Auteur Bernard Tilleman Hoogleraar KULeuven
Onderwerp Gerechtelijk sekwester over aandelen van een vennootschap
Datum .
Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van dit document onderworpen kan zijn aan rechten van intellectuele eigendom, die toebehoren aan bepaalde betrokkenen, en dat er u geen recht wordt verleend op die desbetreffende rechten. M&D Seminars wil u met dit document de nodige informatie verstrekken, zonder dat de in dit document vervatte informatie bedoeld kan worden als een advies. Bijgevolg geeft M& D Seminars geen garanties dat de informatie die dit document bevat, foutloos is, zodat u dit document en de inhoud ervan op eigen risico gebruikt. M&D Seminars, noch enige van haar directieleden, aandeelhouders of bedienden zijn aansprakelijk voor bijzondere, indirecte, bijkomstige, afgeleide of bestraffende schade, noch voor enig ander nadeel van welke aard ook betreffende het gebruik van dit document en van haar inhoud.
© M&D Seminars - 1 maart 2002
M&D CONSULT BVBA HUBERT-FRERE-ORBANLAAN 47 – 9000 GENT TEL 09/224 31 46 – FAX 09/225 32 17 – E-mail:
[email protected] – www.mdseminars.be
INHOUDSTABEL A. GEVALLEN WAARIN EEN SEKWESTER KAN WORDEN AANGESTELD OVER AANDELEN ...................................... 2 1. Eigendomsbetwistingen met betrekking tot aandelen ............................................................................... 2 2. Beslag op aandelen ................................................................................................................................... 5 3. Betwisting van de geldigheid van een kapitaalverhoging ......................................................................... 6 B. WENSELIJKHEID VAN DE AANSTELLING .......................................................................................................... 7 C. BEVOEGDHEID VAN DE SEKWESTER ............................................................................................................... 7 D. BEVOEGDE RECHTBANK............................................................................................................................... 13
Gerechtelijk sekwester over aandelen van een vennootschap A. Gevallen waarin een sekwester kan worden aangesteld over aandelen 1. Eigendomsbetwistingen met betrekking tot aandelen Een sekwester kan worden aangesteld over de aandelen van een vennootschap, indien het eigendomsrecht ervan betwist wordt. De eigendomsbetwisting dient een ernstig karakter te hebben. Aldus werd een vennootschap en de raad van bestuur gedagvaard tot bijeenroeping van een buitengewone algemene vergadering door de houder van 1/5 van de aandelen. De gedagvaarde vennootschap stelde hierop voor om een sekwester aan te stellen over de door de eiser te deponeren aandelen, teneinde die te inventariseren. Deze vordering werd afgewezen, omdat de voorafgaandelijke deponering niet voorgeschreven was in de statuten, het eigendomsrecht niet ernstig betwist kon worden en het bezit van aandelen volstaat om de bijeenroeping van een alge1 mene vergadering uit te lokken . Om de ernst van een eigendomsbetwisting vast te stellen, zal men peilen of de aanspraken van de personen die de sekwestratie van de aandelen vorderen ogenschijnlijk gegrond zijn. Aldus vorderde een schenker de aanstelling van een sekwester over de quasi-totaliteit van de aandelen van een vennootschap. die hij vroeger aan verweerder had geschonken. Het Hof van Beroep vernietigde de aanstelling van een sekwester vermits de eigendomsaanspraken van eiser ogenschijnlijk ongegrond waren. Het Hof overwoog daarbij dat de eiser een strafrechtelijke klacht had neergelegd tegen verweerder omdat hij het eigendomsrecht van de aandelen niet had aangegeven bij de inventaris voor de echtscheiding op grond van onderlinge toestemming. 2 Hierdoor gaf eiser volgens het Hof impliciet toe dat de aandelen aan verweerder toebehoorden . De eigendomsbetwistingen met betrekking tot vennootschapsaandelen vloeien voornamelijk 3 voort uit de betwisting van de geldigheid van een vrijwillige overdracht van aandelen , van een 1 Kort Ged. Kh. Antwerpen 11 maart 1963, R.P.S. 1964, nr. 5168, p. 282. 2 Brussel 8 februari 1977, R.P.S. 1978, nr. 5977, p. 189. 3 Parijs 6 december 1954, R.P.S. 1955-56, nr. 4503, p. 224; D. 1955, 119; Kort Ged. Rb. Brussel 6 februari 1958, R.P.S. 1958, nr. 4780, p. 285 (in casu werd het sekwester gevorderd door de partij die de geldigheid van een aandelenoverdracht had aangevochten, omdat zij een blokkeringssyndicaat miskende - in plaats van een sekwester aan te stellen legde de rechter verbod op om de betrokken aandelen te gebruiken tot een definitieve
2
4
5
schenking of van de vereffening en verdeling van een erfenis en/of een huwelijks-goederen6 gemeenschap . De verzoeker dient aan te tonen dat het bezit van de aandelen door de actuele 7 (aandeel)houder zijn ogenschijnlijke rechten in gevaar brengt . Aldus werd de aanstelling van een sekwester gevraagd door een bank die de litigieuze aandelen waarop ze een eigendomsrecht claimde in bewaring had. De vordering werd verworpen omdat de aanstelling van een sekwester geen enkel nut kon hebben nu de eiser het bezit had over de aandelen, zodat er geen enkel gevaar voor vervreemding was. In feite had de bank de vordering ingesteld om het stemrecht met betrekking tot de litigieuze aandelen aan de tegenpartij te 8 ontnemen .
Dit kan op verschillende manieren gebeuren: 9
i) een slecht beheer van de aandelen en/of de vennootschap ; (..vervolg) beslechting van het geschil ten gronde); Luik 16 mei 1997, J.L.M.B. 1998, 417 (in casu was het eigendomsrecht van de aandelen betwist doordat het bestaan van een aankoopoptie in hoofde van één van de partijen werd betwist - van de overeenkomst tot het verlenen van een aankoopoptie bestond slechts een fotocopie - vermits vermoedens mede het bestaan van een aandelenoptie konden bewijzen werd een sekwester aangesteld om de aandelen materieel te bewaren - om te vermijden dat door een uitkering van een superdividend de vennootschap zou worden leeggehaald, werd de sekwester ook aangesteld om de dividenden te bewaren); Kort. Ged. Kh. Brussel 24 mei 1983, in zake N.V. Frère Bourgeois Commerciale t/ Servais onuitgegeven besproken in G. HORSMANS, "Le juge dans les sociétés commerciales", in Les Sociétés Commerciales, Editions du Jeune Barreau, 1985, nr. 26, p. 432 (in casu werd een sekwester aangesteld over aandelen die werden overgedragen met miskenning van een voorkeurrecht). 4 Brussel 8 februari 1977, R.P.S. 1978, nr. 5977, p. 189. 5 Rb. Kortrijk 27 september 1962, R.W. 1964-65, 829; Cass. fr. 23 juni 1941, J.C.P. 1942, nr. 1776; Journal des Sociétés 1943, 209. 6 Rb. Brussel 28 juni 1990, J.T. 1991, 393 (in casu werd de aanstelling van een sekwester gevraagd van de aandelen die behoorden tot het gemeenschapsvermogen door één van de echtgenoten die in een echtscheidingsprocedure verwikkeld was); Cass.fr. 23 juni 1941, J.C.P. 1942, nr. 1776; Journal des Sociétés 1943, 209. 7 Kort. Ged. Kh. Luik 18 februari 1930, R.P.S. 1935, nr. 3444, p. 155; Vgl. in dezelfde zin: Frankrijk : Parijs 24 juli 1929, S. 1930, 143; Sem.Jur. 1930, 139; Rec.Jur.Soc. 1930, 184. 8 Parijs 24 juli 1929, S. 1930, 143; Sem.Jur. 1930, 139; Rec.Jur.Soc. 1930, 184. 9 Rb. Luik 24 juni 1901, B.J. 1901, 222; Rb. Brussel 28 juni 1990, J.T. 1991, 393 (eiseres was samen met haar echtgenoot, met wie zij in een echtscheidingsprocedure verwikkeld was, medëeigenares van een pakket aandelen in een reeks vennootschappen, waarin de echtgenoot hetzij afgevaardigde bestuurder hetzij zaakvoerder was; het verzoek tot aanstelling van een sekwester werd afgewezen vermits men onder meer niet kon aantonen dat men de aandelen poogde te ontvreemden).
3
ii) een poging tot vervreemding van de litigieuze aandelen of belangrijke bestanddelen van het 10 vennootschapsvermogen ; iii) het nemen van bepaalde moeilijk ongedaan te maken besluiten (zoals een kapitaalverhoging) Aldus werd de meerderheidsparticipatie van een Franse genationaliseerde moedermaatschappij in een Belgische vennootschap gesekwestreerd. De vroegere aandeelhouders vorderden dat de participaties in buitenlandse vennootschappen hen zouden worden toebedeeld. Zij baseerden hun vordering op het territoriaal effect van de nationalisatie. In afwachting van een beslissing stelden zij een vordering in kort geding in voor de rechtbank van Koophandel van Namen tot sekwestratie van de participatie in de Belgische vennootschap. Deze vordering werd toegestaan omdat er een absolute noodzaak was om te verhinderen dat door een nationalisatie van de Franse vennootschap, de Belgische handelingen via deze vennootschap onherstelbare handelingen zou stellen, die desgevallend de rechten van de eiser op de in België gelegen activa 11 zouden schenden . iv) het ontzeggen van bepaalde rechten, zoals het recht om op een kapitaalsverhoging in te schrijven op grond van het beweerdelijk betwist karakter van het eigendomsrecht van betrokkene. Het loutere feit dat een eigendomsbetwisting uiteindelijk zou kunnen resulteren in een wisseling van de meerderheid binnen de algemene vergadering en/of de raad van bestuur volstaat niet om een sekwester aan te stellen indien niet blijkt dat de bestaande meerderheid misbruik maakt van 12 haar meerderheidspositie . Een sekwester kan ook worden benoemd over aandelen indien de onverdeeld gerechtigde aandeelhouders zich niet kunnen enigen over de persoon die zij als hun gemeenschappelijke 13 mandataris zullen aanduiden . Het is inderdaad een wettelijk bepaling (art. 236 W.Venn. (B.V.B.A.); art. 360 W.Venn. (C.V.); art. 461 W.Venn. (N.V.)), die vaak in de statuten wordt overgenomen dat de aandelen t.o.v. de vennootschap ondeelbaar zijn en dat bij onverdeeldheid de rechten verbonden aan de aandelen geschorst zijn totdat één persoon is aangewezen. Indien er geen akkoord is tussen de betrokken onverdeeld gerechtigden kan één van hen de rechter 10 Rb. Brussel 28 juni 1990, J.T. 1991, 393 (eiseres was samen met haar echtgenoot, met wie zij in een echtscheidingsprocedure verwikkeld was, medëeigenares van een pakket aandelen in een reeks vennootschappen, waarin de echtgenoot hetzij afgevaardigde bestuurder, hetzij zaakvoerder was; het verzoek tot aanstelling van een sekwester werd afgewezen omdat men geen enkele fout in het beheer van de aandelen of de vennootschap kon ten laste leggen). 11 Kort Ged. Kh. Namen 12 augustus 1982, R.P.S. nr. 6203, (p. 184), p. 190. 12 Brussel 24 juni 1959, R.P.S. nr. 4962, p. 103, met noot P. DEMEUR. 13 Met betrekking tot aandelen die gemeenschappelijk zijn aan beide echtgenoten en aldus onder de regel van concurrentieel bestuur vallen, kan bij onenigheid over wie van de echtgenoten het lidmaatschapsrecht uitoefent door één van de echtgenoten de machtiging gevraagd worden om de lidmaatschapsrechten alleen te mogen uitoefenen op basis van artikel 1421, tweede lid B.W. (L. WEYTS, Vennootschappen met echtgenoten, Antwerpen, Kluwer, 1980, p. 205).
4
verzoeken een sekwester aan te stellen die hun rechten waarnemen tot aan de definitieve verdeling van de aandelen. Het Hof van Beroep van Luik benoemde aldus op verzoek van 13 van de 14 erfgenamen een gerechtelijk sekwester over 130 aandelen teneinde in het gemeenschappelijk belang van de erfgenamen te stemmen over een wijziging van het maatschappelijk kapitaal en een 14 invereffeningstelling van de vennootschap . 2. Beslag op aandelen Tevens kan een sekwester worden aangesteld over aandelen indien (derden)beslag werd gelegd op de aandelen. Een beslag leidt normaal tot de relatieve onbeschikbaarheid van de aandelen 15 t.v.v. de beslaglegger. Tenzij ook derdenbeslag werd gelegd onder de vennootschap zal de aandeelhouder verder de dividenden of het liquidatiesaldo kunnen innen. In ieder geval kan de beslagene zijn stemrecht verder uitoefenen zolang niet tot uitwinning is overgegaan. Een sekwester kan worden aangesteld over de beslagen aandelen indien de beslaglegger bewijst dat de beslagene misbruik maakt van het bezit van de aandelen en zich al dan niet met medewerking van derde-beslagene poogt aan de gevolgen van het beslag te onttrekken. Aldus was door een uit de echt gescheiden vennoot beslag gelegd onder derden op de aandelen van een B.V.B.A. die toebehoorden aan haar ex-echtgenoot die zijn alimentatiegeld niet had betaald. Ondanks de onbeschikbaarheid die resulteerde uit het beslag bleek dat de beslagene zijn insolvabiliteit organiseerde door zijn aandelen over te dragen aan een medevennoot. Deze laatste was nochtans wel degelijk op de hoogte van het beslag vermits hij de verklaring van derde-beslagene had ondertekend. Een voorlopig bewindvoerder werd aangesteld naast de bestaande zaakvoerder. Naast zijn controlefunctie diende hij zich in het bezit te stellen van de goederen van de vennootschap en een inventaris op te maken van het patrimonium van de 16 vennootschap . Dit zal met name het geval zijn indien er een ernstig gevaar bestaat dat de beslagene de aandelen 14 Luik 14 juni 1905, Pas., 1907, III, 48; Vgl. gelijkaardig gevallen uit de Franse rechtspraak: Cass. fr. 23 juni 1941, J.C.P., 1942, II, nr. 1776 m.n. BASTIAN, D. (In zijn noot wijst Bastian erop dat het niet-uitoefenen van het stemrecht door onverdeelde aandeelhouders ertoe zou kunnen leiden dat het quorum nooit kan bereikt worden en dat hierdoor de algemene vergadering worden geblokkeerd. Vermits op grond van het artikel 70quater Venn.W. de geschorste stemrechten niet worden meegeteld voor de berekening van het quorum is dit naar het huidig Belgisch recht niet meer het geval); Trib. comm. Rouen, 4 juli 1949, Journal des Sociétés, 1951, 363 (In casu waren de aandelen in een onverdeeldheid; volgens de regels van de statuten diende een vertegenwoordiger aangesteld te worden op grond van een eenparige beslissing vanr de onverdeelde aandeelhouders; in casu waren drie van de vier erfgenamen akkoord om een gemeenschappelijke mandataris aan te stellen . hierop werd door de rechtbank een mandataris ad hoc aangesteld met de bevoegdheid de onverdeelde aandeelhouders te vertegenwoordigen en hun stemrecht uit te oefenen op de volgende algemene vergaderingen). 15 Bij beslag op aandelen op naam dient beslag te worden gelegd onder derden in handen van de emitterende vennootschap. 16 Voorz. Kh. Brussel 14 mei 1991, Rev.not.b. 1991, 607; T.R.V. 1992, 45, met noot I. PEETERS.
5
17
poogt te vervreemden of te vernietigen . Met betrekking tot aandelen op naam dringt de aanstelling van een sekwester over het aandelenregister zich op in geval men vervalsingen van 18 dit register vreest . Ingeval van een antidatering van een overdracht zou immers het gelegde beslag zonder voorwerp kunnen worden. Bij een aantasting van het beslag door uitholling van de activa die de tegenwaarde vormen van de aandelen biedt de aanstelling van een sekwester over de aandelen weinig soelaas . In dit geval kan wel een expert-bewaarnemer worden aange19 steld over de vennootschap zelf . 3. Betwisting van de geldigheid van een kapitaalverhoging Een uitspraak op eenzijdig verzoekschrift van de voorzitter van de rechtbank van koophandel te Luik biedt een toepassing van de aanstelling van een sekwester bij de betwisting van de geldigheid van een kapitaalverhoging. In casu had een belangrijke groep minderheidsaandeelhouders bedenkingen bij de realiteit van bepaalde inbrengen in het kader van een kapitaalverhoging van de N.V. P.B. Finance. Zo had een N.V. naar Nederlands recht Euver 1.500.000 aandelen verworven tegen inbreng van een erg twijfelachtige participatie in de vennootschap naar Italiaans recht Sirix Intervitrum. Die participatie wordt gewaardeerd op een bedrag van 1.905.000.000 BEF, maar ongeveer twee jaar later is Sirix failliet en de participatie moet integraal worden afgeboekt. Euver is op haar beurt verbonden met een andere Europese vennootschap, Firmo, en met een Belgische vennootschap N.V. Sberi. (waarvan de aandelen aan toonder) waren. Die groep wordt beheerst door een Italiaans zakeman met een twijfelachtige reputatie. Een nietigverklaring van een inbreng in een kapitaalvennootschap resulteert in de bijzondere wettelijke aansprakelijkheid van de oprichters of van de bestuurders. Die bijzondere aansprakelijkheid belet niet dat de aandeelhouders die de inbreng deden, mede aansprakelijk kunnen worden gesteld, indien zij wetens en willens aan de oorzaak liggen van de nietigheid. In het kader van die vordering kan het nuttig zijn dat de aandelen in handen blijven van de "wetende" aandeelhouders, zeker wanneer deze aandelen aan toonder zijn. Omdat de eisers niet wisten waar de aandelen zich bevonden, werd de afgifte aan een sekwester gevorderd onder verbeurte van een dwangsom ingeval de aandelen na de 20 betekening van het aanstellingsvonnis niet aan de sekwester zouden worden overhandigd .
17 Vgl. anders I. PEETERS, noot onder Kort Ged. Kh. Brussel, 14 mei 1991, T.R.V. 1992, 47 Hij stelt dat gelet op de relatieve onbeschikbaarheid resulterend uit het beslag de aanstelling van een sekwester overbodig is tijdens de geldingsduur van het beslag. 18 Zie voor een aanstelling van een sekwester over het aandelenregister in een andere context: Kort. Ged. Kh. Brussel, 9 november 1984, T.R.V. 1993, 569. 19 Brussel 8 december 1978, T.B.H. 1979, 189; R.P.S. 1979, nr. 6032, p. 250 bevestigt Kort. Ged. Kh. Brussel 27 december 1978, T.B.H. 1979, 185; R.P.S. 1979, nr. 6033, (p. 246), p. 250. 20 Voorz. Kh. Luik uitspraak doende op eenzijdig verzoekschrift 5 september 1994, T.R.V. 1995, 432.
6
B. Wenselijkheid van de aanstelling Gelet op het uitzonderlijk karakter van de maatregel, dient de rechter eens hij vastgesteld heeft dat een benoeming van een gerechtelijk sekwester over de aandelen mogelijk is, nog te toetsen of deze aanstelling wel wenselijk is. Het is de vraag of geen minder ingrijpende maatregel mogelijk is. We geven een aantal voorbeelden uit de rechtspraak waar de aanstelling van een sekwester werd afgewezen en de rechter wel een minder ingrijpende maatregel toestond. In plaats van een sekwester aan te stellen over de aandelen aan toonder van een welvarende, goed gerunde familievennootschap, gelastte de rechter een notariële inventarisatie van de aandelen. In casu had de maatregel betrekking op aandelen die behoorden tot het gemeenschapsvermogen van echtgenoten die in een echtscheidingsprocedure verwikkeld waren. De echtgenoot-verweerder was zaakvoerder of afgevaardigde bestuurder in de betrokken vennootschappen. De rechter stelde dat de rechten van de echtgenote door een inventarisatie afdoende gewaarborgd werden, nu hierdoor elke twijfel uitgesloten was met betrekking tot de 21 omvang van de aandelenportefeuille . In een geval waar een aandeelhouder zich in strijd met een blokkeringssyndicaat aandelen liet overdragen teneinde zich een meerderheidspositie in een vennootschap te verzekeren, werd het verzoek tot sekwestratie van de ogenschijnlijk onwettig overgedragen aandelen afgewezen. Wel werd de aandeelhouder een verbod opgelegd de ogenschijnlijk onwettig overgedragen aandelen te gebruiken tot er een definitieve beslissing ten gronde was over de geldigheid van de 22 overdracht . Een gelijkaardige blokkeringsmaatregel werd genomen in een geschil met betrekking tot een verkoop van een meerderheidsparticipatie. Een partij die meende reeds een definitieve koopovereenkomst afgesloten te hebben, verzette zich tegen de verdere onderhandelingen en/of uitvoering van een koopovereenkomst met een derde. Hierop werd door de rechter aan de verkopers verbod opgelegd om verder te onderhandelen en/of de koop uit te voeren door overschrijving van de overdracht in het aandelenregister. De verkopers werd belast met het beheer van de vennootschap ten voordele van de partij aan wie de aandelenparticipatie door de rechter 23 ten gronde zou worden toegewezen .
C. Bevoegdheid van de sekwester (a) Stemrecht Bij het sekwester van aandelen is het belangrijk dat de rechter bepaalt wat de gevolgen zijn van 21 Rb. Brussel 28 juni 1990, J.T. 1991, 393. 22 Kort Ged. Rb. Brussel 6 februari 1958, R.P.S. 1958, nr. 4780, p. 285. 23 Kort Ged. Kh. Brussel 3 januari 1985, R.P.S. 1985, nr. 6332, p. 109.
7
de voorlopige maatregel op het stemrecht van de gesekwestreerde aandelen. In elk geval kan men niet uitgaan van de veronderstelling dat de aanstelling van een sekwester automatisch het stemrecht ontneemt aan de houder van de aandelen en het stemrecht verleent aan de sekwester, 24 indien dit niet expliciet in de beschikking is vermeld . De aanduiding van een sekwester impliceert immers niet ipso facto de noodzaak om het stemrecht te ontnemen aan de actuele houder van de aandelen. Dit is zeker het geval indien een sekwester enkel benoemd wordt om 25 de vervreemding van de aandelen te verhinderen . Soms heeft de sekwestratie echter geen zin 26 zonder de opschorting van het stemrecht . De Franco Wyoming Oil Cy was een vennootschap opgericht naar het recht van Delaware, die hoofdzakelijk gefinancierd werd met Frans Kapitaal. Volgens het recht van Delaware dienden alle aandelen op naam te zijn. Dit soort aandelen was bij de oprichting weinig geapprecieerd bij de Fransen en daartoe werd een tweede (tussen)vennootschap naar Frans recht opgericht met als doel de uitgifte van certificaten aan toonder die de aandelen op naam van de de Amerikaanse vennootschap vertegenwoordigden. Een overeenkomst werd afgesloten tussen de Franse en de Amerikaanse vennootschap met betrekking tot de modaliteiten i.v.m de substitutie van de certificaten aan toonder. Op grond van deze overeenkomst werd de Franse vennootschap belast met de uitgifte van certificaten aan toonder van alle aandelen van Franco Wyoming die in haar kassen waren gedeponeerd. Met betrekking tot de deelname aan de algemene vergadering werd gestipuleerd dat in principe kon worden deelgenomen aan de algemene vergadering op voorlegging van de certificaten uitgegeven door de Franse (trust)vennootschap, zoniet werd het stemrecht verbonden aan het certificaat uitgeoefend door de Franse (trust)vennootschap. De bevoegdheid van de trust om het stemrecht uit te oefenen van de houders van de certificaten die hun certificaten niet hadden gedeponeerd werd aangevochten. Zij vorderden de aanstelling van een sekwester over al de aandelen op naam van de Franse trust teneinde te vermijden dat de betrokken clausule zou kunnen toegepast worden op de volgende algemene vergadering. Een sekwester werd aangesteld met als taak de certificaten te bewaren om de aandeelhouders in staat te stellen om de stemrechten uit te oefenen hetzij in persoon hetzij via lasthebber. Het stemrecht 27 verbonden aan de aandelen waarvoor geen certificaat werd neergelegd werd geschorst . Een noodzaak tot schorsing van het stemrecht doet zich bijvoorbeeld voor indien de aandelen 24 Parijs 24 juli 1929, S. 1930, 143; P. COPPENS, noot onder Parijs 6 december 1954, R.P.S. 1955, nr. 4503, p. 229; Parijs 13 april 1961, J.C.P. 1962, ed. G, II, nr. 12748, met concl. P. LAMBERT; L. FREDERICQ, nr. 479, p. 675. Vgl. i.v.m. het oorlogssekwester Cass.fr. 30 november 1955, R.P.S. 1956, nr. 4562, p. 96 "Attendu que la mesure de séquestre destinée essentiellement à assurer la conservation des biens qui en sont frappés, n'emporte pas désaississement du droit de propriété des actions séquestrées; qu'en principe elle ne fait pas perdre à l'actionnaire le droit de vote et n'investit pas de plein droit pour son exercice l'Administration des Domaines." Naar Belgisch recht werd het office des séquestre op grond van een uitdrukkelijke bepaling in de besluitwet van 23 augustus 1944 gemachtigd het stemrecht van de gesekwestreerde aandelen uit te oefenen. 25 Zie vb. Kort. Ged. Kh. Gent, 11 februari 1992, T.R.V. 1993, 562; X, noot onder Kort Ged. Kh. Luik, 18 februari 1930, R.P.S., 1935, nr. 3444, p. 155. 26 Parijs 28 november 1924, S. 1924, 49; Parijs 13 april 1961, J.C.P. 1962, ed. G, II, nr. 12748, met concl. P. LAMBERT 27 Parijs 28 november 1924, S. 1924, 49.
8
gesekwestreerd werden om te vermijden dat moeilijk ongedaan te maken beslissingen zouden 28 worden genomen . In het verleden werd zelfs eens een vordering ingesteld tot aanstelling van 29 een sekwester met als enige bedoeling de opschorting van het stemrecht te bekomen . In casu was er een koopoptie toegestaan aan een kredietgever. Als zekerheid was de kredietgever tevens bewaarnemer van aandelen waarvoor een optie was toegestaan. Omdat de kredietnemer weigerde de overdracht ingevolge het lichten van deze optie uit te voeren werd door een bank een vordering ingesteld tot aanstelling van een sekwester over deze aandelen. De vordering tot aanstelling van een sekwester werd afgewezen omwille van het feit dat die maatregel in concreto voor verzoeker geen belang. Er was immers geen gevaar dat de aandelen zouden worden vervreemd gelet op de detentie van de betrokken aandelen door verzoeker. Verzoeker had het verzoek tot aanstelling van een sekwester echter gemotiveerd op grond van het feit dat door de aanstelling diende om het stemrecht te ontnemen aan de houder van de 30 aandelen . In bepaalde gevallen kan een aanstelling van een sekwester gecombineerd met een opschorting van het stemrecht echter een vennootschap desorganiseren doordat een kleine groep minderheidsaandeelhouders een (toevallige) meerderheid verwerven binnen de vennoot31 schapsorganen . Het is dan ook soms opportuun dat de sekwester het stemrecht zelf kan uitoefenen in het belang van degene aan wie de aandelen krachtens de uiteindelijke beslissing 32 ten gronde zullen worden toegewezen . Dit is bijvoorbeeld duidelijk het geval indien de rechter een sekwester benoemt om de belangen te behartigen van kibbelende onverdeelde eigenaars van 33 34 aandelen. Een belangrijke stroming in de rechtsleer en in de rechtspraak stelt echter dat aan 28 Kort Ged. Kh. Namen 12 augustus 1982, R.P.S. nr. 6203, p. 184, p. 190. 29 Parijs 24 juli 1929, S. 1930, 143; Sem. Jur., 1930, 139; Rec. Jur. Soc. 1930, 184. 30 Parijs 24 juli 1929, S. 1930, 143; Sem. Jur., 1930, 139; Rec. Jur. Soc. 1930, 184. 31 Kort. Ged. Kh. Brussel 29 oktober 1982, J.T. 1982, 745 (in casu werd de sekwestratie van de aandelen van de Belgische dochteronderneming van een Franse genationaliseerde vennootschap teniet gedaan. De rechter overwoog ondermeer dat " Le maintien du séquestre fait planer sur la s.a. Crédit du Nord belge la menace extrêment grave de voir une minorité d'actionnaires dont les actions n'ont pas été séquestrées, réprésentant 3,91% du capital social, prendre seuls des décisions qui pourraient être très gravement préjudiciables à la société et à son actionnaire très largement majoritaire la s.a. Crédit du Nord."); F. VAN DER MENSBRUGGHE noot onder Kort. Ged. Kh. Antwerpen 25 juni 1956, R.P.S. 1963-64, 53; R.W. 1956-57. 32 Kort. Ged. Kh. Kortrijk 22 mei 1992, T.R.V. 1993, 552 ; Vgl. in dezelfde zin Frankrijk : Trib. comm. Parijs (Réf), 11 mei 1971, inzake Creps/Strapsa, onuitgegeven, besproken in J.P. RAVALEC, L'administrateur judiciaire près le tribunal de commerce, Parijs, Dalloz, 1972, p. 102 (In casu werd de aandelen van een vennootschap gesekwestreerd naar aanleiding van de nationalisatie van een vennootschap door de algerijnse regering in strijd met het internationaal recht. De rechtbank achtte het hierbij uitdrukkelijk noodzakelijk dat de sekwester stemrecht kon uitoefenen); anders: F. COLLART-DUTILLEUL en P. DELEBECQUE, nr. 815, p. 683. 33 L. FREDERICQ, V., nr. 490, p. 696; nr. 479, p. 675; F. PASELECQ, Les Novelles, Droit Commercial, III, Brussel, Larcier; P. WAUWERMANS, Manuel pratique des sociétés anonymes, 7ième édit., 1933, nr. 589bis; R.P.D.B., tw. Sociétés Anonymes, nr. 1301, Frankrijk: C. HOUPIN en H. BOSVIEUX, Traité général théorique et pratique des sociétés civiles et commerciales, Sirey, Administration du journal des notaires et des avocats, 7de ed., 1935, nr. 1129, p. 309 Zij stellen dat indien er een betwisting i.v.m. het eigendomsrecht met betrekking tot
9
een sekwester nooit het recht kan worden verleend om een stemrecht uit te oefenen. Deze 35 stelling lijkt ons echter in de huidige stand van het recht betwistbaar . De argumenten die traditioneel werden gebruikt tegen de mogelijkheid van het verlenen van een stemrecht zijn drierlei. Eerst en vooral wordt gewezen op het persoonlijk karakter van het stemrecht. Men stelt dat de bepaling van Artikel 547 W.Venn. (oud art. 74 Venn.W.) volgens dewelke een aandeelhouder kan stemmen hetzij in persoonlijke naam of via zijn (gekozen) lasthebber impliceert dat 36 men niet een gerechtelijk sekwester kan aanstellen die het stemrecht zou uitoefenen . Men wijze eerst en vooral op het feit dat in het huidig Belgisch recht het persoonlijk karakter van het stemrecht sterk afgezwakt is doordat de bindende kracht van stemovereenkomsten thans wettelijk aanvaard is. Verder kan men het sekwester beschouwen als een lasthebber ten voordele van (..vervolg) aandelen dat het stemrecht dient opgeschort te worden tot dit geschil definitief beslecht is. 34 Kort Ged. Kh. Luik 18 februari 1930, R.P.S., 1935, nr. 3444, p. 155; Jur. Liège, 1930, 120; Vgl. in dezelfde zin: Frankrijk : Parijs 24 juli 1929, S. 1930, 143; Sem. Jur., 1930, 139; Rec. Jur. Soc. 1930, 184 (Het Hof stelt dat aan het sekwester geen stemrecht kan worden verleend omdat dit strijdig zou zijn met het feit dat de bevoegdheden van het sekwester beperkt zijn tot loutere beheersdaden); Trib. comm. Seine Réf, 11 oktober 1929, Journal des Sociétés 1932, 37; Parijs 6 december 1954, R.P.S. 1955, nr. 4503, p. 224, met noot P. COPPENS; J.C.P., Jur., 1955, nr. 8592., met noot M. RENGADE, (Het Hof van beroep bevestigde de aanstelling van een sekwester gelet op het betwist karakter van het eigendomsrecht van de aandelen. Weliswaar werd de beslissing a quo hervormd in de mate dat een stemrecht werd toegekend aan het sekwester. Het Hof oordeelde dat gelet op het persoonlijk karakter van het stemrecht geen stemrecht kan worden toegekend aan een sekwester. Het stemrecht kan, volgens het Hof enkel worden uitgeoefend door de vennoot zelf of de door hem aangeduide lasthebber. Ook motiveerde het Hof zijn arrest op het uitzonderlijk karakter van de inmenging van de vennoten in het vennootschapsleven. In dit perspectief is het aanstellen van een sekwester die de meerderheid van de stemrechten kan uitoefenen al te verregaand). 35 Vgl. in dezelfde zin : reeds Luik 14 juni 1905, Pas. 1907, III, 48 (Het betrof een situatie van onenigheid tussen onverdeelde rechthebbenden van aandelen. De rechter stelde een gemeenschappelijke mandataris aan.); Rb. Kortrijk Kort Ged. Kortrijk 14 maart 1957, inzake Prévost t/ Prévost, onuitgegeven, geciteerd door L. MAEYENS, "Voorlopig vermogensbeheer en/of sekwester ener vennootschap", R.W. 1961-62, 351; P. DEMEUR noot onder Brussel 24 juni 1959, R.P.S. 1961, nr. 4963, p. 104; Zie ook : Frankrijk : Trib com. Réf. Rouen 4 juli 1949, Journ.Soc. 1951, 362 (In casu werd de vordering ingewilligd om stemrecht toe te kennen aan de sekwester. Dit was noodzakelijk om een voldoende quorum te hebben om een algemene vergadering te houden die het gerechtelijk concordaat diende goed te keuren); Trib com. Réf. Rouen 4 juli 1949, Journ. Soc. 1951, 363 (Het betrof een situatie van onenigheid tussen onverdeelde rechthebbenden van aandelen. Bij gebreke van akkoord over de persoon van de gemeenschappelijke mandataris werd door de rechter een gemeenschappelijke vertegenwoordiger aangesteld); Kort. Ged Kh. Parijs 11 mei 1971, inzake Creps/Strapsa, onuitgegeven, besproken in J.P. RAVALEC, "L'administrateur judiciaire près le tribunal de commerce", Parijs, Dalloz, 1972, p. 102 (In casu werd de aandelen van een vennootschap gesekwestreerd naar aanleiding van de nationalisatie van een vennootschap door de algerijnse regering in strijd met het internationaal recht. De rechtbank achtte het hierbij uitdrukkelijk noodzakelijk dat de sekwester stemrecht kon uitoefenen); M. RENGADE, noot onder Parijs 6 december 1954, J.C.P. Jur., 1955, nr. 8592. 36 Kort Ged. Kh. Luik, 18 februari 1930, R.P.S., 1935, nr. 3444, p. 155; Jur. Liège, 1930, p. 12O.; X, noot onder Kort Ged. Kh. Luik, 18 februari 1930, R.P.S., 1935, nr. 3444, p. 155; Jur. Liège, 1930, p. 120.); FREDERICQ, L., o.c., V, nr. 479, p. 675; VAN DER MENSBRUGGE, F.; WAUWERMANS, P., o.c., nr. 589bis, p. 386. Vgl. Frankrijk in dezelfde zin Parijs, 6 december 1954, R.P.S., 1955, nr. 4503, p. 224;
10
de persoon aan wie de aandelen krachtens een definitieve beslissing ten gronde zullen worden 37 toegewezen . Een ander argument dat soms wordt gebruikt tegen het verlenen van het stemrecht aan een sekwester is dat dit strijdig is met de louter bewarende taak van de sekwes38 39 ter . Het uitoefenen van het stemrecht is echter vanuit het standpunt van de aandeelhouder 40 steeds een loutere daad van beheer . Verder verleent het hoger besproken cassatiearrest van 1951 een vrij ruime bevoegdheid aan de feitenrechter met betrekking tot de taakomschrijving 41 van de sekwester . Tenslotte werd gesteld dat het verlenen van stemrecht aan een sekwester bij een beschikking in kortgeding strijdig zou zijn met de vereiste dat een beschikking bij voorraad 42 moet zijn omdat het sekwester niet langer een voorlopig karakter zou hebben . Het feit dat een uitgesproken maatregel (in casu het verlenen van stemrecht) schade kan toebrengen aan verweerder volstaat echter niet om de bevoegdheid van de kort geding rechter met betrekking tot het nemen van een dergelijke maatregel te beperken. Men aanvaardt immers dat het volstaat dat er een mogelijkheid is van herstel in natura is bij andersluidende beslissing van de bodemrechter. Ook al is het verlenen van stemrecht aan een sekwester juridisch mogelijk, toch menen wij dat dit slechts in uitzonderlijke gevallen wenselijk is. In geen geval kan de aanstelling van een sekwester met stemrecht worden aangewend als middel voor de aandeelhouder om zijn aansprakelijkheid t.g.v. het uitoefenen van het stemrecht te ontlopen. Een dergelijke situatie deed zich nochtans voor in een beschikking van de rechtbank 43 van koophandel van Hasselt . 37 [RENGADE, M., noot onder Parijs, 6 december 1954, S., 1955, nr. 8591] 38 Parijs, 24 juli 1929, Sirey, 1930, p. 143 "le droit de voter à l'assemblée générale est un attribut du droit de propriété sur les actions et dépasse la limite des acte de simple administration que peut faire un séquestre"; WAUWERMANS, P., o.c., nr. 589bis, p. 386. 39 Bij sekwestratie over aandelen is dit het relevante standpunt. Vanuit het standpunt van de vennootschap is de uitoefening van het stemrecht naar gelang van het voorwerp van de beslissing nu eens een daad van beschikking dan eens een daad van beheer. 40 Luik 14 juni 1905, Pas., 1907, II, 48 ("que le patrimoine de la société est absolument distinct de celui des associés; les mesures votées par ceux-ci quant au patrimoine de la société n'excèdent pas même lorsqu'elles ont pour conséquence l'aliénation d'immeubles sociaux, la transformation du capital social ou la liquidation de la société, les limites des pouvoirs d'un simple administrateur").; Kort. Ged. Kh. Hasselt 14 juli 1993, T.R.V. 1993, 554 ("Het uitoefenen van stemrechten verbonden aan aandelen is geen daad van beschikking); Vgl. in dezelfde zin Cass. fr. 23 juni 1941, J.C.P., 1942, nr. 1776 "L'assistance et le vote des actionnaires aux assemblées constitue.. un acte utile à la mise en valeur ou à la conservation du droit mobilier faisant partie de son patrimoine mobilier et par suite un acte d'administion de ce patrimoine."; D. BASTIAN, noot onder Cass. fr. 23 juni 1941, J.C.P., 1942, nr. 1776. 41 Zie nr. 42 COPPENS, P., noot onder Parijs, 6 december 1954, R.P.S., nr. 45034, p. 227 Coppens stelt dat wanneer het een meerderheidsparticipatie betreft het verlenen van een stemrecht aan een sekwester niet langer bij voorraad zou zijn. ; X, noot onder Kort Ged. Kh. Luik, 18 februari 1930, R.P.S., 1935, nr. 3444, p. 155. 43 Kort. Ged. Kh. Hasselt 14 juli 1993, T.R.V. 1993, 554.
11
In casu werd door een koper van een pakket aandelen de nietigheid gevorderd van een aandelenoverdracht. De koper had immers na de koop "een aantal lijken in de kast ontdekt. Terwijl de nietigheidsvordering hangende was diende de alarmbelprocedure gevolgd te worden. Om niet te moeten stemmen over de ontbinding van de vennootschap, en aldus zelf de teruggave van de aandelen in feite onmogelijk gemaakt te hebben vorderde de koper de aanstelling van een sekwester van de litigieuze aandelen die het stemrecht in zijn plaats zou uitoefenen. Deze vordering werd ingewilligd. Of al dan niet stemrecht wordt verleend aan een sekwester is in grote mate een vraag van opportuniteit. Twee bijzondere omstandigheden wezen hierbij nog behandeld. Een eerste geval betreft de aanstelling van een sekwester met stemrecht over een pakket aandelen waarmee 44 binnen de algemene vergadering een meerderheidspositie kan worden ingenomen . De aanstelling van een sekwester met stemrecht impliceert in dit geval (normalerwijze) dat men aan het sekwester de bevoegdheid geeft de samenstelling van de raad van bestuur te bepalen. De aanstelling van een sekwester komt in dit geval neer op een indirecte aanstelling van een voorlopige bewindvoerder over de vennootschap. Derhalve stelt zich de vraag of een (directe) aanstelling van een voorlopig bewindvoerder over de vennootschap in dit geval soms niet meer 45 opportuun is . Een voorbeeld uit de rechtspraak waar de aanstelling van een sekwester met stemrecht duidelijk niet gewenst is betrof een geval waar de geldigheid van een overdracht betwist werd. De overnemers werden op grond van deze betwisting door de raad van bestuur het recht ontzegd om op een kapitaalverhoging in te schrijven. Men kan in dit geval moeilijk pleiten voor de benoeming van een sekwester met stemrecht die zou dienen in te schrijven op een kapitaalverhoging t.v.v. de persoon aan wie de aandelen krachtens een uiteindelijke 46 beslissing zullen worden toegewezen . Vermeldenswaard is tenslotte een Franse beschikking die stemrecht verleent aan de sekwester 44 Er weze hierbij herhaald dat het feit dat er een eigendomsbetwisting is over de meerderheid over de aandelen, dat dit niet automatisch impliceert dat een sekwester dient aangesteld te worden. 45 Kort Ged. Kh. Mons 11 november 1940, R.P.S. nr. 3946, p. 220 In casu werd een sekwester-voorlopige bewindvoerder aangesteld n.a.v. de afwikkeling van een nalatenschap. Twee vennoten die samen de totaliteit van de aandelen hadden betwistten het eigendomsrecht van een aantal van de aandelen van een gewone commanditaire vennootschap.; F. VAN DER MENSBRUGGHE, noot onder Kort Ged Kh. Antwerpen 25 juni 1956, R.P.S., 1963 nr. 5093, p. 45 Van der Mensbrugghe stelt in zijn noot dat bij een eigendomsbetwisting over de meerderheid van de aandelen de aanstelling van een voorlopig bewindvoerder meer opportuun is. Weliswaar gaat Van der Mensbrugghe wel uit van de veronderstelling dat aan het sekwester geen stemrecht kan worden verleend. Vgl. Frankrijk Cass. fr. Req 3 maart 1941, J.C.P. 1942, nr. 1776 In casu was er een betwisting met betrekking tot de geldigheid van een overdracht van aandelen. Het betrof 2500 aandelen van de 5OOO aandelen. Tengevolge hiervan werd door de raad van bestuur aan de overnemers het recht ontzegd om in te schrijven op een kapitaalsverhoging. Hierop stelde zij een vordering ten gronde in tot nietigverklaring van de beslissingen van de algemene vergadering. Hierop werd over de vennootschap een voorlopig bewindvoerder aangesteld. In de voorziening van cassatie werd opgeworpen dat bij een betwisting over het eigendomsrecht enkel een sekwester over de aandelen zelf moeten worden aangesteld en geen voorlopig bewindvoerder over de vennootschap. Cassatie verwierp dit argument echter op grond van het feit dat de kort geding rechter zich gewoon had gebaseerd op de ernst van de situatie. 46 Cass. fr. req. 3 maart 1941, J.C.P., 1942, 1776.
12
voor daden van gewoon beheer van de vennootschap doch de uitoefening ervan aan bepaalde voorwaarden verbindt. De sekwester kon het stemrecht uitoefenen met betrekking tot de gewosne beheersdaden, voor daden van beschikking diende de sekwester echter een 47 voorafgaandelijke rechterlijke machtiging te vragen . In deze lijn zou de rechter het stemrecht van de sekwester kunnen beperken tot de gewone algemene vergaderingen. Voor de buitengewone algemene vergadering zou de sekwester een voorafgaandelijke rechterlijke machtiging dienen te vragen. b) Sekwester over het dividend ? Luik 16 mei 1997, J.L.M.B. 1998, 417 (in casu was het eigendomsrecht van de aandelen betwist doordat het bestaan van een aankoopoptie in hoofde van één van de partijen werd betwist - van de overeenkomst tot het verlenen van een aankoopoptie bestond slechts een fotocopie - vermits vermoedens mede het bestaan van een aandelenoptie konden bewijzen werd een sekwester aangesteld om de aandelen materieel te bewaren - om te vermijden dat door een uitkering van een superdividend de vennootschap zou worden leeggehaald, werd de sekwester ook aangesteld om de dividenden te bewaren)
D. Bevoegde rechtbank Inzake interne vennootschapsgeschillen is er een bijzondere bepaling in het Gerechtelijk Wetboek die de rechtbanken van koophandel bevoegd verklaart, zelfs wanneer de partijen in het geding niet de hoedanigheid van handelaar hebben en/of het geschil niet daden van koophandel betreft (Art. 574, 1° Ger.W.). Een vordering tot sekwestratie van de aandelen valt niet onder 48 deze bepaling, omdat het niet een geschil terzake van de handelsvennootschap betreft .
47 Cass. fr. 24 juni 1941, J.C.P., 1942, nr. 1776. 48 Kort Ged. Kh. Hasselt 7 oktober 1998, T.R.V. 1999, 195.
13