SB
F E I R
W U IE
N
3 01 I 2 per be R UA Ie ivo.
N 00 .d : JAor 89 www s k j o li de ant .be
ivo an ftek ma - Afgi info@d e i Dr 9
8 IER r.2 5081 00 L n 5 2 ng r P
rga umme n 10 a a a e j ngsn idla
27 enni Dav rk nik E
nun Ka
vr
ij o n d e r w ij s
Directies vrij onderwijs
D ir e
s c ti e
Div
ijs
ie
ect
Dir
n
jo
ri sv
rw de
INHOUD.
1
Nieuwjaarswens van de voorzitter
2
2
Verslag het bezoek van Agodi aan de stuurgroep
6
3
Verslag van de studiedag van DIVO
10
4
Evaluatie van de studiedag
20
5
Website
22
6
Leden stuurgroep
24
1
1
Wensen voor 2013!.
Wensen voor een duidelijk 2013! Bij de aanvang van dit nieuwe jaar, dat we misschien een ‘overgangsjaar’ naar 2014 moeten noemen, - of wordt dit het jaar van de ‘duidelijke keuzes’…?sturen we alle directieleden en onze DIVO-leden in het bijzonder ‘koninklijke’ (naar Nederlands model, dus ‘verenigende’ in plaats van ‘verdelende’) wensen toe. Moge dit jaar inderdaad voldoening in je job brengen, gesteund op een succesvol werken aan ‘warme’ draagvlakken voor de vele (zorg)projecten die we als school willen opzetten. Daarbij wensen we ieder van jullie een goede gezondheid toe, want die is snel ‘aangetast’ door ‘zorg-wekkende’ tribulaties met personeel, leerlingen, ouders en mogelijk zelfs met leden van het schoolbestuur of de (zich ontwikkelende of stagnerende naar 2014?) scholengemeenschap, of door overdruk! De goede balans tussen draagkracht en draaglast blijft een dagelijkse opgave in de taakinvulling. Een goede verstandhouding tussen de leden van het directieteam is daarvoor ook een belangrijke bijdrage. ‘Voorjaarse’ duidelijkheid zou er mogen komen over de administratieve inspanningen te leveren voor de aanstelling van de nieuwe schoolraad in mei, overeenkomstig het vigerende participatiedecreet; daarvan is evenwel een ontwerp in de maak waarin heel wat soepelheid uit de vorige bevragingen en
advies van de Vlaamse Onderwijsraad is opgenomen – op algemene verzuchting van de scholen en gesteund door het VSKO – om het formalisme te vermijden en de ‘levende’ participatiecultuur recht te doen. Zou de verlenging van de actuele situatie tot 1 september 2014, tijdstip waarop de nieuwe scholengemeenschappen starten nemen we voorlopig nog altijd aan, geen mooi staaltje van ‘administratieve vereenvoudiging’ met dus werk- en planlastvermindering én samenhangend dus beter bestuurlijk beleid zijn? Zou een communiqué over de stand van zaken en de formele, dit is een politiek gedragen, visie op het traject ‘hervorming so’ en dat van het loopbaandebat ook geen onduidelijkheid, onzekerheid en (valse?) verwachtingen wegnemen? Want we kunnen toch niet ontkennen dat er wat ‘woelt’ in geesten en harten van toegewijde doorgewinterde onderwijsmensen en instappende personeelsleden over wat buiten ‘titels’, de inhoud wel kan zijn van een ‘loopbaanperspectief’. Er is ook veel sprake van vergrijzing met goed te berekenen behoeften aan te vervangen arbeidsplaatsen, van analyse van knelpuntberoepen, van kwaliteitsbeoordelingen so uit PISA en TIMMS, van bewegingen in het hoger onderwijs naar figuraties, doceermodaliteiten en slaagcijfers (zie debat over een mogelijke oriënteringsproef en wat het so daaraan kan doen…), van toenemende scholingsproblematiek vanuit de maatschappelijke situaties (zie de studies over armoede, taalachterstand, gezondheid, sociale media…), juridisering, enz. Vraag is welke conclusies de overheid daaruit wil en kan trekken om klaarheid te scheppen in de accenten die al dan niet gelegd zullen worden na de verkiezingen in 2014. We zijn wel gelukkig ontsnapt aan besparingen op de werkvloer die de Vlaamse overheid in haar eigen ‘diensten’ moest opbrengen! Het onderwijs rekent eigenlijk op een duidelijke beleidsvisie, nodig voor stabiliteit als men wil evalueren wat tot nog toe is gedecreteerd en ingevoerd (bij wijze van ‘experiment’), als men de resultaten van (al dan niet besteld of gesubsidieerd) wetenschappelijk (praktijkgericht) onderzoek inderdaad ernstig wil opnemen. Hebben overigens de wenselijke (niet-)bewegingen op het vlak van de formatie en werking van de scholengemeenschappen niet dringend behoefte aan klaarheid in verband met de wenselijke of mogelijke schaalgrootte [zie de ‘non-paper’ van ‘associaties’ met bepaalde grote getallen, mogelijkheid tot niveau-overschrijdende scholengemeenschappen waarvoor zeker een aantal begunstigende randvoorwaarden nodig zijn, denkend aan de gevolgen voor de ordeningsprincipes van het scholenlandschap zelf, de (resterende?) functionaliteit van de sg (art.71!)!]. En hebben de bevragingen vanuit de universitaire onderzoeken hierover enige impact op de overheidsvisie i.v.m. de werking van de scholengemeenschappen en het schoolbestuur ? Is er een specifieke visie(ontwikkeling) op wat men onder professioneel schoolbestuur verstaat en de consequenties daarvan voor de
3
realisatievoorwaarden ervan? Of is er een ‘scheve blik’ naar de evoluties in het hoger onderwijs ? Is er inspiratie die geput wordt uit de non-profit, of is er enige connectie met het discours over de belendende percelen van de Vlaamse overheid, i.c. de nota over de schaalgrootte en beleidsopties in de werking van de gemeenten…? Of de conceptnota over het deeltijds kunstonderwijs dat op gemeentelijk en stedelijk niveau netoverschrijdend dient te worden georganiseerd? (let ook op de signalen van weerstand vanuit de onderwijsverstrekkers in steden en gemeenten en provincies in verband met een mogelijke versmelting met het GO!...) We moeten alleszins zo weinig mogelijk leentjebuur spelen in Nederland met schandalen van bestuurders die grote salarissen opstrijken ten koste van goed bestuur, kwaliteit en klein(er)schaligheid… Maar we moeten wel luisteren naar hun bewonderend spreken over ons BUO dat ze daar ‘aangepast onderwijs’ noemen en in de gaten hebben dat ze daar weer meer kwaliteit in het onderwijs wensen door terug te gaan naar de vergroting van de basiskennis ‘geschoeid op oude cognitieve leest’ (zie onder meer het belang dat ze hechten aan – en de discussies die ze voeren over – de ‘canons’, verplichte vakkenpakketten en inhouden voor de centrale examens) en de kritiek die te lezen valt in de kwaliteitskranten op het competentiegericht onderwijs… We lazen zelfs dat Nederland ernstige bezwaren maakt bij de totstandkoming (o.a de sociale setting en de hoge financiële input van de overheid in onderwijs) in de hoge ranking van het Finse onderwijssysteem in internationale studies, om zo het eigen debacle te verbloemen. Onze studiedag op 14 december jl. waarvan je een uitvoerig verslag in dit nummer kan lezen, was een succes niet alleen vanwege de grote opkomst – ditmaal zonder sneeuwperikelen zoals de vorige jaren - maar vooral door de gebruikte techniek van televoting op stellingen die Prof Elke Struyf distilleerde uit haar onderzoek en zaalreacties van ruim meer dan honderd stemmers. Al was er enige kritiek op de formulering van sommige ‘extremen’ van stellingen – in de schoolpraktijk is er immers meestal een ‘zachte mix’ – toch kon men niet ontkennen dat directies anders denken en andere verwachtingen koesteren dan het ‘zorgmiddenkader’ en de klasleraars, van wie wel een deel de zorgfunctie als integraal deel van de taakvervulling ziet. Wie een brede beroepsopvatting heeft is zelfs in deze niet zo gemakkelijke en niet altijd zo leuke opdracht bovendien gelukkiger! Er is een groot verschil tussen scholen secundair onderwijs, zonder depreciatie van een vaststelling van een algemeen ondermaatse zorgbesteding! Maar sommige scholen zijn professioneler en dus duurzamer bezig dan andere: sommige hebben vandaag al een goede zorgstructuur uitgebouwd die leraren ondersteunt en die leraren (tijdig) en structureel voorbereidt op de nieuwe taken andere doen te veel een beroep op de (losse) individuele engagementen van leraars zonder investering in systematische nascholing met mogelijke ondersteuning vanuit een middenkaderorganisatie. Dit is natuurlijk het gevolg van beleidskeuzes die het beleidsvoerend vermogen van scholen illustreren en tegelijk ook versterken naar de toekomst. Uiteraard zit hierachter een visie van schoolbestuur en directies en goed
overleg binnen de school, onder meer over het nodige in te zetten lesurenpakket en nascholingsbeleid. De verschillen tussen basisonderwijs en gewoon secundair onderwijs zijn onloochenbaar (aanwijsbare invloed van klas- en schoolgrootte, ondersteunende rol van de organieke zorgcoördinator, grotere vertrouwdheid met technieken van differentiatie…) en het verschil inzake werk- en leefwereld van gewoon secundair en buitengewoon secundair onderwijs is zeer groot (denkend aan wat handelingsgericht werken (HGW) aan overleg en uitvoeringsmodaliteiten vraagt). Maar met een voorzichtige kijk op inclusie wees de nieuwe secretaris-generaal van het VVKBUO, op het prachtige werk dat in kleine groepen kan gebeuren voor de kinderen met specifieke leerbehoeften. Hopelijk heeft de aanwezige administratie goed begrepen dat inclusie geen kwaliteit kan halen met ‘simpele’ ingrepen, lees overhevelingen van technieken (al zijn flexibele trajecten mogelijk, maar niet zo evident en consequent vol te houden!) naar het (onvoorbereid) gewoon secundair onderwijs. Hiermee verwees hij ook naar het ontwerp van decreet van dringende en andere maatregelen voor leerlingen met specifieke zorgbehoeften (DRAM), waarin verschuivingen in de huidige populatie van type 1 naar gewoon so zitten waarvoor geen passende bijkomende middelen zijn voorzien… Dus het is helemaal geen tijd voor zulke ingrijpende zorgmaatregelen, nog los gezien van mogelijke hervormingsplannen so waarin buso en bao moeten betrokken worden en extra middelen voor omkadering – zorgcoördinator – en overlegtijd in de leraarsopdrachten een essentieel element zijn. Dus een wens naar snelle duidelijkheid in 2013! Gaat de Vlaamse regering en het parlement die goedkeuren…? Is de herinnering aan de vele gevolgen van het te complexe inschrijvingsdecreet sterk genoeg…? Of moet dit eerst begin volgend schooljaar in de pers komen en op de tafel komen van leden van de onderwijscommissie aan de hand van concrete situaties? En zal het veld ook de discriminatie tussen scholen in een LOP- en in niet-LOP-gebied blijven aanvaarden. Er zijn ook LOP-gebieden buiten Antwerpen en Gent en de centrumsteden… We wensen allen een goed ‘gesternte’ (zonder dwaalsterren en verhullende nevelslierten) toe en de ontmoeting met wijze mensen of ‘magiërs’ die horizonten en ogen openen maar niet dreigen met ‘dwangsommen’. Lier, driekoningenfeest 2013
5
Contact divo - agodi. Contact tussen Stuurgroep DIVO en vertegenwoordigers van AgODi Op 20 november 2011 was er opnieuw een contactvergadering tussen de stuurgroep van DIVO en een aantal eminente vertegenwoordigers van AgODi. Wij stellen deze contacten zeer op prijs en zijn dan ook dankbaar dat deze kadermensen tijd uittrekken om ons te informeren en ons te beluisteren. Bij een vorig contact werd er meer aandacht gevraagd voor de kaderfuncties in de
scholen en daartoe werd reeds een aanzet gegeven. We geven onze leden graag onderstaand uittreksel van het verslag van de betreffende vergadering: De genodigden stellen zich kort voor: ✓ Dhr. Guy Janssens: Administrateur-generaal ✓ Mevr. Lieve Van Leuven: Afdelingshoofd ICT (de dienstverlening spitst zich toe op het opvolgen van databanken van leerlinggebonden zaken, salarisbeheer,…) ✓ Mevr. Caroline Vanbrabant: Afdelingshoofd Scholen Secundair Onderwijs en DKO
(met o.a. berekening omkadering en werkingsmiddelen van scholen via verificateurs, leerplichtcontrole,…)
✓ Mevr. Katrien De Bekker: stafmedewerker onderwijsdiensten ✓ Dhr. Roger Meert: Algemeen directeur Personeel Secundair Onderwijs en DKO ✓ Dhr. Patrick Poelmans: Afdelingshoofd Advies en Ondersteuning onderwijspersoneel Elk bestuurslid krijgt het jaarverslag 2011 aangeboden: het document geeft een overzicht van de realisaties van het Agentschap en een inkijk in gegevens over het onderwijs in Vlaanderen. AgODi hoopt daarmee een bijdrage te leveren aan een gefundeerd onderwijsbeleid. Met hun 500 medewerkers is AgODi een onmisbare schakel geworden in het realiseren van kwaliteitsvol onderwijs. Het Agentschap formuleert ook aanbevelingen. • Dhr. Patrick Poelmans stelt de werking van het Agentschap voor aan de hand van een powerpoint. Hierbij staan 2 thema’s centraal: de resultaten van het jaarrapport van 2011 en de schooldirecteur in de kijker. • De voorstelling wordt tussendoor aangevuld met vragen/opmerkingen van de bestuursleden. ✓ Wordt er rekening gehouden met flexibele leertrajecten? Er is geen geld. ✓ Problematiek schoolgebouwen blijft bestaan. ✓ Planlastvermindering: we moeten te vaak cijfers doorgeven: kan daar iets aan veranderen? AgODi: in het kader van Openbaarheid van Bestuur zijn er al heel wat gegevens terug te vinden op de website. DIVO: ook de verschillende koepels en de andere partners moeten nog beter geïnformeerd worden over de beschikbare info die op hun website staat. ✓ Hoe komt het dat hogescholen info afblokken? Op die manier kan je geen schoolloopbaanfiche opmaken en kan je je beleid niet aftoetsen.
7
AgODi: de privacywetgeving is niet simpel. Ook het Agentschap moet alles aanvragen. ✓ Kan er gedacht worden aan een ambtsvergoeding i.p.v. een diplomaverloning? Dezelfde eindverantwoordelijkheid = dezelfde verloning! AgODi: akkoord, maar er zijn toch wel grote verschillen in secundaire scholen wat betreft taakverdeling (grote of kleine secundaire school). Bovendien mag men het maatschappelijk aspect van onderwijs niet vergeten, dus onderwijsmensen mogen zich niet alleen focussen op het loon. Toch menen de leden van AgODi dat de anomalieën en de mogelijke bijkomende biënnales en na te streven eis kan zijn binnen het loopbaandebat. ✓ Gebeurt het onderzoek naar anomalieën vanuit het Rekenhof? AgODi: dit werd nog niet officieel gestart. ✓ Verloning directeur t.o.v. ambtenaren? AgODi beseft dat directies ondergewaardeerd worden in loonbarema in verhouding tot inspecties en ambtenaren. Dhr. Guy Janssens stuurt ook deze gegevens door. ✓ AgODi: weinig directies van buiten het onderwijs doen de overstap. Met deze zij-instromers zal de vraag naar het meenemen van anciënniteit worden gesteld. ✓ De focus binnen het onderwijs ligt nu meer op ‘zorg’ dan wel op ‘onderwijs’: velen hebben niet deze roeping. De kernactiviteit komt onder druk, zowel de jonge instappers als de anciens gaan onder water…. Vroeger was lesgeven een groepsgebeuren en nu wordt het een individueel gebeuren = verzwaring opdracht. ✓ Moeten we niet specifiek voor de zorg elders mensen aantrekken? AgODi: aanwerving mogelijk vanuit werkingsmiddelen + voorstel om op niveau scholengemeenschap een psycholoog aan te werven. ✓ Het is niet logisch om op alles BTW te betalen? AgODi: dat zit in de Europese wetgeving vast en dat is niet simpel. Dhr. Guy Janssens zoekt dit verder op en stuurt het antwoord door. Hier kan de minister makkelijk besparen. ✓ Vaststelling vanuit AgODi: er is een positieve evolutie in het versturen van de elektronische salarisbrief. Vandaar de vraag om dit
nog meer te stimuleren vanuit DIVO. Nu worden er nog 2 miljoen brieven per jaar verstuurd en dat is te veel. DIVO stelt voor dat het Agentschap een infofolder maakt die vervolgens in de leraarskamers kan worden verspreid. ✓ AgODi stelt voor om andere vragen die vandaag niet aan bod gekomen zijn, te bundelen en door te sturen. ✓ Verificateurs: er zijn nogal wat wissels omwille van pensioneringen. Jonge verificateurs moeten beslagen zijn en de regels kennen, anders is het moeilijk: met weinig levenservaring is dit niet eenvoudig. In het kader van relatiebeheer stelt Mevr. Caroline Vanbrabant de vraag of een klein team van b.v. 3 verificateurs een verbetering zou zijn. Dit wordt door DIVO aangemoedigd. • Tot slot vat Robert het bezoek van de AgODi-leden als volgt samen: ✓ een pluim naar het Agentschap: zij denken mee. ✓ van dossierbeheer naar relatiebeheer is een belangrijke evolutie: de mensen vanuit het Agentschap zouden nog meer naar de scholen moeten komen, secretariaatsmedewerkers zijn immers zeer tevreden met de diensten. ✓ dank voor alle informatie en het cijfermateriaal waar we verder mee aan de slag kunnen. ✓ DIVO wenst altijd hefboom te zijn voor de verfijning van de werking ✓ De genodigden worden hierbij ook uitgenodigd op de studiedag. Karin Wuyts
9
3
Verslag studiedag. “Hoe breed is breed?” De zorgbreedte … een diepteonderzoek … onze zorg. Verslag studiedag DIVO vrijdag 14 december 2012 KBC Toren Antwerpen De jaarlijkse studiedagen van DIVO zijn zowat de enige momenten waarop afgevaardigden van directies, schoolbesturen, vakbonden, het verbond en het departement samenkomen om zich gezamenlijk over een belangrijk onderwijsthema te buigen. Daarom werd deze gebeurtenis – die plaatshad in de vertrouwde KBCtoren van Antwerpen – in de uitnodiging terecht een dag genoemd “om in uw agenda met stip te noteren.”
Verwelkoming DIVO-voorzitter Eddy De Laet stelde in zijn welkomstwoord dat het zorgbeleid van scholen een veelbesproken en centraal thema is dat aan alle kerntaken van een onderwijsinstelling raakt. Hierbij worden onmiddellijk vragen gesteld over het bewaken van de draagkracht van scholen en personeelsleden en over de onvermijdelijke professionalisering. DIVO blijft alert bij de groeiende problematische zoektocht naar mogelijkheden om het zorgkader breder uit te bouwen.
De zorgbreedte in kaart – een wetenschappelijke studie door Prof. Elke Struyf, in opdracht van het ministerie van onderwijs. De eerste spreker was Prof. Elke Struyf (foto) van de Universiteit Antwerpen. Zij presenteerde op een levendige en interactieve manier de resultaten van een pas afgeronde studie in opdracht van het departement onderwijs over het zorgbeleid in het gewoon basisonderwijs en secundair onderwijs in Vlaanderen. Begin 2011 werden 2035 leraren, 207 zorgverantwoordelijken en 148 directies uit 166 basisscholen en 1859 leraren, 109 zorgverantwoordelijken en 56 directies uit 82 secundaire scholen bevraagd over hun percepties rond het zorgbeleid op hun school. De doelstellingen waren: antwoorden vinden op de vragen rond algemene tendensen en verschillen tussen scholen, ontdekken hoe die verschillen samenhingen met de opvattingen en bekwaamheid van leerkrachten en met algemene schoolkenmerken, meer bepaald met het beleidsvoerend vermogen. Uiteindelijk moesten er beleidsaanbevelingen komen met betrekking tot het stimuleren van een geïntegreerde visie op zorgbeleid en het versterken van de rol van de leraar. Verdere aanbevelingen zouden handelen over de rol van zorgverantwoordelijken, het stimuleren van regionaal overleg en het benutten van expertise. Prof. Struyf schetste eerst het conceptuele kader: wat wordt er bedoeld met een geïntegreerd zorgbeleid, wat zijn er de cruciale kernmerken van en welke basisconcepten worden gehanteerd. Vervolgens konden alle deelnemers aan de DIVO-studiedag interactief hun mening geven over een tiental tegenover elkaar geplaatste stellingen. Het resultaat van de stemming in de zaal was onmiddellijk zichtbaar en dat werd dan ook direct vergeleken met de antwoorden van de bevraagde leraren, zorgverantwoordelijken en directies van basisonderwijs en secundair onderwijs. Prof. Struyf gaf telkens aan welke stelling paste binnen het denkkader van het handelingsgericht werken. Daarna werden de resultaten van het onderzoek systematisch besproken. Wat betreft de rol van de leraar als zorgverlener is een eerste opvallende conclusie dat de mensen uit het basisonderwijs er meer van overtuigd zijn dat zorg het best
11
verleend wordt door de klasleraar. In het secundair onderwijs is men het er maar aarzelend mee eens dat de leraar de eerstelijns zorgverlener moet zijn. De visie dat het handelingsgericht werken de grote inspiratiebron voor het zorgbeleid zou moeten zijn, is zeker gedragen in het basisonderwijs, maar in het secundair is men er meer van overtuigd dat de zorg beter verleend wordt door specialisten in en buiten de school. Directies nemen de implementatie van het zorgbeleid ter harte, maar in het secundair onderwijs wordt een grotere bijsturende rol van de directies verwacht. Zorgstructuren en procedures zijn nodig om het zorgbeleid kwaliteitsvol te houden en bij te sturen. Overal wordt de samenwerking tussen collega’s als een belangrijke steun bij de draagkracht van de individuele leraar ervaren, maar de leraren basisonderwijs schatten de samenwerking met elkaar en met zorgverantwoordelijken hoger in. Ouders worden in beide niveaus als belangrijke partners beschouwd. De samenwerking met het CLB is goed uitgebouwd. Er is nog veel ruimte tot verbetering wat betreft de uitwisseling van expertise met het buitengewoon onderwijs, met pedagogische begeleidingsdiensten en andere scholen van de scholengemeenschap. Zeker in het secundair onderwijs is de nood aan training en bijscholing groot om de zorgtaken te kunnen waarmaken. Op basis van de schoolscores op geïntegreerde zorg, de visie op de leraar als eerstelijns zorgverlener en de samenwerking met het CLB werden zeven schoolprofielen gemaakt. Vele basisscholen behoren dan tot de types die redelijk hoog scoren op de drie kenmerken, terwijl secundaire scholen veelal ofwel laag of gemiddeld scoren op het geïntegreerde zorgbeleid, maar waarbij vaak ingezet wordt op de samenwerking met het CLB. Wat betreft de samenhang tussen het zorgbeleid en de taakopvatting en handelingsbekwaamheid van de leerkrachten is opnieuw een verschil tussen beide onderwijsniveaus vast te stellen: leraren uit het basisonderwijs voelen zich bekwamer dan leraren uit het secundair. In het algemeen voelen leraren zich bekwamer om met collega’s en zorgverantwoordelijken samen te werken, dan met ouders en externen. Leerkrachten hebben wel een brede taakopvatting: het is hun taak om zich in te zetten voor de totale ontwikkeling van de leerling, en niet de hoofdtaak van zorgverantwoordelijken en externen. Als leraren een duidelijke zorgvisie op schoolniveau ervaren, voelen ze zich ook meer opgewassen om de zorgtaak op zich te nemen. De samenhang tussen zorgbeleid en beleidsvoerend vermogen is duidelijk: als scholen inzetten op hun beleidsvoerend vermogen, is hun zorgbeleid meer geïntegreerd en krachtiger, en is de visie sterker ingeburgerd dat de leraar eerstelijns zorgverlener is.
Tot slot werden beleidsaanbevelingen geformuleerd aan de Vlaamse overheid. Allereerst waren die erop gericht om het geïntegreerde zorgbeleid in Vlaamse scholen te versterken: middelen moeten ook in het secundair onderwijs gericht naar zorg kunnen gaan. Leraren moeten meer kunnen ondersteund worden en hun competenties kunnen ontwikkelen als eerstelijns zorgverlener, zowel in de opleiding als in nascholingen met gerichte budgetten. Collegiale ondersteuning en overleg moet worden gestimuleerd. Het is de bedoeling dat dit alles leidt tot een vertaling van de visie naar de concrete klaspraktijk. Zorgverantwoordelijken verdienen meer aandacht. Prof. Struyf presenteerde hier een zestal types, voornamelijk verschillend wat betreft hun aandachtsverdeling. Sommigen ondersteunen eerder de leerlingen, anderen meer de collega’s, en treden meer of minder op de voorgrond. Deze functie mag niet opgevat worden als een uitrolbaan, maar als een belangrijke ondersteuning, transparant voor iedereen en passend in een breed netwerk en geïntegreerd in het zorgteam van een school binnen ‘hopelijk’ een vast organiek kader. De laatste beleidsaanbeveling houdt het stimuleren in van regionaal overleg met de CLB’s, de begeleidingsdiensten, het welzijnsnetwerk, de verschillende onderwijsniveaus én met het buitengewoon onderwijs, o.a. via de GONbegeleiding. Dat dit laatste vooraf al door DIVO goed begrepen was, werd bewezen door het uitnodigen van de volgende spreker.
13
Zorg in het BuSO: een buitengewoon gespecialiseerd verhaal – Dhr. Richard Timmerman. Dhr. Timmerman (foto) is de nieuwe secretarisgeneraal van het VVKBuO en is een man die kan bogen op een lange staat van dienst binnen dit onderwijs. Hij beantwoordde ten eerste de vraag wat het buitengewoon onderwijs nu zo buitengewoon maakt, en dan had hij het niet in de eerste plaats over de negen types en vier opleidingsvormen. Typisch is de focus op het individuele: scholen voor buitengewoon onderwijs hebben niet enkel een schoolwerkplan, een groepswerkplan maar ook individuele handelingsplannen. Hierbij wordt per leerling gefocust op het proces, wordt goed geobserveerd om de beginsituatie te omschrijven, en worden doelen geselecteerd. Het is essentieel om te focussen op wat de leerling kan, eerder dan op wat hij niet kan. De begeleiding houdt het constant zoeken in van de juiste benadering en het aanbieden van specifieke zorgen. De uitgangspunten van het handelingsgericht werken zijn: omschrijven van de behoeften, het systematisch werken, het samenwerken, de waarderende benadering, het zien van de leerling in zijn globale context en het gericht zijn op gestelde doelen. Essentieel is dat men uitgaat van de visie dat de jongeren uit het buitengewoon onderwijs anders zijn, maar niet minder: ze hebben andere talenten en groeikansen. De uitdagingen om tegemoet te komen aan hun moeilijkere onderwijs- en ondersteuningsvragen zijn groter. Bovendien zijn ze vaak kwetsbaar en bemoeilijken kansenarmoede en andere problematieken hun ontwikkeling, zeker in de puberteit. Vaak moeten scholen voor buitengewoon onderwijs actief aan de leefomgeving van de leerlingen werken om het leren mogelijk te maken. Het verhaal van het buitengewoon onderwijs beperkt zich niet tot het onderwijspakket, maar moet bredere zorg bieden. Hiervoor is gespecialiseerd personeel nodig: therapeuten, armoedeconsulenten, interculturele bemiddelaars… De focus op een bredere ondersteuning is echter niet beperkt tot het buitengewoon onderwijs: het gewone onderwijs moet die begeleiding eveneens kunnen aanbieden. Zorg is zo complex dat samenwerking essentieel is. Inclusief onderwijs kan alleen als er ook de insteek van specialisten is en het gewone onderwijs heeft een grote
15
nood aan deskundigheid. De welzijnssector kan een enorme ondersteuning bieden. Scholen voor buitengewoon onderwijs zullen DUOO-centra moeten worden: centra voor documentatie, uitwisseling, ondersteuning en ontmoeting. Aldus kan er een interactie ontstaan tussen het gewone, het buitengewone onderwijs en de welzijnssector. Er zijn vele mogelijkheden om dat te organiseren, maar één ding is alvast wel duidelijk, volgens Richard Timmerman, en dat is dat deze georganiseerde uitwisseling dringend nodig is en verder lokaal moet uitgebouwd worden, liefst op een structurele, systematische manier, gefaciliteerd door de overheid. Betaald worden in het onderwijs, ook onze zorg – mevr. Ann Van Steenbergen, productbeheerder betalingsverkeer KBC De laatste spreker op de DIVO-studiedag behandelde een aantal vragen die scholen vaak hebben rond het regelen van het betalingsverkeer. Mevrouw Van Steenbergen (foto) besprak eerst de voor- en nadelen van cashbetalingen. Cashbetalingen gaan snel, maar er moet rekening worden gehouden met de verwerkingskosten voor de ontvanger en de bank, alsook met de veiligheidsrisico’s. De service van KBC houdt allerlei mogelijkheden in, en alle scholen krijgen de raad om met hun bank de gepaste oplossing te zoeken. Wat betreft overschrijvingen en domiciliëringen is het belangrijk om te weten dat de binnenlandse formaten in 2014 verdwijnen. De overstap naar de Europese domiciliëringen zal het mogelijk maken dat het beheer van de mandaten door de scholen zelf gebeurt, zodat wederkerende of eenmalige afschrijvingen van de rekening van de ouders kunnen gebeuren (bv. van een boekenverkoop). Vervolgens werden de mogelijkheden van betaalterminals toegelicht. De kostprijs dient vergeleken te worden met de kosten voor cashverwerking. Het protonsysteem zal in 2014 worden stopgezet, zodat de automatenindustrie naar haalbare alternatieven zoekt. Het is in ieder geval belangrijk voor banken en scholen om samen de juiste beslissingen te nemen in het kader van de snel veranderende evoluties in de betalingsmiddelen.
17
Uitgeleide In zijn slotwoord benadrukte Robert Vergauwen, bestuurder van DIVO, dat de scholen zich zorgen maken, veroorzaakt door de onduidelijkheden in de intenties en de financieringsmogelijkheden van het departement onderwijs. Kan of mag onze minister van onderwijs binnen het huidige politieke kader zijn plannen waarmaken? Wat is de toekomst van de scholengemeenschappen, de bouwdossiers, het inschrijvingsdecreet, het zorgdebat …? DIVO en het VVKSO geloven in ieder geval in de mogelijkheden om het secundair onderwijs in de toekomst te verbeteren, ook zonder grote structuurhervormingen. DIVO en het Rekenhof zoeken naar andere financiële middelen dan DBFM en PPS om de achterstand van de scholenbouw in te halen. DIVO zoekt samen met AGODI hoe ze binnen het krappe budget efficiënter kunnen werken en hoopt de jarenlange anomalieën in de weddes van sommige directieleden aan te pakken. In dit kader willen we het directieambt graag opwaarderen met twee extra biënnales. DIVO wil met de directies van BuSO de verdere kruisbestuiving met het gewone secundaire onderwijs faciliteren. DIVO blijft voor enkele leden en fracties van de onderwijscommissie als toetssteen in het veld zijn rol spelen. Kortom, DIVO is er voor en door jullie!
Wandelbuffet en nabespreking De studiedagen van DIVO staan er ook voor bekend dat ze worden afgesloten met een zeer verzorgd en overheerlijk buffet. Tijdens de maaltijd werd er zoals steeds druk nagepraat, konden ervaringen worden uitgewisseld en contacten gelegd. Vele deelnemers uitten hun appreciatie voor de deskundigheid en de aanpak van de sprekers, de keuze van de inhoud en de organisatie. DIVO kan andermaal terugblikken op een zeer geslaagde studiedag. Een uitgebreidere samenvatting van de studie rond zorgbeleid kan u vinden op http://www.ond.vlaanderen.be/obpwo/projecten/2009/0905
19
4
evaulatie studiedag. Evaluatie studiedag DIVO vrijdag 14 december 2012 Maar liefst 115 evaluatieformulieren werden afgegeven!!!!! Waarvoor van harte dank. Een overzicht: INHOUDELIJK
Sterk
Interessant
Voldoende
zwak
Prof. Elke Struyf
60
42
6
2
R. Timmerman
4
45
42
17
Afgevaardigde KBC
4
29
49
20
Ontvangst
59
37
7
0
Organisatie
63
37
4
0
Timing
56
42
5
1
Prijs/kwaliteit
42
56
8
0
ALGEMEEN
Enkele bevindingen vanuit de organisatie: Prof. Elke Struyf werd door de zaal zeer overtuigend als sterke spreker ervaren. De studie beantwoordde aan de hoge verwachtingen en de interactieve aanpak was een schot in de roos. De nieuwe secretaris generaal van het VVKBUO bleef volgens de evaluatie te vaag en mocht volgens de aanwezigen dieper ingaan op het handelsgericht werken. Misschien wel een gemiste kans. Het was voor de heer Timmerman de maidenspeech en daarom was hij misschien wat vager en voorzichtiger. Sommige aanwezigen spraken van een gemiste kans. KBC krijgt elk jaar, als elegante gastheer, een forum op onze studiedag. In de voorbereiding proberen we met hen een onderwerp te zoeken dat aansluit bij ons thema. Binnen de brede zorg van een directeur paste volgens ons de financiële zorg: onbetaalde rekeningen, cashproblematiek en mogelijke alternatieven in dit plaatje.
Voor ontvangst en organisatie scoren we andermaal goed tot zeer goed. Dit is een aardige opsteker voor de organisatoren van de studiedag. Hoe graag we dit ook doen, we staan er elk jaar toch van versteld hoeveel tijd we investeren in het vinden van een boeiend onderwerp met gepaste, competente sprekers. Dit jaar speelde de file ons geen parten en haalden we onze voorop gezette timing. De prijs/kwaliteitverhouding hangt volledig af van de bereidheid van KBC om ons gratis over de locatie te laten beschikken. Voor volgend jaar is dit weer in orde. De bijdrage voor de studiedag gaat volledig op aan het zeer verzorgde wandelbuffet. Ik denk dat we voor de huidige prijs geen hogere kwaliteit (en helaas geen zoetje bij de koffiebreak) kunnen bieden. Tenslotte doet het deugd om van vele genodigden en aanwezigen een woordje van dank of bemoediging op de dag zelf al te krijgen, dat ‘zorgt’ voor de nodige draagkracht om er voor jullie te staan niet alleen op de jaarlijkse studiedag, maar heel het jaar door trachten we daar waar het kan de belangen jullie, directieleden, te verdedigen. Bij de commentaar lezen we bij sommige leden toch nog dat zij niet alle informatie door krijgen. We hebben bij de overgang van ons secretariaat wel wat problemen gehad met het overzetten van de databank. Daardoor zijn er wat gegevens verloren geraakt. We werken achter de schermen stevig door om dit euvel te herstellen. Voor de website zoeken we op dit moment nog een collega met wat extra vrije tijd om onze site nieuw leven in te blazen. Hopelijk vinden we snel de witte raaf.
Noteer alvast in uw overvolle agenda: Vrijdag 13 december 2013 studiedag DIVO in de vertrouwde KBC-Toren We zullen bewijzen dat bijgeloof kan overwonnen worden als je resoluut kiest voor DIVO. Bedankt en tot volgend jaar. Robert Vergauwen
21
5
website.
e b o.
v i d . website w w w n Va
a
f1
m
a
t ar
-t
w
op
u nie
up
e
at
d o-
ij o n d e r w ij s
vr
ie D ir e ct
s
Div
ec
Dir
rij
v ties
23
o
ijs
rw
e nd
9
STUURGROEP DIVO. ETIENNE CARRETTE Leiepoort campus Sint-Vincentius Peter Benoitlaan 40 Tel. 09 3816363
9800 Deinze
[email protected]
HILDE DE BUSSER VRIJE SINT-LAMBERTUSSCHOLEN Denis Voetsstraat 21
2260 Westerlo
Tel. 014 545075
[email protected]
EDDY DE LAET voorzitter SINT-GUMMARUSCOLLEGE Kan. Davidlaan 10
2500 Lier
Tel. 03 4892456
[email protected]
LIEVEN DELVOYE O.-L.-VROUWEINSTITUUT Boeschepestraat 14
8970 Poperinge
Tel. 057 334645
[email protected]
PAUL DEPROST BuSO SCHOOL AAN DE WATERKANT Stropkaai 38/A
9000 Gent
Tel. 09 2221584
[email protected]
FRANS ENGELS ondervoorzitter SCHEPPERSINSTITUUT Cooppallaan 128
9230 Wetteren
Tel. 09 3692072
[email protected]
THEO GORSSEN KSOM Kruisven 23
2400 Mol
Tel. 014 202010
[email protected]
KRIS LAZEURE SINT-VINCENTIUSCOLLEGE G. Gezelleplein 11
8900 Ieper
Tel. 057 200559
[email protected]
ISIDOOR MATHIJS WICO CAMPUS SALVATOR Collegestraat 25 Tel. 011 440200
3930 Hamont-Achel
[email protected]
GEERT RYSSEN BROEDERSCHOLEN HIËRONYMUS Nieuwstraat 91
9100 St.-Niklaas
Tel. 03 7803640
[email protected]
ANNICK THIENPONT SINT-FRANCISCUSINSTITUUT Tuinstraat 105
9090 Melle
Tel. 09 2307911
[email protected]
ANN VANOBBERGHEN MARIA ASSUMPTALYCEUM Stalkruidlaan 1
1020 Brussel
Tel. 02 2682977
[email protected]
STIJN VAN DEN EYNDE MARIA ASSUMPTALYCEUM Stalkruidlaan 1
1020 Brussel
Tel. 02 2682977
stijnvandeneynde@ mariaassumptalyceum.be
ROBERT VERGAUWEN SINT-MICHIELSCOLLEGE Papenaardekenstraat 53 2900 Schoten Tel. 03 6585468
[email protected]
KARIN WUYTS SINT-MICHIELSCOLLEGE Papenaardekenstraat 53 2900 Schoten Tel. 03 6585468
[email protected]
Koen Wils SCHOLENGEMEENSCHAP WICO Dorpstraat 93
3900 Overpelt
Tel. 011 53 99 70
[email protected] 25
Div
r
sv
ctie
e Dir
ijs
rw
de
n ij o
V.U.: DIVO vzw, Kanunnik Davidlaan 10 te 2500 LIER Eindredactie: Geert Ryssen, Hoge Bokstraat 41, 9111 Belsele Erkenningsnummer P508189 IBAN: BE40 7330 0152 6263 / BIC: KREBBEBB Bijdrage voor LIDMAATSCHAP DIVO: 25 EUR Website: www.divo.be Lay-out/Drukbegeleiding: Letteraap Foto’s: Lieven Delvoye