BAUHAUS E
n
d e
g e s c h i e d e n i s h
e
t
a
r
c
van h
i
t
e
c
t
u
u
r
o
n
d
e
r
w
Als we het veld van de architectuurgeschiedenis overzien en ons richten op de rol die opleidings-
de namen een welhaast magische klank bezitten: de Ecole des Beaux Arts en het Bauhaus. H e t aura dat deze legendarische scholen omgeeft hangt samen met de rol die zij in het historische tableau vervullen: zij vormen in de mythologie van de architectuurgeschiedenis eikaars tegenpolen en worden gebruikt als symbolen in het architectuurtheoretische debat tussen het klassieke en
het moderne. In de geschriften van Walter Gropius. de oprichter van het Bauhaus, w o r d t de stichting van deze school direct gekoppeld aan een kritiek op de traditionele opleidinge de Moderne Beweging concentreerde zich vooral op de rol van het Bauhaus in de ontwikkeling van een nieuwe architectuur en in de heroïsche strijd van de avant-garde tegen de conventie. H e t Bauhaus als o n d e r w i j s i n s t i t u u t v e r d w e e n d a a r d o o r n a a r d e a c h t e r g r o n d ; m e e r e n m e e r s t o n d h e t begrip 'Bauhaus' voor een architectuuropvatting.
Omgekeerd vond eenzefde beweging plaats in de opkomst van de anti-modernistische tendensen in de 70-er jaren. H e t Bauhaus was daarin de grote boosdoener en symbool voor de modernisti-
sche leegheid2, terwijl tegelijkertijd de Ecole des Beaux Arts in de belangstelling kwam te staan als symbool voor de klassieke schoonheid, voor de traditie. 1. Daarmee werd ook deze school beschreven vanuit een architectuuropvatting en niet vanuit het achterliggende onderwijsmodel. Hierdoor is steeds onderbelicht gebleven, w a t de modellen van onderwijs van de beide opleidingen zijn, hoe ze zich tot elkaar verhouden en in hoeverre er een relatie is tussen deze modellen en de daaruit voortkomende architectuur. H e t is de vraag of deze modellen in hun verschillen concurrerend of complementair zijn, en hoe zij beide hun invloed doen gelden op het huidige architectuuronderwijs. Door deze opleidingen in dit stuk naast elkaar te zetten wordt getracht de wortels van het onderwijs in de architectuur bloot te leggen.
i
j
s
Bart
Coldhoorn
- BEAUX ARTS H e t o n t s t a a n v a n de
architecten-opleiding
De verzelfstandiging van het o n t w e r p als categorie (het disegno) in de Renaissance en daarmee de o n t k o p p e l i ng van theorie en praktijk, van hoofd- en handarbeid, veronderstelde en genereerde het. bestaan van
architectuur als een systematische ordening van kennis buiten de praktijkvanhetbouwen.Dedis plaats naar het atelier-, zo ook verplaatste zich de opleiding van de
gilde naar het opleidingsinstituut, de school. In de gilden w e r d dearchitectuuronttrokk gemaakt, niet gesystematiseerdmaaraangeleerdopbasisvanervaring. De architectuur w e r d losgemaakt uit de gilden op het m o m e n t dat zij een nieuwe rol kreeg toebedeeld: die van uitdrukking van de macht. van de heerser, van diens vermogen tot scheppen en zo van diens positie als plaatsvervanger van God op aarde. Architecten traden in dienst van de hoven en onderweze n jonge prinsen in de bouwkunst, t e r w i j l de vorsten zich intensief met dc o n t w e r p e n van nieuwe paleizen gingen b e m o e i e n 1 Het o n t w e r p en de tekening functioneerden daarbij als het De Vijf A r c h i t e c t o n i s c h e O r d e s ,
zoals
afgebeeld in de Cours d'Architecture. gepubliceerd in 1698 door Francois Blondel de eerste professor van Academie d'Architecture.
instrument waarmee de vorst de b o u w p r o d u c t i e kon o n t t r e k k e n aan de macht van de gilden. Daarmee maakte de architectuur deel uit van de hofcultuur, zij viel o n d e r c o n t r o l e van de vorst. In Frankrijk leidden deze ontwikkelingen in 1671 t o t de stichting van de Académie d'Architecture d o o r Colbert onder de regering van Lodewijk XIV
Deze
Académie, naar het model van Plato's Academia5, was een verzamelplaats van architecten
waar architectonische theorieën werden
opgesteld,
bediscussieerd en ontwikkeld. Zij stond onder directe c o n t r o l , van de koning en haar leden droegen de t i t e l Arcbitecte du Roi. Onderwijs vond plaats in de v o r m van openbare lezingen, die t w e e keer per week wer den gehouden
In haar theorievormin g greep de Academie terug op de
klassieke architectuur, die als een logisch systeem van regels, afgeleid van de natuur en gebaseerd o p geometrische principes w e r d geplaatst tegenover de o p ervaringsregels gestoelde gothische architectuur van de gilden.
Vanuit
deze eerste aanzetten t o t een systematisering en
gestructureerde overdracht van architectonische kennis o n t s t o n d na de Revolutie in 1819 m Parijs de Ecole des Beaux Arts. 4 I. Walter Groplus Idee und Aufbau des Staatliches Bauhauses Weimar 1923. afgedrukt in: Walter Gropius, Herben Bayer , lse Gropius Bauhaus 1919-1928 Teufen 1938 2 Vgl. Tom Wolfe From Bauhaus to Our House New fork 1981 3Eenbelangrijk uitvloeisel van deze be angstelllng was de tentoonstelling over de Beaux Arts in het Museum of Modern Art in New fork in 1976 en de daarbij behorende catalogus, samengesteld door Arthur Drexler. Zie ook (9). 4 Herbert Ricken Der Architect. Geschichte eines Berufs Berlin (DDR) 1977 p.6l-65 f. Donald Drew Egbert The Beaux Art: Tradition in French Architecture Princeton 2980 p.99-120 Hierin wordt het ontstaan van Académie verklaard in samenhang met de klassieke wijsbegeerte van Plate en Aristotels. 6 Voor de oprichting was er al een opeenvolging van andere scholen, onder wie die van J.F. Napoleon werd omgevormd tot de fecole des Beaux Arts.
Het ontstaan van de architectenopleiding is niet alleen een gevolg van de hierboven aangeduide institutionalisering van bestaande kennis in een nieuw apparaat, de Académie,
maar ook van de introducti e van
nieuwe kennisgebieden in de v o r m van nieuwe bouwopgaven. Deze opgaven waren van tweeërlei aard: militair en economisch.
Ontwik-
kelingen in de moderne oorlogsvoering, met name de perfectionering van het geschut en het belang van snelle troepenverplaatsingen, vereisten de aanleg van uitgebreide vestingwerken, wegen en bruggen, t e r w i j l de o p k o m s t van de kapitalistische economie een toename van de vraag naar voorzieningen v o o r handel, industrie en de distributie van goederen veroorzaakte. O p het m o m e n t dat de architecten van de Académie zich nog voornamelijk richtten op de architectuur als middel t o t representatie van de macht van de koning, o n t s t o n d in 1749 de Eco/e des Corps Royaux des Génie Militaire.
Daar werden nieuwe criteria v o o r de architectuur
geïntroduceerd: economische, functionele en constructieve. De toepassing van de militaire kennis in civiele opgaven leidde t o t de stichting van de ÉcoIe des Traveaux Publics en van haar opvolger, de Eco/e Polytechnique.
De eerste leider van de architectuurafdeling van deze
school was J. N. L. Durand, die met zijn geschriften een g r o t e invloed zou hebben op de Ecole des Beaux Arts. 7 Daarnaast was de architectuurschool het middel waarmee de architectonische discipline haar voortbestaan trachtte te verzekeren. Met de o p k o m s t van de burgelijke cultuur en het ontstaan van de moderne staat verviel de beschermde positie van de architect en moest hij zich
V o o r b e e l d van een p r o j e t
een nieuwe positie verwerven o p de vrije markt, waarbij hij concurrentie
H e n r i L a b r o u s t e Palais de J u s t i c e
had van de ingenieur en de ambachtsman. De opleiding v o r m d e het
Het schetsplan met plattegrond,
selectiemechanisme waarmee w e r d bepaald wie zich architect m o c h t
en g e v e l
rendu. 1821. doorsnede
noemen. Als exclusieve overdrager van architectonische kennis was zij de hoedster van de discipline. 8
H e t o n d e r w i j s aan de École des B e a u x A r t s 9 Essentieel v o o r het onderwijs aan de Ecole zijn de ateliers en de concours. H e t atelier stond los van de school en was de plaats waar de student leerde o n t w e r p e n en tekenen. De concours waren de prijsvragen via welke de beoordeling en de selectie van de studenten plaatsvond. De voornaamste taak van de Ecole was het organiseren van deze 'wedstrijden'. Daarnaast verzorgde zij de colleges, die gegeven werden d o o r de professoren, die tevens de concours jureerden. Het d o o r l o p e n van het studieprogramma is te vergelijken met het beklimmen van een pyramide, waarvan op de t o p maar plaats is v o o r één persoon: de winnaar van de Grand Prix of Prix de Rome. Iedere student had bij het beklimmen zo zijn eigen t e m p o en reikte daarbij zo hoog hij kon. Er was slechts één beperking: o m aan de school te kunnen studeren, moest hij o u d e r zijn dan 15 jaar en jonger dan 30. Hij kon elk examen of concours zo vaak doen als hij wilde, al w e r d er wel verwacht dat er enige vooruitgang w e r d geboekt. Overigens w e r d de student o o k als hij de Grand
Prix niet had gewonnen geenszins beschouwd als een
mislukkeling. Als ancien élève had hij een dusdanige reputatie dat hij zo aan de slag kon. 1 0 Als iemand aan de Ecole wilde gaan studeren dan volstond het o m zich aan te melden bij het atelier van zijn keuze, waar hij doorgaans zijn hele studie zou verblijven en zou leren o n t w e r p e n onder leiding van zijn patron.
W e r d hij aangenomen, dan w e r d hij ingeschreven in
de lijst met aspirants
en begon hij zich v o o r te bereiden op
het
toelatingsexamen, dat bestond uit wiskunde, beschrijvende meetkunde, geschiedenis, tekenen en als belangrijkste vak architectonisch ontwerpen. Hij deed dit d o o r de colleges aan de Ecole te volgen, d o o r o n t w e r p e n te maken met behulp van programma's van concours van latere jaren en d o o r de oudere studenten in het atelier te helpen met hun tekeningen. Doorgaans kostt e het de aspirant t w e e jaar v o o r d a t hij genoeg geleerd had o m te slagen v o o r het toelatingsexamen. Had hij dit met goed gevolg doorstaan, dan werd hij élève en kwam hij in de tweede klas. Hier w e r d hij geconfronteerd met de prijsvragen, voluit geheten concours d'émulation. V o o r b e e l d van een esquisse. C - G . H u i l l a r d P o n t sur un C h e m i n
De belangrijkste waren die v o o r architectonische compositie
en bestonden uit t w e e categorieën: de esquisses (schetsen) en de projets 1852
rendus (getekende projecten). Afwisselend w e r d elke maand v o o r één categorie een opgave uitgereikt. De esquisse bestond uit het maken van een schets ( o n t w e r p ) v o o r een gebouwonderdeel, zoals een gevel
4
H e n r i L a b r o u s t e Palais d e j u s t i c e 1 8 2 1 . De uiteindelijke tekeningen
o f een entreepartij o f uit een klein object, zoals een huisje, een brug of een fontein. H e t o n t w e r p moest in 12 uur en loge - in een klein hokje in de school - gemaakt w o r d e n en bestond uit één tekening. Het projet rendu besloeg twe e maanden en had als opgave bv. een station, een school of een badhuis." Deed een student mee aan een dergelijk concours, dan ging hij op de d a t u m van de uitreiking naar de school, w e r d geregistreerd en ontving een programma. Vervolgens ging hij gedurende 12 uur en loge en maakte een schetsontwerp, dat hij diende in te leveren bij de portier . De verschillende studenten die en loge waren, konden vrij met elkaar overleggen, maar buitenstaanders werden niet toegelaten. Na inlevering van zijn eerste schetsen ging de student naar zijn atelier waar hij zijn idee verder o n t w i k k e l d e o n d e r leiding van de patron. Na t w e e maanden leverde hij zijn tekeningen, meestal drie stuks, bij de jury in, waarop deze het getekende project vergeleek met de eerste schetsen. Weken ze teveel van elkaar af, dan w e r d het project hors de concours verklaard. 1 2 Verder waren er concours v o o r constructie en examens, zowel mondeling als schriftelijk, in wiskunde, beschrijvende meetkunde, stereometrie en perspectief. De overgang van de student naar de eerste klas geschiedde op basis van een puntensysteem, waarbij de waarderingen (valeurs) die de student v o o r zijn verschillende concours had behaald bij elkaar werden opgeteld. Theoretisch gezien kon de student, als hij aan al zijn andere verplichtingen had voldaan, met slechts één projet rendu en één esquisse overgaan, maar meestal moest hij aan meerdere concours meedoen v o o r d a t hij Plattegrond
het benodigde aantal valeurs had behaald. Bij elk concours werden er overigens prijzen uitgereikt in de v o r m van médailles en mentions. In de eerste klas kwam het zwaartepunt
nog meer te liggen op
het
o n t w e r p e n en werden de opgaven gecompliceerder. Bovendien vonden er zgn. Grand Concours plaats, die een specifiek o n d e r w e r p hadden en w a a r v o o r speciale prijzen werden uitgereikt. Gevel
Doorsnede
7. In de geschiedschrijving van de M o d e r n e Beweging w o r d t Durand m e t zijn handboeken vaak g e b r u i k t o m t e laten zien dat er een g r o t e controverse b e s t o n d tussen de Beaux A r t s en de Polytechnique. Hiermee in tegenspraak is echter, dat de handboeken van D u r a n d een g r o t e invloed hadden binnen de Beaux Arts. Zie: David van Z a n t e n 'Le Système des Beaux A r t s ' in AD-profiies
17 L o n d o n 1980 p.70.
8. Verdere p e r f e c t i o n e r i ng van deze beroepsbescherming v o n d plaats via het stichten van architectenverenigingen (Engeland 1834, Frankrijk 1840, Duitsland 1857) en het afdwingen van een w e t t e l i j k e titelbescherming. Zie Rieken (4) p.90. 9. Deze beschrijving is v o o r een g r o o t deel o n t l e e n d aan: Richard Chaffee 'The Teaching of A r c h i t e c t u r e at the École Des Beaux A r t s ' in A r t h u r D r e x l e r (red.) The Architecture
of the Leo Ie des Beaux Arts L o n d o n 1977 ( N e w York 1976), p.82-97.
10. M e t name v o o r buitenlanders was d i t een belangrijke reden o m zich v o o r enige t i j d aan de school te verbinden. I I. Annie Jacques T h e Programs of t h e A r c h i t e c t u r a l Section o f t h e Ëcole des Beaux A r t s , 1819-1914' in Robin M i d d l e t o n (red) The Beaux Arts and Nineteenth French Architecture
Century
L o n d e n 1982, p.58-65.
12. Een belangrijke reden h i e r v o o r was dat men w i l d e v o o r k o m e n dat de patron een t e g r o t e invloed op het o n t w e r p zou hebben.
5
De laatste stap in het onderwijssysteem was de deelname aan het concours v o o r de Grand
Prix de Rome. Anders dan de voorgaande w e d s t r i j d e n
w e r d deze georganiseerd d o o r de Académie d'Architecture Franse staatsburger tussen de
en k on elke
15 en 30 jaar eraan deelnemen.
De
c o m p e t i t i e b e s t o n d uit drie delen en besloeg in t o t a a l 6 maanden. H e t eerste deel bestond uit het maken van een esquisse van een g e b o u w onderdeel in een t i j d van 12 uur en loge. De volgende stap was het maken van een s c h e t s o n t w e r p v o o r een gecompliceerde opgave en besloeg 24 uur en loge. D i t onderdee l s t o n d open v o o r 30 studenten. H i e r u i t w e r d e n vervolgens acht s t u d e n t e n geselecteerd die
mochten
meedoen aan de eigenlijke w e d s t r i j d . Deze had meestal een openbaaro f o v e r h e i d s g e b o u w t o t o n d e r w e r p , b i j v o o r b e e l d een museum, een hospitaal, een universiteit, een ambassade of een kathedraal. 1 3 Evenals bij de eerdere concours w e r d o o k hier het uiteindelijke o n t w e r p g e t o e t s t aan de eerste idee-schets. Gedurende vier maanden w e r k t e de s t u d e n t m e t zijn atelier aan de prijsvraag. De winnaar die uiteindelijk d o o r de Académie w e r d gekozen w e r d gezien als de meest veelbelovende s t u d e n t van dat jaar. Hij m o c h t o p kosten van de staat 5 |aar in Rome verblijven teneinde de principes van de A n t i e k e n t e bestuderen. Bij zijn t e r u g k e e r naar Frankrijk w e r d hij b e n o e m d t o t Architecte
du Gouvernement
en kreeg hij de o p d r a c h t
v o o r een belangrijk overheidsgebouw, zoals een nationale b i b l i o t h e ek o f een nationaal paleis, waaraan hij een g r o o t deel van zijn leven zou werken. O o k w e r d hij vaak patron
van een atelier o f professor aan
de Ecole. De hoogste eer was echte r b e n o e m d te w o r d e n t o t lid van de Académie
d'Architecture.
De leden, 8 in getal, w e r d e n echter v o o r
het leven b e n o e m d, z o d a t de gemiddelde leeftijd erg h o o g was en de architect na het behalen van de Grand Prix vaak decennia m o e s t w a c h t e n v o o r d a t hij de kans had in d i t selecte gezelschap te w o r d e n opgenomen. 1 4
Via hem betaalden zij een bijdrage aan de huur van de atelierruimte , aan de v e r w a r m i n g en verlichting en bovenal aan het l o o n van de patron.
H e t atelier van de Ecole was geen werkplaats, zoals dat van de beeldende
A l k w a m deze doorgaans lang niet elke dag naar het atelier, zijn bezoeken
kunsten, maar een t e k e n k a m e r . H e t v o r m d e de plaats waar de s t u d e n t
v o r m d e n de h o o g t e p u n t e n van de w e e k en de c o m m e n t a r e n die hij
leerde o n t w e r p e n en tekenen als leerling van een a r c h i t e c t , zijn
patron.
gaf bij het langslopen van de verschillende plannen w e r d e n dan o o k
meestal een o u d - w i n n a a r van de Prix de Rome deed zijn
na afloop d o o r de s t u d e n t en uitgebreid bediscussieerd en geduid. 1 5 De
best o m o p zijn beurt w e e r nieuwe winnaars af t e leveren, aangezien
s t u d e n t e n w a r e n o n d e r v e r d e e l d in anciens, zij die al langer studeerden,
dat zijn r e p u t a t ie deed stijgen. De p o p u l a r i t e i t
en nouveaux,
De patron,
van een atelier
bij
de n i e u w k o m e r s . Er was een duidelijke hiërarchie tussen
s t u d e n t e n was dan o o k afhankelijk van het aantal winnaars dat het
de t w e e groepen : n i e u w k o m e r s moesten een initiatieritueel ondergaan,
in de jaren d a a r v o o r had opgeleid. De ateliers w e r d e n georganiseerd
een s o o r t o n t g r o e n i n g en dienden zich t e o n d e r w e r p e n aan de regels
d o o r de studenten, die uit hun midden een leider kozen, de
van het atelier. De esprit de corps was dientengevolge e n o r m . Als één
massier.
van de s t u d e n t e n een prijs w o n , dan w e r d dat gevierd als een o v e r w i n n i n g o p de andere ateliers. Bovendien hielpen de studenten elkaar. De anciens gaven adviezen aan de nouveaux
en verduidelijkte n de w o o r d e n van
de p a t r o n , t e r w i j l de nouveaux de anciens hielpen in het laatste stadium van hun
concours.16
Patron Laroux o m r i n g d d o o r zijn v o o r de Ê c o l e des B e a u x A r t s in
6
studenten 1890
: C o n d i t i o n e r i n g en s e l e c t i e H e t hele onderwijs van de Ecole was gestructureerd via de concours en lijkt dus te zijn gebaseerd op een ultieme selectie. Deze ging zelfs zo ver, dat slechts één persoon - de winnaar van de Prix de Rome - met succes zijn scholing kon afsluiten. De positie van de student binnen dit systeem was ambivalent: enerzijds probeerde hij zich via de concours als individu te onderscheiden van de rest, anderszijds kon hij dit alleen doen d o o r zich te conformere n aan de regels van het spel en daarmee d o o r het leiderschap van de winnaars van de Prix te accepteren. Daarbij vond de selectie van de studenten plaats op basis van virtuositeit, van de perfecte beheersing van de regels. Deze regels werden wel expliciet gemaakt, gezien de grote
hoeveelheid
architectonische handboeken die o p een ondubbelzinnige wijze duidelijk maakten, w a t v o o r criteria aan architectuur moesten w o r d e n gesteld, maar het bleef onduidelijk w a t nu de virtuositei t uitmaakte. De selectie, waarom alles lijkt te draaien, w e r d zo gemystificeerd, o n t t r o k zich aan de rationaliteit van de regels en maakte het zo tegelijkertijd acceptabel, dat slechts één persoon de t o p van de pyramide kon bestijgen. Juist dit feit maakt duidelijk dat deze selectie niet in de eerste plaats gebaseerd was o p zoiets als de toetsing van de kennis van de individuele deelnemers teneinde
het
meest geniale individu te vinden, doch
veeleer
haar
bestaansgrond vond in een idee over de conditionering en institutionalisering van de discipline. Hierbij kunnen we een parallel trekken met de evolutieleer die in het tijdper k van de Verlichting w e r d ontwikkeld. Hierin ging men ervan uit dat de natuur zich in stand h o u d t dankzij de selectie van sterke elementen en de uitschakeling van zwakke: The survival of the fittest. D i t principe staat tegenover het besef dat de natuur S t u d e n t e n in een B e a u x - A r t s a t e l i e r
rond
als onveranderlijk fenomeen d o o r de goddelijke schepping is vastgelegd en verklaart daarmee haar geloof in de vooruitgang. 1 7 Parallel hieraan
1900
kunnen we stellen, dat de architectenstand, het 'ras' der architecten, met het wegvallen van de vorst als absoluut heerser en vertolker van de goddelijke wil, binnen haar eigen discipline een systeem ontwikkelde waarbij het individu in het gevecht met de ander (het concours) uitmaakte wie de leider van de discipline zou worden. Het systeem van de Ecole v o r m d e een systeem van zelfbevruchting, van instandhouding van de s o o r t dat alleen kon bestaan bij gratie van de op dat m o m e n t aanwezige maatschappelijke constellatie, die was gebaseerd op een gecentraliseerde staatsmacht en gericht o p de consolidering daarvan. De betekenis van de Ecole hierin was, dat zij voldeed aan de behoefte van de moderne staat aan publieke gebouwen zoals theaters, regeringsgebouwen, musea, douanakantoren, scholen en universiteiten. Daartegenover zorgde de staat dat de prestaties van de studenten gehonoreerd werden. De systematiek van de klassieken, de formulering van de architectuurtheorie als een logisch systeem, legitimeerde daarbij het bestaan van de discipline in de moderne maatschappij. 18
S t u d e n t e n l e v e r e n h u n t e k e n i n g e n in in d e Salie
Melpomène
I 3. Zie v o o r een o v e r z i c h t van de programma's: Egbert (5) p. I 39-160 (bespreking) en p. 168-200 ( o p s o m m i n g ) . 14. Gevolg van deze p r o c e d u r e was. dat er vaak controverse s o n t s t o n d e n over de conservatieve aard van de winnende Grand Prix plannen. 15. H e t belang van de patron is duidelijk als w e de o o r s p r o n k e l i j ke betekenis ervan o p z o e k e n : patron = v o o r b e e l d , model; patronyme
= vadersnaam, familienaam.
16. D i t w e r k . dat b e s t o n d uit het tekenen van schaduwen, het inkten van plattegronden en het copieren van ornamenten, w e r d in de laatste dagen en nachten v o o r de inlev e r d a t u m n o n - s t o p uitgevoerd en heette négrifier (afgeleid van négre = neger = slaaf; Eng.: to nigger). Was men bezig m e t de laatste fase v o o r het inleveren, dan was men en charette.
De charette was een t y p e handkar dat de studenten gebruikten om de
tekeningen naar de Salie Melpomène,
de plaats van inlevering te brengen, al waar
de p o r t i e r de tekeningen registreerde en voorzag van een stempel, die zo karakterestiek is v o o r de tekeningen die o p de École w e r d e n gemaakt. 17. Zie van Z a n t e n (7) p.68. Hij legt hier een verband tussen de o n t w i k k e l i n g e n in de biologie (zoals de systematisering van de p l a n t e n w e r e l d d o o r Linnaeus of Darwins ' O r i g i n o f Species') en in de a r c h i t e c t u u r (de systematisering van de handboeken). I 8. Joost Meuwissen 'Planning en A r c h i t e c t u u r als O u d e Wetenschap' in Architectuur
als
Oude Wetenschap A m s t e r d a m 1988. In d i t essay w o r d t o.m. ingegaan op de vorming van architectonisch e kennis in het t i j d p e r k van de Verlichting.
7
W e r k t e k e n i n g van een f r a g m e n t van de
Opéra
D e O p é r a v a n C h a r l e s G a r n i e r in P a r i j s u i t 1861 b e h o o r t t o t de h o o g t e p u n t e n van de 'academistische'
Eén van de belangrijkste middelen die in het proces van c o n d i t i o n e r i n g w e r d e n ingezet was het atelier. D i t had als functie de passief geconsumeerde kennis uit de handboeken o m t e z e t t e n in de actieve daad van het tekenen en o n t w e r p e n . H e t o n t w e r p speelt een essentiële rol in het proces van kennisvermeerdering; elk o n t w e r p o n d e r z o e k t immers een nieuwe toepassing van de regels. D i t kan niet w o r d e n geleerd via het bestuderen van geschriften, via letters, regels en zinnen die als code zijn verankerd in de cultuur en dus begrepen w o r d e n , maar alleen d o o r het maken van de tekening, waarbij het p r o b l e e m is dat haar codering niet vastligt en juist het o n d e r w e r p van o n d e r z o e k is. H e t beeld laat een oneindig aantal i n t e r p r e t a t i es t o e zolang de betekenis nog niet is gedefinieerd via codes die binnen het specifieke kennisgebied van de architectonische discipline gelden. Deze codes en hun grammaticale samenhang w o r d e n bijeengebracht in het atelier. H e t c o m p l e x e k a r a k t e r van de o n t w e r p t e k e n i n g , haar synchronie, haar talige s t r u c t u u r z o r g t ervoor
dat zij, evenals de taal, alleen
kan w o r d e n
aangeleerd
via
nabootsing en imitatie. In die zin weerspiegelt de organisatiestructuur van de ateliers aan de Ecole de organisatie waarin de taal bijgebracht: de familie. De jonggeborenen, de nouveaux
wordt
worden door
de initiatierituelen o p g e n o m e n in de geborgenheid van de groep, alwaar hun de eerste w o o r d j e s w o r d e n bijgebracht d o o r de o u d e r e broers, de anciens en waar de vader, de patron,
het g r o t e v o o r b e e l d is dat
goed w o o r d g e b r u i k b e l o o nt en f o u t w o o r d g e b r u i k c o r r i g e e r t. O o k het handboek vervulde een belangrijke f u n c t i e in de opleiding, waarbij het in d i t kader niet zozee r gaat o m de inhoud in de archit e c t u u r t h e o r e t i s c h e zin, d o c h veeleer o m de gehanteerde systematiek bij de o v e r d r a c h t van de kennis. 1 9 Exemplarisch v o o r het gebruik van handboeken aan de Ecole zijn Durand's Précis en zijn Receuil?0
Bezien
w e de systematiek waarmee de kennis in de Précis is gerangschikt, dan ligt een vergelijking m e t de muziek v o o r de hand. Hierbi j kunnen de ordes w o r d e n b e s c h o u w d als n o t e n , de p r o p o r t i e s y s t e m e n als t o o n ladders, de c o m b i n a t i e van verschillende elementen als a c c o o r d e n , de aaneenrijging van elementen als het r i t m e en het grid als de maatstrepen. De g e b o u w e n v o r m e n hierbij natuurlijk de uiteindelijke c o m p o s i t i es en w o r d e n m e t name uitgebreid behandeld in de Receuil. De Précis is t e beschouwen als een s o o r t b o u w d o o s w a a r m e e g e b o u w e n in elkaar w o r d e n gezet, de Receuil laat zich b e t e r vergelijken m e t een catalogus van b o u w w e r k e n , waarbij niet de directe v o o r b e e l d w e r k i n g v o o r o p staat, maar de achterliggende c o m p o s i t o r i s c h e principes. O o k v o o r de i n t e r p r e t a t i e van de handboeken is de al eerder g e n o e m d e evolutieleer interessant. H e t besef van evolutie, van v o o r u i t g a n g vero n d e r s t e l t een vastlegging van de aanwezige kennis. H e t handboek v o r m t , evenals de Encyclopédie,
niet een f o r m u l e r i n g van nieuwe kennis, maar
een systematische rangschikking van de bestaande, die het
mogelijk
maakt o p een systematische wijze nieuwe kennis t e v o r m e n . O p de Ecole zorgde
dit
kennisvormend
streven
voor
een steeds
verdere
t o e n a m e van regels en begrippen teneinde de c o m p o s i t i e t e beheersen. 2 1 D o o r haar hermetische s t r u c t u u r leidde d i t uiteindelijk t o t het verschijnsel, dat later 'academisme' zou w o r d e n genoemd. 'Want het is nu eenmaal zo dat als een vak of wetenschap zichzelf door kennisvermeerdering ontwikkelen (ook al is dit misschien niet opzettelijk, anders dan in het willen toebehoren tot een traditie), dat de begrippen genuanceerder worden, zich toespitsen, om dan te ontdekken dat ze zo welgedefinieerd, zo intensief worden dat ze gaan functioneren als denominatieve aanduiding, als benaming, als namen voor dingen. Het toepassingsbegrip van een begrip is dan zo gering, zijn waarheidskarakter zo groot, dat het als het ware als brokstuk zijn intrede doet in de geschiedenis, als feit, als evenement, zonder betekenis en zonder behoefte aan betekenis'. 22
8
architectuur.
Met de o p k o m s t van de industriële massaproductie trad er een scheiding o p tussen o n t w e r p en uitvoering. Er kwamen producten o p de markt die weliswaar machinaal geproduceerd waren, maar waarvan het o n t w e r p een traditionele uitvoering veronderstelde. 2 3 Dit had als gevolg dat de kwaliteit van de producten van de nationale industrieën volgens velen zeer slecht was. Bovenal w e r d in dit verband gewezen o p het geestdodende karakter van de industriële arbeid. De arbeider zou niet meer zijn dan een verlengstuk van de machine en vervreemden van de natuur. Aanvankelijk leidden deze ontwikkelingen t o t een romantisch pleidooi v o o r het opheffen van de scheiding tussen o n t w e r p en uitvoering en een heroriëntering op het traditionele handwerk, met als doel het w e r k van de arbeider weer betekenis te geven en de eenheid tussen kunst Dit verschijnsel kwam t o t uitdrukking in het eclecticistische gebruik
en maatschappij te herstellen. Met name Morris' Arts and
van stijlen in de t w e e d e helft van de 19e eeuw. Hierbij w e r d de stijl
probeerde aan dit ideaal gestalte te geven, zich daarbij baserend o p
Crafts-beweging
opgenomen in de systematiek van de handboeken: naast de keuze van
het model van de middeleeuwse gilden. In het architectonisch denken
de parti of van de composition was het o o k van belang een 'passende'
is in dit verband de heropleving van de gothiek opvallend. Hierbij is
stijl of mengvorm van stijlen te kiezen. Het was juist dit fenomeen,
het w e r k van Ruskin van g r o t e invloed geweest. In zijn essay 'The N a t u r e
dat leidde t o t de aanvallen op de traditionele opleiding.
o f G o t h i c ' 2 4 beschrijft hij de gothiek van de middeleeuwen als een architectonisch systeem waarin, d o o r haar wildheid (Savageness) en haar onaffe karakter (Imperfectness)
een g r o t e mate van flexibiliteit en variatie
N a a r een nieuwe eenheid
(Changefullness
and Variety) mogelijk is, in tegenstelling t o t het acade-
Aan het eind van de 19e eeuw werden pogingen ondernomen, kunst
de functionele mogelijkheden beperkt. Hij legt een koppeling met de
en architectuur een nieuwe betekenis t e geven in het t i j d p e r k van
positie van de handwerksman d o o r t e stellen, dat de mogelijkheid t o t
mische klassicisme, waarin de rigiditeit van de mathematische regels
industrialisatie en massaproductie. Hierbij was het onvermogen van het
imperfectie
'academisme' o m oplossingen te bieden v o o r de vraagstukken die dit
ambachtsman o m in zijn w e r k een persoonlijke interpretatie van zijn
tijdperk opwierp , het voornaamste mikpunt van kritiek van de avant-
tegelijkertijd
een
mogelijkheid
is
voor
de
individuele
aandeel in het geheel te realiseren. 25
garde. Zij zette zich af tegen de traditie, pleitte v o o r een radicale
In het begin van de 20e eeuw w e r d het romantische aspect van deze
ommekeer en vond in het Bauhaus het kristallisatiepunt van een aantal
beweging, de strijd tegen de machine, afgezwakt omdat duidelijk w e r d
historische ontwikkelingen die zich voordeden binnen de verhouding
dat daarmee niets gedaan kon w o r d e n aan de materiële armoede van
tussen o n t w e r p en industrie, het architectonisch denken en de pedago-
het proletariaat in de grote steden. Alleen de rijken konden zich immers
giek.
ambachtelijk geproduceerde goederen veroorloven. Vervolgens w e r d juist het belang van het samengaan van kunst en machinale productie vooropgesteld. Men w e r d zich bewust van het potentieel van de industrie o m d o o r de p r o d u c t ie van goede en goedkope gebruiksvoorwerpen de levensstandaard
te verhogen.
De scheiding tussen o n t w e r p
en
uitvoering w e r d niet meer ontkend , maar de inhoud van het o n t w e r p w e r d veranderd: het industriële 'design' w e r d geïntroduceerd als de oplossing v o o r de problemen die d o o r de industrialisatie veroorzaakt waren. H e t handwerk, de kennis van de materialen en hun bewerkingswijze als tegengesteld aan het rationele primaat van de klassieke v o r m bleef v o o r o p staan, maar het pleidooi v o o r het individuele kunstwerk w e r d geconfronteerd met het pleidooi v o o r standaardisering (Typisierung). Deze confrontatie, die letterlijk plaatsvond in de v o r m van een discussie tussen Muthesius en Van der Velde tijdens de Werkbundvergadering in juli I 9 I 4 2 6 , heeft o o k later binnen het Bauhaus een grote rol gespeeld.
19. W a t d i t b e t r e f t overschrijdt het belang van de architectonische handboeken de grenzen van haar historische beperking t o t de klassieke vormentaal. Vgl. de stelling van Bekaert in zijn bespreking van de t h e o r i e ë n van Q u a t r e m è r e de Quincy. G e e r t Bekaert ' I m i t a t i e als Levensbeschouwing' in Wonen TA BK 10-1983, p.26. 20. J.N.L. D u r a n d Précis des Lecons d'Architecture
donneés a 1'É.cole Polytechnique
Parijs
1804/1805 en Recueil et Parolèiie des Edifices de.Tout Genre, Anciens et Moderne
Parijs
1809. 21. Bedoeld w o r d e n begrippen als parti, marché, composition puren Eén van de p r o d u c t e n eerste
op de
wereldtentoonstelling
i n B a t h in I 8 5 I .
caratère.
22. Meuwissen (18) p.151. 23. Semper schrijft naar aanleiding van de eerste w e r e l d t e n t o o n s t e l l i n g over de scheiding tussen een industrieel v o r m g e b r u i k en een Veredelung d o o r de
akademische
Künstler. G o t f r i e d Semper Wissenschaft,
Industrie und Kunst Braunsweig 1852 p.37.
24. John Ruskin 'The N a t u r e of G o t h i c ' in The Stones of Venice N e w York 1851. 25. De aandacht v o o r het middeleeuwse, het volkse en het ambachtelijke aspect met zijn eenvoudige v o r m e n leidde in Engeland t o t een u i t w e r k i n g van haar f u n c t i o n e l e mogelijkheden in de landhuizen van a r c h i t e c t e n als Letharby en Voysey, zoals die beschreven zijn in Muthesius' Das Engiische 26. Julius Posener Anfange des Functionaiismus,
Haus. von Arts and Crafts zum Deutschen
Werk-
bund Berlin 1964, m e t daarin: 'Die Tagung des Deutschen W e r k b u n d s in Koln 3 / 4 juli 1914' p. 199-222.
Het hierboven al genoemde begrip van de vervreemding tussen mens en materiaal, tussen natuur en cultuur, d o o k al tijdens de Verlichting op en wel in de kritiek van Rousseau o p het carthesiaanse waarheidsbegrip. Rousseau zette zich af tegen het materialistische primaat van de rede en stelde: 'Kunst en wetenschap zijn geen monumenten van de vooruitgang, maar van het verval' en riep daarbij uit: 'Almachtige God, bevrijdt ons van de verlichting onzer vaderen; voer ons terug tot de eenvoud, onschuld en armoede, de enige goederen die ons geluk bevorderen.' Hierbij legt hij een buitengewone nadruk op de opvoeding, met als belangrijkste stelling, dat de opgroeiende mens zover mogelijk gehouden m o e t w o r d e n van vervormende invloeden. In zijn observatie van de werkelijkheid zag hij dat de w e t t e n van de natuur in tegenstelling stonden met die van de cultuur. O m deze vervreemding van de natuur tegen te gaan, gaat het erom, de principieel in elk mens aanwezige goede aanleg zich op een natuurlijke wijze te laten o n t w i k k e l e n en t o t rijpheid te laten komen. De taak van de opvoeding is daarbij een negatieve, welke bestaat uit het weren van alle invloeden van het maatschappelijke leven die dit proces kunnen verstoren. 2 7 Deze romantische notie van het natuurlijke, het oorspronkelijke, het onbedorvene tegenover
het intellectuele, het maatschappelijke,
het
verwordende had een grote invloed op het denken over pedagogiek, hetgeen in de tweede helft van de 19e eeuw leidde t o t onderwijsexperimenten van onder meer Pestalozzi, Fröbel en Montessori 2 8 , waarin het learning by doing via de ambachtelijke bewerking van materialen v o o r o p stond. Dit alles leidde zowel t o t een i n t r o d u c t i e van het handwerk op gewone scholen, als t o t de stichting en de hervorming van kunstnijverheidsscholen. In Engeland o n t s t o n d e n kunstnijverheidsscholen volgens het zgn. South-Kensingtonsysteem 2 9 , in Duitsland w e r d de zgn. Kunstschulreform doorgevoerd. Het Bauhaus is te begrijpen als een voorlopig eindpunt in de pogingen, het kunstonderwijs te hervormen. De feitelijke oprichting van het Bauhaus vond plaats d o o r Walte r Gropius, die w e r d gevraagd de leiding van de Grossherzogliche
Kunstgewerbschule
in Weimar over te nemen van Henri van de Velde. O m zijn ideeën o m t r e n t de nieuwe eenheid van kunst en industrie te verwezenlijken voegde hij deze school in 1918 samen met de Grossherzogliche für Bildende Kunst, zo een nieuwe Hochschule für Gestaltung onder de naam Das Staatliche Bauhaus
H e t onderwijs aan het
Hochschule vormend
Weimar.
Bauhaus
Anders dan de École des Beaux A r t s publiceerde het Bauhaus in haar
Schema van het
relatief k o r t e bestaan meerdere onderwijsprogramma's. In dit kader
g e p u b l i c e e r d in Idee u n d A u f b a u
richten we ons op de zgn. consolideringsfase, die begint omstreeks 1923
Staatliches Bauhaus
en eindigt omstreeks
onderwijsprogramm; des
Weimar.
1928. 30 Overigens bleek de structuur van de
opleiding d o o r de jaren heen gelijk. In de opleiding doorliep de student achtereenvolgens de Grundlehre, de Hauptlehre
en de Baulehre.31
De Grundlehre, o o k wel Vorlehre of Vorkurs genoemd, was oorspronkelijk
Aufwand
opgezet d o o r Itten en werd later voortgeze t d o o r Moholy-Nag y en
het resulterend effect. In de Formgrundlehre
Albers. Deze cursus, die één jaar besloeg, was van g r o o t belang: hier
theoretisch
w e r d de basis gelegd v o or de Bauhaus-methode. In wezen was het
(Anschauung),
een s o o r t heropvoedingscursus, w a t blijk uit het feit dat studenten
bracht. Deze drie onderdelen hadden als resultaat Empfndung
die d o o r hun vooropleiding of ervaring de Hauptlehre mochten overslaan,
affectie), Erkenntnis
en Wirkung,
tussen de hoeveelheid materiaal en moeite en
en praktisch onderwijs weergave (Darstellung)
de
werden d o o r middel van
beginselen van
waarneming
en vormgeving (Gestaltung)
(het inzicht) en Erfindung
bijge(de
(de vinding). Doel van
wel verplicht waren de Grundlehre te doorlopen . In de Grundlehre ging
dit alles was het leren d o o r doen, het leren in de Erfahrung.
het erom, de 'scheppende krachten van de student te bevrijden, hem de concrete
werden vanuit theoretische beschouwingen over v o r m en vormgeving
natuur te laten begrijpen en hem inzicht te geven in grondwetten van de beeldende
oefeningen gedaan van de meest uiteenlopende aard: zo werden er
Hiertoe
vormen. De individualiteit moet ontketend worden, zij moet bevrijd worden van
bestaande schilderijen geanalyseerd o m de regels van compositie en
de dode conventie ten bate van persoonlijke ervaring en het inzicht dat de student
waarneming te onderzoeken (Itten), tasttableaus gemaakt en vervolgens
bewust maakt van de grenzen die door de natuur aan zijn scheppingskracht gesteld
omgezet in tekening o m de zintuigen te scherpen en de mogelijkheden
zijn.' 32 N e t als de rest van het onderwijsprogramma was de
van verschillende media te doen begrijpen (Moholy-Nagy) en werden
Grundlehre
onderverdeeld in een Werklehre en een Formlehre, aangevuld met colleges
de vormgevingsmogelijkheden
over wiskunde, mechanica, natuur- en scheikunde. In de
wezen van het materiaal te d o o r g r o n d e n (Albers). H e t voorbeeld van
Werkgrundlehre,
van papier onderzocht , teneinde
het
die plaatsvond in een speciale werkplaats, leerde de student de ver-
de papieroefening w o r d t d o o r Albers aldus beschreven:
schillende
Bovendien
'Papier wordt [.] meestal liggend, vlak en geplakt gebruikt. Eén kant van het papier
werden hier de principes van de projectieleer en de werktekening
verliest daarbij zijn uitdrukking: de zijkant wordt bijna nooit gebruikt. Dat is
bijgebracht. Verder w e r d grote nadruk gelegd op de verhouding tussen
aanleiding om papier staan, oneffen, tweezijdig en met de nadruk op de zijkant
materialen
en hun
bewerkingswijzen
kennen.
te gebruiken. [.] Daarbij ontstaan niet zozeer kunstwerken, eerder oefeningen, [.] wij maken ervaringen. Later wordt het papier ook geplakt, maar pas dan, als alle andere methoden uitgeprobeerd zijn en niet voldoen [.] Het resultaat is de gemaakte ervaring en daarom eigendom, want gelernt en niet ge/ehrt.' 33
10
Haus am H o r n o f M u s t e r h a u s
De Formgrundlehre
duurde een jaar, de Werkgrundlehre
in W e i m a r
een half jaar.
N a d i t halve jaar w e r d de s t u d e n t o p g e n o m e n in een
Lehrwerkstatt,
en als hij vervolgens zijn p r o e f t i j d van een half jaar m e t goed gevolg had d o o r l o p e n , w e r d hij officieel t o e g e l a t en t o t de Hauptlehre.
Deze
d u u r d e ongeveer drie jaar en v o n d v o o r het g r o o t s t e deel plaats in de Lehrwerkstatte
v o o r de verschillende k u n s t v o r m e n . 3 4 Bovendien w e r d
de Formlehre van de Vorkurs v o o r t g e z e t , maar nu binnen de w e r k p l a a t s zelf. D a a r t o e kende de werkplaats naast een Werkmeister
een
Formmeister.
O o k o n d e r w e e s men materiaalkunde en het gebruik van gereedschap en w e r d e n de beginselen bijgebracht van zaken als b o e k h o u d i n g en prijscalculatie. De Hauptlehre
w e r d afgesloten m e t een gezellendiploma.
De 8aulehre w e r d bij de o p r i c h t i n g van het Bauhaus gezien als het belangrijkste doel van het o n d e r w i j s . De beginzin van G r o p i u s ' o p r i c h tingsmanifest luidde immers: 'Das Endziel aller bildnerische Tatigkeit ist der Bau!' 35 Vreemd genoeg liet de feitelijke o p r i c h t i n g van een bouwafdeling t o t 1927 o p zich w a c h t e n , en k w a m zij pas o n d e r Meyer en Mies van de Rohe volledig t o t o n t p l o o i i n g . Een v o o r b e e l d van hoe G r o p i u s zich de p r a k t i j k g e r i c h t e 8aulehre v o o r s t e l d e vinden w e in het Haus am het enige huis van een geplande 'Bauhaus-Siedlung'
Horn,
dat w e r d g e b o u w d
en ingericht d o o r studenten en meesters van het Bauhaus. H i er w e r d e n de s t u d e n t e n o p de bouwplaats in de letterlijke u i t v o e r i n g van een b o u w w e r k o n d e r w e z e n precies zoals dat in het s t u d i e p r o g r a m m a s t o n d beschreven. D i t was echte r een incidenteel geval, en m e t de aanstelling van Meyer
v e r s c h o of
het o n d e r w i j s
van de
bouwpraktijk
tekentafel, van het b o u w w e r k als Gesamtkunstwerk
naar
de
naar de standaardi-
sering van b o u w m a t e r i a l e n en w o n i n g p l a t t e g r o n d e n . 3 6
27. G e c i t . in: Hans Joachim Storig De Geschiedenis van de Filosofie A u l a - p o c k e t 822 1985 (1959) p.37-47. 28. Rainer W i e k Bauhaus-Padagogik
Keulen 1982 p.65.
29. Zie Niels Luning Park 'Geschiedenis van het O n t w e r p - o n d e r w i j s ' de Bilt 1979, p.40-75.
P a p i e r s t u d i e s u i t de c u r s u s v a n A l b e r s
30. Friedrich K r o l l Bauhaus 1919-1923 Dusseldorf 1974. De schrijver onderscheid t een Grundungsfase
(1919-1923), een Konsoiidierungsfase
(1923-1928) en een
Desintegra-
tionsfase (1928-1933). 31. Bij de beschrijving is gebruik gemaakt van het o n d e r w i j s p r o g r a m m a uit 1925, zoals dat afgedruk t staat in Hans W i n g l e r Das Bauhaus
Bramsche 1968 (1962), p. I 18-1 19.
32. Josef Albers Schopferische Erziehung Praag 1931 in W i n g l e r (31) p. 149-1 50 (vertaling van de schrijver). 33. Z i e (32). 34. In Dessau ('25-'28) waren er een m e u b e l w e r k p l a a t s , een m e t a a l w e r k p l a a t s, een weverij, en werkplaatsen v o o r typografie, v o o r wandschildering, v o o r f o t o g r a f i e, v o o r t e n t o o n s t e l l i n g s b o u w , v o o r b e e l d h o u w e n en v o o r d e c o r b o u w . 35. W i n g l e r (3 I) p.39. 36. Zie Meyers manifest Bauen (1928) in W i n g l e r (3 I) p. 160-161.
I I
I n t e r i e u r van de s l a a p k a m e r van het Haus am Horn, o n t w o r p e n door Marcel
Breuer
Inherent aan het Bauhaus-systeem was het grote belang dat w e r d gehecht aan de algemene vorming van de student. Geheel in overeenstemming met de opvattingen over het samengaan van kunst en techniek w e r d de mens gezien als één ondeelbaar geheel van lichaam en geest: wilde de student zich werkelijk in de leer bekwamen, dan moesten lichaam en geest, ja zijn hele leven in het teken van een hervorming staan. Dit kwam onder meer naar voren i n d e zogenaamde
Harmonisierungslehre,
die gedurende de hele opleiding w e r d gegeven en als doel had 'op basis van de eenheid van klank, kleur en vorm [.] de psychische en de fysieke eigenschappen van het individu met elkaar in overeenstemming te brengen'.37 De gemeenschapsgedachte k w a m t o t uitdrukking in het feit dat zowel de studenten als de meesters bij de school woonden. H e t was de bedoeling, dat studenten en meesters één gemeenschap vormden en vriendschappelijke contacten werden gestimuleerd. Z o waren er regelmatig muzieken theateravonden en leidden feest- en verjaardagen t o t een uitbarsting van creativiteit.
K u n s t , a r c h i t e c t u u r en h e t
prototype
Zoals eerder vermeld, was het voornaamste doel van het Bauhaus de scheiding tussen kunst en industrie en tussen o n t w e r p en uitvoering op te heffen, teneinde zo de kunst een nieuwe betekenis te geven in het tijdperk van de industriële massaproductie. Dat in dit streven een spanningsveld besloten lag, dat o o k binnen het Bauhaus t o t conflicten zou leiden, was al in de reeds genoemde Werkbund-discussie tussen Muthesius en Van de Velde duidelijk geworden, t o e n de eerste een pleidooi hield v o o r de Typisierung, v o o r een standaardisering en de laatste zich hiertegen verzette d o o r te stellen: 'De kunstenaar is vanuit zijn innerlijke bestaan een hartstochtelijke individualist, een vrije, spontane schepper; hij zal zich nooit vrijwillig onderwerpen aan een discipline, die hem een type, een norm opdringt'. 38 In feite was bovengenoemd spanningsveld zowel de reden v o o r de oprichting van het Bauhaus als de g r o o t s t e bron van conflicten. De oorzaak hiervan ligt in het samengaan van de wens de scheiding tussen o n t w e r p en uitvoering op te heffen met de wens o m , vanuit het ideaal van de eenheid tussen kunst en industrie, dit zowel t o e te passen op het kunstwerk, op het handwerk als op de architectuur. O m dit te begrijpen, moeten we ons realiseren hoe de relatie tussen o n t w e r p en uitvoering in deze categorieën vanuit de traditie is bepaald. Beschouwen we het traditionele kunstwerk, dan zien we dat o n t w e r p en uitvoering tegelijkertijd plaatsvinden. De c o n t r o l e van scheppende ideeën vindt onmiddelijk plaats: het principe van Learning by doing is inherent aan de manier van werken. Het kunstwer k is in haar wezen echter niet gebonden aan functie of economie, en dat maakt, samen met de mystificering van haar uniciteit, haar aura, dat zij zich wenst te o n t t r e k k e n aan de massaproductie. 3 9 In het b o u w w e r k zijn o n t w e r p en uitvoering d o o r het complexe karakter, de uitgebreidheid en de daarmee samenhangende noodzaak t o t planning gescheiden. Er blijft een grote afstand tussen het o n t w e r p
en de
gebouwde realiteit. In zekere zin heeft het met het k u n s t w e rk haar uniciteit, haar onreproduceerbaarheid gemeen. Die k o m t hier echter voort
uit haar gebondenheid
aan een specifieke plaats, functie
en
opdrachtgever, zodat de redenen v o o r deze uniciteit juist tegengesteld zijn aan die v o o r het kunstwerk. Het b o u w w e r k leent zich t o t o p zekere hoogte v o o r rationalisatie, v o o r Typisierung, juist o m d a t de uitvoering losgekoppeld is van het o n t w e r p .
Eén van de m e e s t s u c c e s v o l l e
prototypes:
De b u i s s t o e l van
Breuer.
H e t h a n d w e r k als p r o d u c e r e n de bezigheid w e r d m e t de o p k o m s t van de industrie eigenlijk opgeheven. H e t Bauhaus p i k t e het w e e r o p , nu niet als p r o d u c t i e m e t h o d e , maar als o n t w e r p m e t h o d e . De scheiding tussen o n t w e r p en uitvoerin g w e r d daarbij opgeheven d o o r de i n t r o ductie van het p r o t o t y p e als resultaat van de handwerkelijke v o o r a f beelding van het machinale fabricageproces. H e t p r o t o t y p e belichaamde dus z o w e l een unicum als een serie, z o w e l kunst als massaproduct. W a t uit deze beschrijving duidelijk w o r d t , is dat de belangrijkste reden v o o r het o p t r e d e n d e spanningsveld het verschil in k a r a k t e r van de verschillende categorieën was. H e t p r o t o t y p e v e r m o c h t niet de eenheid tussen kunst en industrie t e bewerkstelligen o m d a t het k a r a k t e r van het k u n s t w e r k onverenigbaar was m e t de eis t o t massaproducti e en o m d a t het k a r a k t e r van de a r c h i t e c t u u r onverenigbaar was m e t de eis van het samenvallen van o n t w e r p en uitvoering. Aanvankelijk w e r d de
Vergelijken w e het o n d e r w i j s p r o g r a m m a m e t de o n t w i k k e l i n g van het
a r c h i t e c t u u r daarbij gezien als het Gesamtkunstwerk
i n s t i t u u t in de geschiedenis dan is de analogie tussen beiden o p m e r k e l i j k.
waarin de kunsten
zouden kunnen w o r d e n verenigd. Hierbij o n t t r o k het b o u w w e r k zich
In het begin van de opleiding w e r d nadruk gelegd o p de o n t w i k k e l i n g
volledig aan de masaproductie aangezien d i t een inzet van kunstenaar
van de expressieve mogelijkheden van de s t u d e n t , o p de stimulering
en handwerkslieden o p de b o u w p l a a t s veronderstelde. In de pogingen
van zijn c r e a t i v i t e i t . N a a r m a t e zijn kennis t o e n a m w e r d hij zich steeds
t o t standaardisering van Meyer w e r d de betekenis van de kunst kleiner;
meer b e w u s t van de mogelijkheden en o n m o g e l i j k h e d e n van materiaal,
economische eisen w a r e n niet t e verenigen m e t het idee van a r c h i t e c t u u r
kleur en v o r m , w e r d zijn expressiviteit steeds meer in bepaalde banen
als fysieke schepping van de kunstenaar.
geleid, t o t d a t zij via het o n t w i k k e l e n van p r o t o t y p e s in de werkplaatsen uiteindelijk m e t de toepassing in de b o u w w e r d gereduceerd t o t een o n t w e r p m e t h o d e , los van de uitvoering. In de historische o n t w i k k e l i n g van het Bauhaus is een zelfde tendens te ontdekken. kunstwerk
Na
een expressionistische
beginperiode, waarin
centraal stond, r i c h t t e zij zich o p
het o n t w i k k e l e n
het van
standaardtypes v o o r de industriele p r o d u c t i e , t e r w i j l de laatste fase van haar o n t w i k k e l i n g een c o n c e n t r a t i e laat zien o p de a r c h i t e c t u u r . In deze laatste fase bleef w e l de m e t h o d e van o n d e r w i j s dezelfde, maar v o n d er een o n t k o p p e l i n g plaats tussen m e t h o d e en resultaat. Deze o n t w i k k e l i n g is een gevolg van het o n d e r z o e k s k a r a k t e r van het onderwijs in de werkplaatsen, waarin via het e x p e r i m e n t pedagogische en p r o ductieve doelen k o n d e n w o r d e n verenigd. Met het bereiken van het p r o d u c t i e v e doel (de o n t w i k k e l i n g van p r o t o t y p e s v o o r de industrie) veranderde de houding tussen o n d e r w i j s en o n d e r z o e k . H e t nieuwe gebied w a a r o p het o n d e r z o e k zich r i c h t t e , was de a r c h i t e c t u u r , waarin e c h t e r de k o p p e l i n g tussen o n d e r z o e k en o n d e r w i j s via het e x p e r i m e n t , het p r o t o t y p e p r o b l e m a t i s c h er was. Hierin zien w e dat de aanvankelijke doelstelling, de gelijkschakeling van proces en p r o d u c t , van m e t h o d e en resultaat, niet k o n w o r d e n d o o r g e z e t . 37. G r o p i u s ( I ) p.24 (vertaling van de schrijver). 38. Posener (26) p.286 (vertaling van de schrijver). 39. W a l t e r Benjamin Het Kunstwerk
in het Tijdperk
van zijn Technische
Reproduceerbaar-
heid. Nijmegen 1985.
Harmonisierungslehre
13
'Bauatelier
Gropius'
D e z e p e r s i f l a g e o p de
woningbouwmodellen
d i e o n t w i k k e l d w e r d e n d o o r a r c h i t e c t e n als G r o p i u s g e e f t de p r o b l e m a t i s c h e p o s i t i e van de a r c h i t e c t u u r b i n n e n h e t B a u h a u s aan.
H e t is duidelijk, dat het belangrijkste resultaat van h e t Bauhaus niet de Wiedervereinigung
van kunst, a r c h i t e c t u u r en h a n d w e r k is, maar haar
o n d e r w i j s m e t h o d e , haar o p v a t t i n g van het belang van h e t
handwerk
in de v o r m i n g van kunstenaars en o n t w e r p e r s , en haar o n t w i k k e l i n g van het industrieel o n t w e r p , het design als een discipline naast de kunst en de a r c h i t e c t u u r . In deze o n d e r w i j s m e t h o d e w e r d g r o t e nadruk gelegd o p de v o r m i n g van een 'nieuwe mens', die niet meer heen en w e e r geslingerd z o u w o r d e n tussen h a r t s t o c h t en ratio. H i e r t o e was het nodig de s t u d e nt een omgeving te bieden, een gemeenschap die hem daarin zou o n d e r s t e u n e n en stimuleren. Je studeerde niet aan het Bauhaus, je leefde er. Bij de v o r m i n g van de nieuwe mens s t o n d de o n t w i k k e l i n g van zijn c r e a t i v i t e i t v o o r o p . D i t hing samen m e t de n o t i e van orginaliteit , van o o r s p r o n k e l i j k h e i d, van n a t u u r l i j k h e id als u i t d r u k k i n g van de uniciteit van het individu, die het w e z e n van zijn bestaan v o r m t . Daarbij s t o n d de waarneming d o o r de zintuigen en niet het intellectuele
begrijpen
v o o r o p . Vandaar o o k , dat in de Vorkurs de student m o e s t w o r d e n bevrijd van de op het intellect gerichte scholing en o p v o e d i n g en daarmee zijn esthetische preoccupaties. D e orginaliteit. die ' n a t u u r l i j k ' , a priori, in elk mens aanwezig is, en die o p de school alleen maar o n t w i k k e l d diende t e w o r d e n , verklaart o o k in zekere zin w a a r o m juist in groepen w e r d g e w e r k t en c o n c u r r e n t i e w e r d gezien als iets dat de o n t w i k k e l i n g alleen maar z o u remmen. N i e m a n d h o e f t te bewijzen dat hij de beste is, er is geen strijd met de ander nodig, o m d a t de uniciteit van ieder individu immers al vaststaat. W i l iemand b e t e r w o r d e n dan de ander, dan begeeft
hij zich o p diens gebied
en r e m t
daarmee zijn
eigen
o n t w i k k e l i n g , leder individu heeft zijn eigen u i t d r u k k i n g s m i d d e l . 4 0 Deze gedifferentieerdheid in u i t d r u k k i n g s m i d d e l en en de splitsing in w e r k plaatsen v o o r verschillende p r o d u c t e n in de Hauptlehre
z o u t o t ver-
regaande specialisatie kunnen leiden, w a r e het niet dat d i t geschiedde tegen de a c h t e r g r o n d van een o p v a t t i n g van de wetenschap die, evenals het mensbeeld, holistisch van aard was. Bij het o n d e r w i j s in de exacte wetenschappen, de wiskunde, de fysica, de scheikunde, w e r d de nadruk gelegd o p haar g r o n d w e t t e n : van energie, van impuls en beweging, van actie en reactie, van g e o m e t r i e en c o n s t r u c t i e . De elementaire samenhang van deze g r o n d w e t t e n s t o nd hierbij v o o r o p , en v o r m d e de basis v o o r de waarnemings- en v o r m l e e r die binnen het Bauhaus w e r d e n o n t w i k keld. 4 1 Geheel in o v e r e e n s t e m m i n g m e t de vermeende ondeelbaarheid van kunst en wetenschap is hierbij de grens tussen fysica en metafysica nauwelijks t e t r e k k e n .
Bauhaus - Beaux Arts Z o w e l het Bauhaus als de Beaux A r t s maakten deel uit van een poging, de positie van de kunst in de maatschappij te versterken, de één d o o r haar te institutionaliseren, de ander d o o r haar te vermaatschappelijken. In de Beaux A r t s gebeurde dit d o o r het verschil met de andere disciplines en de a u t o n o m i e van de eigen te benadrukken en -verbinding te zoeken met de nieuwe burgelijke staatsmacht; in het Bauhaus w e r d juist de eenheid van kunst en wetenschap b e n a d r u k t en w e r d aansluiting gezocht met de nieuwe economische macht, de industrie eri de massaproductie. Hierbij ging de Beaux A r t s in haar opleiding uit van de cultuur van de heersende klasse, van de culturele elite waaruit haar studenten afkomstig waren, van een bepaalde culturele geschooldheid en van een consensus over de aard en betekenis van het 'schone'. In de opleiding w e r d v o o r t g e b o u w d o p deze scholing en w e r d gepoogd de consensus verder t e versterken, teneinde zodoende de verbinding met de heersende klasse te consolideren. H e t streven van het Bauhaus o m kunst en industrie via het handwerk m e t elkaar t e verbinden kan w o r d e n beschouwd als een poging, het onderwijs juist los te koppelen van de culturele elite. De noodzaak hiertoe k w a m v o o r t uit de o p k o m s t van massaproductie: wilde de kunst haar bestaansrecht behouden dan moest zij zich richten op
de massa, enerzijds d o o r
zich bezig t e gaan houden
met
de
massaproductie, anderzijds d o o r de massa rijp te maken v o o r deze p r o d u c t e n d o o r middel van scholing. De bevrijding bij het begin van de opleiding, de vernietiging van de culturele bagage had dan o o k als doel het klasseverschil op t e heffen en zo de o n t w i k k e l i n g van een 'democratische', 'volkseigen', natuurlijke v o r m mogelijk te maken. 40. G r o p i u s schrijft hierover: 'De scheppende mogelijkheden verschillend
van verschillende individuen
begrensd. Bij de één past het ritme als oorspronkelijk
de tweede het iicht-donker
uitdrukkingsmiddel,
zijn bij
contrast, bij de derde de kleur, bij de vierde de materie, bij de
vijfde de klank, bij de zesde de proportie,
bij de zevende de materiele of abstracte
ruimte,
bij de achtste de relatie van het één met het ander of van beide tot een derde of vierde'.
-
Oi
ft
wmimp m i n k nlwqm).> *•
41. O j ^ S f f i S f ' i f i f t ' t t f i p ® d è ' v e r l Ü M i f t g van de t h e o r i e ë n ^an het Bauhaus met de a m e r i k a a n s e ' U n i t y of'Sïences Movement". Z i é VVingiér ( 3 1 ) ^ . 2 0 0 .
15
L a n g s d o o r s n e d e van de O p é r a van G a r n i e ,
O m de invloed van de o n d e r w i j s m o d e l l e n van Bauhaus en Beaux A r t s o p de o n t w i k k e l i n g van a r c h i t e c t u u r o n d e r w i j s t e verduidelijken, k o p p e l ik ze los van hun historische c o n t e x t en abstraheer ik het systeem van de Beaux A r t s t o t een rationalistisch-, dat van het Bauhaus t o t
In het functionalistische o n d e r w i j s m o d e l w o r d t de maatschappelijke r<
een functionalistisch o n d e r w i j s m o d e l . In het rationalistische o n d e r w i j s
van het vakgebied b e n a d r u k t in de v o r m van het primaat van de functi i
- m o d e l w o r d t de a u t o n o m i e van de a r c h i t e c t u u r als veld van kennis
elk o n d e r d e e l van het vakgebied heeft een maatschappelijke betekeni:
benadrukt. Haar maatschappelijke taak b e p e r k t zich t o t haar essentie:
vervult een f u n c t i e in de maatschappij en de opleiding is e r o p gerief
het o n t w e r p e n van g e b o u w e n o p een zodanige wijze, dat zij v o l d o e n
de s t u d e n t b e w u s t t e maken van zijn maatschappelijke
aan de criteria, die de maatschappij eraan stelt, o f w e l , m e t b e t r e k k i n g
delijkheid. Aangezien deze criteria echte r niet d o o r de maatschapp
t o t het o n d e r w i j s , het opleiden van s t u d e n t e n o p een zodanige wijze,
zelf g e f o r m u l e e r d w o r d e n maar er impliciet in besloten liggen, dien
dat zij binnen de maatschappij kunnen f u n c t i o n e r e n als architect . Zake n
de discipline ze o p één o f andere manier t e genereren. D i t gebeur
die niet d i r e c t een maatschappelijke, economische o f technische functie
d o o r het o n d e r z o e k in kunst en wetenschap die daarbij als één gehee
hebben, zoals criteria van v o r m en r u i m t e , bepalen het kennisgebied
w o r d e n b e s c h o u w d . D i t o n d e r z o e k gebeurt via het doen, de
van de a r c h i t e c t u u r en o n t w i k k e l e n zich binnen de t r a d i t i e van het
via het proces, waarin het Künstlerisches
vakgebied.
de Zeitgeist
Het
bouwt
daarbij v o o r t
op
de o n t w i k k e l i n g
van
een
consensus o m t r e n t de v o r m als a p r i o r i veronderstelling. H e t systeem van regels en criteria w a t
hierdoor
opgebouwd
wordt
maak t
verantwooi
Erfahrunj
Wollen een u i t d r u k k i n g is va
en in die zin maatschappelijk van aard. Daarbij is het nie
intellectueel, w a n t de c o m p l e x i t e i t van het w e t e n is niet rationeel t
dat
begrijpen, het kan slechts gevoeld w o r d e n . In de opleiding gaat he
a r c h i t e c t u u r t e leren is, en w e l d o o r een training die gebaseerd is o p
e r o m , d i t gevoel, d i t o n b e w u s t w e t e n o p t e roepen en t e o n t w i k k e l e r
imitatie. H e t uiteindelijke doel is daarbij het bereiken van v i r t u o s i t e i t
H e t uiteindelijke doel is de Erfindung,
in de beheersing van die regels. Dat hierbij de c o m p e t i t i e een g r o t e
in haar natuurlijkheid haar maatschappelijke betekenis
rol speelt w o r d t
de
Vervolgens kunnen w e de werkingsvelde n van beide m e t h o d e s o n d e r -
duidelijk, als w e
dit systeem
vergelijken
met
de vinding die in haar orginaliteit verkrijgt.
w e d s t r i j d s p o r t : de wil zich t e o n d e r w e r p e n aan een stelsel van spelregels
zoeken. In de Beaux A r t s w e r d a r c h i t e c t u u r opgevat als a u t o n o o m :
staat gelijk aan de wil zich m e t elkaar t e meten en zich d a a r t o e t e
zij was losgemaakt van de p r a k t i j k , het b o u w e n . Men r i c h t t e zich in
trainen.
de o n t w e r p e n v o o r a l o p de aard van de r u i m t e en m i n d e r o p de aard van het materiaal. H e t materiaal was daarbij niet meer dan de c o n t r a v o r m van de r u i m t e . De nadruk lag o p de letterlijke scheiding tussen materiaal (de massa) en r u i m t e (het niets), o p de scheidslijn en het oppervlak van het materiaal. In de tekeningen zien w e dat het materiaal niet als o b j e c t w e r d b e s c h o u w d , maar als de resterende massa tussen de ruimten. Daarbij zijn de tekeningen, de p l a t t e g r o n d e n en de d o o r s n e d e n , waarop immers de scheidslijn tussen materiaal en r u i m t e letterlij k t e zien is, van essentieel belang. Bovendien was de tekening m e t haar codering het enige m e d i u m waarin de s t u d e n t zich u i t d r u k t e : het systeem van de concours was er geheel o p gebaseerd. De manier van coderin g was o n d e r d e e l van de regels van het spel. Daarbij maakte de vergaande c o d e r i n g van het architectonisch e o n t w e r p het mogelijk, dat er een o n t w i k k e l i n g van een leer van types, van een t y p o l o g i e plaatsvond. D o o r de beperking van het aantal variabelen in het systeem was de invloed van het wijzigen van één van de variabelen, zoals die van de functie, de r u i m t e v o r m o f de stijl, eenvoudig vast t e stellen. Met de beperking van het
aantal variabelen
en het stellen
van vaste
regels
ko n
de
a r c h i t e c t u u r zich o n t w i k k e l e n via deductie , als w a r e het een rationele wetenschap.
16
Bezien w e het Bauhaus, dan springt v o o r a l haar g e r i c h t h e id o p het materiaal in het oog. N i e t de scheiding tussen r u i m t e n en materiaal, maar hun uitwisselbaarheid staat v o o r o p . H e t materiaal is een v e r d i c h t i n g in de oneindige ruimte. Deze verdichting, het materiele o b j e c t , bepaalt het k a r a k t e r van de r u i m t e , geleedt haar, geeft haar v o r m en f u n c t i e d o o r haar massa en d o o r haar verschijningsvorm. In de m e t h o d e van het Bauhaus ging het e r o m , de plaatsing van objecte n in de
ruimte
t e c o n t r o l e r e n , volledig t e beheersen. H e t o n d e r z o e k bestond
eruit
vast t e stellen hoe de plaatsing van o b j e c t e n het k a r a k t e r van de oneindige r u i m t e bepaalt. H e t was empirisch van aard, inductief; m e t behulp van e x p e r i m e n t e n m e t kleur, t e x t u u r , v o r m en beeld w e r d g e t r a c h t een t h e o r i e van de waarneming t e o n t w i k k e l e n . Z o is o o k t e
begrijpen,
dat in het Bauhaus niet het representatieve m e d i u m van de tekening v o o r o p s t o n d , maar het m e d i u m d a t het d i c h t s t bij de w e r k e l i j k h e i d staat: het drie-dimensionale m o d e l , de m a k e t t e .
O e f e n i n g o m de t a s t z i n t u i g e n t e
onderzoeken.
B o v e n het a p p a r a a t , o n d e r de grafische w e e r g a v e van de e r v a r i n g .
Tenslotte verschuiven w e ons s t a n d p u n t naar het heden, teneinde t e achterhalen w e l k e sporen deze o n d e r w i j s i n s t i t u t e n hebben g e t r o k k e n in het veld van het a r c h i t e c t u u r o n d e r w i j s . Hierbij is het duidelijk, dat m e t de Beaux A r t s het verschijnsel a r c h i t e c t u u r s c h o o l überhaup t v o o r het eerst is genoemd. De rituelen die daaraan v e r b o n d e n zijn, die van het atelier, die van de meester en de leerling en die van het nachtelijk t e k e n w e r k zijn onlosmakelijk v e r b o n d e n m e t de c u l t u u r van de archit e c t u u r s c h o o l . Tegelijkertijd w e r d o o k het b e r o e p van de m o d e r n e a r c h i t e c t als o n t w e r p e r van g e b o u w e n gevestigd. K e n m e r k e n d v o o r het o n d e r w i j s m o d e l van deze opleidin g is dan o o k haar gerichtheid
op
professionele training. De a r c h i t e c t w o r d t b e s c h o u w d als een specialist, een specialist in het b o u w e n . H e t b e r o e p architect is daarbij losgekoppeld van enige maatschappelijke taak die uitgaat boven de z o r g v o o r goede g e b o u w e n , waarbij de vereiste k w a l i t e i t w o r d t bepaald d o o r de vraag van de m a r k t en d o o r de discipline zelf. De kennis o n t w i k k e l t zich langzaam: een ieder levert een bijdrage, die echter n o o i t verder reikt dan de individuele inspanning; de o n t w i k k e l i n g van de kennis is uiteindelijk de resultante van ieders kunnen. De m o t o r van dit alles, het onderwijs, berust o p imitaties, o p het steeds w e e r h e r i n t e r p r e t e r e n van bestaande modellen, waarbi j de k w a l i t e i t e n van het individu w o r d e n bepaald d o o r langdurige training en d o o r zijn v e r m o g e n o m kennis o p te nemen en t e analyseren. Het
Bauhaus i n t r o d u c e e r d e
scheppingen
de
maatschappij
de a r c h i t e c t diepgaand
als visionair, die met kan
beïnvloeden.
Niet
zijn de
a r c h i t e c t u u r als professie, maar als roeping. De architect is een generalist: hij dient t e w e t e n w a t er in de maatschappij omgaat. De v e r w e r k i n g P l a t t e g r o n d van de O p é r a van
Garnier.
van die veelheid van i n d r u k k e n kan niet anders dan irrationeel verlopen, in het k u n s t w e r k , de schets, de m a k e t t e . D a a r d o o r kan de o n t w i k k e l i n g van kennis o o k alleen maar v e r l o p e n via de s p e u r t o c h t , het e x p e r i m e n t . In het o n d e r w i j s d i e n t de c r e a t i v i t e i t o n t w i k k e l d t e w o r d e n , en daartoe b e n a d r u k t men de individualiteit. Uiteindelijk w o r d t de uitvinding gedaan: in het creatieve m o m e n t valt de unieke oplossing samen m e t de algemene.
17