gemeente Eindhoven
Concernstaf Bestuurssecretariaat
Retouradres Postbus SoxSo, S6oo RB Eindhoven
Behandeld door M. Honing
Voorzitter en leden van de commissie
Uw brief van Uw kenmerk
voor maatschappelijke ontwikkeling (MO)
Telefoon (oho) e38 se 88
Ons kenmerk CS/BS
sS januari soos
Betreft cie MO: Voorstel inzake de eenmalige subsidiering van stichting Theaterplan.
Geachte commissieleden, Hierbij ontvangt u het concept-raadsvoorstel (met 3 bijlagen) dat betrekking heeft op bovenvermeld onderwerp. Dit onderwerp zal worden behandeld in de openbare vergadering van de commissie voor maatschappelijke ontwikkeling van dinsdag 5 februari 2002, locatie commissiekamer Stadskantoor, aanvang 20.00 uur.
Voor nadere technische en inhoudelijke informatie kunt u zich wenden tot de heer J. van Griensven van de dienst Maatschappelijke Ontwikkeling, telefonisch te bereiken onder nummer (040) 238 28 96.
Met vriendelijke groet,
M. Honing
Bijlage(n): 1
mho/EE02003981
Besoekadres Stadhuisplein xo Eindhoven Openingstijden
Postadres Postbus Boxso S6oo RB Eindhoven
ma t/m vr S.oo-x6.oo uur
Telefonisch bereikbaar
gemeente Eindhoven
Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling
Raadsbijlage nummer [nboeknummer Beslisdatum Barw
Raadsbijlage inzake de eenmalige subsidiering van stichting Theaterplan 1 Inleiding Stichting Theaterplan heeft samengevat als doelstelling: het bevorderen van de cultuurdeelname en -educatie van jongeren, zowel actief als receptief, in de meest ruime zin van het woord". De jongeren waarop Theaterplan zich richt, vallen onder de leeftijdscategorie van 15- 21 jaar. Jaarlijks wordt min irnaal een musical geproduceerd, die voor uitverkochte zalen zorgt en over het algemeen kan rekenen op juichende recenties. Het werkgebied van stichting Theaterplan is Zuid Nederland. De stichting krijgt in het kader van de provinciale steunfunctie jaarlijks 6 22.6S9,00 (f 50.000,00) van de Provincie Noord- Brabant. De rest van haar
inkomsten vergaart zij via incidentele subsidies (fondsen), sponsoring en cofinanciering van de productiekosten en faciliaire ondersteuning vanuit de Stadsschouwburg Eindhoven.
2 Probleemstelling De provincie heeft aangekondigd per 1 maart 2002 de subsidie stop te zetten. De argumentie die hiervoor geldt is tweeledig: a. de stichting Theaterplan heeft haar doelstelling voor de provincie grotendeels bereikt, omdat de aanpak van de stichting ook elders navolging heeft gevonden; b. om voor continuering van provinciale subsidie in aanmerking te komen, zou met de produkties op tournee moeten worden gegaan in Noord-Brabant. Het is in beginsel niet de bedoeling een subsidie over te nemen als een andere overheid om haar moverende redenen besluit de subsidiering te stoppen. In dit geval ontstaat een nieuwe situatie en rijst de vraag wat het gemeentelijk belang is van continuering van het werk van stichting Theaterplan.
3 Maatschappelijke effecten en het meetpunt voor succes Het beoogde effect is stichting Theaterplan de kans te geven om, na het wegvallen van de provinciale subsidie, haar werk minimaal voor een jaar voort te zetten.
Raadsbij lage nummer
4 Wijze van aanpak / oplossingsrichting De stichting Theaterplan levert een belangrijke bijdrage aan de ontwikkeling van het jongerentheater.ln actieve zin (meedoen aan amateurtheater) worden jaarlijks honderden, in passieve zin (toeschouwers jaarlijks duizenden jongeren bereikt. Uit ervaringen met vorige produkties blijkt dat jonge toeschouwers, omdat ze bijvoorbeeld enthousiast zijn geworden door Fame of Conflict, zelf cursussen gaan volgen bij het Centrum voor de Kunsten of actief mee gaan doen aan arnateurtheater. Met de produktie Fame zijn 6.000 jongeren bereikt. Dit soort projecten heeft als positief neveneffect dat de drempel om de rekrutering te bezoeken, verlaagd wordt. De stichting werd vrij plotseling geconfronteerd met stopzetting van de provinciale subsidie. Na bericht hierover zijn verschillende mogelijkheden onderzocht de aktiviteiten van de stichting te waarborgen. Tot op heden is dit niet gelukt. Via recettes, aanvragen bij fondsen kan wellicht een gedeelte van het financiele probleem worden aangepakt. Dit biedt evenwel te weinig soelaas. Gezien het feit dat de stichting reeds jaren werkt met een krappe begroting en haar succes min of meer staat of valt met de inzet van vrijwilligers is een aanvullende subsidie nodig. Vanaf 2004 kan in het kader van de nieuwe subsidiesystematiek de afweging worden gemaakt of de stichting Theaterplan voor de gemeente van voldoende gewicht is om hier een structurele subsidie tegenover te stellen. Dit betekent dat voor 2002 en 2003 een overbruggingskrediet zou moeten worden verstrekt. Gezien de stopzetting van de subsidie van de provincie per1 maart 2002 gaat het in 2002 om een bedrag van 19.000,ÃćâĆňâĂİ (f 41.870,49) en in 2003 een bedrag van 6 23.000,ÃćâĆňâĂİ (f 50.685,33).
5 Financiele gevolgen en risico’ s In een poging het probleem op te lossen, hebben wij de mogelijkheden op de MO begroting bezien in het licht van het totaal aan meevallers en tegenvallers. ln zijn totaliteit levert dat geen extra financiÃńle ruimte op. Posten die meevallen vertegenwoordigen in deze situatie te benutten ter dekking van andere zaken (i.e. Theaterplan) heeft in feite hetzelfde effect als het gebruiken van de saldireserve. Bovendien heeft dit als nadeel dat zaken minder transparant worden. Er kan ons ziens redelijkerwijs geen beroep worden gedaan op gelden via het Stedelijk Ontwikkelings Programma (SOP) omdat het gevraagde betrekking heeft op reguliere subsidie en er bovendien geen sprake is van cofinanciering. Het gevolg van het ter beschikking stellen van een overbruggingskrediet is dat er voor 2002 een bedrag van 8 19.000,ÃćâĆňâĂİ (f 41.870,49) (10/1 2 x 8 22.689,01) (f 50.000,00) en voor 2003 een bedrag van t 23.000,ÃćâĆňâĂİ (f 50.685,33) moet worden
gevonden binnen de saldireserve. Of hierop met succes een beroep kan worden gedaan, hangt af (naast voldoende saldo) van het resultaat van de toetsing op de zogenoemde 3 0’s (onvoorzienbaar, onuitstelbaar en onvermijdbaar).
Raadsbijlage nummer
Op de eerste plaats was dit probleem niet tijdig te voorzien, gezien het tijdstip van provinciale besluitvorming en berichtgeving aan de gemeente (oktober 2001). Op de tweede plaats betekent uitstel dat stichting Theaterplan er moeite mee zal hebben de komende jaren te overleven. Tenslotte kan in het verlengde van bovenstaande worden gesteld dat om het risico te vermijden dat stichting Theaterplan ophoudt te bestaan, een beroep zal moeten worden gedaan op de saldireserve voor een bedrag van 6 19.000,ÃćâĆňâĂİ (f 41.870,49) voor het jaar 2002 en voor een bedrag van E 23.000,ÃćâĆňâĂİ (f 50.685,33) voor het jaar 2003.
Voor 2004 zou een afweging in het kader van de nieuwe subsidiesystematiek een oplossing kunnen bieden. Conclusie op grond van bovenstaande moet zijn dat voor de problematiek van de stichting Theaterplan terecht een beroep op de saldireserve kan worden gedaan. Om die reden stellen wij voor de stichting Theaterplan een bijdrage van E 42.000,ÃćâĆňâĂİ
(f 92.555,82) ter beschikking te stellen voor de jaren 2002 en 2003.
6 Overige gevolgen van de aanpak N.v.t.
7 Resultaten van overleg/inspraak Stichting Theaterplan kan zich in onderhavig voorstel vinden
8 communicatie N.v.t.
9 Advisering raadscommissie(s) De raadscommissie voor maatschappelijke ontwikkeling hebben wij over dit voorstel gehoord. Haar advies hebben wij voor u ter inzage gelegd.
10 Voorstel a Stichting Theaterplan een bijdrage van 642.000,ÃćâĆňâĂİ (f 92.555,82 ter beschikking te
stellen voor 2002 en 2003. b De financiele consequenties ad 0 42.000,ÃćâĆňâĂİ (f 92.555,82) door middel van een
begrotingswijziging ten laste te brengen van de saldireserve.
Burgemeester en wethouders van Eindhoven,
, burgemeester.
, secretaris.
Raadabijlage nummer
Besluit De raad van de gemeente Eindhoven; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van nr ; gehoord de commissie voor maatschappelijke ontwikkeling;
besluit: a Stichting Theaterplan een eenmalige bijdrage van 642.000,ÃćâĆňâĂİ (f 92.555,82 ter
beschikking te stellen voor 2002 en 2003. b De financiele consequenties ad 642.000,ÃćâĆňâĂİ (f 92.555,82) door middel van een
begrotingswijziging ten laste te brengen van de saldireserve.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van
, voorzitter.
, secretaris. Meel e M1////kc0101 8364
Provinciehuis B ra b a n t I aan 1
Provincie Noord-Brabant
Correspondentie-adres: Postbus 90151 5200 MC ’s-Hertogenbosch Fax: (073) 612 36 10
Telefoon (073) 681 28 12
Dienst Ruimte, Economie en Welzijn
Ons kenmerk: nrs. 619818/769010 Uw kenmerk
Stichting Theaterplan Postbus 669
Afde’ ing : WEC Doorkiesnr.: 6812242 M. Verberk
5600 AR EINDHOVEN
Bijlagen : 1 Da"um : 13 juli 2001
Onde werp : Voorgenomen besluit tot
beeindiging subsidie
Geacht bestuur,
In het kader van het Verdeelprogramma Cultuur heeft u een subsidieverzoek, d.d. 10 april 2001, ingediend voor een meerjarige subsidie, periode 2001-2003, voor de activiteiten van Stichting Theaterplan te Eindhoven. Op uw subsidieverzoek is van toepassing de Verordening Welzijn, Educatie en Cultuur Provincie Noord-Brabant 2000. Deze wordt u op verzoek toegezonden.
In onze brief van 3 novembe 2000 hebben wij u uitgenodigd om uw
aanvraag te concretiseren. Zoals gebruikelijk hebben wij vervolgens
uw subsidieverzoek in het kader van het budget Verdeelprogramma Cultuur voorgelegd aan onze Adviescommissie Verdeelprogramma Cultuur. Deze adviescommissie heeft op 23 mei jongstleden advies
uitgebracht aan ons college. Een afschrift van dit advies zenden wij
u bijgaand ter kennisname toe.
Gezien dit advies van de adviescommissie hebben wij het voornemen te
besluiten de meerjarige provinciale subsidie aan uw stichting niet te continueren.
Indien wij conform dit voornemen besluiten betekent dit voor uw stichting dat u er in uw bedrijfsvoering rekening mee dient te gaan houden, dat de structurele subsidie uit het Verdeelprogramma Cultuur op afzienbare termijn zal worden stopgezet. De provinciale subsidie zal dan worden voortgezet tot 1 maart 2002. Deze periode geldt als een .redelijke overgangstermijn (zie art. 4:51 Algemene wet bestuursrecht).
Voordat wij dit besluit nemen, stellen wij u op grond van artikel
4:7 van de Algemene wet bestuursrecht in de gelegenheid uw ziens-
wijze hierover naar voren te brengen, zodat wij deze -voorzover van belang- bij onze definitieve beslissing kunnen betrekken.
Een schriftelijke reactie op dit voornemen kunt u richten aan ons college. ln verband met het nemen van een tijdig besluit over uw subsidieaanvraag, rekeninghoudend met de huidige vakantieperiode, ver"oeken wij u dit te doen voor 27 augustus 2001.
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,
jn,
ADVIKSCOMMSSIK VKRDKKLPROGRAMMA CULTUUR
Advies inzake beleidsplannen 2001-2003 van Stichting Theaterplan te Eindhoven en Musicalplnn West (Centrum voor de Kunsten) te Bergen op Zoom
Inleiding Stichting Theaterplan is in 1997 opgenomen in het provinciaal Kunstenplan voor de periode 19972000. De adviescommissie Verdeelprogramma Cultuur heeft toentertijd Gedeputeerde Staten geadviseerd om Theaterplan subsidie toe te kennen omdat het een vernieuwende activiteit betrof met een overdraagbaar karakter. De adviescommissie adviseerde dan ook om de provinciale subsidie te verdubbelen onder de voorwaarde dat de instelling ook in West-Brabant vergelijkbare producties zou realiseren. Stichting Theaterplan is hier echter niet in geslaagd en heeft in deze kunstenplanperiode uitsluitend producties gemaakt in de stadsschouwburg te Eindhoven. Stichting Theaterplan heeft in 1999 opnieuw een aanvraag ingediend in het kader van het provinciaal Kunstenplan 2001-2004. Voor deze periode geeft de stichting aan geen rol buiten de regio Eindhoven te willen spelen. De adviescommissie is van mening dat derhalve sprake is van een lokale aangelegenheid, de basis voor provinciale betrokkenheid is hierdoor afwezig. De adviescommissie heeft Gedeputeerde Staten geadviseerd om deze subsidieaanvraag af te wijzen. Gedeputeerde Staten heeft dit advies op 9 november 1999 overgenomen.
Op 16 mei 2001 krijgt de adviescommissie, in opdracht van Gedeputeerde Staten, de beleidsplannen voor de periode 2001-2003 van Stichting Theaterplan en Musicalplan West ter advisering voorgelegd. Beide instellingen streven hetzelfde doel na, namelijk ’het bevorderen van de cultuurdeelnarne enÃćâĆňâĂİ
educatie van jongeren, zowel actief als receptief, in de meest ruime zin van het woord’. De doelgroep wordt gevormd door jongeren tussen de 15 en 23 jaar. Stichting Theaterplan heeft inmiddels 10 jaar ervaring met het maken van (musical)producties voor en door jongeren. Musicalplan West wil in Bergen op Zoom starten met een vergelijkbare traditie.
Gezien de vergelijkbare doelstelling en doelgroep brengen wij een advies uit ten aanzien van beide beleidsplannen.
A.dvies De ervaring leert dat de activiteiten van Stichting Theaterplan voldoen aan een behoefte. Jongeren willen op grote schaal meedoen aan de audities die Theaterplan jaarlijks uitschrijft en de voorstellingen in de stadsschouwburg Eindhoven zijn veelal uitverkocht. Ook de pers is positief over het resultaat van de producties van Theaterplan.
Inmiddels worden er in veel gemeenten in de provincie Noord-Brabant vergelijkbare activiteiten ontwikkeld, veelal gekoppeld aan de lokale muziekschool of Centrum voor Kunstzinnige Vorming. Bijvoorbeeld in gemeenten als Tilburg, Roosendaal, ’s-Hertogenbosch, Oss, Breda, Bergeijk, Hilvarenbeek en Valkenswaard worden dergelijke producties uitgevoerd door jongeren uit de regio. Zonder financiele steun van de provincie komen jaarlijks veel interessante producties tot stand. Uit het voorliggend beleidsplan van het Centrum voor de Kunsten in Bergen op Zoom blijkt dat daar ook een vergelijkbaar initiatief gestart wordt, onder de naam Musicalplan West, De adviescommissie constateert dat de activiteiten van Stichting Theaterplan niet meer vernieuwend zijn in de provincie, en dat zij niet meer de rol als innovator heeft op dit terrein. Het vernieuwende karakter van de aanpak van Stichting Theaterplan was in het verleden onder meer de reden dat een provinciale bijdrage gerechtvaardigd werd. Deze reden geldt niet meer.
ADVIESCOMMISSIE VKRDKKLPROGEVBCMA CULTUUR
Tevens is de adviescommissie is van mening dat het bij beide aanvragen om een lokaal initiatief gaat en dat de basis voor provinciale betrokkenheid hier afwezig is. Om te voorkomen dat er hier precedenten worden geschapen voor vergelijkbare initiatieven in andere Brabantse gemeenten, adviseert de adviescommissie Gedeputeerde Staten om beide subsidieverzoeken af te wijzen.
23 mei 2001, Adviescommissie Verdeelprogranuna Cultuur
Voorzitter. Jan Timmermans
Leden: Ben Cartens
Hans van Driel Anja van Esch Henriette de Kok Allies Swinnen
Secretaris: Maaike Verberk
7 1Provincie
Provinciehuis Brabantlaan 1
Correspondentie-adres: Postbus 90151 5200 MC ’s-Hertogenbosch Fax:(073) 612 36 10
Noord-Brabant
Telefoon (073) 681 28 12
Dienst Ruimte, Economie en Welzijn
Ons kenmerk : nrs . 619818/715753 Uw kenmerk
Theaterplan Zuid Postbus 669
Afdeling : WEC
5600 AR EINDHOVEN
Doorkiesnr.: 6812242 M. Verberk
Bijlagen : 2
Datum : 3 november 2000
Onderwerp : Werkplan en begroting voor de periode 2001-2003
Geacht bestuur,
Op 19 september jl. heeft u tijdens een gesprek, met enkele medewerkers van de afdeling Welzijn, Educatie en Cultuur, een plan van aanpak voor West-Brabant overhandigd.
Tevens is tijdens dit gesprek de mogelijkheid van meerjarige subsidiering voor uw instelling ter sprake gekomen. Wij zien wellicht mogelijkheden, na intern overleg, om u voor de
periode 2001-2003 te subsidiÃńren. Onze gedachten gaan uit naar een
subsidiebedrag op jaarbasis van f 25.000,– voor de activiteiten van uw instelling in Zuid-Brabant en eveneens f 25.000,– voor vergelijkbare activiteiten in West-Brabant. Deze bedragen zijn gebaseerd op de subsidiÃńring voor de periode 1997-2000.
Voordat wij hierover definitief een beslissing kunnen nemen, dient u voor beide activiteiten een apart werkplan en begroting voor de periode 2001-2003, conform de richtlijnen van de budgetfinanciering, in te dienen. Daarbij kunt u bovenstaande richtbedragen hanteren als de provinciale bijdrage, Wij verzoeken u deze werkplannen met bijbehorende begroting binnen veertien dagen na verzending van deze brief aan ons toe te zenden.
voor meer informatie kunt u contact opnemen met Maaike Verberk, beleidsmedewerker Cultuur, bereikbaar onder telefoonnummer 073-6812242.
Ter informatie zijn bijgevoegd de Subsidieverordening Welzijn-, Educatie- en Cultuursubsidies provincie Noord-Brabant en de beleidsregels algemeen subsidiebeleid 1998. Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, namens deze,
Qloplv. hoo Educatie
mw. mr.
fdeling Welzijn,
Cultuur, van Rooij
Beleidsplan 2001-2004
Stichting Theaterplan
Mei 1999
INHOUDSOPGAVE
SAMENVATTING INLEIDING
Pag. 2 pag. 3
I. DE ORGANISATIE VAN STICHTING THKATERPLAN pag. 4 1. Uitgangspunten pag. 4 1.1 Doelstellingen pag. 4 1.2 De doelgroep pag- 5 1.3 Het werkgebied 1.4 Plaatsbepaling binnen de provincie
1.5 Het bestuur 1.6 Het personeel 1.7 De organisatiestructuur 1.8 De accomodatie 1.9 Samenwerkingsverbanden 1,10 Financiering
pag. pag. pag. pagpag. pag. pag.
5
6 6 7 8 9
9
IL DE TOEKOMST 2.1 De Tweede Fase en het voortgezet onderwijs 2.2 Theaterplan en de Tweede Fase
pag. 10 pag. 10
III. KNELPUNTEN 3.1.1 Repetitieruimte 3.1.2 Spreiding 3.1.3 Personele bezetting
pag. 11 pag. 11 pag. 11
IV. ACTIVITEITENPLAN 4. 1 Periode 2001-2004 4.1.1 Musical door jongeren 4.1.2 Ghetto 4.1.3. Het voortraject
4.2.1 Internationalisering
pa8. pag. pag. pag. pag.
12 12
pag.
15
13 13
14
BIJLAGE I Begroting 2001
BIJLAGE II Begroting 2002
pag.
16
pag-
17
pag.
18
BIJLAGE HI Begroting 2003
BIJLAGE IV Begroting 2004
BIJLAGE V Reisbegroting ’Jan Rap’
TOELICHTING OP DE BEGROTING
pag. 19 pag- 20
SAMENVATTING Voor de periode 2001 - 2004 gaan minimaal 9 jongerentheater-/musicalprodukties in premiere bij Stichting Theaterplan. Met deze activiteiten verwezenlijkt Theaterplan de volgende doelstelling: "het bevorderen van de cultuurdeelname en -educatie van jongeren, zowel actief als receptief, in de meest ruime zin van het woord". De jongeren waarop Theaterplan zich richt vallen onder de leeftijdscategorie van 15 - 21 jaar.
Stichting Theaterplan geeft jongeren de mogelijkheid zelf te onderzoeken op welke manier zij theater willen maken, hetzij actief (als amateur of beroeps) of receptief door naar voorstellingen te
komen kijken en deel te nemen aan inleidingen en/of educatieve projecten rondom deze voorstellingen.
Stichting Theaterplan is, in tegenstelling tot anderen een laagdrempelige organisatie. Aan de deelnemers wordt alleen voor de audities een minimale bijdrage (f15,-) gevraagd. Dit omdat wij alle jongeren een kans willen geven deel te nemen aan de activiteiten, ongeacht zijn/haar financiele positie of die van zijn/haar ouders.
In toenemende mate willen de schouwburgen en scholen producties, die aansluiten bij de belevingswereld van de jongeren. Stichting Theaterplan maakt deze producties en wil ze presenteren in meerdere plaatsen in Zuid Nederland. Een groot probleem hierbij zijn o,a. de enorm hoge kosten die nodig zijn om dit reizen mogelijk te maken. Ter verduidelijking is de reisbegroting van de musical ’Jan Rap’ bijgesloten. Een oplossing voor dit probleem zou het starten van een voortraject kunnen zijn in de regio
West-Brabant. Jongeren zouden dan in staat gesteld moeten worden het programma, zoals omschreven op blz. 13 te volgen. Dit alles zou dan moeten leiden tot een zelfde soort voorstelling als Stichting Theaterplan in de regio Eindhoven maakt. Deze voorstelling zou dan bijvoorbeeld een co-productie kunnen zijn met ’De Kring’ in Roozendaal of ’De Maagd’ in Bergen op Zoom. Omdat jongeren tot laat in de middag op school zitten of werken, is het bijna onmogelijk met hen te reizen. Een oplossing voor dit probleem hebben we gevonden in voorstellingen voor jongeren, die gespeeld gaan worden door werkloze acteurs. Onze jongerenvoorstelling Ghetto gaat in 2001 reizen in de Provincie.
Theaterplan wil zich niet geheel afhankelijk opstellen van steun van de provinciale overheid. Door
co-producties aan te gaan met theaters en culturele instellingen genereert Theaterplan extra financiele middelen voor de voorstellingen. Naast de inkomsten uit de kaartverkoop is sponsoring een belangrijke bron van inkomsten. Willen wij onze plannen voor de toekomst echter verder gestalte geven, is het noodzakelijk dat naast de artistieke kant de organisatorisch/zakelijke kant
verder ontwikkeld wordt. Daarom zal de aanstelling van een zakelijk medewerker de hoogste prioriteit hebben Om die reden vraagt Stichting Theaterplan bij de Provincie geen subsidie aan voor het maken van voorstellingen, maar voor het betalen van een zakelijk medewerkeren productieleider.
INLEIDING Acht jaar geleden werd Stichting Theaterplan opgericht. In die acht jaar is er veel tot stand gekomen: de grote musicalproducties en zomerprojecten samen met Stadsschouwburg Eindhoven, de educatieve projecten met het Zuidelijk Toneel en de talloze projecten met middelbare scholen in heel Brabant. Door middel van structurele subsidie laat de provinciale overheid blijken ook vertrouwen te hebben in de doelstellingen en werkwijze van de Stichting. Middels subsidie van de Gemeente Eindhoven kon extra repetitieruimte gehuurd worden voor de productie "Jan Rap en z’n Maat’. Als hoofdsponsor werd VDL aangetrokken terwijl Philips na acht jaar nog steeds Theaterplan ondersteunt.
Steeds duidelijker wordt de plaats die Sdchting Theaterplan binnen het aanbod van culturele en educatieve activiteiten van de verschillende Brabantse instellingen heefi: Op het moment dat jongeren oud genoeg rijn om zelf te kiezen, zijn er de cursussen van muziekscholen, Centrum voor Amateurkunst (C.V.A.) etcetera en het aanbod van voorstellingen in schouwburgen en filmhuizen. Juist in de fitse dat jongeren zelf gaan onderzoeken wat zij precies willen met betrekking tot kunst en educatie is er het aanbod van Theaterplan.
Ook binnen de snel veranderende wereld van het onderwijs zijn er kansen voor Stichting Theaterplan. In de tweede fase van het voortgezet onderwijs is Culturele Kunstzinnige Vorming
een verplicht vak in het gemeenschappelijke deeL Een groot probleem is dat er nauwelijks voorstellingen gemaakt worden voor de beginnende theaterbezoeker. Theaterplan richt zich juist op
deze bezoeker en bij de keuze van onze voorstellingen houden we rekening met de thema’s die tijdens de lessen CKV 1 behandeld worden. Theaterplan kreeg niet alleen goede recensies van de pers, maar ook van directies van scholen en niet in de laatste plaats van de jongeren zelf.
Als zes jaar hebben de jongeren die een theaterabonnement hebben voor de Stadsschouwburg
Eindhoven de voorstellingen van Stichting Theaterplan als beste seizoen svoorstelling uitgekozen.(zie bijlage 1). Dat onze doelgroep onze voorstellingen zo waardeert is natuurlijk een aansporing om op hetzelfde niveau door te gaan. Deze positieve groei van Stichting Theaterplan heeft ook een aantal problemen tot gevolg: 1. De werkdruk neemt nog steeds toe. De betaling blijft echter achterwege. Artistieke medewerkers worden op basis van onkostenvergoedmg gehonoreerd. Deze vergoeding is niet vergelijkbaar met wat deze mensen moeten verdienen volgens de huidige C.A.O.
2. Ook ligt er het probleem van het achterblijven van de zakelijke en productionele kant. Tot nu toe werden die taken door vrijwillige medewerkers, opnieuw tegen zeer geringe financiele vergoedingen vervuld. Dat er dringend vaste uitbreidmg op zowel zakelijk als productioneel gebied noodzakelijk is moge duidelijk zijn. 3. Er is een groot probleem met betrekking tot repetitieruimte. Onze vaste ruimte jn de Stadsschouwburg is helemaal volgepland door Theaterplan. Om bestaande activiteiten uit te kunnen breiden en nieuwe ontwikkelingen te stimuleren, is nieuwe eigen repetitieruimte dringend noodzakelijk.
Samenwerking met andere organisaties binnen de culturele in&a ctuur in Noord-Brabant zoals bijvoorbeeld Plaza Futura, Productiehuis Brabant, C.V.A., en provinciale schouwburgen zal in de komende periode hoge prioriteit krijgen, in de hoop dat dit een aantal knelpunten in verband met reisvoorstellingen en huur van repetitieruimte zal kunnen oplossen.
L DE ORGANISATIE VAN STICHTING THEATERPLAN
1. Uitgangspunten Juist in deze beslissende fase van hun ontwikkeling, wanneer jongeren ook zelf beginnen te beschikken over hun manier van leven, is het van belang hen te wijzen op een wereld waarin andere waarden dan de materiele prioriteit hebbea. In het traditionele oaderwijs ligt de aadruk meestal op het cognitieve als mea het heeR over leerprocessen. De kern zou moeten zijn dat leerlingen geholpen moeten worden zichzelf te ontplooien, zodat ze tegen het einde van hun schooltijd eea zelfstandige eigenwaarde oatwikkeld hebben. Kunstzinnige vorming kan een belangrijke plaats bij dit proces innemen. Voor kiaderen in het basisonderwijs en ia de eerste fase van het voortgezet onderwijs bestaan lokaal en provinciaal voldoeade voorzieningen op het gebied van kunstzinnige vorming. Voor joagerea uit de tweede fase van het voortgezet onderwijs is het aanbod echter geriag. Vandaar dat Stichting Theaterplan juist voor jongeren tussen 15 en 21 jaar de afgelopea vier jaar projecten ontwikkeld heeft. De medewerkers van Theaterplan zijn deskundig, zowel in het ontwikkelen en uitvoeren van educatieve projecten (o.a. Het Zuidelijk Toaeel vanaf 1991) als ia activerea en trainen van jongeren ia eigen voorstellingen (West Side Story, De Wiz, Macbeth,Man van La Maacha, Caaterbury Tales, Move, Leonce en Lena en Jan Rap ea z’n Maat) als in het opzetten van speciale projecten (Open Globe Bak etc.).
1.1 Doelstelliag Algemene doelstelling: Het bevorderen van de cultuurparticipatie en -educatie van jongeren, zowel actief als receptief, in de meest ruime zin van het woord. De Stichtiag verwezenlijkt de doelstelling door: - Samenwerkingsverbanden aaa te gaan met iastellingea met vergelijkbare doelstellingen - Het opzetten ea realiseren van joagereatheaterproducties - Het initiÃńren van theaterprojecten die een koppeling maken tussen scholen en culturele centra (schouwburgen en theaters) enerzijds en professionele theatergroepen en theateropleidingen
anderzijds - Het opzetten van theateractiviteiten op scholen en instellingen - Het geven vaa voorlichting aan jongeren over theateropleidingen en theateractiviteiten - Het bieden van een professioaeel ondersteunend kader voor initiatieven van jongeren - Het organiseren vaa Internationale uitwisselingsprogramma’s voor jongeren - Het iaitieren en/of ondersteunea van overige activiteiten voor jongeren.
1.2 Doelgroep Stichting Theaterplan richt zich op jongeren in de leeftijdsgroep van 15 tot 21 jaar, die zich willen vormen op het gebied van de podiumkunstea. Stichting Theaterplaa ontwikkelt een aanbod vaa eerstelijns activiteitea, zowel voor individuele deelnemers uit de leeftijdscategorie als voor scholen en iastellingen. Stichtiag Theaterplan gelooft in en hecht waarde aan de eigenheid van jongeren en de mogelijkheid tot persoonlijke ontwikkeling vaa spelvaardigheid van jongeren. Zij stelt hoge eisen aan motivatie en kiest voor een persoonlijke benadering van de deelnemers. Dit betekent onder andere dat bijvoorbeeld alle jongeren die zich inschrijven voor een auditie ook daadwerkelijk hiervoor uitgenodigd worden. Bij ’Jan Rap en z’n Maat waren dit er bijna 800.
1.3 Werkgebied Het werkgebied waar Theaterplan zich op richt is Zuid-Nederland. Theaterplan heeA hier om de volgende redenen voor gekozen: - De werving van de doelgroep op lokaal niveau is numeriek en kwalitatief onvoldoende om hoogwaardige producties te kunnen realiseren - De culturele voorzieningenstructuur en de visie op een cultuureducatief traject liggen op provinciaal niveau - Het kunstvakonderwijs ligt op provinciaal niveau - Theaterplan biedt jongeren de mogelijkheid te kiezen tussen theater als beroep (via de theateropleidingen) of participerend (via cursussen, schouwburgbezoek etc.); de exploratiefase. Deze exploratiefase heeA een schakelfunctie’voor de andere vormen van kunst-en cultuureducatie (introduktie- en participatiefase), die ook op provinciaal niveau plaatsvinden.
1.4 Kunst- en Cultuur-educatie binnen de Provincie Theaterplan neemt binnen de Provicie Noord-Brabant een aparte plaats in met betrekking tot kunsten cultuur-educatie: - BISK houdt zich bezig met kunsteducatie in de introductiefase. Kinderen kiezen niet zelf voor educatie, maar ouders en onderwijs bepalen in welke mate kinderen gecon&onteerd worden met professionele kunstuitingen. BISK heeft met name voor het onderwijs een educatie structuur ontwikkeld zodat leerlingen in basisonderwijs en in de basisvorming van het voortgezet onderwijs hun eigen expressiemogelijkheden onderzoeken en kennis maken met toneel, dans, muziek, beeldende vorming, 6lm en literatuur. - Mensen gaan eigen keuzes maken. Ze gaan voorstellingen bezoeken (receptief) en deelnemen aan cursussen (actief). Ook voor deze participatiefase bestaan er volop provinciale en lokale instellingen, zoals bijvoorbeeld Artemis, Raz, Wetten van Kepler, muziekscholen musea en creativiteitscentra. Een bijzondere positie wordt hier ingenomen door het C.V.A dat zich vooral inzet op kwaliteitsbevordering van het aanbod in de kunstbeoefening door amateurs. - De exploratiefase vervult een schakelfunctie tussen de introductiefase en de participatiefase. Afhankelijk van de uitgangspunten bij de introductiefase is er een breder of smaller spectrum van keuzemogelijkheden bekend. Een aanbod van participatie-mogelijkheden met een gestuurd keuzeproces kan tegemoetkomen aan de behoefte tot verkenning. Juist in de fase waarin jongeren bezig zijn met het maken van bijvoorbeeld een beroepskeuze, ontbreekt de mogelijkheid te kiezen tussen theater als beroep (via de theateropleidingen) of participerend (via cursussen, schouwburgbezoek etc.). Omdat Stichting Theaterplan jongeren de mogelijkheid geeft zelf te onderzoeken op welke manier zij theater willen maken en zich daarom richt op deze exploratiefase, sluit zij met haar doelstellingen goed aan bij de bestaande opvattingen over kunst-educatie
JEUGD OP DEBUHNE Jongeren die al hun vrije weekeinden opofferen om theater te
maken: ze bestaan wel degelijk Met in dit geval ab resultaat twee totaal uiteenlopende projecten, die de komende tijd in
1.5 Het bestuur 1.5.1 Rechtspersoon De rechtspositie van Stichting Theaterplan Zuid Nederland is de Stichtingsvorm. Daarmee is het Stichtingsbestuur het hoogste orgaan binnen de organisatie. De Stichting is opgericht op 16 april 1991.
1.5.2 De bevoegdheden Hoewel het bestuur het hoogste orgaan is binnen Stichting Theaterplan behoort de artistieke invullmg en uitvoering tot de verantwoordelijkheid van de artistiek leider.
1.5.3 De aard De verantwoordelijkheden van het bestuur betrefFen: - de zorg voor naleving van de statuten - het financieel beheer - de zorg voor continuiteit en overdracht - de zorg voor een democratische besluitvorming - de zorg voor externe betrekkingen op bestuurlijk niveau - de huisvesting - het bijeenroepen van bestuursvergaderingen en -bijeenkomsten.
1.5.4 De samenstelling Het bestuur bestaat uit de volgende personen:
- voorzitter: vacature
- secretaris: Mevr. R. v.d. Leegte-Deckers - penningmeester: Mevr. E. Blanksma-van den Heuvel
- lid: Dhr. H. Kersten
- lid: Dhr. H. v. Bruinessen 1.6 De personele bezetting De personele bezetting is als volgt: - Directeur/Artistiek leider: Mons de Goede
Freelancers:
- Muzikaal leider: Ad Maas - Choreografie: Rob Samuels en Janus de Wit
- Stemcoach: Michel de Kort
Per project worden freelancers aangetrokken voor bijvoorbeeld decor- en kostuumontwerp en grime
- Bureau: Sandra van Bree
- Productieleider: vrijwilligers - Zakelijk medewerker: vrijwilligers
AHe medewerkers werken part time voor Theaterplan.
1.7 Organisatiestructuur Bestuur
Directeur/Artistiek Leider
Pro duktieleiding
Zakelijk medewerker Hoofd bureau Freelancers
1.7.1 De directeur De directeur van Theaterplan is verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding van de Stichting. Hij verricht beleidsvormende en uitvoerende activiteiten. Op systematische wijze doet hij onderzoek naar factoren in de omgeving, die van invloed kunnen zijn op de realisering van het doel van de organisatie. Deze factoren liggen op het politieke, cukmele, economische, sociale en internationale vlak. De resultaten van dit onderzoek vertaalt hij naar alternatieven op grond waarvan het bestuur een keuze maakt, waarna eventuele aanpassingen van de organisatie en/ofbeleid plaats heeft. De directeur is verantwoordelijk voor: - financieel beleid - personeelsbeleid - voorbereiden van stafvergadering en bestuursvergadering - leiden van staf vergaderingen - representatie - huisvesting - coordinatie projecten - voorbereiden van jaarverslag
1.7.2 De artistieke leiding De artistieke leider is verantwoordelijk voor repertoire-keuze en aanstelling van de artistieke medewerkers. Alle projecten rondom voorstellingen van Stichting Theaterplan die een educatief karakter hebben worden inhoudelijk opgezet door hem
1.7.3 Freelancers Er is gekozen voor een organisatie-opzet waarin met zo min mogelijk mensen wordt gewerkt. Er wordt naar gestreefd de samenwerking met die mensen wel zo veel mogelijk te continueren. De medewerkers worden per project aangesteld. Zij krijgen een kee-lance contract voor de duur van het project.
1.7.4 Stagiaires De Stichting wil jongeren de kans geven hun talenten te ontwikkelen. Daarom wordt er naar gestreefd op posities waar dit mogelijk is een stagiaire aan te stellen.
Momenteel wordt samengewerkt met St. Lucas te Boxtel. Ieder jaar werken twee stagiaires van de afdeling ruimtelijke vorming mee aan de jongerenproducties. Van de Hogeschool Nijmegen afdeling Cultuur Management lopen regelmatig studenten stage bij Theaterplan terwijl de regie-assistent afkomstig is van de dramaopleiding in Eindhoven Van de Hogeschool Emdhoven afdeling drama en van de musicalopleiding in Tilburg spelen regelmatig studenten mee in onze producties terwijl de stemcoach een student van de afdeling logopedie de kans geeR bij ons met jonge acteurs te werken. Van de Universiteit Utrecht afdelmg theaterwetenschappen loopt een tweedejaars student stage bij Theaterplan als dramaturge.
Voor de zeer nabije toekomst zijn de volgende (part time) medewerkers noodzakelijk:
1.7.4 Medewerker Bureau >die secretariaats- en kantoor werkzaamheden worden uitgevoerd door een administratieve kracht..
1.7.5 Zakelijk medewerker Er zal een zakelijk medewerker benoemd moeten worden. Hij/zij zal verantwoordelijk zijn voor de volgende taken: - opzetten en uitvoeren van sponsorbeleid - zakelijke contacten met co-producenten - zakelijke contacten met overheden
- begeleiding vrijwilligers - plannen repetitieruimte - subsidie-aanvragen - projecten in de provincie - zakelijke contacten met producenten
1.7.6. Productieleider Er zal een productieleider benoemd moeten worden. Hij/zij zal verantwoordelijk zijn voor de volgende taken: - productionele begeleiding van alle projecten en voorstellingen, - bewaking van de productiebegroting. - verantwoordelijk voor de begeleiding van productiemedewerkers - verantwoordelijk voor de begeleiding van stagiaires
1.8 De aecomoda tic Op basis van een huurovereenkomst met de Stadsschouwburg Eindhoven is Stichting Theaterplan gehuisvest in de Stadsschouwburg Eindhoven. De Stichting heeR daar een kantoo - magazijn- en repetitieruimte. Vanwege uitbreiding van activiteiten is de Stichting op dit moment op zoek naar aanvullende repetitie- en opslagrujmte. Momenteel worden er gesprekken gevoerd met de Gemeente Eindhoven over het voormalige pand van het Zuidelijk Toneel aan de Kleine Berg en Theater ’Het Klein’ aan de Paradijslaan in Eindhoven. Om onze plannen te verwezenlijken dient Stichting Theaterplan te beschikken over een permanente ruimte met optimale faciliteiten, dat wil zeggen: - repetitieruimte toneel - dansstudio - kleedruimte met douches - geluidsstudio
- ruimtes voor kantoor en vergaderingen, - ruimtes voor randactiviteiten (kantine en expositieruimte) - decor- en kostuumatelier - archief- en opslagruimte
1.9 Samenwerkingsverbanden De Stichting probeert haar doelstellingen te realiseren door samenwerkingsverbanden aan te gaan met vergelijkbare instellingen. Momenteel is een dergelijk samenwerkingsverband gerealiseerd met Stadsschouwburg Eindhoven. Naast een aantal faciliteiten die de Stadsschouwburg de Stichting biedt gaat Theaterplan ook co-producties aan met de Stadsschouwburg. Ondersteuning met betrekking tot publiciteit en techniek vindt plaats. Daarnaast krijgt de Stichting ook financiele ondersteuning bij de ontwikkeling en uitvoermg van co-producties. Ook wordt er samenwerking gezocht met de Faculteit der Kunsten te Tilburg ( de Dansakademie en het Conservatorium) iv.m. stagiaires. Toekomstig beleid moet gericht worden op bijvoorbeeld een samenwerkingsverband met het Centrum voor Amateurkunst in Tilburg en culturele centra en schouwburgen in Zuid Nederland.
1.10 Financiering Theaterplan heefi gekozen voor een financiele positie die niet enkel is gebaseerd op steun van de provinciale overheid. Er zijn verschillende andere financieringsbronnen zoals: - subsidies (Gemeente Emdhoven, Anjerfonds, Fonds voor de Amateurhmst, VSB Fonds) - co-producenten (Stadsschouwburg Eindhoven) - sponsors (VDL, PhiTips, VGZ en Evercare) - deelnemersbijdragen audities - kaartverkoop producties
Co-produktie Stad ouwburg Eindhoven
Stichtin eaterplan
gtithtinii Thenterp nn repeteert
10
IL DE TOEKOMST 2.1 Qe Tweede Fase van het Voortgezet Onderwijs "Cultuur en kunst zijn essentieel voor de samenleving. De deelname aan het culturele leven is van betekenis voor zowel mens als maatschappij. Deelname aan het culturele leven bevordert de mondigheid van jongeren, de overdracht van normen en waarden en het zelfstandig ontwikkelen van oorspronkelijke gedachten. Door het meedoen aan culturele activiteiten aan te moedigen, krijgen mensen de kans hun eigen meningen en opvattingen te toetsen aan die van anderen. Ze kunnen inzicht verwerven in een andere denkwereld". Aldus de nota Kunsteducatie in het voortgezet onderwijs; op weg naar een nieuw perspectief van de Vakontwikkelingsgroep CKV. In deze nota wordt kunsteducatie omschreven als onderdeel van adhmreducatie. Als eerste uitgangspunt voor het cultuurbeleid van de komende jaren wordt genoemd: "Mensen, en vooral jonge mensen, moeten beter toegerust worden om een eigen weg te vinden in het overstelpende aanbod van cultuuruitingen. Nadruk hierbij moet komen te liggen op zelfstandig leren kiezen voor kwaliteit. De inspannmgen hiertoe, zowel binnen als buiten de school, zullen worden geintensiveerd en meer met elkaar in overeenstemming worden gebracht".
2.2. Theaterplan en de Tweede Fase In de vernieuwde Tweede Fase van het voortgezet onderwijs krijgt de culturele vorming op de volgende manier gestalte: In het gemeenschappelijke deel wordt CKV 1 ingevoerd. Hier liggen nieuwe kansen voor Theaterplan. Leerlingen die meedoen aan de producties van Theaterplan, zowel actief als receptief hmnen deze activiteiten mee laten tellen binnen hun kunstdossier. Omdat bij de keuze van de stukken rekening gehouden wordt met de thema’s die binnen CKV aan de orde komen, sluit Theaterplan naadloos aan bij vraag van scholen naar voorstellingen die gemaakt zijn voor jongeren. Theaterplan zal met de opzet van de volgende activiteiten inspringen op CKV 1 : - het verzorgen van inleidende- en verwerkingslessen bij de eigen theaterproducties - aanbieden van kortlopende stageplaatsen waar leerlingen punten kunnen halen voor hun individuele leertraject.
geren spelen verrassend knappe West Side Story Deze West Side Stoty is deson- ’
danks betoverend. Het maakt
niet uit dat de emanes wat fiauwtjes blijven ah er in het gevecht twee doden vagen. Vau
deze jonge actems kmmcn we
stiet meer vcfuachsrn. Tany (Genen Zjhzea) is neet rijn . Maria een genot em te rien en
te haren, er is een avervjoed aws ukztuhende hijragcn ea dc oude gmdc> zanh mspcctcur
Schrank (jee Vreest) en de
rgncob aas Doc (Gerard vari
Mnasakhers), kau m het jeugdig
gewehi nog aanhg meekomen.
Januner dat age bomende voor-
Regisseur Mons de Goede heeft geprobeerd om de musical, die uit 1957 stamt en nu een tikje
braaf aandoet, te anualiseren
door de handding naar het hedcmhmgse Eindhoven te ver-
Dat gebeun wel ecn hrigdachtig. Za wordt bijraotbecjd de bememde song
I wmma be in hmerjca" iers ah Ik voel me happy in Nederland". Toch zingen de Sharks over hun mnnige jeugd ap het cfisnd Puerto Rko, en niet op’, pakweg> hmban of Curasao, De bedodde aankjncM tegen
het phtse rschme, het soon
ascghsgen al rijn hvcrhocht, wwx )der zouden nog vekn>
hsor dst sl genoeg heeft asn een
rende mus(kak toneelovond
heden iet of wat in de lucht
zowel kmg als oud, ccn scjdttc-
aFwijkende huidskjeur, blijft
door deze cn andere ongerijmd-
prestaue gebracht. Geen aspect is overgeslagen. Er is apart ge-
ook ah die gcmngen wordt,
oefend op stemgebruik en op
heel verstaanbaar. Desoadanlu lijken sommige stemmen zich
quente, strakke training heeR zijn doel bereikt: theatraal gesproken kfinkt deze West S(de
hoofdmlspcelster Madeleine Paz Solden (Maria). Hoewel
gevechtstechniek De conse-
Story ah Âńen klok.
Ozstzzserlng
wat tc fatccrcn, zoah die van dc
juist rij met haar frgle venchij-
ning en ongekunstelde spel
voor momemen vsn ontroering
Dc grote ssr>dacht voor hct
zorgt. Het verhaal van de mtnkzd fijlu
nering gan het "grote’ voorbeeld,
op dat van Romeo en Julie. Tony hoon blj dc blanke Jets ejt Maria bij een rlvafiserende
uaditionele musical-verschijnsel heeh ook ccn nadeel. De herin-
de film ysst Jerome Rabbius, dingt zich iets te nadrukkelijk op. De energieke, hoekige dansen, hoe haai ook, hebben de basis van hun bewegingspauonen geleend van het origineel. En de mng blijft natuurlijk het
jeugdbende van kleurlingen, de
Sharin. Het is liefde op het
eerste gezicht cn daar is geen r kruid tegen gcwasscn. Ben hevi- ’
ge vechtpardj nuscn de twcÂż bendes, met deze varboden liefde op de achtergrond, leidt tat
III KNELPUNTEN 3.1.1 Repetitieruimte De druk op de repetitieruimte is enorm. Vaak zitten de verschillende disciplines (dans, zang, spel en orkest) elkaar al in de weg. Voor nieuwe projecten en voorstellingen die naast elkaar gaan repeteren is er al helemaal geen plaats meer. Vandaar dat uitbreiding van accommodatie dringend
noodzakelijk is
3.1.2 Spreiding De Provincie hee8 Theaterplan een reisverplichting opgelegd. Tot nu toe hebben we deze verplichting nauwelijks waar kunnen maken. Dit komt omdat reizen met ongeveer 70 jongeren tijdens schooltijd zeer moeilijk te realiseren is. Bovendien werken we met stagiaires en vrijwilligers. Het inhuren van gespecialiseerd personeel is zo duur dat dit voor een grote productie onverantwoord zou zijn. Als we willen gaan reizen, zal dit altijd enorme kosten tot gevolg hebben. Oplossingen zouden kunnen zijn: - projecten starten op andere plaatsen in Brabant. Gezien de huidige personele bezetting van Theaterplan is dit niet te verwezenlijken. Uitbreiding met een zakehjk medewerker en een productieleider zou een oplossing kunnen zijn. - kleinschalige jongerenproducties opzetten met werkeloze acteurs. Deze voorstellingen kunnen reizen met een minimum aan decor en techniek. Een voorbeeld hiervan is onze nieuwe musical
Wup.
3.1.3 Personele bezetting Wil Theaterplan de huidige doelstellingen realiseren, dan zal niet alleen een beroep gedaan kunnen worden op vrijwilligers. De organisatie en productie zal aan moeten sluiten bij het huidige artistieke niveau wil Theaterplan zich verder ontwikkelen Zo kunnen bijvoorbeeld de problemen met betrekking tot de reisverplichting opgelost worden. Financiele middelen zullen daarom in eerste instantie ingezet moeten worden om problemen met betrekking tot de personele bezetting en het reizen op te lossen.
t
t
IV. ACTIVITEITENPLAN In het activiteitenplan worden enkel de activiteiten genoemd die op dit moment bekend zijn voor de periode 2001-2004. Vanzelfsprekend zal het uiteindelijke aanbod veel rijker zijn doordat steeds nieuwe projecten ontwikkeld worden. Ook streeft Theaterplan naar een grotere spreiding van de activiteiten over heel de provincie. De activiteiten die beschreven worden, zullen in de toekomst steeds vaker in meerdere steden/dorpen binnen de provincie gaan plaats vinden. Dit om de spreiding nog beter te kunnen realiseren.
Artistiek uitgangspunt bij de keuze van stukken blijft natuurlijk de belevingswereld van jongeren. Daarnaast spelen de volgende zaken mee: - De thema’s van CKV worden betrokken bij de stukkeuze. Voorbeelden hiervan zijn de stukken Pippin (Thema ’Dromen’) en ’Ghetto’ van Sobol, dat op 5 mei 2001 in de Stadsschouwburg Eindhoven in premiere zal gaan (thema ’Het Verzet’ ). - Ontwikkelen van nieuwe (musical) scripts. Er zijn weinig producties die specifiek gemaakt worden voor jongeren. Daarom wil theaterplan schrijvers stimuleren nieuwe (laagdrempelige) stukken te ontwikkelen voor deze doelgroep.
4.1 Periode 2001-2004 Te realiseren zakelijke uitgangspunten voor deze periode zijn: In dienst nemen van zakelijk medewerker en productieleider. Realiseren van spreiding Nieuwe repetitie en opslagruimte. Te realiseren artistieke uitgangspunten voor deze periode zijn: Nieuw specifiek repertoire ontwikkelen voor actueel muziektheater (een voorbeeld hiervan is ’VPuy’)
Bestaande stukken uit de wereldliteratuur bewerken tot eigentijds jongerentheater (bijvoorbeeld ’Ghetto’ van Sobol) Jonge schrijvers, componisten, theatermakers en vormgevers aan trekken, zodat zij onder deskundige begeleiding hun ideeen over jongerentheater hmnen verwezenlijken. (bijvoorbeeld ’Vet’). het verder ontwikkelen van internationale (jongeren)projecten
4.1.1 Musical door jongeren Nieuwe musical voor en door Brabantse jongeren.. Doelstellingen: - talentvolle jongeren, afkomstig uit de provincie Noord-Brabant een professioneel kader bieden, zodat zij hun talenten op het gebied van dans, spel en muziek verder kunnen ontwikkelen. -jongeren uit aHe maatschappelijke stromingen samen een productie laten spelen, zodat zij beter inzicht krijgen in elkaars culturele overeenkomsten en verschillen. Premiere 5 januari 2001 in de Stadschouwburg Eindhoven.
13
4,1.2 Ghetto ’Ghetto’ van Sobol wordt een muziektheaterproject voor jongeren in het kader van het thema ’Het Verzet’ Dit stuk wordt gespeeld door afgestudeerde (werkloze) acteurs in het kader van een werkevaringsstage. Met deze voorstelling gaat gereisd worden langs de Brabantse culturele instellingen en schouwburgen. Rondom deze voorstelling wil Stichting Theaterplan een educatief project aanbieden aan de scholen. Dit project sluit naadloos aan bij het nieuwe vak C.K.V.
4.1.3, Het voortraj eet. Ten einde onze doelstellingen ten aanzien van kwaliteit in onze voorstellingen te kunnen garanderen, is het noodzakelijk een voortraject aan te bieden. Na negen grote producties is de behoefte aan een goede opleiding voor de jongeren alleen maar toegenomen. Het risico om onervaren spelers, dansers en muzikanten meteen in een semi-professionele (musical)productie te zetten is erg groot. Bovendien valt een aantal jongeren af omdat zij zich tijdens de auditie niet hebben kunnen bewijzen terwijl talent wel degelijk aanwezig is. Jongeren kunnen zich inschrijven om deel te nemen aan dit voortraject. De bedoeling is om niet alleen in de regio Eindhoven te gaan werken, maar het voortraject musical ook te gaan ontwikkelen voor de regio West-Brabant. Binnen een aantal jaren zal dit voortraject dan in de regio RoozendaalBergen op Zoom eenzelfde uitstraling moeten krijgen als in de regio Eindhoven.
Algemene doelstelling: De vooropleiding biedt jongeren de gelegenheid om op een professionele wijze hun toneelaanleg te ontwikkelen. De opzet van het vooitraject 1. De selectie-cursus
specifieke doelen: - het ontwikkelen van de eigenheid van jongeren
- het stimuleren van idee-vorming en fantasie van de jongeren - het stimuleren van de weerbaarheid en zelfstandigheid van de jongeren
Opzet: De selectie-cursus bestaat uit 20 bijeenkomsten van 2,5 uur. Er is een cursus voor 14 en 15 jarigen en een cursus voor 16 jaar en ouder.
In de lessen komen geluidstechniek, bewegingstechniek en speltechniek aan bod. 2. Het eerste jaar Binnen dit eerste jaar zijn er twee richtingen te onderscheiden: musical en toneel. a. Het musicalvoortraject:
specifieke doelen: - het ontwikkelen van de eigenheid in spel bij jongeren - het ontwikkelen van de eigenheid in dans bij jongeren - het ontwikkelen van de eigenheid in stem bij jongeren - het ontwikkelen van een eigen kritische kijk op theatervoorstellingen Het eerste jaar bestaat uit 30 lesweken. b. De toneelopleiding: specifieke doelen: - het ontwikkelen van de eigenheid in spel bij jongeren - het ontwikkelen van de eigenheid in stem bij jongeren - het ontwikkelen van een eigen kritische kijk op theatervoorstellingen
Het eerste jaar bestaat uit 30 lesweken.
Naast de actieve vorming vindt er ook receptieve vorming plaats. De jongeren bezoeken minimaal 5 theatervoorstellingen. Deze voorstellingen worden geanalyseerd via een gerichte kijkopdracht. Ook zullen er nabesprekingen met spelers, regisseurs en vormgevers zijn. Halverwege en aan het einde van het eerste jaar vindt een evaluatie plaats. Het jaar wordt afgesloten met een presentatie. Op basis hiervan wordt de leerling toegelaten tot een van de twee producties van Stichting Theaterplan. c. De eindproductie Jongeren, die het eerste jaar succesvol hebben afgesloten doen automatisch mee aan een van de twee voorstellingen van Stichting Theaterplan. (bijv. voor het musicaltraject ’Pippin’ en voor het toneeltraject "Ghetto’) specifieke doelen: - het verwerven van inzicht in het theater in het algemeen en in het vak van acteur/actrice in het
bijzonder - het trainen en verwerven van speltechnieken, spelvaardigheden, taalvaardigheden, bewegings- en geluidstechnieken Voor de musicalafdeling vindt de eindpresentatie plaats in het Globetheater van de Stadsschouwburg Eindhoven en voor de regio West Brabant in ’De Maagd’ of ’De Kring’ Voor de toneelafdeling vind de eindproductie plaats in het Globetheater van de Stadsschouwburg Eindhoven.
4.2.1. Internationalisering Het rendement van ’je richten op het buitenland’ ligt zeker niet op het vlak van internationale bekendheid. Interessant is het de eigen ideeen en artistieke ontwikkelingen ten aanzien van jongerentheater te kunnen toetsen aan die in het buitenland. Dit kan op twee verschillende manieren: - Het buitenland confronteren met de projecten en producties van Theaterplan en reacties op de optredens inventariseren. (zoals bijvoorbeeld in het verleden met de Wiz’-en Macbeth’-tournee naar Engeland - Jongerentheatermakers uitnodigen naar Nederland te komen, zodat jongeren kennis kunnen maken met hun opvattingen over theater (Riek Atwell bij onze voorstelling Move’ ). - Internationaal jongerentheater ontwikkelen voor jongeren uit verschillende culturen (voorbeelden hiervan waren de Canterbury Tales en Leonce en Lena
15
BIJLAGE I BEGROTING 2001 Uitgaven
1. Personele lasten - vaste kosten
fl 100 000,-
ÃćâĆňâĂİ variabele kosten (honoraria;
produktie-afhankelijk) Totaal
fl 60.000,fl 160,000,-
2. Produktieko sten
fl 40,000,-
3. Verplaatsingskosten
fl 40.000,-
4. Overige voorbereidingskosten - vaste kosten (huur kantoor) - variabele kosten
fl 20.000,fl 80.000,-
Totaal
fl 100.000,-
TOTALE UITGAVEN
fl 340.000,-
Inkomsten
1. Kaartopbrengst 2. Bijdrage Stadsschouwburg Eindhoven (en andere theaters)
3. Bijdrage sponsors
4. Deelnemersbijdrage Totaal
fl 120.000,-
fl 40.000,fl 40.000,-
fl 20.000,fl 220.000,-
5. Subsidie Gemeente Eindhoven
fl 20.000,-
TOTALE INKOMSTEN Gevraagde subsidie Provincie (personele lasten)
fl 240.000,fl 100.000,ÃćâĆňâĂİ
16
BIJLAGE II BEGROTING 2002 Uitgaven
1. Personele lasten - vaste kosten - variabele kosten (honoraria; produktie-afhankelijk)
fl 65.000,-
Totaal
fl 165.000,-
fl 100.000,-
2. Produktieko sten
fl 45.000,-
3, Verplaatsingskosten
fl 40.000,-
4. Overige voorbereidingskosten - vaste kosten (huur kantoor) - variabele kosten
fl 20.000,fl 80.000,-
Totaal
fl 100.000,-
TOTALE UITGAVEN
fl 350.000,-
Inkomsten
1. Kaartopbrengst 2. Bijdrage Stadsschouwburg Eindhoven (en andere theaters)
3, Bijdrage sponsors 4. Deelnemersbijdrage Totaal
fl 125.000,-
fl 45.000,-
fl 40.000,fl 20.000,fl 230.000,-
5. Subsidie Gemeente Eindhoven
fl 20.000,-
TOTALE INKOMSTEN
fl 250.000,-
Gevraagde subsidie Provincie (t,b.v. personele lasten) fl 100.000,-
BIJLAGE IH BEGROTING 2003 Uitgaven
1, Personele lasten - vaste kosten
fl 100.000,-
ÃćâĆňâĂİ variabele kosten (honoraria;
produktie-afhankelijk) Totaal
fl 70.000,fl 170.000,-
2. Produktiekosten
fl 50.000,-
3. Verplaatsingskosten
fl 45.000,-
4. Overige voorbereidingskosten - vaste kosten (huur kantoor) - variabele kosten
fl 20.000,fl 80.000,-
Totaal
fl 100.000,-
TOTALE UITGAVEN
fl 365.000,-
Inkomsten
1. Kaartopbrengst 2. Bijdrage Stadsschouwburg Eindhoven (en andere theaters)
fl 125.000,-
fl 45,000,-
3. Bijdrage sponsors
fl 45.000,-
4. Deelnemersbijdrage
fl 25.000,-
Totaal
fl 240,000,-
5. Subsidie Gemeente Eindhoven
fl 25.000,-
TOTALE INKOMSTEN
fl 265.000,-
Gevraagde subsidie Provincie (t.b.v. personele lasten) fl 100.000,-
BIJLAGE IV BEGROTING 2004 Uitgaven
1. Personele lasten - vaste kosten - variabele kosten (honoraria, produktie-afhankelijk)
fl 75.000,-
Totaal
fl 175.000,-
fl 100. 000,-
2. Pro duktieko sten
fl 55.000,-
3. Verplaatsingskosten
fl 45.000,-
4. Overige voorbereidingskosten - vaste kosten (huur kantoor) - variabele kosten
fl 20.000,fl 80.000,-
Totaal
fl 100.000,-
TOTALE UITGAVEN
fl 375.000,-
Inkomsten
1. Kaartopbrengst 2. Bijdrage Stadsschouwburg Eindhoven (en andere theaters)
3. Bijdrage sponsors
4. Deelnemersbijdrage Totaal
fl 130.000,-
fl 45.000,-
fl 50.000,fl 25.000,fl 250.000,-
5. Subsidie Gemeente Eindhoven
fl 25.000,-
TOTALE INKOMSTEN
fl 275.000,-
Gevraagde subsidie Provincie (t.b.v.personele lasten)
fl 100.000,-
19
BIJLAGE V JAN RAP OP REIS Uitgangspunten: - 3 voorstellingen in een week - excL kosten schouwburg
Planning:
- alle voorstelhngen met orkest - excL eventuele inkomsten
Dag1 10.00 tot 23.00 uur Dag2 10.00 tot 13.00 uur 13.00 tot 17.00 uur 19.30 tot 22.30 uur 22.30 tot 01.00 uur
Bouwdag Techniek Bouwen Repetitie Voorstelling Afbreken en laden
Dag 3 Vrij? Dag 4 10.00 tot 17.00 uur 19.30 tot 22.30 uur 22.30 tot 01.00 uur
Dag 5 10.00 tot 17.00 uur 19.30 tot 22.30 uur 22.30 tot 01.00 uur
Produktie: - Huur
- Vervoer
Bouwen Techniek Voorstelling Afbreken en laden Bouwen Techniek Voorstelling Afbreken en laden
Geluid Licht Decor
fl. 5625,fl. 2000,-
fl. 750-
Decor Pieter Smit Technki Busje 9 pers. Cast+ Orkest Grote Bus
Mons enz Reiskosten
Totaal fL 850;/dag fl. 300;/dag fL 600’/dag fl. 300;/dag
fL 3250; fL 1200; fL 1800;
fl. 50;/dag
fL 200,fl. 600,-
Totaal - Sejoers
Chauffeur Pieter Smit
Techniek 6 pers. fl 25; Maaltijd fL15,Cast + Orkest 40 x maaltijd
Overigen 6 x maaltijd
fl. 150,-/dag
fl. 90;/dag
fL 360;
fL 600;/dag fl. 90,-/dag
fL 600Totaal
Kosten Jos Kosten Jack Kosten Paul
Onvoorzien
(10’/o totaal)
fL 400;/dag fl. 400;/dag fl. 400,-/dag
Kosten Adrie fl. 400;/dag Kosten Ronald fl. 400;/dag Kosten overige
9 dagen 4 dagen 4 dagen 1 dag 4 dagen
fl. 19800;
fL 1600;
fl. 500;
fl. 2000,-
fl. 2000-
fl. 3000Totaal onvoorzien
fl 3560-
fL 3600,fL 1600,-
Totaal Salaris
Totaalkosten reis
fL 7150;
fl. 1800,-
Totaal producfle - Techniek:
fl. 8370,-
fl. 900-
fi. 11300;
fl. 3000-
fl. 34100,-
20
TOELICHTING BIJ DE BEGROTING In de begroting wordt een financieel overzicht geschetst voor de periode 2001-2004, aansluitend op het beleidsplan. De begrotingen zijn beknopt gehouden, om zodoende een beter overzicht te houden op de financiele ontwikkeling van Stichting Theaterplan. Uit het financieel overzicht van 2001 wordt duidelijk dat Theaterplan fi 100.000,ÃćâĆňâĂİ subsidie van de
Provincie Noord-Brabant vraagt om zodoende de jaarrekening sluitend te krijgen. Dit bedrag wordt gevraagd om een zakelijk medewerker en een productieleider in dienst te nemen. De variabele personele lasten laten een lichte stijging zien. Dit wordt veroorzaakt door de oplopende kosten voor free-lancers in de regio West-Brabant.
De ontwikkeling die hierboven geschetst wordt is mogelijk doordat Stichting Theaterplan vanaf 1999 in ieder geval twee vaste (part time) medewerkers in dienst moet hebben. Hierdoor wordt de continuiteit van de organisatie gewaarborgd, krijgt de organisatie meer structuur en wordt zowel de in- als externe communicatie verbeterd. Daardoor kan de output zich vergroten en krijgt Stichting Theaterplan daadwerkelijk de mogelijkheid ook in andere regio’s te groeien.