42
achtergrond hoe daklozen overleven
>
straat vechters Tekst en beeld Maarten Boersema
In Nederland leven duizenden mensen op straat. Al hebben de meesten niet voor zo’n leven gekozen, het zijn geen slachtoffers, maar juist vechters. Discovery Magazine sprak in Amsterdam en Zwolle enkele van deze overlevers. Dat leverde indringende portretten op van vijf daklozen en een hulpverlener.
www.Discovery.nl
www.Discovery.nl
43
44
foto hollandse hoogte
achtergrond hoe daklozen overleven
> Crisis
Aantal daklozen
De meest recente cijfers van het aantal daklozen zijn van eind 2013. Het CBS berichtte toen dat er in 2012 ruim 27.000 mensen dakloos waren in Nederland. In vergelijking met cijfers van de jaren ervoor blijkt dat het aantal daklozen in de afgelopen jaren is gestegen.
%
27,3
100
2012
22,5
82
2012
4,8
18
Leeftijd: 18 tot 30 jaar
2012
6,4
23
Leeftijd: 30 tot 50 jaar
2012
15
55
Leeftijd: 50 tot 65 jaar
2012
5,9
22
17,8
Herkomst: autochtonen
2012
13,5
50
2010
23,3
Herkomst: allochtonen
2012
13,7
50
2011
24,4
Herkomst: westerse allochtonen
2012
2,9
11
2012
27,3
Herkomst: niet-westerse allochtonen
2012
10,9
40
staat voor een portiek met een
© Centraal Bureau voor de Statistiek,
Verblijfplaats: een van de vier grote steden
2012
12,4
45
steekwagentje met al zijn spullen en
Den Haag/Heerlen 25-2-2014
Verblijfplaats: buiten de vier grote steden
2012
14,9
55
boven een Zwerver in amsterdam
allemaal muziekinstrumenten.
Gemeenten doen voornamelijk tellingen in koude winters als de daklozen (verplicht) in de opvang zitten. Maar dat levert niet per se betrouwbare cijfers op, omdat er ook daklozen zijn die zich verstoppen om buiten de opvang te blijven of buiten de verplichte opvang onderdak vinden. Het Leger des Heils verwerkt in de cijfers ook aanvragen voor psychische hulp. Cijfers van het aantal daklozen zijn dan ook niet meer dan een indicatie. De cijfers van het CBS lijken hierin wel het meest complete beeld te geven, omdat die tot stand zijn gekomen door de zogenoemde vangst-hervangstmethode (zie kader).
Vangst-hervangstmethode Omschrijving van de vangst-hervangstmethode in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde: ‘De aanduiding ‘vangst-hervangst’ komt oorspronkelijk uit de biologie, waar deze methode wordt gebruikt bij het schatten van de grootte van dierenpopulaties. Hierbij wordt gekeken in welke mate dieren herhaaldelijk worden gevangen. Een van de eerste voorbeelden van de vangst-hervangstmethode behelst het schatten van het aantal Noord-Amerikaanse eenden; daarbij werden grote aantallen eenden gevangen en geringd, en vervolgens uitgezet op broedplaatsen. Het aantal geringde dieren in een latere vangst maakt een schatting mogelijk van de grootte van de populatie.’
www.Discovery.nl
x1000
2012
Geslacht: mannen
2009
1 2 3
Periode
Totaal persoonskenmerken Geslacht: vrouwen
Aantal daklozen in de periode 2009-2012 (x1000)
Het precieze aantal mensen dat op straat leeft, is lastig vast te stellen, want hoe tel je ze? Door de jaren heen hebben verschillende instanties (onder andere gemeenten, CBS en het Leger des Heils) een poging gedaan het aantal in beeld te brengen. Ieder doet dit op zijn manier en hanteert een eigen definitie als het gaat om ‘daklozen’. Het CBS spreekt over mensen zonder vaste verblijfplaats die slapen: in de open lucht en in overdekte ruimten, zoals portieken, fietsenstallingen, stations, winkelcentra of een auto; in passantenverblijven van de maatschappelijke opvang en eendaagse noodopvang; bij vrienden, kennissen of familie op niet-structurele basis.
Persoonskenmerken
Percentage van totaal aantal daklozen
Een verband tussen de economische crisis en de stijging van het aantal daklozen lijkt voor de hand te liggen, maar is aan de hand van de cijfers niet hard te maken. Er zijn echter wel tal van indicaties die in deze richting wijzen. Uit cijfers van de gemeente Amsterdam bleek vorig jaar bijvoorbeeld dat door bezuinigingen op de geestelijke gezondheidszorg het aantal daklozen is gegroeid. Harry Doef van het Leger des Heils in Amsterdam sprak zijn zorg uit in Het Parool. ‘De klinieken moeten bezuinigen, dus komen er meer mensen met psychische problemen bij ons terecht.’ Een tweede indicatie zijn kamervragen die afgelopen februari naar de minister voor Wonen en Rijksdienst en van Welzijn en Gezondheid werden gestuurd over een groeiend aantal huisuitzettingen van gezinnen met kinderen. In deze kamervragen wordt gerefereerd aan de analyse van Nadja Jongman, lector rechten, schulden en incasso aan de Hogeschool Utrecht, die zegt dat er twee belangrijke redenen zijn voor de toename van het aantal huisuitzettingen. Allereerst de algehele schuldenproblematiek als gevolg van de economische crisis en daarnaast het ontbreken van een langdurig intensieve budgetondersteuning voor de groep die moeite heeft met (gewenning aan) een beperkt inkomen. Een derde indicatie geeft Luc Tanja, straatpastor voor de Protestantse Diaconie Amsterdam. ‘Ik zie mensen in problemen komen door de strengere regels als reactie op bezuinigen. Dat zorgt voor veel stress en lang niet altijd leidt dat tot verandering.’ Als laatste blijkt uit cijfers van de Federatie
© Centraal Bureau voor de Statistiek, Den Haag/Heerlen 25-2-2014
Opvang dat het aantal mensen dat gebruikmaakt van opvang de laatste jaren is gegroeid. Van 50.000 in 2009 naar bijna 58.000 in 2012. De hulpzoekenden die dagelijks worden geweigerd, zijn dan nog niet eens meegerekend. Daar komt bij dat de helft van de gemeenten in 2012 minder geld beschikbaar maakte voor opvang en voor 2015 staat een bezuiniging van 25 miljoen euro gepland. Het heeft er dus alle schijn van dat het aantal daklozen de komende tijd alleen maar zal toenemen, want het lijkt er niet op dat onze zogeheten participatiemaatschappij deze klappen kan opvangen.
Wie zijn het? Van de mensen die dakloos zijn, is vier op de vijf man. Vrouwen die dakloos zijn, zijn relatief jong: dertig procent van hen is tussen de 18 en 30 jaar oud. Bij de mannen is dit ruim twintig procent. Veel van de daklozen zijn niet-westerse allochtonen. Zes op de tien van hen verblijft in de grote steden, vergeleken bij een op de drie van de autochtone daklozen.
Het heeft er alle schijn van dat het aantal daklozen de komende tijd alleen maar zal toenemen
Waarom? Er zijn verschillende redenen waarom mensen op straat belanden: financiële problemen, psychische nood, ziekte, verslaving, familieproblemen en in een heel enkel geval kiezen mensen er zelf voor om als vrijbuiter door het leven te gaan. Luc Tanja zegt echter dat hij eigenlijk geen mensen kent die zelf kiezen voor het leven op straat. ‘Wel zijn er mensen die, na lang op straat te hebben geleefd, het zo wel goed vinden. Voor hen weegt de grote moeite en investering van het veranderen van hun situatie niet op tegen de voordelen van een huis. In een huis wonen is voor veel mensen ook bepaald niet makkelijk. Zo ken ik iemand die pas na drie jaar weer in de slaapkamer in haar bed ging slapen. Al die tijd sliep zij in de woonkamer
op de bank. Ze vond het gevaarlijk om aan de luxe van een bed te gaan wennen, want het zou toch weer fout kunnen gaan.’ Hoewel de redenen waarom mensen op straat belanden meestal niet positief zijn en ze het vaak ook liever anders hadden gezien, betekent het niet dat we te maken hebben met zielige mensen of slachtoffers. Het is zoals Luc Tanja zegt over zijn werk in het straatpastoraat, waar talenten en ervaringen van mensen bekend met het leven op straat volwaardig meetellen. ‘Juist wat deze kwetsbare mensen hebben meegemaakt, helpt anderen om een nieuw perspectief op eigen leven en werk te krijgen. En net als alle mensen, bloeien de mensen op straat op als ze serieus mee kunnen doen.’ Daarvan getuigen de portretten op de volgende pagina’s. Alledaags leven op een extreme manier.
www.Discovery.nl
45
46
achtergrond hoe daklozen overleven
> Zwolle
Michaël ‘Ik heb 25 jaar met alle liefde zonder het betalen van huur en verzekeringen in vrijheid op straat geleefd. De enige waar ik verantwoording aan hoefde af te leggen was God.’ Aan het woord is Michaël. Hij noemt zichzelf een reiziger en vrijbuiter en vertelt dan ook met spijt in zijn ogen dat hij sinds een paar jaar leeft met een dak boven zijn hoofd en een uitkering. ‘Liever zou ik nog steeds op straat leven, maar je wordt oud en dan wordt het lastig om op straat te leven met kou en regen.’ In de jaren dat hij op straat leefde, verdiende hij geld als fluitist. ‘Ik reed met mijn bakfiets met daarin een kookstel, tent en kleren door heel Nederland.’ Michaël heeft nooit honger gehad of
kou geleden. ‘Mensen verkijken zich op die kou. Als je een goede tent hebt, dan is zo’n tent als je er in gaat liggen binnen niet al te lange tijd warm en isoleert goed.’ Als hij nog een keer de keuze mocht maken, dan zou hij weer op deze manier leven. ‘Ik heb geleerd dat je als mens helemaal niet veel nodig hebt. Het belangrijkste is dat je kiest voor wat je leuk vindt.’ Hij straalt als hij vertelt over het leven als straatmuzikant. ‘Mensen vinden het mooi als je speelt. Vooral als je kinderliedjes speelt. Er is geen dankbaarder publiek dan kinderen.’
de enige waar ik verantwoording aan hoefde af te leggen was god
hulpverlener in Zwolle
Els
Els van Essen is afgestudeerd als maatschappelijk werker en nu werkzaam bij het Leger des Heils. ‘Ooit ben ik met mijn studie begonnen omdat ik mensen wilde helpen, maar al snel kom je erachter dat helpen een breed begrip is en dat het soms alleen betekent dat je er bent.’ Els werkt vooral met mensen die op straat leven of hebben geleefd en vertelt overtuigd dat deze doelgroep haar hart heeft. ‘Jaargenoten verklaarden me voor gek dat ik deze richting op ging. Maar ik vind het dankbaar en mooi werk.’ Ze heeft een oom die dakloos is en weet daarom vanaf jonge leeftijd wat het effect van zoiets is op familieleden. Hoewel ze dus al lang ervaring heeft met mensen die op straat leven, is ze de laatste jaren pas echt achter de betekenis gekomen van het spreekwoord ‘gedeelde smart is halve smart’. ‘Ze weten soms niet waar ze heen moeten met hun problemen. Dan is het mooi om er voor ze te zijn en ze verder te kunnen helpen.’ Af en toe wordt ze er ook wel moedeloos van. ‘Het is triest om te zien dat sommigen uren rondjes fietsen om de dag door te komen of erger nog, dat ze gaan stelen. Je gunt iedereen een warm bed zonder zorgen.’ Toch eindigt Els niet in mineur. ‘Ik heb gigantische lol met ze, want ze hebben vaak een mooie relativerende manier om naar het leven te kijken. Én het is prachtig om te zien dat sommige mensen soms veranderen en agressie vaarwel zeggen.’
soms betekent helpen alleen dat je er bent
www.Discovery.nl
www.Discovery.nl
47
48
achtergrond hoe daklozen overleven
> Ik leef in een droomwereld en geniet van ieder moment van de dag Zwolle
Lucy Ik leef in een droomwereld en geniet van ieder moment van de dag. Ik ben een droom-e-daris. Zelfs in de gevangenis!’ Aan het woord is Lucy, die haar echte naam niet in het artikel wil, omdat ze die niet mediageniek vindt. Lucy leeft al jaren op straat. Dat wil niet zeggen dat ze ook buiten slaapt, maar haar leven speelt zich wel op straat af. Ze is vaak met haar fiets op pad door Zwolle, staat bij een supermarkt straatkranten te verkopen of is aanwezig bij de dagopvang van het Leger des Heils waar een computer is. ‘Op straat slapen, dat doe je niet en is ook niet nodig, als je het mij vraagt. Maar ik heb zelf niet echt een vaste verblijfplaats.’ Even is het stil. ‘Ik slaap overal en nergens’, zegt ze geheimzinnig. Ze typeert het leven op straat als ‘doorbikkelen’. Over geweld, drugs en contacten met de politie spreekt ze liever niet. Al worden soms je dromen kapot gemaakt, ze heeft geleerd dat je op straat moet knokken om jezelf te zijn en dat je moet strijden voor je idealen. Volharden. En idealen heeft ze. Binnenkort wil ze haar kapsalon openen, ze wil een carrière als zangeres verder uitbouwen en uiteindelijk trouwen met ‘haar’ Ashanti-prins. De tijd zal uitwijzen welke idealen dromen blijven en welke werkelijkheid worden.
Zwolle
Ferdinand Ferdinand leeft al meer dan tien jaar op straat. Hij weet bijna niet beter. ‘In de zomer vind ik het leven op straat prima. Dan breken ze mijn klomp niet.’ In de winter is dat anders. Hij slaapt vaak in een overdekte garage, meestal in dezelfde omdat daar een goed toilet is en dat is volgens hem in andere garages wel anders. Gelukkig is het dit jaar niet heel koud geweest en was het vol te houden in de garage. ‘Vorig jaar was dat wel anders. Ik heb toen een tijdlang in een tuinhuisje gewoond bij een huis dat te koop stond. In de winter gaan eigenaren daar toch niet zo vaak kijken.’ Hij glimlacht een beetje. Het leven op straat, zeker in de winter, ervaart Ferdinand vaak wel als doelloos. ‘Een dag duurt voor mij soms wel een week. Ik loop regelmatig hetzelfde rondje en bedel om wat geld te krijgen en loop asbakken langs op zoek naar vieze vloeitjes.’ Hij slaat zichzelf voor het hoofd. ‘Maar vaak doe je ook dingen waar je later dan weer spijt van hebt. Ik mag graag buiten zijn en praatjes maken met mensen, maar het leven op straat is ook hard en ik ben niet bang voor vechtpartijen. Je bent net een jonge hond en je slaat van je af.’ Hij zucht. ‘Maar dat wil ik eigenlijk niet. Doe mij maar gewoon rust en een simpele kamer. Je hebt als mens niet veel nodig, dat heb ik wel geleerd op straat.’
Een dag duurt voor mij soms wel een week
www.Discovery.nl
www.Discovery.nl
49
50
achtergrond hoe daklozen overleven
< Ik ben blij dat ik nu buiten leef en niet meer zo opgesloten Amsterdam
Rob
Amsterdam
Youssef
‘Ik ben geboren in een rijtjeshuis, maar ben blij dat ik nu buiten leef en niet meer zo opgesloten.’ Rob zegt het vol overtuiging in een klein bos in het Amsterdamse havengebied, waar hij zijn eigen ‘koninkrijk’ heeft en wordt gedoogd. Voor zijn tent – en met regen in zijn tent – brandt vaak vuur. ‘Vuur is voor mij net zo belangrijk als zuurstof.’ Hij doelt niet alleen op het feit dat vuur zorgt voor warmte en je het nodig hebt om in het donker iets te kunnen zien. Vuur betekent voor hem meer. ‘Welke dieren kunnen nog meer vuur maken?’ vraagt hij retorisch. ‘Vuur heeft alles met menselijkheid te maken. Het zorgt voor geborgenheid en bescherming.’ Rob vertelt dat hij soms wel bij mensen over de vloer komt met centrale verwarming en begrijpt daar niets van. ‘In dat soort huizen mis ik vuur. Daar verdwijnt de menselijkheid. Ik zou dood gaan als ik zonder vuur zou moeten leven bij een centrale verwarming.’ Dat niet alleen, want Rob heeft ruimte nodig en dat vindt hij in ‘zijn’ bos. Ondanks het feit dat Rob in een tent leeft met vuur, verwelkomt hij ons wel met de boodschap dat we te vroeg zijn. ‘Als jullie om drie uur waren gekomen, dan had het niet meer geregend.’ Even is het stil. ‘Ja, dat zegt Buienradar.’ Hij zwaait met zijn telefoon.
Hij is net weer vrij en afgekickt. Youssef vertelt het trots. ‘Ik ben van de coke af!’ Sinds hij weer op vrije voeten is, leeft hij bij kennissen en vrienden. Dat was voor hij in de gevangenis belandde anders. Vijf jaar lang leefde hij op straat. ‘Je leeft dan voor jezelf en niemand geeft om elkaar. Niemand vertrouwde mij en dat was ook niet gek vanwege mijn verslaving.’ Youssef vertelt dat het belangrijk was om in beweging te blijven om de kou te kunnen weerstaan. Maar dan is het wel nodig om je voeten goed te blijven verzorgen. Dat weet hij als geen ander omdat hij ooit te maken kreeg met ‘loopvoeten’. Met deze medische term wordt een combinatie van verschillende aandoeningen bedoeld: wonden, kloven en infecties kunnen erbij horen. Met soms als gevolg dat je niet meer op je voeten kunt staan. Pijn trekt over zijn gezicht als Youssef erover vertelt. ‘Een nuchtere dakloze zou het nooit zover laten komen. Maar als je verdoofd bent, voel je niets.’ Even later verschijnt een glimlach op zijn gezicht als hij vertelt dat hij soms bij portiekflats aanbelde. ‘Er doet altijd wel iemand open. Ik glipte dan naar binnen om te slapen in de warmte en zorgde dat ik dan altijd weer vroeg weg was voordat bewoners naar hun werk gingen.’ Even later lacht hij schuldig als hij vertelt wat hij daarna dan meestal deed. ‘Ik ging dan naar het Centraal Station om een ontbijt te stelen. Maar dat is verleden tijd.’
niemand vertrouwde mij en dat was ook niet gek
www.Discovery.nl
www.Discovery.nl
51