Dijnselburgschool Christelijke school voor Praktijkonderwijs Bezoekadres :
Telefoon : Telefax :
Bergweg 97 3707 AC Zeist 030 - 6954617 030 - 6991052
E-Mail : Website : Bevoegd gezag :
[email protected] www.dijnselburgschool.nl Stichting voor Christelijk Voortgezet Onderwijs voor Zuidoost-Utrecht (CVO Groep) Per adres: Hoofdstraat 78 Postbus 185 3970 AD Driebergen-Rijsenburg Telefoon : 0343 - 489911 Telefax : 0343 -489922 e-mail:
[email protected] website : www.cvog.nl
Directie :
directeur dhr. A.A. Reinders teamleiders mevr. D. Westerveld, dhr. F. van Dijk
Bankrekening :
668480726 Dijnselburgschool voor Praktijkonderwijs Bergweg 97 3707 AC Zeist
Onderwijsinspectie:
[email protected] www.onderwijsinspectie.nl
Vragen over onderwijs: 0800 – 8051 (gratis) Klachtmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld, discriminatie en extremisme: Meldpunt vertrouwensinspecteurs: 0900 – 1113111 (tijdens kantooruren en tegen lokaal tarief) 1
2
Inhoudsopgave
De school De school, niet zomaar één....
5
Onze manier van leren en begeleiden
7
De medewerkers van onze school
8
Interne Commissie leerlingenzorg
9
De leerling
Ontwikkeling van de leerling
10
De schooltijd 12 De stage 18
De mogelijkheden na de Dijnselburgschool
25
Ouders en school 27 Dagelijkse praktijk Dagelijkse gang van zaken Vakantierooster schooljaar 2013 - 2014
28 32
Veiligheid 33 Geldzaken 36 Structuur van de organisatie 3
38
Onze leerlingen leren door doen.
4
De school
De school: niet zomaar één….
Praktijkonderwijs is voortgezet onderwijs en heeft de wettelijke taak jongeren tussen twaalf en achttien jaar rechtstreeks toe te leiden naar de arbeidsmarkt. Leerlingen van de Dijnselburgschool voor praktijkonderwijs leren door doen. De school telt acht groepen met gemiddeld 14 tot 18 leerlingen. De school is klein en overzichtelijk en werkt met een eigen mentor per groep. In deze schoolgids treft u het aanbod van ons onderwijs aan, als mede de resultaten waar onze leerlingen na het verlaten van de school naar doorstromen. Voor specifieke leerproblemen als dyslexie wordt met extra ondersteuning maatwerk geleverd om jongeren vaardig te krijgen in het omgaan met de gewenste vaardigheden in onze moderne samenleving. Leren omgaan met een tablet , maar ook het trainen van sociale vaardigheden komen daarbij aan bod. De schoolregels, vakanties, lestabel en overige wetenswaardigheden komt u in deze schoolgids tegen. Schroom niet u op te geven voor de oudergeleding van de deelraad, waar gesproken wordt over de koers en afstemming van opleidingen binnen ons grotere bestuurlijke organisatie van de CVO groep. U kiest met de Dijnselburgschool bewust voor kleinschaligheid en een christelijke identiteit. Wij hopen intensief contact met u te onderhouden om voor onze jongeren eruit te halen wat erin zit. Daar hebben we elkaar allen voor nodig! Tot ziens! Bert Reinders MSc Directeur.
5
We helpen ze zichzelf te ontwikkelen, zodat ze straks, als ze van school komen, hun plek in de samenleving kunnen vinden.
6
Onze manier van leren en begeleiden
De Dijnselburgschool is een school voor praktijkonderwijs. Het doel van ons onderwijs is om leerlingen zo zelfstandig mogelijk te laten functioneren. Ze moeten zich goed kunnen redden in het dagelijkse leven, op school, thuis, bij de stage, in hun vrije tijd en op het werk. Leerlingen leren bij ons door praktisch bezig te zijn. Als onze leerlingen een opdracht moeten uitvoeren of iets nieuws moeten leren, weten ze vaak niet goed hoe ze moeten beginnen. Daarom laten wij de leerlingen ‘leren door te doen’. Die manier van leren helpt hen om beter zelfstandig te kunnen werken en zich te kunnen redden op een stage- of werkplek. De Dijnselburgschool is een school met een open Christelijk karakter. Tijdens de lessen cultuur en maatschappij worden de grote wereldgodsdiensten behandeld. De twee belangrijkste Christelijke feesten, de geboorte van Jezus, het Kersfeest, en Zijn opstanding, het Paasfeest, worden gevierd op school.
Precies de begeleiding die nodig is Wij zorgen ervoor dat de leerling de begeleiding krijgt die hij nodig heeft. Elke leerling heeft een eigen mentor. De mentor is een docent die hem begeleidt tijdens het schooljaar. Mentor en leerling bespreken regelmatig hoe het gaat. Als de leerling tussendoor ergens over wil praten, kan hij naar zijn mentor. Ook de ouders kunnen bij de mentor terecht als ze vragen hebben over hoe het met hun kind gaat. Leerlingen werken in kleine klassen. Ze krijgen daardoor veel aandacht van de docent. In elke klas worden duidelijke afspraken gemaakt over wat ze wel en niet mogen, zodat de leerlingen rustig kunnen werken.
7
De medewerkers van onze school In onderstaand schema worden alle medewerkers bij naam en functie genoemd. - Mevr. C. Alberts - Dhr. C. Boom - Mevr. E. Cnossen - Dhr. F. van Dijk - Mevr. P. van Ettinger-Vos - Mevr. C. van Eijden - Dhr. A. Gilijamse - Mevr. J. Hartman- de Jong - Mevr. C. ter Horst - Dhr. T. Jacobs - Mevr. S. Kuhne - Mevr. J. van Lierop - Dhr. P. Kokje - Dhr. J. Posthouwer - Dhr. A. A. Reinders - Dhr. K. van Rootselaar - Dhr. J. Schuilenburg - Mevr. L. Spek - Mevr. N. Timmermans - Dhr. L. de Vries - Mevr. D. Westerveld - Mevr. J. van Woudenbergh
onderwijsassistent docent docent teamleider docent AKA schoolmaatschappelijk werker docent Sociale vaardigheden / orthopedagoog coördinator arbeidstrainingscentrum / docent Horeca docent / zorgcoördinator conciërge docent / docent Gym docent / coördinator onderwijs docent docent / stagedocent / uitstroomcoördinator docent Techniek directeur docent technisch / tuin assistent docent / stagedocent docent / docent Zorg&Welzijn docent Tuin teamleider directiesecretaresse / leerlingadministratie
8
Interne Commissie leerlingenzorg
De interne commissie leerlingenzorg (ICL) wordt door mentoren geconsulteerd wanneer hij of zij zich zorgen maakt over de ontwikkeling van een leerling. De ICL bestaat uit de zorgcoördinator, de orthopedagoog, de schoolmaatschappelijk werkende en een teamleider. De zorgcoördinator is verantwoordelijk voor het organiseren en coördineren van de zorg rondom leerlingen die extra zorg behoeven. De orthopedagoog richt zich zowel op het psychologische/didactische vlak (intelligentieonderzoek, onderzoek en advisering op het gebied van leerinhouden) als op het sociaal-emotionele vlak (hoe voelt een leerling zich en hoe kan hij/zij beter functioneren). De schoolmaatschappelijk werker richt zich met name op eventuele problemen, waarbij thuisaspecten een rol spelen. Zij heeft een belangrijke taak bij de begeleiding van de ouders/verzorgers van de leerlingen en het doorverwijzen naar instanties zoals MEE of Bureau Jeugdzorg.
Zorg Advies Team Het zorg advies team (ZAT) bestaat uit vertegenwoordigers van de ICL, leerplicht, GGD, Bureau Jeugdzorg en de wijkagent. Het team bespreekt probleemsituaties met als doel te komen tot doorverwijzing. De zorgcoördinator is voorzitter van het ZAT team.
9
De leerling Ontwikkeling van de leerling
Van iedere leerling wordt bijgehouden hoe hij zich ontwikkelt tijdens de schoolperiode. Vanzelfsprekend houdt de school dat bij, maar ook de ouders en de leerling hebben daarin een belangrijke rol. We kunnen daardoor op tijd bepalen of er iets extra’s nodig is voor de leerling.
Voor de hele groep: het groepsplan Iedere groep krijgt ieder jaar een eigen groepsplan. In dat plan staat welke lesstof de groep dat jaar krijgt aangeboden. Die lesstof is de basis voor alle leerlingen in die groep. Het kan zijn dat de basislesstof niet precies past bij de leerling. We bepalen daarom voor iedere leerling apart of er aangepaste lesstof nodig is. Ook bekijken we of er extra zorg nodig is en welke aandachtspunten er zijn. Die zorg en aandachtspunten nemen we op in het zogenoemde handelingsplan.
Onze school is klein en overzichtelijk. Leerlingen en ouders voelen zich er snel thuis.
10
Voor de leerling: het portfolio en het individueel ontwikkelingsplan (IOP) Gedurende het jaar hebben de docent en de leerling coachgesprekken. In die gesprekken bepalen ze samen waar de leerling aan gaat werken, zoals werken aan het portfolio, werken aan theorieopdrachten, een werkstuk maken, een spreekbeurt voorbereiden of extra praktijklessen volgen. Alle afspraken worden vastgelegd in het individueel ontwikkelingsplan (IOP). Dit plan is voor de school, de ouders en de leerlingen een belangrijk middel om de ontwikkeling van de leerling bij te houden. De leerling werkt dagelijks aan zijn portfolio. Het portfolio is een map met daarin alle opdrachten die de leerling heeft uitgevoerd en waar hij nog aan werkt. Telkens als de leerling een opdracht heeft uitgevoerd, bespreekt hij met zijn mentor aan welke opdrachten hij daarna gaat werken. Of aan welke afspraken hij zich gaat houden. Zo vult hij zijn eigen portfolio steeds aan en kan hij zijn eigen ontwikkeling zien. Het portfolio is een belangrijk product dat hij zijn hele schooltijd bijhoudt.
Bijhouden van ontwikkelingen Gedurende het jaar zijn er verschillende momenten en manieren waarop de ontwikkeling van de leerling wordt besproken en bijgehouden: - Rapport- en voortgangsbespreking. Twee keer per jaar krijgt de leerling een rapport. Het rapport beschrijft het niveau van de leerling: zijn vaar digheden, inzet, motivatie, werkhouding en manier van samenwerken. Ieder rapport wordt besproken met de ouders, ook als het goed gaat met de leerling. - Leerlingbespreking. Twee keer per jaar bespreekt het docententeam de ontwikkeling van de leerlingen. Ook de mening van andere deskundi gen wordt daarin meegenomen, zoals van de orthopedagoog, stagedocent, teamleider en schoolmaatschappelijk werker. 11
- Leerlingvolgsysteem. Dit is het systeem waarin alle gegevens over de ontwikkeling van de leerling zijn vastgelegd.
De schooltijd
Het doel van de Dijnselburgschool is dat leerlingen zich zelfstandig kunnen redden. Wij passen de lesstof en begeleiding aan op wat ze nodig hebben. Ook de periode dat ze op onze school zitten, kan daardoor verschillen. Meestal duurt de schoolperiode vier tot zes jaar. Het eerste en tweede jaar zijn de onderbouw. De leerlingen zijn de hele week op school en krijgen afwisselend theorie- en praktijkvakken. Vanaf het derde jaar zitten ze in de bovenbouw. Dan krijgen ze vooral praktijkvakken. Ze zijn dan ook minder op school omdat ze stage lopen (meer over de stage: zie p. 18).
In vogelvlucht Hieronder leest u kort hoe de leerling zijn schoolperiode doorloopt en wat er in een jaar belangrijk is. We nemen hier een schoolperiode van vijf jaar, maar dat kan per leerling verschillen. Eerste jaar In het eerste jaar moeten de leerlingen erg wennen. Het is een nieuwe omgeving voor ze. We letten erop dat de leerlingen zich veilig gaan voelen in de groep. Ze leren dit jaar vooral theorie. Dat is de basis om de lesstof van de komende jaren goed aan te kunnen. Tweede jaar In dit jaar krijgen de leerlingen meer praktijk en worden ze voorbereid op de stages. De stage is een nieuwe stap die veel vraagt van de leerling. We nemen dan ook veel tijd om ze daar goed op voor te bereiden. Bijvoorbeeld door ze in de school al stages te laten lopen.
12
Derde jaar In dit jaar kunnen de leerlingen kiezen welke richting ze op willen in hun opleiding. De meeste leerlingen beginnen dit jaar hun eerste stage bij een bedrijf of instelling. Daar ontdekken ze wat er nodig is om hun werk goed te kunnen doen. Het soort stage en het aantal dagen per week is afhankelijk van wat bij de leerling op dat moment past. Voor sommige leerlingen is de stap naar stage op een werkplek nog te groot. Zij volgen dan een eigen traject. De dagen dat ze geen stage lopen, gaan de leerlingen naar school. Ze volgen vooral praktijkvakken in de richting die ze op willen.
Wat de leerlingen leren in de theorievakken, kunnen ze meteen gebruiken in de praktijk.
13
Vierde jaar Meer stages voor de leerling. Ze moeten op de stage kunnen laten zien dat ze zelfstandig opdrachten kunnen uitvoeren. Ook in dit jaar kunnen leerlingen een richting kiezen die ze graag op willen. En ook in dit jaar geldt dat de stage zelf en het aantal dagen dat ze stage lopen past bij wat ze op dat moment nodig hebben. Vijfde jaar In dit jaar bereiden we de leerling voor op de periode na school en starten we met het eindtraject. In dat traject begeleidt de stagecoördinator de leerling naar een volgende stap. Dit kan werk zijn of een vervolgopleiding. School verlaten Als de leerling de hele opleiding goed doorlopen heeft, verlaat hij de school en krijgt hij een getuigschrift. Wat de leerling daarna gaat doen, hangt af van de persoonlijke situatie. Op pagina 24 leest u meer over de mogelijkheden na de Dijnselburgschool.
Digibord en laptop ondersteunen ons onderwijs.
14
Theorie, praktijk en creativiteit Op onze school krijgen de leerlingen vooral praktijkvakken. Dat is in de eerste twee jaar bijvoorbeeld: koken, techniek met hout en metaal, tuin, en verzorging. In de laatste jaren is dat bijvoorbeeld: plantsoenen onderhouden, houtbewerking, zorg en welzijn, lassen, installatietechniek en fietstechniek. Naast de praktische vakken krijgen de leerlingen theorievakken, zoals rekenen/wiskunde, Nederlandse en Engelse taal, geschiedenis en biologie. Wat de leerlingen in de theorievakken leren, kunnen ze meteen gebruiken in de praktijk. Door bijvoorbeeld te leren hoe ze om moeten gaan met geld, leren ze automatisch rekenen. De theorievakken zijn dus vooral praktisch opgezet. Dan krijgen de leerlingen nog vakken als tekenen, handvaardigheid en expressie. In die vakken kunnen ze hun creativiteit kwijt. Wij vinden deze vakken erg belangrijk voor de leerlingen. Door de creatieve vakken ontdekken ze wat ze in hun vrije tijd graag doen. Dat helpt ze om ook de tijd buiten school op een prettige manier in te vullen. Vanzelfsprekend hebben de leerlingen elke week sport/gymnastiek.
15
Theorievakken
- Wiskunde/rekenen - Nederlandse taal - Engels - Cultuur en Maatschappij/Wereldoriëntatie: maatschappijleer, geschiedenis, aardrijkskunde, biologie - Praktijk en loopbaan/Arbeidsvoorbereiding - Persoonlijke verzorging
Praktijkvakken
- Verzorging: koken, horeca/catering, huishoudkunde, schoonmaak in de groothuishouding, kinderverzorging en woonsimulatie - Technieken: houtbewerken, metaalbewerken, fietsonderhoud, schilderen, klussen en productie - Tuinonderhoud - Atelier - ICT
Extra handen in de klas Bij een aantal vakken, zoals elektrotechniek, houtbewerking of techniek, maken we dankbaar gebruik van de hulp van vrijwilligers. Zij zijn de extra handen in de klas en zijn met hun kennis en vakmanschap een aanvulling voor de leerlingen.
AKA-opleiding Op de Dijnselburgschool is het mogelijk om een AKA-opleiding te volgen (Arbeidsmarkt gekwalificeerd assistent). De AKA-opleiding is een brede opleiding waarmee je een MBO-diploma op niveau 1 kunt halen. Deze opleiding verzorgen we in samenwerking met het MBO Amersfoort, bij ons op school. Of een leerling deze opleiding gaat volgen hangt af van de mogelijkheden van de leerling.
16
De opleiding duurt maximaal twee jaar en is opgedeeld in periodes van zes weken. De leerling is twee dagen per week op school en loopt drie dagen stage. Na elke periode wordt er besproken hoe het gaat, welke ontwikkeling de leerling heeft doorgemaakt, hoe het gaat op de stage en waaraan de leerling nog moet werken. De AKA (niveau 1) opleiding verdwijnt binnen het MBO en wordt Entreeopleiding, De verwachting is dat de Entree opleiding vanaf het schooljaar 2014-2015 van start gaat. De entree opleiding is een opleiding die maximaal twee jaar duurt en opleidt voor het diploma mbo-2. Voor een mbo -2 opleiding is de eis dat deze wordt afgesloten op niveau 2F voor rekenen en taal, voor de meeste leerlingen van het praktijkonderwijs is dit niet haalbaar. Iemand kan eenmaal een entree opleiding doen.
In het tweede leerjaar krijgen leerlingen meer praktijk en worden ze voorbereid op een stage.
17
De Entreeopleiding leidt tot een diploma op MBO-2 niveau of arbeidsmarkt. Binnen vier maanden wordt een bindend studieadvies gegeven. Wij blijven leerlingen de kans bieden door te stromen naar het MBO. Dit doen we door een theoretische leerroute aan te bieden. Dit kan een voorbereiding zijn op de Entreeopleiding of de Entreeopleiding zelf. In overleg met ouders en leerling wordt bepaald of dit een geschikte leerroute is en hoe deze gaat verlopen.
Extra activiteiten en excursies Ieder jaar zijn er extra groepsactiviteiten. Deze maken deel uit van het onderwijsprogramma en helpen de leerling bij zijn ontwikkeling. Ook helpen de groepsactiviteiten om van de klas een groep te maken. Het is dan ook belangrijk dat uw kind meedoet aan de groepsactiviteiten. Naast de groepsactiviteiten zijn er excursies. We proberen in ieder geval excursies te organiseren voor CKV (Culturele en Kunstzinnige Vorming), Wereldoriëntatie, Arbeidsvoorbereiding en Maatschappelijke vorming. Welke activiteiten er precies zijn, krijgt u gedurende het jaar te horen. U krijgt ruim van tevoren bericht daarover.
De stage De stage is een belangrijke periode voor de leerling. Ze leren er hoe het er op het werk aan toe gaat. In het tweede jaar beginnen de stages binnen de school: de interne stage. De interne stage is bedoeld om leerlingen voor te bereiden op de externe stage. Taken die daarbij horen zijn koffie en thee verzorgen, kamerplantverzorging en kantinedienst. Leerlingen leren tijdens de stage bijvoorbeeld op tijd komen, zelf opdrachten uitvoeren en samenwerken met andere leerlingen en docenten.
18
Leerlingen leren zo zelfstandig mogelijk te werken.
19
In het derde en vierde jaar lopen de leerlingen stage bij een bedrijf of instantie. Dat is de externe stage. Een leerling heeft elk jaar meerdere adressen waar hij stage loopt. Wanneer begint de stage? Het hangt van de leerling af wanneer hij stage gaat lopen bij een bedrijf. Meestal is dat als ze 15 jaar zijn. De stages zijn van september tot en met februari en van februari tot en met de zomervakantie. Soms is de stage in een andere periode. Dat wordt altijd goed overlegd met de leerling, de ouders en het bedrijf.
Waar lopen de leerlingen stage? De stages zijn bij bedrijven of instanties in de regio. Bijvoorbeeld een zorgcentrum, supermarkt, in de detailhandel, hout- en metaalverwerkende bedrijven, tuincentra of horeca. De stageplek kan dus buiten de woonplaats zijn. Dat is belangrijk voor de leerling, omdat ze zo ook leren te reizen van en naar hun werk. Hoe worden de leerlingen begeleid? De stage is een grote stap voor de leerling. We bereiden ze daarom rustig en voorzichtig voor op de stage. We houden zoveel mogelijk rekening met wat de leerling zelf wil en kan, zodat de kans groter is dat hij zich zelfstandig kan redden. De leerling krijgt twee begeleiders: een stagebegeleider van het bedrijf en een stagedocent van de school. De stagebegeleider van het bedrijf zorgt ervoor dat de leerling zich thuis voelt binnen het bedrijf. Hij legt uit hoe alles werkt, vertelt wat de regels zijn en geeft de opdrachten. De stagedocent begeleidt de leerling tijdens de stage. Elke vier weken bezoekt hij het bedrijf en bespreekt hij hoe het gaat.
20
Arbeidstrainingcentrum ‘de Villa’ Leerlingen in de bovenbouw die nog geen stage lopen, volgen arbeidstraining. Dat doen ze in een villa op de Bergweg in Zeist, die daarvoor is ingericht. Op het arbeidstrainingscentrum leren ze de vaardigheden die ze nodig hebben om op stage te kunnen. Op het centrum wordt allerlei werk gedaan op het gebied van groenvoorziening, productiewerk en facilitaire dienstverlening. Doel van het centrum is om de leerling te trainen op een aantal praktische vaardigheden die in het werk belangrijk zijn, zoals werkdruk, tempo, werkverzorging, zelfstandig werken en samenwerken. Bij het doen van hun werk leren ze ook theorie, zoals Nederlands, rekenen en wiskunde.
Goed om te weten - Voor de stage wordt een contract getekend. Daarin staan de afspraken die het bedrijf, de school en de leerling met elkaar maken. Ook de ou- ders tekenen dit contract. - Leerlingen zijn tijdens de uren dat ze stage lopen verzekerd voor eventuele schade. Op pagina 34 leest u hier meer over. - Leerlingen krijgen alle informatie over de stage op school. Voor de ou ders van leerlingen die stage gaan lopen, is er altijd een informatie- avond.
21
Lezen is leuk, dit stimuleren we.
22
Welke stages zijn er? Er zijn veel verschillende stageplekken mogelijk. Hieronder staan enkele voorbeelden: - Zorgcentra - Keukens van zorgcentra - Detailhandel - Supermarkten - Ziekenhuizen - (Kinder)boerderijen - Hout- en metaalverwerkende bedrijven - Peuterspeelzalen en kinderdagverblijven - Drukkerijen - Tuincentra - Hoveniersbedrijven - Horecabedrijven
23
Waar kwamen onze leerlingen terecht?
2011/2012, 30 leerlingen
2012/2013, 22 leerlingen
Werk Zorg & Welzijn (1) Entertainment (1) Bouw groothandel (1) Detailhandel (2) Techniek (2)
Vervolgopleiding ROC/MBO
BBL Horeca (2) BBL Detailhandel (2) BBL Logistiek (2) BBL Bouw + Infra (1) BOL Horeca (3) BOL kapper (1) BOL Detailhandel (1) BOL Zorg & Welzijn (3) BOL Commercieel Creatief (1) Aka (1)
BBL Groen (2) BBL Zorg & welzijn (1) BOL ICT (1) BOL Techniek (2) BOL Sport en bewegen (2) BOL zorg & Welzijn (3) BOL Horeca (2) BOL kapper (2) BOL Groen (1) BOL paardenverzorging (1)
Dagbesteding Zorginstelling (1)
Horeca (1) Horeca (1) Facilitair (1) Administratie (1)
VMBO Vmbo CCZ (2)
Tweede leerjaar (1)
Anders
Vrijwilligerswerk Zorg & Welzijn (1) Werkzoekend Agrarisch (1) Werkzoekend+leren BBL Horeca (1)
24
De mogelijkheden na de Dijnselburgschool
Alle jaren zijn doorlopen en de stages zijn met succes afgerond. Dan krijgt de leerling zijn getuigschrift. Dit is het bewijs dat de leerling klaar is om de volgende stap te maken. Ons doel is om leerlingen zoveel mogelijk te begeleiden naar werk, een vervolgopleiding of een andere vorm van dagbesteding. Wat de leerling na de schoolperiode gaat doen, is afhankelijk van zijn persoonlijke situatie. Er zijn verschillende mogelijkheden: - werken bij een bedrijf of instantie; - werken bij een bedrijf of instantie met een leerovereenkomst en een traject dat de leerling begeleidt naar werk (een zogenoemde beroepsbe- geleidende leerweg (BBL)); - werken bij een Sociale Werkvoorziening; - werken onder begeleiding of als dagbesteding; - een vervolgopleiding bij een ROC.
Extra begeleiding na verlaten van school De stap van school naar werk of opleiding is voor veel leerlingen een grote stap. We kijken daarom goed naar wat de beste oplossing is voor een leerling. Als het nodig is, bieden wij de leerling na zijn schooltijd extra begeleiding. Dit heet de nazorg. De nazorg duurt minimaal een jaar. Als het nodig is, kan de school ook daarna nog nazorg bieden. Als een leerling van school gaat en intensieve begeleiding nodig heeft, is er de jobcoach. De jobcoach traint de leerling voor de werkplek waar hij naartoe wil en houdt regelmatig contact.
25
Leerlingen kunnen in het 3e leerjaar een richting kiezen.
26
Ouders en school
Informatie en gesprekken We vinden het belangrijk om de ouders van onze leerlingen te betrekken bij de school. We hebben dan ook een aantal momenten waarop wij informatie met u uitwisselen. - Voor nieuwe leerlingen en hun ouders is er een open dag. Daarnaast zijn alle ouders van nieuwe leerlingen welkom op een kennismakings- of informatieavond. Die avonden zijn in september of oktober. - Twee keer per jaar bespreekt de mentor van uw kind het rapport met u tijdens een 10-minutengesprek. - Vijf keer per jaar krijgt u de ‘Prakdijn’, onze schoolkrant. Gemaakt door en met onze leerlingen. - In de onderbouw leggen de mentor en/of de schoolmaatschappelijk werker huisbezoeken af. In de bovenbouw kan dat een huisbezoek zijn of een gesprek op school. - Gedurende het jaar krijgt u informatie over school, stage, werk, perso- neel, schoolkamp en bijzondere gebeurtenissen. - Uitnodiging voor ouders van leerlingen die het getuigschrift praktijk- onderwijs en/of AKA-diploma hebben gehaald en afscheid nemen van school.
Vragen en klachten Heeft u vragen over de gang van zaken op school? Of bent u het niet eens met een beslissing of keuze die wij gemaakt hebben? Neemt u dan contact met ons op. Wij willen er graag met u uit komen. Wij hebben een klachtenregeling, die u kunt opvragen op school.
27
Dagelijkse praktijk Dagelijkse gang van zaken
Schooltijden, pauzes en roosters Wij geven lessen direct na elkaar. Er zijn geen tussenuren. We hebben korte pauzes zodat de meeste leerlingen op school blijven. De lestijden zijn elke dag van 8:30 tot 15:30 uur. Er zijn elke dag drie pauzes: - 1e pauze - 2e pauze - 3e pauze
10:00 – 10:15 uur 11:45 – 12:15 uur 13:45 – 14:00 uur
In de 1e en 3e pauze moeten de leerlingen in de kantine of op het schoolplein blijven. In de 2e pauze mogen alleen de bovenbouwleerlingen (3e jaar en hoger) van het plein af. De onderbouwleerlingen (1e en 2e jaar) eten de eerste helft van die pauze in de klas en houden daarna pauze op het plein of in de kantine. 8:30 en 15:30 uur zijn de uiterste lestijden. Elke klas krijgt aan het begin van het jaar een eigen lesrooster waarop de vakken, de docenten, de lokalen en de begin- en eindtijden staan. Als een docent ziek is, proberen we een oplossing te vinden en de leerlingen op te vangen zonder tussenuren. Als dit niet lukt, krijgen de leerlingen een briefje mee waarop staat waarom zij ‘roostervrij’ zijn.
Onze regels We willen ervoor zorgen dat de leerlingen een prettige tijd hebben op onze school. Duidelijke afspraken helpen om dat voor elkaar te krijgen. Zeker aan het begin van het nieuwe schooljaar letten we daar extra op. Dan bespreken we met alle leerlingen welke regels er gelden in de school en in de klas. Tijdens pauzes letten teamleden erop dat de sfeer in de school en op het schoolplein prettig blijft.
28
Onze gedragsregels: - Accepteer elkaar zoals je bent. - Geen agressie of geweld of seksuele intimidatie. - We pesten niet. - Respecteer de eigendommen van een ander. De afspraken die we met de leerlingen maken: - Mobiele telefoons: bellen doe je buiten. - Muziek luister je zo dat niemand er last van heeft. - De fotofunctie van je mobiel gebruik je niet. - In het gebouw draag je geen pet. - Eten doe je in de pauze: in je lokaal of in de kantine. - Bij slecht weer mag je voor het begin van de lessen naar binnen. - Pauze houden doe je op het plein. - Als je lesdag voorbij is verlaat je het schoolgebouw.
Kleding Omdat er elke dag praktijkvakken zijn, vinden wij het belangrijk dat de leerlingen zich zo praktisch mogelijk kleden. Voor de veiligheid letten wij erop dat leerlingen geen uitgaanskleding, hoge hakken of sieraden dragen. Ook mag het haar niet los hangen. Daarnaast is het belangrijk dat leerlingen eraan wennen dat ze zich fatsoenlijk kleden. Wij leiden op voor stages in het bedrijfsleven. Kleding mag daarom niet aanstoot- of onrustgevend zijn; niet op school en niet op de stage. Het is verboden om op school een gezichtsbedekkende sluier te dragen, zoals de chador, burqua of nikaab. Voor onze medewerkers is het belangrijk om de gezichten van de leerlingen te kunnen zien, zodat duidelijk wordt of de boodschap overkomt en de leerling begrijpt wat er gezegd wordt. De school heeft zelf werkkleding en beschermers. Voor praktijkvakken als techniek, tuinonderhoud, koken en verzorging is het belangrijk dat de leerlingen deze dragen. De docenten geven aan welke kleding en bescherming de leerlingen moeten gebruiken. Leerlingen moeten deze aanwijzingen opvolgen, zodat iedereen veilig kan werken. 29
Kluisjes Leerlingen kunnen een kluisje krijgen om hun spullen in te doen. We raden het erg aan om een kluisje te regelen. De borg voor een kluisje is € 5,- Bij het inleveren van de sleutel krijgt de leerling de borg terug. Bij verlies van de sleutel vervangen wij voor de veiligheid het slot van het kluisje. De leerling betaalt hiervoor zelf de kosten: € 5,-
Huiswerk Regelmatig krijgen leerlingen huiswerkopdrachten. Daarom moet elke leerling een agenda hebben en gebruiken.
Boodschappen doen Leerlingen uit de kookgroepen krijgen nogal eens de opdracht om boodschappen te halen. Dat doen ze tijdens schooltijd. Ook komt het af en toe voor dat een leerling tijdens schooltijd een boodschap haalt voor een bepaald vak. Wij vinden dit een goede oefening voor de leerlingen om zichzelf te leren redden in praktische en sociale situaties.
Als een leerling te laat komt Komt een leerling zonder geldige reden te laat op school, dan meldt hij zich bij de administratie. Daar haalt de leerling een kaart. Met die kaart kan de leerling de klas in. Met de mentor maakt de leerling een afspraak hoe en wanneer de verloren tijd wordt ingehaald.
Als een leerling niet naar school kan komen Als uw kind ziek is of om een andere reden niet naar school kan komen, moet u dat voor 8:30 uur melden. Het maakt daarbij niet uit hoe laat de eerste les van het kind die dag is. U kunt daarvoor het algemene nummer van de school bellen. Weet u van tevoren dat uw kind er een dag niet zal zijn, dan kunt u hem of haar een briefje meegeven. Leerlingen die stage lopen melden zich af bij de school en bij het bedrijf. Afspraken voor de tandarts, huisarts, orthodontist en dergelijke moeten zoveel mogelijk buiten de lestijden gepland worden.
30
Is een leerling zonder bericht niet op school, dan nemen wij contact met u op. Blijft een leerling te vaak of zonder reden weg van school, dan melden wij dit aan de leerplichtambtenaar van de gemeente. De dagen waarop leerlingen vrij zijn (vakanties en roostervrije dagen) staan vast. De school mag leerlingen geen extra verlof geven. Alleen in bijzondere gevallen kan de school bijzonder verlof toestaan. Ouders die bijzonder verlof willen voor hun kind, moeten dit schriftelijk vragen bij de directeur. Wij overleggen altijd met de leerplichtambtenaar van de gemeente of we bijzonder verlof toe kunnen staan.
Doordat we werken in kleine klassen, krijgen leerlingen veel aandacht en de nodige begeleiding.
31
Vakantierooster schooljaar
Herfstvakantie Kerstvakantie Krokusvakantie Pasen Meivakantie Hemelvaart Pinksteren Zomervakantie
2013 - 2014
zaterdag 19-10-2013 t/m zondag 27-10-2013 zaterdag 21-12-2013 t/m zondag 05-01-2014 vrijdag 14-02-2014 t/m zondag 23-02-2014 vrijdag 18-04-2014 t/m maandag 21-04-2014 zaterdag 26-04-2014 t/m maandag 05-05-2014 donderdag 29-05-2014 t/m vrijdag 30-05-2014 zaterdag 07-06-2014 t/m maandag 09-06-2014 zaterdag 19-07-2014 t/m zondag 31-08-2014
32
Veiligheid Schorsing en verwijdering Als een leerling vaak de regels overtreedt, kan de school besluiten de leerling te schorsen.We nemen dan vanzelfsprekend contact op met de ouders. De leerling mag de rest van de dag de lessen niet meer volgen en niet binnen of in de buurt van de school blijven. Als een leerling wordt geschorst, maken de directeur en de docent een verslag van wat er is gebeurd. Dit verslag komt in het dossier van de leerling en wordt de ouders of verzorgers toegestuurd. Wordt een leerling vaker geschorst, dan kan een leerling worden verwijderd van school. De directeur van de school beslist hierover.
Veiligheidsplannen en -afspraken Om de veiligheid op en rond de school te bewaren, hebben we een aantal plannen en afspraken gemaakt. U kunt er op school naar vragen. - Een veiligheidsplan: daarin staat beschreven wat er moet gebeuren bij ernstige situaties en welke regels er gelden om de veiligheid op en rond de school te bewaren. - Een leerlingenstatuut. Daarin staat wat de rechten en plichten van de leerlingen zijn. - Een gedragscode waarin staat wat er moet gebeuren en wat je kunt doen bij agressie, geweld, discriminatie en (seksuele) intimidatie. - Afspraken tussen de scholen voor voortgezet onderwijs, de gemeente Zeist, de politieregio Utrecht en het Openbaar Ministerie. Daarin heb- ben we beschreven hoe we omgaan met strafbare feiten, wie welke taak daarin heeft en wat we gezamenlijk kunnen doen om de veiligheid in en om de schoolgebouwen te verbeteren.
33
Verzekeringen De Dijnselburgschool heeft een aantal verzekeringen die eventuele schade kan vergoeden. In veel gevallen is de leerling echter zelf verantwoordelijk voor schade. Hieronder leest u meer daarover. De Dijnselburgschool heeft een collectieve scholierenongevallenverzekering. Dat betekent dat de leerlingen verzekerd zijn tegen de financiële gevolgen van bijvoorbeeld lichamelijk letsel als ze op weg zijn van huis naar school of andersom, als ze op school zijn of schoolactiviteiten doen. Hieronder valt ook de stage die ze lopen. Het is een aanvullende verzekering. De verzekering vergoedt alleen de kosten van medische behandeling die niet door de eigen verzekering van de ouders wordt vergoed. Er zit wel een maximum aan die kosten. De verzekering vergoedt niet materiële schade aan persoonlijke eigendommen.
Elke leerling werkt dagelijks aan zijn portfolio.
34
De school heeft ook een aansprakelijkheidsverzekering voor schade die leerlingen of derden tijdens schooluren veroorzaken. Die verzekering geldt alleen in die gevallen waarin de school een verwijt gemaakt kan worden. Schade aan spullen of verlies of diefstal ervan zijn bijvoorbeeld altijd voor eigen rekening. Daarom raden wij aan dat leerlingen een kluisje gebruiken. Als er een ongeval is waarvoor u denkt dat de school verzekerd is, moet u dat binnen 24 uur na het ongeval melden bij de school.
Vertrouwenspersoon Op de school is een vertrouwenspersoon aangesteld. Leerlingen kunnen bij haar met vragen terecht over vertrouwelijke zaken. Wilt u of uw kind over vertrouwelijke zaken spreken met iemand buiten school, dan kunt u contact opnemen met de GGD Midden-Nederland op nummer 030 608 60 86.
Privacy en de gegevens van uw kind Van elke leerling maken wij een dossier waarin veel gegevens zijn opgeslagen. Medewerkers van de school, het bestuur en de inspectie kunnen deze dossiers inzien. Natuurlijk kunnen ook ouders deze dossiers inzien. Als u dat wilt, kunt u dat aangeven bij de coördinator leerlingenzorg. Het dossier bewaren wij tien jaar nadat uw kind van school is gegaan. Wij behandelen alle gegevens van leerlingen vertrouwelijk. Foto- en filmmateriaal waar uw kind op staat, gebruiken wij soms voor onze brochures, website en ander promotiemateriaal. Heeft u hier bezwaar tegen? Laat het ons dan zo snel mogelijk weten. Als uw kind naar een andere school gaat en die school informatie aan ons vraagt, of als derden informatie vragen over uw kind, vragen wij u altijd toestemming daarvoor.
Verwijsindex Bij grote zorg rondom een leerling wordt dat in de Verwijsindex geregistreerd. Deze landelijke index is toegankelijk voor hulpverleners, zoals GGD, CJG, MEE en BJZ, en brengt de verschillende instanties die zich bezig35
houden met de zorg voor een kind met elkaar in contact. De leden van de Interne commissie leerlingenzorg en de directieleden hebben toegang tot deze index. Alle gegevens in de index worden vertrouwelijk behandeld. Wanneer de school een leerling registreert in de Verwijsindex worden de ouders hiervan op de hoogte gesteld. In geval van vermoedens van huiselijk geweld of kindermishandeling hebben wij als school de wettelijke plicht om te handelen volgens een vastgestelde meldcode. Deze verplichting geldt ook voor de jeugdgezondheidszorg, de kinderopvang en voor politie en justitie. De Interne commissie leerlingenzorg en de directie van de school zal in geval van kindermishandeling of huiselijk geweld geïnformeerd worden en de stappen zoals vermeld in de meldcode uitvoeren. Het registreren van de leerling in de Verwijsindex behoort tot één van de te nemen stappen.
Geldzaken
De Dijnselburgschool krijgt voor elke leerling geld van de overheid voor schoolboeken en dergelijke. Dat betekent dat u voor het onderwijs dat gericht is op het vergroten van de zelfstandigheid geen geld hoeft te betalen. Voor andere activiteiten die bijdragen aan de ontwikkeling van uw kind vragen we van u een vrijwillige bijdrage. U wordt hierover middels een brief geïnformeerd. Als u of uw kind ervoor kiest niet mee te doen aan deze activiteit, dan wordt hij/zij wel op school verwacht. Er wordt dan een aangepast programma verzorgd. Bij onvoldoende belangstelling behoudt de directie zich het recht een activiteit niet door te laten gaan.
36
Het is ook verplicht dat uw kind de volgende materialen heeft op school. Daar moet u zelf voor zorgen: - schaar - pen - potloden en kleurpotloden - lijmstift - lineaal 30 cm - agenda - etui - 1 multomap, tabbladen en showtassen (alle 23-rings) - gymkleding - koptelefoon - USB-stick
Leerlingen gaan op zoek naar zinvolle vrijetijdsbesteding.
37
Structuur van de organisatie De Dijnselburgschool is één van de twee scholen voor praktijkonderwijs binnen het Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs in ZuidoostUtrecht. De directie van de school bestaat uit een directeur (Bert Reinders) en twee teamleiders (Daniëlle Westerveld en Frits van Dijk). Samen zijn zij verantwoordelijk voor het beleid en de dagelijkse gang van zaken op school.
Het schoolbestuur Het bevoegd gezag van de Dijnselburgschool is de Stichting voor Christelijk Voortgezet onderwijs (CVO) voor Zuidoost-Utrecht. De CVO Groep Zuidoost-Utrecht is een open christelijke scholengroep voor praktijkonderwijs, lwoo, vmbo, havo, atheneum, gymnasium en tweetalig vwo. De groep bestaat uit vijf zelfstandige scholen: het Revius Lyceum Doorn, het Revius Lyceum Wijk bij Duurstede, het Christelijk Lyceum Zeist, het Christelijk College Zeist en de Dijnselburgschool voor Praktijkonderwijs. De leiding van de CVO Groep berust bij het College van Bestuur, dat weer verantwoording aflegt aan de Raad van Toezicht.Voorzitter van het College van Bestuur is de heer drs. S.Poels. Een stafbureau ondersteunt de scholen van de CVO Groep op het gebied van financiën, personeelszaken, ICT, beheer van gebouwen, kwaliteitszorg en bedrijfsvoering.
Deelraad In veel gevallen is instemming of advies nodig van de Medezeggenschapsraad (MR). De CVO Groep heeft een centrale MR voor de vijf scholen van de CVO Groep. De centrale MR praat mee over zaken die de totale scholengroep betreffen. Daarnaast heeft onze school een eigen Deelraad, die de belangen van de Dijnselburgschool behartigt. U kunt als ouder via de deelraad meedenken, meepraten en meebeslissen over belangrijke zaken die met de school en uw kind te maken hebben. De deelraad van de Dijnselburgschool bestaat 38
uit vijf leden: drie personeelsleden en twee ouders. Als u meer wilt weten over de DR, neem dan contact op met de secretaris van de medezeggenschapsraad via
[email protected] of 030-6954617. U kunt ook schrijven naar het postadres van de school.
Leerlingenraad Sinds 2008-2009 heeft de Dijnselburgschool een leerlingenraad. Zeven leerlingen zijn verkozen door de andere leerlingen om daarin plaats te nemen. Deze leerlingen behartigen de belangen van iedere leerling op de school. De leerlingenraad heeft drie doelen. Leerlingen oefenen zo sociale vaardigheden die je nodig hebt om een vergadering te leiden of bij te wonen. Daarnaast is het doel om leerlingen meer te betrekken bij de school. Ten slotte valt het doel onder democratisch burgerschap. Leerlingen worden op planmatige wijze voorbereid op hun deelname aan de maatschappij.
Burgerschap Onze leerlingen zijn jonge mensen met verschillende achtergronden, vaardigheden en culturen. Elke dag ervaren zij die verschillen in hun omgeving: op school, op de stage en bij huis. Het is belangrijk dat zij leren dat die verschillen horen bij de samenleving waar zij deel van uitmaken. Zij moeten leren dat er regels zijn waar zij zich aan moeten houden en dat ze invloed hebben op de omgeving waarin ze leven. Dat doen we op onze eigen praktische manier. Zo zijn onze schoolregels geschreven in een vorm die aansluit bij de regels in de maatschappij. Om te laten ervaren dat we in een democratie leven, hebben we extra activiteiten in de school in verkiezingstijd en wijzen we leerlingen op de invloed die ze kunnen hebben in de leerlingenraad. Kennis van wat er speelt in onze samenleving geven we mee in onze lesstof voor begrijpend lezen. Daarnaast hebben wij een abonnement op een krant voor moeilijk lerende jongeren.
39
Meer informatie? In deze schoolgids heeft u veel kunnen lezen over wat er in en rond de Dijnselburgschool speelt. Wilt u meer informatie, dan zijn er verschillende mogelijkheden: - Over het aanmelden van uw kind bij de Dijnselburgschool is aparte in- formatie. U kunt die informatie en het aanmeldformulier bij ons opvra- gen maar ook vinden op onze website. - Wilt u contact met ons opnemen, dan staan hieronder onze contactge- gevens.
Dijnselburgschool voor Praktijkonderwijs Adres Website Telefoon E-mail Fax
Bergweg 97, 3707 AC Zeist www.dijnselburgschool.nl 030 - 695 46 17
[email protected] 030 - 699 10 52
40