Betreft
Invoering alternerende inzameling van huishoudelijk restafval en gft-afval per 1 januari 2011 en invoering van een nieuw diftar-systeem alsmede het kenbaar maken van wensen en bedenkingen m.b.t. de basis- en productovereenkomst.
Vergaderdatum
9 september 2010
Gemeenteblad
2010/55
Agendapunt
8
Aan de Raad Voorstel 1. Invoering per 1 januari 2011 van de alternerende inzameling van huishoudelijk rest- en gft-afval. Dus de ene week rest- en de ander week gft-afval, daarvoor zullen aan de burgers twee afzonderlijke inzamelmiddelen (één voor restafval en één voor gft-afval) verstrekt gaan worden. 2. Voor huishoudelijk rest- en gft-afval een verschillende tarief voor de afvalstoffenheffing invoeren. 3. Als extra prikkel om de gescheiden inzameling van verpakkingsafval (kunststof maar uiteraard ook papier en glas) te bevorderen het variabel tarief van de afvalstoffenheffing voor het aanbieden van restafval tevens afhankelijk te maken van het aantal keren dat de mini-container/afvalemmer ter lediging wordt aangeboden. 4. Met inachtneming van de door de Gemeenteraad geuite wensen en bedenkingen, met instemming kennis te nemen van de op hoofdlijnen beschreven uitgangspunten voor de basisovereenkomst en de productovereenkomst. Inleiding In 2007 hebben de vier gemeenten van de regio Westelijke Mijnstreek een evaluatie uitgevoerd van de huisvuilinzameldienst bij de laagbouw. Deze evaluatie werd uitgevoerd in verband met het aflopen van het inzamelcontract dat de vier gemeenten hadden gesloten met de Fa Van Gansewinkel uit Echt. Dit contract liep af op 1 januari 2009, maar werd in verband met het onderzoek naar de oprichting van een intergemeentelijk afvalbedrijf, stilzwijgend verlengd tot 1 januari 2011. Deze evaluatie werd behandeld in de vergadering van de commissie OWM van 11 juni 2007. De inzameling bij de hoogbouw maakte geen onderdeel uit van deze evaluatie omdat het betreffende inzamelcontract een looptijd heeft tot 1 januari 2012. De inzameling bij de laagbouw vindt nu plaats middels duo-containers of middels afvalemmers. Deze worden wekelijks door de Fa Van Gansewinkel geledigd. De voor deze dienst te betalen afvalstoffenheffing vindt enerzijds plaats middels een vast bedrag en anderzijds middels een variabel recht dat geheven wordt naar gelang het gewicht van de hoeveelheid afval dat op jaarbasis aan de inzameldienst wordt aangeboden.
De milieuresulaten van dit systeem zijn overal meer dan tevredenstellend dit ondanks de minder goede gft-scheiding. Dit laatste kwam vast te staan nadat in de regio Westelijke Mijnstreek een sorteerproef was uitgevoerd. Daaruit bleek dat in het restafval nog altijd een grote hoeveelheid gft voorkomt, het aandeel gft varieert van 25% tot 30%. De conclusies van de gewestelijke evaluatienota worden door ons onderschreven. Ter zake dient nu besluitvorming plaats te vinden. Hierna wordt daarop nader ingegaan. Invoering alternerende inzameling Met ingang van 2009 zijn de verwerkingstarieven van huishoudelijk rest- en gft-afval aanzienlijk verlaagd, bovendien is het verschil in het verwerkingstarief tussen rest en gft beduidend groter geworden. In 2009 daalde het tarief van het verwerkingstarief van het restafval van € 142,-- naar € 119,-- per ton en dat van het gft-afval van € 83,-- tot € 46,-- per ton. Hierdoor is een ongewijzigde voortzetting van het huidige systeem geen vanzelfsprekendheid. Een betere gft-scheiding kan worden bereikt door het inbouwen van een extra prikkel voor de burger, waarmee een goed scheidingsgedrag wordt beloond. De meest effectieve methode om een betere gft-scheiding te bewerkstelligen is het introduceren van een verschillend kilo-tarief voor enerzijds restafval en anderzijds de gftfractie. Deze tarieven kunnen gerelateerd worden aan de nieuwe verwerkingstarieven van deze afvalstromen. De introductie van zo’n systeem vereist wel een inzameling via twee afzonderlijke minicontainers/afvalemmers, dus een container/afvalemmer voor het restafval en een voor het gftafval. Dit om zowel het gewicht van het aangeboden restafval als van het gft-afval te kunnen wegen. Dit impliceert tevens dat een alternerende inzameling ingevoerd dient te worden, dus de ene week het restafval en de andere week het gft-afval. Hiervoor wordt gekozen vanuit kostenoogpunt, immers lediging van beide fracties in een en dezelfde week zal tot een aanzienlijke verhoging van de inzamelkosten leiden. Op dit laatste wordt hierna nog ingegaan. Het ligt in de bedoeling om in alle vier de gemeenten van de Westelijke Mijnstreek bij de start van het intergemeentelijk afvalbedrijf, op 1 januari 2011, deze alternerende inzameling in te voeren. In het bedrijfsplan dat werd opgesteld voor het afvalbedrijf werd voor wat betreft de huisvuilinzameling in de kostenopzet uitgegaan van een alternerend inzamelsysteem. Invoering van de alternerende inzameling leidt naar onze mening niet tot een servicevermindering voor de burger. In de gemeente Stein werd van 1994 tot 2001 het huishoudelijk afval en gft ook al alternerend ingezameld. Het restafval werd toen middels de grijze plastic zak ingezameld en het gft-afval middels een 140 liter mini-container. Na een gewenningsperiode kon geconstateerd worden dat dit systeem vrij kort na de introductie gemeentebreed geaccepteerd was. In dit verband wijzen wij nog op een burgeronderzoek van de gemeente Sittard-Geleen waarin ook de huisvuilinzameling aan de orde kwam. Daaruit blijkt dat het systeem met twee aparte containers beter scoort dan de duobak. In die gemeente wordt in het stadsdeel Geleen middels twee containers het rest- en gft-afval alternerend ingezameld en in de andere stadsdelen wekelijks middels duo-containers.
2
Voor wat betreft het service-aspect richting burgers dient ook nog vermeld te worden dat in de gemeente Stein geen zogenaamde verzamelplaatsen geïntroduceerd zullen worden voor het aanbieden van de mini-containers en de afvalemmers. De inzameling voor iedere woning blijft dus gehandhaafd, derhalve ook geen inzameling aan een zijde van de weg of straat. Dit impliceert tevens dat in de gemeente Stein geen zijbelading van de huisvuilwagens ingevoerd zal worden, de achterbelading blijft gehandhaafd. Vermeld dient te worden dat de gemeenteraad op grond van artikel 10.26 van de Wet milieubeheer dient te besluiten om over te schakelen van een wekelijks inzameling naar een alternerende inzameling. Bevordering gescheiden inzameling van kunststof verpakkingsafval Op 1 september 2009 werd in de gemeente Stein de gescheiden inzameling van kunststof verpakkingsafval ingevoerd. Dit afval wordt maandelijks huis aan huis ingezameld. Kenmerk van het kunststof verpakkingsafval is het volumineuze karakter en het lage gewicht. Een zogenaamd diftarsysteem naar uitsluitend gewicht heeft daardoor nauwelijks een financiële prikkel om dit afval apart aan te bieden. Dit manco te verhelpen dient aan de tariefstelling van het restafval tevens aanbiedfrequentie te worden gekoppeld. Afgezien van de prikkel tot gescheiden aanlevering van verpakkingsafval heeft dit namelijk verder tot voordeel dat de container voor restafval minder vaak wordt buitengezet en de stimulans om gft te scheiden nog eens extra wordt vergroot. Om deze laatste reden dient het toevoegen van aanbiedfrequentie bij de gft-container achterwege te worden gelaten. Dit zou immers door de burger als een barrière gezien kunnen worden om het gft-afval te scheiden met een daling van de respons tot gevolg. Voorlichting richting burgers Omdat het i.c. een belangrijke wijziging in de inzamelstructuur en diftar-systematiek betreft zal hierover uiteraard uitvoerig en tijdig gecommuniceerd moeten gaan worden met de burgers. Voorafgaande aan de invoering van het nieuwe inzamelsysteem moeten in alle vier de gemeenten de huidige duo-containers en afvalemmers ingenomen worden en vervangen worden door mini-containers van 240 liter voor het restafval en een mini-container van 140 liter voor het gft-afval. Deze operatie gaat ca vier maanden duren. Volgens het voorlopig “uitrolschema” wordt in september gestart in de kern Geleen, waarna successievelijk alle andere kernen van deze regio aan de beurt zullen komen. Volgens de voorlopige planning zal het omruilen van de containers in de gemeente Stein plaatsvinden in november/december van dit jaar. Dit kan wel betekenen dat al een aantal kernen voor 1 januari 2011 gestart zal worden met de alternerende inzameling. Dit betekent dat medio september 2010 gestart zal moeten worden met de voorlichtingscampagne richting burgers, daarin zal niet alleen de aandacht gevestigd worden op de introductie van het nieuwe alternerende afvalinzamelysteem en de wijziging van het diftar-systeem maar uiteraard ook op de nieuwe intergemeentelijk inzameldienst voor deze regio.
3
Eerdere besluitvorming in raad m.b.t. oprichting intergemeentelijk afvalbedrijf/nieuwe afvalinzamelstructuur Op 10 september 2009 werd de gemeenteraad in de gelegenheid gesteld om zijn visie weer te geven naar aanleiding van het ontwerp-besluit van ons college om samen met de gemeenten Beek, Schinnen en Sittard-Geleen een intergemeentelijk afvalbedrijf op te richten. Tijdens de behandeling van dit agendapunt door de Raad werden een drietal moties ingediend. Naar aanleiding daarvan het volgende. Motie 1 van de fracties van het CDA Stein en SPV. • Zo spoedig mogelijk de besluitvorming over het gewenste service niveau voor de afvalinzameling (inclusief die via het milieupark) voor te bereiden. • Hierbij zo veel mogelijk inzicht te verstrekken in de voor- en nadelen, inclusief de financiële onderbouwingen van de mogelijke alternatieven. • Zo spoedig mogelijk de bespreking en definitieve kaderstelling door de raad te agenderen voor de commissie- en raadsvergaderingen. Motie 2 van de fracties van het CDA Stein en SPV. • In overleg met andere gemeenten na te gaan welke aanvullende mogelijkheden er zijn om de raden intensiever te informeren over de gang van zaken bij het nieuw op te richten bedrijf. • Hiertoe nadere voorstellen te doen opdat de gemeenteraad zelf kan bepalen hoe zij geïnformeerd moet worden, binnen de reële daartoe bestaande mogelijkheden. Motie 3 van de fracties van DOS, PvdA, CMB en VVD. • Het huidige service-niveau van afvalinzameling te handhaven voor de inwoners van Stein bij het nieuwe afvalbedrijf. • De wijze van afvalinzameling in zijn totaliteit één jaar na de invoering te evalueren en middels een enquête de mening van de inwoners van onze mening te peilen. • Pas wijzigingen in de inzamelstructuur door te voeren nadat uit de evaluatie blijkt dat hieraan behoefte is. • Deze wijzigingen in te voeren nadat de gemeenteraad in de positie is gebracht hierover een gefundeerd besluit te nemen. Naar aanleiding van deze moties het volgende. Motie 1. In deze notitie hebben wij de toekomstige nieuwe huisvuilinzamelstructuur aangegeven. Daarin werd ook aandacht geschonken aan het serviceniveau richting burgers. Op het financiële aspect daarvan wordt bij motie 3 nader ingegaan. Het milieupark is hier buiten beschouwing gebleven. Het ligt in de bedoeling om het beheer daarvan ingaande 1 januari 2011 over te dragen aan het intergemeentelijk afvalbedrijf. Het afvalbedrijf i.o. streeft een verdere optimalisatie van het milieupark na. In dat kader zal enerzijds gekeken gaan worden naar het gewenste serviceniveau voor de burgers en uiteraard ook naar de baten en lasten. Motie 2. Het ligt in de bedoeling om komende zomer niet alleen de burgers van de vier gemeenten uitvoerig te informeren over het nieuwe afvalbedrijf en de nieuwe afvalinzamelstructuur maar
4
uiteraard ook de vier gemeenteraden van deze gemeenten. Voor deze voorlichting zal door de vier gemeenten een extern communicatiebureau worden ingeschakeld. In overleg met dit bureau zal bekeken worden in welke vorm hier de voorlichting gestalte zal moeten gaan krijgen. Motie 3. Over deze motie hebben wij advies ingewonnen bij de projectleiding van het afvalbedrijf i.o. Met het standpunt van het afvalbedrijf i.o. kunnen wij ons verenigen, dit luidt als volgt: “Bij de behandeling van het voorgenomen besluit over de oprichting van een gezamenlijk afvalbedrijf is door de Raad van de gemeente Stein in de vergadering van 10 september 2009 een drietal moties aangenomen. De motie 3 - ingediend door DOS, PvdA, CMB en VVD- lijkt daarbij een fundamentele koerswijziging in te houden ten opzichte van de voorstellen zoals die regionaal zijn verwoord. Die motie lijkt immers ervoor te pleiten dat vooralsnog in Uw gemeente een wekelijkse inzameling van zowel restafval als gft behouden zou moeten blijven. In Uw gemeente zou daarmee een fundamenteel afwijkende situatie ontstaan ten opzichte van de andere gemeenten. Een situatie die bovendien ook niet is voorzien in het uitgewerkte bedrijfsplan van het nagestreefde regionaal afvalbedrijf. In dat bedrijfsplan is uitdrukkelijk een alternerende inzameling binnen het totale werkgebied van het bedrijf als vertrekpunt gehanteerd. Voor zover de hierboven weergegeven interpretatie van de betreffende motie juist is, kan die niet zonder financiële consequenties voor Uw gemeente worden doorgevoerd. Uitgevoerde berekeningen en analyses hebben uitgewezen dat dan allereerst een extra inzamelvoertuig moet worden aangeschaft , waarmee een extra investering van € 260.000,-- is gemoeid. Vervolgens zal dat voertuig gezamenlijk met een deel van de aanwezige reserve-capaciteit dagelijks moeten worden ingezet om aan de verruiming van de inzameltaak in Uw gemeente uitvoering te kunnen geven. Jaarlijks zal dat voor Uw gemeente een kostenstijging van ca. € 220.000,-- tot gevolg hebben, hetgeen overeenkomt met een verhoging van de afvalstoffenheffing van gemiddeld € 25,-- tot € 30,-- per aansluiting. Consequentie is daarnaast dat ten laste van Uw gemeente desintegratiekosten zullen optreden, indien binnen de afschrijvingstermijn van 8 jaar van dat extra inzamelvoertuig besloten zou worden om alsnog naar het alternerend systeem over te stappen. Vanwege het maatwerk in het beladingssysteem, het weegsysteem en alle ICT-voorzieningen is het namelijk niet aannemelijk dat zo’n voertuig bij overcompleetheid zonder meer weer tegen boekwaarde verkocht zou kunnen worden. Dit alles afwegende geven wij u in overweging, onder vermelding van de financiële consequenties van de uitvoering van de motie, voor te stellen de motie vooralsnog niet uit te voeren doch nu te kiezen voor het systeem van een alternerende inzameling en die wijze van inzameling na een jaar – in 2012- te evalueren o.a. door een enquête onder de inwoners. Deze aanbeveling is overigens mede gebaseerd op de praktijkervaringen zoals die met de verschillende systemen in Sittard-Geleen zijn opgedaan en waarbij duidelijke voorkeuren van de burger voor een twee-containersysteem met een alternerende inzameling ten opzichte van een duobakken-systeem zijn vastgesteld”. Samenvattend zijn wij van mening dat wij gelet op het vorenstaande Uw Raad kunnen voorstellen om ingaande 1 januari 2011 in de gemeente Stein een alternerende inzameling van huishoudelijk rest- en gft-afval in te voeren en over te gaan tot invoering van het in dit voorstel omschreven nieuwe diftarsysteem voor de afvalstoffenheffing.
5
Bij schrijven van juli jl. hebben wij de leden van Uw Raad reeds geïnformeerd over de stand van zaken alsmede ons standpunt m.b.t. de invoering van de alternerende inzameling van huishoudelijk restafval en gft. De basisovereenkomst en de productovereenkomst In het opgestelde bedrijfsplan dat de basis heeft gevormd voor de besluitvorming door colleges en raden is de samenwerking tussen de gemeenten en de NV op hoofdlijn beschreven. Die hoofdlijn is de leidraad geweest voor de verdere uitwerking van die samenwerkingsrelatie in een basis- en een productovereenkomst. De basisovereenkomst vormt daarbij het kader, terwijl de productovereenkomst min of meer een bestek op hoofdlijn omvat voor iedere taak die de NV gaat uitvoeren en waarbij ook een verdeling van taken en verantwoordelijkheden tussen de gemeente en de NV is bepaald. De hoofdlijnen van deze overeenkomsten zijn: ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐
‐ ‐ ‐
De overeenkomst wordt aangegaan voor onbepaalde tijd doch voor ten minste 10 jaar. Bij eerdere beëindiging of volumevermindering kunnen desintegratiekosten verschuldigd zijn. De NV heeft een inspanningsverplichting om een zo ruim mogelijke structurele samenwerkingsrelatie met het regionaal werkbedrijf te realiseren. De NV heeft ook de zorg voor de eindverwerking van het afval, dit binnen de door de gemeente eventueel geformuleerde kaders. Lopende contracten worden gerespecteerd, zij het dat het contractbeheer naar de NV zal overgaan. Het huidige kwaliteitsniveau geldt voor al de betreffende taken ook als vertrekpunt voor de NV. Voor de NV geldt een intensieve, periodieke rapportageplicht m.b.t. de uitvoering van de opgedragen taken. De uitgangspunten voor de tariefbepaling door de NV liggen telkens voor 3 jaar vast (de 1e keer echter maar voor 1 jaar). In die periodes worden de bedragen enkel geïndexeerd, dit om sterke fluctuaties in de tarieven te voorkomen. In de tarieven – gebaseerd op kostprijs- wordt een opslag voor de dekking van de overheadkosten en voor het geleidelijk opbouwen van een beperkt weerstandsvermogen (reserve) opgenomen. De door de burgers individueel verschuldigde kosten voor bepaalde diensten gaan rechtstreeks naar de gemeenten. Alle kosten van derden worden in eerste instantie betaald door de NV en worden incl. de kosten van de NV zelf, via een maandelijks voorschot naar de gemeenten doorberekend. Na elk kalenderjaar volgt er een eindafrekening. De kaderstellende rol blijft overduidelijk bij de gemeenten. Expliciet zijn onder meer als gemeentelijke taak/verantwoordelijkheid vastgelegd: • Bepalen van het inzamelmodel en het niveau van gescheiden afvalinzameling. • Bepalen van de dichtheid van het netwerk aan wijk-inzamelvoorzieningen (incl. de keuze voor bovengrondse of ondergrondse voorzieningen, de kleurstelling en vormgeving). • Vaststellen van het tarievenbeleid voor de door de burgers verschuldigde kosten. • Vaststellen van het acceptatiebeleid en de openstellingstijden van milieuparken alsook de omvang van de ophaalservice van grof vuil op afroep. • Bepalen van de beleidsmatige uitgangspunten voor de eindverwerking van het afval.
6
• •
‐ ‐
De aanwijzing van inzamelaars voor specifieke componenten (papier, textiel). Bepalen van het kwaliteitsniveau van de machinale en handmatige reiniging (incl. de intensiteit van de bladverwijdering). • Vaststellen van het onkruidbestrijdingsplan en het gladheidbestrijdingsplan. • Bepalen intensiteit van de kolkenreiniging. Het klantencontactcentrum (KCC) van de gemeente wordt/blijft voor de burger het exclusieve aanspreekpunt voor meldingen, klachten, verzoeken tot ophalen van afval op afroep etc. Binnen de door de gemeente gestelde kader is het aan de NV om te bepalen op welke wijze operationeel aan de opgedragen taken invulling wordt gegeven. Efficiency en klantgerichtheid gelden daarbij evenwel als algemeen geldende randvoorwaarden.
Een bijzonder punt van aandacht is de datum van inwerkingtreding van de overeenkomst. Enerzijds zullen al diverse taken (per gemeente verschillend en ook met verschillende ingangsdatum) dit jaar door de N.V.RWM uitgevoerd gaan worden. Anderzijds zullen, conform de afspraken met de portefeuillehouders d.d. 19 juli 2010, ook diverse taken nog beperkt in tijd in 2011 door de gemeente zelf beheerd blijven worden. Wij verzoeken u uw wensen en bedenkingen met betrekking tot beide overeenkomsten kenbaar te maken. Samenvattend mag worden geconcludeerd dat de basis- en productovereenkomst voldoende waarborgen bieden om tot een adequate/efficiënte uitvoering van operationele taken te komen. Uw wensen en bedenkingen worden meegewogen in onze besluitvorming. Financiële consequenties. De financiële consequenties op basis van het rapport van IPR.Normag zijn uitgebreid aan de orde geweest in Uw vergadering van 10 september 2009. De kosten, die de gemeenten dienen te betalen aan het afvalbedrijf, worden per product vermeld in de tarievenlijst. Daarbij dient te worden opgemerkt dat deze kosten uitsluitend van toepassing zijn op het door het afvalbedrijf geleverde product. De inwoners krijgen in het kader van de afvalstoffenheffing een tarief in rekening gebracht voor de totale kosten voor de inzameling en verwerking van de alle huishoudelijke afvalstromen. Burgemeester en Wethouders, de Secretaris,
de Burgemeester,
Dict. HVS
Ter inzage liggende relevante bescheiden: 1. de basisovereenkomst (definitief concept versie 10 december) 2. de productovereenkomst (definitief concept versie 5 1 juli 2010) 3. het rapport herijking afvalinzamelingstructuur Westelijke Mijnstreek (juli 2007)
7
4. brief juli 2010 aan de leden van de raad 5. concept tarievenlijst m.b.t. de ter leveren producten door het afvalbedrijf 6. raadsvoorstel van 10 september 2009 7. notitie duobakken versus alternerende inzameling met 2 bakken (17 juni 2010) 8. akte van oprichting van de N.V.RWM
8