Cultuurconvenant ministerie van OCW en Zuid-Nederland 1997-2000 (incl. archeologische paragraaf)
Nr. WEB-418
Commissie: welzijn Commissie: algemeen bestuur
Agenda nr.
Vergadering 20 juni 1997 . . . . . . . .
Gedeputeerde met de verdediging belast: G.L.C.M. de Kok Nr. 972215/10
Middelburg, 13 mei 1997 Aan de Provinciale Staten van Zeeland, Samenvatting In 1995 is er voor de periode 1995 en 1996 tussen het ministerie van OCW en de Zuidnederlandse convenantpartners (de drie provincies en de gemeenten Eindhoven, Tilburg, Den Bosch, Breda en Maastricht) op het terrein van cultuur een convenant afgesloten. Tevens werd daarbij afgesproken ook voor de periode 1997 tot en met 2000 een dergelijk convenant af te sluiten. De tekst van dit convenant, inclusief een uitgebreidere archeologische paragraaf, is na veel bestuurlijk overleg gereed. Voorgesteld wordt in te stemmen met het cultuurconvenant ministerie van OCW - Zuid-Nederland 1997-2000 (inclusief de archeologische paragraaf).
Inleiding Op 2 mei 1995 werd in het provinciehuis te Den Bosch het convenant cultuur 1995 en 1996 tussen het ministerie van OCW en Zuid-Nederland ondertekend. Aangezien het toen voorliggende convenant een vooral procedureel karakter had is de tekst ervan ter kennisneming alleen aan de statencommissie welzijn toegezonden. De besprekingen tussen het ministerie en Zuid-Nederland tot meer samenwerking en afstemming voeren terug tot aan de vorige cultuurnota "Investeren in cultuur" van de toenmalige minister van WVC, mevrouw D'Ancona. Kort na het vaststellen van deze nota is in 1994 in Den Haag tussen het ministerie, het IPO en de VNG een algemeen kader overeengekomen met als titel "Naar een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de culturele infrastructuur". Op basis van deze overeenkomst is het hierboven genoemde convenant voor 1995 en 1996 tot stand gekomen. In dit convenant zijn echter ook afspraken gemaakt in welke samenstelling en over welke onderwerpen staatssecretaris Nuis voor de periode 1997 tot en met 2000 (de periode van de nieuwe cultuurnota "Pantser of ruggengraat") verdergaande afspraken met Zuid-Nederland wil maken en een cultuurbreed convenant af wil sluiten. De tekst van dit laatste convenant ligt nu ter ondertekening voor. Cultuurconvenant OCW en Zuid-Nederland 1997-2000 Sinds het ondertekenen van het convenant cultuur 1995 en 1996 tussen het ministerie van OCW en Zuid-Nederland heeft regelmatig bestuurlijk en ambtelijk overleg plaatsgevonden tussen de partners. Vanuit Zuid-Nederland is met het uitbrengen van de brochure "Culturele samenwerking in ZuidNederland; een kwestie van kleur bekennen" een eerste belangrijke voorzet gedaan. Later is in verschillende stadia rond de totstandkoming van de cultuurnota "Pantser of ruggengraat" van staatssecretaris Nuis door ZuidNederland steeds aandacht gevraagd voor de culturele ambities van het Zuiden. De gezamenlijke opstelling en lobby door de Zuidnederlandse bestuurders heeft geleid tot de nu voorliggende tekst van het convenant (bijgaand treft u deze, inclusief bijlagen, aan). Hoewel de verwachtingen hoger waren, met name op het terrein van de gezamenlijke ambities en de mate van samenwerking, kan toch geconcludeerd worden dat er resultaat geboekt is. In totaal komt er voor de periode 1997-2000 ca. ƒ 3 miljoen meer beschikbaar voor initiatieven en instellingen in Zuid-Nederland. Concreet betekent dit voor Zeeland: - een vierjarensubsidie van jaarlijks Stichting Nieuwe Muziek Zeeland; - het continueren van de rijksbijdrage periode 1997-2000 met jaarlijks een verhoging met ƒ 100.000,-- ten opzichte
ƒ
50.000,--
ten
behoeve
van
de
kunstuitingen in Zeeland voor de bijdrage van ƒ 900.000,-- (een van voorgaande jaren); W0449705a.b
- 2 Cultuurconvenant ministerie van OCW en Zuid-Nederland 1997-2000 (incl. archeologische paragraaf)
- het continueren van de rijksbijdrage provinciale bevordering beeldende kunst voor de periode 1997-2000 met jaarlijks een bedrag van ƒ 554.666,-(excl. index); - een eenmalige bijdrage van ƒ 100.000,-- in de investeringskosten ten behoeve van de infrastructurele voorzieningen op het terrein van de archeologie in Zeeland; - extra-middelen op het terrein van de cultuureducatie. Naast dit financieel belang is de kracht van het nu voorliggende convenant vooral te vinden in het doel, namelijk om de samenwerking en afstemming op hoofdlijnen van het wederzijdse cultuurbeleid te stimuleren en de coördinatie te bevorderen van geldstromen en optreden bij de subsidiëring van instellingen en activiteiten, die de convenantspartners tot hun gemeenschappelijke verantwoordelijkheid rekenen. Periodiek zal dan ook bestuurlijk overleg plaatsvinden. Relatie convenant - provinciaal cultuurbeleid Uitvoering van het convenant heeft gevolgen voor de volgende onderdelen van het provinciaal cultuurbeleid: a. b. c. d.
podiumkunsten beeldende kunst archeologie (en monumentenzorg) cultuureducatie
ad a. Door het beschikbaarkomen van jaarlijks ƒ 900.000,--, zijnde de rijksbijdrage kunstuitingen in Zeeland, neemt de budgettaire ruimte op het gebied van de podiumkunsten toe. Voor 1997 zijn de extra-middelen vooralsnog binnen het reguliere beleid besteed (Straatfestival en de Zeeland Nazomer Festivals). Het ligt in de bedoeling de extra-middelen voor 1998 en volgende jaren binnen het nieuwe provinciale podiumkunstenbeleid te besteden. In de hoofdlijnennotitie "Nieuwe uitdagingen" is reeds een voorzet daaromtrent gegeven. ad b. Eenzelfde gedragslijn als bij het podiumkunstenbeleid kan worden gemeld bij het provinciaal beeldende kunstbeleid. ad c. Voor het terrein van de archeologie (en monumentenzorg) is een tweetal onderdelen van het convenant van belang, namelijk de archeologische paragraaf en lid 2 van artikel 6, waarin de overheden de intentie uitspreken tot het inrichten van provinciale steunpunten monumentenzorg (inclusief archeologische monumentenzorg). Reeds in de notitie "(On)beroerde grond" en het daarbij behorende voorstel aan uw staten is de komst van de archeologische paragraaf aangekondigd. Hierin wordt een duidelijke scheiding van verantwoordelijkheden tussen de provincie en het rijk vastgelegd. Hierom is al meerdere keren vanuit de provincies verzocht. Door uw staten is door het beschikbaarstellen van enkele structurele en incidentele budgetten al geanticipeerd op de nieuwe taakverdeling en het nieuwe provinciale archeologiebeleid. In de nu voorliggende archeologische paragraaf wordt geregeld dat de provincie een eigen provinciaal archeoloog in dienst neemt. De salariskosten van de rijksarcheoloog komen voor 50% voor rekening van Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (R.O.B.) en voor 50% voor rekening van de provincie. Vanaf het moment waarop de provinciaal archeoloog in dienst komt, neemt het R.O.B. de volledige salariskosten van de rijksarcheoloog voor zijn rekening. De provinciale bijdrage van 50% in de salariskosten van de rijksarcheoloog ad ƒ 53.300,-- valt derhalve op dat moment vrij. Tezamen met het reeds door uw Staten beschikbaar gestelde structurele bedrag van W0449705a.b
- 3 Cultuurconvenant ministerie van OCW en Zuid-Nederland 1997-2000 (incl. archeologische paragraaf)
ƒ 60.000,-- is er ƒ 113.300,-- beschikbaar. De salariskosten van de nog aan te trekken provinciaal archeoloog worden op jaarbasis geraamd op ƒ 109.000,- (voorlopig functieniveau 12). Met de reeds aanwezige assistent van de provinciale archeoloog, de depotbeheerder en de documentalist is, samen met de rijksarcheoloog, in Zeeland een redelijke personeelsbezetting aanwezig. Nadat uw Staten hebben ingestemd met voorliggend voorstel zal worden gestart met de werving en selectie van de provinciaal archeoloog, zodat de benoeming ultimo 1997 zal zijn geëffectueerd. Om die reden zullen de salarislasten dit jaar beduidend lager uitvallen dan het beschikbare budget. Het nietbenodigde deel zal worden aangewend ter dekking van de kosten van werving en selectie en een reservering voor een mogelijke vergoeding van verhuis- en pensionkosten. In de paragraaf wordt verder de totstandkoming van een archeologische monumentenkaart (AMK) voor Zeeland geregeld. De totale kosten daarvan bedragen ƒ 250.000,--. De ROB draagt hiervan ƒ 150.000,-- bij en de provincie is gevraagd ƒ 100.000,-- bij te leggen. Ons college stelt uw staten voor ten behoeve van het vervaardigen van deze AMK een eenmalige bijdrage van ƒ 100.000,-- beschikbaar te stellen. Tijdens ons voorjaarsoverleg zullen wij omtrent de dekking van dit bedrag een beslissing nemen, waarna wij uw een statenvoorstel zullen doen toekomen. Om de gegevens van de AMK ook geschikt te maken voor het Geografisch Informatie-Systeem (GIS), waarmee o.a. de directie R.M.W. werkt, zal overigens in Zeeland en Noord-Holland een proefproject worden gestart. Ten behoeve van infrastructurele voorzieningen voor het depot stelt het rijk daarnaast eenmalig ƒ 100.000,-- beschikbaar. Tenslotte wordt in Zeeland een grensoverschrijdende samenwerking op het terrein van de archeologie gestart. Met het ondertekenen van het convenant (inclusief de archeologische paragraaf) wordt weer een aantal voorstellen uit de provinciale notitie "(On)beroerde grond" gerealiseerd. De komst van het provinciaal steunpunt voor de monumentenzorg en archeologie is ook reeds meerdere keren aan uw staten bekend gemaakt. Op dit moment worden de voorbereidingen getroffen tot het opzetten van een projectstructuur die de komst van dit steunpunt gaat voorbereiden. ad d. Op het terrein van de cultuureducatie zullen in 1997 en volgende jaren ook voor de provincie Zeeland extra-middelen beschikbaarkomen. Doordat echter de rijksnota "Cultuur en school" pas begin 1997 door de 2e Kamer behandeld is, is er enige vertraging ontstaan ten aanzien van het uitwerken van de plannen tussen het ministerie van OCW en Zuid-Nederland. Voor Zuid-Nederland komt een bedrag van in totaal ƒ 600.000,--beschikbaar, waarvan een bedrag van ƒ 400.000,-- door de convenantspartners "gematched" dient te worden. Volgens de laatste informatie zal dit echter, ook voor Zeeland, geen problemen opleveren. Het ligt in de bedoeling voor de zomer van 1997 een uitgewerkt bestedingsplan op te stellen, waarbij waarschijnlijk voor 1997 gekozen zal worden voor een pragmatische aanpak. In de hoofdlijnennotitie "Nieuwe uitdagingen" is aandacht voor cultuureducatie als een van de centrale thema's van het nieuwe provinciale cultuurbeleid aangemerkt. De toekomst De totstandkoming van het convenant cultuur tussen het ministerie van OCW en Zuid-Nederland heeft niet alleen geleid tot een betere basis voor samenwerking en afstemming met het ministerie maar ook tussen de Zuidnederlandse partners onderling. De komende jaren willen de bestuurders proberen deze samenwerking, daar waar mogelijk, te intensiveren. Dit komt niet alleen ten goede aan het gehele culturele klimaat en infrastructuur van Zuid-Nederland maar zal ook bij de voorbereidingen van de nieuwe rijkscultuurnota voor de periode 2001 tot en met 2004 een betere onderhandelingspositie creëren voor Zuid-Nederland. Samenvattend stellen wij u voor: -
in te stemmen met het cultuurconvenant ministerie van OCW Nederland 1997-2000 (inclusief de archeologische paragraaf);
en
Zuid-
W0449705a.b
- 4 Cultuurconvenant ministerie van OCW en Zuid-Nederland 1997-2000 (incl. archeologische paragraaf)
-
een eenmalige provinciale bijdrage van ƒ 100.000,-- beschikbaar te stellen ten behoeve van het (laten) vervaardigen van de Archeologische Monumentenkaart Zeeland; ons college te machtigen tot het aantrekken van een provinciaal archeoloog; de salariskosten van deze provinciaal archeoloog te dekken ten laste van het structurele budget van ƒ 60.000,-voor archeologie en de vrijvallende middelen vanwege het feit dat het R.O.B. de kosten van de rijksarcheoloog volledig voor zijn rekening neemt, op het moment dat de provinciaal archeoloog wordt aangesteld.
Gelet op het bovenstaande geven wij u in overweging de besluiten te nemen, die hierna in ontwerp volgen. Gedeputeerde Staten van Zeeland, DRS. W.T. VAN GELDER, voorzitter MR. J.A. LANDER, griffier
Ontwerp-besluit De Staten der provincie Zeeland, gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten van Zeeland van 13 mei 1997 nr. 972215/10; b e s l u i t e n : I II III IV
In te stemmen met de tekst van het cultuurconvenant ministerie van OCW en Zuid-Nederland 1997-2000 (inclusief de archeologische paragraaf); Een eenmalige bijdrage van ƒ 100.000,-- beschikbaar te stellen ten behoeve van het (laten) vervaardigen van de Archeologische Monumentenkaart Zeeland; Ons college te machtigen tot het aantrekken van een provinciaal archeoloog ; de salariskosten van deze provinciaal archeoloog te dekken ten laste van het structurele budget van ƒ 60.000,-- voor archeologie en de vrijvallende middelen vanwege het feit dat het R.O.B. de kosten van de rijksarcheoloog volledig voor zijn rekening neemt, op het moment dat de provinciaal archeoloog wordt aangesteld
W0449705a.b
- 5 Cultuurconvenant ministerie van OCW en Zuid-Nederland 1997-2000 (incl. archeologische paragraaf)
T_onderwerp: Cultuurconvenant ministeri OCW en Zuid-Nederland 1997-2000 (incl. archeologische paragraaf) / WEB 418 T_datum : 20-06-1997 T_doctype: Statenvoorstellen
W0449705a.b