0m armen
magazine • jaargang 1 • nr. 2 • december 2005
India: ontwikkelingsland én supermacht Actie voor schoolkinderen Assam Kind dat redt
omarmen is een kwartaaluitgave van Stichting Red een Kind Redactie: Leo Visser (hoofdredactie) Bram Wisse (eindredactie), Albert Hengelaar en Anja Meester Redactieadres: BDG Tekstproducties Churchilldreef 99 6716 HL Ede
[email protected] Vormgeving: Douglas Design BNO Ommen Bezoekadres: G. Stephensonstraat 11 8013 NL Zwolle Postadres: Postbus 40169 8004 DD Zwolle t 038 - 460 46 48 e
[email protected] www.redeenkind.nl Postbank 1599333 ABN AMRO 37.73.32.860
Onze missie Red een Kind is een christelijke organisatie, die vanuit de bijbelse visie dat liefde de omgang met de naaste moet stempelen, kinderen wil helpen met weinig kans op een menswaardig bestaan. Dat doet zij in die delen van de wereld, die worden geteisterd door hongersnood, rampen of in persoonlijke omstandigheden van armoede, ziekte of anderszins. Red een Kind helpt kinderen in nood, onafhankelijk van achtergrond, kaste, huidskleur, religie of geslacht. Red een Kind is lid van Partos, branchevereniging particuliere internationale samenwerking, en Prisma, platform christelijke organisaties in ontwikkelingssamenwerking. De stichting beschikt over het CBF-keurmerk voor goede doelen. Conform de eis van het CBF wijst Red een Kind de (beoogde) gever op de mogelijkheid beperkingen aan te geven in de mate waarin hij of zij benaderd wenst te worden.
India in de schijnwerpers India, ontwikkelingsland en grootmacht, land van paupers en van ingenieurs. Kan dat allemaal tegelijk waar zijn? Ja. India is rijk aan tegenstellingen, waarbij niet zo zeer exclusieve rijkdom, als wel vernederende armoede op je afkomt. Het land is hard op weg naar de anderhalf miljard inwoners en zal dan qua inwonertal het grootste ter wereld zijn. Een kwart van alle mensen op aarde! Het gemiddelde inkomen ligt op het niveau van Afrikaanse landen. Toch spelen Indiase politici graag mee in de grote wereldpolitiek. Het kastenstelsel is officieel afgeschaft, maar houdt in de praktijk van alle dag honderden miljoenen mensen in de knellende houdgreep van armoede en rechteloosheid. Tientallen miljoenen kinderen hebben nog nooit een school van binnen gezien, miljoenen van hen kwijnen zelfs in regelrechte slavernij. Goed opgeleide Indiërs, als kind ooit zelf geholpen door Red een Kind sponsors, geven nu kinderen in hun eigen land een kans. In deze omarmen kunt u verder kennismaken met dit grote, onbegrijpelijke land, waarin de materiële en geestelijke nood nog altijd ongekend hoog zijn. Leo Visser
inhoudsopgave
India: twee gezichten
4
Een actief jaar
7
Parijse markt in Heemse
8
Enquête
8
Meidoornschool
12
Kids@risk
13
Herrijzende dorpen
14
Minister Brinkhorst noemde India een hollende olifant, waar je op moet gaan zitten. Maar wat is de andere kant? Thema-artikel over een wereld in een land.
Er is veel gebeurd in het bijna afgelopen jaar. Nog even een terugblik op wat memorabele feiten.
Een verkoopdag van een creatief comité. Tweedehands spullen, herfststukjes en zelfportretten brachten geld op.
Wat vond u als sponsor van het eerste nummer van omarmen? De resultaten van een steekproef.
Wie zijn Anne-Mary, Simone, Lalit en Siemthang? Vier kinderen, twee in Nederland, twee in India.
De eigen pagina voor de jeugd blijkt al razend populair te zijn. Kijk er gauw op!
Op deze en volgende pagina nieuws over Assam, de hulp in het tsunamigebied en een interview met Anneke Burgler. Hoe gewoon is gewoon?
Wat kunt u doen? bidden • Voor zoveel werk dat al gedaan wordt voor de kinderen in India en hun ouders • Voor de door conflicten getroffen gebieden in Assam waar we onderwijsprojecten helpen uitvoeren • Voor de hulp die de komende maanden nodig blijft in het aardbevingsgebied van Kashmir.
geven
• Hoe u kunt helpen, ziet u op de achterpagina.
doen
• Iedereen bezint zich deze feestmaand, hoe hij of zij Red een Kind nog meer kan laten doen.
3
ontwikkelingsland én supermacht
Beeld van India mag kantelen, IN EEN SLOPPENWIJK IN CALCUTTA SCHARRELEN UITGETEERDE KINDEREN ROND TUSSEN VERSLAAFDE EN MELAATSE VOLWASSENEN.
HET LAND WAAR DIT BEELD ZICH VOORDOET, IS OOK EEN GROOTMACHT IN WORDING. INDIA TOONT TWEE GEZICHTEN: EEN RIJKE BOVENLAAG EN EEN ARME MASSA. HOE VERHOUDEN DIE ZICH MET ELKAAR?
Voor deze mensen is er schoon water
4
omarmen nr.2 | 2005
thema
hulp blijft broodnodig Volgens de media gaat het goed met India. De Indiase regering wil geen ontwikkelingsland meer zijn en laat als aanstormende supermacht haar gewicht gelden. Westerse handelsmissies bezoeken het land. Een maand geleden was minister Brinkhorst in India. Hij vergeleek het land met een olifant die steeds harder gaat hollen. Het is het ene beeld van India. Het andere beeld wordt zichtbaar in bijvoorbeeld Calcutta. De helft van de bevolking woont in sloppenwijken. Wat daar opvalt zijn vuil water en gebrekkige riolering. Ziekten als tuberculose eisen hun tol. Dokters komen hier niet. Tenzij met een missie, zoals Ranjit Chatterjee, die een dagcentrum voor kanslozen runt. Red een Kind steunt hem, evenals Sishu Manjil. Deze organisatie heeft een voedselprogramma voor de allerarmsten en twee kinderzorgcentra voor kinderen die de Indiase bovenlaag niet ziet staan.
Wervelend en berucht Een toeriste beschrijft op haar site hoe wervelend en boeiend Calcutta is. Eén zin verraadt een andere wereld. “We zitten gelukkig in een buurt waar je weinig merkt van erbarmelijke misstanden waarom Calcutta berucht schijnt te zijn. Lijken op straat blijven ons bespaard.” Toch kun je nooit ver lopen of je wordt ermee geconfronteerd... In kranten lezen we over de Indiase economie die jaarlijks groeit met acht procent. Over de veelbelovende computerindustrie en financiële dienstensector. Ook medisch is het land al ver. Patiënten uit Amerika en Midden-Oosten komen naar India voor goede en niet te dure operaties. Tegelijkertijd moeten honderden miljoenen Indiërs het stellen zonder medische hulp, omdat ze het geld ervoor missen. Het verschil tussen arm en rijk in India neemt schrikbarend toe. Het contrast wordt schriller tussen een rijke bovenlaag en een groep van 600 miljoen paupers, vaak arme dagloners met hun gezinnen. Een direct gevolg van onderbetaling van deze dagloners is kinderarbeid, waarmee de volgende generatie armen alweer is bepaald.
Mariambhen, 8 jaar oud, woont niet ver van de stad Bangalore, bekend in Europa vanwege de computerindustrie. Ze behoort tot een bepaalde stam, zoiets als kastelozen, net als tientallen miljoenen andere Indiers. Kortweg houdt dit in dat als je voor een dubbeltje geboren bent, je nooit de kans krijgt uit te groeien tot een kwartje. Haar ouders hebben geen opleiding gehad, bezitten geen land, werken als dagloners in de landbouw. Als je dan 10 tot 15 dagen per maand mag werken is het gedaan. Hun dagloon ligt op 50 roepies (minder dan e 1,00). Duizenden kinderen als Mariambhen werken elke dag in de steengroeven, de luciferindustrie, afvalverwerking, enz. Zij verdienen 10 roepies per dag (e 0,20) en dan moet van ‘s morgens 6 uur tot ‘s avonds 6 uur zwoegen. Zonder dat geld is er zelfs geen eten. Schoolgaan behoort, zonder hulp van buiten, niet tot haar mogelijkheden. De situatie van Mariambhen is geen uitzondering, maar regel. Juist jongeren met een opleiding, die in de computerindustrie van Bangalore aan de slag kunnen, zijn de uitzondering.
Een getroffen land Armoede kent veel oorzaken, waaronder natuurrampen en menselijk geweld. Nood- en structurele hulp lopen vaak in elkaar over. In 2003 richtte Red een Kind een noodhulpfonds op. In ernstige situaties deed men een extra beroep op de achterban. Zoals bij hulpacties voor Orissa (2000, cyclonen), Gujarat (2001, aardbeving), Assam (2004, stammentwisten), Tamil Nadu (2004-2005, tsunami) en Kashmir (2005, aardbeving). Het diagram laat zien welke bedragen Red een Kind in India besteedde aan noodhulp en rehabilitatie.
Bestedingen noodhulp en rehabilitatie ■ Orissa
e 775.000,-
Nieuw probleem
■ Gujarat
e 550.000,-
“Naast het klassieke probleem van ongelijkheid op basis van het kastensysteem is er een probleem bijgekomen’’, zegt directeur Gerard Oonk van de Landelijke India Werkgroep. “Dit probleem: de rijken en de groeiende middenklasse zijn niet zomaar bereid hun toegenomen welvaart met de armen te delen.’’
■ Assam ■ Tamil Nadu ■ Kashmir
e 575.000,e 1.500.000,e 500.000,-
5
“Hulp mag India niet vergeten”
Meisjes die dankzij een preventieproject gered zijn van het nog altijd voorkomende gebruik om - vanwege economische redenen babymeisjes te doden
Oonk noemt het beeld van India in korte tijd 180 graden gekanteld. “Eerst heette de nood onoplosbaar, nu hoeft er geen nood meer gelenigd te worden. Terwijl er nog net zoveel nood is!’’ Het kastenstelsel houdt zijn invloed op de Indiase maatschappij, verwacht Oonk. Miljoenen dalits (kastelozen) worden feitelijk achtergesteld. Op het platteland, waar 70% van de bevolking woont, blijven oude misstanden bestaan. De grote stad krijgt nieuwe problemen door de toestroom van nog meer armen naar de sloppenwijken. Sociaal egoïsme typeert de nieuwe middenklasse, die niet bereid is haar verworven welvaart met zwakkeren en uitgebuiten te delen. Dat verschijnsel is niet vreemd, maar ook te zien in ‘oude’ rijke landen. India is geen ‘hopeloos hongerland‘ meer, zoals in de jaren zestig en zeventig werd gezegd. De afgelopen tientallen jaren is met hulp van onder andere Nederlandse organisaties veel verbeterd. Maar het optimistische beeld van India shining (Bhârat uday), dat liberale Indiërs nu gebruiken, is wensdenken van een minderheid die het goed heeft en de ogen sluit voor de grote ellende van de meerderheid van de bevolking. De situatie is paradoxaal. Wie India goed bekijkt, ziet een dubbel gezicht. India is een land van scherpe sociale en economische tegenstellingen. Een land waar hulp broodnodig blijft, voor armen en verschoppelingen.
Er is nog net zoveel nood!
6
omarmen nr.2 | 2005
“India ontwikkelt zich snel. In de steden leven welvarende, goed opgeleide mensen. Er zijn moderne bedrijven. Maar het is de halve waarheid. Ik woon in Madurai. Ik kom als sociaal werker in dorpen waar mensen in hutten wonen. Er zijn geen goede wegen, elektriciteit of geld voor verbeteringen. Het gemiddeld inkomen is 30 dollar per maand. Waar Red een Kind actief is, is de situatie anders. Kinderen uit arme gezinnenenweeskinderen, worden via Red een Kind opgeleid. Ze krijgen banen en kunnen iets gaan betekenen voor hun ouders. Dat komt de dorpen ten goede. India is heel groot. De hulp lijkt een druppel op een gloeiende plaat, want door de groei van de bevolking is er nog net zo veel nood. Maar de invloed van die druppels is toch groot. Ik werk 24 jaar voor Red een Kind. Ik zie het resultaat in de dorpen, maar ook wat er nog te doen is. De politici zien dat niet, te druk met de grote politiek. Zij vliegen over het platteland; ik loop door de dorpen” Paul Arasu, Red een Kind kantoor in Madurai
Partnerorganisaties In India werkt Red een Kind samen met 25 partnerorganisaties. Zij zijn verantwoordelijk voor de gang van zaken in de centra, de individuele kinderhulp en voedselprogramma’s. Met het ReKkantoor in Madurai voeren ze programma’s uit tegen kinderarbeid en prostitutie en helpen ze straatkinderen en aidswezen. Zij coördineren de noodhulp in Tamil Nadu, Assam en Kashmir. Kind en familie worden zo geholpen een betere toekomst te verwerven.
Gerrit Verboom, vriend van India, overleden Op 11 oktober verloren India en Red een Kind een vriend, Gerrit Verboom. Samen met zijn vrouw Titia was hij jarenlang in de weer om presentaties voor Red een Kind in het land te verzorgen. Het hele land trokken ze door met de verhalen en beelden van hun ervaringen. Tijdens zijn vele bezoeken aan India, werd Gerrit intens geraakt door de enorme fysieke en geestelijke nood van het land, van de armen en vooral van de kinderen. Zijn hart ging uit naar al diegenen die het niet op eigen kracht konden redden. Hij wist zich van Hogerhand tot spreekbuis gemaakt van de armen. Enorm trots was hij op de kinderen die zij ooit samen hadden gesponsord en hij hield nauw contact met hen. Het feit dat ook zij zich inzetten voor de nood van hun land vervulde hem met diepe dankbaarheid. Gerrit is niet meer onder ons. Zijn taak zat erop en hij is nu thuis bij zijn Vader. In Nederland en in India wordt Gerrit gemist.
Nog maar een paar weken en 2005 ligt achter ons. Voor Red een Kind een jaar waarin veel gebeurd is. Kleine en grote dingen die het waard zijn om nog even naar terug te blikken.
Er is veel gebeurd in 2005 Steeds als zich ergens een ramp zich voordoet, raken we onder de indruk. We zien ontredderde getroffenen en onze eigen beperktheid. Hulpacties komen op gang. Ook Red een Kind biedt via haar partners steun. Dit jaar naast structurele hulp opnieuw veel noodhulp. Hulp was acuut nodig in de Indiase kuststrook waar in december 2004 de tsunami had toegeslagen. Daarnaast bleef Red een Kind in touw voor de ontheemden van het conflict in Assam (noordoost-India), samen met De Verre Naasten. Vanaf oktober worden mensen opgevangen in het aardbevingsgebied in Kashmir. In alle gevallen houdt noodhulp ook hulp bij wederopbouw in. Onze sponsors maakten het mogelijk dat in twaalf landen kinderzorgprogramma’s konden doorgaan en worden uitgebreid. Veel aandacht kreeg ook de hiv/aids pandemie in Afrika en Azië. We kozen voor een integrale aanpak van de aidsbestrijding. Daarbij wordt prioriteit gegeven aan onderwijs en werk voor aidswezen.
Nieuwe netten voor de vissers van Tamil Nadu
In Ethiopië werd dit jaar een nieuwe school gesticht met hulp van Red een Kind. Het besluit werd genomen om met overheidsfinaciering meer goede programma’s voor kinderen te kunnen verwezenlijken. In 2005 was Red een Kind bezig met ISO-certificering. De naam en het logo van de organisatie wijzigden. Kort voor de zomer werd een open dag gehouden in het nieuwe kantoor in Zwolle. Op het bureau trad een nieuwe kracht in dienst, Anneke Burgler. Echt nieuw is zij niet, want velen hebben haar al eens zien staan bij de stand van Red een Kind. Tot slot verscheen het nieuwe magazine, omarmen, als opvolger van de bekende nieuwsbrief. Meer over de hier vermelde zaken is komend voorjaar te lezen in het officiële jaarverslag over 2005.
Column Leo Visser
Mobieltje Wie heeft er tegenwoordig geen? Ouderen, jongeren en zelfs kinderen van vijf of zes jaar. In deze cadeaumaand vliegen de aanbiedingen je om de oren. Ze worden weggegeven, behalve de kaarten - die vormen inmiddels een belangrijke kostenpost. Mobieltjes uit China of India, high tech tegen laag loon. Handige dingen en altijd binnen handbereik. Mobieltje kapot? Geen nood, een beetje shoppen en je hebt een andere. Keus genoeg in onze consumptiemaatschappij. In Afrika zijn mobieltjes een uitkomst. De vaste telefoon werkt niet, het mobieltje wel. Door Red een Kind gesponsorde studenten volgen cursussen om mobieltjes te leren repareren. Zo verdient Robert Kiplagat, die ik laatst tegenkwam in Eldoret, Kenia, er zijn brood mee. Geen vetpot, maar hij redt zich wel. In Afrika houd je alle spullen zo lang mogelijk aan de praat. Letterlijk. Er is weinig keus.
Het recht is verdrongen en de gerechtigheid blijft ver van ons; de waarheid struikelt op straat en de oprechtheid krijgt nergens toegang. Jesaja 59: 14
Eens is het mobieltje echt op. Hoewel? In Calcutta zit Ranjit, samen met andere jongetjes van vijf in een kleine ruimte mobieltjes uit elkaar te pulken. Het kunststof wordt eraf gebrand, koper en andere minuscule draadjes bijeengeschraapt. Hij is voor 10.000 roepies (nog geen e 200,-) gekocht van zijn hopeloos arme ouders op het platteland. Zijn jeugd zal hij als lijfeigene in giftige rook doorbrengen. Zijn kleine vingertjes vormen het kapitaal van z’n baas. Zijn gezondheid is z’n eigen probleem. Als hij in de groei komt, wordt hij als wrak afgedankt. Zonder schoolopleiding en met kapotte longen. Zo werkt dat. Een keus heeft Ranjit nooit gehad. Jinglebell ringtone. Hallo, ja met mij. Wat? Het wrikt en het wringt, zeg je. Nee schat, dat is niet ons probleem. Een mens kan niet alles op zich nemen. Wat zeg je? Het recht van de armen? Zeg, wees nou reëel! Tuut tuut tuut...
7
In Heemse
Verkoop voor Red een Kind ‘Werkgroep Red een Kind Heemse’ bestaat uit enthousiaste mensen die ieder jaar activiteiten organiseert waarvan de opbrengst bestemd is voor Red een Kind. Zoals een verkoop op zaterdagmorgen 17 oktober. De week voor de verkoop vond een rondgang door de kerkelijke gemeente plaats om nieuwe en bruikbare tweedehands spullen op te halen. Deze werden belan-
geloos ter beschikking gesteld. Daarnaast had een aantal gemeenteleden een herfstmarkt en een Parijse markt georganiseerd. De herfstmarkt bestond voornamelijk uit zelfgemaakte bloemstukjes, herfststukjes en herfstkransen. Op de Parijse markt waren reproducties van schilderijen en handgeschilderde naambordjes te koop. Bovendien was er de mogelijkheid om een
zelfportret te laten schilderen. Voor de kinderen waren er ook allerlei leuke activiteiten, zoals een Diddl ruilbeurs, schminken en een knutselhoek. Natuurlijk was er ook aan de innerlijke mens gedacht. Even bijpraten onder het genot van een kop koffie met koek of een kom erwtensoep verhoogde de gezelligheid. Het was een geslaagde morgen, waarop een bedrag van e 2072,80 bij elkaar werd gebracht.
Uit titel van het blad spreekt liefde
Wat vinden onze sponsors van omarmen? Ieder kind iets extra’s Kinderen in de zorgcentra van Red een Kind krijgen op hun verjaardag een cadeautje, net als de kinderen in Nederland. Om elk kind eens per jaar iets extra’s te geven, heeft Red een Kind een cadeaufonds. Vanaf nu kunt u dit fonds gedenken met een vaste jaarlijkse gift. Vermeld op de achterpagina van omarmen het bedrag dat wij ieder jaar voor dit doel van uw rekening mogen afschrijven.
Gedragen kleding U kunt kleding afleveren op het kantoor van Red een Kind in Zwolle. Wij brengen het naar landen waar het nodig is. Wilt u de kleding verpakken in stevige plastic zakken?
8
omarmen nr.2 | 2005
Kort na de zomer viel in plaats van de bekende nieuwsbrief een nieuw magazine van Red een Kind bij u op de deurmat. Wat vond u van het nieuwe medium? We waren benieuwd en hielden een aselecte enquête onder de lezers. Dit waren uw reacties. Iedereen was positief over het nieuwe magazine, velen erg enthousiast. Enkele reacties waren dat het nieuwe magazine fris was, uitnodigend en erg informatief. Het grijpt je aan en schetst een duidelijk beeld van alle activiteiten, schreven anderen. Ook de titel van het nieuwe blad, omarmen, spreekt aan. Iemand liet weten dat deze titel liefde uitstraalt. Omarmen is volgens de lezers een uitstekend middel om kennis te nemen van de problemen van kinderen in ontwikkelingslanden. En ook om te weten wat Red een Kind aan die problemen doet. We wilden verder iets over de geënquêteerden zelf weten. Wat vinden zij belangrijk in hun leven? Als antwoord noemden zij begrippen als respect, naastenliefde, geloof, werken zolang het dag is, veiligheid, gerechtigheid, liefde in woord en wandel, betrouwbaarheid. De respondenten vonden dat deze voor hen wezenlijke waarden voldoende in het nieuwe magazine terugkwamen. We vroegen om een cijfer voor het eerste nummer. En wat blijkt? Omarmen krijgt van u een ruime acht! Zowel in algemene zin, als wat de inhoud en de vormgeving betreft. Welke artikelen het hoogst scoren? Grote uitschieters zijn er niet. Wel valt op dat de kinderpagina (kids@risk) al razend populair begint te worden! Omarmen heeft aandacht voor hier en voor daar. Met hier bedoelen we activiteiten in eigen land, zoals geldwerving en voorlichting. Het woord daar wijst op de landen waar het geld besteed wordt en nood gelenigd. Blijkens de enquête wilt u over beide geïnformeerd worden. Dat is fijn. Red een Kind is opgericht om daar te helpen. We moeten dus hier in actie blijven.
hier
Vrijwilliger gevraagd voor scholen Wij willen graag in contact komen met mensen die belangstelling hebben voor de functie van vrijwilliger voor scholenwerk. Tot de taak van deze functionaris hoort het onderhouden van contact met scholen en helpen opzetten van school- en onderwijsactiviteiten. De werktijd is flexibel, maar minimaal twee dagen per week. Voor de functie geldt een onkostenvergoeding. Van de vrijwilliger wordt ervaring en/of een opleiding in het onderwijs gevraagd, samen met een flinke portie creativiteit en enthousiasme voor het werk van Red een Kind. Ervaring in ontwikkelingslanden is een pré. Hij of zij is bereid minimaal drie jaar beschikbaar te zijn. Voor meer informatie: Leo Visser. Sollicitaties per brief of e-mail naar:
[email protected]
Nieuwe stand De nieuwe informatiestand van Red een Kind is eind september in gebruik genomen. De ‘bemanning’ is er erg blij mee en ook van bezoekers horen we enthousiaste geluiden. De stand oogt professioneel en heeft voldoende ruimte om te laten zien wat we doen.
Geven krijgt meer effect Dankzij fiscale maatregelen wordt geven voor goede doelen vanaf volgend jaar aantrekkelijker. Zowel de gever als de ontvanger profiteert hiervan, en het effect van giften neemt toe. Wat actuele zaken op een rijtje: • Organisaties voor goede doelen hoeven vanaf 1 januari 2006 geen schenkingsrecht meer te betalen over ontvangen grote giften. Ook zijn ze geen successierecht meer verschuldigd over erfenissen. Om voor vrijstelling in aanmerking te komen, moet bij de belastingdienst wel worden aangetoond dat men een goededoelenorganisatie is. • Het wordt aantrekkelijker voor ondernemers ‘filantropisch geld’ te doneren aan wetenschap of goede doelen. Het maximale percentage van giftenaftrek in de vennootschapsbelasting stijgt waarschijnlijk van 6 naar 10%. Dit plafond geldt al in de inkomstenbelasting. • De belangstelling groeit voor een spaargiftplan van de ChristenUnie, dat giften en investeringen van particulieren en bedrijven voor goede doelen fiscaal wil stimuleren. Elke maand wordt e 2,50 voor een goed doel ingehouden op het brutoloon. Werkgever en werknemers bepalen jaarlijks naar welk goed doel de opbrengst gaat.
Agenda Red een Kind is binnenkort aanwezig bij de volgende activiteiten:
Eindejaarsactie voor schoolkinderen Assam ‘Mag ik volgend jaar naar school? Geef een kind een kans.’ Onder dit motto houdt Red een Kind een eindejaarsactie voor Assam. De actie is bedoeld voor de bouw van christelijke scholen in het gebied. Onderwijs kan een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de streek waar het conflict is bijgelegd, maar honger, overstromingen en ziekten het leven nog bemoeilijken. Ook verderop in dit nummer van omarmen leest u meer over Assam.
EO Vrouw-Zijn Dagen 2006: 28 januari Groningen 11 februari Haarlem 25 februari Rotterdam 18 maart Tilburg 1 april Zwolle Meld activiteiten rond Red een Kind telefonisch of per e-mail voor opname in omarmen en op de website. Wilt u een presentatie van Red een Kind aanvragen, neem dan gerust contact op!
9
hier Kinderen verloren ouders, ouders hun kinderen
Aardbevingslachtoffers nog in shock Vergeten groepen in India Bij het stadje Uri aan de Indiaas-Pakistaanse grens verleent Red een Kind partnerorganisatie Eficor hulp aan overlevenden van de aardbeving van 8 oktober. De Indiase overheid wees Eficor vijf bergdorpen toe. Vóór het invallen van de winter zijn daar tenten, dekens, sanitaire artikelen en huisraad naar toe gebracht. Dankzij de snelle start van de giftenstroom kon na de eerste week al e 50.000,- aan noodhulp worden gegeven voor 2500 gezinnen in deze dorpen, waar vrijwel alle huizen waren verwoest of zwaar beschadigd. Gelukkig bleef er geld komen, duizenden euro’s per dag, zodat het werk kon doorgaan. Nu de winter is ingevallen is huisvesting prioriteit bij de hulpverlening. Kashmir wordt zwaar beproefd. Nu is het natuurgeweld, maar al jaren vindt hier ook menselijk geweld plaats van elkaar bestrijdende politieke groeperingen. Naast individuele gevers komen ook kerken in actie. Gezamenlijk hebben Red een Kind, Woord & Daad en ZOA-Vluchtelingenzorg kerken opgeroepen om collectes te organiseren voor de slachtoffers van natuurrampen in India, Pakistan en Midden-Amerika. De kerken mogen zelf aangeven naar welke organisatie het geld gaat. Ook bij de besteding van het geld zal er gezamenlijke coördinatie plaatsvinden.
De buitenlandse hulp concentreert zich op Pakistan, maar ook in India werden honderdduizenden mensen dakloos en stierven er velen. Het probleem is echter dat India in zijn deel van Kashmir geen buitenlanders toelaat. Gelukkig mocht Eficor het gebied wel in. Ver weg op hoge berghellingen en ver van de westerse camera’s lijden mensen aan honger en kou. “Het is een vergeten groep’’, zegt de hulpcoördinator van Red een Kind in India. “Wij hebben ons altijd voor vergeten groepen ingezet. De hulpactie in Kashmir is geheel in lijn met dat principe.’’
Column prof. dr. H.J. Selderhuis
Kind dat redt Een stukje schrijven is op zich niet zo moeilijk. Bovendien, het wemelt tegenwoordig van de columns en als schrijver denk je dan: wie leest ze nog? Maar nu vind ik het een stuk moeilijker, juist omdat ik gemakkelijk praten heb. Buiten hoor ik de stemmen van onze eigen kinderen. Gezond. Levend in overvloed. En daarbij een paar kleintjes die elke Sinterklaasfolder uit het hoofd lijken te leren. Daar kijken ze eerder in dan in het magazine van Red een Kind. Kijk en dat moet ik ze leren. Niet zozeer dat ze omarmen lezen, maar dat ze omarmen leren. En leren weggeven, niet uit plicht maar uit liefde. Liefde voor God en de naaste. December is de maand van het Kind dat Redt. Over geschenken gesproken. God gaf Zijn Zoon om ons te redden. Als je die redding, als je die Zoon kent, kom je ook losser van je bezit en wordt geven makkelijker en mooier. Red een Kind is voor mij een hulpmiddel, een stimulans om te blijven zien dat geven rijk maakt en dat mijn redding door Christus mij ruimte geeft en aanspoort om anderen te helpen. Maar ja, zo’n Decembermaand, waarin deze dingen toch meer spelen dan anders, is zo voorbij. En hoe doe ik het dan in januari? Misschien moet ik maar gewoon in mijn agenda op elke eerste van de maand het woord ‘omarmen’ schrijven. Mocht u deze column toch lezen, dan kunt u natuurlijk hetzelfde doen.
10
omarmen nr.2 | 2005
Prof. dr. H.J. Selderhuis
Naam:
Tenzin Angmo
Plaats: Manali, Himachal Pradesh Land:
India
Tijdstip: 8 november 2005, 10.15 uur 11
hier
Anne-Mary en Simone schrijven over Lalit en Siemthang Wij zijn Anne-Mary de Groot en Simone Elzerman. Allebei zijn we 10 jaar oud. Wij zitten in groep 7. Iedere maandag gaat Mark het blauwe Vark rond. Dat is een spaarvarken waar het geld ingaat voor Lalit en Siemthang. Aan het einde van de dag halen kinderen het geld op. Per maand geven we het geld via de bank aan Lalit en Siemthang. Per vier maanden krijgen we een brief van hen. De leraar gaat hem vertalen en voorlezen. Meestal tekenen Lalit en Siemthang er een tekeningetje bij. Dat is heel leuk, ze kunnen mooi tekenen. Wij helpen ze, omdat ze in een arm land wonen, in India. Lalit zijn ouders zijn ziek en kunnen niet voor hem zorgen. Daarom zit hij in dat tehuis. Siemthang had ook ouders, alleen de moeder was weggelopen en de vader was niet gezond en kan niet voor zijn kinderen zorgen. Daarom zit hij ook in een tehuis, niet in hetzelfde, maar wel allebei in India. We helpen ze door geld te geven en te bidden. Zo kunnen ze in dat tehuis wonen en naar school gaan. Als we aan de kinderen denken, is het best wel zielig dat ze niet gewoon bij de ouders kunnen zijn. Wij hebben alles hier zo goed en zij hebben niet eens ouders daar. Of misschien weten ze niet eens wie hun ouders zijn. Soms schrijven ze dat ze hun familie missen. Dat is best wel zielig om te horen eigenlijk. Ze vertellen wel wat ze in de vakantie gedaan hebben en over sporten. Meestal is dat wel leuk om te horen. En ook vertellen ze wat voor cijfer ze voor iets hebben. Lalit is nu 11, bijna 12 jaar. En Siemthang is net 13 geworden. Meestal met hun verjaardag sturen we ze een kaart en ook met kerst. Dat vinden ze altijd heel leuk! Dit was ons verhaal over Lalit en Siemthang. We hopen ze nog lang te steunen. Anne-Mary de Groot en Simone Elzerman, Meidoornschool Wezep.
12
omarmen nr.2 | 2005
Anne-Mary de Groot en Simone Elzerman
Janny Leene, leerkracht Meidoornschool te Wezep
Al 25 jaar is de Meidoornschool in Wezep betrokken bij Red een Kind. Alle leerlingen kennen de twee jongens uit India. In elke groep zijn hun foto’s en worden hun brieven voorgelezen. In de schoolkrant worden de ouders geïnformeerd: over hoeveel geld er is gespaard, over de brieven en over speciale acties, zoals het sturen van kaarten en een extra gift voor het verjaardagsfonds. “We zijn heel blij met alle trouwe gevers’’, zegt leerkracht Janny Leene, die alles coördineert. Ze vindt het werk van Red een Kind heel belangrijk. Ze heeft thuis ook een paar sponsorkinderen. “De oudste is nu 19. Het contact wordt minder algemeen, wat erg leuk is. Ik wens Red een Kind veel nieuwe sponsors toe, voor een nieuwe toekomst aan meer kinderen.’’
• veel meer dan 1 miljard (één met negen nullen) mensen wonen en meer dan 1.600 talen worden gesproken • kinderen in India niet in een bed maar op een matje slapen • belangrijke mensen soms in een draagstoel worden vervoerd • meisjes als Sari al elke dag met een emmer water op hun hoofd lopen • kinderen van vijf soms al heel hard moeten werken en niet naar school mogen • koeien in India heilige dieren zijn, die je niet mag opeten en die overal los over straat lopen • gasten als welkom een prachtige bloemenkrans wordt omgehangen
Wist je dat in India:
g
n
l
t
s
u
a
m
De oplossing van de puzzel in het vorige nummer van omarmen (nr1, september): Nkoma De oplossing van het raadsel lees je in het volgende nummer van omarmen!
Zet de letters in de juiste volgorde, en je vindt 3 verschillende dieren. Veel puzzelplezier!
r
a
g
aa salade me sappel t gember Je hebt no dig • middelgro : te ananas, • 2 sinaasa ppels, • (eventue el) 3 appeldiksa eetlepels p • sap van 1/ , 2 citroen • 1/2 theele pel geraspt (o verse gemberwortel, f 1/4 theele pel gembe rpoeder) Schil de sin aasappels , haal ook zoveel mo d gelijk weg . Snij de sin e witte velletjes doormidd aasappelp en en haal artjes de pitjes e ananas, sn ruit. ij e Haal de ha r schijven van en ve Schil ook de rd rw ring in part e ‘putjes’ in de rand ijder het hart. en eruit en jes. Verme ng het fruit snij de ingrediënte m n Als je geen en serveer meteen. et de overige gember he bt, ook go ed! Lekker als voorafje, fr is tussend oortje of a ls dessert
Recept uit India Ananas-sin
was er geen school in het dorp. Het is veel te gevaarlijk om een paar dorpjes verderop naar school te gaan. Het is ver en soms wordt er gevochten en schieten de soldaten. Nu is er in het dorp van bamboe en golfplaten een schooltje gebouwd. Sari vindt het heel spannend en is benieuwd wat ze daar allemaal gaat leren. Buiten het huisje groeien bamboestengels, die soms bloeien met prachtige bloemen. Sari is altijd een beetje bang als de bamboebloemen bloeien, want dan komen de ratten naar de huisjes toe. Die eten de stengels op, en dan blijft er bijna geen eten over voor Sari en haar familie. En waar halen ze hun drinken? Gewoon uit de rivier! Maar wie weet krijgen zij binnenkort ook een put, net als de mensen uit het dorpje verderop. Zou je willen ruilen met Sari?
Voor welke drie dieren is Sari bang?
Raadsel
Sari. Ze is 9 jaar en woont in een klein dorpje in de bergen van Assam in het noorden van India. Samen met haar vader, moeder, twee broertjes en twee zusjes woont ze in een bamboehuisje op palen. Dat is handig, want dan komt het water niet binnen als de rivier overstroomt, en ook de slangen en ratten blijven dan buiten. Het regent heel vaak in de bergen. Daarna komen er altijd veel muggen. Als die muggen Sari steken, krijgt ze soms malaria. Dan heeft ze koorts en erge hoofdpijn en spierpijn. Er zijn geen wegen in het dorpje waar Sari woont. Er zijn alleen paadjes om te lopen, en natuurlijk ook het bootje dat hen naar de markt verderop aan de rivier brengt. Maar als het teveel geregend heeft, stroomt de rivier zo wild dat het veel te gevaarlijk is om naar de markt te gaan. Sari is blij, want ze mag bijna naar school. Eerst
Een dag uit het leven van…
kids@risk
13
frontnieuws
De lokale bevolking in Chamdrapady bouwt mee aan de nieuwe woningen
Bezoek aan het tsunamigebied
“Ik las de angst in hun ogen” Bijna een jaar na dato spookt nog de tsunami door de hoofden van wie het water zagen aanrollen en het gegil van geliefden hoorden. In 2006 blijft hulp aan nabestaanden nodig. “Al veel is er gedaan; nog veel moet gebeuren.’’ Zo vat Anneke Burgler samen wat ze zag. Namens Red een Kind bezocht ze de geteisterde kuststrook bij Tamil Nadu. Terug in Nederland merkt ze hoe haar bezoek aan het rampgebied haar veranderde. Een vreselijke realiteit kwam dichterbij. “Ik zag het nu zelf; ik sprak met mensen, las de angst in hun ogen, het verdriet en de zorg om hoe het verder moet.’’ Anneke maakte kennis met Jebaraj, Arun, Israël, Paul Pandi en Ashoc, leden van het team dat voor Red een Kind de hulp aan tientallen verwoeste vissersdorpen organiseert en toeziet op uitvoering ervan door lokale werkkrachten. De aanpak heeft overal hetzelfde verloop, zegt Anneke. “Kort na de tsunami lag het accent op het voorzien in de eerste levensbehoeften. Daarna kregen mensen huisvesting, boten, koeien, geiten, fietsen, een strijkkar of naaimachine om aan werk en inkomen te komen.’’ “De wederopbouw vordert, maar nog zit men soms met vele gezinnen in één noodvoorziening. In sommige door de overheid geplaatste noodhuisjes durft men niet te slapen uit angst voor slangen. Hier en daar is nog voedseltekort. En mensen rouwen nog om omgekomen familieleden. Er is veel dat ons meeleven en gebed blijft vragen.’’
Kinderen in het tsunamigebied ontvangen voedselpakketten
14
omarmen nr.2 | 2005
Scholen en waterputten
Vernielde dorpen In Assam zet Red een Kind na de felle twisten van vorig jaar hulpprojecten op. Letterlijk alles moet weer van de grond af worden opgebouwd. In Dolakhal herrezen de afgelopen tijd veel huizen. In een dagcentrum krijgen 200 kinderen dagelijks eten en onderwijs. Ook zo’n centrum met school is onlangs in Diphuchero in gebruik genomen. Hier werden 65 vernielde huizen bewoonbaar gemaakt. Ook in andere dorpen zijn scholen in aanbouw. Op dit moment zijn twaalf scholen in Assam in gebruik genomen en krijgen 2000 kinderen weer onderwijs. Op meerdere plaatsen worden nieuwe waterputten geslagen. Die zijn hard nodig voor de gezondheid. In Hmarakhawlien bevindt zich een door DVN gefinancierd landbouwen ontwikkelingscentrum. Boeren leren hier de bodem effectiever gebruiken voor teelt van rijst, groenten en fruit. De opbrengst neemt toe en de grond blijft vruchtbaar. In de streek, een vallei in bergachtig landschap, spoelt de ingezaaide grond snel weg. In de hele omgeving liggen meer
interview
Anneke Burgler
Op haar Indiareis zag ze Red een Kind in actie. Ze bezocht rampgebieden maar ook de ‘gewone’ hulpprogramma’s. Vier interviewvragen voor Anneke Burgler.
Het gewone werk gaat ook door Hoe gewoon is gewoon?
in Assam herrijzen dorpen met een ontwrichte samenleving en infrastructuur. Ook daar is dringend behoefte aan nieuwe huizen, waterputten, opvangcentra en scholen. Eigenlijk vormen Dolakhal en Diphuchero nog maar het begin. Daarom werd besloten de opbrengst van de eindejaarsactie 2005 te bestemmen voor Assam. In Assam werken Red een Kind en DVN samen met het team van de inspirerende projectleider en dominee Lor Lungawiruol, zelf opgegroeid in een kindertehuis van Red een Kind. Naast kinderzorg en dorpsherstel houdt kerkbouw in Hmarakhawlien Lor bezig.
“Gewoon is bijzonder! Zoals kinderen die blij zijn dat ze naast de materiële hulp die ze krijgen ook de Here Jezus leren kennen. Ze vertellen hun ouders erover en bidden dat die ook christen mogen worden. Ik denk ook aan de liefdevolle zorg en sfeer in de tehuizen en dagcentra. Ik maakte medewerkers mee die innerlijk gedreven zijn om zich in te zetten voor hun naasten. Ook de projecten rond de tsunami, aids en gezondheidszorg spraken me aan. En het preventieprogramma tegen het doden van babymeisjes.’’
Wat zag je in het noorden? “Daar bezochten we enkele kindertehuizen. Het was er koud. De kinderen zijn blij met de kleren uit Nederland. In Subathu maakten we een feest mee van kinderen die in oktober jarig waren. Er was muziek, dansjes en sketches. Elk kind kreeg een badlaken. Die zijn betaald uit het cadeaufonds.’’
Waarom moeten de sponsors Red een Kind blijven steunen? “Omdat de nood in Afrika en Azië erg groot is en veel kinderen van hulp verstoken blijven. Red een Kind wil dit graag oppakken en meer kansarme kinderen een toekomst bieden. Zonder hulp van sponsors gaat dit niet. Red een Kind biedt daarnaast via lokale christelijke partners adequaat hulp bij rampen. Redenen genoeg om Red een Kind te blijven steunen!’’
Wat houdt jouw werk voor Red een Kind in? “Sinds zes jaar ben ik vrijwilliger bij Red een Kind. Op landelijke en regionale dagen probeer ik de naamsbekendheid te vergroten en sponsors te werven. Vanaf 1 september doe ik ook twee dagen per week pr-werk op het kantoor in Zwolle. We willen het contact met comités, kerken en scholen verstevigen en uitbreiden, zodat we nog meer kinderen kunnen helpen.’’ In Hmarakhawlien (Assam) nemen kinderen deel aan een voedselprogramma
15
Ik doe mee(r)! Als de sponsors mee(r) doen, kan Red een Kind meer doen Ik wil mee(r) doen door: Een financiële sponsoring van een kind in een kindertehuis à u 36,- per maand Een financiële sponsoring van een kind in familieverband à u 18,- per maand Een bijdrage aan een voedselprogramma à u 9,- per maand Een jaarlijkse bijdrage aan het cadeaufonds à u 25,Een periodieke gift à u
per maand / kwartaal / jaar
Een eenmalige gift à u
Ik machtig Red een Kind om het aangegeven bedrag van mijn rekening af te schrijven Naam Straat Postcode
Woonplaats
Bankrekening / giro Handtekening U kunt de machtiging zonder opgaaf van redenen intrekken of binnen 30 dagen het bedrag terug laten boeken
Stuur mij informatie over: financiële sponsoring kinderzorgprogramma’s de problematiek rond kinderarbeid, kinderprostitutie, hiv/aids en straatkinderen een presentatie van Red een Kind
Bon opsturen naar: Red een Kind, Antwoordnummer 2169, 8000 VB Zwolle
Voor meer informatie: www.redeenkind.nl
omarmen nr. 2
sociale en maatschappelijke hulp in de regio