PERSMEDEDELING DEPARTEMENT LEEFMILIEU, NATUUR EN ENERGIE Dinsdag 28 april 2015
Aanbod verschillende types groen in kaart gebracht In Vlaanderen beschikt elke burger gemiddeld over een aanbod van ruim drie verschillende groentypes (score 3,56). Dat blijkt uit een studie van Anteagroup en VITO in opdracht van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie waarbij zes groentypes in kaart gebracht werden nl. woongroen (1), buurtgroen (2), wijkgroen (3), stadsdeelgroen (4), stadsgroen (5) en stadsbos (6). Hoe hoger de score, hoe meer verschillende types groen in de nabijheid, rekening houdend met de maximumafstand. Ook het recreatief ontsloten groen werd in kaart gebracht. Onderstaande figuren tonen de afzonderlijke kaarten per groentype. Zo kunnen we variaties in het aanbod aan groentypes onderscheiden (bv. woongroen vindt men over gans Vlaanderen terug, stadsbossen zijn slechts op bepaalde plaatsen geconcentreerd).
De definities van de verschillende groentypes zijn gebaseerd op afstandscriteria en oppervlakte voor verschillende groene functiegebieden (MIRA S 2000, zie onderstaande tabel). Functieniveau
Maximumafstand
Minimumareaal
1.
Woongroen
< 150 m
n.v.t.
2.
Buurtgroen
< 400 m
> 1 ha
3.
Wijkgroen
< 800 m
> 10 ha (park: > 5 ha)
4.
Stadsdeelgroen
< 1600 m
> 30 ha (park: > 10 ha)
5.
Stadsgroen
< 3200 m
> 60 ha
6.
Stadsgroen (stadsbos)
< 5000 m
> 200 ha
Woongroen zou altijd aanwezig moeten zijn. Het is groen dat vooral een esthetische functie heeft en dat mee het karakter van een woonomgeving bepaalt. Het gaat vaak over een eigen tuin, maar woongroen kan diverse vormen aannemen: van gemeenschappelijke voortuinstroken in sociale woonwijken tot een beeldbepalende solitaire boom op een klein plantsoen. Buurtgroen heeft al een zekere sociaalrecreatieve functie. Het zijn de plekken waar mensen terecht kunnen voor een kort rustgevend verblijf in het groen. Het zijn de groene ruimten waar mensen elkaar ontmoeten of de hond uitlaten, waar ouders komen met kinderen, waar kinderen kunnen spelen. De klemtoon ligt er vooral op de rustige, stille recreatie. Wijkgroen zou iedereen moeten vinden op minder dan 800 meter van zijn woonplaats. Minstens 10 ha staat ter beschikking. Gaat het om parken dan bestrijkt de oppervlakte minstens 5 ha. De grotere oppervlakte biedt op zich mogelijkheden tot een meer gevarieerde functie-invulling. Hoe gevarieerder de functies, hoe groter de bevolkingsgroep die zich richt naar dat groen om te voldoen aan een steeds diverser verwachtingspatroon. Stadsdeelgroen is beschikbaar binnen de 1600 meter. Zijn het geen parken maar bijvoorbeeld bossen of natuurgebieden, dan zijn ze minimaal 30 ha groot. Zijn het parken, dan is een minimale oppervlakte van 10 ha voldoende. Parken kunnen immers een hogere recreatiedruk aan dan bossen en natuurgebieden. Stadsgroen (en soms is dit voor stadsdeelgroen al het geval) is bedoeld voor elke inwoner van de stad of gemeente. Stadsbossen situeren zich bij voorkeur binnen de 5 kilometer van de stad en zijn optimaal gezien in totaliteit meer dan 200 ha groot. Recreatieve ontsluiting Om te bepalen in welke mate het openbaar groen ontsloten is, zijn data voor recreatienetwerken van Toerisme Vlaanderen gebruikt. Het gaat om fiets-, wandelen ruiterpaden. Deze gegevens omvatten echter niet alle bestaande recreatieroutes en in strikte zin gaat het hier dus over groen met een “gekende recreatieve ontsluiting”. Er zijn immers groenzones die toegankelijk zijn maar waar geen routes van Toerisme Vlaanderen doorheen lopen. Het woongroen werd wel volledig opgenomen, alhoewel het hier grotendeels om privaat (en dus niet ontsloten) groen gaat. De gemiddelde score van het aanbod aan recreatief ontsloten groentypes bedraagt hier 3,27.
Het is de bedoeling om binnen de vijf jaar een actualisatie te maken van de kaart. Zo zal men inzicht krijgen in de mate waarin het aanbod aan groen in de buurt evolueert. Men kan hier op twee manieren aan werken, enerzijds door een verhoging van de aanwezigheid van groentypologieën, anderzijds door de verdere ontsluiting ervan. Meer info: http://www.lne.be/themas/beleid/mina4/leeswijze/projecten/leef-enomgevingskwaliteit/meetinstrument-omgevingskwaliteit-eindrapport-bijlagen.pdf
Tijdens de maand april loopt de campagne ’30 dagen meer groen’ (30dagen.be/meergroen) waarbij we mensen oproepen zoveel mogelijk ecologisch groen in hun omgeving te creëren. Donderdag 30 april om 12u tovert Roos Van Acker, boegbeeld van 30 dagen meer groen, samen met Vlaamse ambtenaren de binnentuin van het Boudewijngebouw in Brussel om tot een ecologisch paradijs. Journalisten zijn welkom. Persinfo: Brigitte Borgmans Woordvoerder Departement Leefmilieu, Natuur en Energie
T 02 553 62 68 | M 0473 73 28 30
[email protected]