Inhoudsopgave Aanbieding ................................................................................................. 3 Beleidsbegroting ......................................................................................... 5 Beleidsvelden en programma’s ................................................................................ 7 Overzicht opbouw beleidsbegroting ............................................................................................... 7 Leeswijzer ...................................................................................................................................... 9 Overzicht baten en lasten per beleidsveld .................................................................................... 13 01 Bouwen en wonen .................................................................................................................. 15 02 Verkeer en vervoer .................................................................................................................. 21 03 Milieu...................................................................................................................................... 25 04 Economie en toerisme ............................................................................................................. 29 05 Veiligheid en handhaving ........................................................................................................ 35 06 Jeugd ....................................................................................................................................... 39 07 Welzijn, sport en cultuur ......................................................................................................... 45 08 Zorg ........................................................................................................................................ 51 09 Werk en inkomen .................................................................................................................... 57 10 Bestuur en bedrijfsvoering ....................................................................................................... 63 11 Beheer ..................................................................................................................................... 67
Algemene dekkingsmiddelen ................................................................................. 71 Paragrafen ............................................................................................................ 75 §1. §2. §3. §4. §5. §6. §7. §8.
Paragraaf lokale heffingen ................................................................................................... 77 Paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing ( inclusief risicoparagraaf) .................... 83 Paragraaf onderhoud kapitaalgoederen ............................................................................... 91 Financieringsparagraaf (treasury) ........................................................................................ 99 Paragraaf bedrijfsvoering ................................................................................................... 103 Paragraaf verbonden partijen ............................................................................................ 109 Paragraaf grondbeleid ....................................................................................................... 123 Krimp: omgaan met demografische ontwikkelingen ........................................................... 135
Financiële begroting ............................................................................... 143 §1. §2.
Overzicht van baten en lasten ........................................................................................... 145 Financiële positie .............................................................................................................. 163
Bijlagen .................................................................................................. 173 Afkortingslijst.............................................................................................................................. 174 Staat reserves en voorzieningen .................................................................................................. 176 Nadere toelichting reserves en voorzieningen ............................................................................ 179 Beknopte samenvatting beleidskaders per beleidsveld ................................................................ 183
Vaststelling ............................................................................................. 203
1
2
Aanbieding Hierbij bieden wij u de begroting 2015 aan. De Voorjaarsnota 2014, jaarschijf 2015, is financieel 1-op-1 vertaald naar de begroting 2015. Ontwikkelingen ná de Voorjaarsnota 2014 worden financieel meegenomen in de Najaarsnota 2014. De begroting geeft in combinatie met de Najaarsnota 2014 een actuele weergave van de financiële positie van onze gemeente. In beleidsmatige zin staan in deze begroting de 11 beleidsvelden en programma’s nog steeds centraal. Per beleidsveld is op hoofdlijnen te zien wat er in totaliteit speelt, o.a. door het benoemen van alle relevante beleidskaders en het opnemen van vermeldenswaardige zaken. De laatste majeure wijzigingen in de opzet van de begroting en gedefinieerde prioriteiten dateren uit de periode 2007-2009. Aan het einde van de vorige bestuursperiode is in de door de raad ingestelde werkgroep begroting o.a. gesproken over de noodzaak tot het actualiseren van de prioriteiten en wensen ten aanzien van opzet en systematiek. Vrij vertaald: “inhoud” resp. “techniek”. Dit zal in de huidige bestuursperiode een vervolg krijgen. Het bestuurlijkgeprogramma 2014-2018 moet in afstemming met de raad nader richting geven aan de prioriteiten, die vervolgens via een doorgaande lijn terugkomen in begroting, tussentijdse rapportages en rekening. In dit verband is nog relevant dat er momenteel landelijk ontwikkelingen zijn die kunnen gaan leiden tot aanpassing van wet- en regelgeving. Het streven daarbij is om de transparantie van begroting en jaarstukken te vergroten en de onderlinge vergelijkbaarheid tussen decentrale overheden te bevorderen. Het Ministerie van BZK zal in overleg met VNG, IPO en de commissie BBV een plan van aanpak maken om tot concrete uitwerkingen te komen. Voor zover de adviezen gaan leiden tot aanpassing van wet- en regelgeving is het streven van BZK om waar mogelijk aanpassingen in te laten gaan voor het begrotingsjaar 2016. Middels een constructieve samenwerking vertrouwen wij er op dat wij gezamenlijk een opzet kunnen vinden die voldoet aan de informatiebehoeften, praktisch werkbaar blijft én voldoet aan de verslaggevingsvoorschriften. In elk geval zijn de financiële analyses alvast achterin het boekwerk opgenomen en zijn enkele kengetallen over de schuldpositie toegevoegd aan de financieringsparagraaf in lijn met de voorschriften en aanbevelingen. Het actualiseren van de prioriteiten (“inhoud”) kan niet los worden gezien van de huidige financiële positie. De meerjarige financiering van alle voornemens en activiteiten staat onder aanzienlijke druk. De lange duur van de economische malaise en de cumulatie van bezuinigingen op rijksniveau maken het gemeenten steeds moeilijker om hun begroting in evenwicht te houden. De Voorjaarsnota 2014 bracht een aanzienlijke tekortreeks. De meicirculaire 2014 bracht nog meer slecht nieuws en zal in de Najaarsnota 2014 worden verwerkt. Maar een sluitend gemeentelijk “huishoudboekje” is wel de opgave waar gemeenten voor staan. Tegelijkertijd staat de gemeente aan de vooravond van majeure fysieke, sociaal-maatschappelijke en economische opgaven in onze stad. Ook is sprake van diverse substantiële risico’s, zowel incidenteel als structureel. Enerzijds als gevolg van eigen ontwikkelingen in onze stad, anderzijds als gevolg van de landelijk ingezette decentralisaties op het gebied van Jeugd, Zorg en Participatie. Dit alles tegen de achtergrond van investeringsambities, die deze stad ook duidelijk heeft. De impulsen die voortkwamen uit de inzet van het structuurfonds/investeringsambities speelden en spelen daarbij een belangrijke rol. Niet onvermeld mag blijven dat met het huidige meerjarig investeringsprogramma 2014-2018 toch nog zo’n € 51,5 miljoen in de stad wordt geïnvesteerd. Ook merken wij op dat de gemeente Kerkrade de afgelopen jaren voor diverse aansprekende projecten een aanzienlijke som aan subsidiegelden wist te verkrijgen. Wij zullen dit uiteraard blijven proberen, maar merken ook dat de hand meer op de knip wordt gehouden. Wanneer wij de ontwikkeling van de woonlasten van de afgelopen jaren bekijken, kunnen wij constateren dat deze zelfs per saldo gedaald zijn. Een meerpersoonshuishouden in een gemiddelde koopwoning betaalde € 664 in 2010 aan woonlasten (ozb, afval, riool), in 2014 een bedrag van € 637. Ook ten opzichte van de regiogemeenten en andere Limburgse gemeenten scoren wij op dit punt al jaren goed. Het gemiddelde van de Limburgse gemeenten kent volgens een jaarlijks onderzoek van de Provincie Limburg met een bedrag van € 648 in 2010 en een bedrag van € 667 in 2014 een omgekeerde beweging. Wij verwachten ondanks de (beperkte) tariefstijgingen toch relatief goed te blijven scoren op de woonlasten.
3
Via de zgn. Koersbrief bent u geïnformeerd over de spanning tussen middelen, opgaven en mogelijke oplossingsrichtingen die in de raadsconferentie van 29 september aan de orde komen. De Koersbrief plus de wensen en meningen van de raad zullen vervolgens vertaald worden in een collegeprogramma dat naar verwachting in november 2014 vastgesteld zal worden. Duidelijk is in elk geval dat de grote opgave noodzaakt tot het maken van keuzes, álles doen is gewoon niet haalbaar. Uit de Koersbrief blijkt ook dat het jaar 2015 met de inzichten van nu sluitend is. Daarmee hoeven niet nu acuut vérgaande (en mogelijk onomkeerbare) beslissingen genomen te worden. Dat geeft in de tijd gezien enige ruimte om juist in deze turbulente periode de consequenties van keuzes goed in beeld te hebben en samen met de raad weloverwogen de noodzakelijke beslissingen voor de komende jaren te kunnen nemen. Dat zal effecten hebben voor onze stad, burgers en bedrijven. Dat betekent ook dat op alle terreinen beweging mogelijk moet worden om dit op een succesvolle manier te doen. Het is zeer wel mogelijk dat diverse activiteiten en streefwaarden die nu nog in de begroting staan voor de toekomst niet meer (in die mate) uitgevoerd c.q. behaald kunnen worden. Tegen die achtergrond is er voor gekozen om in deze begroting 2015 de bekende doelenbomen weg te laten, in afwachting van de resultaten van bovengenoemde herijking en meer zicht op de invulling van de bezuinigingsopgave. Wel wordt in de toelichting nog nadere informatie gegeven over de lopende ontwikkelingen. Tot slot zal de Tarievennota 2015 in de raad van december 2014 worden behandeld, waarna de tarieven definitief worden vastgesteld. In de betreffende paragraaf gaan wij nader in op de lokale heffingen.
Het college,
De secretaris,
J.J.M. Som
H.J.M. Coumans
4
Beleidsbegroting
5
6
Beleidsvelden en programma’s Overzicht opbouw beleidsbegroting De begroting 2015 is voor wat betreft het beleidsmatige gedeelte opgebouwd uit beleidsvelden met daarbinnen de bijzondere programma’s, algemene dekkingsmiddelen en de verplichte paragrafen. In lijn met de 212-verordening is sturen op uitzonderingen in beginsel het uitgangspunt. De basis wordt gevormd door de 11 integrale beleidsvelden. Een beleidsveld is een samenhangend geheel van activiteiten dat betrekking heeft op de diverse reguliere en min of meer vaste beleidsterreinen. Deze omvatten alle onderdelen van de verschillende beleidsterreinen. De uitvoering van wettelijke taken en de diverse beleidsplannen met bijbehorende uitvoeringsprogramma’s of projecten worden in beginsel als “regulier” beschouwd. Als er vermeldenswaardige uitzonderingen zijn, worden deze aangegeven. Bijvoorbeeld afwijkingen in de uitvoering (achterstanden, lagere kwaliteit, financieel, etc) of belangrijke nieuwe aspecten binnen reguliere taken. Een prioriteit of speerpunt is een afzonderlijk herkenbaar onderdeel van een beleidsveld waaraan de raad een bijzonder belang hecht en waarop hij intensief wil sturen. Een prioriteit of speerpunt kan ook investeringen omvatten. De prioriteiten worden als programma in de begroting opgenomen, in de vorm van een zogenaamde doelenboom met de bijbehorende nadere toelichting. Momenteel zijn de prioriteiten aan een complete herijking toe. Zie ook bij “Aanbieding”. Vandaar dat in deze begroting 2015 de doelenbomen zijn weggelaten. In de voorliggende begroting worden streefwaarden opgevoerd. De streefwaarden geven het beoogd effect aan welke de gemeente wenst te bereiken. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de leeswijzer. Ook voor de streefwaarden geldt dat deze aan verandering onderhevig kunnen zijn en verder ontwikkeld moeten worden. Dat geld temeer wanneer de prioriteiten herijkt zijn. Het moge duidelijk zijn dat niet alle activiteiten die de gemeente ontplooit, expliciet in het begrotingsboekwerk terugkomen. Hetzij omdat ze als regulier of als onderdeel van de bedrijfsvoering worden beschouwd, hetzij omdat de activiteiten conform planning lopen en er geen bijzonderheden te melden zijn. Om toch een indruk te krijgen van het totale spectrum waarbinnen zich gemeentelijke activiteiten afspelen, is steeds per beleidsveld een overzicht opgenomen van de relevante beleidskaders. In de bijlagen achter in dit boekwerk is een beknopte samenvatting opgenomen van al deze beleidskaders.
7
In het volgend overzicht wordt de indeling gekoppeld aan de huidige raadscommissieverdeling. Iedere raadscommissie is eerst verantwoordelijke voor de genoemde onderwerpen. Omschrijving
Commissie
Beleidsvelden 1. Bouwen en wonen
GEZ
2. Verkeer en vervoer
GEZ
3. Milieu
GEZ
4. Economie en toerisme
GEZ
5. Veiligheid en handhaving
AZM
6. Jeugd
BS
7. Welzijn, sport en cultuur
BS
8. Zorg
BS
9. Werk en inkomen
BS
10. Bestuur en bedrijfsvoering
AZM
11. Beheer
GEZ
Alle Parkstad - aangelegenheden
AZM
Algemene dekkingsmiddelen
AZM
Paragrafen
AZM
AZM BS
= Algemene Zaken en Middelen = Burgers en Samenleving
GEZ
8
= Grondgebied en Economische Zaken
Leeswijzer Naam beleidsveld: Een van de elf beleidsvelden
A. Algemeen Omschrijving van het beleidsveld: Hierin wordt (de reikwijdte van) het beleidsveld kort omschreven. Onderscheiden deelterreinen: De binnen de beleidsvelden onderscheiden beleidsmatige deelterreinen worden ter informatie kort aangeduid. Deze sluiten aan op de indeling van de meer gedetailleerde financiële productenbegroting op grootboekniveau. Portefeuillehouders: De betrokken c.q. verantwoordelijke portefeuillehouders ten aanzien van het onderhavige beleidsveld worden hier vermeld. Beleidskaders: De bestaande vastgestelde beleidsnota's worden hier genoemd. Bij sommige beleidsvelden worden rijksregelgeving en provinciale plannen genoemd, indien deze een sterke invloed hebben op het gemeentelijke beleid. Voornamelijk worden de gemeentelijke en regionale beleidskaders vermeld, hoewel ook relevante uitvoeringsprogramma’s genoemd kunnen worden.
B.
Programma
In verband met de noodzakelijke herijking van de prioriteiten zijn onderstaande punten niet (bijv. doelenboom) of slechts beperkt (bijv. indicatoren) opgenomen in de begroting 2015. Indien van toepassing, dan wordt hier een programma weergegeven in de vorm van een doelenboom. Daarin treft u aan: Naam programma: De naam van het betreffende programma, tevens is/zijn de verantwoordelijke portefeuillehouder(s) aangegeven. Wat willen we bereiken? De algemene en afgeleide doelstellingen c.q. taakgebieden zijn in de doelenbomen aangegeven. Deze dienen zoveel mogelijk te zijn geformuleerd in termen van maatschappelijke effecten. Het “SMART” (specifiek-meetbaar-acceptabel-realistisch-tijdgebonden) maken en houden van de doelstellingen is een continu proces. Wat gaan we doen? In de doelenboom is het uitgangspunt dat de afgeleide doelstellingen of taakgebieden (mede) kunnen worden gerealiseerd door het uitvoeren van de genoemde activiteiten. Het spreekt voor zich dat dit een sterk vereenvoudigde weergave is van de werkelijkheid. Het activiteitenplan wordt aangeduid. Het gaat
9
hier in beginsel om de nieuwe en prioritaire zaken. “Nieuw” moet in een wat bredere context gezien, het kan ook gaan om de verdere uitwerking van lopende zaken. Prestatie-indicatoren In de doelenboom wordt een aantal indicatoren/kengetallen benoemd waarvan verondersteld wordt dat deze een indicatie geven van enerzijds het realiseren van de activiteiten, maar vooral van het realiseren van de doelstellingen op langere termijn. Hierin zijn zo veel mogelijk streefwaarden toegevoegd, vooral ten aanzien van de maatschappelijke effecten. Zij vinden hun oorsprong in 2009 en gelden in beginsel voor de periode 2010-2014. Om destijds tot een realistische waarde te komen, zijn daarbij tevens betrokken de historische cijfers en ontwikkelingen van vóór 2009. Overigens dient bedacht te worden dat het niet of juist wel behalen van een doelstelling niet altijd (volledig) afhankelijk is van de gemeentelijke inspanningen, maar bijvoorbeeld ook van omgevingsfactoren in die periode. In de beleidsevaluatie is dit een aandachtspunt. Nadere toelichting programma Hier is indien nodig nog een korte toelichting opgenomen ten aanzien van de hiervoor genoemde zaken. Er is ook actueel cijfermateriaal opgenomen ten aanzien van de indicatoren van het programma.
C.
Overige vermeldenswaardige zaken en indicatoren bij dit beleidsveld
Hier kunnen eventuele overige activiteiten, projecten en cijfermatige gegevens of afwijkingen worden vermeld die in 2015 plaatsvinden. Het “gewoon” uitvoeren van wettelijke taken en/of van vastgestelde beleidsplannen (zie ook beleidskaders) valt hier in beginsel niet onder, daar dit als “vanzelfsprekend” mag worden beschouwd. Alleen bij bijzonderheden (bijv. forse achterstanden in uitvoering, teruggang kwaliteitsscores, financieel) is vermelding op zijn plaats.
D.
Wat mag het kosten?
Het overzicht van baten en lasten begroting 2015 geeft voor de verschillende jaren weer de gerealiseerde resp. de geraamde bedragen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen enerzijds bestaand beleid en nieuw beleid, anderzijds tussen het “saldo van baten en lasten” (zonder rekening te houden met mutaties in reserves) en het “resultaat” (inclusief mutaties reserves). Actuele externe en interne ontwikkelingen, intensivering of juist noodzakelijke inperking van bestaand beleid en nieuw beleid noopten tot budgettaire bijstellingen, die middels de Voorjaarsnota 2014 zijn geformaliseerd. Voor deze begroting 2015 zijn derhalve alle mutaties voor 2015 e.v. voortvloeiende uit deze Voorjaarsnota gedefinieerd als “nieuw beleid”. De bedragen die bij de beleidsvelden zijn genoemd zijn exclusief de kapitaallasten van nieuwe c.q. geplande investeringen, deze staan namelijk “macro” in het administratieve beleidsveld 0. Een toelichting daarop treft u aan bij het onderdeel “financiële begroting”. De posten “nieuw beleid” worden onderaan de tabel nog beknopt aangeduid. Voor een uitgebreide toelichting wordt verwezen naar de Voorjaarsnota 2014. Een compleet cijfermatig overzicht is ter informatie nog opgenomen bij het onderdeel “financiële begroting”. Aangezien de rekening 2013 een verantwoordingsdocument achteraf betrof, is de categorie “nieuw beleid” niet van toepassing. Dat geldt tevens voor de mutaties voor de jaarschijf 2014 van de Voorjaarsnota 2014. Het saldo is berekend als baten minus lasten. Alle bedragen zijn x € 1.000. Door afrondingen kunnen kleine verschillen ontstaan. Analyses van afwijkingen zijn opgenomen bij het onderdeel “financiële begroting”. Daar vindt u een korte analyse van de grotere c.q. bestuurlijk relevante afwijkingen tussen de verschillende jaren. Het kan voorkomen dat de genoemde afwijkingen op zichzelf de mutatie van de totale baten en lasten niet volledig verklaren. In dat geval zijn er nog diverse kleinere plussen en/of minnen. Ook worden de kostenplaatsen/indirecte kosten buiten beschouwing gelaten. Deze worden bij het onderdeel “Financiële begroting” nl. afzonderlijk “macro” geanalyseerd aangezien deze aan de beleidsvelden worden doorbelast. Tevens is daar opgenomen de analyse van de meerjarige afwijkingen. De bestuurlijk relevante
10
mutaties worden hier kort aangeduid. Investeringen Per beleidsveld wordt weergegeven de beschikbare investeringsruimte per jaarschijf. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen uitbreidingsinvesteringen en vervangingsinvesteringen. Bij een aantal investeringen kan echter sprake zijn van een gemengd karakter. Dan wordt per geval gekeken welke omschrijving het meest passend is. Een specificatie is opgenomen in het onderdeel “Financiële begroting”. In de tweede kolom wordt aangegeven of het een uitbreidingsinvestering (u) of vervangingsinvestering (v) betreft. Een analyse van afwijkingen van ramingen 2014-2018 is ook opgenomen bij het onderdeel “Financiële begroting”.
11
12
Overzicht baten en lasten per beleidsveld
BATEN
€ 163,8 milj Beheer 4%
Bestuur en bedrijfsvoering 0%
Algemene dekkingsmiddelen 50%
Werk en inkomen 39%
Welzijn, sport en cultuur 1%
Zorg 1%
Jeugd 0% Veiligheid en handhaving 0%
LASTEN
Milieu
Economie en 3% toerisme 1%
Bouwen en wonen 1% Verkeer en vervoer 1%
€ 164,4 milj
Beheer 9%
Bouwen en wonen 2% Verkeer en vervoer Economie en 1% toerisme 1% Milieu 3%
Algemene dekkingsmiddelen 5%
Veiligheid en handhaving 4%
Bestuur en bedrijfsvoering 6%
Jeugd 12%
Welzijn, sport en cultuur 5%
Werk en inkomen 43% Zorg 9%
13
14
Beleidsveld:
01 Bouwen en wonen A. Algemeen Omschrijving van het beleidsveld: Het scheppen van een woningmarkt die voldoende woningen biedt van de juiste kwaliteit op de juiste plek. De woningvoorraad geeft voldoende mogelijkheden voor doorstromingen, is toekomstbestendig en kan flexibel inspelen op (veranderende) woonwensen. Onderscheiden deelterreinen: Ruimtelijke ordening; Wonen; Natuur, landschap en groen; Wijkgericht Werken Portefeuillehouders: T. Weijers ( ruimtelijke ordening, volkshuisvesting, openbare ruimte en wijkontwikkeling, toerisme en wijkwethouder Noord) J. Bok (ontwikkelingsbedrijf Kerkrade, vastgoed en wijkwethouder West) L. Jongen (wmo, ouderenbeleid en wijkwethouder Oost) D. Schneider (economische zaken, financiën) H. Wiermans (centrummanagement, centrumplan en regio Parkstad Limburg) Beleidskaders: Op rijksniveau fungeert de “Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte; Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig” als kader (maart 2012). Provinciale en regionale beleidskaders: Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL); aanvulling Verstedelijking, Herstructurering en Kwaliteitsverbetering (2009); Ontwerp POL 2014 en ontwerp omgevingsverordening provincie Limburg (mei 2014) Limburgse Wijkenaanpak Provinciale Woonvisie Limburg 2010-2015 (februari 2011) Intergemeentelijke Structuurvisie Parkstad Limburg (oktober 2009) Herstructureringsvisie voor de woningvoorraad Parkstad Limburg (december 2009) Groenagenda Parkstad Limburg (Regio Fonds) Regionale Woonstrategie 2012-2020 (december 2012) Regionale Woningmarktprogrammering Parkstad Limburg 2013-2016 (december 2013) Regioprogramma “Naar een duurzame vitale regio” (juni 2010) Structuurvisiebesluit Wonen en Retail (oktober 2011) Rapport Transformatieopgave extramuralisatie Parkstad Limburg (maart 2014) Geactualiseerde Envelop Herstructureringsvisie Parkstad Limburg 2012-2020 (januari 2013) Leidraad “Regievoeren op plancapaciteit” (juni 2012) IBA Parkstad 2013-2020 (Ibaboek 1.1. mei 2013, besluiten gemeenteraden PL oktober 2013) Provinciale Verordening Wonen Zuid-Limburg (juli 2013), inclusief beleidsregel Kwaliteitscriteria nieuwe woningen Zuid-Limburg Gemeentelijke beleidskaders: Structuurvisie “Kerkrade 2010-2020” (maart 2011) Stadsdeelvisie Kerkrade-West (februari 2011) Stadsdeelvisie Kerkrade-Oost I (december 2012) Stadsdeelvisie Kerkrade Noord en Oost II (februari 2014) Beleidsnotitie Ruimtelijke Ordening (oktober 2009) Bestemmingsplannen
15
Verordening VROM starterslening gemeente Kerkrade 2007 Jaarlijkse grondnota, Beheersvoorschriften O.B.K. en de Verkoopvoorwaarden gemeentegrond aan particulieren Overeenkomst Algemene Prestatieafspraken 2012 t/m 2015 (20 januari 2012) alsmede Prestatieafspraken 2014 per stadsdeel (13 maart 2014) tussen Woningcorporaties en Gemeente Welstandsnota 2004 (update in 2008) Groenstructuurplan gemeente Kerkrade 1992 Bomenbeleidsplan 2006 Bomenverordening Kerkrade 2012 Groenontwikkelingsplan Kerkrade (in voorbereiding) Samenwerkingsovereenkomst tussen gemeente Kerkrade en de Kerkraadse Bewonersplatforms 24 april 2007 4 jaren beleidsplan WMO gemeente Kerkrade Uitvoeringsprogramma Wijkontwikkeling (jaarlijks) Beleidsnotitie bestrijding verpauperde panden in Kerkrade 2008 Convenant “Lokaal Overleg Volkshuisvesting Kerkrade (LOVK) 2010-2014” Verordening subsidiëring gevelverbetering Intrekkingsbeleid omgevingsvergunning (februari 2014) Lijst van waardevolle en Monumentale bomen
B. Programma Bij dit beleidsveld hoort het programma “Aantrekkelijk wonen en wijkontwikkeling”.
16
Nadere toelichting programma Op grond van de Wet ruimtelijke ordening is de gemeente verplicht om ruimtelijk beleid (structuurvisie en bestemmingsplannen) vast te stellen en toe te passen. Dit beleid is nader uitgewerkt op basis van het nationaal, provinciaal en regionaal beleid. In maart 2012 is de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte door de minister van Infrastructuur en Milieu vastgesteld. Op provinciaal niveau zal in oktober 2014 een nieuw Provinciaal Omgevingsplan Limburg en omgevingsverordening worden vastgesteld. In deze visies en het wettelijke instrumentarium (Algemene maatregel van bestuur en provinciale verordening) worden respectievelijk de nationale en provinciale belangen vastgelegd. In de dagelijkse praktijk betekent dit voor de gemeente Kerkrade dat het primaat van de ruimtelijke ordening met name bij de provincie, de Stadsregio Parkstad Limburg en bij onze gemeente komt te liggen. De Provincie heeft op 1 juli 2013 de Verordening Wonen Zuid-Limburg met bijbehorende beleidsregel Kwaliteitscriteria nieuwe woningen Zuid-Limburg vastgesteld. Deze verordening zet een rem op het vaststellen van nieuwe woningbouwplannen. Ze heeft een werkingsduur tot de in werking treding van het POL 2014 (naar verwachting in oktober 2014). De stadsregio Parkstad Limburg, waarin acht gemeenten samenwerken op basis van de afspraken zoals vastgelegd in de WGR+ overeenkomst, heeft in oktober 2009 de intergemeentelijke structuurvisie vastgesteld. Voor Kerkrade zijn met name de projectgebieden "Park Gravenrode" en "Zuidflank" relevant. De regio voert hierbij de regie. Verder is in de visie een beheers- en sturingslijn opgesteld waarbij de gemeenten zich conformeren aan de intergemeentelijke structuurvisie (o.a. op basis van de zogenaamde ruimtelijke hiërarchie (XL, L, M en S). Daarnaast zijn de regionale nota's relevant voor het gemeentelijke ruimtelijk beleid. In oktober 2011 is het Structuurvisiebesluit Wonen en Retail door de Parkstadraad vastgesteld. In dit besluit is aangegeven dat mede als gevolg van de bevolkingskrimp respectievelijk de terugloop van het aantal huishoudens zowel het aantal woningen als het totale regionale winkeloppervlak aangepast dient te worden aan de toekomstige situatie. De Parkstadgemeenten, waaronder Kerkrade, zijn dit beleid vanaf 1 januari 2013 aan het implementeren bij het actualiseren van de bestemmingsplannen door de nog niet benutte ontwikkelingsmogelijkheden voor wonen en retail in beginsel te verwijderen, tenzij deze passen binnen het beleid zoals verwoord in de Regionale Woonvisie of de Retailstructuurvisie Parkstad Limburg. Naar aanleiding van het raadsbesluit van 28 oktober 2013 (besluit 13Rb051) is ingestemd met de inhoud van de notitie “Toekomst van de regionale samenwerking”. Het gevolg hiervan is dat de Gemeenschappelijke Regeling Stadsregio Parkstad Limburg is gewijzigd op 1 april 2014. Daarmee doen de Parkstadgemeenten afstand van de plusstatus. Met de wijziging is er geen Parkstadraad meer en ligt de verantwoordelijkheid in de vernieuwde GR bij de wethouders van de gemeenten. De bevoegdheden binnen deze thema’s (Ruimte, Mobiliteit, Economie/Toerisme, Wonen/herstructurering) worden vastgelegd in het model van bestuurscommissies. De burgemeesters van de deelnemende gemeenten nemen zitting in het dagelijks bestuur. Uitwerken/uitvoeren van de gemeentelijke structuurvisies in stadsdeelvisies en centrumplan. De Structuurvisie Kerkrade 2010-2020 is op 30 maart 2011 vastgesteld door de gemeenteraad. Het betreft een gemeentelijk strategisch beleidsdocument, waarin op hoofdlijnen de afwegingen en keuzes voor de komende tien jaar zijn beschreven. Het is een richtinggevend document waarin duidelijk wordt welk sociaal, economisch en ruimtelijk beleid de gemeente nastreeft. De visie schetst een beeld van Kerkrade, van haar ontstaan en van de wijze waarop de gemeente samen met inwoners en andere partijen de komende jaren aan de slag wil gaan. De ambitie van Kerkrade is om een Europese en gastvrije stad te zijn. Ruimtelijke ontwikkelingen, waaronder de transformatieopgave zijn uitgewerkt in stadsdeelvisies voor de stadsdelen West (februari 2011), Oost I (december 2012), Noord en Oost II (februari 2014). De gemeentelijke structuurvisie en de stadsdeelvisies vormen het kader voor ruimtelijke plannen, initiatieven, uitvoeringsprogramma en nota's die hierop betrekking hebben. Naast de afzonderlijke stadsdeelvisies is het centrumplan als apart gebied aangemerkt. Het centrumplan is door de raad als pilot sturing strategische projecten aangemerkt. De pilot en het stedenbouwkundig ontwerp van het Centrumplan zijn in de raad van oktober 2012 goedgekeurd.
17
In de gemeentelijke structuurvisie komen de volgende thema's aan bod: Landschap en Groen, Infra, Wonen, Voorzieningen, Werken en Toerisme en Recreatie. Voor ieder thema is een ontwikkelingsrichting aangegeven: Wat we willen zijn én Wat we gaan doen. Daarbij is nadrukkelijk rekening gehouden met de demografische ontwikkelingen, waarbij bevolkingskrimp een rode draad vormt voor de verdere ontwikkeling van Kerkrade (zie ook paragraaf 8: Krimp). Wijkontwikkeling In samenspraak met bewoners, ondernemers en overige partijen in de wijken bevorderen van het wijkgericht werken en deze partijen zo veel mogelijk bij het gemeentelijk beleid en de uitvoering hiervan betrekken. Wijkontwikkeling draagt zorg voor het mede opstellen en uitvoeren van de (reeds door de raad vastgestelde) Stadsdeelvisies, waarbij met name het accent ligt op het versterken van de leefbaarheid in de diverse wijken. Dit gebeurt in samenwerking met de partners in de wijken, waarbij integraal invulling wordt gegeven aan de begrippen duurzaam, schoon, veilig en sociaal. Vanuit de Wmo is binnen deze taak speciaal aandacht voor het (sociaal) activeren van bewoners in hun leefomgeving. Uitvoering door Sociale Wijkteams en door het binnen Wijkontwikkeling functionerende Opbouwwerk. Wijkontwikkeling draagt zorg voor het tot stand brengen en in stand houden van netwerk- en overlegstructuren met de voor de wijk betekenisvolle relaties. Daarbij worden – in samenspraak met partners – diverse communicatieinstrumenten ingezet. Zichtbaar is de ontwikkeling naar een toenemende brugfunctie tussen sectoren Stedelijke Ontwikkeling en Beheer en Maatschappelijke Zorg. De rollen van de wijkmanagers en van het opbouwwerk zullen daarin naar verwachting toenemen. Wijkontwikkeling zal mede sturing geven aan het aspect burgerparticipatie en een bijdrage leveren aan de (sociale) teams die het project ‘’Samen Leven” uitvoeren. Uitgangspunt zijn de sociale programma’s, zoals deze deel uitmaken van de door de raad vastgestelde Stadsdeelvisies. Indicatoren programma omschrijving algemene kwaliteit van de woonomgeving gesloopte woningen gerealiseerde nieuwbouwwoningen leegstaande woningen irt woningvoorraad per 1/1 oppervlakte groen per inwoner oppervlakte stedelijk groen per inwoner tevredenheid buurtvoorzieningen
bron burgeronderzoek Woonmonitor Limburg Woonmonitor Limburg woz-registratie afd. Stedelijk Beheer afd. Stedelijk Beheer burgeronderzoek
eenheid
2011
score (0-10)
6,7
aantal
96
aantal
2012
2013
C.
streefwaarde 2014-2017
6,7
≥ 7,0
314
107
250*
330
107
80
100
%
5,8
6,1
5,1
≤ 6,0
m2/inw
65,9
66,1
66,7
m2/inw
27,8
28,58
28,8
%
57
57
score 5,6 5,5 (0-10) score verloedering in de buurt burgeronderzoek 4,7 3,8 (0-10) * Het jaarlijks te slopen aantal woningen is afhankelijk van de feitelijke woningvoorraad. sociale cohesie
2014
burgeronderzoek
≥ 55 ≥ 5,8 ≤ 4,2
Overige vermeldenswaardige zaken en indicatoren
Er zijn geen overige vermeldenswaardige zaken, een meer uitgebreide toelichting op de diverse ontwikkelingen heeft bij onderdeel B plaatsgevonden. Bij dit beleidsveld is ook de paragraaf grondbeleid relevant.
18
Indicatoren beleidsveld Er zijn geen specifieke indicatoren gedefinieerd ten aanzien van het beleidsveld.
D.
Wat mag het kosten ?
Baten/lasten begroting 2015 BELEIDSVELD 01 Bouwen en wonen Bestaand beleid - lasten - baten Saldo Bestaand beleid Saldo baten en lasten Mutaties reserves -toevoeging -onttrekking Resultaat
Rekening Bijgestelde 2013 begroting 2014
Primaire begroting 2015
Meerjaren Begroting 2016
Bedragen x €1.000 Meerjaren Meerjaren begroting begroting 2017 2018
6.525 3.065 -3.460 -3.460
16.429 10.815 -5.614 -5.614
3.733 1.042 -2.684 -2.691
3.141 512 -2.622 -2.629
3.102 407 -2.688 -2.695
3.099 404 -2.688 -2.695
178 412 -3.226
171 1.610 -4.175
159 0 -2.850
159 0 -2.788
56 0 -2.751
56 0 -2.751
De post nieuw beleid vanaf 2015 heeft betrekking op de volgende lasten en/of baten (VJN2014): N.v.t. Investeringen BELEIDSVELD 1 Uitbreiding Vervanging Totaal tbv dit beleidsveld
Gewijz. ram.2014 0 0 0
Raming 2015 0 0 0
19
Raming 2016 0 0 0
Raming 2017 0 0 0
Bedragen x €1.000 Raming Raming 2018 totaal 0 0 0 0 0 0
20
Beleidsveld:
02 Verkeer en vervoer A. Algemeen Omschrijving van het beleidsveld De voorbereiding, planning en uitvoering van het verkeer- en vervoersbeleid gericht op het leveren van een bijdrage aan een goede, evenwichtige en veilige infrastructuur. Het verhogen van de bereikbaarheid, het verbeteren van de openbaar vervoervoorzieningen en verkeersveiligheid zijn daarbij de kernpunten. Onderscheiden deelterreinen Infrastructuur algemeen; Automobiliteit; Openbaar vervoer; Fiets / voetganger Portefeuillehouders J.Bok (verkeer en vervoer) T. Weijers (openbare ruimte) Beleidskaders Met betrekking tot het beleidsveld verkeer en vervoer zijn diverse lokale en regionale beleidskaders relevant: Provinciaal Omgevingsplan Limburg (P.O.L.) Provinciaal en Regionaal Verkeers- en Vervoersplan (2011) Provinciale Nota Openbaar vervoer 2005 Wegenbeheersplan 2002-2006 (update 2012) Verkeersveiligheidsplan 1997 Wegcategorisering (2007) Parkeerbeleidsnota (2008)
B. Programma Voor dit beleidsveld is geen apart programma in de vorm van een doelenboom gedefinieerd.
21
C. Overige vermeldenswaardige zaken en indicatoren (realisatie) Verkeer algemeen Samen met het Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid Limburg (ROVL) streeft ook Kerkrade onder de slogan “Maak van de nul een punt = mvd01.” naar een optimale verkeersveiligheid van het lokale wegennet. Dus niet minder verkeersslachtoffers maar geen verkeersslachtoffers is ons gezamenlijk streven. Aan de verkeersveiligheid van de gemeentelijke infrastructuur wordt gewerkt door de uitvoering van diverse verkeersveiligheidacties, het uitvoeren van verkeersconvenanten met basisscholen en middelbare school (extra aandacht voor veiligheid in schoolomgevingen), alsmede de behandeling van klachten, suggesties en andere aandachtspunten op verkeersgebied. In 2014 wordt de aandacht meer dan voorheen gevestigd op de senior. De focus zal daarbij gelegd worden op het veilig gebruik maken van de fiets. Bewust omgaan met bijvoorbeeld de E-bike, verkeersveilig gedrag en het promoten van het gebruik van de fiets zijn daarbij belangrijke doelen die nagestreefd worden. Om de vigerende GVVP (1997) te actualiseren is gestart met het opstellen van een nieuw GVVP. Daarmee wordt het verkeer- en vervoersbeleid van de gemeente Kerkrade voorzien van een actueel beleidskader waarin een goed functionerende verkeer- en vervoersstructuur centraal staat. Buitenring Parkstad Limburg Naar aanleiding van de vernietiging van het Provinciaal InpassingsPlan (PIP) door de Raad van State eind 2011, heeft de Provincie in het voorjaar van 2012 een nieuw PIP opgesteld voor de Buitenring. De voorbereiding van het project door MNO (contractpartner van de Provincie) is door de Provincie naar aanleiding hiervan stopgezet. Het nieuwe PIP is in juni 2012 door Provinciale Staten vastgesteld. Hierna is het plan ter inzage gelegd en is de bezwarenperiode doorlopen. Eind mei 2012 heeft de Raad van State besloten om de uitspraak omtrent het PIP uit te stellen met ongeveer anderhalf jaar. Een uitspraak wordt derhalve eind 2014/begin 2015 verwacht. In de tussentijd zal de gemeente haar rol vervullen gebaseerd op de bestuursconvenant 2005. Ten aanzien van wegvak 14B (Rotonde Avantis – Hamstraat) heeft de gemeente medewerking toegezegd. De provincie heeft bij de Raad van State een verzoek ingediend om dit wegvak reeds nu aan te leggen (No Regret). De RvS heeft hier in juni 2014 mee ingestemd. De voorbereidingen van dit onderdeel zijn opgestart en een eerste deel van de uitvoering is gestart en zal naar verwachting doorlopen tot najaar 2015. Duurzaam Veilig Verkeer In het onderhoudsprogramma Wegen worden bij rehabilitatie de in de wegcategorisering opgenomen wegprofielen zoveel als mogelijk toegepast conform het programma Duurzaam Veilig Verkeer . Op deze wijze lift het programma Duurzaam Veilig Verkeer op een effectieve wijze mee met het onderhoudsprogramma Wegen. Openbaar Vervoer / Avantislijn Op dit moment is de Provincie Limburg bezig met de voorbereiding van de concessie van openbaar vervoer 2016-2026 door de provincie Limburg. Door de Limburgse gemeenten zullen desgewenst diverse aandachtspunten bij de voorbereiding ingebracht worden. Bij brief van 8 april 2014 aan GS is gereageerd op het ontwerp programma van eisen van de OV-concessie 2016. Er is onder meer aangegeven dat gezien de langere concessieperiode 2016-2031 ook de treinstations welke eventueel nog in een later stadium (binnen de concessieperiode) aan het concessiegebied dienen te worden toegevoegd (Avantislijn) In 2011 heeft de provincie Limburg in overleg met regio Parkstad Limburg een totaalpakket voor de treinagenda (grensoverschrijdend openbaar vervoer) bij de minister van Infrastructuur & Milieu ingediend. In april 2013 is het dossier in de Tweede Kamer behandeld. Inmiddels is gestart met het aanbrengen van elektrificatie over het spoortraject Heerlen –Herzogenrath. Zodra de (voorloper van de) intercity gaat rijden wordt de huidige Euregiobahn opgeheven. Provincie Limburg heeft aangegeven vanuit strategische overwegingen ervoor te hebben gekozen om eerst de intercityverbinding op het traject Heerlen - Herzogenrath - Aken te ontwikkelen. Dit betekent dat de realisatie van de Avantislijn doorschuift tot (na) 2020. Vanwege de planvoorbereiding, investeringen en ontwikkelingen is in overleg met de regio Parkstad Limburg bij brief van 6 mei 2014 een alternatief voor Kerkrade West voorgesteld, namelijk de doortrekking van de Heuvellandlijn van Kerkrade-Centrum tot Kerkrade-West (Spekholzerheide).
22
Ook de provincie is bekend met deze optie en heeft deze onderschreven als uitwijkvariant of tijdelijke voorloper van de Avantislijn. Wij zullen dit alternatief bestuurlijk bespreken met de provincie en regio Parkstad Limburg. De geraamde kosten voor de Avantislijn zijn in totaal circa € 40 miljoen, waarvan € 22 miljoen op Duits grondgebied en € 18 miljoen op Nederlands grondgebied. Voor het Nederlandse deel is dit bedrag gereserveerd: € 9 miljoen Rijk, € 7 miljoen provincie, € 1 miljoen Heerlen en € 1 miljoen Kerkrade (besluit nog te nemen). Door het Duitse bevoegde gezag dient nog een besluit te worden genomen betreffende het grensoverschrijdend railverkeer, waaronder de treinagenda (intercityverbinding Heerlen-Aken en Avantislijn) in de stadsregio Parkstad Limburg. Afhankelijk hiervan zullen de benodigde vervolgprocedures worden opgestart. Het verhogen van bushaltes heeft binnen in het Wegenbeheersplan een vaste plaats en lift daarin actief mee met de reconstructie- en rehabilitatiewerkzaamheden. Met speciaal daarvoor ontworpen trottoirbanden die het straatniveau ter plaatse van de instapplek voor de autobus met circa 8 cm verhogen worden de bushaltes aangepast. Daarmee komt het gebruik van de reguliere autobus ook voor de minder valide passagier binnen handbereik (ook voor rolstoelgebruikers), hetgeen zich kan vertalen in een verminderde noodzakelijke inzet van het deur-tot-deur-vervoer van de regiotaxi. Indicatoren beleidsveld streefwaarde 2014-2017
bron
eenheid
2011
2012
2013
Rijkswaterstaat
aantal
201
167
Nb
≤ 450
- uitsluitend mat. schade
aantal
177
146
Nb
≤ 390
- met letsel
aantal
24
21
Nb
≤ 60
omschrijving geregistreerde ongevallen
2014
- met dodelijke afloop aantal 1 Nb 0 verzoek en/klachten werkgroep verkeer aantal werkgroep verkeer tevreden met verkeersdrukte in eigen burgeronderzoek % 38 36 ≥ 30 buurt Nb. De verkeersongevallenregistraties komen sinds 2008 via Rijkswaterstaat, daarvoor van de politie. De huidige registraties zijn beperkter, waardoor de cijfers niet meer vergelijkbaar zijn. De streefwaarden waren destijds nog bepaald op basis van de oude registratie. De ongevallencijfers van 2013 worden binnenkort verwacht.
D.
Wat mag het kosten ?
Baten/lasten begroting 2015 BELEIDSVELD 02 Verkeer Rekening Bijgestelde en vervoer 2013 begroting 2014 Bestaand beleid - lasten 1.565 1.390 - baten 706 863 Saldo Bestaand beleid -859 -527 Saldo baten en lasten -859 -527 Mutaties reserves -toevoeging 0 0 -onttrekking 0 0 Resultaat -859 -527
Bedragen x €1.000 Meerjaren Meerjaren begroting begroting 2017 2018
Primaire begroting 2015
Meerjaren Begroting 2016
1.373 854 -519 -519
1.361 851 -510 -510
1.348 847 -501 -501
1.339 844 -495 -495
0 0 -519
0 0 -510
0 0 -501
0 0 -495
De post nieuw beleid vanaf 2015 heeft betrekking op de volgende lasten en/of baten (VJN2014): N.v.t.
23
Investeringen BELEIDSVELD 2 Uitbreiding Vervanging Totaal tbv dit beleidsveld
Gewijz. ram.2014 217 20 237
Raming 2015 170 20 190
24
Raming 2016 170 20 190
Raming 2017 170 20 190
Bedragen x €1.000 Raming Raming 2018 totaal 170 897 20 100 190 997
Beleidsveld:
03 Milieu A. Algemeen Omschrijving van het beleidsveld: Zorgdragen voor een goed en leefbaar milieu. Stimulering van de toepassing van duurzame productiemiddelen en duurzame energie. Dit beleid is er nadrukkelijk op gericht om waar mogelijk klimaatbeleid resp. energiebesparing als vliegwiel te gebruiken om ook andere maatschappelijke effecten te bewerkstelligen zoals educatie, het creëren van werkgelegenheid in klimaat/energieprojecten en op toekomstige kostenbesparingen of kostenbeheersing. Bewustwording en gedragsverandering ten aanzien van natuur en milieu worden waar mogelijk gestimuleerd. Inherent daaraan is voorbeeldgedrag van de gemeente zelf. De gemeente staat op dat gebied open voor innovaties. Op het gebied van afval – de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen – voert de gemeente regie. Diftar blijft daarbij het uitgangspunt. Onderscheiden deelterreinen: Milieubeheer; Afval Portefeuillehouder: J. Bok (milieu, afval en reiniging) Beleidskaders: Verschillende beleidskaders zijn relevant: Gemeentelijke beleidskaders Milieuprogramma Bouwbesluit en bouwverordening Nota bodembeheer Bodemkwaliteitskaart Begroting / uitvoeringsovereenkomsten RD4 2015 Actieplan geluid 2014 Stadsdeelvisie’s
B. Programma Bij dit beleidsveld hoort het programma “Duurzaamheid”.
25
Nadere toelichting programma De gemeente doet al veel o p het gebied van duurzaamheid. Tegelijkertijd is er het besef dat er voor d e gemeente in d e toekomst veel verandert en dat daarmee sprake is van urgentie als het gaat om de realisering duurzaamheidsambities en doelstellingen. Te denken valt aan bezuinigingen, d e discussie over (burger)participatie, d e veranderingen in het sociaal domein, d e demografische transitie van d e regio, d e energietransitie en de relatie met de discussie over ambitie en realisatie van duurzaamheidsdoelstelling, d e integrale aanpak binnen de beleidssectoren, d e veranderende rol van d e gemeente. Daarnaast is er het besef dat voor een duurzaam Kerkrade een andere manier van denken en handelen nodig zal zijn om tempo te maken met verduurzaming en d e opgaven het hoofd te bieden, waarbij korte termijn acties gekoppeld worden aan lange termijn perspectief. Het handelen vraagt om scherpe afwegingen, keuzen, stroomlijning en verankering. De nota legt daarmee het fundament voor het maken van afwegingen en keuzes o p het gebied van duurzaamheidsvraagstukken en vormt d e basis voor het opgang brengen van het proces van samenwerking om duurzaamheid tot uitvoering te brengen met concrete projecten. Begin 2014 is deze richtinggevende nota door de raad vastgesteld. Uitwerking en vertaling naar concrete projecten in 2015 vindt plaats in de loop van 2014 waarbij het ambitieniveau afgezet dient te worden tegen de beschikbare financiële middelen. Op het gebied van afvalinzameling zal vanaf januari 2015 een wijziging optreden. GFT wordt tegen nultarief ingezameld. Reden is dat in het huidig restafval grote hoeveelheden GFT afval zitten. Door het tarief voor de inzameling van GFT naar nul te reduceren en het tarief voor restafval te verhogen, wordt gestimuleerd om GFT apart in te zamelen. Indicatoren programma omschrijving
bron
eenheid
2011
2012
2013
2014
streefwaarde 2014-2018
Mogelijke indicatoren zullen nog nader worden bepaald.
C.
Overige vermeldenswaardige zaken en indicatoren
Bij dit beleidsveld hoort het milieuprogramma 2015 zoals dat jaarlijks door het college wordt vastgesteld. Initiatieven, activiteiten, (deel)projecten op het gebied van duurzaamheid, klimaat en energie zijn daarin mede opgenomen Indicatoren beleidsveld omschrijving
bron
eenheid
2011
2012
2013
2014
streefwaarde 2014-2017
RD4tonnage 10.221 10.000 9.355 8.000 monitor RD4aangeboden GFT tonnage 3.645 3.600 2.506 3.500 monitor kosten kwijtschelding i.r.t. afd. % 8,3 8,4 6,7 kosten afvalverwerking * Financiën * Een algemene beleidsmatige uiteenzetting inzake kwijtschelding is gegeven in de paragraaf lokale heffingen. Voor de oude jaren worden voortaan de rekeningcijfers gebruikt, voor de lopende jaarschijf de begrotingscijfers peil VJN. aangeboden restafval
26
D.
Wat mag het kosten ?
Baten/lasten begroting 2015 BELEIDSVELD 03 Milieu
Bestaand beleid - lasten - baten Saldo Bestaand beleid Saldo baten en lasten Mutaties reserves -toevoeging -onttrekking Resultaat
Rekening Bijgestelde 2013 begroting 2014
Primaire begroting 2015
Meerjaren Begroting 2016
Bedragen x €1.000 Meerjaren Meerjaren begroting begroting 2017 2018
5.425 5.093 -332 -332
5.342 4.459 -883 -883
5.225 4.811 -414 -414
5.223 4.811 -412 -412
5.218 4.811 -407 -407
5.218 4.811 -407 -407
691 702 -321
0 356 -527
0 0 -414
0 0 -412
0 0 -407
0 0 -407
De post nieuw beleid vanaf 2015 heeft betrekking op de volgende lasten en/of baten (VJN2014): N.v.t. Investeringen BELEIDSVELD 3 Uitbreiding Vervanging Totaal tbv dit beleidsveld
Gewijz. ram.2014 0 0 0
Raming 2015 0 0 0
27
Raming 2016 0 0 0
Raming 2017 0 0 0
Bedragen x €1.000 Raming Raming 2018 totaal 0 0 0 0 0 0
28
Beleidsveld:
04 Economie en toerisme A. Algemeen Omschrijving van het beleidsveld: Het ontwikkelen van een voorwaardenscheppend beleid voor het goed functioneren van bedrijfsleven en warenmarkt en het bevorderen van een voldoende gedifferentieerd werkgelegenheidsaanbod. Het ontwikkelen van een strategisch en uitvoerend toeristisch en recreatief beleid. Onderscheiden deelterreinen: Werkgelegenheid; Bedrijventerreinenmanagement/Revitalisering Weekmarkten en kermissen; Public relations en marketing
bedrijventerreinen;
Toerisme;
Portefeuillehouders: T. Weijers (ruimtelijke ordening, toerisme, evenementen, PR, marketing & communicatie) H. Wiermans (sociale zaken & werkgelegenheid, centrummanagement) D. Schneider (economische zaken) J. Schlangen (weekmarkten & kermissen) Beleidskaders: Beleidsplan “Perspectief voor Parkstad Limburg 2007-2010” en kadernota economie Parkstad Limburg en programma Strategie & Samenwerking Retailstructuurvisie Parkstad Limburg 2010 – 2020 Ontwikkelingsperspectief winkelgebieden Kerkrade 2010 Strategische Visie Toerisme Parkstad Limburg 2008 Uitvoeringsprogramma Toerisme 2010-2014 Parkstad Limburg Kadernota Ondernemen in Kerkrade 2006 Projectplan Grensland Wormdal 2020 Programma Ontwikkelingsmaatschappij Parkstad Limburg (Parkstad Attractiestad, Imagocampagne). Kadernota evenementenbeleid Het Communicatiebeleidsplan; “Communicatie zintuig van de gemeente” (juni 2011) Marktverordening. Nota kermisbeleid en evaluatienota 2005/2006.
B. Programma Bij dit beleidsveld hoort het programma “Toerisme”.
29
Nadere toelichting programma Toerisme heeft in Kerkrade door een actief stimulerend gemeentelijk beleid de laatste tien jaar een sterke groei doorgemaakt. Dat blijkt jaarlijks uit de toeristisch-recreatieve jaarcijfers. Zo’n 450.000 mensen bezochten het afgelopen jaar GaiaZOO en Discovery Center Continium verbrak met ruim 100.000 bezoekers haar oude record van 2010. Ook de andere publiekstrekkers laten uitstekende resultaten zien: Roda JC ruim 240.000 bezoekers, de Rodahal 70.000 en het Miljoenenlijntje 44.000. In diverse rapporten wordt met name gepleit voor versterking of herbestemming van de bestaande bedrijven, eerder dan voor toevoeging van nieuwe bedrijven. Dat laatste geldt met name voor dagattracties. Voor groei in (kleinschalige) verblijfsrecreatie worden wel nog mogelijkheden gezien. De voor 2015 voorziene activiteiten hebben lokaal daarom primair betrekking op productontwikkeling en – versterking. Ten behoeve van versterking wordt in dit kader voornamelijk ingezet op clustervorming middels de vier aangewezen leisureclusters, te weten: Parkstad Limburg Stadion en omgeving (zie ook onderdeel C “Rodaboulevard”), Anstelvallei en omgeving, Continium en omgeving (“Creative City”) en de Historische Driehoek. De eerste drie staan bekend als “rode clusters”, de laatste als “groene cluster”. Naast deze clustervorming zal getracht worden om verbindingen te leggen met het hart van Kerkrade, Kerkrade-Centrum. Om dit te bereiken zal er een routenetwerk met wandel-, fiets-, ruiter- en mountainbikeroutes aangelegd dienen te worden. Uiteindelijk zullen de afzonderlijk leisureclusters middels een marketingconcept gepromoot worden en als eenheid in de markt gezet worden. Verdere gebiedsontwikkeling Anstelvallei en omgeving In het kader van de Strategische Visie Toerisme Parkstad en de daarbij beoogde clustervorming is rond de toeristische trekkers GaiaZOO, Hotel Brughof en Kasteel Ehrenstein een integrale ontwikkelingsvisie voorbereid voor de Anstelvallei. In dit kader hopen we in 2015 duidelijkheid te hebben over de herbestemming van de locaties Nieuw Ehrenstein en Klarenanstel gerelateerd aan de landschappelijke omgeving. Met subsidie uit het Groenfonds Parkstad Limburg is Kasteelpark Fase 1 en Fase 2 gerealiseerd. Tevens worden, in samenwerking met betrokken partijen, andere delen van de Anstelvallei opgewaardeerd (o.a. Cranenweyer). Voornaamste doelen in dit project zijn: wateropgave Anstelerbeek, gebiedsontwikkeling Anstelvallei incl. herbestemming van de hoeves Nieuw Ehrenstein en Klarenanstel, realiseren van een recreatieve routestructuur en realiseren van betere ontsluiting van het gebied. Ook de ontwikkeling van GaiaZOO staat niet stil. De betrokkenheid van de gemeente daarbij varieert van faciliteren tot participeren (financieel). Wij zullen onze gemeentelijke plannen in de nabijheid van GaiaZOO zoveel mogelijk afstemmen op de ontwikkelingen van GaiaZOO zodat een win-win situatie ontstaat. Vanaf 2014 wil GaiaZOO investeren om het park het gehele jaar begaanbaar en bereikbaar te maken alsmede alle dieren 365 dagen per jaar zichtbaar te maken. GaiaZOO is ervan overtuigd dat hierdoor meer bezoekers de weg naar GaiaZOO zullen vinden. Deze bezoekers zullen door een aangepaste routing en de nieuwe verblijven ook langer in het park verblijven en daardoor voor meer omzet in de horeca en shop zorgen. Door het bredere aanbod en de aangepaste wandelpaden is het park ook elke dag van het jaar veel aantrekkelijker, hetgeen in combinatie met dynamic pricing ook hogere entreeprijzen rechtvaardigt. Verdere gebiedsontwikkeling Continium en omgeving (Creative City) Van de zijde van de gemeente zal in eerste instantie bevorderd worden dat Discovery Centre Continium en omgeving een “cluster van vermaak” wordt, zoals voorzien in de Strategische Visie Toerisme Parkstad. De relatie met de Schacht Nulland en ZLSM wordt hierbij betrokken. De Schacht is, met medewerking van de enthousiaste Koempels van de Domaniaal, opengesteld voor publiek. Verder zullen de plannen van Continium (Creative City: 1. Continium, 2. Red Dot Design Laboratory en 3. Earth Theater) verder vorm en gestalte krijgen. In december 2012 zijn de resultaten van het haalbaarheidsonderzoek van het project Creative City gepresenteerd. Continium wilde graag fors uitbreiden. Het Earth Theater en Red Dot Design Laboratory zal naar verwachting in 2015 de deuren kunnen openen, waardoor het centrum uitgroeit tot Creative City. Op basis van voornoemd haalbaarheidsonderzoek wordt rekening gehouden met een stijging van het aantal bezoekers van circa 100.000 naar circa 220.000 op jaarbasis. In het eerste Earth Theater ter wereld kijkt de bezoeker naar beneden: vanaf een satelliet naar de aarde. Dus niet zoals in een planetarium naar boven. Het theater
30
krijgt een doorsnede van 16 meter en de bezoeker bevindt zich op een ring acht meter boven de digitale beelden. Er is plaats voor 600 bezoekers tegelijk. Het Red Dot Design Laboratory wordt de tweede wereldpremière van het Continium. Het gaat om de eerste Red Dot-plek waar bezoekers ontwerpers live aan het werk kunnen zien in tal van laboratoria en waar designers de ontwerpen waaraan zij werken, op publiek kunnen testen. Discovery Center Continium, Earth Theater en Red Dot Design Laboratory samen vormen straks Creative City, een centrum voor de creatieve industrie in Limburg en omstreken, waar cultuur, economie en toerisme elkaar ontmoeten. Verdere gebiedsontwikkeling Historische Driehoek In Parkstadverband is de participatie in een nieuw Interregproject (drie landen) voorbereid. In dit project (Tiger) participeren ook Kerkrade en Herzogenrath (Kerkrade € 200.000, Herzogenrath € 100.000). Voor Kerkrade is/wordt in dit project de historische tuin van Rolduc fasegewijs hersteld en is een voetgangersbrug over de Worm bij de Baalsbruggermolen gerealiseerd. Herzogenrath participeert ook in dit project en bouwt in de Burg Rode een betere toegang tot de torenspits. Verder is, in samenwerking met buurgemeente Herzogenrath, een nieuw grensoverschrijdend wandelroutenetwerk gerealiseerd. Ook het Abdijcomplex Rolduc is als hotel- en conferentieoord sterk in ontwikkeling. Om het hotel- en conferentieoord kostendekkend te maken, is het zaak om meer omzet te genereren door de naamsbekendheid en het imago te verbeteren en door zich te gaan richten op vast te stellen doelgroepen. Dit kan onder meer door een duidelijk beleidsconcept voor het complex te ontwikkelen, meer gebruik te maken van de kwaliteiten van Rolduc, het bijzondere karakter en de geschiedenis van het pand meer tot hun recht te laten komen en zo de unique selling points van Rolduc (beleving/emotie) meer te benutten. Een onderzoek heeft uitgewezen wat de economische potenties van het abdijcomplex zijn en hoe deze, in combinatie met het omliggende gebied, beter benut kunnen worden. Daarnaast zijn/zullen de kloostertuinen van Rolduc fasegewijs verder heringericht worden. Aansluitend aan de ontwikkelingen wordt op Kerkraads grondgebied onderzocht of de historische driehoek (Rolduc, Baalsbruggermolen en Burg Rode) recreatief beter ontsloten kan worden. Uitvoering geven aan convenant VVV Zuid-Limburg Toeristische promotie is door de Zuidlimburgse gemeenten primair opgedragen aan de VVV en vastgelegd in een convenant. Dat neemt niet weg dat de gemeente zelf ook probeert toeristische promotie te bedrijven. Indicatoren programma
omschrijving
bron
bezoekers GaiaZOO GaiaZOO ( x 1.000) Kerkrade bezoekers Continium Continium ( x 1.000) bezoekers Roda JC Roda JC Kerkrade (wedstrijden Kerkrade Eredivisie; x 1.000) bezoekers Rodahal (x Rodahal 1.000) bezoekers ZLSM (x ZLSM 1.000) opbrengsten toeristen- afd. belasting ( x € 1.000)* Financiën * op rekeningbasis ** geen streefwaarde vastgesteld
eenheid
2012
2013
aantal
450
450
375
**
aantal
87
102
102
**
aantal
242
242
230
**
aantal
74
70
78
**
aantal
45
44
38
**
aantal
93
123
126
≥ 50
31
2014
streefwaarde 2014-2017
2011
C.
Overige vermeldenswaardige zaken en indicatoren
Voor bedrijven die tijdelijk in malaise verkeren, maar wel op termijn perspectief hebben, bestaat de regeling Bijzondere Bijstand Zelfstandigen (BBZ). Daarnaast leidt de gemeente ondernemers door die meer financiële ruimte nodig hebben voor noodzakelijke investeringen. En door de samenwerking tussen Sociale Zaken en Economische Zaken in het kader van het succesvolle project Naar Buiten kunnen ondernemers rekenen op interessante arbeidsmarktvoorzieningen die de inzet van personeel bevorderen. Bedrijventerreinenmanagement Parkstad Limburg In het kader van Bedrijventerreinenmanagement Parkstad Limburg (BTM) wordt een belangrijke bijdrage geleverd aan het versterken van de economische structuur in de Stadsregio Parkstad Limburg. BTM voert in opdracht van de Stadsregio Parkstad Limburg het Bedrijventerreinenmanagement uit voor de 37 bedrijventerreinen met ca. 1650 bedrijven, waar ca. 28.000 werknemers werkzaam zijn. BTM kent een driesporen aanpak van: 1. Revitalisering & Herstructurering 2. Beheer en onderhoud 3. Collectieve projecten Op schaal van Kerkrade werkt BTM nauw samen met de Samenwerkende Bedrijventerreinen Kerkrade (SBK) en de gemeente. In het verlengde van de driesporen aanpak wordt in Kerkrade met name ingezet op de herstructurering van bedrijventerreinen, de continue aandacht voor de kwaliteit en uitstraling van de bedrijventerreinen, de samenwerking tussen de bedrijven onderling etc. Voor het industriële gedeelte wordt ingezet op de verkoop van de resterende gemeentelijke kavels op de Rodaboulevard. Invulling hiervan zal geschieden overeenkomstig de uitgangspunten van het beeldkwaliteitsplan. Voor het stedelijk diensterrein zal nadere invulling plaatsvinden overeenkomstig de uitgangspunten Retailstructuurvisie 2010-2020 en onderzoek over de ontwikkelpotenties van het Parkstad Limburg Stadion van Ecorys (2012). Belangrijke aandachtspunten ivm benutting ontwikkelingspotentieel: gerealiseerde AHXL, gerealiseerde Leisuredome fase I en II Kerkrade, benutting cascoruimten Zuidtribune, gerealiseerde invulling voormalig Karwei-pand met sportzaken etc. In opvolging aan het opgestelde Masterplan herstructurering bedrijventerrein Willem Sophia heeft in 2014 de daadwerkelijke realisatie plaatsgevonden in de vorm van herinrichting van bestaande infra Steenbergstraat en Grisenstraat alsmede de Parallelweg. Hiermee is het project afgerond en de daarmee samenhangende samenwerkingsovereenkomst met de LHB. Centrummanagement Er bestaat een samenwerkingsverband tussen de gemeente en de centrumondernemers. Dit samenwerkingsverband is georganiseerd middels de Denktank Centrumondernemers, bestaande uit: Een afvaardiging van de gemeente Kerkrade. Een afvaardiging van Stichting Kerkrade Hartstikke Goed (bestaande uit centrumondernemers). Het bestuur van de Stichting Kerkrade Hartstikke Goed. Begin 2009 heeft de gemeenteraad ingestemd met het invoeren van reclamebelasting in het centrum van Kerkrade; dit systeem functioneert naar tevredenheid en zal in 2015 geëvalueerd worden. De denktankbijeenkomsten vinden circa zes maal per jaar plaats en worden georganiseerd en gefaciliteerd door de gemeente Kerkrade. Tijdens deze bijeenkomsten komen alle centrumgerelateerde aspecten aan de orde. De samenwerking verloopt naar tevredenheid en zal (ivm het Centrumplan) worden geïntensiveerd. Ook in 2015 zal hier verder vorm en inhoud aan worden gegeven. In het samenwerkingsverband met de Stichting Kerkrade Hartstikke Goed zal in het bijzonder aandacht besteed worden aan de verdere doorontwikkeling van het project “Preventieve Aanpak Overvallen” en parallel hieraan aan het project “Keurmerk Veilig Ondernemen”. In verband met de bouwwerkzaamheden in het centrum zal er alles aan gedaan worden om de sfeer / beleving zo optimaal mogelijk te houden. Zo zal in 2015, naast de voornoemde projecten, aandacht besteed worden aan het huidige parkeerbeleid, het
32
organiseren van evenementen, het verder ontwikkelen van Free Wifi en het verder uitwerken van het thema “buy local, save jobs”. Markten en kermissen Op basis van een in overleg met een aantal kermisexploitanten gehouden evaluatie van het kermisbeleid is besloten om met betrekking tot de zogeheten wijkkermissen een ander regime te voeren. Waar in het verleden nog sprake was van jaarlijks in het voorjaar en najaar te houden wijkkermissen in Eygelshoven en Kerkrade-West is met ingang van 2014 bij wijze van proef gekozen voor het jaarlijks houden van een wijkkermis in de gebieden Eygelshoven, Kerkrade-West, Bleijerheide en Chevremont. Voor wat betreft de centrumkermis zal in 2015 nog een nadere evaluatie plaatsvinden met de kermisexploitanten. Na de inmiddels gerealiseerde afronding van de herinrichting weekmarkten Eygelshoven en KerkradeWest wordt ingezet op het opstellen van een nieuw inrichtingsplan voor de weekmarkt Kerkrade-centrum. Insteek daarbij is het bevorderen van de interactie tussen enerzijds de weekmarkt en anderzijds de detailhandel en horeca. Een en ander zal zijn beslag krijgen na afronding in de eerste helft 2015 van de fysieke herinrichting van de openbare ruimte in relatie met het centrumplan. Indicatoren beleidsveld omschrijving bedrijfsvestigingen* werkzame personen* werkgelegenheidsindex: arbeidsplaatsen versus beroepsbevolking vestigingen detailhandel werkzame personen detailhandel standplaatsen markten
bron Vestigingregister Limburg Vestigingregister Limburg Vestigingregister Limburg / E,til Vestigingregister Limburg Vestigingregister Limburg afd. OOV
eenheid
2014
streefwaarde 2014-2017
2011
2012
2013
aantal
2.611
2.643
2.657
-
aantal
17.542
17.131
15.313
-
%
84
83
75
-
aantal
385
381
357**
-
aantal
2.214
2.087
2.083**
-
aantal
73
69
69
72***
verkoopruimte markten afd. OOV m² 2.075 1.977 1.894 1.934*** * incl. vestigingen en werkzame personen uit Landbouwtelling CBS. ** voorlopig cijfer *** door de diverse verplaatsingen (Eygelshoven, Spekholzerheide) is de fysieke ruimte teruggebracht.; verder is er geen rekening gehouden met een mogelijke andere opstelling weekmarkt Centrum na de herinrichting Centrum.
D.
Wat mag het kosten ?
Baten/lasten begroting 2015 BELEIDSVELD 04 Economie Rekening Bijgestelde en toerisme 2013 begroting 2014 Bestaand beleid - lasten 1.337 1.929 - baten 382 1.089 Saldo Bestaand beleid -955 -840 Saldo baten en lasten -955 -840 Mutaties reserves -toevoeging 0 100 -onttrekking 0 0 Resultaat -955 -940
Bedragen x €1.000 Meerjaren Meerjaren begroting begroting 2017 2018
Primaire begroting 2015
Meerjaren Begroting 2016
1.444 731 -713 -713
1.398 731 -667 -667
1.395 731 -664 -664
1.391 731 -660 -660
100 0 -813
100 0 -767
100 0 -764
100 0 -760
De post nieuw beleid vanaf 2015 heeft betrekking op de volgende lasten en/of baten (VJN2014): N.v.t.
33
Investeringen BELEIDSVELD 4 Uitbreiding Vervanging Totaal tbv dit beleidsveld
Gewijz. ram.2014 0 0 0
Raming 2015 0 0 0
34
Raming 2016 0 0 0
Raming 2017 19 0 19
Bedragen x €1.000 Raming Raming 2018 totaal 0 19 0 0 0 19
Beleidsveld:
05 Veiligheid en handhaving A. Algemeen Omschrijving van het beleidsveld: Het in samenwerking met diverse partners - met gebruikmaking van de volledige veiligheidsketen ontwikkelen van beleid, realiseren van uitvoeringsplannen en projecten die gericht zijn op het bereiken van een optimaal leefklimaat in buurten en wijken waar burgers zich veilig voelen. Onderscheiden deelterreinen: Openbare orde algemeen; Crisisbeheersing; Criminaliteitspreventie, Uitvoering bijzondere wetten en plaatselijke verordeningen; Handhaving en toezicht Portefeuillehouders: J. Som (openbare orde, veiligheid en brandweer (wettelijke taken) / rampenbestrijding / coördinatie handhaving) T. Weijers (ruimtelijke ordening) J. Bok (milieu) Beleidskaders: Wijkveiligheidsbeleid en wijkveiligheidsplannen 2008. Beleidsnota coffeeshopbeleid en evaluatierapportage 2010/2012. Beleidsnota prostitutiebeleid 2010/2012. Horeca-convenant veilig uitgaan met vastgesteld sanctiebeleid 2011/2012. Algemene plaatselijke verordening 2011. Regionaal Crisisplan 2012. Convenant veiligheidshuis 2007. Convenant veiligheidshuis 2008. Convenant bestuurlijke aanpak criminaliteit en convenant samenwerkende overheden 2008. Veiligheidsregio Zuid Limburg 2012. Evenementenbeleid, normen, toezicht en handhaving 2014. Beleidsnota bijzonder gebruik openbare ruimte. Lokale structuurvisie. Lokale welstandsnota Kerkrade (excessenregeling) Oplegnotitie beleid handhaving fysieke leefomgeving Sanctie- en gedoogstrategie omgevingsrecht (milieu, bouwen, ruimtelijke ordening) Beleidsplan bouwhandhaving Handhavingsprogramma’s omgevingsrecht (milieu, bouwen, ruimtelijke ordening) Verordening subsidiëring gevelverbetering Beleidsnotitie bestrijding verpauperde panden in Kerkrade Packagedeal Rijk –IPO – VNG inzake omgevingsdiensten Integraal veiligheidsplan Diverse wetten Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (WABO), Woningwet / Bouwbesluit / Bouwverordening, Wet op de Ruimtelijke Ordening, Wet Milieubeheer incl. uitvoeringsbesluiten. Wet op de veiligheidsregio’s, Winkeltijdenwet, Opiumwet, Gemeentewet, Drank- en horecawet,
B. Programma Bij dit beleidsveld hoort het programma “Veilig leefmilieu”.
35
Nadere toelichting programma Veiligheidshuis. Op basis van landelijke ontwikkelingen is een traject tot samenvoeging van de veiligheidshuizen Kerkrade en Heerlen tot een nieuw Veiligheidshuis Parkstad (VHP) ingezet. Exacte financiële consequenties kunnen thans nog niet worden aangegeven, immers zijn deze mede afhankelijk van locatiekeuze vestiging VHP, het daarbij behorende concept voor onder meer de afname van producten, de daarbij behorende formatie-omvang en vanuit Kerkrade leveren van te menskracht voor het VHP. Feitelijke samenvoeging van de huidige Veiligheidshuizen Kerkrade en Heerlen is voorzien voor begin 2015. Indicatoren programma omschrijving voelt zich wel eens onveilig in de eigen buurt
C.
bron burgeronderzoek
eenheid
2011
%
37
2012
2013
2014
streefwaarde 2014-2017
46
Overige vermeldenswaardige zaken en indicatoren
Woningontruimingen. Ingeval van effectuering van een door een deurwaarder aangekondigde woningontruiming, geschiedt de begeleiding van transport door Rd4 van op de openbare weg geplaatste goederen (huisraad) door medewerkers van cluster handhaving, een en ander mede ter voorkoming van verstoring van openbare en veiligheid van andere gebruikers van de openbare weg. Vanuit de insteek om medewerkers van het cluster zo efficiënt mogelijk in te zetten is onderzocht of het mogelijk is het betreffende proces anders in te richten. Dit heeft ertoe geleid dat in overleg met Rd4 is besloten het proces in die zin aan te passen dat deze vanaf 1 februari jl. zorg draagt voor begeleiding van de woningontruiming. Een en ander impliceert dat medewerkers van het cluster handhaving, waarbij wordt uitgegaan van een gemiddelde over de afgelopen jaren, voor 150 uur op jaarbasis anderszins kunnen worden ingezet op geprioriteerde taken. Doordat Rd4 de met transport gemoeide kosten zelf rechtstreeks factureert aan de opdrachtgever is tevens sprake van vermindering van de administratieve lastendruk. De proef zal in 2015 worden geëvalueerd.
Indicator meldpunt drugsoverlast. Tot nog toe is bij de jaarlijks op te stellen begroting en rekening in het onderdeel indicatoren voor het onderdeel meldpunt drugsoverlast het op jaarbasis (te) ontvangen aantal meldingen als indicator gebezigd. Geconstateerd is dat een substantieel deel van het aantal meldingen betrekking heeft op een zeer beperkt aantal objecten; in 2013 zijn in totaliteit 236 meldingen ontvangen bij het meldpunt, waarvan 90 stuks betrekking hebben op 4 panden. In totaliteit betroffen de meldingen 67 panden en 28 locaties van straathandel. Dit leidt tot een situatie dat bij het sluiten van een of meerdere van deze panden het aantal meldingen zeer sterk kan fluctueren, waardoor in ieder geval twijfels bij de hardheid van de gehanteerde indicator kunnen worden gesteld. Het hanteren van een indicator op basis van het aantal objecten (pand, openbare ruimte/straat) waar de meldingen betrekking op hebben wordt meer reëel geacht. Voor 2015 wordt deze wat betreft het aantal panden vastgesteld op 50.
36
Lokaal Damoclesbeleid. De gemeente zal zich samen met partners blijven inzetten tegen drugspanden. Die inspanning uit zich in het van gemeentewege handhavend optreden indien een handelshoeveelheid drugs in een pand wordt aangetroffen c.q. sprake is van kweek van hennep. In dat kader zijn in het jaar 2013 53 waarschuwingen (sluiting in vooruitzicht bij hernieuwde constatering) verzonden en zijn 18 panden van gemeentewege gesloten, waarvan een aantal deelsluitingen. Vanuit het streven naar verdere optimalisering van het lokaal beleid op dit onderdeel, heeft de burgemeester het Damoclesbeleid (handhaving bij aantreffen drugs in panden) in die zin verder aangescherpt dat in een substantieel aantal gevallen geen sprake meer is van een waarschuwing maar direct tot de maatregel van sluiting voor bepaalde tijd van het betreffende pand wordt overgegaan. Drank- en horecawet. Per 1 januari 2013 en 1 januari 2014 is de Drank- en Horecawet gewijzigd. Gelet op de verplichtingen die uit die wijzigingen voortvloeien, heeft de gemeenteraad inmiddels de Verordening Paracommercie gemeente Kerkrade 2013 vastgesteld en heeft de burgemeester de Beleidsregel ontheffingen vaste schenktijden paracommerciële rechtspersonen vastgesteld. De noodzakelijke gemeentelijke toezichthouders Drank- en Horecawet zijn opgeleid en benoemd, alsook zal er in het laatste kwartaal van 2014 door de gemeenteraad een Preventie- en Handhavingsplan worden vastgesteld. De met toepassing van de verordening paracommercie en preventie- en handhavingsplan opgedane ervaringen zullen in 2015 worden geëvalueerd en waar aan de orde leiden tot bijstelling van de plannen. Indicatoren beleidsveld omschrijving
bron
drugsoverlast komt vaak voor in de buurt objecten wv. meldingen bij meldpunt drugsoverlast* incidenten diefstal/inbraak woning diefstal/inbraak box/garage/schuur/tuinhuis diefstal vanaf/uit/van voertuigen en brom-, snor-, fietsen fysiek geweld (mishandeling/ ruzie/vechtpartij) vernieling bouwcontroles bouwcontroles t.o.v. norm bouwcontroles – klachten
*
incl.
meldingen
via
eenheid
2011
%
14
aantal
108
aantal
burgeronderzoek meldpunt poiitie, regio Limburg Zuid poiitie, regio Limburg Zuid poiitie, regio Limburg Zuid poiitie, regio Limburg Zuid poiitie, regio Limburg Zuid poiitie, regio Limburg Zuid afd. Milieu en Bouwen afd. Milieu en Bouwen afd. Milieu en Bouwen
Meld
Misdaad
2012
2013
2014
streefwaarde 2014-2017
16
-
≤ 10
265
236
-
≤ 50
9.248
8.793
-
-
≤ 8.500
aantal
288
316
260
-
≤ 250
aantal
76
89
87
-
≤ 65
aantal
749
726
570
-
≤ 650
aantal
719
755
-
-
≤ 650
aantal
562
542
502
-
≤ 500
aantal
978
785
980
-
850
%
95
95
95
-
95
aantal
24
38
65
-
< 55
Anoniem
37
ter
kennis
gekomen
van
de
politie
D.
Wat mag het kosten ?
Baten/lasten begroting 2015 BELEIDSVELD 05 Veiligheid handhaving Bestaand beleid - lasten - baten Saldo Bestaand beleid Saldo baten en lasten Mutaties reserves -toevoeging -onttrekking Resultaat
en
Bedragen x €1.000 Rekening Bijgestelde 2013 begroting 2014
Primaire begroting 2015
Meerjaren Begroting 2016
Meerjaren begroting 2017
Meerjaren begroting 2018
7.245 1.117 -6.128 -6.128
7.529 1.306 -6.223 -6.223
7.020 910 -6.110 -6.110
6.619 520 -6.099 -6.099
6.602 530 -6.072 -6.072
6.602 530 -6.072 -6.072
0 0 -6.128
0 0 -6.223
0 0 -6.110
0 0 -6.099
0 0 -6.072
0 0 -6.072
De post nieuw beleid vanaf 2015 heeft betrekking op de volgende lasten en/of baten (VJN2014): N.v.t. Investeringen BELEIDSVELD 5 Uitbreiding Vervanging Totaal tbv dit beleidsveld
Gewijz. ram.2014 0 0 0
Raming 2015 0 0 0
38
Raming 2016 0 0 0
Raming 2017 0 0 0
Bedragen x €1.000 Raming Raming 2018 totaal 0 0 0 0 0 0
Beleidsveld:
06 Jeugd A. Algemeen Omschrijving van het beleidsveld: Enerzijds het optimaliseren van ontwikkelingskansen en participatiemogelijkheden en anderzijds het voorkomen van maatschappelijke en persoonlijke uitval voor de leeftijdsgroep 0 – 18/23 jaar in het algemeen, door het realiseren, behouden van afstemmen van een adequaat voorzieningenniveau en aanbod op lokaal en regionaal niveau. Onderscheiden deelterreinen: Educatie, jeugdgezondheidszorg, jeugdzorg. Portefeuillehouders • J. Schlangen (onderwijs, jeugdzorg, sport) Beleidskaders: Lokale en regionale beleidskaders Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs Gemeente Kerkrade (2003) Integraal huisvestingsplan onderwijs 2006-2010 Nota integraal jeugdbeleid (2007) Verordening leerlingenvervoer gemeente Kerkrade (2009) Verordening peuterspeelzaalwerk Kerkrade (2005) Verordening kinderopvang Kerkrade (2012) Kader internationalisering onderwijs (2005) Overeenkomst vroegtijdig schoolverlaten (2005) Regionale / Lokale Educatieve Agenda (2011) Kadernota Centrum voor Jeugd en Gezin Kerkrade (2009) Visiedocument Centrum voor Jeugd en Gezin Parkstad Limburg (2009) Convenant verwijsindex risicojongeren Parkstad (2012) Nota speelruimtebeleid (2012) Jeugdagenda Parkstad 2012-2015 Projectplan decentralisatie jeugdzorg Zuid Limburg 2012 Beleidskader samenwerking van de 18 gemeenten in Zuid-Limburg op de zware gespecialiseerde jeugdhulp (2014) Beleidskader samenwerking van de parkstad gemeenten met betrekking tot ambulante jeugdhulp (2014)
B. Programma Bij dit beleidsveld hoort het programma “Voorkomen van vroegtijdige schooluitval”.
39
Nadere toelichting programma Borging behoud voortgezet onderwijs In afwachting van duidelijkheid m.b.t. de toekomst(mogelijkheden) van de locatie Campus werd besloten om het VMBO in ieder geval gedurende de schooljaren 2013/2014 t/m 2016/2017 te huisvesten in het schoolgebouw op de locatie Holz. Hiervoor is het schoolgebouw aangepast en uitgebreid. Hiermee werden de leerlingen, ouders, leerkrachten e.d. voor vier schooljaren zekerheid verschaft over de huisvesting. Vervolgens is in november 2013 de keuze gemaakt om het VMBO definitief op de locatie Holz te huisvesten en dus niet meer terug te keren naar de locatie Campus. Tegelijkertijd hebben de SVO|PL en de gemeente Kerkrade (in samenwerking met de SVOK) gezamenlijk initiatieven genomen om de belangstelling voor het VMBO in Kerkrade te vergroten (initiatieven zowel op onderwijsinhoudelijk als op sociaal cultureel vlak). Deze initiatieven worden in het schooljaar 2014/2015 voortgezet. Afstemming passend onderwijs met de 3D’s (decentralisaties jeugdzorg, WMO en participatie) Naast de drie decentralisaties waar de gemeente mee te maken heeft, vindt er nog een zogenaamde vierde decentralisatie plaats, te weten passend onderwijs. De Wet passend onderwijs is op 9 oktober 2012 aangenomen door de Eerste Kamer. De wet is op 1 augustus 2014 ingegaan, daarmee krijgen scholen een zorgplicht. Dat betekent dat scholen ervoor verantwoordelijk zijn om elk kind een goede onderwijsplek te bieden. Om aan alle kinderen daadwerkelijk een goede onderwijsplek te kunnen bieden, vormen reguliere en speciale scholen samen regionale samenwerkingsverbanden. De scholen in het samenwerkingsverband maken afspraken over de ondersteuning aan leerlingen en de bekostiging daarvan. Gezien het feit dat passend (c.q. speciaal) onderwijs een aantal raakvlakken heeft met (nieuw) gemeentelijk beleid is afstemming tussen gemeenten en (passend) onderwijs noodzakelijk en gewenst. Hiervoor wordt op gewestelijk niveau door het onderwijs het OOGO (Op Overeenstemming Gericht Overleg) tussen onderwijs en gemeentebesturen geëntameerd. Vanuit de gemeenten wordt op gewestelijk niveau het OOGO jeugd, over de afstemming tussen het gemeentelijk beleid ten aanzien van jeugdzorg en de raakvlakken met passend onderwijs belegd. In 2014 is tussen het onderwijs en de gemeenten overeenstemming bereikt over de ondersteuningsplannen (vierjaarlijks) van de samenwerkingsverbanden passend onderwijs Primair Onderwijs en Voortgezet Onderwijs. In februari 2014 zijn reeds vastgesteld het bovenregionale en het regionale beleidsplan jeugd. Naar verwachting zal in oktober 2014 ook het lokale beleidsplan jeugd in het OOGO worden vastgesteld. Voor 2015 zal nadere invulling gegeven moeten worden op onder andere de volgende raakvlakken: doorgaande lijn voorschoolse voorzieningen naar p.o., afstemming met jeugdzorg (1Gezin,1Plan, 1Regisseur), ‘thuiszitters’,leerlingenvervoer, huisvesting en arbeidsmarkttoeleiding. Jeugdzorg lokaal- gewestelijk - regionaal 2015 is het eerste jaar dat de gemeente verantwoordelijk wordt voor de gehele jeugdzorg. Regionaal wordt de jeugdzorg op verschillende niveaus opgepakt. Op Zuid-Limburg niveau zal de gemeente Maastricht als centrumgemeente, de inkoop van de Jeugdzorg Plus gaan afhandelen. Om de betrokken gemeenten goed te kunnen informeren zal per kwartaal verslag worden uitgebracht over het verbruik per gemeente. Op Parkstad niveau zal de gemeente Heerlen als centrumgemeente, per kwartaal de verbruiksgegevens van de Ambulante Jeugdzorg aanleveren. Op basis van deze verbruiksgegevens kan de gemeente Kerkrade beleidsaanpassingen doorvoeren. Lokaal dient de gemeente Kerkrade in 2015 invulling te geven aan de toegang tot de jeugdzorg. Hiervoor wordt in overleg met alle lokale partners een uitvoeringsplan opgesteld. In 2015 volgt de implementatie van het uitvoeringsplan. Naast nauwe samenwerking tussen de drie niveaus, regionaal – gewestelijk – en lokaal, zal de gemeente Kerkrade in 2015 verder werken aan de interne afstemming tussen de drie decentralisaties, de Jeugdzorg, de WMO en de Participatie. Deze afstemming zal moeten leiden tot een integrale aanpak binnen de financiële kaders waarbij een efficiënte inzet van middelen moet leiden tot betere zorg voor minder geld.
40
Jeugdgezondheidszorg lokaal en regionaal Uitvoering van het basistakenpakket Jeugdgezondheidszorg zal ook in 2015 plaatsvinden. Daarnaast zal steeds meer maatwerk noodzakelijk zijn om de integrale aanpak vorm te geven. De integrale aanpak zal in 2015 ook voor de JGZ organisaties leiden tot aanpassingen in de werkwijze en op de langere termijn tot aanpassingen in het takenpakket. In 2015 moet het integraal werken conform 1Gezin 1Plan 1Regisseur verder vorm krijgen. Tweemaandelijks worden de cijfers met betrekking tot de inzet van 1Gezin 1Plan 1Regisseur op Parkstad niveau door de instellingen aan de gemeenten gerapporteerd. Centrum voor Jeugd en Gezin Nieuw beleid Het CJG (en de daartoe behorende functies) zal deel gaan uitmaken van een nieuw stelsel voor hulp en zorg (als gevolg van de aanstaande decentralisatie van de jeugdzorg). De gemeente zal de voorzieningen variërend van preventie tot zeer specialistische hulp samenhangend vorm en inhoud moeten geven. In verband met dit toekomstperspectief is het aantal nieuwe CJG-activiteiten en -voorzieningen (op het gebied van b.v. laagdrempelige opvoedingsondersteuning) beperkt gebleven. Nieuwe activiteiten dienen te passen binnen het nieuw te vormen stelsel. De gemeente krijgt er in 2015 nieuwe taken bij. Hierbij dient gedacht te worden aan de toegangstaak voor vrij toegankelijke zorg en de niet vrij toegankelijke zorg, de aanpak bij crisissituaties en de inzet ten behoeve van de afgifte van beschikkingen. In de loop van najaar 2014 wordt duidelijk welke kosten hiermee gemoeid zullen gaan en hoe deze door de gemeente financieel worden gedekt. Daarnaast blijft de inzet van laagdrempelige opvoedingsondersteuning noodzakelijk om een omslag te realiseren (van individuele naar collectieve voorzieningen, van zware vormen van hulp naar lichtere hulpverlening en ondersteuning. In het kader van het integrale werken en “1 gezin, 1 dossier, 1 regisseur”, is het van belang dat er een heldere afstemming en koppeling komt tussen de informatiesystemen van het CJG en de sociale wijkteams. De applicatie Mens Centraal (zie separate toelichting) is hier het procesondersteunend hulpmiddel. Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) Het Centrum voor Jeugd en Gezin zal in 2015 naast de bestaande taken, informatie en advies en coördinatie van zorg een aantal nieuwe taken gaan vervullen. In het najaar van 2014 zal verdere invulling van de nieuwe taken volgen. Tot de nieuwe taken zal behoren: Het realiseren van de toegang tot de vrij toegankelijke zorg. Het realiseren van de toegang tot de niet vrij toegankelijke zorg en het toeleiden van crisissituaties tot de Spoed Eisende Hulp. Alle drie de taken zullen per 1-1-2015 via het CJG ingevuld moeten worden. In het najaar van 2014 zullen de benodigde afspraken en de personele bezetting worden ingevuld. Het budget nieuw beleid zal hierbij nadrukkelijk aangesproken worden. Indicatoren programma omschrijving
bron
eenheid
deelname peuterspeelzaal
KOK, Humanitas
% van 2/3jarigen
score VVE (voor-schoolse educatie) deelname doelgroepkinderen jeugdgezondheidszorg (bezoek consultatie- / kindbureau)
Onderwijsinspectie
relatief schoolverzuim* absoluut schoolverzuim* nieuwe schoolverlaters zonder startkwalificatie oude schoolverlaters zonder startkwalificatie casussen 1 gezin, 1 plan, 1 regisseur jeugdzorg
GGD / Meander bureau VSV bureau VSV bureau VSV bureau VSV Centrum Jeugd en Gezin
2011 38,0
2012
2013
37,5
37,0
2014
streefwaarde 2014-2017 ≥ 43,0 >2
% van 04 jarigen
97
94
91
100
aantal
347
264
251
≤ 100
aantal
2
-
2
≤8
aantal
130**
106
50
≤ 30
aantal
108
56
35
≤ 30 > 50 t..o.v. 2014
%
41
*
Relatief schoolverzuim betreft het aantal leerlingen met minimaal 3 schooldagen verzuim zonder geldige reden, absoluut schoolverzuim betreft het aantal leerplichtige jongeren dat bij geen enkele school staat ingeschreven. ** DUO houdt geen rekening met leerlingen die o.m. in het buitenland naar school gaan; als deze meegenomen worden daalt het aantal nieuwe schoolverlaters in het schooljaar 2010/11 naar 73.
C.
Overige vermeldenswaardige zaken en indicatoren
Verbeterplan voorschoolse educatie Met de invoering van de wet OKE (Onderwijs door Kwaliteit en Educatie)zijn eisen voor voorschoolse educatie voor het gehele land gelijkgeschakeld. Eind 2012 heeft de inspectie van het onderwijs, aan de hand van het toezichtskader, de voor- en vroegschoolse educatie op diverse aspecten uit de regelgeving beoordeeld. Bij die beoordeling wordt gewerkt met een vierpuntenschaal: 1.Staat in de kinderschoenen: verbeteringen zijn dringend nodig. Deze kwalificatie geeft aan dat echt iets verbeterd dient te worden. 2. Enigszins ontwikkeld: verbeteringen zijn nodig. Deze kwalificatie geeft aan dat het wenselijk is dat iets verbeterd wordt. 3. Voldoende 4. Goed ontwikkeld: een voorbeeld voor anderen. Deze kwalificatie geeft aan dat dit aspect in orde is, en wel op een zodanige manier dat anderen hiervan kunnen leren. In de rapportage werden gewenste en noodzakelijk verbeterpunten genoemd op de terreinen: toeleiding (2), resultaten (1), Interne kwaliteitszorg van de voor- en de vroegscholen (2). Hierop is in 2014 een verbeterplan ontwikkeld en van start gegaan welk in 2015 geïntensiveerd doorloopt. Daarnaast hebben de MG 86 (de 86 middelgrote gemeenten) waaronder Kerkrade extra rijksmiddelen ontvangen om het taalniveau van pedagogische medewerkers te verhogen van 2F (eindniveau VMBO) naar 3F (eind HAVO). In december 2015 loopt de beleidsperiode onderwijsachterstandenbeleid 20112015, waaronder voor- en vroegschoolse educatie, af. Concrete beleidsvoornemens van het rijk voor de periode 2016 – 2019 worden in de loop van 2015 verwacht. Integraal Huisvestingsplan 2015- 2026 Met ingang van 01-01-2015 vindt een ingrijpende wetswijziging van de WPO (Wet op het Primair Onderwijs) en de WEC (Wet Expertise Centra) plaats waarmee de (financiële) verantwoordelijkheid voor het buitenonderhoud en de aanpassingen aan onderwijshuisvesting in het primair onderwijs wordt overgeheveld van de gemeenten naar de schoolbesturen. Dit is dan ook reden om, naast een vigerend Huisvestingsplan in samenwerking met onderwijsstichting Movare een actueel Integraal Huisvestingsplan (IHP) voor het primair en speciaal onderwijs vast te stellen. Eind 2014 zal dit IHP door de raad worden vastgesteld. Een geactualiseerd IHP zal een reikwijdte hebben tot en met 2026 en geeft in ieder geval inzicht in: Een gezamenlijke visie op onderwijs en kindfuncties voor zover relevant voor de huisvesting voor de lange termijn; De huidige huisvestingscapaciteit (kwantitatief en kwalitatief) en de behoefteontwikkeling hiervan tot en met 2026; Een strategisch huisvestingsplan tot en met 2026, dat recht doet aan demografische veranderingen en maatschappelijke, beleids- en lokale ontwikkelingen; De globale financiële consequenties. Middels het IHP kan worden geanticipeerd op de komende ontwikkelingen en dient het IHP als instrument voor het onderwijs, maar ook voor (de ontwikkeling van) kindfuncties (o.a. Peuterspeelzaalwerk en kinderopvang). Actualisering verordening voorzieningen huisvesting onderwijs De hiervoor vermelde wetswijziging per 01-01-2015 van de WPO en de WEC in verband met de overheveling van taak en budget voor onderhoud en aanpassingen onderwijshuisvesting van de gemeente naar schoolbestuur, heeft tevens gevolgen voor de modelverordening voorzieningen huisvesting
42
onderwijs. De vigerende gemeentelijke Verordening dateert inmiddels uit 2003. De VNG stelt een nieuwe Modelverordening op waarna deze door de Raad eind 2014vastgesteld kan worden. De inwerkingtreding zal per 01-01-2015 zijn. Inpassing centrale voorziening Retour in Passend Onderwijs In 2002 is door de gemeenten in ParkstadLimburg, het voortgezet onderwijs, ROC Arcus, Bureau Jeugdzorg, Xonar en de Raad voor de Kinderbescherming, de centrale voorziening Retour opgericht. Doel is vanuit een sluitende aanpak voortijdig schoolverlaten middels gezamenlijke afstemming, ontwikkeling en uitvoering van toeleidings- en trainingstrajecten voor jongeren met specifieke problematieken, deze terug te leiden naar onderwijs of arbeidsmarkt. Vanaf 2002 hebben zich diverse gewijzigde omstandigheden voorgedaan zoals additionele trajecten binnen het Voortgezet Onderwijs en wijzigingen binnen de ROC’s op het terrein van Beroeps- en volwasseneneducatie en het VAVO (Voortgezet Algemeen Onderwijs voor Volwassenen). Met de op handen zijnde wijzigingen bij gemeentes ten aanzien van de drie decentralisaties, het passend onderwijs en de nieuwe ontwikkelingen bij de ROC’s, zal een herbezinning moeten plaatsvinden op de functie van Retour. Deze zal in 2015 haar beslag moeten krijgen.
Indicatoren beleidsveld Er zijn geen specifieke indicatoren gedefinieerd ten aanzien van het beleidsveld.
43
D.
Wat mag het kosten ?
Baten/lasten begroting 2015 BELEIDSVELD 06 Jeugd
Bestaand beleid - lasten - baten Saldo Bestaand beleid Nieuw beleid - lasten - baten Saldo Nieuw beleid Saldo baten en lasten Mutaties reserves -toevoeging -onttrekking Resultaat
Rekening Bijgestelde 2013 begroting 2014
Primaire begroting 2015
Meerjaren Begroting 2016
Bedragen x €1.000 Meerjaren Meerjaren begroting begroting 2017 2018
9.229 1.442 -7.787
9.975 1.003 -8.972
7.459 312 -7.147
7.318 312 -7.006
7.223 312 -6.911
7.125 312 -6.813
0 0 0 -7.787
0 0 0 -8.972
11.815 0 -11.815 -18.962
11.815 0 -11.815 -18.822
11.815 0 -11.815 -18.726
11.815 0 -11.815 -18.629
0 0 -7.787
0 0 -8.972
0 0 -18.962
0 0 -18.822
0 0 -18.726
0 0 -18.629
De post nieuw beleid vanaf 2015 heeft betrekking op de volgende lasten en/of baten (VJN2014): Decentralisatie Jeugd Investeringen BELEIDSVELD 6 Uitbreiding Vervanging Totaal tbv dit beleidsveld
Gewijz. ram.2014 0 282 282
Raming 2015 0 200 200
44
Raming 2016 0 200 200
Raming 2017 0 200 200
Bedragen x €1.000 Raming Raming 2018 totaal 0 0 200 1.082 200 1.082
Beleidsveld:
07 Welzijn, sport en cultuur A. Algemeen Omschrijving van het beleidsveld: Het beleidsveld is gericht op het mogelijk maken dat mensen in redelijkheid in sociale verbanden kunnen leven en kunnen participeren in de samenleving. Daartoe behoort onder meer het ondersteunen en het stimuleren van vrijwilligersinitiatieven. De voorzieningenstructuur dient vraaggestuurd en toegankelijk te zijn voor alle burgers. Daarnaast gaat het beleidsveld in op het bieden van gelegenheid aan de bevolking om de vrije tijd op een zinvolle manier te besteden door middel van bewegen, ontmoeten en culturele / educatieve activiteiten. Onderscheiden deelterreinen: Sport Portefeuillehouder: J. Schlangen (sport) J. Bok (welzijn en cultuur) Beleidskaders Subsidieverordening gemeente Kerkrade (2012) Subsidieverordening professionele instellingen gemeente Kerkrade (2009) Subsidieverordening Ondernemersactiviteiten Kerkrade (2012) Cultuurbeleid gemeente Kerkrade voor de komende periode Beleid Actief Kunstbeheer gemeente Kerkrade Plan van aanpak gemeenschapshuizen “Sociaal investeren in mensen en wijken’ (2008) Nota vrijwilligersbeleid (2009) Visiedocument Bibliotheekwerk Kerkrade (2012) Overeenkomst gemeente(n) en openbare bibliotheken (Parkstad Limburg) Nota Sportstimulering (2007) Nota sportaccommodaties (2009) Uitvoeringsprogramma Nationaal Actieplan Sport en Bewegen NASB (2011 – 2014) Speelruimtebeleid (uitvoering geven aan het rapport “Samenspel”) Uitvoeringsprogramma Sportstimulering Speelruimtebeleid “Samenspel” uitvoeren
B. Programma
45
Nadere toelichting programma Dat sporten en bewegen naast een gezonde levensstijl belangrijk zijn behoeft geen verder betoog Daarom zullen ook in 2015 diverse sportstimuleringsprojecten worden uitgevoerd. Op de basisscholen wordt middels lesprogramma’s, voorlichting en clinics ingezet om niet alleen tot de kinderen maar ook tot de ouders/verzorgers door te dringen. Middels de bovengenoemde clinic’s, die in samenwerking met de sportverenigingen onder schooltijd worden gegeven en maken de kinderen kennis met diverse takken van sport en kunnen zij op basis van deze ervaringen een keuze voor hun lievelingssport maken. De deelnemende sportverenigingen en scholen zijn hier heel enthousiast over. Verder staan een drietal grotere sport- en beweegevenementen gepland zoals de NK Cross, de Eurode Omloop en de Kerstinstuif eind december 2015 in de Rodahal. De nota sportaccommodaties is voor wat de buitensportaccommodaties(voetbal, tennis en hockey) betreft afgerond. Deze buitensportaccommodaties zijn allemaal voorzien van kunstgras of kunststof waardoor de bespeelbaarheid onder vrijwel alle weersomstandigheden gewaarborgd is. Met name bij de binnensport is nog een weg te gaan en zal moeten worden bekeken welk concept voor de toekomst zal gelden. Momenteel liggen er plannen van een ondernemer om een centraal gelegen binnen- en buitensportaccommodatie inclusief zwembad onder de naam “Center Court” te bouwen. Indien dit wordt gerealiseerd heeft dit ook consequenties voor het sportaccommodatiebeleid en dient een heroverweging van het bestaande beleid plaats te vinden. Daar waar nu vooral ingezet wordt op sterke voorzieningen in de wijk zal dit nu meer centraal gaan plaatsvinden. Onderzoek wees namelijk uit dat 2/3 van de deelnemende kinderen al over een zwemdiploma beschikt als zij gaan deelnemen aan het schoolzwemmen. Dat is mede de reden waarom een voorstel aan de raad wordt gedaan om het schoolzwemmen vanaf het schooljaar 2015/2016 te herstructureren. Met betrekking tot de toekomstvisie van zwembad d’r Pool en breder het multifunctioneel Complex d’r Pool zal eveneens een afweging moeten volgen welke wordt beïnvloed door de discussie rondom het al dan niet door gaan van de eerder genoemde plannen van de ondernemer die eveneens een zwembadfunctie binnen het plan “Center Court” wenst te realiseren. De exploitatieovereenkomst met de huidige exploitant van het zwembad loopt op per 1-1-2015 af en zal, eveneens in afwachting van de actuele ontwikkelingen voor anderhalf jaar worden verlengd. Nota speelruimtebeleid “Samenspelen dient uiterlijk 31 december 2015 afgerond te worden. Met name in de uitvoering zal aandacht zijn voor social return of investment (SRI). Dit is nadrukkelijk opgenomen in de aanbesteding. Naast de plenaire en individuele gesprekken met alle 9 speeltuinverenigingen zijn voor de openbare speelplekken een 5- tal wijk/buurt bijeenkomsten gehouden en daar waar nodig een tweede bijeenkomst. Ook zijn er voor de grotere speelplekken aparte bijeenkomsten gehouden om samen met bewoners en kinderen en de ontwerper invulling te geven aan deze speelplekken. Dit zijn o.a. de skateparken D’r Prick en Lauraterrein en de speelplekken Op de Knip, Pastoor van der Heydenlaan en het V. van Goghplein. Vooruitlopend op de renovatie is daar waar mogelijk de stichting Werkcorporatie D’r Sjalter gestart met werkzaamheden zoals het afbouwen van speelplekken die conform het plan verdwijnen, kluswerkzaamheden op openbare speelplekken en speeltuinen. Dit laatste op verzoek van de speeltuinen. Verder zijn werkzaamheden welke door mensen van D’r Sjalter gedaan kunnen worden uit de opdrachten van de leveranciers gehaald. Hierdoor is de werkcorporatie ook in de rustige winterperiode voorzien van voldoende werkzaamheden. De aanbestedingen voor de speelplekken zijn afgerond, opdrachten verstrekt en er na de start in 2014 zullen ook deze worden afgerond uiterlijk eind 2015. Voor wat betreft de speeltuinen zullen de definitieve ontwerpen een laatste keer besproken worden met de speeltuin verenigingen waarna de opdrachten aan de verschillende leveranciers kunnen worden verstrekt. Na de herfstvakantie 2014 zal dan in de gesloten periode gestart worden met de uitvoering van de werkzaamheden. Het streven zal zijn dat de renovatie van de speeltuinen zo veel als mogelijk afgerond zal zijn voor de Pasen 2015. De start van het speeltuinseizoen.
46
Indicatoren programma omschrijving
bron
eenheid
2011
2012
2013
2014
streefwaarde 2014-2017
jeugdleden (<18 jr.) verenigingen afd. Welzijn % < 18jr 6,9 ≥ 8,0 niet-professionele kunstbeoefening * volwassen leners Bibliotheek (≥18 jr.) % ≥ 18jr 5,8 5,6 4,9 ≥ 7,0 Kerkrade bibliotheek bezoekers Bibliotheek aantal 128.420 129.672 128.741 bibliotheek Kerkrade cursisten Muziekschool / SMK, vAZOM % 1,9 2,0 2,4 ≥ 2,0 Vrije Akademie ZOM vrijwilligers burgeronderzoek % 28 28 ≥ 28 deelname sport / burgeronderzoek % 48 56 ≥ 50 actieve sporters wv. 1 of meer keer burgeronderzoek % 89 84 ≥ 90 per week afd. Welzijn sportverenigingen:* jeugdleden % < 18jr 34,5 ≥ 35,0 (<18jr) - volwassen leden % ≥ 18jr 10,5 ≥ 11,0 (≥18jr) * per 1 januari; het aantal leden van een vereniging wordt op basis van de huidige subsidieverordening eens per 4 jaar geactualiseerd, hetgeen in 2012 heeft plaatsgevonden: de vorige keer was in 2008 (percentages waren destijds resp. 8,0%, 33,2% en 10,3%)
C.
Overige vermeldenswaardige zaken en indicatoren
Bibliotheek Naarmate informatie steeds meer elders gemakkelijk te vinden is, neemt de noodzaak voor de bibliotheek af om een eigen collectie beschikbaar te stellen. In een moderne netwerksamenleving worden lezen en leren steeds meer beïnvloed door, of zelfs onderdeel van, sociale processen. En snel ontwikkelende informatie- en communicatietechnologieën versterken de mogelijkheden om te delen met en een beroep te doen op anderen in de gemeenschap. De bibliotheek zal zich in de toekomst meer richten op het tot stand brengen, stimuleren en faciliteren van waardevolle verbindingen. Dus minder boeken maar meer connectie. Rekening houdende met de veranderende functies zal in 2015/2016 in de Theaterpassage een nieuwe toekomstbestendige centrumbibliotheek worden gerealiseerd, die voorzien zal zijn van alle moderne technologieën. Deze bibliotheek – als een belangrijke trekker voor de revitalisering van het centrum - zal gaan fungeren als een laagdrempelig stedelijk centrum voor kennis, informatie, ontmoeting en cultuur, met extra aandacht voor de bestrijding van laaggeletterdheid. Muziekschool en Vrije Akademie Door de Campusproblematiek zijn de Muziekschool en Vrije Akademie tijdelijk elders gehuisvest . De Muziekschool in het pand Kosterbeemden (voormalige Defensiekantoor) en de Vrije Akademie in het pand Elbereveldstraat (voormalige gebouw Sancta Maria College). Op termijn moet naar een passende permanente oplossing worden gezocht. Gemeenschapshuizen De 4 renovatietrajecten in het kader van het gemeenschapshuizenbeleid “Sociaal investeren in mensen en wijken” zijn geheel afgerond. In Kerkrade-West maakt het nieuwe gemeenschapshuis als project deel uit van de Integrale gebiedsontwikkeling West. Het nieuwe MFA Kerkrade-West wordt in 2015 gerealiseerd in de bestaande kerk van de Heilust en komt ter vervanging van de Auw Noeëdkirch Heilust en Heidsjer
47
Tref. Met de nog verder uit te werken plannen en de daarmee samenhangende realisatie van het nieuwe MFA West, worden de gemeenschapshuizen opgewaardeerd zoals in het beleidsplan is aangegeven. Het voorzieningenniveau met betrekking tot gemeenschapsaccommodaties wordt hierdoor volledig aangepast. Kerkrade slaagt er de laatste jaren steeds in grote sportevenementen naar de stad te halen zoals het FIFA WK onder 21 in 2005, diverse oefeninterlands van Jong Oranje in het parkstad Limburg Stadion en niet te vergeten in 2012 en 2013 werd het NK wielrennen dat in Kerkrade werd gehouden. Al deze evenementen verliepen spectaculair en haalden grote kijkcijfers op de landelijke televisie. Hierdoor kwam Kerkrade positief in het licht en werden de vele ‘pareltjes’ in onze stad waaronder Abdij Rolduc, GaiaZoo, Kasteel Erenstein en de Baalsbruggermolen prachtig in beeld gebracht. Voor 2015 staat weer een groot sportevenement op het programma, namelijk het NK Cross. De organisatie is in handen van Atletiekvereniging Achilles Top Kerkrade. De achterliggende doelstelling bij dit soort grootschalige evenementen is onze stad positief in beeld te brengen en spin-off genereert voor de ondernemers en de breedtesport. Parkstad Limburg Theaters NV De PLT hebben voor de boekjaren 2013 en 2014 een bezuinigingstaakstelling gekregen, die -gelet op de centrumplanontwikkelingen- incidenteel ten laste gebracht is van de reservepositie. Het theater is met ingang van april 2014 gesloten. Het pand wordt onderdeel van het nieuwe cultuurcluster, waarin ook de bibliotheek wordt gehuisvest. Dit cultuurcluster vervult een belangrijke functie in het centrumplan en zal d.m.v. uiteenlopende klein- en grootschalige activiteiten voor verlevendiging zorgen. Het complex bestaat niet alleen uit een separate vleugel voor de bibliotheek, maar ook uit een multifunctionele kleine zaal. Naar verwachting is de (her)opening van het complex in de tweede helft van het theaterseizoen 20152016. Door de renovatie moeten alle bestaande afspraken ten aanzien van exploitatie, huurcontracten, onderhoudsverplichtingen ed. herijkt worden. Ook is dit een goed moment om specifieke afspraken te maken over inhoudelijke speerpunten van het theater, zoals bijvoorbeeld verbindingen met het lokale verenigingsleven, cultuureducatie en een eigentijdse invulling van de ontmoetingsfunctie. Belangrijk is ook de synergie met de Rodahal. Partijen zijn met de gemeente in gesprek om te komen tot een intensievere samenwerking m.b.t. programmering. Euregionale culturele samenwerking/ Jaar van de Mijnen 2015 De Provincie Limburg heeft een vervolg gegeven aan de culturele samenwerking die is ontstaan uit het Traject Maastricht Culturele Hoofdstad. Hiervoor is een meerjarig budget van € 15 miljoen beschikbaar gesteld, dat besteed wordt aan uiteenlopende activiteiten die gekoppeld zijn aan Themajaren. Interessante thema’s voor Kerkrade zijn o.a. design (Red Dot) en het Jaar van de Mijnen, dat voor 2015 tot speerpunt benoemd is. In het kader van de Voorjaarsnota 2014 is € 100.000 geoormerkt voor deze culturele samenwerkingsinitiatieven. Besteding van deze gelden vindt gespreid over meerdere jaren plaats. Kerkrade focust zich bij het samenstellen van de activiteitenprogramma’s op activiteiten die nauw aansluiten bij de lokale kernwaarden, waaronder de blaasmuziek, de structuren die zijn ontstaan uit de mijnontwikkelingen (o.a. mijnkoloniën), de amateurgezelschappen en Rolduc. Festivals Het Orlando Festival kampt als gevolg van bezuinigingen bij het Rijk en de Provincie met structurele problemen, die versterkt worden door het feit dat bijdragen van culturele fondsen ook dalen. Het stichtingsbestuur heeft voor het najaar van 2014 een herbezinning op de formule van het Orlando Festival aangekondigd, die de toekomstbestendigheid van het festival moet garanderen. Het activiteitenprogramma van het Wereld Muziek Concours is erop gericht om verbindingen tot stand te brengen tussen de professionele en amateursector. In dit kader worden er in de periode tussen de WMC’s diverse activiteiten, waaronder een blaasmuziekbiënnale en een Kapellentreffen, georganiseerd. Indicatoren beleidsveld Er zijn geen specifieke indicatoren gedefinieerd ten aanzien van het beleidsveld.
48
D.
Wat mag het kosten ?
Baten/lasten begroting 2015 BELEIDSVELD 07 Welzijn, Rekening Bijgestelde sport en cultuur 2013 begroting 2014 Bestaand beleid - lasten 9.756 11.329 - baten 873 865 Saldo Bestaand beleid -8.883 -10.464 Saldo baten en lasten -8.883 -10.464 Mutaties reserves -toevoeging 0 0 -onttrekking 0 0 Resultaat -8.883 -10.464
Bedragen x €1.000 Meerjaren Meerjaren begroting begroting 2017 2018
Primaire begroting 2015
Meerjaren Begroting 2016
8.182 833 -7.349 -7.349
8.022 800 -7.222 -7.222
7.865 766 -7.099 -7.099
7.646 731 -6.915 -6.915
0 0 -7.349
0 0 -7.222
0 0 -7.099
0 0 -6.915
De post nieuw beleid vanaf 2015 heeft betrekking op de volgende lasten en/of baten (VJN2014): N.v.t. Investeringen BELEIDSVELD 7 Uitbreiding Vervanging Totaal tbv dit beleidsveld
Gewijz. ram.2014 1.317 245 1.562
Raming 2015 0 44 44
49
Raming 2016 587 44 631
Raming 2017 0 45 45
Bedragen x €1.000 Raming Raming 2018 Totaal 0 1.904 45 423 45 2.327
50
Beleidsveld:
08 Zorg A. Algemeen Omschrijving van het beleidsveld: De gemeente is ten aanzien van verschillende bevolkingsgroepen verantwoordelijk voor een aantal vormen van zorg, die zich richten binnen het brede sociale domein zoals inkomen, ondersteuning, maatschappelijke participatie, hulp en maatschappelijke voorzieningen. Kenmerken van de samenwerking in de sociale wijkteams zijn: vraaggericht en -gestuurd, integraal en pro-actief. Het motto is “doen”. In de beoordeling van de situaties wordt ten eerste uitgegaan van de eigen kracht van de klant, de leefeenheid, de straat, de buurt en de wijk, de zogenaamde zelfredzaamheid. Daarnaast participeert de gemeente in de GGD Z.L. conform de Wet Publieke Gezondheid (m.n. collectieve preventie). Onderscheiden deelterreinen: Hulpverlening en maatschappelijke dienstverlening; gehandicapten; gezondheidszorg; ouderen; werk, zorg en activering voor en van de gemeentelijke minima Portefeuillehouders: L. Jongen (wet maatschappelijke ondersteuning, maatschappelijke zorg en volksgezondheid) H. Wiermans (sociale zaken) Beleidskaders: Integraal gezondheidsbeleid Kerkrade 2007 – 2011 “Tsezame Jezonk” (update in 2012) Burgerparticipatie binnen de Wmo Mantelzorgondersteuning vanuit de Wmo Sociale wijkteams en wijkloketten Zorg binnen de Wmo 4 jaren beleidsplan Wmo Wmo-beleid, besluit en –verordening 2009/2012 Kerkraads Wmo-model, voorbeeld van een gekantelde gemeente (sept. 2010) Toeslagenverordening WWB gemeente Kerkrade 2012 / A, Afstemmingsverordening WWB, Bbz 2004, IOAW en IOAZ gemeente Kerkrade 2013, Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive gemeente Kerkrade 2013, Handhavingsverordening WWB, Bbz 2004, IOAW en IOAZ 2012, Beleidsregels terug- en invordering WWB, IOAW en IOAZ 2013, Beleidsregels boete WWB, IOAW, IOAZ 2013, Beleidsregels inzake verhaal van Wet werk en bijstand 2008, Beleidsregels krediethypotheek en pandrecht 2007. Normenkader 2009-2012 Verordening Wet inburgering 2007 en beleidsregels Wet inburgering 2008 Verordening sociaal culturele activiteiten 2012 Verordening participatie schoolgaande kinderen 2012 Richtlijnen bijzondere bijstand 2012 Verordening wet kinderopvang sociaal medische indicatie 2012 Beleidsregels Wet Kinderopvang gemeente Kerkrade 2013 Verordening cliëntparticipatie 2010 Reïntegratieverordening 2013 Verordening en beleidsregels langdurigheidstoeslag 2012 Project Samen Leven
B. Programma Bij dit beleidsveld hoort het programma “Integraal gezondheidsbeleid”.
51
Nadere toelichting programma Project Valpreventie “Kerkrade in balans” Door een proactieve voorlichting en informatieverstrekking worden de burgers wijkgericht bewust gemaakt van aanwezige dan wel latent toekomstige valrisico’s. Op individueel niveau kunnen zo nodig acties worden uitgezet bij verschillende disciplines, die de gesignaleerde risico’s zoveel als mogelijk beperken en die gericht zijn op het bevorderen van actief bewegen. Het project Valpreventie Kerkrade in Balans, is op 24 maart 2011 operationeel gestart in Terwinselen, na een grondige voorbereiding. Partners zijn onder andere CZ Zorg en Impuls. In 2009 en 2010 zijn buurtgewijs de eerste algemene informatiebijeenkomsten gehouden. Het project wordt eind 2013 begin 2014 afgerond. Hierna volgt een evaluatie en mede op basis van deze uitkomsten worden bezien of er een structureel vervolg mogelijk is. De opkomst van de doelgroep is gemiddeld 20%, dat is hoog. Landelijk is 5% de streefwaarde. Naast vragen betreffende valpreventie worden er ook sociale vraagstukken opgelost. De vraag naar beweeginterventies als gevolg van dit project is ongeveer verviervoudigd. In het actieprogramma “Een kans voor Limburg” wordt het project Valpreventie als een landelijk voorbeeldproject gezien. Voor 2015 zal op basis van de evaluatie in het najaar van 2014 besloten worden welk vervolg het project Valpreventie gaat krijgen. Project ketenautomatisering “mens is centraal” MensCentraal is een ICT-systeem en blijkt een beproefde manier van samenwerken. Het zorgt ervoor dat ketenpartners op de hoogte zijn van het verloop van elkaars dienstverlening. Met MensCentraal weten verschillende dienstverleners precies wie welke dienstverlening is gestart en wat de resultaten zijn. 1Gezin1Plan is onderdeel van MensCentraal. Mens Centraal zal in Kerkrade worden ingezet bij de start van de dienstverlening in het Sociaal Wijkteam, daarbij zal Mens Centraal het basissysteem zijn waar alle partner in kunnen werken. De Zelfredzaamheidmatrix (ZRM) wordt hierin gevuld en opgeslagen. De specialistische dienstverlening wordt vastgelegd in de applicatiesystemen van de specialist en niet in Mens Centraal. Deze informatie is wel weer via Mens Centraal te raadplegen. Binnen Mens Centraal wordt per organisatie beoordeeld wie welke informatie mag inzien door gebruik te maken van autorisaties. De basis hierin is dat professionals van elkaar willen weten wie er nog meer betrokken is bij de burger, waarbij niet wordt ingegaan op de specialistische hulpverlening / dienstverlening. In het Sociaal Wijkteam is het van belang dat professionals gefaciliteerd worden bij de werkzaamheden die uitgevoerd moeten worden,waarbij met name de ondersteuning van een efficiënte informatievergaring en –voorziening van belang is. Een systeem als Mens Centraal is voorwaarde om deze dienstverlening juist, volledig, uniform en vlot te laten verlopen. Project Samen Leven De gezamenlijke Kerkraadse partners in de uitvoering van het model van de sociale wijkteams, t.w. zorgaanbieder Meandergroep Zuid-Limburg, welzijnsinstelling Impuls, Wmo platform Kerkrade en de gemeente Kerkrade, hebben als eerste partijen de handen in elkaar geslagen, met als doel een duurzaam activerings- en compensatiemodel te ontwikkelen binnen het lokale sociale domein voor de Kerkraadse burger. In de tweede helft van 2013 zijn daarbij de organisaties Radar en Levanto aangesloten. De samenwerking moet een antwoord bieden op de financiële uitdagingen die op alle partijen afkomen, waarbij met minder geld meer tegen een minimaal gelijkblijvende kwaliteit moet worden gerealiseerd. Vanuit de uitgangspunten en doelstellingen die in het rijksbeleid zijn geformuleerd en die vervolgens zijn herbevestigd in de Kerkraadse visie op het lokale sociale domein, wordt op gezamenlijke wijze in nauwe afstemming met elkaar op basis van een vastgesteld plan van aanpak de uitvoering ter hand genomen. Een samenwerking convenant is inmiddels opgesteld en ondertekend. De hoofdlijnen en kaders van de samenwerking op strategisch en tactisch niveau zijn gezamenlijk uitgewerkt. Momenteel wordt de hand gelegd aan de gezamenlijke nadere uitwerking van het uitvoeringsbeleid en de uitvoeringsorganisatie. Op 1 oktober 2014 zijn deze werkzaamheden afgerond, waarna de implementatie van de samenwerking kan starten, zodat de nieuwe wijze van werken per 1 januari van start kan gaan. Belangrijke afspraak is dat de lokale organisaties met een rol in de toegang tot de sociale maatwerkvoorzieningen een eensluidend uniform werkproces en ondersteunende informatiesysteem (applicatie Mens Centraal) gebruiken.
52
Project “Leuk voor elkaar” Leuk voor elkaar is een project inhoudende een aanvalsplan om mensen met een gebrekkig (ontoereikend) eigen sociaal netwerk te laten kennismaken met een combinatie van fysieke en virtuele ontmoetingsplekken via lokale groepen. Daardoor worden hun mogelijkheden en de motivatie om intensiever te participeren in hun eigen omgeving gestimuleerd en ondersteund. Het project is aanvullend op het traditionele ouderen welzijnswerk en mantelzorg. Het project heeft een looptijd van 3 jaar. De strategie is om met behulp van de provinciale bijdrage virtuele groepen op te starten. De aanvraagprocedure voor subsidie liep door personele wisseling bij de Provincie vertraging op en de aanvraag is daardoor nog steeds in behandeling aldaar. Nadat onlangs laatste informatie door de gemeente is aangeleverd zal nog in 2014 een definitief standpunt door de provincie worden ingenomen. Het project past in de filosofie van de Wmo 2015. Participatie die bevorderd wordt door een algemeen voorziening. Daarnaast ondersteunt het project de mantelzorger, door de contacten op virtueel gebied. Indicatoren programma omschrijving eigen oordeel matige of slechte gezondheid gerealiseerde afstemming sociale wijkteams met gezondheidscentra* klanttevredenheid wmo
bron
eenheid
burgeronderzoek
%
afd. WIZ
ja/nee
2011
2012
25
deels
deels
2013
2014
streefwaarde 2014-2017
26
≤ 20
deels
n.v.t.
afd. WIZ
rapportcijfer 6,9 7,0* 7,0 (0 – 10) rapportcijfer - gesprek 7,5 7,6* 7,5 (0 – 10) * afstemming vindt plaats middels gebruik van de rol van de zichtbare schakels (wijkverpleegkundigen Meander) - aanvraagprocedure
C.
Overige vermeldenswaardige zaken en indicatoren
De bezuinigingen van de GGD Z.L. zijn gerealiseerd. Ten aanzien van de risicoparagraaf wordt opgemerkt dat de weerstandsreserve nog maar 0,5% bedraagt en dat er ten aanzien van de huisvesting een financieel risico bestaat. Hierop wordt zo veel als mogelijk geanticipeerd. Het lokaal uitvoeringsprogramma gezondheidsbeleid & Wmo koppelt de taakvelden van de Wet Publieke Gezondheid (WPG) aan de prestatievelden van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) alsmede aan andere beleidsterreinen, zoals stedenbouw en inkomen. De integrale buurtgerichte ketenzorg met zorgprofessionals en gebruikers, zoals dat reeds enkele jaren succesvol is geïmplementeerd in de vorm van het Kerkraadse Wmo model, wordt doorontwikkeld. Thema’s als educatie, psychosociale gezondheid, seksuele gezondheid, milieukunde en sport & bewegen hebben de komende jaren de aandacht, waarbij de nadruk ligt op risicogroepen in plaats van algemene preventie. Uitgangspunten rijksbeleid en lokale visie op het sociale domein: Ten einde een tijdig en goed antwoord te kunnen bieden op de financiële uitdagingen, die op de gemeenten afkomen, is het belangrijk om de inzet en richting van alle activiteiten die plaats vinden binnen het sociale domein, binnen de rijkskaders te focussen op eenduidige doelen. De gevormde en op dit moment nog formeel vast te stellen visie vormt het lokale speelveld waarbinnen de samenwerkende partners op efficiënte en effectieve wijze hun dienstverlening t.b.v. de gezamenlijke klant uitvoeren. Een tiental basisregels zijn hiertoe afgesproken. Doelstelling een duurzame lokale samenwerking te realiseren op het sociale individuele terrein, met de volledige en integrale focus gericht op de klant en die moet mee (blijven) doen (participatie) in de lokale Kerkraadse samenleving (straat, buurt en/of wijk). De eigen kracht en zelfredzaamheid van de individuele klant, de leefeenheid alsmede de buurt en wijk worden bij het realiseren van deze doelstelling zoveel als mogelijk op passende wijze aangesproken.
53
In het verlengde hiervan geschiedt de dienstverlening aan de klant, waarbij zoveel als mogelijk in één beweging, alle knelpunten die een belemmering vormen voor een aanvaardbaar niveau van participatie van de individuele klant, door de gezamenlijke professionals van het sociale wijkteam onder regie van één op basis van inhoud aangewezen case manager worden weggenomen. De eigen krachten van de klant wordt op vrijwillige dan wel meer verplichtend geactiveerd en ingezet ten behoeve van het bevorderen van de leefbaarheid in de eigen straat, buurt en/of wijk. Uniforme voorkant: Naast de structurele samenwerking met de kernpartners Meander, de Stichting Impuls en het Wmo platform in het kader van het project Samen leven met als doel de lokale dienstverlening in het sociale domein op een duurzame wijze te ontwikkelen, te organiseren en te implementeren, is een project gestart om aanvullend te komen tot één uniforme wijze van klantbenadering en afhandeling van ingekomen meldingen. De aanpak en invulling van de inhoudelijke beoordeling wordt door elke professional van alle partners op een gelijke wijze uitgevoerd. Ook de gebruikte instrumenten (participatieladder, zelfredzaamheid matrix), hulpmiddelen en ondersteunende systemen (applicatie Mens Centraal) zijn gelijk, waardoor veel efficiënter tussen de diverse kolommen door de professionals kan worden geschakeld en verbonden. Verspillingen worden uit de huidige processen gehaald, waardoor de werkprocessen “lean en mean” worden. Met de op deze wijze gerealiseerde besparingen kan een deel van de verwachte bezuinigingen, die op het sociale domein afkomen, met ingang van het jaar 2015 worden ingevuld. De realisatie van de voorbereidingen en de implementatie worden voor het eind van 2014 afgerond. Doelstelling is en blijft om “middels creatieve en innovatieve vormen van nieuwe samenwerking een duurzame en toekomstbestendige uitvoering van individuele sociaal maatschappelijke ondersteuning te realiseren, waarbij ondanks de lagere budgetten een minimaal gelijkblijvende klanttevredenheid en kwaliteit t.b.v. gezamenlijke klant is gegarandeerd”. De hoofdlijnen en kaders van de lokale samenwerking zijn inmiddels bepaald. De toegang tot het lokale systeem van sociale maatwerkwerkvoorzieningen geschiedt zoveel als mogelijk via dezelfde toegangen die er nu ook al zijn. Wel worden kwalitatieve afspraken gemaakt over de uitvoering van toegang door de gemeente en haar partners, zowel in personele als procedurele zin. De toegang alsmede daar waar van toepassing de indicatiestelling wordt middels een mandaatconstructie zoveel als mogelijk overgelaten aan de lokale welzijn- en zorgpartners. De juistheid en volledigheid van de uitvoering door de partners wordt geborgd door het ontwikkelen en implementeren van een passende set van interne controle maatregelen (checks en balances). De huidige sociale wijkteams worden uitgesplitst in een sociale wijkteam nieuwe stijl en een wijk leefbaarheid team. Het sociaal wijkteam nieuwe stijl is gericht op de individuele leefeenheden van de wijk (eigen kracht) en is bemenst met een aantal kernfunctionaris die al of niet op afroep alle relevante doelgroepen inhoudelijk “afdekken”. Het wijk leefbaarheidteam is gericht op de buurt en/of wijk (buurtkracht) en levert een bijdrage aan het realiseren van passende algemene en collectieve voorliggende voorzieningen alsmede de bevordering van de sociale cohesie in de buurt en/of wijk. De bemensing door medewerkers van de kernorganisaties en vertegenwoordigers van de wijk zijn passend bij deze doelstellingll Aanvullend vinden op dit moment gesprekken plaats met vertegenwoordigers van de huisartsen met als doel het huisartsenpraktijk informatiesysteem te koppelen aan het informatiesysteem van de sociale wijkteams. Indien dit voornemen slaagt betekent dit een verdere kwaliteit- en efficiencystap in de realisatie van tijdige en juiste interventies binnen de Kerkraadse individuele leefeenheden. De langdurige zorg wordt door het Rijk beter en doelmatiger georganiseerd door de begeleiding en de dagbesteding, waarvoor nu nog een beroep kan worden gedaan op de AWBZ, onder te brengen bij gemeenten. De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is hiervoor inmiddels aangepast en treedt n werking per 1 januari 2015. De voorbereiding, planvorming en implementatie van de nieuwe wetgeving is inmiddels neergelegd bij een interne projectleider, zodat Kerkrade tijdig gereed is om de nieuwe taken op efficiënte en effectieve wijze uit te voeren. Hulp bij het huishouden Het traject herindicatie hulp bij het huishouden, dat liep van 1 oktober 2012 tot 15 april 2013, resulteerde in een teruggang in urenverstrekking hbh. De volledige afname van het aantal geleverde uren ingevolge deze herindicatie wordt door de geleide afname afspraken met de klant pas helemaal helder in 2014. De nieuwe Wmo is op 8 juli jl. door de Eerste Kamer vastgesteld. Een taakstellende bezuiniging van 40% op het uitvoeringsbudget hulp bij het huishouden voor 2015 is nu definitief geworden.
54
Samen met de grootste (95% van de totale inkoop) lokale aanbieder Meander wordt momenteel gewerkt aan een transformatieplan hbh ,welke op een innovatieve wijze tracht binnen de aanzienlijk beperktere financiële kaders een passende oplossing te bieden voor de levering van ondersteuning van de huishoudens van klanten, die dit vanwege hun beperkingen het meest nodig hebben. Een andere hoofddoelstelling is het realiseren van een z.g. zachte landing voor het veelal uit Kerkrade afkomstige personeel, waarbij getracht wordt deze waardevolle medewerkers voor de ondersteuning en zorg t.b.v. de Kerkraadse klanten te behouden. Hulpmiddelen Wmo Op grond van ontvangen signalen inzake geen of een zeer laag gebruik door klanten van toegekende bruikleenvoorzieningen, zal middels een heronderzoekplan de actuele verstrekking van hulpmiddelen en vervoersvoorzieningen aan Wmo klanten in 2015 herbeoordeeld worden. Wtcg en cliëntondersteuning Gemeenten worden met de 3 decentralisaties verantwoordelijk voor de ondersteuning van burgers bij hun zelfredzaamheid en participatie in het Sociale Domein. Binnen deze context past dan ook het wetsvoorstel waarbij de afschaffing, met ingang van 1 januari 2014, van de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg), de Compensatieregeling Eigen Risico (CER), de 33% korting op eigen bijdragen en de fiscale regeling aftrek van uitgaven voor specifieke zorgkosten (inclusief Tegemoetkoming Specifieke Zorgkosten) geregeld wordt. De budgetten die met het afschaffen van de Wtcg en CER vrijvallen worden na een korting overgeheveld naar het sociaal domein van het Gemeentefonds. Gemeenten beschikken over beleids- en bestedingsruimte om het budget binnen het sociaal domein in te zetten. Het Rijk heeft de gemeenten niet voorgeschreven hoe zij het te ontvangen budget dienen te besteden. Wel heeft het Rijk aangegeven dat het wenselijk is deze gelden bij voorkeur te gebruiken voor een zogenaamde Compensatieregeling chronisch zieken en gehandicapten. Er zijn verschillende opties om tegemoet te komen aan de aanwijzing en wensen van het rijk om de gelden tegemoet te laten komen aan de doelgroep chronisch zieken en gehandicapten. De opties zijn: geen gebruik maken van de bevoegdheid; de individuele bijzondere bijstand; een collectieve (aanvullende) zorgverzekering; een financiële tegemoetkoming vanuit de Wmo; een verlaging van de eigen bijdrage voor Wmo voorzieningen; een fonds voor ondersteuning van mensen met een chronische ziekte en/of beperking. Na onderzoek en analyse van de mogelijkheden en de geraamde financiële consequenties zal In het najaar van 2014 een definitieve keuze uit de opties worden gemaakt. Indicatoren beleidsveld omschrijving toegekende rolvoorzieningen (hb. rolstoel, el. rolstoel, scootmobiel) toegekende woonvoorzieningen toegekende vervoersvoorzieningen toegekende voorzieningen hulp bij het huishouden maatschappelijke participatie aanvragen bijzondere bijstand aanvragen sociaalculturele activiteiten
bron
2011
2012
2013
afd. WIZ
aantal
324
312
275
< 300*
afd. WIZ
aantal
597
505
324
< 500*
afd. WIZ
aantal
647
657
401
< 650*
afd. WIZ
aantal
873
657
749
< 800*
burgeronderzoek
score (0-10)
3,5
4,0
≥ 3,6
afd. WIZ
aantal
914
1.220
1.211
≥ 650
afd. WIZ
aantal
1.499
1.462
1.613
≥ 1.300
55
2014
streefwaarde 2014-2017
eenheid
omschrijving
bron
eenheid
2011
2012
2013
2014
streefwaarde 2014-2017
deelnemers collectieve afd. WIZ aantal 1.200 1.150 837 ≥ 1.250 ziektekostenverzekering trajecten afd. WIZ aantal 140 212 223 ≥ 175 schuldhulpverlening huisuitzettingen afd. WIZ aantal 46 36 55 ≤ 60 * met als uitgangspunt het meer aanspreken van eigen kracht van individu, leefeenheid, buurt en wijk alsmede het streven om meer gebruik te maken van voorliggende collectieve voorzieningen, daarom dienen deze cijfers als een maximum te worden geïnterpreteerd.
D.
Wat mag het kosten ?
Baten/lasten begroting 2015 BELEIDSVELD 08 Zorg
Bestaand beleid - lasten - baten Saldo Bestaand beleid Nieuw beleid - lasten - baten Saldo Nieuw beleid Saldo baten en lasten Mutaties reserves -toevoeging -onttrekking Resultaat
Rekening Bijgestelde 2013 begroting 2014
Primaire begroting 2015
Meerjaren Begroting 2016
Bedragen x €1.000 Meerjaren Meerjaren begroting begroting 2017 2018
18.645 2.907 -15.738
17.956 1.673 -16.283
14.988 1.659 -13.329
14.426 1.659 -12.767
14.240 1.659 -12.581
14.113 1.659 -12.454
0 0 0 -15.738
0 0 0 -16.283
500 0 -500 -13.829
500 0 -500 -13.267
500 0 -500 -13.081
500 0 -500 -12.954
0 0 -15.738
0 0 -16.283
0 0 -13.829
0 0 -13.267
0 0 -13.081
0 0 -12.954
De post nieuw beleid vanaf 2015 heeft betrekking op de volgende lasten en/of baten (VJN2014): Beleidsplan armoede en schulden. Investeringen BELEIDSVELD 8 Uitbreiding Vervanging Totaal tbv dit beleidsveld
Gewijz. ram.2014 0 700 700
Raming 2015 0 700 700
56
Raming 2016 0 700 700
Raming 2017 0 700 700
Bedragen x €1.000 Raming Raming 2018 totaal 0 0 700 3.500 700 3.500
Beleidsveld:
09 Werk en inkomen A. Algemeen Omschrijving van het beleidsveld: Burgers die vanwege hun inkomenssituatie tot de doelgroep behoren, ondersteunen in hun sociale, mentale en financiële weerbaarheid en activeren om (hernieuwd) deel te nemen aan de samenleving. Onderscheiden deelterreinen: Arbeidstrajecten, arbeidsbemiddeling, uitkeringen, verhaal en terugvordering, debiteurenbeheer , incasso en handhaving. Portefeuillehouders: H. Wiermans (sociale zaken). Beleidskaders Reïntegratieverordening 2013 Beleidsplan reïntegratie 1 juli 2013 t/m 31 december 2014 Verordening persoonsgebonden budget WSW 2008 Wet Participatiebudget 2009 Kadernota ondernemen in Kerkrade 2006 Verordening wet kinderopvang sociaal medische indicatie 2012 Beleidsregels Wet Kinderopvang 2013 Toeslagenverordening WWB 2012 / A, Afstemmingsverordening WWB, Bbz 2004, IOAW en IOAZ 2013, Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive 2013, Handhavingsverordening WWB, Bbz 2004, IOAW en IOAZ 2012, Beleidsregels terug- en invordering WWB, IOAW en IOAZ 2013, Beleidsregels boete WWB, IOAW, IOAZ 2013, Beleidsregels inzake verhaal van Wet werk en bijstand 2008, Verordening en beleidsregels langdurigheidstoeslag 2012 Beleidsregels krediethypotheek en pandrecht 2007. Verordening Wet inburgering 2007 en beleidsregels Wet inburgering 2008 vervalt door de nieuwe Wet inburgering 2013. Verordening sociaal culturele activiteiten 2012 Verordening participatie schoolgaande kinderen 2012 Richtlijnen bijzondere bijstand 2012 Verordening cliëntparticipatie 2010 Normenkader 2009-2012
B. Programma Bij dit beleidsveld hoort het programma “Reïntegratie”.
57
Nadere toelichting programma Werkdeel Participatiewet Per 1.1.2015 treedt de Participatiewet in werking. De Participatiewet is een samenvoeging van de “oude” Wet werk en bijstand (Wwb), de Wajong en de Wet Sociale Werkvoorziening (Wsw). De budgetten van genoemde wetten worden samengevoegd in een gebundeld Participatiebudget en de gemeente is vrij om binnen die budgetten te schuiven, mits deze middelen worden aangewend voor de doelgroepen. Een overgroot deel van het budget zal aangewend moeten worden voor de kosten in het kader van de Wsw. Het dan nog resterende deel is beschikbaar voor de andere doelgroepen. Het spreekt voor zich dat er door deze beperkte financiële ruimte voor de andere doelgroepen keuzes gemaakt moeten worden. Voor welke doelgroep zetten we de beperkte middelen in? Door de komst van de Participatiewet is bovendien de toegang voor mensen die aangewezen zouden zijn op een Wajong-uitkering of een Wsw-indicatie, op grond van hun beperkingen, afgesloten. Dat betekent dat die mensen feitelijk de Wwb instromen en het aan de gemeente is hen een passend re-integratietraject aan te bieden. Qua aantal gaat het t.a.v. de doelgroep Participatiewet om ruim 3000 klanten. Het jaar 2014 staat vooral in het teken van de z.g. transitie. In deze periode ligt het accent op de voorbereiding van de Participatiewet alsmede op de lokale inbedding en implementatie van deze wet. Met name geldt dat voor de voorbereiding van de noodzakelijke verordeningen die per 1 januari 2015 moeten ingaan. Deze verordeningen zijn zoveel mogelijk regionaal afgestemd. Het jaar 2015 en volgende jaren staat vervolgens vooral in het teken van de z.g. transformatie. Hier gaat het dan om de daadwerkelijke veranderingen die de Participatiewet in gang heeft gezet en die ingebed moeten worden in de organisatie, het dienstverleningsconcept, de samenwerking tussen organisaties, de mindsets van medewerkers, professionals en klanten en richten we ons op de gemaakte beleidskeuzes inzake de doelgroepen waar we verantwoordelijk voor zijn. In de Participatiewet van 2015 wordt de zogenaamde kostendelersnorm’ ingevoerd. Deze nieuwe norm houdt in grote lijnen in dat een uitkering lager wordt naarmate meer mensen in dezelfde woning hun hoofdverblijf hebben. De achterliggende gedachte hierbij is dat als de kosten van levensonderhoud met andere mensen kunnen worden gedeeld, er een lagere uitkering nodig is. Verder is het de bedoeling te voorkomen dat een verzamelinkomen van een huishouden door stapeling van bijstandsuitkeringen dermate hoog wordt dat het niet meer lonend is naar betaald werk op zoek te gaan. Het gevolg is dat bepaalde groepen mensen financieel getroffen worden door de voorgenomen nieuwe wetgeving. Werkgeversservicepunt Parkstad Limburg (WSP) Om de benadering van werkgevers in Parkstad te structureren is per 1 juli 2013 het werkgeversservicepunt opgericht als een pilot tot 1 januari 2015, waarna een besluit genomen moet worden over de eventuele continuering. WSP richt zich op werkgevers in Parkstad met als doelstelling klanten uit de bestanden van de Wwb uit de Parkstadgemeenten, Uwv en WSW te matchen met de vacatures van de werkgevers. De formatie van WSP is afkomstig via detachering uit de genoemde organisaties. Dienstverlening aan kwetsbare jongeren Vanuit de Participatiewet geldt zoveel mogelijk het adagium “1 gezin, 1 plan, 1 regisseur”. De zorg voor jongeren, en met name de z.g. kwetsbare jongeren (met een grote afstand tot de arbeidsmarkt) dient zo snel, goed en eenvoudig mogelijk georganiseerd te worden waarbij naar alle leefgebieden wordt gekeken en goed wordt samengewerkt en afgestemd met betrokken ketenpartners. De aanpak wordt primair lokaal vorm gegeven, waarbij samengewerkt wordt met Impuls. (Jongerenwerkers). In het geval van meer complexe problematiek kan aanwezige expertise, indien nodig, worden ingeschakeld door het Jongerenloket Heerlen. De regie blijft in iedere casus lokaal liggen met als basis “1 gezin, 1 plan, 1 regisseur”. Met het Jongerenloket worden hier nog nadere afspraken over gemaakt.
58
Projecten In het kader van de uitvoering van de Participatiewet worden, naast de reguliere werkzaamheden, enkele projecten uitgevoerd. Het betreft dan met name de volgende projecten: Projecten soc. activering Het project Sociale activering is in 2012 gestart en heeft betrekking op de klanten met een grote(re) afstand tot de arbeidsmarkt en die (nog) niet rijp zijn voor een betaalde baan. Desalniettemin kunnen deze klanten wel maatschappelijk zinvolle activiteiten verrichten. Voor de meeste klanten is dat ook het eindstation. Alhoewel de focus ligt op klanten die de uitkering via betaald werk zo snel mogelijk kunnen verlaten wordt, binnen de bescheiden middelen hiervoor, op basis van het bestaande beleid, het project voortgezet. Werkmakelaar Veel klanten missen de werkervaring die noodzakelijk is om een betaalde baan op de arbeidsmarkt te krijgen. Middels het instrument werkmakelaar willen we bemiddelen in werk creëren waarin onze klanten die werkervaring kunnen opdoen. Veelal is dat werk binnen de gemeente zelf (groen, onderhoud, etc..), maar ook bij aan de gemeente gelieerde organisaties (bijv. woningcorporaties). Voorts wordt bij voorgenomen aanbestedingen eerst gekeken of klanten via het instrument werkmakelaar kunnen worden ingezet. Alleen de werkzaamheden die dan nog overblijven worden dan aanbesteed. Het voordeel hiervan is dat onze klanten op die manier de kans krijgen werkervaring op te doen en de “winst” die daarmee geboekt wordt ingezet kan worden voor de financiering van de begeleiding van die klanten. Door deze constructie kost de aanbesteding in totaliteit niet meer, maar worden de beschikbare middelen creatiever ingezet. Naar Buiten Het in juli 2013 gestart project Naar Buiten werpt zijn eerste successen af. Het project geldt als pilot tot 1 juli 2015. De pilot loopt daarmede parallel aan die van het regionale WSP. Het project richt zich op de werkgeversbenadering van werkgevers in Kerkrade, met in wezen dezelfde doelstelling als WSP. Met WSP zijn hier goede afspraken over gemaakt. Aan het eind van de pilotperiode worden eenduidige afspraken gemaakt over de eventuele structurele voortzetting, en afstemming van beide pilots. Werkgevers geven aan tevreden te zijn over de aanpak en de matching van de kandidaten. Het is een goede basis gebleken om de methodiek uit te breiden naar meerdere werkgevers. Diverse Al dan niet in combinatie met de Werkmakelaar zullen meerdere projecten ontwikkeld worden waarbij klanten zoveel mogelijk worden ingezet. Daarmee krijgen klanten meer kansen, maar kunnen ook bezuinigingen op de andere onderdelen van de 3 Decentralisaties zoveel mogelijk worden opgevangen. Slimme combinaties zijn daarbij het hoofddoel. Voorbeelden hiervan zijn de was- en strijkservice, fietsherstelproject, vorm van beschut werk voor die doelgroep in de wijken, etc… In de loop van 2015 zullen deze initiatieven meer vorm gaan krijgen. Relatie met de andere decentralisaties De decentralisaties maken het de gemeente mogelijk om dwarsverbanden te leggen tussen de WMO/AWBZ, de Jeugdzorg en het domein van Werk en Inkomen. Daarin moet de gemeente zoveel mogelijk schakelen en verbinden. Er moet geen sprake meer zijn van “kolom denken”, maar van integrale benadering van de casus die zich aandient en ongeacht waar die casus zich aandient. Primair geldt daarbij het uitgangspunt dat de klant op eigen kracht probeert de situatie aan te pakken, daarbij gesteund door de gemeente als dat nodig is. Dat betekent voor alle partners dat ze elkaar voortdurend moeten opzoeken, samenwerken en elkaar aanspreken op hun verantwoordelijkheden. Daarbij geldt het principe “1gezin, 1 plan, 1 regisseur.” Het onderdeel Werk maakt daarmee een integraal onderdeel uit van de activiteiten en dienstverlening binnen het Sociaal Domein dat in 2015 vorm moet gaan krijgen. Indicatoren programma omschrijving ontvangen meldingen die leiden tot een aanvraag na de inspanningsperiode
bron Afd.WIZ
eenheid
2011
%
2012
2013 41
59
2014
streefwaarde 2014-2017 <45
omschrijving klanten nog actief in uitkering na 3 maanden workshop en overige activiteiten klanten dat na workshops minimaal 1 stap op participatieladder stijgt geplaatste klanten dat minimaal 5 uren per week aan het werk is middels het project sociale activering
C.
bron
eenheid
2011
2012
2013
2014
streefwaarde 2014-2017
Afd.WIZ
%
77
<80
Afd.WIZ
%
n.b.
>50
Afd.WIZ
aantal
55
>45
Overige vermeldenswaardige zaken en indicatoren
Bijzondere Bijstand Sociaal Culturele Activiteiten/Maatschappelijke Participatie De categoriale bijzondere bijstand vervalt met ingang van de nieuwe Participatiewet per 01-01-2015. Met uitzondering van financiële bijdragen in de premie van de collectieve aanvullende zorgverzekering bestaan er dan nog uitsluitend de individuele aanvragen en beoordelingen. De verwachting is dat de complexiteit en de noodzakelijke uitvoeringscapaciteit zal toenemen. Hier staat tegenover dat een deel van de uitgaven kan worden teruggebracht doordat de gemeente op basis van het vastgestelde beleidsplan Armoede en Schulden gaat deelnemen aan het Jeugdsportfonds, de stichting Leergeld en wellicht ook aan het Jeugdcultuurfonds. Uit de verdere uitwerking van het gemeentelijk armoedebeleid moet blijken welke exacte financiële consequenties het nieuwe beleid zal hebben en welke gevolgen dit heeft voor de uitvoeringscapaciteit van de organisatie. Inburgering De taakstelling door de gemeente te huisvesten asielzoekers is met een voorlopig totaal van 37 personen in 2014 toegenomen. Per 1 juli 2014 bedroeg het aantal nog te huisvesten asielzoekers 34 personen. Als gevolg van deze toename wordt tegelijk ook een toename van de daarmee gerelateerde kosten verwacht. Er wordt meer gemeentelijke personele capaciteit gevraagd terwijl daarenboven dit ook een opwaartse invloed heeft op de omvang van de aangevraagde inkomensvoorzieningen (Wwb en bijzondere bijstand). In verband met de toename van het “vluchtelingen probleem” in de wereld en de verwachte grotere toestroom van asielzoekers naar Nederland zal ook Kerkrade in 2015 een aandeel in de opvang van deze vluchtelingen krijgen. Schuldhulpverlening Thans wordt gewerkt aan een nieuw scenario schuldhulpverlening. Hierbij komt de regie naar de gemeente en is het de bedoeling dat de gemeente de preventie substantieel gaat intensiveren. Uiteindelijk zal dit in de curatieve sfeer revenuen moeten opleveren. Het beschikbare budget voor 2015 bedraagt voor schuldhulpverlening op basis van bestaand beleid momenteel een bedrag van €975.000 (€ 775.000 regulier en € 200.000 in het beleidsplan Armoede en Schulden). Uit het resultaat van de uitwerking van het vastgestelde gemeentelijke scenario voor schuldhulpverlening zal moeten blijken of de uitvoering structureel binnen de genoemde financiële kaders zal kunnen plaatsvinden. Samen met de traditionele partners in de keten (Kredietbank Limburg, Impuls, cliëntenraad) maar ook in nauwe afstemming met de nieuwe partners afkomstig uit de zorg, die de voormalige Awbz begeleiding leveren, wordt bepaald hoe de werkprocessen binnen genoemd scenario zo efficiënt mogelijk kunnen worden vormgegeven. Het is mogelijk dat de genoemde intensivering van de preventieve taken tijdelijk tot een extra investering noodzaken, omdat ook hier de lasten voor de baat gaan. Op dit moment bestaat hier echter nog onvoldoende duidelijkheid over. Bijzondere Bijstand Evenals in de rest van Nederland neemt de omvang van het beschermingsbewind en bewindvoering ook in Kerkrade verder toe. Bezien moet nog worden hoe de financiële consequenties van deze gesignaleerde
60
ontwikkeling binnen de financiële kaders van de reguliere meerjarenbegroting en het sociale deelfonds structureel financieel kunnen worden gedekt. Indicatoren beleidsveld omschrijving klanten Wwb * doorlooptijden primaire producten tijdig ontvangstenquote **
bron
2011
2012
2013
afd. WIZ
aantal
1.786
1.818
1.809
≤ 2.100
afd. WIZ
%
81
89
92
≥ 88
afd. WIZ
%
28
17
17
≥ 20
%
42
39
35
≥ 35
fraudequote *** afd. WIZ * per 31 dec. ** ontvangsten in relatie tot vorderingen *** onderzochte gevallen in klantenbestand
D.
2014
streefwaarde 2014-2017
eenheid
Wat mag het kosten ?
Baten/lasten begroting 2015 BELEIDSVELD 09 Werk en Rekening Bijgestelde inkomen 2013 begroting 2014 Bestaand beleid - lasten 65.826 69.379 - baten 62.200 62.712 Saldo Bestaand beleid -3.626 -6.667 Saldo baten en lasten -3.626 -6.667 Mutaties reserves -toevoeging 0 0 -onttrekking 0 0 Resultaat -3.626 -6.667
Bedragen x €1.000 Meerjaren Meerjaren begroting begroting 2017 2018
Primaire begroting 2015
Meerjaren Begroting 2016
69.786 63.479 -6.307 -6.307
70.010 63.457 -6.553 -6.553
71.038 64.291 -6.747 -6.747
71.028 64.291 -6.737 -6.737
0 0 -6.307
0 0 -6.553
0 0 -6.747
0 0 -6.737
De post nieuw beleid vanaf 2015 heeft betrekking op de volgende lasten en/of baten (VJN2014): N.v.t. Investeringen BELEIDSVELD 9 Uitbreiding Vervanging Totaal tbv dit beleidsveld
Gewijz. ram.2014 0 25 25
Raming 2015 0 25 25
61
Raming 2016 0 25 25
Raming 2017 0 25 25
Bedragen x €1.000 Raming Raming 2018 totaal 0 0 25 125 25 125
62
Beleidsveld:
10 Bestuur en bedrijfsvoering A. Algemeen Omschrijving van het beleidsveld: Het op een goede wijze uitvoering geven aan de bestuurlijke en ondersteunende taken van de gemeentelijke organisatie. Het beleidsveld is ondersteunend aan en randvoorwaardelijk voor de bestuurlijke ambities en doelstellingen in de andere programma’s/beleidsvelden. Onderscheiden deelterreinen: Bestuurlijk handelen; Communicatie; Intergemeentelijke samenwerking; Internationale samenwerking; Burgerzaken, burgerlijke stand en historisch archief; Bedrijfsvoering Portefeuillehouders: J. Som (openbare orde, veiligheid en brandweer (wettelijke taken) / rampenbestrijding / coördinatie handhaving) T. Weijers ( ruimtelijke ordening, volkshuisvesting, openbare ruimte en wijkontwikkeling, toerisme, communicatie, public relations en marketing en wijkwethouder Noord) D. Schneider (economische zaken, financiën, informatisering en automatisering, publiekszaken en dienstverlening) H. Wiermans (centrummanagement, centrumplan en regio Parkstad Limburg) J. Bok (duurzaamheid) Beleidskaders Diverse wetten e.d. Aanbestedingswet 2012 en Europese Aanbestedingsrichtlijnen 2004/18/EG, de Wet GBA (gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens), Wegenverkeerswet, PUN (Paspoort Uitvoeringsregeling Nederland), de Kieswet, Het Burgerlijk Wetboek, het besluit burgerlijke stand, Regionale kaders Coalitieakkoord 2012-2015 provincie Limburg; Limburg haal het beste uit jezelf Gemeenschappelijke regeling stadsregio Parkstad Limburg, februari 2014 Communicatiebeleid Parkstad Limburg. ( Parkstad maakt ’t mogelijk ) Regiodialoog Parkstad / Provincie Regioprogramma: “Naar een duurzaam vitale regio”, juli 2010 Lokale kaders Collegeprogramma 2014-2018, in voorbereiding. Inspraakverordening gemeente Kerkrade (2004) Financiële verordening (art. 212 Gemeentewet) en Nota Reserves en Voorzieningen Controleverordening (art. 213 Gemeentewet) Onderzoeksverordening (art. 213A Gemeentewet) Inkoop- en aanbestedingsbeleid en –protocol gemeente Kerkrade (2014) Informatiebeleidsplan 2007-2011. Nota dienstverlening “Verschillende klanten, verschillende aanpak” Nota verbonden partijen 2014. Het Communicatiebeleidsplan; “Communicatie zintuig van de gemeente” (juni 2011). Verordening gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (2008) Het reglement burgerlijke stand en de rechtspositieregeling buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand Kerkrade Stadsmarketingplan ( in voorbereiding )
B. Programma Voor dit beleidsveld is geen apart programma in de vorm van een doelenboom gedefinieerd.
63
C.
Overige vermeldenswaardige zaken en indicatoren
Bij dit beleidsveld zijn ook de paragraaf bedrijfsvoering en de paragraaf verbonden partijen relevant. Indicatoren beleidsveld omschrijving afgehandelde bezwaarschriften: - beslissingen op bezwaar - ingetrokken waardering gemeentelijke dienstverlening tevredenheid laatste contact met gemeente digitale producten / aanvraagformulieren voor de klant beschikbaar tevredenheid procedure huwelijken ( kwalificatie goed tot zeer goed )** - aangifte - voltrekking
bron
eenheid
2011
2012
2013
aantal
118
134
209
aantal rapportcijfer (0-10)
79
62
137
2014
streefwaarde 2014-2017
bezwaarschriften-/ klachtencommissie
burgeronderzoek
6,7
6,9
≥ 7,0
7,9
≥ 7,0
23
≥ 30
burgeronderzoek
score (0-10)
7,7
Burgerplein
aantal
28
20*
klanttevredenheidsonderzoek % %
≥ 80 ≥ 80
contacten aan de balie tijdens Burgerplein aantal 50.266 46.748 35.388 openingsuren * Diverse producten/processen zijn inmiddels “slimmer”/meer efficiënt gebundeld in 1 digitaal aanvraagformulier. De cijfers zijn daarom niet meer goed vergelijkbaar met voorgaande jaren.
** In 2013 is geen klanttevredenheidsonderzoek uitgevoerd want de samenstelling van de groep bijzondere ambtenaren burgerlijke stand (babsen) is al langere tijd ongewijzigd en de voorstellen uit de voorgaande onderzoeken zijn gerealiseerd; in 2015 of 2016 zal overwogen worden tot uitvoering van een nieuw onderzoek.
64
D.
Wat mag het kosten ?
Baten/lasten begroting 2015 BELEIDSVELD 10 Bestuur Rekening Bijgestelde en bedrijfsvoering 2013 begroting 2014 Bestaand beleid - lasten 10.218 9.563 - baten 689 786 Saldo Bestaand beleid -9.529 -8.777 Nieuw beleid - lasten 0 0 - baten 0 0 Saldo Nieuw beleid 0 0 Saldo baten en lasten -9.529 -8.777 Mutaties reserves -toevoeging 0 0 -onttrekking 0 0 Resultaat -9.529 -8.777
Bedragen x €1.000 Meerjaren Meerjaren begroting begroting 2017 2018
Primaire begroting 2015
Meerjaren Begroting 2016
9.053 640 -8.413
8.689 640 -8.049
8.259 640 -7.619
8.253 640 -7.613
-140 0 140 -8.273
-200 0 200 -7.849
-260 0 260 -7.359
-295 0 295 -7.318
0 0 -8.273
0 0 -7.849
0 0 -7.359
0 0 -7.318
De post nieuw beleid vanaf 2015 heeft betrekking op de volgende lasten en/of baten (VJN2014): Regionale samenwerking Parkstad Limburg/IBA. Investeringen BELEIDSVELD 10 Uitbreiding Vervanging Totaal tbv dit beleidsveld
Gewijz. ram.2014 0 0 0
Raming 2015 0 0 0
65
Raming 2016 0 0 0
Raming 2017 0 0 0
Bedragen x €1.000 Raming Raming 2018 totaal 0 0 0 0 0 0
66
Beleidsveld:
11 Beheer A. Algemeen Omschrijving van het beleidsveld: Het doelmatig beheren van de gemeentelijke eigendommen (fysieke infrastructuur, gemeentelijke gebouwen) Onderscheiden deelterreinen: Riolering; Onderhoud wegen straten en pleinen; Onderhoud verkeersinstallaties; Beheer gemeentelijke gebouwen; Begraafplaatsen; Onderhoud groenvoorzieningen; Onderhoud sportaccommodaties en overige recreatieve voorzieningen; Geo-informatie Portefeuillehouders: J. Bok ( gemeentelijk vastgoed, verkeer en vervoer) T. Weijers ( openbare ruimte ) J. Schlangen (sport) Beleidskaders: Informatiebeleidsplan 2007-2010 (update 2012) Meerjaren onderhoudsplanning PLANON en jaarplan onderhoud gebouwen Gemeentelijk Rioleringsplan 2001 – 2006 ( presentatie 2014 )(GRP) Wegenbeheerplan 2007 – 2011 ( concept 2014 ) Beleidsplan Openbare Verlichting (concept 2013) Beleidsplan Begraafplaatsen (1998) Groenstructuurplan ( concept 2013 ) Bomenbeleidsplan ( Bomenverordening 2012 en Lijst Waardevolle en Monumentale bomen 2012 ) Bosbeheerplan NOC/NSF-normen Verkeersveiligheidsplan (1997) Energiescan 2010
B. Programma Voor dit beleidsveld is geen apart programma in de vorm van een doelenboom gedefinieerd.
67
C.
Overige vermeldenswaardige zaken en indicatoren
Beheer en onderhoud van de openbare ruimte zullen aan de hand van de planning worden uitgevoerd. Als gevolg van de uitvoering van de herstructureringsopgave neemt de Kerkraadse woningvoorraad af. Zoals aangegeven in de Voorjaarsnota 2014 leidt deze ontwikkeling onder meer tot een toename van het oppervlak aan openbare ruimte en daarmee tot een ophoging van het onderhoudsareaal. Uit de indicatoren voor dit beleidsveld, zoals opgenomen in de onderstaande tabel, blijkt dat de tevredenheid van de Kerkraadse burgers over het beheer en onderhoud van de openbare ruimte is gestegen tussen 2011 en 2013. Deze stijging doet zich met name voor ten aanzien van de wegen en bestratingen. De waardering voor het groenonderhoud is gelijk gebleven. Als deze tendens zich ook de komende jaren voortzet, zullen de voor 2017 geformuleerde streefwaarden grotendeels gehaald worden. Voornemen is dan ook om voort te gaan met de wijze waarop het onderhoud en beheer van de openbare ruimte steeds meer wordt vorm gegeven: leveren van maatwerk, dichtbij en samen met burgers en het maken van slimme combinaties tussen de inzet van machines en mensen. Participatie, werkgelegenheid en duurzaamheid worden daarbij steeds belangrijker. Bij deze cijfers moet worden opgemerkt dat de kwaliteit van de wegen volgens de tweejaarlijkse schouw achteruit gaat. Dat geldt zowel voor de asfaltwegen als voor de elementenverhardingen. Deze schouw vindt plaats in opdracht van de gemeentelijke vakafdeling en beoordeelt niet alleen het gebruikscomfort van wegen en bestratingen (aspecten die tot uitdrukking komen in burgertevredenheid) maar ook de kwaliteit van de ondergrond en funderingen. De achteruitgang in kwaliteit van het Kerkraadse wegennet is uitgebreid toegelicht in het Wegenbeheerplan (concept besproken in cie. GEZ begin 2014). Het aantal klachten over het wegenonderhoud heeft betrekking op de meldingen die binnenkomen via het KCC. De ervaring leert dat schommelingen in dit cijfer verband houden met de aard van de winter in het betreffende jaar. Zo kenden de eerste maanden van het jaar 2013 langdurige en strenge vorst, met daarbinnen opeenvolgend afwisselende dooi. Deze omstandigheden veroorzaken veel – voor weggebruikers hinderlijke - schades aan asfaltwegen en leiden om die reden tot een toename van het aantal klachten. Voor de omschrijving van alle te onderscheiden onderhouds- en beheerwerkzaamheden, wordt hier kortheidshalve verwezen naar de paragraaf ‘onderhoud kapitaalgoederen’. Indicatoren beleidsveld omschrijving kwaliteit voldoende:
bron wegennet
2011
streefwaarde 2014-2017
2012
2013
2014
77
75
72
80
78
83
431
589
≤ 640
tweejaarlijkse schouw wegennet
- asfaltverharding - elementenverharding klachten wegenonderhoud waardering beheer en onderhoud tevreden over onderhoud wegen, straten, pleinen tevreden over beheer en onderhoud groen
eenheid
% % Burgerplein burgeronderzoek burgeronderzoek burgeronderzoek
aantal score (0-10)
500 5,4
5,7
≥ 6,0
%
30
38
≥ 44
%
39
39
≥ 44
Het burgeronderzoek Parkstad wordt elke 2 jaar gehouden, reden waarom de tussenliggende jaren geen cijfers in de tabel zijn opgenomen.
68
D.
Wat mag het kosten ?
Baten/lasten begroting 2015 BELEIDSVELD 11 Beheer
Bestaand beleid - lasten - baten Saldo Bestaand beleid Nieuw beleid - lasten - baten Saldo Nieuw beleid Saldo baten en lasten Mutaties reserves -toevoeging -onttrekking Resultaat
Rekening Bijgestelde 2013 begroting 2014
Primaire begroting 2015
Meerjaren Begroting 2016
Bedragen x €1.000 Meerjaren Meerjaren begroting begroting 2017 2018
17.899 6.691 -11.208
17.193 6.008 -11.185
15.326 6.048 -9.278
15.286 6.000 -9.286
15.360 6.000 -9.360
15.271 6.000 -9.271
0 0 0 -11.208
0 0 0 -11.185
21 0 -21 -9.299
21 0 -21 -9.307
21 0 -21 -9.381
21 0 -21 -9.292
322 0 -11.529
25 0 -11.209
0 -7 -9.307
0 74 -9.234
0 196 -9.186
0 196 -9.097
De post nieuw beleid vanaf 2015 heeft betrekking op de volgende lasten en/of baten (VJN2014): Beheer openbare ruimte. Investeringen BELEIDSVELD 11 Uitbreiding Vervanging Totaal tbv dit beleidsveld
Gewijz. ram.2014 3.612 6.928 10.540
Raming 2015 0 4.839 4.839
69
Raming 2016 0 5.892 5.892
Raming 2017 0 5.920 5.920
Bedragen x €1.000 Raming Raming 2018 totaal 0 3.612 5.920 29.499 5.920 33.111
70
Algemene dekkingsmiddelen In dit onderdeel worden de middelen (baten/lasten) weergegeven met een algemeen karakter, zoals voorgeschreven in het BBV. Deze dienen namelijk buiten de beleidsvelden/programma’s te worden gehouden. Hiervoor is het administratieve beleidsveld 0 gecreëerd. Naast de algemene dekkingsmiddelen en eventueel direct daarmee verband houdende uitgavenbudgetten, staan hier ook de post onvoorzien, de mutaties in de reserves (m.u.v. afval en riool), posten die te maken hebben met btw en kapitaallasten alsook de saldi van de kostenplaatsen. Hierna wordt ingegaan op de belangrijkste posten. Lokale heffingen Bij lokale heffingen treffen we die heffingen aan, waarvan de besteding niet gebonden is. Dit betreft de onroerende zaak belasting, de hondenbelasting, de precariorechten en de toeristenbelasting. Tevens zijn hier opgenomen de kosten die direct verband houden met deze opbrengsten, zoals bijvoorbeeld taxatie, bezwaar en beroep. In totaliteit gaat het voor 2015 om een geraamd bedrag van circa € 10,2 miljoen aan opbrengsten uit “algemene dekkingsmiddelen”, waarvan circa € 9,6 miljoen aan OZB. Lokale heffingen, waarvan de besteding wel gebonden is, bijvoorbeeld afvalstoffenheffingen, rioolrechten en diverse leges, worden op de desbetreffende beleidsvelden verantwoord. Voor een overzicht van de opbrengsten van de belangrijkste heffingen en in welke beleidsvelden deze zijn opgenomen wordt verwezen naar de paragraaf lokale heffingen in deze begroting en naar de jaarlijkse tarievennota. Algemene uitkering Basis voor de raming van de algemene uitkering 2015 en volgende jaren in deze begroting is nog de decembercirculaire 2013 van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Dit gaf de volgende reeks: 2016 2015 € 61,3* Totaal algemene uitkering x € 1 mln € 62,3* (incl. de destijds bekende cijfers ten aanzien van decentralisatie Jeugd ad € 11,8 miljoen)
2017 € 60,9*
De financiële gevolgen van de meicirculaire 2014 zullen worden verwerkt in de Najaarsnota 2014. Met het zgn. sociaal deelfonds binnen de algemene uitkering ten behoeve van de decentralisaties Jeugd, WMO2015 en Participatie is in deze primaire begroting dan ook nog geen rekening gehouden, met uitzondering van het bedrag voor Jeugd. In verband met de bij wetswijziging specifieke labeling van het sociaal deelfonds, moeten bepaalde onderdelen in de boekhouding ten behoeve van de gegevensleveringen aan het CBS nog worden aangepast, dit zal in het najaar 2014 gebeuren. Bij de “Financiële beschouwingen” wordt alvast een doorkijk gegeven van de gevolgen van de meicirculaire 2014 op basis van de actuele gegevens. Een gedetailleerde rekenexercitie van de algemene uitkering van het begrotingsjaar is zoals gebruikelijk opgenomen in de separate “Staten en Bijlagen”. Dividend In de paragraaf verbonden partijen worden de participaties van de gemeente Kerkrade vermeld, waarin de gemeente een bestuurlijk en financieel belang heeft. Van een aantal daarvan wordt op basis van historische én actuele informatie een dividenduitkering verwacht. De totale verwachte dividendopbrengst primair 2015 bedraagt circa € 766.000 (peil VJN2014). Voor het netwerkbedrijf Enexis is voor 2015 primair een bedrag geraamd van circa € 548.000. Attero is in 2014 verkocht, hiervoor wordt dan ook geen dividend meer geraamd (zie ook VJN2014). Als dividend van de BNG is voor 2015 primair een bedrag van € 211.000 opgenomen. Als gevolg van de financiële crisis zijn de kapitaalvereisten voor banken aanzienlijk verscherpt. De BNG moet in de periode tot 2018 gaan voldoen aan die nieuwe eisen. Daartoe is sinds 2012 voorlopig de payout-ratio (het gedeelte van de winst dat als dividend wordt uitgekeerd) verlaagd van 50% naar 25%.
71
De Waterleiding Maatschappij Limburg (WML) gebruikt tot op heden haar positieve bedrijfsresultaten ter versterking van het eigen vermogen en keert geen dividend uit, conform de statutaire bepalingen. Er zijn geen signalen dat dit beleid gaat veranderen. Ten aanzien van RD4 is uitgegaan van een bedrag van € 7.000 (beleidsveld 3). Daarnaast ontvangen wij van Enexis (voorheen van Essent) jaarlijks inconveniëntentoeslag, voor 2015 is deze geraamd op € 128.000 (beleidsveld 11).
een
zogenaamde
Saldo financieringsfunctie Het saldo van de financieringsfunctie betreft feitelijk het renteresultaat. Bij het opstellen van de begroting wordt een berekening gemaakt van het te verwachten financieringsoverschot respectievelijk -tekort en afgezet tegenover de financiering van lang en kort geld, conform de beleidsregels van de wet FIDO en ons Treasurystatuut. Totaalfinanciering is daarbij het uitgangspunt, waarbij de dagelijkse overschotten en tekorten aan kort geld rentetechnisch zoveel mogelijk worden geoptimaliseerd. Dit betreft diverse budgetten. De geraamde rentekosten over de langlopende leningen bedragen in 2015 primair circa € 3 miljoen, voor de overige rentelasten wordt rekening gehouden met circa € 0,125 miljoen. De jaarlijkse rentebaten van de zgn. “bruglening enexis”worden in de financiering meegenomen (2015: € 0,25 miljoen). Dit bedrag neemt af naarmate de bruglening wordt afgelost, de eerste aflossing vond plaats in 2012, de laatste aflossing vindt plaats in 2019. Hiermee wordt rekening gehouden in de begroting. Meer informatie over de financiering is opgenomen in de financieringsparagraaf (treasury). De afschrijvingskosten en renteresultaten vormen samen de kapitaallasten. De kapitaallasten van het investeringsprogramma zijn berekend per jaarschijf met een gemiddelde investeringsdatum per 1 juli en een meerjarig gemiddeld rentepercentage van 3,2 %. Met de kapitaallasten van de investeringen is rekening gehouden in de exploitatiebegroting. Deze worden namelijk doorberekend aan de diverse beleidsvelden. BTW-Compensatiefonds (BCF) Eind 2007 was sprake van een budgettair neutrale situatie. Vanaf 2008 kwamen namelijk de geraamde toevoegingen aan de egalisatiereserve BTW compensatiefonds overeen met de geraamde onttrekkingen Vandaar dat middels de Nota Reserves en Voorzieningen 2007 de reserve was opgeheven. Vanaf 2007 kan jaarlijks de betaalde compensabele BTW bij de Belastingdienst worden gedeclareerd. Over 2013 ging het om een bedrag van circa € 5,0 miljoen. De in het regeerakkoord genoemde voorgenomen afschaffing van het BTW compensatiefonds is teruggedraaid, wel is macro een korting toegepast en een plafond ingesteld. Wordt er méér compensabele btw gedeclareerd dan het plafond, gaat dit ten koste van het gemeentefonds. Wordt er minder gedeclareerd, komt dit ten gunste van het gemeentefonds. Mutaties reserves Volgens de primaire begroting 2015 wordt in 2015 een bedrag van € 3,6 miljoen gestort in reserves en een bedrag van € 4,6 miljoen onttrokken aan reserves. De meer bijzondere “niet-reguliere” posten 2015 betreft de geraamde inzet van de reserve structuurfonds Onvoorzien In de begroting is in de exploitatie opgenomen de jaarlijkse post “onvoorzien”. Dit betreft thans een structurele post van in totaliteit € 228.000. Dit bedraagt circa 0,5% van het zogenaamde “genormeerde uitgavenniveau”. De Provincie hanteerde in het verleden een norm van 0,6%, maar schrijft geen dwingend percentage meer voor. Het risicoprofiel en de risicobeheersing van de gemeente acht de provincie in dit opzicht van meer belang. In het Financieel Verdiepingsonderzoek 2012 van de Provincie zijn hierover geen bijzondere opmerkingen gemaakt, behoudens het goed (blijven) volgen van de risico’s. Zie in dit verband ook de paragraaf “weerstandsvermogen en risicobeheersing”. Daarnaast is in het investeringsprogramma een jaarlijkse post “onvermijdbaar” opgenomen van € 58.000, hetgeen de totaal beschikbare middelen voor onvoorziene omstandigheden vergroot. Nietbenutte middelen worden in de regel doorgeschoven naar volgende jaren en kunnen worden aangevuld met eventuele meevallers in het investeringsprogramma ten gunste van de algemene middelen. Deze posten kunnen slechts eenmalig worden ingezet ten behoeve van de dekking van de in de loop van het jaar opkomende onverwachte incidentele uitgaven resp. investeringen.
72
Overige algemene dekkingsmiddelen De gemeente voegt de rente over de reserves en voorzieningen toe aan de exploitatie. Dit heeft echter geen gevolgen voor de vrije inzetbaarheid van de reserves. In de praktijk levert de inzet namelijk geen problemen op voor de exploitatie, omdat de gemeente nadrukkelijk rekening houdt met de ontwikkeling van de reservepositie. De bespaarde rente is daar rechtstreeks op afgestemd en maakt deel uit van de periodieke berekening van de totale kapitaallasten. Alleen een extreem grote èn onverwachte inzet kan een probleem zijn. In totaliteit bedraagt de geraamde bespaarde rente op reserves en voorzieningen in 2015 circa € 1,7 miljoen. Behalve de reeds hiervoor genoemde zijn er geen noemenswaardige andere algemene dekkingsmiddelen. Een analyse is nog opgenomen in de financiële begroting.
73
74
Paragrafen
75
76
§1.
Paragraaf lokale heffingen
In deze paragraaf treft u een beknopte uiteenzetting aan van het beleid en de opbrengsten uit gemeentelijke heffingen en leges. In de jaarlijkse Tarievennota zijn de meest actuele tarieven, uitgangspunten en ontwikkelingen opgenomen. Tevens zijn hierin opgenomen de “uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen”, het “aanwijzingsbesluit Parkeren”, de diverse beleidsregels en de “handleiding kosten bestuurlijke voorprocedures”. Net als vorig jaar zal de raad in december 2014 een integrale Tarievennota 2015 worden aangeboden, waarin de tarieven definitief worden vastgesteld. Uitgangspunt daarbij is dat bij die tarieven de geraamde opbrengsten in de begroting kunnen worden gerealiseerd, uiteraard rekening houdend met wettelijke eisen. De BsGW is een zelfstandig samenwerkingsverband voor heffing en inning van gemeentelijke belastingen en waterschapsbelastingen en voor uitvoering van de wet WOZ voor gemeenten en waterschappen. De plaats van huisvesting is Roermond. Het college is voornemens om per 1 januari 2015 tot de BsGW toe te treden. Op het moment van schrijven is het onderhandelingstraject nog lopende. Definitieve besluitvorming door de raad zal in het laatste kwartaal 2014 plaats kunnen vinden. a.
Beleid lokale heffingen en kwijtschelding
Tarieven In relatie tot de lokale lasten is de kostendekkendheid van met name rioolrecht en afvalstoffenheffing van belang. Bij beide heffingen is sprake van 100% kostendekkendheid. De tariefstijgingen 2015 moeten nog worden bepaald voor diverse leges en heffingen. Daarbij wordt rekening gehouden met eventuele volumeontwikkelingen. Kwijtschelding Bij het kwijtscheldingsbeleid wordt de maximale toegestane norm gehanteerd, te weten 100% van de bijstandsnorm. De kwijtscheldingsregeling beperkt zich in beginsel tot de afvalstoffenheffing en het rioolrecht. De afvalstoffenheffing bestaat vanaf 1 januari 2011 uit een vast en een variabel deel. De hoogte van het variabel deel (DIFTAR) is afhankelijk van het aantal aanbiedingen/ledigingen. Het aantal aanbiedingen/ledigingen waarvoor kwijtschelding kan worden verleend, is over kalenderjaar 2014 gebonden aan een maximum van € 69,50. Er wordt geen kwijtschelding gegeven voor de hondenbelasting. Voor het beoordelen van een verzoek om kwijtschelding worden de criteria van de Invorderingswet 1990 gehanteerd. Vanaf 2009 is het mogelijk om belastingschuldigen in de bijstand automatisch kwijtschelding te verlenen via een daartoe gecreëerde wettelijke regeling. Daarvoor gelden de hierna genoemde voorwaarden: belastingschuldigen die nog steeds een bijstandsuitkering ontvangen en aan wie reeds kwijtschelding is verleend in de twee voorafgaande belastingjaren, gedurende twee jaren automatisch kwijtschelding te verlenen; en de betreffende belastingschuldigen in het derde jaar weer een volledige aanvraag te laten doen. Voor alle overige belastingschuldigen wordt de jaarlijkse integrale toetsing gehanteerd. In 2013 zijn 2.257 beschikkingen afgegeven voor kwijtschelding te weten: 728 automatische kwijtschelding (32,2%); 1306 geheel of gedeeltelijk kwijtschelding (57,9%); 223 afgewezen kwijtschelding (9,9%). Vanwege het uitgangspunt van 100% kostendekkendheid, worden de kosten van kwijtschelding evenredig doorbelast. Bij het opmaken van de jaarrekening worden de daadwerkelijke kosten doorbelast aan het product afval resp. riool, hetgeen leidt tot een minder groot of groter beroep dan geraamd op de reserve afval resp. reserve riool.
77
b.
Geraamde opbrengsten en overzicht op hoofdlijnen
Onderstaand overzicht laat de belangrijkste geraamde opbrengsten volgens de (primaire) begroting 2015 zien. De tarieven voor enig jaar dienen uiterlijk in de raad van december van het jaar ervoor vastgesteld te worden. Beleidsveld
Opbrengsten
x € 1.000
2015
2016
2017
2018
AD1
Onroerende zaakbelastingen
9.629
10.013
10.303
10.303
3
Afvalstoffenheffing2
4.799
4.799
4.799
4.799
4.812
4.812
4.812
4.812
357
367
377
377
745
745
745
745
2
11
Rioolrechten
5
Leges omgevingsvergunningen
2
Parkeergelden/boetes 3
10
Div. leges persoonsdoc, burg.stand, rij/reisdoc.
411
411
411
411
AD1
Hondenbelasting
406
418
430
430
4
Marktgelden
129
129
129
129
101
Reclamebelasting
70
70
70
70
AD
Precariorechten
94
94
94
94
4
Kermissen
50
50
50
50
11
Lijkbezorgingsrechten
AD1
Toeristenbelasting
1
Diversen
Totaal
70
70
70
70
127
130
133
133
84
84
84
84
21.782
22.191
22.506
22.506
Toelichting: 1) AD= Algemene dekkingsmiddelen in beleidsveld 0, niet bestedingsgebonden en geen eisen mbt kostendekkendheid. Voor wat betreft reclamebelasting worden de middelen overigens toegevoegd aan het ondernemersfonds. 2) Verloopt budgettair neutraal via de egalisatiereserve riolen resp. egalisatiereserve afvalverwerking. 3) Onder aftrek van de af te dragen rijksleges.
Hierna wordt een beschrijving gegeven van de betreffende belastingen en heffingen. Ten behoeve van de leesbaarheid is e.e.a. beknopt weergegeven. De exacte bewoordingen, belastbare feiten, tarieven, eventuele vrijstellingen, etc. zijn of worden opgenomen in de betreffende verordeningen met bijbehorende tarieventabellen. Onroerende zaakbelastingen (OZB) De OZB bestaan uit een eigenarenbelasting voor zowel woningen als niet-woningen en een gebruikersbelasting voor de niet-woningen. De heffingsgrondslag is de waarde van de onroerende zaak. Met ingang van 2008 wordt deze waarde jaarlijks vastgesteld op basis van de Wet Waardering Onroerende Zaken (WOZ). Afvalstoffenheffing Deze heffing dient ter dekking van de kosten van het verwijderen en verwerken van huishoudelijk afval. Het feitelijk gebruik maken van een perceel waarbij de gemeente de verplichting heeft tot het inzamelen van huishoudelijk afval vormt de basis voor deze heffing. De opbouw van de Afvalstoffenheffing is gebaseerd op een heffing gebaseerd op een vast bedrag per jaar vermeerderd met variabele kosten, zijnde de kosten voor de verwerking van de aangeboden hoeveelheid afval. De vaste kosten worden gevormd door alle andere kosten dan de kosten voor de verwerking van afval, zoals bijvoorbeeld logistiek, milieuparken en overhead. De hoogte van het variabele tarief wordt bepaald door de combinatie van het gekozen “aanbiedvolume” (240l of 140l container, per gekenmerkte afvalzak dan wel ondergrondse container) en het aantal keer dat hiermee afval aangeboden wordt. Er zijn verschillende maatstaven en tarieven. De tarieven worden mede bepaald op basis van gegevens van Rd4.
78
Rioolheffing De Wet verankering en bekostiging van gemeentelijke watertaken heeft in artikel 228a Gemeentewet een nieuwe en bredere rioolheffing geïntroduceerd. De heffing heeft het karakter van een bestemmingsheffing, waarmee kosten kunnen worden gedekt die gepaard gaan met collectieve maatregelen die de gemeente noodzakelijk acht voor een doelmatig werkende riolering en overige maatregelen ten aanzien van de afvoer van hemelwater en grondwater. De opbrengst van de rioolheffing wordt benut voor het onderhouden en vervangen van het rioolstelsel. De rioolheffing wordt geheven van de gebruiker van een eigendom van waaruit afvalwater en/of hemelwater op een gemeentelijke riolering wordt afgevoerd. Voor woningen is dit een vast bedrag, bij niet-woningen is het te betalen bedrag afhankelijk van de hoeveelheid m3 water. De jaarlijkse evaluatie van het Gemeentelijk Rioleringsplan vormt de basis voor (wijzigingen van) het tarief. Leges algemeen De Legesverordening is ingericht conform het werkmodel van de VNG. Hierin zijn de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en verplichte implementatie van de Europese Dienstenrichtlijn verwerkt. Leges omgevingsvergunningen Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een omgevingsvergunning om te bouwen of een aanvraag tot beoordeling van een bouwplan uit het oogpunt van welstand worden leges geheven. De hoogte is afhankelijk van de bouwkosten. Ook de aanvragen voor omgevingsvergunningen om te slopen worden op deze post verantwoord. Diverse leges persoonsdocumenten, burgerlijke stand, rij/reisdocumenten Hieronder vallen verschillende leges voor bijvoorbeeld een huwelijksvoltrekking, een paspoort, het verstrekken van een uittreksel uit de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (GBA) en een rijbewijs. Voor een aantal van deze verstrekkingen (m.n. paspoorten, rijbewijzen) zijn naast het gemeentelijk deel ook rijksleges van toepassing. Deze worden door de gemeente geïnd en doorbetaald aan het rijk. Parkeergelden/boetes Op diverse plaatsen in Kerkrade worden parkeergelden geheven. Er zijn verschillende locaties aangewezen. Elke locatie kent een ander tarief. De parkeergelden in de parkeergarages Orlandopassage en Wijngracht worden privaatrechtelijk geheven en maken geen onderdeel uit van de betreffende belastingverordening. Heffing hiervan vindt plaats door Parkeeraccommodaties Kerkrade B.V., waarvan de gemeente overigens 100% eigenaar is. Wanneer toezichthouders constateren dat zonder kaartje wordt geparkeerd of dat de parkeertijd is verstreken, wordt een naheffingsaanslag opgelegd. Ondanks “Europa” is de inning m.b.t. buitenlandse kentekens omgeven met tal van juridische obstakels, wanneer de betreffende personen niet vrijwillig betalen. Voor het incasso bij buitenlandse overtreders wordt daarom redelijk succesvol gebruik gemaakt van een daarin gespecialiseerd bureau, zodat ook deze personen hun naheffing niet zonder meer kunnen ontlopen. Hondenbelasting Onder de naam hondenbelasting wordt een directe belasting geheven op het houden van een of meerdere honden binnen de gemeente. Er gelden enkele uitzonderingen, bijvoorbeeld voor een blindengeleidehond. Marktgelden Deze rechten worden geheven voor het ter beschikking stellen van een standplaats voor de uitvoering van de markthandel. Er gelden verschillende tarieven, die afhankelijk zijn van het aantal m2 dat in beslag wordt genomen, de dag waarop de markt plaatsvindt en of het een vaste standplaats of een dagplaats betreft.
79
Reclamebelasting De reclamebelasting is ingevoerd na overleg en in samenwerking met een vertegenwoordiging van de ondernemers in het centrum en vanaf 2014 in het gebied rondom het Carboonplein in Kerkade West. Via de invoering van de reclamebelasting is een modus gevonden om activiteiten in een afgebakend gebied te organiseren en te bekostigen, waarbij ook alle ondernemers een financiële bijdrage leveren. De reclamebelasting wordt in een specifiek afgebakend gebied (het centrum van Kerkrade en het gebied rondom het Carboonplein in Kerkrade West) ter zake van (semi-)permanente openbare aankondigingen geheven. Daarbij wordt zo veel mogelijk getracht de reclameobjecten in eenzelfde klasse in te delen. Daarnaast gelden er afwijkende tarieven per klasse voor beide afgebakende gebieden. In de verordening reclamebelasting zijn enkele vrijstellingen opgenomen, die betrekking hebben op onder andere openbare aankondigingen waarvoor op grond van een privaatrechtelijke overeenkomst een vergoeding aan de gemeente verschuldigd is dan wel de aankondiging een algemeen, cultureel, maatschappelijk, charitatief of ideëel belang dient. Tevens worden reclameobjecten ten behoeve van de uitvoering van medische en paramedische beroepen uitgezonderd voor de reclamebelasting. Precariorechten Onder deze naam wordt een directe belasting geheven voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond die specifiek in de verordening met bijbehorende tarieventabel genoemd is. Voorbeelden zijn opslagtanks, etalages, reclamevoorwerpen. Er gelden diverse tarieven. Om te voorkomen dat cumulatie van belastingheffing optreedt in het centrum van Kerkrade en het gebied rondom het Carboonplein in Kerkrade West, waar de reclamebelasting is ingevoerd, is in de verordening precariobelasting een vrijstellingsbepaling opgenomen. Als gevolg daarvan wordt de precariobelasting over reclamevoorwerpen vanaf 1 januari 2009 uitsluitend nog geheven buiten het gebied van de reclamebelasting. Kermissen Formeel valt deze opbrengst niet onder “gemeentelijke belastingen en heffingen”, omdat deze op privaatrechtelijke basis worden geheven. Voor een compleet beeld worden deze hier wel opgenomen. Door het verpachten van standplaatsen op de door gemeente georganiseerde kermissen worden opbrengsten gegenereerd, ter dekking van de kosten van het houden van kermissen. De door de exploitant verschuldigde vergoedingen bestaan uit de pachtsom (incl. stroombijdrage), een reclamebijdrage en het standgeld van de woonwagens. Lijkbezorgingrechten Deze rechten worden geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats. De tarieven zijn o.m. afhankelijk van de periode waarvoor het graf wordt gehuurd, of het een eerste uitgifte of verlenging betreft en de leeftijd (kind/volwassene) van de overledene. Toeristenbelasting Voor het houden van verblijf met overnachten binnen de gemeente in een accommodatie tegen vergoeding is toeristenbelasting verschuldigd. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een zogenaamd nachtverblijfregister. Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf. De belastingplichtige is bevoegd deze belasting te verhalen op degene die overnacht. c.
Lokale lastendruk
De lokale lastendruk betreft met name de woonlasten voor de burger. Deze woonlasten worden met name bepaald door de OZB (eigenaren), de rioolheffing en de afvalstoffenheffing. Volgens de Tarievennota 2014 bedroegen de woonlasten 2014 voor het Kerkraadse gezin op jaarbasis gemiddeld € 637 bestaande uit € 225 OZB (afgerond naar beneden), € 205 rioolrechten en € 207 afvalstoffenheffing. Voor 2015 is de gemeente Kerkrade vooralsnog van plan om de OZB met gemiddeld 3,0% te laten stijgen tot € 232. Bij de tariefstelling wordt rekening gehouden met de nieuwe taxatiewaarden, zodanig dat de gemiddelde opbrengststijging gemeentebreed gezien uitkomt op 3,0%, exclusief de areaaluitbreiding. De tarieven voor de afvalstoffenheffing en rioolheffing zullen pas later bekend worden gemaakt, omdat de noodzakelijke gegevens hiervoor op dit moment nog niet bekend zijn.
80
In de Tarievennota 2015 (raad december 2014) zal nader op de diverse belastingen en ontwikkelingen worden ingegaan. Tevens worden dan de verschillende tarieven voor 2015 definitief door de raad vastgesteld en nog in december openbaar bekend gemaakt. Ter informatie treft u hieronder tevens aan een vergelijkend overzicht van de woonlasten Parkstadgemeenten 2014. Gem.WOZwaarde woning €
OZB tarief eig woning
Kerkrade
122.000
Voerendaal Brunssum Simpelveld Heerlen Landgraaf Onderbanken
Gemeente
Gem.lasten OZB
Afval
Riool eig/gebr
Totaal gem.lasten
€
€
€
€
0,184700
225
207
205
637
198.000
0,140800
279
206
210
694
130.000 145.000 113.000 142.000
0,161500 0.191400 0,177500 0,179300
210 278 210 255
229 186 302 258
260 250 247 258
699 713 745 768
163.000
0,173300
282
216
294
792
€
De lasten zijn rekenkundig afgerond op hele euro’s. Op basis van een vertaling van de ervaringcijfers van Rd4 is bij de berekening van de gemiddelde lasten afvalstoffenheffing uitgegaan van een huishouden met meer dan 2 personen, met een gemiddeld aantal aanbiedingen op jaarbasis van 13x 240 ltr restafvalcontainer en 5x 140 ltr GFT container. Bij riool is uitgegaan van een gemiddeld verbruik van meer dan 200 liter en zijn het (evt.) eigenaars- en gebruikersgedeelte samengevoegd.
81
82
§2.
Paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing ( inclusief risicoparagraaf)
Achtereenvolgens wordt ingegaan op het beleidskader rondom weerstandsvermogen en risico’s en een inventarisatie van het weerstandsvermogen en risico’s. In navolging van het Financieel Verdiepingsonderzoek 2012 van de Provincie komt daarbij ook het gewenste risicoprofiel aan bod. a.
Beleidskader weerstandsvermogen, risico’s en risicoprofiel
Het weerstandsvermogen geeft kort gezegd aan de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om onverwachte (niet begrote) kosten en risico’s af te dekken. In de “Financiële verordening gemeente Kerkrade 2008" (raad juni 2008, gewijzigd februari 2010) alsook in de Nota Reserves en Voorzieningen 2011 (raad december 2011) zijn de kaders en het beleid rondom weerstandsvermogen, reserves en voorzieningen meer uitgebreid uiteengezet. Hierin zijn o.a. vastgelegd de tussentijdse rapportagemomenten waarbij de begrotingscijfers worden geactualiseerd en een actuele financiële tussenstand kan worden gegeven (voorjaarsnota, najaarsnota), de vorming en aanwending van reserves en voorzieningen en de maximale en minimale omvang van de reserves en voorzieningen. De reserves en voorzieningen in het algemeen en de algemene reserve in het bijzonder functioneren als buffer voor het opvangen van financiële risico’s en incidentele tegenvallers. Het vastleggen van een (gewenst) risicoprofiel is ook wenselijk, aldus de Provincie. Een gewenst risicoprofiel kan uiteenlopen van een zeer grote risicobereidheid tot zeer voorzichtig (zgn. “risk appetite”). Hier is echter geen uniforme beschrijving en werkwijze voor. De gemeente Kerkrade neemt op die schaal als (gewenst) risicoprofiel een middenpositie in: Risico’s worden voorzover mogelijk vermeden of afgedekt, anderzijds moet een ondernemende gemeente ook soms risico’s durven nemen. Als die risico’s zo goed mogelijk in beeld worden gebracht en voldoende beheersmaatregelen getroffen worden, kan dit toch een verantwoorde werkwijze zijn. Voor de beheersing en afdekking van die risico’s kiest de gemeente Kerkrade niet voor allerlei rekenkundige modellen, maar een meer praktische aanpak die hierna in het kort wordt geschetst. Er kunnen zich in de dagelijkse bedrijfsvoering allerlei “reguliere” financiële risico’s voordoen. Het betreft dan bijvoorbeeld risico’s die voortvloeien uit (wijzigingen in) wettelijke voorschriften, uit genomen besluiten of uit lopende procedures of onderhandelingen. Dit soort risico’s zijn niet altijd via verzekeringen af te dekken, maar worden reeds zo goed mogelijk ondervangen in de reguliere werkprocessen van de organisatie. Een adequaat risicomanagement is daarmee een sectorale lijnverantwoordelijkheid. Enerzijds door op mogelijke risico’s te anticiperen, adequaat te reageren en deze af te dekken binnen budgetten of investeringskredieten. Zo worden bijvoorbeeld in principe geen onomkeerbare projecten gestart waarvoor geen dekking is, er zal dan waar relevant bijvoorbeeld gewerkt kunnen worden met een fasering met daarbij go/no-go momenten. Anderzijds door het vormen van voorzieningen (bijvoorbeeld voor oninbare debiteuren) of reserves als extra buffervermogen (bijvoorbeeld reserve parkeerfonds exploitatie, reserve fwi, reserve grondexploitatie obk). In de daarvoor bestemde ambtelijke gremia wordt periodiek aandacht besteed aan de wijze van monitoring van de risico’s van het dagelijks handelen. Verder dient de zogenaamde risicoparagraaf inzicht te geven in bekende bestaande (financiële) risico’s die nog niet of ten dele zijn afgedekt omdat deze nog niet redelijkerwijs in te schatten of voldoende “hard” zijn, maar die wel het beeld van de financiële positie van de gemeente kunnen nuanceren. Deze risicoparagraaf wordt doorlopend geactualiseerd en waar mogelijk gekwantificeerd. Dit betreft dan de majeure risico’s. Dit zijn ook risico’s die zich naar hun aard minder lenen voor statistische modellen (die veelal gebaseerd zijn op de wet van grote aantallen), ze zijn immers naar hun aard vrij uniek. In relatie tot de (gedeeltelijke) afdekking van deze risico’s hanteert de gemeente Kerkrade dan ook als richtlijn de normen uit het oude toezichtkader van de Provincie met betrekking tot de hoogte van de algemene reserve en de posten voor onvoorzien.
83
b.
Inventarisatie weerstandsvermogen/capaciteit
De weerstandscapaciteit bestaat met name uit de volgende componenten: Reserves met een bufferfunctie (incidenteel, € 8,17 miljoen): De hoogte van de “algemene reserve” (€ 5,215 miljoen) is in overeenstemming met de opvattingen van de Provincie en de Nota Reserves en Voorzieningen. De “algemene reserve OBK” (€ 1,25 miljoen) fungeert als buffer voor het opvangen van eventuele niet reeds voorziene risico’s in de grondexploitaties. Als additionele buffer is beschikbaar de "vrije ruimte" van de “reserve parkeerfonds exploitatie” (€ 1,703 miljoen peil VJN2014 incl. rekeningresultaat 2013). Bestemmingsreserves en voorzieningen (incidenteel, PM): In principe is elke bestemmingsreserve vrij besteedbaar, aangezien de raad er altijd een andere bestemming aan kan geven. Na aftrek van de hierboven genoemde buffer-reserves, de bestemmingsreserves afval en riool en de reeds geraamde verplichtingen op de overige bestemmingsreserves (m.n. onderwijs, grondexploitatie, fwi, essent), de reserve kernagenda parkstad (volledig tbv buitenring) en de vrije ruimte reserve structuurfonds/investeringsambities (waarover de raad steeds besluiten zal nemen), resteert ultimo 2018 een “vrije ruimte” van circa € 17,9 miljoen aan bestemmingsreserves die volgens het provinciaal toezichtkader bij de weerstandscapaciteit mogen worden betrokken. Dit is inclusief de vrije ruimte essent “nu” (€ 3,6 miljoen). Met de mogelijk extra vrije ruimte essent “later” is nog geen rekening gehouden, deze is afhankelijk van uiteindelijke vrijval van de laatste garanties in 2015. Voorzieningen worden gevormd voor verplichtingen, verliezen en risico’s die redelijkerwijs te schatten zijn en die hun oorsprong vinden in het huidige of eerdere begrotingsjaren. Een voorziening moet groot genoeg zijn om het risico of de verplichting te dekken, dus niet te laag, maar ook niet te hoog. Derhalve worden voorzieningen in beginsel niet gerekend tot het weerstandsvermogen. In de bijlagen wordt een actueel meerjarig geraamd verloop van de reserves en voorzieningen gegeven op peil VJN2014. Na de VJN2014 bleek op basis van een actuele begroting van WOZL nog dat de komende jaren een aanzienlijk aanvullend beroep (circa € 2,4 miljoen) zal moeten worden gedaan op de reserve WSW. Hierdoor resteert nog een “vrije ruimte” van € 15,5 miljoen. Stille reserves (incidenteel, PM): Van stille reserves is sprake indien de reële marktwaarde van de activa (bezittingen) de boekwaarde daarvan overstijgt. Daarvan is bijvoorbeeld sprake als het bezit al geheel of gedeeltelijk afgeschreven is, maar nog wel bruikbaar voor een geïnteresseerde koper. Vaak worden als stille reserves genoemd gronden, gebouwen en aandelen. Praktisch gezien moeten deze bezittingen ook verkoopbaar zijn, willen zij dienen als weerstandsvermogen. Als dat zo is, doet zich tot slot nog het probleem voor van waardebepaling. De gemeente Kerkrade heeft nog diverse gronden, gebouwen en aandelen in bezit waarvan de marktwaarde de boekwaarde zou kunnen overstijgen. De meeste daarvan zijn echter niet verkoopbaar, bijvoorbeeld de gronden in een groengebied, het raadhuis, het stadskantoor of de onderwijsgebouwen. In het verleden zijn verkoopbare stukken groen en gebouwen die als niet-strategisch werden beschouwd reeds gedeeltelijk afgestoten. Deze beleidslijn wordt voortgezet. Na de afronding van de verkoop van de aandelen Essent in 2009 en de verkoop van de aandelen Attero in 2014, zijn er voor het huidige aandelenbezit geen concrete plannen om deze met boekwinst af te (kunnen) stoten, met uitzondering van het volgende. Momenteel is in onderzoek de mogelijkheid om de aandelen Enexis aan de Provincie Limburg te verkopen. Daarmee wordt voldaan aan de eis dat deze aandelen in overheidshanden moeten blijven. Afhankelijk van de prijs, rekening houdend met de boekwaarde en het dividend dat structureel moet worden gecompenseerd, kan worden bezien of een verkoop inderdaad voordelig is. Vrije begrotingssaldo (incidenteel per jaarschijf) Uit de Voorjaarsnota 2014 blijkt dat er geen sprake is van een vrij begrotingssaldo, er is zelfs sprake van een aanzienlijke taakstelling. Een actuele stand van zaken inclusief de meicirculaire 2014 zal worden verankerd in de Najaarsnota 2014 (raad oktober 2014).
84
Onvoorzien en onvermijdbaar (structureel, € 228.000 exploitatie en € 58.000 investeringen): In de begroting is in de exploitatie opgenomen de jaarlijkse post “onvoorzien”. Dit betreft een structurele post van in totaliteit € 228.000. Dit bedraagt circa 0,5% van het zogenaamde “genormeerde uitgavenniveau”. De Provincie hanteerde in het verleden een norm van 0,6%, maar schrijft geen dwingend percentage meer voor. Het risicoprofiel en de risicobeheersing van de gemeente acht de provincie in dit opzicht van meer belang. In het Financieel Verdiepingsonderzoek 2012 van de Provincie zijn hierover geen bijzondere opmerkingen gemaakt, behoudens het goed (blijven) volgen van de risico’s. Zie in dit verband ook de paragraaf “weerstandsvermogen en risicobeheersing”. Daarnaast is in het investeringsprogramma een jaarlijkse post “onvermijdbaar” opgenomen van € 58.000. Dit vergroot de beschikbare middelen voor onvoorziene omstandigheden. Deze posten kunnen slechts eenmalig worden ingezet ten behoeve van de dekking van de in de loop van het jaar opkomende incidentele niet voorziene uitgaven resp. investeringen. Belastingen Meer informatie over de belangrijkste belastingen en heffingen is opgenomen in de paragraaf lokale heffingen en in de jaarlijkse Tarievennota. Voor rioolrechten en afvalstoffenheffing wordt het principe van 100% kostendekkendheid gehanteerd. Ook de meeste leges en overige rechten, zoals opgenomen in de tarievennota, zijn zoveel mogelijk kostendekkend. De limitering van de stijging van het OZB-tarief is in 2008 afgeschaft. De totale OZB-opbrengsten van alle gemeenten samen mogen in 2014 echter met maximaal 3,5% stijgen (was: 3,0%), anders kan het Rijk ingrijpen door middel van een korting op het gemeentefonds. Individuele gemeenten kunnen dus een hoger percentage toepassen, mits er ook voldoende gemeenten zijn die een lager percentage toepassen. In 2012 en in 2013 was op landelijk niveau sprake van een overschrijding van de norm, welke nog met de norm 2014 werd verrekend. In het Bestuurlijk overleg financiële verhoudingen (Bofv) van september 2014 vindt echter besluitvorming over de toekomst van de macronorm OZB plaats. Voor de jaarschijf 2018 heeft nog geen indexering plaatsgevonden t.o.v. 2017, uitgaande van de huidige lijn van 3% geeft dat nog een additionele ruimte van € 300.000. Overigens is als gevolg van de bevolkingsontwikkeling sprake van (meer) leegstand en sloop. Dat leidt tot een lagere grondslag waarover de OZB kan worden geheven. Daar zal als gevolg van herstructurering een waardestijging tegenover kunnen staan. In hoeverre e.e.a. elkaar in evenwicht houdt, valt op voorhand, zeker in de huidige markt, echter moeilijk in te schatten. In relatie tot de lokale lastendruk bij de diverse Parkstad gemeenten, betaalde een Kerkraads gezin volgens de uitgangspunten in totaliteit in 2014 het minste aan ozb, afvalstoffenheffing en rioolheffing, namelijk € 637 (zie ook paragraaf lokale heffingen). Het Limburgs gemiddelde voor een eigenaar/gebruiker bedraagt in 2014 circa € 667, volgens de Provincie in haar jaarlijks onderzoek (maart 2014). Voor de toezichthouder is nog een belangrijke indicator de zogenaamde artikel 12-norm FVW. Voor 2015 bedraagt het normpercentage 0,1790% van de WOZ-waarde (was in 2014: 0,1651%). Een gemeente moet, naast andere voorwaarden waaronder 100% kostendekkendheid voor afval en riool, minimaal dat tariefspercentage (gewogen gemiddelde tarief van eigenaar woning en gebruiker/eigenaar niet-woning) hebben gehad om in aanmerking te kunnen komen voor financiële steun van mede-overheden in het geval dat een gemeente in financiële problemen komt te verkeren. Uitgaande van de tarieven 2014 en woz-waarden 2014 ligt het gewogen gemiddelde Kerkraads OZB-tariefspercentage 2014 met circa 0,2185% boven de drempel. Het jaar 2015 zal daarvan niet wezenlijk afwijken. In deze vergelijking is er dus geen sprake van een onbenutte belastingcapaciteit. c.
Risicoparagraaf ( inventarisatie belangrijke risico’s)
In het bijzonder zijn de volgende belangrijke risico’s te onderkennen:
85
Rijksbezuinigingen en decentralisaties De nadelige gevolgen van de meicirculaire, oplopend naar circa -/- € 1,5 miljoen in 2018 zullen in de Najaarsnota 2014 worden meegenomen. Voor de jaarschijf 2019 is sprake van een additioneel nadeel van circa € 0,5 miljoen. Dit nadeel wordt m.n. veroorzaakt door de herijking van het gemeentefonds en een lagere ontwikkeling van het aantal bijstandsontvangers. In 2016 zal de 2 e fase van de herijking worden doorgevoerd, de gevolgen daarvan zijn nog onbekend. Op basis van de meicirculaire is bijna € 10,6 miljoen beschikbaar in 2015 voor de uitvoering van taken op grond van de Wmo 2015, zoals de AWBZ functies begeleiding, kortdurend verblijf en het bijbehorende vervoer, de inloopfunctie GGZ, beschermd wonen, cliëntondersteuning en 5 % van de functie persoonlijke verzorging. Voor de decentralisatie jeugdzorg blijkt bijna € 14,9 beschikbaar. Deels moeten gemeenten dit budget inzetten voor het voortzetten van zorg die in 2014 gestart is. Hiervoor is op Zuid-Limburgs niveau een transitie arrangement afgesloten met de zorgaanbieders. Het budget is berekend op basis van het historisch cijfer van 2012. Er zit dus een onzekerheid in dit budget rondom de groei van eventuele jeugdhulp in 2013 en 2014. Deze is bij het vaststellen van het budget niet meegenomen. Vanaf 2016 wordt een objectief verdeelmodel geleidelijk ingevoerd. Onduidelijk is nog welke consequenties dit model heeft voor het jeugdbudget. Voor de decentralisatie participatie was in de meicirculaire nog geen bedrag bekend gemaakt. Dit is pas later, medio juni, bekend gebeurd. Voor Kerkrade komt dit neer op een bedrag van bijna € 27,3 miljoen in 2015. Daarvan heeft bijna € 25,2 miljoen betrekking op de reeds bestaande WSW. Meerjarig wordt een dalende reeks verwacht als gevolg van de kortingen op de WSW-subsidies waartoe het Rijk al eerder had besloten. Of de naar gemeenten overgehevelde budgetten daadwerkelijk voldoende zijn om de decentralisaties te kunnen bekostigen is nog niet duidelijk. Inkomensdeel FWI Met ingang van 2015 hanteert het Rijk voor de vaststelling van het gemeentelijk aandeel in het macrobudget inkomensdeel WWB een nieuw objectief verdeelmodel: het “multiniveaumodel”. Het belangrijkste verdeelkenmerk van dit nieuwe verdeelmodel vormt het soort huishouden en de daarvan afgeleide kans op bijstand. De eerste indruk is dat het model in het voordeel werkt van de grote steden omdat allochtone gezinnen met een niet westerse achtergrond zwaar wegen bij de verdeling van het macrobudget. Om al te grote herverdeeleffecten te voorkomen wordt voor de jaren 2015,2016 en 2017 nog respectievelijk 50%, 50% en 25% van het budget bepaald aan de hand van de historische kosten. Daarnaast werkt de Minister nog aan een nieuwe vangnetregeling en zal het model na 2 jaar worden geëvalueerd. De eerste indruk is dat het nieuwe verdeelmodel niet in het voordeel werkt van Kerkrade. Wat dit echter daadwerkelijk voor het kerkraadse budget gaat betekenen is nog niet te becijferen. Publicatie van het op dit nieuwe verdeelmodel gebaseerde “voorlopige budget 2015” vindt plaats in september 2014. Er van uitgaande dat het nieuwe verdeelmodel niet in het voordeel werkt van Kerkrade en de nieuwe vangnetregeling in de mate van risicobeperking zal aansluiten op de nu van kracht zijnde MAU en IAU, is het risico maximaal een jaarlijks tekort van circa € 3 mln. Door de historische component zal echter een eventueel tekort in 2015 en 2016 waarschijnlijkheid lager zijn dan dit maximum waardoor eventuele tekorten over de jaren 2015 en 2016 mogelijk nog zouden kunnen worden opgevangen uit de reserve FWI. De mogelijkheden van de gemeente om tekorten op het inkomensdeel terug te dringen bestaan uit volumebeperkende maatregelen. De door het Rijk middels het Participatiebudget (als onderdeel van het sociaal deelfonds) beschikbaar gestelde middelen worden echter aanzienlijk verlaagd. Na financiering van de WSW zullen er nauwelijks middelen resteren voor de bekostiging van op uitstroom gerichte reintegratieactiviteiten.
86
Wet Sociale Werkvoorziening (WSW)/Werkvoorzieningschap Oostelijk Zuid-Limburg (WOZL) De economische crisis in samenhang met de in het vooruitzicht gestelde rijksbezuinigingen op de WSW, heeft zoals bekend ook zijn weerslag gevonden in de exploitatieresultaten van de uitvoeringsbedrijven WSW in het algemeen en de WOZL BV’s in het bijzonder. De exploitatietekorten van in het verleden Licom NV en nu de WOZL BV’s, in combinatie met het weerstandsvermogen, hebben tot gevolg gehad dat de betrokken gemeenten reeds enkele jaren om een financiële bijdrage wordt gevraagd. Daarnaast hebben de curatoren van de failliete Licom NV de elf aandeelhoudende gemeenten van het voormalige Licom NV voor het faillissement aansprakelijk gesteld en een vordering van € 11,5 miljoen euro neergelegd. De gemeenten wijzen de vordering van de curatoren van Licom NV af. De aandeelhoudende gemeenten hebben mr. J. Huppertz opdracht verleend om namens de gemeenten verweer te voeren. Door WOZL is daarnaast een vordering van ruim € 19 miljoen bij de curatoren ingediend. Bij deze procedures is de looptijd op voorhand niet in te schatten. Ondanks dat er reeds grote slagen zijn gemaakt, met name inzake detacheringvergoedingen, huisvesting, personeelsbezetting en leegloop blijkt uit de jaarrekening voor het overgangsjaar 2013 en tussentijdse rapportage 2014 dat, een extra bijdrage van de GR-gemeenten noodzakelijk is. De verwachting is dat dit ook in de toekomst zal blijven, met name op het onderdeel “beschut werk”. Het financiële resultaat over 2013 is minder negatief uitgevallen dan begroot, vooral dankzij de betere exploitatieresultaten van de BV’s. Het exploitatietekort van de verbonden partijen (de OZL-BV’s) is uitgekomen op € 5,9 miljoen in plaats van de begrote € 9,6 miljoen. Binnen WOZL wordt reeds versterkt ingezet op de beweging van binnen naar buiten, maar blijven de in het vooruitzicht gestelde rijksbezuinigingen boven het hoofd hangen (ondanks dat de efficiencykorting op het subsidiebedrag per SW’er dat gemeenten ontvangen over 2014 is vervallen). Vanaf 2015 is de geplande korting namelijk nog van kracht en vindt er een afbouw plaats van het jaarlijkse subsidiebedrag dat gemeenten ontvangen van € 25.759 in 2014 tot € 22.700 in 2020. Daarbij gaat de WSW, zoals het er nu naar uitziet, in zijn huidige vorm per 1 januari 2015 op slot. Aangezien de verplichting voor gemeenten is vervallen om vanaf 1 januari 2015 beschutte werkplekken aan te bieden, komt een mogelijk alternatieve instroom voor WOZL op losse schroeven te staan. De sterfhuisconstructie waarin WOZL verkeert, kan hierdoor worden versterkt. Op basis van de begroting 2015 en meerjarenraming 2016-2018 van WOZL is meerjarig reeds dekking voorzien in de gemeentelijke begroting. Uit de jaarrekening 2013 en tussentijdse rapportage 2014 van WOZL blijkt daarbij dat WOZL er “financieel” iets beter voorstaat dan verwacht. Meerjarig was in Kerkrade reeds geanticipeerd op een financiële vertaling van de efficiencykorting WSW, door deze voor 50% mee te nemen in de begroting. Door de gunstigere uitkomsten c.q. verwachtingen voor 2013 en 2014, is voorzien in een volledige dekking hiervan t/m 2018 (door onttrekking aan de reserve WSW). Kijkend naar de toekomst zijn hierbij echter nog ongewis de mate waarin WOZL binnen haar eigen geledingen de efficiencykorting op het subsidiebedrag per SW’er kan goedmaken en de uitkomst van de onderhandelingen in het kader van de CAO SW. Bij WOZL is namelijk geen rekening gehouden met een CAO-stijging. De huidige CAO loopt tot en met 31-12-2013. Er vinden momenteel onderhandelingen plaats en de looneis bedraagt 3%. Mocht zich bijvoorbeeld een CAO-stijging van 1% voordoen, dan heeft dit voor WOZL financiële consequenties ter hoogte van € 1,1 miljoen (het Kerkraads aandeel over het exploitatietekort is ongeveer 25%). Tot slot blijven de slechte economische vooruitzichten in de huidige laagconjunctuur een risico, net als mogelijke juridische procedures in het kader van opvolgend werkgeverschap.
87
Ondanks het in 2014 extra benodigde budget voor de overloop van de transitiekosten wordt er een lagere aanvullende bijdrage gevraagd bij de deelnemende gemeenten. Dit is het gevolg van nieuwe afspraken m.b.t. begeleid werken en de externe uitvoerders, dat een positief effect heeft op het te verwachten subsidieresultaat bij de GR. Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) Er zijn, zoals bij elke open einde regeling, onzekerheden omtrent het daadwerkelijk beroep dat burgers gaan doen op de verschillende voorzieningen. Demografische ontwikkelingen (bevolkingsafname en verandering bevolkingssamenstelling) Kerkrade en de regio Parkstad Limburg zijn de koplopers in Nederland als het gaat om bevolkingsdaling. Tot 2020 neemt het inwonertal af met circa 4.500 mensen, oftewel een afname van 9,5 % ten opzichte van het huidige aantal inwoners. Daarnaast worden er minder kinderen geboren (ontgroening) en wordt het aandeel inwoners ouder dan 65 jaar in Kerkrade groter (vergrijzing). Deze demografische veranderingen hebben een grote impact op de ontwikkeling van Kerkrade. In de berekeningen van de algemene uitkering is rekening gehouden met een dalend inwoneraantal. Daarnaast treden nog allerlei andere effecten op. Om er een aantal te noemen: door de herstructurering zal het aantal woningen afnemen (in de periode 2010-2020 van 23.000 naar circa 20.000 woningen). Als gevolg van demografische ontwikkelingen, de economische crisis en marktontwikkelingen zal de leegstand van gebouwen (kantoren, retail en woningen) verder toenemen. Tevens zijn er minder opbrengsten uit belastingen, heffingen en leges en ontstaan er nadelen voor de gesubsidieerde instellingen en toeristisch-recreatieve voorzieningen in termen van afname van het aantal leden en van bezoekers. Verder zullen publieke voorzieningen in de woonomgeving (verder) onder druk komen te staan en zal een verslechtering van de arbeidsmarkt (afname van de beroepsbevolking) optreden die onvoldoende aansluit op de vraag. In de paragraaf “krimp: oftewel bevolkingsontwikkeling gemeente Kerkrade” wordt nader ingegaan op de gevolgen van de bevolkingsontwikkeling. Grondexploitatie (OBK) Er ligt nog een forse taakstelling om in de periode 2015 – 2018 een bedrag van circa € 0,8 miljoen aan inkomsten te realiseren. Een nadere toelichting op de (risico’s van de) grondexploitatie treft u aan in de paragraaf grondbeleid. Bezwaarschrift “Campus Kerkrade” Het reeds enkele jaren in de risicoparagraaf beschreven verschil van inzicht tussen de Belastingdienst en de Gemeente Kerkrade inzake de juridische overdracht (wel of geen “levering”) van de Campus aan de Onderwijsstichting Sint Bernardinus (nu SVOPL) kon ondanks diverse wederzijdse overlegrondes nog niet worden opgelost. De Belastingdienst persisteert aan het eerder ingenomen standpunt dat er geen sprake was van een fiscale btw-belaste prestatie en dat de gemeente “misbruik van recht” heeft gemaakt. De gemeente heeft destijds tegen de door de Belastingdienst op 25 juli 2008 opgelegde naheffingsaanslag over het tijdvak 1 januari 2005 t/m 31 december 2006 van circa € 2,9 miljoen (incl. heffingsrente) bezwaar gemaakt. Na een eerste hoorgesprek op 8 januari 2009 volgde een tweede hoorgesprek op 16 februari 2010 waarin de gemeente heeft verzocht om proceseconomische redenen de bezwaarprocedure aan te houden in afwachting van de uitspraak op een lopende bezwaarprocedure van de gemeente Gemert-Bakel, waarmee de Belastingdienst kon instemmen. Op 1 maart 2013 heeft wederom overleg met de Belastingdienst plaatsgevonden waarin de Belastingdienst het voornemen kenbaar heeft gemaakt in principe een afwijzende uitspraak op het bezwaar te doen, tenzij de gemeente met een voor de Belastingdienst aanvaardbaar compromisvoorstel zou komen. Mede vanwege de gebouwtechnische problematiek en eventueel daaruit voortvloeiende juridische verwikkelingen heeft de gemeente op 30 juli 2013 aan de Belastingdienst kenbaar gemaakt dat de gemeente geen mogelijkheden ziet om met een compromisvoorstel te komen. Naar aanleiding hiervan heeft de Belastingdienst op 21 augustus 2013 uitspraak op bezwaar gedaan. Aan het bezwaar van de gemeente is gedeeltelijk tegemoet gekomen en de oorspronkelijke naheffingsaanslag van circa € 2,9 miljoen (incl. heffingsrente over het tijdvak 1 januari 2005 t/m 31 december 2006 ) is verlaagd tot een bedrag van € 1,8 miljoen (incl. heffingsrente over het tijdvak 1 januari 2005 t/m 31 december 2006).
88
Bij schrijven van 26 september 2013 heeft de gemeente beroep aangetekend bij de rechtbank Breda tegen de afwijzende beschikking op ons bezwaarschrift tegen de naheffingsaanslag. De Belastingdienst heeft daarop gereageerd door het indienen van een verweerschrift op 27 februari 2014 bij de Rechtbank. Medio 2014 zijn we in de vervolgfase terecht gekomen met de conclusies van repliek en dupliek. De gemeente heeft daarvan gebruik gemaakt en haar conclusie van repliek op 12 juni 2014 bij de Rechtbank aangeboden. De Belastingdienst krijgt nog de mogelijkheid hierop te reageren via een conclusie van dupliek, waarna pas behandeling bij de rechtbank zal plaatsvinden. Voor het geval de gemeente te zijner tijd niet volledig in het gelijk wordt gesteld dient voorts nog rekening te worden gehouden met verschuldigde heffingsrente vanaf 1 januari 2007. Onderdeel Campus vanuit de optiek Voorzieningen Vastgoed Eind 2012 is de Campus op last van de burgemeester ontruimd. Er zijn inmiddels alternatieve huisvestingsruimten voor de school en de gemeentelijke huurders gerealiseerd. Echter, gezien de nog voortdurende onzekerheid met betrekking tot het Campusgebouw heeft ook gedurende het jaar 2014 een forse financiële impact op alle tijdelijke voorzieningen. Zolang deze onzekere situatie voortduurt blijft de noodzaak tot een extra financiële inzet bestaan. Parkstad Limburg Stadion Er blijft nog steeds sprake van risico’s en onzekerheden die echter nog geen harde/concrete status hebben. De beoogde verbeteringen in de organisatiestructuren en exploitatie moeten e.e.a. meer beheersbaar maken. De gemeente Kerkrade heeft momenteel een belang van 87,48% in het stadion. Door de gemeenteraad is in januari 2010 een geldlening van (gefaseerd) € 5,8 miljoen verstrekt. Verder heeft een harde status de aanspraak van de Deutsche Bank op de gemeente als garant voor een door het stadion met de bank aangegane lening eind 2011. Alle rechten en plichten van deze lening zijn daarbij overgegaan naar de gemeente, waarbij de gemeente de financiering van het stadion voor haar rekening heeft genomen. Het betrof uiteindelijk een bedrag van € 12,5 miljoen. Dit bedrag is nog verhoogd met de gedane restitutie van € 1,6 miljoen in samenhang met de vaststelling van de huursom (raad april 2013). Voorts is in juli 2014 nog een lening van € 0,6 miljoen aan het stadion verstrekt ten behoeve van de aanleg van een kunstgrasveld om de multifunctionaliteit en exploitatie te kunnen verbeteren. Rekening houdend met de in juli 2014 ontvangen aflossingen t/m het tweede kwartaal 2014, onder aftrek van de te ontvangen rente 2014, heeft de gemeente ultimo juli 2014 in totaliteit nog een bedrag aan leningen aan het stadion openstaan van € 20,1 miljoen (inclusief kunstgrasveld). In de verdere loop van 2014 worden nog additionele aflossingen verwacht. In beginsel geldt dat zolang de BVO als huurder van het stadion haar verplichtingen richting stadion kan nakomen, het stadion op de lange termijn de van de gemeente ontvangen leningen kan terugbetalen. Die terugbetalingscapaciteit kan verder worden versterkt naarmate de exploitatie van het stadion verbeterd kan worden. Met de raad wordt periodiek over de diverse vorderingen gecommuniceerd. Invoering van de Wet Houdbaarheid Overheidsfinanciën (Wet HOF) De Wet Houdbare overheidsfinancien (Hof) stelt dat decentrale overheden een gelijkwaardige inspanning leveren bij het streven om te voldoen aan de Europese begrotingsdoelstellingen. De wet kwantificeert deze gelijkwaardig inspanning niet, maar stelt dat deze wordt ingevuld door na aanvang van een nieuw kabinet in een bestuurlijk overleg een EMU-saldopad voor de gezamenlijke decentrale overheden af te spreken. Op 18 januari 2013 is een financieel akkoord met meerjarige ambities gesloten. Gerealiseerde ambities worden geëvalueerd. De wet is ingegaan op 1 januari 2014. Gelet op de forse investeringsambities die worden bekostigd uit de daartoe gevormde reserves, zal Kerkrade haar individueel richtbedrag voor de EMU-norm te buiten gaan. In eerste instantie is echter het landelijk resultaat maatgevend. En van sancties wordt deze kabinetsperiode afgezien zolang er geen sanctie uit Europa volgt. Opvallend is nog dat bij de kamerbehandeling van de Wet Hof kamerbreed een motie werd gesteund om uitstel of afstel van investeringen door provincies, gemeenten en waterschappen te voorkomen. Hierin zit een bepaalde tegenstrijdigheid. De VNG heeft dan ook geadviseerd “eerst gewoon begroten”.
89
d.
Confrontatie weerstandsvermogen en risicoparagraaf
Hoewel niet alle risico’s en onzekerheden gelijktijdig optreden, is gelet op de reeksen van de Voorjaarsnota 2014 momenteel de structurele weerstandscapaciteit (exploitatie) onvoldoende. In de Najaarsnota 2014 zal weer een actueel beeld worden gegeven. De mogelijke incidentele tegenvallers en risico’s kunnen (nog) worden opgevangen binnen de totale reservepositie. Deze omstandigheden nopen de gemeente Kerkrade om beleidskeuzes te maken omtrent exploitatie en investeringen en die nadrukkelijk te koppelen aan prioriteiten, doelen en resultaten.
90
§3.
Paragraaf onderhoud kapitaalgoederen
In de openbare ruimte bevindt zich een aantal kapitaalgoederen die door de gemeente onderhouden moeten worden. De belangrijkste worden hieronder toegelicht. Kort wordt aangegeven het beleidskader c.q. het betreffende beheersplan en de financiële vertaling daarvan in de begroting. Bij beleidsveld 11 beheer zijn de beleidskaders, indicatoren en afwijkingen in beeld gebracht. Beleids- en beheersplannen
Jaar
Financiële vertaling begroting 2015
Wegenbeheerplan 2007-2011
2006
Voor groot onderhoud en onderhoud voor wegen trottoirs en pleinen is voor 2015 resp. € 432.200 en € 254.800 beschikbaar. Voor reconstructies is er in het investeringsprogramma voor de jaarschijf 2015 € 1.884.000 beschikbaar. Voor regulier onderhoud (exploitatie) is een bedrag van € 837.600 beschikbaar. Voor rioolrenovaties, gemalen en reliningen is in het Investeringsprogramma de navolgende reeks beschikbaar: 2015 € 1.900.000 2016 € 2.925.000 2017 € 2.950.000 2018 € 2.950.000 Voor het groenonderhoud (WOZL) is voor de jaarschijf 2015 € 958.000 beschikbaar. Voor regie opdrachten is een bedrag van € 60.300 beschikbaar. Voor de overige exploitatie budgetten is een bedrag van € 189.800 beschikbaar. In het Investeringsprogramma is er structureel € 360.000 beschikbaar. Het saldo van de reserve plantsoenen bedroeg op 1-1-2014 € 40.500. In de begroting is voor 2015 € 260.300 beschikbaar.
Gemeentelijk Rioleringsplan 2001 2002-2006 en Evaluatie GRP 2013
Groen (uitbesteed voor 2014)
Gebouwenbeheer (jaarlijks plan passend financiële kaders)
2014
2007 binnen
Openbare verlichting 1997-2010 Update in 2013
1998
Civieltechnische kunstwerken
2007
Het saldo van de reserve gebouwen bedraagt ca. € 716.700 per 1-1-2014. In het investeringsprogramma is jaarlijks € 450.000 beschikbaar voor groot vervangingsonderhoud. In de begroting is voor het jaar 2014 een bedrag van € 203.900 voorzien voor energiekosten van de openbare verlichting. Voor het onderhoud van de openbare verlichting is een bedrag van € 355.000 beschikbaar. Voor incidentele vervangingen van lichtmasten is een bedrag van € 27.800 voorzien. In het investeringsprogramma is structureel een bedrag van € 155.000 begroot. Voor de exploitatie van de civieltechnische kunstwerken is jaarlijks € 30.400 beschikbaar. In het Investeringsprogramma is voor 2015 een bedrag van € 63.000 voorzien.
Door de provincie is aanbevolen om een Integraal Beheerplan Openbare Ruimte (IBOR) (wegen, rioleringen, groen, openbare verlichting en civieltechnische kunstwerken) op te stellen. Als basis hiervoor dient het handboek openbare ruimte. De komende jaren zijn er grote veranderingen te verwachten in de beheersgebieden ten gevolge van ingrijpende projecten zoals de herstructurering en wijzigingen in de infrastructuur. Voordat het IBOR kan worden uitgewerkt zullen eerst de gevolgen hiervan duidelijk moeten worden. Daarna kan een aantal varianten omtrent kwaliteit en budget aan de raad worden voorgelegd. Vooruitlopend daarop zijn in 2013 de beleids- en/of beheerplannen voor de Wegen, de Groenstructuur en de Openbare Verlichting opgesteld. Voor het beheer van de riolering en het afvalwater zijn in 2013 de mogelijkheden voor verdere samenwerking met de Parkstadgemeenten onderzocht. Kerkrade speelt daarin een trekkende rol voor wat betreft het relinen van rioleringen.
91
In het algemeen geldt voor het onderhoud van kapitaalgoederen dat bezuinigingen op het onderhoudsbudget het kwaliteitsniveau en (het inlopen van) eventuele achterstanden negatief beïnvloeden. In bepaalde schadegevallen kunnen deze mogelijk leiden tot het aansprakelijk stellen van de gemeente. Kerkrade werkt wijkgericht aan het beheer en onderhoud van de openbare ruimte. De gemeente streeft naar een prettige woon- en werkomgeving en hanteert daartoe een buurtmonitor. De uitvoering van het onderhoud vindt gedeeltelijk plaats in eigen beheer. Onderhoudsaspecten komen tevens aan de orde bij de beleidsvelden Bouwen en wonen (1), Verkeer en vervoer (2) en met name bij Beheer (11). De beoordeling door de burgers van het beheer en onderhoud van de kapitaalgoederen in de openbare ruimte is in tabelvorm opgenomen in paragraaf 11 Beheer. Uit deze gegevens blijkt dat de burgertevredenheid over het onderhoud en beheer van de openbare ruimte een licht stijgende tendens vertoont. a.
Wegen
Beleid en uitvoering Sinds 1992 wordt gebruik gemaakt van een wegenbeheerssysteem. De gegevens uit het wegenbeheerssysteem zijn gebruikt om een wegenbeheersplan op te stellen. Doel van het wegenbeheersplan is om verantwoord te kunnen sturen op de uitvoering van het beheer en onderhoud van de openbare verharding. Met behulp van het wegenbeheersplan kunnen o.a. prioriteiten worden gesteld ten aanzien van noodzakelijk onderhoud en kan worden gesignaleerd wanneer de minimale kwaliteit wordt onderschreden en wanneer op basis van afschrijvingen en slijtage investeringen noodzakelijk zijn. In 2006 is het wegenbeheersplan geactualiseerd voor de periode 2007-2010. Het beheer vindt plaats aan de hand van kwaliteitsbeelden. Een update van het wegenbeheersplan is niet aangeboden. Wel is de Raad geïnformeerd over de stand van zaken qua middelen en prioritering. De beleving van de burgers over het onderhoudsniveau wordt ook tweejaarlijks gemeten middels het Burgeronderzoek / Parkstadmonitor (zie beleidsveld 11). Indien de Buitenring Parkstad zal worden aangelegd zoals de provincie Limburg dit wenst, zal een aantal wegen aan de Gemeente Kerkrade worden overgedragen die nu niet door de Gemeente Kerkrade worden beheerd. Het te beheren areaal zal als gevolg daarvan worden uitgebreid. Dit zal van invloed zijn op het benodigde budget. De winter van 2013 – 2014 heeft nauwelijks tot geen extra schade toegebracht aan het wegdek. Budgetten Voor groot onderhoud en onderhoud voor wegen trottoirs en pleinen is voor 2015 resp. € 432.200 en € 254.800 beschikbaar. Voor reconstructies is er in het investeringsprogramma voor 2015 een bedrag van € 1.884.000 begroot. Activiteiten Door het college is begin 2014 het programma vastgesteld. Voor 2014 betreft dat de volgende straten: Erensteinerstraat (uitgevoerd), Euregioweg (uitvoering 2015), Schleidenstraat (uitvoering najaar 2014), Einderstraat (voorbereiding begin 2015), Gulperplein (voorbereiding begin 2015), Kasperenstraat (voorbereiding najaar 2014) en de Koestraat (voorbereiding begin 2015) Naast deze straten staan de volgende straten op het programma om in de voorbereiding te starten: Rukkerweg, Groene Kruisstraat, Sophiastraat, Pastoor van Arsstraat en Kloosteraderstraat. De uitvoering zal naar verwachting plaatsvinden in 2015 en 2016. De werkzaamheden aan de openbare ruimte in het kader van het centrumplan zullen worden voorbereid. In het kader van het regulier onderhoud zullen ondermeer de fietssuggestiestroken worden onderhouden en zullen scheuren worden gevuld en deklagen worden aangebracht. Verspreid over de gehele stad zullen trottoirs en fietspaden worden herstraat. De exacte invulling van het onderhoudsprogramma kan op dit moment niet worden gegeven deze is mede afhankelijk van de werkzaamheden van nutsbedrijven.
92
Risico’s De onderhoudstoestand van de Steenwegen (Heerlenersteenweg en Kaalheidersteenweg) in relatie tot hun omvang vormt een risico. De onderhoudskosten van dit traject groeien jaarlijks en middelen voor een grootschalige renovatie zijn niet beschikbaar b.
Riolering / water
Beleid en uitvoering Het Gemeentelijk Riolerings Plan (GRP) is een belangrijk hulpmiddel voor het maken van de juiste afwegingen op het terrein van bodembescherming, waterkwaliteit en rioleringszorg. In 2001 heeft de raad het GRP voor de periode 2002-2006 vastgesteld. In dit plan is onder meer omschreven op welke wijze het riool in stand zal worden gehouden, hoe aan de wettelijke eisen, zoals de wet milieubeheer, wordt voldaan en wat de gevolgen hiervan zijn voor de tarieven voor de burger. In 2013 is het GRP wederom geëvalueerd en zijn de exploitatiekosten en investeringen en de daarmee samenhangende tarieven voor het jaar 2014 (en een doorkijk voor de komende jaren) in beeld gebracht. De egalisatiereserve riolering wordt gebruikt voor het (meerjarig) egaliseren van de tarieven. Het tarief van het rioolrecht is kostendekkend. In 2014 zal er een gezamenlijk Gemeentelijk Rioleringsplan ( GRP ) voor de Parkstad gepresenteerd worden met voor iedere gemeente een specifiek hoofdstuk. Enige delen van Haanrade en Eygelshoven voldoen nog niet aan de basisinspanning. Dat wil zeggen dat er nog teveel overstorten op de Anselderbeek en Worm plaatsvinden. Uit een gezamenlijke studie van de gemeenten Landgraaf en Kerkrade en het Waterschapsbedrijf Limburg is gebleken dat de meest efficiënte maatregel om aan de basisinspanning te voldoen het bouwen van een gezamenlijk bergbezinkbassin op de gemeentegrens bij Rimburg is. Door de gemalen van het WBL meer afvalwater te laten afvoeren naar dit bassin zullen de overstorten afnemen. Voor het uitvoeren van deze maatregel is in 2015, 2016 en 2017 jaarlijks € 1.000.000 gereserveerd. Inzake de Europese Kaderrichtlijn Water stelt de gemeente Kerkrade zich op het standpunt dat de krimp van de bevolking ook leidt tot een kleiner verhard oppervlak en dat de vrijgekomen ruimte benut kan worden om water te bergen. Hierdoor zijn extra bergingen wellicht niet meer noodzakelijk en kan de KRW richtlijn op een duurzame manier gehaald worden, nl. regenwater opvangen op de plaats waar het valt. In 2011 is in Parkstad een onderzoek gestart naar het antwoord op de vraag of samenwerking met betrekking tot stedelijk (afval)water voordelen oplevert. Dit onderzoek is ingegeven uit het feit dat in het regeringsakkoord is opgenomen dat er in de waterketen landelijk € 400 miljoen te besparen valt. In 2013 hebben de colleges in Parkstad een intentieverklaring ondertekend om op diverse onderdelen in de waterketen te gaan samenwerken. Het meest concrete project is het gezamenlijk uitvoeren van reliningsprojecten. Voor de onderdelen data beheer, doorrekening rioolstelsels, reinigen en inspectie, aanschaf en beheerpompgemalen, reiniging kolken moeten nog contracten worden afgesloten. Budgetten Voor het reguliere onderhoud (exploitatie) van de gemeentelijke riolering is voor het dienstjaar 2014 in totaliteit een budget van € 826.500 beschikbaar. In de jaren erna loopt dit budget licht op (indexering). In het investeringsprogramma riolen is voor de jaarschijf 2014 een bedrag van € 400.000 opgenomen om calamiteiten het hoofd te bieden. Indien zich geen calamiteiten voordoen dan wordt dit bedrag gebruikt om slechte riolen te vervangen of te relinen volgens het vervangingsschema. Tot slot is voor rioolrenovaties, reliningen en vervanging van gemalen de volgende reeks in het investeringsprogramma begroot: € 1.900.000 (2015), € 2.925.000 (2016), € 2.950.000 (2017) en € 2.950.000 (2018). Activiteiten De volgende rioolrenovaties c.q. relingen zijn in 2015 gepland: Op de Bossen, Holzkuilenstraat en delen van het Erensteinerveld.
93
c.
Groen
Beleid en uitvoering Het strategisch doel van de gemeente voor wat betreft het groen is het duurzaam behouden en uitbreiden van de huidige groenstructuur in de stad, het ontwikkelen van groene verbindingszones tussen groengebieden buiten de wijken, tussen de wijken en het buitengebied. Als gevolg van de noodzakelijke herstructurering zal meer onbebouwd gebied beschikbaar komen dat mogelijk een groene invulling zal krijgen. Het actuele groenbeheerplan 2006 en nieuwe Groenontwikkelingsplan 2014 (nog niet vastgesteld) met beeldkwaliteiten per wijkgebied wordt gebruikt voor het opstellen van de groencontracten en het beheer van het openbaar groen. Het groencontract met WOZL-groen is ook voor 2014 afgesloten. Over de wijze van contractvorming voor het jaar 2015 is in juni 2014 overleg gestart tussen gemeente Kerkrade en WOZL. Budgetten In de exploitatie is voor het jaar 2015 € 958.000 geraamd voor het WOZL groen contract. Voor regiewerkzaamheden aan openbaar groen is in 2015 € 60.300 beschikbaar. Verder zijn nog diverse kleine posten opgenomen voor bijvoorbeeld zaaigoed, bos- en boombeheer en onderhoud van de bermen, in totaliteit circa € 189.800. De ‘reserve plantsoenen’ fungeert als buffer voor de groenvoorziening om onvoorziene uitgaven op te vangen en bedraagt begin 2014 circa € 40.500. In het investeringsprogramma is vanaf 2014 structureel voor vervanging/reconstructie openbaar groen en groene vingers een bedrag opgenomen van € 360.000. Activiteiten De navolgende groenprojecten werden in 2013 ter hand genomen en liepen door naar 2015: Stadspark, Kasteelpark Erenstein, fase 2c Parkeerplaats in aansluiting op de gebiedsontwikkeling Anstelvallei, groenrevitalisatie in het kader van beheer en onderhoud, Groenomgeving Schacht Nulland, Gebiedsontwikkeling Anstelvallei en Kloostertuin Rolduc. Tevens werden op het gebied van het openbaar groen plannen opgesteld zoals het groenontwikkelingsplan 2014 en de VTA controle. d.
Gebouwen
Beleid Onze gemeente bezit momenteel nog ca. 144 gemeentelijke panden. Deze panden worden ondermeer gebruikt voor de huisvesting van het gemeentelijk personeel, het onderbrengen van diverse verenigingen, het inrichten voor onderwijs en het faciliteren van sportverenigingen ( zowel voor de buitensport als de binnensport). Daarnaast hebben wij een aantal toeristische c.q. recreatieve voorzieningen (Schacht Nulland, Botanische Tuin), culturele voorzieningen (Rodahal, Theater) en speeltuinen in beheer. Deze voorzieningen hebben een belangrijke sociaal-maatschappelijke functie. Het zijn locaties waar mensen elkaar ontmoeten en dragen zo bij aan de sociaal-maatschappelijke ontwikkeling van de Kerkraadse bevolking in de meest brede zin van het woord. Juist in een tijd van economische recessie kan maatschappelijk vastgoed een belangrijke katalysator vormen voor een maatschappelijke en economische structuurversterking. In een afnemend particulier initiatief kan juist door de versterking en ontwikkeling van het maatschappelijk vastgoed de leefbaarheid in wijken worden versterkt. In dit kader dient ook de bouw van de Multifunctionele Accommodatie West (hierna: MFA West) te worden gezien. Hierin zullen veelal de gebruikers van de huidige gemeenschapshuizen “Auw Noeëdkerk” en “Heidsjer Tref” hun onderdak vinden. In 2014 heeft de gemeente het voormalig kerkgebouw van de parochie “Onze Lieve Vrouw Van Altijd Durende Bijstand” verworven; in dit gebouw zal de MFA gerealiseerd worden De start van de bouwwerkzaamheden staat gepland voor het eerste kwartaal in 2015 Naast bovengenoemde voorzieningen heeft de gemeente ook een aantal woningen, woonwagens, parkeergarages en winkelpassages in bezit. Van deze 144 objecten worden 35 aangemerkt als “strategisch kernvoorraad”, wat inhoudt dat deze als zodanig belangrijk worden beschouwd dat ze (op korte termijn) niet vervreemd mogen worden. Deze 35 gebouwen worden op een goed onderhoudsniveau gehouden.
94
De overige gebouwen staan op de nominatie om vervreemd of gesloopt te worden. Deze gebouwen worden in principe marginaal onderhouden op basis van alleen klachtenonderhoud. Het vastgoedbeleid is volgend op het ruimtelijk beleid. Op strategisch niveau wordt op basis van bevolkingsprognoses aangegeven in welke mate er behoefte is aan een noodzaak tot huisvesting van doelgroepen met betrekking tot de disciplines onderwijs, sport, gemeenschapshuizen e.d. Anderzijds wordt op beleidsterreinen met betrekking tot toerisme en recreatie aangeduid welke ontwikkelingen als beleidsspeerpunt gelden. Medio 2014 zal in dit kader een strategische visie aan het College worden voorgelegd, waarbij de voorraad gemeentelijke panden wordt herijkt op basis van een anticipatie op de toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen. Huisvesting dient plaats te vinden op de juiste locatie en onder de juiste voorwaarden. Daarbij dient op basis van een integraal inzicht in de investerings - en exploitatiekosten van het gemeentelijk vastgoed een transparante afweging gemaakt te kunnen worden tussen het maatschappelijke belang en de financiële gevolgen van het in eigendom hebben van gemeentelijk vastgoed. In deze zal integrale afstemming met sector Maatschappelijke Zorg plaatsvinden. Budgetten De kosten voor correctief en/of klachtenonderhoud alsmede contract- of serviceonderhoud worden uit de exploitatie bekostigd. Verder zijn nog diverse andere gebouw-gerelateerde posten in de begroting opgenomen, o.a. ten behoeve van welzijnsgebouwen, sportaccommodaties, schoolgebouwen en overige gebouwen. Op jaarbasis is er zo € 260.300 beschikbaar. De baten uit verkoop van onroerende goederen worden aan de reserve gebouwen toegevoegd. Het saldo van deze reserve bedraagt per 1-1-2014 ca. € 716.700 Uit de reserve wordt er ook jaarlijks aan de hand van een jaarplan een bijdrage beschikbaar gesteld. Om op lange termijn adequaat onderhoud aan gemeentelijke panden te kunnen uitvoeren is het noodzakelijk dat de reserve op peil blijft (middels opbrengsten van verkopen dan wel jaarlijkse dotaties). Daarnaast is in het investeringsprogramma voor 2015 een investeringsbedrag van € 450.000 voorzien. Tot slot zijn in het investeringsprogramma nog bedragen voorzien specifiek voor huisvesting onderwijs en gemeenschapshuizen. In samenhang met de strategische visie wordt ook in 2015 gestreefd naar het beter inzichtelijk maken van de kosten van het huisvesten van doelgroepen. De kosten en huuropbrengsten cq. subsidies worden veelal afzonderlijk geadministreerd en dienen integraler inzichtelijk te worden gemaakt. Op deze wijze kunnen de onderhoudskosten optimaler worden afgestemd op de mate van courantheid van gebouwen, en kan de bezettingsgraad van panden verder worden verbeterd. Op grond van deze integrale benadering is het mogelijk om ook in de toekomst -vanuit het maatschappelijk belang – huisvesting van de doelgroepen toch mogelijk te maken. In 2012 is gestart met een proces tot het vergroten van de transparantie in de vastgoedportefeuille, zowel inhoudelijk als financieel door het verbeteren van de technisch/financiële administratie van het gemeentelijk vastgoed. Activiteiten Het in 2009 aangezette beleid inzake pro-actief vastgoedbeheer is in de loop der jaren gecontinueerd en zal ook voor 2015 gecontinueerd worden. Dit betekent sturing op efficiënte en effectieve vastgoedvoorraad door het doorvoeren van portefeuillemanagement, met niet alleen aandacht voor technische kwaliteit van het gemeentelijk vastgoed, maar ook voor efficiency en financiën. Daartoe dient een meerjarenprogramma Vastgoed inzichtelijk te worden gemaakt, waarbij tenminste volgende factoren worden aangeduid: kostprijsdekkend, onderhoud & kwaliteit, huurderving, waarde van het bezit en ontwikkeling van de reserves. Tevens zal leegstand zoveel mogelijk voorkomen moeten worden door tijdige afstoting (sloop c.q. verkoop) van gebouwen en efficiënter gebruik van bestaande panden. Meervoudig verhuurde gebouwen zullen steeds vaker kunnen voorkomen. Leegstand zal op die manier verzilverd kunnen worden. De deelnames aan de Verenigingen van Eigenaren zal tijdsbesparend gaan werken. Bij leegstand zal gewerkt gaan worden met tijdelijke bewoning, al dan niet op basis van kortstondige verhuur, om vandalisme en kraak van deze panden tegen te gaan. Verder geldt het vergroten van de mate van professionaliteit van de dienstverlening richting huurders en gebruikers door het doorvoeren van accountmanagement als concrete activiteit, waarbij één persoon als contactpersoon fungeert en verantwoordelijk is voor de interne afstemming.
95
e.
Openbare verlichting
Beleid en uitvoering De openbare verlichting in onze gemeente voldoet aan de algemeen geldende norm. Naast de jaarlijkse onderhoudslasten voor openbare verlichting, voert Kerkrade het meerjarige Beleidsplan Openbare Verlichting uit. De uitvoering gebeurt door en in nauwe samenwerking met Ziut. De laatste jaren groeit het areaal dat toe is aan vervanging. Om de financiële consequenties hiervan te kunnen bepalen zal een nieuw beleidsplan worden vastgesteld. De komende 5 jaar zal ruim 20 % van het areaal ouder zijn dan 40 jaar. Om meer inzicht te krijgen in o.a. de standveiligheid van deze masten worden er steekproefsgewijs stabiliteitsmetingen uitgevoerd. Door technische ontwikkelingen en de prijsontwikkeling op de markt kan er bij de vervanging op grote schaal gebruik gemaakt worden van energiesparende LED verlichting, hetgeen het energiegebruik beperkt en de kosten verlaagd. Budgetten Voor onderhoud aan de straatverlichting is voor 2014 een exploitatiebudget beschikbaar van € 355.000. Voor het incidenteel vervangen en of bijplaatsen van lichtmasten is er € 27.800 beschikbaar. Voor het energieverbruik van de openbare verlichting is € 203.900 voorzien. Voor planmatige vervanging is in het investeringsprogramma jaarlijks een bedrag van € 155.000 beschikbaar. Bij reconstructie van wegen wordt de openbare verlichting (indien deze aan vervanging toe is) vernieuwd ten laste van het budget wegen straten en pleinen. Activiteiten De lichtmasten en armaturen die om onderhoudstechnische redenen aan vervanging toe zijn worden zoveel mogelijk planmatig vervangen. Er is echter in toenemende mate sprake van incidentele vervangingen t.g.v. onvoldoende stabiliteit van de lichtmasten. Daarnaast ontstaat er, mede door de kosten van het toenemend aantal stabiliteitsmetingen, een achterstand in de projectmatige vervanging. f.
Civieltechnische kunstwerken
Beleid en uitvoering Een onderdeel van de openbare ruimte met een grote kapitaalswaarde wordt gevormd door de civieltechnische kunstwerken zoals bruggen, duikers, keerwanden en dergelijke. Deze kunstwerken werden op ad-hoc basis beheerd. Naar aanleiding van een inventarisatie en inspectie is een onderhoudsprogramma opgesteld. Indien de Buitenring Parkstad zal worden aangelegd zoals de provincie Limburg dit wenst zal een aantal wegen met bijbehorende kunstwerken aan de Gemeente Kerkrade worden overgedragen die nu niet door de Gemeente Kerkrade worden beheerd. Het te beheren areaal zal dientengevolge worden uitgebreid. Dit zal van invloed zijn op het benodigd budget. Hierbij valt te denken aan een aantal grotere kunstwerken bij de Locht maar ook aan het kunstwerk in de Vauputsweg over de Buitenring zoals door de provincie voorzien. In 2012 heeft een herinspectie van de civieltechnische kunstwerken plaatsgevonden. Het college en de Raad moeten hierover nog geïnformeerd worden. Budgetten Voor het reguliere onderhoud aan civieltechnische werken is vanaf 2015 in de begroting structureel rekening gehouden met een budget van € 30.400. In het investeringsprogramma is in 2015 € 63.000 beschikbaar. Activiteiten Er zullen kleine onderhoudswerkzaamheden worden uitgevoerd aan civieltechnische kunstwerken. Daarnaast zullen er grootschalige werkzaamheden uitgevoerd worden aan de volgende objecten: geleiderails op verschillende locaties, bruggen in de groene long. Ten behoeve van de duiker in de Hammolenweg zullen voorbereidende werkzaamheden worden opgestart. Ten behoeve van de brug in de Merksteinstraat zijn voorbereidende werkzaamheden in uitvoering. Daarnaast zal er een nader
96
onderzoek naar de stabiliteit van een keermuur langs het spoor in Kerkrade west moeten worden uitgevoerd. Risico’s In het jaar 2020 zullen naar verwachting grootschalige investeringen aan de tunnelbak van de Roderlandbaan noodzakelijk zijn. Er dient in 2020 dan ook rekening gehouden te worden met een investering van € 375.000. De brug in de Merksteinstraat is gedeeltelijk in eigendom van de Städteregion Aachen. De Städteregion voert de regie bij de voorbereidende werkzaamheden. Uit een eerste onderzoek blijken de onderhoudskosten hoog te zijn (aandeel Kerkrade ca. € 175.000). De kosten zijn dermate hoog dat geadviseerd wordt een onderzoek naar de economische haalbaarheid van het onderhoud te doen. Mogelijk is de conclusie een nieuwbouw van deze brug. Geschatte kosten daarvan zijn ca. € 2,5 miljoen (aandeel Kerkrade 50%).
97
98
§4.
Financieringsparagraaf (treasury)
Deze paragraaf bevat een meer beleidsmatige benadering van de treasuryfunctie en de plannen en uitkomsten dienaangaande. De paragraaf dient risicobeheer en gemeentefinanciering meer transparant te maken. De Wet Financiering decentrale overheden (Wet Fido) en de daarop gebaseerde ministeriële Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo) zijn de externe spelregels die de inhoud van deze paragraaf voor een groot deel bepalen, waaronder de diverse opgenomen tabellen/overzichten. De regelgeving heeft als doel transparantieverhoging van de treasuryfunctie alsmede risicowering binnen genoemde functie. Flankerend heeft het Rijk additionele regelgeving in de vorm van verplicht schatkistbankieren en Wet Houdbare overheidsfinanciën (Wet Hof) ontwikkeld. De regelgeving heeft met name als doel de financiële positie van de Nederlandse overheid in de Economische Monetaire Unie veilig te stellen. a. Risicobeheer, risicomanagement en rentevisie Onder risico’s in dit kader worden verstaan renterisico’s, kredietrisico’s, koersrisico’s en valutarisico’s. Risicobeheer en risicomanagement hebben als doel de uiteenlopende risico’s binnen de treasury te analyseren, te beheren, te beperken en te neutraliseren. Daarbij wordt onder meer rekening gehouden met de aanbevelingen en richtlijnen van de Wet Fido, de Ruddo en het Treasurystatuut van de gemeente. Genoemde risico’s worden navolgend beschreven. Renterisico’s Renterisico op vlottende schuld Ter beperking van het renterisico op de netto vlottende schuld is het gemeenten niet toegestaan om onbeperkt in de financieringsbehoefte te voldoen door het aantrekken van kort geld. Kort geld is over het algemeen goedkoper dan lang geld, heeft evenwel als risicofactor dat het renteniveau in de regel sterker aan fluctuaties onderhevig is. De toegestane netto vlottende schuld wordt bepaald door de “kasgeldlimiet”. Voor het jaar 2015 kan de kasgeldlimiet voor de gemeente Kerkrade als volgt worden berekend: (a) omvang van de jaarbegroting per 1-1-2015 € 163,850 mln. (b) bij ministeriële regeling vastgestelde percentage 8,5 % Kasgeldlimiet voor 2015 (a)x(b) afgerond € 13,927 mln. De toets aan de kasgeldlimiet vindt kwartaalsgewijs intern plaats door het verschil te bepalen tussen de werkelijke netto vlottende schuld en de kasgeldlimiet. Als in drie achtereenvolgende kwartalen de kasgeldlimiet wordt overschreden wordt de provinciaal toezichthouder daarvan op de hoogte gesteld, zo enigszins mogelijk ruim voorafgaand aan de derde overschrijding. De gemeente geeft daarbij in een plan aan hoe men denkt opnieuw aan de kasgeldlimiet te zullen gaan voldoen. Structurele overschrijding van de kasgeldlimiet wordt in de regel opgelost door aflossing van kortlopende financiering en het aantrekken van vaste geldleningen. Op verzoek van de provinciaal toezichthouder is nog aanvullende informatie opgenomen over de gemiddelde netto vlottende schuld in het 3e en 4e kwartaal van jaar t-2 en in het 1e en 2e kwartaal van jaar t-1, aangevuld met de kasgeldlimiet van jaar t-2 en jaar t-1. Zie hiervoor onderstaand overzicht. 2013
2014
vlottende schuld 3e kwartaal
5.500
vlottende schuld 1e kwartaal
13.530
vlottende schuld 4e kwartaal
7.522
vlottende schuld 2e kwartaal
11.928
kasgeldlimiet 2014
13.050
kasgeldlimiet 2013
14.135
In alle in het overzicht vermelde kwartalen is er sprake van vlottende schuld. In het eerste kwartaal van 2014 wordt de kasgeldlimiet licht overschreden. In het tweede kwartaal van 2014 blijft de vlottende schuld onder de kasgeldlimiet. Indien in de tweede helft van 2014 de kasgeldlimiet ruim wordt overschreden, en deze overschrijding structureel zal zijn, wordt een vaste geldlening aangetrokken. De huidige situatie op de geld- en kapitaalmarkt en de verwachtingen zijn zodanig dat volgens onze visie de
99
rente voor kortlopende leningen vooralsnog lager zal blijven dan de rente van langlopende leningen. Het blijven benutten van de ruimte die de kasgeldlimiet biedt, is dan ook het uitgangspunt. Renterisico op vaste schuld Het instrument dat de Wet Fido geeft om mogelijke renterisico’s van de vaste schuld, zijnde de door de gemeente opgenomen langlopende leningen, te analyseren is de “renterisiconorm”. De norm geeft een kader voor een evenwichtige opbouw van de leningenportefeuille waarbij het risico op de vaste schuld gespreid is in jaren. Van een evenwichtige opbouw is sprake als niet in enig jaar, gerelateerd aan het begrotingstotaal, een onevenredig deel van de portefeuille aan herfinanciering onderhevig is c.q. te financieren aflossingscomponenten niet buitenproportioneel zijn. Navolgend overzicht schetst in meerjarig perspectief de confrontatie van genoemde ontwikkeling met de renterisiconorm.
2015
2016
2017
2018
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
1
Renteherzieningen
2
Aflossingen
7.542
7.982
8.321
8.531
3
Renterisico (=1+2)
7.542
7.982
8.321
8.531
4
Renterisiconorm (=4a*4b)
32.770
32.717
32.151
32.117
5a
Ruimte onder renterisiconorm (=4>3)
25.228
24.735
23.830
23.586
5b
Overschrijding renterisiconorm (=3>4)
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
163.850
163.583
160.756
160.587
20%
20%
20%
20%
32.770
32.717
32.151
32.117
Renterisiconorm 4a
Begrotingstotaal
4b
Percentage regeling
4
Berekende renterisiconorm, afgerond (bedragen*€ 1000)
Het overzicht laat een evenwichtige opbouw zien. Met betrekking tot verplichte aflossingen en renteherzieningen is er structureel voldoende ruimte ten opzichte van de renterisiconorm. Renterisico bij rentestijging / gevoeligheidsanalyse De gemiddelde rekenrente voor de nieuwe gemeentelijke lange-termijn-financiering binnen de begroting 2015 e.v. bedraagt 3,20%. Treasurytechnisch dienen naar de huidige inzichten (peil VJN2014) in het meerjarig perspectief 2015-2018 jaarlijks respectievelijk € 11,0 miljoen, € 13,0 miljoen, € 10,0 miljoen en € 8,0 miljoen aan langlopende geldleningen aangetrokken te worden. De volumina zijn afhankelijk van de feitelijke ontwikkelingen en worden periodiek geactualiseerd. Een structurele stijging van de kapitaalmarktrente met 1% méér dan waarmee rekening is gehouden, zorgt onmiddellijk voor stijgende rentelasten in het jaar volgend op het jaar waarin de geldlening is aangegaan. In 2016 zou in dat geval sprake zijn van een stijging van € 110.000. In 2018 is het cumulatieve nadeel dan opgelopen tot € 340.000. De gemiddelde rekenrente voor de korte financiering binnen de begroting bedraagt 0,85%. Een stijging met 1% daarvan komt dan neer op een jaarlijks nadeel van circa € 140.000. Kredietrisico’s Het betreft kredietrisico’s op door de gemeente aan derden verstrekte geldleningen. Het volgende overzicht geeft inzicht in partijen en restantschuld. Partijen woningverenigingen Kredietbank Limburg gemeenschapshuizen georganiseerde sport Gaia park Holding Stadion Kerkrade BV culturele verenigingen
Totaal (bedragen*€ 1000)
100
Restschuld 01-01-2015*
% totale schuld
791 138 45 217 908 18.981** 51
3.74 0,65 0.21 1,03 4,30 89,83 0,24
21.130
100,00
* Ervan uitgaande dat partijen hun geraamde aflossingsverplichtingen 2014 nakomen. ** Exclusief lening kunstgrasveld ad € 0,6 miljoen welke eind juli 2014 verstrekt werd, inclusief de aflossing van de nog openstaande bedragen 2013 die in 2014 worden afgelost. De verstrekte geldleningen conflicteren niet met de uitgangspunten van de Wet Fido. Voor overzichten op detailniveau wordt verwezen naar de “specificatie geactiveerde kapitaaluitgaven” die onderdeel uitmaakt van de staten en bijlagen van de begroting 2015. Koers- en valutarisico’s Van koersrisico’s is sprake als de financiële activa van de gemeente in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen. Meer in het bijzonder gaat het dan om de vaste financiële activa die enerzijds bestaan uit aan derden verstrekte leningen. Deze zijn reeds eerder behandeld bij het onderdeel kredietrisico’s. Anderzijds gaat het om aandelenbezit en deelnames. Hier worden geen bijzondere/grote risico’s verwacht. Voor een specificatie van aandelen en deelnames wordt verwezen naar staten en bijlagen van de begroting 2015. De gemeente verricht slechts transacties in euro’s, waardoor van valutarisico’s geen sprake is. b.
Gemeentefinanciering
Hierna worden enige aspecten van gemeentefinanciering nader uiteengezet. Leningenportefeuille Onderstaand overzicht verschaft inzicht in de samenstelling, grootte, de rente van opgenomen leningen alsmede mutaties als gevolg van nieuwe leningen. Leningen
(excl.woningbouw)
stand per 1-1-2015 bij: nieuwe leningen af: reguliere aflossingen af: vervroegde aflossingen bij: herfinanciering stand per 31-12-2015
bedrag
%
92.966* 11.000** 7.542 n.v.t. n.v.t. 96.424
gem. 4,274
gem. 4,211
(bedragen*€ 1000) *beginstand indien in de tweede helft van 2014 een vaste geldlening ad € 15,0 miljoen wordt aangetrokken ** verwachting
In 2015 is geen herfinanciering van “oude” leningen aan de orde. Voor nieuw aan te trekken vaste geldleningen in 2015 moet in onze visie een percentage van rond 3,20% zeker haalbaar zijn. Genoemd percentage kan evenwel onder druk komen te staan zodra de economische situatie van met name zwakke lidstaten van de Europese Unie verslechtert. Er zullen dan turbulenties op de kapitaalmarkt ontstaan met mogelijk hogere tarieven als gevolg. Uitzettingen Het gaat hierbij om uitzettingen korter dan een jaar. Ze hebben tot doel optimaal rendement uit een incidentele overliquiditeit te halen. Ten aanzien van overtollige middelen heeft de gemeente in de toekomst geen bewegingsvrijheid meer. Rijksregelgeving verplicht de gemeente tot schatkistbankieren bij het Rijk. Het rendement is hier beperkt. Relatiebeheer De gemeente onderhoudt rekeningen bij meerdere banken. In de eerste plaats valt te noemen de N.V. Bank Nederlandse Gemeenten (BNG), waar tevens een kredietfaciliteit van ruim € 5.672.000 beschikbaar is. Bij de ING-groep bedraagt het mogelijke kredietvolume € 1.100.000. Daarnaast is er omwille van invorderings-strategische overwegingen een rekening in Duitsland. Met name met de BNG vindt regelmatig overleg plaats inzake optimalisering van bestaande producten, nieuwe producten, en het niveau van de dienstverlening.
101
Kasbeheer Kasbeheer regelt het beheer van saldi en liquiditeiten en zoveel mogelijk de sturing van middelenstromen. Doel is het optimaliseren van het renterendement. Daarbij worden de volgende korte-termijnproducten gebruikt: rekening-courant-krediet, dag- en kasgelden. Additionele aandachtspunten zijn de beperking van het contante geldverkeer, elektronische betaalvormen. Organisatie Verantwoordelijkheden, bevoegdheden en overige in het treasurytraject aan de orde zijnde spelregels zijn in de actuele Financiële verordening gemeente Kerkrade (raad juni 2008, gewijzigd op het onderdeel financieringsfunctie raad februari 2010) en het treasurystatuut opgenomen. Kortheidshalve wordt hiernaar verwezen. Informatievoorziening Ten behoeve van de treasuryfunctie wordt zowel van interne als externe informatiesystemen gebruik gemaakt. Bij de externe informatievoorziening is een prominente rol voor BNG-dataservices on-line weggelegd. De efficiency van de systemen wordt regelmatig geëvalueerd. Schatkistbankieren De noodzaak tot deelname in het schatkistbankieren is nog niet opgetreden. Treasurytechnisch zal het acteren van de gemeente Kerkrade zodanig zijn dat het verplicht schatkistbankieren structureel achterwege kan blijven omdat er geen of nauwelijks overtollige middelen zijn. c.
Diverse kengetallen
Het onderwerp schuldpositie staat (landelijk) momenteel meer in de belangstelling. Geld lenen kost geld en dat is voor een gemeente niet anders. Schulden brengen namelijk rentelasten en aflossingsverplichtingen met zich mee. Hoge schulden verdrukken de andere noodzakelijke uitgaven van de gemeente. Onderstaand wordt op een aantal relevante kengetallen ingegaan, met als basis de cijfers uit de jaarrekening 2013. Hierbij wordt o.a. informatie vanuit de VNG gebruikt. Schuldratio (ook wel debt-ratio genoemd). Op de linkerzijde van de balans staan de bezittingen van de gemeente. Op de rechterzijde staat hoe dit bezit is gefinancierd. De schuldratio zegt welk aandeel van de bezittingen is belast met schulden door de langlopende en kortlopende schulden te delen door het balanstotaal. Een schuldratio groter dan 80% wordt gezien als een zeer zware schuldbelasting (licht staat op “rood”). Normaal bevindt zich de schuldratio van een gemeente zich tussen de 20% en 70%. Bij een schuldratio tussen de 70% en 80% springt het licht voor een gemeente op “oranje”. Kerkrade had ultimo 2013 een schuldratio van 70,5%. Ultimo 2012 was dit 74,4%. Netto schuldquote. Hiermee wordt de netto schuld (schulden minus vorderingen en liquide middelen) als aandeel van de inkomsten (voor bestemming reserves) uitgedrukt. De hoogte van de inkomsten bepaalt namelijk in belangrijke mate hoeveel schulden een gemeente kan dragen. Hoe lager het percentage hoe beter. Voor een gemeente geldt dat het licht op “rood” springt als de netto schuldquote boven de 130% uitkomt. Er is dan sprake van een zeer hoge schuld. Bij een netto schuldquote boven de 100% springt het licht voor een gemeente op oranje. Kerkrade had ultimo 2013 een netto schuldquote van 45,9%. Ultimo 2012 was dit 41,1%. Netto schuld per inwoner Deze indicator is de hiervoor beschreven netto schuld gedeeld door het aantal inwoners. Een afwijking naar boven van meer dan 20% van het gemiddelde in Nederland vormt een aandachtspunt. Voor Kerkrade bedroeg ultimo 2013 de netto schuld per inwoner circa € 1.540. Ultimo 2012 was dit € 1.343. Het gemiddelde in Nederland bedroeg in 2012 € 2.184, over 2013 zijn nog geen cijfers bekend.
102
§5.
Paragraaf bedrijfsvoering
Deze paragraaf beoogt inzicht te geven in de stand van zaken en voornemens ten aanzien van diverse aspecten van de gemeentelijke bedrijfsvoering. a.
Financieel beleid en beheer
De belangrijkste kaders voor financieel beleid en beheer zijn vastgelegd in de financiële verordening (art.212) en de actuele Nota Reserves en Voorzieningen. Daarnaast zijn er diverse interne regels vastgesteld ten behoeve van een adequaat financieel beleid en beheer In de controleverordening (art.213) is de wettelijke verplichte accountantscontrole geregeld. Ten behoeve van de accountantscontrole zal aanvullend jaarlijks een geactualiseerd toetsingskader in de vorm van een controleprotocol door de raad vastgesteld moeten worden. In dat controleprotocol zijn alle laatste wijzigingen in wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen en voorschriften, verwerkt. Deze zijn immers niet statisch. Het college verricht op grond van artikel 213A onderzoeken naar de doeltreffendheid en doelmatigheid van het door het college gevoerde bestuur. De verwachting was dat deze wettelijke verplichting zou gaan verdwijnen. Provinciaal toezicht, accountantscontrole, interne controle, rekenkameronderzoeken én 213A-onderzoeken blijken toch wat veel van het goede. Op basis van een concept wetsvoorstel heeft de VNG dan ook positief op het vervallen van deze verplichting gereageerd (september 2012). In het wetsvoorstel met een aantal wijzigingen in de gemeentewet zoals dat in juli 2013 naar de Tweede Kamer is verzonden bleek echter dit onderdeel nog niet aangepast. Gelet op de decentralisaties en de daarmee gepaard gaande overgang van budgetten is de regering tot een heroverweging van het voornemen tot schrappen gekomen, aldus de memorie van toelichting. Het wederom oppakken van deze verplichting zal nog verder vorm moeten krijgen. De Provincie heeft medio 2012 haar Financieel Verdiepingsonderzoek 2012 afgerond. Hieruit bleken geen opmerkingen rondom het financieel beleid en beheer. Wel blijft de Provincie vanuit haar toezichthoudende rol letten op een structureel meerjarig sluitende begroting, temeer daar de overheidsfinanciën sterk onder druk staan. b.
Organisatieontwikkeling en Human Resource Management
Organisatieontwikkeling Na veel aandacht voor de organisatiekant en de organisatiesetting en de bijbehorende bestuursopdrachten ligt de focus vooral op de juiste match tussen medewerkers die de bestaande en nieuwe doelen moeten gaan realiseren. De vormgeving kent naast de organisatorische inrichting vanuit bijvoorbeeld de decentralisatie van Rijkstaken vooral een uitdaging om deze nieuwe taken en resultaatgebieden van het aangepaste sociale domein verder concreet in te vullen en te vertalen naar deelgebieden en daarbij behorende budgetten. Ook daarmee is een implementatietraject verbonden hetgeen een vertaling moet krijgen in budgetten en toe te rekenen capaciteit. De vertaling naar afgeronde beschrijvingen en waardering is voorzien eind 2014 of wel eerste kwartaal 2015, waarbij op onderdelen gebruik wordt gemaakt van aanvullende formatiecalculatie. Met dat vertrekpunt kan begin 2015 het traject voor het nieuwe functiewaarderingssysteem HR 21 in gang worden gezet. Dit generieke systeem biedt gelijktijdig mogelijkheden voor een betere koppeling met en ondersteuning voor de strategische personeelsplanning. De noodzaak om hier gedegen op voorbereid te zijn en de voortgang van de taakstellingen mede te kunnen monitoren blijft onverkort van kracht als speerpunt naar de toekomst. De opgave voor toekomstige taakstellingen op de personele paragraaf gaat gepaard met het inspelen op natuurlijke momenten die gebruikt kunnen worden om dit proces grotendeels organisch vorm te geven. Een eenvoudige exercitie vanuit een ist naar een soll situatie doet te kort aan het meervoudige gecompliceerde proces dat alle onderdelen van de organisatie raakt en ook zoals eerder ondervonden in een gespannen verhouding staat met die nieuwe taken en noodzakelijke personele capaciteit. Het terugkerende sleutelwoord is flexibilisering hetgeen verder geïntensiveerd moet worden. De aanwijzing van alle ambtenaren in algemene dienst is een gegeven dat verder ingezet kan worden om met strategische verschuivingen aan de slag te gaan en daarbij het goed werkgeverschap niet uit het oog te
103
verliezen. Die gedachte en opdracht gaat vooral om het maken van de goede keuzes voor organisatie en individu. Het organisatiebelang staat voorop waarbij de goede match breed gefaciliteerd en begeleid gaat worden en we nog meer appelleren aan people management. Het individu wordt steeds meer aangesproken op zijn zelfwerkzaamheid en zelfredzaamheid. De strategische personeelsplanning zal in relatie tot behoud van werkgelegenheid de boventoon gaan voeren waarbij geschikt zijn en geschikt te maken ruimer geïnterpreteerd gaan worden. De interne arbeidsmarkt zal stringenter bewaakt worden opdat slechts onder specifieke voorwaarden de mogelijkheid van een externe ondersteuning en/of plaatsing mogelijk is. Om op natuurlijke momenten en gelegenheden die zich met name vanuit de uitstroom en externisering kunnen voordoen worden kansen gecreëerd en kan op een eerder genoemde organische manier gewerkt worden aan de opgelegde taakstellingen voor de personele component. De huidige flexibele schil die voor een deel gefinancierd wordt met incidentele (participatie en of reserve) middelen loopt terug waarbij het verminderde aanbod van werk hieraan niet synchroon loopt. Dit biedt kansen voor eigen medewerkers om vanuit een bredere inzetbaarheid die passende arbeidsparticipatie te behouden binnen de eigen organisatie. Een nog grotere uitdaging betreft het op termijn geschikt maken van medewerkers die anders dan voorheen op een ander onderdeel, taakgebied toebedeeld moeten worden. De ingezette bezuinigingen op flankerende personele budgetten zijn niet in overeenstemming met de toenemende vraag voor aanvullende investering voor medewerkers om hen multi-inzetbaar en multidisciplinair te maken. De met de vakorganisaties overeengekomen persoonlijke opleidingsbudgetten zijn weliswaar aanwezig doch moeten gerichter aangewend worden. De budgetten voor flexibele inzet staan reeds onder druk en gaan ten koste van de intensivering van de inzet van eigen medewerkers die hiervoor geschikt te maken zijn. Die verandering stelt eisen aan het management en de afdeling POI om daar op een verantwoorde manier en in een goede samenwerking met de ondernemingsraad mee om te gaan. Dan gaat het expliciet om vertrouwen en geloof anders dan alleen maar formele afspraken en procedures. Op de achtergrond spelen er kleinere verkenningen voor samenwerking vanuit de centrumgedachte of op Parkstedelijk niveau. De feitelijke inrichting van PIT, Parkstad IT is gerealiseerd waarbij de personele mutaties afgerond worden. De doorontwikkeling van eerdergenoemde strategische personeelsplanning wordt verder ondersteund in de samenwerking tussen de regionale netwerken. De verbinding van IGOM krijgt een mogelijke verbreding naar Noord en Midden Limburg en biedt ook voordelen voor intersectorale samenwerkingsvormen. Een statement over de intensivering en samengaan van IGOM en de koppeling met andere netwerken zoals LIFT en Empower Limburg biedt nog meer kansen op een interne arbeidsmarkt met voldoende ruimte voor autonoom personeelsbeleid voor de te onderscheiden organisaties. Human Resource Management (HRM) In 2013 kunnen we spreken van een succesvolle aanpak die past bij de intensivering en de ingezette acties voor het verder terugdringen van het ziekteverzuim en het feitelijk vitaler maken van medewerkers om op die huidige en veranderende taken voorbereid te zijn. Die veranderingen hebben zo mogelijk een effect op een toename van verzuim opdat medewerkers gewend moeten raken aan een flexibelere inzet dan voorheen en elkaar snel opvolgende wijzigingen. Zeker in het sociale domein legt de continue veranderende wetgeving een enorme druk op het menselijke kapitaal. De doorgezette ombuiging van een absolute vermindering is dan ook positief te noemen waarbij we cijfermatig in 2013 op 6,86% uitkwamen afgezet tegen een cijfer van 2012 van 7,13% en daarvoor in 2011 van (7,29%. Het elkaar voortdurend aanspreken op alsmede duidelijkheid over de restcapaciteit van medewerkers heeft hier zeker aan bijgedragen. Een nog specifiekere indeling van afzonderlijke sectoren biedt mogelijkheden voor meer maatwerk en een nog gerichtere aanpak. De aanscherping en wijziging van de ziektewet in 2014 is wel vertraagd maar zal nu in de toekomst haar effecten in financiële zin doen gelden waardoor er nog adequater gereageerd en vooral geanticipeerd moet worden. In de primaire begroting 2015 is rekening gehouden met een totaal budget “inhuur derden” conform de actuele definities van het CBS (lastencategorie 3.0 - inhuur personeel van derden, waarbij uitsluitend de arbeidskosten op basis van een tarief in rekening worden gebracht; oftewel “uurtje/factuurtje”) van afgerond € 1.179.000. Hiervan is bijna € 369.000 voor de reguliere inhuur van WSW-medewerkers. Circa € 710.000 is voor reïntegratie-consulenten. Het restant van circa € 100.000 is beschikbaar voor de sectoren. Daarnaast is er nog een reconditioneringsbudget van € 50.000, dat middels vastgestelde procedures kan worden benut door sectoren in geval van vervanging bij ziekte. De externe inhuur is onder de landelijke normering en kan onder gecontroleerd toezicht verruimd
104
worden (ten laste van andere budgetten) om tijdelijke werkzaamheden en projecten, anders dan door eigen potentieel te laten uitvoeren. Die integrale afweging en keuze dient per sector en beleidstaak telkenmale gemaakt te worden en zal ook op basis van efficiency getoetst worden. Loonontwikkeling De feitelijke financiële taakstellingen op de personele paragraaf vormen het richtpunt om met behulp van die strategische personeelsplanning zeker vanaf 2015 en latere jaren te komen tot een feitelijke vermindering van de personele capaciteit. Dat zal ook gepaard gaan met het niet of niet meer geheel vervullen van werkzaamheden en taken dan wel met het anders inrichten of uitvoeren van werkzaamheden. Zoals eerder aangegeven kan de overheveling van incidentele inhuur gekoppeld worden aan structurele inzet. Daarbij hoeft dat niet op een functie te zijn doch kan er sprake zijn van wisselend werk, klussen, inzet op projecten of zelfs inzet buiten de eigen organisatie. De CAO onderhandelingen spelen wederom in 2015 waarbij de verwachting is dat er sprake zal zijn van een verhoging die vooralsnog niet expliciet gemaakt kan worden. Die verhoging is niet in de meerjarenbegroting opgenomen en zal vanuit een nieuwe bindende Cao zeker leiden tot een directe verhoging en een indirecte stijgende premiedruk. De laatste verplichtingen voor de vroegere FPU regelingen lopen af en zijn in de begroting vertaald. c.
Overige bedrijfsvoeringsonderwerpen
Planning en control / begrotingsopzet In deze begroting 2015 wordt qua opzet voortgeborduurd op de eerder ingeslagen weg. Het verder verbeteren van de begroting, daar waar mogelijk, is een continu proces dat in afstemming met de raadswerkgroep begroting zal worden opgepakt. De doelstellingen zullen, na de totstandkoming van het collegeprogramma en zodra de nieuwe bezuinigingsopgave meer concreet is ingevuld, opnieuw worden herijkt. Zie verder ook bij “Aanbieding”. De urentoerekening van het personeel wordt in beginsel eens per bestuursperiode geactualiseerd. Dit is laatstelijk gebeurd in het voorjaar 2012. De resultaten zijn verwerkt in de Najaarsnota 2012. Uitgangspunt was dat, rekening houdend met vakantie etc., 1 fte op jaarbasis 1.450 uren te verdelen heeft. Er zijn in totaliteit circa 512.000 personele uren toegerekend, waarvan circa 15% naar organisatie-overhead, 12% naar sector-overhead en 73% direct ten behoeve van de beleidsvelden en algemene dekkingsmiddelen. Samen met de niet-personeel gerelateerde indirecte kosten (bijvoorbeeld gebouw, telefonie, automatisering, wagenpark) betekent dit dat circa € 28 miljoen wordt toegerekend naar de beleidsvelden en algemene dekkingsmiddelen. Inkoop en aanbesteden Op 11 februari 2014 heeft de Raad van Ministers van Europa 3 Europese aanbestedingsrichtlijnen vastgesteld. De 3 nieuwe Europese richtlijnen zijn : Het gunnen van overheidsopdrachten (2014/24/EU). Het gunnen van opdrachten door de aanbestedende diensten werkzaam in de sectoren water, energievoorziening, vervoer en post (2014/25/EU). De gunning van concessies (2014/23/EU). De definitieve tekst is op 28 maart 2014 gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie. De lidstaten van de Europese Unie hebben dan 2 jaar om de richtlijnen te implementeren in hun nationale wetgeving. Dit betekent dat Nederland tot 18 april 2016 tijd heeft om de richtlijnen te implementeren in de Aanbestedingswet. Indien de eerdergenoemde richtlijnen reeds in 2015 in de huidige Aanbestedingswet geïmplementeerd worden zal het gemeentelijk inkoop- en aanbestedingsbeleid inclusief aanbestedingsprotocol getoetst worden aan de uitgangspunten van de dan geldende Aanbestedingswet. Indien noodzakelijk zal dit leiden tot nieuw Inkoop- en aanbestedingsbeleid en/of aanbestedingsprotocol voor de gemeente Kerkrade.
105
Interne toetsing Procesgewijs vindt interne toetsing plaats op de naleving van relevante wet- en regelgeving en de financiële stromen, bijvoorbeeld ten aanzien van personeel/salarissen, investeringen, subsidieverstrekking, belastingen en heffingen, treasury, sociale uitkeringen, bouwvergunningen, publiekszaken, onderwijs, etc. Daarbij wordt voor zover van toepassing rekening gehouden met de eisen die worden gesteld in de Single Information Single Audit (Sisa) – protocollen. Tevens worden de afrekeningen van diverse projectsubsidies getoetst. Waar relevant, mogelijk en zinvol vinden correcties plaats en/of worden de bevindingen gebruikt voor het doorvoeren van procesmatige verbeteringen. Informatievoorziening, (digitale) dienstverlening (I&D) en archief Uitvoering projecten informatiebeleidsplan 2012-2015 In 2015 zal verder vorm worden gegeven aan de uitvoering van projecten zoals vastgesteld in het informatiebeleidsplan 2012-2015. Het betreffen hier met name de realisatie van de projecten die door het Rijk in het I-NUP (voorzieningen ten behoeve van de basisinfrastructuur voor de e-overheid) zijn vastgesteld. Majeure projecten die in 2015 worden uitgevoerd betreffen de realisatie van de Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) en de realisatie van een aantal belangrijke koppelvlakken met externe bronhouders van basisgegevens zoals het Nationaal Handelsregister (NHR) en de automatische verwerking van kadastrale mutatie door het Kadaster. Binnengemeentelijk zal in 2015 de basisadministratie adressen en gebouwen (BAG) gekoppeld moeten worden met een aantal administratieve systemen, zodat mutaties direct geautomatiseerd kunnen worden verwerkt. Informatiebeveiliging Vanuit de visie ‘Digitale overheid 2017’ van minister Plasterk moet de overheid in 2017 volledig digitaal zijn wat haar dienstverlening betreft. Uiteraard mag hierbij het onderwerp informatiebeveiliging niet ontbreken. Om de informatie binnen gemeenten zo goed als mogelijk beveiligd te hebben, is de implementatie van de Baseline Informatiebeveiliging Nederlandse Gemeenten (BIG) een goede start. Momenteel is de gemeente volop bezig met de implementatie van deze baseline. DigiD ICT-beveiligingsassessment Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) heeft de maatregel afgekondigd dat alle DigiD-gebruikende gemeenten vanaf 2013 jaarlijks een ICT-beveiligingsassessment DigiD dienen uit te voeren. Dit om de veiligheid van koppelingen met DigiD, hét digitale authenticatiemiddel voor de overheid, bij gemeenten te borgen. In 2013 is het eerste DigiD-ICT beveiligingsassessment in Kerkrade uitgevoerd met een positief resultaat. Vervanging telefooncentrale In 2015 dient een telefonische oplossing gerealiseerd te worden ter vervanging van de huidige telefooncentrale. In eerste instantie zou bekeken worden of in het kader van de realisatie van een regionaal Telefonisch Service- en Informatiecentrum aansluiting gezocht kon worden bij één van de deelnemende gemeenten. Nu dit project op de lange baan is geschoven is er gekozen voor een andere aanpak. Momenteel vindt er een marktverkenning plaats om te bezien of het mogelijk is om telefonie in regionaal verband samen met een aantal andere gemeenten en de provincie aan te besteden. Aan de hand van de resultaten van deze marktverkenning zal de gemeente beslissen om deel te nemen aan deze regionale aanbesteding dan wel dit project zelf uit te voeren. ICT samenwerking In het kader van de ICT-samenwerking (Parkstad IT=PIT) tussen gemeenten Heerlen, Kerkrade en de Brandweer Zuid-Limburg wordt er momenteel nog gewerkt met een dienstverleningsovereenkomst (=DVO) en kostprijsberekening uitgaande van deze partijen. Inmiddels hebben de gemeenten Brunssum, Onderbanken en Landgraaf aangegeven medio 2014 te zullen instappen in PIT. Gemeente Voerendaal zal begin 2015 instappen en Nuth heeft nog geen keuze gemaakt. Aan de hand van het aantal definitieve deelnemers aan de ICT samenwerking zal er nieuwe begroting worden gemaakt die vanaf 2015 zal gaan gelden. Tevens zal er dan een nieuw DVO worden gesloten met alle deelnemers. Gemeentelijk informatiecentrum Het “informatiecentrum” van de gemeente Kerkrade voldoet aan een behoefte. Klanten die het historisch archief willen bezoeken, post persoonlijk willen inleveren, openbare raads- en commissiestukken willen
106
inzien of hulp nodig hebben bij het invullen van formulieren, kunnen hier gedurende de openingstijden van de balies terecht. Vanaf begin 2014 wordt de ruimte ook gebruikt om de centrumplannen van Kerkrade te presenteren. Punt van aandacht is wellicht de organisatorische inbedding (nu onderdeel van afd. POI, mogelijk synergievoordelen door integratie met front-office). Post & Archief Op 1 oktober 2012 is de wet RGT (Revitalisering Generiek Toezicht) van kracht geworden. De invoering van de wet betekent een forse verandering van het interbestuurlijk toezicht op de uitvoering door gemeenten van onder meer de Archiefwet 1995. Het specifieke toezicht door de provincies op de gemeenten vooraf is vervangen door generiek toezicht (op o.a. het administratief handelen van de gemeente) op basis van de Gemeentewet achteraf. De VNG heeft recent hiertoe als hulpmiddel een lijst met kritische prestatie indicatoren ontwikkeld, waarvan het de bedoeling is dat deze voor alle gemeenten op termijn openbaar worden. Alhoewel de doelstellingen van het rijk om haar correspondentie vanaf 2015 geheel digitaal te laten verlopen niet worden gehaald, zal de overheidscommunicatie de komende jaren steeds meer verschuiven naar digitaal werken. Traditionele communicatiekanalen, zoals post, telefonie en balie komen hierdoor onder druk en onder invloed van toenemend gebruik van geautomatiseerde processen (waaronder “zaakgericht werken”) en een intensivering van de contacten met andere overheids- en semioverheidsinstanties (de gemeente als “ketenpartner”) zal ook een verzakelijking van de communicatie plaatsvinden. Door de inbedding van post- en archiefzaken in de gemeentelijke werkprocessen zal een vergaande digitalisering van deze processen tot stand komen. Dit betekent een cultuuromslag binnen onze organisatie die het mogelijk moet maken om op den duur volledig digitaal te kunnen werken. Door digitalisering van post- en archiefstromen zal er een verschuiving van de werkzaamheden plaatsvinden omdat alle relevante informatie direct aan het werkproces zal worden toegevoegd. De komende jaren zal worden ingezet op de digitalisering van informatie, maar dit betekent dat ook de analoge (papieren) informatie binnen onze organisatie nog haar weg vindt. Er zal de komende jaren een hybride situatie noodzakelijk blijven, waarbij zowel de papieren alsook de digitale informatiestromen in goede, geordende en (duurzaam) toegankelijk staat moeten zijn. De overheidsinspanningen zijn gericht op een efficiëntere en effectievere bedrijfsvoering en een terugdringen van de administratieve lasten voor burgers en bedrijven. Dit moet ook resulteren in het beheersbaar houden van de kosten van het ambtelijk apparaat. De verschuiving naar digitaal werken zal leiden tot een verdere daling van het postvolume van de gemeente, wat echter helaas gecompenseerd wordt door prijsstijgingen bij Postnl en Businesspost. De gemeentelijke archiefbewaarplaats voldoet aan de wettelijke eisen, de opslagcapaciteit is voldoende en het beheer is geregeld. Ook hier zal de gemeente echter geconfronteerd worden met de gevolgen van de verschuiving naar digitaal werken. Het in goede, geordende en toegankelijke staat houden van digitale informatie zal een toenemende claim leggen op de overheid en is wellicht niet mogelijk op de schaalgrootte van de gemeente Kerkrade afzonderlijk. Communicatie De visie op stadsmarketing is in 2013 gereed komen. Omdat er nog geen besluit is genomen omtrent de hieraan gekoppelde middelen is nog geen uitvoering gegeven aan de visie.
107
108
§6.
Paragraaf verbonden partijen
De gemeente Kerkrade heeft bestuurlijke en financiële belangen in verbonden partijen. De in 2009 geïntroduceerde nota Verbonden partijen is op basis van een eigen visie de uitwerking van het rapport "Het verband met verbonden partijen" van de rekenkamercommissie(s) Parkstad Limburg. De nota, die in 2014 zal worden geactualiseerd, beschrijft de sturingsrelatie met en de risicobeheersing bij verbonden partijen. a.
Verbonden partijen
In onderstaand overzicht worden de verbonden partijen opgesomd: Verbonden partijen gemeente Kerkrade) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25 26
GR Reinigingsdiensten Rd4 GR GGD Zuid-Limburg GR Werkvoorzieningschap O.Z.L. GR Stadsregio Parkstad Limburg GR voor Sociale Kredietverstrekking en Schuldhulpverlening in Limburg GR Eurode NV Licom (vervallen, activiteiten ondergebracht bij 3) Nazorg Limburg BV NV Waterleiding Maatschappij Limburg (WML) NV Reinigingsdiensten Rd4 GaiaZOO B.V. BV Holding Stadion Kerkrade NV Industriebank LIOF EBC GmbH & Co. KG Technologiepark Herzogenrath GmbH BV Parkeeraccommodaties Kerkrade BV Multifunctioneel complex d'r Pool NV Bank Nederlandse Gemeenten NV Enexis Holding NV Attero Holding) (vervallen in 2014 als gevolg van de verkoop) Diverse tijdelijke deelnemingen als gevolg van verkoop productie- en leveringsbedrijf Essent aan RWE: (Publiek Belang Electriciteitsproductie BV, Vordering op Enexis BV, Verkoop Vennootschap BV, CBL Vennootschap BV, Claim StaatVennootschap BV. De stichting Essent Sustainability Development is in april 2014 opgeheven. GR Veiligheidsregio Zuid-Limburg NV Parkstad Limburg Theaters NV Luchtvaartterrein Maastricht Aachen Airport GR Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) Zuid-Limburg IBA Parkstad B.V. i.o.
Met betrekking tot Holding Stadion Kerkrade en Werkvoorzieningschap Oostelijk Zuid-Limburg (WOZL) wordt verwezen naar de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing. De overdracht van alle aandelen van NV Luchtvaartterrein Maastricht Aachen Airport aan de Provincie Limburg is medio 2014 nog lopende. Alle aandelen in de deelneming Attero zijn in 2014 verkocht, zie ook de Voorjaarsnota 2014. In de loop van 2014 zal een mogelijke verkoop van de aandelen Enexis aan de Provincie Limburg nog worden onderzocht. Per 1 januari 2013 is de RUD Zuid-Limburg opgericht. De organisatie is sinds 1 juli 2013 in een transitiefase operationeel, zijnde de fase tot aan het geplaatst personeel. Het is een organisatie, waarin het collectief van gemeenten en de provincie de krachten bundelen voor de uitvoering van basistaken en specialistische milieutaken. De RUD Zuid-Limburg voert voor dit collectief de haar opgedragen taken uit.
109
Afhankelijk van het mandaat, betreft dit zowel besluitvorming dan wel voorbereiding van de besluitvorming op het gebied van vergunningen, toezicht en handhaving en specialistische taken. Voorts is in oprichting de IBA Parkstad BV, in lijn met de in 2013 genomen besluiten ten aanzien van IBA. Hiermee wordt uitvoering gegeven aan de realisatie en ontwikkeling van de “Internationale Bau Ausstellung Parkstad 2020” zoals nader uitgewerkt in het zogenaamde “IBA Boek” waarin de transformatieopgave voor Parkstad vanuit het regioprogramma is neergelegd. b.
Gedetailleerde informatie verbonden partijen
Onderstaand overzicht bevat meer gedetailleerde informatie. Bij diverse gemeenschappelijke regelingen kan het aandeel fluctueren over de jaren, afhankelijk van de bewegingen in de onderliggende verdeelsystematieken. 1. Reinigingsdiensten Rd4 (beleidsveld 3, zie ook nummer 10) Doelstelling / openbaar belang Het (doen) inzamelen en bewerken van huishoudelijke afvalstoffen, het reinigen van de openbare ruimten en daarmee samenhangende taken alsmede het bestrijden van gladheid (pluspakket). Beleidsvoornemens / toekomstverwachting / risico’s Voortzetting samenwerking. Rechtsgrond en overige deelnemers GR met Brunssum, Heerlen, Landgraaf, Nuth, Onderbanken, Simpelveld, Vaals en Voerendaal Financiële gegevens (* € 1.000) Eigen vermogen Vreemd vermogen
1/1/2013
31/12/2013
2.240 28.575
2.259 28.973
2013
Resultaat Aandeel Kerkrade
867 18,6%
2. GGD Zuid-Limburg / GHOR (beleidsveld 8/5) Doelstelling / openbaar belang Het behartigen van de belangen van de gemeenten, gevraagd en ongevraagd van advies dienen en uitvoering rijksprogramma’s op het terrein van de (openbare) volksgezondheid ten behoeve van de bevolking conform de Wet Publieke Gezondheid. Beleidsvoornemens / toekomstverwachting / risico’s Evaluatie huisvesting i.v.m. efficiency, uitbouwen academische werkplaats, uitvoering transitie naar aanleiding van scenario 2 bezuinigingen. Lokale en integrale aanpak. Productboek e.d. is vervallen. Rechtsgrond en overige deelnemers GR met de overige 18 gemeenten Zuid-Limburg (na samenvoeging Eijsden-Margraten nog 17 gemeenten). Financiële gegevens (* € 1.000) 1/1/2013 31/12/2013 2013 Eigen vermogen 8.245 1.808 Resultaat -/- 796 Vreemd vermogen 17.340 22.229 Aandeel per inwoner € 14,07 NB: Bijdrage fluctueert jaarlijks en is afhankelijk van aantal inwoners, demografische ontwikkelingen en evt. “plus”producten en diensten. Het aandeel per inwoner over 2013 ad. € 14,07 is gebaseerd op het verplichte basispakket.
110
3. Werkvoorzieningschap Oostelijk Zuid-Limburg (beleidsveld 9) Doelstelling / openbaar belang De gemeenten Brunssum, Gulpen-Wittem, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Nuth, Onderbanken, Simpelveld, Vaals, Valkenburg aan de Geul en Voerendaal hebben op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen al hun taken en bevoegdheden met betrekking tot de uitvoering van de Wet Sociale Werkvoorziening overgedragen aan het Werkvoorzieningschap Oostelijk Zuid Limburg (WOZL). Het WOZL heeft als doel het voorzien in en het bieden van passende werkgelegenheid en arbeidrevalidatie voor ingezetenen, die blijkens een afgegeven (her)indicatiebeschikking uitsluitend onder aangepaste omstandigheden tot regelmatige arbeid in staat zijn. De colleges van de deelnemende gemeenten hebben het van rijkswege daartoe ter beschikking gestelde budget overgedragen aan WOZL. Na het faillissement van Licom NV op 19 oktober 2012 zijn de activiteiten Post, Groen (incl. Kwekerij), Detacheringen, Beschut , project Betere Buren Brunssum en Ondersteunende afdelingen overgenomen. Deze activiteiten zijn ondergebracht in afzonderlijke BV’s. De (publiekrechtelijke) beheersorganisatie WOZL heeft hierdoor een grote (privaatrechtelijke) uitvoeringspoot gekregen. Voor de aan de GR WOZL gelieerde BV’s is een algemeen directeur a.i. aangesteld. De bestuurssecretaris fungeert ter ondersteuning van de GR. Beleidsvoornemens / toekomstverwachting / risico’s Enerzijds wachtlijstbeheer (terugdringen wachtlijst/activeren wachtlijst) en hierbij nadrukkelijk sturen op taakstelling. Anderzijds bieden van passend werk aan mensen met een WSW-indicatie en het zo mogelijk bevorderen van hun ontwikkeling naar regulier mogelijke arbeid. De gemeentelijke intermediair WOZL ontwikkelt hierbij de mogelijkheden van mensen met een Wsw indicatie als integraal onderdeel van het totale arbeidsmarktbeleid en realiseert hun maximale inzet bij bedrijven en instellingen. De in het vooruitzicht gestelde rijksbezuinigingen en wetswijzigingen (Participatiewet) blijven WOZL boven het hoofd hangen. (Zie verder beleidsveld 9 en de risicoparagraaf). Rechtsgrond en overige deelnemers GR en een zestal BV’s met Brunssum, Gulpen-Wittem, Heerlen, Landgraaf, Nuth, Onderbanken, Simpelveld, Vaals, Valkenburg a/d Geul en Voerendaal. Financiële gegevens (* € 1.000) Eigen vermogen Vreemd vermogen
1/1/2013 -/- 2.595 13.032
31/12/2013 6.191 12.474
Resultaat Aandeel Kerkrade
2013 -/- 5.900 Circa 25,31%
4. Stadsregio Parkstad Limburg (WGR+) (beleidsveld 10) Doelstelling / openbaar belang Parkstad Limburg heeft tot doel om op basis van de onderwerpen genoemd in de kernagenda en de facultatieve keuze agenda de samenwerking tussen de deelnemende gemeenten te faciliteren en te komen tot een samenhangend beleid en uitvoering daarvan. De kernthema’s zijn herstructurering, economie/leisure, mobiliteit en ruimte. Thema’s kunnen wijzigen. De prioriteiten en speerpunten binnen de thema’s krijgen vorm onder andere via de Regiodagen. Beleidsvoornemens / toekomstverwachting / risico’s De Parkstadorganisatie verkeert in een transitieproces naar een nieuwe inrichting van de regionale samenwerking en bijbehorende ondersteuning. WGR+ is afgeschaft en in februari 2014 heeft de raad de nieuwe gemeenschappelijke regeling vastgesteld op grond waarvan samengewerkt gaat worden op bovenstaande terreinen. Dit middels een afgeslankte organisatie. Belangrijke ontwikkeling daarbij in regioverband is IBA.
111
Rechtsgrond en overige deelnemers GR met Brunssum, Heerlen, Landgraaf, Nuth, Onderbanken, Simpelveld en Voerendaal. Financiële gegevens (* € 1.000) 1/1/2013 31/12/2013 2013 Eigen vermogen 14.461 4.391 Resultaat 387 Vreemd vermogen 23.846 21.714 Aandeel Kerkrade 19,47% NB: Het aandeel van elke gemeente wordt jaarlijks bepaald aan de hand van een verdeelsleutel op basis van de laatst definitief vastgestelde algemene uitkering (basisbedrag).
5. Sociale Kredietverstrekking en Schuldhulpverlening in Limburg (Kredietbank Limburg) (beleidsveld 9) Doelstelling / openbaar belang Het verlenen van hulp en financiële steun aan burgers die door schuldenlast in financiële en maatschappelijke problemen zijn gekomen (armoedebeleid). Beleidsvoornemens / toekomstverwachting / risico’s Op basis van het door de raad in juni 2012 vastgestelde Beleidsplan Schuldhulpverlening 2012-2016 en het door de raad in februari 2014 vastgestelde Beleidsplan Armoede en Schulden 2014-2018, de burgers een integraal traject schuldhulpverlening blijven kunnen aanbieden via het Loket Schuldhulpverlening Kerkrade. De schuldhulpverlening is helaas steeds ‘prominenter’ in onze samenleving aanwezig. Diverse andere hulpverleningstrajecten starten ook steeds meer met aandacht voor de schuldenproblematiek van de klant. De verwachting is dat de vraag naar schuldhulpverlening in 2014 en volgende jaren zeker niet zal afnemen. In welke mate er mogelijkerwijze nog sprake zal zijn van een groei, is moeilijk aan te geven. Nieuwe doelgroepen in de schuldhulpverlening, bijvoorbeeld tweeverdieners met een eigen huis waarvan er een werkloos wordt, maken de trajecten schuldhulpverlening daarenboven intensiever en complexer. Gemeentelijke bijdrage in de exploitatiekosten en in de kredietvoorziening. Achtergestelde geldlening van € 137.364. Rechtsgrond en overige deelnemers GR met Brunssum, Heerlen, Landgraaf, Maastricht en Sittard-Geleen. Financiële gegevens (* € 1.000) 1/1/2013 31/12/2013 2013 Eigen vermogen 77 Resultaat 77 0 Vreemd vermogen 12.740 Aandeel Kerkrade xx %* 10.017 NB: het exploitatieresultaat 2013 bedroeg € 83.267 negatief. Dit bedrag werd door de GR-gemeenten voldaan. Hierdoor veranderde het eigen vermogen niet. De gemeentelijke bijdrage in de voorziening voor dubieuze debiteuren en een mogelijk negatief exploitatieresultaat fluctueert. De bijdrage is voor elk 50% afhankelijk van het aantal inwoners en het uitstaande kredietvolume.
6. Openbaar lichaam Eurode (beleidsveld 10) Doelstelling / openbaar belang Behartigen van de gezamenlijke belangen in grensoverschrijdende zin gericht op bevordering en instandhouding van de gemeenschappelijke banden tussen de burgers onderling en benutting van de grenscontacten in economische zin. Beleidsvoornemens / toekomstverwachting / risico’s Intensivering grensoverschrijdende samenwerking in de breedste zin van het woord. Uitbouw en concretisering van deze bijzondere vorm van grensoverschrijdende samenwerking binnen de huidige financiële mogelijkheden. Rechtsgrond en overige deelnemers GR met Gemeente Herzogenrath (Duitsland).
112
Financiële gegevens (* € 1.000) 1/1/2013 31/12/2013 2013 Eigen vermogen * 89 97 Resultaat 7 Vreemd vermogen Aandeel Kerkrade 50 % * Het Openbaar Lichaam Eurode heeft een boekhouding/jaarrekening op kasbasis, het EV is in deze het banksaldo.
7. Licom (beleidsveld 9) Is vervallen, zie bij 3: Werkvoorzieningsschap Oostelijk Zuid_Limburg (beleidsveld 9) 8. Nazorg Limburg (beleidsveld 3) Doelstelling / openbaar belang Bescherming van het milieu en het voorkomen van milieuvervuiling van gesloten stortlocaties. Beleidsvoornemens / toekomstverwachting / risico’s Er is discussie gaande over de positionering van Nazorg Limburg waarbij gekeken wordt naar mogelijke voordelen van overdracht van taken aan de Provincie dan wel in stand houden huidige structuur. Lage risico’s. Rechtsgrond en overige deelnemers BV met provincie Limburg en 42 gemeenten. Financiële gegevens (* € 1.000) Eigen vermogen Vreemd vermogen
1/1/2013 953 82
31/12/2013 2.053 128
2013 Resultaat Aandeel Kerkrade
1.100 Circa 2,4%
9. Waterleiding Maatschappij Limburg (beleidsveld 3/10) Doelstelling / openbaar belang Het voorzien van zuiver, helder en betrouwbaar drinkwater tegen een zo laag mogelijke prijs. Beleidsvoornemens / toekomstverwachting / risico’s Continuïteit in de levering van drinkwater. WML blijft zelfstandig en gericht op samenwerking in de waterketen. Koersverlegging van investeringen in innovatie en infrastructuur naar investeringen in onderhoud van de infrastructuur. Bedrijfsrisico is laag. Rechtsgrond en overige deelnemers NV met provincie Limburg en Limburgse gemeenten. Financiële gegevens (* € 1.000) Eigen vermogen Vreemd vermogen
1/1/2013 152.401 391.767
31/12/2013 159.821 389.989
2013 Resultaat Aandeel Kerkrade
7.420 Circa 3,4 %*
10. Reinigingsdiensten Rd4 (beleidsveld 3) (zie ook nummer 1) Doelstelling / openbaar belang Het tot stand brengen van een doelmatige, milieuhygiënisch verantwoorde en marktconforme inzameling van afvalstoffen en advisering op het terrein van het milieubeleid. Beleidsvoornemens / toekomstverwachting / risico’s Voortzetting doelmatige samenwerking. Geen relevantie m.b.t. toekomstverwachting. Normaal bedrijfsrisico.
113
Rechtsgrond en overige deelnemers NV met Brunssum, Heerlen, Landgraaf, Nuth, Onderbanken, Simpelveld, Vaals en Voerendaal. Financiële gegevens (* € 1.000) Eigen vermogen Vreemd vermogen
1/1/2013 500 2.025
31/12/2013 510 3.297
2013 Resultaat Aandeel Kerkrade
90 18,62%
11. GaiaZOO (beleidsveld 4) Doelstelling / openbaar belang 1. Het ontwikkelen en exploiteren van een dierenpark, alsmede natuurbeschermingseducatie en natuurbehoud; 2. Het verrichten van alle handelingen, welke in de ruimste zin verband kunnen houden met of bevorderlijk kunnen zijn voor het sub a gemelde doel; 3. Het exploiteren van één of meer horecabedrijven in de ruimste zin des woords. Beleidsvoornemens / toekomstverwachting / risico’s Ondersteuning verdere ontwikkeling dierenpark. Directie, Raad van commissarissen en aandeelhouders hebben als doel gesteld een geleidelijke uitbouw van het park. Daartoe is een investeringsraming van ruim € 30 miljoen voor de fase 2007-2014 opgesteld. Daarnaast gaat GaiaZOO (verdeeld over drie bouwperioden 2013-2014, 2014-2015 en 2015-2016) in het park investeren om het park voor bezoekers het gehele jaar begaanbaar en bereikbaar te maken alsmede alle dieren 365 dagen per jaar zichtbaar te maken. De kosten hiervan bedragen (taakstellend) € 1,5 mln. Dit totaalbedrag wordt in drie delen van elk € 500.000 verdeeld over de drie bouwperioden. Doorgroei aan de hand van de opgestelde investeringsplannen wordt tussentijds telkens geëvalueerd. Rechtsgrond en overige deelnemers BV met Apenheul (19,94%), Moraco NV (31,27%) en Industriebank LIOF NV (18,63%) Financiële gegevens (* € 1.000) Eigen vermogen Vreemd vermogen
1/1/2013 12.397 7.841
31/12/2013 11.477 7.584
2013 Resultaat Aandeel Kerkrade
-/- 921 30,16%
12. Holding Stadion Kerkrade (beleidsveld 7) Doelstelling / openbaar belang Het in algemene zin uitoefenen van holdingactiviteiten. Exploitatie van het stadion met een multifunctioneel karakter en met een duidelijke publieke functie en uitstraling voor de stad. Beleidsvoornemens / toekomstverwachting / risico’s De continuïteit van het stadion is een risico. In dit verband zullen nog voorstellen ter verbetering van de exploitatie worden gedaan. De risico’s zijn m.n. gelegen in de vorderingen die de gemeente nog heeft op het stadion en de afhankelijkheid van het stadion van een grote huurder. Zie verder ook de risicoparagraaf. In de verdere loop van 2014 zal in het teken staan van een einde maken aan een transitie fase waarin bestuurlijke, contractuele en financieel relevante zaken gekoppeld aan een strategische visie op de toekomst van het stadion nader zijn uitgewerkt. Rechtsgrond en overige deelnemers BV met Parkstad Limburg (8,1%), Gemeente Heerlen (4,27%) en overige (0,15%). Financiële gegevens (* € 1.000) concept cijfers 1/1/2013 31/12/2013 2013 Eigen vermogen 307 Resultaat Vreemd vermogen 18.502 Aandeel Kerkrade 87,48% NB: Deze deelneming kent een zgn. “gebroken boekjaar” dat niet gelijk loopt met een kalenderjaar.
114
NB2: Dit betreft CONCEPT-cijfers. Op het moment van schrijven worden de jaarrekeningen t/m 31december 2013 opgesteld en door de accountant beoordeeld, waarmee ook een einde wordt gemaakt een het gebroken boekjaar.
13. Industriebank Limburg Instituut v. Ontwikkeling en Financiering (Industriebank LIOF) (beleidsveld 4) Doelstelling / openbaar belang Verbetering van de sociaal-economische structuur door het creëren van een gezond vestigingsklimaat en de werkgelegenheid in de provincie Limburg. Beleidsvoornemens / toekomstverwachting / risico’s Het inzetten op: het bieden van financieringsmogelijkheden en investeren in productontwikkeling (R&D investeringen). Daarnaast via het Provinciale Ontwikkelingsfonds investeren in riskante ontwikkelingsprojecten. Speerpunten zijn hierbij biomedische technologie, nieuwe materialen, agro/food en nieuwe energie. Rechtsgrond en overige deelnemers NV met Staat der Nederlanden, Provincie Limburg, overige Limburgse gemeenten en de Kamer van Koophandel. Financiële gegevens (* € 1.000) Eigen vermogen Vreemd vermogen
1/1/2013 95.536 56.600
31/12/2013 97.074 61.834
2013 Resultaat Aandeel Kerkrade
538 Circa 0,0005 % (27 aandelen)
14. Eurode Business Center (EBC) (beleidsveld 4/10) Doelstelling / openbaar belang Het exploiteren van een bedrijfsverzamelgebouw, het daarmee leveren van een bijdrage aan de harmonisatie van de wet- en regelgeving en het bieden van een centraal ontmoetingspunt voor overheden, bedrijven en instellingen uit Duitsland en Nederland. Beleidsvoornemens / toekomstverwachting / risico’s Voortzetting en het verbeteren van de financiële positie voor de langere termijn. Een negatieve conjuncturele ontwikkeling. Rechtsgrond en overige deelnemers GmbH & Co. KG met Gemeente Herzogenrath (Duitsland), AGIT (Duitsland) en Industriebank LIOF NV. Financiële gegevens (* € 1.000) Eigen vermogen Vreemd vermogen
1/1/2013 801 2.838
31/12/2013 827 2.773
2013 Resultaat Aandeel Kerkrade
26 25 %
15. Technologiepark Herzogenrath (beleidsveld 4) Doelstelling / openbaar belang Het bevorderen van innovatie en technologische ontwikkeling in het bijzonder het management van een technologiepark voor innovatieve ondernemers en jonge startende bedrijven. Beleidsvoornemens / toekomstverwachting / risico’s De voornemens zijn de bezettingsgraad zo hoog mogelijk te houden en minimaal een evenwicht tussen baten en lasten na te streven. Een negatieve conjuncturele ontwikkeling. Rechtsgrond en overige deelnemers GmbH met Gemeente Herzogenrath, Sparkasse Aachen, WFG Kreis Aachen, IHK Aachen en AGIT (allen Duitsland).
115
Financiële gegevens (* € 1.000) Eigen vermogen Vreemd vermogen
1/1/2013 216 240
31/12/2013 194 216
2013 Resultaat Aandeel Kerkrade
-/- 30 5,33 %
16. Parkeeraccommodaties Kerkrade (beleidsveld 2) Doelstelling / openbaar belang Exploitatie van parkeeraccommodaties ter bevordering van de mobiliteit. (parkeergarages Orlando en Wijngracht). Beleidsvoornemens / toekomstverwachting / risico’s Voortzetting beheer; centrumplanontwikkeling. Rechtsgrond en overige deelnemers BV, geen overige deelnemers. Financiële gegevens (* € 1.000) Eigen vermogen Vreemd vermogen
1/1/2013 21 585
31/12/2013 21 542
Resultaat Aandeel Kerkrade
2013 +3 100%
Resultaat Aandeel Kerkrade
2013 + 18 100%
17. Multifunctioneel Complex d’r Pool (beleidsveld 7) Doelstelling / openbaar belang Het exploiteren van een multifunctionele sportaccommodatie. Beleidsvoornemens / toekomstverwachting / risico’s Voortzetting van het aanbieden van recreatie-activiteiten. Rechtsgrond en overige deelnemers BV, geen overige deelnemers. Financiële gegevens (* € 1.000) Eigen vermogen Vreemd vermogen
1/1/2013 378 2.048
31/12/2013 397 1.809
18. Bank Nederlandse Gemeenten (beleidsveld 10 / alg. dekkingsmiddelen) Doelstelling / openbaar belang BNG is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. BNG is een betrouwbare eigentijdse bank en expert in het financieren van publieke voorzieningen. Met gespecialiseerde financiële dienstverlening draagt BNG bij aan het zo laag mogelijk houden van de kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. Daarmee is de bank essentieel voor de publieke taak. Beleidsvoornemens / toekomstverwachting / risico’s Waarborgen van de marktpositie en continuïteit. De komende jaren is de pay-out ratio verlaagd van 50% naar 25% om te voldoen aan de nieuwe Europese regelgeving voor banken (Basel 3), waarbij in de periode tot 2018 een overgangsfase geldt. Tevens is sprake van een toenemende volatiliteit van het jaarresultaat als gevolg van een verplichte aanpassing in de systematiek van waardebepaling van derivaten. De bank verwacht dat het renteresultaat over 2014 mede door de aanhoudend lage lange rentetarieven naar verwachting licht lager uitkomen dan over 2013. Het resultaat financiële transacties zal ook in de nabije toekomst gevoelig blijven voor de mate van economisch herstel binnen de eurozone. Vanwege de vele onzekerheden acht de bank het niet verantwoord een uitspraak te doen over de hoogte van de nettowinst voor de toekomst. In het verslagjaar heeft Standard & Poor’s de rating van de Nederlandse staat met één trede verlaagd van AAA naar AA+, met een stabiele verwachting. Als direct
116
gevolg hiervan is ook de rating van BNG Bank door S&P op dezelfde wijze bijgesteld. De hoogst mogelijke ratings van Moody’s (Aaa) en Fitch (AAA) zijn behouden gebleven. Eind 2013 is tevens duidelijk geworden dat BNG Bank onder direct toezicht van de ECB gaat vallen in het kader van het Single Supervisory Mechanism (SSM) en onderworpen wordt aan een “comprehensive risk assessment”. Die wordt uitgevoerd om de kwaliteit van de balans te onderzoeken. Samengevat kunnen de risico’s als laag worden aangeduid, wel bestaat er het risico dat het jaarlijks dividend hoger danwel lager uitvalt. Rechtsgrond en overige deelnemers NV met Staat der Nederlanden, gemeenten, provincies en hoogheemraadschap. Financiële gegevens (* € 1.000) 1/1/2013 Eigen vermogen 2.718.000* Vreemd vermogen** 139.476.000 * exclusief ongerealiseerde herwaarderingen ** inclusief achtergestelde leningen
31/12/2013 3.430.000 127.753.000
Resultaat Aandeel Kerkrade
2013 283.000 0,329139%
19. Enexis Holding (beleidsveld 3/10) Doelstelling / openbaar belang Als gevolg van de invoering van de Wet Onafhankelijk Netbeheer (WON) in Nederland heeft het voormalige Essent haar bedrijf per 30 juni 2009 gesplitst in een Netwerkbedrijf en een Productie- en Levering Bedrijf. De publieke aandeelhouders van Essent NV zijn voor exact hetzelfde aandelenpercentage aandeelhouder van Enexis Holding NV geworden. De vennootschap heeft ten doel: a. het (doen) distribueren en het (doen) transporteren van energie, zoals elektriciteit, gas, warmte en (warm) water; b. het in stand houden, (doen) beheren, (doen) exploiteren en (doen) uitbreiden van distributie en transportnetten in relatie tot energie; c. het doen uitvoeren van alle taken die ingevolge de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet zijn toebedeeld aan een netbeheerder zoals daarin bedoeld; d. het binnen de wettelijke grenzen ontplooien van andere operationele en ondersteunende activiteiten. De provincies en gemeenten trachten met hun aandeelhouderschap de publieke belangen te behartigen. Beleidsvoornemens / toekomstverwachting / risico’s Continuïteit van de energielevering. Enexis Holding NV opereert in een gereguleerde markt, onder toezicht van de Energiekamer. Op basis van de businessplannen wordt voor de komende jaren een relatief bescheiden winst verwacht. De Minister van Economische Zaken heeft in haar Aanwijzing bij het splitsingsplan aangegeven dat de dividendpay-out ratio vanaf 2011 maximaal 50% mocht bedragen. Dit is als zodanig ook vastgelegd in de statuten. Waar het gaat om de wettelijk geregelde ratio van minimaal 40% eigen vermogen, bevindt Enexis zich op dit moment zelfs boven de 50% eigen vermogen. Tevens zijn de gehanteerde klanttarieven lager dan door de toezichthouder is toegestaan. Gecombineerd met de achtergestelde status van de ‘vordering op Enexis vennootschap’, levert dit een laag risico op voor de aandeelhouders van Enexis N.V. In de loop van 2014 zal verder onderzoek plaatsvinden naar de mogelijkheid om de aandelen in Enexis te verkopen aan de Provincie Limburg. Rechtsgrond en overige deelnemers NV met diverse Nederlandse provincies en gemeenten. Financiële gegevens (* € 1.000) (concept cijfers 2013) 1/1/2013 31/12/2013 2013 Eigen vermogen 3.244.900* 3.370.100 Resultaat 239.100 Vreemd vermogen 3.778.600* 2.894.800 Aandeel Kerkrade 0,478013% * Vergelijkende cijfers zijn met terugwerkende kracht tot 1 januari 2012 door Enexis aangepast als gevolg van gewijzigde IFRS-standaarden.
117
20. Attero Holding (beleidsveld 3/10) Deze deelneming is in 2014 verkocht aan Waterland. Zie verder ook de Voorjaarsnota 2014. 21. Diverse tijdelijke deelnemingen in verband met verkoop aandelen Essent (beleidsveld 10) In 2009 heeft de gemeente Kerkrade haar aandelen in het productie- en leveringsbedrijf van Essent aan energiebedrijf RWE verkocht. Uit deze verkoop vloeien nog diverse tijdelijke deelnemingen voort. Dit betreft nog: Publiek Belang Elektriciteitsproductie BV (PBE), Vordering op Enexis BV, Verkoop Vennootschap BV, CBL Vennootschap BV, Claim Staat Vennootschap BV en Stichting Essent Sustainability Development. Bij het doorgaan van de (voorgenomen) verkoop van Attero aan Waterland in 2014, zal de Claim Staat Vennootschap een naamswijziging ondergaan en tevens belast worden met de afwikkeling van de verkoop van Attero (garanties). De Stichting Essent Sustainability Development is in 2014 opgeheven omdat haar taak is volbracht en een eindrapportage is uitgebracht. Doelstelling / openbaar belang Deze tijdelijke deelnemingen houden op te bestaan, zodra de afwikkeling van de verkoop volledig is afgerond. Zij zijn gevormd om de risico’s voor aandeelhouders te verkleinen. De hiervoor genoemde Stichting heeft slechts een toezichthoudende functie om de reeds bij de verkoop van Essent gemaakte afspraken met betrekking tot investeringen in duurzaamheid door Essent/RWE te monitoren. Door de deelnemers (de voormalige aandeelhouders Essent) zijn geen gelden ingebracht. Beleidsvoornemens / toekomstverwachting / risico’s Het afwikkelen van de resterende vorderingen, garanties en claims alsook het beheer van fondsen. Het risico en daarmee de aansprakelijkheid voor de aandeelhouders is zeer beperkt. Voor de garanties zijn binnen de BV’s voorzieningen gevormd die als toereikend worden ingeschat. Vordering op Enexis BV loopt beheerste risico’s op Enexis Holding BV voor de niet-tijdige betaling van rente en/of aflossingen bruglening en, in het ergste geval, faillissement van Enexis Holding NV. Op basis van de Aanwijzing van de Minister van Economische Zaken is een bedrag van € 350 miljoen van de bruglening (tranche D) achtergesteld ten behoeve van mogelijke toekomstige conversie naar het eigen vermogen van Enexis als dat nodig blijkt in verband met de gestelde solvabiliteitseisen. Tranche A is in 2012 vervroegd afgelost, tranche B is in 2013 eveneens vervroegd afgelost. Rechtsgrond en overige deelnemers BV met diverse Nederlandse provincies en gemeenten. De deelnemingen hebben vooral het karakter van een zgn. Special Purpose Vehicle (SPV) met slechts een beperkte taak. Financiële gegevens in (* € 1.000) PBE Eigen vermogen Vreemd vermogen
1/1/2013 1.635 155
31/12/2013 1.617 111
Resultaat Aandeel Kerkrade
2013 -/- 18 0,478013%
Vordering op Enexis Eigen vermogen Vreemd vermogen
1/1/2013 94 1.367.291
31/12/2013 82 862.177
Resultaat Aandeel Kerkrade
2013 -/- 12 0,478013%
Verkoop Vennootschap 1/1/2013 31/12/2013 2013 Eigen vermogen 415.871 347.337 Resultaat -/- 62.098* Vreemd vermogen 416 828 Aandeel Kerkrade 0,478013% * met name het gevolg van het treffen van aanvullende voorzieningen ter grootte van € 67,3 miljoen. CBL Vennootschap Eigen vermogen Vreemd vermogen
1/1/2013 $ 0 $ 9.923
31/12/2013 $ 9.878 $ 104
Resultaat Aandeel Kerkrade
2013 $ 9.878 0,478013%
Claim Staat Vennootschap Eigen vermogen Vreemd vermogen
1/1/2013 66 2
31/12/2013 52 12
Resultaat Aandeel Kerkrade
2013 -/- 14 0,478013%
118
22. Veiligheidsregio Zuid-Limburg (beleidsveld 5) (tot 1.1.2012: GR Brandweer Zuid Limburg/GHOR) Doelstelling / openbaar belang Het doelmatig organiseren op veiligheidsregio niveau van brandweerzorg, geneeskundige hulpverlening, gemeentelijke bevolkingszorg bij rampenbestrijding en crisisbeheersing. Beleidsvoornemens / toekomstverwachting / risico’s Alle brandweertaken, geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen, de gemeentelijke bevolkingszorg bij rampen zijn ondergebracht conform de wettelijke verplichting in de Veiligheidsregio Zuid-Limburg. Vestigingsplaats Maastricht. Rechtsgrond en overige deelnemers GR (ingang 1 januari 2012) met de overige 17 gemeenten Zuid-Limburg (Collegebesluit van 25 oktober 2011). Financiële gegevens (* € 1.000) 1/1/2013 31/12/2013 2013 Eigen vermogen 8.062 9.890 Resultaat 1.559 Vreemd vermogen 57.143 56.680 Aandeel Kerkrade circa 7 % NB: Aandeel is gebaseerd op een mix van inwoneraantal, risico’s en bijdrage van de rijksoverheid aan de gemeenten ( onderdeel veiligheid ). Het aandeel in de Ghor is gebaseerd op een bedrag per inwoner evenals de bijdrage van de gemeentelijke kolom
23. Parkstad Limburg Theaters (beleidsveld 7) Doelstelling / openbaar belang Het faciliteren en aanbieden van podiumkunsten. Beleidsvoornemens / toekomstverwachting / risico’s Voortzetting, versterken van de identiteit van de regio. Aanpassing van het gebouw wordt in de Centrumplanontwikkeling meegenomen. In het kader van de ontwikkeling van het nieuwe cultuurcluster voor het theater en de bibliotheek dienen nieuwe afspraken over de exploitatievergoeding en de huur gemaakt te worden. Rechtsgrond en overige deelnemers NV met gemeente Heerlen Financiële gegevens (* € 1.000) Eigen vermogen Vreemd vermogen
1/1/2013 1.009 2.905
31/12/2013 982 3.705
2013 Resultaat Aandeel Kerkrade
-/- 27 Circa 33%
24. Luchtvaartterrein Maastricht Aachen Airport (beleidsveld 2) Doelstelling / openbaar belang Het exploiteren van een luchthavenbedrijf en luchthaventerrein in de ruimste zin. Beleidsvoornemens / toekomstverwachting / risico’s Niet risicodragend participeren door regionale partners. Zoals bekend is de privatisering volledig afgerond. Dit betekent dat Omniport Dura Vermeer 100% eigenaar is van de van de NV Holding Businesspark Luchthaven Maastricht. Het luchthaventerrein is in eigendom van de NV Luchthaven Maastricht, waarvan de naam inmiddels is gewijzigd in NV Aangewezen Luchthaventerrein Maastricht Aachen Airport (NV ALTMAA) Het gebruik van het luchthaventerrein is door de NV Luchthaven Maastricht, waar de gemeente Kerkrade aandeelhouder van is, in langdurig erfpacht verstrekt aan Maastricht Aachen Airport BV. Kortom, de enige band tussen de NV Luchthaven Maastricht en de NV Holding Businesspark Luchthaven Maastricht bestaat uit een erfpachtovereenkomst. Uitgangspunt is dat er
119
zodanig grondgebied in erfpacht is gegeven dat er sprake blijft van een als luchthaven te exploiteren infrastructuur. Kortom, de aandeelhouders NV ALTMAA behouden het juridische eigendom. Dit betekent dat de aandacht van de aandeelhoudersvergaderingen van de NV Luchthaven Maastricht zich voornamelijk zal vestigen op het beheren van de verkoopopbrengst. Zolang de garantiebepalingen in de verkoopovereenkomst lopen is besloten om de opbrengst van de verkoop van de aandelen in de NV Luchthaven Maastricht achter te laten. Verrekening van de verkoopopbrengst zal plaatsvinden nadat alle garantiebepalingen uit de verkoopovereenkomst verlopen zijn. Inmiddels is aan de laatste verkoopvoorwaarde, te weten het verkrijgen van een onherroepelijke aanwijzingsvergunning voor de luchthaven, voldaan en kan er worden overgegaan tot de liquidatie van NV ALTMAA. De gemeente Kerkrade kan als aandeelhoudende gemeente besluiten om het aandelenkapitaal te gelde te maken. Naar rato van het aandelenkapitaal (0,977%) is het bedrag afhankelijk van het geld wat bij de NV ALTMAA achterblijft. De genoemde beheerstaak van de erfpachtconstructie wordt rechtstreeks door de Provincie overgenomen, met dien verstande dat het beheer van het erfpachtcontract dat loopt tot en met 2077 kan worden voortgezet. Bij besluit van 19 november 2014 heeft het college besloten om als aandeelhouder het aandeel in het saldo van ca. € 22.166 in de Vennootschap te laten en ter beschikking te houden/stellen voor/aan de luchthaven. Vanwege het niet uitkeren van ca. € 22.166 kan dit bedrag niet meer in rekening worden gebracht op de resterende boekwaarde van € 22.166. De feitelijke liquidatie van NV ALTMAA heeft nog niet plaatsgevonden en is op dit moment nog niet voorzien. Wel is het formele notariële traject in gang gezet om de aandelen van de aandeelhouders over te dragen naar de Provincie, die als 100% aandeelhouder resteert. Binnen enkele maanden is dit traject afgerond. Rechtsgrond en overige deelnemers NV met Omniport Dura Vermeer, LIOF, diverse gemeenten en Kamer van Koophandel Financiële gegevens (* € 1.000) Eigen vermogen Vreemd vermogen
1/1/2013 2.307 0
31/12/2013 2.335 0
2013 Resultaat Aandeel Kerkrade
28 0,977%
25. GR Regionale uitvoeringsdienst (RUD) Zuid-Limburg Doelstelling / openbaar belang Het sinds 1 juli 2013 behartigen van de belangen van de deelnemers ter zake van de uitvoering van taken van vergunningverlening, toezicht op de handhaving van het omgevingsrecht. Beleidsvoornemens / toekomstverwachting / risico’s Beleidsvoornemens, risico’s ed zijn nog niet aan te geven. Rechtsgrond en overige deelnemers College van GS provincie Limburg en overige 17 colleges gemeenten Zuid-Limburg. Financiële gegevens (* € 1.000) Eigen vermogen Vreemd vermogen
1/1/2013 Opstartfase
31/12/2013 Nog niet bekend Nog niet bekend
Resultaat Aandeel Kerkrade (%)
2013 Nog niet bekend ca. 2%
26. IBA Parkstad B.V. Doelstelling / openbaar belang Het uitvoering geven aan de realisatie en ontwikkeling van de “Internationale Bau Ausstellung Parkstad 2020”zoals nader uitgewerkt in het zogenaamde “IBA Boek”waarin de transformatieopgave voor Parkstad vanuit het regioprogramma is neergelegd. Het creëren van een platform voor het uitwisselen van ideeën en het ontwikkelen van projecten die bijdragen aan een duurzame en vitale regio. Een zogenoemde “open innovatie”centraal stellen waarbij gebiedspartners gezamenlijk hun kennis en kunde bundelen en waarbij de mogelijkheid gecreëerd wordt om binnen dit platform te experimenteren.
120
Beleidsvoornemens / toekomstverwachting / risico’s Beleidsvoornemens, risico’s ed zijn nog niet aan te geven. Rechtsgrond en overige deelnemers Provincie Limburg, gemeente Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Brunssum, Nuth, Voerendaal, Simpelveld en Onderbanken. Financiële gegevens (* € 1.000) 1/1/2013 31/12/2013 Eigen vermogen Nog niet bekend Vreemd vermogen Nog niet bekend *NB: Aantal aandelen gemeente Kerkrade: 1.947 stuks
121
Resultaat Aandeel Kerkrade (%)
2013 Nog niet bekend ca. 33 %*
122
§7.
Paragraaf grondbeleid
a.
Visie op het grondbeleid
Het grondbeleid volgt het ruimtelijk beleid en richt zich daarmee op het ontwikkelingsprogramma woningbouw en op het ontwikkelingsprogramma bedrijventerreinen. In de jaarlijkse Grondnota die als rode draad fungeert, wordt steeds een relatie gelegd tussen de ruimtelijke taakstelling, het uit te voeren grondbeleid en de financiële gevolgen. Het ‘ontwikkelingsprogramma woningbouw’ Op basis van de “Regionale Woonvisie op Hoofdlijnen” is in 2007 de “Regionale Woningbouwprogrammering 2006-2010” vastgesteld. De werkingsduur van de programmering is verlengd tot en met 2013. Eind 2013 is door de Parkstadraad volgens planning een nieuwe Regionale Woningmarktprogrammering voor de periode 2013 tot en met 2016 vastgesteld. De bevolking in de regio Parkstad neemt af. Om verpaupering en leegstand te voorkomen hebben de gemeenten en woningcorporaties in Parkstad een “Herstructureringsvisie voor de woningvoorraad Parkstad Limburg” ontwikkeld. Het doel is om in Parkstad te bouwen aan een sterke regio. Een evenwichtige woningmarkt voor de huidige en toekomstige bewoners is daarbij van groot belang. In deze visie is het motto van de Gemeente Kerkrade “Werkend zorgen voor Morgen”. Kerkrade en haar partners streven naar een leefbare stad voor bewoners, bedrijven, winkeliers en bezoekers. Voor Kerkrade geldt een forse “onttrekkingsopgave”. Daarentegen bieden de campusontwikkelingen bij de RWTH in Aken kansen om nieuwe bewoners aan te trekken. In januari 2013 is in het kader van de actualisatie van de transformatieopgave 2012-2020 de “onttrekkingsopgave” voor deze periode voor de Gemeente Kerkrade vastgesteld op 1.490 woningen. De herstructurering in Parkstad is in volle gang. Incourante woningen verdwijnen en vrijkomende ruimte krijgt een nieuwe invulling. Op basis van de behaalde resultaten en nieuwe ontwikkelingen wordt in de “Regionale Woonstrategie 2012-2020” met als titel “Kiezen voor Parkstad” het toekomstige beleid vormgegeven. Dit kaderstellend document richt zich op een drietal thema’s om de herstructurering versterkt door te zetten en in Parkstad de kwaliteit van de woongebieden te verhogen. Deze thema’s zijn: 1. Het beperken van de omvang van de plancapaciteit (geplande woningbouwproductie); 2. De aanpak van de particuliere voorraad; 3. De doorstroming, met een focus op doelgroepen. Voor elk van deze thema’s wordt een eigen aanpak uitgewerkt, waarbij het maken van een kwalitatieve slag in de woningvoorraad het uitgangspunt vormt en duurzaamheid een belangrijke rol zal spelen. In het kader van thema 1 (beperken van de omvang van de plancapaciteit) is eind 2013 de nieuwe Regionale Woningmarktprogrammering 2013-2016 vastgesteld. De projecten uit de oude woningbouwprogrammering zijn getoetst op markttechnische aantrekkelijkheid en op basis van deze score is focus aangebracht in het aanbod van woningbouwprojecten. De woningbouwplannen die kwaliteit toevoegen aan de regionale woningmarkt, op locaties die markttechnisch aantrekkelijk zijn, hebben de meeste prioriteit om tot ontwikkeling te komen. De bestaande werkwijze van de woningmarktprogrammering is aangepast aan deze nieuwe manier van werken. Eind 2014 zal worden geëvalueerd hoe de programmering en werkwijze functioneren. In 2011 is door de Raad de stadsdeelvisie voor Kerkrade-West vastgesteld. De kwantitatieve opgave voor dit stadsdeel voor de periode tot 2020 bestaat uit een netto onttrekking van 527 woningen aan de woningvoorraad. Op 19 december 2012 is de Stadsdeelvisie Kerkrade-Oost I door de Raad vastgesteld. De kwantitatieve opgave voor dit stadsdeel voor de periode tot 2020 bestaat uit een onttrekking van 495 woningen. Vanwege het ontbreken van voldoende budget en rekening houdend met economische en maatschappelijke ontwikkelingen zal er naar nieuwe financierings- en verdienmodellen moeten worden
123
gezocht. In 2012 is de eerste van de vier hoogbouwflats in Bleijerheide gesloopt. De drie resterende flats zullen gefaseerd tot 2018 worden gesloopt. In 2013 is de stadsdeelvisie Kerkrade Noord en Oost II inhoudelijk afgerond door gemeente en de woningcorporaties Wonen Limburg en Wonen Zuid. Deze visie is door de Raad vastgesteld op 26 februari 2014. In deel 1 – Wijkanalyse is de transformatieopgave tot 2020 nader uitgewerkt. Dit betekent voor het stadsdeel Noord een opgave van 380 woningen en voor het stadsdeel Oost II (Erenstein, Chevremont en Haanrade) een opgave van 165 woningen. Behalve met de krimp wordt bij de uitwerking van het woningbouwprogramma ook rekening gehouden met de gevolgen van de economische crisis op de woningmarkt. Zowel de projecten in uitvoering als de projecten in voorbereiding ondervinden nog altijd last van de gevolgen van de economische crisis. De woningmarkt zit op slot met als gevolg dat de uitvoering van de plannen stagneert en de haalbaarheid van projecten onder druk is komen te staan. Centrumplan Conform het projectplan eerste fase vond vóór de zomer vorig jaar besluitvorming door de raad plaats inzake de haalbaarheid van het stedenbouwkundig ontwerp, zoals dit in februari 2012 door Van Pol Beheer BV, samen met Engelman Architecten werd gepresenteerd. De raad heeft daartoe op 26 juni 2013 het strategische kader voor het centrumplan vastgesteld en de strategische haalbaarheid van het plan onderschreven. Besloten werd een koop- en samenwerkingsovereenkomst met Van Pol Beheer BV te sluiten teneinde een nieuw winkelcentrum incl. woningen en een nieuw cultureel cluster in ons centrum te realiseren. Concreet worden 48 sociale huurwoningen en 19 duurdere koopwoningen gerealiseerd. Er wordt verder ca. 6.478 m 2 winkelruimte gebouwd, waarbij opgemerkt wordt dat in de nieuwe situatie de winkeloppervlakte ca. 1.400 m 2 minder is dan in de situatie voor de sloop van V&D en SNS-bank. Daarnaast zal van Pol in één bouwstroom theater en bibliotheek verbouwen. Verder is de raad akkoord gegaan met een kwaliteitsimpuls in de openbare ruimte en een intensieve vorm van communicatie en gebiedsmarketing alsook een investering in stimuleringsmaatregelen met betrekking tot gevelverbetering en verplaatsing van ondernemers. Op deze wijze kan worden bijgedragen aan een belangrijke transformatie van het kloppend hart van onze stad. Na deze besluitvorming is in het projectplan tweede fase centrumontwikkeling aangegeven welke mijlpalen gehaald dienden te worden, zodat na het slopen en bouwrijp maken de gronden en opstallen daadwerkelijk worden geleverd. Daarnaast bood de nadere concretisering van de ontwikkeling van Discoverycenter Continium tot Creative City een unieke kans om een stevige verbinding te leggen vanaf het centrumgebied naar deze belangrijke toeristisch-recreatieve trekker. Creative City is dan ook als projectonderdeel aan de centrumontwikkeling toegevoegd. De commissie GEZ heeft in oktober 2013 kennis genomen van de toevoeging van Creative City. Het college is verantwoordelijk voor het behalen van de doelstellingen en resultaten binnen voornoemd strategisch kader. Het college heeft op basis van genoemd projectplan de stuurgroep centrum verantwoordelijk gemaakt voor de voorbereiding en daadwerkelijke realisatie van de mijlpalen en de communicatie daaromtrent. Daarbij moeten uitgaven uiteraard binnen de gebiedsexploitatie passen en mag het tekort niet groter zijn dan € 10,0 mln. De uitbreiding van Discoverycenter Continium tot Creative City grenst aan het centrumgebied en het is van groot belang dat de verbinding tussen beide majeure ontwikkelingen wordt gewaarborgd. Hierbij wordt de parkeerbalans in onderlinge samenhang bekeken. Een investering in de openbare ruimte rondom het Creative City alsook van de Kapellaan draagt hieraan bij. Voor aanvullende investeringen als gevolg van de uitbreiding van het plangebied met Creative City is extern budget gevonden. Er hebben in dit verband gesprekken met de provincie plaatsgevonden om subsidie voor het Centrumplan te ontvangen. Het college heeft in november 2013 een subsidieaanvraag bij de provincie Limburg ingediend. De provincie heeft in februari 2014 besloten om subsidie toe te kennen aan het centrumplan, in samenhang met de ontwikkeling van Creative City, aangezien beide ontwikkelingen bijdragen aan de economische structuurversterking van onze stad. De afgelopen maanden is met Van Pol Beheer BV gewerkt aan de nadere planuitwerking. Daarnaast hebben gemeente, theater en bibliotheek nauw samengewerkt aan het verder inrichten van het nieuwe
124
culturele complex. Hierbij is in het ruimtelijk ontwerp de keuze gemaakt voor de geoptimaliseerde variant waaraan theater en bibliotheek hun instemming hebben gegeven. Tevens is in het raadsbesluit van april 2013 opgenomen dat er nog gezocht zou worden naar mogelijke kostenbesparing op het vlak van investeringen, gebouwexploitatie en bedrijfsexploitatie. Eind 2013 is door Van Pol Beheer BV een omgevingsvergunning voor het bouwplan aangevraagd. Verder is begin 2014 gestart met het slopen van de opstallen en het bouwrijp maken van de gronden en zijn deze werkzaamheden inmiddels ook afgerond. Met betrekking tot de herinrichting van de openbare ruimte is het definitief ontwerp in juni 2014 gepresenteerd. Het betreffen in ieder geval de straten Kapellaan, Engerweg, Einderstraat, Dr. Kreijenstraat, Marktstraat, Niersprinkstraat en Hoofdstraat. Daarnaast is een aantal pleinen voorzien. De reconstructie van het Stadspark als ‘groene vinger’ tussen het centrum en de Anstelvallei is inmiddels qua voorbereiding ook opgepakt. Uiterlijk begin 2015 worden de eerste fysieke werkzaamheden uitgevoerd. Het ontwerpproces is vanaf april 2014 opgestart en wordt uiterlijk eind 2014 afgerond. Communicatie is een belangrijke pijler bij het Centrumplan. De ondernemers, bewoners en andere belangstellenden worden eenduidig geïnformeerd en meegenomen in dit grote project voor Kerkrade. Dit gebeurt in nauwe samenwerking met alle externe en interne betrokken partijen. Eygelshoven Omstreeks 2010 is gestart met de herstructurering op de locaties Op de Bossen. Twee locaties zijn inmiddels gereed (Gulik-, Bongartstraat). Op de resterende drie locaties, Van Meerten-, Henckens- en Holtskuilenstraat zijn in 2012 totaal 48 woningen gesloopt. Op deze drie locaties zullen in totaal 23 grondgebonden woningen worden teruggebouwd. De herstructurering van de locatie Burgemeester Dohmenplein is momenteel in voorbereiding. Er zullen ca. 28 levensloopbestendige (Flexi) grondgebonden woningen worden teruggebouwd. Visieontwikkeling Atriumterrein In de stadsdeelvisie Kerkrade-Oost I is aangegeven dat het gebied een belangrijk onderdeel vormt voor de verdere gebiedsontwikkeling van het Centrum. De ontwikkelingen op het Atriumterrein zullen echter pas plaatsvinden op de lange termijn (na 2020). Het gebied is landschappelijk fraai gelegen en biedt kansen voor een toekomstige stedelijke ontwikkeling met centrumversterkende functies in een groene setting. Kerkrade-West Op basis van de Stadsdeelvisie “De re-creatie van Kerkrade-West” heeft de gemeente Kerkrade op 28 februari 2011 een samenwerkingsovereenkomst getekend met de corporatie, Provincie Limburg en Regio Parkstad Limburg. Het doel van de samenwerking is de herstructurering van Kerkrade-West door in te zetten op de zogenaamde “high five” van voorzieningen en wonen, veiligheid, participatie, duurzaamheid en identiteit. In deze overeenkomst is een aantal deelprojecten benoemd, namelijk Heilust, Bestaande wijk van Morgen, Akerstraat, Transferium, Internationaal woonmilieu Gracht en Lokaal energiebedrijf. Voor elk van die deelprojecten zal de samenwerking verder vormgegeven worden in een uitvoeringsovereenkomst. Voor het deelgebied Heilust is op 8 december 2011 door gemeente, Hestia groep (nu HEEMwonen), Parkstad en Provincie de uitvoeringsovereenkomst Heilust getekend. Het doel van de overeenkomst is het realiseren van een vernieuwde duurzame leefomgeving. Er wordt geïnvesteerd in mensen, openbare ruimte, woningen, voorzieningen en infrastructuur, identiteit, welzijn / participatie en veiligheid. Daarmee wordt bijgedragen aan de regionale opgave om de woningvoorraad te herstructureren en te transformeren conform de envelop voor Kerkrade-West. De uitvoerende partijen zijn de gemeente en de corporatie. Programmatisch bestaat de uitvoering uit de volgende onderdelen: de sloop van huur- en koopwoningen (ca. 500); de bouw van huur- en koopwoningen (ca. 65); de bouw van een Multifunctionele Accommodatie (MFA); investeringen in de Openbare Ruimte: infra; park; speeltuin; Cruyff Court, thematuin, stadslandbouwpark; de uitvoering van het Sociaal Programma.
125
De grond- en vastgoedexploitatie van de MFA komen voor rekening en risico van de gemeente. Na realisatie komen het beheer en onderhoud voor rekening van de gemeente evenals de exploitatie van de MFA. De exploitatie van het Sociaal Programma komt voor rekening van HEEMwonen en gemeente, ieder voor een gelijk deel. De vastgoedexploitatie van de woningen komt voor rekening en risico van HEEMwonen, die na realisatie de koopwoningen zal verkopen en de huurwoningen in beheer, onderhoud en exploitatie zal nemen. De totale investeringen voor de gemeente bedragen ca. € 15,2 miljoen. De raad heeft op 29 januari 2014 € 973.000 uit het structuurfonds toegekend aan de gebiedsexploitatie Heilust. Daarmee is de exploitatie sluitend. Bij eerder genomen besluiten zijn uit het structuurfonds ca. € 2,4 miljoen (raad februari 2011) en € 700.000 (VJN2013) toegekend. Uit reguliere middelen is ca. € 2 miljoen gereserveerd. Daarnaast ontvangt de gemeente € 7,7 miljoen uit het transformatiefonds en € 525.000 subsidies. Ten slotte wordt voor ca. € 900.000 uitgevoerd ten behoeve van HEEMwonen. Het bestemmingsplan voor het hele plangebied is door de raad in juni 2013 vastgesteld. Inmiddels zijn ca. 400 woningen door HEEMwonen gesloopt. Door de gemeente zijn 17 van de 18 woningen in de Papaverstraat verworven. De verwerving van de resterende woning is voorzien in de periode tot en met 2014. De sloopwerkzaamheden zullen gefaseerd plaatsvinden zodra een cluster aaneengesloten woningen onbewoond is. De sloop van de eerste woningen aan de Papaverstraat start in het 4e kwartaal van 2014. In het kader van de realisatie van een multifunctionele accommodatie is de kerk Heilust in maart 2014 aangekocht. Het programma van eisen voor deze MFA is gereed en de opdracht voor het ontwerp is eind 2014 verleend. De start van de bouwwerkzaamheden is voorzien in het 1 e kwartaal van 2015. De opdracht voor het definitieve inrichtingsplan van het park is in 2013 verleend. De planning voorziet in de realisatie van de eerste fase van het park met de aanleg van een Cruyff Court begin 2015. De realisatie van de rest van het park is mede afhankelijk van de voortgang van de verwerving en sloop van de resterende huurwoningen en de realisatie van een tweetal clusters woningen door HEEMwonen. Deze realisatie zal aldus in meerdere fasen plaatsvinden. De uitvoering van het Sociaal Programma is in februari 2014 gestart. De versterking, revitalisering van de Akerstraat als winkelstraat en de realisatie van het Recreatie Pluspunt zijn twee deelprojecten van Kerkrade-West die nauw met elkaar samenhangen. Ten zuiden van de Industriestraat is de ontwikkeling van het zogenaamde Recreatie Pluspunt voorzien. Dit vormt een cruciaal programmaonderdeel in de realisering van de stadsdeelvisie Kerkrade-West. Het Recreatie Pluspunt wordt vormgegeven door de ontwikkeling van een Transferium / halte aan de zuidzijde van Kerkrade-West (Spekholzerheide) als een recreatietoeristisch knooppunt zodanig dat: het hele stadsdeel West goed ontsloten wordt en goed bereikbaar is via openbaar vervoer zowel naar Duitse zijde (Aken) als naar Heerlen / Maastricht. Daarmee wordt aangesloten op het regionale en internationaal vervoersnetwerk; de verbinding vanuit dit knooppunt met de omliggende toeristisch-recreatieve attracties concreet tot stand komt en aansluit op langzaam verkeersroutes van en naar het Transferium / halte; een logisch ruimtelijk- functionele verbinding tot stand komt tussen Akerstraat en Transferium / halte zodat dit hele gebied tussen Industriestraat en Akerstraat als sterk en compact stadsdeelcentrum kan functioneren. Het projectplan voor de realisatie van het Transferium is eind mei 2013 in de Stuurgroep Kerkrade-West goedgekeurd. In het projectplan wordt ingegaan op de scenario’s voor de Avantislijn (wel of niet doorgaan) en de consequenties en risico’s (o.a. voorinvestering strategische aankoop) daarvan voor het deelproject Transferium / halte. Een eerste ontwerpnota voor het Transferium met daarin opgenomen een drietal varianten is uitgewerkt en afgerond. Het ruimtelijk kader voor het Transferium, met name het bestemmingsplan, is in februari 2014 vastgesteld door de raad. Voor de feitelijke realisatie is in overleg met de provincie Limburg een pand aan de Industriestraat aangekocht. Door de treinagenda is vooralsnog om strategische redenen door de provincie Limburg de prioriteit gegeven aan de intercity verbinding tussen Heerlen en Aken. Voor de Avantislijn betekent dit op dit moment een vertraging in de tijd. In mei 2014 is een schrijven gericht aan de provincie met een verzoek voor een bestuurlijk overleg inzake de mogelijkheden om de bestaande heuvellandlijn door te
126
trekken tot in Kerkrade-West als voorloper op de Avantislijn en in combinatie met het groot onderhoud ten behoeve van de ZLSM. De Wvg op het gedeelte van de Akerstraat gelegen tussen de Kleingraverstraat en de Industriestraat is van rechtswege vervallen. Dit betekent dat het kerkplein zoals in de visie weergegeven naar verwachting anders zal worden vormgegeven. In de Bestaande wijk van Morgen, de Dahliastraat en omgeving, zijn in 2013 huurwoningen van HEEMwonen kwalitatief verbeterd door het treffen van energiebesparende maatregelen. De renovatiekosten komen voor rekening van de corporatie. In dit kader is uit het innovatiefonds (als onderdeel van het transformatiefonds) aan HEEMwonen € 2,9 miljoen toegekend voor ingrepen ten gunste van de duurzaamheid. In 2014 worden de laatste woningen gerenoveerd, waaronder ook een aantal eigendomswoningen. Voor de renovatie van de eigendomswoningen is additioneel vanuit het innovatiefonds en bedrag van € 500.000 beschikbaar gesteld. De gemeente Kerkrade is verantwoordelijk voor de herinrichting van de openbare ruimte (vergelijkbaar met Heilust) en dient ook hier additionele gelden beschikbaar te stellen. In 2013 is een eerste bedrag van € 285.000 beschikbaar gesteld voor herinrichting van de Dahliastraat. Daaropvolgend is er een BDU subsidie aangevraagd van € 500.000 voor de renovatie van de openbare ruimte. Dit onder voorwaarde dat er 50% cofinanciering zal plaatsvinden. Voor het resterend benodigde bedrag aan cofinanciering wordt een voorstel uitgewerkt. De realisatie van de herinrichting van de openbare ruimte zal voor een groot gedeelte in 2014 gaan plaatsvinden. Voor een resterend gedeelte (tussen Dahliastraat en Tulpenstraat) wordt nog gezocht naar extra financiële middelen. Dit gedeelte zal op zijn vroegst in 2015 worden opgewaardeerd. Kerkrade-Oost I De stadsdeelvisie Kerkrade-Oost I met de titel “Onbegrensd leven, wonen en werken in de Bovenstad tussen de Anstel en de Worm” is op 11 december 2012 vastgesteld door Woningstichting Land van Rode (nu HEEMwonen) en op 19 december 2012 door de Raad. Het stadsdeel Kerkrade-Oost I bestaat uit de buurten: Centrum (inclusief Mucherveld), Rolduckerveld, Holz, Nulland en Bleijerheide. Daarnaast maken het stadspark en abdijcomplex Rolduc en omgeving ook onderdeel uit van het plangebied. In de integrale visie worden onder andere keuzes gemaakt voor de korte, middellange en lange termijn in het stadsdeel Oost I op het terrein van: het verbeteren van de woon- en leefomgeving; het uitvoeren van de transformatieopgave van de woningvoorraad (het slopen van woningen, waaronder in de particuliere sector); het waardebehoud van gebouwen; de aanpak van leegstand en braakliggende terreinen; het optimaal benutten van de fraaie omgeving en de grensligging met Duitsland. Er zijn vijf hoofdambities benoemd voor het gebied Oost I. Deze zijn: Typisch Kerkrade (groene omgeving en vooroorlogse linten); Kerkrade cultuurstad (klank- en beeldenstad); Kerkrade toeristisch-recreatieve stad; Kerkrade een onbegrensde internationale stad; Kerkrade woonstad (dorps wonen met een stedelijk voorzieningenniveau). Deze hoofdambities zijn uitgewerkt in een uitvoeringsstrategie in negen programma’s. Voor het realiseren van deze programma’s kan onder andere de voorgenomen Internationale Bau Ausstellung (IBA) Parkstad Limburg 2013-2020 concrete kansen bieden van inspirerende voorbeelden van transformatie in de regio waaronder in het stadsdeel Oost I. Naast het majeure project Centrumplan zijn in de visie nog vier gebieden aangewezen die belangrijk zijn voor de (her)ontwikkeling van Oost I. Het betreft: Rolduckerveld: via herstructurering naar een groene schakel in de dubbelstad (KerkradeHerzogenrath).
127
-
Bleijerheide: via herstructurering naar een hoofdonderdeel van het groen (locatie Vroenhof en hoogbouwflats aan de Voorterstraat en Urusulastraat). Maria Gorettiplein en omgeving: kwaliteitsimpuls. Verbindingen stadscentrum met nabijgelegen toeristische attracties en een nieuw OV-knooppunt.
In april 2013 is de nota “Kerkrade Oost I, van visie naar uitvoering” door gemeente en HEEMwonen samen opgesteld om aan de slag te gaan met diverse projecten in het stadsdeel Kerkrade Oost I. Voor de prioritaire deelgebieden Centrum, Nulland/Bleijerheide en Rolduckerveld zullen in 2014 separate plannen van aanpak worden vastgesteld. In deze plannen wordt aangegeven welke acties en door wie deze acties zullen worden genomen om de komende jaren aan de slag te gaan om de leefbaarheid op peil te houden c.q. te verbeteren (uitvoeringsprogramma Kerkrade Oost I). De ontwikkelingen in het Centrum (Centrumplan, stadspark, gebiedsontwikkeling Creative City), de herstructureringslocaties in Nulland/Bleijerheide en op termijn in Rolduckerveld vormen momenteel de belangrijkste ingrediënten in deze plannen van aanpak. Kerkrade-Oost II en Noord Gemeente en woningcorporaties Wonen-Zuid en Wonen-Limburg zijn in mei 2013 gestart met het opstellen van een integrale stadsdeelvisie Noord (Waubacherveld, Hopel, Eygelshoven-Kom en Vink) én Oost II (Erenstein, Chevremont en Haanrade), inclusief het bedrijventerrein Julia en de aangrenzende groengebieden Wormdal, Carisborg, Holzkuil en Berenbos. Op 26 februari 2014 is de Stadsdeelvisie Kerkrade Noord en Oost II “Klaar voor de toekomst” (bestaande uit 2 rapporten: wijkanalyse en stadsdeelvisie) vastgesteld door de gemeenteraad. De directies van Wonen Limburg en Wonen Zuid hebben in februari 2014 schriftelijk ingestemd met de visie. Daarmee heeft Kerkrade voor haar gehele stedelijk gebied de gemeentelijke structuurvisie “Kerkrade 2010-2020” nader uitgewerkt in uitvoeringsprogramma’s waar de komende jaren door gemeente en betrokken partijen projecten zullen worden uitgevoerd. De aanzet van het uitvoeringsprogramma van Noord en Oost II (op korte termijn) wordt verankerd in de prestatieafspraken tussen gemeenten en woningcorporaties voor de betreffende stadsdelen. Halverwege 2014 wordt gestart met de uitvoering van de visie. Hiertoe is een plan van aanpak “uitvoering stadsdeelvisie Kerkrade Noord en Oost II 2014-2015” in juni 2014 opgesteld. Dit plan van aanpak geeft aan hoe we de uitvoering van de stadsdeelvisie voor de stadsdelen Noord en Oost II het komende jaar gaan oppakken en hoe we dit verankeren binnen de betrokken organisaties (organisatorisch en financieel). Daarnaast geeft het plan inzicht over praktische zaken hoe gemeente en woningcorporaties de komende jaren actief aan de slag gaan om de vraagstukken aan te pakken en slim in te spelen op kansen en nieuwe ontwikkelingen in de stadsdelen Noord en Oost II. Het ‘ontwikkelingsprogramma bedrijventerreinen’ De Gemeente Kerkrade beschikt alleen op bedrijvenpark Rodaboulevard over uit te geven percelen. De voorraad bedrijfspercelen bedroeg begin 2014 ca. 3 ha. Voor 2015 is de verkoop van ca. 2.000 m2 geraamd. b.
Uitvoering van het grondbeleid
Het cluster Gebiedsontwikkeling en Projecten van de afdeling Stedelijke Ontwikkeling is belast met de realisatie van het ontwikkelingsprogramma op het gebied van woningbouw en bedrijfsterreinen. Het Vastgoed –en Grondbedrijf draagt zorg voor de financiële en juridische vertaling van de voorbereiding en realisatie van het ontwikkelingsprogramma. Daartoe wordt in deze paragraaf de visie op het grondbeleid aangegeven op basis van het ontwikkelingsprogramma woningbouw en het ontwikkelingsprogramma bedrijventerreinen. Voorts wordt de Raad middels deze paragraaf geïnformeerd over de wijze van uitvoering van het grondbeleid op grond van de beheersvoorschriften en over de wijze waarop de grondprijs wordt bepaald. Tot slot wordt ingegaan op het verloop van de reserve OBK en de voortgang van de afzonderlijke projecten cq, gebiedsontwikkelingen. Ieder jaar stelt het College een grondnota opgesteld, waarbij het grondbeleid nader wordt geconcretiseerd. De grondnota en de paragraaf grondbeleid, evenals de periodieke verantwoording via de
128
voorjaarsnota en de najaarsnota staan hiermee nauw met elkaar in verband. Deze nota wordt ter kennisname gebracht aan de Commissie GEZ. In beheersvoorschriften was eerder vastgelegd volgens welke processen en procedures het ontwikkelingsprogramma wordt bepaald en anderzijds op welke wijze de gemeentelijke gronden en grondexploitaties worden beheerd. Dit kader dient echter te worden geactualiseerd omwille van 2 redenen: 1. De ontwikkelingsopgave vloeide in het verleden voort uit separate locatie-ontwikkelingen uitgaande van een woninguitbreiding. Op basis hiervan kon de financiële taakstelling worden aangegeven inzake de verkoop van gemeentegrond binnen exploitatiegebieden, inclusief aanduiding van risico’s. In het kader van de bevolkingskrimp en de herstructureringsopgave die hierop gebaseerd is, is evenwel steeds meer sprake van integrale gebiedsontwikkelingen met bijbehorende gebiedsexploitaties. De beheersvoorschriften dienen vanuit deze invalshoek te worden aangepast. 2. In het verleden was het Ontwikkelingsbedrijf Kerkrade verantwoordelijk voor zowel het realiseren van de ontwikkelingsopgave als de financieel en juridische vertaling daarvan. In het kader van de organisatieontwikkeling van de sector SOB is het Ontwikkelingsbedrijf echter opgegeven en zijn de verantwoordelijkheden, zoals bovenstaand aangegeven, anders verdeeld. Dit zal eveneens in een actualisatie van de beheersvoorschriften meegenomen dienen te worden. Dit najaar worden de beheersvoorschriften aangepast. In de stadsdeelvisies worden ontwikkelingsgebieden aangegeven waar in zeer beperkte mate nieuwe woonmilieus kunnen worden gerealiseerd, alsook herstructureringsgebieden waar gesloopt dient te worden. Als uitwerking van de lokale structuurvisie in stadsdeelvisies zullen derhalve steeds meer integrale gebiedsexploitaties opgesteld worden. Fysieke ontwikkelingen vinden steeds meer in het kader van integrale gebiedsontwikkelingen plaats (groen, infra, woningbouw, voorzieningen, sociaal programma). Het merendeel van deze gebiedsexploitaties zal niet kostendekkend of rendabel zijn. Er zullen additionele gelden verworven dienen te worden. In het verlengde daarvan zal per ontwikkelingsen herstructureringsgebied gekeken dienen te worden naar de waarde van de gemeentegronden daarbinnen. Momenteel zijn twee gebiedsontwikkelingen in uitvoering, namelijk Kerkrade-West en de gebiedsontwikkeling Kerkrade-Centrum. Het college heeft in 2013 conform de aanbeveling van de Rekenkamer om de commissie GEZ frequenter te informeren over majeure ontwikkelingsprojecten besloten dit twee keer per jaar te doen. De grondprijs van de gemeentegrond wordt marktconform bepaald. De raad heeft besloten dat bij de verkoop van grond aan een ontwikkelaar cq. woningstichting ten behoeve van woningbouwontwikkeling de grondwaarde residueel wordt bepaald, dat wil zeggen dat de waarde van de grond afhankelijk is van het programma dat op de betreffende locatie wordt gerealiseerd. Het College heeft in het kader van de algemene verkoopvoorwaarden besloten dat bij de verkoop van vrije sector kavels door de gemeente de prijs op basis van taxaties wordt bepaald. De grondwaarde van de bedrijfspercelen is afhankelijk van de markt. De ruimtelijke en financiële voorwaarden waaronder de gemeentegrond wordt overgedragen aan externe partijen worden vastgelegd in een ontwikkelingsovereenkomst en door het College geaccordeerd. Van de zgn. “niet-in-productie genomen gronden” wordt periodiek getoetst of de prijs per m² nog acceptabel is. Deze worden indien mogelijk ingebracht in grondexploitaties. Voorts is het juridisch kader van belang. De bestemming van de grond dient via juridische procedures te worden geregeld. Voor de periode tot 2020 zullen de in december 2009 vastgestelde “Herstructureringsvisie voor de woningvoorraad Parkstad Limburg” en de daaruit voortvloeiende stadsdeelvisies als kader dienen voor het toekomstige woningbouwprogramma. Daarbij zal sloop en beperkte nieuwbouw als kwalitatieve bijdrage aan de transformatie van het woningbezit uitgewerkt worden. In december 2012 is de Regionale Woonstrategie 2012-2020 door Parkstad vastgesteld en in december 2013 de nieuwe regionale woningbouwprogrammering. In 2008 is door Parkstad het Intrekkingsbeleid Bouwvergunningen geformuleerd met als doel het overschot van woningen en woningbouwcapaciteit terug te dringen. Omdat het niet alleen gegunde projecten, maar ook bestemmingsplanmogelijkheden betreft is een aanvullend instrumentarium nodig. Op
129
31 oktober 2011 is door de Parkstadraad het “Structuurvisiebesluit wonen en retail” vastgesteld. Op grond van dit besluit kunnen bij het actualiseren van bestemmingsplannen de nog niet benutte ontwikkelingsmogelijkheden voor wonen en retail worden verwijderd tenzij deze passen binnen het bestaande beleid. Door middel van het opnemen van een wijzigingsbevoegdheid in nieuwe bestemmingsplannen wordt aan het structuurvisiebesluit uitvoering gegeven. Burgemeester en wethouders kunnen na afloop van een jaar ongebruikte retail- en bouwtitels van de verbeelding verwijderen. Risico’s worden momenteel nader in beeld gebracht.
c.
Prognose van de te verwachten resultaten van de totale grondexploitatie
Het meerjarig verloop van de ‘reserve grondexploitatie OBK’ is als volgt:
Beginsaldo Resultaten Grondbedrijf Bijdrage aan regioarcheoloog WOP-projecten * Eindsaldo
2014 1.124 143 -10 -121 1.136
2015 1.136 259 -10 0 1.385
2016 1.385 259 -10 0 1.634
2017 1.634 156 -10 0 1.780
2018 1.780 156 -10 0 1.926
bedragen x € 1.000
* Dit betreft nog de doorwerking van eerdere projecten, er worden geen nieuwe WOP-projecten meer bekostigd vanuit de reserve.
De resultaten van het Grondbedrijf betreffen de winsten en verliezen uit grondexploitaties. Deze worden verderop nader aangegeven. Bij deze ramingen dient rekening te worden gehouden met een risicoprofiel. Naast externe factoren zoals vertragingen in juridische procedures, alsook de invloed van de krimp en de gevolgen van de kredietcrisis op de verkoop van gemeentelijke percelen, is de gewijzigde woningmarkt alsook de concretisering van het intrekkingsbeleid eveneens van invloed op deze ramingen. In het verleden werd de financiering van het WOP-programma gedekt uit resultaten van het Grondbedrijf. Deze resultaten bestonden deels uit bijdragen aan het WOP-fonds. Sinds de invoering van de nieuwe Wro in 2008 kunnen deze bijdragen niet meer worden geïnd. Een uitzondering daarop vormen de gemeentelijke grondexploitaties. In dat kader wordt vanaf 2013 vanuit de ‘reserve grondexploitatie OBK’ niet meer bijgedragen aan het wijkontwikkelingsprogramma. Volgens de nieuwe Wro kunnen wel nog bijdragen aan ruimtelijke ontwikkelingen van ontwikkelende partijen worden geïnd op basis van een structuurvisie en bijbehorend uitvoeringsprogramma. Waar mogelijk kan de gemeente aan ontwikkelende partijen bijdragen aan ruimtelijke ontwikkelingen vragen en deze in de grond- en gebiedsexploitaties inbrengen. De financiële gevolgen hiervan kunnen op dit moment niet worden aangeduid. Benadrukt wordt wel dat binnen gebiedsexploitaties reeds bijdragen van de ontwikkelende partij (projectontwikkelaar of woningcorporatie) zijn opgenomen. Op stadsdeelniveau en stedelijk niveau is het uitvoeringsprogramma nog niet uitgewerkt. In algemene zin moeten gemeenten in hun grondbedrijf als gevolg van de vastgoedcrisis te hoge opbrengstramingen bijstellen. In dit kader zijn reeds vanaf 2008 in het kader van de diverse begrotingen en jaarrekeningen binnen onze gemeente de geraamde en gerealiseerde resultaten tijdig bijgesteld en eventueel naar latere jaren gefaseerd. In het verlengde daarvan is besloten om majeure investeringen niet langer af te dekken uit nog te behalen grondverkopen. Op deze wijze is een goed antwoord geformuleerd op het onderzoek door de Rekenkamercommissie in 2009 “Grondbeleid, zicht op de bodem”. Daarbij is onderzocht hoe het gemeentelijk grondbeleid is geformuleerd en tot stand is gekomen, alsook naar de wijze waarop het grondbeleid wordt uitgevoerd. Aangegeven is dat er een strategie dient te worden ontwikkeld om de gevolgen van de teruglopende verdiencapaciteit van het Grondbedrijf op te vangen. In het rapport wordt daartoe expliciet aangegeven dat “de noodzaak voor vernieuwing en sloop op
130
bestaande woningbouwlocaties en voor revitalisering van bedrijfsterreinen zal toenemen. Bij dit soort projecten is sprake van een omgekeerde verdiencapaciteit: er moet geld bij!” In de tabel hieronder worden deze ramingen inzichtelijk gemaakt. Uit deze tabel blijkt dat de geraamde resultaten fors naar beneden zijn bijgesteld. Dit houdt verband met de forse invloed van de krimp en de gewijzigde woningmarkt, alsook van de kredietcrisis op de gemeentelijke grondverkopen. Opeenvolgende realisatie c.q. ramingen van de resultaten OBK OBKrekening begroting resultaten 2012 2014 (jun2013) (okt2013) 2012 0 2013 -26 98 2014 259 335 2015 604 504 2016 156 156 2017 156 2018
rekening 2013 (jun2014)
begroting 2015 (okt2015)
-89 143 259 259 156
143 259 259 156 156
bedragen x € 1.000
In het accountantsverslag van 2012 adviseert Deloitte de resultaatverwachtingen van de grondexploitaties met extra aandacht te monitoren en de consequenties voor de meerjarenbegroting inzichtelijk te krijgen. Dit gebeurt jaarlijks in het kader van de begroting en de jaarrekening. Het college heeft in 2013 besloten daarnaast jaarlijks een tussenrapportage over het verloop van de reserve op te stellen en deze te behandelen in de commissie GEZ. d.
Onderbouwing van de (geraamde) winst- of verliesneming
Op grond van een inschatting van de voortgang en resterende risico’s van de grondexploitaties wordt een raming gemaakt van de resultaten. Daarbij wordt rekening gehouden met de relevante verslagleggingsregels. Hieronder wordt een actueel overzicht gegeven van de geraamde resultaten van de verschillende grondexploitaties. Project Rodaboulevard Dislocaties: - Rolduckerstraat (Brede School) - Pastoor Theelenstraat (Campus) Grachterheide 2b fase 49 woningen Grachterheide 3e fase 29 woningen Kaffebergsweg Kleingraverstraat Maria Gorettistraat Marktstraat - Einderstraat Op de Knip Teutelebroekstraat-Kerkvoetpad Toekomstige herstructureringsprojecten Subtotaal Kernwinkelgebied Kerkrade-West Nieuwstraat-Kohlbergsgracht Totaal
raming 2014 100
raming 2015 100
raming 2016 100
raming 2017 100
raming 2018 100
53 38 2 75 3 271 -124 -4 143
53 3 103 259 259
53 3 103 259 259
53 3 156 156
53 3 156 156
bedragen x € 1.000
131
e.
Beleidsuitgangspunten reserves in relatie tot de risico’s van grondzaken
Beleidsuitgangspunten m.b.t. de reserves voor grondzaken In de vorm van de ‘algemene reserve OBK’ is een specifieke buffer voorhanden voor het opvangen van eventuele niet reeds voorziene/afgedekte risico’s in de totale grondexploitaties. Deze reserve heeft thans een omvang van circa € 1,25 mln. Vanuit de ‘reserve grondexploitatie OBK’ worden niet voorziene verliezen uit grondexploitaties gedekt. Winsten worden in de reserve gestort. Indien mogelijk worden subsidies in de grondexploitaties ingebracht. Deze reserve fungeert daarmee als “werkreserve” voor het Grondbedrijf. In het verleden werd uit de reserve bijgedragen aan majeure projecten. Omdat de gemeente nog nauwelijks winsten genereert uit grondexploitaties is dit niet meer mogelijk. De reserve wordt momenteel onder andere gebruikt om in het kader van de “aanpak plancapaciteit woningmarkt” grondexploitaties af te sluiten. De financiële gevolgen daarvan zijn op dit moment echter niet in zijn geheel inzichtelijk en dienen derhalve als een risico te worden gezien. Risico’s van de grondzaken De risico’s van het Grondbedrijf worden periodiek geactualiseerd. In deze paragraaf zijn de risico’s als gevolg van met name de kredietcrisis en de krimp uitgebreid behandeld. Hieronder volgt nog een aantal specifieke risico’s of relevante ontwikkelingen van de grondexploitaties. Juridische risico’s In december 2009 is de “Herstructureringsvisie voor de woningvoorraad Parkstad Limburg” vastgesteld. Deze visie geldt als kaderstellend beleidsdocument voor de periode 2010-2020. Voor de Gemeente Kerkrade geldt een ‘onttrekkingsopgave” van 1.490 woningen. Er is in 2010 gestart met een nadere uitwerking van de sloopopgave in relatie tot een beperkte nieuwbouwontwikkeling per stadsdeel. Duidelijk is dat niet alle woningbouwlocaties kunnen worden ontwikkeld. Met name voor de harde plannen, waarbij bouwvergunning is verleend, ontwikkelingsovereenkomsten zijn gesloten, in meerdere gevallen gronden zijn verkocht en zelfs bestemmingsplannen zijn vastgesteld, zal overleg met de ontwikkelende partijen noodzakelijk zijn. Gezocht dient te worden naar acceptabele oplossingen voor beide partijen, waarbij intrekking van de bouwvergunning, doch ook planaanpassing alsook zelfs mogelijke terugkoop van gronden een optie vormen. Door de invoering van de nieuwe Wro per 1 juli 2008 is de uitvoering van het grondbeleid veranderd. De gemeente is verplicht bij ieder bouwplan de kosten te verhalen. Bij voorkeur dient dit te geschieden via een anterieure overeenkomst. Dit vereist een onderhandeling met ontwikkelaars en de wijze waarop wordt onderhandeld over het verhalen van kosten die de gemeente maakt voor zo’n ontwikkeling kan vertragend werken. Dit geldt zeker voor projecten waarbij met betrekking tot het verhalen van die kosten de gemeente en de ontwikkelende partij geen overeenstemming kunnen bereiken. In dat geval zal een exploitatieplan moeten worden opgesteld. Het exploitatieplan dient gelijktijdig met het bestemmingsplan te worden vastgesteld. De gemeente gaat ervan uit dat in de meeste gevallen overeenstemming zal worden bereikt. De uitvoering van projecten kan worden vertraagd als tegen deze projecten bezwaar wordt gemaakt. Planschade De risico’s met betrekking tot planschade worden zo veel mogelijk afgewenteld op de projectontwikkelaar. Echter bij projecten die de gemeente zelf uitvoert, of waarvan de contracten reeds langer geleden zijn getekend, kan de planschade niet op een derde partij worden afgewenteld. Alleen voor het project Grachterheide is nog een planschadeverzoek in behandeling. Marktrisico’s Door de gevolgen van de economische crisis en de krimp geldt een marktrisico voor de volgende kavels: Rodaboulevard, Rolduckerstraat, Pastoor Theelenstraat, Grachterheide, Kleingraverstraat en Teutelebroekstraat-Kerkvoetpad. Daarnaast beschikt het Grondbedrijf nog nauwelijks over nieuwe winstgevende locaties, waarmee negatieve ontwikkelingen in de geprognosticeerde grondverkopen kunnen worden opgevangen. De noodzaak voor vernieuwing en sloop op bestaande woningbouwlocaties en voor revitalisering van bedrijfsterreinen neemt toe, met als gevolg een omgekeerde verdiencapaciteit (“er moet geld bij”), aldus het rapport van de rekenkamercommissie in 2009. In een plan van aanpak om deze ontwikkeling het
132
hoofd te bieden is aangeduid dat een integrale aanpak noodzakelijk zal zijn. Door gerichte investeringen in de herstructurering van de woningvoorraad, in economische structuurversterking alsook in versterking van de identiteit van Kerkrade kan een omslag van een negatieve prijsspiraal naar een waardevermeerdering van vastgoed worden gerealiseerd. Kerkrade-West geldt in dit kader als een pilotproject.
133
134
§8.
Krimp: omgaan met demografische ontwikkelingen
Hoewel in dit document het onderwerp al diverse malen is aangesneden, wordt in deze paragraaf integraal ingegaan op de gevolgen van demografische ontwikkelingen. In deze paragraaf wordt de bevolkingsontwikkeling, de samenhang van de aanpak (visie) en maatregelen door de gemeente toegelicht. Daarnaast beschikt de gemeente hiermee over een instrument om jaarlijks de stand van zaken aan te geven en extra kosten als gevolg van demografische veranderingen meer inzichtelijk te maken. In 1992 telde de gemeente Kerkrade op zijn top 53.364 inwoners. Nadien manifesteerde zich een daling van de bevolking. De afname van het inwonertal is tevens een regionaal verschijnsel. Bevolking gemeente Kerkrade, 1 januari leeftijdsgroep 1990 2000 0 – 19 20 – 39 40 – 64 65 e.o. totaal
11.549 16.829 16.864 7.888 53.130
10.595 13.317 18.848 8.698 51.458
2014
2020
2025
2030
8.092 9.807 18.626 10.410 46.935
7.859 9.228 16.708 11.363 45.158
7.554 8.672 15.228 11.921 43.375
7.215 8.134 13.878 12.110 41.337
bronnen: reële cijfers GBA Kerkrade, gemeentelijke prognosecijfers 2013 (t.b.v. info voor schoollocaties op buurtniveau).
Begin 2014 is door de gemeente een nieuwe prognose met als uitgangsdatum 1 januari 2013 opgesteld. Hierbij zijn de uitgangspunten voor de demografische componenten geboorte, sterfte, vestiging en vertrek gebaseerd op het gemiddelde van de jaren 2008 t/m 2012. Verder is op buurt- en stadsdeelniveau rekening gehouden met de uitwerking van de Regionale Woningmarktprogrammering 2013 - 2016 inclusief het gemeentelijk standpunt ten aanzien van deze programmering voor de komende jaren tot rond 2020. Op gemeentelijk niveau wordt verondersteld dat de woningbouwprogrammering geen wezenlijke invloed heeft op de te verwachten ontwikkeling van de bevolking in de komende jaren. Sinds begin jaren negentig wordt de krimp van de bevolking voor driekwart veroorzaakt door een sterfteoverschot: meer overledenen dan geborenen. Het overige kwart komt voor rekening van een negatief migratiesaldo. In de komende jaren wordt een verdere teruggang van het inwonertal verwacht. Naar verwachting zal deze teruggang vooral veroorzaakt worden door een sterfteoverschot. Het proces van ontgroening en vergrijzing zal zich in de komende jaren voortzetten. Zie ook onderstaande illustratie met de indexcijfers per leeftijdsgroep. Met name het aandeel personen van 80 jaar en ouder zal (op termijn) fors toenemen.
Bevolking Kerkrade naar leeftijd leeftijdsgroep
130
indices
120 110
0 - 19
100
20 - 44
90
45 - 64
80
65 79
70 60 2013 2015 2017 2019 2021 2023 2025 2027 2029 2031 2033 2035 2037 2039
80 e.o. totaal
jaren, 1 januari
Naast de daling van de bevolking zal in de komende jaren voor het eerst ook het aantal huishoudens geleidelijk afnemen. Het aantal huishoudens is tussen 2000 en 2013 stabiel gebleven. De gemiddelde
135
grootte van de huishoudens is in deze periode gedaald van 2,26 naar 2,01. De verdunning van de huishoudens, met name een toename van het aandeel eenpersoonshuishoudens, wordt in de komende jaren voortgezet. Onderstaand wordt ingegaan op de visie van de gemeente op krimp en de opgaven voor de woningvoorraad, de openbare ruimte en de voorzieningen. Om een indruk te geven van de kosten komen ook de financiën kort aan bod. Het blijkt overigens bijzonder lastig om de uitgaven voor “krimp” exact af te zonderen. Omwille van de efficiëntie en doeltreffendheid worden binnen projecten namelijk vaak zaken integraal opgepakt. De gerelateerde kosten zijn verweven in alle posten. Rijk en Provincie blijken ook bijzonder geïnteresseerd te zijn in de krimpeffecten bij riolering, (buiten)sportaccommodaties en scholen. Hier wordt in deze paragraaf extra bij stilgestaan. Voor meer gedetailleerde informatie op bepaalde onderwerpen wordt verwezen naar beleidsveld 1 (Bouwen en Wonen) en paragraaf 7 (Paragraaf Grondbeleid). a.
De visie van Kerkrade op de krimp
De gemeente Kerkrade heeft de krimp als autonome ontwikkeling geaccepteerd. Kerkrade trekt in dit kader gezamenlijk op met de gemeenten in de stadsregio Parkstad Limburg. Er is voor diverse thema’s gezamenlijk beleid (onder andere wonen en retail) opgesteld en er zijn regionale afspraken hierover gemaakt. Bedreigingen De gevolgen van krimp worden steeds beter zichtbaar. Zo loopt het leegstandscijfer van woningen en winkels in Kerkrade de laatste jaren verder op en ligt leegstand dikwijls in combinatie met verpaupering op de loer. Het draagvlak voor voorzieningen komt onder druk te staan. Het voorzieningenniveau moet door minder inwoners gedragen worden. Eerst treedt een periode van transitie op; een overgang naar een nieuwe balans. Daar waar in het verleden veel voorzieningen op buurtniveau aanwezig waren, zullen deze nu meer geclusterd moeten worden. Tot slot zijn er brede en forse financiële gevolgen. De inkomsten van de gemeente verminderen aanzienlijk (o.a. algemene uitkering, belastingen). Dit geldt ook voor externe partners (onderwijs, zorg, corporaties, culturele instellingen, etc). Daarentegen nemen de benodigde gemeentelijke uitgaven en die van de externe partners toe, zowel in de ruimtelijke, economische als sociale sector. Kansen De bevolkingsontwikkeling biedt ook kansen. Kerkrade kan, en zal, kiezen voor kwaliteit boven kwantiteit. Niet alleen de woningvoorraad wordt verbeterd, maar ook de woonomgeving. Oorspronkelijke beekdalen en vergezichten naar de groene omgeving (beleving van het landschap) worden hersteld. De diverse centra en de voorzieningen krijgen een kwaliteitsimpuls. Door voorzieningen te bundelen, kan ook hier meer worden geïnvesteerd in minder. Naast deze kansen voor de wijken, blijft Kerkrade ook inzetten op de doorontwikkeling van het speerpunt toerisme. Dit heeft de laatste tijd al vruchten afgeworpen door een grote toename van bezoekersbestedingen en diverse stimuleringsprijzen. Tot slot bieden de ontwikkelingen van de (eu)regionale infrastructuurverbindingen kansen. Hierdoor verbreedt het draagvlak en kan Kerkrade samen met de partners zich op een hoger schaalniveau profileren. De bouw van twee campussen bij de RWTH in Aken kan een extra impuls betekenen. Om deze kansen goed te benutten, staat de gemeente de komende jaren voor een forse opgave. Deze pakt Kerkrade waar mogelijk lokaal en waar nodig (eu)regionaal op. De opgaven hebben ondermeer betrekking op de woningvoorraad, openbare ruimte en voorzieningen. Hoewel Kerkrade de opgave integraal benadert, worden deze drie aspecten verder toegelicht. Gemeentelijke visies Kerkrade heeft belangrijke strategische visies vastgesteld, waaronder de “Reisgids Kerkrade 2030”, de gemeentelijke structuurvisie “Kerkrade 2010-2020” en de stadsdeelvisies “Kerkrade-West”, “KerkradeOost I” en “Kerkrade Noord en Oost II” waarin de demografische ontwikkelingen en de uitdagingen, waaronder de transformatieopgave van de woningvoorraad, het op peil houden van voorzieningen en leefbaarheid, de herinrichting van gebieden en openbare ruimten voor de komende decennia centraal staan. Zo zijn in de gemeentelijke structuurvisie gebieden aangewezen waarbinnen ontwikkeling,
136
verdunning of beheer is voorzien. In de ontwikkelingsgebieden (Heilust/Spekholzerheide, Bleijerheide/Vroenhof en Rolduckerveld) zal de komende jaren met name een ingrijpende aanpak van de woningvoorraad en openbare ruimte plaatsvinden. Ook is in de integrale visie opgenomen dat Kerkrade de maatschappelijke voorzieningen zoals zorg-, onderwijs- en sportvoorzieningen concentreert en gelijkmatig verspreidt over de stad en deze kwalitatief verbetert. Voor de stadsdelen Kerkrade Noord en Oost II is in februari 2014 een stadsdeelvisie vastgesteld en hebben de besturen van de deelnemende woningcorporaties Wonen Limburg en Wonen Zuid hiermee ingestemd. Voor Kerkrade-West is een gemeentelijk budget van circa € 2,4 miljoen beschikbaar gesteld ten laste van de ‘reserve structuurfonds’. Overige partijen dragen, onder andere via het transformatiefonds, ook bij aan het project. De stadsdeelvisie Kerkrade-West fungeerde als pilot voor de Limburgse wijkenaanpak. b.
De herstructurering van de woningvoorraad
In 2009 is de regionale herstructureringsvisie vastgesteld. Hieraan hebben alle Parkstadgemeenten en de daarin werkzame corporaties meegewerkt. In deze visie is op stadsdeelniveau de opgave tot 2020 vastgesteld. Een belangrijke uitdaging is de transformatie van de woningvoorraad. In januari 2013 is in het kader van de actualisatie van de transformatieopgave 2012-2020 de “netto-onttrekkingsopgave” per 1-12014 voor de Gemeente Kerkrade vastgesteld op 1.490 woningen. Een omvangrijke ingreep, die zowel in de huur- als in de koopsector zal moeten plaatsvinden, met name in de particuliere sector. Hiervoor zijn nauwelijks financiële middelen voor handen. De komende jaren zal de gemeente samen met andere partijen zoeken naar nieuwe financieringsconstructies en verdienmodellen. Deze ingreep reikt verder dan de woningvoorraad alleen, maar heeft ook gevolgen voor de woonomgeving en de sociale structuur in de wijken. De leegstand voor woningen bedroeg per 1-1-2012 6,1% (voorlopig cijfer) van de totale woningvoorraad (was: 5,8% per 1-1-2011). Inmiddels zijn in de Heilust 2 flats en diverse huurwoningen verwijderd. De komende jaren zullen de resterende drie hoogbouwflats in Bleijerheide worden gesloopt. (leegstand per 1-1-2013 5,1 %) c.
De herinrichting van de openbare ruimte
Groen Ten gevolge van de sloop, zal er meer ruimte in de wijken komen. Deze zal hoofdzakelijk groen worden ingericht. Er ontstaan op die manier nieuwe groene plekken in de wijk, maar ook groene zones door de wijken. Hierdoor worden groenstructuren beter met elkaar verbonden en worden de stadsranden ‘verzacht’. Dit is een belangrijke kwalitatieve ontwikkeling, die in de gemeentelijke structuurvisie is opgenomen. De toename van het totaal oppervlak van de openbare ruimte, zal zeker effect hebben op de aanleg en de kosten van het in stand houden daarvan. Er zal in de toekomst daarom ook steeds meer gekozen worden voor ander of tijdelijk ruimtegebruik van de vrijkomende gronden. Daarbij wordt gedacht aan (nieuwe vormen van) agrarisch en/of natuurbeheer eventueel met inzet van bewoners. Riolering Een specifieke situatie geldt voor het rioleringsstelsel. Afname van het rioleringsstelsel zal enigszins gaan plaatsvinden, maar veel minder sterk dan de bevolkingsontwikkeling. Dit verschijnsel staat ook bekend als “kostenremanentie”. Hierdoor zal de financiële last per inwoner gaan toenemen. In de bijgevoegde grafiek wordt een impressie gegeven van de afname van het aantal huishoudens (krimp) in relatie met de tarieven, op basis van de werkelijke cijfers van de rekening 2012 alsmede de meerjaren prognose van de evaluatie van het GRP in 2012 en de daarin vervatte aannames. Het betreft uiterst voorlopig cijfermateriaal. Jaarlijks wordt het Gemeentelijke Riolerings Plan geactualiseerd aan de hand van de werkelijke cijfers/aansluitingen.
137
Krimpeffect cijfers rekening 2012
d.
Concentratie van voorzieningen
Zoals eerder in dit hoofdstuk is aangegeven zal de voorziene krimp van de bevolking leiden tot het bundelen van voorzieningen. Op een aantal fronten is dit al flink in gang gezet. Onderwijsvoorzieningen. In de gemeente Kerkrade is de afgelopen jaren gewerkt aan een “krimpproof” onderwijshuisvesting. Er hebben diverse herschikkingen en investeringen plaatsgevonden. Voor het voortgezet onderwijs is hierdoor alleen het VMBO onderwijs op de nieuwe locatie Holz behouden gebleven. Ten behoeve van het primair onderwijs heeft onderwijsbestuur Movare een Masterplan opgesteld waarin de toekomstige plannen en het beleid zijn opgenomen. Deze plannen laten zien dat een nader onderzoek nodig is naar de mogelijkheden om in Eygelshoven het bijzonder onderwijs en openbaar onderwijs van OBS De Schatkist op de locatie van BS De Veldhof te centreren. Het onderzoek hiernaar vindt in 2014 plaats. Daarnaast vindt op de locatie van BS Bleijerheide vóór het nieuwe schooljaar 2014/2015 een noodzakelijke ver-/aanbouw plaats om de school de benodigde ruimte te bieden aan het licht stijgend leerlingaantal. Voor het overige worden tot 2026 geen grootschalige wijzigingen in de onderwijshuisvesting in Kerkrade meer verwacht. De laatste prognosecijfers aangaande de leerlingaantallen per 1 oktober 2013 laten voor Kerkrade een licht stijgend aantal leerlingen zien ten opzichte van een (op sommige scholen) licht dalende trend in de afgelopen jaren. Uit de cijfers blijkt dat tot 2022 de krimp in het onderwijs in Kerkrade stabiliseert. De prognosecijfers laten verder zien dat vanaf 2022 een licht dalende trend waarneembaar is van 30 leerlingen per jaar (tot 2034). In het in 2014 nieuw op te stellen Integraal Huisvestingsplan Primair Onderwijs maken de prognosecijfers van de leerlingaantallen voor de komende jaren dan ook een belangrijk onderdeel hiervan uit. Niet onbelangrijk in bovenstaande is het wetsvoorstel tot overheveling van het budget voor het buitenonderhoud en de aanpassing van schoolgebouwen, van gemeenten naar schoolbesturen per 1 januari 2015. De gemeenten blijven evenwel verantwoordelijk voor (vervangende) nieuwbouw en uitbreiding. De verantwoordelijkheid voor onderwijshuisvesting is in het primair onderwijs nu nog verdeeld over gemeenten en bevoegde gezagsorganen van scholen. Dit levert een aantal knelpunten op, namelijk dat gemeenten en bevoegde gezagsorganen verschillende belangen hebben, dat er sprake is van trage procedures en administratieve lasten, en dat bevoegde gezagsorganen weinig autonomie hebben en afhankelijk zijn van de gemeente voor het buitenonderhoud en aanpassingen aan het gebouw. Deze knelpunten spelen minder in het voortgezet onderwijs, waar de verantwoordelijkheid voor buitenonderhoud en aanpassingen aan het gebouw reeds in 2005 is overgeheveld van de gemeente naar het bevoegd gezag. Het wetsvoorstel beoogt deze verantwoordelijkheden over te hevelen en de knelpunten binnen het stelsel van onderwijshuisvesting in het primair onderwijs te verminderen.
138
Aangaande de vorengenoemde plannen voor Eygelshoven zal de wetswijziging mogelijk gevolgen hebben voor de (verdeling van de) bekostiging van de renovatie/aanpassing van BS De Veldhof/OBS De Schatkist. In de loop van 2014 zal hier naar verwachting meer duidelijkheid over ontstaan indien de VNG samen met de PO-raad tot overeenstemming komen over de verantwoordelijkheidsverdeling ten aanzien van renovatie van schoolgebouwen. Buitensportaccommodaties Anticiperend op de krimpverwachting is bij de buitensportaccommodaties sinds 2000 het beleid gericht geweest op het terugbrengen van het aantal buitensportaccommodaties. Bij de voetbalaccommodaties zijn wij van 13 naar 6 teruggegaan. Tennis is naar 2 accommodaties teruggebracht en hockey naar 1. Daarnaast is bij alle buitensportaccommodaties een kwaliteitsslag gemaakt door de keuze voor kunstgras(voetbal/hockey) of kunststof(tennis). Deze investeringen in het verleden, waarvan wij nu de hogere exploitatielasten dragen, hebben plaatsgevonden om de buitensport "krimpproof" te maken. Overige Ten aanzien van gemeenschapshuizen is naast een “kale” reductie van het aantal, spreiding en upgrading noodzakelijk. Door deels renovatie en deels nieuwbouw moet worden voorzien in multifunctionele accommodaties die functioneren als spil in de wijk. Er is gekozen voor een concentratie van retailvoorzieningen in een aantal benoemde clusters. De opwaardering van een aantal wijkcentra is afgerond (Carboonplein en kern Eygelshoven) en wordt de komende jaren afgerond (Maria Gorettiplein). De stad staat aan de vooravond van een nieuwe impuls voor het stadscentrum (Centrumplan). Voor de bedrijventerreinen wordt ingezet op revitalisering en beheer, in plaats van op uitbreiding. Regionaal is er voldoende capaciteit, dus wordt gekozen voor kwaliteitsverbetering van de bestaande terreinen. Kerkrade zal onverminderd inzetten op de doorontwikkeling van diverse toeristische voorzieningen, zoals die nu al succesvol aanwezig zijn. e.
Overige onderwerpen
Gelet op de bevolkingsontwikkeling, zal er meer behoefte aan zorg komen. Er komen immers meer ouderen. Het aandeel ouderen van 80 jaar en ouder neemt verhoudingsgewijs sterker toe, hetgeen extra zorgvraag creëert. Er zal moeten worden ingespeeld op deze veranderende zorgvraag en veranderende wet- en regelgeving in het sociale domein (decentralisatie van diverse taken naar de gemeente). Zowel sociaal, financieel als ruimtelijk moeten er maatregelen worden getroffen. Hierbij is ook de arbeidsmarkt een aandachtspunt. Tot slot zal er ingezet moeten worden op de sociale cohesie. Door de veranderende bevolkingssamenstelling, de individualisering en de fysieke ingrepen in de wijken, verdient deze alle aandacht. Door een integrale aanpak zal Kerkrade moeten gaan voor een goed sociaal klimaat in de wijken en in de stad. In de gemeentelijke structuurvisie is aangegeven dat we een levensloopbestendige stad willen zijn met passende zorg en zelfredzame inwoners. f.
Financiën
Deze paragraaf is ook op verzoek van de provincie Limburg en het Ministerie van BZK opgenomen, in verband met de tijdelijke extra middelen die in de periode 2011 – 2015 worden ontvangen middels de algemene uitkering. Deze toevoeging zal na vijf jaar worden geëvalueerd en beoordeeld in het jaarlijkse Periodiek Onderhoudsrapport gemeentefonds (POR). Daartoe is in 2014 onderzoek gedaan bij de gemeenten die in aanmerking komen voor deze krimpmaatstaf. Op 13 februari 2014 heeft de gemeente Kerkrade deelgenomen aan de seminar die door de Werkgroep Financiën van het Nationaal Netwerk Bevolkingsdaling en het ministerie van BZK is georganiseerd. De begrotingen en rekeningen met een krimpparagraaf zijn in opdracht van het ministerie van BZK geanalyseerd. Hieruit kwam naar voren dat er landelijk nog veel verbeterslagen kunnen worden gemaakt. Dat is relevant, mede tegen de achtergrond van de evaluatie van de tijdelijke krimpmaatstaf dit jaar. De gemeente Kerkrade scoorde in dit onderzoek overigens bijzonder goed. De paragraaf demografische ontwikkeling is primair bedoeld voor ondersteuning van de raad, het college en andere gebruikers van de gemeentebegroting om beter inzicht
139
te krijgen in en te sturen op de beleidsmatige vertaling van de aanpak van de gevolgen van bevolkingsdaling en andere demografische ontwikkelingen, zoals vergrijzing. Krimpgelden Omdat een bedrag per feitelijk “verloren inwoner” wordt ontvangen en daarnaast de uitkeringsfactor kan veranderen met elke circulaire, is in de loop der tijd een schommeling in de extra middelen mogelijk. De actuele bedragen (peil meicirculaire 2014) zijn circa € 1,3 miljoen in 2011, € 1,1 miljoen in 2012 en 2013, € 0,9 miljoen in 2014 en € 0,8 miljoen in 2015. De bijdragen vanuit het Rijk zijn afgenomen ten opzichte van 2011. Dit wordt veroorzaakt omdat de bevolking tijdelijk iets minder snel blijkt te dalen dan verwacht en omdat de uitkeringsfactor mede als gevolg van de rijksbezuinigingen aanzienlijk is verlaagd. Transformatiefonds Begin 2011 hebben Rijk, provincie en de stadsregio Parkstad Limburg gezamenlijk een zogenaamd “Transformatiefonds” opgericht om de structurele leegstand terug te brengen teneinde de leefbaarheid te verbeteren. Dit fonds is met name gebruikt voor de pilotgebieden van de Limburgse wijkaanpak, waaronder Kerkrade-West. In de begroting, bestuursrapportages en jaarrekening van Parkstad Limburg wordt hierover steeds verslag gedaan. Relevante documenten m.b.t. financiële gevolgen door bevolkingsdaling Door de krimp daalt de algemene uitkering. Dit werd reeds in 2008 door de Raad voor de Financiële Verhoudingen (RFV) in haar rapport ‘Bevolkingsdaling, gevolgen voor bestuur en financiën’ voorspeld. In hoeverre sprake is van een evenredigheid tussen lagere inkomsten en lagere kosten is tevens onderzocht. De kern van hun verhaal was: ‘Krimpgemeenten hebben tijdens de krimp hogere lasten omdat het voorzieningenniveau niet evenredig kan dalen met het inwoneraantal. Hun vermogen om het voorzieningenniveau op peil te houden wordt daarmee serieus op de proef gesteld en nieuwe ontwikkelingen worden geblokkeerd’. De RFV staat hierin niet alleen. Uit Duits onderzoek (Prof. Dr. Martin Junkernheinrich, T.U. Kaiserslautern) blijkt dat krimpgebieden hiermee vaak worden geconfronteerd. Dit fenomeen wordt ook wel kostenremanentie genoemd. Dit doet zich bijvoorbeeld sterk voor bij het rioolstelsel. Het stelsel wordt niet kleiner bij een dalend inwoneraantal, het ligt er immers, het is een complex en samenhangend systeem en moet (grotendeels) blijvend onderhouden worden om een goede werking te garanderen. In de Rijksstructuurvisie Infrastructuur en Ruimte (maart 2012) is onderkend dat de ruimtelijke dynamiek verschillend is in Nederland en dat op termijn grote delen van het land gaan krimpen. Aangegeven is dat dit geen nationaal belang is en regionaal moet worden opgelost. Waar nodig zal het Rijk hierin faciliteren. Voor de komende periode komen er echter geen extra financiële middelen beschikbaar voor de krimpaanpak. Daarnaast is het rapport “Gemeentefinanciën, voorzieningen en ruimtelijke investeringen in krimpgebieden. Ontwikkelingen tot 2040. Kansrijke strategieën” (juli 2012) van belang. Hierin zijn de krimpregio’s Eemsdelta, Zeeuws-Vlaanderen en Parkstad Limburg nader onderzocht, met medewerking van de betreffende gemeenten. In het rapport staat onder meer dat: De gemeentefinanciën verslechteren. Circa 50% wordt veroorzaakt door de doorwerking op het gemeentefonds van de bezuiniging op de Rijksbegroting in enge zin en circa 10% wordt veroorzaakt door het wegvallen van de krimpgelden vanaf 2016. In de regio Parkstad doet het grootste gedeelte van deze verslechtering zich reeds voor in de periode tot 2020. De uitgaven van de gemeenten in Parkstad in de periode 2011-2040 met 7% zullen stijgen. Deze stijging zit voornamelijk in de kosten voor welzijn/zorg en openbare ruimte/wonen. De eigen inkomsten zullen tot 2040 met ruim 5% teruglopen. De eigen inkomsten zijn in Parkstad erg laag. De eigen inkomsten in de regio Parkstad worden voornamelijk bepaald door de onroerende zaken belasting. De kosten van kwijtschelding blijken relatief hoog in Parkstad. De kosten van de transformatieplannen voor wat betreft de woningvoorraad in Parkstad Limburg zijn gekwantificeerd in een maatschappelijke kosten-batenanalyse. In het transformatie alternatief in Parkstad komt een groot deel van de opgave voor rekening van de woningcorporaties. Aldus resteert een benodigde investering voor de overheid van € 124 miljoen in Parkstad. Tegenover deze kosten staat een aanzienlijke welvaartswinst. Met name bewoners profiteren van een verbeterde leefbaarheid zodat per saldo grotere maatschappelijke baten kunnen worden gerealiseerd.
140
-
De beleidsopties zijn om de uitgaven te verlagen of de inkomsten te verhogen. De laatste optie is slechts beperkt mogelijk. Ten aanzien van voorzieningen wordt gepleit voor concentratie van voorzieningen en verder voor een goede analyse en afweging ten aanzien van nieuwbouw of renovatie bestaand vastgoed, aangezien nieuwbouw in de praktijk veelal duurder blijkt dan wel er elders weer leegstand gaat optreden.
141
142
Financiële begroting
143
144
§1.
Overzicht van baten en lasten
a.
Totaaloverzicht begrotingssaldo.
De begroting 2015 is niet sluitend. Dat is geen verrassing, aangezien de jaarschijf 2015 van de Voorjaarsnota 2014 financieel 1 op 1 vertaald is naar de begroting 2015. Onderstaand treft u een financiële samenvatting van de Voorjaarsnota aan voor de jaarschijven 2015 – 2018, althans voor die posten die de betreffende jaarschijven beïnvloeden. Voor een toelichting op de mutaties per beleidsveld verwijzen wij naar Voorjaarsnota 2014. blveld saldo begroting Najaarsnota 2013
2015
2016
2017
2018
0
0
0
0
algemene uitkering (sep/dec circulaire)
0
-174
-743
-1.051
-1.051
beleidsplan armoede en schulden
8
-500
-500
-500
-500
regionale samenwerking parkstad limburg / iba
10
140
200
260
295
beheer openbare ruimte
11
-28
-28
-28
-28
-562
-1.071
-1.319
-1.284
saldo begroting 2015 peil Voorjaarsnota 2014
In de Najaarsnota 2014 treft u weer aan een volledig geactualiseerd beeld aan de hand van de laatste ontwikkelingen, waaronder de gevolgen van de meicirculaire 2014. Volledigheidshalve wordt hieronder voor de jaren 2014 – 2018 een doorkijk gegeven van de effecten van de meicirculaire 2014 op basis van actuele gegevens.
Resultaat meicirculaire 2014
2014
2015
2016
2017
2018
60
-/- 133
-/- 1.061
-/- 1.026
-/- 1.457
Een actueel en meer gedetailleerd beeld van álle plussen en minnen t.o.v. het begrotingssaldo wordt gegeven in de Najaarsnota 2014. In september 2014 zal door middel van de koersbrief worden gestart met het komen tot diverse bezuinigingsmaatregelen. Voor de bepaling van de financiële consequenties van het pakket aan maatregelen uit de circulaire e.d. is de meerjarige ontwikkeling van onder meer woonruimtenvoorraad, inwoneraantallen en bijstandsontvangers belangrijk. Daarbij zijn o.a. de volgende geactualiseerde uitgangspunten gehanteerd: Maatstaf
2015
2016
2017
2018
inwoners
46.600
46.350
46.100
45.850
1.952
1.978
2.003
2.053
24.304
24.204
24.104
24.004
1,431
1,426
1,418
1,402
€ 50.436
€ 48.373
€ 48.013
€ 47.582
decentralisatie jeugd
14.896
14.896*
14.896*
14.896*
decentralisatie zorg (wmo nieuw)
10.577
10.577*
10.577*
10.577*
decentralisatie participatie
27.285
25.345*
23.200*
21.300*
€ 52.758
€ 50.818*
€ 48.673*
€ 46.773*
bijstandsontvangers woonruimten (nieuwe definitie) uitkeringsfactor
totaal algemene uitkering x € 1.000
totaal sociaal deelfonds x € 1.000
145
* De bedragen vanaf 2016 zullen t.z.t. door het Rijk opnieuw worden bepaald mede afhankelijk van een zgn. objectief verdeelmodel. Voor de bedragen vanaf 2018 vervalt de labeling.
De circulaire staat in belangrijke mate in het teken van de eerste fase van de herverdeeloperatie binnen het gemeentefonds. Het zogenaamd “groot onderhoud”. Verdeelmaatstaven vervallen, nieuwe worden geïntroduceerd, en definities veranderen. Een ander prominent aspect is de introductie van het Deelfonds Sociaal Domein als onderdeel van het gemeentefonds. Het Deelfonds Sociaal Domein bevat de middelen die het de gemeenten mogelijk moeten maken om de nieuwe verantwoordelijkheden en taken op de gebieden van WMO, jeud en participatie te kunnen uitvoeren. De voorlopige omvang van de middelen voor participatie werd pas later, medio juni, bekend gemaakt en komt voor Kerkrade neer op een bedrag van bijna € 27,3 miljoen in 2015. Daarvan heeft bijna € 25,2 miljoen betrekking op de reeds bestaande WSW. De meerjarig dalende reeks heeft m.n. te maken met de kortingen op de WSW-subsidies waartoe het Rijk al eerder had besloten. Deze zijn indicatief doorgerekend naar de situatie Kerkrade. Samenvattend op hoofdlijnen ontstaat m.b.t. de gemeentefondsuitkeringen, component Algemene Uitkering 2014-2018 het volgende beeld. 2014 scoort licht positief. Voor de daaropvolgende jaren is sprake van een fors oplopende negatieve reeks. Belangrijkste oorzaken zijn de negatieve gevolgen van het groot onderhoud, neerwaarts bijgestelde prognoses ten aanzien van de aantallen bijstandontvangers en de effecten van bevolkingskrimp. De toegevoegde middelen in het Deelfonds Sociaal Domein zijn middels een tijdelijke wet vooralsnog gelabeld voor een periode van 3jaar (2015-2017). Op basis van een confrontatie tussen middelen versus verantwoordelijkheden en taken zal zich speelruimte moeten kristalliseren. b.
Overzicht baten en lasten
Op de hierna volgende pagina’s is een overzicht van de baten en lasten per beleidsveld opgenomen voor zowel de rekeningcijfers 2013, de bijgestelde begroting 2014 als de (primaire) begroting 2015 – 2018. Dit alles financieel op peil Voorjaarsnota 2014. In het overzicht per beleidsveld is eerst het saldo vóór mutaties reserves zichtbaar gemaakt. Vervolgens worden de begrote toevoegingen en onttrekkingen aan reserves zichtbaar gemaakt, om te komen tot het begrotingssaldo. Bovengenoemde gegevens zijn ook vermeld bij de diverse beleidsvelden.
146
147
c.
Toelichting baten en lasten (incidentele posten / analyse afwijkingen)
Beleidsveld 1 Bouwen en Wonen In de vermelde lasten en baten per jaarschijf zijn inbegrepen de volgende incidentele posten:
Incidentele posten
Bijgestelde begroting 2014
Primaire begroting 2015
Bedragen x €1.000 Meerjaren Meerjaren Meerjaren begroting begroting begroting 2016 2017 2018
Lasten (-/-) Stadsvernieuwing: Kerk Terwinselen
135
15
Grondexploitaties
93
159
Transferium structuurgelden
600
Wijk van morgen, Dahliastraat Stadsvernieuwing: sloopkosten Chevremontstraat gevels monumenten Verhuizing Bieb structuurfonds
60 181
Startersregeling
50
Groot onderhoud woonwagens
42
159
56
56
-159
-56
-56
38
Baten (+) Grondexploitaties
Totaal incidenteel
129
-1.032
-212
Een analyse van afwijkingen geeft de volgende relevante posten: Afwijkingen rekening 2013 – begroting 2015 Door incidenteel advies inzake pachtovereenkomsten wijkt de post advieskosten van ruimtelijke ordening in 2013 met € 15.000 af ten opzichte van het geraamde budget van 2015. In 2013 is de voorbereiding voor het Transferium in Kerkrade – West gestart en is er een bedrag van € 7.000 besteed. Dit bedrag is beschikbaar gesteld uit de reserve liquidatie sanering mijnterrein. Door de herijking van de pachtcontracten is er in 2013 een hogere opbrengst van € 8.000 gegenereerd . Voor de jaarschijf 2015 is een bedrag van € 38.000 geraamd voor de verhuizing van de Bieb naar de nieuwe locatie in het Centrum. Deze bijdrage wordt beschikbaar gesteld uit het Structuurfonds. In 2013 is er een bedrag van € 66.300 besteed aan communicatieactiviteiten t.b.v. het Centrumplan. Deze bijdrage is beschikbaar gesteld uit het Structuurfonds. Voor de uitvoering van het ISV II programma zijn in 2013 voor een bedrag van € 165.000 + € 14.000 (vrijval transitoria) uitgaven gedaan aan diverse projecten. Voor stadsvernieuwing is in 2013 voor een bedrag van € 61.000 beschikbaar gesteld voor de sloop van een pand en de Chevremontstraat, opknappen van gevels en de afbouw van de doorsteek van de Marktstraat naar het parkeerdek in de Einderstraat. Aan de Startersregeling is in 2013 een bedrag van € 100.000 besteed. Tot slot wijken de bestede budgetten van de grond exploitaties en WOP projecten af doordat deze eenmalig van aard zijn. Afwijkingen begroting 2014 na wijziging – begroting 2015 In 2014 is een incidentele bijdrage van Parkstad ontvangen voor een leisure clusteronderzoek historisch Driehoek van € 12.000. Voor de verhuizing van de Bieb naar de nieuwe locatie is voor de jaarschijf 2015 een bedrag van € 38.000 begroot. Voor de renovatie van de kerk op Terwinselen is een bedrag van € 150.000 geraamd voor de jaarschijven 2014 (€ 135.000) en 2015 (€ 15.000). Deze bijdrage wordt beschikbaar gesteld uit de reserve Stadsvernieuwing. Voor de afwikkeling van het ISV 2 tijdvak is voor de jaarschijf 2014 een bedrag van € 244.000 geraamd.
148
Voor de bestaande wijk van morgen is er voor de jaarschijf 2014 een bedrag van € 60.000 beschikbaar. Deze bijdrage wordt uit het Structuurfonds beschikbaar gesteld. Voor stadsvernieuwingsactiviteiten (gevels opknappen, sanering Chevremontstraat en monumenten) is er in 2014 een bedrag van € 181.000. Voor de aankoop van een pand voor de realisatie van het Transferium is er een bijdrage van € 600.000 uit het Structuurfonds beschikbaar. Doordat de bedragen van grondexploitaties eenmalig van aard zijn kunnen de verschillende jaarschijven niet met elkaar worden vergeleken. Jaarlijks wordt voor de Wijkuitvoeringsprogramma’s een bedrag beschikbaar gesteld voor veelal incidentele projecten. Voor de jaarschijf 2014 is hiervoor een bijdrage van € 142.000 beschikbaar uit de reserve grondexploitatie OBK Voor achterstallig onderhoud aan woonwagenunits is er in 2014 een bijdrage van € 42.000 beschikbaar uit de reserve gebouwen. Afwijkingen begroting 2016-2018 – begroting 2015 De diverse afwijkingen hangen samen met de verschillende grondexploitaties, die van jaar tot jaar kunnen verschillen. Zie voor een nadere toelichting de paragraaf grondbeleid. Voor de verhuizing van de Bieb naar de nieuwe locatie in het centrum is er in 2015 eenmalig € 38.000 beschikbaar uit het structuurfonds. Voor de jaarschijf 2015 is de slottermijn ad € 15.000 voor de renovatie van de kerk op Terwinselen uit de reserve Stadsvernieuwing begroot.
Beleidsveld 2 Verkeer en vervoer. In de vermelde lasten en baten per jaarschijf zijn inbegrepen de volgende incidentele posten:
Incidentele posten
Bijgestelde begroting 2014
Primaire begroting 2015
Bedragen x €1.000 Meerjaren Meerjaren Meerjaren begroting begroting begroting 2016 2017 2018
Lasten (-/-) n.v.t.
Baten (+) n.v.t.
Totaal incidenteel
0
Een analyse van afwijkingen geeft de volgende relevante posten: Afwijkingen rekening 2013 – begroting 2015 In verband met ziekte van een medewerker is er in 2013 een verkeerskundige adviseur ingehuurd voor een bedrag van € 5.000. Voor handhavingstaken parkeren is er door de Parkeer bv in 2013 een voertuig aangeschaft voor een bedrag van € 22.000. Voor parkeergelden is er in 2015 een bedrag van € 572.000 begroot. De werkelijke parkeerinkomsten bedroegen in 2013 € 476.000. De parkeergelden van het Atriumterrein opbrengst 2013 € 47.000 zijn ook met € 26.000 achtergebleven t.o.v. het begrote bedrag ad € 73.000 voor 2015. Eveneens zijn er minder boetes uitgeschreven € 62.000 dan het geraamde bedrag van 2015 ad € 100.000.
Afwijkingen begroting 2014 na wijziging – begroting 2015 Er zijn geen noemenswaardige afwijkingen.
Afwijkingen begroting 2016-2018 – begroting 2015 Er zijn geen noemenswaardige afwijkingen.
149
Beleidsveld 3 Milieu In de vermelde lasten en baten per jaarschijf zijn inbegrepen de volgende incidentele posten:
Incidentele posten
Bijgestelde begroting 2014
Primaire begroting 2015
Bedragen x €1.000 Meerjaren Meerjaren Meerjaren begroting begroting begroting 2016 2017 2018
Lasten (-/-) Project nieuw milieubeleid
136
Egalisatiereserve afval
356
duurzaamheid
25
Baten (+) Totaal incidenteel
-517
Een analyse van afwijkingen geeft de volgende relevante posten: Afwijkingen rekening 2013 – begroting 2015 In 2013 is de Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) Zuid Limburg van start gegaan. Voor de jaarschijf 2015 is er bij nieuw milieu beleid € 139.000 gereserveerd voor de RUD. Voor milieubeleid is er in 2015 € 42.000 beschikbaar. In 2013 zijn een aantal milieu projecten ter hand genomen voor een totaal bedrag van € 38.000. Enkele voorbeelden zijn Klimaatbeleid SLOK, energie onderzoek Stadhuis, aanschaf en aansluitkosten elektrisch voertuig M & B. Voor de Bag is er in 2013 een adviseur ingehuurd voor een bedrag van € 27.000. In 2013 heeft er een onderzoek naar geluidsanering plaatsgevonden voor een bedrag van € 8.000. Hiervoor is een ISV II bijdrage beschikbaar gesteld. Voor het actualiseren van de verkeersmilieukaart is er in 2013 een bedrag van € 8.000 besteed. Voor het onderdeel bodem is er in 2013 een deformatiekaart Radarsatelliet opgesteld voor een bedrag van € 5.000. In 2013 is er een opdracht verstrekt voor een bedrag van € 8.000 voor het educatieve programma Kerkrade jouw duurzame toekomst. Hiervoor is een provinciale bijdrage beschikbaar gesteld. In de loop van 2013 is de afrekening van RD 4 over het dienstjaar 2012 ontvangen. Het batige saldo ad € 691.000 is gestort in de egalisatiereserve. Bij de tariefstelling voor het jaar 2013 is op genoemde meevaller geanticipeerd door een bijdrage uit de egalisatiereserve beschikbaar stellen van € 702.000. Hierdoor kon het vaste tarief worden verlaagd van € 170 per aansluiting naar € 145.
Afwijkingen begroting 2014 na wijziging – begroting 2015 Uit de reserve reeds bestemde nog te besteden middelen is voor de jaarschijf 2014 een bedrag van € 136.000 gereserveerd voor milieubeleid (van oudere jaren). Voor duurzaamheid is er voor de jaarschijf 2014 € 25.000 beschikbaar. Voor het handhaven van het vaste tarief voor afvalstoffenheffing in 2014 op het verlaagde tarief van € 145 (2013) wordt er een bijdrage uit de egalisatiereserve beschikbaar gesteld van € 356.000.
Afwijkingen begroting 2016-2018 – begroting 2015 Er zijn geen noemenswaardige afwijkingen.
150
Beleidsveld 4 Economie en toerisme In de vermelde lasten en baten per jaarschijf zijn inbegrepen de volgende incidentele posten:
Bijgestelde begroting 2014
Incidentele posten
Primaire begroting 2015
Bedragen x €1.000 Meerjaren Meerjaren Meerjaren begroting begroting begroting 2016 2017 2018
Lasten (-/-) Stimulering ondernemerschap Upgrading bedrijventerrein Sophia
121 Willem
350
Baten (+) Parkstad Limburg
Totaal incidenteel
350
-121
Een analyse van afwijkingen geeft de volgende relevante posten: Afwijkingen rekening 2013 – begroting 2015 In 2013 is de boekwaarde van het bedrijventerrein Locht met € 85.000 gestegen als gevolg van een aantal verrichte onderzoeken en toerekening van interne uren. Voor diverse onderzoeken op het bedrijventerrein Willem Sophia is in 2013 een bedrag van € 36.000 besteed. Hiervoor is er van VDL, LHB en Martel bv een bijdrage ontvangen van € 16.000. In 2013 is er voor een haalbaarheidsonderzoek van Creative City een bijdrage van € 25.000 beschikbaar gesteld aan het Continium. Aan de ZLSM is een overbruggingskrediet van € 10.000 beschikbaar gesteld. Voor het upgraden en extra onderhoudskosten van de stad is er in het WMC jaar € 110.000 besteed. Na de herinrichting van het marktterrein en invoering nieuw opstellingsplan Eygelshoven is gebleken dat de benodigde stroomtoevoer op een beperkt aantal locaties op de markt als niet afdoende kon worden beschouwd, hetgeen regelmatig uitval tot gevolg had. In afwachting van het treffen van structurele maatregelen zijn via een installatiebedrijf wekelijks noodvoorzieningen getroffen. Dit geldt eveneens voor het in afwachting van het aanbrengen van stormankers treffen van maatregelen in relatie met wegwaaien bij bepaalde weersomstandigheden.
Afwijkingen begroting 2014 na wijziging – begroting 2015 Voor Stimulering ondernemerschap is er in 2014 een incidenteel budget van € 121.000 beschikbaar. Voor de upgrading van het bedrijventerrein Willem Sophia is voor de jaarschijf 2014 € 350.000 beschikbaar gesteld. Door Parkstad Limburg is hiervoor een subsidie van € 350.000 verstrekt. Op de markt Eygelshoven zijn in 2014 voor een bedrag van in totaliteit € 23.000 stormankers geplaatst die door de marktkooplieden kunnen worden gebruikt ten behoeve van het aanbrengen van spanbanden etc. ter voorkoming van wegwaaien van zeildoek en marktkramen etc. Afwijkingen begroting 2016-2018 – begroting 2015 Er zijn geen noemenswaardige afwijkingen.
151
Beleidsveld 5 Veiligheid en handhaving In de vermelde lasten en baten per jaarschijf zijn inbegrepen de volgende incidentele posten:
Incidentele posten
Bijgestelde begroting 2014
Primaire begroting 2015
Bedragen x €1.000 Meerjaren Meerjaren Meerjaren begroting begroting begroting 2016 2017 2018
Lasten (-/-) Inhuur personeel veiligheidshuis
42
Tijdelijke uitbreiding fte oov Veiligheidshuis
115
Baten (+) Veiligheidshuis subsidies
115
Totaal incidenteel
- 42
Een analyse van afwijkingen geeft de volgende relevante posten: Afwijkingen rekening 2013 – begroting 2015 In 2013 is de Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) van start gegaan. Voor de opstart en de overhead van het 2e halfjaar is er in 2013 een bijdrage van € 29.000 verstrekt. Overeenkomstig de daartoe gemaakte afspraken zijn de in de gemeentebegroting opgenomen middelen voor de post BRWZL gekort. Deze zijn in de begroting 2015 van de Veiligheidsregio Zuid-Limburg als zodanig vertaald. Evenals in de jaren 2012, 2013 en2014 zijn de posten nieuw beleid en (deels) inhuur personeel uitzendkrachten ingezet voor de financiering van een tijdelijke aanstelling van een beleidsmedewerker binnen de afdeling OOV. De posten inzake uitzettingen en vergoeding geleverde diensten zijn in relatie met de procedure uitzettingen/woningontruimingen zogeheten “tegenposten”. Kortheidshalve wordt verwezen naar de beleidsteksten in het algemeen deel van programma 5. Voor de jaarschijf 2015 is er in de begroting een opbrengst van € 357.200 voorzien voor bouwleges. Door de economische crisis en het achterblijven van grote projecten zijn de bouwleges in 2013 met € 64.000 achtergebleven ten opzichte van de raming van 2015. Allereerst de opmerking dat het Veiligheidshuis Kerkrade (VHK) een eigen exploitatiebegroting kent op basis waarvan de deelnemende gemeenten (2013: Gulpen-Wittem Kerkrade, Landgraaf, Simpelveld en Vaals; in 2014: Kerkrade, Landgraaf, Simpelveld) allen naar rato aantal inwoners aan het VHK bijdragen om de kosten te dekken die niet worden gedekt uit rijks- of provinciale bijdragen. Kerkrade voldoet haar bijdrage door de levering van personeel en betaalt dus geen financiële bijdrage. Dit was in 2013 (en daarvoor) reeds het geval en ook in 2014. De begrotingsposten voor het doen van inkomsten en uitgaven leveren als geheel geen negatief saldo op, rekening houdend met de door de gemeente Kerkrade verschuldigde vergoeding die volledig wordt verrekend met de geldelijke tegenwaarde in verband met de beschik-baarstelling van personeel aan het VHK (= € 121.695 in 2013 en € 121.884 in 2014). Afwijkingen begroting 2014 na wijziging – begroting 2015 Evenals in de jaren 2012, 2013 en2014 zijn de posten nieuw beleid en (deels) inhuur personeel uitzendkrachten ingezet voor de financiering van een tijdelijke aanstelling van een beleidsmedewerker binnen de afdeling OOV. Voor het jaar 2015 kan nog geen begroting worden gemaakt voor het Veiligheidshuis, omdat thans besluitvorming moet plaatsvinden omtrent het voorstel om het VHK op te laten gaan in een Veiligheidshuis Parkstad. Indien deze besluitvorming is afgerond is pas duidelijk of en zo ja, op welke wijze Kerkrade deelneemt aan een bovenlocale veiligheidshuis-organisatie, hoe die er precies uit gaat zien, wat hiervan de exploitatiebegroting gaat worden (concept is aangeleverd), hoeveel de gemeente Kerkrade hieraan gaat bijdragen en in welke vorm (financieel, dan wel personeel/huisvesting of een combinatie hiervan) en welke gemeente het beheer gaat voeren indien niet gekozen worden voor een
152
organisatievorm met rechtspersoonlijkheid (zoals voorgesteld). De gemeente Kerkrade is hiervoor kandidaat, maar e.e.a. gaat afhangen van de definitieve keuze voor de vestigingsplaats (voorstel: Stadskantoor Kerkrade).Verwacht wordt dat de besluitvorming in september wordt afgerond en dat vervolgens, op basis van de dan vastgestelde exploitatiebegroting, de in de begroting op te nemen financiële consequenties duidelijk zijn. Overeenkomstig de daartoe gemaakte afspraken zijn de in de gemeentebegroting opgenomen middelen voor de post BRWZL in de begroting 2015 gekort. Deze zijn in de begroting 2015 van de Veiligheidsregio Zuid-Limburg als zodanig vertaald. Voor de jaarschijf 2014 (eerste volledige jaar van de RUD) is er een bedrag van € 132.000 voorzien in de begroting. De structurele middelen voor de jaarschijven 2015 en verder zijn voorzien in programma 3 nieuw milieubeleid.
Afwijkingen begroting 2016-2018 – begroting 2015 Er zijn geen noemenswaardige afwijkingen.
Beleidsveld 6 Jeugd In de vermelde lasten en baten per jaarschijf zijn inbegrepen de volgende incidentele posten:
Incidentele posten
Bijgestelde begroting 2014
Primaire begroting 2015
Bedragen x €1.000 Meerjaren Meerjaren Meerjaren begroting begroting begroting 2016 2017 2018
Lasten (-/-) Voortgezet onderwijs: Aankoop Campus Voortgezet onderwijs: onderhoud goederen en diensten Baten (+)
1.300
Schadevergoeding Campus
- 190
Totaal incidenteel
14
-1.504
Een analyse van afwijkingen geeft de volgende relevante posten: Afwijkingen rekening 2013 – begroting 2015 De verschillen tussen de beleidsonderdelen onderwijs betreffen diverse over- en/of onderschrijdingen terzake onderwijshuisvesting welke jaarlijks worden gesaldeerd met de decentralisatiereserve Onderwijs; Als gevolg van de 5% bezuiniging op professionele instellingen (Najaarsnota 2012) is het budget voor Peuterspeelwerk in 2015 t.o.v. 2013 met € 18.000 verlaagd; In 2013 is € 40.000 minder uitgegeven aan lokaal Onderwijsbeleid dan structureel begroot; De uitgaven voor leerlingenvervoer in 2013 waren circa € 100.000 hoger dan begroot in 2015. In 2013 is € 120.000 op een bedrag van ruim € 600.000 minder uitgegeven op Jeugdzorg het geen in 2014 nog wordt bijgesteld.
Afwijkingen begroting 2014 na wijziging – begroting 2015 In 2014 is de terugkoop van de Campus van SVOPL op deze begrotingspost verwerkt.
153
Afwijkingen begroting 2016-2018 – begroting 2015 Er zijn geen noemenswaardige afwijkingen.
Beleidsveld 7 Welzijn, sport en cultuur In de vermelde lasten en baten per jaarschijf zijn inbegrepen de volgende incidentele posten:
Incidentele posten
Bijgestelde begroting 2014
Primaire begroting 2015
Bedragen x €1.000 Meerjaren Meerjaren Meerjaren begroting begroting begroting 2016 2017 2018
Lasten (-/-) Investeringsambitie structuurfonds t.b.v. Ontwikkeling accommodatiebeleid Investeringsambitie structuurfonds t.b.v. kunst en cultuur Culturele evenementen diensten derden
2.683 100 81
Baten (+) Totaal incidenteel
-2.864
Een analyse van afwijkingen geeft de volgende relevante posten: Afwijkingen rekening 2013 – begroting 2015 De subsidies openbare bibliotheek van de professionele instellingen zijn in 2014 structureel gekort met 5%, waardoor het subsidiebedrag 2015 verschilt van het rekeningcijfer 2013. De subsidie van de muziekschool is in 2014 structureel gekort met 7%. Verder zijn er in overleg met de andere subsidiënten diverse maatregelen genomen om de kosten verder te reduceren. In 2013 is t.b.v. diverse culturele evenementen € 71.332,58 uitgegeven, terwijl er in de voorlopige begroting 2015 vooralsnog wordt uitgegaan van € 0. Momenteel worden uit deze begrotingskosten ook enkele basale kosten voor diverse culturele evenementen, waaronder bv. carnaval, betaald. Indien deze post blijvend op € 0 wordt gesteld, dient een oplossing gevonden te worden voor dergelijke uitgaven. Bijstelling van deze begrotingspost gebeurt vanuit de post Culturele evenementen, evenementen en/of uit reserve evenementen. Afwijkingen begroting 2014 na wijziging – begroting 2015 In 2014 maakt de muziekschool het hele jaar gebruik van het pand aan de Kosterbeemden; dit pand wordt gehuurd en de lasten worden op deze post verantwoord. Het huurcontract is verlengd tot 31 mei 2016, waardoor de lasten in 2015 volledig doorlopen en hiermee rekening gehouden moet worden in de begroting. Inzake de muziekschool is voor het boekjaar 2014 is naast een taakstellende bezuiniging van 5% aan alle professionele instellingen ook nog 2% extra opgelegd (VJN2012). De afgelopen jaren zijn in overleg met de gemeenten Brunssum en Landgraaf diverse maatregelen getroffen om de kosten verder te reduceren. Via de voorjaarsnota 2014 zijn gelden beschikbaar gesteld voor het vervolgtraject Culturele Samenwerking in de Euregio, dat onder leiding van de Provincie Limburg wordt uitgerold. Gelet op de beperkte omvang van het budget culturele evenementen diensten van derden, is er een onttrekking van € 44.600 uit de reserve evenementen gedaan om positief te kunnen besluiten op diverse aanvragen. Via de Voorjaarsnota 2014 is de begrotingspost culturele evenementen, subsidies ondernemersfonds met € 13.000 verhoogd. In het kader van de bezuinigingen is de post culturele evenementen in de begroting 2014 neerwaarts bijgesteld met € 12.500. Gelet op de beperkte omvang van het budget, is er een onttrekking van € 100.000 uit de reserve evenementen gedaan om positief te kunnen
154
besluiten op diverse aanvragen voor grootschalige evenementen.
Afwijkingen begroting 2014-2018 – begroting 2015 Er zijn geen noemenswaardige afwijkingen.
Beleidsveld 8 Zorg In de vermelde lasten en baten per jaarschijf zijn inbegrepen de volgende incidentele posten:
Incidentele posten
Bijgestelde begroting 2014
Primaire begroting 2015
Bedragen x €1.000 Meerjaren Meerjaren Meerjaren begroting begroting begroting 2016 2017 2018
Lasten (-/-) Jeugdzorg uitbesteding
500
Wmo advieskosten
25
Baten (+) Jeugdzorg mutatie voorziening vrijval tbv sociaal domein Heilust Bijdrage innovatiefonds Wmo
Totaal incidenteel
-300 -25
-850
Een analyse van afwijkingen geeft de volgende relevante posten: Afwijkingen rekening 2013 – begroting 2015 De taakstellende opdracht “hulp bij het huishouden” door inzetten op zelfredzaamheid van de klanten, leverde een besparing op in 2014. Die lijn wordt in 2015 binnen de nieuwe Wmo doorgezet, op basis van toepassing van zelfredzaamheid en gebruikmaking van het aanbod van algemene en collectieve voorzieningen. Het verschil m.b.t. de posten inburgering wordt veroorzaakt doordat de eigen verantwoordelijkheid van betrokkenen meer aangesproken wordt dan voorheen. Hierdoor is vanaf 2014 minder inzet van gemeentelijke middelen voor dit taakveld nodig. Vanaf 2013 worden de kosten voor budgetbeheer en vrijwillig bewind niet meer bekostigd vanuit de bijzondere bijstand. De kosten worden betaald via productafname bij de KBL. Hierdoor zijn de kosten voor bijzonder bijstand in 2014 lager dan in 2012. Afwijkingen begroting 2014 na wijziging – begroting 2015 M.b.t. hulpmiddelen Wmo en aangepaste woningen Wmo wordt jaarlijks rekening gehouden met een prijs– en volumestijging. Het verschil m.b.t. de posten inburgering wordt veroorzaakt doordat de eigen verantwoordelijkheid van betrokkenen meer aangesproken wordt dan voorheen. Hierdoor is vanaf 2014 minder inzet van gemeentelijke middelen nodig voor dit taakveld. De kosten voor de regeling “Maatschappelijke Participatie WWB” ad € 120.000 zijn vanaf 2014 niet meer begroot in het budget voor sociaal culturele activiteiten. Dit omdat de wetgever heeft aangegeven dat de regeling na 2013 zal worden heroverwogen. Omdat in 2014 een groter gedeelte van de kosten voor schuldhulpverlening wordt betaald uit het Participatiebudget zijn de onder de post schuldhulpverlening geraamde kosten lager dan in 2013.
155
Afwijkingen begroting 2016-2018 – begroting 2015 Diverse kosten WMO nemen dankzij de vergrijzing toe, daar staat tegenover dat ook bezuinigingsmaatregelen zijn genomen (zie ook VJN2012). Verder nemen de kapitaallasten van de oude investeringen WMO af als gevolg van afschrijvingen.
Beleidsveld 9 Werk en inkomen In de vermelde lasten en baten per jaarschijf zijn inbegrepen de volgende incidentele posten:
Incidentele posten
Bijgestelde begroting 2014
Primaire begroting 2015
Bedragen x €1.000 Meerjaren Meerjaren Meerjaren begroting begroting begroting 2016 2017 2018
Baten Rijksbijdrage nieuwkomers
-53
Totaal incidenteel
-53
Een analyse van afwijkingen geeft de volgende relevante posten: Afwijkingen rekening 2013 – begroting 2015 De verschillen inzake het participatiebudget zijn een gevolg van beleidsmatige keuzen. De verschillen inzake inburgering zijn een gevolg van Rijksbeleid waardoor het beschikbare budget in 2015 is verlaagd. De verschillen met betrekking tot de posten sociale uitkeringen WWB zijn een gevolg van de hogere Rijksbijdrage. Afwijkingen begroting 2014 na wijziging – begroting 2015 Als gevolg van Rijksbeleid zijn de doeluitkering Wet Sociale Werkvoorziening, de Rijksbijdrage WWB werkdeel drastisch lager dan in 2014.
Afwijkingen begroting 2016-2018 – begroting 2015 Er zijn geen noemenswaardige afwijkingen.
Beleidsveld 10 Bestuur en bedrijfsvoering In de vermelde lasten en baten per jaarschijf zijn inbegrepen de volgende incidentele posten:
Incidentele posten
Bijgestelde begroting 2014
Primaire begroting 2015
Lasten (-/-) Representatie College
20
Monitoring
20
Baten (+) Totaal incidenteel
-20
-20
156
Bedragen x €1.000 Meerjaren Meerjaren Meerjaren begroting begroting begroting 2016 2017 2018
Een analyse van afwijkingen geeft de volgende relevante posten: Afwijkingen rekening 2013 – begroting 2015 Het nadeel op Bestuursondersteuning college van B&W ad. € 20.183 heeft enerzijds als oorzaak dat er in 2013 het WMC plaats heeft gevonden, kosten m.b.t. dit concours (o.a. inhuur horeca ad. € 5.800, additionele kosten € 5.500) drukken extra op het jaar 2013. M.i.v. 2014 heeft er op deze post een bezuiniging plaats gevonden. De uitvoering van het burgeronderzoek 2013 heeft door zijn omvang van 5.350 aangeschreven personen als gevolg van de gewenste bruikbaarheid van de cijfers op buurt(-cluster)niveau geleid tot een kostenpost van € 38.700. Het volgende burgeronderzoek staat gepland voor het najaar 2015. Ergo de tweejaarlijkse cyclus van dit onderzoek veroorzaakt het verschil tussen de bedragen in de even en oneven kalenderjaren. Afwijkingen begroting 2014 na wijziging – begroting 2015 Ingaande 2015 is er een aanzienlijk verschil in de salarissen en sociale lasten die voort vloeit uit een overeengekomen taakstelling op de loonsom voor het concern. Deze personele bezuinigingen zullen de hele organisatie treffen waarbij via de insteek van een strategische personeelsplanning verantwoord afgebouwd kan worden naar minder formatieplaatsen. Daarbij zal ook een relatie worden gelegd naar de flexibele schil en maatschappelijke banen. De begroting zal successievelijk van 2015 tot en met 2017 vermindert worden met € 300.000, € 600.000 tot € 1.000.000 in 2017 en vervolgens vanaf 2018 een structureel karakter behouden in afwachting van toekomstige formatieontwikkelingen. Bij het deelterrein van overige salariskosten en overhead zijn er voor 2015 minder kosten geraamd, hoofdzakelijk tengevolge van een verdere vermindering van FPU suppletiekosten, alsmede voor voormalige personeelsleden en daaraan gekoppelde premies. In 2014 is nog sprake van een eenmalige betaling aan de Belastingdienst. Volgens de tweejaarlijkse cyclus van het burgeronderzoek zal in 2015 het volgende onderzoek plaatsvinden. Afwijkingen begroting 2016-2018 – begroting 2015 Het burgeronderzoek vindt tweejaarlijks plaats. Het eerstkomende onderzoek in de periode van 2015 – 2017 zal plaatsvinden in 2015. De bijdrage regiofonds aan Parkstad Limburg is m.i.v. 2015 verhoogd met € 32.000.
Beleidsveld 11 Beheer In de vermelde lasten en baten per jaarschijf zijn inbegrepen de volgende incidentele posten:
Bijgestelde begroting 2014
Incidentele posten
Primaire begroting 2015
Lasten Voorbereidingskrediet Niersprinkstraat nabij stadspark Civieltechnische kunstwerken
rotonde
Gladheidsbestrijding
20 8 35
Onderhoud P3 Laethof
12
Campus
200
Onderzoeken parkstad Limburg Stadion
100
157
Bedragen x €1.000 Meerjaren Meerjaren Meerjaren begroting begroting begroting 2016 2017 2018
Incidentele posten Onderhoud MFC d’r Pool
Bijgestelde begroting 2014 25
Uitvoeringsbudget project stadspark
321
Uitvoering project kloostertuin Rolduc
Meerjaren begroting 2016
Meerjaren begroting 2017
Meerjaren begroting 2018
45
Groen omvormingen Uitvoering project Anstelvallei
Primaire begroting 2015
1.031 75
Baten Gladheidsbestrijding
35
Reserve gebouwen onderhoud P3 Laethof Reserve reeds bestemde nog te besteden Middelen Reserve gebouwen/subsidie
12 200
Reserve gebouwen PLS
100
Groen omvormingen bomenfabriek
25
Financiering stadspark
321
Financiering Anstelvallei
45
1.031
Parkstad Limburg tbv Rolduc
75
Totaal incidenteel
-28
Een analyse van afwijkingen geeft de volgende relevante posten: Afwijkingen rekening 2013 – begroting 2015 Door met name de kapitaallasten van de nieuwe investeringen (€ 174.000), een stijging van de onderhoudskosten ( € 88.000) voor riolen en waterlopen alsmede een stijging van de toerekening van de kosten van straatreiniging met (€ 11.000) nemen de kosten voor de taak riolen in 2015 toe. Door een tariefsstijging van de rioolrechten en de inzet van de egalisatiereserve zal deze toename van de kosten worden opgevangen. Het budget groot onderhoud wegen wijkt in 2013 met € 365.000 af van het primaire budget van 2015. Deze afwijking wordt veroorzaakt door een BDU subsidie van € 200.000 voor de aanleg van de rotonde op de Kaalheidersteenweg-Dahliastraat Strijthagenweg en een bijdrage van € 165.000 voor winterschade aan wegen. De laatste bijdrage is beschikbaar gesteld uit de egalisatiereserve afval. In 2013 is aan Parkstad Limburg een bijdrage van € 310.000 voor de financiering van de aanleg van de buitenring beschikbaar gesteld (rentekosten). Voor de jaarschijf 2014 is de laatste termijn ad € 155.000 voorzien. Door de weersomstandigheden van het 1e kwartaal van 2013 is een gedeelte van het straatreinigingsbudget € 15.000 overgeheveld naar gladheidsbestrijding. Door de extreem slechte weersomstandigheden is er in 2013 € 183.000 meer aan gladheidsbestrijding besteed. Deze tegenvaller is door de inzet van de egalisatiereserve afval en het budget straatreiniging opgevangen. Door winterschade is er in 2013 een budget van € 30.000 ingezet voor incidentele vervanging van lichtmasten. In 2013 is het vervangingsschema van de papierbakken afgesloten, derhalve wijkt het budget verkeersmeubilair met € 18.000 af van het budget van 2015. Voor het actualiseren van het beheersprogramma Planon is er in 2013 een bedrag van € 12.000 besteed. Verder is er voor het opstellen van een visie op vastgoed een bedrag verstrekt van € 19.000. In 2013 is de renovatie van de kleedlokalen en de toiletten van de Rodahal ter hand genomen. De kosten bedroegen € 77.000 welke beschikbaar zijn gesteld uit de reserve gebouwen. In 2013 zijn o.a. de lichtmasten van het sportpark Kaalheide gesloopt de kosten bedroegen € 19.000. Hiervoor is er een bijdrage uit de reserve gebouwen beschikbaar gesteld. Voor het oppakken van achterstallig onderhoud aan gemeentelijke gebouwen is er een bijdrage van € 71.000 beschikbaar gesteld uit de reserve gebouwen. In 2013 is er een bedrag van € 287.000 besteed aan het MFC d’r pool ( tapwater installatie,
158
cv ketel en veiligheidsmaatregelen). Hiervoor is een subsidie van € 200.000 ontvangen van de provincie. In de meerjarenbegroting is rekeninggehouden met een opbrengst van € 70.000 voor grafrechten. Doordat er steeds meer gekozen wordt voor crematies zijn de werkelijke grafrechten met € 21.000 achter gebleven. Als deze trend zich voorzet zullen de grafrechten structureel verlaagd moeten worden. In 2013 is er gestart met de herinrichting van het kasteel park Erenstein. Deze fase is gesubsidieerd met een bijdrage ad € 239.000 van Parkstad Limburg. Door Wozl is in 2013 een bedrag van € 841.000 besteed voor het reguliere groen contract en op regiebasis is er € 65.000 aangewend. Om een forse stijging van exploitatiekosten te voorkomen is er voor een bedrag van € 137.000 besteed aan het omvormen van openbaar groen. De genoemde omvormingen zijn voor een bedrag van € 70.000 gefinancierd met vrijvallende gelden van de grote boslocatie. Voor de jaarschijf 2015 is er ca. een miljoen beschikbaar voor genoemde werkzaamheden. Door incidentele verkopen van openbaar groen is er in 2013 € 15.000 ontvangen. Ten opzicht van het primair geraamde bedrag van 2015 is dit een plus van € 8.000. In 2013 is een pachtprocedure afgehandeld waardoor er een incidentele meevaller van € 29.000 is geboekt. Voor promotiedoeleinden en voorbereidingskosten Anstelvallei is er in 2013 een bedrag van € 52.000 aangewend , deze middelen zijn beschikbaar gesteld uit de gebiedsontwikkeling Anstelvallei.
Afwijkingen begroting 2014 na wijziging – begroting 2015 Voor het onderzoeken van de haalbaarheid van een rotonde op de Niesprinkstraat-KoningswegKoninginnestraat is in 2014 nog € 20.000 beschikbaar. Deze gelden zijn beschikbaar gesteld uit het structuurfonds. Door bezuinigingsmaatregelen is in de najaarsnota 2013 het budget onderhoud wegen trottoirs en pleinen met ingang van 2015 structureel met € 20.000 verlaagd. Voor de jaarschijf 2014 is de laatste termijn ad € 155.000 voorzien voor de financiering van de buitenring aan Parkstad Limburg. Door bezuinigingsmaatregelen is in de najaarsnota 2013 het budget van straatreiniging/onkruidbestrijding met € 20.000 verlaagd. In 2014 is de afrekening van de gladheidsbestrijding over het dienstjaar 2013 van RD 4 ontvangen. Het batige saldo ad € 35.000 van het pluspakket is terug gestort naar de deelnemende gemeenten. Het restantbudget ad € 8.000 van de civieltechnische kunstwerken over 2013 is doorgeschoven naar de jaarschijf 2014. Derhalve wijkt het budget van 2014 af van dat van 2015. Voor de jaarschijf 2014 is er voor het uitvoeren van een aantal onderhoudsmaatregelen aan P3 en Laethof een bedrag van € 12.000 beschikbaar gesteld uit de reserve gebouwen. In 2014 is er uit de reserve reeds bestemde nog te besteden middelen een bedrag van € 200.000 beschikbaar gesteld voor kosten t.b.v. de Campus. Uit der reserve gebouwen is er in 2014 een bedrag van € 100.000 beschikbaar gesteld voor een aantal onderzoeken in het Parkstad Limburg Stadion. Ter financiering van de loonsom van een medewerker van de afdeling Vastgoed- en grondbedrijf is het onderhoudsbudget diensten van derden gebouwen vanaf 2015 met € 33.000 verlaagd. Voor het dagelijks onderhoud aan MFC d’r Pool is er in 2014 € 45.000 beschikbaar gesteld. Een gedeelte van deze kosten € 12.000 is subsidiabel waarvoor een provinciale subsidie beschikbaar is gesteld. Het restant bedrag wordt beschikbaar gesteld uit de reserve gebouwen. Voor groenomvormingen is er in 2014 een bedrag van € 25.000 beschikbaar gesteld uit het project de bomenfabriek. In 2014 is er een bedrag van € 25.000 door Parkstad Limburg beschikbaar gesteld voor de herinrichting van kasteelpark Erenstein. In 2014 is er een bedrag van € 321.000 beschikbaar voor het stadspark. Dit bedrag wordt beschikbaar gesteld uit de reserve structuurfonds ( € 44.000), reserve reeds bestemde nog te besteden middelen ( € 252.000) en reserve plantsoenen ( € 25.000). Voor de jaarschijf 2014 is er voor de gebiedsontwikkeling va de Anstelvallei € 1.030.700 beschikbaar. Deze middelen worden beschikbaar gesteld uit het Structuurfonds ( € 1.000.000) en reserve gebouwen ( € 30.700). Voor de jaarschijf 2015 is er een bijdrage van € 50.000 beschikbaar van Parkstad Limburg. Voor de uitvoering van het project Kloostertuinen Rolduc is er in 2014 € 75.000 beschikbaar. Hiervoor is een subsidie van Parkstad Limburg ontvangen.
159
Afwijkingen begroting 2016-2018 – begroting 2015 Door vervolg investeringen voor riolen stijgen de kapitaallasten van de nieuwe investeringen van € 174.000 in 2015 naar € 297.000 in 2016 en € 460.000 in 2017. Rekening houdend met het uitstel van het wettelijk verbod op chemische onkruidbestrijding op verhardingen tot november 2015 is er op de jaarschijf 2015 een bezuiniging op genoemd budget doorgevoerd van € 15.000. Met ingang van november 2015 zal de bestrijding van onkruid op verhardingen op een andere dan chemische wijze worden uitgevoerd. In 2015 is er voor de gebiedsontwikkeling Anstelvallei € 50.000 beschikbaar van Parkstad Limburg.
Kostenplaatsen / algemene dekkingsmiddelen In de vermelde lasten en baten per jaarschijf zijn inbegrepen de volgende incidentele posten:
Incidentele posten Lasten Huisvesting stg. Impuls in werkplein Inhuur frontoffice, reservering van 2013 en overheveling wmo budget Inhuur personeel sector mazo tlv reserve FWI Onderhoud hondenvoorzieningen Reservering restant onderhoud Wijngrachttheater tlv structuurfonds, centrumplan Fasering investeringsambities structuurfonds Reserve Parkstad agenda, reservering tbv kapitaallasten buitenring Reserve parkeerfonds exploitatie conform najaarsnota 2013 Reserve Essent conform najaarsnota 2013 Reserve gebouwen conform voorjaarsnota 2014
Baten Stortkade: zwerfafvalvergoeding 2013 Belastingdienst: eenmalige teruggaaf basispremie wao Dividenden conform voorjaarsnota 2014 Egalisatiereserve afvalverwerking, overheveling budget 2013 tbv onkruidbestrijding Reserve FWI tbv inhuur personeel alsmede verbouwing werkplein Reserve Parkstad agenda ivm rentevergoeding buitenring Reserve plantsoenen, overheveling budget van 2013 tbv onderhoud stadspark Reserve grondexploitatie, overheveling budgetten tbv wijkbeheer Reserve parkeerfonds exploitatie conform voorjaarsnota 2014 Reserve stadsvernieuwing, tbv o.a.
Bijgestelde begroting 2014 3.371
Primaire begroting 2015 1.771
Bedragen x €1.000 Meerjaren Meerjaren Meerjaren begroting begroting begroting 2016 2017 2018 656
176 22 275 20 86 975
947
656
639 704 374
824
100
3.824
655
2.652
500
640
262
370
15
40 92 754 40 427 155 25 121
160
Incidentele posten gevelverbetering en herstel kerk Terwinselen Reserve Essent tbv overdracht Campus (2014) en vrijval ivm aflossing bruglening Enexis (2016)
Totaal incidenteel
Bijgestelde begroting 2014
Primaire begroting 2015
Meerjaren begroting 2016
1.300
0
2.390
453
-1.116
1.996
Meerjaren begroting 2017
Meerjaren begroting 2018
Een analyse van afwijkingen geeft de volgende relevante posten: Afwijkingen rekening 2013 - begroting 2015 De kapitaallasten nemen af hetgeen een gevolg is van vervroegde afschrijving in 2013 in verband met de aflossing tranche B van de bruglening Enexis. De te onderscheiden deelbudgetten betreffende de loonsom zijn afgelopen jaar tengevolge van de vele mutaties binnen de sectoren alsmede enkele marginale verschuivingen op bestuursniveau binnen de aangegeven kaders gebleven. De ingezette flexibilisering vereist meermaals een flexibele aanpassing van de aanwezige middelen waardoor volledig wordt geanticipeerd op de lopende taakstelling voor het gehele concern op de loonparagraaf. De wisselwerking en overheveling van structurele en incidentele middelen vond meermaals plaats waarbij participatiegelden effectief werden ingezet. Nog steeds wordt gewerkt met tijdelijke taakbelastingen en vergoedingen die in afwachting zijn van en anticiperen op mogelijke uitstroom van medewerkers en inzet van eigen mensen. Binnen die vaste personele schil hebben flexibele interne verschuivingen de uitbouw mogelijk gemaakt van de uitleen en ontwikkel perspectieven van collega’s. De geprognosticeerde vermindering van ons volume FPU-gerechtigden leidt tot voortzetting van deze neerwaartse tendens waarbij de volledige afbouw in zicht komt. De verbouwing van het linker bouwdeel Werkplein als gevolg van inhuizing Impuls is gestart eind 2013 en zal in 2014 worden afgerond. In 2013 zijn div. begrotingswijzigingen op diensten van derden doorgevoerd om tekorten elders te dekken. Voor 2015 staat een extra bezuiniging ingeboekt op catering. In 2015 is er een tekort op schoonmaakkosten, o.m. als gevolg van de doorgevoerde structurele bezuiniging NJN 2013 van € 15.000. Ook voor 2014 wordt een tekort verwacht op basis van uitputtingsoverzichten i.r.t. nog te verwachten uitgaven op basis van het vigerende contract. In verder meerjarig perspectief zal de ingezette bezuiniging zijn weerslag vinden in een versobering van het schoonmaakcontract. Bij de portokosten is sprake van een nadeel van circa € 13.000. Ondanks stijgende tarieven bij Post.nl en BusinessPost kon de eerdere bezuiniging op onderdelen doorgevoerd worden met inbegrip van versobering waardoor we enerzijds zijn uitgekomen op een absoluut geringer volume aan verzonden post en anderzijds door een toepassing en doorbelasting van mails en extra kosten naar de desbetreffende afdeling en de specifieke projecten waarbij de financiering rechtstreeks is afgewikkeld. De verhoging van de tarieven, die overigens ook in 2014 zullen plaatsvinden, kunnen niet beïnvloed worden. Dit ingezette beleid zal stringent gehandhaafd blijven om de bezuiniging gestand te doen. Het resultaat/tekort van de kosten verzekeringen van circa € 13.000 is een gevolg van de verhoging van de assurantiebelasting van 9,3 % naar 21 %. Vanaf het begrotingsjaar 2014 zal dit structurele tekort zoveel mogelijk worden opgevangen door nadere prioriteitenstelling in de aanwending van budgetten. De stijging van de kosten telefonie ad. € 22.000 is een gevolg van de toename van de inzet van mobiele apparatuur inclusief bijbehorende abonnements- en verbruikskosten. Op beheer infrastructuur is een voordeel € 27.602. Voor 2014 zal er een incidentele verhoging van toepassing zijn voor het project E-hrm dat is aangekondigd en slechts ten dele is opgenomen in het informatie beleidsplan. In 2013 is op het terrein van Human Resource Management t.b.v. diensten derden, bedrijfshulpverlening en bedrijfsfitness € 60.000 meer besteed dan begroot in 2015. Er is in 2013 voor bijna € 10.000 meer magazijngoederen ingekocht dan begroot in 2015.
161
Afwijkingen begroting 2014 na bijstelling - begroting 2015 De kapitaallasten nemen af door lagere afschrijvingskosten en lagere rentelasten van vaste geldleningen. In 2014 is een bedrag begroot ad € 190.000 voor verbouwing van het werkplein. Het budget diensten derden is in 2014 structureel met € 30.000 verhoogd in verband met de huisvesting van het veiligheidshuis. In 2014 is voor automatisering (HRM) € 25.000 meer begroot dan in 2015. Van de stichting Afvalfonds is ten gunste van het begrotingsjaar 2014 een vergoeding voor zwerfafval ontvangen van ruim € 56.000. Afwijkingen begroting 2016-2018 - begroting 2015 Met name als gevolg van lagere afschrijvingen op de bestaande activa (gevoteerde kredieten t/m 2013) en de door aflossingen afnemende rentelasten van langlopende leningen, vallen de kapitaallasten jaarlijks lager uit. (NB: het budget voor de kapitaallasten van de investeringen geraamd in het investeringsprogramma is opgenomen bij het administratieve beleidsveld 0 en niet bij de kostenplaatsen; dit gebeurt pas nadat de investeringen daadwerkelijk hebben plaatsgevonden). Wegens uitputting van gereserveerde gelden is met ingang van het begrotingsjaar 2016 structureel € 36.000 minder beschikbaar voor automatisering.
162
§2.
Financiële positie
a.
Uitgangspunten begroting 2015 - 2018
Bij het samenstellen van de meerjarenbegroting 2015 - 2018 zijn onder andere de volgende uitgangspunten gehanteerd: - Loonsom In de primaire begroting 2015 is het CAO-akkoord dat liep tot 1 januari 2013 verwerkt inclusief de meerjarige gevolgen. Er is niet voorzien in nieuwe loonstijgingen. Na een langdurige onderhandelingsfase tekenden zich medio juli 2014 de contouren van een nieuwe CAO af. De uiteindelijke resultaten zullen te zijner tijd financieel moeten worden vertaald. Overigens is het beleid dat steeds kritisch zal worden bezien in hoeverre een invulling van een vacature noodzakelijk is in relatie tot de ontwikkeling van de organisatie. De komende jaren zal als gevolg van bezuinigingsoperaties ook worden ingezet op een bezuiniging op de loonsom. - Prijspeil Daar waar ten tijde van de Voorjaarsnota 2014 “prijsontwikkelingen” bekend en goedgekeurd waren is hierin voorzien. - Kapitaallasten De provincie stelt eisen aan de becijfering van de kapitaallasten van de investeringen. Aan de hand van het investeringsprogramma worden de kapitaallasten per begrotingsjaar becijferd, rekening houdende met een gemiddelde investeringsdatum per 1 juli en gehanteerde rekenrente. De kapitaallasten behorende bij het huidige investeringsprogramma voldoen aan deze provinciale eis. In de Financiële verordening gemeente Kerkrade ex. art.212 GW zijn ten aanzien van de afschrijvingen nadere kaders vastgelegd. - Algemene uitkering Bij de becijfering van de algemene uitkering zijn de cijfers op peil decembercirculaire Gemeentefonds 2013 gehanteerd. Zie verder de paragraaf “Algemene dekkingsmiddelen” in de beleidsbegroting en paragraaf 2. Bij laatstgenoemd onderdeel is tevens een doorkijk gegeven van de effecten van de meicirculaire 2014. - Budgettair egaliserende reserves Conform de Nota reserves en voorzieningen 2011 bestaan thans een aantal reserves die een (budgettair) egaliserend karakter hebben. Het betreft thans de volgende reserves: egalisatiereserve afvalverwerking, egalisatiereserve riolen, reserve FWI, reserve kernagenda parkstad, reserve grondexploitatie OBK, reserve huisvestingsvoorzieningen onderwijs, reserve gaiapark en, sinds de invoering van het ondernemersfonds per 2009, de reserve ondernemersfonds. Ook de nadien gevormde reserves WSW, evenementen en gebouwen hebben een egaliserende werking. b.
Ramingen bestaand en nieuw beleid
De ramingen voor het bestaand en nieuw beleid zijn, voorzover van toepassing, opgenomen in de financiële tabellen in de beleidsbegroting. Deze worden in verband met overzichtelijkheid hier niet herhaald.
163
c.
Investeringen
Hierna wordt het meerjarig verloop van het investeringsprogramma weergegeven. Dit alles financieel op peil Voorjaarsnota 2014. bedragen x 1.000 euro
nr. u/v
omschrijving
raming 2014
raming 2015
raming 2016
raming 2017
raming 2018
raming 2014 - 2018
I Reguliere investeringen kp. kp. kp. 00 00 02 02 04 07 07 08 08 09 11 11 11 11 11 11
v v v u u v u u u v v v v v v v v v v
vervanging GBA-pakket ICT investeringen diverse transportmiddelen onvermijdbaar investeringsambities parkeren verkeer en vervoer: duurzaam veilig euregionaal eurodepark gemeenschapshuizen groot onderhoud sportvelden wmo-hulpmiddelen wmo-trapliften reguliere ict projecten Mazo wegen, straten en pleinen civieltechnische kunstwerken openbare verlichting gemeentelijke gebouwen openbaar groen vastgoed info systeem
0 470 123 107 0 20 217 0 1.317 123 575 125 25 2.780 102 155 687 398 27
0 275 36 58 8.400 20 170 0 0 75 575 125 25 1.884 63 155 450 360 27
0 275 37 58 0 20 170 0 587 75 575 125 25 1.884 91 155 450 360 27
40 275 37 58 0 20 170 19 0 75 575 125 25 1.934 44 155 450 360 27
0 275 37 58 0 20 170 0 0 75 575 125 25 1.934 44 155 450 360 27
40 1.570 270 339 8.400 100 897 19 1.904 423 2.875 625 125 10.416 344 775 2.487 1.838 135
totaal reguliere investeringen
7.251
12.698
4.914
4.389
4.330
33.582
200 3.612 2.584
200 0 1.900
200 0 2.925
200 0 2.950
200 0 2.950
1.000 3.612 13.309
6.396
2.100
3.125
3.150
3.150
17.921
13.647 14.798
8.039
7.539
7.480
51.503
II Overige investeringen 06 11 11
v onderwijsvoorzieningen u buitenring v riolen
totaal overige investeringen
Totaal investeringen d.
Toelichting afwijkingen investeringsramingen 2014-2018
Kostenplaatsen / beleidsveld 0 Voor de vervanging van het GBA-pakket is € 40.000 geraamd in 2017. In de najaarsnota 2013 heeft een herprioritering plaatsgevonden van de investeringen ten behoeve van de investeringsambities. De investeringsvolumes voor ict-projecten zijn hiervoor jaarlijks verminderd met € 50.000, evenals de
164
investeringsbudgetten “onvermijdbaar” (jaarlijks € 42.000) en “diverse transportmiddelen” (jaarlijks -/€ 4.000). Beleidsveld 1 Bouwen en wonen N.v.t. Beleidsveld 2 Verkeer en vervoer Voor de jaarschijf 2014 is er een bedrag van € 217.000 beschikbaar. Een gedeelte van dat bedrag € 57.000 is noodzakelijk voor de aan te leggen rotonde op de kruising Kaalheidersteenweg – Dahliastraat en Strijthagenweg. Voor de jaren 2015 en verder is er € 170.000 beschikbaar voor verkeersmaatregelen. Beleidsveld 3 Milieu N.v.t. Beleidsveld 4 Economie en toerisme Een bedrag van € 19.000 heeft betrekking op de overheveling uit 2012 van het investeringskrediet voor het Euregionaal Eurodepark. Beleidsveld 5 Veiligheid en handhaving N.v.t. Beleidsveld 6 Jeugd Vervanginginvesteringen huisvesting scouting Gregorius Brokamp en verbouwing basisschool Bleijerheide, Blokkenberg, Ursula en OBS de Schatkist. Beleidsveld 7 Welzijn, sport en cultuur N.v.t. Beleidsveld 8 Zorg N.v.t. Beleidsveld 9 Werk en inkomen Deze gelden zijn bedoeld voor alle veranderingen op ICT gebied in het Sociaal Domein, zoals migratie Civision Wiz, ontwikkeling Mens Centraal, informatievoorziening 3 D’s etc. De gelden zullen in 2015 worden besteed. Beleidsveld 10 Bestuur en bedrijfsvoering N.v.t. Beleidsveld 11 Beheer In de najaarsnota 2013 zijn de investeringen voor wegen, straten en pleinen met € 1.000.000, Civieltechnische kunstwerken € 40.000, Openbaar groen € 212.000 en Vastgoedinformatiesysteem met € 15.000 i.v.m. bezuinigingen neerwaarts bijgesteld. In 2014 wordt de laatste tranche ivm voorfinanciering buitenring aan Parkstad Limburg betaald. e. Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Een overzicht van de geraamde algemene dekkingsmiddelen inclusief de post onvoorzien wordt weergegeven in het onderdeel “algemene dekkingsmiddelen”van de beleidsbegroting. Onderstaand volgt een samenvatting van de mutaties van de VJN2010 t/m VJN2014, voor zover zij nu nog leiden of hebben geleid tot een afwijking voor de jaren 2013 t/m 2018 ( jaar t-2 t/m t+3). De
165
jaarschijven die niet meer relevant zijn, worden weggelaten in de teksten. Dit betreft alleen de algemene dekkingsmiddelen en diverse mutaties reserves.
VJN2010 De septembercirculaire liet toch nog een positief beeld zien, resulterend in een voordeel van € 549.000 in 2012 en oplopend naar € 608.000 vanaf 2013. NJN 2010 De juni-circulaire 2010 gaf meevallers van € 2.900.000 (2012), € 3.690.000 (2013), € 3.190.000 (2014 evj). Met name positief door tijdelijke krimpgelden (2012-2015) en ontwikkelingen bijstand. De dividendramingen zijn meerjarig bijgesteld. Dit betreft Enexis, Attero, Publiek Belang en BNG. Incidentele dividendmeevallers waren er als gevolg van de verdere afwikkeling van de verkooptransactie Essent. Dit leidt tot de volgende reeks: € 325.000 (2012) en € 360.000 (2013 e.v.j.). VJN 2011 De septembercirculaire 2010 resulteert in de volgende reeks: -/- € 444.000 (2012), -/- € 111.000 (2013), +/+ € 613.000 (2014), +/+ € 419.000 (2015 e.v.j.), met name als gevolg van meevallende accressen. NJN 2011 De meicirculaire 2011 resulteert in de volgende reeks: -/- € 183.000 (2012), -/- € 632.000 (2013), -/- € 603.000 (2014 e.v.j.), met name als gevolg van ontwikkeling bijstandsontvangers. Op grond van actuele renteontwikkelingen en liquiditeitsprognoses is een voordeel becijferd op de kapitaallasten: € 100.000 (2012 en 2013) en € 60.000 (2014 e.v.j.). VJN 2012 In 2012 is de tweede tranche ontvangen inzake de liquidatie-uitkering IZA-Nederland +/+ € 66.000. Op grond van actuele renteontwikkelingen, ontwikkelingen in het investeringsprogramma en liquiditeitsprognoses is een voordeel becijferd voor 2012 ad € 700.000 en voor 2013 ad € 300.000. Het voortzetten van de reguliere indexering van 1,5% voor de jaren 2013 en 2014 leidt met betrekking tot de opbrengst OZB tot een hogere meerjarige reeks. +/+ € 136.000 (2013) en +/+ € 276.000 (2014 e.v.j.). Stijging van het aantal overnachtingen alsmede een verhoging van het tarief toeristenbelasting leidt tot een structureel voordeel van € 32.000 met ingang van 2012. Afroming van de restruimte “onvoorzien” leidt tot een incidenteel voordeel voor 2012 ad € 200.000. NJN 2012 De junicirculaire 2012 resulteert in de volgende reeks: -/- € 226.000 (2012), -/- € 706.000 (2013), -/- € 907.000 (2014), -/- € 855.000 (2015) -/- € 310.000 (2016 e.v.j.), met name als gevolg van fors afnemende accressen. Voor 2012 is er nog een kleine plus van € 57.000 i.vm. afrekening van oude jaren. De dividendramingen zijn meerjarig bijgesteld. Dit betreft Enexis, Attero, en BNG. Incidentele dividendmeevallers waren er als gevolg van de verdere afwikkeling van de verkooptransactie Essent. Dit leidt tot de volgende reeks: -/- € 137.000 (2012), -/- € 168.000 (2013) en -/- € 180.000 (2014 e.v.j.). Een extra verhoging van de opbrengsten belastingen, heffingen en leges resulteert in een meeropbrengst van afgerond naar beneden van € 100.000 m.i.v. 2013. Het onderhandelingsakkoord voor de CAO voor de sector gemeenten die eindigde op 31-12-2012 resulteerde in een nadeel voor de formatieloonsom van € 460.000 in 2012 en een nadeel van € 215.000 in 2013. Vanaf 2014 waren de beschikbare middelen nog toereikend om de gevolgen van het akkoord op te vangen.
166
VJN 2013 De septembercirculaire 2012 resulteert in de volgende reeks: -/- € 279.000 (2013), -/- € 80.000 (2014), -/- € 210.000 (2015), -/- € 182.000 (2016 en 2017). Om de begroting in 2013 sluitend te houden is het bedrag van € 279.000 onttrokken aan de reserve parkeerfonds (in 2012 is nog € 446.000 toegevoegd aan dat fonds als gevolg van diezelfde circulaire). De decembercirculaire 2012 resulteert in de volgende reeks: +/+ € 305.000 (2013), -/- € 275.000 (2014), -/- € 5.160.000 (2015), -/- € 5.500.000 (2016) en -/- € 5.850.000 (2017). De ramingen 2013 dividend geven per saldo (incidenteel) een plus van € 87.000. Actualisering van de financieringsbehoefte en aanscherping van de uitgangspunten voor de berekening van de rente geven een voordelig resultaat van de kapitaallasten van € 750.000 in 2013 en € 500.000 in 2014 e.v.j. Extra kapitaallasten in verband met realisering van de investeringsambities leiden tot een nadeel van € 300.000 in 2015 en € 500.000 in 2016 en 2017. NJN 2013 De meicirculaire 2013 resulteert in de volgende reeks: -/- € 844.000 (2013), +/+ € 37.000 (2014), +/+ € 1.164.000 (2015), +/+ € 473.000 (2016), +/+ € 735.000 (2017 e.v.j.). Het jaar 2013 is negatief, met name als gevolg van het doorwerken van het negatieve accres 2012. Meerjarig geeft de algemene uitkering een positief beeld voornamelijk door het effect “verzachten huishoudelijke hulp”. De kapitaallasten geven meerjarig een positief saldo (€ 225.000 (2015), € 427.000 (2016), € 423.000 (2017 e.v.j.) door het vervallen van de in de VJN2013 opgenomen extra kapitaallasten voor de investeringsambities, door het inzetten op het verkrijgen van subsidies. Het voortzetten van de reguliere indexering van 1,5% voor de jaren 2015, 2016 en 2017 leidt met betrekking tot de opbrengst OZB tot een hogere meerjarige reeks. +/+ € 280.000 (2014), +/+ € 5700.000 (2015) en +/+ € 860.000 (2017 e.v.j.). Door indexering van de tarieven hondenbelasting m.i.v. 2014 jaarlijks met 3% stijgen de inkomsten van € 13.000 in 2014 tot € 49.000 in 2017 e.v.j. Door een toename van het aantal overnachtingen en rekening houdend met een jaarlijkse indexering van 3% vanaf 2014 stijgen de inkomsten van de Toeristenbelasting met € 33.000 in 2014 tot € 42.000 in 2017 e.v.j. Vanuit het traject van noodzakelijke bezuinigingen op de bedrijfsvoering is voor de loonsom een taakstellende bezuiniging opgenomen van € 300.000 voor het jaar 2015, oplopend tot € 600.000 voor 2016 en € 1.000.000 voor 2017 e.v.j. VJN 2014 De septembercirculaire 2013 (aanvullend bezuinigingspakket) en de decembercirculaire 2013 resulteren in de volgende reeks: -/- € 230.000 (2014), -/- € 174.000 (2015), -/- € 743.000 (2016), -/- € 1.051.000 (2017 e.v.j.). De verkoop van de aandelen Attero aan Waterland resulteert in een eenmalige meevaller in 2014 van € 237.000 waarbij het structureel wegvallen van dividend gecompenseerd is.
167
f.
Financiering en schuldpositie
Voor wat betreft de financiering en schuldpositie wordt verwezen naar de beleidsbegroting, onderdeel “Financieringsparagraaf (treasury)”.
g.
Inzet reserves en voorzieningen
In de “Staat van reserves en voorzieningen“ die bij de bijlagen achterin dit boekwerk is opgenomen, treft u naast een meerjarig overzicht ook een nadere toelichting daarop aan. Er is rekening gehouden met de storting van het rekeningresultaat 2013 van € 992.000 in de reserve parkeerfonds exploitatie. De reeks voor de reserve grondexploitatie OBK kan afwijken met de reeks zoals weergegeven in de paragraaf grondbeleid van de begroting. De reeks is nog gebaseerd op peil VJN2014, terwijl in de paragraaf de meest recente prognoses zijn opgenomen.
168
STAAT VAN RESERVES EN VOORZIENINGEN BEGROTING 2015 - 2018 situatie 1.1.2015
omschrijving
situatie 1.1.2016
situatie 1.1.2017
situatie 1.1.2018
situatie 1.1.2019
ALGEMENE RESERVE
algemene reserve
5.215
BESTEMMINGSRESERVES
5.215
5.215
5.215
5.215
ter egalisatie van tarieven
egalisatiereserve afvalverwerking egalisatiereserve riolen
439
439
439
439
439
2.423
2.430
2.356
2.160
1.964
4.230
4.441
4.652
4.863
5.074
59 4.315
59 4.315
59 4.315
59 4.315
59 4.315
55
55
55
55
55
11 23
11 30
11 37
11 44
11 51
1.145 1.250
1.404 1.250
1.663 1.250
1.819 1.250
1.975 1.250
3 1.626
3 1.232
3 922
3 659
3 446
OVERIGE BESTEMMINGSRESERVES
reserve FWI reserve H R M reserve kernagenda parkstad reserve verenigingen / vrijwilligers reserve ondernemersfonds reserve plantsoenen reserve grondexploitatie obk algemene reserve obk reserve stadsmarketing reserve huisvestingsvoorzieningen onderwijs reserve liquidatie sanering mijnterrein reserve parkeerfonds exploitatie reserve reeds bestemde nog uit te geven middelen reserve evenementen reserve gaia reserve stadsvernieuwing reserve essent reserve structuurfonds reserve wsw reserve gebouwen TOTAAL RESERVES
VOORZIENINGEN
77
77
77
77
77
1.813
1.173
911
911
911
1.100
886
733
624
515
238 63
238 63
238 63
238 63
238 63
593
578
578
578
578
6.863
7.687
5.297
5.297
5.297
1.935 714
877 844
148 1.387
75 2.185
2 2.983
531
507
483
459
435
34.721
33.814
30.892
31.399
31.956
223
223
223
223
223
382 1.500
412 1.500
442 1.500
472 1.500
502 1.500
2.113 2.065
2.113 1.565
2.113 0
2.113 0
2.113 0
254
117
0
0
0
27
27
27
27
27
6.564
5.957
4.304
4.334
4.364
41.285
39.771
35.196
35.733
36.320
v. verplichtingen, verliezen en risico's
voorziening voor oninbare belastingdebiteuren voorziening pensioenverplichting wethouders voorziening dubieuze debiteuren sozawe voorziening verkoop essent voorziening projecten DOOR DERDEN BEKLEMDE MIDDELEN
met spec.aanw.richting *
voorziening BWS voorziening dialect activiteiten TOTAAL VOORZIENINGEN TOTAAL RESERVES EN VOORZIENINGEN
169
Overigens heeft de raad in juni 2014 nog besloten om diverse posten WSW (meevaller 2013,extra bijdragen/tekorten 2014-2018) met de reserve WSW te verrekenen. Dit leidt tot een ander verloop van deze reserve. Ultimo 2018 is dan op basis van de inzichten van juni nog een reserve WSW beschikbaar van bijna € 0,6 miljoen. Bedragen*€ 1.000 (peil VJN2014)
Primaire begroting 2015
Meerjaren begroting 2016
Meerjaren begroting 2017
Meerjaren Begroting 2018
Toevoegingen (lasten -/-)
3.646
3.235
3.387
3.387
Onttrekkingen (baten +)
4.553
6.157
2.880
2.830
Toevoegingen (lasten -/-)
30
30
30
30
Onttrekkingen (baten +)
637
1.683
0
0
1.514
4.575
- 537
- 587
Mutaties reserves / voorzieningen Reserves
Voorzieningen
Totaal incidenteel
De lasten en baten betreffen o.a. de volgende toevoegingen en onttrekkingen: 403 Reserve FWI T.b.v. de budgettaire neutraliteit vinden per jaareinde nog afsluitende boekingen plaats aan de hand van de werkelijke lasten en baten, vooralsnog zijn geen mutaties geraamd. 422 Reserve grondexploitatie Via deze reserve vindt egalisatie van de kosten en opbrengsten van de grondexploitaties plaats. De reserve laat een groei zien van € 1.145.000 begin 2015 naar 1.975.000 eind 2018. Deze groei is gerelateerd aan de ramingen van de resultaten, welke echter slechts een zachte status hebben. Meer informatie is opgenomen in de paragraaf grondexploitatie. 425 Reserve huisvestingsvoorzieningen onderwijs. De structurele toevoeging bedraagt € 2.215.000. De kapitaallasten van de onderwijsinvesteringen worden afgedekt uit deze reserve. Deze variëren tussen € 2.609.000 in 2015 tot € 2.428.000 in 2018. Op basis van de feitelijke ontwikkelingen worden per jaareinde steeds de correcte bedragen onttrokken. De actuele investeringen zullen een aanvullend beslag leggen op deze reserve. 431 Reserve reeds bestemde nog uit te geven middelen. Er zijn diverse onttrekkingen geraamd in verband met in voorgaande jaren gereserveerde bedragen voor lopende c.q. toekomstige projecten. De betalingen uit hoofde van deze verplichtingen worden gefinancierd middels deze incidentele middelen. 435 Reserve evenementen Aan de hand van de werkelijke lasten en baten in het kader van evenementen zal ook in 2015 een beroep op deze reserve worden gedaan. 439 Reserve Essent In 2016 wordt rekening gehouden met aflossing van tranche C van de bruglening Enexis ad. € 2,39 miljoen (onderdeel van de systematiek compensatie structureel dividend Essent). 440 Reserve structuurfonds Er zijn onttrekkingen geraamd van € 1.058.000 in 2015 tot € 73.000 in 2018. Dit op basis van ramingen van de diverse investeringsambities. De raad zal over die ambities steeds besluiten nemen, de opgenomen bedragen zijn slechts prognoses mede ten behoeve van de liquiditeitsramingen. De feitelijke onttrekkingen vinden plaats op basis van door de raad genomen besluiten en de werkelijkheid.
170
441 Reserve WSW Deze reserve is bestemd ter gedeeltelijke dekking van de WSW-kosten (Licom). De meerjarenraming WOZL (raad november 2012) levert voor de gemeentelijke bijdrage een voordeel op die de reserve WSW weer kan aanvullen tot € 2.983.000 in 2018. In de Najaarsnota zullen de actuele reeksen WSW worden betrokken. 442 Reserve gebouwen Uit deze reserve wordt een jaarlijkse onttrekking van € 25.000 geraamd ter dekking van diverse onderhoudsprojecten. 620 Voorziening pensioenverplichting wethouders De maandelijkse premie-inhouding wordt gestort in de voorziening, op jaarbasis wordt hier € 30.000 voor geraamd. Overdrachten van pensioenen kunnen dit beïnvloeden. 624 Voorziening projecten Als gevolg van de gewijzigde regelgeving is een bedrag van € 2,8 miljoen ultimo 2012 direct uit de “reserve structuurfonds” gehaald en gestort in de nieuw gevormde “voorziening projecten”. De uitgaven worden ten laste gebracht van de voorziening, die eind 2015 totaal zal zijn ingezet. 610 Voorziening BWS Dit betreft de verplichtingen van de gemeente aan derden met betrekking tot in het verleden verstrekte subsidies BWS. Begin 2015 betreft dit nog een bedrag van € 254.000, met de jaarlijkse onttrekkingen is dit eind 2016 volledig afgewikkeld. h. EMU-saldo Onderstaande (verplichte) tabel laat de berekening van het EMU-saldo van de gemeente Kerkrade zien. Het financieel cijfermateriaal is, net als de rest van deze begroting, gebaseerd op peil Voorjaarsnota 2014. Middels de Najaarsnota 2014 zal het berekende EMU-saldo wijzigen. Een belangrijke oorzaak van het EMU-tekort zijn de investeringsambities die financieel worden afgedekt uit de ruimte van het actueel investeringsprogramma en het restant van de reserve structuurfonds. Berekening EMU-saldo gemeente Kerkrade
2015
2016
2017
2018
(* 1.000)
(* 1.000)
(* 1.000)
(* 1.000)
-9.243
-12.541
-7.393
-7.118
6.990
6.630
6.329
5.888
30
30
30
30
9.898
11.060
9.802
8.347
5 Baten uit bijdragen van andere overheden, de Europese Unie en overigen, die niet op de exploitatie zijn verantwoord en niet al in mindering zijn gebracht bij post 4
0
0
0
0
6 Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa: Baten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs), voorzover niet op exploitatie verantwoord
0
0
0
0
7 Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d. (alleen transacties met derden die niet op de exploitatie staan)
0
0
0
0
8 Baten bouwgrondexploitatie: Baten voorzover transacties niet op exploitatie verantwoord
0
0
0
0
9 Lasten op balanspost Voorzieningen voorzover deze transacties met derden betreffen
0
0
0
0
10 Lasten ivm transacties met derden, die niet via de onder post 1 genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves (inclusief fondsen en dergelijke) worden gebracht en die nog niet vallen onder één van bovenstaande posten
0
0
0
0
11 Opbrengst bij verkoop van deelnemingen en aandelen in jaar (t)
0
0
0
0
-12.122
-16.942
-10.836
-9.548
1 Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c)
*
2 Afschrijvingen ten laste van exploitatiejaar (t) 3 Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie 4 Investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd
EMU-saldo
* deze bedragen zijn exclusief de verrekeningen met de boekwaardes van de obk-projecten
171
172
Bijlagen
173
Afkortingslijst AVV AWBZ
Adviesdienst Verkeer en Vervoer. Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten
BAO BAG BBV Bbz BCF BIBOB BLG BNG BOB BOS BTM BTW BVE
Besluit aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten Basisregistraties Adressen en Gebouwen Besluit Begroting en Verantwoording Besluit bijstand zelfstandigen BTW Compensatiefonds Bevordering Integriteitsbeoordeling door het Openbaar Bestuur Bank Limburgse Gemeenten Bank Nederlandse Gemeenten Beslissingen op Bezwaar Buurt Onderwijs Sport Bedrijventerreinenmanagement Bruto Toegevoegde Waarde Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie
CAO CAZ CBC CBS CJG CVV
Collectieve arbeidsovereenkomst Collectieve Aanvullende Ziektekostenverzekering Centrale Bezwaarschriften Commissie Centraal Bureau voor de Statistiek Centrum voor Jeugd en Gezin Collectief Vraagafhankelijk Vervoer
DUBO
Duurzaam Bouwen
ETIL
Economisch Technologisch Instituut Limburg
FIDO FPU FWI
Financiering Decentrale Overheden (wet) Flexibele Pensioen Uitkering Fonds Werk en Inkomen
GBA GFT GGD GHOR GRP
(wet) Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens Groente. fruit en Tuin (afval) Gemeentelijke Gezondheidsdienst Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen Gemeentelijk Riolerings Plan
HRM HULK
Human Resource Management Herzogenrath, Ubach-Palenberg, Landgraaf en Kerkrade
ICT I-NUP ISD ITJ ISV
Informatie Communicatie Technologie De overheidsbrede implementatie-agenda dienstverlening e-overheid Intergemeentelijke Sociale Dienst Integraal Toezicht Jeugd Investeringsbudget Stedelijke vernieuwing
JGZ JPP
Jeugdgezondheidszorg Jeugd Preventie Plan
KCC KOV
Klant Contact Centrum Kinderopvang
LED
Light emitted diode
MER MKB MSC
Milieu Effect Rapportage Midden- en Kleinbedrijf Medium Sized Cities
174
NASB NOC/NSF NPR-norm NV
Nationaal Actieplan Sport en Bewegen Nederlands Olympisch Comité / Nederlands Sport Federatie Lichttechnische richtlijn met aanbevelingen, berekeningen en oplossingen om een bepaald lichtniveau op de weg te bepalen Naamloze Vennootschap
OBK OZB
Ontwikkelingsbedrijf Kerkrade Onroerende Zaakbelasting
POL POP PSZ PVVP
Provinciaal Ondernemingplan Limburg Persoonlijk Ontwikkelingsplan Peuterspeelzalen Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan
ROA ROVL RUDDO RVVP
Regeling Opvang Asielzoekers Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid Limburg Regeling Uitzettingen en Derivaten Decentrale Overheden Regionaal Verkeers- en Vervoersplan
SEPA SMART SMK SUWI SW
Single Euro Payments Area Specifiek - Meetbaar - Acceptabel - Realistisch – Tijdgebonden Stichting Muziekschool Kerkrade Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen Sociale Werkvoorziening
TSIC
Telefonisch Service- en Informatiecentrum
VAZOM VJN VNG VSV VVE VVTV
Vrije Academie Zuid Oostelijke Mijnstreek Voorjaarsnota Vereniging Nederlandse Gemeenten Voortijdig Schoolverlaten Voor- en vroegschoolse educatie Voorwaardelijke Vergunningen Tot Verblijf
WCPV WGR WIN WIRA WMO Wob WOZ WOZL WSP WSW Wwnv WWB WWZ
Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid Wet Gemeenschappelijke Regelingen Wet Inburgering Nieuwkomers Wet implementatie Rechtsbescherming richtlijnen Aanbesteden Wet Maatschappelijke Ondersteuning Wet openbaarheid van bestuur Waardering Onroerende Zaken (wet) Werkvoorzieningschap Oostelijk Zuid Limburg Werkgevers Service Punt Wet Sociale Werkvoorziening Wet Werken naar vermogen Wet Werk en Bijstand Wonen Welzijn Zorg
ZMLK
Zeer moeilijk lerende kinderen (speciaal onderwijs)
175
Staat reserves en voorzieningen nr.
situatie 1.1.2015
omschrijving
toev 2015
situatie 1.1.2016
onttr 2015
ALGEMENE RESERVE
201 algemene reserve BESTEMMINGSRESERVES
5.215
0
0
5.215
439
0
0
439
2.423
0
-7
2.430
4.230
211
0
4.441
59
0
0
59
4.315
0
0
4.315
55
0
0
55
11
0
0
11
23
7
0
30
1.145
259
0
1.404
1.250
0
0
1.250
3
0
0
3
1.626
2.215
2.609
1.232
ter egalisatie van tarieven
301 egalisatiereserve afvalverwerking 302 egalisatiereserve riolen OVERIGE BESTEMMINGSRESERVES
403 405 407 408 409 421 422 423 424 425 426 429 431 435 436 438 439 440 441 442
reserve FWI reserve H R M reserve kernagenda parkstad reserve verenigingen / vrijwilligers reserve ondernemersfonds reserve plantsoenen reserve grondexploitatie obk algemene reserve obk reserve stadsmarketing reserve huisvestingsvoorzieningen onderwijs reserve liquidatie sanering mijnterrein reserve parkeerfonds exploitatie reserve reeds bestemde nog uit te geven middelen reserve evenementen reserve gaia reserve stadsvernieuwing reserve essent reserve structuurfonds reserve wsw reserve gebouwen TOTAAL RESERVES VOORZIENINGEN
608 620 621 622 624
77
0
0
77
2.805
0
640
2.165
1.100
0
214
886
238
0
0
238
63
0
0
63
593
0
15
578
6.863
824
0
7.687
1.935
0
1.058
877
714
130
0
844
531
0
24
507
35.713
3.646
4.553
34.806
223
0
0
223
382
30
0
412
1.500
0
0
1.500
2.113
0
0
2.113
2.065
0
500
1.565
254
0
137
117
27
0
0
27
6.564
30
637
5.957
42.277
3.676
5.190
40.763
v. verplichtingen, verliezen en risico's
voorziening voor oninbare belastingdebiteuren voorziening pensioenverplichting wethouders voorziening dubieuze debiteuren sozawe voorziening verkoop essent voorziening projecten DOOR DERDEN BEKLEMDE MIDDELEN met spec.aanw.richting *
610 voorziening BWS 623 voorziening dialect activiteiten
TOTAAL VOORZIENINGEN TOTAAL RESERVES EN VOORZIENINGEN
176
STAAT VAN RESERVES EN VOORZIENINGEN BEGROTING 2015 - 2018 nr.
situatie 1.1.2016
toev 2016
situatie 1.1.2017
onttr 2016
toev 2017
situatie 1.1.2018
onttr 2017
toev 2018
situatie 1.1.2019
onttr 2018
201
5.215
0
0
5.215
0
0
5.215
0
0
5.215
301 302
439
0
0
439
0
0
439
0
0
439
2.430
0
74
2.356
0
196
2.160
0
196
1.964
4.441
211
0
4.652
211
0
4.863
211
0
5.074
403 405 407 408 409 421 422 423 424 425 426 429 431 435 436 438 439 440 441 442
608 620 621 622 624
610 623
59
0
0
59
0
0
59
0
0
59
4.315
0
0
4.315
0
0
4.315
0
0
4.315
55
0
0
55
0
0
55
0
0
55
11
0
0
11
0
0
11
0
0
11
30
7
0
37
7
0
44
7
0
51
1.404
259
0
1.663
156
0
1.819
156
0
1.975
1.250
0
0
1.250
0
0
1.250
0
0
1.250
3
0
0
3
0
0
3
0
0
3
1.232
2.215
2.525
922
2.215
2.478
659
2.215
2.428
446
77
0
0
77
0
0
77
0
0
77
1.173
0
262
911
0
0
911
0
0
911
886
0
153
733
0
109
624
0
109
515
238
0
0
238
0
0
238
0
0
238
63
0
0
63
0
0
63
0
0
63
578
0
0
578
0
0
578
0
0
578
7.687
0
2.390
5.297
0
0
5.297
0
0
5.297
877
0
729
148
0
73
75
0
73
2
844
543
0
1.387
798
0
2.185
798
0
2.983
507
0
24
483
0
24
459
0
24
435
33.814
3.235
6.157
30.892
3.387
2.880
31.399
3.387
2.830
31.956
223
0
0
223
0
0
223
0
0
223
412
30
0
442
30
0
472
30
0
502
1.500
0
0
1.500
0
0
1.500
0
0
1.500
2.113
0
0
2.113
0
0
2.113
0
0
2.113
1.565
0
1.565
0
0
0
0
0
0
0
117
0
118
-1
0
0
-1
0
0
-1
27
0
0
27
0
0
27
0
0
27
5.957
30
1.683
4.304
30
0
4.334
30
0
4.364
39.771
3.265
7.840
35.196
3.417
2.880
35.733
3.417
2.830
36.320
177
178
Nadere toelichting reserves en voorzieningen nr.
Naam
Doel/omschrijving
algemene reserve 201
algemene reserve
Tot de 'algemene reserve' worden gerekend alle reserves, niet zijnde een bestemmingsreserve. De reserve functioneert als algemeen buffervermogen. Een eenmaal opgebouwde reserve hoeft op grond van deze schommelingen niet afgebouwd te worden als het aangegeven maximum wordt overschreden. De bandbreedte fungeert meer als richtlijn om het weerstandsvermogen te kunnen beoordelen.
301
bestemmingsreserves voor egalisatie van tarieven egalisatiereserve afvalverwerking
302
egalisatiereserve riolen
403
overige bestemmingsreserves reserve FWI
405
reserve HRM
Met deze reserve kan invulling worden gegeven aan trajecten op het personele vlak die vaak over de jaargrenzen heengaan (bijv. Persoonlijke Ontwikkelings Plannen).
407
reserve kernagenda parkstad
Deze reserve dient om eventuele (extra) kosten van projecten in parkstad verband (deels) te dekken. Momenteel betreft dit de inzet voor de buitenring.
408 409
reserve verenigingen en vrijwilligers reserve ondernemersfonds
421 422
reserveplantsoenen reserve grondexploitatie OBK
423
algemene reserve obk
Deze reserve dient om eventuele (extra) kosten van verenigingen en vrijwilligers te kunnen dekken. De reserve heeft als doel het verlevendigen van het stadscentrum en werkt egaliserend t.a.v. de inkomsten (reclamebelasting)/uitgaven. De reserve fungeert als buffer voor de groenvoorziening om onvoorziene uitgaven op te vangen. Dit is de "werkreserve" van het OBK van waaruit grondexploitaties worden bekostigd danwel opbrengsten worden geparkeerd ten behoeve van investeringen. Een groot deel is bestemd voor wijkontwikkelingsplannen en majeure projecten. Periodiek wordt het meerjarig verloop van deze reserve bewaakt en geactualiseerd om tijdig in te kunnen spelen op ontwikkelingen. Door de activiteiten van het OBK en de daarmee verbonden risico’s wordt een eigen reserve van enige omvang noodzakelijk geacht. Daarom is er specifiek voor het opvangen van evt. niet reeds voorziene/afgedekte risico's in de grondexploitaties een eigen reserve die als buffer fungeert.
424
reserve stadsmarketing
425
reserve huisvestingsvoorzieningen onderwijs
Het product reiniging is budgettair neutraal verwerkt in de begroting. De 'egalisatiereserve afvalverwerking' kan worden ingezet om externe schommelingen in de tariefstelling op te vangen. Hiertoe wordt de eindafrekening per dienstjaar toegevoegd danwel onttrokken aan de reserve. Het product riolering is budgettair neutraal verwerkt in de begroting. De 'egalisatiereserve riolen' dient om schommelingen in de tariefsbepaling te kunnen opvangen. Uit het rioolbeheersplan blijken de noodzakelijke investeringen en wordt een verband gelegd met de tarieven. Tevens blijkt meerjarig het evt. beroep dat op de reserve moet worden gedaan.
Deze reserve dient om het beleidsveld "sozawe" (m.n. bijstandsuitkeringen) zoveel mogelijk budgettair neutraal te laten verlopen c.q. om tegenvallers op te vangen. De gelden mogen ook worden gebruikt voor incidentele bedrijfsvoeringskosten die direct gerelateerd zijn aan het beleidsveld.
Reserve wordt gebruikt ter dekking van kosten verbonden aan het promoten van de stad Kerkrade. De reserve is destijds gevormd door een deel van de algemene uitkering n.a.v. de decentralisatie
179
nr.
Naam
Doel/omschrijving huisvestingsvoorziening onderwijs te boeken. Uit deze post worden de kapitaallasten van onderwijsvoorzieningen en de overige kosten van onderwijsvoorzieningen afgedekt (budgettair neutraal). Het betreft hier dus eigen middelen.
426
reserve liquidatie sanering mijnterrein
De reserve wordt gebruikt voor bodemsanering van de terreinen in combinatie met de herinrichting ervan. De reserve is destijds gevoed door een ontvangen liquidatie-uitkering i.v.m. beëindiging van de taakopdracht sanering mijnterrein. Vrij te besteden door gemeente. Op deze reserve wordt een uitsterf-constructie toegepast.
429
reserve parkeerfonds exploitatie
Buffer vergelijkbaar met de algemene reserve, waarin meevallers en een positief rekeningresultaat tijdelijk kunnen worden geparkeerd totdat ze een andere bestemming krijgen. Van belang is het "vrije saldo", aangezien op de reserve soms ook al weer claims liggen. De raad kan besluiten om de middelen een andere aanwending te geven.
431
reserve reeds bestemde nog uit te geven middelen
Hierin zijn posten opgenomen met een sterk verplichtend karakter, waarbij echter nog geen opdrachtverstrekking naar derden heeft plaatsgevonden en die dus formeel niet op de staat Nog te Betalen horen. Het verplichtende karakter wordt aangegeven door bijv. wet- en regelgeving, of nog af te ronden uitvoering van een reeds genomen besluit.
435 436
reserve evenementen reserve Gaia
Deze reserve dient om eventuele (extra) kosten van evenementen te kunnen dekken. Egaliserende werking. Deze reserve is bedoeld voor egalisatie van kosten/opbrengsten in relatie tot Gaiazoo. Wanneer de baten de lasten overtreffen kunnen de batige saldi in de exploitatie worden opgenomen en kan de reserve vervallen.
438
reserve stadsvernieuwing
439
reserve essent
In de voorjaarsnota 2008 is besloten tot vorming van een nieuwe reserve stadsvernieuwing t b v herstructureringsprojecten en aanpak verpaupering. Naar verwachting zal voornoemde problematiek mede ten gevolge van het krimpscenario in de komende jaren toenemen. Het jaar 2009 werd gekenmerkt door een forse eenmalige bate uit de verkoopopbrengst van het productie- en leveringsbedrijf van Essent NV aan RWE. In de raad van april 2009 werd ingestemd met de verkoop, als uitvoering van de door de aandeelhouders in juni 2008 vastgestelde toekomststrategie. Uiteindelijk was de verkoop op 30 september 2009 een feit. De reserve bestaat uit 2 delen: een vrij deel en een dichtverplicht deel. Over het vrije deel kan vrij worden beschikt. Het dichtverplichte deel heeft te maken met de gekozen systematiek om het structurele gemis aan dividenden Essent in de begroting goed te maken en heeft een relatie met de bruglening Enexis.
440
reserve structuurfonds
Ten laste van de Essent-opbrengst is de “reserve structuurfonds” gecreëerd. middelen zal de raad steeds een besluit nemen.
441
reserve WSW
Deze reserve is gevormd in verband met de WSW-problematiek. De gemeente Kerkrade kan op haar aandeel in het WOZL worden aangesproken. Als buffer is deze reserve beschikbaar, dient tevens ter egalisatie.
442
reserve gebouwen
608
voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico’s voorziening voor oninbare belastingdebiteuren
Voor de aanwending van deze
De reserve kan worden gebruikt om de kosten van gemeentelijke gebouwen op te vangen. Onderhoudskosten worden overwegend in de exploitatie verantwoord. Incidentele meevallers, bijvoorbeeld uit de verkoop van gebouwen, worden aan de reserve toegevoegd. Egaliserende werking. Deze voorziening dient om financiële consequenties van niet-geraamde afboekingen van oninbare belastingdebiteuren of niet-geraamde schuldsaneringen op te vangen. Periodiek wordt een inschatting gemaakt.
180
nr.
Naam
Doel/omschrijving
620
voorziening pensioenverplichting wethouders
M.n. schuldsanering is moeilijk te ramen en de kosten daarvan kunnen incidenteel groot zijn. Tot slot is het betaalgedrag van mensen verslechterd. Deze voorziening dient ter dekking van de aan de gemeente overgedragen pensioenaanspraken van wethouders (Wet APPA). Vanaf 2006 wordt deze voorziening gevoed door de ingehouden premies op de loonsom in de voorziening te storten.
621
voorziening dub. deb. Sozawe
622
voorziening verkoop essent
624
voorziening projecten
610
onderhoudsegalisatievoorzieningen n.v.t. door derden beklemden middelen met een specifieke aanwendingsrichting Voorziening besluit woninggebonden subsidies
623
voorziening dialect activiteiten
In verband met destijds aangescherpte verslaggevingseisen is de wijze van boekhouden veranderd m.b.t. terugbetaling door SoZaWe debiteuren. In 2007 is besloten om vanaf de jaarrekening 2006 een voorziening te creëren voor de risico's van eventuele oninbaarheid. Er is sprake van “rechten” van aandeelhouders op de garantiefondsen (vordering), die vooralsnog volledig in een voorziening waren gestort omdat de hoogte nog onzeker was. De wijze van verwerking was overigens verplicht voorgeschreven door de Provinciale toezichthouder(s) in samenwerking met de grote accountantskantoren en gebeurt door provincies en gemeenten op uniforme wijze. Op 30 september 2015 lopen de laatste garanties af. De verslaggevingsvoorschriften zijn op het gebied van de grondexploitaties aangescherpt. (Verwachte) tekorten/verplichtingen dienen direct middels een voorziening te worden afgedekt. Dit blijkt in 2012 relevant voor twee grondexploitaties die (gedeeltelijk) worden afgedekt uit de “reserve structuurfonds”, te weten Centrumplan en Heilust. Van de door de raad beschikbaar gestelde bedragen is volgens de grondexploitatie ultimo 2012 in totaal circa € 2,8 miljoen nog niet daadwerkelijk uitgegeven. Voorheen zouden deze uitgaven doorschuiven en in het jaar van uitgeven pas daadwerkelijk ten laste komen van de “reserve structuurfonds”. Als gevolg van de gewijzigde regelgeving is het bedrag van € 2,8 miljoen ultimo 2012 gestort in de nieuw gevormde “voorziening projecten”. De uitgaven zullen ten laste worden gebracht van deze voorziening. De kosten van onderhoud worden zoveel mogelijk in de exploitatie opgenomen. Het Rijk resp. Parkstad hebben in het verleden hiervoor middelen aan de gemeente beschikbaar gesteld, die de gemeente onder voorwaarden aan derden doorbetaald. De verplichtingen lopen nog t/m 2016. Inmiddels heeft het Rijk resp. Parkstad via een afkoopsom alle lopende verplichtingen uit de regeling afgekocht, een eindverantwoording door de gemeente is niet meer aan de orde. Niettemin lopen de gemeentelijke verplichtingen richting ontvangers op basis van de destijds afgegeven beschikkingen nog enkele jaren gewoon door. Conform de verslaggevingsregels is voor de resterende verplichtingen van € 777.000 per ultimo 2011 een voorziening gevormd. Het bedrag loopt jaarlijks af (uitsterfconstructie). De voorziening is gevoed door het liquidatiesaldo van de stichting Kirchröadsjer Dieksiejoneer en is bedoeld voor te organiseren activiteiten die de instandhouding van het Kerkraads dialect bevorderen (met inachtneming van de relevante verordeningen).
In de Nota Reserves en Voorzieningen 2011 worden tevens de minimum- en maximumomvang aangegeven voorzover van toepassing.
181
182
Beknopte samenvatting beleidskaders per beleidsveld Beleidskader Beleidsveld 1
Provinciaal Limburg
Jaar
Omgevingsplan
Ontwerp POL 2014
Omschrijving
2009
2014
Limburgse Wijkenaanpak
2008
Provinciale Woonvisie Limburg 2010-2015
2011
Intergemeentelijke Parkstad Limburg
2009
Structuurvisie
Herstructureringsvisie
voor
de
2009
Het Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL 2006) is een plan op hoofdlijnen. Het biedt een samenhangend overzicht van de provinciale visie op de ontwikkeling van Limburg en de ambities, rol en werkwijze op een groot aantal beleidsterreinen. Het is zowel Structuurvisie, Streekplan, Waterhuishoudingsplan, Milieubeleidsplan, als Verkeer- en vervoerplan, en bevat de hoofdlijnen van de fysieke onderdelen van het economische en sociaal-culturele beleid. Het is een belangrijk toetsingskader voor de gemeentelijke plannen op genoemde terreinen. Het Startdocument integrale herziening POL schetst de aanpak van het traject dat in het najaar van 2013 moet leiden tot een nieuw POL, met de wettelijke functies van structuurvisie, provinciaal milieubeleidsplan, regionaal waterplan en provinciaal verkeer- en vervoersplan. In samenhang daarmee wordt tevens de omgevingsverordening herzien en worden alle Pol-aanvullingen tegen het licht gehouden Het Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL) 2014 met bijbehorende stukken dat in oktober 2014 zal worden vastgesteld door Provinciale Staten geeft een nieuwe visie op de ontwikkeling van de Limburgse omgeving (ruimte, milieu, water, natuur en landschap, verkeer en vervoer etc.) en de drie regio’s Noord-, Midden- en Zuid-Limburg in de komende 10-15 jaar en formuleert de ambities, opgaven en aanpak voor belangrijke thema’s. Het POL zorgt er ook voor dat de basisvoorwaarden voor een uitstekend leef- en vestigingsklimaat en elementaire zaken zijn gewaarborgd. Het accent daarbij ligt op regionale vraagstukken. POL markeert een omslag in het denken over de ontwikkeling van de Limburgse omgeving. Aan het groeidenken van de afgelopen decennia lijkt een eind gekomen te zijn. Tevens zal de Omgevingsverordening Limburg 2014 worden vastgesteld. Hierin staan de regels die nodig zijn om het omgevingsbeleid van POL 2014 juridische binding te geven. De Omgevingsverordening is een samenvoeging van diverse provinciale verordeningen, waaronder de Verordening Wonen Zuid-Limburg (van juli 2013). Hierdoor zijn alle doorwerkingsinstrumenten van het omgevingsbeleid ondergebracht in één provinciale verordening. De Omgevingsverordening wordt uitgebreid met een nieuw hoofdstuk Ruimte dat een aantal instrumenten bevat gericht op de doorwerking van het ruimtelijke beleid van het POL2014. Bij het opstellen van nieuwe regionale en gemeentelijke ruimtelijke plannen/visies en het nemen van besluiten moet hiermee rekening worden gehouden. Het nieuwe POL en omgevingsverordening worden na de vaststelling verder uitgewerkt in bestuurlijke afspraken tussen provincie, regio’s en gemeenten. Ook worden nieuwe regiovisies opgesteld waaraan Kerkrade zal meewerken. In het kader van de wijkontwikkeling werkt de gemeente intensief samen met de provincie Limburg. Dit gebeurt sinds 2008 in de vorm van de Limburgse Wijkenaanpak, waartoe 12 Limburgse wijken zijn geselecteerd omdat daar de leefbaarheid onder druk staat. In Kerkrade is dat de wijk Kerkrade-West. In deze Woonvisie heeft de Provincie Limburg beschreven hoe de woningvoorraadontwikkeling de komende jaren vorm gegeven zou kunnen worden, welke rollen en taken de Provincie daarbij kan en wil vervullen en hoe de Provincie deze ambities tracht te realiseren. De Provincie is er voor verantwoordelijk om op bovenlokaal niveau woningbouwplannen op elkaar af te stemmen. Zij vervult daarbij verschillende rollen, onder andere die van aanjager, regisseur, stimulator en intermediair tussen diverse partijen. Haar belangrijkste meerwaarde ziet zij in haar rol als expert/kennismakelaar. Haar toegevoegde waarde is onder andere dat zij op provinciaal niveau kennis vergaart om deze kennis vervolgens effectief ter beschikking te stellen aan lokale partijen. De Provincie is in het beleidsveld wonen echter niet de enige speler. Er zijn veel actoren, waarbij de Provincie vooral een rol en taak wil vervullen als regisseur, coördinator, lobbyist en initiator voor afstemming op zowel (inter-)regionaal als (inter-)nationaal niveau. De Intergemeentelijke Structuurvisie is gericht op een samenhangende visie op de ruimtelijke ontwikkeling van Parkstad Limburg. In het bijzonder is de versterking van de economische basis van de regio een voornaam aandachtspunt. In het plan wordt op basis van een aantal sturingsprincipes het wensbeeld voor 2030 uitgewerkt. De bedoeling is dat de structuurvisie, op basis van bindende en richtinggevende uitspraken, leidt tot een bindende consensus tussen de gemeenten van Parkstad Limburg. De herstructureringsvisie voor de woningvoorraad Parkstad Limburg is voor de periode 2010-2020 opgesteld in co-makerschap door de regio,
183
Beleidskader woningvoorraad Parkstad Limburg
Jaar
Groenagenda Parkstad Limburg ( Regio Fonds)
2013/ 2014
Regionale Woonstrategie 20122020
2012
Regionale Woningbouwprogrammering Parkstad Limburg 2013-2020
2013
Regioprogramma “Naar duurzame vitale regio”
een
Structuurvisiebesluit Wonen en Retail
2010
2011
Omschrijving de zeven gemeenten en de elf woningbouwcorporaties die in onze regio actief zijn. Het doel van deze herstructureringsvisie is om in Parkstad gezamenlijk te bouwen aan een sterke regio, waarbij een evenwichtige woningmarkt voor de huidige en toekomstige bewoners van groot belang is. Door het opstellen van de visie moet duidelijk worden waar en op welke wijze de kwantitatieve en kwalitatieve veranderingsopgave plaats dient te vinden. Pas als dit inzicht er is kan er gestuurd worden op stadsdeelniveau vanuit een samenhangende, integrale en afgestemde visie, waarbij herstructurering, sloop en nieuwbouw met elkaar in verband worden gebracht. Bovendien moet de visie de basis vormen voor verdieping voor wat betreft het bepalen van de benodigde middelen en het ontwikkelen van instrumenten. Met de Groenagenda geven de Parkstadgemeenten projectgewijs invulling aan het verhogen van de ruimtelijke kwaliteit en de interactie tussen stedelijk en landelijk gebied. Binnen de gemeente Kerkrade wordt er in het kader van groenagenda gewerkt aan de omgeving van Kasteelpark Erenstein en de gebiedsontwikkeling van de Anstelvallei. Een betere ontsluiting en een verdere verfraaiing van het gebied zijn het doel van de werkzaamheden. De Regionale Woonstrategie vormt, samen met de in 2009 vastgestelde “Herstructureringsvisie voor de Woningvoorraad Parkstad Limburg 2008-2020” het kader voor de bovenlokale afstemming van de aanpak van de regionale woningmarkt, geeft de samenwerking met corporaties en marktpartijen weer en de sturing op kwaliteit en kwantiteit. De Regionale Woonstrategie focust op drie thema’s: het prioriteren en gericht volume terugbrengen (beperken omvang plancapaciteit), de aanpak van de bestaande particuliere woningvoorraad (overaanbod koop) en de doorstroming met focus op de doelgroepen (differentiatie). Op basis van de in 2006 vastgestelde regionale woonvisie Parkstad Limburg is in 2007 de regionale woningbouwprogrammering 2006-2010 (in 2010 inmiddels verlengd tot 2012) vastgesteld. Hierin zijn per Parkstadgemeente alle in betreffende periode te slopen en nieuw te bouwen woningen opgenomen. Indien woningen niet in deze programmering zijn genoemd, kan in een aantal gevallen – na toestemming van de regio - alsnog worden gebouwd. In december 2013 is een nieuwe Regionale Woningmarktprogrammering Parkstad Limburg voor de periode 2013-2016 vastgesteld. Volgens prognoses loopt het aantal inwoners in de 8 gemeenten in de regio Parkstad Limburg terug van bijna 270.000 in 1990 via 252.000 nu naar ca. 180.000 inwoners in 2040. Door middel van een totaal pakket aan maatregelen, verwoord in het Regioprogramma “Naar een duurzaam vitale regio” wordt getracht een bodem te leggen in deze daling en een nieuw evenwicht tot stand te brengen. Parkstad moet in 2040 een vitale stadsregio zijn met circa 220.000 inwoners. Daarvoor moet in de regio een transformatie plaatsvinden. Het Regioprogramma schetst de strategie op weg daarnaar toe. In haar regionaal woonbeleid, gepubliceerd als eigen beleid door de Parkstadgemeenten, geeft de Stadsregio aan wat de opgave in de regionale woningvoorraad t/m 2020 c.q. winkelvoorraad t/m 2020 is (regionale kaders). Uit oogpunt van een goede ruimtelijke ordening dient de woningvoorraad c.q. winkelvoorraad binnen de gemeenten zich te bewegen binnen deze gestelde kaders. Vigerende bestemmingen woningbouw c.q. detailhandel, waarvan op 1 januari 2013 nog geen gebruik is gemaakt, zullen daartoe bij actualisatie van het bestemmingsplan worden herzien, tenzij de locatie is opgenomen/past binnen de regionale afsprakenkaders (o.a. woningbouwprogrammering c.q. beslisboom Retailstructuurvisie)
Rapport Tranformatieopgave extramuralisatie Parkstad Limburg
In het onderhavige rapport wordt inzicht gegeven op de vraag wat de effecten zijn van de vergrijzing en de wijze van zorgverlening 2014 (extramuralisering c.q. het scheiden van wonen en zorg) op de transformatieopgave van het woningaanbod (gedifferentieerd van doelgroepen) en welke maatregelen moeten worden genomen om vraag en aanbod naar zorggeschikte woningen op elkaar te laten aansluiten.
Geactualiseerde Herstructureringsvisie Limburg 2012 - 2020
Het doel van de geactualiseerde envelop Herstructureringsvisie Parkstad Limburg 2012-2020 is om regio, gemeenten en partners inzicht te geven in de kwantitatieve transformatieopgave in de regio, gemeenten en woongebieden (wijken/stadsdelen). De kwantitatieve 2013 transformatieopgave wordt berekend aan de hand van gegevens van de huidige woningvoorraad en leegstand (E,til; WOZ-monitor Limburg 2011) in combinatie met de meest actuele wijkprognoses 2012-2020 betreffende huishoudens (E,til; Progneff 2012).
Envelop Parkstad
184
Beleidskader
Jaar
Omschrijving
op
Het ontwikkelen van instrumenten om de bestaande plancapaciteit in omvang terug te brengen is noodzakelijk om de herstructurering van de woongebieden in Parkstad verder tot uitvoering te kunnen laten komen. Eén instrument is de leidraad “Regievoeren op plancapaciteit” en betreft een stappenplan dat juridisch veilig handelen mogelijk maakt door aan te geven welke afwegingen gemaakt moeten worden, wie 2012 wanneer verantwoordelijk is en op welke momenten met wie gecommuniceerd moet worden. Het is echter geen handboek dat pasklare antwoorden geeft om bestemmingsplancapaciteiten te verwijderen.
Provinciale Verordening Wonen Zuid-Limburg, inclusief beleidsregel Kwaliteitscriteria nieuwe woningen Zuid-Limburg
In deze verordening is bepaald dat een bestemmingsplan van een gebied gelegen in de regio Zuid-Limburg niet voorziet in de toevoeging van nieuwe woningen aan de bestaande planvoorraad, tenzij deze woningen voldoen aan de door GS vastgestelde “Kwaliteitscriteria woningen Zuid-Limburg”. Met deze verordening wordt beoogd te borgen dat de kwaliteit van de bestaande woningvoorraad op peil blijft en aansluit bij de vraag van de huidige en toekomstige woonconsumenten, met andere woorden dat wordt voorkomen dat de mismatch tussen vraag en aanbod in kwantiteit en kwaliteit verder toeneemt. 2013 Deze verordening komt te vervallen nadat de nieuwe provinciale Omgevingsverordening gelijktijdig met het nieuwe POL in oktober 2014 zal worden vastgesteld. De inhoud van verordening Wonen Zuid-Limburg wordt dan opgenomen in de Omgevingsverordening.
Leidraad “Regievoeren plancapaciteit”
Structuurvisie 2020
Kerkrade
2010-
Stadsdeelvisie Kerkrade-West
Stadsdeelvisie Kerkrade-Oost
De Structuurvisie Kerkrade 2010-2020 betreft een gemeentelijk strategisch beleidsdocument, waarin op hoofdlijnen de afwegingen en keuzes voor de komende tien jaar zijn beschreven. Het is een richtinggevend document waarin duidelijk wordt welk sociaal, economisch en ruimtelijk beleid de gemeente nastreeft. De visie schetst een beeld van Kerkrade, van haar ontstaan en van de wijze waarop de gemeente samen met inwoners en andere partijen de komende jaren aan de slag wil gaan. De ambitie van Kerkrade is om een Europese en gastvrije stad 2011 te zijn. Ruimtelijke ontwikkelingen, waaronder de transformatieopgave, zijn c.q. worden uitgewerkt in stadsdeelvisies voor de wijken West, Oost en Noord, die daarna juridisch worden vastgelegd in bestemmingsplannen. De gemeentelijke structuurvisie en nieuwe stadsdeelvisies vormen het kader voor ruimtelijke plannen, initiatieven en uitvoeringsprogramma. Voor het stadsdeel West is een gebiedsvisie opgesteld voor de periode tot 2020 (met een doorkijk na 2020). Deze visie vormt een uitwerking van de gemeentelijke structuurvisie. De stadsdeelvisie is een integratiekader voor de fysieke, sociale en economische structuurversterking van 2011 Kerkrade-West en bevat een uitvoeringsprogramma om te komen tot een duurzame wijk. De visie is als pilot aangemerkt voor de Limburgse Wijkenaanpak waarbij het thema leefbaarheid centraal staat. De stadsdeelvisie Kerkrade-Oost I met de titel “Onbegrensd leven, wonen en werken in de Bovenstad tussen de Anstel en de Worm” is op 11 december 2012 vastgesteld door Woningstichting Land van Rode (nu HEEMwonen) en op 19 december 2012 door de Raad. Het stadsdeel Kerkrade-Oost I bestaat uit de buurten: Centrum (inclusief Mucherveld), Rolduckerveld, Holz, Nulland en Bleijerheide. Daarnaast maken het 2012 stadspark en abdijcomplex Rolduc en omgeving ook onderdeel uit van het plangebied. In de integrale visie zijn onder andere keuzes gemaakt voor de korte, middellange en lange termijn in het stadsdeel Oost I o.a. op het terrein van de woon- en leefomgeving, de transformatieopgave woningvoorraad en aanpak leegstand. De Stadsdeelvisie Kerkrade Noord en Oost II “Klaar voor de toekomst” is op 26 februari 2014 vastgesteld door de gemeenteraad. De directies van de woningcorporaties Wonen Zuid en Wonen Limburg hebben op respectievelijk 14 en 26 februari ingestemd met de visie. Na de visies voor de stadsdelen West en Oost I is dit de laatste in de reeks van integrale stadsdeelvisies die de verdere en praktische uitwerking zijn van de gemeentelijke structuurvisie Kerkrade 2010-2020 “Europees en gastvrij”. Het plangebied van deze visie bestaat uit de buurten Eygelshoven-Kom, Hopel, Vink en Waubacherveld in het stadsdeel Noord en de buurten Erenstein, Chevremont en Haanrade in het stadsdeel Oost II. Het bedrijventerrein Julia en de groen- en natuurgebieden Wormdal, Berenbos
185
Beleidskader Stadsdeelvisie Kerkrade Noord en Oost II
Beleidsnotitie Ordening
Ruimtelijke
Bestemmingsplannen Verordening VROM starterslening gemeente Kerkrade
Grondnota
Jaar
Omschrijving 2014 en Carisborg en omgeving maken ook onderdeel uit van het plangebied. Voor de stadsdelen wordt een basis geboden voor het opvangen van veranderingen om de leefbaarheid en woonkwaliteit op peil te houden. Om dat voor elkaar te krijgen is in de stadsdeelvisie een vernieuwende verdunningsstrategie opgenomen. De visie en de daarbij behorende strategie bieden een gezamenlijk toekomstperspectief. De stadsdeelvisie schetst geen eindbeeld, maar biedt hét kader en handvatten voor toekomstige en ook onvoorziene ontwikkelingen. Daarnaast is een aanzet van een uitvoeringsprogramma opgenomen om in ‘beweging’ te komen in de richting van dat toekomstperspectief.Met de vaststelling van deze laatste stadsdeelvisie zijn alle Kerkraadse wijken (zie ook de stadsdeelvisies Kerkrade-West in 2011 en Kerkrade-Oost I in 2012) goed voorbereid op de toekomst. Gemeente en partners kunnen met behulp van deze visies sneller, gerichter en beter inspelen op (onvoorziene) ontwikkelingen. In de stadsdeelvisie is een uitvoeringsprogramma voor de korte termijn (2014 en 2015) opgenomen. Gemeente en partners gaan hiermee actief aan de slag. Het programma is dynamisch van aard en zal inspelen op nieuwe ontwikkelingen. Is een gemeentelijke notitie over aspecten van het ruimtelijk beleid die in voorkomend geval vertaling dienen te vinden in de op te stellen 2009 bestemmingsplannen, c.q. die bij zich aandienende ruimtelijke vraagstukken (projecten/initiatieven) als toetsingskader kunnen gelden. De notitie zal geactualiseerd worden op grond van nieuwe wet- en regelgeving en nieuwe maatschappelijke ontwikkelingen. Met een bestemmingsplan kan de gemeenteraad bepalen welke inrichting en bebouwing en welk gebruik (van grond en bebouwing) in het daarin begrepen gebied is toegestaan. Het bestemmingsplan is daarmee een instrument om de bestemming, de inrichting en het beheer van gronden te regelen. In het kader van de nieuwe wet RO mogen bestemmingsplannen niet ouder dan 10 jaar zijn. Er is een planning binnen het OBK uitgezet, teneinde ervoor te zorgen dat tijdig de bestemmingsplannen zijn herzien. De regeling is een instrument ter bevordering van het eigen woningbezit en is gericht op starters op de woningmarkt. Starters kunnen onder 2007 bepaalde voorwaarden een aanvullende hypothecaire lening verkrijgen indien het inkomen te gering blijkt voor een volledige financiering. Ieder jaar stelt het College de grondnota vast. In deze nota wordt de ruimtelijke ontwikkelingsopgave op het gebied van woningbouw en uitgifte bedrijfsterreinen nader aangegeven. Gezien het dynamische karakter van dit ontwikkelingsprogramma wordt de grondnota daartoe ieder jaar geactualiseerd. Enerzijds wordt geëvalueerd welk programma het afgelopen jaar is gerealiseerd. Anderzijds wordt vooruitgekeken en de opgave voor de komende jaren aangeduid. Naast de ruimtelijke taakstelling wordt in deze nota eveneens de financiële taakstelling weergegeven. Er wordt vermeld welk financieel resultaat in het afgelopen jaar is behaald en welke planning voor het huidige jaar ev. is jaarlijks uitgezet inzake de verkoop van gemeentegrond binnen exploitatiegebieden. Tot slot dienen voor het ontwikkelingsprogramma de juiste juridische kaders te gelden. Dit betreft enerzijds de bestemmingplannen. Anderzijds is in exploitatiegebieden een voorkeursrecht gevestigd, dan wel zijn andere maatregelen getroffen teneinde de aankoop van gronden te kunnen bevorderen. In deze nota wordt een overzicht hiervan gegeven.
Beheersvoorschriften OBK
In deze voorschriften wordt aangegeven op welke wijze het ontwikkelingsprogramma voor woningbouwontwikkeling en bedrijfsterreinen wordt bepaald. In feite wordt hiermee de grondslag voor de grondnota aangeduid. Zo wordt gesteld dat de ontwikkelingsgebieden ieder jaar door het College in een ontwikkelingsprogramma voor woningbouw en bedrijfsterreinen worden vastgesteld. Dit geschiedt in het eerste 2009 kwartaal van ieder jaar. De financiële consequenties van de gronden worden jaarlijks in het kader van de Meerjaren Beleidsplanning en Begroting vertaald. Op deze wijze wordt de Gemeenteraad geïnformeerd. Verder wordt in de beheersvoorschriften bepaald op welke wijze de gemeentelijke gronden, die worden beheerd door het OBK, worden geadministreerd.
Verkoopvoorwaarden gemeentegrond aan particulieren
Verkoop van gemeentegrond aan particulieren dient via eenduidige richtlijnen te verlopen. In augustus 2006 heeft het College ingestemd met aanpassing van de verkoopvoorwaarden voor de verkoop van bouwterreinen aan particulieren.Tot dan golden de verkoopvoorwaarden uit 2007 1999. Volgens deze oorspronkelijke voorwaarden werd door het College bij de aanwijzing van een bouwterrein voor de bouw van een partic. woning een min.prijs vastgesteld. Hierna konden geïnteresseerden zich inschrijven en vond - in geval van meerdere gegadigden - een openbare veiling plaats. Daarbij werden de kavels per opbod verkocht. Conform art. 1 van genoemde verkoopvoorwaarden vond deze
186
Beleidskader
Jaar
Overeenkomst Algemene Prestatieafspraken 2012 t/m 2015 alsmede Prestatieafspraken 2014 per stadsdeel tussen Woningcorporaties en Gemeente
Welstandsnota
Groenstructuurplan Kerkrade
Bomenbeleidsplan
Bomenverordening Kerkrade
Omschrijving veiling plaats onder toezicht van een door de Raad benoemde veilingcommissie. In de nieuwe verkoopvoorwaarden werd gekozen voor een praktijk die bij veel gemeenten wordt toegepast. Het College stelt bij de besluitvorming over de aanwijzing van een bouwterrein tbv de bouw van een particuliere woning de koopsom vast. Hierna wordt in een persbericht aangekondigd, dat de gemeente bouwkavels verkoopt. Geïnteresseerden kunnen zich inschrijven, waarna de notariële trekking plaatsvindt, op basis waarvan de volgorde wordt vastgesteld waarin kandidaten een optie kunnen uitbrengen op de kavels. De Algemene Prestatieafspraken 2012 t/m 2015 zorgen voor lange termijndoelen, waarin de partijen (gemeente en vier woningcorporaties) met betrekking tot de lokale volkshuisvesting beschrijven wat ze samen willen bereiken en welke inspanningen ze daarvoor elk moeten 2012 leveren. Daarnaast benoemen de partijen in de Prestatieafspraken 2012 per stadsdeel (West, Oost en Noord) ook welke concrete projecten en plannen voor dat jaar op de rol staan o.a. voor wat betreft nieuwbouw, sloop en renovatie. Per 1 januari 2003 is de Woningwet gewijzigd. Een van die wijzigingen bevat de verplichting voor gemeenten om beleid op te stellen waarin staat hoe met welstandsaspecten bij bouwplannen wordt omgegaan en welke criteria daarvoor van toepassing zijn. In 2004 is dit beleid door de Raad van Kerkrade vastgelegd in de zogeheten welstandsnota. Bij de welstandsbeoordeling door de welstandscommissie mogen 2008 toekomstige bouwplannen uitsluitend aan de hand van de door de Raad vastgestelde criteria worden beoordeeld. De normen worden dan dus niet meer door de welstandscommissie zelf bepaald. Het ‘gedateerde’ groenstructuurplan omschrijft de gewenste/te realiseren groenstructuren binnen de gemeente Kerkrade. Het plan gaat nog 1992 geheel uit van (bevolkings)groei, terwijl de regio Parkstad Limburg in het algemeen en de gemeente Kerkrade in het bijzonder in een krimpscenario is terecht gekomen. Het Bomenbeleid is door de raad vastgesteld in december 2006 en is voor onbepaalde termijn vastgesteld. Het beleid is vastgelegd in een Bomenstructuurplan, in Randvoorwaarden voor de aanleg en het beheer bomen en in een Bomenverordening. Het bomenstructuurplan geeft aan welke betekenis (laan)bomen hebben voor de structuur en ordening van de stad. Dit resulteert in een structuurkaart waarop de structurele 2006 bomen zijn aangegeven. De randvoorwaarden voor de aanleg en het beheer zijn dwingende voorwaarden om de duurzame instandhouding van de bomen te kunnen waarborgen. De bomenverordening geeft regels omtrent de bescherming van bomen. Hierbij hoort een lijst met geïnventariseerde waardevolle en monumentale bomen die gehanteerd wordt bij de afweging van aanvragen voor een kapvergunning. 2012 de Bomenverordening is, naast de Boswet, het wettelijk kader dat de instandhouding van het bomenbestand in de gemeente Kerkrade regelt.
Samenwerkingsovereenkomst bewonersplatformsgemeente Kerkrade
Het groenontwikkelingsplan (GOP) is een actualisatie van het Groenstructuurplan uit april 1992. Het GOP geeft een geactualiseerde lange termijn visie op de gewenste groenstructuur, groenbeheer en groenontwikkelingen binnen de gemeente Kerkrade voor de aankomende 10 jaar. Het GOP omschrijft daarmee het gemeentelijk beleid aangaande de gewenste kwantiteit en kwaliteit van het openbaar groen. Naast de 2013 inrichting en kwaliteit van het openbaar groen staan ook de gevolgen voor de exploitatie van het ‘nieuwe groen’ en de braakliggende terreinen als gevolg van de verdunning van de woningvoorraad centraal. Het GOP dient als basis voor een nadere concretisering in uitvoeringsgerichte projecten, die er toe moeten leiden dat de gestelde uitgangspunten en doelstellingen van het openbaar groen verwezenlijkt worden. Het vormt daarmee het groenbeleidsdocument waarmee ontwikkelingen van het openbaar groen worden gestuurd. In het kader van het wijkgericht werken is op 24 april 2007 een nieuwe samenwerkingsovereenkomst getekend tussen de 3 Kerkraadse 2007 Bewonersplatforms en het college van de gemeente Kerkrade. Deze overeenkomst is een uitvloeisel van de raadsevaluatie wijkontwikkeling en regelt op hoofdlijnen de samenwerking tussen bewonersplatforms en gemeente op het gebied van wijkgericht werken.
4 jaren beleidsplan gemeente Kerkrade
Met de invoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) op 1 januari 2007 heeft de gemeente Kerkrade een negental 2007 uitvoeringstaken toebedeeld gekregen. Een van deze taken is omschreven als "leefbaarheid en sociale samenhang" en heeft betrekking op het werkgebied van wijkontwikkeling.
Groenontwikkelingspl Kerkrade
WMO
187
Beleidskader Uitvoeringsprogramma‘s wijkontwikkeling
Jaar
Omschrijving Hierin worden concrete uitvoeringsprojecten genoemd en uitgewerkt, zowel gericht op de sociale als de fysieke leefomgeving. Het jaarlijks programma komt van onderop tot stand, namelijk vanuit de behoeften die de wijkbewoners zelf aangeven.
Beleidsnotitie bestrijding verpauperde panden in Kerkrade
Convenant “Lokaal Overleg Volkshuisvesting Kerkrade (LOVK) 2010-2014
Verordening gevelverbetering
subsidiëring
Op basis van de Regionale Woonvisie wordt gestuurd op de regionale ambities ten aanzien van kwaliteit in een (krimpende) woningmarkt. Bij 2014 deze sturing biedt het “intrekkingsbeleid omgevingsergunningen” ondersteuning door het kunnen intrekken van verleende vergunningen mogelijk te maken. Het doel hiervan is om een uniform en gelijkluidend beleid te formuleren dat door alle Parkstadgemeenten wordt gehanteerd.
Intrekkingsbeleid omgevingsvergunning
Lijst van waardevolle Monumentale bomen
Teneinde het woon- en leefklimaat in Kerkrade te verbeteren, is ondermeer beleid opgesteld om de verpaupering van panden tegen te gaan resp. op te lossen. Hiertoe zijn instrumenten aangegeven, zoals aanschrijven van eigenaren van verpauperde panden, het verlenen van 2008 subsidies ten behoeve van gevelverbetering, alsmede het bijdragen aan het slopen van betreffende panden, al dan niet gevolgd door nieuwbouw op deze locatie. Sinds een aantal jaren voeren de woningbouwcorporaties die in Kerkrade actief zijn (Hestia groep, Land van Rode, Wonen Zuid en Wonen Heuvelsteden), de Vereniging Kerkraadse Huurdersfederatie ‘de Koepel” en de gemeente Kerkrade gezamenlijk overleg onder de naam 2010 “Lokaal Overleg Volkshuisvesting Kerkrade (LOVK)”. De doelstelling van dit overleg is een positieve bijdrage te leveren aan de samenwerking tussen de drie partijen en elkaar over en weer te informeren over actuele thema’s op het gebied van de lokale volkshuisvesting. Na evaluatie van de convenant is in juni 2010 besloten om ook gedurende de periode 2010-2014 periodiek overleg te voeren. In het kader van de besteding budget stadsvernieuwing heeft de raad besloten een nieuwe subsidieverordening gevelverbetering in het leven te roepen, waarvan het toepassingsgebied zich in eerste instantie beperkt tot de selectie van zo’n 79 panden die op de bij de verordening 2010 behorende bijlage staan vermeld. De ratio achter het beschikbaar stellen van een financiële tegemoetkoming aan eigenaren van een verpauperd pand is dat de gemeente het belangrijk vindt een bijdrage te leveren in het verbeteren van het totale straatbeeld alwaar het pand is gelegen. De subsidieverordening gevelverbetering stelt de kaders om dat doel te bereiken.
en
Deze lijst bevat een stedelijke inventarisatie van alle waardevolle en monumentale bomen, zowel op gemeentelijke alsook op particulieren 2012 grond. Doelstelling een actieve bescherming van het bomenbestand te waarborgen.
Beleidsveld 2 Provinciaal Limburg
Omgevingsplan
Provinciaal en Regionaal Verkeers- en Vervoersplan (PVVP en RVVP) Provinciale Nota Openbaar Vervoer Wegenbeheerplan 2007-2011 Verkeersveiligheidsplan
2006
2011
2005 2012 1997
Zie beleidsveld 1 Het PVVP is bedoeld als een provinciale vertaling van de door het kabinet in Den Haag vastgestelde Nota Mobiliteit (een zogeheten Planologische KernBeslissing) Dit PVVP is in 2007 vastgesteld. Het RVVP is een verdere vertaling van de Nota Mobiliteit op regionaal niveau. Deze RVVP-nota "Op weg naar strategisch mobiliteitsbeleid" is op 18 juni 2007 door het Parkstadbestuur vastgesteld. Met een heldere regionale wegenstructuur draagt het verkeer en vervoersysteem in Parkstad bij aan een economische structuurversterking. Inmiddels is het RVVP in 2011 ge-updated. Deze provinciale nota “de reiziger centraal: van drie naar één“ is vastgesteld in april 2005 en bepaalt de richting die gevolgd moet worden in het openbaar vervoer welk onlangs openbaar is aanbesteedt en gegund aan Veolia Transport. Zie beleidsveld 11 Het plan gaat in op het beleid en de organisatie van de verkeersonveiligheidsbestrijding, de analyse van de verkeersonveiligheid, ruimtelijke ordening en verkeersstromen, het scherpt het verkeersveiligheidsbeleid aan en formuleert aangescherpte doelstellingen. Een update is gepland in 2013
188
Beleidskader Wegcategorisering
Parkeerbeleidsnota
Jaar
Omschrijving De categorisering van de wegen in Kerkrade is geplaatst binnen het provinciale wegenplan en geeft daarvoor een drietal categorieën aan 2007 namelijk de StroomWeg (SW), de GebiedsOntsluitingsWeg (GOW) en de ErfToegangsWeg (ETW). De verdere inrichting van de wegen is daarop gebaseerd. In 2008 heeft het college het document “Visie parkeerbeleid en maatregelenpakket” vastgesteld waarmee wordt aangegeven hoe om te gaan 2008 met het onderwerp “parkeren in Kerkrade”. Items als visie op parkeren, organisatie, doelgroepen alsook het parkeren in bestaande en nieuwe situaties komen aan de orde.
Beleidsveld 3 Milieuprogramma
Bouwbesluit en bouwverordening
Nota bodembeheer
Bodemkwaliteitskaart Begroting / uitvoeringsovereenkomsten RD4
Actieplan geluid
Stadsdeelvisie’s
De Wet Milieubeheer verplicht de gemeente jaarlijks een milieuprogramma vast te stellen waarin ten minste is vastgelegd welke activiteiten jaarlijks door de gemeente worden verricht ter uitvoering van de bij wettelijk voorschrift met het oog op de bescherming van het milieu aan de gemeente opgedragen taken. De intentie is dat het milieuprogramma een doelmatige uitvoering bevordert van gemeentelijke milieutaken. Het Bouwbesluit betreft landelijke regelgeving waarin alle technische eisen zijn opgenomen waaraan bestaande en nieuwe bouwwerken dienen te voldoen. Gemeenten mogen dit besluit niet aanvullen of vrijelijk daarvan afwijken. De bouwverordening is lokale regelgeving gebaseerd op de Woningwet. De bouwverordening wordt door de Raad vastgesteld en omvat onder andere eisen ten aanzien van de staat van open erven en terreinen, brandpreventie etc. Kerkrade hanteert voor 100% het door de VNG opgestelde model en alle daarop door de VNG voorgestelde wijzigingen. Op basis van de bodemkwaliteitskaart wordt een Nota bodembeheer (voorheen bodembeheerplan) opgesteld. De Nota bodembeheer 2012 beschrijft het beleid dat de gemeente volgt over hoe met bodemverontreiniging wordt omgegaan. Dit is van invloed op hergebruik van grond, maar bijvoorbeeld ook op bestemmingsplannen, bouwplannen en bodemsanering. De BKK vormt de basis voor nieuw op te stellen bodembeleid. De BKK brengt de bestaande bodemkwaliteit in verschillende gebieden in de 2012 gemeente in beeld. Om van wettelijke mogelijkheden gebruik te maken laat de gemeente Kerkrade samen met de gemeenten Landgraaf en Brunssum in 2012 een nieuwe bodemkwaliteitskaart (BKK) opstellen. De begroting van en de uitvoeringsovereenkomsten met RD4 zijn van belang. 2015 De gemeente is verplicht vanuit de Europese Richtlijn Omgevingslawaai en de Wet milieubeheer geluidsbelastingkaarten en een Actieplan Geluid op te stellen. Met het vaststellen van het Actieplan Geluid geeft de gemeente aan welke maatregelen zij wil treffen om geluidshinder van bronnen zoals weg- en spoorwegverkeer te voorkomen. Het Actieplan wordt opgesteld voor bronnen waarvoor de gemeente 2014 verantwoordelijk is. Uit een analyse blijkt dat wegverkeer veruit de belangrijkste gemeentelijke lawaaibron is. Het Actieplan Geluid richt zich dan ook op deze geluidbron. Het Actieplan sluit af met het voorgenomen maatregelprogramma dat er op gericht is het geluid van verkeer op gemeentelijke wegen terug te dringen. Zie beleidsveld 1.
Beleidsveld 4 Beleidsplan "Perspectief voor Parkstad Limburg 2007-2010 / Kadernota Economie Regio Parkstad Limburg en programma strategie & samenwerking
In november 2005 hebben de gemeenteraden van de gemeenten in Parkstad Limburg besloten om de WGR+status aan te vragen bij het ministerie van Binnenlandse Zaken. Aan dit besluit lag een kaderbrief ten grondslag. In deze kaderbrief is gekozen om op de thema's economie, wonen, ruimte/mobiliteit en strategie intensief samen te werken. Als uitwerking van deze kaderbrief is in 2006 de Parkstad Raad 2007 akkoord gegaan met het Beleidsplan Parkstad Limburg 2007-2010. In het beleidsplan is aangegeven om binnen het thema economie de volgende deelprogramma's op te pakken: promotie en acquisitie, beheer en ontwikkeling bedrijfsterreinen, toerisme, nieuwe energie, kennis, onderwijs en arbeidsmarkt en health, care en cure. In de kadernota Economie, welke is vastgesteld in 2007 door de Parkstad Raad, is een kapstok geboden om voornoemde deelprogramma's vorm en inhoud te geven.
189
Beleidskader
Jaar
Retailstructuurvisie Limburg 2010-2020
Parkstad
Ontwikkelingsperspectief winkelgebieden Kerkrade Strategische Visie Parkstad Limburg
Omschrijving De oude Retailstructuurvisie dateerde van 2002 en geeft de hoofdlijnen van de gewenste retailstructuur. Inmiddels manifesteert de bevolkingskrimp en vergrijzing, waar Nederland steeds meer mee te maken krijgt, zich het sterkst in Parkstad Limburg. Voor een gezonde 2011 retailstructuur is het van belang hierop adequaat te anticiperen. Doel van onderliggende visie is een duurzame retailstructuur die bestand is tegen de demografische ontwikkelingen, alsmede een regionale afsprakenkader en –methodiek. Deze geactualiseerde retailstructuurvisie is in 2011 door de Parkstad Raad vastgesteld 2010
Toerisme
2008
Uitvoeringsprogramma Toerisme 2010-2014 Parkstad Limburg
2010
Kadernota Ondernemen Kerkrade 2006
2006
in
Projectplan Grensland Wormdal 2020
2007
Programma Ontwikkelingsmaatschappij Parkstad Limburg (Parkstad Attractiestad, Imagocampagne)
2004
Kadernota Evenementenbeleid
2009
Communicatiebeleidsplan “Communicatie, zintuig van de
2011
Deze rapportage betreft een verdieping van de regionale retailstructuurvisie 2010-2020. Naast het centrum en de Rodaboulevard wordt specifiek ingegaan op de toekomstmogelijkheden van de lokaal verzorgende retailconcentraties; de buurt- en wijkwinkelcentra. De strategische visie Parkstad Limburg is nog steeds actueel. Centraal in deze visie staan het streven naar een groei van het verblijfstoerisme en het ontwikkelen van de Buitenring tot een LeisureRing, met daaraan gekoppeld de ontwikkeling van een aantal "Rode" en "Groene" clusters. Voor Kerkrade betreft dit de clusters Continium/ZLSM/EXplorium, GaiaPark/Fletcher/Anstelvallei, Parkstad Limburg Stadion en omgeving en Rolduc/Baalsbrugger molen/Burg Rode. In het rapport wordt met name gepleit voor versterking of herbestemming van de bestaande bedrijven, eerder dan voor toevoeging van nieuwe bedrijven. Dat laatste geldt met name voor dagattracties. Voor groei in (kleinschalige) verblijfsrecreatie worden wel nog mogelijkheden gezien. De voor 2013 voorziene activiteiten hebben lokaal daarom primair betrekking op productontwikkeling en – versterking. Ten behoeve van versterking wordt in dit kader voornamelijk ingezet op clustervorming middels de aangewezen leisureclusters: Parkstad Limburg Stadion en omgeving; GaiaZOO/Kasteel Erenstein/Hotel Brughof/Anstelvallei; Continium/Schacht Nulland/ZLSM en Eurodepark/historisch driehoek. Naast deze clustervorming zal getracht worden om verbindingen te leggen met het hart van Kerkrade, Kerkrade-Centrum. Uiteindelijk zullen de afzonderlijk leisureclusters middels een marketingconcept gepromoot worden en als eenheid in de markt gezet worden. In deze nota wordt ingegaan op de gemeentelijke rol om het ondernemerschap te versterken: a. Het scheppen van randvoorwaarden voor ondernemers op het gebied van ruimtelijke ordening , openbare werken, milieu, huisvesting en andere facilitering b. Het stroomlijnen van dienstverleningsprocessen aan ondernemers vanuit de gemeente c. Een stimulerend beleid gericht op het vergroten van het aantal startende ondernemers. De z.g. HULK-gemeenten (Herzogenrath, Übach Palenberg, Landgraaf en Kerkrade) hebben in het kader van de Euregionale 2008 een gezamenlijk projectvoorstel onder de naam Grensland Wormdal ingediend. Dit project voorziet in een toeristische, natuurlijke en ecologische opwaardering van het Wormdal van Aken tot Geilenkirchen. Voor het project Brücken schlagen is de samenwerking uitgebreid met de gemeenten Würselen en Aken. Dit project voorziet in de (uit)bouw van een achttal kunstzinnige bruggen en een virtuele brug op de Nieuwstraat. Het project Eurodepark voorziet in de realisatie van een landschapspark met een thema (Mondiale spiritualiteit) rondom de Historische Driehoek (Rolduc, Baalsbruggermolen, Burg Rode). Verder in de aanleg van een golfbaan, natuurlijk ingebed in dit park en ruimte biedend aan recreatief gebruik door de inwoners van Kerkrade en Herzogenrath. Het plan Pferdelandpark is een grensoverschrijdende routestructuur (wandelen/fietsen/paardrijden) in de Aachener Nordraum en de Anstelvallei. De ontwikkelingsmaatschappij Parkstad Limburg is een vereniging van overheden, bedrijfsleven, kennisinstituten, intermediaire organisaties en maatschappelijke organisaties. Ze heeft een ontwikkelings- en aanjaagfunctie voor projecten op diverse terreinen (bijvoorbeeld ontwikkeling W.T.C., Imagocampagne, Parkstad Popstad, Derde Leeftijd, Zorgservice P.L. enz.). Via Parkstad Limburg heeft de gemeente invloed op de activitetiten van de Ontwikkeling Maatschappij maar verbindt ze zich ook deze activiteiten naar vermogen te ondersteunen, onder meer door lokaal beleid. In deze notitie worden de kaders aangegeven voor evenementen die van een zodanig grootschalig niveau zijn dat zij een wezenlijke bijdrage leveren aan het plaatsen van Kerkrade als evenementenstad op de kaart van Nederland en daarbuiten Binnen de kaders van overheidscommunicatie wordt richting gegeven aan onder meer de interne communicatie, externe communicatie, stadsmarketing, projectcommunicatie en risico- en crisiscommunicatie. De nota fungeert als richtinggevend kader en als gemeenschappelijk
190
Beleidskader gemeente” Marktverordening
Jaar
Nota kermisbeleid evaluatienota.
en
Omschrijving vertrekpunt voor de communicatie van bestuur en organisatie. 2012 De Marktverordening met bijbehorend marktreglement zijn de juridische basis voor het beheer over de weekmarkten De nota kermisbeleid (2005) geeft de hoofdlijnen weer van het te voeren kermisbeleid. Het kermisbeleid is in 2006 aangepast wat betreft het aantal kermissen per wijk en de terreinen waarop de kermis plaats heeft. Bij wijze van proef is voor 2014 met name het onderdeel 2005 / “wijkkermissen” in die zin gewijzigd dat de stadsdelen West en Noord nog slechts 1 wijkkermis (voorjaar of najaar) hebben en zijn daar aan 2006 toegevoegd de gebieden Bleijerheide en Chevremont met ieder eveneens 1 wijkkermis op jaarbasis. De wijkkermissen worden georganiseerd door kermisexploitanten.
Beleidsveld 5
Wijkveiligheidsbeleid wijkveiligheidsplannen
en
De notitie wijkveiligheidsbeleid biedt de basis voor de per wijk afzonderlijk vast te stellen wijkveiligheidsplannen. Deze wijkveiligheidsplannen vormen de concrete instrumenten waarmee de gemeente samen met andere partners het veiligheidsbeleid op 2008 wijkniveau tot uitvoering brengt. De notitie wijkveiligheidsbeleid alsook de afzonderlijke wijkveiligheidsplannen zijn tot stand gekomen in samenwerking met de wijkplatforms.
Beleidsnota coffeeshopbeleid en evaluatierapportage
2010/ 2012
Beleidsnota prostitutiebeleid
2010/ 2012
Horeca-convenant veilig uitgaan met vastgesteld sanctiebeleid
2011/ 2012
Algemene verordening. Regionaal Crisisplan
plaatselijke
De nota coffeeshopbeleid van 2000 wordt in het laatste kwartaal van 2014 geactualiseerd. Daarbij wordt rekening gehouden met het uitgangspunt van de scheiding der markten en met de landelijke ontwikkelingen omtrent het gedogen zoals de kleinschaligheid van coffeeshops en om dat te bereiken het invoeren van een clubpas en het (eventueel) weren van niet ingezetenen. Ook wordt stilgestaan bij de aanpak van illegale verkoop vanuit zowel panden als ook verkoop op straat. Toepassing van artikel 13b van de Opiumwet wordt hiervoor geëvalueerd en waar nodig aangepast. In het verlengde van Limburg trekt zijn grens en de pilot Maastricht, wordt tevens gezamenlijk (alle regio’s onder de rivieren dus Zeeland, Brabant en Limburg) gestreefd naar een uniforme aanpak als de clubpas er komt als ook een gezamenlijke communicatie naar buitenlandse coffeeshopbezoekers toe. Vooruitlopend op deze actualisatie heeft de burgemeester in juni 2014 reeds nieuw beleid geformuleerd ten aanzien van de toepassing van artikel 13b Opiumwet op illegale drugspanden. De beleidsnota prostitutiebeleid zal in het laatste kwartaal van 2014 worden geactualiseerd. In de actualisatie wordt meegenomen de – waarschijnlijk begin 2015 – in werking tredende Wet regulering van de seksbranche en bestrijden van misstanden. Deze wet zal formeel vastleggen dat gemeenten de regie hebben inzake het plaatselijk beleid, het hanteren van een vergunningstelsel en de handhaving. Daarin is meegenomen dat in het kader van de bestrijding mensenhandel (in deze de mensenhandel terzake van de seksuele uitbuiting) ook een duidelijke regiorol voor de gemeente is weggelegd. Op dit terrein moet een regionale samenwerking op touw worden gezet als ook een duidelijk lokaal beleid. Horeca-convenant veilig uitgaan met vastgesteld sanctiebeleid. De Drank- en horecawet is in 2014 herzien. Tot de vernieuwingen binnen deze wet behoren: opleggen voor het maken een verordening ten aanzien van alcoholbeleid (en handhaving) als ook het opleggen van de handhaving van de Dhw van de Voedsel- en Waren Autoriteit (VWA) naar de boa’s van de gemeente. Het horeca convenant veilig uitgaan wordt in het laatste kwartaal 2011 herzien en aangevuld met een uitvoeringsprotocol waar tevens ook het sanctiebeleid onderdeel van uit zal maken. Samen met andere partners zal worden bezien in hoeverre aanpassing van het convenant wenselijk dan wel noodzakelijk is.
De APV is in mei 2011, juni 2013 en juni 2014 geactualiseerd en zal periodiek worden bijgesteld op basis van nieuwe inzichten, wet- en 2011 regelgeving, jurisprudentie etc. 2012 In 2012 is het gemeentelijke rampenplan vervangen door het Regionale Crisisplan Veiligheidsregio Zuid-Limburg 2012-2015 opgesteld
191
Beleidskader
Jaar
Convenant veiligheidshuis
Convenant veiligheidshuis
Convenant bestuurlijke aanpak criminaliteit en convenant samenwerkende overheden
Omschrijving conform de eisen in de Wet Veiligheidsregio’s. Crisisbeheersing wordt daar waar mogelijk regionaal opgepakt. In 2014 is de regionalisering van de feitelijke crisisbeheersing een feit en zijn de meeste bij de gemeente thuishorende processen ( bevolkingszorg ) in regionaal verband geregeld. Ten behoeve van de integrale aanpak van zogeheten meerplegers en veelplegers is ultimo 2007 een zogeheten veiligheidshuis ingericht 2007 waartoe een convenant is gesloten met een aantal partners die werkzaam zijn binnen de strafrecht- en zorgketen. Insteek is het bieden van maatwerk aan de daders van delicten. Ten behoeve van de integrale aanpak van huiselijk geweld en overlast veroorzaakt door veelplegers, jeugd en notoire overlastgevers, hebben de gemeenten van het voormalig politiedistrict Kerkrade een Veiligheidshuis opgericht dat zich bezig houdt met het aansturen, verbinden en 2008 coördineren van die aanpak, het verstrekken van adviezen aan gemeenten en partners en de coördinatie van de nazorg aan ex-gedetineerden die deze behoeven. Insteek is het bieden van maatwerk (persoonsgerichte aanpak - pga) om zo een structurele recidive vermindering te bereiken. Met ingang van 2008 participeren, op basis van de ervaringen die door de 5 projectgemeenten (waaronder Kerkrade) in de pilotfase zijn opgedaan, alle gemeenten binnen de regio Limburg-Zuid in de bestuurlijke aanpak. In het verlengde daarvan is het regionaal projectteam 2008 inmiddels omgevormd in het Regionaal Informatie- en Expertisecentrum Zuid. In deze aanpak participeren naast de gemeenten onder andere politie, justitie, belastingdienst, FIOD en SIOD.
Veiligheidsregio Zuid Limburg
Op 1 januari 2012 zijn de 18 Zuid-Limburgse gemeenten de Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Zuid-Limburg aangegaan. Vanaf 2012 dat moment vallen de brandweerzorg ( Brandweer Zuid-Limburg ), de geneeskundige zorg ( GGD Zuid-Limburg afdeling Geneeskundige Hulp bij Ongevallen en Rampen ) en de bevolkingszorg ( Oranje Kolom/ 18 gemeenten ) bij ongevallen en rampen onder deze regeling.
Evenementenbeleid, normen, toezicht en handhaving
In 2014 is nieuw beleid vastgesteld met betrekking tot de aan te houden evenementen te verbinden normen en de wijze van toezicht en 2014 handhaving van de normen c.q. vergunningsvoorwaarden.
Beleidsnota bijzonder gebruik openbare ruimte
De beleidsnota bijzonder gebruik openbare ruimte zal in 2014/2015 worden herschreven. Hierbij worden de ontwikkelingen van het 2014 centrumplan in mee genomen. De beleidsnota bijzonder gebruik openbare ruimte stelt regels o.a. ten aanzien van terrassen, standplaatsen en uitstallingen. 2010 Zie beleidsveld 1. Eind 2008 heeft de raad als aanvulling op de welstandsnota de excessenregeling t.a.v. bouwvergunningvrije bouwwerken en verpauperde 2008 panden behandeld.
Lokale structuurvisie Lokale welstandsnota Kerkrade (excessenregeling) Oplegnotitie beleid handhaving fysieke leefomgeving
Sanctieen omgevingsrecht.
gedoogstrategie
Beleidsplan bouwhandhaving Handhavingsprogramma’s
2010 Deze notitie dient in het kader van de WABO als overkoepelende mantel voor de bouw- en milieuhandhavingsregels De sanctie- en gedoogstrategie is een van de kwaliteitskenmerken van een professionele handhavingsorganisatie in casu de gemeente. De handhavingsorganisatie handelt op grond van een sanctiestrategie, waarin de basisaanpak voor het bestuursrechtelijk en strafrechtelijk optreden bij overtredingen is vastgelegd. Deze strategie omvat ondermeer een op elkaar afgestemd bestuursrechtelijk en strafrechtelijk 2009 optreden tegen overtredingen alsmede een regeling voor optreden tegen overtredingen door de eigen organisatie en andere overheden en transparantie over te stellen termijnen voor het opheffen van overtredingen en over de zwaarte van de sancties daarvoor. In Limburg is de sanctie- en gedoogstrategie tot stand gekomen in samenwerking tussen provincie, gemeenten, openbaar ministerie, politie, vrom-inspectie etc. Het handhavingsbeleidsplan voor de bouwregelgeving en planologische regelgeving (bestemmingsplannen) is in 2007 door het college 2007 vastgesteld en gepubliceerd. Dit plan ligt ten grondslag liggen aan de opstelling van uitvoeringsprogramma’s voor de diverse thema’s. jaarlijks In het milieuhandhavingsprogramma worden op basis van ervaringscijfers en risicoanalyses prioriteiten gesteld ten aanzien van inzet van
192
Beleidskader omgevingsrecht
Jaar
Verordening subsidiëring gevelverbetering Beleidsnotitie bestrijding verpauperde panden in Kerkrade Packagedeal Rijk-IPO-VNG inzake omgevingsdiensten
Integraal veiligheidsplan
Omschrijving mens en middelen op handhavingsgebied. Het betreft inzet bij zowel inrichtingen (bedrijven) als niet-inrichtingsgebonden activiteiten (bv. asbest, bodem, water, etc). 2010 Zie beleidsveld 1 2008 Zie beleidsveld 1. In de zogenaamde “package deal” hebben VROM, IPO en VNG overeenstemming bereikt over de vorming van “uitvoeringsdiensten”. Deze uitvoeringsdiensten zijn veelal regionaal werkende diensten die de uitvoering van VROM-taken van provincie, waterschap en gemeenten 2009 overnemen. De package deal bevat afspraken over de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht, de verplichte structuur van de samenwerking (uitvoeringsdiensten), het verplichte minimum takenpakket voor een uitvoeringsdienst, de kwaliteitscriteria waar vergunningverlening en handhaving aan moeten voldoen en de financiering van het geheel. In een integraal veiligheidsplan legt de gemeenteraad voor de raadsperiode vast wat de gemeente, samen met haar partners, wil bereiken op 2014 het gebied van lokale veiligheid. Het plan heeft de vorm van een kadernota, nader uit te werken en uit te voeren door de gemeente en haar partners. Daarnaast worden in het veiligheidsplan de prioriteiten aangegeven waarop in genoemde periode de focus is gericht.
Beleidsveld 6 Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs Integraal Huisvestings Plan primair en speciaal onderwijs 2006-2010
2003 2007
Nota integraal jeugdbeleid
2007
Verordening leerlingenvervoer gemeente Kerkrade
2009
Verordening peuterspeelzaalwerk Kerkrade
2005
Verordening Kerkrade
2012
Kader onderwijs
Kinderopvang
internationalisering
2005
Conform worden de in deze verordening vermelde voorzieningen en regels ten aanzien van indiening, beoordeling en toekenning gehanteerd bij het beoordelen van aanvragen voor voorzieningen in de onderwijshuisvesting. In dit IHP wordt de toekomstige huisvestingsbehoefte van de Kerkraadse scholen in het primair en speciaal onderwijs vastgelegd. In het IHP is financieel rekening gehouden met nieuwbouw voor de basisscholen Gracht en D’r Durpel (onderwijsdeel) aan het Plein. Verder is een bedrag opgenomen voor de herhuisvesting van de ZMLK Jan Baptist in het pand Schoolstraat 81 In deze nota wordt op integrale wijze het gemeentelijk jeugdbeleid en de relaties naar de thema’s voorzieningen, bestrijding (onderwijs)achterstanden, zorg, en afstemming en samenhang met partners op lokaal en regionaal niveau vormgegeven. Uitgangspunt is om middels de onderscheiden deelprogramma’s een bijdrage te leveren aan het voorkomen van maatschappelijke uitval van de leeftijdsgroep 0-23 jaar. Middels een nader te bepalen set van indicatoren wordt de gemeentelijke inzet gevolgd Ten behoeve van het schoolvervoer kent het College aan de ouders van in de gemeente verblijvende leerlingen op aanvraag een vervoersvoorziening toe met in achtneming van het bepaalde in deze verordening. In de verordening peuterspeelzaalwerk is door de Raad besloten om zo efficiënt mogelijke spreiding van het aantal peuterspeelzalen in Kerkrade te creëren zodat men in staat is om een breed aanbod van Vroeg- en Voorschoolse Educatie (VVE) aan te bieden. Verder is in de nota ook het ambitieniveau vastgesteld op ambitieniveau 2 (hoogste niveau). Op grond van de Wet Kinderopvang is het College verantwoordelijk voor toezicht en handhaving op de kwaliteit van gastouderbureaus, kinderdagverblijven en buitenschoolse opvang. Hiervoor is de GGD als toezichthouder gemandateerd. De GGD brengt ten aanzien van de betreffende instellingen schriftelijk advies uit aan het College. Vanuit het beleidskader Internationalisering onderwijs zijn er sinds 2005 meerdere initiatieven gecontinueerd en/of opgestart. Collegium Rodense is een project dat reeds sinds 2001, in coöperatie met de Duitse overheid, loopt. Het is een project dat de overgang van het Duitse naar het Nederlandse voortgezet onderwijs, en vice versa, poogt te vergemakkelijken, met als uiteindelijk doel de arbeidsmigratie over de grenzen te bevorderen. Hieruit voortkomende is het project Eurode Lernwerkstatt ontstaan. Middels dit initiatief zal men in de nabije toekomst kinderen van zowel Nederlandse als Duitse nationaliteit in 1 klaslokaal onderwijzen. Ook dit project heeft als hoofddoel de studie – en arbeidsmigratie te bevorderen. Eurobabel is een voorziening die reeds in 1995 is opgestart. Doel is om kinderen van 4-12 jaar kennis te laten maken met de Duitse taal en
193
Beleidskader
Jaar
Overeenkomst schoolverlaten
vroegtijdig
Regionale/Lokale Agenda
Educatieve
2005
2011
Kadernota Centrum voor Jeugd en Gezin Kerkrade
2009
Visiedocument Centrum voor Jeugd en Gezin Parkstad Limburg
2009
Convenant verwijsindex risicojongeren Parkstad
2012
Nota speelruimtebeleid
2012
Jeugdagenda Parkstad
2012
Projectplan decentralisatie jeugdzorg Zuid Limburg
2013
Omschrijving cultuur, en vice versa. In samenwerking met de Duitse collega’s is er een leerplan geschreven dat momenteel wordt gedigitaliseerd, opdat ook andere basisscholen gebruik kunnen maken van deze methode. Een recent initiatief is gericht op een laagdrempelige jongerencultuuruitwisseling. Dit initiatief is in de vorm van een JongerenCultuurdag gegoten. Daarnaast vindt er met de gemeente Herzogenrath uitwisseling en afstemming plaats ten aanzien van de overgang voorschool naar primair onderwijs, kinderopvang, peuterspeelzaalwerk, jeugd- en jongerenwerk en jeugdzorg. Deze overeenkomst is in 2005 aangegaan met als doel de Kerkraadse jongeren (tot 23 jaar) die zonder startkwalificatie het onderwijs verlaten op te vangen en hun een onderwijsaanbod doen toekomen. Een startkwalificatie betekent in het bezit zijn van een HAVO of MBO- niveau 2 diploma. Het project is opgestart in samenwerking met Sociale Zaken, het CWI en het onderwijsveld en duurt nog steeds voort. De regionale educatieve agenda is gebaseerd op een convenant welke is afgesloten tussen de schoolbesturen primair onderwijs en de gemeenten in Zuid Limburg. Deze geeft de kaders aan voor een lokale uitwerking tussen de gemeente en de in de gemeente werkzame schoolbesturen; de lokale educatieve agenda. Op basis van een educatief partnership worden afspraken gemaakt op de terreinen kwaliteit en innovatie, onderwijs en zorg, en school en omgeving. Hiervoor worden gemeentelijke middelen en middelen van de schoolbesturen ingezet. Vanaf 2011 dienen alle Nederlandse gemeenten over minimaal één Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) te beschikken. Ouders, kinderen, jongeren tot 23 jaar en professionals kunnen bij deze centra terecht met hun vragen over opvoeden en opgroeien. De centra bieden advies, ondersteuning en hulp op maat. Gemeenten voeren zelf de regie over de Centra voor Jeugd en Gezin. In de Kadernota Centrum voor Jeugd en Gezin Kerkrade is beschreven hoe het CJG Kerkrade tegen de achtergrond van de landelijke en regionale kaders en ontwikkelingen vorm en inhoud wordt gegeven. Kenmerkend voor de Kerkraadse visie is, dat de bestaande lokale zorgvoorzieningen het fundament vormen voor het CJG. Deze voorzieningen zullen gezamenlijk de functies van het CJG vervullen. Het visiedocument geeft een overzicht van de uitgangspunten, doelstellingen en ontwikkelpunten met betrekking tot de inrichting van de Centra voor Jeugd en Gezin in alle Parkstadgemeenten. Doel is te komen tot samenhang in het jeugdbeleid door integrale ketensamenwerking uitgaande van de 5 WMO functies: informatie en advies, signalering, toeleiden naar hulp, licht pedagogische hulp en coördinatie van zorg. Er is een groot aantal instanties en professionals, dat elk vanuit hun eigen invalshoek werkt aan problemen van of met jeugdigen. Om te komen tot effectieve interventies voor jeugdigen met problemen, is het van groot belang dat professionals hun activiteiten afstemmen en waar nodig samenwerken. Het eerste vereiste daarvoor is dat die instanties en professionals van elkaars betrokkenheid bij een jeugdige op de hoogte zijn. De verwijsindex moet een belangrijke bijdrage leveren aan het samenbrengen van professionals die een risico signaleren bij één bepaalde jeugdige. Het doel van de verwijsindex is dat de jeugdige de zorg, hulp of bijsturing krijgt die hij nodig heeft om zich te ontwikkelen tot volwassene, en wel op een zo vroeg mogelijk moment zodat kan worden voorkómen dat kleine problemen grote problemen worden. Gemeenten moeten niet alleen de samenwerking op gang brengen, maar ook het vervolg coördineren. Eind 2009 moeten alle gemeenten zijn aangesloten op de landelijk verwijsindex risicojongeren. Hiervoor zijn de gemeenten en regionaal werkende instellingen in de regio Parkstad Limburg een convenant aangegaan in december 2008. In februari 2009 heeft de Raad van de gemeente Kerkrade het speelruimtebeleid gemeente Kerkrade "Sjpieëlenderwies Jónk blieve" vastgesteld. In dit beleid zijn de plekken opgenomen waar het wenselijk is om de komende drie jaar nieuwe speelvoorzieningen te realiseren. De samenwerking binnen het jeugddomein heeft geresulteerd in de “Jeugdagenda Parkstad 2012 – 2015”. In deze jeugdagenda staat beschreven op welke wijze de samenwerking in Parkstad verder vorm wordt gegeven. Dit projectplan bevat het plan van aanpak, de planning en de begroting van projectactiviteiten en de werkstructuur met betrekking tot de decentralisatie van de jeugdzorg in Zuid-Limburg.
Beleidsveld 7 Subsidieverordening Kerkrade
gemeente
2012 De verordening is van toepassing op de subsidies die worden verstrekt.
194
Beleidskader Subsidieverordening professionele instellingen gemeente Kerkrade Subsidieverordening Ondernemersactiviteiten Kerkrade Cultuurbeleid gemeente Kerkrade voor de komende periode Beleid Actief Kunstbeheer gemeente Kerkrade Plan van aanpak gemeenschapshuizen “sociaal investeren in mensen en wijken”. Nota Vrijwilligersbeleid Visiedocument Kerkrade
Bibliotheekwerk
Overeenkomst gemeente(n) en openbare bibliotheken Parkstad Limburg Nota Sportstimulering Nota Sportaccommodaties Uitvoeringsprogramma Nationaal Actieplan Sport & Bewegen (NASB) 2011-2014 Speelruimtebeleid (uitvoering geven aan het rapport “Samenspel”)
Jaar
Omschrijving 2009 De verordening is van toepassing op alle subsidies aan de professionele instellingen werkzaam op het gebied van welzijn in Kerkrade. Deze verordening heeft als doelstelling activiteiten die een bijdrage leveren aan de verbetering van het ondernemersklimaat in en/of de 2012 verlevendiging van de winkelcentra in Kerkrade te steunen. Deze verordening regelt op welke wijze de collectieve activiteiten gesubsidieerd zullen worden. De beleidsnota Cultuur biedt het kader voor het culturele leven en de culturele ontwikkeling binnen de gemeenschap. De nadere invulling vindt per onderwerp plaats. Het cultuurbeleid is gericht op actieve en passieve beleving van alles wat kunst te bieden heeft. De 2000 beleidsaccenten zijn: cultuurparticipatie, stimulering en vernieuwing, cultuureducatie, samenwerking en bundeling van krachten, conservering en tot slot regionalisering. In vervolg op de vaststelling van de beleidsuitgangspunten en de ontwikkeling van de culturele infrastructuur voor de komende jaren, wordt 2001 in deze beleidsnotitie beleid geformuleerd ten aanzien van het kunstbezit in de gemeentelijke panden 2008 In dit plan van aanpak wordt richtinggevend bepaald hoe de gemeente Kerkrade zal investeren in de aangewezen gemeenschapshuizen. Deze nota geeft het kader aan van hoe de gemeente Kerkrade aandacht geeft aan de vrijwilligers en welke acties worden uitgezet om vrijwilligers te behouden en nieuw te werven. In de verordening zijn nadere regels opgenomen. Dit door de raad in 2012 vastgestelde visiedocument biedt de kaders waarbinnen het bibliotheekwerk naar de toekomst toe ontplooid kan 2012 worden. Deze overeenkomst vormt de basis voor de bibliotheekvernieuwing in de regio. Met financiële middelen van provincie en rijk werd gedurende de laatste jaren vorm gegeven aan de vernieuwing van het bibliotheekwerk in de regio Parkstad Limburg en de gemeente Nuth. De gemeente Kerkrade neemt in dit proces de voortrekkersrol in en heeft in die hoedanigheid ook de directe contacten met de provincie. De eerste resultaten van het bibliotheekvernieuwingsproces in de regio Parkstad Limburg zijn nu voor de burgers zichtbaar namelijk door de regionale bibliotheekpas en een gezamenlijke website voor de Parkstad Limburg bibliotheken. Deze nota biedt het kader voor de invulling van activiteiten die ertoe moeten leiden dat meer Kerkradenaren gaan bewegen. De doelstelling 2007 is dat na 2011 50% van de inwoners van Kerkrade van 18 jaar en ouder beweegt De nota sportaccommodaties is voor wat de buitensportaccommodaties betreft afgerond. Het reguliere onderhoudsprogramma zal hiervoor 2009 worden uitgevoerd. Met betrekking tot de binnensport zal een integraal nader onderzoek volgen om te bezien of er heroverwegingen zijn ten aanzien van het bestaande beleid. 2009
2011 Dit uitvoeringsprogramma bevat de (hoofdlijnen van) activiteiten in het kader van het NASB om sport en bewegen te stimuleren.
2013
Het uitgangspunt is om 9 speeltuinen te handhaven, waarbij speeltuin Heilust verplaatst wordt naar park Heilust en voorts het reduceren van het aantal speelplekken van 62 naar 44. De sportstimuleringsprojecten zullen in 2015 conform het uitvoeringsprogramma worden uitgevoerd. Uitvoeringsprogramma
Uit voeringsprogramma Sportstimulering
2015
Sportstimulering betreft het reguliere programma dat wij zelf draaien zoals sportclinics op de basisscholen, het organiseren van het straatvoetbaltoernooi de kerstinstuif etc.
195
Beleidskader
Jaar
Speelruimtebeleid (uitvoering geven aan het rapport “Samenspel”)
Omschrijving De nota “Samenspelen” zal in 2015 verder worden uitgevoerd en uiterlijk in december 2015 worden afgerond. Met name zal in de uitvoering aandacht zijn voor de social return of investment (SRI). Het Speelruimtebeleidsplan “Samenspel” betreft het upgraden van de speeltuinen en speelplekken in Kerkrade. Dit is een door de raad goedgekeurd beleidsplan dat tot doel heeft het upgraden van de speeltuinen en het 2013 herstructureren van de speelplekken in Kerkrade. Indien jij dieper de inhoud in wilt (vanuit interesse) dan kun je dit plan terugvinden op onze website http://www.kerkrade.nl/speelplekkenbeleid_kerkrade/
Beleidsveld 8 Integraal gezondheidsbeleid Kerkrade 2007 – 2011 “Tsezame Jezonk” (update 2012) Burgerparticipatie Wmo
binnen
Mantelzorgondersteuning de Wmo
de
vanuit
Sociale wijkteams en wijkloketten
Zorg binnen de Wmo 4 jaren beleidsplan Wmo Wmo-beleid, verordening
besluit
en
–
Kerkraads Wmo model, voorbeeld van een gekantelde gemeente.
Toeslagenverordening WWB gemeente Kerkrade 2012 / A, Afstemmingsverordening WWB, Bbz 2004, IOAW en IOAZ
Bij het gezondheidsbeleid wordt integraal de koppeling gelegd met het WMO beleidsplan. Er zal een nieuw gezondheidsbeleid worden 2008 vastgesteld voor de periode 2012 – 2015. Het uitvoeringsprogramma 2012 – 2015 in het Gezondheidsbeleid omvat ook de WMO beleidspunten. ‘Meedoen’ is het uitgangspunt van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Deelname aan de samenleving, ook voor kwetsbare burgers, moet de basis van beleid zijn. Betrokkenheid bij de totstandkoming, uitvoering en evaluatie van het gemeentelijk Wmo-beleid is een 2007 ander uitgangspunt. Dit wordt mogelijk gemaakt door een adequate burger- en cliëntparticipatie. In Kerkrade wordt burgerparticipatie ingevuld vanuit de sociale wijkteams, de wijkloketten en het Wmo-platform. Met de in werking treding van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), is mantelzorg en mantelzorgondersteuning met ingang van 2007 een nieuwe wettelijke taak van gemeenten. De opdracht aan gemeenten om intensief met mantelzorgondersteuning bezig te zijn, houdt 2007 verband met het cruciale belang van mantelzorg voor het welslagen van de Wmo. In de Wmo wordt een appèl gedaan op de eigen verantwoordelijkheid van burgers om zoveel mogelijk voor elkaar te zorgen. Als dat niet meer lukt, kunnen zij zich tot de gemeente wenden voor voorzieningen en diensten die onder de Wmo vallen Het signaleren van knelpunten en problemen is erg belangrijk binnen de Wmo. Veel mensen van evenzoveel organisaties zijn betrokken bij de uitvoering en doen er alles aan de klanten zo goed mogelijk van dienst te zijn. Om de krachten te bundelen en zo knelpunten beter te 2007 kunnen signaleren en oplossen, worden zogenaamde sociale wijkteams opgericht. Deze teams opereren in elke wijk en signaleren, bekijken en lossen samen op. Het bestaat uit onder andere de ouderenadviseur, de wijkmanager van de gemeente, de buurt- en opbouwwerker, de consulenten Wmo, de vrijwilligerscoördinator en eventueel zorgaanbieders en woningstichtingen Na de beleidsluwe overgang van de Wvg naar de Wmo is in 2007 de nota Zorg binnen de Wmo vastgesteld. Uitgangspunten bij de 2007 individuele voorzieningen zijn: achter de voordeur, integrale tijdige en wijkgerichte aanpak, voorzieningenniveau handhaven en lokale uitvoering. "Het beleidsplan Wmo beschrijft de integrale samenhang tussen alle negen prestatievelden over een periode van 4 jaren (2007-2011) en is 2007 door de raad in december 2007 vastgesteld. Momenteel wordt samen met het Wmo klantenplatform intensief gewerkt aan een verdere doorontwikkeling, verdieping en verbreding van het beleidsplan over de jaren 2012-2015". 2009/ Het basisdocument met regelgeving voor alle individuele verstrekkingen voor mensen met beperkingen op de deelgebieden wonen, vervoer, 2012 hulpmiddelen en hulp bij het huishouden, in 2009/2012 geactualiseerd. Het Kerkraads Wmo model, beschreven in het VNG-docuement 'Kerkraads Wmo model, voorbeeld van een gekantelde gemeente' stoelt op 4 2010 pijlers: sociale wijkteams met haar sociale wijkpunten, burgerparticipatie op het niveau van coproductie, communicatie en activiteiten. Vanaf 2011 staat verdere doorontwikkeling van het model centraal, met name de samenvoeging met sociale zaken. 2012 Zie beleidsveld 9.
196
Beleidskader
Jaar
Omschrijving
gemeente Kerkrade 2013, Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive gemeente Kerkrade 2013, Handhavingsverordening WWB, Bbz 2004, IOAW en IOAZ 2012, Beleidsregels terugen invordering WWB, IOAW en IOAZ 2013, Beleidsregels boete WWB, IOAW, IOAZ 2013, Beleidsregels inzake verhaal van Wet werk en bijstand 2008, Beleidsregels krediethypotheek en pandrecht 2007. Zie beleidsveld 9.
Normenkader 2009-2012 Verordening Wet Inburgering Verordening activiteiten
sociaal
culturele
Verordening participatie schoolgaande Kinderen Richtlijnen bijzondere bijstand Verordening wet kinderopvang sociaal medische indicatie Beleidsregels wet kinderopvang gemeente Kerkrade Verordening cliëntparticipatie Reïntegratieverordening
Verordening inzake het ondersteunen bij en het aanbieden van voorzieningen gericht op het met succes behalen van de 2007 inburgeringsdoelstellingen zoals bedoeld in de Wet Inburgering, waarin naast het benoemen van de aangeboden voorzieningen tevens de doelgroepen alsmede de rechten en verplichtingen van belanghebbenden zijn opgenomen, inclusief afzonderlijke boetebepalingen. Verordening inzake het ondersteunen bij en het aanbieden van voorzieningen gericht op het opheffen van sociale ongelijkheid van 2012 Kerkraadse burgers en het vergroten van de participatie van deze burgers in de Kerkraadse gemeenschap, houdende de voorwaarden en criteria voor het verstrekken van de voorzieningen en het voorzieningenniveau. Deze verordening regelt de voorzieningen en voorwaarden voor sociaal-culturele activiteiten voor de specifieke doelgroep schoolgaande 2012 kinderen Uitvoeringsregels houdende de voorwaarden en criteria, procedurele aspecten, alsmede de rechten en verplichtingen van belanghebbenden 2012 met betrekking tot het beoordelen van het recht op en de aard, hoogte en duur van bijzondere bijstand in bijzondere situaties van Kerkraadse ingezeten met een inkomen op of rond het bijstandsniveau 2012 In deze verordening, die onderdeel uitmaakt van de Wet Kinderopvang, staan de lokale mogelijkheden beschreven voor mensen die op basis van sociale en / of medische problematiek kinderopvang nodig hebben en geen beroep kunnen doen op de Wet Kinderopvang zelf. Deze beleidsregels voorzien in een gemeentelijke tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang, te weten 4.5% van de kosten kinderopvang voor parttime werkenden met een aanvullende bijstandsuitkering, personen met een bijstandsuitkering die een traject volgen, 2013 personen die nog geen 18 jaar oud zijn en naar school gaan, personen van 18 jaar en ouder die een opleiding met recht op studiefinanciering volgen en personen die op basis van sociale en / of medische problematiek kinderopvang nodig hebben. 2010 Zie beleidsveld 9. 2013 Zie beleidsveld 9.
197
Beleidskader Verordening en beleidsregels langdurigheidstoeslag Project Samen Leven
Beleidskader samenwerking van de 18 gemeenten op de zware gespecialiseerde jeugdzorg Beleidskader samenwerking van de Parkstad gemeenten met betrekking tot de ambulante jeugdhulp.
Jaar
Omschrijving 2012 Zie beleidsveld 9. Het Project Samen leven betreft een samen met ketenpartners (Meander, Impuls) en het wmo platform van het lokale sociale domein opgesteld plan, waarbij met behulp van het realiseren van z.g. experimenteerruimte met een regelvrije zone (van AWBZ via Wmo tot aan 2013 Zorgverzekeringswet), een gezamenlijk antwoord wordt ontwikkeld op de op “ons” afkomende uitdaging, waarbij met aanzienlijk minder financiële middelen de brede behoeften van de klant in het kader van de zorg en participatie zoveel als mogelijk adequaat en op een vergelijkend kwaliteitsniveau zullen worden gecompenseerd. Het beleidskader geeft de afspraken weer die gemaakt zijn voor de inkoop van de gespecialiseerde jeugdzorg op Zuid-Limburg niveau. De 2014 gezamenlijke inkoop wordt door de centrum gemeente Maastricht uitgevoerd in opdracht van de 18 Zuid-Limburgse gemeenten.
2014
Het beleidskader geeft de afspraken weer die gemaakt zijn voor de inkoop van de ambulante jeugdhulp op Parkstad niveau. De gezamenlijke inkoop wordt door de centrum gemeente Heerlen uitgevoerd in opdracht van de 7 Parkstad gemeenten.
Beleidsveld 9 Reïntegratieverordening Beleidsplan reïntegratie Verordening persoonsgebonden budget WSW Wet Participatiebudget Kadernota Kerkrade
ondernemen
in
Verordening wet kinderopvang sociaal medische indicatie
Regelgeving inzake het ondersteunen bij arbeidsinschakeling en het aanbieden van voorzieningen gericht op arbeidsinschakeling, zoals 2013 bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, Wwb, waarin naast het benoemen van de aangeboden voorzieningen tevens de rechten en verplichtingen van belanghebbenden zijn opgenomen. Hiermee wordt voldaan aan art. 2 van de verordening dat bepaalt dat het College jaarlijks een beleidsplan maakt dat door de Raad vastgesteld 2013 dient te worden. Kaderstellende decentrale regelgeving vastgesteld door de raad inzake de voorwaarden en criteria, procedurele aspecten, alsmede de rechten 2008 en verplichtingen van belanghebbenden met betrekking tot het beoordelen van het recht op de aard en hoogte van een persoonsgebonden budget bij begeleid werken WSW In het Participatiefonds worden de middelen van de Educatie, Wwb en Inburgering samengevoegd. Met dit Fonds beoogt het kabinet dat 2009 mensen gemakkelijker aan een baan geholpen kunnen worden en de maatschappelijke participatie te bevorderen van iedereen vanaf 18 jaar. Zie beleidsveld 4. 2006 2012 Zie beleidsveld 8.
Beleidsregels wet kinderopvang gemeente Kerkrade
2013 Zie beleidsveld 8
Toeslagenverordening gemeente Kerkrade
2012
Afstemmingsverordening
WWB
Regelgeving inzake het verhogen en verlagen van de bijstandsnorm, bedoeld in artikel 30 Wwb, houdende de voorwaarden en criteria voor het verlagen dan wel het verhogen van de toeslagen als aanvulling op de rijksbasisnorm voor de bijstandsuitkeringen. Regelgeving inzake de afstemming van de bijstand en de daaraan verbonden verplichtingen op de omstandigheden, mogelijkheden en 2012 middelen van de belanghebbende, indien de belanghebbende naar het oordeel van het college tekortschietend besef van
198
Beleidskader
Jaar
Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive gemeente Kerkrade
Omschrijving verantwoordelijkheid betoont voor de voorziening in het bestaan dan wel de hieruit voortvloeiende verplichtingen niet of onvoldoende nakomt. 2013 Deze verordening regelt de verrekening van een door het college opgelegde recidiveboete van bijstandsafhankelijken.
Handhavingsverordening
2012
Beleidsregels terugen invordering Wwb, IOAW, IOAZ
2013
Beleidsregels IOAW,IOAZ
2013
boete
WWB,
Beleidsregels inzake verhaal Wwb
2008
Verordening langdurigheidtoeslag
2012
Beleidsregels krediethypotheek en pandrecht Verordening sociaal culturele activiteiten Verordening participatie schoolgaande kinderen Richtlijnen bijzondere bijstand
2007
Verordening cliëntparticipatie
Normenkader 2009-2012
2012
Deze bevat hoofdregels voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet. Uitvoeringsregels vastgesteld door het college houdende de voorwaarden en criteria, alsmede de rechten en verplichtingen van belanghebbenden met betrekking tot terugvordering van bijstandsgelden. Uitvoeringsregels vastgesteld door het college houdende de voorwaarden en criteria, alsmede de rechten en verplichtingen van belanghebbenden met betrekking tot het opleggen en de invordering van boetes als gevolg van het niet nakomen van de inlichtingenverplichtingen. Uitvoeringsregels vastgesteld door het college houdende de voorwaarden en criteria, procedurele aspecten, alsmede de rechten en verplichtingen van belanghebbenden met betrekking tot verhaal op ex-partners van bijstandsgerechtigden alsmede kinderalimentatie Regelgeving inzake het recht op een toeslag voor langdurige minima zonder arbeidsperspectief, houdende voorwaarden en criteria voor het recht op deze toeslag Uitvoeringsregels vastgesteld door het college houdende de voorwaarden en criteria, procedurele aspecten alsmede de rechten en verplichtingen van belanghebbenden met betrekking tot het verstrekken van bijstand onder verband van krediethypotheek dan wel pandrecht Zie beleidsveld 8.
2012 Zie beleidsveld 8. 2012 Zie beleidsveld 8. In deze verordening, die deel uitmaakt van de Wet werk en bijstand en aanverwante wet- en regelgeving , staat beschreven welke rol de 2010 Stichting Cliëntenraad SWI Kerkrade heeft in de advisering en besluitvorming met betrekking tot werk, inkomen en zorg en aan welke voorwaarden zij daarbij moet voldoen Voor de periode 2009 - 2012 vastgesteld normerend kader voor de uitvoering bestaande uit drie onderdelen; het wettelijke kader als 2009 minimumnorm; het verificatie- en validatieplan als norm voor bewijslastvoering informatie en als derde een overzicht van de controleaspecten bij de primaire processen (kwaliteit van het proces) waarbij risico- en signaalsturing centraal staat.
Beleidsveld 10 Coalitieakkoord 2012-2015 provincie Limburg; Limburg haal het beste uit jezelf Gemeenschappelijke regeling stadsregio Parkstad Limburg,
Het akkoord geldt als fundament voor de nieuwe coalitie, waarbij Limburg beschouwd wordt als een uitermate kansrijke regio. De coalitie bouwt voort op de economische lijnen uit de afgelopen coalitieperiode, stellen haar beleid op onderdelen fors bij en heeft oog voor een 2011 vernieuwende aanpak. Het motto daarbij is: Meer Limburg minder overheid! De samenleving staat voorop. Een samenleving die mee gaat in de snelle ontwikkelingen, maar die tegelijkertijd trots is op haar tradities. De 7 gemeenteraden van de deelnemende gemeenten in Parkstad Limburg stemden op 15 november 2005 in met de het raadsvoorstel "Perspectief voor Parkstad". Centraal in dit voorstel stond het verwerven van de WGR-plus status, waarmee de positie en de bevoegdheden 2010 van het Parkstad-bestuur werden versterkt. Onder de WGR-plus vallen de overgedragen taken, de zogenaamde "plustaken", waarbij het voortouw ligt bij Parkstad Limburg.
199
Beleidskader Communicatiebeleid Limburg (“Parkstad mogelijk”)
Jaar Parkstad maakt ’t
2007
Regiodialoog Parkstad/Provincie
2010
Regioprogramma: “ Naar duurzaam vitale regio “
2010
een
Collegeprogramma 2014-2018;
2014
Inspraakverordening Kerkrade
2004
gemeente
Financiële verordening (ex 212 GW) en Nota Reserves en Voorzieningen
2008 / 2010
Controleverordening (ex 213 GW)
2003
Onderzoeksverordening (ex 213A GW)
2003
Inkoop- en aanbestedingsbeleid en –protocol gemeente Kerkrade Informatiebeleidsplan 2012 – 2015
2014 2014
Omschrijving Na vooral in het recente verleden gericht te zijn op de naambekendheid wordt nu met het verwezenlijken van WGR+-status het communicatiebeleid van Parkstad Limburg meer gericht op het uitdragen van de inhoud (Parkstad–projecten). Een strategische communicatievisie geldt daarvoor als leidraad. Via de ‘Regiodialoog’ maakt de Provincie Limburg afspraken met Limburgse regio’s over het samen oppakken en uitvoeren van strategische projecten. Op 22 februari 2010 ondertekenden Parkstad Limburg en de Provincie Limburg in dat kader een samenwerkingsovereenkomst. De inhoudelijke basis voor deze overeenkomst is gelegd in de gemeenschappelijk gedragen regiovisie “We zijn wat we delen, wij zijn Parkstad”. In deze visie is de strategische agenda van Parkstad uitgewerkt waarbij de belangrijkste ambities en doelen van elke opgave zijn samengevat. De Parkstadraad heeft op 12 juli 2010 ingestemd met het Regioprogramma en met de verdeelsleutel voor de eerste eigen investeringen in een duurzaam vitale regio. Samen vormen zij de basis voor de eerste uitvoeringsprojecten. Zie ook beleidsveld 1. Het collegeprogramma is een nadere specificatie van de beleidsintenties van de coalitie. Grosso modo is sprake van voorzetting van beleid, waarbij een aantal nieuwe accenten is geformuleerd. Deze verordening geeft aan wanneer en op welke wijze inspraak wordt verleend bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid. Doestelling is enerzijds aan belanghebbenden de mogelijkheid te bieden om hun mening over beleidsvoornemens kenbaar te maken. Anderzijds biedt inspraak aan bestuursorganen een belangrijk hulpmiddel in het kader van de voor de beleidsvoorbereiding noodzakelijke belangenafweging. Hierin heeft de raad vastgelegd de uitgangspunten en kaders voor het financieel beleid, het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Kerkrade. Er wordt o.a. ingegaan op de begroting, de verantwoording middels jaarstukken, tussentijdse informatievoorziening, regels voor activeren en afschrijven, op de vorming en aanwending van reserves en voorzieningen. In 2010 zijn enkele bepalingen mbt de treasury/financiering gewijzigd. In de Nota reserves en voorzieningen worden het beleid en de kaders gegeven rondom de reserves en voorzieningen Hierin heeft de raad vastgelegd de uitgangspunten en kaders voor de controle door de externe accountant op het financieel beheer en op de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Kerkrade en de wijze van rapporteren. Het normen- en toetsingskader wordt jaarlijks geactualiseerd in een separaat door de raad vast te stellen controleprotocol. Hierin heeft de raad vastgelegd de uitgangspunten en kaders voor het periodiek door het college uit te voeren (zelf)onderzoek naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het door het college gevoerde bestuur van de gemeente Kerkrade. De insteek is vooral een leer- en verbetereffect. Het aanbestedingsbeleid van de gemeente Kerkrade is van kracht vanaf 1 oktober 2008. Het bevat de uitgangspunten, procedures en regels voor het besteden van gemeentelijke middelen t.b.v. de uitvoering van werken, het leveren van diensten en het verrichten van leveringen. In het informatiebeleidsplan worden de beleidsrichtingen/keuzes en bijbehorende uitvoeringsplannen beschreven. Het informatiebeleidsplan 2012-2015 wordt vastgesteld. In het dienstverleningsontwerp van de gemeente Kerkrade "Verschillende klanten, verschillend aanpak" is de visie op dienstverlening vorm gegeven. De Gemeente Kerkrade geeft burgers en bedrijven het gevoel welkom te zijn en biedt oplossingen op maat aan waarbij zoveel mogelijk de keuzevrijheid van de klant, ten aanzien van het dienstverleningskanaal, centraal staat. Iedere medewerker van de gemeente is zich hiervan bewust en handelt dienovereenkomstig. Dit leidt ertoe dat uiterlijk in 2015 op basis van de behoefte en logica van de klant, sprake zal zijn van een sterk gedigitaliseerde, kwalitatief hoogwaardige en klantgerichte publieke dienstverlening, waarbij 80% van de eerste contacten direct en doelmatig wordt afgehandeld. Het document diende, samen met het informatiebeleidsplan 2007-2010 als basis voor de vorming van het KCC. De nota verbonden partijen gaat in op de sturingsrelatie met en de risicobeheersing bij verbonden partijen, zijnde die privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisaties waarin de gemeente Kerkrade een bestuurlijk en een financieel belang heeft.
Nota dienstverlening “Verschillende klanten, Verschillende aanpak “
2010
Nota verbonden partijen
2014
Communicatiebeleidsplan “Communicatie, zintuig van de
2011 Zie beleidsveld 4.
200
Beleidskader gemeente” Verordening gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens Reglement burgerlijke stand Rechtspositieregeling buitengewoon ambtenaar burgerlijk stand
Jaar
Omschrijving De verordening regelt welke verbanden er binnengemeentelijk zijn met de GBA, welke binnengemeentelijke afnemers er zijn van de GBA, 2008 voor welk doel zij afnemer zijn en welke persoonsgegevens er zijn van (categorieën van) vrij derden. Verder regelt de verordening voor welk doel de gegevens worden verstrekt en onder welke voorwaarden Het reglement houdt bepalingen in ten aanzien van de ambtenaren van de burgerlijke stand, de buitengewoon ambtenaren van de burgerlijke 2003 stand en de openstelling van het bureau van de burgerlijke stand. Regelt de rechtspositie van de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand
Beleidsveld 11 Informatiebeleidsplan 2007-2010 Meerjaren onderhoudsplanning PLANON en jaarplan onderhoud gebouwen
Gemeentelijk Riolerings Plan 2001-2006 (update 2014 GRP )
Wegenbeheerplan 2007-2011 ( concept 2014)
Beleidsplan Openbare Verlichting ( concept 2013 )
Beleidsplan Begraafplaatsen
Groenstructuurplan ( concept 2013 )
2012 Zie beleidsveld 10. Dit wordt jaarlijks geactualiseerd en geeft weer mede op basis van inspecties de onderhoudswerkzaamheden die in een jaar plaats moeten jaarlijks vinden. De efficiëntere uitvoering van onderhoud en gebruik van gebouwen vormt het uitgangspunt voor een pro-actief vastgoedbeheer en daarmee speerpunt voor de komende jaren. Dit, wettelijk verplicht, plan is uit enkele delen opgebouwd en geeft weer de stand van zaken van de riolering en het beheer daarvan, een meerjarenplanning, een kostendekkingsplan en een civieltechnisch onderdeel van het rioleringsplan. Doelstellingen (speerpunten) zijn geformuleerd en wel: realisatie van de basisinspanning, wegwerken van de achterstand in rioolvervanging, maximalisatie van afkoppeling, 2014 sanering van ongezuiverde lozingen en automatisering van de beheersystemen. Het plan omvat de periode 2001-2006. Zodra de gevolgen op gemeentelijk nivo voldoende uitgekristalliseerd zijn in verband met het van kracht worden van de Europese kader richtlijn Water en andere relevante (gewijzigde) wetgeving zal een geheel herzien basisrioleringsplan worden opgesteld. Dit plan regelt het kwaliteitsniveau van de openbare verhardingen. Op basis van de minimale kwaliteit, afschrijvingen en slijtage wordt het 2014 onderhoudsprogramma bepaald. In dit beleidsplan wordt een beeld geschetst van de verlichting, worden achtergronden en uitgangspunten voor openbare verlichting besproken en vertaald naar normeringen en globale kostenindicaties. De beleidsuitgangspunten kunnen vervolgens vertaald worden naar uitvoerings- en onderhoudsprogramma's. Openbare verlichting heeft tot doel om het openbare leven bij duisternis zo goed mogelijk te laten functioneren. Verkeersveiligheid, sociale veiligheid en leefbaarheid spelen dan een grote rol. Een goede kwaliteit van de openbare verlichting 1998 is hierdoor van groot belang. Per type openbare ruimte worden de gewenste kwaliteiten aangegeven en wordt ingegaan op de noodzakelijke aanpassingen. Samengevat zijn er 3 beleidsdoelstellingen: wegwerken achterstand c.q. renoveren, verbeteren verlichtingskwaliteit i.r.t. openbare en verkeersveiligheid en herkenbaarheid, het verminderen van het energieverbruik. In 2001 heeft e.e.a. geleid tot een plan van aanpak. In het betreffende plan zijn geen afzonderlijke doelstellingen opgenomen, wel wordt aangegeven dat bij de hele procesgang uitgangspunten o.a. waren om overcapaciteit af te bouwen en een kostendekkende exploitatie te realiseren. Het plan gaat kort in op het uitvoeren van een 1998 aantal maatregelen op verschillende begraafplaatsen, het vaststellen van een nieuwe beheersverordening incl. "nadere regels" en nieuwe tarieven. in dit plan wordt een visie ontwikkeld ten aanzien van het te voeren beleid voor het openbaar groen. Daarin wordt het beleid van de gemeente t.a.v. bestemming, inrichting en beheer van het openbaar groen samengevat, ook voor de lange termijn. Er worden enkele 1992 hoofddoelstellingen onderkend: hoge kwaliteit van het openbaar groen en het onderhoud daarvan; samenhangend, duurzaam, multifunctioneel en beheerbaar karakter van het openbaar groen; terugdringen chemische onkruidbestrijding; voorlichting en draagvlak. Verder komen aan de orde een aantal noodzakelijke afstemmingen met andere gemeentelijke beleidsterreinen en met provinciaal en
201
Beleidskader
Bomenbeleidsplan ( bomenverordening 2012 en lijst waardevolle en monumentale bomen 2012 ) Bosbeheerplan
NOC/NSF Normen
Verkeersveiligheidsplan
Energiescan 2010
Jaar
Omschrijving regionaal beleid. Wijksgewijs worden per groengebied een korte omschrijving gegeven en een aantal voorstellen gedaan. Een actualisatie is gepland, het plan is gericht op de openbaar ruimte. 2006 Zie beleidsveld 1.
In de bossen met functie natuur heeft de instandhouding danwel ontwikkeling van natuurwaarden een hoge prioriteit, maar recreatie geld 1999 mede als belangrijke functie. Daarnaast worden deze functies aangevuld met diverse nevenfuncties zoals houtproductie, landschappelijke waarden en milieu. Per functie worden bovendien nog enkele specifieke doelen genoemd Dit (landelijke) handboek is opgezet door de vml. Nederlandse Sportfederatie en het Nederlands Olympisch Comité, thans bekend als ISA 2006 + Sport. ISA Sport keurt sportaccommodaties, adviseert exploitanten en beproeft en ontwikkelt nieuwe materialen. Het handboek dient als supple- informatiebron voor allen die betrokken zijn bij de planning, de bouw, het beheer, de inrichting en het onderhoud van sportaccommodaties. menten Het bevat gegevens over normen, eisen, wensen, aanbevelingen en richtlijnen die gelden bij sportaccommodaties. Tevens naslagwerk, met periodieke supplementen. Het bevat dus geen specifieke Kerkraadse doelstellingen Het plan gaat in op het beleid en de organisatie van de verkeersonveiligheidsbestrijding, de analyse van de verkeersonveiligheid, ruimtelijke ordening en verkeersstromen, het scherpt het verkeersveiligheidsbeleid aan en formuleert aangescherpte doelstellingen. Tot slot worden de te nemen maatregelen gepresenteerd in de vorm van een werkplan voor de periode 1997-2001. (inhoudsopgave, samenvatting) Het plan 1997 formuleert een drietal algemene doelstellingen mbt (duurzame) verkeersveiligheid en het toekennen van functies aan wegen, concrete doelstellingen voor het jaar 2000 (-25% verkeersslachtoffers tov 1985) en 2010 (-50% verkeersdoden en -40% gewonden tov 1986) en een tweetal doelen op het gebied van bereikbaarheid en mobiliteit. 2010 Deze geeft mede richting aan het beleid.
202
Vaststelling
203
204
Ontwerpbesluit Nr.: ...
Rb ...
De raad van de gemeente Kerkrade; overwegende, dat de raad door het vaststellen van de begroting zijn budgetrecht uitoefent; dat de raad is aangeboden de ontwerp-begroting 2015;
gelezen, de nota van toelichting, nr. ... Tl ... het verslag van de commissie(s)
, behorende bij dit besluit;
gelet op, beleidsveld: 10 gemeentelijk/regionaal beleidskader: Financiële verordening gemeente Kerkrade (ex.art.212 GW) wetsartikel: m.n. art. 189, 190 en 191 van de Gemeentewet
Besluit: I.
De begroting 2015 vast te stellen.
Aldus vastgesteld door de raad der gemeente Kerkrade, in zijn openbare vergadering d.d.
De voorzitter van de raad,
De griffier,
J.J.M. Som.
B.W.E. van der Wijst-Triepels.
205