Op één lijn komen
Visie op de rol van verpleegkundigen in de eerstelijnszorg
December 2010
2
In het kort
1
Verpleegkundige, schakel in een sterke eerste lijn De verwachte ontwikkelingen in de zorg zijn bekend: meer chronisch zieken en kwetsbare ouderen en een groeiende zorgvraag. Tegelijkertijd verandert die vraag. Mensen willen zo lang mogelijk gezond blijven en zelfstandig wonen. Ze zijn zich veel bewuster van hun gezondheid en hebben daar gerichte vragen over. Patiënten willen en moeten ook zelf meer verantwoordelijkheid nemen in de behandeling van bijvoorbeeld hun chronische ziekte. Een behandeling die gecoördineerd wordt in een sterke eerste lijn.
Verpleegkundigen maken het verschil in moderne eerstelijnszorg V&VN ziet een centrale rol voor verpleegkundigen en verzorgenden in die eerste lijn. In onze visie leest u hoe verpleegkundigen hun competenties, kwaliteiten en deskundigheid in de eerste lijn kunnen inzetten en waarom dat zo belangrijk is. We geven u vast vijf goede redenen:
1 Verpleegkundigen staan dicht bij patiënten. 2 Ze zijn sterk in het geven van voorlichting en instructies (en dat is de basis voor goede preventie). 3 Er werkt een keur aan verpleegkundigen in de eerste lijn van Sociaal Psychiatrisch Verpleegkundige tot Wijkverpleegkundige.
4 Verpleegkundigen hebben een eigen beroepsverantwoordelijkheid, van waaruit ze zelfstandig taken kunnen uitvoeren.
5 De verpleegkundige is dé verbindende schakel tussen arts en patiënt. Zonder de inzet van verpleegkundigen trekt de eerste lijn het niet. In de eerste lijn werken verpleegkundigen en verpleegkundig specialisten al volop. Hun capaciteiten zijn al lang ontdekt. In deze visie staan ze nog eens op een rij. Verpleegkundigen zijn nodig om nieuwe zorgvragen op een eigentijdse manier te beantwoorden. Ze kunnen het verschil maken in moderne eerstelijnszorg. Maak dit mogelijk!
Voor een sterke eerstelijnszorg is de visie van V&VN: • investeer in verpleegkundigen; • regel hun toegankelijkheid door passende bekostiging; • laat eerstelijnsprofessionals zo dicht mogelijk bij de patiënt goede basiszorg leveren; • realiseer een bereikbare eerste lijn; • investeer in een generalistische functie in de eerstelijnszorg; • laat verpleegkundigen de zorg coördineren; • stimuleer preventie, zelfmanagement en zelfredzaamheid; • zet in op taakherschikking; • laat verpleegkundigen de indicatie stellen; • treed buiten de lijnen.
2
1
De vele gezichten van de eerstelijnszorg
3
De komende vijftien jaar neemt het aantal 65-plussers fors toe én die nieuwe generatie wordt gemiddeld ouder. Helaas komt ouderdom met gebreken; boven de 65 jaar komen chronische ziekten veel vaker voor. De verwachting is dan ook dat het aantal 65-plussers met één of meerdere chronische ziekten de komende vijftien jaar fors zal stijgen. Door deze ontwikkelingen neemt de zorgvraag toe. Om die groeiende zorgvraag goed en efficiënt op te vangen, moeten we buiten de huidige lijnen (eerste, tweede en derde lijn) durven denken.
16 miljoen Nederlanders
20
chronisch ziek hulp nodig
15 Aantal Nederlanders
totaal
10 5 0 Zorgvraag
Bevolkingsgroei per leeftijdscategorie tussen 2010 en 2025
2025
Aantal personen x 1000
2010
5.000 4.500 4.000 3.500 3.000 2.500 2.000 1.500 1.000 500 0 0-4
5-14
15-24
25-44
45-64
65-74
75+
Leeftijd
Andere vormen van zorg inzetten Ook de toekomstige zorgvragers veranderen. Ze hebben meer oog voor hun eigen gezondheid en willen weten hoe ze gezond kunnen blijven. Krijgen ze toch een chronische ziekte, dan willen ze zelf de regie Aantal met een chronische in 2010 enmanagen 2025 houden65-plussers over hun gezondheid. Ze willen zelfziekte hun behandeling (zelfmanagement) en niet meer voor
Aantal 65-plussers x 1000
iedere controle naar het ziekenhuis 2.500 toe hoeven. Ouderen en mensen met een ernstige aandoening willen ook meerdere zelf de regie houden over hun leven en zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen (zelfredzaamheid). chronische ziekten hebben hiervoor behoefte 2.000 Zorgvragers aan goede voorlichting, instructie en coaching. Het liefst dicht bij huis. Om aan ééndeze groeiende en veranderende zorgvraag te kunnen voldoen, zal de scheidslijn tussen de eerste en 1.500 chronischevervagen. Datzelfde geldt voor de scheidslijn tussen artsen en verpleegkundigen. De uitdaging tweedelijnszorg ziekte is om vanuit een nieuwe vraag, een eigentijds integraal zorgaanbod te organiseren en te financieren. 1.000
4
500 0 2010 Jaartal
2025
Aantal 65-plusse
chronische ziekte
1.000 500 0 2010
2025
Jaartal
Relatieve toenameligt chronische aandoeningen tussen 2010 en 2025 In dat zorgaanbod de nadruk op • versterking van de eerstelijnszorg 60% (kwalitatief goede en veilige zorg dicht bij huis) Groei van • preventie (mensen willen gezond 50% blijven) 2010 - 2025 • voorlichting, instructie en coaching 40% (ondersteuning van zelfmanagement)
• samenhang tussen zorg thuis, bij de huisarts en in het ziekenhuis of verpleeghuis 30%
• goede samenwerking tussen20% verpleegkundigen en andere professionals in de eerste en tweede lijn Groei
(huisartsen, diëtisten, jeugdartsen, 10% verloskundigen en eerstelijnspsychologen)
0% r e plaats. Binnen dit nieuwe aanbod hebben verpleegkundigen Preventie, voorlichting, instructie ie n duidelijke er er PD een es tie ke os le ss nk et nk fa werkt orde verpleegkundig en an aal aals CO re tZo p k r k en coaching … het zijn bij uitstek huniabcompetenties. specialist lang k p m t m eo D ng rs Ha De De ar st Lo Bo generalist in de chronisch en ouderenzorg. O ed k k Di van artsen worden overge V&VN is voorstander van taakherschikking, waarbij taken en bevoegdheden Chronische specialisten. aandoeningen dragen aan verpleegkundigen en verpleegkundig V&VN streeft ook naar nieuwe organisatie vormen waarin ruimte is voor het stimuleren van gezond gedrag en voor kwaliteit van leven. Omdat dit een antwoord is op de nieuwe zorgvraag. Gelukkig staan we daarin niet alleen: in de eerste lijn zien we al meer samenhang, innovatie, transparantie, en verbetering in kwaliteit, veiligheid en organisatie.
Beroepsbevolking 1950 - 2050 70,0
0-20 jaar
60,0
20-65 jaar
50,0
65+ jaar Percentage
40,0 30,0 20,0 10,0 0,0 50
19
60
19
70
19
80
19
90
19
00
20
10
20
20
20
30
20
40
20
50
20
Jaartal
Een brug tussen artsen, zorgverleners, patiënten en hun familie Basisgezondheidszorg De eerstelijnszorg is breed. Het isspecialisten goede basisgezondheidszorg (primary health care), die wordt geboden aan Verdeling 500 verpleegkundig over specialismen thuiswonenden die zorg, ondersteuning, advies en voorlichting nodig hebben. Laagdrempelig, toegankelijk en dicht Acute bij huis. Hetbij omvat de huisartsenzorg, maar ook collectieve preventie en publieke zorg. Eerstelijnszorg zorg somatische aandoeningen
wordt geboden vanuit de huisartsenpraktijk, Centra voor Jeugd en Gezin (CJG), thuiszorg en GGD. Intensieve zorg bij somatische aandoeningen In al deze organisaties zijn verpleegkundigen de spil. Ze staan dicht bij de patiënt en weten een brug te Chronische zorg bij somatische aandoeningen slaan tussen artsen, andere zorgverleners, patiënten en hun familie. Vanuit hun competenties helpen ze Geestelijke gezondheidzorg nieuwe zorgvragen beantwoorden. Zorggebruikers zijn over het algemeen zeer positief over hun ervaringen Preventieve zorg bij somatische aandoeningen met verpleegkundigen. Verpleegkundigen zijn gemakkelijk te benaderen, besteden de juiste aandacht aan hen en beschikken over specifieke kennis en vaardigheden. Ook vervullen zij een belangrijke rol in de coördinatie van zorg. 3% 7% 18% 5 48%
2025
Aantal personen x 1000
2010
4.500 4.000 3.500 3.000 2.500 2.000 1.500 1.000 500 0 0-4
Versterking van de eerste lijn
5-14
15-24
25-44
45-64
65-74
75+
Leeftijd
Uit onderstaande grafieken blijkt hoe het aantal chronische aandoeningen tussen 2010 en 2015 toeneemt en hoe dit vooral ouderen (65-plussers) raakt. Steeds meer ouderen zullen ook aan meerdere chronische aandoeningen tegelijk lijden (multimorbiditeit).
Aantal 65-plussers met een chronische ziekte in 2010 en 2025
één chronische ziekte
2.500 Aantal 65-plussers x 1000
meerdere chronische ziekten
2.000 1.500 1.000 500 0 2010
2025
Jaartal
Relatieve toename chronische aandoeningen tussen 2010 en 2025 60%
Groei van 2010 - 2025
50% 40% 30% Groei
20% 10% 0%
PD
s
te
e ab
Di
CO
n
le
Ha
a rtf
eo
st
O
e
os
r po
tie
en
m
De
ie
De
n ka
m
ar
d ke
k
Di
r
ke
ss
e pr
r
ke
ng
n ka
Lo
t
rs
Bo
r
ke
n ka
Chronische aandoeningen
Deze groeiende zorgvraag kan alleen efficiënt worden opgevangen in een sterke eerste lijn. Steeds meer specialistische zorg (van artsen en verpleegkundigen) verhuist van de tweede naar de eerste lijn. Om chronische ziekten en multimorbiditeit hier goed te kunnen behandelen zijn multidisciplinaire behandel
Percentage
programma’s nodig, 1950 waarin cure, care en preventie met elkaar worden verbonden. Beroepsbevolking - 2050 V&VN ziet het als een gezamenlijke uitdaging en verantwoordelijkheid om kwalitatief goede zorg in de 70,0 0-20 jaar eerste lijn te leveren. Hiervoor zijn artsen, verpleegkundigen en paramedici nodig, evenals een goede 60,0 afstemming met de tweede lijn. 20-65 jaar 50,0 65+ jaar 40,0 30,0 20,0 10,0 0,0 50
19
60
19
Jaartal 6
70
19
80
19
90
19
00
20
10
20
20
20
30
20
40
20
50
20
In de praktijk
In de praktijk van de sociaal psychiatrisch verpleegkundige (SPV) Henk (47) heeft herhaaldelijk pijn op zijn borst. Hij is doorverwezen naar de cardioloog, maar deze vindt geen aanwijzingen voor een cardiaal probleem. Henk meldt zich vervolgens herhaaldelijk bij de huisarts in het gezondheidscentrum. Deze verwijst hem uiteindelijk door naar de sociaal psychiatrische verpleegkundige (SPV) in het gezondheidscentrum. De SPV nodigt Henk uit voor zijn spreekuur. Een korte screening (vragenlijst) wijst op depressieve klachten. Dit komt overeen met de eerste indruk van de SPV. Hij signaleert daarnaast verschillende problemen in het dagelijks leven van Henk. Het bedrijf, waar Henk werkt, dreigt te gaan sluiten. Een uitwonende dochter is weer thuis komen wonen. Er zijn financiële problemen. En ook de relatie met zijn vrouw staat onder druk. Ze doen weinig meer samen en Henk heeft het idee dat ze uit elkaar groeien. De gesprekken geven overzicht over de problemen en Henk krijgt erkenning. Hij heeft nog nooit gepraat over zijn zorgen. Op basis van het overzicht bedenken Henk en de SPV haalbare actiepunten. Henk durft weer initiatief te nemen (hij maakt huishoudelijke afspraken met zijn dochter, neemt initiatieven naar zijn vrouw toe en gaat naar het arbeidsbureau om eens te kijken wat ze kunnen bieden, voor het geval dat….) Na vijf gesprekken concludeert Henk: “Ik heb te lang niets gedaan en afgewacht, dat is niet goed voor mij. Nu ik wat aanpak, voel ik me beter en minder somber.” Henk heeft in de tussentijd de huisarts niet meer bezocht met pijnklachten.
Meer aandacht voor preventie De vraag is niet meer alleen gericht op zorg, maar ook op welzijn, participatie, arbeid, wonen, een gezonde leefstijl en het voorkomen van ziekten. De Raad voor de Volksgezondheid en Zorg (RVZ) onderschrijft dit in zijn rapport Zorg voor je gezondheid!. De vraag naar zorg verandert sneller dan het aanbod van zorg. De zorgsector moet zich omvormen, ook vanwege de krapte op de arbeidsmarkt en in zorgbudgetten, adviseert de Raad. De RVZ stelt voor de aandacht te verschuiven van zorg en ziekte naar gezondheid en gedrag. Dat kan door laagdrempelige inloopcentra voor welzijn en zorg in te richten, waar relatief simpele medische controles worden uitgevoerd en mensen ook leefstijladviezen en psychosociale begeleiding kunnen krijgen. Specialistische zorg wordt aangeboden in medisch-specialistische netwerken. Deze gedachtegang van de RVZ ondersteunt de visie van V&VN op de eerstelijnszorg. De eerstelijnszorg biedt een goede infrastructuur om preventie te organiseren. Verpleegkundigen spelen daarin een belangrijke rol, omdat • zij goed in staat zijn om mensen te helpen hun eigen verantwoordelijkheid voor hun gezondheid en gedrag te nemen; • zij ondersteuning kunnen bieden bij zelfmanagement en zelfredzaamheid; • zij zorg bieden die past bij persoonlijke leefsituaties • zij over vakkennis over ziekte en gezondheid beschikken.
7
V&VN werkt al aan de vernieuwing van de eerstelijnszorg. Een voorbeeld is het project Basisvoorziening wijkverpleging.
In de praktijk
Project Basisvoorziening wijkverpleging Om de wijkverpleegkundige zorg een impuls te geven, zijn V&VN en de NPCF het project ‘Basisvoorziening wijkverpleging’ gestart. Het is een aanvulling op al bestaande programma’s, zoals ‘In voor Zorg’ en het ZonMw programma ‘Zichtbare schakel’. V&VN streeft met dit project naar verbreding van de reguliere verpleegkundige zorg thuis. Daarbij krijgen wijkverpleegkundigen de ruimte en opdracht om in wijkgerichte teams de verpleegkundige zorg aan mensen met chronische ziekten en aan kwetsbare ouderen weer in de volle breedte vorm te geven. Naast zorgtaken is er ruimte voor begeleiding van het ziekteproces, regievoering, preventie, stimuleren van zelfmanagement en het bevorderen van zelfredzaamheid. In het project gaan tien regionale proeftuinen van start, waarvoor afspraken zijn gemaakt met verzekeraars over het inzetten van zorg zonder vooraf een indicatie te stellen. Tevens wordt gezocht naar andere vormen van bekostiging, bijvoorbeeld door de populatiegegevens van een wijk als uitgangspunt te nemen. In de proeftuinen kan de patiënt dan direct bij de wijkverpleegkundige terecht. In de proeftuinen krijgen wijkverpleegkundigen een belangrijke rol bij het uitwerken van het project en de omschrijving van streefresultaten. Bij het opstellen van de resultaten nemen ze ‘de stem’ van de cliënt nadrukkelijk mee. Ook de gerealiseerde meerwaarde voor de cliënt wordt gemonitord. Uitkomsten die het project in de proeftuinen wil boeken zijn bijvoorbeeld: minder zorgafhankelijkheid, minder acute opnames in ziekenhuizen als gevolg van escalatie van chronische ziekten en een meer alerte verwijzing naar voorzieningen voor participatie.
De vraag is niet meer alleen gericht op zorg, maar ook op welzijn, participatie, arbeid, wonen, een gezonde leefstijl en het voorkomen van ziekten.
8
2
Verpleegkundigen in de eerstelijnszorg
9
Overal in de eerstelijnszorg werken verpleegkundigen en verpleegkundig specialisten. Zij werken in de huisartsenpraktijk, in de thuiszorg, bij een GGD, Centra voor Jeugd en Gezin of als zelfstandige. De eerstelijnszorg heeft de verpleegkundige beroepsgroep al lang ontdekt. Verpleegkundigen: autonoom en laagdrempelig Verpleegkundigen vervullen in de eerstelijnszorg een centrale rol en hebben vaak een brugfunctie naar artsen en de tweede lijn. De verpleegkundige is een beroepsbeoefenaar volgens artikel 3 van de Wet BIG. Ze zijn op MBO- of HBO-niveau opgeleid. Verpleegkundigen zijn professionals met een eigen beroepsverantwoordelijkheid. Voor professionals die vallen onder de Wet BIG zijn het deskundigheidsniveau en de opleidingseis wettelijk vastgelegd. De complexiteit van de eerstelijnszorg vraagt vaak om HBO-verpleegkundigen. Ramingen aantallen verpleegkundigen en verzorgenden
Verpleegkundigen
Verzorgenden
Helpenden en
Leerling-
Totaal
zorghulpen verpleegkundigen
Ziekenhuizen
70.700
4.000
6.000
82.200
Gehandicaptenzorg
17.000
14.200
6.200
37.400
GGZ
15.400
3.500
600
19.500
Verpleeghuizen
6.500
43.500
10.500
60.500
Verzorgingshuizen
5.300
34.200
9.400
48.900
15.500
43.000
60.100
118.600
Ac. Zkhn
63.200
Thuiszorg totaal
130.400
142.400
1.500
88.300
6.000
430.300
Uit Jaarboek werknemers in de zorg 2010, L. Gerards. In de huisartsenpraktijk werken 2043 verpleegkundigen. Alle verpleegkundigen in de eerstelijnszorg beschikken over competenties waardoor ze waardevol en onmisbaar zijn voor de eerstelijnszorg. Kenmerkend is hun autonomie in de zorgverlening. Ze voeren zelfstandig taken uit volgens protocollen en richtlijnen en hun eigen beroepscode. Andere waardevolle kenmerken zijn laagdrempeligheid en toegankelijkheid. Verpleegkundigen zijn gemakkelijk te benaderen. Ze kijken bovendien naar de patiënt of cliënt als mens in relatie tot zijn omgeving, met aandacht voor zorg en welzijn. Samen met hem formuleren zij de zorgvraag en zoeken daar een passende oplossing voor. Een oplossing die aansluit bij de behoefte en mogelijkheden van de cliënt. Ten slotte vervullen verpleegkundigen een centrale rol in de zorgcoördinatie (verbindende factor). Ze richten zich niet alleen op ziekte, maar ook op gedrag en gezondheid en voorkomen zo complicaties. Daarmee dragen ze bij aan de kwaliteit van leven van de cliënt en aan een doelmatige eerstelijnszorg. De verpleegkundigen in de eerstelijnszorg Jeugdverpleegkundige: geïntegreerde zorg voor jeugd De jeugdverpleegkundige is een toegankelijke vraagbaak voor ouders en jeugdigen. Ze voorkomt escalatie door naast ouders en kinderen te gaan staan, gezinnen actief op te zoeken en problemen praktisch aan te pakken. De jeugdverpleegkundige is vooral te vinden in de Centra voor Jeugd en Gezin, maar ook nog in de GGD en in een enkele thuiszorgorganisatie. Dikwijls coördineert zij de zorg. De jeugdverpleegkundige beroepsgroep moet goed opgeleid zijn en structureel bijgeschoold worden om aan de complexe zorgvragen te kunnen voldoen.
10
In 2011 moeten alle gemeenten een Centrum voor Jeugd en Gezin hebben. Daarin werken jeugdverpleegkundigen onder meer samen met jeugdartsen, pedagogen, psychologen en maatschappelijk werkers. Gezamenlijk verlenen zij laagdrempelige zorg aan alle kinderen en gezinnen. Daarnaast bieden de centra complexe zorg aan een groeiende groep kwetsbare kinderen en gezinnen.
In de praktijk
In de praktijk van de jeugdverpleegkundige De familie Visser bestaat uit vader, moeder en vier kinderen: van dertien, vijf en drie jaar en van twee maanden. De jeugdverpleegkundige volgt samen met de arts alle kinderen, geeft ouders of jeugdigen informatie en advies en desgewenst ondersteuning of verwijst zo nodig. Moeder komt met de jongste twee kinderen op het consultatiebureau. Het jongste kind huilt regelmatig, en moeder twijfelt nu aan de borstvoeding. De baby blijkt echter goed gegroeid en na een uitgebreide anamnese is de moeder gerustgesteld en heeft ze informatie en adviezen gekregen. Tevens krijgt het kind twee vaccinaties volgens het rijksvaccinatieprogramma. De zoon van drie jaar zit midden in de peuterpubertijd. Mevrouw Visser kan moeilijk met zijn dwarse buien overweg. Het consultatiebureau organiseert groepsconsulten over deze fase. De jeugdverpleegkundige nodigt mevrouw Visser hiervoor uit, zodat zij zich gesteund voelt in de opvoeding van haar peuter. Het kind van vijf jaar komt bij de jeugdverpleegkundige voor het periodiek onderzoek in groep 2. Zij lijkt nogal druk en ongeconcentreerd. Door haar drukke gedrag vindt ze moeilijk aansluiting bij de andere kinderen. Uit de SDQ-vragenlijst komen naar buiten gerichte (externaliserende) problemen naar boven. De jeugdverpleegkundige spreekt af om tijdens een huisbezoek de verdere analyse met de ouders te bespreken. Een paar maanden later komt de dochter van dertien jaar langs bij de jeugdverpleegkundige op het inloopspreekuur op school. Zij heeft vaak ruzie met haar stiefmoeder. De dochter geeft toestemming om contact op te nemen met de mentor en haar ouders. Op school zijn haar cijfers sinds een paar maanden achteruit gegaan. Thuis blijken er nu toch meerdere problemen te spelen. De verpleegkundige spreekt met de ouders af dat ze het Zorgadviesteam raadpleegt. Er wordt een plan van aanpak gemaakt. De jeugdverpleegkundige neemt de zorgcoördinatie op zich. Een aantal maanden later lijkt de rust in het gezin weder gekeerd.
Sociaal Psychiatrisch Verpleegkundige (SPV) staat voor kwaliteit Van oudsher ondersteunt de SPV mensen met psychiatrische problemen in hun eigen vertrouwde woonomgeving en leert ze hen omgaan met hun klachten en de gevolgen daarvan. De SPV streeft daarbij naar de minst zware inzet van geestelijke gezondheidszorg en naar behoud van het zelfstandig functioneren op alle levensgebieden in de eigen vertrouwde omgeving (zelfmanagement). Ze maakt daarbij gebruik van de methodiek van stepped care: het klantvriendelijk en laagdrempelig aanbieden van zorg. De SPV werkt in de eerste lijn meestal vanuit de huisartsenpraktijk. Het streven van V&VN is dat de SPV de komende jaren haar vak weer integraal in de eerstelijnszorg kan uitoefenen: in de wijk, dicht bij de cliënt en zijn sociale omgeving.
11
Praktijkverpleegkundige: niet meer weg te denken Praktijkverpleegkundigen zijn niet meer weg te denken uit de huisartsenpraktijk. Ze hebben een deel van de chronische zorg overgenomen en nemen huisartsen veel taken uit handen. Het beroep van praktijkverpleegkundige differentieert zich steeds verder. Een steeds grotere groep patiënten kampt met meerdere chronische aandoeningen. Dat vereist casemanagement, waarbij gekeken wordt naar de patiënt in zijn geheel. Patiënten ervaren de begeleiding van verpleegkundigen als positief. De praktijkverpleegkundige heeft specifieke kennis van hun chronische ziekte en is vaardig in het geven van voorlichting en instructies. Zo krijgen patiënten meer informatie over hun aandoening en duidelijke adviezen over de behandeling (bijvoorbeeld medicijngebruik).
huisarts poh huisartsenpost
100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
2003
2004
2005
2006
2007
2008
Wijkverpleegkundige: generalistische blik achter de voordeur Sinds kort staan wijkverpleegkundigen weer prominent op de kaart. Huisartsen en wijkverpleegkundigen willen weer een gouden team vormen om de zorg in de buurt te verbeteren. De wijkverpleegkundige heeft een signalerende functie. Ze krijgt een beeld van de volledige zorgvraag en -behoeften. De wijkverpleegkundige is ook de generalist die kennis heeft van care, cure, welzijn en preventie. Ze coördineert de zorg en stemt deze af met mantelzorgers, de huisarts en andere zorgverleners in de eerste (en soms in de tweede) lijn. Daarnaast zet ze zich in voor preventie, zowel primair door ziekte te voorkomen als secundair door ziekte vroegtijdig op te sporen. De organisatie en financiering vormen nu nog een belemmering om het vak van wijkverpleegkundige goed vorm te geven. Dat moet veranderen. De afgelopen jaren is bijvoorbeeld de indicatiestelling en uitvoering van de zorg gescheiden. V&VN wil dat de wijkverpleegkundige de indicatie voor zorg terug krijgt. Indicatie en uitvoering horen in één hand.
Verpleegkundigen zijn waardevol en onmisbaar voor de eerstelijnszorg Sociaal verpleegkundige: schakel tussen collectieve en individuele preventie De sociaal verpleegkundige werkt van oudsher bij de GGD, vooral in de publieke gezondheidszorg en voor een deel in de eerstelijnszorg. In de publieke gezondheidszorg richt ze zich op collectieve preventie: zowel op universele preventie gericht op de gehele bevolking, als op selectieve preventie gericht op risicogroepen. Sociaal verpleegkundigen in de eerstelijnszorg houden zich bezig met individuele (geïndiceerde en
12
60%
Groei van 2010 - 2025
50% 40% 30% Groei
20% 10% 0%
es
et
b ia
PD
CO
en
al
tf ar
se
ro
o op
tie
en
em
sie
es
r ep
er
nk
ka
er
nk
a gk
er
nk
a tk
m s e D H D D on ar or st ed zijn Lvoor deBgehele zorggerelateerde) preventie. Ze gaan na of individuele O zorgvragen van betekenis k k Di populatie en vice versa. De nadruk ligt op het voorkomen van gezondheidsproblemen, waarin de (sociale) Chronische aandoeningen leefomgeving van de patiënt en de bevolking wordt betrokken. De sociaal verpleegkundige stelt zich hierin
proactief op. Zij werkt laagdrempelig, zonder expliciete hulpvraag, en beschikt over brede sociaal-maatschappelijke en epidemiologische kennis. Zo draagt ze bij aan effectieve preventie in de eerste lijn. Verpleegkundig specialist: brug tussen cure en care Sinds 2009 is er een nieuwe zorgprofessional met een wettelijke, beschermde titel: de verpleegkundig Beroepsbevolking - 2050 specialist. Dat is een1950 expertverpleegkundige met een erkende, specifieke masteropleiding, die individueel en zelfstandig patiënten behandelt 70,0(artikel 14-beroep uit de Wet BIG). 0-20 jaar Verpleegkundig specialisten staan 60,0met één been in de verpleegkundige en met het andere in de medische 20-65 jaar behandelpraktijk. Naast de vier50,0 hoofdtaken van een verpleegkundige - het bevorderen van gezondheid, het 65+ jaar voorkomen van ziekten, het herstellen van gezondheid en het verlichten van het lijden – levert een 40,0 Percentage
verpleegkundig specialist een bijdrage aan de behandeling van een ziekte, binnen het eigen deskundig30,0 heidsgebied. Zij informeert, motiveert, controleert en begeleidt de patiënt intensief. Omdat zij daarbij expert 20,0 is in generalistische zorg, zijn genezing, zorg en welzijn optimaal op elkaar afstemd. 10,0 Een verpleegkundig specialist is verantwoordelijk voor de werkzaamheden die zij binnen de behandelrelatie 0,0 verricht en legt indien nodig verantwoording af aan collega’s, artsen en leidinggevenden. 0 3een 90 te0realiseren, 10 en 50 70 50 20slaan 00 80 60om taakherschikking 40 tussen Verpleegkundig specialisten zijn onmisbaar brug 20 19 20 20 19 19 20 2 19 19 20 cure en care. Bovendien vervullen ze een voortrekkersrol in deskundigheidsbevordering en innovatie van Jaartal het verpleegkundige beroep en de zorg. Er zijn vijf verpleegkundig specialismen erkend: • preventieve zorg bij somatische aandoeningen; • acute zorg bij somatische aandoeningen; • intensieve zorg bij somatische aandoeningen; • chronische zorg bij somatische aandoeningen; • geestelijke gezondheidszorg.
Verdeling 500 verpleegkundig specialisten over specialismen Acute zorg bij somatische aandoeningen Intensieve zorg bij somatische aandoeningen Chronische zorg bij somatische aandoeningen Geestelijke gezondheidzorg Preventieve zorg bij somatische aandoeningen
3% 7% 18%
48% 24%
13
3
Verpleegkundigen maken het verschil: de oplossingen
14
Om goed te kunnen inspelen op de geschetste ontwikkelingen in de zorgvraag (vergrijzing, een krappe arbeidsmarkt, toename van chronisch zieken en multimorbiditeit, en vragen over gezondheid), moet er nog veel veranderen in de eerstelijnszorg. Verpleegkundigen kunnen hier het verschil maken, omdat ze dicht bij de patiënt staan, sterk zijn in voorlichting en instructie en over de zorg heenkijken naar het dagelijks leven van patiënten. V&VN pleit daarom voor een prominente plaats van verpleegkundigen in de eerste lijn.
Tien actiepunten: 1
Investeer in verpleegkundigen en verzorgenden De groeiende en veranderende zorgvraag doet een appèl op verpleegkundigen en verzorgenden en vraagt bij uitstek om hun competenties. Voor een laagdrempelige, toegankelijke en toekomstbestendige eerstelijnszorg is het investeren in verpleegkundigen en verpleegkundig specialisten als zelfstandige, autonome beroepsbeoefenaren met een eigen beroepsverantwoordelijkheid broodnodig.
2
Regel de toegankelijkheid van verpleegkundigen Verpleegkundigen zijn voor de zorgvrager laagdrempelig en gemakkelijk te benaderen. De wijze van financiering werpt nu helaas nog drempels op voor die toegankelijkheid. De politiek moet zorgen voor eenduidigheid in de bekostiging. De bekostiging moet aansluiten op de samenstelling van de bevolking in een bepaalde wijk of plaats (populatieniveau) en financiële schotten tussen bijvoorbeeld AWBZ en zorgverzekering moeten verdwijnen.
3
Laat verpleegkundigen, huisartsen en andere eerstelijnsprofessionals zo dicht mogelijk bij de patiënt goede basiszorg leveren (buurtgericht en kleinschalig) Eerstelijnszorgprofessionals kunnen het beste samenwerken in een buurt- of wijkgerichte voorziening, dicht bij hun klanten. Integratie met Centra voor Jeugd en Gezin of andere, niet alleen medische, voorzieningen is wenselijk. Dat bevordert integrale zorg. Daarin moet geïnvesteerd worden.
4
Realiseer een bereikbare eerste lijn Zorg voor een goede bereikbaarheid van eerstelijnsvoorzieningen, waarbij ook de bereikbaarheid buiten kantooruren is geregeld. Dit voorkomt dat burgers een onnodig beroep doen op de spoedeisende hulp en andere voorzieningen in de tweede lijn.
5
Investeer in een generalistische functie in de eerstelijnszorg Om de continuïteit van zorg te kunnen waarborgen moet eerstelijnszorg zo generalistisch mogelijk zijn. Generalistisch waar het kan, specialistisch waar het moet. Mensen kampen steeds vaker met meerdere aandoeningen of (potentiële) gezondheidsproblemen. Dat vraagt om hoogopgeleide, generalistisch werkende professionals (zoals verpleegkundigen) naast specialisten (zoals de verpleegkundig specialist). Zorg ook voor een specialistisch vangnet in de keten, bijvoorbeeld in het ziekenhuis of in de geestelijke gezondheidszorg.
6
Laat verpleegkundigen de zorg coördineren De zorg is vaak complex. Steeds meer zorgverleners vanuit verschillende disciplines en ‘lijnen’ zijn betrokken bij de patiënt. Het afstemmen van de zorg en de overdracht van gegevens tussen de eerstelijnsen tweedelijnszorg en de samenwerking tussen thuiszorg en verzorgingshuis verlopen niet vlekkeloos. Een goede zorgcoördinator kan hierin veel verbeteren. De verpleegkundige is hiervoor de aangewezen persoon. Ze heeft intensief contact met de patiënt en is vaak al verantwoordelijk voor de continuïteit van zorg. De verpleegkundige borgt de samenhang in de zorg en de samenwerking met andere disciplines.
15
7
Stimuleer preventie, zelfmanagement en zelfredzaamheid In de eerstelijnszorg ligt de nadruk steeds meer op gedrag, leefstijl en gezondheid in plaats van op behandeling en ziekte. Zo kan worden voorkomen dat risicogroepen ziek worden en dat mensen met een chronische aandoening complicaties krijgen. Verpleegkundigen hebben kennis en ervaring in de onder steuning van dit zelfmanagement. Zelfmanagement leidt tot kostenbesparing en minder inzet van personeel.
8
Zet in op taakherschiking Taakherschikking is dé oplossing voor de groeiende en veranderende zorgvraag. Het houdt de zorg toegankelijk en betaalbaar. Artsen voeren nu veel taken uit die verpleegkundigen gemakkelijk kunnen overnemen. Door goede taakherschikking kunnen artsen zich meer richten op de complexe medische zorg. Verpleegkundigen en verpleegkundig specialisten in de eerstelijnszorg nemen al geruime tijd taken van artsen over, gedeeltelijk of volledig, strikt geprotocolleerd en volgens de regels. Ze nemen meestal de behandeling van mensen met een chronische aandoening voor hun rekening, coördineren de zorg bij multimorbiditeit en doen ook steeds meer aan preventie. V&VN schat in dat hiervoor de komende jaren tienduizend verpleegkundig specialisten nodig zijn. In ziekenhuizen, huisartspraktijken, maar ook in GGZ-instellingen en voorzieningen voor mensen met een verstandelijke beperking. Daarom moet het aantal opleidingsplaatsen voor verpleegkundig specialisten worden uitgebreid. De politiek moet taakherschikking ook snel wettelijk verankeren.
9
Laat verpleegkundigen de indicatie stellen De verpleegkundige kent de patiënt goed en kan daarom het beste de indicatie stellen. Dit voorkomt extra administratieve lasten bij het aanvragen van zorg en de patiënt krijgt zo sneller de juiste zorg.
10
Treed buiten de lijnen Het onderscheid tussen de eerste, tweede en derde lijn zal vervagen. De patiënt wordt zoveel mogelijk dicht bij huis geholpen, waarbij de verpleegkundige meestal zijn eerste aanspreekpunt is. Op de achtergrond is er het ziekenhuis. De specialisten en specialistische verpleegkundigen daar zijn de backoffice voor ingewikkelde vragen, onderzoek of een complexe ingreep. Voor de patiënt moet het één netwerk, één lijn, van behandelaars worden. De verpleegkundige is de spil in dat netwerk. Ze coördineert de zorg op verzoek van de patiënt en moet daarbij niet gehinderd worden door het oude denken in verschillende lijnen.
16
Cluster doel- of patiëntengroepen op basis van de toekomstige zorgvraag
Verpleegkundigen (vplk) artikel 3 Wet BIG (mbo en hbo) met een aanvullende opleiding
Huidige nurse practitioners naar type medisch specialisme
Medisch specialisme buiten ziekenhuis
Risicogroepen a risicogroepen voor ziekten als kanker, H&V-ziekten, COPD, diabetes, reuma en SOA b volwassenen 19 jaar – overlijden, gericht op leefstijlfactoren c prioriteitsdoelgroepen: jongeren, lagere welstandsgroepen en ouderen
Sociaal vplk Wijk vplk Praktijk vplk
Huisartsenzorg OGZ
Huisartsenzorg Arts M&G SOA arts
0 tot 19 jarigen
JGZ vplk
JGZ
Jeugdarts Arts M&G
Acute patiënt in nood
Acute care vplk SEH vplk Brandwonden vplk Ambulance vplk Revalidatie vplk
Traumatologie SEH Ambulancezorg Chirurgie Huisartsenzorg Huisartsenpost
Huisartsenzorg Verpleeghuisartsenzorg Revalidatiegeneeskunde GGD
Neonatologie
Neonatologie
Huisartsenzorg Jeugdarts Arts M&G
Ziekten gerelateerd aan menopauze en andere specifieke vrouwenziekten
O&G vplk
Gynaecologie
Huisartsenzorg
(Chronische) ziekten en aandoeningen bij kinderen
Kinder vplk IC Kinder vplk Kinder diabetes vplk Kinder astma vplk Kinder oncologie vplk
Kindergeneeskunde Subspecialismen in de kindergeneeskunde
Huisartsenzorg Jeugdarts Arts M&G
(Inflammatoire) ziekten van het maagdarmkanaal
Stoma vplk
Interne geneeskunde
Huisartsenzorg Verpleeghuisartsenzorg
(Acute) urineweginfecties / nieraandoeningen
Dialyse vplk
Nier/nefrologie SEH Huisartsenzorg
Huisartsenzorg Verpleeghuisartsenzorg
Vplk HIV/Aids consulentes Sociaal vplk
Infectiologie / Interne geneeskunde
Huisartsenzorg Arts M&G
Huidaandoeningen
Dermatologie vplk Wond en decubitus
Dermatologie Wondzorg
Huisartsenzorg Verpleeghuisartsenzorg
Kanker
Oncologie vplk Hematologie vplk Mammacare vplk Stoma vplk
Oncologie Hematologie-oncologie
Huisartsenzorg Verpleeghuisartsenzorg (palliatief)
Hart- en vaatziekten
Cardiocare Hart- en vaat vplk Hartfalen vplk Praktijkvplk – H&V Ambulance vplk
Cardiologie (incl. cardiothoracale chirurgie) Vaatziekten Transplantatie-geneesk. Huisartsenzorg
Huisartsenzorg Verpleeghuisartsenzorg
Beroerte
CVA vplk Hart- en vaat vplk Revalidatie vplk Ambulance vplk
Diabetes mellitus
Diabetes consulent Praktijkvplk-diabetes
Diabeteszorg Huisartsenzorg
Huisartsenzorg Verpleeghuisartsenzorg
Luchtweg-aandoeningen
Long vplk Praktijkvplk – astma/ COPD TBC vplk Ambulance vplk
Long Transplantatie-geneesk.
TBC-arts Huisartsenzorg Verpleeghuisartsenzorg
Ziekten van het zenuwstelsel
Neurologie vplk Vplk chron. zorg – MS/ Parkinson
Neurologie SEH
Huisartsenzorg Verpleeghuisartsenzorg
Ziekten van het bewegingsapparaat
Vplk chronische zorg – reuma
Orthopedie Reumazorg SEH
Huisartsenzorg Verpleeghuisartsenzorg
Frailty bij ouderen
Klinisch geriatrisch vplk, Continentie vplk, Praktijk vplk – ouderenzorg Thuiszorg vplk
Geriatrie
Verpleeghuisartsenzorg Huisartsenzorg Arts M&G
Dementie
Klinisch geriatrisch
Geriatrie Psychogeriatrie
Verpleeghuisartsenzorg Huisartsenzorg
Zieke pasgeborenen
Infectieziekten
Huisartsenzorg Verpleeghuisartsenzorg
Colofon Deze visie is tot stand gekomen met medewerking van: • V&VN Eerstelijnsverpleegkundigen • V&VN Nurse Practitioners • V&VN Praktijkverpleegkundigen & Praktijkondersteuners • V&VN Sociaal Psychiatrisch Verpleegkundigen • V&VN Verpleegkundigen Openbare Gezondheidszorg • Fractie Jeugd van V&VN
Tekst: Francis Bolle en Mariska de Bont Redactie: Corine de Feijter en Janny Terlouw Foto’s: Guus Pauka Vormgeving: Boulogne Jonkers Druk: Van der Weij BV
Uitgave: V&VN december 2010 ISBN: 978-90-78995-14-2
www.venvn.nl