Algemeen Bestuur Regio Rivierenland Agenda 15 oktober 2015
Donderdag 15 oktober 2015 om 15.30 uur tot 17.00 uur vergadert het Algemeen Bestuur van de Regio Rivierenland in het Regiokantoor. De agenda luidt als volgt: 1 2 3 4 5
Opening Vaststelling van de agenda Vaststelling van de besluitenlijst van de vergadering van 24 juni 2015 Mededelingen Besluitenlijst van het Dagelijks Bestuur van 10 juni 2015 ter kennisname
Voorstellen ter besluitvorming 6 Hamerstukken Concern 6 a - wijziging GR i.v.m. basismobiliteit Avri 6 b - wijziging GR BSR 7
Ter bespreking/discussie Concern 7 a - bestuursrapportage 2015 7 b - terugkoppeling bezoek Open Days Brussel (mondeling) Avri 7 c - inzameling oude medicijnen en injectienaalden bij apotheken en apotheekhoudende huisartsen
8
Ter kennisname Avri 8 a - evaluatie project Goed Scheiden Loont (GSL)
9
Inbreng onderwerpen vanuit de AB-leden
10 11
Rondvraag Sluiting
Regio Rivierenland Concept-besluitenlijst van de vergadering van het Algemeen Bestuur van 24 juni 2015 in het Regiokantoor aan het J.S. de Jongplein 2 te Tiel Aanwezig: dhr. Van Schelven (voorzitter Regio), mw. Van Wamel (secretaris Regio), dhr. De Boer (Buren), dhr. Beenakker (Tiel), dhr. Zondag (Zaltbommel), dhr. Veerhoek (Neder-Betuwe), dhr. Van Kooten (Maasdriel), Dhr. Van Maanen (Geldermalsen), dhr. Steenkamp (West Maas en Waal) mw. Van Ruijven (Lingewaal) en dhr. Kool (Neerijnen) Tevens aanwezig: dhr. De Vries (directeur AVRI), dhr. Sheikkariem (directeur Contractgestuurde Dienstverlening.) en Mw Van Wijk (concernondersteuning) Afwezig: dhr. Verwoert (wordt vervangen door dhr. Kool) en Mw. De Vries (wordt vervangen door dhr. Van Maanen)
VolgOnderwerp nr. 1 Opening 2 3
4
Besluit/Conclusie De voorzitter opent de vergadering en heet de aanwezigen welkom. De agenda wordt onveranderd vastgesteld.
Vaststelling van de agenda Vaststelling besluitenlijst Mededelingen: Betreft agendapunt 5b: Terugkoppeling Speerpuntvergadering van 11 beraad Logistieke Hotspot maart 2015 Mw. van Ruijven heeft aangegeven haar opmerking in het verslag te missen over de nieuwe naam van het Speerpuntberaad. Voorgesteld wordt om het verslag te wijzigen en navolgende tekst bij het agendapunt op te nemen: " Mw. van Ruijven vraagt hoe de nieuwe naam zich verhoudt tot de eerder gemaakte afspraken over de naam Logistieke Hotspot. Economie is niet als Speerpunt benoemd en de bedoeling was om juist focus aan te brengen. De heer Verwoert licht toe dat de wethouders van oordeel waren dat de naam tot verwarring leidt met de stichting Logistieke Hotspot. Het advies van het DB om het essentiële kenmerk logistiek te behouden, heeft geleid tot de nieuwe naam Economie en Logistiek."
Mededelingen
De besluitenlijst van de vergadering van 11 maart 2015 conform de voorgestelde wijziging vastgesteld. Op tafel ligt een notitie met onderstaande mededelingen:
wordt
Voortgang Speerpuntberaden De totstandkoming van de meerjarenplannen, waarin de ambities en doelstellingen voor de komende bestuursperiode voor de drie Speerpunten zijn opgenomen, is in volle gang. De plannen worden gebundeld in één document. Een schrijversteam van ambtenaren uit 4 gemeenten (met de overige ambtenaren als klankbord) heeft input geleverd. Op 9 juni hebben alle betrokken wethouders bij de 3 Speerpunten gesproken over de ambities en de inhoudelijke koers van de Speerpunten. Op 15 juni zijn de resultaten gedeeld met raadsleden, tijdens een regionale raadsavond. De zomerperiode wordt benut om met ondernemers, het onderwijsveld en maatschappelijke partijen het gesprek aan te gaan over de ambities, de wensen die er leven en de rol die de gemeenten zouden kunnen vervullen. Op 8 september wordt een interactieve regiomiddag belegd waarin de bezochte instanties en ondernemers aan het woord komen over de ambities, de mogelijkheden en de knelpunten die zij zien. Die middag worden ook de eerste verkenningen gedaan voor de branding van de Regio. Begin oktober wordt een concept van de meerjarenplannen opiniërend besproken met raadsleden tijdens een tweede regionale raadsbijeenkomst. Daarna (vanaf oktober) kan besluitvorming over de plannen plaatsvinden in colleges en raden. Gedurende dit traject wordt steeds afgestemd met de provincie (zie agendapunt 7a) over de verbinding met het nieuwe provinciale (regio)contract dat een ander karakter zal krijgen. Ondertussen wordt hard gewerkt aan de afronding van het huidige Regiocontract en de onderhanden projecten. De afronding van het huidige contract en de totstandkoming van het nieuwe
1
VolgOnderwerp nr.
Besluit/Conclusie contract om de ambities voor de komende periode mee vorm te geven, vloeien zo naadloos in elkaar over. Aandachtspunt: Vanwege de beperkte capaciteit die gemeenten beschikbaar konden stellen, heeft de inzet van het Regiokantoor zich niet kunnen toespitsen op een regierol en procesmatig faciliteren. Te voorzien is dat we in de komende maanden ook een stevige inhoudelijke rol en verantwoordelijkheid moeten nemen om de meerjarenplannen tot stand te brengen. Open Days Brussel In het kader van de lobby en profilering van Rivierenland heeft het DB besloten om voltallig de Open Days van de Europese Unie te bezoeken op 13 en 14 oktober in Brussel met als doel om: Aan te sluiten bij de provincie en de andere Gelderse regio's die ook aanwezig zijn In de netwerkbijeenkomsten die de provincie organiseert (profilering Gelderland-Oost) is het goed om acte de présence te geven en op bestuurlijk niveau de contacten (ook met de nieuwe gedeputeerden) te verstevigen. Verder is het interessant om verbindingen te zoeken met andere Regio's als het gaat om de 3 speerpunten (Recreatie&Toerisme met de Regio Noord-Veluwe en de Regio Achterhoek; Economie&Logistiek met de Stadsregio Arnhem-Nijmegen; Agribusiness met de Regio Foodvalley); Op de hoogte te blijven van de laatste ontwikkelingen en contacten leggen voor ons (inter-) nationale netwerk Hoewel het programma nog niet bekend is, gaan wij ervan uit dat er net als vorig jaar sessies zijn waar (inter)nationale deelnemers elkaar treffen en die raken aan onze speerpunten; Contacten te leggen met Europese stakeholders Om de bekendheid met Rivierenland te vergroten en de aansluiting bij Europese programma's te onderzoeken (subsidiemogelijkheden) is het de bedoeling om buiten het officiële programma om ontmoetingen te hebben met 'hoge' Europese ambtenaren en Europarlementariërs. Deze ontmoetingen kunnen vanuit de lobby voor een speerpunt worden ingestoken. Te denken valt aan (de ambtelijke adviseurs van) de parlementariërs Jan Huitema (VVD), lid van de commissie landbouw en plattelandsontwikkeling, Matthijs van Miltenburg (D66), lid van de commissie regionale ontwikkeling en plv. lid van de commissie vervoer en toerisme of Marietje Schaake (D66) lid van de commissie internationale handel. Leden van het Algemeen Bestuur die interesse hebben om aan te sluiten bij het bezoek kunnen zich melden bij de secretaris. Gewijzigde datum DB en AB oktober 2015 In verband met het bezoek aan Brussel verschuiven de vergaderingen van het DB en AB van 14 oktober naar 15 oktober op hetzelfde tijdstip. Deze wijziging is afgestemd met de bestuurssecretariaten van de gemeenten. Ingekomen stukken - Via de site van de provincie Gelderland heeft de Regio kennis kunnen nemen van het integrale Eindrapport Sterk Bestuur in Gelderland. Een concept reactie van het DB ligt op tafel. Het Algemeen Bestuur kiest voor een actievere formulering van de tekst met vermelding dat Regio Rivierenland met de aanbevelingen aan de slag gaat. Dhr. Steenkamp stelt voor om in de brief erop te wijzen dat mogelijke ontvlechtingskosten van de gemeente West Maas en Waal voor rekening van de provincie komen. De voorzitter
2
VolgOnderwerp nr.
Besluit/Conclusie stelt voor dit punt niet in de brief op te nemen maar daar waar nuttig in het contact met de provincie mee te nemen. In een eerder overleg is aan de provincie al kenbaar gemaakt dat West Maas en Waal zich thuis voelt in de regio. -
Brief d.d. 11 juni van de colleges van Buren en Tiel met het verzoek om een bestuurlijke conferentie te organiseren. NB: de conferentie zou kunnen worden voorbereid op de 'heidag' van het DB op 9 september, waarbij de inbedding van de nieuwe structuur tegen het licht wordt gehouden. Als input kan de hiervoor genoemde brief aan GS worden gebruikt, mogelijk gecombineerde met een bezoek van GS. Het is niet de bedoeling om op de conferentie een nieuwe structuurdiscussie te starten maar het juist over de inhoud te hebben. Het AB geeft aan de bijeenkomst niet te willen combineren met een bezoek van GS.
Ondersteuning speerpuntberaden door gemeenten De voorzitter brengt naar voren dat er in de nieuwe structuur vanuit wordt gegaan dat capaciteit voor het schrijven van de inhoudelijke voorstellen door de gemeenten wordt geleverd. In de praktijk geeft dit problemen. Dit probleem speelt ook bij andere GR'en. Of gemeenten gaan ambtelijke capaciteit/kwaliteit leveren of dit wordt vanuit de Regio georganiseerd. Spreker doet een dringend beroep op de AB-leden om er bij de gemeentesecretaris op aan te dringen dat er capaciteit geleverd wordt. Als uit de kring van gemeentesecretarissen blijkt dat aan de vraag niet kan worden voldaan dan heeft dat als consequentie dat de vraag bij de regio zal worden neergelegd. Bij een volgende gelegenheid zal spreker hierop terugkomen.
5 5a
5b
Regiobarometer Dhr. Van Oorschot deelt mee dat er grote stappen zijn gezet in de invulling en opzet van de Regiobarometer. Voor wat betreft de presentatie van gegevens is Regio Rivierenland hierin verder gegaan dan anderen. Zo zijn de 3 speerpunten met vermelding van de doelstellingen toegevoegd en beschikt de regiobarometer door een koppeling met andere databanken over veel demografische gegevens. Spreker verwacht na de zomervakantie een presentatie te kunnen geven. Spreker spreekt zijn complimenten uit aan Joep Schalkx, ambtelijk ondersteuner bij de Regio. De communicatie over de regiobarometer verloopt via de nieuwsbrief. Voorstellen ter besluitvorming/hamerstukken Vergaderschema 2016 Het Algemeen Bestuur stemt in met het concept vergaderschema met de kanttekening dat in het schema nog rekening dient te worden gehouden met de Open Days te Brussel. De voorgestelde vergaderdata voor het DB en AB in oktober 2016 worden hierop aangepast. Dhr. Veerhoek doet een oproep om de stukken voor het Algemeen Bestuur eerder te versturen. De aanlevering van 2,5 week voor de stukken geeft onvoldoende gelegenheid om de stukken in een raadscommissie te bespreken. De voorzitter antwoordt dat echt belangrijke stukken al veel eerder naar de gemeenten worden gezonden. Het proces van belangrijke beleidsmatige voorstellen wordt met de Regionale Agendacommissie besproken De voorzitter zegt toe er naar te streven om de stukken 3 weken voor een AB-vergadering naar gemeenten te sturen. Sociale recherche voor Conform het voorstel bepaalt het Algemeen Bestuur dat de gede gemeente Druten meente Druten geen verdergaande verplichtingen heeft als gevolg van de beëindiging van de bestuursovereenkomst dan de verplichtingen zoals deze zijn verwoord in de vaststellingsovereenkomst Sociale Recherche tussen Regio Rivierenland en de gemeente
3
VolgOnderwerp nr. 5c
5d
6 6a
Besluit/Conclusie
Druten. Proef inzameling kleine Conform het voorstel stemt het Algemeen Bestuur in met de verafvalstromen met vere- lenging van de lopende proef 'Inzameling kleine afvalstromen' tot nigingen 31 december 2015. Het Algemeen Bestuur stemt ook in met de beëindiging van de lopende proef 'Inzameling kleine afvalstromen' per 1 januari 2016 Begroting Belasting Sa- Het Algemeen Bestuur stemt in met de concept begroting 2016 menwerking Rivieren- van Belasting Samenwerking Rivierenland (BSR). land 2016 Voorstellen ter bespreking / discussie Programma begroting Mededeling: Een overzicht van de ingekomen zienswijzen en ge2016 voelens op de concept begroting ligt op tafel. Het DB ziet in de ingebrachte opmerkingen geen aanleiding om de voorstellen aan te passen. Dhr. Beenakker deelt mee dat Tiel instemt met de begroting met daarbij twee aanbevelingen. Zo wordt voorgesteld om in de oplegnota in de toekomst meer aandacht te besteden aan de ambities (inhoud). Het tweede punt betreft de meerjarenplannen. In het geval de ambities in de meerjarenplannen extra middelen tot gevolg hebben dan dient hiervoor een begrotingswijziging te worden vastgesteld. Dhr. Zondag, portefeuillehouder Bedrijfsvoering onderschrijft de kanttekeningen van Tiel volledig.
6b
6c
6d
Jaarstukken 2014
Instellingsbesluit speerpuntberaden
Werkbudget speerpuntberaden
Met uitzondering van de gemeente Neerijnen stemt het Algemeen Bestuur in met de programmabegroting 2016. Het Algemeen Bestuur besluit de in de programmabegroting opgenomen gemeentelijke bijdrage voor 2016 vast te stellen op een bedrag van € 1.737.487. Op verzoek van enkele AB-leden zullen de afzonderlijke gemeenten een schriftelijk reactie op de ingediende zienswijze ontvangen. Mededeling: Vandaag is de controleverklaring bij de jaarrekening 2014 van Deloitte Accountants ontvangen. De accountant is van oordeel dat de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de baten en lasten over 2014 en de activa en passiva per 31 december 2014 en dat deze rechtmatig tot stand zijn gekomen. Een overzicht van de ingekomen zienswijzen en gevoelens op de jaarstukken ligt op tafel, met een beknopte weergave van de reactie van het DB daarop. Het DB ziet in de ingebrachte opmerkingen geen aanleiding om de voorstellen aan te passen. Het Algemeen Bestuur besluit conform het voorstel en stelt de jaarstukken 2014 vast. Het Algemeen Bestuur besluit het voordelig rekeningresultaat ter grootte van € 364.000. en het gerealiseerde voordeel in de huisvestingskosten ter grootte van € 153.000. uit te keren aan de deelnemende gemeenten. Het Algemeen Bestuur stemt in met de begrotingsoverschrijding van de lasten bij programma 3 Avri en programma 4 Contractgestuurde Dienstverlening. De controleverklaring bij de jaarrekening 2014 van Deloitte Accountants wordt naar de gemeenten gezonden. Dhr. Steenkamp merkt op dat er in oplegnota (1e alinea) vanuit wordt gegaan dat alleen een wethouder lid van een speerpuntberaad kan worden. Dit kan ook een burgemeester zijn. Het Algemeen Bestuur stelt het instellingsbesluit speerpuntberaden Regio Rivierenland vast. Mocht het woord "wethouder" in het instellingsbesluit voorkomen dan wordt dit vervangen door het woord "portefeuillehouder". Het Algemeen Bestuur besluit in de begroting 2015 een werkbudget op te nemen voor de speerpuntberaden voor een totaal bedrag van € 60.000. Deze post wordt ten laste gebracht van de bestemmingsreserve voormalige Programmaraden. Mocht aan de hand van de ambities uit de meerjarenprogramma's
4
VolgOnderwerp nr.
6e
Integrale besluitvorming afsplitsing Avri
Besluit/Conclusie blijken dat een hoger bedrag gewenst is dan wordt hiervoor een voorstel met gedetailleerde onderbouwing aan het Algemeen Bestuur voorgelegd. Mededeling: Op 28 mei is de OR gevraagd advies uit de brengen over de personele gevolgen van de afsplitsing. Naar aanleiding hiervan heeft de OR op 16 juni een reactie gestuurd (ligt op tafel). In de brief wordt aangegeven dat nu nog niet kan worden bepaald wanneer advies kan worden uitgebracht. De OR wil zich de komende periode door middel van gesprekken in de organisatie op de hoogte stellen van de gevolgen van de afsplitsing. Daarna worden naar verwachting in de tweede helft van juni concrete vragen geformuleerd. De OR benadrukt hierbij dat de insteek zal zijn om op een constructieve manier bij te dragen aan het realiseren van twee duurzame en robuuste organisaties. De inzet van het DB is om het advies van de OR eind augustus te ontvangen, zodat dit betrokken kan worden bij de behandeling van het afsplitsingsvoorstel in de raden. Mededeling: Op 17 juni jl. heeft de bestuurder, Dhr. Zondag overleg gevoerd met het GO. Gelet op de manier waarop de afsplitsing wordt vorm gegeven zal het GO niet vragen om het opstellen van een Sociaal Plan, tenzij de OR hier in haar advies uitdrukkelijk om zal vragen. In het kader van de integrale besluitvorming afsplitsing Avri geeft het Algemeen Bestuur in afwijking van het voorstel aan dat het nu ten behoeve van de adviesaanvraag aan de OReen voorgenomen besluit neemt en: de concept gemeenteschappelijke regeling Avri toezendt aan de colleges en raden; het concept besluit tot de 43ste wijziging van de gemeenschappelijke regeling Regio Rivierenland toezendt aan de colleges en raden; instemt met het besluit van het DB om uit te treden uit de gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking Rivierenland (BSR) onder de voorwaarde dat de deelnemers in Regio Rivierenland besluiten tot afsplitsing van de dienst Avri uit de organisatie van Regio Rivierenland en hiervoor een nieuwe gemeenschappelijke regeling wordt getroffen met dezelfde belangen, taken en bevoegdheden; instemt met de inhoud en het toezenden van de notitie "Integraal voorstel ... etc" aan de colleges en de raden. Het Algemeen Bestuur besluit om in de toelichting bij de gemeenschappelijke regeling Avri een passage op te nemen over de verbonden partijen van Avri (overige activiteiten). Door de portefeuillehouder wordt opgemerkt dat de GR Avri specifiek gaat over de primaire inzameltaken van Avri. De door Avri uit te voeren IBOR-taken worden via een dienstverleningsovereenkomst geregeld. De risico's voor deze taken liggen volledig bij de gemeenten die de IBOR taken bij Avri hebben weggezet. Het Algemeen Bestuur is zich ervan bewust dat raadsleden wellicht onvoldoende overtuigd zijn van de noodzaak tot afsplitsing van de Avri. De portefeuillehouders Avri en Bedrijfsvoering zijn op verzoek beschikbaar om in de raad een aanvullende toelichting op de voorstellen te komen geven. In de aanbiedingsbrief van de voorstellen aan de raden wordt hiervan melding gemaakt. Tot slot spreekt het Algemeen Bestuur haar complimenten uit aan de organisatie van Avri en het Regiokantoor voor de afhandeling van het proces tot nu toe. De voorzitter doet een dringend beroep op de AB-leden om besluitvorming op de voorstellen in oktober in de raden te laten
5
VolgOnderwerp nr. 6f
6g
6h
6i 6j
6k
7 7a
8 9
Besluit/Conclusie
plaatsvinden. Ook dit zal in de aanbiedingsbrief worden vermeld. Het Algemeen Bestuur stemt in met de plaatsing van 89 ondergrondse brengvoorzieningen voor Droge Componenten. De ingebruikname hiervan zal plaatsvinden na 1 augustus 2015. Deze investering wordt per 1-1-2016 geactiveerd. Het Algemeen Bestuur neemt kennis van de financiële raming voor eindafwerking en overdracht van de stortplaats van 2,1 miljoen tot eind 2019 en stemt in met het verwerken van deze financiële raming in de gewijzigde begroting Avri 2016-2019. Nota risicomanagement Het Algemeen Bestuur stelt de geactualiseerde nota risicomanaen weerstandsvermogen gement en weerstandsvermogen 2015 vast en daarbij de waardeAvri ring van de ratio weerstandsvermogen van voldoende te handhaven. De nieuwe drempelwaarden voor de weerstandscapaciteit wordt verwerkt in de gewijzigde begroting 2016-2019. Het AB vraagt aandacht om in de nieuwe organisatie van Avri de risico's verder 'smart' te formuleren en de portefeuillehouders financiën te betrekken. PV-systeem kantoor Avri Het Algemeen Bestuur besluit te investeren in het PV-systeem (zonnepanelen) voor kantoor Avri. Vaststellen eindrapport Aan de hand van een korte presentatie informeert Stan Herms het fase 3 breedbandonder- Algemeen Bestuur over de stand van zaken in het onderzoek zoek en vrijmaken mid- Breedband. Het Algemeen Bestuur onderschrijft het belang van delen voor fase 4 en 5 breedband voor zowel de inwoners, ondernemers als het onderwijs van het onderzoek in Regio Rivierenland en stelt conform het voorstel het eindrapport fase 3 vast en besluit € 400.000. vrij te maken uit de reserve van Contractgestuurde Dienstverlening voor fase 4 en 5. Basismobiliteit Mededeling: Vóór het zomerreces dient de besluitvorming over de samenwerkingsovereenkomst basismobiliteit met de provincie in alle gemeenten te zijn afgerond. De provincie heeft namelijk uitstel tot aan het zomerreces verleend voor ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst. Het voorliggende voorstel richt zich op de aanpassing van de GR later dit jaar, zodat de Regio zal kunnen optreden als bevoegd gezag voor Basismobiliteit. Om vóór het zomerreces de samenwerkingsovereenkomst te kunnen tekenen is een volmacht opgesteld die aan alle burgemeesters ter ondertekening wordt voorgelegd. De voorzitter van Regio Rivierenland kan dan namens de gemeenten de samenwerkingsovereenkomst met de provincie ondertekenen. Extra ondergrondse brengvoorzieningen voor droge componenten (glas, papier en textiel) Stortplaats financieel perspectief
Het Algemeen Bestuur besluit conform het voorstel om de organisatie van basismobiliteit namens de tien gemeenten op zich te nemen en daartoe een voorstel tot wijziging van de gemeenschappelijke regeling voor te bereiden. Voorstellen ter kennisname Veranderingen in de Het Algemeen Bestuur neemt kennis van de veranderingen in de nieuwe Stads- en Regio- nieuwe Stads- en Regiocontracten. contracten Rondvraag Van de rondvraag wordt geen gebruik gemaakt Sluiting De voorzitter sluit de vergadering
AvW 1 juli 2015
Actiepuntenlijst Algemeen Bestuur Regio Rivierenland Nr 1
Actiepunt Ambtelijke inhoudelijke ondersteuning gemeenten bij speerpuntberaden. In de praktijk is er onvoldoende capaciteit bij gemeenten beschikbaar. Kunnen gemeenten aan de vraag voldoen?
6
Uit AB 24 juni 2015
Concept-besluitenlijst van de vergadering van het Dagelijks Bestuur van 10 juni 2015 om 13.30 uur in het gebouw van het Regiokantoor te Tiel Aanwezig: dhr. Van Schelven (voorzitter), mw. Van Wamel (secretaris), dhr. Beenakker (vicevoorzitter en portefeuillehouder Agribusiness), dhr. Verwoert (portefeuillehouder Logistieke Hotspot) en dhr. De Boer (portefeuillehouder Recreatie & Toerisme) en dhr. Zondag (portefeuillehouder Bedrijfsvoering) Afwezig met kennisgeving: dhr. Verwoert (portefeuillehouder Logistieke Hotspot)
Nr
Agendapunt
Besluit/conclusie
1
Opening en vaststelling agenda
De voorzitter opent de vergadering en heet de aanwezigen welkom. De agenda wordt vastgesteld.
2
Besluitenlijsten van 13 en 27 mei 2015
De besluitenlijsten van 13 en 27 mei worden onveranderd vastgesteld.
3
Mededelingen
Op tafel ligt een notitie met de navolgende mededelingen: Uitnodiging GS Op de felicitatie die naar het nieuwe college van GS is gestuurd, is een bedankbriefje ontvangen. In de felicitatie is aangegeven dat de Regio het college graag ontvangt voor een nadere kennismaking. Het Dagelijks Bestuur besluit het College van GS zo snel mogelijk na de zomervakantie uit te nodigen voor een werkbezoek met als dagthema "sterke regio". Het programma voor het werkbezoek wordt voorbereid door de secretaris en zal zich richten op de speerpuntberaden waarbij aansluiting wordt gezocht op het coalitieakkoord. Ook moet in het programma aandacht worden besteed aan de andere manier van samenwerken in de regio zoals dit wordt uitgevoerd door de Dienst contractgestuurde dienstverlening. Ondernemingsraad Adviesaanvraag afsplitsing Avri Ook na het gesprek met het DB (vorige vergadering) blijft de OR zorg houden over het proces. Dit is met de secretaris besproken. De voorzitter van de OR heeft aangegeven nu niet te kunnen bepalen wanneer de OR advies uit kan brengen. De OR wil zich de komende periode door middel van gesprekken in de organisatie op de hoogte stellen van de gevolgen van de afsplitsing. Daarna worden concrete vragen geformuleerd. De OR benadrukt hierbij dat de insteek zal zijn om op een constructieve manier bij te dragen aan het realiseren van twee duurzame en robuuste organisaties. Besloten wordt dat de portefeuillehouder Bedrijfsvoering tijdens zijn kennismakingsgesprek met de Ondernemingsraad op donderdag 18 juni a.s. de zorgen van de Ondernemingsraad zal proberen weg te nemen. Ontwikkeling Regiokantoor Na de ontevredenheid die in februari is uitgesproken over de ontwikkeling bij het team Programma's en Strategie is een koerswijziging ingezet. De OR stelt het op prijs om expliciet van het bestuur te vernemen of de dienstverlening in de afgelopen maanden naar tevredenheid is verlopen. De secretaris is gevraagd hierover in de organisatie te communiceren. De voorzitters van de speerpuntenberaden zien verbeteringen en spreken zich positief uit over de ondersteuning van de speerpuntberaden. Met deze beoordeling wordt actiepunt 02 als afgedaan beschouwd. 1
Nr
Agendapunt
Besluit/conclusie Vakantierooster Het overzicht van de vakantieperiodes van de leden van het DB en de directie ligt op tafel. Er is in de zomerperiode altijd een bestuurlijk en ambtelijke aanspreekpunt voor de Regio aanwezig vanuit het DB of het MT. Proces afsplitsing Avri Dhr. Zondag deelt mee dat overeenstemming is bereikt over het voorstel over de leningen bij de BNG. Dit voorstel gaat uit van een bepaalde systematiek die veel extra werkzaamheden tot gevolg heeft. Spreker onderzoekt of een andere eenvoudigere werkwijze mogelijk is en zal dit bespreken met de portefeuillehouder Avri en directeur Avri. Ondersteuning gemeenten bij schrijven inhoudelijke voorstellen Dhr. Zondag spreekt zijn zorgen uit over de ondersteuning van gemeenten bij het schrijven van inhoudelijke voorstellen. De gemeenten leveren geen of onvoldoende capaciteit. Dit probleem doet zich bij meerdere GR'en voor. Het Dagelijks Bestuur besluit om dit onderwerpt te bespreken op de later dit jaar te plannen heidag. Het Dagelijks Bestuur besluit tevens om dit punt ook mee te nemen voor het Algemeen Bestuur op 24 juni a.s. Een delegatie van het Dagelijks Bestuur bestaande uit de voorzitter en de portefeuillehouder Bedrijfsvoering zullen in de kring van gemeentesecretarissen hun zorgen kenbaar maken. Ingekomen stukken - Via de site van de provincie Gelderland heeft de Regio kennis kunnen nemen van het integrale eindrapport Sterk Bestuur in Gelderland. Mw. de Vries heeft de vraag gesteld of het wenselijk is dat de Regio hierop gaat reageren. Het Dagelijks Bestuur besluit een schriftelijke reactie te sturen waarbij wordt ingegaan op de conclusies en aanbevelingen uit het rapport over de Regio. Een conceptreactie wordt ter instemming voorgelegd aan het Algemeen Bestuur op 24 juni a.s. -
Brief van Logistieke Hotspot Rivierenland BV van 21 mei 2015 (op tafel) met het verzoek om een betalingsregeling te treffen voor de kosten die LHR volgens afspraak terug zou moeten betalen aan Regio Rivierenland. Het gaat hier om extra kosten die Regio Rivierenland heeft voorgeschoten ten behoeve van de voortgang van de LHR. De LHR verzoekt om een deel van deze kosten die gemaakt zijn voor het project Biezenburg op een andere manier te dekken dan wel voor rekening van de Regio te laten komen. Voor een ander deel vraagt de LHR een betalingsregeling te treffen tot het eind van dit jaar. Besloten wordt dat de secretaris het gesprek aangaat met de directie van de Stichting om inzicht te krijgen in de financiële positie van de LHR. Na de zomervakantie worden de uitkomsten van dit gesprek teruggekoppeld aan het Dagelijks Bestuur.
Avri 4
AB-voorstel: Extra ondergrondse brengvoorzieningen voor Droge Compomenten (glas, papier en textiel)
Het Dagelijks Bestuur besluit het voorstel ter instemming voor te leggen aan het Algemeen Bestuur. Voorafgaand aan de behandeling van het voorstel in het Algemeen Bestuur zal de directeur Avri verduidelijken dat het voorstel geen verhoging van de afvalstoffenheffing tot gevolg heeft.
5
AB-voorstel; PV-systeem
Het Dagelijks Bestuur besluit het voorstel ter instemming voor te leggen aan het Algemeen Bestuur . 2
Nr
Agendapunt
Besluit/conclusie
kantoor Avri 6
Proces afsplitsing Avri; terugkoppeling vanuit de Ondernemingsraad
Geen bijzonderheden. Zie ook bij mededelingen.
Concern aangelegenheden 7
Terugblik en vooruitblik Regiomiddag
Mededelingen: De 3 speerpuntberaden hebben zich gebogen over de ambities en opzet van het meerjarenprogramma voor de speerpunten van de Regio. De tekst is uitgedeeld met een verzoek om een reactie. Bij de bijeenkomst was het Bureau Pieterman aanwezig (mw. Danielle Jonkman en Lena Rentschler). Dit bureau was gevraagd om te observeren ten behoeve van een eerste stap - te zetten op 1 juli met de speerpuntberaden - om branding/lobby van het speerpunt vorm te geven. Het Dagelijks Bestuur besluit om het besluitvormingsproces voor de totstandkoming van de meerjarenprogramma's van de speerpuntberaden met een versnelling aan te passen. Met deze versnelling beoogt het Dagelijks Bestuur om focus en energie te behouden. In een extra bijeenkomst op 1 juli a.s. zouden de speerpuntberaden de concept meerjarenprogramma's voorlopig vaststellen waarna ze nog voor de zomervakantie voor een reactie naar de gemeenteraden zouden worden gezonden. Het Dagelijks Bestuur besluit de extra bijeenkomst op 1 juli te annuleren en de zomerperiode tot september te benutten om eerst met het bedrijfsleven over de programma's in discussie te gaan. Ook de provincie Gelderland wordt voor wat betreft de gebiedsopgave gevraagd om op de concept meerjarenprogramma's te reageren. De concept meerjarenprogramma's worden na verwerking van de reacties van de stakeholders en de provincie voorgelegd aan de afzonderlijke speerpuntberaden. Het bureau Pieterman zal bij deze vergaderingen aanwezig zijn voor het geven van een sidekick. Eind september worden de concept meerjarenprogramma's voor een zienswijze naar de colleges en de raden gezonden. Het gewijzigde proces wordt maandag a.s. gepresenteerd op de informatiebijeenkomst voor raadsleden.
8
Heidag Dagelijks Bestuur
Het Dagelijks Bestuur besluit om woensdag 9 september a.s. van 09.00 uur tot 16.00 uur te reserveren voor een heidag op een nog nader te bepalen locatie. De secretaris zal met de voorzitter het programma voor deze heidag opstellen.
9
DB-voorstel; Open Days te Brussel
Van 12 t/m 15 oktober 2015 vindt in Brussel het jaarlijkse terugkerende evenement "Open Days plaats. Het Dagelijks Bestuur besluit voltallig van dinsdag 13 oktober t/m woensdag 14 oktober een bezoek te brengen aan de Open Days. Voor een overnachting wordt gezorgd. De aanmeldingen worden via de bestuurssecretariaten geregeld. Het Dagelijks Bestuur draagt de directie van het Regiokantoor op om een heel praktisch en concreet programma op te stellen met "things to do".
10
Vaststellen vergaderschema 2016
De frequentie van de DB-vergaderingen is 2x per maand in het vergaderschema opgenomen. Een reguliere vergadering voor bedrijfsvoeringsonderwerpen en een vergadering voor verdere verdieping etc. Het Dagelijks Bestuur stemt in met het vergaderschema 2016. Daarmee is actiepunt 06 afgedaan.
11
Zienswijzen gemeenten op de begroting 2016
Een overzicht met de ingekomen zienswijzen van de gemeenten ligt op tafel. De portefeuillehouder Bedrijfsvoering deelt mee dat ook de gemeenteraad van Zaltbommel ook instemt met de begroting 2016. Het Dagelijks Bestuur concludeert dat de zienswijzen van de gemeenten geen aanleiding geven tot de concept begroting 2016 te wijzigen. De concept begroting 2016 ligt ter vaststelling voor aan het Algemeen Bestuur op 24 juni 2016
12
Zienswijzen gemeenten op de
Een overzicht met de ingekomen zienswijzen van de gemeenten ligt op tafel. De portefeuillehouder 3
Nr
13
Agendapunt
Besluit/conclusie
jaarstukken 2014
Bedrijfsvoering deelt mee dat ook de gemeenteraad van Zaltbommel ook instemt met de jaarstukken 2014. Het Dagelijks Bestuur concludeert dat de zienswijzen van de gemeenten geen aanleiding geven om de bestemming van het resultaat te wijzigen. De jaarstukken 2014 inclusief de bestemming van het positief resultaat ligt ter vaststelling voor aan het Algemeen Bestuur op 24 juni 2016.
DB-voorstel: regionale convenant wonen en zorg
Het Dagelijks Bestuur besluit conform het voorstel om het regionale convenant Wonen en Zorg aan te gaan met de tien gemeenten voor wat betreft de coördinatie en de monitoring.
Contractgestuurde Dienstverlening 14
DB-voorstel: inzet middelen Regiocontract
Conform het voorstel besluit het Dagelijks Bestuur om het Regiocontract € 100.000 te bestemmen voor Basismobiliteit. Het Dagelijks Bestuur besluit tevens om uit de middelen van het Regiocontract € 60.000 te bestemmen voor het project Breedband.
15
AB-voorstel: vaststellen eindrapport fase 3 breedbandonderzoek en vrijmaken middelen voor fase 4 en 5 van het onderzoek
Het Dagelijks Bestuur besluit het voorstel ter vaststelling aan het Algemeen Bestuur voor te leggen. In de vergadering op 24 juni a.s. zal aan de hand van de presentatie de aanwending van de middelen voor fase 4 en 5 goed aan het Algemeen Bestuur worden uitgelegd. De presentatie voor het Algemeen Bestuur van 24 juni a.s. wordt hierop qua motivatie en argumentatie aangepast en volgende week naar de DB-leden gezonden.
16
AB-voorstel: veranderingen in de nieuwe Stads- en Regiocontracten
Het Dagelijks Bestuur neemt kennis van de veranderingen in de nieuwe Stads- en Regiocontracten.
17
Rondvraag
Van de rondvraag wordt geen gebruik gemaakt.
18
Sluiting
De voorzitter sluit de vergadering
Nr
ACTIEPUNTEN
Voortgang
√
02
Evaluatie DB over besluitvormingsproces
Ter bespreking in juli
√
03
Heisessie Dagelijks Bestuur
Onderwerpen ter bespreking op de heisessie DB: de aandachtspunten van het Algemeen Bestuur, gegeven tijdens het bijpraatmoment op de Regiomiddag van 12 mei 2015 meenemen met de later dit jaar te organiseren heisessie voor het Dagelijks Bestuur de discussiememo "Verkenning: Lobby door Regio Rivierenland" geagendeerd voor het Dagelijks Bestuur van 13 mei 2015. Ondersteuning gemeenten bij schrijven inhoudelijke voorstellen
04
Excursie naar haven Rotterdam
De geplande excursie van het speerpuntberaad Economie & Logistiek naar de haven van Rotterdam op 26 juni a.s. wordt door afwezigheid van de voorzitter van het speerpuntberaad geannuleerd.
05
Coalitieakkoord G.S. van Gelderland - kansen voor de Regio
Uitvoeren SWOT-analyse en ontwikkelen kansenkaart ter bespreking in het Dagelijks Bestuur
4
√
Nr
ACTIEPUNTEN
Voortgang
√
06
Frequenties DB-vergaderingen
Ter bespreking het voorstel om de frequentie naar 2x per maand op te voeren. De eerste vergadering ter bespreking van de bedrijfsvoering. De tweede vergadering voor een andere inhoudelijke gedachtewisseling over de te realiseren doelen/kansen en ambities. Dit bespreekpunt wordt geagendeerd voor de juni-vergadering.
√
07
Werkbezoek College GS
Het organiseren van een werkbezoek direct na de zomervakantie waarbij de inhoud van het programma zich richt op de speerpuntberaden in aansluiting op het coalitieakkoord en de dienst Contractgestuurde Dienstverlening.
08
Brief van Logistieke Hotspot Rivierenland BV van 21 mei 2015.
De secretaris gaat op ambtelijk niveau het gesprek aan met de Stichting LHR over het verzoek om een betalingsregeling. Na de zomervakantie worden de uitkomsten van dit gesprek teruggekoppeld aan het Dagelijks Bestuur.
09
Proces afsplitsing Avri - voorstel leningen BBG
Gesprek tussen de portefeuillehouders Bedrijfsvoering en Avri en de directeur Avri ter bespreking van een andere werkwijze bij het voorstel over de leningen van de BNG
10
Ondersteuning gemeenten bij schrijven inhoudelijke voorstellen
De te leveren capaciteit door gemeenten voor het schrijven van inhoudelijke voorstellen is onvoldoende. De zorgen van het Dagelijks Bestuur hierover worden kenbaar gemaakt: - via de mededelingen in de vergadering van het Algemeen Bestuur op 24 juni a.s. - door de voorzitter en de portefeuillehouder bedrijfsvoering in een vergadering van de kring van gemeentesecretarissen.
Ada van Wijk 20 mei 2015
5
e
Concept besluit tot 44 wijziging Regeling Regio Rivierenland De raad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeenten Buren, Culemborg, Geldermalsen, Lingewaal, Maasdriel, Neder-Betuwe, Neerijnen, Tiel, Zaltbommel en West Maas en Waal, ieder voor zover het zijn bevoegdheid betreft; gelezen de brief van het Dagelijks Bestuur van de Regio Rivierenland van (datum) met betrekking tot de 44e wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling Regio Rivierenland . overwegende dat het Algemeen Bestuur van de Regio Rivierenland op (datum) heeft besloten om de deelnemende gemeenten voor te stellen de Regeling Regio Rivierenland te wijzigen met betrekking tot Basismobiliteit; gelet op de Wet gemeenschappelijke regelingen, de Gemeentewet en de Regeling Regio Rivierenland, e zoals deze luidt na de 43 wijziging. besluiten: e
tot vaststelling van de 44 wijziging van de Regeling Regio Rivierenland, luidende als volgt: Artikel I Aan artikel 5, eerste lid, wordt een onderdeel toegevoegd dat komt te luiden als volgt: d. het organiseren van het vraagafhankelijke sociaal recreatief vervoer van inwoners in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015; Artikel II Aan artikel 7 wordt, onder vernummering van het vijfde lid tot lid 6, een lid toegevoegd dat komt te luiden als volgt: 5. Ten behoeve van de uitvoering van de in artikel 5, eerste lid, onder d, genoemde taken komt aan het a. b. c.
bestuur van het openbaar lichaam de bevoegdheid toe tot het zorgdragen voor de inkoop van diensten en het beheer daarvan; het vervullen van de rol van opdrachtgever bij overeenkomsten met vervoerders en de regiecentrale, en het zorgdragen voor de ondersteuning en organisatie van het regionale vervoersoverleg.
Artikel III Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2016, onverminderd het bepaalde in artikel 26, tweede lid, van de wet.
Aldus besloten door de raad van de gemeente………………………… in zijn vergadering van …………………… de griffier, de voorzitter,
het college van de gemeente……………………...in zijn vergadering van …………………….. de secretaris, de voorzitter,
de burgemeester van de gemeente………………op…………………………………..
Aan Vergadering Agendapunt Van Onderwerp
: : : : :
Algemeen Bestuur 15 oktober 2015 6a Dagelijks Bestuur 44e wijziging GR Regio Rivierenland i.v.m. basismobiliteit
Voorstel De 44e wijziging van de gemeenschappelijke regeling Regio Rivierenland, ter beslissing voor te leggen aan de raden, colleges en burgemeesters van de deelnemende gemeenten.
Inleiding De tien gemeenten hebben eerder dit jaar besloten om regionaal te gaan samenwerken op het gebied van basismobiliteit. Hiertoe is door alle gemeenteraden de kadernota Basismobiliteit vastgesteld en daarbij is ook besloten om de samenwerkingsovereenkomst met de provincie Gelderland aan te gaan. Om invulling te kunnen geven aan de samenwerkingsovereenkomst en aan de organisatie van het regionaal op te zetten vervoersysteem, dient er een regionaal orgaan te zijn dat de verantwoordelijkheden op zich neemt en de taken en bevoegdheden hiervoor krijgt toegekend. De deelnemende gemeenten en het Algemeen Bestuur hebben besloten dat Regio Rivierenland deze rol vooralsnog op zich neemt. Het Algemeen Bestuur heeft in de vergadering van 24 juni jl. besloten om de organisatie van basismobiliteit namens de 10 gemeenten op zich te willen nemen en daartoe een voorstel tot wijziging van de gemeenschappelijke regeling voor te bereiden. Het voorliggende voorstel betreft de 44e wijziging van de gemeenschappelijke regeling Regio Rivierenland en is in samenspraak met enkele gemeentejuristen uit de regio voorbereid. Beoogd effect Een adequate gemeenschappelijke regeling die een goede formele basis biedt voor de taken en bevoegdheden behorende bij de regionale samenwerking op het gebied van basismobiliteit. Argumenten 1. Uw Bestuur is bevoegd gewenste wijzigingen van de gemeenschappelijke regeling voor te leggen aan de bestuursorganen van de deelnemende gemeenten. In de gemeenschappelijke regeling is bepaald dat het Algemeen Bestuur op voorstel van het Dagelijks Bestuur besluit om een wijziging van de gemeenschappelijke regeling ter beslissing voor te leggen aan de raden, colleges en burgemeesters van de deelnemende gemeenten. 2. Op basis van de Samenwerkingsovereenkomst Basismobiliteit dient er één regionaal bevoegd orgaan te zijn. De huidige taken en bevoegdheden van de gemeenschappelijke regeling Regio Rivierenland zijn ontoereikend om de verantwoordelijkheden behorend bij de samenwerkingsovereenkomst op zich te nemen. 3. De aanpassing van de gemeenschappelijke regeling Regio Rivierenland is een logisch vervolg op de reeds genomen besluiten. In de maanden voorafgaand aan het zomerreces hebben de colleges en gemeenteraden een regionaal gedragen kadernota basismobiliteit vastgesteld, waarin ook de keuze is opgenomen om de organisatie van het regionale vervoersysteem vooralsnog bij Regio Rivierenland neer te leggen. Uw bestuur heeft hier op 24 juni jl. mee ingestemd. Naar aanleiding van deze besluitvorming dient de gemeenschappelijke regeling op onderdelen aangepast te worden. 4. Het is noodzakelijk dat taken en bevoegdheden worden toegekend om op een adequate en goede manier invulling te kunnen geven aan de organisatie van het regionale vervoersysteem. Om met ingang van 1 januari 2017 een goed functionerend vervoersysteem te hebben dat zorg draagt voor het vervoer van inwoners, dienen er taken en bevoegdheden te worden toegekend aan de gemeenschappelijke regeling. Voorgesteld wordt aan het regiobestuur de volgende bevoegdheden toe te kennen: zorg te dragen voor de inkoop van diensten en het bijbehorende beheer, het opdrachtgeverschap voor overeenkomsten met vervoerders en regiecentrale en de ondersteuning van het regionale overleg.
De bevoegdheid inzake de toegang tot het vervoer, zoals het vaststellen van verordeningen op het terrein van Basismobiliteit, inclusief de reizigersindicatie (plus bezwaar en beroep), de vervoerstarieven voor geïndiceerden en het gemeentelijke beleid wordt niet overgedragen aan het bestuur van Regio Rivierenland. Deze bevoegdheden blijven dus een gemeentelijke aangelegenheid. Kanttekeningen Indien de gemeenschappelijke regeling niet voor 1 januari 2016 is aangepast, is er geen regionaal bevoegd orgaan en wordt niet voldaan aan de afspraken overeenkomstig de samenwerkingsovereenkomst tussen de tien regiogemeenten en de provincie Gelderland. Communicatie Het conceptbesluit gaat ter besluitvorming naar de bestuursorganen van de deelnemende gemeenten. Zodra de wijziging van de gemeenschappelijke regeling tot stand is gekomen, zal deze door gemeente Tiel conform artikel 26 van de Wet gemeenschappelijke regelingen gepubliceerd worden. De nieuwe tekst van de regeling wordt ook via de website van de regio beschikbaar gesteld. Financiën De nieuwe bevoegdheid van Regio Rivierenland heeft betrekking op inkoop, contractbeheer, algemene communicatie en onafhankelijke klachtenafhandeling (beheerkosten). Daarnaast zal er vanaf 2017 sprake zijn van kosten van het vervoer zelf. Beheerkosten van Regio Rivierenland In de huidige situatie worden deze taken door de provincie Gelderland uitgevoerd. De kosten hiervan zijn 240.000 euro per jaar waarvan 120.000 euro door de provincie wordt betaald. De bijdrage voor de resterende 120.000 euro wordt door de gemeenten aan de provincie betaald en is gerelateerd aan de hoeveelheid afgenomen vervoer. In de nieuwe situatie zal Regio Rivierenland deze taken uitvoeren. De huidige budgetten zijn hierbij het uitgangspunt, waarbij de bijdrage van de provincie (120.000 euro per jaar) aan Regio Rivierenland wordt betaald. Dit is geregeld in de samenwerkingsovereenkomst. Uitvoering Er zijn aanvullende afspraken nodig tussen de gemeenten en Regio Rivierenland over de verdeling van kosten van het vervoer. Hierbij is uitgangspunt dat de bijdrage per gemeente afhankelijk blijft van de hoeveelheid afgenomen vervoer per gemeente. De concrete afspraken worden geregeld in dienstverleningsovereenkomsten tussen gemeenten en Regio Rivierenland. Bijlage: Conceptbesluit tot wijziging van de gemeenschappelijke regeling Regio Rivierenland
CONCEPT Gemeenschappelijke Regeling Belastingsamenwerking Rivierenland Het dagelijks bestuur van het Waterschap Rivierenland, het dagelijks bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Avri en de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Culemborg, Geldermalsen, IJsselstein, Lingewaal, Maasdriel, Montfoort, Neerijnen, Tiel, West Maas en Waal en Wijk bij Duurstede; overwegende: dat het gewenst is om hun samenwerking bij de heffing en de invordering van waterschapsbelastingen, afvalstoffenheffing en gemeentelijke belastingen alsmede bij de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ), het beheer en de uitvoering van vastgoedinformatie alsmede de mogelijke uitvoering van andere basisregistraties te continueren in een gewijzigde gemeenschappelijke regeling; dat de dagelijkse besturen en de colleges van burgemeester en wethouders van hun algemeen besturen respectievelijk gemeenteraden daartoe de vereiste toestemmingen hebben verkregen; gelet op de hoofdstukken V en VIII van de Wet gemeenschappelijke regelingen; besluiten: de volgende gemeenschappelijke regeling vast te stellen: Hoofdstuk 1: Begripsbepalingen
Begripsbepalingen
Artikel 1 In deze gemeenschappelijke regeling wordt verstaan onder: a. wet: Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr); b. regeling: Gemeenschappelijke Regeling Belastingsamenwerking Rivierenland (GR BSR); c. BSR: het openbaar lichaam Belastingsamenwerking Rivierenland (BSR); d. algemeen bestuur: het algemeen bestuur van BSR; e. dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van BSR; f. voorzitter: de voorzitter van het algemeen en dagelijks bestuur van BSR; g. directeur: de directeur van BSR; h. heffingsambtenaar: de door het dagelijks bestuur aangewezen ambtenaar van BSR als bedoeld in artikel 232, lid 4, sub a, van de Gemeentewet en artikel 124, lid 5, sub a, van de Waterschapswet, bevoegd tot het heffen van belastingen en tot de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ); i. invorderingsambtenaar: de door het dagelijks bestuur aangewezen ambtenaar van BSR als bedoeld in artikel 232, lid 4, sub b, van de Gemeentewet en artikel 124, lid 5, sub b, van de Waterschapswet, bevoegd tot de invordering van belastingen; j. ambtenaar van BSR: de door het dagelijks bestuur aangewezen ambtenaar van BSR als bedoeld in artikel 232, lid 4, sub c, van de Gemeentewet en artikel 124, lid 5, sub c, van de Waterschapswet, bevoegd tot de heffing of de invordering van belastingen en tot de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ); k. Belastingdeurwaarder: de door het dagelijks bestuur aangewezen ambtenaar van BSR als bedoeld in artikel 232, lid 4, sub d, van de Gemeentewet en artikel 124, lid 5, sub d, van de Waterschapswet dan wel een als belastingdeurwaarder aangewezen gerechtsdeurwaarder, bedoeld in de Gerechtsdeurwaarderswet;
1
l. m. n. o. p.
q.
r.
s.
t. u.
belastingen: de in dit artikel onder m, n, en o genoemde belastingen; gemeentelijke belastingen: de belastingen die een gemeente overeenkomstig titel IV van de Gemeentewet kan heffen; waterschapsbelastingen: de belastingen die een waterschap overeenkomstig titel IV van de Waterschapswet kan heffen; afvalstoffenheffing: de belasting die overeenkomstig titel 15.9 van de Wet milieubeheer kan worden geheven; belastingverordening: de verordening tot heffing en invordering van een belasting of een recht, vastgesteld door het algemeen bestuur respectievelijk de gemeenteraad van de deelnemers van BSR; nadere regels: nadere regels ter uitvoering van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR), de Invorderingswet 1990 en van de belastingverordeningen; kwijtscheldingsregels: de door het algemeen bestuur respectievelijk de gemeenteraad van de deelnemers van BSR vastgestelde regels als bedoeld in artikel 255, leden 3 en 4 van de Gemeentewet en artikel 144, leden 3 en 4, van de Waterschapswet; beleidsregels: beleidsregels in de zin van titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) op het gebied van de heffing en de invordering van belastingen en de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ); grondgebied: het grondgebied van de deelnemers aan deze gemeenschappelijke regeling; deelnemer: de aan deze gemeenschappelijke regeling deelnemende gemeenten en gemeenschappelijke regelingen alsmede waterschap Rivierenland.
Hoofdstuk 2: Het openbaar lichaam BSR
Openbaar lichaam BSR
Bestuur
Artikel 2 1. Er is een rechtspersoonlijkheid bezittend openbaar lichaam ingesteld, genaamd “Gemeenschappelijke Regeling Belastingsamenwerking Rivierenland” hierna te noemen BSR. 2. BSR is gevestigd te Tiel. 3. Het gebied waarvoor deze regeling geldt omvat het grondgebied van de deelnemers. Artikel 3 Het bestuur van BSR bestaat uit: a. het algemeen bestuur; b. het dagelijks bestuur; c. de voorzitter. Hoofdstuk 3: Belangen en bevoegdheden
Artikel 4 Behartigde belangen 1. In het kader van deze gemeenschappelijke regeling worden de belangen van de deelnemers, elk voor zover het hun grondgebied en hun belangen betreft, behartigd op het gebied van: a. de heffing en de invordering van de door de deelnemer aan BSR overgedragen belastingen; b. de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) waaronder tevens wordt begrepen de administratie van vastgoed-gegevens en het verstrekken van vastgoedgegevens aan de deelnemers en derden; c. de inrichting en/of het beheer van de door de deelnemer aan BSR overgedragen andere basisregistraties.
2
2.
3.
4.
5.
Artikel 5 Overdracht bevoegdheden
1.
2.
Bij deze regeling is een bijlage gevoegd met daarop een overzicht van de taken die door de deelnemers aan BSR zijn overgedragen als genoemd in het eerste lid. Het algemeen bestuur is, na voorafgaande toestemming van de deelnemers, bevoegd om op verzoek van een deelnemer de uitvoering van taken als bedoeld in het eerste lid bij BSR onder te brengen. Het algemeen bestuur is, na voorafgaande toestemming van de deelnemers, bevoegd om op verzoek van een deelnemer de uitvoering van taken terug te leggen bij de deelnemer, met dien verstande dat hierbij een opzegtermijn van één jaar in acht wordt genomen en deze bepaling niet geldt in geval van een wens tot uittreding van een deelnemer conform artikel 37 van de regeling. Het algemeen bestuur bepaalt de voorwaarden waaronder taken worden toegevoegd of teruggelegd.
BSR en het bestuur van BSR als bedoeld in de artikelen 3 en 24 van deze gemeenschappelijke regeling komen de bevoegdheden toe die in deze regeling aan BSR en het bestuur van BSR zijn toegekend. Aan BSR worden geen verordenende bevoegdheden toegekend.
Hoofdstuk 4: Algemeen bestuur
Omvang en samenstelling algemeen bestuur
Artikel 6 1. Aan het hoofd van BSR staat een algemeen bestuur, bestaande uit zoveel leden als er deelnemers zijn, met dien verstande dat het aantal leden uit het Waterschap Rivierenland bestaat uit twee. 2. Het dagelijks bestuur van het Waterschap Rivierenland wijst uit zijn midden twee leden aan, ieder met een meervoudig stemrecht van twee. 3. Elk van de colleges van burgemeester en wethouders van de aan deze gemeenschappelijke regeling deelnemende gemeenten wijst uit zijn midden één lid aan met enkelvoudig stemrecht. 4. Het dagelijks bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Avri wijst uit zijn midden één lid aan met enkelvoudig stemrecht. 5. Voor elk aangewezen lid wijzen de dagelijkse besturen respectievelijk de colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemers een plaatsvervanger aan die dat lid bij verhindering vervangt. 6. Van elke aanwijzing tot lid of plaatsvervangend lid van het algemeen bestuur geven de dagelijkse besturen en de colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemers die het aangaan terstond daarvan kennis aan de voorzitter van BSR. Artikel 7
Onverenigbare betrekking
1. 2.
Het lidmaatschap van het algemeen bestuur is onverenigbaar met de betrekking van ambtenaar van BSR. Met ambtenaar als bedoeld in het eerste lid worden voor de toepassing van dit artikel gelijkgesteld zij die in dienst van BSR werkzaam zijn op basis van een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht.
Artikel 8 Einde lidmaatschap algemeen bestuur
1.
Het lidmaatschap van het algemeen bestuur eindigt op de dag waarop de zittingsperiode van het dagelijks bestuur of college van burgemeester en wethouders van de deelnemer dat het lid van het algemeen bestuur heeft benoemd, eindigt.
3
Tussentijdse vacature 2.
3.
Ontslag nemen
Vergaderingen van algemeen bestuur
Openbaar Deuren sluiten
Geheimhouding
4.
Indien tussentijds een plaats van een lid van het algemeen bestuur vacant of beschikbaar komt, wijst het dagelijks bestuur of college van burgemeester en wethouders van de deelnemer dat het aangaat zo spoedig mogelijk een nieuw lid van het algemeen bestuur aan. Hij die ter vervulling van een tussentijdse vacature als lid van het algemeen bestuur wordt benoemd, treedt af op het tijdstip waarop degene in wiens plaats hij is benoemd zou hebben moeten aftreden. Een lid van het algemeen bestuur kan te allen tijde ontslag nemen. Hij deelt zijn ontslag mede aan de deelnemer die het aangaat en aan de voorzitter van het algemeen bestuur. Het lid houdt zitting in het algemeen bestuur totdat in de opvolging is voorzien.
Artikel 9 1. Het algemeen bestuur vergadert jaarlijks tenminste tweemaal en voorts zo vaak als de voorzitter of het dagelijks bestuur dit nodig oordeelt dan wel tenminste twee vijfde van de leden dit, onder opgaaf van redenen, schriftelijk aan de voorzitter verzoekt. 2. De vergaderingen van het algemeen bestuur zijn in beginsel openbaar. 3. De deuren worden gesloten wanneer een vijfde gedeelte van de aanwezige leden daarom verzoekt of de voorzitter het nodig oordeelt. 4. Het algemeen bestuur beslist vervolgens of met gesloten deuren wordt vergaderd. 5. Met betrekking tot het opleggen van geheimhouding is artikel 23 van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) van overeenkomstige toepassing.
Artikel 10 1. Het algemeen bestuur stelt voor zijn vergaderingen een reglement van orde vast. Dit reglement wordt ter kennis gebracht van de deelnemers aan deze gemeenschappelijke regeling. Besluitvorming bij 2. Besluiten worden bij gewone meerderheid van stemmen genomen, gewone meerderheid, tenzij in deze gemeenschappelijke regeling uitdrukkelijk anders is tenzij bepaald.
Reglement van orde
Informatieplicht
Verantwoordingsplicht
Artikel 11 1. Het algemeen bestuur geeft aan de dagelijkse besturen en colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemers gevraagd dan wel ongevraagd alle inlichtingen die voor een juiste beoordeling van het door het algemeen bestuur gevoerde en te voeren beleid nodig zijn. 2. Het reglement van orde voor het algemeen bestuur regelt de wijze waarop de in het eerste lid bedoelde inlichtingen worden verstrekt. 3. Een lid van het algemeen bestuur geeft aan het dagelijks bestuur of college van burgemeester en wethouders dat hem heeft aangewezen alle inlichtingen die door dat dagelijks bestuur of college van burgemeester en wethouders, of een of meer leden daarvan, worden verlangd. 4. Een lid van het algemeen bestuur is aan het dagelijks bestuur of college van burgemeester en wethouders dat hem heeft aangewezen verantwoording verschuldigd voor het door hem in het algemeen bestuur gevoerde beleid.
Artikel 12 Bestuur, kaderstelling Het algemeen bestuur is belast met het algemeen bestuur van BSR, en controle waaronder kaderstelling en controle van het dagelijks bestuur.
4
Bevoegdheden algemeen bestuur
Artikel 13 Tot de bevoegdheden van het algemeen bestuur behoren, onverminderd het bepaalde in artikel 66, lid 1, van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) onder meer: a. het vaststellen en wijzigen van de begroting; b. het vaststellen van de jaarrekening; c. het vaststellen van de bijdragen van de deelnemers van BSR; d. de benoeming, schorsing of ontslag van de leden van het dagelijks bestuur en de voorzitter. Hoofdstuk 5: Dagelijks bestuur
Artikel 14 1. Het dagelijks bestuur bestaat uit 3 leden, te weten: a. een voorzitter; b. twee leden. Verkiezing 2. De voorzitter en de leden van het dagelijks bestuur worden door en uit het midden van het algemeen bestuur gekozen. Lid dagelijks bestuur 3. Tenminste één van de leden van het dagelijks bestuur wordt gekozen uit Waterschap uit de in artikel 6, lid 2, van deze gemeenschappelijke regeling bedoelde leden. Einde lidmaatschap 4. Het lidmaatschap van het dagelijks bestuur eindigt van rechtswege, dagelijks bestuur zodra men ophoudt lid te zijn van het algemeen bestuur. Tussentijdse 5. Indien tussentijds een plaats in het dagelijks bestuur vacant of vacature beschikbaar komt, kiest het algemeen bestuur zo spoedig mogelijk een nieuw lid van het dagelijks bestuur. 6. Gaat het openvallen van een plaats in het dagelijks bestuur gepaard met het openvallen van een plaats in het algemeen bestuur, dan wordt het kiezen van een nieuw lid van het dagelijks bestuur uitgesteld, totdat de opengevallen plaats in het algemeen bestuur is bezet. Ontslag 7. Een lid van het dagelijks bestuur kan door het algemeen bestuur worden ontslagen indien dit lid het vertrouwen van het algemeen bestuur niet meer bezit. 8. Een lid van het dagelijks bestuur kan te allen tijde ontslag nemen. Hij doet hiervan mededeling aan het algemeen bestuur. Een lid dat ontslag heeft genomen, blijft zijn functie waarnemen totdat zijn opvolger zijn benoeming heeft aanvaard.
Samenstelling
Artikel 15 Vergaderingen van 1. Het dagelijks bestuur vergadert tenminste zes keer per jaar en zo het dagelijks bestuur dikwijls als de voorzitter dit nodig oordeelt of een lid van het dagelijks bestuur daarom verzoekt. Besluitvorming 2. De leden van het dagelijks bestuur hebben ieder één stem. Besluiten worden bij gewone meerderheid van stemmen genomen. 3. In de vergaderingen van het dagelijks bestuur kan slechts worden beraadslaagd en besloten indien tenminste twee leden aanwezig zijn. 4. Indien het vereiste aantal leden niet aanwezig is, belegt de voorzitter een nieuwe vergadering. Vergaderingen niet 5. De vergaderingen van het dagelijks bestuur zijn niet openbaar, openbaar voorzover het dagelijks bestuur niet anders heeft bepaald. Reglement van orde 6. Het dagelijks bestuur stelt een reglement van orde voor zijn vergaderingen vast. Dit reglement wordt ter kennis gebracht van het algemeen bestuur. Artikel 16 Algemene taken van 1. Het dagelijks bestuur is belast met de dagelijkse aangelegenheden het dagelijks bestuur van BSR, tenzij de voorzitter bij of krachtens de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) of krachtens deze gemeenschappelijke regeling daarmee is belast.
5
2.
3.
Het dagelijks bestuur is belast met de voorbereiding van al hetgeen in de vergadering van het algemeen bestuur ter overweging en besluitvorming moet worden gebracht. Het dagelijks bestuur is belast met de uitvoering van de besluiten van het algemeen bestuur, tenzij de voorzitter daarmee krachtens deze gemeenschappelijke regeling is belast.
Artikel 17 Specifieke taken van Het dagelijks bestuur is in ieder geval belast met: het dagelijks bestuur a. de organisatorische inrichting en de bedrijfsvoering van BSR en de personele aangelegenheden; b. het beheer van de inkomsten, uitgaven en het vermogen van BSR; b. de zorg, voorzover niet aan anderen opgedragen, voor de controle op het geldelijk beheer en de boekhouding; c. het houden van toezicht op de uitoefening van de bevoegdheden door de heffingsambtenaar, de invorderingsambtenaar, de ambtenaar van BSR en de belastingdeurwaarder; d. de behartiging van de belangen van BSR bij andere overheden, instellingen, diensten of personen, waarmee contact voor BSR van belang is; f. het beheer van een register met de belastingverordeningen en de kwijtscheldingsregels die BSR voor de deelnemers uitvoert. Artikel 18 Bevoegdheden van Het dagelijks bestuur is in ieder geval bevoegd tot: het dagelijks bestuur a. het nemen van conservatoire maatregelen; b. het voeren van rechtsgedingen en het instellen van beroep; c. benoeming, schorsing en ontslag van de directeur en het personeel van BSR; d. het regelen van de rechtspositie en de arbeidsvoorwaarden van de directeur en het personeel van BSR met inachtneming van het bepaalde in artikel 29, lid 2, van deze gemeenschappelijke regeling; e. uitoefening van de bevoegdheden en de verplichtingen die bij of krachtens de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR), de Invorderingswet 1990, de Kostenwet invordering rijksbelastingen, de Gemeentewet, de Waterschapswet, de Wet verontreiniging oppervlaktewateren, de Wet milieubeheer en de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) zijn toegekend aan de Minister van Financiën, het bestuur van ’s-Rijkbelastingdienst en de directeur respectievelijk het dagelijks bestuur of het college van burgemeester en wethouders van de deelnemers; f. de aanwijzing van een of meer ambtenaren van BSR als heffingsambtenaar en als invorderingsambtenaar; g. de aanwijzing van een of meer ambtenaren van BSR of een gerechtsdeurwaarder als belastingdeurwaarder; h. het aanwijzen van een of meer ambtenaren van BSR als ambtenaar van BSR als bedoeld in artikel 1, sub j, van deze gemeenschappelijke regeling; i. het vaststellen van instructies en beleidsregels voor de heffingsambtenaar, de invorderingsambtenaar, de ambtenaar van BSR en de belastingdeurwaarder voor de uitoefening van hun bevoegdheden; j. het stellen van beleidsregels en nadere regels met betrekking tot de heffing en de invordering van de belastingen; k. het geheel of gedeeltelijk oninbaar verklaren van de belastingen; l. het besluiten tot het aanbesteden van leveringen en diensten;
6
m.
n.
Informatie aan algemeen bestuur
Verslag van werkzaamheden
het besluiten tot privaatrechtelijke rechtshandelingen van BSR, waaronder mede begrepen het sluiten van dienstverleningsovereenkomsten; het doen van aangifte van strafbare feiten, waarvan BSR kennis heeft genomen.
Artikel 19 1. Het dagelijks bestuur en elk van zijn leden verstrekken aan het algemeen bestuur de door één of meer leden van dit bestuur gevraagde inlichtingen. 2. Het dagelijks bestuur en elk van zijn leden leggen op verzoek van het algemeen bestuur verantwoording af over het door het dagelijks bestuur of door een der leden gevoerde bestuur.
Artikel 20 1. Het dagelijks bestuur biedt het algemeen bestuur jaarlijks voor 1 juli van het kalenderjaar ter vaststelling aan een verslag van de werkzaamheden van BSR over het afgelopen kalenderjaar. 2. Het dagelijks bestuur zendt het verslag binnen 14 dagen na vaststelling aan de dagelijkse besturen en colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemers. Hoofdstuk 6: De voorzitter
Artikel 21 Verkiezing voorzitter 1. Het algemeen bestuur kiest uit zijn midden de voorzitter van het algemeen bestuur. 2. De voorzitter van het algemeen bestuur is tevens voorzitter van het dagelijks bestuur. Plaatsvervangend 3. Het algemeen bestuur kiest uit de in artikel 14, lid 1, sub b, van deze voorzitter gemeenschappelijke regeling bedoelde leden van het dagelijks bestuur een plaatsvervangend voorzitter, die de voorzitter bij afwezigheid vervangt.
Taken en bevoegdheden voorzitter
Artikel 22 1. De voorzitter is belast met de leiding van de vergaderingen van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur van BSR. 2. De voorzitter tekent de stukken die van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur uitgaan. 3. De voorzitter vertegenwoordigt BSR in en buiten rechte. Hij kan deze vertegenwoordiging met instemming van het dagelijks bestuur aan een door hem aan te wijzen gemachtigde opdragen. 4. Indien de voorzitter behoort tot het bestuur van een deelnemer die partij is bij een geding waarbij BSR is betrokken, oefent de plaatsvervangend voorzitter met betrekking tot dat geding de in lid 3 van dit artikel genoemde bevoegdheid uit. 5. Indien ook de deelnemer van welks bestuur de plaatsvervangend voorzitter deel uitmaakt bij het in lid 4 van dit artikel bedoelde geding betrokken is, wordt een ander lid van het dagelijks bestuur gemandateerd om BSR met betrekking tot dat geding te vertegenwoordigen. Hoofdstuk 7: De directeur
Instructie directeur
Artikel 23 1. BSR heeft een ambtelijke organisatie met aan het hoofd een directeur. 2. De directeur handelt in overeenstemming met de door het algemeen bestuur vastgestelde instructie.
7
Taken directeur
3.
Tekenen stukken
4.
Vervanging
5.
De directeur staat het algemeen ebstuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter bij de uitoefening van hun taak terzijde en is bij de vergaderingen van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur aanwezig. Alle stukken die van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur uitgaan worden door de directeur mede ondertekend. Het dagelijks bestuur regelt de vervanging van de directeur.
Hoofdstuk 8: De heffingsambtenaar, de invorderingsambtenaar, de ambtenaar van BSR en de belastingdeurwaarder Artikel 24 BSR heeft een of meer heffingsambtenaren, invorderingsambtenaren, ambtenaren van BSR en belastingdeurwaarders.
Bevoegdheden heffingsambtenaar
Bevoegdheden invorderingsambtenaar
Artikel 25 1. De heffingsambtenaar is bevoegd tot heffing van de belastingen waarvoor door de algemeen besturen en gemeenteraden van de deelnemers van BSR een belastingverordening is vastgesteld en waarvan de heffing en de invordering door de dagelijkse besturen en colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemers is opgedragen aan BSR. 2. De heffingsambtenaar heeft de bevoegdheden en verplichtingen die bij of krachtens de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR), de Invorderingswet 1990, de Kostenwet invordering rijksbelastingen, de Gemeentewet, de Waterschapswet, de Wet milieubeheer en de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) zijn toegekend aan de inspecteur respectievelijk de ambtenaar belast met de heffing van de deelnemers. 3. Bij de uitoefening van de bevoegdheden als bedoeld in lid 1 en lid 2 van dit artikel neemt de heffingsambtenaar de nadere regels van het dagelijks bestuur in acht en houdt hij rekening met de beleidsregels die het dagelijks bestuur heeft vastgesteld ter zake van de uitoefening van zijn bevoegdheid. Artikel 26 1. De invorderingsambtenaar is bevoegd tot invordering van alle belastingen die overeenkomstig deze gemeenschappelijke regeling door de door het dagelijks bestuur aangewezen heffingsambtenaar worden geheven. 2. De invorderingsambtenaar heeft de bevoegdheden en verplichtingen die bij of krachtens de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR), de Invorderingswet 1990, de Kostenwet invordering rijksbelastingen, de Gemeentewet, de Waterschapswet, de Wet verontreiniging oppervlaktewateren en de Wet milieubeheer zijn toegekend aan de ontvanger respectievelijk de ambtenaar belast met de invordering van de deelnemers . 3. De invorderingsambtenaar beslist niet tot het voeren van een executieprocedure in eerste aanleg of hoger beroep dan nadat hij het dagelijks bestuur van zijn voornemen op de hoogte heeft gesteld. 4. Bij de uitoefening van de bevoegdheden als bedoeld in lid 1 en lid 2 van dit artikel neemt de invorderingsambtenaar de kwijtscheldingsregels van de desbetreffende deelnemer en de nadere regels van het dagelijks bestuur in acht alsmede houdt hij rekening met de beleidsregels van het dagelijks bestuur ter zake van de uitoefening van zijn bevoegdheid. 5. De invorderingsambtenaar is bevoegd het dagelijks bestuur gemotiveerd te verzoeken tot het nemen van een besluit als bedoeld in artikel 18, sub k, van deze gemeenschappelijke regeling.
8
Bevoegdheden ambtenaar BSR
Artikel 27 1. De ambtenaar van BSR oefent de bevoegdheden en verplichtingen uit die bij of krachtens de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) de Invorderingswet 1990, de Kostenwet invordering rijksbelastingen, de Gemeentewet, de Waterschapswet, de Wet verontreiniging oppervlaktewateren, de Wet milieubeheer en de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) zijn toegekend aan de ambtenaren van de Rijksbelastingdienst respectievelijk de ambtenaar belast met de heffing of invordering van de deelnemers als bedoeld in artikel 231, lid 2, sub d, van de Gemeentewet en artikel 123, lid 3, sub d, van de Waterschapswet. 2. Bij de uitoefening van de bevoegdheden als bedoeld in lid 1 van dit artikel neemt de ambtenaar van BSR de nadere regels van het dagelijks bestuur in acht alsmede houdt hij rekening met de beleidsregels van het dagelijks bestuur ter zake van de uitoefening van zijn bevoegdheid.
Artikel 28 Bevoegdheden 1. De belastingdeurwaarder oefent de bevoegdheden en verplichtingen belastingdeurwaarder uit die bij of krachtens de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR), de Invorderingswet 1990, de Kostenwet invordering rijksbelastingen, de Gemeentewet, de Waterschapswet en de Wet milieubeheer zijn toegekend aan de belastingdeurwaarder. 2. Bij de uitoefening van de bevoegdheden als bedoeld in lid 1 van dit artikel neemt de belastingdeurwaarder de nadere regels van het dagelijks bestuur in acht en houdt hij rekening met de beleidsregels die het dagelijks bestuur heeft geformuleerd ter zake van de uitoefening van zijn bevoegdheid. Hoofdstuk 9: Ambtelijk apparaat BSR
Rechtspositie
Ondernemingsraad
Artikel 29 1. BSR heeft een ambtelijk apparaat met aan het hoofd een directeur. 2. De Sectorale arbeidsvoorwaardenregelingen waterschapspersoneel (SAW), zoals deze gelden voor het personeel van Waterschap Rivierenland, zijn ook van toepassing op het personeel van BSR. 3. De ambtenaren en de directeur alsmede het personeel werkzaam op basis van een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht worden benoemd door het dagelijks bestuur. Het dagelijks bestuur stelt de bezoldiging vast. 4. BSR heeft ten behoeve van de medezeggenschap van de werknemers een ondernemingsraad op basis van de Wet op de ondernemingsraden. Hoofdstuk 10: Begroting, rekening administratie en controle
Artikel 30 1. Het dagelijks bestuur zendt de algemene financiële en beleidskaders voor 15 april van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, aan de algemene besturen c.q. de raden van de deelnemers van BSR. Toezending ontwerp 2. Het dagelijks bestuur zendt de ontwerpbegroting acht weken voordat begroting zij aan het algemeen bestuur wordt aangeboden toe aan de algemene besturen c.q. de raden van de deelnemers van BSR. Ter inzage legging en 3. De ontwerpbegroting wordt door de zorg van ieder der deelnemers verkrijgbaarstelling voor eenieder ter inzage gelegd en tegen betaling van kosten algemeen verkrijgbaar gesteld. Artikel 190, lid 2 en lid 3, van de Gemeentewet en artikel 100, lid 2 en lid 3, van de Waterschapswet zijn van overeenkomstige toepassing. Toezending Kadernota aan deelnemers
9
Zienswijzen deelnemers
4.
Vaststelling
5.
Zienswijze deelnemers bij Gedeputeerde Staten
6.
Inzending begroting aan Gedeputeerde Staten
7.
Wijziging begroting
8.
Uitzondering bij 9. begrotingswijzigingen
De algemeen besturen en de gemeenteraden van de deelnemers kunnen omtrent de ontwerpbegroting bij het dagelijks bestuur hun zienswijzen naar voren brengen. Het dagelijks bestuur voegt de commentaren waarin de zienswijze is vervat bij de ontwerpbegroting, zoals deze aan het algemeen bestuur wordt aangeboden. Het algemeen bestuur stelt jaarlijks voor 1 juli voorafgaande aan het jaar waarvoor deze geldt de begroting vast. Nadat de begroting is vastgesteld, zendt het algemeen bestuur de aan begroting aan de algemeen besturen en gemeenteraden van de deelnemers, die ter zake bij gedeputeerde staten van Gelderland hun zienswijze naar voren kunnen brengen. Het dagelijks bestuur zendt de begroting binnen twee weken na vaststelling, doch in ieder geval voor 15 juli van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, toe aan gedeputeerde staten van Gelderland.. Het bepaalde in lid, 2, lid 4 en lid 6 van dit artikel is mede van toepassing op besluiten tot wijziging van de begroting. Het bepaalde in lid 8 van dit artikel is niet van toepassing op besluiten tot wijziging van de begroting waarbij in de bijdrage van de deelnemers geen wijziging wordt gebracht.
Artikel 31 Bijdrage deelnemers 1. In de begroting wordt aangegeven de door elke deelnemer, voor het jaar waarop de begroting betrekking heeft, verschuldigde bijdrage. Vaststelling 2. De berekeningswijze van de bijdrage van de deelnemers wordt door berekeningswijze het algemeen bestuur vastgesteld met een versterkte meerderheid bijdrage van tenminste tweederde van het aantal stemmen. Zolang naast Waterschap Rivierenland het aantal deelnemers van de regeling minder dan 20 bedraagt, vereist het besluit tot vaststelling van de berekeningswijze van de bijdrage de instemming van de bestuursleden, aangewezen door Waterschap Rivierenland. Bij, naast Waterschap Rivierenland, meer dan 20 deelnemers of toetreding van een of meer gemeenten met meer dan 100.000 inwoners vervalt het in de vorige zin genoemde instemmingsvereiste van de bestuursleden van Waterschap Rivierenland. Voorschotbetalingen 3. De deelnemers betalen bij wijze van voorschot jaarlijks voor 16 januari, voor 16 april, voor 16 juli en voor 16 oktober telkens een kwart van de in het eerste lid van dit artikel bedoelde bijdrage. 4. De deelnemers dragen er zorg voor dat BSR te allen tijde over voldoende middelen beschikt om aan al haar verplichtingen jegens derden te kunnen voldoen. Garantieverklaring 5. De deelnemers zijn gezamenlijk garant voor de juiste betaling van rente, aflossing, boeten en kosten van de door BSR af te sluiten langlopende leningen, kasgeldleningen en in rekening-courant op te nemen gelden, naar verhouding van de in lid 1 van dit artikel bedoelde bijdrage op 1 januari van het jaar waarin de rente en aflossing is verschuldigd.
Toezending voorlopige Jaarrekening aan deelnemers Zienswijzen deelnemers
Artikel 32 Jaarrekening 1. Het dagelijks bestuur zendt de voorlopige jaarrekening voor 15 apri
2.
van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, aan de algemene besturen c.q. de raden van de deelnemers van BSR. De algemeen besturen en de gemeenteraden van de deelnemers kunnen omtrent de voorlopige jaarrekening bij het dagelijks bestuur hun zienswijzen naar voren brengen. Het dagelijks bestuur voegt de commentaren waarin de zienswijze is vervat bij de jaarrekening, zoals deze ter vaststelling aan het algemeen bestuur wordt aangeboden.
10
Vaststelling Jaarrekening Inzending jaarrekening aan Gedeputeerde Staten Toezending Jaarrekening aan Deelnemers
Definitieve bijdrage Verrekening definitieve bijdrage
3. 4.
5.
Het algemeen bestuur stelt jaarlijks voor 1 juli voorafgaande aan het jaar waarvoor deze geldt de jaarrekening vast. Het dagelijks bestuur zendt de jaarrekening binnen twee weken na vaststelling, doch in ieder geval voor 15 juli van het jaar volgende op het jaar waarop de jaarrekening betrekking heeft, toe aan gedeputeerde staten van Gelderland. Na vaststelling van de jaarrekening zendt het algemeen bestuur deze aan de algemeen besturen en de gemeenteraden van de deelnemers.
Artikel 33 1. In de jaarrekening wordt de door elk van de deelnemers over het betreffende dienstjaar werkelijk verschuldigde bijdrage opgenomen. 2. Verrekening van het verschil tussen het op grond van artikel 31, lid 1, van deze gemeenschappelijke regeling bepaalde bedrag en de werkelijk verschuldigde bijdrage vindt plaats terstond na de in artikel 32, lid 5, van deze gemeenschappelijke regeling bedoelde mededeling.
Artikel 34 1. Het algemeen bestuur stelt regels vast met betrekking tot de organisatie van de administratie en het beheer van vermogenswaarden. Deze regels dienen te waarborgen dat aan de eisen van rechtmatigheid, doelmatigheid, verantwoording en controle wordt voldaan. Gescheiden 2. BSR houdt de administratie van de opgelegde aanslagen en de administraties ingevorderde belastingen gescheiden van de administratie voor de bedrijfsvoering van BSR. Gescheiden 3. De ingevorderde belastingen worden beheerd op een uitsluitend rekeningen daartoe bestemde rekening. Geen verrekening 4. Het is BSR niet toegestaan te ontvangen of ontvangen belastingbedragen te verrekenen met de bijdragen van de deelnemers. Overmakingstermijn 5. Ingevorderde belastingbedragen worden periodiek overgemaakt naar de rekening van de betreffende deelnemer. Het algemeen bestuur bepaalt de duur van de periode. Overzichten 6. Het dagelijks bestuur zendt periodiek aan de dagelijks besturen en de colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemers een overzicht van de te heffen en de geheven belastingen alsmede de in te vorderen en ingevorderde belastingbedragen. Het algemeen bestuur bepaalt de duur van de periode. Beleidsinformatie 7. BSR verstrekt aan de deelnemers de informatie die deze opvragen om hun beleid te kunnen vormen ten aanzien van de in artikel 4 van deze gemeenschappelijke regeling bedoelde onderwerpen.
Regels m.b.t. administratie
Controleregels
Aanwijzing accountant
Artikel 35 1. Het algemeen bestuur stelt regels vast met betrekking tot de controle op de administratie en op het beheer van de vermogenswaarden. De regels dienen onder meer te waarborgen dat de rechtmatigheid en doelmatigheid van de administratie en het beheer worden getoetst. 2. De regels, bedoeld in lid 1 van dit artikel, voorzien onder meer in de aanwijzing van een registeraccountant als bedoeld in artikel 2:393 van het Burgerlijk Wetboek (BW) belast met het onderzoek van de jaarrekening alsmede het ter zake uitbrengen van een verslag, dat behalve de verklaring bij de rekening bevindingen bevat over de vraag of de administratie en het beheer voldoen aan de eisen van rechtmatigheid en doelmatigheid.
11
Hoofdstuk 11: toetreding en uittreding
Toetreding
Uittreding
Artikel 36 1. Het college van burgemeester en wethouders van een gemeente of het dagelijks bestuur van een gemeenschappelijke regeling dat wenst toe te treden dient het verzoek tot toetreding, met inbegrip van de verkregen toestemming van de gemeenteraad of het algemeen bestuur, in het dagelijks bestuur. 2. Het dagelijks bestuur legt het verzoek tot toetreding ter advisering voor aan het algemeen bestuur. Vervolgens zendt het dagelijks bestuur het verzoek tot toetreding met het advies van het algemeen bestuur aan de colleges van burgemeester en wethouders en dagelijks besturen van de deelnemers. 3. Het college van burgemeester en wethouders van een gemeente of het dagelijks bestuur van een gemeenschappelijke regeling treedt toe tot de regeling, indien tenminste tweederde van de deelnemers aan deze gemeenschappelijke regeling, na verkregen toestemming van hun gemeenteraden dan wel algemeen besturen, hebben ingestemd met de verzochte toetreding. 4. De toetreding gaat in op de eerste dag van het jaar volgende op het jaar waarin de in lid 3 van dit artikel vermelde instemming tot de toetreding is verleend, met dien verstande dat tussen de toetreding en de in lid 3 van dit artikel bedoelde instemming een periode van tenminste 6 maanden is gelegen. Een kortere termijn is mogelijk indien het dagelijks bestuur van BSR daarmee instemt. 5. Het dagelijks bestuur van de toegetreden organisatie doet zo spoedig mogelijk de nodige benoemingen overeenkomstig het bepaalde in artikel 6 van deze gemeenschappelijke regeling. Artikel 37 1. Een deelnemer kan uittreden uit de regeling. 2. Gedurende 3 jaren na de datum van toetreding tot de regeling is het niet mogelijk om uit deze gemeenschappelijke regeling te treden. 3. Voor uittreding uit deze gemeenschappelijke regeling wordt een opzegtermijn van tenminste één jaar in acht genomen. 4. Uittreding uit deze gemeenschappelijke regeling vindt plaats aan het einde van het kalenderjaar. 5. Een deelnemer die uit deze gemeenschappelijke regeling wenst te treden maakt, na verkregen toestemming van het algemeen bestuur dan wel de gemeenteraad, zijn voornemen tot uittreding bij aangetekend schrijven kenbaar aan het algemeen bestuur van BSR en aan de overige deelnemers. De deelnemers besluiten omtrent de uittreding na verkregen toestemming van het algemeen bestuur dan wel de gemeenteraad. 6. Na ontvangst van het in lid 5 van dit artikel vermelde schrijven wordt een in overleg met de uittredende deelnemer aan te wijzen onafhankelijke registeraccountant opdracht verleend een liquidatieplan op te stellen als ware tot opheffing van deze gemeenschappelijke regeling besloten. Het liquidatieplan wordt vastgesteld door het algemeen bestuur van BSR en de daarin voor de uittredende deelnemer omschreven financiële verplichtingen zijn bindend. 7. Nadat het liquidatieplan is vastgesteld is de uittredende deelnemer gehouden om binnen 6 maanden de daarin voor de uittredende deelnemer omschreven financiële verplichtingen aan BSR te voldoen. 8. De kosten voor het opstellen van het liquidatieplan komen voor rekening van de deelnemer die het voornemen heeft om uit te treden.
12
Hoofdstuk 12: Wijziging en opheffing
Wijziging van de regeling
Opheffing en liquidatie
Artikel 38 1. De regeling kan door de deelnemers worden gewijzigd op voorstel van het algemeen bestuur. Het dagelijks bestuur van BSR en de dagelijks besturen en colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemers kunnen het algemeen bestuur van BSR oproepen om een wijzigingsvoorstel vast te stellen. Ingeval van een voorstel tot wijziging van artikel 31, lid 2, van deze gemeenschappelijke regeling stelt het algemeen bestuur dit vast met een versterkte meerderheid van tenminste tweederde van het aantal stemmen. 2. Het dagelijks bestuur zendt de deelnemers het voorstel tot wijziging alsmede het advies van het algemeen bestuur en verzoekt de deelnemers tot het nemen van een besluit omtrent de voorgestelde wijziging. 3. De dagelijkse besturen en de colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemers besluiten omtrent de voorgestelde wijziging nadat zij daartoe toestemming hebben verkregen van hun algemene besturen dan wel gemeenteraden. Van hun besluit stellen zij het algemeen bestuur van deze gemeenschappelijke regeling schriftelijk in kennis. 4. Een wijziging van deze gemeenschappelijke regeling is tot stand gekomen wanneer tweederde van de dagelijkse besturen en colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemers zich op de wijze als vermeld in lid 3 van dit artikel daarvoor hebben verklaard. 5. Tenzij in een daartoe strekkend besluit anders is bepaald treedt een wijziging van de regeling in werking op de dag volgende op die waarop is voldaan aan het bepaalde van lid 4 van dit artikel. 6. In afwijking van de vorige leden van dit artikel kan een wijziging of intrekking van artikel 31, lid 2, van deze gemeenschappelijke regeling en van dit lid slechts plaatsvinden bij een unaniem besluit van alle deelnemers aan de regeling. Artikel 39 1. De regeling wordt opgeheven bij gelijkluidend besluit met tweederde meerderheid van de dagelijkse besturen en colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemers. 2. Artikel 38 van deze gemeenschappelijke regeling is van overeenkomstige toepassing. 3. Ingeval een besluit tot opheffing volgens lid 1 van dit artikel is genomen, besluit het algemeen ebstuur tot liquidatie en stelt het, gehoord de deelnemers, een liquidatieplan vast. 4. Het liquidatieplan voorziet in de verplichting van de deelnemers tot deelneming in de financiële gevolgen van de opheffing. Voorts voorziet het liquidatieplan in de regeling van de personele gevolgen. 5. Het dagelijks bestuur is belast met de uitvoering van het liquidatieplan. 6. Zo nodig blijft het dagelijks bestuur ook na het tijdstip van opheffing in functie totdat het liquidatieplan is uitgevoerd. Hoofdstuk 13: Overige bepalingen
Archief
Artikel 40 1. Het dagelijks bestuur draagt zorg voor de archiefbescheiden van BSR overeenkomstig het bepaalde bij of krachtens de wettelijke voorschriften. 2. Het algemeen bestuur stelt regels vast betreffende de wijze waarop de in het eerste lid bedoelde zorg dient te worden verricht, welke regels worden medegedeeld aan gedeputeerde staten van Gelderland.
13
3. 4.
5.
6.
7.
Gedeputeerde staten van Gelderland oefenen toezicht uit op de in het eerste lid bedoelde zorg. De op grond van artikel 12, eerste lid, van de Archiefwet 1995 over te brengen archiefbescheiden van BSR worden bewaard bij het Regionaal Archief Rivierenland (RAR). Nadat de in lid 4 bedoelde archiefbescheiden zijn overgebracht, worden zij beheerd door de archivaris van het Regionaal Archief Rivierenland (RAR). De directeur is belast met de bewaring en het beheer van de in het eerste lid bedoelde archiefbescheiden voor zover deze niet zijn overgebracht naar Regionaal Archief Rivierenland (RAR). Bij opheffing van de regeling worden alle onder beheer van de directeur staande archiefbescheiden overgebracht naar de bewaarplaats van het Regionaal Archief Rivierenland (RAR).
Artikel 41 Geschillen
1.
2.
Over geschillen tussen de deelnemers onderling of tussen een of meer deelnemers en het bestuur van BSR omtrent de toepassing, in de ruimste zin, van deze gemeenschappelijke regeling wordt beslist door Gedeputeerde Staten. Voorafgaande aan het nemen van een besluit omtrent het geschil wordt dit ter advisering voorgelegd aan een door het algemeen bestuur samengestelde geschillencommissie. Nadat advies is uitgebracht neemt het algemeen bestuur zo spoedig mogelijk een besluit. Het eerste lid is niet van toepassing indien het gevallen betreft behorende tot die vermeld in artikel 112, lid 1, van de Grondwet of tot die waarvan de beslissing krachtens artikel 112, lid 2, van de Grondwet is opgedragen aan het zij de rechterlijke macht, hetzij aan gerechten die niet tot de rechterlijke macht behoren.
Hoofdstuk 14: Slotbepalingen
Inwerkingtreding
Artikel 42 1. Deze gemeenschappelijke regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2016, of indien de bekendmaking van de regeling de eerste dag volgende op die waarop de dagelijkse besturen van Waterschap Rivierenland en de Gemeenschappelijke Regeling Regio Rivierenland alsmede de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Culemborg, Geldermalsen, Lingewaal, Maasdriel, Neerijnen en Tiel hun besluit tot wijziging van de gemeenschappelijke regeling hebben bekendgemaakt. Tot voornoemde dag blijft de gemeenschappelijke regeling van ……… 2007 van kracht. 2. De bevoegdheden van het dagelijks bestuur, de heffingsambtenaar, de invorderingsambtenaar, de ambtenaar van BSR en de belastingdeurwaarder hebben betrekking op de bevoegdheden met betrekking tot de belastbare feiten die zich voordoen vanaf het belastingjaar 2008 dan wel op de belastingjaren vanaf de datum van toetreding tot de regeling.
Artikel 43 Aanwijzing bestuurs- Binnen één maand na toetreding tot deze gemeenschappelijke regeling wijst leden het dagelijks bestuur dan wel het college van burgemeester en wethouders van de nieuwe deelnemer op grond van artikel 6 van deze gemeenschappelijke regeling het lid en het plaatsvervangend lid voor het algemeen bestuur aan. Artikel 44 Duur van de regeling Deze gemeenschappelijke regeling wordt aangegaan voor onbepaalde duur.
14
Inzending regeling
Artikel 45 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tiel wordt belast met de inzending van deze gemeenschappelijke regeling aan gedeputeerde staten van Gelderland. Artikel 46
Naam van de regeling Deze gemeenschappelijke regeling kan worden aangehaald als “Gemeenschappelijke Regeling Belastingsamenwerking Rivierenland”.
15
Aan Vergadering Agendapunt Van Onderwerp
: : : : :
Algemeen Bestuur 15 oktober 2015 6b Dagelijks Bestuur wijziging gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking Rivierenland (BSR)
Voorstel 1.
2.
Kennis te nemen van het voorgenomen besluit van het Dagelijks Bestuur om de voorgestelde wijzigingen van de gemeenschappelijke regeling BSR, vast te stellen, conform de gemarkeerde artikelen in de bijlage. Toestemming te verlenen voor het voorgenomen besluit als bedoeld onder 1.
Inleiding Bij brieven van 1 juli en 20 juli 2015 heeft het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling (hierna: GR) BSR ons bestuur verzocht een besluit te nemen over de voorgestelde wijziging van de GR BSR, nadat daarvoor uw toestemming is verleend. De wijziging betreft de aanpassing van de Wet gemeenschappelijke regelingen per 1 januari 2015, de deelname van Regio Rivierenland in BSR in relatie tot de voorgenomen afsplitsing van Avri en enkele tekstuele aanpassingen. Beoogd effect Te komen tot een actuele, aangepaste GR van de BSR waarin onder meer de deelname van de GR Regio Rivierenland c.q. de GR Avri voor wat betreft de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing goed is geregeld. Nadat uw bestuur toestemming heeft verleend, kan ons bestuur het wijzigingsbesluit definitief vaststellen en bekend maken. Argumenten 1.1 Het dagelijks bestuur is deelnemer in de BSR en is als zodanig bevoegd te besluiten over de wijziging van een GR waarin zij deelneemt. Voor de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing is het regiobestuur deelnemer in BSR. Wijzigingen van de GR BSR worden voorbereid volgens de procedure in artikel 39 van de GR BSR. Het bestuur van BSR heeft ons verzocht de voorgestelde wijzigingen voor 1 januari 2016 vast te stellen, zodat de wijzigingen per 1 januari 2016 in werking kunnen treden. Ons bestuur is voornemens de wijzigingen van de gemeenschappelijke regeling BSR vast te stellen. 1.2 De wijziging wordt ingegeven door diverse aanleidingen. De aanleiding voor de voorgestelde wijzigingen ligt in de wijzing van de Wgr per 1 januari 2015. Deze wijzigingen dienen per 1 januari 2016 door bestaande gemeenschappelijke regelingen, zoals BSR, te worden verwerkt in de tekst van de GR. Daarnaast heeft de voorgenomen afsplitsing van Avri uit Regio Rivierenland consequenties voor de deelname in de BSR. De nieuwe GR Avri zal de rechten en plichten van de GR RR overnemen, zodat uittreding van het DB van RR en de toetreding van het DB van de GR Avri geen gevolgen heeft voor de overige deelnemers in BSR. Dit wordt hierbij in de tekst van de GR BSR verwerkt. Verder is de archiefbepaling in de GR BSR aangepast en zijn enkele tekstuele omissies hersteld. Tot slot heeft het bestuur van de gemeente Maasdriel een amendement inzake artikel 4 voorgesteld dat is verwerkt in het wijzigingsbesluit. Hierdoor worden de belangen van de deelnemers die worden behartigd door de GR BSR scherper omschreven. 1.3 Ons bestuur heeft uw toestemming nodig voordat er een besluit genomen kan worden omtrent de voorgestelde wijzing van de GR BSR. In de Wgr (artikel 1, lid 2) en de GR BSR (art. 38, lid 3) is bepaald dat een wijzigingsbesluit omtrent een GR door een college, een burgemeester of een DB, pas genomen kan worden nadat daarvoor toestemming is verleend door de raad respectievelijk het Algemeen Bestuur van een openbaar lichaam. Deze toestemming kan slechts worden onthouden wegens strijd met het recht of het algemeen belang.
Kanttekeningen Geen bijzonderheden. Communicatie Na de besluitvorming door het AB en het DB wordt het Algemeen Bestuur van BSR in kennis gesteld van de genomen besluiten. De wijziging komt tot stand indien tweederde van de deelnemende bestuursorganen daartoe hebben besloten (art. 38, lid 4, GR BSR). Het college van de gemeente Tiel draagt vervolgens zorg voor inzending van de gewijzigde GR BSR aan Gedeputeerde staten van Gelderland. Tevens maakt het college van Tiel de wijziging bekend in de Staatscourant (art. 26 Wgr).
Financiën Geen bijzonderheden. Uitvoering Geen bijzonderheden. Bijlage De GR BSR zoals deze luidt vanaf 1 januari 2016, de wijzigingen zijn gemarkeerd.
BESTUURSRAPPORTAGE 2015
Stand van zaken realisatie begroting 2015 door Regio Rivierenland Versie voor het Algemeen Bestuur Regio Rivierenland is een samenwerkingsverband (gemeenschappelijke regeling) van 10 gemeenten, te weten Buren, Culemborg, Geldermalsen, Lingewaal, Maasdriel, Neder-Betuwe, Neerijnen, Tiel, West Maas en Waal en Zaltbommel.
Besluitvorming over de bestuursrapportage 2015 Juni - augustus 2015
Ambtelijke voorbereiding (peildatum: 1 juli 2015)
9 september 2015
Behandeling door Dagelijks Bestuur
24 september 2015
Technische behandeling door hoofden Financiën
15 oktober 2015
Vaststelling door het Algemeen Bestuur
Het Algemeen Bestuur van de gemeenschappelijke regeling Regio Rivierenland, gezien het voorstel van het Dagelijks Bestuur tot vaststelling van de bestuursrapportage 2015, BESLUIT: 1. De bestuursrapportage 2015 vast te stellen conform het ontwerp. 2. In te stemmen met de in de bestuursrapportage 2015 opgenomen begrotingswijzigingen. 3. Een krediet beschikbaar te stellen van € 15.945 voor de aanschaf van een computersysteem voor het uitlezen van camerabeelden bij onderzoeken door Sociale Recherche. Met het nieuwe computersysteem kunnen onderzoeken efficiënter worden uitgevoerd, waardoor kostenbesparingen worden gerealiseerd. De kapitaallasten worden binnen de begroting van programma 4 Contractgestuurde dienstverlening gedekt. 4. Een krediet beschikbaar te stellen van € 124.000 voor de vervanging van een overslagpers. De overslagpers zorgt voor het samenpersen van opgehaalde kunststofverpakkingen, zodat deze vervoerd kunnen worden naar de verwerker. De huidige pers dient vervangen te worden. De nieuwe pers kan sneller en meer materiaal in een container persen. De kapitaallasten zijn binnen de begroting van programma 3 Avri gedekt.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het Algemeen Bestuur van 15 oktober 2015. De secretaris,
De voorzitter,
I.P.C van Wamel-Geene
R. van Schelven
1 BESTUURSRAPPORTAGE 2015 REGIO RIVIERENLAND
Opzet van deze bestuursrapportage Deze bestuursrapportage gaat in op de voortgang van de doelstellingen in de programmabegroting 2015 van Regio Rivierenland. We rapporteren over de uitkomsten aan het einde van het jaar zoals we die op peildatum 1 juli 2015 verwachten en lichten afwijkingen toe. Daarnaast geven we een actueel overzicht van de ontwikkeling van de gemeentelijke bijdrage. Bij programma 1 Regionale samenwerking en programma 2 Programma's & Strategie zijn de activiteiten geactualiseerd en aangepast aan de nieuwe opzet van de regionale samenwerking, waarover in het najaar van 2014 besluitvorming heeft plaatsgevonden. De pagina met kernpunten (pagina 3) geeft een totaaloverzicht van de voortgang en de belangrijkste oorzaken van afwijkingen. Per onderdeel verwijzen we naar de pagina waar meer detailinformatie te vinden is.
Betekenis en toepassing van de kleuren In deze bestuursrapportage worden kleuren gebruikt om de voortgang aan te geven. Per programmaonderdeel stellen we de volgende vragen ten aanzien van resultaat, tijd en middelen: 1) Resultaat: Lukt het om de beleidsinhoudelijke afspraken te realiseren? 2) Tijd: Is het gewenste (deel)resultaat voor het einde van het begrotingsjaar gerealiseerd? 3) Middelen: Zijn de toegekende middelen toereikend? Resultaat en Tijd Bij Resultaat en Tijd is de betekenis van de antwoordkleuren als volgt: Ja, dit gaat zeker lukken
Niet zeker of dit gaat lukken
Nee, dit gaat niet lukken
Het totaal van het programma krijgt de slechtste score van de onderliggende programmaonderdelen. Voorbeeld: als er acht programmaonderdelen groen scoren en één rood, krijgt het programmatotaal ook rood als score. Het lukt immers niet om alles conform begroting te realiseren.
Middelen Bij Middelen is de betekenis van de antwoordkleuren als volgt: Ja, de uitgaven blijven binnen budget
Niet zeker of sprake is van een budgetonder- of budgetoverschrijding
Nee, budgetoverschrijding verwacht
Het betreft hier de verwachting op 1 juli naar de situatie aan het eind van het jaar op 31 december. Een verwachte onderbesteding betekent niet automatisch een lagere gemeentelijke bijdrage op dat onderdeel, tenzij in deze bestuursrapportage een begrotingswijziging hiervoor wordt voorgesteld. Bij Middelen werkt het totaliseren per programma anders dan bij Resultaat en Tijd. Als een programmaonderdeel rood scoort, hoeft het hele programma nog niet rood te scoren. De totaalscore van het programma is afhankelijk van de grootte van de afwijkingen per programmaonderdeel. Voorbeeld: als er twee programmaonderdelen rood scoren met elk een verwachte overbesteding van € 30.000 en er één programmaonderdeel is met een verwachte onderbesteding van € 100.000, dan scoort het totale programmaonderdeel groen. Dit aangezien op het totaal van het programma een onderbesteding van € 40.000 verwacht wordt.
Toelichting op afwijkingen en (financiële) bijsturing Bij veel doelstellingen liggen we goed op schema (score groen). In deze bestuursrapportage gaan we met name in op afwijkingen. Per programmaonderdeel waarbij we op resultaat, tijd en/of middelen geel of rood scoren geven we een beknopte toelichting al dan niet aangevuld met een bijsturingsmaatregel. Ook lichten we eventuele nieuwe of gewijzigde risico’s toe. Soms betreft de bijsturingsmaatregel een begrotingswijziging. De begrotingswijzigingen zijn samengevat bij het onderdeel 'Ontwikkeling gemeentelijke bijdrage' helemaal aan het eind van deze bestuursrapportage.
2 BESTUURSRAPPORTAGE 2015 REGIO RIVIERENLAND
Kernpunten bestuursrapportage 2015 Totaaloverzicht voortgang en realisatie Prognose eind 2015 op 1 juli 2015 Programma 1: Regionale samenwerking Programma 2: Programma’s & Strategie Programma 3: Avri Programma 4: Contractgestuurde dienstverlening Investeringen
Resultaat1)
Tijd2)
Middelen3)
Gewijzigde risico’s
Legenda 1) Resultaat: Lukt het om de beleidsinhoudelijke afspraken te realiseren? Ja, dit gaat zeker lukken Niet zeker of dit gaat lukken
Nee, dit gaat niet lukken
2) Tijd: Is het gewenste (deel)resultaat voor het einde van het begrotingsjaar gerealiseerd? Ja, dit gaat zeker lukken Niet zeker of dit gaat lukken Nee, dit gaat niet lukken 3) Middelen: Zijn de toegekende middelen toereikend? Ja, de uitgaven blijven binnen Niet zeker of sprake is van een budget budgetonder- of budgetoverschrijding
Belangrijkste oorzaken van de afwijkingen Programma 1 – Regionale samenwerking Er worden geen grote afwijkingen ten aanzien van resultaat, de tijdige realisatie of de inzet van middelen verwacht. Wel worden via deze bestuursrapportage de budgetten voor salariskosten en onvoorziene uitgaven en het renteresultaat bijgesteld op basis van actuele ramingen. Per saldo daalt de gemeentelijke bijdrage in 2015 hierdoor met € 115.000.
Nee, budgetoverschrijding verwacht
Zie toelichting afwijkingen bij programma 1 Regionale samenwerking
Programma 2 – Programma’s & Strategie Er worden geen afwijkingen ten aanzien van het resultaat, de tijdige realisatie of de inzet van middelen verwacht. Bij het opstellen van de jaarrekening 2015 zullen de eindafrekeningen opgemaakt worden van de kosten en de financiering van diverse subsidieprojecten, waaronder de projecten die onder het Regiocontract 2012-2015 vallen.
Zie toelichting afwijkingen bij programma 2 Programma's & Strategie
Programma 3 – Avri De begroting blijkt tot dusver grotendeels een goede raming geweest voor het resultaat, tijdige realisatie en de inzet van middelen. De opbrengsten afvalstoffenheffing zullen iets lager uitpakken door beter scheidingsgedrag van onze inwoners. Daar staan lagere verwachte kosten tegenover van o.a. de verwerkingskosten. Per saldo is sprake van een nadeel ten opzichte van de vastgestelde begroting 2015 van Avri van € 340.000. Het tekort wordt gedekt ten laste van de voorziening inzameling afvalstoffenheffing. Bij de plustaken wordt in 2015 een positief resultaat van € 40.000 verwacht.
Zie toelichting afwijkingen bij programma 3 Avri
Programma 4 – Contractgestuurde dienstverlening Er worden geen afwijkingen ten aanzien van het resultaat, de tijdige realisatie of de inzet van middelen verwacht.
Zie toelichting afwijkingen bij programma 4 Contractgestuurde dienstverlening
3 BESTUURSRAPPORTAGE 2015 REGIO RIVIERENLAND
Lopende investeringsprojecten De plaatsing van ondergrondse brengvoorzieningen voor droge componenten zal in 2015 plaatsvinden en afgerond worden. (programma 3 Avri)
Zie toelichting afwijkingen bij Investeringen (opgenomen na programma 4)
Nieuwe investeringskredieten Vervanging van de huidige overslagpers € 124.000. De overslagpers zorgt voor het samenpersen van opgehaalde kunststofverpakkingen, zodat deze vervoerd kunnen worden naar de verwerker. De huidige pers dient vervangen te worden. De nieuwe pers kan sneller en meer materiaal in een container persen. (programma 3 Avri) Aanschaf van een computersysteem voor het uitlezen van camerabeelden bij onderzoeken door Sociale Recherche € 15.945. (programma 4 Contractgestuurde dienstverlening)
Zie toelichting afwijkingen bij Investeringen (opgenomen na programma 4)
Aanvullende toelichtingen Ontwikkeling gemeentelijke bijdrage (Programma)begroting 2015: In de door het Algemeen Bestuur vastgestelde (programma)begroting 2015 is een gemeentelijke bijdrage opgenomen van € 1.776.000. Mutaties gemeentelijke bijdrage bestuursrapportage 2015 (verlaging met € 115.000): Aframing van het budget voor onvoorziene uitgaven, aangezien in het 1e halfjaar van 2015 geen beroep op dit budget gedaan hoefde te worden, een daling van de gemeentelijke bijdrage met € 30.000. Een hoger renteresultaat als gevolg van de lage financieringsrente, een daling van de gemeentelijke bijdrage met € 27.000. Neerwaartse bijstelling van de in de begroting opgenomen salarisbudgetten, als gevolg van personele mutaties en aanpassing van de begrote salariskosten aan de werkelijke salarisbetalingen, een daling van de gemeentelijke bijdrage met per saldo € 58.000. Nadat de bestuursrapportage door het Algemeen Bestuur is vastgesteld kunnen de gemeenten het begrotingsvoordeel verwerken in hun eigen begroting over 2015. Samenvatting ontwikkeling gemeentelijke bijdrage: De geactualiseerde raming van de gemeentelijke bijdrage in 2015 bedraagt € 1.661.000. De in deze bestuursrapportage opgenomen neerwaartse bijstelling van de gemeentelijke bijdrage komt uit op 6,5%. De bijstellingen die via deze bestuursrapportage in de begroting 2015 worden opgenomen, liggen in lijn met de mutaties die (structureel) in de programmabegroting 2016 zijn verwerkt. Ook in de programmabegroting 2016 zijn de salarissen structureel verlaagd, is het renteresultaat aangepast aan de huidige lage financieringsrente en is het budget voor onvoorziene uitgaven (structureel) naar beneden bijgesteld. Voor een meer uitgebreide toelichting bij de mutaties (verlagingen) van de gemeentelijke bijdrage wordt verwezen naar de bij het onderdeel 'Ontwikkeling gemeentelijke bijdrage' opgenomen toelichtingen aan het eind van deze bestuursrapportage.
4 BESTUURSRAPPORTAGE 2015 REGIO RIVIERENLAND
Ontwikkelingen CAO en salariskosten De huidige CAO voor gemeente-ambtenaren heeft betrekking op de periode van 1 januari 2013 tot 1 januari 2016. Deze CAO geldt ook voor de medewerkers van Regio Rivierenland. In het lopende begrotingsjaar zijn de salarissen op 1 april 2015 (structureel) verhoogd met € 50 per maand. Daarnaast wordt in oktober 2015 een eenmalige uitkering betaald van 0,74% van het jaarloon in verband met de compensatie van lagere pensioenlasten voor de werkgevers. De vrijval van de pensioenpremie vloeit voort uit het eind 2014 gesloten Pensioenakkoord. De stijging van de salarissen over heel 2015 valt iets lager uit dan de reservering die in de begroting 2015 is opgenomen. Via deze bestuursrapportage worden de in de begroting opgenomen salarisbudgetten geactualiseerd en neerwaarts bijgesteld.
5 BESTUURSRAPPORTAGE 2015 REGIO RIVIERENLAND
Toelichting afwijkingen Programma 1 – Regionale samenwerking
Afwijkingen Prognose eind 2015 op 1 juli 2015 Programma 1: Regionale samenwerking Uitsplitsing per Programmaonderdeel (activiteiten) 1. Belangenbehartiging en profilering van het Rivierengebied. 2. Besluitvormingsprocessen en bestuursvergaderingen binnen Regio Rivierenland. 3. Informatie-uitwisseling en kennisdeling op de regiomiddagen. 4. Bijdrage leveren aan samenwerkingsvraagstukken.
Resultaat
Tijd
Middelen
Gewijzigde risico’s
Resultaat
Tijd
Middelen
Gewijzigde risico’s
Toelichting Ad 1. Belangenbehartiging en profilering van het Rivierengebied. In 2015 zijn we gestart met een nieuwe samenwerkingsstructuur voor de regionale samenwerking tussen colleges en raden. Hierbij is de focus gelegd op de drie Speerpunten Agribusiness, Economie & Logisitiek en Recreatie & Toerisme. Het eerste half jaar van 2015 stond in het teken om met inzet van gemeentelijke ambtenaren te komen tot het formuleren van ambities voor de huidige bestuursperiode. Het tweede half jaar staat in het teken om de ambities te spiegelen met andere overheden, ondernemers, maatschappelijke partijen en onderwijsinstellingen om zo te komen tot gedragen meerjarenplannen. Een kenmerk van de nieuwe werkwijze is om de gemeenteraden veel meer en vroegtijdig te betrekken in de ontwikkelingen. Zo ook bij het bepalen van de ambities voor de Speerpunten. De nieuw gevormde Regionale Agendacommissie, waarin vanuit elke raad twee vertegenwoordigers zitting hebben, adviseert hierbij over het proces om de raden op een goede manier te positioneren om hun kaderstellende en controlerende taken goed te kunnen uitvoeren. Op basis van de meerjarenprogramma's wordt de belangenbehartiging en de profilering van het Rivierengebied verder vorm gegeven door versteviging van de banden met de provincie en het uitdragen van de doelen die we willen bereiken en waar we ons in (willen) onderscheiden. Ad 2. Besluitvormingsprocessen en bestuursvergaderingen binnen Regio Rivierenland. De besluitvormingsprocessen zijn volgens planning verlopen dit eerste half jaar. De belangrijkste processen richten zich op de inrichting van de nieuwe samenwerkingsstructuur met Speerpuntberaden en projectgroepen en de voorgenomen afsplitsing van Avri. Het DB kent naast de 3 vaste leden (voorzitter, portefeuillehouder bedrijfsvoering en Contractgestuurde dienstverlening, portefeuillehouder Agribusiness) twee aspirant-leden voor de portefeuilles Economie & Logistiek en Recreatie & Toerisme. De laatstgenoemde drie portefeuillehouders zijn tevens voorzitter van het gelijknamige Speerpuntberaad en zorgen zo voor de inhoudelijke verbindingen.
6 BESTUURSRAPPORTAGE 2015 REGIO RIVIERENLAND
Ad 3. Informatie-uitwisseling en kennisdeling op de regiomiddagen. In 2015 is gestart met een vaste Regiomiddag per maand (dinsdagmiddag) om de onderlinge banden tussen de colleges te versterken en de samenwerkingscultuur te verstevigen. De Regiomiddag kent een centrale start voor alle colleges met een lunch en een korte presentatie over een onderwerp dat interessant is voor de samenwerking in het Rivierengebied. Daarna treffen portefeuillehouders zich in diverse overleggen die op de middag zijn gepland. Relevante partijen (ondernemers, onderwijsinstellingen en maatsschappelijke partijen) worden hierbij ook uitgenodigd. Ad 4. Bijdrage leveren aan samenwerkingsvraagstukken. Regio Rivierenland zet zich actief in waar het gaat om oplossingen tot stand te brengen bij samenwerkings(knel)punten. Zo zijn de contacten met de griffiers geïntensiveerd om afspraken te maken over regionale raadsbijeenkomsten en de afstemming van vergaderdata. Verder is afstemming gezocht met de directeuren van andere regionale samenwerkingsverbanden om de P&C cyclus op elkaar af te stemmen ten behoeve van een grotere transparantie. In de kring van secretarissen worden nieuwe samenwerkingsvraagstukken besproken. Regio Rivierenland wil vanuit haar deskundigheid op het gebied van samenwerking expertise beschikbaar stellen aan gemeenten en andere partijen die daar behoefte aan hebben.
7 BESTUURSRAPPORTAGE 2015 REGIO RIVIERENLAND
Toelichting afwijkingen Programma 2 – Programma’s & Strategie Afwijkingen Prognose eind 2015 op 1 juli 2015 Programma 2: Programma’s en Strategie Uitsplitsing per programmaonderdeel (activiteiten) 1. Organiseren en faciliteren van de bestuurlijke en ambtelijke overleggen. 2. Monitoren van de programma's en projecten. 3. Genereren geldstromen en subsidies. 4. Gezamenlijke belangenbehartiging richting overheden, ondernemers en maatschappelijke partners.
Resultaat
Tijd
Middelen
Gewijzigde risico’s
Resultaat
Tijd
Middelen
Gewijzigde risico’s
Toelichting Ad 1. Organiseren en faciliteren van de bestuurlijke en ambtelijke overleggen. In de nieuwe bestuursstructuur heeft Regio Rivierenland een sterke regie- en procesmanagersrol toebedeeld gekregen in het faciliteren van de samenwerking. Regio Rivierenland richt zich niet op de inhoud, maar stelt gemeenten in staat om gezamenlijk de inhoudelijke ambities voor de regionale samenwerking vorm te geven. Dit gebeurt onder andere door het organiseren van de Speerpuntberaden, zijnde het overleg waar wethouders/portefeuillehouders elkaar treffen op de speerpunten Agribusiness, Economie & Logistiek en Recreatie & Toerisme. Daarnaast zijn er nog tal van project en stuurgroepen actief. Een belangrijke rol is daarbij weggelegd voor de gemeentelijke ambtenaren die we actief willen ondersteunen bij hun inbreng en bij het voeden van 'hun' wethouders/portefeuillehouder. Ad 2. Monitoren van de programma's en projecten. Dit onderdeel richt zich in 2015 vooral op het afronden van het huidige Regiocontract dat loopt tot 1 januari 2016. De voortgang van de projecten wordt actief bewaakt en er wordt extra inzet gepleegd om er voor te zorgen dat gemeenten en andere partijen de beschikbare gelden tijdig declareren. Verder is samen met de provincie de ontwikkeling van een Regiobarometer in volle gang. De lancering wordt kort na de zomer verwacht. Met de Regiobarometer kan de voortgang op een aantal belangrijke parameters inzichtelijk worden gemaakt. Ad 3. Genereren geldstromen en subsidies. Regio Rivierenland zet zich actief in om subsidies aan te boren voor regionale projecten en om ondernemers, onderwijsinstellingen en maatschappelijke partijen te ondersteunen in het vinden van mogelijkheden voor externe financiering. Hiervoor zijn we onze kennis op het gebied van Europese subsidieprogramma's aan het vergroten en zoeken we aansluiting bij de provincie en omringende regio's. Het huidige Regiocontract zal niet op gelijke wijze worden voortgezet. De verwachting is dat in een nieuwe regeling vooral in samenwerking tot stand gebrachte projecten met een goede cofinanciering en passend binnen de gebiedsopgaven kansrijk zijn.
8 BESTUURSRAPPORTAGE 2015 REGIO RIVIERENLAND
Ad 4. Gezamenlijke belangenbehartiging richting overheden, ondernemers en maatschappelijke partijen De belangenbehartiging vanuit de Regio richt zich voornamelijk op de drie Speerpunten en projecten waarop gemeenten zelf willen samenwerken in regionaal verband. De basis voor de inhoud waarop de belangenbehartiging zich richt, komt vanuit de meerjarenprogramma's voor de drie Speerpunten voor de komende bestuursperiode. Deze meerjarenprogramma's zijn op dit moment in ontwikkeling en zullen in het najaar worden vastgesteld, nadat de raden zich over de ambities hebben uitgesproken. De voorzitters van de drie Speerpunten vervullen hierbij een belangrijke voortrekkersrol.
Subsidieprojecten Bij het opstellen van de (programma) begroting 2015 bestaat veelal nog geen volledig inzicht in de projecten die uitgevoerd worden in het begrotingsjaar 2015, waardoor de baten en lasten van subsidieprojecten niet (of niet volledig) in de begroting zijn opgenomen. Inmiddels bestaat redelijk inzicht in de te verwachten inkomsten en uitgaven van de projecten. In de hierna opgenomen tabel zijn de te verwachten inkomsten en uitgaven opgenomen van de projecten die nog niet (of onvolledig) in de programmabegroting 2015 zijn verwerkt.
Overheidsuitkeringen met een specifiek bestedingsdoel Bedragen x € 1.000 RMC Brugwachter RMC verzuimadviseur RMC VSV convenant Programma Luchtkwaliteit NSL 1e en 2e tranche Programma Luchtkwaliteit NSL 4e tranche BDU 2014 verkeersveiligheid-gemeenten BDU 2014 verkeersveiligheid BDU 2015 verkeersveiligheid BDU 2015 verkeersveiligheid-gemeenten Uitvoering kwalitatief woonprogramma WoonBehoefteOnderzoek (WBO) Centrum Jeugd & Gezin Regionale opvoedkunde AJJ Jeugd 2014 Platform zelfredzaam Veilig thuis Vergoeding VNG Regionale overleggen WMO Communicatieplan decentralisaties Werkbudgetten decentralisaties Project onderzoek basismobiliteit Project onderzoek A15 Project fietsambitie Regio Rivierenland Totaal
Niet geraamde (subsidie) uitgaven 56.373 96.129 29.477 7.892 100.000 21.953 2.890 55.000 103.800 3.850 30.425 5.377 142.477 205.881 37.811 35.012 23.450 94.032 49.689 102.468 75.000 25.000 1.303.986
Niet geraamde (subsidie) inkomsten 56.373 96.129 29.477 7.892 100.000 21.953 2.890 55.000 103.800 3.850 30.425 5.377 142.477 205.881 37.811 35.012 23.450 94.032 49.689 102.468 75.000 25.000 1.303.986
9 BESTUURSRAPPORTAGE 2015 REGIO RIVIERENLAND
Regiocontract 2012-2015 Een belangrijke financiële bron voor de realisering van veel regionale en gemeentelijke beleidsdoelstellingen is het Regiocontract met de provincie Gelderland. In 2012 is het Regiocontract 2012-2015 afgesloten. In totaal (1e en 2e tranche) is een (maximale) bijdrage van €15,4 miljoen door de provincie Gelderland toegezegd. Circa € 9,3 miljoen cofinanciering komt uit de gemeentelijke begrotingen (op basis van reeds bij gemeenten in de begroting opgenomen budgetten) en bijna €27 miljoen uit andere financieringsbronnen. De financiële, procesmatige en inhoudelijke voortgang van het Regiocontract zal in de komende periode tot de einddatum van 31 december 2015 vragen om extra aandacht, snelheid, en zorgvuldigheid om de beoogde doelstellingen te realiseren. Om dit proces te ondersteunen is een team van mensen samengesteld die wekelijks de voortgang monitoren.
10 BESTUURSRAPPORTAGE 2015 REGIO RIVIERENLAND
Toelichting afwijkingen Programma 3 – Avri
Afwijkingen Prognose eind 2015 op 1 juli 2015 Programma 3: Avri Uitsplitsing per Programmaonderdeel (activiteiten) 1. Uitvoeren basispakket
Resultaat
Tijd
Middelen
Gewijzigde risico’s
Resultaat
Tijd
Middelen
Gewijzigde risico’s
2. Uitvoeren plustaken
De gewijzigde risico's zijn beschreven in de geactualiseerde Nota Risicomanagement en Weerstandsvermogen 2015 van Avri. Deze is besproken en vastgesteld in het AB van juni 2015.
Toelichting Algemeen We beschrijven hieronder de belangrijkste ontwikkelingen binnen Avri. Voorbereiding splitsing Gemeenschappelijke Regeling In 2014 heeft het algemeen Bestuur het voornemen geuit om Avri af te splitsen van de GR Regio Rivierenland. In 2015 is hiervoor veel werk verzet. Het traject kent meerdere sporen. Zo is de personele en financiële splitsing ambtelijk voorbereid in samenwerking met het Regiokantoor, op basis waarvan een voorstel is gemaakt voor het Dagelijks Bestuur. Het andere spoor betreft het bestuurlijke spoor. Daarin zijn de gemeenteraadsleden door de bestuurders meegenomen in de nut en noodzaak analyse en hebben de gemeenteraadsleden kunnen aangeven hoe wat hen betreft de nieuwe GR eruit zou moeten zien. Op basis van deze bijeenkomsten is een voorstel gemaakt voor de gemeenteraden waar het algemeen Bestuur op 24 juni 2015 mee ingestemd heeft. De gemeenteraden beslissen over dit voorstel in het najaar van 2015. Om voorbereid te zijn op een daadwerkelijke afsplitsing per 1 januari 2016, is tevens gestart met de voorbereiding van de administratieve splitsing (o.a. inventariseren van alle contracten en verzekeringen die moeten worden omgezet naar de nieuwe rechtspersoon). Bedrijfsvoering; investeren in ICT In afgelopen jaren hebben we ervaren dat de bestaande informatiesystemen bij Avri in onvoldoende mate de complexiteit van de informatiestromen binnen de afvalinzameling aankunnen. De complexiteit van informatiestromen is daarnaast verder toegenomen als gevolg van de groei van de organisatie. Daarom hebben we in de eerst helft van 2015 een informatiebeleidsplan opgesteld en zijn we gestart met het investeren in ons informatievoorziening en onderliggende technologie en infrastructuur, zodanig dat dit over enkele jaren onze belangrijkste strategische asset is in het bereiken van onze doelstellingen. Grondstofinzameling steeds meer ondergronds Dit jaar worden nog eens zo'n 100 ondergrondse inzamelcontainers geplaatst voor de inzameling van zogenaamde droge componenten (zoals textiel, plastic, glas) in de diverse dorpen en kernen. Verder lopen er proeven, onder andere op het gebied van inzameling van plastic in ondergrondse containers in Tiel en een proef met een mini milieustraat in West Maas en Waal waar groenafval gebracht kan worden. Ten opzichte van voorgaande jaren is het dit jaar qua veranderingen op het gebied van afvalbeheer voor Avri een relatief rustig jaar. Takenpakket Beheer Openbare Ruimte uitgebreid dankzij overkomst met gemeente Tiel Het takenpakket op het beheer van de openbare ruimte is uitgebreid door de komst van de buitendienst van gemeente Tiel per 1 mei 2015. De komst van deze dienst is grondig voorbereid vanuit zowel gemeente Tiel als Avri, waarbij ook veel aandacht is besteed aan de achterblijvende binnendienst van gemeente Tiel. De daadwerkelijke overkomst is mede daardoor tot nu toe soepel verlopen.
11 BESTUURSRAPPORTAGE 2015 REGIO RIVIERENLAND
Onderzoek en Voorbereiding Zonnepark Avri beschikt over de belangrijkste ingrediënten voor een succesvol project op de stortplaats te Geldermalsen: grondoppervlakte, omgevingsvergunning en drie positieve beschikkingen SDE+ fase 6 (subsidie Stimulering Duurzame Energie). De ontwikkeling van het zonnepark gebeurt vanuit Avri Realisatie BV /Avri Solar BV. In juni dit jaar hebben directie en RvC van de BV's besloten om vooralsnog zelf de regie te houden en de verdere projectontwikkeling te doen. De verwachting is eind dit jaar de besluitvorming aan de orde te laten komen ten behoeve van de realisatie. 1. Basispakket: Financieel overzicht baten en lasten Een overzicht van de belangrijkste mutaties in opbrengsten en kosten zijn hieronder weergegeven en worden verder tekstueel toegelicht. De mutaties voor de basistaken zijn samengevat in onderstaande tabel. Begroting 2015 van Avri A. Opbrengsten afvalstoffenheffing B. Kosten uitvoering basispakket Resultaat basistaken
15.894
Begrotingswijziging vanuit 1 AB 15.097
Bijgestelde raming bestuursrapportage 2014 14.837
15.901
15.104
-7
-7
Mutatie
-260
N
15.184
80
N
-347
-340
N
Verbeterd scheidingsgedrag van inwoners zorgt voor zowel een daling van de (variabele) opbrengsten afvalstoffenheffing als een daling van de verwerkingskosten voor het restafval. Tegenvallers op de afvalmarkt veroorzaken een verwacht nadeel op de basistaken van in totaal € 340.000. Het nadelige resultaat wordt onttrokken uit de Voorziening Inzameling AVH. De verschillen op de opbrengsten (1a) en uitvoeringskosten (1b) worden als volgt verklaard: 1a. Opbrengsten afvalstoffenheffing (260k nadeel) Op basis van de huidige inzichten wordt een daling van de opbrengsten afvalstoffenheffing verwacht. Onderstaande tabel geeft een uiteenzetting van dit verwachte nadeel. Opbrengst afvalstoffenheffing Aantal betalende adressen Aanbied volume
Begroting 2015
Burap 2015
Verschil
Gemiddeld aantal aanbiedingen p/jaar Begroting Burap 2015 2015
Verschil
Verwachte opbrengst in € (x1000) Begroting 2015
Burap 2015
Verschil
60 ltr zak brengvoorziening (€ 1,20)
10.500
10.314
-187
42
36,2
-5,8
€
530
€
448
€
-82
140 ltr restafvalcontainer (€ 3,50)
29.100
34.428
5.328
12
10,8
-1,2
€
1.253
€
1.296
€
43
240 ltr restafvalcontainer (€ 6,00)
46.564
40.966
-5.598
12
13,1
1,1
€
3.634
€
3.413
€
-221
-
-
-
€
9.680
€
9.680
Vastdeel (€ 108,00)
TOTAAL
€ 15.096
€ 14.837
€
-
€ -260
De nieuwe inzamelmethode Goed Scheiden Loont is in 2014 ingevoerd. Begin 2015 ontvingen inwoners de eerste afrekening van aanbiedingen over het jaar 2014. Deze afrekening lijkt een verdere bewustwording op gang te hebben gebracht, waarbij er minder afval wordt aangeboden. We zien de volgende effecten: Inwoners bieden minder vaak restafval aan bij de brengvoorzieningen (60 ltr.). Waar in 2014 nog gemiddeld 42 keer een afvalzak werd aangeboden, is op basis van huidige aanbiedgedrag de verwachting dat inwoners dit jaar gemiddeld 36 keer aanbieden. Inwoners stappen over op kleinere restafvalcontainers. We zien een verschuiving van een 240 liter naar 140 liter mini container voor ruim 5.000 huisaansluitingen. Deze verschuiving lijkt niet te zorgen voor een hogere frequentie van aanbieden. Daarmee zorgt deze trend voor lagere opbrengsten afvalstoffenheffing.
1
Tijdens de AB vergadering van december 2014 is de (gewijzigde) begroting 2015 van Avri vastgesteld. Tijdens de vergadering werden twee besluiten genomen welke van invloed waren op de begroting (aanbesteding kunststof verpakkingen en wijziging inzamelmethode textiel). Deze wijzigingen hadden een kostenverlagend effect en zijn conform bestuursbesluit verwerkt (vaststelling vast deel tarief afvalstoffenheffing in 2015 op € 108).
BESTUURSRAPPORTAGE 2015 REGIO RIVIERENLAND
12
1b. Uitvoeringskosten basispakket (80k nadeel) De kosten van het basispakket zijn € 80.000 hoger dan de begroting. Dit wordt als volgt verklaard: -
Lagere verwerkingskosten door verbeterde afvalscheiding (200k voordelig) Vanwege het betere scheidingsgedrag van de inwoners is de totale hoeveelheid restafval lager dan verwacht. Dit levert een totaal voordeel van € 200.000 op in de verwerkingskosten.
-
Hogere sorteerkosten voor verwerking kunststof verpakkingsmateriaal (100k nadelig) Voor de sortering van kunststof verpakkingsmateriaal heeft Avri een contract afgesloten met een marktpartij. Deze partij kan niet meer aan haar contractuele verplichtingen voldoen. Hierdoor is Avri genoodzaakt opnieuw de markt op te gaan, waar momenteel een beduidend hogere prijs voor de sortering wordt gevraagd. Het verwachte nadeel over 2015 bedraagt € 100.000.
-
Lagere verwerkingsopbrengsten kleding door ongunstige marktontwikkelingen (150k nadelig) De verwerkingsopbrengsten voor kleding dalen door een forse daling van het verwerkingstarief (opbrengst). Deze daling is het gevolg van ongunstige wereldmarkt ontwikkelingen (o.a. in Oekraïne en Afrika). De opbrengst per ton kleding is gemiddeld gedaald met bijna 35%. Het nadeel over 2015 bedraagt € 150.000.
-
Lagere verwerkingsopbrengsten papier door economische marktomstandigheden (90k nadelig) Een lager aanbod van de hoeveelheid ingezameld huishoudelijk papier zorgt voor een daling van de verwerkingsopbrengsten. Deze daling kan worden verklaard door de toegenomen digitalisering en de na-ijlende effecten van de economische recessie, waardoor minder papier wordt geconsumeerd. De verwerkingsopbrengsten dalen met € 90.000.
-
Lagere uitvoeringskosten BSR (60K voordelig) Op basis van de voorjaarsnota van BSR wordt een voordeel verwacht op de bijdrage van Avri aan BSR. Avri is in haar begroting uitgegaan van een kostenstijging per 2015 als gevolg van het verzorgen van de afrekening van het aantal ledigingen 2014, welke in 2015 naar de inwoners is verzonden. De uitvoeringskosten van deze 2e aanslag blijken lager uit te vallen.
2. Pluspakket: Financieel overzicht baten en lasten De plustaken van Avri bestaan uit de aanvullende diensten voor gemeenten en de diensten voor bedrijven. De diensten voor gemeenten bestaan grotendeels uit het integraal beheer van de openbare ruimte. Eventuele financiële verschillen op deze activiteiten worden verrekend met de desbetreffende gemeente. Hierdoor behaalt Avri geen financieel resultaat op de diensten voor gemeenten en deze zijn derhalve dan ook niet opgenomen in de bestuursrapportage. Het financiële resultaat van de overige plustaken wordt gevormd door de bedrijfsafval activiteiten waar wel winst (of verlies) uit kan volgen. De verwachting is dat het resultaat op plustaken in 2015 positief zal zijn, maar wel lager zal liggen dan in de begroting 2015 van Avri werd verwacht (€ 101.000). Op basis van huidige inzichten wordt een positief resultaat verwacht van € 40.000. Belangrijkste reden voor deze bijstelling van het resultaat zijn een stijging van de uitvoeringskosten en hogere verwerkingskosten door een stijging van het verwerkingstarief. Het resultaat wordt toegevoegd aan de Algemene Bedrijfsreserve Avri.
13 BESTUURSRAPPORTAGE 2015 REGIO RIVIERENLAND
Toelichting afwijkingen Programma 4 – Contractgestuurde dienstverlening
Afwijkingen Prognose eind 2015 op 1 juli 2015 Programma 4: Contractgestuurde dienstverlening Uitsplitsing per Programmaonderdeel (activiteiten) 1. Uitvoering van de begeleiding, monitoring en terugplaatsing van jongeren zonder startkwalificatie van 18 jaar t/m 22 jaar (RMC). 2. Initiëren van projecten gericht op de doelgroep van RMC.
Resultaat
Tijd
Middelen
Gewijzigde risico’s
Resultaat
Tijd
Middelen
Gewijzigde risico’s
3. Uitvoering (van een gedeelte) van de leerplichtfunctie voor de gemeenten Buren, Culemborg, Neerijnen, Geldermalsen, NederBetuwe, West Maas en Waal en Zaltbommel. 4. Preventieve en repressieve werkzaamheden op het gebied van sociale zaken voor de regiogemeenten uitgezonderd Lingewaal (Sociale Recherche). 5. Inkoopondersteuning en advies voor de regiogemeenten. 6. Participeren en waar mogelijk ontwikkelen van acties op het gebied van samenwerking en shared services en initiëren van projecten.
Toelichting Ad 1. Uitvoering van de begeleiding, monitoring en terugplaatsing van jongeren zonder startkwalificatie van 18 jaar t/m 22 jaar (RMC). Het RMC heeft als taak om jongeren in beeld te krijgen, te houden en te begeleiden die zonder startkwalificatie het onderwijs verlaten. Daarnaast gaat het RMC ook in gesprek met verzuimende jongeren om te voorkomen dat ze uitvallen. De uitvoering verloopt volgens planning. Ad 2. Initiëren van projecten gericht op de doelgroep van RMC. Geen afwijkingen. Ad 3. Uitvoering (van een gedeelte) van de leerplichtfunctie voor de gemeenten Buren, Culemborg, Geldermalsen, Neder-Betuwe, Neerijnen, West Maas en Waal en Zaltbommel. De uitvoering verloopt volgens planning en naar tevredenheid van de deelnemende gemeenten. De jaarlijkse evaluatie is uitgevoerd waardoor kwaliteitsverbetering als continu proces is opgenomen in onze bedrijfsvoering. Momenteel worden er voorbereidingen getroffen om in het najaar van 2015 een conferentie te organiseren rondom Jeugdzorg in relatie tot Leerplicht.
14 BESTUURSRAPPORTAGE 2015 REGIO RIVIERENLAND
Ad 4. Preventieve en repressieve werkzaamheden op het gebied van sociale zaken voor de regiogemeenten uitgezonderd Lingewaal (Sociale Recherche). Vanwege langdurig uitval als gevolg van ziekte is er externe ondersteuning ingehuurd om geen vertraging op te lopen in de doorlooptijd van processen. Deze extra kosten voor inhuur zijn onvermijdelijk en worden gedekt door inzet van de risicoreserve Contractgestuurde dienstverlening. Ad 5. Inkoopondersteuning en advies voor de regio gemeenten. Geen afwijkingen. Ad 6. Participeren en waar mogelijk ontwikkelen van acties op het gebied van samenwerking en shared services en initiëren van projecten. In de 1e helft van 2015 zijn er projecten opgezet om het dossier Breedband naar de volgende fase te begeleiden. Daarnaast wordt momenteel onderzocht of er samenwerking met gemeenten mogelijk is op het gebied van begraafplaatsen en ICT-beveiliging.
15 BESTUURSRAPPORTAGE 2015 REGIO RIVIERENLAND
Toelichting afwijkingen investeringen
Afwijkingen lopende investeringsprojecten Prognose eind 2015 op 1 juli 2015 Investeringen
Resultaat
Tijd
Middelen
Gewijzigde risico’s
Uitsplitsing per dienstonderdeel Investeringen Regiokantoor
Resultaat
Tijd
Middelen
Gewijzigde risico’s
Investeringen Avri
Toelichting Lopende investeringsprojecten Regiokantoor Geen bijzonderheden. Lopende investeringsprojecten Avri In het kader van het project Locatieplan Droge Componenten (ondergrondse containers voor glas, papier en textiel) worden in totaal ruim 230 ondergrondse containers geplaatst. In 2013 en 2014 zijn respectievelijk al 54 en 83 containers geplaatst. In 2015 zijn inmiddels 8 containers geplaatst. In de tweede helft van het jaar worden nog eens 89 ondergrondse containers geplaatst. Nieuwe investeringskredieten Avri Vervanging van de huidige overslagpers (€ 124.000). De overslagpers zorgt voor het samenpersen van opgehaalde kunststofverpakkingen, zodat deze vervoerd kunnen worden naar de verwerker. De huidige pers dient vervangen te worden. De nieuwe pers kan sneller en meer materiaal in een container persen. De kapitaallasten van deze investering wordt binnen het basispakket ten laste van de begrotingsbudgetten van programma 3 Avri gedekt. Nieuwe investeringskredieten Regiokantoor Aanschaf van een computersysteem voor het uitlezen van camerabeelden bij onderzoeken door Sociale Recherche. Hiermee kunnen de onderzoeken efficiënter worden uitgevoerd waardoor kostenbesparingen worden gerealiseerd. De investeringsuitgaven bedragen € 15.945. De kapitaallasten worden binnen de begroting van programma 4 Contractgestuurde dienstverlening gedekt.
16 BESTUURSRAPPORTAGE 2015 REGIO RIVIERENLAND
Toelichting reserves
Algemene reserves In de jaarrekening 2014 zijn voor een bedrag van € 2.251.000 bedrijfsreserves opgenomen voor de activiteiten en risico's bij Avri en Contractgestuurde dienstverlening en voor het opvangen van financiële risico's en tekorten bij het Regiokantoor. De Algemene reserve Regiokantoor is bij de jaarrekening 2012 ingesteld overeenkomstig besluitvorming door het Algemeen Bestuur en heeft een saldo van € 474.000. De reserve is bedoeld als buffervermogen voor financiële risico's en tekorten, en de frictiekosten die ontstaan door het verdwijnen van taken. De bedrijfsreserve Avri heeft op 1 januari 2015 een saldo van € 1.228.000. Over de bedrijfsreserve van Avri is in het AB van juni 2015 door middel van de geactualiseerde nota risicomanagement en weerstandsvermogen een minimum vastgesteld van €889.000. De bedrijfsreserve zal afgebouwd worden tot dit optimum. De risicoreserve Contractgestuurde dienstverlening is bedoeld om risico's in de bedrijfsvoering op te vangen die kunnen ontstaan in het kader van de uitvoering van dienstverleningsovereenkomsten (DVO's). De risicoreserve Contractgestuurde dienstverlening heeft op 1 januari 2015 een saldo van € 550.000 en wordt ingezet voor het opvangen van financiële risico's en voor de bekostiging en (voor)financiering van onderzoeken en nieuwe projecten, zoals de ontwikkeling van Breedband in Rivierenland. Bestemmingsreserves In de jaarrekening 2014 is in de balans een aantal bestemde reserves opgenomen voor de bekostiging van specifieke (geoormerkte) uitgaven voor een totaalbedrag van € 1.214.000. De meeste reserves hebben een langlopend karakter en de inzet van de bestemmingsreserves verloopt in 2015 volgens plan en in overeenstemming met bestuurlijke besluitvorming.
17 BESTUURSRAPPORTAGE 2015 REGIO RIVIERENLAND
Ontwikkeling gemeentelijke bijdrage
Ontwikkeling gemeentelijke bijdrage Nr. Omschrijving Gem. bijdrage primitieve begroting 2015 1
2
3
4
Bedrag I/S* x € 1.000
Dekking
Datum besluit
I
Inzet bestemmingsreserve
Feb-2015
I
Project gerelateerde (subsidie-) inkomsten Inzet bestemmingsreserve
Jun-2015
I
Inzet bestemmingsreserve
Jun-2015
-30
I
Verlaging gem. bijdrage
Okt-2015
-27
S
Okt-2015
-58
S
Verlaging gem. bijdrage Verlaging gem. bijdrage Van derden ontvangen bijdragen
Project gerelateerde (subsidie-) inkomsten
Okt-2015
1.776
Programma 4 - Contractgestuurde dienstverlening: Uitvoering quick scan begraafplaatsen bij 3 gemeenten van Regio Rivierenland € 20.000. Deze mutatie in de begroting 2015 heeft geen effect op de gemeentelijke bijdrage. * Programma 2 - Programma's & Strategie: Onderzoek basismobiliteit € 100.000. Deze mutatie in de begroting 2015 heeft geen effect op de gemeentelijke bijdrage. * Programma 4 - Contractgestuurde dienstverlening: Uitvoering vervolgfasen 4 en 5 van het breedbandonderzoek in Rivierenland € 400.000. Deze mutatie in de begroting 2015 heeft geen effect op de gemeentelijke bijdrage. * Programma 2 - Programma's & Strategie: Werkbudget Speerpuntberaden € 60.000. Deze mutatie in de begroting 2015 heeft geen effect op de gemeentelijke bijdrage. *
Gemeentelijke bijdrage begroting 2015
I
Jun-2015
1.776
Bestuursrapportage 2015: 5 6 7 8
9
Programma 1 - Regionale samenwerking: Verlaging van het budget voor onvoorziene uitgaven. Programma 1 - Regionale samenwerking: Hoger renteresultaat. Programma 1 - Regionale samenwerking: Kostenbesparingen (lagere salarislasten). Programma 4 - Contractgestuurde dienstverlening: Uitgaven voor in het begrotingsjaar 2015 uitgevoerde projecten bij het Regionaal Meld- en Coördinatiepunt (RMC - voortijdige schoolverlaters) en hiermee rechtstreeks samenhangende ontvangen bijdragen van derden. * Programma 2 - Programma's & Strategie: Uitgaven en (subsidie)-inkomsten van in het begrotingsjaar 2015 uitgevoerde projecten, waarvan de baten en lasten niet (of niet volledig) in de programmabegroting 2015 zijn opgenomen. *
Gemeentelijke bijdrage begroting 2015 na bestuursrapportage 2015
I
I
Okt-2015 Okt-2015
1.661 I=Incidenteel; S=Structureel
* Deze begrotingswijzigingen hebben geen effect op de gemeentelijke bijdrage.
18 BESTUURSRAPPORTAGE 2015 REGIO RIVIERENLAND
Toelichting 1. Quick scan begraafplaatsen € 20.000 In de begroting 2015 is een bedrag van € 20.000 opgenomen voor de uitvoering van een quick scan begraafplaatsen bij 3 gemeenten van Regio Rivierenland. De kosten zijn gedekt door inzet van het revolverend fonds van Contractgestuurde dienstverlening, overeenkomstig besluitvorming door het Dagelijks Bestuur op 11 februari 2015. 2. Onderzoek basismobiliteit € 100.000 In de vergadering van 10 juni 2015 heeft het Dagelijks Bestuur ingestemd met een budget in de begroting 2015 van € 100.000 voor het vervolgonderzoek naar basismobiliteit. De kosten worden gefinancierd met subsidie uit het Regiocontract 2012-2015. 3. Fase 4 en 5 ontwikkeling Breedband € 400.000 Op 24 juni 2015 heeft het Algemeen Bestuur het eindrapport van fase 3 van het breedbandonderzoek in Regio Rivierenland vastgesteld en tevens ingestemd met uitvoering van de vervolgfasen 4 en 5. Voor het uitvoeren van fase 4 en 5 is een bedrag begroot van € 400.000. Het Algemeen Bestuur heeft ingestemd met financiering van deze kosten vanuit de risicoreserve Contractgestuurde dienstverlening. Wel is hierbij bepaald, dat revenuen uit de exploitatie als het breedbandnetwerk gerealiseerd is, worden aangewend om de reserve Contractgestuurde dienstverlening weer aan te zuiveren. Bovendien komt mogelijk nog (extra) geld beschikbaar voor Breedband uit het Regiocontract, dat kan worden ingezet voor bekostiging van fase 4 en 5. De inzet van de risicoreserve Contractgestuurde dienstverlening kan dan worden beperkt. 4. Werkbudget Speerpuntberaden € 60.000 Het Algemeen Bestuur heeft op 24 juni 2015 ingestemd met het in de begroting 2015 opnemen van een werkbudget voor de Speerpuntberaden bij programma 2 Programma's & Strategie van in totaal € 60.000. Elk Speerpuntberaad krijgt de beschikking over een werkbudget van € 20.000. De kosten zijn in de begroting 2015 gedekt door inzet van de reserve voormalige Programmaraden. 5. Aframing budget voor onvoorziene uitgaven € 30.000 In de 1e helft van het begrotingsjaar 2015 hoefde geen beroep gedaan te worden op het budget voor onvoorziene uitgaven. Mede op basis van ervaringscijfers uit voorgaande jaren is in deze bestuursrapportage het beschikbare budget voor onvoorziene uitgaven afgeraamd met 50%. De gemeentelijke bijdrage bij programma 1 - Regionale samenwerking daalt hierdoor met € 30.000. 6. Hoger renteresultaat € 27.000 Als gevolg van de huidige lage financieringsrente zijn de rentelasten lager dan begroot en valt het renteresultaat gunstiger uit. De gemeentelijke bijdrage bij programma 1 - Regionale samenwerking daalt hierdoor met € 27.000. Het betreft een structurele mutatie in de begroting, die al in de programmabegroting 2016 is verwerkt (vastgesteld door het Algemeen Bestuur op 24 juni 2015). 7. Kostenbesparingen (lagere salarislasten) € 58.000 Op verzoek van de gemeenten hebben we kritisch gekeken naar de verwachte uitputting van de in de begroting 2015 opgenomen salarisbudgetten en de reserveringen voor loonontwikkelingen die voortvloeien uit CAO-afspraken. We verwachten, dat in 2015 sprake zal zijn van een onderuitputting van de salarisbudgetten van € 58.000. Het geraamde financiële voordeel is het gevolg van personele mutaties en het niet, deels of later invullen van vacatures. De gerealiseerde onderuitputting op salariskosten heeft voor een belangrijk deel een structureel karakter. De structurele voordelen zijn al in de programmabegroting 2016 verwerkt (vastgesteld door het Algemeen Bestuur op 24 juni 2015).
19 BESTUURSRAPPORTAGE 2015 REGIO RIVIERENLAND
8. Regionaal Meld- en Coordinatiepunt (RMC) - uitvoering van projecten op het gebied van voortijdige schoolverlaters € 153.000 In het begrotingsjaar 2015 worden een aantal projecten uitgevoerd gericht op terugdringing van schooluitval. Genoemd worden de projecten 'Coaching ', 'Brugwachter', 'Programmacoördinatie VSV-convenant' en 'Verzuimadviseur'. Nieuw in 2015 is het project 'Traject op Maat (TOM)', waarvoor een bedrag van € 104.000 toegekend is vanuit het Regiocontract. Alle RMC-projecten en specifieke activiteiten op het gebied van terugdringing van schooluitval worden gefinancierd met van derden ontvangen subsidies. Op landelijk niveau zijn gelden beschikbaar gekomen via het convenant 'Aanval op schooluitval 2012-2015'. De Rijkssubsidie van het ministerie van OCW wordt uitbetaald aan Regio Rivierenland via ROC Rivor. De geldstroom loopt niet via gemeenten, maar gaat via regionale contactscholen. Niet alle baten en lasten van de RMC-projecten zijn in de programmabegroting 2015 opgenomen. Bij het opstellen van de programmabegroting 2015 in het voorjaar van 2014 bestond nog geen volledig inzicht in de RMC-projecten en de beschikbare financiële middelen. Via een begrotingswijziging worden de subsidie-inkomsten en de projectgebonden lasten opgehoogd in de begroting 2015 van Regio Rivierenland met een bedrag van in totaal € 153.000. Per saldo is er geen effect op het begrotingsresultaat en de hoogte van de gemeentelijke bijdrage. 9. Programma's & Strategie - projecten die met subsidie-inkomsten en bijdragen van derden worden gefinancierd € 1.304.000. Bij het opstellen van de programmabegroting 2015 in het voorjaar van 2014 bestond nog geen volledig inzicht in de projecten die uitgevoerd worden in het begrotingsjaar 2015. Gevolg is dat de baten en lasten van de in het begrotingsjaar 2015 uitgevoerde (subsidie)projecten veelal niet (of niet volledig) in de programmabegroting 2015 zijn opgenomen. De mutaties hebben geen effect op het begrotingsresultaat en de hoogte van de gemeentelijke bijdrage. In deze bestuursrapportage is bij de toelichting van de afwijkingen bij programma 2 Programma's & Strategie een overzicht opgenomen van alle projecten, waarvan de baten en lasten niet (of niet volledig) in de programmabegroting 2015 zijn opgenomen. Het betreft een 22-tal projecten die met middelen van derden (subsidies en bijdragen) worden gefinancierd. Het totale bedrag van de projectgerelateerde baten en lasten in het begrotingsjaar 2015 is geraamd op € 1.304.000. Als voorbeelden worden genoemd: * Projecten op het gebied van verkeersveiligheid met provinciale financiering uit BDU-middelen (totaal een bedrag van ca. € 184.000). * Uitvoering programma's op het gebied van verbetering van de luchtkwaliteit - NSL (een bedrag van ca. € 108.000). * Onderzoek Basismobiliteit (een bedrag van ca. € 102.000). * Onderzoek A15 (een bedrag van € 75.000). * Project Regionale opvoedkunde (een bedrag van ca. € 142.000). * Jeugdzorg / subsidie Aansluiting Jeugdbeleid Jeugdzorg - AJJ 2014 (een bedrag van in totaal ca. € 206.000). * Diverse projecten en doorloop van activiteiten in het kader van de decentralisaties in het sociale domein (een bedrag van in totaal ca. € 144.000, ondermeer voor het communicatieplan en de noodzakelijke begeleiding en ondersteuning).
20 BESTUURSRAPPORTAGE 2015 REGIO RIVIERENLAND
Bijlage 1: Overzicht gemeentelijke bijdrage
Overzicht gemeentelijke bijdragen bestuursrapportage 2015 Primitieve begroting 2015
Aantal inwoners per 1 januari 2014
Mutaties Berap 2015
237.055
Begroting 2015 na wijzigingen Berap
Buren
Culemborg Geldermalsen Lingewaal Maasdriel Neder-Betuwe Neerijnen
Tiel
West Maas Totaal regio Zaltbommel en Waal gemeenten
237.055
26.016
27.594
26.292
11.060
24.156
22.574
12.020
41.742
18.422
27.179
237.055
Programma 1: Regionale samenwerking Algemene bestuursondersteuning Onvoorziene uitgaven Renteresultaat
814.861 852.861 60.000 -98.000
-114.928 -57.928 -30.000 -27.000
699.933 794.933 30.000 -125.000
76.815 87.241 3.292 -13.718
81.475 92.533 3.492 -14.550
77.630 88.167 3.327 -13.864
32.656 37.088 1.400 -5.832
71.323 81.004 3.057 -12.738
66.652 75.699 2.857 -11.903
35.490 40.308 1.521 -6.338
123.248 139.976 5.283 -22.011
54.393 61.776 2.331 -9.714
80.249 91.141 3.440 -14.332
699.933 794.933 30.000 -125.000
Programma 2: Programma's & Strategie Speerpuntberaden, beleidsondersteuning en projecten* Programmamanagement Regiocontract*
961.043 743.678 217.365
0 0 0
961.043 743.678 217.365
107.263 83.408 23.855
113.769 88.467 25.302
108.401 84.293 24.108
45.600 35.459 10.141
83.269 61.119 22.150
93.072 72.373 20.699
49.558 38.536 11.022
172.101 133.826 38.275
75.953 59.061 16.892
112.057 87.136 24.921
961.043 743.678 217.365
1.775.904
-114.928
1.660.976
184.078
195.244
186.031
78.256
154.592
159.724
85.048
295.349
130.346
192.307
1.660.976
196.691
208.621
198.778
83.618
166.304
170.668
90.876
315.586
139.278
205.484
1.775.904
* geen mutaties t.o.v. programmabegroting 2015 Totaal gemeentelijke bijdrage gewijzigde begroting 2015 Gemeentelijke bijdrage volgens programmabegroting 2015 Mutaties bestuursrapportage 2015 (per saldo voordeel voor de regiogemeenten)
12.613-
13.377-
12.747-
5.362-
11.712-
10.944-
5.828-
20.237-
8.932-
13.177-
114.928-6,5%
21 BESTUURSRAPPORTAGE 2015 REGIO RIVIERENLANDNLAND
Aan Vergadering Agendapunt Van Onderwerp
: : : : :
Algemeen Bestuur 15 oktober 2015 7a Dagelijks Bestuur Bestuursrapportage 2015
Voorstel 1. De Bestuursrapportage 2015 vast te stellen. 2. In te stemmen met de in de Bestuursrapportage 2015 opgenomen begrotingswijzigingen en verlaging van de begrote gemeentelijke bijdrage in 2015 met € 114.928. 3. Een krediet beschikbaar stellen van € 15.945 voor de aanschaf van een computersysteem voor het uitlezen van camerabeelden bij onderzoeken door Sociale recherche. 4. Een krediet beschikbaar stellen van € 124.000 voor de vervanging van een overslagpers (Avri).
Inleiding Voor u ligt de Bestuursrapportage 2015 van Regio Rivierenland. De peildatum is 1 juli 2015, waarbij rekening is gehouden met de verwachte uitkomsten aan het einde van dit jaar. Met deze rapportage legt Regio Rivierenland verantwoording af aan het Algemeen Bestuur over de uitvoering van de programmabegroting 2015. De Bestuursrapportage 2015 is opgesteld conform het in voorgaande jaren toegepaste format. Per programma zijn de belangrijkste afwijkingen ten aanzien van de in de programmabegroting opgenomen doelstellingen en de voortgang van projecten toegelicht. Voor een snel inzicht in de belangrijkste afwijkingen is gewerkt met de kleuren groen, geel en rood. Groen staat voor uitvoering conform begroting/plan, bij geel is sprake van enige onzekerheid en bij rood is sprake van een afwijking van begroting of plan. Beoogd effect De gemeenten inzicht verschaffen in met name de afwijkingen van de beleidsrealisatie en de ontwikkeling van het exploitatieresultaat 2015 en de financiële gevolgen voor de begroting 2015 en de gemeentelijke bijdrage. Argumenten 1.1 Tussentijdse verantwoording aan het Algemeen Bestuur. Met deze rapportage wordt voldaan aan artikel 7 van de Financiële verordening Regio Rivierenland, waarin is bepaald, dat het Algemeen Bestuur door middel van een tussentijdse rapportage wordt geïnformeerd over de realisatie van de begroting. 2.1 Het resultaat is positief en er gaat geld terug naar de gemeenten. De gemeentelijke bijdrage daalt in 2015 met (afgerond) € 115.000 door de in deze bestuursrapportage opgenomen bijstellingen van begrotingsbudgetten. Voor een specificatie van de begrotingswijzigingen wordt verwezen naar de op de pagina's 18 t/m 20 opgenomen opsomming en toelichtingen. 3.1 Beschikbaar stellen van een krediet van € 15.945 voor een computersysteem voor het uitlezen van camerabeelden bij onderzoeken door Sociale recherche. Hiermee kunnen de onderzoeken efficiënter worden uitgevoerd waardoor kostenbesparingen worden gerealiseerd. De kapitaallasten worden binnen de begroting van programma 4 Contractgestuurde dienstverlening gedekt. 4.1 Beschikbaar stellen van een krediet van € 124.000 voor de vervanging van de huidige overslagpers (Avri). De overslagpers zorgt voor het samenpersen van opgehaalde kunststofverpakkingen, zodat deze vervoerd kunnen worden naar de verwerker. De huidige pers dient vervangen te worden. De nieuwe pers kan sneller en meer materiaal in een container persen. De kapitaallasten van deze investering wordt binnen het basispakket ten laste van de begrotingsbudgetten van programma 3 Avri gedekt. Kanttekeningen (gemeentelijke bijdrage) 2.1 In de Bestuursrapportage 2015 is een verlaging van de gemeentelijke bijdrage ten opzichte van de programmabegroting 2015 opgenomen van (afgerond) € 115.000. Als gevolg van deze relatief grote neerwaartse bijstelling (met 6,5%) is de verwachting dat het resultaat (rekeningoverschot) bij de jaarrekening 2015 lager zal zijn dan in voorgaande jaren. Gemeenten kunnen het financiële voordeel nu wel eerder in hun eigen begroting verwerken.
2.2
De bijstellingen die via deze bestuursrapportage in de begroting 2015 worden opgenomen, liggen in lijn met de mutaties die al in de programmabegroting 2016 zijn verwerkt. Ook in de programmabegroting 2016 zijn de salarissen structureel verlaagd, is het renteresultaat aangepast aan de huidige lage financieringsrente en is het budget voor onvoorziene uitgaven (structureel) naar beneden bijgesteld. Het in deze bestuursrapportage gepresenteerde financiële voordeel voor de begroting 2015 leidt derhalve niet tot additionele structurele verlagingen van de gemeentelijke bijdrage in meerjarig perspectief.
Communicatie De Bestuursrapportage 2015 is/wordt besproken in het overleg van de hoofden Financiën op 24 september 2015. De opmerkingen van de hoofden Financiën worden (voor zover bestuurlijk relevant) ingebracht in de vergadering van het Algemeen Bestuur van 15 oktober 2015. Financiën De gemeentelijke bijdrage daalt in de Bestuursrapportage 2015 met € 115.000 ten opzichte van het saldo van de vastgestelde (programma)begroting 2015. Dit komt neer op een daling van de gemeentelijke bijdrage met 6,5%. Voor een gedetailleerde toelichting van de mutaties in de begroting 2015 en de effecten op de gemeentelijke bijdrage wordt verwezen naar de achterin de bestuursrapportage opgenomen toelichtingen bij de ontwikkeling van de gemeentelijke bijdrage (pagina 18 t/m 20). De nieuwe bijdragen per gemeenten zijn opgenomen in de bijlage van de bestuursrapportage (pagina 21). Uitvoering N.v.t. Bijlage Bestuursrapportage 2015
Aan Vergadering Agendapunt Van Onderwerp
: : : : :
Algemeen Bestuur 15 oktober 2015 7c Dagelijks Bestuur Inzameling oude medicijnen en injectienaalden bij apotheken en apotheekhoudende huisartsen
Voorstel 1. Het inzamelen van oude medicijnen en injectienaalden afkomstig van huishoudens onder te brengen bij apotheken en apotheekhoudende huisartsen per 1 januari 2016. 2. Met ingang van 1 januari 2016 de huis aan huis inzameling van Klein chemisch afval (Kca) te beëindigen en het Dagelijks Bestuur op te dragen daartoe het Uitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 4 van de Afvalstoffenverordening Regio Rivierenland 2014 te wijzigen.
Inleiding Er wordt in veel huishoudens gebruik gemaakt van medicijnen. Apotheken verstrekken inwoners medicijnen. De apotheken zijn niet verplicht het medisch afval in te zamelen of af te (laten) voeren. De brancheorganisatie voor apotheken (KNMP) pleit ervoor dat apotheken geen rekening van de gemeente ontvangen voor afvoer en verwerking van door burgers ingeleverd medicijnafval. De KNMP wijst apotheken op hun maatschappelijke verantwoordelijkheid voor de verzameling van medicijnen. De apotheken zijn hiertoe niet verplicht. Het landelijk beleid voor oude medicijnen en injectienaalden van huishoudens is uitgewerkt in Sectorplan 18 KCA/KGA van het Landelijk afvalbeheerplan 2009 – 2021. Oude medicijnen en injectienaalden zijn opgenomen in de zogenaamde Kca-lijst. Kca (klein chemisch afval) bestaat uit huishoudelijke afvalstoffen die als gevaarlijk worden aangemerkt en die in kleine hoeveelheden bij huishoudens vrijkomen. Het gaat bijvoorbeeld om verfresten, spaarlampen en medicijnen. Klein chemisch afval moet door de gemeenten gescheiden worden ingezameld. Er is op dit moment in regio Rivierenland geen apart beleid ten aanzien van de inzameling van oude medicijnen en injectienaalden uit huishoudens. Aangezien het aantal ouderen toeneemt kan worden aangenomen dat de hoeveelheid medicijnen dat wordt gebruikt eveneens toeneemt. In regio Rivierenland zijn ongeveer 40 apotheken, inclusief huisartsenpraktijken die tevens apotheekhouder zijn. Burgers kunnen hun medicijnafval als Kca gratis inleveren bij milieustraten. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om Kca na aanmelding thuis op te laten halen (inzameling eens per maand). Van deze mogelijkheid wordt incidenteel gebruik gemaakt. Uit sorteeranalyses blijkt dat het aantal eenheden oude medicijnen in de restafvalcontainer significant stijgt. Landelijk werden er in 2004 5 items per ton restafval aan medicijnen waargenomen. Dit is in 2014 toegenomen met 11 items per ton restafval. Dit voorstel adviseert inzameling van medicijnen en naalden (hierna: medicijnen) door Avri bij apotheken en apotheekhoudende huisartsen (hierna: apotheken) in te richten, waarbij apotheken zorg dragen voor de verzameling. Op deze wijze verdwijnen er zo min mogelijk medicijnen in het milieu. De milieuwethouders hebben in het Regionaal Overleg Afvalinzameling op 10 september ingestemd met de inhoud van het voorstel. Beoogd effect 1. Voorkomen dat oude medicijnen in het restafval terecht komen en daardoor schade toebrengen aan het milieu.
Argumenten 1.1. Service voor de inwoners wordt verhoogd. Inzameling bij apotheken biedt een extra service met een lage drempel aan bewoners naast de mogelijkheid van brengen naar de milieustraat of inzameling aan huis na aanmelding. De inspanning die burgers moeten leveren is klein en de inzameling vindt plaats op een logische plaats. 1.2. Inzameling bij apotheken zal leiden tot minder medicijnen in het restafval. Verzameling van oude medicijnen bij apotheken zal naar verwachting een hoge respons geven vanwege de hierboven genoemde lage drempel. Dit zal leiden tot minder medicijnen in het restafval. Ook omdat de huidige verwerker van het restafval niet beschikt over de capaciteit om oude medicijnen gescheiden te verwerken is dit zeer wenselijk. 1.3. Door een overeenkomst aan te gaan met de apotheken worden zij gewezen op hun maatschappelijke verantwoordelijkheid. Een overeenkomst verplicht alle partijen zich te houden aan de afspraken die zijn vastgelegd in deze overeenkomst. 1.4. Alle operationele faciliteiten zijn beschikbaar om te starten met de inzameling van oude medicijnen per 1 januari 2016. Avri beschikt over een chemokar voor het afvoeren van Kca en beschikt tevens over goed gekwalificeerd personeel. 2.1. Er wordt nauwelijks gebruik gemaakt van de kca inzameling bij huishoudens na vooraanmelding. In 2014 zijn er 8 intakes geweest voor de inzameling aan huis van Kca. Het Kca dat aan huis wordt ingezameld bestaat voornamelijk uit oude medicijnen en injectienaalden. 2.1a Het Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening Regio Rivierenland 2014 moet worden gewijzigd. De inzamelfrequentie van de overige categorieën huishoudelijke afvalstoffen, waartoe het kca behoort, is vastgelegd in het Uitvoeringsbesluit Regio Rivierenland 2014. Hierin is bepaald (artikel 5, onderdeel c, dat kca op afroep wordt ingezameld. Dit zal moeten worden aangepast met een besluit van het Dagelijks Bestuur. 2.2. Kca kan bij de milieustraten worden ingeleverd. Naast de inzameling bij apotheken hebben inwoners de mogelijkheid om Kca, waaronder oude medicijnen en injectienaalden bij de milieustraten in te leveren 2.3. Overig Kca kan bij bouwmarkten en de detailhandel worden ingeleverd. Kca waaronder verfresten en aanverwante reststoffen, spaarlampen, batterijen kunnen, naast de milieustraat, ook bij bouwmarkten en detailhandel worden ingeleverd. Kanttekeningen Geen Communicatie Na goedkeuring van het voorstel zal voorafgaand aan de invoering een communicatieplan worden opgesteld in overleg met de apotheken. Waarschijnlijke ingrediënten van het plan: De huishoudens worden via website, nieuwsbrief en advertenties op de hoogte gebracht van de veranderingen in de wijze waarop huishoudens hun oude medicijnen kunnen inleveren waaronder het afschaffen van de huis aan huisinzameling van Kca. Bij de apotheken zullen posters worden opgehangen waarin bezoekers (inwoners) worden geïnformeerd over de mogelijkheden van inleveren van oude medicijnen.
Financiën 1 In de berekening voor de jaarlijkse kosten wordt uitgegaan van een maandelijkse inzamelcyclus .
Kosten inzameling oude medicijnen*¹
Onderdeel inzameling verwerkingskosten besparing inzameling op afroep besparing verwerking/overslag restafval totale kosten effect op de afvalstoffenheffing
Kosten 30.267,00 8.228,00 -
kosten per aansluiting
6.596,20 1
*¹ Berekening is gebaseerd op maximaal 40 deelnemende apotheken en apotheekhouders Voor communicatie is een eenmalige post geraamd van € 3.000,- voor de aanschaf van communicatiemiddelen (posters voor in de apotheken). Uitvoering Avri en de apotheken zullen een overeenkomst aangaan voor de inname, inzameling, verwerking en afvoer van oude medicijnen en injectienaalden. De inzameling wordt uitgevoerd met bestaand materieel en door voldoende geschoold personeel. Per 1 januari 2016 kan de inzameling van medicijnen en injectienaalden bij apotheken operationeel zijn. Het kca dat aan huis wordt ingezameld bestaat hoofdzakelijk uit injectienaalden en medicijnen. De hoeveelheid aan kca per huishouden is minimaal en bestaat uit een aantal eenheden. Er wordt niet apart gewogen. Avri adviseert de inzameling van Kca bij huishoudens te stoppen op het moment dat inzameling bij apotheken wordt ingevoerd. Hiervoor is op dat moment een wijziging van het Uitvoeringsbesluit Asv Regio Rivierenland aan de orde. Personele gevolgen Voor het inzamelen van oude medicijnen en injectienaalden moet rekening worden gehouden met een extra inzet van maximaal 432 uur per jaar voor een chemokarbegeleider (chauffeur). Het beëindigen van de huis aan huis inzameling op afroep levert een licht voordeel op door minder inzet van materieel en personeel. Juridisch De overeenkomst met apotheken zal worden opgesteld door de juridisch adviseur van Avri. Bijlagen geen
1
* Inzamelfrequentie kan in overleg met apotheken wijzigen
Aan Vergadering Agendapunt Van Onderwerp
: : : : :
Algemeen Bestuur 15 oktober 2015 7c Dagelijks Bestuur Inzameling oude medicijnen en injectienaalden bij apotheken en apotheekhoudende huisartsen
Voorstel 1. Het inzamelen van oude medicijnen en injectienaalden afkomstig van huishoudens onder te brengen bij apotheken en apotheekhoudende huisartsen per 1 januari 2016. 2. Met ingang van 1 januari 2016 de huis aan huis inzameling van Klein chemisch afval (Kca) te beëindigen en het Dagelijks Bestuur op te dragen daartoe het Uitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 4 van de Afvalstoffenverordening Regio Rivierenland 2014 te wijzigen.
Inleiding Er wordt in veel huishoudens gebruik gemaakt van medicijnen. Apotheken verstrekken inwoners medicijnen. De apotheken zijn niet verplicht het medisch afval in te zamelen of af te (laten) voeren. De brancheorganisatie voor apotheken (KNMP) pleit ervoor dat apotheken geen rekening van de gemeente ontvangen voor afvoer en verwerking van door burgers ingeleverd medicijnafval. De KNMP wijst apotheken op hun maatschappelijke verantwoordelijkheid voor de verzameling van medicijnen. De apotheken zijn hiertoe niet verplicht. Het landelijk beleid voor oude medicijnen en injectienaalden van huishoudens is uitgewerkt in Sectorplan 18 KCA/KGA van het Landelijk afvalbeheerplan 2009 – 2021. Oude medicijnen en injectienaalden zijn opgenomen in de zogenaamde Kca-lijst. Kca (klein chemisch afval) bestaat uit huishoudelijke afvalstoffen die als gevaarlijk worden aangemerkt en die in kleine hoeveelheden bij huishoudens vrijkomen. Het gaat bijvoorbeeld om verfresten, spaarlampen en medicijnen. Klein chemisch afval moet door de gemeenten gescheiden worden ingezameld. Er is op dit moment in regio Rivierenland geen apart beleid ten aanzien van de inzameling van oude medicijnen en injectienaalden uit huishoudens. Aangezien het aantal ouderen toeneemt kan worden aangenomen dat de hoeveelheid medicijnen dat wordt gebruikt eveneens toeneemt. In regio Rivierenland zijn ongeveer 40 apotheken, inclusief huisartsenpraktijken die tevens apotheekhouder zijn. Burgers kunnen hun medicijnafval als Kca gratis inleveren bij milieustraten. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om Kca na aanmelding thuis op te laten halen (inzameling eens per maand). Van deze mogelijkheid wordt incidenteel gebruik gemaakt. Uit sorteeranalyses blijkt dat het aantal eenheden oude medicijnen in de restafvalcontainer significant stijgt. Landelijk werden er in 2004 5 items per ton restafval aan medicijnen waargenomen. Dit is in 2014 toegenomen met 11 items per ton restafval. Dit voorstel adviseert inzameling van medicijnen en naalden (hierna: medicijnen) door Avri bij apotheken en apotheekhoudende huisartsen (hierna: apotheken) in te richten, waarbij apotheken zorg dragen voor de verzameling. Op deze wijze verdwijnen er zo min mogelijk medicijnen in het milieu. De milieuwethouders hebben in het Regionaal Overleg Afvalinzameling op 10 september ingestemd met de inhoud van het voorstel. Beoogd effect 1. Voorkomen dat oude medicijnen in het restafval terecht komen en daardoor schade toebrengen aan het milieu.
Argumenten 1.1. Service voor de inwoners wordt verhoogd. Inzameling bij apotheken biedt een extra service met een lage drempel aan bewoners naast de mogelijkheid van brengen naar de milieustraat of inzameling aan huis na aanmelding. De inspanning die burgers moeten leveren is klein en de inzameling vindt plaats op een logische plaats. 1.2. Inzameling bij apotheken zal leiden tot minder medicijnen in het restafval. Verzameling van oude medicijnen bij apotheken zal naar verwachting een hoge respons geven vanwege de hierboven genoemde lage drempel. Dit zal leiden tot minder medicijnen in het restafval. Ook omdat de huidige verwerker van het restafval niet beschikt over de capaciteit om oude medicijnen gescheiden te verwerken is dit zeer wenselijk. 1.3. Door een overeenkomst aan te gaan met de apotheken worden zij gewezen op hun maatschappelijke verantwoordelijkheid. Een overeenkomst verplicht alle partijen zich te houden aan de afspraken die zijn vastgelegd in deze overeenkomst. 1.4. Alle operationele faciliteiten zijn beschikbaar om te starten met de inzameling van oude medicijnen per 1 januari 2016. Avri beschikt over een chemokar voor het afvoeren van Kca en beschikt tevens over goed gekwalificeerd personeel. 2.1. Er wordt nauwelijks gebruik gemaakt van de kca inzameling bij huishoudens na vooraanmelding. In 2014 zijn er 8 intakes geweest voor de inzameling aan huis van Kca. Het Kca dat aan huis wordt ingezameld bestaat voornamelijk uit oude medicijnen en injectienaalden. 2.1a Het Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening Regio Rivierenland 2014 moet worden gewijzigd. De inzamelfrequentie van de overige categorieën huishoudelijke afvalstoffen, waartoe het kca behoort, is vastgelegd in het Uitvoeringsbesluit Regio Rivierenland 2014. Hierin is bepaald (artikel 5, onderdeel c, dat kca op afroep wordt ingezameld. Dit zal moeten worden aangepast met een besluit van het Dagelijks Bestuur. 2.2. Kca kan bij de milieustraten worden ingeleverd. Naast de inzameling bij apotheken hebben inwoners de mogelijkheid om Kca, waaronder oude medicijnen en injectienaalden bij de milieustraten in te leveren 2.3. Overig Kca kan bij bouwmarkten en de detailhandel worden ingeleverd. Kca waaronder verfresten en aanverwante reststoffen, spaarlampen, batterijen kunnen, naast de milieustraat, ook bij bouwmarkten en detailhandel worden ingeleverd. Kanttekeningen Geen Communicatie Na goedkeuring van het voorstel zal voorafgaand aan de invoering een communicatieplan worden opgesteld in overleg met de apotheken. Waarschijnlijke ingrediënten van het plan: De huishoudens worden via website, nieuwsbrief en advertenties op de hoogte gebracht van de veranderingen in de wijze waarop huishoudens hun oude medicijnen kunnen inleveren waaronder het afschaffen van de huis aan huisinzameling van Kca. Bij de apotheken zullen posters worden opgehangen waarin bezoekers (inwoners) worden geïnformeerd over de mogelijkheden van inleveren van oude medicijnen.
Financiën 1 In de berekening voor de jaarlijkse kosten wordt uitgegaan van een maandelijkse inzamelcyclus .
Kosten inzameling oude medicijnen*¹
Onderdeel inzameling verwerkingskosten besparing inzameling op afroep besparing verwerking/overslag restafval totale kosten effect op de afvalstoffenheffing
Kosten 30.267,00 8.228,00 -
kosten per aansluiting
6.596,20 1
*¹ Berekening is gebaseerd op maximaal 40 deelnemende apotheken en apotheekhouders Voor communicatie is een eenmalige post geraamd van € 3.000,- voor de aanschaf van communicatiemiddelen (posters voor in de apotheken). Uitvoering Avri en de apotheken zullen een overeenkomst aangaan voor de inname, inzameling, verwerking en afvoer van oude medicijnen en injectienaalden. De inzameling wordt uitgevoerd met bestaand materieel en door voldoende geschoold personeel. Per 1 januari 2016 kan de inzameling van medicijnen en injectienaalden bij apotheken operationeel zijn. Het kca dat aan huis wordt ingezameld bestaat hoofdzakelijk uit injectienaalden en medicijnen. De hoeveelheid aan kca per huishouden is minimaal en bestaat uit een aantal eenheden. Er wordt niet apart gewogen. Avri adviseert de inzameling van Kca bij huishoudens te stoppen op het moment dat inzameling bij apotheken wordt ingevoerd. Hiervoor is op dat moment een wijziging van het Uitvoeringsbesluit Asv Regio Rivierenland aan de orde. Personele gevolgen Voor het inzamelen van oude medicijnen en injectienaalden moet rekening worden gehouden met een extra inzet van maximaal 432 uur per jaar voor een chemokarbegeleider (chauffeur). Het beëindigen van de huis aan huis inzameling op afroep levert een licht voordeel op door minder inzet van materieel en personeel. Juridisch De overeenkomst met apotheken zal worden opgesteld door de juridisch adviseur van Avri. Bijlagen geen
1
* Inzamelfrequentie kan in overleg met apotheken wijzigen
Evaluatie Resultaten Goed Scheiden Loont 2014
1
Inhoudsopgave 1. Samenvatting.................................................................................................................... 3 2. Inleiding ............................................................................................................................ 3 3. Doelstelling afvalscheidingpercentage ............................................................................. 4 4. Containers: plaatsingen en wisselingen ........................................................................... 4 5. Afvalhoeveelheden ........................................................................................................... 4 6. Sorteeranalyse ................................................................................................................. 6 7. Aantal aanbiedingen ......................................................................................................... 7 8. Ongeoorloofd gedrag ........................................................................................................ 8 8.1 Afvaldumpingen openbare ruimte ................................................................................... 8 8.2 Onjuist aanbieden van afval ........................................................................................... 8 8.3 Bijplaatsingen ................................................................................................................. 9 9. Bezwaren op de aanslag ................................................................................................ 10 10. Financiën ...................................................................................................................... 11
2
1. Samenvatting De resultaten van het eerste jaar Goed Scheiden Loont zijn positief. Inwoners bieden in 2014 beduidend minder restafval aan ten opzichte van 2013. Vooraf heeft Avri ingeschat dat de hoeveelheid restafval met 30 % zou afnemen. De inwoners van Regio Rivierenland hebben uiteindelijk in 2014 38 % minder restafval aangeboden dan in 2013. De Regio is in 2014 uitgekomen op een scheidingspercentage van bijna 70%. De landelijke ambitie (LAP) ligt op 65% in 2015 en de regionale doelstelling lag in 2014 op 65%. Enkele opvallende zaken in het eerste jaar van de invoering: gemiddeld bieden inwoners 12x een 140 liter of 13x een 240 liter restafval minicontainer aan ter inzameling (in 2013 was dit gemiddeld 22x per jaar) toename van overtredingen op de ASV (ongeoorloofd gedrag). In Tiel is de situatie van met name bijplaatsing bij brengvoorzieningen nog niet onder controle. 389 bezwaren op de Afvalstoffenheffing aanslag, waarvan er 206 ongegrond bleken Een jaar na invoering van Goed Scheiden Loont is aantoonbaar dat de invoering qua scheidingsdoelstelling succesvol is verlopen. 83% van de inwoners heeft in 2014 minder afvalstoffenheffing betaald dan in 2013. De opbrengsten afvalstoffenheffing zijn € 206.000 hoger dan verwacht (1,4%). Als gevolg van de invoering van Goed Scheiden Loont zijn de opbrengsten afvalstoffenheffing gedeeltelijk afhankelijk van het aantal aanbiedingen van inwoners. Dat wil zeggen dat deze opbrengsten het gevolg zijn van het scheidingsgedrag en daarmee (met name in het eerste jaar na invoering) moeilijk te voorspellen. De totale projectkosten van project Goed Scheiden Loont bedroegen € 403.000. Dit was een overschrijding van € 35.000 op het totale projectbudget van € 368.000. Deze overschrijding werd veroorzaakt door niet voorziene extra tijdsbesteding door BSR, welke aan Avri zijn doorbelast. Gezien het behaalde financiële resultaat op de basistaken zijn deze (extra) projectkosten ruimschoots terugverdiend.
2. Inleiding Deze evaluatie beschrijft de resultaten van invoering van het project Goed Scheiden Loont (hierna: GSL): het eerste jaar inzamelen met een volume-frequentie-tariefsysteem. Voor deze evaluatie zijn de gegevens van de periode 1 januari t/m 31 december 2014 gebruikt. De evaluatie bevat de volgende onderwerpen: Doelstelling afvalscheidingpercentage Containers: plaatsingen en wisselingen Afvalhoeveelheden Sorteeranalyse Aantal aanbiedingen Ongeoorloofd gedrag Bezwaren op de aanslag Financiën
3
3. Doelstelling afvalscheidingpercentage De doelstelling bij de invoering van GSL is bij aanvang vastgesteld door de Regio Rivierenland:het bereiken van een afvalscheidingpercentage van 65 %. Deze doelstelling is afgeleid van de landelijk ambitie (Landelijk Afvalbeheer Plan = LAP) dat een afvalscheidingpercentage van 65% in 2015 hanteert. Het gaat hier om het percentage van apart ingezamelde afvalstromen die geschikt zijn voor hergebruik. Uiteindelijk is het afvalscheidingpercentage in Rivierenland over 2014 uitgekomen op bijna 70% (69,6)% . Hiermee is de ambitie van het LAP gehaald.
4. Containers: plaatsingen en wisselingen Om het volume-frequentie-tarief systeem in te kunnen voeren per 1 januari 2014 was het noodzakelijk om versneld (ondergrondse) verzamelcontainers te plaatsen. Hierdoor konden huishoudens bij hoogbouw gebruik maken van een verzamelcontainer met toegangscontrolesysteem. Hiervoor hebben deze betrokken huishoudens een toegangspas ontvangen. Verzamelcontainers In 2013 zijn alle bovengrondse verzamelcontainers voor restafval vervangen door ondergrondse verzamelcontainers. Deze ondergrondse verzamelcontainers zijn voorzien van een toegangscontrolesysteem. In negen maanden tijd (2013) zijn 238 ondergrondse containers geplaatst. Ondergrondse containers geplaatst in 2013: Afvalstroom
2013
Rest Papier
185 28
Glas Textiel Totaal
16 9 238
Minicontainers aan huis Van de huishoudens die gebruik maken van minicontainers heeft een groot aantal geanticipeerd op de nieuwe situatie per 1 januari 2014. In januari 2014 bezat 70% van de huishoudens een 240 liter restafval container, op 1 januari 2015 was dit "nog maar" 56%. De meeste huishoudens die nog niet in het bezit waren van een papiercontainer, hebben deze alsnog aangevraagd. Momenteel is 95 % van de huishoudens uitgerust met een papiercontainer.
5. Afvalhoeveelheden De inzameldienst van Avri heeft in 2014 ervaren dat het nieuwe beleid invloed heeft op het aanbiedgedrag van huishoudens. Per route is ongeveer de helft van het aantal grijze restafvalcontainers ter inzameling aangeboden ten opzichte van 2013. De GFT containers worden daarentegen vaker (vanwege de zachte winter) en voller (ook meer 240 liter GFT containers) aangeboden Er worden ook meer zakken met kunststof verpakkingsafval aangeboden. Deze toename wordt bevestigd door de toename van bestellingen van de gratis plasticzakken door distributiepunten. In 2013 werden gemiddeld maandelijks 240.000 zakken besteld, in 2014 zijn dit gemiddeld maandelijks 400.000 zakken.
4
De procentuele veranderingen in de afvalhoeveelheden in 2014 ten opzichte van 2013 zijn af te lezen uit onderstaande tabel:
kg. 2014 % t.o.v. 2013 80% 60% 40% 20% 0% -20% -40% -60%
De totale hoeveelheid afval is in 2014 met 7% afgenomen ten opzichte van 2013 (mogelijke verklaringen zijn de economische crisis, veranderend koopgedrag, afval naar andere regio afvoeren). Avri heeft voorafgaand aan de invoering van GSL de verwachting uitgesproken dat het totale tonnage restafval zou afnemen met 30 %. Uiteindelijk is er 38% minder restafval ingezameld door Avri. De hoeveelheid ingezameld kunststofverpakkingsafval is met meer dan 60 % gestegen. Avri heeft daarnaast ongeveer 40% meer GFT ingezameld. De ingezamelde hoeveelheden papier zijn in deze periode ongeveer gelijk gebleven. Op de milieustraten is een kleine daling van het aanbod van afval waargenomen. De kleine daling in aanbod op de milieustraten wordt vooral veroorzaakt door een daling van de hoeveelheid aangeboden grof restafval en de betaalde stromen.
5
In de onderstaande grafiek staan de kilogrammen (kg.) per afvalstroom per inwoner per jaar in 2013 en 2014. . Deze grafiek laat duidelijk de grote afname van kg. restafval in 2014 zien.
250 200 150 100 50
kg/inw 2013
0
kg/inw 2014
6. Sorteeranalyse In april 2014 is een sorteerproef uitgevoerd op de ingezamelde afvalstromen uit de Regio. Een sorteerproef geeft een indicatie van de samenstelling van het restafval. In de proef is onderscheid gemaakt in bebouwingstypen Stadscentra, Hoogbouw, Stedelijke laagbouw en Buitengebied. Uit de resultaten van de sorteeranalyse blijkt dat de hoeveelheid herbruikbare afvalstromen in het restafval in 2014 ten opzichte van 2013 significant is gedaald. De hoeveelheid herbruikbare afvalstromen GFT en papier/karton in het restafval is bij hoogbouw en stadscentra (= gebruikers ondergrondse verzamelcontainers) hoger dan bij buitengebied en stedelijke laagbouw. Deze inwoners hebben een beperktere mogelijkheid tot het scheiden van met name GFT. In de volgende grafiek is de sterke afname te zien van de hoeveelheid herbruikbare afvalstromen in het restafval.
6
90 80 70 60
kg. 50 40 30 20 10
kg./inw 2013 kg./inw 2014
0
7. Aantal aanbiedingen De huishoudens die gebruik maken van ondergrondse brengvoorzieningen hebben gemiddeld 42 keer in 2014 restafval aangeboden. Een vergelijking met 2013 is niet te maken omdat er geen geregistreerd toegangscontrole systeem aanwezig was. Huishoudens met een 140 liter mini container restafval hebben deze in 2014 gemiddeld 12 keer aangeboden. Huishoudens met een 240 liter container deden dit gemiddeld 13 keer per jaar. Ruim 44% van de huishoudens maakten in 2014 gebruik van een 140 liter restafvalcontainer ten opzichte van 28% in 2013. Een vergelijking tussen de aanbiedingen in 140 liter en 240 liter in 2013 is niet te maken vanwege het ontbreken van een registratie systeem. Wel bekend is dat er gemiddeld in Regio Rivierenland 22x een minicontainer werd aangeboden in 2014 (op basis van gegevens uit de gemeente West Maas en Waal). Tijdens de inzamelroutes voor restafval wordt op een inzameldag door ongeveer 48 % van de huishoudens de restafval containers aangeboden. De schattingen zijn dat in 2013 gemiddeld 85% van de huishoudens de restafvalcontainers aanboden. In Regio Rivierenland heeft 83% van de inwoners minder afvalstoffenheffing betaald in 2014 ten opzichte van 2013.
7
8. Ongeoorloofd gedrag 8.1 Afvaldumpingen openbare ruimte Om een goed beeld te krijgen van het effect van de invoering van GSL op de omvang van afvaldumpingen hebben gemeenten vanaf juni 2013 monitoring ingezet op afvaldumpingen. De gemeenten hebben de locaties doorgegeven waar monitoring is uitgevoerd. Hierna is er een vergelijking gemaakt tussen het tweede half jaar 2013 en de eerste helft van 2014. Uit deze vergelijking heeft Avri geconcludeerd dat de invoering van GSL vooralsnog niet heeft geleid tot een toename van dumpingen, in aard noch in omvang. Op basis van de gegevens over het eerste half jaar 2014 heeft er gedurende de 2e helft van 2014 geen specifieke monitoring meer plaatsgevonden op afvaldumpingen in het kader van GSL. Tijdens gesprekken met de beleidsadviseurs van diverse gemeenten wordt echter aangegeven dat er een toename van afvaldumpingen ervaren wordt. Hierbij wordt gelijktijdig aangegeven dat dit niet zodanig geregistreerd wordt. Het betreft hier veelal ervaringen van de gemeentelijke buitendienst. Bij aanvang van het project Goed Scheiden Loont is niets afgesproken over evaluatie van de hoeveelheid zwerfafval in relatie tot GSL. Gedurende het jaar 2014 hebben een paar gemeenten laten weten dat zij een toename van het zwerfafval ervaren. Zwerfafval valt binnen de verantwoordelijkheid van de gemeenten. Gegevens zijn hierdoor bij Avri niet bekend (zwerfafval is meestal niet afkomstig uit het huishoudelijk afval).
8.2 Onjuist aanbieden van afval In onderstaand overzicht staat het aantal meldingen rondom het aanbieden van afval. 2013 Rode kaart geen chip*
nvt
2014 Rode kaart geen chip
230
Onjuist aanbod (tijd, afval) Container te vroeg/te lang op straat Onjuist afval in minicontainer Onjuist afval in verzamelcontainer
24 6 0
Onjuist aanbod (tijd, afval) Container te vroeg/te lang op straat Onjuist afval in minicontainer Onjuist afval in verzamelcontainer
90 113 3
Rommel/zwerfafval/bijplaatsing Aanbiedplaats minicontainer Ondergrondse container Verzamelcontainer (glas/papier/textiel) Overig/openbare ruimte
19 268 72 72
Rommel/zwerfafval/bijplaatsing Aanbiedplaats minicontainer Ondergrondse container Verzamelcontainer (glas/papier/textiel) Overig/openbare ruimte
118 829 117 235
Handhaving verzoeken Controle containerpakket Controle bewoning Overig
21 1 90
Handhaving verzoeken Controle containerpakket Controle bewoning Overig
35 5 93
* containers die niet voorzien zijn van een registratie chip krijgen een rode kaart en worden niet geleegd.
8
8.3 Bijplaatsingen We zoemen in op ongeoorloofd aanbiedgedrag bij verzamelcontainers. Om een uitspraak te kunnen doen over het effect van GSL op bijplaatsingen van afval bij (ondergronds) verzamelcontainers is er een vergelijking gemaakt tussen 2013 en 2014. Uit de vergelijking blijkt een significante toename van het aantal klachten rondom rommel/bijplaatsingen bij ondergrondse containers. Een ruime verdubbeling van het aantal locaties tussen 2013 en 2014 vormt een belangrijke verklaring voor de toename van klachten.
Aantal ondergrondse restafvalcontainers Aantal klachten rommel/ bijplaatsingen ondergronds
2013 150
2014 345
Procentuele toename 175%
268
829
300%
Een andere verklaring kan zijn dat door de invoering van GSL het illegaal bijplaatsen van afval bij verzamelcontainers toegenomen is:ontwijkgedrag van inwoners om niet te hoeven betalen voor het aanbieden van restafval. Daarnaast konden inwoners in het verleden afval dat bijgeplaatst was opruimen en gratis aanbieden/deponeren in ondergrondse containers. Door de invoering van het tarief voor aanbod van restafval zijn buurtbewoners ook minder of niet geneigd dit afval alsnog in de container te deponeren.
Handhaving Om het ongeoorloofd gedrag, zoals beschreven in de paragrafen hierboven, te beheersen wordt handhaving ingezet. Uit ervaringen van gemeenten buiten de Regio blijkt dat het zwaartepunt van meldingen en overtredingen ligt in de eerste 3 maanden na invoering van een volume-frequentie-tarief systeem. Dit was ook in de Regio Rivierenland het geval. Hierop anticiperend zijn bij de invoering van GSL de uren van handhaving op de afvalstoffenverordening voor 2014 met 700 uren verhoogd door middel van een AB besluit. Het totaal aantal uren van handhaving op de ASV komt hiermee structureel op 4.300 uur op jaarbasis. Avri onderscheidt 10 vormen van overtredingen op de ASV - Container heeft geen registratiechip - Container te vroeg/te lang op straat - Onjuist afval in minicontainer - Onjuist afval in verzamelcontainer - Bijplaatsing bij minicontainer - Bijplaatsing bij (ondergrondse) restafval verzamelcontainer - Bijplaatsing bij glas/papier/textiel verzamelcontainers - Bijplaatsing overig/openbare ruimte - Controle containerpakket bij bewoner - Controle op bewoning van perceel Hieronder is een overzicht van het aantal uitgeschreven boetes en officiële waarschuwingen. Dit zijn de boetes en waarschuwingen zoals die zijn uitgeschreven op bovengenoemde overtredingen op de ASV. Door invoering van GSL is er een toename merkbaar van de bijplaatsingen en hiermee een stijging van het aantal boetes.
9
Waarschuwingen Buren Culemborg Geldermalsen Lingewaal Maasdriel Neder-Betuwe Neerijnen Tiel West Maas en Waal Zaltbommel
2013 0 1 1 0 0 0 2 5 0 1
2014 0 0 0 0 0 0 0 8 0 0
Boetes Buren Culemborg Geldermalsen Lingewaal Maasdriel Neder-Betuwe Neerijnen Tiel West Maas en Waal Zaltbommel
2013 2 10 0 0 0 4 1 14 0 2
2014 1 14 1 0 1 2 1 67* 2 2
* doordat het merendeel van de meldingen/overtredingen uit Tiel kwam zijn hier de meeste boetes uitgeschreven.
9. Bezwaren op de aanslag Naar aanleiding van de aanslag van de Afvalstoffenheffing 2014 hebben in totaal 389 personen een bezwaar ingediend bij de Belastingsamenwerking Rivierenland. De gemiddelde leeftijd van de mensen die bezwaar hadden ingediend is 57 jaar. De gemiddelde leeftijd in Regio Rivierenland is 42 jaar.
Soort bezwaren Ongegrond en afgewezen bezwaren Toegekend en verminderd Toegekend en vernietigd In onderzoek Onthefingen TOTAAL
aantal 206 122 41 18 2 389
Bovenstaande gegevens zijn verkregen op 30 juni 2015 (info BSR). Uit de gegevens blijkt dat de groep mensen die bezwaren hebben ingediend die ongegrond bleken voor het merendeel uit senioren bestaat. Van deze mensen maakt ± 20 % gebruik van de ondergrondse afvalcontainer.
10
10. Financiën Het jaar 2014 is in financiële zin het meest onzekere jaar in het 25-jarig bestaan van Avri geweest. Dit omdat het nieuwe afvalbeleid (Goed Scheiden Loont) forse consequenties heeft voor zowel de opbrengstkant (hoe vaak zetten bewoners de restafvalcontainer aan de straat?), als voor de kostenkant (hoeveel restafval hoeft er nu minder verwerkt te worden en hoeveel meer inkomsten krijgen we dankzij de extra grondstoffen?). De financiële uitgangspunten van Goed Scheiden Loont zijn verwerkt in de (gewijzigde) begroting 2014 van Avri. Deze is vastgesteld door het Algemeen Bestuur in december 2013. Hierin zijn de volgende uitgangspunten verwerkt:
Opbrengsten: Basistarief € 109 Gemiddeld aantal aanbiedingen per huishouden per jaar mini containers: 13 keer Gemiddeld aantal aanbiedingen per huishouden per jaar ondergronds: 35 keer
Kosten (excl. 13,5% BTW): Stijging van uitvoeringskosten (inzameling, handhaving, administratie): € 870.000 Verschuiving van 30% van de hoeveelheid restafval (14.276 ton) naar andere afvalstromen: -/- € 2.655.000 Kapitaallasten a.g.v. investeringen: € 540.000 Overige kosten (m.n. rentekosten extra geldlening): € 266.000
Dit resulteerde in de volgende begroting: Opbrengsten afvalstoffenheffing: 15.260.000 Kosten basispakket: 15.311.000 Resultaat basispakket 51.000 -/In onderstaande tabellen zijn deze begrotingscijfers, als ook die van de bestuursrapportage (tussentijdse bijstelling van de begroting) en jaarrekening gepresenteerd. Hieruit blijkt een fors financieel voordeel over 2014 ten opzichte van de begroting 2014. Dit wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door lagere kosten, als gevolg van lagere afvalverwerkingkosten en voordelen op uitvoeringskosten (zowel op inzamelkosten als de kosten van administratieve ondersteuning). De opbrengsten zijn (ondanks de omwisselingen van containerpakketten en gewijzigde gemiddelde aanbiedingen van de diverse aanbiedvolumes) redelijk in lijn met opbrengsten uit de begroting.
Uitvoeren basistaken De afwijking op de basistaken is opgedeeld in een afwijking van de opbrengsten afvalstoffenheffing en een afwijking op de uitvoeringskosten. Dit is samengevat in onderstaande tabel . Basistaken Opbrengsten afvalstoffenheffing Kosten incl. 13,5% BTW Resultaat basistaken
Begroting 2014 15.260
Bestuursrapportage 15.111
Jaarrekening 15.317
15.311 -51
14.708 403
14.470 847
De afwijking ten opzichte van de Bestuursrapportage 2014 bedraagt € 444.000. Het positieve jaarresultaat op de basistaken van € 847.000 is aan de Voorziening inzameling AVH toegevoegd. Opbrengsten afvalstoffenheffing
11
De opbrengsten afvalstoffenheffing zijn € 206.000 hoger dan verwacht (1,4%). Als gevolg van de invoering van Goed Scheiden Loont zijn de opbrengsten afvalstoffenheffing gedeeltelijk afhankelijk van het aantal aanbiedingen van inwoners. Dat wil zeggen dat deze opbrengsten het gevolg zijn van het scheidingsgedrag en daarmee (met name in het eerste jaar na invoering) moeilijk te voorspellen. In de volgende tabel zijn de jaargemiddelden van het aantal aanbiedingen per aanbiedvolume uiteengezet . Aanbied volume
60 liter 140 liter 240 liter
Gemiddeld aantal aanbiedingen p/jaar begroting 2014 35 13 13
Gemiddeld aantal aanbiedingen p/jaar Bestuursrapportage
Gemiddeld aantal aanbiedingen p/jaar Jaarrekening
42,1 12,3 11,8
42,0 12,2 13,1
De afwijking van de opbrengsten afvalstoffenheffing is in onderstaande tabel uiteengezet:
Bedragen x € 1.000 Vast deel Variabel deel
Totaal
Aanbied volume
60 liter 140 liter 240 liter
Opbrengsten begroting 2014 9.781
Opbrengsten Bestuursrapportage 9.778
Opbrengsten Jaarrekening 9.723
366 1.855 3.258 5.479
531 1.254 3.548 5.333
520 1.359 3.714 5.594
15.260
15.111
15.317
De stijging van variabele opbrengsten wordt veroorzaakt door een stijging van het aantal aanbiedingen. Deze verschillen in variabele opbrengsten zijn niet volledig te relateren aan het verschil in gemiddeld aanbiedgedrag. Dit komt door de verschuiving van het aantal huishoudens per aanbiedvolume, als gevolg van (continue) tussentijdse wisselingen van containervolume door huishoudens. Het jaargemiddelde voor de 140 liter mini container ligt met (afgerond) 12 aanbiedingen conform de verwachting in de bestuursrapportage en lager dan in de gewijzigde begroting 2014 (vastgesteld in december 2013 met een uitgangspunt van 13 aanbiedingen). Het jaargemiddelde voor het aantal aanbiedingen van 240 liter mini containers is uitgekomen op (afgerond) 13 aanbiedingen. Dit is 1 aanbieding hoger dan in de bestuursrapportage verwacht en conform het uitgangspunt in de gewijzigde begroting 2014 (13 aanbiedingen). Uitvoeringskosten De uitvoeringskosten laten een voordeel zien van € 238.000 ten opzichte van de bestuursrapportage 2014 (1,6%). Dit betreft enerzijds een voordeel van € 126.000 op de primaire uitvoeringskosten, zoals de inzamelactiviteiten aan huis en het beheer en onderhoud van inzamelmiddelen. Anderzijds is er een voordeel van € 112.000 op ondersteunende kosten zoals data management (aanbiedingen registratie), facturatie en inning van de afvalstoffenheffing (BSR) en ondersteuning vanuit het Regiokantoor. Project Goed Scheiden Loont De totale projectkosten van project Goed Scheiden Loont bedragen € 403.000. Dit is een overschrijding van
12
€ 35.000 op het totale projectbudget van € 368.000. Deze overschrijding wordt veroorzaakt door niet voorziene extra tijdsbesteding door BSR, welke aan Avri zijn doorbelast. Gezien het behaalde financiële resultaat op de basistaken zijn deze (extra) projectkosten ruimschoots terugverdiend. Financiële verantwoording Het project Goed Scheiden Loon is in 2013 van start gegaan. Het projectbudget is daardoor al gedeeltelijk in 2013 besteed. De projectuitgaven van 2013 (€ 134.000) zijn reeds in de jaarstukken 2013 (en dus in het eindsaldo 2013 van de Voorziening inzameling AVH) verwerkt. In deze jaarstukken zijn de projectuitgaven van 2014 verwerkt. De projectuitgaven in 2014 van € 269.000 worden conform het besluit van het Algemeen Bestuur ook uit de Voorziening inzameling AVH onttrokken.
13
Aan Vergadering Agendapunt Van Onderwerp
: : : : :
Algemeen Bestuur 15 oktober 2015 8a Dagelijks Bestuur Evaluatie Goed Scheiden Loont (GSL)
Kennis nemen van: Evaluatie GSL
Inleiding
Deze evaluatie beschrijft de resultaten van invoering van het project Goed Scheiden Loont (hierna: GSL): het eerste jaar inzamelen met een volume-frequentie-tariefsysteem. Voor deze evaluatie zijn de gegevens van de periode 1 januari t/m 31 december 2014 gebruikt. De evaluatie bevat de volgende onderwerpen: Doelstelling afvalscheidingpercentage Containers: plaatsingen en wisselingen Afvalhoeveelheden Sorteeranalyse Aantal aanbiedingen Ongeoorloofd gedrag Bezwaren op de aanslag Financiën Samenvatting
De resultaten van het eerste jaar Goed Scheiden Loont zijn positief. Inwoners bieden in 2014 beduidend minder restafval aan ten opzichte van 2013. Vooraf heeft Avri ingeschat dat de hoeveelheid restafval met 30 % zou afnemen. De inwoners van Regio Rivierenland hebben uiteindelijk in 2014 38 % minder restafval aangeboden dan in 2013. De Regio is in 2014 uitgekomen op een scheidingspercentage van bijna 70%. De landelijke ambitie (LAP) ligt op 65% in 2015 en de regionale doelstelling lag in 2014 op 65%. Enkele opvallende zaken in het eerste jaar van de invoering: gemiddeld bieden inwoners 12x een 140 liter of 13x een 240 liter restafval minicontainer aan ter inzameling (in 2013 was dit gemiddeld 22x per jaar) toename van overtredingen op de ASV (ongeoorloofd gedrag). In Tiel is de situatie van met name bijplaatsing bij brengvoorzieningen nog niet onder controle. 389 bezwaren op de Afvalstoffenheffing aanslag, waarvan er 206 ongegrond bleken Een jaar na invoering van Goed Scheiden Loont is aantoonbaar dat de invoering qua scheidingsdoelstelling succesvol is verlopen. 83% van de inwoners heeft in 2014 minder afvalstoffenheffing betaald dan in 2013. De opbrengsten afvalstoffenheffing zijn € 206.000 hoger dan verwacht (1,4%). Als gevolg van de invoering van Goed Scheiden Loont zijn de opbrengsten afvalstoffenheffing gedeeltelijk afhankelijk van het aantal aanbiedingen van inwoners. Dat wil zeggen dat deze opbrengsten het gevolg zijn van het scheidingsgedrag en daarmee (met name in het eerste jaar na invoering) moeilijk te voorspellen. De totale projectkosten van project Goed Scheiden Loont bedroegen € 403.000. Dit was een overschrijding van € 35.000 op het totale projectbudget van € 368.000. Deze overschrijding werd veroorzaakt door niet voorziene extra tijdsbesteding door BSR, welke aan Avri zijn doorbelast. Gezien het behaalde financiële resultaat op de basistaken zijn deze (extra) projectkosten ruimschoots terugverdiend. Consequenties n.v.t. Communicatie n.v.t.
Contactpersoon Erik de Vries Bijlagen Evaluatie GSL