Auteur KPMG Belgian Newsletter www.kpmg.be
Onderwerp Systeem van vergunning voor maandelijkse terugbetaling van btw-tegoeden uitgebreid
Datum Maart 2009
Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van dit document onderworpen kan zijn aan rechten van intellectuele eigendom, die toebehoren aan bepaalde betrokkenen, en dat er u geen recht wordt verleend op die desbetreffende rechten. M&D Seminars wil u met dit document de nodige informatie verstrekken, zonder dat de in dit document vervatte informatie bedoeld kan worden als een advies. Bijgevolg geeft M&D Seminars geen garanties dat de informatie die dit document bevat, foutloos is, zodat u dit document en de inhoud ervan op eigen risico gebruikt. M&D Seminars, noch enige van haar directieleden, aandeelhouders of bedienden zijn aansprakelijk voor bijzondere, indirecte, bijkomstige, afgeleide of bestraffende schade, noch voor enig ander nadeel van welke aard ook betreffende het gebruik van dit document en van haar inhoud. © M&D Seminars - 2009
M&D CONSULT BVBA Eikelstraat 38 - 9840 DE PINTE Tel. 09/224.31.46 - Fax 09/225.32.17
[email protected] - www.mdseminars.be
Belgian Newsletter Maart 2009
AU DI T - T A X & L E G A L - A D V I S O R Y - A F ICDCUOCU I ANRTYA N C Y
Systeem van vergunning voor maandelijkse terugbetaling van btw-tegoeden uitgebreid Voor meer informatie: Lieven Woets Director KPMG Belastingconsulenten E-mail:
[email protected] Tel.: +32 2 708 42 19
Verder in dit nummer:
De Belgische regering heeft nieuwe wetgeving goedgekeurd met de bedoeling bedrijven in tijden van economische crisis te ondersteunen. Een van deze maatregelen bestaat erin de financiële druk te verlichten op bedrijven die voortdurend in een positie verkeren waarbij ze btw moeten terugbetaald krijgen. Bedrijven krijgen btw-tegoeden slechts op kwartaalbasis terugbetaald, tenzij ze over een vergunning voor maandelijkse terugbetaling beschikken. Terwijl deze maandelijkse terugbetaling voorheen alleen weggelegd was voor bedrijven die zeer actief zijn in de internationale handel, werd deze mogelijkheid nu uit-
gebreid tot niet-Belgische bedrijven die goederen of diensten leveren in België volgens een verleggingsmechanisme. Het totale bedrag van de btw-tegoeden voor het vorige kalenderjaar moet wel meer dan EUR 12.000,00 bedragen. Deze nieuwe wetgeving is in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd op 13 februari 2009. Dit betekent dat bedrijven reeds vanaf februari 2009 een vergunning voor maandelijkse terugbetaling kunnen aanvragen. Indien u dat wenst, kan KPMG Belastingconsulenten u helpen om een dergelijke vergunning te verkrijgen.
3 Hoe People & Change organisaties kan helpen veranderen 4 Aftrekbaarheid van reorganisatiekosten 4 Succeeding in Turbulent Times: assistentie bij kostenbesparing
Nood aan liquiditeiten? Sale en lease-back kan helpen
5 Global Automotive Survey 2009 6 Financiële diensten via het internet 6 Notionele interestaftrek: tarief voor aanslagjaar 2010 7 België: een belangrijk rechtsgebied voor Japanse multinationals
Bedrijven die in deze tijden van financiële crisis op zoek zijn naar liquiditeiten overwegen steeds meer sale en lease-back operaties. In 2008 zouden sale en lease-back transacties ongeveer 70% van alle vastgoedinvesteringen vertegenwoordigen (De Tijd, 26 september 2008).
Nochtans dient rekening te worden gehouden met een aantal fiscale aandachtspunten en mogelijkheden. In eerste instantie zal bij de verkoop van het onroerend goed wellicht een meerwaarde gerealiseerd worden die aan de vennootschapsbelasting onder-
2 Belgian Newsletter, Maart 2009
Voor meer informatie: Koen Maerevoet Partner KPMG Belastingconsulenten E-mail:
[email protected] Tel.: +32 2 708 38 67
worpen wordt aan het gewone tarief van de vennootschapsbelasting. Deze meerwaarde kan eventueel gespreid in de tijd belast worden. Dit zal bijvoorbeeld het geval zijn indien de leaseback overeenkomst boekhoudkundig en fiscaal kwalificeert als een financiële lease. Dit betekent dat de betrokken gebouwen weer op de balans van de verkoper verschijnen. Een fiscale kost van een sale en leaseback operatie zijn de registratierechten van 10% of 12,5% die verschuldigd worden bij de verkoop van het onroerend goed, indien de verkoop niet aan btw onderworpen is. Deze registratierechten kunnen vermeden worden door in plaats van het gebouw te verkopen, een erfpachtovereenkomst af te sluiten. Hierbij worden slechts 0,2% registratierechten verschuldigd. Bij een dergelijke erfpacht en lease-back operatie dient evenwel — meer dan bij een verkoop en lease-back — rekening te worden gehouden met contractduur en boekhoudkundige kwalificatie van
de erfpachtovereenkomst. Zo kan de erfpacht boekhoudkundig en fiscaal kwalificeren als een financiële leasingovereenkomst zodat we te maken kunnen hebben met een lease en rentback transactie. Aangezien de gebouwen onder de financiële lease van de balans van de eigenaar verdwijnen, zal hierbij eventueel een belastbare meerwaarde gerealiseerd worden. Dit is niet het geval indien de erfpacht zou kwalificeren als een operationele lease. De gebouwen blijven dan immers op de balans van de erfpachtgever. In dit geval kan men spreken van een rent en rent-back transactie. De vraag is echter of een dergelijke operatie nog tegemoet komt aan de behoeften van creatie van liquiditeiten. Dit zal enkel het geval zijn indien men kan werken met gedeeltelijke vooruitbetalingen van huurgelden. Sale en lease-back transacties kunnen nog andere fiscale gevolgen hebben, bijvoorbeeld omdat zij de basis voor de notionele interestaftrek (4,307% van het eigen vermogen voor aanslagjaar 2009) kunnen verhogen.
3 Belgian Newsletter, Maart 2009
‘Believe’ Hoe People & Change organisaties kan helpen veranderen Voor meer informatie: Emmanuel De Moyer Partner KPMG Advisory E-mail:
[email protected] Tel.: +32 2 708 44 86
De verkiezing van Obama in de V.S. heeft ons overspoeld met de ‘change’ gedachte. Change is ‘in’. Maar verandering is, zeker in deze tijden, een dubbelzinnig concept. Buiten de organisatie hopen de werknemers op verandering, op vooruitgang en verbetering; terwijl ze binnen de organisatie naar veiligheid en zekerheid streven. Dit maakt dat geplande veranderingen met extra voorzichtigheid dienen aangepakt te worden. Verandermanagement theorieën: twee grote strekkingen De afdeling People & Change Advisory van KPMG Advisory volgt de theoretische en academische ontwikkelingen met betrekking tot verandermanagement op de voet. Grosso modo onderscheiden we twee grote strekkingen. Enerzijds de strekking van de trajecttheorieën die geloven dat elke verandering volgens een vast stramien dient te gebeuren, met steeds dezelfde vaste stappen (de meest klinkende naam is hier ongetwijfeld John Kotter met het 8-stappen model). Anderzijds is er de strekking van de contextuele theorieën die zich focussen op de cultuur van de organisatie en de profielen van de betrokken medewerkers en dus geloven dat elk verandertraject anders zal verlopen (hier vindt men namen terug als Mark Thomas en Léon De Caluwé met zijn kleurentheorie).
Gevoed door deze theoretische kennis, vertrekt KPMG Advisory bij haar adviesdienstverlening echter voornamelijk van een pragmatisch uitgangspunt. Met name: wat is voor deze specifieke organisatie en deze specifieke veranderingsdoelstelling de meest aangewezen strategie inzake verandermanagement? Medewerkers van het KPMG-netwerk kunnen op basis van hun jarenlange ervaring organisaties die door verandermanagementtrajecten gaan, bijstaan op onder meer de volgende vlakken: s ontwikkeling van adequate communicatiestrategieën; s identificatie en dichter bij elkaar brengen van leidende coalities; s samenstelling en coaching van ‘change’ teams; s identificatie van het veranderprofiel en gepaste aanpak per organisatie; s opvolging en bijsturing van geïmplementeerde veranderingen; s aangepaste interne communicatie; s ondersteunen van de ontwikkeling van de kracht van de medewerkers (‘empowerment’) om hun meerwaarde in de veranderingen centraal te stellen; s bijdragen tot de creatie van een klimaat van innovatie en creativiteit waarin verandering geen ‘issue’ meer is.
4 Belgian Newsletter, Maart 2009
Aftrekbaarheid van reorganisatiekosten behoeft de nodige aandacht in deze turbulente tijden Voor meer informatie: Dirk Van Stappen Partner KPMG Belastingconsulenten E-mail:
[email protected] Tel.: +32 3 821 19 18
Bedrijfsactiviteiten ondergaan bijzondere tijden. Heel wat Belgische bedrijven worden geconfronteerd met reorganisaties, dienen voor de daaruit voortvloeiende kosten voorzieningen op te zetten en finaal ook deze kosten te dragen. Het is belangrijk om te noteren dat de Belgische belastingadministratie meer en meer deze kosten en voorzieningen onderzoeken waarbij ze de gehele of gedeeltelijke aftrekbaarheid ervan in vraag stellen. Om de aftrekbaarheid van kosten en voorzieningen met succes te verdedigen, blijkt op basis van de aanpak van de Belgische belastingadministratie tijdens belasting- en verrekenprijscontroles dat de belastingplichtige onder andere de volgende testen dient te doorstaan: s men dient in staat te zijn om aan te tonen dat de reorganisatiekosten en betreffende voorzieningen werden gedaan of gedragen om belastbare inkomsten te verkrijgen of te behouden (de zogenaamde ‘benefit’-test);
s verder dient het feit dat deze kosten in België gedragen worden in lijn te liggen met het functioneel profiel van de Belgische onderneming en dient het te passen in het toegepast transfer pricing systeem (en in de betreffende overeenkomsten en overeengekomen voorwaarden); en s uiteindelijk zal men tevens dienen aan te tonen dat de Belgische raad van bestuur en het Belgische management op een afdoende wijze betrokken geweest is bij het proces dat tot de reorganisatie heeft besloten. Het niet slagen in deze testen kan leiden tot een poging van de Belgische belastingadministratie om de aftrekbaarheid van de reorganisatiekosten en -provisies geheel of gedeeltelijk te verwerpen en om de Belgische onderneming aan te zetten tot het doorrekenen van deze kosten aan de buitenlandse groepsonderneming die de leiding heeft genomen in het beslissingsproces. Een pro-actieve beschouwing van deze problematiek dient te gebeuren wanneer een reorganisatie in België overwogen wordt.
Succeeding in Turbulent Times: assistentie bij kostenbesparing KPMG Advisory zet M&A ervaring in Voor meer informatie: Guido de Grefte Partner KPMG Advisory E-mail:
[email protected] Tel.: +32 2 708 48 93
Het multidisciplinaire ‘Succeeding in Turbulent Times’ programma van het KPMG-netwerk in België heeft als doel cliënten te helpen omgaan met de gevolgen van de financiële crisis en focust zich op vijf gebieden: s beheersing van werkkapitaal; s kostenbesparingen;
s veilig stellen van financiering; s herziening van de strategie; s risicobeheer. Research van KPMG Advisory toont aan dat ‘kostenbesparingen’ bij 89% van de ondervraagde ondernemingen aan de orde zijn. Daarom heeft KPMG Advisory een methodiek ontwikkeld die
5 Belgian Newsletter, Maart 2009
bedrijven helpt doeltreffend kostenbesparingsmaatregelen te organiseren. Methodiek voor verbetering van de cashpositie Complementair aan de besparingsmaatregelen die de onderneming zelf geïdentificeerd heeft, kan KPMG Advisory organisaties helpen bij het identificeren van extra besparingsmogelijkheden, dit steeds op basis van een analyse van de cijfers. Concreet worden de grote kostenposten in kaart gebracht en vergeleken met die van bedrijven uit dezelfde sector. De focus ligt daarbij steeds op het zo efficiënt en effectief mogelijk maken van de
activiteiten van een onderneming aan de hand van drie eenvoudige vragen: s Moeten we dit doen? s Kan het efficiënter? s Kunnen we de schaal vergroten? De methodiek die KPMG Advisory aanwendt in het kader van haar adviesverlening met betrekking tot kostenbesparingsmaatregelen is gebaseerd op praktische ervaring die KPMG Advisory opdeed in het kader van M&A–projecten (waarbij na de overname advies aan de overnemer verstrekt wordt met betrekking tot kostenbesparingsmogelijkheden bij de verworven onderneming).
Autofabrikanten willen zwaar investeren in nieuwe modellen en technologieën Zo blijkt uit de jaarlijkse Automotive survey van KPMG International Voor meer informatie en/of een exemplaar van de studie: Frank Vancamp Director KPMG Belastingconsulenten E-mail:
[email protected] Tel: +32 2 708 36 70
Autofabrikanten willen de komende vijf jaar zwaar investeren in nieuwe modellen/producten en nieuwe technologieën om in te spelen op de vraag van de consument naar zuinige en betaalbare wagens. Gelet op de inkrimping van de investeringsbudgetten zal dit wellicht ten koste gaan van marketing en reclame en investeringen in nieuwe fabrieken. Dit blijkt uit een jaarlijks wereldwijd onderzoek door KPMG International. In het onderzoek werd bij 200 senior executives uit de autosector wereldwijd gepeild naar hun visie op de drijfveren voor consumenten om een voertuig te kiezen. Daaruit blijkt dat 96% verwacht dat brandstofefficiëntie de doorslaggevende factor wordt, maar ook alternatieve brandstoffen (85%) en betaalbaarheid (83%) staan hoog genoteerd. Belangrijkste sectortrends Van de ondervraagde executives duidt 29% de productie van zuinige wagens vandaag als de belangrijkste tendens
aan. De overstap naar alternatieve brandstoffen (23%) en de productie van milieuvriendelijke wagens (22%) vervolledigen de top drie van trends voor de automobielsector. Er wordt nu duidelijk nog meer ingezet op hybride systemen en elektrische voertuigen en batterijtechnologie. Dit voedt de conclusie dat fabrikanten op deze vlakken heel wat technologische vooruitgang hebben geboekt en dat ze op korte termijn een reële meerwaarde kunnen halen uit deze investeringen. Domeinen voor kostenbesparingen Gevraagd naar de domeinen waarin constructeurs en toeleveranciers de komende vijf jaar kostenbesparingen zouden kunnen realiseren, gaven de ondervraagden als belangrijkste drie posten aan: de optimalisering van het productieproces en technologische vernieuwingen, innovatie inzake productmaterialen, en uitbestedingen naar lageloonkostlanden.
6 Belgian Newsletter, Maart 2009
Financiële diensten via het internet Een nieuw controleraamwerk Voor meer informatie: Dirk Timmerman Director KPMG Advisory E-mail:
[email protected] Tel.: +32 2 708 43 59 Anthony Van de Ven Manager KPMG Advisory E-mail:
[email protected] Tel.: +32 3 821 18 59
In het kader van kostenbesparingen en het streven naar een efficiëntere werking is er een duidelijke groei van het aanbod van financiële diensten via het internet, met onder meer het internetbankieren en het uitvoeren van beursverrichtingen, maar ook bijvoorbeeld informatie-uitwisseling tussen verzekeringsmaatschappijen en hun makelaars. Aan het internet zijn een aantal belangrijke technologische bedreigingen verbonden die door hackers en/of malafide organisaties worden geëxploiteerd. De CBFA heeft, als toezichthouder op de financiële instellingen, een circulaire met betrekking tot financiële diensten via het internet opgemaakt, die wellicht eind maart zal gepubliceerd worden. Deze circulaire heeft tot doel de veiligheid en continuïteit van de informaticasystemen van de financiële instellingen en de integriteit en confidentialiteit van de financiële en klantengegevens te vrijwaren tegen alle mogelijke misbruiken en risico’s afkomstig van het internet. De circulaire heeft niet enkel betrekking op banken, maar ook op onder meer verzekeringsmaatschappijen en beleggingsondernemingen. Naast de transactionele internetdiensten vallen ook de informatieve internetdiensten en de beveiliging
van de eigen informatica-infrastructuur binnen de scope van de circulaire. De circulaire bevat in bijlage een raamwerk met gezonde praktijken inzake het beheer van internetbeveiligingrisico’s. Enkele voorbeelden: s een jaarlijkse risicoanalyse met betrekking tot internetbeveiliging; s digitale certificaten op publieke websites; s sterke authenticatieoplossingen; s gebruik van encryptietechnieken bij transacties; s het proactief identificeren en opvolgen van beveilingsincidenten; s een onafhankelijk veiligheidsonderzoek (inclusief penetratietesten); s de interne auditfunctie die de werking en toepassing van het internetbeleid opneemt in haar auditplanning en –werkzaamheden en die ook evalueert. Deze circulaire zal aanleiding geven tot een aantal beveilingsverbeteringsprojecten bij de financiële instellingen. Het KPMG-netwerk beschikt over de nodige deskundigen, methodieken en tools om financiële instellingen bij te staan bij de opzet, implementatie, management en/ of evaluatie van interne security risico’s.
Notionele interestaftrek: tarief voor aanslagjaar 2010 Voor meer informatie: Jos Goubert Director KPMG Belastingconsulenten E-mail:
[email protected] Tel.: +32 2 708 46 80
Het tarief voor de notionele interestaftrek voor aanslagjaar 2010 (boekjaren die eindigen op 31 december 2009 of later) bedraagt 4,473% (tegenover 4,307% voor aanslagjaar 2009). Voor KMO-vennootschappen die voldoen aan de definitie van ‘kleine vennootschap’ op grond van artikel 15 § 1 van het Wetboek van Vennootschappen wordt het tarief
verhoogd met een half procentpunt tot 4,973%. Deze tarieven, bepaald op grond van de gemiddelde rentevoet voor lineaire obligaties op 10 jaar (OLO 10 jaar) van het jaar 2008, werden gepubliceerd in een bericht van de FOD Financiën in het Belgisch Staatsblad van 14 januari 2009 (2e ed.).
7 Belgian Newsletter, Maart 2009
België: een belangrijk rechtsgebied voor Japanse multinationals Voor meer informatie: Rolf Declerck Partner KPMG Belastingconsulenten en Juridische Adviseurs E-mail:
[email protected] Tel: +32 2 708 37 26
Zoals vele geïndustrialiseerde landen ontsnapt ook Japan niet aan de gevolgen van de kredietcrisis. In een poging om de Japanse economie een extra impuls te geven, maakte de Japanse regering op 12 december 2008 haar plannen bekend om de repatriëring van buitenlandse inkomsten aan te moedigen. Tot deze fiscale maatregelen behoort de invoering van het systeem van uitsluiting van buitenlandse dividenden (FDE – Foreign Dividend Exclusion), dat, in principe, op 1 april 2009 in werking treedt. Volgens de Japanse belastingwetgeving worden dividenden ontvangen van buitenlandse dochterondernemingen belast in hoofde van de Japanse moedermaatschappij. De dubbele belasting wordt gemilderd door de toekenning van een indirect forfaitair buitenlands belastingkrediet (FBB) voor de buitenlandse vennootschapsbelasting op het belastbaar inkomen van de dochtervennootschappen en een direct FBB voor de buitenlandse bronheffing op dividenden. Dit betekent dat voor dochterondernemingen die gevestigd zijn in landen die lagere effectieve belastingtarieven hanteren in vergelijking met de Japanse vennootschapsbelasting (zoals België) inkomende dividenden belast worden volgens het hogere Japanse belastingtarief. Nieuwe fiscale maatregelen Volgens de nieuwe regelgeving worden dividenden ontvangen van in aanmerking komende buitenlandse dochterondernemingen tot 95% vrijgesteld van Japanse belasting. Terwijl de nieuwe fiscale regels impliceren dat de indirecte FBB voor buitenlandse
bronheffing op dividenduitkeringen zal worden opgeheven, zou dit geen nadelige impact mogen hebben voor Belgische dochterondernemingen van Japanse multinationals. Op grond van het dubbelbelastingverdrag tussen de twee landen geldt er in België namelijk, onder bepaalde voorwaarden, een vrijstelling van Belgische bronheffing voor dividenden die Belgische dochterondernemingen betalen aan hun Japanse moedermaatschappij. Met de invoering van het FDE-systeem werden belangrijke aanpassingen voorgesteld aan de Japanse ‘belastingparadijsregels’ (GBV of gecontroleerde buitenlandse vennootschappen). De Japanse fiscale wetgeving bepaalt dat wanneer het effectief belastingtarief van een Specified Foreign Subsidiary (SFS of bepaalde buitenlandse dochtervennootschap) gelijk is aan 25% of minder, de niet-uitgekeerde winst van die SFS wordt opgenomen in het belastbaar inkomen van de Japanse moedermaatschappij. België, dat instrumenten heeft gecreëerd — zoals de notionele interestaftrek en de aftrek voor octrooiinkomsten — die het effectieve belastingtarief in vele gevallen beperken tot 5 à 7% (of zelfs nog minder), werd daardoor onaantrekkelijk voor Japanse multinationals. Volgens het nieuwe voorstel zullen dividenden ontvangen van een SFS niet langer worden opgenomen in de belastingparadijsregels op het niveau van de Japanse moedermaatschappij. Dit is uitstekend nieuws voor Japanse ondernemingsgroepen die hun wereldwijde globale belastingdruk kunnen verlichten door middel van een krachtdadig fiscaal beleid via hun Belgische dochterondernemingen.
8 Belgian Newsletter, Maart 2009
Onze kantoren Bourgetlaan 40 B-1130 Brussel Tel.: +32 2 708 43 00 Fax: +32 2 708 43 99
Bollebergen 2b Bus 13 B-9052 Gent Tel.: +32 9 241 88 00 Fax: +32 9 241 88 99
Avenue Albert Einstein 2A B-1348 Louvain-la-Neuve Tel.: +32 10 68 54 11 Fax: +32 10 68 54 39
Prins Boudewijnlaan 24d B-2550 Kontich Tel.: +32 3 821 17 00 Fax: +32 3 825 20 25
Ilgat Business Park Ilgatlaan 7 B-3500 Hasselt Tel.: +32 11 28 66 10 Fax: +32 11 28 66 19
Clos Chanmurly 13 B-4000 Liège Tel.: +32 4 225 53 11 Fax: +32 4 225 53 99
De informatie die deze Belgian Newsletter bevat, is van algemene aard en beoogt geenszins de behandeling van de specifieke situatie van een bepaalde persoon of entiteit. Hoewel wij ons uiterste best doen om accurate en tijdige informatie te verschaffen, kunnen wij niet garanderen dat deze informatie ook accuraat is op het moment dat zij ontvangen wordt of dat ze in de toekomst nog accuraat zal zijn. Het is niet aan te raden deze informatie te gebruiken zonder passend professioneel advies na een grondig onderzoek van de specifieke situatie. Deze newsletter is eveneens verkrijgbaar in het Engels en het Frans. Indien u in de toekomst geen gelijkaardige elektronische post meer wenst te ontvangen, gelieve dit dan te melden op het e-mailadres
[email protected] toebehorend aan KPMG Support Services ESV, met maatschappelijke zetel gevestigd te B-1130 Brussel, Bourgetlaan 40. De vennootschappen van het KPMG netwerk hechten een groot belang aan de privacy van hun contacten en de reglementering m.b.t. bescherming hiervan. Voor meer details, raadpleeg http://www.kpmg.be/index.thtml/en/about/privacy/index.html.
©2009 KPMG Support Services ESV, een Belgisch Economisch Samenwerkingsverband dat diensten verleent aan de Belgische leden van het KPMG netwerk van onafhankelijke vennootschappen aangesloten bij KPMG International, een Zwitserse coöperative. Alle rechten voorbehouden.