Agenda Openbare raadsvergadering
maandag 25 mei 2009, 19.30 uur Raadszaal in het Raadhuis, Dr. Langeveldplein 30, Sliedrecht Om 19.30 uur begint een vragen(half)uurtje. De leden van de raad kunnen tijdens dit half uur vragen stellen aan het college van burgemeester en wethouders. Aansluitend zal de raadsvergadering beginnen. 1. 2.
3. 4.
5.
6.
Opening en loting t.b.v. stemming en volgorde sprekers Spreekrecht burgers over geagendeerde onderwerpen Personen die willen inspreken over geagendeerde onderwerpen dienen dit uiterlijk vóór 12.00 uur op de dag van de raadsvergadering aan de griffier te melden. De spreektijd is maximaal 5 minuten per persoon. Vaststellen agenda Benoeming plaatsvervangend lid commissie WZI (werk, zorg en inkomen) van de Drechtraad Vaststellen van de notulen van de openbare raadsvergadering van 14 april 2009 en notulen van de besloten vergadering op 14 april 2009 Ingekomen stukken en mededelingen
agenda raadsvoorstel met raadsbesluit (wordt nagezonden) notulen 14 april 2009
raadsvoorstel
Hamerstukken zonder stemverklaringen 7.
Ontwerp Actieplan Richtlijn Omgevingslawaai
8.
Verzoek Vluchtelingenwerk Zuidvleugel (voorheen VIOZ) om kwijtschelding terugbetaling restant 2006 en 2007 4e wijziging gemeenschappelijke regeling Drechtsteden
9.
raadsvoorstel met raadsbesluit raadsvoorstel met raadsbesluit raadsvoorstel met raadsbesluit
Debatstukken De raadsleden debatteren in navolging van de opiniërende bijeenkomst over de volgende agendapunten en nemen een besluit over de voorliggende raadsvoorstellen 10.
Evaluatie hondenbeleid
11.
Containertransferium Alblasserdam
12.
Aanleg rotondes Baanhoek-West met keuze voorrangsregeling fietsers Wijziging gemeenschappelijke regeling Zuid-Holland-Zuid en oprichting gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio ZHZ
13.
raadsvoorstel met raadsbesluit raadsvoorstel met raadsbesluit raadsvoorstel met raadsbesluit raadsvoorstel met raadsbesluit
-2-
Hamerstuk met stemverklaring
14.
Ondersteuning Stichting Kringloopcentrum Sliedrecht
15.
Comptabiliteitsbesluiten mei 2009
16.
Sluiting
Sliedrecht, 15 mei 2009 De voorzitter van de gemeenteraad,
M.C. Boevée
raadsvoorstel met raadsbesluit bijlage raadsvoorstel met raadsbesluit
GEMEENTERAAD VAN SLIEDRECHT NOTULEN VAN DE OPENBARE VERGADERING GEHOUDEN OP MAANDAG 14 APRIL 2009 OM 19.30 UUR
Voorzitter: de heer M.C. Boevée, burgemeester Griffier: de heer A. Overbeek Verslag: mevrouw E. Verveer, bureau Getikt (af tapes)
Aanwezig:
18 leden: de heer D. van Meeuwen, mevrouw M.J. BisschopRoodbeen, de heren J.C. Buchner, L. van den Heuvel, T.C.C. den Braanker, L.A. Huijser, M. Visser, mevrouw C.E. Verschoor, de heren F. van der Klis en T.W. Pauw, mevrouw G.J. Visser-Schlieker, de heer W.H. Blanken, mevrouw C.A. de Bruin, de heren J.J. Huisman, A. van Gameren, B. van der Plas, mevrouw L.P.M. Dekker-de Graaff, de heer A.J. den Besten.
Afwezig:
mevrouw C. Galle-Prins
Wethouders
de heren R.G. van de Ven, J.A. Lavooi, J.P. Tanis
1. OPENING De voorzitter Goedenavond dames en heren, en in het bijzonder de publieke tribune. We hebben geen vragenhalfuurtje, dus we kunnen direct met de openbare raadsvergadering beginnen. De heer Vink heeft zich aangemeld met betrekking tot punt 2, spreekrecht burgers over geagendeerde onderwerpen. Wij geven hem dan ook graag straks de gelegenheid. Ik meld u de afwezigheid van mevrouw Cora Galle die in verband met droevige familieomstandigheden de bijeenkomst vanavond niet kan bijwonen. Ik ga over tot de loting. Dat is nummer 6, de heer Buchner.
2. SPREEKRECHT BURGERS OVER GEAGENDEERDE ONDERWERPEN De voorzitter Meneer Vink, mag ik u uitnodigen hier aan de tafel? U krijgt mijn microfoon. De heer Vink Dank u wel. Vanmiddag toen ik om drie uur van mijn werk thuis kwam, was ik verbaasd dat ik een brief onder ogen kreeg die gericht is aan de bewoners en belanghebbenden aan de Baanhoek, gedateerd 9 april 2009. Het gaat over een enquête over de Baanhoek, dat die verkeersarmer gemaakt zou worden en dat de Parallelweg Oost tweerichtingsverkeer zou worden, na afloop van de werkzaamheden voor de gasleiding. Daar is het allemaal mee begonnen, een aantal weken geleden. Die gasleiding zal er moeten komen, dat geloof ik zeker, maar tot vier weken geleden wisten wij als
- 58 -
bewoners van de Parallelweg helemaal van niets; niet van de gemeente en niet van de Gasunie. Dat stoorde ons heel verschrikkelijk. Toen heb ik met de Gasunie contact opgenomen en is er een vergadering belegd. Daar zijn we uitgekomen. Toen wisten we een klein beetje wat daar zou gaan gebeuren en ook dat de weg tijdelijk afgesloten zou worden in verband met de nachtelijke werkzaamheden die vijf weken gaan duren; dag en nacht, dus 24 uur per dag en 7 dagen per week. Ik zei “mogen wij ook nog een keer slapen?” en toen werd er gezegd “koop een ticket en ga naar Thailand” waarop ik zei “zo zijn we niet getrouwd”. Dat is allemaal verder redelijk goed gegaan. Er was goed contact met de mensen van de Gasunie. Tot mijn verbazing viel vanmiddag deze brief op mijn deurmat, via een bewoner vlak bij de Deltalaan. En dan stoor ik me eraan waarom de Parallelweg niet geïnformeerd wordt over zulke dingen: van veranderingen, van verkeer en noem maar op. De Baanhoek weet alles, maar de Parallelweg, die er het dichtst bij zit, weet van niets. En daar gaat het mij om. Daar wil ik wel een antwoord op hebben, ik weet niet van wie. De voorzitter Meneer Vink, ik denk dat uw signaal helder is. Het is zeker niet de bedoeling dat wij wie dan ook uitsluiten van een adequate informatie. Die had u gewoon moeten hebben. Daar heeft u recht op, zo gaan we met elkaar om. Ik denk dat u hier terecht neerlegt: waarom gebeurt dat niet? Wij zullen dit zeker nagaan, maar ik mag namens het college spreken als ik zeg dat ik dit zeer spijtig vind en ook niet goedkeur. Hier hebben we gewoon een steek laten vallen en we zullen alle zeilen bijzetten om u op een correcte wijze op een zo kort mogelijke termijn te informeren over alles wat in uw omgeving speelt, dan wel gaat spelen. Mag ik het met die toezegging doen? Ik kan het nog een keer herhalen, maar we kunnen dit met terugwerkende kracht alleen nog maar goedmaken door u in de toekomst goed te gaan informeren en de fout in deze te herstellen. Dank voor uw bereidheid om dit te willen vernemen. De heer Den Braanker Voorzitter, ik neem aan dat dit inspreken betrekking heeft op enig agendapunt, 7.b.? Dat was mij niet helemaal helder omdat er heel duidelijk staat: spreekrecht burgers over geagendeerde onderwerpen. De voorzitter Het is mede naar aanleiding van agendapunt 7.b., maar heeft een iets meer verstrekkende aard, want het is niet de eerste keer, begrijp ik hieruit. Dit gaan we goedmaken.
3. VASTSTELLEN AGENDA De heer Van Meeuwen Voorzitter, ik heb een vraag, mede naar aanleiding van agendapunt 6, de ingekomen stukken. Daar staat bij punt 3 de ontslagbrief van mevrouw Visser-Schlieker uit de commissie Welzijn, Zorg en Inkomen. Onze fractie wilde dat graag tot bespreekstuk verheffen. Dat is al aangekondigd in het presidium. Ziet u daar kans toe en waar gaat dat dan gebeuren? De voorzitter Dan stel ik voor, omdat de inhoudelijke bespreking van agendapunt 4 slechts de benoeming in zich heeft… maar laat ik eerst mevrouw Visser de gelegenheid geven, want die stak ook haar vinger op. Mevrouw Visser Dat gaat over agendapunt 8, dus ik neem aan dat u dit eerst wilt afmaken. De voorzitter Agendapunt 8? Dat ontgaat mij even. Mevrouw Visser Het gaat over het vaststellen van de agenda en bij agendapunt 8 staat een motie. Voordat wij de agenda vaststellen, moet ik volgens mij wel zeggen of we die staande houden of niet. Daarom zeg ik: ik neem aan dat de voorzitter eerst het verzoek van de heer Van Meeuwen wil afhandelen en dan verder wil praten over agendapunt 8 bij het vaststellen van de agenda.
- 59 -
De voorzitter We hebben het over twee zaken. Enerzijds over de ingekomen stukken waar onder 3 de ontslagbrief staat die meneer Van Meeuwen graag wil betrekken bij de benoeming, maar, wil het nog enige aandacht hebben, wel voorafgaand aan de benoeming van een plaatsvervangend lid. Dus ik stel voor om onder 4.a. de ontslagbrief van mevrouw Visser aan de orde te hebben en onder 4.b. dan de benoeming van een plaatsvervangend lid. Dat lijkt mij het meest praktisch. En met betrekking tot punt 8? Mevrouw Visser Daar wil ik het volgende over kwijt. Naar aanleiding van de motie hebben we ook een advies van burgemeester en wethouders ontvangen waarin duidelijk wordt aangegeven dat de motie zoals deze hier staat, niet wettig is. Dus moeten we deze ook niet staande houden en moeten we niet vragen aan de raad om iets aan te nemen wat wettelijk niet mogelijk is. Er staat wel bij het voorgestelde besluit de toezegging dat met ingang van 1 april voor alle bouwplannen, strijdig met het bestemmingplan, een ruimtelijke onderbouwing zal worden verlangd met een groenpagina. Dat is al een hele goede eerste toezegging. Het lijkt me slim om over de groenparagraaf op zich, het format en dat soort dingen, in de commissie verder te praten. Wij willen de motie dus op dit moment terugnemen, want een onwettige motie staande houden heeft geen zin. De voorzitter U verzoekt in feite om het te agenderen voor de eerstvolgende opiniërende vergadering. Mevrouw Visser Niet de motie op zich, maar misschien dat we dan verder kunnen praten over de groene paragraaf bij bouwplannen. De voorzitter Als we het zo dan mogen toezeggen, of de overige leden van de raad moeten behoefte hebben om toch vanavond over de motie te willen spreken? De heer Buchner Ik had nog even een vraag. Er wordt ook nog over de motie Boonstra gesproken. Ik heb ook nog zelf even gezocht in mijn stukken, maar ik heb die niet kunnen vinden. Kunt u mij nog een keer die motie aanbieden? De voorzitter We zullen het onderwerp agenderen voor de eerstvolgende opiniërende bijeenkomst en we zullen u van de motie Boonstra voorzien. Dan is agendapunt 8 geschrapt vanwege het onwettig zijn, op basis waarvan de motie wordt ingetrokken. De agenda is vastgesteld, met de wijzigingen zoals voorgesteld.
4. BENOEMING PLAATSVERVANGEND LID COMMISSIE WZI (WERK, ZORG EN INKOMEN) VAN DE DRECHTRAAD 4a. Discussie over proces De voorzitter Dan zijn we bij agendapunt 4. We beginnen bij de bespreking van de ontslagbrief van mevrouw G.J. Visser-Schlieker. De heer Van Meeuwen heeft het woord gevraagd hieromtrent. Dan gaan we even inventariseren: de heer Van Gameren en mevrouw Dekker. De heer Van Meeuwen Dank u wel, voorzitter. De SGP/ChristenUnie-fractie in Sliedrecht heeft veel moeite met die ontslagbrief van mevrouw Visser-Schlieker. Ik zal het verder in mijn betoog meestal toch over PRO Sliedrecht hebben. Met dat besluit hebben we veel moeite en ook met de wijze waarop dit gegaan is en gecommuniceerd is, ook in de plaatselijke krant. Wij betreuren het dat dit op deze manier gaat. Dat roept ook om een publiekelijk antwoord, dus we zijn ook blij dat we daar vanavond de kans voor krijgen. Voorzitter, we hebben ook moeite met de manier waarop dat neergezet is in dat artikel en wat voor indruk zij daar geeft van de rest van de raad. Ik wil u een paar dingen noemen. Een grote kop: de andere raadsfracties zouden 180 graden gedraaid zijn; dan suggereer je dat je haast met onbetrouwbare partners, met onbetrouwbare partijen te maken hebt. Je suggereert eigenlijk ook van: hebben die partijen nou wel een sociaal gezicht? De indruk ontstaat dat er eigenlijk maar één partij is in Sliedrecht die een sociaal gezicht heeft: dat is PRO Sliedrecht. En we hebben ook veel
- 60 -
moeite waarom zij, en PRO Sliedrecht dus, gemeend heeft om uit de commissie Welzijn, Zorg en Inkomen te moeten stappen, gezien het feit dat je juist van deze partij zou mogen verwachten dat ze daar per se in zouden willen zitten. Voorzitter, ik hecht eraan een stukje geschiedenis te geven en een paar feiten recht te zetten. Hoe is het in grote lijnen gegaan? Allereerst hebben wij in de Drechtraad van woensdag 18 maart een belangrijk besluit moeten nemen over de verordening van de langdurigheidtoeslag; een sociale regeling voor bijstandsgerechtigden. Dat vinden wij met zijn allen belangrijk. Daarover heb je in de procedure van de Sliedrechtse raad, in commissieverband om het zo maar eens te noemen, opiniërend, een voorbereiding. Tijdens die voorbereiding bleek dat wij eigenlijk unaniem van mening waren dat we ver wilden gaan. Ik zal een voorbeeld noemen. We wilden naar de drie jarentermijn in plaats van naar de vijf jarentermijn en er zou nog meer van te zeggen zijn. Daar is zelfs door de PvdA hier in Sliedrecht een motie voor opgesteld die ook zo ver ging. Je kunt je achteraf in goede gemoede afvragen of je er altijd goed aan doet om zulke vergaande uitspraken hier al vast te stellen. Het is ook soms heel ingewikkeld en dat bleek ook later in de Drechtraad. In ieder geval was de intentie van deze hele raad dat we ver wilden gaan en wilden tegemoet komen aan die sociale regeling voor bijstandsgerechtigden. Laat dat duidelijk zijn. We hebben ons niet unaniem geschaard achter zo’n motie, omdat er ook bij verschillende fracties het gevoel was “er zijn misschien dingen die wij niet weten en die horen we straks”. Het ging dus niet aan om je daar meteen helemaal achter te kunnen scharen; dat lukte dus niet op dat moment. Wat gebeurt er dan in de politiek? We gingen met z’n allen, althans de vertegenwoordigers dan, maar dan ben je met z’n allen, naar de Drechtraad. Daar ontstaat een debat en daar blijkt inderdaad een aantal elementen op tafel te komen, zoals of we het kunnen betalen, enzovoorts. Op dat moment bleek die vergaande motie van de PvdA Sliedrecht echt niet haalbaar. Dat bleek al in de voorgesprekken. Er lag inmiddels een regionale motie van de PvdA op tafel; die ging minder ver. Maar in het debat gingen wij wel heel ver en in feite hebben we de standpunten van die striktere motie van de PvdA Sliedrecht verwoord, bijvoorbeeld de drie jarentermijn. Dat lag daar raadsbreed in die Drechtraad. Dan is het op zijn zachtst gezegd verwonderlijk dat ik de inhoudelijke inbreng van PRO Sliedrecht daar niet of nauwelijks gehoord heb. Dat lag zó breed dat bijvoorbeeld het betoog van de Cliëntenraad, die daar aangehoord is; de heer Koppelaar heeft daar een goed betoog gehouden, dat het Drechtstedenbestuur in feite dat heeft overgenomen. Over die motie hoefde niet meer gestemd te worden; al die raadsbrede geluiden uit de Drechtraad werden overgenomen en moesten uitgewerkt worden. Dat was ook de intentie van die PvdA-motie uit de regio. Jammer vind ik het dat ik dan PRO Sliedrecht inhoudelijk niet of nauwelijks heb gehoord. Vervolgens stemt PRO Sliedrecht nog tegen de verordening; het moest op stemming aankomen en er moest een verordening opgesteld worden, omdat het een rijksregeling was en die ging naar een gemeenteregeling. Mevrouw Schlieker van PRO Sliedrecht stemde tegen. Laten we goed beseffen dat als we dat met een meerderheid hadden gedaan, we geen verordening hadden gehad. Als je dat als achtergrond ziet, zal het toch duidelijk zijn, voorzitter, dat de andere fracties van Sliedrecht geen 180 graden zijn gedraaid. We hebben ons best gedaan om een zo goed mogelijk beleid neer te zetten voor de sociale minima, alleen vereist de politiek soms dat je niet altijd gelijk 100% kunt halen. Je zult eerst nog een paar stappen terug moeten doen en erop aan moeten dringen dat er wel moet worden geprobeerd om naar die 100% te gaan. Zo werkt het in de politiek. Wij werpen verre van ons dat wij 180 graden zijn gedraaid. We stellen ook dat ook de andere fracties wel degelijk dat sociale gezicht hebben laten zien, ook in de Drechtraad, en dat er dus niet één politieke partij in Sliedrecht is, zijnde PRO Sliedrecht, die dus eigenlijk het echte sociale gezicht is in Sliedrecht. Maar het meest verbazingwekkende is toch wel dat PRO Sliedrecht meent om om deze reden, die oneigenlijk is, uit de commissie te stappen. Want dat kan nooit de echte reden zijn. We zijn ook zeer benieuwd of PRO Sliedrecht straks uit de doeken zal doen wat de eigenlijke reden is geweest. Dat kan toch niet? Stel dat je een teleurstelling opdoet en je bent zó sociaal, en dat zijn ze volgens mij altijd geweest, dan ga je toch niet als je een tegenvaller incasseert uit een commissie stappen? In onze optiek bestaat dat dus niet. In ieder geval laadt PRO Sliedrecht voor ons de schijn op zich dat ze niet echt met het sociale beleid wil bemoeien en misschien wel helemaal niet met de regio wil bemoeien. We weten
- 61 -
het eigenlijk niet; we hopen dus dat PRO Sliedrecht vanavond met een duidelijk antwoord komt. Dank u wel. Mevrouw Dekker Dank u wel, voorzitter. Ik wil allereerst toch wel mijn spijt betuigen ten opzichte van mevrouw Visser, als zeer gewaardeerd lid van de adviescommissie; dat zij er mee stopt vind ik zeer spijtig. Dat ik daar op 18 maart niet bij kon zijn, vind ik ook heel vervelend, maar dat kwam door omstandigheden vanuit mijn werk. Vervolgens zou ik wat vragen willen stellen aan meneer Van Meeuwen. We zijn op 16 maart als informerende raad bij elkaar gekomen en daarbij zat een stukje over informatie van de adviescommissie Werk, Zorg en Inkomen. Ik zou van u willen weten of u op de hoogte bent van wat er is afgesproken; er is een motie van de PvdA rondgegaan via de mail en vervolgens hebben mensen daar op die avond op gereageerd. Die hebben aangegeven wat men wenste hier in Sliedrecht: wij willen heel graag naar de drie jaar. Dat kan uw fractie beamen. Vervolgens waren er fractieleden van u die aangaven dat ze eigenlijk meer wilden; ze wilden op die 110% gaan zitten. Wij hebben daar met elkaar nog wat advies over uitgewisseld of dat verstandig is; als wij in Sliedrecht voor drie jaar gaan, heb je meer kans van slagen als dat we met elkaar meer vragen, eigenlijk overvragen. We hebben daar ook wat financiën bij gekregen van onze wethouder en zo zijn we uit elkaar gegaan. Dat u aangeeft dat u het onbegrijpelijk vindt van die 180 graden draaien; ik zou denken, als ik woensdag een mail krijg terwijl ik aan het werk ben, kan ik niet meer reageren, maar dat vind ik wel heel vervelend. Want we zijn uit elkaar gegaan met het idee dat iedereen achter de driejarige langdurigheidtoeslag staat. De heer Van Meeuwen Natuurlijk was ik op de hoogte van die zaken en ik heb dat eigenlijk ook met zoveel woorden gezegd in mijn verhaal. Dat standpunt huldigden wij net zo goed. Alleen kom je dan, zo werkt dat in de politiek, in een vergadering en dan komen er andere redenen naar voren of wat dan ook. Wij hebben hier niet strikt afgesproken dat dit het Sliedrechtse standpunt zou zijn. Mijn fractie heeft wel degelijk diezelfde dingen genoemd die u nu zegt: de drie jaartermijn en die 110% is genoemd, dat wij het wenselijk achtten dat ze naar die 110% gaan. Alleen op dat moment kon het Drechtstedenbestuur dat nog niet toezeggen. Dus dan ga je een stapje terug doen en dan zeg je dat je je wel kunt scharen achter de PvdA-motie die opdracht geeft aan het Drechtstedenbestuur om al die dingen goed uit te zoeken. Zo werkt het mijns inziens in de politiek. Mevrouw Dekker Het is oké dat u dat aangeeft, maar als we hier uit elkaar gaan, en ik heb geen tegenbericht gehoord voor de volgende vergadering, dan kun je je afvragen: zitten we voor de inwoners van Sliedrecht, ik snap ook dat het in Drechtstedenverband in de gemeenschappelijke regeling is aangegeven dat we daar aan meedoen, maar waarom zouden wij als Sliedrecht geen ander geluid laten horen? Maar ik kom daar nog wel op terug. Even het volgende punt. Kunt u mij misschien uitleggen wat het verschil is tussen de motie die de PvdA aangeeft in de Drechtsteden en wat de bestuurscommissie voorstelde? Dat zou ik heel graag willen weten. Ik kan geen veranderingen vinden in de officiële stukken door toevoeging van de motie van de PvdA. Want die staat ook op de vijf jaar en vervolgens is het voorstel wat in de Drechtsteden is gedaan, ook vijf jaar. De heer Van Meeuwen Voorzitter, ik denk dat dit een beetje ver gaat. Hier wreekt zich misschien toch ook dat u zelf niet aanwezig was. Ik kan u die motie overhandigen, die kopieer ik voor u en dan kunt u ze zelf gaan vergelijken. Mevrouw Dekker Die heb ik gelezen en ik kan geen verschil ontdekken met het voorstel van de Drechtraad. De heer Van Meeuwen Hoe bedoelt u dat?
- 62 -
Mevrouw Dekker Ik kan geen echt verschil ontdekken. Want aan het eind van het jaar wordt een evaluatie gedaan, dus horen we hoe het er mee staat en wat je ermee kunt. Maar ik zie geen verschil met het bestaande voorstel. De heer Van Meeuwen Nee, voor 2009 ligt het voorstel, die verordening, zoals die nu is vastgesteld. Maar er is opdracht gegeven om wel degelijk te kijken om de zaken aan te scherpen en bij te stellen. Zo moet je dat lezen. De heer Van Gameren Meneer Van Meeuwen heeft al wat onkruid voor mijn voeten weggemaaid. Ik wil er nog een paar dingen aan toevoegen. De PvdA fractie heeft zich toch een beetje gestoord aan wat er in de pers verschenen is, want daar viel ook de naam van de PvdA. Er werd gesuggereerd alsof het niet doorgaan van het verkorten van die referteperiode veroorzaakt zou zijn doordat de PvdA zich had geconformeerd aan de PvdA-regiofractie. Zo staat het in dat stuk en dat werp ik verre van mij. Want de vrijdag voor de 18e maart, toen de Drechtraadvergadering plaatsvond, lag er bij de griffie al een motie van de PvdA. Het is deze PvdA geweest die gewoon haar knopen heeft geteld en gezegd heeft dat het best te doen zou zijn om die referteperiode in te korten. Een aantal andere dingen die de SGP heeft geopperd, zoals om het percentage te wijzigen, is daar buiten gehouden. Maar de motie was bedoeld om de referteperiode naar drie jaar te verkorten. Die was er al op de vrijdag daarvoor, dus daar is geen enkel misverstand over. De zaak is pas gaan schuiven op de woensdagochtend daarna. Dus dat was op dezelfde dag als de Drechtraadvergadering. Toen pas werd ik geconfronteerd met de situatie dat ik niet te maken zou hebben met een unanieme raad van Sliedrecht. Toen was ik nog steeds zo naïef dat ik dacht dat ik misschien een paar regiogemeenten zo ver zou kunnen krijgen en dat heb ik ook geprobeerd. Ik heb zelfs contact gehad met Alblasserdam en met de Dordtse raad. Toen bleek al dat er voor zo´n vergaande motie geen ruimte zou zijn. Toen hebben mevrouw De Bruin en ondergetekende nog een keer contact gezocht met de regiofractie van de PvdA om de liggende motie, want daar lag ook al een motie om dat onderzoek te doen, verder aan te scherpen. De laatste zin in die motie gaat zelfs zo ver dat als er al een onderzoek gehouden zou worden, dat wellicht eind van dit jaar men er op uit zou komen dat een van die uitkomsten in ieder geval een voorstel zou moeten zijn om de referteperiode te veranderen. Dat is meen ik zelfs in de namiddag nog toegevoegd; ook dat heeft moeite en zweet gekost om dat er nog bij te krijgen toen ik zag dat ik waarschijnlijk niet te maken zou hebben met een unanieme raad van Sliedrecht om de Drechtraad in te gaan. Die motie van de regiofractie is dus wel goedgekeurd. Dus aan het eind van dit jaar, over vijf maanden, krijgen wij een voorstel wat niet alleen gaat over een rapportage over de anti-armoede maatregelen zoals ze in totaliteit misschien te treffen zijn, maar er komt gegarandeerd ook een voorstel over een verandering van de referteperiode, en ik kan u verzekeren dat de Drechtraad en het Drechtstedenbestuur, gehoord hebbende de vergadering op de 18e, toch wel heel onheus bezig zouden zijn wanneer ze die signalen die daar geuit zijn, niet serieus zouden nemen en bijvoorbeeld met hetzelfde voorstel zouden komen over de referteperiode. Ik zou dat zeer betreuren. En dan kunnen we nog een keer onze knopen tellen om te kijken of we niet moeten proberen om als unanieme raad van Sliedrecht alsnog dat voorstel te doen. Nogmaals, als er één fractie hard aan getrokken heeft om dit te veranderen, dan is dat de PvdA-fractie wel. Ik werp dan ook verre van me wat er in de pers is gesuggereerd, alsof wij ons vrij snel met de regiofractie geconformeerd zouden hebben. Dat is per definitie niet het geval. Als de Sliedrechtse raad unaniem geweest was, had ik rustig mijn regiofractie van de PvdA achter me gelaten. Want dat is een afspraak die met hen gemaakt is: als de raad van Sliedrecht unaniem is, kan ik zonder problemen met de raad van Sliedrecht meestemmen en gewoon de Sliedrechtse belangen behartigen. Als laatste opmerking: vergeet niet dat daar 44 Drechtraadleden aanwezig waren. Ook in de wandelgangen voor de vergadering is nog geprobeerd een aantal gemeenten om te krijgen. Uiteindelijk hebben 43 van de 44 mensen vóór de vaststelling van de nieuwe verordening gestemd, inclusief de toezegging van het Drechtstedenbestuur dat de motie van de PvdA die toen op tafel lag, uitgevoerd is. Het was dus 43 tegen 1. Dan kan je natuurlijk zeggen: ook dan had je een statement kunnen maken. Ik wil een hoop, maar ik ga geen stennis maken in een Drechtraad als een soort Einzelgänger die het als enige het beste zou weten. Nee, dank u, daar pas ik voor.
- 63 -
Mevrouw Dekker Voorzitter, dank u wel. Meneer Van Gameren, kunt u aangeven hoe u tot de conclusie gekomen bent dat de Sliedrechtse raad niet unaniem is hierin? Ik weet namelijk van niets. De heer Van Gameren Dat is mij door de SGP in de namiddag van woensdag 18 maart verteld. De heer Van Meeuwen zei: wij hebben in de fractie besloten dat we staande de vergadering naar bevinden mogen handelen, althans de vertegenwoordiger van Sliedrecht. De heer Van Meeuwen Zo is het ook in het vooroverleg gezegd. De heer Van Gameren Ik ben niet bij het vooroverleg geweest, althans, ik ben niet op de 16e aanwezig geweest, dus daar blijf ik buiten. Mevrouw Dekker Is de SGP dan de volledige raad of vertegenwoordigen die de raad? Ik neem aan dat u dan een rondje doet. De heer Van Gameren Nogmaals, ik heb te maken met een regiofractie en als ik ontdek dat een belangrijk gedeelte van deze raad niet met mijn motie meegaat, dan zie ik geen aanleiding om een soort statement in de Drechtraad te maken, terwijl me op dat moment al gebleken was dat waarschijnlijk 43 van de leden toch tegen zouden zijn. De heer Van Meeuwen Mevrouw Dekker, u moet goed begrijpen dat er in het vooroverleg geen unaniem standpunt was. Dat lag er niet. Dat heeft u misschien dan zo opgevat, maar dat was niet zo. Mevrouw Dekker U bedoelt op maandagavond? De heer Van Meeuwen Ja. Mevrouw Dekker Oké. De heer Van Meeuwen Maar wel de intentie en die is ook geuit en dat heeft meneer Van Gameren daarnet met andere woorden verteld, zoals ik dat net gedaan heb. We hebben de intentie wel degelijk meegegeven. Ik denk dat we een streep moeten zetten onder wat hij zei, dat het Drechtstedenbestuur zoveel signalen heeft gekregen van alle soorten partijen, of dat nou links was of rechts, landelijk of lokaal, dat maakt niet meer uit. Daar kunnen ze dus niet omheen. Ze zullen dus met een andere en betere regeling moeten komen. En dat is wel degelijk het mooie resultaat wat op die avond is bereikt. De heer Van Gameren Daarom vragen wij aan mevrouw Visser om haar besluit te heroverwegen. U krijgt over 5 maanden waarschijnlijk uw zin en dan zou ik zeggen: wacht dat af. De voorzitter Ik zou me kunnen voorstellen dat iemand van de fractie hierop reageert. De heer Pauw Ik zit hier met gemengde gevoelens, want ik heb net de opmerking gehoord: als je teleurgesteld bent, moet je niet weglopen. Op 16 maart 2002 ben ik benoemd en als ik bij de eerste de beste teleurstelling had moeten weglopen, was dat op 17 maart 2002 geweest en ik ben er nu nog steeds. Er ontbreekt een klein stukje in de geschiedschrijving van meneer Van Meeuwen en dat is namelijk het vooroverleg van de commissie zelf. Ik ben er op die maandag niet bij geweest, want toen stond ik buiten met meneer Verhoef te discussiëren over de organisatie, maar ik ben er wel vier weken eerder bij geweest in de opinieraad, waarbij het ging over: wat gaan we doen en met welk verhaal gaat de gemeente richting de adviescommissie? En ook daar was volgens mij het verhaal: we gaan voor drie jaar. Dat is mede gekomen door brieven die gestuurd zijn door de FNV, mede gestuurd door een aantal onderzoeken die door het NIBUD zijn gedaan en mede gestoeld op de mening van 81 gemeenten die ons voorgingen. We zijn niet de enigen die de referteperiode naar drie jaar willen terugzetten. Dus
- 64 -
alles bij elkaar opgeteld wilden we gaan voor die mensen die aan de onderkant van de samenleving hangen, om die voor het jaar 2009, want daar praten we over, over 2010 en verder zijn we het met elkaar eens, maar het gaat nu over 2009. Wij hadden echt het gevoel, tenminste Hannie had het gevoel: we gaan die drie jaar met hand en tand verdedigen in de Drechtraad. We staan daar als Sliedrecht. Dat gebeurt niet vaak, die discussie is vaker gevoerd natuurlijk. Regelmatig gebeuren dingen op basis van de regiofractie en daar worden andere besluiten genomen. En inderdaad meneer Van Meeuwen, dat is dan een bittere pil. Hannie heeft mij die woensdagavond gebeld, en toen hebben we gezamenlijk dit besluit genomen. Ze vertelde dat ze ontslag wilde nemen en ik zei: laten we er even over praten. Maar uiteindelijk blijkt gewoon dat wij als PRO Sliedrecht in eerste instantie als Sliedrechtse vertegenwoordiger in de Drechtraad zitten, voor onszelf. Als je nu gaat kijken naar de dingen die gebeurd zijn, voorzitter… dit is eigenlijk hetgeen ik erover wil zeggen. Ik ben eigenlijk wel klaar. Want dingen die verteld zijn door de pers, dat is de verantwoording van degene die het opschrijft, denk ik. De heer Van Meeuwen Dat is natuurlijk wel erg makkelijk. Zo is het natuurlijk ook niet. De pers schrijft op wat er gezegd wordt. Dus u kunt u nu niet zomaar de pers de schuld gaan geven. De heer Pauw Ik geef niemand de schuld. Ik geef uitleg waarom wij gekomen zijn, waarom Hannie gekomen is… De heer Van Meeuwen U suggereert dat wel een beetje. Maar wat er bij ons nou nog eigenlijk blijft liggen is dat, als je het ervaart als een teleurstelling, en ik vind dat we het nog steeds in de juiste proporties moeten zien, het gaat over één lid van de Drechtraad tegenover 43 anderen die ook alles met die commissie hebben. De heer Pauw Maar voorzitter, dat is niet de teleurstelling. Het gaat over 250 mensen in deze regio die onderaan de samenleving hangen en die wij voor 2009 iets extra’s wilden geven en konden geven. De heer Van Meeuwen Maar dan blijft u dus toch vasthouden aan het standpunt dat u zo’n beetje de enige bent die daar aan denkt, terwijl wij hier met z’n allen ook aan gedacht hebben, alleen op een andere politieke manier, en op die manier meer bereikt hebben dan u nu doet. En wat u nog niet helder boven tafel weet te krijgen is: als dat nou een teleurstelling is en dat kan ik best met u meevoelen als u dat zo ziet, maar is dat dan de reden om er gelijk mee te stoppen? De heer Pauw Een reden om ermee te stoppen voorzitter, is als je in een adviescommissie zit en je kennelijk een dusdanig andere mening hebt dan de rest van de raad, dan wordt het heel lastig om de raad daarin te vertegenwoordigen. De heer Van Meeuwen Nee, want je hebt ook een eigen verantwoordelijkheid naar die mensen toe. Mevrouw Visser Die blijft toch? De heer Van Meeuwen Nou, dat vraag ik me dus nu wel af. Daar onttrekt u zich nu aan. Mevrouw Visser Natuurlijk. Een gemeenschappelijke regeling is verlengd lokaal bestuur. Ik kan iedere week en iedere maand onze wethouder Sociale Zaken vragen hoe het ermee staat. De heer Van Meeuwen Maar het wordt nu natuurlijk erg makkelijk om maar lekker aan de kant te gaan staan en af en toe eens wat te roepen en anderen het werk te laten doen. Ik had vanuit uw principes verwacht dat u dan niet zomaar uit zo’n commissie zou stappen.
- 65 -
De heer Pauw Voorzitter, ik denk dat PRO Sliedrecht in ruimte mate is vertegenwoordigd in allerlei adviescommissies van deze raad, als het gaat om de rekenkamer enzovoorts. We zijn hier met z’n tweeën van de 19, dus ik denk dat we daarin wel degelijk onze taak hebben opgepakt. De heer Den Braanker Bent u overigens bereid, als u het een wat ongelukkig artikel vindt in de media, om dat recht te zetten? Want u zet daar eigenlijk wel de raad te kijk en dat doet zeer. De heer Pauw Nee, ik heb er geen gevoel bij dat ik dat recht moet zetten of rectificeren. Het schept een beeld van een gevoel wat bij ons leeft. De heer Van Meeuwen Nou, ik denk dat we het langzamerhand wel gehoord hebben, voorzitter. Wij zullen daar als fractie toch wel een paar consequenties uit trekken, in hoeverre je dan inderdaad de inbreng van PRO Sliedrecht nog serieus moet nemen. Dat is voor ons nu wel de vraag langzamerhand. De heer Pauw Er komt nu, neem ik aan, een komma en een uitleg. U legt hier op tafel: PRO Sliedrecht is niet serieus. De heer Van Meeuwen Ik vind dat u hier niet serieus mee omgaat, nee. U legt wel uw eigen gevoelens op tafel, en dat mag goed zijn maar u heeft ook van andere raadsleden gehoord die wel degelijk ook door zo’n artikel zeggen: dit kan niet, dit is de bevolking op het verkeerde been zetten. En daar heeft u klaarblijkelijk geen gevoel bij. Dat gevoel wil ik hier toch wel even op tafel leggen. En het is toch merkwaardig dat 43 Drechtraadleden dat net zo zien als wij en één niet. Dat mag de Sliedrechtse bevolking dan ook wel eens weten, denk ik. De heer Pauw De 0.12% van de Drechtraad houdt zich staande. We hadden ook graag gewild dat we daar als een Sliedrechts blok hadden gestaan om daar een Sliedrechts standpunt te verwoorden. Een belangrijke reden, en ik vind het belangrijk dat nog even te melden, voorzitter, is dat ik er van overtuigd ben dat als het besluit zelfstandig door Sliedrecht was genomen, de periode gewoon naar drie jaar was teruggedraaid. Misschien kunt u mij nog eens uitleggen waarom het nu zo is dat als we het uitbrengen in de regio en er komt regiofractieoverleg, dat ineens niet meer kan. Dat snap ik niet. De heer Van Gameren Juist via de regiofractie heb ik gedaan gekregen dat er een verscherpte motie lag, in ieder geval een verdergaand besluit dan oorspronkelijk de bedoeling was van het Drechtstedenbestuur. De heer Pauw Dat ben ik met u eens. Maar het verhaal is dat we het in 2010 en verder allemaal gaan regelen. Er zijn gemeenten zoals Amsterdam, Utrecht en nog meer grote, waarbij het allemaal al geregeld is op basis van brieven van de FNV, op basis van NIBUD-cijfers enzovoorts. Waarom krijgen wij het niet voor elkaar om voor de 300 mensen in deze regio waar het om gaat, voor die twintig mensen waar het in Sliedrecht om gaat, iets te regelen voor 2009? De heer Van Gameren Juist als het 300 mensen zijn, dat lees ik in deze brief niet terug. U bent teleurgesteld in de raad van Sliedrecht en daarom stapt u er uit, niet omdat u blijkbaar een nadeel verwacht voor die 300 mensen. Dat zit er misschien achter. Ik ben de laatste om dat te ontkennen, maar dat had ik dan graag in die brief gezien: u laat 300 mensen in de steek. Maar niet: de raad van Sliedrecht doet niet wat ik wil en nu stap ik uit een commissie. Ik vind dat erg jammer. De heer Pauw En dat was het ook nog eens niet waar geweest, want we laten ze natuurlijk niet in de steek. De voorzitter Ik denk dat we in voldoende mate de meningen met elkaar hebben gedeeld, dan wel hebben geuit welke gevoelens er aan bepaalde zaken ten grondslag liggen. Ik constateer ook dat het in
- 66 -
belangrijke mate een vorm van teleurstelling is omtrent de beraadslagingen die aan de Drechtraad voorafgegaan zijn en het uiteindelijke resultaat daarvan. De heer Pauw Het ontbreken van een Sliedrechts standpunt, inderdaad. De voorzitter Dat is maar net hoe je er tegenaan kijkt en ik constateer dat u daarover verschilt van opvatting en van mening. Daar is in voldoende mate uitleg voor gegeven dan wel aan gegeven. Voorop blijft staan uw teleurstelling over de gang van zaken binnen de Drechtraad en het feit dat u op basis daarvan een ontslagbrief heeft geschreven waarin staat dat u zich terugtrekt uit de commissie WZI. De heer Pauw Aangevuld met het feit dat je jezelf dan niet meer kunt vertegenwoordigen als zijnde vertegenwoordiger van de raad. De voorzitter Ik concludeer wel dat er anderzijds door de raad de behoefte is uitgesproken dat de teleurstelling nog onderschreven wordt, dat de publicatie als hoogst ongelukkig wordt ervaren, maar dat er desalniettemin toch een verzoek en een pleidooi in de richting van mevrouw Visser wordt gedaan om uw lidmaatschap van de commissie WZI voort te willen zetten. Misschien is het goed dat u daar als vertegenwoordiger nog even op reageert. Mevrouw Visser Ik houd de vacature maar gewoon vacant, ik wil er niet meer in terug. De voorzitter U houdt dus uw standpunt in stand met betrekking tot de door u geschreven brief; dan is dat ook helder. Ik constateer dat u als partijen in ieder geval niet tot elkaar komt met betrekking tot de invalshoek en de beschouwing die vanavond hier op tafel is gelegd. Ik denk dat je dat op zich kunt betreuren, maar het is maar net vanuit welke invalshoek je het woord betreuren dan weer inschat. Ik constateer dat u uw brief in stand laat en dat u bij deze nogmaals aangeeft niet op uw genomen besluit terug te willen komen. Mevrouw Dekker Naar aanleiding van dit onderwerp wil ik heel graag een motie indienen. De voorzitter Misschien is het goed dat u de motie dan even voorleest. Mevrouw Dekker Misschien komt het wel voort uit een stukje teleurstelling wat ik toch ook wel opgedaan heb nadat we op 16 maart met elkaar overlegd hebben. Als het zo is, of u proeft dat, neemt u mij dat dan niet kwalijk; maar ik doe het nadrukkelijk voor de burger van Sliedrecht. Daarom zit ik nog in de commissie Werk, Zorg en inkomen.
Motie langdurigheidtoeslag van 5 naar 3 jarige referteperiode (de “wachtperiode” waarin iemand een laag inkomen heeft ontvangen). De gemeenteraad van Sliedrecht in vergadering bijeen op dinsdag 14 april 2009. Constaterende dat: - per 1 januari 2009 door wetswijziging iedere gemeente de vrijheid krijgt om de referteperiode zelf te bepalen. - deze verruimde maatregel Sliedrecht een extra mogelijkheid geeft om een beter sociaal beleid te voeren, mits de gemeenteraad dat wil.
- 67 -
- het voorzieningenniveau van Sliedrecht na het samenwerkingsverband met de Sociale Dienst Drechtsteden minimaal gehandhaafd zou blijven, zo niet verbeterd zou worden. - mensen met een inkomen op of rond het minimumniveau steeds verder achterop raken door onder andere de stijgende lasten. Deze doelgroep heeft steeds meer moeite om de eindjes aan elkaar te knopen. Overwegende dat: - tijdens het overleg van 16 maart 2009 alle politieke partijen positief staan ten opzichte van het verkorten van de referteperiode van 5 naar 3 jaar. Sommige partijen willen verder gaan en zelfs de inkomenstoets van 110% toepassen. - we de regiofracties niet achter het Sliedrechtse standpunt kunnen krijgen. - de langdurigheidtoeslag een belangrijk instrument is in het kader van de armoedebestrijding Besluit het college te verzoeken: Een haalbaarheidsonderzoek te verrichten naar de mogelijkheden om binnen Drechtstedenverband voor de Sliedrechtse minima de referteperiode van 5 naar 3 jaar te realiseren. En gaat over tot de orde van de dag. Ondertekend door mevrouw Dekker namens de CDA fractie.
De voorzitter Ik stel voor dat we deze motie toch even kopiëren. Ik heb hem redelijk kunnen volgen, maar ik veronderstel dat niet alleen het college en de verantwoordelijke portefeuillehouder daarbinnen, maar ook u als fracties even een moment wenst om hier even goed naar te kijken en dus ook de indiener van de motie recht te doen met betrekking tot de beoordeling van de motie. Ik stel voor de bijeenkomst te schorsen. Voor ik dat doe, heb ik me afgevraagd hoe we ondanks dat nu voort moeten met de benoeming van een plaatsvervangend lid. Ik heb in ieder geval nog niet op mijn netvlies of er een nieuw lid is wat vanavond gemeld zou kunnen worden om de vacature te vervullen. Misschien kunt u vanuit uw fracties hier op reageren. Is er een kandidaat-lid die voor de vacature in aanmerking wenst te komen? Als dat niet het geval is, dan stel ik voor om agendapunt 4b te verdagen naar de volgende raadsvergadering zodat iedere fractie zich erop kan beraden. In feite is het pleidooi aan mevrouw Visser vandaag geweest om haar lidmaatschapschap op te pakken en weer toe te treden; daar heeft zij nee op gezegd. Maar als u vanavond geen kandidaten stelt, of één kandidaat stelt, dan kunnen we niet tot een vacaturevervulling overgaan. Wilt u als fracties hier kort op reageren? De heer Van Meeuwen Voorzitter, de ChristenUnie kan niet op voorhand zomaar een kandidaat naar voren schuiven. Wij vinden eigenlijk, PRO Sliedrecht bestaat uit twee mensen en meneer Pauw heeft gezegd dat hij goed met teleurstellingen kan omgaan: wat houdt hem tegen om de plaats van mevrouw Visser over te nemen? Dan laat je tenminste echt zien dat je begaan bent. Ik kan me niet voorstellen dat je dat niet wilt. De voorzitter Dat was de fractie SGP. De heer Van der Klis van de VVD. De heer Van der Klis Voorzitter, dank u wel. Wij hebben op dit moment geen kandidaat. Wij zijn een kleine fractie die het met weinig mensen al behoorlijk druk heeft en dan denk ik dat het beter is om de dingen die er nu liggen, goed te doen, dan er nog iets bij te nemen en alles half te doen. De voorzitter De fractie PvdA.
- 68 -
De heer Van Gameren We hadden gehoopt dat mevrouw Visser haar taak weer op zou pakken, maar als dat niet gebeurt, dan lijkt het me verstandig om even te wachten tot de volgende raadsvergadering. De voorzitter De opinie van het CDA? Ik vraag u niet om vanuit uw eigen fractie een kandidaat te stellen, maar ik wil wel uw mening horen of u tot verdagen wil komen naar 25 mei of dat u oproept om vanavond een kandidaat te stellen. De heer Den Besten Ja, kijk, het ligt niet aan het CDA, dat moge duidelijk zijn. Ik vind wel dat de zaak van de mensen over wie het gaat, er om vraagt om hen zo spoedig mogelijk vertegenwoordigd zien in deze commissie, dus wat mij betreft vanavond. Maar als de fracties misschien straks na de schorsing wel een kandidaat kunnen stellen, prima, maar lukt dat niet, dan zo snel mogelijk daarna. De voorzitter Is er vanuit PRO Sliedrecht nog een opmerking te maken? De heer Pauw Er is mij gevraagd: als mevrouw Visser het niet doet, moet ik het doen. De heer Van Meeuwen Zo heb ik het niet gesteld, trouwens. De heer Pauw Nee, dat klopt. Volgens mij zitten we niet namens PRO Sliedrecht in die commissie, maar namens de Sliedrechtse raad. Die bestaat uit 19 mensen, wij zijn met z’n tweeën van die 19. We vertegenwoordigen een aantal andere commissies ter advisering van deze raad. Wat voor Hannie Visser geldt, geldt ook voor mij. Ik ben denk ik niet in staat, omdat onze mening ten aanzien van de commissie Welzijn, Zorg en Inkomen en alles wat er gebeurt in de Drechtsteden, zo haaks staat op hetgeen in deze raad besloten wordt, dat ik in ieder geval die mening niet zou kunnen verkondigen in de Drechtraad. De voorzitter Ik zou u willen verzoeken de vacaturevervulling vanavond of doorschuiven naar de volgende bijeenkomst, in uw beraadslagingen mee te nemen bij de beoordeling van deze motie, ingediend door mevrouw Dekker van het CDA. Ik schors de vergadering. SCHORSING De voorzitter Mag ik u verzoeken allemaal weer plaats te nemen? Ik heropen de vergadering. Degene die de schorsing voorstelt is meestal ook de eerste die daar op reageert. Het is misschien goed om even de reactie vanuit het college, door de verantwoordelijke portefeuillehouder verwoord, tot u te nemen. Wethouder Lavooi Dank u wel, voorzitter. Ik beperk me even tot de procedure en de vraag wat er wel en niet in de Drechtraad is gebeurd. Dan beperk ik me ook even tot het verzoek wat via deze ontwerpmotie aan het college is gericht. Daar staat: Besluit het college te verzoeken: Een haalbaarheidsonderzoek te verrichten naar de mogelijkheden om binnen Drechtstedenverband voor de Sliedrechtse minima de referteperiode van 5 naar 3 jaar te realiseren. Dat is ook aan de orde geweest in de Drechtraadvergadering van 2 weken geleden. Namens de voorzitter van de bestuurscommissie van de Sociale Dienst Drechtsteden is toegezegd dat dit haalbaarheidsonderzoek gaat plaatsvinden en dat de resultaten daarvan via de bekende commissie waar mevrouw Dekker in ieder geval nog in zit, wordt teruggekoppeld naar de Drechtraad. Dat is een toezegging. Ik ben er bij geweest en ik heb het ook als zodanig ervaren dat dat in ieder geval voor 43 van de 44 leden van de Drechtraad min of meer afdoende was op dat moment. Oké, we willen dit, het onderzoek is toegezegd, wij wachten de resultaten van dat onderzoek in het najaar af. Daar kunt u als raad van Sliedrecht het Drechtstedenbestuur aan houden en daar kunt u vervolgens de
- 69 -
bestuurscommissie van de SSD aan houden, waarvan ik namens u lid ben, zoals u weet. Dus in die zin beschouwen wij als college deze motie feitelijk als niet nodig, omdat de toezegging in de Drechtraad al is gedaan. Ik kan er veel van maken, maar zo ligt het naar mijn idee. Feitelijk wordt u op uw wenken bediend, nee sterker nog, bent u al op uw wenken bediend tijdens de Drechtraadvergadering. Mevrouw Dekker Dank u wel, voorzitter. Ik wil er nog aan toevoegen, dat heb ik verzuimd, om het duidelijk te laten zijn voor 2009, dus niet wanneer alles ingaat en op het eind van het jaar de evaluatie komt dat het daarna pas ingaat. maar echt op dit moment. Als we nu ingestemd hadden met de driejarige referteperiode, dan had het ook nu per 1 januari kunnen ingaan. Wij kunnen als zelfstandige gemeente daartoe beslissen, dus ik denk echt aan 1 januari 2009. De heer Van Gameren Dit is een reparatie motie voor 2009, aannemende dat in het najaar die referteperiode teruggaat? Mevrouw Dekker Klopt, we weten nog niet wat we in het najaar gaan doen, want we krijgen dan een evaluatie. U kunt het reparatie noemen; het maakt niet uit hoe u het noemt, als we maar voor elkaar kunnen krijgen waar we als Sliedrecht voor staan, prima. De heer Van Gameren Dat begrijp ik wel en ik kan het ook wel billijken. Als we toch in het najaar er achter komen dat het een goede zaak is om de referteperiode te verkorten, dan is het een beetje triest als je dat dan niet gelijk aan het begin van het jaar hebt gedaan. Op zich kan ik me wel voorstellen dat u benieuwd bent of het wellicht in het najaar kan, wellicht met terugwerkende kracht van 2009, dat mag u de wethouder best vragen. Ik weet niet of dat kan. Misschien is dat zinnig om te weten. Wethouder Lavooi Ik begrijp dat er nu feitelijk sprake is van een iets gewijzigde motie waarin u stelt een haalbaarheidsonderzoek te verrichten naar de mogelijkheden om binnen Drechtstedenverband voor de Sliedrechtse minima voor het jaar 2009 de referteperiode van 5 naar 3 jaar te realiseren. Ik begrijp dat dat vanavond dus uw wijzigingsvoorstel is, na de pauze. Mevrouw Dekker Ik had verzuimd om het jaartal erbij te zetten. Wethouder Lavooi We improviseren wel, mevrouw Dekker, dat is het probleem niet. Twee dingen daarover. Als u ons vraagt om een onderzoek te verrichten, hebben we daar geen motie voor nodig. Als uw vraag is om een onderzoek te verrichten, dan doen we dat gewoon, dus dat kan ik bij deze toezeggen. Onderzoek kan altijd gebeuren. De enige vraag is binnen welke termijn, maar zelfs daar kunnen we het over hebben. In die zin behoeft het college geen motie te krijgen. Als u een onderzoek wenst, gaan we dat doen. Het tweede is dat we wel op een tweetal aspecten komen. U zegt dus, onderzoek om te bezien of dat met terugwerkende kracht kan gebeuren, dus vanaf 1 januari 2009. Dat vergt in ieder geval sowieso onderzoek. Kan dat, mag dat? Maar zelfs dat kan worden meegenomen in het onderzoek. Een tweede, niet onbelangrijk, aspect: de langdurigheidtoeslag was een Rijksmiddel en is overgedragen aan de gemeenten. Op onze beurt hebben wij een aantal verantwoordelijkheden overgedragen aan de SDD, die ook weer verantwoording verschuldigd is aan de Drechtraad. Of u, als het gaat om langdurigheidtoeslag, als gemeenteraad ook de volledige vrijheid heeft om die langdurigheidtoeslag te bepalen op de periodes zoals u dat wilt, is ook een apart aspect van dat onderzoek. Ik denk het eerlijk gezegd haast niet, maar dat neemt niet weg dat we dat onderzoek op uw verzoek altijd kunnen doen. Uw voorstel gehoord hebbende en ervan uitgaande dat de gemeenteraad dat zou willen, maar dat weet ik eerlijk gezegd niet, zeg ik: het college heeft daar geen motie voor nodig, maar dan wel gericht op die twee aspecten. Zou dat überhaupt kunnen met ingang van 1 januari 2009 met terugwerkende kracht en het tweede is of u daar als gemeenteraad in officiële termen over gaat; heeft u die al dan niet deze vrijheid? Beide zaken kunnen worden onderzocht en ik zeg ik bij deze namens het college toe dat die onderzoeken, zo de raad dit wil, zullen worden uitgezet.
- 70 -
Mevrouw Visser Volgens mij is de langdurigheidtoeslag onderdeel van het minimabeleid. Bij het tot stand komen van de Sociale Dienst Drechtsteden is gepoogd om al het lokale minimabeleid wat er was in de zes gemeenten te harmoniseren. Maar er is altijd de toezegging gedaan aan de raden “indien u iets anders wenst, is dat mogelijk, maar dan moet u de uitvoeringskosten voor uw rekening nemen.” Nu wil ik graag van u horen of de langdurigheidtoeslag onderdeel is van het minimabeleid; volgens mij is dat zo. Mijn tweede vraag, en dan gaat u zeggen dat het een bezuinigingsmaatregel was van het Rijk en dat ben ik dan ook nog met u eens, maar in de oorspronkelijke wet Werk en Bijstand hadden we een langdurigheidtoeslag van vijf jaar. Onze regering heeft die referteperiode niet voor niets losgelaten. Dus volgens mij is het nog steeds lokaal beleid en is het een keuze en moeten we alleen de uitvoeringskosten aan de Sociale Dienst Drechtsteden betalen. Anders zou er een verandering zijn geweest in de gemeenschappelijke regeling Sociale Dienst Drechtsteden. Als dat dan gebeurd is, wil ik van u wel horen wanneer dat is gebeurd. Wethouder Lavooi Voorzitter, ik heb daar geen absoluut antwoord op. Ik heb gezegd, laat ons dat nou… Mevrouw Visser U zei dat u het betwijfelde. Wethouder Lavooi Ja, maar dat is geen absoluut antwoord. Ik laat het onderzoeken; dat is de toezegging die ik namens het college kan doen. Tweede punt, ik wil het toch wegwerken: er is geen sprake van een bezuinigingsmaatregel. Mevrouw Visser Vanuit de rijksoverheid was er sprake van een bezuinigingsmaatregel. Het bedrag wat ooit beschikbaar was, bleef beschikbaar. Wethouder Lavooi Nee, wat wij doen op dit moment is voortzetting van het bestaande beleid. Wij bezuinigen niet. De voorzitter Is er nog behoefte vanuit de raad om te reageren? De heer Van der Klis Voorzitter, dank u wel. We hebben eerst geproken over de motie zoals die in eerste instantie voor ons lag om voor de minima de referteperiode van 5 naar 3 jaar te realiseren. Als VVD zouden wij dit ook graag willen; bij deze heb ik deze uitspraak namens de VVD gedaan. Het gaat immers om de zwakste groep. Alleen beseffen wij ook dat het onderzoek waar om gevraagd is, reeds is toegezegd door het Drechtstedenbestuur en vragen wij ons af of deze motie de juiste weg is om tot het doel te komen. Nu is de wethouder ook zover gegaan om de toezegging te doen dat er wordt gekeken of er nog mogelijkheden zijn voor 2009 en wordt er ook gekeken naar wat onze raad daarin te zeggen heeft. Ik denk dat we daar als VVD genoegen mee nemen en in die zin deze motie verder niet zullen steunen, ook al heb ik wel gezegd dat wij als VVD graag willen dat die referteperiode van 5 naar 3 jaar teruggaat. De heer Van Meeuwen Maar dat is ook in de Drechtraad door de VVD gezegd. De heer Van der Klis Ja, dat klopt. Over die 110% hebben wij duidelijk nog een voorbehoud gemaakt. Ik wil nog een ding zeggen. Ik heb net niet meegedaan aan de discussie, maar een groot deel van het probleem wordt eigenlijk veroorzaakt doordat wij als raad vaak langs elkaar heen praten. Sommige mensen denken dat er een Sliedrechts standpunt is en anderen niet. Dat veroorzaakt eigenlijk de hele discussie. Ik kom daar straks bij een ander onderwerp nog op terug, maar ik denk we op dat soort momenten als raad toch echt duidelijk afspraken moeten maken of er een duidelijk Sliedrechts standpunt is. En als dat er is, moeten we iemand aanwijzen die dat ventileert naar de Drechtraad. Daar kunnen we heel veel problemen mee oplossen.
- 71 -
De heer Van Meeuwen Nog even reagerend op het laatste. Het feit dat dat niet gebeurd is, is veelzeggend: er was dus geen eensluidend Sliedrechts standpunt. Maar er is veel verwarring over, dat ben ik met u eens en daar moeten we de volgende keer maar eens goed over praten, dat we dat helder naar elkaar communiceren. Onze fractie had inderdaad ook geen behoefte om deze motie te steunen. Niet omdat deze niet sympathiek zou zijn; de inhoud is ons ook sympathiek en zo is deze ook min of meer verwoord in de Drechtraad, mevrouw Dekker, ik zeg het nog maar een keer. Die 110% en die 3 jaar zijn echt zo door onze fractie verwoord; we waren nog linkser dan links, zou je haast zeggen. Degenen die erbij waren, kunnen dat alleen maar beamen. We zijn het helemaal eens met de beantwoording van wethouder Lavooi, met name de toevoeging die hij doet ten aanzien van 2009. Dan gaat het echt over de inhoud en daar steunen wij hem in. We hopen dat dat onderzoek iets laat zien en als daar iets uitkomt waar we als Sliedrechtse raad apart nog iets over kunnen doen en iets kunnen doen ten aanzien van die minima, dan zult u ons gelijk aan uw kant vinden. De heer Van Gameren Wij hebben een soortgelijk standpunt. Wat in die laatste zin staat, wordt in Drechtstedenverband al gedaan en daar ben ik best positief over. Wat het laatste betreft, hoe je dat kunt repareren voor 2009: ik ben benieuwd naar het antwoord op die vraag. Onderzoek vind ik zelfs een groot woord. Die vraag moet even beantwoord worden, want dan kunnen we misschien voor 2009 ook nog wat doen. Mevrouw Visser Ik wil een vraag aan de indiener van de motie stellen. Ze verzoekt het college een haalbaarheidsonderzoek te verrichten naar de mogelijkheden om binnen Drechtstedenverband voor de Sliedrechtse minima de referteperiode van 5 naar 3 jaar te realiseren, met de toevoeging: vanaf 1 januari 2009. Begrijp ik de motie nu goed dat u eigenlijk gewoon aan het college vraagt om op zoek te gaan naar ongeveer 23.000 euro om in ieder geval in 2009 de Sliedrechtse minima vanaf 3 jaar de langdurigheidtoeslag te geven? Volgens mij ontstaat er hier vanavond weer wat ruis als het gaat over dat haalbaarheidsonderzoek. Volgens mij bedoelt u: ga gewoon op zoek naar die 23.000 euro wat Sliedrecht betreft. Hier wordt heel veel weer opgehangen aan het volledige minimaonderzoek over alle regelingen die het Drechtstedenbestuur heeft voorgesteld. Even de vraag wat u nu bedoelt. Mevrouw Dekker Het is correct wat u aangeeft: het is per 1 januari 2009 en ik wacht liever niet tot 1 januari 2010, vandaar dat ik dit ingediend heb. Ik hoor meneer Van Gameren zeggen dat als er financieel ruimte voor is, hij het prima vindt als dat met terugwerkende kracht voor 1 januari 2009 wordt toegepast. Jammer eigenlijk dat de VVD zegt dat ze het niet steunen en een jaar wachten. De heer Van der Klis Nee. Mevrouw Dekker O, sorry, dan heb ik het verkeerd begrepen. De heer Van der Klis Ik vind alleen de weg die deze motie bewandelt niet goed, omdat ik denk dat het verhaal zoals dat in Drechtsteden is afgesproken, al voldoende is. Maar ik heb uitgesproken dat wij ook voor die zwakkere groep gaan omdat wij vinden dat die 3 jaar gerealiseerd moet worden. Mevrouw Dekker Oké. De voorzitter Ik concludeer dat het college heeft gezegd: wij hebben deze motie niet nodig, want de wethouder heeft namens het college toegezegd om dit onderzoek op een aantal onderdelen te willen doen. Een aantal uwer heeft daar als het ware in gelijke orde op gereageerd. Is het nu nog nodig dat deze motie in stemming wordt gebracht, mevrouw Dekker? Mevrouw Dekker Het is prima als u 1-1-2009 kunt toezeggen. De voorzitter Nee, we doen geen toezegging, want we doen een onderzoek. De motie is van tafel? De motie is van tafel. Het signaal vanuit het college is dus voor u voldoende om vanuit Sliedrecht een
- 72 -
onderzoek te doen omtrent de aspecten die door de wethouder net zijn verwoord. Dan constateer ik dat we hier in ieder geval unanimiteit over hebben.
4B. INVULLING VACATURE De voorzitter Wij zijn aangekomen bij agendapunt 4b, dat is de vacaturevervulling op zich. Ik heb een vraag gesteld aan de fracties of u nog mogelijkheden ziet om vanavond tot een kandidaatstelling te komen, dan wel dat u de voorkeur heeft dit op 25 mei opnieuw geagendeerd te zien. Dit punt wordt geagendeerd in de raad van 25 mei aanstaande. Aldus besloten.
5. VASTSTELLEN VAN DE NOTULEN VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN 2 MAART 2009 De voorzitter Mij zijn geen wijzigingsvoorstellen gedaan, dus de notulen worden hierbij vastgesteld.
6. INGEKOMEN STUKKEN EN MEDEDELINGEN Voor kennisgeving aannemen 1. Motie gemeente Renkum over stemmen door visueel gehandicapten 2. Motie gemeente Alblasserdam over de containerterminal 3. Ontslagbrief mevrouw G.J. Visser-Schlieker uit de commissie Welzijn, Zorg en Inkomen 4. Brief van 16 maart van het Algemeen Bestuur van Drechtwerk, betreft informatie inzake maatregelen Drechtwerk en maatregelenpakket organisatieontwikkeling Drechtwerk 5. Jaarverslag 2008 van de Rekenkamercommissie De voorzitter Onder 1, mevrouw Visser. Mevrouw Visser Het gaat over het stemmen door visueel gehandicapten. Misschien dat we daar in de commissie Burger en Bestuur nog eens over kunnen spreken. Het zal niet meer voor de Europese verkiezingen kunnen, maar naar de toekomst toe is het misschien belangrijk… De voorzitter U wilt over het onderwerp zelf in de commissie nog eens een gedachtewisseling. Mevrouw Visser Ja. In de opiniërende raad. De voorzitter U heeft gelijk: in de opiniërende bijeenkomst. Misschien dat het wel goed is dat u dan vooraf aan de griffier aangeeft over welk aspect u het dan wenst te hebben. Dan zijn de ingekomen stukken hierbij gepasseerd.
7. HAMERSTUKKEN a. Treasury Statuut Sliedrecht b. Partiële herziening van bestemmingsplannen voor de hoofdaardgastransportleiding WijngaardenZelzate c. Wachtlijstverordening Sociale Werkvoorziening De voorzitter Aldus vastgesteld.
8. MOTIE “GROENE PARAGRAAF BIJ BOUWPLANNEN” VAN PRO SLIEDRECHT, BEHORENDE BIJ DE BEHANDELING VAN HET BOMENBELEIDSPLAN EN BOMENVERORDENING SLIEDRECHT 2009 De voorzitter Dit agendapunt is ingetrokken.
- 73 -
9. BELEIDSNOTITIE HUISVESTINGSMOGELIJKHEDEN VOOR STARTERS IN SLIEDRECHT De voorzitter Wie van u? De heer Visser Dank u wel, voorzitter. Voor ons ligt een mooi voorstel. Reeds in de vorige raadsperiode was er een breed verlangen in deze raad naar meer starterwoningen. Dit is via verkiezingsprogramma’s terechtgekomen in het collegeprogramma en het streven was om 40 starterwoningen in deze raadsperiode te realiseren. In de Woonvisie werden er daarna sussende woorden geschreven dat het best wel meeviel, maar daar betrof het vooral huurwoningen voor starters. Toen werd er ook gezegd dat er maar 347 starterkoopwoningen zouden zijn. Nu blijkt in deze notitie dat het er per 1 januari 2008 413 zijn; dat is nog steeds best wel weinig. Daarom is het college terecht aan de slag gegaan om ook het aantal koopwoningen voor starters te vergroten. De wethouder heeft het voortvarend opgepakt door een breed samengestelde werkgroep in te stellen. Nu ligt er een schat aan informatie, ook voor ons. Dat niet alleen; er ligt ook een gevarieerd maatregelenpakket. Er wordt ingezet op voorlichting over vroegtijdige inschrijving vanaf 18 jaar en koopsubsidie, Koopgarant, starterleningen en locaties voor starterwoningen. Dat is allemaal verzameld in voorstellen. Alleen de communicatie over koopsubsidie is tussen wal en schip gebleven; die is niet in het voorstel terechtgekomen. Het wordt wel een aantal keren in het raadsvoorstel genoemd, dus dat kan toch wel in de toekomst gedaan worden, denk ik. Je hoeft niet alleen aan nieuwe woningen te denken, maar je kunt ook veel andere woningen bouwen waardoor er een doorstroomeffect komt en er wel starterwoningen vrijkomen, maar gezien het lage aantal van 413 moet je daar ook weer niet te veel van verwachten. Er kunnen er nooit meer dan 413 vrijkomen. Er ligt nu een goed plan; het is heel goed om dit te monitoren de komende jaren en bij te houden hoe het verloopt. Het gaat over starterleningen, starterwoningen en de vraag daarnaar. Er is veel werk gedaan en het resultaat mag er wat ons betreft zijn. De heer Den Besten Voorzitter, even kort en krachtig een paar opmerkingen. In de eerste plaats: bedankt voor deze uitstekende notitie, want dat is het. En als ik dat zo zeg, meen ik dat ook. Het is een volstrekt helder verhaal, het gaat uitvoerig in op de problematieken van de starters op het gebied van koop- en huurwoningen. Prima beschreven. Ik heb er nog een vraag en een opmerking bij. De opmerking betreft dat er ook voor gekozen zou kunnen worden om in de Kerkbuurt Oost starterwoningen te plaatsen. Ikzelf zet daar vraagtekens bij, gezien de dure locatie die daar is, dus daar komen we nog wel eens over te spreken met elkaar. Maar goed, Van Drunen moet ook nog gerealiseerd worden, dus ik denk dat het goed is om na een evaluatie zoals meneer Visser bepleit, vast te stellen in hoeverre die nog nodig zullen zijn. Het tweede is een beetje eigenbelang. Er wordt een prachtige opmerking gemaakt over buiten Sliedrecht studerende kinderen, dat die het recht hebben om in Sliedrecht ingeschreven te staan. Maar wat ik miste, en dat intrigeert mij en daar kunt u onmiddellijk een antwoord op geven, betekent dit dat de punten dan gewoon blijven doortellen? Dat stond er namelijk niet bij, en dat vond ik het allerbelangrijkste. Dank u wel. We stemmen dus in. De heer Pauw Dank u wel, voorzitter. Het verhaal is nog even meegenomen richting de fractie, omdat het ons ging om het feit wat je nu eigenlijk gaat betalen en subsidiëren. We hadden een rondje gemaakt met Funda door het dorp en toen stonden er nog 19 woningen te koop onder de 150.000 euro. Het zijn er inmiddels 17, dus misschien heeft het toch wel iets geholpen. Maar wat zijn nu eigenlijk de wensen van die mensen? Iedereen wil eigenlijk een nieuwbouwhuis en een labrador (ik heb even een andere hond gekozen dan een bouvier), volledig ingericht en niet meer hoeven klussen. Bij dat laatste is de vraag of je dat nu moet subsidiëren. De reactie van het college was nieuwbouwwoningen en duurzaam bouwen, met nog een heel betoog er achteraan. PRO Sliedrecht kan zich vinden in het betoog van het college en zal instemmen met dit voorstel. De voorzitter De wethouder heeft denk ik nog een reactie op de vraagstelling van de heer Den Besten.
- 74 -
Wethouder Lavooi Ja, want voor het overige is er de steun van de SGP, het CDA en PRO Sliedrecht. Dat laatste is zeker van belang, want in de opiniërende vergadering hebben we daarover gestoeid of dit nu het beste middel is. Het beste waarschijnlijk niet, maar ik ben wel blij met de steun van PRO Sliedrecht in die zin. Blijft over de vraag van de heer Den Besten of de puntentelling doortelt voor studerenden buiten Sliedrecht. Ik heb er geen direct antwoord op; althans ik ben er niet zeker van. Vindt u het goed dat we dat via de e-mail afdoen, naar ieder raadslid uiteraard? De heer Den Besten Ja, als u het antwoord niet weet. Maar ik ga er toch eigenlijk bijna van uit dat het niet anders kan. Als je ingeschreven mag blijven bij een woningbouwvereniging, heeft het alleen maar zin als je ook punten vergaart. Wethouder Lavooi Het is ja of nee, en bij twijfel denk ik bij dit soort dingen dat het beter is aan om Tablis te vragen hoe het precies in elkaar zit. U kunt binnen een paar dagen daar een e-mail over tegemoet zien. De heer Den Besten Dan krijgt u nu uw steun onder voorbehoud, dat begrijpt u wel. Wethouder Lavooi Er moet toch altijd enig voorbehoud blijven, begrijp ik. Desondanks ben ik blij met uw steun, meneer Den Besten, dank u wel. De voorzitter Dan concludeer ik, met enige stemverklaringen, dat u zich allen in dit voorstel kunt vinden en dan hebben we hiermee een unaniem standpunt van de raad van Sliedrecht. Waarvan akte.
10A. BELEIDSPLAN VRIJWILLIGE INZET SLIEDRECHT 2009-2012 10B. BELEIDSPLAN MANTELZORGVOORZIENING IN SLIEDRECHT 2009-2012 De voorzitter Mevrouw Bisschop heeft aangegeven dat zij vanwege belangenverstrengeling deze beraadslaging niet meemaakt en zich van de vergadertafel zal terugtrekken. Aan de orde is punt 10a. De heer van der Klis. De heer Van der Klis Ik wil graag bij agendapunt 10a. meteen reageren op agendapunt 10.b. Dat heeft er mee te maken dat wij graag de vrijwilligers willen bedanken voor al hun inzet, zoals ook de mantelzorgers. Wij constateren dat in Sliedrecht een groot aantal vrijwilligers actief is. Dat is geweldig om te zien. We hebben alleen onze twijfels bij het stuk als we zien wat een gigantisch onderdeel dit is van onze agenda van vanavond. Dan vraag ik mij oprecht af of dat zo’n dik verhaal acht bijdraagt aan het verbeteren van de vrijwillige inzet in Sliedrecht; in ieder geval niet aan het leesgenot van deze agenda. Dus als we nu ook echt de vrijwilligers gaan ondersteunen in plaats van papier te produceren, dan stemmen wij van harte in. De voorzitter Ik stel voor, in navolging van de heer van der Klis, om deze twee agendapunten te combineren in uw beschouwingen. Mevrouw Dekker Dank u wel, voorzitter. Ik kan bij de heer van der Klis aansluiten als het gaat om de dikte van het stuk. Verder viel me op dat er een definitie in staat die teruggrijpt naar het jaar 1980. Dan denk ik: zouden we al een definitie over vrijwilligerswerk hebben die wat recenter is? Toen hadden we nog een CRM, een ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk werk. Dus het is toch wel een heel verouderde definitie. Vervolgens is het een stuk waar heel veel in staat. We weten ook dat het vrijwilligerswerk gigantisch belangrijk is voor onze samenleving. Alles staat of valt met het werk van die mensen. We zeggen weleens dat het het cement van de samenleving is, maar ik denk echt dat het superbelangrijk is voor allerlei organisaties. Als overheid of als gemeente ondersteun je en voorzie je die mensen van allerlei impulsen; dat zal ook hieruit blijken. Ik heb eerder een opmerking gemaakt over algemene kenmerken van vrijwilligerswerk; er staat nog steeds bij dat het onverplicht is. Ik heb
- 75 -
vorige keer dezelfde opmerking gemaakt. Volgens mij is het niet onverplicht en is het niet vrijblijvend, vanwege het feit dat je een contract tekent als je vrijwilliger bent en dat contract ook na hoort te komen. Ik heb daar echt moeite mee. Ik heb gezien dat het ook in landelijke stukken voorkomt. Verder heb ik een vraag over de stages. Er zal in de toekomst heel veel stage gelopen worden. Ik heb gezien dat u contact opgenomen hebt met De Grienden, en daar ook voorbesprekingen over gehouden hebt. U gaat daar straks nog meer over praten. Vervolgens zijn de scholen in Papendrecht er bij betrokken. Ik wil u nog een tip meegeven: neemt u dan ook de school uit Hardinxveld-Giessendam mee? Dat is toch een school die heel dicht tegen ons aan zit, tegen het Sliedrechtse, en ook heel veel Sliedrechtse leerlingen gaan daar naar school. Misschien kunt u daar nog een bruggetje naar maken. Ik ben heel benieuwd hoe u die uren denkt in te gaan vullen in de toekomst, als u spreekt over 72 uur. Volgens mij is dat heel veel. Ik weet dat er middelen voor vrijgemaakt worden en u maakt daar verder nog beleid op, maar ik denk dat het heel veel uren zijn die je moet begeleiden. En om dat in een goed vat te gieten, daar ben ik toch heel benieuwd naar. Dank u wel. De heer Huijser Dank u wel, voorzitter. Ik wilde beginnen met een compliment richting de ambtenaren en de heer Schoonderbeek. Het is wel aardig als je met een compliment begint. Ook voor ons had het ietsje minder gemogen, maar nogmaals, het is een gedegen stuk, dus de complimenten daarvoor. Wij hebben ons wel afgevraagd of het Ouderenwerk niet wat te veel hooi op de vork neemt. Dat is een zorgpunt dat ik hier wel uitgesproken wil hebben, want het is wel erg veel. Maar goed, het is wel ambitieus. Ik onderschrijf de opmerking van mevrouw Dekker als het gaat over het vrijwilligerswerk; ik denk ook dat het niet te vrijblijvend moet zijn. Ik doe ook aan vrijwilligerswerk en soms zie ik dat mensen het wel heel erg makkelijk opnemen. Ze maken een afspraak en komen die vervolgens niet na. Dat moet je zien te voorkomen. De plaats van de kerken wil ik toch nog een keer benoemen, om die in het beleidsplan mee te nemen. Daar is vorige keer ook een opmerking over gemaakt. En dan toch nog een keer de aandacht voor het serviceloket, wethouder; u heeft de vorige keer al gezegd, daar staan we voor, maar het zij toch nog maar een keer gezegd. Strijd ervoor; dat doet u, daar twijfel ik niet aan. Dat was onze bijdrage. Onze fractie stemt in. Mevrouw De Bruin Dank u wel, voorzitter. Ik heb mijn fractie beloofd om te beginnen met te zeggen dat die verhalen wel op twee A-4tjes hadden gepast. Bij deze. Ambitieuze plannen worden hier voorgelegd. En als je er goed over nadenkt, wordt er wel heel veel gevraagd van onze inwoners. Vrijwillige inzet op heel veel gebieden, zowel bij allerlei verenigingen, sportverenigingen, muziekverenigingen, noem maar op, als bij particulieren als mantelzorger. Nu zijn mantelzorger en vrijwilligerswerk natuurlijk al van alle tijden. Niks nieuws onder de zon, eigenlijk, zou je denken. Waarom dan nu opeens zoveel aandacht hiervoor? Waarom moet er nu beleid op worden geschreven? Waarom worden er nu allerlei acties ondernomen, folders gemaakt, een website ontwikkeld enzovoort? De reden daarvoor is geld, en dan vooral het besparen van geld. Dat heeft de Sliedrechtse raad niet zelf verzonnen, dat komt uit Den Haag. Want er is in de loop der tijd zoveel ondersteuning en zorg ondergebracht in de AWBZ en daar werd en wordt nog steeds zó intensief gebruik van gemaakt dat het nodig bleek om een list te verzinnen om de kosten binnen de perken, dus betaalbaar te houden. Datzelfde geldt trouwens ook voor de AOW; vandaar dat we straks allemaal een paar jaartjes langer mogen werken. Maar dat terzijde. Om die uitgaven voor de AWBZ onder controle te houden en de mensen die het echt nodig hebben hulp en zorg te kunnen blijven bieden, is de Wmo in het leven geroepen. Die wet houdt in dat de Nederlandse bevolking veel meer zelf moet gaan doen. Dus behalve dat veel mensen zich al op vrijwillige basis inzetten voor verenigingen of voor zieke of hulpbehoevende vader, buurman, moeder of vriendin zorgen, volgt nu de benadering van deze activiteiten vanuit een andere invalshoek, namelijk vanuit de kant van de zorgvrager. Betaalde hulp als je ziek of hulpbehoevend bent is niet meer vanzelfsprekend. Nee, je moet zo ongeveer schriftelijk in drievoud bewijzen dat er niemand in je omgeving is die jou kan helpen voordat je überhaupt in aanmerking komt voor huishoudelijke hulp of verpleeghulp. Maar dat is genoeg over de materiële kant van de zaak.
- 76 -
Er zitten natuurlijk ook positieve kanten aan. Zo zal ondersteuning vanuit de gemeente bij het vrijwilligerswerk en de mantelzorg de sociale samenhang in ons dorp zeker bevorderen en dat juicht onze PvdA fractie natuurlijk toe. En natuurlijk verdienen vrijwilligers en mantelzorgers erkenning, waardering en ondersteuning. En bovendien zal al deze aandacht voor vrijwilligerswerk en mantelzorg vast en zeker een nieuwe doelgroep bereiken, namelijk de mensen die zich hier nog niet mee bezighouden. En daar is het ons juist om begonnen: om ook die mensen actief te krijgen. En daarom hopen we ook dat de ambitieuze plannen allemaal verwezenlijkt worden en zullen wij als PvdA fractie de initiatieven daartoe zoveel mogelijk ondersteunen. De voorzitter Wethouder, aan u de reactie. Mevrouw Visser, we hebben u overgeslagen, mijn excuus. Mevrouw Visser Voorzitter, ik ben blij dat u heeft voorgesteld om 10.a. en 10.b. gelijktijdig te behandelen, want het zijn twee plannen waar heel veel tijd en aandacht aan is besteed door heel veel partijen. En dan kan iedereen zeggen: het is een lijvig stuk, maar we weten nu ook wel wat er gebeurt en wat we van plan zijn om te gaan doen. Het zijn twee plannen die gelden voor 2009 tot en met 2012, dus een tijdspanne van vier jaar. Onze fractie heeft geen moeite met de voorgestelde raadsbesluiten, maar wat ik nu nergens tegengekomen ben is een tussentijdse evaluatie – dat is een heel groot woord, maar om tussentijds eens te kijken waar we staan, waar we te kort schieten, waar we bij moeten stellen. Als je dan kijkt wat we bij agendapunt 13 gaan behandelen, is het zo belangrijk dat wij als raad dat soort dingen ook gewoon als kader meegeven, zo van: kijk over twee jaar eens waar we staan met deze twee plannen, waar schieten we als gemeente tekort, wat hebben we gerealiseerd. Is er een mogelijkheid om van u een toezegging te krijgen, en dan bedoel ik geen giga-evaluatie die heel veel tijd kost, voor, noem het maar een knelpuntennota na twee jaar? Die zou ik heel graag hier aan vastgekoppeld willen zien. Het enige wat ik kan doen is al deze mensen die in het stuk genoemd staan, heel veel sterkte en succes wensen met de uitvoering van deze plannen. Mevrouw Dekker heeft al iets gezegd over maatschappelijke stages; ik heb er in de commissie aandacht voor gevraagd. Maatschappelijke stages voor scholieren moet méér zijn dan alleen in de sport. Ik ga er van uit dat dat best wel goed komt. De voorzitter Nou, wethouder, uw antwoord kan best op een A4-tje, denk ik. Wethouder Lavooi Ja, of in een minuut. De heer Huisman gaat nu tellen, denk ik. Wat de dikke nota betreft: in de opiniërende vergadering heb ik al gezegd dat er veel onderzoek is gedaan. Dat kostte veel papier, maar de uiteindelijke voorstellen hadden wat korter gekund. In die zin verwijs ik ook naar de raadsvoorstellen waarin de actiepunten concreet zijn benoemd. Er is heel veel voorwerk gedaan, maar het had iets korter gekund; dat ben ik volledig met u eens. We proberen dat volgende keer ook, maar we hebben we l iedereen erbij betrokken, dus kost het af en toe veel papier. Het CDA heeft gesproken over maatschappelijke stages. U weet dat we in het najaar met een werkconferentie aan de slag gaan; dan nemen we uw suggestie mee, als u het goed vindt. De SGP/ChristenUnie heeft gezegd dat het ouderenwerk niet te veel hooi op de vork moet nemen. Dat lijkt misschien zo, maar we hebben in goed overleg met de stichting ook extra gelden beschikbaar gesteld. Dus in die zin denken wij niet dat de stichting nu te veel hooi op de vork heeft. Het er bij betrekken van de kerken: u weet dat in de Wmo Adviesraad de kerken er via de diaconieën vertegenwoordigd zijn en een actieve rol vervullen. Het tweede aspect is dat we als college regelmatig om de tafel zitten met de vertegenwoordigers van de kerken, waarbij we dit soort onderwerpen ook aan de orde stellen. PRO Sliedrecht vraagt om een evaluatie in de vorm van een soort stand van zaken van de uitvoering van het Wmo plan in den brede. Ik zeg u dat graag toe; ik denk dat het bij de begrotingsbehandeling wel weer een mooi moment is om dat te proberen op 1 of 2 A4-tjes in uw richting te sturen. Als het gaat om de uitvoering van het Wmo beleidsplan van dit jaar, dan kunnen we daar best 2 A4tjes aan wijden. Dat is dus een toezegging. Eén is genoeg volgens de voorzitter; dan houden we het op 1. De PvdA fractie noemt de oorzaken. Ja, daar kunnen we het over hebben: AWBZ bezuinigingen, enzovoort, dat zou best kunnen. Maar ik constateer toch wel steun wat u betreft voor het plaatselijk beleid. Namens het college mag ik u danken voor de steun. We proberen het in het vervolg ietsje korter te doen.
- 77 -
De voorzitter Aldus unaniem besloten. Beide besluiten worden unaniem geaccordeerd.
11. ROLVERDELING PLANVORMING EN AFSPRAAK WIJKPLATFORMS EN GEMEENTE De heer Pauw Dank u wel, voorzitter. In de opiniërende raad is er een uitgebreide discussie geweest waar ik daarna nog lang over nagedacht heb. Volgens mij ging die discussie over de vraag: hoe ver wil je gaan met burgerparticipatie in zijn algemeenheid? Nou, daarover verschillen PRO Sliedrecht en het college van mening. Dat kan natuurlijk, dat gebeurt wel vaker. Ik ben ook weleens teleurgesteld. Maar in dit geval zeggen we: college en raad en mensen, ga lekker aan de slag. De discussie over burgerparticipatie volgt nog wel in een volgende vergadering. Dank u wel. De heer Visser Voorzitter, mag ik interrumperen? Want nu vind ik het eigenlijk wel interessant om te horen waarin PRO Sliedrecht met het college van mening verschilt als het gaat om burgerparticipatie. De heer Pauw Dat hebben we al een keer aangegeven, meneer Visser. Het ging ons met name om het feit op het gebied van Ruimtelijke Ordening. We hebben hier gezeten in de raadzaal, puur onder tijdsdruk van Tablis en andere ontwikkelaars, dat we binnen twee, drie maanden iets moesten organiseren, de buurt erachter moesten krijgen, enzovoort. Het gevolg was dat de hele tribune vol zat met boze mensen die in het Kompas gingen schrijven van: wat gebeurt er nu? Terwijl we het eigenlijk op de keper beschouwd wel met elkaar eens zijn. Ja goed, we verschillen af en toe wel van ideeën over hoogtes en dergelijke, maar uiteindelijk zijn we het met elkaar eens. Toen kwam wij op het idee van: nou, het volgende grote project is de Staatsliedenbuurt. Die staat voor 2011 en verder op de planning. Daarvan hebben wij gezegd: waarom pak je daar het wijkplatform niet voor als een ondersteuning daarin, om in die wijk te gaan kijken wat de mensen daar nou zouden willen. En volgens ons, meneer Visser, zou daar uit kunnen komen dat dan de mensen die daar wonen, iets heel anders zouden willen dan de woningbouwcorporatie of de projectontwikkelaar. Daar zit een wrijving tussen. Want als je namelijk burgerparticipatie heel goed gaat uitvoeren, dan leg je ook als raad een stukje ‘macht’ buiten deze raadzaal. En daar verschilt PRO Sliedrecht in de vorige discussie in de opiniërende raad dus van mening met het college. De heer Visser Ja, ik kan me voorstellen dat u in het verleden met het college van mening verschilde, en dat zal in de toekomst waarschijnlijk nog wel vaker gebeuren. Maar het is toch wel heel interessant om te weten of u van mening bent dat het voorstel dat vanavond voorligt, jullie een stukje dichterbij brengt. De heer Pauw Ja, het gaat de goede kant op, meneer Visser. We vertrouwen helemaal in het feit wat hier staat. Nu moet ik even zeggen dat we vooraf gezien ook heel erg sceptisch waren met het feit dat we geen excuusplatform wilden organiseren. Daar bedoelen we mee van: goh, we gaan iets neerzetten en we gaan iets maken en het wijkplatform is het er mee eens, dus het zal wel goed zijn, omdat we ook een gevoel hadden dat het wijkplatform heel veel moeite heeft om alle burgers in een wijk of straat te kunnen vertegenwoordigen. En dat kan ook eigenlijk helemaal niet, want je kan het nooit iedereen naar de zin maken. Dat gaat helaas niet. Maar we wilden het wijkplatform wel een positie geven waarin ze ook eens voor de troepen uitlopen, en dan met name op het gebied van Ruimtelijke Ordening. Mevrouw Verschoor Dank u wel, voorzitter. Ik ga even in op wat de heer Pauw zegt. Als je kijkt naar de opkomst van wijkplatform Centrum, dat was een succesvolle avond. Dat kwam volgens onze fractie doordat er gevraagd werd over dingen die de buurt aangingen: wilt u meer speelvoorzieningen, wilt u meer groen, dat soort dingen. Essentiële vragen voor mensen in een buurt. Dat zorgde er ons inziens voor dat die opkomst zo groot was. Dat is ook het enige puntje van aandacht wat ik heb in dit stuk. Kijk, een wijkplatform is ontstaan om die buurtcohesie te bevorderen, om mensen samen te laten nadenken over hoe die buurt beter kan en om de kleine ergernissen weg te nemen. Het primaat ligt
- 78 -
natuurlijk uiteindelijk bij de raad; wij zijn de gekozen volksvertegenwoordigers en dat is ook hoe het zal blijven. De heer Pauw Mag ik even reageren? Het ging niet om het feit van…burgerparticipatie gaat in onze ogen veel verder dan hetgene wat nu de wijkplatforms aan het doen zijn. Als je dat helemaal gaat uitvoeren, daar zijn voorbeelden van in het land, dan krijg je een punt dat je, ondanks dat je gekozen bent als volksvertegenwoordiger , toch een stukje van onze “macht” echt buiten deze raadzaal en bij de bevolking neerlegt. Dat zou een leuke discussie zijn. Neem even het geval hiernaast, met alle hoogtes en boze bewoners, dat alle bewoners van de oude uitbreiding iets heel anders zouden willen als Tablis. Dan krijg je een hele mooie discussie en die komt een volgende keer dan wel een keer terug in deze raad. Misschien dit jaar, misschien volgend jaar. En dan doen we daar graag aan mee. De heer Buchner Maar meneer Pauw, u zegt net dat niet alle inbreng zaligmakend is. Maar niet iedereen kan iets inbrengen, en dat we dat dan gaan uitvoeren. Zo werkt dat toch niet? De heer Pauw Nee, dat klopt. Maar het ging over vroegtijdig. Zo vroeg mogelijk dat verhaal neerleggen. Het is nu al een stukje opgeschoven richting de voorkant… De heer Visser Dat stel ik erg op prijs. De heer Pauw … en wij zijn heel erg gefixeerd geweest, dat geven we ook meteen toe, op Ruimtelijke Ordening gebied, omdat dat heel duidelijk uitblinkt, maar zoals mevrouw Verschoor terecht zegt zijn er nog veel meer dingen. Ik vind dat de wijkplatforms zich heel goed ontwikkelen en goed bezig zijn. We hebben ze laatst uitgenodigd voor een discussie over de kermis, bijvoorbeeld. Dat zijn echt hele leuke, open gesprekken en discussies met een wijkplatform. De voorzitter Dames en heren, volgens mij heeft u aardig met elkaar in de gaten wat de bedoeling van dit raadsvoorstel is, namelijk vroegtijdig betrekken van. We hebben onze uiterste best gedaan om dat in een schema te verwerken. Als er initiatieven zijn, dat die op de juiste wijze worden gestructureerd, en het biedt een ieder alle mogelijkheden om binnen deze structuren initiatieven te nemen dan wel initiatieven te honoreren. In die zin denk ik, meneer Pauw, dat u op uw wenken wordt bediend, en dat initiatieven daarbinnen dan ook afgewogen moeten worden. Ik waardeer dan ook dat u hierover op deze wijze praat en in feite ook uw waardering uit omtrent dit voorstel. Ik denk dat hiermee ook helderheid wordt verschaft op welke momenten wie aan de orde is, althans dat hebben we hiermee gepoogd. Sluitend is geen enkel schema, maar het gaat om de intentie, het gaat om de houding. Het gaat niet alleen om uw houding, maar het gaat ook om: hoe honoreer je en hoe betrek je burgers bij bepaalde situaties, vooral bij Ruimtelijke Ordening activiteiten? Het college is voornemens om de met u gemaakte afspraken en die met het wijkplatform dan ook op deze wijze te gaan invullen. Ik constateer unanimiteit en dat is op dit punt van heel veel belang.
12. RESERVES EN VOORZIENINGEN De heer Van der Klis Dank u wel, voorzitter. Voor ons ligt het onderzoeksrapport van de accountant, als ik het zo mag noemen. Het is heel duidelijk waar alle potjes vandaan zijn gekomen en hoe ze zijn samengevoegd. De algemene reserve en de ABR worden nu samengevoegd, waarbij er een weerstandscapaciteit ontstaat van 4 miljoen. Tot zover allemaal oké. Alleen vroegen wij ons af wat nu eigenlijk nodig is. Is het nu de twee miljoen die we nodig hebben of de vier miljoen? We hebben daar vandaag contact over gehad met de behandelend ambtenaar, maar het is ons toch niet helemaal duidelijk geworden. Wij gaan er van uit dat het door deze ‘truc’ vier miljoen is geworden, maar dat wij nog wel 1 miljoen gaan besteden voor grote projecten en als dat zo is, zijn we het met elkaar eens en stemmen wij in.
- 79 -
Mevrouw Visser Mag ik de heer van der Klis een verhelderingsvraag stellen? Als u zegt: we denken dat het vier miljoen wordt en dat we 1,9 gaan besteden, dan houden we toch nog steeds vier miljoen? Of wilt u terug naar drie miljoen? De heer Van der Klis Daar heb ik geen standpunt over ingenomen. Mevrouw Visser Die 1,9 uit dat voorstel is puur gebaseerd op een totale reserve van 4 miljoen. De voorzitter De wethouder komt er zo op terug, denk ik. Mevrouw Visser. Mevrouw Visser Kort, voorzitter. In de opiniërende raad heb ik er niet al te veel over gezegd, omdat ik zei: ik wil dat toch nog een keer in de fractie bespreken. Ik kan niet goed overzien wat het betekent om een aantal reserves op te laten gaan in een groter geheel en dat soort dingen. We hebben er in de fractie uitgebreid over gesproken en op zich kunnen we ons prima vinden in het voorgesteld besluit. Ik heb alleen nog één vraag aan de wethouder en dat betreft punt 11. Een eenmalige uitname te doen uit de reserve IT van 300.000 euro en dit bedrag te storten in de algemene reserve. Dat begrijp ik. Ik begrijp ook dat u dan ongeveer 83.000 euro laat staan omdat we nog een besluit hebben genomen in 2008 voor de tweede tranche van het I.O. verhaal, heet dat geloof ik. Maar u laat ook 125.000 euro in deze reserve zitten, terwijl wij alle IT in principe al hebben overgedragen aan het Shared Service Center. Dus de vraag is: waarom bewaart u 125.000 euro in dit potje? En dan lees ik: rekening houdend met een risicostelpost van 125.000 euro voor eventuele Service Centrum Drechtsteden IT transitiekosten. Moet dat weer nog later een keer afgerekend worden? En is dat een signaal wat u dus echt serieus al heeft gekregen? Want uiteindelijk vorm je reserves omdat je weet dat dingen er aan komen. Of is het een inschatting van het college dat dat bedrag nog nodig zal zijn? De heer Den Besten Voorzitter, dank u wel. In de commissie hebben we het al uitvoerig over dit stuk gehad en toen al reeds onze instemming gegeven. Maar ik heb toen al gezegd dat het niet alleen gaat om die reserves en voorzieningen die geld overhouden, waarbij je het totaal zo ongeveer kan samenpakken, maar dat gaat natuurlijk ook om reserves en voorzieningen die zeg maar noodlijdend zijn; die miste ik. Ik moet eerlijk zeggen: dit overzicht is daar veel uitgebreider aandacht aan besteed, net zo goed als een uitstekende omschrijving waar reserves en voorzieningen uiteindelijk voor dienen. Dus ik ga er ook van uit dat het college zich daar ook strikt aan zal houden. Dat is niet altijd gebeurd, wethouder Tanis, maar dat was voor uw tijd. Maar er blijft één vraag onbeantwoord, of ik moet hem over het hoofd gezien hebben, maar het gaat er dus om dat de rente van de algemene reserve altijd gebruikt is geworden voor de exploitatie; dan hebben we het zo ongeveer over 1 ton. Het besluit wat we vanavond nemen is dus dat per heden deze reserves en voorzieningen samengevoegd worden. De vraag blijft dan nog steeds: hoe dekt u dit jaar dat exploitatietekort, waar u spreekt over een ton tekort? De heer Van Gameren Over dat laatste kom ik ook zo te spreken. Ik heb in de opiniërende vergadering al behoorlijk wat technische vragen gesteld en die zijn naar behoren beantwoord, dus kan ik kort zijn. Grosso modo kunnen we ook wel instemmen met het gevraagde besluit waar het gaat om de punten 1, 2 en 5 tot en met 17. Wij maken wel twee kanttekeningen bij de punten 3 en 4, al was het allen maar omdat punt 3 een wat cryptische omschrijving heeft. Wat de heer Den Besten al genoemd heeft: door het niet meer toevoegen van de rente op de algemene reserve aan de exploitatie is er een gat geschoten in de lopende begroting van een ton structureel. Mijn fractie wil daar helder over zijn: als met deze boekhoudkundige truc nu veroorzaakt wordt dat er, om die ton te vinden in de lopende begroting voor een ton bezuinigd moet gaan worden, dan vindt u onze fractie tegen dat punt. Dan draaien we die twee reserves gewoon weer terug. Ik moet daar echt heel duidelijk in zijn, want het voorstel is om per heden een ton uit de exploitatie te laten lopen. Dat wil dus zeggen dat per 1 juli van dit jaar, in het restant van de begroting dus nog een ton gevonden zou moeten worden om dat nu al te realiseren. Ik vraag me af of dat nu allemaal al dit jaar geregeld zou moeten worden. Wellicht is het noodzakelijk en misschien zelfs wenselijk om die ton bezuiniging, dat het niet zou moeten zijn, laat ik maar zeggen bijstelling, om dat geleidelijk te laten verlopen en voor 2009 uit bijvoorbeeld onvoorzien
- 80 -
te dekken. Dan hoef je in ieder geval dit jaar niet in te grijpen in de lopende exploitatie en dan kun je gewoon bij het opstellen van de begroting 2010 gaan zoeken: hoe lossen we dat probleem op? Dat is ook het belangrijkste punt wat wij nog tegen dit voorstel houden. De heer Den Braanker U geeft zelf al de oplossing, of niet? De heer Van Gameren Dat doe ik graag, dat weet je. Maar ik wil overigens niet ondankbaar lijken, hoor. Want door deze operatie, de stofkam door een aantal reserves en voorzieningen is er 1,9 miljoen boven tafel gekomen. En dat is ook weer een reden om te zeggen van: dan moet die ton structureel voor een jaar makkelijk op te lossen zijn in die 1,9 miljoen die we zojuist gevonden hebben door die stofkam er door te halen. Want alle meevallers tellen dus op tot een plus van 1,9 miljoen. De heer Den Braanker Als er 1,8 had gestaan had, had u ook niet moeilijk gedaan, denk ik. De heer Van Gameren Nee, natuurlijk niet. Alles is meegenomen. Maar in ieder geval moet die ene ton makkelijk uit kunnen. En bovendien komt die 1,9 miljoen natuurlijk ten goede van de spaarpot die we kunnen gebruiken bij de nota grote projecten. Maar die krijgen we nog, dus dan kunnen we het daar over hebben. De voorzitter Goed. Wethouder. Wethouder Tanis Dank u wel, voorzitter. Even in de richting van de heer van der Klis: ik denk dat er sprake is van een klein misverstand. We hadden een algemene reserve en we hadden een algemene bestemmingsreserve. Voor de ABR werd altijd een ondergrens van 2 miljoen gehanteerd, maar daarnaast hadden we altijd een bedrag van twee miljoen vast in de algemene reserve zitten. Daar werd eigenlijk nooit over gesproken, want we hadden het altijd uitsluitend over het surplus storten in de ABR. Maar die was er wel degelijk. Op dit moment is in ieder geval het voorstel om die twee samen te voegen en de ondergrens van 4 miljoen te handhaven. Dat betekent dat daar bovenop, en dat kunt u zien op pagina 22, er een surplus is van 1,9 miljoen wat wij dus willen besteden voor de grote projecten. Ik heb in de commissie al gezegd dat het mijn voorstel is in de richting van het college om met de accountant nog een keer kritisch te kijken wat gezien het huidige risicoprofiel van de gemeente een gewenste ondergrens is. Dan kun je daar uiteraard altijd nog van afwijken, maar ik stel voor om daar nog eens een objectief onderzoek naar te laten doen of je voldoende hebt aan twee miljoen, of dat je vier miljoen nodig hebt. Of misschien heb je wel zes miljoen nodig. Dat laatste verwachten we uiteraard niet, anders hadden we niet met dat voorstel van 1,9 miljoen gekomen. Maar het is gewoon goed om dat een keer helder te hebben. Dat is uiteraard een momentopname, maar het geeft je wel een gevoel. Dat is één. In de richting van mevrouw Visser. Die 125.000 euro; ik kan daar heel kort in zijn, dat is uitsluitend in het kader van het zogenaamde voorzichtigheidsprincipe en nog lopende discussies binnen het SCD die zover mij bekend op dit moment, en ik zit daar redelijk dicht op omdat ik er ook bestuurlijk verantwoordelijk voor ben, geen enkele relatie hebben met Sliedrecht. Maar het is puur het voorzichtigheidsprincipe om die 125.000 euro nog even te laten staan. Mevrouw Visser Maar dat is dan toch eigenlijk hinkelen op twee gedachten? Want ook in die andere reserves kunnen er weleens voorzichtige gevoelens zijn. U heeft nu juist bewust gezegd: we gaan al die reserves eens doorlopen; alles waarvan we denken, dat komt niet meer of dat hebben we niet meer nodig gaan we naar de ANR overbrengen of naar de nieuwe AR. En hier zegt u: het is een voorzichtigheidsbeginsel en het zou wel kunnen dat. Als we dat op andere fronten ook doen, dan houden we meer reserves dan wat u nu voorstelt. Ik snap het wel en ik zeg ook niet dat ik het niet slim vind, maar het is niet in relatie tot wat u zelf voorstelt, om heel veel reserves en voorzieningen samen te bundelen. Wethouder Tanis Nee. Het uitgangspunt is inderdaad geweest, om de heer Van Gameren te citeren, om de stofkam er doorheen te halen. Aan de andere kant, als je de reserves en voorzieningen
- 81 -
beoordeelt, dan is er altijd een bepaalde marge die je hanteert. Nou ja, goed, we hebben, ook gezien de ervaringen die we hebben gehad met het Service Centrum Drechtsteden en de discussies die er nog lopen, voor deze gedragslijn gekozen. Ja, u kunt daar een opmerking bij plaatsen en ik volg u voor een deel ook, dat moet ik eerlijk zeggen. Want het is een beetje arbitrair, dat bedrag. Dat klopt. Mevrouw Visser Met name omdat we het een reserve ICT blijven noemen terwijl we zeggen: op 30 juni is door de raad van Sliedrecht besloten om de eigendom en het beheer van de ICT infrastructuur aan het SCD over te dragen. Dus officieel heb je niks meer, maar we houden wel een reserve. Het is dus een beetje tegenstrijdig wat we doen. Ik zeg niet dat het fout is; die klap zien we best wel aankomen. Wethouder Tanis Kijk, als die hele discussie rond het SCD afgerond zou zijn en wij met een gerust hart zouden kunnen concluderen dat alle transitiekosten en alle discussies die er spelen met de individuele gemeenten afgerond zouden zijn, dan zou ik er geen enkele moeite mee hebben om die reserve op te doeken. Laat dat helder zijn. Maar om even heel concreet op uw vraag terug te komen: ik heb op dit moment geen enkel signaal dat er nog een claim komt richting Sliedrecht. Absoluut. Ik weet alleen dat er in zijn algemeenheid discussies lopen rond ICT, maar dan heb je het over beheersmatige aspecten. Daar wil ik u best een keer over bijpraten, maar dat wordt wel erg gedetailleerd. Als het gaat om de opmerkingen van het CDA met betrekking tot de ton exploitatietekort, en de heer Van Gameren refereert daar ook aan: wij hebben dit als uitgangspunt gehanteerd en er is in de opiniërende raadsvergadering al toegezegd dat wij op dit punt terugkomen bij de Zomernota om te kijken op welke manier wij daar met ingang van 2009 mee om zullen gaan. Het is niet onze insteek, dat is inmiddels wel helder, dat leeft collegebreed, om dit jaar direct een ton bezuinigingen door te voeren. Dus wij denken inderdaad aan een vorm van … De heer Den Besten (interruptie) U heeft dat inderdaad gezegd, maar ik vind het wel een zo belangrijke nota als het vanavond over gaat, en als er duidelijk staat dat we het nu meteen zo doen, dan had het op zijn minst wel wijs geweest om die opmerking daar ook schriftelijk bij te plaatsen. De heer Van Gameren In punt 3 staat dat. In de meerjarenbegroting via de Zomernota 2009 wordt ie verwerkt. Dan denk ik: dan wordt ie dus direct verwerkt in de Zomernota. Wethouder Tanis Ja, dat hebben we inderdaad als uitgangspunt gehanteerd. Maar de vraag is of we dan gelijk kiezen voor de 100% of voor een vorm van gefaseerde invoering. En daar komen we gewoon op terug bij de Zomernota. De heer Van Gameren Ja, en mijn fractie zou graag zien dat u dat heel nauwkeurig onderzoekt, zodanig dat er in ieder geval niet van ombuigingen sprake hoeft te zijn. Dat moet uit een andere hoek opgelost kunnen worden. Wethouder Tanis Ik zeg u wat dat betreft toe dat we daar een haalbaarheidsonderzoek naar zullen starten. En we moeten ook nog wat te kiezen hebben bij de Zomernota. U ook als raad. Daar komen we op terug. Dat was het, voorzitter. De heer Den Braanker Ik heb nog een vraag. U zegt, we stellen hier een buffer vast van een weerstandscapaciteit van 4 miljoen, maar ik begrijp uit uw woorden dat het voorlopig is, omdat u zegt: ik ga dat toch eens precies laten onderzoeken wat nu precies de ondergrens zou kunnen zijn. Dus zou hier het woord “voorlopig” tussengevoegd moeten worden bij besluit punt 2. Wethouder Tanis Ik vind dat u nu een beetje voor de troepen uit loopt. We bestendigen nu eigenlijk de huidige gedragslijn die de afgelopen jaren, want dat is al heel erg lang, is aangehouden, dat de ondergrens op twee miljoen is blijven staan. Dus in die zin is er sprake van continuering van het
- 82 -
bestaande beleid. Dan is het nog de vraag, op het moment dat er iets anders uit het onderzoek zou komen, of we daar voor moeten zouden willen kiezen. De voorzitter Maar zorgvuldigheidshalve…het voorstel blijft ongewijzigd, maar vooral uit zorgvuldigheid heeft de portefeuillehouder toch behoefte om dat nog eens met de accountant op te nemen. U kunt instemmen, begrijp ik hieruit? Met dank.
13. RAPPORTAGE MANDATERING VAN DE RKC SAMEN MET DE KADERSTELLENDE NOTITIE TAKEN, BEVOEGDHEDEN EN MANDAAT De heer Van der Klis Voorzitter, college raadsleden: bij de behandeling van het discussie stuk was ik zelf helaas niet aanwezig, maar mijn fractiegenoot wel. Ook in de fractie hebben we uitvoerig over dit stuk gesproken en we hebben gezamenlijk de volgende conclusie getrokken. Het dualisme is flink tegengevallen en we hebben als raad de plank behoorlijk mis geslagen. Wat bedoel ik daarmee? Ik wil u graag prikkelen. Ik las een stukje in het verslag, waar ik het dan toch van moest hebben, waar boven stond ‘korte impressie werkoverleg 31 maart’ en deze zinnen spraken mij aan omdat ik het eigenlijk zelf niet beter had kunnen zeggen. Er staat: in theorie is de rol van een raadslid helder, maar de praktijk is weerbarstig. De verleiding om in details te vervallen is groot. Toch heeft een raadslid als volksvertegenwoordiger soms juist details nodig om op hoofdlijnen te kunnen sturen. Dit betekent wel dat nu echt de slag dient te worden gemaakt van het vragen over details aan het college naar meer onderlinge discussie tussen raadsleden. Dit onder andere door elkaar te betrekken, te bevragen over in te nemen standpunten. Zoals ik al zei, ik had het zelf niet beter kunnen zeggen; hartelijk dank voor de samenvatting. De voorzitter Dat heeft u met elkaar gezegd, he? De heer Van der Klis Ja, precies; goed samengevat. Wij hebben geconstateerd dat wij als raad vaak bezig zijn met het ondervragen van het college. Hoe komt dat? Zijn we eigenlijk het college aan het bevragen op de dossierkennis die er is, of hebben we misschien twijfels over de uitvoering van het college? Kortom: wat ligt er eigenlijk ten grondslag aan het ondervragen van het college in plaats van als raadsleden met elkaar te gaan spreken? Die vraag stel ik aan de raad; dat heeft niets met het college te maken. Ik verwacht van u straks een reactie. De raad moet terug naar af. We moeten kaders stellen, gaan controleren en regeren op hoofdlijnen. Dat is wat ik eigenlijk uit deze discussie en samenvatting kan halen. Ook al zijn we vanavond best goed en stevig in discussie gegaan, op zich vormt de behandeling van het stuk zoals het hier voor ons ligt, eigenlijk een uitzondering, want hoervoor zijn we als raad echt met elkaar in discussie gegaan. Dus in die zin is het een stuk van de raad zelf geworden. Waarom doen we dat eigenlijk niet vaker? We kunnen de aanbevelingen van harte onderschrijven en we hopen nu dat we niet alleen deze aanbevelingen overnemen, maar ook onze cultuur veranderen. Wij als VVD hopen dat de andere fracties ons hier ook op zullen aanspreken. Graag uw reactie. Mevrouw Visser Kort, voorzitter. Het voorstel zoals het hier vanavond op tafel ligt is een voorstel van onszelf. Het is wel getekend door het presidium van de gemeenteraad omdat er iemand moest tekenen, maar het is wel een stuk dat tot stand is gekomen door de discussie die we onderling hebben gevoerd. De aanleiding van dit stuk is het rapport van de Rekenkamercommissie. Dat rapport loog er aan de ene kant niet om; aan de andere kant was het een rapport dat een spiegel was voor de raad, dat er een aantal zaken is die we anders kunnen en beter kunnen. Ik ben eigenlijk heel blij dat we als raad het rapport van de Rekenkamercommissie niet gebruiken als een afrekendocument. We hebben dat van te voren met elkaar afgesproken en ik denk dat we daar met elkaar op die manier ook mee omgegaan zijn. Dat vind ik op zich al heel prettig. Maar dat we daar met elkaar ook een aantal conclusies uit getrokken hebben, en ook de conclusies die door de Rekenkamercommissie aan ons gegeven zijn, overnemen, is wel goed. Meneer van der Klis, als u zegt, we moeten kaders stellen, controleren en
- 83 -
regeren op hoofdlijnen, ben ik dat wel met u eens. Alleen: voor onze fractie blijft volksvertegenwoordiging ook nog steeds een belangrijk goed. Wij hebben de laatste tijd, dat weet ik van onszelf, geprobeerd om die volksvertegenwoordigende rol grotendeels in een rondvraag of wat dan ook te vervatten. Als u zegt: het dualisme is tegengevallen, dan vind ik dat een groot woord. Dualisme zijn we aan het leren met elkaar. Ik denk dat de zes besluiten zoals ze vanavond waarschijnlijk door ons genomen worden, weer een stap zijn in een richting die we wel graag met elkaar op willen, maar die we ook van tijd tot tijd…. (bandwissel) …zullen bewandelen. Maar het is wel zo dat wij de voorstellen zoals die vanavond hier genoemd zijn, heel serieus nemen. Maar wij zien ze ook als, niet als een reglement van orde, maar als een soort nieuwe spelregels voor ons als raad. En stukje ook denk ik richting college, als de raad deze spelregels zo serieus neemt, zal het college van tijd tot tijd ook anders met ons als raad om moeten gaan. Ja, zo zijn wij er als fractie mee omgegaan. Meer heb ik er niet aan toe te voegen. De heer Van Gameren Mijn reactie op dit rapport kent drie delen: eerst een analyse van het rapport, dan een conclusie en dan nog iets over de toekomst. Eerst iets over de aanleiding. Bij de raad was er lange tijd het gevoel dat het monistisch denken bij de raad en vooral bij het college ook na de invoering van het dualisme in 2002 nog sterk aanwezig was. Enerzijds een college dat bij een aantal belangrijke projecten haar eigen weg ging, anderzijds een in meerderheid passieve raad die haar kaderstellende rol min of meer liet lopen. Dit gevoelen was indertijd voor de raad, in ieder geval voor mijn fractie, de aanleiding om de Rekenkamer te vragen of dit gevoel juist was en zo ja, hoe het anders zou moeten. Kijk je dan naar het onderzoek, dan blijkt het volgende. Dat met name een aantal normen op een rij gezet is. Eerst de mandaatverlening aan het college op basis van kaderstelling van de raad, de communicatie, uitgevoerde risicoanalyse, de aanwezigheid van een juridische advisering en toetsing, regelmatig en gestructureerde afgesproken voortgangsrapportages en tot slot de toetsing van de mandaatverlening. Dat zijn de normen zoals ze in het rapport staan. Getoetst aan de drie projecten constateert het onderzoek dan vervolgens dat wellicht met uitzondering van de structuurvisie bijna op alle normen onvoldoende wordt gescoord. Dit onderzoek toont dus aan dat de op 3 juli 2006 vastgestelde kader werkafspraken over samenwerking gemeenteraad en college niet werkte, omdat er niet wordt gerept van een werkwijze rond mandaatverlening door de raad aan het college en de portefeuillehouder. Ondanks een handvest actieve informatieplicht schortte het ook aan gestructureerde informatie conform afgesproken planning. En tenslotte ontbraken met de raad gedeelde risicoanalyses en de juridische toetsing. Of in gewoon Nederlands: het college ging met name bij het Watertorenterrein en in mindere mate bij het Plaatje hun eigen weg en benutten de zwijgzaamheid van de raad als instemming voor hun koers, terwijl informeren van de raad gebeurde wanneer het hen goed uitkwam. Anderzijds: de raad zat er bij, keek er naar en deed eigenlijk weinig. Dat over het rapport. Heel simpel. Dan de politieke conclusie. Toen deze coalitie aantrad, noemde mijn fractie hier op deze plek vier speerpunten. De eerste betrof de bestuurlijke verbetering, met name in het licht van vier jaar ervaring met het dualisme. Nogmaals, dit onderzoek was daar heel helder in. Mijn fractie deelt, gelezen en gediscussieerd hebbend over dit rapport, de conclusie en onderschrijft de bevindingen van het rapport. Het college doet dat blijkens haar brief van 18 november 2008 niet. Zij twijfelt aan de representativiteit van de onderzochte projecten en legt een deel van de schuld bij het projectbureau Drechtoevers. Met andere woorden: het waren incidenten en geen regelmaat. Maar zelfs al zou dat zo zijn, zelfs dan nog past het een college een plaatsvervangende erkenning dat er in het verleden vergelijkbare projecten kampten met hetzelfde euvel waar de portefeuillehouder een eigen koers voer en de raad alleen informeerde wanneer ze uiteindelijk een beslissing moest nemen en eigenlijk voor het blok gezet werd. Die hand gestoken in eigen boezem missen wij in de brief van het college. Daar tegenover staat een raad, in ieder geval onze fractie, die dat wel doet. De passiviteit en het gebrek aan alertheid: het is geen teken van sterkte en lef geweest. Als er een nuancering voor raad en college aan de orde is, dan zit hij in het feit dat de onderzochte projecten complex waren en hun oorsprong hadden in de monistische cultuur en doorliepen in het dualistisch systeem. Een dualisme waarin met name voor de verbetering zoals de bevindingen suggereren, meer plaats en ruimte is en zal zijn, en inmiddels dat al zo wordt beleefd.
- 84 -
Vanwege die eigen verantwoordelijkheid, maar ook vanwege de verbeterde cultuur, alsmede de bereidheid bij het college tot een dialoog over verbeterde werkwijze ziet mijn fractie geen aanleiding tot andere en wellicht verdergaande conclusies. Dat zou onverantwoord handelen zijn dat de verbeteringen niet dichterbij brengt en bovendien op dit moment, waar veel knelpunten ten goede lijken te kunnen worden gekeerd, te weinig recht doet aan bestaande integriteit en het onderlinge vertrouwen van deze raad en dit college. Dat over de conclusie. Dan de toekomst. Onverlet dat we denken beter bezig te zijn: de genoemde verbeteringen dienen wel… Mevrouw Verschoor Ik wil graag even reageren. Als ik het heel simpel samenvat: dit is een stuk van de raad, we hebben hier over gesproken met elkaar. De heer van der Klis zegt heel duidelijk: wat kunnen we er zelf aan doen, en hou mij daar aan. Ik hoor hier eigenlijk, als ik uw betoog goed begrijp, over alles wat bij het college fout is gegaan. Ik zou graag van u willen weten: welk gedeelte kunt u als PvdA fractie nu ook hier aan bijdragen? De heer Van Gameren Daar kom ik zo op. Maar ik herinner nog even aan de titel van het rapport. Daar staat: mandatering van de raad aan het college. Daar gaat dit rapport over. Juist, het is een dubbel verhaal. Het is dus niet zo vreemd dat ik ook het college hierin betrek. Dan de toekomst, nogmaals. Ik heb al gezegd: we scharen ons achter de aanbevelingen zoals die in het rapport worden gedaan en thans zijn vervat in het voorgestelde besluit. Dat houdt eigenlijk in: bepaal vroegtijdig de kaders in een initiatief of voornemen, inventariseer alle relevante projecten, doe daar een duidelijke mandatering bij met kaders en stel een planning vast. Leg afspraken en regels vast in de op 3 juli 2006 vastgestelde kaders, namelijk die werkafspraken over de samenwerking gemeenteraad en college, of eventueel een aanpassing van de financiële verordening ex artikel 212, wat dat ook moge zijn. Wat betreft de communicatie hebben we op 31 maart al besloten om het handvest actieve informatievoorziening aan te scherpen en in ieder geval anders op te stellen. Daar hebben we toe besloten en ik denk dat dat ook een goede verbetering zal zijn. Het belangrijkste is: rapporteer regelmatig over relevante projecten die zijn genoemd in de inventarisatie. Doe dat in een goed, structureel te raadplegen format dat terugkoppelt op de planning en de gemaakte afspraken, ijkmomenten en go-no go momenten. Op dit punt sluiten we ons ook aan bij het voorgestelde besluit zoals dat staat in de punten 4, 5 en 6. Wij denken dat dat goede adviezen zijn die zo snel mogelijk vorm gegeven moeten worden. En dan ten slotte. Wij denken daar hiermee zowel in de letter als in de geest het dualisme in Sliedrecht versterkt kan worden. Belangrijker is de cultuur. Het lijkt zo voor de hand te liggen, maar het wordt vaak met de mond beleden. In een notendop: informeer de raad en burger wat eerder –de heer Pauw heeft het ook al gezegd- bij wat de gemeente voornemens is te gaan doen. Wellicht niet bij alle dingen, maar wel bij de grotere dingen. En maak in overleg met derden vooral duidelijk dat alles wat u, ambtenaren en wethouder doet en zegt, onder voorbehoud goedkeuring college en raad gebeurt. Leg dat vast in een startnotitie, bied de raad de ruimte om daarin kaders vast te stellen en leg vervolgens samen met de raad de mandatering, planning en toetsing goed vast. Mevrouw Visser Een vraag. Het laatste gedeelte van uw betoog; volgens mij begon u met communicatie. Dat waren in mijn beleving althans een aantal opdrachten aan het college. Maar ik kan me ook voorstellen dat, zoals wij als raad op 31 maart en al lezende het rapport mandatering, dat we als een spiegel ervaren hebben, hoewel ik op veel punten kan roepen; gelukkig stond er ‘de raad in meerderheid’, maar dat we het als een leermoment zien, ga ik er van uit dat het college ook op die manier met het rapport is omgegaan. Kijk, als u die opdracht aan het college wilt geven, dan denk ik dat u dat op dit moment namens uw fractie doet, omdat ik er nog steeds van uit ga dat het college op een bepaald moment zal komen met: dat gaan wij doen aan de hand van dat rapport. Wij spreken vanavond over de zes punten, onze eigen spelregels voor de raad. Wij zijn met elkaar in gesprek, vanavond. De heer Van Gameren Ja, en wij moeten het dus eens worden over die zes punten.
- 85 -
Mevrouw Visser Ja, die punten omschreef u ook, want u zei op het laatst: zoals verwoord in punt 4, 5 en 6, en toen begon u een verhaal over communicatie naar burgers en dat de heer Pauw dat ook al had gezegd. Volgens mij waren dat vanuit uw fractie een aantal opdrachten aan het college, of heb ik dat verkeerd begrepen? De heer Van Gameren Punt 1 tot en met 3 gaan inderdaad over: hoe stellen wij regels op, hoe geven wij regels vorm waarmee we het college kunnen uitdagen om ons in ieder geval te helpen bij de kaderstelling en hoe geven we een goed mandaat, hoe kunnen we dat controleren et cetera. Dat zijn regels die wij opstellen. Mevrouw Visser Nee, de raad verzoekt bij 1 het college en nog een keer: de raad verzoekt het college. Maar u ging over communicatie praten; toen had ik het gevoel dat u dualistisch gezien, toch even in de schoenen van het college ging staan. De heer Van Gameren Nou, dat geloof ik niet. Want er zijn twee documenten in het geding. Ik heb genoemd wat wij op 3 juli 2006 vastgesteld hebben. Dat waren werkafspraken over de samenwerking gemeenteraad en college. Die hebben dus blijkbaar niet goed voldaan, want het rapport concludeert dat op een aantal punten de zaken misgelopen zijn. Dus dan denk ik: dat ding moet op zijn minst aangepast worden. Dan kunnen we zelf gaan zitten schrijven, maar in principe kunnen we gewoon aan het college vragen; herzie dat ding volgens onze wensen. En dan het tweede punt, dat is het handvest actieve informatieplicht. Dat bedoel ik met die punten 4, 5 en 6. Dat ding zou dus ook een goed handvat zijn om de punten 4, 5 en 6 daar in vorm te geven Dan heb je twee documenten die de raad kan vaststellen op basis waarvan de kaderstelling, mandaatverlening et cetera verbeterd zou kunnen worden. En ik denk dat dat de goede weg is en dat we dat in een klein groepje proberen te begeleiden, daar ben ik ook wel voor. Ik wil best in dat groepje gaan zitten, waarom niet. De voorzitter Dat was uw bijdrage? De heer Den Braanker. De heer Den Braanker Dank u wel, voorzitter. Ik heb even zitten luisteren naar de verschillen tussen de PvdA en de VVD. Bij de VVD gaat het om cultuuromslag, zo van: laten we nou maar gewoon beginnen, ook in de discussies, en bij de PvdA gaat het veel meer om de structuurverandering. Ik moet zeggen, ik geef persoonlijk de voorkeur aan wat de VVD heeft ingebracht bij een aantal punten. Er is twee weken geleden een werkbijeenkomst geweest; de VVD heeft die niet nodig gehad en weet goed onder woorden te brengen waar het precies om gaat in de discussies. Op zich natuurlijk goed, zo’n werkbijeenkomst, maar laat het geen afleidingsmanoeuvre zijn om die dingen die mis zijn gegaan, ook publiekelijk te benoemen. Het is jammer dat de pers wat dat betreft afwezig is. Onze fractie heeft dan ook de behoefte om inhoudelijk een aantal zaken aan te stippen die langzaam maar zeker in onze cultuur zijn geslopen. En dan, voorzitter, is het helemaal niet zo moeilijk om vanavond met scherp te gaan schieten. Als we de diverse rollen onder de loep nemen, ook van oud wethouders, de gevolgde procedures, de bestuurlijke en ook ambtelijke opvattingen, dan hebben we aardig wat munitie. Ik ben begonnen met het rapport te arceren, maar ik ben maar opgehouden. Maar ik denk dat we vanavond niet met scherp moeten gaan schieten. Immers, het is de eerste keer dat er zo’n Rekenkameronderzoek is, dat ons een spiegel wordt voorgehouden en het is dan ook nog een relatief nieuw instrument dat ook wat tijd vraagt om te gedijen, om te kijken hoe we er precies mee moeten omgaan. En dat geef ik ook mee, net als PRO Sliedrecht: het Rekenkamerrapport is ook zeker geen instrument, bedoeld als een soort afrekenmechanisme. Dat betekent anderzijds, voorzitter, dat we niet met losse flodders moeten gaan scheten. De strekking van het rapport is helder en gaat verder dan de casussen op zich. Het gaat bijvoorbeeld over onze rol als raad en de wijze waarop de raad opereert in een duaal stelsel. En als ik dan met onszelf begin, dan zie ik als belangrijkste tekortkoming van de raad het onvermogen om daadwerkelijk kaderstellend bezig te zijn. En dat zie ik dan terugkomen in dingen die al genoemd zijn, in bijvoorbeeld het veelal toch wat monistisch opereren, raadsdiscussies die blijven steken in vraag/antwoordspel tussen raad en college of het niet kunnen onderscheiden in hoofd- en bijzaken,
- 86 -
afgezien van wat het dan ook is en de passieve kaderstelling, genoemd in het rapport, waarbij het college geheel het voortouw neemt, danwel het stokje van de raad overneemt, met de structuurvisie als voorbeeld. Je zou het ook zo kunnen formuleren dat het college soms licht de neiging heeft om op de plek van de raad te gaan zitten, het naar zich toe trekken van beleidsruimte, en de raad op de plek van het college. En we zijn kennelijk niet goed in staat om die verschillende domeinen goed te onderscheiden en ook te bewaken. Dus graag ook een reactie uit de raad met de vraag of deze visie geheel; of gedeeltelijk of helemaal niet gedeeld wordt. Voorzitter, er moet dus aan gewerkt worden; dit rapport vraagt om uitwerking. In theorie weten we het misschien wel, maar er moet ook een cultuuromslag plaatsvinden. En we moeten daarom ook instrumenten bedenken die we daarvoor kunnen gebruiken. Dan kom ik toch nog bij het college. Mevrouw Visser Bij interruptie. De cultuurverandering waar u het over heeft; ik kan dat wel gedeeltelijk onderschrijven, want we hebben nog steeds de neiging om een vraag en antwoordspel met elkaar te doen. Maar gaat u dan bij wijze van spreken zo ver om elkaar staande het verhaal te corrigeren? Als je hoort: nu raakt de raad de grote lijn kwijt en verzandt bijvoorbeeld in een detail, moeten we dan openlijk zeggen, nu moet je stoppen, want het gaat de verkeerde kant op? Hoe ziet u dat voor u? De heer Den Braanker dat is precies het punt, dat we elkaar ook daarin moeten corrigeren. Alleen, ik zeg er wel direct bij: die poging hebben we natuurlijk al vanuit het verleden ingezet, en ik heb ook in de werkbijeenkomst aangegeven: misschien zou het goed zijn om daar als raad, als geheel weer eens bij bepaald te worden, wellicht met externe hulp van buitenaf. Want kennelijk zit het toch niet tussen de oren, om op die wijze te discussiëren met elkaar. Nou, het is een middel dat wat op zou kunnen leveren. We hebben het in het verleden wel geprobeerd, maar… Mevrouw Visser Ik denk dat het toen te vroeg was. Het dualisme is in 2002 ingevoerd en drie maanden later zaten we hier op cursus met zo’n debater. Toen waren we nog niet met elkaar doordrongen van kaderstellend en controlerend. We gingen vanuit het monisme alleen maar even duaal debatteren. De heer Den Braanker Een deel van mijn fractie heeft al zo’n soort cursus bijgewoond, maar die zijn er heel verfrissend vandaan gekomen. Ik denk dat we daar als raad ook volledig aan deel kunnen nemen, aan zulk soort sessies. Uiteindelijk hebben we daar natuurlijk allemaal profijt van, want niemand zit te wachten op een discussie in de zin van vraag/antwoord. Mevrouw Visser Maar vraag en antwoord onderling, dat lijkt me best wel meer opleveren dan vraag en antwoord richting wethouders. Want in principe, op het moment dat wij raadsvergadering hebben, dan zijn de wethouders klaar. Die hebben een voorstel gestuurd waar ze achter staan. De heer Den Braanker Ja, maar ik denk dat het verder gaat. Het gaat ook om meningsvormende discussies, waarbij je misschien niet op voorhand al je standpunt zou moeten verkondigen, maar ruimte laat om dat bij te stellen, te corrigeren…wat dat betreft liggen er volgens mij legio mogelijkheden om beter… Mevrouw Visser Ik ben het met u eens, maar dit is theorie, hè? Ik ga er vanuit dat bij nagenoeg alle fracties voorafgaand aan een opiniërende raad de stukken in de fractie behandeld zijn, en dat iedere fractie al met een bepaald standpunt…ik zeg niet een vastgemetseld standpunt, maar met een bepaald standpunt richting die opiniërende raad gaat. En dan moet die ruimte gevonden worden om elkaar te proberen te overtuigen zonder op voorhand inbreng van het college. De heer Den Braanker Nou, daar gaat het mij dus ook om. Want het gaat ook om de argumenten die worden ingebracht. Want dat maakt een besluit veel beter, veel waardevoller. Maar ik begrijp best dat er een spanningsveld ligt tussen datgene wat in de fractie als standpunt aangehangen wordt en datgene
- 87 -
wat je in de opiniërende raad zal verkondigen. Maar dat is ook natuurlijk weer een leerproces en ik denk dat we daar vorm aan kunnen geven. Dan kom ik bij het college. De verleiding is natuurlijk groot om een aantal dingen te gaan roepen. Maar misschien is het beter om de vraag eerst aan het college zelf te stellen. Welke lering trekt het college zelf uit het Rekenkamerrapport? Daar is onze fractie benieuwd naar. Ik kan een aantal dingen noemen, maar het gaat mij om de cultuuromslag. Mevrouw Visser Meneer den Braanker, wij zijn als raad vanavond met elkaar in vergadering bijeen. Wij hebben hier vanavond een stuk ter bediscussiëring vanuit het presidium. U vindt dat wij dualer met elkaar om moeten gaan en nu vraagt u naar aanleiding van dit stuk: ik wacht eerst wat het college er over gaat zeggen. De heer Den Braanker Dat zeg ik niet. Mevrouw Visser Ik denk dat het college juist op een later tijdstip dan vanavond met hun reactie moet komen. De heer Den Braanker Nee, nee, Het gaat mij om de cultuur. Laat ik nog even refereren aan de titel van het rapport: Mandatering, twee partijen. Het kan niet zo zijn dat wij vanavond leuk elkaar de bal toespelen of dingen zeggen die verbeterd moeten kunnen worden, en het college afzijdig zou zijn. Daarom vraag ik niet van: laten we afwachten, maar laat het college nou ook voor zichzelf een helder beeld scheppen wat zij uit dit rekenkamerrapport geleerd hebben. Ik denk dat daar niets mee mis is. Dat doet ook geen afbreuk aan een dualistisch stelsel. Maar het is denk ik wel raadzaam. De heer Van Gameren Maar het college heeft toch een mooie brief geschreven naar aanleiding van dit rapport? De heer Den Braanker Ja, maar dat was een eerste reactie. De heer Van Gameren Dat kan me niet schelen; het is wel een reactie van dit college. Ik heb dat ding gewoon gelezen en gezegd: o, ze zien dat allemaal niet zitten. De heer Den Braanker Nee. Maar het gaat mij om de cultuuromslag en dan laat ik liever de dingen zelf zeggen dan dat ik die moet gaan zeggen richting het college. Dat vind ik duaal. De heer Van Gameren Maar u richtte zich echt tot het college, zo van: nou, we horen nog weleens wat het college er van vindt. De heer Den Braanker Nee, het is een actieve vraag. Niet van “we horen nog wel”. U moet goed luisteren. Ik vraag het college: welke lering heeft zij uit het rapport getrokken? De heer Van Meeuwen En dat is een prachtig voorbeeld van cultuurverandering: open vragen stellen en niet beschuldigend zeggen: je hebt het niet goed gedaan. De heer Van Gameren Nee, het is geen beschuldiging. Het college heeft aan de voorzitter van de Rekenkamercommissie een briefje geschreven en daar staan dingen in. Dan denk ik van…daar mag ik het toch over hebben? De heer Den Braanker Ja, maar is dat voor u voldoende? De heer Van Gameren Nee…mijn volgende vraag is dus, wij hebben conclusies getrokken uit het rapport, we hebben een aantal aanbevelingen overgenomen. Ik wil best van het college weten wat ze daar van vindt, maar..
- 88 -
De heer Van Meeuwen Dat is natuurlijk precies hetzelfde. De heer Van Gameren Ik bedoel alleen maar van: u richt zich tot het college wat zij van het rapport vinden, nou, dat staat dus hier. En nu ben ik alleen maar geïnteresseerd in het college van: willen ze die dingen die wij graag willen veranderen, uitvoeren, ja of nee? De heer Den Braanker Wat vinden we van het rapport en welke lering trekken we uit de zaken die genoemd zijn? De heer Van Gameren Dat heb ik dus gezegd. De heer Den Braanker Nou goed, ik denk dat deze discussie eindig is; ik wil het afronden, voorzitter. We zijn akkoord met de voorstellen zoals die door de griffie –overigens een pluim voor de griffie- zijn geformuleerd. Het zijn de resultaten van het Rekenkameronderzoek, gevoegd bij de input van onze werkbijeenkomst. Rest ons nog de Rekenkamercommissie te complimenteren met het onderzoek. Wat ons betreft had de raad ook met de Rekenkamer van gedachten kunnen wisselen over de resultaten van het onderzoek. Misschien een suggestie voor de volgende keer. Hoe het ook zij, de Rekenkamercommissie heeft een cultuur blootgelegd die wel werkbaar was, maar soms ook verlammend kon zijn. De drie projecten lopen nu nog. En dat het ook best risico’s met zich heeft meegebracht waar we denk ik in de toekomst goed op moeten letten met elkaar. Dank u wel. De voorzitter Vandaag hebben we het er in het college over gehad. Ik zit in een bijzondere rol. Ik zei ooit eens; de raad is voor mij het belangrijkste orgaan. En toen zei het college: doen wij er ook nog toe? Ik zei: jazeker. In feite is dat wat ik zou kunnen antwoorden. Dank u wel. Dat is iets te kort door de bocht. Niet? Discussie gesloten. U wilt zelf nog? Maar dan even terug. U heeft vanavond een aantal wezenlijke dingen aan de orde gesteld. U heeft met elkaar geconstateerd, en daar is het college het van harte mee eens, dat het traject dat we de afgelopen jaren gelopen hebben, een traject is geweest van monisme naar dualisme. U heeft zelf als raad bij de start van het dualisme het tempo aangegeven. U heeft ook aangegeven wat u wel en niet wenselijk acht. Het is denk ik dan ook goed dat u enerzijds kijkt naar uw eigen houding en cultuur en hoe u er mee omgegaan bent. Daarbinnen heeft u het college ruimte gegeven om te functioneren. Het college heeft behoefte om tot een duidelijke taak, rol en bevoegdhedenverdeling te komen. Dat schept helderheid en dat schept ook verantwoordelijkheid voor de twee organen. U als bepalend orgaan als gemeenteraad; het college als uitvoerend en ondersteunend orgaan aan u. Als je die houding ten opzichte van elkaar aanneemt, dan is de opvatting van het college dat het onderzoek een aantal zaken heeft aangegeven die verbetering behoeven. Dat constateert het college ook. Maar het college heeft wel geconstateerd dat zaken gelopen zijn zoals ze gelopen zijn. Dat zijn heel langdurige trajecten geweest die nog steeds lopen. Het zijn ook inspanningen die wederzijds door u als raad, maar ook als college genomen zijn en die nogal wat situaties in zich hebben gehad waarin u als raad en wij als college naar eer en geweten onder de cultuur en de houding van dat moment ook elkaar enerzijds hebben bevraagd en anderzijds ook hebben gediend. Als we daarin tekort geschoten zijn met elkaar, dan bepaalt u dat ten opzichte van de raad zelf; dat heeft u vanavond ook gedaan. Als het college daarin te kort geschoten is, dan constateren wij ook dat onder dualisme nog een aantal trajecten verbetering behoeven. Dat heeft de Rekenkamercommissie ook aangegeven. Het college heeft ook serieus naar de aanbevelingen gekeken en heeft de voorstellen ook tegen het licht gehouden en gezegd: kunnen we daar wat mee? Ja, naar onze opvatting kunnen we daar wat mee. Maar vooral ook in taken en bevoegdhedenverdeling, want een taak geeft aan waar je gezamenlijk voor staat en datgene wat het college namens u als uitvoerend orgaan dan ook moet doen. Daar hoort een goede rapportage bij, daar hoort een goede communicatie bij en als blijkt dat we daar een nog betere verhouding danwel nog betere instrumenten voor met elkaar moeten afspreken, dan bieden de voorstellen die vanavond aan u gedaan worden daar alle ruimte toe. U heeft daartoe ook de gelegenheid om zelf met afspraken en invullingen te komen met betrekking tot de voorstellen die er liggen. Ik moet u alleen wel zeggen: alles is mensenwerk. Hier staan bijvoorbeeld heel strakke termijnen in vermeld. Laten we elkaar daar
- 89 -
nu enerzijds wel op aanspreken, en trachten zaken die in de voorstellen verweven zijn ook te realiseren, maar laten we ook niet heel strak kijken op een termijn. Laten we wel proberen strak te kijken naar afspraken die verbetering behoeven. Er staat namelijk bijvoorbeeld 1 juli in de voorstellen; dat is het voorstel van de Rekenkamercommissie. Ik heb ook tegen het college gezegd: maar we hebben al een aantal documenten. Binnen het college hebben we dan ook gezegd: we gaan ons uiterste best doen om op het moment dat we afgesproken hebben, dat wordt dan overigens niet 1 juli, maar dat zou dan 6 juli zijn, in ieder geval toch de documenten voor u als raad beschikbaar te hebben. Maar het is even de vraag of we er dan ook al wat mee gedaan moeten hebben, in de vorm van een discussie zoals we die vanavond hebben. Nou, het zou kunnen zijn dat we dat nou net niet halen, zodat we dat over de vakantie heen zullen moeten tillen. Ik zeg u dat maar gewoon, want inventariseren is nog iets anders dan discussiëren en met verbetervoorstellen komen. Voor een belangrijk deel komt u zelf namelijk met verbetervoorstellen in de situatie van die kleine commissie die daarmee aan de slag gaat. Kortom, laten we elkaar wel scherp beoordelen op de voortgang die in die zes voorstellen zit, maar aan de andere kant elkaar de ruimte geven om ook met adequate voorstellen te komen ter verbetering van. Die zitten in feite in die zes voorstellen die de ruimte bieden om verder een traject te lopen in het dualisme, zo ver u dat wenst vorm en inhoud te geven. Dat is uw rol, uw taak en uw bevoegdheid. En voor het overige zal het college als ze die taken, die rollen en die bevoegdheden niet op een verstandige wijze verdeeld vindt, daar absoluut op reageren. Die taak hebben ze denk ik ook. Maar we zijn gezamenlijk op weg gegaan, en we willen dat traject van dualisme wel gezamenlijk vervolgen en daar vorm en inhoud aan geven. Dat vraagt hier en daar om een cultuuromslag; dat vraagt ook om een houding en daarmee pas je waarschijnlijk hier en daar ook structuren aan. Dan is de cirkel naar mijn mening rond. Het college is van mening dat er nog vele zaken voor verbetering vatbaar zijn en u bent van mening dat we in belangrijke mate de cultuur en de houding nog moeten aanpassen. Ik denk, als we al die elementen bij elkaar zetten, de elementen die u genoemd heeft en de houding van het college die u daar steun en ondersteuning bij wil geven, dat we dan op de goede weg zijn om het rapport op een aantal voorstellen zoals ook vermeld in dit raadsvoorstel te volgen. Ik ben overigens wel content dat we niet met elkaar aan het afrekenen slaan, in welke sfeer dan ook. Want dat leidt namelijk tot niets, terwijl de rol en de houding die we nu met elkaar aangenomen hebben, met elkaar in discussie zijn over hoe we tot verbetering zouden komen van ons huidige systeem door ons allen denk ik wordt gewaardeerd in positieve zin. Ik zou het hierbij willen laten. Volgens mij ben ik vrij breedvoerig ingegaan op datgene wat u hier vanavond aan de orde stelt en de houding van het college daarbinnen. Heeft u nog behoefte aan een tweede termijn? De heer Den Braanker Nee, ik zou nijdig geworden zijn als u het had gelaten bij dat eerste, maar na uw betoog kan ik niet meer dan…sorry, ik hoor wat geruis. Mevrouw Visser Ik had er echt niet nijdig mee geweest. Ik vind: vanavond was het aan de raad en ik denk dat het aan het college is om ons op zeker moment te informeren hoe zij er mee omgaan. De heer Den Braanker Goed, maar dat deel ik niet. Het rapport gaat over twee partijen, dus.. De voorzitter Ik heb gepoogd mijn rol als voorzitter van u en mijn rol als voorzitter van het college ten opzichte van elkaar goed neer te zetten. Volgens mij heb ik vanuit het college alles gezegd wat ik wilde zeggen, maar is het verder aan u, in belangrijke mate, om vorm en inhoud te geven aan het traject wat u in het kader van dualisme wilt lopen. En daar wil ik het echt bij laten. Dank u wel voor uw constructieve opstelling in deze.
- 90 -
14. COMPTABILITEITSBESLUITEN APRIL 2009 De budgetmutaties hebben betrekking op 1 onderwerp: Portefeuillehouder: J.P. Tanis 1. Verlening van betaalde opties op locaties vlek 2 en vlek 4 van Stationspark II Programma 10: Financiën en Organisatie Product 73: Exploitatie Stationspark II
De optievergoedingen voor vlek 2 en vlek 4 van Stationspark II, à € 184.031, ten gunste te brengen van de grondexploitatie Stationspark II.
Voor vlek 4 van Stationspark II is met ingang van 1 augustus 2006 een betaalde optie verleend. Op verzoek is deze optie aansluitend drie maal verlengd. Voor vlek 2 van Stationspark II is sinds 20 juni 2007 een betaalde optie verleend. Ook deze is enkele keren verlengd. De projectontwikkelaar heeft nog steeds interesse om de grond te kopen. Daarom wordt de optie onder dezelfde voorwaarden verlengd. Hiervoor wordt een optievergoeding in rekening gebracht. De optievergoedingen komen ten gunste van het product Stationspark II. Financiële aspecten: Het saldo van de post voor onvoorziene uitgaven 2009 is na het comptabiliteitsbesluit van januari € 48.287,- positief. Dit saldo verandert door het voorgestelde besluit niet. Conform.
15. SLUITING De voorzitter Dan ben ik bij de sluiting. Ik vond het een verademing vanavond hoe we met elkaar omgegaan zijn en ik wens u dat in de toekomst ook toe. Ik sluit hiermee de openbare vergadering om 22.05 uur.
Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Sliedrecht op 25 mei 2009 De griffier, De voorzitter,
A. Overbeek
M.C. Boevée
Raadsvoorstel
Aan de raad van de gemeente Sliedrecht
Agendapunt: 6
Sliedrecht, 15 mei 2009
Onderwerp: Ingekomen stukken raad
Voor kennisgeving aannemen 1.
2.
Artikel 44 Reglement van orde vraag van de fractie van de PvdA over vorming Omgevingsdienst in het kader van de invoering van de wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) bij de Gemeenschappelijke Regeling Zuid-Holland Zuid Ontwerp-regiobegroting 2010 en meerjarenbegroting tot en met 2013 van Regio Zuid-Holland Zuid
Burgemeester en Wethouders van Sliedrecht, de secretaris, de burgemeester,
M.J. Verhoef
M.C. Boevée
Raadsvoorstel Aan de raad van de gemeente Sliedrecht
Agendapunt: 7
Sliedrecht, 17 maart 2009
Onderwerp: Ontwerp-Actieplan EU Richtlijn omgevingslawaai
Samenvatting: Volgens de Europese Richtlijn Omgevingslawaai is de gemeente verplicht om geluidbelastingkaarten en een actieplan omgevingslawaai te maken. De geluidbelastingkaarten zijn door het college op 26 juni 2007 vastgesteld. Het concept actieplan borduurt hierop voort met een beschrijving van de prioritaire knelpunten en maatregelen die getroffen kunnen worden om deze knelpunten weg te werken. Het ontwerp-actieplan richt zich op wegverkeerslawaai van lokale wegen. Dit is de belangrijkste bron van geluidshinder in Sliedrecht. Om de prioritaire knelpunten te kunnen bepalen is in het ontwerpactieplan een plandrempel vastgesteld van 65 dB In het ontwerpplan is een plandrempel bepaald Het actieplan heeft een planhorizon van 5 jaar. Omdat lang niet alle knelpunten binnen 5 jaar opgelost kunnen worden zal voor de volgende planperiode een nieuw actieplan moeten worden gemaakt.
Aanleiding: De Europese Richtlijn Omgevingslawaai verplicht de gemeente tot het maken van geluidbelastingkaarten en een actieplan. Het Ministerie van VROM heeft voor het opstellen van deze documenten een apparaatskostenvergoeding verstrekt. De geluidbelastingkaarten met als peiljaar 2006 zijn op 26 juni 2007 door het college vastgesteld en hebben als basis gediend voor het ontwerp-actieplan wat als doel heeft om omgevingslawaai te voorkomen en/of te beperken in verband met schadelijke effecten die hoge blootstellingniveaus kunnen hebben op de gezondheid van de mens. Het actieplan beschrijft beleid ter beperking van de geluidbelasting en geeft een beschrijving van de voorgenomen relevante maatregelen.
Alternatieven, keuze en overwegingen t.a.v. het voorstel: Wegverkeerslawaai is in Sliedrecht de belangrijkste bron van geluidhinder. In het ontwerp-actieplan worden geluidsknelpunten beschreven, die worden veroorzaakt door verkeer op locale wegen, die in eigendom en/of beheer zijn van de gemeente op basis van de bestaande situatie en peildatum 2006.. Rijkswaterstaat en Prorail zijn verantwoordelijk voor het beperken en voorkomen van geluidoverlast als gevolg van respectievelijk wegverkeerslawaai op rijkswegen en railverkeerslawaai. Deze instanties stellen afzonderlijke actieplannen op voor respectievelijk de rijkswegen en de drukst bereden spoorlijnen. In de wetgeving is opgenomen dat de gemeente plandrempels kan vaststellen. In het ontwerp-actieplan is een plandrempel gekozen van 65 dB. Van een geluidsknelpunt is sprake indien het geluid op de gevel van een woning, deze plandrempel overschrijdt. De plandrempel is de waarde voor het geluidsniveau, waarboven maatregelen moeten worden benoemd. In het actieplan worden mogelijke maatregelen benoemd, waarmee in het geval van een knelpunt, de geluidbelasting op de gevel kan worden verlaagd. Overigens dient hierbij te worden vermeld
-2-
dat op basis van de Richtlijn omgevingslawaai, de gemeente niet verplicht is om maatregelen ook daadwerkelijk te treffen. Bij de voorbereiding van het actieplan is voor de prioritaire knelpunten bekeken of de woningen zijn voorzien van extra geluidwering. Een deel van de huidige knelpunten wordt opgelost door het treffen van gevelmaatregelen in het kader van Sanering Verkeerslawaai (A-lijst), die wordt gefinancierd vanuit ISV. In de afgelopen jaren zijn er bij diverse woningen geluidssaneringen uitgevoerd ondermeer door het uitvoeren van gevelmaatregelen daadwerkelijk te treffen. Vanaf 1 januari 2010 dienen nog 223 woningen voor wegverkeerslawaai door middel van gevelmaatregelen gesaneerd te worden. In het ontwerp-actieplan zijn mogelijke maatregelen beschreven voor de prioritaire knelpunten. Dit zijn de geluidgevoelige bestemmingen met een geluidbelasting vanwege wegverkeer van 65 dB of hoger. Ook wordt voorgesteld om langs de hoofdontsluitingswegen in situaties waar sprake is van geluidsoverlast maar de geluidbelasting lager is dan 65 dB maar boven de saneringsdrempel van 60 dB, als inspanningsverplichting op te nemen deze knelpunten op termijn op te lossen , door bij toekomstig onderhoud aan de hoofdontsluitingswegen geluidsreducerend asfalt toe te passen. In het beheer- en onderhoudsplan van de gemeentelijke wegen zal dit dan moeten worden geborgd. In bijlage 6.3 van het ontwerp-actieplan wordt een uitgebreide beschrijving gegeven van de knelpunten en mogelijke oplossingen hiervoor. De beleidsinzet om de knelpunten op te lossen richt zich op het toepassen van bronmaatregelen door middel van het aanbrengen van geluidsreducerend asfalt op doorgaande hoofdwegen, het ontlasten van Baanhoek door verkeersmaatregelen en voorzetting van het gevelisolatieprogramma. Communicatie over het stimulering van het gebruik van stille banden zal als flankerend beleid worden ingezet. Aan de hand van het in het kader van het actieplan opgestelde verkeersprognose model 2020 zijn de effecten van de voorgestelde maatregelen doorgerekend voor de geluidbelasting. Rekening houdend met autonome verkeersgroei en voorgenomen nieuwbouwprojecten zal het aantal geluidbelaste woningen afnemen van 1225 in 2006 naar 1063 in 2020. Daarnaast zullen nog 223 woningen worden gesaneerd met gevelmaatregelen.
Financiële aspecten: Ter beperking van de kosten zullen geluidsreducerende wegdekken op de daarvoor in aanmerking komende knelpuntlocaties langs het hoofdwegennet worden aangebracht op het moment dat het betreffende weggedeelte aan vervanging toe is of gereconstrueerd wordt. Uit ervaringen in de praktijk is op te maken dat de extra investeringskosten van geluidsreducerend asfalt(DGD) ca. 5% bedraagt ten opzichte van het gangbare dicht asfalt (DAB), uitgaande van een levensduur van ten minste 8 jaar voor DGD, zonder tussentijds onderhoud en 12 jaar voor DAB. De gemiddelde jaarlijkse onderhoudskosten van DGD zijn circa 20% hoger dan van DAB. De meerkosten van aanleg en onderhoud van geluidsreducerend asfalt zullen worden meegenomen in de betreffende projetbegroting en in de nieuwe nota wegenonderhoud.
Communicatie: Het ontwerp-actieplan wordt gedurende 6 weken ter inzage aangeboden aan belangstellenden. Een ieder kan in die periode zijn zienswijze over het actieplan naar voren brengen. De inwoners zijn via de gebruikelijke bekendmaking in Het Kompas op de hoogte gebracht van de inspraakprocedure met de mogelijkheid om de stukken van de gemeentelijke website te downloaden.
Vervolgtraject: Conform artikel 123 van de Wet geluidhinder zijn b en w bevoegd om het actieplan omgevingslawaai vast te stellen. Voordat het college het actieplan vaststelt moet de raad in de gelegenheid worden ge-
-3-
steld om op het ontwerp actieplan haar wensen en zienswijzen kenbaar te maken. Parallel hieraan ligt het ontwerp actieplan voor een ieder ter inzage met de mogelijkheid tot het indienen van zienswijzen. Na verwerking van alle wensen en zienswijzen zal het college het definitieve plan vaststellen waarna het binnen een maand wordt toegezonden aan de Minister van VROM. Tegen de vaststelling is geen bezwaar of beroep mogelijk omdat het plan slechts beleidsvoornemens bevat die niet gericht zijn op rechtsgevolg.
Advies opiniërende bijeenkomst: De leden van de opiniërende bijeenkomst stemmen met het voorstel in. Voorgesteld besluit: Kennisnemen van het ontwerp actieplan Richtlijn Omgevingslawaai.
Burgemeester en Wethouders van Sliedrecht, de secretaris, de burgemeester,
M.J. Verhoef
M.C. Boevée
-4-
Raadsbesluit
Concept
De raad van de gemeente Sliedrecht; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 17 maart 2009;
besluit:
Kennis te nemen van het ontwerp-actieplan Richtlijn Omgevingslawaai.
Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Sliedrecht op 25 mei 2009 De griffier, De voorzitter,
A. Overbeek
M.C. Boevée
Raadsvoorstel Aan de raad van de gemeente Sliedrecht
Agendapunt: 8
Sliedrecht, 21 april 2009
Onderwerp: Verzoek VluchtelingenWerk Zuidvleugel (voorheen VIOZ) om kwijtschelding terugbetaling restant subsidies 2006 en 2007. Samenvatting: Stichting VIOZ heeft een andere naam gekregen en heet nu stichting VluchtelingenWerk Zuidvleugel. In dit raadsvoorstel wordt gemakshalve verder de naam ‘VIOZ’ gebruikt. Als gevolg van de vaststelling van de jaarlijkse subsidie die de gemeente aan VIOZ verstrekt, is betreffende het subsidiejaar 2007 en 2006 een vordering ontstaan van de gemeente op VIOZ voor in totaal € 19.525,-. VIOZ heeft deze schuld tot op heden nog niet terugbetaald. Dit vanwege hun financieel moeilijke positie (i.c. aanzienlijk verlies in 2007 met een doorwerking naar 2008). VIOZ heeft een verzoek om kwijtschelding gedaan van het openstaande bedrag. Het advies luidt om het verzoek van VIOZ om kwijtschelding te honoreren. Het hiervoor benodigde te dekken bedrag van € 15.150,- dan te onttrekken aan de ABR, vooruitlopend op de vrijval van € 83.702,- in 2009 vanuit de Voorziening Inburgeringsgelden. Dit alles opdat VIOZ dan in staat gesteld wordt om hun reguliere taken voor de allochtone Sliedrechtse gemeenschap, voor de toekomst te kunnen continueren. Aanleiding: Als gevolg van de vaststelling van de jaarlijkse subsidie die de gemeente aan VIOZ verstrekt, is betreffende het subsidiejaar 2007 en 2006 een vordering ontstaan van de gemeente op VIOZ voor in totaal € 19.525,-. Dit terugbetalingsbedrag is opgebouwd uit € 15.150,- (2006) en € 4.375,- (2007). VIOZ heeft deze schuld tot op heden nog niet terugbetaald. Dit vanwege hun financieel moeilijke positie (i.c. aanzienlijk verlies in 2007 met een doorwerking naar 2008). In de eerste helft van 2008 is hierover door VIOZ al melding gemaakt richting de gemeente, zonder dat VIOZ een financieel beroep op de gemeente heeft gedaan. VIOZ heeft nu een verzoek om kwijtschelding gedaan van het openstaande bedrag. Alternatieven, keuze en overwegingen t.a.v. het voorstel: Verzoek om kwijtschelding Op 4 december 2008 heeft VIOZ in een gesprek met de gemeente aangegeven een beroep te willen doen op de gemeente. Dit beroep betreft een verzoek om kwijtschelding van de nog openstaande schulden voor het totaalbedrag van € 19.525,-. Tijdens dit gesprek is naar voren gekomen dat deze mogelijke kwijtschelding VIOZ in staat stelt om als het ware een goede doorstart te maken voor de komende jaren. VIOZ heeft binnen de eigen organisatie diverse acties uitgezet om enerzijds de reguliere dienstverlening voor dit moment op peil te houden en anderzijds om hun continuïteit te waarborgen. Het verzoek van VIOZ om een financiële tegemoetkoming van de gemeente, is op 5 december 2008 schriftelijk aan de gemeente kenbaar gemaakt.
-2-
Behandeling van verzoek om kwijtschelding Voor de gemeente is VIOZ een belangrijke lokale partner waar het gaat om de uitvoering van reguliere taken die sinds jaar en dag door VIOZ op een goede wijze voor de Sliedrechtse allochtonen worden uitgevoerd. Het gaat hier om de volgende taken: 1. Begeleiding asielprocedure; 2. Begeleiding uitgeprocedeerden; 3. Coaching vestiging; 4. Informatiepunt vreemdelingenwet/materiële rechtspositie; 5. Begeleiding gezinshereniging en 6. Het jaarlijkse nieuwjaarsfeest. Aparte vermelding verdient de taak ‘coaching vestiging’. Met deze taak verzorgt VIOZ samen met de lokale woningbouwcorporatie, de realisering van de aan de gemeente door het Rijk opgelegde taakstelling huisvesting statushouders. Ook voor het kalenderjaar 2009 heeft de gemeente een subsidie aan VIOZ verleend voor de uitvoering van de genoemde reguliere taken. Vanwege het belang dat VIOZ heeft voor onze allochtone gemeenschap, luidt het advies om VIOZ te ondersteunen opdat zij hierdoor beter in staat zullen zijn hun reguliere taken voor de toekomst te continueren. Financiële aspecten: Indien het verzoek van VIOZ om kwijtschelding van hun openstaande ‘subsidieschulden’, door de gemeente ingewilligd zou worden, heeft dit de volgende financiële consequenties: • Voor de openstaande vordering van € 4.375,- betreffende het subsidiejaar 2007, heeft geen boeking plaatsgevonden, wat daarom niet leidt tot een budgetmutatie; • Het bedrag van € 15.150,- betreffende het subsidiejaar 2006, staat als vordering te boek. Per saldo dient dus alleen dekking gevonden te worden voor de genoemde € 15.150,-. In 2009 vindt een vrijval plaats ten gunste van ABR door overschotten binnen de opgebouwde Voorziening Inburgeringsgelden. Deze voorziening is de afgelopen jaren gevoed doordat de gemeente minder geld voor inburgeringsdoeleinden heeft uitgegeven dan dat zij aan Rijksmiddelen hiervoor heeft ontvangen. Deze Rijksmiddelen waren enerzijds bedoeld voor de uitvoering van Win (Wet Inburgering Nieuwkomers) en anderzijds voor de tijdelijke Regeling Inburgering Oudkomers (RIO). Voor de gemeente Sliedrecht is VIOZ zowel voor de Win als voor RIO, de uitvoerende partij geweest. De definitieve afrekening door het Rijk van de Win, (i.c. de oude inburgeringswet die vanaf 2007 vervangen is door de Wi) en RIO vindt in het najaar van 2009 plaats. De definitieve vaststellingen van de genoemde Rijksvergoedingen zijn op basis van gemaakte prestatieafspraken. De bij die vaststelling dan ontstane overschotten bij de gemeente, zijn vrijelijk door de gemeente te besteden. Nog dit jaar zal in een separaat voorstel aan de gemeenteraad geadviseerd worden om de dan aanwezige restanten in de Voorziening Inburgeringsgelden, waarop geen verplichting meer rust, vrij te laten vallen in de ABR. Het huidige restant aan middelen in deze Voorziening Inburgeringsgelden, waarop geen verplichting rust bedraagt € 83.702,- en is dus meer dan toereikend ter dekking van de kwijtschelding van de openstaande vordering van € 15.150- op VIOZ.
Communicatie: Het besluit van de gemeenteraad zal aan VIOZ schriftelijk kenbaar gemaakt worden.
-3-
Vervolgtraject: N.v.t. Advies opiniërende bijeenkomst: De leden van de opiniërende bijeenkomst stemmen met het voorstel in. Voorgesteld besluit: Het bovenstaande overziend hebbende luidt het advies om: 1. Kennis te nemen van het verzoek van VluchtelingenWerk Zuidvleugel om kwijtschelding terugbetaling subsidie 2006 en 2007; 2. Het kwijtscheldingsverzoek van VluchtelingenWerk Zuidvleugel, waarbij het gaat om een terug te betalen bedrag van € 19.525,- , te honoreren; 3. De hiervoor benodigde middelen te onttrekken aan de ABR, vooruitlopend op de vrijval in 2009 van € 83.702,- vanuit de Voorziening Inburgeringsgelden.
Burgemeester en Wethouders van Sliedrecht, de secretaris, de burgemeester,
M.J. Verhoef
M.C. Boevée
-4-
Raadsbesluit
Concept
De raad van de gemeente Sliedrecht; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 april 2009;
besluit:
4. Kennis te nemen van het verzoek van VluchtelingenWerk Zuidvleugel om kwijtschelding terugbetaling subsidie 2006 en 2007; 5. Het kwijtscheldingsverzoek van VluchtelingenWerk Zuidvleugel, waarbij het gaat om een terug te betalen bedrag van € 19.525,- , te honoreren; 6. De hiervoor benodigde middelen te onttrekken aan de ABR, vooruitlopend op de vrijval in 2009 van € 83.702,- vanuit de Voorziening Inburgeringsgelden.
Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Sliedrecht op 25 mei 2009 De griffier,
De voorzitter,
A. Overbeek
M.C. Boevée
Raadsvoorstel Aan de raad van de gemeente Sliedrecht
Agendapunt: 9
Sliedrecht, 28 april 2009
Onderwerp: Vierde wijziging GR Drechtsteden.
Aanleiding De wens om de taakuitvoering rond de leerplicht en de regionale meld- en coördinatiefunctie door Bureau Leerplicht en Voortijdig Schoolverlaten (BLVS) op het niveau van Zuid-Holland Zuid te organiseren, leeft al geruime tijd. In dat kader stellen we nu voor dat BLVS vanuit de GR Drechtsteden over gaat naar de Regio ZHZ. BLVS is nu nog een onderdeel van de bestuurlijke en ambtelijke organisatie van de Drechtsteden, maar voert de taken op het terrein van de leerplichtwet en de RMC-functie inmiddels uit voor nagenoeg alle gemeenten in de GR ZHZ. Daardoor is er een discrepantie ontstaan tussen het beheer van dit bureau (door de GR Drechtsteden) en de wens (ook vanuit de grote scholen) om de inhoudelijke aansturing als gemeenten gezamenlijk te regelen. De bedoeling is hierin verandering te brengen door inhoud, aansturing en beheer in de Regio ZHZ in één hand te leggen. Er wordt een Bestuurscommissie ingesteld waarin de portefeuillehouders uit de 19 gemeenten zitting hebben. De aansturing van BLVS wordt op basis van delegatie geregeld. Het is de bedoeling deze verandering per 1 juli 2009 te effectueren. In haar vergadering van 17 december jl. heeft de Drechtraad met dit voorstel ingestemd. Op 4 maart jl. heeft ook het Algemeen Bestuur van de Regio Zuid-Holland Zuid ermee ingestemd dat deze taak bij de Regio ZHZ wordt ondergebracht. In juridisch opzicht betekent dit dat zowel de tekst van de GR Drechtsteden gewijzigd moet worden als de tekst van de GR Regio ZHZ. Een voorstel tot wijziging van de GR Regio ZHZ is u separaat toegezonden. In dezelfde vergadering van 17 december 2008 van de Drechtraad zijn door Zwijndrecht opmerkingen gemaakt en wensen geuit ten aanzien van de nummering van de GR-tekst en ten aanzien van de weg waarlangs de voorzitter tot een voorstel voor de benoeming van de coördinerend griffier zou moeten komen. Aan beide wensen is eenvoudig tegemoet te komen. Het bijgevoegde wijzigingsbesluit leidt ertoe dat in de geconsolideerde versie weer sprake zal zijn van een doorlopende nummering. Bovendien is aan (het huidige) artikel 25a een zin toegevoegd waarin de voorzitter wordt verplicht om overleg te plegen met de regiogriffie en met de deelnemende gemeenten alvorens een voorstel tot benoeming van de coördinerend griffier in te dienen bij de Drechtraad. Advies opiniërende bijeenkomst: De leden van de opiniërende bijeenkomst stemmen met het voorstel in.
-2-
Voorgesteld besluit: De vierde wijziging GR Drechtsteden vast te stellen.
Burgemeester en Wethouders van Sliedrecht, de secretaris, de burgemeester,
M.J. Verhoef
M.C. Boevée
-3-
Raadsbesluit
Concept
De raad van de gemeente Sliedrecht; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 april 2009; Overwegende, • dat op 8 maart 2006 de gemeenschappelijke regeling Drechtsteden (GRD) in werking is getreden; • dat met Ingang van 1 juli 2009 de leerplichttaak en de RMC-functie niet meer door het openbaar lichaam Drechtsteden wordt uitgevoerd; • dat de deelnemende gemeenten hun delegatiebesluiten ten aanzien van deze taken per 1 juli 2009 intrekken; Gelet op de Wet gemeenschappelijke regelingen, de Gemeentewet, de Kieswet en de Algemene wet bestuursrecht;
besluit:
De gemeenschappelijke regeling Drechtsteden, versie 4.0 als volgt te wijzigen; Artikel 1 A, In artikel 1, eerste lid onder j wordt artikel 32 gewijzigd in artikel 38. B, In artikel 1, eerste lid onder k wordt artikel 30 gewijzigd in artikel 36, C, In artikel 4, tweede lid onder c vervalt "onderwijs en", D, In artikel 6, tweede lid vervallen de onderdelen j en k, E, In artikel 21, eerste lid wordt artikel 32 gewijzigd in artikel 38, F, De artikelen 24a tot en met 49 worden vernummerd tot 25 tot en met 59. G, In artikel 25a wordt na de eerste volzin een zin toegevoegd, luidende: De voorzitter pleegt voorafgaand aan het doen van het voorstel overleg met de regiogriffie en met de gemeenten, behorend tot de Drechtsteden, H. In artikel 26 wordt artikel 25, vierde lid gewijzigd in artikel 30, derde lid. I. In artikel 34a wordt artikel 34 gewijzigd In artikel 40. J. In artikel 37 wordt artikel 34 gewijzigd In artikel 40. K, In artikel 37a wordt artikel 37 gewijzigd In artikel 44, Artikel II 1. Dit besluit treedt In werking op 1 juli 2009, 2. De besluiten van het college en de burgemeester van 26 september 2006 en van de raad van 6 november 2006 over de overdracht van de leerplichttaken aan de gemeenschappelijke regeling Drechtsteden worden met ingang van 1 juli 2009 ingetrokken. 3. Onverminderd het gestelde In het eerste lid treedt dit besluit slechts in werking indien het Algemeen Bestuur van de Regio Zuid-Holland Zuid op 4 maart 2009 besluit de taken uit de Leerplichtwet en op het gebied van voortijdig schoolverlaten te aanvaarden en de deelnemende gemeenten aan de regio
-4-
Zuid-Holland Zuid de daartoe strekkende wijziging van de gemeenschappelijke regeling Regio ZuidHolland Zuid vaststellen, Artikel III Dit besluit kan worden aangehaald als gemeenschappelijke regeling Drechtsteden, vierde wijziging.
Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Sliedrecht op 25 mei 2009 De griffier, De voorzitter,
A. Overbeek
M.C. Boevée
Raadsvoorstel Aan de raad van de gemeente Sliedrecht
Agendapunt: 10
Sliedrecht, 28 april 2009
Onderwerp: Evaluatie hondenbeleid 2009 Samenvatting: De gehouden enquête in 2009 wijst uit dat er verbeteringen zijn opgetreden. De voorzieningen worden beter gebruikt, de ervaring van overlast is teruggelopen en de meeste mensen zijn het eens met de regels. Het realiseren van de voorzieningen heeft langere tijd in beslag genomen en ook de communicatie had veelvuldiger plaats kunnen vinden. Inmiddels zijn we op de goede weg en worden de spelregels veelvuldig onder de aandacht van hondenbezitters en niet hondenbezitters in Sliedrecht gebracht. 93% van de hondenbezitters geeft zelfs aan de regels te kennen. Op het gebied van communicatie in combinatie met handhaving is het nodige te winnen. Aanleiding: Het hondenbeleid is op 11 februari 2008 door de gemeenteraad vastgesteld. Gelijktijdig is een amendement aangenomen waarin wordt gevraagd om de evaluatie van het uit te voeren beleid te concretiseren én voor 1 mei 2008 een nulmeting uit te voeren. Deze nulmeting geeft invulling aan het amendement en is uitgevoerd. Binnen de nulmeting is gebruik gemaakt van een uitvoerige enquête gehouden in 2007 en een enquête gehouden begin 2008. De enquête gehouden in 2008 was met name gericht op zwerfafval. De nulmeting is gebruikt ter referentie voor de voorliggende evaluatie van het hondenbeleid ruim 1 jaar na invoering. De nulmeting en de evaluatie richten zich op de volgende indicatoren: - overlast van honden; - waardering van de hondenbezitter voor de voorzieningen t.b.v. het los laten lopen van honden; - motivatie en gedrag van hondenbezitters; - bekendheid van hondenbezitters- en niet hondenbezitters met de regelgeving.
Alternatieven, keuze en overwegingen t.a.v. het voorstel: Overlast van honden Doordat de spelregels van het hondenbeleid veelvuldig onder de aandacht van de hondenbezitters en de niet hondenbezitters wordt gebracht begint het onderwerp meer te leven. Dit blijkt uit de meldingen (al dan niet geregistreerd), binnengekomen brieven en reacties tijdens informatieavonden etc. In totaal zijn na de invoering van het beleid begin 2008 tot op heden geregistreerde meldingen binnengekomen. De hoeveelheid meldingen is daarmee tot nu toe per jaar redelijk gelijk. De aard van de meldingen zit vooral in de overlast van hondenpoep en verzoeken tot het plaatsen van borden en overlast van loslopende honden.
-2-
In april 2009 is grotendeels dezelfde enquête als in 2007 gehouden. Het aantal geënquêteerden hondenbezitters en niet-hondenbezitters is vergelijkbaar. In 2007 is de enquête willekeurig toegezonden aan bewoners. De enquête in 2009 is uitgevoerd op de markt en bij het winkelcentrum in de westwijk. Uit de reacties en de gehouden enquête 2007 en 2009 blijkt het ervaren van overlast van hondenpoep te zijn afgenomen. Ook op de vraag: “Vindt u dat de gemeente in het verleden genoeg heeft gedaan om overlast van honden(poep) te voorkomen?” antwoord een groter percentage ja ten opzichte van de gehouden enquête in 2007. Echter vindt nog maar 20% van de bewoners dat de gemeente voldoende heeft gedaan aan de overlast van honden en vindt 42% van de geënquêteerden dat de overlast het laatste jaar is afgenomen. Waardering van de hondenbezitter voor de voorzieningen t.b.v. het los laten lopen van honden De losloopgebieden zijn geheel gerealiseerd. Deze gebieden zijn inmiddels met behulp van paaltjes duidelijk begrensd. Er is hard gewerkt om een aantal hondenuitrengebieden aan te leggen en te verbeteren. 6 locaties zijn inmiddels gereed. Het hondenuitrengebied in het Dr. W. Dreespark zal eind mei 2009 gereed zijn. Op het hondenuitrengebied aan de Valkhof is er overlast van afval wat vanuit de flat in het gebied belandt. Het verplaatsen van het hondenuitrengebied zou oplossing kunnen bieden. Meldingen van buurtbewoners en hondenbezitters zijn tot nu toe niet binnengekomen. Maatregelen worden vooralsnog niet getroffen. Het hondenuitrengebied aan de Tolsteeg is erg drassig. De intentie is op dit moment om vanuit het beschikbare budget hondenbeleid 2010 het veld te draineren. Op alle gerealiseerde hondenuitrengebieden en hondenlosloopgebieden zijn informatieborden geplaatst waardoor onduidelijkheid over de regels wordt voorkomen. Zoals afgesproken in het beleidsstuk worden op de diverse locaties ook nog speelvoorzieningen aangelegd. Per locatie is dit één speelvoorziening bestaande uit 5 boomstammen en 2 rioolbuizen. Inmiddels zijn de boomstammen aanwezig en zullen mogelijk vooruitlopend geplaatst worden. De rioolbuizen zullen naar verwachting medio juli 2009 vrijkomen bij reconstructiewerkzaamheden. Uit de reacties en de gehouden enquête blijkt het gebruik van de voorzieningen het afgelopen jaar zeer sterk te zijn toegenomen. Het gebruik van de voorzieningen heeft met de locaties te maken. 86% van de hondenbezitters geeft aan dat de hondenuitrengebieden en hondenlosloopgebieden op de juiste locaties liggen. In 2007 vond slechts 12% van de hondenbezitters dat de locaties geschikt waren. En in maart 2008 was de waardering van de hondenbezitter voor de voorzieningen nog matig. Ook de waardering voor de voorzieningen om de overlast te beperken is sterk toegenomen. Volgens de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) is het verboden om honden los te laten lopen behalve in de daarvoor door het college aangewezen voorzieningen. De locaties zijn wel aangewezen in de beleidsstukken, maar een aanwijzingsbesluit heeft nog niet plaatsgevonden. In de collegenota is deze procedure formeel vastgesteld Een bericht wordt later geplaatst op de gemeentepagina van Het Kompas waarbij een bezwaarmogelijkheid wordt geboden. Een groot deel van de voorzieningen is altijd al bestemd geweest voor het los laten lopen van honden. De voorbereidingen voor de aanleg van het hondenuitrengebeid in de Tuin van Nieuwpoort zijn in volle gang, een eerste informatieavond heeft op 2 april jongsleden plaatsgehad. Tijdens deze avond is duidelijk geworden dat er enige weerstand is tegen de komst van een hondenuitrengebied. Naast de bezwaarmogelijkheid op de aanwijzing van de locatie op grond van de Algemene Plaatselijke verordening (APV) zal een concept ontwerp en later een definitief ontwerp ter besluitvorming aan het college van Burgemeester en Wethouders worden aangeboden. Het concept ontwerp zal aan omwonenden en belanghebbenden worden gepresenteerd tijdens een tweede informatieavond. Na aanpassing en
-3-
vaststelling door het college van burgemeester en Wethouders zal het definitieve ontwerp aan omwonenden en belanghebbenden worden verstrekt. De locaties en de hoeveelheid afvalbakken vormen een terugkerende vraag. Indien de subsidie voor het plusproject zwerfafval voor 2009 en 2010 zal worden toegekend zal een afvalbakkenplan worden opgesteld. Een afvalbakkenplan is een inventarisatie van de bestaande afvalbakken en het beoordelen van de afstand tot de afvalbakken. Deze inventarisatie kan leiden tot het verplaatsen en/ of het extra plaatsen van afvalbakken. Motivatie en gedrag van hondenbezitters Door de Buitengewoon Opsporing Ambtenaar (BOA) is er na invoering van het beleid hard gewerkt aan een omslag van gedrag. Hondenbezitters zijn aangesproken en gewaarschuwd als de uitwerpselen van de hond niet werden opgeruimd of als de hond, buiten de daarvoor aangewezen gebieden, los liep. De handhaving is gericht op een mentaliteitsverandering. Daarvoor is het noodzakelijk dat bij de doelgroep hondenbezitters kennis en begrip aanwezig zijn. Om draagvlak ook bij niet-hondenbezitters te creëren is het belangrijk dat handhaving zichtbaar is. Handhaving dient gericht plaats te vinden waardoor het van belang is op de tijden waar veel honden worden uitgelaten op de juiste locaties te zijn. Dit kan positief worden beïnvloed door een goede communicatie met vrijwilligers, die kunnen aangeven op welke tijden veel honden in de buurt zijn en die veelal exact weten, welke hondenbezitters zich aan ongewenst gedrag schuldig maken. Verder betekent dit ook dat handhaving buiten kantooruren nodig is. Op dit moment is de capaciteit van handhaving op jaarbasis erg beperkt en de tijd vanaf het invoeren van het beleid erg kort geweest. De intentie is om een plan van aanpak voor handhaving en een protocol voor bijtincidenten op te zetten. Een deel van de hondenbezitters zal na een waarschuwing de spelregels wel naleven en is het doel (om(slag) van gedrag) bereikt. Er zal echter altijd een deel blijven wat zonder voldoende handhaving geen medewerking zal verlenen aan de regels van het hondenbeleid. Juist om ook deze groep te bereiken willen we de fase van aanspreken en handhaven over laten gaan in bekeuren. De verwachting hierbij is dat er een duidelijke signaalfunctie vanuit gaat. Echter kan van bekeuren ook een negatief signaal uit gaan. Geadviseerd wordt dan ook te zoeken naar een oplossing binnen de interne organisatie om de handhaving van het hondenbeleid verder vorm te geven. Inmiddels geeft slechts een klein gedeelte van de hondenbezitters aan de hondenpoep van zijn of haar hond nooit op te ruimen. Uit de reacties en de gehouden enquête blijkt evenals in 2007 dat ruim 80% van de burgers (hondenbezitters en niet-hondenbezitters) vindt dat er meer handhaving moet komen. Daarnaast leert de ervaring dat het niet mogelijk is alleen door het opvoeren van de reguliere handhaving het probleem overlast door hondenpoep te verminderen. Het is dan ook van groot belang een vrijwilligersgroep op te bouwen, die bereid zijn, andere hondenbezitters op hun gedrag aan te spreken en zo nodig de verbaliserende handhaving kunnen inschakelen. Het opbouwen van een vrijwilligersgroep is op dit moment in onderzoek. Na invoering van de nieuwe Algemene Plaatselijke Verordening (APV) later dit jaar zal ook het in bezit hebben van voldoende opruimmiddelen (die voor het doel geschikt zijn) verplicht worden gesteld. Omdat hier een nieuwe fase begint is het van groot belang dit punt opnieuw duidelijk onder de aandacht te brengen. Bekendheid van hondenbezitters- en niet hondenbezitters met de regelgeving Het hondenbeleid is geschoeid op stelselmatige communicatie. De communicatie moet echter niet los gezien worden van de andere onderdelen van het hondenbeleid. De voorgestelde communicatie (volgens het beleidsplan) met onder andere een aantal genoemde activiteiten blijkt in de praktijk goeddeels
-4-
haalbaar. Er is vooraf onvoldoende nagedacht over de consequentie in capaciteit om het beleid tot uitvoer te brengen. Een aantal basiszaken kunnen uit de regulier beschikbare uren worden uitgevoerd. Er is inmiddels een nieuwe folder ontwikkeld. De tekst hiervan is gebruikt voor de gemeentepagina van Het Kompas en de gemeentegids. De folder wordt toegezonden aan alle (bij de belastingdienst geregistreerde) hondenbezitters. Op 21 maart 2009 heeft de eerste Sliedrechtse hondenwandeling 3xP (Poten strekken, Picknicken en Poepen) plaatsgevonden. Op 30 mei 2009 wordt ook het hondenuitrengebied in het Dr. W. Dreespark geopend. Deze activiteiten worden vanuit het hondenbeleid geïnitieerd. Per jaar zal bepaald moeten worden welke communicatie en activiteiten zullen plaatsvinden (en uitgedrukt worden in kosten en uren). Uit de reacties en de gehouden enquête blijkt dat de hondenbezitter goed bekend is met de spelregels. 93% van de hondenbezitters zegt op dit moment bekend te zijn met de spelregels. Hondenbelasting Het afgelopen jaar is het beleid van de hondenbelasting ongewijzigd. Het gemeentebestuur zal moeten aangeven of wijziging van het huidige beleid gewenst is.
Financiële aspecten: n.v.t. Communicatie met betrekking op de evaluatie: ■ Het publiceren van de aanwijzing van de hondenuitrengebieden en hondenlosloopgebieden zoals bedoeld in artikel 2.4.17. lid 3 van de APV van de op de gemeentepagina in Het Kompas; ■ Het concept ontwerp Tuin van Nieuwpoort presenteren aan (per brief uitgenodigde) omwonenden en belanghebbenden tijdens een tweede informatieavond. Na aanpassing en vaststelling het definitieve ontwerp aan omwonenden en belanghebbenden verstrekken; ■ Het éénmalig toezenden van de nieuwe folder over het hondenbeleid indien de adressen beschikbaar zijn gesteld door de belastingdienst; ■ Na vaststelling van de nieuwe APV communiceren over het verplicht stellen van het in bezit hebben van voldoende opruimmiddelen (die voor het doel geschikt zijn) bij het uitlaten van de hond. Vervolgtraject: Is per onderwerp verwerkt in bovenstaande tekst.
Advies opiniërende bijeenkomst: De leden van de opiniërende bijeenkomst willen het voorstel nader bespreken in de raad. Voorgesteld besluit: De evaluatie hondenbeleid 2009 vaststellen. Burgemeester en Wethouders van Sliedrecht, de secretaris, de burgemeester,
M.J. Verhoef
M.C. Boevée
-5-
Raadsbesluit
Concept
De raad van de gemeente Sliedrecht; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 april 2009;
besluit:
Overeenkomstig het bij dit raadsbesluit behorende raadvoorstel Evaluatie hondenbeleid 2009 vast te stellen. Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Sliedrecht op 25 mei 2009 De griffier, De voorzitter,
A. Overbeek
M.C. Boevée
Raadsvoorstel Aan de raad van de gemeente Sliedrecht
Agendapunt: 11
Sliedrecht, 28 april 2009
Onderwerp: Standpuntbepaling Sliedrecht inzake Containertransferium
Samenvatting: Het Drechtstedenbestuur is van plan de Drechtraad in zijn vergadering van 17 juni a.s. een voorstel te doen over de mogelijke vestiging van een Containertransferium op het bedrijventerrein Nieuwland in Alblasserdam. In het Drechtstedenbestuur van 9 april jl. is afgesproken, dat de gemeenteraden in de Drechtsteden vooraf de gelegenheid krijgen om zich over het voorstel aan de Drechtraad uit te spreken. Doel van het transferium is om in eerste instantie een stroom van ongeveer 200.000 containers met bestemming regio Rotterdam van de A 15 te halen en in plaats hiervan binnenvaartschepen in te zetten voor de aanvoer van de containers naar het Rotterdamse havengebied. Het Drechtstedenbestuur heeft zich ten aanzien van deze ontwikkeling langere tijd terughoudend opgesteld, omdat deze ontwikkeling voor onze regio weinig voordelen oplevert. De aanvankelijke opvatting van het Drechtstedenbestuur was dat als vestiging van een Containertransferium in onze regio onontkoombaar zou blijken de regionale voorkeur zou moeten uitgaan naar de locatie Zeehaven in Dordrecht. Deze opvatting spoorde niet met de wensen van het Rotterdamse havenbedrijf. Tijdens de Randstad Urgent Conferentie van 27 oktober 2008 is een bestuurlijke principekeuze gemaakt voor de locatie Nieuwland te Alblasserdam, met erkenning van de bezwaren binnen Drechtsteden en met de afspraak die in een bestuurlijke conferentie aan de orde te stellen. Uiteindelijk hebben twee bestuurlijke conferenties plaatsgevonden om te komen tot een goed onderbouwde besluitvorming. Blijkens de in de raadsportefeuille opgenomen vergadernotie zal het Drechtstedenbestuur de Drechtraad voorstellen om gehoord de discussie de gemeente Alblasserdam te adviseren medewerking te verlenen aan de vestiging van het Containertransferium op het bedrijventerrein Nieuwland onder de in de bestuursconferentie van 30 maart vastgestelde condities, waarbij de volgende voorwaarden expliciet worden benadrukt: - Er overeenstemming is tussen partijen (excl. Drechtsteden) over de financiering van de onrendabele top; - De private partijen hun commitment cq. investeringsbereidheid vastleggen; - Er gezamenlijke conclusies komen tussen DGMR en Milieudienst ZHZ over de inpasbaarheid van een Containertransferium op een kleinere oppervlakte; - De afspraken in juridisch toetsbare overeenkomsten worden vastgelegd. Aanleiding: Het Drechtstedenbestuur acht het belangrijk dat de gemeenteraden in De Drechtsteden zich over deze ontwikkeling kunnen uitspreken, voordat dit onderwerp in de Drechtraad van 17 juni 2009 wordt behandeld.
-2-
Alternatieven, keuze en overwegingen t.a.v. het voorstel: De effecten van vestiging van een Containertransferium op beide locaties, Zeehaven Dordrecht en Nieuwland Alblasserdam, zijn het afgelopen jaar uitgebreid onderzocht. Tijdens de eerste bestuurlijke conferentie d.d. 27 januari 2009 is het partijen duidelijk geworden dat de locatie Zeehaven Dordrecht voor de private partijen geen optie is. Tijdens deze conferentie hebben de Drechtsteden niet voluit ‘ja’ tegen de resterende optie Nieuwland Alblasserdam gezegd. Benadrukt is dat voor een positief besluit er duidelijkheid moet zijn over het volgende huiswerk, waarvan de strekking is, dat: ● Havenbedrijf Rotterdam en Rijkswaterstaat/Verkeer & Waterstaat overeenstemming hebben bereikt inzake de langskade/insteekhavendiscussies en de financiering daarvan; ● De private partijen duidelijkheid kunnen geven over commitment en investeringsbereidheid; ● Nader onderbouwd is dat het Containertransferium in Alblasserdam niet conflicteert met de woningbouwplannen op de Noordoevers en vastlegging van afspraken hierover; ● Goede inpassing wordt gevonden voor de lokale verkeerssituatie (aanpassingen kruispunten, incl. kruisend fietsverkeer), incl. afspraken over financiering; ● RWS/V&W opnieuw bekijken of de planstudie verbreding van de A-15 PapendrechtGorinchem in het MIRT opgenomen kan worden; ● de betrokken gemeenteraden en de Drechtraad door de bestuurders zijn geïnformeerd . Tijdens de tweede bestuurlijke conferentie zijn de resultaten ten aanzien van vorengenoemde huiswerkpunten besproken. Alles overziende en met inachtneming van de bereikte onderhandelingsresultaten trekt het Drechtstedenbestuur in de vergadernotie ten behoeve van de Drechtraad van 17 juni a.s. de conclusie dat het verantwoord is de gemeente Alblasserdam positief te adviseren t.a.v. de vesting van het Containertransferium. Tegelijkertijd concludeert het Drechtstedenbestuur in deze vergadernotitie dat nog niet aan alle ‘huiswerkpunten’ uit de eerste conferentie is voldaan: - Er is nog geen overeenstemming tussen partijen over financiering van de onrendabele top op de langskade. - Er is nog geen hard commitment van de private partijen. - Er is nog de nodige onduidelijkheid over de milieugevolgen van een Containertransferium op een kleinere oppervlakte en over de studie naar een geluidscherm A 15 ( in verkennende studie of in planstudie). - Er is nog geen (juridisch toetsbare) bestuurlijke overeenkomst en met private partijen dienen nog privaatrechterlijke afspraken te worden gemaakt over onder meer de terminalinrichting. Ons college wil hierbij nogmaals het belang onderstrepen dat door alle betrokken partijen, mede in relatie tot de verbinding met de A27, serieuze inspanningen worden verricht voor het realiseren van structurele verbeteringen ten aanzien van de verkeersdoorstroming op de A 15. In dit perspectief stellen wij uw raad voor op de Sliedrechtse afgevaardigden naar de Drechtraad een uitdrukkelijk beroep te doen tot het verkrijgen van medewerking van de Drechtraad op het onderstrepen van het belang van gerichte maatregelen ten behoeve van een verbetering van de verkeersdoorstroming op de A15.
Financiële aspecten: n.v.t. Communicatie: n.v.t.
-3-
Vervolgtraject: De besluitvorming over dit onderwerp zal plaatsvinden in de Drechtraad van 17 juni 2009. Advies opiniërende bijeenkomst: De leden van de opiniërende bijeenkomst willen het voorstel nader bespreken in de raad. Voorgesteld besluit: 1. In te stemmen met het voorstel van het Drechtstedenbestuur om gehoord de discussie de gemeente Alblasserdam te adviseren medewerking ter verlenen aan de vestiging van het Containertransferium op het bedrijventerrein Nieuwland onder de in de bestuursconferentie van 30 maart vastgestelde condities, waarbij de volgende voorwaarden expliciet worden benadrukt: - Er overeenstemming is tussen partijen (excl. Drechtsteden) over de financiering van de onrendabele top; - De private partijen hun commitment cq. investeringsbereidheid vastleggen; - Er gezamenlijke conclusies komen tussen DGMR en Milieudienst ZHZ over de inpasbaarheid van een Containertransferium op een kleinere oppervlakte; - De afspraken in juridisch toetsbare overeenkomsten worden vastgelegd. 2. de Sliedrechtse afgevaardigden verzoeken in de Drechtraad van 17 juni a.s. uitdrukkelijk aan de orde te stellen, dat vanuit de gezamenlijke Drechtsteden een beroep wordt gedaan op alle belang hebbenden, en het op het Ministerie van Verkeer & Waterstaat in het bijzonder, om binnen afzienbare termijn te komen tot gerichte maatregelen die de verkeersdoorstroming op de A 15 kunnen verbeteren. Burgemeester en Wethouders van Sliedrecht, de secretaris, de burgemeester,
M.J. Verhoef
M.C. Boevée
-4-
Raadsbesluit
Concept
De raad van de gemeente Sliedrecht; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 april 2009
besluit: 1. In te stemmen met het voorstel van het Drechtstedenbestuur om gehoord de discussie de gemeente Alblasserdam te adviseren medewerking ter verlenen aan de vestiging van het Containertransferium op het bedrijventerrein Nieuwland onder de in de bestuursconferentie van 30 maart vastgestelde condities, waarbij de volgende voorwaarden expliciet worden benadrukt: - Er overeenstemming is tussen partijen (excl. Drechtsteden) over de financiering van de onrendabele top; - De private partijen hun commitment cq. investeringsbereidheid vastleggen; - Er gezamenlijke conclusies komen tussen DGMR en Milieudienst ZHZ over de inpasbaarheid van een Containertransferium op een kleinere oppervlakte; - De afspraken in juridisch toetsbare overeenkomsten worden vastgelegd. 2. de Sliedrechtse afgevaardigden verzoeken in de Drechtraad van 17 juni a.s. uitdrukkelijk aan de orde te stellen, dat vanuit de gezamenlijke Drechtsteden een beroep wordt gedaan op alle belang hebbenden, en het op het Ministerie van Verkeer & Waterstaat in het bijzonder, om binnen afzienbare termijn te komen tot gerichte maatregelen die de verkeersdoorstroming op de A 15 kunnen verbeteren. Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Sliedrecht op 25 mei 2009 De griffier, De voorzitter,
A. Overbeek
M.C. Boevée
Raadsvoorstel Aan de raad van de gemeente Sliedrecht
Agendapunt: 12
Sliedrecht, 28 april 2009
Onderwerp: Voorrangsregeling fietsers op rotondes Samenvatting: Door de openstelling van de Ouverture per 1 juli 2009 is de voorrangsregeling op rotondes actueel geworden. De twee rotondes op de Ouverture liggen op korte afstand van rotondes in Papendrecht en daar hebben de fietsers in tegenstelling tot Sliedrecht voorrang op rotondes. Het is dan ook wenselijk om naar de huidige voorrangsregeling op rotondes in Sliedrecht en in het bijzonder Baanhoek-west te kijken. Bij de vaststelling van het VCP 2005 in december 2005 is bij punt 45 het voorbehoud opgenomen dat de voorrangsregeling gewijzigd wordt indien de RPV Drechtsteden hier toe besluit. Dit punt is op 13 juni 2007 in de RPV besproken, maar toen is het voorstel voor een periode van 2 jaar aangehouden. Rekeninghoudend dat de gemeente Zwijndrecht in de tussenliggende periode besloten heeft om alsnog de fietsers in de voorrang te brengen is de gemeente Sliedrecht de enige gemeente in de Drechtsteden met fietsers uit de voorrang. Aanleiding: De Ouverture (Randweg Baanhoek-west) wordt per 1 juli 2009 geopend voor het verkeer. Dit is een half jaar eerder dan gepland. De reden hiervoor is dat de Gasunie de Parallelweg (tussen de Baanhoek en de Craijensteijn) wil afsluiten voor de aanleg van een transportleiding. Het renteverlies als gevolg van de vervroegde openstelling van de weg wordt vergoed door de Gasunie. Het eerder aanleggen van de Ouverture sluit goed aan op de wens van de Raad om de randweg Baanhoek-west (Ouverture) zo spoedig mogelijk aan te leggen (punt 34, raadsvoorstel VCP 2005). De Ouverture bevat twee rotondes, waarvan op korte termijn duidelijk moet zijn wat het voorrangsregime voor de fiets moet zijn. Het was de bedoeling om bij het opstellen van het Verkeersbeleidsplan (opvolger VCP 2005) nog een keer kritisch naar de voorrangsregeling op rotondes te kijken. Een en ander conform punt 45 van het raadsvoorstel van het VCP 2005. Door de beperkte beschikbare tijd is dit echter niet meer mogelijk. Het is dan ook wenselijk om vooruitlopend op een definitief besluit voor alle rotondes in Sliedrecht hier al een keuze in te maken. Alternatieven, keuze en overwegingen t.a.v. het voorstel: Afstemming verkeersstructuur met Papendrecht De Ouverture gaat op de gemeentegrens over in de Papendrechtse Ketelweg en daarnaast heeft de Ouverture via de Sonate een verbinding met de Noordkil in Papendrecht. Voor een soepele aansluiting
-2-
op elkaar is het belangrijk dat het ontwerp van de Papendrechtse en Sliedrechtse wegen op elkaar afgestemd worden, zodat maatvoering, maximumsnelheden, voorrangsregelingen en de positie van de bromfiets aan elkaar gelijk zijn of dat er een goede overgang wordt gerealiseerd. Naar aanleiding van deze afstemming kwam ook de voorrangsregeling voor fietsers op rotondes ter sprake. In Papendrecht hebben de fietsers voorrang op rotondes en in Sliedrecht niet. Na realisatie van Baanhoek-west en Oostpolders zal dit gebied voor de gemiddelde weggebruiker als een geheel ogen, terwijl er op korte afstand van elkaar rotondes met een verschillend voorrangsregime liggen. Er rekening mee houdend dat in Sliedrecht-west geen rotondes zijn en de spoordijk een visuele barrière vormt heeft Papendrecht ons met klem verzocht om omwille van de verkeersveiligheid in Baanhoek-west fietsers op rotondes voorrang te geven. Financiële bijdrage Papendrecht Naast de ontsluiting van Baanhoek-west en de ontlasting van de Baanhoek zorgt de Ouverture zorgt ook voor een betere ontsluiting van het Papendrechtse bedrijventerrein Oosteind. De gemeente Papendrecht is dan ook gevraagd een financiële bijdrage aan de weg te leveren. Papendrecht bleek echter niet in staat om hier middelen voor vrij te maken, maar heeft toegezegd om zich in te spannen om subsidiegeleden te verwerven. Dit heeft geresulteerd in het beschikbaar stellen van een provinciale subsidie van € 250.000,- om de bereikbaarheid van het bedrijventerrein Oosteind te verbeteren. De gemeente Papendrecht is een groot voorstander van fietsers in de voorrang op rotondes. Zij vinden het dan ook onwenselijk dat de subsidiegelden benut worden voor de aanleg van rotondes met fietsers uit de voorrang. Voorrangsregeling fietsers op rotondes algemeen Bij de keuze om de voorrangsregeling voor fietsers in Baanhoek-west al dan niet te veranderen is het wenselijk om het voorrangsregime op de alle rotondes in Sliedrecht tegen het licht te houden. In het raadsvoorstel van het VCP 2005 is de voorrangsregeling bij punt 45 aan de orde geweest en toen is gesteld om de discussie in de RPV Drechtsteden af te wachten. Op 13 juni 2007 is het voorstel om de voorrangsregeling op rotondes in de Drechtsteden te uniformeren besproken. Het voorstel heeft het echter niet gered. Wel is het volgende besluit genomen: Met het thans liggende voorstel wordt niet ingestemd. De wegbeheerder is autonoom in zijn keuze welke voorrangregel, gelet op de omstandigheden, van toepassing is op rotondes; De situatie binnen Drechtsteden zal gedurende een periode van twee jaar op regionaal niveau worden gemonitord. Vervolgens zal afhankelijk van de resultaten een nieuw voorstel aan de RPV worden voorgelegd. In de tussenliggende periode is de situatie veranderd doordat de Zwijndrechtste gemeenteraad op 19 mei 2008 heeft besloten om de fietsers alsnog in de voorrang te brengen. De gemeente Sliedrecht is hierdoor de enige gemeente in de Drechtsteden waar de fietsers uit de voorrang zijn. Er is dan ook een gerede kans dat er bij een nieuwe stemming over de voorrangsregeling er wel een meerderheid is voor fietsers in de voorrang in de Drechtsteden. Het was de bedoeling om middels het op te stellen verkeersbeleidsplan nogmaals kritisch te kijken naar het voorrangsregime op rotondes. Deze procedure duurt voor Ouverture echter te lang en er zal vooruitlopend hierop een besluit genomen moeten worden. Dat hierdoor mogelijk tijdelijk een afwijkend voorrangsregime ontstaat ten opzichte van de overige rotondes in Sliedrecht hoeft geen bezwaar te zijn doordat Baanhoek-west een duidelijk afgebakend gebied is en er geen directe relatie is met bestaande rotondes in Sliedrecht. Financiële consequenties De keuze voor het voorrangsregime op rotondes is niet alleen een principieel vraagstuk, maar ook een met financiële consequenties. De vormgeving van een rotonde met fietsers uit de voorrang wijkt na
-3-
melijk af van een rotonde met fietsers in de voorrang. Bij het wijzigingen van de voorrang zal ook het tracé van het fietspad moeten aangepakt. Het belangrijkste verschil is dat bij een rotonde met fietsers in de voorrang het fietspad in een cirkel loopt, waarbij de andere variant de fietsers automatisch rechtsaf slaat. Op moment dat er gekozen voor voorrang voor de fietsers dan zullen de huidige rotondes moeten worden aangepast. Door het ingenieursbureau Drechtsteden is hier een verkennend onderzoek naar gedaan en de kosten voor een volwaardige oplossing bedragen ruim € 500.000,- en het alleen aanpassen van de markering en de bebording € 70.000,-. Bij het handhaven van het huidige voorrangsregime zijn er geen additionele kosten, maar er is dan wel het risico dat er in het later stadium de regeling alsnog veranderd wordt en dan gaat het om een groter aantal rotondes. Standpunten SWOV en CROW Het SWOV (Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid) en het CROW zijn in Nederland de toonaangevende instituten met betrekking tot de het verkeerskundig ontwerp en de verkeersveiligheid. Het SWOV doet met name onderzoek naar verkeersveiligheid, waarbij het CROW zich bezighoudt met richtlijnen om het verkeerskundig ontwerp te vergemakkelijken en te uniformeren. Het SWOV doet geen uitspraken over de gewenste oplossing en beperkt zich tot het constateren van de voor- en nadelen van de verschillende varianten. Het CROW hanteert in haar richtlijnen vanaf 1998 (publicatie 126: Eenheid in rotondes) het principe dat op rotondes binnen de bebouwde kom de fietsers uit de voorrang zijn. De motivatie hiervoor komt niet zo zeer voort uit de verkeersveiligheid als wel uit het mobiliteitsbeleid om het fietsen te stimuleren. Uit de SWOV factsheet blijkt dan ook dat rotondes met fietsers uit de voorrang qua verkeersveiligheid (iets) beter scoren dan rotondes met fietsers in de voorrang. Een belangrijke kanttekening die hierbij gemaakt wordt is dat uniformiteit voor de weggebruiker belangrijk is en dat deze er nu nog niet is. In 2007 lag het aandeel gemeenten met fietsers in de voorrang op zo’n 60%. De trend is echter dat dit aandeel nog steeds toeneemt. Voor- en nadelen verschillende voorrangsregimes Hieronder is een overzicht gegeven van de voor- en nadelen van de verschillende voorrangsregimes. Fietsers uit de voorrang Voordelen: - Is veiliger voor de fietser; - Betere doorstroming van het gemotoriseerde verkeer. Nadelen: - Minder comfortabel voor de fietser door scherpe hoeken en omrijdafstanden; - Wachttijd voor de fiets; - Voorrangsregeling fietsers en voetgangers niet gelijk; - Gemotoriseerd verkeer krijgt prioriteit ten koste van het fietsverkeer; - Alle aanliggende gemeenten hebben op rotondes fietsers in de voorrang, waardoor er verwarring kan ontstaan over de voorrangsregeling bij fietsers en automobilisten. Fietsers in de voorrang Voordelen: - Vlotte doorstroming fietsverkeer / Stimulering fietsgebruik; - Comfortabelere vormgeving voor fietsers; - Voorrangsregeling fietsers en voetgangers gelijk; - Uniforme voorrangsregeling binnen de Drechtsteden; - Aansluiting op het voorrangsregime op rotondes van onze buurgemeenten.
-4-
Nadelen: - Iets minder veilig; - Op druk belaste rotondes kan het ten koste gaan van de afwikkelingscapaciteit van de rotonde. Toekomstvastheid huidige Sliedrechtse voorrangssituatie Op basis van de huidige ontwikkelingen lijkt een situatie met fietsers uit de voorrang op rotondes binnen de bebouwde kom steeds minder vaak voor te komen. Dit zal waarschijnlijk betekenen dat naar de toekomst toe de wegbeheerder makkelijker aansprakelijk gesteld kan worden indien de vormgeving van een rotonde niet strikt volgens de richtlijnen is. In Sliedrecht is bij verschillende rotondes in meer of mindere mate van de richtlijnen afgeweken. Bij het vasthouden aan het huidige voorrangsregime kan het wenselijk zijn om alsnog enkele aanpassingen aan de rotondes door te voeren. De belangrijkste afwijkingen zijn dat er zebrapaden liggen, het fietspad niet overal voldoende uitbuigt en / of op voldoende afstand ligt. Financiële aspecten: Investering is afhankelijk van de besluitvorming. Bij invoering van fietsers in de voorrang varieren de kosten tussen de € 70.000,- (minimumvariant) en de € 530.000,- (maximumvariant). Gefaseerde invoering is wenselijk en dient te worden afgestemd met de reserve infra en kan gekoppeld worden aan het dit jaar op te stellen Verkeerbeleidsplan. Communicatie: Wordt te zijner tijd meegenomen in het Verkeerbeleidsplan. Vervolgtraject: Het besluit ter goedkeuring voorleggen aan de besluitvormende raad van 25 mei 2009. Advies opiniërende bijeenkomst: De leden van de opiniërende bijeenkomst willen het voorstel nader bespreken in de raad. Voorgesteld besluit: - Kennis nemen van de ontwikkelingen in Baanhoek-west en de versnelde aanleg van de Ouverture met twee rotondes; - Te kiezen voor het regime waarbij de fietsers in de voorrang worden opgenomen conform de voorrangsregeling in Papendrecht en de overige Drechtsteden; - De bereidheid en wenselijkheid uit te spreken om de overige rotondes ook te voorzien van het regime van fietsers in de voorrang en hiervoor € 70.000 beschikbaar te stellen; - De eventuele keuze voor de volwaardige oplossingen (kosten € 500.000) te betrekken bij de behandeling van het verkeersbeleidsplan. Burgemeester en Wethouders van Sliedrecht, de secretaris, de burgemeester,
M.J. Verhoef
M.C. Boevée
-5-
Raadsbesluit
Concept
De raad van de gemeente Sliedrecht; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 april 2009;
besluit:
-
Kennis nemen van de ontwikkelingen in Baanhoek-west en de versnelde aanleg van de Ouverture met twee rotondes; Te kiezen voor het regime waarbij de fietsers in de voorrang worden opgenomen conform de voorrangsregeling in Papendrecht en de overige Drechtsteden; De bereidheid en wenselijkheid uit te spreken om de overige rotondes ook te voorzien van het regime van fietsers in de voorrang en hiervoor € 70.000 beschikbaar te stellen; De eventuele keuze voor de volwaardige oplossingen (kosten € 500.000) te betrekken bij de behandeling van het verkeersbeleidsplan.
Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Sliedrecht op 25 mei 2009 De griffier, De voorzitter,
A. Overbeek
M.C. Boevée
Raadsvoorstel
Gewijzigd
Aan de raad van de gemeente Sliedrecht
Agendapunt: 13
Sliedrecht, 28 april 2009
Onderwerp: Wijzing Gemeenschappelijke regeling Zuid-Holland Zuid en oprichting Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid Samenvatting: De afgelopen periode is binnen de Regio Zuid-Holland Zuid (ZHZ) een aantal veranderingen in gang gezet. De veranderingen hebben een verschillende achtergrond en inhoud, maar vergen vrijwel allemaal een wijziging van de huidige gemeenschappelijke regeling. Bovendien maakt de komst van de Veiligheidsregio het oprichten van een nieuwe gemeenschappelijke regeling noodzakelijk. De voorgenomen veranderingen zijn de volgende: 1. De doorontwikkeling van de Regio ZHZ als gevolg van: a. het oprichten van een Veiligheidsregio, vooruitlopend op de komst van de Wet veiligheidsregio’s (Wvr). b. De wens om de bestuurlijke en ambtelijke organisatie van de Regio ZHZ te kantelen, om de bestuurlijke relatie met de diverse organisatieonderdelen en de leiding meer direct te maken en de relatie van ZHZ met de gemeenten te versterken. 2. Het voornemen om Bureau Leerplicht en Voortijdig Schoolverlaten (BLVS) per 1 juli 2009 vanuit de GR Drechtsteden over te dragen aan de Regio ZHZ. 3.
Het voornemen om het verzorgingsgebied van de GGD ZHZ uit te breiden met de gemeenten in de Hoeksche Waard
Daarnaast wordt al geruime tijd gewerkt aan een vierde verandering: de vorming van een Omgevingsdienst overeenkomstig de principebesluiten van GS Zuid Holland en DB ZHZ van juli 2008. De voorbereidingen van deze verandering, die provinciebreed op meer plaatsen haar beslag moeten krijgen, blijkt echter meer tijd te vergen dan in november vorig jaar is aangenomen. Daardoor is er over dit onderwerp op dit moment nog geen besluit van uw raad nodig. U ontvangt hierover nadere voorstellen na de vergadering van het Algemeen Bestuur van 24 juni 2009. Een besluit tot wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling Zuid-Holland Zuid is volgens de vigerende Regeling voorbehouden aan de raden van de deelnemende gemeenten. De colleges zijn bevoegd te besluiten tot oprichting van een nieuwe GR Veiligheidsregio, omdat het een collegeregeling is, maar hebben daarvoor wel toestemming nodig van hun raden. Beide regelingen worden hierbij aan uw raad voorgelegd, maar het karakter van het gevraagde besluit verschilt. Onderstaand gaan wij eerst in op
enkele belangrijke gevolgen van de voorgenomen veranderingen. Aansluitend gaan wij puntsgewijs dieper in op de verschillende onderdelen. Aan het eind van het voorstel treft u de gevraagde besluiten aan. Aanleiding: De nagestreefde veranderingen hebben een verschillende achtergrond, maar vergen vrijwel allemaal een wijziging van de huidge gemeenschappelijke regeling. Bovendien maakt de komst van de Veiligheidsregio het oprichten van een nieuwe gemeenschappelijke regeling noodzakelijk.
-2 -
Het dagelijks bestuur van de regio Zuid-Holland Zuid heeft ons college bij brief van 4 maart jl. verzocht te bevorderen dat de gemeentelijke besluitvorming over dit onderwerp voor 20 juni 2009 wordt afgerond. Alternatieven, keuze en overwegingen t.a.v. het voorstel: De gevolgen van het nagestreefde verandertraject kunnen als volgt worden omschreven: 1. Dienstverlening aan gemeenten blijft ongewijzigd De inhoudelijke taakuitvoering voor en dienstverlening aan de deelnemende gemeenten wordt door de voorgestelde veranderingen niet geraakt. Ook in structurele zin kosten de huidige activiteiten straks niet meer geld dan nu. Milieudienst, GGD en RAV blijven in stand en continueren hun werkzaamheden. Brandweer en GHOR worden weliswaar in een andere juridische entiteit ondergebracht, maar deze onderbrenging heeft geen gevolgen voor de taken en taakuitvoering, noch voor het budget. De oprichting van de GR Veiligheidsregio staat ook los van de vraagstelling rond de regionalisering van de Brandweer en van de ambities op het punt van de multidisciplinaire samenwerking, gegeven de aanstaande Wet veiligheidsregio’s. 2. Band gemeenten – Regio ZHZ wordt verstevigd De voorgestelde veranderingen hebben een tamelijk hoog bestuurlijk – juridisch gehalte. Belangrijk ankerpunt is dat deze veranderingen bedoeld zijn om de betrokkenheid vanuit de gemeenten bij het werk van de Regio te versterken en de band tussen de gemeenten en de Regio zowel politiek, bestuurlijk als ambtelijk steviger te verankeren. De gekozen bestuurders komen meer aan het roer te staan, onder andere door het instellen van bestuurscommissies die verantwoordelijk worden voor de aansturing van de verschillende organisatieonderdelen. De verantwoordelijke portefeuillehouders participeren in deze bestuurscommissies. Gezien het feit dat de opgedragen taken en bevoegdheden tot het domein van de colleges behoren, wordt de GR ZHZ een collegeregeling. Het raadsledenplatform, dat een nuttige functie vervult in de verbinding tussen de gemeenten en de Regio, blijft gewoon bestaan. De voorgenomen veranderingen op een rij: Hieronder beschrijven we de voorgenomen veranderingen. We maken daarbij onderscheid tussen de elementen die voor ieder van de verandertrajecten van toepassing zijn en betrekking hebben op de wijziging van de huidige gemeenschappelijke regeling, en elementen die voor een specifiek verandertraject van toepassing zijn. A. Oprichting Veiligheidsregio: past in nieuw wettelijk kader In lijn met het kabinetsbeleid heeft de Regio de afgelopen periode gewerkt aan de voorbereiding van de implementatie van de nieuwe Wet veiligheidsregio’s. Er zijn juridische belemmeringen om de Regio ZHZ zelf om te vormen tot een veiligheidsregio. Ook zijn daar steekhoudende bestuurlijke overwegingen tegen. In november 2008 bent u hierover in een informatiebijeenkomst geïnformeerd. Daarom ligt er nu een voorstel om voor de uitvoering van de veiligheidstaken per 1 juli 2009 een, volgens de Wvr verplichte, eigen gemeenschappelijke regeling voor de Veiligheidsregio op te richten en deze in te richten volgens de beginselen van het wetsontwerp Veiligheidsregio. Dit betekent onder andere dat hierin de brandweertaak en de taken op het terrein van de GHOR worden ondergebracht. Deze taken vallen momenteel nog onder de GR ZHZ. Het algemeen bestuur van de nieuwe GR Veiligheidsregio wordt gevormd door de burgemeesters van de deelnemende gemeenten omdat de Wet veiligheidsregio’s dit voorschrijft. Graag benadrukken wij dat deze verandering geen wijziging brengt in de taak van de veiligheidsregio, zoals we die op dit moment kennen in de vorm van een bestuurscommissie binnen ZHZ. Ook bent u door in te stemmen met dit voorstel niet verplicht uw brandweerkorps in de toekomst in te brengen in de nieuwe GR Veiligheidsregio. Dat is en blijft een keuze die u als gemeente zelf maakt.
-3 -
Verder heeft dit voorstel geen betrekking op de plannen (onafhankelijk van de komst van de GR Veiligheidsregio) voor het intensiveren van de multidisciplinaire samenwerking op het terrein van veiligheid en de eventuele financiële consequenties daarvan. De oprichting van een aparte GR voor de Veiligheidsregio is op juridische gronden nodig, maar zal weinig tot geen gevolgen te hebben voor het bestuurlijk functioneren in de dagelijkse praktijk. Om dit te realiseren zijn in het voorstel verschillende instrumenten opgenomen om een goede samenwerking tussen de beide GR-en te borgen. Met het oog daarop stellen we voor: • de functie van voorzitter voor beide GR-en door dezelfde persoon te laten vervullen; •
voor beide GR-en één portefeuillehouderoverleg Middelen te laten functioneren;
•
de Regiostaf ZHZ een overeenkomstige functie te laten vervullen binnen de GR Veiligheidsregio;
•
de GR Veiligheidsregio, via de gemeenschappelijke regeling ZHZ, diensten te laten afnemen van het Servicecentrum Drechtsteden.
Daarnaast is er in de voorstellen voor gekozen de verbinding met de gemeenten vanuit beide GR-en zoveel mogelijk identiek in te richten, zowel bestuurlijk als ambtelijk. Het laatste is mede gedaan uit een oogpunt van transparantie en het beperken van de bestuurlijke en ambtelijke drukte. Gevolg van het overdragen van de veiligheidstaken en bevoegdheden aan de nieuwe GR Veiligheidsregio is dat deze taken en bevoegdheden uit de GR ZHZ moeten worden verwijderd. De bedoeling is dit per 1 januari 2010 te effectueren, zodat het bestuur van de nieuwe GR Veiligheidsregio vanaf het moment van oprichting (1 juli 2009) een half jaar de tijd heeft om deze overkomst van taken, middelen en personeel voor te bereiden. B. Kanteling Regio ZHZ: voor een versteviging van de band tussen Regio en gemeenten Op grond van signalen uit de gemeenten is ook uitgebreid stilgestaan bij de manier waarop de gemeenten en de Regio ZHZ zich op dit moment tot elkaar verhouden. Geconstateerd is dat er aanleiding is de verbinding tussen de gemeenten en de Regio te versterken: op politiek, op bestuurlijk en op ambtelijk niveau. Hiervoor zijn verschillende instrumenten uitgewerkt, zoals: z het versterken van de rol van het Raadsledenplatform; z
het transformeren van de bestaande portefeuillehouderoverleggen tot bestuurscommissies, die een organisatieonderdeel aansturen;
z
het instellen van een beraad van gemeentesecretarissen dat periodiek overleg heeft met en adviezen uitbrengt aan de secretaris en het directeurenoverleg ZHZ.
Deze elementen vindt u terug in bijgaande gewijzigde tekst van de gemeenschappelijke regeling. C. Overgang Bureau Leerplicht en Voortijdig Schoolverlaten (BLVS): voor meer synergie in inhoud, aansturing en beheer De wens om de taakuitvoering rond de leerplicht en de regionale meld- en coördinatiefunctie door BLVS op het niveau van ZHZ te organiseren, leeft al geruime tijd. In dat kader wordt nu voorgesteld dat BLVS vanuit de GR Drechtsteden over gaat naar de Regio ZHZ. BLVS is nu nog een onderdeel van de bestuurlijke en ambtelijke organisatie van de Drechtsteden, maar voert de taken op het terrein van de leerplichtwet en de RMC-functie inmiddels uit voor nagenoeg alle gemeenten in het verzorgingsgebied ZHZ. Daardoor is er een discrepantie ontstaan tussen het beheer van dit bureau (door de GR Drechtsteden) en de wens (ook vanuit de grote scholen) om de inhoudelijke aansturing als gemeenten gezamenlijk te regelen. De bedoeling is hierin verandering te brengen door inhoud, aansturing en beheer in de Regio ZHZ in één hand te leggen. Er wordt een Bestuurscommissie ingesteld waarin de portefeuillehouders uit de 19 gemeenten zitting hebben. De aansturing van BLVS wordt op basis van delegatie geregeld.
-4 -
De overkomst vergt een wijziging van de GR ZHZ. Gemeenten dragen de taak aan ZHZ over. De gemeenten die deel uitmaken van de Drechtsteden moeten daarvoor de GR Drechtsteden wijzigen. (zie separaat voorstel). De overige gemeenten moeten hun besluiten intrekken op basis waarvan zij tot nu toe hun bevoegdheden aan BLVS hebben overgedragen. D. Uitbreiding verzorgingsgebied GGD met gemeenten Hoeksche Waard Volledigheidshalve wordt in dit voorstel ook melding gemaakt van de uitbreiding van het verzorgingsgebied van de GGD met de gemeenten uit de Hoeksche Waard. Alleen in de colleges en gemeenteraden van de Hoeksche Waard moet hierover echter een besluit worden genomen. Deze gemeenten, al deelnemer in de GR Regio ZHZ, zijn voornemens per 1 juli 2009 ook te gaan deelnemen in de gezamenlijke GGD. Deze uitbreiding van het verzorgingsgebied van de GGD is mogelijk binnen de kaders van de geldende gemeenschappelijke regeling. De condities die aan deze uitbreiding verbonden worden, zijn recent door het dagelijks bestuur van de Regio vastgesteld. Belangrijk element hierin is dat de gemeenten die al in de GGD participeren geen nadelige gevolgen ondervinden van deze uitbreiding van het verzorgingsgebied . Deze zekerheid is geborgd. Financiële aspecten: Als gevolg van het nagestreefde verandertraject zijn enkele technische begrotingswijzigingen noodzakelijk. Hiervoor is de volgende procedure voorzien: z Eind april 2009 wordt de ontwerpbegroting 2010 ZHZ aan de gemeenten aangeboden volgens de gebruikelijke P&C-cyclus van de Regio. In deze begroting zijn de gevolgen van de verandertrajecten echter nog níet verwerkt. Dat kan pas gebeuren nadat besluitvorming in het Algemeen Bestuur en de gemeenteraden heeft plaatsgevonden. z
Voor de overgang van BLVS en de uitbreiding van het verzorgingsgebied van de GGD is ook een wijziging van de begroting 2009 nodig; beide veranderingen worden immers per 1 juli 2009 geëffectueerd. Op grond van de geldende regelgeving kunnen deze begrotingswijzigingen 2009 en 2010 worden vastgesteld door het Algemeen Bestuur; er zijn in materiële zin namelijk geen financiële gevolgen voor de gemeenten aan verbonden.
z
De begroting 2010 voor de GR Veiligheidsregio wordt in het najaar van 2009 in procedure gebracht.
Communicatie Na vaststelling door de gemeenteraad zal het besluit tot wijziging van de Gemeenschappelijke regeling Zuid-Holland Zuid en het besluit tot oprichting van de Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid op de gebruikelijke wijze worden bekend gemaakt. Vervolgtraject Voor de nagestreefde besluitvorming en de hieruit voortvloeiende invoering van het beoogde verandertraject is eens strakke planning opgesteld. De vorming van een Omgevingsdienst verloopt parallel aan de vier vorengenoemde verandertrajecten, maar kent inmiddels een ander tijdpad. Besluitvorming door gemeenteraden wordt niet eerder dan in het najaar van 2009 gevraagd. In dit voorstel komt dit verandertraject dan ook slechts zijdelings aan de orde. In onderstaand overzicht is het proces van besluitvorming over de verschillende verandertrajecten uitgewerkt in de tijd. In het daaropvolgende overzicht vindt u het invoeringstraject. Met beide overzichten heeft een spoorboekje voor de rest van 2009 in handen.
-5 -
Verandertraject 1a. Oprichting GR Veiligheidsregio 1b. Kanteling Regio 2. Overkomst BLVS 3. Uitbreiding verzorgingsgebied GGD 4.Vorming Omgevingsdienst P&C-cyclus Begroting 2010 ZHZ
Algemeen bestuur 4 maart 2009
Gemeenteraden Maart – juni 2009
4 maart 2009 4 maart 2009 4 maart 2009
Maart – juni 2009 Maart – juni 2009 n.v.t.
24 juni 2009
Juli – oktober 2009
24 juni 2009
Mei – juni 2009 ‘voorhangen’ n.v.t. n.v.t. n.v.t.
Begrotingswijziging 2010 ZHZ 24 juni 2009 (+BLVS, +GGD) Begrotingswijziging 2009 ZHZ 24 juni 2009 (+BLVS, +GGD) Begrotingswijziging 2010 ZHZ 23 september 2009 (-/-BRW, -/GHOR) Begroting 2010 VR 23 september 2009 (+BRW, +GHOR)
n.v.t.
Het traject van invoering van de verschillende onderdelen van wijziging van de GR ZHZ en de oprichting van de GR VR ziet er bij instemming met de voorstellen als volgt uit: Datum 1 juli 2009
GR ZHZ Inwerkingtreden wijzigingsvoorstel; BLVS wordt opgenomen in GR Regio en de voorstellen inzake de kanteling treden in werking.
GR Veiligheidsregio Wordt opgericht, waarbij alleen de artikelen in werking treden die toezien op de bestuurlijke constellatie en die de bevoegdheden van DB, AB en de ambtelijke leiding regelen. 1 augustus 2009 BC’s zijn ingesteld. AB en DB zijn benoemd. 1 januari 2010 Taken en bevoegdheden op grond van Alle andere artikelen treden in werde Brandweerwet en GHOR vervallen, king (taken, bevoegdheden, middelen, personeel, et cetera). doordat de bijlage bij de Regeling vervalt met het verstrijken van de datum 01 januari 2010
In de raadsportefeuille treft u de complete tekst aan van de gewijzigde Gemeenschappelijke regeling Regio Zuid-Holland Zuid en de tekst van de nieuwe Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid Advies opiniërende bijeenkomst: De leden van de opiniërende bijeenkomst willen het voorstel nader bespreken in de raad. Voorgesteld besluit: Resumerend stellen wij u voor: I. In te stemmen met wijziging van de Gemeenschappelijke regeling Regio Zuid-Holland Zuid, overeenkomst de tekst van bijgevoegd ontwerp; II. Ons college toestemming te verlenen voor het aangaan van de Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid, overeenkomstig de tekst van bijgevoegd ontwerp;
-6 -
III. de Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid aan te gaan, overeenkomstig de tekst van bijgevoegd ontwerp; IV. Kennis te nemen van de voorgenomen toetreding van de gemeenten uit de Hoeksche Waard tot de GGD Zuid-Holland Zuid en de besluitvorming daarover van de betrokken gemeenten af te wachten. Burgemeester en Wethouders van Sliedrecht, de secretaris, de burgemeester,
M.J. Verhoef
M.C. Boevée
-7 -
Raadsbesluit
Concept
De gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Sliedrecht, ieder voor zover het de eigen bevoegdheden betreft; gezien het voorstel van het algemeen bestuur van de Gemeenschappelijke regeling Regio ZuidHolland Zuid tot: wijziging van de Gemeenschappelijke regeling Regio Zuid-Holland Zuid, alsmede
het aangaan van een Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid;
gelet op de voorgenomen toetreding van de gemeenten uit de Hoeksche Waard tot het de GGD ZuidHolland Zuid; gelet op de Wet gemeenschappelijke regelingen; besluit: I. In te stemmen met wijziging van de Gemeenschappelijke regeling Regio Zuid-Holland Zuid, overeenkomst de tekst van bijgevoegd ontwerp; II. Het college toestemming te verlenen voor het aangaan van de Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid, overeenkomstig de tekst van bijgevoegd ontwerp; III. de Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid aan te gaan, overeenkomstig de tekst van bijgevoegd ontwerp; IV. Kennis te nemen van de voorgenomen toetreding van de gemeenten uit de Hoeksche Waard tot de GGD Zuid-Holland Zuid en de besluitvorming daarover van de betrokken gemeenten af te wachten. Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Sliedrecht op 25 mei 2009 De griffier, De voorzitter,
A. Overbeek
M.C. Boevée
Burgemeester en wethouders, Secretaris,
Burgemeester,
M.J. Verhoef
M.C. Boevée
Burgemeester,
M.C. Boevée
Raadsvoorstel Aan de raad van de gemeente Sliedrecht
Agendapunt: 14
Sliedrecht, 31 maart 2009
Onderwerp: Ondersteuning Stichting Kringloopcentrum Samenvatting: De Stichting Kringloopcentrum Sliedrecht levert een belangrijke bijdrage aan de verbetering van het milieu door afvalvermindering en het stimuleren van hergebruik. Gedurende de jaren 2005 tot en met 2008 heeft de Stichting een jaarlijkse bijdrage van € 13.000 (inclusief indexering) ontvangen als tegemoetkoming in de huurkosten. Aanleiding: De Stichting Kringloopcentrum Sliedrecht heeft een verzoek gedaan om de jaarlijkse bijdrage die zij gedurende de afgelopen jaren van de gemeente heeft ontvangen te continueren. Alternatieven, keuze en overwegingen t.a.v. het voorstel: In zijn vergadering van 30 januari 2006 heeft de raad besloten om de Stichting Kringloopcentrum, voor de jaren 2005 tot en met 2008, een jaarlijkse bijdrage van € 13.000,00 (inclusief indexering) als tegemoetkoming in de huurkosten te geven. In het raadsvoorstel werd uitgegaan van het feit dat er na 2008 mogelijk sprake zou zijn van een nieuwe milieustraat waarop de stichting Kringloopcentrum gehuisvest zou kunnen worden. De nieuwe milieustraat is tot op heden nog niet gerealiseerd. De Stichting Kringloop heeft aangegeven dat huisvesting op de nieuwe milieustraat geen wenselijke situatie is. Wel zal samen met de Stichting Kringloop een oplossing worden bedacht om op de nieuwe milieustraat goederen die nog voor hergebruik in aanmerking komen apart te zetten en via de Stichting Kringloop weer een bestemming zullen krijgen. Bovenstaande betekent dat de feitelijke situatie van de Stichting Kringloopcentrum in 2009 ongewijzigd is in vergelijking met de situatie in 2006. De inspanningen van de Stichting Kringloopcentrum zorgen er voor dat er grote hoeveelheden afval niet verbrand worden maar weer voor hergebruik in aanmerking komen. Dit is goed voor het milieu en het levert de gemeente een besparing op in de verwerkingskosten van het huishoudelijk afval. Daarnaast zorgt de Stichting Kringloop er voor dat mensen met lagere inkomens de mogelijkheid hebben om tegen lage prijzen goederen te kunnen kopen. De activiteiten van de Stichting Kringloop worden door een grote groep enthousiaste en gemotiveerde vrijwilligers uitgevoerd. In de bijlage is te zien dat de Stichting Kringloopcentrum jaarlijks aan een groot aantal goede doelen wereldwijd en lokaal giften heeft gegeven. Zoals uit het verzoek van de Stichting Kringloop blijkt heeft het verzoek om een afvalverminderingsbijdrage geen financiële maar een morele achtergrond. Door het geven van een bijdrage laat de ge-
--2--
meente blijken dat de stichting een wezenlijke bijdrage levert aan de verbetering van het milieu door afvalvermindering en hergebruik. Wanneer de activiteiten van de Stichting Kringloop door de gemeente met betaalde medewerkers zouden moeten worden georganiseerd, zouden de kosten een veelvoud zijn van de gevraagde bijdrage. Financiële aspecten: Dekking vindt plaats uit de afvalstoffenheffing. In de vastgestelde beheersbegroting 2009 is (ten onrechte) een bedrag opgenomen van € 13.592. Bij de vaststelling van de afvalstoffenheffing 2009 is al rekening gehouden met dit bedrag. Het besluit om de bijdrage aan de Stichting Kringloopcentrum te continueren heeft voor 2009 daarom geen financiële consequenties Communicatie: N.v.t. Vervolgtraject: De Stichting Kringloopcentrum informeren Advies opiniërende bijeenkomst: De voorzitter heeft geconcludeerd dat het voorstel voldoende is bediscussieerd, enkele fracties hebben behoefte in de raadsvergadering een korte stemverklaring af te geven. Voorgesteld besluit: De Stichting Kringloopcentrum vanaf 2009 tot en met 2012 een jaarlijkse bijdrage te leveren van € 13.592 per jaar, inclusief indexering. Dekking vindt plaats uit de afvalstoffenheffing.
Burgemeester en Wethouders van Sliedrecht, de secretaris, de burgemeester,
M.J. Verhoef
M.C. Boevée
--3--
Raadsbesluit
Concept
De raad van de gemeente Sliedrecht; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 31 maart 2009;
besluit:
De Stichting Kringloopcentrum vanaf 2009 tot en met 2012 een jaarlijkse bijdrage te leveren van € 13.592 per jaar, inclusief indexering. Dekking vindt plaats uit de afvalstoffenheffing.
Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Sliedrecht op 25 mei 2009 De griffier, De voorzitter,
A. Overbeek
M.C. Boevée
Raadsvoorstel Aan de raad van de gemeente Sliedrecht
Agendapunt: 15
Sliedrecht, 21 april 2009
Onderwerp: Comptabiliteitsbesluiten mei 2009
Samenvatting: Hierbij ontvangt u een voorstel voor de wijziging van de begroting 2009. Hierin zijn de B&Wbesluiten tot en met de vergadering van 21 april 2009 meegenomen. Aanleiding: Voor een goede budgetbewaking moeten budgetmutaties vóór het aangaan van verplichtingen worden ingediend. Hiermee stimuleren we het actieve budgetbeheer in de ambtelijke organisatie. En het geeft invulling aan het budgetrecht van de raad, zodat zij haar controlerende taak kan uitoefenen. Bij het agendapunt “comptabiliteitsbesluiten” komen alleen financieel administratieve wijzigingen aan de orde. Wanneer het gaat om besluitvorming over een beleidsinhoudelijk onderwerp, dan moet dit via een afzonderlijk raadsvoorstel. Alleen bedragen groter dan € 1.500,- worden in het raadsvoorstel comptabiliteitsbesluiten meegenomen. Overschrijdingen en onderschrijdingen kleiner dan € 1.500,- komen in de jaarrekening tot uitdrukking.
Alternatieven, keuze en overwegingen: De budgetmutaties hebben betrekking op vier onderwerpen: Portefeuillehouder: M.C. Boevée 1. Opdracht ‘aanzet voor een beeldkwaliteitplan’ voor meubelboulevard Nijverwaard Programma 6: Werk, Inkomen, Zorg en Welzijn Product 70: Economische zaken
Een budget ter beschikking stellen van € 14.180 voor het opstellen van een eerste aanzet voor een beeldkwaliteitplan voor meubelboulevard Nijverwaard ten laste van de Reserve Renovatie Nijverwaard.
Voor het opstellen van een eerste aanzet voor een beeldkwaliteitplan voor meubelboulevard Nijverwaard wordt een externe adviseur ingehuurd. Hieruit volgt in een later stadium het beeldkwaliteitplan. De lasten kunnen worden gedekt uit de Reserve Renovatie Nijverwaard.
-2-
Portefeuillehouder: R. G. van de Ven 2. Aanleg brug en uitvoeren werkzaamheden aan de verhardingen in het Dr. Willem Dreespark Programma 4: De Openbare Ruimte Product 44: Openbaar groen
Een budget ter beschikking stellen van € 147.300 voor werkzaamheden in het Dr. Willem Dreespark ten laste van de Reserve Infra en de ABR.
Voor het aanleggen van een brug in het Dr. Willem Dreespark is een bedrag noodzakelijk van € 74.800. Dit bedrag kan worden gedekt uit de Reserve Infra. Voor werkzaamheden aan het voet/fietspad in hetzelfde park is een bedrag nodig van € 72.500. Deze werkzaamheden vallen onder de gelden die binnen de ABR onder de noemer “bijdrage aan de parken” zijn gereserveerd. Hiervoor is in totaal € 250.000,- beschikbaar.
Portefeuillehouder: R. G. van de Ven 3. Vervanging werktuigdrager met onkruidborstel Kostenplaatsen Product 138: Tractiemiddelen totale organisatie
Een aanvullend budget ter beschikking stellen van € 2.335 voor de vervanging van de werktuigdrager ten laste van de Reserve vervanging materieel PR.
Voor de vervanging van de werktuigdrager is in het verleden een krediet ter beschikking gesteld van € 48.242. Dit krediet is niet toereikend. Voorgesteld wordt om een aanvullend krediet ter beschikking te stellen van € 2.355 ten laste van de Reserve vervanging materieel PR.
Portefeuillehouder: J.A. Lavooi 4. Taakstelling en uitkering WSW 2009 Programma 6: Werk, Inkomen, Zorg en Welzijn Product 67: Sociale Werkvoorziening
De inkomsten- en uitgavenbudgetten ten behoeve van de sociale werkvoorziening verhogen met € 25.365.
Recent is de definitieve taakstelling en bijbehorende beschikking 2009 voor de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) ontvangen. De beschikking is € 25.365 hoger dan in de primaire begroting was geraamd. Aangezien we dit bedrag rechtstreeks aan Drechtwerk doorbetalen, moet zowel de inkomsten- als de uitgavenkant van de begroting worden geactualiseerd. Financiële aspecten: Het saldo van de post voor onvoorziene uitgaven 2009 is na het comptabiliteitsbesluit van april € 48.287,- positief. Dit saldo verandert door het voorgestelde besluit niet.
Communicatie: De besluiten worden gecommuniceerd zoals aangegeven in de ter inzage gelegde adviesnota’s.
-3-
Vervolgtraject: De vervolgstappen van de besluiten worden geëffectueerd zoals aangegeven in de ter inzage gelegde adviesnota’s.
Advies opiniërende bijeenkomst: De voorzitter heeft geconcludeerd dat het voorstel voldoende is bediscussieerd, enkele fracties hebben behoefte in de raadsvergadering een korte stemverklaring af te geven.
Voorgesteld besluit: Wij stellen u voor de budgetmutatie te verwerken in een besluit tot wijziging van de gemeentebegroting 2009.
Burgemeester en Wethouders van Sliedrecht, de secretaris, de burgemeester,
M.J. Verhoef
M.C. Boevée
-4-
Raadsbesluit
Concept
De raad van de gemeente Sliedrecht;
gezien de diverse voorstellen van burgemeester en wethouders
besluit:
De comptabiliteitsbesluiten voor mei 2009 vast te stellen en de begroting 2009 conform aan te passen.
Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Sliedrecht op 25 mei 2009 De griffier, De voorzitter,
A. Overbeek
M.C. Boevée
-5-
Toelichting op het comptabiliteitsbesluit van mei 2009 In het voorstel van 21 april 2009 en de diverse ter inzage gelegde adviesnota’s worden de meeste budgetmutaties uitgebreid toegelicht. Deze toelichting bij het raadsbesluit bevat een samenvatting van de mutaties in de ABR (algemene bestemmingsreserve) en een overzicht van het verloop van de post voor onvoorziene uitgaven.
ABR In dit comptabiliteitsbesluit zijn de volgende mutaties op de ABR opgenomen: Omschrijving
Werkzaamheden Dr. Willem Dreespark Totaal mutatie ABR
Bedrag
-72.500 -72.500
Post Onvoorzien Als gevolg van deze begrotingswijziging wijzigt het saldo van de post Onvoorzien niet. Het verloop van de post Onvoorzien tot nu toe is als volgt: Verloop van de post onvoorziene uitgaven 2009 Raad
Omschrijving
Bedrag
Januari Januari Januari
Primaire begroting Jaarlijkse inspectie kinderopvang/peuterspeelzalen Verkiezingen Europees Parlement Bijeenkomst nieuwe inwoners
59.635 -2.348 -5.500 -3.500
Saldo onvoorzien
48.287