F E I R
SB
W U IE
N
8 IER r.4 5081 00 L n 5 2 ng r P
28 enni Dav rk nik E
nun Ka
TO 0 I ivo OK 890 ww.d : s r -w lijk oo de ant .be
ivo an ftek ma - Afgi info@d e i Dr 9
rga umme n 10 a a a e j ngsn idla
14 20 R BE eper .be
INHOUD.
1
Een voorzitterswissel
2
2
Editoriaal
6
3
Krachten bundelen
15
4
Uitnodiging en programma studiedag 12 december
16
5
Bu.S.O. is ook ongerust
19
6
Beschouwingen over het nieuwe regeerakkoord
7
Leven na de school
8
Coördinaten Stuurgroep
9
Lid worden van Divo
32
1
1
EEN VOORZITTERSWISSEL. Een voorzitterswissel dient zich aan. (door Robert Vergauwen die op de stuurgroepvergadering van 9 oktober te Neerpelt unaniem werd aangeduid als waarnemend voorzitter) Noodgedwongen neemt Eddy De Laet afscheid van zijn geliefde DIVO, de stuurgroep en zijn leden. Het gevecht tegen de allesverwoestende ziekte kost hem te veel energie. Als waarnemend voorzitter (vanaf 14 oktober 2014), wil in naam van heel de stuurgroep Eddy bedanken voor: - zijn jarenlange inzet - zijn erudiete dossierkennis - zijn enorm netwerk - zijn grote verdienste maar - - - - - -
vooral zijn diepmenselijkheid zijn kameraadschap zijn eeuwig positivisme zijn dappere strijd zijn erudiete woordkeuze zijn mooie volzinnen
En wie kan er beter dan hijzelf dit alles verwoorden.
Hij schreef op 6 oktober de volgende mail aan de stuurgroep. (Eddy zal me vergeven als ik hier en daar parafraseer.): Beste stuurgroep
of-no-return-ervaring.
Toen ik een tiental dagen het verdict te horen kreeg dat alle energie is opgebruikt, stortte er een wereld in, ook al besef je al zes jaren dat dit een eindig verhaal moest zijn. De aankondiging dat men de chemo stopzet, is wel een point-
Een mens maakt dan de balans op wat je in je leven hebt (verder) gezet en tegelijk komt het besef hoe vluchtig en relatief alles op de keper is. DIVO is een heel belangrijk stuk in mijn leven geweest, niet alleen omwille van een gedeelde zorg/visie, maar om de gedeelde inzet van een groep die ik als een natuurlijke en evidente biotoop ben gaan beschouwen. De momenten van samen overleggen, elkaar beluisteren en bemoedigen, elkaar ontmoeten aan tafel overal in Vlaanderen laat onuitwisbare sporen na. Ik wens dan ook de stuurgroep diezelfde drive toe en dezelfde constructieve geest die nodig zal blijven voor de interne eenheid, maar ook voor de nodige diplomatie naar (inmiddels ) een breed veld van stakeholders binnen en buiten het onderwijs. Aan allen bedankt voor de vriendschap en begrip voor/ondersteuning van de ex-voorzitter. Alle goeds voor DIVO en haar aanstuurders. Eddy
3
2
EDITORIAAL OKTOBER 2014.
Beste collega’s De gezondheidstoestand van onze voorzitter, Eddy De Laet, laat niet toe het editoriaal van deze DIVO-nieuwsbrief te schrijven. De DIVO-stuurgroep wenst bij deze de voorzitter veel moed en sterkte om zijn ziekte verder te kunnen dragen en zal haar best doen om de goede werking van DIVO in zijn afwezigheid verder te zetten. We leven in boeiende maar tegelijk ook moeilijke onderwijstijden. De Vlaamse Regering moet noodgedwongen de knip op de uitgaven zetten en het budget voor onderwijs komt dan uiteraard onmiddellijk in breedbeeld. Hoewel de concrete besparingsmaatregelen op het ogenblik dat dit editoriaal geschreven wordt, nog niet bekend zijn, lijkt het voor het secundair onderwijs in de richting te gaan van een tweesporenbesparing. Enerzijds zullen de werkingsmiddelen inkrimpen waardoor het voor sommige scholen met afbetalingen of DBFM-vergoedingen moeilijk kan worden om aan die financiële verplichtingen te blijven voldoen. Anderzijds zal de personeelsomkadering verminderen. Volgens de vakbonden zou het in totaal in 2015 gaan om ca. 1.200 jobs in het secundair onderwijs alleen al. Het is spijtig dat de jonge leerkrachten, die het al zo moeilijk hebben om een stabiele startpositie te verwerven en daarom ook vaak
vlug terug uitstromen, daar het slachtoffer van worden. Waarom niet een gouden handdruk en brugpensioen voor oudere onderwijsmensen zoals dat in de privésector de gewoonte is bij herstructureringen? Dit zou je toch verwachten van een regering die het openbaar ambt gelijk wil trekken met die privésector. Dezelfde redenering kunnen we ook doortrekken naar de ambtenarenpensioenen. Als die gelijkgeschakeld moeten worden met de pensioenen in de privésector, moeten dan de verloningssystemen ook niet gelijkgeschakeld worden? Heeft elke directeur dan niet recht op een bedrijfswagen, hospitalisatie- en groepsverzekering, 13de maand enz.? Feit is in ieder geval dat het de directeur is die in zijn of haar school een oplossing zal moeten vinden om met minder mensen en met minder centen minstens even goed onderwijs te blijven organiseren. Hij/zij zal een budget moeten blijven vrijmaken om het gebouwencomplex goed te onderhouden en waar nodig – en dat is op heel veel plaatsen! – te vernieuwen. Hopelijk moeten directies die vooruitziend waren en 12 jaar geleden een aanvraag bij Agion indienden, en zo getuigden van goed beleidsvoerend vermogen, niet nog eens 12 jaar wachten op de subsidies voor een nieuwbouw omdat de Vlaamse Regering plots voorrang wil geven aan het capaciteitsprobleem in de grootsteden. Waar was het beleidsvoerend vermogen van de overheid inzake scholenbouw de voorbije 12 jaar? Of moeten we wachten op de eerste rechtszaak waarin de overheid vanwege onbehoorlijk bestuur in gebreke gesteld wordt en door een rechter gedwongen wordt tot dwangsommen om toch die school van 12 jaar geleden te kunnen bouwen? Een voorbeeld van dwangsommen omdat de beroepsprocedure van een deliberatiebetwisting te lang aansleept, kennen we ondertussen al. Het is ook de directeur die de opdracht van een deel van de leraren met 5 à 10 % zal moeten verzwaren in het kader van de besparingen. En daarna zal hij/zij ook nog eens de discussie over de schoolopdracht moeten voeren. Want als het van de nieuwe directeur-generaal van het VSKO,
5
Lieven Boeve, afhangt moet die schoolopdracht op tafel komen bij het onderwijsloopbaandebat. De schoolbesturen, die ondertussen het beheer van ‘de Guimardstraat’ van de bisschoppen hebben overgenomen, pleiten al enkele jaren voor dergelijke schoolopdracht maar tot nu toe hebben de vakbonden die boot steeds afgehouden. Wat ook de uitkomst van het onderwijsloopbaandebat mag worden, het zal opnieuw de directeur zijn die zal moeten instaan voor de lokale implementatie. En het is ook de directeur die ervoor zal moeten zorgen dat het masterplan voor het secundair onderwijs in zijn of haar school een concrete invulling krijgt. Hij/zij zal het studieaanbod van de school moeten reduceren en stevig moeten onderhandelen in de scholengemeenschap om nog een leefbaar aanbod voor zijn/haar school over te houden. En of er dan domeinscholen komen of niet, hoe dan ook zullen er door de reductie van de studierichtingen herschikkingen tussen scholen nodig zijn en zullen er dus leerlingen en leerkrachten van school moeten veranderen. Ook infrastructureel zullen er consequenties zijn: machines, labo’s … zullen wellicht moeten verhuizen. Naast de reductie van studierichtingen, moet de directeur vandaag en de volgende jaren ook nog een taalscreening en opvolgingstraject organiseren, nieuwe competentiegerichte eindtermen en leerplannen implementeren, voldoende stageplaatsen voor TSO en BSO-leerlingen zoeken, het Zonaal Onderwijsforum opvolgen, de nieuwe scholengroepen mee voorbereiden, het zorgbeleid van de school afstemmen op het nieuwe M-decreet … Over de bezorgdheid van de BuSO-directies wat het M-decreet betreft, kan u verder in deze nieuwsbrief meer lezen en hebt u zich al ingeschreven voor de DIVO-studiedag over het M-decreet op 12 december 2014? U vindt alle nodige informatie daarvoor eveneens in deze nieuwsbrief. Een directeur moet vandaag inderdaad een superman of –vrouw zijn. COC vindt het dan ook niet meer kunnen dat mensen directeur kunnen worden zonder vooropleiding of kwalificatie. Er wordt hierbij al te gemakkelijk voorbijgegaan aan de eerder of elders verworven competenties die directeurs opgedaan hebben en ook aan de zware inservice-opleiding van het Centrum voor Andragogiek die de meeste directeurs volgen. DIVO maakt trouwens deel uit van de werkgroep die dat opleidingstraject uittekent. Er is bovendien geen enkele indicatie dat directeurs die via een examen in de job stappen, het beter doen dan hun collega’s die het traject van de inservice-training volgen. DIVO wil in de eerste plaats dat
de directeur eerlijk betaald wordt voor de verantwoordelijkheden en de taaklast van de functie en dus niet meer omwille van een diploma dat 20 of meer jaren geleden behaald werd en vaak niet meer relevant is voor de uitgeoefende functie of omwille van het slagen voor een apart examen. DIVO vraagt dan ook voor alle directiefuncties, ongeacht het diploma, één ambt van directeur met één weddeschaal en de mogelijkheid van een extra vergoeding voor de directeur die de eindverantwoordelijkheid van een school draagt. Het verheugt DIVO vast te stellen dat de kersverse minister van onderwijs, Hilde Crevits, tijdens de startdag van de VLOR als een van de uitdagingen voor het onderwijsbeleid van de komende jaren, onder andere het beperken van de regeldrift en de planlast centraal stelde. Dit is namelijk ook één van de actiepunten die de DIVO-leden op de studiedag van december 2013 naar voor brachten als prioriteit voor het onderwijsbeleid van de volgende jaren. De andere actiepunten – omkadering en loon van de directeur – zullen wellicht in het loopbaandebat terug opduiken. De budgettaire ruimte is op dit ogenblik echter nihil, zoveel is duidelijk. Toch hoopt DIVO dat er binnen het budget van het secundair onderwijs in de loop van de volgende jaren middelen kunnen verschoven worden om aan de verzuchtingen van de directies secundair onderwijs tegemoet te komen. DIVO wenst zowel Hilde Crevits, minister van onderwijs, als Lieven Boeve, directeur-generaal VSKO, veel succes in de nieuwe job en rekent op het verderzetten van de constructieve dialoog met onze directievereniging. Boeiende tijden! Koen Wils
7
3
DE KRACHTEN BUNDELEN. De Organisatie Directies Vlaams Basisonderwijs (ODVB) zocht enige tijd geleden contact met DIVO om in eerste instantie elkaar te leren kennen, maar in tweede instantie vooral om daar waar het kan de krachten te bundelen. DIVO is op dit aanbod ingegaan en na overleg en twee vergaderingen zijn we tot de volgende bevindingen gekomen: - We delen dezelfde zorg: bv het M-decreet - We benaderen dezelfde stakeholders van het onderwijs - We stuiten op dezelfde problemen - We zoeken naar dezelfde middelen - We ervaren dat onze problematiek weinig of niet aan bod komt in de bestaande overlegorganen - We worden aan elkaar gekoppeld door schaalvergroting en besparingen - We weten dat er in de derde graad van het basisonderwijs vakleerkrachten zullen komen - De directeur als schoolleider zit vaak in een kwetsbare positie - De werklast stijgt Daarom is overleg en samenwerking nodig!!!! We richten een stuurgroep op vanuit de verschillende directieverenigingen, die willen meewerken. Wie? ODVB, DIVO, VERDI, Atheneum,Virgom en STAM hebben tot hiertoe hun medewerking al toegezegd. Wat? Geen overkoepelende vzw, maar wel een flexibele stuurgroep, die daar waar kan de krachten kan bundelen. Hoe? Overleg met een delegatie uit de verschillende directievereniging, voor Divo zetelt Robert Vergauwen in deze overkoepelende stuurgroep. Waarom? Omdat samen sterk nog altijd waar is.
Resultaten? Concreet: - Er werd een forum opgericht voor mensen die bereid zijn om samen te werken: de discussiegroep is vrijblijvend en regelmatig wordt er van onderwerp veranderd - We denken aan een gezamenlijke discussiedag waar directies hun ideeën over bepaalde thema’s kunnen uitspreken en waar de stuurgroep dan de standpunten meeneemt. Belangrijke conclusies voor DIVO: - We blijven een onafhankelijke belangenvereniging - We bundelen de krachten samen met anderen naar de externe onderwijsstakeholders - We willen proactief en preventief samen werken aan niveau overschrijdende thema’s - We kunnen samen aan slagkracht winnen als we de krachten bundelen - We kunnen heel veel van elkaar leren - We kunnen in de toekomst misschien gemeenschappelijke studiedagen organiseren Robert Vergauwen
9
4
STUDIEDAG 12 DECEMBER. ‘ZORG – EEN BREDER KADER’ PROGRAMMA STUDIEDAG DIVO 12 DECEMBER 2014 [KBC Toren (Boerentoren), Schoenmarkt 35, Antwerpen]
9 uur
Onthaal met koffie of thee
9.30 uur
Verwelkoming door waarnemend voorzitter Robert Vergauwen
9.40 uur Referaat door Dominique Roos, Universiteit Antwerpen 11.00 uur Pauze met koffie/thee of frisdrank 11.15 uur
Referaat door Kathleen Helsen, voorzitter onderwijscommissie
12.00 uur
Slotbeschouwing door Hilde Crevits, minister van onderwijs
12.30 uur KBC – info door Patrick Schellefout 13 uur
Uitgeleide door R. Vergauwen en wandelbuffet
15 uur
Einde
INSCHRIJVEN doe je door tegen uiterlijk vrijdag 5 december 60 euro (all-in) over te maken op het volgende nummer: IBAN: BE40 7330 0152 6263 BIC: KREBBEBB Vermeld bij de mededeling ‘studiedag 2014’, je naam en je school.
11
5
‘HET BUSO’ IS ONGERUST!. Ook ‘het BuSO’ is ongerust! Open brief vanuit een Bu.S.O. directie aan collegae directies Gewoon Onderwijs (aan ASO,BSO,TSO,KSO,DBSO) Geachte collegae directies van ‘deze andere’ secundaire scholen. Zeker degenen onder u die de eindverantwoordelijkheid hebben over een BSOof TSO- of DBSO-school of -afdeling, zullen enige ongerustheid hebben met de mogelijke (?) toevloed van Bu.S.O.-leerlingen vanaf volgend schooljaar. Maar u bent niet alleen in die ongerustheid. Ook wij, directies van Bu.S.O.-scholen zitten nog met vele vragen rond de effectieve toepassing van het M-decreet. Komende weken/maanden zullen hopelijk meer duidelijkheid brengen voor U en voor ons, maar de tijd dringt, en we denken dat de leerlingen de dupe zullen zijn van sommige ingrepen in ons Vlaamse onderwijsaanbod. Bu.S.O. is het letterwoord voor Buitengewoon Secundair Onderwijs. Deze vorm van secundair onderwijs richt zich naar jongeren van 13 tot 25 (!) jaar. Voor jongere kinderen van 6 t.e.m. 15 jaar is er Buitengewoon Lager Onderwijs (=B.L.O. of BuBao). In die onderwijsvorm bestaat ook type 8 (enkel op niveau lager)! Even een opfrissing van enkele termen vooraleer ik inga op onze huidige (oktober 2014) ongerustheid. (Zie voetnota voor volledig overzicht van alle types als u de getalletjes niet meer juist weet) Bu.S.O. – scholen zijn opgericht sinds de wet van Buitengewoon onderwijs, vanaf september 1968. Dit was o.a. op vraag van ouders, die vonden dat hun zoon/dochter met speciale onderwijsbehoeften beter af was in een speciale school. Tot voor 1968 werden leerlingen met een beperking meestal gewoon achterin de klas gezet, en ging de leerkracht meestal vooral verder met de rest van de klas…
Naar die situatie willen we niet meer terug. Momenteel is de maatschappij veranderd, en zijn er o.a. sommige ouders die vinden dat hun zoon/dochter met specifieke noden toch terecht kan in ‘gewone scholen’. Dit geldt uiteraard niet voor alle jongeren met specifieke noden. Maar de overheid ging toch een stuk mee in deze denkrichting, o.a. door ratificering van een akkoord binnen Welzijn, waarbij ‘elk kind recht heeft op onderwijs’, wat dan door sommigen geïnterpreteerd wordt als ‘recht op gewoon onderwijs’. Het buitengewoon onderwijs is –tot nader order- ingedeeld in enkele types. Elk type school is speciaal aangepast voor een specifieke doelgroep. Zo zijn er “Bu.S.O.-scholen van type 1”, die zich richten naar leerlingen met een beperkte mentale achterstand of leerstoornis (in B.L.O. bestaat er voor die laatste doelgroep de type 8-school). “Bu.S.O.-scholen van type 2 “ zijn opgericht voor leerlingen met matige tot ernstige mentale beperking. “Bu.S.O. – scholen van type 3” hebben specialisten in huis om leerlingen met karakteriële of emotionele stoornis te helpen. Deze drie voornaamste (naar leerlingenaantallen) types van Bu.S.O.-scholen zijn opgericht in zowel het vrije (vooral Katholieke) net als in het gemeenschapsnet (GO!), als in sommige stedelijke en/of provinciale scholen. Dit is nu eenmaal een Vlaamse realiteit en geschiedkundig gegeven. Soms dus identieke scholen op enkele km van elkaar, zeker in grote steden… Tip voor besparing: over de netten heen denken! Maar wat dan met het eveneens historisch gegeven van de ‘vrije schoolkeuze’ in ons Vlaamse land… Is een reductie van identieke scholen mogelijk? Kan de maatschappij blijven investeren in schoolinrichtingen voor grootkeuken, schrijnwerkerij, metaalbewerking op enkele km van elkaar, die elk slechts ca. 185 dagen op een kalenderjaar gebruikt worden… Hoe zullen onze inrichtende machten op mogelijks dergelijke ingreep reageren?
13
Naast deze drie types (met de meeste leerlingen) zijn er ook nog Bu.S.O. scholen van type 4, type 5 en type 6 en type 7. Tot dit laatste type (“type 7” was bedoeld voor “auditieve handicap“, in de volksmond onterecht “de doven” genoemd) werden de voorbije jaren ook leerlingen met autisme (A.S.S. = autismespectrumstoornis) ingeschreven: je kan sommige vormen van ASS inderdaad als een communicatiestoornis omschrijven, vandaar de –feitelijk oneigenlijke- indeling van leerlingen met autisme binnen ‘type 7’. Om dit oneigenlijk gebruik recht te trekken is er nu beslist om een NIEUW type Bu.S.O.-scholen op te richten: “type 9”. Specifiek voor leerlingen met een vorm van autisme. We noemden dit daarom autismespectrumstoornissen. Op zich een rare beslissing: enerzijds wil de overheid minder leerlingen in Bu.S.O.-scholen, anderzijds richten ze een nieuwe type Bu.S.O.-scholen in. Eén andere optie was geweest dat ‘leerlingen met een autismespectrumstoornis’ een ‘rugzakje’ meekregen, ongeacht naar welke school ze ook zouden gaan… Voorstel afgewezen dus. Elke leerling met autisme (die géén mentale beperking heeft) zal dus vanaf januari 2015 door het C.L.B. georiënteerd worden naar een ‘Bu.S.O.school van type 9.’ Momenteel is er echter nog geen enkele school type 9!
Vele Bu.S.O. –scholen hebben de aanvraag gedaan om die vorm van onderwijs op te richten: o.a. omdat ze momenteel al dergelijke leerlingen op school zitten hebben (die naast ASS ook nog een andere beperking hebben), en ook omdat ze binnen hun schoolteam reeds ‘specialisten‘ (zowel bijgeschoolde leerkrachten als therapeuten) in dienst hebben, die zich de voorbije jaren veelvuldig hebben bijgeschoold naar dit autisme. De overheid moet echter nog selecteren welke Bu.S.O.-scholen dat ‘nieuwe type 9’ zullen mogen organiseren. Een eerste ongerustheid: zal elke school die het aanvroeg, “dit type krijgen”? Zal er per regio, of per net slechts één of enkele scholen deze goedkeuring krijgen? Vooral in grootsteden kan dit een ernstige verschuiving van enkele honderden leerlingen met zich meebrengen: bijvoorbeeld mocht slechts één van de vrije Bu.S.O. – scholen de toestemming krijgen om type 9 op te richten. De andere Bu.S.O.-scholen zouden dan vele leerlingen moeten afstaan aan die éne school. Binnen een grootstad behoren de Bu.S.O. –scholen ook tot verschillende scholengemeenschappen. Een verschuiving van leerlingen van één Bu.S.O.-school naar een andere, zal dus ook effecten kunnen hebben op het leerlingenaantal van de betrokken scholengemeenschappen! Om al leerling toegang te krijgen tot het buitengewoon onderwijs, is een attestering nodig door een erkende dienst. In praktijk is dit een multidisciplinair team binnen een C.L.B. (Centrum voor Leerlingenbegeleiding). Die C.L.B.’s zullen dus verder via het inschrijvingsverslag bepalen naar welk type onderwijs een jongere met specifieke noden MAG gaan. Zonder een attest komt hij of zij niet binnen in een Bu.S.O. school. Anderzijds zijn deze attesten niet bindend: zelfs een jongere mét een attest kan toegang krijgen tot een gewone (A.S.O.-, T.S.O, K.S.O., of B.S.O. of D.B.S.O.-school): je hoeft als ouder enkel de directeur (en zijn team) te overtuigen dat je zoon of dochter dit wil proberen of zal aan kunnen… Sommige ouders verzwijgen daarom bij inschrijving in dergelijke school gewoon dat hun pupil een attestering door een C.L.B. heeft. Het attest is daarom niet bindend in onze huidige organisatie van het onderwijs. Er is een verschil merkbaar hoe directies met dergelijke vraag omgaan,
15
o.a. mogelijk afhankelijk van het net waarin deze vraag wordt gesteld… De nieuwe regelgeving laat minder mogelijkheden voor scholen om zich te ‘verstoppen’ achter ‘onvoldoende draagkracht’ dan in het recente verleden wel eens gebeurde. Wij als Bu.S.O.-directies zijn ongerust dat meerdere leerlingen misschien wel zullen proberen in het ‘gewoon onderwijs’, daar na één of twee jaar zullen falen en… dan niet meer terug geraken in een Bu.S.O.-school die momenteel het best aangepast is voor hun noden, of die momenteel de opleiding aanbiedt die zij verkiezen. Als immers vele leerlingen uit de Bu.S.O. –scholen weggaan, zullen die betrokken Bu.S.O.-scholen (vooral scholen van Opleidingsvorm 3) opleidingen moeten schrappen. Met minder leerlingen kan je niet het aantal opleidingen behouden dat de meeste scholen nu hebben. De tellingsdatum van 1 februari van het voorafgaand kalenderjaar bepaalt immers naast je werkingsmiddelen ook je uren leerkracht en dus ook het aantal pedagogische eenheden dat je kan oprichten… Na twee jaren leerlingdaling zal een Bu.SO.-school van bijvoorbeeld opleidingsvorm 3 minder opleidingen kunnen aanbieden. Een Bu.S.O.-school die bijvoorbeeld nu naast “schilder-decorateur” ook “ metselaar” aanbiedt, zou wel eens deze laatste afdeling (na negatieve tellingsdatum ) kunnen sluiten bij gebrek aan voldoende leerlingen omdat ze bijna allemaal naar een BSO-school ‘gaan proberen’. Als die Bu.S.O.-leerlingen dan later willen terugkeren kan dit niet, of moeten ze bijvoorbeeld hun oorspronkelijke keuze vergeten en overgaan naar een andere keuze: ‘houtbewerking’ of ‘grootkeuken’ (als die afdelingen dan wél nog zouden bestaan in zijn of haar ‘vroegere Bu.S.O.-school’. Dit is uiteraard niet ernstig, en ten nadele van de vrije schoolkeuze van die leerlingen, die het al moeilijk hebben een aangepaste studierichting te vinden die hen interesseert. Bu.S.O.-scholen hebben dus enerzijds een typeaanduiding (die verwijs naar de specifieke noden van de doelgroep waarnaar ze zich richten), maar zijn ook ingedeeld in OPLEIDINGSVORMEN (O.V. ’s). Zo heeft de O.V. 3 – school de maatschappelijke taak voor te bereiden tot ‘hulp in het gewoon arbeidsmilieu.
Bu.S.O. – scholen die O.V.2 organiseren hebben als taak voor te bereiden tot ‘werken in een beschutte werkplaats’. En Bu.S.O. – scholen die O.V. 1 organiseren, bereiden die doelgroep van jongvolwassenen voor op ‘beschermde woon- en leefomgeving’. Binnen deze opleidingsvorm komen momenteel meer leerlingen voor in de leeftijdsgroep 20 tot 25 jaar. Binnen de volwassenwerking (onderdeel van sector Welzijn) zijn er immers de laatste jaren enorme wachtlijsten. Leerlingen die vroeger de school verlieten op 18 tot 19 jaar, vinden geen plaats in een volwassenvoorziening, en blijven dus op school. Ouders moeten immers werken, en hebben geen mogelijkheid om hun meerderjarige zoon of dochter tijdens de dag ‘op te vangen’. Elke jongere in Vlaanderen heeft ‘recht op onderwijs tot 25 jaar’, dus u “kan ze als directeur niet aan de deur zetten”! Dir is reeds jaren een bijkomend probleem: want deze (stilaan grote groep) leerlingen van 20 tot 25 jaar nemen ondertussen plaatsen in van 13-14 jarigen die willen instromen… De school is immers fysisch beperkt tot het aantal lokalen dat ze heeft… Een probleem binnen de sector van Welzijn dat dus een sneeuwbaleffect heeft naar de sector onderwijs toe. Dit probleem deint verder uit naar BLOscholen. Immers: 13 jarige leerlingen die normaal van BLO naar Bu.S.O. zouden overgaan, kunnen niet terecht in een vol verklaarde Bu.S.O.-school en kunnen (na beslissing klassenraad) één tot twee jaar in BLO blijven… Leerlingen die opleidingsvorm 3 volgden zullen later bijvoorbeeld werken als ‘hulp’ bij een schrijnwerker, een schilder, een aannemer. Leerlingen met een attest van opleidingsvorm 2 vinden werk in de Beschutte Werkplaatsen die verspreid liggen in het Vlaamse land, en elk toch een soms zeer diverse soort werk binnenhalen. Dit kan (her-)verpakkingswerk zijn, maar ook lichte constructies of assemblages in metaal of hout, spuittechnieken met diverse kunststoffen, soldeerwerk met elektronische componenten etc..
17
Op een “Open Bedrijvendag” of bij andere gelegenheden is een bezoek aan een beschutte werkplaats zeker de moeite waard om dit deel van de arbeidsmarkt te verkennen! Zelfs binnen eenzelfde beschutte werkplaats is een diversiteit van werk én werknemers te vinden. De meeste beschutte werkplaatsen hebben ook ca. 25% werknemers zonder een beperking! Er is wat dat betreft ook veel verschil van regio tot regio! Het beeld bijvoorbeeld van “mensen met syndroom van Down (in de volksmond ‘mongooltjes’ genoemd) die wat eenvoudig plooiwerk doen” is écht verkeerd! In vele de huidige beschutte werkplaatsen staan moderne machines, waar o.a. leerlingen uit Opleidingsvorm 2 dan de juiste grondstoffen in duwen of gieten, zodat de machine (onder controle van een andere werknemer) het eindproduct van maakt. Voorbeelden hiervan zijn machines die zelfstandig houtpaletten in elkaar ‘schieten’ nadat men er de juiste balkjes in legde, of machines die verpakkingsmaterialen gieten of ‘spuiten’ nadat men er korrels kunststof in gegoten heeft. Ook zijn er opstellingen van ‘lopende banden’ waar naast een degelijk tempo uiteraard ook een perfecte afwerking vereist wordt van de Opleidingsvorm-2-oud-leerling. Daarom dat binnen die Bu.S.O.scholen ook (zeker in de eindjaren) “extra-murale-beroepsgerichte vakken” georganiseerd worden: de Bu.S.O.-OV2-leerllingen gaan in klasverband één of meerdere dagen werken in een beschutte werkplaats. Daar doen de leerlingen dan ook enkele weken zelfstandige stage. Meestal kunnen ze dan een vakantiejob in dezelfde beschutte werkplaats aanvatten, die dan ook meestal resulteert in een vaste baan na het beëindigen van de studies. Nu deze termen wat duidelijk zijn kan je onze volgende ongerustheid begrijpen. De nieuwe regelgeving stelt dat ‘iedereen met een IQ van 60 of meer naar het gewone onderwijs kan’. Dit is uiteraard zeer ‘kort door de bocht’. Enerzijds is dat getalletje ‘I.Q.’ slechts één element in de inschaling van leerlingen, anderzijds zijn leerlingen met dergelijk I.Q. niet klaar om bijvoorbeeld (zelfs als hulp) in het gewoon arbeidsmilieu tewerkgesteld te worden. Welke bedrijfsleider zal het risico nemen om dergelijke jongere op te nemen? Aan welke ernstige risico’s zullen deze leerlingen bloot gesteld worden? We spreken dan nog niet over de verwachte sociale
vaardigheden waar werkgevers van verwachten dat die aanwezig zijn bij de werknemers… De scholen die momenteel gespecialiseerd zijn in type 1 (of 8 voor het lager) zullen nu ‘het basisaanbod’ moeten aanbieden aan die ‘leerlingen vanaf IQ 60‘. Maar die secundaire scholen zijn momenteel wel opleidingsvorm 3-scholen, dus met als einddoel: “voorbereiding tot (hulp in) het gewone arbeidsmilieu”. Begrijpt u onze ongerustheid dat hier hele groepen leerlingen op een verkeerd traject zullen gezet worden, en dat er nadien GEEN WEG TERUG (naar Bu.S.O.) meer is: Bu.S.O.-afdelingen zullen ondertussen afgebouwd zijn door het erg gedaalde leerlingenaantal op tellingsdatum! Onze ongerustheid gaat nog verder: momenteel zijn er heel wat gespecialiseerde leerkrachten en therapeuten aan het werk in Bu.S.O.scholen. Deze hebben niet allemaal dezelfde onderwijsbevoegdheid als dewelke gevraagd is in B.S.O.- of T.S.O.-scholen. Het zomaar ‘overplaatsen’ van personeel uit Bu.SO.-scholen naar ‘gewone scholen’ is dus niet vanzelfsprekend, en gaat zeker niet op voor alle betrokken teamleden van huidige Bu.S.O.-scholen die hun job zullen verliezen (wegens dat gedaalde aantal leerlingen). Zoals in elke school zullen het ook de jongste (lees: laatst bijgekomen) leerkrachten zijn die eerst hun job verliezen. Velen van die jonge mensen kozen echter in het verleden voor deze specifieke doelgroep, en hebben zich doorgaans daar ook in bekwaamd via talrijke bijscholingen. Bu.S.O.-scholen zullen – o.a. door het verworven stelsel van “vaste benoeming” – vooral de oudere leerkrachten behouden bij de komende verwachte leerlingdaling. Gelukkig zijn ook daar gemotiveerde mensen bij… maar laat ons eerlijk zijn: ook enkelen die niet écht voor de huidige doelgroepen hebben gekozen, of die vroeger kozen voor de toen “meer gematigde problematieken”. Ook in de Bu.S.O.- scholen is de ernstgraad van problematieken waarmee wij als leerkracht te maken krijgen de laatste decennia complexer geworden: vele leerlingen hebben meerdere problematieken als ‘rugzak’ mee als ze de school binnenkomen! De doelgroep waarvoor sommige oudere leerkrachten vroeger kozen, is er niet meer, maar hun job bleef wel verzekerd binnen dezelfde school. Spreken de vakbonden hier dezelfde
19
taal als het gaat over ‘behoud van de vaste benoemingen’? Stof voor een andere discussie… Onze ongerustheid gaat echter ook naar deze nieuwe doelgroepen: vermoedelijk zullen de Bu.S.O.-scholen vooral die leerlingen behouden met “multiple problematieken”. Mogelijks een “concentraat” aan emotionele en/of karakteriële problematieken die binnen het gewoon onderwijs zeker geen adequate antwoorden kunnen verwachten… Die doelgroep is niet evident voor elke huidige leerkracht, zélfs in een Bu.SO.-school! We zijn ongerust over het “feel-good-gehalte” van de leerkrachten die ‘overblijven’ in die Bu.S.O.-scholen die soms gehalveerd worden in aantal leerlingen, en dus ook in personeel. En wat met de bekwame mensen die afvloeien? Hopelijk vinden ze met hun huidig bevoegdheidsbewijs werk in een andere school. Maar zullen zij even gemotiveerd blijven als in hun huidige onderwijsopdracht binnen zeer specifieke Bu.SO.scholen? We zijn ongerust dat veel knowhow zal verdwijnen gezien de mogelijke verschuivingen… In de gewone scholen is er ook niet altijd de mogelijkheid om in dezelfde didactische stijl of omgeving les te geven zoals nu gebeurt in de goede Bu.S.O-scholen. Kleinere klasgroepen, aangepaste infrastructuur, aanspreekbaarheid van meerdere teamleden… We zijn ook ongerust over hoe medeleerlingen (én hun mondige ouders) in het ‘gewone onderwijs’ zullen reageren, als er in de klas van zoonof dochterlief één of enkele leerlingen met specifieke noden de lessen volgt. Laat ons opnieuw eerlijk zijn: onze maatschappij denkt nog niet inclusief, en er zullen reacties komen van ‘te weinig aandacht voor de gewone leerling’. De leerkracht in de klas zal immers héél wat aandacht en didactische aanpassingen nodig hebben voor de ‘speciale leerlingen’ in de klas. “Ten koste van de ‘gewone leerling’…“ zullen sommige ouders opperen. Onze ongerustheid gaat ook naar de timing van de huidige aangekondigde wijzigingen: hoe zullen de diverse C.L.B.’s omgaan met de nieuwe opdrachten. Zullen alle Bu.SO.-leerlingen die in aanmerking komen voor een verandering van school massaal geheroriënteerd worden? Of zal men
dit enkel toepassen op de ‘nieuwe leerlingen’ die als 12-13 jarige de overstap maken van de B.l.o.-school naar de secundaire scholen? Zal dit per regio of per C.L.B. anders geïnterpreteerd worden? Een vrijblijvende rondvraag voorbije weken bij enkele CLB-directies gaf alvast geen eenduidig antwoord hierop. En we zijn amper twee maanden voor het tijdstip waarop de regelgeving van toepassing wordt… Wait and see? Onze ongerustheid gaat dus uit naar de onzekerheid hoeveel leerlingen we volgend schooljaar zullen kunnen helpen. Welke klassen kunnen we behouden, welke moeten we afbouwen. Welke teamleden verliezen hun job? De tellingsdatum van 1 februari, die onze werking voor volgend schooljaar berekend, komt dichterbij… Als enige oplossing bij al deze onzekerheden is er de zekerheid dat Bu.S.O.-directies én directies van de diverse vormen van ‘gewoon onderwijs’ elkaar vinden binnen de scholengemeenschap, en informatie aan elkaar doorgeven. Eén van de elementen die zeker op het agenda van de eerstvolgende CODI-vergaderingen zal moeten staan is: “hoeveel B-klassen zullen de BSO-scholen extra bij oprichten om de eventuele toevloed van ex-Bu.S.O.-leerlingen op te vangen”. Hopelijk is het inschrijvingsdecreet voor iedereen duidelijk, en zal het ook naar ouders gecommuniceerd worden dat er een maximumcapaciteit vooraf is vastgesteld… Een directievereniging als DIVO kan hierin een ondersteunende rol spelen door gezamenlijk informatie uit heel Vlaanderen met elkaar te delen. Mogelijks kunnen hiervan ook de beleidsmakers lessen trekken…. De studiedag van DIVO is alvast een mogelijkheid om tot dialoog hierover te komen. Mocht u als Bu.S.O.-directie (of andere directeur of lezer) over dit artikel of deze problematiek iets kwijt willen: aarzel niet via één van de coördinaten van de leden van onze DIVO – stuurgroep (zie achterin deze Nieuwsbrief) uw commentaar / visie te geven.
21
Ondergetekende heeft enkel in eigen naam enkele ongerustheden willen benoemen. Laten we verder het beste van onszelf en ons gemotiveerd schoolteam geven om elke leerling te geven waar hij/zij recht op geeft: het juiste onderwijs in de juiste school! Collegiale, doch bezorgde groet Paul Deprost
[email protected] (De schrijver van deze bijdrage is zijn 17de schooljaar Algemeen Directeur in een Bu.S.O. –school van het type 2 met Opleidingsvormen 1 en Opleidingsvorm 2. U kan virtueel kennis maken met deze school via www.waterkant.be) Toelichting: huidige types van scholen voor buitengewoon onderwijs • Type 1: licht mentale handicap • Type 2: matig of ernstig mentale handicap • Type 3: ernstige emotionele of gedragsproblemen • Type 4: lichamelijke handicap • Type 5: jongeren in een ziekenhuis of in een preventorium • Type 6: visuele handicap • Type 7: auditieve handicap • Type 8: leerstoornissen (enkel in buitengewoon lager onderwijs)
BESCHOUWINGEN.
6
DIVO-SPEERPUNTEN VERSUS HET REGEERAKKOORD Op de DIVO studiedag van 13 december 2013 in Antwerpen met als thema ‘Gevraagd: (hervormde) directeur m/v in 2020’ formuleerden de aanwezigen de speerpunten voor de DIVO-werking tot 2020. U kon deze speerpunten lezen in de Nieuwsbrief van juli 2014 alsook op de website (www.divo.be). We zetten ze nog even op een rij en we gaan na welke zijn opgenomen in het regeerakkoord van de Vlaamse Regering 20142019. Omkadering Wat vraagt DIVO? 1. Eén eenvoudige omkaderingsenveloppe 2. Flexibiliteit voor de aanwending van de omkaderingsenveloppe 3. Voor elke bijkomende opdracht bijkomende financiële en omkaderingsmiddelen
23
Wat stelt het Vlaams regeerakkoord in het vooruitzicht? 1. Geen aanzet tot één omkaderingsenveloppe 2. Belofte tot het inbouwen van meer flexibiliteit en autonomie voor onderwijsinstellingen om een echt personeelsbeleid te kunnen voeren 3. Geen aanzet tot bijkomende middelen bij bijkomende opdrachten, wel een belofte tot terughoudendheid in het toebedelen van nieuwe opdrachten aan het onderwijs Loon Wat vraagt DIVO? 1. Eén weddeschaal voor alle directiefuncties, ongeacht het diploma, met de mogelijkheid van een extra vergoeding voor de directeur die de eindverantwoordelijkheid draagt 2. Marktconform loon 3. Doortrekken van de geldelijke anciënniteit Wat stelt het Vlaams regeerakkoord in het vooruitzicht? 1. Geen voorstel tot één weddeschaal 2. Geen aanzet tot het marktconform maken van de verloning van een directielid 3. Geen aanzet tot het doortrekken van de geldelijke anciënniteit Regelgeving Wat vraagt DIVO? 1. Terugtredende overheid die de lokale autonomie en het beleidsvoerend vermogen van de scholen erkent 2. Aanpassing van niet onderwijsgebonden regelgeving aan de onderwijscontext 3. Vereenvoudiging van de onderwijswetgeving
Wat stelt het Vlaams regeerakkoord in het vooruitzicht? 1. De overheid bepaalt het ‘wat’, de school het ‘hoe’. De overheid schenkt het nodige vertrouwen in scholen, met ex-post controle en zo weinig mogelijk planlast. De regering belooft de administratieve verplichtingen en voorschriften voor verantwoording te verminderen. Bij de toepassing van het Kwaliteitsdecreet krijgt de eigen verantwoordelijkheid van de scholen een belangrijkere plaats. 2. Geen aanzet tot aanpassing van niet-onderwijsgebonden regelgeving aan de onderwijscontext 3. Belofte tot een regeldruk-toets bij de ontwikkeling van nieuwe onderwijsregelgeving en tot een dialoog rond het terugdringen van de voortschrijdende juridisering De vergelijking levert dus gemengde resultaten. Een heel aantal DIVOspeerpunten zijn niet opgenomen in het regeerakkoord, maar komen misschien wel aan bod in het geplande loopbaandebat. De opgenomen speerpunten moeten nog concreet worden ingevuld. In de volgende nieuwsbrief maken we dezelfde oefening aan de hand van de beleidsnota Onderwijs 2014-2019 van minister Crevits. Stijn Van Eynde
25
7
LEVEN NA DE SCHOOL. 1 september 2014 7u. Opstaan en weer doorgaan: de ontbijttafels dekken en het ontbijtbuffet klaarzetten volgens de regels van de kunst, dan koffie zetten en snel naar de bakker om verse broodjes. Ontbijt in Hotel Ri Coëme. ‘Goede morgen! Goed geslapen? Koffie of thee? Smakelijk! Sinds 2008 zijn mijn echtgenote en ik, een jonggepensioneerde leraar, schooldirecteur en in laatste onderwijslijn schoolbegeleider, gastvrouw en gastheer in een Haspengouws hotelletje met zeven (!) kamers en een wellnessruimte. 9u. Start van het nieuwe schooljaar. De eerste schooldag voor ons eerste kleinkind, Laurens. Natuurlijk glippen we er even tussenuit om dit te kunnen meemaken. Plots is het ’s morgens weer druk op de wegen en – hebben we het ooit anders geweten? – na een uitgeregende augustus is de zomerzon weer flink van de partij. Kleine Laurens mag in halve dagen naar de eerste kleuterklas en hij is minstens even opgewonden als Omi en Vake. Met zijn nieuwe ‘berenboekentasje’ op de rug stapt hij flink door de schoolpoort over de mooi versierde speelplaats. Wij mogen even mee naar zijn klasje, bij de andere kleutertjes en bij de onthaallieve kleuterjuf. Dan is het tijd voor ons om op te stappen en kan voor Laurens het grote schoolwerk aanvangen, een zachte aanloop naar een lange schoolloopbaan vol grote ontdekkingen en levenslang leren. In die uitnodigende leeromgeving van het kleuterklasje, weliswaar met beperkte middelen, is er plaats voor actief leren in doen en bewegen, uitproberen en imiteren, stilzitten en zwijgen, lachen en zingen: een perfecte mix van zelfontdekkend en probleemoplossend leren, soms zelfsturend dan weer in het ritme van de groep met de kleuterjuf als dirigent. Hier raken we de kern van goed onderwijs: een enthousiaste leraar met
een groot hart voor de leerlingen, in een activerende leeromgeving met talrijke leerimpulsen op niveau en levensecht uitdagend. Meteen is ook duidelijk waar het soms fout kan gaan in het onderwijs: vaak verouderde en onaangepaste schoolgebouwen, beperkte en soms beperkende leermiddelen, een ondermaatse leraar of te weinig geboeid in zijn leerlingen of in het vak. Problemen waaraan dringend gewerkt moet worden door politieke beleidsvoerders, door directies op school, door professoren en docenten in de lerarenopleiding. Anders verliezen we het kind in ons, dat verlangend uitkijkt naar die wonderlijke wereld met al zijn geheimen en vragend op zoek gaat naar oplossingen: van leermotivatie gesproken! Nu de rente bijzonder laag staat, in sommige gevallen zelfs negatief, is het misschien wel het uitgelezen moment om in scholeninfrastructuur en leermiddelen te investeren. En hoe maken we en houden we de lerarenjob aantrekkelijk? Morgen, in 2022, zullen we maar liefst 60.000 nieuwe leraren nodig hebben. Als we weten dat dit jaar 5.190 studenten gestart zijn aan de lerarenopleiding zal er zonder nieuwe impulsen een gigantisch tekort ontstaan. Het wordt nog erger als beginnende leraren nog moeilijker aan een vaste baan geraken en dan maar gedemotiveerd blijven scholenhoppen. Een denkpiste als één uur meer lesgeven in de tweede en derde graad versterkt niet alleen het beeld van de luie en uitgebluste leraar, maar is tevens nefast voor de opdracht van jonge leraren,
27
die dan maar moeten schuiven of verdwijnen om het rekensommetje van in te richten lesuren mogelijk te maken. Negatieve impulsen dus aan de input. Wat een contradictie! Gelukkig staat het opgeven van de vaste benoeming (nog) niet in het voorliggend regeerakkoord. 10u. Back to Business. Ontbijttafels afruimen, de afwas doen en alles weer netjes in de kasten opbergen, klaar voor morgen. Stilaan komen onze gasten naar beneden voor de uitcheck – hier ook even polsen of alles goed is meegevallen. IKZ - evaluatie en bijsturing: een opmerking, vraag of wens van een gast kan mogelijk de kwaliteit van het verblijf verhogen. Ook hier is mond aan mond reclame alleszeggend en heel erg afdoend. Tevreden gasten zullen het ongetwijfeld in hun familieen vriendenkring vaak weer hebben over hun korte weekendverblijf in dat knus familiehotelletje in de Limburg. In Haspengouw, het Toscane van het Noorden, waar het heuvelachtige landschap, de weidse vergezichten, de talrijke kastelen en grootse vierkantshoeven, de wiegende korenvelden en de overladen fruitplantages de perfecte ingrediënten zijn voor een geslaagde weekendmix. 11u. Kamers kuisen, bedden opmaken. De boekhouding even aanvullen en facturen klasseren. 14u. Incheck: nieuwe gasten verwelkomen en wat uitleg geven over wat er zoal te beleven is. Met de steden Sint-Truiden, Tongeren, Borgloon, Hasselt en Luik in de buurt komt iedereen wel aan zijn trekken: geschiedenis, cultuur, gastronomie, mode en shopping. En de natuur die hier in elk seizoen bijzonder mooi oogt: de witroze bloesempracht van de lente, de zomerkleuren van de akkers in groen en geel, de herfstkleuren van de plantages en het roodgeelgroene fruit, de witte winterlandschappen onder donkere wolken of in frêle ochtendmist.
15u. Inkopen doen in de buurtwinkel en opruimen in de tuin. 18u. De gasten verwelkomen die weer ‘thuiskomen’ en duidelijk genoten hebben van hun fietstocht of een stadsbezoek. Op het terras en in de hotelbar is het leuk kennismaken met elkaar en gezellig genieten van een lekker streekbiertje of een wijntje. 23u. Alles is weer netjes opgeruimd en klaar voor morgen. Dan ontvangen we een ploeg van vier werknemers van een West-Vlaams bedrijf, die in de buurt komen werken aan een koelcel voor de opslag van appels en peren. Dat wordt dan weer wat vroeger opstaan de volgende dagen om te zorgen voor een gevulde koffiethermos en lunchpakketten. Een goede schooldirecteur beschikt over heel wat uiteenlopende talenten en ‘skills’ – een uitstekende vooropleiding tot hotelmanagement :) Welkom in hotel Ri Coëme! Danny Billen Steenweg 35, 3870 Heers (Klein-Gelmen) www.hotelricoeme.be
29
8
STUURGROEP DIVO.
ETIENNE CARRETTE LEIEPOORT CAMPUS SINT-VINCENTIUS Leeuwstraat 3 9800 Deinze Tel. 0472 112826
[email protected] JAN DE BOECK COLOMAplus Tervuursesteenweg 2 2800 Mechelen Tel 015 42 27 03
[email protected] HILDE DE BUSSER VRIJE SINT-LAMBERTUSSCHOLEN Denis Voetsstraat 21 2260 Westerlo Tel. 014 545075
[email protected] EDDY DE LAET voorzitter Kan. Davidlaan 10 Tel. 03 4892456
SINT-GUMMARUSCOLLEGE 2500 Lier
[email protected]
LIEVEN DELVOYE O.-L.-VROUWEINSTITUUT Boeschepestraat 14 8970 Poperinge Tel. 057 334645
[email protected] PAUL DEPROST BuSO SCHOOL AAN DE WATERKANT Stropkaai 38/A 9000 Gent Tel. 09 2221584
[email protected] FRANS ENGELS ondervoorzitter SCHEPPERSINSTITUUT H. Conciencelaan 28 9230 Wetteren Tel. 09 3692072
[email protected]
THEO GORSSEN KSOM Kruisven 23 Tel. 014 202010
2400 Mol
[email protected]
KRIS LAZEURE SINT-VINCENTIUSCOLLEGE G. Gezelleplein 11 8900 Ieper Tel. 057 200559
[email protected] ISIDOOR MATHIJS WICO CAMPUS SALVATOR Collegestraat 25 3930 Hamont-Achel Tel. 011 440200
[email protected] GEERT RYSSEN BROEDERSCHOLEN HIËRONYMUS Hoge Bokstraat 41 9111 Belsele Tel. 0475 78 27 43
[email protected] ANNICK THIENPONT SINT-FRANCISCUSINSTITUUT Tuinstraat 105 9090 Melle Tel. 09 2307911
[email protected] ANN VANOBBERGHEN Stalkruidlaan 1 Tel. 02 2682977
MARIA ASSUMPTALYCEUM 1020 Brussel
[email protected]
STIJN VAN EYNDE MARIA ASSUMPTALYCEUM Stalkruidlaan 1 1020 Brussel Tel. 02 2682977
[email protected] ROBERT VERGAUWEN SINT-MICHIELSCOLLEGE Papenaardekenstraat 53 2900 Schoten Tel. 03 6585468
[email protected] KARIN WUYTS SINT-MICHIELSCOLLEGE Papenaardekenstraat 53 2900 Schoten Tel. 03 6585468
[email protected] KOEN WILS SCHOLENGEMEENSCHAP WICO Dorpstraat 93 3900 Overpelt Tel. 011 53 99 70
[email protected] JOERI VAN GILS KLEIN SEMINARIE HOOGSTRATEN Vrijheid 234 2320 Hoogstraten Tel. 03 340 40 40
[email protected] KATTY MOEYKENS BROEDERSCHOLEN HIËRONYMUS Nieuwstraat 91 9100 Sint-Niklaas Tel. 03 780 36 40
[email protected]
31
9
LID WORDEN VAN DIVO?.
LID WORDEN? Lid wordt je door 25 euro over te maken op BE 40 7330 0152 6263 t.v.v. DIVO, vermeld daarbij je naam en je school en het adres waarop je de nieuwsbrief wenst te ontvangen. WEBSITE: www.divo.be Daar vind je de actiepunten en alle basisinformatie
33
V.U.: DIVO vzw, Kanunnik Davidlaan 10 te 2500 LIER Eindredactie: Geert Ryssen, Hoge Bokstraat 41, 9111 Belsele Erkenningsnummer P508189 IBAN: BE40 7330 0152 6263 / BIC: KREBBEBB Bijdrage voor LIDMAATSCHAP DIVO: 25 EUR Website: www.divo.be Lay-out/Drukbegeleiding: Letteraap Foto’s: Lieven Delvoye