Agenda voor de vergadering van het Platform Zelfredzaam Datum:
12 januari 2015 van 16:00 uur tot uiterlijk 19:00 uur (voor een eenvoudige maaltijd wordt gezorgd)
Locatie:
Kulturhus Lienden Koningin Beatrixplein 1 4033 GZ Lienden
________________________________________________________________________________________________________________________ 1) Opening (16:00 uur) 2) Vaststellen van de agenda (16:00 uur) 3) Verslag van de vergadering van 29 september 2014, zie bijlage 1 (16:05 uur) 4) Mededelingen (16:10 uur) 5) Discussie rondom thema's (16:30 uur) Kees van der Burg (DG Langdurige Zorg bij het Ministerie van VWS) is deze vergadering te gast. Dhr. van der Burg begint met een introductie waarna er ruimte is voor vragen en discussie. Vervolgens gaan we over tot de discussie rondom de thema's die u eerder zijn toegestuurd (zie daarvoor nogmaals de bijlagen, 2a t/m 2d). Voor elk thema is ongeveer een half uur gepland. Pauze, maaltijd (ongeveer 17:45 uur – 18:15 uur) 6) Planning 2015 18:45 uur (zie bijlage 3) 7) Rondvraag (18:50 uur)
Thema 1: aansprakelijkheid, klachten, ombudsfunctie i.r.t. sociale wijkteams Met de vorming van de sociale wijkteams/gebiedsteams is de afgelopen maanden in de regio gewerkt aan de personele invulling daarvan. Wij constateren dat de gemeenten in onze regio een eigen invulling geven aan welke professionaliteiten en hoeveel daarvan nodig zijn in de wijkteams. In overleg met de Zorgverzekeraars is per gemeente vastgesteld welke organisaties capaciteit wijkverpleegkundigen beschikbaar stellen voor de Niet Toewijsbare Zorg (Segment 1). De vraag doet zich voor wie verantwoordelijk en/of aansprakelijk is voor het functioneren van deze medewerkers in het wijkteam. Het wijkteam valt onder regie van de gemeente en richt zich op cliënten die zowel vanuit de Wmo als de Zorgverzekeringswet gefinancierd worden. Met de opdracht om de zelfredzaamheid van burgers te versterken, het sociale netwerk te mobiliseren en de toestroom naar de zwaardere en duurdere zorg zoveel als mogelijk te beperken/voorkomen kunnen zich situaties voordoen dat er klachten of vervelende incidenten ontstaan. In het geval dat een cliënt/familie klachten heeft over de niet toewijsbare zorg, bij wie kan hij/zij terecht. De gemeente, zorgverzekeraar, aanbieder? Hoe is aansprakelijkheid geregeld? Wij kunnen ons voorstellen dat de professionals in de wijkteams functioneel veel meer met de gemeenten te maken gaan krijgen, terwijl ze in dienst zijn van de zorgorganisaties. In hoeverre beinvloedt deze functionele aansturing de mate van aansprakelijkheid. Conform de wetgeving op dit gebied dienen klachten ingediend te worden bij één zorg verlenende partij. Dat gaat voorbij aan de toenemende praktijk van ketenzorg en gezamenlijke regie. De vraag is op welke wijze lokaal (of bij voorkeur regionaal) gezamenlijke klachtopvang en afhandeling geregeld gaat worden in de met elkaar samenhangende zorg en sociale of participatiedomeinen. Bij knelpunten in de dienstverlening en dienstverlening relaties verkeert de burger, cliënt altijd in een afhankelijkheidssituatie. De wet verplicht gemeenten de cliënt of burger onafhankelijk te laten ondersteunen. De onafhankelijke cliëntondersteuning kent verschillende componenten en vormen, zoals met name de vertrouwenspersoon of de ombudsfunctie. Daarin worden vaak ook verschillende definities gehanteerd. Gemeenten zijn vrij aan deze onafhankelijke cliëntondersteuning een eigen invulling te geven. Op welke wordt in Rivierenland (per gemeente?) deze onafhankelijke ondersteuning straks geboden? Landelijk wordt dit thema uitgezocht en de vraag is wat de uitkomsten zijn van het onderzoek tegen de achtergrond van 1 januari a.s. Het thema richt zich dus op klachten, bij wie kan de burger terecht? De invloed van Cliëntenraden op de rol en de effecten van de wijkteams. De aansprakelijkheid bij calamiteiten en juridische procedures.
Thema 2: Inspectie, kwaliteit, toezicht houden De transities veranderen de manier van zorg verlenen aanzienlijk: er zal minder professionele zorg zijn, er komt veel meer samenspel tussen professionele zorg en informele zorg en de professionele zorg wordt (hopelijk) meer in samenhang geboden. Door de prijsdruk wordt het professionele niveau daarnaast mogelijk lager, de efficiency groter en daarmee de tijdsbesteding per cliënt per zorgvraag minder. Allemaal veranderingen die tot betere of mindere kwaliteit kunnen leiden. Een belangrijke vraag is dan ook om in Rivierenland met alle partijen (burgers / cliënten, gemeenten, zorgaanbieders en zorgverzekeraars) tot gedeelde kwaliteitsvisies en –praktijk te komen. Dit binnen de wettelijke kaders en de kaders die de inspectie hanteert. Tijdens een volgende platformvergadering kunnen de kaders van een dergelijk regionaal kwaliteitsbeleid besproken worden aan de hand van de volgende vragen: Is het wenselijk en mogelijk ten aanzien van een aantal te omschrijven zorgdomeinen / ketens, te komen tot een gedeeld kwaliteitsbeleid (‘Plan’? Op welke wijze kan binnen deze zorgdomeinen / ketens vorm gegeven worden aan een gezamenlijke kwaliteitsuitvoering en toetsing (‘Do’, ‘Check’, ‘Act’? Wie (welke partij en welke geleding daarbinnen) is waar voor verantwoordelijk? Wat is bijvoorbeeld de rol van de professional zelf, de rol van de bestuurder en wat die van zijn toezichthouders? Of: wat is de rol van beleidsambtenaren, wethouders en wat die van de Raad? Welke randvoorwaarden zijn (in welke domeinen / ketens) nodig om tot deze gezamenlijke kwaliteitspraktijk te komen? Belangrijk bij dit alles is te beseffen dat geen onnodige ‘regels’ moeten worden gemaakt, maar dat gezocht moet worden naar een integrale ‘absorptie’ van de beoogde kwaliteitspraktijk in de zorguitvoering door mensen zelf, informele zorg, professionele zorg en financiers (gemeenten, zorgverzekeraars).
Thema 3: ongelijkheid, vergeten groepen, zorgcontinuïteit, voor wie is er nog niets geregeld? Ongelijkheid heeft vooral te maken met het feit dat gemeenten in het kader van de WMO en jeugdwet eigen keuzes kunnen maken. Dit kan tot verschillen in een regio leiden. Hoe gaan gemeenten hiermee om? Lopen we niet het risico dat gemeenten bepaalde groepen gaan afschermen? Ook is er juridische kant in de zin van mogelijke claims van cliënten die nu in het overgangsrecht zitten. Vergeten groepen gaat om groepen burgers/cliënten of individuele casuïstiek die op tafel kan komen na 1 januari. Daar is dan geen financiering voor, maar er moet wel iets geregeld worden. Tot op de dag van vandaag weten veel mensen niet waar ze aan toe zijn en of ze hun zorg nog wel houden. Dit kan veel ophef opleveren na 1 januari. Hoe gaan we daar als gemeenten en aanbieders mee om? Eerst het proces, of eerst de oplossing van een hulpvraag? Zorgcontinuïteit heeft te maken met financiering, maar ook met het feit dat veel wijkteams en jeugdteams starten en eigenlijk nog helemaal geen weet hebben hoe ze zaken gaan aanpakken en welke cliënten ze kunnen verwachten. Het gaat hier allereerst om de nieuwe instroom. Kunnen de teams dit aan? Er zijn al voorbeelden van gemeenten waar teams gestart zijn en die nu al de telefoon niet meer opnemen omdat ze de vraag niet aankunnen. Dit kan te maken hebben met het feit dat ze hun regiefunctie niet invullen, maar zelf allerlei hulp willen gaan verlenen. Essentieel hierin is hoe samengewerkt wordt met alle partijen om het team heen (de specialisten). Die samenwerking is in de praktijk nog niet bewezen. Vallen er straks geen grote gaten? Kern van deze punten is dat we de transitie op papier in orde hebben, maar de praktijk moet nog ingevuld worden. Dat wordt uitproberen, innoveren en samenwerken in een nieuwe realiteit. Oppassen dat gemeenten en toezicht niet tegelijkertijd in de reflex schieten van beheersing en control. Er komen incidenten, er zullen dingen fout gaan. Dat hoort bij de nieuwe realiteit, maar dan moeten we ook samen staan voor de consequenties.
Thema 4: trend langer zelfstandig thuis wonen De trend dat mensen die zorg nodig hebben, langer thuis blijven wonen is duidelijk zichtbaar vanaf de jaren ‘80. Dat wordt nu extra versterkt doordat de zorgzwaartepakketten 1 tot en met 3 niet langer voor intramurale zorg worden geïndiceerd. In de komende vijf jaar krijgen jaarlijks gemiddeld 10.000 ouderen, 1300 gehandicapten en 800 cliënten in de geestelijke gezondheidszorg (ggz), met een lagere zorgindicatie, geen toegang meer tot intramuraal verblijf. In totaal gaat het om 78.000 mensen. Het aantal 75 plussers zal naar verwachting stijgen van 1,2 miljoen in 2010 tot 2,6 miljoen in 2040. Ook zullen 30% minder gehandicapten en cliënten in de geestelijke gezondheidszorg toegelaten worden tot de intramurale zorg. De opgave voor gemeenten is om, kort gezegd, met de kaarten open op tafel en met wederzijds begrip voor belangen en posities van de samenwerkende partners een juiste mix te vinden voor het noodzakelijke aanbod van ‘wonen’ en voorzieningen naar ieders (zorg)behoefte. Dit gebeurt op lokale en regionale schaal. Hier zullen verschillende spanningen en nieuwe vraagstukken ontstaan. Bijvoorbeeld, hoe beheersen we de sturing op de verpleeghuiscapaciteit in relatie tot de groei van mensen die directe zorg nodig hebben. Er zit een spanning tussen beschikbare bedden en de vraag in relatie tot de vergrijzing. Zijn er ook nog andere spanningen en dilemma's die u signaleert?
Planning vergaderingen van het Platform Zelfredzaam voor 2015 Vergadering Platform Zelfredzaam Vergadering Agendacommissie Maandag 16 maart, 16:00 – 19:00 Maandag 16 februari, 16:00 – 18:00 Maandag 15 juni, 16:00 – 19:00 Maandag 18 mei, 16:00 – 18:00 Maandag 28 september, 16:00 – 19:00 Maandag 7 september, 16:00 – 18:00 Maandag 14 december, 16:00 – 19:00 Maandag 16 november, 16:00 – 18:00 Reserve datum/ aparte activiteit/ bijeenkomst Maandag 2 november, 16:00 – 19:00 Maandag 5 oktober, 16:00 – 18:00