Afscheidsproject Afscheidsproject Memory Memory Handleiding Handleiding voor voor workshopbegeleiders workshopbegeleiders
Inhoudsopgave Inleiding
3
Zo ziet het project er uit
5
Informatie voor workshopleiders
7
Tien aandachtspunten voor de workshopleider
9
Colofon
14
Werkboek 4-6 jaar • Workshops • Knipvellen Werkboek 7-9 jaar • Workshops • Knipvellen Werkboek 10-12 jaar • Workshops • Knipvellen Personages en voorbeeldverhalen Verhalen
Elk afscheid is de geboorte van een herinnering S. Dali
Inleiding Op dit moment sluiten een groot aantal AZC’s hun deuren. In de komende jaren zullen er nog meer volgen. Voor de kinderen die in deze AZC’s wonen betekent dit het vertrouwde achterlaten, afscheid nemen van je vrienden en een onbekende toekomst tegemoet gaan. De Nationale Stichting ter Bevordering van Vrolijkheid wil hen ondersteunen zo lang dat kan. Tot de definitieve sluiting zullen kunstenaars, vrijwilligers en de kinderen samen op weg gaan. Onderweg kunnen de kinderen hun ervaringen delen en het afscheid op een creatieve manier een plekje geven in hun bestaan. Want elk afscheid is een nieuw begin. Zo ziet het project er uit Het afscheidsproject bestaat uit 10 creatieve workshops waarin kinderen werken aan een persoonlijk aandenken aan de plek die ze achter moeten laten en de mensen van wie ze afscheid moeten nemen. Het project wordt gestart en/of afgesloten met een feestdag. Van begin tot eind wordt er gewerkt aan een hechte groep die veilig en vertrouwd is, en waarin de kinderen de ruimte krijgen om zich te uiten. Het project is bedoeld voor de leeftijdsgroepen 4-6 jaar, 7-9 jaar en 10-12 jaar. Voor iedere leeftijdsgroep is er een apart werkboek beschikbaar waarin 10 workshops zijn uitgewerkt. Bij de werkboeken hoort een inspiratiedoos met voorbeelden, verhalen en poëzie rond het thema. De kinderen gaan vooral aan de slag met het verzamelen van herinneringen. Dit gebeurt op allerlei manieren. Er worden
foto’s en tekeningen gemaakt van het centrum. In een kistje of doos worden heel gewone dingen bewaard, zoals kleine steentje, lepeltjes, een veer etc. Natuurlijk is er ook veel aandacht voor het aandenken dat losstaat van dingen, zoals het liedje of het dansje dat je hebt geleerd. Ook al verlies je al je spullen, zo’n aandenken raak je niet snel kwijt. Daarnaast wordt er aandacht besteed aan vriendschappen en de mensen om je heen. De kinderen leren dat je sommige dingen kunt vasthouden, en dat je andere dingen moet loslaten. Het groepje dat meedoet aan de creatieve workshops zal in de loop van het project steeds kleiner worden. Steeds meer kinderen zullen worden overgeplaatst naar andere centra of elders gaan verblijven. Daarom wordt er in iedere workshop ruimte gemaakt om persoonlijk afscheid te nemen en levert iedere workshop iets op dat de kinderen mee kunnen nemen. Ons ideaal is een knotsgekke afscheidsmobiel op de weg te zetten die als een wervelwind door het land trekt en bij ieder AZC een aandenken meeneemt. De herinneringen en de kunst van de kinderen zouden we graag willen tentoonstellen in een bijzondere kast met allerlei vakjes en laatjes, die een paar meter lang is. Deze kast kan als aandenken ook openbare ruimtes sieren in de gemeente waar het AZC heeft gestaan. We proberen medestanders te vinden om dit ideaal te kunnen realiseren. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de Nationale Stichting ter Bevordering van Vrolijkheid, Fronnie Biesma, T 020 627 32 87 of
[email protected].
3
Schema De drie werkwoorden van het afscheidsproject: Bewaren Persoonlijk kistje/doos en plakboek waar de kinderen gedurende de hele periode aan mogen werken Maken Wekelijkse creatieve workshop tot de laatste kinderen zijn vertrokken De acht V’s van het afscheidsproject 1. De V van Vrolijkheid De sfeer is licht en de doelen zijn bescheiden. We proberen positieve ervaringen te creëren die aansluiten bij de magische belevingswereld van het kind. 2. De V van Vertrouwen Wij voor ieder kind uitstralen dat we er gewoonweg zijn. 3. De V van Veiligheid Onze activiteiten zijn gestructureerd en onze communicatie is helder zodat ieder kind zich veilig kan voelen om ervaringen en gevoelens met ons te delen. 4. De V van Veerkracht We vertrouwen op de eigen kracht van ieder kind om zich aan te passen aan een nieuwe situatie. 5. De V van Verhaal Er is ruimte voor ieders individualiteit, uitgedrukt in kunst en creativiteit. 6. De V van Vriendschap Wij willen naast het kind staan in de periode dat er afscheid genomen moet worden van het AZC en ruimte scheppen voor moeilijke onderwerpen als verdriet, verlies, verandering, angst en eindigheid. 7. De V van Verleden Wij helpen het kind herinneringen een plekje te geven en op een positieve en creatieve manier het centrum gedag te zeggen. 8. De V van Vooruit kijken Wij kijken samen met het kind vooruit en helpen het kind om te beslissen wat je mee kunt nemen en wat je achter kunt laten.
4
Samen zijn Feestdag(en). Een intiem afscheidsfeestje vol vrolijke uitspattingen. Korte variant Soms vindt de sluiting van het AZC op zo’n korte termijn plaats dat het organiseren van tien workshops er niet meer in zit. Dan is een korte variant mogelijk. In deze variant wordt een selectie gemaakt van vier workshops die in ieder geval aan bod moeten komen. Deze kunnen in een weekend of week gegeven worden. In de werkboeken zijn deze workshops gemarkeerd.
Informatie voor workshopleiders Wat betekent sluiting van het AZC voor een kind? Sluiting van het AZC betekent niet alleen afscheid nemen van je tijdelijke huis, maar ook van de andere kinderen op het AZC. In de periode van de sluiting zal het AZC langzaam leeglopen. Er blijven steeds minder kinderen achter om mee te spelen. Elk kind zal eraan moeten wennen dat het voorlopig alleen, of alleen met broertjes en zusjes, verder zal moeten. De Vrolijkheid vindt het belangrijk dat de kinderen het afscheid op hun eigen, individuele manier vorm kunnen geven. Daarom ligt de nadruk op persoonlijke herinneringen en bewaren de kinderen dingen die ze zelf hebben uitgekozen. Als een kind wordt overgeplaatst hoeft dat niet te betekenen dat het kistje en het plakboek (half)leeg blijven. Ook na hun verhuizing kunnen de kinderen zelfstandig verder werken. Het verzamelen van herinneringen Grofweg kun je herinneringen indelen in tastbare herinneringen (een aandenken) en niet tastbare herinneringen. Beide zijn voor ons project belangrijk. De scherpste herinneringen bevatten niet alleen het beeld van de gebeurtenis, maar alle andere ervaringen die erbij horen zoals het geluid, de geur en het gevoel dat je erbij had. Een goede leidraad voor het verzamelen van herinneringen zijn dan ook onze vijf zintuigen. Probeer, als je zelf workshops bedenkt, activiteiten te verzinnen waarbij telkens een ander zintuig aan bod komt. Voorbeelden Zien: foto’s maken, tekening maken, film maken Tast: voorwerpen verzamelen Reuk: geurpotjes maken Gehoor: muziek maken, geluiden opnemen, radioreportage maken Smaak: lievelingsgerecht klaarmaken
Afscheid: verschillen in de belevingswereld van jongere en oudere kinderen Het thema ‘afscheid’ heeft voor iedere leeftijdsgroep een andere lading. Daarom is er voor iedere leeftijdsgroep een apart werkboek met geschikte werkvormen. Ook als de groep te klein is om op te splitsen is het goed om rekening te houden met de verschillen in belevingswereld zodat u elk kind persoonlijk kunt aanspreken. De jongste kinderen, van vier tot zes jaar, leven vooral in het hier-en-nu. Ze zijn nog bezig met het ontdekken van de begrippen verleden en toekomst. Je kunt met een kind van vijf dan ook een leuk gesprekje hebben over ‘morgen’. ‘Wanneer is het morgen?’ ‘Als jij een nachtje hebt geslapen’. Volgende dag: ‘is het nu morgen?’ ‘Nee, morgen is het morgen. Eerst moet je nog een nachtje slapen’… Het heeft dus niet zoveel zin om met kinderen van deze leeftijd over herinneringen te praten of plannen voor de toekomst. Wel kun je heel goed samen dingetjes gaan verzamelen uit de omgeving van het kind en die in een doosje doen. Ook kun je uitleggen dat je dat doosje mee kunt nemen als je ergens anders naar toe gaat. Kinderen zijn in deze leeftijd heel ontvankelijk voor fantasie. Door middel van verhalen en personages kun je het onderwerp ‘afscheid’ best aankaarten. Je kunt bijvoorbeeld uitbeelden wat er gebeurt als er een fantasiefiguur afscheid neemt. Zo kun je ook de bijbehorende emoties zichtbaar maken en laten zien hoe je daar mee om kunt gaan.
Begeleidster Ellen liet zien wat zij in haar kistje had verzameld: een stukje steen dat ze had gevonden voor de deur. Ze vertelde dat ze door het stukje steen altijd zal denken aan het AZC in Bos en Lommer. Toen vertelden we de kinderen ons plan om ook dingen te gaan zoeken buiten die ze dan konden bewaren in hun kistje en zo iets van het AZC konden bewaren. Met veel onstuimigheid en enthousiasme gingen we met z’n allen naar buiten en was het echt heel ontroerend toen Mehmet als eerste iets had gevonden. Hij stoof op me af met een smile van oor tot oor en zei; “JOEF, ik heb een denneappel gevonden!“ Met alle zorg van de wereld stopte hij het in zijn kistje. (uit het verslag Afscheidsproject Bos en Lommer)
5
Kinderen van zeven tot negen begrijpen al veel beter wat het betekent om afscheid te nemen. Toch hebben de meeste kinderen daar nog niet zoveel ervaring mee. Je kunt met deze kinderen heel concreet bespreken wat er precies gaat gebeuren. Het AZC gaat dicht. Dat betekent dat alle mensen gaan verhuizen. Je doet al je spullen in een koffer en tas en die neem je dan mee. Je stapt in de bus of de trein, etc. Wel willen de meeste kinderen pas over het onderwerp praten als het echt aan de orde is, en het binnen enkele dagen zover is. Verhalen en personages helpen in dat geval goed om het thema al eerder naar voren te laten komen en de kinderen aan ‘het feit’ te laten wennen. Vermijd het spreken in abstracte termen als ‘afscheid’ en ‘herinneringen’. Houd het bij simpele basisemoties als verdriet, blijdschap en bang zijn. We hebben voor iedereen een kleurplaat van twee vogeltjes in het kistje gedaan. We wezen naar onze grote knutselboom en vertelden dat de vogels in die boom weer verder moesten vliegen. Net zoals de kinderen ook weer naar een andere plek gaan. We hebben gevraagd of ze wilden tekenen hoe ze graag zouden willen dat hun nieuwe plek eruit zal zien. Iemand begon met het tekenen van een kasteel, waarna alle kinderen dat wilden doen. Er ontstonden kastelen met veel en sterke bewakers en Nederlandse vlaggen op de torens. Tijdens de limonade ontstonden er voorzichtig wat gesprekjes over het verhuizen iets wat de kinderen tot nu toe steeds duidelijk af hadden gehouden). (uit het verslag Afscheidsproject Bos en Lommer) Met kinderen van negen tot twaalf kun je goed een kringgesprek voeren over het naderende afscheid. Wat zullen ze allemaal gaan missen? Wat kunnen ze wel, en wat kunnen ze niet meenemen? Wat vinden ze ervan? Waar gaan ze eigenlijk naar toe? Weten ze daar al iets over? Voor deze leeftijdsgroep kan een verhaal een veilig opstapje zijn naar het gesprek. Het is belangrijk het thema regelmatig te laten terugkomen zodat de kinderen er aan wennen en zich hierover persoonlijk kunnen uiten. Juf Hennie; “Ze maakte er in het begin een geheim van en was boos dat ik in de klas zei dat ze al snel uitgeplaatst zou worden. Nu het een aantal malen ter sprake is gekomen door het project, via het verhaal, vertelt ze honderd uit en is de spanning doorbroken”. Jongeren Misschien wordt er op het AZC ook met jongeren gewerkt. Richt je dan meer op discussie: ‘Wat vind jij er nou van?’ Je kunt wekelijks een krant maken met ‘het laatste nieuws’. Benut de mogelijkheden van internet en e-mail. Jongeren kunnen hun vriendschapsboekje zelf maken. De knipvellen met gedichten zijn ook voor jongeren geschikt. Je kunt ook iemand uitnodigen die speciale jongerenworkshops komt geven.
6
Tien aandachtspunten voor de workshopleider 1 Werk aan een veilige en hechte groep Tijdens alle activiteiten staat het delen van ervaringen centraal. Werk daarom voortdurend aan een veilige en hechte groep. Het ontstaan van een goede groep kun je bevorderen door een heldere structuur te bieden, duidelijk te communiceren en je te houden aan regels en beloftes. Een goede structuur is: welkom, warming-up, hoofdactiviteit, cooling down, afsluiting. Zorg dat de structuur de hele periode ongeveer hetzelfde is.Voor een uitwerking van deze structuur en voorbeelden, zie funkit Zomerweken. Het doel van duidelijk communiceren is dat alle kinderen weten wat de bedoeling is. Begin pas met uitleggen als je er zeker van bent dat je ieders aandacht hebt. Leg niet alles in woorden uit, maar laat ook voorbeelden zien of doe het voor. Als je bijvoorbeeld een kring wilt maken begin je er zelf alvast mee terwijl je de kinderen vraagt om mee te doen. 2 Maak zelf ook iets persoonlijks Omdat de kinderen te stimuleren om op een heel persoonlijke manier te werk te gaan (bijvoorbeeld een herinnering van thuis meenemen), is het heel belangrijk dat je dat zelf ook doet. Zelf een kistje of een plakboek maken met persoonlijke herinneringen werkt erg goed. Zie ook het verhaal van begeleidster Ellen, op blz. 5.
3 Tref een regeling met de COA Tref een regeling met de COA zodat de kinderen die overgeplaatst worden op elk gewenst moment hun persoonlijk kistje en/of afscheidsboek kunnen ophalen, en ze niet met lege handen hoeven te vertrekken. Als het ondanks een regeling met het COA toch misgaat, stuur het dan op naar het nieuwe adres van het kind. 4 Ga door tot het laatste kind is vertrokken Ga door met het organiseren van workshops tot het laatste kind is vertrokken. De kinderen die als laatste overblijven hebben juist veel behoefte aan afleiding en steun. Zie het verhaal ‘Onderdak’ over het afscheidsproject in Doorn. 5 Verzin een leuke werkvorm voor het bekijken van elkaars werk Tijdens de meeste workshops is er een moment waarop de kinderen hun kistje of plakboek aan de anderen mogen laten zien. Een leuke manier om dit te doen is als volgt. Ga zitten in een kring. Laat alle kinderen hun plakboek openslaan bij de bladzijde die ze willen laten zien en voor zich leggen. Dan staat iedereen op wordt er een rondje rondom de opengeslagen plakboeken gelopen zodat iedereen ze goed kan bekijken.
Onderdak Uit een mix van lege sappakken, rietjes, gekleurd papier, een papieren bordje, veel aluminiumfolie, kurken, wol, een eierdoosje, en een heel lange transparante koker is gisteren een fantasiedier geboren. Aan de bovenkant van zijn kop zit een gat. Daar kun je een balletje in werpen. Via een ingenieuze verbinding komt het terecht op zijn uitgestoken tong, rolt het door een lange koker aan zijn snuit en landt het in een bakje op de grond. Op zijn rug draagt het dier een reservoir voor 8 balletjes en enkele reserveonderdelen. Heel handig. Het grote pootloze dier heeft onderdak gevonden bij Aisha. Vol trots droeg ze het in haar armen mee naar huis. Daar gaat ze het voeden, er mee spelen en zijn staart kammen. Aisha kwam vandaag helemaal alleen naar de workshop. Ze is als een van de laatste kinderen overgebleven in AZC Doorn. Al haar vriendinnetjes zijn al verhuisd naar centra elders in het land. Morgen gaat ook Aisha verhuizen. Op school heeft ze allemaal cadeautjes gekregen. Ze vond het erg fijn dat wij er nog even waren. Samen hebben wij het fantasiedier gecreëerd. Het was ontroerend om haar bezig te zien. Zelfs in haar eentje hield ze ons nog voor de gek door even te verdwijnen en opeens weer tevoorschijn te komen. Aisha kwam altijd trouw naar de workshops en met heel veel plezier. Het viel zwaar haar te zien gaan en afscheid te nemen. Aan het einde van de gang draaide ze zich nog een laatste keer om. Heel stilletjes zei ze gedag. Met het vertrek van Aisha is het afscheidsproject in Doorn ten einde. Na een indrukwekkende periode is het AZC gesloten. Het project was vrolijk en verdrietig tegelijk, maar bovenal waardevol en prachtig om te doen. Voor ieder kind een mooie herinnering. Carlos Mastenbroek Coöordinator Nationale Stichting ter Bevordering van Vrolijkheid, AZC Doorn. 7
Bij de kistjes kun je bijvoorbeeld vragen wie iets wil laten zien. Vervolgens kun je alle kinderen die dat willen om de beurt de gelegenheid geven om hun voorwerpen aan de groep te tonen. 6 Creëer goede randvoorwaarden bij een vertelling Een verhaal komt veel beter tot zijn recht als je eerst zorgt dat een aantal randvoorwaarden in orde zijn. Begin niet plompverloren met het vertellen van een verhaal maar besteed even aandacht aan de houding van de kinderen. Iedereen moet lekker ontspannen zitten (liefst niet aan een tafel). Tip Laat een bijzonder voorwerp zien dat de kinderen nieuwsgierig maakt naar het verhaal dat je te vertellen hebt. Een goede binnenkomer bij kleine kinderen is het wekken van de hoofdfiguur (bijvoorbeeld een handpop) met het zingen van een liedje. Besteed als het verhaal uit is aandacht aan de elementen uit het verhaal die te maken hebben met het thema van de workshop. Stel vragen en laat de kinderen zelf met de juiste elementen komen.
7 Werk met ‘speciale plekken’ Richt in het lokaal speciale plekken in, zodat alles letterlijk een plek kan krijgen. Dit bevordert ook een veilige sfeer, waarin je laat zien dat je de werkstukken van de kinderen waardevol vindt. Je kunt bijvoorbeeld denken aan een droomhuis/verhalentent, een herinneringshoek en een materialenwinkel. • Droomhuis of verhalentent Maak een speciale ruimte in de ruimte waar de verhalen verteld worden en groepsgesprekken worden gehouden. Zo’n ruimte helpt je bij het creëren van een veilige en intieme sfeer. Denk bijvoorbeeld aan een droomhuis of de Verhalentent. • Herinneringshoek Richt een herinneringshoek in waar de kistjes en de plakboeken worden bewaard en herinnerdingen worden tentoongesteld. • Materialenwinkel Richt bij beeldende workshops een materialenwinkel in. Deel van te voren alleen wat basismaterialen uit. De overige materialen liggen op een aparte plek in het lokaal. Een van de begeleiders beheert deze ‘materialenwinkel’. De kinderen komen naar de winkel en kiezen de materialen uit die ze willen gebruiken. 8 Maak met alle kinderen ook een gezamenlijk werkstuk Leg bijvoorbeeld een groot boek op de grond waar alle kinderen in mogen werken. Je kunt ook een grote boom maken waar de kinderen dingen in kunnen hangen, etc. Als er verschillende groepen met het project bezig zijn geeft zo’n gezamenlijk werkstuk samenhang. Bovendien is het erg representatief en vinden de meeste kinderen het leuk om eraan te werken. 9 Zing een afscheidslied Laat op een vast moment het afscheidslied terugkomen, bijvoorbeeld bij de start of de afsluiting van iedere workshop. 10 Bouw een afscheidsfeestje Sluit het project af met een afscheidsfeestje. Houd het klein en intiem zodat je ook echt afscheid van elkaar kunt nemen. Afscheidslied Op de melodie van ‘Ik heb zo wa, wa, wa, waanzinnig gedroomd’.
8
< opmaken, wacht op foto’s vorige pagina’s...>
Op de melodie van ‘ik heb zo wa-wa-wawaanzinnig gedroomd, Kinderen voor Kinderen. De melodie kun je
Hier in het A a a a a-azc zie je de vro-o-o-lijkheid om je heen hé speel je mee wij zijn o.k. iedere <woens>dag ...zijn we er weer
downloaden op : www.liedjesland.com
Jij bent een vrie-ie-ie-ie-ie-iend van mij wij blijven vrie-ienden veraf en dichtbij denk nog aan mij bewaar iets van mij ook als ik straks ergens anders zal zijn Ik maak een hee ee eel bijzo-onder ding het is iets gè-è-èks want jij zit er in een vergeet-mij-niet ding een herinnering denk toch aan mij over een jaar of tien
9
Colofon Deze handleiding is een uitgave van de Nationale Stichting ter Bevordering van Vrolijkheid. Ideeën
: Monique Hoving, Suzie Delshadian, Gesineke Veerman, Jacqueline Fleskens Samenstelling : Monique Hoving, Gesineke Veerman (tekst) Foto’s : Senad Alic, Ellen Jäeger, Carlos Mastenbroek, Suzie Delshadian, Ageeth van den Broek, Lisa Appels Vormgeving : Projectkracht C, Amsterdam Drukwerk : PlantijnCasparie, Amsterdam Mede mogelijk gemaakt door VSB Fonds Stichting Doen Europees Vluchtelingen Fonds Stichting Kinderpostzegels Fonds 1818
Nationale Stichting ter Bevordering van Vrolijkheid Postbus 10216 • 1001 EE Amsterdam T 020 - 627 32 87 • F 020 - 627 36 57 www.vrolijkheid.nl • Postbank 944.11.16
10