Trainingsboek Geschiedenis VWO 2015
Beste leerling, Welkom op de examentraining Geschiedenis VWO! Het woord examentraining zegt het al: trainen voor je examen. Tijdens deze training behandelen we de examenstof in blokken en oefenen we ermee. Daarnaast besteden we ook veel aandacht aan de vaardigheden voor je examen; je leert handigheidjes, krijgt uitleg over de meest voorkomende vragen en leert uit welke onderdelen een goed antwoord bestaat. Verder gaan we in op hoe je de stof het beste kunt aanpakken, hoe je verder komt als je het even niet meer weet en vooral ook hoe je zorgt dat je overzicht houdt. Naast de grote hoeveelheid informatie die je krijgt, ga je zelf ook aan de slag met examenvragen. Tijdens dit oefenen zijn er genoeg trainers beschikbaar om je verder te helpen, zodat je leert werken met de goede strategie om je examen aan te pakken. Hierbij is de manier van werken belangrijk, maar je kunt natuurlijk altijd inhoudelijke vragen stellen, ook over de onderdelen die niet klassikaal behandeld worden. De stof die behandeld wordt komt uit de syllabus, die te vinden is op www.examentraining.nl en de oefenvragen zijn gebaseerd op eerdere examenvragen. Ook de eerdere examens zijn te vinden op www.examentraining.nl. Voor iedere vraag zijn er uiteraard uitwerkingen beschikbaar, maar gebruik deze informatie naar eigen inzicht. Vergeet niet dat je op je examen ook geen uitwerkingen krijgt. Sommige vragen worden klassikaal besproken, andere vragen moet je zelf nakijken. Na de tips volgt het programma voor vandaag. We verwachten niet dat je alle opgaven binnen de tijd af krijgt, maar probeer steeds zo ver mogelijk te komen. Als je niet verder komt, vraag dan om hulp! Het doel van de training is immers te leren hoe je er wél uit kunt komen. En onthoud goed, nu hard werken scheelt je straks misschien een heel jaar hard werken… We wensen je heel veel succes vandaag en op je examen straks! Namens het team van de Nationale Examentraining, Eefke Meijer Hoofdcoördinator
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
2
Tips en trics voor voorbereiden en tijdens je examens Examens voorbereiden Tip 1: Je bent al voor een belangrijk deel voorbereid. Laat je niet gek maken door uitspraken als “Nu komt het er op aan”. Het examen is een afsluiting van je hele schoolperiode. Je hebt er dus jaren naartoe gewerkt en hebt in die tijd genoeg kennis en kunde opgedaan om examen te kunnen doen. In al die jaren ben je nooit wakker geworden om vervolgens te ontdekken dat al je Engelse kennis was verdwenen. De beste garantie voor succes is voorbereiden, en dat is nu net wat je al die jaren op school hebt gedaan. Tip 2: Maak een planning voor de voorbereiding die je nog nodig hebt. Deze voorbereidingen bestaan uit twee onderdelen: leren en vragen oefenen. Als je hiermee aan de slag gaat, plan dan niet teveel studie-uren achter elkaar. Pauzes zijn noodzakelijk, maar zorg ervoor dat ze kort blijven, anders moet je iedere keer opnieuw opstarten. Wissel verschillende taken en vakken af, want op die manier kun je je beter concentreren. Wat je concentratie (en je planning) ook ten goede komt, is leren op vaste tijdstippen. Je hersenen zijn dan na een paar keer voorbereid op die specifieke activiteit op dat specifieke moment. Tip 3: Leer op verschillende manieren (lezen, schrijven, luisteren, zien en uitspreken) Alleen maar lezen in je boek verandert al snel naar staren in je boek zonder dat je nog wat opneemt. Wissel het lezen van de stof in je boek dus af met het schrijven van een samenvatting. Let op dat je in een samenvatting alleen belangrijke punten overneemt, zodat het ook echt een samenvatting wordt. Veel docenten hebben tegenwoordig een eigen youtube-kanaal. Maak daar gebruik van, want op die manier komt de stof nog beter binnen omdat je er naar hebt kunnen luisteren. Met mindmaps zorg je er voor dat je de stof voor je kunt zien en kunt overzien. Het werkt tot slot heel goed om de stof aan iemand uit te leggen die de stof minder goed beheerst dan jij. Door uit te spreken waar de stof over gaat merk je vanzelf waar je nog even in moet duiken en welke onderdelen je prima beheerst. Tip 4: Leer alsof je examens zit te maken Oefenen voor je examen bestaat natuurlijk ook uit het voorbereiden op de situatie zelf. Dit betekent dat je je leeromgeving zoveel mogelijk moet laten lijken op je examensituatie. Zorg dus voor zo min mogelijk afleiding (lees: leg je telefoon een uurtje weg), maak je tafel zo leeg mogelijk. Je traint op deze manier je hersenen om tijdens je echte examensituatie niet veel aandacht aan de omgeving (en het gemis van je telefoon) te hoeven besteden.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
3
Zorg voor jezelf! Tip 1: Verdiep je in ontspanningstechnieken Rust in je hoofd is van groot belang tijdens het leren. Sommigen weten dit prima uit zichzelf voor elkaar te krijgen, maar anderen kost dit wat meer moeite. Gelukkig zijn hier trucs voor, die we ontspanningsoefeningen noemen. Ademhalingsoefeningen kunnen al genoeg zijn maar ook yoga helpt je zeker om tot rust te komen. Voor deze ontspanningsoefeningen hoef je geen uren uit te trekken, 10 minuten is al voldoende. Sporten kan ook een goede ontspanningstechniek zijn, al kost dat natuurlijk meer tijd. Bijkomend voordeel is dan wel weer dat je beter kunt denken (en dus leren) als je fit bent. Tip 2: Vergeet niet te slapen Chinese en Amerikaanse onderzoekers hebben ontdekt waarom slapen goed is voor je geheugen. Tijdens je slaap worden er namelijk nieuwe synapsen opgebouwd. Dit zijn verbindingen tussen je hersencellen. Hoewel het onderzoek is uitgevoerd bij muizen, zeggen de onderzoekers dat ook stampende scholieren hier een les uit kunnen trekken: Langdurig onthouden lukt beter als je na het leren gaat slapen, in plaats van eindeloos door te blijven leren. Want, muizen die een uurtje leerden en daarna gingen slapen haalden betere resultaten dan muizen die drie uur trainden en daarna wakker gehouden werden. Tip3: Let op wat je eet Het onderzoek naar het verband tussen voeding en geheugen staat weliswaar nog in de kinderschoenen, toch zijn er al belangrijke, handige zaken uit naar voren gekomen. En waarom zou je daar geen gebruik van maken? Zo is het inmiddels duidelijk dat je hersenen veel energie nodig hebben in periodes van examens, dus ontbijt elke dag goed. Let dan wel op wat je eet, want brood, fruit en pinda’s leveren meer langdurige energie dan koekjes. Koffie, thee en sigaretten hebben geen positief effect op je geheugen, dus vermijd deze zaken zo veel mogelijk. En dan het examen zelf En dan is de dag gekomen. Je zit in de gymzaal, het ruikt een beetje vreemd, je voelt je een beetje vreemd. De docent of misschien zelfs wel de rector begint te gebaren en dan begint het uitdelen. Dan het grote moment: je mag beginnen. Tip 1: Blijf rustig en denk aan de strategieën die je hebt geleerd Wat doe je tijdens het examen? - Rustig alle vragen lezen - Niet blijven hangen bij een vraag waar je het antwoord niet op weet - Schrijf zoveel mogelijk op maar…. voorkom wel dat je onzinverhalen gaat schrijven. Dat kost uiteindelijk meer tijd dan dat het je aan punten gaat opleveren. - Noem precies het aantal antwoorden, de redenen, de argumenten, de voorbeelden die gevraagd worden. Schrijf je er meer, dan worden die niet meegerekend en dat is natuurlijk zonde van de tijd. - Vul bij meerkeuzevragen duidelijk maar één antwoord in. Verander je je antwoord, geef dit dan duidelijk aan.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
4
- Ga je niet haasten, ook al voel je tijdsdruk. Tussendoor even een mini-pauze nemen en je uitrekken is alleen maar goed voor je concentratie. En het helpt ook om stijve spieren te voorkomen. - Heb je tijd over? Controleer dan of je volledig antwoord hebt gegeven op álle vragen. Hoe saai het ook is, het is belangrijk, je kunt immers gemakkelijk per ongeluk een (onderdeel van een) vraag overslaan. Tip 2: Los een eventuele black-out op met afleiding Mocht je toch een black-out krijgen, bedenk dan dat je kennis echt niet verdwenen is. Krampachtig blijven nadenken versterkt de black-out alleen maar verder. Het beste is om even iets anders te gaan doen. Ga even naar de WC, rek je even uitgebreid uit. Als je goed bent voorbereid, zit de kennis in je hoofd en komt het vanzelf weer boven. En mocht het bij die ene vraag toch niet lukken, bedenk dan dat je niet alle vragen goed hoeft te hebben om toch gewoon je examen te halen.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
5
Programma Blok 1 Blok 2 Blok 3 Blok 4 Blok 5 Blok 6 Blok 7 Blok 8 Blok 9 Blok 10
Hoe beantwoord je de vraag & Tijdvak 1 Tijdvak 2 Tijdvak 3 Tijdvak 4 Tijdvak 5 Tijdvak 6 Tijdvak 7 Tijdvak 8 Tijdvak 9 Tijdvak 10
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
6
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ Welkom op de examentraining geschiedenis vwo
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Hoe beantwoord je de vraag? Vragen
Bronnen
Hét antwoord
Hoe kom je aan het goede antwoord?
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
“Informatie kennen” = kennis (Pacificatie van Gent?) Grote lijn weten = overzicht (na Pacificatie kwam….) Strategie = vaardigheden (hoe schrijf ik op hoe het zit met die Pacificatie)
___________________________________ ___________________________________
Welke stap gaan we vandaag doen?
Allemaal
___________________________________ ___________________________________
Hoe beantwoord je de vraag? Vragen
Bronnen
Hét antwoord
___________________________________ ___________________________________
Vraag lezen & opdelen
___________________________________ Wat weet ik al?
Leg het begrip uit (leg even uit wat je al weet)
Wat willen ze nou dat ik doe? Signaalwoorden
Oorzaak Gevolg Verband Verklaring Uitleg Aanleiding Keerpunt
&
Aspecten: Politiek Economie Religieus Militair
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
7
Hoe beantwoord je de vraag? Vragen
Bronnen
1 Antwoord zonder bron 2
Hét antwoord
Bedenk een antwoord op de vraag zonder naar de bron te kijken
Namen Datum Standplaats
Bijschrift
3 Wat zie je?
5
Wat is de boodschap van de tekenaar? Welke beeldelementen zijn hiervoor gebruikt?
(graven in je kennis)
Hoe beantwoord je de vraag? Vragen
Bronnen
___________________________________
___________________________________
Over welke gebeurtenis gaat deze prent?
Boodschap
___________________________________
___________________________________
Teksten in de afbeelding Personen/figuren Voorwerpen/symbolen
4 gebeurtenis? Welke
___________________________________
Hét antwoord
1) Lees de vraag goed door 2) Bedenk wat je al weet 3) Leg het begrip uit (laat zien dat je het weet) 4) Let op het aantal punten= stappen 5) Kijk naar ‘signaal’woorden
___________________________________ ___________________________________
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
6) Gebruik de vraag in je antwoord
___________________________________
7) Noem de bron in je antwoord
___________________________________
Tijdvak 1: Jagers en boeren Prehistorie ……. – 3000 v Chr Voorgeschiedenis Geen geschreven bronnen Wel artefacten (voorwerpen)
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
8
Tijdvak 1: Jagers en boeren Kenmerkend aspect 1
Kenmerkend aspect 2
Kenmerkend aspect 3
De levenswijze van jagers en verzamelaars
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Mensen leven van jagen en verzamelen: - jagen op wild en vissen - Verzamelen van noten, vruchten, planten
___________________________________
Gebruiksvoorwerpen van steen: Steentijd -pijlpunten, harpoenen Ook “kunstvoorwerpen” - Lascaux, Altamira
___________________________________
Nog steeds jagers-verzamelaars: San people (bushmen) in Zuidelijk Afrika
___________________________________ ___________________________________
Tijdvak 1: Jagers en boeren Kenmerkend aspect 1
Kenmerkend aspect 2
Kenmerkend aspect 3
Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen Vanaf 10.000 v Chr Langzaam afscheid van nomadisch bestaan: - Vissers -Zaden planten -Domesticeren van vee
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Nieuwe activiteiten Sedentair bestaan
___________________________________
Voedseloverschotten Specialisatie Groei gemeenschappen
___________________________________ ___________________________________
Tijdvak 1: Jagers en boeren Kenmerkend aspect 1
Kenmerkend aspect 2
Kenmerkend aspect 3
Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen Landbouw wordt efficienter: Overschotten leiden tot handel bevolkingsgroei
Specialisatie: nieuwe maatschappelijke structuur Hiërarchische organisatie -Koning -ambtenaren/priesters -Ambachtslieden -Boeren -Slaven
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Maatschappij is niet groter dan een stad
Organisatie vraagt om administratie en dus ontstaat het schrift (einde prehistorie)
___________________________________ ___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
9
Tijdvak 2: Grieken en Romeinen
___________________________________ ___________________________________
De Oudheid 3000 v Chr – 500 na Chr
___________________________________ ___________________________________
Grote ontwikkelingen Die nog steeds van belang zijn: -Christendom -Griekse filosofie -Romeinse recht -Eerste vormen van wetenschap
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Tijdvak 2: Grieken en Romeinen Aspect 4
Aspect 5
Aspect 6
Aspect 7
Aspect 8
De ontwikkeling van het wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat Oude Griekenland is geen politieke eenheid Uitbreiding door “kolonisatie” na overbevolking = voedseltekort
Maar stadstaten met gedeelde cultuur Oorlog met de Perzen
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Tijdvak 2: Grieken en Romeinen Aspect 4
Aspect 5
Aspect 6
Aspect 7
Aspect 8
De ontwikkeling van het wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat
Athene
Sparta
Democratie Dagelijks bestuur door burgers Burgers: Mannen Met burgerschap
Oligarchie Dagelijks bestuur door koning Hoplieten: Mannen Soldaten
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
10
Tijdvak 2: Grieken en Romeinen Aspect 4
Aspect 5
Aspect 6
Aspect 7
Aspect 8
De ontwikkeling van het wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat
Toenemende spanning Dagelijks bestuur door koning Toenemend aantal bondgenoten Athene: zeemacht Sparta: landmacht Peloponnesische oorlog (431-404 v Chr)
Athene wordt verslagen Sparta ook ernstig verzwakt
Tijdvak 2: Grieken en Romeinen Aspect 5
Aspect 6
Aspect 7
Aspect 8
De ontwikkeling van het wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat
Politiek geen eenheid Wel gedeelde taal en cultuur
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Griekse eenheid verdwenen Pas hersteld in 338 v Chr
Herstel Griekse politieke wereld door Alexander de Grote en zijn vader
Aspect 4
___________________________________ ___________________________________
Sparta
Athene
___________________________________
___________________________________
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Godsdienst; polytheïsme
___________________________________
Olympische Spelen Veel impact Griekse cultuur Hellenisme door Alexander de Grote
___________________________________ ___________________________________
Tijdvak 2: Grieken en Romeinen Aspect 4
Aspect 5
Aspect 6
Aspect 7
De ontwikkeling van het wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat Politiek denken sterk ontwikkeld
Daarna Natuur onderzoeken; Andere verklaring dan “door de goden gedaan” Natuurfilosofen Mensen onderzoeken Hippocrates
Denken zelf onderzoeken Socrates
Aspect 8
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
11
Tijdvak 2: Grieken en Romeinen
___________________________________
Aspect 4
___________________________________
Aspect 5
Aspect 6
Aspect 7
Aspect 8
De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur Athene verwoest door Perzen
Wederopbouw op (nu) klassieke manier
Eenvoud, versiering kwam later
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Tijdvak 2: Grieken en Romeinen
___________________________________
Aspect 4
___________________________________
Aspect 5
Aspect 6
Aspect 7
Aspect 8
De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur Beelden in begin Griekse tijd heel statisch
Eenvoud, versiering kwam later
___________________________________
Bestudering mens gaf ook kunst een impuls
___________________________________
Bewondering voor Griekse kunst is enorm: Hellenisme van Alexander de Grote Romeinen kopiëren bijna letterlijk Later ook nog veel overgenomen
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Tijdvak 2: Grieken en Romeinen
___________________________________
Aspect 4
___________________________________
Aspect 5
Aspect 6
Aspect 7
De groei van het Romeinse Imperium waardoor De Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde Start Rome -Romulus en Remus -510 v Chr start de Republiek
Uitbreiding: 493 v Chr stammen rondom Rome 250 v Chr Italië
Aspect 8
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
146 v Chr Carthago & Griekenland
Rome beheerst het hele Middellandse Zeegebied
___________________________________ ___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
12
Tijdvak 2: Grieken en Romeinen
___________________________________
Aspect 4
___________________________________
Aspect 5
Aspect 6
Aspect 7
Aspect 8
De groei van het Romeinse Imperium waardoor De Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde
___________________________________
27 v Chr: Republiek wordt keizerrijk Start Pax Romana
___________________________________
Veroveringen gevolgd door Romeinse invloed: - Stedenbouw -Culturele invloed -Handel
___________________________________
Cultuur werd opgelegd EN vrijwillig overgenomen Romanisering
___________________________________ Opname lokale goden door Romeinen Nl: Nehalennia
___________________________________
Tijdvak 2: Grieken en Romeinen
___________________________________
Aspect 4
___________________________________
Aspect 5
Aspect 6
Aspect 7
Aspect 8
De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur van Noordwest-Europa
___________________________________
Germanen deels geromaniseerd Maar: 3e eeuw: confrontaties
___________________________________
Germanen trekken Romeinse Rijk binnen
___________________________________
Chaos Romeinse leger versterkt met Germanen
___________________________________
Germanen willen in ruil invloed en Romeinse welvaart Trekken Romeinse Rijk verder binnen
Oorlog!
___________________________________
Tijdvak 2: Grieken en Romeinen
___________________________________
Aspect 4
___________________________________
Aspect 5
Aspect 6
Aspect 7
De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur van Noordwest-Europa Romeinse leger blijkt: -Zwak leger -Sterke regionale banden
Loyaliteit niet meer bij Rome
Machtsgrepen door lokale generaals
Aspect 8
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
13
Tijdvak 2: Grieken en Romeinen
___________________________________
Aspect 4
___________________________________
Aspect 5
Aspect 6
Aspect 7
Aspect 8
De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur van Noordwest-Europa Oorlog voeren kost altijd geld -Belasting leverde niet genoeg op -Veroveringen leverden niet genoeg op -Geld ging op aan pracht en praal
___________________________________
Hunnen als genadeklap Grote volksverhuizingen
___________________________________ ___________________________________
Romeinse Rijk overspoeld door vreemdelingen Rijk valt uiteen = Crisis van de derde eeuw En dan ook nog in 476: Rome ingenomen door een Germaanse generaal
___________________________________ ___________________________________
Tijdvak 2: Grieken en Romeinen
___________________________________
Aspect 4
___________________________________
Aspect 5
Aspect 6
Aspect 7
Aspect 8
De ontwikkeling van het jodendom en het christendom als de eerste monotheistische godsdiensten
___________________________________
Godsdienst in de Oudheid: polytheïstisch Natuurverschijnselen waren elk eigen god
___________________________________ Soms meer nadruk op één bepaalde god: henotheisme
___________________________________
VB: Farao Achnaton koos voor Aton (zonneschijf)
___________________________________ ___________________________________
Tijdvak 2: Grieken en Romeinen
___________________________________
Aspect 4
___________________________________
Aspect 5
Aspect 6
Aspect 7
De ontwikkeling van het jodendom en het christendom als de eerste monotheistische godsdiensten Toch ook monotheïsme in de Oudheid -Jodendom -Christendom Joden bevonden zich in Israel Vereren JHWH als enige God Oude Testament Al in Oudheid onderdrukt
Aspect 8
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
14
Tijdvak 2: Grieken en Romeinen
___________________________________
Aspect 4
___________________________________
Aspect 5
Aspect 6
Aspect 7
Aspect 8
De ontwikkeling van het jodendom en het christendom als de eerste monotheistische godsdiensten Gezien als verlosser uit de Joodse geschriften
4 v Chr: Jezus geboren 30 n Chr prediken begonnen
___________________________________
Hoop was bevrijding van Romeinen
Joodse elite: goede band met Romeinen behouden Christenen weigerden om Romeinse goden en keizer te vereren
Crisis van de derde eeuw Harde vervolgingen door Romeinen
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Tijdvak 3: Monniken en ridders
___________________________________ ___________________________________
Vroege Middeleeuwen 500-1000
___________________________________
Definitieve ondergang Romeinse Rijk Uitbreiding invloed christendom Verval van de economie Botsingen met Islam
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Tijdvak 3: Monniken en ridders
___________________________________
Aspect 9
___________________________________
Aspect 10
Aspect 11
De verspreiding van het christendom in geheel Europa Christendom groeide, ondanks felle Romeinse vervolgingen
391: Christendom als staatsgodsdienst
Aspect 12
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
15
Tijdvak 3: Monniken en ridders
___________________________________
Aspect 9
___________________________________
Aspect 10
Aspect 11
Aspect 12
De verspreiding van het christendom in geheel Europa
___________________________________
Na de val Romeinen groeit het Christendom omdat:
1) Nieuwe koningen kiezen voor christendom 2) Missionarissen aan de slag gaan
___________________________________
3) Er kloosters gaan ontstaan
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Tijdvak 3: Monniken en ridders
___________________________________
Aspect 9
___________________________________
Aspect 10
Aspect 11
Aspect 12
De verspreiding van het christendom in geheel Europa
___________________________________
1) Nieuwe koningen kiezen voor christendom -Band met Romeinse elite behouden - Steun kerk aan koning - (Kerk kreeg in ruil bescherming)
___________________________________
Clovis Karel de Grote
___________________________________
Beschermheer Heilige Kerk Christendom als bindende factor in zijn rijk
___________________________________ ___________________________________
Tijdvak 3: Monniken en ridders
___________________________________
Aspect 9
___________________________________
Aspect 10
Aspect 11
De verspreiding van het christendom in geheel Europa 2) Missionarissen aan de slag gaan - In opdracht van de paus Willibrord en Bonifatius in Lage Landen Veel succes maar ook tegenslag: Bonfatius in 754 vermoord bij Dokkum - In opdracht van de Karel de Grote
Aspect 12
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
16
Tijdvak 3: Monniken en ridders
___________________________________
Aspect 9
___________________________________
Aspect 10
Aspect 11
Aspect 12
De verspreiding van het christendom in geheel Europa
___________________________________
3) Er kloosters gaan ontstaan Teruggetrokken leven gewijd aan God
Snelle weg naar de hemel
___________________________________
- Kloosters als onderdak voor missionarissen op doortocht naar niet christelijke gebieden - Monniken werkten aan kopiëren bijbels en geschriften - Veel kloosters dus veel mensen “zien” het geloof - Kloosters waren ook ziekenhuis en school
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Tijdvak 3: Monniken en ridders
___________________________________
Aspect 9
___________________________________
Aspect 10
Aspect 11
Aspect 12
Het ontstaan en de verspreiding van de islam
___________________________________
610: Mohammed krijgt eerste visioen
Snel veel aanhang: - Arme bevolking
___________________________________
Veel tegenwerking, Dus vlucht naar Medina in 632 (Hidjra)
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Tijdvak 3: Monniken en ridders
___________________________________
Aspect 9
___________________________________
Aspect 10
Aspect 11
Het ontstaan en de verspreiding van de islam Breuk in Islamitische wereld in 661
Soennieten Sjiieten Opvolgers Mohammed niet Opvolgers Mohammed wel perse familie perse familie
Aspect 12
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
17
Tijdvak 3: Monniken en ridders
___________________________________
Aspect 9
___________________________________
Aspect 10
Aspect 11
Aspect 12
Het ontstaan en de verspreiding van de islam
___________________________________
661: Omayyaden (soennieten) aan de macht Grote veroveringen
___________________________________
Start Islamitische dreiging in Europa Pas gestopt in 732: Slag bij Poitiers
___________________________________
750: Abassieden nemen macht over 1 Omayyad sticht Al-Andalus
___________________________________ ___________________________________
Tijdvak 3: Monniken en ridders
___________________________________
Aspect 9
___________________________________
Aspect 10
Aspect 11
Aspect 12
Het ontstaan en de verspreiding van de islam
Belang Islam voor Europa: wetenschap Arabieren bestudeerden de Griekse filosofen Ook vertaald naar Latijn Gelezen in Europa
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Tijdvak 3: Monniken en ridders
___________________________________
Aspect 9
___________________________________
Aspect 10
Aspect 11
Aspect 12
De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid
___________________________________
Romeinse Rijk: agrarisch-urbaan Verval Romeinen
Verval steden, verval urbane karakter
Bevolking trekt naar platteland Gericht op zelfvoorziening
Volledige agrarische cultuur
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
18
Tijdvak 3: Monniken en ridders
___________________________________
Aspect 9
___________________________________
Aspect 10
Aspect 11
Aspect 12
De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid
Steun zoeken bij machtiger personen: grootgrondbezitters
Chaos na verdwijnen Romeinen
Steun in ruil voor dienstplicht
___________________________________ ___________________________________
Afkopen dienstplicht dmv opgeven vrijheid Boeren kozen voor horigheid: -Opgeven vrijheid -Diensten leveren aan beschermheer -Land bewerken -Werken in brouwerij, molen, etc
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Hofstelsel
Tijdvak 3: Monniken en ridders
___________________________________
Aspect 9
___________________________________
Aspect 10
Aspect 11
Aspect 12
Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
___________________________________
Machtigste persoon: koning Hulp nodig van zijn krijgers Land in ruil voor steun
Vazallen, leenheren
___________________________________
Land heet feodum
___________________________________
Leenstelsel, Feodale stelsel
Land in ruil voor trouw
___________________________________ ___________________________________
Tijdvak 3: Monniken en ridders
___________________________________
Aspect 9
___________________________________
Aspect 10
Aspect 11
Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
Feodale stelsel niet zonder gebreken: Leen werd erfelijk Instellen achterleenmannen
Loyaliteit niet meer gegarandeerd Macht koning nam af
Aspect 12
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
19
Tijdvak 4: Steden en staten
___________________________________ ___________________________________
Hoge en late Middeleeuwen 1000 - 1500
___________________________________
Langzame opbloei van de economie Uitbreiding macht en invloed door vorsten Conflict vorsten met de kerk Kruistochten
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Tijdvak 4: Steden en staten Aspect 13
Aspect 14
Aspect 15
Aspect 16
Aspect 17
De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een agrarisch-urbane samenleving
___________________________________ ___________________________________
Eerste helft Middeleeuwen: bevolkingskrimp Ontginnen extra landbouwgrond Drieslagstelsel Kleine technische verbeteringen klimaatsverbetering
___________________________________
___________________________________
Bevolkingsgroei, want stijging voedselproductie
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Tijdvak 4: Steden en staten Aspect 13
Aspect 14
Aspect 15
Aspect 16
De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een agrarisch-urbane samenleving Zelfvoorziening was niet perse meer nodig
Andere beroepen: ambachtslieden Meestal gevestigd in steden Leenheren vonden dit ok, want: Financiële voordelen Stad bood bestuursmogelijkheden
Aspect 17
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
20
Tijdvak 4: Steden en staten Aspect 13
Aspect 14
Aspect 15
Aspect 16
Aspect 17
De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een agrarisch-urbane samenleving
___________________________________ ___________________________________
Opbloei langeafstandshandel
Venetianen
___________________________________
Midden-Oosten/ Middellandse zee
___________________________________ ___________________________________
Noord-Europa
1) Jaarmarkten Champagne 2) Brugge Ook goed bereikbaar 3) Antwerpen voor Venetianen
___________________________________ ___________________________________
Tijdvak 4: Steden en staten Aspect 13
Aspect 14
Aspect 15
Aspect 16
Aspect 17
De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden
Trek naar stad
___________________________________ ___________________________________
Verval horigen-plichten
Voordelen leenheren ??
___________________________________
Extra inkomsten handel en nijverheid
___________________________________ ___________________________________
Nieuwe bevolkingsgroep: burgers -Geen macht, geen horige -(hoge) inkomsten -Macht opeisen
___________________________________ ___________________________________
Tijdvak 4: Steden en staten Aspect 13
Aspect 14
Aspect 15
Aspect 16
De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden
Guldensporenslag (1302): Burgers kozen kant van lokale graaf, tegen de koning Vlaams volksleger wint van Frans ridderleger Burgerinvloed nam toe, Franse invloed nam af
Aspect 17
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
21
Tijdvak 4: Steden en staten Aspect 13
Aspect 14
Aspect 15
Aspect 16
Aspect 17
De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden
___________________________________ ___________________________________
Rechten van burgers/steden steeds meer vastgelegd Oorkonden met stadsrechten, gegeven door leenheren Leenheren gaven macht (deels op) Voor financieel gewin
___________________________________
___________________________________
Afbrokkeling feodale stelsel
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Tijdvak 4: Steden en staten Aspect 13
Aspect 14
Aspect 15
Aspect 16
Aspect 17
Het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel de geestelijke macht het primaat behoorde te hebben
391: Christendom als Romeinse staatsgodsdienst 395: Romeinse Rijk in twee bestuurlijke delen uiteen gevallen Oost-Romeinen: Byzantijnse Rijk -Keizer als wereldlijk leider -Patriarch als geestelijk leider
West-Romeinen: verval in kleine delen -Diverse koningen als wereldlijk leider -Paus als geestelijk leider christelijk Europa
Ruzie Oost & West over geestelijke macht Breuk in 1054: Oosters Schisma
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Tijdvak 4: Steden en staten Aspect 13
Aspect 14
Aspect 15
Aspect 16
Aspect 17
Het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel de geestelijke macht het primaat behoorde te hebben Vanaf 1000: Problemen in Europese kerk Grote probleem: Leiders weinig religieus
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Wens tot hervormen Oorzaak: benoeming door wereldlijke macht
1075: Pauselijke voorschriften genegeerd door Duitse koning Hendrik IV
Kerkelijke ban & boetetocht
1084: wraak door Rome te bezetten Paus vervangen, Hendrik IV tot keizer gekroond
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
22
Tijdvak 4: Steden en staten Aspect 13
Aspect 14
Aspect 15
Aspect 16
Aspect 17
Het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel de geestelijke macht het primaat behoorde te hebben
Investituurstrijd
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Oplossing in 1122: Concordaat van Worms
___________________________________ Paus benoemt bisschop en geeft geestelijke symbolen Koning geeft daarna wereldlijke symbolen
___________________________________
Paus “wint” maar alleen in theorie
___________________________________
Tijdvak 4: Steden en staten Aspect 13
Aspect 14
Aspect 15
Aspect 16
Aspect 17
De expansie van de christelijke wereld naar buiten toe, onder andere in de vorm van kruistochten Paus besluit te hulp te schieten, want Eind 11e eeuw: Wilde verhalen over Heilige Land + Byzantium bedreigd door Turkse stammen 1) Toenadering na Schisma 2) Strijd tussen adel beteugelen
Eerste kruistocht gehouden in 1095 Bedacht door de paus, Uitgevoerd door de adel 1099, Jeruzalem veroverd Stichten van kruisvaardersstaten
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Tijdvak 4: Steden en staten Aspect 13
Aspect 14
Aspect 15
Aspect 16
Aspect 17
De expansie van de christelijke wereld naar buiten toe, onder andere in de vorm van kruistochten Waarom ging men op kruistocht? 1) Zonden zouden erdoor worden kwijt gescholden 2) Als je omkwam, kwam je zeker in de hemel
Religieuze motieven
3) Adellijke zoons kregen zo toch kans op stuk grondgebied 4) Veroveringen, plunderingen zorgden voor rijkdom
Bedacht door de paus, Uitgevoerd door de adel
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
23
Tijdvak 4: Steden en staten Aspect 13
Aspect 14
Aspect 15
Aspect 16
Aspect 17
Het begin van staatsvorming en centralisatie Engeland
___________________________________ ___________________________________
Frankrijk
Grondgebied in Frankrijk verloren Ontevreden adel en bevolking
___________________________________
Engels grondgebied terug gewonnen Gebied terug van overleden leenmannen
1215: Magna Carta
Koning krijgt meer macht
Koning deelt macht met Parlement
Honderdjarige oorlog:
Klein Frans gebied behouden
Goed werkend belastingsysteem
1337: Start 100jarige oorlog
___________________________________ ___________________________________
Geschoold personeel inhuren Adel buiten spel zetten
___________________________________
Geslaagde centralisatie
___________________________________
Tijdvak 4: Steden en staten
___________________________________
Minder geslaagde centralisatie
Aspect 13
Aspect 14
Aspect 15
Aspect 16
Aspect 17
Het begin van staatsvorming en centralisatie Bourgondische vorsten willen ook centralisatie
Weinig animo voor centralisatie in Bourgondische Rijk Leger kost geld, dus torenhoge belastingen
Gewesten “dwingen” te overleggen in Staten-Generaal (1464) Hakken in het zand: particularisme
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
1477: erfopvolger Maria van Bourgondië “verkoopt” grondgebied dmv huwelijk Einde van de Bourgondische staatsdroom
___________________________________ ___________________________________
Tijdvak 5: Ontdekkers en hervormers Renaissance/ 16e eeuw 1500-1600
Centralisatie zet door Ontdekkingsreizen Renaissance Scheuring in de christelijke kerk Tachtigjarige Oorlog in de Nederlanden
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
24
Tijdvak 5: Ontdekkers en hervormers
___________________________________
Aspect 18
___________________________________
Aspect 19
Aspect 20
Aspect 21
Aspect 22
Het begin van de Europese overzeese expansie Specerijen uit Azië : Populair maar duur
Europeanen gingen zelf op zoek Tussenpersonen vermijden door zeeroute te zoeken Ontdekkingsreizen
Start door Portugal: Reconquista ging verder Moslim-handel in West-Afrika schaden
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
1488: Diaz rondt Kaap de Goede hoop 1498: Da Gama bereikt India
___________________________________
Langs de route verschijnen factorijen = handel langs de hele weg
___________________________________
Tijdvak 5: Ontdekkers en hervormers
___________________________________
Aspect 18
___________________________________
Aspect 19
Aspect 20
Aspect 21
Aspect 22
Het begin van de Europese overzeese expansie
___________________________________
Spanje richtte zich op de Amerika’s Met dank aan Columbus Geen specerijen maar wel veel grond en goud
___________________________________
Conquistadores: veroveringen behouden Azteken en Inca’s werden bruut veroverd
Locals: 1) Oorlogen 2) Dwangarbeid 3) Enge Europese ziektes 4) Gedwongen bekering
Spanjaarden: 1) Goud zoeken 2) Driehoekshandel van start 3) Schat aan nieuwe producten
___________________________________ ___________________________________
Grote winsten
Ellende
___________________________________
Tijdvak 5: Ontdekkers en hervormers
___________________________________
Aspect 18
___________________________________
Aspect 19
Aspect 20
Aspect 21
Het veranderende mens- en wereldbeeld van de renaissance en het begin van de nieuwe wetenschappelijke belangstelling & de hernieuwde oriëntatie op de klassieke Oudheid
Opbloei economie & stedelijk cultuur
Tijd en geld voor “hobby’s”
Aandacht voor klassieke werken: Bestuderen & namaken Nieuwe tijd aangebroken: Renaissance Ook aandacht voor klassieke geschreven werken Via Arabieren naar Europa
Wereld onderzoeken, dus ook oude werken bestuderen
Experimenten
Geloof niet langer levensbepalend
Aspect 22
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
25
Tijdvak 5: Ontdekkers en hervormers
___________________________________
Aspect 18
___________________________________
Aspect 19
Aspect 20
Aspect 21
Aspect 22
Het veranderende mens- en wereldbeeld van de renaissance en het begin van de nieuwe wetenschappelijke belangstelling & de hernieuwde oriëntatie op de klassieke Oudheid
___________________________________
Erasmus onderzocht vroege Bijbelvertalingen Middeleeuwse versie zat vol met fouten
___________________________________
Geloof verloor aan kracht Wetenschap won aan kracht Nieuwe culturen ontdekt
___________________________________
Nieuw wereldbeeld Nadenken en onderzoeken = humanisme
___________________________________
Klakkeloos kerk volgen Klakkeloos oude wetenschap volgen
Meer nadruk op hier en nu Niet meer op hiernamaals
___________________________________
Tijdvak 5: Ontdekkers en hervormers
___________________________________
Aspect 18
___________________________________
Aspect 19
Aspect 20
Aspect 21
Aspect 22
De protestantse reformatie die splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had Dagelijks leven beheerst door kerk Geestelijkheid druk met wereldlijke zaken Bijbelvertalingen bleken fout te zijn
Kritiek!! (maar niet op katholicisme) Kerk boos: Ketterij
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Tijdvak 5: Ontdekkers en hervormers
___________________________________
Aspect 18
___________________________________
Aspect 19
Aspect 20
Aspect 21
De protestantse reformatie die splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had Monnik Maarten Luther: 95 stellingen Luther in de kerkelijke ban Tijdens Rijksdag in Worms (1521): Rijksban Steun van vorsten aan Luther Schmalkadische oorlog: keizer wint Tweede oorlog: vorsten winnen
Aspect 22
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Vrede van Augsburg (1555)
___________________________________ ___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
26
Tijdvak 5: Ontdekkers en hervormers
___________________________________
Aspect 18
___________________________________
Aspect 19
Aspect 20
Aspect 21
Aspect 22
De protestantse reformatie die splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had
___________________________________
Meer hervormers: Calvijn Predestinatie
___________________________________
Populair in Frankrijk Later in Nederlanden Geestelijkheid om geloof en bijbel uit te leggen
___________________________________
Paus niet nodig Vorst ondergeschikt aan God
___________________________________
Regels overtreden? Recht om vorst af te zetten
___________________________________
Tijdvak 5: Ontdekkers en hervormers
___________________________________
Aspect 18
___________________________________
Aspect 19
Aspect 20
Aspect 21
Aspect 22
De protestantse reformatie die splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had
___________________________________
Godsdienstoorlogen in Frankijk 1598: Edict van Nantes: = Gewetensvrijheid voor hugenoten
___________________________________ ___________________________________
Calvinisme was ook een van de oorzaken van de tachtigjarige oorlog in de Nederlanden
___________________________________ ___________________________________
Tijdvak 5: Ontdekkers en hervormers
___________________________________
Aspect 18
___________________________________
Aspect 19
Aspect 20
Aspect 21
De protestantse reformatie die splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had Katholieke kerk: Hervormingen: Contrareformatie
Paus hield absolute gezag Bijbelvertaling bleef zoals hij was Tradities bleven behouden Priesteropleiding Hard optreden tegen ketters
Inquisitie: Speciale rechtbank om te ondervragen, martelen en veroordelen tot brandstapel
Aspect 22
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
27
Tijdvak 5: Ontdekkers en hervormers
___________________________________
Aspect 18
___________________________________
Aspect 19
Aspect 20
Aspect 21
Aspect 22
Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat
___________________________________
1515: Karel V Heer der Nederlanden Maar Nederlanden geen eenheid: particularisme
___________________________________
-Grote economische verschillen door opbloei handel en nijverheid in delen (KA 13) - Stedelijke burgerij had vaak de macht in handen (KA 14)
___________________________________
Karel V had centralisatieplannen (KA 17) - Adel/burgerij buiten spel zetten - Belastingen heffen - Bestuurlijke eenheid opbouwen
___________________________________ ___________________________________
Tijdvak 5: Ontdekkers en hervormers
___________________________________
Aspect 18
___________________________________
Aspect 19
Aspect 20
Aspect 21
Aspect 22
Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat Eenheid door instellen Collaterale Raden (1531)
___________________________________
- Raad van Financiën (belastingen innen) - Geheime Raad (centraliseren) - Raad van State (adviesorgaan voor adel)
___________________________________
Plaatsvervangers vorst: -landvoogd(es) (hele Nederlanden) -Stadhouder (per gewest)
___________________________________
Overleg in: Gewestelijke Staten Staten-Generaal (hele Nederlanden)
___________________________________ Macht ging steeds meer naar vorst Nederlanden waren hier niet blij mee
___________________________________
Tijdvak 5: Ontdekkers en hervormers
___________________________________
Aspect 18
___________________________________
Aspect 19
Aspect 20
Aspect 21
Aspect 22
Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat Soeverein = koning Landvoogd
Collaterale raden: Raad van State, Geheime Raad, Raad van Financiën
Gelderland Overleg in: Holland -Stadhouder Gewestelijke Staten -Stadhouder -Gewestelijke Staten Staten-Generaal (hele -Gewestelijke Nederlanden) Staten -Hof -Hof -Rekenkamer
___________________________________ ___________________________________
Staten-Generaal
___________________________________ En zo voor elk gewest
___________________________________ ___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
28
Tijdvak 5: Ontdekkers en hervormers
___________________________________
Aspect 18
___________________________________
Aspect 19
Aspect 20
Aspect 21
Aspect 22
Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat
___________________________________
Karel V wilde ook eenheid van religie Reformatie had dit ernstig verstoord (KA 21)
___________________________________
Calvinisme vooral populair in Nederlanden Hard optreden door Karel V
___________________________________
1550: Bloedplakkaten Zelfs afgekeurd door katholieken Angst voor centralisatie : Meer onrust
Protesten en sabotage tegengaan, door kerk bestuurlijk te hervormen
___________________________________ ___________________________________
Tijdvak 5: Ontdekkers en hervormers
___________________________________
Aspect 18
___________________________________
Aspect 19
Aspect 20
Aspect 21
Aspect 22
Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat
___________________________________ ___________________________________ Landvoogdes
1555: Filips II wordt Heer der Nederlanden Centraliseren Contrareformatie
1566: Smeekschrift der Edelen
Willem van Oranje voelt zich als hoge adel gepasseerd
Hagenpreken
Vlucht naar buitenland na Smeekschrift
1566: Beeldenstorm
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Tijdvak 5: Ontdekkers en hervormers
___________________________________
Aspect 18
___________________________________
Aspect 19
Aspect 20
Aspect 21
Aspect 22
Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat Alva wordt nieuwe landvoogd
1572: Toch ook keerpunt
Willem van Oranje keert in 1568 terug: Slag bij Heiligerlee (tegen leger Alva)
-Inname Den Briel - Steden sluiten zich vrijwillig aan -Vooral aanhang in Noorden -Staten van Holland: tegen Filips
Weinig succes 1572: Bloedbruiloft = einde Franse steun
Reactie Alva: terreur Belegering Leiden (1574) -1e: grote voedselvoorraden -2e: slecht weer verjoeg Spanjaarden
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
29
Tijdvak 5: Ontdekkers en hervormers
___________________________________
Aspect 18
___________________________________
Aspect 19
Aspect 20
Aspect 21
Aspect 22
Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat Spaanse troepen slecht betaald, dus “Spaanse furie” in 1576 Propaganda
Pacificatie niet stabiel genoeg
___________________________________
Pacificatie van Gent (1576) Alteratie van Amsterdam (1578)
Unie van Atrecht (Zuiden) Unie van Utrecht (Noorden) Plakkaat van Verlatinghe (1581)
___________________________________ ___________________________________
Zoektocht nieuwe leider ≠ succes 1588: Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
___________________________________ ___________________________________
Tijdvak 5: Ontdekkers en hervormers
___________________________________
Aspect 18
___________________________________
Aspect 19
Aspect 20
Aspect 21
Aspect 22
Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat Ook vervanging landsheer gezocht in Engeland: Protestant en anti-Spaans Spanje boos
Strafexpeditie: Spaanse Armada (1588) Vloot & troepenmacht Wet van Murphy
Armada verpletterend verslagen
Spaanse vijand verslagen Hulp vanuit Engeland
Gunstig voor Republiek 1588: Uitroepen Republiek
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Tijdvak 6: Regenten en vorsten Gouden Eeuw / 17e eeuw 1600 - 1700
Afwijking: Nederlandse Republiek Regenten ipv absoluut vorsten Burgers ipv adel Groeiende wereldeconomie Wetenschappelijke Revolutie
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
30
Tijdvak 6: Regenten en vorsten
___________________________________
Aspect 23
___________________________________
Aspect 24
Aspect 25
Aspect 26
Het streven van vorsten naar absolute macht Centralisatie begon in tijdvak 4
Nieuw hoogtepunt in tijdvak 6
Absolutisme vooral in Frankrijk Lodewijk XIV (14)
Enorme expansiedrang Oorlog voeren kost geld
-Alle macht bij de koning -Belangen koning = belangen Frankrijk -God gegeven macht: droit divin Drie standen 1) Adel 2) Geestelijkheid 3) Derde stand
-Rijke Hugenoten verjaagd -Belasting niet toereikend -Geen parlement op willen roepen
Nauwelijks inspraak
Kerk
Adel
Eenheid op gebied van religie 1685: Einde Edict van Nantes
Betalen geen belasting
Boeren en burgers
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Tijdvak 6: Regenten en vorsten
___________________________________
Aspect 23
___________________________________
Aspect 24
Aspect 25
Aspect 26
Het streven van vorsten naar absolute macht Nooit absolutisme in Engeland Absolutistische ambities: 1) Karel I: 1649 onthoofd tijdens burgeroorlog
___________________________________
1215: Magna Carta
2) Jacobus II: 1688: katholiek dus weggewerkt Glorious Revolution
Koning deelde macht altijd met Parlement Steeds meer inperkingen macht 1689: Bill of Rights
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Engeland wordt constitutionele monarchie
___________________________________
Tijdvak 6: Regenten en vorsten
___________________________________
Aspect 23
___________________________________
Aspect 24
Aspect 25
Aspect 26
De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek Republiek: -Geen centralisatie -Geen koning -Weinig adel
Wel: -Particularisme -Regenten -Burgers
___________________________________ ___________________________________
Bestuursvorm sinds 1588, onafhankelijkheid sinds 1648
Heel veel overleggen (poldermodel….) In gewesten: Gewestelijke Staten In de Republiek: Staten-Generaal Elk gewest evenveel inspraak, maar Grootste gewest Holland bepaalde het meest
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
31
Tijdvak 6: Regenten en vorsten
___________________________________
Aspect 23
___________________________________
Aspect 24
Aspect 25
Aspect 26
De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek
Tijdens Opstand: Twaalfjarig bestand (1609-1621) Tijdens Bestand: politieke problemen in Republiek Maurits van Nassau Opperbevelhebber
Johan van Oldenbarnevelt Raadspensionaris
Spanje militair verslaan Gomaristen (= “preciezen”)
Onderhandelen met Spanje Arminianen (=“rekkelijken”)
1617: Scherpe Resolutie Holland zet “eigen” leger in
1619: Oldenbarnevelt geëxecuteerd wegens landverraad
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Tijdvak 6: Regenten en vorsten
___________________________________
Aspect 23
___________________________________
Aspect 24
Aspect 25
Aspect 26
De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek Macht Holland/raadspensionaris: financieel Veel aandacht voor buitenlandse politiek
Vloot vóór leger
___________________________________ ___________________________________
1650-1672: Eerste stadhouderloze tijdperk: - Weinig aandacht voor leger - Behoudende politiek
___________________________________
1672: Aanval door Engeland en Frankrijk Politieke beleid had niet gewerkt
___________________________________ ___________________________________
Tijdvak 6: Regenten en vorsten
___________________________________
Aspect 23
___________________________________
Aspect 24
Aspect 25
Aspect 26
De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek
Behoudende politiek om economie te beschermen Moedernegotie
Gecommercialiseerde landbouw
Uitbreiding overzees handelsnetwerk Amsterdam: Stapelmarkt Handelskapitalisme: Investeren om winst te maken
Europa Azië
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
32
Tijdvak 6: Regenten en vorsten
___________________________________
Aspect 23
___________________________________
Aspect 24
Aspect 25
Aspect 26
De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek
Geen adel maar regenten
Burgers
Burgerlijke cultuur ipv adellijke cultuur
Andere schilderij-onderwerpen Andere schilderij-prijzen Meer mensen hadden schilderijen
___________________________________ ___________________________________
Geld meer verdeeld over bevolking
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Tijdvak 6: Regenten en vorsten
___________________________________
Aspect 23
___________________________________
Aspect 24
Aspect 25
Aspect 26
De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek Ook uniek in de Republiek
Religieuze tolerantie 16e
Gedwongen bekeerde Portugese Joden naar Amsterdam eind eeuw (Sefardim) Vervolgde Duitse en Oost-Europese Joden komen begin 17e eeuw (Asjkenazim)
Op zoek naar tolerantie Portugese Joden ook naar meer welvaart
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Beide groepen kregen toestemming tot de bouw van hun eigen synagogen in Amsterdam
___________________________________
Wederzijdse belangen Joden- Amsterdam
___________________________________
Tijdvak 6: Regenten en vorsten
___________________________________
Aspect 23
___________________________________
Aspect 24
Aspect 25
Aspect 26
Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie
Republiek breidde handelscontacten steeds verder uit: Start wereldeconomie Handelskapitalisme werkte! Specerijen uit Azië meest winstgevend
Steeds meer compagnieën Slecht voor winsten Staten-Generaal richt VOC op -Handel met Azië -Handel in Azië -Aandelen + winstdeling - Verregaande bevoegdheden
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
33
Tijdvak 6: Regenten en vorsten
___________________________________
Aspect 23
___________________________________
Aspect 24
Aspect 25
Aspect 26
Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie
___________________________________
1617: J.P. Coen wordt gouverneur-generaal van de VOC Wensen: -centrale handelspost in Azië: Batavia -Keihard concurreren met Europese landen (geweld)
___________________________________
VOC: -Monopolie op handel met Azië -Belangrijke rol in inter-aziatische handel
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Tijdvak 6: Regenten en vorsten
___________________________________
Aspect 23
___________________________________
Aspect 24
Aspect 25
Aspect 26
Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie
___________________________________ Succes Republiek
Europa jaloers
Engeland: Act of Navigation (1651)
Frankrijk: mercantilisme
Republiek uitsluiten van handel op Engeland
Franse markt beschermen
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Doorvoerhandel geschaad Franse markt minder toegankelijk
___________________________________
Tijdvak 6: Regenten en vorsten
___________________________________
Aspect 23
___________________________________
Aspect 24
Aspect 25
Aspect 26
De wetenschappelijke revolutie Renaissance: Bijbel-waarheid op losse schroeven 17e eeuw: debat steeds meer openbaar
Waarnemen om waarheid te ontdekken
Oude wereldbeeld vaak (onbedoeld) onder vuur Wetenschappers wilden Schepping van God aantonen
God’s mechanismen doorgronden = controle over natuur
Afscheid oude wereldbeeld ging langzaam Tussenstap: God had zelfregulerend systeem gecreëerd
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
34
Tijdvak 6: Regenten en vorsten
___________________________________
Aspect 23
___________________________________
Aspect 24
Aspect 25
Aspect 26
De wetenschappelijke revolutie
___________________________________
Praktisch onderzoek leidde tot nieuwe theorievorming
Van Leeuwenhoek kijkt door de microscoop (doen) Newton bedenkt wet van de zwaartekracht (denken)
Groeiende belangstelling door koning/overheid: Kennis = macht
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Tijdvak 7: Pruiken en revoluties Eeuw van de verlichting / 18e eeuw 1700 - 1800
Opkomst van burgers Ancien Regime vecht voor behoud Slavernij van opkomst tot afschaffing Democratische revoluties
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Tijdvak 7: Pruiken en revoluties
___________________________________
Aspect 27
___________________________________
Aspect 28
Aspect 29
Aspect 30
Rationeel optimisme en ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen
Verlichting: rationeel & denken Verstand gebruiken om problemen op te lossen
___________________________________ Al in tijdvak 6, maar nu buiten de wetenschap
Grote nadruk op kennis Groei-mogelijkheden voor oa burgerij
Toegepast op geloof, politiek, economie, maatschappij en maatschappelijke verhoudingen Dus publicaties tegengehouden door heersende klasse
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
35
Tijdvak 7: Pruiken en revoluties
___________________________________
Aspect 27
___________________________________
Aspect 28
Aspect 29
Aspect 30
Rationeel optimisme en ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen
___________________________________
Montesquieu: “over de geest der wetten” Scheiden van uitvoerende, wetgevende en rechtssprekende macht
___________________________________
Met onderlinge controle
___________________________________
Wetgeven
Machtsmisbruik tegen gaan
Uitvoeren
Recht spreken
___________________________________ ___________________________________
Tijdvak 7: Pruiken en revoluties
___________________________________
Aspect 27
___________________________________
Aspect 28
Aspect 29
Aspect 30
Rationeel optimisme en ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen
___________________________________
Kant: Rationeel denken is menseigen, maar moet ontwikkeld worden Sapere aude: leiding nemen over je eigen ontwikkeling
___________________________________
Inspraak door volk is prima Maar…. eerst inzicht geven dmv onderwijs
___________________________________ Voltaire: Vrijheid van meningsuiting, vrijheid van geloof Maar… teveel inspraak volk in politiek is slecht idee Eerst onderwijs nodig om inspraak volk mogelijk te maken
___________________________________
“Alles voor het volk, maar niets door het volk”
___________________________________
Tijdvak 7: Pruiken en revoluties
___________________________________
Aspect 27
___________________________________
Aspect 28
Aspect 29
Aspect 30
Rationeel optimisme en ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen Verantwoording rechtvaardige samenleving ligt bij volk zelf
Rousseau: volksvergadering, dus directe democratie (zoals in Athene) Locke: indirect door gekozen volksvertegenwoordigers (zoals nu) soeverein leidt maatschappij in goede banen Sociaal contract: volk gaf bepaalde vrijheden op zodat land goed bestuurd kan worden
Bestuur moet dus in dienst staan van het volk Afscheid droit divin Richting verlicht absolutisme
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
36
Tijdvak 7: Pruiken en revoluties
___________________________________
Aspect 27
___________________________________
Aspect 28
Aspect 29
Aspect 30
Rationeel optimisme en ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen
___________________________________
Spinoza: -religie geeft oogkleppen - belemmering van ontwikkeling
Afstand van het bestaande godsbegrip Vrijheid van meningsuiting
___________________________________ ___________________________________
Zelfs voor de tolerante Republiek is dit te radicaal: -Werk alleen in het geheim gelezen - werken na zijn dood verboden
___________________________________ ___________________________________
Tijdvak 7: Pruiken en revoluties
___________________________________
Aspect 27
___________________________________
Aspect 28
Aspect 29
Aspect 30
Voortbestaan van het ancien régime met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse verlichte wijze vorm te geven (verlicht absolutisme)
___________________________________ Kritiek op maatschappij:
___________________________________
-Standenmaatschappij - al sinds Middeleeuwen - macht vooral bij koning -Belastingdruk 3e stand
Ancien Régime Behoud absolutisme
Belastingheffing: -Vooral 3e stand -Baan belastingheffer te koop
___________________________________
Belastingdruk was gigantisch
___________________________________ ___________________________________
Tijdvak 7: Pruiken en revoluties
___________________________________
Aspect 27
___________________________________
Aspect 28
Aspect 29
Aspect 30
Voortbestaan van het ancien régime met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse verlichte wijze vorm te geven (verlicht absolutisme)
Kritiek op de maatschappij werd gehoord
Zelfs door vorsten
Catharina de Grote (Rusland) Jozef II (Oostenrijk-Hongarije) Frederik II van Pruisen -Koning als dienaar van de staat -Droit divin was onzin -“Maatschappelijk contract”
___________________________________ ___________________________________
-Verbetering rechtspraak -Aanpak belastingheffing -Verminderen bureaucratie -Religieuze tolerantie
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
37
Tijdvak 7: Pruiken en revoluties
___________________________________
Aspect 27
___________________________________
Aspect 28
Aspect 29
Aspect 30
Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden transatlantische slavenhandel en de opkomst van het abolitionisme Spanje in Zuid-Amerika: gericht op grondstoffen
___________________________________ ___________________________________
GB, Fr, Nl in Noord- en Midden-Amerika: gericht op plantagekoloniën
___________________________________
Suiker, tabak en later katoen Kwamen uit Afrika via trans-Atlantische slavenhandel
Arbeiders op plantages: slaven
___________________________________ ___________________________________
Tijdvak 7: Pruiken en revoluties
___________________________________
Aspect 27
___________________________________
Aspect 28
Aspect 29
Aspect 30
Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel en de opkomst van het abolitionisme Slavenarbeid was enorm zwaar Handel in mensen
Christelijke idealen????? Opkomst abolitionisme
Koopmansgeest bleek ook heel sterk
Verbod slavenhandel: 1807 Engeland 1814 Nederland, Frankrijk
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Verbod slavernij 1833: Engeland 1848: Frankrijk 1863: Nederland
___________________________________ ___________________________________
Tijdvak 7: Pruiken en revoluties
___________________________________
Aspect 27
___________________________________
Aspect 28
Aspect 29
Aspect 30
De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap
Amerika: kolonie van Engeland 4 juli 1776: Onafhankelijkheidsverklaring Gebaseerd op verlichtingsideeën Dus eerste democratische revolutie
Stap 2: Grondwet op basis van trias politica
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
38
Tijdvak 7: Pruiken en revoluties
___________________________________
Aspect 27
___________________________________
Aspect 28
Aspect 29
Aspect 30
De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap
1781: Nederlandse poging Olv patriotten
___________________________________
Volkssoevereiniteit in gevaar door macht van de stadhouder
Machtsgreep patriotten Vluchtende stadhouder
___________________________________
Pruisische leger schiet te hulp Patriotten-revolutie neergeslagen
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Tijdvak 7: Pruiken en revoluties
___________________________________
Aspect 27
___________________________________
Aspect 28
Aspect 29
Aspect 30
De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap
___________________________________
Lodewijk XVI gaf veel geld uit Lege schatkist
___________________________________
Poging tot belastingverhoging
___________________________________
Cahiers des doléances
___________________________________
Eerste en Tweede Stand stemden tegen in Staten-Generaal
___________________________________
Tijdvak 7: Pruiken en revoluties
___________________________________
Aspect 27
___________________________________
Aspect 28
Aspect 29
Aspect 30
De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap Rijke burgerij boos: Liberté Boze stedelingen: egalité Boze boeren: meer land, minder belasting
Boze Derde stand Eigen Nationale Vergadering Eigen grondwet opstellen
Tegenmaatregelen door koning 14 juli 1789: Parijse burgers bestormen Bastille
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
39
Tijdvak 7: Pruiken en revoluties
___________________________________
Aspect 27
___________________________________
Aspect 28
Aspect 29
Aspect 30
De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap 1791: - Feodale rechten afgeschaft - Grondwet is klaar Staatsburgerschap
___________________________________
Boeren ontevreden: - Kerkelijke landerijen te duur Arbeiders ontevreden: - Wet Le Chapelier
___________________________________ ___________________________________
Macht van de koning gestript: -Grondwet ondertekenen -Koninkrijk werd Republiek
___________________________________ ___________________________________
Koning als burger onthoofd
Tijdvak 7: Pruiken en revoluties
___________________________________
Aspect 27
___________________________________
Aspect 28
Aspect 29
Aspect 30
De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap
___________________________________
Terreur: veel volksvijanden onthoofd Oorlogen met buurlanden: verspreiding revolutie Volksleger voor vaderland (NIET voor de koning)
___________________________________ Chaos
___________________________________
1795: Nederlanden binnengevallen -Bataafse Republiek -Eenheid ipv particularisme
___________________________________ ___________________________________
Tijdvak 7: Pruiken en revoluties
___________________________________
Aspect 27
___________________________________
Aspect 28
Aspect 29
Aspect 30
De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap
Staatsgreep door Napoleon
Oorlog met Europa:
Alleenheerser maar met grondwet (“ Verlicht Absolutisme” )
Continentaal Stelsel Veldtocht naar Rusland
Volkerenslag bij Leipzig: Napoleon verslagen
Terugkeer: - Slag bij Waterloo (1815)
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
40
Tijdvak 8: Burgers en stoommachines
___________________________________ ___________________________________
Industrialisatietijd / 19e eeuw 1800-1900
___________________________________ ___________________________________
Industrialisatie Opkomst arbeider Emancipatie Opkomst nationalisme
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Tijdvak 8: Burgers en stoommachines
___________________________________
Aspect 31
___________________________________
Aspect 32
Aspect 33
Aspect 34
Aspect 35
Aspect 36
De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving
___________________________________
Middeleeuwen: landbouwsamenleving Nijverheid door leden van gilde Strenge regels omzeilen: Huisnijverheid op platteland
___________________________________ ___________________________________
Eind 18e eeuw: Uitvindingen in textielproductie -Schietspoel -Spinning Jenny -Waterframe
Productie werd industrie
___________________________________ ___________________________________
Tijdvak 8: Burgers en stoommachines
___________________________________
Aspect 31
___________________________________
Aspect 32
Aspect 33
Aspect 34
Aspect 35
Aspect 36
De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving
Waterframes: Breuk met verleden Op vaste plekken Veel tegelijk Ondernemers huisnijverheid blij met deze mills -Fulltime nijverheid -Vaste plek: meer controle op kwaliteit -Lange werkdagen: veel inkomsten
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
1769: Stoommachine om waterkracht te omzeilen
Industriële Revolutie
-Ontstaan industriële samenleving - Urbanisatie
___________________________________ ___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
41
Tijdvak 8: Burgers en stoommachines
___________________________________
Aspect 31
___________________________________
Aspect 32
Aspect 33
Aspect 34
Aspect 35
Aspect 36
Discussies over de ‘sociale kwestie’ Industriële Revolutie: Urbanisatie bevolkingsgroei
___________________________________
Wildgroei aan slechte woningen Lage lonen Slechte voedselvoorziening Veel ziektes, etc
___________________________________
Geen oog voor sociale omstandigheden
In loop
19e
___________________________________
eeuw: journalisten, dokters
Discussie over sociale kwestie langzaam op gang
___________________________________
Eerste sociale wet: Kinderwetje van van Houten pas in 1874 “Eerste echte wet” : Bismarck in 1883 (soort ziektewet)
___________________________________
Tijdvak 8: Burgers en stoommachines
___________________________________
Aspect 31
___________________________________
Aspect 32
Aspect 33
Aspect 34
Aspect 35
Aspect 36
De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie
___________________________________
Industriële revolutie Toenemende vraag naar grondstoffen
___________________________________
Afrika en Azië werden nu erg interessant - leverancier - afzetmarkt
___________________________________
Opnieuw kolonisatie
___________________________________
imperialisme: groot rijk opbouwen door gebiedsverovering Modern imperialisme: intensiever bestuur en exploitatie
___________________________________
Tijdvak 8: Burgers en stoommachines
___________________________________
Aspect 31
___________________________________
Aspect 32
Aspect 33
Aspect 34
Aspect 35
Aspect 36
De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie 1870-1871: Frans-Duitse oorlog, Frankrijk verslagen 1871: Duitse Keizerrijk uitgeroepen
Officiële beleid Duitsland: -Geen Europese gebiedsuitbreiding -Geen overzees imperialisme
Franse wraak Duits “plaats zoeken”
___________________________________ ___________________________________
?
Particuliere “kolonisatie” Want industrie wilde grondstoffen
Europees wantrouwen tav Duitsland Duitsland organiseert Conferentie van Berlijn (1884-1885) Afrika wordt verdeeld onder Europese landen
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
42
Tijdvak 8: Burgers en stoommachines
___________________________________
Aspect 31
___________________________________
Aspect 32
Aspect 33
Aspect 34
Aspect 35
Aspect 36
De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie Frankrijk zocht eerherstel
Oost-west lijn in Afrika veroveren
Engels imperialisme
Noord-zuid verbinding in Afrika
___________________________________ ___________________________________
Ontmoeting bij Fashoda werd bijna oorlog
___________________________________
Europese landen wantrouwden elkaar enorm Oorzaak voor Eerste Wereldoorlog
___________________________________ ___________________________________
Tijdvak 8: Burgers en stoommachines
___________________________________
Aspect 31
___________________________________
Aspect 32
Aspect 33
Aspect 34
Aspect 35
Aspect 36
De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie
___________________________________
Congo: een verhaal apart België niet geïnteresseerd in imperialisme
___________________________________
Koning Leopold II wel, Dus ontdekkingsreizigers op eigen initiatief Op Conferentie van Berlijn Werd Congo Belgisch
___________________________________
Congo had rubber Belastingheffing in rubber, winst was voor de koning
___________________________________
Winst, aanzien, nationale trots Congo dus toch een ware kolonie
___________________________________
Tijdvak 8: Burgers en stoommachines
___________________________________
Aspect 31
___________________________________
Aspect 32
Aspect 33
Aspect 34
Aspect 35
De opkomst van emancipatiebewegingen
Aspect 36
Emancipatie: streven naar gelijke rechten en zelfstandigheid
___________________________________
In 19e eeuw door: -Arbeiders -Confessionelen -Vrouwen
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
43
Tijdvak 8: Burgers en stoommachines
___________________________________
Aspect 31
___________________________________
Aspect 32
Aspect 33
Aspect 34
Aspect 35
Aspect 36
De opkomst van emancipatiebewegingen
___________________________________
Industrialisatie: Veel arbeiders in slechte omstandigheden Actie door arbeiders pas laat op gang
Zelf organisatie dmv vakbonden Stakingen
Lang veel tegen gewerkt
___________________________________ ___________________________________
Discussie over sociale kwestie (KA 32) Toenemende invloed vakbonden Langzame verbetering
___________________________________
Beschavingsoffensief om cultuur en beschaving bij te brengen
___________________________________
Tijdvak 8: Burgers en stoommachines
___________________________________
Aspect 31
___________________________________
Aspect 32
Aspect 33
Aspect 34
Aspect 35
Aspect 36
De opkomst van emancipatiebewegingen
___________________________________
Confessionelen: groepen met geloof als uitgangspunt 1848: Vrijheid van godsdienst
Start emancipatie katholieken
___________________________________
Halverwege 19e eeuw: Katholieken met Protestanten in strijd voor gelijkstelling onderwijs Schoolstrijd
Doel:
___________________________________
Religieus onderwijs ook betaald krijgen door overheid
___________________________________
50 jaar strijd zorgde voor meer verbondenheid tussen protestanten en katholieken
___________________________________
Tijdvak 8: Burgers en stoommachines
___________________________________
Aspect 31
___________________________________
Aspect 32
Aspect 33
Aspect 34
Aspect 35
De opkomst van emancipatiebewegingen
Aspect 36
___________________________________
Feministen
Nederland had weinig werkende vrouwen Halverwege 19e eeuw: onvrede groeit
Wettelijke ongelijkheid man-vrouw belemmerde enorm
___________________________________ ___________________________________
1870: groei feminisme in heel Europa Focus: kiesrecht
___________________________________ ___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
44
Tijdvak 8: Burgers en stoommachines
___________________________________
Aspect 31
___________________________________
Aspect 32
Aspect 33
Aspect 34
Aspect 35
Aspect 36
Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politiek proces
___________________________________
1814: Nederland werd koninkrijk met grondwet = constitutionele monarchie
___________________________________
Koning Willem I trok zich van grondwet niets aan 1840: Willem I trad af na fiasco “België” Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden samengevoegd na nederlaag Napoleon
Enorme verschillen, Dus onvrede in zuiden
___________________________________ ___________________________________
1830: Opstand Tiendaagse Veldtocht (1831) 1839: Breuk Nederland en België
___________________________________
Tijdvak 8: Burgers en stoommachines
___________________________________
Aspect 31
___________________________________
Aspect 32
Aspect 33
Aspect 34
Aspect 35
Aspect 36
Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politiek proces
___________________________________
Ook Willem II negeerde de grondwet Grondwet stelde koning ook boven de wet
___________________________________
1845: steeds meer onrust in Nederland 1848: revoluties in Europa
___________________________________
Willem II wordt bang Thorbecke krijgt opdracht tot schrijven grondwet 1848: zeer moderne grondwet
___________________________________ ___________________________________
Tijdvak 8: Burgers en stoommachines
___________________________________
Aspect 31
___________________________________
Aspect 32
Aspect 33
Aspect 34
Aspect 35
Aspect 36
Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politiek proces
___________________________________
Latere aanpassingen aan de grondwet om verder te democratiseren Districtenstelsel werd evenredige vertegenwoordiging (1917) Censuskiesrecht werd algemeen kiesrecht (1887, 1917, 1919)
Eerste politieke partij: AntiRevolutionaire Partij olv Abraham Kuyper Socialistische Beweging in 1882 door Domela Nieuwenhuis Streven naar algemeen kiesrecht
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
45
Tijdvak 8: Burgers en stoommachines
___________________________________
Aspect 31
___________________________________
Aspect 32
Aspect 33
Aspect 34
Aspect 35
Aspect 36
Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politiek proces
___________________________________
Socialisten Karl Marx schreef in 1848 het Communistisch Manifest -Bezittende vs niet-bezittende klasse -In 19e eeuw: bourgeoisie vs proletariaat - klassenstrijd: overwinning voor het proletariaat, Dmv gewelddadige revolutie - Gezamenlijk bezit productiemiddelen In werkelijkheid: -Langzame verbetering van omstandigheden -Geen spontane gewelddadige revolutie
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Splitsing - Communisten - Socialisten
Via wettelijke weg
___________________________________
Tijdvak 8: Burgers en stoommachines
___________________________________
Aspect 31
___________________________________
Aspect 32
Aspect 33
Aspect 34
Aspect 35
Aspect 36
De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme
___________________________________
___________________________________
Socialisten
___________________________________
Liberalen
Liberalisme: Economie doet zelf zijn werk Overheid bemoeit zich zo min mogelijk met individu, economie
Politiek
Protestanten
4 politieke stromingen in Nederland: -Katholieken -Protestanten -Socialisten -Liberalen
Katholieken
Pacificatie 1917
___________________________________ ___________________________________
Tijdvak 8: Burgers en stoommachines
___________________________________
Aspect 31
___________________________________
Aspect 32
Aspect 33
Aspect 34
Aspect 35
Aspect 36
De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme Problemen tijdens WOI: Politieke stromingen gedwongen tot samenwerking
Twee problemen opgelost: Schoolstrijd Algemeen kiesrecht
Instelling evenredige vertegenwoordiging
Beide partijen hun zin, als ze de ander ook hun zin gaven Pacificatie 1917 1918: Alle mannen naar de stembus 1919: algemeen kiesrecht vrouwen
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Democratisering is “af”
___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
46
Tijdvak 8: Burgers en stoommachines
___________________________________
Aspect 31
___________________________________
Aspect 32
Aspect 33
Aspect 34
Aspect 35
Aspect 36
De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme
Nationalisme, Vooral in Duitsland
___________________________________ Groeiend gevoel van eenheid Op basis van: -Taal -Cultuur Ontwikkeling nationale eer en -Geloof nationale identiteit -“ras”
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Tijdvak 8: Burgers en stoommachines
___________________________________
Aspect 31
___________________________________
Aspect 32
Aspect 33
Aspect 34
Aspect 35
Aspect 36
De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme
___________________________________
Congres van Wenen
Na de slag bij Waterloo
Nieuwe indeling Europa bespreken Pruisen aanwezig als “Duitsland”
Nationale gevoel in “Duitse gebieden” enorm gegroeid -Burschenschaften: -Duitse taal -Geschiedenis Duitsland -Afzetten tegen niet-Duits
Volgende stap: Politiek nationalisme
___________________________________ ___________________________________
Duitsland bijeenbrengen:
Invloed Romantiek: tegenreactie op rationele denken Verlichting
- Zollverein (1834) - Praten over eenheid (1848)
___________________________________ ___________________________________
Tijdvak 8: Burgers en stoommachines
___________________________________
Aspect 31
___________________________________
Aspect 32
Aspect 33
Aspect 34
Aspect 35
Aspect 36
De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme
1862: Bismarck minister-president Pruisen Droomde van Groot Duits Keizerrijk
1864: oorlog met Denemarken 1866: oorlog met Oostenrijk
-Uitbreiding grondgebied - Noord-Duitse bond opgericht
1870: Frankrijk verklaart Pruisen de oorlog ( er zou een Pruis op Spaanse troon komen) 1870-1871: Frans-Duitse oorlog Frankrijk verpletterend verslagen
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
47
Tijdvak 8: Burgers en stoommachines
___________________________________
Aspect 31
___________________________________
Aspect 32
Aspect 33
Aspect 34
Aspect 35
Aspect 36
De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme
___________________________________ Pruisen krijgt: -Herstelbetalingen -Elzas-Lotharingen
___________________________________ ___________________________________
Groei anti-Duits nationalisme Frankrijk Groei nationalisme Duitsland
Bismarck roept Duitse Keizerrijk uit Na aansluiting Zuid=Duitse Bond
___________________________________ ___________________________________
Tijdvak 8: Burgers en stoommachines
___________________________________
Aspect 31
___________________________________
Aspect 32
Aspect 33
Aspect 34
Aspect 35
Aspect 36
De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme
___________________________________ Directe status van grootmacht: Al eerder politieke hervormingen Al eerder militaire hervormingen Snelle industrialisatie
___________________________________
Buitenlandse politiek lastiger
___________________________________
Veel anti-Duits sentiment Engelse en Russische “concurrentie” Koloniale ambities (Conferentie van Berlijn 1884-1885)
___________________________________
Bismarck kiest voor handhavingspolitiek
___________________________________
Tijdvak 8: Burgers en stoommachines
___________________________________
Aspect 31
___________________________________
Aspect 32
Aspect 33
Aspect 34
Aspect 35
Aspect 36
De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme
___________________________________
Na Keizer Willhem I kwam Wilhelm II Enorme buitenland ambities Weltpolitik Eerst overzees imperialisme, maar geen succes Dus focus terug naar imperialisme in (Oost)Europa
Rest Europa bang, want -Groeiend militarisme -Groeiende economie
Vlootwet (1898) maakte veel geld vrij voor vloot Bondgenootschappen sluiten
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
48
___________________________________
Tijdvak 9: wereldoorlogen
___________________________________
Eerste helft 20e eeuw 1900-1950
___________________________________ ___________________________________
Nationalisme groeit Eerste en Tweede Wereldoorlog Nieuwe manier van oorlogvoeren Economische problemen
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
___________________________________
Tijdvak 9: wereldoorlogen KA 37
KA 38
KA 39
KA 40
KA 41
KA 42
KA 43
KA 44
De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie
___________________________________
Maar, in 20e eeuw: -Groter -Blijvend karakter -Goed georganiseerd -Vaak doelbewust opgericht
Massaorganisatie van alle tijden
___________________________________
___________________________________ ___________________________________
Kenmerkend: -symbolen, liederen, vlaggen, etc -Presenteren als groep (optochten etc) -Gemeenschap als hoogste ideaal - grote leider als voorbeeld
___________________________________ ___________________________________
___________________________________
Tijdvak 9: wereldoorlogen KA 37
KA 38
KA 39
KA 40
KA 41
KA 42
KA 43
KA 44
De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie Propaganda van alle tijden
Maar, in 20e eeuw: -Nieuwe doelen -Ander karakter
Massa beïnvloeden en sturen Inzet “moderne” communicatiemiddelen
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
49
___________________________________
Tijdvak 9: wereldoorlogen KA 37
KA 38
KA 39
KA 40
KA 41
KA 42
KA 43
KA 44
De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie
___________________________________
In de Sovjet-Unie
___________________________________
Na machtsovername Lenin: Meer en meer controle op dagelijks leven door politiek -1 politieke partij -Tegenstanders “opgeruimd” - verenigingen etc onder communistisch toezicht -Economie gestuurd door politiek -Aangepast onderwijsprogramma
___________________________________ ___________________________________
Totale leven compleet doordrenkt met communisme (nazisme) (fascisme)
totalitarisme
___________________________________
___________________________________
Tijdvak 9: wereldoorlogen KA 37
KA 38
___________________________________
KA 39
KA 40
KA 41
KA 42
KA 43
KA 44
De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie
___________________________________ ___________________________________
In Nazi-Duitsland Ook massaorganisatie en propaganda
___________________________________
Nazi’s verheerlijken Jodenhaat verspreiden
___________________________________
Alle kunst en cultuur onder toezicht: Rijkscultuurkamer
___________________________________ Volledige controle dagelijks leven Jeugdbeweging, vakbond, onderwijs
Nazificeren/ gelijkschakeling
___________________________________
___________________________________
Tijdvak 9: wereldoorlogen KA 37
KA 38
KA 39
KA 40
KA 41
KA 42
KA 43
KA 44
Het in de praktijk brengen van de totalitaire ideologieën communisme en fascisme/nationaalsocialisme Communisme in Rusland: Rusland tot 1917: absolutistische tsaar
WO I liet zwak leger zien
Slechte motivatie soldaten Al eerder rellen in steden door voedseltekort
Tsaar verliest steeds meer macht en controle Nieuwe regering Steden vormden eigen raden (sovjets)
Chaos
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
50
___________________________________
Tijdvak 9: wereldoorlogen KA 37
KA 38
KA 39
KA 40
KA 41
KA 42
KA 43
KA 44
Het in de praktijk brengen van de totalitaire ideologieën communisme en fascisme/nationaalsocialisme
___________________________________ ___________________________________
Leider communisten Lenin keert daarna terug uit ballingschap Doel: met revolutie (geweld) boeren en proletariaat aan de macht krijgen
___________________________________
In de chaos doet Lenin een machtsgreep -Oprichting geheime politie -Verdrag Brest-Litovsk (1917)
___________________________________
Focus op omvormen Sovjet-Unie tot communistische staat
___________________________________
Nieuwe Economische Politiek (NEP) Via tussenfase naar communistische economie
___________________________________
___________________________________
Tijdvak 9: wereldoorlogen KA 37
KA 38
KA 39
KA 40
KA 41
KA 42
KA 43
KA 44
Het in de praktijk brengen van de totalitaire ideologieën communisme en fascisme/nationaalsocialisme
___________________________________ ___________________________________
1924: Lenin overlijdt, Stalin aan de macht -Snelle industrialisatie -Meer invloed staat en partij -Vijfjarenplannen -Collectivisatie landbouw
___________________________________ ___________________________________
Einde NEP Hardere communistische lijn
___________________________________ ___________________________________
___________________________________
Tijdvak 9: wereldoorlogen KA 37
KA 38
KA 39
KA 40
KA 41
KA 42
KA 43
Het in de praktijk brengen van de totalitaire ideologieën communisme en fascisme/nationaalsocialisme
Ontwikkeling fascisme -Tegen zo’n beetje alles - Voor eenheid van de natie -Geweld en militarisme -“niet denken maar doen” -Sterke leider Mussolini
___________________________________ ___________________________________
Fascisme in Italië -Beloofde gebiedsuitbreiding bleef uit na WOI -Slechte economische omstandigheden -Politieke chaos
KA 44
Boze, gefrustreerde Italianen Extreem rechts met knokploegen ziet kansen
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
-1 politieke partij -Verdeeldheid verdwenen -Economisch herstel
___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
51
___________________________________
Tijdvak 9: wereldoorlogen KA 37
KA 38
KA 39
KA 40
KA 41
KA 42
KA 43
KA 44
Het in de praktijk brengen van de totalitaire ideologieën communisme en fascisme/nationaalsocialisme
___________________________________
Nationaalsocialisme in Duitsland Chaos in Duitsland zelf: Matrozenopstand,die zich over Duitsland verspreidde Eis: Meer inspraak
Dreigend verlies WOI 1918
Geen succes, maar opleving door terugkerende (verbitterde) soldaten Spartacusopstand (1919)
Privé-legertje onder leiding communistische Spartakisten
Neergeslagen, maar spanningen bleven
___________________________________
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
___________________________________
Tijdvak 9: wereldoorlogen KA 37
KA 38
KA 39
KA 40
KA 41
KA 42
KA 43
KA 44
Het in de praktijk brengen van de totalitaire ideologieën communisme en fascisme/nationaalsocialisme Verkiezingen
___________________________________ ___________________________________
Voorstanders wapenstilstand WOI winnen
Vorming Republiek van Weimar -Met veel tegenstanders -Volk voelde zich verraden door Versailles -Zonder stevige basis - Grote economische problemen
___________________________________ ___________________________________
Economisch herstel dmv Dawesplan (1924) Amerikaanse hulp aan Duitsland
GB, FR
DLD
1929: Amerikaanse economie onderuit Europa ook onderuit
___________________________________
VS
___________________________________
Tijdvak 9: wereldoorlogen KA 37
KA 38
KA 39
KA 40
KA 41
KA 42
KA 43
Het in de praktijk brengen van de totalitaire ideologieën communisme en fascisme/nationaalsocialisme
Eén boze “Duitser” was Hitler 1923: Bierkellerputsch NSDAP mislukt 1929: Beurskrach en ineenstorting economie
Nieuwe kans
1933: NSDAP grootste partij bij verkiezingen Hitler werd Rijkskanselier Nieuwe verkiezingen
Opnieuw geen meerderheid
Rijksdagbrand “schakelde” communisten/socialisten uit
___________________________________
KA 44
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
52
___________________________________
Tijdvak 9: wereldoorlogen KA 37
KA 38
KA 39
KA 40
KA 41
KA 42
KA 43
KA 44
Het in de praktijk brengen van de totalitaire ideologieën communisme en fascisme/nationaalsocialisme
___________________________________ ___________________________________
1934: Machtigingswet gaf Hitler dictatoriale macht
Parlement uitgeschakeld Politieke partijen afgeschaft gelijkschakeling
___________________________________
Totalitaire staat Inclusief concentratiekampen voor politieke tegenstanders
___________________________________
Dachau al in gebruik vanaf maart 1933
___________________________________ ___________________________________
___________________________________
Tijdvak 9: wereldoorlogen Subblok KA 37
KA 38
KA 39
KA 40
KA 41
KA 42
KA 43
KA 44
De crisis van het wereldkapitalisme
___________________________________ ___________________________________
WOI: boost voor Amerikaanse economie Daarna op zelfde niveau verder 1) Al snel overproductie door afgenomen Europese vraag
___________________________________
2) Goedkoop lenen 3) Extreme speculatie met aandelen
___________________________________
4) Met geleend geld…. (wereldwijde) crisis, door oa Dawesplan
Beurskrach 1929
Afwachtende houding werd New Deal
___________________________________
-Sociale werkprojecten -Uitkeringen
___________________________________
___________________________________
Tijdvak 9: wereldoorlogen Subblok KA 37
KA 38
KA 39
KA 40
KA 41
KA 42
KA 43
Het voeren van twee wereldoorlogen 19e eeuw: vreedzaam door evenwicht tussen grootmachten
1871: Uitroepen Duitse keizerrijk zorgt voor wankelen (Industriële en koloniale ambities)
KA 44
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Bondgenootschappen leidden tot even sterke machtsblokken Dus wapenwedloop Franse haat en wraakgevoelens Nationalisme in elk Europees land
28 juni 1914: moord op kroonprins Frans Ferdinand
___________________________________ ___________________________________
Start Eerste Wereldoorlog
___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
53
___________________________________
Tijdvak 9: wereldoorlogen Subblok KA 37
KA 38
KA 39
KA 40
KA 41
KA 42
KA 43
KA 44
Het voeren van twee wereldoorlogen
___________________________________ ___________________________________
Door bondgenootschappen raakt heel Europa betrokken De Centralen willen eerst Frankrijk verslaan, daarna Rusland
___________________________________
Aanval Frankrijk via België (von Schlieffenplan) België was neutraal, maar -Veel schade -Veel geweld tegen bevolking
___________________________________
Ontmoeting in Noord-Frankrijk Duitsers vs Fransen en Engelsen
___________________________________
Patstelling door ingraven Gifgas en machinegeweren (industrialisatie) eisten VEEL slachtoffers
___________________________________
___________________________________
Tijdvak 9: wereldoorlogen Subblok KA 37
KA 38
KA 39
KA 40
KA 41
KA 42
KA 43
KA 44
Het voeren van twee wereldoorlogen 1917: Russische Revolutie
Sovjet-Unie trekt zich terug: Brest-Litovsk verdrag
___________________________________ ___________________________________
1917: onbeperkte duikbotenoorlog trekt VS in de oorlog
___________________________________
11 november 1918: wapenstilstand
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
___________________________________
Tijdvak 9: wereldoorlogen Subblok KA 37
KA 38
KA 39
KA 40
KA 41
KA 42
KA 43
KA 44
Het voeren van twee wereldoorlogen Hitler maakt Versailles ongedaan: -Herstelbetalingen stopgezet -Leger opbouwen, met dienstplicht
Herstel en uitbreiding Duitse Rijk: Heim ins Reich & Lebensraum voor Ariërs
___________________________________ ___________________________________
1936: inval gedemilitariseerde Rijnland 1938: Ansluß en Sudetenland Europa wordt bang, dus Conferentie van München Hitler krijgt zijn zin, in hoop dat hij het er verder bij laat
___________________________________
appeasement
(eind aug) 1939: Deal Hitler met Sovjet-Unie: Molotov-Ribbentroppact 1 september 1939: Duitse aanval op Polen Start Tweede Wereldoorlog
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
54
___________________________________
Tijdvak 9: wereldoorlogen Subblok KA 37
KA 38
KA 39
KA 40
KA 41
KA 42
KA 43
KA 44
Het voeren van twee wereldoorlogen
___________________________________
Aangevallen en gebombardeerd, in hoog tempo
Blitzkrieg
3 september: Engelse en Franse oorlogsverklaring
___________________________________
Tweefronten-oorlog voor Hitler
___________________________________
April 1940: Denemarken, Noorwegen Mei 1940: Benelux Juni 1940: Frankrijk
___________________________________
Juni 1941: Operatie Barbarossa Duits succes tot Slag om Stalingrad (aug 42-feb 43)
___________________________________
Europees keerpunt in WOII
___________________________________
___________________________________
Tijdvak 9: wereldoorlogen Subblok KA 37
KA 38
KA 39
KA 40
KA 41
KA 42
KA 43
KA 44
Het voeren van twee wereldoorlogen
___________________________________ ___________________________________
Europa was al in oorlog Japanse opmars in Zuidoost-Azië
___________________________________
Europese koloniën
7 dec 1941: Japanse aanval op Pearl Harbor Echte wereldoorlog
___________________________________
Geallieerden
As-mogendheden
Sovjet-Unie Engeland VS
___________________________________
Duitsland Japan
___________________________________
___________________________________
Tijdvak 9: wereldoorlogen Subblok KA 37
KA 38
KA 39
KA 40
KA 41
KA 42
KA 43
KA 44
Het voeren van twee wereldoorlogen Europa Stalin wilde tweede front: meer hulp van de Geallieerden: tweede front 6 juni 1944: D-day
Duitsland zwaar bombarderen: moraal bevolking breken April 1945: Inname Berlijn zelfmoord Hitler
8 mei 1945: Capitulatie Duitsland
Azië
Japan verslaan kostte veel moeite: Eilanden veroveren eiste veel Amerikaanse levens
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Inzet atoombom Japanse capitulatie pas na 2 bommen 15 augustus 1945
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
55
___________________________________
Tijdvak 9: wereldoorlogen Subblok KA 37
KA 38
KA 39
KA 40
KA 41
KA 42
KA 43
KA 44
Racisme en discriminatie die leidden tot genocide, in het bijzonder op de Joden Al vanaf 1933: campagne tegen Joden
Start systematische discriminatie
___________________________________ ___________________________________
Untermenschen 1935: Neurenburger rassenwetten Discriminatie is nu wettelijk geregeld
-Alleen staatsburgerschap voor Duitsers - Beschermen van het Duitse bloed en eer
-Boycot -Uitsluiten -Isoleren (in wijken en kampen) - vernietigen Wannsee-conferentie 1942
KA 38
KA 39
KA 40
___________________________________
KA 41
KA 42
KA 43
___________________________________ KA 44
De Duitse bezetting van Nederland
Nauwe samenwerking politiek, ondanks verzuiling
WOII
___________________________________ ___________________________________
Economisch wel voelbaar
WOI : Nederland neutraal
___________________________________ ___________________________________
Tijdvak 9: wereldoorlogen Subblok KA 37
___________________________________
___________________________________
Nederland hoopte op neutraliteit Mobilisatie pas in zomer ‘39
___________________________________
10 mei 1940: Duitse aanval - Nederlands leger niet opgewassen tegen Duitse leger
___________________________________
- Koningin vlucht naar Engeland - Beetje weerstand gebroken door bombardement op Rotterdam
___________________________________
___________________________________
Tijdvak 9: wereldoorlogen Subblok KA 37
KA 38
KA 39
KA 40
KA 41
KA 42
De Duitse bezetting van Nederland 15 mei 1940: Nederland capituleert
KA 43
KA 44
___________________________________ ___________________________________
Begin Duitse bezetting Macht in handen van de SS -Nieuwe politieke koers - Uitvoering door Nederlands bestuur - Distributiesysteem, avondklok, persoonsbewijs
Duitse problemen Vanaf 1942
Zwaardere maatregelen in Nederland - Economische omvorming -Arbeidseinsatz -Razzia’s
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
56
___________________________________
Tijdvak 9: wereldoorlogen Subblok KA 37
KA 38
KA 39
KA 40
KA 41
KA 42
KA 43
KA 44
De Duitse bezetting van Nederland
___________________________________ ___________________________________
Jodenvervolging in Nederland Strenge maatregelen vanaf 1941
___________________________________
Isoleren Uitsluiten Bijeenbrengen Uitroeien
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
___________________________________
Tijdvak 9: wereldoorlogen Subblok KA 37
KA 38
KA 39
KA 40
KA 41
KA 42
KA 43
KA 44
Verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens en de betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlogvoeren
Totale oorlog
___________________________________ ___________________________________
Hele samenleving betrokken
-Soldaten aan het front -Arbeiders en boeren aan thuisfront
___________________________________ ___________________________________
Meer slachtoffers dan ooit ervoor -Bevolking betrokken (bombardement Rotterdam) -Nieuwe technologie - WOI: onderzeeër, tank, gifgas, machinegeweer, vliegtuig - WOII: langeafstandskanon, luchtbombardementen
___________________________________ ___________________________________
___________________________________
Tijdvak 9: wereldoorlogen Subblok KA 37
KA 38
KA 39
KA 40
KA 41
KA 42
KA 43
KA 44
Verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens en de betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlogvoeren
___________________________________ ___________________________________
Massavernietigingswapens Toppunt: atoombom Japans fanatisme
___________________________________
Amerikaanse soldaten
___________________________________
Atoombom Hiroshima & Nagasaki 120.000 doden & 100.000 gewonden
Massavernietigingswapen
___________________________________
15 augustus 1945: Japan geeft zich over
___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
57
___________________________________
Tijdvak 9: wereldoorlogen Subblok KA 37
KA 38
KA 39
KA 40
KA 41
KA 42
KA 43
KA 44
Vormen van verzet tegen het West-Europese imperialisme
___________________________________
Tijdens 20e eeuw: groeiend verzet tegen kolonialisme WO I: -Verlies westerse superioriteit -Beloning na meevechten?
___________________________________
WO II: -Verlies westerse superioriteit -Azië bezet door Japan
___________________________________
Nationalisme: steeds meer kracht
___________________________________
Non- coöperatie, soms met geweld India had Gandhi
___________________________________
Indonesië had Soekarno en WOII
___________________________________
___________________________________
Tijdvak 9: wereldoorlogen Subblok KA 37
KA 38
KA 39
KA 40
KA 41
KA 42
KA 43
KA 44
Vormen van verzet tegen het West-Europese imperialisme Nederlands-Indië Veroverd door Japan in 1942 Indië hoopte op bevrijding van Nederlanders Japan zag Indië als “wingewest” (olie) -Nederlanders in Jappenkampen -Lokale bevolking niet belangrijk Japan wel van belang voor Indië
Nederland verzwakt na WOII Niet direct terug naar Indië
-Groei nationalisme - Nederlandse superioriteit onderuit Republik Indonesia uitgeroepen door Soekarno en Hatta
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Tijdvak 10: televisie en computer Tweede helft 20e eeuw Vanaf 1950
VS en Sovjet-Unie als grote winnaars Nucleaire dreiging: Koude Oorlog Groeiende Europese Samenwerking Economische groei
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
58
Tijdvak 10: televisie en computer
___________________________________
Aspect 45
___________________________________
Aspect 46
Aspect 47
Aspect 48
Aspect 49
De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog
Na WO II: twee grote overwinnaars Verenigde Staten en Sovjet-Unie
Tijdens WO II samengewerkt: Hitler als gezamenlijke vijand
___________________________________ ___________________________________
Verschillende ideologieën gingen botsen Verenigde Staten ( Westen)
Sovjet-Unie
Democratie
Communisme
Meerdere partijen
1 politieke partij
Vrijheid van meningsuiting
Communisme is overal
kapitalisme
Streng geleide economie
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Tijdvak 10: televisie en computer
___________________________________
Aspect 45
___________________________________
Aspect 46
Aspect 47
Aspect 48
Aspect 49
De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog
Blokvorming, vooral in Europa West-Europa onder invloed van VS Oost-Europa overheerst door Sovjet-Unie Enorme angst voor elkaar Wantrouwen Spanning Koude Oorlog Oorlogsdreiging
Satellietstaten Oostblok Scheidslijn: IJzeren Gordijn
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Bewapenen Bondgenootschappen
___________________________________
Tijdvak 10: televisie en computer
___________________________________
Aspect 45
___________________________________
Aspect 46
Aspect 47
Aspect 48
Aspect 49
De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog Isolationisme wordt actie
Angst voor communisme was enorm groot
1) Containmentpolitiek 2) Truman-doctrine 1) Indammen communisme 2) Dmv hulp bij dreiging door communisme
Oa Marshallplan Luchtbrug bij Blokkade Berlijn Oprichting NAVO
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Marshallplan: Financiele hulp aan West-Europa bij wederopbouw na WOII
Tegenstelling West en Oost: alleen maar groter
___________________________________ ___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
59
Tijdvak 10: televisie en computer
___________________________________
Aspect 45
___________________________________
Aspect 46
Aspect 47
Aspect 48
Aspect 49
De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog Duitsland EN Berlijn verdeeld na WOII Marshallhulp aan West Duitsland EN West-Berlijn
___________________________________ Sovjet-Unie boos Blokkade van Berlijn (1948-1949)
Westen start luchtbrug Westen besluit tot permanent samenwerken: NAVO (1949) 1949 -SU heeft atoombom - China communistisch
___________________________________
Angst neemt hysterisch toe: Redevoering McCarthy
Samenwerking nodig in 1950: Korea-oorlog
___________________________________
___________________________________
Heksenjacht op communisten in Amerika: McCarthyisme
___________________________________
Tijdvak 10: televisie en computer
___________________________________
Aspect 45
___________________________________
Aspect 46
Aspect 47
Aspect 48
Aspect 49
De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog
___________________________________
Koude Oorlog in Azië: China en Taiwan 1949: Mao Zedong wint burgeroorlog in China China wordt communistisch
___________________________________
Nationalisten vluchten naar Taiwan
___________________________________
VS ziet Taiwan als wettige China Start Taiwan-kwestie
___________________________________
China heeft geen zetel in VN Veiligheidsraad SU boycot daarom vergaderingen
___________________________________
Tijdvak 10: televisie en computer
___________________________________
Aspect 45
___________________________________
Aspect 46
Aspect 47
Aspect 48
Aspect 49
De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog
___________________________________
Koude Oorlog in Azië: Korea 1950: communistisch Noord-Korea valt westers Zuid-Korea aan
China wordt bang Gaat Noord-Korea helpen Grens 1950 = Grens 1953 Alleen wapenstilstand
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
60
Tijdvak 10: televisie en computer
___________________________________
Aspect 45
___________________________________
Aspect 46
Aspect 47
Aspect 48
Aspect 49
De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog 1954: Fransen verliezen slag bij Dien Bien Phu Van Vietnamese nationalisten/communisten Akkoorden Geneve -Deling in Noord en Zuid Vietnam
Noord-Vietnam Olv Ho Cho Minh Streven naar verenigd Vietnam Oprichting Vietminh
1964: Tonkin-incident Tonkin-resolutie
___________________________________
Zuid-Vietnam olv Diem Corrupt maar steun VS (dominotheorie) Oprichting Vietcong tegen Diem Amerika begint bombardementen en grondoorlog Maar kan niet winnen
___________________________________
Protesten thuisfront (KA 48)
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Tijdvak 10: televisie en computer
___________________________________
Aspect 45
___________________________________
Aspect 46
Aspect 47
Aspect 48
Aspect 49
De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog
Oplossing: driehoeksdiplomatie
Concessies aan China en Sovjet-Unie = uitspelen communistische grootmachten
___________________________________
Druk op Noord-Vietnam opvoeren, in ruil voor Sovjet-Unie: -Wapenvermindering door VS -Handelsvoordelen
China: -Erkenning China ipv Taiwan -Zetel in Veiligheidsraad
Zwaarste bombardementen op Noord-Vietnam
___________________________________
Parijse Akkoorden
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
1975: Noord-Vietnam verovert Zuid-Vietnam Vietnam wordt in z’n geheel communistisch
Tijdvak 10: televisie en computer
___________________________________
Aspect 45
___________________________________
Aspect 46
Aspect 47
Aspect 48
Aspect 49
De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog
Angst communisme blijft: 1956: Hongaarse Opstand
___________________________________
SU grijpt hard in, tijdens opstand in satellietstaat
Grote protesten in Nederland: Bestorming Felix Meritis in Amsterdam (kantoor communistische krant)
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
61
Tijdvak 10: televisie en computer
___________________________________
Aspect 45
___________________________________
Aspect 46
Aspect 47
Aspect 48
Aspect 49
De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog
1961: bouw Berlijnse Muur Stroom vluchtelingen via West-Berlijn stoppen
VS grijpt niet in
Wel stellingname: “Ich bin ein Berliner” (Kennedy)
1959: Fidel Castro maakt Cuba communistisch VS wil Castro wegwerken Steun vanuit Sovjet-Unie (1962): VS: zee-blokkade van Cuba Nucleaire raketten gericht op VS SU lijkt blokkade te negeren
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
1962: Cuba-crisis
___________________________________
Tijdvak 10: televisie en computer
___________________________________
Aspect 45
___________________________________
Aspect 46
Aspect 47
Aspect 48
Aspect 49
De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog
Meer overleg Werken aan ‘ontspanning’ Focus van militair naar ruimte
Schrik zat er in na Cuba-crisis
___________________________________
Ontspanning leidt tot SALT I-akkoord (1972) Strategic Arms Limitation Talks SALT II mislukt door SU inval in Afghanistan VS gaat weer herbewapenen
___________________________________
___________________________________ Strategic Defense Initiative Kruisraketten in Europa
___________________________________
Massale protesten in Amsterdam tegen plaatsing kruisraketten (1981)
___________________________________
Tijdvak 10: televisie en computer
___________________________________
Aspect 45
___________________________________
Aspect 46
Aspect 47
Aspect 48
Aspect 49
De dekolonisatie die een einde maakte aan de westerse hegemonie in de wereld WOII had grote invloed op koloniën Superieure Westen ernstig verzwakt Opkomend nationalisme verder versterkt Nationalisme opgekomen in jaren ‘20
___________________________________ ___________________________________
Japan had Westerse superioriteit onderuit gehaald
___________________________________ Na WOII barstte de dekolonisatiestrijd uit in Azië India: geweldloos verzet onder leiding van Mahatma Gandhi Nederlands-Indië verklaarde zich onafhankelijk in 1945, met enorme strijd tot gevolg
___________________________________ ___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
62
Tijdvak 10: televisie en computer
___________________________________
Aspect 45
___________________________________
Aspect 46
Aspect 47
Aspect 48
Aspect 49
De dekolonisatie die een einde maakte aan de westerse hegemonie in de wereld 1945: Soekarno roept onafhankelijkheid uit “Indie verloren, rampspoed geboren
NL: ingrijpen nav rebellie op eigen grondgebied
___________________________________
politionele acties Indonesië: oorlog tegen dekolonisatie Steun van VS - Stopzetten Marshallhulp
___________________________________ ___________________________________
1949: Nederland erkent onafhankelijkheid Indonesië Strijd gaat verder in Indonesië: Eenheidstaat (droom Soekarno)
-Indo’s als vijand behandeld -Molukken
___________________________________ ___________________________________
Tijdvak 10: televisie en computer
___________________________________
Aspect 45
___________________________________
Aspect 46
Aspect 47
Aspect 48
Aspect 49
De dekolonisatie die een einde maakte aan de westerse hegemonie in de wereld
___________________________________
Noord-Afrika: vooral Engelse en Franse koloniën Algerije was Franse kolonie, met veel Franse inwoners
Beschermen Franse bevolking
___________________________________
Onafhankelijkheid
___________________________________
Bloedige burgeroorlog 1954-1962 Frankrijk verloor: -Fransen naar huis - Algerije zocht contact met Arabische wereld
___________________________________ ___________________________________
Tijdvak 10: televisie en computer
___________________________________
Aspect 45
___________________________________
Aspect 46
Aspect 47
Aspect 48
Aspect 49
De eenwording van Europa Samenwerking in Europa zou nieuwe oorlog voorkomen
Op gebied van economie Kolen en staal industrie = oorlogsindustrie
Gezamenlijk toezicht
1957: Verdrag van Rome EGKS wordt EEG: - Gezamenlijke markt 1967: EEG wordt EG -Europese Commissie in Brussel - gezamenlijk landbouwbeleid
EGKS (1951) -Duitsland -Frankrijk -Italië -Benelux
1993: EG wordt Europese Unie (EU) -Grenzen gaan open 2002: invoering Euro
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
63
Tijdvak 10: televisie en computer
___________________________________
Aspect 45
___________________________________
Aspect 46
Aspect 47
Aspect 48
Aspect 49
De eenwording van Europa
___________________________________
Ondertussen in Oostblok
Grote armoede Stalin hield ijzeren grip op Oostblok
IJzeren greep bleef Breznjev-doctrine (va 1968)
1953: Chroesjtsjov kiest voor destalinisatie
Protesten in hoop op meer vrijheid: Hongaarse Opstand (1956) Praagse Lente (1968)
___________________________________ ___________________________________
Hardhandig neergeslagen door SU
___________________________________ VS start bewapening opnieuw: Strategic Defense Initiative
SU economisch (verder ) verzwakken Met succes
___________________________________
Tijdvak 10: televisie en computer
___________________________________
Aspect 45
___________________________________
Aspect 46
Aspect 47
Aspect 48
Aspect 49
De eenwording van Europa
___________________________________
1985: Gorbatsjov wordt nieuwe Sovjet-leider Perestrojka: economische hervormingen Glasnost: meer openheid Onderhandelen met VS over wapens
Populair in buitenland In SU slecht gewaardeerd
___________________________________ ___________________________________
Oostblok ziet kansen op meer “onafhankelijkheid” Polen: kerk en vakbonden steeds populairder Hongarije: doorknippen ijzeren gordijn DDR: protesten leiden tot opening Berlijnse Muur (9 nov 1989)
___________________________________
= Val van het communisme
___________________________________
Tijdvak 10: televisie en computer
___________________________________
Aspect 45
___________________________________
Aspect 46
Aspect 47
Aspect 48
De eenwording van Europa
___________________________________
Sovjet-Unie valt uiteen Communisme in Europa verdwijnt
Armoede blijft Nationalisme verschijnt
Aspect 49
- Tsjechoslowakije valt uiteen - Burgeroorlog in Joegoslavië
Vanaf 2004: Voormalig Oostbloklanden treden toe tot EU
Einde communisme zorgt dus voor verdere groei Europese Unie
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
64
Tijdvak 10: televisie en computer
___________________________________
Aspect 45
___________________________________
Aspect 46
Aspect 47
Aspect 48
Aspect 49
De toenemende westerse welvaart die vanaf de jaren zestig van de twintigste eeuw aanleiding gaf tot ingrijpende sociaal-culturele veranderingsprocessen
___________________________________
Europa lag aan puin na WOII Nederland: Sober en zuinig Verzuiling
Hard werken Politieke samenwerking Marshallhulp
Enorme economische groei
___________________________________ ___________________________________
Werkgelegenheid in de stad: urbanisatie Eerste stappen individualisering
___________________________________
Door welvaart kan politiek werken aan opbouw verzorgingsstaat Jaren ‘60: protesten tegen sober en zuinig Met explosieve loonstijging als gevolg
___________________________________
Tijdvak 10: televisie en computer
___________________________________
Aspect 45
___________________________________
Aspect 46
Aspect 47
Aspect 48
Aspect 49
De toenemende westerse welvaart die vanaf de jaren zestig van de twintigste eeuw aanleiding gaf tot ingrijpende sociaal-culturele veranderingsprocessen
___________________________________
Culturele veranderingen als volgende stap Verzuiling na WOII weer opgepakt totdat….. televisie verscheen 1 zender ≠ verzuiling Babyboom-generatie Opgegroeid met Afzetten tegen “alles” individualisering Andere mentaliteit = protestgeneratie televisie Popmuziek !! Vrouwen weer in actie voor meer gelijke rechten
Verdere individualisering Ontkerkelijking (secularisatie)
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Gevolg: pluriforme maatschappij
___________________________________
Tijdvak 10: televisie en computer
___________________________________
Aspect 45
___________________________________
Aspect 46
Aspect 47
Aspect 48
Aspect 49
De ontwikkeling van pluriforme en multiculturele samenlevingen Kort na WOII
Nederland als emigratieland
Ook instroom van ‘buitenlanders’: 1) Nederlandse Indiërs 2) gastarbeiders 3) Surinamers & Antillianen
4) Asielzoekers (vooral na 1990)
Molukkers hoopten op terugkeer: -Geen integratie -Frustraties, treinkaping - Later toch integreren
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
1975: Suriname onafhankelijk
Op de vlucht voor armoede, oorlog, onderdrukking, etc
___________________________________ ___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
65
Tijdvak 10: televisie en computer
___________________________________
Aspect 45
___________________________________
Aspect 46
Aspect 47
Aspect 48
Aspect 49
De ontwikkeling van pluriforme en multiculturele samenlevingen
___________________________________
Indiërs integreerden vrijwel volledig Terugkeer gastarbeiders, dus in begin geen integratie Vele tussenvormen van integratie ontstaan
___________________________________ Nederland als pluriforme en vooral ook multiculturele samenleving
___________________________________
Laatste jaren meer en meer kritiek “Integratiebeleid mislukt” Extremisme, zoals 9/11
Reacties zoals Pim Fortuyn & Geert Wilders
___________________________________ ___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
66
Opgaven Tijdvak 1: Jagers en boeren Vraag 1 (V2011-I,3) Bron 1 Foto van een in de jaren 1980 opgegraven veenweg in Drenthe:
Toelichting De weg bij Nieuw-Dordrecht (Drenthe) dateert uit 2150 v. Chr. en is minstens 800 meter lang geweest. Deze weg door het veen vormde een onderdeel van een langere weg die verschillende dorpen verbond. Het drie meter brede wegdek is gemaakt van boomstammen. De vondst van de veenweg geeft ons inzicht in de economische en in de sociale structuur van de samenleving in prehistorisch Drenthe. 2p Maak voor beide aannemelijk welke conclusie over deze samenleving je kunt afleiden uit deze bron. Vraag 2 (V2012-I,1): Rond 4000 v. Chr. verdween in het huidige Nederland de Swifterbantcultuur die voornamelijk bestond uit jager-verzamelaars. Er werd een nieuwe cultuur (hier: een groep mensen) gesignaleerd die zich ging richten op landbouw: de Trechterbekercultuur.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
67
Bij deze gegevens past de volgende uitspraak: Er kan niet met zekerheid worden gesteld dat de Swifterbant- en de Trechterbekercultuur verschillende culturen zijn geweest. 2p Geef de redenering die bij deze uitspraak wordt gevolgd. Vraag 3 (V2013-I,2) In 1274 v. Chr. vond er een veldslag plaats tussen de legers van de Hittitenkoning Muwatali II en de Egyptische farao Ramses II. Tijdens de slag werden door de Egyptenaren 2.000 strijdwagens met ieder drie soldaten ingezet. De Hittiten hadden 3.000 strijdwagens met elk twee soldaten. Daarnaast hadden beide legers meer dan 10.000 voetsoldaten tot hun beschikking. Hieruit kun je concluderen dat zowel bij de Hittiten als bij de Egyptenaren sprake was van een landbouwsurplus. 2p Leg dit uit.
Tijdvak 2: Grieken en Romeinen Vraag 4 (V2010-II,2): Bron 2 In het boek Theaetetus beschrijft de filosoof Plato (ca. 427-347 v. Chr.) een discussie tussen de Griekse filosoof Socrates (ca. 470-399 v. Chr.) uit Athene en de wiskundige Theaetetus. De filosoof Socrates trachtte tot “ware kennis” te komen, door onder andere het voortdurend stellen van vragen. Een gedeelte uit deze discussie Socrates: “Weet u dat ik hetzelfde vak beoefen als mijn moeder, die vroedvrouw was?” Theaetetus: “Nee, dat wist ik niet.” (…) Socrates: “Mijn beroep lijkt in veel opzichten op dat van een vroedvrouw, maar met dit verschil dat ik mannen help en geen vrouwen en dat ik kijk naar de ziel en niet naar het lichaam als zij in barensnood zijn. (…) En net als de vroedvrouwen breng ik zelf niets voort. Men verwijt mij terecht dat ik anderen vragen stel waarvoor ik te dom ben om die te beantwoorden. (…) Daarom ben ik zelf geen wijs man en kan ik helemaal niets laten zien dat ik zelf heb bedacht of uitgevonden, maar de mensen met wie ik discussieer, profiteren ervan. Sommigen lijken in het begin heel onwetend, maar als het contact voortduurt gaan zij verbazingwekkend vooruit (…). Dit stellen zijzelf vast en ook anderen zien het. Het is dus duidelijk dat zij van mij niets leren. De vele knappe conclusies die zij trekken zijn door henzelf bedacht.” Gebruik de bron Deze tekst over Socrates is een voorbeeld van het wetenschappelijk denken bij de Grieken in die tijd. 2p Leg dit uit.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
68
2 is te lezen dat Vraag 5 (V2010-II,4) Bron 3 Tijdens hun militaire dienstplicht moesten alle jongemannen uit Athene een eed afleggen om het burgerschap te verwerven. Aristoteles (384-322 v. Chr.) geeft deze eed weer Ik zal de wapens niet onteren; mijn kameraad, met wie ik samen strijd, zal ik niet in de steek laten. Ik zal strijden voor de heiligdommen van de goden en voor alles wat de mensen heilig is, zowel alleen als gezamenlijk. Het vaderland zal ik niet zwakker doch sterker en machtiger achterlaten, als ik zou sneuvelen. Ik zal gehoorzamen aan de rechters en aan de bestaande wetten en aan alles wat de meerderheid met inzicht besluit. Wanneer iemand de wetten wil omverwerpen of daaraan niet wil gehoorzamen, zal ik het niet toelaten en ik zal me alleen en in gemeenschap daartegen verzetten. En de overgeërfde heiligdommen van onze voorvaderen zal ik eren. De goden zijn mijn getuigen. Gebruik de bron Een bewering: Deze eed past bij de ideeën die er in de tijd van Aristoteles in Athene leven over burgerschap en politiek. 3p Ondersteun deze bewering door: - een van de ideeën over burgerschap en politiek die in de tijd van Aristoteles in Athene leven te noemen en - uit te leggen hoe dit idee in de eed naar voren komt.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
69
Vraag 6 (V2010-I,5) Bron 3 Foto van een votiefsteen (een steen die uit dankbaarheid aan een god of godin is geschonken) uit de periode 170-270, gevonden bij Colijnsplaat in Zeeland
Op de steen staat: Deae Nehalenniae Vegisonius Martinus, cives Secuanus, nauta, V(otum) S(olvit) L(ibens) M(erito). Vertaling Aan de godin Nehalennia heeft Vegisonius, burger uit het land van de Secuani (een gebied in Frankrijk), schipper, zijn belofte ingelost, gaarne en met reden. Toelichting De godin Nehalennia werd al voor de komst van de Romeinen in Zeeland vereerd, maar in de Romeinse tijd werden er voor haar twee tempels opgericht, bij het huidige Domburg en Colijnsplaat. Daar zijn ongeveer 240 votiefstenen gevonden van handelaren en zeevarenden uit verschillende delen van het Romeinse Rijk die met hun schepen van en naar de Britse
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
70
eilanden (de Romeinse provincie Brittannia) voeren. Zij bedanken de godin daarmee voor een behouden vaart. Gebruik de bron Aan deze bron zijn verschillende voorbeelden van romanisering te ontlenen. 3p Noem hiervan drie voorbeelden. Vraag 7 (V2011-II,6) In het Romeinse Rijk werd de regel ingevoerd dat de zonen van de Germaanse stamleiders op jonge leeftijd naar Rome werden gezonden voor een militaire opleiding. 4p Noem een militair-strategisch én een sociaal-cultureel gevolg van deze regel en leg uit dat deze regel past bij de romanisering.
Vraag 8 (H2008-I,5) Bron 4 Een van de vele sarcofagen (stenen doodskisten) met christelijke symbolen uit omstreeks 350, gevonden in een van de ondergrondse begraafplaatsen van Rome.
Gebruik de bron In deze bron zijn uiterlijke vormen van de Grieks-Romeinse cultuur zichtbaar én komt de verspreiding van het christendom naar voren. 3p Leg dit uit door: − één voorbeeld te noemen uit de bron van een Grieks-Romeinse vorm en − duidelijk te maken dat met deze bron de verspreiding van het christendom aan te tonen is.
Tijdvak 3: monniken en ridders Vraag 9 (V2011-II,8) In 828 schrijft bisschop Jonas van Orleans “De institutione Laicali” (Over de instellingen van de leken, de lekenspiegel) voor graaf Matfried van Orleans. De bisschop doet hierin de uitspraak dat kinderen uit huwelijken die niet in de kerk zijn afgesloten geen wettige erfopvolgers kunnen zijn.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
71
4p Leg uit dat: - deze uitspraak past bij de groeiende invloed van de kerk in Europa en - in deze uitspraak een later conflict tussen kerk en wereldlijke leiders ligt besloten. Vraag 10 (V2011-I,7) Volgens de islam hoort iedere gelovige het heilige boek, de Koran, in het Arabisch te lezen. 2p Leg uit waardoor dit bijdroeg aan een efficiënter bestuur van het islamitische rijk. Vraag 11 (V2011-I,6) Door de ondergang van het Romeinse Rijk stortte het economische systeem in West-Europa in. Met het hofstelsel paste West-Europa zich aan de nieuwe omstandigheden aan. 2p Leg dit uit. Vraag 12 (V2011-II,9) Bron 5 Een schenking van de landeigenares Doda aan het klooster van Cluny in Frankrijk uit 951: Laat het aan alle gelovigen bekend zijn dat wij, Doda en mijn zoon Letbald, met toestemming van mijn echtgenoot heer Aquin uit liefde voor God (…) enkele van onze bezittingen aan het klooster van Cluny schenken (…). We schenken een stuk land, geheten Nouville, in het district Mâcon en de horigen die daar grond hebben: Sicbradus met zijn vrouw, Robert, Eldefred met zijn vrouw en kinderen, Roman met zijn vrouw en kinderen, Raynard met zijn vrouw en kinderen, Teutbert met zijn vrouw en kinderen, Dominic met zijn vrouw en kinderen, Nadalis met haar kinderen, Johannes met zijn vrouw en kinderen, Benedictus met zijn vrouw en kinderen, Maynard met zijn vrouw en kinderen, een andere Benedictus met zijn vrouw en kinderen, en nog een vrouw met haar kinderen. Gebruik de bron Deze bron kan gebruikt worden om twee verschijnselen uit de vroege middeleeuwen te illustreren: - het hofstelsel en - de invloed van het christendom. 4p Leg dit voor beide uit. Vraag 13 (V2014-I,7) In de zesde eeuw brak voor de eerste keer een pestepidemie uit in het Oost-Romeinse Rijk: er stierven miljoenen mensen en de samenleving raakte ontwricht. Hoewel in de zevende en achtste eeuw ook nog uitbraken van de pest voorkwamen, bleef de eerstvolgende grote, zeer dodelijke pestepidemie uit tot 1347. 2p Verklaar met een kenmerkend aspect van de vroege middeleeuwen waardoor grote pestepidemieën in die periode bijna niet voorkwamen in West-Europa.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
72
Vraag 14 (V2013-I,5) In 877 vertrok keizer Karel de Kale naar Italië om paus Johannes VIII bij te staan in diens strijd tegen de islamieten. Karels zoon Lodewijk de Stamelaar nam het bestuur van het rijk op zich tijdens zijn vaders afwezigheid. Voor zijn vertrek voerde Karel de Kale de maatregel in dat de titel graaf en het leen erfelijk werden. 4p Leg uit wat deze maatregel betekende voor: - de bereidwilligheid om deel te nemen aan de veldtocht van Karel en - de macht van zijn zoon Lodewijk de Stamelaar.
Tijdvak 4: steden en staten Vraag 15(V2013-I,7) Bron 6 De Franse monnik Humbert de Romans schrijft in 1270 over markten en jaarmarkten: Hoewel de termen markt en jaarmarkt vaak door elkaar heen worden gebruikt, is er wel degelijk verschil tussen beide. Op jaarmarkten worden dure zaken verkocht, ze vinden slechts één keer per jaar plaats en er komen mensen naartoe van heinde en verre. Gewone markten zijn voor de onbelangrijke dingen, de dagelijkse levensbehoeften, ze worden wekelijks gehouden en alleen bezocht door de mensen uit de streek. Gebruik de bron Twee ontwikkelingen in de late middeleeuwen: 1 Er kwam een einde aan het autarkisch economische systeem en 2 de kruistochten naar het Midden-Oosten vonden plaats. 4p Leg uit: - dat er een samenhang is tussen de eerste ontwikkeling en lokale markten en - waardoor de jaarmarkten profiteren van de kruistochten. Vraag 16 (V2010-I,8) De periode van de late middeleeuwen wordt de “tijd van steden en staten” genoemd. 4p Geef je commentaar op deze benaming door: - met een kenmerkend aspect van de late middeleeuwen duidelijk te maken waarom dit de tijd van “steden” genoemd kan worden en - met een kenmerkend aspect van de late middeleeuwen duidelijk te maken waarom dit de tijd van “staten” genoemd kan worden en - met een kenmerkend aspect van de late middeleeuwen uit te leggen dat ook een andere naam aan deze periode gegeven zou kunnen worden. Vraag 17 (V2010-II,7) Bron 7 Op de bronzen deuren, gemaakt in ongeveer 1175, van de kathedraal van Gniezno in het huidige Polen, staan afbeeldingen uit het leven van de heilige Adalbert, een bisschop uit de tiende eeuw. Op onderstaande afbeelding overhandigt de Duitse keizer Otto II (955-983) de bisschopsstaf (symbool van geestelijke macht) aan Adalbert en maakt hem daarmee in 982
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
73
tot bisschop. Rechts staat een dienaar klaar met het zwaard (symbool van wereldlijke macht) waarmee Adalbert leenman van de keizer zal worden
Gebruik de bron Uit deze bron blijkt dat: − in 982 bisschop Adalbert uit handen van keizer Otto II voor twee functies zijn bevoegdheid ontvangt en − omstreeks 1175 deze gebeurtenis uit 982 zó belangrijk wordt gevonden, dat er een afbeelding van wordt gemaakt op een kerkdeur. 2p Leg met een kenmerkend aspect van de middeleeuwen uit, waarom deze gebeurtenis in de twaalfde eeuw op een kerkdeur in het Duitse Rijk kan zijn afgebeeld.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
74
Vraag 18 (V2011-I,9) Bron 8 Een veertiende-eeuws Frans miniatuur over de eerste kruistocht:
Toelichting (van links naar rechts, van boven naar beneden): 1 Boodschappers melden in Europa dat de Turken de Heilige stad Jeruzalem hebben veroverd. 2 Christenen in het Heilige Land worden door hun vijanden gemarteld. 3 De kruisvaarders rijden Jeruzalem binnen. 4 De kerk van het Heilige Graf wordt gebouwd in Jeruzalem. 5 De ridders verdedigen Jeruzalem. 6 Pelgrims trekken ongehinderd naar Jeruzalem. Gebruik de bron Twee onderzoeksvragen: 1 Welke successen behaalden de christenen tijdens de eerste kruistocht? 2 Met welke argumentatie onderbouwden christenen achteraf hun deelname aan de eerste kruistocht? Voor een antwoord op één van deze onderzoeksvragen is de bron geschikter dan voor de andere onderzoeksvraag.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
75
4p Leg uit, telkens met twee argumenten: voor welke onderzoeksvraag deze bron geschikter is en voor welke onderzoeksvraag deze bron minder geschikt is. Vraag 19 (V2010-II,9) Bron 9 Uit het Edict van Villers-Cotterêts, uitgegeven door koning François I van Frankrijk (1539) Artikel 111: Wij willen dat voortaan alle besluiten, zowel van onze koninklijke gerechtshoven als van ondergeschikte en lagere rechtbanken, registers, verhoren, contracten, machtigingen, testamenten en andere akten worden uitgesproken, opgeschreven en uitgegeven aan partijen in de moedertaal, het Frans, en niet anders. Gebruik de bron Twee beweringen: Artikel 111 van het Edict van Villers-Cotterêts kan gezien worden als een oorzaak en een gevolg van centralisatie. Voor Franse nationalisten in de negentiende eeuw was François I een voorbeeld. 4p Leg beide beweringen uit.
Tijdvak 5: ontdekkers en hervormers Vraag 20 (V2014-I,9) Bron 10
In 1568 schrijft de Franse jurist Jean Bodin over de stijging van de prijzen in Europa: Ik ben van mening dat de belangrijkste oorzaak van de stijging van de kosten van levensonderhoud, en om zo te zeggen de enige die tot op heden door niemand werd aangehaald, de overvloed is aan goud en zilver, die thans in dit koninkrijk groter is dan 40 jaar geleden. De Spaanse koning, meester over de nieuwe gebieden, heeft Spanje overstelpt (en niet alleen Spanje maar heel Europa) met het goud en zilver, waaraan deze gebieden zo rijk zijn. Gebruik de bron De verklaring van Jean Bodin voor de stijging van de prijzen illustreert een kenmerkend aspect van de zestiende eeuw. 2p Toon dit aan. Vraag 21 (V2011-I,14) Bron 11 De Italiaanse schilder Vasari publiceert in 1550 een boek vol levensbeschrijvingen van kunstenaars. In dit boek geeft Vasari een beschrijving van de “School van Athene”, een fresco uit 1510 van Rafaël met daarop de vertegenwoordigers van het Griekse denken: Daar zijn ook Aristoteles en Plato, met respectievelijk de Ethici en Timaeus en een groep filosofen in een kring om hen heen. Onbeschrijfelijk mooi zijn de astrologen en wiskundigen die figuren en patronen tekenen met hun sextanten (1). Onder hen bevindt zich een man van opvallende schoonheid, die zijn hoofd gebogen heeft en zijn handen in verbazing gespreid
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
76
houdt. Dit is het portret van Frederigo II, hertog van Mantua, die toen in Rome was. Een ander buigt zich naar de grond en heeft een passer in de hand waarmee hij op een lei tekent (…). Naast hem staat Rafaël zelf, getekend met behulp van een spiegel. Hij is een zeer bescheiden jongeman met een bevallige en aantrekkelijke gelaatsuitdrukking en een zwarte baret op zijn hoofd. noot 1 Een sextant is een instrument waarmee de positie van een schip op zee bepaald kan worden.
Gebruik de bron. Een bewering: Uit de beschrijving van Vasari blijkt dat het fresco van Rafaël twee ontwikkelingen uit de zestiende eeuw laat zien. 4p Noem die twee ontwikkelingen en geef van elk een voorbeeld uit de beschrijving van het fresco. Vraag 22 (V2014-I,11) Bron 12 Op 25 november 1607 wordt in Delft bekend gemaakt: Verboden op Sint-Nicolaasavond met koopwaar op de markt te staan: De autoriteiten van de stad Delft hebben gemerkt dat op 5 december, de zogenaamde sinterklaasavond, de markt bezet is met veel kramen. Daar worden verschillende goederen verkocht waarvan men de kleine kinderen wijs maakt dat Nicolaas die aan hen geeft. Dat is een zaak die niet alleen in strijd is met de goede orde en het gezag, maar het leidt de mensen ook af van de ware godsdienst. Zo krijgen we hier ongeloof en afgoderij. Daarom hebben schout en schepenen, samen met de burgemeesters besloten dat voortaan niemand, inwoner van Delft of niet, op Sint-Nicolaasavond met marktkramen, goederen of artikelen op de markt of waar dan ook mag gaan staan. Bovendien wordt verboden om voortaan brood, koek, suiker of andere etenswaren waarop iets staat afgebeeld te verkopen of uit te stallen. Koeken met afbeeldingen worden meteen in beslag genomen! Bekendgemaakt bij het luiden van de grote klok van het stadhuis, 25 november 1607. Gebruik de bron Uit de bron blijkt dat de autoriteiten van Delft aanhangers zijn van de Reformatie. 2p Leg dit uit.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
77
Opdracht 23 (v, 2010, 9 – 75) Bron 13 De kerkhervormer Maarten Luther wordt op 3 april 1521 door de paus in de kerkelijke ban gedaan. De Duitse keizer Karel V wil Luther uit het Duitse Rijk verbannen. Op dat moment zijn de Duitse vorsten (het Duitse keizerrijk bestaat uit een aantal verschillende vorstendommen) bijeen in Worms voor een Rijksdag, een vergadering onder leiding van de keizer. Hier mag Luther zich verdedigen, maar hij wordt uiteindelijk toch door de keizer in de (rijks)ban gedaan. Luther is dan al ondergedoken op een kasteel van de keurvorst van Saksen, een van de leden van de Rijksdag. In zijn verdediging voor de Rijksdag zegt Maarten Luther “Zeer grootmogende keizer, zeer hoogmogende keurvorsten 1), vorsten en edelen. Van de twee punten die mij gisteren zijn voorgelegd door uwe keizerlijke majesteit en uw hoogmogendheden, namelijk of ik de gewraakte (afgekeurde) en op mijn naam staande geschriften als de mijne erken en erachter blijf staan of ze wil herroepen, heb ik op het eerste punt al meteen kort en klaar geantwoord, namelijk dat deze boekjes inderdaad mijn werk zijn en onder mijn naam gepubliceerd. (…) Nu uwe keizerlijke majesteit en uwe hoogheden een eenvoudig antwoord wensen, geef ik een antwoord zonder talmen of omhaal (…): alleen getuigenissen van de Heilige Schrift of overtuigende bewijzen kunnen mij in het ongelijk stellen. Want ik geloof noch de paus, noch de concilies alleen, omdat het zonneklaar is dat zij zich herhaaldelijk hebben vergist en zichzelf hebben tegengesproken. Ik kan alleen overwonnen worden door de Heilige Schriften die ik heb aangehaald. En aangezien mijn geweten gevangen is in Gods woord, kan ik en wil ik niets herroepen, omdat het bezwaarlijk, onheilzaam en gevaarlijk is om tegen het geweten in te handelen. (…) De concilies2) kunnen dwalen en hebben gedwaald, dat is zonneklaar en ik zal het bewijzen. God moge mij te hulp komen. Amen. Hier ben ik.” noot 1 de keurvorsten zijn de Duitse vorsten die de keizer van het Duitse Rijk kiezen noot 2 op een concilie vergaderen rooms-katholieke bisschoppen over geloofszaken
Gebruik de bron Uit de gebeurtenissen rondom Luther blijkt, dat er in de tijd van Karel V: − nog geen sprake is van een sterk centraal gezag in het Duitse keizerrijk en − een belangrijk verschil bestaat tussen katholicisme en protestantisme. 4p Ondersteun elke uitspraak. Vraag 24 (V2010-II, 12) Bron 14 De nonnen van het klooster Mariënburg in ’s-Hertogenbosch hielden een kroniek bij waarin zij belangrijke gebeurtenissen opschreven. Over de Beeldenstorm in augustus 1566, het begin van de Nederlandse Opstand, schrijven zij Op een donderdag, ‘s middags rond vijf of zes uur, kwam (in ’s-Hertogenbosch) het bericht dat in Antwerpen alle kerken, kapellen en de kloosterkerken verwoest waren. Zo gingen ze nu ook hier te werk in de Sint-Janskerk tijdens het Lof, en het duurde de hele avond en ze sloegen de altaren en de vergulde beelden allemaal aan stukken. Ze deden hun gevoeg (zij poepten) in de priesterkisten en verscheurden de boeken. (…) Ze kwamen binnen als waanzinnige mensen. En ze smeten alles aan stukken, te weten drie vergulde altaarstukken van houtsnijwerk, en de zitbanken en de kasten en al het houtwerk en alle losse voorwerpen
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
78
die daar waren. En toen ze daar niets meer te doen hadden, kwamen ze naar het zusterkoor en daar smeten ze mooie stukken kapot en ook veel boeken. Ze namen de doeken, sluiers en mantels mee. Waar ze Onze Lieve Heer geschilderd zagen, smeten ze er meer naar dan naar andere figuren, ja een kruisbeeld wilden ze al helemaal niet zien. (…) En daarna kwamen ze in het klooster, ja daar waren misschien wel tegen de duizend mensen. Ze liepen overal waar ze wilden, en op de slaapzaal stalen zij de lakens en de dekens van de bedden. Ze sloegen het slot van de kamer van onze moeder-overste, en daar namen ze alles wat ze wilden, ook nieuw laken, wol en linnen. Men gaf hun te eten en te drinken zo veel als ze wilden, maar dat was niet genoeg. Want de vrouwen droegen het met hun schorten uit het klooster en zij namen schotels, potten, kannen en alles wat ze vonden, ja ze hebben ons meer ontstolen dan we zouden willen zeggen. En zo zijn ze hiervandaan gegaan rond zes of zeven uur, richting Geertruiklooster en daarna naar de Tolbrug en de zusters van Orthen. Gebruik de bron De Beeldenstorm wordt gezien als een belangrijke gebeurtenis in het “voorspel” vlak voor het uitbreken van de Nederlandse Opstand. Aan 1566, het jaar van de Beeldenstorm, zijn door historici in de loop der tijd verschillende namen gegeven. Sommige historici die de Beeldenstorm als religieus conflict zien, noemen 1566 het Wonderjaar. Andere historici, die meer sociale oorzaken zien voor de Beeldenstorm, noemen 1566 het Hongerjaar. 4p Leg uit dat deze bron gebruikt kan worden om beide visies op de Beeldenstorm te ondersteunen.
Tijdvak 6: regenten en vorsten Vraag 25 (V2011-II,14): Bron 15 Marino Cavalli is de ambassadeur van Venetië aan het hof van de Franse koning Frans I. Cavalli schrijft een portret van de koning aan het einde van diens regeerperiode in 1546: Daar ligt naar mijn gevoel Frankrijks sterkte: eenheid en gehoorzaamheid. Zonder twijfel behoort de vrijheid tot de meest waardevolle dingen op aarde. Maar niet alle mensen zijn de vrijheid waardig. Er zijn mensen die geboren zijn om te gehoorzamen, anderen zijn gemaakt om te bevelen. Handelt ge andersom, dan zult ge de rampen op uw hoofd krijgen die Duitsland teisteren en die vroeger de Spaanse natie geschokt hebben. Aldus hebben de Fransen, die zich misschien weinig geschikt voelden om zichzelf te regeren, hun vrijheid en hun wil helemaal in handen van hun koning gelegd. Gebruik de bron Deze bron is te zien als een voortzetting van het beleid van veel middeleeuwse vorsten en vooruitlopend op de ideeën van het absolutisme. 4p Leg dit uit door: - een kenmerk te noemen van het beleid van veel middeleeuwse vorsten en - een kenmerk van het absolutisme te noemen en - per kenmerk uit te leggen dat deze bron daarbij aansluit.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
79
Vraag 26 (V2012-I,14) Bron 16 Fragment uit de memoires van de Poolse edelman Jan Chryzostom Pasek (omstreeks 16361701). De beschreven gebeurtenis vindt plaats in 1669: Later moest de verkiezing van de koning plaatsvinden. De aartsbisschop stuurde bekendmakingen naar de provincies. Hij maande de standen van het Poolse Gemenebest tot een spoedige verkiezing, die door afgevaardigden zou dienen plaats te vinden. Toen de afgevaardigden aan de zittingen begonnen, vielen er verschillende meningen te horen, dat of de een of weer een ander koning moest worden. Op dat moment stijgt er van de mannen uit Sandomierz een gebrul op: "Lange leve Piast!" (een Poolse familie waaruit veel koningen kwamen). Dębicki, de kamerheer, gooide zijn muts in de lucht en schreeuwde: "Lange leve Piast! Lang leve koning Michał!" Ook wij uit Krakau stemden in: "Lang leve Piast!" Gebruik de bron De beschrijving in deze bron laat zien dat Polen in politiek opzicht verschilt van veel andere monarchieën in die tijd. 2p Noem dit verschil en geef aan waarom de Poolse koning daardoor minder macht bezit dan veel andere vorsten in die tijd. Vraag 27 (V2014-II,8) Bron 17 In 1638 schrijft een vertrouweling van stadhouder Frederik Hendrik van Oranje aan de Franse gezant in de Republiek: De Prins van Oranje bevindt zich in andere omstandigheden dan de koning van Frankrijk, die slechts zijn wil kenbaar hoeft te maken. Want hier heeft men geld nodig om zijn ideeën uit te voeren, en dat komt er slechts langzaam en kan niet verkregen worden van de provincies die vermoeid zijn door oorlog en voor het merendeel uitgeput, zonder een helder bewijs van een of ander aanzienlijk voordeel (...). Tussen een dergelijke verscheidenheid van belangen en opvattingen moet Zijne Hoogheid advies inwinnen en de zaken naar een goed einde brengen. Dit kan niet zonder grote onenigheid en veel tijdverlies. Gebruik de bron Met dit fragment kun je de bijzondere positie van de Republiek in staatkundig opzicht illustreren. 3p Maak deze bijzondere positie duidelijk door: uit te leggen wat het verschil is in staatkundig opzicht tussen de Republiek en Frankrijk en aan te geven welk nadeel deze bestuursvorm heeft voor de Republiek. Vraag 28 (V2011-I,15) In 1628 veroverde kapitein-generaal Piet Hein vlak bij Cuba een Spaans konvooi dat zilver uit de Spaanse zilvermijnen in Zuid-Amerika vervoerde naar Spanje. Hij bracht zijn buit naar de Republiek waar het zilver voorlopig werd opgeslagen. Dit leidde in grote delen van Europa tot een economische neerval door gebrek aan muntgeld. In de zeventiende eeuw ontstaat een wereldeconomie.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
80
4p Leg uit, telkens met een verwijzing naar deze gebeurtenissen: - waardoor deze wereldeconomie kon ontstaan en - waardoor deze gebeurtenissen als bewijs kunnen dienen voor het bestaan van een wereldeconomie.
Tijdvak 7: pruiken en revoluties Vraag 29 (V2012-I,12) Twee gegevens: 1 Tussen 1628 en 1648 werkte de filosoof René Descartes in Nederland. Hij schreef hier Over de methode, waarin hij de vraag stelde hoe een mens uit de veelheid van opvattingen en theorieën de juiste kan kiezen. Hij gaf als antwoord dat het rationalisme, de overtuiging dat de mens door middel van het juiste gebruik van zijn redelijke vermogens kan uitmaken wat ware, geldige kennis is. 2 In 1680 werd bij de boekhandel van Jacob van Royen in de Amsterdamse Kalverstraat het boek D'Edele Sandastra of Cyprische Medeaheksen bestaan niet te koop aangeboden. In dit boek, dat Van Royen waarschijnlijk zelf schreef, werd verteld hoe Medea een heksenproces bijwoonde en met haar kennis van de werking van planten aantoonde dat bovennatuurlijke krachten niet bestaan en dat de natuur begrepen en gemanipuleerd kon worden. 4p Leg met deze gegevens uit dat: Van Royen waarschijnlijk een aanhanger was van Descartes en de Verlichting zijn wortels had in de zeventiende-eeuwse wetenschappelijke revolutie. Vraag 30 (V2010-I,11) Bron 18 Een allegorie (=zinnebeeldige voorstelling) uit de achttiende eeuw, met als thema: de uitvinding van de zaagmolen in de zestiende eeuw
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
81
Toelichting De prent middenin de afbeelding is in 1592 gemaakt naar aanleiding van de beloning voor de uitvinder van de houtzaagmolen, Cornelis van Uitgeest, omdat de zaagmolen het hout zo snel en goed kon zagen. de figuren links: Grieks-Romeinse goden die welvaart en handel verbeelden bovenaan en rechts: timmermansgereedschappen links vooraan: een bijenkorf, symbool van nijverheid rechts achter: een achttiende-eeuwse molen Gebruik de bron De achttiende-eeuwse tekenaar van deze prent wil met deze allegorie een boodschap overdragen aan zijn publiek. 4p Licht dit toe door aan te geven: − (met twee elementen uit de prent) welke boodschap dat is en − dat deze tekening aansluit bij een ideaal van de Verlichting. Vraag 31: (V2011-II,16) “Sapere aude” (durf te weten) is door de filosoof Immanuel Kant in 1784 in een essay gebruikt als motto voor de Verlichting. 2p Leg uit wat Kant met dit motto duidelijk wilde maken. Vraag 32 (V2014-II,9) Bron 19 Kroonprins Frederik van Pruisen schrijft op 5 januari 1737 aan de filosoof Voltaire: Lodewijk XIV was in een oneindig aantal opzichten een groot vorst. Een fout tegen de grammatica of tegen de spelling kan op geen enkele manier de schittering laten verbleken van zijn reputatie, die gebaseerd is op tal van daden die hem onsterfelijk hebben gemaakt. Hij had alle reden om te zeggen: "Ceasar est super grammaticam" (De keizer staat boven de grammatica). Ik ben op geen enkel terrein groot. Alleen door hard te werken kan ik me misschien op een dag nuttig maken voor mijn vaderland. Dat is het enige waardoor ik me hoop te onderscheiden. Kunsten en wetenschappen zijn altijd producten van de overvloed geweest. De landen waar ze bloeiden hadden onmiskenbaar een voorsprong op de landen die in duisternis verkeerden door een gebrek aan beschaving. Bovendien leveren de wetenschappen een grote bijdrage aan het geluk van de mens. Ik zou erg blij zijn als ik ze naar onze afgelegen gebieden kon halen, waar ze zich tot nu toe maar mondjesmaat hebben laten gelden. Gebruik de bron In deze brief portretteert Frederik van Pruisen koning Lodewijk XIV van Frankrijk als een absoluut vorst en zichzelf als een verlicht vorst. 4p Leg dit uit door: een kenmerk van het absolutisme te noemen en aan te geven hoe dit kenmerk terugkomt in de beschrijving van Lodewijk XIV en
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
82
een kenmerk van de Verlichting te noemen en aan te geven hoe dit kenmerk terugkomt in de ideeën van Frederik van Pruisen. Vraag 33: (V2010-I,13) De Engelse abolitionisten aan het einde van de achttiende eeuw richtten zich in hun eerste campagnes op de afschaffing van de trans-Atlantische slavenhandel, omdat zij verwachtten dat door afschaffing van deze handel het lot van de slaven in Amerika zou verbeteren. 2p Leg uit welke redenering zij daarbij volgden. Vraag 34 (V2011-I,19) Bron 20 Een tabel: Overzicht van katoenproductie en aantal slaven in de Verenigde Staten 1790 – 1840 Jaar 1790 1820 1840 Aantal balen katoen 4.000 73.000 1.400.000 Aantal slaven 700.000 1.500.000 2.500.000 Gebruik de bron Een bewering: Met deze gegevens kun je het verband aangeven tussen de groei van het aantal slaven in de Verenigde Staten en de Industriële Revolutie. 2p Leg dit verband uit. Vraag 35 (V2013-I,14) Bron 21 Prins Willem Frederik van Oranje, de latere koning Willem I, schreef als zeventienjarige jongen op 18 april 1788 in een opstel voor zijn privéleraar: Het beste dat een jonge vorst kan doen om zich te kunnen strelen met de gedachte dat hij in staat zal zijn tot het voeren van een voorspoedig bewind, mocht hij daartoe worden geroepen, is zich de behoorlijke kundigheid eigen te maken van alles wat tot het vervullen van zijn plicht hoort. Alles wat hem daarvan afhoudt moet hij zorgvuldig afkappen: ijdele vermaken, vooroordelen, vleierij. Hij moet de constitutie van het land en de geaardheid van het volk goed leren kennen. Hij moet zich alle vorstelijke deugden eigen maken, te weten: godsvrucht, rechtvaardigheid en billijkheid, dapperheid, geheimhouding, voorzichtigheid, goedheid en weldadigheid. Dat laatste zonder verkwisting, een zeer gevaarlijke ondeugd. De nadelen van de democratie of volksregering zijn dat daarbij de toestemming van een groot aantal mensen nodig is. Dat maakt het zeer moeilijk om a. geheimhouding te garanderen en b. tot verstandige besluiten te komen. Een volksregering biedt een al te grote vrijheid, die zeer dikwijls in harde slavernij verandert omdat er meestal iemand opstaat die zich meester maakt van de gedachten van het volk, en door zijn invloed over dat volk zich vervolgens tot tiran ontwikkelt. In een volksregering zijn er altijd enkele demagogen die zo veel invloed op het volk hebben, dat dit alles doet wat zij goedvinden en dus zijn die demagogen (…) tirannen. Zo worden volksregeringen al gauw de ergste aristocratische tirannieën.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
83
Gebruik de bron Willem Frederik wil het ancien regime aanpassen op een manier die past bij een kenmerkend aspect van die tijd. 3p Noem dit kenmerkend aspect en licht dit toe met twee voorbeelden uit de bron. Vraag 36 (V2010-II,15) Bron 22 Gedeelte uit de Verklaring van de Rechten van de Mens en van de Burger, die op 26 augustus 1789 wordt aangenomen door de Franse Nationale Vergadering Bijgevolg erkent en verklaart de Nationale Vergadering in aanwezigheid en onder bescherming van het Opperwezen, de volgende rechten van de mens en van de burger: 1 De mensen worden vrij en met gelijke rechten geboren en blijven dit. Maatschappelijke verschillen kunnen slechts op het algemeen welzijn gebaseerd worden. (…) 3 De oorsprong van iedere soevereiniteit ligt bij het nut dat de gemeenschap ervan heeft. Geen instantie, geen individu kan gezag uitoefenen dat daar niet uitdrukkelijk uit voortkomt. (…) 10 Niemand mag vanwege zijn opvattingen, zelfs godsdienstige, worden lastig gevallen, in zoverre dat hun uiting de door de wet ingestelde openbare orde niet verstoort. Gebruik de bron De Franse Nationale Vergadering deelt de algemene kritiek die in de achttiende eeuw bestond op het ancien régime op het gebied van: 1 het bestuur 2 burgerrechten en 3 de bestaande maatschappelijke verhoudingen. 6p Licht dit toe door: − (zonder bron) bij elk van deze drie punten de kritiek op het ancien régime die in die tijd bestond, te noemen en − (met bron) de verbetering aan te geven die de Nationale Vergadering voorstelt. Vraag 37 (V2013-I, 15) Bron 23A Een fragment uit het boek Du contrat social (Het maatschappelijk verdrag) van Jean-Jacques Rousseau uit 1762: De soevereiniteit kan niet worden vertegenwoordigd om dezelfde reden als waarom ze niet kan worden vervreemd; ze bestaat wezenlijk in de algemene wil en de wil laat zich niet vertegenwoordigen, hij is het zelf of hij is iets anders; er is geen tussenweg. De afgevaardigden van het volk zijn dus geen vertegenwoordigers van het volk en kunnen dat ook niet zijn; ze zijn slechts lasthebbers; ze kunnen nergens een definitieve beslissing over nemen. Iedere wet die het volk niet persoonlijk heeft bekrachtigd, is nietig; het is helemaal geen wet.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
84
Bron 23B Een fragment uit een toespraak tot de Franse Nationale Vergadering van de revolutionaire politicus Emmanuel-Joseph Sieyès op 7 september 1789: De burgers kunnen haar (de wetgevende macht) op twee manieren uitoefenen. Ze kunnen hun vertrouwen schenken aan een aantal onder hen. Zonder hun rechten te vervreemden, vertrouwen ze de uitoefening ervan toe aan anderen. Het is met het oog op het algemene nut dat ze vertegenwoordigers benoemen, die beter in staat zijn dan zijzelf het algemeen belang te herkennen en daarbij hun eigen wil te interpreteren. De andere manier (…) is persoonlijk direct mee te doen aan het maken van de wetten. Frankrijk is één geheel, en moet dat ook zijn. Alle delen zijn onderworpen aan één gemeenschappelijke wetgeving en één gemeenschappelijk bestuur. Aangezien het overduidelijk is dat vijf tot zes miljoen actieve burgers, verspreid over meer dan 25.000 vierkante mijl, helemaal niet met elkaar kunnen vergaderen, staat vast dat zij niets anders kunnen verlangen dan een wetgevende macht door vertegenwoordiging. De burgers die vertegenwoordigers benoemen, zien er dus vanaf zelf direct de wet te maken. Toelichting In april 1789 breekt de Franse democratische revolutie uit. Sieyès is in dat jaar lid van de Nationale Vergadering, en wordt later een van de leiders van de Revolutie. Gebruik bron A en B De Franse politieke denkers in de achttiende eeuw worden beïnvloed door de ideeën van de Verlichting. Desondanks wordt er verschillend gedacht over de praktische uitvoering van de wetgevende macht. 4p Geef aan dat Rousseau en Sieyès verschillen in hun visie over uitvoering van de wetgevende macht in de praktijk en verklaar dit vanuit het verschil in hun maatschappelijke positie. Vraag 38 (V2014-I,13) Bron 24 Tijdens de Franse democratische revolutie wordt de Franse koning Lodewijk XVI afgezet en ter dood veroordeeld. Op 25 december 1792 schrijft de koning, inafwachting van de voltrekking van de doodstraf, zijn politiek testament: Ik vergeef met heel mijn hart diegenen die zich tot mijn vijanden hebben gemaakt zonder dat ik hun daarvoor enige reden heb gegeven en bid God om hen te vergeven, zelfs diegenen die mij vanuit een verkeerd ideaal, of vanuit een verkeerd begrepen ideaal, veel kwaad gedaan hebben. Ik raad mijn zoon aan, als hij het ongeluk heeft koning te worden, eraan te denken dat hij zich helemaal moet wijden aan het geluk van zijn medeburgers. Dat hij elke haat moet vergeten en elk gevoel dat verband houdt met het kwaad en het verdriet dat ik onderga. Dat hij het geluk van de volken enkel na kan streven door volgens de wetten te regeren, maar dat tegelijkertijd een koning enkel gerespecteerd wordt, en het goede kan doen dat zijn hart ingeeft, zolang hij maar de nodige autoriteit heeft. En dat hij anders, als hij beperkt wordt in zijn acties en nauwelijks respect weet af te dwingen, eerder nutteloos en een ergernis is dan nuttig.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
85
Gebruik de bron Uit dit testament kun je concluderen dat Lodewijk XVI hoopt dat het absolutisme blijft bestaan in een verlichte vorm. 2p Leg dit uit.
Tijdvak 8: burgers en stoommachines Opdracht 39 (V2010-I,16) Bron 25 De Amerikaanse journalist John O’Sullivan is de eerste die de term “Manifest Destiny” gebruikt. In de negentiende eeuw wordt het grondgebied van de oorspronkelijke dertien Verenigde Staten uitgebreid door koop en annexatie. In 1845 betoogt O’Sullivan in de New York Morning News dat de Verenigde Staten recht hebben op Oregon Territory (het gebied ten westen van de Rocky Mountains tot de Stille Oceaan), op dat moment officieel onder gezamenlijk Amerikaans-Brits gezag Weg, weg met al die lagen spinnenweb van rechten van ontdekking, exploratie, kolonisatie, aaneengeslotenheid etc. De Amerikaanse claim is gebaseerd op onze “Manifest Destiny” om ons te verspreiden en ons recht om het hele continent te bezitten dat de Voorzienigheid ons heeft gegeven voor de ontwikkeling van het grote experiment van vrijheid en federaal zelfbestuur dat ons is toevertrouwd. Het is vergelijkbaar met het recht dat een boom heeft op de ruimte in lucht en aarde die hij nodig heeft voor zijn volle ontwikkeling, zijn voorbestemming om te groeien, vergelijkbaar met het recht van een rivier op haar bedding, vereist voor zijn wassende stroom. Ons werkelijke recht is eerder te vinden in onze toekomst dan in ons verleden, laat staan in de geschiedenis van Spaanse ontdekkingen of Franse koloniale rechten (...). Voor Engeland kan Oregon nooit meer zijn dan een jachtterrein met huiden als opbrengst. Ze kan het niet koloniseren met haar burgers. In onze handen echter, zal dit gebied zich razendsnel vullen met een bevolking die voorbestemd is om, binnen de levensduur van de huidige generatie, een nobel jong rijk op te zetten aan de Pacific, ernaar strevend de grootsheid te evenaren die zich al voordoet aan de Atlantische kust en in de vallei van de Mississippi. Gebruik de bron O’Sullivan neemt in zijn artikel afstand van het kolonialisme en doet een poging het modern imperialisme te rechtvaardigen. 3p Licht dit toe door aan te geven: − waarin het modern imperialisme zich onderscheidt van het kolonialisme en − dat O’Sullivan in dit artikel het modern imperialisme rechtvaardigt. Vraag 40 (v2010-I,19) Bron 26 Twee Friese vrienden, Tjibbe Geerts van der Meulen, dichter en uitgever, en Hindrik Bosgra, boomkweker, maken rond 1860 een rondreis door de noordelijke provincies van Nederland. Zij bezoeken de moderne textielfabriek in Veenhuizen en laten zich daar rondleiden.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
86
Er werd een jonge vrouw van haar werk weggeroepen om ons een uitleg van het werktuig te geven. Eerst zagen wij hoe de katoen, ruig en onbewerkt in grote balen aangevoerd, in een grote ketel of ijzeren ton gepropt werd. Dan legde men het katoen op een soort mangel, waar een groot aantal raderen het automatisch op grote rollen bracht. Die sponnen dan van elke rol een stuk of vijf draden; op het laatst zo fijn dat er garen van geweven kon worden. En al die wielen, raderen, radertjes, pijpen en roeden, al die beweging verliep werkelijk dankzij water en vuur. Het vuur moest gestookt worden en mannen brachten met kruiwagens steeds maar door turf naar de stookplaats. Waar de stoomkracht begon, was een enorm groot wiel, met in ‘t midden een as, die de hele boel in rep en roer bracht. Maar, al hoe indrukwekkend en kunstig het allemaal wezen mocht en ons een bewijs van menselijk kunnen gaf, ik geloof dat wij er samen meer plezier aan hadden dan die anderhalf honderd mensen bij elkaar, mannen en vrouwen, die dag in dag uit en jaar in jaar uit altijd moeten staan of zitten om de rollen op te zetten, draad te knopen en te haspelen. Gebruik de bron In deze tekst beschrijven de bezoekers positieve en negatieve gevolgen van de industrialisatie in het begin van de negentiende eeuw en leveren daarmee een bijdrage aan een maatschappelijk debat in die tijd. 3p Toon dat aan door: een door hen beschreven positief en negatief effect van industrialisatie te noemen en aan te geven aan welk maatschappelijk debat zij hiermee een bijdrage leveren. Vraag 41 (V2011-I,20) Bron 27 In 1884 zegt de Franse President Ferry tijdens een toespraak voor het Franse parlement: Koloniale politiek is een gevolg van de industriële revolutie. Voor rijke landen, waar veel kapitaal aanwezig is en waar de industrie groeit, waar zelfs de landbouw gemechaniseerd moet worden om te kunnen voortbestaan, is export van wezenlijk belang voor de algemene welvaart. Zowel de vraag naar arbeid als de omvang van kapitaalinvestering hangen af van de buitenlandse markten. Als het mogelijk zou zijn geweest om tot een soort rationele verdeling van de productie onder de leidende industriële landen te komen, gebaseerd op de speciale geschiktheid en op de natuurlijke hulpbronnen, zodat sommigen zich toeleggen op bijvoorbeeld katoen en metaalbewerking, terwijl anderen zich richten op de bereiding van alcohol en op suikerraffinaderijen, dan zou Europa geen markten en producten in andere delen van de wereld behoeven te zoeken (…) maar vandaag wil ieder land zijn eigen spinen weefindustrie, smeltovens en distilleerderijen. Door het verschijnen van de groeiende industriële landen zoals de Verenigde Staten, Duitsland, Italië en Spanje, heeft Europa een weg ingeslagen van onderlinge concurrentie die het niet meer kan verlaten. Een teveel aan kapitaal, dat in de industrie geïnvesteerd wordt, vermindert niet alleen de winst, maar houdt ook de stijging van de lonen tegen. Dit verschijnsel raakt de kern van de samenleving en veroorzaakt verzet. Sociale stabiliteit hangt in deze eeuw van industrialisatie af van uitvoermogelijkheden voor industriële goederen. De Europese consumptiemarkt is verzadigd. Een sociale revolutie, waarvan wij de gevolgen nauwelijks kunnen voorzien, dreigt. Er moeten nieuwe consumptiemarkten in andere delen van de wereld worden geschapen. Koloniale politiek is een onderdeel van de internationale concurrentie.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
87
Gebruik de bron Tijdens de Conferentie van Berlijn in 1885 kwamen vijftien Europese landen bijeen om afspraken te maken over hun invloedssferen in Afrika. 3p Leg uit dat volgens president Ferry deze afspraken over Afrika: - op economisch gebied noodzakelijk en - voor de binnenlandse politiek wenselijk en - voor de buitenlandse politiek onvermijdelijk waren. Vraag 42 (V2010-II,18) Bron 28 Tekening van Albert Hahn op de voorpagina van het socialistische, satirische weekblad De Notenkraker van 6 juni 1909
Onderschrift Kameraden zoo moet het gaan! Toelichting Op de bus staat stembus. Gebruik de bron In de negentiende eeuw ontstaat er een splitsing binnen de socialistische beweging. Eén stroming binnen de socialistische beweging gaat ervan uit dat veranderingen alleen door een gewelddadige revolutie te bereiken zijn, een andere socialistische stroming wil ook andere, niet gewelddadige middelen toepassen. In deze prent maakt tekenaar Hahn propaganda voor één van beide stromingen. 6p Licht dit toe door: eerst (met bron) aan te geven waarom dit een propagandaprent genoemd kan worden en daarna (met bron) aan te geven welke opvatting door Hahn hier wordt uitgedragen en
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
88
ten slotte (zonder bron) te beredeneren of de boodschap van Hahn in Nederland de meeste aanhang onder de socialisten heeft gekregen. Vraag 43 (V2014-I,17) Bron 29 Prent uit het katholieke tijdschrift De Roskam met als titel '1 Mei-beweging' uit 1921:
Onderschrift: "Dank je, wij hebben ons eigen Meifeest." Toelichting 1 mei is voor socialisten een feestdag, de dag van de arbeid, voor rooms-katholieken is mei de maand van de Mariaverering. Links op de prent staat een beeldje van Maria met Jezus op haar arm. Gebruik de bron. In de negentiende eeuw ontstaan verschillende politieke stromingen. 4p Geef een toelichting bij deze prent door: (zonder bron) twee redenen te noemen waardoor arbeiders in de negentiende eeuw zich konden gaan verenigen en uit te leggen welke boodschap de maker van deze prent wil overbrengen.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
89
Vraag 44 (H2014-I,13) Bron 30 Een prent uit 1870 over de Duitse eenwording, met als titel: "Duitslands toekomst":
Onderschrift: "Komt het onder één hoedje? Ik geloof, dat het eerder onder één helm komt!" Toelichting De helm is een Pickelhaube, de karakteristieke helm van de Pruisische soldaten. Gebruik de bron In deze prent geeft de tekenaar een voorspelling weer over de manier waarop de Duitse eenheid tot stand zal komen. 4p Leg uit: - (met een verwijzing naar de bron) welke voorspelling de tekenaar hier weergeeft en - (zonder bron) of deze voorspelling is uitgekomen.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
90
Vraag 45: (V2014-I,15) Bron 31 In 1873 schrijft de Britse ambassadeur in Berlijn, Lord Odo Russell, een brief naar de Britse minister van buitenlandse zaken, Lord Granville: Berlijn, 11 februari 1873 Beste Lord Granville, Vorst Bismarck vroeg me vanavond na het diner om met hem een pijp te roken in de salon. In de eerste plaats wilde hij mijn medewerking verkrijgen bij het weerleggen van laster. Het was hem ter ore gekomen, dat de koningin van Holland 1) die, om onbegrijpelijke redenen die alleen zijzelf kende, een fervent tegenstandster was van Pruisen en van de Duitse eenheid, erin geslaagd was tijdens haar talrijke reizen naar Engeland het idee te verspreiden dat Pruisen van plan was Nederland te annexeren met het oog op het verkrijgen van kolonies en een vloot voor Duitsland. Hij (Bismarck) verlangde noch naar kolonies noch naar een vloot. Kolonies zouden in zijn opinie alleen zorgen voor verzwakking, omdat kolonies alleen verdedigd konden worden door een sterke vloot. Duitslands geografische positie vereiste niet dat zij zich zou ontwikkelen tot een sterke maritieme macht. Een vloot die kon wedijveren met die van Oostenrijk, Egypte, Holland of misschien Italië en nauwelijks met Rusland zou voldoende zijn voor Duitsland. Maar het zou voor Duitsland niet interessant zijn zo lang zij geen kolonies had waarmee zij kon rivaliseren met maritieme machten zoals Engeland, Amerika of Frankrijk. Veel kolonies waren hem aangeboden, hij had ze afgewezen en wenste alleen kolenstations die hem waren toegewezen door verdragen met andere landen. Duitsland was in zijn opinie nu groot en sterk genoeg. noot 1 Prinses Sophie van Württemberg, koningin van Nederland, was de vrouw van koning Willem III.
Gebruik de bron. Bij deze bron kun je drie conclusies trekken: 1 Bismarck doet niet mee met het modern imperialisme. 2 Dit gesprek past bij de Duitse alliantiepolitiek. 3 Een gesprek met deze politieke strekking zal na de troonsbestijging van Wilhelm II niet meer voorkomen. 3p Ondersteun elk van deze conclusies.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
91
Tijdvak 9: Wereldoorlogen Opdracht 46 (V2011-II,19) Bron 32 Een Franse prentbriefkaart uit de Eerste Wereldoorlog:
De tekst op de prentbriefkaart luidt: “De Geallieerden Het mysterieuze India strijdt aan de zijde van het loyale Engeland om de beschaving te verdedigen.” Toelichting Frankrijk en Engeland zijn bondgenoten in de Eerste Wereldoorlog, India is een kolonie van Engeland in deze tijd. Gebruik de bron Deze prentbriefkaart is een vorm van propaganda uit de Eerste Wereldoorlog. 3p Licht dit toe door: - (met de bron) uit te leggen welke boodschap de kaart uitdraagt en - aan te geven waarom een prentbriefkaart in deze tijd een geschikt middel is om deze propagandaboodschap te verspreiden Vraag 47 (V2011-II,20) In de twintigste eeuw groeit in India een onafhankelijkheidsbeweging. Gebruik bron 32 2p Leg uit welk argument voor hun strijd deze beweging aan de prentbriefkaart kan ontlenen.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
92
Vraag 48 (V2012-I,21) Bron 33 In de Tweede Wereldoorlog worden Nederlandse mannen aan het werk gezet in de industrie in Duitsland. Deze arbeidsinzet is eerst vrijwillig maar later gedwongen. Deze foto van Nederlandse arbeiders in Duitsland wordt tijdens de Duitse bezetting gepubliceerd in Nederlandse kranten en tijdschriften.
Toelichting Holländer = Hollanders (Nederlanders) Gebruik de bron Een bewering: Deze foto van arbeiders in Duitsland maakt onderdeel uit van de nazipropaganda in het bezette Nederland. 5p Ondersteun deze bewering door uit te leggen: (zonder bron) dat moderne oorlogsvoering arbeidsinzet noodzakelijk maakte en welk beeld de foto schetst van de arbeidsinzet en voor welke twee groepen mensen in Nederland de foto is bedoeld.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
93
Vraag 49 (V2013-I,21) Bron 34 Een Italiaans affiche uit 1934 (het revolutiejaar 12):
Toelichting Afgebeeld is Benito Mussolini, leider van Italië tussen 1922 en1945. Het woord SI betekent in het Italiaans 'ja'. In de S staan trommelaars van de ONB, de jeugdbeweging van de Italiaanse Fascistische Partij; in de I is de lijst opgenomen van parlementariërs die door de fascistische Grote Raad zijn goedgekeurd. Onderaan staat (in vertaling): ingeschreven kiezers 10.526.504, uitgebrachte stemmen (96,25%), voor-stemmen (99,84%), tegen (0,15%). Gebruik de bron Dit is een fascistische propagandaposter. 4p Toon dit aan door twee kenmerken van het fascisme te noemen en bij elk kenmerk duidelijk te maken hoe dit in het affiche naar voren komt.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
94
Vraag 50 (V2010-II,20) Bron 35 De Duitse bezetter voert in Nederland al snel de zogenaamde ariërverklaring in. Ambtenaren, waaronder politieagenten, zijn verplicht deze verklaring in te vullen. Een voorbeeld van een dergelijke verklaring, afgelegd door een politieagent uit Goes, staat hieronder
Opmerking De familienaam en het adres van de agent zijn onleesbaar gemaakt. Gebruik de bron Stel: je maakt een werkstuk over Nederland in de jaren veertig en je vindt deze bron. 4p Noem twee kenmerken van het nationaalsocialisme en leg bij elk kenmerk uit op welke wijze de bron daarbij past. Vraag 51 (V2014-I,18) In 1924 trad het Dawesplan in werking. De Verenigde Staten hadden verschillende motieven om het Dawesplan uit te voeren. 4p Leg uit: welk economisch motief de Verenigde Staten hadden om het Dawesplan uit te voeren en waardoor het Dawesplan kon bijdragen aan het Europese machtsevenwicht.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
95
Vraag 52 (V2011-I,23) Bron 36A In de jaren 1930 laat de Amerikaanse president Roosevelt fotoreportages maken over de sociaaleconomische toestand op het Amerikaanse platteland. Fotografe Dorothea Lange maakt in 1936 deze foto die bekend staat als “Migrant Mother”, van een moeder met haar kinderen in een tentje:
Bron 36B Over het maken van de foto van de “Migrant Mother” (bron 11) schrijft Dorothea Lange in 1960: Ik reed dat natte en blubberige kamp binnen en parkeerde mijn auto alsof ik een terugkerende postduif was. Ik liep naar de hongerige en wanhopige moeder, alsof ik er door een magneet heen getrokken werd. Ik weet niet meer hoe ik mijn aanwezigheid of mijn camera aan haar uitlegde maar ik herinner me dat ze geen vragen stelde. Ik maakte vijf foto’s, dichterbij komend uit dezelfde hoek. Ze vertelde me haar leeftijd, dat ze 32 was. Ze zei dat ze hadden overleefd op de bevroren groente van de omliggende velden, en op vogels die de kinderen hadden gevangen. Ze had net de banden van haar auto verkocht voor voedsel. Ze zat daar in de autotent met haar zeven kinderen om haar heen gekropen. Gebruik bron A en B. President Roosevelt gebruikt in de jaren 1930 deze foto om aan de Amerikanen uit te leggen waarom het liberale economische beleid in de Verenigde Staten omgebogen moest worden. 3p Geef aan waarom het noodzakelijk was in deze periode in te grijpen in de economie en leg uit op welke manier de foto gebruikt kan worden om duidelijk te maken dat het beleid omgebogen moet worden.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
96
Vraag 53 (H2014-I,17) Bron 37 Op 13 april 1939 spreekt de Amerikaanse consul Raymond Geist met de Duitse generaal Franz Halder. Geist schrijft in zijn verslag: Berlijn, 13 april 1939 Ministerie van Buitenlandse Zaken, Washington, 247, 13 april, 5 p.m. Strikt geheim Afgelopen nacht heb ik een vertrouwelijk gesprek gehad met de chef van de Duitse generale staf over de politieke situatie in Europa. Ik heb de generaal een duidelijk en niet mis te verstane uiteenzetting gegeven van onze ideeën over de recente gebeurtenissen in Europa. Hij leek zeer bezorgd over de mogelijkheid dat de Verenigde Staten, als de oorlog uitbreekt, hun gewicht in de strijd gooien aan de kant van de mogelijke vijanden van Duitsland. Hij zei dat het Duitse leger onder alle omstandigheden Hitlers programma van internationale actie en onderhandelingen zou volgen. (...) De generaal zei dat Hitler tot doel heeft voor Duitsland voldoende levensruimte te verkrijgen, zodat het land zelfvoorzienend is op het gebied van grondstoffen en voedsel. Hij zei dat Hitler zijn pogingen niet zou opgeven om dit te bereiken. Hij gelooft dat Hitler en zijn nationaalsocialistische regime zouden terugtreden als dit was bereikt. Hij zei dat Hitler hoopt dat de westerse democratieën een realistische kijk ontwikkelen op de positie van Duitsland en dat zij zich niet zullen bemoeien met de Duitse plannen voor Oost-Europa. Gebruik de bron Een conclusie: Het rapport van Geist laat zien dat Hitler de appeasementpolitiek gebruikt om zijn buitenlands-politieke doel te bereiken. 3p Ondersteun deze conclusie door aan te geven: - (zonder bron) wat de appeasementpolitiek inhoudt en - (met bron) wat de bedoeling van Hitler is en - (met bron) dat hij de appeasementpolitiek gebruikt voor dit doel. Vraag 54(V2010-II,19) Een bewering: Tussen de industrialisatie van de westerse wereld en de manier waarop in de twintigste eeuw de twee wereldoorlogen zijn gevoerd, bestond een causaal verband. 2p Leg met een voorbeeld uit welk verband daartussen bestond.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
97
Vraag 55: (V2010-I,21) Bron 38 In Duitsland wordt op 1 april 1933, direct na de machtsovername door de nationaalsocialisten, een boycot van joodse winkels georganiseerd. De heer Lazarus uit Oldenburg vertelt hierover Er stonden voor onze winkel op de weg twee SA-mannen met een groot bord waarop stond "Duitsers, koopt niet bij Joden!" Maar het was koud, het was april en toen zei mijn moeder: "Mannen, willen jullie een kop thee hebben?" Zij zeiden "Ja". Toen hebben ze het bord neergezet en zijn met ons naar boven gegaan in de keuken, in uniform, en hebben een kop thee gedronken en zijn weer naar buiten gegaan. "Duitsers, koopt niet bij Joden!", dat was nu eenmaal de mentaliteit. Toelichting SA: de knokploeg van de NSDAP, de Duitse nationaalsocialisten Gebruik de bron. Deze anekdote komt uit de catalogus van een tentoonstelling in Duitsland over de Jodenvervolging tussen 1933 en 1945. De makers van de tentoonstelling hebben hun expositie "Ein offenes Geheimnis" (een openbaar geheim, iets dat iedereen weet, maar waarvan iedereen doet alsof het niet bestaat) genoemd. Naar aanleiding hiervan kom je tot twee uitspraken: 1 In deze anekdote komt het begin van de openlijke Jodenvervolging in Duitsland goed naar voren. 2 Deze anekdote geeft het thema van de tentoonstelling "Ein offenes Geheimnis" goed weer. 4p Ondersteun beide uitspraken met de bron. Vraag 56 (V2011-II,21) Bron 39 Op 11 september 1943 ontvangt de politie van Groningen de volgende telex: Aan alle aangeslotenen: De detachementcommandant der marechaussees te Kamp Westerbork verzoekt opsporing, aanhouding en voorgeleiding van de navolgende Jodinnen: 1. Mathilde B. Geboren te Rotterdam, 11-3-1923, Signalement: lengte plusminus 1.65, slank flink postuur, knap uiterlijk, geen Joods type, blond kroezig haar, gekleed in donkere rok met roze trui en draagt waarschijnlijk lichte beige regenjas. 2. Sophie S. Geboren 23-8-1922, Signalement: lengte plusminus 1.60, geen Joods type, donkerblond haar met een rol, gekleed in een donkerblauw mantelpak. Zij zijn in het bezit van persoonsbewijzen maar niet van distributiebescheiden. Beide Jodinnen behoren tot een groep, welke te werk is gesteld op een wasserij te Meppel, zij zijn 10-9-1943 omstreeks 18.00 uur voor het laatst gezien op het station van N.S. Meppel.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
98
Toelichting Kamp Westerbork was tijdens de bezetting een doorvoerkamp voor Nederlandse Joden.107.000 Joden werden via dit kamp naar concentratiekampen in Polen gedeporteerd, 250 mensen wisten uit kamp Westerbork te ontsnappen. Zowel Sophie als Mathilde weten de oorlog in “de onderduik” te overleven. De achternamen zijn uit privacy overwegingen weggelaten. Gebruik de bron Deze bron geeft enerzijds wel en anderzijds geen juist beeld van de Duitse bezetting van Nederland. 4p Licht dit toe door uit te leggen: - in welk opzicht deze telex kenmerkend is voor de Duitse bezetting en - in welk opzicht de hier beschreven gebeurtenis niet kenmerkend is voor de Duitse bezetting
Tijdvak 10: televisie en computer Vraag 57 (V2010-I,22) Bron 40A Een gedeelte uit een beroemde toespraak van president Truman tot het Amerikaanse Congres op 12 maart 1947, waarin hij de Marshallhulp (financiële en economische steun voor de wederopbouw) aan West-Europa aankondigt Ik geloof dat onze hulp in eerste instantie economisch en financieel moet zijn, omdat dit essentieel is voor economische stabiliteit en ordelijke politieke processen. (…) De zaden van totalitaire regimes worden gevoed door ellende en gebrek. Zij verbreiden zich en groeien in de slechte grond van armoede en strijd. Zij komen tot volle wasdom als de hoop van een volk op een beter leven gestorven is. Wij moeten de hoop levend houden. De vrije volkeren van de wereld kijken naar ons voor steun bij het handhaven van hun vrijheden.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
99
Bron 40B Een politieke prent uit de Amerikaanse Minneapolis Star uit 1947 met als onderschrift: “Gas geven dokter!”
Gebruik bron A en B In de prent geeft de tekenaar zijn mening over de toespraak van president Truman. 5p Wat is de mening van de tekenaar? Ondersteun je antwoord door twee elementen uit de prent te verbinden met twee elementen uit de toespraak. Vraag 58 (V2011-I,27) Bron 41 Dietrich Garstka schrijft in 2007 over zijn jeugd in de Duitse Democratische Republiek (de DDR, het communistische Oost-Duitsland): Een warme middag in de zomer van 1955 op de Ernst-Thälmann-Strasse. Ik liep op de smalle stoep naar het station. Plotseling stond er een onbekende man van middelbare leeftijd voor me. Hij versperde me de weg. Ik moest wel blijven staan. Met een snelle beweging trok hij uit de binnenzak van zijn colbertje een soort pasje tevoorschijn, zwaaide ermee vlak voor mijn ogen en stopte het meteen weer in zijn binnenzak, noemde tegelijk zijn naam en iets van een instituut, maar zo snel dat ik er niets van verstond. Er was geen tijd om ernaar te vragen, want hij zei meteen: “Een middelbare scholier van de Duitse Democratische Republiek loopt niet in dergelijke kleding over straat. Ik eis van je dat je dit overhemd niet meer aantrekt”. En weg was hij. Ik had een zogenaamd Texashemd aan, met schitterende exotische versieringen op een fel oranje achtergrond. Het hing over mijn broek heen. Een hemd uit je broek en dan nog met zoveel kleuren, dat zag je in de DDR niet. Ik had het in de grote vakantie van mijn tante in Duisburg cadeau gekregen. De kleuren bevielen me helemaal niet, maar ik deed het toch aan, omdat het luchtig was en uit het Westen kwam. Ik had die man nooit eerder gezien en toch wist hij dat ik op de middelbare school zat. Het overhemd trok ik op straat niet meer aan. Ik praatte er met niemand over.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
100
Gebruik de bron Uit de herinneringen van Dietrich Garstka blijkt het totalitaire karakter van het communisme in de DDR, maar ook dat het in 1955 nog niet gelukt is om dit helemaal door te voeren. 3p Toon dit aan door: - een kenmerk van een totalitaire staat te noemen en - te laten zien dat dit kenmerk in de DDR aanwezig is, maar - in 1955 nog niet volledig doorgevoerd is. Vraag 59 (V2014-I,25) Bron 42 In 1951 veroordeelt rechter Kaufman in New York het echtpaar Rosenberg ter dood. Bij het uitspreken van het vonnis zegt hij: Burgers die in dit land hun landgenoten verraden, kunnen niet, zoals misschien voor de Tweede Wereldoorlog, geloven in de goedheid van de Sovjet-Unie. (…) Ik beschouw jullie misdaad als erger dan moord. Een moord met voorbedachte rade valt in het niet bij de misdaad die jullie pleegden. Bij een moord doodt de misdadiger zijn slachtoffer. De familie is bedroefd en nadat het recht zijn loop heeft gehad, kan het hoofdstuk worden afgesloten. Maar jullie hebben volgens mij, door de Russen de A-bom in handen te geven, jaren voordat ze die zelf hadden kunnen ontwikkelen, de communistische agressie in Korea veroorzaakt en de daarbij behorende 50.000 slachtoffers. Wie weet hoeveel miljoenen onschuldige mensen nog de prijs moeten betalen van jullie verraad. Het is zeker dat jullie verraad de koers van de geschiedenis heeft veranderd in het nadeel van ons land. Iedereen weet dat we in een constante staat van spanning leven. We zien het bewijs van jullie verraad elke dag om ons heen; de hele natie wordt voorbereid op een atoomaanval. Gebruik de bron Een bewering: Deze toespraak van rechter Kaufman bij de veroordeling van het echtpaar Rosenberg is een voorbeeld van McCarthyisme. 3p Ondersteun deze bewering door aan te geven: - welke doel deze toespraak heeft en - waardoor deze toespraak past bij het optreden van senator McCarthy in die tijd. Vraag 60 (H2010-I,16,oud) Bron 43 In 1956 verklaart de Democratische senator John F. Kennedy: Vietnam is de hoeksteen van de Vrije Wereld in Zuidoost-Azië. Het is de sluitsteen van de boog, de vinger in de dijk. Birma, Thailand, India, Japan en de Filippijnen, maar natuurlijk eerder nog Laos en Cambodja zijn de landen die bedreigd worden als de rode golf van het communisme over Vietnam heen zou spoelen. Gebruik de bron Een bewering: Uit deze tekst blijkt dat de Amerikaanse senator Kennedy achter de buitenlandse politiek van de Verenigde Staten in de jaren vijftig in Zuidoost-Azië staat.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
101
3p Ondersteun deze bewering door: − (zonder bron) de term te noemen die past bij het Amerikaanse buitenlandse beleid in Zuidoost-Azië dat hier wordt omschreven en − (met bron) aan te geven dat Kennedy dit beleid steunt Vraag 61: (V2014-II,24) Chroesjtsjov week in de Cubacrisis af van zijn buitenlands-politieke beleid. 2p Leg dit uit. Vraag 62 (V2012-I,29) Bron 44 Een foto van een T-shirt in Oeganda. De Britse kolonie Oeganda wordt in 1962 onafhankelijk. In 1971 pleegt de bevelhebber van het leger, Idi Amin Dada, een staatsgreep:
Toelichting Op het T-shirt staat de tekst: “Idi Amin Dada, koning van Afrika. Overwinnaar van het Britse Rijk, gedragen door de Britten in Oeganda”. Gebruik de bron Idi Amin Dada gebruikt propaganda om zijn macht te bevestigen. 3p Leg dit uit door aan te geven: - welke politieke boodschap Amin met het T-shirt wil overdragen en - welke groep Idi Amin Dada wil bereiken met de politieke boodschap op dit T-shirt en - welke reden hij heeft om zijn boodschap op deze manier te verspreiden.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
102
Vraag 63(V2013-I, 24) Bron 45 Een artikel in de New York Times van 25 december 1948 besteedt aandacht aan het optreden van de Verenigde Staten in de 'Indonesische kwestie': Zoals is gebleken uit de debatten en stemmingen in de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties over de Amerikaanse voorstellen over Indonesië, zullen onze belangrijkste Europese bondgenoten niet instemmen met drastische maatregelen tegen Nederland naar aanleiding van de Nederlandse acties op Java. De kwetsbare structuur van de Europese veiligheid (…) kan eenvoudigweg worden vernietigd door een Amerikaanse poging om Holland te isoleren. De regering van de Verenigde Staten is zich hier onbehaaglijk van bewust, net zoals ze zich bewust is van de koppigheid van het Nederlandse karakter, het provocerende karakter van het Indonesische gedrag en het voornemen van de Sovjet-Unie om zoveel mogelijk winst uit de zaak te halen. Onze regering staat dus voor een nieuw dilemma in de buitenlandse politiek waar ze een oplossing voor hoopt te vinden, al weet ze nu nog niet welke. Toelichting Eind 1948 zendt de Nederlandse regering troepen naar Java in een poging om daar haar koloniale macht te stabiliseren en dekolonisatie van Indonesië te voorkomen. De Verenigde Staten proberen deze Nederlandse actie tegen te houden. Gebruik de bron Een bewering: Uit dit artikel kun je afleiden dat de Koude Oorlog een rol speelt in zowel het optreden van de Verenigde Staten in de kwestie Indonesië als in de Europese eenwording. 4p Leg dit uit voor beide onderdelen
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
103
Vraag 64 (H2013-I,26) Bron 46 Een foto uit 1949 van Nederlandse militairen in Sabang, Indonesië:
Gebruik de bron Een bewering: Deze foto zou geschikt geweest zijn voor een propagandacampagne van de Nederlandse regering tijdens de dekolonisatie van Indonesië. 2p Leg dit uit door aan te geven: - welke boodschap de Nederlandse regering met de foto had kunnen overdragen en - tot welke doelgroep de Nederlandse regering zich daarbij had kunnen richten. Vraag 65(V2011-II,23) Vanaf de jaren 1950 werken steeds meer Europese landen op steeds meer verschillende gebieden met elkaar samen. 4p Maak aannemelijk dat: - de economische samenwerking in de jaren 1950 een reactie was op de crisis van de jaren 1930 en - de politieke samenwerking in de jaren 1950 een gevolg was van de Tweede Wereldoorlog en - de militaire samenwerking in West-Europa vanaf 1949 een gevolg was van de Koude Oorlog en - de politieke samenwerking in Europa vanaf de jaren 1990 een gevolg was van de afloop van de Koude Oorlog.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
104
Vraag 66 (V2010-II,23) Bron 47 Op 19 december 1989 spreekt de bondskanselier van West-Duitsland, Helmut Kohl, een menigte toe van Duitsers die hereniging van Oost- en West-Duitsland eisen. Hij zegt onder andere Uit angst kan niets goeds ontstaan. We moeten als Duitsers tegen onze buren zeggen: gezien de geschiedenis van deze eeuw hebben we begrip voor veel van deze angstgevoelens. We zullen ze serieus nemen. Natuurlijk willen we onze belangen als Duitsers behartigen. We zeggen 'ja' tegen het zelfbeschikkingsrecht dat alle volkeren van deze aarde toekomt; ook de Duitsers. Maar, beste vrienden, als we dit zelfbeschikkingsrecht voor de Duitsers werkelijkheid willen laten worden, dan mogen we niet voorbijgaan aan de veiligheidsbehoeften van anderen. We willen een wereld met meer vrede en meer vrijheid, die meer 'met elkaar' dan 'tegen elkaar' kent. Het 'huis van Duitsland', ons gemeenschappelijk huis, moet gebouwd worden onder één Europees dak. Dat moet het doel zijn van ons beleid. Gebruik de bron In zijn redevoering probeert bondskanselier Kohl de vrees van andere landen over een hereniging van Oost- en West-Duitsland weg te nemen. 3p Licht dit toe door aan te geven: − (zonder bron) waardoor Oost- en West-Duitsland zijn ontstaan en − (zonder bron) waarom andere landen bang waren voor een herenigd Duitsland en − (met bron) waarmee Kohl deze vrees wil wegnemen. Vraag 67 (V2014-I,29) Bron 48 In augustus 1988 verschijnt deze prent van Michael Cummings in een Britse krant:
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
105
Vertaling: "Als ze als baby al zo is, hoe zal ze dan zijn als ze is opgegroeid?" In het vlaggetje staat: 'Democratie, vrijheid!' Toelichting: Op de baby staat 'Glasnost'. Gebruik de bron Michael Cummings geeft in deze prent een visie weer op de gevolgen van de politiek van Gorbatsjov. 2p Leg met een verwijzing naar de bron uit, welke visie dat is. Vraag 68 (V2010-II,24) Bron 49 Prentbriefkaart van het jeugdverkeerspark "De Gouverneurstuin" in Assen, bedoeld om kinderen op een speelse manier de verkeersregels bij te brengen en aan het drukke verkeer te laten wennen
Gebruik de bron Stel: Je gebruikt deze prentbriefkaart in een tentoonstelling over de jaren zestig van de twintigste eeuw. 3p Schrijf een toelichting bij deze foto waarin je: − een sociaal-culturele verandering van de jaren zestig noemt en − een economische verklaring voor die verandering geeft en − aangeeft hoe deze verandering uit de foto blijkt.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
106
Vraag 69 (V2012-I,24) Bron 50 Een advertentie uit de jaren 1950-1960
Tekst in het affiche (gedeeltelijk): De gehele was in 1 uur schoon en droog met de AEG wasmachine en centrifuge! Een AEG gaat langer mee! Zonder moeite, zonder 'wasdag-handen', zonder wasdaghumeur, zonder droogproblemen. Uw wasgoed 3 á 4 minuten in de wasmachine- kraakhelder! 5 minuten in de centrifuge: winddroog! 's Middags ligt alles gestreken in de kast. Een 'gelukkig huwelijk' ook op wasdag. Gebruik de bron 4p Leg uit dat: - deze reclame kenmerkend is voor de economische ontwikkeling die vanaf het einde van de jaren 1950 inzet en
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
107
- dat uit de reclame een oorzaak van de veranderende positie van de vrouw die begint aan het einde van de jaren 1950 kan worden afgeleid. Vraag 70 (V2011-II,24) Bron 51 Een foto uit 1965 uit een internettentoonstelling over gastarbeiders in Nederland:
Het onderschrift bij deze foto van de maker van de internettentoonstelling: “İbrahim Görmez en zijn Turkse vrienden verruilden het woonoord Tussenhaven voor het pension van de familie Hartjes in Amsterdam. Aardige mensen die hen vaak uitnodigden voor het eten of een drankje. Op deze foto mevrouw Hartjes tussen Adem Şahin (links) en İbrahim Görmez. (Amsterdam, 1965)” Gebruik de bron Volgens de makers van de internettentoonstelling past deze foto bij de beginjaren van (het ontstaan van) de multiculturele samenleving. 2p Geef de redenering weer die zij daarbij hebben gevolgd.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
108
Uitwerkingen Tijdvak 1: Jagers en boeren Vraag 1: - Op het gebied van economische structuur kun je vaststellen dat er sprake is van onderlinge contacten, hoogstwaarschijnlijk gericht op het drijven van handel. Wegen verbinden namelijk dorpen en zonder contacten zou dit weinig zin hebben. - Verder kun je stellen dat er op sociaal gebied sprake is van een georganiseerde samenleving. Het aanleggen van wegen vraagt samenwerking en organisatie van de mankracht, dus hoogstwaarschijnlijk is er sprake van een landbouwsamenleving. Vraag 2 De Swifterbantcultuur bestond voornamelijk uit jagers-verzamelaars. In contacten met andere groepen is het heel goed denkbaar dat er een langzame overgang naar landbouw heeft plaatsgevonden binnen de Swifterbandcultuur. Omdat er een nieuwe cultuur is ontstaan is het denkbaar dat er een nieuwe naam aan hen gegeven is (Trechterbekercultuur), terwijl het om dezelfde maar doorontwikkelde groep mensen gaat. Vraag 3: Zowel de Hittitenkoning als de Egyptische koning beschikten over een enorm groot leger. Beide legers beschikten bovendien over een groot aantal strijdwagens. Het maken van deze strijdwagens vereist een groot aantal arbeiders. Dit duidt erop dat er sprake was van arbeidsverdeling in de samenleving en dit was alleen mogelijk als niet iedereen als boer hoefde te werken. Dit betekent dus dat de boeren genoeg voedsel beschikten om te verkopen en dit heet een landbouwsurplus OF Het grote aantal soldaten duidt op arbeidsverdeling in de samenleving. Arbeidsverdeling vereist een landbouwsurplus omdat (beroeps)soldaten geen tijd hebben om ook hun eigen voedsel te verbouwen.
Tijdvak 2: Grieken en Romeinen Vraag 4: Uit bron 2 blijkt dat Socrates mensen kritisch wil laten denken over alles wat vanzelfsprekend lijkt. Het handelen van de goden is niet meer (alleen) het uitgangspunt, er wordt ook naar de mensen zelf gekeken. Dit geeft aan dat bron 4 een voorbeeld is van het wetenschappelijk denken bij de Grieken. Vraag 5: De ideeën over burgerschap en politiek, die in de tijd van Aristoteles in Athene leven zijn: Democratie, inspraak door burgers, het afkeuren van tirannie, het bestaan van een rechtsstaat. In bron 3 is te lezen dat: - “.. en aan alles wat de meerderheid met inzicht besluit”. Dit geeft aan dat er sprake is van democratie
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
109
- “ wanneer iemand de wetten wil omverwerpen…zal ik dit niet toelaten”. Hieruit blijkt dat er een afkeer is van tirannie -“ ik zal gehoorzamen aan de rechters en aan de bestaande wetten” duidt op het bestaan en de verdediging van de rechtsstaat. Vraag 6: Romanisering is het overnemen van (delen van) de Romeinse cultuur in de al bestaande cultuur. In bron 3 zijn verschillende voorbeelden van romanisering terug te vinden, namelijk: - Latijnse teksten - Romeinse kleding op de afgebeelde figuur - Kenmerken van Romeinse bouwkunst, zoals de klassieke zuilen - De votiefsteen zelf is een onderdeel van de Romeinse religie - De inscriptie naast de afbeelding duidt op Romeinse invloed - Het bestaan van scheepvaart tussen Europa en de Britse eilanden was een effect van de goede Romeinse infrastructuur. Vraag 7: Een militair-strategisch gevolg van de militaire opleiding van de Germaanse zonen in Rome was dat de Romeinen hiermee bondgenoten creëerden. De zoons van de Germaanse stammen werden ingezet als een soort gijzelaars om zo loyaliteit van de Germanen te garanderen. Bovendien konden de Germaanse zonen daarna dienen in het Romeinse leger, dankzij hun Romeinse legeropleiding. - De maatregel van het zenden van Germaanse zonen naar Rome voor een militaire opleiding is bovendien een voorbeeld van Romanisering. Door de Romeinse opleiding en opvoeding die de Germaanse zoons genoten, leerden zij de Romeinse gewoonten, gebruiken, tradities en taal die zij zouden overnemen en dus mee terug zouden nemen zodra ze terugkeerden naar hun families. Vraag 8: - In bron 5 is te zien dat de sarcofaag Grieks-Romeinse elementen bevat, namelijk de kleding van de soldaten en de toga’s. Een van de figuren krijgt een lauwerkrans. Ook de bouwwerken die zijn afgebeeld zijn heel duidelijk Grieks-Romeins door de zuilen en de driehoekige timpanen aan de linker en rechterbovenkant. - Toch kan met bron 5 ook duidelijk gemaakt worden dat het christendom zich heeft verspreid omdat het gaat om een sarcofaag met christelijke symbolen zoals de krans in het midden met het chi-rho(“kruis met p”) teken. Deze sarcofaag is gevonden in een catacombe onder Rome, waaruit blijkt dat het Christendom dus tot in Rome heeft weten door te dringen.
Tijdvak 3: Monniken en ridders Vraag 9: De uitspraak van Jonas versterkt de invloed van de kerk omdat meer mensen nu in de kerk zullen trouwen omdat de kinderen anders geen erfgenaam kunnen zijn. Deze uitspraak geeft aan dat de kerk de hoogste macht in handen denkt te hebben, omdat ze bepalen voor de aardse zaken als erfenissen dat er invloed van de kerk nodig is. Later mondt deze discussie uit in de strijd tussen het geestelijke en het wereldlijke gezag om het primaat. (= kenmerkend aspect 15, tijdvak 4)
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
110
Vraag 10: Een goede islamiet behoort de Koran in het Arabisch te lezen. Dit zorgde ervoor dat de Arabische taal steeds meer en verder verspreid raakte in het hele islamitische rijk. Hiermee ontstond er een eenheidstaal en dit verhoogde de efficiëntie van het bestuur in het rijk. Vraag 11: Het economische systeem van de Romeinen bestond deels uit lange afstandshandel. (Wat oa blijkt uit de votiefstenen uit vraag 6). Door de val van het Romeinse Rijk stortte deze langeafstandshandel ook in. In West-Europa kwam daarop het hofstelsel tot stand, wat een aanpassing was aan de nieuwe omstandigheden. Er ontstonden namelijk zelfvoorzienende domeinen die niet afhankelijk waren van het importeren van voedsel en dus niet van (langeafstands)handel. Vraag 12: - In bron 5 is te lezen dat de landeigenares Doda bezittingen schenkt aan het klooster van Cluny. Deze bezittingen bestaan uit een stuk land en de horigen die daar grond hebben. De mensen die het stuk land bewerken worden dus ook weggegeven. Hieruit blijkt dus dat de horigen gebonden zijn aan de grond en dit is kenmerkend voor het hofstelsel. - De invloed van het christendom komt in bron 5 ook naar voren omdat de landeigenares grond schenkt aan het klooster. Het klooster is dus belangrijk genoeg om schenkingen aan te doen, waaruit blijkt dat het christendom meer macht en invloed heeft gekregen. Vraag 13: In de vroege middeleeuwen was de samenleving sterk gericht op zelfvoorziening. Handelscontacten en andere contacten met andere landen of zelfs regio’s waren er nauwelijks. Grote epidemieën als de pest konden zich daardoor maar moeilijk verspreiden over West-Europa. Hierdoor kwamen deze ziekten dus ook bijna niet voor. Vraag 14: - Door de titel graaf en het leen erfelijk te maken zouden de vazallen van Karel de Kale eerder bereid zijn deel te nemen aan de reis naar Italië en de strijd tegen de Islamieten. Mochten de vazallen namelijk overlijden tijdens de reis of tijdens de strijd, dan bleef het leen wel in de familie omdat het overging van vader op zoon. - De zoon van Karel de Kale, Lodewijk de Stamelaar, kreeg met deze nieuwe maatregel meer macht, omdat hij in afwezigheid van zijn vader zijn eigen vazallen kon uitkiezen en daarmee zijn machtspositie ten opzichte van onder andere zijn vader te versterken.
Tijdvak 4: Steden en staten Vraag 15: - De lokale markten zorgden voor het einde van het autarkische (zelfvoorzienende) systeem omdat er meer uitwisseling van goederen plaatsvond tussen verschillende dorpen en steden. De handel kwam hierdoor weer (kleinschalig) op gang. Zelfvoorziening werd hierdoor minder noodzakelijk. - De jaarmarkten profiteerden van de kruistochten omdat er uit de streken waar de kruistochten naar toe gingen allerlei producten kwamen, die op jaarmarkten verkocht werden. En deze producten, en de jaarmarkt zelf trok mensen aan over grote afstanden.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
111
Vraag 16: - De term steden past bij de late middeleeuwen omdat er in deze periode een opleving van de handel en ambacht plaatsvond. Hierdoor ontstond er een stedelijke burgerij en werden steden steeds meer onafhankelijk. - De term staten past ook bij de late middeleeuwen omdat de vorsten zich steeds meer gingen richten op het centraliseren van hun macht, waardoor er meer sprake was van staatsvorming. - Toch zijn er ook andere namen denkbaar. De strijd tussen de wereldlijke macht en de geestelijke macht was ook heel bepalend voor de late middeleeuwen. En de kruistochten speelden hierbij ook een belangrijke rol. Vraag 17: In de twaalfde eeuw speelde de strijd over het primaat in de christelijke wereld nog een grote rol. In bron 7 is te zien hoe in de tiende eeuw een Duitse keizer een bisschop benoemt. Deze afbeelding kan daarom gezien worden als propaganda voor het standpunt van de wereldlijke macht, omdat de keizer in dit geval de bisschop benoemt en dus het primaat zou hebben. Vraag 18: Bron 8 is geschikter om onderzoeksvraag 2 mee te beantwoorden omdat: - in de bron antwoord gegeven wordt op de vraag waarom kruisvaarders op kruistocht gaan, - namelijk in deel 1: het Heilige Land is veroverd door de Turken - en in deel 2: christenen in het heilige land worden door hun vijanden gemarteld - ook is de bron twee eeuwen na de eerste kruistocht gemaakt. De werkelijke successen kunnen niet meer worden nagegaan, dus zal de nadruk liggen op de motivatie om op kruistocht te gaan - Bron 8 is minder geschikt voor het beantwoorden van onderzoeksvraag 1 omdat: - de bron pas twee eeuwen later is gemaakt, dus geen goede, betrouwbare informatie zal bevatten over de successen van de eerste kruisvaarders - de maker van de bron zal vooral de kruistochten willen verantwoorden, dus zal de successen mooier voorstellen dan ze daadwerkelijk zijn - de maker van de bron zal met zijn verantwoording voor de kruistochten meer nadruk leggen op de motivatie voor de kruistochten, om achteraf duidelijk te maken dat de kruistochten nuttig/nodig waren. Vraag 19: - In bron 13 is te lezen dat alles wat met rechtspraak te maken heeft, voortaan geregeld moet worden in het Frans, de moedertaal. Dit bevordert de centralisatie omdat de inwoners zich hierdoor meer met elkaar verbonden zullen gaan voelen. Frans wordt dan de eenheidstaal. - Voor Franse nationalisten zal François I een voorbeeld geweest zijn omdat de koning met dit edict eenheid in taal en cultuur aanbracht en hiermee de eenheid onder alle Fransen heeft bevorderd.
Tijdvak 5: ontdekkers en hervormers Vraag 20: In bron 10 legt Bodin uit dat hij denkt dat de prijsstijgingen worden veroorzaakt door de overvloed aan goud en zilver. Dit goud en zilver is afkomstig uit de nieuwe gebieden van het
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
112
Spaanse rijk, dus uit de beide Amerika’s. Deze ontwikkeling past bij het kenmerkend aspect: “Het begin van de Europese overzeese expansie (aspect 18). Vraag 21: In bron 11 is een beschrijving te lezen van het fresco dat gemaakt is door Rafael. In deze beschrijving zijn meerdere kenmerkende aspecten van tijdvak 6 te herkennen, namelijk - Aspect 18: “Het begin van de Europese overzeese expansie”, want er wordt gesproken over sextanten, en dit zijn instrumenten waarmee de positie op zee nauwkeuriger bepaald kon worden dan ervoor. Dit was van grote invloed op de ontdekkingsreizen, en dus op de Europese expansie overzee en heel tijdvak 6. - Aspect 19: “Het veranderende mens- en wereldbeeld van de Renaissance en het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling” omdat Rafael zichzelf heeft afgebeeld op het fresco. Hieruit blijkt dat de rol en positie van kunstenaars aan het veranderen is en dat is kenmerkend voor dit aspect en voor dit tijdvak. - Aspect 19: “Het veranderende mens- en wereldbeeld van de Renaissance en het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling” omdat er astrologen en wiskundigen voorkomen in het fresco, en dat zijn beroepen die men in de Middeleeuwen het afbeelden niet waard vond, omdat ze niet gerelateerd waren aan de kerk. Ook hier blijkt dus dat het fresco past bij aspect 19 en dus bij tijdvak 6. - Aspect 20: “De hernieuwde orientatie op het erfgoed van de Klassieke Oudheid omdat het fresco vertegenwoordigers van het Griekse denken bevat. Hiermee wil Rafael duidelijk maken dat hij kennis heeft van de klassieke Oudheid en dat er weer meer belangstelling voor deze periode is, na de “donkere tijd van de Middeleeuwen”. Opnieuw past dit dus goed bij tijdvak 6. Vraag 22: In bron 12 is te lezen dat het niet is toegestaan een markt te houden op Sinterklaasavond. De reden hiervoor is dat het laten geloven dat de waren van Nicolaas komen mensen zou afleiden van de ware godsdienst. De autoriteiten van Delft keuren dus het vieren van een feest ter ere van een heilige (SintNicolaas) af. Het vereren van heiligen is kenmerkend voor het katholicisme. Hieruit blijkt dus dat de autoriteiten van Delft de kant van de Reformatie steunen en zich dus tegen het katholicisme hebben gekeerd. Vraag 23: - In bron 13 is te lezen dat er in het Duitse rijk sprake is van een aantal verschillende vorstendommen. Dit blijkt ook uit het bestaan van keurvorsten. Dit zijn namelijk de vorsten van deze Duitse vorstendommen die de Duitse keizer kiezen. Verder kan Luther onderduiken bij de keurvorst van Saksen. En er staat beschreven dat Karel V, die toch keizer is van het Duitse rijk, geen beslissingen kan nemen zonder te overleggen met de Rijksdag. Dit geeft allemaal aan dat er geen sprake is van een sterk gecentraliseerd keizerlijk gezag van Karel V. - In bron 13 zegt Luther: “alleen getuigenissen van de Heilige Schrift of overtuigende bewijzen kunnen mij in het ongelijk stellen. Want ik geloof noch de paus, noch de concilies alleen, omdat het zonneklaar is dat zij zich herhaaldelijk hebben vergist en zichzelf hebben tegengesproken. Ik kan alleen overwonnen worden door de Heilige Schriften die ik heb
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
113
aangehaald.” Hieruit blijkt een belangrijk verschil tussen het protestantisme en het katholicisme in die tijd. De protestanten plaatsen namelijk de Bijbel en/of de uitleg van de Bijbel boven het gezag van kerk, de paus en de kerkelijke concilies. De katholieken doen dit in die tijd niet en hechten minstens evenveel waarde aan het gezag van de kerk en de paus als aan de Bijbel. Vraag 24: In bron 14 is te lezen dat de Beeldenstormers alles in de rooms-katholieke kerk kort en klein slaan. Het gaat hen vooral om de heiligenbeelden en de kruisbeelden. Verder is te lezen dat zij boeken en priesterkisten onteren. Hieruit blijkt dat de Beeldenstormers zich keren tegen de religieuze uitingen van de katholieken en dat geeft dus blijk van religieuze motieven. De naam Wonderjaar voor 1566 past hier goed bij. In bron 14 is verder te lezen dat ze ook lakens en dekens meenamen, en al het eten opaten en wat ze niet wilden eten meenamen. Ook werd er allerlei kookgerei meegenomen. Gebruiksvoorwerpen worden dus gestolen. Dit kan ook betekenen dat er sprake is van armoede en sociale spanningen en hier past de naam Hongerjaar voor 1566 dan goed bij.
Tijdvak 6: regenten en vorsten Vraag 25: - Veel middeleeuwse vorsten waren erg druk met het streven naar centralisatie - Het absolutisme gaat uit van absolute macht van de vorst over zijn onderdanen, dat wil zeggen dat de onderdanen weinig tot geen inspraak hebben, want alles wordt bepaald door de koning. - In bron 15 komt het streven naar centralisatie naar voren door de nadruk op de Franse eenheid: “Daar ligt naar mijn gevoel Frankrijks sterkte: eenheid”. - Het absolutisme komt in bron 15 naar voren door de nadruk op gehoorzaamheid: “Aldus hebben de Fransen, die zich misschien weinig geschikt voelden om zichzelf te regeren, hun vrijheid en hun wil helemaal in handen van hun koning gelegd.” Vraag 26: In bron 16 is te lezen dat de koning gekozen wordt. Dit is een groot verschil met de koningschappen van vele andere Europese landen omdat er geen sprake is van een sterk gecentraliseerd/absoluut gezag omdat de afgevaardigden van verschillende steden veel invloed hebben op wie de koning wordt. Vraag 27: In bron 17 is te lezen dat de stadhouder geld nodig heeft om ideeën uit gevoerd te krijgen. De provincies moeten namelijk instemmen en dat zullen zij niet doen zolang er geen voordeel voor hen in zit. Belangen en opvattingen onderzoeken is nodig om zaken tot een goed einde te brengen. Hieruit blijkt dat de stadhouder geen soevereine macht heeft, maar dat deze macht vooral bij de provincies ligt. De Republiek is namelijk een statenbond. Het grote verschil met Frankrijk is dat Frankrijk al in enige mate een eenheidsstaat was in die periode. - Het nadeel van deze bestuursvorm voor de Republiek is dat besluitvorming traag gaat en veel onenigheid veroorzaakt.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
114
Vraag 28: - De wereldeconomie kon ontstaan door de zilvermijnen in Zuid-Amerika. De Spaanse en Nederlandse aanwezigheid rond Cuba zijn voorbeelden van de Europese expansie die de eerste aanzet vormden tot het ontstaan van de wereldeconomie. - de gebeurtenissen zijn bovendien een bewijs voor het bestaan van de wereldeconomie omdat het opslaan van Spaans zilver, afkomstig uit Zuid-Amerika een economische crisis tot gevolg had. Er is dus sprake van internationale economische afhankelijkheid.
Tijdvak 7: pruiken en revoluties Vraag 29: - Van Royen was waarschijnlijk een aanhanger van Descartes omdat hij in zijn boek wordt verteld hoe de heksen de natuur probeerden de begrijpen met hun verstand. Bovennatuurlijke zaken bestaan volgens deze redering niet en dat is precies hetgene wat Descartes ook stelt, namelijk dat je met redelijke vermogens kunt vaststellen wat ware kennis is. - Zowel Descartes als van Royen laten zien dat je met redeneren en waarnemen tot ware kennis kunt komen. Beide heren komen dan ook uit de tijd van de wetenschappelijke revolutie. De Verlichting ging hierop verder door te stellen dat de rede en rationeel denken het hele leven konden verklaren. Vraag 30: De boodschap die de 18e eeuwse tekenaar wil overbrengen met deze prent is dat de uitvindingen van voorouders (de zaagmolen uit de 16 e eeuw) hebben bijgedragen aan de welvaart van de Republiek. In bron 18 is dit te zien aan - de Grieks-Romeinse goden die welvaart en handel voorstellen - de bijenkorf die de ijver van het volk (en dus de voorouders) voorstelt - de timmermansgereedschappen die de nadruk leggen om ambacht (werken met de handen) - de nadruk die gelegd wordt op de prent die al in 1592 gemaakt is. Deze tekening sluit aan bij de Verlichting omdat het ideaal van opvoeden van burgers maar ook omdat inventiviteit en de rede worden verheerlijkt. Vraag 31: Kant vond als Verlicht denker dat het verstand en kennis middelen waren om vooruit te komen. Het gebruik van het verstand en kennis waren daarom volgens hem noodzakelijk. Volgens Kant moest het geloof daarom worden losgelaten als leidraad. Vraag 32: - Een kenmerk van absolutisme is dat alle macht in handen van de koning ligt. - Dit zie je terug in de beschrijving van Lodewijk XIV, in bron 22. Daar staat namelijk in dat Lodewijk XIV zichzelf zelfs boven de grammaticaregels vond staan. Dus algemene regels voor iedereen, golden in de ogen van Lodewijk niet voor de koning. - Een kenmerk van de Verlichting is interesse in wetenschap, kunst en een andere manier van denken. - En dit komt terug in de ideeën van Frederik van Pruisen, omdat te lezen is in bron 22 dat hij de wetenschap naar achtergelegen gebieden (zijn eigen volk) wil halen.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
115
Vraag 33: De Engelse abolitionisten hoopten dat door de afschaffing van de trans-atlantische slavenhandel er geen nieuwe aanvoer van slaven naar Amerika meer zou plaatsvinden. Voor de slaven die al in Amerika woonden en werkten zou dit gunstig zijn omdat ze “kostbaarder” werden en hierdoor een betere behandeling zouden krijgen. Nieuwe arbeidskrachten konden door de afschaffing van de slavenhandel immers niet zo gemakkelijk meer verkregen worden. Vraag 34: In bron 20 is te zien dat het aantal balen katoen dat in de VS geproduceerd wordt, groeit tussen 1790 en 1840. Dit hangt nauw samen met de Industriële Revolutie. De toenemende vraag naar katoen betekende dat er meer katoen verbouwd moest worden. Dit gebeurde op plantages waar slaven werkten. Dus door de Industriële Revolutie groeide het aantal slaven. Vraag 35: Willem Frederik streeft naar het vormgeven van het vorstelijk bestuur op eigentijdse verlichte wijze. In bron 21 is namelijk te lezen dat Willem Frederik vindt dat een vorst zich moet verdiepen in zijn burgers. Verder moet een vorst de constitutie van het land en de geaardheid van het volk goed leren kennen. Tegelijk waarschuwt Willem Frederik voor democratie omdat als het volk teveel macht zou krijgen er alsnog tirannie zal ontstaan. Hieruit blijkt dus dat Willem Frederik wel rekening wil houden met het volk maar geen invloed van het volk accepteert. Dit is heel typerend voor het verlicht absolutisme. Vraag 36: - De kritiek die er bestond op het ancien régime op het gebied van bestuur was dat de absolute vorst alle macht in handen had. De Nationale Vergadering stelt in de Verklaring van de Rechten van de Mens en van de Burger voor dat de macht (soevereiniteit) bij het volk moet komen te liggen, zoals beschreven in artikel 3. - De kritiek die er bestond op het ancien régime op het gebied van burgerrechten was dat er geen vrijheid van godsdienst bestond. De Nationale Vergadering stelt voor dit op te lossen door niemand meer lastig te vallen vanwege zijn opvattingen zolang de openbare orde niet wordt verstoort, zoals beschreven in artikel 10. - De kritiek die er bestond op het ancien régime op het gebied van de bestaande maatschappelijke verhoudingen was dat er een standenmaatschappij en dus ongelijkheid bestond. De Nationale Vergadering wil dit oplossen met artikel 1: er wordt verklaard dat alle mensen vrij en met gelijke rechten geboren zijn. Vraag 37: Volgens bron 23A is Rousseau van mening dat de wetgevende macht niet vertegenwoordigd kan worden. Afgevaardigden van het volk kunnen in de ogen van Rousseau niet bestaan. Volgens bron 23B meent Sieyès dat het volk niet zelf de wetgevende macht direct kan uitoefenen. Volgens hem is Frankrijk daar te groot voor en zijn er teveel actieve burgers. Het verschil tussen Rousseau en Sieyès zit dus in de vraag hoe het volk de wetgevende macht kan en uitoefenen. Een verklaring voor dit verschil in standpunt is dat Rousseau een filosoof was en dus niet
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
116
gericht was op praktische oplossingen. Sieyès was een politicus en moest rekening houden met de gang van zaken die was ontstaan door de Franse Revolutie. Vraag 38: In bron 24 is te lezen dat Lodewijk XVI meent dat een koning zich volledig moet wijden aan het geluk van zijn medeburgers. Dit kan alleen maar door volgens de wetten te regeren maar dat de koning daarbij wel respect moet hebben en autoriteit nodig heeft. Lodewijk XVI wil hiermee aangeven dat hij hoopt dat het koningschap blijft bestaan in zijn absolute vorm maar dat er kenmerken van de Verlichting bijgevoegd moeten worden.
Tijdvak 8: burgers en stoommachines Vraag 39: Het moderne imperialisme is gericht op het verkrijgen van grondstoffen en afzetmarkten. Hierdoor kon de industrie in het moederland blijven draaien. Daarnaast hoopte men zo ook de westerse superieure cultuur te kunnen verspreiden. Het kolonialisme daarentegen was vooral gericht op het verkrijgen van handelsposten en plantagekoloniën. O’Sullivan rechtvaardigt het modern imperialisme in bron 23 door te stellen dat Amerika het recht heeft westwaarts te trekken zoals een boom recht heeft op ruimte in de lucht en aarde om tot volle ontwikkeling te komen. De Amerikaanse cultuur zorgt namelijk voor de ontwikkeling van een nobel jongrijk terwijl Engeland haar gebieden in Amerika slechts gebruikt als jachtterrein met huiden als enige opbrengst. Vraag 40: Uit bron 26 blijkt dat de Friese vrienden het hele industriële proces en de invoering van de stoommachines als een positieve vernieuwing beschrijven. Toch zien zij ook negatieve kanten, omdat ze ook zien dat zij als bezoekers meer plezier beleefden aan de ervaring dan de werknemers, die worden omschreven als afgestompt. Dit laatste punt levert een bijdrage aan het maatschappelijk debat van de sociale kwestie wat in die tijd speelde. Vraag 41: - In bron 27 is te lezen dat Ferry neemt dat de afspraken over Afrika op economisch gebied noodzakelijk zijn omdat de export van wezenlijk belang is voor Europese landen. Hiermee wil hij dus aangeven dat de Europese landen niet zonder de Afrikaanse afzetmarkten kunnen. - Voor de binnenlandse politiek zijn de afspraken over Afrika zeer wenselijk omdat er volgens Ferry sprake kan zijn van sociale revoluties. Hij meent namelijk dat sociale stabiliteit afhankelijk is van uitvoermogelijkheden voor industriële goederen. - Voor de buitenlandse politiek zijn afspraken over Afrika onvermijdelijk omdat er sprake is van grote onderlinge concurrentie tussen de verschillende Europese landen (.. maar vandaag wil ieder land zijn eigen spin- en weefindustrie, smeltovens en distilleerderijen), in goede banen te leiden. Vraag 42: - De prent in bron 28 kan propaganda genoemd worden omdat er reclame gemaakt wordt voor een politiek doel. Dit zie je terug in het onderschrift. En de tegenstelling in de prent scherper wordt afgebeeld dan de tegenstelling in werkelijkheid is.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
117
- Hahn maakt propaganda voor de democratische richting omdat er duidelijk een stembus staat afgebeeld. De andere richting is die van geweld die komt hier niet duidelijk naar voren. - In Nederland heeft democratische opvatting (net als die van Hahn in prent) de meeste aanhang gekregen, want de communistische richting is altijd klein gebleven en een socialistische revolutie heeft er in Nederland ook niet plaatsgevonden. Vraag 43: - Arbeiders konden zich in de 19 e eeuw gaan verenigen omdat zij in grote aantallen bij elkaar kwamen in de fabrieken. Door de industrialisatie kregen zij meer scholing, waardoor organisatie makkelijker werd. Daarnaast bracht de sociale kwestie hen meer in beeld waardoor zij meer hulp kregen van buiten de arbeiderskringen. - In bron 29 is te zien hoe een socialist probeert een katholieke arbeider mee te laten doen aan een demonstratie buiten. De katholieke arbeider bedankt echter door te zeggen dat hij zijn eigen 1 mei feest heeft, namelijk de Maria-verering. Dit blijkt uit de bloemen die de arbeider in zijn handen heeft en bij het beeld van Maria en Jezus houdt. De tekenaar wil met deze prent duidelijk maken dat de katholieke arbeider zich beter niet bij de socialisten kunnen aansluiten omdat zij als katholieke arbeiders hun eigen identiteit hebben. Vraag 44: - In de bron is te zien dat de militaire helm van Pruisen (te herkennen aan de piek bovenop) alle Duitsers probeert te vangen. De tekenaar voorspelt hiermee dat de Duitse eenheid waarschijnlijk tot stand zal komen door het militaire overwicht van Pruisen. - De voorspelling is inderdaad uitgekomen, omdat na de overwinning van het Pruisische leger in de Frans-Duitse oorlog van 1870-1871 de Duitse eenheid werd uitgeroepen door Bismarck, die op dat moment minister-president van Pruisen was. Vraag 45: - In bron 31 is te lezen dat: “Hij (Bismarck) verlangde noch naar kolonies noch naar een vloot”. Hieruit blijkt dat Bismarck niet mee doet aan het modern imperialisme, wat juist sterk gericht was op het verkrijgen van koloniën. - Verder is in bron 31 te lezen dat Bismarck steun zoekt bij de Britse ambassadeur en hem duidelijk wil maken dat Duitsland niet uit is op het verstoren van het Europese machtsevenwicht. Hieruit blijkt dat het gesprek past bij de Duits alliantiepolitiek. - Tot slot kan gesteld worden dat dergelijke gesprekken na de troonsbestijging van Wilhelm II niet meer zullen hebben plaatsgevonden. Wilhelm II streefde namelijk een Weltpolitik na. In deze Weltpolitik was het verkrijgen van koloniën en het vergroten van de vloot van groot belang. Hierdoor nam Bismarck dan ook ontslag kort na de troonsbestijging van Wilhelm II.
Tijdvak 9: Wereldoorlogen Vraag 46: - De Indiase nationalisten kunnen de foto in bron 32 gebruiken als propaganda in hun strijd voor onafhankelijkheid onder de bevolking van Groot-Brittannië omdat ze hiermee kunnen aantonen dat India trouw is gebleven aan Groot-Brittannië en de oorlogssituatie tijdens de Eerste Wereldoorlog niet heeft gebruikt om onafhankelijk te worden. Ook laat het zien dat India gevochten heeft voor Groot-Brittannië en dat daar best iets tegen over mag staan
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
118
- De Indiase nationalisten kunnen de foto in bron 32 gebruiken als propaganda in hun strijd voor onafhankelijkheid onder de bevolking van India om te laten zien dat India een beloning verdient voor de inzet die ze getoond hebben tijdens de Eerste Wereldoorlog. Ook laat het zien dat Groot-Brittannië niet onaantastbaar is, omdat er soldaten uit India nodig zijn in de Europese strijd van de Eerste Wereldoorlog Vraag 47: Met de prentbriefkaart uit bron 32 kan de onafhankelijkheidsbeweging aantonen dat India voor de inzet die het heeft getoond voor het moederland (Engeland) tijdens de Eerste Wereldoorlog beloond moet worden, met onafhankelijkheid. Ook kan de prentbriefkaart gebruikt worden om aan te tonen dat India wordt ingezet voor Europese conflicten, waar India niets mee te maken heeft. De oplossing hiervoor is onafhankelijkheid. Tot slot kan deze prentbriefkaart ingezet worden om te laten zien dat India en Engeland gelijkwaardig zijn, zeker wanneer Engeland hulp van India nodig heeft. Vraag 48: - De arbeidsinzet was noodzakelijk voor de moderne oorlogsvoering omdat de oorlogsindustrie op volle toeren moest draaien. Veel mannen waren echter aan het front als soldaat ‘aan het werk’. De Nederlandse mannen waren nodig om de industrie draaiend te houden. - In bron 33 is te zien dat de mannen er vrolijk bij zitten, goed te eten krijgen en er netjes en verzorgd uitzien. Dit lijkt aan te geven dat de arbeidsinzet een leuke baan is, waarbij er ook nog goed voor je wordt gezorgd. - De foto in bron 33 was bedoeld voor Nederlandse mannen om hen aan te moedigen zich aan te melden voor de arbeidsinzet. Daarnaast was deze foto ook bedoeld voor de achtergebleven familieleden, om hen gerust te stellen en onrust in het bezette Nederland te voorkomen. Vraag 49: Kenmerken van het fascisme die in de bron terug te vinden zijn, zijn: − Het Leidersbeginsel/persoonsverheerlijking: de leider Mussolini is meer dan levensgroot en verheven boven de onpersoonlijke massa op zijn jas afgebeeld. −Het totalitaire karakter,waarbij heel het volk een onderdeel van het fascisme is: de jas van Mussolini bestaat uit 'het volk'. −Het antidemocratisch karakter: er kan alleen ja gestemd worden/ uit de uitslag kun je afleiden dat de verkiezing doorgestoken kaart is −Het militaristische karakter:Mussolini heeft een uniformjas aan/ op de afbeelding staan militaire /geüniformeerde trommelaars Vraag 50: Kenmerken van het nationaal-socialisme die in bron 35 terug te vinden zijn, zijn: - de afkeer/discriminatie van joden. De ariërverklaring waarbij joden worden uitgesloten van overheidsfuncties is hiertoe een eerste stap - het totalitaire karakter De Duitse bezetter probeert alle aspecten van het leven onder zijn invloed te brengen. Dit betekent dat ook de politiemacht loyaal aan de Duitsers moet zijn / trouw moet zijn aan de nationaalsocialistische beginselen. De ariërverklaring is hiertoe een stap
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
119
Vraag 51: Het Dawesplan is het verstrekken van leningen aan Duitsland, zodat de herstelbetalingen aan Engeland en Frankrijk voldaan kunnen worden. Engeland en Frankrijk hadden hiermee vervolgens de middelen om de oorlogsleningen aan de Verenigde Staten weer af te betalen. - Het economisch motief van de Verenigde Staten om het Dawesplan uit te voeren was om Duitsland er economisch weer bovenop te helpen, zodat Duitsland weer een afzetmarkt werd voor Amerikaanse producten. Daarnaast werden met de leningen de herstelbetalingen aan Engeland en Frankrijk betaald en deze landen konden met het geld de leningen aan de Verenigde Staten weer afbetalen. - Het Dawesplan droeg bij aan het Europese machtsevenwicht omdat Duitsland er door de leningen financieel en economisch weer bovenop kwam. Hierdoor groeide het langzaam weer uit tot een grootmacht, waardoor Duitsland tegenwicht kon bieden tegen de Franse en vooral Engelse macht in Europa. Vraag 52: - In de periode van de jaren 1930 was het nodig om in de Verenigde Staten in te grijpen in de economie omdat de crisis van de jaren ’30 enorme sociale gevolgen had. - De foto laat zien hoe zwaar de bevolking is getroffen door de crisis. De liberale opvatting van de overheid, om niet in te grijpen in de economie maar te wachten tot het weer over zou gaan kon niet meer worden gehandhaafd. Ingrijpen was noodzakelijk om erger te voorkomen, voor zover het nog erger kon worden. Vraag 53: - De appeasementpolitiek houdt in dat de Franse en Engelse leiders deels toegeven aan de eisen van Hitler in de hoop dat Hitler dan tevreden is en zijn expansie zal stopzetten. - Het gesprek in bron 37 laat echter zien dat Hitler plannen voor Lebensraum heeft in OostEuropa - Hitler dreigt volgens deze bron met oorlog in het Westen om zo te voorkomen dat het Westen zal ingrijpen in Oost-Europa wanneer Hitler daar zal binnenvallen. (“Maar sinds Engeland en Frankrijk diplomatieke acties ondernemen om Duitslands oostelijke expansie te verhinderen, richtte Hitler zich weer op het Westen. De generaal suggereerde dat als Duitslands expansie in het oosten wordt gedwarsboomd, Hitler zich gedwongen ziet de tegenwerking in het Westen te beëindigen.” Vraag 54: Door de industrialisatie waren er enorme hoeveelheden wapens beschikbaar gekomen. Ook waren er allerlei nieuwe wapens uitgevonden, zoals de tank, het vliegtuig en bommen. Deze grote hoeveelheid nieuwe wapens is kenmerkend voor moderne oorlogvoering. Veel nieuwe wapens zorgden er ook voor dat er massavernietiging en verwoesting op grote schaal mogelijk werd. Hierdoor raakte de burgerbevolking ook steeds meer betrokken bij de oorlog en deze totale oorlog is ook kenmerkend voor moderne oorlogvoering. Vraag 55: - Het begin van de openlijke Jodenvervolging komt in bron 35 goed naar voren omdat te lezen is dat bij de Joodse winkel twee SA-mannen staan met een bord om de Duitsers op te
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
120
roepen niet bij Joodse winkels te kopen. Hiermee worden de Joden dus geïsoleerd van de Duitse bevolking. En deze isolatie was de eerste stap in de Jodenvervolging door de Nazi’s. - Het thema van de tentoonstelling “Ein offenes Geheimnis” komt in bron 35 goed naar voren omdat het duidelijk is dat er iets ergs gebeurt, namelijk het isoleren van de Joodse bevolking er toch geprobeerd wordt zo normaal mogelijk te doen, doordat de SA-mannen “gewoon” een kopje thee gaan drinken bij de Joodse winkelmedewerkster. Vraag 56: - De telex in bron 39 is kenmerkend voor de Duitse bezetting van Nederland omdat tijdens deze bezetting de Joodse bevolking wordt vervolgd door de Duitse bezetter, die daarbij gebruik maakt van de Nederlandse politie. - De telex in bron 39 is tegelijk ook niet zo kenmerkend voor de Duitse bezetting van Nederland omdat deze Joodse dames wisten te ontsnappen uit het kamp weten te ontsnappen en een onderduikadres weten te vinden. Het grootste deel van de Joodse Nederlanders duikt echter niet onder maar wordt gedeporteerd naar Westerbork en vervolgens naar verschillende concentratie- en vernietigingskampen elders in Europa.
Tijdvak 10: televisie en computer Vraag 57: In bron 40A kondigt Truman de Marshallhulp aan. Deze hulp was bedoeld voor de wederopbouw van Europa. Armoede was volgens de VS dé voedingsbodem voor communisme en met financiele steun uit de VS kon dus het communisme een halt worden toegeroepen. In bron 40B is te zien hoe een Amerikaanse dokter (het Amerikaanse congres) naar Europa racet om de aasgier communisme met baby chaos voor te zijn. De tekenaar is het dus eens met de opvattingen in de rede van Truman, namelijk dat de VS financieel te hulp moet schieten om te voorkomen dat het communisme voet aan de grond krijgt in (West)Europa. Vraag 58: - Kenmerkend voor een totalitaire staat is onder andere het hebben van de juiste manier van denken. -Het Westerse hemd wat Dietrich draagt op straat is in strijd met de DDR mentaliteit en dus wordt hij hierop aangesproken door een of andere autoriteit. - Toch is de DDR in 1955 niet volledig totalitair want er is nog contact met de Westerse wereld omdat Dietrich het overhemd heeft gekregen van zijn tante toen hij op vakantie was in het West-Duitse Duisburg. Vraag 59: McCarthyisme is de enorme heksenjacht op communisten die tussen 1950 en 1954 werd gehouden in Amerika. De angst voor het communisme was zo groot dat er actief werd gejaagd op communisten die geïnfiltreerd zouden zijn in de Amerikaanse samenleving. De toespraak van rechter Kaufman in bron 42 is kenmerkend voor het McCarthyisme omdat hij heel duidelijk wijst op de gevaren van het spioneren voor de Sovjet-Unie. Ook meent hij dat het hele Amerikaanse volk zich moet inzetten om deze spionnen op te pakken. Senator McCarthy was dezelfde mening toegedaan en ook hij sprak over het “weggeven” van de geheimen van de atoombom.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
121
Vraag 60: - De term die past bij het Amerikaanse beleid voor Zuidoost-Azië is de dominotheorie/de containmentpolitiek - Kennedy steunt dit beleid omdat hij aangeeft dat , als Vietnam communistisch zou worden, andere landen in Zuidoost-Azië (Birma, Thailand, India, Japan, de Filippijnen, Laos en Cambodja) zullen volgen, waarmee hij aangeeft Vietnam te zien als de eerste dominosteen die kan omvallen. / Vietnam ziet als eerste land waar het communisme kan en moet worden ingedamd (Om erger te voorkomen). Vraag 61: Het beleid van Chroesjtsjov op het gebied van de buitenlandse politiek was vreedzame coexistentie, waarmee hij conflicten met het Westen hoopte te voorkomen. Een van de manieren om dit duidelijk te maken was door het voorstellen van atoomvrije zones. Maar door niet toe te willen geven en de schepen met nucleaire raketten naar Cuba door te laten varen brak hij met vrijwel alle onderdelen van de vreedzame co-existentie. Vraag 62: - In bron 44 is op het t-shirt te lezen dat Idi Amin een overwinnaar van het Britse Rijk zou zijn. Hiermee wil Idi Amin aangeven dat hij een dappere held is en dat hij op een lijn staat met de onafhankelijkheidsstrijders uit de dekolonisatieperiode. - Idi Amin wil met de teksten op dit T-shirt de Oegandezen en andere Afrikanen die nog negatieve gevoelens hebben ten opzichte van de koloniale tijd en de koloniale overheersers, de Engelsen hebben. - de reden dat Idi Amin kiest voor deze vorm van verspreiding van zijn boodschap is dat hij op deze manier veel mensen kan bereiken omdat T-shirts goedkoop zijn en de boodschap zo toch snel verspreid kan worden langs de slechte infrastructuur. Vraag 63: - De Koude Oorlog speelt een rol in het optreden van de Verenigde Staten in de Republiek Indonesië omdat de Verenigde Staten wil voorkomen dat de nieuwe Republiek Indonesië communistische steun krijgt. - De Koude Oorlog en de Amerikaanse angst voor de verspreiding van het communisme spelen ook een rol in de Europese eenwording. Dit blijkt onder andere uit de zin “de kwetsbare structuur van de Europese veiligheid…. De Verenigde Staten wil Europa dus graag als eenheid hebben om zo een blok tegen het communisme te kunnen vormen. Vraag 64: - De foto in bron 45 had door de Nederlandse regering gebruikt kunnen worden om duidelijk te maken dat de Nederlandse militairen in Indonesië vriendelijk en behulpzaam waren, dus dat Indonesische bevolking geen baat zou hebben bij de dekolonisatie. - Hierbij had de Nederlandse regering zich kunnen richten op de Indonesische bevolking en het thuisfront in Nederland om duidelijk te maken de Nederlanders hulp boden in Indonesië en dus goed werk verrichten.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
122
Vraag 65: - de economische samenwerking in de jaren 1950 was een directe reactie op de crisis van de jaren 1930 omdat er tijdens die crisis sprake was van een grote wereldwijde crisis met in veel landen een enorme werkloosheid. Het gevolg van deze crisis en bijbehorende werkloosheid waren grote politieke en sociale spanningen. Door samenwerking wilde men herhaling proberen te voorkomen. - De politieke samenwerking in de jaren 1950 was een gevolg van de Tweede Wereldoorlog omdat samenwerking snellere wederopbouw zou betekenen. Bovendien zou het nieuwe conflicten tussen Duitsland en Frankrijk kunnen voorkomen en dus een nieuwe oorlog zou kunnen voorkomen. - de militaire samenwerking in West-Europa vanaf 1949 was een gevolg van de Koude Oorlog omdat de wereld in twee machtsblokken was verdeeld. De dreiging van een atoombom maakte samenwerking noodzakelijk, zodat men sterker zou staan tegenover het communistische blok. - De politieke samenwerking vanaf de jaren 1990 was een gevolg van de afloop van de Koude Oorlog omdat de grote ideologische verschillen tussen het Westen en Oosten waren weggevallen. De Sovjet-Unie had geen invloed meer, waardoor men in Europa verder kon gaan werken aan samenwerking met de voormalig communistische landen. Vraag 66: - Oost- en West-Duitsland, de zogenaamde Duitse deling, is ontstaan na de Tweede Wereldoorlog toen de Koude Oorlog was losgebarsten en de verschillende delen van Duitsland in Westerse en communistische handen waren. - Andere landen waren bang voor een herenigd Duitsland omdat deze landen nog steeds de verschrikkingen van de Eerste en Tweede Wereldoorlog herinnerden, die grotendeels waren veroorzaakt door een groot Duitsland. - Uit bron 47 blijkt dat Kohl probeert deze vrees weg te nemen door de Duitse hereniging te koppelen aan de Europese eenwording (Het 'huis van Duitsland', ons gemeenschappelijk huis, moet gebouwd worden onder één Europees dak. Dat moet het doel zijn van ons beleid.) Vraag 67: In bron 17 is te zien dat glasnost nog maar een baby is maar Gorbatsjov nu al bont en blauw slaat. De visie van de tekenaar is dus dat glasnost als nieuw beleid al veel problemen veroorzaakt en de vraag is wat er zal gebeuren als de baby groter wordt. (“Als ze als baby al zo is, hoe zal dan zijn als ze is opgegroeid?”). Vraag 68: - Hier mag je zelf een mooie zin bedenken, zolang deze zin maar blijk geeft van de grote impact die de auto had op grote groepen van de bevolking, of dat de auto voor steeds meer mensen ‘gewoon’ wordt - Ook hier moet je zelf een zin bedenken waaruit blijkt dat door de groeiende welvaart steeds meer mensen een auto kunnen kopen en/of met deze auto op stap kunnen in de toegenomen hoeveelheid vrije tijd. - Nogmaals een mooie zin waaruit duidelijk moet worden dat in bron 49 te zien is dat jongeren in de verkeerstuin geleerd wordt hoe ze met het nieuwe verschijnsel auto moeten omgaan.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
123
Vraag 69: - De economische ontwikkeling die zich vanaf het einde van de jaren 1950 inzet is toenemende welvaart. De reclame in bron 50 sluit hierbij aan omdat steeds meer gezinnen genoeg geld hebben om een wasmachine te kunnen kopen. - In bron 50 is te lezen dat wassen een gemakkelijk proces wordt wat maar heel kort hoeft te duren. De positie van de vrouw kan hierdoor geleidelijk gaan veranderen omdat ze tijd over gaat houden omdat het huishouden minder tijd gaat kosten. Vrouwen kunnen zich nu bezig gaan houden met hun eigen ontwikkeling en hoeven niet meer alleen huisvrouw te zijn. Vraag 70: De makers van de internettentoonstelling zullen deze foto geschikt hebben gevonden voor hun tentoonstelling omdat de foto in bron 51 de begintijd van de gastarbeiders aangeeft. Ze wonen namelijk in een pension van een Nederlandse familie, zonder hun gezin. Hieruit blijkt dat hun verblijf nog als iets tijdelijks wordt gezien en dat is typerend voor het begin van de multiculturele samenleving.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | VWO | 2015
124