Nieuwsbrief Drie decentralisaties M a a r t 2 01 4 | n u m m e r 1
Inhoud
Met de nieuwsbrief blijft u op de hoogte
Een megaklus met kansen
De zorg verandert
Drie gemeenten en drie decentralisaties
Samenwerkende gemeenten
Aftrap doe-teams in DAL-gemeenten
De nieuwe Jeugdwet is een feit
Uitvoering van jeugdzorg
En nog veel meer...
Colofon Deze nieuwsbrief is een gezamenlijke uitgave van de gemeenten Delfzijl, Appingedam en Loppersum. De nieuwsbrief is bedoeld om betrokkenen op de hoogte te houden van de ontwikkelingen op de terreinen Wmo/AWBZ, participatie en jeugdzorg. Aanmelden: U kunt zich abonneren via de website www.delfzijl.nl ’Nieuwsbrieven’. Het volgende nummer krijgt u dan automatisch toegestuurd.
Met de nieuwsbrief blijft u op de hoogte Voor u ligt het eerste nummer van de ‘Nieuwsbrief Drie Decentralisaties’. We staan aan de vooravond van ingrijpende veranderingen in het sociale domein. Met deze nieuwsbrief willen de gemeenten Delfzijl, Appingedam en Loppersum hun partners in het sociale domein en andere betrokkenen en geïnteresseerden op de hoogte houden van de ontwikkelingen daarin. Deze ontwikkelingen hebben gevolgen voor de inwoners van de gemeenten, maar ook voor de instanties die in dat domein hun dienstverlening bieden. Ook voor gemeenten zal er de komende tijd veel moeten gebeuren nu rijkstaken in de uitvoering bij gemeenten terecht komen. Dit kan alleen goed verlopen wanneer alle spelers in het veld in nauwe samenwerking zich hierop voorbereiden. Met deze nieuwsbrief willen we partners, cliëntenvertegenwoordigers en geïnteresseerden hierbij betrekken en op de hoogte houden. Er is ruimte om achtergronden toe te lichten en praktische informatie uit te wisselen. Maar ook biedt de nieuwsbrief de mogelijkheid ervaringen te delen en elkaar te stimuleren. Kortom: de nieuwsbrief is bedoeld om partijen te verbinden. De nieuwsbrief komt uit als er nieuws is, met een minimale frequentie van vier maal per jaar. Heeft u tips over de inhoud of wilt u ook eens aan het woord? Neemt u dan contact op met de redactie:
[email protected].
Een megaklus met kansen Voor gemeenten zijn de drie decentralisaties een enorme klus. Maar wethouder Meindert Joostens, voorzitter van de stuurgroep Drie decentralisaties van de gemeenten Delfzijl, Appingedam en Loppersum klaagt niet. Volgens hem bieden de decentralisaties ook kansen. Want door hulp en ondersteuning dichtbij inwoners te organiseren sluiten die beter aan op hun wensen. Zo is het allemaal efficiënter te organiseren. En dat moet ook. Want voor de extra taken die de gemeenten krijgen, is aanzienlijk minder geld beschikbaar.
Eindredactie en opmaak: team Communicatie, Delfzijl Verschijnt: minimaal vier maal per jaar.
1
Nieuwsbrief | Drie decentralisaties | Maart 2014 | nummer 1
Gemeenteraden Na een weekje vakantie en campagne voeren gaat Joostens met energie verder te met de voorbereidingen op de decentralisaties. Er is veel werk verzet de afgelopen maanden. Zo stemden de gemeenteraden van Delfzijl, Appingedam en Loppersum in met de kadernota ‘Drie decentralisaties, één perspectief, transitie en transformatie sociaal domein’. Daarmee legden ze de uitgangspunten vast voor de decentralisaties. ‘Onze medewerkers hebben daar keihard aan gewerkt’, aldus Joostens. ‘Dat verdient alle waardering. Het was een ingewikkelde klus. Want terwijl wij over de kadernota spraken, stonden de decentralisaties ook nog bij de Tweede Kamer op de agenda.’ Inwoner centraal Belangrijke uitgangspunten zijn dat de inwoners en hun participatie centraal staan. Ondersteuning is dichtbij hen georganiseerd en als iemand hulp nodig heeft, is snel duidelijk waar hij aan toe is. Het gaat om de belangen van de inwoner en niet om die van instellingen. Instellingen werken goed samen als ondersteuning nodig is. Inwoners hebben dan te maken met één aanspreekpunt. Verder zijn er afspraken gemaakt over de toegang naar zorg en kwaliteit. Vertrouwen ’Met de kadernota hebben de gemeenten de inhoudelijke richting vastgelegd’, gaat Joostens verder. ‘Daarna hebben we onze aandacht verlegd naar de organisatie en de financiën. De financiële gevolgen van de decentralisaties zijn groot. Die willen we scherp hebben voordat we onze begroting opstellen. Ook hebben we nu in beeld gebracht wat de gevolgen zijn op het gebied van organisatie. Dat geeft vertrouwen voor de rest van dit jaar. Op 1 januari 2015 zullen we niet helemaal klaar zijn. Maar onze inwoners kunnen dan rekenen op goede ondersteuning.’
Voorzitter wethouder Meindert Joostens (Delfzijl): ‘Decentralisaties zijn een megaklus maar bieden ook kansen.’
2
De zorg verandert Zorg gaat op een andere manier georganiseerd worden. De gemeenten Delfzijl, Appingedam en Loppersum worden in 2015 verantwoordelijk voor het grootste deel van de ondersteuning op het gebied van zorg aan mensen met een beperking, jeugd en werk en inkomen. Deze taken moeten gemeenten uitvoeren met minder budget. Daarom zijn we bezig de zorg in Delfzijl, Appingedam en Loppersum anders te organiseren. Dit geldt voor ondersteuning bij huishoudelijk werk, vervoer, jeugdzorg of dagbesteding voor mensen met een (arbeids)handicap. Instanties en gemeenten gaan een groter beroep doen op inwoners zelf. Meer dan inwoners gewend zijn, zullen instanties en gemeenten de komende jaren kijken naar wat mensen zelf kunnen doen om ondersteuning of hulp te krijgen. Het streven is lichte ondersteuning lokaal te organiseren, in eigen wijk, dorp of gemeente. Daaronder vallen opvoeden opgroeiondersteuning, vormen van dagbesteding, collectieve voorzieningen zoals maaltijdvoorziening, tuinonderhoud, klussendiensten, personenalarmering, vervoer en informatie en advies. Waar nu nog individuele ondersteuning wordt gegeven, zal dat in de toekomst mogelijk via collectieve hulp worden georganiseerd. De nieuwe taken voor de gemeenten worden via wetgeving geregeld, maar nog niet al deze wetten zijn klaar. Wat er precies voor inwoners gaat veranderen, is op dit moment dan ook nog niet bekend. Wel zijn de grote lijnen duidelijk. Aanpak met drie gemeenten De gemeenten Delfzijl, Appingedam en Loppersum hebben besloten samen de veranderingen als gevolg van de overheveling van rijkstaken naar gemeenten op te pakken. Sinds 2013 zijn zij samen met organisaties bezig met de voorbereidingen op de nieuwe taken. Daarbij hebben de drie gemeenten de taken onderling verdeeld. Daarnaast werken zij samen met alle andere Groninger gemeenten om met hen dat te organiseren wat op grotere schaal moet gebeuren. Het is een manier om deze omvangrijke verandering tot een goed einde te brengen. Sinds 2012 experimenteren gemeenten samen met organisaties alsof het al 2015 is. Dit proces van samen creëren noemen we Veerkracht. Dat samen creëren gaat nu verder in zogenaamde doe-teams. Betrokken inwoners leveren hun bijdrage via een meedenk-groep. Beleidsambtenaren zijn over zeven taakgroepen verdeeld, die nauw contact houden met de doe-teams en de meedenk-groep. Daarmee is de inbreng van professionals en van inwoners in beleid geborgd.
Nieuwsbrief | Drie decentralisaties | Maart 2014 | nummer 1
bedrijfsvoering/financiering en burgers en communicatie. Deze taakgroepen houden nauw contact met de doe-teams en met de meedenkgroep, zodat de plannen zijn gebaseerd op de ervaringen en inbreng van inwoners en professionals. Daarnaast is de gemeente regelmatig in gesprek met professionals om gezamenlijk ideeën te ontwikkelen.
Samenwerkende gemeenten Het belangrijkste doel van de gemeenten Delfzijl, Appingedam en Loppersum bij de decentralisaties is de nieuwe taken zo op te pakken dat de vraag van de inwoner centraal staat en ondersteuning snel en goed wordt geregeld. Daarom leggen de gemeenten verbindingen tussen de drie terreinen jeugd, Wmo/AWBZ en participatie. Dat doen zij door organisaties die taken op deze gebieden uitvoeren, nauw bij de ontwikkelingen te betrekken. Daarnaast is een meedenk-groep van betrokken inwoners in het leven geroepen. Verschillende disciplines In februari en maart zijn vier doe-teams gestart. Deze doe-teams bestaan uit hulp- en dienstverleners die uit verschillende disciplines afkomstig zijn. De teams zijn in een wijk, basisschool, middelbare school of gezondheidscentrum in de weer om de ondersteuning te regelen aan en met inwoners die dat nodig hebben. Op deze manier verwachten we dat we samen de ondersteuning sneller en beter kunnen verlenen.
Inwoners praten mee via meedenk-groep Elke maand komen inwoners uit de drie gemeenten bijeen om mee te denken over de ontwikkelingen in de drie decentralisaties en wat dat voor henzelf en hun eigen omgeving betekent. De groep bestaat uit ongeveer dertig personen uit alle geledingen van de bevolking. Ze hebben zichzelf aangemeld om mee te denken over de toekomst van de sociale samenleving. Zij houden zich bezig met hoe inwoners samen zorg en ondersteuning steeds meer en beter zelf kunnen oppakken. Daarnaast denkt de groep mee over hoe de ondersteuning aan inwoners die dat echt nodig hebben, het beste door gemeenten kan worden georganiseerd. In de volgende nummers van deze nieuwsbrief komen deelnemers van de meedenk-groep zelf aan het woord om over hun ervaringen te vertellen.
De meedenk-groep werkt vaak in kleine groepen om onderwerpen uit te diepen
Ambtelijke taakgroepen Dit jaar krijgen de drie gemeenteraden van de gemeenten de plannen voor de uitvoering van de drie decentralisaties. Deze plannen zijn in samenhang ontwikkeld. Beleidsambtenaren van de drie taakvelden zijn over zes taakgroepen verdeeld. Het gaat onder andere om de taakgroepen sociale samenhang, toegang, arrangementen,
3
Nieuwsbrief | Drie decentralisaties | Maart 2014 | nummer 1
Drie gemeenten en drie decentralisaties
Aftrap doe-teams in DAL-gemeenten
Delfzijl, Appingedam en Loppersum hebben elkaar gevonden in de voorbereiding voor de drie decentralisaties. Elke gemeente is als eerste aanspreekbaar voor een van de drie. Zo ‘doet’ Delfzijl de Jeugdzorg, Loppersum de Participatiewet en Appingedam de Wmo/AWBZ. Het is de manier om deze omvangrijke verandering tot een goed einde te brengen.
In de doe-teams participeren alle relevante organisaties in de regio, waaronder MEE, GGD, Lentis/Jonx, BJZ, ISD Noordoost, CJG, TSN, ASWA, de leerplichtambtenaar, SW&D, VKB, Elker, Zonnehuisgroep Noord en Accare. Zo zijn voor elke casus de juiste deskundigen beschikbaar. De deelnemers aan de doe-teams blijven in hun eigen organisatie werken en brengen daarnaast hun expertise mee in het doe-team. Ook kunnen zij experts op specifieke deelgebieden uit hun eigen organisatie of een organisatie betrokken als schilpartner invliegen wanneer dit nodig is.
Gemeentesecretaris van Appingedam Jelmer Mulder is voorzitter van de regiegroep die de ambtelijke voorbereidingen coördineert en ervoor zorgt dat de besluiten worden uitgevoerd. Hij is positief over de samenwerking en de vorderingen die de afgelopen maanden zijn gemaakt. ‘Nu de gemeenteraden de kadernota met uitgangspunten hebben vastgesteld, zetten we de stap naar de praktijk. Daar leggen we de verbindingen tussen de drie decentralisaties. Als overheid en instellingen waren we gewend meer vanuit kokers te werken. Door professionals in doe-teams nu de ruimte te geven om samen met inwoners de problemen aan te pakken, kunnen ze elkaar vanuit verschillende disciplines versterken. Daarin zit ook de winst voor onze inwoners.’
Informeel netwerk Het doe-team pakt signalen en hulpvragen op van burgers, professionals of andere netwerken in de eigen gemeente, vanuit de vindplaats of vanuit de eigen caseload. Het team zorgt voor kortdurende ondersteuning waarbij het zoveel mogelijk werkt met behulp van het informele netwerk van de inwoner. Scholen, wijkcentra en gezondheidscentra De vier doe-teams opereren vanuit verschillende bases: het doe-team Loppersum werkt vanuit een basisschool, het doe-team Appingedam heeft het gezondheidscentrum Overdiep als uitvalsbasis, het doe-team Delfzijl zit op het Eemsdeltacollege en het doe-team Delfzijl Wijk Noord is gesitueerd in Brede School Noord. Jelmer Mulder, gemeentesecretaris van Appingedam, is voorzitter van de regiegroep die de voorbereidingen coördineert en uitvoert.
4
Nieuwsbrief | Drie decentralisaties | Maart 2014 | nummer 1
Nieuws uit jeugdzorg
De nieuwe Jeugdwet is een feit Volgend jaar kloppen kinderen, jeugdigen en/of hun ouders/verzorgers bij gemeenten aan voor alle vormen van jeugdhulp. Van licht tot zwaar, van kort tot langdurend, ambulant of verblijfshulp. Op 1 januari 2015 moeten de gemeenten klaar zijn voor deze overdracht van verantwoordelijkheden, bevoegdheden en middelen in het kader van de nieuwe Jeugdwet die in de Eerste Kamer is vastgesteld op 18 februari 2014. In het programma Transformatie Jeugdzorg Groningen (TJZG) bereiden de 23 Groninger gemeenten zich voor op de nieuwe taken. Dit naast de voorbereidingen die in de gemeenten Delfzijl, Appingedam en Loppersum plaatsvinden. Door de wettelijke verplichting om continuïteit van zorg te bieden voor jeugdigen en hun ouders hebben de 23 Groninger gemeenten samen een Regionaal Transitie Arrangement (RTA) opgesteld. Een convenant waarin de Groninger gemeenten afspreken om de zorg voor de jeugd zoals die nu wordt gegeven, voort te zetten en drie jaar de tijd te nemen om te bekijken hoe deze verder te ontwikkelen. De manier waarop het nieuwe jeugdstelsel in de toekomst wordt ingericht, is beschreven in het Groninger Functioneel Model (GFM). Dit model is uitgewerkt in een notitie Inrichting jeugdstelsel Groningen en een contourennotitie waarin de verschillende onderdelen van het jeugdstelsel zijn beschreven. Zowel het model als de notities zijn te vinden op www.tjzg.nl.
Uitvoering van jeugdzorg Vanaf 1 januari 2015 is de gemeente verantwoordelijk voor de uitvoering van jeugdzorg. Daaronder vallen: de provinciaal (geïndiceerde) jeugdzorg, de jeugdbescherming en de jeugdreclassering, de gesloten jeugdzorg, geestelijke gezondheidszorg voor jeugdigen (jeugd-GGz) en zorg voor jeugdigen met een lichtelijk verstandelijke beperking (jeugd-lvb) en GGz in het kader van het jeugdstrafrecht (forensische zorg). Het kabinet wil hiermee bereiken dat kinderen gezond en veilig opgroeien, hun talenten ontwikkelen en naar vermogen meedoen. In eerste instantie zijn ouders hiervoor verantwoordelijk. Zij delen die taak met medeopvoeders zoals leerkrachten, peuterspeelzaalleiders en groepsleiders in de buitenschoolse opvang. De overheid komt pas in beeld als de opvoeding niet vanzelf gaat. Dan moet jeugdzorg adequaat goede oplossingen op maat bieden. Inwoners die voor 2015 al gebruik van jeugdzorg maken, houden voorlopig deze hulp. Jeugdigen en ouders die gebruikmaken van begeleiding, ondersteuning en zorg vanwege (chronische) problemen op het gebied van opvoeden en opgroeien vallen vanaf 2015 onder de verantwoordelijkheid van de gemeente. Dit gaat bijvoorbeeld om kinderen met een verstandelijke beperking en jongeren met psychische problemen.
Uitwerking Op dit moment staan de Groninger gemeenten voor de taak de afspraken uit het RTA en de uitwerking van het Groninger Jeugdstelsel samen met instellingen vorm te geven. De gemeenten Delfzijl, Appingedam en Loppersum doen dat ook met de doe-teams. Voor de jeugdigen zijn twee doe-teams ingericht. Eén rondom het basisonderwijs in Loppersum en één rondom het voortgezet onderwijs bij het Eemsdelta-college. Daarnaast heeft het CJG een belangrijke rol gekregen bij de transitie en transformatie van de jeugdzorg.
5
Nieuwsbrief | Drie decentralisaties | Maart 2014 | nummer 1
Nieuws uit Wmo/AWBZ
Ondersteuning en begeleiding naar Wmo Vanaf 1 januari 2015 is de gemeente (naar alle waarschijnlijkheid) verantwoordelijk voor de ondersteuning en begeleiding die cliënten nu nog krijgen vanuit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Het gaat om de begeleiding van mensen met een matige tot zware beperking die langdurige zorg nodig hebben, met als doel bevorderen, behouden of vergroten van zelfredzaamheid. Het rijk voegt deze taken toe aan de bestaande Wmo-taken. De gemeente kijkt meer naar wat mensen zelf kunnen, wat de mogelijkheden in het eigen netwerk zijn en pas daarna naar de mogelijkheden in gemeentelijke voorzieningen. Dit betekent een veranderende rol van de gemeente, een verschuiving van verstrekken naar faciliteren. De veranderingen in het sociaal domein vragen meer verantwoordelijkheid van inwoners zelf. De gemeente verwacht dat waar mogelijk cliënten op eigen kracht hun problemen oplossen of hiervoor hulp van mensen en organisaties in hun omgeving inschakelen. Meer en meer wordt gekeken naar wat mensen en organisaties in de eigen omgeving kunnen doen en welke betaalde ondersteuning mogelijk is.
Wmo/AWBZuitdaging voor gemeenten De nieuwe Wmo, waar de decentralisatie van de AWBZ onder komt te vallen, is nog niet vastgesteld. Ook is de termijn waarop dit gaat gebeuren nog niet bekend. Wanneer de Tweede Kamer dit behandelt, ontstaat er meer duidelijkheid over wat er precies vanuit de AWBZ naar de Wmo gaat. De contouren daarvoor zijn: individuele en groepsbegeleiding, de begeleiding bij persoonlijke verzorging en kortdurend verblijf. Beschermd wonen gaat naar de centrumgemeente en blijft daar nog vijf jaar onder dezelfde condities en zonder bezuiniging (tenzij de indicatie eerder afloopt). De verwachte bezuiniging op de Wmo-taken is 25%. Op dit moment werken 22 van de 23 Groninger gemeenten aan een overgangsarrangement voor in elk geval voor het jaar 2015. Voorop staat dat cliënten hun zorg blijven houden en dat het past binnen de beschikbare middelen. Voor de gemeenten is het de uitdaging bij de decentralisatie Wmo/AWBZ de ondersteuning aan de inwoner zo te regelen dat het aan zijn behoefte voldoet én dat het past binnen de daarvoor beschikbare middelen.
Nieuws uit participatie
De nieuwe participatiewet Op 20 februari 2014 heeft de Tweede Kamer ingestemd met de participatiewet. Daarmee wil het kabinet bereiken dat iedereen die kan werken, aan het werk gaat (participeren). In de gemeenten Delfzijl, Appingedam en Loppersum is in juni 2013 een visie vastgesteld met daarin kaders waarbinnen we de uitvoering van de participatiewet willen regelen. ISD, Fivelingo en Jobber hebben na vaststelling van deze visie, samen met de gemeenten een plan opgesteld waarin zij beschrijven hoe een toekomstige effectieve en efficiënte uitvoering op het terrein van Werk&Inkomen eruit ziet en hoe zich dat verhoudt tot de ontwikkelingen op andere maatschappelijke terreinen.
6
Nieuwsbrief | Drie decentralisaties | Maart 2014 | nummer 1
Inmiddels is gestart met de uitwerking van dit plan dat is gericht op het ontwikkelen van nieuwe manieren om het steeds groter wordend bestand werkzoekenden te ondersteunen bij het vinden van werk. Gesproken wordt over Sociale Ondernemingen waar werkzoekenden samen kostendekkend een bedrijf runnen. Of dit haalbaar is moet nog blijken.
Mensen met een Wajonguitkering worden opnieuw gekeurd. Zij krijgen hiervoor een oproep van het UWV. Vanaf 1 januari 2015 krijgen alleen mensen die volledig niet belastbaar zijn, nog een Wajonguitkering. Mensen die gedeeltelijk werken, krijgen dan geen Wajonguitkering meer, maar een bijstandsuitkering via de gemeente.
Ook wordt gesproken over dagbesteding in de dorpen en over meer samenwerking tussen overheid en bedrijfsleven door bijvoorbeeld meer dan nu te bekijken waar jobcarving mogelijk is. Jobcarving is het creëren van nieuwe banen door gemakkelijk uitvoerbare taken van hoger geschoolde medewerkers samen te voegen.
Bijstandsuitkering Wanneer mensen gedeeltelijk of tijdelijk niet kunnen werken, krijgen zij een bijstandsuitkering van de gemeente. De gemeente stuurt hen een brief over de hoogte van deze uitkering. De hoogte van de uitkering wordt mede bepaald door de thuissituatie. Woont iemand nog bij zijn ouders, of woont hij samen, dan zal de uitkering lager zijn dan hij gewend was. Daarnaast begeleidt de gemeente hem bij het vinden van een passende baan. De gemeente voorziet in integrale toegang tot ondersteuning van de mensen die onder deze wet vallen: er is één loket voor hen.
Economische zelfredzaamheid De participatiewet, die per 1 januari 2015 in werking treedt, gaat over economische zelfredzaamheid. Vanaf 1 januari 2015 vallen mensen met een arbeidsbeperking en arbeidsmogelijkheden onder een nieuwe wet: de participatiewet. In deze wet worden de Wet werk en bijstand, Wet sociale werkvoorziening en een deel van de Wajong samengevoegd. Zorg, welzijn en sociale zekerheid worden gekoppeld met als doel dat zoveel mogelijk mensen kunnen meedoen in de samenleving. Vanaf 1 januari 2015 zal er geen nieuwe instroom zijn in de Wsw en alleen mensen met een arbeidsbeperking en geen arbeidsmogelijkheden komen in aanmerking voor een Wajong-uitkering. Werknemers met een Wsw-indicatie houden hun bestaande rechten. Mensen die op 1 januari 2015 een Wajonguitkering hebben, blijven de verantwoordelijkheid van het UWV. De nieuwe wet vervangt het voormalige wetsvoorstel Werken naar Vermogen en moet nog worden behandeld in de Eerste Kamer. Mensen die nu nog gesubsidieerde arbeid verrichten via de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) of de Wajong of met een uitkering thuis zitten, moeten zo veel mogelijk aan het werk in reguliere banen. Zorg, welzijn en sociale zekerheid worden gekoppeld met als doel dat zoveel mogelijk mensen kunnen meedoen in de samenleving.
Werk centraal in aanpak ISD De Intergemeentelijke Sociale Dienst (ISD) is een belangrijke partner in de decentralisaties. Want wie werkt, voelt zich vaak beter en doet mee in de samenleving. Mensen begeleiden naar werk is een kwestie van samenwerken. Dat stelt teammanager Werk van de ISD Noordoost Eline Timmer. Naar werk ‘Onze dienstverlening is erop gericht mensen zo snel mogelijk naar werk te begeleiden. Daarvoor hebben we tien werkcoaches in dienst die kijken wat nodig is om iemand aan werk te helpen. En vooral ook bespreken wat iemand zelf kan doen. Ons werkgeversteam benadert werkgevers voor vacatures, werkervaringsplekken of stages.’
7
Nieuwsbrief | Drie decentralisaties | Maart 2014 | nummer 1
Niet alleen ‘Wij zijn ervan overtuigd dat wij het als ISD niet alleen kunnen’, zegt Timmer. ‘Daarom werken we op het Werkplein al langer samen met diverse organisaties op het gebied van werk, zorg en onderwijs. Zo vind je bij ons stichting MEE, ROC Noorderpoort, de Volkskredietbank en uitzendbureaus. Voor onze klanten is het wel zo makkelijk dat we al deze dienstverlening onder één dak hebben.’ Eigen kracht voorop Deze manier van samenwerking en de aanpak van de ISD passen volgens Timmer uitstekend bij de decentralisaties. ‘Goede ondersteuning kan niet zonder samenwerking. Nu komen in een gezin met problemen vaak meer professionals over de vloer. Soms weten ze dat niet eens van elkaar. Wij experimenteren nu met een nieuwe manier van werken. Er zijn nu vier doe-teams actief op verschillende plekken in onze gemeenten. In deze teams zitten zes professionals waaronder ook van de ISD. Belangrijk, want ook voor de doe-teams staat betaald werk en meedoen in de samenleving centraal. Een van de leden van het team is de spin in het web en brengt problemen in kaart. Vervolgens bepaalt hij met de klant wat de beste oplossing is en wat die daar zelf aan kan doen. Ook voor de doeteams geldt dat de eigen kracht van de klant voorop staat.’
Groep studenten buigt zich over participatie van jongeren Vier studenten van de Hanzehogeschool Groningen hebben een voorstel ontwikkeld hoe in gemeenten jongeren een actieve rol kunnen hebben in de sociale samenleving, waarin van iedere inwoner een bijdrage wordt verwacht. De studenten stellen voor dat de gemeenten zich opstellen als facilitator, waarbij het initiatief bij jongeren zelf moet liggen. Jongeren ontwikkelen voor jongeren een eigen campagne om mee te doen aan zorg voor anderen.
Gemeenteraden stellen kadernota vast Begin dit jaar hebben de gemeenteraden van de gemeenten Delfzijl, Appingedam en Loppersum ingestemd met de kadernota ‘Drie decentralisaties, één perspectief’, transitie en transformatie sociaal domein gemeenten Delfzijl, Appingedam en Loppersum. De nota bevat een lijst met kaders en uitgangspunten waarvan de raden aangeven dat van daaruit de transitie en transformatie voor de drie taakgebieden voor de inwoners in de gemeenten moeten plaatsvinden. De volledige nota is terug te vinden op de gemeentelijke websites: www.delfzijl.nl, www.appingedam.nl en www.loppersum.nl.
8
Nieuwsbrief | Drie decentralisaties | Maart 2014 | nummer 1
Inspiratiekaravaan doet Holwierde aan Donderdag 20 februari is de inspiratiekaravaan bij de dorpswinkel Superrr in Holwierde geweest. De inspiratiekaravaan is een manier om bewoners enthousiast te maken om zelf initiatieven te nemen op het gebied van nietmedische zorg in dorpen en buurten. De karavaan gaat naar de dorpen om met een krat vol informatie, inspiratie en kennis de bewoners ideeën aan de hand te doen. In een later stadium kunnen deze ideeën verder uitgewerkt worden. De inspiratiekaravaan wordt gefinancierd door de provincie Groningen en het Ministerie van BZK Er verandert veel in de zorg. In de provincie is al een aantal verzorgingshuizen gesloten. De inspiratiekaravaan wil dorpsbewoners de energie en inspiratie geven om zelf aan de slag te gaan om niet-medische zorg in hun dorp te regelen. Hierdoor kunnen bijvoorbeeld ouderen (langer) in hun eigen dorp blijven wonen. In Groningen is al een aantal initiatieven actief en succesvol bezig, maar het aantal burgerinitiatieven op het gebied van zorg is nog laag in vergelijking met initiatieven op andere gebieden. Tijdens de bijeenkomst vertelden bewoners van Holwierde hoe ze hun Superrr hebben gered, vertelde een bewoner van Spijk iets over haar plan voor een zorgpension en werden kort andere initiatieven in de provincie belicht. Daarna gingen de aanwezigen met elkaar in gesprek over ideeën voor hun eigen dorp.
Kalender In onderstaande kalender zijn de activiteiten opgenomen die met de drie decentralisaties te maken hebben. 8 mei – bijeenkomst meedenk-groep 14 mei – raadsconferentie drie gemeenteraden 5 juni – bijeenkomst meedenk-groep 18 juni – raadsconferentie 24 september – raadsinformatiebijeenkomst 29 oktober - raadsinformatiebijeenkomst 26 november – raadsinformatiebijeenkomst
Vragen of meer informatie Voor vragen over de ontwikkelingen die gaande zijn of meer informatie erover, kunt u contact opnemen met de gemeenten Delfzijl, Appingedam en Loppersum via e-mail:
[email protected].
De volgende stops van de inspiratiekaravaan worden bekend gemaakt in de media en op de website van o.a. Groninger Dorpen www.groningerdorpen.nl. Bent u bezig met een dorpsinitiatief? Dit is een goede kans om informatie, inspiratie en kennis op te doen! De bijeenkomst is bedoeld voor dorpsbewoners en het aantal deelnemers is beperkt. Informatie is verkrijgbaar bij Groninger Dorpen, telefoon: 050-30 62 900, e-mail:
[email protected] en Diet Hensums KAW, telefoon: 06 55 74 85 89, e-mail:
[email protected]. Opgave per email bij
[email protected].
9
Nieuwsbrief | Drie decentralisaties | Maart 2014 | nummer 1