Lesinfo
De aardappel: van het veld tot op je bord
1.1. Doelstelling De leerlingen inzicht geven in: • de oorsprong van een aardappel en welke weg deze aflegt van het veld tot op je bord, • de verschillende aardappelsoorten, • het belang van de aardappel in de dagelijkse voeding, gelinkt aan de voedingsdriehoek.
1.2. Benodigdheden • •
Werkblad => zie het bijgevoegde document. Optioneel => bezoekje aan de supermarkt, kookgerei om aardappelpuree te maken.
1.3. Lesinhoud Belangrijk: bij elk onderdeel hoort een lesopdracht, die je op het bijgevoegde werkblad terugvindt. 1.3.1. Waar komt de aardappel oorspronkelijk vandaan? Aardappelen vinden hun oorsprong in Zuid-Amerika Voor de Inca’s vormden aardappelen samen met maïs en bonen het basisvoedsel. In het midden van de 16de eeuw overspoelden Spaanse veroveraars het huidige Peru en Chili op zoek naar goud en zilver. Daarbij stuitten ze ook op de aardappel en brachten deze mee naar Europa. Vanuit het zuiden van Europa maakte de aardappel vervolgens langzaam maar zeker opmars naar het noorden en raakte uiteindelijk in heel Europa bekend. Als winterharde en gemakkelijk te verbouwen plant bleek de aardappel een welkom wapen in de strijd tegen grote hongersnoden die het Europese continent in de 16de eeuw en later teisterden. De explosief groeiende bevolking kon dankzij de aardappel toch gevoed worden. Omdat de aardappel eenvoudig te verbouwen was en bovendien goedkoop, werd de knol aanvankelijk vooral door de arme bevolking gegeten. Geleidelijk aan raakte de aardappel echter algemeen ingeburgerd in de dagelijkse voeding ter vervanging van brood en andere granen. Bron: www.aardappel.be > De aardappel > Geschiedenis
1.3.2. De aardappel in woord en beeld De aardappel: van het veld tot op je bord In het voorjaar ‘poot’ de boer kleine aardappelen met uitlopers in zijn veld. Aan deze uitlopers groeien aardappelwortels en aardappelstengels. Als de stengels boven de grond komen piepen, kan je spreken van een aardappelplant met alles erop en eraan: mooie groene blaadjes en soms zelfs bloemen. Aan de aardappelwortels onder de grond groeien nieuwe aardappelen. Wanneer de aardappelplant afsterft, kunnen de aardappelen gerooid worden met een machine. Die machine verwijdert de plant en zorgt ervoor dat er niet teveel aarde aan de aardappelen hangt. En daarna? Als de aardappelen gerooid zijn, worden ze in de boerderij bewaard om goed te drogen. Vervolgens worden ze zorgvuldig gesorteerd en verpakt per soort. Sommige aardappelen gaan rechtstreeks naar de supermarkt, andere worden eerst verwerkt tot puree, frietjes, kroketjes ...
1.3.3. Welke aardappelsoorten vind je in de supermarkt? Ga naar de supermarkt en schrijf de verschillende soorten aardappelen op. Lees op het etiket waar je deze aardappelen best voor kan gebruiken. Het is belangrijk een onderscheid te maken tussen twee grote aardappelgroepen : • Bloemige aardappelen kan je koken, pureren of versnijden tot frietjes. • Vastkokende aardappelen gebruiken we eerder om te bakken en in blokjes te snijden (vb. in slaatjes). Tip: meer info over verschillende aardappelsoorten vind je in deze infofiche van Colruyt. 1.3.4. Mama en papa, waarom eten we zo vaak patatjes? Het is belangrijk om de kinderen er op te wijzen dat aardappelen gezond zijn. Waarom? Omdat aardappelen boordevol koolhydraten, vezels en vitamines zitten, maar weinig vet bevatten. Koolhydraten zitten in het zetmeel van de aardappel en geven je energie d.m.v. trage of goede suikers. Andere voedingsmiddelen die koolhydraten bevatten zijn spaghetti, rijst, couscous, maïs (vb. tortilla s), bonen / peulvruchten ... Zoals je merkt, eet iedereen ter wereld dagelijks een flinke portie koolhydraten. Afhankelijk van waar je woont, kan dat één van bovenstaande voedingsmiddelen zijn.
1.3.5. Basisrecept voor aardappelpuree Kook 500 gr aardappelen in 20 minuten beetgaar in water. Giet af. Voeg boter toe en prak fijn met een stamper. Voeg een eierdooier en room of melk toe. Kruid de smeuïge puree met een snuifje zout, versgemalen witte peper en nootmuskaat. Enkele tips: • Voeg de aardappelen pas toe als het water kookt, zodat deze hun vitamines beter bewaren. • Laat de kinderen experimenteren met verschillende soorten groentepurees (waarbij je steeds 1/3 aardappel en 2/3 groente gebruikt). Laat hen het verschil qua kleur, textuur, smaak, ... beschrijven. Denk eraan om steeds voor seizoensverse groenten te kiezen, zoals wortelen, spinazie, erwtjes, spruitjes, knolselder ... • Schep ‘balletjes’ puree met een ijsschepper of maak ‘quenelles’ met twee eetlepels.
Naam: Klas:
De aardappel: van het veld tot op je bord 1. Waar komt de aardappel vandaan? Duid aan op de wereldkaart.
2. Plaats de aardappelplantjes in de juiste volgorde op basis van de tekst. a) In het voorjaar ‘poot’ de boer kleine aardappelen met uitlopers in zijn veld. b) Aan deze uitlopers groeien aardappelwortels en aardappelstengels. c) Als de stengels boven de grond komen piepen, kan je spreken van een aardappelplant met alles erop en eraan: mooie groene blaadjes en soms zelfs bloemen. d) Aan de aardappelwortels onder de grond groeien nieuwe aardappelen. e) Wanneer de aardappelplant afsterft, kunnen de aardappelen gerooid worden met een machine. Die machine verwijdert de plant en zorgt ervoor dat er niet teveel aarde aan de aardappelen hangt.
3. Ga naar de supermarkt en noteer de kenmerken van drie verschillende aardappelsoorten.
Naam soort
Vorm van de knol
Kleur van de knol
Gebruik?
4. De plaats van de aardappel in de voedingsdriehoek. a) Waar staat de aardappel in de voedingsdriehoek? Omcirkel de aardappel. b) Met welke andere ingrediënten vormt de aardappel een voedingsgroep? ________________________________________________________________________________________________________
c)
Waarom denk je dat we zo vaak aardappelen moeten eten van mama en papa? ________________________________________________________________________________________________________
d) Waar of niet waar? We eten veel aardappelen, omdat ze weinig koolhydraten, vezels en vitamines bevatten maar lekker veel vetten.
WAAR / NIET WAAR
De schil van de aardappel is eetbaar als je ‘m goed wast.
WAAR / NIET WAAR
Er bestaan ook zoete en paarse aardappelen.
WAAR / NIET WAAR
5. Hieronder staat een receptje voor aardappelpuree. Vul de lege plekjes in met een van de volgende woorden: zout – 20 minuten – stamper – 2 dl room of melk – 50 gr boter. Stap 1: Kook 500 gr aardappelen in
______________________
beetgaar in water.
Stap 2: Giet de aardappelen af. Stap 3: Voeg
______________________
Stap 4: Voeg een eierdooier en
toe en prak fijn met een
______________________
Stap 5: Kruid de smeuïge puree met een snuifje nootmuskaat.
______________________.
toe.
______________________,
versgemalen witte peper en