DIT IS EEN UITGAVE VERSPREID MET HET FINANCIEELE DAGBLAD. DE REDACTIE VAN HET FINANCIEELE DAGBLAD HEEFT GEEN BETROKKENHEID BIJ DEZE PRODUCTIE.
BoardroomIT Techonomy
#digitalisering
inhoudsopgave ‘Dichtregelen’ stimuleert egoïstisch gedrag
Het dichtregelen van management accounting- en controlsystemen werkt opportunistisch en egoïstisch gedrag in de hand. Prof. dr. Ivo de Loo pleit daar waar dat kan voor het ‘ontregelen’ van systemen. Lees meer op p. 3
Ondernemers verzuimen te digitaliseren
Luchthavens worden vliegensvlug smart
Uberization van de gezondheidszorg
De Googles, Apples en Facebooks van deze wereld gaan de zorg volledig op z’n kop zetten. Lucien Engelen van het Radboudumc begon een vijf jaar geleden met ‘het naar binnen brengen van ontwikkelingen in de buitenwereld’. Lees meer op p. 5 Aandacht voor jonge meiden
Jonge en talentvolle technologieondernemers verdienen een plek in de spotlights. Janneke Niessen, zelf actief in de technologiesector, zet zich daartoe in met twee tot de verbeelding sprekende initiatieven: Project Prep en Inspiring Fifty. Lees meer op p. 7 Communiceer je fouten
Wat is de beste manier om te komen tot digitalisering? Het Kenniscentrum Dienstverlening kwam tot tien ‘kernelementen’ voor een succesvolle digitalisering. Lees meer op p. 8
Door onze redactie
Veel ondernemers zijn nog niet ver genoeg met de digitalisering van hun bedrijfsvoering waardoor ze niet aan nieuwe manieren van produceren en nieuwe businessmodellen toekomen en niet toetreden tot nieuwe markten. Tot deze conclusie komt de Kamer van Koophandel na een onderzoek onder tweeduizend ondernemers dat is gerealiseerd in samenwerking met het onderzoek- en adviesbureau Moventem. Door onze redactie
UTRECHT – “Het onderzoek laat zien dat één op de vijf ondernemers weleens van smart industry heeft gehoord. Dat is iets meer dan vorig jaar, maar nog volstrekt te weinig om de vele kansen die er zijn optimaal te benutten”, zegt Claudia Zuiderwijk, voorzitter van de raad van bestuur van de Kamer van Koophandel. “Meer bekendheid door met name praktische toepassingen, ook buiten de technologische sector, is noodzakelijk om het potentieel van slimme technologie beter te benutten.” Personalisatie
Terwijl de industrie, luchtvaartindustrie, advisering en ICT vooroplopen in kennis én implementatie van zogenaamde smart
industry-oplossingen, waarbij 60 procent van de ondernemers in deze sectoren kansen ziet, is dit in niet-technologische sectoren gemiddeld de helft. Zes op de tien ondernemers ziet mogelijkheden om met slimme technologie producten en diensten op individuele klanten af te stemmen. Pakweg de helft ziet kansen in het creëren van een flexibel interactief netwerk van partners en klanten. Praktisch eenzelfde aantal respondenten ziet kansen met een snel op de marktvraag aanpasbare organisatie. Maar ook nieuwe diensten als extra klantwaarde bij het huidige product of dienst en het aanboren van nieuwe markten scoren goed bij ondernemers. Wel zien ondernemers nog een aantal belemmeringen om met smart industry aan de slag te gaan. Gebrek aan tijd, financiering en kennis in huis worden het meest genoemd. Lees meer op p.3 #overnames
‘De leerkracht blijft de killer app’
Het klassieke aanbod van statische lesmethodes voor het basis- en middelbaar onderwijs ondergaat een grote transformatie. ‘Educational Technology’ is onontkoombaar, zo is de visie van Sanoma Learning. Lees meer op p. 13 Kunstmatige intelligentie komt tot leven
Kunstmatige intelligentie is jarenlang vooral een belofte gebleven. Door de opkomst van technologieën als big data komt het fenomeen nu snel tot leven. Lees meer op p. 19 ‘Vrouwen missen rolmodellen’
Ondanks dat een meerderheid van de werknemers in de IT graag meer vrouwelijke collega’s verwelkomt, kent de sector nog veel obstakels voor vrouwen. Lees meer op p. 25
#businesmodellen
VUGHT – Banken en verzekeraars hebben onvoldoende kennis om te innoveren op digitaal gebied. Dit concluderen FinTech-bedrijf VirtualAffairs en Bureau van Dijk, aanbieder van bedrijfsinformatie, na een onderzoek van het aantal overnames van IT-partijen door banken en verzekeraars wereldwijd. De twee partijen signaleren een toename in het aantal overnames van IT-bedrijven door banken en verzekeraars. “Financiële dienstverleners hebben moeite om zelfstandig te innoveren en zoeken hun heil buiten de organisatie. Het opkopen van IT-bedrijven signaleren we dan ook als
Uit het onderzoek blijkt dat bijna driekwart van de luchthavens het beter verwerken van passagiersstromen als een van de belangrijkste redenen ziet om te investeren in IT, ten opzichte van bijna 60 procent vorig jaar. De komende drie jaar willen acht op de tien luchthavens beacons inzetten om passagiers op basis van hun locatie diensten te bieden. Een voorbeeld hiervan is het tonen van de beste looproutes door de luchthaven. Ook wil driekwart beacons gebruiken om passagiers notificaties te bieden. Daarnaast wil meer dan de helft van de luchthavens in 2018 sensoren hebben geïmplementeerd op verschillende punten in de luchthaven, zoals bij de incheckbalie, bagageband, security, wachtruimtes en voor boarding. Ook investeren luchthavens meer in apps: negen op de tien luchthavens zijn van plan een mobiele app te bieden waarmee passagiers door de luchthaven kunnen navigeren. Daarnaast wil 83 procent realtime notificaties bieden met actuele reisinformatie, zoals lokale verkeersinformatie of wachttijden bij de terminal. Kiosken
trend”, zegt Sijbrand Tieleman, Director Business Development bij Virtual Affairs.
Luchthavens hebben de afgelopen periode flink geïnvesteerd in self-service kiosken. Negen van de tien luchthavens beschikken hier nu over, ten opzichte van driekwart in 2014. Daarnaast biedt 42 procent van de luchthavens passagiers de mogelijkheid om zelf bagagelabels te printen, waarna ze hun bagage kunnen afgeven bij een bagage drop-off punt. Op de helft van de luchthavens zijn nu onbemande bagage drop-off punten.
Wereldwijde trend
Veiligheid prioriteit
Financiële dienstverleners slokken IT-bedrijven op Door onze redactie
SCHIPHOL – Luchthavens doen er alles aan om in sneltreinvaart ‘smart’ te worden. De smart-ambities worden ook ondersteund door stijgende IT-budgetten, zo blijkt uit onderzoek in opdracht van ICT-dienstverlener voor de luchtvaart SITA en de Airports Council International in samenwerking met Airline Business. Luchthaven trekken dit jaar 6,25 procent van de totale omzet uit voor IT, tegenover 5,82 procent in 2014.
De trend beperkt zich niet tot de westerse wereld, zo blijkt. Van Indonesië, Kazachstan, Taiwan tot Rusland en Brazilië: wereldwijd worden IT-bedrijven gekocht door bancaire partijen. In 2010 werden er wereldwijd elf IT-bedrijven door banken en verzekeraars overgenomen en alleen al in de eerste helft van dit jaar zijn het er 24. De VS loopt in deze trend voorop: van de 112 IT-bedrijven die de afgelopen vijf jaar zijn overgenomen, zijn er 45 afkomstig uit dat land. Daarnaast zijn er ook IT-bedrijven overgenomen uit of in Rusland (14), het VK (7), Frankrijk (6) en Tsjechië (4).
84 procent van luchthavens vindt dat de veiligheid van de passagiers en de luchthaven prioriteit moeten krijgen bij IT-investeringen. Door bijvoorbeeld realtime informatie over assets en resources te gebruiken, willen luchthavens sneller en effectiever reageren op gebeurtenissen. In 2018 zal meer dan 60 procent van de luchthavens medewerkers via hun mobiele device toegang verschaffen tot informatie over operationele problemen op de luchthaven, oftewel IROPS, zodat luchthavens in staat zijn sneller te reageren op gebeurtenissen.
02 BoardroomIT Tech
#intelligentie
Peter Schwartz (Salesforce):
Technologie wordt intiem De belangrijkste technologietrend van dit moment is ‘kleine kunstmatige intelligentie’, die het leven van consumenten en werknemers veraangenaamt. Bijvoorbeeld de melding op je telefoon of smartwatch dat je nu moet afreizen om je afspraak te halen, éénclickservices bij aankopen of het feit dat je direct herkend wordt aan de hotelbalie. Dat zegt de Amerikaanse futurist Peter Schwartz, sinds oktober 2011 verantwoordelijk voor de strategische planning binnen cloud software-aanbieder Salesforce.
Hotze Zijlstra is hoofdredacteur van BAAS Magazine en CIO Magazine.
AMSTERDAM – Peter Schwartz (1946) studeerde af in de ruimtevaarttechnologie, werkte als leraar op een high school en leidde de afdeling voor scenarioplanning binnen Shell. Hij werkte tevens voor het Amerikaanse Defense Advanced Research Projects Agency (DARPA), dat mede de basis heeft gelegd voor het huidige internet en heeft bijgedragen aan ontwikkelingen op het terrein van kunstmatige intelligentie. Naast
tal van boeken leverde hij bijdragen aan het script van films als Minority Report, Deep Impact en WarGames. De samenwerking met Salesforce komt voort uit zijn vriendschap met CEO en oprichter Marc Benioff. Die had Schwartz gevraagd te helpen bij het ‘managen van de toekomst’. Waarom heeft Salesforce een huisfilosoof nodig om de groei te helpen managen? “Ik hou me bezig met het inschatten van de grote trends en het nadenken over onze focus. De laatste jaren heb ik vooral gewerkt aan onze strategie ten aanzien van kunstmatige intelligentie. Ik zorg daarbij voor een plan voor eventuele overnames, aan te nemen mensen enzovoorts. Momenteel ontwikkelen we een activiteit als ‘design consulting’ en ‘design thinking’ voor onze klanten. Ik dénk dus niet alleen, maar dóe ook dingen. Naast mijn interne activiteiten help ik de klant de toekomst van IT te schetsen. Dat is nodig, omdat we als leverancier fundamenteel zijn voor hun business. We delen daarbij tevens onze roadmap, zodat klanten precies weten wat we binnen nu en achttien maanden zullen doen.” Is dat wat bedrijven of CEO’s van u vragen? Of wordt het specifieker? “Ik trek richting onze klanten regelmatig op met Marc. Heel vaak gaat het om een ontmoeting tussen CEO’s. We horen dan vaak dezelfde dingen. Bedrijven willen bijvoorbeeld niet ‘geüberd’ worden, waarbij hun bestaande businessmodel wordt opgeblazen door een nieuwkomer. Mijn werk is het ontwikkelen en delen van een coherente toekomstvisie, voor onszelf en onze klanten. Dat is enorm uitdagend, want het tempo van innovatie ligt hoog.” Welke van de ontwikkelingen ten aanzien van de manier waarop technologie, economie en samenleving elkaar beïnvloeden vindt u de meest interessante? “Je noemt een belangrijk punt: technologie raakt meer dan ooit de samenleving, de economie en hoe we leven. Neem de impact van de smartphone: een hub van persoonlijke diensten die je overal mee verbindt: informatie, context, mensen. Een fenomeen dat hiermee verband houdt is wat ik little artificial intelligence of little AI noem: slim-
migheidjes die de frictie of irritatie uit het proces halen. Neem de 1-click ordering bij Amazon: op de achtergrond vinden in een fractie van een seconde allerlei processen plaats: identiteitscontrole, bestelling, verzending en een nieuwe aanbeveling. Ik hoef als klant niets te doen. Niet geniaal, maar wel heel handig.” “Een ander voorbeeld: ik reisde onlangs van Rome naar Londen. Onderweg stuurde mijn hotel ter plaatse de link naar een beta-app, die ik vervolgens downloadde. Toen ik later op de dag arriveerde kwam er direct een
producten. We gebruiken daarbij lerende software, waardoor de algoritmes steeds beter worden. Het is de toekomst die we nu zien gebeuren en de impact zal groot zijn.” Wat moet de nieuwe digitale stuurman, de CIO, CDO of CIO hiermee? “Om te beginnen onderzoeken in hoeverre een klein beetje intelligentie de veelal stroeve en moeilijke interne en externe processen kan versoepelen. Denk aan goedkeuringsprocessen, betalingen, het invullen van telkens dezelfde formulieren, noem maar op. Het moet allemaal net zo simpel zijn als ‘1-click’ op Amazon. CxO’s zijn zich overigens nog niet voldoende bewust van de urgentie en de toegevoegde waarde ervan voor de klant en consument. Dat moet snel veranderen, anders zullen ze ongeacht de sector geüberd worden. Vanwege het toenemende strategisch belang is technologie overigens vooral een kwestie voor de CEO. Deze zal vooral oog moeten hebben voor hetgeen hun klanten doen met technologie, want de meeste innovatie komt van buitenaf. De consumerization en democratisering van IT zijn en blijven de belangrijkste bronnen van vernieuwing.”
“Technologie raakt meer dan ooit de samenleving, de economie en hoe we leven”
Waar zouden hedendaagse leiders zich niet meer mee bezig moeten houden? “Met de oude wereld, de oude legacy-systemen. Hoe meer energie men hierin stopt, hoe meer het ze zal hinderen in hun ontwikkeling. Het heeft geen zin om oude waarden en businessmodellen te beschermen. Denk aan Sony, dat alles in zich had om een soort Apple te worden: computers, games, gadgets, visie, design, alles. Maar in plaats van het nieuwe te omarmen verspilden ze hun energie met het beschermen van hun cd- en dvd-verkoop. Een doodlopend spoor.”
jongedame op me af die mij welkom heette en de kamersleutel overhandigde, zonder dat ik mezelf had hoeven te identificeren. Het zijn voorbeelden van kleine intelligentie, die het mensen en bedrijven gemakkelijker maakt. Als Salesforce passen we steeds meer van dit soort slimmigheden toe in onze
Hoe ziet onze nabije technologische toekomst eruit? “Realtime, intelligent, klant- en contextgeoriënteerd en internetgebaseerd. De toekomst ligt op het terrein van wat ik ‘intimate computing’ noem: een smartphone of slim horloge, dat van alles van je weet en voortdurend met je meedenkt. Iedereen zal in die zin beschikken over een persoonlijke assistent. Het maakt ons allemaal weer een beetje slimmer en gelijkwaardiger.”
BoardroomIT
Tech
#digitalisering
Vervolg van pagina 1.
KvK onderzoekt digitalisering
Ondernemers verzuimen te digitaliseren Gemiddeld gezien worden de kansen met smart industry door 41 procent van de ondernemers als belangrijk of cruciaal gezien. Uiteindelijke is innovatie pas geslaagd als er in de markt ook successen mee wordt behaald. Het aantal bedrijven dat de afgelopen 12 maanden nieuwe omzet met toepassingen van smart industry heeft gerealiseerd, is echter nog gering: ongeveer 13 procent geeft dit aan. Per sector zijn de verschillen aanzienlijk. De luchtvaartindustrie scoort met 35 procent het hoogst, in de industrie realiseert 30 procent van de bedrijven nieuwe omzet en in de ICT-sector is dit 20 procent. Maar bij de meeste bedrijven brengen slimme oplossingen nog weinig geld binnen, meestal minder dan 10 procent nieuwe omzet. Opvallend genoeg is het percentage bedrijven dat stelt dat de smart industry het bedrijf niet gaat raken, gestegen van 28 procent in 2014 naar 41 procent in 2015. Na toelichting van de term smart industry geeft 26 procent van de bedrijven in 2015 aan dat deze ontwikkeling het bedrijf gaat raken tegenover 45 procent in 2014.
#organisatie
Accountmanagement en control moeten humaner
‘Dichtregelen’ stimuleert egoïstisch gedrag
Door onze redactie
BREUKELEN – Als management accounting- en controlsystemen de activiteiten van werknemers teveel ‘dichtregelen’, gaan zij zich juist opportunistisch en egoïstisch gedragen. Prof. dr. Ivo de Loo pleit daar waar dat kan voor het ‘ontregelen’ van systemen om de capaciteiten van werknemers beter te benutten. “Je ziet vaak dat er dan in groepen vanzelf cohesie ontstaat en zelfcorrigerend gedrag optreedt.” Vaak wordt aangenomen dat management accounting- en controlsystemen in organisaties nodig zijn om te voorkomen dat werknemers opportunistisch handelen en voornamelijk hun eigen belangen behartigen. Daarmee gaan veel organisaties, maar ook onderzoekers, te kort door de bocht. Dat stelde prof. dr. Ivo de Loo in zijn oratie, waarmee hij op 13 november jongstleden officieel zijn ambt als hoogleraar aan Nyenrode Business Universiteit aanvaardde. Met zijn Leerstoel Management Accounting & Control beoogt De Loo een meer persoonlijke benadering van management accounting en control, en het onderzoek daarnaar, tot stand te brengen. Negatief mensbeeld
Management accounting en control behelst het leveren van informatie aan het management van een organisatie om strategische,
tactische en operationele beslissingen te nemen, en een organisatie te besturen. De Loo is echter van mening dat we misschien wel doorgeslagen zijn in de gedachte dat ‘meten weten is’, en dat er daarom zoveel mogelijk gekwantificeerd en gemonitord moet worden in organisaties. “Organisaties willen uiteraard daar waar dat kan risico’s wegnemen, wat een extra reden is om het gedrag van werknemers in kaart te brengen. Dit kan echter op gespannen voet komen te staan met de zingeving die werknemers halen uit, en de betekenis die zij geven aan, hun werk. Als de hele organisatie ingericht is op het voorkomen van incidenten, wordt waarschijnlijk veel creativiteit en innovativiteit ondermijnd”, zo stelt De Loo. De Loo roept organisaties daarom op om zichzelf af te vragen of ze niet teveel vastgelegd hebben in de bedrijfsvoering. “Er kan bijvoorbeeld gekeken worden of regels omtrent kledingvoorschriften, procedures over werktijden, inklokken, uren schrijven en vaste werktijden niet de beoogde doelen voorbijstreven.” Beoogd onderzoek
Ivo De Loo wil met zijn Leerstoel met name gaan onderzoeken hoe werknemers hun werk zelf ervaren en hoe zij hierop reflecteren. “Ik ben ervan overtuigd dat deze verhalen, over het dagelijkse reilen en zeilen binnen organisaties, op termijn een meer persoonlijke en humanere benadering van management accounting en control tot stand kunnen brengen.” #digitalisering
‘Telecomaanbieders moeten slagvaardiger worden’ BoardroomIT Colofon: Hoofdredactie: Arnoud van Gemeren Eindredactie: Ferry Waterkamp Correcties: Arnoud Lamboo Medewerkers: Chantal Burink, Hans Lamboo, Sytse van der Schaaf, Felix Speulman, Ferry Waterkamp, Hotze Zijlstra Fotografie: Clemens Rikken, Menno van Eekelen, Roelof Pot, Mark van den Brink, iStock by Getty Images Manager Vormgeving: Mathieu Westerveld Drukwerk: PRinterface Sales & Business Development Director: Bart de Vaan Meer informatie over branded content en adverteren in BoardroomIT: Manager Media: Jeffrey Ploeg (
[email protected]) Uitgever: Rob Beijleveld, ICT Media BV Laan van Voorburg 1 5261 LS, Vught t 073-6140070
[email protected] © ICT Media BV, Vught 2015.
Door onze redactie
AMSTERDAM – Telecommunicatiebedrijven kunnen een belangrijke rol spelen als spil in het onderling verbinden van klanten en ondernemingen, maar daarvoor moeten ze wel vernieuwen. Dat zegt ICT-dienstverlener Atos in een recent whitepaper. Er zijn nu ongeveer 4,5 miljard smartphones, 2,5 miljard mensen actief op sociale netwerken en meer dan 25 miljard apparaten online. Onze maatschappij ontwikkelt zich steeds meer tot een ‘many to many’-wereld waarin een enorme hoeveelheid data circuleert die waarde heeft voor consumenten maar vooral voor aanbieders van producten en diensten. Dit betekent dat een nieuwe marktplaats voor aanbieders en gebruikers is ontstaan, hetgeen Atos de ‘Economy of Data’ noemt. In de data-economie kunnen telecombedrijven een cruciale positie innemen van-
wege hun enorme klantenbestanden en hun vermogen om in realtime klantinformatie te verwerken, waardoor zij rijkere klantprofielen kunnen genereren dan andere partijen. Hierdoor kunnen ze een centrale en leidende rol in de data-economie opeisen, aldus Atos. Maar om de focus op data-analyse te vergroten, zouden zij nieuwe businessmodellen moeten ontwikkelen, innovatief en slagvaardiger worden en klanten centraal stellen. Voordat telecomoperators die slag kunnen maken, zullen ze consumenten uit moeten leggen dat samenwerking in hun voordeel kan werken, zegt Atos. Een dataactivator moet de consument ook in staat stellen zijn of haar eigen profiel te beheren. Zo’n profiel wordt de eigenaar voorgesteld op basis van algoritmes en intelligentie, maar de consument kan deze resultaten zelf manipuleren. Atos denkt dat telecomoperators in drie jaar zover zijn dat consumenten de manier waarop zij worden benaderd met advertenties en aanbiedingen zelf kunnen beïnvloeden.
03
@rob_beijleveld
Column
Techonomy is business
Waar IT vroeger saai en moeilijk was, is het tegenwoordig iets van alle mensen. Het is daarmee de belangrijkste aanjager van nieuwe en bestaande business geworden. Zelfs onze moderne samenleving en economie worden voor een groot deel door technologische vondsten mogelijk gemaakt. En dat leidt vervolgens weer tot nieuwe ideeën en activiteiten. Dit nummer van BoardroomIT spreekt in dat licht van een nieuw fenomeen: ‘techonomy’, de samensmelting van technologie, maatschappij en economie. Dat vraagt binnen organisaties om een andere omgang met informatietechnologie. De rol en het profiel van de traditionele IT-bestuurder moeten op de schop, en ook het gedrag en de cultuur binnen organisaties als het over technologie gaat zijn aan een grondige herijking toe. Hetzelfde geldt voor de competentieprofielen binnen RvB’s en RvC’s en de mogelijke ontwikkelpaden voor de traditionele IT-verantwoordelijken op dit terrein. Heldere visie
De weg van IT naar techonomy vraagt bovendien om een heldere visie op technologische ontwikkelingen zelf: denk aan sensoren, nanotechnologie, robotica en artificiële intelligentie. Het vraagt ook visie op de economische kant van de zaak: de ontwikkeling van ICT als kostenpost naar value, en van supportive naar enabling. Binnen dit veranderende speelveld zijn het aantal dienstjaren en de opgedane IT-vaardigheden niet meer zo belangrijk. Het gaat om ondernemerschap, communicatie, snelle en succesvolle implementatie van technologie en gedachtegoed. De leiders van nu moeten begrijpen hoe de economie, samenleving, de business en daarmee de operationele modellen veranderen! Wisselwerking
Het gaat ook niet om de hiërarchie maar om de wisselwerking; zeker in een tijd waarin RvC’s en vooral CEO’s steeds meer begrijpen dat ze van command & control naar mission control moeten. CIO’s, CDO’s, CEO’s, CMO’s, iedereen die het momentum ziet en pakt is welkom binnen de techonomy. Wie het niet snapt mag binnenkort op zoek naar een andere uitdaging. Rob Beijleveld (
[email protected]) is CEO van ICT Media, uitgever van o.a. BaaS, CIO Magazine, TITM, OM , BoardroomIT en IT-Executive.nl
04 BoardroomIT Techonomy
#CIO of the Year
Business voor technologie Bernhard van Oranje is medeoprichter van Levi9 Global Sourcing en juryvoorzitter van de CIO of the Year Award. Fotografie: Jesaja Hizkia
AMSTERDAM - In een wereld met een snel voortschrijdende digitalisering wordt de technologie zelf steeds minder belangrijk. Het gaat om de uitwerking ervan en wat dat voor de business van een organisatie betekent. Niet meer IT als productiemiddel maar IT als onderdeel van het product. Als jury van de CIO of the Year Award kwamen we na onderzoek uit op een andere winnaar dan een standaard CIO. De totaalscore van het kwalitatieve en kwantitatieve onderzoek door The Boston Consulting Group (BCG), het intensieve leiderschapsassessment en zijn aanwezigheid en erkenning binnen de Nederlandse community van IT-verantwoordelijken wezen al snel naar Arnoud Klerkx. Slimmer leren
Wat Klerkx anders doet, doet zijn functietitel Chief Business Technology Officer al een beetje vermoeden. Hij laat de technologie versmelten met de business van Sanoma. Van de jaaromzet van 2 miljard euro realiseert zijn divisie Sanoma Learning ‘slechts’ 300 miljoen. Maar belangrijker is dat zijn divisie maatschappelijk veel betekent. Door het juist inzetten van technologie maakt hij het leren voor kinderen leuker met ‘gamification’. Het omzetten van klassieke schoolboeken naar
digitaal lesmateriaal krijgt daardoor een meerwaarde. Hij haalt er meer uit door opnieuw naar het materiaal te laten kijken. Daarnaast zet hij big data in om ervoor te zorgen dat het leerproces effectiever wordt. Op basis van een analyse krijgt ieder kind een eigen leerpad, waarbij algoritmen de route bepalen. Zo kan er meer uit kinderen worden gehaald dan met niet-gedigitaliseerd lesmateriaal mogelijk zou zijn. Verandering
Het echt andere is dan dat Klerkx tevens een maatschappelijke verandering op gang weet te brengen, terwijl hij voor zijn bedrijf echt een verschil weet te maken. Het toont namelijk Sanoma de weg om het hele bedrijf effectiever te digitaliseren. Dat is belangrijk, want de business en de IT versmelten meer en meer tot een geheel waar de technologie een onderdeel van is. De moderne CIO onderkent die verandering en geeft dat handen en voeten door niet langer te denken als IT-man vanuit de technologie, maar juist als iemand die zich aangetrokken voelt tot de business en daar ook passie voor heeft. Vanuit die passie kleurt hij de technologische vraagstukken in. Hoe mooi technologie ook is, wanneer het niet aansluit bij de organisatie levert het weinig op. De CIO van het Jaar hoeft dan ook niet automatisch ‘CIO’ als functietitel op zijn of haar kaartje te hebben staan, maar moet wel technologie op de juiste manier weten te kneden om de onderneming verder te helpen. Dat is geen lichte taak, maar wel een hele mooie.
#organisatie
Techonomy vraagt om nieuwe besturing IT
Hoe voorkomen we nieuwe sjoemelsoftware? Albert Sprokholt is Principal Consultant bij Anderson MacGyver.
HOUTEN – Vergeet het uitgangspunt dat IT ergens centraal in de IT-organisatie moet worden bestuurd. IT is inmiddels overal in de organisatie: dat betekent dat moet worden vastgesteld waar welk aspect van de IT-besturing het beste kan worden neergelegd – soms in de business, soms centraal bij IT of bij Control. Samenwerking in het ITdomein is daarbij cruciaal voor succes. De focus van het management verschuift van intern – zorgdragen voor een goede besturing van IT-resources – naar extern: hoe kunnen we waarde creëren voor onze klanten door gebruik van IT, zoals een slimme thermostaat, een dienst om het energieverbruik af te stemmen op de prijzen van de energiespotmarkt, of een medische behandeling waarbij een arts je begeleidt via een app op je mobiele telefoon. IT maakt deel uit van ons verdienmodel: techonomy. Techonomy impliceert nieuwe IT-diensten aan klanten, die ondersteund moeten worden, met alle toeters en bellen die daarbij horen: het continu inspelen op de beleving van de klant, gebruiksondersteuning, continue vernieuwing, beveiliging, aansprakelijkheid en voldoen aan wet- en regelgeving. Producten en diensten voor klanten worden dicht bij de markt ontwikkeld, liefst
met inbreng van klant-gebruikers onder aansturing van managers die verantwoordelijkheid dragen voor deze diensten. Dus decentraal in de organisatie. Maar hoe besturen we dat? Hoe zorgen we dat investeringen renderen en dat we de risico’s kennen en beheersen: de kenmerken van goede governance. Hoe voorkomen we ongelukken zoals bijvoorbeeld sjoemelsoftware? Er zijn een aantal aspecten die moeten worden aangestuurd: • Duidelijkheid over missie en visie van de organisatie: iedereen weet wat er verwacht wordt, kent de strategie en is geïnformeerd over normen van de onderneming. Dit doen we, dit is de speelruimte en daar ligt de grens. Wees duidelijk over de rol die IT speelt in de visie en de strategie van de organisatie. Producten en diensten worden getoetst aan visie en strategie. • Financiële analyse op investeringen en continue monitoring van kosten en opbrengsten. Er wordt kennis opgebouwd over wat werkt, wat niet werkt, wat het oplevert. Het rendement moet aantoonbaar zijn: bestuur de investeringen in IT als een soort van mini venture capitalist. • Werken onder architectuur en modulair bouwen. Dit vereist dat er een visie is op ‘waar we heen gaan’: wat zijn de eerste bouwstenen, en wat zijn de volgende? Hierdoor worden continuïteit, aansluitbaarheid en onderhoudbaarheid gewaarborgd. • De mogelijkheid om te experimenteren,
•
•
•
•
•
pilots te doen en volledig opnieuw te starten als de complexiteit te groot wordt of als de dienst niet voldoet. De keuze voor een technologisch platform is een strategische keuze: deze wordt bepaald door de markt en technologische ontwikkelingen in de sector. IT in producten en diensten worden ontwikkeld met technologie die als open standaard beschikbaar is: dit staat garant voor flexibiliteit en connectiviteit. Er is beleid rondom standaards die worden toegepast. Multidisciplinaire teams waarin experts uit de business, marketing, ontwerp (design) en IT samen nieuwe IT-diensten ontwikkelen. Opslag, uitwisseling en verwerking van gegevens voldoen aan eisen op gebied van wet- en regelgeving en beveiliging; het gebruik van data in advanced analytics (big data) is voorzien. Kennisopbouw over wat we leren is essentieel. In de slipstream van dit soort nieuwe diensten wordt veel kennis opgedaan over klanten, markten en de economics van bedrijfsprocessen die de nieuwe diensten ondersteunen. Dit is een bron voor de nieuwe innovaties.
Kansen
IT is een onmisbaar strategisch onderdeel van de bedrijfsactiviteiten van iedere organisatie. Anders dan vroeger is IT onderdeel van eindproducten of diensten, zoals elektronisch bankieren, webwinkels, auto’s
en consumentenapparatuur. Maar ook zorgt IT ervoor dat nieuwe informatie en kennis wordt gehaald uit de grote hoeveelheid data die we vandaag de dag vastleggen of
“IT maakt deel uit van ons verdienmodel” betrekken uit externe bronnen. In plaats van het toetsenbord komt steeds meer data beschikbaar via sensoren: realtime en met hoge betrouwbaarheid. Hierdoor ontstaan kansen voor nieuwe diensten, maar ook verbetering van interne processen.
BoardroomIT
Techonomy
05
#gezondheidszorg
Lucien Engelen (Radboudumc):
Uberization van de gezondheidszorg De Googles, Apples en Facebooks van deze wereld gaan de zorg volledig op z’n kop zetten. De veranderingen komen dus overal vandaan, maar veelal niet vanuit de sector zelf. “Een kleine vijf jaar geleden ben ik begonnen met het naar binnen brengen van ontwikkelingen in de buitenwereld”, aldus Lucien Engelen, bij Radboudumc directeur van het REshape Center for Innovation.
Hotze Zijlstra is hoofdredacteur van BaaS Magazine en CIO Magazine. Fotografie: Clemens Rikken
NIJMEGEN – De strategie achter het programma REshape is partijen als Apple, Salesforce en Philips te helpen navigeren in de voor hen nog goeddeels onbekende wereld van de zorg. Waar mogelijk worden deze bedrijven de juiste richting in geduwd. Met Philips en Salesforce ontwikkelde Engelen het veelgeroemde Hereismydata: een combinatie van een persoonlijk gezondheidsdossier, een online community voor patiënten, hun familieleden en zorgverleners, maar ook een connectiviteitsplatform voor medische apparatuur, wearables en apps. Met Apple werkt Radboudumc mee aan de HealthKit. “Samen met het Britse Cambridge waren we als enige universiteiten buiten de VS betrokken bij de start.”
Kaak en aangezichtschirurgie Stefaan Bergé die zich richt op kinderen met een hazenlip, hoorde zijn verhaal aan en samen kwamen ze op het idee voor een serious game, waarmee patiënten zelf iets aan hun ziekte kunnen doen. Dat was niet gebeurd als we niet de juiste sfeer zouden creëren om die wisselwerking te bevorderen.” Trojaans paard
“Wij verkopen niets, ons product is beweging creëren en de richting duiden”, zegt Engelen. “We scouten voortdurend welke nieuwe technologie op ons af komt en hoe we deze kunnen inzetten voor anderen binnen de organisatie. In die zin is techniek een Trojaans paard. Ik was de eerste Nederlander met de Google-bril en chirurgen belden mij op om dat ding te komen bekijken. Een halfuur later ging het gesprek over houding, gedrag en de IT-gedreven innovatie in de buitenwereld.” “Waar in het buitenland innovatiecentra vaak opgezet zijn om patenten te ontwikkelen, dient onze rol binnen Radboudumc niet direct een economisch doel”, vervolgt Engelen. “Misschien zijn we daardoor in het begin niet door iedereen even serieus genomen, al veranderde dat sterk toen de samenwerking met partijen als Apple en Google op gang kwam. Ook aandacht van de internationale pers kwam als geroepen, bijvoorbeeld in het kader van onze samenwerking met Philips en Salesforce. Het besef ontstond dat zorginnovatie vanuit een totaal andere hoek komt.”
dervinden en roepen dat het artsengilde niet meewerkt, zijn volgens Engelen hun eigen problemen aan het veroorzaken. “Die creëren hun eigen concurrentie door niet mee te bewegen.” De innovatiebaas constateert tevens dat CIO’s in de zorg vaak te druk zijn met het rationaliseren van systemen en de implementatie van EPD’s, kostenbesparingen, enzovoorts. “Onze eigen toenmalige CIO had destijds geheel andere zaken op de bril. Terecht, want kijk eens hoeveel complexiteit je binnen een ziekenhuis te managen en integreren hebt met ziekenhuisinformatiesystemen en EPD’s. Ga er maar aan staan! Logisch dat je hoofd niet staat naar
Draagvlak
Het REshape Center van Radboudumc doet alles in het belang van patiënten en betrekt hen vanaf het allereerste moment, veelal in de vorm van een ‘patient journey’ als variant op de bekende customer journey: een combinatie van luisteren, begrijpen en vormgeven. “Wij vragen wat patiënten bezighoudt en wat zij wensen. Door patiëntenorganisaties en individuen achter je te krijgen, creëren we draagvlak bij dokters en andere interne belanghebbenden. Bij weerstand verwijs ik naar verstorende innovaties zoals Uber en Airbnb, die als een vloedgolf over traditionele businessmodellen heen denderen. Je kunt je kop in het zand steken en hopen dat het overgaat, maar dat is een illusie. De uberization of
Overbodig
Randvoorwaarden
Veel van die vormen van wisselwerking komen binnen Radboudumc volledig toevallig tot stand. Wel zijn de benodigde randvoorwaarden geschapen. “We schenken hier de beste koffie van het ziekenhuis. Je kunt niet voorstellen hoe belangrijk die automaat voor ons is. We hebben hier bovendien iedere woensdagochtend het REshape-ontbijt. Om 8.00 zetten we de boterhammen, hagelslag en pindakaas op tafel en iedereen die dat wil, stelt zich voor en schuift aan.” Jurriaan van Rijswijk van Games for Health, was zo’n bezoeker. Zijn doel is Europese deskundigen op het gebied van gaming en simulatie en deskundigen uit de medische sector samen te brengen, met als beoogd resultaat om kennis en ervaringen uit te wisselen en te verspreiden op de kruising van de vier disciplines: gaming, simulatie, medische diagnose en medische behandeling. Engelen: “Hoogleraar Mond-
“Ons product is beweging creëren en de richting duiden”
healthcare noem ik het, is een feit. De markt verandert onder druk van patiënten en nieuwkomers; instituten zoals de FDA in de VS gaan erin mee en voor je het weet sta je als zorginstelling buitenspel in een veranderde wereld.” Ziekenhuis-CIO’s die intern hinder on-
met het verdienmodel van de leverancier – wist ík veel. De deur bleef dus dicht. Ik ben toen zelf maar begonnen en inmiddels rollen we de tweede generatie uit met agendafunctie en sms-alerts.” REshape heeft door lobbywerk en voorbeeldgedrag meegeholpen aan een traject dat leidde tot een brief aan de Tweede Kamer van de minister met daarin een aantal doelstellingen: zo moeten alle patiënten binnen vier jaar kunnen beschikken over hun eigen gegevens, bovendien moeten binnen die periode alle mensen die thuis zorg krijgen 24 uur per dag kunnen videobellen met hun zorgverlener. “Dat gaat helpen.” De legacy-kastjes zullen vooral nog dienst doen als grote schermen nodig zijn en er tegelijk met het EPD gewerkt moet worden. Engelen is niet bang voor disruptie op disruptie: straks videobelt iedereen misschien wel via Skype of FaceTime. “Dat gaat gebeuren, maar niet voor alles. De wet schrijft bijvoorbeeld voor dat vertrouwelijke videocommunicatie en data-uitwisselingen in het kader van ‘veilige zorg’ alleen via voor de zorg geldende beveiligde kanalen mag gebeuren. En als Skype en andere daar aan voldoen: prima!”
leuke innovaties.” Vandaar dat de combi van een ‘losstaand’ innovatiecentrum naast de reguliere processen hout snijdt. Creatief zijn
Ziekenhuizen zouden harder moeten nadenken over hun businessmodel en de eventuele toegevoegde waarde van IT. Soms staat innovatie haaks op de bestaande modellen en investeringen. “Dan moet je gewoon creatief zijn en doorzetten. Neem onze eigen videodienst Facetalk: daar was drie jaar geleden geen geld voor beschikbaar. Ziekenhuizen konden bovendien al videoconferencen via kastjes aan de muur. Maar ik wilde dat patiënten thuis via hun iPad met de dokter konden praten. Toen ik opperde dat die kastjes eruit moesten, hield ik geen rekening
Engelen hecht eraan te geloven dat de rol en functie van hemzelf en REshape overbodig worden. Hij vreest echter dat de praktijk anders is. “Toen we startten, lag de focus sterk op sociale media: we waren het eerste ziekenhuis dat hiermee aan de slag ging. Dat loopt nu, maar is niet langer een onderwerp dat ons nog enorm bezighoudt. Vervolgens gingen we aan de slag met videocommunicatie, en ook dat staat inmiddels. Later kwamen de monitoringtools. Met Philips en Salesforce bouwen we een platform waarmee we verschillende ecosystemen op dit gebied kunnen koppelen. Binnen een jaar verschijnt er vast iets anders op de radar – er loopt nu in feite al een hoop ónder de radar.” “We staan nog maar aan het begin”, concludeert Engelen. “De bestaande modellen komen door allerlei nieuwe technieken en andere waarden die de maatschappij eraan stelt, onder druk te staan. Ook moeten we deze hele ‘renaissance’ goed onderzoeken en proberen te duiden. Ik noem het programma dat ik hiervoor schreef Digital Health(care) Transformation, want dat is het: een hervorming gedreven door een vooral digitaal karakter van gezondheidszorg naar gezondheid. Dat raakt álles.”
BoardroomIT
Techonomy
#wetgeving
07
#strategie
Project Prep
Aandacht voor jonge meiden en startups Hotze Zijlstra is hoofdredacteur van BAAS Magazine en CIO Magazine.
AMSTERDAM – Jonge en talentvolle technologie-ondernemers verdienen een plek in de spotlights. Janneke Niessen, zelf actief in de technologiesector, zet zich daartoe in met twee tot de verbeelding sprekende initiatieven: Project Prep en Inspiring Fifty. In het kader van Project Prep werd onlangs in Amsterdam het eerste jaarlijkse Award-gala gehouden om jonge meiden enthousiast te maken voor technologie. Slimme en creatieve meiden werden uitgedaagd na te denken over een bedrijf dat ze zouden willen starten, om vervolgens hun beste plan in te dienen. De vijftig beste, leukste en meest originele ideeën zijn daarbij voor het voetlicht gekomen tijdens een gala. Deelnemers konden daarbij rolmodellen ontmoeten die ze alles konden vragen over het starten van hun bedrijf. Ontwrichten
“We moeten meisjes van tussen de 8 en 16 jaar stimuleren na te denken over het bedrijf dat ze zelf zouden willen opbouwen”, zegt Janneke Niessen over haar initiatief. “Zijn ze de oprichters van de nieuwe Instagram, Facebook, TomTom, Apple of Google? Welke sector gaan ze ontwrichten? Waarom zouden ze niet de volgende Mark Zuckerberg kunnen zijn? Er is geen enkele reden waarom dat niet zou kunnen. Het gaat erom groot te denken.” Technologie wordt volgens de Amsterdamse innovatiebaas van advertising-technologiebedrijf Improve Digital steeds belangrijker. “Met Project Prep willen we jonge meiden graag laten zien hoeveel mogelijkheden technologie biedt, hoe relevant het is, hoe creatief het is en bovenal hoe leuk.” Ze krijgt bijval van Neelie Kroes, die samen met haar werkt aan de goede zaak: “Coding-, ICT- en andere hightech-ontwikkelingen leiden tot geweldige producten en diensten die de wereld verbinden”, aldus de oud-eurocommissaris. “Voor deze uitvindingen is veel creativiteit nodig. En dat is waar meiden goed in zijn.” Project Prep zal de doelgroep online van tips voorzien over ondernemen, leren programmeren en het werken in technologie. Naast de Project Prep Awards worden gedurende het jaar diverse mentor-events georganiseerd, is er Friends of Technology en diverse andere activiteiten. In het kader van het initiatief bracht Niessen een meidenboek uit in samenwerking met kinderboekenschrijfster Niki Smit en illustratrice Josselin Bijl.
Cloudpartijen zonder focus zijn luchtkastelen Mijn dochter leerde mij een truc. Als je op één been wilt staan, zoals een ooievaar, moet je heel gericht naar een klein vlekje op de vloer kijken. Dan blijf je staan. Kijk je naar meerdere punten, dan val je om. Focus heet dat. En dat is nu precies waarom Amazon het zo voortreffelijk doet in de technologie, de economie én de samenleving. Maar hoe lang?
Inspirerend
De wegen van Neelie Kroes en Janneke Niessen kruisen elkaar andermaal als het gaat om het project Inspiring Fifty. In samenwerking met StartupDelta zullen eind mei 2016 de meest inspirerende vrouwen uit de Europese technologiesector samenkomen in Amsterdam. Het doel is het promoten en stimuleren van diversiteit binnen het technologiedomein. Daarbij wordt onder meer het belang van leren programmeren benadrukt, ondernemerschap en het doorbreken van rolpatronen. Het evenement dat in samenwerking met StartupDelta wordt gehouden, is tevens bedoeld om rolmodellen meer zichtbaar te maken, en te laten zien wat er in de wereld al is gedaan om diversiteit te verbeteren en wat daar de resultaten van zijn: diversiteitsquota, programmeerles, geen onderscheid tussen jongens- en meisjesspeelgoed. Niessen: “Van jongs af horen meisjes dat ze later voor de kinderen zorgen, het huishouden doen en gaan koken. Jongens spelen intussen met autootjes. Hoezo die rolverdeling? Dit alles willen we onder de aandacht brengen, conclusies trekken en anderen inspireren. Laten ziet wat kan, in plaats van zeggen wat niet mogelijk is.”
eisen. We want it all. And we want it now. En we krijgen het nu. Alles is beschikbaar, bereikbaar en betaalbaar. Dankzij bijvoorbeeld Amazon. Nu zijn er flink wat bedrijven die hetzelfde willen als Amazon. Allicht. En wat ze vooral willen: een toonaangevende rol in de cloud. Maar het lukt niet. Google legt het af en Microsoft moet miljarden investeren. Net als Rackspace, dat nu een propositie heeft die juist ondersteuning verleent aan diensten als die van Amazon en Microsoft. If you can’t beat them, join them. Atos heeft haar gewaagde en ambitieuze strategie met Canopy ook moeten bijstellen. HP is met Helion afgehaakt op de public cloud. En hoe komt dat? Door de focus. Of het gebrek eraan. Amazon heeft zo’n 100.000 ontwikkelaars die uitsluitend gericht zijn op de cloud. Microsoft en Google doen het ‘erbij’, die hebben ook nog de zelfrijdende auto, de glasses en het Internet of Things. Dat is een keuze. Zelf doe ik aan wielrennen. En niet ook aan squash en niet ook aan golf. Mijn focus is gericht op de bergen. Mijn dochter kijkt naar het vlekje op de vloer, als ze een rekoefening op één been doet. Als je iets doet, doe het dan goed. Massaal tappen
Paul Cornelisse is directeur bij benchmark- en sourcingsadviesorganisatie METRI Group.
SCHIPHOL-RIJK – Amazon is het voorbeeld hoe technologie, economie en de samenleving bij elkaar komen. Aanvankelijk leverde het bedrijf muziek en boeken op bestelling, later is daar opslagcapaciteit bijgekomen: de public cloud. Alles is beschikbaar, bereikbaar en tegen minimale kosten te verkrijgen. Wie (even) veel storage nodig heeft ‘huurt’ een server bij Amazon en met een muisklik heb je een hoeveelheid extra capaciteit waar we een paar jaar terug nog niet van durfden dromen. Dit betekent dat je vrij eenvoudig (en tegen geringe kosten) een eenheid extra product kunt ontwikkelen, waarna je die slim plugt via de sociale kanalen en voor je het weet is er een hype. Geweldig toch? Bedrijven en particulieren, de samenleving, stelt ook steeds hogere
Amazon kan dus op zijn lauweren rusten? Heeft het bedrijf van niemand wat te duchten? Integendeel. De achilleshiel van Amazon lijkt haar afkomst. We hebben het over een Amerikaans bedrijf en aan Amerikaanse internetbedrijven kleven nogal wat nadelen. En die bevinden zich vooral op het pad van de security. Zo is de dienst Safe Harbor in het leven geroepen
“De achilleshiel van Amazon lijkt haar afkomst” om de inlichtingendiensten in de VS op hun wenken te bedienen. Want die willen bij alle gegevens kunnen die via Amazon binnenkomen. Uw gegevens dus. Zoals we van Edward Snowden weten worden de
gegevens massaal afgetapt voor spionageen antiterreurdoeleinden. In Europa vinden we Safe Harbor nogal indruisen tegen onze privacyrechten. Max Schrems, Oostenrijks privacyvoorvechter en luis in de pels van Facebook zegt: ‘We hebben absoluut geen enkele controle op wat Facebook doet met privéberichten, posts, IP-adressen en alle data die ze hebben van je telefoon-apps. En je mag niet eens zien wat ze ermee doen. Het enige waar ze over praten is de zichtbare front-end. Waarom Facebook dat doet? Omdat iedereen zou flippen als ze zien wat er met onze data gebeurt.’ Oorlog
En nu staat naast onze eigen KPN (‘Veilig uw gegevens dichtbij...’) ook T-Systems op. Net als T-Mobile een kind van Deutsche Telekom, een van de grootste IT-service bedrijven van Europa. Van Duitsers is bekend dat ze overdreven zelfkritisch zijn en arrogant, zoals analist Jens Jenssen van Die Zeit al eens zei. T-Systems wil de oorlog aangaan met Amazon. En een oorlog is het. De klant, de samenleving, merkt er niets van, maar achter de schermen wordt keihard gevochten. Oog om oog, tand om tand. En de Duitsers hebben een imposante ‘partner in crime’ in het Chinese Huawei, met wie ze met de Open Telekom Cloud de hemel gaan bestormen. Het is best arrogant te denken dat het een succes wordt. Maar het kán wel een succes worden. Een succes gestuwd door chauvinisme. Want veel Europese bedrijven (en consumenten) keren zich tegen de Amerikaanse conglomeraten, vanwege de vergaande privacyschendingen die nogal een onveilig gevoel geven. Maar ook omdat het wij-gevoel voor de VS aan deze kant van de oceaan ontbreekt. Zelf zit ik op Spotify. Apple gooit mij intussen dood met aanbiedingen dat ik Apple Music als de sodemieter moet downloaden. Maar Spotify is Zweeds, Europees. Dus kies ik voor Spotify. En wat ook zo mooi is: de Duitsers en Chinezen hebben focus. Vanuit China gaan zo’n 100.000 ontwikkelaars aan de slag. Kijk, dat lijkt er tenminste op. En wat gaan SAP, IBM en Oracle nu doen? Mengen zij zich nu ook veel nadrukkelijker in het strijdgewoel? Gigantische partijen die met een technologische en economische blik hun focus richten op de samenleving. Dat kan maar één winnaar opleveren: u.
08 BoardroomIT Techonomy
#overheid
10 tips voor een succesvolle digitale dienstverlening
Communiceer je fouten Door onze redactie
VUGHT – Gemeenten die vooroplopen in de digitalisering van hun dienstverlening nemen alle dezelfde tien elementen in acht. Ze doen dat wel op hun eigen manier, passend bij de aard en de vraagstukken van de gemeente. De tien elementen zijn beschreven in het rapport ‘Tien elementen voor succesvolle digitale dienstverlening’ van het Kenniscentrum Dienstverlening, onderdeel van het Kwaliteits Instituut Nederlandse Gemeenten (KING). Het Kenniscentrum Dienstverlening heeft onderzoek gedaan onder tien gemeenten die vooroplopen in digitalisering. Ook is er een enquête gehouden onder de contactpersonen van het centrum. Samen leverde dit tien ‘kernelementen’ voor een succesvolle digitalisering van de gemeentelijke dienstverlening. 1. Inbedding in de organisatie
De koplopers in digitalisering hebben alle hun projecten zo hoog mogelijk in de organisatie ingebed. Steun van het college, de gemeentesecretaris en de directeur dienstverlening is essentieel voor het welslagen van het project. Digitale dienstverlening is een primair proces van de gemeente en hoort daarom in de lijnorganisatie ver-
ankerd te zijn, die ook inhoudelijk bij het project betrokken moet zijn.
5. Ruimte om te experimenteren
Idealiter wordt de politiek nauw betrokken bij digitaliseringsprojecten. Als er geen politieke betrokkenheid bij het onderwerp is, moeten college en raad op de hoogte worden gehouden over plannen en voortgang van een project.
Digitalisering betekent een nieuwe manier van diensten verlenen. Dit is alleen te realiseren als er ruimte is voor experimenten. Daardoor zijn fouten mogelijk. Elke onderzochte gemeente heeft hiermee te maken gehad. Cruciaal bleek het goed inlichten van de gemeenteraad, het college en het ambtelijk apparaat, vooraf en op het moment dat het mis ging.
3. Projectplan
6. Passie en enthousiasme
2. Verankering op politiek niveau
Een plan is essentieel voor succesvolle digitalisering. Elke gemeente maakt voor zichzelf een afweging bij het opstellen van dit plan, waarbij het van belang is om de doelstellingen zo te formuleren dat digitalisering als middel wordt benoemd. Een middel voor betere dienstverlening, goedkopere dienstverlening of allebei: die keuze is aan de gemeente. 4. Gevolgen voor het personeel
Ook het draagvlak is een belangrijke succesfactor. De koplopende gemeenten hebben voor het merendeel hun medewerkers daarom actief bij de digitalisering betrokken. Cruciaal is de medewerkers vanaf het begin van het project te informeren wat er gaat veranderen en hen van de voortgang van het project op de hoogte te houden. Dit onderwerp verdient een plek in het projectplan.
Alle gemeenten die hun dienstverlening met succes digitaliseren, beschikken over een enthousiaste projectgroep en -leider, die openstaan voor experimenten en kritiek. Ook maken deze gemeenten graag gebruik van sociale media als communicatiemiddel. De projectgroep heeft bovendien gedegen kennis van de werkprocessen bij de gemeente en is daarom opgebouwd uit mensen die vanuit de gemeentelijke organisatie afkomstig zijn. 7. Betrekken stakeholders
Dit element wordt per gemeente heel verschillend ingevuld. Wie de stakeholder is verschilt per gemeente en per type dienstverlening. Er zijn samenwerkingspartners, opdrachtgevers, burgers, ondernemers et cetera. Deze hoeven niet per definitie betrokken te worden, aldus het rapport, maar het moet wel worden afgewogen.
ADVERTENTIE
8. Feedback direct verwerken
Digitale dienstverlening biedt het grote voordeel dat direct zichtbaar is hoe bestaande diensten gewaardeerd of ervaren worden. Dit is waardevolle feedback voor doorlopende verbeteringen van reeds gedigitaliseerde dienstverlening. Belangrijk is wel dat deze feedback loop kort is: een medewerker moet hier bovenop zitten en de bevoegdheid hebben om zaken op een website direct aan te passen. 9. Management van verwachtingen
Het managen van verwachtingen is daarbij belangrijk. Als een gemeente bijvoorbeeld ruimte geeft aan maatwerk, dan kan het gebeuren dat niet alle burgers gelijk worden behandeld. 10. Samenwerking tussen ICT en inhoud
Digitalisering van dienstverlening gebeurt succesvol door teams waarin mensen met kennis van ICT samenwerken met mensen die kennis hebben van de gemeentelijke dienstverlening. Zij kunnen flexibel en ad hoc samenwerken waardoor snel ideeën ontstaan waarmee men aan de slag kan.
BoardroomIT
Techonomy
#organisatie
Multifunctional shared service centers
De manager bepaalt Steeds meer bedrijven zijn internationaal georganiseerd. Door die schaalvergroting wordt het steeds belangrijker dat afdelingen die intern voor support zorgen, zoals Finance, HR- en IT-afdelingen, goed samenwerken. Jeroen Akkermans deed onderzoek naar de voor- en nadelen van Multifunctional shared service centers en kwam tot de conclusie dat dit goed kan werken, maar dat niet alle bedrijven hier al aan toe zijn.
van activiteiten die er ondergebracht worden en het mandaat dat het center krijgt om het proces naar eigen inzicht uit te voeren. “Wat je vaak ziet, is dat de processen te veel vastgelegd zijn. Interne politiek speelt daarbij een rol, net zoals de gewenning om iets op een bepaalde manier te leveren aan interne klanten. Maar soms is dat niet optimaal. Daarom is een volledig mandaat nodig, anders blijf je in het cirkeltje hangen: ‘we denken het wel, maar we doen het niet.’ De interne klant moet dan akkoord gaan met het totaalpakket, anders werkt het niet. De output is het belangrijkst.”
MBA Business & IT Alle vier genomineerden studeren af in de MBA Business & IT. Bedrijven krijgen steeds meer te maken met nieuwe ontwikkelingen binnen de IT, zoals big data, nieuwe wet- en regelgeving en mogelijkheden om op alle vlakken beter samen te werken. In deze MBA leren managers hoe zij de bruggenbouwer kunnen zijn tussen IT en bedrijfsleven, zodat dit optimaal wordt ingezet en gecombineerd. De kandidaten zijn zelf vaak manager of directeur. Meer informatie: www.createyourownmba.nl
Integratie zorgt voor snellere processen
Eén van de belangrijkste conclusies uit het onderzoek is dat een multifunctional shared service center kan zorgen voor agility en snelheid. “Als meerdere functies met elkaar verenigd zijn, met één centrum en één manager, dan bepaalt de manager en kan hij snel schakelen. Een voorbeeld hiervan zijn overnames. Als een bedrijf sneller wordt geïntegreerd in het moederbedrijf, dan zijn hier sneller voordelen uit te halen.” Volledig mandaat en complete scope
Het succes van een multifunctional service center wordt bepaald door de compleetheid
Wacht niet tot alle data gaaf is
Prof. dr. Bert Kersten is hoogleraar Bedrijfsprocessen & ICT aan Nyenrode Business Universiteit.
In mijn studententijd was de techniek er nog niet klaar voor. Om zoveel rekenkracht te krijgen was een compleet rekencentrum nodig aan de Wassenaarseweg in Leiden. Natuurlijk mocht je daar als student niet zo maar gebruik van maken. Je mocht slechts een klein deel van de capaciteit gebruiken en dan alleen maar gedurende bepaalde perioden van de dag. In realtime detecteren
Jeroen Akkermans (links) en Wim Assink, Managing Director Banking Review en voorzitter van de jury BiBa.
Best in Business Award
‘One size does not fit all’
Jeroen volgde de opleiding Business & IT naast zijn werk als manager bij DSM, waar hij drie teams aanstuurt die samenwerken binnen een multifunctional shared service center. Het idee voor zijn afstudeerscriptie is daar ontstaan. Het thema nut, effectiviteit en meerwaarde van shared service centers kwam steeds terug. Welke afdelingen voeg je samen? Wordt het niet te groot voor de interne klant? ‘One size does not fit all’: een multifunctional shared service center is maatwerk.
#data #science
BREUKELEN – Data Science is de naam van het domein waarin alles draait om de vraag: hoe kan ik goed en efficiënt díe data vinden die voor mijn bedrijf van belang zijn? Ik wil namelijk aan de juiste klanten, op het juiste tijdstip en tegen de juiste prijs klantwaarde leveren. Techniek is in ieder geval niet meer de beperkende factor.
Femke Bakker is journalist Fotograaf: Hilko Visser
BREUKELEN – Jeroen Akkermans is met zijn onderzoek naar multifunctional shared service centers winnaar van de Best in Business Award 2015. Hij won deze award tijdens de jaarlijkse prijsuitreiking voor de beste afstudeerscriptie van het Modulair Executive MBA in Business & IT, onderdeel van Nyenrode Business Universiteit. Zijn onderzoek naar een betere samenwerking tussen de organisatie en shared serviceafdelingen is volgens de jury heel actueel, origineel en vooral zó goed uitgewerkt dat de organisatie direct aan de slag kan.
09
“Ik richt me op het genereren van omzet door het gebruik van digitale technologie”
Onderzoeksresultaten in de praktijk
Akkermans heeft zijn onderzoek gepresenteerd bij het leadership team van zijn organisatie DSM. Het bedrijf staat aan de vooravond van grote wijzigingen en ziet ernaar uit om ermee aan de slag te gaan. Hoewel het onderzoek generiek is geschreven, heeft hij voor DSM een speciale appendix toegevoegd met leerpunten voor DSM. Daardoor werd het heel concreet en kan het leadership team hier goed mee aan de slag. “Ik ben zelf medewerker bij het shared service center. Medewerkers voelen zich meer gewaardeerd en energieker als ze echt waarde kunnen toevoegen en de processen kunnen verbeteren.”
De Best in Business Award (BiBa) is een prijs voor de beste afstudeerscriptie binnen de Modulair Executive MBA programma’s van Nyenrode Business Universiteit. De genomineerden zijn geselecteerd door de kerndocent van de afstudeermodule en programmadirecteur van Modulair Executive MBA. De jury bestond uit: • Rob Poels, Track Directeur Modulair Executive MBA in Business & IT, • Wim Assink, Directeur Banking Review, en • Haakon Scheepens, HR Manager IT Ahold en alumnus MMBA Business & IT De prijs wordt jaarlijks toegekend aan degene die met zijn scriptie het meest relevante onderwerp heeft belicht. De scripties worden beoordeeld op relevantie voor de organisatie, actualiteit, originaliteit, directe toepasbaarheid en de zakelijke uitwerking.
Een eerste kentering is dat we verschuiven van data mining naar mining large datastreams: we putten rechtstreeks uit dynamische datastromen en niet meer uit ‘gestolde’ data. Bekend zijn de toepassingen die zijn gemaakt voor het supersnel detecteren van fraude met creditcards en het opsporen van skimming bij betaalkaarten: detecteren in (near) real time. Een tweede kentering is het gebruik van RAM (Random Access Memory). Dit is het interne geheugen van de computer waar data (voorheen) tijdelijk wordt opgeslagen, in tegenstelling tot de harde schijf die data voor een langere termijn vasthoudt. Door de grote hoeveelheid data die in RAM kan worden opgeslagen, kunnen we veel sneller zoeken en detecteren. Zo worden bij het detecteren van skimming 1,1 miljard transacties in RAM onderzocht. Slimme en efficiënte datastructuren helpen daarbij. Dit betekent een geweldige snelheidswinst. Het nieuwe paradigma
Het nieuwe paradigma is: ‘het antwoord is er, ik moet alleen even zoeken’. Stel je een datastream of database voor die je in realtime kunt bevragen. Geen gedoe met queries en met protocollen: stel de vragen in natuurlijke taal aan de datastream die je voor je ziet. Bij banken: alle betalingen, bij verzekeraars: alle declaraties, bij de overheid: alle verzoeken die tot de overheid worden gericht. Met teamwork van data-analisten en domeindeskundigen zijn geweldige commerciële resultaten te boeken. Wacht niet tot alle data ‘gaaf’ is: dan moet je veel te lang wachten. Ga aan de gang! En ook in dit werk geldt: opgeven is geen optie. Het antwoord is ergens in de stapel verborgen…
BoardroomIT
Techonomy
#security
Blindelings vertrouwen in sleutels en certificaten bedreigt economie
Voorbereiden op de crypto-apocalyps Uit onderzoek naar het toenemende aantal cyberaanvallen en verlies van online vertrouwen daardoor, blijkt dat bedrijven de financiële gevolgen onderschatten. Kevin Bocek, Vice President Security Strategy & Threat Intelligence van Venafi, adviseert als oplossing alle gebruikte encryptiesleutels en certificaten beter te gaan beheren. Die vormen namelijk de fundering om veilig zaken te kunnen doen op internet.
Kevin Bocek is Vice President Security Strategy & Threat Intelligence van Venafi.
SALT LAKE CITY – Het internet is de afgelopen decennia een onmisbare infrastructuur geworden voor online business en communicatie. Steeds meer bedrijven hebben daar zelfs hun bestaansrecht aan te danken, terwijl vele miljarden aan marktkapitalisatie gebaseerd zijn op innovaties en productiviteitsverbeteringen die het internet mogelijk maakt. Door alle voordelen waarvan iedereen profiteert, beseffen businessmanagers nog niet dat securityverantwoordelijken zich steeds meer zorgen maken over het online vertrouwen van hun organisatie. Sinds het vorige onderzoek, twee jaar geleden, hebben namelijk alle door het Ponemon Institute ondervraagde Global 5000 bedrijven te maken gehad met een aanval op hun encryptiesleutels en digitale certificaten. Omdat daarop de beveiliging van alle online business en communicatie in de wereld is gebaseerd, wordt het tijd om de oogkleppen af te zetten voor de mogelijk ingrijpende gevolgen van online vertrouwen verliezen. Waarschuwingssignalen
De afgelopen jaren zijn succesvolle inbraken bij ‘vertrouwde’ organisaties waarschuwingen geweest die niet langer te negeren zijn. Zoals het daardoor veroorzaakte faillissement van DigiNotar in Nederland. Maar ook het door cybercriminelen gestolen SSL/ TLS-certificaat van een top 5-bank, waarmee 80 miljoen klantbestanden zijn gestolen, of de diefstal via zo’n certificaat van gegevens over 4,5 miljoen patiënten. Voor zowel online business als ieders privacy, is weten wie u kunt vertrouwen en welke certificaten gegarandeerd veilig zijn van cruciaal belang. Dat belang wordt de komende jaren alleen maar groter wanneer allerlei apparaten, auto’s, productiemachines en robots zonder tussenkomst van mensen met
elkaar gaan communiceren via het Internet of Things. Als bedrijven verzuimen zich structureel beter te beveiligen, zijn ze onvoorbereid op wat securityprofessionals al de Crypto-apocalypse noemen. De dag dat cybercriminelen met gekraakte cryptografische sleutels en valse certificaten als ultieme wapens erin slagen om een groot gedeelte van de wereldeconomie te verstoren. Onderzoek naar online vertrouwen
Het feit dat online vertrouwen gebaseerd op cryptografische sleutels en certificaten gevaar loopt, wordt bevestigd door het 2015 Cost of Failed Trust Report van Ponemon Institute. Slechts de helft van alle 2.394 ondervraagden is zich daarvan bewust en is het eens met Gartners visie dat digitale certificaten niet langer blindelings te vertrouwen zijn. De andere helft negeert het gevaar dat ze hun online vertrouwen verliezen tot nu toe volledig. Uit dat onderzoek blijkt tevens dat 54 procent van alle respondenten niet weet waar en hoe alle digitale sleutels en certificaten voor SSL/TLS en SSH-communicatie binnen de eigen organisatie worden bewaard en gebruikt, terwijl het gemiddelde aantal ervan bij de ondervraagde organisaties sinds 2013 met 34 procent is gegroeid naar bijna 24.000. Die groei wordt aangejaagd door de onthullingen van Edward Snowden en het feit dat Google websites die daarvan gebruik maken beter waardeert. Omdat veel organisaties hun sleutels en certificaten in spreadsheets beheren, in plaats van met een centrale managementoplossing, hebben ze er bij beveiligingsincidenten onvoldoende grip op.
Management-oplossingen. Omdat er geen alternatieven voor het gebruik van encryptiesleutels en digitale certificaten beschikbaar zijn, wordt het tijd dat organisaties deze beter gaan beschermen en sneller anticiperen op ontdekte kwetsbaarheden, zoals na de Heartbleed-onthulling vorig jaar. Daarvoor is realtime inzicht nodig in welke sleutels en certificaten waar worden gebruikt en een managementoplossing waarmee ze indien nodig geautomatiseerd te vervan-
“Veel organisaties hebben onvoldoende grip op hun sleutels en certificaten”
Sleutel- en certificaatmanagement
De sterke groei in gebruikte sleutels en certificaten wordt mede veroorzaakt door het toenemende gebruik van cloud services en mobiele apparatuur. Securityprofessionals verwachten dat aanvallen via mobiele certificaten de komende jaren zowel het vaakst gaan voorkomen als de grootste impact hebben – ondanks de implementatie van Mobile Device Management- en Enterprise Mobile
gen zijn, in plaats van handmatig op basis van spreadsheets. Verder is het voor grote bedrijven verstandig om het internet zelf te monitoren met betrekking tot te koop aangeboden certificaten. Deze worden daar namelijk tussen cybercriminelen verhandeld. Immuunsysteem voor het internet
Venafi Trust Protection Platform Venafi Trust Protection Platform is een immuunsysteem voor internet om alle digitale assets van organisaties te beveiligen die gebruikt worden in datacenters, desktops, mobiele apparatuur en de cloud. Het platform werkt samen met Venafi ThrustAuthority om het gebruik van alle sleutels en certificaten realtime inzichtelijk te maken en te managen op basis van de securitystrategie en policies. Met behulp van Venafi TrustForce is de levenscyclus van sleutels en certificaten van een organisatie volledig geautomatiseerd te beheren, inclusief het vervangen ervan bij ontdekte bedreigingen. Ten slotte bewaakt Venafi TrustNet het wereldwijde gebruik en vertrouwen van alle sleutels en certificaten.
Het menselijk lichaam wordt beschermd door een immuunsysteem gebaseerd op HLA-tags, die goede en kwade cellen van elkaar onderscheiden en op basis daarvan accepteren of afstoten. Die tags zijn bij elk mens uniek en zelflerend, in een complexe, veranderende lichaamsomgeving die continu wordt bedreigd. Het internet is ontworpen met een vergelijkbaar identificatiesysteem, gebaseerd op cryptografische sleutels en digitale certificaten. Omdat deze echter blindelings worden vertrouwd lukt het cybercriminelen vrij eenvoudig om webservers te hacken en malware toe te voegen aan software. Alleen als bedrijven hun eigen sleutels en certificaten beter gaan beheren en bij incidenten snel geautomatiseerd vervangen, zijn aanvallen effectiever tegen te houden. Om alle digitale assets van organisaties op servers, desktops, mobiele apparatuur en in de cloud beter te beveiligen, levert Venafi het Trust Protection Platform. Een complete oplossing om alle gebruikte certificaten inzichtelijk te maken, efficiënt centraal te beheren en bij incidenten snel geautomatiseerd te vervangen.
11
#sleutels
Richtlijnen tegen certificaatmisbruik In oktober heeft het National Institute of Standards and Technology (NIST) het rapport Security of Interactive and Automated Access Management Using Secure Shell (SSH) gepubliceerd, waaraan onder andere Venafi heeft meegewerkt. Dit rapport heeft als doel organisaties bewuster te maken van de risico’s gerelateerd aan kwetsbaarheden en adviezen te geven voor het beter managen van SSH-sleutels.
Deur open voor cybercriminelen Uit onderzoek van Venafi en het Ponemon Institute blijkt dat drie van de vier Global 2000-organisaties geen security-oplossing hebben voor SSH. Daardoor staat de deur mogelijk open voor root-leveltoegang en informatiediefstal door cybercriminelen. Verder verandert vrijwel de helft van alle onderzochte bedrijven nooit de gebruikte SSHsleutels. Als deze worden gestolen en misbruikt, kunnen criminelen hun netwerken, servers en cloudomgevingen overnemen.
Voorbeelden van misbruik
In 2014 onthulde Kaspersky Labs operatie The Mask (Careto). Daarbij werd duidelijk dat criminelen vanuit Spanje zeven jaar lang meervoudige APT-stijl aanvallen hebben gebruikt, om informatie van overheden en bedrijven te stelen. Deze groep richtte zich vooral op SSH-sleutels voor het authentiseren van administrators, servers, virtuele machines en cloudservices. In juni 2015 meldde Cisco dat ze standaard SSH-sleutels op enkele beveiligingsapparaten hebben toegepast. Daardoor lopen klanten het risico dat ongeautoriseerde remote gebruikers verkeer onderscheppen, of met rootrechten toegang krijgen tot kritische systemen.
Meest voorkomende SSH-kwetsbaarheden Uit het NIST-rapport blijkt dat de volgende SSH-kwetsbaarheden regelmatig voorkomen: • zwakke SSH-implementaties, • incorrect geconfigureerde toegangsrechten, • gestolen, gelekte, nagemaakte en nietbeëindigde SSH-sleutels, • backdoors (ongecontroleerde gebruikerssleutels), • onbedoeld gebruik van sleutels, • pivoting, en • gebrek aan kennis en menselijke fouten.
Vijf adviezen voor het managen van SSH-sleutels • Definieer policy’s en processen voor de hele levenscyclus van SSH-sleutels. • Inventariseer en saneer aanwezige SSHservers, -sleutels en vertrouwensrelaties. • Creëer processen voor continu monitoren en auditen. • Automatiseer beheerprocessen voor SSH-sleutels. • Train het management om het bewustzijn te verhogen.
Worst-casescenario's
“Misbruik van een encryptietechniek of SSH-sleutel behoort tot de worst-casescenario's die bedrijven kunnen meemaken”, zegt Kevin Bocek. “Als een aanvaller root-leveltoegang krijgt, kunnen ze namelijk complete netwerken en systemen overnemen en voor elk doel misbruiken. Bij Venafi adviseren wij klanten al meer dan tien jaar SSH-sleutels goed te beschermen en te monitoren. Daarom hebben wij graag meegewerkt aan het nieuwe NIST-rapport, om securityprofessionals te informeren over de risico’s gerelateerd aan onbeschermde SSH-sleutels en te adviseren over mogelijke verbeteringen.”
12 BoardroomIT Techonomy
#startup
Verzoek klant was aanleiding tot startup
Ondernemers startten opnieuw door Sytse van der Schaaf Fotografie: Mark van den Brink
AMSTERDAM - Een goedlopend bedrijf, en toch meedraaien in het Rockstart-programma om een nieuw idee tot een zakelijk succes te maken. De oprichters van LeadBoxer deden het om hun nieuwe initiatief rond online lead-generatie een grotere afzetmarkt te bezorgen. Het bedrijf is een voorbeeld van hoe de Nederlandse economie zich opnieuw aan het uitvinden is. De Nederlandse ondernemers Wart Fransen, Cralan Deutsch en Eddie Moojen hebben eerder, voordat ze aan LeadBoxer begonnen, het bedrijf Opentracker opgebouwd. Met het gelijknamige analysehulpmiddel zorgden zij ervoor dat bedrijven konden inzoomen op individuele websitebezoekers en hoe zij navigeren op een website, terwijl Google Analytics voornamelijk geaggregeerde informatie over websitebezoek biedt. Aanleiding voor de ontwikkeling van een nieuw product was een verzoek van de marketingmanager van Selecta, een fabrikant van koffieautomaten, om een specifiek rapport in Opentracker uit te bouwen. Deze rapportage stelde Selecta in staat om anonieme bezoekers te linken aan de bedrijven waarmee het zaken wilde doen. Zo was de interesse van een specifieke Duitse fabriek voor een nieuw coffee corner-concept af te leiden uit het websitebezoek. Door de interesse voor specifieke producten waar te
nemen en te linken aan een bestaande of een gewenste klantenkring kon deze fabrikant de lead-generatie een stuk doelgerichter maken.
toepassing hebben om inzicht te verschaffen in leads waar bedrijven gelijk actie op kunnen ondernemen.”
Demo Day
Nu, enkele jaren later is dit klantenverzoek uitgebouwd tot het nieuwe bedrijf LeadBoxer. De startup heeft net een begeleidingstraject van Rockstart Accelerator achter de rug. Deze op Amerikaanse leest geschoeide snelkookpan voor startups stoomt veelbelovende Europese bedrijven klaar voor de internationale markt. Vanuit een Amsterdams grachtenpand doorliep LeadBoxer een 100-dagenprogramma, waarbij via de Lean-Startup-methode en met uitvoerig klantenonderzoek een eerste ruwe versie van hun product werd ontwikkeld. Naast deze aandacht voor hun product kregen de ondernemers ook een uitgebreide training om hun communicatievaardigheden te perfectioneren. Alles was erop gericht om aan het einde van de eerste honderd dagen beslagen ten ijs op het podium te staan tijdens Demo Day, als zij hun ondernemingsplan moeten presenteren. In het volgende 100-dagenprogramma is de blik vooral naar buiten gericht, om kapitaal aan te trekken voor het opbouwen van een internationale klantenkring. “Dit traject heeft onze marktbenadering fors verbeterd”, stelt oprichter Cralan Deutsch. “Voorheen riepen wij tevergeefs van de daken dat we een big data-oplossing hadden. Niemand hapte toe. Dat is omgeslagen nu we een specifieke
een investering van 500.000 euro van The Hatch Firm, waarmee de startup sales en marketing kan opbouwen. “Ons doel is dat iedere euro die we in sales investeren, 5 euro oplevert, waardoor we voorspelbaar kunnen groeien”, stelt één van de oprichters Wart Fransen. The Hatch Firm is een Nederlands investeringsfonds dat naast geld ook kennis, expertise en het netwerk inzet om ondernemers met een slim product of digitale dienst versneld te laten groeien. Fondsen
Cralan Deutsch (links) en Wart Fransen.
Investering
Naast dit soort inzichten heeft het accelerator-programma ook concreet resultaat opgeleverd. Recent ontving LeadBoxer
ADVERTENTIE
The Hatch Firm verwacht minimaal tien ondernemingen van startkapitaal te voorzien, vanuit een fonds van 9 miljoen euro. Hieraan heeft het ministerie van Economische Zaken 4 miljoen euro bijgedragen in de vorm van een lening. EZ heeft het afgelopen decennium rond de 200 miljoen euro geïnvesteerd in dit soort fondsen. Private investeerders hebben dit bedrag verdubbeld. In totaal is er in 265 bedrijven geïnvesteerd, bleek onlangs uit een inventarisatie van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Niet alleen de Nederlandse overheid stimuleert het startup-klimaat, ook het bedrijfsleven is hier volop mee bezig. In oktober meldde ABN Amro 10 miljoen euro te reserveren voor een Digital Impact Fund voor fintech-starters. In december liet NS weten een investeringsfonds met 5 miljoen euro te openen voor startups met smart mobility-oplossingen. De startup-economie blijkt aan het rollen te zijn gebracht.
BoardroomIT
Techonomy
13
#onderwijs
Sanoma Learning maakt lesprogramma’s volledig digitaal
‘De leerkracht is en blijft de killer app’ Het klassieke aanbod van statische lesmethodes voor het basis- en middelbaar onderwijs ondergaat een grote transformatie. Onontkoombaar, is de visie van Sanoma Learning. Deze uitgever startte een programma dat de inzet van ‘educational Technology’ – EdTech voor ingewijden – een prominente rol geeft in zijn leeroplossingen. CBTO Arnoud Klerkx - de kersverse CIO van het Jaar 2015 - geeft leiding aan het transformatieprogramma.
Adaptief leren
Een onlangs ontwikkeld product met de naam ‘Jump!’ biedt een blik op de toekomst. Het is een leeroplossing voor Engelse grammatica, in de praktijk een toch wat saai en lastig onderwerp voor zowel leerling als leerkracht. In het product ‘Jump!’heeft Malmberg, onderdeel van Sanoma Learning, op een innovatieve manier digitale technologie toegepast. “Samen met een startup uit New York is een algoritme ontwikkeld dat op basis van individuele voortgang en kenmerken van de leerling bepaalt wat op enig moment voor dat kind de beste vervolgstap is in het leerproces. Daarmee creëer je een individueel leerpad voor een leerling, waardoor deze betere leerresultaten haalt. Adaptief leren wordt dat genoemd. Er is een pilot gedraaid in 30 scholen en de resultaten zijn echt verbluffend. De reacties van zowel leerlingen als leerkrachten over ‘Jump!’zijn overweldigend.”
Niet uitgekomen
Van onze redactie Fotografie Eric Fecken
’s-HERTOGENBOSCH – Sanoma Learning heeft een duidelijke tweedeling aangebracht in het IT-werkveld. Enerzijds is er de traditionele werkplek- en datacenteromgeving, een backoffice met ERP voor financiën en distributie, en een CRM-systeem. Voor deze kant is een directeur IT verantwoordelijk die rapporteert aan de CFO. Anderzijds is er businesstechnology, waarvoor Klerkx als CBTO eindverantwoordelijke is. “Het gaat om het gebruik van technologie in onze producten voor onze klanten. Ik heb een beetje de rol van wat Gartner de ‘Chief Digital Officer’ noemt. Ik richt mij volledig op het gebruik van digitale technologie om daarmee omzet en winst te genereren. Dat is veel meer gedreven vanuit businesscases en niet zozeer alleen door kosten.” Klerkx maakt als CBTO deel uit van de board van Sanoma Learning. “Dat heeft als voordeel dat we gezamenlijk over technologie spreken. En door deze positionering zit ik in het hart van onze business, de dienstverlening naar leerkrachten en leerlingen, en niet in de technologiehoek. De discussies in de board gaan in de trant van ‘we’ moeten veranderen.” Er is geen discussie of Sanoma Learning wel met de digitale transformatie aan de slag moet. Innovatie is voor Klerkx dus een duidelijke opdracht. “De drive om de digitale transformatie te doen, is heel erg groot. De grootste interne uitdaging zit in het zorgen dat ook de business digitale skills en een agile mindset krijgt.” “Digitaal is voor ons een opportuniteit”, zegt Klerkx en legt uit. “De onderwijswereld staat bekend als behoudend, als nietinnovatief. Het gaat allemaal niet zo snel, en juist dat biedt heel veel kansen. Je kunt met digitale technologie een enorme bijdrage leveren aan het vergroten van leerimpact. Dat definiëren wij als een beter leerresultaat van de leerlingen, hogere motivatie van de
“Ik richt me op het genereren van omzet door het gebruik van digitale technologie” leerlingen en een efficiënte workflow van de leerkracht in het leerproces. Bij dat laatste speelt vooral goede ondersteuning een rol, zodat leerkrachten meer tijd voor hun leerlingen overhouden.” Twee grote opdrachten
Klerkx heeft bij zijn aanstelling twee opdrachten meegekregen. De eerste is het vormgeven van de digitale transformatie: het brengen van de lesmethode die bestaat uit klassieke producten zoals een lesboek, een werkboek en een instructieboek voor de docent, naar een geïntegreerde digitale omgeving waarin het intensief gebruik van gamification en data wordt ingezet om de leerimpact te vergroten. Zijn tweede opdracht is om een technologieplatform te bouwen dat flexibel genoeg is om internationale onderwijsmarkten te kunnen ondersteunen. Klerkx: “Sanoma Learning zit in vijf Europese landen met in elk land een lokale uitgever. Het is niet mogelijk om een lesmethode ‘Aardrijkskunde vwo’ uit Nederland een-op-een te kopiëren naar bijvoorbeeld de Finse markt. Maar dat kan wel met de onderliggende technologie.
Mijn opdracht is in feite om ervoor te zorgen dat we schaalvoordelen halen uit onze investeringen.” “Dat is ook nodig, want lesmethodes zijn kapitaalintensieve producten. Een lesmethode bevat niet alleen een tekstboek, maar ook alle uitgewerkte lessen voor een bepaald schoolvak voor een heel schooljaar en dient als ondersteuning van de leerkracht. Het doel is dat leerlingen door het volgen van de methode aan het einde van het schooljaar op het niveau komen dat de overheid van ze verlangt. Uit eigen onderzoek blijkt dat het volgen van een lesmethode een docent tot wel acht uur per week kan besparen aan voorbereiding. Zo’n lesmethode is ook niet voor één jaar, maar strekt zich uit over de zes jaar in het basis- en alle jaren in het middelbaar onderwijs. Voor het ontwikkelen van een lesprogramma zijn complete ontwikkelteams nodig. En die heeft Sanoma Learning dan ook in huis, met een mix van eigen en ingehuurde krachten. De vraag make or buy bestaat nauwelijks in de educatieve sector, zegt Klerkx. “De educatieve markt is klein en er zijn nauwelijks IT-leveranciers die specifiek voor deze markt producten ontwikkelen. Buy is dan ook geen optie. 90 procent van alles wat we doen, is zelfgebouwd. En we maken waar mogelijk gebruik van open source.” Binnen het domein van Klerkx worden alle projecten aangepakt volgens de scrummethode. En daar gaat hij heel ver in: ook leerkrachten maken deel uit van de scrumteams en MVP’s worden getest in de klas door leerlingen en leerkrachten. “Wij investeren ook veel in user interfacing en gamification. Daar hebben we ook specialisten voor nodig. Er zit dus vrij veel differentiatie in de teams.”
Gaat er nooit iets mis? “Zeker wel”, erkent Klerkx. “We hebben ook wel eens businesscases die niet blijken uit te komen. Een jaar geleden hadden wij een volledig digitaal product ontwikkeld voor bijles. Ook daar hebben we met ingewikkelde algoritmen gewerkt. De app kostte maar een fractie van fysieke bijles. Toch was het geen succes. Het was onze veronderstelling dat het kostenvoordeel de ouders erg zou aanspreken, maar de stap naar digitaal was nog best groot. We onderzoeken momenteel daarom ook hoe we in de markt het adoptieniveau voor digitaal onderwijs omhoog kunnen brengen. Hoe zorgen wij dat digitaal onderwijs tractie krijgt?” Neemt het algoritme het in de toekomst over van de leraar? Klerkx weet zeker van niet. “De leerkracht is en blijft de killer app in het onderwijs! Maar tegelijkertijd zien wij in de toekomst het leren digitaal en persoonlijk worden. Vooral de leerkrachten moeten daarmee leren omgaan. Ze worden meer coach dan docent.” “Het is ons streven om tussen nu en de komende paar jaar alle lesprogramma’s en materialen digitaal beschikbaar te hebben. Dat wil overigens niet zeggen dat het alleen maar digitaal gebruikt kan worden”, voegt Klerkx daar aan toe. “Het basis- en middelbaar onderwijs zal de komende jaren niet volledig digitaliseren, het zal vooralsnog een hybride vorm blijven.”
BoardroomIT
Techonomy
15
#communicatie
Integratie vast en mobiel is een absolute must
Slechte bereikbaarheid kost omzet Nederlandse bedrijven lopen jaarlijks honderdduizenden euro’s aan omzet mis als gevolg van een slechte telefonische bereikbaarheid, zo concludeerde Quality Support in 2014 op basis van ruim 380 telefonische bereikbaarheidsonderzoeken. Reden genoeg om een slechte telefonische bereikbaarheid direct bij de wortel aan te pakken. Een belangrijke stap daarin is de integratie van vaste en mobiele telefonie.
zeer negatief effect heeft op de klanttevredenheid. Het wordt ervaren als ‘slechte service’, en is voor klanten een van de belangrijkste redenen om naar een andere leverancier om te kijken. Gebrekkige integratie
Een slechte mobiele bereikbaarheid kan het gevolg zijn van een gebrekkige integratie tussen de vaste en de mobiele telefonie. Bij de meeste organisaties staat de mobiele telefonie los van de vaste telefonie. Dat is inefficiënt en waarborgt zeker geen optimale bereikbaarheid. De organisatie heeft namelijk doorgaans wel greep op de afhandeling van telefonieverkeer via de vaste lijn maar niet op de afhandeling van het mobiele telefonieverkeer. Of en zo ja hoe doorschakelingen tot stand worden gebracht en de mate waarin voicemails worden beluisterd en opgevolgd, wordt overgelaten aan de individuele medewerkers zelf. De bereikbaarheid van de organisatie is echter té belangrijk om over te laten aan de individuele medewerkers zelf. Redenen voor integratie
Bas Piek is Head of Marketing bij Tele2.
DIEMEN – In het digitale tijdperk worden hoge eisen gesteld aan de bereikbaarheid. Medewerkers verwachten dat ze voortdurend contact kunnen leggen met collega’s en klanten en willen locatie- en tijdonafhankelijk kunnen werken. Klanten verwachten van bedrijven en instellingen dat ze 24/7 bereikbaar zijn via elk willekeurig apparaat. Deze eisen worden niet alleen gesteld aan de grote ondernemingen en multinationals, maar aan elke organisatie, groot of klein, ongeacht sector of branche. Uit onderzoek is gebleken dat ongeveer 83 procent van de telefoontjes naar bedrijven bij de juiste persoon terechtkomt. Dat klinkt mooi, maar het betekent dat 17 procent van de telefoontjes niet goed terechtkomt. Dat is veel, want een gemiste oproep kan behoorlijk wat omzet kosten. Uit datzelfde onderzoek blijkt namelijk dat slechte telefonische bereikbaarheid een
Integratie van mobiele en vaste telefonie is absoluut noodzakelijk om de bereikbaarheid van medewerkers te waarborgen. Maar er zijn meer redenen om aandacht te besteden aan vast-mobielintegratie. Er zijn feitelijk drie redenen om vaste en mobiele telefonie te integreren. De eerste reden kwam al aan bod: het borgen van de telefonische bereikbaarheid. Een belangrijk voordeel van integratie is dat ook de smartphones gebruik kunnen maken van de faciliteiten die in de telefooncentrale aanwezig zijn. Zo kunnen medewerkers onderling gemakkelijk met elkaar samenwerken, ongeacht hun werklocatie en ongeacht of ze via de vaste lijn of hun mobiele toestel bellen. Daarnaast kan een medewerker bij het bellen naar een mobiel nummer binnen de organisatie – of bijvoorbeeld bij het doorverbinden van een klant – met een geïntegreerde oplossing zien of dat mobiele toestel bereikbaar en vrij is. De efficiëntie van een geïntegreerd vast-mobielplatform verhoogt dus de klantgerichtheid en de klanttevredenheid. En het gemak verhoogt ook de gebruikerstevredenheid. De tweede reden is dat het in stand houden van twee gescheiden omgevingen voor vaste en mobiele telefonie voor de organisatie betekent dat er twee verschillende
infrastructuren moeten worden onderhouden en beheerd. Dat is in deze tijd waarin de uitgaven sterk onder druk staan niet erg efficiënt. Het derde argument is dat ook de medewerkers op elk moment van de dag met elkaar willen kunnen overleggen. Dat moet goed en efficiënt geregeld zijn om de productiviteit zo hoog mogelijk te houden. Integratie is dan een absolute must.
App biedt geen oplossing Veel leveranciers van telefooncentrales bieden integratie van mobiele met vaste telefonie on-premise via een app op de smartphones van de medewerkers. Daarmee kunnen ze op afstand opdrachten aan de centrale geven. Als een buitendienstmedewerker vanaf zijn mobiele telefoon zijn collega van de binnendienst wil bellen, vraagt hij die verbinding met zijn app aan. De telefooncentrale belt vervolgens terug en brengt de verbinding tot stand. Het werkt, maar heeft als groot gebleken praktisch bezwaar dat medewerkers de app veel te omslachtig vinden en hem dus in de praktijk domweg niet gebruiken. Drie integratie-strategieën
In grote lijnen zijn er drie mogelijkheden om vaste en mobiele telefonie te integreren in één omgeving. • Een eigen centrale en een eigen mobilityplatform op de eigen locatie. Er kunnen
dwingende redenen voor zijn, maar over het algemeen is de technologische problematiek dermate complex dat externe expertise moet worden ingehuurd. Deskundigheid die ook weer nodig is voor het beheer en onderhoud. Het zijn vaak langlopende trajecten waarvan de afloop niet goed te voorspellen is. • De eigen centrale blijft op de eigen locatie draaien, en de integratie met mobiel vindt plaats in het mobiele netwerk van de provider. Dat kan een heel goede optie zijn, bijvoorbeeld als bescherming van een net gedane investering in een digitale telefooncentrale. Nadeel kan zijn dat er in de verbinding een zekere vertraging optreedt die het voeren van een gesprek onprettig maakt. • Volledige cloudoplossing: zowel de vaste centrale als het mobiele platform draaien in de cloud en worden daar volledig geïntegreerd. Een oplossing die alle efficiencykenmerken van de cloud in zich heeft: beheersbare kosten, gebruiks- en beheergemak en schaalbaarheid. Bedenk daarbij wel dat de cloud geen maatwerk biedt, maar standaardoplossingen.
“Een slechte telefonische bereikbaarheid heeft een zeer negatief effect op de klanttevredenheid”
Conclusie
Vast-mobielintegratie is absoluut noodzakelijk om de bereikbaarheid van medewerkers te waarborgen. Ook zorgt het voor lagere beheer- en onderhoudskosten en voor een hogere productiviteit door een betere samenwerking. De manier waarop integratie van vast en mobiel wordt gerealiseerd, hangt geheel af van de wensen, eisen en mogelijkheden van de betreffende organisatie. De keuze van de juiste partner die mobiele en vaste telefonie kan integreren – al dan niet in de cloud – is daarbij van eminent belang.
BoardroomIT
Techonomy
17 #smart
Connected Office Lighting
Het kantoorgebouw The Edge bewijst met Philips Connected Office Lighting dat een duurzame, economische visie op gebouwbeheer perfect samengaat met werkcomfort.
Werkplek verlichten met big data Waar de beheerder van een kantoorgebouw zo laag mogelijke energieen beheerskosten wil bereiken, vraagt de medewerker juist om een comfortabele werkplek met op elk moment en op elke plek prettige verlichting en aangename temperatuur. Connected Office Lighting is een manier om van die tegengestelde belangen een win-winsituatie te maken. The Edge, het prestigieuze nieuwe kantoor van Deloitte aan de Amsterdamse Zuidas, bewijst met deze slimme oplossing dat een duurzame, economische visie op gebouwbeheer perfect samengaat met werkcomfort.
Maxime de Graaf is journalist
AMSTERDAM – Een willekeurig moment van de dag bij Deloitte in gebouw The Edge. Een medewerker stapt een ruimte binnen en automatisch passen lichtsterkte en temperatuur in de ruimte zich aan zijn persoonlijke voorkeuren aan. Het geheim van de ‘verpersoonlijkte’ werkplek heet: Philips Connected Office Lighting. Het is 's werelds eerste complete Power-over-Ethernet (PoE) connected verlichtingssysteem voor kantoren. Het biedt medewerkers de mogelijkheid
hun verlichting persoonlijk te regelen via hun smartphone en geeft gebouwbeheerders inzichten in het gebruik van het gebouw. De kantoorverlichtingsarmaturen die uitgerust zijn met sensors kunnen anonieme gegevens verzamelen over de bezettingsgraad, temperatuur en vochtigheid. Ze kunnen vervolgens verbinding maken met het IT-netwerk en zo gekoppeld worden met andere gebouwsystemen zoals verwarming, ventilatie en IT-diensten. Connected Office Lighting is dus meer dan een verlichtingssysteem. Het is een slim digitaal plafond, waarin lichtbronnen informatiebronnen zijn geworden. Dit technologische 'ei van Columbus' brengt bovendien de belangen van medewerkers én de gebouwbeheerder bij elkaar.
verantwoordelijk voor 70 procent van het totale energieverbruik van een gebouw. Op dit vlak valt er dus een wereld te winnen. Geen wonder dus, dat in de moderne kantooromgeving vaak kritisch naar energieverbruik en het doelmatig gebruik van ruimtes wordt gekeken. Op het gebied van verlichting bijvoorbeeld, kan de toepassing van daglichtregeling en aanwezigheidsdetectie behoorlijke besparingen opleveren. Connected Office Lighting gaat echter nog een stap verder, omdat er meer wordt gedaan met sensors in het armatuur. Dienen die normaal gesproken om te dimmen op basis van inkomend daglicht of te reageren op aan- en afwezigheid van mensen, door integratie met de IT-infrastructuur wordt een schat aan in-
Verhoogd werkcomfort
Het bijzondere voor medewerkers is dat de sensors door hen persoonlijk kunnen worden aangestuurd. Via een speciale app op de mobiele telefoon of tablet kan heel eenvoudig – met één simpele swipe – de lichtsterkte worden beïnvloed en de temperatuur naar eigen voorkeur worden aangepast. Het is zelfs mogelijk onbezette ruimtes in het gebouw te traceren of te achterhalen waar collega’s aan het werk zijn. Dat biedt voordelen wanneer er bijvoorbeeld een vergadering moet worden belegd. In de toekomst kunnen, door middel van het analyseren van big data, favoriete instellingen worden herkend. De sensors binnen het gebouw houden namelijk voorkeuren bij van kantoorbewoners en zo krijgt een gebouw met flexibele werkplekken toch een zeer persoonlijke touch. Daarmee levert het systeem volgens Erik Ubels, CIO Deloitte Nederland, een belangrijke bijdrage aan de verwezenlijking van de visie van Deloitte op werken. "We willen voor onze medewerkers een meer intuïtieve, comfortabele en productieve omgeving scheppen. Ook krijgen we met Connected Office Lighting nieuwe inzichten in het gebruik van de kantoorruimte.” Lagere exploitatiekosten
Maar waar zit nu precies de winst voor de gebouwbeheerder? Die is juist continu op zoek naar nieuwe manieren om de exploitatiekosten niet te laten stijgen, maar omlaag te brengen. Volgens het Amerikaanse marktonderzoeksbureau Frost & Sullivan zijn verwarming, koeling en verlichting samen
“Door integratie met de IT-infrastructuur wordt een schat aan informatie centraal geregistreerd”
formatie centraal geregistreerd. Niet alleen op het gebied van verlichting, maar ook wat betreft temperatuur, luchtvochtigheid, CO2gehalte en bezettingsgraad van het gebouw. Een bedieningspaneel geeft gedetailleerde gegevens over welke ruimtes er gebruikt worden en wanneer. Zo kan de gebouwbeheerder precies zien wat drukke zones in het gebouw zijn en waar juist minder activiteit waarneembaar is. Hij of zij kan lichtniveaus selectief verlagen, verwarming of koeling verminderen en ruimtes optimaal benutten. Een ander voordeel van de verzamelde data is dat de gebouwbeheerder nu inzicht heeft in ruimtes die in het geheel niet gebruikt zijn. Die kunnen door het schoonmaakbedrijf buiten beschouwing worden gelaten. Doordat alle data over de werkzaamheden en activiteiten in het gebouw in realtime beschikbaar komen kan de operationele efficiëntie worden gemaximaliseerd en de CO2-uitstoot van het gebouw verder worden
beperkt. En het resultaat liegt er niet om. In The Edge zijn de servicekosten per vierkante meter met maar liefst 50 procent gedaald: het bewijs dat een duurzame investering zichzelf snel terugverdient. The Edge
'The Edge' is de naam van het nieuwe hoofdkantoor van Deloitte aan de Zuidas in Amsterdam. Het gebouw telt 15 verdiepingen, waarvan de werkvloeren zijn gesitueerd rondom een geweldig atrium. Op een totale oppervlakte van ruim 51.000 m2 werken ongeveer 18.000 professionals. Het gebouw is ontwikkeld door OVG Projectontwikkeling en uitgevoerd door G&S Bouw. Dankzij een innovatieve, integrale visie op duurzaamheid heeft The Edge het BREEAM Outstanding-ontwerpcertificaat ontvangen en is daarmee het meest duurzame kantoorgebouw ter wereld. Dit is mede te danken aan Philips Connected Office Lighting dat in The Edge is toegepast. Het systeem gebruikt
Meer weten? Wilt u meer weten over Philips Connected Office Lighting en wat de voordelen van deze slimme oplossing zijn voor medewerkers en gebouwbeheerders van The Edge? Kijk op: www.philips.nl/connectedlighting. bijna 6500 Connected LED-armaturen om een 'digitaal plafond' te creëren. Met geïntegreerde sensors in 3000 van deze armaturen, registreert, bewaart, deelt en verspreidt het systeem informatie over de gehele verlichte ruimte, waar zowel medewerkers als gebouwbeheerders hun voordeel mee doen. Philips Connected Office Lighting biedt daarmee nieuwe mogelijkheden om een volgende, forse stap te zetten om (hoge) duurzaamheidsambities waar te maken.
BoardroomIT
Techonomy
19
#intelligentie
Zaid Al-Ars (TU Delft):
Kunstmatige intelligentie komt tot leven Kunstmatige intelligentie is jarenlang vooral een belofte gebleven, maar door de opkomst van technologieën als big data, in combinatie met rekenkracht en opslagruimte, komt het fenomeen nu snel tot leven.
het is nog altijd aan onszelf om een tool in te zetten of niet.” Uitproberen
Soms moet je zaken gewoon gebruiken en uitproberen om erachter te komen hoe het moet. “We moeten onszelf geen beperkingen opleggen qua technologische mogelijkheden voordat we weten wat die technologie voor ons kan betekenen. Je kunt je geen idee vormen over hoeveel voordelen big data kan opleveren, als je het niet eerst gebruikt. Door je netjes te houden aan de wet- en regelgeving, beperk je automatisch de eventuele risico’s.” Uiteindelijk zijn de ontwikkelingen toch niet tegen te houden, aldus de assistentprofessor. “De infrastructuur rondom data, de zogenoemde datafication, wordt een integraal onderdeel van ons leven. Net zoals we niet meer zonder smartphone en internet kunnen, zijn we straks voor een deel afhankelijk van alle data die ons leven omgeeft. Ook daar kleven wel weer risico’s aan, want cruciale gegevens moeten wel goed, voor alle devices toegankelijk, en ook veilig worden opgeslagen.”
Hotze Zijlstra is hoofdredacteur van BAAS Magazine en CIO Magazine.
DELFT – Dat stelt Zaid Al-Ars, assistentprofessor Computer Engineering aan de TU Delft. “Wiskundige methoden om daadwerkelijk wat met deze grote hoeveelheden data te kunnen doen, ontwikkelen zich in gelijk tempo met de technologie. Dat schept enorme mogelijkheden.” Al-Ars noemt als voorbeeld de manier waarop Google Translate zich ontwikkeld heeft. “Wanneer je daar alleen logica op los laat, genereer je nog geen foutloze vertaling. Dat lukt beter wanneer je het systeem laat denken als een mens. Een belangrijke factor daarbij is de probability van een antwoord of uitkomst. Het systeem kan op basis van de context bepalen welke uitkomst het beste kan worden voorgeschoteld. Idealiter probeert zo’n systeem het antwoord af te stemmen op de situatie en de gebruiker.” Wanneer je dit principe maar ver genoeg doorvoert, kom je volgens de assistentprofessor uiteindelijk terecht bij Watson: IBM’s oplossing voor cognitieve computing, waarbij genoemde probability een belangrijke rol speelt. “Ook als mens maken we gebruik van het principe, waarbij we op basis van de specifieke situatie bepalen welk antwoord het best passend is. Het verschil met Watson is dat wij doorgaans vijf enigszins ’juiste’ alternatieven hebben, terwijl Watson een lijst van misschien wel honderd mogelijke antwoorden heeft.” “Ken je het principe van de captcha?”, vervolgt Al-Ars. “Dat is een eenvoudige Turing-test die kan vaststellen of internetters die bijvoorbeeld een formulier invullen echte mensen zijn en geen robots: ze moeten een vaag afgebeeld stukje tekst lezen en intypen wat er staat. Hieruit is vervolgens het bedrijf ReCaptcha ontstaan, dat slecht leesbare scans van boeken toont waarmee de optical character recognition (OCR) geen raad wist. Wanneer vijf mensen hetzelfde antwoord gaven, had de computer vastgesteld wat er stond. Op deze manier kon de computer leren lezen en is de inhoud van talloze boeken gescand. De waarde van het werk dat ReCaptcha verricht, loopt inmiddels in de miljarden”, aldus Zaid Al-Ars.
Smoothies
Kortom, datagedreven ontwikkelingen worden steeds belangrijker. Tijdens de Big Data Expo, die op 1 oktober werd gehouden, illustreerde IT-leverancier Axians het principe op ludieke wijze: de bezoekers werden op basis van hun eigen voorkeuren
“We moeten onszelf geen beperkingen opleggen qua technologische mogelijkheden”
Noodzaak
Om terug te komen op big data: mensen en bedrijven kunnen er geniale dingen mee doen, maar zoals wel vaker bij technologische ontwikkelingen duurt het soms jaren voordat men de waarde ervan inziet en ermee aan de slag gaat. Veel IT-verantwoordelijken denken en handelen daarbij volgens Al-Ars in termen van noodzaak: er moet een reden zijn om ergens iets mee te willen. Ik wil A, dus ik doe B. “Wanneer die reden er niet echt is, gebeurt er niets. Dat is vaak een gemiste kans.” Eigenlijk zouden mensen moeten denken in termen van ‘wat mogelijk zou kunnen zijn’. Dat vereist dat ze buiten de bekende kaders moeten treden. Big data is vanuit die optiek voor velen nog een brug te ver, terwijl de kracht ervan reeds binnen hand-
bereik is. “De waarde zit ’m daarbij niet alleen in financiële resultaten. In bijvoorbeeld een ziekenhuis kan big data mensenlevens redden. Eigenlijk is de inzet van deze technologie in zo’n geval niet langer een keuze, maar een plicht.” De angst voor schending van privacy van bijvoorbeeld patiënten is daarbij in Al-Ars’ ogen geen echt argument. “De antenne voor gevaarlijke situaties zit ingebakken in onze natuur, en is tot op zekere hoogte functioneel. De keerzijde is dat het gevaar soms meer gewicht wordt toegekend dan de voordelen. Ook zijn we als mensen vaak terughoudend als dingen een beetje moeite kosten. Dat is jammer. Begrijp me niet verkeerd: de risico’s zijn er zeker, want hoe krachtiger systemen worden, hoe gevaarlijker ze in potentie kunnen zijn. Maar
getrakteerd op de ideale, gepersonaliseerde smoothie. Ingrediënten worden, analoog aan data-componenten, op basis van individuele parameters samengevoegd. “Je moet de juiste infrastructuur hebben om je eigen data goed te kunnen benaderen en benutten”, verduidelijkt Lackó Darazsdi van Axians. “Dat geldt voor de wetenschap, binnen bedrijven en in de zorg.” Met oog op zijn focus op medische gegevens, waarop veel van het onderzoekswerk van Zaid Al-Ars zich direct en indirect richt, wil hij die data graag opener maken: device-onafhankelijk toegankelijk voor patiënten en de zorginstellingen zelf. “In het kader van inzicht en transparantie, maar bijvoorbeeld ook om op basis van de beschikbare informatie een second opinion te kunnen raadplegen of mensen voortijdig te waarschuwen voor eventuele ziektes. Het gaat erom die grote hoeveelheden gegevens snel en effectief te kunnen ontsluiten en verwerken. Ook de portabiliteit is een uitdaging; in combinatie stelt dit hoge eisen aan het systeemlandschap.”
20 BoardroomIT Techonomy
#disruptie
Lessen uit de nieuwe techonomy
Startups snijden traditionele bedrijven de pas af Sneller, gemakkelijker, betrouwbaarder, mooier of goedkoper. Zonder technologie waren de meeste innovaties onmogelijk. En waarschijnlijk waren veel van de huidige bedrijven nooit van de grond gekomen. Technologie en economie zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Dit biedt kansen én bedreigingen voor zowel startups als bestaande bedrijven. Vodafone deelt een aantal opvallende lessen in het ontdekken van de nieuwe succesfactoren in deze 'techonomy'.
Door Vodafone
AMSTERDAM – Het gedrag en de mindset van een complete generatie werknemers en klanten is onder invloed van technologie compleet veranderd. Ze worden mondiger, verwachten meer en krijgen grotere invloed op de koers van een bedrijf. Veranderingen gaan ook steeds sneller. Bedrijven hebben extra ogen en oren nodig om niet de boot te missen. Startups zoals Airbnb en Uber wisten er al goed gebruik van te maken en snijden traditionele bedrijven geregeld de pas af. Maar ook voor bedrijven die al langer meegaan zijn er goede groeimogelijkheden. Vodafone deed onderzoek naar deze Ready Business. Startups en bedrijven die zich hebben aangepast aan
de nieuwe techonomy en de nieuwe succesfactoren. Vodafone zette deze succesfactoren op een rij en benoemt hierin ook enkele leerpunten.
oude telefooncentrale is daarmee verleden tijd en het bedrijf, met inmiddels meer dan 750 filialen in de Benelux, kan nu binnen één week weer een nieuwe winkel openen.
1.
3.
Een sterke cultuur en goed leiderschap
Werk is niet waar je bent, maar wat je doet. Met die insteek ging Vodafone zelf een jaar of zeven geleden over op ‘mobiel werken’. Als aanbieder van mobiele producten en diensten, wordt Vodafone gezien als een van de voorlopers. Toen, maar ook nu in het advies naar klanten, besteedt Vodafone veel tijd aan het leren omgaan met deze flexibiliteit en de nieuwe werkcultuur die daardoor ontstaat. Het kan putten uit eigen ervaring en uit honderden ervaringen bij klanten wereldwijd. Het is bijvoorbeeld gemakkelijk om te veel te werken als je altijd en overal bereikbaar bent. Het is belangrijk dat een bedrijf daar een visie op ontwikkelt.
2.
Een goede IT-basis, die nieuwe technologie en communicatiemethoden toepast
Met de opkomst van nieuwe – veelal digitale – technologieën komen er nieuwe mogelijkheden beschikbaar die ook weer bedrijfskansen bieden. Bedrijven gaan steeds vaker over naar IP-gebaseerde infrastructuur, zodat ze niet meer afhankelijk zijn van meerdere systemen. Dit heeft als voordeel dat bedrijven snel kunnen krimpen of uitbreiden. Opticien Pearle groeit snel en wil daarom snel nieuwe vestigingen kunnen openen. Communicatie tussen filialen, medewerkers en klanten is daarin essentieel. Het bedrijf gebruikt een hosted dienst om vaste en mobiele telefonie te combineren. Met IP-VPN worden daarnaast alle kassasystemen voor het hoofdkantoor ontsloten. Het tijdrovende beheer van de
Kennis van de eigen business, de eigen kwaliteit van uitvoering en de oplossingsgerichtheid
Flexibiliteit is daarmee volgens de Ready Business-strategie een kernbegrip met vaste en mobiele netwerken mensen met
elkaar, het internet en het zakelijke ITnetwerk te verbinden. Een voorbeeld is de gemeente Zeist. In 2013 is als onderdeel van een verhuizing de volledige communicatie-infrastructuur grondig gemoderniseerd en is Zeist overgestapt op tijd- en plaatsonafhankelijk werken. Met Skype for Business van Vodafone is de dienstverlening verbeterd, maar het leidde ook tot een besparing van 30 procent op de telefoonkosten.
4.
Gebruik van de meest recente technologie
Workshop: word zelf een Ready Business De drukte van vandaag voorkomt vaak dat we nadenken over de dag van morgen. Toch is het noodzakelijk om geregeld stil te staan en te kijken naar de toekomst. Vodafone helpt bedrijven daarbij, bijvoorbeeld in zijn Ready Business Center. Daar krijgen ze tijdens workshops inzicht in vraagstukken die worden gedreven door de veranderingen in mobiele technologie, sociale media, cloud computing en Machine-to-Machine. Bedrijven die willen groeien of voorkomen dat de concurrentie hen de pas afsnijdt, kunnen zich voor deze workshops op sectorniveau inschrijven op vodafone.nl/ready.
Klanten verwachten steeds meer nieuwe mogelijkheden van een organisatie. Contact via verschillende kanalen, de nieuwste presentatiemogelijkheden, toegang tot de eigen klantgegevens vanaf elke locatie, een app om self-service te faciliteren, noem het maar op. Nieuwe producten zoals cloud, 4G-connectiviteit en Machine-to-Machine helpen daarbij. Zo was het tot voor kort alleen mogelijk om op de intensive care
“Bedrijven hebben extra ogen en oren nodig om niet de boot te missen”
vitale functies van patiënten te controleren, zoals ademhaling, bloeddruk en het zuurstofgehalte in het bloed. Het Nederlandse bedrijf Techmedic vervangt de monitor in het ziekenhuis door een klein, flexibel mobiel apparaat op het lichaam. Dit apparaat meet continu bepaalde vitale functies en verstuurt de gegevens direct door naar de arts in het ziekenhuis. Zo kunnen patiënten in hun eigen omgeving zorg ontvangen. Dat is prettiger voor de patiënt én leidt tot minder kosten.
BoardroomIT
Techonomy
23
#transformatie
ADVERTENTIE
Digital business voedt 'economics of connections’
Ecosysteemaanpak vraagt om andere manier van investeren “Er ontstaat een nieuwe ‘economics of connections’”, zo stelt Gartneranalist Don Schreibenreif. Wie leidend wil zijn op het gebied van technologie gebruikt de economics of connections als leidraad in de digitale transformatie.
Don Scheibenreif is Research VP and Distinguished Analyst bij Gartner.
AMSTERDAM – Onze wereld is platter, kleiner en sneller geworden. Door technologie zijn we allemaal aan elkaar verbonden, waardoor de tijd en afstand om elkaar te bereiken zo'n beetje tot nul is gereduceerd. Bedrijfsprocessen die oorspronkelijk uren, dagen of weken duurden vanwege fysieke afstand, computerverwerking en menselijke activiteiten zoals approvals, kunnen nu in een enkel moment worden afgehandeld. Met de opkomst van het Internet of Things wordt ook de fysieke wereld verbonden. Hiermee ontstaat een nieuwe 'economics of connections', gedefinieerd door Gartner als ‘het creëren van waarde door het dichter verbinden van bedrijven, mensen en dingen’. Een hele mond vol, maar met praktische waarde. Het helpt bij het prioriteren van investeringsbeslissingen. Initiatieven die bijdragen aan het verbinden van bedrijven, mensen en dingen die bijdragen aan het vormgeven van ecosystemen krijgen voorrang. De ecosysteemaanpak vraagt wel om een andere vorm van investeren in netwerken, systemen en assets. En hoe meer verbindingen, hoe hoger de waarde. Je zou de economics of connections een uitbreiding van de wet van Metcalfe kunnen noemen, of een toepassing van het netwerkeffect. Om het maximale uit de economics of connections te halen, moet het topmanagement op vier dingen letten:
3.
Manage de assets niet op basis van het maximaliseren van eigendom, maar op basis van de bijdrage aan een ecosysteem.
Veilig en aantrekkelijk
HP EliteBook Folio 1020 met Windows 10 Pro
Digitale bedrijfsmodellen zijn vaak een businessplatform, met daarop diverse participerende onafhankelijke partijen (vaak uit diverse branches). De combinatie van het geheel creëert de klantwaarde, niet een enkel product of service. Delen is de kern van waarde vermenigvuldigen. Denk bijvoorbeeld aan Tesla Motors, dat zijn patenten op het gebied van superchargers vrijelijk deelt met de autoindustrie. Immers: hoe meer partijen in de technologie investeren, hoe groter het ecosysteem van elektrische auto's wordt. Of denk aan Vitality, het wereldwijde zorgprogramma van diverse verzekeraars, dat ook gekoppeld is aan retailers, fitnessclubs en technologieleveranciers zoals Apple.
4.
Verschuif de aandacht van het in control zijn van alle activiteiten naar het beïnvloeden ervan.
De bouwstenen van de digitale business bestaan uit zogenaamde ‘business moments’, dagelijkse korte momenten waar bedrijven, mensen en/of dingen elkaar raken, kort verbonden zijn, en op een nuttige wijze iets uitwisselen. Een contactmoment dat kan leiden tot een bepaalde transactie of een beslissing. Denk aan de smart home, waarin de elektriciteitsmeter aangeeft dat een bepaald elektrisch apparaat onderhoud gaat behoeven, en dat in samenspraak met de bewoners en het reparatiebedrijf regelt. De economics of connections gaan een rol spelen wanneer die connecties dynamisch en zelfstandig tot stand komen, direct tussen de betrokken partijen en wanneer nieuwe partijen en devices zich kunnen aansluiten.
1.
Zoek nieuwe economische waarde in investeringen in de digital business.
We denken dat er veel waarde zit in digitale agents, sterker nog, dat die zullen domineren. Dit zijn connected things – software en devices – die op basis van de context waarin ze opereren adaptief reageren. De algoritmes zijn in staat om bepaalde taken te voltooien, een andere agent om hulp te vragen of informatie te ontvangen en distribueren; allemaal binnen een verdienmodel.
2.
Definieer een nieuwe set van voorspellende prestatie-indicatoren, en bedenk hoe daar op te reageren.
Deze leading indicators omvatten kengetallen rondom de tijd die het kost om een transactie volledig uit te voeren, de capaciteit om grotere gegevensvolumes aan te kunnen, sentimentanalyse en net promotor score (NPS). Succesvolle organisaties zijn in staat deze kengetallen ook te koppelen aan lagging indicators, de financiële resultaten, en die relatie ook goed uit te leggen.
Een van de belangrijkste vragen die u uzelf stelt als u een computer, notebook of mobiel apparaat gebruikt is: hoe kan ik hiermee zo veilig mogelijk werken? Daarnaast wilt u natuurlijk ook graag dat het product waarmee u online gaat er prachtig uitziet. Ontdek dat veilig ook aantrekkelijk kan zijn met de HP EliteBook Folio 1020 met Windows 10 Pro.
“De combinatie van het geheel creëert de klantwaarde” Zelfstandig handelen
Het idee dat dingen zelfstandig kunnen handelen en economische waarde genereren is de basis van de economics of connections. De dichtheid van het aantal connecties in zo'n netwerk is wezenlijk hoger, en daarmee ook de potentiële waarde. Wie leidend wil zijn op het gebied van technologie gebruikt de economics of connections als leidraad in de digitale transformatie.
Maak kennis met de HP EliteBook Folio 1020
Zo veilig waren Windows en HP nog nooit. Vertrouw op HP’s toonaangevende beveiliging en uitgebreide beheeroplossingen. Bescherm en beheer apparaten, data en identiteiten eenvoudig met krachtige tools zoals HP BIOSphere en HP Touchpoint Manager. Maak de beveiliging helemaal compleet met de oplossingen die Windows 10 Pro te bieden heeft, zoals Windows Defender en Windows Firewall. Robuust en klaar voor gebruik
Maak indruk met de HP EliteBook Folio 1020; een robuuste notebook die snel is en bovendien fraai oogt dankzij het stijl-
volle, ultraplatte ontwerp van CNCaluminium en een magnesiumlegering. Bij uitstek geschikt voor dagelijkse taken en frequent mobiel gebruik. De HP EliteBook Folio 1020 doorstaat de MIL-STD 810G duurzaamheidstests voor vallen, schokken, trillingen en meer. Ervaar een stil en ventilatorloos design, geluidsreductiesoftware voor betere conference calls, uitgebreide connectiviteit, een toetsenbord van topklasse, een QHD anti-reflectiebeeldscherm en nog veel, veel meer. Prettig ergonomisch ontwerp
Kies voor een stille en betrouwbare notebook met een snelle Solid State Drive (SDD) en een Intel® CoreTM M-processor. Na uitvoerig gebruikersonderzoek ontwikkelde HP het Premium-toetsenbord, waarbij comfort en responsiviteit samenkomen en wat zorgt voor een betere focus op het werk. Neem uw werk overal mee naartoe en kom uitstekend voor de dag met de zeer dunne en stijlvolle HP EliteBook Folio 1020.
BoardroomIT
Techonomy
25
www.linkedin.com/in/guusdemari
War-for-Talent
Innoveren en skills ontwikkelen tegelijkertijd Guus de Mari is Education Manager en verbonden aan Anderson MacGyver en Antwerp Management School.
HOUTEN – Innovatie, R&D en productontwikkeling zijn cruciale activiteiten voor het succes van ondernemingen. Ontwikkelen van mensen, in Management Development trajecten of anderszins, zijn een noodzaak geworden om klant- en marktgericht te blijven werken. Veel bedrijven hebben hiervoor verschillende budgetten, maar juist door de combinatie van HR-development en innovatie ontstaan grote resultaten. Ontwikkelen van management en staf in business-strategie, communicatie en leiderschapsvaardigheden wordt veelal uitbesteed aan gespecialiseerde bureaus. Voor individuen zijn er de business schools met hun generieke of specifiek MBA’s en voor teams huren we andere instituten of consultants in. De link met business development of innovatie wordt zelden gelegd. Ik ben ervan overtuigd dat toekomstige leiders niet alleen de marktkracht en de invloed van nieuwe technologie moet kennen, maar die ook moet kunnen vertalen naar business benefits. En als we dat doen met opleidingen die hierop gericht zijn, kan dat doel bereikt worden. In de afgelopen jaren heb ik grote en kleine initiatieven gezien en mogen begeleiden. Daaruit heb ik een aanpak gedestilleerd, die ik graag met u deel.
shops kunnen trendwatchers van binnen en buiten de organisatie de discussie aangaan met de marketeers en business developers. Door gestructureerde brainstorming ontstaan nieuwe ideeën en daaruit worden projecten gedefinieerd. Deze projecten kennen nog veel onzekerheden; ze zijn groen en fris. Daarnaast wordt in deze fase ook de doelgroep bepaald. Richten we ons op het managementteam of juist de jong talenten? Hoe worden vakspecialisten betrokken?
pen, waarbij de gebruikelijke onderwerpen (leiderschapsontwikkeling, businesscases, et cetera) een plaats vinden. Er wordt een afweging gemaakt tussen de kennis en ervaring die al in de organisatie is en die van buiten gehaald wordt. Soms is herkenning van belang, soms is een externe blik wenselijk. Door de focus op de projecten, door alleen de benodigde kennis en vaardigheden aan te bieden, wordt het curriculum effectief en niet groter dan strikt noodzakelijk is.
Stap 2: Focus en klein houden
Stap 3: Projecten vormen de basis
Door de projecten te koppelen aan de doelgroep wordt inzichtelijk welke kennis aanwezig is en worden witte vlekken duidelijk. Een toegespitst curriculum wordt ontwor-
Formulating Business needs Technology trends
Op de gebruikelijke manieren wordt het curriculum aangeboden en leren de deelnemers de ins en outs van de nieuwe technologie. Uiteraard wordt contactonderwijs
Organisation Key Project / R&D
Business results Tailor made curriculum
gecombineerd met zelfstudie, e-learning en case studies. Als rode draad door het programma werken de deelnemers in groepjes aan de projecten. Zij vertalen het curriculum naar het project en passen de kennis direct toe. Begeleiders helpen daarbij. De fasering van de projecten en het curriculum lopen samen; de koppeling is maximaal. De projecten bestaan meestal uit het uitwerken van business cases, technologische kansen onderzoeken, nieuwe marktkanalen vinden en het bepalen van (financiële) benefits. Aan het einde van het traject presenteren de groepen hun resultaten aan directies. Voorbeelden
Deze methode heb ik toegepast bij onder andere een verzekeraar, een Noorse telecomprovider en diverse kleinere organisaties. Dan blijkt dat er meerdere resultaten zijn, namelijk: • Opgeleide managers, zoals bij ieder Management Development traject • Kennis van buiten die toegepast is op de organisatie • Uitwerking van ideeën naar concrete innovatieve projecten • Breed draagvlak in de organisatie voor innovatie • Een nieuwe innovatie portfolio met commitment op diverse lagen De nieuwe skills kunnen opnieuw ingezet worden bij nieuwe innovatievraagstukken. Conclusie
Establishing curriculum
New skills and knowledge
Student results
Stap 1: Techniek en business samen
Het begint met het samenbrengen van technologie en business. In bijvoorbeeld work-
Combineren van technologie en business is niet eenvoudig, met een gericht ontwikkelprogramma werken de key players in een organisatie aan hun eigen ontwikkeling en aan nieuwe producten of diensten. Met deze methode komen HR-development en innovatie samen in een duurzaam huwelijk. #arbeidsmarkt
Helft IT’ers ziet drempels voor carrière vrouwen
‘Vrouwen missen rolmodellen’ VUGHT – Ondanks dat een meerderheid van de werknemers in de IT graag meer vrouwelijke collega’s verwelkomt, kent de sector nog veel obstakels voor vrouwen, denkt pakweg de helft van IT’ers ondervraagd door Monsterboard. Het onderzoek van Monsterboard is uitgevoerd door PanelWizard in november 2015 onder 490 medewerkers in de IT-sector en kende zowel mannelijke als vrouwelijke respondenten. De helft (47 procent) veronderstelt dat het voor vrouwen moeilijker is om carrière te maken in de IT dan voor mannen. Desondanks zien negen op de tien ondervraagden de toegevoegde waarde van meer vrouwen in hun vakgebied. Momenteel is slechts 12 procent van de werknemers in de IT-sector vrouw. Toch verwacht tweederde van alle werknemers in de IT dat de sector in de toekomst een betere verhouding tussen mannen en vrouwen zal hebben. Acht op de tien ondervraagden vinden specifieke ‘vrouwelijke kwaliteiten’ zoals een andere management- of communicatie-
stijl waardevol voor de sector en negen op de tien zien de toegevoegde waarde van meer vrouwen in IT.
“Meer dan 45 procent van de ondervraagde vrouwen geeft aan dat het lastig is om een coach te vinden” Diversiteit
Volgens bijna de helft is diversiteit goed voor iedere werkomgeving, zij noemen dit als voornaamste reden dat zij graag meer vrouwen in de IT zien. Ruim de helft (55 procent) van de respondenten ziet echter in dat er juist door het geringe aantal vrouwen in de sector
te weinig vrouwelijke rolmodellen zijn. Meer dan 45 procent van de ondervraagde vrouwen geeft aan dat het lastig is om een coach te vinden die hen steunt in hun carrière. Behoefte aan coaches
Om het voor vrouwen gemakkelijker te maken hun netwerk uit te breiden, is onlangs IT-Diamonds gehouden, een evenement van Computer Futures in samenwerking met Monsterboard, Capgemini, RightBrains en Master IT. Doel van het evenement is vrouwen in IT samen te laten komen en elkaar te laten coachen op het gebied van hun carrière. “Vrouwen in de IT missen vrouwelijke rolmodellen en passende coaches die hen steunen in hun carrière”, aldus Gian Zandonà, managing director van Monsterboard. nl. “Een event als IT-Diamonds besteedt hier aandacht aan en biedt mogelijkheden voor vrouwen in de IT om hun netwerk uit te breiden. Want meer vrouwen in de IT is niet alleen goed voor de diversiteit en mentaliteit op de werkvloer, maar ook voor de ontwikkeling van de gehele branche.”
BoardroomIT
Techonomy
#datagovernance
27
#risicomanagement
Ivo-Paul Tummers (Jibes):
Bedrijven stillen informatiehonger zonder strategie In hun enorme honger naar informatie vergeten organisaties wel eens dat het niet gaat om de hoeveelheid data, maar om de kwaliteit ervan. Dat betoogt IvoPaul Tummers, algemeen directeur van dataspecialist Jibes. Snel inzicht in de juiste gegevens omtrent klanten, producten en processen is daarbij cruciaal.
Hotze Zijlstra is hoofdredacteur van BaaS Magazine en CIO Magazine.
HOUTEN – Volgens Tummers ligt de focus momenteel te zeer op een hype als ‘big data’, waarbij bedrijven soms zonder echte strategie de veelal onuitputtelijke interne en externe gegevensbronnen proberen te ontsluiten. Dat kan inderdaad tot nuttige inzichten leiden, maar alleen wanneer de basis-informatiehuishouding op orde is. “Slechts dan kan de beweging worden gemaakt naar omnichannel en selfservice-modellen”, aldus Tummers. “Op basis van een totale integratie van online, offline en distributie.” Consumenten en eindklanten worden dan niet alleen via meerdere kanalen naadloos bediend, ze kunnen bovendien zichzelf redden. Dat is uiteindelijk in het voordeel van iedereen.” Banken, telecomleveranciers, verzekeraars en winkels zullen op basis van de juiste identificatie, autorisatie en andere vormen van controle en risicobeperking de klanten in de lead zetten, om deze vervolgens hun eigen zaken te laten regelen, te beheren en aankopen te doen. “Uiteraard zullen zij gerichte aanbiedingen ontvangen, maar veeleer zal het aanbod beter zijn afgestemd op de vraag”, stelt de Jibes-executive. “Een dergelijke selfservice-gedreven omnichannel-economie kan zonder de juiste referentiedata, metadata en masterdata nooit van de grond komen. Veel bedrijven staan op dit punt nog aan het begin van een ontwikkeling.” Time-to-insight
Er wordt vaak ten onrechte gedacht dat digitalisering waardeketens op z’n kop zet, maar dat is in de ogen van Tummers slechts ten dele het geval. Vooral de onderliggende bedrijfsmodellen zijn volgens hem aan verandering onderhevig. Een korte time-to-market op basis van logistieke excellentie blijft belangrijk, maar krijgt gezelschap van het net zo fundamentele ‘time-to-insight’. Tummers: “De nieuwe modellen zijn informatiegedreven. Inzicht in het gedrag en de motieven van een klant bepalen of jouw onderneming het goed zal doen.
Als Jibes ondersteunen wij ondernemingen bij het gebruikmaken van informatie als strategisch bedrijfsmiddel.” Cruciaal is daarbij dat de datahuishouding op orde is. “Veel organisaties hebben data opgeslagen in uiteenlopende systemen, die traditioneel niet met elkaar communiceerden. Wanneer referentiedata, metadata en masterdata correct zijn, spreken de systemen immers veel meer dezelfde taal.” Dat is belangrijk, omdat met de verlegging naar multichannel en selfservice-modellen de eindklant aan de stuurknuppel zit. Dit kan voor alle betrokkenen grote gevolgen hebben. “Piloten die in meters denken, met instrumenten die gebaseerd zijn op feet, zullen onherroepelijk crashen.” Definities
Data governance is volgens Ivo-Paul Tummers slechts ten dele een technisch vraagstuk, omdat de nadruk ligt op de juiste datadefinities. “Een gemiddeld bedrijf heeft misschien wel acht varianten op de definitie marge, en alle dienen te worden behouden.” De tools en raamwerken die een rol kunnen spelen bij het ontdubbelen of stroomlijnen van de data zijn ruim voorhanden. “De cloud als deliverymodel maakt het daarbij eenvoudig om zelf IT-oplossingen aan te wenden. Nadat de eerste resultaten zijn bereikt, kan men gaan nadenken over oplossingen voor
Availability is de sleutel Risicomanagement omarmen
Ronald Ooms is Vice President North East EMEA bij Veeam (www.veeam.com/nl/).
“Over een paar jaar besta je niet meer als de informatiearchitectuur niet op orde is”
de lange termijn. Samen met de IT-afdeling wordt de data governance op orde gebracht.” Met data-analytics kijk je vervolgens in de toekomst. “Jibes kan modellen creëren waarmee wij nu al weten wat het gedrag of de vraag van klanten zal zijn”, aldus de algemeen directeur. “Het fundament van deze nieuwe wereld is dat jouw datahuishouding op orde is. Maar omdat dit als saai wordt ervaren, slaan veel bedrijven dit over. Wiskunde in de brugklas lijkt misschien weinig spannend, maar het is wel noodzakelijk. Over een paar jaar besta je niet meer als de informatiearchitectuur niet op orde is. Het gaat alles en iedereen raken.”
Tot voor kort was continue beschikbaarheid voor veel organisaties niet haalbaar. De combinatie van technologieën, zoals virtualisatie en storage-snapshots, maakt het mogelijk en betaalbaar voor alle organisaties om iedere vijftien minuten een back-up te maken en alle data en applicaties binnen diezelfde tijd te herstellen. Bedrijven moeten zich dus niet langer richten op het maken van back-ups, maar op het garanderen van continue databeschikbaarheid. Een struikelblok dat CIO’s en IT-professionals vaak tegenkomen, is dat leidinggevenden zich er niet van bewust zijn dat het investeren in moderne datacenteroplossingen van groot belang is om de beschikbaarheid in de toekomst te garanderen. Nu be-
SCHIPHOL – Mensen veranderen en bedrijven veranderen. We kunnen op zondag naar de supermarkt of midden in de nacht naar de sportschool. Ook al is het gros van de bedrijfsgebouwen ’s nachts, in de weekenden en op feestdagen nog altijd dicht, de IT-omgevingen draaien gewoon door voor medewerkers en klanten. Want we willen als klant altijd iets kunnen bestellen en als werknemer willen we ook buiten de traditionele werkuren bij onze zakelijke e-mail kunnen, bijvoorbeeld. Gegevens moeten 365 dagen per jaar, 24 uur per dag en 60 minuten per uur beschikbaar zijn. Dat is nu vaak niet het geval en dat kan bedrijven zomaar miljoenen aan omzet kosten, reputatieschade niet eens meegerekend. Het sleutelwoord is vandaag de dag availability. In het Veeam Data Center Availability Report 2014 kwam naar voren dat 82 procent van de CIO’s niet in staat is om te voldoen aan de behoefte aan onmiddellijke, continue toegang tot IT-diensten. Bedrijven hebben dertien keer per jaar te maken met applicatiedowntime en dat kost 2,1 miljoen euro aan verloren inkomsten (zoals minder productiviteit en gemiste kansen) en zelfs tot 7,1 miljoen euro aan verloren data wanneer back-ups niet hersteld kunnen worden. Vandaag de dag heeft downtime – gepland of ongepland – direct effect op de omzet of reputatie van een bedrijf. Geplande downtime wordt vooraf aangekondigd en vindt meestal plaats op een ‘vriendelijk’ tijdstip, zoals voor het begin van een werkdag. Maar elke vorm van downtime, of het nu gepland of ongepland is, kost een bedrijf geld.
“Downtime heeft direct effect op de omzet of reputatie van een bedrijf” drijven inzetten op ‘het nieuwe werken’ en systemen always on zijn, moet deze groep risicomanagement omarmen. Ze moeten hun data maximaal benutten om voorbereid te zijn op de dag van morgen. We leven in een 24-uurseconomie waarin we geen tijd hebben voor lange storingen en herstelwerkzaamheden. Bedrijven moeten hierin mee en dit begint bij het faciliteren van continue toegang tot data en applicaties.