A2 Bestuursopdracht drie decentralisaties
2560815 - Bestuursopdracht A2 decentralisaties (versie 1) (3)
1
INHOUDSOPGAVE
Aanleiding............................................................................................................... 3 Doelstelling............................................................................................................. 4 Projectresultaat....................................................................................................... 5 Projectaanpak ......................................................................................................... 6 Projectbeheersing ................................................................................................... 8 Risico’s .................................................................................................................. 11
Bijlage 1: Stand van zaken voorbereiding decentralisaties ……………………………12
2560815 - Bestuursopdracht A2 decentralisaties (versie 1) (3)
2
Aanleiding In deze kabinetsperiode hevelt het Rijk een aantal taken en verantwoordelijkheden binnen het sociale domein over naar de gemeenten. “Eén gezin, één plan, één regisseur” is het uitgangspunt bij de decentralisaties in het sociale domein: binnen de Participatiewet, de AWBZ/ Wmo en de jeugdzorg. Dit vergt ook één budget en één verantwoordelijke van overheidszijde. Er moet een einde komen aan de praktijk waarbij vele hulpverleners langs elkaar heen werken bij de ondersteuning van één gezin.
Het kabinet Rutte-Asscher hevelt de begeleiding en (persoonlijke) verzorging uit de Awbz per 2015 over naar de Wmo. Het kabinet voert een nieuwe Participatiewet in en sluit daarmee de toegang tot de Wsw af en maakt gemeenten per 2015 verantwoordelijk voor de jeugdzorg. Het gaat hier om de provinciale jeugdzorg, de jeugdbescherming en -reclassering, de jeugd-ggz en de zorg voor licht verstandelijk gehandicapte jeugd. De veranderingen gaan gepaard met forse bezuinigingen. Op de Awbz wordt landelijk structureel 1,7 miljard bezuinigd, op de Participatiewet 1,8 miljard. En op de jeugdzorg wordt in totaal 450 miljoen bezuinigd. Het kabinet benadrukt het belang van de samenwerking tussen gemeenten in relatie tot de decentralisaties. De decentralisaties stellen forse eisen aan de uitvoeringskracht van gemeenten. Het kabinet gaat hierbij uit van samenwerking van onderop. Deze verschuiving van taken heeft een forse impact op de gemeente als geheel en voor inwoners die kwetsbaar zijn. Het is daarom belangrijk om dit proces van decentralisaties zorgvuldig te laten verlopen. Daarom is gekozen voor een projectmatige aanpak. Met deze bestuursopdracht wordt een start gemaakt met deze aanpak.
2560815 - Bestuursopdracht A2 decentralisaties (versie 1) (3)
3
Doelstelling De doelstelling van de decentralisaties is om de overgang van de taken van het Rijk en provincie gestructureerd plaats te laten vinden, waarbij de samenhang tussen de verschillende maatregelen is vormgegeven, en waarbij de ondersteuning zoveel mogelijk door de samenleving als geheel wordt geboden. Hierbij is het volgende motto uit het regeerakkoord leidend: “Eén gezin, één plan, één regisseur.”
Het doel is een geïntegreerde uitvoering van de ondersteuning van kwetsbare inwoners door de eigen omgeving van de betrokken inwoner, de betrokken instellingen en de gemeente. Het motto “Eén gezin, één plan, één regisseur” is hierbij leidend.
Binnen de verschillende beleidsterreinen is al het nodige voorwerk verricht. Dat werk moeten we niet over gaan doen, wel actualiseren. Met de volgende uitgangspunten kan het beleid worden samengevat. Deze uitgangspunten worden meegenomen in de verdere uitwerking van het project. - De eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid van burgers, instellingen en bedrijven staan voorop; - Verschuiving van taken van de overheid naar burgers, instellingen en bedrijven, waarbij de gemeente de juiste voorwaarden creëert; - De directe leefomgeving is belangrijk bij de ontwikkeling en ondersteuning: signaleren, elkaar aanspreken en helpen; - Bij risico's wordt ingegrepen (bijv. verwaarlozing, overlast en geweld); - De gemeente zorgt voor een vangnet: wel strenge selectie aan de poort; - Ondersteuning moet gericht zijn op het versterken van de eigen kracht en die van de omgeving; - Hulp en ondersteuning worden zoveel mogelijk inzet in de eigen leefomgeving; - Eén gezin, één plan, één regisseur.
2560815 - Bestuursopdracht A2 decentralisaties (versie 1) (3)
4
Projectresultaten Het kenmerkende van de decentralisaties binnen het sociale domein is dat het niet alleen om een overheveling van taken van het Rijk naar de gemeenten gaat. Alleen vanuit financieel opzicht is dat niet mogelijk. De gemeenten worden geacht de taken anders uit te voeren. Er moet dus sprake zijn van transformatie. Daarbij moet worden aangetekend dat een volledige transformatie op een dergelijke korte termijn nog niet plaats kan vinden. De transformatie zal in de jaren volgend op de invoering door lopen. De projectorganisatie wordt in stand gehouden om sturing te blijven geven aan deze veranderagenda. Hierbij wordt aangesloten bij de komende collegeperiode (2014-2018). Zoals aangegeven worden de decentralisaties –door het kabinet- gekoppeld aan een discussie over samenwerking tussen gemeenten. De decentralisaties stellen forse eisen aan de uitvoeringskracht van gemeenten. Het kabinet ziet het liefst dat de nieuwe taken worden uitgevoerd door gemeenten met 100.000 inwoners of meer. Minister Plasterk heeft inmiddels deze eis afgezwakt en ziet het belang van een proces van onderaf. In de Position Paper samenwerking A2 zijn zes uitgangspunten geformuleerd om de samenwerking te onderbouwen: - verminderen van kwetsbaarheid - behoud / versterken van kwaliteit - versterken van dienstverlening - verbeteren van efficiency (proces) - verbeteren van effectiviteit (mens) - op termijn meer besparingsmogelijkheden Deze uitgangspunten zijn gebruikt om te beoordelen of samenwerking tussen de gemeenten Valkenswaard, Heeze-Leende en Cranendonck mogelijk is. Hierbij wordt er onderscheid gemaakt tussen de voorbereiding op de decentralisaties en de uitvoering ervan, omdat op dit moment moeilijk is te beoordelen wat de consequenties zijn van de uitvoeringsmaatregelen. Op basis van deze uitgangspunten is het verstandig om in de voorbereiding samen als A2 gemeenten op te trekken. Door de samenwerking ontstaat er een grotere poule van medewerkers en worden de kosten van externe ondersteuning gedeeld. Hierdoor wordt de kwetsbaarheid van de afzonderlijke gemeenten verminderd en de kwaliteit versterkt. Binnen de samenwerking kunnen de kwaliteiten van de betrokken medewerkers effectiever worden ingezet. Op dit moment is nog moeilijk aan te geven in hoeverre de uiteindelijke dienstverlening wordt versterkt en in hoeverre er dan sprake zal zijn van besparingsmogelijkheden. Voordat er duurzame besluiten worden genomen over een gezamenlijke uitvoering van taken zal er een gedegen afweging moeten worden gemaakt op basis van de genoemde uitgangspunten. Hierbij wordt een objectieve afweging gemaakt van kosten en opbrengsten.
2560815 - Bestuursopdracht A2 decentralisaties (versie 1) (3)
5
Samengevat wordt er binnen dit project gewerkt aan de volgende resultaten:
1. Er is een uitvoeringsorganisatie die vanaf 1 januari 2015 de ondersteuningsvragen van (kwetsbare) inwoners en gezinnen in samenhang beantwoordt. 2. Voor 1 januari 2015 wordt een keuze gemaakt om al dan niet een gezamenlijke organisatie in A2 verband op te zetten voor de uitvoering van (delen van) de decentralisaties. Deze keuze wordt gemaakt op basis van een objectieve afweging van kosten en opbrengsten. 3. Er wordt een veranderagenda opgesteld die sturing geeft aan de transformatie binnen en tussen de verschillende decentralisaties voor de periode 2014-2018.
Projectaanpak Om een duidelijk beeld te krijgen van de huidige stand van zaken binnen de decentralisaties is een matrix opgesteld. Deze is als bijlage 2 bijgevoegd. Daaruit wordt duidelijk dat er op een aantal terreinen nog onduidelijkheid bestaat. Om structuur te geven aan het project wordt aangesloten bij de landelijk ontwikkelde stappenplannen voor de verschillende decentralisaties: - Voor de jeugdzorg is dit het stappenplan uit het Spoorboekje transitie jeugdzorg dat is opgesteld in opdracht van het Transitiebureau Jeugd (www.voordejeugd.nl). - Voor de decentralisatie AWBZ/Wmo is dat het stappenplan begeleiding en (persoonlijke) verzorging dat in opdracht van het Transitiebureau Wmo is opgesteld (www.invoeringwmo.nl). - Omdat de Participatiewet onlangs is uitgesteld tot 2015 is er momenteel geen actueel stappenplan beschikbaar. Er zal zoveel mogelijk worden aangesloten bij landelijk ontwikkelde formats. De stappenplannen zijn globaal in vier fasen in te delen: 1. Inventarisatie en analyse (welke cliënten, welke aanbieders, opgaven, kansen etc.) 2. Visie en keuzen (samenwerking, fasering, voorbereidingen inkoop, transformatie, etc.) 3. Uitwerking (toegang, arrangementen, opdrachtgeverschap, verantwoording, etc.) 4. Invoering (uitvoeringsorganisatie, verordening en beleidsregels, inkoop, informatievoorziening, communicatie met burgers, etc.) Fase 1. Deze fase is gedeeltelijk afgerond. Fase 2. In deze fase worden op basis van de inventarisatie en analyse richtinggevende kaders opgesteld, zowel voor de afzonderlijke decentralisaties als voor de onderlinge samenhang. Zowel voor de Wmo-Begeleiding als Wet werken naar Vermogen (voorganger Participatiewet) is er een uitgangspuntennotitie vastgesteld door de gemeenteraden. Voor Jeugdzorg is een uitgangspuntennotitie opgesteld. De notities “21 voor de jeugd” en “De Versnelling” in het kader van de overheveling van de ambulante jeugdzorg” zijn inmiddels vastgesteld. Fase 3. In deze fase worden de kaders uitgewerkt in een beleidsplan per decentralisatie. Deze beleidsplannen worden uiterlijk in juni 2014 aan de gemeenteraden aangeboden.
2560815 - Bestuursopdracht A2 decentralisaties (versie 1) (3)
6
Fase 4. Deze fase bestrijkt het laatste kwartaal van 2013 en vrijwel het hele jaar 2014. Het interne en externe communicatieplan wordt opgesteld in 2013. In 2014 worden de verordeningen en de beleidsregels worden opgesteld, er worden afspraken gemaakt met instellingen (inkoop en subsidies) en een uitvoeringsorganisatie wordt opgezet. Ook wordt contact gezocht met de (nieuwe) cliënten. De formele documenten, zoals de verordening en de beleidsregels worden uiterlijk voor 1 januari 2015 aan de gemeenteraden aangeboden. Voor de decentralisatie jeugdzorg ligt er het besluit van de gemeenten in de regio Zuidoost Brabant om de bevoegdheden en verantwoordelijkheden t.a.v. de enkelvoudige ambulante jeugdzorg per 1 januari 2014 over te nemen van de provincie (de financiering ligt dan nog wel bij de provincie). Met deze ‘versnelling’ kunnen gemeenten ervaring opdoen met de uitvoering van de jeugdzorg.
Projectbeheersing Hieronder wordt de aanpak voor het project nader beschreven, in termen van geld, organisatie, tijd, informatie, communicatie en kwaliteit (Gotick). Geld Invoeringsbudget Voor de invoering van de Wmo en de jeugdzorg is een invoeringsbudget beschikbaar. De Participatiewet wordt uit reguliere middelen bekostigd. Zie hierna de beschikbare bedragen voor 2013 en 2014. Over de onderlinge verdeling worden nog nadere afspraken gemaakt. Heeze-Leende Invoeringsbudget AWBZ begeleiding 2013 Invoeringsbudget AWBZ begeleiding 2014 Invoeringsbudget jeugd 2013 Invoeringsbudget jeugd 2014 Totaal Valkenswaard Invoeringsbudget AWBZ begeleiding 2013 Meicirculaire AWBZ begeleiding 2014 Invoeringsbudget jeugd 2013 Meicirculaire jeugd 2014 Totaal Cranendonck Invoeringsbudget AWBZ + Jeugd 2013 (overheveling vanuit 2012) Invoeringsbudget AWBZ + Jeugd 2014 (overheveling vanuit 2013) Meicirculaire 2013 jeugd voor 2013 en 2014 Meicirculaire 2013 AWBZ 2014 Totaal
2013 43.000,00
2014 47.745,00
56.049,00 71.049,00
10.928,00 58.673,00
2013 63.000,00
2014 71.698,00
74.955,00 128.825,00
14.614,00 86.312,00
2013 64.000,00
2014
98.000,00 13.000,00 56.000,00 77.000,00 167.000,00
13.000,00
NB: De middelen 2014 komen uit de mei-circulaire 2013 en zijn nog niet definitief Bij het opstellen van beleidsplannen zal worden aangegeven welke middelen nodig zijn voor de verdere implementatie. Met deze middelen worden o.a. de volgende werkzaamheden uitgevoerd:
2560815 - Bestuursopdracht A2 decentralisaties (versie 1) (3)
7
-
Versterking projectstructuur / inwinnen van advies van externe expertise Organisatiekosten Onderzoekskosten
Uitvoeringsbudget Los van de landelijke budgetten en de kortingen die worden toegepast is er nog geen inzicht in de middelen die over gaan naar de gemeenten. De verwachting is dat er in de septembercirculaire meer duidelijkheid komt. In de kadernotities en de beleidsplannen zullen de financiële kaders nader worden uitgewerkt. Organisatie Naast het vaststellen van de uitgangspunten is een duidelijke opzet van de projectorganisatie van groot belang om de projectdoelstellingen te kunnen bewaken. Alle betrokken partijen dienen te weten in welke tijdelijke samenwerkingsverband(en) zij met elkaar functioneren, wat ieders taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden zijn en hoe besluitvorming tot stand komt. De voorbereiding op de decentralisaties vergt de nodige inzet van de organisatie. Er moet veel werk in de komende tijd worden verzet. Om het werk efficiënt op te kunnen pakken is er voor gekozen om de voorbereidingen samen te doen in A2 verband. De werkgroepen kunnen door meer mensen worden bezet. Externe begeleiding van de werkgroepen kan gezamenlijk worden ingekocht, waardoor er per gemeente meer uren beschikbaar zijn. Zoals hierboven aangegeven betekent dit niet dat er automatisch wordt gekozen voor samenwerking in de uitvoering van de decentralisaties. Voordat er duurzame besluiten worden genomen over een gezamenlijke uitvoering van taken zal er een gedegen afweging moeten worden gemaakt van de voor/ en nadelen. Op het gebied van de decentralisatie jeugdzorg vindt afstemming plaats op het niveau van de SRE. Binnen gemeenteoverstijgende thema’s worden besluiten voorbereid. De besluitvorming ligt uiteraard steeds bij de afzonderlijke gemeenten. Zie hiervoor de schematische weergave van de overlegstructuur 3 decentralisaties in A2 verband volgens de “Houtskoolschets” van Raadhuijs Advies:
2560815 - Bestuursopdracht A2 decentralisaties (versie 1) (3)
8
Tijd In de projectaanpak zijn de verschillende fases binnen dit project weergegeven. In onderstaand overzicht worden de verschillende deelstappen samengevat op basis van de beslisdocumenten. Decentralisatie AWBZ – Wmo Plan van aanpak decentralisatie AWBZ-Wmo Uitgangspuntennotitie Wmo-begeleiding Afronden inventarisatie Uitwerking uitgangspunten in beleidsplan transitie Vaststellen verordening nieuwe Wmo Decentralisatie jeugdzorg Plan van aanpak jeugdzorg Afronden Inventarisatie Kadernotitie jeugdzorg (21 voor de jeugd en Notitie ambulante jeugdzorg) Bestuursovereenkomst enkelvoudige ambulante zorg Transitiearrangementen Uitwerking uitgangspunten in beleidsplan Vaststellen verordening nieuwe Wet op de Jeugdzorg
College Raad Raad Raad
College
1 november 2013 mei 2013
College Raad College Raad Raad Raad
juni 2013 Voor 31 oktober 2013 November 2013 Januari 2014 voor 1 juni 2014 voor 1 januari 2015
Passend onderwijs Vaststellen ondersteuningsplan in OOGO Participatiewet Plan van aanpak participatiewet Uitgangspuntennotitie Participatiewet (WWNV) Kadernotitie cf. Sociaal Akkoord / Aangepaste Participatiewet 3.0 Vaststellen nieuwe verordeningen Participatiewet Integrale uitvoering Bestuursopdracht A2-project Houtskoolschets Raadhuijs Nadere uitwerking houtskoolschets Communicatieplan A2
2560815 - Bestuursopdracht A2 decentralisaties (versie 1) (3)
1 november 2013 Reeds vastgesteld oktober 2012 1 oktober 2013 voor 1 juni 2014 voor 1 januari 2015
1 mei 2014
College Raad
1 november 2013 Reeds vastgesteld
Raad Raad
voor 1 juni 2014 voor 1 december 2014
College College College College
Voor 1 oktober 2013 Voor 1 oktober 2013 Voor 1 oktober 2013 Voor 1 december 2013
9
Informatie + Communicatie Er wordt voor de informatie naar en communicatie met de gemeenteraad aangesloten bij de planning & controlcyclus. Tevens wordt de raad via Nieuwsbrieven geïnformeerd. De communicatieadviseurs van de 3 gemeenten stellen in onderling overleg een communicatieplan op. De kosten voor de communicatie worden in eerste fases opgevangen binnen het invoeringsbudget. In de voorbereidingsfase zal er intensiever met cliënten worden gecommuniceerd. In deze fase zullen de kosten hoger zijn. Dit zal in de verdere uitvoering worden meegenomen. Kwaliteit In de eerste fase van het project wordt de kwaliteit geborgd in op het opstellen van breed gedragen uitgangspunten. In de drie beleidsplannen per kolom worden deze uitgangspunten verder (SMART) uitgewerkt. Risico’s In dit onderdeel worden de risico’s beschreven binnen het project. -
Financiële risico’s De concrete financiële gevolgen van de decentralisaties voor de gemeenten zijn nog niet duidelijk. Landelijk is er sprake van forse bezuinigingen. De gemeente houdt een zorgplicht. Als de maatregelen niet goed zijn vertaald, met andere woorden als er onvoldoende sprake is van vernieuwing / transformatie, dan dreigen er tekorten in de uitvoering.
-
Maatschappelijk draagvlak Met de decentralisaties worden de gemeenten de brenger van het slechte nieuws. Door de maatregelen zullen we een behoorlijk aantal inwoners teleur moeten stellen. Het is zaak om al in de voorbereidingen duidelijk te maken dat de dienstverlening in de zorg gaat veranderen, en op welke manier mensen zich daar op voor kunnen bereiden.
-
Onvoldoende integrale uitwerking Voor de betrokken afdelingen zal het wennen zijn om tot een geïntegreerde dienstverlening te komen. Verschillende beleidsterreinen waren tot voorheen relatief autonoom in de voorbereiding en uitvoering van de dienstverlening. Betrokkenen zullen de autonomie (deels) moeten loslaten. Hoe beter dat lukt, hoe groter het succes van een gezamenlijke uitwerking zal zijn. Het is belangrijk om voldoende aandacht aan deze aspecten te besteden.
-
Versnelling overname taken jeugdzorg In de regio Zuidoost Brabant worden met ingang van 1 januari 2014 de enkelvoudige, ambulante jeugdzorg taken van de provincie overgenomen. Dit heeft als voordeel dat gemeenten eerst een deel van de jeugdzorgtaken over krijgen en hiervan kunnen leren. Een mogelijk risico is dat de organisatie zowel bezig moet zijn met implementatie van nieuwe
2560815 - Bestuursopdracht A2 decentralisaties (versie 1) (3)
10
taken en zich voor moet bereiden op de totale invoering van de jeugdzorg met ingang van 1 januari 2015. Het is belangrijk om voor beide taken voldoende inzet beschikbaar te hebben. -
Grenzen aan zelfredzaamheid; ontstaan verergerde problematiek Door vaker gebruik te moeten maken van de eigen kracht en eigen netwerk, ontstaat het risico dat inwoners die dit in praktijk niet aan blijken te kunnen, te maken gaan krijgen met grotere problematiek zoals verwaarlozing, vereenzaming met alle maatschappelijke, financiële en sociale gevolgen van dien.
-
Besluitvorming op Rijksniveau Gelet op de besluitvorming op landelijk niveau rondom de decentralisaties is het niet uitgesloten dat de voorgenomen maatregelen in de verdere besluitvorming nog verder worden gewijzigd. Dit bemoeilijkt de lokale implementatie en zorgt voor onrust bij betrokken cliënten en zorgaanbieders.
2560815 - Bestuursopdracht A2 decentralisaties (versie 1) (3)
11
Ambulante jeugdzorg, gesloten jeugdzorg, jeugd GGZ, zorg voor LVG, jeugdbescherming, jeugdreclassering Inventarisatie grotendeels afgerond In voorbereiding Inventarisatie door college, beleidsplan en verordening door raad
Begeleiding (individueel, groep, kortdurend verblijf), mogelijk persoonlijke verzorging, taakstelling hulp bij huishouden Voor functie begeleiding afgerond
In voorbereiding
Inventarisatie door college, beleidsplan en verordening door raad
Informatievoorziening
Vaststellen door:
2560815 - Bestuursopdracht A2 decentralisaties (versie 1) (3)
Volwassenen en ouderen met lichamelijke, verstandelijke, zintuiglijke en psychiatrische beperkingen Afronding inventarisaties: oktober 2013 Beleidsplan: voor juni 2014 Verordening: voor 1 januari 2015
Samenwerking (A2, SRE, In A2-verband etc.)
Planning
Doelgroep
Geld
Inventarisatie
Doel / taak
Participatiewet
Inventarisatie door college, beleidsplan en verordening door raad
In voorbereiding
Hervorming sociale werkvoorziening en Wajong, activerend om participatie te verhogen De inventarisatie is afgerond, actualiseren op basis sociaal akkoord
1 januari 2015
Door sociaal akkoord is wetgevingstraject gestopt, wordt opnieuw gestart
Afstemming in SRE-verband, voorbereiding in A2-verband
Gezinnnen met opvoedingsproblemen, kinderen met lichamelijke, verstandelijke, zintuiglijke en psychiatrische beperkingen Afronding inventarisaties: oktober 2013 Beleidsplan: voor juni 2014 Verordening: voor 1 januari 2015
Afstemming in Ergon- en Risse-verband, voorbereiding in A2-verband
Afronding inventarisaties: oktober 2013 Beleidsplan: voor juni 2014 Verordening: voor 1 januari 2015
Uitkeringsgerechtigden op basis van Wwb, Wsw en Wajong
Hulp bij huishouden (40% korting, begeleiding Landelijk wordt het budget verlaagd met € 450 De gevolngen van het sociaal akkoord op de (25% korting), persoonlijke verzorging (15% miljoen maatregelen zijn nog niet duidelijk. korting)
Landelijke taken: 1 januari 2015 Provinciale taken: 1 januari 2014
Invoering
1 januari 2015
Stand van wetgeving
Jeugdzorg Wetgevingstraject gestart, naar verwachting voor 1 januari 2013 vastgesteld
Wmo begeleiding
Contouren duidelijk, conceptwet ligt bij raad van state
Passend onderwijs
Primair onderwijs: Kempen, Veldhoven Voortgezet onderwijs: Weert e.o.
Voor 1 mei 2014 OOGO over ondersteuningsplan
Leerlingen met gedrags- en leerproblemen
Op overeenstemming gericht overleg (OOGO) tussen gemeenten en samenwerkingsverbanden N.v.t. middelen zijn ondergebracht bij samenwerkingsverbanden van scholen
In voorbereiding
Afgerond
Vanaf schooljaar 2014/2015 zijn nieuwe zorgplannen actief, tot die tijd voorbereiding in samenwerkingsverbanden Omvorming speciaal onderwijs en zorgstructuur regulier onderwijs
Wet passend onderwijs is vastgesteld
Bijlage 1 Stand van zaken voorbereiding decentralisaties
12