docenten handleidinG CP06 Lezen en spelen OGODH6-V1.1
Lezen en spelen
CP06
Waar gaat het over? Introductie In deze praktijksituatie gaat het over educatieve activiteiten voor en door kinderen: voorlezen, zelf boekjes lezen, samen boekjes en cd-roms uitzoeken in de bibliotheek, spelletjes doen. Centraal in de situatie staat de bibliotheek. De inburgeraar / ouder moet zichzelf en zijn/haar kind lid kunnen inschrijven als lid van de bibliotheek. Hij/zij moet met het kind boeken kunnen zoeken en lenen, vragen kunnen stellen aan de bibliotheekmedewerker over onder andere de regels in de bibliotheek. Een tweede onderdeel deze praktijksituatie is dat de ouder moet kunnen praten met andere ouders over het spelen van de kinderen. Men moet kunnen vertellen over wat het eigen kind graag doet als het binnen speelt. Dus wat voor spelletjes het speelt, naar welke tv-programma’s het graag kijkt en welke boeken het leest. De algemene doelstellingen van deze CP zijn de volgende: De kandidaat kan op adequate wijze gebruik maken van de bibliotheek. De kandidaat kan met anderen praten over binnen spelen van de kinderen. De praktijksituatie kent twee cruciale handelingen met bijbehorende doelstellingen: CH1: Gebruikmaken van de bibliotheek 1. De kandidaat weet hoe zij zichzelf en/of haar kind kan inschrijven bij de bibliotheek. 2. De kandidaat kan informatie begrijpen over de regels en de gang van zaken bij de bibliotheek. 3. De kandidaat kan een bibliotheekpasje herkennen en lezen wiens pasje het is. 4. De kandidaat kan mededelingen op het prikbord van de bibliotheek lezen. 5. De kandidaat kan folders van de bibliotheek lezen (openingstijden, kosten, gang van zaken). 6. De kandidaat kan een bepaald boek vinden in de kast (alfabet). 7. De kandidaat kan bibliotheekinformatie op de rug van boeken lezen (leesniveau, pictogrammen voor genres etc.). 8. De kandidaat kan een inschrijfformulier van de bibliotheek invullen. CH2: In gesprek met andere ouders over het binnen spelen van de kinderen 1. De kandidaat kan een gesprek voeren over spelletjes, boekjes en tv-programma´s waar haar kind mee speelt of naar kijkt. Bewijzen De cursist verzamelt voor deze CP in het portfolio een bewijs voor de volgende twee situaties: - Ik gebruik de bibliotheek. Ik kan informatie vragen bij de bibliotheek. - Ik praat met andere ouders over het binnen spelen van de kinderen. Als bewijs bij deze CP kunnen gelden: - Een kopie van een bibliotheekkaart. - Een ingevuld bewijsformulier gesprekken n.a.v. gevoerde gesprekken met een medewerker van de bibliotheek en met andere ouders. - Een verslag van een gesprek met een andere ouder over het spelen van de kinderen. KNS Er is bij deze praktijksituatie geen koppeling met een KNS-doel.
©2008 ITpreneurs Nederland BV. All Rights Reserved OGODH6-V1.1 Created on 01/10/2008 5:00:00 PM
1
Aandachtspunten De bibliotheek is voor een ieder, oud of jong, hoog- of laaggeletterd, Nederlands- of anderstalig, een bron voor ontwikkeling en een centrum voor educatie. Je kunt er in het Nederlands of in een andere taal boeken en kranten lezen. Anderstaligen kunnen oefenen achter de TaalPC met programma’s als IJsbreker, Nieuwe Buren, Netnieuws en nog veel meer. Je kunt je oriënteren op de maatschappij met Eerste Hulp bij Nederland en het Virtuele Inburgeringsloket. De openbare bibliotheek is hoogstwaarschijnlijk de meest inburgeringsvriendelijke instantie en misschien wel de meest inburgeringsvriendelijke plek in het land. Inburgering en informatie over de Nederlandse taal en maatschappij hoort bij de informatiefunctie van de openbare bibliotheek. Dit past in de doelstelling van Leven Lang Leren, een noodzaak in de samenleving voor ontwikkeling en participatie. Wat de praktijkopdrachten betreft kan men goed aansluiten bij activiteiten die door de bibliotheken zelf georganiseerd worden, zoals kennismakingsbezoeken. Specifieke punten: Kinderen tot 19 jaar kunnen een gratis abonnement krijgen op de bibliotheek krijgen. Ook wie een stadspas heeft kan kosteloos lid worden van de bibliotheek. Veel allochtone ouders weten dit niet. Belangrijk is dat men weet dat er een maximum is aan het aantal te lenen boeken per keer én een boete bij te laat terugbrengen of zoek maken! Een belangrijke boodschap voor de doelgroep is: lezen met je kind is heel belangrijk voor zijn/haar taalontwikkeling. Als het kind thuis een andere taal dan Nederlands hoort en spreekt (met de ouders), dan is het belangrijk dat er extra aandacht is voor het vergroten van de woordenschat in het Nederlands. In de hogere klassen van de basisschool is een grotere woordenschat nodig om de zaakvakken (aardrijkskunde, geschiedenis, rekenen, biologie) te kunnen volgen. Het is voor de taalontwikkeling niet alleen maar nodig dat er wordt voorgelezen en gelezen. Als de ouder dat (nog) niet zo goed kan in het Nederlands, dan is het ook mogelijk om platenboeken te lezen met het kind. Daarbij kan het kind dan zelf ook vertellen wat het ziet. Op de peuterspeelzaal /het kinderdagverblijf of de school worden ook boeken gebruikt. Het is slim om diezelfde boeken ook weer bij de bibliotheek te lenen (vooral voor jonge kinderen), zodat zij het verhaal al kennen en kunnen herhalen. Dus de juf of leidster vragen welke boeken zij voorlezen, samen kijken met de kinderen, is nuttig. Je kunt een bibliotheekmedewerker vragen welke boeken geschikt zijn voor je kind. En ook waar deze boeken staan. Zij kunnen je helpen met wat je zoekt. Ook samen naar kinderprogramma’s op de televisie kijken en daarbij woorden en zinnen herhalen (of daarna) is ook heel goed voor de vergroting van de woordenschat. Er zijn al programma’s voor heel kleine kinderen, waarin aandacht wordt besteed aan heel belangrijke basisbegrippen (tegenstellingen, vorm, maat, tellen, kleuren etc.). Dat zijn ook voor de ouder heel nuttige woorden om te oefenen, als de eigen taalvaardigheid in het Nederlands nog erg laag is. Voordeel van de programma’s voor kleine kinderen is dat het tempo van het taalaanbod erg laag ligt en altijd wordt geïllustreerd. Knelpunten: Veel moeders uit de doelgroep kunnen niet goed lezen, ook niet in de eigen taal. Nederlandse ouders vinden het doorgaans gewoon om spelletjes te doen met kinderen. Men weet ook dat het voor de cognitieve ontwikkeling van het kind belangrijk is om spelletjes te doen. En ook voor het leren samenwerken, samen met anderen iets doen. In de voorschoolse periode leren kinderen een heleboel zaken, die zij op de basisschool nodig hebben. Spelletjes als memory, puzzels maken, galgje, pim-pam-pet, ganzenborden enzovoorts; het zijn allemaal
©2008 ITpreneurs Nederland BV. All Rights Reserved OGODH6-V1.1 Created on 01/10/2008 5:00:00 PM
2
spelletjes met een leerzaam element en helpen het kind elementair studievaardig te maken. Meer weten? Tal van materialen vindt u in de door de bibliotheken gemaakte Toolkit Inburgering. Zie: www.NLKompas.nl. Raadpleeg voor de activiteiten die door de bibliotheken zelf georganiseerd worden, bijvoorbeeld de site van de bibliotheek in uw woonplaats en de folders. Voor Amsterdam is er bijvoorbeeld de folder ‘Inburgering en laaggeletterdheid’. De Educatieve Televisie biedt veel programma’s voor ouders op het gebied van educatieve activiteiten. Twee voorbeelden: Boek en Bieb Dit programma speelt in de bibliotheek. Het geeft u informatie over de bibliotheek en over lezen en voorlezen. In iedere aflevering krijgt u een boekentip. Het programma geeft antwoord op praktische vragen als: 'Hoe word je lid van de bieb?' 'Hoe kun je een boek lenen?' en: 'Wat kun je allemaal lenen?’ De voorleesvogel Een programma over voorlezen aan kinderen van nul tot zes jaar. De voorleesvogel is een programma van 8 korte afleveringen om mensen te stimuleren om voor te lezen voor hun kinderen en om naar de Bibliotheek te gaan. In 'De Voorleesvogel' wordt ingegaan op vragen als: Waarom is voorlezen goed voor kinderen? Met welke leeftijd kun je beginnen met voorlezen? Kun je baby’s al voorlezen? Zie: www.etv.nl
©2008 ITpreneurs Nederland BV. All Rights Reserved OGODH6-V1.1 Created on 01/10/2008 5:00:00 PM
3
Lessuggesties De film Het filmpje gaat over Hadi en zijn moeder Yasmin. Hadi heeft een lievelingsboek, een plaatjesboek over dieren dat hij dag en nacht wil lezen. Ter voorbereiding op de film kunt u de cursisten laten nadenken en vertellen over hun eigen ervaringen in relatie tot het onderwerp van de film. Bespreek de volgende vragen: - Leest u uw kind voor? - Welke boeken heeft u thuis? - Bent u lid van de bibliotheek? - Houdt uw kind van spelletjes? - Hebben jullie thuis spelletjes? Zo ja, welke? U kunt het groepsgesprek klassikaal houden of het met gevorderden in subgroepjes laten uitvoeren. 1e ronde filmkijken Laat de cursisten naar de film kijken met de volgende kijkvraag. Zet hem op het bord en bespreek hem na. • Wat wil Hadi de hele tijd (dag en nacht) doen? In het plaatjesboek kijken. Geef eventueel ook als verkennende globale vraag: • Op welke plaatsen speelt het verhaal? Let op: twee plaatsen zijn niet goed. - In Hadi’s slaapkamer. - Op de peuterspeelzaal. - Op de basisschool. - Buiten op een speelplaatsje. - Binnen bij zijn vriendje thuis. - In de bibliotheek. 2e ronde filmkijken Laat de cursisten naar de film kijken met de volgende kijkvraag in gedachten. Zet hem op het bord en bespreek hem na. • Welke spelletjes en activiteiten ziet u in de film? Kruis aan. Let op: twee zijn er niet goed. - voorlezen - memoryspel - buitenspelen - voetballen - tekenen 3e ronde filmkijken Nadat de cursisten de film twee maal hebben bekeken, kunt u in een derde kijkronde dieper op de inhoud ingaan. Geef een kijkvraag mee. Ga na het kijken in een groepsgesprek verder in op een van de volgende onderwerpen: 1. ‘Lievelingen’. Kijkvraag: Yasmin zit met Aisha op een bankje. Wat wil Yasmin doen met het boek over dieren? Ze wil het boek verstoppen. Vragen voor het gesprek: - Begrijpt u dat Yasmin er moe van wordt, van steeds hetzelfde boek voorlezen? - Heeft uw kind ook een ‘lievelingsboek’ of een ‘lievelingsspeeltje’? - Hoe zou het komen dat kinderen steeds weer uit hetzelfde boek voorgelezen willen worden? ©2008 ITpreneurs Nederland BV. All Rights Reserved OGODH6-V1.1 Created on 01/10/2008 5:00:00 PM
4
2. ‘Spelen van jongens en meisjes’. Kijkvraag: Wat zegt Aisha over spelen van meisjes en jongens in Marokko? Meisjes koken met zand, gras en water, enzovoort. Jongens zijn wild, willen winnen, enzovoort. Vragen voor het gesprek: - Is dat altijd en overal zo dat jongens anders zijn dan meisjes? - Hoe komt dat? Door de natuur (het zit in het kind zelf)? Door de opvoeding (ouders, school, andere kinderen)? 3. Het belang van speelgoed en spelletjes. Kijkvraag: Op de peuterspeelzaal. Wat zegt de leidster over memory en kinderen? Kunnen ze het wel? Kinderen zijn er heel goed in, beter dan grote mensen. Stellingen voor een groepgesprek. - Spelletjes en ander speelgoed zijn belangrijk voor de ontwikkeling van kinderen. - Teveel speelgoed is niet goed voor de ontwikkeling van kinderen. Als kinderen zelf hun speelgoed maken, denk bijvoorbeeld aan wat Aisha vertelt over zand en gras, zijn ze veel actiever en creatiever (NB: ‘creatief’ als nieuw woord introduceren).
©2008 ITpreneurs Nederland BV. All Rights Reserved OGODH6-V1.1 Created on 01/10/2008 5:00:00 PM
5
De praktijk De volgende lessuggesties zijn voorbereidende opdrachten bij de praktijkopdrachten. De eerste lessuggestie kunt u al gebruiken voordat de cursisten zijn begonnen met de e-learning.
1. Groepsgesprek: Naar de bibliotheek (bij praktijkopdracht 1) Beginners & Ter introductie op de praktijkopdracht houdt u een Gevorderden groepsgesprek over het thema: naar de bibliotheek. Door middel van vragen activeert u de voorkennis en woordenschat van cursisten. Mogelijke vragen zijn: Waar is bij u in de buurt een bibliotheek? Bent u lid? Is uw kind lid?
Feedback
Maak ook een woordweb op het bord rond bibliotheek. Laat de cursisten eventueel de woordenlijst bekijken en woorden uitzoeken. Geef in dit gesprek niet systematisch feedback op spreekvaardigheid of uitspraak; het uitwisselen van kennis over het thema staat centraal.
2. Lezen: Folders van de bibliotheek en rollenspel(bij praktijkopdracht 2 en 3) Beginners & Vraag de cursisten waar zij informatie kunnen zoeken Gevorderden over de bibliotheek. Laat de cursisten in duo’s werken. Koppel beginners aan gevorderden. Laat cursisten werken met een informatiefolder van PO1 of laat ze de site van een bibliotheek in hun woonplaats opzoeken. Laat ze vragen opstellen voor een informatiegesprek (=voorbereiding op PO3). Vervolgens gaan ze de vragen in een rollenspel aan elkaar stellen. Loop rond om hen hierbij te helpen.
Feedback
Benodigdheden & organisatie: Informatiefolders van bibliotheek Computers met internetverbinding Hulpkaarten 1, 2 en 3 Geef direct feedback op uitspraak en intonatie. Duidelijkheid in uitspraak en spreekvaardigheid staan centraal. Zoekend en verwerkend lezen staan in deze opdracht centraal. Geef alleen hierop feedback. Als cursisten woorden uit de folders of van de website niet kennen, raad ze dan aan woorden op de zoeken in de woordenlijst of in het NT2-pocketwoordenboek.
3. Vragen stellen: Praten met andere ouders (bij praktijkopdracht 5*) Beginners & Oefen met de cursisten cruciale zinnen die zij nodig Gevorderden hebben om met andere ouders te praten over binnenspelen. Schrijf vragen op het bord. Gebruik ook de vragen op Hulpkaart 1: Informatie vragen aan iemand die u kent. Zet een streep onder de lettergreep die de klemtoon heeft. Lees een zin voor en vraag de cursisten de zin na te zeggen. Ga zo verder met de volgende zinnen. ©2008 ITpreneurs Nederland BV. All Rights Reserved OGODH6-V1.1 Created on 01/10/2008 5:00:00 PM
6
Voorbeeldzinnen: Wat voor spelletjes vindt jouw kind leuk? Wat vindt jouw kind leuk om te doen? Maak groepjes van 3. Een cursist stelt de vragen. Een cursist geeft antwoord. En de derde (gevorderde) cursist noteert kort de antwoorden op de vragen. Loop rond en geef feedback op uitspraak en intonatie. Vraag aan de cursisten die antwoorden genoteerd hebben om een kort mondeling verslag. Benodigdheden & organisatie: Whiteboard en stiften
Feedback
Hulpkaart 1 Geef direct feedback op uitspraak en intonatie. Uitspraak en spreekvaardigheid staan centraal.
4. Schrijven. Oefenen met goede zinnen maken met omdat, als en toen Beginners Geef beginners een voorbeeldzin: Ik moest boete betalen, omdat ik te laat was. Leg de volgorde van de bijzin uit. Laat ze vervolgens zinnen afmaken met omdat. Ik word lid van de bibliotheek, omdat … et cetera. U kunt een ander beginnersgroepje zinnen met als en toen laten maken. Gevorderden Geef gevorderden de opdrachten veel zinnen te maken met toen, als en omdat. bespreek eerst kort hoe zo’n zin eruit ziet. Feedback Geef vooral feedback op de woordvolgorde. leg het zo nodig nog eens uit. Wijs ze ook op de grammaticaoefeningen in de e-learning.
©2008 ITpreneurs Nederland BV. All Rights Reserved OGODH6-V1.1 Created on 01/10/2008 5:00:00 PM
7
Suggesties ter evaluatie praktijkopdrachten Bij deze CP horen vijf praktijkopdrachten. Praktijkopdracht 1 en 2 zijn een voorbereiding op praktijkopdracht 3*, 4* en 5* die bewijzen opleveren voor het examenportfolio van de cursist. Ter evaluatie van de praktijkopdrachten kunt u gebruikmaken van de volgende lessuggesties:
Evaluatie praktijkopdracht 1 en 2
Terugblik: Informatie over de bibliotheek Laat de cursisten eerst individueel de vragen die ze in hun voorbereiding gesteld hebben bekijken. Is er antwoord op gekomen? Hebben ze voldoende informatie gekregen over de bibliotheek? Weten ze hoe ze lid kunnen worden? Kijk dan terug met de hele groep. Schrijf nog niet beantwoorde vragen op het bord. Laat de cursisten elkaar antwoord geven met behulp van de verzamelde informatie.
Evaluatie praktijkopdracht 3
Rollenspel: Lid worden van de bibliotheek Laat de cursisten eerst individueel bekijken wat ze bij praktijkopdracht 3 ingevuld hebben. Weten ze hoe ze lid kunnen worden? En is het gelukt om lid te worden? Hoe ging het gesprek? Wat ging goed, wat was moeilijk? Loop langs bij de beginners en de ‘verlegen’ cursisten en kijk of er problemen zijn die in de groep besproken kunnen worden. Bijvoorbeeld: de ander praat te snel. Schrijf dat probleem op het bord. Laat gevorderden en ‘durvers’ advies geven. Wijs nog eens op de hulpkaarten. Laat cursisten in tweetallen oefenen met het inschrijvingsgesprek in de bibliotheek. Laat het gesprek uitspelen voor de groep. Benodigdheden: Gebruik eventueel het gesprek uit bijlage CP6: 1: Oefengesprek ‘Inschrijven bij de bibliotheek’
Evaluatie praktijkopdracht 4*.
Gesprek: Welke boeken kies jij? Blik eerst even individueel terug, vervolgens in kleine groepjes. Laat cursisten bij elkaar kijken naar welke boeken voor de kinderen ze gezocht hebben, laat ze elkaar tips en adviezen geven over boeken. Geef feedback op de begrijpelijkheid van het verhaal van de cursisten. Noteer belangrijke, nieuwe woorden op het bord. Laat de woorden noteren in een woordenschrift. Voer tot slot een groepsgesprek over kinderboeken.
Evaluatie praktijkopdracht 5*.
Terugblik: Gesprek over spelen Laat de cursisten eerst individueel de vragen die ze in hun voorbereiding gesteld hebben bekijken. Is er antwoord op gekomen? Hebben ze voldoende informatie gekregen? Bespreek vervolgens hoe het gesprek ging. Geef tips. Wijs nog eens op de hulpkaarten. Inventariseer met de gehele groep welke nieuwe informatie over spelen en spelletjes belangrijk is. Voer tot slot een groepsgesprek over binnen- en buitenspelen, televisiekijken en computeren.
©2008 ITpreneurs Nederland BV. All Rights Reserved OGODH6-V1.1 Created on 01/10/2008 5:00:00 PM
8
Ter inspiratie De volgende lessuggesties kunt u gebruiken als extra oefening, herhaling of afsluiting van deze CP: Naar de bibliotheek Laat de deelnemers klassikaal in twee groepen en vervolgens in tweetallen oefenen met het volgende gesprekje. Vul het aan met zinnen die u en de cursisten zelf bedenken. Geef feedback op de verstaanbaarheid (ritme, klemtoon en zinsintonatie). A Ga je mee, ga je mee? Naar de bibliotheek? B Goed idee, goed idee, naar de bibliotheek! A Leen je boeken, leen je boeken, Bij de bibliotheek? B Heel veel boeken, heel veel boeken leen ik bij de bibliotheek. A Ben jij wel lid, ben jij wel lid van de bibliotheek? B Nee, lid ben ik niet, lid ben ik niet van de bibliotheek! A En je leent zoveel boeken, zoveel boeken, bij de bibliotheek?? B Maar m’n kind is wel lid, m’n kind is wel lid, van de bibliotheek! Lid worden Laat de deelnemers klassikaal in twee groepen en vervolgens in tweetallen oefenen met het volgende gesprekje. Vul het aan met zinnen die u en de cursisten zelf bedenken. Geef feedback op de verstaanbaarheid (ritme, klemtoon en zinsintonatie). Ik wil graag lid worden! Als u lid wilt worden, heb ik een legitimatie nodig. Kan ik deze boeken lenen? Als u lid bent, kunt deze boeken lenen. Kan ik deze boeken langer lenen? Als u de boeken langer wilt lenen, kunt u ze verlengen. Kan ik deze boeken later terugbrengen? Als je de boeken te laat terugbrengt, krijg je boete. Gek op lezen Laat de deelnemers klassikaal in twee groepen en vervolgens in tweetallen oefenen met het volgende gesprekje. Vul het aan met zinnen die u en de cursisten zelf bedenken. Geef feedback op de verstaanbaarheid (ritme, klemtoon en zinsintonatie). Mijn kind houdt van lezen. Daar is hij gek op. En jouw kind, waar houdt hij van? Mijn kind houdt van puzzelen. Daar is hij gek op. En jouw dochter, waar houdt zij van?
©2008 ITpreneurs Nederland BV. All Rights Reserved OGODH6-V1.1 Created on 01/10/2008 5:00:00 PM
9
Mijn dochter houdt van lezen. Daar is zij gek op. En jouw kind, waar houdt zij van? Zij houdt van lekker niets doen! Formulieren invullen U kunt met uw cursisten op het internet zoeken of men digitaal kan inschrijven bij de bibliotheek in uw woonplaats. U kunt de cursisten ook laten oefenen met een papieren formulier zoals in Bijlage CP 6: 2: Inschrijfformulier bibliotheek Spellen en alfabetisch ordenen Studievaardigheid Zoek met de cursisten een leuk alfabet met animatie op internet. Bijvoorbeeld: http://home.zonnet.nl/jm.engel/alfabet12.html, zie ook Bijlage CP 6: 3. Oefenen met het alfabet
©2008 ITpreneurs Nederland BV. All Rights Reserved OGODH6-V1.1 Created on 01/10/2008 5:00:00 PM
10
handleidinG bijlage CP06 Lezen en spelen OGODH6-V1.1
Lezen en spelen
CP06
Inhoudsopgave bijlagen
Bijlage 6a: Inschrijfformulier bibliotheek
©2008 ITpreneurs Nederland BV. All Rights Reserved OGODH6-V1.1 Created on 01/10/2008 5:00:00 PM
2
Bijlage 6a: Inschrijfformulier bibliotheek U kunt met uw cursisten op het internet zoeken of men digitaal kan inschrijven bij de bibliotheek in uw woonplaats. U kunt ook oefenen met dit papieren formulier hieronder.
Inschrijfformulier nieuwe leden bibliotheek
Achternaam
………………………………
Voornaam / voorletters
………………………………
……………………………
Voorvoegsels Straatnaam
………………………………
Huisnummer
………………………………
Postcode + woonplaats
………………………………
Geboortedatum
………………………………
Telefoon / fax
………………………………
E-mail
………………………………
Man / Vrouw* Soort abonnement:
Standaard / Jeugd*
Korting: Geen / Stadspas / CJP*
Plaats en Handtekening ……………………………… ………………………………
* Doorhalen wat niet van toepassing is.
©2008 ITpreneurs Nederland BV. All Rights Reserved OGODH6-V1.1 Created on 01/10/2008 5:00:00 PM