Trainingsboek Engels VMBO 2015
Beste leerling, Welkom op de examentraining Engels VMBO! Het woord examentraining zegt het al: trainen voor je examen. Tijdens deze training behandelen we de examenstof in blokken en oefenen we ermee. Daarnaast besteden we ook veel aandacht aan de vaardigheden voor je examen; je leert handigheidjes, krijgt uitleg over de meest voorkomende vragen en leert uit welke onderdelen een goed antwoord bestaat. Verder gaan we in op hoe je de stof het beste kunt aanpakken, hoe je verder komt als je het even niet meer weet en vooral ook hoe je zorgt dat je overzicht houdt. Naast de grote hoeveelheid informatie die je krijgt, ga je zelf ook aan de slag met examenvragen. Tijdens dit oefenen zijn er genoeg trainers beschikbaar om je verder te helpen, zodat je leert werken met de goede strategie om je examen aan te pakken. Hierbij is de manier van werken belangrijk, maar je kunt natuurlijk altijd inhoudelijke vragen stellen, ook over de onderdelen die niet klassikaal behandeld worden. De stof die behandeld wordt komt uit de syllabus, die te vinden is op www.examentraining.nl en de oefenvragen zijn gebaseerd op eerdere examenvragen. Ook de eerdere examens zijn te vinden op www.examentraining.nl . Voor iedere vraag zijn er uiteraard uitwerkingen beschikbaar, maar gebruik deze informatie naar eigen inzicht. Vergeet niet dat je op je examen ook geen uitwerkingen krijgt. Sommige vragen worden klassikaal besproken, andere vragen moet je zelf nakijken. Na de tips volgt het programma voor vandaag. We verwachten niet dat je alle opgaven binnen de tijd af krijgt, maar probeer steeds zo ver mogelijk te komen. Als je niet verder komt, vraag dan om hulp! Het doel van de training is immers te leren hoe je er wél uit kunt komen. En onthoud goed, nu hard werken scheelt je straks misschien een heel jaar hard werken… We wensen je heel veel succes vandaag en op je examen straks! Namens het team van de Nationale Examentraining, Eefke Meijer Hoofdcoördinator
Nationale Examentraining | Engels | VMBO | 2015
2
Tips en trics voor voorbereiden en tijdens je examens Examens voorbereiden Tip 1: Je bent al voor een belangrijk deel voorbereid. Laat je niet gek maken door uitspraken als “Nu komt het er op aan”. Het examen is een afsluiting van je hele schoolperiode. Je hebt er dus jaren naartoe gewerkt en hebt in die tijd genoeg kennis en kunde opgedaan om examen te kunnen doen. In al die jaren ben je nooit wakker geworden om vervolgens te ontdekken dat al je Engelse kennis was verdwenen. De beste garantie voor succes is voorbereiden, en dat is nu net wat je al die jaren op school hebt gedaan. Tip 2: Maak een planning voor de voorbereiding die je nog nodig hebt. Deze voorbereidingen bestaan uit twee onderdelen: leren en vragen oefenen. Als je hiermee aan de slag gaat, plan dan niet teveel studie-uren achter elkaar. Pauzes zijn noodzakelijk, maar zorg ervoor dat ze kort blijven, anders moet je iedere keer opnieuw opstarten. Wissel verschillende taken en vakken af, want op die manier kun je je beter concentreren. Wat je concentratie (en je planning) ook ten goede komt, is leren op vaste tijdstippen. Je hersenen zijn dan na een paar keer voorbereid op die specifieke activiteit op dat specifieke moment. Tip 3: Leer op verschillende manieren (lezen, schrijven, luisteren, zien en uitspreken) Alleen maar lezen in je boek verandert al snel naar staren in je boek zonder dat je nog wat opneemt. Wissel het lezen van de stof in je boek dus af met het schrijven van een samenvatting. Let op dat je in een samenvatting alleen belangrijke punten overneemt, zodat het ook echt een samenvatting wordt. Veel docenten hebben tegenwoordig een eigen youtube-kanaal. Maak daar gebruik van, want op die manier komt de stof nog beter binnen omdat je er naar hebt kunnen luisteren. Met mindmaps zorg je er voor dat je de stof voor je kunt zien en kunt overzien. Het werkt tot slot heel goed om de stof aan iemand uit te leggen die de stof minder goed beheerst dan jij. Door uit te spreken waar de stof over gaat merk je vanzelf waar je nog even in moet duiken en welke onderdelen je prima beheerst. Tip 4: Leer alsof je examens zit te maken Oefenen voor je examen bestaat natuurlijk ook uit het voorbereiden op de situatie zelf. Dit betekent dat je je leeromgeving zoveel mogelijk moet laten lijken op je examensituatie. Zorg dus voor zo min mogelijk afleiding (lees: leg je telefoon een uurtje weg), maak je tafel zo leeg mogelijk. Je traint op deze manier je hersenen om tijdens je echte examensituatie niet veel aandacht aan de omgeving (en het gemis van je telefoon) te hoeven besteden.
Nationale Examentraining | Engels | VMBO | 2015
3
Zorg voor jezelf! Tip 1: Verdiep je in ontspanningstechnieken Rust in je hoofd is van groot belang tijdens het leren. Sommigen weten dit prima uit zichzelf voor elkaar te krijgen, maar anderen kost dit wat meer moeite. Gelukkig zijn hier trucs voor, die we ontspanningsoefeningen noemen. Ademhalingsoefeningen kunnen al genoeg zijn maar ook yoga helpt je zeker om tot rust te komen. Voor deze ontspanningsoefeningen hoef je geen uren uit te trekken, 10 minuten is al voldoende. Sporten kan ook een goede ontspanningstechniek zijn, al kost dat natuurlijk meer tijd. Bijkomend voordeel is dan wel weer dat je beter kunt denken (en dus leren) als je fit bent. Tip 2: Vergeet niet te slapen Chinese en Amerikaanse onderzoekers hebben ontdekt waarom slapen goed is voor je geheugen. Tijdens je slaap worden er namelijk nieuwe synapsen opgebouwd. Dit zijn verbindingen tussen je hersencellen. Hoewel het onderzoek is uitgevoerd bij muizen, zeggen de onderzoekers dat ook stampende scholieren hier een les uit kunnen trekken: Langdurig onthouden lukt beter als je na het leren gaat slapen, in plaats van eindeloos door te blijven leren. Want, muizen die een uurtje leerden en daarna gingen slapen haalden betere resultaten dan muizen die drie uur trainden en daarna wakker gehouden werden. Tip3: Let op wat je eet Het onderzoek naar het verband tussen voeding en geheugen staat weliswaar nog in de kinderschoenen, toch zijn er al belangrijke, handige zaken uit naar voren gekomen. En waarom zou je daar geen gebruik van maken? Zo is het inmiddels duidelijk dat je hersenen veel energie nodig hebben in periodes van examens, dus ontbijt elke dag goed. Let dan wel op wat je eet, want brood, fruit en pinda’s leveren meer langdurige energie dan koekjes. Koffie, thee en sigaretten hebben geen positief effect op je geheugen, dus vermijd deze zaken zo veel mogelijk. En dan het examen zelf En dan is de dag gekomen. Je zit in de gymzaal, het ruikt een beetje vreemd, je voelt je een beetje vreemd. De docent of misschien zelfs wel de rector begint te gebaren en dan begint het uitdelen. Dan het grote moment: je mag beginnen. Tip 1: Blijf rustig en denk aan de strategieën die je hebt geleerd Wat doe je tijdens het examen? - Rustig alle vragen lezen - Niet blijven hangen bij een vraag waar je het antwoord niet op weet - Schrijf zoveel mogelijk op maar…. voorkom wel dat je onzinverhalen gaat schrijven. Dat kost uiteindelijk meer tijd dan dat het je aan punten gaat opleveren. - Noem precies het aantal antwoorden, de redenen, de argumenten, de voorbeelden die gevraagd worden. Schrijf je er meer, dan worden die niet meegerekend en dat is natuurlijk zonde van de tijd. - Vul bij meerkeuzevragen duidelijk maar één antwoord in. Verander je je antwoord, geef dit dan duidelijk aan.
Nationale Examentraining | Engels | VMBO | 2015
4
- Ga je niet haasten, ook al voel je tijdsdruk. Tussendoor even een mini-pauze nemen en je uitrekken is alleen maar goed voor je concentratie. En het helpt ook om stijve spieren te voorkomen. - Heb je tijd over? Controleer dan of je volledig antwoord hebt gegeven op álle vragen. Hoe saai het ook is, het is belangrijk, je kunt immers gemakkelijk per ongeluk een (onderdeel van een) vraag overslaan. Tip 2: Los een eventuele black-out op met afleiding Mocht je toch een black-out krijgen, bedenk dan dat je kennis echt niet verdwenen is. Krampachtig blijven nadenken versterkt de black-out alleen maar verder. Het beste is om even iets anders te gaan doen. Ga even naar de WC, rek je even uitgebreid uit. Als je goed bent voorbereid, zit de kennis in je hoofd en komt het vanzelf weer boven. En mocht het bij die ene vraag toch niet lukken, bedenk dan dat je niet alle vragen goed hoeft te hebben om toch gewoon je examen te halen.
Nationale Examentraining | Engels | VMBO | 2015
5
Programma Blok 1 Blok 2 Blok 3 Blok 4 Blok 5
Hoe pak je een tekst aan? Signaalwoorden Verschillende soorten vragen Gatenteksten Schrijfvaardigheid
Nationale Examentraining | Engels | VMBO | 2015
6
___________________________________ ___________________________________ Welkom op de examentraining Engels VWO
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Wat gaan we doen? Introductie examen Engels Blok 1 Stappenplan aanpak tekst Blok 2 Hoofdgedachte Blok 3 Vraagsoorten Blok 4 Moeilijke woorden Blok 5 Signaalwoorden Blok 6 Gatenteksten Blok 7 Deelexamen
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Afronding
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Inleiding examen Engels 1. Inhoud
___________________________________ ___________________________________
1. Waarom Engels? DOEL: In staat zijn om in een variatie aan tekstsoorten de hoofdgedachte te herkennen en de belangrijkste informatie eruit te halen.
___________________________________
3. Talenprobleem?
___________________________________
4. Benodigdheden
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Nationale Examentraining | Engels | VMBO | 2015
7
Blok 1 Stappenplan
___________________________________
Stap 1: Doorbladeren Stap 2: Eerste kennismaking tekst: Wie? Waar? Wanneer?
___________________________________
Stap 3: Tekstsoort bepalen: - Advertentie - Betoog - Recensie - Boekfragment - Ingezonden brief
___________________________________
Opdracht 1: Welke tekstsoort?
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Blok 2 Hoofdgedachte Hoofdgedachte: Het belangrijkste argument in één zin verwoord Stap 1: Oriënteren op de tekst. Bekijk: • Titel • Kopjes • Afbeeldingen • Inleiding • Conclusie Verbind al die elementen met elkaar en beschrijf in het kort waar de tekst over zou kunnen gaan. Stap 2: Voorkennis activeren. Waar zou het hier over kunnen gaan en wat weet jij al over het onderwerp?
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Blok 3 Vraagsoorten Het doel van verschillende soorten vragen: controleren of je verschillende leesvaardigheden kan toepassen Bijvoorbeeld: 1) 2) 3) 4)
Relevante informatie vinden Hoofdgedachte achterhalen Mening auteur weergeven Toon van tekst achterhalen
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Nationale Examentraining | Engels | VMBO | 2015
8
Blok 3 Vraagsoorten Open Vragen • Welke stelling/mening horen bij welke persoon? • Wat wordt er bedoeld met woord/zinsgedeelte • Citeer zinsgedeelte • Vat antwoord kort samen TIPS! 1. Beknopt 2. In het Nederlands waar dat moet. Meerkeuzevragen + tips 1. Hoofdgedachte bepalen 2. Lees vraag, vertaal waar nodig 3. Positief/negatief 4. Onderstreep/omcirkel 5. Kies algemene antwoord 6. Tegenstelling?
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Blok 4 Moeilijke woorden
___________________________________
1. Stappenplan betekenis afleiden • • • • •
Doorlezen Komt het bekend voor? Reorganized Wat is de context van het woord? Shooed, hats, shirts and slacks? Woorddelen overreacting Spreek het uit
___________________________________ ___________________________________
2. Woordenboek gebruiken tips 1. Samengestelde woorden: unexperienced 2. Werkwoorden vervoegen : thought 3. Spreekwoorden, gezegdes, uitdrukkingen ‘raining cats and dogs’
___________________________________
Uit het hoofd leren, bijvoorbeeld signaalwoorden
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Blok 5 Signaalwoorden Geven de structuur van een tekst en de verbanden tussen tekstgedeeltes aan. Bijvoorbeeld:
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Tegenstelling (bijv. contrary to, nevertheless) Reden, verklaring (bijv. because, therefore) Relativering (bijv. in fact, surely…but) Opsomming (bijv. firstly, secondly) Samenvatting of conlusie (bijv. to summarize, in short) Vergelijking (bijv. similarly, as well as) Oorzaak-gevolg relatie (bijv. hence) Gradatie (iets komt in meer of mindere mate voor, bijvoorbeeld to a certain degree)
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Nationale Examentraining | Engels | VMBO | 2015
9
Blok 6 Gatentekst
___________________________________
Stappenplan
___________________________________
1) Lees de antwoorden 2) Lees de alinea/zin voorafgaand aan het gat 3) Lees de alinea met het gat er in 4) Let op de signaalwoorden 5) Tegenstelling? a. Afgrijslijk b .Energiek c. Beangstigend d. Vermoeiend
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Blok 7 Oefenexamen
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Actief Lezen 1. Gebruik kleuren 2. Gebruik je fantasie 3. Afgeleid worden is niet erg 4. Zet op papier wat er in je hoofd zit 5. Let op je leeshouding
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Nationale Examentraining | Engels | VMBO | 2015
10
Afronding en Evaluatie
___________________________________ ___________________________________
• Leerdoelen? • Woordenlijst
___________________________________
• Dagevaluatie
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Evaluatie
___________________________________ ___________________________________
Laat ons weten wat je van de training vond: www.examentraining.nl/evaluatie
Enthousiast na deze training? Kijk op www.examentraining.nl voor al je andere vakken
___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
Nationale Examentraining | Engels | VMBO | 2015
11
Introductie Het examen Engels Voor het Centraal Examen Engels krijg je 2 uur de tijd. Het examen bestaat uit een leesgedeelte en een schrijfgedeelte. De bedoeling is dat je bij het lezen begrijpt wat de schrijver wil overbrengen. Er kunnen verschillende tekstsoorten op het examen voorkomen. Daarnaast moet je een brief kunnen schrijven. Dat is om te controleren of jij in staat bent om een brief te schrijven in het Engels. Het zou in de toekomst wel eens voor kunnen komen dat je deze vaardigheden toe moet passen.
Het leesgedeelte bestaat uit tien tot vijftien korte, middellange en lange teksten. Dit kunnen allerlei soorten teksten zijn, zoals advertenties, krantenartikelen, brieven, enquêtes, folders, ingezonden brieven, interviews en boekbesprekingen. Over deze teksten worden in totaal ongeveer dertig vragen gesteld. Dit kunnen open- of meerkeuzevragen zijn. De meeste vragen leveren één punt op, maar sommige open vragen leveren er twee op.
Toegestane hulpmiddelen
Woordenboek EN-NE Woordenboek NE-EN Woordenboek NE-NE Schrijfmaterialen Pen Gum Kleurpotloden
Nationale Examentraining | Engels | VMBO | 2015
12
Tips
Tijdgebruik - Houd goed de tijd in de gaten. Wanneer je op de helft van je tijd zit, moet je ook ongeveer de helft van de vragen beantwoord hebben. Oefen thuis met een kookwekker. - Probeer tijdens het oefenen te ontdekken waar jij het meeste moeite mee hebt. Is dit schrijfvaardigheid of juist leesvaardigheid? Houd hiermee rekening bij de tijdsindeling. - Blijf niet te lang hangen bij een vraag waar je niet uit komt. Vul iets in, zet er een sterretje bij, ga door met de rest van het examen en kom er later op terug. De opgaven hoeven niet op volgorde gemaakt te worden. Als je weet dat de kans groot is dat je in tijdsnood gaat komen is het verstandig om eerst de teksten te maken die je makkelijk afgaan. - Als je twijfelt aan een antwoord, streep je dit antwoord pas door wanneer je een ander antwoord weet. Bij open vragen waar je meerdere punten voor kunt krijgen geldt: een gedeelte van het antwoord levert ook punten op, beter iets dan niets.
Handige links Als je graag op een meer informele manier aan de slag wilt met je leesvaardigheid Engels kun je een website bekijken. Zo verbeter je niet alleen je leesvaardigheid, maar ook je algemene kennis van Engelstalige landen. Bovendien worden examenteksten regelmatig gehaald uit kranten en opiniebladen.
-
-
Websites van kranten, zoals: o The Daily mail www.dailymail.co.uk o CNN www.cnn.com o The Guardian www.guardian.co.uk Websites van Engelstalige tijdschriften, zoals: Van opiniebladen: o o
Huffington Post www.huffingtonpost.com Time magazine www.time.com Van specialistische bladen:
Op www.examenblad.nl kun je alle oude eindexamens vinden. Deze kun je gebruiken om extra mee te oefenen.
Nationale Examentraining | Engels | VMBO | 2015
13
Blok 1 Hoe pak je een tekst aan? Stap 1 Tekstsoort?
Het leesgedeelte bestaat uit tien tot vijftien korte, middellange en lange teksten. Dit kunnen allerlei soorten teksten zijn, zoals advertenties, krantenartikelen, brieven, enquêtes, folders, ingezonden brieven, interviews en boekbesprekingen. De allereerste stap is dat je herkent wat voor soort tekst het is.
Artikel uit krant of tijdschrift: een artikel heeft als doel om de lezer te informeren over een bepaald onderwerp. Het zijn dus informatieve artikelen uit kranten en tijdschriften. Verschillende standpunten over dit onderwerp worden belicht. Recensies: de schrijver geeft commentaar op één of meerdere dingen, in de meeste gevallen films of boeken. De toon van de tekst kan per recensie verschillen. Als bijvoorbeeld drie boeken worden besproken kan er één heel positief zijn en twee negatief. Vaak heeft een recensie een conclusie waarin de mening van de schrijver nog even samengevat wordt. Fragment uit een boek: hierbij is er geen ‘normale’ indeling van inleiding, midden en slot. Ook is er meestal geen titel of illustratie waar je de inhoud van de tekst uit af kunt leiden. Het gaat bij deze teksten meestal niet om feiten en er zullen meestal geen argumenten gegeven worden voor of tegen iets. Belangrijk is dat je begrijpt wat voor personages er in het verhaal voorkomen, hun relatie en wat je uit dat stuk kunt afleiden over de inhoud van het boek. Advertenties: in dit type tekst probeert men iets aan te prijzen met als doel de consument een product of dienst te laten kopen. Het zijn korte teksten met een afbeelding en een pakkende titel. Brief: een brief is altijd geadresseerd aan iemand. Op het examen gaat het vaak om ingezonden brieven. Hierbij heeft iemand een brief geschreven naar bijvoorbeeld een krant om te reageren op een eerder artikel of interview. De toon kan per brief verschillen maar is normaal gesproken óf erg positief óf erg negatief.
Nationale Examentraining | Engels | VMBO | 2015
14
Opdracht 1 Bekijk de volgende teksten en bepaal wat voor tekstsoort dit is.
Tekstsoort tekst 1___________________________________________________________
Nationale Examentraining | Engels | VMBO | 2015
15
Tekstsoort tekst 2___________________________________________________
Nationale Examentraining | Engels | VMBO | 2015
16
Tekstsoort tekst 3 ____________________________________________________
Nationale Examentraining | Engels | VMBO | 2015
17
Tekstsoort tekst 4 __________________________________________
Nationale Examentraining | Engels | VMBO | 2015
18
Tekstsoort tekst 5 _____________________________________________________
Nationale Examentraining | Engels | VMBO | 2015
19
Stap 2 Hoofdgedachte bepalen In andere woorden: wat is het belangrijkste onderwerp/boodschap van de tekst?
De hoofdgedachte van één of meerdere alinea’s kan in één zin worden opgeschreven. Hiervoor kun je de belangrijkste zin uit het tekstgedeelte citeren. De belangrijkste zin (de kernzin) van een alinea staat op een belangrijke plaats: de eerste of laatste zin van de alinea. Op het examen kan er gevraagd worden naar de hoofdgedachte van de tekst of van een aantal alinea’s.
Een vraag naar de hoofdgedachte van de hele tekst wordt vaak in de vorm van een meerkeuzevraag gesteld. Let daarbij op de volgende dingen:
Bij het bepalen van de hoofdgedachte van een tekst kijk je naar de tekstkenmerken: de titel, inleiding, tussenkopjes, slot en illustratie. Hiermee kun je veel te weten komen over de toon van de tekst. Is de titel bijvoorbeeld positief of negatief? Is de illustratie sarcastisch bedoeld? Onderstreep de kernzinnen en bepaal kort voor jezelf wat het belangrijkste uit de tekst is. Streep alle voorbeelden, opsommingen en citaten weg. De belangrijkste informatie van een tekst wordt vaak herhaald of samengevat in de conclusie. Als je tussen twee antwoorden twijfelt, kijk dan naar wat er in de conclusie staat en kies het antwoord dat hier het beste bij aansluit.
De toon van een tekst Welk gevoel wil de auteur overbrengen?
Zoals eerder besproken zijn er verschillende soorten teksten. Informatieve teksten zijn objectief en daarbij zal de auteur geen specifiek gevoel willen overbrengen aan de lezer. Bij de andere soorten teksten is dit wel het geval. De toon van de tekst goed kunnen bepalen zal je helpen tijdens het maken van je examen. Doordat je weet of de auteur positief of negatief over een onderwerp denkt vallen er meteen antwoorden af bij de meerkeuzevragen. Hier zullen we later op terugkomen.
Nationale Examentraining | Engels | VMBO | 2015
20
Opdracht 2 Kijk naar de volgende teksten en probeer daar de hoofdgedachte uit te halen. Wat is de belangrijkste boodschap?
Hoofdgedachte _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________
Nationale Examentraining | Engels | VMBO | 2015
21
Nationale Examentraining | Engels | VMBO | 2015
22
Hoofdgedachte ___________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________
Nationale Examentraining | Engels | VMBO | 2015
23
Hoofdgedachte ___________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________
Nationale Examentraining | Engels | VMBO | 2015
24
Hoofdgedachte ___________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _____________________________________________________
Nationale Examentraining | Engels | VMBO | 2015
25
Stap 3 Lees de vraag -
Zorg ervoor dat je alle woorden uit de vraag snapt als deze in het Engels is. Zoek de woorden uit de vraag (en de antwoorden) dus op als je ze niet kent! Vaak kun je onderscheid maken tussen positieve (+) en negatieve (-) antwoorden. Zet een plusje of een minnetje voor het antwoord. -
-
-
-
-
Onderstreep de woorden uit de tekst waar de vraag over gaat. Als de vraag over een hele alinea gaat zet dan een streepje voor de regels zodat je weet waar je naar het antwoord moet zoeken. Is de tekst positief of negatief? Hierdoor kun je vaak al meerdere antwoorden wegstrepen. Ga terug naar de vraag en bekijk per overgebleven antwoord of je die woorden of het idee/gevoel dat in het antwoord verwoord wordt uit de tekst kunt halen. Is dit niet het geval, streep het antwoord door. Vaak hou je hierna nog twee antwoorden over. Een goed antwoord en een antwoord dat bijna goed is. Lees deze antwoorden nog een keer goed door en onderstreep de belangrijkste woorden in de antwoorden. Komen deze woorden letterlijk of in een iets andere bewoording terug in de tekst? Hoe meer woorden je terug kunt vinden in de tekst, hoe beter. Het goede antwoord is altijd het antwoord dat het meeste overeenkomt met de grote lijn van het verhaal. Houd deze dus altijd in je achterhoofd! Als je twee antwoorden overhoudt die allebei goed zouden kunnen zijn kies dan altijd het meest algemene antwoord dat het meest overeenkomt met de hoofdgedachte van de tekst. Als je naar de volgende vraag gaat, lees dan het hele stuk tekst tussen de vorige vraag en de nieuwe vraag. Als een vraag over de laatste zin van een alinea gaat, lees dan ook altijd de eerste zin van de volgende alinea. Gaat een vraag over de eerste zin van een alinea, lees dan ook nog even terug naar einde van de vorige alinea.
TIP: Voor het beantwoorden van de vragen is het niet belangrijk wat jij vindt. Alle antwoorden staan in de tekst! Lees de tekst dan ook zorgvuldig en vul de tekst niet aan met je eigen ideeën over een onderwerp. Antwoorden op open vragen moeten dan ook altijd beginnen met ‘in de tekst staat…’en niet ‘ik denk’ of ‘ik vind’.
Nationale Examentraining | Engels | VMBO | 2015
26
Opdracht 3 Pas alle stappen toe bij de volgende teksten.
Nationale Examentraining | Engels | VMBO | 2015
27
Nationale Examentraining | Engels | VMBO | 2015
28
Nationale Examentraining | Engels | VMBO | 2015
29
Nationale Examentraining | Engels | VMBO | 2015
30
Nationale Examentraining | Engels | VMBO | 2015
31
Stap 4 Woordenboekgebruik Natuurlijk zal je niet alle woorden in een tekst begrijpen. Daarom kan het handig zijn om je woordenboek te gebruiken. Tijdens het examen mag je die zo veel gebruiken als je zelf wilt maar dat betekent niet dat het altijd slim is om het te doen. Soms zoek je veel te veel woorden op en dan ben je er veel te veel tijd aan kwijt. Die tijd wil je liever ergens anders aan besteden. Dus zoek alleen de woorden op die echt nodig zijn. Denk daarbij aan de volgende punten: -
-
-
Probeer de betekenis van het woord te achterhalen. Wanneer je een woord niet kent, onderstreep het dan en probeer de algemene lijn te begrijpen. Je kunt dit woord dan later nog opzoeken, als je gedetailleerder gaat lezen, mocht dit nodig zijn. Herleid werkwoordsvormen altijd terug naar het hele werkwoord, dat is namelijk het enige wat je in je woordenboek zult vinden. Wanneer je school het toestaat kun je je woordenboek labellen door post-its bij elke letter te plakken. Zo kun je direct bij de juiste letter komen zonder er naar te hoeven zoeken. Sommige woorden worden vaker op het examen gebruikt. Het zou zonde zijn als je die zou moeten opzoeken. Het is dus handig om die uit je hoofd te leren. Denk aan signaalwoorden of veelvoorkomende vraagvormen!
Nationale Examentraining | Engels | VMBO | 2015
32
Opdracht Woordenboek
Wat zouden de cursieve woorden kunnen betekenen? Gebruik een woordenboek wanneer het nodig is.
1. My husband has become a very keen runner over the past 12 months and now wants to take part in this year’s New York Marathon.
__________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________
2. The handsom Pulsar watch from the Seiko Corporation features kinetic technology that transforms movement into electricity which is then stored and used to power the watch.
__________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________
3. A British woman has launched a court challenge to become the legal guardian of a 160lb cimpanzee in a test case that could confer basic rights on apes across Europe.
__________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________
Nationale Examentraining | Engels | VMBO | 2015
33
Blok 2 Signaalwoorden Signaalwoorden zijn woorden of woordgroepen waarmee een verband wordt aangegeven tussen twee alinea’s of twee zinnen. Deze woorden zijn erg belangrijk om te bepalen of er een conclusie volgt, een tegenstelling, een voorbeeld etc. Leer deze woorden dus uit je hoofd, ze komen erg vaak voor!
Voorbeelden van signaalwoorden zijn:
Opsomming and
en
besides
bovendien
firstly, secondly etc.
in de eerste, tweede plaats enz
lastly
in de laatste plaats
moreover
bovendien
Verklaring as
daar, omdat
because
omdat
for
want
therefore
daarom
Relativering actually
eigenlijk
as a matter of fact
eigenlijk
in fact
in feite
Conclusie after all
per slot van rekening
in conclusion
concluderend
Nationale Examentraining | Engels | VMBO | 2015
34
in short
kortom
so
dus
summing up
samenvattend
Tegenstelling although
hoewel
but
maar
contrary to
in tegenstelling tot
on the one hand...
Aan de ene kant
on the other hand
aan de andere kant
however
echter
instead (of)
in plaats (daar) van
though
hoewel / echter
yet
echter, toch
unless
tenzij, behalve, zonder dat
provided that
op voorwaarde dat, mits (alleen) indien
Oefening 1 Onderstreep de signaalwoorden in de volgende oefening. Welk verband geven ze aan?
Nationale Examentraining | Engels | VMBO | 2015
35
Nationale Examentraining | Engels | VMBO | 2015
36
Blok 3 Vraagsoorten 1. Open vragen Open vragen worden in het Nederlands gesteld en moeten ook in het Nederlands beantwoord worden. Er zijn verschillende soorten open vragen die gesteld worden.
Waarom….? Dit vraagt naar een oorzaak. Hierbij ga je op zoek naar signaalwoorden in de tekst die een oorzaak aangeven (because, as, therefore, etc.)
Komen de volgende elementen wel of niet voor in de tekst? Hierbij moet je de genoemde elementen goed doorlezen! Vaak zit het goede antwoord in een detail (bv. er staat niet terwijl het wel moet zijn). Ook worden dingen soms geïmpliceerd in de tekst maar niet uitdrukkelijk gezegd. In dat geval komt het element dus niet voor in de tekst. Ook hiervoor geldt: kijk alleen wat letterlijk in de tekst staat!
Zijn de volgende beweringen wel/niet waar of positief/negatief? Ook hiervoor geldt dat het goede antwoord vaak in een detail zit. Onderstreep in de tekst waar je het antwoord gevonden denkt te hebben en lees dit zorgvuldig door. Als je hierin een woord niet begrijpt, zoek het op! Dit kan het verschil maken tussen of iets wel of niet waar is. Houd ook hierbij altijd de grote lijn van het verhaal in gedachten.
Citeer vragen Citeren betekent dat je een zin (of zinsgedeelte) overneemt uit een tekst. Dit kan één woord zijn maar het kan ook een zinsgedeelte zijn of meerdere zinnen uit de tekst. Wat je precies moet zoeken staat altijd in de vraag. Wanneer citeren van je gevraagd wordt, mag je heel de zin overnemen maar als het een lange zin is kies je het eerste woord en het laatste woord van de zin en zet je drie puntjes tussen haakjes tussen die twee woorden: Bijvoorbeeld :“For(…) yesterday.”
Tips:
Schrijf je antwoord beknopt op ! Geef je antwoord in het Nederlands, tenzij er uitdrukkelijk om een citaat gevraagd wordt. Als hier niet uitdrukkelijk om gevraagd wordt en je gebruikt toch Engelse tekst/woorden in je antwoord wordt dit fout gerekend. Lees de vraag goed! Wat voor antwoord wordt er verwacht? Dit kan een woord, een beknopt antwoord of juist een hele zin zijn. Als je antwoord hier niet aan voldoet wordt het fout gerekend. 2. Meerkeuzevragen
De meeste vragen in het examen zijn meerkeuzevragen. Hierbij staan zowel de vraag als het antwoorden in het Engels genoteerd.
Nationale Examentraining | Engels | VMBO | 2015
37
Hierbij volg je de stappen die eerder in het programma besproken zijn. In het kort nog een keer: 1. Bepaal de grote lijn van de tekst d.m.v. de titel, het plaatje en de introductie. 2. Lees de vraag, zoek woorden die je niet kent uit zowel de vraag als de antwoorden op. 3. Maak onderscheid tussen positieve (+) en negatieve (-) antwoorden. 4. Onderstreep het stuk tekst waar het antwoord in moet staan. 5. Is dit stuk tekst positief of negatief? Streep de antwoorden die hier niet mee overeen komen weg. 6. Kies tussen de twee overgebleven antwoorden. Ga na hoe vaak de woorden uit het antwoord voorkomen in de tekst, of alle elementen uit het antwoord kloppen en of de antwoorden passen in de grote lijn van de tekst.
Bij twijfel, kies altijd het meest algemene antwoord.
Nationale Examentraining | Engels | VMBO | 2015
38
Opdrachten vraagsoorten
Nationale Examentraining | Engels | VMBO | 2015
39
Nationale Examentraining | Engels | VMBO | 2015
40
Nationale Examentraining | Engels | VMBO | 2015
41
Nationale Examentraining | Engels | VMBO | 2015
42
Nationale Examentraining | Engels | VMBO | 2015
43
Nationale Examentraining | Engels | VMBO | 2015
44
Blok 4 Gatenteksten Gaten kunnen op verschillende plaatsen in de zin voorkomen. De gaten aan het begin van de zin zijn vaak het lastigst. Hier moet vaak een signaalwoord ingevuld worden. Zoals eerder besproken geven signaalwoorden het verband aan tussen de vorige alinea/zin en de alinea/zin die begint met het gat. Volg hiervoor het volgende stappenplan: 1. Bekijk de antwoorden. Schrijf achter elk antwoord wat voor verband dit signaalwoord aangeeft (bv een tegenstelling of een opsomming). 2. Lees de alinea/zin voorafgaand aan het gat. Waar gaat het hier over? Is dit iets positiefs of negatiefs? Schrijf dit als je dat fijn vindt voor jezelf even op. 3. Lees de alinea met het gat erin. Belangrijk is dat je de hele alinea doorleest zodat je een goed idee hebt van wat er gezegd wordt. Waar gaat dit stuk over? Vergelijk dit dan met je antwoord op stap 1. Is dit bijvoorbeeld een uitbreiding op wat er in het vorige stuk verteld werd, een tegenstelling of een vergelijking? Als je dit weet kun je het signaalwoord kiezen dat bij dit verband past.
Voor gaten op andere plaatsen in de zin volg dit stappenplan: 1. Bekijk de antwoorden. Schrijf achter elk antwoord of dit een positief of negatief antwoord is (waar van toepassing). 2. Lees de tekst tot één zin na het gat (daar staat vaak het goede antwoord). Waar mogelijk streep antwoorden weg op basis van positief/negatief. 3. Let op de signaalwoorden! Hierdoor kan de tekst net een andere richting in gaan dan je zou denken. 4. Is een van de antwoorden letterlijk of in andere woorden in de tekst terug te vinden? Kies dan dit antwoord. 5. Als er een tegenstelling in de antwoordmogelijkheden zit moet je hier tussen kiezen! a. Bank b. hoog c. mooi d. laag Als je het na deze stappen nog steeds niet zeker weet, kies dan altijd het antwoord dat het best binnen de grote lijn van het verhaal past.
Nationale Examentraining | Engels | VMBO | 2015
45
Opdracht gatenteksten
Nationale Examentraining | Engels | VMBO | 2015
46
Nationale Examentraining | Engels | VMBO | 2015
47
Nationale Examentraining | Engels | VMBO | 2015
48
Nationale Examentraining | Engels | VMBO | 2015
49
Nationale Examentraining | Engels | VMBO | 2015
50
Nationale Examentraining | Engels | VMBO | 2015
51
Nationale Examentraining | Engels | VMBO | 2015
52
Nationale Examentraining | Engels | VMBO | 2015
53
Blok 5: Brief Schrijven Er zijn twee soorten brieven namelijk de formele (zakelijk) en de informele brief (persoonlijk). Die verschillen nog wel eens wat betreft inhoud en taalgebruik.
Formele brief 1. Eigen adres. Bovenaan zet je je eigen adres en daar zet je NIET je naam boven. Dus je begint met je straatnaam en huisnummer. Op de volgende regel zet je de postcode en de plaatsnaam. Op de laatste regel zet je het land namelijk: The Netherlands. Voorbeeld: Heidestraat 67 8097 OL Barneveld The Netherlands 2. Het adres van de geadresseerde. Het adres waar je de brief naar toe moet sturen is meestal gegeven. Zorg er dus voor dat je dit goed overschrijft en hier geen spellingsfouten in maakt en dat je de volgorde niet wijzigt. Adressen worden in het Engels anders genoteerd dan in het Nederlands. In het Engels vertel je eerst op welk nummer je woont voordat je vertelt op welk adres je woont. Daarnaast vermeld je eerst de stad/dorp waar je woont en dan de postcode Voorbeeld: London Study Institution, 12 Syruplane London SV1 1BB United Kingdom 3. De datum De datum komt na je eigen adres of na het adres van de geadresseerde. Zorg voor een witte regel tussen het adres en de datum. Let op de volgende punten: -
Zorg ervoor dat de maand met een hoofdletter geschreven wordt Kort de datum niet af naar 11-5-14 want dit betekent in het Amerikaans Engels iets ander dan bij ons. Bekijk de onderstaande voorbeelden maar: o Nederlands 11-5-14 = 11 Mei o Amerikaans 11-5-14 = 5 November Dit zorgt dus voor onnodige verwarring. Schijf de maand uit, dan weet je zeker dat het goed gaat.
Nationale Examentraining | Engels | VMBO | 2015
54
4. Aanhef en afsluiting De manier waarop je je brief begint bepaald ook hoe je je brief eindigt. Leer deze dus als koppels uit je hoofd Wanneer je niet weet aan wie je schijft: Dear Sir/Madam
Yours Faithfully
Wanneer je de naam van de persoon aan wie je schrijft weet: Dear Mr Richardssons
Yours sincerely
Wanneer je weet dat je aan een vrouw schrijft zijn er drie dingen waar je op moet letten: 1. Is ze getrouwd: gebruik Mrs 2. Is ze ongetrouwd: gebruik Miss 3. Weet je het niet: gebruik Ms 5. Handige zinnen en informatie Vaak wordt er gevraagd te vertellen dat je school hebt afgerond. Gebruik hiervoor dan de volgende zin: - I have finished/completed my Lower General Secondary Education - I have finished/completed my studies Vaak moet je in de brief aangeven dat je snel iets hoopt te horen van de organisatie. De volgende zinnen zijn handig om te leren: - I look forward to your letter - I look forward to hearing from you - I hope to hear from you soon In formele brieven mag je geen woorden verkorten. “I’m“ and “don’t” moet je voluit schijven. Dus, “I am” en “do not “.
Nationale Examentraining | Engels | VMBO | 2015
55
Voorbeeld formele brief Straatnaam, Postcode en woonplaats, The Netherlands
London Study Institution, 12 Syruplane London SV1 1BB United Kingdom
27 December 2013
Dear Sir/Madam, I read your article called ‘London study’ published in November 2013 in the Dutch Newspaper NRC Handelsblad. In this you asked for people to work on a research that is currently going on in the United Kingdom. I can tell you that I am very interested in participating in this research. I am a 16-year-old Dutch boy and I am in the fourth year of secondary school and hope to pass my exam in a few months. I do not have any plans for the summer holidays. That is why I am looking for a job from July 3 rd till September 2nd.
The reason I would like to apply for this job is because I want to participate in a research that tries to find a way to help people from struggling with diabetes. We all know this decease is not necessary and the cure is mostly to be found in nutritional changes. However, it is a decease that is becoming too common and something needs to be done. In case you decide to invite me as a participant for your research, I would like to receive some information as to what is expected of me and if you maybe know accommodation options in the area. I hope I will receive your answer soon. Yours faithfully,
Je naam
Nationale Examentraining | Engels | VMBO | 2015
56
Informele brief Voor de informele brief gelden iets andere regels. Je start de brief met: 1. Je eigen adres (zonder je naam) 2. Datum (manier van noteren is hetzelfde) 3. Aanhef Je schrijft dus niet het adres op van de persoon aan wie je schrijft. Ook mag je in een informele brief wel verkorten. Dus i.p.v. “I am” mag je ook “I’m” schrijven.
1. Aanhef Je kunt kiezen voor dear, hello, of gewoon hi + de naam van de persoon aan wie je schrijft. Voorbeeld: Hi/Dear/Hello Kristina,
2. Afsluiting De afsluiting is minder zakelijk dan bij een formele brief. Je kunt kiezen uit “bye, love, best wishes”. “lots of love” kan alleen maar bij hele goede vrienden en familie dus probeer die te vermijden.
3. Nuttige zinnen Ook in informele brieven eindig je vaak met de vraag dat je snel iets van die persoon hoop te horen. Leer ook deze gewoon maar uit je hoofd: 1. Please write (me) soon. 2. I look forward to your letter 3. Hope to hear from you soon. 4. Veel gemaakte fouten To of too -
To gebruik je als je een heel werkwoord wilt aanduiden “to eat” of als voorzetsel om te zeggen dat je ergens naartoe gaat: “ I am going to the cinema”
-
Too gebruik je om aan te geven dat iets te is: Ze is te dik “She is too fat”
Nationale Examentraining | Engels | VMBO | 2015
57
Hoofdletters -
Dagen van de week/maand schrijf je ALTIJD met een hoofdletter
-
“Ik” in het Engels, dus “I”, schrijf je ALTIJD met een hoofd letter
-
A gebruik je voor zerlfstandig naamwoord dat in de uitspraak begint met een medeklinker. Dus “a clock”, “a table” en “a house”. Maar bijvoorbeeld “university” begint in de spelling met een u, maar krijgt wel a omdat je eigenlijk “Juniversity” zegt.
-
An gebruik je voor woorden die in de uitspraak beginnen met een klinker. Dus “an apple”, “an orange”. Maar hour begint wel met een h, maar je zegt de h niet, dus je gebruik “an hour”.
A/an
There/their/they’re -
There betekent DAAR
-
Their is het beziittelijk voornaamwoord bij they (their bike, their house)
-
They’re is de samentrekking van “they are” en betekent “zij zijn”
This/that en these/those - This gebruik je als aanwijzend voornaamwoord voor iets dat dichtbij is (dit boek: this book). Je gebruikt het in enkelvoud.
- That gebuik je als aanwijzend voornaamwoord voor iets dat ver weg is (dat boek: that book). Je gebruikt that alleen in het enkelvoud
- These gebruik je voor DINGEN die dichtbij zijn (deze boeken: these books) Je gebruikt het niet in het meervoud.
- Those gebruik je voor DINGEN die ver weg zijn (die boeken: those books). Je gebruik het dus in het meervoud.
Nationale Examentraining | Engels | VMBO | 2015
58
Voorbeeld informele brief Straatnaam, Postcode en woonplaats, The Netherlands
27 December 2013
Hello Christina,
Thanks for your letter. Sorry I haven't written you back, I have been really busy. I'm doing absolutely great. How are you now?
In your letter you didn't mention anything about the Fruit Festival but I heard Dr. Graham and Durian Rider had a big discussion about what they should eat? That sounds so silly! Can you tell me a little bit more about what happened? I am so curious. Anyways, I hope everything is oké by now.
Hope to hear from you soon!
Je naam
Nationale Examentraining | Engels | VMBO | 2015
59
Opdracht schrijfvaardigheid
Nationale Examentraining | Engels | VMBO | 2015
60
Nationale Examentraining | Engels | VMBO | 2015
61
Nationale Examentraining | Engels | VMBO | 2015
62
Opdracht Schrijfvaardigheid 2
Nationale Examentraining | Engels | VMBO | 2015
63
Nationale Examentraining | Engels | VMBO | 2015
64
Nationale Examentraining | Engels | VMBO | 2015
65
Je eigen woordenlijst Welke woorden heb jij op moeten zoeken? Schrijf ze hier op! Dan heb je aan het eind van de dag je eigen woordenlijst die je kunt gebruiken bij de voorbereiding op je examen.
Engels
Nationale Examentraining | Engels | VMBO | 2015
Nederlands
66