Visie op de rol als uitvoerder van onderwijs Proeve van bekwaamheid als uitvoerder van onderwijs door Priscilla, student bij pabo InHolland Alkmaar Bij Pabo Alkmaar voeren 4e jaarsstudenten een ondernemende stage uit. Een van deze studenten schreef na afloop een beschouwend verhaal over haar ervaringen. Om te kunnen functioneren in het onderwijs, dient de leerkracht vele kwaliteiten te bezitten. Wanneer de leerkracht bekwaam is in verschillende competenties, kan hij zijn leerkrachtgedrag aanpassen aan de behoeftes van het kind. Van iedere leerkracht wordt verwacht dat hij zeer veelzijdig is. Ook is iedere leerkracht uniek. Iedere leerkracht heeft zijn persoonlijke talenten die in het onderwijs tot zijn recht komen. Ik ben uniek door de kinderen ‘ondernemend’ te laten leren. Dit betekent niet dat ik me alleen op ‘ondernemend leren’ focus in het onderwijs. Ik vind andere aspecten ook van groot belang, bijvoorbeeld: werken in niveaugroepen, waardoor een kind zijn ‘zwakte’ sterker wordt, maar ik ben wel van mening dat ik veel van deze aspecten kwijt kan door de kinderen ‘ondernemend’ te laten leren. Ik spits mijn persoonlijke visie op het onderwijs vooral toe op de kinderen in bovenbouwgroepen, omdat ik mij specialiseer in het oudere kind. Mijn interesses liggen bij het oudere kind, omdat zij verbaal en schriftelijk sterker zijn, zelfstandiger zijn, steeds meer zien, kritischer zijn, steeds meer een eigen mening vormen, cognitief gezien meer kennis hebben en samenwerkend kunnen leren. Van de methode durven af te stappen Ik zie in de foto hiernaast een verband met ‘ondernemend leren’. Voor mij is het van groot belang dat ik als leerkracht van steen naar steen durf te stappen. Ik blijf niet op de middelste steen staan, waar voor mij de methode op ligt, maar ik durf naar links en rechts te stappen. Zo stap ik dus van de methode af en bied ik de kinderen dezelfde leerstof als op de middelste steen, maar dan op een andere manier. Deze andere manier is voor mij ondernemend leren. Ondernemerschap gaat over: het ontwikkelen van talenten en het leren van de belangen binnen onze samenleving. Ik geef de kinderen de kans om dit op hun eigen tempo en niveau te doen: ‘Ieder reist zijn eigen reis’. De talenten van kinderen komen bij ‘ondernemend leren’ zeer uitgebreid aan bod, waardoor kinderen plezier hebben en succeservaring opdoen. Dit alles is voor mij heel belangrijk. Ik ben van mening dat wanneer kinderen plezier beleven, zij gemakkelijker leren. Maar tegelijkertijd wil ik wel aan de orde stellen dat ik vind dat er niet alleen moet worden ingezoomd op de talenten van de kinderen. Het is ook goed wanneer de kinderen kennis maken met andere stijlen van leren, omdat zij zich breed moeten ontwikkelen om een bijdrage te kunnen leveren aan onze
1 van 6
samenleving. Als een kind op latere leeftijd carrière gaat maken en een baan aangeboden krijgt, moet hij veelal op verschillende manieren kunnen werken. Hij moet bijvoorbeeld eerst kunnen ‘denken’ over een proces, voordat hij het product levert door te ‘doen’. Ik zie ondernemend leren als een visie op de ontwikkeling van kinderen, namelijk dat echt leren een onderneming is en wie daadwerkelijk onderneemt daar veel van kan leren. ‘Ondernemen is een avontuur van ontdekken en dienen. Van groeien en delen’. (Middelhoek, 2006) Ondernemend lerende kinderen zitten niet stil te wachten totdat de leerkracht een opdracht geeft en ze proberen dingen waarvan je zou kunnen denken dat het niet zal lukken. Dit zijn typische gedragingen bij ondernemend leren. De kinderen gaan op weg naar een doel dat zij zelf stellen. Kinderen worden initiatiefrijke en ondernemende mensen. Ik kan niet zeggen dat ik deze eigenschappen ontwikkel, want de kinderen ontwikkelen zichzelf. Wel kan ik bijdragen aan de ontwikkeling. Daarbij ben ik een inspirerende factor, is de omgeving van belang en er moet uitdaging geboden worden. Ik zie deze factoren niet als nieuw, maar als een aansluiting waarop leren van nature plaatsvindt. Bij ondernemend leren staat voor mij ‘denken in kansen’ centraal. Ik stimuleer de kinderen te denken in kansen en niet in beperkingen. Mijn ideaalplaatje m.b.t. ‘ondernemend leren’ in de basisschool, sluit nauw aan bij Ontwikkelings-gericht Onderwijs (OGO). Bij OGO staat een brede persoonsontwikkeling centraal. Door middel van OGO ontstaat er meer emotie binnen de school. Er wordt gewerkt met hoofd, hart en handen. Een ontwikkelingsgerichte school is te herkennen aan rijke spelhoeken in de onderbouw en thematisch werken. Thematisch werken is ook kenmerkend voor de bovenbouw en de bovenbouw is onderzoeksgeoriënteerd (Kuiper, 2008). Na deze algemene uitleg over mijn ‘unieke’ kwaliteit, werk ik hieronder details uit aan de hand van het curriculaire spinnenweb van SLO (Akker, 2003). Leerinhoud en leerdoelen Als ik aan ‘leerinhoud’ en ‘leerdoelen’ denk binnen het onderwijs, leg ik een relatie met de kerndoelen en domeinen. Ik persoonlijk vind dat alle kerndoelen en domeinen binnen het onderwijs aansluiten op ondernemend leren. Dit komt doordat, ondernemend leren zeer breed inzetbaar is. Door bijvoorbeeld, met projecten te werken, leren de kinderen initiatief te nemen, informatie te ordenen en dergelijke. De kinderen doen dit niet altijd bewust, maar toch zijn zij op deze manier concreet bezig met een kerndoel binnen een domein. In mijn ogen kun je dus alle kerndoelen en domeinen kwijt in ‘ondernemend leren’. ‘Ondernemend leren’ kun je zo kleinschalig of groots aanpakken als je zelf wilt. Kinderen werken bijvoorbeeld aan kerndoel 6: ‘de leerlingen leren informatie en meningen te ordenen bij het lezen van school- en studieteksten en andere instructieve teksten, en bij systematisch geordende bronnen, waaronder digitale bronnen’ door middel van ondernemend leren, doordat ik in mijn klas met het actuele thema ‘ebola’ bezig ben. De kinderen maken een zeer grote muurkrant, waarop zij allerlei informatie plakken over ebola. Deze informatie komt uit kranten, bladen en van internet. Daarbij werken de kinderen dan gelijk aan kerndoel 9: ‘de leerlingen krijgen plezier in het lezen en schrijven van voor hen bestemde verhalen, gedichten en
2 van 6
informatieve teksten’, aangezien zij kennismaken met verschillende bronnen waarin je informatie over ebola kunt lezen. Als laatste werken de kinderen bij bovenstaande opdracht ook aan kerndoel 12: ‘de leerlingen verwerven een adequate woordenschat en strategieën voor het begrijpen van voor hen onbekende woorden. Onder ‘woordenschat’ vallen ook begrippen die het leerlingen mogelijk maken over taal te denken en te spreken’. In de bronnen waarin de kinderen opzoek zijn naar informatie over ‘ebola’ staan voor hen onbekende woorden. Aangezien de kinderen bezig zijn met ondernemend leren, zoeken zij zelf de betekenis van de woorden op. Dit kan door gebruik te maken van een woordenboek of van internet. Bovendien kunnen de kinderen de taalmethode ‘Taalverhaal Taal’ pakken om achterin het boek bij ‘woordentips’ te bekijken hoe zij betekenissen van woorden op kunnen zoeken. Zo betrek ik evengoed de methode bij ondernemend leren. Uit bovenstaand voorbeeld is dus op te maken dat ik als leerkracht gemakkelijk kan werken aan de kerndoelen in combinatie met ondernemend leren (Letschert, 2006). Docentrollen Om ondernemend leren tot uiting te laten komen, stap ik naar de linker- of rechtersteen in mijn foto (pagina 4). In mijn klas wordt gewerkt aan de hand van thema’s. Deze thema’s sluiten aan op de actualiteit. De kinderen in mijn klas hebben zeer veel inspraak. Zo werken we aan projecten, verhalende ontwerpen, thematafels/hoeken, enzovoorts. Doordat de kinderen veel inspraak hebben, ontstaan er o.a. gesprekken tussen de kinderen en mij op een eenduidige lijn. Ik moet flexibel kunnen handelen om hier op in te kunnen spelen. Om bovenstaande leeractiviteiten te kunnen realiseren, moet ik er als leerkracht voor open staan dat de kinderen mede-eigenaar zijn van hun onderwijs (Kuiper, 2008). Bij ‘ondernemend leren’ moet de leerkracht begeleidend kunnen handelen. Ik durf dus los te laten. Wanneer ik de kinderen loslaat en vrijheid bied, stimuleer ik de kinderen om zelf ontdekkend te leren. Ondernemende kinderen durven zaken aan te pakken en zijn in staat om oplossingsgericht te werken. Dit vergroot de zelfredzaamheid van de kinderen. De kinderen leren te ondernemen door de ‘trial and error’ strategie toe te passen. Dit staat ook wel voor ‘gissen en missen’. Door ervaring leren kinderen. Dit kunnen zowel goede- als minder goede ervaringen zijn. Ik geef de kinderen de ruimte om te proberen en te leren van goede dingen, maar ook van fouten, want fouten maken mag. Juist door fouten leren kinderen hoe het niet moet en dit biedt hen weer de uitdaging om oplossingsgericht te denken, want een fout is er om weer opgelost te worden (Eijkeren, 2008). Ik ben er onder andere om het proces te bewaken. Ik zorg voor succeservaringen bij de kinderen. Ik motiveer de kinderen, wanneer er niet veel uit het hoofd, hart en handen komt, maar ik rem hen ook wanneer de kinderen te groots denken. Ik ben de eindverantwoordelijke, maar het zijn de kinderen die het proces leiden. Rijke leeromgeving, materialen en bronnen Om ondernemend leren tot uiting te laten komen, is een rijke leeromgeving van groot belang. Daarom moet de school over voldoende materialen beschikken die passen rondom een thema. Bedenk wel weer dat de kinderen mede-eigenaar zijn van het proces en product en dat zij bij mij
3 van 6
in de klas dus ook zelf materialen verzorgen die passen bij het thema. Bij mij in de klas is één hoek standaard ingericht als bibliotheek. Er vinden zo nu en dan wel wijzigingen plaats in de bibliotheek, door de bladen/boeken aan te passen aan het desbetreffende thema waaraan gewerkt wordt. Verder bevinden de computers zich op de gang. Deze dienen ook als belangrijke inspiratiebron. Op de gang is een bewuste keuze, omdat ik de kinderen op deze manier het vertrouwen bied om daar zelfstandig en vooral zelf ontdekkend te leren. Als laatste is het bij ondernemend leren van groot belang om de buitenwereld bij de lessen te betrekken. Dit maakt dat ik aansluit op de actualiteit en de kinderen klaarstoom voor een leven in onze maatschappij. Naast de buitenwereld de klas in te halen, neem ik de kinderen in de klas ook mee naar buiten. Zo kunnen zij bijvoorbeeld met verrekijkers kijken welke soorten ganzen zich op het veld bevinden en met schepnetten in het water kijken welke dieren er in de sloot leven. Groeperingsvormen Kenmerkend aan ondernemend leren is, dat de kinderen met elkaar samenwerken. Dit kan zowel in kleine als in grote groepen. Ik ben van mening dat het heel effectief is om kinderen met elkaar te laten samenwerken, omdat zoals in de afbeelding te zien is, kinderen het meeste van elkaar leren. (Schop, 2002) Bij mij in de klas is het hierdoor nagenoeg nooit ‘stil’. De kinderen krijgen bij mij de ruimte om met elkaar te overleggen. Ik vind het leuk om bewust te kunnen luisteren naar hetgeen de kinderen met elkaar uitwisselen aan kennis. Hierdoor leren ze tegelijkertijd te luisteren, zich in te leven in een ander, maar ook te reageren met een eigen mening.
Tijd Om ondernemend leren te kunnen realiseren, moet ik er tijd in steken om bijvoorbeeld, projecten en verhalende ontwerpen voor te bereiden, maar daarentegen kan ik, zoals ik eerder heb aangegeven veel aspecten die van belang zijn binnen het onderwijs kwijt in ondernemend leren. Denk hierbij bijvoorbeeld aan: ‘vak integratie’, ‘samenwerken leren’ en ‘talentontwikkeling’. Bovendien zijn de kinderen medeverantwoordelijk voor het proces en product, waardoor de bijdrage van de kinderen groot is. De eindresultaten zijn dus niet zozeer producten die de leerkracht uitgebreid op poten heeft gezet, maar ze zijn door de kinderen vormgegeven. Ik moet methodelessen durven schrappen en het vertrouwen hebben dat de kinderen de verplichte kerndoelen en domeinen ook krijgen aangereikt wanneer de aanpak tot ‘ondernemend leren leidt. Ik houd mij niet aan een strakke planning, maar neem het moment zoals het is. Ik streef hierbij naar een optimaal leerrendement. Als de kinderen een onderwerp heel interessant vinden, ben ik bereid om hier langer op door te gaan, maar als de leerstof niet bij de kinderen aankomt, ben ik ook bereid om eerder te stoppen en deze leerstof op een ander moment en eventueel op een andere manier terug te pakken.
4 van 6
Toetsing Ik ben van mening dat ondernemend leren over het algemeen procesgericht is. Uit dit proces rolt een product en de leerkracht helpt mee om er voor te zorgen dat het proces tot een succesvol product leidt. Ik kan de kinderen dus zowel toetsen op het proces als op het product, maar daarbij is het proces voor mij leidend. Het betekent namelijk niet dat wanneer een product niet succesvol is, het proces ook niet succesvol is geweest. Ik beoordeel de kinderen op hun talenten, maar ook op hun verbeterpunten om de brede ontwikkeling te stimuleren. Door de kinderen te beoordelen op het proces, kan ik de kinderen ook direct beoordelen op hun sociale competenties. Aangezien ik tijdens ‘ondernemend leren vooral een begeleidende rol aanneem, is er voor mij ruimte om de kinderen gericht te observeren, waaruit ik kan opmaken welke beoordeling ik aan het proces kan verbinden. Ondernemend leren: breed, breder, breedst! Ik gun een kind een toekomst die past bij zijn mogelijkheden en ik vind dat ‘ondernemend leren hiervoor een uitkomst is. Bovendien kan ik niet om talentontwikkeling heen. Ik word dagelijks geconfronteerd met de verschillen in mogelijkheden van de kinderen. Het ontwikkelen van de sterke kanten is goed voor het zelfbeeld en zelfvertrouwen van de kinderen (Conijn, 2009). Ik vind dat de kinderen hier dan ook recht op hebben, omdat de wereld om hen heen heel breed is en identiteitsontwikkeling een grote rol speelt om te kunnen functioneren en ‘jezelf’ te kunnen zijn in de samenleving. Ondernemend leren is voor mij een grote onderwijsboom die zich zeer uitgebreid vertakt. Vertakkingen zijn onder andere: ‘omgaan met een groep’, ‘verzorgen van lessen: voorbereiden, uitvoeren en evalueren’, ‘gesprekken met kinderen’ en ‘omgaan met verschillen’, welke later uitgebreid aan bod komen. Alle competenties die de leerkracht moet bezitten om te kunnen voldoen aan de behoeftes van de kinderen komen tot uiting bij ondernemend leren. Ook de kinderen kunnen zich door middel van ondernemend leren optimaal ontwikkelen. Oftewel: ondernemend leren is een win-win situatie, geschikt voor de leerkracht en de kinderen.
Pabo InHolland heeft deelgenomen aan een traject ‘De ondernemende docent’ en heeft zo onder meer via een masterclass kennisgemaakt met ondernemend leren. Dit traject is specifiek bedoeld voor pabo's en lerarenopleidingen en wordt aangeboden vanuit het Actieprogramma Onderwijs en Ondernemen uitgevoerd door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland).
5 van 6
6 van 6