Bestuur, toezicht en medezeggenschap
Resultaten
Jaarverslag 2014 Beleid
Jaarrekening
Jaarverslag 2014
© 2015 stichting St. Elisabeth Stichting St. Elisabeth Wouwseweg 21 4703 BL ROOSENDAAL t: 0165 – 592 400
[email protected] www.elisabethroosendaal.nl r15-03 jaarverslag.2ml
INHOUDSOPGAVE Voorwoord
4
1
Organisatie 1.1 Algemene identificatiegegevens 1.2 Kerngegevens 1.2.1 Kernactiviteiten en nadere typering 1.2.2 Productie, personeel en opbrengsten 1.2.3 Werkgebied
5
2
Bestuur, toezicht en medezeggenschap 2.1 Normen voor goed bestuur 2.2 Bestuur en Raad van Toezicht 2.3 Cliëntenraad 2.4 Ondernemingsraad 2.5 MT-plus 2.6 Beleidsbijeenkomst 2.7 Inspraakbijeenkomst medewerkers en vrijwilligers
7
3
Beleid 3.1 Missie 3.2 Kernwaarden 3.3 Visie (Pijlers) 3.4 Ambitie 3.5 Doelstellingen 3.6 Organogram
12
4
Resultaten 4.1 Cliënt 4.1.1 Tevredenheid cliënten 4.1.2 Bewonersbijeenkomsten 4.1.3 Veiligheid en kwaliteit van zorg 4.2 Medewerker 4.2.1 Medewerkerstevredenheid 4.2.2 Kwantiteit m.b.t. medewerkers 4.2.3 Veiligheid en kwaliteit m.b.t. medewerkers 4.2.4 Vrijwilligers 4.3 Organisatie 4.3.1 Audits 4.3.2 Financiën 4.3.3 Risico’s 4.4 Maatschappij 4.5 Toekomstverwachtingen
15
5
Jaarrekening
23
pagina 3
Voorwoord Dit jaarverslag is een geïntegreerd verslag van de Raad van Toezicht en het Bestuur van St. Elisabeth, waarmee we verantwoording afleggen aan de belanghouders van St. Elisabeth. Dat zijn in de eerste plaats de cliënten, medewerkers en vrijwilligers, evenals de Cliëntenraad, Ondernemingsraad en Raad van Toezicht. Het zorgkantoor en de gemeente Roosendaal zijn de belangrijkste externe belanghouders, aangevuld met alle externe lokale en regionale partijen waarmee St. Elisabeth samenwerkt. In 2014 heeft St. Elisabeth het roer om gegooid. We hebben, in overleg met alle interne belanghouders, nieuw beleid opgesteld voor de komende jaren, waarbij we een duidelijke ambitie hebben benoemd: ‘van goed naar uitstekend’. Dat St. Elisabeth het reeds ‘goed’ doet, blijkt uit de resultaten die vermeld staan in dit jaarverslag. Ondanks de roerige tijden waar de zorgsector zich in bevindt zijn we in staat geweest om zowel op kwalitatief als financieel gebied goede resultaten te behalen. Dat maakt St. Elisabeth een organisatie om trots op te zijn! Toch streven we naar nog betere resultaten. We willen uitstekende resultaten boeken, waarmee we ons bestaansrecht als kleine zelfstandige zorgorganisatie bestendigen. Belangrijk onderdeel van de uitgestippelde strategie is meer en betere samenwerking. 2014 Is dan ook het jaar geweest, waarin we de deuren (vaak letterlijk) open hebben gezet. We zoeken verbinding met lokale organisaties en verenigingen, ter verbetering van de zorg en dienstverlening voor senioren in St. Elisabeth en Roosendaal. Ook intern wordt gewerkt aan een betere samenwerking. Het is een belangrijk element van het project ‘Samen op eigen kracht’, dat in 2014 is gestart, met ondersteuning vanuit ‘In voor zorg!’ (gesubsidieerd door het ministerie van VWS). In dit project is het de bedoeling er meer zelfsturing in de teams wordt gecreëerd en tegelijkertijd wordt er gewerkt aan verbetering van de samenwerking binnen en tussen teams. Hoewel St. Elisabeth nog volop in transitie is, en de huidige context vol onzekerheden is in relatie tot de komende jaren en daar weinig garanties in biedt, geven de resultaten hoop voor de toekomst. We zijn in staat geweest om in korte tijd de koers te wijzigen, en de kwalitatieve en financiële gegevens in dit jaarverslag zijn daar het gevolg van. Het feit dat wij dat in 2014 met elkaar hebben gerealiseerd, biedt perspectief. Ik wil dan ook alle medewerkers en vrijwilligers hartelijk danken voor hun inzet en betrokkenheid, want zonder hen zou deze voortgang niet mogelijk zijn geweest. Ook wil ik de leden van de Cliëntenraad, de Ondernemingsraad en de Raad van Toezicht bedanken, voor hun kritische blik en constructieve feedback. In dit document treft u als eerste een beschrijving van de organisatie. Daarna wordt beschreven op welke wijze bestuur, toezicht en medezeggenschap wordt vorm gegeven. In hoofdstuk 3 treft u het nieuwe beleid (ondernemingsplan), waarna de resultaten worden benoemd, evenals de verwachtingen met betrekking tot de toekomst. Als laatste maakt de jaarrekening onderdeel uit van dit jaarverslag. Ik wens u allen veel leesplezier. Marieke Bouwman, Bestuurder
pagina 4
1 Organisatie 1.1 Algemene identificatiegegevens De stichting St. Elisabeth is opgericht bij notariële akte d.d. 02 november 1977. De statuten zijn voor het laatst gewijzigd bij akte van 12 september 2012. De statutaire vestigingsplaats is Roosendaal. Naam verslagleggende rechtspersoon
Stichting St. Elisabeth
Adres Postcode
Wouwseweg 21 4703 BL
Plaats
Roosendaal
Telefoonnummer
0165-592400
Identificatienummer(s) NZa
300-964
Nummer Kamer van Koophandel E-mailadres Internetpagina
41102327
[email protected] www.elisabethroosendaal.nl
1.2 Kerngegevens 1.2.1 Kernactiviteiten en nadere typering St. Elisabeth heeft als kernactiviteit het bieden van verblijf met verzorging respectievelijk verpleging aan senioren. Daarnaast wordt thuiszorg verleend aan senioren, woonachtig in het complex en in de wijk. Ook wordt er dagbesteding aangeboden voor thuiswonende senioren. De welzijnsactiviteiten (verenigingen en evenementen) en het restaurant zijn niet alleen toegankelijk voor de bewoners van het complex, maar ook voor senioren uit de wijk. Financiering van de activiteiten vond in 2014 plaats uit AWBZ-gelden (ZZP, VPT of PGB) of particuliere gelden. St. Elisabeth is voor de volgende functies toegelaten: Huishoudelijke Verzorging, Persoonlijke Verzorging, Verpleging, Begeleiding, Behandeling en Verblijf, Thuiszorg. 1.2.2 Productie, personeel en opbrengsten kerngegevens productie, capaciteit, personeel en opbrengsten Kerngegevens Patiënten Aantal intramurale cliënten per einde verslagjaar Aantal cliënten dagactiviteiten per einde verslagjaar Aantal volledig pakket thuis cliënten per einde verslagjaar Aantal extramurale cliënten exclusief cliënten dagactiviteiten op 31 december Capaciteit Aantal beschikbare plaatsen met AWBZ-verblijf per einde verslagjaar Productie Aantal uren extramurale productie in verslagjaar (exclusief dagactiviteiten) Aantal dagdelen dagactiviteiten in verslagjaar
pagina 5
Aantal/bedrag 121 13 5 21
131
3.090 2.574
Aantal dagen volledig pakket thuis dagen in verslagjaar Aantal intramurale verzorgingsdagen in verslagjaar Aantal intramurale verpleegdagen in verslagjaar Personeel Aantal personeelsleden in loondienst per einde verslagjaar Aantal FTE personeelsleden in loondienst per einde verslagjaar Bedrijfsopbrengsten Totaal bedrijfsopbrengsten in verslagjaar Waarvan wettelijk budget voor aanvaardbare kosten Waarvan overige bedrijfsopbrengsten Resultaat Rendement
2.324 22.635 24.960 191 105 10.288.973 9.419.742 869.231 504.952 4,91%
Opmerking: De “Overige bedrijfsopbrengsten” zijn in de jaarrekening opgesplitst in ‘niet gebudgetteerde zorgprestaties’ en ‘overige bedrijfsopbrengsten’.
1.2.3 Werkgebied Primair is het werkgebied de gemeente Roosendaal. Voor de wijk Westrand en directe omgeving in Roosendaal bekleedt St. Elisabeth een functie met betrekking tot welzijnsactiviteiten en een restaurantfunctie. Het werkgebied van St. Elisabeth valt onder regio West-Brabant van het Zorgkantoor.
pagina 6
2 Bestuur, toezicht en medezeggenschap St. Elisabeth hecht waarde aan zo veel mogelijk directe medezeggenschap van cliënten, medewerkers en vrijwilligers. Daarin zijn we onderscheidend ten opzichte van andere zorgorganisaties. Als kleine organisatie zijn de lijnen immers kort en is het relatief eenvoudig om middels bijeenkomsten alle betrokkenen gelegenheid tot inspraak te bieden. In dit hoofdstuk leest u hoe we dat in 2014 hebben vorm gegeven, evenals de wijze waarop het bestuur en toezicht zijn georganiseerd.
2.1 Bestuur Stichting St. Elisabeth werkt volgens de Zorgbrede Governancecode. Er is een Raad van Toezicht en een Bestuurder. De bestuurder bestuurt de stichting onder toezicht van de Raad van Toezicht. De bestuurder is primair verantwoordelijk voor het realiseren van de doelstelling van de stichting en voor de bedrijfsvoering. Het bestuur van St. Elisabeth bestaat uit één persoon, namelijk mevrouw drs. M.E. Bouwman. Honorering van de bestuurder vindt plaats conform de normen zoals vastgelegd in de WNT (Wet Normering Topinkomens). De bestuurder heeft in 2014 aan haar ontwikkeling gewerkt op diverse manieren: er is een functioneringsgesprek met 360-gradenfeedback uitgevoerd, ze heeft gebruik gemaakt van coaching en intervisie, ze onderhoudt collegiale contacten, ze heeft diverse congressen en symposia bezocht, volgt een studie (arbeids& organisatiepsychologie) en is lid van de NVZD.
2.2 Raad van Toezicht De Raad van Toezicht (RvT) houdt toezicht op de stichting St. Elisabeth. De RvT streeft ernaar dat, ook op de langere termijn, St. Elisabeth als zelfstandige organisatie blijft voortbestaan zolang een adequate en kwalitatief goede zorg- en dienstverlening daarmee gewaarborgd is. De raad wil vanuit dit perspectief toezicht houden, dus zowel op de kwaliteit en efficiëntie van de zorgverlening als op het financieel gezond blijven van de organisatie. Om dit als RvT goed te kunnen doen zijn er diverse deskundigheden aanwezig in de RvT.
Per 31-12-2014 bestond de raad uit 5 personen, namelijk: Naam
Bestuursfunctie
Nevenfuncties
De heer Drs. H.J. Weggen MHA
Voorzitter
• •
• Mevrouw C.C. Kerkhof-Mos
Plv. voorzitter
• •
pagina 7
Voorzitter Raad van Toezicht Woningcorporatie Volksbelang, Made Voorzitter Raad van Toezicht Koepelstichting Gors/SDW, Roosendaal/Goes (tot 1/10/2014) PUM Senior Expert Lid Provinciale Staten van NoordBrabant, voorzitter CDA fractie Voorzitter RvT Stichting PCO te Roosendaal
Naam
Bestuursfunctie
Nevenfuncties
Zuster C.B.I.M. van der Vliet
Lid
Bestuurslid Congregatie
De heer Drs. J.H.M.P. Reinen
Lid
•
•
De heer C.P.M. Jacobs
Lid
Lid van de Raad van Toezicht van Stichting Surplus Zevenbergen (ouderenzorg) Lid van de Raad van Beheer van Stichting Jan Berchmans Nijmegen (ouderenzorg)
-
De samenstelling van de Raad van Toezicht is in 2014 ongewijzigd gebleven. Naast het voorzitterschap, beheert de heer Weggen de kwaliteitszetel en onderhoudt hij contact met de Ondernemingsraad. Mevrouw Kerkhof is vicevoorzitter en onderhoudt contact met de Cliëntenraad. Zij nam een aantal malen deel aan het overleg van de cliëntenraad. De leden van de ondernemingsraad gaven de voorkeur aan een jaarlijks plenair overleg met de RvT. Dit overleg vond plaats in juni en wordt voortaan jaarlijks op deze wijze volgens vast schema vervolgd. Alle leden van de RvT zijn lid van de NVTZ. Trimesterrapportage In 2014 is verder gewerkt aan de informatievoorziening van de RvT. Er is besloten om over te gaan naar een trimesterrapportage, omdat dat beter aansluit bij de jaarcyclus. De trimesterrapportage is opgebouwd uit de thema’s die ook in het jaarplan worden gehanteerd, namelijk Cliënten, Medewerkers, Organisatie en Maatschappij. Met deze opbouw krijgt de RvT zicht op de verschillende aspecten van de organisatie. Overleg met de accountant De RvT heeft één keer per jaar overleg met de accountant. Deze licht dan het accountantsverslag en de jaarrekening toe. De RvT acht het zinvol om regelmatig van accountant te wisselen en verschillende offertes aan te vragen. Dat de huidige accountant enkele jaren langer de controle van de jaarrekening heeft gedaan, vloeit voort uit het feit dat de complexe materie die met de verbouwing te maken heeft nog afgewerkt moest worden. Voor de controle van het boekjaar 2015 zal een nieuwe accountant geselecteerd worden. Functioneringsgesprek met de bestuurder De RvT heeft een functioneringsgesprek met de bestuurder gevoerd volgens het 360o model. Zowel het managementteam als de RvT is zeer tevreden over het functioneren van de bestuurder en vindt het bewonderenswaardig dat er beleidsmatig zo snel en deskundig is gereageerd op alle veranderingen in de zorg. Vergaderingen Gedurende het jaar 2014 werden vijf reguliere vergaderingen gehouden, alle in het bijzijn van de bestuurder. Ter voorbereiding op deze vergadering heeft de voorzitter RvT een overleg met de bestuurder. Daar komen, naast het opstellen van de agendapunten voor de RvT vergadering, ook actuele zaken aan de orde die op dat moment voor de bestuurder of de organisatie spelen.
pagina 8
De
belangrijkste agendapunten waren: Jaardocument incl. jaarrekening 2013 Financiële trimesteroverzichten Kwaliteits- en risicoanalyse Beleid en begroting 2015 Verzuimaanpak Extramuralisering Zelfsturing Aanpassing reglement Raad van toezicht
Beleidsbijeenkomst Naast de reguliere vergaderingen heeft de RvT ook deelgenomen aan de jaarlijkse beleidsbijeenkomst. Een bijkomend pluspunt hiervan is het contact met verschillende lagen uit de organisatie. Hierdoor kan de RvT zich een beter beeld vormen van wat er speelt en hoe tegen de veranderingen aangekeken wordt. Zelfevaluatie In december vond de jaarlijkse zelfevaluatie van de Raad van Toezicht plaats. Hier kwamen onder andere de volgende onderwerpen aan de orde: Functioneren van de (leden van de) Raad van Toezicht. Vaststelling regeling 'vergoedingen leden RvT'. Besluit om honorering leden RvT voor het jaar 2014 niet te wijzigen. Deskundigheidsbevordering Jaarlijks wordt een activiteit gepland in het kader van deskundigheidsbevordering. In 2014 namen de leden van de Raad van Toezicht en de bestuurder deel aan een cursusdag onder leiding van de heer drs. Th.P.M. Schraven van Governance University Advisory, met als thema governance en kwaliteit van zorg. Afgesproken is om naar ‘waardegericht toezicht’ toe te groeien. In 2015 zal daar op basis van een beleidsdocument een aanzet toe worden gegeven. Daarnaast hebben verschillende leden van de RvT op individuele basis bijscholingen gevolgd. Overleg In Caritate Het overleg met een delegatie van het bestuur van In Caritate, met wie de stichting nauwe (samenwerkings-)verbanden onderhoudt, is met ingang van 2014 gedelegeerd aan de bestuurder. Indien nodig rapporteert zij hierover in de vergaderingen van de Raad van Toezicht. Storytelling Eind 2014 is gestart met het uitnodigen van een medewerker van St. Elisabeth in de vergaderingen van de Raad van Toezicht. De medewerker verzorgt dan een presentatie over haar/zijn werk of project. De eerste presentatie werd verzorgd door de projectleiders van het project ‘Samen op eigen kracht’; een project om te komen tot meer zelfsturing in St. Elisabeth.
2.3 Cliëntenraad De Cliëntenraad van St. Elisabeth is in 2014 uitgebreid van vijf naar zeven personen, zodat een meer evenwichtige verdeling van de verschillende doelgroepen is ontstaan. Zij vertegenwoordigen de volgende kiesgroepen: verzorgingshuis, verpleeghuis en dienstenafnemers. Tegelijkertijd heeft mevrouw van Sprundel zich terug getrokken, wegens persoonlijke omstandigheden. Als nieuwe leden zijn in de loop van 2014 aan de raad toegevoegd: zr. Patricia Maas, zr. Albertina Egbers en mw. K. van ’t Westeinde. Per 31-12-2014 is de samenstelling van de Cliëntenraad als volgt:
pagina 9
namens namens namens namens
bewoners verzorgingshuis: dhr. T. Klaassen en zr. Patricia Maas bewoners verpleeghuis: mw. K. van ’t Westeinde en mw. E. van der Sommen-Meijsen dienstenafnemers: dhr. J. de Beer en mw. P. van Lammeren zusters Franciscanessen van Mariadal: zr. Albertina Egbers
De Cliëntenraad heeft in 2014 zes keer overlegd met de bestuurder. Sinds 2014 wordt de Cliëntenraad tijdens dit overleg secretarieel ondersteund vanuit St. Elisabeth. Daarnaast nam de Cliëntenraad deel aan verschillende overleggroepen en activiteiten: Scholing van de Cliëntenraad Beleidsdag MT-plus (voor toelichting zie 2.5) Bewonersbijeenkomst Informatiemiddag Open dag van de zorg Deelname aan werkgroep ‘maaltijdvoorziening verpleeghuis’ Deelname aan de transitiegroep ‘Samen op eigen kracht’ De
raad bracht advies uit aan de bestuurder, onder andere over: het Ondernemingsplan begroting en jaarrekening Wijziging schoonmaakinzet Openingstijden receptie Wijzigingen restauratieve dienst
2.4 Ondernemingsraad De Ondernemingsraad bestaat uit vijf personen die de verschillende diensten in de organisatie vertegenwoordigen. Na het vertrek per medio 2014 van één van de leden, is de raad verder gegaan met vier leden aangezien in begin 2015 reeds verkiezingen stonden gepland. Per 31-12-2014 was de bezetting als volgt: Naam Mevr. M. Koster Dhr. G. Klepper Mevr. G. Hol Mevr. T. van Oers
functie Voorzitter Vicevoorzitter Secretaris Lid
afdeling Verpleeghuis De Laantjes Administratie Receptie Verzorgingshuis De Strijpe
In 2014 is zes keer overlegd met de bestuurder. In juni vond een overlegsessie plaats tussen MT en Ondernemingsraad om de mogelijkheden te verkennen tot verbetering van de samenwerking en vergroting van de participatie. In vervolg daarop hebben deelnemers aan beide overleggen de wens uitgesproken om een start te maken met gezamenlijk overleg. Doelstelling hierbij is niet alleen verbetering van de samenwerking, maar ook het creëren van onderling begrip en verbeteren van de efficiency. Deze vergaderingen vinden vanaf oktober 2014 eens per zes weken plaats, in plaats van de tot dan toe gebruikelijke overlegvergaderingen van de Ondernemingsraad met de bestuurder. Het gezamenlijk overleg draagt de naam MO: MedezeggenschapsOverleg. In de loop van 2015 wordt deze nieuwe werkwijze geëvalueerd en eventueel bijgesteld. Naast dit MO, heeft de Ondernemingsraad ook haar eigen tweewekelijks overleg. Twee weken voorafgaand aan het MO schuift de bestuurder informeel even aan bij dit overleg. In gezamenlijkheid wordt dan
pagina 10
de agenda voor het MO bepaald en is er gelegenheid om op informele wijze signalen uit te wisselen. De ondernemingsraad bracht haar advies uit over en verleende haar instemming op de volgende onderwerpen: Wijziging schoonmaakinzet Openingstijden receptie Aanpassing vakantiereglement Aanpassing verzuimbeleid Wijzigingen restauratieve dienst VOG-beleid De
ondernemingsraad nam deel aan verschillende overleggroepen en activiteiten, zoals: Scholing Beleidsdag MT-Plus (voor toelichting zie 2.5) Medewerkersbijeenkomsten Commissie ‘personeelsactiviteiten’
2.5 MT plus Het MT-plus is een overleggroep bestaande uit bestuurder, managementteam, leidinggevenden, en een aantal sleutelfiguren. Ook is er iedere vergadering een aantal ‘vrije stoelen’ beschikbaar voor belangstellende medewerkers. Het MT-plus komt 2x per jaar een dagdeel bij elkaar. Vaste onderwerpen van bespreking zijn o.a. de stand van zaken van de organisatie (beleid, financieel, productie en opbrengsten etc.). Daarnaast worden actuele thema’s besproken. In 2014 waren dat Zelfsturende teams en het Ondernemingsplan.
2.6 Beleidsbijeenkomst In september vindt een jaarlijkse beleidsbijeenkomst plaats. Hierbij zijn de leden aanwezig van de Cliëntenraad, de Ondernemingsraad, het MT-plus en de Raad van Toezicht. Naast een terugblik op de eerste twee trimesters, wordt vooral het beleid voor het aankomend jaar besproken: wat vraagt onze aandacht en welke prioritering geven we er aan.
2.7 Inspraakbijeenkomst medewerkers en vrijwilligers In januari/februari vonden bijeenkomsten plaats voor medewerkers en vrijwilligers, waarbij zij konden reageren op het Jaarplan 2014 (inhoud en prioriteiten). In augustus/september vond een zelfde type bijeenkomst plaats, waarbij inspraak werd geboden op het Ondernemingsplan (beleidsplan 2015-2018). Uit de gehouden evaluatie onder de deelnemers blijkt dat medewerkers en vrijwilligers deze vorm van inspraak erg waarderen.
pagina 11
3 Beleid In 2013 is door de komst van de nieuwe bestuurder de opmaat gemaakt naar nieuw beleid, dat werd vastgesteld in 2014. De SWOT-analyse en de eerste groepsgesprekken werden in 2013 uitgevoerd. In 2014 kreeg dit zijn vervolg en werden de korte termijndoelen door het MT uitgewerkt in een jaarplan voor 2014. Dit jaarplan werd in januari 2014 door de bestuurder voorgelegd aan medewerkers en vrijwilligers, tijdens groepsbijeenkomsten. Na hun inspraak is het jaarplan vastgesteld. Vervolgens is het nieuwe beleid verder uitgewerkt in een ondernemingsplan en besproken met de Cliëntenraad, de Ondernemingsraad en de Raad van Toezicht. Daarna is het conceptplan in augustus/september voorgelegd aan medewerkers en vrijwilligers. In de beleidsvergadering eind september werd het ondernemingsplan definitief vastgesteld. Hierin staat de aangepaste (verkorte) missie beschreven, waarop vervolgens de kernwaarden, visie (pijlers), doelstelling en ambitie voor de komende vier jaren zijn gebaseerd.
3.1 Missie St. Elisabeth levert een positieve bijdrage aan het welbevinden van senioren en biedt uitstekende zorg en dienstverlening in en vanuit een sfeervolle locatie waar mensen zich thuis voelen. St. Elisabeth: een Thuis met karakter
3.2 Kernwaarden De waarden die wij hanteren in ons werk zijn gebaseerd op de Franciscaanse spiritualiteit: Liefde: Goede zorg komt uit het hart. Door er écht te zijn voor de ander, kunnen we dagelijks in ons werk het verschil maken voor de bewoners. Eenvoud: We maken het zo eenvoudig mogelijk voor de bewoners. Wij zijn een organisatie zonder poespas. Werkzaamheid: We gaan uit van ieders kracht. Vanuit die kracht leveren medewerkers een bijdrage aan het welbevinden van de bewoners en stimuleren we hen in hun zelf- en samenredzaamheid. Onthechting: We zijn ons bewust van de emoties en levensvraagstukken die horen bij de levensfase van de bewoners. Wij gaan hier met respect mee om en staan open voor veranderingen. Onthechting betekent voor medewerkers: de kunst van het loslaten van zekerheden en oude werkwijzen en open staan voor veranderingen.
3.3 Visie (pijlers)
De bewoner heeft de regie: In goed overleg tussen de bewoner (of vertegenwoordiger) en de contactverzorgende wordt een antwoord gezocht op de vraag van de bewoner. De vraag van de bewoner is daarbij altijd leidend en we stellen alles in het werk om aan de wensen van de bewoner tegemoet te komen. Versterking zelfredzaamheid: Onze overtuiging is dat het welzijn van senioren en hun gevoel van eigenwaarde wordt vergroot door elke vorm van activiteit, hoe klein ook. Zelfredzaamheid bij medewerkers betekent dat we meer verantwoordelijkheid aan de medewerkers willen geven, omdat meer autonomie meer werktevredenheid oplevert.
pagina 12
Focus op fysiek én mentaal welzijn: Goede zorg, actief blijven, sociaal contact, aandacht voor spiritualiteit en een schone, veilige en sfeervolle leefomgeving bepalen samen iemands welbevinden. Wij hebben oog voor dit geheel. Van wet naar geweten: Wij vinden dat veiligheid een afgeleide moet zijn van levenskwaliteit. Over nut en noodzaak van regelgeving willen we graag met elkaar in discussie.
De bewoner heeft de regie, en als hij/zij dat niet meer kan, dan wordt hij/zij hierin primair ondersteund door de 1e contactpersoon namens de familie. We kijken vooral naar wat men nog wél kan. Vervolgens bespreken we op welke manier de familie de bewoner kan en wil ondersteunen. In aanvulling daarop zetten we vrijwilligers in, met name gericht op het bevorderen van het welzijn van de bewoner. Pas daarna worden professionele medewerkers ingezet ter ondersteuning en verzorging van de bewoner. De eerste contactpersoon van de familie en de contactverzorgende vormen samen een team ter ondersteuning van de bewoner. Familieparticipatie achten we van groot belang om de zorg en ondersteuning op goede wijze vorm te geven met elkaar. In onderstaande contactcirkel wordt die samenwerking verbeeld:
3.4 Ambitie St. Elisabeth biedt een “een Thuis met karakter” en streeft ernaar om in 2020 een organisatie te zijn die duidelijk op de kaart staat, alom bekend en geliefd is in Roosendaal en omgeving, zowel voor potentiële bewoners als medewerkers, vanwege de topkwaliteit met name op het gebied van dementiezorg en ontmoeting. Dát is onze ambitie: van goed naar uitstekend!
pagina 13
3.5 Doelstellingen Om onze ambitie waar te maken richten we ons de komende jaren op vier doelstellingen. Uitstekende zorg en dienstverlening: Bij alles wat we doen gaan we voor topkwaliteit. Of het nu gaat om de dagelijkse zorg, de maaltijden in het restaurant of de organisatie van evenementen: kwaliteit staat voorop. Inspirerend werk: Als medewerkers met plezier hun werk doen, straalt dat af op de bewoners van St. Elisabeth. Gezonde organisatie: Om de continuïteit van zorg en werk op de lange termijn te waarborgen, is het noodzakelijk dat St. Elisabeth een financieel gezonde organisatie is en blijft. Verbinding met de buitenwereld: We willen zo veel mogelijk senioren uit de wijk van onze locatie gebruik laten maken en hen onze deskundigheid aanbieden. Samenwerking met andere organisaties is hierbij van belang: samen weet en kan je meer.
3.6 Organogram Het organogram keren we om, waarmee we benadrukken dat de professional ‘in the lead’ komt en cliënt de regie heeft.
pagina 14
4. Resultaten De behaalde resultaten in 2014 treft u in deze paragraaf aan in de volgorde zoals we die hanteren in de interne trimesterrapportages: als eerste de resultaten met de betrekking tot de cliënt, dan de medewerker, daarna de organisatie en als laatste de maatschappij.
4.1 Cliënt 4.1.1 Tevredenheid cliënten De tevredenheid van de cliënten van St. Elisabeth wordt eens per twee jaar gemeten met de CQindex, zoals in de meeste zorgorganisaties gebruikelijk is. Maar St. Elisabeth doet meer om een vinger aan de pols te houden met betrekking tot de kwaliteitsbeleving van haar bewoners en cliënten. Zo worden nieuwe bewoners en hun eerste familiecontactpersoon uitgenodigd voor een gesprek met het Hoofd Zorg & Welzijn en het Hoofd Facilitaire Zaken. Over het algemeen is men erg enthousiast over die eerste periode, en tegelijkertijd leveren deze gesprekken waardevolle informatie op om op praktisch niveau onze dienstverlening verder te verbeteren. Ook nabestaanden worden, enige tijd na overlijden van de bewoner, uitgenodigd voor een gesprek om de tevredenheid en kansen tot verbetering te bespreken. Daarnaast beschouwen we klachten ook als kansen tot verbetering. In 2014 zijn echter geen formele klachten ingediend. De CQ-meting heeft in oktober 2014 plaats gevonden. In onderstaande tabel treft u de resultaten: CQ meting 2014 Verzorgingshuis: 21 cliënten Verpleeghuis somatiek: 15 cliënten Verpleeghuis Pg: 27 vertegenwoordigers Thuiszorg: 21 cliënten Dagbegeleiding Interview:
8 van de 12 indicatoren scoort boven het landelijk gemiddelde NPS1: 28% 4 van de 12 indicatoren scoort boven het landelijk gemiddelde NPS: 0% 4 van de 11 indicatoren scoort boven het landelijk gemiddelde NPS: 34% Alle 5 de indicatoren scoren rond of boven het landelijk gemiddelde NPS: 66% Geen vergelijking beschikbaar
Belangrijkste aandachtspunt voor de gehele organisatie op basis van de CQ-meting is het kunnen meebeslissen over wanneer en welke zorg wordt geleverd. Door alle teams zijn verbeterplannen opgesteld om de genoemde aandachtspunten te verbeteren.
4.1.2 Bewonersbijeenkomsten Bewoners werden door middel van bijeenkomsten betrokken bij de totstandkoming van het ondernemingsplan. Naar aanleiding van een verzoek van de Cliëntenraad werd later in het jaar nogmaals een aantal bewonersbijeenkomsten georganiseerd. Tijdens deze bijeenkomsten werd men door de bestuurder geïnformeerd over de veranderingen in de zorg en een aantal interne veranderingen, zoals het aanpassen van het schoonmaakbeleid en de wijzigingen in de restauratieve voorziening.
1
NPS: Net Promoter Score = betreft de aanbevelingsvraag: ‘zou u deze instelling aan vrienden of familie aanbevelen. Scores hierop liggen tussen de -/- 100% en + 100%. pagina 15
4.1.3 Veiligheid & kwaliteit van zorg De veiligheid en kwaliteit van zorg wordt op de volgende manieren in trismesterrapportages bewaakt en indien nodig bijgestuurd: Hoeveelheid en soorten Meldingen Incident Cliënt (MIC-meldingen): als gevolg van de toenemende zorgzwaarte zien we de meldingen met betrekking tot agressie (van cliënten), valincidenten en medicatie-incidenten toenemen. Hier zijn diverse maatregelen op getroffen, zoals het bieden van de een training ‘omgaan met agressie’ voor zorgmedewerkers, de implementatie van een nieuw medicatiedistributiesysteem, en teambesprekingen om incidenten te evalueren en door bewustwording van het eigen aandeel hierin incidenten te voorkomen. Hoeveelheid en soort Vrijheids Beperkende Interventies (VBI’s): St. Elisabeth wil deze maatregelen tot een minimum beperken. Momenteel ligt het aantal VBI’s rond het landelijk gemiddelde. Er wordt onderzocht op welke wijze we hierin beter kunnen gaan scoren. Jaarlijkse meting van zorginhoudelijke indicatoren: Op de meeste onderdelen scoren we beter dan landelijk gemiddeld. Decubitus was in verhoogde mate aanwezig, maar in samenwerking met deskundigen uit het Bravis ziekenhuis en van Surplus Zorg is dit inmiddels verminderd en wordt alles in het werk gesteld om dit zo veel mogelijk te voorkomen. Bevindingen van de Commissie Kwaliteit en Veiligheid: deze commissie ondersteunt de bestuurder bij het waarborgen van de kwaliteit en veiligheid van cliënten en medewerkers van St. Elisabeth. De commissie is in 2014 uitgebreid met de fysiotherapeut. In 2015 wordt het functioneren van deze commissie geëvalueerd en indien nodig aangepast. In 2014 heeft de commissie een actieve rol gespeeld in het terugdringen van decubitus en het bewaken van de hygiëne.
4.2 Medewerker In het ondernemingsplan is de doelstelling ‘inspirerend werk’ opgenomen. Als medewerkers met plezier hun werk doen, straalt dat af op de bewoners van St. Elisabeth. Onze medewerkers en vrijwilligers zijn degenen die onze missie ‘handen en voeten’ geven. Het zijn de mensen die het doen. Menselijk contact vinden wij belangrijk. Als het nodig is: tijd voor een praatje, samen lachen, een arm om de schouders als het even niet goed gaat. 4.2.1 Medewerkerstevredenheid In 2104 is een medewerkerstevredenheidonderzoek uitgevoerd. De respons was hoger dan landelijk gemiddeld (60% resp. 53%). De scores in vergelijking met de benchmark varieerden van maximaal 0,2 lager of 0,2 hoger. De belangrijkste aandachtspunten zijn de onderdelen ‘inspirerend leiderschap’ en ‘zelfstandigheid in het werk’. Hier zijn diverse acties op ondernomen, zoals het organiseren van medewerkersbijeenkomsten, uitbreiding van het MT-plus, een personeelsfeest en de start van het project ‘Samen op eigen kracht’ waarin zelfsturing centraal staat. In 2015 worden vervolgacties uitgebreid. In positieve zin valt het onderdeel ‘gedragen visie en ambitie’ op: Hierop wordt 7,5 gescoord, ten opzichte van een landelijk gemiddelde van 6,5-7,0. 4.2.2 Kwantiteit m.b.t. medewerkers Krimpende financiering van de overheid in combinatie met het overheidsbeleid van extramuralisering hebben consequenties voor medewerkers van St. Elisabeth. Omdat we niet willen dat dit ten koste gaat van de ‘handen aan het bed’ zijn in 2014 de facilitaire diensten ingekrompen. Hierbij zijn geen gedwongen ontslagen gevallen. Wel zijn oproepkrachten niet tot nauwelijks meer ingezet, is gebruik gemaakt van natuurlijk verloop, en verwachten we van de
pagina 16
vaste medewerkers meer flexibiliteit ten aanzien van de werktijden. De uitstroom van personeel (18,1%) is daardoor groter dan de instroom (9,8%). Van positieve invloed op de beschikbaarheid van personeel is het dalende verzuim: van 7,19% in 2013 naar 6,12% in 2014. Daarmee is het verzuim nog steeds hoger dan het branchegemiddelde, maar de verwachting is dat deze daling zich verder door zet. In 2014 is hier namelijk actief beleid op gevoerd, zoals wijziging van arbodienst, aanpassing van het verzuimbeleid en actieve sturing door leidinggevenden. De meldingsfrequentie nam af van 1,44 in 2013 naar 1,05 in 2014. Het langdurig verzuim is momenteel het grootste aandachtspunt.
4.2.3 Veiligheid en kwaliteit m.b.t. medewerkers Het gewijzigd overheidsbeleid heeft de arbeidsmarkt voor zorgpersoneel drastisch veranderd. Tot voor kort was er sprake van toenemende krapte. Momenteel is er veel zorgpersoneel beschikbaar. Toch blijven we investeren in opleidingen, omdat St. Elisabeth het belangrijk vindt medewerkers in eigen geledingen op te leiden en het deskundigheidsniveau daarmee op een hoger niveau te brengen. In 2014 zijn voorbereidingen getroffen voor de start van een intensieve in-company-training voor de contactverzorgenden in 2015 en een nieuwe functie voor een verpleegkundig specialist. Er waren in 2014 twee medewerkers in opleiding voor verpleegkundigen. Dit aantal wordt in de toekomst uitgebreid. Om de doelstelling ‘inspirerende werk’ te kunnen realiseren, is de ontwikkeling van personeelsbeleid cruciaal. Een belangrijke stap hierin was het aanstellen van een adviseur Personeel, Organisatie & Opleidingen (PO&O). Begin 2014 werd een start gemaakt met een interim-PO&O-er, waarna in oktober deze nieuwe functie binnen St. Elisabeth permanent werd ingevuld. Een goede begeleiding vanaf het begin bij nieuwe medewerkers én vrijwilligers draagt bij aan hun betrokkenheid bij de organisatie. Om die reden organiseren we meerdere keren per jaar een introductiebijeenkomst. Tijdens deze bijeenkomst maken zij persoonlijk kennis met de bestuurder en het MT, en worden zij geïnformeerd over de historie van St. Elisabeth door zuster Margriet, overste van de zusters Franciscanessen van Mariadal (oprichters van St. Elisabeth). De leeftijdsopbouw van de medewerkers van St. Elisabeth is in vergelijking met andere ouderenzorgorganisaties ongeveer gelijk. Meer gedetailleerde informatie geeft aan dat met name de leeftijdsopbouw in de facilitaire diensten uit balans is (relatief meer ouderen). Er is echter geen relatie met leeftijd en verzuim, omdat juist in de facilitaire diensten het verzuim lager is dan in de rest van de organisatie. Ten aanzien van veiligheid van medewerkers zijn over het algemeen de zaken op orde, zo was het oordeel van een extern deskundige die in 2014 de Risico Inventarisatie en Evaluatie (RIE) heeft uitgevoerd. In de MOP-registratie (Meldingen Ongevallen Personeel) werden in 2014 16 meldingen geplaatst. Geen van de meldingen had ernstig letsel tot gevolg.
4.2.4 Vrijwilligers St. Elisabeth werkt samen met de Unie van Vrijwilligers (UVV) ten behoeve van de werving en inzet van vrijwilligers. Het aantal vrijwilligers is gegroeid van 69 (2013) naar 87 vrijwilligers. Het aantal uren vrijwilligerswerk is in 2014 gegroeid van 14.047 uur (2013) naar 15.600 uur. Daarnaast zijn er nog 6 andere vrijwilligers (chauffeurs) actief.
pagina 17
4.3 Organisatie 4.3.1 Audits Om de kwaliteit op organisatieniveau te bewaken worden zowel interne als externe audits uitgevoerd. In 2014 zijn interne audits uitgevoerd met betrekking tot de volgende onderwerpen: Zorgleefplan, herindicatie, VBI, opleidingen, ontruiming en oplevering appartement, algemene hygiëne, hygiënecode woonvormen, dubbele controle medicijnen, meting zorginhoudelijke indicatoren. Tijdens deze audits zijn geen kritische tekortkomingen geconstateerd. Wel zijn er bij elke audit tekortkomingen vastgesteld of adviezen gegeven. Aan de hand van de rapportages zijn preventieve en corrigerende maatregelen geformuleerd en is het proces/protocol bijgesteld. De externe audits zijn uitgevoerd op het gebied van legionella, productregistratie, de jaarrekening en nacalculatie en kwaliteit van zorg (HKZ). Alle audits zijn naar tevredenheid van de externe auditor uitgevoerd. De audit ten behoeve van de HKZ-certificering leverde diverse complimenten op, bijvoorbeeld ten aanzien van het nieuw opgestelde beleid en de werkwijze hierin, ten aanzien van het ZorgLeefPlan en de wijze waarop het team van de Strijpe functioneert zonder teamleider (keuze van het team zelf na vertrek van de teamleider). De directiebeoordeling en de interne audits bleken voor verbetering vatbaar. Hier zijn inmiddels verbeteringen in aangebracht. 4.3.2 Financiën Het verslagjaar is afgesloten met een positief resultaat van € 504.952,-- (4,91%). Het resultaat is toegevoegd aan het Eigen Vermogen. De eigen vermogenspositie ad € 1.635.897,-- (17,3% van het wettelijk budget aanvaardbare kosten) dient als basis voor een financieel gezonde bedrijfsvoering. Resultaatratio (netto resultaat/bedrijfsopbrengsten) Resultaatratio: AWBZ-gefinancierde resultaten
Vorig jaar 0,54%
Verslagjaar 4,91%
De liquiditeit en solvabiliteit zijn in 2014 in positieve zin ontwikkeld. Bij een daling van de kortlopende schulden met € 215.030,--, stegen de vlottende activa eveneens met € 615.659,--. Liquiditeit quick-ratio (vlottende activa - voorraden/kortlopende schulden)
Vorig jaar 0,97
Verslagjaar 1,54
Solvabiliteit Solvabiliteit (totaal eigen vermogen / balanstotaal) Solvabiliteit (totaal eigen vermogen / totaal opbrengsten)
Vorig jaar 0,36 0,12
Verslagjaar 0,48 0,16
Voor wat betreft de financiële informatie wordt in de jaarrekening van 2014 geen segmentering toegepast, dan wel onderscheid gemaakt in Verpleging en Verzorging. De overhead is fors lager dan het branchegemiddelde, nl. 8,2% vs. 16,5% 4.3.3 Risico’s In 2013 heeft St. Elisabeth de Prospectieve Risico Inventarisatie (PRI) op vernieuwde wijze vorm gegeven en in 2014 verder uitgebreid. Risico’s worden in beeld gebracht en geclassificeerd (van zeer laag tot zeer hoog) op basis van de kans dat een gebeurtenis zich voordoet en de impact (ernst van de gevolgen) áls het zich voordoet. Vervolgens worden de hoge en zeer hoge risico’s
pagina 18
opgenomen in het jaarplan met beheersmaatregelen. Jaarlijks wordt de PRI door het MT geactualiseerd. De belangrijkste risico’s zijn momenteel:
Mate van extramuralisering: Om zelfstandigheid te kunnen behouden heeft de organisatie een bepaalde omvang nodig. St. Elisabeth wil een actieve bijdrage leveren aan het overheidsbeleid door een deel van de appartementen van de Strijpe te verhuren. Indien dit gepaard gaat met verzwaring van de zorg (uitbreiding aantal plaatsen dementiezorg) blijft de organisatie levensvatbaar. Gesprekken hierover met het zorgkantoor worden intensief gevoerd. Kans op overproductie: De productieafspraken die in 2014 zijn gemaakt voor 2015 bieden een grote mate van onzekerheid. Nadat de afspraken zijn gemaakt heeft de Tweede Kamer besloten dat thuiswonenden met een ZZP 1, 2 of 3 hun rechten om dit te verzilveren behouden. In de productieafspraken werd hier echter nog geen rekening mee gehouden. We bewaken de mate van overproductie per maand en voeren hierover overleg met het zorgkantoor. Onrendabele facilitaire en welzijnsdiensten (zeer hoog): als gevolg van krimpende budgetten en extramuralisering vormen de facilitaire en welzijnsdiensten een risico ten aanzien van de exploitatie. In 2014 is reeds een aantal beheersmaatregelen genomen: de receptiebezetting is verminderd, evenals de inzet van schoonmaak. Daarnaast is er een onderzoek uitgevoerd naar de verbetermaatregelen voor de restauratieve voorziening. In 2014 zijn hierover reeds resultaten geboekt, door kritischer in te kopen en beter te sturen op de personele inzet. Ook zijn de eerste stappen gezet om de omzet te verhogen door meer bezoekers te trekken (actieve promotie). In 2015 worden deze maatregelen uitgebreid: de personele inzet wordt verder beperkt door de werkwijze voor én achter de schermen aan te passen (bv. ontbijt in het restaurant afschaffen, gewijzigde productiewijze in de keuken). Ook voor het welzijnsteam worden in 2015 plannen gemaakt en uitgevoerd om kosten te reduceren en opbrengsten te vergroten. Zwakke concurrentiepositie: St. Elisabeth is een kleine organisatie en beschikt derhalve niet over een aanzienlijk marketingbudget. Ten aanzien van verpleging en verzorging genieten we een goede naamsbekendheid, maar de diensten voor thuiswonende senioren (dagbesteding, tijdelijk verblijf met zorg (eerstelijnsverblijf), maaltijden, activiteiten en verenigingen) zijn minder bekend in Roosendaal. Samenwerking met lokale partners is hierin van groot belang. Daartoe wordt overleg gevoerd met de gemeente Roosendaal, en lokale belangenorganisaties als het KBO, de ANBO en de Kruisvereniging.
4.4 Maatschappij De noodzaak tot samenwerking is in de huidige context groter dan ooit. In 2014 is samengewerkt met de volgende partijen: Congregatie Zusters Franciscanessen van Mariadal: Er is een samenwerking met betrekking tot de huur van het gebouw (congregatie is eigenaar) en de dienstverlening aan de Congregatie. Stichting In Caritate: Er is een samenwerkingsovereenkomst tussen Stichting St. Elisabeth en Stichting In Caritate, waarbij de verantwoordelijkheid voor de zorg van de zusters in In Caritate bij Stichting St. Elisabeth ligt. Daarnaast neemt In Caritate sinds oktober 2014 warme maaltijden van St. Elisabeth af.
pagina 19
Surplus Zorg (Zevenbergen): Er is een samenwerkingsovereenkomst met Surplus Zorg met betrekking tot de levering van (para)medische deskundigheid. In 2014 is aansluiting gevonden bij het triage-team voor de verpleeghuiscliënten. Daarnaast is St. Elisabeth aangesloten bij de klachtenregeling/klachtencommissie van Surplus. Thuiszorg West-Brabant: Er is een samenwerkingsovereenkomst ten behoeve van de verpleegkundige achterwachtfunctie door Thuiszorg West-Brabant aan St. Elisabeth. Bravis Ziekenhuis: In 2014 is gestart met samenwerking op het gebied van decubitus. UVV (Unie van Vrijwilligers): Er wordt samen gewerkt met het UVV met betrekking tot de inzet van vrijwilligers. WVS: Een aantal medewerkers van WVS is langdurig werkzaam in het restaurant en de huishoudelijke dienstverlening van St. Elisabeth. SDW: In 2014 is gestart met de inzet van mensen met een beperking in samenwerking met SDW. Pauwer: In 2014 is gestart met de inzet van mensen met een beperking in samenwerking met Pauwer. Kellebeek College: OP het gebied van opleidingen wordt samengewerkt met het Kellebeek College in Roosendaal. Avans Hogeschool: Op verschillende fronten wordt samengewerkt met Avans. Zo volgt een medewerker hier een HBO-opleiding verpleegkunde en bieden we diverse stageplaatsen aan studenten (momenteel: HRM en gezondheidszorgtechnologie). De Kruisvereniging West-Brabant: St. Elisabeth heeft een bijdrage geleverd aan de inzet van wijkzusters in Roosendaal, met ondersteuning van de Kruisvereniging. KBO: Met het KBO wordt samen gewerkt op het gebied van activiteiten en communicatie hiervan. KBO-leden ontvangen korting op activiteiten en maaltijden bij St. Elisabeth. ANBO: Ook met ANBO zijn vergelijkbare afspraken gemaakt als met de KBO. Kinderdagverblijf Domino: Groepen van het kinderdagverblijf brachten tweewekelijks een bezoek aan de psychogeriatrische bewoners van het verpleeghuis. In gezamenlijkheid werden activiteiten ontwikkeld met als doelstelling jong en oud te verbinden. Wijkcentrum Westrand: In 2014 is gestart met een tweewekelijks bezoek van kinderen uit de wijk aan de cliënten van de dagbesteding. Er wordt overlegd, waarbij Vice Versa en Traverse ook zijn betrokken over het uitwisselen van activiteiten. Zorgkantoor West-Brabant: Met het Zorgkantoor West-Brabant wordt structureel constructief overleg gevoerd. GHOR: Er zijn samenwerkingsafspraken met de GHOR met betrekking tot de zorgcontinuïteit. Huisartsen: De bestuurder heeft in 2014 contact gelegd met alle huisartsenpraktijken in Roosendaal. NL-Doet: In 2014 nam St. Elisabeth voor het eerst deel aan deze jaarlijkse activiteit van het Oranjefonds, waarbij vrijwilligers wordt gevraagd om zich eenmalig in te zetten voor een speciaal project. Firma Jan de Rijk Logistics uit Roosendaal bouwde een kippen- en konijnenren en een aantal ‘moestuintafels’ voor de beschutte tuin (PG-tuin), en bakte pannenkoeken voor alle bewoners. VLC Verkeer: Bij grotere evenementen zorgen deze verkeersregelaars voor de verkeersveiligheid en het parkeerbeleid, zodat de overlast voor onze buren zo veel mogelijk wordt beperkt. In ruil voor hun inzet, maken zij gebruik van de vergaderfaciliteiten van St. Elisabeth.
pagina 20
St.
Elisabeth is aangesloten bij: Actiz. Het Punt: het woon-, zorg- en welzijnsloket voor de gemeente Roosendaal. Netwerk Palliatieve Zorg Roosendaal, Bergen op Zoom, Tholen. Regionaal Platform Dementie Ondersteuningsnetwerk (RPD). Transvorm: samenwerking werkgevers zorg en welzijn Noord-Brabant op het gebied van strategisch arbeidsmarktbeleid, personeelsbeleid en opleiding. WOZ: West Brabants Overleg Zorg (platform voor bestuurders van zorginstellingen in de regio). MOK: de Maatschappelijke Ondernemers Kring (Roosendaal). Intrakoop: Begin 2014 heeft St. Elisabeth zich aangesloten bij Intrakoop, ter beperking van de inkoopkosten. ICWB: Eveneens ter beperking van de inkoopkosten heeft St. Elisabeth zich aangesloten bij de InkoopCombinatie West-Brabant. Care Innovation Center: In 2014 zijn de eerste contacten gelegd met het Care Innovation Center. Dit heeft er toe geleid dat St. Elisabeth in 2015 maatschappelijk partner wordt.
In 2014 heeft St. Elisabeth de verbinding gezocht met de buitenwereld. Dit heeft er toe geleid dat er diverse kennismakingsbezoeken aan St. Elisabeth zijn gebracht. Naast vele individuele kennismakingsgesprekken, zijn er verschillende groeperingen op bezoek geweest. Zij kregen een presentatie van de bestuurder over St. Elisabeth, gevolgd door een rondleiding. De volgende groepen / delegaties hebben St. Elisabeth in 2014 bezocht: Actiz: werkbezoek door dhr. A. Koster (algemeen directeur), dhr. prof. dr. A.P.W.P van Montfort (bestuur) en dhr. L. Markus (accountmanager) Seniorenraad gemeente Roosendaal Roosendaalse Lijst WMO-raad Gemeenteraad Roosendaal Sectie actieve vrouwelijke religieuzen bisdom Breda (presentatie in Etten-Leur) Lions Witheeren werkbezoek wethouder dhr. H. Polderman
4.5 Toekomstverwachtingen In 2014 heeft St. Elisabeth diverse maatregelen getroffen om zich voor te bereiden op de toekomst. Die toekomst is echter, zoals bij vrijwel elke zorgorganisatie momenteel, erg onzeker. Er is onduidelijkheid over de mate en het tempo van extramuralisering en de mate en tijdstip van mogelijkheden tot verzwaring van zorg. St. Elisabeth wil het aantal dementieplaatsen uitbreiden, aangezien de zorgvraag daar in toe gaat nemen. Bovendien worden we ook zeer gewaardeerd om onze dementiezorg. Meerjarenafspraken met het zorgkantoor blijken tot op heden nog niet mogelijk, waardoor de toekomst ongewis blijft. We bereiden ons hier op voor door met scenario-analyses te werken. Diverse scenario’s zijn reeds uitgewerkt en worden regelmatig, op basis van nieuwe ontwikkelingen bijgesteld. Voorlopig mogen we concluderen dat we over voldoende liquide middelen beschikken om onzekerheden op te vangen. De liquiditeitspositie is immers positief. Daarnaast verwachten we ook in 2015 een licht positief resultaat, dat in 2016 zal tenderen naar break-even. Na 2016 beschikken we over diverse scenario’s, waarmee we ons voorbereiden op dat wat mogelijk komen gaat.
pagina 21
Het project ‘Samen op eigen kracht’ is een belangrijke investering in de toekomst. Een toekomst, waarin medewerkers zelfstandig werken en verantwoordelijkheid nemen en dragen voor de kwaliteit van zorg en dienstverlening. Niet alleen verhoogt daarmee hun arbeidstevredenheid én de tevredenheid van de bewoners, maar wordt ook de inzet van het aantal leidinggevenden beperkt. Op de korte termijn verwachten we een beperkt aantal investeringen. Ter verbetering van onze dienstverlening schaffen we in 2015 een Elektronisch Cliëntendossier aan. De voorbereidingen hiertoe zijn reeds in volle gang. Daarnaast oriënteren we ons op mogelijkheden tot verbetering van de bewegingsvrijheid van de dementerende bewoners. Een investering op het gebied van domotica (mogelijk in 2016) om dit te realiseren ligt in de lijn der verwachting. St. Elisabeth staat voor goede kwaliteit van zorg- en dienstverlening aan senioren, en daar willen we graag ‘uitstekend’ van maken. Dat betekent dat we onze goede naam niet alleen in stand willen houden, maar zelfs willen verbeteren. Dat vergt veel inzet en betrokkenheid van álle medewerkers. De insteek is om hen hier zo direct mogelijk bij te betrekken, hetgeen ons als kleine zorgorganisatie onderscheidt van collega-organisaties. Zo kunnen we flexibel en daadkrachtig opereren, zodat St. Elisabeth een organisatie is en blijft waar bewoners, medewerkers en vrijwilligers samen een Thuis met karakter creëren.
pagina 22
Stichting St. Elisabeth
5.1 JAARREKENING
Stichting St. Elisabeth
INHOUDSOPGAVE
Pagina
5.1 5.1.1 5.1.2 5.1.3 5.1.4 5.1.5 5.1.6 5.1.7 5.1.8 5.1.9 5.1.10 5.1.11 5.1.12
Jaarrekening 2014 Balans per 31 december 2014 Resultatenrekening over 2014 Kasstroomoverzicht over 2014 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling Toelichting op de balans per 31 december 2014 Mutatieoverzicht immateriële vaste activa Mutatieoverzicht materiële vaste activa Mutatieoverzicht financiële vaste activa Mutatieoverzicht vaste activa o.g.v. art. 5a Regeling verslaggeving WTZi Specificatie ultimo boekjaar onderhanden projecten en gereedgekomen projecten Overzicht langlopende schulden ultimo 2014 Toelichting op de resultatenrekening over 2014
23 24 25 26 31 40 41 42 43 47 48 49
5.2 5.2.1 5.2.2 5.2.3 5.2.4 5.2.5 5.2.6
Overige gegevens Vaststelling en goedkeuring jaarrekening Statutaire regeling resultaatbestemming Resultaatbestemming Gebeurtenissen na balansdatum Nevenvestigingen Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
55 55 55 55 55 56
Stichting St. Elisabeth
5.1 JAARREKENING 5.1.1 BALANS PER 31 DECEMBER 2014 (na resultaatbestemming) Ref.
31-dec-14 €
31-dec-13 €
1 2 3
0 1.155.284 0 1.155.284
0 1.307.111 219.225 1.526.336
4 5
1 0
1 0
6 7 8 9
71.541 283.939 0 1.864.040 2.219.521
565.056 122.707 0 916.098 1.603.862
3.374.805
3.130.198
31-dec-14 €
31-dec-13 €
45 1.635.852 0 1.635.897
45 1.130.900 0 1.130.945
ACTIVA
Vaste activa Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa Totaal vaste activa Vlottende activa Voorraden Onderhanden werk uit hoofde van DBC's / DBC-zorgproducten Vorderingen uit hoofde van bekostiging Overige vorderingen Effecten Liquide middelen Totaal vlottende activa Totaal activa
Ref. PASSIVA
Eigen vermogen Kapitaal Collectief gefinancierd gebonden vermogen Niet collectief gefinancierd vrij vermogen Totaal eigen vermogen
10
Voorzieningen
11
298.223
145.690
Langlopende schulden (nog voor meer dan een jaar)
12
0
197.848
6 13
0 1.440.685
0 1.655.715
3.374.805
3.130.198
Kortlopende schulden (ten hoogste 1 jaar) Schulden uit hoofde van bekostiging Overige kortlopende schulden
Totaal passiva
Pagina 23
Stichting St. Elisabeth
5.1.2 RESULTATENREKENING OVER 2014 Ref.
2014 €
2013 €
16 17
9.419.742 49.591
9.068.011 42.354
18 19
0 0
0 0
20
819.640
359.322
10.288.973
9.469.687
BEDRIJFSOPBRENGSTEN: Opbrengsten uit gebudgetteerde zorgprestaties Niet-gebudgetteerde zorgprestaties (exclusief DBC's / DBCzorgproducten; inclusief Wmo-huishoudelijke hulp) Omzet DBC's / DBC-zorgproducten Subsidies (exclusief Wmo-huishoudelijke hulp; inclusief overige Wmo-prestaties) Overige bedrijfsopbrengsten Som der bedrijfsopbrengsten
BEDRIJFSLASTEN: Personeelskosten
21
6.068.854
5.881.907
Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa
22
197.751
190.371
Bijzondere waardeverminderingen van financiële vaste activa
23
219.225
0
Overige bedrijfskosten
24
3.306.864
3.359.096
Som der bedrijfslasten
9.792.694
9.431.374
BEDRIJFSRESULTAAT
496.279
38.313
8.673
12.831
504.952
51.144
0 0 0
0 0 0
504.952
51.144
2014 €
2013 €
504.952 0 0 0 0 504.952
51.509 0 -365 0 0 51.144
Financiële baten en lasten
25
RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSUITOEFENING Buitengewone baten Buitengewone lasten Buitengewoon resultaat
26 26
RESULTAAT BOEKJAAR
RESULTAATBESTEMMING Het resultaat is als volgt verdeeld: Toevoeging/(onttrekking): Reserve aanvaardbare kosten Bestemmingsreserve WMO Verplichtingen a fond perdu Bestemmingsreserve Bestemmingsreserve
Pagina 24
Stichting St. Elisabeth
5.1.3 KASSTROOMOVERZICHT Ref. €
#VERW! €
€
#VERW! €
Kasstroom uit operationele activiteiten Bedrijfsresultaat
496.279
Aanpassingen voor: - afschrijvingen - mutaties voorzieningen
197.751 152.533
38.313
190.371 40.716 350.284
Veranderingen in vlottende middelen: - voorraden - vorderingen - vorderingen/schulden uit hoofde van bekostiging - kortlopende schulden (excl. schulden aan banken)
0 -161.232 493.515 -215.030
Kasstroom uit bedrijfsoperaties
0 364.856 -996.199 -179.679 117.253
-811.022
963.816
-541.622
8.673 0 0
Ontvangen interest Betaalde interest Buitengewoon resultaat
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten
231.087
12.831 0 0 8.673
12.831
972.489
-528.791
Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen materiële vaste activa Desinvesteringen materiële vaste activa Investeringen immateriële vaste activa Desinvesteringen immateriële vaste activa Investeringen deelnemingen en/of samenwerkingsverbanden Nieuw opgenomen leningen Aflossing leningen Overige investeringen in financiële vaste activa
-45.924 0 0 0
-205.539 0 0 0
0 0 0 219.225
0 0 0 0 173.301
Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten
-205.539
Kasstroom uit financieringsactiviteiten 0 -197.848
Nieuw opgenomen leningen Aflossing langlopende schulden Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten Mutatie geldmiddelen Stand geldmiddelen per 1 januari Stand geldmiddelen per 31 december Mutatie geldmiddelen Toelichting: Er is gebruik gemaakt van de indirecte methode
Pagina 25
0 0 -197.848
0
947.942
-734.330
916.098 1.864.040 947.942
1.650.428 916.098 -734.330
Stichting St. Elisabeth
5.1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING 5.1.4.1 Algemeen Algemene gegevens en groepsverhoudingen Zorginstelling Stichting St. Elisabeth is statutair (en feitelijk) gevestigd te Roosendaal, op het adres wouwseweg 21. De belangrijkste activiteit is het bieden van verblijf met verzorging respectievelijk verpleging. Grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de Regeling verslaggeving WTZi. Continuïteitsveronderstelling Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling. Het positieve resultaat van 2014 heeft geleid tot een versterking van de liquiditeitspositie. Ter verhoging van de continuïteit is de begroting van 2015 opgesteld met een netto resultaat van 2,0%. Voor het jaar 2016 zal een begroting worden opgemaakt waarbij het resultaat minimaal break-even zal zijn. Vergelijking met voorgaand jaar De grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van voorgaand jaar. Vergelijkende cijfers De cijfers voor 2013 zijn, waar nodig, geherrubriceerd om vergelijkbaarheid met 2014 mogelijk te maken. Verbonden rechtspersonen Als verbonden partij voor de stichting kan de Congregatie Zusters Franciscanessen van Mariadal worden aangemerkt, welke is vertegenwoordigd in de Raad van Toezicht van de stichting. De belangrijkste transacties tussen de congregatie en St. Elisabeth betreffen huur, onderhoud gebouw en loonkosten, welke plaatsvinden op basis van marktconforme prijzen.
Pagina 26
Stichting St. Elisabeth
5.1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING 5.1.4.2 Grondslagen van waardering van activa en passiva Activa en passiva Voor zover niet ander vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen de verkrijgingsprijs- of de vervaardigingsprijs of de actuele waarde. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. Toelichtingen op posten in de balans, resultatenrekening en kasstroomoverzicht zijn in de jaarrekening genummerd. Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar de stichting zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Gebruik van schattingen De opstelling van de jaarrekening vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft. Materiële vaste activa De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs onder aftrek van cumulatieve afschrijvingen en cumulatieve bijzondere waardeverminderingen. De afschrijvingstermijnen van de materiële vaste activa zijn gebaseerd op de verwachte gebruiksduur van het vast actief. Voor zover subsidies of daaraan gelijk te stellen vergoedingen zijn ontvangen als eenmalige bijdrage in de afschrijvingskosten, zijn deze in mindering gebracht op de investering. Financiële vaste activa De financiele vaste activa zijn startkosten die benoemd zijn in de bouw beschikking van 2007 inzake de nieuwbouw en worden gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs. Voorraden Voorraden zijn gewaardeerd tegen kostprijs onder aftrek van een voorziening voor incourantheid. Gezien de beperkte omvang van de voorraden is de waarde op € 1,-- gepresenteerd in de jaarrekening. Financiële instrumenten Financiële instrumenten omvatten handels- en overige vorderingen, geldmiddelen, leningen en overige financieringsverplichtingen, handelsschulden en overige te betalen posten. Financiële instrumenten worden bij de eeerste opname verwerkt tegen reële waarde, waarbij (dis)agio en de direct toerekenbare transactiekosten in de eerste opname worden meegenomen. Na de eerste opname worden financiële instrumenten op de hierna beschreven manier gewaardeerd.
Pagina 27
Stichting St. Elisabeth
5.1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING Vorderingen De eerste waardering van vorderingen is tegen reële waarde, inclusief transactiekosten. De vervolgwaardering van vorderingen is tegen geamortiseerde kostprijs. Een voorziening wordt getroffen op de vorderingen op grond van verwachte oninbaarheid. Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en direct opeisbare deposito’s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Voorzieningen (algemeen) Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen contante waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichting en verliezen af te wikkelen. Wanneer verplichtingen naar verwachting door een derde zullen worden vergoed, wordt deze vergoeding als een actief in de balans opgenomen indien het waarschijnlijk is dat deze vergoeding zal worden ontvangen bij de afwikkeling van de verplichting.
Voorziening groot onderhoud - Voor uitgaven voor groot onderhoud wordt een voorziening gevormd om deze lasten gelijkmatig te verdelen over een aantal boekjaren. De voorziening is gebaseeerd op een meerjaren onderhoudsplan tegen tegen nominale waarde. Voorziening jubileumverplichtingen - De voorziening voor jubileumuitkeringen aan het personeel is op individuele grondslag berekend, waarbij rekening is gehouden met het salaris, de blijfkans en de sterftekans. De voorziening wordt tijdsevenredig opgebouwd gedurende het dienstverband van de medewerkers. Voorziening reorganisatie - Met de voorziening voor reorganisatie wordt een voorziening gevormd om de toekomstige lasten inzake de lopende en nog toekomstige transitie van de facilitaire dienst financieel te ondersteunen. Kortlopende schuldenen overlopende passiva De kortlopende schulden en overlopende passiva worden gewaardeerd tegen de reële waarde. Vervolgwaardering is tegen geamortiseerde kostprijs. De kortlopende schulden betreffen schulden met een looptijd korter dan één jaar. Vorderingen uit hoofde van financieringsoverschot Dit betreft het nog in tarieven te verrekenen overschot/tekort aan het einde van het boekjaar 2014 en bestaat uit het verschil tussen het wettelijk budget voor aanvaardbare kosten en de ontvangen voorschotten en in rekening gebrachte vergoedingen voor diensten en verrichtingen ter dekking van het budget.
Pagina 28
Stichting St. Elisabeth
5.1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING 5.1.4.3 Grondslagen van resultaatbepaling Algemeen Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de baten en de lasten over het verslagjaar, met inachtneming van de hiervoor reeds vermelde waarderingsgrondslagen. De baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop deze betrekking hebben, uitgaande van historische kosten. Verliezen worden verantwoord als deze voorzienbaar zijn; baten worden verantwoord als deze gerealiseerd zijn. Baten (waaronder nagekomen budgetaanpassingen) en lasten uit voorgaande jaren die in dit boekjaar zijn geconstateerd, worden aan dit boekjaar toegerekend. De rechten en verplichtingen uit hoofde van meeerjarige financiele contracten, zoals huurcontracten, operationele leasecontracten e.d. worden niet in de balans geactiveerd en gepassiveerd. De lasten, die hieruit voortvloeien worden onder de bedrijfslasten verantwoord.
Opbrengsten De opbrengsten uit dienstverlening worden verantwoord naar rato van de verrichte prestaties, gebaseerd op de verrichte diensten tot aan de balansdatum en in verhouding tot in totaal te verrichten diensten (onder de voorwaarde dat het resultaat betrouwbaar kan worden geschat, dit indien aan de volgende voorwaarden is voldaan: a. het bedrag kan op betrouwbare wijze worden bepaald; b. waarschijnlijke economische voordelen; c. de mate waarin de dienstverlening op de balansdatum is verricht kan op betrouwbare wijze worden bepaald; en d. gemaakte kosten en kosten die nog moeten worden gemaakt kunnen betrouwbaar worden bepaald; als dat niet kan dan opbrengsten slechts verwerken tot het bedrag van de kosten van de dienstverlening). Bij de berekening van het wettelijk budget voor aanvaardbare kosten is wel rekening gehouden met de na-indexering. De met de opbrengsten samenhangende lasten worden toegerekend aan de periode waarin de baten zijn verantwoord.
Personele kosten Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de resultatenrekening voorzover ze verschuldigd zijn aan werknemers. Pensioenen Stichting St. Elisabeth heeft voor haar werknemers een toegezegde pensioenregeling. Hiervoor in aanmerking komende werknemers hebben op de pensioengerechtigde leeftijd recht op een pensioen dat is gebaseerd op het gemiddeld verdiende loon berekend over de jaren dat de werknemer pensioen heeft opgebouwd bij St. Elisabeth. De verplichtingen, welke voortvloeien uit deze rechten van haar personeel, zijn ondergebracht bij het bedrijfstakpensioenfonds Zorg en Welzijn. St. Elisabeth betaalt hiervoor premies waarvan de helft door de werkgever wordt betaald en de helft door de werknemer. De pensioenrechten worden jaarlijks geïndexeerd, indien en voor zover de dekkingsgraad van het pensioenfonds (het vermogen van het pensioenfonds gedeeld door haar financiële verplichtingen) dit toelaat. In 2014 dient het pensioenfonds een dekkingsgraad van ten minste 105% te hebben. Naar de stand van ultimo december 2014 is de dekkingsgraad van het pensioenfonds 102%. Het pensioenfonds voorziet geen noodzaak voor de aangesloten instellingen om extra stortingen te verrichten of om bijzondere premieverhogingen door te voeren. St. Elisabeth heeft geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen in geval van een tekort bij het pensioenfonds, anders dan het effect van hogere toekomstige premies. St. Elisabeth heeft daarom alleen de verschuldigde premies tot en met het einde van het boekjaar in de jaarrekening verantwoord.
Financiële baten en lasten De financiële baten en lasten betreffen van derden en groepsmaatschappijen ontvangen (te ontvangen) en aan derden en groepsmaatschappijen betaalde (te betalen) interest. Tevens is hieronder opgenomen het aandeel van de stichting in het resultaat van de op nettovermogenswaarde gewaardeerde deelnemingen danwel ontvangen dividenden van deelnemingen waarin geen invloed van betekenis op het zakelijke en financiële beleid wordt uitgeoefend en waardeveranderingen van financiële vaste activa en effecten.
Pagina 29
Stichting St. Elisabeth
5.1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING 5.1.4.4 Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld op basis van de directe methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit de liquide middelen. 5.1.4.5 Waarderingsgrondslagen WNT Voor de uitvoering van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen in de (semi)publieke sector (WNT) heeft de stichting zich gehouden aan de Beleidsregel toepassing WNT en deze als normenkader bij het opmaken van deze jaarrekening gehanteerd.
Pagina 30
Stichting St. Elisabeth
5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS ACTIVA 1. Immateriële vaste activa De specificatie is als volgt:
31-dec-14 €
31-dec-13 €
Kosten oprichting en uitgifte van aandelen Kosten van onderzoek en ontwikkeling Kosten van concessies, vergunningen en rechten van intellectuele eigendom Kosten van goodwill die van derden is verkregen Vooruitbetalingen op immateriële activa
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
Totaal immateriële vaste activa
0
0
2014 €
2013 €
Boekwaarde per 1 januari Bij: investeringen Bij: herwaarderingen Af: afschrijvingen Af: bijzondere waardeverminderingen Af: terugname geheel afgeschreven activa Af: desinvesteringen
0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0
Boekwaarde per 31 december
0
0
Het verloop van de immateriële activa in het verslagjaar is als volgt weer te geven:
Toelichting: Voor een nadere specificatie van het verloop van de immateriële vaste activa per activagroep wordt verwezen naar het mutatieoverzicht onder 5.1.6.
2. Materiële vaste activa De specificatie is als volgt:
31-dec-14 €
31-dec-13 €
Bedrijfsgebouwen en terreinen Machines en installaties Andere vaste bedrijfsmiddelen, technische en administratieve uitrusting Materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa Niet aan het bedrijfsproces dienstbare materiële activa
0 46.980 1.108.304 0 0
0 54.228 1.252.883 0 0
Totaal materiële vaste activa
1.155.284
1.307.111
2014 €
2013 €
Boekwaarde per 1 januari Bij: investeringen Bij: herwaarderingen Af: afschrijvingen Af: bijzondere waardeverminderingen Af: terugname geheel afgeschreven activa Af: desinvesteringen
1.307.111 45.924 0 197.751 0 0 0
1.286.018 205.539 0 184.446 0 0 0
Boekwaarde per 31 december
1.155.284
1.307.111
Het verloop van de materiële activa in het verslagjaar is als volgt weer te geven:
Toelichting: Voor een nadere specificatie van het verloop van de materiële vaste activa per activagroep wordt verwezen naar het mutatieoverzicht onder 5.1.7. Onder de materiële vaste activa is voor een totaalbedrag van € 0,-- aan vaste activa opgenomen waarvan de zorginstelling alleen het economisch eigendom heeft. Voor een nadere specificatie van het verloop van de WTZi-vergunningplichtige vaste activa, de WTZi-meldingsplichtige vaste activa, de WMG-gefinancierde vaste activa en de Kleinschalige Woonvoorzieningen per activagroep wordt verwezen naar het mutatieoverzicht onder 5.1.9. In toelichting 5.1.10 zijn overzichten opgenomen voor de onderhanden en gereedgekomen projecten.
Pagina 31
Stichting St. Elisabeth
5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS ACTIVA 3. Financiële vaste activa De specificatie is als volgt:
31-dec-14 €
31-dec-13 €
Deelnemingen in groepsmaatschappijen Overige deelnemingen Vorderingen op groepsmaatschappijen Vorderingen op participanten en op maatschappijen waarin wordt deelgenomen (overige deelnemingen) Overige effecten Vordering op grond van compensatieregeling Overige vorderingen: Startkosten
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0
0 0 219.225
Totaal financiële vaste activa
0
219.225
2014 €
2013 €
219.225 0 0 0 0 0 -219.225 0 0
225.150 0 0 0 0 0 0 0 -5.925
0
219.225
Het verloop van de financiële vaste activa is als volgt:
Boekwaarde per 1 januari Kapitaalstortingen Resultaat deelnemingen Ontvangen dividend Verstrekte leningen / verkregen effecten Ontvangen dividend / aflossing leningen (Terugname) waardeverminderingen Amortisatie (dis)agio Afschrijvingen 2,5% Boekwaarde per 31 december
Toelichting: Voor een nadere specificatie van het verloop van de financiële vaste activa per activagroep wordt verwezen naar het mutatieoverzicht onder 5.1.8. De afboeking van de FVA (Startkosten) is het gevolg van een bijzondere waardevermindering, als gevolg van het vervallen van de mogelijkheid om de afschrijvingen vanaf 2018 in de nacalculatie op te voeren.
Pagina 32
Stichting St. Elisabeth
5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS
4. Voorraden De specificatie is als volgt:
31-dec-14 €
31-dec-13 €
Medische middelen Voedingsmiddelen Hulpmiddelen Overige voorraden:
0 1 0
0 1 0
Totaal voorraden
1
1
31-dec-14 €
31-dec-13 €
Onderhanden werk DBC's / DBC-zorgproducten Af: ontvangen voorschotten Af: voorziening onderhanden werk
0 0 0
0 0 0
Totaal onderhanden werk
0
0
Saldo per 31-dec-14
€
Af: ontvangen voorschotten €
0
0
0
Toelichting: De voorziening die in aftrek op de voorraden is gebracht, bedraagt € 0,--
5. Onderhanden werk uit hoofde van DBC's / DBC-zorgproducten De specificatie is als volgt:
De specificatie per categorie DBC's / DBC-zorgproducten is als volgt weer te geven: Stroom DBC's / DBC-zorgproducten
Gerealiseerde kosten en toegerekende winst €
Totaal (onderhanden werk)
0
Pagina 33
Af: verwerkte verliezen
€
Stichting St. Elisabeth
5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS
6. Vorderingen en schulden uit hoofde van bekostiging Vorderingen uit hoofde van bekostiging:
31-dec-14 €
31-dec-13 €
1. Vorderingen uit hoofde van financieringstekort
71.541
565.056
Totaal vorderingen uit hoofde van bekostiging
71.541
565.056
31-dec-14 €
31-dec-13 €
1. Schulden uit hoofde van financieringsoverschot
0
0
Totaal schulden uit hoofde van bekostiging
0
0
Schulden uit hoofde van bekostiging:
Specificatie vorderingen en schulden uit hoofde van financieringstekort respectievelijk financieringsoverschot t/m 2011 €
2012 €
2013 €
-19
1.836
563.239
0 0 0
0 0 0
0 -463.131 -463.131
-30.384
-30.384 0 -463.131 -493.515
-19
1.836
100.108
-30.384
71.541
c
c
b
a
Saldo per 1 januari Financieringsverschil boekjaar Correcties voorgaande jaren Betalingen/ontvangsten Subtotaal mutatie boekjaar Saldo per 31 december
2014 €
totaal € 565.056
-30.384
Stadium van vaststelling (per erkenning):
a= interne berekening b= overeenstemming met zorgverzekeraars c= definitieve vaststelling NZa
Waarvan gepresenteerd als: - vorderingen uit hoofde van financieringstekort - schulden uit hoofde van financieringsoverschot
Specificatie financieringsverschil in het boekjaar
Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten Af: ontvangen voorschotten Af: overige ontvangsten Totaal financieringsverschil
Pagina 34
31-dec-14 €
31-dec-13 €
71.541 0 71.541
565.056 0 565.056
2014 €
2013 €
9.419.742 9.450.126 0
9.068.011 8.504.772 0
-30.384
563.239
Stichting St. Elisabeth
5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS ACTIVA 7. Overige vorderingen De specificatie is als volgt:
31-dec-14 €
31-dec-13 €
11.493 0
16.048 0
195.774 0
70.439 0
Vooruitbetaalde bedragen:
37.177
24.062
Nog te ontvangen bedragen:
39.495
12.158
Overige overlopende activa:
0
0
283.939
122.707
31-dec-14 €
31-dec-13 €
In portefeuille
0
0
Totaal effecten
0
0
De specificatie is als volgt:
31-dec-14 €
31-dec-13 €
Bankrekeningen Kassen
1.862.274 1.766
911.864 4.234
Totaal liquide middelen
1.864.040
916.098
Vorderingen op debiteuren Nog te factureren omzet DBC's / DBC-zorgproducten Overige vorderingen: Vorderingen op congregatie Vorderingen op participanten en maatschappijen waarin wordt deelgenomen
Totaal overige vorderingen Toelichting: De voorziening die in aftrek op de vorderingen is gebracht, bedraagt € 0,00
8. Effecten De specificatie is als volgt:
9. Liquide middelen
Toelichting: De liquide middelen staan ter vrije beschikking van St. Elisabeth.
Pagina 35
Stichting St. Elisabeth
5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS PASSIVA 10. Eigen vermogen Het eigen vermogen bestaat uit de volgende componenten:
31-dec-14 €
31-dec-13 €
Kapitaal Collectief gefinancierd gebonden vermogen Niet collectief gefinancierd vrij vermogen
45 1.635.852 0
45 1.130.900 0
Totaal eigen vermogen
1.635.897
1.130.945
Kapitaal Saldo per 1-jan-2014 €
Resultaatbestemming €
Overige mutaties €
Saldo per 31-dec-2014 €
Kapitaal
45
0
0
45
Totaal kapitaal
45
0
0
45
Saldo per 1-jan-2014 €
Resultaatbestemming €
Overige mutaties €
Saldo per 31-dec-2014 €
0
0
0
0
1.130.900
504.952
0
1.635.852
0
0
0
0
1.130.900
504.952
0
1.635.852
Saldo per 1-jan-2014 €
Resultaatbestemming €
Overige mutaties €
Saldo per 31-dec-2014 €
Bestemmingsreserves:
0
0
0
0
Algemene reserves:
0
0
0
0
Herwaarderingsreserves:
0
0
0
0
Totaal niet collectief gefinancierd vrij vermogen
0
0
0
0
Het verloop is als volgt weer te geven:
Collectief gefinancierd gebonden vermogen Het verloop is als volgt weer te geven: Bestemmingsreserves: Bestemmingsreserve WMO Reserve aanvaardbare kosten: Reserve aanvaardbare kosten Herwaarderingsreserve Totaal collectief gefinancierd gebonden vermogen Niet collectief gefinancierd vrij vermogen Het verloop is als volgt weer te geven:
Toelichting: Kapitaal Hieronder wordt opgenomen het bij oprichting of later ingebracht kapitaal Collectief gefinancierd gebonden vermogen Hieronder wordt reserves opgenomen die voorkomen uit de subsidie/ en-of zorggebonden, dan wel collectief gefinancierde activiteiten
Pagina 36
Stichting St. Elisabeth
5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS PASSIVA 11. Voorzieningen Het verloop is als volgt weer te geven:
Toekomstige jubileaverplichtingen Groot onderhoud Toekomstige reorganisatie Totaal voorzieningen
Saldo per 1-jan-2014 €
Dotatie
Onttrekking
Vrijval
€
€
€
Saldo per 31-dec-2014 €
66.077 79.613 0
0 91.625 105.000
3.201 40.891 0
0 0 0
62.876 130.347 105.000
145.690
196.625
44.092
0
298.223
Toelichting in welke mate (het totaal van) de voorzieningen als langlopend moeten worden beschouwd: 31-dec-2014 Kortlopend deel van de voorzieningen (< 1 jr.) Langlopend deel van de voorzieningen (> 1 jr.) Hiervan langlopend (> 5 jaar)
0 298.223 0
Toelichting per categorie voorziening: Toekomstige jubileaverplichtingen: De voorziening voor jubileumuitkeringen aan het personeel is op individuele grondslag berekend, waarbij rekening is gehouden met het salaris, de blijfkans en de sterftekans. De voorziening wordt tijdsevenredig opgebouwd gedurende het dienstverband van de medewerkers. De ingeschatte disconteringsvoet die is gehanteerd bij de bepaling van de voorziening is 4%. Groot Onderhoud: In 2014 is op grond van het onderhoudsplan een dotatie gedaan aan de voorziening. Het gepleegde groot onderhoud van 2014 is van de voorziening onttrokken. Toekomstige reorganisatie: De dotatie voorziening toekomstige reorganisatie is voor de facilitaire transitie die gestart is in 2014 en zal worden afgerond in 2015.
12. Langlopende schulden (nog voor meer dan een jaar) De specificatie is als volgt:
31-dec-14 €
31-dec-13 €
Schulden aan banken Overige langlopende schulden
0 0
0 197.848
Totaal langlopende schulden (nog voor meer dan een jaar)
0
197.848
2014 €
2013 €
197.848 0 197.848
197.848 0 0
Stand per 31 december
0
197.848
Af: aflossingsverplichting komend boekjaar
0
0
Stand langlopende schulden per 31 december
0
197.848
0 0 0
0 197.848 197.848
Het verloop is als volgt weer te geven:
Stand per 1 januari Bij: nieuwe leningen Af: kwijtschelding
Toelichting in welke mate (het totaal van) de langlopende schulden als langlopend moeten worden beschouwd: Kortlopend deel van de langlopende schulden (< 1 jr.), aflossingsverplichtingen Langlopend deel van de langlopende schulden (> 1 jr.) (balanspost) Hiervan langlopend (> 5 jaar)
Voor een nadere toelichting op de langlopende schulden wordt verwezen naar de bijlage overzicht langlopende schulden. De aflossingsverplichtingen zijn verantwoord onder de kortlopende schulden.
Pagina 37
Stichting St. Elisabeth
5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS PASSIVA 13. Overige kortlopende schulden De specificatie is als volgt:
Schulden aan banken Crediteuren Schulden aan congregatie Aflossingsverplichtingen langlopende leningen Belastingen en sociale premies Schulden terzake pensioenen Nog te betalen salarissen Vakantiegeld Vakantiedagen Overige schulden: Nog te betalen kosten: Diverse Totaal overige kortlopende schulden
31-dec-14 €
31-dec-13 €
0 204.982 320.288 0 255.089 128.510 41.985 148.906 243.226
0 216.173 442.226 0 276.816 150.726 64.350 153.597 281.080
97.699
70.747
1.440.685
1.655.715
Toelichting: De Nog te betalen kosten hebben een looptijd < 1 jaar
14. Financiële instrumenten
Algemeen De instelling maakt in de normale bedrijfsuitoefening gebruik van uiteenlopende financiële instrumenten die de instelling blootstellen aan markt- en/of kredietrisico’s. Kredietrisico De vorderingen uit hoofde van handelsdebiteuren zijn niet ondergebracht bij verzekeraars. Renterisico en kasstroomrisico Van een renterisico is geen sprake bij leningen. Bij de enige lening is sprake van een vastgesteld rente percentage van nul procent over de gehele looptijd. De lening wordt aangehouden tot het einde van de looptijd. Reële waarde De reële waarde van de meeste in de balans verantwoorde financiële instrumenten, waaronder vorderingen, effecten, liquide middelen en kortlopende schulden, benadert de boekwaarde ervan. De reële waarde van de overige in de balans verantwoorde financiële instrumenten wijkt niet materieel af van de boekwaarde.
Pagina 38
Stichting St. Elisabeth
5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS
15. Niet in de balans opgenomen regelingen Verloopoverzicht investeringsruimte trekkingsrechten Het verloop is als volgt weer te geven:
Nog niet bestede investeringsruimte per 1 januari Bij: indexering niet-bestede investeringsruimte Bij: investeringsruimte verslagjaar Af: investeringen verslagjaar Beschikbare investeringsruimte 31 december
2014 €
2013 €
80.961 656 40.809 0
39.474 1.007 40.480 0
122.426
80.961
Lopende investeringsprojecten leggen het volgende beslag op de beschikbare investeringsruimte:
Huur De Stichting St. Elisabeth huurt vanaf 1 juli 1979 de door haar in gebruik genomen gebouwen van de congregatie "Zusters Franciscanessen van Mariadal" te Roosendaal. De huurafspraken voor het jaar 2014 zijn vastgelegd in een brief die door beide partijen is ondertekend. Beide partijen hebben de intentie om een huurovereenkomst voor 5 jaar aan te gaan. Pemba-verplichting De gedifferentieerde WAO/WIA premie is afhankelijk van het arbeidsongeschiktheidsrisico binnen de stichting. In 2014 bedroeg deze gedifferentieerde premie 1,10%, voor 2015 is de voorlopige premie WKH vastgesteld op 0,87%. In de jaarrekening is geen verplichting opgenomen in verband met de toekomstige opslagen op de WAO/WIA premie. Huur kantoormachines Voor de huur van kopieerapparaten is een overeenkomst aangegaan. De overeenkomst heeft een resterende looptijd van 35 maanden. De daaruit voortvloeiende verplichting bedraagt per balansdatum € 29.139,50, waarvan € 19.145,14 met een looptijd > 1 jaar.
Pagina 39
0
Stichting St. Elisabeth
5.1.6 MUTATIEOVERZICHT IMMATERIELE VASTE ACTIVA
Kosten oprichting en uitgifte van aandelen €
Kosten van onderzoek en ontwikkeling €
Kosten van concessies, vergunningen en rechten van intellectuele eigendom €
Stand per 1 januari 2014 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
Boekwaarde per 1 januari 2014
0
0
0
0
0
0
Mutaties in het boekjaar - investeringen - herwaarderingen - afschrijvingen - bijzondere waardeverminderingen
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
- terugname geheel afgeschreven activa .aanschafwaarde .cumulatieve herwaarderingen .cumulatieve afschrijvingen
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
- desinvesteringen aanschafwaarde cumulatieve herwaarderingen cumulatieve afschrijvingen per saldo
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
Mutaties in boekwaarde (per saldo)
0
0
0
0
0
0
Stand per 31 december 2014 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
Boekwaarde per 31 december 2014
0
0
0
0
0
0
0,0%
0,0%
0,0%
0,0%
0,0%
Afschrijvingspercentage
Kosten van goodwill die van derden is verkregen €
Vooruitbetalingen op immateriële activa €
Totaal
Pagina 40
€
Stichting St. Elisabeth
5.1.7 MUTATIEOVERZICHT MATERIELE VASTE ACTIVA
Bedrijfsgebouwen en terreinen €
Machines en installaties €
Andere vaste bedrijfsmiddelen, technische en administratieve uitrusting €
Stand per 1 januari 2014 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen
0 0 0
117.586 0 63.358
1.887.764 0 634.881
0 0 0
0 0 0
2.005.350 0 698.239
Boekwaarde per 1 januari 2014
0
54.228
1.252.883
0
0
1.307.111
Mutaties in het boekjaar - investeringen - herwaarderingen - afschrijvingen - bijzondere waardeverminderingen
0 0 0 0
0 0 7.248 0
45.924 0 190.503 0
0 0 0 0
0 0 0 0
45.924 0 197.751 0
- terugname geheel afgeschreven activa .aanschafwaarde .cumulatieve herwaarderingen .cumulatieve afschrijvingen
0 0 0
0 0 0
110.908 0 110.908
0 0 0
0 0 0
110.908 0 110.908
- desinvesteringen aanschafwaarde cumulatieve herwaarderingen cumulatieve afschrijvingen per saldo
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
Mutaties in boekwaarde (per saldo)
0
-7.248
-144.579
0
0
-151.827
Stand per 31 december 2014 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen
0 0 0
117.586 0 70.606
1.822.780 0 714.476
0 0 0
0 0 0
1.940.366 0 785.082
Boekwaarde per 31 december 2014
0
46.980
1.108.304
0
0
1.155.284
0,0%
5,0%
6,67% 20,0%
0,0%
0,0%
Afschrijvingspercentage
Materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en Niet aan het vooruitbetalingen bedrijfsproces op materiële dienstbare vaste activa materiële activa € €
Pagina 41
Totaal €
Stichting St. Elisabeth
5.1.8 MUTATIEOVERZICHT FINANCIELE VASTE ACTIVA
Vorderingen op groepsmaatschappijen €
Vorderingen op participanten en op maatschappijen waarin wordt deelgenomen (overige deelnemingen) €
0
Overige effecten €
Vordering op grond van compensatieregeling €
Startkosten
Totaal
€
€
0
0
0
219.225
0
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
0 0 -219.225 0 0
219.225 0 0 0 0 0 -219.225 0 0
0
0
0
0
0
0
0
Deelnemingen in groepsmaatschappijen €
Overige deelnemingen €
Boekwaarde per 1 januari 2014 Kapitaalstortingen Resultaat deelnemingen Ontvangen dividend Verstrekte leningen / verkregen effecten Ontvangen dividend / aflossing leningen (Terugname) waardeverminderingen Amortisatie (dis)agio Afschrijvingen
0 0 0 0
0 0 0 0
0
Boekwaarde per 31 december 2014
0
Pagina 42
Stichting St. Elisabeth
5.1.9 MUTATIEOVERZICHT MATERIELE VASTE ACTIVA/FINANCIELE VASTE ACTIVA op grond van art. 5a Regeling verslaggeving WTZi 5.1.9.1 WTZi-vergunningplichtige vaste activa
NZa-IVA
Grond
Gebouwen
€
Terreinvoorzieningen €
€
Semi perm. gebouwen €
Verbouwingen €
€ Stand per 1 januari 2014 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen
0 0 0
0 0 0
Boekwaarde per 1 januari 2014
0
Mutaties in het boekjaar - investeringen - herwaarderingen - afschrijvingen - extra afschrijvingen NZa-goedgekeurd
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
65.674 0 46.940
0
0
0
0
0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
- terugname geheel afgeschreven activa .aanschafwaarde .cumulatieve herwaarderingen .cumulatieve afschrijvingen
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
- desinvesteringen aanschafwaarde cumulatieve herwaarderingen cumulatieve afschrijvingen per saldo
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
Mutaties in boekwaarde (per saldo)
0
0
Stand per 31 december 2014 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen
0 0 0
Boekwaarde per 31 december 2014 Afschrijvingspercentage
Subtotaal vergunning €
Totaal
0 0 0
65.674 0 46.940
2.005.350 0 698.239
18.734
0
18.734
1.307.111
0 0 0 0
0 0 3.276 0
0 0 0 0
0 0 3.276 0
45.924 0 197.751 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
110.908 0 110.908
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0
0
0
0
-3.276
0
-3.276
-151.827
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
65.674 0 50.216
0 0 0
65.674 0 50.216
1.940.366 0 785.082
0
0
0
0
0
0
15.458
0
15.458
1.155.284
0,0%
0,0%
0,0%
0,0%
0,0%
0,0%
5,0%
0,0%
Pagina 43
Installaties Onderhanden Projecten € €
€
Stichting St. Elisabeth
5.1.9 MUTATIEOVERZICHT MATERIELE VASTE ACTIVA/FINANCIELE VASTE ACTIVA op grond van art. 5a Regeling verslaggeving WTZi 5.1.9.2 WTZi-meldingsplichtige vaste activa
Trekkings rechten
Onderhanden Projecten
Subtotaal
Instandhouding
Onderhanden Projecten
€
€
€
€
€
Stand per 1 januari 2014 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen
0 0 0
0 0 0
0 0 0
51.912 0 16.418
0 0 0
51.912 0 16.418
51.912 0 16.418
Boekwaarde per 1 januari 2014
0
0
0
35.494
0
35.494
35.494
Mutaties in het boekjaar - investeringen - herwaarderingen - afschrijvingen
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 3.972
0 0 0
0 0 3.972
0 0 3.972
- terugname geheel afgeschreven activa .aanschafwaarde .cumulatieve herwaarderingen .cumulatieve afschrijvingen
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
- desinvesteringen aanschafwaarde cumulatieve herwaarderingen cumulatieve afschrijvingen per saldo
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
Mutaties in boekwaarde (per saldo)
0
0
0
-3.972
0
-3.972
-3.972
Stand per 31 december 2014 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen
0 0 0
0 0 0
0 0 0
51.912 0 20.390
0 0 0
51.912 0 20.390
51.912 0 20.390
Boekwaarde per 31 december 2014
0
0
0
31.522
0
31.522
31.522
0,0%
0,0%
6,7% - 10,0%
0,0%
Afschrijvingspercentage
Pagina 44
Subtotaal
Subtotaal meldingsplichtige activa € €
Stichting St. Elisabeth
5.1.9 MUTATIEOVERZICHT MATERIELE VASTE ACTIVA/FINANCIELE VASTE ACTIVA op grond van art. 5a Regeling verslaggeving WTZi 5.1.9.3 WMG-gefinancierde vaste activa
Inventaris €
Vervoermiddelen €
Automatisering €
Subtotaal WMG €
Stand per 1 januari 2014 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen
1.664.040 0 530.790
0 0 0
223.724 0 104.091
1.887.764 0 634.881
Boekwaarde per 1 januari 2014
1.133.250
0
119.633
1.252.883
45.924 0 150.255
0 0 0
0 0 40.248
45.924 0 190.503
70.783 0 70.783
0 0 0
40.125 0 40.125
110.908 0 110.908
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
-104.331
0
-40.248
-144.579
Stand per 31 december 2014 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen
1.639.181 0 610.262
0 0 0
183.599 0 104.214
1.822.780 0 714.476
Boekwaarde per 31 december 2014
1.028.919
0
79.385
1.108.304
6,67% - 20,0%
20,0%
20,0%
Mutaties in het boekjaar - investeringen - herwaarderingen - afschrijvingen - terugname geheel afgeschreven activa .aanschafwaarde .cumulatieve herwaarderingen .cumulatieve afschrijvingen - desinvesteringen aanschafwaarde cumulatieve herwaarderingen cumulatieve afschrijvingen per saldo Mutaties in boekwaarde (per saldo)
Afschrijvingspercentage
Pagina 45
Stichting St. Elisabeth
5.1.9 MUTATIEOVERZICHT MATERIELE VASTE ACTIVA/FINANCIELE VASTE ACTIVA op grond van art. 5a Regeling verslaggeving WTZi 5.1.9.4 Kleinschalige Woonvoorzieningen
Grond
Gebouwen
€
Terreinvoorzieningen €
Stand per 1 januari 2014 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen
0 0 0
Boekwaarde per 1 januari 2014
Subtotaal Kleinschalige Installaties Onderhanden woonvoorProjecten zieningen € € €
€
Semi perm. gebouwen €
Verbouwingen €
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0
0
0
0
0
0
0
0
Mutaties in het boekjaar - investeringen - herwaarderingen - afschrijvingen
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
- terugname geheel afgeschreven activa .aanschafwaarde .cumulatieve herwaarderingen .cumulatieve afschrijvingen
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
- desinvesteringen aanschafwaarde cumulatieve herwaarderingen cumulatieve afschrijvingen per saldo
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
Mutaties in boekwaarde (per saldo)
0
0
0
0
0
0
0
0
Stand per 31 december 2014 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
Boekwaarde per 31 december 2014
0
0
0
0
0
0
0
0
0,0%
0,0%
0,0%
0,0%
0,0%
0,0%
0,0%
Afschrijvingspercentage
Pagina 46
Stichting St. Elisabeth
5.1.10.1 SPECIFICATIE ULTIMO BOEKJAAR ONDERHANDEN PROJECTEN Projectgegevens Nummer
Briefnummer
Datum
Omschrijving
Investeringen
WTZi-type
t/m 2013 €
Totaal
2014 €
0
Goedkeuringen Nominaal Indexering bedrag WTZi WTZi € €
t/m 2014 ondergereed handen € €
0
0
0
0
0
Aangepaste goedkeuring €
0
5.1.10.2 SPECIFICATIE IN HET BOEKJAAR GEREEDGEKOMEN PROJECTEN Projectgegevens Nummer
Totaal
Briefnummer
Datum
Omschrijving
Investeringen WTZi-type
Activapost
WTZi €
WMG €
0
Pagina 47
Overige €
0
Toekomstige lasten Afschrijving WTZi Rentekosten € €
Totaal €
0
0
0
0
Jaar van oplevering
Stichting St. Elisabeth
BIJLAGE 5.1.11 Overzicht langlopende schulden ultimo 2014
Leninggever
Datum
Hoofdsom
Totale looptijd
Soort lening
€ Congregatie Zusters1-aug-92 Franciscannessen 197.848 van Mariadal 40 Onderhands Totaal
Werke- Restschuld Nieuwe lijke- 31 december leningen in rente 2013 2014 % 0,00%
€ 197.848 197.848
Restschuld Aflossing Restschuld 31 december in 2014 over 5 jaar 2014
€ 0 0
Pagina 48
€ 197.848 197.848
€ 0 0
Resterende looptijd in jaren eind 2014
Aflossingswijze
€ 0 0
Aflossing 2015
Gestelde zekerheden
€ 0 lineair
0 Geen 0
Stichting St. Elisabeth
5.1.12 TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING BATEN 16. Opbrengsten uit gebudgetteerde zorgprestaties De specificatie is als volgt:
2014 €
2013 €
Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten Zvw-zorg Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten AWBZ (exclusief subsidies) Beschikbaarheidsbijdragen
0 9.419.742 0
0 9.068.011 0
Totaal
9.419.742
9.068.011
17. Niet-gebudgetteerde zorgprestaties (exclusief DBC's / DBC-zorgproducten; inclusief Wmo-huishoudelijke hulp) De specificatie is als volgt:
2014 €
2013 €
Opbrengsten in opdracht van andere instellingen Eigen bijdragen en betalingen cliënten voor niet-verzekerde zorg en opbrengsten uit aanvullende zorgverzekering Persoonsgebonden en -volgende budgetten Opbrengst kraamzorg Opbrengsten uit Wmo-prestaties op het gebied van huishoudelijke hulp (inclusief onderaanneming) Overige niet-gebudgetteerde zorgprestaties
0 0
0 0
35.351 0 0 14.240
38.758 0 0 3.596
Totaal
49.591
42.354
2014 €
2013 €
Gefactureerde omzet DBC's / DBC-zorgproducten Mutatie onderhanden werk DBC's / DBC-zorgproducten
0 0
0 0
Totaal
0
0
18. Omzet DBC's / DBC-zorgproducten De specificatie is als volgt:
Pagina 49
Stichting St. Elisabeth
5.1.12 TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING
19. Subsidies (exclusief Wmo-huishoudelijke hulp; inclusief overige Wmo-prestaties) De specificatie is als volgt:
2014 €
2013 €
Subsidies AWBZ/Zvw-zorg Rijkssubsidies vanwege het Ministerie van Veiligheid en Justitie Rijkssubsidies vanwege het Ministerie van VWS (waaronder opleidingsfonds) Overige Rijkssubsidies Subsidies vanwege Provincies en gemeenten (exclusief Wmo-huishoudelijke hulp; inclusief overige Wmo-prestaties zoals maatschappelijke en vrouwenopvang, verslavingszorg, OGGZ) Overige subsidies, waaronder loonkostensubsidies en EU-subsidies
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
0
0
Totaal
0
0
2014 €
2013 €
585.322
248.737
164.421 69.897
53.499 57.086
819.640
359.322
2014 €
2013 €
Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremies Andere personeelskosten: Andere personeelskosten Subtotaal Personeel niet in loondienst
4.347.762 691.535 360.109
4.395.327 656.051 371.025
290.097 5.689.503 379.351
224.220 5.646.623 235.284
Totaal personeelskosten
6.068.854
5.881.907
Specificatie gemiddeld aantal personeelsleden (in FTE's) per segment: St. Elisabeth
124
127
Gemiddeld aantal personeelsleden op basis van full-time eenheden
124
127
0
0
20. Overige bedrijfsopbrengsten De specificatie is als volgt:
Overige dienstverlening: Diverse Overige opbrengsten (waaronder vergoeding voor uitgeleend personeel en verhuur onroerend goed): Dienstverlening aan zusters Franciscanessen Dienstverlening aan zusters In Caritate Totaal
LASTEN 21. Personeelskosten De specificatie is als volgt:
Aantal personeelsleden dat buiten Nederland werkzaam is
Pagina 50
Stichting St. Elisabeth
5.1.12 TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING LASTEN 22. Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa De specificatie is als volgt:
2014 €
2013 €
Afschrijvingen: - immateriële vaste activa - materiële vaste activa
0 197.751
0 190.371
Totaal afschrijvingen
197.751
190.371
0 2.424 5.925
0 2.424 5.925
Waarvan nacalculeerbare afschrijvingen: - immateriële vaste activa - materiële vaste activa - financiële vaste activa
Aansluiting afschrijvingen resultatenrekening - vergoeding nacalculeerbare afschrijvingslasten
2014 €
Totaal afschrijvingslasten resultatenrekening waarvan nacalculeerbare afschrijvingen
197.751 8.349
In het externe budget verwerkte vergoeding voor nacalculeerbare afschrijvingslasten: - WTZi-vergunningplichtige vaste activa - WTZi-meldingsplichtige vaste activa - WMG-gefinancierde vaste activa - Kleinschalige Woonvoorzieningen Totaal vergoeding nacalculeerbare afschrijvingslasten
3.276 3.972 190.503 0 197.751
Aanschafwaarde desbetreffende vaste activa Cumulatieve afschrijvingslasten desbetreffende vaste activa Cumulatieve vergoedingen voor nacalculeerbare afschrijvingslasten desbetreffende vaste activa
1.940.366 785.082 0
23. Bijzondere waardeverminderingen van financiële vaste activa De specificatie is als volgt:
2014 €
2013 €
Bijzondere waardeverminderingen van: - immateriële vaste activa - financiële vaste activa
0 219.225
0 0
Totaal
219.225
0
Pagina 51
Stichting St. Elisabeth
5.1.12 TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING
24. Overige bedrijfskosten De specificatie is als volgt:
2014 €
2013 €
Voedingsmiddelen en hotelmatige kosten Algemene kosten Patiënt- en bewonersgebonden kosten
618.245 386.004 255.907
672.457 370.088 245.059
Onderhoud en energiekosten: - Onderhoud - Energiekosten gas - Energiekosten stroom - Energie water Subtotaal
181.907 81.393 46.760 6.436 316.496
169.769 111.752 48.898 7.347 337.766
Huur en leasing Dotaties en vrijval voorzieningen
1.733.413 -3.201
1.733.413 313
Totaal overige bedrijfskosten
3.306.864
3.359.096
De specificatie is als volgt:
2014 €
2013 €
Rentebaten Rentebaten groepsmaatschappijen Dividenden Resultaat deelnemingen Waardeveranderingen financiële vaste activa en effecten Financiële baten uit verhouding met groepsmaatschappijen Financiële baten uit verhoudingen met overige verbonden maatschappijen Overige opbrengsten financiële vaste activa en effecten Subtotaal financiële baten
8.673 0 0 0 0 0 0 0 8.673
12.831 0 0 0 0 0 0 0 12.831
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
8.673
12.831
2014 €
2013 €
Buitengewone baten Buitengewone lasten
0 0
0 0
Totaal buitengewone baten en lasten
0
0
25. Financiële baten en lasten
Rentelasten Rentelasten groepsmaatschappijen Resultaat deelnemingen Waardeveranderingen financiële vaste activa en effecten Overige financiële lasten Subtotaal financiële lasten Totaal financiële baten en lasten
26. Buitengewone baten en lasten De specificatie is als volgt:
Pagina 52
Stichting St. Elisabeth
5.1.12 TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING 27. Bezoldiging bestuurders en toezichthouders De specificatie is als volgt:
2014 €
2013 €
Bestuurders en voormalige bestuurders Toezichthouders en voormalige toezichthouders
116.012 17.182
111.093 17.182
Totaal bezoldiging
133.194
128.275
Toelichting: De bezoldiging van bestuurders omvat periodiek betaalde beloningen, zoals salarissen, vakantiegeld en sociale lasten, beloningen op termijn, zoals pensioenlasten, uitkeringen bij beëindiging van het dienstverband en winstdelingen en bonusbetalingen, voor zover deze posten ten laste zijn gekomen van de stichting.
28. Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) De bezoldiging van de functionarissen die over 2014 in het kader van de WNT verantwoord worden, is als volgt: 2014
2013
2013
M.E. Bouwman Bestuurder 138 1,0 nee ja
P.M.M. Klijn Bestuurder 304 1,0 nee ja
1 2 3 4 5 6
Naam Functie Duur dienstverband (in dagen) Omvang dienstverband (in fte) Gewezen topfunctionaris Dienstbetrekking
M.E. Bouwman Bestuurder 365 1,0 nee ja
7 8 9 10 11 12
Beloning Belaste onkosten vergoedingen Voorzieningen tbv beloning op termijn Totaal bezoldiging Toepasselijk WNT maximum Motivering indien overschrijding
96.451 32.500 58.364 3.475 1.195 24 9.743 3.726 4.879 109.669 37.421 63.267 98.248 Overgangsregime is van toepassing: zie toelichting 2014 2014 2014
1 2 3 4 5 6
Naam Functie Duur dienstverband (in dagen) Omvang dienstverband (in fte) Gewezen topfunctionaris Dienstbetrekking
H.J. Weggen Voorz.RvT 365 0,0 nee nee
7 8 9 10 11 12
Beloning Belaste onkosten vergoedingen Voorzieningen tbv beloning op termijn Totaal bezoldiging Toepasselijk WNT maximum Motivering indien overschrijding
5.274 5.274 5.274 0 0 0 0 0 0 5.274 5.274 5.274 7.369 4.912 4.912 Bij overschrijding is het overgangsregime van toepassing: zie toelichting
C.C. Kerkhof Lid RvT 365 0,0 nee nee
C.P.M. Jacobs Lid RvT 365 0,0 nee nee
Toelichting: Per 1 januari 2013 is de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) ingegaan. Deze verantwoording is opgesteld op basis van de volgende op St. Elisabeth van toepassing zijnde regelgeving: het WNT-maximum voor de zorg, totaalscore 3 punten en klasse B. Het bezoldingsmaximum in 2014 voor St. Elisabeth is € 98.248,--. Het weergegeven toepasselijke WNT-maximum per persoon of functie is berekend naar rato van de omvang (en voor topfunctionarissen tevens de duur) van het dienstverband, waarbij voor de berekening de omvang van het dienstverband nooit groter kan zijn dan 1,0fte. Uitzondering hierop is het WNT-maximum voor leden van de Raad van Toezicht; dit bedraagt voor de voorzitter 7,5% en voor de overige leden 5% van het bezoldigingsmaximum. De overschrijding van het WNT maximum van de bestuurder is het gevolg van het toepassen van het overgangsregime. Dit biedt bestaande contracten de mogelijkheid om de eerste vier jaar na inwerkingtreding het oorspronkelijke inkomen te handhaven, waarna binnen drie jaar afgebouwd dient te worden tot het gemaximeerde inkomen. De overschrijding bij de leden van de Raad van Toezicht is het gevolg van het toepassen van het overgangsregime, waarbij m.i.v. 2015 de maximale toegestane bezoldiging van de voorzitter wordt verhoogd van 7,5% naar 15% en van de leden van 5% naar 10% van het WNT maximum. De overige 2 leden van de Raad van Toezicht in 2014, zijnde C.B.I.M. v.d. Vliet en J.H.M.P. Reinen ontvingen geen vergoeding. Pagina 53
Stichting St. Elisabeth
5.1.12 TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING
29. Honoraria accountant
2014 €
2013 €
39.506 0 0 0
33.940 3.000 0 13.453
39.506
50.393
De honoraria van de onafhankelijke accountant over 2014 zijn als volgt: 1 2 3 4
Controle van de jaarrekening Overige controlewerkzaamheden (w.o. Regeling AO/IC en Nacalculatie) Fiscale advisering Niet-controlediensten
Totaal honoraria onafhankelijke accountant
30. Transacties met verbonden partijen Van transacties met verbonden partijen is sprake wanneer een relatie bestaat tussen de instelling, haar deelnemingen en hun bestuurders en leidinggevende functionarissen. Er hebben zich de volgende transacties met verbonden partijen voorgedaan op niet-zakelijke grondslag. Door de Congregatie Franciscanessen van Maria is de uitstaande Lening o/g uit 1992 kwijtgescholden en is er een gift verstrekt als bijdrage in de exploitatie voor de verzorging van de religieuzen. De bezoldiging van de bestuurders en toezichthouders is opgenomen onder punt 27.
Ondertekening door bestuurders en toezichthouders
W.G. Dhr. Drs. H.J. Weggen MHA Voorzitter
W.G. Dhr. Drs. J.H.M.P. Reinen
W.G. Zuster C.B.I.M. van der Vliet
W.G. Mevr. C.C. Kerkhof - Mos
W.G. Dhr. C.P.M. Jacobs
W.G. Mevr. Drs. M.E. Bouwman Bestuurder
Pagina 54
Stichting St. Elisabeth
5.2 OVERIGE GEGEVENS
Stichting St. Elisabeth
5.2 OVERIGE GEGEVENS 5.2.1 Vaststelling en goedkeuring jaarrekening De raad van bestuur van Stichting St. Elisabeth heeft de jaarrekening 2014 vastgesteld in de vergadering van 8 april 2015. De raad van toezicht van de Stichting St. Elisabeth heeft de jaarrekening 2014 goedgekeurd in de vergadering van 14 april 2015. 5.2.2 Statutaire regeling resultaatbestemming In de statuten is bepaald, conform artikel 16, dat het behaalde resultaat ter vrije beschikking staat van de raad van toezicht. 5.2.3 Resultaatbestemming Het resultaat wordt verdeeld volgens de resultaatverdeling in paragraaf 5.1.2. 5.2.4 Gebeurtenissen na balansdatum n.v.t.
5.2.5 Nevenvestigingen Stichting St. Elisabeth heeft geen nevenvestigingen. 5.2.6 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant De controleverklaring is opgenomen op de volgende pagina.
Pagina 55
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
Pagina 56