ANALYSE VAN DE KNELPUNTBEROEPEN IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST IN 1999
Inhoudstafel
VOORWOORD ...................................................................................................................1 1. LIJST VAN DE KNELPUNTBEROEPEN IN HET BHG VOLGENS DE BGDA...........................................1 1.1 Inleiding ............................................................................................................................1 1.2 Methodologie .....................................................................................................................2 1.3 Knelpuntberoepenlijst in het BHG in 1999 ............................................................................3 1.3.1
Knelpuntberoepenlijst .............................................................................................4
1.3.2
Nabeschouwing ....................................................................................................13
1.4 Aandeel van de knelpuntberoepen in het totaal aantal ontvangen werkaanbiedingen............16 1.4.1
Studieniveau en studierichting ...............................................................................16
1.4.2
Type werkaanbieding ............................................................................................19
1.4.3
Taalvereiste..........................................................................................................20
1.4.4
Sector ..................................................................................................................21
1.5 Conclusie .........................................................................................................................23
LIJST VAN DE GEBRUIKTE AFKORTINGEN ................................................................................ 25 EEN ENQUÊTE BIJ DE 2. KNELPUNTFUNCTIES IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST : UITZENDCONSULENTEN ................................................................................................. 26 2.1 Inleiding ..........................................................................................................................26 2.2 Methodologie ...................................................................................................................27 2.2.1
De vragenlijsten: schema ......................................................................................27
2.2.2
Schaal..................................................................................................................27
2.2.3
Het identificeren en klasseren van de knelpuntfuncties............................................28
2.3 Knelpuntfuncties in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest: inventaris en oorsprong .................30 2.3.1
Knelpuntfuncties/niet-knelpuntfuncties in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ..........30
2.3.2
Oorzaken van het tekort aan arbeidskrachten in het Brusselse Gewest .....................33
2.4 Analyse van de knelpunten per beroepscategorie ...............................................................36 2.4.1
Knelpuntfuncties bij arbeiders in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest .......................37
2.4.2
Knelpuntfuncties bij bedienden in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest......................43
2.5 Besluiten..........................................................................................................................49
3. KNELPUNTBEROEPEN IN HET BHG.................................................................................... 50 3.1 Inventaris van de knelpuntberoepen volgens de BGDA en UPEDI ........................................50 3.2 Bevraging van de sectorfederaties .....................................................................................50
VOORWOORD
Ondanks de vrij ruime arbeidsreserve die het Brussels Hoofdstedelijk Gewest kenmerkt, wordt er vastgesteld dat er voor bepaalde beroepen grote moeilijkheden ondervonden worden om vacatures in te vullen.
Het is dan ook belangrijk een uitgebreid onderzoek te voeren om tot een degelijke
identificatie en analyse van deze knelpuntberoepen te komen. Vertrekkend vanuit die vaststelling, heb ik als coördinator van het Territoriaal Pact voor de werkgelegenheid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ervoor gezorgd dat deze thematiek uitgebreid aan bod komt in een van de krachtlijnen van dit Pact, met name in krachtlijn 1 die tot doelstelling heeft om een betere afstemming van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt te realiseren. In het kader van deze krachtlijn wordt er onder meer specifiek gepoogd om een verbetering van de inventaris van de behoeften inzake opleiding te bereiken. Met het oog op het verwezenlijken van deze doelstelling, worden de initiatieven in 2 fasen opgedeeld. In de eerste fase beogen de actoren die een grondige kennis over de Brusselse arbeidsmarkt bezitten een overzichtelijke en volledige inventaris van de knelpuntberoepen op te stellen. Dit rapport, dat geschreven werd door de BGDA en UPEDI, kadert precies in deze doelstelling. Concreet werd de knelpuntberoepenlijst van de BGDA en van UPEDI voor het jaar 1999 bijeen gebracht.
Door middel van de sectorfederaties, werd eveneens de mening van de bedrijfswereld
inzake haar knelpuntberoepen gevraagd. Door het verzamelen en analyseren van relevante informatie over de knelpuntberoepen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zal dit rapport toelaten om in een volgende stap een inventaris van opleidingsbehoeften op te maken. In de tweede fase zal deze informatie gebruikt worden door de opleidingsactoren zodat ze zich hierop kunnen inspireren bij de programmering van hun opleidingsaanbod.
E. Courthéoux
Coördinator Territoriaal Pact voor de Werkgelegenheid Directeur-generaal BGDA
INVENTARIS VAN DE KNELPUNTBEROEPEN IN HET BHG
1
1. LIJST VAN DE KNELPUNTBEROEPEN IN HET BHG VOLGENS DE BGDA
1.1 Inleiding In dit deel wordt een overzicht gegeven van de moeilijk in te vullen vacatures bij de BGDA ontvangen in het jaar 1999. Moeilijk in te vullen vacatures, ook wel knelpuntberoepen genoemd, kunnen op verschillende manieren gedefinieerd worden. In dit rapport worden beroepen waarvoor men relatief meer tijd nodig heeft om de vacatures in te vullen en waarvoor tegelijkertijd de vacatures uiteindelijk minder ingevuld raken dan het gemiddelde beroep, tot de lijst van knelpuntberoepen gerekend. Het is belangrijk het begrip knelpuntberoep niet te verwarren met een tekort aan arbeidskrachten, zelfs indien in bepaalde gevallen de aanwervingsproblemen zich verklaren door een tekort aan arbeidskrachten. Indien een beroep op de lijst van knelpuntberoepen staat, betekent dit niet dat het onmogelijk is vacatures voor dit beroep in te vullen. De invullingsgraad is lager en de looptijd is langer, maar het kan best zijn dat een groot aantal vacatures voor het knelpuntberoep zonder problemen ingevuld worden. Na hoofdstuk 2, waarin de methodologie wordt uiteengezet, wordt in het derde hoofdstuk de uiteindelijk geselecteerde lijst van knelpuntberoepen besproken. Voor elk knelpuntberoep wordt in het kort uiteengezet waarom de vacatures voor dit beroep moeilijk in te vullen zijn. In dat hoofdstuk wordt eveneens een beknopt overzicht van de knelpuntberoepen en van hun oorzaken gegeven. Er wordt ook aandacht besteed aan het belang van de talenkennis van de werkzoekenden voor bepaalde knelpuntberoepen. In het laatste hoofdstuk wordt een vergelijking van de belangrijkste kenmerken van de knelpuntberoepen ten opzichte van het totaal ontvangen werkaanbiedingen gemaakt om de werkaanbiedingen voor de knelpuntberoepen te situeren in het toaal aantal bij de BGDA ontvangen werkaanbiedingen
ANALYSE VAN DE KNELPUNTBEROEPEN VOLGENS DE BGDA
1
1.2 Methodologie Van de totale lijst van beroepen die op basis van de bij de BGDA ontvangen werkaanbiedingen (meer dan 15.000) opgesteld wordt, worden de beroepen geselecteerd die tegelijkertijd aan de volgende 3 criteria voldoen : -
de invullingsgraad1 van het beroep is lager dan het gemiddelde van alle beroepen (in 1999 bedroeg dit 61,2%);
-
de looptijd is langer dan het gemiddelde van alle beroepen (in 1999 was dit 1,3 maand);
-
er moeten tenminste 10 werkaanbiendingen in de loop van het jaar 1999 voor het beroep in kwestie ontvangen worden (vorig jaar lag de drempel op 6 werkaanbiedingen)
Van het totaal aantal beroepen (773) voldoen er 78 aan de 3 gestelde criteria Deze 78 beroepen hebben betrekking op 3600 werkaanbiedingen, wat overeenstemt met 23,7% van het totaal aantal ontvangen werkaanbiedingen in 1999. De totale invullingsgraad voor deze knelpuntberoepen bedraagt 46,0%. Om zo goed mogelijk de dynamiek op de arbeidsmarkt in kaart te brengen, werd de analyse op de werkaanbiedingen van alle types van arbeidscircuit, met name het normaal economisch circuit (met uitzondering van de EURES-werkaanbiedingen) en eveneens de programma’s ter opslorping van de werkloosheid, uitgevoerd. De lijst van de 78 knelpuntberoepen werd voorgelegd aan de bemiddelingsdienst van de BGDA. Aan de hand van hun ervaring, werd voor elk knelpuntberoep besproken wat de oorzaken van het moeilijk in te vullen karakter zijn. Deze lijst, voorzien met commentaar staat in het volgende hoofdstuk. Het voordeel van deze methode is dat ze gebaseerd is op een cijfermatige verwerking van 3 belangrijke parameters van alle ontvangen werkaanbiedingen en dat ze dus objectief en volledig is. Er moeten echter ook twee kantekeningen bij deze methode gemaakt worden. Zo kan het zijn dat voor een be-paald beroep er effectief moeilijkheden ondervonden worden om werkaanbiedingen in te vullen, maar dat één van de parameters net niet beantwoordt aan de gestelde criteria. Dit beroep zal dus niet weer-houden worden als knelpuntberoep. De tweede opmerking heeft betrekking op de representativiteit. Indien de BGDA voor een bepaald beroep onvoldoende werkaanbiedingen ontvangt, kan het mogelijk zijn dat dit beroep niet op de knelpuntberoepenlijst terechtkomt terwijl het in de praktijk toch moeilijk is om werkaanbiedingen voor dit beroep in te vullen.
1
Aantal voldane werkaanbiedingen/aantal ontvangen werkaanbiedingen.
ANALYSE VAN DE KNELPUNTBEROEPEN VOLGENS DE BGDA
2
1.3 Knelpuntberoepenlijst in het BHG in 1999 In dit hoofdstuk wordt er voor de 78 uiteindelijk geselecteerde knelpuntberoepen kort aangegeven wat de oorzaken van de knelpunten zijn. Op basis van de literatuur over de knelpuntberoepen2 en op basis van de verklaringen van de moeilijk in te vullen vacatures door de bemiddelingsdienst van de BGDA, kan men de oorzaken van het knelpuntkarakter van de knelpuntberoepen in 3 categorieën onderverdelen : -
kwantitatief tekort aan arbeidskrachten bvb. er is een tekort aan kandidaten voor een bepaald beroep.
-
kwalitatief tekort bvb. er zijn voldoende arbeidskrachten voor het beroep, maar er is een tekort aan mensen met specifieke kwalificaties of ervaring.
-
onaantrekkelijke kenmerken van de aangeboden job bvb. laag loon, ongezond werk, tijdsregeling (avondwerk, weekendwerk, deeltijds werk, ...).
Per knelpuntberoep wordt in paragraaf 1 het aantal ontvangen werkaanbiedingen, de gemiddelde looptijd, de invullingsgraad, het aantal NWWZ op 30 juni '99 met als hoofdberoepscode het knelpuntberoep in kwestie en tenslotte het aantal NWWZ gedeeld door het aantal ontvangen werkaanbiedingen in 1999 voor dit knelpuntberoep afgebeeld. De variabele 'aantal werkzoekenden per aantal werkaanbiedingen' is minder belangrijk als absolute waarde omdat het aantal ontvangen werkaanbiedingen gedurende 1 jaar ten opzichte van het aantal werkzoekende op één bepaald moment vergeleken wordt. De variabele is echter wel interessant om de verschillende beroepen ten opzichte van elkaar te vergelijken. Desalniettemin moet het belang van deze variabele gerelativeerd worden omdat er voor sommige beroepen een lage overeenstemming tussen de code van het beroep en de code van de werkzoekende is. In dit geval is er dus een ruimere arbeidsreserve voor dit beroep.
2
VDAB, analyse vacatures '98 - Deel 1, mei 1999.
ANALYSE VAN DE KNELPUNTBEROEPEN VOLGENS DE BGDA
3
1.3.1 Knelpuntberoepenlijst Ingenieurs en technisch ingenieurs Knelpuntberoepn
Ontvangen WA
Gem. looptijd
Invullingsgraad
NWWZ
NWWZ/ WA
Ingenieur openbare en private werken, in het algemeen
16
6,5
25,0
21
1,3
Technisch ingenieur, openbare en private werken, in het algemeen
24
3,7
33,3
14
0,6
Technisch ingenieur in de elektronica
11
1,5
45,5
13
1,2
Technisch ingenieur elektromechanica
15
2,8
40,0
22
1,5
De werkaanbiedingen voor ingenieurs zijn omwille van het kwantitatieve tekort moeilijk in te vullen. Daarbij vormen de gevraagde taaleisen nog een extra moeilijkheid.
Apothekers en apothekersassistenten Officina-apotheker
10
1,7
50,0
32
3,2
Industrie-apotheker
14
2,1
Apothekerassistent
16
1,9
54,5
4
0,3
56,3
91
5,7
De moeilijke invulbaarheid van de vacatures voor apothekersassistenten en officina-apothekers is enerzijds te wijten aan de ongunstige arbeidsomstandigheden, zoals de flexibele uren en het zaterdagwerk, de lage verloning en anderzijds beschikken de ingeschreven werkzoekenden dikwijls niet over de nodige tweetaligheid. Wat de industrie-apothekers betreft, is de oorzaak van de moeilijke invulbaarheid te wijten aan het grote kwantitatieve tekort.
Verplegers, verpleegassistenten en niet als verplegend gediplomeerd verplegend personeel Ziekenhuisverpleger (brevet)
169
3,7
26,5
34
0,2
Ziekenhuisverpleger (gegradueerd)
74
3,8
41,9
17
0,2
Verpleger in niet specifieke verpleeginstellingen (gegradueerde
17
1,9
52,9
4
0,2
Verzorger, ziekenoppasser
30
3,1
50,0
101
3,4
Tandartsassistent
10
1,9
60,0
16
1,6
sociale verpleger)
Zowel voor de gebrevetteerde als voor de gegradueerde ziekenhuisverplegers is er een kwantitatief tekort. Bovendien zijn er eveneens belangrijke ongunstige aspecten aan het beroep verbonden, zoals de grote fysieke en mentale belasting en de onregelmatige werktijden en weekendwerk. Voor het beroep van verzorger of ziekenoppasser vinden sommige werkgevers dat de korte opleidingen van 10 maand onvoldoende zijn. Ze werven liever mensen aan met een diploma van het hoger beroepsonderwijs.
ANALYSE VAN DE KNELPUNTBEROEPEN VOLGENS DE BGDA
4
Leraars aan inrichtingen voor lager secundair onderwijs Ontvangen WA
Gem. looptijd
Invullingsgraad
NWWZ
NWWZ/ WA
Leraar Nederlands - Engels (lager secundair)
87
1,8
52,9
5
0,1
Leraar technische vakken en/of beroepspraktijk (lager secundair) - mechanica en metaalbewerking
19
1,8
52,6
1
0,1
Knelpuntberoepn
De moeilijkheid bij het invullen van vacatures voor leraars Nederlands-Engels en de leraars technische vakken en/of beroepspraktijk wordt vooral veroorzaakt door het kwantitatieve tekort. Vooral de betere bezoldiging in de privé-sector maakt dat vele werkzoekenden niet voor deze beroepen kiezen.
Tekenaars Tekenaar, in het algemeen
10
2,1
60,0
22
2,2
Tekenaar van studiebureau burgerlijke bouwwerken
24
5,0
37,5
82
3,4
Tekenaar van studiebureau mechanica
10
1,4
40,0
17
1,7
De vacatures voor bouwkundig tekenaars raken moeilijk ingevuld omdat de werkgevers dikwijls specifieke vereisten, zoals autocad of piping, vragen. Maar weinig werkzoekenden beheersen deze technieken.
Technici
in
de
natuurwetenschappen
en
toegepaste
wetenschappen
en
laboratoriumassistenten Technicus in de elektromechanica
85
2,2
34,1
91
1,1
Technicus in de machinebouw en in de mechanische industrieën
29
1,8
58,6
25
0,9
Technicus bouw
87
2,6
35,6
70
0,8
Technicus elektriciteit
55
1,7
54,5
41
0,7
Technicus scheikunde
17
1,4
29,4
27
1,6
Technicus in de koel- en verwarmingstechniek
11
1,8
9,1
2
0,2
Technicus voor laboratoriumonderzoek - laborant
10
1,8
50,0
56
5,6
Technicus in de elektronica
65
1,8
43,1
139
2,1
Bij de technici is er zowel een kwantitatief als een kwalitatief probleem. Enerzijds zijn er niet al teveel technici ingeschreven en anderzijds moeten deze dikwijls over een combinatie van verschillende kwalificaties
beschikken,
zoals
tweetaligheid,
polyvalentie,
klantvriendelijkheid,
rijbewijs
...
Daarenboven discrimineren sommige werkgevers kandidaten van vreemde origine.
Boekhouders Boekhouder
278
1,4
53,6
315
1,1
Enerzijds zijn er niet veel werkzoekenden ingeschreven. Anderzijds worden er door vele werkgevers specifieke ervaring en vaak ook tweetaligheid gevraagd.
ANALYSE VAN DE KNELPUNTBEROEPEN VOLGENS DE BGDA
5
Hulpboekhouders en kassiers Knelpuntberoepn Andere hulpboekhouders en kassiers
Ontvangen WA
Gem. looptijd
Invullingsgraad
NWWZ
NWWZ/ WA
25
1,9
56,0
202
8,1
Het zijn vooral de taalvereisten die het moeilijk in te vullen karakter veroorzaken.
Maatschappelijke assistenten Maatschappelijk assistent, in het algemeen
365
2,0
56,4
131
0,4
Maatschappelijk assistent gespecialiseerd in individuele problemen
12
1,6
58,3
2
0,2
De hoofdoorzaak van het moeilijk in te vullen karakter van de vacatures voor maatschappelijk assistenten is het kwantitatieve tekort. Daarenboven komt nog dat sommige werkaanbiedingen door de werkzoekenden als weinig interessant beschouwd worden omdat ze te administratief of te controlerend zijn.
Bibliothecarissen Bibliothecaris
19
2,2
57,9
19
1,0
Meestal wordt voor het beroep van bibliothecaris een graduaatsdiploma gevraagd en er zijn maar weinig kandidaten die aan deze voorwaarde voldoen.
Informatici en aanverwante beroepen Systeemingenieur
20
4,2
10,0
13
0,7
Organisch analist
19
1,5
44,4
27
1,4
Analist-programmeur
126
1,4
52,4
99
0,8
Toepassingsprogrammeur
34
1,5
34,4
67
2,0
Onderhoudstechnicus (software en materieel)
35
1,8
45,7
76
2,2
Netwerkbeheerder
33
1,4
42,4
10
0,3
Andere informatici
62
1,7
29,0
19
0,3
Er is een structureel kwantitatief tekort aan informatici (met of zonder tweetaligheid) en dit voor de meeste specialiteiten die momenteel op de arbeidsmarkt gevraagd worden, zoals programmeurs SAP, VISUAL BASIC, C+, C++, ..., software ingenieurs, systeemingenieurs, netwerkbeheerders, ...
ANALYSE VAN DE KNELPUNTBEROEPEN VOLGENS DE BGDA
6
Directeurs en hoger administratief kaderpersoneel (groot- en kleinhandel) Knelpuntberoepn Aankoopleider
Ontvangen WA
Gem. looptijd
Invullingsgraad
NWWZ
NWWZ/ WA
10
2,0
40,0
23
2,3
Marketing officer
61
1,4
49,2
203
3,3
Publiciteitsdirecteur
17
1,5
41,2
36
2,1
Deze beroepen vergen een degelijke marktkennis, dikwijls in een bepaald product. De meeste werkgevers zoeken dan ook personen met terreinervaring van dit specifiek product, liefst iemand die in de verkoop gestaan heeft in deze sector. Bovendien moet men een goede onderhandelaar zijn om met verschillende leveranciers te kunnen omgaan. Soms wordt een universitair diploma vereist. Deze factoren verklaren de moeilijkheidsgraad om de werkaanbiedingen in te vullen.
Directeurs et cadres administratifs supérieurs (services) Beheerder (culturele en artistieke sector)
10
2,2
50,0
59
5,9
Beheerder (hotelwezen)
23
2,5
8,7
23
1,0
Adviseur van de directie (administratief)
26
1,4
50,0
61
2,3
Adviseur van de directie (commercieel)
65
1,4
47,7
271
4,2
Adviseur van de directie (banken, verzekeringen en onroerende goederen)
30
1,4
46,7
68
2,3
Net zoals bij de hierbovenvermelde beroepen (aankoopleider-publiciteitsdirecteur), vormen de hoge eisen aan de kandidaat-beheerders en de kandidaat-adivseurs van de directie het probleem om deze vacatures in te vullen.
Secretarissen(essen) en bureelbedienden Stenograaf-dactylograaf, in het algemeen of stenotypist(e)
272
1,4
56,6
433
1,6
Beginneling(e) stenotypist(e)
29
1,6
48,3
46
1,7
Stenotypist(e)-secretaris(esse)
13
1,5
15,4
24
1,8
Bediende personeelsdiensten
31
1,4
51,6
17
0,5
Secretariaatbediende
19
1,8
42,1
89
4,7
Bediende van juridische diensten
30
1,9
56,7
42
1,4
Bediende “reisbureau”
57
1,7
47,4
161
2,8
Andere gespecialiseerde bedienden van reisbureaus en receptiediensten van hotels
11
4,6
27,3
43
3,9
Ook hier zijn het vooral de taalvereisten die maken dat de werkaanbiedingen moeilijk ingevuld geraken. Er kan niet gesteld worden dat er geen geschikte kandidaat voorhanden zijn voor de functie van reisbureau-bediende. Meertalige kandidaturen met een degelijke scholingsgraad zijn effectief in ons bestand aanwezig. De arbeidsvoorwaarden zijn echter niet altijd zeer aantrekkelijk, vooral wat de verloning betreft. Werkaanbiedingen voor andere gespecialiseerde bedienden van reisbureaus zijn voornamelijk bestemd voor check-in agenten die tewerkgesteld worden op de nationale luchthaven van Zaventem voor vliegtuig- of chartermaatschappijen. Het gaat meestal om seizoensgebonden arbeid met een zeer flexibele arbeidsregeling.
ANALYSE VAN DE KNELPUNTBEROEPEN VOLGENS DE BGDA
7
edienden van verzendings- en ontvangstdiensten Knelpuntberoepn
Ontvangen WA
Gem. looptijd
Invullingsgraad
NWWZ
NWWZ/ WA
12
4,0
8,3
4
0,3
Dispatcher
Voor dispatcher wordt bijna steeds een bewezen ervaring gevraagd. Er zijn maar weinig werkzoekenden die over een lange ervaring in dit beroep beschikken. De dispatcher vervult een sleutelfunctie in het bedrijf. Vele jobs worden ingevuld door personen in het bedrijf zelf op te leiden tot dispatcher of door personen van een concurrerend bedrijf aan te trekken.
Economaatbedienden en magazijnbedienden Verantwoordelijke magazijnarbeiders
14
2,3
14,3
29
2,1
Onder deze code worden de hoofdbedienden chef magazijniers genoteerd. Het gaat dus om een leidinggevende functie over verschillende magazijnarbeiders met de verantwoordelijkheid over de goede afhandeling van de goederen in het magazijn. Talenkennis is hiervoor belangrijk, maar vooral goed kunnen omgaan met eigen personeel en buitenstaanders is een steeds terugkomend criterium. Er zijn slechts weinig werkzoekenden die voor deze "middenkaderfunctie" in aanmerking komen.
Handelsagenten of vertegenwoordigers Handelsagenten
121
1,6
35,5
191
Handelsvertegenwoordiger
78
Technisch vertegenwoordiger
59
1,6
1,5
28,2
190
2,4
1,7
44,1
76
1,3
Vacatures voor handelsagenten betreffen ofwel vertegenwoordigers van hoog niveau of van vertegenwoordigers met een zelfstandig statuut. Dit laatste komt steeds meer voor, maar kent helemaal geen bijval bij de werkzoekenden. De stap en het risico is te groot. Vacatures voor handelsvertegenwoordigers zijn enerzijds moeilijk in te vullen omwille van de ongunstige arbeidsomstandigheden. De verloning is dikwijls heel onzeker, er wordt een grote flexibiliteit verwacht, soms moet de potentiële werknemer in het statuut van zelfstandige stappen, er zijn
lange
verplaatsingen...
Anderzijds
moet
de
werkzoekende
heel
communicatievaardig,
klantvriendelijk, dikwijls 2-talig zijn, een goed voorkomen hebben... Ook dit kan soms een probleem vormen. De technische vertegenwoordigers moeten daarenboven ook nog over een technische bagage beschikken.
ANALYSE VAN DE KNELPUNTBEROEPEN VOLGENS DE BGDA
8
Handelszaakbeheerders en verkopers Ontvangen WA
Gem. looptijd
Invullingsgraad
NWWZ
NWWZ/ WA
Gerant, zaakvoerder
26
1,9
34,6
360
13,8
Verkoopschef
16
1,7
31,3
63
3,9
Gespecialiseerd verkoper
26
1,7
57,7
128
4,9
Televerkoper
100
1,3
47,3
62
0,6
Knelpuntberoepn
Wat de zaakvoerders betreft, wordt dikwijls het statuut van zelfstandige gevraagd. Zelfs indien dit niet gevraagd wordt, wordt er vaak een garantie of een overname van de stock geëist. Daarenboven is de bezoldiging onzeker en moeten er lange werkdagen gepresteerd worden. Buiten deze ongunstige arbeidsomstandigheden, voldoen ook niet alle werkzoekenden aan de strenge vereisten, zoals organisatietalent, communicatievaardigheid, klantvriendelijkheid, teamgeest, verantwoordelijkheidsgevoel, noties van boekhoudkunde ... De verkopersfunctie is dikwijls een moeilijk in te vullen vacature. Zoals steeds bij vacatures waarbij een veelvuldig contact met het cliënteel gebruikelijk is, wordt bijna steeds, naast goede communicatievaardigheden, ook een degelijke tweetaligheid vereist. Onregelmatige uren, talenkennis en soms het lage loon vormen een bijkomende moeilijkheid bij het invullen van deze werkaanbiedingen. De werkaanbiedingen voor gespecialiseerd verkoper handelen over de verkoop van heel specifieke producten, bvb. antiek. De werkaanbiedingen komen van speciaalzaken die voor de verkoop van hun specifieke producten gespecialiseerde verkopers wensen. Deze zijn dikwijls onvindbaar op de arbeidsmarkt. Het probleem van het beroep van tele-verkoper situeert zich vooral op het vlak van de arbeidsomstandigheden. Veel stress, een lage bezoldiging en een ongunstig uurrooster kenmerken dit beroep. Er zijn ook weinig werkzoekenden voor dit beroep ingeschreven.
Tuiniers Tuiniers
36
3,9
48,6
92
2,6
De werkaanbiedingen voor het beroep van tuinier worden moeilijk ingevuld omdat er enerzijds specifieke diploma's gevraagd worden. Anderzijds zijn de arbeidsomstandigheden vaak zwaar en lastig.
Vrachtwagenbestuurders Vrachtwagenbestuurder (verhuizingen)
17
1,8
41,2
2
0,1
Bij de vrachtwagenbestuurders-verhuizers stellen we vooral een kwantitatief tekort vast. Dit komt vooral omdat de meeste werkzoekenden die over een vrachtwagenrijbewijs beschikken, dit rijbewijs liever optimaal willen benutten en zich dus voor het beroep van voltijds vrachtwagenchauffeur inschrijven. Op deze manier vermijden ze eveneens de bijzonder zware fysieke inspanningen.
ANALYSE VAN DE KNELPUNTBEROEPEN VOLGENS DE BGDA
9
Mecanicienherstellers en elektromecaniciens Ontvangen WA
Gem. looptijd
Invullingsgraad
NWWZ
NWWZ/ WA
Mecanicien-hersteller van motorvoertuigen
45
1,6
53,3
259
5,8
Elektromecanicien in het algemeen
26
2,9
34,6
110
4,2
Knelpuntberoepn
Op zich zijn er voldoende werkzoekende mecanicienherstellers ingeschreven. Vele vacatures vereisen echter ook het beheersen van nieuwe technologieën, polyvalentie, ervaring…. Deze bijkomende eisen maken het moeilijk om het beroep in te vullen. Gebrek aan polyvalentie en voldoende talenkennis zijn de hoofdoorzaken van de moeilijk in te vullen vacatures voor elektromecaniciens. Daarenboven hebben heel wat werkaanbiedingen betrekking op een dienst-na-verkoopsfunctie. De commerciële ingesteldheid en de klantvriendelijkheid spelen dan ook een grote rol. Een extra probleem wordt gevormd door het feit dat sommige werkgevers allochtone kandidaten discrimineren.
Loodgieters en buizenfitters Loodgieter, in het algemeen
18
2,6
50,0
134
7,4
Loodgieter sanitaire installaties
17
1,7
38,5
182
10,7
De ingeschreven kandidaten zijn meestal slechts helpers van ervaren vakmensen. Zij beheersen te weinig de verschillende technische aspecten van het beroep of hebben geen ervaring.
Timmerlieden en schrijnwerkers Schrijnwerker
30
1,9
43,3
308
10,3
Het beroep van schrijnwerker is een knelpuntberoep omdat er maar weinig gekwalificeerde schrijnwerkers ingeschreven zijn. Bovendien kunnen de werkomstandigheden soms wel hard zijn.
Metselaars en vloerenleggers Metselaar
49
1,8
55,1
198
4,0
De werkgevers eisen dikwijls dat de kandidaat-metselaars polyvalent zijn. Vele ingeschreven werkzoekenden ontbreken deze kwalificatie.
Plafonneerders en pleisterwerkers Plafonneerder in het algemeen
31
2,6
41,9
89
2,9
Enerzijds zijn er weinig gekwalificeerde werkzoekende plafonneerders en anderzijds wordt het beroep eveneens gekenmerkt door harde werkomstandigheden.
ANALYSE VAN DE KNELPUNTBEROEPEN VOLGENS DE BGDA
10
Dakdekkers Knelpuntberoepn
Ontvangen WA
Gem. looptijd
Invullingsgraad
NWWZ
NWWZ/ WA
17
2,7
47,1
13
0,8
Dakdekker (dakzinkwerk)
Vele ingeschreven werkzoekenden in dit vak wensen dit risicovol beroep niet meer uit te oefenen. Ook moet men meestal verschillende aspecten van dit beroep kennen : zinkbewerking, roofing, metselwerk en deze veelzijdigheid ontbreekt vaak bij de ingeschreven werkzoekenden.
Koks Chef-kok
13
1,9
53,8
30
2,3
Kok (met uitzondering van particuliere dienst)
58
1,4
39,7
237
4,1
Eerste aanvullende kok
11
1,4
36,4
23
2,1
Naast de ongunstige arbeidsomstandigheden verbonden aan de horecasector, wordt er voor functies van eerste aanvullende kok specifiek een heel uitgebreide ervaring gevraagd.
Kamermeiden en -dienaars, dienstboden en soortgelijke werknemers die niet elders vermeld werden Kindermeid
19
3,0
42,1
174
9,2
Het zijn vooral de slechte arbeidsomstandigheden die maken dat het beroep moeilijk in te vullen is. Daarenboven worden deze jobs dikwijls slecht betaald.
Schoonmakers en soortgelijke werknemers Ploegverantwoordelijke schoonmakers
57
1,4
60,0
287
5,0
Het beroep van ploegverantwoordelijke schoonmakers is moeilijk in te vullen omdat de kandidaten over ervaring in de sector moeten beschikken, een ploeg moeten kunnen leiden, moeten kunnen organiseren ... Bovendien is er aan dit beroep een bijzonder grillig uurrooster verbonden, wat vele kandidaten afschrikt.
Kappers, schoonheidsspecialisten en soortgelijke werknemers Kapper voor dames
19
1,5
60,0
239
12,6
Er zijn wel voldoende werkzoekenden ingeschreven. Wat het moeilijk in te vullen karakter van deze functie verklaart, is het deeltijds uurrooster dat de meeste van deze vacatures kenmerkt.
ANALYSE VAN DE KNELPUNTBEROEPEN VOLGENS DE BGDA
11
Niet elders vermelde werknemers die gespecialiseerd zijn in de diensten, de sport en het vermaak Knelpuntberoepn Onthaalhostess
Ontvangen WA
Gem. looptijd
Invullingsgraad
NWWZ
NWWZ/ WA
38
2,3
60,5
205
5,4
Onthaalhostessen moeten in het algemeen 3-talig zijn. Het zijn vooral deze taaleisen die het knelpuntkarakter verklaren.
ANALYSE VAN DE KNELPUNTBEROEPEN VOLGENS DE BGDA
12
1.3.2 Nabeschouwing Overzicht van de knelpuntberoepen en van de oorzaken van de moeilijke invulbaarheid In deze paragraaf wordt er een overzicht gegeven van de knelpuntberoepen en van de oorzaken van het knelpuntkarakter. De knelpuntberoepen worden in onderstaande tabel volgens beroepsgroep weergegeven. Per beroepsgroep wordt enkel het aantal werkaanbiedingen voor deze moeilijk in te vullen beroepen weergegeven en het aantal ontvangen werkaanbiedingen stemt dus niet overeen met het totaal aantal ontvangen werkaanbiedingen voor de betrokken beroepsgroep. De beroepsgroepen worden in dalende volgorde van het aantal werkaanbiedingen afgebeeld. De precieze beroepen die per beroepsgroep het knelpunt vormen, kan men in de knelpuntberoepenlijst onder paragraaf 3.1. terugvinden. Aangezien de toekenning van de oorzaken op beroepsgroepniveau toegepast wordt, komen de nuances tussen sommige aanverwante knelpuntberoepen niet altijd tot uiting. Daarom wordt rekening gehouden met de belangrijkheid van de verschillende beroepen binnen een bepaalde beroepsgroep om de uiteindelijke oorzaken voor deze beroepsgroep te bepalen.
Tabel 1 Rangschikking 1 2 3 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32
Overzicht van de knelpuntberoepen volgens beroepsgroep
Knelpuntberoepen volgens beroepsgroep Secretarissen(essen) en bureelbedienden Maatschappelijke assistenten Technici in de natuurwetenschappen en toegepaste wetenschappen en laboratoriumassistenten Informatici en aanverwante beroepen Verplegers, verpleegassistenten en niet als verplegend gediplomeerd verplegend personeel Boekhouders Handelsagenten en vertegenwoordigers Directeurs en hoger administratief kaderpersoneel Handelszaakbeheerders en verkopers Leraars aan inrichtingen voor lager secundair onderwijs Koks Bedienden van reisbureaus en receptiepersoneel Ingenieurs en technisch ingenieurs Schoonmakers en soortgelijke werknemers (ploegverantwoordelijke) Metselaars en vloerenleggers Mecaniciens-herstellers en bankwerkers voor onderhoudswerk Tekenaars Apothekers en apothekersassitenten Niet elders vermelde werknemers die gespecialiseerd zijn in de diensten, de sport en het vermaak Tuiniers Loodgieters en buizenfitters Plafonneerders en pleisterwerkers Timmerlieden en schrijnwerkers Electromecaniciens Hulpboekhouders en kassiers Kappers, schoonheidsspécialisten en soortgelijke werkn. Bibliothecarissen en archivarissen Kamermeiden en -dienaars, dienstboden en soortgelijke werknemers die niet elders vermeld werden Bestuurders van motorvoertuigen Dakdekkers Economaatbed., magazijnbed. en bedienden-wegers Bedienden van verzendings- en ontvangstdiensten Totaal
WA voor knelpuntberoepen 404 377 359 329
In % 11,2 10,5
Oorzaak knelpuntkarakter Kwantitatief Kwalitatief Ongunstige tekort tekort kenmerken X X X
10,0 9,1
X X X
X
290
8,1
278 258 242 168 106 82 68 66
7,7 7,2 6,7 4,7 2,9 2,3 1,9 1,8
57
1,6
X
X
49 45 44 40
1,4 1,3 1,2 1,1
X X X X
X
38
1,1
X
36 35 31 30 26 25 19 19
1,0 1,0 0,9 0,8 0,7 0,7 0,5 0,5
X X X X X X
19
0,5
17 17 14 12
0,5 0,5 0,4 0,3
3.600
100,0
ANALYSE VAN DE KNELPUNTBEROEPEN VOLGENS DE BGDA
X X X X
X X X X X
X X
X X X X
X X X X X
X X X
X X
13
De 10 beroepsgroepen met het grootste aantal knelpuntvacatures omvatten bijna 80% van alle knelpuntvactures. We kunnen deze 10 beroepsgroepen in 3 hoofdgroepen onderverdelen. Vooreerst zijn er de administratieve en de klantgerichte beroepsgroepen, met name de secretarissen(essen), boekhouders, handelsvertegenwoordigers, verkopers en het hoger administratief kaderpersoneel. Daarnaast hebben we de beroepsgroepen die behoren tot de niet private sector, met name de maatschappelijk assistenten, het verplegend personeel en de leerkrachten voor lager secundair onderwijs. De meer technische beroepsgroepen zoals de informatici en de technici vormen tenslotte de laatste hoofdgroep.
De vereiste tweetaligheid Uit de knelpuntberoepenlijst onder paragraaf 3.1 blijkt dat voor een groot aantal knelpuntberoepen het moeilijk is tweetalige kandidaten te vinden. Voor meerbepaald 41 knelpuntberoepen vormt de tweetaligheidsvereiste volgens de bemiddelingsdienst effectief een belemmering om de vacatures in te vullen. Deze 41 knelpuntberoepen omvatten net iets meer dan de helft van de knelpuntvacatures, met name 52,6%. In
tabel
2
wordt
het
aantal
ingeschreven
werkzoekenden
weergegeven
voor
deze
41
knelpuntberoepen. In de 2de en de 3de kolom van tabel 2 wordt respectievelijk weergegeven hoeveel werkzoekenden Frans en Nederlands op zijn minst matig beheersen en hoeveel beide talen op zijn minst goed beheersen. Het toekennen van het niveau van de talenkennis gebeurt hoofdzakelijk op basis van de verklaring van de werkzoekenden zelf. De cijfers moeten dus met de nodige omzichtigheid geïnterpreteerd worden. Er is echter nog een bijkomend probleem bij de interpretatie van tabel 2. We stellen vast dat er tussen de verschillende beroepen uiteenlopende taaleisen worden gesteld. Bovendien zijn er binnen elk beroep vacatures waarvoor er enerzijds bijna geen taalvereisten zijn en anderzijds waarvoor een perfecte taal-beheersing onontbeerlijk is. Dit maakt het bijzonder moeilijk om precieze conclusies te trekken. We kunnen echter wel stellen dat voor knelpuntberoepen waarvoor er volgens de bemiddelingsdienst een tweetaligheidsprobleem is, er effectief opmerkelijk weinig werkzoekenden, namelijk ten hoogste 28,8%, van zichzelf vinden goed tweetalig te zijn. Deze gegevens lijken dus te bevestigen dat er in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest daadwerkelijk een probleem is om voor bepaalde beroepen (zie tabel 2) voldoende tweetaligen te vinden.
ANALYSE VAN DE KNELPUNTBEROEPEN VOLGENS DE BGDA
14
Tabel 2
Arbeidsreserve voor knelpuntberoepen waarvoor moeilijk tweetaligen te vinden zijn volgens talenkennis op 30/6/99 Beroep
Beheerder (culturele en artistieke sector) Publiciteitsdirecteur Dispatcher Aankoopleider Technisch vertegenwoordiger Adviseur van de directie (commercieel) Handelsagent Verantwoordelijke magazijnarbeiders Handelsvertegenwoordiger Adviseur van de directie (banken, verzekeringen en onr. goederen) Marketing officer Technisch ingenieur elektromechanica Stenograaf-dactylograaf, in het algemeen of stenotypist(e) Gespecialiseerd verkoper Adviseur van de directie (administratief) Beginneling(e) stenotypist(e) Technicus bouw Verkoopschef Technicus in de machinebouw en in de mechanische industrieën Onthaalhostess Tandartsassistente Boekhouder Secretariaatbediende Bediende "reisbureau" Handelszaakbeheerder Technicus voor laboratoriumonderzoek - laborant Technicus in de elektromechanica Technicus in de elektronica Tele-verkoper Andere hulpboekhouders en kassiers Technicus elektriciteit Andere gespecial. bedienden v. reisbureaus en receptiediensten v. hotels Ingenieur openbare en private werken, in het algemeen Technisch ingenieur, openbare en private werken, in het algemeen Technisch ingenieur in de elektronica Technicus scheikunde Technicus in de koel- en verwarmingstechniek Beheerder (hotelwezen) Stenotypist(e)-secretaris(esse) Bediende personeelsdiensten Bediende van juridische diensten Totaal
Totaal NWWZ 59 36 4 23 76 271 191 29 190 68 203 22 433 128 61 46 70 63 25 205 16 315 89 161 360 56 91 139 62 202 41 43 21 14 13 27 2 23 24 17 42 3.964
ANALYSE VAN DE KNELPUNTBEROEPEN VOLGENS DE BGDA
Matig In A.W. 29 16 2 8 39 130 87 13 72 30 110 8 205 36 17 17 20 29 8 82 2 86 33 74 81 9 20 23 8 42 6 17 4 5 2 3 0 10 10 6 14 1.413
In % 49,2 44,4 50,0 34,8 51,3 48,0 45,5 44,8 37,9 44,1 54,2 36,4 47,3 28,1 27,9 37,0 28,6 46,0 32,0 40,0 12,5 27,3 37,1 46,0 22,5 16,1 22,0 16,5 12,9 20,8 14,6 39,5 19,0 35,7 15,4 11,1 0,0 43,5 41,7 35,3 33,3 35,6
Goed In A.W. 17 10 1 5 16 57 36 5 32 10 29 3 58 15 7 5 7 6 2 15 1 18 5 9 20 3 4 6 2 5 1 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 411
In % 28,8 27,8 25,0 21,7 21,1 21,0 18,8 17,2 16,8 14,7 14,3 13,6 13,4 11,7 11,5 10,9 10,0 9,5 8,0 7,3 6,3 5,7 5,6 5,6 5,6 5,4 4,4 4,3 3,2 2,5 2,4 2,3 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 10,4
15
1.4 Aandeel van de knelpuntberoepen in het totaal aantal ontvangen werkaanbiedingen Het loont eveneens de moeite om de kenmerken van de vacatures voor knelpuntberoepen te vergelijken ten opzichte van het totaal van de vacatures. In de hiernavolgende paragrafen wordt het aandeel van de knelpuntberoepen in het totaal van de vacatures volgens studieniveau, studierichting, type werkaanbieding, taalvereiste en nijverheidssector berekend. Achteraan bevindt zich een lijst van de gebruikte afkortingen.
1.4.1 Studieniveau en studierichting Grafiek 1
Aandeel van de knelpuntberoepen volgens studieniveau in het totaal van de vacatures 0%
20%
40%
60%
LO
522
3.521
LSO
223
1.625
HSO
906
Universitair
Leerlingwezen
Andere studies
Totaal
100%
3.726
1.781
HOBU
80%
1.841
154
824
6
30
8
35
3.600
11.602
Knelpuntberoepen
Niet-knelpuntberoepen
Uit bovenstaande grafiek blijkt dat enkel het studieniveau van hoger onderwijs buiten de universiteit relatief meer werkaanbiedingen voor knelpuntberoepen telt. Bijna één op twee werkaanbiedingen met een gevraagd studieniveau van hoger onderwijs buiten de universiteit behoren tot een knelpuntberoep!
ANALYSE VAN DE KNELPUNTBEROEPEN VOLGENS DE BGDA
16
Grafiek 2
Aandeel van de knelpuntberoepen volgens studierichting in het totaal van de vacatures 0%
20%
60%
522
LO (voleindigd of niet)
Getuigschrift LSO
40%
897
300
2.241
46
Kwalificatiegetuigschrift 4de lrjr TSO
218
490
Kwalificatiegetuigschrift 6de lrjr TSO
929
94
Kwalificatiegetuigschrift
510
66
Kwalificatiegetuigschrift 6de lrjr BSO
100%
3.521
82
Getuigschrift HSO
80%
520
50
Aanvullend beroepsonderwijs
35
1.781
HOBU
1.843
Knelpuntberoepen
Niet-knelpuntberoepen
Universitaire studies 0%
20%
40%
Wijsbegeerte 0
16 2
64
Romaanse filologie 0
38 1
Kunstgeschiedenis en oudheidkunde
10
Rechten 0
116 3
Criminologie Politieke en sociale wetenschappen
6
Pers- en communicatiewetenschappen
11
11 34 71 66
Economische en toegepaste econ. wet.
135
2
89
Wiskunde 0
24 15
Informatica
23
Natuurkunde 0 Chemie
100%
11
Klassieke filologie 0
Psychologische en pedagogische wet.
80%
9 2
Geschiedenis
Germaanse filologie
60%
12 1
26 Knelpuntberoepen
ANALYSE VAN DE KNELPUNTBEROEPEN VOLGENS DE BGDA
Niet-knelpuntberoepen
17
0%
20%
60%
3
Biologie Aardrijkskunde
0
Geologie en mineralogie
0
5 3
10
0
1 10
5
Diergeneeskunde
0
1
Lichamelijke opvoeding
0
13
Kinesitherapie
0
10 23
Burgerlijk ingenieur Landbouwwetenschappen
0
Godsdienstwetenschappen
0
Totaal
31 5 1
7
Andere universitaire opleidingen
Andere of onbepaalde studies
100%
8
Farmacie
Leerlingschap voleindigd
80%
17
Genees-, heel-, verloskunde Tandheelkunde
40%
26
6
30 8
35 3.600
11.602 Knelpuntberoepen
Niet-knelpuntberoepen
De bovenstaande grafiek geeft een gedetailleerder beeld per studierichting van de verhouding van de knelpuntberoepen ten opzichte van het totaal van de beroepen. Grafiek 1 toonde reeds dat knelpuntvacatures met een vereist studieniveau van HSO niet overtegenwoordigd zijn in het totaal aantal vacatures met dit vereist studieniveau. Uit grafiek 2 blijkt dat dit niet geldt voor de technische richtingen van het hoger secundair onderwijs. Meer dan 30% van de vacatures met een gevraagd diploma hoger secundair technisch onderwijs behoren tot een knelpuntberoep. Grafiek 2 geeft eveneens weer dat de diploma's economie, informatica, farmacie en burgerlijk ingenieur de zwaarst oververtegenwoordigde universitaire diploma's bij de knelpuntberoepen zijn.
ANALYSE VAN DE KNELPUNTBEROEPEN VOLGENS DE BGDA
18
1.4.2 Type werkaanbieding Grafiek 3
Aandeel van de knelpuntberoepen volgens type werkaanbieding in het totaal van de vacatures 0%
10%
20%
70%
1.796 50
322
GECO
1.026
68
380 31
Conventie UPEDI-BGDA
117
81
359 21
Loopbaanonderbreking o. s.
71 2.387
Onbepaalde duur
5.025
2
38
20
663 256
Stage (KB 230)
100%
27
19
Loopbaanonderbreking p. s.
90%
776 315
Horeca
80%
6 38
IBF
Totaal
60%
51
DUT
DAC
50%
10
Dienstenplan
DSP
40%
9
KB 495 Brugpensioen
EWE
30%
4
KB 123
1.127
5
102 3.600
11.602
Knelpuntberoepen
Niet-knelpuntberoepen
Men stelt vast dat het vooral de werkaanbiedingen van onbepaalde duur (met uitzondering van de werkaanbiedingen in het kader van het KB 123) in relatieve en absolute zin veel knelpuntvacatures tellen. De werkaanbiedingen voor gesubsidieerde contractuelen zijn relatief gezien lichtjes overtegenwoordigd in de knelpuntberoepen. Werkaanbiedingen van bepaalde duur (DUT) en vacatures in het kader van de stage der jongeren zijn daarentegen licht ondervertegenwoordigd.
ANALYSE VAN DE KNELPUNTBEROEPEN VOLGENS DE BGDA
19
1.4.3 Taalvereiste Grafiek 4
Aandeel van de knelpuntberoepen volgens taalvereiste in het totaal van de vacatures 0%
10%
20%
50%
60%
70%
614
335
Nederlands
100%
1969
372
Nederlands-Frans
90%
1792
695
Frans-Nederlands
80%
996
831
Andere (meertalig)
Totaal
40%
382
Zonder vereiste
Frans
30%
937
986
5294
3.600
11.602
Knelpuntberoepen
Niet-knelpuntberoepen
Er springt dadelijk in het oog dat vacatures waarvoor kandidaten met een zeer goede kennis van het Nederlands en kennis van het Frans gezocht worden, relatief gezien het zwaarst oververtegenwoordigd in de knelpuntberoepen zijn. Ook vacatures met 'andere' vereiste talen, wat hoofdzakelijk Engels en in mindere mate Duits betreft, zijn meer terug te vinden in de knelpuntberoepen.
ANALYSE VAN DE KNELPUNTBEROEPEN VOLGENS DE BGDA
20
1.4.4 Sector Grafiek 5
Aandeel van de knelpuntberoepen volgens sector in het totaal van de vacatures 0%
20%
40%
100% 1
17
7 2
Bosbouw en -ontginning
0
2
Ruwe petroleum en natuurlijk gas
8
27
Voedingsnijverheid (uitzonderd dranken)
220 2
Fabricatie van dranken
5 2
Tabaksnijverheid
0
4
Textielnijverheid
24
6
87 1
Fabricatie en herstelling van schoenen
3
1
Hout- en kurknijverheid
11 2
Papier- en kartonnijverheid
4
36
Drukkerijen en uitgeversbedrijven Ledernijverheid en bontwerk (uitzonderd schoenen)
80%
2
Landbouw en veeteelt Landbouw-, veeteelt- en tuinbouwactiviteiten
Confectie van kledingsartikelen
60%
248
1
15 65
Scheikundige nijverheid
92
3
Nijverheid der petroleum- en steenkoolderivaten
5
Glasnijverheid 0
4 3
Basismetaalnijverheid
9
14
Metaalverwerkende nijverheid
86 Knelpuntberoepen
Niet-knelpuntberoepen
Grafiek 5 toont ons dat er 8 grote sectoren zijn die vaak geconfronteerd worden met knelpuntvacatures. Met name meer dan 30% van de vacatures in de scheikundige nijverheid, de sector van de constructie van elektrische machines, toestellen en toebehoren, de communicatiesector, de sector van de constructie van transportmaterieel en de sector van de diensten aan bedrijven, de sector van de diensten i.v.m. ontspanning en de sector van de andere openbare diensten behoren tot een knelpuntberoep.
0%
10%
20%
40%
100%
27
667
28
Diverse elders niet genoemde ondernemingen
68
10
Elektriciteit, gas en stoom
41 1
Dienst voor waterbedeling 0
0
1 123
Groothandel
301
133
Kleinhandel
846 67
Banken en andere financiële instellingen
251
16
210 14
Ondernemingen in onroerende goederen
37
39
Vervoer
90%
2 247
Verzekeringen
80% 106
0
Bouwnijverheid
250
0
16 24
Communicatie Diensten aan bedrijven
70%
81
4
Diverse fabrieksnijverheden
Opslagplaatsen en magazijnen
60%
41
Constructie van transportmaterieel
Atoomcentrales
50%
102
Constructie van elek. machines, toestellen en toebehoren
Diamant
30%
38
1.054
2.209
Knelpuntberoepen
ANALYSE VAN DE KNELPUNTBEROEPEN VOLGENS DE BGDA
Niet-knelpuntberoepen
21
0%
20%
94
Hotelnijverheid
7
213
650 76
Andere openbare diensten
154
181
1.474 36
Wetenschappelijke instituten, opzoekingscentra, musea, …
139 104
Menselijke en dierlijke geneeskunde
271
3
39 507
Sociale werken (rusthuizen, kinderkribben, weeshuizen, …)
1.286
2
26
Godsdienstige verenigingen0
5 34
Beroeps-, interprofessionelle en syndicale verenig., ziekenf.
123 7
Internationale organismen
Totaal
78
33
Andere private diensten en instellingen van algemeen belang
Onnauwkeurig bepaalde activiteiten
100%
528 5
Admin. diensten van de staat, de provincies en de gemeenten
Kunsten en letteren
80% 161
567
Landsverdediging en dienst der geallieerde legers
Andere gezondheidsdiensten
60%
108
Diensten aan personen
Onderwijs
40%
87
Diensten i.v.m. ontspanning
20
13
80 3.600
11.602 Knelpuntberoepen
ANALYSE VAN DE KNELPUNTBEROEPEN VOLGENS DE BGDA
Niet-knelpuntberoepen
22
1.5 Conclusie In dit rapport wordt onderzocht welke beroepen in 1999 moeilijker ingevuld worden dan gemiddeld. Hiervoor werd van de totale lijst van beroepen, die gebaseerd is op de bij de BGDA ontvangen werkaanbiedingen in 1999, de beroepen geselecteerd die minder ingevuld worden en langer blijven openstaan dan het gemiddelde beroep. Bovendien moet er voor elk beroep op zijn minst ook 10 werkaanbiedingen ontvangen worden. Uiteindelijk voldoen er 78 beroepen aan de gestelde criteria. Deze 78 beroepen hebben betrekking op 3.600 werkaanbiedingen, wat overeenstemt met 23.7 % van het totaal aantal werkaanbiedingen in 1999. De totale invullingsgraad voor deze knelpuntberoepen bedraagt 46.0 %. Om een beter overzicht te kunnen geven, worden de beroepsgroep.
78 knelpuntberoepen gegroepeerd volgens
De 10 beroepsgroepen met het grootste aantal knelpuntvacatures omvatten bijna
80% van alle knelpuntvacatures. We kunnen deze 10 beroepsgroepen in 3 categorieën onderverdelen. Vooreerst zijn er de administratieve en de klantgerichte beroepsgroepen, met name de secretarissen(essen), boekhouders, handelsvertegenwoordigers, verkopers en het hoger administratief kaderpersoneel. Daarnaast hebben we de beroepsgroepen die behoren tot de niet private sector, met name de maatschappelijk assistenten, het verplegend personeel en de leerkrachten voor lager secundair onderwijs. De meer technische beroepsgroepen zoals de informatici en de technici vormen tenslotte de laatste hoofdgroep. De oorzaken van de knelpuntberoepen worden in 3 categorieën onderverdeeld. Er kan sprake zijn van een kwantitatief of kwalitatief tekort. Daarnaast worden eventuele onaantrekkelijke kenmerken van het beroep als derde categorie van oorzaken vermeld. Voor een groot aantal vacatures voor knelpuntberoepen wordt er een kwalitatief tekort vastgesteld. Volgens de bemiddelingsdienst is dit dikwijls aan een onvoldoende talenkennis te wijten. Voor deze knelpuntberoepen (die 52.6% van de knelpuntvacatures uitmaken), stellen we inderdaad vast dat er maar bijzonder weinig werkzoekenden van hun zelf vinden goed tweetalig te zijn, met name nog geen 28.8% voor het knelpuntberoep met de hoogste verhouding goed tweetaligen. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest blijkt er dus duidelijk een probleem te zijn om voor bepaalde beroepen (voor de volledige lijst, zie tabel 2, p 15) voldoende tweetaligen te vinden. Indien we de knelpuntberoepen vergelijken ten opzichte van het totaal aantal ontvangen werkaanbiedingen, komen we tot de volgende vaststellingen : -
Bijna één op twee werkaanbiedingen met een gevraagd studieniveau van hoger onderwijs buiten de universiteit behoren tot de een knelpuntberoep. De andere studieniveaus zijn niet oververtegenwoordigd in de knelpuntberoepen.
-
Werkaanbiedingen van onbepaalde duur (met uitzondering van de werkaanbiedingen in het kader van het KB 123) tellen in relatieve en absolute zin veel knelpuntvacatures. De werkaanbiedingen
voor
gesubsidieerde
contractuelen
zijn
relatief
gezien
lichtjes
overtegenwoordigd in de knelpuntberoepen.
ANALYSE VAN DE KNELPUNTBEROEPEN VOLGENS DE BGDA
23
-
Vacatures waarvoor kandidaten met een zeer goede kennis van het Nederlands en kennis van het Frans gezocht worden, zijn relatief gezien het zwaarst in de knelpuntberoepen oververtegenwoordigd.
-
Er zijn 8 grote sectoren die vaak geconfronteerd worden met knelpuntvacatures, met name de scheikundige nijverheid, de sector van de constructie van elektrische machines, toestellen en toebehoren, de communicatiesector, de sector van de constructie van transportmaterieel en de sector van de diensten aan bedrijven, de sector van de diensten i.v.m. ontspanning en de sector van de andere openbare diensten.
ANALYSE VAN DE KNELPUNTBEROEPEN VOLGENS DE BGDA
24
LIJST VAN DE GEBRUIKTE AFKORTINGEN
AW :
absolute waarde
DAC :
derde arbeidscircuit
DSP :
doorstromingsprogramma
DUT : WA voor betrekking van bepaalde duur EURES :
European Employment Services
EWE : eerste werkervaring GECO : gesubsidieerde contractuelen HOBU : hoger onderwijs buiten de universiteit HSO : hoger secundair onderwijs IBF :
interdepartementaal begrotingsfonds
LO :
lager onderwijs
LSO :
lager secundair onderwijs
NWWZ :
niet werkende werkzoekenden
TSO :
technisch secundair onderwijs
WA :
werkaanbieding
ANALYSE VAN DE KNELPUNTBEROEPEN VOLGENS DE BGDA
25
2. KNELPUNTFUNCTIES IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST : EEN ENQUÊTE BIJ DE UITZENDCONSULENTEN Hoofdstuk onder redactie van UPEDI3
2.1 Inleiding Ondanks een arbeidsreserve die aanzienlijk blijft, maakt het Belgische bedrijfsleven steeds meer melding van toenemende moeilijkheden bij het invullen van bepaalde vacatures. Om een aanzet te geven tot reflectie en het ontwikkelen van oplossingsstrategieën t.a.v. deze problematiek hebben UPEDI4 en CEVORA beslist voor de derde maal een enquête te organiseren bij de uitzendconsulenten teneinde de knelpuntfuncties op de Belgische arbeidsmarkt te identificeren en te analyseren. De uitzendsector profileert zich immers alsmaar meer als een bron voor het snel verzamelen van informatie over de gang van zaken op de arbeidsmarkt. Ten eerste : naast zijn rol als systeem voor het opvangen van conjunctuurschommelingen, versterkt de uitzendsector deze van structureel instrument voor het human resourcesbeheer, waardoor hij bijgevolg met een toenemend en niet onaanzienlijk aantal economische actoren in aanraking komt. Ten tweede : door zijn ruim verspreid netwerk van agentschappen biedt de uitzendsector het voordeel zeer dicht bij zowel vraag als aanbod van werk te staan, zodat hij onmiddellijk een aantal ontwikkelingen op de arbeidsmarkt kan identificeren. Tenslotte vormt ook de intersectorale dimensie van de uitzendsector uiteraard een sterke troef. De resultaten van deze enquête hebben geleid tot de publicatie : "Knelpuntfuncties en vormingsbehoeften, een onderzoek bij uitzendconsulenten" (UPEDI-CEVORA, maart 2000). UPEDI stelt hier de resultaten voor Brussel van voornoemde studie voor. Het protocol van akkoord gesloten met de BGDA voorziet immers dat UPEDI de informatie inzake de Brusselse arbeidsmarkt die zij bij de uitzendconsulenten verzamelt, meedeelt, met het oog op het samenstellen van een inventaris inzake vormingsbehoeften, zoals voorzien in het Territoriaal Werkgelegenheidspakt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Dit hoofdstuk is als volgt opgebouwd. Na een volledige beschrijving van de methodologie die gevolgd werd voor het identificeren van de knelpuntfuncties (2.2), wordt een globaal overzicht gegeven van de knelpuntfuncties en de niet-knelpuntfuncties in het Brusselse Gewest, en tevens van de oorzaken van het vastgestelde tekort aan arbeidskrachten (2.3). Vervolgens geven we, voor elke knelpuntfunctie afzonderlijk, de oorzaak van de ondervonden wervingsmoeilijkheden (2.4). Wij besluiten tenslotte met een korte samenvatting van de voornaamste resultaten van de enquête (2.5).
3
4
Op basis van het onderzoek "Knelpuntfuncties en vormingsbehoeften, een onderzoek bij uitzendconsulenten" (UPEDICEVORA, maart 2000). UPEDI, Federatie van de uitzendbureaus (Helihavenlaan 21 bus3 – 1000 Brussel – Tel. 02/203.38.03 – Fax: 02/203.42.68).
KNELPUNTFUNCTIES IN HET BHG :
EEN ENQUÊTE BIJ DE UITZENDCONSULENTEN HOOFDSTUK ONDER REDACTIE VAN UPEDI
26
2.2 Methodologie Het onderzoek is gebaseerd op een schriftelijke enquête bij een representatief staal van uitzendconsulenten
werkzaam
in
het
Brusselse
Gewest.
Zij
werden
ondervraagd
in
november/december 1999. Twee vragenlijsten werden hen voorgelegd, respectievelijk voor de arbeidersfuncties en voor de bediendenfuncties, op basis van hetzelfde model.
2.2.1 De vragenlijsten: schema Voor elk segment werd een lijst met functies (met de mogelijkheid deze aan te vullen) aan de consulenten voorgelegd. Voor elke functie werd gevraagd : x
of het ging om een beroep dat deel uitmaakte van hun activiteit;
x
zo ja, of het om een knelpuntfunctie ging (m.a.w. of ze geregeld moeilijkheden ondervonden om de vraag naar deze functie in te vullen);
x
zo ja: -
de moeilijkheidsgraad van het zoeken naar kandidaten
-
de oorzaak (oorzaken) van het tekort, waaronder 1. de arbeidsvoorwaarden (de karakteristieken van de job ontmoedigen de mogelijke kandidaten); 2. een kwantitatief probleem (te weinig kandidaten voor de functie); 3. een kwalitatief probleem (de potentiële kandidaten beantwoorden niet aan de vereisten voor de functie: vormingsniveau onvoldoende - onvoldoende of irrelevante ervaring onvoldoende talenkennis - afwezigheid van welomschreven kennis of competentie ongeschikte persoonlijkheid of attitude); 4. (via een open vraag) de opleidingen waardoor de functie minder een knelpunt zou kunnen gaan vormen.
2.2.2 Schaal Alle agentschappen gelegen in het Brusselse Gewest (19 gemeenten) werden verzocht de vragenlijst in te vullen. Uiteindelijk werden 48 vragenlijsten m.b.t. bedienden en 48 vragenlijsten m.b.t. arbeiders teruggestuurd. Het staal vertegenwoordigt bijgevolg
respectievelijk 65% en 63% van de
uitzendactiviteit bij de bedienden en bij de arbeiders in Brussel 5.
5
De representativiteit zoals hier vermeld werd bepaald in functie van het aantal agentschappen dat werkt met het betrokken segment.
KNELPUNTFUNCTIES IN HET BHG :
EEN ENQUÊTE BIJ DE UITZENDCONSULENTEN HOOFDSTUK ONDER REDACTIE VAN UPEDI
27
2.2.3 Het identificeren en klasseren van de knelpuntfuncties Een eerste deel van de analyse heeft tot doel de tekorten op de arbeidsmarkt te identificeren. Zeer
algemeen kan men spreken van een knelpuntfunctie of van een krapte voor een functie indien werkgevers en intermediairen op de arbeidsmarkt moeilijkheden ondervinden om de beschikbare vacatures voor deze functie in te vullen. Wat ons onderzoek betreft, beschikten we over drie soorten van informatie om de knelpuntfuncties van de niet-knelpuntfuncties te onderscheiden enerzijds, en om de kraptes onderling in de juiste volgorde te plaatsen anderzijds: het aantal betrokken agentschappen, d.w.z. deze die opdrachten te behandelen kregen voor de functie in kwestie, het aantal agentschappen dat moeilijkheden ondervond om de vacante posten voor deze functie in te vullen en, tenslotte, het gemiddelde van de moeilijkheidsgraden vermeld door de agentschappen die deze functie als een knelpuntfunctie bestempelden. Voor de identificatie en achteraf de classificatie van de knelpuntfuncties werd gebruik gemaakt van deze drie gegevens. De eerste stap beoogt zekerheid omtrent de representativiteit van de later gebruikte informatie, door enkel die functies waarvoor minstens 25 % van de agentschappen actief is als “potentiële knelpuntfuncties” te beschouwen. De tweede stap bestaat erin voor elke “potentiële knelpuntfunctie” drie criteria te berekenen: (1) het percentage van de agentschappen dat actief is voor de functie ten opzichte van het geheel van de geraadpleegde agentschappen (minstens 25 % - cfr supra), (2) het percentage van de betrokken agentschappen dat de functie als een knelpuntfunctie bestempelt, en (3) de gemiddelde moeilijkheidsgraad (schaal van minimum 1 tot maximum 3). De derde stap bestaat erin deze drie criteria om te zetten in een synthetische index (die de drie criteria samenvat): x
Voor iedere functie wordt voor elk van de drie criteria de “afwijking van het gemiddelde” berekend (dit is het verschil tussen de waarde van het criterium voor de functie in kwestie en het gemiddelde van de waarden van het criterium voor alle functies waarvoor de analyse werd gemaakt).
x
Voor elk van de drie criteria wordt een schaal opgesteld op basis van de afwijkingen van het gemiddelde voor de verschillende functies: de positieve en negatieve afwijkingen van het gemiddelde zijn telkens verdeeld in 6 klassen van gelijke omvang, waaraan respectievelijk scores van 12 tot 7 (12 is de hoogste score) en van 6 tot 1 (1 is de laagste score) worden toegekend.
x
Voor elke functie wordt vervolgens voor elk criterium een score toegekend van 1 tot 12, in functie van de afwijking ten opzichte van het gemiddelde.
x
Tenslotte wordt voor elke functie het gemiddelde gemaakt van de scores verkregen voor de drie criteria, om aldus een synthetische index te bekomen.
KNELPUNTFUNCTIES IN HET BHG :
EEN ENQUÊTE BIJ DE UITZENDCONSULENTEN HOOFDSTUK ONDER REDACTIE VAN UPEDI
28
De vierde en laatste stap is de identificatie en daarna het klassement van de knelpuntfuncties, op basis van de synthetische index: x
worden beschouwd als knelpuntfuncties deze waarvan de synthetische index hoger ligt dan 6;
x
deze knelpuntfuncties worden vervolgens onderling geklasseerd op basis van de index.
Voorbeeld voor de berekening Criterium 1 Waarde Afwijking
Criterium 2 Score
Waarde Afwijking
Criterium 3 Score
Functie 1
87%
24%
12
94%
18%
12
Functie 2
80%
17%
11
92%
16%
12
Alle functies
63%
76%
Waarde Afwijking
Score
Synthetische index
2,84
0,3
12
12
2,58
0,34
10
11
2,24
Nemen we het geheel van de functies behandeld door méér dan 25 % van de consulenten: 63 % actieve consulenten, 76 % beschouwt deze functies als knelpuntfuncties en de gemiddelde moeilijkheidsgraad bedraagt 2,24. Nemen we functie 1,waarvoor de waarden op de drie criteria het hoogst liggen, namelijk respectievelijk 87 %, 94 % en 2,8. De hoogste afwijkingen ten opzichte van het gemiddelde zijn respectievelijk 24 %, 18 % en 0,6. Voor criterium 1 krijgen de functies waarvoor de afwijking van het gemiddelde gelegen is tussen 24 % en 20 % een score 12, tussen 20 en 16 een score 11, …van 4 tot 0 een score 7. Deze redenering is ook toegepast voor de andere criteria, d.w.z. van 18 tot 15 = score 12; van 15 tot 12 = 11, … en van 0,6 tot 0,5 = 12, van 0,5 tot 0,4 = 11, … De waarde van functie 1 op de index zal dus 12 zijn, vermits ze 12 zal krijgen voor elk criterium. De waarde van functie 2 zal 11 zijn, of (11 + 12 + 10) / 3 En zo verder voor de andere functies waarvoor de afwijkingen positief zijn ten opzichte van het gemiddelde. Dezelfde redenering wordt toegepast voor de functies waarvoor de afwijkingen ten opzichte van het gemiddelde negatief zijn, waarbij de overeenstemmende intervallen scores krijgen van 6 tot 1.
KNELPUNTFUNCTIES IN HET BHG :
EEN ENQUÊTE BIJ DE UITZENDCONSULENTEN HOOFDSTUK ONDER REDACTIE VAN UPEDI
29
2.3 Knelpuntfuncties in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest: inventaris en oorsprong Zoals vermeld in de vorige paragraaf (2.2) werden twee verschillende lijsten met functies (arbeidersfuncties en bediendenfuncties) aan de ondervraagde consulenten voorgelegd. Indien nodig, konden zij deze lijst trouwens aanvullen. Uit deze lijsten werden 29 bediendenfuncties en 34 arbeidersfuncties weerhouden als «in aanmerking komend » als een mogelijk knelpunt (omdat ze voldoende representatief zijn in termen van activiteit). Uiteindelijk werden op de Brusselse arbeidsmarkt
37 knelpuntfuncties
geïdentificeerd
(18
arbeidersfuncties en 19 bediendenfuncties). In punt 2.3.1 werd een overzicht opgenomen van de knelpuntfuncties en niet-knelpuntfuncties in het arbeiderssegment en in het bediendensegment in het Brussels Gewest. Vervolgens maken we de balans op van de oorzaken van de wervingsmoeilijkheden (2.3.2).
2.3.1 Knelpuntfuncties/niet-knelpuntfuncties in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Hierna wordt achtereenvolgens voor de arbeiders en voor de bedienden, een tabel weergegeven met alle functies « die in aanmerking komen »6 als een mogelijk knelpunt : het eerste deel van de tabel bevat de probleemfuncties, in dalende volgorde van de omvang van het tekort, terwijl in het tweede deel de functies weergegeven worden die geen probleem vormen. De kolommen 2 tot 6 vermelden, voor elke functie, de waarden van de verschillende “knelpuntparameters”. Wat
de
arbeiders
betreft
(cf.
tabel
2.1)
worden,
in
dalende
volgorde,
de
meeste
recruteringsmoeilijkheden ondervonden (« top 10 ») in de categorieën elektricien, vrachtwagenmecanicien, elektromecanicien, automecanicien, vrachtwagenbestuurder, elektrotechnicien, lasser, heftruckchauffeur, plaatslager/carrosseriebehandelaar en airconditioninginstallateur. Bij de bedienden (cf. tabel 2.2) zijn de belangrijkste knelpuntfuncties directiesecretaresse,
secretaresse, boekhouder, informaticus, telefonist/receptionist, (analyst-)programmeur, bediende personeelsdienst, helpdesk-bediende, netwerkbediende en, tot slot, hulpboekhouder.
6
Ter herinnering : hier worden enkel de functies weergegeven die representatief zijn in termen van activiteit van de uitzendagentschappen (d.w.z. functies waarmee minstens 25% van de ondervraagde agentschappen te maken heeft).
KNELPUNTFUNCTIES IN HET BHG :
EEN ENQUÊTE BIJ DE UITZENDCONSULENTEN HOOFDSTUK ONDER REDACTIE VAN UPEDI
30
Tabel 2.1 Knelpuntfuncties/niet-knelpuntfuncties bij arbeiders in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Knelpuntfuncties voor arbeiders Elektricien Mecanicien voor vrachtwagens Elektromecanicien Automecanicien Vrachtwagenbestuurder Elektrotechnicus Lasser Heftruckchauffeur Plaatslager of carrosseriebehandelaar Airconditioninginstallateur Technicus Plooier of andere metaalarbeiders Onderhoudspersoneel (auto's, machines…) Magazijnier Chemische procesarbeiders en aanverwante Machinebediende Beenhouwer Monteur Niet-knelpuntfuncties voor arbeiders Loodgieter Schoonmaakpersoneel Drukker Productiearbeider Handlanger Schrijnwerker Assemblage-arbeider Arbeider in de vleesindustrie Houtbewerker Arbeider in de rest van de voedingsindustrie Keukenpersoneel Bankwerker Autobestuurder Inpakker Sorteerder Afvalbewerking
Alle bekomen functies
Betrokken agentschappen (1)
Knelpuntfuncties (2)
Gem. moeilijkheidsgraad (3)
Synthese index (4)
Rangschikking (5)
83% 63% 75% 67% 71% 58% 63% 79% 50% 42% 46% 54% 50% 83% 33% 46% 29% 50%
95% 100% 94% 100% 100% 100% 87% 79% 100% 100% 100% 92% 100% 70% 100% 73% 100% 75%
2,42 2,73 2,47 2,44 2,41 2,50 2,62 2,27 2,42 2,60 2,36 2,25 2,08 1,87 2,13 2,38 2,14 2,00
10,7 10,3 10,3 10 10 9,7 9,3 9,3 9 8,7 8,3 8,3 8 7,7 7 6,7 6,7 6,3
1 2 2 4 4 6 7 7 9 10 11 11 13 14 15 16 16 18
50% 71% 38% 71% 83% 42% 33% 25% 38% 38% 25% 29% 42% 67% 58% 25%
67% 53% 78% 41% 35% 70% 75% 17% 78% 22% 50% 71% 40% 25% 14% 33%
2,00 1,67 2,00 1,71 1,29 2,00 2,00 3,00 1,43 2,50 2,33 2,00 2,00 1,00 1,00 2,00
6 6 5,7 5,7 5,7 5,3 5 4,7 4,7 4,3 4,3 4,3 4,3 4 3,3 3
19 19 21 21 21 24 25 26 26 28 28 28 28 32 33 34
52%
72%
2,12
-
-
Nota :
(1) aandeel van de voor deze functie betrokken agentschappen t.o.v. het totaal aantal geconsulteerde agentschappen (minstens hoger dan 25% - cf. Representativiteit van de antwoorden); (2) het percentage betrokken agentschappen dat de functie beschouwt als knelpunt; (3) de gemiddelde moeilijkheidsgraad (min:1–max:3); (4) synthese-index die de intensiteit van het knelpunt weergeeft (min:1–max:12); (5) rangschikking van de knelpuntfunctie volgens de synthese-index. Bron: CEVORA-UPEDI, maart 2000.
KNELPUNTFUNCTIES IN HET BHG :
EEN ENQUÊTE BIJ DE UITZENDCONSULENTEN HOOFDSTUK ONDER REDACTIE VAN UPEDI
31
Tabel 2.2 Knelpuntfuncties/niet-knelpuntfuncties bij bedienden in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Knelpuntfuncties voor bedienden Directiesecretaresse Secretaresse Boekhouder Informaticus Telefoniste-receptioniste (Analyst-)programmeur Bediende personeelsdienst Helpdesk-bediende Netwerkbediende Hulpboekhouder Call center operator Televerkoper Technicus PC Tekenaar Administratief bediende Commercieel bediende Verkoper Logistiek bediende Telemarketing bediende Niet-knelpuntfuncties voor bedienden Steno-dactylo Dispatcher Adm. medewerker inkoop Vertegenwoordiger Import/export bediende Hostess Magazijnier Winkelbediende Expeditiebediende Demonstrateur
Alle bekomen functies
Betrokken agentschappen (1)
Knelpuntfuncties (2)
Gem. moeilijkheidsgraad (3)
Synthese index (4)
Rangschikking (5)
69% 75% 56% 49% 77% 38% 72% 64% 26% 60% 54% 49% 37% 26% 74% 70% 52% 58% 50%
100% 97% 100% 100% 92% 100% 91% 90% 100% 93% 92% 96% 94% 100% 79% 85% 92% 79% 91%
2,73 2,57 2,58 2,82 2,38 2,71 2,14 2,28 2,75 2,15 2,26 2,20 2,53 2,50 1,93 2,04 2,05 2,10 2,00
11,7 11,0 10,0 10 9,7 8,7 8,3 8,3 8,3 8,0 7,7 7,7 7,3 7,3 7,0 7,0 6,7 6,3 6,3
1 2 3 3 5 6 7 7 7 10 11 11 13 13 15 15 17 18 18
62% 43% 48% 47% 35% 35% 48% 43% 27% 26%
66% 80% 65% 82% 75% 75% 57% 60% 42% 42%
2,05 2,19 2,00 1,71 1,91 1,89 1,67 1,82 2,00 2,00
5,7 5,7 4,7 4,3 3,7 3,7 3,3 3,3 2,0 2,0
20 20 22 23 24 24 26 26 28 29
51%
85%
2,25
-
-
Nota :
(1) aandeel van de voor deze functie betrokken agentschappen t.o.v. het totaal aantal geconsulteerde agentschappen (minstens hoger dan 25% - cf. Representativiteit van de antwoorden); (2) het percentage betrokken agentschappen dat de functie beschouwt als knelpunt; (3) de gemiddelde moeilijkheidsgraad (min:1–max:3); (4) synthese-index die de intensiteit van het knelpunt weergeeft (min:1–max:12); (5) rangschikking van de knelpuntfunctie volgens de synthese-index. Bron: CEVORA-UPEDI, maart 2000.
KNELPUNTFUNCTIES IN HET BHG :
EEN ENQUÊTE BIJ DE UITZENDCONSULENTEN HOOFDSTUK ONDER REDACTIE VAN UPEDI
32
2.3.2 Oorzaken van het tekort aan arbeidskrachten in het Brusselse Gewest Om in lijn te blijven met de opsplitsing per segment, worden de samengebrachte oorzaken voor de arbeiders en voor de bedienden hierna afzonderlijk besproken.
Oorzaken van de knelpuntfuncties bij arbeiders in het BHG Opsplitsing van de oorzaken per type – Alle knelpuntfuncties bij de arbeiders samen
Opleidingsniveau 22%
Kwantitatieve problemen 27%
Ervaring 23% Kwalitatieve problemen 71% Talen 9% Bijkomende kennis 12% Persoonlijkheid, attitudes 5%
Arbeidsomstandigheden 2%
Bron: CEVORA-UPEDI, maart 2000.
Algemeen toont de opsplitsing van de oorzaken van de kraptes bij arbeiders in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest aan dat het gaat om een probleem van kwalitatief onevenwicht tussen de beschikbare arbeidskrachten enerzijds en de behoeften van de ondernemingen anderzijds (71% van de aangehaalde oorzaken), veeleer dan om een tekort aan kandidaten voor de betrokken functies (27%) of onaantrekkelijke arbeidsomstandig- heden (2%)7. Van de kwalitatieve factoren die de recrutering voor arbeidersfuncties bemoeilijken, zijn onvoldoende of irrelevante ervaring en het te lage scholingsniveau de voornaamste (respectievelijk 23% en 22% van de oorzaken). Een ander probleem is het gebrek aan bijkomende kennis bij de kandidaten (12%) en onvoldoende talenkennis (9%). Ook onaangepaste persoonlijkheid of attitudes kunnen voor sommige functies invloed hebben op de aanwerving (5%). 7
Deze % van de 3 soorten oorzaken (arbeidsomstandigheden, kwantitatief of kwalitatief) moeten geïnterpreteerd worden rekening houdend met de bevragingsmethode. Om de analyse op het vlak van de kwalitatieve discrepantie tussen vraag en aanbod van arbeiders verder te verfijnen (met het oog op het formuleren van voorstellen van mogelijke actie op min of meer korte termijn), konden de consulenten immers zo nodig méér dan één van de vijf vermelde kwalitatieve oorzaken aankruisen, wat het gewicht van deze oorzaken, in vergelijking met de twee andere types, doet toenemen (voor deze laatste was slechts één keuzemogelijkheid voorzien). Vermelden we echter dat het relatieve gewicht van de drie soorten oorzaken niet verandert als de respectievelijke aandelen berekend worden rekening houdend met dit element.
KNELPUNTFUNCTIES IN HET BHG :
EEN ENQUÊTE BIJ DE UITZENDCONSULENTEN HOOFDSTUK ONDER REDACTIE VAN UPEDI
33
Het is interessant een overzicht te maken van de (categorieën van) knelpuntfuncties bij arbeiders waarvan de elementen die aan de oorsprong liggen van de recruteringsmoeilijk-heden, gevoelig afwijken van de algemene tendens. De arbeidsomstandigheden wegen zwaarder door in het tekort aan arbeiders in de chemische nijverheid en bij onderhoudspersoneel, in vergelijking met het geheel van de knelpuntberoepen bij arbeiders (respectievelijk 15% en 9% t.o.v. 2%). Het tekort aan kandidaten is vaker de reden van knelpunten bij beenhouwers en heftruckbestuurders, in vergelijking met het geheel van knelpuntberoepen op de Brusselse arbeidsmarkt (respectievelijk 50% en 33% van de oorzaken t.o.v. 27%). Met betrekking tot de kwalitatieve oorzaken van knelpuntfuncties bij arbeiders zijn verschillende bijzonderheden het vermelden waard. Een onvoldoende opleidingsniveau is aldus vaker de oorzaak van een tekort aan arbeiders in de chemische nijverheid, machinebedieners, plooiers of andere metaalarbeiders en heftruckbestuurders (deze factor bedraagt respectievelijk 38%, 36%, 31% en 28% t.o.v. 22% voor alle knelpuntfuncties voor arbeiders samen). Een onvoldoende en/of irrelevante ervaring ligt vaker aan de basis van de kloof tussen vraag en aanbod voor de functies van beenhouwer, lasser, automecanicien, onderhouds- personeel en airconditioninginstallateur (dit gegeven bedraagt respectievelijk 38%, 30%, 30%, 32% en 30% van de oorzaken van knelpunten t.o.v. 23% voor alle knelpuntfuncties voor arbeiders samen). Talenkennis is dan weer eerder de verklaring voor het tekort aan magazijniers, technici en electrotechnici (het gebrek aan talenkennis vertegenwoordigt respectievelijk 44%, 19% en 18% t.o.v. 9% voor alle knelpuntfuncties voor arbeiders samen). Wat het tekort aan bijkomende kennis betreft, worden weinig afwijkingen vastgesteld inzake hun aandeel in de oorzaken van de kraptes. Opgemerkt dient wel dat deze factor toch meer doorweegt in de verklaring van de oorzaken van knelpunten bij plaatslagers, carrosseriebehandelaars alsook plooiers en andere metaalarbeiders, in vergelijking met alle knelpuntfuncties bij arbeiders samen (19% voor elk t.o.v. 12%). Tenslotte hebben moeilijkheden op het vlak van de persoonlijkheid meer invloed inzake de recrutering van magazijniers en vrachtwagenchauffeurs (het gewicht van deze factor in het totaal van de oorzaken is respectievelijk 22% en 16% t.o.v. 5% voor alle knelpuntfuncties bij arbeiders samen).
KNELPUNTFUNCTIES IN HET BHG :
EEN ENQUÊTE BIJ DE UITZENDCONSULENTEN HOOFDSTUK ONDER REDACTIE VAN UPEDI
34
Oorzaken van de kraptes bij bedienden in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Opsplitsing van de oorzaken per type- Alle knelpuntfuncties bij de bedienden samen
Opleidingsniveau 10% Ervaring 12%
Kwantitatieve problemen 21%
Talen 33%
Kwalitatieve problemen 71%
Bijkomende kennis 12% Persoonlijkheid, attitudes 5%
Arbeidsomstandigheden 4%
Bron: CEVORA-UPEDI, maart 2000.
Net als voor de knelpunten bij de arbeiders, gaat het ook voor de knelpunten bij de bedienden om een probleem van kwalitatief onevenwicht tussen vraag en aanbod van werk (75% van de aangehaalde oorzaken) veeleer dan om een kwantitatief probleem (21%) of problemen ivm de arbeidsomstandigheden (4%)8. De kwalitatieve oorzaken van de kloof tussen vraag en aanbod van werk zijn vooreerst het gebrek aan talenkennis van de kandidaten (33% van de oorzaken), gevolgd door het ontbreken van bijkomende kennis (13%) en ervaring (12%). Een onvoldoende opleidingsniveau vertegenwoordigt 10% en een onaangepaste persoonlijkheid 7%. Bepaalde bijzonderheden in vergelijking met de hierboven beschreven algemene tendens, verdienen meer aandacht. Met betrekking tot de kwalitatieve oorzaken, kan allereerst opgemerkt worden dat een onvoldoende opleidingsniveau vaker een probleem stelt voor boekhouders (20% van de oorzaken) alsook voor het recruteren van tekenaars (27%), informatici (21%), (analyst-) programmeurs (20%) en bedienden personeelsdienst (16%). Het gebrek aan ervaring weegt meer door bij de functies van (analyst)programmeur, tekenaar en logistiek bediende. Een gebrekkige talenkennis van de kandidaten weegt heel wat zwaarder door voor het werven van verkopers (56% van de oorzaken), administratieve bedienden (52%), commerciële bedienden (43%), telefonistes/receptionistes (41%) en telemarketing bedienden (40%). 8
cf. voetnoot pagina 5.
KNELPUNTFUNCTIES IN HET BHG :
EEN ENQUÊTE BIJ DE UITZENDCONSULENTEN HOOFDSTUK ONDER REDACTIE VAN UPEDI
35
Het tekort aan bijkomende kennis vormt een veel groter probleem, in vergelijking met alle knelpunten samen, voor netwerkbedienden (32% van de oorzaken), tekenaars (27%), helpdesk-bedienden (25%) en PC technici (22%). Een ongeschikte persoonlijkheid en/of attitude, tenslotte, wegen zwaarder in het tekort aan call center operatoren. (15% van de oorzaken). De arbeidsomstandigheden stellen meer problemen voor kraptes in commerciële functies, meer in het bijzonder bij verkopers (19% van de oorzaken), televerkopers (17%), telemarketing-bedienden (16%) en call center operatoren (19%). Het tekort aan kandidaten op de Brusselse arbeidsmarkt weegt meer, in vergelijking met alle knelpuntfuncties samen, op de functies van secretaresse (30% van de oorzaken) en informaticus (27%).
2.4 Analyse van de knelpunten per beroepscategorie Hierna stellen we de gedetailleerde resultaten van de enquête per knelpuntfunctie voor, voor de arbeiders (punt 2.4.1) en voor de bedienden (punt 2.4.2), per categorie van beroepen in dezelfde groep. Wanneer de verklaring voor de kraptes in de functies binnen dezelfde beroepscategorie samenvalt, spitst de commentaar zich toe op de algemene resultaten per beschouwde beroepscategorie (de lezer die geïnteresseerd is in de resultaten van één bepaalde functie, verwijzen wij naar de tabel die aan de commentaar voorafgaat), eventueel aangevuld met bepaalde tendenzen wat de functies betreft. Als daarentegen de aangehaalde knelpunten binnen eenzelfde beroepscategorie uiteenlopende oorzaken aantonen, wordt er commentaar gegeven over de functie veeleer dan over de beroepscategorie.
KNELPUNTFUNCTIES IN HET BHG :
EEN ENQUÊTE BIJ DE UITZENDCONSULENTEN HOOFDSTUK ONDER REDACTIE VAN UPEDI
36
2.4.1 Knelpuntfuncties bij arbeiders in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest y Elektriciteit
Ervaring
Talen
Kennis, bekwaamheden
Persoonlijkheid, attitudes
18%
23%
12%
14%
5%
15%
19%
11%
15%
9%
18%
23%
8%
15%
3%
24%
24%
18%
12%
3%
Opleidingsniveau
Kwalitatieve problemen
Kwantitatief probleem
Arbeidsomstandigheden
Oorzaken** De kwalitatieve oorzaken in detail Synthetische index
Moeilijkheidsgraad
Knelpuntfunctie
Betrokken agentschappen
Parameters*
Beroepscategorie elektriciteit – samen 0%
28%
72%
Elektricien 83%
95%
2,42
10,7
0%
32%
68%
Elektromecanicien 75%
94%
2,47
10,3
0%
31%
69%
Elektrotechnicus 58%
Nota:
100%
*
2,50
9,7
0%
21%
79%
de verklaring van de titels van de kolommen vindt U onder tabellen 2.1 en 2.2.
** 100% = totaal van de aangehaalde oorzaken.
Bron: CEVORA-UPEDI, maart 2000.
De functies die moeilijk in te vullen zijn in de beroepscategorie elektriciteit zijn die van elektricien, elektromecanicien en elektrotechnicus. De onvoldoende kwalificatie van de kandidaten is de voornaamste oorzaak van de knelpunten : ervaring (23% van de oorzaken), onvoldoende opleiding en bijkomende kennis (respectievelijk 18% en 14%). Het gebrek aan talenkennis vormt eveneens een niet te verwaarlozen probleem in deze beroepscategorie (met een gewicht van 12%), in het bijzonder voor de elektrotechnici (18%). Naast de kwalitatieve factoren, vertegenwoordigt het tekort aan kandidaten voor deze functies 28% van de aangehaalde oorzaken van recruteringsproblemen.
KNELPUNTFUNCTIES IN HET BHG :
EEN ENQUÊTE BIJ DE UITZENDCONSULENTEN HOOFDSTUK ONDER REDACTIE VAN UPEDI
37
y Metaalbewerking
Ervaring
Talen
Kennis, bekwaamheden
Persoonlijkheid, attitudes
26%
26%
5%
14%
0%
70%
26%
30%
9%
4%
0%
27%
4%
19%
0%
19%
0%
19%
0%
Opleidingsniveau
71%
Kwalitatieve problemen
Kwantitatief probleem
Arbeidsomstandigheden
Oorzaken** De kwalitatieve oorzaken in detail Synthetische index
Moeilijkheidsgraad
Betrokken agentschappen
Knelpuntfunctie
Parameters*
Beroepscategorie metaalbewerking - samen 0%
29% Lasser
63%
87%
2,62
9,3
0%
30%
Plaatslager, carrosseriebehandelaar 50%
100%
2,42
9
0%
27%
73%
23%
Plooier en andere metaalarbeiders 54
Nota:
92
*
2,25
8,3
0%
31%
69%
31%
de verklaring van de titels van de kolommen vindt U onder tabellen 2.1 en 2.2.
** 100% = totaal van de aangehaalde oorzaken.
Bron: CEVORA-UPEDI, maart 2000.
Wat de beroepscategorie metaalbewerking betreft, zijn het vooral de functies van lasser, plaatslager/carrosseriebehandelaar en plooier die moeilijk in te vullen zijn. De ontoereikende kwalificatie van de arbeidskrachten is de voornaamste oorzaak van de krapte, hoofdzakelijk door het gebrek aan opleiding en ervaring van de kandidaten (elk 26% van de oorzaken), maar ook door het ontbreken van bijkomende kennis, wat meer in het bijzonder betrekking heeft op de functies plaatslager/carrosseriebehandelaar en plooier/andere metaalarbeiders (19% van de oorzaken van de krapte voor deze functies). Daarnaast getuigen de consulenten tevens van een tekort aan kandidaten voor deze beroepen op de Brusselse arbeidsmarkt (de kwantitatieve factor staat voor 29% van de oorzaken).
KNELPUNTFUNCTIES IN HET BHG :
EEN ENQUÊTE BIJ DE UITZENDCONSULENTEN HOOFDSTUK ONDER REDACTIE VAN UPEDI
38
y Mecaniciens en bankwerkers
Ervaring
Talen
Kennis, bekwaamheden
Persoonlijkheid, attitudes
25%
28%
3%
10%
2%
26%
26%
3%
10%
0%
24%
30%
3%
12%
0%
Opleidingsniveau
Kwalitatieve problemen
Kwantitatief probleem
Arbeidsomstandigheden
Oorzaken** De kwalitatieve oorzaken in detail Synthetische index
Moeilijkheidsgraad
Knelpuntfunctie
Betrokken agentschappen
Parameters*
Mecaniciens en bankwerkers – samen 4%
28%
68%
Vrachtwagenmecanicien 63%
100%
2,73
10,3
3%
32%
67%
100%
2,44
10
0%
50%
100%
2,08
8
9%
18%
50%
75%
2,00
6,3
7%
29%
46%
73%
2,38
6,7
7%
65%
Automecanicien 30%
70%
Onderhoudspersoneel (auto’s, machines enz.) 73%
27%
32%
0%
9%
5%
21%
21%
7%
7%
7%
36%
21%
0%
7%
7%
Monteur 64%
Machinebediener
Nota:
*
21%
71%
de verklaring van de titels van de kolommen vindt U onder tabellen 2.1 en 2.2.
** 100% = totaal van de aangehaalde oorzaken.
Bron: CEVORA-UPEDI, maart 2000.
De knelpunten in de beroepscategorie mecaniciens en bankwerkers bevinden zich vooral bij de vrachtwagen- en automecaniciens, onderhoudspersoneel (auto’s, machines enz.), monteurs en machinebedieners. Het meest storende element is de ontoereikende kwalificatie van de kandidaten voor de in te vullen functies, vooral te wijten aan een onvoldoende en/of irrelevante ervaring (28% van de oorzaken), een te laag opleidingsniveau (25%) maar tevens een gebrek aan bijkomende kennis (10%). Het tekort aan kandidaten voor deze functies is ook een gewichtige factor in de knelpunten (28%). Hoewel de arbeidsomstandigheden in vergelijking met alle knelpunten samen de meeste problemen vormen voor mecaniciens en bankwerkers, zijn ze over het algemeen niet zo belangrijk (hun gewicht varieert tussen 7 en 9% voor de functies van onderhoudspersoneel, monteur en machinebediener).
KNELPUNTFUNCTIES IN HET BHG :
EEN ENQUÊTE BIJ DE UITZENDCONSULENTEN HOOFDSTUK ONDER REDACTIE VAN UPEDI
39
y Transport, logistiek en distributie
Ervaring
Talen
Kennis, bekwaamheden
Persoonlijkheid, attitudes
16%
13%
16%
12%
12%
12%
14%
14%
9%
16%
28%
17%
6%
14%
3%
6%
6%
44%
17%
22%
Opleidingsniveau
Kwalitatieve problemen
Kwantitatief probleem
Arbeidsomstandigheden
Oorzaken** De kwalitatieve oorzaken in detail Synthetische index
Moeilijkheidsgraad
Knelpuntfunctie
Betrokken agentschappen
Parameters*
Transport, logistiek en distributie – samen 4%
25%
71%
Vrachtwagenbestuurder 92%
99%
2,44
10,7
9%
98%
84%
1,96
8,0
0%
97%
49%
1,88
6,3
0%
26%
65%
Heftruckbestuurder 33%
67%
Magazijnierr
Nota:
*
6%
94%
de verklaring van de titels van de kolommen vindt U onder tabellen 2.1 en 2.2.
** 100% = totaal van de aangehaalde oorzaken.
Bron: CEVORA-UPEDI, maart 2000.
In de beroepscategorie transport, logistiek en distributie, ondervinden de uitzendconsulenten problemen bij het vinden van vrachtwagenbestuurders, heftruckbestuurders en magzijniers. De verklaring voor de recruteringmoeilijkheden voor deze beroepen vertoont sterke verschillen naargelang de functie, zodat zij geval per geval wordt weergegeven. De arbeidsplaatsen voor magazijniers zijn moeilijk in te vullen, voornamelijk door de onvoldoende kwalificatie van de arbeidskrachten t.a.v. de behoeften, vooral wat de talen betreft (44% van de oorzaken), persoonlijkheid en/of attitudes van de kandidaten (22%) alsook inzake bijkomende kennis (17%). Het werven van vrachtwagenbestuurders stelt problemen door kwalitatieve elementen in het profiel van de kandidaten (persoonlijkheid en/of attitudes, ervaring, talenkennis, opleidingsniveau en bijkomende kennis, die elk tussen 9 en 16 % van de oorzaken vormen), vervolgens wegens het tekort aan kandidaten (26%) en, in mindere mate, wegens onaantrekkelijke arbeidsvoorwaarden (9%). Bij heftruckbestuurders liggen de recruteringsproblemen vooreerst in de ontoereikende kwalificatie. Zo stelt de opleiding van de kandidaten een groot probleem (het gaat vooral om het brevet dat vele kandidaten niet bezitten), alsook, in mindere mate, ervaring en bijkomende kennis.
KNELPUNTFUNCTIES IN HET BHG :
EEN ENQUÊTE BIJ DE UITZENDCONSULENTEN HOOFDSTUK ONDER REDACTIE VAN UPEDI
40
y Technici
Opleidingsniveau
Ervaring
Talen
Kennis, bekwaamheden
Persoonlijkheid, attitudes
Kwalitatieve problemen
Kwantitatief probleem
Arbeidsomstandigheden
Oorzaken** De kwalitatieve oorzaken in detail Synthetische index
Moeilijkheidsgraad
Knelpuntfunctie
Betrokken agentschappen
Parameters*
22%
28%
16%
10%
4%
22%
26%
19%
7%
4%
30%
13%
13%
4%
Technici – samen 0%
20% 22%
80%
Technici 46%
100%
2,36
8,3
0%
42%
100%
2,60
8,7
0%
78%
Airconditioning-installateur
Nota:
*
17%
83%
22%
de verklaring van de titels van de kolommen vindt U onder tabellen 2.1 en 2.2.
** 100% = totaal van de aangehaalde oorzaken.
Bron: CEVORA-UPEDI, maart 2000.
De uitzendconsulenten melden moeilijkheden bij het invullen van de functies technicus en airconditioning-installateur. Zoals kan worden afgeleid uit de opsplitsing van de oorzaken, wegen kwalitatieve tekortkomingen van de kandidaten ook hier zeer zwaar door als oorzaak van de recruteringsproblemen. Het zijn vooral onvoldoende en/of irrelevante ervaring (28% van de oorzaken), een te laag opleidingsniveau (22%), te weinig bijkomende kennis (10%) en gebrek aan talenkennis (16%) die de kloof vormen tussen vraag en aanbod in deze beroepen. Ook kwantitatief zijn er aanzienlijke wervingsmoeilijkheden voor technici (20%).
y Dienstverlenende functies (beenhouwers)
Ervaring
Talen
Kennis, bekwaamheden
Persoonlijkheid, attitudes
13%
38%
0%
0%
0%
13%
38%
0%
0%
0%
Opleidingsniveau
Kwalitatieve problemen
Kwantitatief probleem
Arbeidsomstandigheden
Oorzaken** De kwalitatieve oorzaken in detail Synthetische index
Moeilijkheidsgraad
Knelpuntfunctie
Betrokken agentschappen
Parameters*
Dienstverlenende functies – samen 0%
50%
0%
50%
50%
Beenhouwer 29%
Nota:
100%
*
2,14
6,7
50%
de verklaring van de titels van de kolommen vindt U onder tabellen 2.1 en 2.2.
** 100% = totaal van de aangehaalde oorzaken.
Bron: CEVORA-UPEDI, maart 2000.
De uitzendconsulenten worden eveneens geconfronteerd met moeilijkheden voor het werven van beenhouwers. Dit is zowel te wijten aan het tekort aan beenhouwers op de arbeidsmarkt (het gewicht van de kwantitatieve factor in de oorzaken bedraagt 50%) als aan het feit dat het profiel van de kandidaten niet overeenstemt met de vereisten van de functie (50%). Hier zijn onvoldoende en/of irrelevante ervaring (38%) en, in mindere mate, het te lage opleidingsniveau (13%), de oorzaak van de moeilijkheden.
KNELPUNTFUNCTIES IN HET BHG :
EEN ENQUÊTE BIJ DE UITZENDCONSULENTEN HOOFDSTUK ONDER REDACTIE VAN UPEDI
41
y Chemie (chemische procesarbeiders en aanverwante)
Opleidingsniveau
Ervaring
Talen
Kennis, bekwaamheden
Persoonlijkheid, attitudes
Kwalitatieve problemen
Kwantitatief probleem
Arbeidsomstandigheden
Oorzaken** De kwalitatieve oorzaken in detail Synthetische index
Moeilijkheidsgraad
Knelpuntfunctie
Betrokken agentschappen
Parameters*
38%
15%
0%
8%
8%
Chemie – samen 15%
15%
69%
Chemische procesarbeiders en aanverwante 33%
Nota:
100%
*
2,13
7
15%
15%
69%
38%
15%
0%
8%
8%
de verklaring van de titels van de kolommen vindt U onder tabellen 2.1 en 2.2.
** 100% = totaal van de aangehaalde oorzaken.
Bron: CEVORA-UPEDI, maart 2000.
De uitzendconsulenten getuigen van moeilijkheden om opdrachten voor chemische procesarbeiders en aanverwante in te vullen. Ook hier domineert het feit dat de beschikbare werkkrachten kwalitatieve tekorten vertonen t.a.v. de functievereisten, wegens het opleidingsniveau van de kandidaten (38% van de oorzaken), hun ervaring (15%) maar ook, in minder mate, hun bijkomende kennis en hun persoonlijkheid (8% voor elk). Onderstrepen we bovendien het relatief grote gewicht van de factor onaantrekkelijke arbeidsomstandigheden in de verklaring van de recruteringsproblemen voor deze functie (15% van de oorzaken).
KNELPUNTFUNCTIES IN HET BHG :
EEN ENQUÊTE BIJ DE UITZENDCONSULENTEN HOOFDSTUK ONDER REDACTIE VAN UPEDI
42
2.4.2 Knelpuntfuncties bij bedienden in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest y Administratie
Opleidingsniveau
Ervaring
Talen
Kennis, bekwaamheden
Persoonlijkheid, attitudes
Kwalitatieve problemen
Kwantitatief probleem
Arbeidsomstandigheden
Oorzaken** De kwalitatieve oorzaken in detail Synthetische index
Moeilijkheidsgraad
Knelpuntfunctie
Betrokken agentschappen
Parameters*
6%
11%
36%
11%
9%
7%
9%
35%
12%
6%
7%
12%
27%
15%
12%
4%
13%
41%
5%
12%
8%
8%
52%
8%
6%
Administratie – samen 1%
26%
74%
Secretaresse 75%
97%
2,57
11,0
1%
30%
69%
Directiesecretaresse 69%
100%
2,73
11,7
1%
26%
73%
Telefonist/receptionist 77%
92%
2,38
9,7
0%
25%
75%
Administratief bediende 74%
Nota:
79%
*
1,93
7,0
0%
19%
81%
de verklaring van de titels van de kolommen vindt U onder tabellen 2.1 en 2.2.
** 100% = totaal van de aangehaalde oorzaken.
Bron: CEVORA-UPEDI, maart 2000.
De beroepscategorie administratie kent knelpunten voor secretaresses, directiesecretaresses, telefonisten/receptionisten en administratieve bedienden. De uitzendconsulenten wijten deze recruteringsproblemen aan het gebrek aan kandidaten voor deze functies (26% van de oorzaken), doch vooral aan kwalitatieve tekorten van de kandidaten t.a.v. de functievereisten. Hoewel gebrekkige talenkennis voor een groot deel aan de basis ligt van dit fenomeen (36% van de oorzaken), vermelden de uitzendconsulenten bovendien ook het gebrek aan bijkomende kennis en ervaring (11% voor elke factor) alsook een onaangepaste persoonlijkheid (9%) of een te laag opleidingsniveau (6%).
KNELPUNTFUNCTIES IN HET BHG :
EEN ENQUÊTE BIJ DE UITZENDCONSULENTEN HOOFDSTUK ONDER REDACTIE VAN UPEDI
43
y Boekhouding
Opleidingsniveau
Ervaring
Talen
Kennis, bekwaamheden
Persoonlijkheid, attitudes
Kwalitatieve problemen
Kwantitatief probleem
Arbeidsomstandigheden
Oorzaken** De kwalitatieve oorzaken in detail Synthetische index
Moeilijkheidsgraad
Knelpuntfunctie
Betrokken agentschappen
Parameters*
18%
13%
35%
11%
2%
20%
13%
37%
11%
2%
16%
13%
33%
11%
2%
Boekhouding – samen 0%
22%
78%
Hulpboekhouder 60%
93%
2,15
8,0
0%
17%
56%
100%
2,58
10,0
0%
27%
83%
Boekhouder
Nota:
*
73%
de verklaring van de titels van de kolommen vindt U onder tabellen 2.1 en 2.2.
** 100% = totaal van de aangehaalde oorzaken.
Bron: CEVORA-UPEDI, maart 2000.
In de beroepscategorie boekhouding ondervinden de uitzendconsulenten recruteringsmoeilijkheden voor de functie van boekhouder maar ook voor deze van hulp-boekhouder. De kwanitatieve factor (onvoldoende kandidaten) is belangrijk (meer in het bijzonder voor het tekort aan boekhouders, waar deze 27% van de aangehaalde oorzaken vertegenwoordigt). Daarnaast is ook de ontoereikende kwalificatie van de kandidaten zeer duidelijk: gebrekkige talenkennis (35% van de oorzaken), te laag opleidingsniveau (18%), te weinig ervaring (13%) en een tekort aan bijkomende kennis (11%).
KNELPUNTFUNCTIES IN HET BHG :
EEN ENQUÊTE BIJ DE UITZENDCONSULENTEN HOOFDSTUK ONDER REDACTIE VAN UPEDI
44
y Informatica
Opleidingsniveau
Ervaring
Talen
Kennis, bekwaamheden
Persoonlijkheid, attitudes
Kwalitatieve problemen
Kwantitatief probleem
Arbeidsomstandigheden
Synthetische index
Oorzaken** De kwalitatieve oorzaken in detail
Moeilijkheidsgraad
Knelpuntfunctie
Betrokken agentschappen
Parameters*
18%
15%
17%
21%
4%
21%
14%
16%
18%
4%
20%
18%
18%
18%
2%
14%
11%
22%
22%
5%
12%
16%
12%
32%
4%
Informatica – samen 1%
25% 27%
75%
Informaticus 49%
100%
2,82
10,0
0%
38%
100%
2,71
8,7
0%
22%
37%
94%
2,53
7,3
3%
24%
26%
100%
2,75
8,3
0%
73%
(Analyst-)programmeur 78%
PC technicus 73%
Netwerkbeheerder
Nota:
*
24%
76%
de verklaring van de titels van de kolommen vindt U onder tabellen 2.1 en 2.2.
** 100% = totaal van de aangehaalde oorzaken.
Bron: CEVORA-UPEDI, maart 2000.
De beroepscategorie informatica ondervindt grote recruteringsproblemen, meer in het bijzonder op het vlak van informatici, (analysten-)programmeurs, PC technici en netwerkbeheerders. Hoewel de moeilijkheden deels te wijten zijn aan een tekort aan kandidaten op de arbeidsmarkt (25% van de aangehaalde oorzaken), zijn ze ook het gevolg van het feit dat de kwalificatie van de kandidaten niet beantwoordt aan de in te vullen functies. De kandidaten die zich voor deze functies aanbieden hebben meer in het bijzonder niet altijd de nodige bijkomende kennis (21% van de oorzaken voor alle informaticaberoepen
samen,
en
32%
voor
netwerkbeheerders),
hebben
niet
het
nodige
opleidingsniveau (18%), hebben te weinig talenkennis (17%) en beschikken niet over de vereiste ervaring (15%).
KNELPUNTFUNCTIES IN HET BHG :
EEN ENQUÊTE BIJ DE UITZENDCONSULENTEN HOOFDSTUK ONDER REDACTIE VAN UPEDI
45
y Technische beroepen
Ervaring
Talen
Kennis, bekwaamheden
Persoonlijkheid, attitudes
18%
12%
24%
25%
5%
27%
19%
8%
27%
0%
14%
9%
30%
25%
7%
Opleidingsniveau
Kwalitatieve problemen
Kwantitatief probleem
Arbeidsomstandigheden
Oorzaken** De kwalitatieve oorzaken in detail Synthetische index
Moeilijkheidsgraad
Betrokken agentschappen
Knelpuntfunctie
Parameters*
Technische beroepen - samen 2%
14% 19%
84%
Tekenaar 26%
100%
2,50
7,3
0%
64%
90%
2,28
8,3
3%
81%
Helpdesk-bediende
Nota:
*
12%
86%
de verklaring van de titels van de kolommen vindt U onder tabellen 2.1 en 2.2.
** 100% = totaal van de aangehaalde oorzaken.
Bron: CEVORA-UPEDI, maart 2000.
Voor
bediendenfuncties
in
de
technische
beroepen
heeft
men
vooral
te
kampen
met
recruteringsproblemen voor de functies van tekenaar en helpdesk-bediende. Het zijn vooral de kwalitatieve tekorten van de kandidaten t.a v. de vereisten voor deze functies die voor problemen zorgen. Meer bepaald het gebrek aan bijkomende kennis weegt op de mogelijkheden van de kandidaten in deze beroepscategorie (25% van de oorzaken). Naast dit element, hebben de kandidaat-tekenaars dikwijls ook een ontoereikende opleiding en ervaring voor deze functies (respectievelijk 27% en 19%). De kandidaten helpdesk-bedienden hebben op hun beurt daarenboven te weinig talenkennis (30% van de oorzaken) en, in mindere mate, een te laag opleidingsniveau (14%). Hoewel het kwantitatieve element in deze categorie van knelpuntberoepen minder doorweegt, is het toch belangrijk genoeg om te vermelden (14%).
KNELPUNTFUNCTIES IN HET BHG :
EEN ENQUÊTE BIJ DE UITZENDCONSULENTEN HOOFDSTUK ONDER REDACTIE VAN UPEDI
46
y Commerciële beroepen
Ervaring
Talen
Kennis, bekwaamheden
Persoonlijkheid, attitudes
2%
9%
41%
7%
11%
3%
16%
43%
5%
11%
2%
5%
37%
8%
15%
4%
8%
32%
8%
11%
0%
14%
56%
3%
6%
2%
4%
40%
9%
9%
Opleidingsniveau
Kwalitatieve problemen
Kwantitatief probleem
Arbeidsomstandigheden
Oorzaken** De kwalitatieve oorzaken in detail Synthetische index
Moeilijkheidsgraad
Knelpuntfunctie
Betrokken agentschappen
Parameters*
Commerciële beroepen – samen 13%
17%
70%
Commercieel bediende 70%
85%
2,04
7,0
5%
17%
54%
92%
2,26
7,7
14%
19%
49%
96%
2,20
7,7
17%
21%
52%
92%
2,05
6,7
19%
3%
50%
91%
2,00
6,3
16%
78%
Call center operator 68%
Televerkoper 62%
Verkoper 78%
Telemarketing bediende
Nota:
*
20%
64%
de verklaring van de titels van de kolommen vindt U onder tabellen 2.1 en 2.2.
** 100% = totaal van de aangehaalde oorzaken.
Bron: CEVORA-UPEDI, maart 2000.
Met betrekking tot de categorie commerciële beroepen vermelden de uitzendconsulenten problemen voor de functies van commercieel bediende, call center operator, televerkoper, verkoper en telemarketing bediende. De moeilijkheid ligt vooreerst in de discrepantie tussen de kwalificatie van de beschikbare arbeidskrachten en de noden van de ondernemingen. Meer in het bijzonder zijn er leemten in talenkennis (41% van de oorzaken) en, in mindere mate, problemen van persoonlijkheid en/of attitude (11%). De ervaring (9%) en de bijkomende kennis (7%) van de kandidaten stemmen niet overeen met de verwachtingen van de ondernemingen. Naast deze kwalitatieve problemen, dient ook het tekort aan kandidaten op de arbeidsmarkt vermeld te worden (17%). Maar, en dit met uitzondering van de commerciële bedienden, de uitzendconsulenten duiden ook de onaantrekkelijke arbeidsomstandigheden aan als niet te verwaarlozen belemmeringen bij het invullen van de vacatures in de commerciële beroepen (13% van de oorzaken van de knelpunten in de commerciële beroepen).
KNELPUNTFUNCTIES IN HET BHG :
EEN ENQUÊTE BIJ DE UITZENDCONSULENTEN HOOFDSTUK ONDER REDACTIE VAN UPEDI
47
y Logistiek en aankoop (logistiek bediende)
Ervaring
Talen
Kennis, bekwaamheden
Persoonlijkheid, attitudes
11%
18%
32%
18%
0%
11%
18%
32%
18%
0%
Opleidingsniveau
Kwalitatieve problemen
Kwantitatief probleem
Synthetische index
Arbeidsomstandigheden
Oorzaken** De kwalitatieve oorzaken in detail
Moeilijkheidsgraad
Knelpuntfunctie
Betrokken agentschappen
Parameters*
Logistiek en aankoop – samen 0%
20%
80%
Logistiek bediende 58%
Nota:
79%
*
2,10
6,3
0%
20%
80%
de verklaring van de titels van de kolommen vindt U onder tabellen 2.1 en 2.2.
** 100% = totaal van de aangehaalde oorzaken.
Bron: CEVORA-UPEDI, maart 2000.
In Brussel stelt in de categorie logistiek en aankoop enkel de functie van logistiek bediende problemen. Ook hier weegt het feit dat het profiel van de kandidaten niet overeenstemt met de verwachtingen
van
de
ondernemingen
zeer
zwaar
door
in
de
verklaring
van
de
recruteringsmoeilijkheden. Talen (32% van de oorzaken van knelpunten bij logistiek bediende) blijken hier een belangrijke oorzaak, maar ook ervaring (18%), bijkomende kennis (18%) en opleidingsniveau (11%). Hoewel minder belangrijk dan het kwalitatieve element, is ook de kwantitatieve factor een niet te verwaarlozen oorzaak van knelpunten bij de functie van logistiek bediende (20% van de oorzaken).
y Human resources (bediende personeelsdienst)
Ervaring
Talen
Kennis, bekwaamheden
Persoonlijkheid, attitudes
Opleidingsniveau
Kwalitatieve problemen
Kwantitatief probleem
Arbeidsomstandigheden
Oorzaken** De kwalitatieve oorzaken in detail Synthetische index
Moeilijkheidsgraad
Knelpuntfunctie
Betrokken agentschappen
Parameters*
21%
32%
9%
7%
21%
32%
9%
7%
Human resources functies – samen 0%
15%
85%
16%
Bediende personeelsdienst 72%
Nota:
91%
*
2,14
8,3
0%
15%
85%
16%
de verklaring van de titels van de kolommen vindt U onder tabellen 2.1 en 2.2.
** 100% = totaal van de aangehaalde oorzaken.
Bron: CEVORA-UPEDI, maart 2000.
De kraptes in de human resources functies beperken zich tot de functie van bediende personeelsdienst.
Het kwantitatieve element is één van de oorzaken (15%), maar toch zijn de
kwalitatieve tekorten van de kandidaten t.a.v. de in te vullen functie de hoofdoorzaak. De kandidaten voor deze functie hebben immers een gebrekkige talenkennis (32% van de aangehaalde oorzaken), kunnen geen ervaring en/of voldoende opleiding voorleggen (respectievelijk 21% en 16%), beschikken niet over de nodige bijkomende kennis (9%) en hebben tenslotte een persoonlijkheid die niet aangepast is aan de functie (7%).
KNELPUNTFUNCTIES IN HET BHG :
EEN ENQUÊTE BIJ DE UITZENDCONSULENTEN HOOFDSTUK ONDER REDACTIE VAN UPEDI
48
2.5 Besluiten Ondanks het feit dat er in Brussel nog een aanzienlijke arbeidsreserve is, moeten we toch vaststellen dat de ondernemingen moeilijkheden ondervinden bij het vinden van de medewerkers die ze nodig hebben. UPEDI en CEVORA hebben, voor de derde opeenvolgende keer, een schriftelijke enquête gehouden bij de uitzendconsulenten om de knelpunten te identificeren en richting te geven aan het debat rond deze problematiek. UPEDI heeft hier de resultaten voor Brussel samengebracht.
Wij herhalen thans de belangrijkste
ervan. De uitzendconsulenten in het Brusselse Gewest melden problemen bij het invullen van vacatures voor 37 functies (18 arbeidersfuncties en 19 bediendenfuncties). Om slechts de voornaamste te vermelden:
elektricien, vrachtwagenmecanicien, elektromecanicien, automecanicien, vrachtwagenchauffeur, directiesecretaresse, secretaresse, boekhouder, informaticus, telefonist/receptionist. Hoewel het kwantitatieve element (tekort aan kandidaten voor deze functies) niet te verwaarlozen is in de verklaring van deze knelpunten, is het ongetwijfeld de kwalificatie van de arbeidskrachten die door de uitzendconsulenten het vaakst als problematisch wordt vermeld. De kandidaten hebben o.m. te weinig talenkennis, een gebrek aan bijkomende kennis of beschikken niet over de nodige ervaring. Dit aspect van het tekort aan arbeidskrachten zou opgelost kunnen worden door het organiseren van gerichte opleidingen en/of bedrijfsstages. Daarnaast wijzen de uitzendconsulenten op het feit dat het probleem ook voor een deel ligt bij het te lage opleidingsniveau van de kandidaten t.a.v. de noden van de ondernemingen. Onaantrekkelijke arbeidsomstandigheden kunnen de kandidaten afschrikken en een verklaring zijn voor bepaalde recruterings-moeilijkheden, maar dit element is vrij marginaal. Het wordt immers slechts hier en daar vermeld voor specifieke functies (o.a. vrachtwagenchauffeur, tele-operator, dispatcher, chemisch procesarbeider en aanverwante).
KNELPUNTFUNCTIES IN HET BHG :
EEN ENQUÊTE BIJ DE UITZENDCONSULENTEN HOOFDSTUK ONDER REDACTIE VAN UPEDI
49
3. KNELPUNTBEROEPEN IN HET BHG
3.1 Inventaris van de knelpuntberoepen volgens de BGDA en UPEDI9 In het eerste deel werd de lijst van knelpuntberoepen op basis van de ontvangen werkaanbiedingen bij de BGDA vermeld en in het 2de deel werden de knelpuntberoepen volgens de uitzendconsulenten van de interimsector in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest weergegeven. In dit deel wordt een overzicht van beide lijsten gemaakt. Er zijn enkele belangrijke overeenkomsten tussen de analyse van de BGDA en UPEDI. Beide analyses zijn specifiek gericht op de situatie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en hebben betrekking op dezelfde periode, namelijk 1999. Het overzicht staat vermeld na de volgende paragraaf. Zoals reeds in de voorgaande delen tot uiting kwam, zijn er enkele methodologische verschillen tussen de 2 lijsten. Enerzijds is de analyse van UPEDI gebaseerd op de moeilijk invulbare vacatures gesignaleerd door de uitzendconsulenten. De lijst van de BGDA heeft daarentegen betrekking op de reguliere arbeidsmarkt. Bovendien werd de lijst van UPEDI door middel van een schriftelijke enquête bij Brusselse uitzendconsulenten opgesteld terwijl de inventaris van de moeilijk in te vullen beroepen bij de BGDA op basis van statistische bewerkingen op het totaal aantal ontvangen werkaanbiedingen in de loop van 1999 werd samengesteld. De beide instellingen gebruiken eveneens 2 verschillende beroepsnomenclaturen.
3.2 Bevraging van de sectorfederaties Het is interessant om eveneens de mening van de bedrijfswereld10 zelf te kennen en te vragen wat volgens de ondernemingen zelf de moeilijk in te vullen beroepen zijn. Deze informatie stelt ons in staat om enerzijds na te gaan of de bevindingen van UPEDI en de BGDA wel door de ondernemingen bevestigd worden. Anderzijds kunnen we dan ook verifiëren of de ondernemingen zelf nog andere knelpuntberoepen signaleren, met andere woorden kunnen we nagaan of de lijst van de BGDA en UPEDI volledig is of niet. Concreet werd er naar de 30 belangrijkste sectorfederaties in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een vragenblad met de knelpuntberoepen volgens Upedi en de BGDA gestuurd waarop ze hun knelpuntberoepen konden aankruisen en waarop ze eveneens nog niet vermeldde knelpuntberoepen konden noteren. 8 sectorfederaties hebben op deze enquête geantwoord.
9 10
De bijdrage van UPEDI is gebaseerd op de resultaten van de studie CEFORA-UPEDI 2000.. De niet-private sector wordt in dit rapport niet in beschouwing genomen.
INVENTARIS VAN DE KNELPUNTBEROEPEN IN HET BHG
50
Aangezien 8 sectorfederaties de enquête ingevuld hebben, moeten we de resultaten met de nodige omzichtigheid interpreteren. In totaal telt de gezamenlijke lijst van UPEDI en de BGDA 100 verschillende beroepen. Hiervan werden er 70 door de sectorfederaties aangeduid. Dit komt neer op 70%, wat bijzonder veel is omdat enerzijds een groot aantal beroepen, bijvoorbeeld leerkrachten of maatschappelijk assistenten op de gezamenlijke lijst van de BGDA en UPEDI hoofdzakelijk tot de nietprivate sector behoren en anderzijds moeten we ook rekening houden dat niet alle sectorfederaties geantwoord hebben. Bovendien blijkt dat er in totaal maar 10 bijkomende knelpuntberoepen door de sectorfederaties toegevoegd werden. We kunnen dus besluiten dat de bedrijfswereld, doormiddel van zijn sectorfederaties, bevestigd heeft dat het grootste deel van de knelpuntberoepen gesignaleerd door de BGDA en UPEDI voor hen effectief moeilijk in te vullen beroepen zijn. Daarenboven werden er maar enkele bijkomende knelpuntberoepen door de sectorfederaties vermeld. Daaruit kunnen we afleiden dat de gezamenlijke lijst van de BGDA en UPEDI vrij volledig is. Hieronder staat het volledige overzicht van de knelpuntberoepen volgens de BGDA, UPEDI met de aanvulling van de sectorfederaties.
Inventaris van de knelpuntberoepen in het BHG voor het jaar 1999 Hoofdgroep Ingenieurs en technisch ingenieurs
Apothekers
Verplegers en verpleegassistenten Leraars aan inrichtingen voor lager secundair onderwijs Tekenaars
Technici, laboratiumassitenten
Boekhouders Verzorgend personeel
Informatici
Beroep Elektronica Elektromechanica Openbare en private werken Industrieapotheker Apothekersassitent Officina-apother Ziekenhuisverpleger (brevet) en gegradueerde Verzorger Leraar Nederlands - Engels, technische vakken Tekenaar Tekenaar burgerlijke bouwwerken Tekenaar mechanica Technicus in de elektromechanica Technicus in de machinebouw Technicus bouw Technicus elektriciteit Technicus scheikunde Technicus in de elektronica Laborant Technicus Helpdesk bediende Installateur airconditioning Boekhouder Hulpboekhouder Maatschappelijk assistent in het algemeen Maatschappelijk assistent gespecialiseerd in individuele problemen Tandartsassitente Systeemingenieur Organisch analist Analist-programmeur Toepassingsprogrammeur Onderhoudstechnicus Netwerkbeheerder PC-technicus Informaticus Informaticien Programmeur
INVENTARIS VAN DE KNELPUNTBEROEPEN IN HET BHG
51
Hoofdgroep Directeurs en hoger administratief kaderpersoneel
Secretarissen(essen) en bureelbedienden
Commerciële functies
Transport, logistiek en distributie
Mecaniciens-herstellers en bankwerkers
Loodgieters en buizenfitters Electromecaniciens, electriciens en soortgelijke Bouwarbeiders
Dienstverlenende functies
Metaalbewerkers
Beroepen in de chemie Andere Beroepen toegevoegd door sectorfederaties
Beroep Aankoopleider Marketing officer Publiciteitsdirecteur Beheerder in de culterele sector Beheerder in het hotelwezen Administratief Commercieel Bank- en verzekeringswezen Directiesecretaresse Secretaresse Dactylograaf-stenograaf Secretatiaatsbediende Bediende personeelsdienst Bediende juridische dienst Bediende in reisbureau Administratief bediende Telephonist/receptionist Gerant Verkoopschef Call center operator Gespecialiseerd verkoper Technisch vertegenwoordiger Vertegenwoordiger Verkoper Televerkoper Commercieel bediende Bediende telemarketing Vrachtwagenbestuurder Heftruckbestuurder Vrachtwagenbestuurder (verhuizingen) Magazijnier Verantwoordelijke magazijnier Logistiek bediende Dispatcher Automecanicien Vrachtwagenmecanicien Onderhoudspersoneel (auto's, machines,…) Machinebediener Monteur Mecanicien-hersteller van motorvoertuigen Loodgieter, in het algemeen Loodgieter voor sanitaire installaties Elektromecanicien Elektricien Schrijnwerker Metselaar Plafonneerder Dakdekker Beenhouwer Chef-kok Kok Eerste aanvullende kok Kindermeid Ploegverantwoordelijke schoonmakers Kapper Onthaal hostess Plooier of andere metaalarbeiders Lasser Plaatslager Carossiebehandelaars Chemische procesarbeiders en aanverwante Technicus scheikunde Tuinier Bibliothecaris Industriële bakkers Offset drukker Papiersnijder Arbeider in de farmaceutische industrie Wetenschappelijk personeel in het algemeen Ingenieur richting chemie, elektriciteit en instrumentalisme Werktuigkundige Operateur CNC Gespecialiseerde in het afstellen van bepaalde machines Precisieslijper
INVENTARIS VAN DE KNELPUNTBEROEPEN IN HET BHG
52
Het Brussels Observatorium van de arbeidsmarkt en de kwalificaties werd opgericht in 1995 en is een orgaan dat door het Europees Sociaal Fonds in het kader van Doelstelling 4 wordt gecofinancierd. Zijn taak bestaat erin zich te voorzien van de nodige instrumenten om de behoeften en kwalificaties op de arbeidsmarkt te voorspellen en de nieuwe bekwaamheden te identificeren die een gevolg zijn van technologische en organisatorische mutaties.
Medewerkers : verantwoordelijke :
Stéphane THYS (fr)
Koen BOIS d'ENGHIEN (nl) Paul CLERBAUX (fr) Mourad DE VILLERS (fr) Sabine VANBUGGENHOUT (fr) secretariaat :
Alexandra DE WIT (nl)
Anspachlaan 65 - 1000 Brussel Tel. : 02/505.14.54 - Fax : 02/505.78.19 (e-mail
[email protected])
December 2000
Anspachlaan 65 - 1000 Brussel - http://www.bgda.be Verantwoordelijke uitgever : E. Courthéoux, Anspachlaan 65, 1000 Brussel
D/2000/57.47/4