Financieel beleid: begroting, jaarrekening en jaarverslag
F"^"
Financieel beleid: begroting, jaarrekening en jaarverslag J.W. van Asten RA werkzaam bij de branchegroep Gezondheidszorg van Deloitte & Touche te Eindhoven
Inhoud
Regelmatig terugkerende onderwerpen op de agenda van clie«ntenraden zijn de begroting, de jaarrekening en het jaarverslag van de zorginstelling. Dit zijn belangrijke rapportages waarmee de zorgaanbieder (¢nancie«le) verantwoording a£egt over het uit te voeren en uitgevoerde (¢nancie«le) beleid. Dit artikel verschaft inzicht in de wijze waarop de informatie die in de rapportages is opgenomen, moet worden gelezen. Tevens biedt het clie«ntenraden concrete aanknopingspunten om met de zorgaanbieder van gedachten te wisselen over de inhoud van die rapportages.
Voor wie
Leden en ondersteuners van clie«ntenraden die een algemeen inzicht willen krijgen in het (¢nancie«le) beleid van de zorgaanbieder.
Meer informatie B"Æ B"Æ" B"Æ"
Clie«nt & Medezeggenschap in de zorg
Wet medezeggenschap clie«nten zorginstellingen Toelichting WMCZ Artikel Toelichting WMCZ Artikel
juni ƪ
www.cm.bsl.nl
Bestand: M:/Share/Bsl/9510135_HB Medezeggenschap/Binnenwerk B-Z.3d ^ Pagina 1<1389>1484
F"^Æ
Financieel beleid: begroting, jaarrekening en jaarverslag
Clie«nt & Medezeggenschap in de zorg
juni ƪ
www.cm.bsl.nl
Bestand: M:/Share/Bsl/9510135_HB Medezeggenschap/Binnenwerk B-Z.3d ^ Pagina 1<1390>1484
Financieel beleid: begroting, jaarrekening en jaarverslag
"
F"^
Inleiding
Een regelmatig terugkerend onderdeel op de agenda van clie«ntenraden is de behandeling van de begroting en van de jaarrekening. Het betreft hier een tweetal belangrijke rapportages waarmee de directie van een instelling (¢nancie«le) verantwoording a£egt over het door haar uit te voeren en uitgevoerde beleid. Wil men een gesprekspartner vormen voor de directie van een instelling, dan dient men enige achtergrondkennis te bezitten over de ¢nancie«n van een zorginstelling, teneinde de juiste vragen te kunnen stellen. Dit artikel is bedoeld om een inzicht te geven in de wijze waarop de informatie die in de begroting en de jaarrekening is opgenomen, dient te worden gelezen en geeft concreet aan waar de belangrijkste ¢nancie«le risico’s van gezondheidszorginstellingen liggen. Alvorens inhoudelijk in te gaan op de begroting (paragraaf ) en de jaarrekening (paragraaf ª), behandelen wij in paragraaf Æ de hoofdlijnen van de ¢nancieringssystematiek van de gezondheidszorg. Hierbij dient expliciet te worden aangetekend dat omwille van het overzicht slechts de hoofdlijnen van de systematiek zullen worden uitgelegd en dat daarom in bepaalde gevallen niet op speci¢eke afwijkingen wordt ingegaan.
Æ
Financieringssystematiek
De ¢nancieringssystematiek in de gezondheidszorg is vandaag de dag een veelbesproken onderwerp. De systematiek zou niet voldoende prikkels voor doelmatigheid van instellingen bevatten, in plaats van vraaggericht is de ¢nancieringssystematiek nog te veel aanbodgericht. Daarom is de overheid momenteel bezig een nieuwe ¢nancieringssystematiek te ontwerpen die meer aansluit bij de eisen die hieraan nu gesteld worden. Hiertoe zijn inmiddels diverse van belang zijnde notities verschenen, zoals de rapportage van de commissie-Welschen, de nota ,,Zicht op Zorg’’ en onlangs nog het rapport van de MDW-werkgroep AWBZ ,,De ontvoogding van de AWBZ’’. Hoewel niet duidelijk is hoe de nieuwe ¢nancieringssystematiek eruit gaat zien, zal deze meer prikkels Clie«nt & Medezeggenschap in de zorg
juni ƪ
www.cm.bsl.nl
Bestand: M:/Share/Bsl/9510135_HB Medezeggenschap/Binnenwerk B-Z.3d ^ Pagina 1<1391>1484
F"^ª
Financieel beleid: begroting, jaarrekening en jaarverslag
voor instellingen bevatten dan nu het geval is. In deze paragraaf zullen de hoofdlijnen van de huidige ¢nancieringssystematiek van de gezondheidszorg worden beschreven. Op niet al te lange termijn zullen naar verwachting echter belangrijke veranderingen op dit gebied van kracht worden. Via het salaris respectievelijk de uitkering betaalt iedere inwoner van Nederland AWBZ-premie. Daarnaast betaalt iedereen (eveneens via het salaris) een premie voor de Ziekenfondswet. Indien men een inkomen heeft boven een bepaalde grens, is men particulier verzekerd. De ¢nanciering van verzorgingshuizen, verpleeghuizen, instellingen voor verstandelijk of lichamelijk gehandicapten, thuiszorginstellingen geschiedt voornamelijk via de AWBZ. De ¢nanciering van ziekenhuizen geschiedt via de ziekenfondspremie (verplicht verzekerd of particulier). De huidige budgetsystematiek (FB-budget) maakt in feite geen verschil tussen AWBZ en ZFW. Beide soorten verzekeringen hebben eenzelfde budgetsystematiek. Het FB-budget is het budget dat een instelling ontvangt en waarmee zij de zorgtaken dient uit te voeren.
Æ."
Het FB-budget
Het belangrijkste deel van de inkomsten van een zorginstelling bestaat uit het wettelijk budget voor aanvaardbare kosten. Dit budget wordt door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) beschikbaar gesteld voor het uitoefenen van activiteiten op het gebied van de gezondheidszorg. De belangrijkste organisaties die invloed hebben op de vaststelling van het wettelijk budget voor aanvaardbare kosten zijn het ministerie van VWS, het College Tarieven Gezondheidszorg (CTG) en het zorgkantoor c.q. de zorgverzekeraar. In tabel " wordt de invloed van deze organisaties op het wettelijk budget van een instelling aangegeven.
Clie«nt & Medezeggenschap in de zorg
juni ƪ
www.cm.bsl.nl
Bestand: M:/Share/Bsl/9510135_HB Medezeggenschap/Binnenwerk B-Z.3d ^ Pagina 1<1392>1484
Financieel beleid: begroting, jaarrekening en jaarverslag
F"^
Tabel " organisatie
invloed op het wettelijk budget
Ministerie van VWS
Vaststellen van nieuwe beleidsregels, waaronder het actualiseren van de jaarlijkse tarieven (prijscomponent) en het vaststellen van de capaciteit (volumecomponent) College Tarieven Het ontwikkelen van nieuwe (concept) beleidsregels, Gezondheidszorg waaronder het actualiseren van de jaarlijkse tarieven (prijscomponent) (CTG) Zorgkantoor Afspraken maken over de te leveren zorgproductie met de zorginstelling (volumecomponent)
Het wettelijk budget van een instelling is in feite onder te verdelen in een prijscomponent en een volumecomponent. Welke prijs (prijscomponent) ontvangt een instelling voor een verpleegdag (volumecomponent). Als een instelling bijvoorbeeld afspreekt om Æ. verpleegdagen (volumecomponent) te leveren tegen een prijs van e æ, per dag (prijscomponent) bedragen de opbrengsten e Æ,Æ miljoen. Instellingen kunnen weinig tot geen invloed uitoefenen op de prijscomponent, slechts de volumecomponent is (enigszins) te be|«nvloeden. Het budget van instellingen is verdeeld in vier belangrijke componenten: ^ budget voor personeelskosten; ^ budget voor materie«le kosten; ^ budget voor niet nacalculeerbare kapitaalslasten. Dit heeft betrekking op afschrijvingskosten inventaris en afschrijvingskosten instandhoudingsinvesteringen. Het budget is genormeerd, achteraf krijgt een instelling dan ook niet meer, ook al zijn de werkelijke kosten hoger; ^ budget voor nacalculeerbare kapitaalslasten. Hier is het budget gelijk aan de werkelijke kosten. Zijn de werkelijke (nacalculeerbare) kapitaalslasten e ª. hoger, dan zal het wettelijk budget ook met e ª. toenemen. Tussen het budget voor personeelskosten, materie«le kosten en de niet-nacalculeerbare kapitaalslasten hebben zorginstellingen subClie«nt & Medezeggenschap in de zorg
juni ƪ
www.cm.bsl.nl
Bestand: M:/Share/Bsl/9510135_HB Medezeggenschap/Binnenwerk B-Z.3d ^ Pagina 1<1393>1484
F"^
Financieel beleid: begroting, jaarrekening en jaarverslag
stitutievrijheid. Dit houdt in dat het budget voor personeelskosten niet geheel aangewend behoeft te worden voor personeelskosten, maar ook mag worden aangewend voor materie«le kosten en voor niet-nacalculeerbare kapitaalslasten. Zo is het bijvoorbeeld toegestaan om tilliften aan te scha¡en en daardoor het aantal rugklachten te verminderen en dus het ziekteverzuim terug te dringen. In dit geval stijgen de afschrijvingskosten inventaris (tilliften) en zullen de personele kosten (ziekengeld) een daling te zien geven. In hoeverre een instelling de gelden voor personele kosten substitueert voor materie«le kosten of andersom doet er in feite niet toe. Het gaat erom dat de instelling de door haar geformuleerde doelstellingen op een zo e⁄cie«nt en e¡ectief mogelijke manier nastreeft. In schemavorm ziet dit er als volgt uit: prijscomponent volumecomponent =budget voor personeelskosten prijscomponent volumecomponent =budget voor materie«le kosten prijscomponent volumecomponent =budget voor niet-nacalculeerbare kapitaalslasten budget voor nacalculeerbare kapitaalslasten totaal wettelijk budget
Praktisch ziet dit er (in geval van een verpleeghuis) uit als in tabel Æ. Tabel Æ omschrijving
prijscomponent (in e)
volumecomponent
".æÆ Æ Æ
". .
Personeelskosten erkende bedden dagbehandelingsplaatsen verpleegdagen dagbehandelingen
Clie«nt & Medezeggenschap in de zorg
juni ƪ
budget (in e)
.æ. . ª.". ªÆ.
www.cm.bsl.nl
Bestand: M:/Share/Bsl/9510135_HB Medezeggenschap/Binnenwerk B-Z.3d ^ Pagina 1<1394>1484
Financieel beleid: begroting, jaarrekening en jaarverslag
omschrijving
prijscomponent (in e)
volumecomponent
budget voor personele kosten
F"^
budget (in e) "..ª
Materie«le kosten erkende bedden dagbehandelingsplaatsen verpleegdagen dagbehandelingen
.ª ".Æ ,Æ ª,
". .
budget voor materie«le kosten
".ÆÆ. ª"." ".. ª. Æ..ª
Niet-nacalculeerbare kapitaalslasten instandhouding inventaris
ª, Æ,
budget niet-nacalculeerbare kapitaalslasten
Æ. Æ.
æ.ª .ªÆ "Æ.ªÆª
Nacalculeerbare kapitaalslasten afschrijvingskosten rentekosten
ªÆ.æ"æ æ.Æ"
budget nacalculeerbare kapitaalslasten
"."Æ"."ª
Totaal wettelijk budget
"ª.Æ.ª
Volumecomponent Jaarlijks maken instellingen met het zorgkantoor afspraken over de te leveren hoeveelheid productie. Deze afspraken worden voorafgaand aan het nieuwe kalenderjaar gemaakt (veelal in het najaar). Deze betre¡en, afhankelijk van de categorie instelling, Clie«nt & Medezeggenschap in de zorg
juni ƪ
www.cm.bsl.nl
Bestand: M:/Share/Bsl/9510135_HB Medezeggenschap/Binnenwerk B-Z.3d ^ Pagina 1<1395>1484
F"^
Financieel beleid: begroting, jaarrekening en jaarverslag
verschillende soorten volumes. Enkele voorbeelden waarover afspraken gemaakt kunnen worden, zijn: ^ aantal verpleeg- c.q. verzorgingsdagen; ^ aantal verrichtingen; ^ aantal face-to-face contacten; ^ aantal dagbehandelingen; ^ aantal polikliniekbezoeken; ^ aantal uren thuiszorg. Zoals reeds vermeld, kunnen zorginstellingen vrijwel alleen invloed uitoefenen op de volumecomponent. Het is daarom van belang dat er een goede relatie wordt onderhouden met het zorgkantoor, aangezien de afspraken over de te leveren volumes met het zorgkantoor worden gemaakt. Het aantal verpleeg- c.q. verzorgingsdagen is afhankelijk van de capaciteit (aantal bedden) van een instelling. Bij de productieafspraken wordt vrijwel altijd uitgegaan van een nagenoeg honderd procent bezetting, zodat hierop door instellingen weinig invloed kan worden uitgeoefend. Hooguit kan een instelling een aanvraag indienen voor een capaciteitsuitbreiding (met of zonder nieuwbouw); een dergelijke aanvraag dient echter te worden goedgekeurd door het ministerie van VWS. Op de overige productiesoorten kan meer invloed worden uitgeoefend. Bij het maken van productieafspraken voor het komende jaar kijkt het zorgkantoor mede naar de geleverde productie in het lopende jaar ten opzichte van de gemaakte afspraken, het verloop en de omvang van wachtlijsten en dergelijke. Tip Vraag in het najaar naar de stand van zaken inzake het productieafsprakenoverleg met het zorgkantoor. Vraag naar eventuele lopende verzoeken voor capaciteitsuitbreiding. Een opmerkelijk punt in de opzet van de huidige systematiek is dat een instelling achteraf niet direct wordt afgerekend op een onderproductie. Zo kan het voorkomen dat een instelling een afspraak maakt voor bijvoorbeeld ". dagbehandelingen en dat er in werkelijkheid slechts behandelingen worden gerealiseerd. Clie«nt & Medezeggenschap in de zorg
juni ƪ
www.cm.bsl.nl
Bestand: M:/Share/Bsl/9510135_HB Medezeggenschap/Binnenwerk B-Z.3d ^ Pagina 1<1396>1484
Financieel beleid: begroting, jaarrekening en jaarverslag
F"^æ
Het budget dat voortvloeit uit de niet geleverde dagbehandelingen behoeft niet te worden gerestitueerd. Overigens zal het in dit geval wel zo zijn dat het zorgkantoor voor het daaropvolgende jaar niet snel bereid zal zijn tot het maken van een productieafspraak van ". behandelingen; op deze wijze loopt de instelling dus wel het risico dat het wettelijk budget voor het komende jaar neerwaarts wordt bijgesteld. Andersom geldt overigens ook dat, indien instellingen meer produceren dan is overeengekomen, deze overproductie niet wordt vergoed. De kosten van deze overproductie dienen door de instelling zelf te worden gedragen. Tip Vraag naar de ontwikkeling van de werkelijke productie ten opzichte van de afgesproken productie. Ga na of maatregelen worden genomen teneinde de werkelijke productie al dan niet te be|«nvloeden. Prijscomponent Op de prijscomponent van het wettelijk budget kan een instelling weinig tot geen invloed uitoefenen. De prijscomponent wordt jaarlijks ge|«ndexeerd. Deze index is wat betreft het budget voor personele kosten afhankelijk van de CAO-index en wat betreft het budget voor materie«le kosten van de prijsindex voor de gezinsconsumptie. De indruk bestaat dat de index van het budget voor personele kosten de laatste jaren iets minder hard is gestegen dan de werkelijke stijging van de personele kosten. Zodra de de¢nitieve indexen bekend zijn, maken veel instellingen globale berekeningen van de invloed van de index op het resultaat. Tip Vraag of de de¢nitieve index voor het budget voor personele kosten al bekend is en wat de hiermee gemoeide ¢nancie«le invloed is op het resultaat van de instelling.
Clie«nt & Medezeggenschap in de zorg
juni ƪ
www.cm.bsl.nl
Bestand: M:/Share/Bsl/9510135_HB Medezeggenschap/Binnenwerk B-Z.3d ^ Pagina 1<1397>1484
F"^"
Financieel beleid: begroting, jaarrekening en jaarverslag
Kapitaalslasten De kapitaalslasten van een instelling bestaan uit afschrijvingskosten en rentekosten. Voor een deel zijn deze kapitaalslasten ook weer afhankelijk van bovenstaande prijs- en volumecomponent, dit betre¡en de zogenaamde niet-nacalculeerbare kapitaalslasten. Voor een deel zijn deze kapitaalslasten hier echter niet van afhankelijk, dit deel wordt aangeduid als de nacalculeerbare kapitaalslasten. Deze lasten hebben betrekking op de bouwprojecten waarvoor in het verleden de investeringskosten zijn goedgekeurd door het ministerie van VWS. De hieruit voortvloeiende jaarlijkse afschrijvingskosten en rentekosten worden derhalve jaarlijks vergoed op basis van de werkelijke kosten. Op het onderwerp bouwprojecten en de hiermee samenhangende risico’s wordt later nog nader ingegaan.
Æ.Æ
Overige opbrengsten
Zoals vermeld is het wettelijk budget de belangrijkste bron van inkomsten. Hiernaast kennen zorginstellingen nog andere soorten opbrengsten. Voorbeelden hiervan zijn: ^ persoonsgebonden budgetten (PGB’s); ^ persoonsvolgende budgetten (PVB’s); ^ restaurantopbrengsten (personeel en bezoekers); ^ parkeergelden; ^ inkomsten inzake dienstverlening aan derden; ^ zorg-op-maat gelden. Afhankelijk van de instelling komen deze opbrengsten in meer of mindere mate voor. De afgelopen jaren is de tendens ingezet dat de overige opbrengsten een steeds groter deel van de inkomsten van een instelling gaan vormen ten opzichte van het wettelijk budget. De zorg-op-maat gelden betre¡en inkomsten waarover een instelling jaarlijks direct met het zorgkantoor afspraken maakt. Het betreft hier gelden die van het zorgkantoor worden ontvangen en bestemd zijn voor speci¢eke zorgprojecten. Net
Clie«nt & Medezeggenschap in de zorg
juni ƪ
www.cm.bsl.nl
Bestand: M:/Share/Bsl/9510135_HB Medezeggenschap/Binnenwerk B-Z.3d ^ Pagina 1<1398>1484
Financieel beleid: begroting, jaarrekening en jaarverslag
F"^""
zoals met het productievolume het geval is, worden hierover met het zorgkantoor jaarlijks afspraken gemaakt. Ten opzichte van het wettelijk budget kunnen deze inkomsten van jaar tot jaar varie«ren. Zo kan de opbrengst inzake persoonsgebonden budgetten het ene jaar fors hoger zijn dan het voorgaande jaar. In het algemeen kan gesteld worden dat daarom de risico’s groter zijn dan bij het wettelijk budget. Anderzijds liggen hier ook kansen voor instellingen om de bestaande inkomsten te vergroten. Tip Vraag naar het beleid wat een instelling voert ten aanzien van opbrengsten anders dan het wettelijk budget. Ga na hoe de verhouding overige opbrengsten ten opzichte van de totale inkomsten zich ontwikkelt.
Æ.
Toekomstige ontwikkelingen
De huidige ¢nancieringssystematiek is nog sterk aanbodgericht. De capaciteit van een instelling bepaalt voor een groot deel het wettelijk budget. De afgelopen jaren zijn op bescheiden schaal allerlei regelingen ontwikkeld die tot doel hebben de vraaggerichte zorg meer te stimuleren. De wensen van de clie«nt dienen het uitgangspunt te vormen voor de te leveren zorg. Om instellingen te stimuleren om daadwerkelijk vraaggerichte zorg te leveren, zullen ook prikkels ingebouwd dienen te worden in de ¢nancieringssystematiek. Pas dan worden instellingen gedwongen deze vraaggerichte zorg te leveren, willen zij op lange termijn continu|«teit kunnen bieden. In dit kader zullen de huidige regelingen met betrekking tot de persoonsgebonden budgetten (PGB’s) en de persoonsvolgende budgetten (PVB’s) sterk worden uitgebreid. Bij deze vorm van ¢nanciering ligt de beslissingsbevoegdheid bij de clie«nt. Afhankelijk van de indicatiestelling heeft de clie«nt recht op een bepaald zorgbudget en kan hij of zij zelf aangeven op welke wijze dit budget besteed dient te worden (binnen bepaalde grenzen).
Clie«nt & Medezeggenschap in de zorg
juni ƪ
www.cm.bsl.nl
Bestand: M:/Share/Bsl/9510135_HB Medezeggenschap/Binnenwerk B-Z.3d ^ Pagina 1<1399>1484
F"^"Æ
Financieel beleid: begroting, jaarrekening en jaarverslag
Begroting
In deze paragraaf wordt nader ingegaan op de begroting. De volgende onderwerpen worden behandeld: ^ functies van de begroting; ^ soorten begrotingen; ^ wijze van totstandkoming; ^ personeelskosten; ^ materie«le kosten; ^ kapitaalslasten; ^ overige opbrengsten; ^ wettelijk budget.
."
In ". Æ. .
Functies van de begroting een zorginstelling heeft een begroting de volgende functies: autorisatie; taakstelling; a£eggen van verantwoording.
Autorisatie Op het moment dat een begroting wordt goedgekeurd, kan het management van een instelling het beleid dat aan deze begroting ten grondslag ligt, gaan uitvoeren binnen de kaders die de begroting aangeeft. Het is daarom van belang dat de uitgangspunten van de begroting en de veronderstellingen die hieraan ten grondslag liggen, duidelijk en helder zijn geformuleerd. Hierbij gaat het onder meer om antwoorden op de volgende vragen: ^ Hoe is de begroting totstandgekomen en wie heeft de (deel)begroting geautoriseerd? ^ Is de begroting gebaseerd op de exploitatie van het lopende jaar, aangevuld met de e¡ecten van nieuw beleid? ^ Op welke wijze zijn de personeelskosten begroot? Is uitgegaan van de huidige personele formatie of van de gewenste personele formatie? ^ Welk prijspeil is gehanteerd? Het huidige prijspeil of het verwachte prijspeil voor het lopende jaar? Clie«nt & Medezeggenschap in de zorg
juni ƪ
www.cm.bsl.nl
Bestand: M:/Share/Bsl/9510135_HB Medezeggenschap/Binnenwerk B-Z.3d ^ Pagina 1<1400>1484
Financieel beleid: begroting, jaarrekening en jaarverslag
F"^"
Op deze vragen wordt hieronder nader ingegaan. Zolang men binnen de kaders van de begroting werkt, hoeft geen autorisatie meer te worden verkregen. Taakstelling Op het moment dat een begroting is goedgekeurd, is er geen sprake meer van vrijblijvendheid. De begroting heeft met andere woorden een taakstellend karakter. Op het moment dat een begroting niet gehaald wordt, dient in feite een nieuwe goedkeuring verkregen te worden. Binnen instellingen wordt hier in de praktijk verschillend mee omgegaan. In de praktijk is de realisatie van de (exploitatie)begroting een regelmatig terugkerend onderwerp tijdens vergaderingen. Mocht blijken dat de begroting niet gehaald kan worden c.q. dat er sprake is van overschrijdingen, dan dient het toezichthoudend orgaan op dat moment zijn goedkeuring hierover uit te spreken. A£eggen van verantwoording Tot slot is een begroting een sterk hulpmiddel bij het a£eggen van verantwoording. In hoeverre is de begroting die oorspronkelijk is goedgekeurd ook daadwerkelijk gehaald? Belangrijke afwijkingen ten opzichte van de begroting dienen toereikend te worden verklaard. De directie van een instelling legt intern verantwoording af aan de Raad van Toezicht c.q. het bestuur. Een begroting is niet bedoeld om extern verantwoording mee af te leggen, binnen zorginstellingen is een begroting een hulpmiddel voor interne sturing. De zorgaanbieder is verplicht overeenkomstig de Wet medezeggenschap clie«nten zorginstellingen (artikel lid " onder g) de begroting en de jaarrekening aan de clie«ntenraad voor te leggen.
.Æ
Soorten begrotingen
Bij een begroting denkt iedereen in eerste instantie aan de jaarlijkse exploitatiebegroting. Dit is de begroting waarin voor het komende jaar de verschillende soorten baten en lasten worden ingeschat. Naast een exploitatiebegroting zijn er bij een zorginClie«nt & Medezeggenschap in de zorg
juni ƪ
www.cm.bsl.nl
Bestand: M:/Share/Bsl/9510135_HB Medezeggenschap/Binnenwerk B-Z.3d ^ Pagina 1<1401>1484
F"^"ª
Financieel beleid: begroting, jaarrekening en jaarverslag
stelling nog een aantal andere belangrijke plannen/begrotingen. Te denken valt hierbij aan: ^ (meerjaren)beleidsplan; ^ activiteitenplannen; ^ investeringsbegroting. (Meerjaren)beleidsplan In een (meerjaren)beleidsplan legt de instelling, uitgaande van haar missie, haar beleid voor de komende jaren vast. Meestal is een beleidsplan geschreven voor een periode van a' jaar. Als gevolg van de veelheid aan ontwikkelingen in de zorgsector zie je steeds vaker dat beleidsplannen worden geschreven voor een periode van drie jaren. Op basis van het (meerjaren)beleidsplan stelt het management de jaarlijkse activiteitenplannen en begrotingen op. Tip Indien het (meerjaren)beleidsplan nog niet ter beschikking is gesteld aan de clie«ntenraad, verdient het aanbeveling dit op te vragen. In het beleidsplan wordt namelijk ook aandacht geschonken aan de zorgvisie van de instelling. Activiteitenplannen Waar het (meerjaren)beleidsplan meer op strategisch niveau ingaat op de te ontwikkelen activiteiten, wordt dit in de (jaarlijkse) activiteitenplannen meer geconcretiseerd. Van belang is dat de activiteiten zo worden geconcretiseerd dat deze ook toetsbaar zijn. In feite is het activiteitenplan de basis voor de jaarlijkse exploitatiebegroting. Tip Indien aan de Voorts plan is
het activiteitenplan nog niet ter beschikking is gesteld clie«ntenraad, verdient het aanbeveling dit op te vragen. kan nagegaan worden op welke wijze het activiteitenvertaald in de exploitatiebegroting.
Clie«nt & Medezeggenschap in de zorg
juni ƪ
www.cm.bsl.nl
Bestand: M:/Share/Bsl/9510135_HB Medezeggenschap/Binnenwerk B-Z.3d ^ Pagina 1<1402>1484
Financieel beleid: begroting, jaarrekening en jaarverslag
F"^"
Investeringsbegroting Investeringsbegrotingen worden per investeringsproject opgesteld in geval van omvangrijke bouwprojecten, zoals nieuwbouw of renovatie. Daarnaast kunnen jaarlijks investeringsbegrotingen worden opgesteld voor bijvoorbeeld de aanschaf van inventarissen en automatiseringsapparatuur. Beide soorten begrotingen zijn van groot belang voor een instelling, aangezien het hier altijd gaat om uitgaven met een omvangrijke ¢nancie«le invloed. De risico’s die instellingen lopen bij grote bouwprojecten zijn fors. Het ministerie van VWS verstrekt een bouwbudget, waarbij het zo is geregeld dat overschrijdingen van dit budget ten laste van de instelling komen. Aangezien het altijd om aanzienlijke bedragen gaat, is een overschrijding van dit bouwbudget snel aan de orde. Voor omvangrijke bouwprojecten dient daarom een degelijke investeringsbegroting te worden opgesteld, die regelmatig wordt getoetst op haalbaarheid. Tip Mocht er sprake zijn van omvangrijke bouwprojecten, vraag dan na in hoeverre de investeringen binnen het bouwbudget blijven. Mocht het zo zijn dat er sprake is van overschrijdingen, ga dan na op welke wijze deze overschrijdingen zullen worden ge¢nancierd. Exploitatiebegroting Zoals reeds vermeld is de exploitatiebegroting in feite een afgeleide van de hiervoor genoemde begrotingen/plannen. Een exploitatiebegroting kan daarom niet als zelfstandig stuk worden beoordeeld, maar dient altijd te worden gezien in samenhang met andere begrotingen. Het management van de instelling licht deze samenhang toe, als onderdeel van de exploitatiebegroting. Aangezien de exploitatiebegroting regelmatig terugkeert op de agenda, zal deze begroting nader worden uitgewerkt.
Clie«nt & Medezeggenschap in de zorg
juni ƪ
www.cm.bsl.nl
Bestand: M:/Share/Bsl/9510135_HB Medezeggenschap/Binnenwerk B-Z.3d ^ Pagina 1<1403>1484
F"^"
Financieel beleid: begroting, jaarrekening en jaarverslag
Tip Veelal is de toelichting op de exploitatiebegroting vrij summier. Een exploitatiebegroting is dan niet meer dan een recapitulatie van cijfers. Hieraan valt weinig af te lezen. Vraag in dit geval daarom naar een duidelijke toelichting op de begroting. Vaak is deze toelichting belangrijker dan de cijfers op zich. Tip Voorts kan de begroting in enig jaar ook vergeleken worden met de jaarrekening van het voorgaande jaar of met de begroting van het voorgaande jaar. Over opvallende afwijkingen in de kosten of de opbrengsten kunnen vragen worden gesteld teneinde hiervoor een verklaring te verkrijgen.
.
Wijze van totstandkoming van de exploitatiebegroting
Tussen de verschillende instellingen bestaan grote verschillen in de wijze waarop een exploitatiebegroting tot stand komt. Veelal zijn deze verschillen verklaarbaar indien gekeken wordt naar de omvang van de instelling en de wijze waarop de instelling wordt bestuurd. Om deze verschillen in bestuur duidelijk te maken, worden de twee uitersten beschreven: centraal en decentraal. Centraal Indien een exploitatiebegroting centraal wordt opgesteld heeft het middenmanagement (afdelingshoofden, managers van verpleegafdelingen e.d.) ge¤e¤n invloed op het opstellen van de begroting. De directie stelt de begroting op, veelal in samenwerking met de administratieve afdeling. In dit geval kan het middenmanagement ook niet verantwoordelijk worden gesteld voor het al dan niet realiseren van de begroting. Alle verantwoordelijkheid ligt bij de directie. Deze wijze van opstellen kan goed werken in relatief kleine instellingen waar de directie weinig bevoegdheden en verantwoordelijkheden heeft gedelegeerd.
Clie«nt & Medezeggenschap in de zorg
juni ƪ
www.cm.bsl.nl
Bestand: M:/Share/Bsl/9510135_HB Medezeggenschap/Binnenwerk B-Z.3d ^ Pagina 1<1404>1484
Financieel beleid: begroting, jaarrekening en jaarverslag
F"^"
Decentraal In dit geval is de betrokkenheid van het middenmanagement bij het opstellen van de begroting veel groter. De afdelingshoofden stellen met ondersteuning van de administratieve afdeling hun eigen begroting op. Dit doen zij binnen de kaders die door de directie zijn geformuleerd. Vervolgens worden de begrotingen van alle afdelingen gerecapituleerd en besproken met de directie en het managementteam. Mocht blijken dat de voorgenomen kosten op een te hoog niveau liggen, dan dienen besluiten genomen te worden over de wijze waarop besparingen zullen moeten doorgevoerd. De afdelingshoofden zullen deze besluiten moeten goedkeuren, zodat tot een sluitende exploitatie kan worden gekomen. In dit geval kunnen afdelingshoofden wel verantwoordelijk worden gesteld voor eventuele overschrijdingen. De begroting is in dat geval niet alleen voor de directie taakstellend, maar ook voor de afdelingshoofden. Een dergelijk begrotingsproces wordt vaak aangetro¡en bij grotere organisaties waar verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn gedelegeerd aan het middenmanagement. De directie treedt in deze situatie meer sturend en coo«rdinerend op. Tip Doe navraag naar de wijze waarop de begroting is opgesteld en de mate waarin het middenmanagement hierbij is betrokken. Tip Indien een begroting decentraal wordt opgesteld, ga dan na in hoeverre er gedurende het begrotingsproces besparingen zijn doorgevoerd en in welke mate deze besparingen door het middenmanagement zijn geaccordeerd. Het komt namelijk voor dat deze besparingen uiteindelijk door een directie worden opgelegd en niet meer zijn geaccordeerd door het middenmanagement. Dat tussen de bovenbeschreven ,uitersten’’ nog tal van andere mogelijkheden bestaan om een exploitatiebegroting op te stellen, moge duidelijk zijn. Clie«nt & Medezeggenschap in de zorg
juni ƪ
www.cm.bsl.nl
Bestand: M:/Share/Bsl/9510135_HB Medezeggenschap/Binnenwerk B-Z.3d ^ Pagina 1<1405>1484
F"^"
.ª
Financieel beleid: begroting, jaarrekening en jaarverslag
Personeelskosten
De belangrijkste kostencategorie van een zorginstelling zijn de personeelskosten. De personeelskosten bedragen ongeveer procent van de totale kosten van een instelling. Wanneer zich forse overschrijdingen voordoen ten opzichte van de exploitatiebegroting, zijn deze overschrijdingen meestal veroorzaakt in de personele kosten. Het is daarom van belang dat de personele kosten nauwkeurig worden begroot. Een goede begroting geeft niet alleen inzicht in de personele kosten maar ook in de begrote formatie (aantal fte’s). In de begroting dient te zijn uiteengezet op welke wijze de personele kosten zijn begroot. Meestal gaat men uit van de bestaande personele formatie (volumecomponent) aangevuld of verminderd met een formatie op grond van nieuw beleid. Dit nieuwe beleid dient duidelijk te zijn verwoord. Voorbeelden kunnen zijn: meer handen aan het bed, uitbreiding formatie ondersteunende diensten met vermelding van reden, afslanking van de ondersteunende diensten, meer formatie als gevolg van uitbreiding capaciteit en dergelijke. Vervolgens dient de begrote formatie te worden vermenigvuldigd met de salariskosten per medewerker. De salariskosten bestaan uit brutosalaris (inclusief vakantiegeld) en sociale lasten werkgever. Aangezien de CAO voor het komende jaar vaak nog niet bekend is, wordt in het algemeen in de begroting voor het komende jaar uitgegaan van de huidige salarisschalen inclusief het ancie«nniteite¡ect. Het ancie«nniteite¡ect is de jaarlijkse schaalverhoging van een medewerker die nog niet het einde van de salarisschaal heeft bereikt. Indien gedurende het boekjaar de CAO-stijging bekend wordt, dient de oorspronkelijk vastgestelde en goedgekeurde begroting hierop te worden aangepast. Deze begrotingswijziging betreft dan zowel een stijging van de personele kosten als een stijging van het wettelijk budget. Op het moment dat het wettelijk budget niet zoveel stijgt als de personele kosten (dit is het geval indien de CAO-stijging groter is dan de compensatie die de instelling hiervoor ontvangt in het wettelijk budget), ontstaat hier een nadeel dat niet eerder is voorzien. De directie zal dan naar oplossingen moeten zoeken voor de ¢nanciering van dit nadeel.
Clie«nt & Medezeggenschap in de zorg
juni ƪ
www.cm.bsl.nl
Bestand: M:/Share/Bsl/9510135_HB Medezeggenschap/Binnenwerk B-Z.3d ^ Pagina 1<1406>1484
Financieel beleid: begroting, jaarrekening en jaarverslag
F"^"æ
De begrote sociale lasten worden berekend door het brutosalaris te vermenigvuldigen met een percentage sociale lasten. Dit percentage wordt bepaald aan de hand van de sociale lasten die zullen gelden voor het komende jaar. De sociale lasten hebben betrekking op WW-premie, ZFW-premie, pensioenpremie en dergelijke. Samenvattend worden de begrote personele kosten als volgt bepaald: aantal fte’s brutosalaris inclusief vakantiegeld % sociale lasten van de salariskosten
= salariskosten = sociale lasten
totaal
= personele kosten
Het zal duidelijk zijn dat het personeelsbeleid binnen de instelling een rechtstreekse invloed heeft op de ontwikkeling van de personele lasten. Binnen een zorginstelling zal worden gestreefd naar een goede personele opbouw zodat het kwaliteitsniveau van de zorg op peil blijft. Een juiste mix tussen jongere (= goedkopere) en oudere (= duurdere) medewerkers dient te worden gevonden.
.
Materie«le lasten
De materie«le kosten kunnen betrekking hebben op voedingskosten, algemene kosten zoals verzekeringen en kantoorbenodigdheden, energiekosten en dergelijke. Net zoals bij de personeelskosten zal duidelijk toegelicht moeten worden wat de uitgangspunten en de veronderstellingen zijn die hieraan ten grondslag liggen. De getallen op zichzelf zeggen namelijk niet zoveel. Indien bijvoorbeeld de voedingskosten ªª.ª euro bedragen, kan hierover verder geen oordeel uitgesproken worden. Indien deze post als volgt is toegelicht: ƪ clie«nten dagen per jaar e ª,ª = e ªª.ª, is er al sprake van veel meer informatie waar iets mee gedaan kan worden.
Clie«nt & Medezeggenschap in de zorg
juni ƪ
www.cm.bsl.nl
Bestand: M:/Share/Bsl/9510135_HB Medezeggenschap/Binnenwerk B-Z.3d ^ Pagina 1<1407>1484
F"^Æ
.
Financieel beleid: begroting, jaarrekening en jaarverslag
Kapitaalslasten
De kapitaalslasten hebben betrekking op de afschrijvingskosten en de rentekosten. Deze lasten zijn vrij eenvoudig te bepalen, aangezien ze voortvloeien uit de aanwezige activa (gebouwen e.d.) en uit reeds afgesloten langlopende leningen. Voor een deel worden deze lasten ook nacalculeerbaar (zie hiervoor wat onder FB-budget over kapitaalslasten is vermeld). Hier zal verder niet op in worden gegaan.
.
Overige opbrengsten
De overige opbrengsten zijn sterk afhankelijk van de instelling. Het betreft hier in feite alle opbrengsten met uitzondering van het wettelijk budget. Voorbeelden van dergelijke opbrengsten zijn: zorg-op-maat gelden, restaurantopbrengsten.
.
Wettelijk budget
Voor dit onderdeel wordt verwezen naar hetgeen in paragraaf Æ is vermeld.
ª
Jaarrekening
De leiding van een instelling stelt een begroting op voorafgaand aan het boekjaar. Na a£oop van het boekjaar stelt de leiding van een zorginstelling een jaarrekening op. Met een jaarrekening wordt door de leiding van een zorginstelling een ¢nancie«le verantwoording afgelegd van het gevoerde beleid. In de jaarrekening worden een balans en een resultatenrekening verantwoord. Daarnaast schrijft de directie een jaarverslag. Hieronder wordt eerst ingegaan op wat een balans laat zien en daarna op wat de resultatenrekening laat zien. Tot slot wordt het jaarverslag behandeld.
Clie«nt & Medezeggenschap in de zorg
juni ƪ
www.cm.bsl.nl
Bestand: M:/Share/Bsl/9510135_HB Medezeggenschap/Binnenwerk B-Z.3d ^ Pagina 1<1408>1484
Financieel beleid: begroting, jaarrekening en jaarverslag
F"^Æ"
Tip Bij het lezen van een jaarrekening is het handig om de rapportage van de accountant (managementletter) op te vragen. De accountant geeft in zijn/haar rapportage altijd een nadere toelichting op een aantal bijzondere posten in de jaarrekening. De jaarrekening dient te voldoen aan wettelijke eisen. Deze eisen zijn vastgelegd in de Regeling jaarverslaggeving zorginstellingen (RJZ). De eisen die de RJZ stelt aan jaarrekeningen van zorginstellingen zijn nader uitgewerkt in de Handleiding Jaarverslaggeving Zorginstellingen.
ª."
Balans
De balans van een zorginstelling geeft de bezittingen van de instelling weer, ofwel de activa. De passiva bestaan uit schulden, voorzieningen, egalisatierekening en het eigen vermogen. De activa in de balans staan links en de passiva rechts; beide zijden laten dezelfde totaaltelling zien. Dit verklaart ook de term balans, hetgeen in letterlijke zin evenwicht betekent. De balans is een momentopname, dit wil zeggen dat de stand van de bezittingen en de schulden op een bepaald moment wordt weergegeven. Dit kan op elk gewenst moment gebeuren. In de jaarrekening wordt de balans weergegeven op het einde van het verslagjaar; meestal valt deze datum samen met het einde van het kalenderjaar, namelijk " december. De vorm waarin de gegevens op de balans worden gepresenteerd, wordt veelal bepaald door wettelijke voorschriften; de voorschriften die in dat kader op de meeste zorginstellingen van toepassing zijn, zijn vastgelegd in de Regeling jaarverslaggeving zorginstellingen. Een voorbeeld van een balans die is opgesteld conform de wettelijke eisen treft u als bijlage bij dit hoofdstuk aan. Om de inzichtelijkheid te vergroten, zijn in deze balans ook cijfers weergegeven. Onderstaand wordt een beknopte toelichting gegeven bij alle posten die op de balans voorkomen.
Clie«nt & Medezeggenschap in de zorg
juni ƪ
www.cm.bsl.nl
Bestand: M:/Share/Bsl/9510135_HB Medezeggenschap/Binnenwerk B-Z.3d ^ Pagina 1<1409>1484
F"^ÆÆ
Financieel beleid: begroting, jaarrekening en jaarverslag
Immaterie« le vaste activa Dit zijn activa die niet sto¡elijk van aard zijn. In de balans van zorginstellingen worden hieronder onder andere opgenomen: ^ aanloopkosten: dit zijn veelal de eerste kosten die worden gemaakt wanneer een nieuw gebouw wordt gerealiseerd, zoals kosten voor de planvoorbereiding en dergelijke; ^ leningskosten: dit zijn kosten die verband houden met boeterente. Boeterente moet betaald worden wanneer langlopende leningen vervroegd worden afgelost. Deze kosten worden niet in e¤e¤n keer ten laste van het resultaat in een bepaald jaar gebracht, maar als activa (bezittingen) verantwoord en gedurende een reeks van jaren ten laste van het resultaat gebracht. Het stukje van deze activa dat elk jaar ten laste van het resultaat wordt gebracht, wordt aangeduid als de jaarlijkse afschrijvingskosten. Zoals in paragraaf Æ is aangeduid, zijn deze afschrijvingskosten normaliter nacalculeerbaar, dat wil zeggen dat deze kosten vergoed worden door het College Tarieven Gezondheidszorg (CTG) op het moment dat deze kosten zijn goedgekeurd door het College bouw ziekenhuisvoorzieningen (Cbz). Tip Vraag in hoeverre voor de geactiveerde immaterie«le vaste activa goedkeuring is verkregen. Is ge¤e¤n goedkeuring verkregen, dan dienen de geactiveerde bedragen op een andere wijze te worden gedekt. Doe dan navraag hoe men denkt deze kosten terug te verdienen. Materie« le vaste activa In tegenstelling tot de immaterie«le vaste activa zijn de materie«le vaste activa wel sto¡elijk van aard. Deze activa zijn met het oog waar te nemen. Denk hierbij aan terreinen, gebouwen, installaties, inventarissen en dergelijke. Dit zijn allemaal bezittingen die langer dan e¤e¤n jaar meegaan en daarom als materie«le vaste activa in de balans worden verantwoord. Evenals over de immaterie«le vaste activa wordt ook over de materie«le vaste activa afgeschreven. De afschrijvingspercentages zijn door het CTG voorgeschreven en Clie«nt & Medezeggenschap in de zorg
juni ƪ
www.cm.bsl.nl
Bestand: M:/Share/Bsl/9510135_HB Medezeggenschap/Binnenwerk B-Z.3d ^ Pagina 1<1410>1484
Financieel beleid: begroting, jaarrekening en jaarverslag
F"^Æ
varie«ren van jaar tot jaar, afhankelijk van het soort actief. Ook de investeringen in materie«le vaste activa moeten, behoudens inventarissen en instandhoudingsinvesteringen, goedgekeurd worden door het ministerie van VWS. Voor inventarissen gelden ge¤e¤n goedkeuringsprocedures. Voor instandhoudingsinvesteringen, dit zijn investeringen inzake kleine bouwkundige aanpassingen (bijv. wand verplaatsen) gelden ook speci¢eke procedures. Hier wordt niet nader op ingegaan. Tip Vraag in hoeverre voor de geactiveerde (im)materie«le vaste activa goedkeuring is verkregen. Indien ge¤e¤n goedkeuring is verkregen, dienen de geactiveerde bedragen op een andere wijze te worden gedekt. Doe dan navraag hoe men denkt deze kosten terug te verdienen. Een laatste, erg belangrijke post die onder de materie«le vaste activa wordt verantwoord, betreft de bouwprojecten. Dit zijn projecten die in aanbouw zijn en waarvan de bouw nog niet gereed is op de balansdatum. Tip Vraag na in hoeverre men binnen het door het ministerie van VWS verstrekte bouwbudget blijft. Op het moment dat er overschrijdingen plaatsvinden van dit budget, draait de instelling hier vaak zelf voor op. Dit gaat dan ten koste van geld dat anders besteed had kunnen worden aan de zorg. Financie«le vaste activa Onder dit balanshoofd worden vorderingen opgenomen die een looptijd kennen van langer dan e¤e¤n jaar, zoals verstrekte leningen. Daarnaast worden hieronder opgenomen de kapitaaldeelnames in bedrijven en dergelijke. Voorraden Dit betreft de op balansdatum aanwezige goederen die bestemd zijn om te worden verbruikt in de komende periode. Veelal Clie«nt & Medezeggenschap in de zorg
juni ƪ
www.cm.bsl.nl
Bestand: M:/Share/Bsl/9510135_HB Medezeggenschap/Binnenwerk B-Z.3d ^ Pagina 1<1411>1484
F"^ƪ
Financieel beleid: begroting, jaarrekening en jaarverslag
worden bij zorginstellingen alleen de goederen op de balans opgenomen die in de verschillende magazijnen worden bewaard; de op de afdelingen en andere locaties aanwezige voorraden worden meestal niet meer opgenomen. Ook zijn er veel instellingen die de voorraden voor slechts e ,ª verantwoorden, aangezien de aanwezige voorraden vrij beperkt van omvang zijn. Vorderingen Dit zijn vorderingen met een looptijd korter dan e¤e¤n jaar. Dit impliceert dat deze vorderingen normaliter binnen "Æ maanden zullen worden voldaan. De omvang van de balanspost wordt in belangrijke mate bepaald door het soort zorginstelling, vooral waar het de hieronder ressorterende post debiteuren betreft. Ziekenhuizen factureren de verpleegdagen en verrichtingen aan de diverse zorgverzekeraars; deze vorderingen zijn opgenomen onder debiteuren en zijn ¢nancieel van grote omvang. Verpleeghuizen daarentegen brengen alleen enkele kosten aan hun bewoners in rekening en berekenen soms kosten door aan andere zorginstellingen; de debiteuren zijn daar vaak van ondergeschikte betekenis. Nog in de tarieven te verrekenen ¢nancieringstekort Deze post wordt ook wel het ¢nancieringstekort of, wanneer het een schuld is, het ¢nancieringsoverschot genoemd. Hij bestaat uit het verschil dat aan het einde van het jaar optreedt tussen het wettelijk budget voor aanvaardbare kosten, en de vergoedingen die aan de verzekeraars in rekening zijn gebracht voor geleverde diensten en verrichtingen. Het ¢nancieringstekort wordt in latere jaren verrekend, nadat dit door het College Tarieven Gezondheidszorg (CTG) is vastgesteld. Wanneer deze de¢nitieve vaststelling lang uitblijft, kan deze balanspost betrekking hebben op meerdere jaren.
Clie«nt & Medezeggenschap in de zorg
juni ƪ
www.cm.bsl.nl
Bestand: M:/Share/Bsl/9510135_HB Medezeggenschap/Binnenwerk B-Z.3d ^ Pagina 1<1412>1484
Financieel beleid: begroting, jaarrekening en jaarverslag
F"^Æ
Tip Ga na tot en met welk jaar het ¢nancieringstekort de¢nitief is afgerekend. In geval oude jaren open blijven staan, vraag dan naar de reden hiervan. Mogelijk is er sprake van meningsverschillen tussen de instelling en het CTG. Liquide middelen Dit betreft de saldi die worden aangehouden bij bankinstellingen en dergelijke en het aanwezige contante kasgeld. Eigen vermogen Het eigen vermogen van een zorginstelling is onder te verdelen in twee componenten: ". collectief ge¢nancierd gebonden vermogen; Æ. niet-collectief ge¢nancierd vrij vermogen. ". Collectief ge¢nancierd gebonden vermogen Onder dit hoofd worden alle reserves opgenomen waarvan de resultaten zijn ontstaan uit zorggebonden activiteiten. Jaarlijks wordt het resultaat dat is behaald uit hoofde van de zorggebonden activiteiten aan deze reserve toegevoegd c.q. onttrokken. Hieronder wordt dus bijvoorbeeld de Reserve aanvaardbare kosten (RAK) verantwoord. De hoogte van de RAK wordt vaak vergeleken met het niet-nacalculeerbaar deel van het wettelijk budget (zie par. Æ."). Bij de meeste instellingen ligt dit tussen de en " procent. Tip Vraag aan de directie van de zorginstelling naar welk percentage gestreefd wordt en waarom. Een zeer hoog percentage is niet goed, aangezien dan jaarlijks een deel van de ontvangen gelden niet wordt besteed aan de zorg. Een zeer laag percentage is eveneens niet gewenst, aangezien de instelling dan geen bu¡er meer heeft om eventuele tegenvallers op te vangen. De motivatie van de directie is derhalve van groot belang.
Clie«nt & Medezeggenschap in de zorg
juni ƪ
www.cm.bsl.nl
Bestand: M:/Share/Bsl/9510135_HB Medezeggenschap/Binnenwerk B-Z.3d ^ Pagina 1<1413>1484
F"^Æ
Financieel beleid: begroting, jaarrekening en jaarverslag
Æ. Niet-collectief ge¢nancierd vrij vermogen Onder het niet-collectief ge¢nancierd vrij vermogen worden alle reserves opgenomen die niet zijn ontstaan uit een collectief ge¢nancierde bekostigingsbron. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een verzorgingshuis dat ook aanleunwoningen exploiteert. Het resultaat van de exploitatie van de aanleunwoningen valt onder het niet-collectief ge¢nancierd vrij vermogen. Egalisatierekening afschrijvingen Instandhoudingsinvesteringen zijn investeringen die verband houden met kleine aanpassingen in het aanwezige onroerend goed. Ter ¢nanciering van de afschrijvingskosten van instandhoudingsinvesteringen is jaarlijks een bedrag in het wettelijk budget voor aanvaardbare kosten opgenomen. Dit budgetbedrag is geoormerkt; dat betekent dat deze gelden alleen voor het doel waarvoor ze zijn bestemd mogen worden aangewend; in het onderhavige geval dus alleen voor afschrijving van instandhoudingsinvesteringen. Wanneer het geoormerkt budget in een jaar niet wordt opgemaakt, wordt het overschot aan deze egalisatierekening toegevoegd en wel op de volgende wijze: e Stand per " januari Æ.. Bij: budgetcomponent afschrijving instandhouding Af: werkelijke afschrijvingskosten instandhouding
e ª.æª
ª. ª. Æææ.æªæ
Stand per " december Æ..
.æ
De toevoeging in Æ.. van e Æææ.æªæ komt overeen met een nog beschikbare investeringsruimte eind Æ.. van e Æ.æææ.ªæ (" e Æææ.æªæ). De investeringsruimte mag nooit negatief worden.
Clie«nt & Medezeggenschap in de zorg
juni ƪ
www.cm.bsl.nl
Bestand: M:/Share/Bsl/9510135_HB Medezeggenschap/Binnenwerk B-Z.3d ^ Pagina 1<1414>1484
Financieel beleid: begroting, jaarrekening en jaarverslag
F"^Æ
Tip Vraag aan de directie van de instelling hoe groot de investeringsruimte is en vraag na in hoeverre hierop reeds een beslag ligt in verband met voorgenomen investeringen. Voorzieningen Een voorziening is een onderdeel van het vreemd vermogen waarvan de omvang of het moment van afwikkeling nog onzeker is, doch redelijkerwijs wel is te schatten. Uit de toelichting op de jaarrekening dient te blijken wat het doel is van de voorziening en op welke wijze de hoogte is bepaald. Voorzieningen vormen voor de directie van een zorginstelling vaak een instrument om het uiteindelijke jaarresultaat te be|«nvloeden. Tip Kijk om deze reden altijd extra kritisch naar de mutaties die in de voorzieningen in enig jaar zijn aangebracht en vraag aan de directie naar het beleid dat wordt c.q. is gevoerd ten aanzien van de voorzieningen. Van belang is vast te stellen dat de onderbouwing die aan voorzieningen ten grondslag ligt adequaat is en vervolgens dat de voorziening voldoende hoog is om de toekomstige verplichtingen op te vangen. Voorbeelden van voorzieningen zijn: reorganisatievoorziening en een onderhoudsvoorziening. Langlopende schulden Langlopende schulden zijn verplichtingen die langer dan e¤e¤n jaar doorlopen. Onder dit balanshoofd zijn meestal de door de bankier of andere ¢nanciers verstrekte hypotheken, langlopende leningen en dergelijke opgenomen. De a£ossingsverplichting voor het komende boekjaar op deze langlopende schulden wordt onder de kortlopende schulden opgenomen. Kortlopende schulden en overlopende passiva Alle verplichtingen met een looptijd korter dan e¤e¤n jaar worden onder dit balanshoofd gepresenteerd, zoals crediteuren, bankClie«nt & Medezeggenschap in de zorg
juni ƪ
www.cm.bsl.nl
Bestand: M:/Share/Bsl/9510135_HB Medezeggenschap/Binnenwerk B-Z.3d ^ Pagina 1<1415>1484
F"^Æ
Financieel beleid: begroting, jaarrekening en jaarverslag
kredieten, lopende bestellingen en dergelijke. De overlopende passiva bestaan uit de volgende posten: ". vooruitontvangen bedragen; dit zijn baten die voor de balansdatum (" december) zijn ontvangen, maar die betrekking hebben op het nieuwe boekjaar, zoals vooruitontvangen huuropbrengsten; Æ. nog te betalen bedragen; dit zijn kosten die na de balansdatum zijn gefactureerd, maar die thuishoren in het verslagjaar; het betreft veelal alle kosten categoriee«n, bijvoorbeeld de nota inzake levering van voeding die in januari wordt ontvangen maar die betrekking heeft op december (oude boekjaar). Niet uit de balans blijkende verplichtingen Behalve hetgeen hiervoor is vermeld, kan de instelling nog velerlei verplichtingen zijn aangegaan, die niet hun weerslag vinden in de balans; deze verplichtingen dienen dan in de toelichting op de balans te worden weergegeven. Voorbeelden van dergelijke verplichtingen zijn onder andere langlopende huurovereenkomsten, operational leasecontracten, pacht, enzovoort.
ª.Æ
Resultatenrekening
De resultatenrekening is normaliter het bekendste en ook het meest gelezen gedeelte van de jaarrekening van een zorginstelling; eerst wordt naar de resultatenrekening gekeken en daarna pas naar de balans. Dit is ook verklaarbaar. Voor de uitoefening van haar zorgactiviteiten krijgt de instelling een aantal middelen ter beschikking; het is de kunst deze middelen zodanig e⁄cie«nt en e¡ectief in te zetten dat de kosten binnen deze beschikbare middelen blijven. De mate waarin de instelling daarin is geslaagd, valt af te leiden uit de resultatenrekening. In de resultatenrekening wordt namelijk weergegeven welke middelen de instelling heeft verkregen (= baten) en wat de kosten in een bepaald jaar zijn geweest (= lasten); het resultaat van beide vormt het jaarresultaat, dat zowel positief als negatief kan uitvallen. Een positief resultaat is een voordelig saldo, dat in de balans wordt toegevoegd aan de Clie«nt & Medezeggenschap in de zorg
juni ƪ
www.cm.bsl.nl
Bestand: M:/Share/Bsl/9510135_HB Medezeggenschap/Binnenwerk B-Z.3d ^ Pagina 1<1416>1484
Financieel beleid: begroting, jaarrekening en jaarverslag
F"^Ææ
Reserve aanvaardbare kosten (RAK). Een negatief resultaat, het nadelig saldo, wordt op deze RAK in mindering gebracht. In een resultatenrekening wordt gesproken over baten en lasten en in een balans over activa en passiva. De activa en passiva in de balans zijn, zoals is aangegeven, een momentopname, dat wil zeggen dat de stand op een bepaald moment is weergegeven. De baten en lasten in een resultatenrekening zijn zogenaamde stroomgrootheden, dat wil zeggen dat zij een bepaalde periode, meestal een kalenderjaar, bestrijken. In de resultatenrekening wordt weergegeven wat er tussen de twee in de jaarrekening opgenomen balansdata is gebeurd, welke middelen zijn ontvangen en als baten verantwoord en welke kosten de in die periode verrichte activiteiten met zich hebben meegebracht. Baten en lasten In paragraaf zijn de verschillende soorten baten en lasten bij een zorginstelling uitgebreid aan de orde gekomen. Al deze baten en lasten treft men aan in de resultatenrekening. De resultatenrekening die in de jaarrekening wordt weergegeven, vermeldt eveneens de baten en lasten van het voorgaande boekjaar, waardoor vergelijking hiermee mogelijk is. De begrote baten en lasten hoeven niet in de jaarrekening te worden opgenomen (mag wel). Tip Om toch een goed inzicht te krijgen in hoeverre de begroting is gerealiseerd, kan aan de directie van een instelling een opstelling worden gevraagd waarin de werkelijke baten en lasten worden vergeleken met de begrote baten en lasten. Dit overzicht dient ook een verklaring te geven van de reden(en) van de belangrijkste afwijkingen ten opzichte van de begroting. Beloning bestuurders In de toelichting op de jaarrekening wordt de beloning van de bestuurders vermeld. Deze vermelding kan achterwege blijven wanneer er sprake is van e¤e¤n bestuurder. Onder beloning worden in dit verband verstaan het brutoloon, sociale lasten werkgever, Clie«nt & Medezeggenschap in de zorg
juni ƪ
www.cm.bsl.nl
Bestand: M:/Share/Bsl/9510135_HB Medezeggenschap/Binnenwerk B-Z.3d ^ Pagina 1<1417>1484
F"^
Financieel beleid: begroting, jaarrekening en jaarverslag
onkostenvergoedingen en eventuele kosten uit hoofde van getro¡en afvloeiingsregelingen.
Jaarverslag
In het jaarverslag vermeldt de directie van een instelling welke activiteiten de zorginstelling in het afgelopen jaar heeft verricht. Naast een terugblik op het afgelopen jaar wordt de doelstelling van de instelling weergegeven en wordt vooruitgeblikt naar de toekomst. In het jaarverslag kan ingegaan worden op toekomstplannen, zorgvisie en dergelijke. Voorts kan ook ingegaan worden op ontwikkelingen in de clie«ntenpopulatie (gemiddelde verpleegduur, gemiddelde leeftijd e.d.). Belangrijk is te kunnen vaststellen in hoeverre de instelling haar doelstellingen (zie jaarplannen) met de ¢nancie«le middelen die zij heeft ontvangen heeft kunnen realiseren. Vooral in het jaarverslag dient de directie van een instelling uitgebreid hierop in te gaan.
Clie«nt & Medezeggenschap in de zorg
juni ƪ
www.cm.bsl.nl
Bestand: M:/Share/Bsl/9510135_HB Medezeggenschap/Binnenwerk B-Z.3d ^ Pagina 1<1418>1484