352.703
29.144
13,5
0
4.636
-0,2
0
19.779
-0,8
Overig – Omrekening AG prognosetafel 2010-2060 (netto) – Opvoer van Voorziening uitvoeringskosten – Overig Stand per 31 december 2010
-4.406
-13.554
-0,4
3.145.626
2.481.569
126,7
De stijging van de dekkingsgraad is vooral een gevolg van de goede beleggingsresultaten over 2010. Dit positieve effect is grotendeels gecompenseerd door wijziging in de rentetermijnstructuur en in mindere mate door omrekening naar de nieuwe AG-prognosetafel en het opvoeren van de Voorziening uitvoeringskosten. Het saldo van baten en lasten over de afgelopen jaren kan als volgt worden weergegeven. 2010
2009
2008
2007
2006
Premieresultaat
13.867
292.885
10.783
13.884
8.380
Interestresultaat
145.958
236.691 -1.018.635
175.908
269.636
(inclusief toeslagverlening) -22.386
-762
-20.128
-15.986
-27.510
Resultaat op sterfte
Toeslagverlening
3.476
3.458
1.851
-4.215
-4.426
Resultaat op arbeidsongeschiktheid
4.743
-175
-1.277
4.466
3.759
-93
-34
-72
-56
-53
Resultaat op risicoherverzekering Resultaat op kosten Mutaties/diversen Wijziging reserveringsmethode/overige
0
0
30
0
488
6.797
2.253
8.142
-20.006
-35.882
-6.668
42.411
-24.653
-4.636
0
0
-137.779
0
496.669 -1.027.349
80.916
233.275
resultaten
Overgang naar actuele prognose/generatie-
0 153
tafel (schattingswijziging)
Totaal saldo van baten en lasten
121.076
SPIN jaarverslag 2010 | verslag van het Algemeen bestuur
Onderzocht is of de huidige opslag voor excassokosten na een eventueel toekomstige beëindiging van de uitvoeringsovereenkomst voldoende vrijval genereert om de operationele kosten van het pensioenfonds te dekken. Geconcludeerd is dat dit niet het geval is en dat het treffen van een aanvullende voorziening benodigd is. Aansluitend heeft het Algemeen bestuur besloten vanaf 2010 een Voorziening uitvoeringskosten te verwerken ter grootte van 0,8% van de technische voorzieningen.
Gevoeligheidsanalyse In onderstaande tabel wordt de gevoeligheid van de dekkingsgraad getoond voor waardeveranderingen van de aandelenbeleggingen (-30/+30%) en voor verschuivingen in het renteniveau (-1/+1%). In het midden van de tabel staat de dekkingsgraad per 31 december 2010 van 127%. Waardeverandering aandelen
rente
46
Verschuiving
INHOUD
-30%
-15%
0%
15%
30%
-1,0 %
113 %
119 %
125 %
131 %
136 %
-0,5 %
114 %
120 %
126 %
132 %
138 %
0,0 %
114 %
120 %
127 %
133 %
140 %
0,5 %
114 %
121 %
128 %
135 %
142 %
1,0 %
114 %
121 %
129 %
137 %
144 %
Uit bovenstaande tabel kan het effect van een rentewijziging en/of een waardeverandering van aandelen op de dekkingsgraad worden afgelezen. Hieruit blijkt dat het effect van een rentewijziging relatief beperkt is, omdat het renterisico nagenoeg volledig is afgedekt. Voor de aandelen die SPIN aanhoudt is het risico van waardeverandering niet afgedekt. Daarom heeft elke waardeverandering in de aandelen in portefeuille invloed op de dekkingsgraad. De tabel laat bijvoorbeeld zien dat wanneer de aandelenkoersen met 30% dalen en tegelijkertijd de rente met 1%-punt daalt, de dekkingsgraad uitkomt op 113%.
INHOUD
47
SPIN jaarverslag 2010 | verslag van het Algemeen bestuur
Beleggingenparagraaf Algemeen Het Algemeen bestuur van SPIN stelt het strategische beleggingsbeleid vast. Onder het strategisch beleggingsbeleid wordt verstaan de vaststelling van het doel en de stijl van het beleggingsbeleid, de strategische beleggingsportefeuille en bandbreedtes, de benchmarks en de selectie en aanstelling van de vermogensbeheerder(s). Een adviserende rol in het beleggingsbeleid wordt ingenomen door de Beleggingscommissie. De commissie is samengesteld uit externe deskundigen en adviseert het Algemeen bestuur over beleggingsaangelegenheden in brede zin. Hieronder vallen advies ten aanzien van het bestaande en toekomstige beleggingsbeleid, de selectie en het monitoren van externe vermogensbeheerders en technische- en inhoudelijke aspecten van beleggingsproducten. Het Algemeen bestuur heeft de uitvoering van het beleggingsbeleid gedelegeerd aan het Dagelijks bestuur.
Beleggingsbeleid Doel beleggingsbeleid Doelstelling van het DB-beleggingsbeleid is het met een grote mate van zekerheid mogelijk maken de nominale pensioenen uit te keren en het waarmaken van de toeslagambitie. Randvoorwaarde is dat dit gebeurt tegen een aanvaardbare premie. Doelstelling van het DC-beleggingsbeleid is het met een grote mate van zekerheid mogelijk maken van de vorming van een kapitaal, waarmee een acceptabel pensioen kan worden ingekocht. Belegd wordt voor het risico van de (gewezen) deelnemer zelf. De DB- en DC-pensioenregelingen hebben ieder hun eigen vereisten ten aanzien van een gedegen beleggingsbeleid. Het bestuur is van mening dat de algemene beleggingsprincipes voor beide gelijk zijn. Door de veel grotere omvang en grotere flexibiliteit binnen de DB-portefeuille is deze bij het ontwikkelen van het beleggingsbeleid over het algemeen leidend. Onderbouwing beleggingsbeleid Voor de analyses van de lange termijn, gevolgen van het beleggingsbeleid en veranderingen in de financiële markten, wordt onder andere gebruik gemaakt van een ALM-model. In dit model wordt de relatie tussen de ontwikkeling van de beleggingen en die van de verplichtingen inzichtelijk gemaakt. De gevolgen voor SPIN van aanpassingen in de strategische beleggingsmix zijn doorgerekend en geanalyseerd. Hierdoor heeft SPIN een beter inzicht in haar sturingsmiddelen, verplichtingen en rentevoeligheid (duration). Beschrijving van het beleggingsbeleid voor DB-pensioenregelingen In 2010 zijn twee majeure strategische wijzigingen doorgevoerd in de strategische beleggingsmix. Op advies van de Beleggingscommissie heeft het Algemeen bestuur de volgende besluiten genomen en geëffectueerd:
INHOUD
48
SPIN jaarverslag 2010 | verslag van het Algemeen bestuur
• Het per 30 april 2010 afstoten van posities in de zogenaamde PIIGS-landen (Portugal, Ierland, Italië, Griekenland en Spanje) in de long duration Euro staatsobligatie portefeuille en het herbeleggen van de vrijgekomen gelden in AAA-rated Euro staatsobligaties. • Ten aanzien van de DB-pensioenregelingen: Halvering van de strategische allocatie van het wereldwijde-obligaties fonds (van 11% naar 5,5%) ten gunste van AAA Euro staatsobligaties. Het Algemeen bestuur is in de tweede helft van 2009 gestart met een fundamentele evaluatie van het beleggingsbeleid. Op basis daarvan heeft het bestuur in december 2010 het strategische beleggingsbeleid als volgt aangepast • 70% vastrentende waarden en 30% zakelijke waarden voor de lange termijn in plaats van 50% elk; Voor de korte termijn werd deze 70/30-verhouding al enige tijd gehanteerd • In aanvullling daarop wordt een duration overlay toegepast voor bescherming van de dekkingsgraad overgaand van nominaal naar reëel kader, als volgt: • Tot een nominale dekkingsgraad van 130% wordt een 100% matching van de nominale verplichtingen toegepast; • Vanaf de nominale dekkingsgraad van 130% worden inflation swaps toegevoegd aan swaps; • Mandaat aan een externe manager voor het gebruik van swaptions versus swaps en inflationswaps. • Het valutarisico op US$, GBP en Yen wordt 100% afgedekt. Motivering voor dit besluit is dat het invulling geeft aan de door het bestuur vastgestelde uitgangspunten voor het beleggingsbeleid in relatie tot doelstellingen voor nominale en reële dekkingsgraad, premie en toeslagambitie. Aanvullend is besloten invulling van de vastrentende en zakelijke waarden nader uit te werken. Beschrijving van het beleggingsbeleid voor de DC-pensioenregeling Het betreft hier de beleggingsfondsen voor deelnemers aan het Basis- en FlexPensioenreglement waarin door IBM en de deelnemers zelf maandelijks stortingen worden gedaan ter vorming van een DC-kapitaal. Sinds 2008 zijn alle deelnemers in de DC-pensioenregeling ondergebracht in een drietal beleggingsprofielen, te weten het basisprofiel, een offensief profiel en een defensief profiel. Deze profielen worden administratief beheerd door TKP te Groningen. De profielen zijn opgebouwd uit een vijftal leeftijdscohorten. Per cohort is een verhouding tussen aandelen en obligaties vastgesteld. Een deelnemer doorloopt bij het vorderen van de leeftijd de vijf cohorten. Bij elk opvolgend leeftijdscohort wordt het gewicht in aandelen verlaagd ten gunste van dat in obligaties. Het offensieve beleggingsprofiel belegt wat langer in aandelen dan het basis profiel en het defensieve wat korter. Overigens is elk beleggingsprofiel op zichzelf prudent vastgesteld.
INHOUD
49
SPIN jaarverslag 2010 | verslag van het Algemeen bestuur
Leeftijds-
Defensief
Basis
Offensief
Beleggingsmix
cohort
Leeftijd
Leeftijd
Leeftijd
Aandelen/
1
<33
<42
<47
90-10%
2
33-44
42-49
47-52
75-25%
3
45-52
50-54
53-56
50-50%
4
53-58
55-59
57-60
25-75%
5
59-64
60-64
61-64
10-90%
obligaties
In de beleggingsprofielen wordt gebruik gemaakt van drie beleggingsfondsen, te weten: • World fonds, benchmark de MSCI World Index; • EMU Fonds, benchmark de MSCI EMU Index; • Lange EMU Staatsobligaties Fonds, benchmark Merill Lynch AAA EMU Direct Governments 10+ yr Index. De benchmark voor staatsobligaties is per eind mei 2010 omgezet naar een benchmark waarbij alleen geïnvesteerd wordt in AAA rated staatsobligaties in de Euro zone. Binnen de aandelen is de verhouding EMU-World 60%-40%. Maatschappelijk verantwoord beleggen SPIN ziet het als haar taak een verantwoord beleggingsbeleid uit te voeren binnen de kaders van haar fiduciaire verantwoordelijkheid. De wet bepaalt immers dat ten aanzien van het vermogensbeheer de primaire verantwoordelijkheid van het Algemeen bestuur ligt bij het financieel belang van de actieve en inactieve deelnemers. Het Algemeen bestuur vindt het echter van groot belang dat bij het beleggingsbeleid rekening wordt gehouden met zowel financiële als niet-financiële criteria. Onder deze laatste worden vaak verstaan de zogenoemde duurzame factoren natuur & milieu, sociale factoren en governance. IBM voert als onderneming een actief maatschappelijk- en milieubeleid. Zij schroomt niet hierin trendsettend te zijn. Kenmerkend voor het IBM-beleid is de positieve insteek waarbij verbeteringen in maatschappelijke- en milieuaspecten voor de participanten ook in economische voordelen worden uitgedrukt. Het Algemeen bestuur van SPIN wenst met haar duurzaam beleggingsbeleid hierbij aan te sluiten. Daarbij zal SPIN gezien haar omvang niet zozeer trendsetter, maar eerder volger zijn. Voor de criteria wordt daartoe aangesloten bij de UN Global Compact zoals die ook door IBM Corporation zijn onderschreven1. SPIN is tevens aangesloten bij Eumedion. Vertaald naar beleid betekent dit dat het Algemeen bestuur zijn positie als aandeelhouder wil gebruiken om processen te beïnvloeden. Zij acht dit zelfs zijn plicht in het kader van zijn fiduciaire verantwoordelijkheid. Doel van het beleid is eraan bij te dragen dat bedrijven op korte en op lange termijn tot betere prestaties zullen komen. Hierbij hoort in de visie van het Algemeen bestuur ook dat bedrijven bewust omgaan met duurzame factoren en dit een integraal onderdeel van hun beleid maken.
1) Onder de UN Global Compact vallen een aantal wereldwijd erkende verdragen op het gebied van mensenrechten, werkomstandigheden, milieu & ontwikkeling en corruptie.
INHOUD
50
SPIN jaarverslag 2010 | verslag van het Algemeen bestuur
Samengevat komt het Algemeen bestuur tot de volgende uitgangspunten voor een duurzaam beleggingsbeleid: • SPIN volgt een positieve benadering t.a.v. de problematiek rond duurzaam beleggen; • SPIN is niet trendsettend, maar volgend; • voor criteria wordt aangesloten bij de UN Global Compact; • de duurzaamheidscriteria worden in eerste instantie gericht op direct betrokken bedrijven en/of landen en niet op de toeleveranciers. Deze uitgangspunten worden in de praktijk als volgt ingevuld: • duurzaamheidscriteria worden betrokken in de selectieprocedure voor en de discussie met en rapportage door vermogensbeheerders; • in het huidige stembeleid voor aandelen wordt de weging van duurzaamheidscriteria geëvalueerd; • SPIN heeft vanaf november 2010 de partij Hermes aangesteld om namens SPIN bedrijven aan te spreken op hun gedrag op de door SPIN onderschreven criteria voor verantwoord beleggen. Indien het bedrijf onvoldoende reageert op het verbetertraject, is de ultieme stap op termijn uitsluiting; • SPIN onderzoekt in hoeverre duurzame beleggingsprodukten aan de portefeuille toegevoegd kunnen worden. Hiervoor geldt uiteraard wel dat deze dienen te voldoen aan de algemene eisen zoals liquiditeit, rendement en risico; • SPIN rapporteert per kwartaal over de uitvoering van het duurzaam beleggingsbeleid.
Beleggingsrendementen Beleggingsrendementen DB-pensioenregelingen De beleggingsportefeuille heeft een totaal rendement inclusief renteafdekking gerealiseerd van 12,44% (9,43%). Zonder renteafdekking zou dit resultaat 9,39% zijn geweest (2009: 11,48%). Dit rendement inclusief renteafdekking ligt 0,49% hoger (2009: 0,16% hoger) dan de door SPIN gehanteerde vergelijkingsindex (benchmark), welk is afgeleid van officiële indices. Het absolute rendement is toe te schrijven aan de goed presterende aandelen- en obligatiemarkt in 2010. De relatieve outperformance ten opzichte van de benchmark is het gevolg van de goede resultaten van de staats- en bedrijfsobligaties wereldwijd en de aandelen mandaten. Door vergelijking van de behaalde resultaten met het rendement van de benchmark is het mogelijk een oordeel te geven over de keuzes die de verschillende vermogensbeheerders hebben gemaakt bij het beheer van de beleggingsportefeuilles.
Totale pensioenfondsresultaat over 1, 3 en 5 jaar
Beleggingsrendement Relatief resultaat
1 jaar
3 jaar
5 jaar
12,44%
0,04%
2,75%
0,49%
-0,56%
-0,33%
INHOUD
51
SPIN jaarverslag 2010 | verslag van het Algemeen bestuur
Beleggingsrendementen DC-pensioenregeling Het beleggingsrendement voor de vijf leeftijdscohorten van de DC-pensioenregeling kan als volgt worden weergegeven. Leeftijdscohort
1
2
3
4
5
90%/10%
75%/25%
50%/50%
25%/75%
10%/90%
9,16%
8,54%
7,31%
5,84%
4,84%
Verhouding aandelen/obligaties Rendement 2010 2009
25,06%
21,37%
15,21%
9,07%
5,40%
2008
-30,67%
-25,25%
-15,53%
-4,95%
1,81%
Beleggingsmix DB-pensioenregelingen Hieronder wordt per 31 december de feitelijke beleggingsmix vergeleken met de strategische beleggingsmix.
Figuur 1 – Feitelijke beleggingsmix ten opzichte van strategisch beleggingsmix
2010 werkelijk
strategisch jaareinde 2010 Vastrentend/Cash
Vastrentend/Cash
68,6 %
Aandelen
Aandelen
31,4%
70 %
30%
2009 werkelijk
66,3% Aandelen
strategisch jaareinde 2009
Vastrentend/Cash
Vastrentend/Cash Aandelen 30%
33,7%
Vastrentend/Cash Aandelen
70 %
INHOUD
52
SPIN jaarverslag 2010 | verslag van het Algemeen bestuur
De geografische spreiding van aandelen kan als volgt worden weergegeven. Figuur 2 - Geografische spreiding aandelen 2010
2009
46,3%
49,7%
11,3%
9,3%
10,9%
9,6%
31,5%
31,4%
Europa Verenigde Staten
Verre Oosten en Japan Opkomende markten
De beleggingen kunnen als volgt naar valuta gespecificeerd worden weergegeven: Figuur 3 - Valuta spreiding aandelen 2010
85%
2009 2,3% 0,8% 6,8%
85%
2,1% 1,3% 85%
6,5%
5,1%
Euro Europa niet Euro Amerikaanse dollar Japanse Yen
5,1%
Overig
Vermogensbeheer DB-pensioenregelingen Algemeen Het vermogensbeheer is volledig ondergebracht bij externe partijen door middel van het toedelen van beleggingsmandaten. Er wordt onderscheid gemaakt tussen actieve en passieve mandaten. Bij een passief mandaat volgt de vermogensbeheerder de benchmark. Voor een deel van de actieve mandaten belegt SPIN in speciale beleggingspools die alleen toegankelijk zijn voor IBM-pensioenfondsen. Dit zijn de zogenaamde pooled funds. Belangrijk voordeel van pools is de grotere mogelijkheid tot risicospreiding dan SPIN met een separaat mandaat zou kunnen bereiken. SPIN belegt in de IBM beleggingspools voor zowel wereldwijde vastrentende waarden als aandelen en in de pool voor aandelen in opkomende markten. Overigens past SPIN bij verantwoording over de fondsen (pools) geen ‘look through’-benadering toe.
INHOUD
53
SPIN jaarverslag 2010 | verslag van het Algemeen bestuur
Afdekken renterisico DB-pensioenregelingen Voor het afdekken van het renterisico van de verplichtingen wordt gebruik gemaakt van renteswaps. Het aangaan van deze swapcontracten is aan strenge regels gebonden. Deze contracten worden onderhands aangegaan met verschillende tegenpartijen via ISDA contracten. In deze contracten zijn regels opgenomen ten behoeve van risicobeperking. SPIN maakt hierbij gebruik van dagelijks collateral (onderpand) management en waardebepaling, waarbij het collateral alleen mag bestaan uit specifieke Europese Staatsobligaties. Om het tegenpartijrisico te beperken zijn maximale percentages opgenomen per tegenpartij. Fondsen Pooled funds Deze fondsen zijn specifiek en uitsluitend opgericht voor aan IBM gerelateerde pensioenfondsen. Deze fondsen zijn in Ierland genoteerd. Ieder fonds heeft meerdere managers voor stijl- en risicospreiding. Global Strategy Fund De waarde van de door SPIN gehouden units in het Global Strategy Fund bedraagt per ultimo 2010 Euro 169,7 mln. (2009: Euro 292 mln.). In dit beleggingsfonds wordt wereldwijd belegd. De te onderscheiden beleggingscomponenten zijn: Government/ Government related, Corporates en Securitized. De duration van het Global Strategy Fund per eind december 2010 is gelijk aan de duration van de benchmark, welke 5,2 jaar is (2009: 5,0 jaar). Diversified Global Equity Fund en Diversified Emerging Markets Fund De waarde van de door SPIN gehouden units in het Diversified Global Equity Fund bedraagt per 31 december 2010 Euro 169,2 mln. (2009: Euro 140 mln.). In dit beleggingsfonds wordt belegd in aandelen wereldwijd (Europa, VS, Japan en Verre Oosten). De waarde van de door SPIN gehouden units in het Diversified Emerging Markets Fund bedraagt per 31 december 2010 Euro 91,4 mln. (2009: Euro 79,7 mln.). In dit beleggingsfonds wordt belegd in aandelen opkomende markten. DC-pensioenregeling De onder de beleggingsprofielen liggende beleggingsfondsen worden passief beheerd door TKP. De rendementen volgen daardoor in belangrijke mate de gehanteerde benchmark. De vermogensbeheerder kan gebruik maken van de mogelijkheid om de effectenportefeuille uit te lenen. Overigens past SPIN bij verantwoording over de beleggingsfondsen geen ‘look through’-benadering toe. Evaluatie van het beleggingsbeleid voor de DC-pensioenregeling is gebaseerd op dezelfde uitgangspunten als voor het beleggingsbeleid voor de DB-pensioenregelingen. Bij uitvoering moet echter wel rekening worden gehouden met het individuele karakter van DC versus het collectieve van DB. Bovendien is de omvang van het DC-kapitaal veel kleiner dan dat van DB waardoor kosten een grotere rol spelen. Evaluatie van de bestaande beleggingsprofielen in 2010 heeft geen aanleiding gegeven tot aanpassing.
INHOUD
54
SPIN jaarverslag 2010 | verslag van het Algemeen bestuur
Pensioenparagraaf Algemeen beleid en activiteiten 2010 SPIN streeft naar het verstrekken van een pensioen dat de prijsstijgingen voor 75% volgt. Daarnaast streeft SPIN voor de DC-pensioenregeling er naar dat deelnemers per pensioendatum een zodanig DC-kapitaal hebben opgebouwd, dat zij bij pensionering in redelijke mate hun levensstandaard kunnen voortzetten. De deelnemers in de DC-pensioenregeling kunnen kiezen uit drie beleggingsprofielen (defensief, neutraal of offensief) en dragen zelf het risico voor de beleggingen en de waardeontwikkeling daarvan tot pensioendatum. Op pensioendatum kopen deelnemers een pensioen bij een verzekeraar. Voor 2010 zijn de belangrijkste activiteiten als volgt: • Succesvolle aansluiting bij het Pensioenregister; • Efficiëntere procesinrichting gepensioneerden; • Voorbereiding onderhanden voor het mogelijk maken van omzetting van DC-kapitaal in deels nabestaandenpensioen (DC-pensioenregeling); • Uitwerken pensioencompensatie voor arbeidsongeschiktheid voor deelnemers in de IBM- en FlexPensioenregeling.
Uitvoeringsovereenkomst Per 1 mei 2009 is een aangepaste uitvoeringsovereenkomst met IBM overeengekomen. Uitgangspunten voor de aangepaste uitvoeringsovereenkomsten zijn de continuïteit van de toeslagambitie, aanvaardbare dekkingsgraadrisico’s en zekerstelling van herstelbetalingen en beheersbaarheid en voorspelbaarheid van de premieontwikkeling voor IBM. De aanpassingen zijn onderbouwd via ALM-analyses en er is rekening gehouden met juridisch advies. DNB heeft tegen de doorgevoerde wijzigingen geen bezwaar gemaakt. Samenvatting uitvoeringsovereenkomst Grens
Uitvoeringsovereenkomst vanaf 1 mei 2009
MVEV (= 105%)
Betaling dekkingstekort binnen 12 kwartalen via annuïtaire lening
VEV (SAR 97,5%)
Betaling reservetekort binnen 60 kwartalen via annuïtaire lening
Ondergrens terugstorting/
Ondergrens is SAR 99% op reële verplichtingen
premiekorting Garantie IBM Corporation
Looptijd tot en met 2015. Bij opzegging van de garantie worden uitstaande vorderingen binnen de resterende looptijd betaald
INHOUD
55
SPIN jaarverslag 2010 | verslag van het Algemeen bestuur
Pensioenregelingen Kerngegevens pensioenregelingen van SPIN Kerngegevens per 1 januari 2010 over de pensioenregelingen van SPIN zijn als volgt weer te geven. IBM Pensioenregeling
Flex Pensioenregeling
Basis Pensioenregeling
Uitkering/premie
Uitkering/premie
Uitkering/premie
(gemitigeerd eindloon)
(middelloon/beschikbare
(middelloon/beschikbare
Karakter overeenkomst
premie)
premie)
60 jaar
60 jaar
65 jaar
55-65 jaar
55-65 jaar
55-65 jaar
Franchise
3 10.206,05
3 15.522,69
3 15.522,69
Opbouwpercentage
2,00%
2,25%
2,00%
Inkoop met DC-kapitaal
Inkoop met DC-kapitaal
bij externe verzekeraar
bij externe verzekeraar
Normale pensioendatum Mogelijke pensionerings-
leeftijden
ouderdomspensioen
Partnerpensioen op
risicobasis
1,20%
Wezenpensioen op
risicobasis
0,30%
Werknemersbijdrage Status regeling
5% pensioengrondslag Gesloten
Gesloten
Actief
Kenmerken van de pensioenregelingen van SPIN SPIN voert een viertal pensioenregelingen van IBM uit. Hieronder volgt een korte beschrijving per regeling: • IBM Pensioenreglement: uitkeringsovereenkomst met een ouderdomspensioen per 60-jarige leeftijd voor deelnemers die voor 1 januari 1950 zijn geboren, voor 31 mei 2006 deelnemer waren aan het IBM Pensioenreglement en van wie het deelnemerschap na die datum niet is beëindigd; • FlexPensioenreglement: uitkerings- en premieovereenkomst met een ouderdomspensioen per 60-jarige leeftijd voor deelnemers die voor 1 januari 1950 zijn geboren en deelnemers waren aan het FlexPensioenreglement per 31 mei 2006. De deelnemer neemt op basis van in het verleden gemaakte keuze geheel of gedeeltelijk deel aan de DC-pensioenregeling en belegt in gekozen beleggingsprofielen; • BasisPensioenreglement: hier zijn drie mogelijkheden van toepassing: • Deelnemer A: uitkeringsovereenkomst met een ouderdomspensioen per 65 jaar voor werknemers geboren op of na 1 januari 1950, die op 31 mei 2006 in dienst waren van IBM en deelnemer waren aan het oude IBM Pensioenreglement; • Deelnemer B: uitkerings- en premieovereenkomst met een ouderdomspensioen per 65 jaar voor werknemers geboren op of na 1 januari 1950, die op 31 mei 2006 in dienst waren van IBM en deelnemer waren aan het FlexPensioenreglement; • Deelnemer C: premieovereenkomst met een nabestaandenpensioen op risicobasis tot pensioendatum en een ingekocht nabestaandenpensioen vanaf pensioendatum, voor werknemers die na 31 mei 2006 in dienst van IBM zijn getreden;
INHOUD
56
SPIN jaarverslag 2010 | verslag van het Algemeen bestuur
• AOP-reglement: deelnemers kunnen aanspraak maken op arbeidsongeschiktheidspensioen en voortzetting van pensioenopbouw gedurende de uitkeringsperiode van een WIA- of WAO-uitkering. Het arbeidsongeschiktheidspensioen en de premievrije pensioenopbouw is gedeeltelijk indien sprake is van gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid. Tevens voert SPIN de pensioenregelingen uit van vier gelieerde ondernemingen: IBM AS, IBM SFS, VIAMET en FAIR. Deze regelingen bevatten uitsluitend gewezen deelnemers en gepensioneerden. Ook voert SPIN de toeslagverlening uit voor pensioenrechten uit hoofde van de IBM pensioenregeling waarvan de nominale aanspraken bij ASR Verzekeringen NV zijn ondergebracht. Voor alle pensioenregelingen geldt dat omzetting van partnerpensioen in ouderdomspensioen mogelijk is op de feitelijke pensioendatum. Het is tevens mogelijk in deeltijd te pensioneren, ouderdomspensioen in partnerpensioen om te zetten op datum beëindiging deelnemerschap en op de feitelijke pensioendatum en om de hoogte van de pensioenuitkering te laten variëren.
Financiering van de DB-pensioenregelingen Algemeen In de uitvoeringsovereenkomst tussen SPIN en IBM is voor nieuw op te bouwen pensioenaanspraken een kostendekkende premie opgenomen. Daarnaast is overeengekomen dat IBM een aanvullende premie zal voldoen, indien de financiële situatie van SPIN daar aanleiding toe geeft. Als extra zekerheid is door IBM Corporation een garantie verstrekt. De garantie is in een afzonderlijke overeenkomst met IBM Corporation vastgelegd. Deze garantie bedraagt $ 300 mln. per jaar en geldt tot en tot en met 31 december 2015. Premie voor de DB-pensioenregelingen Opbouw van de DB-premie De DB-premie is gebaseerd op marktwaarde en bestaat uit de volgende elementen: • actuariële kosten ter zake van de jaaropbouw van nominale pensioenaanspraken; • risicopremies ter zake van nabestaandenpensioen en arbeidsongeschiktheidspensioen; • opslagen voor excasso, toeslagambitie en solvabiliteit; • uitvoeringskosten van SPIN. In de kostendekkende premie is een opslag voor toeslagambitie opgenomen. De opslag voor toeslagambitie wordt gebruikt ter versterking van het eigen vermogen, die dient als bron voor voorwaardelijke toeslag. Op grond van de uitvoeringsovereenkomst wordt in de kostendekkende premie tevens een opslag voor solvabiliteit in rekening gebracht. Overzicht premie 2010 en 2009 met betrekking tot DB-pensioenregelingen (bedragen in 3 1.000) In onderstaand overzicht is de feitelijke en de kostendekkende premie over 2010 en 2009 gespecificeerd.
INHOUD
57
SPIN jaarverslag 2010 | verslag van het Algemeen bestuur
Feitelijke
Kosten-
Feitelijke
Kosten-
premie
dekkende
premie
dekkende
2010
premie
2009
premie
15.314
15.314
17.207
17.207
8.441
8.441
8.160
8.160
237
237
253
253
2.213
2.213
2.466
2.466
0
0
303
331
Opslag voor solvabiliteit
2.519
2.519
3,407
3,433
Bijdrage aan voorwaardelijke onderdelen
9.311
9.311
10.955
10.955
2010 Actuariële kosten jaaropbouw nominale
aanspraken
Risicopremie nabestaanden/arbeids
2009
ongeschiktheid
Excassokosten Uitvoeringskosten pensioenfonds Premie voor SPIN-medewerkers *)
Herstelpremies Totaal
0
0
277.050
0
38.035
38.035
319.801
42.805
* Vanaf boekjaar 2010 wordt de premie voor de SPIN-medewerkers meegenomen onder de uitvoeringskosten
Herstelpremie voor de DB-pensioenregelingen Werkwijze aanvullende premie De herstelpremie is afhankelijk van de dekkingsgraad van SPIN aan het eind van een boekjaar. Daarbij wordt het aanwezige pensioenvermogen vergeleken met het wettelijk minimaal vereist pensioenvermogen en het vereist pensioenvermogen. Indien het aanwezige vermogen minder bedraagt dan het minimaal vereist pensioenvermogen dan is er sprake van onderdekking, oftewel een dekkingstekort. Bedraagt het aanwezige pensioenvermogen minder dan het vereist pensioenvermogen, dan is er sprake van een reservetekort. In het geval van een reservetekort wordt dit tekort in 15 jaar aangevuld. Als sprake is van dekkingstekort, dan wordt dit tekort in drie jaar aangevuld. Korte- en langetermijnherstelplan De val van de dekkingsgraad van SPIN in 2008 leidde tot een reservetekort in het vierde kwartaal en een dekkingstekort per jaareinde van 2008. Dit betekende dat een korte- en langetermijnherstelplan opgesteld moest worden. Aangezien de herstelmaatregelen reeds in de pensioenfondsdocumentatie vastlagen, was opstelling hiervan relatief eenvoudig. Met name enkele speciale bepalingen van DNB over de opzet van het plan en de toelichting vergden extra aandacht. Na een korte toelichting bij DNB is het herstelplan door hen goedgekeurd. Eind 2009 was SPIN uit herstel. Premie voor de DC-pensioenregelingen De werkgever stort een leeftijdsafhankelijke premie inclusief een eventuele eigen bijdrage van de deelnemer. De deelnemer bouwt hiermeer voor eigen risico een pensioenkapitaal op. Er vindt geen toeslagverlening plaats en herstelpremies zijn niet van toepassing.
INHOUD
58
SPIN jaarverslag 2010 | verslag van het Algemeen bestuur
Toeslagen Toeslagbeleid SPIN streeft ernaar de opgebouwde pensioenaanspraken in de DB-pensioenregelingen en de ingegane pensioenaanspraken jaarlijks te verhogen met 75% van de procentuele toename van de consumentenprijsindex – alle huishoudens (CPI) over de periode september van het voorgaande jaar ten opzichte van de CPI van september van het daaraan voorafgaande jaar, zoals gepubliceerd door het CBS. De mate waarin de toeslagambitie kan worden gerealiseerd is afhankelijk van de dekkingsgraad. Op het opgebouwde DC-kapitaal wordt naar de aard van de regeling geen toeslag verleend. Het waardevast houden van het kapitaal dient te worden gerealiseerd uit een eventueel (over)rendement. Jaarlijkse toeslagverlening Of SPIN de jaarlijkse toeslag kan verlenen, is afhankelijk van de financiële positie van SPIN. De toeslagverlening is bij SPIN op de volgende manier afhankelijk van de dekkingsgraad: Vanaf 1 mei 2009 geldt de volgende staffel:
Bij een dekkingsgraad van:
Bedraagt het toeslagpercentage
Gelijk aan of lager dan
0%
105% Tussen 105% en 110%
Gedeeltelijke toeslagverlening: berekening naar verhouding.
110% en hoger
Volledige toeslagverlening (75% van de toename van de CPI) en bij achterstallige toeslagverlening: inhalen totdat over alle jaren 75% van de toename van de CPI is bereikt.
Of SPIN toeslag verleent, besluit het Algemeen bestuur jaarlijks in januari. Iedere belanghebbende op wiens pensioen een toeslag van toepassing is, ontvangt hierover van SPIN bericht. Inhaaltoeslagen Indien in een jaar een lagere toeslag is toegekend dan kan het Algemeen bestuur een inhaaltoeslag toekennen bovenop de per 1 januari van het lopende kalenderjaar verleende toeslag. Inhaaltoeslag is mogelijk indien de dekkingsgraad na de reguliere toeslagverlening hoger is dan 110%. Status realiseren toeslagambitie Onderstaand wordt het verschil tussen de volledige toeslagverlening (gebaseerd op 75% van de CPI) en de werkelijk toegekende toeslagen weergegeven.
INHOUD
59
SPIN jaarverslag 2010 | verslag van het Algemeen bestuur
2011
Volledige toeslag-
Toegekende
verlening
toeslagen
1,19 %
2,78 %
Verschil 1,59 %
2010
0,29 %
1,00 %
0,71 %
2009
2,30 %
0,00 %
-2,30 %
2008
0,99 %
0,99 %
0,00 %
Toeslagverlening 2010 en 2011 Het Algemeen bestuur heeft in januari 2011 besloten een toeslag op de pensioenaanspraken te verlenen per 1 januari 2011. Dit betreft de deelnemers en pensioengerechtigden met een pensioen op basis van de DB-pensioenregelingen. Het percentage voor 2011 is 2,78% (2010: 1,00%). Dit percentage is inclusief een inhaaltoeslag van 1,59% (2010: 0,71%). De toeslagverlening per 1 januari 2010 is verwerkt in de technische voorzieningen per 31 december 2010. Het besluit van toeslagverlening per 1 januari 2011 zal in 2011 in de technische voorzieningen worden verwerkt. Juridische procedure wijziging regeling toeslagverlening wacht op uitspraak hoger beroep Zoals in de paragraaf ‘Hoofdlijnen’ is aangegeven hebben de Vereniging van IBM pensioengerechtigden, de Grey Blue Circle, en vijf van haar gepensioneerde leden eind 2007 een juridische procedure gestart bij de rechtbank Amsterdam. De rechtszaak heeft als doel om de per 1 juni 2006 voor alle pensioengerechtigden en (gewezen) deelnemers gewijzigde toeslagregeling in de pensioenregelingen van SPIN ongedaan te maken. Per deze datum werd het toeslagbeleid aangepast door de prijsindex CPI-afgeleid te wijzigen in de prijsindex CPI, en de hoogte van de toeslagambitie werd teruggebracht van maxi maal 100% naar maximaal 75% van de stijging van de prijsindex. In 2009 zijn tussen de partijen via de rechtbank verschillende processtukken uitgewisseld. Vonnis Begin 2009 heeft een rechtszitting plaatsgevonden. Uiteindelijk heeft de kantonrechter op 24 juli 2009 uitspraak gedaan. Daarbij is SPIN door de kantonrechter grotendeels in het ongelijk gesteld. De rechter maakt onderscheid tussen onvoorwaardelijke en voorwaardelijke toezeggingen. Hij oordeelt dat de indexatietoezegging van SPIN onvoorwaardelijk is, omdat de toezegging niet van besluitvorming afhankelijk is. Wel gaf hij aan dat er pas geïndexeerd hoeft te worden als de indexatiebuffer voldoende was. In zoverre geldt er wel voorwaardelijkheid. De onvoorwaardelijke toezegging van indexering maakt deel uit van de pensioenaanspraken van de vijf eisers. Aan die aanspraak kan op grond van de wet niet meer worden getornd. De rechter heeft besloten dat de wijziging van het toeslagenbeleid voor de vijf pensioengerechtigden ongedaan moet worden gemaakt. Voor de Grey Blue Circle is de vordering afgewezen. Herstelvonnis De kantonrechter heeft in eerste instantie in zijn rechtsoverwegingen geoordeeld dat de wijziging van de indexatieregeling niet geldt voor de vijf eisers. De vordering van de overige pensioengerechtigden en gewezen deelnemers is, volgens de rechter, te algemeen gesteld en daarom niet toewijsbaar. In zijn vonnis heeft hij echter aangege-
INHOUD
60
SPIN jaarverslag 2010 | verslag van het Algemeen bestuur
ven dat deze wijziging voor pensioengerechtigden en gewezen deelnemers niet geldt. Doordat sprake is van een kennelijke schrijffout is het vonnis hersteld in een herstelvonnis van 10 augustus 2009. De uiteindelijke uitspraak is dat de wijziging van de indexatieregeling niet geldt voor de vijf gepensioneerde leden. Hoger beroep Het bestuur was van mening dat dit vonnis verstrekkende gevolgen kon hebben voor alle belanghebbenden bij SPIN en heeft besloten tegen het vonnis hoger beroep in te stellen bij het Gerechtshof te Amsterdam. Het bestuur heeft per 19 oktober 2009 formeel hoger beroep betekend. Op 31 mei 2011 heeft het Gerechtshof te Amsterdam uitspraak gedaan. Het hof heeft geoordeeld dat de huidige toeslagregeling en die van vóór 1 juni 2006 voorwaardelijk is. Echter voor de gewezen deelnemers en pensioengerechtigden die op 1 januari 1996 hun pensioenaanspraken en pensioenrechten hebben overgedragen aan SPIN moet de toeslagregeling van vóór 1 juni 2006 worden toegepast. SPIN onderzoekt wat de financiële gevolgen zijn van deze uitspraak en beraadt zich nog op eventuele juridische vervolgstappen. Waardeoverdrachten Inkomende waardeoverdrachten In totaal is in 2010 een bedrag van 3 0,4 mln. aan individuele inkomende waardeoverdrachten in het BasisPensioenreglement verwerkt (2009: 3 1,7 mln.). Dit bedrag (inclusief interestvergoeding) is geheel toegevoegd aan het DC-kapitaal van de deelnemers. Uitgaande waardeoverdrachten Ten behoeve van individuele uitgaande waardeoverdrachten is door SPIN in 2010 een bedrag van 3 3,2 mln. verwerkt (2009: 3 4,9 mln.). Dit betrof een bedrag van 3 0,6 mln. voor de DB-waarde (2009: 3 1,6 mln.) en een bedrag van 3 2,6 mln. van de DC-waarde (2009: 3 3,3 mln.). De Pensioenwet schrijft vanaf 1 januari 2008 voor dat waardeoverdrachten worden berekend aan de hand van de marktrente in enig jaar. Deze marktrente wordt gelijkgesteld aan de rente per 1 oktober van het jaar eraan voorafgaand, zoals die op dat moment gold voor verplichtingen met een looptijd van 25 jaar. Uitgegaan wordt van de maandelijks door DNB gepubliceerde termijnstructuur. Deze staat bekend als de FTK-termijnstructuur en is gebaseerd op de swapcurve. De 25-jaarsrente bedroeg volgens deze termijnstructuur op 1 oktober 2010 2,984% (1 oktober 2009 4,122%).
Ontwikkeling bestand en voorzieningen Ontwikkeling bestand deelnemers pensioenregelingen Ultimo 2010 bedroeg het totale aantal actieve deelnemers, gewezen deelnemers en ingegane pensioenen van SPIN 15.059 (2009:14.853) (zie tabellen 1 en 2). Daarvan waren 4.509 actieve deelnemers (2009: 4.358). Een belangrijke mutatie in het deelnemersbestand was in 2010 de overname van een aantal bedrijfsactiviteiten door IBM. Hiervan was de overname van een deel van Fortis Bank Nederland de grootste. Als gevolg hiervan zijn 313 medewerkers als nieuwe deelnemer bij het pensioenfonds aangemeld.
INHOUD
61
SPIN jaarverslag 2010 | verslag van het Algemeen bestuur
Tabel 1: Bestandsontwikkeling 2010 in aantallen Actieve deelnemers
Gewezen
Pensioengerechtigden
deelnemers Basis C
Overige
Actieve
Gewezen
Ouder-
Partner-
Wezen-
Pensioen-
Totaal
Totaal
pensioen
pensioen
gerech
2010
2009
deel-
deel-
deel-
deel-
doms-
nemers
nemers
nemers
nemers/
pensioen2
1.003
3.355
4.358
5.941
3.505
971
78
4.554
14.853
14.948
435
-
435
-
-
-
-
-
435
174
-
-138
-138
138
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-51
-
-
-
-
-51
-82
Ingang pensioen
-
-25
-25
-146
171
80
9
260
89
89
Overlijden
-
-3
-3
-17
-85
-27
-
-112
-132
-160
tigden
partners1
Stand per 1 januari Nieuwe toetredingen Ontslag met pre
mievrije aan-
spraken
Uitgaande waarde-
overdrachten
Beëindiging Andere oorzaken3 Stand per
-
-
-
-
-
-
-18
-18
-18
-6
-118
-
-118
29
-25
-6
3
-28
-117
-110
1.320
3.189
4.509
5.894
3.566
1.018
72
4.656
15.059
14.853
31 december 1) Waarvan 1.015 polissen voor bijzonder partnerpensioen (2009: 1.003 polissen); 2) Er zijn in 2010 geen deelnemers met deeltijdpensioen gegaan (2009: 2 deelnemers); 3) Bij Basis C deelnemers is verdere specificatie te vinden in tabel 3; Bij premievrije polissen ontbreekt het verloop bij echtscheiding. Daarom zijn deze onder ‘Andere oorzaken’ geplaatst; Bij ingegane pensioenen betreft het voornamelijk afkoop.
Overzicht actieve deelnemers per pensioenregeling De actieve deelnemers kunnen per 31 december per pensioenregeling als volgt nader worden gespecificeerd: 2010
2009
IBM Pensioenreglement
27
46
FlexPensioenreglement
34
43
BasisPensioenreglement A
817
834
BasisPensioenreglement B
2.311
2.432
Subtotaal ‘Overige deelnemers’
3.189
3.355
BasisPensioenreglement C
1.320
1.003
Totaal actieve deelnemers
4.509
4.358
De deelnemers in het IBM Pensioenreglement en het FlexPensioenreglement zijn deelnemers die doorwerken na het bereiken van de normale pensioendatum (60 jaar).
INHOUD
62
SPIN jaarverslag 2010 | verslag van het Algemeen bestuur
Tabel 2: Verdeling rechthebbenden naar geslacht per 31 december Overzicht 2010 Actieve
Gewezen
deelnemers
deelnemers
Ingegane pensioenen
Basis C
Overige
Gewezen
Ouderdoms-
Partner-
Wezen-
Totaal
Deelnemers
Deelnemers
deelnemrs/
pensioen
pensioen
pensioen
2010
Mannen
1.101
2.595
4.144
3.168
30
42
11.079
Vrouwen
219
594
1.750
398
988
30
3.979
1.320
3.189
5.894
3.566
1.018
72
15.058
Actieve
Gewezen
deelnemers
deelnemers
partners
Stand 31 december
Overzicht 2009 Ingegane pensioenen
Basis C
Overige
Gewezen
Ouderdoms-
Partner-
Wezen-
Totaal
deelnemers
deelnemers
deelnemers/
pensioen
pensioen
pensioen
2009
Mannen
805
2.732
4.167
3.127
29
37
10.897
Vrouwen
198
623
1.774
378
942
41
3.956
1.003
3.355
5.941
3.505
971
78
14.853
partners
Stand per 31 december
De verdeling per 31 december 2010 van het aantal deelnemers per jaarlaag kan uitgesplitst naar mannen en vrouwen als volgt worden voorgesteld. <63 Vrouwen
<60
Mannen
<57 <54 <51 <48 <45 <42 <39 <36 <33 <30 <27 <24 0
50
100
150
200
INHOUD
63
SPIN jaarverslag 2010 | verslag van het Algemeen bestuur
Ontwikkeling bestand deelnemers DC-pensioenregeling De ontwikkeling in het deelnemersbestand van de DC-pensioenregeling kan als volgt worden weergegeven. Tabel 3: Specificatie bestandsontwikkeling 2010 deelnemers met DC-kapitaal Basis C
Overige
Gewezen
Totaal
Totaal
deelnemers
deelnemers
deelnemers/
2010
2009
met
partners
489
3.967
3.840
DC-kapitaal*
Stand per 1 januari Nieuwe toetredingen Ontslag met premievrije
2.475
435
-
-
435
174
-116
-123
239
-
-
-
-
-32
-32
-30
-2
-9
-1
-12
-13
-
-1
-1
-2
-6
aanspraken
Uitgaande waardeover-
1.003
drachten
Aanwending bij verzekeraar Overlijden Afkoop
-
-
-14
-14
-
Andere oorzaken
-
-
-4
-4
2
1.320
2.342
676
4.338
3.967
Stand per 31 december
* Deelnemers B uit het BasisPensioenreglement en FlexPensioenreglement.
INHOUD
64
SPIN jaarverslag 2010 | verslag van het Algemeen bestuur
Ontwikkeling voorzieningen Technische voorzieningen voor risico pensioenfonds (DB-pensioenregelingen) Tabel 4: Technische voorzieningen verdeeld naar categorie per 31 december (alle bedragen x 3 1.000) 2010
Deelnemers Actieven en partieel arbeidsongeschikten Volledig arbeidsongeschikten
2009
544.501
475.801
22.885
18.198 567.386
493.999
Gewezen deelnemers/partners Gewezen deelnemers Bijzonder weduwen- en weduwnaarspensioen
195.886
173.152
36.738
34.529
inclusief vereveningen 232.624
Ouderdomspensioen inclusief vereveningen Weduwen- en weduwnaarspensioen Wezenpensioen
207.681
1.442.785
1.397.530
191.854
171.331
1.987
Technische voorzieningen voor risico pensioenfonds
2.322 1.636.626
1.571.183
2.436.636
2.272.863
Voorziening bijzondere toeslagverplichtingen
9.329
8.049
Voorziening conversieverplichtingen
5.683
5.451
Voorziening uitlooprisico arbeidsongeschikten
9.544
11.370
0
45.967
Voorziening prudentie sterfte Voorziening uitvoeringskosten Voorziening stamrecht verplichtingen
19.779
0
598
634
Overige technische voorzieningen Totaal technische voorzieningen
44.933
71.471
2.481.569
2.344.334
Voorzieningen voor risico deelnemers (DC-pensioenregelingen) Tabel 5: Voorzieningen voor risico deelnemers per categorie per 31 december (alle bedragen x 3 1.000)
Actieve deelnemers Gewezen deelnemers/partners Totaal voorzieningen voor risico deelnemers
2010
2009
160.688
137.759
17.656
10.327
178.344
148.086
INHOUD
65
SPIN jaarverslag 2010 | verslag van het Algemeen bestuur
Actuariële paragraaf In deze paragraaf worden verschillen tussen actuariële veronderstellingen en werkelijkheid voor 2010 en 2009 samengevat. Daarnaast zijn uitkomsten van de solvabiliteitstoets uitgewerkt. Verzekeringstechnische risico’s en beleid zijn uitgewerkt in de Risicoparagraaf.
Samenvatting actuariële analyse Aangezien een samenvatting op resultaatcomponenten wordt gegeven, heeft onderstaand overzicht uitsluitend betrekking op de DB-pensioenregelingen. Ultimo 2010 is het effect van de nieuwe AG-overlevingstafels in de technische voorzieningen verwerkt. In de jaarrekening is na het kasstroomoverzicht een volledige actuariële analyse opgenomen. Overzicht samenvatting actuariële analyse (bedragen x 3 1 mln.) 2010
2009
14
293
146
236
-0
2
Resultaat op pensioenuitvoeringskosten
0
0
Resultaat op waardeoverdrachten
0
1
Premieresultaat Interestresultaat (inclusief toeslagverlening) Resultaat op pensioenuitkeringen
Overig resultaat
– Resultaat op technische grondslagen
– Aanpassing overlevingskansen
– Overig
8
3
-5
-46
-42
8
Subtotaal overig resultaat
-39
-35
Totaal saldo van baten en lasten
121
497
Toelichting op de actuariële resultaten 2010 Onder ‘Overig resultaat’ is tevens de toevoeging opgenomen van een extra voorziening in verband met toekomstige uitvoeringskosten (3 19,8 mln.). Deze voorziening is opgenomen om de pensioenregeling te kunnen afwikkelen, na een eventuele toekomstige beëindiging van de relatie met de sponsor. Toelichting op de actuariële resultaten 2009 Het premieresultaat 2009 is hoog door betaalde herstelpremies. Het saldo is in 2009 voor 3 46 mln. negatief beïnvloed door reserveringen voor benodigde aanpassingen in overlevingskansen. Het positieve interestresultaat heeft vooral te maken met het beleggingsrendement door herstel van de financiële markten.
Uitkomsten van de solvabiliteitstoets De solvabiliteit van het pensioenfonds is zowel voor 2010 als voor 2009 toereikend. Het vereiste eigen vermogen is namelijk minder dan de aanwezige solvabiliteit, zoals blijkt uit het volgende overzicht. De berekening van het vereiste eigen vermogen is uitgevoerd op basis van het standaardmodel van DNB.
INHOUD
66
SPIN jaarverslag 2010 | verslag van het Algemeen bestuur
Overzicht samenvatting actuariële analyse (bedragen x 3 1 mln.) 2010
2009
5
5
Aanwezig pensioenvermogen
3.145
2.886
Vereist eigen vermogen
2.732
2.590
413
296
Surplus
Het surplus is ten opzichte van 2009 toegenomen door een stijging van het aanwezig vermogen (waardestijging van de beleggingen). Hier staat tegenover dat het vereist eigen vermogen ook is gestegen. De berekening van het ‘Vereist eigen vermogen’ en een nadere toelichting op de genoemde ontwikkeling is uitgewerkt in de ‘Toelichting behorende tot de jaarrekening’ in het onderdeel ‘Risicobeheer en derivaten’.
Risicoparagraaf Algemeen beleid SPIN hecht veel waarde aan een robuust risicomanagementbeleid. De doelstellingen van SPIN en de bedrijfsvoering brengen risico’s met zich mee. Voor het goed functioneren van de activiteiten is het wenselijk dat SPIN beschikt over zodanige procedures, deskundigheid en informatie dat zij kan beoordelen in hoeverre de risicobeheersing van de uitvoering voldoet aan de eisen van SPIN zoals vastgelegd in procedures, contracten, mandaten en servicelevelafspraken en waar nodig kan bijsturen. Onderstaande beschrijving van risico’s heeft betrekking op de DB-pensioenregelingen. SPIN hanteert voor de DC-pensioenregeling dezelfde uitgangspunten. Waar nodig zijn deze uitgangspunten aangepast voor de DC-pensioenregeling. Voor de DC-pensioenregeling biedt SPIN deelnemers een drietal beleggingsprofielen. De onderliggende beleggingsfondsen worden passief beheerd. Bij de informatieverstrekking houdt het bestuur zich aan de wettelijke zorgplichteisen. Doel Het beleid is gericht op beheersing van de geïdentificeerde risico’s en speelt in op de toenemende complexiteit van de bedrijfsvoering, de nieuwe wet- en regelgeving en de toenemende eisen van toezichthouders. Strategie SPIN werkt op basis van een risicobeleidsdocument dat voor alle risico’s aangeeft wat het risicobeleid is. Op basis van het risicobeleid streeft SPIN naar een geïntegreerd risicomanagementkader. SPIN hanteert voor uitwerking van het risicomanagement de risicoanalysemethode van DNB, Financiële Instellingen Risk Management (FIRM).
INHOUD
67
SPIN jaarverslag 2010 | verslag van het Algemeen bestuur
Beschrijving van de risico’s en het risicobeleid De risico’s van het pensioenfonds, het beleid en de beheersmaatregelen zijn beschreven op de hieronder aangegeven plaatsen in het bestuursverslag en de jaarrekening. Risicocategorie
Uitwerking
Financiële risico’s Matching- en renterisico
Beleid en verantwoording: in ‘Risicoparagraaf’ onder ‘Beschrijving van de risico’s en het risicobeleid’ Posities: in de ‘Toelichting behorende tot de jaarrekening’ onder ‘Risicobeheer en derivaten’
Marktrisico
Beleid en verantwoording: in ‘Risicoparagraaf’ onder ‘Beschrijving van de risico’s en het risicobeleid’ Posities: in de ‘Toelichting behorende tot de jaarrekening’ onder ‘Risicobeheer en derivaten’
Kredietrisico
Beleid en verantwoording: in ‘Risicoparagraaf’ onder ‘Beschrijving van de risico’s en het risicobeleid’ Posities: in de ‘Toelichting behorende tot de jaarrekening’ onder ‘Risicobeheer en derivaten’
Verzekeringstechnische risico’s
Beleid en verantwoording in ‘Risicoparagraaf’ onder ‘Beschrijving van de risico’s en het risicobeleid’ Effecten van beleid: ”in de ‘Toelichting behorende tot de jaarrekening’ onder ‘Risicobeheer en derivaten’ en in de ‘Actuariële paragraaf’
Niet financiële risico’s Omgevingsrisico
Beleid en verantwoording: in ‘Risicoparagraaf’ onder ‘Beschrijving van de risico’s en het risicobeleid’
Operationeel risico
Beleid en verantwoording: in ‘Risicoparagraaf’ onder ‘Beschrijving van de risico’s en het risicobeleid’
Uitbestedingsrisico
Beleid: in het onderdeel ‘Uitbesteding’ onder ‘Beleid van beheerste en integere bedrijfsvoering’
IT-risico
Beleid en verantwoording: in ‘Risicoparagraaf’ onder ‘Beschrijving van de risico’s en het risicobeleid’
Integriteitsrisico
Beleid: in het onderdeel ‘Analyse en beheersing van integriteitrisico’s’ onder ‘Beleid van beheerste en integere bedrijfsvoering’
Juridisch risico
Beleid: in het onderdeel ‘Compliance’ onder ‘Beleid van beheerste en integere bedrijfsvoering’
Risicospecifieke beheersing Solvabiliteitsrisico
Beleid en verantwoording inclusief posities opgenomen in onderdeel ‘Risicobeheer en derivaten’ in de ‘Toelichting behorende tot de jaarrekening’
Liquiditeitsrisico
Beleid en verantwoording inclusief posities opgenomen in onderdeel ‘Risicobeheer en derivaten’ in de ‘Toelichting behorende tot de jaarrekening’
Toeslagverleningsrisico
Beleid en de feitelijke toeslagverlening is uitgewerkt in de pensioenparagraaf van het jaarverslag. Het toeslagverleningsrisico is uitgewerkt in onderdeel ‘Risicobeheer en derivaten’. De effecten van de toeslagverlening op de technische voorzieningen is uitgewerkt in de ‘Toelichting op de Staat van Baten en Lasten’ onder ‘Mutatie technische voorzieningen en mutatie voorziening voor risico deelnemers’
Aanvullend op bovengenoemde risico’s wordt het systeemrisico uitgewerkt. Onderstaand worden de risico’s die in deze risicoparagraaf zijn opgenomen uitgewerkt.
INHOUD
68
SPIN jaarverslag 2010 | verslag van het Algemeen bestuur
Matching- en renterisico Het risico als gevolg van het niet gematcht zijn van activa en passiva (inclusief off-balanceposten) dan wel inkomsten en uitgaven in termen van rentevoet, rentetypische looptijden, basisvaluta, liquiditeit typische looptijden en gevoeligheid voor ontwikkeling in prijspeil. Dit betreft het renterisico, het valutarisico, het liquiditeitsrisico (matching) en het inflatierisico. Beleid rente- en inflatierisico SPIN heeft de beheersing van het rente- en inflatierisico, versterkt door deze beheersing meer te integreren in het beleggingsbeleid. SPIN hanteert een strategische beleggingsmix van 70% vastrentende en 30% zakelijke waarden. Aanvullend past SPIN een dynamisch hedgebeleid toe afhankelijk van dekkingsgraad en marktomstandigheden, waarbij een hedge percentage van 100% van de rentegevoeligheid van de nominale verplichtingen uitgangspunt is. In aanvulling op renteswaps kunnen swaptions en inflatieswaps worden gebruikt. Op het gebruik van swapcontracten zijn strenge regels van toepassing. Deze zijn onder ‘Beleid kredietrisico’ onder ‘Kredietrisico’ nader uitgewerkt. Beleid valutarisico Binnen de diverse beleggingscategorieën wordt valutarisico gelopen. Op totaalniveau wordt voor de DB-pensioenregelingen een deel van dit valutarisico echter separaat afgedekt. SPIN voert een valutaoverlay-programma uit en staat hierin deels actief valutabeheer toe voor het toevoegen van extra rendement. Hiervoor heeft SPIN één passieve en twee actieve valutamanagers aangesteld. Voor de DC-pensioenregeling worden de valutarisico´s niet afgedekt. Het strategisch beleid is zodanig vastgesteld dat de som van de beleggingen in Euro’s tezamen met de valutahedge 85% van het totaal belegd vermogen bedraagt. Beleid liquiditeitsrisico SPIN hanteert voor beleggingen het uitgangspunt dat voldoende middelen beschikbaar moeten zijn om de korte termijn uitgaande kasstromen te voldoen. SPIN heeft in het mandaat aan externe vermogensbeheerders opdracht gegeven de middelen volledig te beleggen en alleen liquide middelen aan te houden voor te verwachten kasstromen op korte termijn. Marktrisico Het risico als gevolg van het blootstaan aan wijzigingen in marktprijzen van verhandelbare beleggingen in de beleggingsportefeuille. Dit betreft het prijsrisico, risico van markliquiditeit en van concentratie en correlatie. Beleid marktrisico Het marktrisico wordt op dagelijkse basis beheerst door vermogensbeheerders in overeenstemming met de aanwezige beleidsregels en richtlijnen. SPIN stuurt generiek op marktrisico door weging van de beleggingscategorieën in de beleggingsportefeuille. Daarnaast stuurt SPIN specifiek op marktrisico via standaarddeviatie, tracking error en risicobudgetteringsmethoden. Daarbinnen mitigeert SPIN het prijsrisico door diversificatie.
INHOUD
69
SPIN jaarverslag 2010 | verslag van het Algemeen bestuur
De totale marktposities worden periodiek gerapporteerd aan het bestuur. Beleid risico marktliquiditeit Ook dit risico wordt beheerst doordat de vermogensbeheerder de beleggingsportefeuille zodanig opzet dat het naar verwachting aan de liquiditeitsbehoefte van het pensioenfonds kan voldoen. Hierbij kan worden gedacht aan onder meer de investering in AAA Euro staatsobligaties. Een groot deel van de assetallocatie van SPIN bestaat uit deze categorie beleggingen. Beleid risico concentratie SPIN hanteert richtlijnen en procedures om te voorkomen dat te grote concentraties van beleggingen in regio’s, sectoren of individuele landen en bedrijven plaatsvindt. Kredietrisico Kredietrisico is het risico van financiële verliezen voor SPIN als gevolg van faillissement of betalingsonmacht van tegenpartijen waarop SPIN (potentiële) vorderingen heeft. Hierbij kan worden gedacht aan partijen die obligatieleningen uitgeven en marktpartijen waarmee Over The Counter (OTC)-derivatenposities worden aangegaan. SPIN beheerst het kredietrisico door het hanteren van credit ratings, het nauwgezet selecteren van tegenpartijen en het stellen van limieten aan tegenpartijen op totaalniveau. Dit laatste betekent dat met alle posities die een tegenpartij heeft met het pensioenfonds rekening wordt gehouden. Daarnaast vraagt SPIN extra zekerheden zoals onderpand (collateral). Ter afdekking van het settlementrisico belegt SPIN uitsluitend in markten met voldoende betrouwbaar functionerende clearing- en settlementsystemen. Voordat in nieuwe markten wordt belegd, wordt eerst onderzoek gedaan naar de waarborgen op dit gebied. Met betrekking tot niet-beursgenoteerde beleggingen, met name ‘Over the counter’derivaten werkt SPIN uitsluitend met tegenpartijen waarmee ISDA/CSA-overeenkomsten zijn afgesloten. SPIN maakt hierbij gebruik van dagelijks collateral (onderpand) management en waardebepaling, waarbij het collateral alleen mag bestaan uit Europese staatsobligaties. Om het tegenpartijrisico te beperken zijn in de richtlijnen ook maximale percentages opgenomen per tegenpartij. Verzekeringstechnische risico’s Verzekeringstechnische risico’s betreft de mogelijke invloed op de waarde van pensioenverplichtingen als gevolg van onzekerheid in de actuariële grondslagen. Hierdoor bestaat het risico dat pensioenuitkeringen niet gefinancierd kunnen worden uit premie- en/of beleggingsinkomsten door niet passende technische aannames en grondslagen bij de opzet van de pensioenregeling en bij de bijbehorende premiestelling. Belangrijke actuariële risico’s zijn risico’s van langleven, overlijden (kortleven) en arbeidsongeschiktheid. SPIN volgt ontwikkelingen op het gebied van langleven op de voet, zowel voor de bevolking van Nederland als specifiek binnen het pensioenfonds. Uitgangspunt is
INHOUD
70
SPIN jaarverslag 2010 | verslag van het Algemeen bestuur
zoveel mogelijk actuele levensverwachtingen en pensioenfondsspecifieke correcties voor ervaringssterfte te gebruiken voor waardering van pensioenverplichtingen. SPIN hanteert een opslag in de pensioenpremies (risicopremie) voor het risico van overlijden en arbeids-ongeschiktheid. De actuariële uitgangspunten voor de risicopremie worden periodiek herzien. SPIN heeft het risico van overlijden en arbeidsongeschiktheid deels afgedekt via een ‘stop loss’-herverzekering. Omgevingsrisico Het omgevingsrisico is het risico als gevolg van buiten SPIN komende veranderingen in afhankelijkheid, reputatie en omgevingsklimaat. Dit betreft risico ten aanzien van afhankelijkheid van de sponsor, reputatie en omgevingsklimaat. De omgevingsrisico’s gaat onder andere over: Monitoring sponsorrisico SPIN evalueert het sponsorrisico periodiek en zodra zich belangrijke wijzigingen voordoen. Zonodig initieert SPIN acties om de impact van wijzigingen voor het pensioenfonds bij te sturen of te beheersen. Proactieve communicatie als response op reputatierisico Door de ontwikkelingen op de financiële markten zijn pensioenfondsen in een negatief daglicht komen te staan. SPIN speelt in op de ontwikkelingen in de media door feitelijke informatie te geven en mogelijke zorgen bij belanghebbenden te adresseren. Zo heeft SPIN bij de discussie over korten op pensioenen, direct gecommuniceerd dat korten bij SPIN op dit moment niet aan de orde is. Daarnaast is aangegeven dat korten in de toekomst mogelijk is. Daarnaast heeft SPIN een communicatie- en reputatieonderzoek onderhanden, waarin de perceptie van belanghebbenden van SPIN en de mening over de communicatie van SPIN wordt onderzocht. Nadruk op maatschappelijk verantwoord beleggen SPIN heeft een beleid inzake Verantwoord Beleggen. Het pensioenfonds legt de nadruk op ‘engagement’ (ESG-beleid) en hanteert als uitgangspunt de “Global Compact” criteria, die door de Verenigde Naties zijn geformuleerd. Dit is een initiatief dat verantwoord ondernemen bevordert. Het pensioenfonds heeft Hermes aangesteld om mede namens SPIN engagement te voeren. Daarnaast is het pensioenfonds lid van Eumedion. Het beleid van SPIN is nader uitgewerkt in de ‘Beleggingenparagraaf’. SPIN doet ieder kwartaal op de website verslag over de uitvoering van het beleid. Nauwgezet volgen ontwikkelingen in omgevingsklimaat SPIN volgt de ontwikkelingen op de financiële markten, in het maatschappelijke debat en in wetgeving op de voet en zal zonodig aanpassingen in de pensioenreglementen doorvoeren.
INHOUD
71
SPIN jaarverslag 2010 | verslag van het Algemeen bestuur
Operationeel risico en IT-risico Operationeel risico is op hoofdlijnen het risico van: • Fouten in afwikkeling van transacties, verwerking en vastlegging van gegevens en/of in uitkeringen, betalingen en settlements; • Het ontbreken van informatie die nodig is voor sturing en beheersing van de uitvoering en voor besluitvorming door het bestuur; • Het door aanpassing van pensioenregeling, beleggingsproducten en/of andere dienstverlening niet voldoen aan behoeften van deelnemers en andere belanghebbenden, het niet voldoen aan wet- en regelgeving en/of optreden van een kwalitatief onvoldoende uitvoering. Het IT-risico is het risico dat bedrijfsprocessen en informatievoorziening onvoldoende integer, niet continue of onvoldoende beveiligd worden ondersteund door informatietechnologie. Hierbij zijn risico’s met betrekking tot de volgende aspecten te onderscheiden: strategie en beleid, beveiliging, beheersbaarheid en continuïteit. SPIN hanteert een beleid voor integere en beheerste bedrijfsvoering. Dit is in het onderdeel ‘Integere en beheerste bedrijfsvoering’ onder ‘Pension fund governance’ uitgewerkt. Hierin is het beleid ten aanzien van beheersing van operationeel en IT-risico uitgewerkt. Daarnaast is dit beleid in hetzelfde onderdeel tevens voor uitbesteding uitgewerkt. Systeemrisico Het systeemrisico is het risico dat het mondiale financiële systeem (de internationale markten) niet langer naar behoren functioneert, waardoor beleggingen van SPIN niet langer verhandelbaar zijn en zelfs, al dan niet tijdelijk, hun waarde kunnen verliezen. SPIN is niet in staat het systeemrisico te beheersen. Wel streeft SPIN naar toereikende buffers om dit risico op te vangen.
Communicatieparagraaf Communicatie over pensioenen staat volop in de belangstelling. De AFM heeft opgeroepen tot een eerlijke en realistische communicatie over de verwachte uitkeringen, de kosten van pensioenfondsen en de kwaliteit van pensioenregelingen. Ook is uit een onderzoek van Consumentenbond gebleken dat mensen zich nauwelijks verdiepen in hun pensioen. Dit geldt zowel voor het ouderdomspensioen als het nabestaandenpensioen. SPIN vindt het belangrijk dat zijn deelnemers betrokken zijn bij hun pensioen en dat ze weten waar ze aan toe zijn. Hieraan wordt uiting gegeven in de doelen van het communicatiebeleid.
Doelen van het communicatiebeleid SPIN streeft ernaar om de pensioencommunicatie op het volgende niveau te realiseren: • Belanghebbenden van SPIN inzicht geven over het pensioen dat ze opbouwen of straks uitgekeerd krijgen. Inzicht geven in relevante regeling(en), daarbij tenminste voldoen aan wettelijke vereisten;
INHOUD
72
SPIN jaarverslag 2010 | verslag van het Algemeen bestuur
• Meer pensioenbewustzijn creëren en daarmee een betrokken houding ten opzichte van pensioen stimuleren; • Waar nodig stimuleren tot actie ten opzichte van het eigen pensioen, zodat de belanghebbende zijn regeling optimaal benut; • Via communicatie bijdragen aan het imago van SPIN als betrouwbare en toegankelijke partij; • Begrijpelijke communicatie.
Wijze van uitvoering communicatiebeleid De manier waarop het communicatiebeleid wordt ingevuld heeft de volgende kenmerken: • SPIN vertaalt het communicatiebeleid naar jaarplannen. De jaarplannen geven aan welke aspecten van het communicatiebeleid in een jaar nader worden uitgewerkt, geëvalueerd en/of aangepast. Daarnaast bevat het jaarplan de communicatie met de doelgroepen en wanneer deze plaatsvindt; • SPIN stemt de inhoud van de communicatie en de te gebruiken mediavorm af op de behoeften van de belanghebbenden. Algemeen uitgangspunt is dat communicatieuitingen wat taal en vorm duidelijk en begrijpelijk zijn en op het juiste moment plaatsvinden. Voor specifieke doelgroepen en voor specifieke gebeurtenissen worden specifieke boodschappen uitgewerkt; • Pensioenwet, zorgplicht en AFM-richtlijnen integreren in de communicatie-aanpak. Dit betekent minimaal verstrekking van verplichte informatie bij verschillende levensgebeurtenissen. Tijdig, duidelijk en helder communiceren en voldoen aan de zorgplicht voor deelnemers die beleggen voor hun pensioen.
Nieuwsvoorziening en projecten 2010 Nieuwsvoorziening In januari 2010 ontvingen alle belanghebbenden van SPIN de nieuwsflits met informatie over de toeslagverlening en een korte terugblik op de financiële markten voor deelnemers met een DC-kapitaal. Het nieuwsblad SPIN.FO met nieuws en achtergronden is in juni en december 2010 uitgekomen. Op de website is het laatste nieuws gepubliceerd, zoals over de dekkingsgraad, de marktontwikkelingen, basiscijfers voor 2010, informatie over het toeslagbeleid. Verder is ingegaan op de maatschappelijke onrust over het korten van pensioenen. Voor SPIN is korten niet aan de orde, maar gecommuniceerd wordt dat de mogelijkheid van korten voor de toekomst niet kan worden uitgesloten.
INHOUD
73
SPIN jaarverslag 2010 | verslag van het Algemeen bestuur
Projecten Website In oktober is de nieuwe website van SPIN, www.spin.nl, gelanceerd. De website heeft een toegankelijke structuur gekregen en de Deelnemersraad heeft haar eigen pagina. Het belangrijkste doel van de site is antwoord geven op vragen die mensen hebben over hun pensioen bij IBM. De reacties op de website waren zonder uitzondering positief. Communicatie rondom pensionering Extra aandacht was er in 2010 voor de communicatie rondom pensionering. Er zijn verbeteringen doorgevoerd die het aanstaande pensioengerechtigden makkelijker moeten maken om goed doordachte keuzes te maken. Hiervoor is nieuwe documentatie ontwikkeld in de huisstijl van SPIN. Huisstijl en uniformiteit Dit project is in 2010 afgerond met het herschrijven van alle procesbrieven. Alle brieven die SPIN uitstuurt hebben een duidelijke, herkenbare opmaak en een helder taalgebruik gekregen. Met het toegankelijk maken van communicatie bevordert SPIN de kennis en betrokkenheid van zijn belanghebbenden tot pensioen. Wettelijk verplichte communicatie De Pensioenwet stelt eisen aan de communicatie door SPIN. Daarnaast geeft de toezichthouder regelmatig aanwijzingen en aanbevelingen om de communicatie door pensioenfondsen te verbeteren. SPIN voldoet aan de verplichte communicatie en beheerst die aan de hand van in het jaarplan opgenomen planning en het overzicht van communicatiemiddelen. In dit overzicht zijn alle wettelijk verplichte teksten opgenomen. Evenals in 2009 voldoet alle procescorrespondentie van SPIN aan de in de Pensioenwet gestelde eisen.
Activiteiten bestuur In 2010 heeft het Algemeen bestuur bijzondere aandacht gehad voor het communicatiebeleid. Het bestuur is ervan overtuigd dat een goede communicatie invloed heeft op het gewenste imago, namelijk dat SPIN een betrouwbare en toegankelijke partner is. De vorige Minister van Sociale Zaken heeft aangegeven dat pensioenfondsen de communicatie naar deelnemers in de richting van reële termen dienen te ontwikkelen. Het Algemeen bestuur onderschrijft dit standpunt en zal de komende jaren hier invulling aan geven. Extra aandacht gaat uit naar de deelnemers aan de DC-pensioenregeling. Zij vormen het grootste – en groeiende- deel van de actieve populatie van IBM. Met de DC-commissie van de Deelnemersraad is in dit kader een aantal keren overlegd over verdere verbeteringen in de DC-communicatie. Belangrijk onderdeel van de discussie is het geven van meer inzicht in de risico’s van DC in kwalitatieve en kwantitatieve zin. Deze discussie is onderhanden.
INHOUD
74
SPIN jaarverslag 2010 | verslag van het Algemeen bestuur
Toekomstparagraaf Ontwikkeling van de dekkingsgraad SPIN is vanaf december 2009 officieel `uit herstel´. In de eerste maanden van 2011 is de dekkingsgraad stabiel. In maart 2011 bedraagt de dekkingsgraad 125,3 % (per 31 december 2010: 126,7%). Deze daling is met name het gevolg van de toeslagverlening van 2,78% per 1 januari 2011.
Ontwikkeling van het beleggingsrendement Het rendement op de DB-pensioenregeling is voor de periode januari tot en met maart 2011 -2,68% ten opzichte van een benchmarkrendement van -2,74%. Het rendement op het kapitaal in de DC-pensioenregeling is voor de periode januari tot en met maart 2011 als volgt: • Profiel 1 -2,89% • Profiel 2 -2,71% • Profiel 3 -2,43% • Profiel 4 -2,14% • Profiel 5 -1,97%
Uitbestedingsbeleid De huidige administrateur van de DB-regelingen heeft aangegeven het contract terzake van uitbestede werkzaamheden niet te zullen verlengen. In 2011 zal gezocht worden naar een passende oplossing om deze administratie op andere wijze voort te zetten.
INHOUD
75
SPIN jaarverslag 2010 | verslag van het Algemeen bestuur
Vaststelling verslag van het Algemeen bestuur Amstelveen, 8 juni 2011 Namens het Algemeen bestuur,
Dagelijks bestuur,
P.N.J. Snoek, voorzitter R. Hommes, directeur J.G.C.M. Wijffels, secretaris K. Verloop, adjunct-directeur C. de Jong, manager pensioenen
INHOUD
76
SPIN jaarverslag 2010 | jaarrekening 2010
Jaarrekening 2010
Balans
(na bestemming saldo) (alle bedragen x 4 1.000)
ACTIVA
31 december 2010
Referentie A
Beleggingen voor risico pensioenfonds – Vastgoedbeleggingen
113.715
60.284
– Aandelen
916.463
876.775
52.873
26.851
2.004.325
1.849.679
49.143
0
– Overige Zakelijke Waarden – Vastrentende waarden – Derivaten
3.136.519 B
31 december 2009
– Vastrentende waarden
C
Materiële vaste activa
D
Vorderingen en overlopende activa
E
Overige activa
108.555
93.688
69.789
54.398 178.344
148.086
27
88
– Liquide middelen
2.813.589
Beleggingen voor risico deelnemers – Aandelen
10.637
86.287
3.791
2.327 3.791
2.327
3.329.318
3.050.377
INHOUD
77
SPIN jaarverslag 2010 | jaarrekening 2010
(alle bedragen x 4 1.000) PASSIVA
31 december 2010
31 december 2009
Referentie F
Reserves – Wettelijke reserves
250.519
246.035
– Overige reserves
412.538
295.946 663.057
G
541.981
Technische voorzieningen – Technische voorzieningen risico pensioenfonds – Overige technische voorzieningen
2.436.636
2.272.863
44.933
71.471 2.481.569
H
Voorzieningen risico deelnemers
178.344
2.344.334
148.086
I
Overige schulden en overlopende passiva
6.348
15.976
3.329.318
3.050.377
INHOUD
78
SPIN jaarverslag 2010 | jaarrekening 2010
Staat van Baten en Lasten (alle bedragen x 4 1.000) BATEN
2010
2009
Referentie J
Premiebijdragen risico pensioenfonds
39.505
320.300
K
Premiebijdragen risico deelnemers
21.872
21.335
L
Beleggingsresultaten risico pensioenfonds
352.612
244.791
M
Beleggingsresultaten risico deelnemers
12.091
22.160
N
Overige baten
642
2.340
426.722
610.926
128.421
128.555
4.650
4.888
Totaal baten LASTEN O
Pensioenuitkeringen
P
Pensioenuitvoeringskosten
Q
Mutatie technische voorzieningen risico pensioenfonds en voorzieningen risico deelnemers Mutatie technische voorzieningen – Mutatie technische voorzieningen risico pensioenfonds
163.773
-103.579
-26.538
39.219
Totaal mutatie technische voorzieningen
137.235
-64.360
Mutatie voorzieningen risico deelnemers
30.258
40.675
– Mutatie overige technische voorzieningen
Totaal mutatie technische voorzieningen risico pensioenfonds en voorzieningen risico deelnemers
167.493
-23.685
R
Saldo overdrachten van pensioenaanspraken
2.840
3.203
S
Overige lasten
2.242
1.296
Totaal lasten
305.646
114.257
Saldo van baten en lasten
121.076
496.669
Bestemming van het saldo van baten en lasten Wettelijke reserves Overige reserves Totaal saldo van baten en lasten
4.484
-77.228
116.592
573.897
121.076
496.669
INHOUD
79
SPIN jaarverslag 2010 | jaarrekening 2010
Kasstroomoverzicht (alle bedragen x 4 1.000) 2010 Kasstroom uit pensioenactiviteiten
2009
Ontvangen premies van werkgever en werknemers
39.505
320.300
Ontvangen premies risico deelnemers
21.872
21.335
386
1.736
Betaalde pensioenuitkeringen
Ontvangen waardeoverdrachten
-128.421
-128.555
Betaalde waardeoverdrachten
-3.226
-4.939
Betaalde premies herverzekering Betaalde pensioenuitvoeringskosten
-93
-34
-4.650
-4.888
Totaal kasstroom uit pensioenactiviteiten
-74.627
204.955
Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Ontvangen directe beleggingsopbrengsten Verkopen en aflossingen van beleggingen Aankopen beleggingen
104.305
72.959
1.291.563
1.090.961
-1.315.484
-1.334.687
Verkopen beleggingen deelnemers DC-kapitaal
73.799
10.335
Aankopen beleggingen deelnemers DC-kapitaal
-91.966
-28.841
Gerealiseerde valutaresultaten op valuta Afdekkingstransacties Betaalde kosten van vermogenbeheer
-52.155
1.724
-5.117
-3.493
Totaal kasstroom uit beleggingsactiviteiten
4.945
-191.042
Andere mutaties Mutatie kasstroom debiteuren/crediteuren
74.679
-26.931
dividend
-6.394
-9.544
Overige mutaties
-1.447
939
Mutatie kasstroom lopende interest/ontvangen
Totaal kasstroom uit andere mutaties Mutatie liquide middelen
66.838
-35.536
-2.844
-21.623
Specificatie Mutatie liquide middelen Overige activa Beleggingsgerelateerde liquide middelen’ Totaal Mutatie liquide middelen
1.464
-6.142
-4.308
-15.481 -2.844
-21.623
INHOUD
80
SPIN jaarverslag 2010 | jaarrekening 2010
Actuariële analyse (alle bedragen x 4 1.000)
Actuariële analyse DB-pensioenregelingen 2010
1. Rendement Beleggingsresultaat
352.612
244.791
Rentetoevoeging technische voorzieningen
-29.145
-59.312
-177.419
51.212
Wijziging marktrente (RenteTermijnStructuur)
146.048
Resultaat op Rendement
2009
236.691
2. Pensioenopbouw (premie) Benodigd voor jaarinkoop, backservice, stamrechten Benodigd voor risicopremies AOP
-14.875
-16.665
-4.884
-4.660
Benodigd voor risicopremies NP
-3.666
-3.624
Ontvangen/betaald (exclusief uitvoeringskosten)
37.292
317.834 13.867
Resultaat op Pensioenopbouw (premie)
292.885
3. Toeslagverlening Toeslagverlening
-22.386
-762 -22.386
Resultaat op Toeslagverlening
4. Onttrekking voor pensioenuitkeringen
-762
Vrijgevallen uit de voorzieningen (exclusief excassokosten)
128.213
130.699
Uitgekeerd
-128.398
-128.540*) -185
Resultaat op Pensioenuitkeringen
2.159
5. Wijziging uit hoofde van overdracht van
pensioenaanspraken
Inkomende waardeoverdrachten Benodigd voor de voorzieningen Ontvangen
-0
-0
0
0
Uitgaande waardeoverdrachten Vrijval uit DC-kapitaal Overgedragen
895
2.444
-588
-1.638 307
Resultaat op Overdracht van pensioenaanspraken
6. Overige resultaten
806
Pensioenuitvoeringskosten Vrijgevallen uit voorziening
1.282
1.307
Ontvangen uit premie
2.213
2.466
Uitvoeringskosten
-3.495
-3.773
Resultaat op Pensioenuitvoeringskosten
0
0
INHOUD
81
SPIN jaarverslag 2010 | jaarrekening 2010
(alle bedragen x 4 1.000) 2010
2009
Technische grondslagen
Invalidering Benodigd wegens waargenomen arbeidsongeschiktheid
-1.967
-175
6.710
0
Veronderstelde arbeidsongeschiktheid (vrijval uit voorziening)
4.743
Resultaat op Invalidering
-175
Sterfte (langlevenrisico) Werkelijke vrijval wegens feitelijk overlijden
27.652
26.310
-24.761
-24.072
Benodigde toevoeging aan voorziening wegens toegenomen levensverwachting
2.891
Resultaat op Sterfte (langlevenrisico)
2.238
Sterfte (kortlevenrisico) Beschikbare risicopremie
3.666
11.884
8.389
4.911
-11.470
-15.575
Werkelijke vrijval uit voorziening nabestaanden pensioen Benodigd door overlijden (overgang uitgesteld naar ingegaan Resultaat op Sterfte (kortlevenrisico)
585
1.220
Resultaat op Technische grondslagen
8.219
3.283
Andere mutaties Betaald aan herverzekering Benodigd door overgang naar nieuwe grondslagen Benodigd voor opvoer voorziening uitvoeringskosten Benodigd voor overige technische voorzieningen Overige mutaties en baten en lasten
-93
-34
-4.636
-45.967
-19.779
0
340
8.507
-626
-899
Resultaat op Andere mutaties
-24.794
Resultaat op Overige resultaten
-16.575
-35.110
Resultaat DB-pensioenregelingen
121.076
496.669
*) Exclusief afkoop ad 15
-38.393
INHOUD
82
SPIN jaarverslag 2010 | jaarrekening 2010
Actuariële analyse (alle bedragen x 4 1.000)
Actuariële analyse DC-pensioenregelingen 2010
2009
1. Rendement Beleggingsresultaat
12.091
22.160
Rendement DC-kapitaal
-12.091
-22.160 0
Resultaat op Rendement
0
2. Pensioenopbouw (premie) Benodigd voor DC-kapitaal Ontvangen/betaald (exclusief uitvoeringskosten)
-20.717
-22.220
20.717
22.220 0
Resultaat op Pensioenopbouw (premie)
0
3. Wijziging uit hoofde van overdracht van aanspraken Inkomende waardeoverdrachten Benodigd voor DC-kapitaal Ontvangen
-386
-1.736
386
1.736
Uitgaande waardeoverdrachten Vrijval uit DC-kapitaal
2.638
3.301
Overgedragen
-2.638
-3.301 0
Resultaat op Overdracht van aanspraken 4. Overige resultaten
0
Pensioenuitvoeringskosten Ontvangen uit premie
1.155
1.115
Uitvoeringskosten
-1.155
-1.115
Resultaat op Pensioenuitvoeringskosten
0
Resultaat op Overige resultaten
0
0
Resultaat DC-kapitaal
0
0
0
INHOUD
83
SPIN jaarverslag 2010 | jaarrekening 2010
Toelichting behorende tot de jaarrekening Inleiding Stichting Pensioenfonds IBM Nederland (hierna SPIN) is statutair gevestigd te Amsterdam. Doel van SPIN is het verstrekken van pensioenuitkeringen op basis van statuten, pensioenreglementen en individuele pensioenovereenkomsten die zijn bestemd voor ouderdom en overlijden. Ook verstrekt SPIN pensioenuitkeringen aan arbeidsongeschikte deelnemers.
Algemeen Het Dagelijks bestuur heeft de jaarrekening opgemaakt en het Algemeen bestuur heeft op 8 juni 2011 de jaarrekening vastgesteld. De jaarrekening is opgesteld in Euro’s. In de balans en de staat van baten en lasten zijn referenties opgenomen, waarmee wordt verwezen naar de toelichting.
Overeenstemmingsverklaring De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen zoals deze zijn opgenomen in Titel 9 Boek 2 BW en met inachtneming van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, met uitzondering van het volgende. Afwijkend van Richtlijn 610.302 is de mutatie technische voorzieningen risico pensioenfonds in de staat van baten en lasten opgenomen als één post. De in de Richtlijn voorgeschreven specificatie in de staat van baten van deze ‘mutatie technische voorzieningen voor risico van het pensioenfonds’ is niet opgenomen. Deze uitsplitsing is opgenomen in de toelichting op de staat van baten en lasten (‘mutatie technische voorzieningen en mutatie voorziening voor risico deelnemers’). Het bestuur heeft deze verwerkingswijze gekozen vanuit het oogpunt van inzicht en consistentie. Deze keuze sluit aan bij de in de Richtlijn vereiste verwerkingswijze voor ‘mutatie voorzieningen risico deelnemers’. Het bestuur is van mening dat deze aanpassingen de leesbaarheid en toegankelijkheid van de jaarrekening ten goede komen.
Algemene grondslagen Algemeen Beleggingen en pensioenverplichtingen worden gewaardeerd op actuele waarde. Slechts indien de actuele waarde van een belegging niet betrouwbaar kan worden vastgesteld vindt waardering plaats op basis van geamortiseerde kostprijs. Bedragen in vreemde valuta zijn omgerekend tegen de koersen per balansdatum. Voor de overige activa en passiva geldt, tenzij in de specifieke grondslagen hieronder anders is aangegeven, dat deze zijn gewaardeerd op nominale waarde. Deze boekwaarde benadert de actuele waarde als gevolg van het korte termijnkarakter van deze vorderingen en schulden. Vergelijking met voorgaand jaar De gehanteerde grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar. Vanaf de jaarrekening 2010 is een presentatiewijziging doorgevoerd ten aanzien van de beleggingsgerelateerde vorderingen en schulden. Vanaf 2010 worden deze vorderingen en schulden gepresenteerd als onder-
INHOUD
84
SPIN jaarverslag 2010 | jaarrekening 2010
deel van de betreffende beleggingscategoriën. Tot en met de jaarrekening 2009 werden deze vorderingen en schulden gepresenteerd onder ‘Vorderingen en overlopende activa’, ‘Overige activa’ en ‘Overige schulden en overlopende passiva’. De vergelijkende cijfers zijn aangepast. Schattingen en veronderstellingen De opstelling van de jaarrekening in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW vereist dat het bestuur oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De schattingen en hiermee verbonden veronderstellingen zijn gebaseerd op ervaringen uit het verleden en verschillende andere factoren die gegeven de omstandigheden als redelijk worden beschouwd. De uitkomsten hiervan vormen de basis voor het oordeel over de boekwaarde van activa en verplichtingen die niet op eenvoudige wijze uit andere bronnen blijkt. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien, indien de herziening alleen voor die periode gevolgen heeft, of in de periode van herziening en toekomstige perioden, indien de herziening gevolgen heeft voor zowel de verslagperiode als toekomstige perioden. Schattingswijziging in verband met stijgende levensverwachting In het vierde kwartaal van 2009 heeft het CBS aangegeven dat de levensverwachting van de Nederlandse bevolking stijgt. Het Actuarieel Genootschap heeft deze ontwikkeling bevestigd en in het najaar van 2010 nieuwe prognoses (AG prognosetafels 2010-2060) uitgebracht. Om rekening te houden met de meest recente schattingen en informatie ten aanzien van sterftetrends, heeft het bestuur voor 2010 de nieuwe prognosetafels verwerkt in de technische voorzieningen voor risico van het pensioenfonds. Daarbij heeft het bestuur ook besloten om het systeem van leeftijdsterugstellingen te vervangen door een systeem van pensioenfondsspecifieke correctiefactoren. In 2009 had het bestuur op basis van de publicatie van het CBS en de verwachte prognosetafels van het Actuarieel Genootschap een voorziening prudentie sterfte opgenomen overeenkomend met een opslag van 2% op de technische voorzieningen voor risico van het pensioenfonds. De verwerking van de prognosetafels 2010-2060 en van de overgang naar fondsspecifieke correctiefactoren heeft geleid tot een verhoging van de technische voorzieningen. Deze verhoging bedroeg op grond van de rekenrente (RTS) primo 2010 3 44,5 mln. en op grond van de rentestand ultimo 2010 3 50,6 mln. Hier tegenover staat een vrijval van de ‘Voorziening prudentie sterfte’ van 3 46 mln. die het bestuur in 2009 vooruitlopend op invoering van de nieuwe prognosetafels had getroffen. Dit is als volgt weer te geven: • Effect invoering prognosetafels 2010-2060 44,5 mln. • Effect rentestand ultimo 2010 6,1 mln. • Af: Voorziening prudentie sterfte - 46,0 mln. • Per saldo effect invoering prognosetafels op saldo boekjaar 4,6 mln.
INHOUD
85
SPIN jaarverslag 2010 | jaarrekening 2010
Dit per saldo effect is in de toelichting op de staat van baten en lasten bij de post ‘Specificatie van mutatie technische voorzieningen en voorziening voor risico deelnemers’ verwerkt. Opname van een actief of een verplichting Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar SPIN zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Baten worden in de staat van baten en lasten opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Indien een transactie ertoe leidt dat nagenoeg alle of alle toekomstige economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico’s met betrekking tot een actief of een verplichting aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer in de balans opgenomen. Verder worden activa en verplichtingen niet meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde. Dit betekent dat transacties worden verwerkt op afwikkelingsdatum. Securities lending Voor ‘beleggingen voor risico pensioenfonds’ bestaat een programma op het gebied van security lending. In verband met de kredietcrisis is dit programma sinds eind 2008 tot nader order opgeschort. De deelnemers nemen via ‘beleggingen voor risico deelnemers’ deel in beleggingsfondsen. Deze fondsen nemen deel aan een securities lending programma, waarbij bepaalde effecten voor korte periodes worden uitgeleend aan andere marktpartijen. Beleggingen die in het kader van een securities lending contract worden uitgeleend, blijven deel uitmaken van de balans. Deze beleggingen worden gewaardeerd volgens de algemene grondslag voor waardering en resultaatbepaling voor beleggingen. Als onderpand ontvangen geldmiddelen worden opgenomen onder beleggingen. Als onderpand ontvangen geldmiddelen die zijn herbelegd, worden opgenomen onder beleggingen. Uit securities lending voortvloeiende baten en lasten worden volgens het toerekenbeginsel over de looptijd van de desbetreffende transacties verantwoord. Verantwoording vindt plaats door verrekening in de Net Asset Value van het betreffende beleggingsfonds en in de interestbaten onder de post ‘Directe beleggingsopbrengsten’. De baten en lasten worden via een verdeelsleutel verdeelt tussen de vermogensbeheerder en SPIN.
INHOUD
86
SPIN jaarverslag 2010 | jaarrekening 2010
Saldering van een actief en een verplichting Een financieel actief en een financiële verplichting worden gesaldeerd als nettobedrag in de balans opgenomen indien sprake is van een wettelijke of contractuele bevoegdheid om het actief en de verplichting gesaldeerd en gelijktijdig af te wikkelen en bovendien de intentie bestaat om de posten op deze wijze af te wikkelen. De met de gesaldeerd opgenomen financiële activa en financiële verplichtingen samenhangende rentebaten en rentelasten worden eveneens gesaldeerd. Verwerking van waardeveranderingen van beleggingen Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen gerealiseerde en ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen. Alle waardeveranderingen van beleggingen, inclusief valutakoersverschillen, worden als beleggingsopbrengsten in de staat van baten en lasten opgenomen. Vreemde valuta Activa en verplichtingen in vreemde valuta worden omgerekend naar euro’s tegen de koers per balansdatum. Baten en lasten voortvloeiende uit transacties in vreemde valuta’s worden omgerekend tegen de koers per transactiedatum. De uit de afwikkeling en omrekening voortvloeiende koersverschillen komen ten gunste of ten laste van de staat van baten en lasten. 2010 Valutakoersen
2010
2009
december
Gemiddeld
december
Gemiddeld
1,342
1,322
1,435
1,396
Ultimo
ten opzichte van de Euro USD – US-dollar
2009
Ultimo
GBP – Britse pond
0,857
0,856
0,888
0,890
JPN – Japanse Yen
108,806
115,191
133,568
130,561
Specifieke grondslagen voor de balans Beleggingen voor risico pensioenfonds Algemeen De beleggingen worden gewaardeerd op actuele waarde. Slechts indien de actuele waarde van een belegging niet betrouwbaar kan worden vastgesteld vindt waardering plaats op basis van geamortiseerde kostprijs. Participaties in beleggingsinstellingen die gespecialiseerd zijn in een bepaald soort beleggingen, worden gerubriceerd en gewaardeerd volgens de grondslagen voor die onderliggende beleggingen. In de waardering van beleggingen zijn vanaf 2010 tevens beleggingsgerelateerde vorderingen, schulden en liquide middelen opgenomen. De vergelijkende cijfers zijn aangepast.
INHOUD
87
SPIN jaarverslag 2010 | jaarrekening 2010
Zakelijke waarden De actuele waarde van beursgenoteerde zakelijke waarden is de beursnotering per balansdatum. De actuele waarde van niet-beursgenoteerde zakelijke waarden is bepaald op basis van de berekende intrinsieke waarde. Vastgoedbeleggingen De vastgoedbeleggingen betreft beursgenoteerde indirecte vastgoedbeleggingen. Aandelen Aandelen betreft zowel rechtstreekse investeringen in bedrijven als participaties in beleggingsinstellingen. Overige zakelijke waarden De overige zakelijke waarden betreft niet-beursgenoteerde private equity. Vastrentende waarden De actuele waarde van beursgenoteerde vastrentende waarden en participaties in beursgenoteerde beleggingsinstellingen is de beursnotering per balansdatum. De actuele waarde van niet-beursgenoteerde vastrentende waarden of participaties in beleggingsinstellingen is benaderd op basis van de geschatte toekomstige nettokasstromen (rente en aflossingen) die uit de beleggingen zullen voortvloeien, contant gemaakt tegen de geldende marktrente en rekening houdend met het risicoprofiel (kredietrisico en oninbaarheid) en looptijd. Derivaten De actuele waarde van derivaten is de relevante marktnotering of, als die er niet is, de waarde die wordt bepaald met behulp van marktconforme en toetsbare waarderingsmodellen. Indien een derivatenpositie negatief is wordt het bedrag onder de overige schulden en overlopende passiva verantwoord. Wijzigingen in de actuele waarde van een derivaat worden in de staat van baten en lasten verantwoord in het boekjaar waarin deze wijzigingen zich voordoen, voor zover zij een in de balans verwerkte actief- of passiefpost afdekken. Beleggingen voor risico deelnemers De beleggingen voor risico deelnemers hebben betrekking op de deelnemers in het ‘defined contribution’-deel van de Flex- en BasisPensioenregeling. De grondslagen voor de waardering van de beleggingen voor risico van deelnemers zijn gelijk aan die voor de ‘beleggingen voor risico pensioenfonds’. Materiële vaste activa De materiële vaste activa bestaan uit een verbouwing aan het huurpand, kantoor- apparatuur en kantoorinventaris. De materiële vaste activa worden gewaardeerd op verkrijgingsprijs plus bijkomende kosten onder aftrek van lineaire afschrijvingen gedurende de geschatte economische levensduur. Met op balansdatum verwachte bijzondere waardeverminderingen wordt rekening gehouden.
INHOUD
88
SPIN jaarverslag 2010 | jaarrekening 2010
De afschrijvingstermijn voor de verbouwing is tien jaar, voor de kantoorapparatuur drie jaar en voor de kantoorinventaris vijf jaar. Vorderingen en overlopende activa Vorderingen worden opgenomen tegen de reële waarde van de tegenprestatie, gewoonlijk de nominale waarde. Een voorziening wordt getroffen op de vorderingen op grond van verwachte oninbaarheid. Overige activa Onder de overige actie zijn de liquide middelen opgenomen. Dit omvat kas, banktegoeden en deposito’s die onmiddellijk opeisbaar zijn dan wel met een looptijd korter dan twaalf maanden. Zij worden onderscheiden van tegoeden in verband met beleggingstransacties. Liquide middelen uit hoofde van beleggingstransacties worden gepresenteerd onder de beleggingen. Reserves De reserves worden bepaald door het bedrag dat resteert nadat alle actiefposten en posten van het vreemd vermogen, inclusief de voorziening pensioenverplichtingen voor risico van het pensioenfonds en overige technische voorzieningen, volgens de van toepassing zijnde waarderingsgrondslagen in de balans zijn opgenomen. De reserves van SPIN bestaan uit ‘wettelijke reserves’ en ‘overige reserves’. Wettelijke reserves Op grond van artikel 2:390 lid 1 BW worden wettelijke reserves voor herwaardering van beleggingen en voor actuariële risico’s gevormd uit de bestemming van het saldo van de staat van baten en lasten. Jaarlijks wordt de omvang van de wettelijke reserves door het Algemeen bestuur vastgesteld op het vereist eigen vermogen, zoals gedefinieerd in het FTK en berekend volgens het in de Regeling Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling voorgeschreven methode. Daarmee is het niveau van de wettelijke reserves mede afhankelijk van het risicoprofiel van de beleggingsportefeuille van SPIN. Overige reserves De overige reserve wordt jaarlijks gemuteerd door bestemming van het saldo van baten en lasten. De bestemming betreft de ultimo boekjaar resterende overschotten of tekorten na aftrek van het bedrag dat bestemd is om te worden gemuteerd in de wettelijke reserve. Technische voorzieningen De technische voorzieningen van SPIN bestaan uit een ‘technische voorzieningen voor risico van het pensioenfonds’ en uit ‘overige technische voorzieningen’. Technische voorzieningen voor risico van het pensioenfonds De technische voorzieningen voor risico van het pensioenfonds worden gewaardeerd op actuele waarde (marktwaarde). De actuele waarde wordt bepaald op basis van de contante waarde van de beste inschatting van toekomstige kasstromen die samenhangen met de op balansdatum onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen. Onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen zijn de opgebouwde nominale aanspraken en de onvoorwaarde-
INHOUD
89
SPIN jaarverslag 2010 | jaarrekening 2010
lijke (toezeggingen tot) toeslagen. De contante waarde wordt bepaald met gebruikmaking van de marktrente. Bij de berekening van de technische voorzieningen voor risico van het pensioenfonds is uitgegaan van de op de balansdatum geldende pensioenreglementen, gedane pensioentoezeggingen c.q. afgesloten pensioenovereenkomsten en van de over de verstreken deelnemersjaren verworven aanspraken. Jaarlijks besluit het Dagelijks bestuur in het begin van het nieuwe boekjaar, rekening houdend met een principebesluit van het Algemeen bestuur in december, of toeslagen op de opgebouwde pensioenaanspraken worden verleend. Alle per balansdatum genomen besluiten tot toeslagverlening zijn in de berekening begrepen. Ten aanzien van de DB-pensioenregeling (middelloon) wordt bij de berekening van de voorziening rekening gehouden met premievrije pensioenopbouw in verband met invaliditeit op basis van de contante waarde van opbouw waarvoor vrijstelling is verleend wegens arbeidsongeschiktheid. Ten aanzien van de DC-pensioenregeling (beschikbare premieregeling) geldt dat een voorziening wordt getroffen ter grote van de toekomstig in het DC-kapitaal te storten premies tijdens arbeidsongeschiktheid. Deze te storten premiebijdragen volgen de leeftijdsafhankelijke premietabel. De toekomstig te storten premies worden gewaardeerd op basis van contante waarde en rekening houdend met de marktrente. Bij de bepaling van de actuariële uitgangspunten wordt uitgegaan van voor de toezichthouder acceptabele grondslagen, waarbij rekening wordt gehouden met de voorzienbare trend in overlevingskansen. De berekeningen zijn uitgevoerd op basis van de volgende actuariële grondslagen en veronderstellingen: • Marktrente: De marktrente is gebaseerd op de rentetermijnstructuur zoals maandelijks gepubliceerd door DNB, rekening houdend met een looptijd van de uitkeringen. Per 31 december 2010 geldt een looptijd van de uitkeringen van 13,3 jaar (2009: 13,3 jaar). Hierbij hoort een gewogen gemiddeld rentepercentage van 3,5% (2009: 3,8%); • Levensverwachting: De levensverwachting is gebaseerd op de AG prognosetafels 2010-2060 (2009: AG prognosetafels 2005-2050); • Leeftijdsbepaling: Leeftijden worden in jaren en maanden bepaald. Bij deelnemers met een aanspraak op uitgesteld ouderdomspensioen wordt de leeftijd op de reglementaire pensioendatum gehanteerd en wordt de toekomstige duur op maanden naar beneden afgerond; • Leeftijdscorrectie: SPIN hanteert bij het toepassen van de AG prognosetafels vanaf 2010 een pensioenfondsspecifieke en leeftijdsafhankelijke leeftijdscorrectie om rekening te houden met de specifieke levensverwachting van haar bestand van actieve deelnemers, gewezen deelnemers, gewezen partners en pensioengerechtigden. Voor mannen en vrouwen wordt een specifieke correctietabel toegepast. Tot en met 2009 werd een algemene leeftijdsterugstelling voor mannen van vier jaar en voor vrouwen van twee jaar toegepast;
INHOUD
90
SPIN jaarverslag 2010 | jaarrekening 2010
• De pensioenleeftijd voor actieve deelnemers in de BasisPensioenregeling is 65 jaar. Voor gewezen deelnemers wordt de reguliere pensioenleeftijd van het reglement gehanteerd op grond waarvan deze aanspraken zijn ontstaan (60 of 65 jaar); • Partnersysteem (leeftijdsverschil partners): • Voor het opbouwen van weduwen-, weduwnaars- en partnerpensioen wordt tot pensioen-datum het onbepaalde partnersysteem gehanteerd. Daarbij wordt een frequentie van gehuwdheid of duurzaam samenleven gehanteerd van 100%. Daarnaast worden mannelijke deelnemers geacht een drie jaar jongere vrouw te hebben de vrouwelijke deelnemers een drie jaar oudere man; • Na pensioendatum wordt het bepaalde partnersysteem gehanteerd, dat wil zeggen dat de feitelijke burgerlijke staat van de deelnemers wordt toegepast; • Kostenopslagen: Er wordt een kostenopslag van 1% van de voorziening voor pen- sioenverplichtingen gehanteerd in verband toekomstige administratie- en excassokosten. Daarnaast is vanaf 2010 een aanvullende opslag voor dekking van operationele kosten in de technische voorzieningen verwerkt. Dit betreft een opslag voor operationele kosten van 0,8% van de technische voorziening voor afwikkeling van de verplichtingen in het geval de relatie met de sponsor is beëindigd; • Bij de bepaling van de pensioenopbouw voor arbeidsongeschikte deelnemers wordt uitgegaan van de feitelijke mate van arbeidsongeschiktheid; • Met betrekking tot polissen waarvan de nominale verplichting in 1986 is ondergebracht bij ASR is de onvoorwaardelijke toeslagverlening van cumulatief maximaal 1,75% per jaar verwerkt in de technische voorzieningen. Overige technische voorzieningen Onder 'Overige technische voorzieningen' worden voorzieningen opgenomen voor risico’s die samenhangen met de pensioenverplichtingen voor zover deze niet zijn opgenomen in de berekening van de technische voorzieningen voor risico van het pensioenfonds en één voorziening voor risico van de werkgever. Vanaf 2010 is de ‘Voorziening bijzondere toeslagverplichtingen’ verwerkt in de ‘Technische voorzieningen risico pensioenfonds’. Ultimo 2009 bedroeg deze voorziening € 8,049 mln.. De vergelijkende cijfers zijn aangepast. Voorziening conversieverplichtingen Bij conversie van deelnemers aan het IBM Pensioenreglement naar het FlexPensioenreglement zijn extra stortingen in het DC-kapitaal toegezegd. De hoogte van de extra stortingen worden berekend volgens de ‘conversie- en incentive’-regeling. De voorziening conversieverplichtingen dekt de kosten die voortvloeien uit de toezegging. Waardering van de voorziening vindt plaats op basis van actuariële grondslagen. Met ingang van 1 januari 2007 wordt deze compensatie, om te voldoen aan de in de Wet VPL gestelde eisen, rechtstreeks via het salaris aan de deelnemers uitbetaald en niet meer in het DC-kapitaal gestort. Derhalve vindt alleen nog afwikkeling van deze voorziening plaats. Voorziening uitlooprisico arbeidsongeschiktheid De voorziening uitlooprisico arbeidsongeschiktheid anticipeert op toekomstige verplichtingen die voortvloeien uit de arbeidsongeschiktheidsregeling. Deze verplichtingen
INHOUD
91
SPIN jaarverslag 2010 | jaarrekening 2010
ontstaan tot uiterlijk twee jaar na afsluiting van het boekjaar. De voorziening wordt jaarlijks vastgesteld op de in de laatste twee jaar bij IBM in rekening gebrachte risicopremie voor arbeidsongeschiktheid. Voorziening prudentie sterfte De voorziening prudentie sterfte is een ultimo 2009 gevormde anticipatievoorziening voor te verwachten kosten in verband met de toekomstige ontwikkeling van de levensverwachting. In 2009 is op basis van CBS-prognose waaruit een relatief sterke toename van de levensverwachting blijkt, een voorziening van 2% van de technische voorzieningen gevormd. SPIN baseert per 31 december 2010 de technische voorzieningen voor risico van het pensioenfonds op de in de loop van 2010 uitgebrachte AG prognosetafels 2010-2060. Daarnaast is SPIN overgegaan van een systeem van leeftijdsterugstellingen naar een systeem van pensioenfondsspecifieke correctiefactoren. Invoering van de nieuwe tafels en de pensioenfondsspecifieke correcties heeft ultimo 2010 na vrijval van de anticipatievoorziening per saldo geleid tot een last van 3 4,636 mln. in de staat van baten en lasten. Voorziening uitvoeringskosten In de technische voorzieningen is een excasso opslag van 1% verwerkt. Vanaf 2010 is naast deze opslag een aanvullende voorziening uitvoeringskosten gevormd ter grootte van 0,8% van de technische voorzieningen als dekking voor de operationele kosten indien er geen premie-inkomsten meer zijn. Deze voorziening is afzonderlijk gepresenteerd onder de post ‘Overige technische voorzieningen’. Voorziening stamrechten De voorziening stamrechten betreft tijdelijke verplichtingen voor rekening en risico van IBM die door SPIN worden uitgevoerd. Waardering vindt plaats volgens de grondslagen van de technische voorzieningen. Deze verplichtingen komen overeen met een uitkering aan deelnemers tot aan de (vervroegde) pensioendatum. Financiering is in afzonderlijke overeenkomsten met IBM vastgelegd en wordt afgewikkeld door het storten van koopsommen. Voorzieningen voor risico deelnemers De voorzieningen voor risico deelnemers komen overeen met de DC-kapitalen van de deelnemers en betreffen de verplichtingen uit hoofde van door IBM gestorte premies, waardeoverdrachten en bijdragen van de deelnemers aan het Flex- en BasisPensioenreglement, vermeerderd met het rendement. De waardering van deze voorzieningen wordt bepaald door de waardering van de tegenover deze voorzieningen aangehouden beleggingen. Overige schulden en overlopende passiva De overige schulden en overlopende passiva betreffen de schulden met een looptijd van korter dan één jaar. Deze worden, voorzover niet anders vermeld, gewaardeerd tegen nominale waarde. Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen De niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen zijn, tenzij anders vermeld, gewaardeerd tegen nominale waarde.
INHOUD
92
SPIN jaarverslag 2010 | jaarrekening 2010
Specifieke grondslagen voor de staat van baten en lasten Algemeen De baten en lasten worden toegerekend aan het verslagjaar waarop ze betrekking hebben. De in de staat van baten en lasten opgenomen posten zijn in belangrijke mate gerelateerd aan de in de balans gehanteerde waarderingsgrondslagen voor beleggingen en de voorzieningen pensioenverplichtingen. Zowel gerealiseerde als ongerealiseerde resultaten worden rechtstreeks verantwoord in het resultaat. Premiebijdragen risico pensioenfonds Onder premiebijdragen risico pensioenfonds wordt verstaan de aan de werkgever in rekening gebrachte c.q. te brengen bedragen voor de in het verslagjaar verzekerde pensioenen, indien van toepassing onder aftrek van kortingen. De premiebijdragen komen deels voor rekening van de werkgever en deels voor rekening van de deelnemers. De pensioenpremie voor het BasisPensioenreglement en het arbeidsongeschiktheidspensioenreglement is gebaseerd op de regelgeving in de Pensioenwet ter zake van kostendekkende premie. Premiebijdragen risico deelnemers Dit betreft ontvangen (eigen) bijdragen van de sponsors en van deelnemers in het kader van de DC-regeling. Premies zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben. Beleggingsresultaten risico pensioenfonds Indirecte beleggingsopbrengsten Onder de indirecte beleggingsopbrengsten worden verstaan de gerealiseerde en ongerealiseerde waardewijzigingen en valutaresultaten. In de jaarrekening wordt geen onderscheid gemaakt tussen gerealiseerde en ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen. Alle waardeveranderingen van beleggingen, inclusief valutakoersverschillen, worden als beleggingsopbrengsten in de staat van baten en lasten opgenomen. (In)directe beleggingsresultaten zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben. Directe beleggingsopbrengsten Onder de directe beleggingsopbrengsten wordt in dit verband verstaan rentebaten en -lasten, dividenden, huuropbrengsten en soortgelijke opbrengsten. Dividend wordt verantwoord op het moment van betaalbaarstelling. Kosten vermogensbeheer Onder kosten van vermogensbeheer worden zowel de externe als de daaraan toegerekende interne kosten verstaan. Verrekening van kosten Aan de opbrengsten direct toerekenbare kosten, zoals transactiekosten, provisies en valutaverschillen, worden met de directe en indirecte beleggingsopbrengsten verrekend.
INHOUD
93
SPIN jaarverslag 2010 | jaarrekening 2010
Beleggingsresultaten risico deelnemers De in de staat van baten en lasten opgenomen posten zijn in belangrijke mate gerelateerd aan de in de balans gehanteerde waarderingsgrondslagen voor beleggingen en de voorzieningen risico deelnemers. Zowel gerealiseerde als ongerealiseerde resultaten worden rechtstreeks verantwoord in het resultaat. Overige baten Overige baten zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben. Pensioenuitkeringen De pensioenuitkeringen betreffen de aan deelnemers uitgekeerde bedragen inclusief afkopen. Daarnaast zijn, indien van toepassing, ontvangsten uit herverzekering van het risico van overlijden en arbeidsongeschiktheid op de post ‘pensioenuitkeringen’ in mindering gebracht. Pensioenuitvoeringskosten De pensioenuitvoeringskosten zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben. Mutatie technische voorzieningen voor risico pensioenfonds Pensioenopbouw Bij de pensioenopbouw zijn aanspraken over het boekjaar gewaardeerd naar het niveau dat zij op balansdatum hebben. Onder pensioenopbouw is opgenomen de actuarieel berekende waarde van de diensttijdopbouw. Dit is het effect op de voorziening pensioenverplichtingen van de in het boekjaar opgebouwde nominale aanspraken ouderdomspensioen en partnerpensioen. Toeslagverlening De toeslagverlening is het bedrag dat op basis van bestuursbesluit in januari aan toeslagen is toegekend aan het begin van het boekjaar. Deze toeslag is voorwaardelijk afhankelijk van de financiële positie en de dekkingsgraad. Op basis van de toeslagenstaffel is een toeslagpercentage van maximaal 75% van de toename van de Consumenten Prijs Index mogelijk, eventueel vermeerderd met achterstallige toeslagverlening. Rentetoevoeging De pensioenverplichtingen worden contant gemaakt tegen de nominale marktrente op basis van de door DNB gepubliceerde rentetermijnstructuur. De interesttoevoeging wordt tegen de rekenrente primo berekend over de beginstand en de mutaties gedurende het jaar. Onttrekking pensioenuitkeringen en pensioenuitvoeringskosten Verwachte toekomstige pensioenuitkeringen en toekomstige pensioenuitvoeringskosten (in het bijzonder excassokosten) worden vooraf actuarieel berekend en opgenomen in de voorziening pensioenverplichtingen. De onder dit hoofd opgenomen afname van de voorziening betreft het bedrag dat vrijvalt ten behoeve van de financiering van de pensioenuitkeringen respectievelijk de pensioenuitvoeringskosten van het boekjaar.
INHOUD
94
SPIN jaarverslag 2010 | jaarrekening 2010
Wijziging marktrente Jaarlijks wordt per 31 december de marktwaarde van de technische voorzieningen her- rekend door toepassing van de actuele rentetermijnstructuur. Het effect van de verandering van de rentetermijnstructuur wordt verantwoord onder het hoofd wijziging marktrente. Wijziging uit hoofde van overdracht van aanspraken Hieronder zijn opgenomen de aan het boekjaar toe te rekenen overdrachtswaarde van de overgenomen respectievelijk overgedragen pensioenaanspraken met betrekking tot de actuariële waarde. Wijziging actuariële uitgangspunten De onder dit hoofd opgenomen mutaties van de voorziening hebben betrekking op incidentele wijziging van de regeling, en/of incidentele wijzigingen in actuariële grondslagen/methoden. Zie onder algemene grondslagen in de paragraaf ‘Schattingen en veronderstellingen’ de subparagraaf ‘Schattingswijziging in verband met stijgende levensverwachting’ voor het effect van de verhoogde trend in het langlevenrisico. Overige toevoegingen/onttrekkingen De onder dit hoofd opgenomen mutaties van de voorziening hebben betrekking op de kanssystemen. Mutatie overige technische voorzieningen voor risico pensioenfonds Hierop vinden voornamelijk mutaties plaats met betrekking tot aanpassing sterftetafels en voorziening uitvoeringskosten. Mutatie voorzieningen voor risico deelnemers De in de staat van baten en lasten opgenomen posten zijn in belangrijke mate gerelateerd aan de in de balans gehanteerde waarderingsgrondslagen voor beleggingen en de voorzieningen pensioenverplichtingen. Zowel gerealiseerde als ongerealiseerde resultaten worden rechtstreeks verantwoord in het resultaat. Saldo overdrachten van pensioenaanspraken De post saldo overdrachten van pensioenaanspraken bevat het saldo van bedragen uit hoofde van overgenomen dan wel overgedragen pensioenverplichtingen. Overige lasten Overige lasten zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben.
INHOUD
95
SPIN jaarverslag 2010 | jaarrekening 2010
Toelichting op de Balans (alle bedragen in 4 x 1.000) ACTIVA
A
Beleggingen voor risico pensioenfonds Overzicht totale waarde per beleggingscategorie Hieronder volgt een overzicht van de totale waarde per beleggingscategorie per 31 december 2010, inclusief uitsplitsing voor belegde bedragen, beleggingsdebiteuren en –crediteuren, liquide middelen en cash funds en terugbetalingsverplichtingen met betrekking tot securities lending.
Overzicht per 31 december 2010 Vastgoed-
Aandelen
beleggingen
Beleggingen Liquide middelen
Vastrenrentende
waarden
waarden
111.647
893.403
51.435
1.964.148
694
1.711
0
37.798
Beleggingsdebiteuren Subtotaal
Overige zakelijke
1.745
27.914
1.438
2.379
114.086
923.028
52.873
2.004.325
Beleggingscrediteuren
Derivaten
Totaal
49.143 3.069.776 0
40.203
0
33.476
49.143 3.143.455 0
6.936
371
6.565
0
0
Waarde per 31 december
113.715
916.463
52.873
2.004.325
49.143 3.136.519
Beleggingen (balanspost)
113.715
916.463
52.873
2.004.325
49.143 3.136.519
Aandelen
Overige
Vastren-
Overzicht per 31 december 2009 Vastgoedbeleggingen
Beleggingen
58.473
Subtotaal
rentende waarden
26.851
1.813.963
Totaal
0
2.749.805
381
2.164
0
31.485
0
34.030
1.514
32.039
0
4.231
0
37.784
60.368
884.721
26.851
1.849.679
0
2.821.619
84
7.946
0
0
0
8.030
Beleggingsdebiteuren Liquide middelen
850.518
zakelijke waarden
Derivaten
Beleggingscrediteuren Waarde per 31 december
60.284
876.775
26.851
1.849.679
0
2.813.589
Beleggingen (balanspost)
60.284
876.775
26.851
1.849.679
0
2.813.589
9.529
Negatieve beleggingen
Specificatie beleggingsdebiteuren 2010
2009
37.810
31.493
Te vorderen dividend
1.463
1.386
Beleggingsdebiteuren
386
156
Te vorderen dividendbelasting
544
995
Lopende interest/deposito’s
40.203
34.030
INHOUD
96
SPIN jaarverslag 2010 | jaarrekening 2010
Toelichting op de Balans
(vervolg) (alle bedragen in 4 x 1.000)
Mutatieoverzicht Beleggingen voor risico pensioenfonds Vastgoed-
Aandelen
beleggingen
Stand per 1 januari 2009 Aankopen/verstrekkingen Verkopen/aflossingen
Overige
Vastren-
Derivaten
Totaal
zakelijke
tende
waarden
waarden
885.996
20.750
1.352.905
60.500
270.076
9.292
992.081
2.738 1.334.687
-11.593
-482.922
-809
-560.336
-35.301 -1.090.961
0
63.108 2.322.759
Overige mutaties
8.393
377.585
-2.397
13.319
-63.108
333.792
Waarderingsverschillen
1.173
-200.217
15
15.994
32.563
-150.472
58.473
850.518
26.851
1.813.963
0 2.749.805
70.590
119.235
20.955
1.104.704
0 1.315.484
-42.236
-197.389
-3.641
-1.039.797
19.162
126.571
9.689
35.165
Stand per 31 december 2009 Aankopen/verstrekkingen Verkopen/aflossingen Overige mutaties Waarderingsverschillen Stand per 31 december 2010
5.658
-5.532
-2.419
50.113
111.647
893.403
51.435
1.964.148
-8.500 -1.291.563 49.143
239.730
8.500
56.320
49.143 3.069.776
Kostprijs per 31 december 2010
86.160
915.694
69.046
1.899.303
0 2.970.203
Kostprijs per 31 december 2009
51.891
1.004.316
52.713
1.779.821
0 2.888.741
Specificatie boekwaarde naar soort actuele waardering De beleggingen van SPIN zijn nagenoeg allemaal gewaardeerd tegen actuele waarde. Daarbij is het over het algemeen mogelijk en gebruikelijk om de actuele waarde binnen een aanvaardbare bandbreedte van schattingen vast te stellen. Voor sommige andere financiële instrumenten, zoals beleggingsvorderingen en –schulden, geldt dat de boekwaarde de actuele waarde benadert als gevolg van het kortetermijnkarakter van de vorderingen en schulden. De boekwaarde van alle activa en de financiële verplichtingen op balansdatum benadert de actuele waarde. Voor de meerderheid van de financiële instrumenten van het pensioenfonds kan gebruik worden gemaakt van marktnoteringen. Echter, bepaalde financiële instrumenten, zoals renteswaps zijn gewaardeerd via waarderingsmodellen en –technieken, inclusief verwijzing naar de huidige reële waarde van vergelijkbare instrumenten. Directe marktnoteringen
Afgeleide markt noteringen
Waarderingsmodellen
Totaal
en –technieken niet gebaseerd op marktdata
Vastgoedbeleggingen
113.715
0
Aandelen
0
113.715
916.463
0
0
916.463
Overige zakelijke waarden
0
0
52.873
52.873
Vastrentende waarden
0
2.004.325
0
2.004.325
Derivaten
0
49.143
0
49.143
1.030.178
2.053.468
52.873
3.136.519
Totaal per 31 december 2010
Schattingen van de actuele waarde zijn een momentopname, gebaseerd op de marktomstandigheden en de beschikbare informatie over het financiële instrument. Deze schattingen zijn van nature subjectief en bevatten onzekerheden en een significante oordeelsvorming (bijvoorbeeld rentestand, volatiliteit, schatting van kasstromen) en kunnen derhalve niet met precisie worden vastgesteld.
INHOUD
97
SPIN jaarverslag 2010 | jaarrekening 2010
(alle bedragen in 4 x 1.000)
B
Beleggingen voor risico deelnemers Mutatieoverzicht Beleggingen voor risico deelnemers naar herkomst en besteding
Stand per 1 januari
2010
2009
148.086
107.411
Mutaties Inleg en stortingen
21.117
22.000
Uitkeringen en onttrekkingen
-2.950
-3.485
Beleggingsresultaten risico deelnemers
12.091
22.160
Totaal per 31 december
30.258
40.675
178.344
148.086
Overzicht totale waarde Beleggingen voor risico deelnemers per beleggingscategorie Hieronder volgt een overzicht van de totale waarde per beleggingscategorie per 31 december 2010, inclusief uitsplitsing voor belegde bedragen, beleggingsdebiteuren en –crediteuren, liquide middelen en cash funds en terugbetalingsverplichtingen met betrekking tot securities lending. Overzicht per 31 december Aandelen
Vastrentende
31 december
31 december
waarden
2010
2009
108.555
69.789
178.344
148.086
2.275
11
2.286
5.389
110.830
69.800
180.630
153.475
2.275
11
2.286
5.389
Waarde per 31 december
108.555
69.789
178.344
148.086
Beleggingen (balanspost)
108.555
69.789
178.344
148.086
Beleggingen Beleggingsdebiteuren Subtotaal Beleggingscrediteuren
Negatieve beleggingen
Mutatieoverzicht Beleggingen voor risico deelnemers per beleggingscategorie Aandelen
Vastrentende
Totaal
waarden
Stand per 1 januari 2009
67.279
40.132
Aankopen/verstrekkingen
13.805
15.036
28.841
Verkopen/aflossingen
-8.117
-2.218
-10.335
Overige mutaties Waarderingsverschillen Stand per 31 december 2009 Aankopen/verstrekkingen Verkopen/aflossingen Overige mutaties
107.411
-228
217
-11
20.949
1.231
22.180
93.688
54.398
148.086
15.179
76.787
91.966
-10.193
-63.606
-73.799
1.200
1.179
2.379
8.681
1.031
9.712
108.555
69.789
178.344
Kostprijs per 31 december 2010
91.695
63.086
154.781
Kostprijs per 31 december 2009
85.510
48.726
134.236
Waarderingsverschillen Stand per 31 december 2010
INHOUD
98
SPIN jaarverslag 2010 | jaarrekening 2010
Toelichting op de Balans
(vervolg) (alle bedragen in 4 x 1.000)
C
Materiële vaste activa Mutatieoverzicht Materiële vaste activa Verbouwing
Kantoor-
Kantoor-
gebouw
apparatuur
inventaris
2010
2009
Afschrijvingspercentage per jaar
10%
331⁄3%
20%
Aanschafwaarde per 1 januari
525
46
149
720
717
442 83
44
146
632
571
2
3
88
146
Cumulatieve afschrijvingen per 1 januari Boekwaarde per 1 januari Investeringen
0
0
0
0
3
Desinvesteringen aanschafwaarde
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Desinvesteringen cumulatieve afschrijvingen Afschrijvingen Aanschafwaarde per 31 december
-58
-1
-2
-61
-61
525
46
149
720
720
500
45
148
693
632
25
1
1
27
88
Cumulatieve afschrijvingen per 31 december Boekwaarde per 31 december
D
Vorderingen en overlopende activa Specificatie vorderingen en overlopende activa Alle overige vorderingen hebben een resterende looptijd van korter dan één jaar. 2010
2009
Vordering op IBM uit hoofde van premies en leningsovereenkomst
8.951
85.176
Overige vorderingen en overlopende activa
1.686
1.111 10.637
86.287
De vordering op IBM is rentedragend. De rentevoet is de driemaands Euriborrente vermeerderd met 50 basispunten.
E
Overige activa Specificatie overige activa De overige activa betreft uitsluitend liquide middelen. Deze liquide middelen zijn als volgt te specificeren. Specificatie liquide middelen Rekening-courant Fortis Bank Rekening-courant ABN AMRO Bank Rekening-courant ING Bank
2010
2009
823
713
2.964
1.614
4
0 3.791
SPIN heeft bij ABN AMRO Bank een ongebruikte kredietfaciliteit voor een bedrag van 3 8.000.
2.327
INHOUD
99
SPIN jaarverslag 2010 | jaarrekening 2010
(alle bedragen in 4 x 1.000)
PASSIVA
F
Reserves Mutatieoverzicht reserves Het verloop van de reserves is als volgt. Wettelijke
Stand per 1 januari 2009 Bestemming saldo van baten en lasten 2009 Stand per 31 december 2009 Bestemming saldo van baten en lasten 2010 Stand per 31 december 2010
Overige
Totaal
reserves
Reserves
323.263
-277.951
45.312
-77.228
573.897
496.669
246.035
295.946
541.981
4.484
116.592
121.076
250.519
412.538
663.057
Solvabiliteit en dekkingsgraad Het minimaal vereist eigen vermogen en het vereist eigen vermogen kan als volgt worden gespecificeerd. 2010
2009
104,2
105,0
250.519
246.035
Minimum vereist eigen vermogen Vereist eigen vermogen
De wettelijke reserves worden jaarlijks via de bestemming van het saldo van baten en lasten gelijkgesteld aan het vereist eigen vermogen. Het (minimaal) vereist eigen vermogen wordt berekend met gebruik making van het standaard model. Hierbij wordt voor de samenstelling van de beleggingen uitgegaan van de feitelijke assetmix in de evenwichtssituatie. De vermogenspositie van het pensioenfonds kan wat betreft solvabiliteit worden gekarakteriseerd als toereikend. De dekkingsgraad tegen marktrente bedraagt per 31 december 2010 126,7% (2009: 123,1 %). Bij SPIN is per 31 december 2010 geen herstelplan van toepassing.
Technische voorzieningen G Mutatieoverzicht technische voorzieningen Het verloop van de technische voorzieningen is als volgt.
Stand per 1 januari 2009 Mutatie 2009 Stand per 31 december 2009 Mutatie 2010 Stand per 31 december 2010
Technische voorzieningen
Overige technische
Totaal technische
risico pensioenfonds
voorzieningen
voorzieningen
2.376.442
32.252
2.408.694
-103.579
39.219
-64.360
2.272.863
71.471
2.344.334
163.773
-26.538
137.235
2.436.636
44.933
2.481.569
De mutatie in de technische voorzieningen is gespecificeerd in de toelichting op de staat van baten en lasten. De technische voorzieningen zijn gebaseerd op de vier pensioenregelingen van SPIN. Deze pensioenregelingen zijn toegelicht in de pensioenparagraaf in het jaarverslag en op de website www.spin.nl.
INHOUD
100
SPIN jaarverslag 2010 | jaarrekening 2010
Toelichting op de Balans
(vervolg) (alle bedragen in 4 x 1.000)
Technische voorzieningen risico pensioenfonds Gemiddeld gewogen discontovoet Ultimo boekjaar bedraagt de gemiddeld gewogen discontovoet 3,5% (2009: 3,8%). Samenstelling technische voorzieningen risico pensioenfonds naar deelnemerscategorieën 2010
2010
2010 Totaal
2009
2009 Totaal
Technische
Overige
Technische
Overige
voorzieningen
technische
voorzieningen
technische
risico pensioen-
voorzieningen
risico pensioen-
voorzieningen
fonds
Actieve deelnemers
2009
567.386
fonds
15.321
582.707
493.999
22.833
516.832
Gewezen deelnemers
232.624
12.814
245.438
207.681
14.123
221.804
Pensioengerechtigden
1.636.626
16.798
1.653.424
1.571.183
34.515
1.605.698
2.436.636
44.933
2.481.569
2.272.863
71.471
2.344.334
Stand per 31 december
De berekeningsmethode van de pensioenverplichtingen is zodanig toegepast dat geen sprake is van een financieringsachterstand. Naar hun aard hebben technische voorzieningen een langlopend karakter.
Mutatieoverzicht overige technische voorzieningen Voorziening
Voorziening
Voorziening
Voorziening
Voorziening
Voorziening
bijzondere
conversie-
uitlooprisico
prudentie
uitvoerings-
stamrechten
toeslagver-
verplichtingen
arbeidsonge-
sterfte
kosten
plichtingen
Totaal
schiktheid
12.763
11.492
6.709
0
0
1.288
32.252
onttrekkingen
-4.714
-6.041
4.661
45.967
0
-654
39.219
Stand per 31 december 2009
8.049
5.451
11.370
45.967
0
634
71.471
Stand per 1 januari 2009 Saldo toevoegingen/
Saldo toevoegingen/ onttrekkingen Stand per 31 december 2010
1.280
232
-1.826
-45.967
19.779
-36
-26.538
9.329
5.683
9.544
0
19.779
598
44.933
INHOUD
101
SPIN jaarverslag 2010 | jaarrekening 2010
(alle bedragen in 4 x 1.000)
H
Voorzieningen voor risico deelnemers Mutatieoverzicht voorzieningen voor risico deelnemers 2010 Stand per 1 januari Saldo toevoegingen en onttrekkingen
2009
148.086
107.411
30.258
40.675 178.344
Stand per 31 december
148.086
Over het boekjaar bedraagt het toegevoegde rendement uitgedrukt in de gemiddelde voorzieningen voor risico deelnemers 4,84% - 9,16% (2009: 5,4% - 25,06%). Toevoegingen en onttrekkingen zijn nader gespecificeerd in de toelichting op de posten in de staat van baten en lasten. Samenstelling voorzieningen voor risico deelnemers naar deelnemerscategorieën De samenstelling van de voorzieningen voor risico deelnemers per deelnemerscategorie is als volgt. 2010 Actieve deelnemers Gewezen deelnemers
160.688
137.759
17.656
10.327 178.344
Stand per 31 december
I
2009
148.086
Overige schulden en overlopende passiva Alle overige schulden hebben een resterende looptijd van korter dan één jaar. 2010 Derivaten Overige schulden en overlopende passiva
2009
0
9.529
6.348
6.447 6.348
15.976
2010
2009
Specificatie overige schulden en overlopende passiva
Af te dragen loonheffing en sociale lasten
3.231
3.271
Geliquideerd Persoonlijk Pensioenkapitaal
24
147
Overige schulden Overlopende passiva
123
103
2.970
2.926 6.348
6.447
INHOUD
102
SPIN jaarverslag 2010 | jaarrekening 2010
Risicobeheer en derivaten Algemeen In het jaarverslag is ingegaan op risico’s die het pensioenfonds loopt en op het beleid om deze risico’s te beperken. Onderstaand treft u kwantitatieve risico-informatie aan voor de DB-pensioenregelingen. Solvabiliteitsrisico Beschrijving van het risico SPIN loopt bij het beheer van de pensioenverplichtingen en de financiering daarvan risico’s. De belangrijkste doelstelling van SPIN is het nakomen van de pensioentoezeggingen. Om dit te realiseren streeft SPIN naar een toereikende solvabiliteit op basis van de marktwaarde van de pensioenverplichtingen. Het belangrijkste risico voor SPIN is het solvabiliteitsrisico, ofwel het risico dat SPIN niet beschikt over voldoende vermogen ter dekking van de pensioenverplichtingen. De solvabiliteit wordt gemeten zowel op basis van algemeen geldende normen als op specifieke normen van de toezichthouder. Indien de solvabiliteit van SPIN zich negatief ontwikkelt, bestaat het risico dat SPIN de premie voor IBM en deelnemers moet verhogen en het risico dat er geen ruimte is voor toeslagverlening op opgebouwde pensioenaanspraken. In het uiterste geval kan het noodzakelijk zijn dat SPIN verworven aanspraken en rechten op pensioen moet verminderen. Berekeningsmethode vereist eigen vermogen De gewenste solvabiliteit is bepaald met de gestandaardiseerde methode per risicofactor. De vereiste solvabiliteit per risicofactor is aan de hand van de voorgeschreven formule gecombineerd tot een totaal vereiste solvabiliteit. Voor de evenwichtsberekening is de uitkomst hiervan volgens voorschrift in een aantal stappen gebruikt totdat het toetsingsverschil nihil is. Dit resulteert in een evenwichtsituatie, waarin het (fictieve) aanwezige eigen vermogen gelijk is aan het vereist eigen vermogen.
INHOUD
103
SPIN jaarverslag 2010 | jaarrekening 2010
Surplus op FTK-grondslagen (alle bedragen x 4 1.000) Het surplus op FTK-grondslagen is als volgt:
Technische voorzieningen volgens jaarrekening Aanpassingen Voorziening pensioenverplichtingen (FTK-waardering)
A
2010
2009
2.481.569
2.344.334
0
0
2.481.569
2.344.334
23.920
10.603
212.953
214.264
81.963
77.714
Buffers: S1 Renterisico S2 Risico zakelijke waarden S3 Valutarisico S4 Grondstoffenrisico
0
0
S5 Kredietrisico
19.404
48.279
S6 Verzekeringstechnisch risico
68.193
62.205
S7 Liquiditeitsrisico
0
0
S8 Concentratierisico
0
0
S9 Operationeel risico
0
0
Diversificatie-effect Vereist eigen vermogen Vereist vermogen (art. 132 Pensioenwet) Aanwezig vermogen (totaal activa – schulden) Surplus
0
0
B
250.519
246.035
A+B
2.732.088
2.590.369
3.144.626
2.886.315
412.538
295.946
Het vereist eigen vermogen is gebaseerd op de werkelijke portefeuille per ultimo 2010 en heeft een niveau van 10,1% (overeenkomend met 3 250.519). Het surplus is verder toegenomen door het goede beleggingsrendement van 2010. Beleid en risicobeheer Het bestuur beschikt over de volgende beleidsinstrumenten voor het beheersen van deze risico’s: • Beleggingsbeleid; • Premiebeleid; • Herverzekeringsbeleid; • Toeslagbeleid. De keuze en toepassing van beleidsinstrumenten vindt plaats na uitvoerige analyses ten aanzien van te verwachten ontwikkelingen van de verplichtingen en de financiële markten. Daarbij wordt gebruik gemaakt van ALM-studies. Een ALM-studie is een analyse van de verplichtingenstructuur en van de verschillende beleggingsstrategieën en de ontwikkeling daarvan in economische scenario’s. Het bestuur stelt jaarlijks de beleggingsrichtlijnen vast en houdt daarbij rekening met de uitkomsten van de hierboven genoemde analyses. De beleggingsrichtlijnen geven normen en limieten aan waarbinnen de uitvoering van het beleggingsbeleid moet plaatsvinden. Ze zijn gericht op het beheersen van de volgende belangrijkste (beleggings)risico’s. Bij de uitvoering van het beleggingsbeleid wordt gebruik gemaakt van derivaten.
INHOUD
104
SPIN jaarverslag 2010 | jaarrekening 2010
Risicobeheer en derivaten (vervolg) Gebruik van derivaten (specifieke financiële instrumenten) Bij uitvoering van het beleggingsbeleid gebruikt SPIN derivaten voor verbetering van risicobeheersing. Beleid en gebruik van derivaten is de afgelopen jaren ongewijzigd. Uitgangspunten voor toepassing: • Toestemming voor het gebruik van derivaten ligt bij het Algemeen bestuur. In de richtlijnen voor de externe vermogensbeheerders geldt dat geen toestemming wordt gegeven voor het aangaan van derivatentransacties, tenzij in specifieke situaties het Algemeen bestuur wel toestemming geeft; • Uitsluitend gebruik derivaten voor zover passend binnen het algemene beleggingsbeleid. De portefeuillestructuur en het risicoprofiel, berekend inclusief de economische effecten van derivaten, dienen zich binnen de door het bestuur vastgestelde grenzen (limieten) te bevinden; • Geen gebruik van hefboomwerking (leverage); • Voorkeur voor beursgenoteerde instrumenten voor verhandelbaarheid en onafhankelijke waardering; • Beschikbaar zijn van een specifieke rapportage die inzicht geeft in de effecten van het gebruik. Specifieke richtlijnen voor beleggingsfondsen waarin SPIN participeert Bij deelname in beleggingsfondsen is veelal sprake van een minder restrictief derivatengebruik, aangezien het meestal niet mogelijk is daartoe specifieke richtlijnen overeen te komen. Het Global Strategy Fund en het Diversified Global Equity Fund zijn beleggingsfondsen voor respectievelijk wereldwijde vastrentende waarden en wereldwijde aandelen. Deze fondsen maken gebruik van future en forward contracten met het doel op efficiënte wijze in de waardeontwikkeling van de markten te participeren. SPIN is met beide fondsen specifieke richtlijnen overeengekomen voor gebruik van derivaten. Beperken kredietrisico Eén van de belangrijkste risico’s bij derivaten is het kredietrisico. Dit is het risico dat tegenpartijen niet aan hun betalingsverplichtingen kunnen voldoen. Dit risico wordt beperkt door alleen transacties aan te gaan met kwalitatief hoogwaardige partijen en door te werken met onderpand. Soorten toegepaste derivaten Het pensioenfonds gebruikt derivaten hoofdzakelijk om de hiervoor vermelde vormen van marktrisico zoveel mogelijk af te dekken. Het pensioenfonds staan onder meer de volgende instrumenten ter beschikking: valutatermijncontracten, renteswaps, forwards, futures en opties.
INHOUD
105
SPIN jaarverslag 2010 | jaarrekening 2010
Derivatenposities Specificatie derivatenposities per soort contract per 31 december (bedragen in 4 x 1.000) 2010
2009
Opties
259
66
Swaps
49.167
-9.399
Futures
29.101
33.355
Forwards
-4.937
-7.357
73.590
16.665
Totaal derivatenposities
Matching- en renterisico Renterisico SPIN gebruikt voor het afdekken van het renterisico van de verplichtingen vastrentende waarden en renteswaps. Deze contracten worden onderhands aangegaan met verschillende tegenpartijen via ISDA contracten. In deze contracten zijn regels opgenomen ten behoeve van risicobeperking. Deze regels zijn nader uitgewerkt onder ‘Derivaten’. De rentegevoeligheid kan worden gemeten door middel van de duration. De duration is de (met de contante waarde van de kasstromen) gewogen gemiddelde resterende looptijd in jaren. Weergave rentegevoeligheid 1,0 0,9 IRS 0,8
Vastrentende waarden Technische voorzieningen
0,7 0,6 0,5 0,4 0,3 0,2 0,1 0,0 t/m 10j
12j
15j
20j
30j
40j
50j
60j
Uit bovenstaande tabel blijkt dat de technische voorzieningen zijn afgedekt door vastrentende waarden en door Interest Rate Swaps (IRS). Alleen voor een termijn van 20 jaar is sprake van een geringe onderdekking.
INHOUD
106
SPIN jaarverslag 2010 | jaarrekening 2010
Risicobeheer en derivaten (vervolg) Overzicht renteresultaat Hiermee samenhangend is het renteresultaat per 31 december als volgt weer te geven. 2010 5 Rentetoevoeging
2009
5
5
29.145
59.312
Wijziging marktrente
177.419
-51.212
Directe beleggingsopbrengsten (rentedragend)
104.305
72.959
Indirecte beleggingsopbrengsten (rentedragend)
253.424
175.325
206.564
Kosten vermogensbeheer (rentedragend) Totaal beleggingsopbrengsten (rentedragend) Renteresultaat
-5.117
8.100
-3.493 352.612
244.791
146.048
236.691
Valutarisico Het totaalbedrag dat niet in Euro’s is belegd, bedraagt ultimo december 2010 circa 32,1% (2009: 32,9%) van de beleggingsportefeuille. Hiervan is 53,3% afgedekt (2009: 54,4%). De belangrijkste valuta waarover risico wordt gelopen is de Amerikaanse dollar. Per ultimo december 2010 is de waarde van de uitstaande valutatermijn-contracten - 3 5,3 mln. Vorderingen en schulden met betrekking tot valutaderivaten zijn in de ‘Toelichting op de balans’ gespecificeerd onder de post Derivaten (‘Beleggingen voor risico pensioenfonds’ en ‘Overige schulden en overlopende passiva). Liquiditeitsrisico (marktliquiditeit en matching) Liquiditeitsrisico is het risico dat beleggingen niet tijdig en/of niet tegen een aanvaardbare prijs kunnen worden omgezet in liquide middelen, waardoor het pensioenfonds op korte termijn niet aan zijn verplichtingen kan voldoen. Waar de overige risicocomponenten vooral de langere termijn betreffen (solvabiliteit), gaat het hierbij om de kortere termijn. Het beleid ten aanzien van het risico van matching van liquiditeit is in het jaarverslag in de Risicoparagraaf onder ‘Matching- en renterisico’ uitgewerkt. Beleid liquiditeitsrisico Het bestuur hanteert het uitgangspunt dat aandelen genoteerd zijn aan algemeen erkende beurzen. Daarnaast wordt een aanzienlijk deel van de vastrentende waarden uitsluitend belegd in beursgenoteerde staatsobligaties van de kernlanden. Daarnaast is in mandaten aan externe vermogensbeheerders in het strategische en tactische beleggingsbeleid voldoende ruimte voor het aanhouden van liquiditeitsposities. Onderstaand overzicht geeft per 31 december een overzicht van de belangrijkste nettokasstromen. 2010 Reguliere DB-premiebijdragen Pensioenuitkeringen
5
2009
38.705
43.070
128.421
128.555 -85.485
Subtotaal
-89.716
Directe beleggingsopbrengsten
104.306
72.959
Surplus
14.590
-12.526
INHOUD
107
SPIN jaarverslag 2010 | jaarrekening 2010
Ultimo 2010 zijn marktgenoteerde obligaties in portefeuille die op korte termijn in liquide middelen kunnen worden omgezet. Zie het in de ‘Toelichting op de balans onder ‘beleggingen voor risico pensioenfonds’ en ‘Beleggingen voor risico deelnemers’ opgenomen overzicht ‘Specificatie boekwaarde naar soort actuele waardering’. Marktrisico Via onderstaande overzichten kan inzicht worden verkregen in het segmentatierisico en het concentratierisico. Voor inzicht in het liquiditeitsrisico, zie het hiervoor opgenomen onderdeel. Segmentatierisico Overzicht segmentatie van aandelenbeleggingen naar sectoren per 31 december. 2010 % Consumentenmarkt
21,0
Energie
10,8
Financiële instellingen
19,2
Gezondheidszorg Industrie
9,3 11,1
IT
9,8
Grondstoffen
8,6
Telecommunicatie
4,8
Utiliteiten
3,5
Overig
1,9
Totaal
100,0
Concentratierisico Het concentratierisico en daarmee samenhangend beleid is uitgewerkt in de risicoparagraaf van het jaarverslag. Grote posten zijn aan te duiden als een vorm van concentratierisico. Om deze grote posten te bepalen worden per beleggingscategorie alle instrumenten met dezelfde debiteur gesommeerd. Het concentratierisico betreft per 31 december de volgende posten. Het vermelde percentage betreft het percentage ten opzichte van het totaal van de betreffende beleggingscategorie. 2010 %
Staatsobligaties Duitsland
42,2
Staatsobligaties Frankrijk
30,9
Staatsobligaties Nederland
20,9
Staatsobligaties Overig Totaal
6,0 100,0
INHOUD
108
SPIN jaarverslag 2010 | jaarrekening 2010
Risicobeheer en derivaten (vervolg) Kredietrisico Het kredietrisico en het daarmee samenhangende beleid is uitgewerkt in het jaarverslag in de Risicoparagraaf. Specificatie verdeling vastrentende beleggingen naar sector Ten behoeve van het inzicht in de kredietwaardigheid van de vastrentende beleggingsportefeuille wordt onderstaand een overzicht gegeven van de verdeling van de beleggingen per sector per 31 december: 2010 %
Overheidsinstellingen
63,0
Bedrijfsobligaties
13,3
Overig
23,7
Totaal
100,0
Specificatie vastrentende portefeuille naar kredietwaardigheid Het volgende overzicht geeft inzicht in de kredietwaardigheid van debiteuren van de vastrentende portefeuille per 31 december: 2010 AAA
2009
%
%
80,0
54,7
AA
6,2
11,8
A
9,3
27,8
BBB
4,5
3,3
0,0
0,0
Geen rating, met name kasmiddelen Totaal
0,0
2,4
100,0
100,0
Door een wijziging in het beleggingsbeleid als antwoord op de ontwikkelingen in de financiële markten is de gemiddelde rating van de benchmark omhoog gegaan, wat ook in de portefeuille is terug te zien. Het totale deel dat in AAA is geïnvesteerd is sterk gestegen. Toeslagverleningsrisico Het toeslagverleningsrisico is het risico dat het bestuur de ambitie voor toeslagverlening aan deelnemers aan de DB-pensioenregelingen niet kan realiseren. Ambitie van het bestuur is dat jaarlijks 75% van de Consumentenprijsindex Algemeen aan toeslagen wordt verleend op de DB-pensioenregelingen, zoals nader uitgewerkt in het jaarverslag in de Pensioenparagraaf. Gezien de ontwikkeling van de dekkingsgraad is per 1 januari 2011 de achterstand ten opzichte van de toeslagambitie van het bestuur volledig ingelopen. Het risico dat het bestuur voor de toekomst haar ambitie niet kan waarmaken, is in belangrijk mate afhankelijk van de ontwikkelingen op de financiële markten. Op basis van historische resultaten is de kans op het niet realiseren van de ambitie gering te noemen. Hieraan kunnen echter geen rechten worden ontleend. De toeslagverlening is voorwaardelijk en afhankelijk van de ontwikkeling van de financiële positie.
INHOUD
109
SPIN jaarverslag 2010 | jaarrekening 2010
Verzekeringstechnische risico’s Langlevenrisico In 2010 zijn nieuwe AG prognosetafels verschenen. Uit deze tafels blijkt een verdere toename van de levensverwachting. SPIN past deze tafels toe. De verwerking van de prognosetafels 2010-2060 en van de overgang naar fondsspecifieke correctiefactoren heeft geleid tot een verhoging van de technische voorzieningen. Dit effect is weergegeven in de ‘Toelichting behorende tot de jaarrekening’ in het onderdeel ‘Schattingen en veronderstellingen’. Kortleven- en arbeidsongeschiktheidsrisico SPIN heeft voor schade op het kortleven- en arbeidsongeschiktheidsrisico over de contractsperiode van vijf jaren een stop-lossverzekering afgesloten met een herverzekeraar. Indien in de periode van vijf jaren een schade wordt geleden die cumulatief meer bedraagt dan 150% van de actuarieel verwachte schade, overeenkomend met een bedrag van circa 3 55 mln., dan is het meerdere voor rekening van de herverzekeraar. Afrekening vindt aan het eind van de contractsperiode plaats. Securities lending SPIN heeft voor de ‘Beleggingen voor risico pensioenfonds’ een ‘Securities Lending’programma, waarbij maximaal 20% van de totale beleggingen mogen worden uitgeleend. Ook voor de beleggingen voor risico van de deelnemers is een ‘Securities Lending’-programma van toepassing. Bij security lending wordt het juridisch eigendom tijdelijk overgedragen, terwijl het economische risico bij SPIN blijft. Beleggingsfondsen waarin SPIN deelneemt, kunnen eveneens security lending toepassen. SPIN ontvangt voor het uitlenen een vergoeding. Het tegenpartijrisico wordt onder andere beperkt door het verkrijgen van onderpand. Stringente procedures en richtlijnen beperken de rente- en operationele risico’s. In september 2008 is het volledige ‘Securities Lending’-programma voor ‘Beleggingen voor risico pensioenfonds’ tot nader order stopgezet naar aanleiding van de onrust op de financiële markten. In april 2008 was reeds besloten geen cash als collateral meer te accepteren voor het programma.
Niet in de balans opgenomen verplichtingen Langlopende contractuele verplichtingen SPIN heeft een uitbestedingsovereenkomst afgesloten met TKP welke loopt tot 31 december 2013. SPIN is met TKP een vergoedingssystematiek overeengekomen met vaste en variabele componenten. De vergoeding bedraagt jaarlijks circa 3 0,4 mln. De totale verplichting voor de resterende looptijd bedraagt circa 3 1,2 mln. SPIN heeft een uitbestedingsovereenkomst afgesloten met ASR welke loopt tot 31 december 2014. SPIN is met ASR een vergoedingssystematiek overeengekomen met vaste en variabele componenten. De vergoeding bedraagt jaarlijks circa 3 0,8 mln. De totale verplichting voor de resterende looptijd bedraagt circa 3 3,2 mln.
INHOUD
110
SPIN jaarverslag 2010 | jaarrekening 2010
Niet in de balans opgenomen verplichtingen (vervolg) SPIN heeft een stop-loss herverzekeringscontract gesloten met Zwitserleven welke loopt tot en met 31 december 2013 (looptijd van 5 jaar). Jaarlijks betaalt SPIN een premie van circa 3 70.000. Verzekerd zijn de risicokapitalen voor overlijden en arbeidsongeschiktheid. In verband met de stop-loss herverzekering kan SPIN aan het einde van de looptijd een uitkering van Zwitserleven ontvangen. De totale verplichting voor de resterende looptijd bedraagt circa 3 210.000. Investeringsverplichtingen Vooruitlopend op verwachte inkomende kasstromen bestaan er per balansdatum met betrekking tot private equity de volgende investerings- en stortingsverplichtingen in bedragen x 3 1.000. Investeringsverplichtingen (committed capital) Gestort kapitaal (called capital)
2010
2009
104.037
95.148
43.547
22.702
Deze verplichtingen zullen naar verwachting in de komende jaren worden afgewikkeld en er zullen nieuwe verplichtingen worden aangegaan. Voorwaardelijke verplichtingen De Vereniging van IBM pensioengerechtigden, de Grey Blue Circle, en vijf van haar gepensioneerde leden hebben in 2007 een juridische procedure aangespannen. De procedure ging over de vanaf 1 juni 2006 gewijzigde toeslagambitie, waarbij voor alle pensioengerechtigden en (gewezen) deelnemers voortaan maximaal 75% van de CPI wordt toegepast. Voorheen was dat 100% van de afgeleide CPI. In 2009 heeft de rechter besloten dat de wijziging van het toeslagbeleid voor de vijf gepensioneerden ongedaan moest worden gemaakt. Voor de Grey Blue Circle werd de vordering afgewezen. Omdat de uitspraak grote gevolgen kon hebben voor alle belanghebbenden bij SPIN, heeft het bestuur eind 2009 formeel hoger beroep aangetekend. Hierop is op 31 mei 2011 een uitspraak gedaan. De uitspraak betekent dat over de periode 1 januari 2007 tot en met 1 januari 2011 het nog uit te keren verschil in toeslagverlening zal moeten worden uitgekeerd. Het bestuur heeft in overleg met de actuaris een globale schatting gemaakt van de financiële gevolgen van deze uitspraak. Hieruit blijkt dat de additionele last die hieruit voorvloeit niet materieel is voor de jaarrekening 2010. De bepaling van het exacte bedrag zal nog door nadere analyse in de loop van 2011 worden bepaald en in de jaarrekening van 2011 worden opgenomen. Verstrekte zekerheden en garanties Per balansdatum zijn er geen bedragen aan aandelen of aan vastrentende waarden uitgeleend (bruikleen/-security lending). Er zijn geen zekerheden ontvangen. SPIN is met IBM Corporation overeengekomen dat IBM een aanvullende premie zal voldoen, indien de financiële situatie van SPIN daar aanleiding toe geeft. Als extra zekerheid heeft IBM Corporation een garantie verstrekt voor een bedrag van $ 300 mln. per jaar. Deze garantie geldt tot en met 31 december 2015.
INHOUD
111
SPIN jaarverslag 2010 | jaarrekening 2010
Toelichting op de Staat van Baten en Lasten (alle bedragen in 4 x 1.000)
J
Premiebijdragen risico pensioenfonds en risico werkgever Overzicht naar soort premiebijdragen Risico
Risico
2010
Risico
Risico
2009
pensioen-
werkgever
Totaal
pensioen-
werkgever
Totaal
fonds Stamrechten
Reguliere premiebijdragen Overige premiebijdragen Subtotaal reguliere premiebijdragen Herstelpremies Opslag voor uitvoeringskosten Totaal premiebijdragen
fonds Stamrechten
35.822
800
36.622
40.285
180
40.465
670
0
670
319
0
319
36.492
800
37.292
40.604
180
40.784
0
0
0
277.050
0
277.050
2.213
0
2.213
2.466
0
2.466
38.705
800
39.505
320.120
180
320.300
38.035
800
38.835
42.751
180
42,931
Reguliere premiebijdragen inclusief ‘Opslag voor uitvoeringskosten’ en exclusief ‘Overige premiebijdragen’
Specificatie van herstelpremies 2010
2009
Herstelpremies inzake dekkingstekort
0
254.892
Herstelpremie inzake reservetekort
0
22.158 0
277.050
De kostendekkende premie risico pensioenfonds is 3 38.035 (2009: 3 42.805 mln.) en de feitelijke premie risico pensioenfonds inclusief opslag voor uitvoeringskosten en exclusief ‘Overige premiebijdragen’ 3 38.035 (2009 3 319.801). De feitelijke premie 2009 is inclusief herstelpremies van 3 277.050. Deze herstelpremies hebben betrekking op het dekkingstekort van eind 2008/begin 2009 en zijn gebaseerd op de tot 1 mei 2009 geldende uitvoeringsovereenkomst. Overige premiebijdragen De overige premiebijdragen betreft van FVP ontvangen premiebijdragen voor voortgezette opbouw van werkloze deelnemers ouder dan 40 jaar. Opslag voor uitvoeringskosten De opslag voor kosten betreft het bedrag dat aan de werkgever via de premienota in rekening wordt gebracht. Stamrechten De premiebijdragen 2010 heeft betrekking op door IBM in 2010 aan een negental werknemers toegezegde stamrechten. SPIN heeft de uitvoering van de bijbehorende stamrechtverplichtingen overgenomen van IBM. Deze verplichtingen zijn opgenomen onder de post ‘Technische voorzieningen’.
INHOUD
112
SPIN jaarverslag 2010 | jaarrekening 2010
Toelichting op de Staat van Baten en Lasten
(vervolg) (alle bedragen in 4 x 1.000)
Specificatie reguliere premiebijdragen risico pensioenfonds Hieronder volgt een specificatie van reguliere premiebijdragen uitgesplitst naar de uitgevoerde pensioen regelingen. De premiebijdragen zijn voor werknemers 5% van de pensioengrondslag en zijn voor de werkgevers gebaseerd op een leeftijdsafhankelijke premiestaffel en de loonsom. Genoemde premies zijn inclusief de dekking van risico nabestaanden-pensioen en arbeidsongeschiktheidspensioen.
IBM Pensioenregeling FlexPensioenregeling
2010
2009
0
944
0
305
BasisPensioenregeling A
19.178
20.140
BasisPensioenregeling B
15.711
18.066
BasisPensioenregeling C
1.603
1.149
Totaal BasisPensioenregeling Totaal premiebijdragen
36.492
39.355
36.492
40.604
In de reguliere premiebijdragen is een FVP-bijdrage begrepen van 3 670 (2009: 3 319). Overzicht premies volgens artikel 130 Pensioenwet Volgens artikel 130 van de Pensioenwet dient in de toelichting op de jaarrekening de kostendekkende, gedempte en feitelijk premie te worden gespecificeerd. De kostendekkende premie en de feitelijke premie zijn als volgt te specificeren. 2010
2009
Kostendekkende premie
38.035
42.805
Feitelijke premie
38.035
42.751 0
Verschil
54
Bij SPIN is geen gedempte premie van toepassing. Het verschil in 2009 tussen de kostendekkende en de feitelijke premie van 3 54 wordt veroorzaakt door het abusievelijk niet meenemen in de feitelijke premie van de solvabiliteitsopslag over de premie voor de SPIN medewerkers (3 28). Tevens was de feitelijke premie gebaseerd op een voorlopig vereist eigen vermogen en de kostendekkende premie op het definitieve vereist eigen vermogen, die 0,1% punt hoger was vastgesteld (3 26). De feitelijke premie is als reguliere premiebijdrage vermeerderd met de opslag voor uitvoeringskosten onder de baten verantwoord. De kostendekkende premie is als volgt samengesteld. 2010 Inkoop nominale pensioenen op marktwaarde
2009
23.992
25.620
Uitvoeringskosten
2.213
2.769
Solvabiliteitsopslag
2.519
3.461
Actuarieel benodigd ten behoeve van toeslagverlening
9.311
10.955
Totaal
38.035
42.805
INHOUD
113
SPIN jaarverslag 2010 | jaarrekening 2010
(alle bedragen in 4 x 1.000)
K
Premiebijdragen voor risico deelnemers De premiebijdragen voor risico deelnemers hebben betrekking op de FlexPensioenregeling. Specificatie van premiebijdragen van werkgevers en werknemers 2010
2009
Werkgeversdeel
14.470
Werknemersdeel
6.247
13.894 6.326
Opslag voor uitvoeringskosten
1.155
1.115 21.872
L
21.335
Beleggingsresultaten risico pensioenfonds Hieronder volgt een overzicht van de beleggingsresultaten voor risico van SPIN. Hierbij wordt per soort beleggingsopbrengsten een uitsplitsing gegeven per beleggingscategorie. Na aftrek van de aan de beleggingscategorieën toegerekende kosten vermogensbeheer resulteren de netto beleggingsresultaten. Overzicht beleggingsresultaten risico pensioenfonds Directe
Indirecte
Kosten
beleggings- beleggings- vermogensopbrengsten opbrengsten
Totaal
Kosten
Totaal
2010 beleggings- beleggings- vermogens-
2009
beheer
Directe
Indirecte
opbrengsten opbrengsten
beheer
Zakelijke waarden Vastgoedbeleggingen Aandelen
3.646
24.798
-533
27.911
840
9.549
-115
10.274
19.245
71.005
-1.912
88.338
22.636
178.496
-1.619
199.513
149
7.229
-105
7.273
146
-2.377
-113
-2.344
Overige zakelijke waarden Totaal zakelijke waarden
23.040 103.032
-2.550 123.522
23.622 185.668
-1.847 207.443
61.706
83.220
-2.514 142.412
50.254
-1.495
19.559
67.172
Vastrentende waarden Derivaten Totaal
104.305 253.424
-53
29.961
78.720
86.678
-917 -40.304
-151 -41.372
-5.117 352.612
72.959 175.325
-3.493 244.791
Specificatie directe beleggingsopbrengsten risico pensioenfonds 2010 Vastgoed-
Aandelen
beleggingen
Interestopbrengsten Dividenden Renteopbrengsten liquide middelen Directe beleggingsopbrengsten 2010
Overige
Vast-
zakelijke
rentende
Derivaten
2010
waarden
waarden
0
208
0
61.706
19.559
81.473
3.641
18.946
146
0
0
22.733
0
99
5
91
3
0
3.646
19.245
149
61.706
19.559 104.305
INHOUD
114
SPIN jaarverslag 2010 | jaarrekening 2010
Toelichting op de Staat van Baten en Lasten
(vervolg) (alle bedragen in 4 x 1.000)
Specificatie directe beleggingsopbrengsten 2009 Vastgoed-
Aandelen
beleggingen
Interestopbrengsten Dividenden Renteopbrengsten liquide middelen Directe beleggingsopbrengsten
Overige
Vast-
zakelijke
rentende
Derivaten
2009
waarden
waarden
0
276
117
50.249
-914
49.728
838
21.588
28
0
-3
22.451
2
772
1
5
0
780
840
22.636
146
50.254
-917
72.959
Derivaten
2010
8.500
-1.404
Specificatie van indirecte beleggingsopbrengsten risico pensioenfonds 2010 Vastgoed-
Overige
Vast-
beleg-
Aandelen
zakelijke
rentende
gingen
waarden
waarden
-2.461
48.055
Gerealiseerde indirecte beleggingsopbrengsten • Gerealiseerde valutaresultaten • Overige gerealiseerde opbrengsten
5.637
-61.135
-21
-55.603
-42
-2.058
5.658
-5.532
-2.419
50.113
19.161
132.140
9.690
35.165
0 -57.724 8.500
56.320
Ongerealiseerde indirecte beleggingsopbrengsten • Ongerealiseerde valutaresultaten • Overige ongerealiseerde opbrengsten Indirecte beleggingsopbrengsten
58.672 254.828 0
5.569
-1
5.569
1
0
19.162
126.571
9.689
35.165
58.672 249.259
24.798
71.005
7.229
83.220
67.172 253.424
Aandelen
Overige
Vast-
beleg-
zakelijke
rentende
gingen
waarden
waarden
Specificatie indirecte beleggingsopbrengsten 2009 Vastgoed-
Derivaten
2009
Gerealiseerde indirecte beleggingsopbrengsten • Gerealiseerde valutaresultaten • Overige gerealiseerde opbrengsten
1.157 -206.397
32.333 -156.246
18
16.643
-5.991
4
649
1.173 -200.406
14
15.994
32.563 -150.662 -72.637 331.571
-16
-230
-5.584
Ongerealiseerde indirecte beleggingsopbrengsten • Ongerealiseerde valutaresultaten • Overige ongerealiseerde opbrengsten Indirecte beleggingsopbrengsten
8.392
384.893
-2.395
13.318
-1
7.308
1
0
8.393
377.585
-2.396
9.549 178.496
-2.377
13.318
0
7.308
-72.637 324.263
29.961 -40.304 175.325
Specificatie kosten vermogensbeheer 2010 Externe kosten vermogensbeheer
2009
3.759
2.300
1.358
1.193
Door SPIN aan vermogensbeheer toegerekende
pensioenuitvoeringskosten
Totaal
5.117
3.493
INHOUD
115
SPIN jaarverslag 2010 | jaarrekening 2010
(alle bedragen in 4 x 1.000)
M
Beleggingsresultaten risico deelnemers Hieronder volgt een overzicht van de beleggingsresultaten voor risico van de deelnemers. Hierbij wordt per soort beleggingsopbrengsten een uitsplitsing gegeven per beleggingscategorie. Na aftrek van de aan de beleggingscategorieën toegerekende kosten vermogensbeheer resulteren de netto beleggingsresultaten. Overzicht beleggingsresultaten risico deelnemers Directe
Indirecte
Kosten
beleggings- beleggings- vermogensopbrengsten opbrengsten
Totaal
Kosten
Totaal
2010 beleggings- beleggings- vermogens-
2009
beheer
Directe
Indirecte
opbrengsten opbrengsten
beheer
Zakelijke waarden 0
9.881
0
9.881
-9
20.721
0
20.712
0
9.881
0
9.881
-9
20.721
0
20.712
waarden
0
2.210
0
2.210
0
1.448
0
1.448
Totaal
0
12.091
0
12.091
-9
22.169
0
22.160
Vast-
Totaal
Aandelen
Vast-
Totaal
rentende
2010
rentende
2009
Aandelen Totaal zakelijke waarden Vastrentende
Specificatie van indirecte beleggingsopbrengsten risico deelnemers Aandelen
waarden
waarden
Gerealiseerde indirecte beleggingsopbrengsten
1.200
1.179
2.379
-238
217
-21
Ongerealiseerde indirecte beleggingsopbrengsten Indirecte beleggingsopbrengsten
N
8.681
1.031
9.712
20.950
1.231
22.181
9.881
2.210
12.091
20.712
1.448
22.160
Overige baten Specificatie van overige baten 2010 Overige interestbaten
3
2009 64
Omzetting kleine ‘defined contribution’-kapitalen in ‘defined benefit’-aanspraken Overige baten Totaal overige baten
1
44
638
2.232 642
2.340
INHOUD
116
SPIN jaarverslag 2010 | jaarrekening 2010
Toelichting op de Staat van Baten en Lasten
(vervolg) (alle bedragen in 4 x 1.000)
O
Pensioenuitkeringen Specificatie pensioenuitkeringen 2010 Ouderdomspensioen Nabestaandenpensioen Arbeidsongeschiktheidspensioen Overige uitkeringen
2009
113.288
114.968
15.592
14.392
3.068
3.013
154
175 132.102
Ontvangen uitkeringen (WAO) Totaal
132.548
-3.681
-3.993
128.421
128.555
De toeslagverlening van de pensioenuitkeringen per 1 januari 2010 zoals vastgesteld door het bestuur bedraagt 1,00% (2009: 0%). De toeslag voor 2010 is inclusief een inhaaltoeslag van 0,71%. De ontvangen WAO-uitkeringen hebben betrekking op WAO-gerechtigden die een (vervroegd) ouderdomspensioen ontvangen.
P
Pensioenuitvoeringskosten Specificatie pensioenuitvoeringskosten 2010 Bestuurskosten Communicatiekosten
177
2009 181
134
67
Personeelskosten
2.269
2.569
Administratiekosten
2.258
2.090
Controle- en advieskosten
1.170
1.174
Toerekening aan beleggingskosten Totaal
6.008
6.081
-1.358
-1.193
4.650
4.888
2010
2009
Specificatie bestuurskosten Kosten bestuur
118
97
Kosten Deelnemersraad
19
50
Kosten Beleggingscommissie
40
34
Totaal
177
181
INHOUD
117
SPIN jaarverslag 2010 | jaarrekening 2010
(alle bedragen in 4 x 1.000) Specificatie personeelskosten 2010 Salarissen
2009
1.666
1.555
Sociale lasten
103
94
Pensioenlasten
196
288
Overige personeelsgebonden kosten
304
632
Totaal
2.269
2.569
2010
2009
Specificatie ‘Overige personeelsgebonden kosten’ Uitzendkrachten Kosten cursussen, congressen en reis-/verblijfkosten Overige personeelsgebonden kosten
7
297
89
132
208
203
Totaal
304
632
2010
2009
Specificatie administratiekosten Huisvestingskosten
420
431
Automatiseringskosten
387
354
Contributies en abonnementen
201
85
1.250
1.220
Administratiekosten derden Totaal
2.258
2.090
2010
2009
Specificatie controle- en advieskosten Research- en beleggingsinformatie
415
318
Adviezen en professional fee
755
856
Totaal
1.170
1.174
INHOUD
118
SPIN jaarverslag 2010 | jaarrekening 2010
Toelichting op de Staat van Baten en Lasten
(vervolg) (alle bedragen in 4 x 1.000)
Q
Mutatie technische voorzieningen en mutatie voorziening voor risico deelnemers Specificatie mutatie 2010 Technische
Overige
voorzieningen
technische
Mutatie
Mutatie alle
technische voorzieningen voorzieningen
risico voorzieningen voorzieningen
Toevoegingen
Mutatie
pensioenfonds
voor risico deelnemers
Bestemming saldo van baten en lasten
0
19.779
19.779
0
19.779
Premiestortingen
0
0
0
20.717
20.717
Pensioenopbouw
14.174
701
14.875
0
14.875
Toeslagverlening
22.380
7
22.387
0
22.387
Rentetoevoeging
29.133
11
29.144
0
29.144
0
0
0
12.091
12.091
Wijziging marktrente
0
1.214
1.214
0
1.214
Wijziging actuariële uitgangspunten
0
347
347
0
347
Beleggingsopbrengsten
Overige toevoegingen Totaal toevoegingen
1.084
0
1.084
14
1.098
66.771
22.059
88.830
32.822
121.652
0
1.968
1.968
0
1.968
127.557
656
128.213
0
128.213
Onttrekkingen Bestemming saldo van baten en lasten Pensioenuitkeringen Pensioenuitvoeringskosten
1.276
6
1.282
311
1.593
- 176.451
0
- 176.451
0
-176.451
Wijziging actuariële uitgangspunten
- 50.279
45.967
- 4.312
0
- 4.312
Saldo overdrachten van aanspraken
895
0
895
2.253
3.148
Wijziging marktrente
Totaal onttrekkingen
-97.002
48.597
-48.405
2.564
-45.841
Saldo toevoegingen en onttrekkingen
163.773
- 26.538
137.235
30.258
167.493
Technische
Overige
Mutatie
Mutatie
voor zieningen
technische
Specificatie mutatie 2009 technische voorzieningen Voorzieningen
risico voorzieningen voorzieningen
Toevoegingen
Mutatie alle
pensioenfonds
voor risico deelnemers
Bestemming saldo van baten en lasten
0
50.628
50.628
0
50.628
Premiestortingen
0
0
0
20.220
20.220
Beleggingsopbrengsten Pensioenopbouw
0
0
0
22.160
22.160
16.299
366
16.665
0
16.665
Toeslagverlening
762
0
762
0
762
Rentetoevoeging
59.281
30
59.311
0
59.311
Wijziging marktrente Overige toevoegingen Totaal toevoegingen
0
7
7
0
7
4.586
7
4.593
45
4.638
80.928
51.038
131.966
42.425
174.391
INHOUD
119
SPIN jaarverslag 2010 | jaarrekening 2010
(alle bedragen in 4 x 1.000) Technische
Overige
voor zieningen
technische
Mutatie
Mutatie
Mutatie alle
technische voorzieningen Voorzieningen
risico voorzieningen voorzieningen pensioenfonds
voor risico deelnemers
Onttrekkingen Bestemming saldo van baten en lasten Pensioenuitkeringen Pensioenuitvoeringskosten Wijziging marktrente Wijziging actuariële uitgangspunten Saldo overdrachten van aanspraken Totaal onttrekkingen Saldo toevoegingen en onttrekkingen
0
10.085
10.085
0
10.085
129.646
1.053
1.296
11
130.699
0
130.699
1.307
185
1.492
50.549
670
572
0
51.219
0
51.219
572
0
572
2.444
0
2.444
1.565
4.009
184.507
11.819
196.326
1.750
198.076
-103.579
39.219
-64.360
40.675
-23.685
Toeslagverlening Kern van het toeslagbeleid Het toeslagbeleid van SPIN is als volgt. Voor de reglementen gebaseerd op uitkeringsovereenkomsten geldt voor opgebouwde pensioenaanspraken en ingegane pensioenen voorwaardelijke toeslagverlening afhankelijk van de dekkingsgraad. Ingegane nabestaandenpensioenen voortvloeiend uit de DC-pensioenregeling worden eveneens geïndexeerd. Bestuursambitie is deze pensioenaanspraken jaarlijks te verhogen met 75% van de consumentenprijsindex (CPI) alle huishoudens. Basis voor de jaarlijkse toeslag is de mutatie van dit prijsindexcijfer per september van het voorgaande jaar ten opzichte van september van het jaar daarvoor. Toeslagen Het bestuur heeft in de vergadering van januari 2011 besloten per 1 januari 2011 een toeslag op de pensioenaanspraken en ingegane pensioenen te verlenen. Het percentage voor 2011 is 2,78% (2010: 1,00%). Dit percentage is inclusief een inhaaltoeslag van 1,59% (2010: 0,71%). De toeslagverlening per 1 januari 2010 is verwerkt in de technische voorzieningen per 31 december 2010. Inhaaltoeslagen Indien in enig jaar een lagere toeslag is toegekend dan kan het Algemeen bestuur besluiten inhaaltoeslag toe te kennen bovenop de per 1 januari van het lopende kalenderjaar verleende toeslag. Inhaaltoeslag is mogelijk indien de dekkingsgraad na de reguliere toeslagverlening groter dan 110% is.
INHOUD
120
SPIN jaarverslag 2010 | jaarrekening 2010
Toelichting op de Staat van Baten en Lasten
(vervolg) (alle bedragen in 4 x 1.000)
Hieronder is een specificatie opgenomen voor jaren waar sprake is van een verschil. Volledige
Toegekende
toeslag
toeslagen
Verschil
verlening
2011
1,19 %
2,78 %
1,59 %
2010
0,29 %
1,00 %
0,71 %
2009
2,30 %
0,00 %
-2,30 %
Specificatie mutatie overige technische voorzieningen 2010 Voorziening Voorziening Voorziening Voorziening Voorziening Voorziening bijzondere
conversie-
uitloop-
toeslagver-
verplich-
risico
plichtingen
tingen
Totaal
prudentie uitvoerings- stamrechten sterfte
kosten
arbeidsongeschiktheid
1.285
268
0
0
19.779
727
22.059
en lasten
0
0
0
0
19.779
0
19.779
Pensioenopbouw
0
0
0
0
0
701
701
Toeslagverlening
0
0
0
0
0
7
7
Toevoegingen Bestemming saldo baten
0
0
0
0
0
11
11
961
246
0
0
0
7
1.214
324
22
0
0
0
1
347
5
36
1.826
45.967
0
763
48.597
en lasten
5
36
1.826
0
0
101
1.968
Pensioenuitkeringen
0
0
0
0
0
656
656
Pensioenuitvoeringskosten
0
0
0
0
0
6
6
0
0
0
45.967
0
0
45.967
1.280
232
-1.826 -45.967
19.779
Rentetoevoeging Wijziging marktrente Wijziging actuariële uitgangspunten Onttrekkingen Bestemming saldo baten
Wijziging actuariële uitgangspunten Saldo toevoegingen/ onttrekkingen
-36 -26.538
INHOUD
121
SPIN jaarverslag 2010 | jaarrekening 2010
(alle bedragen in 4 x 1.000) Specificatie mutatie overige technische voorzieningen 2009 Voorziening Voorziening Voorziening Voorziening Voorziening Voorziening bijzondere
conversie-
uitloop-
toeslagver-
verplich-
risico
plichtingen
tingen
Totaal
prudentie uitvoerings stamrechten sterfte
kosten
arbeidsongeschiktheid
0
0
4.661
45.967
0
410
51.038
en lasten
0
0
4.661
45.967
0
0
50.628
Pensioenopbouw
0
0
0
0
0
366
366
Rentetoevoeging
0
0
0
0
0
30
30
Wijziging marktrente
0
0
0
0
0
7
7
Toevoegingen Bestemming saldo baten
Wijziging actuariële 0
0
0
0
0
7
7
4.714
6.041
0
0
0
1.064
11.819
4.044
6.041
0
0
0
0
10.085
Pensioenuitkeringen
0
0
0
0
0
1.053
1.053
Pensioenuitvoeringskosten
0
0
0
0
0
11
11
670
0
0
0
0
0
670
-4.741
-6.041
4.661
45.967
0
-654
39.219
uitgangspunten Onttrekkingen Bestemming saldo baten en lasten
Wijziging marktrente Saldo toevoegingen/ onttrekkingen
Mutatieoverzicht voorzieningen voor risico deelnemers 2010
2009
Toevoegingen Premiestortingen
20.717
20.220
Beleggingsopbrengsten
12.091
22.160
Overige toevoegingen
14
45 32.822
Totaal toevoegingen
42.425
Onttrekkingen Beheerskosten
311
185
2.253
1.565
Saldo van inkomende en uitgaande waardeoverdrachten Totaal onttrekkingen Saldo toevoegingen/onttrekkingen
2.564
1.750
30.258
40.675
INHOUD
122
SPIN jaarverslag 2010 | jaarrekening 2010
Toelichting op de Staat van Baten en Lasten
(vervolg) (alle bedragen in 4 x 1.000)
R
Saldo overdracht van pensioenaanspraken Specificatie saldo overdracht van pensioenaanspraken 2010
2009
Uitgaande waardeoverdrachten Individuele waardeoverdrachten
3.226
Collectieve waardeoverdrachten
0
Totaal uitgaande waardeoverdrachten
4.939 0 3.226
4.939
Inkomende waardeoverdrachten Individuele waardeoverdrachten
-386
Collectieve waardeoverdrachten
0
Totaal inkomende waardeoverdrachten Totaal
-1.736 0 -386
-1.736
2.840
3.203
De waardeoverdrachten betreffen de ontvangst van of overdracht aan een pensioenfonds of pensioenverzekeraar van respectievelijk de vorige of nieuwe uitvoerder van de contante waarde van premievrije pensioenaanspraken van deelnemers, die tot de ontslagdatum zijn opgebouwd. De ontvangen koopsommen worden aangewend voor de inkoop van extra dienstjaren door SPIN.
S
Overige lasten Specificatie van overige lasten 2010 Overige interestlasten Overige FlexPensioenlasten Premies herverzekering Overige baten Totaal
2009
34
353
1.115
891
93
34
1.000
18 2.242
1.296
De overige FlexPensioenlasten betreft pensioencompensatie voor een bedrag van 3 732 (2009: 3 690). Premies herverzekering heeft betrekking op de voor de pensioenregelingen afgesloten stop-loss verzekering.
INHOUD
123
SPIN jaarverslag 2010 | jaarrekening 2010
(alle bedragen in 4 x 1.000)
Overige toelichting op de jaarrekening Aantal personeelsleden SPIN heeft 24 personeelsleden (2009: 23) in dienst (20,5 fte; 2009: 20,9 fte), waarvan 3 bestuurders C (2009: 3) (2,9 fte; 2009: 2,9 fte). Beloning Bestuurders 2010 Salarissen en overige vergoedingen bestuurders C Pensioenlasten bestuurders C
2009
470
394
60
67
Totaal
530
461
Aan bestuurders A en B worden geen beloningen toegekend. Vermeldingen ingevolge artikel 96 Pensioenwet In 2010 zijn door DNB en de AFM geen boetes of dwangsommen aan SPIN opgelegd, noch aanwijzingen gegeven. Ook was geen sprake van het aanstellen van een bewindvoerder. In 2009 is een korte- en langetermijnherstelplan van toepassing geweest vanwege een dekkings- en reservetekort. Dit herstelplan is per 25 november 2009 beëindigd.
Toelichting op het Kasstroomoverzicht Voor de opstelling van het kasstroomoverzicht is de indirecte methode gehanteerd, Hierbij worden alle ontvangsten en uitgaven als zodanig gepresenteerd. Er wordt onderscheid gemaakt tussen kasstromen uit pensioenactiviteiten en kasstromen uit beleggingsactiviteiten.
Vaststelling jaarrekening Amstelveen, 8 juni 2011 Namens het Algemeen bestuur,
Dagelijks bestuur,
P.N.J. Snoek, voorzitter R. Hommes, directeur J.G.C.M. Wijffels, secretaris K. Verloop, adjunct-directeur C. de Jong, manager pensioenen
INHOUD
124
SPIN jaarverslag 2010 | jaarrekening 2010
Overige gegevens Regeling omtrent de bestemming van het saldo van baten en lasten Er is geen statutaire regeling over bestemming van het saldo van baten en lasten. In de ABTN is aangegeven dat de vrije reserve bestaat uit het verschil tussen de activa van het pensioenfonds, enerzijds en de som van de technische voorzieningen, de wettelijke reserves (reserves voor actuariële- en beleggingsrisico’s) en de crediteuren en overige passiva van het pensioenfonds, anderzijds. Dit betekent dat het saldo van baten en lasten na bestemming aan de wettelijke reserves in de overige reserves (vrije reserves) wordt verwerkt.
Gebeurtenissen na balansdatum SPIN heeft begin januari 2011 besloten de pensioenaanspraken per 1 januari 2011 met 2,78% te verhogen. Deze toeslag heeft per 1 januari 2011 een verhogend effect op de technische voorzieningen van ruim 3 68,0 mln. en een verlagend effect voor hetzelfde bedrag op de reserves. Als gevolg van de uitspraak in hoger beroep inzake het geschil tussen GBC en SPIN zal voor een groep gewezen deelnemers en gepensioneerden het verschil in toeslagverlening over de periode 1 januari 2007 tot en met 1 januari 2011 nog moeten worden uitgekeerd. Het bestuur heeft in overleg met de actuaris een globale schatting gemaakt van de financiële gevolgen van deze uitspraak. Hieruit blijkt dat de additionele last die hieruit voorvloeit niet materieel is voor de jaarrekening 2010. De bepaling van het exacte bedrag zal in de loop van 2011 op basis van analyse door het bestuur worden bepaald. Verwerking vindt plaats in de jaarrekening 2011. Voor nadere details wordt verwezen naar de aanvullende teksten op bladzijden 59 en 110.
INHOUD
125
SPIN jaarverslag 2010 | jaarrekening 2010
Actuariële verklaring Stichting Pensioenfonds IBM Nederland
Opdracht Door Stichting Pensioenfonds IBM Nederland te Amstelveen is aan Mercer Certificering B.V. de opdracht verleend tot het afgeven van een actuariële verklaring als bedoeld in de Pensioenwet over het boekjaar 2010.
Gegevens De gegevens waarop mijn onderzoek is gebaseerd, zijn verstrekt door en tot stand gekomen onder de verantwoordelijkheid van het bestuur van het pensioenfonds. Voor de toetsing van de fondsmiddelen en voor de beoordeling van de vermogenspositie heb ik mij gebaseerd op de financiële gegevens die ten grondslag liggen aan de jaarrekening. In overeenstemming met de richtlijn “Samenwerking tussen accountant en actuaris ter zake van de controle van verantwoordingen van verzekeringsinstellingen” heeft de accountant van het pensioenfonds mij geïnformeerd over zijn bevindingen ten aanzien van de betrouwbaarheid en de volledigheid van de administratieve basisgegevens en de overige uitgangspunten die voor mijn oordeelsvorming van belang zijn.
Werkzaamheden Ter uitvoering van de opdracht heb ik onderzocht of is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet. De door het pensioenfonds verstrekte administratieve basisgegevens en de bevindingen van de accountant ten aanzien hiervan zijn zodanig dat ik die gegevens als uitgangspunt voor mijn beoordelingswerkzaamheden heb aanvaard. Als onderdeel van de werkzaamheden voor de opdracht: • heb ik ondermeer onderzocht of de technische voorzieningen, het minimaal vereist vermogen en het vereist eigen vermogen toereikend zijn vastgesteld; • heb ik mij een oordeel gevormd over de vermogenspositie van het pensioenfonds. Mijn onderzoek heb ik zodanig uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de resultaten geen onjuistheden van materieel belang bevatten. Ik heb mij een oordeel gevormd over de waarschijnlijkheid waarmee het pensioenfonds de tot balansdatum aangegane verplichtingen kan nakomen, mede in aanmerking nemend het financieel beleid van het pensioenfonds. De beschreven werkzaamheden en de uitvoering daarvan zijn in overeenstemming met de binnen het Actuarieel Genootschap geldende normen en gebruiken en vormen naar mijn mening een deugdelijke grondslag voor mijn oordeel.
INHOUD
126
SPIN jaarverslag 2010 | jaarrekening 2010
Oordeel De technische voorzieningen zijn, overeenkomstig de beschreven berekeningregels en uitgangspunten, als geheel bezien, toereikend vastgesteld. Het eigen vermogen van het pensioenfonds is op de balansdatum ten minste gelijk aan het wettelijk vereist eigen vermogen. Gemeten naar de wettelijke maatstaf is ten aanzien van de verplichtingen, aangegaan tot balansdatum, sprake van een toereikende solvabiliteit. Met inachtneming van het voorafgaande heb ik mij ervan overtuigd dat is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet. De vermogenspositie van Stichting Pensioenfonds IBM Nederland is naar mijn mening goed. Daarbij is in aanmerking genomen dat de mogelijkheden tot het realiseren van de beoogde toeslagen toereikend zijn. Amstelveen, 8 juni 2011
R. van Dam AAG verbonden aan Mercer Certificering B.V.
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: het Bestuur en de Directie van Stichting Pensioenfonds IBM Nederland
Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit verslag opgenomen jaarrekening 2010 van Stichting Pensioenfonds IBM Nederland te Amstelveen gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2010 en de winst-en-verliesrekening over 2010 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van het pensioenfonds is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW), met inachtneming van het bepaalde in artikel 146 Pensioenwet. Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.
INHOUD
127
SPIN jaarverslag 2010 | jaarrekening 2010
Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controleinformatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico's dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van het pensioenfonds. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door het bestuur van het pensioenfonds gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting Pensioenfonds IBM Nederland per 31 december 2010 en van het resultaat over 2010 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW, met inachtneming van het bepaalde in artikel 146 Pensioenwet. Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de in artikel 2:392 lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW. Den Haag, 8 juni 2011
Ernst & Young Accountants LLP w.g. drs. R.J. Bleijs RA
INHOUD
128
SPIN jaarverslag 2010 | jaarrekening 2010
Verslag van het Intern Toezicht Samenvattend verslag Inleiding Dit verslag heeft betrekking op het intern toezicht dat in overeenstemming met de bepalingen in de statuten van SPIN is uitgevoerd. Deze bepalingen zijn gebaseerd op de Pensioenwet en in het bijzonder de Principes voor Goed Pensioenfondsbestuur. SPIN heeft voor de invulling van intern toezicht gekozen voor de one-tier board. Hierbij bestaat het Algemeen bestuur uit het Intern toezicht (bestuurders A/B) en een Dagelijks bestuur (bestuurders C). Het Intern toezicht toetst continue kritisch het functioneren van het Dagelijks bestuur. Deze toetsing heeft zowel betrekking op het functioneren in het algemeen als op de afzonderlijke beleidsgebieden. Opdracht De toetsing door het Intern toezicht heeft betrekking op de volgende onderwerpen: • het beoordelen van beleids- en bestuursprocedures en -processen en de checks and balances binnen het fonds; • het beoordelen van de wijze waarop het fonds wordt aangestuurd; • het beoordelen van de wijze waarop door het Dagelijks bestuur wordt omgegaan met de risico's. Onder risico's wordt hier begrepen het risicobeleid in het algemeen, zowel operationeel (de administratieve organisatie) als op het gebied van de beleggingen, het actuariaat, de herverzekeringen, arbeidsongeschiktheid en maatschappelijke risico’s; • het beoordelen van de wijze waarop het fonds omgaat met de risico's op de langere termijn voor de dekkingsgraad van het fonds. Gebruikte documentatie en besprekingen in het kader van intern toezicht Het Intern toezicht heeft in het kader van haar taakuitoefening kennis kunnen nemen van: • notulen en een actie- en besluitenlijst van het Dagelijks bestuur; • risicorapportage van de risicomanager en de performance/dekkingsgraadrapportage; • kwartaalrapportages door het Dagelijks bestuur over welke activiteiten het afgelopen kwartaal hebben plaatsgevonden en de resultaten daarvan en welke activiteiten gepland staan; • tussenrapportage halverwege een kwartaal van het Dagelijks bestuur aan het Algemeen bestuur; • beleidsnotities en onderliggende documentatie; • de operationele contacten die plaatsvinden in het kader van de toezichtsmatrix; • het functioneren en de rol van de uitvoeringsorganisatie en externe deskundigen in de advisering over het beleid. Belangrijke documenten vanuit intern toezicht zijn de toezichtsmatrix en de ‘Rapportage Dagelijks bestuur 2010’. Daarnaast is kennisgenomen van het concept jaarverslag en de concept jaarrekening. In de themasessie over beleggingsbeleid is aandacht gegeven aan de kredietcrisis en marktontwikkelingen. Daarnaast zijn de beoogde wijzigingen in het beleggingsbeleid per individuele bestuurder doorgenomen. In dit kader is tevens
INHOUD
129
SPIN jaarverslag 2010 | jaarrekening 2010
het strategisch beleggingsbeleid herijkt en is een meer prudente beleggingsmix bewerkstelligd. Het verslag van het Intern toezicht is gebaseerd op analyse van geleverde documentatie en op (operationele) contacten met de leden van het Dagelijks bestuur en met verantwoordelijke medewerkers belast met uitvoering van het bestuursbeleid. De waarnemingsperiode is van 1 januari 2010 tot en met april 2011. De uitkomsten zullen met het Dagelijks bestuur worden besproken. Hieronder volgt een samenvatting van de belangrijkste bevindingen en aanbevelingen uit het verslag van het Intern toezicht. Samenvattend oordeel (wettelijk kader) Op basis van het door ons uitgevoerde intern toezicht zijn wij van oordeel dat de beleidsen bestuursprocedures en de checks and balances bij SPIN voldoende zijn ontwikkeld en dat het fonds adequaat wordt aangestuurd en bestuurlijk ‘in control’ is. Het Dagelijks bestuur gaat verantwoord om met de risico’s op zowel korte als langere termijn. Aanvullend oordeel Naast het oordeel op basis van het gestelde wettelijk kader zijn wij van mening dat het pensioenfonds op zorgvuldige wijze en met inzet en deskundigheid wordt bestuurd en daarbij goed wordt ondersteund door de uitvoeringsorganisatie. Belangrijkste bevindingen en aanbevelingen uit het verslag van het Intern Toezicht Het Intern toezicht gebruikt gedurende het jaar voor haar oordeelsvorming een reflectiematrix. In de reflectiematrix legt het Intern toezicht voor de onderwerpen die in de vergaderingen van het Algemeen bestuur aan de orde komen, een kwalitatief oordeel vast dat de basis vormt voor haar activiteiten. De belangrijkste bevindingen van het Intern toezicht betreffen: Algemeen • Bij SPIN is sinds 2010 sprake van een stabiele ontwikkeling van de dekkingsgraad. • Het bestuur heeft aandacht voor onderwerpen als vergrijzing en de rapporten van de Commissie Goudswaard en de Commissie Frijns. De ontwikkeling van de levensverwachting in prognosetafels legt de laatste jaren een druk op de dekkingsgraad van het pensioenfonds. • Het intern toezicht is van mening dat de uitvoeringsorganisatie goed kan inspelen op ontwikkelingen. Pensioenbeleid • Wij zijn van mening dat de belangen evenwichtig worden behartigd. Bestuursfunctioneren • De informatieverstrekking door het Dagelijks bestuur aan het Intern toezicht, Verantwoordingsorgaan en Deelnemersraad is verbeterd en tijdiger. Dit stelt deze organen beter dan in het verleden in staat hun toezichthoudende, beleidsbeoordelende en adviserende rol uit te voeren. Wij geven het Dagelijks bestuur in overweging de informatieverstrekking te blijven evalueren en verdere verbeteringen door te voeren;
INHOUD
130
SPIN jaarverslag 2010 | jaarrekening 2010
• Het Dagelijks bestuur hanteert een actie- en besluitenlijst. De bestuursnotulen zijn duidelijk, geven voldoende houvast voor focus op de belangrijkste punten door het Algemeen bestuur, Dagelijks bestuur en het Intern toezicht. De notulen geven discussies en besluitvorming voldoende onderbouwd weer; • Wij bevelen aan de samenhang tussen missie, visie, strategie, jaarplan en resultaten verder uit te werken en vast te leggen; • Het intern toezicht heeft vastgesteld dat het Dagelijks bestuur over voldoende deskundigheid op collectief niveau beschikt. Er is een plan voor permanente educatie; • Het Dagelijks bestuur heeft voldoende oog voor de deskundigheid en motivatie van alle fondsorganen en faciliteert opbouw van deskundigheid in voldoende mate; • Met de introductie van een juridische agenda voorziet het Dagelijks bestuur in de behoefte om te anticiperen op toekomstige wet- en regelgeving. Financiële opzet • De basis voor het financieel beleid en beleggingsbeleid is de ALM-studie. Deze studie is voor het laatst in 2009 uitgevoerd. In 2010 heeft het Dagelijks bestuur partiële ALM-studies uitgevoerd. • Het verloop van de dekkingsgraad en de posities van de rentehedge worden goed gevolgd. • Het budgetbeheer is procesmatig en qua uitvoering goed. Het budgetbeleid is duidelijk vastgelegd. Het Dagelijks bestuur heeft voldoende aandacht voor kostenbeheersing. Beleggingen • Het Dagelijks bestuur heeft in de loop van 2010 voorstellen gedaan zodat eind december het strategisch beleggingsbeleid zodanig aangepast kon worden dat de risico’s voor een negatieve ontwikkeling van de dekkingsgraad afnamen en het potentieel voor opwaartse ontwikkeling voldoende blijft. Gezien het grote belang en de complexiteit van deze wijziging is elk individueel bestuurslid nauw betrokken geweest bij de totstandkoming van het strategisch beleggingsbeleid. • Het Dagelijks bestuur blijft aandacht houden voor beheersing van financiële risico’s en beleggingsrisico’s. De basis hiervan is dat risico’s dienen te worden beperkt of te worden verlaagd. • Er is een beleid Maatschappelijk verantwoord beleggen waarin het Dagelijks bestuur zich vooral richt op de actieve dialoog met de ondernemingen. Daarbij is het mogelijk dat op termijn bepaalde uitsluitingen worden gehanteerd. Voor de uitvoering van dit beleid heeft het Dagelijks bestuur een externe partij ingeschakeld. Organisatie en uitbesteding • De administratie van de pensioenregelingen en het vermogensbeheer zijn uitbesteed. De beoordeling van de kwaliteit van de dienstverlening en de interne beheersing bij uitbesteding heeft de bijzondere aandacht van het Dagelijks bestuur. • In de ABTN liggen duidelijke mandaatstellingen vast. Mandaten en tekenbevoegdheid worden goed nageleefd. • Het vertrek van een C-bestuurder is soepel opgevangen door het Dagelijks bestuur. Zowel het Dagelijks bestuur als het risicomanagement heeft daardoor in 2010 naar behoren kunnen functioneren.
INHOUD
131
SPIN jaarverslag 2010 | jaarrekening 2010
Toezicht, verantwoording en controle • Wij hebben kennis genomen van de notulen van de vergaderingen van het Verantwoordingsorgaan en van het reglement voor het Verantwoordingsorgaan. Het in het jaarverslag 2009 opgenomen verslag van het Verantwoordingsorgaan en het conceptverslag over 2010 geven geen reden tot het maken van opmerkingen. • Het pensioenfonds hanteert een geschillenregeling. Een klachtenregeling is onderhanden. In 2010 zijn er geen geschillen voorgelegd aan de Geschillencommissie. Er zijn geen klachten of geschillen onderhanden. • Aanbevelingen van de externe accountant en actuaris zijn of worden opgevolgd. Communicatie • Het communicatiebeleid is vastgelegd in een communicatieplan. Het Dagelijks bestuur heeft dit opgesteld en heeft voldoende oog voor de kwaliteit en de effectiviteit van het communicatiebeleid en stuurt uit te voeren acties via prioriteitstelling en planning. • Het Dagelijks bestuur draagt zorgt voor een adequate afhandeling bij het invoeren van verbeteringen in de communicatie. Voorbeelden zijn het opleveren van de aangepaste website en de achterliggende procedures voor verbeterde informatieverstrekking aan deelnemers bij gebeurtenissen, bijvoorbeeld rondom pensionering. • Het Dagelijks bestuur heeft een breed communicatieonderzoek onderhanden om blijvende aansluiting op de informatiebehoefte van belanghebbenden te realiseren en het blijvend voldoen aan wet- en regelgeving. • Het jaarverslag is compleet en transparant en voldoet aan de wettelijke eisen. Het Dagelijks bestuur heeft daarin de mogelijkheden voor Verantwoordingsorgaan en Deelnemersraad voor oordeelsvorming en advisering vergroot. Dit draagt bij aan verbetering van het proces van verantwoording en medezeggenschap. Risicobeheersing • Het Dagelijks bestuur acht zichzelf risicobewust, waarbij het zekerstellen van kwaliteit en betrouwbaarheid van de uitvoering speerpunt is. • Het Dagelijks bestuur speelt snel in op actuele risico’s. Voorbeeld is het (tijdig) aanpassen van de landenmix van de obligatieportfolio gedurende 2010. • Het Dagelijks bestuur speelt snel in op potentiële risico’s. Voorbeeld is het inspelen op de veranderende communicatiebehoeften van belanghebbenden, mede als gevolg van aandacht in de media voor het functioneren van pensioenfondsen. Een ander voorbeeld is het evalueren van de continuïteit van SPIN als organisatie in de huidige vorm. • Implementatie van integrale en systematische risicoanalyse is geagendeerd en onderhanden. • De uitgebreide risicomanagementrapportage aan het Algemeen bestuur is een grote stap vooruit in het inzicht geven in de risico’s bij SPIN. Nadere uitwerking van deze rapportage is noodzakelijk en gepland. Amstelveen, 8 juni 2011
Het Intern toezicht
INHOUD
132
SPIN jaarverslag 2010 | jaarrekening 2010
Reactie van het Dagelijks bestuur Het Dagelijks bestuur dankt de toezichthoudende bestuurders voor het positieve oordeel en het gestelde vertrouwen. Het bestuur heeft drie jaar geleden gekozen voor de one-tier-board als governance structuur. In de afgelopen jaren is hard gewerkt om de invulling hiervan steeds verder te verbeteren. De goede resultaten van het afgelopen jaar geven vertrouwen dat de juiste keuzes gemaakt zijn. Daarbij weet het Dagelijks bestuur zich ondersteund door kundige en enthousiaste medewerkers. Het Dagelijks bestuur herkent zich in het oordeel van de toezichthoudende bestuurders. De organisatie zal zich continu moeten blijven ontwikkelen. De door de bestuurders in het verslag genoemde aandachtspunten en aanbevelingen omtrent de strategie, resultatenmeting en het risicomanagement passen hierin en worden uitgewerkt. Het Dagelijks bestuur spreekt tot slot zijn waardering uit voor de gedegen wijze waarop de toezichthoudende bestuurders hun werkzaamheden hebben verricht en voor de goede en constructieve samenwerking.
Verslag Verantwoordingsorgaan Verslag Inleiding Het Verantwoordingsorgaan (VO) heeft in het kader van haar taakuitoefening kennisgenomen van het jaarverslag, de jaarrekening over 2010 en van diverse documenten over het jaar 2010. Ook is er in mei 2011 een overleg geweest met de accountant en de certificerende actuaris. Tijdens de diverse overleggen met het Bestuur hebben we geconstateerd dat er sprake was van betere voorbereiding van de verantwoording aan het VO en meer openheid over de afwegingen bij de gemaakte keuzes. Bevoegdheid Het Verantwoordingsorgaan heeft de bevoegdheid om een oordeel te geven over: • Het beleid van het Bestuur en de gemaakte beleidskeuzes voor de toekomst; • De wijze waarop het beleid is uitgevoerd; • De naleving van de Principes voor goed pensioenfondsbestuur. Het Verantwoordingsorgaan heeft daarnaast het recht om advies uit te brengen. Conclusies en bevindingen Met genoegen heeft het VO geconstateerd dat er in 2010 significante verbeteringen zijn gerealiseerd in het functioneren van de one-tier board. Het bestuur heeft zorgvuldig financieel beleid gevoerd in een onzekere periode op de financiële markten. Het in 2009 ingestelde conservatiever tactisch beleggingsbeleid is eind 2010 uitgewerkt in nieuw strategisch beleggingsbeleid. Daarbij heeft het Algemeen bestuur, naast een stringenter risicobeheer, oog voor behoud van de mogelijkheden voor het realiseren van extra rendement. De benodigde procesverbeteringen voor de snelheid van implementatie van nieuw beleggingsbeleid zijn in 2010 nog niet geheel gerealiseerd. Het risicobeheer is verder
INHOUD
133
SPIN jaarverslag 2010 | jaarrekening 2010
geprofessionaliseerd terwijl aan de kwantificering van de risico’s wordt gewerkt. Op communicatie gebied stelt het VO vast dat de inspanningen geconcentreerd zijn geweest op de vernieuwde website. Informatie vertrekking aan DC-deelnemers is voor verbetering vatbaar. Verder blijft het VO zich zorgen maken over de kwetsbaarheid van de SPIN organisatie. Belangrijkste bevindingen per VO aandachtsgebied Het VO heeft zich in 2010 op de volgende zes aandachtsgebieden gericht. Intern toezicht Over 2010 zijn de belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van intern toezicht aan het VO verantwoord in het SPIN Verslag Intern Toezicht. Uit deze verantwoording blijkt een voortdurende bezinning van de toezichthoudende bestuurders (A&B) op hun verantwoordelijkheden met betrekking tot het toezicht op elk gedefinieerd onderwerp van bestuur. Mede voor het vaststellen van de toezichtstaken zal in 2011 een masterclass gehouden worden aan de Universiteit Nijenrode waar de taakopvatting zal worden getoetst aan de mening van externe deskundigen. De uitwerking van de toezichtstaken zal naar verwachting mede leiden tot een verbetering van de discipline van afspraken, de stipte afwikkeling van het advies traject met Deelnemersraad en VO, de ontwikkeling van deskundigheid en het op de hoogte blijven van nieuwe ontwikkelingen op pensioengebied. Het VO heeft vastgesteld, dat gedurende 2010 in de tijd tussen de reguliere bestuursvergaderingen besluitvorming plaatsvindt in overleg tussen de gemandateerde toezichthoudende - en de uitvoerende bestuursleden zonder dat daarvan formele vastlegging werd gedaan (inclusief de belangenafweging) in het eerstvolgende bestuursverslag. Het VO heeft in 2010 geen enkele adviesaanvraag ontvangen en ze heeft ook geen gebruik gemaakt van haar bevoegdheid om ongevraagd advies te geven. Onafhankelijkheid en evenwichtige belangenbehartiging Het VO heeft geconstateerd dat de transparantie in de besluitvorming in 2010 verder is toegenomen. Dit versterkt het bestuur in de mogelijkheid om een onafhankelijke positie in te nemen. Bij de vastlegging van besluiten in de notulen wordt de evenwichtige belangenbehartiging nog niet in alle gevallen expliciet gedocumenteerd. Het VO verwijst hierbij naar de aanbeveling hierover uit haar verslag over 2009. Strategie, beleid en organisatie De strategie is formeel nog steeds gebaseerd op het Strategie document van 2008. Het bestuur heeft toegezegd dit document in 2011 te zullen actualiseren. Het beleidsplan 2010 was in vergelijking met 2009 een goed uitgewerkt document. Het VO heeft vastgesteld dat door het ontbreken van een detailplanning en prioriteitstelling van de diverse onderwerpen geen goede controle mogelijk was op de tijdigheid van uitvoering. Het gevolg hiervan was dat niet alle onderwerpen de juiste aandacht hebben gekregen.
INHOUD
134
SPIN jaarverslag 2010 | jaarrekening 2010
Het VO blijft zich zorgen maken over de toereikendheid van het budget voor de organisatie. Het argument van het bestuur dat er moet worden gestreefd naar efficiency onderschrijft het VO, maar tegelijkertijd ziet het VO ook toenemende werkzaamheden door wet - en regelgeving en vragen van de toezichthouders DNB en AFM. Risicobeheer Met de aanstelling van een nieuwe risicomanager in 2010 en het inzetten van het Nederlandse Compliance Instituut (NCI) als Compliance officer is continuiteit en verbetering van de kwaliteit van beide functies gegarandeerd. De rapportages die het VO heeft ontvangen zijn kwalitatief breed van opzet en behandelen de risico’s volgens het FIRM model van de toezichthouder DNB. Zowel de kwantitatieve verslaglegging als de afstemming tussen de risico gebieden en de toezichtmatrix hebben aandacht en zullen in 2011 verder ontwikkeld worden. Op basis van de ontvangen rapportages worden de risico’s goed verantwoord met één uitzondering en dat is dat de mitigerende maatregelen van het inflatierisico spoediger hadden kunnen worden geïmplementeerd. Communicatie Gedurende de 1e helft van 2010 zijn er op basis van het Algemeen communicatie beleidsplan een viertal speerpunten door het bestuur gedefinieerd, waarvan er een drietal zijn geadresseerd, te weten: huisstijl en uniformiteit in communicatie, invoering jaarverslaglegging conform het KPMG model en het in gebruik nemen van de vernieuwde SPIN website eind september 2010. In constructief overleg met de DNR is hier een goede basis gelegd voor een effectieve communicatie voor en naar alle klanten van SPIN en overige belangstellenden. In 2010 is nog geen invulling gegeven aan het speerpunt ‘het onderzoek naar de communicatiebehoeften van de deelnemers en imago van SPIN’. Dit staat nu gepland voor de 1e helft van 2011. Binnen de bedrijfsvoering van SPIN kan geconstateerd worden dat communicatie meer aandacht krijgt. Gedurende 2010 is communicatie een vast agendapunt geworden op de vergaderingen van het Algemeen en Dagelijks bestuur, als ook in kwartaaloverleg en rapportages. Verdere structurele integratie in de bedrijfsvoering is essentieel om de omslag van informatie naar communicatie ook daadwerkelijk gestalte te doen geven. Met name DC-deelnemers hebben op dit moment beperkt inzicht in de kwantitatieve impact van hun pensioenrisico’s zoals langleven, inflatie, rente en/of beleggingen. De informatievoorziening van het SPIN op dit punt is nog niet optimaal. Door de Deelnemersraad is in juni 2010 een ongevraagd advies ingediend om hierin verbetering te brengen. Tot nu toe heeft dit nog niet tot aanpassingen geleid. Het VO is van mening dat gegeven het toenemend aantal DC-deelnemers het SPIN uit hoofde van de zorgplicht deze communicatie verder moet aanscherpen. Beleggingsbeleid In 2010 heeft het beleggingsbeleid veel aandacht gekregen, niet op de laatste plaats als gevolg van de turbulentie op de financiële markten. In 2009 heeft het bestuur middels een tactisch besluit de beleggingsmix minder risicovol gemaakt in lijn met de rijpheid van het fonds. In 2010 heeft het bestuur het strategisch beleggingsbeleid aangepast conform
INHOUD
135
SPIN jaarverslag 2010 | jaarrekening 2010
de nieuwe inzichten en realiteit. Hierbij heeft het bestuur, naar oordeel van het VO, een evenwichtige balans gezocht tussen beleid gebaseerd op basis van nominaal kader bij lagere dekkingsgraad en op basis van een reëel kader bij hogere dekkingsgraad. De in het VO verslag 2009 genoemde noodzakelijke procesverbeteringen, in het bijzonder bij de snelheid van implementatie van beleggingsbeleid, zijn in 2010 helaas nog niet geheel gerealiseerd. Ook heeft het VO geconstateerd dat besluiten inzake adviezen van de Beleggingscommissie soms te lang op zich hebben laten wachten. Hierbij valt op dat de urgentie van de gegeven adviezen niet altijd even helder is geweest. Amstelveen, 8 juni 2011
Het Verantwoordingsorgaan
Reactie van het Algemeen bestuur Het bestuur heeft waardering voor de professionele en gestructureerde wijze waarop het Verantwoordingsorgaan zich van haar taak heeft gekweten. Het bestuur stelt het tevens op prijs dat het Verantwoordingsorgaan de grotere openheid positief heeft ervaren. 2010 was wederom een jaar met vele verwachte en onverwachte gebeurtenissen waar het Fonds op heeft moeten reageren en handelen. Prioriteiten moesten hierdoor opnieuw worden gezet en een beperkt aantal beleidsvoornemens voor 2010 is noodgedwongen doorgeschoven naar 2011. Het bestuur vindt dat het Verantwoordingsorgaan de lat van beoordelen van ons Fonds hoog legt. Des te meer waardeert het bestuur het overwegend positieve oordeel van het Verantwoordingsorgaan. Tegelijkertijd vindt het bestuur dat het Verantwoordingsorgaan op onderdelen meer oog kan hebben voor de complexiteit van de materie en de benodigde tijd om tot een zorgvuldige afweging en implementatie te komen. Het bestuur herkent zich grotendeels in het oordeel van het Verantwoordingsorgaan en onderkent de in het verslag genoemde aandachtsgebieden. Deze zullen extra aandacht krijgen van het bestuur. Het bestuur dankt het Verantwoordingsorgaan voor de positieve samenwerking gedurende de afgelopen periode.
INHOUD
136
SPIN jaarverslag 2010
Bijlage 1 Relevante nevenfuncties In onderstaand overzicht zijn de personalia van de bestuursleden opgenomen naar de stand van 31 december 2010, met vermelding van hun beroep en relevante nevenfuncties. Bestuurders A P.N.J. (Paul) Snoek Functie in bestuur Voorzitter Beroep Treasurer Nevenfunctie(s) uit hoofde van bestuur Nevenfunctie(s) relevant voor bestuursfunctie
geen geen
H.M. (Hennie) Kempers Functie in bestuur Vice-secretaris Beroep Compensation & Benefits Manager Nevenfunctie(s) uit hoofde van bestuur Nevenfunctie(s) relevant voor bestuursfunctie
geen geen
L.H. (Leen) den Bakker Functie in bestuur Lid Beroep Controls Manager Benelux Nevenfunctie(s) uit hoofde van bestuur Nevenfunctie(s) relevant voor bestuursfunctie
geen geen
Bestuurders B H.P.J. (Harry) Joris Functie in bestuur Vice-voorzitter Beroep Services Manager Nevenfunctie(s) uit hoofde van bestuur Nevenfunctie(s) relevant voor bestuursfunctie
geen geen
J.G.C.M. (Joep) Wijffels Functie in bestuur Beroep
Secretaris Software Account Manager
Nevenfunctie(s) uit hoofde van bestuur geen Nevenfunctie(s) relevant voor bestuursfunctie Lid Arbeidsvoorwaardencommissie van de IBM-GOR
INHOUD
137
SPIN jaarverslag 2010
J. (Hans) Beima Functie in bestuur Lid Beroep Gepensioneerd, voormalig Financieel directeur IBM Nederland Nevenfunctie(s) uit hoofde van bestuur Nevenfunctie(s) relevant voor bestuursfunctie
geen geen
Bestuurders C R. (Ruud) Hommes Functie in bestuur Lid Beroep Directeur SPIN Nevenfunctie(s) uit hoofde van bestuur geen Nevenfunctie(s) relevant voor bestuursfunctie Voorzitter OPF-kring De Wit (in 2011) K. (Rinus) Verloop Functie in bestuur Lid Beroep Adjunct-directeur SPIN Nevenfunctie(s) uit hoofde van bestuur Nevenfunctie(s) relevant voor bestuursfunctie
geen geen
C. (Cor) de Jong Functie in bestuur Lid Beroep Manager Pensioenen SPIN Nevenfunctie(s) uit hoofde van bestuur Nevenfunctie(s) relevant voor bestuursfunctie
geen geen
INHOUD
138
SPIN annual report 2010 | summary
Bijlage 2 Summary of Annual Report
Contents 139 Preface 141 Significant Developments 141 Key figures
142 Asset Management 146 146 147 148
Financial Statements Balance Sheet Statement of Income Base of Valuation and Results
General Board Non-executive board P.N.J. Snoek, Chairman H.P.J. Joris, Vice-Chairman J.G.C.M. Wijffels, Secretary H.M. Kempers, Vice-Secretary L.H. den Bakker J. Beima Executive board R. Hommes, General Manager K. Verloop, Deputy General Manager C. de Jong, Manager Pensions
INHOUD
139
SPIN annual report 2010 | summary
Preface General developments The last few years Dutch pension funds are on stage. The press publishes reports about coverage rates of pension funds on a daily basis. In 2009 the impact of the credit crunch on the coverage ratios of pension funds was visible. Although the economy in general seemed to recover in 2010, coverage ratios of pension funds deteriorated as a result of low interest rates and increases life expectancy. A lot of pension funds doubt if they are able to improve and stabilize their financial position above the required coverage rate within a reasonable time frame. Those funds didn’t index the pension benefits for the next year. For the first time the possibility of shorten pension benefits is discussed in public. Finally the number of performed shortenings was low. However, the public and politicians wonder if the Dutch pension system is sustainable. Internationally, The Netherlands is more and more seen as a guid country in the area of pensions. On the other hand the Dutch pensions have two threats to handle. On the one hand pension funds have to pay pension benefits for a longer period because of increasing life expectancy. As a result the price of pensions increases. On the other hand is the invested capital that big, that the importance of premiums as steering instrument decreases continuously. As a result coverage ratios are becoming more and more dependent on developments on the capital markets.
Stable development of coverage ratio of SPIN As a result of the actions in 2009 to stabilise the coverage ratio, SPIN was not impacted by the general developments in 2010 that caused a lot of rumour in a lot of pension funds in The Netherlands. Most important measure was covering the risk of a decrease of the interest rate. The coverage ratios developed the whole year above 120% and was 126,7% as per December 31, 2010. As a result of the positive developments in the financial position the Board decided to grant a full indexation according to the pension plans. Also the Board decided to grant back indexations. As per January 1, 2011 all backlogs in the indexation are granted. Because of the relative rest around the coverage ratio, SPIN was able to focus on improving the business processes.
Core activities 2010 that will be continued in 2011 Good pension fund governance asks for continuous attention. The last few years the Board evaluated the governance on a regular bases and made improvements and adjustments to changed circumstances. In 2010 the Board especially evaluated the effectiveness of the one-tier board structure of the fund. In 2011 the Board will evaluate if the forementioned rules will lead to further adjustments within the fund. Also the Board investigates how to implement changes in the governance in order to stress the difference between Defined benefit and Defined contribution.
INHOUD
140
SPIN annual report 2010 | summary
The investment policy gave good results the last year. However, economic circumstances remain uncertain. Last year inflation figures slowly increased and economists forecast further increases. At the same time markets are so fragile that deflation could happen as well. In 2010 the Board adjusted the strategic policy to become less sensitive for negative economic scenario’s. However, SPIN will still remain sensitive for negative influences. Communication is a key area in the general policy of the Board. The Board sees communication as a pillar in informing the participants about the status in relation to rumour about pension funds in general. SPIN publishes the coverage rate on a monthly basis. Also SPIN communicates intensively about the choices participants can make in the different phases of their life. The set up of the new website is an example of this. In 2011 SPIN performs an inquiry in order to know what the communication needs are amongst participants and pensioners and will adapt policy if needed.
Final remarks The dynamics in the pension sector urges for continuous change. SPIN in 2010 made several steps in the continuous process of improving the business process and anticipate on new developments. The Board is pleased to be supported by committed employees. The Board thanks all employees for their commitment and also all others that have contributed to the results of the fund. On behalf of the General Board, P.N.J. Snoek, Chairman
INHOUD
141
SPIN annual report 2010 | summary
Significant Developments General Total return on assets amounted to 12.44% for the year (2009: 9.43%). This performance resulted in a substantial increase in the coverage rate to 126.7% by the end of 2010. In January 2010 a conditional COLA of 1.00% was granted to active or to non-active members of the fund (2009: no conditional COLA was granted). This conditional COLA included 0.71% related to earlier years. It was possible to do this because of the increase of the coverage rate as per year end 2010. During the year under review the Grey Blue Circle, the association of IBM retirees, continued the legal proceedings in court. After a court meeting early 2009, the cantonal judge ruled in favour of five members representing GBC, in July/August. As the board holds the opinion that this verdict will potentially have far reaching consequences to all beneficiaries, the fund lodged appeal at the Dutch Court of Justice. The results of this appeal will be available during 2011.
Other developments The board decided to implement the latest mortality tables during 2010 as advised by the actuary. Taking into account the additional prudence of 2% already included in the total liabilities as per December 31, 2009, this additional cost of implementing these tables took 3 4,6 mln in 2010.
Key figures 2010
2009
2008
2007
2006
15.059
14.853
14.948
15.120
14.859
4.509
4.358
4.514
4.632
4.713
Number of participants in the pension schemes Active employees Deferred participants
5.894
5.941
5.971
6.167
5.991
Pensioners
4.656
4.554
4.463
4.321
4.155
128
129
130
130
218
Payments (amounts x 5 million) Pension payments
INHOUD
142
SPIN annual report 2010 | summary
Asset Management General Total return on assets amounted to 12,44% (2009: 9.43%). This return is including the effect of interest rate hedging. The return is 0.49% better than the fund’s overall benchmark (2009: 0.16% better). The use of benchmarks facilitates the process of evaluating performance and choices made within various investment portfolios of the fund. The 1-, 3- and 5-year performance figures are reflected in the figure below: 14 12.44
11.95
12
Actual Benchmark
10 8 6 4
3.08
2.75
2 0.60
0.04 0 1 year
3 years
5 years
Total assets amounted to 3 3,137 mln at the end of year 2010 (2009: 3 2,898). All assets are managed by external investment managers on the basis of investment mandates. There are both active and passive mandates; the latter strictly follows the assigned benchmark. IBM has pooled investment vehicles for active management on both equity and fixed income securities in which the fund participates.
Investment policy An ALM model is used to assess long-term effects of investment policy and changes in financial markets in relation to the liabilities of the fund. This model provides insight into the relation between the development of investments and liabilities. Consequences of implemented changes in the strategic asset mix are calculated and analyzed. This has resulted in a better insight in the development of the fund, its liabilities and the interest sensitivity of the fund. In 2010 the board decided to change the long term investment policy from 50% fixed income, 35% equity and 15% alternatives to 70% fixed income and 30% equity. In line with advice of the investment advisory board, guidelines of investment manager’s mandates have been tightened in order to exclude risks attached to investing outside the benchmark. Guidelines also secure that government bonds from Italy and Greece are excluded from the index linked bond mandates.
INHOUD
143
SPIN annual report 2010 | summary
In 2010 the interest rate hedge ratio was maintained at 100%. Interest rate hedging has been executed using interest swaps and the physical bonds in the funds portfolio. Within the ISDA contracts rules on risk management apply, whereby the fund is using daily valuation and collateral management process. Collateral taken is limited to government bonds only. Counterparty risk has been reduced by adopting an allocation percentage per counterparty up to a certain maximum. Within the scope of its fiduciary powers the board considers sustainable (non financial) criteria an important part of its investment policy. The primary goal of it’s investment policy remains however, the financial interest of it’s beneficiaries. In setting its policy the fund links in with the positive approach of IBM. As part of this approach the fund has appointed an engagement provider.
Figure 1 – Actual asset mix (physical assets) versus Strategic mix 2010 actual
strategic year end 2010 Fixed Income/Cash
Fixed Income/Cash
68.6 % Equity
Equity
31.4%
30%
2009 actual
strategic year end 2009
Fixed Income/Cash
Fixed Income/Cash
66.3% Equity
Equity
30%
33.7%
Fixed Income/Cash Equity
70 %
70 %
INHOUD
144
SPIN annual report 2010 | summary
Figure 2 – Geographic allocation of equity 2010
2009 49.7%
46.3%
11.3%
9.3%
10.9%
9.6% 31.4%
31.5%
Europe United States
Far East and Japan Emerging Markets
Figure 3 – Total investments by currency (after currecy hedge) 2010
85%
2009 2.1% 1.3%
2.3% 0.8% 6.8%
85%
6.5%
85%
5.1%
Euro Europe not EMU
5.1%
US $
Yen
Other
INHOUD
145
SPIN annual report 2010 | summary
Changes Investment Management DC investment funds Investments of all participants in the Defined contribution plans are allocated to age dependant life cycles. Defined contribution mandates are administered by TKP in Groningen. The investment risk is reduced by the advancement of age. There are three life cycles based on risk appetite (defensive, neutral and offensive). The three life cycles each consist of five different asset allocations towards equity and fixed income.
Life cycles Allocation equity/fixed income
1
2
3
4
5
90%/10%
75%/25%
50%/50%
25%/75%
10%/90%
Rate of return 2010
9.16%
8.54%
7.31%
5.84%
4.84%
2009
25.06%
21.37%
15.21%
9.07%
5.40%
2008
-30.67%
-25.25%
-15.53%
-4.95%
1.81%
The investment funds that support these life cycles are all passive mandates. The asset manager is allowed to lend the underlying securities. Currently three passive mandates exist: • World fund, benchmark MSCI World index • EMU fund, benchmark MSCI EMU index • Long EMU government bonds, benchmark Merrill Lynch EMY direct Governments 10+ yr index.
INHOUD
146
SPIN annual report 2010 | financial statements 2010
Balance Sheet (all figures x 4 1,000) ASSETS
31 December 2010
31 December 2009
Investments Investments pension fund (Defined benefit plan) Equity – Local & Foreign Equity – Other Equity
1,030,178
937,059
52,873
26,851
Total Equity
1,083,051
963,910
Fixed rate instruments
2,004,325
1,849,679
Derivatives Total Investments pension fund
49,143
0
3,136,519
2,813,589
108,555
93,688
69,789
54,398
178,344
148,086
3,314,863
2,961,675
27
88
10,637
86,287
3,791
2,327
3,329,318
3,050,377
Investments members (Defined contribution plan) Equity Fixed assets Total Investments members Total investments Fixed assets Accounts receivable and other assets Cash and cash equivalents
LIABILITIES Reserves Technical Provisions Total Pension Reserves Accounts Payable and Other Liabilities
663,057
541,981
2,659,913
2,492,420 3,322,970
3,034,401
6,348
15,976
3,329,318
3,050,377
INHOUD
147
SPIN annual report 2010 | financial statements 2010
Statement of income (all figures x 4 1,000) income
2010
2009
Employer and employees contributions
61,377
341,635
Income from investments of DB-plans
352,612
244,791
Income from investments of DC-plans
12,091
22,160
642
2,340
Other income
426,722
610,926
EXPENSES Decrease/Increase of pension liabilities
167,493
-23,685
2,840
3,203
128,421
128,555
Operating expenses
4,650
4,888
Other expenses
2,242
1,296
Balance transfers from/to pension schemes Pension payments
Withdrawn from/added to reserves
305,646
114,257
121,076
496,669
Sum148 m a r y SPIN annual report 2010 | summary
INHOUD
Base of Valuation and Results General Assets and liabilities are reported at nominal values unless stated differently. Material fixed assets are reported at purchase value, less depreciation (with a maximum of 5 years). Foreign currency is converted at the exchange rate as per balance sheet date. Currency differences are included in the income statement.
Equity Listed stocks and indirect real estate are reported at market value. Private investments are reported at market value where available, or otherwise the net asset value will be used (reduced by costs and expenses as necessary). The value can be obtained from recent transactions, independent third parties valuation or intrinsic value.
Fixed rate instruments Bonds are reported at market value. All bonds are exchange listed.
Derivatives The financial instruments that are included in the balance sheet are based on market value. The financial instruments which are not included in the balance sheet consist of forward and future contracts to cover currency and interest rate risks and are reported at nominal value. Changes in market value of a derivative are reported in the income statement for the period in which changes occur, so far they cover a processed debit or credit entry in the balance sheet.
Investments members (Defined contribution plan) The investments for the Basic Pension scheme and the Defined contribution part of the Flex Pension scheme are based on market value and price movement risks are with the participants.
Reserves The amount of the statutory reserves (for actuarial and investment risks) is equal to the required regulatory own funds as defined in FTK and calculated according to the method laid down in the Pension Act. The other reserves consist of the difference between the assets of the fund on the one side and the total amount of technical provisions, the statutory reserves and the remaining provisions of the fund on the other side.
Technical Provisions The technical provisions are equal to the cash value of the accumulated rights under the pension schemes and other pension liabilities.
Amstelveen, June 8, 2011
INHOUD
149
SPIN jaarverslag 2010 | woordenlijst
Bijlage 3 Verklarende woordenlijst Pensioenfondsen dienen te werken volgens een actuariële en bedrijfstechnische nota. Hierin zijn onder meer de financiële opzet van een pensioenfonds en de grondslagen waarop deze berust, omschreven. De ABTN moet in ieder geval een beschrijving bevatten van de financieringsmethode, de wijze van berekening van de bijdragen en van de toereikendheidstoets, alsmede een uiteenzetting van het beleggingsbeleid, een organogram en een mandaatregeling. De ABTN moet aan de toezichthouder DNB worden overgelegd.
Actuariële en bedrijfstechnische nota (ABTN)
Actuariële risico’s Risico’s verbonden aan de kansstelsels die gebruikt worden bij SPIN.
Bijvoorbeeld het risico voor SPIN dat deelnemers veel ouder worden dan verwacht waardoor de pensioenen langer moeten worden uitbetaald. Asset Liability Management (ALM)-studie Letterlijk: het afstemmen van de beleg-
gingsmix op verplichtingen. Het uitvoeren van een ALM-studie kan een pensioenfonds behulpzaam zijn bij de afstemming van het beleggingsbeleid, de financieringsafspraken, het toeslagbeleid en de pensioenregeling. Attributie-analyse Toont aan hoe een rendement tot stand is gekomen en waar de sterk-
tes en zwaktes liggen en brengt in kaart welke beslissingen hoeveel hebben bijgedragen aan het rendement. Denk hierbij aan allocatie en selectie bijdrage. Autoriteit Financiële Markten (AFM) Orgaan dat toezicht houdt op de voorlichting door
pensioenfondsen aan (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden alsmede de zorgplicht van pensioenfondsen bij de DC-pensioenregeling met beleggingsvrijheid. Een ander belangrijk onderdeel is het “effectentypische gedragstoezicht”, waarbij het erom gaat dat medewerkers van pensioenfondsen zich onthouden van bijvoorbeeld koersmanipulatie en misbruik van voorwetenschap bij de handel in effecten voor SPIN en privé. Het gaat hier om het gedragstoezicht. Zie ook DNB. BasisPensioenregeling Nieuwste pensioenregeling van SPIN die is ingegaan per 1 juni
2006. Deze regeling geldt voor nieuwe deelnemers en deelnemers die geboren zijn op of na 1 januari 1950. De BasisPensioenregeling kent drie groepen deelnemers. Deze worden aangeduid als deelnemers A, deelnemers B en deelnemers C. Zie ook onder het FlexPensioenreglement en IBM Pensioenreglement. Beleggingsrisico’s Risico’s verbonden aan beleggen; de verwachte rendementen kun-
nen in werkelijkheid hoger of lager uitvallen (‘Rendementen uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst’). Benchmark Een objectieve maatstaf (index) voor het vergelijken van de performance van
de beleggingen. Een vaak gebruikte benchmark is de MSCI World Index. Dat staat voor ‘Morgan Stanley Capital International’. Dit bedrijf stelt één index samen van verschillende aandelen.
INHOUD
150
SPIN jaarverslag 2010 | woordenlijst
Beursgenoteerd Effecten die op de beurs verhandelbaar en genoteerd zijn. Zij kennen
openbare prijzen en prijsvorming. Cash equitisation Het tijdelijk in effecten omzetten van binnenkomende contanten
waarvoor nog niet een meer specifieke belegging is gevonden. Hierdoor worden in elk geval geen algemene koersstijgingen misgelopen. Chinese walls Het via procedures doorvoeren van een denkbeeldige scheiding tussen
afdelingen van een financiële instelling met het doel de toegang tot koersgevoelige informatie te verhinderen. Compliance officer Een onafhankelijke (interne) toezichthouder die (actief) toetst of de gedragscode en/of wettelijke regelingen met betrekking tot de koersgevoelige informatie en privé effectentransacties worden nageleefd. De Compliance officer heeft een signalerende en corrigerende functie. Consumentenprijsindexcijfer (CPI) Gewogen mandje van een aantal consumentenprijzen.
Dit geeft de ontwikkeling van de consumentenprijzen aan. Het CPI wordt maandelijks berekend en gepubliceerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Compliancerisico Het compliancerisico is het risico samenhangend met (veranderingen in
en naleving van) wet- en regelgeving, het mogelijk bedreigd worden van de rechtspositie, met inbegrip van de mogelijkheid dat contractuele bepalingen niet afdwingbaar of niet correct gedocumenteerd zijn. Dit betreft: • Wet- en regelgeving: het risico dat de werkwijze van SPIN (waaronder processen, producten, fiscale constructies) wordt beïnvloed dan wel niet meer houdbaar is als gevolg van veranderingen in de wet- en regelgeving (Europees, (inter)nationaal, toezicht); • Naleving: het risico als gevolg van het niet voldoen van het beleid en/of de bedrijfsvoering van SPIN aan wet- en regelgeving, alsmede het eigen voorgeschreven beleidskader, processen en procedures van SPIN; • Aansprakelijkheid: het risico dat SPIN door een rechter aansprakelijk wordt gesteld voor de (materiële of immateriële) schade van derden, onder andere door het niet nakomen (dan wel niet in rechte houdbaar zijn) van contractvoorwaarden; • Afdwingbaarheid contracten: het risico dat verplichting van derden jegens SPIN, of van SPIN jegens derden, voortvloeiend uit contracten, niet of onvoldoende kunnen worden afgedwongen. Continuïteitsanalyse Analyse in het kader van het Financieel Toetsingskader waarbij
de financiële opzet en positie van SPIN voor de lange termijn wordt beoordeeld. Bij de continuïteitsanalyse wordt onder andere rekening gehouden met toekomstige pensioenopbouw en premie-inkomsten. Ook andere variabelen zoals het beleggingsbeleid en het bijbehorende risicomanagement, het toeslagen- en winstdelingsbeleid wordt hierin betrokken. DC-kapitaal deelnemers Het bedrag dat deelnemers hebben opgebouwd in de DC-pensioenregeling van het FlexPensioenreglement en het BasisPensioenreglement.
INHOUD
151
SPIN jaarverslag 2010 | woordenlijst
DC-pensioenregeling ‘Beschikbare premie’ pensioenregeling waarin de hoogte van het
DC-kapitaal afhankelijk is van de krachtens de regeling beschikbare premie en de daarmee te behalen beleggingsopbrengsten. DNB (De Nederlandsche Bank) Orgaan dat toezicht houdt op financiële instellingen
waaronder banken, pensioenfondsen en verzekeraars. Het gaat hier om het bedrijfseconomische toezicht (“prudentieel toezicht”) en het materieel toezicht. Het materieel toezicht is gericht op alle normen uit de Pensioenwet die geen onderdeel uitmaken van het gedrags- of prudentieel toezicht. Zie ook AFM. Dekkingsgraad De verhouding tussen enerzijds de contante waarde van de op dat
moment geldende reglementaire pensioenaanspraken en anderzijds het aanwezige pensioenvermogen. Het aanwezige pensioenvermogen is de som van de contante waarde van pensioenaanspraken die op dat moment zijn gefinancierd en de eventuele wettelijke en overige reserve. Dekkingstekort Situatie dat de middelen van SPIN niet langer toereikend zijn om de
technische voorziening en de reserve voor algemene risico’s te dekken. Hiervan is sprake indien de dekkingsgraad van een pensioenfonds lager is dan 105%. Defined Benefit (DB) Pensioenregeling waarbij de hoogte van de uitkering van het pen-
sioen vaststaat, en de pensioenpremies niet vaststaan. Defined Contribution (DC) Pensioenregeling waarbij de pensioenpremies vaststaan en de hoogte van de uitkering van het pensioen niet vaststaat. Derivaten Afgeleide financiële instrumenten, dat wil zeggen financiële contracten,
waarvan de waarde wordt afgeleid van een onderliggende waarde (bijv. een aandeel), een referentieprijs of een index (bijv. de AEX-index). De hoofdvormen van derivaten zijn opties, futures contracten en forward contracten en swaps. Direct rendement De jaarlijkse opbrengsten op effecten; bij aandelen: dividendrende-
ment; bij vastrentende waarden: couponrendement. Deskundigheidsmatrix De matrix waarin wordt aangegeven op welke deskundigheidsge-
bieden (relevante wet- en regelgeving, pensioenreglementen en –soorten, besturen van een organisatie, actuariële aspecten van pensioen en vermogensbeheer, administratieve organisatie en interne controle, uitbesteding en communicatie) de bestuursleden beschikken over de wettelijk vereiste deskundigheid. Dividend Winstuitkering die door een bedrijf wordt uitgekeerd aan haar aandeelhou-
ders. Duration Hiermee wordt de koersgevoeligheid van een vastrentende waarde voor ver-
anderingen in de rente aangegeven. Een duration van 5 jaar voor vastrentende waarden geeft aan dat bij stijging (c.q. daling) van de rente met 1%-punt, de koers van de vastrentende waarden met 5%-punten daalt (c.q. stijgt).
INHOUD
152
SPIN jaarverslag 2010 | woordenlijst
Duration overlay Beleggingsstrategie waarbij een pensioenfonds nauwkeurig een bepaal-
de exposure aan een portefeuille toe kan voegen, waardoor het risicoprofiel beter kan worden gestuurd. Een voorbeeld is een long duration overlay, waarmee de duration van de beleggingen wordt verlengd en het renterisico wordt teruggebracht. Financieel Toetsingskader (FTK) Een samenstel van regels waarop pensioenfondsen hun
financieel beleid moeten baseren. Het gaat er daarbij om dat zij voldoende financiële middelen hebben om hun verplichtingen op korte en lange termijn te kunnen nakomen, onder andere door het houden van voldoende financiële buffers. Het FTK is ingevoerd per 1 januari 2007 en maakt onderdeel uit van de Pensioenwet. FlexPensioenreglement De tweede pensioenregeling van SPIN. In deze regeling worden
sinds 1 juni 2006 geen nieuwe deelnemers opgenomen. Deze regeling geldt voor deelnemers die bij IBM in dienst zijn gekomen na 30 april 1998 en die geboren zijn voor 1 januari 1950. Zie ook IBM Pensioenreglement. Forwards Contracten die de verplichting inhouden om geldbedragen in verschillende
valuta op een vooraf bepaalde toekomstige datum uit te wisselen tegen een vooraf overeengekomen prijs. Een forward contract wordt tussen partijen afgesloten zonder tussenkomst van een beurs. Futures Zie Forwards, met vooral dit verschil dat deze contracten uitsluitend worden verhandeld op een beurs. GOR De Groepsondernemingsraad van IBM. IBM Pensioenreglement De eerste pensioenregeling van SPIN. Deze eindloonregeling
geldt voor deelnemers die in dienst van IBM zijn gekomen vóór 30 april 1998 en zijn geboren vóór 1950. Zie ook FlexPensioenreglement. Index Een mandje bestaande uit aandelen, vastrentende waarden of een andere vermo-
genscategorie. Een index kan de waardeontwikkeling van een specifieke vermogenscategorie aangeven. Bekende voorbeelden van (aandelen)indices zijn de AEX en de Dow Jones. Inflatierisico Het risico dat het pensioenfonds onvoldoende in staat is om (toenemende) verplichtingen door (verwachte aanpassing aan) inflatie te financieren zonder belanghebbenden te benadelen. Integriteitsrisico Het risico dat de integriteit van SPIN dan wel het financiële stelsel
wordt beïnvloed als gevolg van niet integere, onethische gedragingen van de organisatie, medewerkers dan wel van de leiding in het kader van wet- en regelgeving en maatschappelijke en door SPIN opgestelde normen. Dit betreft: • Benadeling derden: het risico dat reputatieschade en/of claims ontstaan als gevolg van het benadelen van derden door toedoen van SPIN; • Voorwetenschap: het risico voor SPIN dat door (werknemers dan wel de leiding van) SPIN misbruik wordt gemaakt van voorkennis over ontwikkelingen dan wel rechtspersonen. Onder misbruik vallen ook effectentransacties waarbij gebruik wordt gemaakt van verkregen voorkennis;
INHOUD
153
SPIN jaarverslag 2010 | woordenlijst
• Witwassen: het risico dat reputatieschade ontstaat, financiële schade en/of schade door preventief of repressief optreden door de bevoegde autoriteiten als gevolg van (ongewilde) betrokkenheid bij witwassen door deelnemers, externe partijen aan wie activiteiten zijn uitbesteed of eigen personeel; • Terrorismefinanciering: het risico dat de reputatie (van SPIN en de toezichthouder) wordt beïnvloed als gevolg van het verrichten van handelingen door SPIN met natuurlijke en/of rechtspersonen die betrokken zijn bij (het financieren van) terrorisme of criminaliteit; • Onoorbaar handelen: het risico dat de reputatie (en mogelijk ook de financiële positie) van de instelling wordt beïnvloed als gevolg van het door de instelling bewust of onbewust faciliteren van of betrokkenheid hebben bij overtredingen. Interest Vergoeding (in percentage) voor het uitlenen van geld, ofwel rente. IT-risico Het risico dat bedrijfsprocessen en informatievoorziening onvoldoende integer,
niet continue of onvoldoende beveiligd worden ondersteund door informatietechnologie. Hierbij is te onderscheiden: • Strategie en beleid: niet of onvoldoende toegesneden zijn van IT-strategie en IT-beleid op de bedrijfsprocessen en de bestaande informatie- en dataverwerking; • Beveiliging: dit betreft het niet volledig of niet accuraat zijn van informatie/informatiesystemen/ processen, het niet toegankelijk zijn van informatie voor geautoriseerde gebruikers en/of het toegankelijk zijn van informatie voor niet geautoriseerde gebruikers; • Beheersbaarheid: ontoereikend beheer van de ICT-omgeving en/of -processen en/of het onvoldoende (tijdig) kunnen anticiperen op ontwikkelingen; • Continuïteit: de continuïteit van de (kritische) bedrijfsprocessen/de gehele instelling komt in gevaar als gevolg van het niet beschikbaar zijn van IT-infrastructuur (waaronder applicaties en systemen). Kapitaalmarktrente De rente die vergoed wordt op leningen met een resterende looptijd van langer dan twee jaar. Kortetermijnherstelplan Plan van aanpak gericht op het herstel van een dekkingstekort
bij een pensioenfonds. Binnen twee maanden na het ontstaan van de situatie van onderdekking dient het Algemeen bestuur van SPIN een herstelplan bij DNB te hebben ingediend. Het herstelplan dient zodanige maatregelen te omvatten, dat het dekkingstekort binnen drie jaar is beëindigd (tijdelijk verlengd tot vijf jaar). Kredietrisico Het risico dat de crediteur loopt bij het uitlenen van geld. Langetermijnherstelplan Plan van aanpak gericht op het herstel van een reservetekort
bij een pensioenfonds. Binnen drie maanden na het ontstaan van een reservetekort dient het Algemeen bestuur van SPIN een herstelplan bij DNB te hebben ingediend. Het herstelplan dient zodanige maatregelen te omvatten, dat het reservetekort binnen 15 jaar is beëindigd.
INHOUD
154
SPIN jaarverslag 2010 | woordenlijst
Liquiditeitsrisico Het risico dat liquiditeitstekorten optreden als gevolg van het onvol-
doende op elkaar afgestemd zijn van de timing en de omvang van inkomende en uitgaande kasstromen. Mandaat Het mandaat vermogensbeheer, ook wel beleggingsrichtlijnen of beleggings-
instructie genoemd, bevat de beleggingstechnische afspraken over het beheer van het vermogen. Het mandaat wordt vastgesteld onder verantwoordelijkheid van het Algemeen bestuur en bevat alle restricties waarbinnen een vermogensbeheerder mag beleggen. Middelloonregeling Pensioenregeling waarin de hoogte van het (behaalbare) ouderdomspensioen is gebaseerd op de gemiddelde pensioengrondslag die tijdens het deelnemerschap aan de pensioenregeling heeft gegolden. Minimaal vereist eigen vermogen (MVEV) Het minimumbedrag van het bij wijze van buffer aangehouden eigen vermogen. In het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen zijn nadere regels gesteld voor de bepaling van het minimaal vereist eigen vermogen. Het minimaal vereist eigen vermogen bedraagt voor SPIN 5% van de technische voorziening (dus een dekkingsgraad van 105%). Het een en ander niet te verwarren met het vereist eigen vermogen. Nabestaandenpensioen Verzamelnaam voor pensioen dat is geregeld voor weduwen,
weduwnaars, partners en wezen als de (gewezen) deelnemer of gepensioneerde komt te overlijden. Niet-beursgenoteerd Effecten die niet op de beurs verhandelbaar zijn, maar slechts
onderling. Ze kennen geen openbare prijzen of prijsvorming. One-tier model Een bestuursvorm waarbij er binnen het bestuursorgaan onderscheid wordt gemaakt tussen bestuurders die zijn belast met de uitvoerende werkzaamheden en bestuurders die zijn belast met het toezicht op die werkzaamheden en op de algemene beleidsvorming. Het toezicht wordt in dit – uit het Angelsaksische recht afkomstige – stelsel derhalve vormgegeven binnen één bestuursorgaan. De systematiek van een one tier model kan volgens de ‘Principes voor goed pensioenfondsenbestuur’ bij een pensioenfonds worden ingevuld door de verschillende taken en bevoegdheden van het Dagelijks bestuur en het Algemeen bestuur vast te leggen. Opties Contracten die de koper het recht geven om op een bepaald tijdstip (Europese
optie) of tot en met een bepaald tijdstip (Amerikaanse optie) tegen een vooraf vastgestelde prijs de onderliggende waarden (bijvoorbeeld aandelen of obligaties) te kopen (call-optie) of verkopen (put-optie). Passief vermogensbeheer Beleggingsbeleid waarbij ervoor wordt gekozen om de (benchmark-)index te volgen. Het rende¬ment van dit beleid zal dus altijd zeer dicht bij het benchmark¬rendement liggen: nooit wezenlijk hoger, maar ook nooit wezenlijk lager.
INHOUD
155
SPIN jaarverslag 2010 | woordenlijst
Pensioenovereenkomst De arbeidsvoorwaardelijke afspraken tussen de werkgever en de
werknemer(s) over pensioen. De pensioenovereenkomst kan het karakter van een uitkeringsovereenkomst een kapitaalovereenkomst of een premieovereenkomst hebben. Het begrip pensioenovereenkomst heeft in de Pensioenwet het begrip pensioentoezegging vervangen. Pensioenvermogen De reserve van SPIN vermeerderd met de technische voorzieningen. Pensioenverplichtingen De verplichtingen om op een vooraf afgesproken pensioendatum
een pensioen uit te keren. Pensioenwet Wet die op 1 januari 2007 in werking is getreden. Het doel van de wet is de waarborging van pensioenovereenkomsten. De wet is van toepassing op pensioenovereenkomsten gesloten tussen een werkgever en zijn werknemer(s). Tevens worden regels gesteld voor uitvoeringsovereenkomsten, pensioenuitvoerders, het FTK en de toezichthouders. Pooling Samenvoegen van verschillende deelportefeuilles van beleggingen. Prijsrisico Het risico van waardewijzigingen door ontwikkeling van marktprijzen, die
wordt veroorzaakt door factoren gerelateerd aan een individuele belegging, een uitgevende instelling of aan generieke factoren. Principes voor goed pensioenfondsbestuur Het geheel van regels om een pensioenfonds goed te kunnen besturen. De Stichting van de Arbeid heeft eind 2005 aanbevelingen gedaan voor Principes voor goed pensioenfondsbestuur. Deze Principes zijn uiteindelijk in de Pensioenwet verankerd. Profielwijzer De Profielwijzer staat op de speciale website van SPIN over profielbeleg-
gen. Met deze tool kunnen deelnemers nagaan welk beleggingsprofiel het best bij hen past en kunnen keuzes voor een profiel online worden doorgegeven aan SPIN. Ook switchen van beleggingsprofiel dienst plaats te vinden via de Profielwijzer. Relatief Rendement Vergelijking van het behaalde rendement en het rendement van de
benchmark. Rendement Het positieve of negatieve resultaat dat een pensioenfonds of vermogens-
beheerder behaalt met de belegging van daartoe beschikbare middelen. Vaak wordt dit gemeten ten opzichte van een index: de benchmark. Renterisico Het risico dat de waarden van de portefeuille vastrentende waarden en de
pensioenverplichtingen wijzigen als gevolg van veranderingen in de marktrente. Reputatierisico Het risico dat het vertrouwen van belanghebbenden en/of toezichthou-
ders bij SPIN verslechtert door negatieve perceptie van het imago.
INHOUD
156
SPIN jaarverslag 2010 | woordenlijst
Risico van afhankelijkheid sponsor Het risico van afhankelijkheid ten aanzien van bijvoor-
beeld: • wijziging draagvlak door grote wijzigingen in het deelnemersbestand (groei of krimp sponsor); • het ontbreken van evenwichtige belangenbehartiging door dominantie van de sponsor of van dominantie van door de sponsor benoemde bestuurders; • de invloed van de sponsor op het beleggingsbeleid. Risico van arbeidsongeschiktheid Het risico dat het pensioenfonds voorzieningen moet
treffen voor het toekennen van arbeidsongeschiktheid en/of premievrijstelling bij invaliditeit (‘schadereserve’) door verschillen tussen werkelijke en veronderstelde arbeidsongeschiktheid. Risico van concentratie en correlatie Het risico dat als gevolg van ontoereikende diversifi-
catie binnen de portefeuille een bepaalde ontwikkeling of gebeurtenis een boven- gemiddeld effect heeft op de waarde van de portefeuille. Concentratie- en correlatierisico’s kunnen optreden bij een concentratie van de portefeuille in regio’s, economische sectoren of tegenpartijen. Risico van langleven Het risico van langer leven van deelnemers dan gemiddeld wordt
verondersteld, waardoor opbouw van pensioenvermogen niet toereikend is voor de verplichting. Risico van marktliquiditeit Het risico dat aanwezige activa onvoldoende snel dan wel niet tegen acceptabele prijzen kunnen worden omgezet in liquide middelen. Omdat alle beleggingen worden gewaardeerd tegen marktwaarde waarbij waardewijzigingen onmiddellijk in het saldo van baten en lasten worden verwerkt, zijn alle wijzigingen in marktomstandigheden direct zichtbaar in het beleggingsresultaat. Risico van het omgevingsklimaat Het risico door veranderingen in de omgeving op het
gebied van economie, beursklimaat, loon- en/of koopkrachtontwikkeling, de maatschappij, de politiek en technologie. Risico van overlijden (kort leven) Het risico dat bij overlijden van een deelnemer mogelijk
een partnerpensioen moet worden toegekend waarvoor SPIN geen voorzieningen heeft getroffen. De bedragen waarover risico wordt gelopen, wordt uitgedrukt in risicokapitalen. Rentetermijnstructuur De rentetermijnstructuur, of yield curve, is een grafiek die het
verband weergeeft tussen de looptijd van een vastrentende belegging enerzijds en de daarop te ontvangen marktrente anderzijds. Een ‘normale’ rentetermijnstructuur heeft een stijgend verloop. Bij het uitlenen van geld voor een langere periode, is de vereiste vergoeding normaliter hoger dan bij een lening voor een korte termijn. Reservetekort Situatie dat de middelen van SPIN ontoereikend zijn om naast de techni-
sche voorziening en de reserve voor algemene risico’s, ook nog de vereiste reserve beleggingsrisico’s, de reserve voorgenomen pensioenaanpassing en eventuele andere reserves te dekken. Bij welke dekkingsgraad sprake is van een reservetekort verschilt per pensioenfonds.
INHOUD
157
SPIN jaarverslag 2010 | woordenlijst
SAR 97,5% Het vermogen waarbij SPIN over één jaar met een zekerheid van 97,5 pro-
cent meer bezittingen heeft dan verplichtingen, waar de SAR 97,5% betrekking op heeft. De hoogte van de SAR 97,5% is afhankelijk van het beleggingsrisicoprofiel van SPIN. SAR 99% Zie SAR 97,5%. Een grotere mate van zekerheid vereist een groter vermogen. Slaper Een ex-werknemer die bij beëindiging van zijn dienstverband zijn pensioen
bij SPIN heeft achtergelaten. In pensioenjargon heet zo’n ex-werknemer een ‘slaper’. Gewezen deelnemers hoeven geen premies meer te betalen. Solvabiliteitsopslag De solvabiliteitsopslag is het percentage dat gelijk is aan het vereist
eigen vermogen gedeeld door de technische voorzieningen, dat gold aan het eind van het voorgaande kalenderjaar. De solvabiliteitsopslag wordt gebruikt in de bepaling van de kostendekkende premie voor het nieuwe jaar. Strategische beleggingsmix De lange termijn verdeling van het vermogen over de ver-
schillende beleggingscategorieën (aandelen, vastrentende waarden, onroerend goed). Deze verdeling wordt veelal gebaseerd op een ALM-studie. Swap Contracten die de verplichting inhouden tot uitwisseling van geldstromen gedurende een bepaalde periode en volgens bepaalde condities. De meest voorkomende zijn renteswaps, waarbij een variabele (korte) rente gewisseld wordt met een vaste (lange) rente. Technische voorziening Voorziening voor toekomstige pensioenverplichtingen van een
pensioenfonds. Toeslag Verhoging van ingegane pensioenen (na pensioeningang) en/of (premievrije)
pensioenaanspraken (voor pensioeningang) met een percentage dat gelijk is aan een indexcijfer. Voor de inwerkingtreding van de Pensioenwet werd veelal de term indexatie gebruikt. Als indexcijfer worden vaak het CPI of indexcijfers van CAO-lonen gehanteerd. Het Centraal Bureau voor Statistiek stelt deze indexcijfers samen. Uitbestedingsrisico Het uitbestedingsrisico betreft het bij uitbesteding optredende: • Continuïteitsrisico: het risico dat de continuïteit van (een deel van) de bedrijfsvoering van SPIN in gevaar komt als gevolg van ontoereikende financiële soliditeit van de tegenpartij, contractbreuk of het beëindigen van de activiteiten door de tegenpartij; • Integriteitsrisico: het risico dat de reputatie of de financiële positie van SPIN wordt geschaad als gevolg van het niet integer zijn van de bedrijfsvoering van de partij waaraan werkzaamheden zijn uitbesteed. Dit gaat ook over het risico van ongewenst omgaan met vertrouwelijke gegevens door de tegenpartij; • Risico van kwaliteit van de dienstverlening: het risico dat de door de externe partij geleverde kwaliteit van dienstverlening niet volgens het door SPIN gewenste of aan belanghebbenden toegezegde kwaliteitsniveau is. Uitvoeringsovereenkomst Overeenkomst tussen de werkgever en de pensioenuitvoerder omtrent de uitvoering en financiering van de pensioenovereenkomst bij de pensioenuitvoerder.
INHOUD
158
SPIN jaarverslag 2010 | woordenlijst
Valuta-afdekking Het afdekken van valutarisico’s (fluctuaties van vreemde valutakoersen
ten opzichte van de euro) door middel van het afsluiten van valutatermijntransacties. Valuta manager Persoon die verantwoordelijk is voor het in de gaten houden van de ontvankelijkheid van SPIN voor valuta schommelingen. Valutarisico Het risico dat de waarde van een financieel instrument zal fluctueren als
gevolg van veranderingen in valutakoersen als gevolg van onvoldoende afstemming tussen activa en passiva, dan wel inkomsten en uitgaven op het gebied van vreemde valuta. SPIN loopt in de verschillende beleggingscategoriëen valutarisico (aandelen en vastrentende waarden). Valutatermijntransacties Transacties in termijncontracten op de valutamarkten met als
doel het valutarisico af te dekken. Vastrentende waarden Verzamelnaam voor beleggingen waarop in beginsel een vaste rentevergoeding en een vaste looptijd geldt. Voorbeelden van vastrentende waarden zijn obligaties, onderhandse leningen en hypotheken. Deze beleggingen worden ook wel als risicomijdend aangeduid. Vereist eigen vermogen (VEV) Het eigen vermogen dat behoort bij de zogenoemde
evenwichtssituatie van een pensioenfonds. In de evenwichtssituatie is het eigen vermogen zodanig dat SPIN over één jaar met een zekerheid van 97,5 procent meer bezittingen heeft dan verplichtingen. De hoogte van het vereist eigen vermogen is afhankelijk van het risicoprofiel van SPIN. Vermogensbeheer Professioneel beheer van vermogens voor organisaties zoals
pensioenfondsen, verzekeringsmaatschappijen en/of vermogende particulieren. Vermogensbeheerders zijn vaak onderdeel van een bank dan wel financiële instelling, maar kunnen ook een onafhankelijke organisatie zijn. Waardeoverdracht (inkomend, uitgaand, collectief, individueel) Het overdragen van de
contante waarde van pensioenaanspraken om pensioenverlies te beperken wanneer een werknemer van pensioenregeling wisselt. Pensioen¬aanspraken worden daartoe afgekocht door de instelling die de pensioenregeling van de oude werkgever uitvoert en de overdrachtswaarde wordt vervolgens rechtstreeks overgedragen aan de instelling die de pensioenregeling van de nieuwe werkgever uitvoert. De werknemer koopt daarmee bij die instelling pensioenaanspraken in.
INHOUD
159
SPIN jaarverslag 2010 | woordenlijst
Zorgplicht Op grond van de Pensioenwet heeft SPIN een adviesplicht indien de deelne-
mer bij beleggingen in de DC-pensioenregeling in meer of mindere mate zelf beleggingsvrijheid heeft. SPIN stelt in dat geval een klant- en risicoprofiel op, en moet vervolgens – op basis van het klant- en risicoprofiel – adviseren over de spreiding van de beleggingen in relatie tot de duur van de periode tot de pensioendatum. Meer algemeen omvat de zorgplicht al hetgeen een goed huisvader betaamt. Dit houdt in dat de zorgplicht ook kan betekenen dat de pensioenuitvoerder de beleggingsvrijheden van de deelnemer beperkt. Om te voldoen aan de zorgplicht heeft SPIN drie beleggingsprofielen ontwikkeld waaruit deelnemers kunnen kiezen.
INHOUD
160
SPIN jaarverslag 2010
Colofon
Colophon
Stichting Pensioenfonds IBM Nederland Postbus 342 1180 AH Amstelveen Nederland T 020 347 27 27 F 020 640 99 74 www.spin.nl
Stichting Pensioenfonds IBM Nederland (official name) P.O. Box 342 1180 AH Amstelveen The Netherlands T +31 20 347 27 27 F +31 20 640 99 74 www.spin.nl
Ontwerp www.neondesign.nl
Design www.neondesign.nl
Druk Drukkerij WC den Ouden bv, Amsterdam
Print Drukkerij WC den Ouden bv, Amsterdam