De BIM-gegevens : "Het water in Brussel"
DE WATERPROBLEMATIEK IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST IN VOGELVLUCHT In navolging van de richtlijn 2000/60/EG die een kader creëert voor een Europees beleid op het vlak van het water (Kaderrichtlijn Water of KRW) dient elke staat de nodige maatregelen te treffen om tegen 2015 een “goede toestand” van al zijn oppervlakte- en grondwater te halen. Algemeen gezien kan het behalen van deze doelstelling tal van voordelen voor het leefmilieu, maar ook voor de maatschappij en de economie opleveren, meer bepaald: • minder gezondheidsrisico’s (bijv. risico's die verband houden met de consumptie van vervuilde vis en zeeproducten, met de aanwezigheid van sporen van vervuilende stoffen in het leidingwater of met het baden in verontreinigd water) ; • een beter leefkader (ontwikkeling van de waterflora en -fauna, minder geuren, landschappelijk aspect, …) ; • meer mogelijkheden om watergebonden vrijetijdsactiviteiten te ontwikkelen ; • minder kosten om leidingwater te produceren dat gewonnen wordt uit de behandeling van grond- of oppervlaktewater; • minder kosten voor het zuiveren van het ruim- en baggerslib. Het Brussels Gewest beschikt over verschillende meetnetten voor de kwalitatieve of de kwantitatieve toestand van zijn water. Elk meetnet beoogt een specifieke opvolging: fysisch-chemische en chemische kwaliteit van de Zenne, de Woluwe en het kanaal, fysisch-chemische en chemische kwaliteit van het viswater (waarvoor aanvullende normen bestaan), chemische kwaliteit van het grondwater, hoogte (of debiet) van de voornaamste waterlopen en waterhoudende lagen. Er gingen eveneens twee proefprojecten door met de bedoeling een evaluatiemethode voor de ecologische kwaliteit van de Brusselse waterlopen en vijvers te testen en te ontwikkelen. Momenteel wordt nagegaan of het meetnet voor ecologische kwaliteit kan worden uitgebreid tot het volledig hydrografisch net van Brussel.
1. Oppervlaktewater Waar het water van de Woluwe en in mindere mate van het kanaal relatief weinig verontreinigd blijkt, is dat niet het geval voor de Zenne. Nochtans blijkt uit de analyses dat de globale fysisch-chemische kwaliteit van het Zennewater op de plaats waar zij het gewestelijke grondgebied verlaat, er de laatste jaren gevoelig op vooruitgaat. Deze tendens kan worden afgeleid uit de evolutie van verschillende parameters: • sinds 2006, is er een verhoging van het gemiddelde gehalte aan opgeloste zuurstof (onontbeerlijk voor het leven in het water en voor het zelfreinigend vermogen van de waterwegen); • sinds 2004, is het biochemisch zuurstofverbruik (een maat voor de pollutie door organisch materiaal) vermindert; • sinds 2004, dalen de stikstof- en fosforconcentraties (polluenten die verantwoordelijk zijn voor de eutrofiëring van de waterwegen en de Noordzee);
DE WATERPROBLEMATIEK IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST IN VOGELVLUCHT BLZ. 1 VAN 6 – DÉCEMBER 2009 LEEFMILIEU BRUSSEL - OBSERVATORIUM VAN DE MILIEUGEGEVENS
De BIM-gegevens : "Het water in Brussel"
Grafieken 1: Evolutie van de fysisch-chemische en de chemische kwaliteit van het water van de Zenne (opgeloste zuurstof, biologisch zuurstofverbruik, stikstof en fosfor) Bron: Leefmilieu Brussel, onderafdeling WATER, 2009
DE WATERPROBLEMATIEK IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST IN VOGELVLUCHT BLZ. 2 VAN 6 – DÉCEMBER 2009 LEEFMILIEU BRUSSEL - OBSERVATORIUM VAN DE MILIEUGEGEVENS
De BIM-gegevens : "Het water in Brussel"
Over het algemeen wijzen de analyses op een betere naleving van de kwaliteitsnormen die slaan op zo‘n honderd parameters (organische polluenten, oppervlakteactieve stoffen, pesticiden, zware metalen, polychloorbifenylen of PCB’s, koolwaterstoffen, enz.). Er worden echter nog steeds overschrijdingen waargenomen, bijvoorbeeld voor sommige koolwaterstoffen, PCB’s of pesticiden. De recente verbetering van de waterkwaliteit over heel het verloop van de Zenne heeft nu al een positieve weerslag op het leven dat in deze waterloop aanwezig is, dit is het geval stroomopwaarts van het Gewest en ook stroomafwaarts van het zuiveringsstation Noord dat zich in het noorden van het Brussels Gewest bevindt. Ook voor het Brussels stuk van de Zenne lijkt er zich een licht positieve tendens in te zetten, maar dat zal de toekomst nog moeten uitwijzen. Deze tendens vindt vooral een verklaring in de vooruitgang die inzake zuivering geboekt werd, zowel in het Brussels Gewest als stroomopwaarts. Tot voor kort kwam in het Brusselse al het afvalwater zonder enige zuivering terecht in het oppervlaktewater, voornamelijk in de Zenne. Door het opstarten van het Zuiveringsstation Zuid op de grens van de gemeenten Vorst en Anderlecht werd er in augustus 2000 voor het eerst vooruitgang geboekt. Dit zuiveringsstation staat in voor de zuivering van al het afvalwater van de bewoners en de economische activiteiten (bedrijven, kantoren, …) uit de gemeenten Ukkel, Sint-Gillis, Vorst en Anderlecht (m.a.w. een vuilvracht vergelijkbaar met de vuilvracht van 310 078 inwoners) en voor een deel van het afvalwater uit 3 Vlaamse gemeenten (23 922 inwonersequivalent of I.E.). Aanpassingswerken voor een toerusting van het Zuiveringsstation Zuid met een zogenaamde "tertiaire" zuivering staan op het programma. Hierdoor zullen de prestaties inzake stikstof- en fosforverwijdering verbeteren en kan het station zich in orde stellen met de van kracht zijnde Europese wetgeving. Het tweede gewestelijke zuiveringsstation werd in maart 2007 in gebruik genomen. Het bevindt zich in het noorden van Brussel, op de rechteroever van het kanaal en de linkeroever van de Zenne, het zuivert het afvalwater van het resterende gewestelijk grondgebied (954 889 I.E.) en van een gedeelte of van het geheel van 6 Vlaamse gemeenten (145 111 I.E.). 98 % van het afvalwater (uitgedrukt in inwonersequivalent) dat in het rioleringsnetwerk van het Brussels Gewest geloosd wordt, wordt momenteel opgevangen en gezuiverd. Na de bouw en de aansluiting van 2 bijkomende moerriolen op het Zuiveringsstation Zuid (gepland voor respectievelijk eind 2009 en begin 2010) zal dit cijfer tot 100 % oplopen. Met het Vlaams Gewest werden er samenwerkingsakkoorden afgesloten om tot een verdeling te komen van de financierings- en de uitbatingskosten van deze stations aangezien zij afvalwater zuiveren uit de beide gewesten. In het sterk verstedelijkt Brussels Gewest met een overwegend tertiaire economie zijn de polluenten die in de zuiveringsstations verwijderd worden - voornamelijk organisch materiaal, stikstof en fosfor – vooral afkomstig van de huisgezinnen en van het huishoudelijk watergebruik in de secundaire en de tertiaire sector. Voor andere vormen van waterverontreiniging, zoals door zware metalen, blijkt het aandeel van industrieel afvalwater (afvalwater dat resulteert uit een niet-huishoudelijk gebruik van water door bedrijven) evenwel aanzienlijker. Naast de waterzuivering dragen ook heel wat andere maatregelen bij tot een betere waterkwaliteit. Hierbij zitten er tal van reglementaire maatregelen zoals het opleggen van loos- en uitbatingsvoorwaarden in de milieuvergunningen (die momenteel nagekeken worden zodat ze met name met de nieuwe beschikbare technologieën rekening houden), het beperken van het pesticidengebruik in de openbare ruimten, het opleggen aan de bedrijven van een financiële bijdrage voor de sanering van afvalwater die in verhouding staat tot de te zuiveren lozing, of het opleggen van studie-, risicobeheer- en saneringsmaatregelen voor de verontreinigde bodems, enz. Verschillende acties in het kader van het “Blauw netwerk”-programma dragen bovendien bij tot de verbetering van de waterwegen. Dit programma dat deel uitmaakt van het gewestelijk ontwikkelingsplan en van het gewestelijk bestemmingsplan, biedt een geïntegreerde aanpak voor de restauratie van de Brusselse waterlopen en vijvers. De principes van dit programma bestaan erin de continuïteit van het oppervlaktewateren zo veel mogelijk te herstellen (te ontsnipperen). Het opzet van het programma is enerzijds de waterkwaliteit garanderen en de waterwegen, vijvers en vochtige zones, mede door het ontplooien van hun ecologische rijkdommen, tot hun recht doen komen. Anderzijds beoogt het programma dat zuiver water (oppervlaktewater, bemalingswater, regenwater) opnieuw in de waterwegen terechtkomt zodat deze nieuw leven ingeblazen wordt, dat dit zuivere water niet naar de zuiveringsstations wordt afgeleid en dat de overstromingsproblemen (door de belasting van de collectoren te veminderen) beperkt blijven. De werkzaamheden die in dit kader uitgevoerd worden, hebben in het bijzonder betrekking op de hydraulische installaties, het beheren van de waterkanten, het herprofileren van de beddingen zodat ze bij hevige regenval als buffer kunnen functioneren, het controleren van het slib en verwijderen van verontreinigde sedimenten, het droogleggen van de vijvers teneinde het slib te beluchten en het goede ecologisch evenwicht van het water te herstellen, het DE WATERPROBLEMATIEK IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST IN VOGELVLUCHT BLZ. 3 VAN 6 – DÉCEMBER 2009 LEEFMILIEU BRUSSEL - OBSERVATORIUM VAN DE MILIEUGEGEVENS
De BIM-gegevens : "Het water in Brussel"
onder controle houden van de aanvoer van sedimenten en nutriënten en ten slotte het onder controle houden van het plantenvolume.
2. Grondwater Sinds 2004 worden in navolging van de Europese verplichtingen m.b.t. het grondwater, vijf grensoverschrijdende « waterlichamen » regelmatig gevolgd. Voor vier van deze waterlichamen werd er al vastgesteld dat ze zich in goede chemische staat bevinden en dat de doelstellingen voor een « goede toestand » in 2015 haalbaar zijn voor de parameters nitraten en pesticiden waarvoor de kwaliteitsnormen reeds in de KRW vastgelegd werden. Het waterlichaam van het Brusseliaan en het Ieperiaan, dat zich ten oosten van de Zennevallei bevindt, werd daarentegen in middelmatige chemische toestand bevonden, aangezien er geregeld overschrijdingen worden vastgesteld voor zowel de nitraten als bepaalde pesticiden. Overeenkomstig de KRW wordt momenteel een maatregelenprogramma uitgewerkt om de goede toestand van deze waterlaag te bewerkstelligen. Verspreid over heel het gewestelijk grondgebied zijn er een honderdtal winningen die een toelating hebben om grondwater op te pompen. Het grondwater dat in het Brussels gewest gewonnen wordt, is voornamelijk bestemd voor de productie van leidingwater of om bepaalde ondernemingen en particulieren (wasserijen, onderhoud van gebouwen, koelwater, begieten, …) te voorzien van nietdrinkwater. Er gebeuren ook bemalingen voor het bouwen van funderingen in droge omstandigheden en om overstromingen te vermijden in de ondergrondse metro-infrastructuur of tijdens saneringswerkzaamheden van vervuilde bodems. In heel geringe mate gebeuren er in het kader van hydrothermieprojecten eveneens oppompingen en re-injecties van water in de aquifers (na warmteoverdracht). In 2008 beliep het totaalvolume van de toegestane grondwaterwinningen 2,5 miljoen m3 water (tussen 2001 en 2007 schommelde dit tussen 3,1 en 3,7 miljoen m3). Dit volume is grotendeels op het actief te schrijven van de grondwaterwinningen van Vivaqua (1,8 miljoen m3 in 2008) ter hoogte van het Terkamerenbos en het Zoniënwoud, in de waterhoudende laag van het Brusseliaan. De watervolumes die in de watervoerende lagen aanwezig zijn, worden eveneens in het oog gehouden. Rekening gehouden met de evolutie van de stijghoogtes (piëzometrische niveaus) worden de 5 waterlichamen momenteel in goede kwantitatieve staat bevonden. Dit zal waarschijnlijk zo blijven tot in 2015, voor zover de huidige tendensen van de grondwateronttrekkingen en de watertoevoer die de waterhoudende lagen bevoorraadt, dezelfde blijven.
3. Leidingwater Het waterverbruik in het Brussels Gewest staat vooral op naam van de huisgezinnen (67 %), de tertiaire sector (30 %) en in mindere mate de secundaire sector (3 %). In 2008 zijn de belangrijkste waterverbruikende bedrijfssectoren de horeca (6 % van het totale gefactureerde verbruik, in zeer sterke toename sinds 2002), de gezondheidssector en de maatschappelijke dienstverlening (3,6 %), de openbare besturen met inbegrip van de Europese Commissie en de extraterritoriale instellingen (3,3 %), de kleinhandel (2,9 %), onderwijs en opvoeding (2,8 %), de recreatieve, culturele en sportieve activiteiten (2 %) en de zakelijke dienstverlening (1,8%). Men dient deze cijfers evenwel omzichtig te interpreteren aangezien Vivaqua tussen 2001 en 2002 de methodologie voor het berekenen van het waterverbruik per bedrijfssector, heeft gewijzigd. Zeer veel Brusselse gebouwen beschikken bovendien slechts over een enkele BIWD-watermeter. Wanneer in deze gebouwen een "gemengde" activiteit (wonen en niet-wonen) plaats vindt, wordt enkel rekening gehouden met de activiteit die in principe zorgt voor het grootste waterverbruik.
DE WATERPROBLEMATIEK IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST IN VOGELVLUCHT BLZ. 4 VAN 6 – DÉCEMBER 2009 LEEFMILIEU BRUSSEL - OBSERVATORIUM VAN DE MILIEUGEGEVENS
De BIM-gegevens : "Het water in Brussel"
Grafiek 2: Evolutie van het waterverbruik van de huisgezinnen, van de industrie en van de tertiaire sector (m3) Bronnen : Leefmilieu Brussel op basis van gegevens van VIVAQUA (2009) en BISA (verschillende jaren)
Sinds 1995 is het waterverbruik van de Brusselse huisgezinnen met 17 % teruggevallen terwijl de bevolking met 10 % gestegen is. Het eenheidstarief per m3 verbruikt water, dat voor de huisgezinnen van toepassing was tot in december 2004, werd vervangen door een prijs die stijgt met het verbruik. Deze prijs is opgebouwd uit vier schijven naargelang het gebruik wordt bestempeld als vitaal, sociaal, normaal of comfort. Deze solidaire tariefbepaling heeft sociale betrachtingen en wil ook het leefmilieu vrijwaren vermits ze de abonnees ertoe aanzet hun waterverbruik beter in het oog te houden. Na een lange periode van stagnering is het waterverbruik van de tertiaire sector sterk gestegen tussen 2001 en 2006 (+ 46 %). Sinds twee jaar lijkt deze tendens evenwel te keren. In de komende jaren zullen zowel voor de huisgezinnen als voor de andere maatschappelijke sectoren, de tarieven voor het waterverbruik en deze voor het opvangen en het zuiveren van afvalwater herzien worden in overeenkomst met de KRW. Inderdaad de KRW verplicht de lidstaten om tegen 2010:
DE WATERPROBLEMATIEK IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST IN VOGELVLUCHT BLZ. 5 VAN 6 – DÉCEMBER 2009 LEEFMILIEU BRUSSEL - OBSERVATORIUM VAN DE MILIEUGEGEVENS
De BIM-gegevens : "Het water in Brussel"
• een beleid door te voeren inzake watertarifering dat de gebruikers ertoe aanzet de watervoorraden efficiënt te gebruiken ; • een dusdanig beleid te voeren dat elke maatschappelijke sector die beroep doet op waterdiensten (winning, distributie, zuivering …) op gepaste manier bijdraagt tot het terugwinnen van de kosten van deze diensten. Deze kosten en bijdragen moeten gebaseerd worden op een economische analyse en rekening houden met het principe “de vervuiler betaalt”. Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van een gestandaardiseerd boekhoudplan van de watersector in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, dat op 22 januari 2009 werd aangenomen, definieert de boekhoudkundige regels die men dient toe te passen om de "reële kostprijs" van het water te bepalen zoals vastgelegd in de KRW. In juni 2010 zullen de boekhoudkundige balansen van de waterdistributeurs de gevalideerde gegevens leveren waarmee kan worden nagegaan in welke mate de kosten voor de waterdiensten al dan niet effectief teruggewonnen worden op het niveau van elk van de maatschappelijke sectoren, met inbegrip van de huisgezinnen. Indien dit niet het geval is, zullen er aanpassingen worden doorgevoerd. Het principe van het terugwinnen van de waterkosten mag dan wel coherent lijken met het streven naar een optimaal en redelijk gebruik van een steeds schaarsere hulpbron, toch baart het zorgen wegens het risico op "watermerchandising". De toepassing van het principe vergt dan ook een verregaande waakzaamheid om op lange termijn te garanderen dat de bevolking voldoende toegang heeft tot een absoluut levensnoodzakelijke hulpbron – waarvoor er geen alternatieven bestaan en waarvan het verbruik weinig rekbaar lijkt - en anderzijds garant te staan voor een adequate dienstverlening m.b.t. het afvoeren en het zuiveren van het afvalwater.
DE WATERPROBLEMATIEK IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST IN VOGELVLUCHT BLZ. 6 VAN 6 – DÉCEMBER 2009 LEEFMILIEU BRUSSEL - OBSERVATORIUM VAN DE MILIEUGEGEVENS