AMSTERDAMS KLEINKUNST FESTIVAL 2014 Jury-verantwoording / ‘State of the art’ Het was een genot de jury te mogen zijn van dit 27ste Concours om de Wim Sonneveldprijs. Waarin we jonge theatermakers aan het werk zagen die proberen verbeelding en fantasie de macht te geven, de poëzie voorrang te verlenen op de simpele grap, authentiek zijn en risico’s durven nemen. U zag vanavond de drie finalisten van wie wij vonden dat die in de finale om het beeld van Wim Sonneveld moesten strijden. Omdat zij schuren, verbazen en de lach halen op plekken waar het een beetje zeer doet. Dan wordt een festival als dit een feest waarbij je kunt vaststellen dat moeilijke theatertijden niet afschrikken en geen belemmeringen zijn voor de drive en de creativiteit van jonge makers. Integendeel. Je kunt in je levensonderhoud voorzien door op Walibi Flevo in de revue te spelen. Maar er daarnaast rotsvast van overtuigd zijn dat je talent te groot is om daar jarenlang genoegen mee te nemen. En dat kom je dan hier toetsen. Het is maar een willekeurig voorbeeld, dat zult u vast begrijpen. Wij zagen als jury uiteraard ook de twee halve finales, op basis waarvan wij deze drie uitkozen. De jury hecht er aan te benadrukken dat ook de drie ‘afvallers’ een groot aandeel hadden in het gevoel dat 2014 een bijzonder fijn jaar is. De zes die de afgelopen maanden tijdens de tournee door het land zichzelf – met hulp van een coach - klaar stoomden voor de halve finales, brachten een verscheidenheid en uiteenlopende stijlen die onze taak als jury spannend maakten. U verwacht vast het cliché dat de keuzes ‘natuurlijk vreselijk moeilijk waren’. Welnu: bij deze. Het was niet te doen. Het lijden van deze jury past dus naadloos bij het weekeinde waarin dit festival plaats vond. Misschien hebt u vanavond zelf in de pauzes ook appels met peren proberen te vergelijken. En hebt u gedacht: ‘blij dat ik niet hoef te kiezen’. Maar wij hebben wel een keuze gemaakt. Met veel plezier. Het is altijd onze hoop dat een finaleplek een enorme stimulans is voor een theatermaker en dat deze zich in beeld speelt bij theaters en media. Dat een jury- en ook een publieksprijs - nog eens extra stimuleert staat buiten kijf. Vraag het Louise Korthals, Hermitage, Thijs Maas, Dames voor na Vieren en Pieter Derks. Een festival als dit wil stimuleren en een jury vindt dat haar oordelen en schriftelijke commentaren duidelijk en eerlijk moeten zijn. Hard als het volgens ons nodig is, maar geen ‘kruisiging’ zoals een van onze juryrapporten van zaterdagavond is ontvangen door de makers, De Blonde Jongens en Tim. Een
misschien wat ongelukkige volgorde van zinnen, waarin het positieve werd weggedrukt door een opsomming van zonden ( naar onze mening) zorgde daarvoor. De stress van de avond en een onoplettendheid van ons allen in de haast om zo snel mogelijk met de uitslag te komen, waren er debet aan. Wij zijn er van overtuigd dat de jongens zullen herrijzen. Zoals gezegd: de variatie in stijl en vorm verrasten ons zeer. En het feit dat een van deze finalisten ons in onze jurykamer weer eens aan het denken zette over de grenzen van de kleinkunst anno 2014. De groep die u vanavond zag deed dat toch al wat merkwaardige begrip ineens weer gedateerd klinken. Toch blijft dit ook de komende jaren ‘kleinkunstfestival’ heten. Er is voorlopig geen ander begrip om zoveel stijlen mee te duiden. Kleinkunst heeft geen strakke kaders. Je kunt de grenzen ervan verleggen, dat is boeiend. Je kunt ook binnen de klassieke vormen blijven. Maar wat ook deze jury weer opvalt over de hele breedte, is dat er nog altijd veel persoonlijk leed en stofjes in de eigen navel tot theater worden verwerkt. Tijdens een concours als dit willen we ook graag zien dat de makers in staat zijn hun blik eens te verruimen naar buiten en een originele kijk op de wereld laten horen. Het huidige cabaret- en kleinkunstpubliek is kritisch, selectief en eist kwaliteit en voorstellingen die prikkelen. Wij denken dat deze drie finalisten tijdens de finaletournee en de komende jaren die kwaliteit kunnen brengen, welkome aanvulling zijn in hun genres en prikkelend genoeg zijn om een publiek aan zich te binden. Maar dan moeten ook programmeurs van theaters niet bang zijn dit jong talent in hun zalen te laten spelen en dat publiek te bereiken. Moeilijk, jazeker, in tijden waar subsidiestops menig kleine zaal tot sluiten dwingt. Maar als theaters ook in de toekomst eredivisie willen in uitverkochte grote zalen en zo hun omzetten op peil willen houden, moeten ze toch eerst goede trainingsfaciliteiten bieden. Dank u wel dat u er vanavond en de afgelopen avonden was. Dan lees ik nu de juryrapporten voor over de drie finalisten van deze avond, in volgorde van spelen
Yvonne van de Eerenbeemt Vuile was Zij wil veel, heel veel. En ze kan ook heel veel. Vanavond was haar start zwaar en dat zag de jury. Yvonne had zichtbaar moeite in haar energie te komen en direct het kader neer te zetten van haar programma: de pijn van haar leven. De constructie van haar programma was beter, maar de hysterie die ze zaterdag nog fantastisch uitstraalde, bleef nu een beetje hangen. En daarmee wil ze haar publiek juist bij de kladden pakken. Yvonne worstelde en kwam toch boven. Ze was zich ervan bewust en ook dat kenmerkt groot talent. Een goede regie kan nog heel veel verbeteren en het samenspel met haar koelkastgitarist Rene van Mierlo strakker maken. Yvonne is een groot talent met heel veel mogelijkheden en veel kwaliteiten. Opnieuw werden we blij van haar timing en zang en acteervermogens. Haar tragiek en haar humor fascineren. Het programma is goed bedacht en mooi opgebouwd, vanuit haar labiele drang tot zelfvernietiging. Met het lied over de revuedame van Walibi Flevo als prachtig einde dat alles op zijn plek zet. Het moet raar lopen wil Yvonne van den Eerenbeemt de komende jaren nog in pretparken te vinden zijn.
Matroesjka Grote stappen, enorme groei en leergierig zijn de woorden die bij de leden van de jury. Opnieuw opkwamen na het zien van deze finale. Zij vraten de zaal op, gooiden er nog een schepje bovenop, ten opzichte van zaterdag. Een tweede kennismaking van deze jury met Matroesjka bracht echter ook enkele onderdelen aan het licht die detoneerden met de rest van dit fijne hilarische programma. De lesbische dames met kinderwens na het prachtige liefdeslied is daar een voorbeeld van. Een niet zo sterk nummer dat ons gevoel bij dat lied achter de piano enigszins teniet deed en dat was jammer. Matroesjka is een muzikaal duo met veel potentie. Ze zouden als duo hun beider persoonlijke contrasten verder kunnen uitwerken. Maar ze zijn fris en krachtig in hun uitstraling en hun stemmen loepzuiver en fraai passend bij elkaar. Ze zijn niet nadrukkelijk op zoek naar de lach, maar krijgen die toch met terloopse oneliners en de typetjes die ze spelen. Die vet zijn aangezet in de spraak, maar verder niet. Het lied over de liefde plaatst alles in perspectief en daarmee krijgt het programma een fundament. Dat is nodig, om tegenwicht te bieden aan de sneue types en kansloze duo’s die voorbij komen. Ze zijn echt ‘theatermakers’ geworden. En zullen nog stevig moeten werken aan het gebruik van het podium. Dit duo kan alleen maar groeien. Zeker als de dames ook ‘vormbewuster’ worden.
Flip Noorman - en de Noormannen
Bellse Parese Deze groep, met haar gevaarlijke en roofzuchtig kijkende frontman daagt de jury uit de grenzen van de kleinkunst nogmaals te onderzoeken en vervolgens opnieuw te verleggen. Laten we er maar niet omheen draaien: het is een genot om als doorgewinterde kijkers van je stoel te worden geblazen door deze dichter/performer en vijf uitstekende theatrale muzikanten, die veel meer doen en veel meer betekenen dan een ‘klassieke begeleidingsband’. De band was nog beter dan in de halve finale, uitgebalanceerder en soms briljant in de overgangen tussen de diverse nummers . De vraag of ze wel op hun plek zijn in een ‘kleinkunstfestival’ is na een half uur stomende muziek, poëzie, razernij en verstilling beantwoord. Op Texel en tijdens de tournee liet Flip zien ook alleen te kunnen, maar zijn Noormannen tillen het geheel naar een hoger plan. Over alles is zorgvuldig en met een theatergevoel nagedacht. Elke zin, elk woord, het instrumentgebruik, een akkoord, ritmes, een schreeuw, de rol van de muzikanten, het gebruik van attributen als de uitlaatpijp, de belichting en de tl-buizen, de kledij met een soms luguber attribuut…. , alles draagt bij aan een beeld dat de Duitsers ‘unheimisch’ noemen. Hun muziekstijl doet denken aan de industriële stroming die ooit vanuit Duitsland de Rijn kwam afdrijven, maar natuurlijk ook aan Tom Waits. Met nadruk zeggen wij: doet dénken, want het is nergens een kopie. Het is eigen. Het nummer ‘Het plafond is altijd schoon’ Heeft de hele jury overtuigd, de jasmijnthee ded er nog een schepje bovenop. Flip Noorman is een ware aanwinst voor de kleinkunst.
Juryprijs 2014 3. Matroesjka 2. Yvonne van den Eerenbeemt 1. Flip Noorman en de Noormannen