Agendanummer: Begrotingswijz.:
CS1
Notitie samenwerking en spreiding kinderopvang, peuterspeelzaalwerk en primair onderwijs 'Een stap in het bundelen van krachten' Kenmerk: 10/0025968 Aan de raad van de gemeente Waalwijk Waalwijk, 7-4-2011
Onderwerp :
0. Samenvatting Met de invoering van de wet OKE (Ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie) en de wens beleid te formuleren rondom het aanbod en het gebruik van de voorschoolse voorzieningen en de spreiding ervan, is bijgaande notitie ‘Een stap in het bundelen van krachten’ opgesteld. In het gemeentelijk beleid heeft de doorlopende leer- en ontwikkelingslijn voor jonge kinderen een centrale prioriteit. Een nauwe samenwerking tussen peuterspeelzalen en kinderopvang met het primair onderwijs is hierbij van groot belang. Dit dient binnen de beschikbare budgetten voor het uitvoeren van het reguliere peuterspeelzaalwerk en de Voor- en vroegschoolse educatie (VVE) plaats te vinden. Deze samenwerking wordt daar waar het fysiek mogelijk is in één gebouw, het zogenaamde integraal kindcentrum, ingevuld. Indien dit bij een bepaalde school of locatie niet haalbaar is dient een gezamenlijk organisatorische aanpak van alle betrokken partijen in de wijk uitgewerkt te worden. Ter bevordering van de doorlopende leer- en ontwikkelingslijn heeft Mikz Peuterspeelzalen de intentie op alle peuterspeelzalen VVE aan te bieden. Het College ondersteunt deze visie echter deze uitbreiding dient binnen het beschikbare VVE-budget uitgevoerd te worden. Het is van belang dat het primair onderwijs en de voorschoolse voorzieningen goed verspreid over de gemeente en in de buurt van de woonomgeving aanwezig is. Ten aanzien van de spreiding van het primair onderwijs en de voorschoolse voorzieningen zijn deze voorzieningen in elke wijk voldoende aanwezig. De Buitenschoolse opvang (BSO) is een onderdeel van de samenwerking tussen het primair onderwijs en de kinderopvang. Het aanbieden van BSO is echter een verantwoordelijkheid van het primair onderwijs en is een zaak tussen het schoolbestuur en de aanbieders. De gemeente stelt hiertoe geen financiële middelen beschikbaar. Het gebruik door BSO van accommodaties van sportverenigingen of culturele instellingen kan er niet toe leiden dat dit resulteert in uitbreiding van de accommodaties. De BSO-aanbieder dient in dat geval een accommodatie te zoeken die voldoet aan de vraag. De gemeente Waalwijk streeft naar een optimaal gebruik van de aanwezige voorzieningen. De wet OKE en het formuleren van gemeentelijk beleid over de samenwerking tussen het primair onderwijs en de voorschoolse voorzieningen heeft in de notitie geleid tot een aantal beleidsuitgangs- en actiepunten, zoals in paragraaf 3 onder punten a tot en met h is vertaald. Om deze notitie uit te kunnen voeren is incidenteel een bedrag van € 55.000,-- nodig. Bij de afrekening van de subsidie VVE 2009 van de Stichting Peuterspeelzalen Waalwijk is een overschot van € 116.979,- vastgesteld en terugbetaald. De over 2009 terugontvangen middelen worden middels het rekeningresultaat 2010 toegevoegd aan de Algemene reserve. Voorgesteld wordt om het benodigd incidenteel budget van € 55.000,-- uit de Algemene Reserve te onttrekken. 1. Wat is de aanleiding? Het is noodzakelijk om het beleid van onze gemeente met betrekking tot het peuterspeelzaalwerk en de kinderopvang verder aan te scherpen. De aanleiding daartoe is als volgt: • Aan de gemeenteraad is tijdens de begrotingsbehandeling 2010 d.d. 12 november 2009 een notitie spreiding Buitenschoolse opvang/Brede school toegezegd. • Per 1 augustus 2010 is de wet OKE in werking getreden. Deze wet kent twee hoofddoelstellingen. Het eerste doel is om de twee verschillende voorschoolse voorzieningen, peuterspeelzalen en kinderdagverblijven, kwalitatief met elkaar op één lijn te brengen door middel van een landelijk kwaliteitskader. Het tweede doel is om het bereik en de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie te verhogen. Daarbij wordt een stevig beroep gedaan op de regievoering door de gemeente.
•
Deze wet kan niet los gezien worden van een doelmatige spreiding en gebruik van opvangvoorzieningen en dit onderwerp is nauw verweven met het streven naar doorlopende leer- en ontwikkelingslijnen voor jonge kinderen, hetgeen een centrale prioriteit in het gemeentelijk beleid is.
2. Wat willen we bereiken? De notitie ‘Een stap in het bundelen van krachten’ is opgebouwd rondom de volgende vijf pijlers: • we zetten de nieuwe wet OKE af tegen de Waalwijkse situatie en kijken waar we staan; • we formuleren beleid over de samenwerking tussen de kinderopvang, de peuterspeelzalen en het primair onderwijs; • we formuleren beleid over de doorlopende leer- en ontwikkelingslijn van kinderen tot 13 jaar; • we formuleren beleid met betrekking tot de doelmatige spreiding en het gebruik van de kinderopvang- en peuterspeelzaalvoorzieningen; • we creëren duidelijkheid over rollen van betrokkenen en onderlinge afstemming. Doel is beleid en actiepunten rondom deze pijlers te formuleren zodat aan de hand daarvan regie gevoerd kan worden. 3. Wat gaan we daarvoor doen? Om de doelstellingen vanuit de wet OKE te bereiken en te zorgen voor een doelmatige spreiding en gebruik van de voorschoolse voorzieningen stellen wij voor –op basis van bijgevoegde nota- het peuterspeelzaalwerk en de kinderopvang in relatie tot het primair onderwijs te laten ontwikkelen binnen onderstaande beleidsuitgangs- en actiepunten. De gemeentelijke regierol beslaat het faciliteren van het proces van samenwerking en het binden op de inhoudelijke visie en uitwerking daarvan. A. Kwaliteitseisen reguliere peuterspeelzalen Actiepunten: • Toezicht en handhaving op basis van de kwaliteitseisen wet OKE. • Opstellen nieuwe gemeentelijke verordening ‘Kwaliteitseisen Peuterspeelzaalwerk gemeente Waalwijk’. • Overleg met de diverse peuterspeelzaalorganisaties om te komen tot de gevraagde professionalisering op grond van de wet OKE. B. Samenwerking/harmonisatie peuterspeelzaalwerk en kinderopvang Actiepunten: • Overleg met de overige kinderopvangorganisaties teneinde hun rol te positioneren voor wat betreft hun aspiraties met betrekking tot het VVE-aanbod. Beleidsuitgangspunten: • Intensievere samenwerking tussen peuterspeelzaalwerk en kinderopvang door harmonisatie op inhoud en kwaliteit. • Met deze intensievere samenwerking binnen de huidige wettelijke kaders zoveel mogelijk sprake te laten zijn van ontschotting van de kinderopvang en het peuterspeelzaalwerk in de vorm van gecombineerde groepen vanaf in ieder geval de 3-jarige peuterleeftijd. C. Kwaliteit en aanbod VVE Actiepunten: • Toezicht en handhaving op basis van de kwaliteitseisen VVE vanuit de wet OKE. • Overleg met Mikz over de uitvoering VVE vanuit de nieuwe kwaliteitseisen wet OKE. • Overleg met Mikz over het aanbieden van VVE op alle peuterspeelzalen. • Afspraken met de VVE-partners maken over de signalering, werving en toeleiding. • Afspraken maken met kinderdagverblijven over de signaleringsfunctie. • Met de uitvoering van deze notitie bezien of de beleidsregels zoals opgenomen in de Algemene Subsidieverordening Waalwijk 2010 aangepast dienen te worden. Beleidsuitgangspunten: • Prioriteit bij de uitvoering VVE ligt bij de aansluiting met het primair onderwijs. • Het streven naar een 100% doelgroepbereik.
2
D. Brede schoolconcept/Integraal kindcentrum Actiepunten: • Optimalisering van de samenwerking tussen onderwijs, peuterspeelzalen en kinderopvang ter bevordering van de doorlopende leer- en ontwikkelingslijn. • Afspraken met het onderwijs maken over de resultaten van de vroegschoolse educatie. Beleidsuitgangspunten: • Ontwikkeling van integrale kindcentra, waarbij gekoppeld aan de scholen ook peuteropvang, het VVE-aanbod en de voor- en naschoolse opvang in een gezamenlijk afgewogen pakket wordt aangeboden en zoveel mogelijk in hetzelfde gebouw. • Indien dit bij een bepaalde school/locatie niet haalbaar is dient een gezamenlijk organisatorische aanpak van alle betrokken partijen uitgewerkt te worden. • Elementen als het stimuleren van sport en bewegen, het kennismaken met kunst en cultuur en het bevorderen van de sociale cohesie in de wijk zoveel als mogelijk daarbij te betrekken. • Bij de toekomstige bouwontwikkelingen in het onderwijs rekening houden met het brede schoolprincipe. • Partners dienen bereid te zijn ruimten langdurig (20 jaar) te huren. E. Spreiding en gebruik voorzieningen Beleidsuitgangspunten: • Verschuiving in het gebruik van peuterspeelzaalvoorzieningen dient binnen de huidige capaciteit en middelen plaats te vinden. • Alleen kinderopvangorganisaties die zich inhoudelijk binden aan het brede schoolconcept worden als voorschoolse partner in relatie tot de prognoses en de spreiding gezien. • Buitenschoolse opvang (BSO) dient in overleg tussen de aanbieder en het onderwijs aangeboden te worden. • De BSO-aanbieder sluit contracten af met sportverenigingen en culturele instellingen. • In het kader van de BSO wordt voor uitbreiding van accommodaties geen financiële middelen beschikbaar gesteld. • Gestreefd wordt naar een optimaal gebruik van de aanwezige voorzieningen. F. Overzicht spreiding en gebruik van voorzieningen Actiepunten: • Het gebruik en de bestemming van leegstaande schoollokalen met het onderwijs afstemmen. Beleidsuitgangspunten: • In bouwontwikkelingsplannen waarbij met Mikz afspraken zijn gemaakt deze respecteren. • De besluitvorming over de omvang van de uitbreiding en de verhuurcondities hierop af te stemmen. • In de planontwikkelingen binnen het onderwijs uitgaan van integraal gebruik van ruimten. • De rijksmiddelen voor het professionaliseren van het peuterspeelzaalwerk inzetten voor de ‘vrijwillige’ peuterspeelzalen in Sprang-Capelle en Waspik G. Financiële vraag vanuit de wet OKE en beleidspunten uit deze notitie Actiepunten: • De incidentele kosten die voortvloeien uit deze notitie tot het bedrag van € 55.000,-- uit de Algemene Reserve te onttrekken. Beleidsuitgangspunten: • De huidige budgetten (zie pag. 17) zijn maatgevend voor de uitwerking van deze notitie. • De rijksbijdrage voor het versterken van het peuterspeelzaalwerk is bestemd voor het professionaliseren van de ‘vrijwillige’ peuterspeelzalen in Sprang-Capelle en Waspik. • Nieuwe structurele aanwendingen vinden via een herschikking van bestaande middelen plaats. • De uitbreiding van reguliere peuterspeelzaalgroepen naar schoollokalen zal door Mikz binnen het beschikbare budget uitgevoerd moeten worden. • De uitbreiding van peuterspeelzaal ’t Turfke is een structurele gewenste uitbreiding om te kunnen voldoen aan de vraag en het bereiken van de doelgroepkinderen. De kosten van € 7.800,-- zijn met het aanpassen van de ouderbijdrage per schooljaar 2011/2012 mogelijk te ondervangen.
3
• •
Een jaarlijkse indexering van de ouderbijdrage peuterspeelzaalwerk. De financiële toegankelijkheid van de voorschoolse educatie wordt vanuit het Onderwijsachterstandenbudget bekostigd.
H. Regierol gemeente en overleg met partners Actiepunten: • Overleg met de vrijwillige peuterspeelzalen over de vanuit de wet OKE gevraagde kwaliteits- en harmonisatieslag. • In het LEA-overleg afspraken maken over de uitvoering van de wet OKE, de ontwikkeling van integrale kindcentra en het maken van afspraken over de resultaten van de vroegschoolse educatie. • Voor de uitvoering en optimalisering van de voor- en vroegschoolse educatie met het VVEnetwerk nadere afspraken te maken. 4. Wat zijn de financiële consequenties? Uitgangspunt voor wat betreft de beschikbaarstelling van financiële middelen voor het peuterspeelzaalwerk en de kinderopvang is dat de huidige middelen maatgevend zijn en dat deze notitie in principe budgettair neutraal op structureel niveau uitgewerkt dient te worden. De incidentele kosten die voortvloeien uit deze notitie tot het bedrag van € 55.000,-- uit de Algemene Reserve te onttrekken en middels begrotingswijziging 2011 te reguleren. 5. Inspraak en communicatie Met het primair onderwijs, Mikz BV, de overige kinderopvang- en peuterspeelzaalorganisaties heeft overleg plaatsgevonden en de reacties zijn in de notitie verwerkt. Er is meer aandacht gevraagd voor de samenwerking tussen de voorschoolse voorzieningen, het primair onderwijs en een goede aansluiting met het onderwijs. Dit ter bevordering van de doorlopende leer- en ontwikkelingslijn. In de notitie is deze centrale prioriteit in het gemeentelijk beleid opgenomen. Na deze aanpassing zijn er vanuit onderwijs en kinderopvangorganisaties geen bezwaren op de notitie ontvangen. Uit het overleg met de overige particuliere kinderopvangorganisaties is naar voren gekomen dat ze zich vooralsnog gemeentebreed willen blijven oriënteren en niet de wens hebben te participeren in het brede schoolconcept. Voor het professionaliseren van de ‘vrijwillige’ peuterspeelzalen is het overleg gestart. Om het harmonisatieproces aan te sturen wordt een stevig beroep gedaan op de regierol van de gemeente. In deze nota zijn een aantal actiepunten vastgelegd en beleidsdoelen geformuleerd van waaruit in dit proces geopereerd wordt. 6. Vervolgtraject besluitvorming De komende jaren zal samen met het onderwijs en de voorschoolse voorzieningen (kinderopvang en peuterspeelzalen) de doorlopende leer- en ontwikkelingslijn verder ontwikkeld worden. 7.
De volgende bijlagen horen bij dit raadsvoorstel: zie voorloper
8.
Fatale beslisdatum: nee
9.
Voorstel Wij stellen u voor 1. akkoord te gaan met de in paragraaf 3 onder punten a tot en met h vermelde beleidsuitgangs- en actiepunten waarlangs de samenwerking en spreiding van de kinderopvang, het peuterspeelzaalwerk en het primair onderwijs zich dient te ontwikkelen. 2. de incidentele kosten die voortvloeien uit deze notitie tot het bedrag van € 55.000,-- uit de Algemene Reserve te onttrekken en middels begrotingswijziging 2011 te reguleren.
Een ontwerp-besluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan. HET COLLEGE VAN WAALWIJK, de secretaris, drs. A. de Wit
de burgemeester, drs. A. M. P. Kleijngeld
4
De raad van de gemeente Waalwijk; gezien het voorstel van het college van Waalwijk van 15 februari 2011,
BESLUIT: 1. Akkoord te gaan met de in paragraaf 3 onder punten a tot en met h vermelde beleidsuitgangs- en actiepunten waarlangs het peuterspeelzaalwerk en de kinderopvang zich dient te ontwikkelen; 2. De incidentele kosten die voortvloeien uit deze notitie tot het bedrag van € 55.000,-- uit de Algemene Reserve te onttrekken en middels begrotingswijziging 2011 te reguleren.
Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering van 12 mei 2011
DE RAAD VAN WAALWIJK de griffier,
de voorzitter,
G.H. Kocken
drs. A. M. P. Kleijngeld
1