--
Gemeente Rotterdam College van Burgemeester en Wethouders
Aan de leden van de Gemeenteraad
Gemeenteraad Bezoekadres: Stadhuis Coolsingel 40 Rotterdam Postadres: Postbus 70012 3000 KP Rotterdam Website: www.stadhuis.rotterdarn.nl E-mail:
[email protected] Fax: (OIO) 417 22 44 Inlichtingen: S.Davidson Telefoon: (OIO) 2468199 Ons kenmerk: 05BSD06345 Bijlage: 1 Betreft: Rapportage luchtkwaliteit 2003 Datum: 7 juni 2005
1 6 Jutil ZOOS De gemeente is ieder jaar verplicht volgens het Besluit luchtkwaliteit de luchtkwaliteit in de stad te rapporteren aan Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland. Hierbij ontvangt u de rapportage over 2003. De luchtkwaliteit is getoetst aan de grenswaarden en plandrempels voor stikstofdioxide, fijn stof (zwevende deeltjes), benzeen en koolmonoxide, zoals die in het Besluit zijn opgenomen. Dit heeft geresulteerd in de bijgevoegde Rapportage Luchtkwaliteit 2003. Doel van de rapportage is inzicht te verkrijgen in de huidige luchtkwaliteit, zodat bij overschrijdingen van plandrempels maatregelen kunnen worden genomen. Uit deze rapportage blijkt dat langs of in de nabijheid van 1 3 3 km rijkswegen en langs ruim 17 km binnenstedelijke wegen de plandrempel voor stikstofdioxide wordt overschreden. Dit betekent dat de gemeente verplicht is om hier maatregelen te nemen. In het plan van Aanpak Knelpunten Luchtkwaliteit Rotterdam (september 2004) worden maatregelen beschreven om de luchtkwaliteit te verbeteren, met als doel om in 201O te voldoen aan de wettelijke luchtkwaliteitsnormen. In het Plan van Aanpak 2005 worden deze maatregelen verder uitgewerkt. Langs of in de nabijheid van ca. 6 km rijkswegen en langs of in de nabijheid van ca. 66 km binnenstedelijke wegen met gevoelige bestemmingen heeft de jaargemiddelde concentratie van fijn stof de plandrempel overschreden. De rijksoverheid en de provincie hebben een plan van aanpak fijn stof opgesteld. In het Plan van Aanpak 2005 voor Rotterdam zal er expliciet aandacht besteed worden aan het terugdringen van fijn stof. De uitkomsten van de rapportage zijn negatiever dan in de rapportage over 2002. In 2003 is de verspreiding van luchtverontreiniging negatief bei’nvloed door lange perioden van hoge temperaturen met relatief lage windsnelheden. Hierdoor zijn de concentraties stikstofdioxide en fijn stof hoog in vergelijking met de gemiddelde jaren. Burgemeester en wethouders van Rott
I ? o
Concept Rapportage
luchtkwaliteit 2003 van de gemeente Rotterdam
(CONCEPT)
Rapportage luchtkwaliteit 2003 van de gemeente Rotterdam
DCMR Milieudienst Rijnmond 's-Gravelandseweg565 Postbus 843 3100 AV Schiedam Telefoon (O1O) 2468 O00 Fax (O1O) 2468 283
1
Rapportage luchtkwaliteit 2003 van de gemeente Rotterdam - april
2005
Samenvatting
3
1
Inleiding
7
2
Algemene gegevens over de gemeente en haar omgeving. 9
3
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
Resultaten en beoordeling voor het jaar 2003 Stikstofdioxide Fijn stof Benzeen Koolmonoxide Toekomstverwachtingen
13 14 14 15
4
Conclusies en aanbevelingen
17
5
Referenties
18
6
Bijlage 1
19
7
Bijlage 2
21
8
Bijlage 3
22
9
Bijlage 4
23
11 11
Rapportage luchtkwaliteit 2003 van de gemeente Rotterdam - april
2005
2
Same nvatting Dit rapport betreft de rapportage over de luchtkwaliteit van de gemeente Rotterdam voor het jaar 2003, conform het Besluit luchtkwaliteit (Stb. 2000,269) van 11 juni 2001. Nagegaan is of er sprake is van overschrijdingen van de wettelijke luchtkwaliteitsnormenin het Besluit luchtkwaliteitvoor de luchtverontreinigende stoffen: stikstofdioxide (NOz); 0 koolmonoxide (CO): fijn stof (PMlo); 0 benzeen (c6H6). Behoudens daar waar anders wordt aangegeven is overal in de gemeente voldaan aan de luchtkwaliteitsnormen. De gemeente is gelegen in stedelijk gebied. De achtergrondconcentratie wordt mede bepaald door: 0 de hoge stedelijke dichtheid van het gebied. 0 de aanwezigheid van drukke, doorgaande rijkswegen A4, A l 3, A l 5, A l 6 en A20. 0 de aanwezigheid van grote industriegebieden. o scheepvaart. De gemeente bestaat uit twee onderscheidenlijke delen: in het westen van de stad ligt het langgerekte haven- en industriegebied in de richting 1. Noordwest-Zuidoost, ca. 30 km lang en 2 tot 5 km breed; in het oosten van de stad liggen de woonwijken in een gebied van ca. 10 bij 10 km. 2. Twee aparte Rotterdamse woonkernen liggen resp. in het Noordwest en Zuidoost van het industriegebied, resp. Hoek van Holland en Hoogvliet. Rotterdam heeft ca. 600.000 inwoners. Voor deze rapportage zijn berekeningen uitgevoerd om de overschrijding van wettelijke normen opgenomen in het Besluit luchtkwaliteit vast te stellen. De rapportageplicht in het Besluit luchtkwaliteit heeft betrekking op plaatsen waar naar redelijke verwachting mensen worden blootgesteld aan te hoge concentratie luchtverontreiniging. De berekeningen zijn daarom uitgevoerd langs de belangrijkste wegen waar een vermoeden bestaat dat een van de wettelijke normen kan worden overschreden. De totale weglengte van deze wegen is ongeveer 450 km. De overschrijdingen zijn alleen geconstateerd en opgenomen in de rapportage ter hoogte van gevoelige bestemmingen. Onder gevoelige bestemmingen wordt verstaan: woningen, sportvelden, ziekenhuizen, scholen en kinderdagverblijven. De onderzoeksresultaten met betrekking tot de luchtkwaliteit van binnenstedelijke wegen zijn gebaseerd op gegevens uit de Regionale Verkeers- en Milieukaart (RVMK) van de stadsregio. Daarin is de totale hoeveelheid verkeer op basis van tellingen uit het basisjaar 1998 geactualiseerd naar het jaar 2003. Verder is de verhouding vracht- en personenvervoer geactualiseerd en is de afstand van de wegas tot de gevel als uitgangspunt genomen bij de berekeningen. Met de RVMK zijn invoerfiles gegenereerd voor het CARII-model. De resultaten in de rapportage over de rijkswegen zijn gebaseerd op gegevens van Rijkswaterstaat. DCMR heeft in samenwerking met Gemeentewerken die gegevens gebruikt om contouren te bepalen langs de rijkswegen en heeft daarbinnen het aantal blootgestelden en het aantal kilometers weg bij woningen en sportvelden bepaald.
3
Rapportage luchtkwaliteit 2003 van de gemeente Rotterdam - april
2005
De volgende overschrijdingen van luchtkwaliteitsnormen zijn in 2003 geconstateerd: Jaargemiddelde concentraties stikstofdioxide (NOZ) o Langs ruim 17 km binnenstedelijke wegen werd de plandrempel van NO2 (54 pg/m3) overschreden. Langs deze wegen staan ongeveer 7.439 woningen met 15.620 inwoners. Bijlage 1 geeft een overzicht van de wegen waarlangs deze overschrijding werd berekend. 0 Langs of in de nabijheid van ongeveer 288 km binnenstedelijke wegen ter hoogte van gevoelige bestemmingen heeft de jaargemiddelde concentratie van NO2de wettelijke grenswaarde (40 pg/m3)overschreden. Langs deze wegen staan ongeveer 90.900 woningen met ongeveer 190.900 inwoners. 0 Langs of in de nabijheid van 13,5 km rijkswegen wordt ook de wettelijke plandrempelwaarde overschreden. Het gaat om ca. 11,5 km rijksweg met woningen en 2 km rijksweg met sportvelden. Op bewoonde locaties langs deze weg(en) worden hierdoor ca. 3.686 woningen en 7.266 inwoners aan luchtverontreiniging blootgesteld. 0 Langs of in de nabijheid van alle rijkswegen is de wettelijke grenswaarde (40 pg/m3) overschreden. Doordat er in 2003 meer, en dus ook nieuwe locaties met een overschrijdingen van de plandrempel worden berekend zal in het komende jaar conform artikel 25 van het Besluit luchtkwaliteit een Plan van Aanpak moeten worden opgesteld ten einde in 2010 te voldoen aan de wettelijke luchtkwaliteitsnormen. Door wisselende meteorologische omstandigheden wijzigt elk jaar het aantal knelpunten. In Rotterdam is daarom gekozen om het Plan van Aanpak voor 2002 op te stellen voor de berekende knelpunten in 201O. Doordat er nog onvoldoende effecten van maatregelen bekend zijn was dit Plan van Aanpak kwalitatief van aard. In het Plan van Aanpak over 2003 zal een duidelijker beeld van de maatregelen worden gegeven. De oorzaak van de overschrijdingen met betrekking tot de jaargemiddelden van NO2is voornamelijk de relatieve bijdrage van het verkeer en de achtergrondconcentratie. Door lange perioden met relatief lage windsnelheden is de verspreiding van luchtverontreiniging negatief beïnvloed. Hierdoor zijn in 2003 de gemeten en berekende concentraties hoog in vergelijking met gemiddelde jaren. In het grootste deel van Rotterdam (ca 60%) lag in 2003 de achtergrondconcentratie al boven de grenswaarde van 40 pg/m3. Jaargemiddelde concentraties f@ stof (PM,,) 0 Langs of in de nabijheid van ca. 66 km binnenstedelijke wegen heeft de jaargemiddelde concentratie van PMlo de plandrempel (43 pg/m3)overschreden. Langs deze wegen zijn ca. 15.000 woningen geteld, waardoor er op deze locaties ca. 31500 personen aan luchtverontreiniging blootgesteld worden. Langs of in de nabijheid van ca. 6 km rijksweg met een gevoelige bestemming heeft de jaargemiddelde concentratie van PMlo ook de plandrempel (43 pg/m3)overschreden. Op gevoelige locaties langs deze weg(en) worden hierdoor ca. 1.I08 woningen met 2.063 inwoners aan concentraties boven de plandrempel blootgesteld. 0 Langs of in de nabijheid van ca. 228 km van de onderzochte binnenstedelijke wegvakken heeft de jaargemiddelde concentratie van PMlo de wettelijke grenswaarde (40 pg/m3)overschreden. Langs deze wegen staan ongeveer 54.800 woningen waardoor ongeveer 115.000 inwoners worden blootgesteld. 0 Langs of in de nabijheid van alle rijkswegen heeft de jaargemiddelde concentratie van PMlo de wettelijke grenswaarde (40 pg/m3)overschreden.
Rapportage luchtkwaliteit 2003 van de gemeente Rotterdam - april 2005
4
De oorzaak van de overschrijding(en) met betrekking tot PMlo is voornamelijk de hoge achtergrondconcentratie in combinatie met de stabiele meteorologische omstandigheden waardoor er in 2003 een slechte verspreiding van de luchtverontreiniging optrad. 2CUurgemiddeldeconcentraties PMlo Er zijn geen berekeningen gemaakt van de uurgemiddelde concentraties van PMlo langs of in de nabijheid van wegen. De berekeningen met het CARII-model zijn hiervoor niet toereikend. Rijkswaterstaat heeft eveneens geen gegevens aangeleverd over 24-uurgemiddelden concentraties langs rijkswegen. Jaarlijkse concentraties benzeen (C6& ) In de gemeente doen zich geen situaties voor met drukke wegen en stagnerend verkeer, waar de jaargemiddelde concentratie van benzeen de norm (10 pg/m3)overschrijdt. In het kader van deze rapportage is niet onderzocht waar eventuele overschrijdingen van deze norm bij parkeergarages is, omdat het CAR model in de RVMK daarvoor niet toereikend is. Jaarlijkse concentratie koolmonoxide (CO) In de gemeente doen zich geen situaties voor met drukke wegen en stagnerend verkeer, waar de wettelijke luchtkwaliteitsnorm (6000 pg/m3voor het 98 percentiel van de 8-uurgemiddelde concentraties) voor CO wordt overschreden.
5
Rapportage luchtkwaliteit 2003 van de gemeente Rotterdam - april 2005
DCMR Milieudienst Rijnmond 's-Gravelandseweg565 Postbus 843 3100 AV Schiedam Johan Voerman Leo de Leu Lien de Voogd Naam contactpersoon gemeente: Lien de Voogd tel. O1 0-2468166. Dit rapport betreft de rapportage over de luchtkwaliteitvan de gemeente Rotterdam in de provincie Zuid-Holland voor het jaar 2003 conform het Besluit luchtkwaliteit (Stb. 269). Het rapport is op datum te Rotterdam goedgekeurd door Burgemeester en Wethouders.
Naam:....................
Handtekening:........................
Functie:. .................
Rapportage luchtkwaliteit 2003 van de gemeente Rotterdam
2005
- april
6
I Inleiding In dit rapport wordt de luchtkwaliteit van de gemeente Rotterdambeschrevenvoor het jaar 2003. De rapportageplichtin het Besluit luchtkwaliteit heeft betrekking op plaatsen waar naar redelijke verwachting mensen worden blootgesteldaan te hoge concentratie luchtverontreiniging.De luchtkwaliteitsniveauszijn vastgelegd in de vorm van grenswaarden, plandrempels en alarmdrempels. Indien de grenswaarde niet wordt overschreden voldoet de luchtkwaliteit aan de wettelijke norm en zijn geen maatregelen vereist. Bij overschrijden van plandrempels' moet er een plan worden opgesteld met maatregelen ter beperkingvan de luchtverontreiniging. Bij overschrijdingvan alarmwaarden dient men te handelen conform de procedures beschreven in de Smogregeling 2001 (Stcrt. 2001, 109). In de gemeente moet worden voldaan aan de wettelijke luchtkwaliteitsnormen in het Besluit luchtkwaliteitvan de luchtverontreinigende stoffen: stikstofdioxide(NO,), koolmonoxide (CO) en benzeen (c6H6). Controleberekeningen worden uitgevoerd voor die locaties waar een vermoeden bestaat dat de luchtkwaliteitvoor tenminste één van de verontreinigende stoffen zou kunnen worden overschreden. De luchtkwaliteit met betrekking tot zwaveldioxide( S 0 2 )en lood (Pb) komt in de provinciale rapportage aan de orde. De verontreiniging door deze stoffen is representatief voor de algemene luchtkwaliteit in Nederland. De voornaamste bronnen van luchtverontreinigingzijn (weg)verkeer, industriële bedrijven en de landbouw, NO, wordt voornamelijk veroorzaakt door snelrijdend en optrekkendverkeer. Benzeen en CO komen voornamelijk vrij bij stagnerend verkeer. De bronnen voor fijn stof zijn zeer divers: verkeer, industrie en vele natuurlijke bronnen. De concentratiesvan NO, CO en benzeen (c6H6) kunnen significant zijn verhoogd door lokale emissies en door plaatselijke omstandigheden die de verspreiding in de atmosfeer belemmeren. De luchtkwaliteitsnormenvoor fijn stof (PMlo) worden nagenoeg in geheel Nederland overschreden en het nemen van maatregelen valt onder het rijksbeleid. Er wordt verwacht dat VROM aan het eind van 2004 met een pakket maatregelen komt waarmee de concentratie PMlo kan worden verlaagd en waardoor de grenswaarde voor PMlo behaald kan worden. De gevolgen van luchtverontreinigendestoffen kunnen schade veroorzaken aan de gezondheid van mensen en dieren, en schade veroorzaken aan planten en gebouwen. NO, en PMloveroorzaken schade aan luchtwegen en versterken hooikoorts, allergische en astmatische problemen. Benzeen is kankerverwekkend. Conform de bepalingen in het Besluit luchtkwaliteit is gebruik gemaakt van de berekeningen van het ministerie van Verkeer en Waterstaat van de luchtkwaliteit langs rijkswegen. Voor 2003 heeft Rijkswaterstaat een door het Energie Centrum Nederland (ECN) verbeterde versie (2.50) van het VLW model (model Verspreiding LuchtverontreinigingWegverkeer) gebruikt. De belangrijkste verbeteringen ten opzichte van de vorige versie zijn: 0 de invloed van geluidsschermen en geluidswallen is meegenomen; er is rekening gehouden met de lokale terreinruwheid. De hoogteligging van de weg heeft volgens ECN en Rijkswaterstaat slechts een kleine invloed op de berekende concentraties. De invloed hiervan is dan ook niet meegenomen. Op basis van deze berekende concentraties heeft DCMR in samenwerking met het Ingenieursbureau Gemeentewerken Rotterdam contouren langs de rijkswegen gegenereerd (zie bijlage 2). Op basis van deze contouren is een schatting gemaakt van de aantallen woningen met inwoners binnen deze contouren.
' Plandrempelszijn waarden die hoger zijn dan de grenswaarden. De plandrempels worden ieder jaar stapsgewijs lager zodat zij in het jaar 2010 gelijk zijn aan de grenswaarden.
7
Rapportage luchtkwaliteit 2003 van de gemeente Rotterdam - april
2005
Voor berekening van de luchtkwaliteit langs binnenstedelijke wegen is gebruik gemaakt van de Regionale Verkeers en Milieukaart (RVMK) van de Stadsregio Rotterdam. De totale weglengte van de wegen in de RVMK is ongeveer 450 km. Bij de berekeningen is de afstand van de wegas tot de (meest nabijgelegen) locatie met een "gevoelige bestemming" gehanteerd. Onder een gevoelige bestemming wordt verstaan woningen, sportvelden, ziekenhuizen, scholen en kinderdagverblijven. Het gaat hierbij om verblijf langer dan 12 uur per etmaal (bijv. woningen), de aanwezigheid van gevoelige groepen (bijv. ziekenhuizen) en fysieke inspanning (bijv. sportterreinen). Een trottoir wordt daarom als niet gevoelig beschouwd. Mensen verblijven hier niet langdurig en plegen hier over het algemeen geen intensieve fysieke inspanning.
Rapportage luchtkwaliteit 2003 van de gemeente Rotterdam
2005
- april
8
2
Algemene gegevens over de gemeente en haar omgeving.
In de gemeente Rotterdam wonen ca. 600.000 inwoners verdeeld over globaal 11 deelgemeenten. Rotterdam wordt gekenmerkt door: o een langgerekt haven- en industriegebied in het westen van de stad, in de richting NoorwestZuisoost, ca. 30 km lang en 2 tot 5 km breed; o een aaneengesloten woongebied in het oosten van de stad van ca. 10 bij 10 km. Twee aparte Rotterdamse woonkernen liggen resp. in het Noordwest en Zuidoost van het havenen industriegebied, resp. Hoek van Holland en Hoogvliet. Het woongebied van de stad wordt omsloten en doorkruist door drukke rijkswegen: de A4, A13, A I 5, A I 6 en A20. Tabel 1: algemene gegevens van de gemeente
Soort gebied Soort omgeving
Gebruikte regionale milieuverkeerskaart, naam regio Toelichting op gebruikte milieuverkeerskaart Naam gebruikte milieumodel Naam gebruikt verspreidingsmodel Gegevens die niet verkregen konden worden of onzeker zijn
Geplande grootschalige ruimtelijke ontwikkelingen of ingrijpende wijziging in infrastructuur
stedelijk, industrieel sterk verstedelijkt veenweide gebied met industrie- en kassengebieden; tevens een korte kuststrook RVMK 1998, stadsregio Rotterdam geactualiseerd voor het jaar 2003 PROMIL TNO-verkeersmodell CARII Uurgemiddelde concentraties, concentraties over benzeen bij parkeergarages. De modellen zijn hiervoor niet toereikend. Bundelen Ordenen en Inpassen van verkeer over de grote wegen naar de binnenstad (Verkeers- en Vervoersplan Rotterdam 2003-2020)
Tabel 2: opgesteldlgevoerd milieubeleid
Bestaand samenwerkingsverband met gemeente Beleid t.a.v. luchtkwaliteit is in grote lijnen vastgelegd in Reeds uitgevoerde maatregel (1)
9
Rijnmond gemeenten Het Rotterdams Milieuperspectief 2002 2007 In het kader van de slechte luchtkwaliteit
Rapportage luchtkwaliteit 2003 van de gemeente Rotterdam - april
2005
teeds uitgevoerde maatregel (2)
qeeds uitgevoerde maatregel (3)
3eeds genomen actie (4)
Reeds genomen actie (5)
Reeds genomen actie (6) Reeds genomen actie (7)
Voor Hoogvliet is een structuurschets aan de Provincie voorgelegd ter goedkeuring, waarbij de volgende aanpak is overeengekomen. In de wijk vindt herstructurering plaats door langs de rijksweg A I 5 minder woningen terug te brengen (aantal blootgestelden verminderd) en in de beste luchtkwaliteit van de wijk verdichting van het aantal woningen toe te passen. Met het Europese Heavenproject is de burger geïnformeerd over de luchtkwaliteit langs de grote wegen in de Rijnmond. Het project is inmiddels afgerond, maar de website met de informatievoorziening wordt nog steeds beheerd en voortgezet. (www.luchtkwaliteit.rotterdam.nl) In juni 2004 is in opdracht van Milieumonitoring Stadsregio Rotterdam het rapport “Luchtkwaliteit en gezondheid in Rijnmond” gepubliceerd als onderdeel van de jaarlijkse monitoring van het milieu in de regio Rotterdam 2004. De auteurs van de GGD Rotterdam e.o. geven inzicht in de effecten van luchtkwaliteit op de gezondheid van de bevolking in de regio Rijnmond. De Rotterdamse strategie voor het Besluit luchtkwaliteit is opgesteld, en is door het College van B&W op 20 juli vastgesteld. Er is een Plan van Aanpak voor de knelpunten in Rotterdam vastgesteld. Er is een Uitvoeringsprogramma bij het plan van aanpak knelpunten luchtkwaliteit Rotterdam vastgesteld.
Rapportage luchtkwaliteit 2003 van de gemeente Rotierdam - april
2005
10
3
Resultaten en beoordeling voor het jaar 2003
In dit hoofdstuk worden achtereenvolgens overzichten gegeven van de opgetreden concentraties en de overschrijdingen van grenswaarden en plandrempels van de luchtverontreinigende stoffen: stikstofdioxide (NOz), fijn stof (PMlo ), benzeen ( CH) en koolmonoxide (CO). Toetsing van de berekende en gemeten concentraties geschiedt aan de grenswaarden en plandrempels aangegeven in het Besluit luchtkwaliteit (Stb. 200, 267). De jaargemiddelde concentraties NO2en PMlo zijn bepaald voor alle rijkswegen binnen de gemeente en alle binnenstedelijke wegen waar een vermoeden bestaat dat een van de wettelijke normen wordt overschreden en ter hoogte van gevoelige bestemmingen.
3.1 Stikstofdioxide Paragraaf 3.1 .I. Jaargemiddelde concentraties NOz
In bijlage 2 is een kaart opgenomen met de plandrempel contour langs rijkswegen. Doordat de grenswaarde in grote delen van Rotterdam wordt overschreden kan er geen contour van de grenswaarde langs de rijkswegen worden gegeven. Naast de contour voor de plandrempel langs de rijkswegen worden in de kaart in bijlage 2 ook de binnenstedelijke wegen met een plandrempeloverschrijdingaan de gevel gegeven. Binnenstedelijke wegen
Er is langs 17,4 km binnenstedelijke wegen met ca. 7.439 woningen een overschrijding van de plandrempel (54 pg/m3)berekend. Op basis van een gemiddelde woningbezetting van 2,l kan
worden gesteld dat ca. 15.620 inwoners worden blootgesteld aan een NO2concentratie boven de plandrempel. In tabel 3 in bijlage 1 zijn woningen en andere gevoelige bestemming per wegvak aangegeven met een concentratie boven de 54 pg/m3. In 2003 kwam de achtergrondconcentratie van NOz in grote delen van Rotterdam al boven de grenswaarde (40 pg/m3). Daardoor werd deze grenswaarde langs een zeer groot aantal wegen overschreden. Bij de berekeningen komt naar voren dat in totaal langs ongeveer 288 km binnenstedelijke wegen de wettelijke grenswaarde (40 pg/m3)werd overschreden. Langs deze wegen staan 90.900 woningen. Met een gemiddelde woningbezetting van 2,l kan worden gesteld dat ca. 190.900 personen worden blootgesteld aan luchtverontreiniging door NO2. De berekeningen worden niet uitgevoerd langs alle Rotterdamse straten. Bij de berekeningen komt naar voren dat de achtergrondconcentratie bij ongeveer 65% van de berekende wegen boven de grenswaarde ligt. Hieruit kan met een ruwe schatting worden aangenomen dat, zonder de bijdrage van het wegverkeer, al ongeveer 65% van de bewoners in Rotterdam (65% van 600.000 is 390.000) aan deze concentratie werden blootgesteld. In het achtergrondbestand van het RIVM, wat wordt gebruikt in het CARII- model, wordt geen rekening gehouden met een verlaging van de achtergrondconcentratie door het gebruik van stadsverwarming in Rotterdam. Het gebruik van aardgas binnen woningen geeft een bijdrage aan
11
Rapportage luchtkwaliteit 2003 van de gemeente Rotterdam 2005
- april
de NO2concentratie van 2 tot 6 pg/m3. In de delen van Rotterdam, waar stadsverwarming wordt gebruikt, worden de NO2concentraties in deze rapportage dus overschat. Rijkswegen Langs ca. 1 3 3 km rijksweg is de plandrempel (54 pg/m3)ter hoogte van gevoelige bestemmingen overschreden. Het gaat om ca. 1 1 3 km rijksweg met woningen en 2 km rijksweg waar sportvelden binnen de contour liggen. Het aantal woningen binnen de contour ca. 3.686. Bij een gemiddelde woningbezetting van 2,l is het aantal blootgestelden ca. 7.266.
De belangrijkste wijken langs de rijkswegen met een overschrijding van de plandrempel zijn: A I 3/A20: Overschie; A20: Hillegersberg-Schiebroek (Kleiwegkwartier); A20:Kralingen-Oost; A20: Prins Alexander (Ommoord); A l 6: Prins Alexander (‘s Gravenland/Kralingseveer); A I 6: Idsselmonde (Oud IJsselmonde//Groenenhagen/Tuinhoven).
De exacte locaties staan in tabel 5 van bijlage 4. In deze tabel staan het aantal blootgestelden per wijk (Kolom: NO254 pg/m3, 2003, inwoners). Voor het bepalen van het aantal blootgestelden is gebruik gemaakt van gegevens van het COS (Centrum Onderzoek Statistiek bij dS+V). Van internet zijn de inwoner- en woningaantallen op 1 januari 2003 per buurt gedownload. Deze gegevens zijn gekoppeld aan de TIR (Territoriale Indeling Rotterdam) . De gebieden waar geen woningen staan (groen, weg, bedrijventerrein, etc) zijn eruit gehaald. Op basis daarvan zijn de inwoner- en woningdichtheid per bebouwd gebied berekend. Vervolgens is de betreffende contour over het gebied heen gelegd, waarna oppervlakte maal dichtheid is berekend. Doordat er in 2003 nieuwe locaties met een overschrijdingen van de plandrempel worden berekend zal in het komende jaar conform artikel 25 van het Besluit luchtkwaliteit een Plan van Aanpak moeten worden opgesteld teneinde in 201O te voldoen aan de wettelijke luchtkwaliteitsnormen. Omdat door wisselende meteorologische omstandigheden elk jaar het aantal knelpunten wijzigt is er in Rotterdam voor gekozen om het Plan van Aanpak voor 2002 op te stellen voor de berekende knelpunten in 2010. Doordat er nog onvoldoende effecten van maatregelen bekend zijn was dit Plan van Aanpak kwalitatief van aard. In het Plan van Aanpak over 2003 zal een duidelijker beeld van de maatregelen worden gegeven. In tabel 4 van bijlage 3 zijn de concentraties NO2voor het jaar 2001,2002 en 2003 voor een aantal punten bij gevoelige bestemmingen langs de rijkswegen opgenomen. De gegevens in de tabel voor 2002 zijn een indicatie op basis van de cd-rom “Luchtkwaliteit langs rijkswegen in 2002” van Rijkswaterstaat. Voor 2003 is vanuit de gegevens van Rijkswaterstaat een schatting gemaakt. De tabel laat een groot verschil zien tussen berekeningen van de verschillende jaren. Gedeeltelijk is dit verschil te verklaren. In 2001 heeft Rijkswaterstaat een eigen model ontwikkeld (VLW) dat is getoetst aan het TNO-verkeersmodel. Na het uitbrengen van die berekeningen is al vastgesteld dat de berekeningen van het VLW een overschatting hebben gegeven. In 2001 is echter toch met die berekeningen gewerkt. Voor 2002 heeft Rijkswaterstaat aan TNO gevraagd de berekeningen langs alle rijkswegen met het TNO-verkeersmodel te maken. Voor 2003 heeft Rijkswaterstaat een door het ECN verbeterde versie van het VLW model gebruikt. Daarop zijn de resultaten voor deze rapportage gebaseerd. Voor 2002 waren de resultaten lager dan verwacht. In 2003 zijn de concentraties duidelijk hoger. Dit is te verklaren uit de meteorologie; 2003 had lange perioden met stabiel weer. Hierdoor was de verspreiding van de luchtverontreiniging duidelijk slechter dan in voorgaande jaren waardoor hogere concentraties voorkwamen.
Rapportage luchtkwaliteit 2003 van de gemeente Rotterdam - april
2005
12
Resumerend treden in 2003 langs veel binnenstedelijke wegen en langs de rijkswegen overschrijdingen van de plandrempel op. In het grootste deel van Rotterdam overschrijdt de jaargemiddelde achtergrondconcentratie de grenswaarde van 40 pg/m3.In de resterende gebieden, met een achtergrondconcentratie net onder de 40 pg/m3, is weinig verkeer op een weg al voldoende om ook daar een overschrijding van de grenswaarde te geven. Paragraaf 3.1.2. Uurgemiddelde concentratie van NOz
Er is in het kader van deze rapportage geen onderzoek gedaan naar dan het wettelijke maximaal toegestane aantal van 18 overschrijdingen van de grenswaarde voor de uurgemiddelde concentraties (200 pg/m3)van NO2. Het CARII-model is niet toereikend om hiervoor berekeningen uit te voeren en Rijkswaterstaat heeft langs rijkswegen hierover geen gegevens aangeleverd. Op basis van de metingen door DCMR en RIVM kan echter worden gesteld dat de uurgemiddelden van meer dan 200 pg/m3 niet of nauwelijks voorkomen.
3.2 Fijn stof Paragraaf 3.2.1 Jaargemiddelde concentraties PMlo
De achtergrondconcentratie van PMlo in Rotterdam binnen en rond de ring varieert tussen de 38 en 41 pg/rn3. Hierdoor wordt de wettelijke grenswaarde (40 pglm3) al op veel plaatsen overschreden. De hoogste concentraties komen vooral in het noordelijk deel van Rotterdam voor. De laagste concentraties worden in het zuidelijk deel van Hoogvliet en IJsselmonde gevonden. Deze hoge (achtergrond-)concentraties werden veroorzaakt door de lange perioden met stabiel weer in 2003 waardoor de luchtverontreiniging slecht verspreid werd. Volgens de door het RIVM berekende gegevens ligt de achtergrondconcentratie van PMlo in Hoek van Holland tussen de 44,l en 48,3 pg/m3. De plandrempel zou hier dus overschreden worden. Berekeningen en metingen door de DCMR geven een ander beeld. In de omgeving van Hoek van Holland zijn deze concentraties de afgelopen jaren gedaald. De concentraties liggen volgens de DCMR in 2003 onder de 40 pg/m3.Waarschijnlijk worden door het RIVM nog oude emissiegegevens door de industrie gebruikt. Dit verschil zal door DCMR met RIVM worden opgenomen. Binnenstedelijke wegen
Langs of in de nabijheid van ca. 66 km binnenstedelijke wegen heeft de jaargemiddelde concentratie van PMlo de plandrempel (43 pg/m3)overschreden. Langs deze wegen staan ongeveer 15.000 woningen. Op basis van een gemiddelde woningbezetting van 2,l kan worden gesteld dat ongeveer 31500 personen worden blootgesteld aan een PMlo concentratie boven de plandrempel. Jaargemiddelde concentraties van PMlo zijn voor dezelfde binnenstedelijke wegen bepaald als voor NOz. Langs ongeveer 228 km van de binnenstedelijke wegen is een overschrijding van de wettelijke grenswaarde (40 pg/m3) berekend. Langs deze wegen staan ongeveer 54.800 woningen. Op basis van een gemiddelde woningbezetting van 2,l kan worden gesteld dat ca. 115.000 personen worden blootgesteld aan luchtverontreiniging door PMlo. Rijkswegen In bijlage 2 is een kaart opgenomen van de plandrempel contour langs rijkswegen.
13
Rapportage luchtkwaliteit 2003 van de gemeente Rotterdam - april
2005
Langs 5 km rijksweg wordt de plandrempel bij de woningen en langs 1 km rijksweg wordt de plandrempel bij sportvelden overschreden. De belangrijkste wijken met een overschrijding van de plandrempel zijn: A I 3/A20: Overschie; A20:Hillergersberg-Schiebroek(Kleiwegkwartier); A20:Kralingen-Oost; A I 6: Prins Alexander (Lage Landlprinsenland). De exacte locaties staan in tabel 6 van bijlage 4. In deze tabel staan het aantal blootgestelden per wijk (kolom: PMlo 43 pg/m3, 2003, inwoners). De overschrijding van de plandrempel voor PMlo treedt op in een duidelijk kleiner gebied dan de overschrijding van de plandrempel van NOz. Langs het grootste deel van de ring aan de noordzijde van de Nieuwe Maas overschrijdt de achtergrondconcentratie de wettelijke grenswaarde van PMlo (40 pg/m3).Dit is ca. 15 km rijksweg langs gevoelige bestemmingen. Langs het resterende deel van de ring (ca. 24 km) ligt de achtergrondconcentratie van PMlo net onder de wettelijke grenswaarde.
Paragraaf 3.2.2 24-uurgemiddelde concentraties van PMlo Er zijn geen berekeningen gemaakt van de 24-uurgemiddelde concentraties van PMlo langs of in de nabijheid van wegen. De berekeningen met het CARII-model zijn hiervoor niet toereikend. Rijkswaterstaat heeft eveneens geen gegevens aangeleverd over 24-uurgemiddelde concentraties langs rijkswegen. Volgens de handreiking bij de gegevens van Rijkswaterstaat leiden jaargemiddelde PMlo concentraties van 38,l pg/m3en hoger tot overschrijding van de 24uurgemiddelde plandrempel van PMlo (35 maal hoger dan 65 pg/m3). Dit betekent dat, gezien de berekende jaargemiddelde concentraties, geconstateerd kan worden dat deze plandrempel in vrijwel geheel Rotterdam overschreden wordt. Alleen in een klein deel van Hoogvliet en IJsselmonde blijf?de achtergrondconcentratie net onder de 38 pg/m3.
3.3 Benzeen In de gemeente doen zich geen situaties voor met drukke wegen en stagnerend verkeer, waar de jaargemiddelde concentratie van benzeen de norm (10 pg/m3) overschrijdt. In het verleden werd in parkeergarages de norm voor benzeen regelmatig overschreden. Door de omschakeling bij personenauto’s van de carburateur naar directe inspuiting is de benzeenemissie bij parkeren sterk teruggedrongen. Overschrijdingen worden, ook in parkeergarages, niet meer verwacht. Binnen het kader van deze rapportage is geen onderzoek verricht naar eventuele overschrijding van deze norm bij parkeergarages, omdat het CARII-model hiervoor niet toereikend is.
3.4 Koolmonoxide Nergens in de gemeente doet zich een situatie voor met veel en stagnerend verkeer, waar de wettelijke luchtkwaliteitsnorm (6000 pg/m3 98 percentiel van de 8-uurgemiddelde concentraties) voor CO wordt overschreden. De berekende concentraties blijven ruim onder de 2000 pg/m3 als 98 percentiel van de 8-uurgemiddelde concentraties.
Rapportage luchtkwaliteit 2003 van de gemeente Rotterdam - april
2005
i4
3.5 Toekomstverwachtingen Paragraaf 3.5.1 Maatregelen voor het behalen van de PMIo norm
Het ministerie van VROM heeft in februari 2005 het Nationaal Luchtkwaliteitsplan 2004 opgesteld. Hierin staat een maatregelenpakket waarmee de concentraties verlaagd kunnen worden. Paragraaf 3.5.2 Verwachtingen voor 2010 (NO,)
Er wordt getwijfeld aan de plandrempel als goede indicator voor het maken van een plan van aanpak. In veel situaties is er volgens de zonekaarten van de provincie een grenswaarde overschrijding in 2010, terwijl er in 2002 bijvoorbeeld geen of nauwelijks overschrijdingen van de plandrempel waren te constateren. In 2003 zijn er wel veel overschrijdingen van de plandrempel geconstateerd. Hierdoor is er in Rotterdam voor gekozen om het Plan van Aanpak voor 2002 op te stellen voor de berekende knelpunten in 201O. Doordat er nog onvoldoende effecten van maatregelen bekend zijn, was dit Plan van Aanpak kwalitatief van aard. In het Plan van Aanpak over 2003 zal een duidelijker beeld van de maatregelen worden gegeven. Uit berekeningen voor 2010 komt naar voren dat de grenswaarden voor NO2en PMlo langs de rijkswegen en op enkele binnenstedelijke wegen overschreden zullen worden. Voor deze, in 2010 verwachte, overschrijdingen langs de rijkswegen en de binnenstedelijke wegen is in 2004 een Plan van Aanpak gemaakt. Vooral bij de overschrijdingen langs de rijkswegen komt naar voren dat de bevoegdheden van de gemeenten langs deze rijkswegen onvoldoende zijn om adequate maatregelen uit te kunnen voeren. In de berekende achtergrondconcentraties voor 201O met het RR scenario kwamen knelpunten bij Ridderkerk, Hoogvliet en Pernis naar voren. Dit werd veroorzaakt door een verzameling kleine bronnen uit een groter gebied, die als een puntbron bij elkaar waren gezet. In het UNRR scenario zijn deze bronnen over een groter gebied verspreid waardoor de achtergrondconcentraties bij Pernis, Hoogvliet en Ridderkerk veel lager werden. Deze nieuwe achtergrondconcentraties zijn gebruikt bij de berekeningen voor de rijkswegen. Voor de binnenstedelijke berekeningen in 201O wordt CAR 2.0 toegepast. In CAR 3.0 is nog steeds geen versie beschikbaar waarin de nieuwe inzichten voor de achtergrondconcentratie voor 201O zijn verwerkt. Hiervan is een kaart opgenomen in bijlage 2. Naast onvolkomenheden in het model bestaan er fundamentele verschillen tussen de achtergrondconcentraties die worden aangeleverd door het RIVM en concentraties die het URBIS model laat zien. Dit model, ontwikkeld door TNO in opdracht van de Provincie Zuid-Holland, geeft de NO2concentraties weer opgebouwd uit de belangrijkste bronnen in de regio Rijnmond. Het URBIS model werkt met een standaard afschermende werking langs wegen en heeft geen dubbeltelling van het wegverkeer doordat de bronnen apart bij elkaar zijn opgeteld. In vergelijking met het kaartbeeld dat we kennen van URBIS, het jaar 2000, kan gesteld worden dat de achtergrondconcentraties in vorige versies van het RIVM hoge waarden vertoonden op plaatsen zoals Hoogvliet en Ridderkerk, waar deze logischerwijs niet verwacht worden. In de nieuwste versie met de achtergrondconcentraties van het RIVM blijken deze hoge concentraties niet meer voor te komen. De kaart van URBIS 2000 laat wel een hoge concentratie boven de binnenstad zien, die is verklaarbaar door het vele verkeer in de binnenstad en de hoge woningdichtheid. Verder wordt in het achtergrondbestand van het RIVM en in URBIS geen rekening gehouden met een verlaging van de achtergrondconcentratie door het gebruik van stadsverwarming in Rotterdam.
15
Rapportage luchtkwaliteit 2003 van de gemeente Rotterdam - april 2005
In dichtbevolkte gebieden geeft het model door het gebruik van aardgas in woningen een bijdrage aan de NO2concentratie van 2 tot 6 pg/m3. In de delen van Rotterdam met stadsvewarming worden de NO2concentraties dus overschat. Ten aanzien van in de situatie in het jaar 2010 voor rijkswegen wordt in samenwerking met de Provincie Zuid-Holland onderzocht of het URBIS-model een beter inzicht kan verschaffen. Wellicht geeft dit inzicht ook meer informatie over de binnenstedelijke situatie in 2010.
Rapportage luchtkwaliteit 2003 van de gemeente Rotterdam - apnl
2005
16
4
Conclusies en aanbevelingen
Door de, voor de verspreiding, slechte meteorologische omstandigheden in 2003 is de concentratie van NO2en PMlo in heel Nederland en de Rijnmond duidelijk hoger dan in voorgaande jaren. In tegenstelling tot de berekeningen in voorgaande jaren is er in 2003 dan ook binnenstedelijk een flink aantal wegen en woningen met een overschrijding van de plandrempels voor NOzen PMlo berekend. Doordat er in 2003 nieuwe locaties met een overschrijdingen van de plandrempel worden berekend zal in het komende jaar conform artikel 25 van het Besluit luchtkwaliteit een Plan van Aanpak moeten worden opgesteld ten einde in 201O te voldoen aan de wettelijke luchtkwaliteitsnormen. Omdat door wisselende meteorologische omstandigheden elk jaar het aantal knelpunten wijzigt, is er in Rotterdam voor gekozen om het Plan van Aanpak (vastgesteld d.d. 28 september 2004) op te stellen voor de berekende knelpunten in 201O. Doordat er nog onvoldoende effecten van maatregelen bekend zijn was dit Plan van Aanpak kwalitatief van aard. In 2005 is de gemeente opnieuw verplicht een Plan van Aanpak op te stellen. In dat plan zal een duidelijker beeld van de maatregelen worden gegeven. De luchtkwaliteitsnormen voor PMlo worden nagenoeg in geheel Nederland overschreden en het nemen van maatregelen valt onder het rijksbeleid. Het ministerie van VROM heeft in februari 2005 het Nationaal Luchtkwaliteitsplan 2004 vastgesteld. Hierin staat het maatregelenpakket waarmee de concentraties verlaagd kunnen worden. Uit berekeningen voor 2010 komt naar voren dat de grenswaarden voor NO2en PMlo langs de rijkswegen en op enkele binnenstedelijke wegen overschreden zullen worden. Voor deze, in 2010 verwachte, overschrijdingen langs de rijkswegen en de binnenstedelijke wegen is in 2004 een Plan van Aanpak vastgesteld. Vooral bij de overschrijdingen langs de rijkswegen komt naar voren dat de bevoegdheden van de gemeenten langs deze rijkswegen onvoldoende zijn om adequate maatregelen uit te kunnen voeren.
17
Rapportage luchtkwaliteit 2003 van de gemeente Rotterdam - april
2005
5
Referenties
BerekeningsresultatenGoudappel Coffeng met de RVMK 1998 t.b.v. de rapportage luchtkwaliteit 2003. Luchtkwaliteit langs rijkswegen in 2003, ten behoeve van de rapportage Besluit luchtkwaliteit, ministerie van Verkeer en Waterstaat, Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat, Dienst Weg- en Waterbouwkunde, juni 2004. Rotterdamse strategie voor het Besluit luchtkwaliteit, DCMR juli 2004.
Rapportage luchtkwaliteit 2003 van de gemeente Rotterdam
2005
- april
18
6
Bijlage 1
Tabel 3 Locaties waar binnenstedelijk de jaargemiddelde concentratie van NOz in 2003 de plandrempel (54 pg/m3)heeft overschreden.
I
Deelgemeente RTD IJsselmonde [RTD Charlois RTD Charlois RTD Kralingen RTD Centrum RTD Kralingen RTD Charlois RTD Hillegersberg Schie. RTD Noord RTD Centrum RTD Delfshaven RTD Delfshaven [RTD Centrum RTD Centrum RTD Delfshaven RTD Kralingen RTD Noord
I
I
Istraatnaam (Stadionweg (Goereesestraat IGoereesestraat (NieuweBoezemstraat ( Weena Nieuwe Boezemstraat Zuidenwijdsestraat Kleiweg Schieweg Blaak IDiergaardentunnel 1Beukelsdijk 1Boompjes IHenegouwerlaan Beukelsdijk IRusthoflaan I (Schieweg
I
I
Afstand Aantal Achtergrond Jaarge- Weglengte wegas- woningen NOz middelde N02 gevel (pg/m3) (pg/m3) (m) (m) I 8,0! 11,o1 11,o1 12,0( 18,O 14,O 10,o 6,O 20,o 20,o 11,o1 12,ol 13,Ol 21,o1 12,Ol 10,ol 15,Ol
7
65 23E 94 24ï I C I
9: 23f 1: 2: 101 11t 28í 7:
5I IO!
40,9( 43.01
19
Rapportage luchtkwaliteit 2003 van de gemeente Rotterdam - april 2005
~
57.4 I
265 1o1
RTD Centrum RTD Spaansepolder RTD Kralingen
Rochussenstraat Matlingeweg Nieuwe
15,O
50,O 11,o
42 2 37
43,O 41,2 42,O
Rapportage luchtkwaliteit 2003 van de gemeente Rotterdam
2005
56,7 56,6 56,6
- apnl
225 201 140
20
I
7
Bijlage 2
Kaarten met overschrijding van de plandrempel langs de rijkswegen voor NO2en PMlo en op binnenstedelijkewegen voor NOpen overschrijdingvan de grenswaarde in 2010 voor NO2op binnenstedelijkewegen en rijkswegen.
21
Rapportage luchtkwaliteit 2003 van de gemeente Rotterdam - april
2005
8
Bijlage 3
Tabel 4 Samenvatting jaarconcentratie NO2 rijkswegen
Rapportage luchtkwaliteit 2003 van de gemeente Rotterdam
2005
- apnl
22
9
Bijlage 4
Tabel 5 Aantal woningen en inwoners langs de rijkswegen per buurt binnen plandrempelcontour voor NO2 in 2003 BUURT
NO2 NO2 54 pglm32003 54 pg/m3 2003 inwoners woningen 2877 1600 Kleinpolder 7 2 Zestienhoven 1344 628 Overschie 19 12 Bergpolder 149 75 Liskwartier 158 76 Oude Noorden Hillegersberg-Zuid 223 112 Oud-IJsselmonde 217 97 Groot-IJsselmonde 1451 716 155 59 Beverwaard 186 67 's-Gravenland 136 64 Prinsenland 234 122 Het LageLand 89 45 Ommoord 15 7 Hoogvliet-Noord 4 2 Eemhaven 2 2 Waalhaven-Zuid
Totaal
7266
3686
Tabel 6 Aantal woningen en inwoners langs de rijkswegen per buurt binnen plandrempelcontour voor PM,, in 2003 BUURT
PM10 PM10 43 pg/m3 2003 43 pg/m32003 inwoners woningen 1449 806 Kleinpolder 135 68 Liskwartier 216 104 OudeNoorden 218 1o9 Hillegersberg 18 8 Oud-IJsselmonde 12 6 Groot-IJsselmonde 7 2 's-Gravenland 8 4 Prinsenland Totaal
23
2063
1108
Rapportage luchtkwaliteit 2003 van de gemeente Rotterdam - april 2005