Schoolplan 2011-2015
Openbare Basisschool Wiene
Schoolplan Obs Wiene
Pagina 1
Schoolgegevens:
Obs Wiene
Brinnummer: Adres: Postcode en plaats: Locatie directeur: Telefoon : Website: E-mail:
08EA Tankinksweg 4 7495 RL Ambt Delden A.H. Slaghekke 0547 274575 www.obswiene.nl
[email protected]
Bestuursgegevens:
Stichting Openbaar Primair Onderwijs Hof van Twente (Verzelfstandigd per 01-01-2008)
Bevoegd gezag nummer: Bevoegd gezag: Adres: Voorzitter:
41785 Bestuur Stichting OPO Hof van Twente Postbus 220 7470 AE Goor dhr. M. Verbeek
Bestuursbureau:
Telefoon:
Kievitstraat 67 a 7471 EL Goor Dhr. H. van de Maat Mevr. A. Klein Oonk 0547 276638
Directiegegevens:
Centrale directie Stichting OPO Hof van Twente
Voorzitter centrale directie: Lid centrale directie: Lid centrale directie: Bezoekadres: Postadres : Telefoon : Website : E-mail :
Dhr. B. van den Berg – portefeuille financiën en PR Dhr. R. Geerdink – portefeuille huisvesting en ICT Dhr. T. Maatman – portefeuille personeel en zorg Kievitstraat 67a 7471 EL Goor Postbus 220 7470 AE Goor 0547 276638 www.opohvt.nl
[email protected]
Schoolplan Obs Wiene
Pagina 2
Inhoudsopgave:
Hoofdstuk
1 2
3 4a 4b 5
6a 6b 7 8
9 10 11
12
13
Titel Schoolgegevens Inhoudsopgave Inleiding Pluriform openbaar onderwijs in de Hof van Twente De visie Basisbeginselen De missie De vertaling naar de school Onderliggende beleidsstukken Korte typering van de school en de leerling-populatie Schoolontwikkelpunten en profilering; algemeen Van BOOM naar BEO Schoolontwikkelpunten en profilering; eigen school Wettelijke opdrachten Veiligheidsbeleid – preventiemedewerker – BHV-ers – ontwikkelingsmodel – actief burgerschap en sociale integratie – sponsoring – techniek. Personeelsbeleid en organisatie IPB Kwaliteitsbeleid De matrix Leerlingenzorg Algemeen Schoolspecifiek Huisvesting en financiën Informatie- en communicatietechnologie Planning en beleidsvoornemens Matrix Vulling Bijlagen 1. lesmethoden 2. organisatie van de leerlingenzorg Instemming MR en vaststelling bevoegd gezag
Schoolplan Obs Wiene
Pagina 1 2 3 3
13 14 15 15
18 19 20 25
29 31 38
42
47
Pagina 3
1. Inleiding Het nieuwe schoolplan van de openbare basisscholen voor de periode 2011 – 2015 heeft voor alle scholen een zelfde vorm gekregen. Er is gekozen voor een compact format om te komen tot een kernachtige beschrijving van een meerjarig integraal strategisch beleid. Het schoolplan, het eerste na de verzelfstandiging per 1 januari 2008, is in eerste instantie een intern instrument om houvast te bieden bij de gemaakte beleidskeuzes en de planning in de komende jaren. Ten tweede dient het schoolplan om verantwoording af te leggen (samen met andere documenten) aan ouders, het bevoegd gezag en aan de onderwijsinspectie. Bij de totstandkoming van het schoolplan is ook gebruik gemaakt van de uitkomsten van de laatste inspectiebezoeken, interne kwaliteitsmetingen, de meest recente ouderenquêtes, een analyse van het voorgaande schoolplan en de prioriteitstellingen bij BEO (Boeiend en Effectief Onderwijs).
2. Pluriform openbaar primair onderwijs in de Hof van Twente
Visie op het openbaar primair onderwijs Hof van Twente Zicht op het heden; blik op de toekomst Denken aan en over de toekomst gaat gepaard met dromen en wensen. Maar ook over de bezorgdheid vanwege maatregelen en ontwikkelingen in het heden die verstrekkende, ook in tijd, gevolgen kunnen hebben voor het onderwijs aan onze scholen. Het is goed deze risico’s in beeld te hebben en te bepalen in hoeverre deze zijn op te vangen, danwel ten goede zijn te keren middels een andere aanpak of werkwijze met behoud van de gewenste kwaliteit van ons onderwijs. Onze visie is daarom niet bedoeld als een strak omlijnd bestemmingsplan waarin exact staat vermeld wat in 2015 in al onze scholen de onderwijsinhoudelijke invulling zal zijn, maar is ook geen vage afstandelijke beschrijving van “vertaalde” maatschappelijk ontwikkelingen naar daaraan gerelateerd onderwijsbeleid. Doel van deze visie is het schetsen van de grote en belangrijkste lijnen; wat kenmerkt ons onderwijs nu en wat straks. Voor de invulling van het straks, medio 2015, hebben wij een wensbeeld. Voor de weg daarnaar toe een stappenplan om dit beeld om te zetten in realiteit. Wij schetsen ons wensbeeld van het onderwijs aan de openbare basisscholen binnen de stichting O.P.O. H.v.T aan de hand van negen essentiële, voor de kwaliteit van het onderwijs aan onze scholen, onderdelen en onderwerpen. Deze worden op hun eigen gebied omschreven naar negen streefbeelden. De eerste drie streefbeelden betreffen ons onderwijs in algemene zin, vervolgens worden deze beschreven voor; de leerling, de leerkracht, de schoolleiding en het bestuur. De daaruit voortvloeiende missie bepaalt de koers.
Schoolplan Obs Wiene
Pagina 4
Leeswijzer De opbouw van onze visie is als volgt: Na een schets van de huidige situatie en identiteit, verwoord in de streefbeelden 1, 2 en 3, worden de ontwikkelingen benoemd die van invloed zijn op het onderwijs aan onze scholen. Ontwikkelingen in de vorm van opgelegde bezuinigingen waar het bestuur een antwoord op moet formuleren met behoud van een goed onderwijsniveau. De antwoorden op deze ontwikkelingen worden beschreven de streefbeelden 4 t/m 8. Daaruit komt de missie naar voren die als leidraad zal dienen voor de nieuwe planperiode 2011-2015. Streefbeeld 1 Openbaar onderwijs is algemeen toegankelijk en kenmerkt zich door openbaarheid van bestuur. De stichting Openbaar Primair Onderwijs Hof van Twente is meer dan de som der delen, meer dan een etiket op de dertien scholen. Wat wij te bieden hebben, wat ons bindt en wat dat voor het dagelijks onderwijs betekent, is de meerwaarde van het Openbaar Primair Onderwijs als organisatie. Vanuit deze gedachte is in samenspraak met betrokkenen een visie opgesteld die een kader vormt voor het handelen van onze scholen en tegelijkertijd als leidraad dient voor de beslissingen van het bestuur. Voor ouders, collega-besturen en andere samenwerkingspartners geeft het een beeld van waar wij voor staan. De grondslag voor het Openbaar Primair Onderwijs in de Hof van Twente kenmerkt zich als volgt: “Het onderwijs aan de scholen draagt bij aan de ontwikkeling van de leerlingen met aandacht voor de levensbeschouwelijke en maatschappelijke waarden zoal;s die leven in de Nederlandse samenleving en met onderkenning van de betekenis van de verscheidenheid van die waarden. Het onderwijs wordt gegeven met eerbiediging van ieders godsdienst en levensbeschouwing.” En vanzelfsprekend geldt: “Openbaar onderwijs is algemeen toegankelijk en kenmerkt zich door openbaarheid van bestuur.” Streefbeeld 2 Een basisschool binnen de stichting Openbaar Primair Onderwijs Hof van Twente is een pluriforme openbare school. De scholen voor openbaar onderwijs staan midden in de samenleving. Vanuit deze basisgedachte zijn onze scholen een afspiegeling van de samenleving en verzorgen zij onderwijs dat de verscheidenheid aan opvattingen en waarden in onze samenleving representeert. Om het aanbod van voldoende openbaar onderwijs te realiseren is het in stand houden van bestaande openbare scholen in de kernen en de buurtschappen een belangrijk uitgangspunt. Aandacht voor de aspecten toegankelijkheid, veiligheid en leefbaarheid, spelen daarin een belangrijke rol. Van de vier typeringen van openbaar onderwijs kiest de stichting Openbaar Primair Onderwijs Hof van Twente voor de pluriforme school. Hierbij staat voorop, dat een openbare pluriforme school actief de beginselen uitdraagt, die de basis vormen van onze democratische samenleving. Daarnaast neemt een openbare pluriforme school het initiatief om actuele en toekomstige maatschappelijke ontwikkelingen in haar onderwijs te vertalen.
Schoolplan Obs Wiene
Pagina 5
Een pluriforme openbare school in de Hof van Twente Een openbare basisschool in de Hof van Twente is een school, waar alle basisvaardigheden op het niveau van de kerndoelen en referentieniveaus worden aangeboden en geleerd. Leerlingen krijgen zoveel mogelijk kennis en vaardigheden aangeboden in een maatschappelijke context, zodat ze een basis hebben om de verdere benodigde informatie zelfstandig te verwerven. Daarnaast bieden al onze scholen kinderen verschillende mogelijkheden zich te ontplooien in beweging, musische en creatieve vaardigheden. Elke school heeft in het kader van goed burgerschap en sociale integratie oog voor de algemeen aanvaarde normen en waarden. Aan de hand daarvan zijn regels opgesteld en ziet de school toe op de naleving hiervan. De waarden, normen en regels sluiten aan bij de hierboven geformuleerde ‘basisbeginselen voor onze scholen’ samen te vatten in de volgende begrippen: wederzijds respect, openheid, pluriformiteit, tolerantie, betrokkenheid, rechtvaardigheid, veiligheid en kwaliteit. Binnen de schooltijden is, zowel in als buiten het lesprogramma, hier aandacht voor. De onderdelen burgerschap alsmede geestelijke stromingen worden door de scholen op eigen wijze ingevuld. Dit kan variëren van wekelijkse lessen tot jaarlijkse of tweejaarlijkse projecten. Bij een aantal scholen wordt in sommige groepen een wekelijkse les lichamelijke opvoeding vervangen door zwemmen. Met betrekking tot het muziekonderwijs zal er in de komende jaren een nieuwe opzet gekozen dienen te worden aangezien er door gemeentelijk bezuinigingen geen gelden meer beschikbaar worden gesteld voor een vakleerkracht muzikale vorming. De rol van de leerkracht is aan verandering onderhevig. Individuele verschillen tussen kinderen in hun capaciteiten en leefwereld, veranderende verwachtingen van diverse betrokkenen, gecombineerd met de ontwikkeling in leermaterialen in een steeds veranderende maatschappij, liggen hieraan ten grondslag. Er vindt een accentverschuiving plaats van de leerkracht als ‘aanbieder’ van leerstof naar de leerkracht als begeleider van individuele leerprocessen van kinderen en met een goed zicht op de gewenste resultaten. Onze leerkrachten zijn professionals, zijn betrokken bij hun leerlingen en streven actief naar samenwerking met collega’s, ouders en andere betrokkenen. Met behoud van de eigen kerntaak - namelijk onderwijs geven - nemen onze scholen selectief deel in contacten met andere organisaties die zich met jeugdzorg bezig houden. Samenvattend: Kinderen zodanig te onderwijzen en te begeleiden dat zij goed toegerust en gemotiveerd zijn om met succes het vervolg onderwijs te volgen om steeds zelfstandiger hun weg te vinden in en volwaardig deel te nemen aan onze pluriforme samenleving.
Schoolplan Obs Wiene
Pagina 6
Streefbeeld 3 Stichting Openbaar Primair Onderwijs Hof van Twente “Van ons allen, met z’n allen !” Basisbeginselen voor onze scholen Ieder kind is welkom op onze scholen en krijgt een passend onderwijsaanbod. Elk van onze scholen is anders. Zij stemt haar aanbod af op de kinderen in de kern of in het buurtschap waar de school staat. De vormgeving van het onderwijs komt in overleg tussen directie, team en medezeggenschapsraad tot stand. Dit moet uiteraard passen binnen de bestuursvisie. Het resultaat hiervan vindt z’n weerslag in een meerjarig schoolplan. Om elke leerling goed tot z’n recht te laten komen, is het zo dat onze scholen kijken of het onderwijs dat wordt aangeboden past bij de capaciteiten van het specifieke kind. Is dit niet het geval dan gaan wij voor het kind een meer passende vorm van onderwijs zoeken. Kwaliteit Kwaliteit van het onderwijs, als primair proces, staat voorop. Dat vraagt een continue ontwikkeling van kwaliteitszorg op onze scholen, maar ook een ontwikkeling in de kwaliteit van de randvoorwaarden, die nodig zijn om dit te kunnen realiseren. Het gaat met name om goed opgeleid en begeleid personeel, hedendaagse leermiddelen en de aanwezigheid van voldoende huisvesting en een adequate inrichting hiervan, die een goede leer- en werkomgeving biedt. Een inzichtelijke organisatie en communicatiestructuur van deze organisatie horen hier ook bij. In een jaarverslag zal elke school haar resultaten beschrijven en deze voorleggen aan de direct betrokkenen. Leerlingen en ouders Leerlingen en ouders staan centraal in ons onderwijs. Heldere informatie over een kind, over het schoolbeleid en de motieven van de school voor een bepaalde aanpak, staan voorop in het contact met de leerling en de ouders. Iedere school geeft in de schoolgids en de jaargids overzichtelijke informatie, waar de school voor staat en we vragen ouders zich hierover goed te informeren en actief voor een van onze scholen te kiezen. Ouderparticipatie wordt op onze scholen zeer gewaardeerd. We vragen van ouders om ingeval van een verschil van mening met een leerkracht dit direct en met behoud van wederzijds respect te bespreken. Uitgangspunt in ons beleid is dat vragen en klachten van ouders op school en bestuursniveau serieus worden behandeld. Openheid en respect voor de ander De leerlingen en leraren die elkaar op onze scholen ontmoeten, kennen grote verschillen in gezinssituatie, culturele achtergrond, capaciteiten, belemmeringen en levensbeschouwelijke opvattingen. Een ontmoetingsplaats als deze veronderstelt openheid en respect voor de ander. Leerlingen leren naar elkaar te luisteren, werkelijk belangstelling te hebben voor anderen en samen te werken. Ook leerkrachten, directeuren en het bestuur stellen zich luisterend op en werken samen met leerlingen, ouders en organisaties in de kernen en in de buurtschappen. Tolerantie, rechtvaardigheid, betrokkenheid en veiligheid Respect voor de ander betekent ook tolerantie. Iedereen krijgt de ruimte om zichzelf te zijn, zolang dit een ander niet belemmert. Om als school een gemeenschap te vormen, waarin rechtvaardigheid, betrokkenheid en veiligheid centraal staan, past geen vrijblijvendheid. Elkaar informeren, elkaar aanspreken op dingen en actief en volwaardig deelnemen aan het onderwijs is een voorwaarde. Schoolplan Obs Wiene
Pagina 7
Profilering Het openbaar onderwijs op een positieve / actieve manier naar buiten brengen staat centraal in onze aanpak. Jaarlijks worden ouders, die op zoek zijn naar een school voor hun kind(eren), in de gelegenheid gesteld kennis te maken met de openbare basisscholen middels de open dagen. Daarnaast worden zij geïnformeerd d.m.v. de scholenkrant en schoolflyers. De website van iedere school biedt, naast de eigen ouders, de nieuwe ouders de mogelijkheid zich te informeren en zich een beeld te vormen. De ontwikkelingen in het nu met invloed op nu en straks. De vraag welke invloed bepaalde ontwikkelingen gaan hebben op het frustreren en/of ondersteunen van ons wensbeeld is, kan alleen worden beantwoord als helder is wie welke ontwikkeling kan beïnvloeden of daar de bepalende actor voor is. Demografische ontwikkelingen. In onze regio zullen we in de komende twee decennia te maken krijgen met het fenomeen “krimp”. De onderzoeken duiden op een bevolkingsdaling in de Hof van Twente van ongeveer 8 %. Echter het aantal basisschoolleerlingen van vier tot twaalf jaar zal in deze twintig jaren teruglopen met ongeveer 900 leerlingen (zo’n 25 %). Met deze wetenschap zullen we in de komende jaren een beleid moeten ontwikkelen hoe met deze daling van leerlingen om moet worden gegaan. Minder leerlingen betekent minder inkomsten. Bezuinigingen door landelijke en lokale overheden. Naast bezuinigingen van rijkswege op bestuur en management, heeft ook de versobering van leerlinggewichten een negatief effect gehad op de inkomsten. Verder is al jaren bekend dat de bedragen voor de materiële instandhouding structureel te laag zijn. Er is op dit moment echter nog geen signaal vanuit Den Haag dat hier (spoedig) verandering in zal komen. De lokale overheid heeft in het kader van de “Herijking van de Welzijnssubsidies” besloten te korten op de gelden van het “Lokaal Onderwijs Beleid”. De gemeentelijke bijdrage ten behoeve van bewegingsonderwijs zal totaal worden geschrapt per 1 augustus 2012. De bijdrages aan logopedie en muziekonderwijs zullen verminderen. De bijdrage van de gemeente voor het inzetten van Expertis als onderwijs-begeleidingsdienst en het bedrag voor het onderhoud buitenzijde van de schoolgebouwen zijn voor 2011 verlaagd met 10 % Op dit moment is niet helder wat het vervolg hierop zal zijn. Passend Onderwijs. De wettelijke opdracht aan een school om voor iedere leerling een passende vorm van onderwijs aan te bieden op de eigen school of elders, zal effect hebben binnen de eigen school. De school zal steeds meer in staat moeten zijn bepaalde zorgleerlingen zelf op te vangen. Een verwijzing naar een gespecialiseerde(re) vorm van onderwijs zal moeilijker worden. Een korting op het ter beschikbaar gestelde budget zal geen positieve uitwerking hebben. Inspectie van het onderwijs. Zij stuurt nadrukkelijk, binnen haar kader van toezicht, op de resultaten binnen de vakgebieden taal, lezen en rekenen en de kwaliteit van de zorg en stelt het schoolbestuur hiervoor verantwoordelijk. Bovenstaande maakt duidelijk dat we met minder middelen toe zullen moeten in deze planperiode. Uitgangspunt blijft echter, dat we het huidige kwaliteitsniveau willen handhaven.
Schoolplan Obs Wiene
Pagina 8
Streefbeeld 4 De leerling staat centraal en krijgt een onderwijsaanbod op maat. De leerling staat centraal in ons onderwijs. Hij of zij heeft recht op kwalitatief goed onderwijs en op maat. Een aanbod afgestemd op zijn/haar mogelijkheden en talenten. Het is de zorg van de leerkracht de instructie daarop in te richten en het meest haalbare uit het kind te halen; ook die met specifieke zorgbehoeften. Dit dient plaats te vinden in een inspirerende, maar ook geborgenheid biedende kleinschalige omgeving. Als de grenzen van de zorg van de school zijn bereikt zal in overleg met de ouders gezocht worden naar een andere bij de leerling passender vorm van onderwijs. Streefbeeld 5 De leerkracht denkt en handelt opbrengstgericht; hij/zij maakt het verschil Een leerkracht binnen onze stichting is een “vakmens” en geeft sturing aan de ontwikkeling van de leerlingen in zijn groep door de instructie af te stemmen op de onderwijsbehoefte van de leerling. Vanzelfsprekend zal iedere groepsleerkracht het beste uit de leerlingen proberen te halen. Van belang wordt dat hij/zij weet heeft/krijgt van de kwaliteit van de resultaten. Inzicht in de opbrengsten stelt je in staat nauwkeuriger meetbare doelstellingen te formuleren voor het vervolg van het ontwikkelingstraject van de leerling en van de groep. Weet hebben van het effect van de instructie op de resultaten wordt bepalend. Vaardigheden van de leerkracht die nodig zijn dit te realiseren: beheersing van de competenties genoemd in de wet BIO, in staat zijn meetbare doelen te formuleren voor kind en groep, de resultaten van het onderwijsaanbod kunnen analyseren, in staat zijn hiermee groepsplannen op te maken, weet hebben van de instructiebehoeftes en -niveaus van zijn leerlingen. Streefbeeld 6 Schoolleider heeft nadrukkelijk een onderwijskundige opdracht Uit onderzoek van inspectie voor het onderwijs is gebleken dat er een aanzienlijk positief verband bestaat tussen opbrengstgericht werken en leerresultaten. (onderwijsinspectie onderzoek 2010) De schoolleider is bij uitstek degene die sturing geeft aan het verder realiseren van dit verband en heeft zicht op de ondersteuningsbehoefte van zijn teamleden. Om het opbrengstgericht denken, werken en handelen op school te optimaliseren moet het onderwijs plaats vinden binnen een professionele schoolcultuur. Een cultuur waarbij ervaring, deskundigheid en de wil ervoor te gaan bepalend zijn om de gewenste veranderingen te realiseren. Persoonlijke Ontwikkelingsplannen zullen hier mede op gericht moeten zijn.
Schoolplan Obs Wiene
Pagina 9
Streefbeeld 7 De centrale directie stuurt op een passend onderwijsaanbod De centrale directie onderschrijft de conclusie van het inspectieonderzoek dat opbrengstgericht denken / handelen, de (nieuwe) olie binnen de onderwijsmotor van alledag, de kwaliteit van ons onderwijs op de scholen verhoogd. Om de komende planperiode het wensbeeld te realiseren worden bovenstaande uitspraken ondersteund. Scholing van teams op het gebied van OGW (opbrengstgericht werken), HGW (handelingsgericht werken) en LOVS (leer en onderwijs volgsysteem) zijn noodzakelijk. De resultaten van die ontwikkelingen worden regelmatig gemeten en besproken met direct betrokkenen. Het Early Warning System, een meetinstrument voor de resultaten van de kwaliteitszorg op schoolniveau, wordt daarvoor ingezet. De centrale directie spreekt met de locatie-directeuren af wat het ambitieniveau zal zijn aangaande de leeropbrengsten van/op de scholen. Uitgangspunt is; hoger dan de 75%-norm van CITO (A t/m E - indeling) op de CITO-midden en eindtoetsen van het leerlingvolgsysteem. Streefbeeld 8 Uitwerking passend onderwijsaanbod Hoewel onderwijs meer is dan alleen aandacht voor het cognitieve aspect; het uitgroeien tot een volwaardig mens is voor ons eveneens belangrijk, erkennen de directies de onderzoeksbevinding: “Opbrengstgericht denken en handelen verhoogt de kwaliteit van het onderwijs”. Om dit te realiseren is het volgende van belang. Het besef dat dit niet alleen gedaan kan worden. Een besturingsfilosofie van het “ketendenken”; de vier geledingen, de leerling, de leerkracht, de schoolleiding en het bestuur moeten elkaar ondersteunen en versterken. De geledingen binnen de keten, leerkracht, schoolleiding en schoolbestuur, moeten weet hebben van de onderwijsinhoudelijke aspecten van het werk. Dit verhoogt de kwaliteit van de communicatie; en dus de opbrengsten. Werkt inspirerend naar elkaar toe; een lerende organisatie. Kortom. Een leerkracht geeft sturing aan de ontwikkeling van de leerlingen in zijn groep door de instructie af te stemmen op de onderwijsbehoefte van de leerling. Een locatie-directeur heeft zicht op de ondersteuningsbehoefte van zijn teamleden. De centrale directie optimaliseert beide processen. Streefbeeld 9 De MISSIE Hoewel de opgelegde bezuinigingen en de wettelijke opdrachten ontwikkelingen zijn die iets extra’s lijken te vragen van het onderwijs en vooral van de man/vrouw voor de klas, moeten we waakzaam zijn dat dit geen taakverzwaring wordt voor de groepsleerkracht. De scholen moeten zich, met z’n allen, meer gaan richten op onze feitelijke opdracht en er zorg voor dragen die zo effectief mogelijk uit te voeren. In het activiteitenplan zal terug te zien zijn dat stichting Openbaar Primair Onderwijs Hof van Twente gaat voor: Optimaliseren van onderwijsprestaties. Schoolplan Obs Wiene
Pagina 10
Wat betekent dit voor onze school?
Op Obs Wiene proberen we, binnen de uit de hiervoor beschreven visie en de daarop gebaseerde missie voortvloeiende randvoorwaarden, een goed evenwicht te vinden in het aanleren van kennis, het stimuleren van de persoonlijke ontwikkeling en het aanleren van allerhande praktische vaardigheden. De vakken rekenen, taal en lezen krijgen op onze school veel nadruk. Daarnaast wordt uiteraard ook aan de andere vakken, waaronder de creatieve vakken, de nodige aandacht besteed. Dat leidt er in de praktijk toe dat het merendeel van de kinderen wel ergens in uitblinkt. Dat laatste vergroot het zelfvertrouwen van de kinderen en vormt een stimulans om hetgeen je (nog) niet kunt, je eigen te maken. Het is belangrijk dat een kind zich thuis voelt op school, omdat is gebleken dat alleen dan een kind zich het beste ontwikkelt en optimaal presteert. Veel van onze leerlingen zijn mede door hun verblijf op de aangrenzende peuterspeelzaal van jongs af aan vertrouwd met ons schoolklimaat, ook al, omdat er jaarlijks gemeenschappelijke activiteiten worden georganiseerd. Voor andere kinderen wordt erop toegezien dat zij zich in gelijke mate thuis gaan voelen en worden daarin zo mogelijk bijgestuurd. We zorgen op school voor een ongedwongen sfeer waarin de kinderen zich veilig voelen en ook plezier hebben met elkaar. We leren de kinderen respect voor elkaar te hebben, elkaar te accepteren en waar dat aan de orde kan zijn ‘zorg’ voor elkaar te hebben en elkaar te helpen. De beperkte omvang van de school heeft daarop een positieve invloed. De leerlingen worden, als het enigszins kan, betrokken bij het opstellen van gedragsregels. Zij voelen zich daardoor medeverantwoordelijk voor de naleving daarvan. Schoolplan Obs Wiene
Pagina 11
Op onze school leren kinderen niet alleen taal, lezen en rekenen, ze ontwikkelen er ook hun persoonlijkheid door zelfvertrouwen op te bouwen en zelfkennis te verwerven. Ze leren om te gaan met elkaar, verdraagzaam te zijn en kennis op te doen van andere culturen en andere opvattingen en die te respecteren. We proberen dit te bereiken door gesprekken, gezamenlijke vieringen, gerichte projecten en met behulp van de methode “Kinderen en hun sociale talenten”. We vinden belangrijk dat kinderen op school presteren, maar die prestaties kunnen voor ieder kind verschillend zijn. Met ons onderwijs streven we ernaar de ontwikkeling van de eigen mogelijkheden van ieder kind zoveel mogelijk te bevorderen. Er zijn verschillen tussen leerlingen. Wij proberen ervoor te zorgen dat door differentiatie binnen de lessen en binnen de weektaak voldoende recht gedaan wordt aan die verschillen. Het is daarbij ook van belang dat kinderen leren daar waar dat kan, zelfstandig te werken. Zelfstandig werken bevordert het probleemoplossend denken en bevordert de hulpvaardigheid van de kinderen ten opzichte van elkaar. Dat is in de combinatiegroepen zoals wij die op onze school kennen ook heel positief. De cognitieve en de sociaal emotionele ontwikkeling van de leerlingen wordt door de leerkrachten nauwlettend gevolgd door middel van observaties, methodegebonden toetsen en niet methode gebonden toetsen. De opbrengsten van het onderwijs worden door de leerkracht geanalyseerd en zo nodig besproken met de intern begeleider en desgewenst met andere teamleden. Tijdens het schooljaar 2010-2011 is er een start gemaakt met het opbrengstgericht werken en in de komende jaren zal dit thema verder uitgewerkt worden. Twee keer per jaar (in maart en in juni) zullen tijdens een bijeenkomst met het hele team de resultaten van de CITO LOVS toetsen besproken en geanalyseerd worden. De uitkomsten daarvan vormen, tezamen met de eerder genoemde observaties van de leerkrachten en de resultaten van de overige toetsen, belangrijke informatie voor de door het team en eventueel door de individuele groepsleerkracht op te stellen verbeterplannen. Het doel van die verbeterplannen is uiteraard de opbrengsten van het onderwijs op onze school te optimaliseren. Bij het opstellen van de verbeterplannen wordt uiteraard ook gebruik gemaakt van de geboden inzichten van de schoolbegeleidingsdienst en gevolgde cursussen. Verbeterplannen kunnen zich richten op het totaal van het geboden onderwijspakket en de participanten. Dat kan betekenen dat we de onderwijsmethode voor een of meerdere vakken bijstellen of aanpassen, dat de vorm van het onderwijs wordt aangepast, dat er verder wordt gedifferentieerd naar groep of naar individu, dat de leermiddelen worden gewijzigd, maar ook dat groepsleerkrachten gerichte trainingen volgen of specifieke begeleiding krijgen van in interne begeleider of van externe deskundigen. De verbeterplannen moeten realistisch zijn en toepasbaar in onze school. Een concreet doel moet worden gesteld. De resultaten van de toepassing van de verbeterplannen moeten meetbaar. Vervolgens moet worden gecontroleerd of het gestelde doel behaald is. Dit zal onder andere moeten blijken uit de analyse van de toetsresultaten in daarop volgende tijdvakken. De leerkracht is degene die vanuit zijn/haar specifieke bijzondere kennis van de ontwikkeling van de leerlingen, de betreffende ouders op de hoogte houdt van het leerproces van hun kind en hen waar nodig daarbij betrekt en hen stimuleert in de thuissituatie het onderwijsproces te ondersteunen. Met de ouders worden ook de successen gedeeld en wanneer daartoe aanleiding bestaat wordt samen met hen feest gevierd, zoals het Sinterklaas- en kerstfeest, jubilea, enzovoort. Omdat bij het verzorgen van goed onderwijs de rol van de leerkracht van cruciaal belang is, wordt er voortdurend gewerkt aan de professionalisering van het onderwijspersoneel door middel van nascholing en het bijhouden van vakliteratuur. Jaarlijks wordt met iedere leerkracht een functioneringsgesprek of POP-gesprek gevoerd.
Schoolplan Obs Wiene
Pagina 12
Beoordelingsgesprekken worden voorbereid. Onderwerpen die daarin aan de orde komen zijn onder meer:
De resultaten van de eerdere functionerings- en beoordelingsgesprekken; De generieke en specifieke onderdelen uit het verbeterplan/de verbeterplannen die voor de betreffende leerkracht van belang (kunnen) zijn en de resultaten van de verbeterplannen; Het verloop van de contacten met leerlingen, ouders, teamleden en andere bij het onderwijsproces betrokkenen en de daarin ondervonden barrières en geboekte successen; Het verloop van de professionele ontwikkeling van de betrokken leerkracht, de daarin ondervonden barrières en successen; Opleidingswensen en evaluatie van genoten nascholing.
Het is de bedoeling dat de functioneringsgesprekken uitmonden in persoonlijke ontwikkelingsplannen van de leerkrachten. In de komende jaren zal getracht worden, mede door middel van afstemming van de POP’s, meer eenheid te brengen in werkwijzen, methoden, afspraken, e.d. Er zal op die manier nog meer gebruik kunnen worden gemaakt van de ervaringen van de andere teamleden. Het kan een van de middelen zijn om de opbrengsten van het onderwijs op onze school te maximaliseren.
Onderliggende beleidsstukken Verder is dit schoolplan mede gebaseerd op de navolgende beleidsdocumenten: Bestuurlijk: a. Formatiebeleidsplan OPO Hof van Twente b. Meerjarenformatieplan 2011-2014 c. Begroting 2011 d. Meerjarenbegroting 2011-2014 e. Financieel beleidsplan f. Bestuurs- en managementstatuut g. Functiebouwwerk OPO Hof van Twente h. Het Zorgplan 2010-2011 van het SWV 7.01 en 8.06 i. Notitie Werkgelegenheidsbeleid j. Notitie Taakbeleid k. Regeling Functioneringsgesprekken l. Statuten St. OPO Hof van Twente m. Scholenplan Hof van Twente 2006 – 2015
Schoolspecifiek: n. Rapporten van de onderwijsinspectie: PKO Obs Wiene 2008 o. ICT Beleidsplan p. (Borg)documenten uit BOOM q. Leesverbeterplan r. Schoolzorgplan s. Zorgplan Samenwerkingsverband 7.01 t. Projectplan Zwaluwstaarten (VTB). Vanuit bovenstaande documenten en dit schoolplan 2011– 2015 zal jaarlijks een jaarplan worden samengesteld. Het concept hiervan worden opgesteld door de locatiedirecteuren, waarna ze worden vastgesteld, voor het einde van het schooljaar, in de diverse teamvergaderingen. Schoolplan Obs Wiene
Pagina 13
3. Korte typering van de school en de leerling-populatie Obs Wiene Obs Wiene is een openbare school. Dat betekent dat de school toegankelijk is voor alle kinderen, zonder onderscheid in ras, cultuur, godsdienst of levensbeschouwing. Op 1 oktober 2010 waren er 69 leerlingen ingeschreven. De prognoses voor de komende jaren geven aan dat het aantal leerlingen licht zal dalen en rond de 60 zal blijven liggen. De verwachtingen zijn gebaseerd op de prognoseresultaten van de gemeente Hof van Twente (d.d. augustus 2010). De Openbare Basisschool in Wiene wordt vrijwel uitsluitend bezocht door kinderen uit de naaste omgeving van de school, de buurtschappen Wiene en Zeldam. Het is een plattelandsschool waar aandacht is voor het individuele kind. De school straalt een sfeer uit van geborgenheid. De ouderbetrokkenheid is groot. Samen met Gemeenschapscentrum “’t Kempke” speelt de school een belangrijke rol in het leven van de buurtschapbewoners. Een gedeelte van onze leerlingenpopulatie komt uit agrarische gezinnen. Het opleidingsniveau van de ouders is zeer divers. De taalvaardigheid van veel leerlingen is aan de zwakke kant. De opbrengsten van taal en lezen zijn over het algemeen goed te noemen. Daartoe is het noodzakelijk dat het taalonderwijs een prominente en continue plek in het dagelijks aanbod blijft behouden. Extra aandacht voor de uitbreiding van de woordenschat is een belangrijk onderdeel daarvan.
Schoolplan Obs Wiene
Pagina 14
4.
Schoolontwikkelpunten en profilering algemeen
BEO (Boeiend en Effectief Onderwijs) Het schoolteam van OBS Wiene werkt als geheel aan een gezamenlijk vastgesteld traject. Het nieuwe begeleiden Sinds 2006 werkt onze school aan de verdieping van de inzet van adaptief onderwijs door middel van een traject Beter Onderwijs Op Maat. Het team werkte daarbij als geheel aan deze inzet die gezamenlijk zijn vastgesteld en worden onderschreven, begeleid door adviseurs van Expertis Onderwijsadviseurs. De evaluaties van deze zogenaamde BOOM-trajecten laten een positief resultaat zien. Als de groepsleerkracht de spil is voor het optimaal leren door de leerlingen, zal het verhogen van de leeropbrengsten, met name bij taal, lezen en rekenen, een belangrijk uitgangspunt zijn. Verdere talentontwikkeling en professionalisering van de groepsleerkracht om dit te realiseren een voorwaarde. In de huidige onderwijsvernieuwingen kijkt men kritisch naar de manier waarop kinderen leren. Hoe kunnen leerlingen, binnen de eigenheid van de school, zoveel mogelijk actief, zelfregulerend en doelgericht kennis en vaardigheden opbouwen? Het traject Boeiend en Effectief Onderwijs (BEO) maakt gebruik van deze uitgangspunten in met name de vormgeving van de begeleiding van scholen. Eigenlijk is BEO voor onze school niet iets nieuws. Al een aantal jaren werken we samen met begeleiders van Expertis aan ons onderwijs. Na de analyse van de resultaten van de school door het team wordt samen met de begeleider van Expertis een concreet plan gemaakt als onderdeel van het jaarplan. Daarin worden duidelijke, meetbare doelen gesteld en worden afspraken gemaakt over hoe deze doelen bereikt gaan worden. Ook al staan de resultaten voorop, onderwijs moet ook boeiend zijn voor leerkracht en leerling. BEO zoekt samen met het schoolteam naar de ideale combinatie van effectiviteit, opbrengsten, interactiviteit en uitdaging. Bij de uitvoering van het BEO plan wordt gewerkt met een stuurgroep die het proces binnen de school stuurt.
Uitgangspunten effectief onderwijs. De werking van alle zeven componenten van effectief onderwijs zijn op grond van onderzoek bewezen. Het stellen van juiste, hoge doelen en verwachtingen, het effectief gebruiken van leertijd, het inplannen en gebruiken van extra tijd voor risicoleerlingen, het werken met twee/drie instructieniveaus, het geven van effectieve instructie, vroegtijdig signaleren en reageren en het monitoren van alle aspecten van het onderwijs dragen samen bij tot de hoogst mogelijke resultaten van alle leerlingen. Door te werken met groepsplannen zijn leerkrachten dan in staat een goed beredeneerd aanbod voor alle leerlingen uit de groep aan te bieden. Vanuit de gegevens van het groepsoverzicht wordt de groep op basis van instructiebehoefte in niveaus verdeeld. Op basis hiervan kan de leerkracht zijn handelen planmatig vormgeven.
Schoolplan Obs Wiene
Pagina 15
4a Schoolontwikkelpunten en profilering Obs Wiene Hieronder staan de belangrijkste ontwikkelpunten voor OBS Wiene voor de komende jaren (2011-2015).
Kennis nemen van de nieuwste inzichten op het gebied van taal, (begrijpend) lezen, en dyslexie tijdens de BEO-bijeenkomsten (BEO= Boeiend en Effectief Onderwijs) onder leiding van Schoolbegeleidingsdienst Expertis; Taal/Leesonderwijs verbeteren; Instructie (modellen, IGDI); Collegiale consultatie en klassenbezoeken door locatiedirectie; CITO LOVS (Datamuur-Analyse) + verbeteracties/plannen; Invoering EWS (Early Warning System); Rekenonderwijs verbeteren, samen met externe rekencoördinator; samen met de scholen van OPO een nieuwe rekenmethode uitzoeken; Invoering van een nieuwe methode voor aardrijkskunde; Oriëntatie op nieuwe methodes voor geschiedenis, natuuronderwijs en Engels; Digitaliseren van (leerling)gegevens; Vernieuwen CITO LOVS toetsen en toetskalender; Het verder ontwikkelen van het integrale personeelsbeleid en komen tot een POP (Persoonlijk ontwikkelingsplan); Het aanpassen van het aanmeldingsformulier; Verbreding van Techniek in de school;
5. Wettelijke opdrachten Veiligheidsbeleid De scholen van het Openbaar Primair Onderwijs in de Hof van Twente zorgen voor zowel fysieke als sociale veiligheid voor alle betrokkenen binnen de school. Er wordt gewerkt aan een fysieke veilige omgeving door goed onderhoud aan de gebouwen en waar de inrichting van speelplein en lokalen geen gevaar oplevert voor kinderen. Op het schoolplein staan veilige speeltoestellen, die jaarlijks worden gecontroleerd. Onze leerlingen weten wat ze moeten doen bij brand en de school/scholen oefenen regelmatig het ontruimingsplan. Vluchtwegen zijn vrij van obstakels.
Schoolplan Obs Wiene
Pagina 16
Er wordt samengewerkt met ouders, GGD, brandweer, politie, de Arbo-dienst en natuurlijk de gemeente aan het behoud en of uitbreiding van een veilige schoolomgeving. Specifiek voor ons is daarbij de verkeerssituatie in de nabijheid van onze schoolgebouwen. Om deze te verbeteren is er een gemeentelijk mobiliteitsplan. Op onze scholen voelen de leerlingen en medewerkers zich thuis en serieus genomen. Wij tolereren geen pestgedrag. In voorkomende gevallen handelen wij volgens een bestaand protocol. Speelgoed en ander materiaal dat agressie uitlokt, hoort er niet thuis en is dus verboden. Dit geldt eveneens voor discriminatie en seksuele intimidatie. Op iedere school is een vertrouwenspersoon aanwezig en er kan een beroep gedaan worden op een vertrouwensarts. Sociaal onveilig gedrag wordt tegengegaan maar ook voorkomen door een actieve stimulering van positief sociaal gedrag. Denk daarbij aan gedragsregels waar leerlingen, ouders, schoolleiders en leraren het over eens zijn en aan onderwijs dat is afgestemd op wensen en mogelijkheden van individuele leerlingen. Hierdoor ontstaat en sociaal veilig klimaat waarbinnen problemen al in een vroeg stadium kunnen worden onderkend en waar adequaat op kan worden gereageerd. Het veiligheidsbeleid van onze school is niet alleen bedoeld om onze leerlingen een veilige plek te bieden. Alle medewerkers en betrokkenen hebben vanzelfsprekend recht op een veilige omgeving. Agressie en geweld, zowel verbaal als fysiek vinden wij absoluut ontoelaatbaar. Van niet tolereerbare gebeurtenissen die voortkomen uit pestgedrag, agressie en geweld worden meldingsformulieren ingevuld. Ongevallen binnen het schoolgebouw of op het plein worden eveneens geregistreerd op een daarvoor bestemd formulier. Een afschrift daarvan wordt naar het schoolbestuur gestuurd. Preventiemedewerker Het schoolbestuur heeft een bovenschoolse preventiemedewerker. Dit is de persoon die binnen de gehele organisatie verantwoordelijk is voor de zaken die verplicht zijn vanuit de Arbo-wet. De preventiemedewerker onderhoudt o.a. het contact met de Arbo-dienst en is betrokken bij het uitvoeren van de Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) en het maken van de plannen van aanpak per school en bovenschools, voor het schoolbestuur. Hier ligt een nadrukkelijke relatie met het thema veiligheid. Vandaar dat in onze ogen de bovenschoolse preventiemedewerker een rol kan spelen bij nieuwe ontwikkelingen. De locatiedirecteur is echter het eerste aanspreekpunt in het kader van preventie en veiligheid binnen de school. Bedrijfshulpverleners Het is trouwens niet zo dat er veel nieuwe zaken moeten worden ontwikkeld. Op de openbare basisscholen in de Hof van Twente is de afgelopen jaren al hard gewerkt aan de veiligheid op en rondom de scholen. Zo zijn er op elke school voldoende personen opgeleid als bedrijfshulpverlener, de zogeheten BHV-ers. Deze BHV-ers hebben een grote rol bij de ontruiming en het geven van eerste hulp bij een ongeval binnen de school. Maar er zijn ook allerlei praktische voorzieningen getroffen om de veiligheid op school te vergroten. (nooduitgangen, brandtrappen, hoogteverschilmarkeringen, controle van gas- en elektrische apparatuur, brandmelders, etc.) De ontruimingsplannen worden in 2011 op alle scholen eenduidig gemaakt volgens NTA 8112-2-2010, dit is regelmatig met de brandweer beproken. Tenslotte is er ook al het nodige beleidsmatig geregeld wat te maken heeft met veiligheid. Integraal personeelsbeleid In het Integraal Personeelsbeleidsplan (IPB) staan eveneens diverse hoofdstukken (zoals Arbo) die met veiligheid te maken hebben. Goed personeelsbeleid is namelijk een belangrijke component
Schoolplan Obs Wiene
Pagina 17
wanneer we het hebben over een fysiek en sociaal veilige omgeving. Een goed afgestemde taakverdeling en aandacht voor een goede werksfeer dragen bij aan een lager ziekteverzuim. Ontwikkelingsmodel Veiligheidsbeleid is nooit af. Het is een ontwikkelingsmodel dat periodiek wordt bijgesteld en aangepast naar aanleiding van gebeurtenissen en evaluaties die hebben plaatsgevonden. Het veiligheidsbeleid moet ondergebracht worden in een nog op te stellen veiligheidsbeleidplan waaraan op dit moment wordt gewerkt. Belangrijk daarbij is dat er sprake is van een raamplan op bestuursniveau dat door de individuele scholen nader kan worden ingevuld.
Actief burgerschap en sociale integratie Op 1 februari 2006 trad de wet in werking die aan de basisscholen de opdracht geeft het ‘actief burgerschap en de sociale integratie’ van leerlingen te bevorderen. De wet geeft het volgende aan: “Het onderwijs: a. gaat er mede van uit dat leerlingen opgroeien in een pluriforme samenleving, b. is mede gericht op het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie, en c. is er mede op gericht dat leerlingen kennis hebben van en kennismaken met verschillende achtergronden en culturen van leeftijdgenoten.” Omschrijving: Actief burgerschap verwijst naar de bereidheid en het vermogen deel uit te maken van een gemeenschap en daar een actieve bijdrage aan te leveren; Sociale integratie naar deelname van burgers (ongeacht hun etnische of culturele achtergrond) aan de samenleving, in de vorm van sociale participatie, deelname aan de maatschappij en haar instituties en bekendheid met en betrokkenheid bij uitingen van de Nederlandse cultuur. Bevordering van burgerschap en integratie is belangrijk. De betrokkenheid tussen burgers onderling en tussen burgers en overheid lijkt op sommige plekken afgenomen. De plichten en rechten die bij burgerschap horen, lijken soms wat op de achtergrond te zijn geraakt. Daar komt nog bij dat sommige ouders/verzorgers en kinderen niet gewend zijn aan burgerschapstradities en gebruiken van onze samenleving. Burgerschap kan op veel verschillende manieren worden ingevuld. Dat betekent dat er dus niet één goede manier is waarop dat kan. Er wordt een keuze gemaakt die past bij de populatie van de school. Wat betreft het onderwijsaanbod zullen wij ons, naast de in de huidige methoden aanwezige onderdelen, oriënteren op bij onze visie passende leer- en lesmethoden. Zo wordt op dit moment op diverse scholen al gebruik gemaakt van een methode “Sociaal emotionele ontwikkeling”. Met betrekking tot de basiswaarden en de democratische rechtsstaat zijn wij bezig de huidige methodes voor aardrijkskunde, geschiedenis en wereldoriëntatie te bekijken of deze voldoende aanbod hebben. Indien noodzakelijk zal er uitbreiding of vervanging plaats dienen te vinden. Om de leerlingen in contact te brengen met verschillen in achtergrond, verscheidenheid aan godsdiensten, etniciteiten en culturen, opvattingen en levensgewoonten zijn er diverse methodes in gebruik.
Schoolplan Obs Wiene
Pagina 18
Sponsoring De notitie “Sponsering op de basisschool” is op elke school ter inzage aanwezig.
Techniek in de basisschool Het doel van ons techniekonderwijs is om kinderen ervaring te laten opdoen met materialen, gereedschappen, technische principes. Tevens leren ze met elkaar praten en overleggen over mogelijke oplossingen. We gebruiken hiervoor een serie leskisten voor de groepen 1 t/m 8. De nevendoelen zijn: ontwikkelen van ruimtelijk inzicht, samenwerken, ontwikkeling van verantwoordelijkheid en het studerend en begrijpend lezen. Plezier in het maken en succes spelen een belangrijke rol. We menen hiermee te voldoen aan de kerndoelen 42, 44 en 45. We toetsen niet en leggen geen leerstof vast. Het gemaakte werkstuk is de toets en laat zien wat de kwaliteit is van de opgedane ervaring is. Het is mogelijk om individueel of in groepsverband de werkwijzen en resultaten met de leerlingen te evalueren. Onze school werkt hierin nauw samen met de Stichting Zwaluwstaarten die de school heeft voorzien van de leskisten en ons ondersteunt met materialen, advies en innovatie.
6. Personeelsbeleid en organisatie Personeel Doelen van het personeelsbeleid De inzet van het personeelsbeleid in deze planperiode wordt beschreven vanuit de invloed die het heeft op het onderwijskundige beleid van de school. Naast het onderwijsinhoudelijke doel proberen we op de basisscholen van stichting Openbaar Primair Onderwijs Hof van Twente t.b.v. van het personeel de volgende algemene doelen te bereiken: - Het bevorderen van een goede werksfeer en een gezond werkklimaat, waarin het personeel tot zijn recht komt, zich geaccepteerd en veilig voelt en waar samenwerking bevorderd wordt. - Komen tot verbetering en optimalisering van de kwaliteit van arbeid. - Het realiseren van een effectieve inzet van mensen t.b.v. de doelstelling van de school; het verzorgen van kwalitatief goed onderwijs. - Het creëren van goede arbeidsvoorwaarden op een rechtspositionele basis. Ter realisering van bovengenoemde doelgebieden, is het volgende van belang. Formatieplan Het schoolbestuur stelt een meerjarenformatieplan op. Jaarlijks wordt het formatiebudget per school vastgesteld, met inachtneming van het perspectief op behoud van werkgelegenheid. Bij het opstellen van het formatieplan wordt rekening gehouden met: - deskundigheid, specialisaties en ervaring, - persoonlijke voorkeuren van leerkrachten, - seniorenbeleid binnen de ruimte die de cao po biedt, - deeltijdarbeid, - bovenschools beleid, - samenstelling van de groepen leerlingen. Schoolplan Obs Wiene
Pagina 19
Taakbeleid In het beheersen van de taakbelasting van het personeel wordt er op toegezien dat er een zo evenredig mogelijke verdeling en spreiding van werkzaamheden plaatsvindt. Er wordt rekening gehouden met arbeidsomstandigheden van bepaalde groepen, beginnende en senioren leerkrachten. De taakverdeling wordt opgenomen in het jaarlijkse activiteitenplan. Deze wordt ingepast in de jaarkalender van de school waarin ook de vergadercycli, bijzondere onderwijskundige en voorgenomen (buitenschoolse) activiteiten zijn opgenomen. Samen met het overzicht van de werktijdeninzet van ieder personeelslid, vormt dit een soort van “jaarcontract” waar alle betrokkenen zich aan moeten houden. Jaarlijks wordt deze geëvalueerd en contractueel weer vastgesteld voor een volgende schooljaarkalender. Van de niet lesgebonden taken binnen het taakbeleid houden leerkrachten zelf bij hoeveel tijd deze taken kosten. Tijdens het functioneringsgesprek wordt dit onderwerp besproken. De ontwikkeling van ons personeel Vanaf 1 augustus 2006 zijn de Wet op de Beroepen In het Onderwijs (wet BIO) en het Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel dat daarop berust, van kracht. In deze wet is geregeld dat leerkrachten bekwaam dienen te zijn en te blijven bij de uitoefening van hun beroep. De kwaliteitsstandaard is een beschrijvingsmodel met zeven competenties, die de gevraagde bekwaamheid van leerkrachten in beeld brengen. De school zal de leerkracht de gelegenheid bieden deze te ontwikkelen en te onderhouden. Iedere leerkracht is verantwoordelijk voor het vullen en onderhouden van zijn persoonlijke bekwaamheidsdossier. De ingeslagen weg om te komen tot deze bekwaamheidsdossiers is gegaan middels het opstellen van persoonlijke actieplannen (pap) aan de hand van gemaakte afspraken binnen onderwijsinhoudelijke bijeenkomsten van B.O.O.M. Waarna vanuit persoonlijke ontwikkelingsplannen (pop) wordt gewerkt aan de gewenste competenties. Als vervolg op het B.O.O.M.-traject wordt voor de nieuwe planperiode gekozen voor BEO; Boeiend en Effectief Onderwijs. Een verdere competentieontwikkeling van het personeel toegespitst op het verhogen van de leeropbrengsten van met name taal, lezen en rekenen. Door de invoering van de functiemix komen er meer gespecialiseerde LB-functionarissen binnen de scholen die een toegevoegde waarde hebben bij de onderwijskundige ontwikkelingen. Nascholing Ieder jaar wordt door de centrale directie een nascholingsoverzicht opgesteld aan de hand van volgende criteria: - de nascholing moet passen binnen de schoolontwikkeling, - de nascholing moet relevant zijn voor de groep of taak van een leerkracht, - de nascholing past binnen het persoonlijke ontwikkelingsplan van de leerkracht. Ambitieuze leerkrachten worden gestimuleerd zich te bekwamen in bepaalde vakgebieden die passen bij de ontwikkelingen genoemd in het schoolplan. Daarbij gebruik maken van de lerarenbeurs is een van de mogelijke bekostigingsvormen.
IPB In het kader van het integrale personeelsbeleid worden functionerings- en POP-gesprekken verder ontwikkeld. Een oriëntatie op het voeren van beoordelingsgesprekken is in deze planperiode opgenomen.
Schoolplan Obs Wiene
Pagina 20
Jaarlijks, medio november, wordt de personeelsenquête aangepast en afgenomen. Personeelsleden worden gestimuleerd gebruik te maken van de mogelijkheid van vrijwillige mobiliteit. Na evaluatie van de eerste functiemixronde wordt bekeken hoe de verdere invulling van deze carrièremogelijkheid kan worden vormgegeven.
7. Kwaliteitsbeleid Kwaliteitsbeleidsplan Openbaar Onderwijs Hof van Twente 1. Waarom kwaliteitsbeleid? – Doelstellingen In het meerjarenbeleidsplan legt de school, uitgaande van de schooldoelstellingen en de missie, de beleidsvoornemens voor de komende periode vast. Een van de belangrijkste doelstellingen, neergelegd in zowel de missie als in specifieke beleidsvoornemens, is het streven naar kwaliteit. Kwaliteitszorg kan gedefinieerd worden als het zicht houden op en verbeteren van kwaliteit, volgens het systematisch doorlopen van de PDCA-cirkel: Plan Do Check Act. Op de scholen van Openbaar Onderwijs Hof van Twente gebeurt dat in algemene zin door het hanteren van deze beleidscyclus. In meer specifieke zin gebeurt dat door het vormgeven en uitvoeren van kwaliteitsbeleid: op systematische wijze en continu nagaan of de school waarmaakt wat zij in plannen en beleidsvoornemens belooft. Naarmate scholen meer autonomie krijgen om het onderwijs naar eigen inzichten in te richten en vorm te geven, ligt het voor de hand dat de overheid (die de middelen daartoe verstrekt) en de ouders en leerlingen (voor wie het onderwijs bedoeld is) meer zicht willen krijgen op de kwaliteit. Met dit kwaliteitsbeleidsplan sluiten we als scholen aan op de landelijke tendens dat scholen zelf verantwoordelijk zijn voor hun eigen kwaliteit en kwaliteitszorg. Het plan heeft een hoog ambitieniveau en we creëren daarmee een gedegen systeem van kwaliteitszorg. 2. Kwaliteitszorg – De betrokkenen De kwaliteit van een school wordt bepaald door iedereen die in meer of mindere mate bij de school betrokken is. Kwaliteit komt in eerste instantie ten goede aan de leerlingen, aan hun leerproces en de resultaten daarvan. Als het gaat om het meten en vaststellen van de kwaliteit vormen de leerlingen dan ook een belangrijke bron van informatie. Maar in feite nemen alle bij de school betrokken partijen deel aan de dialoog waarin de kwaliteit bepaald en bewaakt wordt. Partners hierin zijn; het bestuur, de bovenschoolse directie, locatiedirecteuren onderwijzend en onderwijs ondersteunend personeel, leerlingen, ouders, peuterspeelzalen en voortgezet onderwijs. 3. De cyclische opzet De basis van elke activiteit op het gebied van kwaliteitszorg is de PDCA-cirkel (Plan Do Check Act). Dit betekent dat een activiteit eerst gepland wordt, daarna uitgevoerd en vervolgens geëvalueerd. Tot slot leidt de evaluatie tot (verbeter)acties, waarop opnieuw de PDCA-cirkel van toepassing is.
Schoolplan Obs Wiene
Pagina 21
Verschillende afspraken zijn bovenschools vastgesteld. Elke school kan binnen deze afspraken extra activiteiten ondernemen en uitvoeren. In het activiteitenplan, paragraaf 6, is de planning van de school weergegeven. Globaal kunnen de activiteiten worden ingedeeld naar de volgende frequentie: a. eenmaal per vier jaar: - een toetsing van de zelfevaluatie van de school door competente derden, door middel van een visitatie of audit (= kwaliteitsonderzoek, uitgevoerd door externe 'auditoren'). - waarderingsonderzoeken onder representatieve groepen ouders of leerlingen. - beoordelingscyclus voor de personeelsleden. b. jaarlijks: - gesprek met ad random gekozen groep ouders en leerlingen; - analyse van leerresultaten, op school- groeps- en individueel niveau, bijv. toetsgegevens uit LVS; - % verwijzingen naar SO; % leerlingen met aangepaste leerlijn - beleidscyclus op bovenschools niveau: strategische dag(en) meerjarenbeleidsplan / schoolplan jaarverslag; - beleidscyclus van de scholen: doelstellingen evaluatie c. meerdere malen per schooljaar: - analyse van uitkomsten van methodegebonden toetsen en toetsen uit LVS (per vak, per leerjaar) - analyse van vorderingen sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen - analyse van vorderingen zorgleerlingen (ahv handelingsplannen en evaluaties) d. eenmalig, naar behoefte: - kleinschalige onderzoeken, in bijv. een leerjaar of per vak. 4. De organisatie van de kwaliteitszorg Zoals in paragraaf 2 is aangegeven, is de schoolleiding (bovenschoolse directie en locatiedirecteuren) verantwoordelijk voor de opzet en uitvoering van het kwaliteitsbeleid. Maar alle betrokkenen bepalen samen de kwaliteit van de school. Als kwaliteit ontstaat in een dialoog tussen alle betrokkenen, betekent het dat allen in de dialoog een gedeelde verantwoordelijkheid hebben. De uitvoering van kwaliteitsbeleid kan nooit een zaak zijn van de schoolleiding. Alleen als allen doordrongen zijn van het belang ervan en meewerken aan de realisering van de doelen, kan het kwaliteitsbeleid leiden tot een verhoging van de kwaliteit van de school en de kwaliteit van het leren. In de praktijk betekent dit dat de (bovenschoolse) directie zorg draagt voor de uitvoering van het plan. Zij schakelt daarbij die personen in de bij het onderhavige onderdeel nodig zijn, c.q. daarop aangesproken kunnen worden. De diverse (zelfevaluatie)activiteiten zullen regelmatig leiden tot gegevens die in rapportvorm beschikbaar komen. De locatiedirecteur van de school verantwoordt de zorg voor kwaliteit in het jaarverslag aan bovenschools management en bestuur. 5. Methoden en instrumenten We zien ouder-leerlingengesprekken niet als doel op zich, maar als middel om de borging en verhoging van kwaliteit op school te bereiken. Kwaliteitsbeleid is een onderdeel van het totale beleid. De samenhang tussen de verschillende beleidsterreinen worden in het schoolplan zichtbaar gemaakt. Hierdoor is er sprake van integrale kwaliteitszorg.
Schoolplan Obs Wiene
Pagina 22
6. Activiteitenplan en logboek a. Activiteitenplan In onderstaand activiteitenplan wordt een overzicht gegeven van de activiteiten die jaarlijks op het gebied van kwaliteitszorg worden ondernomen. In dit overzicht wordt in kolommen aangegeven welke activiteit wanneer plaatsvindt en wie verantwoordelijk is voor de uitvoering
KWALITEITSBELEID; het activiteitenplan Wat moet er gebeuren
Op welke termijn
Zelfevaluatie scholen EWS
2011-2014
(Trend) analyse leerresultaten (ind, groep en school) = methodeonafhankelijke toetsen + eindtoets CITO Analyse methodegebonden toetsen Analyse vorderingen sociaal emotionele ontwikkeling kinderen Analyse vorderingen zorgleerlingen Ouder enquête; Met bestuursmodule Gesprek met representatieve groep ouders a.d.h.v. lijst met aandachtspunten Tevredenheid leerlingen Tevredenheid leerkrachten Percentage verwijzing SBO Percentage lln. met aangepaste leerlijnen Uitstroom naar VO Lln. 3 jaar volgen bovenschools, strategische dag(en) bovenschools, meerjarenbeleidsplan schoolplan – jaarplan bovenschools, jaarverslag
Schoolplan Obs Wiene
Wie is waarvoor verantwoordelijk Bovenschoolse directie
Minimumeisen bestuur
Besluit
Normering > 75%
Na elk CITOtoets-moment.
LD
Jaarlijks, ook op groeps- en schoolniveau.
Gezamenlijk vastgesteld Pilot digitaal LOVS
2x per jaar cyclus CITO. Min. 1x per jaar m.b.v. bespreeklijsten Lln. bespreking
LK + IB LD team
Meermalen schooljaar Meermalen schooljaar
IB + LK
Derde jaar van de planperiode
LD
jaarlijks
LD
Meermalen schooljaar Eén keer per 4 jaar (voor nieuwe schoolplanperiode) Jaarlijks
jaarlijks
LD
jaarlijks
Jaarlijks bij FG laten invullen jaarlijks
LD
jaarlijks
IB + LD
Jaarlijks
jaarlijks
IB + LD
Jaarlijks
jaarlijks
LD
Jaarlijks
Jaarlijks
CD / LD
Jaarlijks
Jaarlijks
CD / LD
Jaarlijks
Jaarlijks
CD / LD
Jaarlijks
Gesprek met minimaal 4 ouders. Gesprek met leerlingenraad Formulier welbevinden Vermelding jaarverslag Vermelding jaarverslag Vermelding jaarverslag Initiatief bestuur Initiatief bestuur Initiatief bestuur Pagina 23
Wat moet er gebeuren
Op welke termijn
Beleidscyclus van de scholen, doelstellingen en evaluatie POP/Functioneringsgesprekken personeel
Jaarverslagen per kalenderjaar Jaarlijks in cyclus 2 jaar
Beoordelingscyclus personeelsleden
Wordt nader ingevuld
Wie is waarvoor verantwoordelijk LD
Minimumeisen bestuur
Besluit
Jaarlijks, aanleveren in september
CD / LD
CD / LD
Wordt nader ingevuld
Op een studiedag
b. Logboek Het “Logboek kwaliteitszorg” is een bundeling van beleidsdocumenten die de activiteiten vormen voor dat betreffende schooljaar. Van iedere activiteit die in het kader van kwaliteitszorg wordt ondernomen, zullen de werkwijze, de voortgang en beoogde resultaten vermeld worden. 7. De kwaliteit van de kwaliteitszorg – Plan en evaluatie Door maatschappelijke ontwikkelingen gaat extern verantwoorden van kwaliteit een steeds grotere rol spelen en heeft kwaliteitszorg een prominentere rol gekregen in de ontwikkeling van de school. De verregaande samenwerking van de scholen binnen het openbaar primair onderwijs in Hof van Twente heeft geleid tot een bovenschoolse aanpak van de kwaliteitszorg. De gemaakte afspraken zijn verwerkt in de schoolplannen van alle betrokken scholen. Het centrale directie zal middels de jaarverslagen van de scholen evalueren hoe het kwaliteitsbeleid wordt vormgegeven en op basis hiervan mogelijke bijstellingen voorleggen binnen het directieoverleg.
Schoolplan Obs Wiene
Pagina 24
Kwaliteitszorg Model PLAN Vanuit visie (langetermijnperspectief, denkkaders, waarom willen we doen wat we doen?) en analyse/diagnose (van eigen kwaliteit) wordt een beleidsplan ontwikkeld.
Visie
Beleidsplan bestaat uit: -
Beleidsplan / ontwikkelplan
-
Verantwoording visie Analyse en diagnose huidige situatie Omschrijving gewenste situatie Meerjarendoelen Jaarplanning doelen, eerste jaar uitgewerkt in jaarplan Uitvoering/werkwijze Plan van aanpak kwaliteitsmeting en evaluatie
Beleidsplan wordt vastgesteld
Jaarplan DO Uitvoeringsfase
uitvoering
CHECK Reflecteren, evalueren, meten
Evaluatie in jaarverslag
ACT Doelen bijstellen op basis van bevindingen PLAN Vanuit visie en beleidsplan nieuw jaarplan.
Schoolplan Obs Wiene
Doelen zijn omgezet in jaardoelen en plan van aanpak (SMART en PDCA cyclus per doel). - inhouden en opbrengsten - de werkwijze - onderwijskundig leiderschap - integraal personeelsbeleid, kwaliteitszorg, teamontwikkeling SMART doelen worden geëvalueerd. Verantwoording in jaarverslag en gerapporteerd aan belanghebbenden.
Doelen bijstellen
De bijstellingen vinden plaats op basis van ervaringen, evaluaties en vanuit oorspronkelijk
Jaarplan
Vaststellen van jaarplan, daarna Do-fase
Pagina 25
8. Leerlingenzorg Algemeen OBS Wiene maakt deel uit van Samenwerkingsverband 7.01. Het beleid op het gebied van leerlingenzorg wordt voor een belangrijk deel hierdoor bepaald. In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe de leerlingenzorg georganiseerd is.
Afsprakendocument Leerlingenzorg De structuur van de leerlingenzorg is op OBS Wiene beschreven in het afsprakendocument Leerlingenzorg. Dit document wordt jaarlijks bekeken en eventueel bijgesteld. In dit hoofdstuk worden de afspraken kort beschreven.
De rol van de Intern Begeleider De leerlingenzorg valt onder de verantwoordelijkheid van de intern begeleider. De IB-er heeft taakuren gekregen om die taak in te vullen. Ons samenwerkingsverband 7.01 heeft de taken van de interne begeleider omschreven. Er zijn coördinerende, begeleidende en innovatieve taken. Coördinerende taken: Opstellen van procedures en richtlijnen; o.a. het opzetten en uitwerken van het LVS; Organiseren van onderzoek en hulp; Bewaken van procedures en afspraken; Voorbereiden en voorzitten van leerlingenbesprekingen en Consultatief Overleg; Regelmatig overleg met de locatiedirecteur; Dossiervorming en dossierbeheer; Zorgdragen voor afname v.d. toetsen; Coördineren van aanmelding en verwijzing van leerlingen voor interne zorg (remedial teacher, logopediste, motorisch remedial teacher, maatschappelijk werk, psycholoog, schoolverpleegkundige, etc.); Coördineren van aanmelding en verwijzing van leerlingen bij WSNS: CLZ, PCL en Expertis (aanmeldingsformulieren invullen, gesprekken plannen, gesprekken bijwonen, afspraken vastleggen); Contacten onderhouden met andere interne begeleiders uit het samenwerkingsverband (WSNS) door het bijwonen van IB- bijeenkomsten; Bijwonen bijeenkomsten Jeugdhulpteam; Onderhouden van contacten met ambulante begeleiders van de clusterscholen; Onderhouden van contacten met externe instanties; Begeleidende taken: Collegiale consultatie: hulp en advies aan collega’s m.b.t. zorgleerlingen, didactische vragen e.d. wanneer daar behoefte aan is; Indien gewenst, leerkrachten hulp bieden bij het maken van een groepsplan of individueel handelingsplan; Leerkrachten ondersteunen bij het zoeken van remediërend materiaal; Observeren van klassensituaties; Informeren van leerkrachten en directie; Onderhouden van contacten met ouders van zorgleerlingen; Leerkrachten coachen t.o.v. hun eigen leerkrachtgedrag.
Schoolplan Obs Wiene
Pagina 26
Innoverende taken: Kennis overdragen bij inhoudelijke teamvergaderingen; Analyseren van de zorgverbreding: uitwerken van didactische leerlijnen n.a.v. toetsresultaten en gegevens afkomstig uit leerlingenbesprekingen, plannen/ideeën terugkoppelen naar het team; Evalueren van de zorgverbreding; Initiatieven nemen in innovatieve veranderingen m.b.t. het didactisch en sociaal functioneren van de leerlingen binnen de school; Initiatieven nemen in veranderingen m.b.t. onderwijskundig beleid. De ontwikkeling van de leerlingen wordt op verschillende manieren gevolgd, namelijk door observaties, methodegebonden toetsen en niet methode gebonden toetsen. De leerkracht houdt de ontwikkeling van de leerlingen in eerste instantie bij in de groeps- en klassenmap. Voor de niet methodegebonden toetsen maken wij gebruik van de toetsen van CITO. Alle toetsresultaten worden opgeslagen in het CITO Leerling- en Onderwijsvolgsysteem. Met dit digitale systeem krijgen we een goed overzicht van de ontwikkeling van de leerlingen. De intern begeleider beheert de resultaten.
Afname toetsen CITO LVS De toetsen van het CITO LVS worden door de leerkrachten zelf afgenomen (in de klas), met uitzondering van de DMT en AVI. Deze worden individueel en buiten de klas afgenomen. Op de toetskalender staat vermeld in welke maanden de toetsen afgenomen worden. De leerkracht zoekt zelf alle toetsmaterialen bij elkaar. De verwerking van de toetsen gebeurt ook door de leerkrachten zelf. De gegevens kunnen na afname door de leerkracht worden ingevoerd in het CITO LOVS computerprogramma. Door dit programma kunnen vergelijkingen op groeps- en op schoolniveau eenvoudiger worden gedaan, waardoor er tijdig kan worden geanticipeerd op achterblijvende prestaties.
Handelingsplannen Na elke CITO toets worden de resultaten van de leerlingen besproken door de groepsleerkracht(en) met de intern begeleider. Wanneer een leerling een E, D of een lage C score (of een IV of V score) heeft behaald, analyseert de groepsleerkracht de uitkomsten. In overleg met de intern begeleider worden er eventuele vervolgstappen ondernomen. Deze kunnen worden beschreven in een handelingsplan. Het individuele handelingsplan wordt opgesteld voor één leerling, het groepshandelingsplan wordt opgesteld voor een groep(je) leerlingen. Bij risico- en rugzakleerlingen wordt het plan altijd opgesteld in samenwerking met de IB’er. Een kopie van de opgestelde handelingsplannen gaat naar de IB’er. Hij/zij controleert of het plan aan de gestelde eisen voldoet. In de handelingsplannen moeten SMART doelstellingen staan: Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden. Na 6 tot 8 weken dient het handelingsplan geëvalueerd te worden samen met de intern begeleider. In de groepsmappen bevinden zich de lopende handelingsplannen en plannen van aanpak. In het dossier komen de afgeronde handelingsplannen, inclusief de evaluaties. Tijdens de planperiode wordt onderzoek gedaan naar het digitaliseren van leerling-dossiers.
Schoolplan Obs Wiene
Pagina 27
Het CO, de CLZ en de PCL De leerkracht is verantwoordelijk voor de zorg van de leerlingen in zijn of haar klas. De intern begeleider ondersteunt de leerkrachten bij deze zorg en bij hun hulpvragen. Het kan zijn dat de hulpvraag zo complex is dat er externe hulp ingeschakeld moet worden. De leerlingen kunnen dan aangemeld worden voor het consultatief overleg (afgekort tot CO). Voor deze aanmelding bestaat een standaardprocedure. Deze procedure en alle aanmeldformulieren zijn terug te vinden onder de kop: “Draaiboek 1 loket” op de website van het samenwerkingsverband: www.wsns-swv7.01.nl. Wanneer de leerkracht en de intern begeleider besluiten om externe hulp in te schakelen, worden de ouders ingelicht en om toestemming gevraagd. De leerkracht en de intern begeleider vullen formulier 5.1 in, het aanmeldformulier voor het CO. Het aanmeldformulier moet worden ondertekend door de ouders/verzorgers. De leerling wordt besproken in het CO. Dit kan leiden tot eventuele vervolgstappen, zoals bijvoorbeeld een observatie in de klas of een (capaciteiten) onderzoek. De leerkrachten en de intern begeleider overleggen vóór het CO welke hulpvragen er zijn. Wanneer de geboden hulp vanuit het CO onvoldoende blijkt, kan de leerling worden aangemeld voor de Commissie Leerlingenzorg (CLZ). Hiervoor worden de formulieren 5.2. en 5.3. gebruikt. Ouders moeten kennis hebben van de inhoud van de ingevulde formulieren en zij dienen deze te ondertekenen. Er kan worden besloten tot een CLZ aanmelding wanneer er behoefte is aan advies van de CLZ, maar ook wanneer verwijzing naar het Speciaal Basisonderwijs wordt overwogen. Als blijkt dat de zorg die de leerling nodig heeft niet meer op onze school geboden kan worden, wordt de leerling aangemeld bij de Permanente Commissie Leerlingenzorg (afgekort PCL) middels formulier 5.5. Ouders moeten kennis hebben van de inhoud van het ingevulde formulier en zij dienen dat te ondertekenen. De PCL bepaalt of de leerling wordt toegelaten tot het speciaal onderwijs.
Gesprekken met ouders Jaarlijks vinden er één of meer gesprekken met ouders plaats naar aanleiding van het rapport. Tijdens deze gesprekken worden er eventueel afspraken gemaakt. De gemaakte afspraken worden opgeborgen in de groepsmap, achter het tabblad van de individuele leerling. Naast de geplande gesprekken met ouders, vinden er ook tussendoor gesprekken plaats. Ook hiervan dienen eventueel gemaakte afspraken genoteerd te worden. Er is inmiddels een begin gemaakt met het digitaal opslaan van dergelijke gegevens.
Contacten met externen Voor risico- en rugzakleerlingen vindt er regelmatig overleg plaats met externen, zoals ambulante begeleiders, logopedisten e.d . De groepsleerkracht en de intern begeleider zijn de contactpersonen. De betrokken externe maakt een verslag van het gesprek. Het verslag komt in de groepsmap, achter het tabblad van de individuele leerling.
Schoolplan Obs Wiene
Pagina 28
Groepsbesprekingen Een tot twee keer per jaar vindt er een groepsbespreking plaats. De eerste groepsbespreking is in oktober of november en de tweede in april of mei. De groep wordt in zijn geheel besproken (cognitief en sociaal emotioneel) en vervolgens de leerlingen individueel. Eventuele hulpvragen van de leerkracht kunnen aan de orde komen. Van de bespreking wordt een verslag gemaakt door de intern begeleider. Een exemplaar wordt opgeborgen in de groepsmap en een exemplaar komt in de map van de IB’er.
Toetsbesprekingen Naar aanleiding van de toetsen van het CITO LVS vinden er in maart en juli toetsbesprekingen plaats, De resultaten van alle leerlingen op de toetsen worden besproken door de groepsleerkracht en de intern begeleider. Samen worden vervolgafspraken gemaakt. De toetsbesprekingen worden een maand na de gemaakte toetsen gepland. Op de algemene toetskalender staat wanneer de toetsen afgenomen moeten worden. De besprekingen worden gepland in overleg met de IB’er. Van de bespreking wordt een verslag gemaakt door de intern begeleider. Een exemplaar komt in de groepsmap en een exemplaar komt in de administratie van de IB’er.
Observaties De IB’r komt observeren in de groepen. Hierdoor krijgt de IB’er een beeld van de groep en de individuele leerlingen. Wanneer er behoefte aan is (vanuit IB of hulpvraag leerkracht) dan kan er vaker worden geobserveerd.
Ontwikkelpunten Hieronder staan de belangrijkste ontwikkelpunten voor OBS Wiene m.b.t. de leerlingenzorg voor de komende jaren (2011-2015) genoemd:
Digitaliseren van de administratie van (leerling)gegevens. Handelingsgericht werken nader invoeren (waarnemen-begrijpen-plannen-realiserenevalueren) Aanpassingen van Handelingsplannen en Plannen van Aanpak; concretere analyses door de leerkrachten van toetsen; formuleringen in plannen (meer) SMART. Opbrengstgericht werken: opstellen analysedocument(en) en verbeterplannen. Invoeren Early Warningsystem Op ICT-gebied blijven zoeken naar speciale programma’s voor leerlingen met leerachterstanden en/of leerproblemen. Passend onderwijs: o.a. opstellen zorgprofiel(en). (De ontwikkelingen zijn op dit moment helaas nog niet geheel duidelijk.) Vernieuwing van de CITO LOVS toetsen en herziening van de toetskalender.
Schoolplan Obs Wiene
Pagina 29
9. Huisvesting, inrichting en financiën Huisvesting. De 13 openbare scholen van Stichting OPO Hof van Twente in de gemeente Hof van Twente verkeren in het algemeen in een redelijke staat van onderhoud. Elk jaar wordt er bekeken welke noodzakelijke onderhoudswerkzaamheden nodig zijn. Wij kennen twee soorten aanvragen. De eerste is bij de gemeente als lokale overheid en de tweede zijn de aanvragen bij het eigen bestuur. Leidraad voor aanvragen huisvesting onderhoud gemeente zijn de door de gemeente opgestelde Therorapporten. Deze rapporten worden in principe een keer per 3 jaar geactualiseerd. De laatste versie is van begin 2008, voor de periode 2008-2017. Onderhoud schoolgebouwen buitenkant De schoolbesturen dienen jaarlijks voor 1 februari aanvragen in voor het groot onderhoud van een schoolgebouw minus het schilderwerk. De gemeenteraad stelt voor groot onderhoud jaarlijks financiële middelen beschikbaar. De besteding en uitvoering ligt in handen van het college. Onderhoud schoolgebouwen binnenkant De scholen dienen elk jaar aan de hand van een schouw hun aanvragen in voor het onderhoud aan de binnenkant van het schoolgebouw en het schilderwerk voor binnen en buiten voor het komende jaar. We proberen zoveel mogelijk aanvragen te bundelen i.v.m. de kostenbesparing. Scholenplan gemeente Het scholenplan van de gemeente gaat over de jaren 2006 – 2015. In 2011 is er een evaluatie en actualisatie. Drie scholen zijn opgenomen voor nieuwbouw in het scholenplan van de gemeente. Voor ons bestuur betreft het Obs ‘t Gijmink in Goor. In dit programma staan de ontwikkelingen met betrekking tot ver-/nieuwbouw in samenhang in beeld gebracht. In de nota worden de voorwaarden voor wat betreft de vervangende bouw van een schoolgebouw aangegeven. Veiligheid De brandveiligheid van de schoolgebouwen is bij alle scholen vergroot door het plaatsen van brandmeldinstallaties. In verband met de eisen van de verzekeringsmaatschappij heeft de gemeente besloten om in alle scholen een inbraak- en/of ontruimingsinstallatie te plaatsen. Deze zijn in 2011 helemaal geoptimaliseerd conform de eisen van de huidige wetgeving. De veiligheid rond de scholen is opgenomen in het gemeentelijk mobiliteitsplan (GMP). Dit plan is vastgesteld door de gemeenteraad en zal een leidraad zijn bij ver- en bouwplannen van de scholen en de buitenomgeving. Bij deze plannen zal de gemeente integraal kijken en overleggen met alle betrokkenen welke aanpassingen er moeten komen en welke noodzakelijke maatregelen er moeten worden getroffen om de veiligheid rond de school zo optimaal mogelijk te maken. Onderwijskundige vernieuwingen De gemeente heeft geld beschikbaar gesteld in het kader van onderwijskundige vernieuwingen. Bijna alle scholen hebben hiervan al gebruik kunnen maken en de laatste zal in het komende jaar plannen maken om de school bouwkundig te gaan aanpassen. In dit geval samen met het buurtschap.
Schoolplan Obs Wiene
Pagina 30
Financiën. Na de verzelfstandiging van het openbaar onderwijs in de Hof van Twente per 1 januari 2008 met een eerste begroting onafhankelijk van de gemeente, zijn we de afgelopen jaren bezig geweest met het beter in beeld krijgen van alle schoolspecifieke financiële onderdelen, alsmede de bovenschoolse en de bestuurlijke. In oktober 2008 heeft het bestuur het “Financieel Beleidsplan 2008” vastgesteld. Dit beleidsplan is het onderliggende stuk voor deze financiële paragraaf in het schoolplan 2011 – 2015. Zoals ook in bovengenoemd plan staat beschreven is monitoring een belangrijk aspect om snel en helder zicht te houden op de financiële situatie van de scholen afzonderlijk en de stichting in totaliteit. Jaarlijks vinden er ter voorbereiding van de nieuwe begroting (en de meerjarenbegroting) gezamenlijke en afzonderlijke gesprekken plaats met de locatiedirecteuren, betreffende de uitgaven en de investeringsplannen. Bij de begroting van 2011 hebben we voor het eerst niet gelijktijdig een meerjarenbegroting vastgesteld. De oorzaak hiervoor ligt in het feit dat we door de te verwachten krimp van het leerlingenaanbod binnen de Hof van Twente te maken zullen krijgen met een daling van het aantal leerlingen en daardoor met minder inkomsten van het rijk. Ook andere negatieve autonome ontwikkelingen in de rijks- en gemeentefinanciën zullen er toe leiden dat onze begrotingen in de komende jaren onder druk komen te staan. De centrale directie en het bestuur zijn in het eerste kwartaal van 2011 intensief bezig geweest om alle mogelijke doorrekeningen met de daaraan verbonden consequenties in beeld te brengen. Tijdens dit proces is er regelmatig overleg geweest met de financiële commissie van de GMR. Een en ander heeft erin geresulteerd dat op 31 maart 2011 het bestuur de meerjarenbegroting 2011-2015 heeft vastgesteld. De meerjarenbegroting laat een beeld zien dat we na nog een paar stabiele jaren ( 2011 en 2012) financieel een aantal zware en moeilijke jaren tegemoet gaan, waarbij de te verwachten jaarrekening in de rode cijfers zullen komen en er een beroep gedaan zal moeten worden op de financiële reserves. De hoofdzaak van de problemen ligt in het feit dat we een aantal jaren meer personeel in vaste dienst zullen hebben, dan we op basis van het leerlingenaantal vanuit het rijk gefinancierd krijgen. Uit de doorrekeningen is gebleken dat we vanaf ongeveer 2015 door natuurlijke afvloeiing weer in de pas zullen lopen. Het zal, zoals het zich op dit moment laat aanzien, niet nodig zijn om een sociaal plan te maken, hetgeen noodzakelijk is wanneer we vaste medewerkers gedwongen zouden moeten ontslaan. Wel zal de ingestelde vacaturestop de komende jaren zo het zich nu laat aanzien gehandhaafd blijven. Ondanks het feit dat de voorziene financiële problemen voornamelijk liggen op het personele vlak ( ongeveer 82 – 85% van de totale begroting) zal er ook binnen de huisvesting, leermiddelen en de ICT een sober beleid gevoerd moeten worden, waarbij handhaving van de huidige kwaliteit uitgangspunt is. De huidige kwaliteit van onze gebouwen en leermiddelen wordt op dit moment door zowel medewerkers als ouders als ruim voldoende tot goed gekwalificeerd. Van jaar tot jaar zal met de scholen overleg zijn welke investeringen er wel en niet gedaan kunnen worden. We zullen blijven doorgaan met het principe van solidariteit tussen al onze scholen, waarbij steeds opnieuw een afweging zal worden gemaakt of we zaken wel of niet bovenschools kunnen of moeten organiseren. Bij ICT is in de afgelopen jaren duidelijk gebleken dat bovenschoolse inzet van middelen heeft geleid tot positieve effecten. Deze werkwijze zal ook verder worden onderzocht en waar mogelijk nog verdergaand worden gehanteerd op het gebied van aanschaf van meubilair c.q. leermiddelen en onderhoud. Schoolplan Obs Wiene
Pagina 31
Voor wat betreft meubilair en huisvesting zal er in de komende jaren een sober en terughoudend beleid gevoerd gaan worden. Bij aanschaf van nieuw meubilair zal uitwisselbaarheid tussen alle scholen uitgangspunt zijn. Thero rapportages betreffende het bestuurlijk onderhoud van onze gebouwen zullen niet als leidend worden gehanteerd, maar worden afgezet tegen eigen jaarlijkse schouwuitkomsten en de financiële ruimte. Tenslotte zal de prioriteit voor bestuur en centrale directie blijven liggen bij de leerkracht voor de klas, goed en up to date lesmateriaal en een voldoende staat van onderhoud van onze gebouwen.
10.Informatie – en communicatietechnologie 1.
Bovenschools
1. Algemene inleiding In de afgelopen planperiode heeft ICT op de scholen binnen onze stichting een behoorlijke impuls gekregen. Een werkgroep met alle ICT-ers heeft een steeds grotere rol gekregen in het totale ICT-beleid (=netwerkgroep ICT). Overleg en samenwerking waren de belangrijkste pijlers. Daarnaast heeft een lid van de centrale directie ICT als portefeuille gekregen en kan daardoor direct de werkgroep aansturen. Naast deze kwaliteitsslag hebben twee ICT-ers formatie gekregen zodat zij werkzaamheden op ICT-gebied voor de totale organisatie kunnen uitvoeren. Hiervoor is er een werkomschrijving gemaakt, deze is reeds voorgelegd aan de GMR. Deze werkwijze willen we de komende planperiode handhaven en versterken. Elke 6 werkweken komt de netwerkgroep ICT met alle ICT-ers bijeen. Naast de inhoudelijke kant van de ICT is ook het financiële in beeld gebracht. Alle ICT-gelden die de scholen van rijkswege ontvangen worden bovenschools samengevoegd. Op basis van de meerjarenplanning wordt er jaarlijks een begroting gemaakt, bestaande uit een bovenschools deel en een schoolspecifiek deel. Alle hardware wordt (op basis van een meerjarenplanning) bovenschools aangeschaft, onderhouden en vervangen. Ook de afschrijving op al deze apparatuur wordt bovenschools geregeld. De individuele scholen ontvangen vanuit het resterende een bedrag per leerling dat zij naar eigen inzicht t.b.v. ICT kunnen inzetten. Uitgangspunt bij de afschrijvingen van software behorende bij de methodes is dat deze bij de afschrijving van de totale methode komt en daarbij ook afgeboekt wordt. De bestuurslicenties voor ICT (deklas.nu, APS Windows Desktop-pakket, NOD-software en Klassetv) worden bovenschools afgeboekt bij ICT en de jaarlijkse verplichtingen/abonnementen worden op schoolniveau afgeboekt bij ICT. Verder willen we met dit beleidsstuk aangeven wat we in de komende vier jaar willen bereiken, welke doelen we ons gaan stellen en hoe we die willen gaan halen. Elk jaar zal er een evaluatie plaatsvinden. In de onderstaande hoofdstukken gaan we hier verder op in. 2. Visie ICT speelt een belangrijke rol in het hedendaagse onderwijs. We focussen op deskundigheid. Alle leerkrachten beschikken over een bepaalde basiskennis op het gebied van ICT, maar willen die kennis en vaardigheden ook graag uitbreiden. Dit zullen we ook zeker stimuleren. In de toekomst gaan we de ICT-competenties voor alle leerkrachten vergroten en gaan we minimale eisen opstellen voor de leerkrachten die werken of gaan werken bij onze stichting.
Schoolplan Obs Wiene
Pagina 32
De aanwezige computers op alle scholen gaan we volgens een bovenschools plan vervangen in een vastgesteld financieel kader. Voor de komende planperiode is het streven om het aantal werkstations op de scholen te handhaven op 1 op 6, dit was in de afgelopen jaren 1 op 7. We handhaven de richtlijn om de groepen 3 t/m 8 uit te rusten met een digitaal schoolbord met beamer en leerkracht computer. De groepen 1 en 2 krijgen centraal een scherm met beamer en computer. In dit geheel speelt nascholing voor de leerkrachten natuurlijk ook een belangrijke rol. Tijdens deze planperiode moeten we kijken welke nieuwe technieken er worden ontwikkeld ter vervanging van de huidige digitale schoolborden. In het meerjaren financieel beleidsplan moeten we hier ook rekening mee houden. Uniformiteit en uitstraling van onze stichting ook in de digitale wereld krijgt zijn aandacht. De bestuurswebsite van OPO is hierbij een start en voorbeeld voor alle websites van de scholen. We zorgen ervoor dat er in de komende planperiode alle websites van de scholen worden ingericht. Deze kunnen dan op schoolniveau worden bijgehouden. 3. Organisatie & verantwoordelijkheden Alvorens in te gaan op de overlegstructuur binnen onze stichting lijkt het ons goed om een aantal uitspraken te doen omtrent de taken en verantwoordelijkheden van: Portefeuillehouder ICT en bovenschools ICT-ers De portefeuillehouder ICT in samenspraak met de bovenschoolse ICT-ers: o Geeft de verwachtingen van het bestuur en de centrale directie weer in het Bovenschools ICT Beleidsplan. o Kan de richtlijnen bepalen voor de besteding van ICT gelden, bijvoorbeeld i.v.m. gezamenlijke uitbreiding van infrastructurele zaken. o Accordeert meerjarencontracten met externe partijen. o Zit vergadering van het Netwerk ICT voor. o Verzorgt/ coördineert de (na)scholing van werknemers OPO HvT op ICT-gebied. o Verzorgen de inrichting van de nieuwe websites o Dragen zorg voor een goede migratie naar Deklas.nu3 Locatiedirecteuren De locatiedirecteur is verantwoordelijk voor: o het School ICT Beleidsplan o de aansluiting van de financiële paragraaf in dat plan met de begroting van de school, o de uitgaven uit het ICT budget, in lijn met het plan en binnen eventueel gestelde richtlijnen van het bestuur. o de toekenning van formatie en/ of taakuren aan een ICT-er. o het geven van een voorbeeldfunctie in het gebruik van ICT in de bedrijfsvoering; zoals het gebruik van email en MS Office ter voorbereiding van overleg; gebruik van PowerPoint in presentaties, etc. o het ondersteunen van de ICT-er bij het stimuleren van het gebruik van ICT door leerkrachten in de lessen; het zoveel mogelijk uniformeren (op hetzelfde niveau brengen) van inzet en gebruik van middelen in de lessen bij verschillende leerkrachten. o Het bespreken van de te verwachte competenties van de leerkrachten in sollicitatie- en functioneringsgesprekken.
Schoolplan Obs Wiene
Pagina 33
School ICT-er De ICT-er is verantwoordelijk voor het: o voorbereiden en uitwerken van het School ICT Beleidsplan. o adviseren van de directie bij ICT gerelateerde beslissingen. o vormgeven aan de toepassing van ICT binnen de school. o geven van eerste lijns ondersteuning aan eindgebruikers binnen de school. o verhelpen eenvoudige storingen, uitvoeren eenvoudige reparaties. o bijhouden van ontwikkelingen op het gebied van ICT en onderwijs. o stimuleren van leerkrachten om ICT in hun lessen in te zetten. o stimuleren van gebruikers om ICT-toepassingen te gebruiken. o deelnemen aan overleg binnen het “Netwerk ICT”, werkgroepen en andere overlegorganen of samenwerkingsverbanden binnen en buiten de scholen binnen OPO HvT. o plannen en bewaken van de uitvoering van beleid. o regelmatig actualiseren van wensen en eisen aan de infrastructuur. o ter zake doende informatie verspreiden, bijvoorbeeld leerkrachten bekend maken met nieuwe trainingen/ workshops. o uitvoeren van de relevante activiteiten op gebied van gebruikersbeheer (logins, wachtwoorden etc.) en binnen deklas.nu. o verslag uitbrengen in teamvergadering van het overleg van het Netwerk ICT. Overlegstructuren Bovenschools ICT-overleg Minimaal eens per twee weken heeft de portefeuillehouder ICT een werkoverleg met de bovenschoolse ICT-ers. In dit overleg wordt het ICT beleid en de uitvoering daarvan op de agenda gezet, met als doel het rapporteren van de voortgang van de plannen en mogelijke knelpunten daarin. Tevens worden vergaderingen van het “Netwerk ICT” voorbereid. Op deze manier hopen we de lijnen kort te kunnen houden en snel en adequaat in te springen op ontwikkelingen die zich voordoen. Netwerk ICT Minimaal 5 keer per jaar komen de ICT-ers van het “Netwerk ICT” bij elkaar. Dit netwerkoverleg wordt voorgezeten door de portefeuillehouder ICT vanuit de centrale directie. In dit overleg worden actuele problemen besproken, ervaringen uitgewisseld en worden activiteiten opgestart om de deskundigheid van de ICT-ers, leerkrachten en directies te bevorderen. De vergaderingen van het “Netwerk ICT” worden bij toerbeurt genotuleerd. BIC-TA De BIC-TA is een samenwerkingsverband tussen bovenschools ICT-ers van de scholen in Twente en de Achterhoek. De stichting OPO HvT wordt tijdens bijeenkomsten van de BIC-TA vertegenwoordigd door één van de bovenschoolse ICT-ers. In BIC-TA participeren 20 bovenschools ICT-ers uit de regio Twente Achterhoek en De Liemers. Zij komen vier keer per jaar bijeen om kennis te delen, ervaringen uit te wisselen en samen te werken. Daarnaast komen zij in doelgroepen rond thema's bijeen. 4. Focus op deskundigheid / “Vier in balans”. Onderwijsvisie Een visie op de inrichting van onderwijs speelt een doorslaggevende rol bij het al dan niet slagen van de inzet van ICT. Opvattingen over de rolverdeling tussen leraar en leerling moeten duidelijk zijn. Maar ook over de keuze van doelen en materialen zal een goed gefundeerd standpunt Schoolplan Obs Wiene
Pagina 34
moeten worden ingenomen. Meer en meer houden leerkrachten rekening met de individuele verschillen tussen leerlingen. ICT kan hierbij een ondersteunende functie vervullen. Een beleidsplan is daarbij van essentieel belang. Voor het opstellen van dit beleidsplan zijn we uitgegaan van de resultaten van ”Vier in balans 2010”. Vier in balans In het schooljaar 2009-2010 hebben alle scholen uit de Hof meegedaan aan Vier in balans. De resultaten zijn (met behulp van kennisnet ) teruggekoppeld naar de teams en daar besproken. Aan de hand van de resultaten zullen we bovenschools beleid ontwikkelen m.b.t in “Vier in balans” genoemde onderdelen. Afgesproken is om 1x in de twee jaar deel te nemen aan ”Vier in balans” om te kijken of het beeld veranderd is en of het ingezette beleid ook in de nieuwe resultaten van “ Vier in balans” te zien is. Kennis en vaardigheid. Veel leraren hebben behoefte aan meer vaardigheden in het gebruik van ICT als didactisch hulpmiddel bij hun lessen. Dit bleek uit onze resultaten van “Vier in balans 2010”. Een cursus op het gebied van ICT is hierbij niet voldoende. Het gaat ook om de ontwikkeling van een visie op leren en het doelbewust inzetten van ICT-toepassingen binnen leersituaties. Scholing en opleiding Leerkrachten In het Bovenschools ICT Beleidsplan wordt aangegeven dat er scholing van leerkrachten plaatsvindt. Vaardigheden zullen ruim voldoende moeten zijn om de leerlingen te kunnen ondersteunen in hun leertraject m.b.t. de ICT middelen. De leerkrachten dienen getraind te zijn in het gebruik van de PC (opstarten, inloggen, bestandsbeheer), Microsoft Office 2007 (Word, Outlook, Excel, PowerPoint), Email (inclusief Webmail), Internet (browser, kennisportalen, zoekmachines, downloaden), gebruik van kennisnet. Daarnaast zullen er schoolspecifieke vaardigheden kunnen worden aangeleerd. Workshops over educatieve software moeten, bij behoefte hieraan bij de leerkrachten, ook een plek krijgen.(Veilig leren lezen, Schatkist lezen, Schatkist rekenen) De ICT-er verricht één maal per jaar een inventarisatie van de trainingsbehoefte van de leerkrachten en directieleden van zijn of haar team. In het Netwerk ICT wordt vervolgens een scholingsaanbod samengesteld. Dit kunnen trainingen zijn die op schoolniveau of bovenschools georganiseerd zullen worden binnen de lijnen van het beleid en budget. De ICT-er gaan we scholing aanbieden die hem ondersteunt bij zijn werk als ICT-deskundige en als coach en begeleider van leerkrachten in het basisonderwijs. Leerlingen Wij vinden het belangrijk dat de school ICT-vaardigheden aanbiedt in een ICT-leerlijn, omdat het hebben van ICT-vaardigheden essentieel is in deze maatschappij. Leerlingen halen overal hun kennis vandaan, niet alleen uit boeken. Leerlingen kunnen prima zelf op internet zoeken naar informatie, maar we moeten ze eerst wel leren omgaan met de informatie op internet en deze naar waarde inschatten. Er zijn geschikte leerlijnen /programma’s om leerlingen veilig en vaardig op het internet te laten zoeken en veilig hun sociale contacten te onderhouden. In het schooldeel ICT zal dit verder worden uitgewerkt. 5. Beheer op afstand Migratie naar de klas.nu3 In 2008 heeft de stichting een contract bij Heutink ICT afgesloten betreffende hun beheer-opafstand concept: “deklas.nu”. Op de computernetwerken van alle scholen binnen de stichting Schoolplan Obs Wiene
Pagina 35
draait dit concept en neemt hierbij veel van het beheerwerk uit handen van de ICTcoördinatoren. De eerste servers zijn in het schooljaar 2010-2011 afgeschreven wat ons de mogelijkheid geeft om te migreren van deklas.nu naar deklas.nu3. Een verbeterd concept waarbij het nieuwe platform wordt aangestuurd vanuit een Intranet-webomgeving. De overgang naar deklas.nu 3 betekent ook de overstap naar Office 2007. Naar aanleiding hiervan worden diverse workshops aangeboden voor de medewerkers van de stichting. Hierover meer in “Focus op deskundigheid”. Tijdpad Het streven is om de migratie van alle scholen binnen de stichting naar deklas.nu3 in vijf jaar af te ronden, zodat de laatste scholen in het schooljaar 2014-2015 voorzien zijn van een nieuwe server en een netwerk waarop deklas.nu3 op een goede manier werkt. In onderstaande tabel (de tabel wordt toegevoegd nadat de meerjarenbegroting van de stichting is vastgesteld. Dit zal begin april zijn) beschrijven we welke school in welk schooljaar aan de beurt is. We proberen het niveau van 1 computer op 6 leerlingen per school vast te houden. Het streefniveau van 1 op 6 heeft tot gevolg dat we ook naar alternatieven moeten kijken wanneer systemen vervangen gaan worden. Er valt hierbij te denken aan “renewed” of “refurbished” werkstations. Uiteraard moeten de systemen wel voldoen aan de minimum eisen van deklas.nu3 en is betrouwbaarheid natuurlijk ook erg belangrijk. 6. Naar uniformiteit in websites Elke school heeft een website met een representatieve domeinnaam. De website bevat te allen tijde up to date informatie, die in lijn is met het beleid van de school en de gewenste uitstraling naar de buitenwereld. De look and feel van de website is afgestemd op de huisstijl van de portal van de OPO HvT. Alle inhoud (content) die kan worden beïnvloed (creatie, verandering) van buitenaf (zoals nieuwsgroepen) vallen onder een verantwoordelijke redacteur binnen de school en worden getoetst voor publicatie. Van alle content die regulier wijzigt, zoals nieuwsbrieven van de school, is altijd de laatste versie beschikbaar op de website. De website is gericht op zowel huidige leerlingen, ouders en medewerkers als op potentiële leerlingen en hun ouders. De website is eenvoudig van structuur en kan door een breed publiek onderhouden worden. Bij de opbouw van een nieuwe structuur wordt een validatie gevraagd aan de portefeuillehouder ICT, die de beoogde technische structuur zal (laten) toetsen op onderhoud. De keuze gaat uit naar een website waarbij de vormgeving vastligt (OPO stijl) en de inhoud met eenvoudige hulpmiddelen te wijzigen is (“Content Management Systeem” van BasisOnline). Dit voorkomt afhankelijkheid van derden bij het actualiseren van de content. De ICT coördinator zorgt (samen met de vestigingsleider) dat bovenstaande afspraken nagekomen worden. Alle websites van de scholen binnen de OPO HvT zijn bereikbaar via een link van de centrale “portal” van het bestuur OPO HvT. Deze portal wordt onderhouden door het bestuur. Op deze portal zijn dezelfde eisen van toepassing als op de genoemde eisen aan de websites van de scholen hierboven. Tijdpad voor de migratie naar BasisOnline website voor de scholen: 2011: Obs Markvelde, Obs Brookschole, Obs Elserike, Obs Azelo, Obs Stokkum, Obs Stedeke en Obs Deldenerbroek 2012: Obs Wiene, Obs Klavertje Vier en Obs ’t Gijmink 2013: Obs De Whee – Wiekslag, Obs De Whee – Puntdak en Obs de Zwaluw.
Schoolplan Obs Wiene
Pagina 36
2.
Schooldeel: ICT beleid OBS Wiene
Na enkele jaren werken met Deklas.nu van Heutink, werd een belangrijke stap gezet door eind 2005 van Windows98 over te stappen naar WindowsXP Professional. De ICT-er volgde bij Heutink-ICT een cursus om het netwerk in de school te kunnen beheren. Ook kon in 2005 gebruikgemaakt worden van de scholenactie van KPN (gratis), zodat de tot dan toe gesubsidieerde en dure satellietverbinding kon worden opgeheven. Door deze scholenactie kon de school beschikken over een gratis domeinnaam met bijbehorende e-mailaccounts. De maandelijkse lasten van het internetgebeuren werden beduidend minder omdat niet meer betaald hoefde te worden voor de hosting door provider NLtree. (Inmiddels moet de school vanaf medio 2010 door wettelijke voorschriften een paar tientjes per maand betalen voor de internetverbinding.) Nu beschikt de school over een website met een eigen domeinnaam: obswiene.nl Elke leerkracht heeft een aan die domeinnaam gerelateerd e-mailadres, al dan niet doorgelinkt naar zijn of haar persoonlijk e-mailadres. Door gebruik te maken van schoolgerelateerde emailadressen kan de profilering van de school versterkt worden. In groep 1/2 staan 2 werkstations en de leerkracht maakt gebruik van een laptop+beamer en een projectiescherm. De andere groepen beschikken over minstens 4 werkstations voor de leerlingen. De directie heeft ook een computer en er zijn 3 flexibel in te zetten laptops en 2 werkstations met een draadloze netwerkverbinding. In de groepen 3/4, 5/6 en 7/8 hebben de leerkrachten de beschikking over een computer waaraan het digitale schoolbord is gekoppeld. Op de digiborden wordt gebruikgemaakt van de software van Promethian: Activ Primary. In 2011 wordt gewerkt met de nieuwste software voor het bord: Activ Inspire. Vanaf juni 2011 worden leerkrachten middels cursussen geschoold in het gebruik hiervan. Tevens kan men thuis oefenen met de op CD geleverde software. De leerlingen werken met methodegebonden software of oefenen rekenen en spelling met de programma’s van Ambrasoft. Remediërende programma’s, zoals Maatwerk bij rekenen, kunnen ook gebruikt worden. Daarnaast wordt internet geraadpleegd als informatiebron voor bijvoorbeeld werkstukken. Ook Leerwereld (informatiebron van deklas.nu) wordt gebruikt door de leerlingen. Er wordt veel gebruikt gemaakt van de programma’s Word en PowerPoint, bijvoorbeeld bij het maken van werkstukken en spreekbeurten. Directie en leerkrachten maken gebruik van administratieve software, zoals Winsas en LOVS. De leerkrachten hebben veel profijt van de Leerkrachtassistent bij de taallessen en VLL. In groep 3 worden de leesvorderingen nauwlettend gevolg d.m.v. de Toetssite.
Conclusies n.a.v. Vier in Balans voor OBS Wiene: Visie Kennisnet onderscheidt drie visies: onderwijs is kennisoverdracht, interactie en ontdekken. Op deze school ligt de nadruk op kennisoverdracht met een heel lichte verschuiving naar kennisconstructie (interactie).
Schoolplan Obs Wiene
Pagina 37
Deskundigheid De leerkrachten geven aan dat ze hun vaardigheden m.b.t. het gebruik van het digibord en het werken met de softwarepakketten willen vergroten. Klassenmanagement met ICT is soms nog een struikelblok. Digitaal leermateriaal Over het algemeen wordt aangegeven dat er voldoende digitaal leermateriaal op school aanwezig is. ICT-infrastructuur De infrastructuur wordt beoordeeld als ruim voldoende. Bij een ander onderzoek kwam duidelijk naar voren dat men over de snelheid van de internetverbinding minder goed te spreken is. Om het ict-gebruik te optimaliseren en te integreren in de dagelijkse praktijk van het onderwijs zijn in het bovenschoolse ict-plan diverse doelen genoemd. Specifiek voor OBS Wiene gelden de volgende korte termijn doelen: 1.
2. 3. 4. 5. 6.
Cursus Activ Inspire .Is reeds gestart in juni 2011, wordt vervolgd in najaar 2011 voor alle leerkrachten die er mee werken. De Ict-er zal collega’s intensief voorzien van tips en informatie om de software zo effectief mogelijk te gebruiken. Plannen van ict-bijeenkomsten op school voor het team, na inventarisatie van de (na)scholingsbehoefte. Dit wordt elk jaar besproken in een teamvergadering. Het aanbieden van een leerlijn voor leerlingen, gericht op informatievaardigheden en het leren systematisch en veilig om te gaan met internet. Het bevorderen van het gebruik van school-e-mailadressen bij schoolgerelateerde correspondentie, dit in het kader van de profilering van de school. Het invoeren van een lokale website met o.a. nieuws, tips, wetenswaardigheden en handleidingen. Deze is gekoppeld aan de website van de stichting. Zorgdragen voor het beter gebruiken van de methodegebonden software.
Schoolplan Obs Wiene
Pagina 38
11.
Planning beleidsvoornemens
Planning Beleidsvoornemens In dit hoofdstuk stellen we de beleidsagenda op voor de komende schoolplanperiode. We geven een globale planning aan wanneer welke veranderingsonderwerpen aan de orde zullen komen. De onderwerpen uit deze meerjarenplanning willen we de komende jaren planmatig en resultaatgericht realiseren. Jaarlijks zullen we de meerjarenplanning evalueren in een jaarverslag en concreter uitwerken in een jaarplan. De formats voor de beide beleidsstukken stukken zijn in het afgelopen jaar verbeterd en kennen een PDCA cyclus.
Beleidsonderwerp
Wie
2011-2012
Kwaliteitszorg
LD
Opmaken Jaarverslag jaarplan
2012-2013
2013-2014
2014-2015
CD / LD / IB
Concept toetskalender (eventueel dit schooljaar al vastleggen)
Evaluatie en borging
LD / IB / CD
EWS invoeren digitaal
Evaluatie
CD / LD
Scholing LOVS LD en IB
Scholing LOVS teams
CD / LD
Ouderpanel
Ouderenquête
Ouderpanel
Ouderpanel
LD
Onderzoek naar DUO Visitatie 3e groep
Evaluatie
Nieuw plan maken
Volgen en borging
LD / Team
CD en Werkgroep (afvaardiging cd/ld)
Schoolplan Obs Wiene
Evaluatie 1e groep Eventueel voortgang visitatie 2e groep
maken nieuw schoolplan
Pagina 39
Personeelsbeleid
CD
CD / LD team
FG Welbevinden Bekwaamheidsdossiers
Maken strategisch personeelsbeleidsplan
Evaluatie en aanpassing
POP
FG
POP
Scholing beoordelingsgesprekken.
Evaluatie
Scholing POP
CD / LD
LD / Team
Beleidsonderwerp
Methoden
Team
Collegiale consultatie
LD
Klassenbezoek
CD / LD
Maken scholingsplan
Wie
2011-2012
2012-2013
Team Coördinator
Taal / lezen Invoering
Evaluatie en borging
CD / LD Team Coördinator
Oriëntering nieuwe rekenmethode Ofwel bezig met ‘goed’ rekenonderwijs
Oriëntering nieuwe rekenmethode
Team
Oriëntering nieuwe methode Aardrijkskunde
Invoering neuwe methode Aardrijkskunde
Team
Team
Schoolplan Obs Wiene
Planning en inzet beoordelingsgesprekken
Oriëntering nieuwe methode Geschiedenis
2013-2014
2014-2015
Invoering nieuwe rekenmethode
Implementatie nieuwe rekenmethode
Invoering nieuwe methode Geschiedenis Oriëntering nieuwe methoden Natuuronderwijs en Engels
Pagina 40
Beleidsonderwerp
Wie
2011-2012
2012-2013
2013-2014
2014-2015
7.01
Vaststellen Zorgprofielen
Evaluatie en bijstelling
7.01
Onderzoek samenwerking met 7.02
Verdieping vd samenwerking
Teams
Uitvoeren zorgplan
Evaluatie en borging
Evaluatie en bijstelling
Evaluatie en bijstelling
8.06
Evaluatie zorgstructuur
Borging zorgstructuur
Beleidsonderwerp
Wie
2011-2012
2012-2013
2013-2014
2014-2015
Onderwijs
CD/LD Team Expertis
BEO
Beleidsonderwerp
Wie
2011-2012
2012-2013
2013-2014
2014-2015
Financieel
DC /LD Obt
Begroting + verantwoording
Eenduidig systeem ontwikkelen
Bijwerken en Vaststellen
CD/LD Obt
Meerjarenbegroting + schouw
Eenduidig systeem ontwikkelen
LD
Scholing Obtopics
CD
Huisvesting o.a. ontw. doordeCentralisatie
Zorg Hier onderscheid maken tussen de scholen van de verschillende samenwerkingsverbanden 8.06 en 7.01 Herbenoemen en concretiseren. Vooral als het gaat om de 1-zorgroute (al geïmplementeerd in 8.06) en de zorgprofielen
Schoolplan Obs Wiene
Pagina 41
Beleidsonderwerp
Wie
2011-2012
ICT
Ict werkgroep CD/LD
Ict beleidsplan Uitvoeren en bijstellen Meerjaren begroting
Schoolplan Obs Wiene
2012-2013
2013-2014
2014-2015 Evaluatie + nieuw plan maken
Evalueren en bijstellen
Pagina 42
12. Bijlagen
12.1 Instrumenteelcursorische vakken: Nederlandse taal
Lesmethoden
Obs Wiene
Gebruikte methoden:
Jaar van
Opmerkingen:
aanschaf: Schatkist voor groep 1 en 2
2004
Veilig leren lezen
2006
Taal in Beeld
2009
Spelling in Beeld
2009
Goed Gelezen: - Begrijpend lezen
2005
- Voortgezet technisch lezen
2006
Nieuwsbegrip
Wekelijks nieuw materiaal
Engelse taal
Hello Word
2003
Rekenen – wiskunde
Schatkist (Zie ook bij Ned. taal)
2004
Wereld in getallen, versie 3
2002
Schrijven in de basisschool
2007
Aardrijkskunde
Geobas
2003
Wordt vervangen.
Geschiedenis
Bij de tijd
2003
Wordt vervangen.
Natuur en gezond gedrag
Natuurlijk
2005
Nieuws uit de natuur
NOT
Bevordering sociale redzaamheid (verkeer)
Educatieve materialen van Veilig Verkeer Nederland
Maandelijks nieuw materiaal
Techniek
Diverse kisten
Schrijven
Wordt vervangen.
Wordt gezamenlijk opgepakt met de andere scholen binnen ons bestuur.
Wereldorientatie:
Kinderen en hun sociale talenten
2010 2004-2010
Muzischeexpressieve vakken: Muziek
Muziek moet je doen
2002
Bewegingsonderwijs
Basislessen Bewegingsonderwijs
2009
Tekenen
Tekenen moet je doen
2000
Handvaardigheid
Handvaardigheid moet je doen
2003
Schoolplan Obs Wiene
Pagina 42
12.2 De organisatie van de leerlingenzorg SCHEMA
ZORGSTRUCTUUR ONDERWIJS - JEUGDHULPVERLENING VOOR 4- 12 JARIGEN
ZORGNIVEAU 1
ADAPTIEF ONDERWIJS:
De leerkracht past voortdurend het onderwijs aan de mogelijkheden van de leerling aan.
KENMERKEN:
* systematische signalering
* observatie
* analyse van gegevens
* aangepaste hulp
ZORGNIVEAU 2A
INTERNE LEERLINGENZORG:
Leerlingen worden intern regelmatig en planmatig besproken, onderzocht en behandeld.
KENMERKEN: * interne leerling bespreking
* trajectbegeleiding door ib-er
* start dossiervorming
*
consult met de externe deskundigen * didactisch -diagnostisch onderzoek door interne deskundigen
* handelingsplan
* evaluatie en voortgang
ZORGNIVEAU 2B
EXTERNE LEERLINGENZORG / MD-BEGELEIDING: Advies aan en begeleiding van kinderen, ouders en leerkrachten na bespreking met aan de school gekoppelde externe deskundigen: schoolarts, pab-er, orthopedagoog / psycholoog, schoolmaatschappelijk werkende, vertrouwensarts, werkgroep 12-.
KENMERKEN:
* trajectbegeleiding door de interne leerlingbegeleider
* vervolg dossiervorming op school
* didactische, psychologisch, medisch, maatschappelijk diagnostisch onderzoek * doorverwijzing naar gemeenschappelijke voorzieningen
* externen zorgen voor eigen dossiervorming
* doorverwijzing naar speciale zorg
ZORGNIVEAU 3
ZORG IN GEMEENSCHAPPELIJKE VOORZIENINGEN:Ondersteuning van kinderen, ouders en leerkrachten d.m.v. gespecialiseerde zorg.
SCHOOLSPECIFIEK:
(JEUGD-)ZORGINSTELLINGEN e.a.
* andere basisschool:
* (jeugd-) zorginstellingen, waarnaar verwezen en/of mee samengewerkt
* ambulante begeleiding
kan worden via aan de school gekoppelde externe deskundigen
- vanuit de sbo via de CLZ - vanuit een speciale school behorend tot een Regionaal ExpertiseCentrum (REC)
KENMERKEN:
* consultatie
Schoolplan Obs Wiene
* onderzoek
* ondersteuning
via de CVI
* behandeling of crisishulp
Pagina 44
COMMISSIE VOOR INDICATIESTELLING
PERMANENTE COMMISSIE
ZORGTOEWIJZINGSTEAM
(CVI)
LEERLINGENZORG (PCL)
(ZTT)
onderwijs
SAMENSTELLING:
SAMENSTELLING:
SAMENSTELLING:
- voorzitter
- onafhankelijk voorzitter
- directeur ssbo
- (ontwikkelings)psycholoog
- jeugdarts
- orthopedagoog/psycholoog (tevens
- maatschappelijk werkende
- gedragswetenschapper
coördinator)
- onderwijsdeskundige
- (schoolmaatschappelijk werkende)
- maatschappelijk werkende of voor cluster 2
- (directeur basisschool)
een logopedist
- (schoolarts)
vier clusters van scholen voor speciaal
- (ortho)pedagoog
TAKEN: TAKEN:
TAKEN:
* toelaatbaarheid beoordelen tot de
*bemiddeling bij doorverwijzing naar
speciale
* toetsen of de indicatie voldoet aan de overereen gekomen criteria mbt plaatsing
schoolspecifieke voorzieningen (zorgniveau 3)
scholen volgens landelijk vastgestelde
* toelaatbaarheid beoordelen tot de ssbo
richtlijnen en criteria
* terugplaatsing beoordelen vanuit ssbo naar
* beoordelen of een leerling in aanmerking
of uithuisplaatsing. * toewijzen van zorg op basis van indicatie
bs
komt voor leerlinggebonden financiering
* verzamelen gegevens zorgleerlingen tbv
volgens landelijke vastgestelde richtlijnen
beleid
en criteria
ZORGNIVEAU 4
SPECIALE ZORG IN ONDERWIJS
SPECIALE ZORG IN JEUGDHULPVERLENING
Speciale zorg bestaat uit door zorgtoewijzingscommissies toegekende zorg vanuit daartoe speciaal toegeruste onderwijs- en jeugdhulpverleningsinstellingen zoals: * de speciale school voor basisonderwijs
> plaatsing via de PCL
* speciale school behorend tot een REC
> plaatsing via de
CVI * plaatsing in MKD, pleeggezinnen en kindertehuizen, ondersteuning door Families First
> plaatsing via ZTT
De zorgstructuur voor leerlingen in het openbaar basisonderwijs De zorgstructuur in ons samenwerkingsverband kent vier niveaus van zorg: Zorgniveau 1: Zorgniveau 2a: Zorgniveau 2b: Zorgniveau 3: Zorgniveau 4:
Schoolplan Obs Wiene
Adaptief onderwijs (groepsniveau) Interne leerlingenzorg (schoolniveau) Externe leerlingenzorg of multidisciplinaire begeleiding (schoolniveau) Zorg in gemeenschappelijke zorgvoorzieningen (bovenschools niveau) Speciale zorg in het onderwijs en/of jeugdhulpverlening.
Pagina 45
Zorgniveau 1: Adaptief onderwijs Waaruit bestaat het adaptief onderwijs? Adaptief onderwijs past zich aan de individuele mogelijkheden van de leerling aan. Hoe wordt dit vormgegeven? De leerkracht observeert de leerlingen tijdens het geven van onderwijs. Daarnaast vindt systematische signalering plaats met behulp van observatielijsten, methodegebonden- en methode-onafhankelijke toetsen. De aldus verkregen gegevens worden door de leerkracht geanalyseerd. Vervolgens past de leerkracht het onderwijs aan de mogelijkheden van de leerling aan. Dit kan bestaan uit: extra instructiemomenten, extra aandacht in de lessen of inzet van specifieke onderwijsleer-middelen of methoden. Heeft deze aangepaste hulp niet het gewenste resultaat, dan zal de leerkracht het kind inbrengen bij de interne leerlingenzorg (niveau 2a) en dit melden aan de ouders.
Zorgniveau 2A: Interne leerlingenzorg Wanneer interne leerlingenzorg? Als het bieden van adaptief onderwijs op zorgniveau 1 niet tot de gewenste verbeteringen leidt, wordt een leerling ingebracht in het systeem van interne leerlingenzorg en worden de ouders op de hoogte gebracht. Waaruit bestaat interne leerlingenzorg? De groepsleerkracht en de intern begeleider bespreken de vorderingen en de problemen van de leerling. Vervolgens wordt in overleg met de ouders besloten tot een nader didactischdiagnostisch onderzoek. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door een interne deskundige (intern begeleider of remedial teacher). De resultaten van dit onderzoek worden besproken met de groepsleerkracht, waarna een handelingsplan wordt opgesteld. Indien nodig kan de intern begeleider een externe deskundige uit het multidisciplinair team consulteren. Vanaf dit niveau van zorg wordt een individueel leerling-dossier bijgehouden. De intern begeleider is in deze fase de trajectbegeleider. Dit houdt in: organisatie van de leerlingbesprekingen, dossiervorming, bewaking van de voortgang en evaluatie. Als na evaluatie blijkt dat de maatregelen niet het gewenste effect hebben wordt overgegaan naar zorgniveau 2B. Zorgniveau 2B: Externe leerlingenzorg of multidisciplinaire begeleiding Wanneer externe leerlingenzorg? Wanneer met de begeleiding op zorgniveau 2A geen aantoonbare vooruitgang wordt geboekt, wordt een leerling na toestemming van de ouders aangemeld voor de externe leerlingenzorg of multidisciplinaire begeleiding. De kern van externe leerlingenzorg is dat leerlingen besproken worden met behulp van een externe deskundige: de orthopedagoog/psycholoog en de P.A.B.-er. De bespreking kan leiden tot onderzoek, advies en begeleiding door de orthopedagoog/ psycholoog of tot doorverwijzing naar andere (zorg) voorzieningen.
Schoolplan Obs Wiene
Pagina 46
Zorgniveau 3: Zorg in gemeenschappelijke zorgvoorzieningen Wat is zorg in gemeenschappelijke zorgvoorzieningen bovenschools? Er wordt ondersteuning geboden aan kinderen, ouders en leerkrachten door gespecialiseerde voorzieningen. Hierbij kan onderscheid gemaakt worden tussen: A: Schoolspecifieke voorzieningen: plaatsing op andere basisschool, ambulante begeleiding vanuit de sbo of vanuit een speciale school behorend tot een Regionaal Expertisecentrum. B: Jeugdzorginstellingen en andere instellingen: o.a. Bureau Jeugdzorg en instellingen voor (geestelijke) gezondheidszorg zoals b.v. ziekenhuizen. Advies en verwijzing naar zorg op dit niveau wordt gegeven in nauw overleg tussen de intern begeleider, de groepsleerkracht en de ouders. Zorgniveau 4: Speciale zorg in onderwijs en / of jeugdhulpverlening Speciale zorg in het onderwijs en/of hulpverlening. Wanneer de zorg op alle voorgaande niveaus onvoldoende dan wel ontoereikend is gebleken, wordt verwezen naar zorg op niveau 4. Deze speciale zorg kan bestaan uit: A: speciale zorg in het onderwijs - plaatsing op een speciale school voor basisonderwijs - plaatsing op een speciale school behorend tot een Regionaal Expertisecentrum. Er zijn vier clusters speciale scholen: speciale scholen voor visueel gehandicapten (cluster 1), voor auditief en communicatief gehandicapten (cluster 2), voor verstandelijk gehandicapte leerlingen, lichamelijk gehandicapte leerlingen en langdurig zieke leerlingen (cluster 3) en voor kinderen met gedragsproblemen en/of ernstige ontwikkelingspathologie (cluster 4). - Voortgezet onderwijs: Praktijkonderwijs, Leerwegondersteunend onderwijs. Om in aanmerking te komen voor deze vorm van hulp wordt de aanmelding van deze leerlingen beoordeeld door respectievelijk de Permanente Commissie Leerlingenzorg (sbo), de Commissie voor Indicatiestelling (Regionale Expertisecentra, vier clusters) en de Regionale verwijzingscommissie (Praktijkonderwijs, Leerwegondersteunend onderwijs). B: speciale zorg in de jeugdhulpverlening: plaatsing bv. in een Medisch Kleuterdagverblijf, pleeggezinnen, crisisopvang en kindertehuizen.
Schoolplan Obs Wiene
Pagina 47
13. Instemming medezeggenschapsraad en vaststelling bevoegd gezag
De medezeggenschapsraad van de Obs Wiene heeft haar instemming verleend aan het schoolplan 2011–2015.
…………………………………………………………………………….
voorzitter MR Obs Wiene
……………, juli 2011
Het bevoegd gezag heeft het schoolplan 2011–2015 vastgesteld.
…………………………………………………………………………
H. van de Maat; hoofd stafbureau
Goor, juli 2011.
Schoolplan Obs Wiene
Pagina 48