Chr. school voor
Praktijkonderwijs
JJ Boumanschool
Birdaarderstraatweg 82 Dokkum
SCHOOLPLAN 2012-2016
Schoolplan Chr. school voor Praktijkonderwijs, de JJ Boumanschool Periode (2012 – 2016)
T.Bandstra A.Maliepaard Datum: juli 2012
2
Gegevens school: Naam school: Adres: Postcode & Plaats Postadres: Telefoon: Email: Directeur: Adj.dir./Zorgcoördinator: Brin. Nummer:
JJ Boumanschool, Chr. School voor Praktijkonderwijs Birdaarderstraatweg 82 9101 PK Dokkum Postbus 147 9100 AC Dokkum 0519 294137
[email protected] T. Bandstra A. Maliepaard 05 NE
Bronnen: 1 = Schoolplan 2007-2011 2 = Schoolgids 2012-2013 3 = Kwaliteitszorg op de JJ Boumanschool 4 = Zorgplan van de JJ Boumanschool 2011-2012 5 = Jaarplan JJ Boumanschool 2011-2012
Inhoud: Inleiding
Blz. 4
Portret van de JJ Boumanschool
Blz. 7
Visie, missie
Blz. 12
Context extern
Blz. 13
Context intern
Blz. 19
Leerlingzorg
Blz. 28
Pedagogisch ontwerp
Blz. 30
Didactisch ontwerp
Blz. 32
Onderwijsorganisatie
Blz. 40
Dienstverlening
Blz. 43
Schoolorganisatie
Blz. 46
3
Inleiding Voor u ligt het schoolplan van de JJ Boumanschool in Dokkum. Een schoolplan voor vier jaren welk document door de overheid verplicht gesteld is voor alle scholen. In dit schoolplan wordt de kwaliteit van de school en de beleidsvoornemens voor de komende vier jaren beschreven. Deze beleidsvoornemens hebben betrekking op visie, schoolontwikkeling, onderwijskundige koers, personeel en financiën. In de afgelopen vier jaren hebben er op velerlei gebied veranderingen plaatsgevonden op de JJ Boumanschool. De school heeft een nieuw onderkomen gekregen in de vorm van een totaal verbouwd voormalig bedrijfspand met enige nieuwe aanbouw. Wij beschikken met dit gebouw over een school waarin recht gedaan kan worden aan ideeën en opvattingen over modern praktijkonderwijs. Verder hebben zich organisatorische veranderingen voorgedaan, de invoering van de taak fasecoördinator voor drie docenten waarmee we vier jaar geleden startten is volledig afgerond. De drie fasecoördinatoren behoren nu samen met de directie tot het management team. Sinds 1 januari 2012 is de JJ Boumanschool een personele unie aangegaan met het Dockinga College in Dokkum en de Inspecteur Boelensschool op Schiermonnikoog. De drie scholen worden bestuurd door dezelfde professionele bestuurders maar zijn verder geheel zelfstandig. Het leerlingenaantal is de afgelopen vier jaren steeds een stukje gegroeid tot de huidige 190 leerlingen. Op onderwijskundig gebied zijn de leerlijnen gestroomlijnd, worden de onderwijsresultaten meer en beter gemeten o.a. door screening, toetsen en testen. Ook is de overdracht naar het MBO verbeterd en werkt de school aan verdergaande vormen van certificering in overleg met de branche. Kortom onze school voor Praktijkonderwijs is een school in beweging in een maatschappij waarin veel turbulentie is en waarin onderwijs te maken heeft met voortdurende veranderende regelgeving. Naast dit schoolplan wordt er ieder jaar een schoolgids uitgegeven die is bedoeld om ouders maar ook andere belangstellenden informatie over de JJ Boumanschool te verstrekken. Met ditzelfde doel wordt er een jaarlijkse open dag georganiseerd en wordt er op andere scholen voorlichting gegeven over onze school. Verder zijn er de schooldocumenten over Kwaliteitszorg, het Zorgplan en het Jaarplan. Daarnaast is op school aanwezig het Zorgplan en het Kwaliteitsinstrument van het Samenwerkingsverband en is het nuttig te vermelden dat de JJ Boumanschool meedoet aan het Kwaliteitsproject van het Landelijk Werkverband Praktijkonderwijs “Stimulans”. Wij houden ouders, leerlingen en andere belangstellenden via onze website www.jjboumanschool.nl op de hoogte van het wel en wee van de school. Mochten er over dit schoolplan of andere zaken vragen bestaan dan is de school te bereiken op het e-mail adres
[email protected]
4
Schoolplan 2012-2016 Het ontwikkelen, uitvoeren en evalueren van beleid voor het praktijkonderwijs is een complex proces omdat er zoveel partijen bij betrokken zijn. Partijen met ieder hun belangen en het functioneren van al die partijen heeft vaak directe gevolgen voor het praktijkonderwijs. Het zal duidelijk zijn dat ook de economische crisis het praktijkonderwijs, met zijn doelstelling van plaatsing op de arbeidsmarkt, meer raakt dan de rest van het voortgezet onderwijs, waar de doelstelling is om een diploma te behalen. De grootste bepalende factor is uiteraard de overheid. De landelijke politiek is de laatste jaren zo onbestendig geweest dat het van de scholen voortdurende aanpassingen vraagt. Op dit moment ( voorjaar 2012) is er na de val van het kabinet Rutte heel veel onduidelijkheid over zaken die in gang gezet zijn en zaken die nu weer teruggedraaid worden of controversieel zijn verklaard. Wij denken hierbij aan Passend onderwijs, de Wet Werken Naar Vermogen, Wet Werk en Bijstand (inkomenstoets!), de nieuwe Wajong en de bezuinigingen op de WSW. Praktijkonderwijs is een netwerkpartner voor veel partijen, zoals gemeenten, brancheorganisatie, UWV, werkgevers, ROC’s en het voortgezet onderwijs. De samenwerking met deze partners is cruciaal voor het goed terecht laten komen van de leerlingen uit het praktijkonderwijs, De samenwerking vraagt in de praktijk veelal om intensief overleg en het maken van duidelijke afspraken. Met name de duidelijkheid in het beleid van de overheid ontbreekt op dit moment. Partijen, met name gemeenten voelen zich ( nog) niet verantwoordelijk en kijken de kat uit de boom. Aan de ene kant wel begrijpelijk omdat men geconfronteerd wordt met het uitvoeren van extra taken en er tegelijkertijd gekort wordt of gaat worden op de budgetten die hiervoor beschikbaar waren. Werkschool. Een gevolg van bovenstaande is dat er ook veel onduidelijkheid en spraakverwarring is over de door de overheid gelanceerde Werkschool. De Werkschool is geen gebouw maar een netwerkorganisatie. Vorig jaar is de Werkschool ontstaan als een aanvullend concept op de huidige overstapmethodieken van onderwijs naar arbeid voor jongeren met afstand tot de arbeidsmarkt. Bovendien anticipeert de Werkschool op de Wet Werken Naar Vermogen. Door een brug te slaan tussen onderwijs , bedrijfsleven en de gemeente ( nu nog UWV/Werkbedrijf) , ontstaat er de mogelijkheid jongeren naar arbeid te begeleiden. De werkwijze van het concept is dat het bedrijfsleven zich openstelt voor stage- en werkplekken. Het onderwijs zal haar curriculum afstemmen op de behoefte van de leerling en de bedrijven. De gemeente “ontschot” de speciale regelingen voor deze doelgroep, zodat de financiële onderbouwing van de trajecten geen problemen opleveren. Essentieel is de samenwerking tussen de partners. Wij zullen in onze regio actief gaan participeren in een nog op te zetten werkschool. Wij hebben hierover de eerste contacten gelegd met de verantwoordelijke wethouders van de gemeenten Dongeradeel en Dantumadeel, maar ook hier weer speelt het onduidelijke beleid van de overheid een rol. De gemeenten zijn op dit moment nog niet verantwoordelijk, maar het UWV/ Werkbedrijf. Op initiatief vanuit het directieoverleg Praktijkonderwijs in Fryslân is er in de regio Drachten al wel een initiatief genomen om te komen tot het oprichten van een werkschool. De gemeente Leeuwarden heeft al eerder een pilot werkschool gestart op initiatief van de toenmalige wethouder. Wij onderhouden intensief contact met beide initiatieven. Ondertussen zijn er criteria ontwikkeld voor een beschrijving van de doelgroep. Tevens dient er geïnventariseerd te worden om hoeveel jongeren het zal gaan in onze regio Noordoost Fryslân. Dit zal mede bepalen of een werkschool in onze regio haalbaar is of dat er (noodgedwongen) aangesloten moet worden bij bijvoorbeeld de regio Leeuwarden. MBO –Entreeopleiding. Ook bij de route richting MBO is er door het overheidsbeleid op dit moment veel onduidelijk en onzeker. Nu het ministerie van OCW hogere eisen wil gaan stellen met name op het gebied van rekenen en taal lijkt, als de plannen onverkort doorgaan, de route naar het MBO voor de leerling van de praktijkschool vrijwel afgesloten. Ook voor een zeer grote groep VMBO leerlingen zal dit grote problemen geven. OCW wil zich niet neerleggen bij uitspraken als “dit kunnen onze leerlingen niet”. Leerlingen die nog niet voldoen aan de norm kunnen in de nieuwe zogenaamde entreeopleidingen proberen alsnog toegelaten te worden tot het MBO ( niveau 2/startkwalificatie). Voor de entreeopleidingen geldt als norm 2F. In 2014 wordt een besluit genomen op basis van de opgedane ervaringen en gesprekken die zijn gevoerd met het Steunpunt Taal en Rekenen over de mate waarin het resultaat taal en rekenen meetelt in de zak-slaag-regeling voor de entreeopleidingen. Iedere student in de entreeopleiding krijgt na vier maanden een bindend studieadvies, 5
doorgaan of stoppen en een route richting werk gaan. Aan eventuele samenwerkingsvormen tussen Praktijkonderwijs , VMBO en MBO wordt niet getornd. Als een praktijkschool samen met een mbo-instelling bijvoorbeeld een assistent-opleiding (niveau 1) vormgeeft en een mbo-instelling inhuurt om te examineren, kan dit in de toekomst ook. Over de financiële afwikkeling moeten afspraken gemaakt worden tussen de beide scholen. Het verzorgen van assistent-opleidingen in het vmbo is wettelijk geregeld maar in het praktijkonderwijs niet. Wij hebben dit voorjaar de eerste besprekingen over de nieuwe plannen gevoerd met het MBO en ook de samenwerking met het VMBO zullen we gaan intensiveren. Omdat het VMBO hetzelfde bestuur heeft als onze school verwachten we bij deze samenwerking minder problemen dan bij het (grote) MBO. Al met al zullen we ons net als altijd zoveel mogelijk richten op waar we goed in zijn en wat onze “core business” altijd is geweest, namelijk het toe leiden naar werk. Om onze leerlingen hierbij goed toe te rusten zullen we ons nog meer richten op branchegerichte cursussen en deelopleidingen in de verschillende branches. Het zal hierbij vooral gaan om de praktijkcomponenten uit de brancheopleidingen. Deze opleidingen dienen zoveel mogelijk afgesloten te worden met door de branches erkende (deel)certificaten. Hiermee kunnen onze leerlingen een stevig portfolio opbouwen, waarmee hun kansen op de arbeidsmarkt toenemen. Met het portfolio in de hand kunnen onze leerlingen aan de werkgevers laten zien wat de verworven competenties zijn. Naast de branchegerichte cursussen die wij al aanbieden hebben we dit voorjaar contacten gelegd met de schildersbranche, de hout- en meubelbranche en de schoonmaakbranche. Ook in de toekomstige werkschool zal het bedrijfsleven aan moeten geven waar de kansen liggen op een werkplek in onze regio, zoals het UWV Werkbedrijf en Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven nu ook al vorm geven ( publicatie juni 2012 “Basiscijfers Jeugd” van de niet-werkende werkzoekende jongeren, stageplaatsen- en leerbanenmarkt regio Friesland). Het zal duidelijk zijn dat gezien alle bovenstaande ontwikkelingen het onmogelijk is om voor de komende vier jaar het beleid en de plannen met datum en jaartal uit te stippelen, toch zullen we daar waar mogelijk zoveel mogelijk termijnen aangeven waarbinnen we onze doelen willen halen. We zullen er niet aan ontkomen om eerder, waarschijnlijk al volgend cursusjaar onze plannen aan te passen als er meer duidelijkheid ontstaat over hoe het overheidsbeleid er na de verkiezingen in september 2012 uit komt te zien.
6
Portret van de JJ Boumanschool De JJ Boumanschool is een school voor Praktijkonderwijs. Zij wordt op dit moment (2012) bezocht door 190 leerlingen uit een groot verzorgingsgebied. De leerlingen variëren in leeftijd van 12 t/m 18 jaar. Het grootste deel van de schoolbevolking bestaat uit jongens. Wanneer de leerling tot de school wordt toegelaten dient hij/zij een beschikking voor het Pro te hebben. De school is gehuisvest in een gebouw aan de Birdaarderstraatweg in Dokkum. Dit gebouw is een voormalig bedrijfsgebouw en is in 2009-2010 volledig omgebouwd tot een moderne school, waarbij er een ruime nieuwe sportvoorziening werd aangebouwd. In 2011 is daar een nieuwe groenafdeling bijgekomen. Onze school is een christelijke school. Wij proberen vanuit christelijk perspectief de leerlingen van onze school respect en waardering voor medemens en schepping bij te brengen.
De leerling wordt op onze school toegeleid naar Zelfstandigheid, Werk en goed Burgerschap. Kenmerk van een school voor Praktijkonderwijs is het grote aandeel praktijk dat de leerling wordt aangeboden. Van alle lessen die op de JJB worden gegeven is meer dan de helft een praktijkles. De inhoud van het onderwijs wordt zo dicht mogelijk tegen de maatschappelijke werkelijkheid gelegd, het is afgestemd op de mogelijkheden en vragen van de leerling, zodat de opbrengst ervan zoveel mogelijk rendement voor de jongere in zijn latere leven zal hebben. De leerlingen op onze school leren door te doen, elk op zijn eigen niveau in zijn eigen tempo. Zij staan centraal in het onderwijs dat op de JJB wordt gegeven en worden daarbij ondersteund door docenten die eerder de rol van coach dan van kennisoverbrenger vervullen. Doel: Voor leerlingen die de JJ Boumanschool bezoeken is het onderwijs dat zij er krijgen vaak “eindonderwijs”. Dat wil zeggen dat zij na het verblijf op onze Praktijkschool meestal aan het werk zullen gaan. Daarom is het van belang dat zij zich tijdens hun verblijf op onze school optimaal kunnen ontwikkelen op het gebied van cognitieve en praktische vaardigheden, maar ook voor wat betreft de persoonlijkheidsaspecten. Elementair voor deze ontwikkeling is het pedagogisch klimaat. Een leerling moet zich allereerst veilig voelen op onze school. Onduidelijkheden en onzekerheden belemmeren het ontwikkelingsproces van de leerling. Onze leerlingen dienen met respect voor elkaar en voor de docenten om te gaan. De school moet warmte en belangstelling voor de leerling uitstralen. Docenten moeten ook onderling een goede band hebben en enthousiasme bij de leerling kunnen opwekken. Een gezonde mate van humor en vriendelijkheid zijn van groot belang voor de sfeer op school. De JJ Boumanschool hecht veel belang aan zorg en leerlingbegeleiding. Deze zorg en begeleiding geldt voor de groep maar allereerst voor elke individuele leerling. Wij begeleiden leerlingen die vooral problemen hebben op het gebied van het leren. Doel van ons onderwijs is om jongeren voor te bereiden op het zo zelfstandig mogelijk functioneren in de maatschappij. (Zelfstandigheid). De leerling verder in staat te stellen om via een scholing- en stagetraject arbeid te verwerven, te verrichten en te behouden in een bedrijf of instelling. (Werk). Ons op de samenleving gerichte onderwijsprogramma bevordert de zelfstandigheid, het zelfvertrouwen en het gevoel van eigenwaarde van de leerling. Verder moet de leerling als zelfredzaam persoon deel uit gaan maken van de maatschappij waarin hij respectvol met medemens en omgeving dient om te gaan (Burgerschap) 7
Doelgroep: Leerlingen die het basisonderwijs verlaten worden getest op de tot dan toe behaalde leerresultaten. Niet iedereen maakt dezelfde ontwikkeling door. Zij die een leerachterstand hebben opgelopen van 3 jaar op specifieke leergebieden kunnen aangewezen zijn op het praktijkgerichte onderwijs van de school voor Praktijkonderwijs. Of een leerling daar kan worden toegelaten wordt bepaald door een onafhankelijke Regionale VerwijzingsCommissie. Naast de leerachterstand is een richtinggevend criterium het IQ dat tussen de 55 en 80 dient te liggen. Vervolgens kan een overweging voor toelating zijn het emotioneel functioneren van de jongere, of er kan sprake zijn van een omgevingsprobleem. De leerling die onze school bezoekt heeft geen baat bij aanbod van veel theorie maar juist van veel praktijk. Aanleren en ontwikkelen van praktische vaardigheden maar ook van alledaagse kennis en vaardigheden op het gebied van sociale redzaamheid en zelfstandigheid. Vanwege de diversiteit van het leerling-aanbod, het feit dat onze leerlingen niet geacht worden een zgn. “startkwalificatie” te halen en omdat een school met een doelstelling zoals de onze erg afhankelijk is van de regionale arbeidsmarkt, is het moeilijk een vastomschreven uitstroomprofiel te geven. Bij iedere individuele leerling maar ook voor de groep in zijn totaliteit. Toch heeft de jarenlange ervaring ons geleerd dat het heel wel mogelijk is een globaal beeld te schetsen van de in –en uitstroom van onze schoolbevolking. De meeste instromers zijn afkomstig uit het SBO maar steeds meer ook het BaO en het REC leveren jaarlijks leerlingen. Een groot gedeelte van onze uitstromers verruilt de school voor een betrekking in het vrije bedrijf, een tegenwoordig te verwaarlozen deel vindt werk in een WSW bedrijf. Een aantal vervolgt zijn weg op een MBO voor een opleiding op niveau één (of twee) vanaf het zestiende jaar, of bij een BBL opleiding bij een ROC vanaf het zeventiende of achttiende jaar. Structuur: De school is georganiseerd in een drie fasen structuur. Elk van deze fasen heeft een eigen karakter en invulling van het onderwijsprogramma. De eerste fase: De eerste fase is er op gericht om vaardigheden, zowel theoretische als praktische, aan te leren of uit te bouwen. De verdeling tussen praktijk –en theorie vakken is gelijk, de praktijk wordt gegeven in Algemene Techniek, Toegepaste Techniek, Koken, L.O. en Creatief. De eerste fase kent twee leerjaren van in totaal vijf groepen. Deze vijf groepen volgen hun lessen op de bovenverdieping van de school. Het tweede jaar in deze eerste fase sluit naadloos aan bij het eerste jaar. Het onderwijs is te omschrijven als “aangepaste basisvorming”. De tweede fase; Het derde en vierde jaar geeft eenzelfde verhouding in theorie en praktijk te zien. Bij theorie ligt de nadruk meer op vorming, vooral op het gebied van sociale vaardigheid, burgerschap, sociale en emotionele redzaamheid, gezondheidskunde en verzorging, en is er vooral veel aandacht voor het aanleren van een goede werkhouding. De praktijk geeft een uitsplitsing te zien in verschillende vakken. Meer specifieke vaardigheden worden geoefend in vakken als metaal, hout, afwerkingtechnieken, groen, koken en verzorging. Een belangrijke plek in het onderwijs in de tweede fase wordt ingenomen door de interne stages, Leerlingen kunnen in een veertiental binnenschoolse arbeidssimulaties ervaring opdoen in werken in de praktijk. Voor de interne stages wordt na afloop een beoordeling gegeven door de begeleidende docent en de leerling ontvangt bij het voldoen van de gehele stage een certificaat waarop deze beoordeling is aangegeven. De certificaat uitreiking gebeurt in een officiële bijeenkomst van alle interne stagelopers. 8
Bovendien worden er in de tweede fase cursussen aangeboden waarvoor een diploma is te behalen na het afleggen van een officieel examen; Lasdiploma niveau 1 en 2, Schoonmaken, Bromfietsrijbewijs, Trekkerrijbewijs, Heftruckcertificaat, VCA, Melkersdiploma. Het onderwijs in de tweede fase noemen wij “arbeidsvoorbereiding”. De derde fase: Wanneer de leerling ongeveer 16 jaar oud is, begint voor hem/ haar de derde fase op onze school. De leerlingen in de derde fase volgen ieder een eigen individueel rooster. De theorie die nu nog wordt aangeboden is grotendeels gericht op het zelfstandig kunnen functioneren in de maatschappij. Zelfverzorging, goed burgerschap, vrije tijdsbesteding, redzaamheid en werkaspecten vormen de hoofdmoot, daarnaast wordt aandacht besteed aan het specifieke werk dat de leerling waarschijnlijk zal gaan doen. Ook bij de praktische vakken wordt daarop de nadruk gelegd, door het oefenen van gewenste vaardigheden. In overleg met de leerling en zijn/ haar ouders wordt een externe stage gezocht met aansluitend een passende werkplek voor na het schoolverlaten. Het verkrijgen van werk is één van de hoofddoelen van de school en wanneer dan ook passend werk is gevonden kan de leerling(e) de school verlaten. In de derde fase, en zelfs al aan het eind van de tweede fase, gaan de leerlingen beginnen aan een stage buiten de school, dat gebeurt bij een bedrijf of instelling. Het bedrijf wordt in overleg tussen stagedocent, leerling en ouders gezocht. De stage vindt meestal eerst op twee dagen in de week plaats en kan soms vooralsnog het karakter van een verkenning hebben, maar wordt gaandeweg uitgebreid tot vier of zelfs vijf dagen in de week en het doel wordt dan een arbeidscontract. Op de JJ Boumanschool is een stagebureau belast met het zoeken van stageplaatsen, werk en de bijkomende werkzaamheden als aanvragen van regelingen voor het verkrijgen van werk. Dit stagebureau wordt bemand door twee stagedocenten. De stagedocenten houden frequent voortgangsgesprekken met de leerling over de stage en de leerling houdt een stageboekje bij dat leidraad is tijdens die gesprekken. Bedrijven waar onze leerlingen terechtkomen na school zijn van zeer uiteenlopende aard en in getal te veel om op te noemen. Een overzicht ervan is op school of op de website te bezien. De derde fase is de fase van de “arbeidstoeleiding”. Portfolio. Vanaf de tweede fase werkt de leerling aan een portfolio. Dat is een bewijzenmap waarin de leerling bijhoudt wat de resultaten zijn van het onderwijs. De map kent diverse tabbladen voor de verschillende onderdelen van het onderwijs en voor persoonlijke gegevens. De vaardigheden op theoretisch en praktisch gebied worden op kaarten “gescoord” zodat duidelijk te zien is voor de leerling, maar ook voor derden waar de leerling staat in zijn ontwikkeling. Ook bewijzen van activiteiten, foto’s van werkstukken, werkkaarten, beoordelingen van stages, behaalde certificaten, diploma’s en dergelijke worden door de leerling verzameld in zijn portfolio. Over het nut en samenstelling van het portfolio voert de leerling overleg met zijn mentor, het portfolio dient als praatstuk voor het regelmatig overleg met de mentor om van daaruit nieuwe realistische ontwikkeldoelen te benoemen. Met het portfolio presenteert de leerling zich naar de buitenwereld en het is daarmee een heel persoonlijk document.
Getuigschrift. Leerlingen die de school verlaten ontvangen een getuigschrift Praktijkonderwijs waar op de achterzijde de behaalde certificaten, diploma’s en de voltooide interne- en externe stages met de beoordelingen staan vermeld. Samen met het portfolio geeft dit getuigschrift een goed beeld van de bereikte resultaten en de eigen gemaakte vaardigheden van de leerling. 9
Systeem van leerlingzorg. Vanaf het moment van aanmelding van een nieuwe leerling op onze school begint de zorgbemoeienis van onze school. Ouders en toeleverende school melden aan, en een vaststaande procedure treedt in werking. Van elke leerling wordt er een leerling-dossier aangelegd met gegevens uit het verleden maar ook relevante gegevens van de periode die een leerling op onze school verblijft worden er in bijgehouden. De verantwoordelijkheid over het dossier berust bij de mentor en het zorgteam. Iedere leerling krijgt een mentor toegewezen. Dit is een docent die zicht houdt op het functioneren van de leerling op school en die tevens als vraagbaak en vertrouwenspersoon fungeert. De mentor is de centrale figuur in het systeem van de leerling-zorg. Iedere mentor heeft zes tot acht leerlingen onder zijn hoede, met elke leerling houdt hij om de drie weken een individueel mentorgesprek en hij bezoekt ieder jaar de leerling thuis. Tijdens het verblijf van de leerling op de JJ Boumanschool worden vanaf het begin vorderingen, bijzonderheden en resultaten bijgehouden in een volgsysteem. Dit gebeurt zowel op het gebied van theoretische vaardigheden als op dat van praktische vaardigheden. Twee maal per jaar worden door alle betrokken leerkrachten IOP-besprekingen gehouden. De resultaten daarvan worden met de leerling en daarna met de ouders besproken. Ouders zijn verplicht op school te komen om het IOP te bespreken, indien zij dit weigeren moeten zij een formulier ondertekenen waarin zij verklaren niet op school te willen/kunnen komen, het IOP te hebben ingezien en ermee akkoord te gaan. Wanneer een leerling meer dan gemiddelde zorg behoeft, bijvoorbeeld vanwege sociaal emotionele problematiek, meldt een leerkracht, meestal de mentor, hem/haar aan bij het zorgteam. Het zorgteam bestaat uit de volgende personen; Psycholoog, Maatschappelijk werker, Schoolarts, Zorgcoördinator en een maatschappelijk werker van stichting MEE. In een regelmatig overleg wordt bekeken wat de noodzakelijke of gewenste begeleiding van een leerling is. Dat kan variëren van het opstellen van een specifiek handelingsplan, het laten deelnemen aan een training, tot aan verwijzing naar andere zorgvoorzieningen. Door leden van het zorgteam worden huisbezoeken afgelegd (schoolmaatschappelijk werker), worden psychologische herhalings– en afsluitingsonderzoeken gedaan (psychologe) en medisch onderzoek verricht (schoolarts). De zorgcoördinator zorgt voor de onderlinge afstemming tussen de zorgteamleden en de communicatie van en naar de mentoren en andere docenten. Bovendien heeft het zorgteam een functie in de verslaglegging en in de scholing en advisering van de overige schoolteamleden. Daarnaast adviseert en bemiddelt zij in verwijzing naar en contactlegging met hulpinstellingen en deskundigen, zoals het AMK, bureau Jeugdzorg, de GGZ of de Raad voor Kinderbescherming. Tenslotte is zij behulpzaam bij doorverwijzing naar andere onderwijsinstellingen en het aanvragen van extra voorzieningen zoals de LGF.
Samenwerkingsverbanden. De overheid heeft ervoor gekozen, dat alle scholen in de regio waarin de leerlingen wonen, gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor de (extra) zorg van alle leerlingen. Vanaf 1 augustus 1989 hebben alle PC scholen voor Voortgezet onderwijs in onze regio zich aangesloten bij het Samenwerkingsverband Noordoost Friesland (onderdeel van PC Samenwerkingsverband Friesland 3.02). In het samenwerkingsverband worden afspraken gemaakt over de instroom van de leerlingen, over het functioneren van de commissie leerlingenzorg (de PCL), over het maken van een zorgplan. Er wordt gesproken over hoe het leerwegondersteunend onderwijs en het praktijkonderwijs vorm wordt gegeven. Tevens beslist het Samenwerkingsverband over de inzet van middelen uit het zogenaamde zorgbudget, dat wil zeggen het verdelen van het geld voor de extra ondersteuning.
10
Het Samenwerkingsverband Noordoost Friesland bestaat uit de volgende scholen: Dockingacollege Dokkum VMBO/LWOO Lauwers College Buitenpost VMBO/LWOO AOC Buitenpost VMBO Groen/LWOO J.J.Boumanschool Dokkum Praktijkonderwijs Insp. Boelensschool Schiermonnikoog VMBO Burg. Waldaschool Ameland VMBO De Saad Damwoude VMBO/LWOO In het kader van Passend onderwijs zal per 1 november 2013 de bestuurlijke inrichting van een nieuw samenwerkingsverband VO 21-01 Noord Friesland moeten zijn gerealiseerd. Vanaf 1 augustus 2014 zal dan de zogenaamde zorgplicht binnen dit samenwerkingsverband gerealiseerd moeten worden. Hiermee verdwijnen de oude samenwerkingsverbanden, dus ook PC Samenwerkingsverband Friesland 3.02.
11
Ontwerpaspect
Visie
Missie
Feiten De JJ Boumanschool is een Christelijke school voor Praktijkonderwijs. Vanuit deze achtergrond en door middel van een op de samenleving gericht onderwijsaanbod en een verantwoorde pedagogische benadering willen wij de zelfstandigheid, het zelfvertrouwen en het gevoel van eigenwaarde van de jongere bevorderen. We geven ruimte aan de ideeën en de belevingswereld van de leerling en we streven ernaar samen met de leerling zijn aanwezige talenten optimaal te ontwikkelen. Wij willen een school zijn waar de jongere zich veilig en vertrouwd voelt, waar het beste uit de leerling wordt gehaald en waar hij graag naar toe gaat. Dit willen wij bereiken door een goed schoolklimaat te creëren waar een prettige sfeer heerst en waar docenten en leerlingen respectvol met elkaar omgaan. Onze school kent redelijke en duidelijke schoolregels en er is een uitdagend lesprogramma. Wij begeleiden en geven onderwijs aan leerlingen die problemen hebben op het gebied van het leren. Het doel van deze inspanning is; jongeren voor te bereiden op: -het zo zelfstandig mogelijk functioneren in de maatschappij: Redzaamheid. -het goed functioneren als medeburger Burgerschap -de leerling in staat te stellen om via een scholings- en stagetraject arbeid te verwerven, te verrichten en te behouden in een bedrijf of instelling Werk
Reflectie Om deze visie om te zetten in concrete doelstellingen is het nodig dat alle medewerkers van de school zich bewust zijn van hun rol in de vorming van de jongere en van hun opdracht het beste in de leerling naar boven te willen halen. Daarvoor staan een groot aantal instrumenten ter beschikking, maar bovenal geldt de betrokkenheid en inzet van de medewerkers.
Mogelijke actiepunten Aan een goede, warme en gezellige school dient altijd te worden gewerkt. Er is voortdurend verbetering mogelijk, onze school moet een school in beweging blijven, stilstand is achteruitgang. Ieder jaar, dus ook de komende vier jaar, doen wij een kwaliteitsonderzoek waarin bij belanghebbende groepen een enquête wordt afgenomen. De resultaten hiervan worden meegenomen in het jaarplan van de school. Ieder jaar, dus ook de komende vier jaar, organiseren wij een drietal studiemiddagen waarin ontwikkel- en beleidspunten aan de orde komen.
De JJ Boumanschool kent een uitgebreid systeem van onderwijsaanbod tot aan zorg. Kern van dit systeem is aandacht en begrip voor de jongere. Deze staat nog een heel leven te wachten waarvoor hij goed geëquipeerd dient te zijn. Daarom proberen wij het zelfvertrouwen en het zelfbewustzijn van de leerling te vergroten, hem voldoende toe te rusten voor zijn latere werkzame bestaan. Van belang hierbij is het bieden van een veilige en vertrouwde omgeving waarin de leerling zich geaccepteerd en gewaardeerd als mens voelt, en zich daarvan bewust is. 12
Ontwerpaspect
Context extern Samenwerkingsverband
Lokaal Onderwijsbeleid
Feiten De JJ Boumanschool maakt deel uit van het PC Samenwerkingsverband Friesland 3.02 en daarmee van het deelsamenwerkingsverband Noord-Oost Friesland De samenwerking binnen dit samenwerkingsverband verloopt goed. Er zijn duidelijke overlegmomenten vastgelegd en over de bevoegdheden van de verschillende werkvormen zijn goede afspraken gemaakt. Vooral op het gebied van zorg zijn er veel ontwikkelingen, zo is er een reboundvoorziening voor de deelnemende scholen in het leven geroepen. Ook vindt er binnen het SWV een regelmatige zelfevaluatie plaats. De JJ Boumanschool is vertegenwoordigd in de stuurgroep, de werkgroep, het Zorgadvies Team en in de Permanente Commissie Leerlingenzorg.
Reflectie De plaats van de JJ Boumanschool binnen het SWV is duidelijk en betrokken. Wij zijn de enige school voor Praktijkonderwijs binnen het samenwerkingsverband. In het te vormen nieuwe swv zal dat niet meer het geval zijn. Toch zal het verzorgingsgebied van de school niet wezenlijk veranderen. De verwijzingsprocedure vanuit het primair onderwijs naar het VO is een punt van voortdurende zorg. Wij zijn van mening dat een leerling het onderwijs moet krijgen dat bij hem past.
Samen met vertegenwoordigers van andere scholen en samenwerkingsverbanden neemt de JJB deel aan de “Lokaal Educatieve Agenda”. Hierin worden onderwijskundige zaken en belangen voor gemeente en scholen besproken, maar er vindt tevens besluitvorming plaats. Met de gemeente(n) worden goede contacten onderhouden.
Het is nuttig in een tijd waarin veel veranderingen op komst zijn aanwezig te zijn op die plaatsen waar beslissingen worden genomen. Bij het schrijven van dit schoolplan is er sprake van de oprichting van de zgn. “Werkschool”, een netwerkorganisatie die ervoor moet zorgen dat moeilijk plaatsbare jongeren aan werk worden geholpen. De verantwoordelijkheid daarvoor komt bij de gemeenten te liggen. Wij zijn hierover met onze en omliggende gemeenten in gesprek.
Mogelijke actiepunten In het kader van Passend Onderwijs zal per 1 november 2013 de bestuurlijke inrichting van een nieuw samenwerkingsverband VO 2101 Noord Friesland moeten zijn gerealiseerd. Vanaf 1 augustus 2014 zal dan de zogenaamde zorgplicht binnen dit nieuwe samenwerkingsverband gerealiseerd moeten worden. Hiermee verdwijnen de oude samenwerkingsverbanden. Dus ook PC Samenwerkingsverband Friesland 3.02. Wij willen zoveel als mogelijk voorkomen dat leerlingen met een Pro indicatie in het VMBO verdwijnen door alert te zijn in de PCL en door de goede afspraken die daarover zijn gemaakt met onze collega VO scholen te bewaken. Deelname aan de LEA. Participeren in het overleg over de Werkschool. Zoals het zich nu laat aanzien zijn er in de nabije toekomst concrete veranderingen te verwachten op het gebied van schoolmaatschappelijk werk, schoolbegeleidingsdienst, passend onderwijs, en “het centrum voor jeugd en gezin”. Wij zullen als school deze ontwikkelingen nauw volgen en jaarlijks evalueren. 13
Wet en regelgeving
Regionaal Arrangement
Scholen voor MBO
Het Praktijkonderwijs valt onder de Wet op het Voortgezet onderwijs, is bedoeld voor leerlingen die, ook met behulp van leerwegondersteuning, niet tot diplomering of certificering in het vmbo zullen komen. Het onderwijs bestaat uit een gedeelte waarin aangepast theoretisch onderwijs wordt verzorgd, aandacht wordt besteed aan persoonlijkheidsvorming en ontwikkeling van sociale vaardigheden, en een belangrijk deel aan ontwikkeling van praktische vaardigheden. De school voldoet aan Arbo wetgeving en veiligheidsvoorschriften. Zij is gehouden aan de WMS, er is een IPB, en er zijn protocollen voor verschillende voorkomende incidenten en accidenten. De JJ Boumanschool maakt samen met de andere scholen voor VO in de regio Noordoost Friesland deel uit van het zgn. “Regionale Arrangement Noordoost Fryslân”. Hierin worden afspraken over opleidingen, onderwijsaanbod e.d. in de regio gemaakt.
Tussen de 15 en 20 procent van de schoolverlaters van de J.J.Boumanschool vervolgen hun studietraject met een opleiding aan een MBO of ROC. Wanneer leerlingen 16 jaar zijn wordt er soms gekozen voor een opleiding op niveau 1 (een enkele keer niveau 2). Anderen gaan na afronding van de school door naar een ROC waar zij een opleiding gaan volgen. Dit kan zowel een BOL- als een BBL-opleiding zijn. De voorkeur gaat
Het aandeel praktijkvakken in het onderwijsaanbod beslaat meer dan de helft van het totale onderwijsaanbod. Aan de 1000 uren norm in de wetgeving wordt in alle fasen voldaan.
Voldoen aan wet –en regelgeving, door o.a. het machinepark te laten keuren. Ieder jaar scholing van de BHV’ers en EHBO’ers
Vermijden van verzuim en Het arbobeleid is gericht op de zorg bevorderen van welzijn van de voor goede werkomstandigheden van medewerkers door preventieve de werknemers en gaat ervan uit dat actie, die bestaat uit veiligheid en gezondheid zoveel jaargesprekken, inroostering mogelijk gewaarborgd zijn. waarbij rekening wordt gehouden Er zijn op de school vijf bevoegde met gespreide werkdruk en BHV’ers aanwezig die ieder jaar goede contacten met UWV en bijgeschoold worden. bedrijfsarts. De school reageert bij ongeoorloofd verzuim met melding bij het Verzuimloket. Als enige school voor Praktijkonderwijs Benadrukken dat er een “eerlijke” in onze regio hebben wij onze positie toelating moet plaatsvinden: en wensen in het overleg van het iedere leerling op de juiste school. Regionale Arrangement duidelijk De unieke positie van de kenbaar gemaakt. JJ Boumanschool in de regio Deze worden ook onderschreven en bewaken. bevestigd door de deelnemende In het Regionale overleg wordt de scholen JJ Boumanschool vertegenwoordigd door de dagelijks bestuurder. De overdracht met de Friese Poort loopt In overlegverbanden met het goed, er is een warme overdracht, er Friesland College wordt regelmatig bestaat de mogelijk om leerlingen die aandacht gevraagd voor het mogelijk overstappen een tijdje te laten bewaken van de overdracht proefdraaien, en er is een vaste procedure, waarbij de feitelijke contactpersoon. overdracht, zorg en dossierOok met het Friesland College is er een uitwisseling een rol spelen. Dit is goed contact. Doordat de aanmelding een punt van voortdurende zorg, daar via verschillende personen verloopt en zal bij elk overleg ter sprake ontstaan er wel eens misverstanden komen. over mogelijkheden van de aangemelde Aan het eind van elk schooljaar 14
Scholen Voortgezet Onderwijs
uit naar de BBL naast een baan, die via leerling, vooral wanneer die dit zonder stage verkregen is. kennisgeving aan onze school doet. Samen met de andere scholen / afdelingen voor Praktijkonderwijs in Friesland zijn er convenanten afgesloten met de ROC's Friese Poort en Friesland College. Ook zijn er afspraken gemaakt over het contact en de overdracht van leerlingen. Er is een warme overdracht met de Friese Poort die goed loopt. Met het Friesland College wordt door het stagebureau of de zorgcoördinator een overdracht verzorgd. Door het samenwerkingsverband is in overleg met de MBO scholen een overdrachtsformulier ontwikkeld dat door onze school wordt gehanteerd. Vanwege de veranderende regelgeving betreffende toelating tot een MBO opleiding is de verwachting dat het voor leerlingen van het Praktijkonderwijs minder makkelijk zal worden toegelaten te worden tot een MBO opleiding.
vindt de overdracht van gegevens van schoolverlaters naar de Friese Poort en het Friesland college plaats. Met deze laatste school wordt in gevallen van twijfel een kleine proefperiode afgesproken. Met het MBO is overleg gevoerd over de nieuw in te voeren “Entree-opleiding”, en eventuele samenwerkingsvormen voor de toekomst. Dit overleg zal worden voortgezet.
Samen met de 6 andere P.C. scholen voor voortgezet onderwijs in Noordoost Friesland vormt de JJ Boumanschool het Samenwerkingsverband Noordoost Friesland als onderdeel van het samenwerkingsverband Friesland 3.02 Onderdelen van dit verband zijn o.a. de Permanente Commissie Leerlingenzorg die adviseert bij indicatieaanvraag LWOO en Pro bij de RVC vo en het Zorg Advies Team van het samenwerkingsverband. Hiernaast zijn er goede contacten met de VO scholen in de omgeving en met de cluster 2,3, en 4 scholen wanneer een leerling van school verandert.
Het secretariaat van de werkgroep, het ZAT en de PCL zal bij toerbeurt verzorgd worden door de zorgcoördinatoren van de verschillende scholen. De JJ Boumanschool zal ervoor moeten waken dat zij de eigen positie in het nieuwe samenwerkingsverband veilig stelt.
Het netwerk VO voor wat betreft het samenwerkingsverband is goed functionerend. Daarnaast zijn door jarenlange samenwerking de rechtstreekse onderlinge contacten goed te noemen. Per 1 augustus 2014 zal onze school deel gaan uitmaken van een nieuw samenwerkingsverband. Op het moment van verschijnen van dit schoolplan zijn kwartiermakers bezig met de voorbereiding van het nieuwe samenwerkingsverband. De verwachting is dat met de overgebleven huidige scholen de bestaande samenwerking kan worden
15
Scholen voor Primair onderwijs
Vanuit het verleden is de JJ Boumanschool nauw verbonden geweest met de Twine, een school voor Speciaal Basis Onderwijs in Dokkum, zij vielen onder hetzelfde bestuur. Sinds januari 2012 is de JJ Boumanschool een personele unie aangegaan met het Dockinga College in Dokkum en de Inspecteur Boelensschool in Schiermonnikoog. De meeste leerlingen die de JJ Boumanschool gaan bezoeken zijn afkomstig van SBO de Twine. Met deze school bestaat nog steeds een goede relatie. Bij de aanmelding en toelating, maar ook in het normale verkeer is er regelmatig contact. Zo zijn er afspraken over voorlichting en is er een warme overdracht en een evaluatie van afgeleverde leerlingen na verloop van enkele maanden. Naast het contingent leerlingen afkomstig uit het SBO neemt het aantal leerlingen dat uit het reguliere PO komt langzaam toe. De contacten met deze scholen zijn incidenteel maar goed. Ook voor leerlingen vanuit deze scholen is er een procedure met veel individuele aandacht voor zowel de leerling en zijn ouders als voor de leerkrachten van de toeleverende school. De contacten met de genoemde scholen zijn in eerste instantie gericht op een goede overdracht van de leerling en de
voortgezet De afgelopen jaren verzorgde onze school het secretariaat van de werkgroep, het ZAT en de PCL, met ingang van het komend schooljaar zal dit worden beëindigd. De overdracht is geregeld in een degelijke procedure voor aanmelding. Naast de noodzakelijke administratieve handelingen zijn er afspraken over bezoek vooraf met kennismaking, testdagen, een Open Dag en een Doe dag. En het is zelfs mogelijk in overleg tot één of meer proefdagen voor een toekomstige leerling te besluiten. De zuigende werking van andere scholen voor VO, die zich vooral uit in een stroom van P.R. activiteiten, vormt een zorg die om alert reageren van onze school vraagt. De bekendheid met de onderwijsvorm Praktijkonderwijs is bij basisscholen soms nog onvoldoende. Wij proberen via gerichte voorlichting deze bekendheid te vergroten.
Aan het begin van ieder kalenderjaar wordt voorlichtingsmateriaal, zoals de schoolgids, uitnodigingen voor Open Dag en Doe-dag, en folders voor leerlingen, rondgestuurd naar meer dan zestig basisscholen in de regio. Aan scholen wordt duidelijk gemaakt dat eventuele proleerlingen met hun ouders een rondleiding en gesprek kunnen krijgen op de JJ Boumanschool Ieder jaar wordt er op de school voor SBO voorlichting gegeven aan ouders van schoolverlaters. Onderzoeken of wij samen kunnen optrekken met de voorlichters van het Dockinga College door de basisscholen samen te bezoeken.
16
leerlinggegevens en niet zozeer op actieve werving. Samenleving
Onze school heeft een intensief contact met het regionale bedrijfsleven vooral vanwege het stagesysteem. In de derde fase van de schoolloopbaan lopen onze leerlingen stage in een bedrijf met als uiteindelijk doel het verwerven van een arbeidsplaats. Mede met het oog op dit doel is er veel contact met instanties als het CWI, reïntegratiebedrijven en het UWV. Het zorgteam adviseert en bemiddelt in verwijzing en contactlegging naar hulpinstellingen en deskundigen, zoals het AMK, bureau Jeugdzorg, Maatschappelijk werk, MEE, Regionale Expertisecentra, de GGZ en de Raad voor kinderbescherming . Zij is behulpzaam bij doorverwijzing naar andere onderwijsinstellingen Noodzakelijkerwijs is er overleg met gemeente, politie, jeugdwerk, bureau Halt CAD enz. Daarnaast heeft de school als onderdeel van de samenleving natuurlijk contact met de plaatselijke middenstand, de buurt, toeleveringsbedrijven enz.
De meeste van de hiernaast genoemde contacten verlopen goed. Vaak is er een gestructureerd overleg, in allerlei variaties, soms berust het contact op ontmoeting of afspraak. Om de contacten te onderhouden worden instanties en personen wel uitgenodigd voor open dagen, rondleidingen, worden er schoolgidsen en ander materiaal toegestuurd, en wordt er deelgenomen aan voorlichtings middagen en avonden. Bovendien is er een actuele website waarop veel informatie is te vinden.
De website wordt voortdurend actueel gehouden. Verder wordt de publiciteit via de media gezocht voor bijzondere gebeurtenissen die op onze school plaatsvinden zoals diploma-uitreiking, wedstrijdverslagen, bijzondere activiteiten enz. Ook voor de komende vier jaren zullen wij bewust de contacten zoeken en onderhouden die de onbekendheid met het Pro in het algemeen en met de JJB in het bijzonder wegnemen. Meer aandacht aan publiciteit en voorlichting aan derden
17
Organigram JJB.
Directeur
Adjunct Directeur (tevens zorgcoördinator)
Zorgteam;
Facilitair;
-Zorgcoördinator
-Administratief medewerker -Conciërge -Psychologisch medewerker
-Psycholoog -Maatschappelijk werker (Schoolarts) (Maatschappelijk werker van stichting MEE)
Logopedist
1e Fase
2e Fase
Fase coördinator
Fase coördinator
3e Fase Fase coördinator
Stagedocenten
(Vak) Docenten
18
Ontwerpaspect
Context intern Schoolgrootte
Bestuursvorm
Innovatiegeschiedenis
Feiten De JJ Boumanschool is een School voor Praktijkonderwijs die wordt bezocht door 190 leerlingen (01-08-2012), en waar in totaal 34 personeelsleden werken. Zij is gehuisvest in een gebouw aan de Birdaarderstraatweg in Dokkum. De leerlingen die de school bezoeken zijn in de leeftijd van 12 tot 18 jaar. Het gebouw is zo ingericht dat de leerlingen uit de verschillende fasen grotendeels in gescheiden gedeeltes van het gebouw verkeren. Voor de JJ Boumanschool is per 01-012012 een nieuwe vereniging opgericht. Die vereniging is op die datum een Personele Unie aangegaan met het Dockinga College in Dokkum en de Inspecteur Boelensschool op Schiermonnikoog. De drie scholen worden bestuurd door dezelfde (professionele) bestuurders, maar zijn verder geheel zelfstandig. Met ingang van 23-04-2012 is de nieuwe vereniging omgezet in een stichting: “Stichting voor Chr. Praktijkonderwijs in Noord-Oost Friesland”. Het Praktijkonderwijs heeft de laatste jaren een snelle ontwikkeling meegemaakt op het gebied van onderwijskundige ontwikkelingen en heeft haar positie in het onderwijslandschap scherp geprofileerd. Ook binnen onze eigen organisatie is er veel veranderd. Het onderwijskundig concept, het onderwijsaanbod, de zorg, de kwaliteitsbewaking, certificering, de invoering van IOP’s met handelingsplannen. Voor een nadere omschrijving
Reflectie Mogelijke actiepunten Daar leerlingen op een school voor Invloed uitoefenen op een juist Praktijkonderwijs slechts toegelaten toelatingsbeleid via de PCL van kunnen worden wanneer zij in het bezit het samenwerkingsverband, en zijn van een indicatie, is onze school, en de Regionale Verwijzings Comdus de schoolgrootte, afhankelijk van missie. Deze laatste commissie is het aantal indicaties dat wordt het trouwens helemaal eens met afgegeven. Van invloed is wel het onze opvatting over duidelijke toelatingsbeleid op de collega-VO toelating. scholen. Het komt nog te vaak voor dat Ieder jaar vindt er omstreeks mei leerlingen met een pro indicatie mislukPCL overleg plaats over lwoo en ken op het vmbo en dan moeten zijpro beschikkingsaanvragen. Wij instromen op de JJ Boumanschool. zijn daarbij aanwezig. De bestuursvorm Personele Unie zorgt Een groot aantal zaken vinden al ervoor dat de JJ Boumanschool plaats via het bestuursbureau. zelfstandig blijft, maar wel kan profiteren Voor het komende jaar, 2013, zal van professionele bestuurders en van er over het digitale schoolpakket het bestuursbureau van de drie scholen overlegd worden met het Administratie, ICT, Huishoudelijke Dockinga College. De diensten en gezamenlijke inkopen administratie vindt al plaats via kunnen op deze wijze voordeliger Magister, wij willen ook het plaatsvinden. leerlingvolgsysteem daarin plaatsen. In het jaar 2014 zal vervolgens bekeken worden in hoeverre gestart kan worden met het werken met zgn. ELO’s. Veranderingen gaan gepaard met herIeder jaar worden er tenminste bezinning van de eigen positie van drie studiemiddagen gehouden betrokkenen bij de school. Zij dienen waarin deze zaken aan de orde daarom zorgvuldig en met zekere komen. Daarnaast zijn er geleidelijkheid tot stand te worden regelmatige fase- besprekingen gebracht. De dagelijkse praktijk laat zien en is er regelmatig een theorie- en dat er veel te bereiken is wanneer een praktijkoverleg. docenten participeren, meedenken in de Naast steeds terugkerende zaken ontwikkelingen en dat betrokkenheid leidt als klassenmanagement, tot enthousiasme. didactisch handelen en leerstofaanbod zal in het 2013 het accent komen te liggen op 19
van deze onderwerpen verwijzen wij naar de beschrijvingen van kwaliteitszorg, leerlingenzorg en het jaarplan.
Personeelsopbouw
Er zijn nu (01-08-2012) 34 personeelsleden werkzaam op de JJ Boumanschool: 2 directieleden, 25 docenten en 7 OOP’ers, De adjunctdirecteur heeft tevens als taak de zorgcoördinatie. Onder de 25 docenten bevinden zich er 3 met als taak fasecoördinator, en 2 met als taak stagecoach. De 7 OOP’ers zijn de psychologe, de schoolmaatschappelijk werker, de logopedist en 2 psychologisch assistenten. Verder zijn er de administratief medewerker en de conciërge.
branche gerichte certificering. In 2014 zullen de leerlingen hieraan kunnen meedoen.
Personeel dat op de JJ Boumanschool werkt is tamelijk honkvast. Vergroting van het leerlingenaantal is naast de natuurlijke afvloeiing meestal de enige reden tot verandering van het personeelsbestand. De laatste jaren is er daarnaast sprake geweest van vervanging vanwege ziekte. In de afgelopen periode is de taak van fasecoördinator geïntroduceerd. Drie docenten hebben naast hun lesgevende taak deze taak gekregen. Eén van deze coördinatoren moest vanwege ziekte vervangen worden Het bovenstaande organigram geeft een beeld van de organisatie zoals die nu bestaat.
Begin schooljaar 2012-2013 zal er een vervangende docent en een vervangende fase coördinator beginnen. Deze zullen beiden begeleid dienen te worden. Aan het eind van het schooljaar zal dat geëvalueerd worden. In de komende periode van vier jaar zullen enkele personeelsleden vanwege hun leeftijd vervangen worden.
20
Overzicht van de formatie op de J.J. Boumanschool voor het schooljaar 2012-2013 formatie voor 2012-2013 Directie / zorgc. administratie conciërge overig OOP totaal OOP OP
2,00 0,63 1,00 1,39 3,02 20,31
De formatie overig OOP bestaat uit vijf personen: een logopedist, een maatschappelijk werker, een orthopedagoog/ psycholoog en twee psychologisch assistenten.
Leeftijdsopbouw van de formatie op de J.J. Boumanschool OP OOP totaal
25-34 35-44 45-54 55-65 5 6 10 6 1 4 2 5 7 14 8
De gemiddelde leeftijd van het onderwijzend personeel ligt ongeveer op 47,5 ,die van het OOP op 50,8. Schoolbevolking
De school wordt bezocht door 190 leerlingen in de leeftijd van 12 tot 18 jaar Er is sprake van een gestage groei in de laatste jaren. Populatieschommelingen voor de J.J. Boumanschool zijn moeilijk in kaart te brengen.Behalve bevolkingsprognoses voor het verzorgingsgebied zijn er geen specifieke leerlingprognoses. Wel kan geconstateerd worden dat het aantal leerlingen vanaf 2001/02 gegroeid is van 122 naar 190 per teldatum 2012.
Naar is gebleken bevinden zich in onze regio veel leerlingen met een Pro beschikking in het VMBO. Dit lijkt ten dele het gevolg van onvoldoende voorlichting, maar vooral van verwijzing -en aannamebeleid. De in het schooljaar 2011-2012 voor het eerst gehanteerde model van de “Plaatsingswijzer” zal van invloed kunnen zijn op de verwijzing van leerlingen naar het PrO.
We brengen de verwijzing en toelating voortdurend ter sprake in de PCL van het regionale Samenwerkingsverband. Er zal voldoende aandacht worden besteed aan public relations zoals elders vermeld. Met de ouders van de leerlingen is tenminste tweemaal per jaar een contactmoment. Er is regelmatig een vergadering van de leerlingenraad waarbij ook een tweetal docenten aanwezig is. 21
De leerlingen komen uit een groot verzorgingsgebied dat heel Noord-Oost Friesland beslaat. De leerlingen worden op school vertegenwoordigd door een leerlingenraad waarin leerlingen zitting hebben uit alle drie de fasen. Schoolgebouw
Sinds maart 2010 is de JJ Boumanschool gehuisvest in een verbouwd bedrijfspand aan de Birdaarderstraatweg in Dokkum. Het gebouw van twee verdiepingen is licht en ruim en heeft goed geoutilleerde lokalen. Er is een nieuw ruim gymlokaal aan vast gebouwd en op het buiten terrein zijn een kas en twee groenlokalen gebouwd. De fasen zijn zo over het gebouw verdeeld dat de eerste fase haar lessen voornamelijk op de bovenverdieping volgt en de derde fase haar lessen voornamelijk aan de achterzijde van het gebouw volgt. Ook is er voor de derde fase een aparte kleine kantine. Zo zijn de leerling stromen enigszins gescheiden hetgeen de rust en de sfeer op school bevordert.
Relatie met het bestuur
Zoals eerder beschreven maakt de JJ Boumanschool deel uit van een Personele Unie met het Dockinga College en de Inspecteur Boelensschool. Het bestuur van elk van de drie deelnemende scholen bestaat uit dezelfde personen. De dagelijks bestuurder heeft iedere maand overleg met de directie van de JJ Boumanschool.
In het zelfevaluatie instrument “Stimulans” van het Landelijk Werkverband worden in het jaar 2013 en 2015 alle leerlingen geraadpleegd in het kader van de kwaliteitszorg.
Scholen voor Praktijkonderwijs hebben zich de laatste jaren sterk ontwikkeld. Er zijn veel nieuwe ideeën en opvattingen over de inrichting van het onderwijs op deze scholen. Het nieuwe leren, betekenisvol leren, coaching gestuurd leren, competentiegericht leren enz. Elementen van deze ontwikkelingen en ideeën zijn waardevol gebleken in de ontwikkeling van het Praktijkonderwijs. Uitgangspunt bij ontwikkeling en de totstandkoming van het nieuwe schoolgebouw was de gedachte dat onze leerlingen behoefte hebben aan een rustige leeromgeving. Daarom zijn de lokalen groot en gescheiden gehouden, deze gedachte heeft zich in de twee jaren dat wij in dit gebouw werken ruimschoots bewezen. De veranderde bestuursvorm is nog maar sinds kort in werking. De contacten met de dagelijks bestuurder stammen al van jaren terug en zijn goed te noemen. Uit het maandelijks overleg blijkt vertouwen.
Aan de schoolomgeving wordt in het schooljaar 2012-2013 de laatste hand gelegd.
22
M.R.
De medezeggenschapsraad van de JJ Boumanschool bestaat uit drie personeelsleden en drie ouders.
De medezeggenschapsraad is steeds betrokken geweest bij veranderingen op school. De relatie met de directie is goed. Op het moment van verschijnen van dit schoolplan wordt de oudergeleding van de MR weer op de juiste getalssterkte gebracht. Het blijkt altijd weer moeilijk te zijn goede vertegenwoordigers te vinden voor de oudergeleding.
De MR komt regelmatig bijeen op school om ontwikkelingen te bespreken.
23
Leerlinggegevens (LVS)
Er wordt van iedere leerling een leerlingdossier aangelegd met gegevens uit het verleden maar ook relevante gegevens van de periode die een leerling op onze school verblijft worden er in bijgehouden. Tevens worden tijdens het verblijf van de leerling op de JJ Boumanschool vanaf het begin vorderingen, bijzonderheden en resultaten bijgehouden in een volgsysteem. Dit gebeurt zowel op het gebied van theoretische vaardigheden als op dat van praktische vaardigheden. Twee maal per jaar worden door alle betrokken docenten IOP besprekingen gehouden. De resultaten daarvan worden met de leerling en met de ouders besproken. Ouders zijn verplicht op school te komen om het IOP van hun kind te bespreken. Er wordt vanaf het eerste leerjaar een startdocument (werkdocument) gemaakt dat halfjaarlijks wordt geactualiseerd. In het IOP van iedere leerling is een handelingsplan opgenomen dat concrete korte termijn streefdoelen bevat die halfjaarlijks worden bijgesteld. Deze streefdoelen liggen op het terrein van theoretische en praktische vaardigheden en er worden doelen gesteld op het gebied van persoonlijkheidsontwikkeling. Verdere leerlingdocumenten zijn testen en toetsen van theorie en praktijk, rapporten en het portfolio, mentor -en docentenverslagen. Al deze verslagen worden digitaal verwerkt, de meeste van deze verslagen komen ook in het papieren dossier van de leerling.
Een helder en goed bijgehouden dossier geeft een beter inzicht in het functioneren van een leerling Door bijzonderheden schriftelijk vast te leggen ontstaat een beter beeld, wordt de leerling beter gevolgd en is het uitzetten van een koers voor de betreffende leerling beter mogelijk. Doordat alles digitaal beschikbaar is, is de effectiviteit van de verslaglegging aanzienlijk verbeterd. De laatste jaren wordt de leerling steeds meer betrokken bij het volgen van zijn ontwikkeling en bij het stellen van doelen. Dit heeft een goed effect, de leerling heeft meer het gevoel serieus te worden genomen en begrijpt beter het doel van waarom hij op school zit.
De leerling-administratie vindt voor een gedeelte al plaats in Magister, een digitaal administratie systeem. Wij hebben voor het volgsysteem op onze school een eigen systeem ontwikkeld dat helemaal is toegesneden op de eigen situatie. Na enige voorlichting en scholing is ons gebleken dat wij ons eigen digitale systeem in Magister kunnen aanhangen waardoor we enerzijds het voordeel van het eigen systeem kunnen behouden en anderzijds kunnen profiteren van de voordelen die Magister biedt. Begin schooljaar 2013-2014 moet deze actie zijn afgerond.
24
In –en Uitstroomprofiel:
Van de leerlingen die de JJ Boumanschool komen bezoeken bestaat een goed beeld, immers zij dienen te voldoen aan de voorwaarden om op een school voor Praktijkonderwijs toegelaten te worden. De herkomst van leerlingen voor wat betreft school of woonplaats is door ervaring bekend. Een schemergebied is het aantal leerlingen die met een Pro indicatie in het VMBO / LWOO terechtkomen. Daarnaar is onderzoek gedaan door het SCO-Kohnstamm Instituut met medewerking van het landelijk RVC , het werkverband Pro en het Platform SWVVO. De uitkomst van dit onderzoek geeft te zien dat ongeveer 25 % van de leerlingen met een Pro beschikking direct start in het VMBO. Voor ons samenwerkingsverband gold tot voor enkele jaren nog een percentage van ongeveer 50 % , maar mede door het aanhangig maken in de PCL is ook hier het percentage het afgelopen jaar tot 25 % teruggebracht. Van de binnenkomende leerling wordt een startprofiel met een eerste handelingsplan gemaakt. In het tweede schooljaar wordt er in het IOP van de leerling een uitstroomprofiel gegeven. Voor het grootste gedeelte van de leerlingen die onze school bezoeken geldt dat het Praktijkonderwijs eindonderwijs is. Veel leerlingen gaan na afronding van hun schoolloopbaan werken in een “vrij bedrijf”, al dan niet met een regeling. Tegenwoordig gaat vanwege de veranderende maatschappelijke inrichting nog maar een enkeling aan het werk in een WSW bedrijf. Van leerlingen die de JJ Boumanschool
Vier jaar geleden was er op onze school nog geen sprake van een IOP, inmiddels is dit gemeengoed geworden. In het IOP wordt vanaf het tweede schooljaar een uitstroomperspectief beschreven. De leerling en zijn ouders worden hierin gekend. Dit perspectief is een momentbeoordeling en kan natuurlijk in de opvolgende jaren bijgesteld worden, toch zorgt het voor duidelijkheid.
Om een goed beeld te krijgen van de bestemming van onze leerling, ook op langere termijn, is onderzoek vereist. Gedeeltelijk wordt hierin voorzien door de zgn. uitstroommonitor, een landelijk digitaal systeem waarin de uitstroom van alle scholen voor praktijkonderwijs in beeld wordt gebracht. Een goed beeld van de verdere maatschappelijke carrière is wenselijk om het onderwijsaanbod zo effectief mogelijk te maken,om betere en meer feitelijke voorlichting bij aanmelding te kunnen geven, om eventuele noodzakelijke nazorg te verlenen, en om de overgang naar andere onderwijsvormen passender te maken.
Op provinciaal niveau (RVC) en op landelijk niveau (Landelijk Werkverband) worden al diverse onderzoeken verricht naar uitstroom en verwijzing. Onze school participeert in de landelijke uitstroommonitor. Overigens bestaat er door het uitgebreide netwerk in het bedrijfsleven en door de contacten met ex leerlingen al een goed (informeel) beeld. We willen uiterlijk in 2014 bijeenkomsten in enigerlei vorm voor ex leerlingen organiseren. Deze kunnen in zo’n bijeenkomst aan huidige leerlingen vertellen hoe het hen in hun naschoolse loopbaan is vergaan, en de school kan gebruik maken van de ervaring van de vroegere leerling. In de toekomstige netwerkorganisatie “Werkschool” zullen de werkgevers aan moeten geven waar de kansen liggen op de regionale arbeidsmarkt, zoals dat nu ook al gebeurt in samenwerking tussen “Beroepsonderwijs bedrijfsleven” en het UWV. Wij zullen als school hier zoveel als mogelijk op inspelen.
25
verlaten gaat een steeds groter deel naar een opleiding op MBO niveau 1 of een enkele keer niveau 2. Dit kan als de leerling 16 jaar is en toegelaten wordt, als school voor Praktijkonderwijs geven wij de voorkeur aan een BBL, waarin de leerling na het verlaten van de school voor Praktijkonderwijs bijv. 4 dagen werkt en 1 dag naar school gaat. Ook hiervoor geldt dat naar het zich laat aanzien het voor onze leerling steeds moeilijker zal blijken te worden om toegelaten te worden op een MBO opleiding. Vanwege de diversiteit van het leerlingaanbod, het feit dat onze leerlingen niet geacht worden een zgn. “startkwalificatie” te halen en omdat een school met een doelstelling zoals de onze erg afhankelijk is van de regionale arbeidsmarkt, is het moeilijk een vastomschreven uitstroomprofiel te geven. Bij iedere individuele leerling maar ook voor de groep in zijn totaliteit. Toch heeft de jarenlange ervaring ons geleerd dat het heel wel mogelijk is een globaal beeld te schetsen van de in –en uitstroom van onze schoolbevolking.
26
In een overzicht zou het in- en uitstroomprofiel als hieronder kunnen worden voorgesteld: Instroom Kenmerken van de leerling: -IQ 55-80 -Leerachterstand 1-3 jaar -Sociaal emotionele factoren
Tussentijdse Schoolverlaters -Cluster 3 of 4 school bij gebleken verkeerde school keuze. Het gaat hier om een enkeling.
Van grote invloed is de verdere ontwikkeling van de huidige economische crisis. Geen bestemming Komt in de praktijk bijna niet voor, de leerling wordt dan overgedragen aan de re-integratie
Onderwijsaanbod Afhankelijk van kindfactoren waaronder de leerontwikkeling periode 12-18 jaar
Uitstroom
Sociale werkvoorziening Dit is de bestemming voor Een klein gedeelte van onze schoolverlaters.
Deze mogelijkheid is afhankelijk van de politieke en maatschappelijke ontwikkelingen
Schoolverlaters 16 jr MBO niveau 1 (soms uitlopend in niveau 2) Het gaat hier om een aantal leerlingen per schooljaar.
Regeling werk en scholing bijv. Leer – Werktraject 4 dagen werk, 1 dag scholing
Werk in het vrije bedrijf (al dan niet mbv een regeling) Dit is de bestemming voor het grootste deel van onze schoolverlaters.
Daar de mogelijkheid van plaatsing binnen de sociale werkvoorziening steeds geringer wordt, zal een groter gedeelte uitstromen naar de re-integratie.
Sinds het schooljaar 2005-2006 neemt onze school deel aan de zgn. Uitstroommonitor van het Landelijk Werkverband Praktijkonderwijs. Hierin worden de uitstroomgegevens van scholen / afdelingen voor Praktijkonderwijs in Nederland met elkaar vergeleken. 27
Ontwerpaspect
Leerlingzorg
Feiten Zorgbemoeienis op de JJ Boumanschool begint op het moment van aanmelding Hiervoor is een vaststaande procedure van materiaal verzamelen, psychologisch en didactisch onderzoek, rondleiden, voorlichtingsavonden tot aan de aanvraag “beschikking Pro”. Vanaf het begin wordt een leerlingdossier aangelegd. Er is een structuur van dossier beheer, notatie en rapportage ten behoeve van het in kaart brengen van de leerling. Iedere docent heeft zes tot acht leerlingen waarvoor hij mentor is en waarmee hij eens in de twee à drie weken individuele mentorgesprekken heeft. Ook gaat hij bij zijn mentorleerlingen op huisbezoek. De mentor is de centrale figuur in het systeem van de leerlingzorg. Wanneer een leerling meer dan gemiddelde zorg behoeft, bijvoorbeeld vanwege sociaal emotionele problematiek, meldt een docent, meestal de mentor, hem aan bij het zorgteam.Het zorgteam bestaat uit de volgende personen: Psycholoog Maatschappelijk werker Schoolarts Zorgcoördinator Maatschappelijk werker van MEE In een regelmatig overleg wordt bekeken wat de noodzakelijke of gewenste begeleiding van een leerling is. Dat kan variëren van het opstellen van een handelingsplan tot verwijzing naar andere zorgvoorzieningen. Vaak kan gebruik gemaakt worden van een training die binnen onze school wordt gegeven door
Reflectie Onze school is bedoeld voor moeilijk lerende kinderen. Net als bij alle kinderen komt bij onze schooljeugd ook gedrags –en opvoedingsproblematiek voor. De zorg die wij op school kunnen bieden betreft zorg aan moeilijk lerende kinderen met die problematiek. Onze school is niet bedoeld voor specifiek moeilijk opvoedbare kinderen. Onze zorg betreft vooral gedragsbeïnvloeding en persoonlijkheidsvorming. Dit gebeurt voor het grootste deel in de contacten tussen docent en leerling, wat gerichter in de contacten tussen mentor en leerling, en wanneer zich verdergaande problematiek voordoet is er bemoeienis van het zorgteam, dat vervolgens eventueel buitenschoolse hulp kan inschakelen. Tweemaal per jaar wordt iedere leerling besproken in een “IOP bespreking” , waarin naast de vorderingen ook de persoonlijkheidsontwikkeling, het gedrag en de gezondheid van de leerlingen ter sprake komen. Instrumenten die bij deze besprekingen gebruikt worden zijn o.a. een Teacher Report Form (TRF) en een schoolvragenlijst. Mede door middel van deze instrumenten wordt het individuele handelingsplan opgesteld. Er zijn duidelijke structuren en afspraken die maken dat de leerlingzorg binnen redelijke normen goed georganiseerd is te noemen.
Mogelijke actiepunten Aandachtspunten voor de komende periode zijn: -Leerlingen worden nu gevolgd via de IOP besprekingen waarvan een papieren en een digitale versie voorhanden is, en door mentorverslagen en binnenkomende informatie die beide digitaal verwerkt worden. Dit geheel moet in uiterlijk 2014 in het systeem van Magister gehangen worden. -Punt van aandacht is de verslaglegging door de docenten, de wijze waarop dit plaats vindt, de frequentie, het stellen van concrete doelen voor het IOP/handelingsplan. -Nog meer en specifieker training bij constatering van behoefte daaraan bij leerlingen met een zorgvraag. Nu zijn er de trainingen: Rots en Water Girl’s talk Boys ‘re us Meidenvenijn Handleiding voor jezelf Sociale vaardigheidstraining op maat Agressieregulering Verder is al eens een LIV training op school gegeven (leefstijl) En zijn we bezig met “schoolfysio”, een training voor jongens en meisjes met overgewicht. Naast deze trainingen komen van 28
medewerkers van onze eigen school. Door leden van het zorgteam worden huisbezoeken afgelegd (schoolmaat schappelijk werker), worden psychologische herhalings– en afsluitingsonderzoeken gedaan (psycholoog) en medisch onderzoek verricht (schoolarts). De zorgcoördinator zorgt voor de onderlinge afstemming tussen de zorgteamleden en de communicatie van en naar de mentoren en andere docenten. Wanneer een leerling geïndiceerd is of kan worden voor een REC voorziening en in dat kader in aanmerking komt voor ambulante begeleiding dan wordt voor die leerling LGF aangevraagd. Door het samenwerkingsverband is een Reboundvoorziening in het leven geroepen. Hier kan ook door de JJ Boumanschool gebruik van worden gemaakt.
drie clustervoorzieningen ambulante begeleiders op school met wie afspraken zijn gemaakt over gerichte directe training aan de geïndiceerde “rugzakkers”, met deze trainingen liften in overleg ook wel niet-geïndiceerde leerlingen mee. Zo wordt een optimale inzet van de LGF middelen bereikt.
29
Ontwerpaspect
Pedagogisch ontwerp Pedagogische huisstijl
Sociaal emotionele ontwikkeling
Feiten
Reflectie
Mogelijke actiepunten
Het onderwijs op onze school is bedoeld voor leerlingen met leermoeilijkheden. De leerlingen die onze school bezoeken zijn van de leeftijd tussen de 12 en 18 jaar. Een leeftijd waar gedrags –en motivatieproblemen een rol kunnen spelen. Onze bemoeienis met de leerling strekt zich daarom uit van het ontwikkelen van vaardigheden tot persoonlijkheidsontwikkeling. Wij zijn een school waar leerlingen zich veilig en vertrouwd moeten voelen, daarom is het leef –en werkklimaat op de school van essentieel belang. Onze pedagogische huisstijl is “door middel van persoonlijke bemoeienis met, en begeleiding van de individuele leerling via vertrouwen te komen tot zelfstandig leren”. In het onderwijsaanbod van onze school wordt door o.a. het lesmateriaal van Zelfzorg aandacht besteed aan de sociaal emotionele ontwikkeling. Daarnaast zijn er trainingen zoals Weerbaarheid voor meisjes, Handleiding voor jezelf, Rots en Water. De leerling heeft zijn eigen mentor waarmee hij heel regelmatig persoonlijke gesprekken voert. De taak van de mentor is de vinger aan de pols te houden waar het de sociaal emotionele ontwikkeling van zijn mentorleerling betreft.
Leerlingen op onze school moeten praktisch bezig zijn. Het aangebodene moet uitdagen en verwant zijn aan realiteit, dat bevordert de motivatie en de opnamecapaciteit. Zij zullen na hun schoolloopbaan een inkomen moeten verdienen “met de handen”. -de leerling heeft meer dan gebruikelijke uitleg en duidelijke instructie nodig. -de leerling moet veel oefenen om zich vaardigheden eigen te maken. -er is duidelijkheid en structuur nodig. -de leerling heeft goede hulp en coaching nodig. -daarbij past vertrouwen in de docent en de mentor. -de school moet voor de leerling overzichtelijk en veilig zijn.
Onderdeel van het kwaliteitsonderzoek “Stimulans” is de evaluatie van de kwaliteitszorg door de leerlingen. Iedere twee jaar vindt deze evaluatie dmv. een enquête plaats, in 2013 en in 2015 worden de volgende enquêtes afgenomen. De uitslagen van die enquêtes leveren actiepunten voor mogelijke aanpassing op. Bovendien wordt van elke leerling ieder jaar in november een welbevinden vragenlijst (SVL) afgenomen. Deze levert nuttige informatie op voor de IOP bespreking die erop volgt in december.
Een school voor Praktijkonderwijs is een school voor Voortgezet onderwijs. De leerlingen op onze school zijn de lagere schooltijd voorbij, zij doorlopen bij ons hun puberteit en gaan op weg naar zelfstandigheid en volwassenheid. Een leeftijdsperiode die zich kenmerkt door soms heftige emoties en onzekerheid.
Het vinden van methodes en trainingsmogelijkheden die speciaal gericht zijn op de sociaal emotionele ontwikkeling.
30
Gedragsproblemen
Al gedurende een reeks van jaren is het een maatschappelijk verschijnsel dat jongeren “moeilijk” gedrag toegedicht wordt. De problematiek van hangjongeren, segregatie en lonsdale-jongeren, de thuisproblematiek, het spijbelgedrag, de vroegtijdig schoolverlaters, de specifieke gedragsproblematiek als ADHD, ADD en PDD-nos vragen veel van de docent. Daarbij komt het verschijnsel dat ouders veel van de opvoeding bij de school leggen en zich daarentegen minder achter de school opstellen. De leerlingen van onze school kennen ook veel van deze problematiek. Onze aanpak is erop gericht de leerling zoveel als mogelijk positief te benaderen, zoveel mogelijk individuele aandacht te schenken en de leerling in zijn waarde te laten. Praktisch gezegd betekent dat veel en vaak in gesprek komen bijvoorbeeld door middel van het mentorgesprek, door de leerling te betrekken bij zijn schoolloopbaan, door resultaten en werkdoelen met hem te bespreken, door de leerling op zijn interesse niveau praktisch en zinvol werk aan te bieden. Verder sturen wij gedrag door een duidelijke structuur te bieden heldere regels te hanteren. De schoolregels worden aan het begin van ieder nieuw schooljaar met de docenten besproken, met de leerlingen in de klas en door de mentor. De regels staan in de jaaragenda van de docenten en in de schoolgids die ouders en leerlingen hebben ontvangen.
Ondanks een soms niet prettige leefomgeving en de beperkingen in leren blijkt dat de meeste van onze leerlingen tot verrassende resultaten kunnen komen en dat gedragsproblematiek niet de relatie tussen leerling en docent in de weg hoeft te staan. De leerling verdient steeds weer een nieuwe kans. Veiligheid en vertrouwen zijn de sleutelwoorden voor resultaat.
Hulpmiddel bij gedragsproblematiek kan een training zijn. Daarvan hebben we er al verschillende binnen school opgezet. Verder is er de Reboundvoorziening van het Samenwerkingsverband waar ook wij als school gebruik van kunnen maken. Mede als gevolg van onze pedagogische aanpak hebben wij hier tot dusverre nog nooit Een heel enkele keer kan een leerling gebruik van hoeven te maken. naar derden worden doorverwezen Tenslotte is er de Sluisgroep wanneer blijkt dat hem binnen de school waar leerlingen via de RMC geen adequate hulp kan worden aangemeld kunnen worden voor geboden. Overigens wordt bij plaatsing observatie. al een zodanige zorgvuldigheid in acht genomen dat verwijdering van school bijna nooit nodig is.
31
Ontwerpaspect
Didactisch ontwerp Leerlijnen
Feiten Het onderwijs en daarmee het onderwijsaanbod op de JJ Boumanschool is verdeeld over drie fasen. Een leerling verblijft doorgaans vijf tot zes jaar op onze school, en werkt in eigen tempo en naar eigen vermogen. De verdeling van het onderwijs over de drie fasen is als volgt: Eerste fase: De fase van basisvorming in een aangepaste versie, geen kerndoelen maar streefdoelen. Er wordt door middel van een screening onderzocht welke vaardigheden de leerling zich eigen heeft gemaakt tot dusver. Waar mogelijk worden manco’s aangevuld. Er wordt veel aandacht besteed aan het aanleren van basale praktische vaardigheden. Tweede fase: De nadruk in deze fase ligt op de Arbeidsvoorbereiding en de redzaamheid. Praktische vaardigheden worden verdiept, bij de theoretische vaardigheden komt de nadruk meer op redzaamheid te liggen. In deze fase nemen de interne stages, arbeidssimulaties, een belangrijke plaats in. Bovendien kunnen leerlingen in deze fase allerlei cursussen volgen die leiden naar een certificaat of diploma zoals lassen schoonmaken, heftruck, trekker, vca, bromfiets. Derde fase: De leerlingen gaan beginnen aan een externe stage als voorbereiding op het werk dat na de schoolloopbaan begint. Dit is de fase van de arbeidstoeleiding. Tijdens de terugkomdagen op school volgen de leerlingen via een individueel rooster een individueel programma toegespitst op de behoeften van de
Reflectie Het lesaanbod moet volgens een duidelijke planmatige en inzichtelijke tijdsindeling te overzien zijn, zodat zowel de docent als de leerling weten wat er wanneer aan lesstof aangeboden wordt Het leerstofaanbod moet volledig worden aangepast aan de behoeften en mogelijkheden van de leerling. Er is een duidelijke doorgaande leerlijn op school. De logopedist op onze school screent alle nieuwe leerlingen op dyslexie, en adviseert vervolgens de docenten.
In de tweede fase is een scheiding gemaakt in de groepssamenstelling tussen jongens en meisjes. De ervaring hiermee is positief, het maakt differentiatie in het leerstofaanbod beter mogelijk. In de tweede fase wordt aan leerlingen die na toetsing en prestaties blijken te beschikken over voldoende leercapaciteiten begonnen aan de methode Deviant.
Mogelijke actiepunten Actie op het gebied van individueel leerstofaanbod ten dele gebaseerd op interesses en vrije keuze maar ook op arbeidstoerusting en voorbereiding op maatschappelijk zelfstandig kunnen functioneren De afgelopen jaren is er bij de theorievakken begonnen met het werken in “carrousel” vorm. Leerlingen werken in groepsopstelling aan verschillende taken. Hierbij wordt ook gebruik gemaakt van takenkaarten. Dit model wordt in de komende tijd verder ingevoerd. Geleidelijke invoering van meer keuzemogelijkheden in de tweede fase.
De (geleide) keuzemogelijkheid in de derde fase is organisatorisch een ingewikkeld proces, maar blijkt wel aan te slaan. Het verhoogt de motivatie en er kan zinvoller op de behoeften van de leerling worden ingespeeld.
32
toekomstige arbeidsplaats en de eigen zelfstandigheid. Gedurende de gehele schoolloopbaan worden er tests en toetsen afgenomen die de ontwikkeling van de leerling goed in kaart brengen. Onderwijsinhoud
De lessen die op de JJ Boumanschool worden gegeven bestaan voor ruim de helft uit praktijkvakken, het overige deel wordt besteed aan theorie. In de eerste fase wordt gewerkt in groepen. De vakken die er worden gegeven zijn: Algemene Techniek: Waarin alle praktische (hand) vaardigheden worden geleerd. Techniek +:Een mengvorm van theorie en praktijk, “de toepassingen”. Theorie: Een verzameling theoretische (basis) vaardigheden. Koken:Elementaire vaardigheden op het gebied van koken en bakken. Creatieve Technieken: Diverse technieken en werkvormen op creatief gebied. Gymnastiek: Lichamelijk opvoeding, sport en spel. De tweede fase bestaat uit leerjaar drie en vier. Er zijn aparte jongens en meisjesgroepen. De vakken die in deze fase worden gegeven zijn: Theorie: Een verzameling theoretische vaardigheden meer toegespitst op sociale redzaamheid en toegepaste theorie. Koken: Vaardigheden op het gebied van koken, bakken en verzorging. Verzorging: Huishoudelijke-, uiterlijke-, medische-, en kinderverzorging. Houtbewerking: Technieken en toepassingen die met hout en bouw-
Naast o.a. het lesmateriaal van Promotie, een methode speciaal ontwikkeld voor het Praktijkonderwijs wordt erg veel gebruik gemaakt van eigen ontwikkeld lesmateriaal. Voor leerlingen met meer mogelijkheden op theoretisch gebied gebruiken we “Deviant”. Het rekenonderwijs is ingericht volgens een zgn “plankenmodel” analoog aan de niveau indeling.
Onderwijsaanbod kritisch tegen het licht houden. De aansluiting tussen de leerjaren en de fasen verbeteren. Toetsing verbeteren en invoeren daar waar er nog geen sprake van is om een beter beeld te krijgen van de competenties van de leerling. Het aandeel Burgerschap in het curriculum verder accentueren. In 2014 moet ook het taalonderwijs ingericht zijn volgens het “plankenmodel”.
Om de leerlingen zo goed mogelijk voor Doorgaan met het ontwikkelen te bereiden op het latere werk hebben van nieuwe interne stages. we op onze school een systeem van interne stages in het leven geroepen, dat is een verzameling van 14 verschillende arbeidssimulaties. Gedurende een periode van drie weken volgt een leerling geen, of slechts gedeeltelijk, de reguliere lessen en in plaats daarvan verricht die leerling zelfstandig functionele werkzaamheden. 33
technieken te maken hebben. Metaal: Technieken en toepassingen op het gebied van metaalbewerking en motorvoertuigentechniek. Schilderen: Schilderen en afwerkingstechnieken. Groen: Vaardigheden op het gebied van plant- en groenverzorging. Gymnastiek: Lichamelijke opvoeding, sport en spel. Creatieve Technieken: Diverse technieken en toepassingen op creatief gebied. Cursussen: Lassen, niveau 1 en 2, VCA, Schoonmaken, Trekkerrijbewijs, Bromfietsrijbewijs, Heftruckcertificaat, Melkersdiploma. Interne stages: Arbeidssimulaties binnen school, hiervan zijn er veertien. De derde fase; In deze fase wordt er gewerkt volgens een individueel rooster. De leerlingen in deze fase zijn 16-18 jaar. Naast de lessen die zij op school volgen lopen zij stage in een bedrijf. Het individuele rooster kan bestaan uit de volgende onderdelen: Theorie: Vaardigheden gericht op sociale redzaamheid aangeboden in thematische eenheden. Koken: Vaardigheden op het gebied van koken en bakken. Verzorging: Vaardigheden en technieken op het gebied van zorg en zelfzorg. Houtbewerking: Technieken en toepassingen betreffende hout en bouwkunde. Metaal: Technieken en toepassingen op het gebied van metaalbewerking en motorvoertuigentechniek. Schilderen: Schilderen en afwerkingstechnieken.
Er zijn ook een tweetal buitenschoolse stages waar bij een groepje leerlingen een soort van snuffelstage doet. Deze stages zijn een goed onderwijs middel gebleken, leerlingen doen functioneel werk en verkrijgen een certificaat wanneer ze een stage naar behoren hebben voltooid. Hoewel de school voor Praktijkonderwijs niet opleidt voor een diploma worden er wel een aantal cursussen gegeven waarvoor een examen wordt afgenomen en waarvoor een certificaat of diploma kan worden behaald. De cursussen worden grotendeels gegeven in de tweede fase.
In de derde fase is de externe stage het belangrijkste onderwijsmiddel. “Echt werk” is motiverender dan de schoolbank. Het programma voor de terugkomdagen wordt per leerling individueel samengesteld en bestaat zoveel als mogelijk uit vaardigheden die met de toekomstige werkplek (het verlengde van de stage) te maken hebben, en uit vaardigheden die de leerling moet gebruiken in zijn dagelijkse bestaan (redzaamheid).
Onderzoeken van nieuwe mogelijkheden om leerlingen op enigerlei wijze te kwalificeren. Hierover zijn we in gesprek met het bedrijfsleven, de branche vertegenwoordigers. Voor de komende twee jaar willen we de invoering van een “praktijkcertificaat” bewerkstelligen.
Meer arbeidsgerelateerd werk in de school halen, simulaties als productiematig seriewerk. Het bedrijfsleven hierin betrekken.
34
Werkplekkenstructuur: Toegepaste praktische vaardigheden. Gymnastiek: Lichamelijke opvoeding, sport, spel en vrijetijdsbesteding. Creatieve Technieken: Diverse technieken en werkvormen op creatief gebied, zelfzorg en textiele technieken. LVS
Dossier; Een leerling die aangemeld is bij de JJ Boumanschool neemt in veel gevallen een dossier mee vanuit de toeleverende school. Is dat niet het geval dan wordt met de aanleg van een dossier begonnen. In het dossier bevinden zich een viertal comparti – menten; a. “Actueel”: hierin wordt naast het startblad de actuele informatie in verzameld. Het laatste IOP, logboek verslag van de zorgteamvergadering, het verslag van het laatste huisbezoek of het bezoek van de schoolmaatschappelijk werker. Wanneer nieuwe verslagen verschijnen verdwijnt het oude verslag in de afdeling “Archief”. b. “Toelating”: Gegevens vanuit het verleden (toeleverende school, testen en onderzoeken voor de toelating gedaan) c. ”Onderzoeken”: Psychologische en psychiatrische onderzoeken, verslagen van observaties, onderzoeksverslag van de schoolarts e.d. d. “Archief”: Verslagen van huisbezoeken en IOP-besprekingen, mentorgegevens, die uit de map “Actueel” verdwijnen
Een helder en goed bijgehouden dossier geeft een beter inzicht in het functioneren van een leerling. Wanneer door belanghebbende instanties om informatie wordt gevraagd, kan na toestemming van de ouders uit het dossier geput worden. Grote gedeeltes uit het dossier zijn voor de docenten digitaal beschikbaar. Zij kunnen ook vanuit huis inloggen op de server van school.
Het dossier is grotendeels digitaal voor iedere belanghebbende beschikbaar in een besloten netwerk. Verdere digitalisering staat op de agenda voor 2014. Dit digitale volgsysteem zal enerzijds het zorgdossier bevatten en anderzijds het didactische volgsysteem.
35
Het digitale volgsysteem bevat de volgende onderdelen: IOP ; Het individueel Ontwikkelings Plan wordt voor iedere leerling twee maal per jaar opgemaakt en besproken door docenten en met de leerling en zijn ouders. Het IOP bestaat uit de volgende onderdelen: -Zorg; hierin worden zorgaspecten beschreven, staat de uitslag van de afgenomen schoolvragenlijst en TRF, en worden doelen betreffende persoonlijkheidsontwikkeling door mentor en psycholoog beschreven. -Theorie; De stand van zaken van alle theorieonderdelen en de doelen die voor die onderdelen gesteld worden voor het komende halfjaar. -Praktijk; De stand van zaken bij alle praktijkvakken en de doelen die voor elk vak voor het komende halfjaar gesteld worden. -Handelingsplan; een resumé van de doelstellingen uit de drie hiervoor beschreven onderdelen. Van iedere leerling is een digitale map te vinden op de server, hierin zijn de volgende bestanden te vinden: Startblad; Elementaire gegevens betrekking hebbend op schoolvorderingen, sociale omstandigheden, gedragskenmerken en enkele belangrijke administratieve gegevens worden voor iedere leerling apart op één A-viertje verzameld. Het startblad wordt door de psycholoog aan het begin van de schoolloopbaan gemaakt en wordt
Juist omdat de nadruk bij besprekingen en planning vaak onbewust bij probleemsituaties en gedragsproblematiek ligt is het belangrijk geplande en gestructureerde aandacht aan elk individu te besteden. Daarvoor dienen de IOP besprekingen. Zo komt ook de didactische ontwikkeling van de leerling tot zijn recht, kunnen er op zowel pedagogisch als op didactisch terrein concrete werkdoelen gesteld worden. Door korte termijndoelen te hanteren is de ontwikkeling van de leerling beter te volgen en bij te sturen.
Door bijzonderheden schriftelijk vast te leggen ontstaat een beter beeld, wordt de leerling beter gevolgd en is uitzetten van een koers voor de betreffende ll. beter mogelijk. De gegevens die verzameld worden op de volgkaarten kunnen een belangrijk hulpmiddel zijn in de communicatie met ouders. Doordat alle docenten, en andere belanghebbenden, een zelfde document hanteren en dit beknopte document allemaal direct in de klasse(of andere) situatie bij de hand hebben is leerlingbegeleiding -en beïnvloeding beter mogelijk.
Het zorgvuldig hanteren van het IOP vraagt steeds aandacht. In de jaaragenda staan data vermeld waarop het IOP moet worden ingevuld, wanneer de besprekingen zijn, en wanneer de ouders op school moeten worden uitgenodigd. Het zoveel mogelijk “smart” formuleren van doelen wordt regelmatig besproken. De technische procedure wordt regelmatig ter sprake gebracht in de personeelsvergadering en wordt dan schriftelijk rondgedeeld.
Gebleken is dat het de nodige gewenning vergt documenten als het startblad vanzelfsprekend bij iedere bespreking aan te passen Ook het stellen van doelen die concreet haalbaar zijn blijft een punt van aandacht. Bewaking van het proces is noodzakelijk.
36
vervolgens door de mentoren actueel gehouden. Mentorverslag; De mentor houdt iedere twee of drie weken een mentorgesprek met zijn leerling. Van deze gesprekken maakt hij een digitaal verslag dat ook door de collega’s is in te zien. Informatie; In dezelfde map op de server is het bestand informatie te vinden, hierin wordt alle relevante informatie geplaatst. Dit kunnen zijn: Incidenten waarbij een leerling is betrokken, opmerkelijke observaties, en bijzonderheden over bijvoorbeeld de thuissituatie Verslag SMW; Als de schoolmaatschappelijk werker een huisbezoek heeft afgelegd zet ze een verslag daarvan in de map van de leerling.
Het middel om iedere leerling regelmatig met elkaar te bespreken en aanpassingen in onderwijs of gedragsbeïnvloeding te doen
Specifiek Handelingsplan; In dit handelingsplan worden concrete korte termijn doelen en afspraken over een leerling die een specifieke aanpak behoeft vanwege zorgproblematiek vastgelegd.
Het specifieke handelingsplan wordt niet vaak gehanteerd. Bij problemen gaat het vaak om gedrag. In overleg wordt er een aanpak gekozen, wordt er een training ingezet, en soms wordt er een speciale groepsaanpak afgesproken.
Klassenmap; Iedere docent hanteert een klassenmap daarin worden de vorderingen, vaardigheden e.d. van iedere leerling bijgehouden en is er voor iedere leerling het startblad en het handelingsplan. Bovendien is voorin de klassenmap een lokaaloverzicht en een weekrooster aangebracht.
Het mentorgesprek blijven voeden door scholing en evaluaties en ook de rol van mentor meer de status geven van personal coach, dus een meer sturend karakter naast de vertrouwensfunctie die de mentor al heeft
.
De klassenmap zorgt ervoor dat relevante leerlinggegevens direct bij de hand zijn en dat vervangers zicht hebben op het programma e.d.
Afstemming van de wijze van scoren, toetsen en volgen tussen docenten van theorie en praktijk.
37
Mentorgesprekken; De mentor is de spil in het systeem van begeleiding op school. Zowel voor wat betreft de pedagogisch didactische begeleiding als voor de individuele zorg.
ICT
Het mentorgesprek is de gelegenheid om factoren die belemmerend kunnen werken op de schoolprestaties in vertrouwen te bespreken, maar ook nieuwe doelen te stellen,vooruitzichten en voornemens te bespreken en vast Stagebegeleiding; Zowel de interne als de te leggen in bijvoorbeeld het portfolio. externe stage zijn belangrijke hulpmid delen en doelen in ons onderwijsaanbod. Een van de hoofddoelen van het Zeer regelmatige stagebegeleidingsonderwijs op onze school is het gesprekken, verslaglegging in een verkrijgen van duurzaam werk. Een stageboekje en stagebezoek behoren tot goede stagebegeleiding is hierbij het de vastgelegde procedure. belangrijkste hulpmiddel.
De stagebegeleiding is goed geregeld. Aandachtspunt is de regulering op gestructureerde wijze van de nazorg. De stagedocenten doen vanaf het begin mee met de “uitstroommonitor” .
In de theorielokalen zijn vijf computers en een digitaal schoolbord beschikbaar. Het gebruik door de leerlingen van ict is gemeengoed geworden, opgenomen in het onderwijsaanbod. Er wordt in carrousel vorm gewerkt, er is voor de meeste vakonderdelen software beschikbaar, zo is de methode Deviant voor een groot deel gebaseerd op digitale instructie, verwerking en toetsing. Ook voor specialistische hulp, en leerlingen maken powerpoints en gebruiken de computer voor presentaties. Ook in het verzorgingslokaal en in twee instructieruimtes is een digitaal schoolbord beschikbaar. In de praktijklokalen zijn één of meer computers beschikbaar voor gebruik door de leerlingen. Deze wordt gebruikt voor het tonen van een instructie of het ontwerpen van een werkstuk.
Actualiseren en optimaliseren van de aanwezige software gaat altijd door. Momenteel zijn we bezig met de invoering van het programma Sprint plus ten behoeve van dyslectische leerlingen. Dit moet eind schooljaar 2012-2013 afgerond zijn. Ook het onderhoud en de vernieuwing van de hardware keert jaarlijks terug.
Leerlingen lijken steeds eerder en vlotter te kunnen werken met de computer. Het gebruik van de computer spreekt ze aan, en het werkt ook prestatiebevorderend zoals met name blijkt uit het gebruik van Deviant. Een werkstuk op de computer gemaakt ziet er al snel mooier uit dan het handgeschreven werkstuk.
38
Instructiestijl: In de eerste jaren op de JJ Boumanschool vindt het onderwijs voor een gedeelte plaats op klassikale wijze, waarbij de leerlingen wel op individueel niveau worden aangesproken, en de leerstof vooral op theoretisch gebied individueel wordt aangeboden en waarbij waar dat mogelijk is in carrouselvorm en met taakkaarten wordt gewerkt. In deze fase is de instructiestijl geleid leren. De docent bepaalt welke leerstof er wordt behandeld, welke vaardigheden moeten worden aangeleerd en in welke vorm. In de tweede fase wordt er gaandeweg steeds meer een beroep gedaan op de zelfstandigheid van de leerling. Interne stages worden geheel zelfstandig uitgevoerd, het portfolio wordt een overleginstrument om aan competenties te werken. De leerling wordt meer betrokken bij zijn onderwijsprogramma, de docent blijft een sturende rol vervullen. De derde fase kenmerkt zich door buitenschoolse stage waarbij de leerling zich naar de stagegever en de arbeidsplaats moet bewijzen en op school met een keuzerooster werkt dat in overleg tussen docent/mentor en leerling is samengesteld. De instructie is vaak schriftelijk via opdrachtkaarten of internet, de leerling werkt grotendeels zelfstandig.
39
Ontwerpaspect
Onderwijsorganisatie Groepsindeling
Differentiatie
Feiten De school is verdeeld in drie fasen, die elk ongeveer twee leerjaren beslaan. Het onderwijsaanbod is ingericht naar die fasenindeling. In de eerste twee fasen wordt er lesgegeven in groepen, in de derde fase is er een individueel (geleide) keuzerooster. Leerlingen in die fase bezoeken de lessen in steeds wisselende groepssamenstelling. Evenwichtige verdeling over de groepen betekent dat er rekening wordt gehouden met zaken als leeftijd, persoonlijkheid, niveau, sociale “matching”, belastbaarheid van groep en docenten enz. Voor nieuwe leerlingen die de JJ Bouman school bezoeken wordt over de groepssamenstelling overleg gepleegd met de leerkrachten van het SBO, de grootste “leverancier” van leerlingen. De groepssamenstelling wordt aan het eind van elk schooljaar voor het volgende schooljaar vastgesteld door directie en fasecoördinatoren. In de loop van een schooljaar wordt er incidenteel een leerling in een andere groep geplaatst wanneer daardoor de dagelijkse lespraktijk verbetert.
Reflectie Een relatief kleine school maakt een flexibele rooster –en groepsindeling mogelijk. Door in te spelen op de mogelijkheden die per jaar nog wel eens willen verschillen proberen we de meest effectieve werkvorm voor leerlingen en docenten te creëren.
Het onderwijsaanbod op de JJ Boumanschool is grotendeels individueel. Docenten zoeken voortdurend naar mogelijkheden binnen het eigen vak en de eigen fase naar differentiatie mogelijkheden.
Het onderwijsaanbod is gevarieerd en praktijkgericht. Het is goed zoveel als mogelijk naar interesses en motiverende leerstof te zoeken.
Het overleg met de toeleverende SBO school is nuttig gebleken de afgelopen schooljaren. De rechtstreekse overdracht van kenmerken van nieuwe leerlingen door de groepsleerkrachten en de gesuggereerde groepssamenstelling is van waarde. Indien in de loop van een schooljaar een leerling niet op zijn plek blijkt te zitten in een groep wordt in overleg tussen docenten en leiding (en ouders) besloten een goede oplossing te zoeken in herschikking. Dit komt overigens maar sporadisch voor.
Mogelijke actiepunten Het systeem van het keuzerooster in de derde fase waarin de vaste groepssamenstelling losgelaten is, kan misschien in aangepaste vorm ook in de tweede fase worden ingevoerd. Er is al een verschil in roosters voor meisjes en jongens in de tweede fase waardoor er meer aan interesses tegemoet gekomen kan worden. In een enkel geval wordt een leerling voor het nieuwe schooljaar uitgenodigd voor het volgen van een aantal proefdagen. Dit middel wordt enerzijds gebruikt of een leerling wel op de JJ Boumanschool past, en anderzijds om de leerling alvast te laten wennen.
Het onderwijsaanbod staat ieder jaar op de agenda van de studiemiddagen. Docenten geven regelmatig een presentatie van hun leerstofaanbod. Het aanbod van alle docenten is gebundeld in een digitaal bestand dat door iedereen kan worden ingezien. 40
Klassenmanagement
Kwaliteitszorg
Ondersteuning docenten
Klassenmanagement is het omvattende begrip van regels, afspraken, pedagogische en didactische aanpak, de verslaglegging en organisatie binnen het klaslokaal. Zij is sterk gebonden aan de competenties van de docent maar zeer noodzakelijk voor een goed schoolklimaat. Voor zover als mogelijk zijn de regels en afspraken beschreven en besproken op personeelsbijeenkomsten. De “tools” voor goed klassenmanagement zijn aangereikt en worden door middel van studiedagen regelmatig geactualiseerd.
Klassenmanagement is de basis voor goed onderwijs en voor het schoolklimaat en behoeft voortdurende aandacht. Wanneer iedereen zich aan dezelfde regels houdt schept dat duidelijkheid voor de leerling en verbetert de sfeer op school. Regels zijn niet statisch en worden zeer regelmatig besproken. Vooral beginnende docenten hebben baat bij duidelijke eenduidige aanpak. Het idee dat regels beperkend zouden zijn is een misvatting. Docenten moeten open staan voor overleg en bereid zijn bij elkaar in de keuken te kijken en elkaar te ondersteunen. De kwaliteitszorg op de JJ Boumanschool Kwaliteit is een voorwaarde voor goed is beschreven in het document “Kwaliteit onderwijs. Het is niet een statisch op de JJ Boumanschool”. begrip, er zal voortdurend aandacht Ieder schooljaar doet de school mee aan moeten zijn voor kwaliteitsontwikkeling het zelfevaluatie instrument “Stimulans” en kwaliteitsbewaking. van het Landelijk Werkverband Praktijkonderwijs. De resultaten daarvan zijn zichtbaar op internet. De zelfevaluatie vindt plaats in een cyclisch model; in het ene jaar worden twee enquêtes afgenomen bij ouders en bij stage gevende bedrijven. Het volgende jaar worden enquêtes afgenomen bij leerlingen en bij docenten. Docenten worden ondersteund door Met de invoering van fasecoördinacollega’s en door de fasecoördinator. In toren en het reguleren van functioneindividuele gesprekken maar ook in ringsgesprekken is een basis gelegd bijeenkomsten die onderwerpen die in voor betere ondersteuning van de een fase spelen of een bepaalde docent. groepsaanpak van een enkele groep Vooral voor beginnende docenten is behandelen. het goed dat er voldoende Via scholing door middel van ondersteuning is, maar ook voor meer
Werkdocumenten als het IOP, het klassenschrift , het handelingsplan maar ook weekroosters en de manier waarop resultaten worden bijgehouden en hoe er wordt getoetst, monitoren. Dit wordt jaarlijks bekeken door middel van onderlinge visitatie en door visitatie door fasecoördinatoren en directie. Klassenmanagement is een vast agendapunt op de studiedagen.
Het zelfevaluatie instrument “Stimulans” bestaat uit een viertal deelonderzoeken. De gedeeltes “leerlingen” en “docenten en overig personeel” worden in 2013 en in 2015 gehouden. De gedeeltes “ouders” en “stage gevende bedrijven” worden in 2014 en in 2016 gehouden De uitslagen van de enquêtes worden besproken en daar waar mogelijk omgezet in actie.
Ieder schooljaar wordt er een gesprek met de docent gehouden door de fasecoördinator of de directie. Bovendien wordt er ieder jaar een individueel gesprek met iedere docent gehouden door de adjunct directeur en de school41
studiemiddagen of het verschaffen van studiemateriaal, bijv. uit de orthotheek. Docenten zijn ten alle tijden welkom voor een persoonlijk onderhoud met de directie. Bovendien heeft het zorgteam en ook de logopedist een functie in de scholing en advisering van de overige schoolteamleden. De school heeft een regelmatig contact met Cedin, een schoolbegeleidingsdienst waarmee ondersteunende studiedagen worden georganiseerd De JJB maakt deel uit van het samenwerkingsverband Noordoost Friesland. Zij heeft o.a. zitting in de PCL en het ZAT, in deze organen kunnen zgn. probleemleerlingen worden besproken.
ervaren personeel is intervisie en uitwisseling van ervaring en kennis een goede zaak.
begeleider over klassenmanagement en leerstofaanbod.
42
Ontwerpaspect
Dienst verlening Overblijven
Ouders
Feiten Leerlingen op onze school hebben korte pauzes waarin zij op school blijven in de beide kantines of op het schoolterrein. Door een sluitend rooster zijn er op onze school geen tussenuren. Iedere pauze en voor en na schooltijd is er toezicht in de kantine en om de school. Twee docenten houden toezicht binnen en twee docenten doen dat buiten volgens een vast rooster. Iedere pauze zijn er ook vier “schoolwachten” aanwezig binnen en buiten. Dit zijn leerlingen die als interne stage en als maatschappelijke stage toezicht houden opdat de omgeving schoon blijft. Vanaf de aanmelding is er contact tussen school en ouders. Daarvoor is een protocol opgesteld waarin die eerste contacten uitgewerkt zijn. Verdere informatie en contacten tussen school en ouders: -De mentor is de contactpersoon tussen thuis en school. -Huisbezoek door de schoolmaatschappelijk werkster. -Huisbezoeken. Tenminste éénmaal per jaar bezoekt de mentor de ouders thuis. -IOP besprekingen met de ouders. Twee keer per schooljaar in januari en juni. -Gesprekken na onderzoeken / obser vaties /leerlingbesprekingen -Gesprekken op uitnodiging van docenten of onderwijsondersteunend personeel van de school naar aanleiding van onderzoek of leerlingbesprekingen. Dit indien het nodig wordt geacht de ouders nader te informeren of inlichtingen te vragen over
Reflectie Sluitende roosters zijn positief voor het schoolbezoek van de leerlingen. Er is bijna geen ongeoorloofd schoolverzuim op de JJ Boumanschool. Het ontbreken van “tussenuren” bevordert ook het schoolklimaat doordat leerlingen geen vervelend gedrag vanwege rondhangen gaan vertonen. De schoolwacht is een goed middel gebleken om meer verantwoordelijk bij de leerling zelf te leggen.
Mogelijke actiepunten Ieder jaar wordt er een rooster gemaakt voor de overblijfdiensten Ook voor de schoolwachten wordt een rooster gemaakt. Zij worden door de overblijf docenten beoordeeld.
De ouder moet geïnformeerd worden over de school. Anderzijds moet de school zich een indruk kunnen vormen van de ouders Beide partijen moeten het gevoel hebben dat zij ten behoeve van de jongere met elkaar kunnen en moeten samenwerken. Als er een goed en regelmatig contact tussen ouders en het thuisfront is komt dat de aanpak en duidelijkheid ten goede. Leerlingen moeten ervan overtuigd zijn dat ouders en school op één lijn staan.
Als onderdeel van het zelfevaluatie instrument “Stimulans” worden ook de ouders geënquêteerd, met de uitkomst daarvan zijn we in staat nog beter aan eventuele behoeften die bij ouders bestaan te voldoen. De volgende ouder enquêtes zullen worden afgenomen in 2014 en 2016.
Mentoren leggen het huisbezoek af in oktober en november. Ouders worden voor contactmomenten zoals IOP besprekingen per post uitgenodigd.
43
bepaalde problemen. -Contacten over de stage van de leerling verlopen via het stagebureau. De stagebegeleider bezoekt de ouders thuis om te praten over informatie van de stageadressen en houdt tijdens de stage contact (evt. telefonisch) met de ouders. Incidentele oudercontacten. De docenten en de schoolleiding zijn uiteraard bereid om buiten de geplande contacten ouders/verzorgers te ontvangen. Bij zaken van dringende aard kunnen de ouders/verzorgers contact opnemen met de mentor van de leerling. -IOP ’s en Rapporten. Twee keer per jaar krijgen de leerlingen bij hun IOP ook een een rapport mee. In januari en voor de grote vakantie. -Informatieboekjes over de school. Zoals bijvoorbeeld “Informatie voor de nieuwe leerling” of de schoolgids. -De website van de school -Extra mededelingsbriefjes. Als er iets bijzonders is dat niet alleen op de website van school vermeld kan worden. -Een briefje of telefoontje. Ouders moeten bij ziekte of bij verzoek voor een vrije dag een briefje schrijven of een telefoontje naar school plegen. -Voorlichtingsavonden voor ouders, voor nieuwe leerlingen maar ook voor informatie verschaffing bijv. over MEE of Stage. -Ouders worden incidenteel ingeschakeld bij activiteiten zoals hulp bij een toernooi, vervoer bij een excursies enz.
Ouderlijk gezag en informatie. Gescheiden ouders ontvangen, wanneer zij hier om vragen, beiden de rapporten, brieven en andere informatie van de school. De school kan hierop een uitzondering maken wanneer zij dit in strijd vindt met het belang van het kind. Meestal wordt met gescheiden ouders afgesproken dat informatie van school naar één van hen wordt gestuurd en dat deze dat doorstuurt naar de ander.
Doordat ouders veel contact hebben met het stagebureau lijkt het alsof de stagedocenten de rol van mentor voor de hele 3e fase groep hebben. De mentor blijft echter de contactpersoon. Tussen mentor en stagebegeleider moet duidelijk gecommuniceerd worden.
Regelmatig informatie en voorlichtingsavonden organiseren. Nieuws via de website duidelijk aan ouders kenbaar maken. De website zeer regelmatig actualiseren.
Ouders meer betrekken bij schoolactiviteiten.
44
Diverse activiteiten
Jaarlijks vinden er veel activiteiten plaats die buiten het normale schoolprogramma vallen. Er zijn schoolreizen en schoolkampen, excursies, sportieve activiteiten als atletiekdagen, viswedstrijd, fietstocht, darttoernooi, voetbaltoernooien, themaactiviteiten enz. Overzichten en verslagen van deze activiteiten zijn te vinden op de website
Activiteiten als hiernaast genoemd zijn van groot belang voor de sfeer en de betrokkenheid bij de school. Meestal worden er commissies gevormd voor de organisatie. Soms worden ouders ingeschakeld bij de organisatie of uitvoering van de activiteiten.
Activiteiten blijven organiseren.
45
Ontwerpaspect
Feiten
Reflectie
Mogelijke actiepunten
De schoolleiding bestaat uit een directeur en een adjunct-directeur die verantwoor – ding schuldig zijn aan een bestuur. Zij zijn verantwoordelijk voor voorberei ding en uitvoering van onderwijskundig, financieel en organisatorisch beleid, voor het bereiken van vastgestelde doelen, voor het personeelsbeleid, het nascholingsbeleid, de uitvoering van de Arbo wetgeving en voor het beheer en gebruik van materiele zaken en gebouwen.
Een school staat of valt met een goede organisatie en met een deugdelijke leiding. De inzet en samenwerking tussen alle personeelsleden is echter van een minstens even groot belang.
Verdere inventarisatie en verdeling van taken maken, met het oog op toekomstige vervanging.
Personeelsbeleid
Het personeelsbeleid van de JJ Boumanschool is bedoeld recht te doen aan zowel de docenten als het overige personeel en daardoor indirect aan de leerlingen. Het vraagt, maar ondersteunt ook, inzet en identificatie met de school. De overtuiging dat wij met elkaar aan een goede en werkbare zaak, namelijk goed onderwijs werken. Het personeelsbeleid is vastgelegd in een IPB, een integraal personeels beleidsplan. Hierin staan de regels en regelingen beschreven die van belang zijn voor het personeel; de arbeidsomstandigheden, voorwaarden en voorzieningen. Aan de hand van het Fuwasysteem VO is er een functiebeschrijving voor ieder personeelslid gemaakt.
Veel zaken betreffende het personeelsbeleid zijn al beschreven in het IPB, maar een beleidsplan gaat pas werken als de zaken die erin zijn beschreven werkelijk dagelijkse praktijk worden. Vooral het idee dat een ieder werkzaam op school verantwoordelijk is voor de kwaliteit van het onderwijs en zich daadwerkelijk kan identificeren met de school zorgt voor een goed klimaat en een prettige sfeer om in te werken.
Verbeteren van de samenwerking tussen de docenten binnen een fase. De scheiding voor zover die bestaat tussen praktijkvakken en theorievakken en dus tussen vakdocenten en theoriedocenten wegnemen. Voortdurend werken aan een goed schoolklimaat door het organiseren van gezamenlijke activiteiten.
Taak en functieverdeling
En in het kader van taakbeleid is er een taakbeschrijving voor iedereen. Hierin staan de taken die ieder personeelslid vervult. Uitgangspunt hierbij was rekening houdend met en gebruik makend van ieders capaciteiten een
Streven is zo goed mogelijk gebruik te maken van ieders specifieke capaciteiten. Iemand functioneert het best wanneer hij taken verricht die hem na aan het hart liggen. Een evenredige verdeling van de taken
De taakbeschrijving wordt jaarlijks geactualiseerd (jaartaakomvang). De taakverdeling / taakomschrijving voor taken die buiten de lesgevende taken vallen wordt
Schoolorganisatie Schoolleiding
46
Vensters voor verantwoording
doelmatige taakverdeling te maken.
die op school moeten worden vervuld, dus rekening houdend met de individuele taakbelasting.
ieder jaar opnieuw beoordeeld en opgesteld.
Sinds 2008 bestaat het project “Vensters voor verantwoording” eerst als project van de VO raad, sinds 01-01-2012 als onderdeel van Stichting Schoolinfo. In Vensters wordt alle cijfermatige informatie over scholen voor voortgezet onderwijs verzameld in één systeem. Dat systeem bestaat uit een indicatorenset die dient als basis voor de horizontale verantwoording. De indicatoren zijn verdeeld over vier terreinen; Resultaten, Kwaliteit, Onderwijsbeleid en Bedrijfsvoering. De gegevens hiervoor worden aangeleverd door centrale instanties en door de school zelf. Van de JJ Boumanschool zijn door DUO en het Landelijk Werkverband sommige gegevens al doorgesluisd naar Vensters. De school zelf heeft nog geen gegevens aan Vensters aangeleverd.
Door mee te doen aan Vensters voor verantwoording ontstaat transparantie. De JJ Boumanschool kan aan de buitenwereld laten zien dat resultaten en kwaliteit op een hoog peil liggen. Ouders en andere scholen kunnen over goede en betrouwbare informatie over de school beschikken. Een vergelijking met andere scholen voor Praktijkonderwijs wordt mogelijk Het gesprek met de inspectie wordt door deelname aan Vensters vereenvoudigd.
In 2013 gaat de JJ Boumanschool de informatie voor de indicatoren die de school zelf moet aanleveren aan Vensters voor verantwoording leveren.
47
Scholingsbeleid
Tot op heden vond scholing, nascholing o.a. plaats op aangeven van de docent of andere medewerkers. Dit gebeurde wanneer iemand aangaf een cursus te willen volgen bij het KPC, gespecialiseerd te willen worden op het gebied van speciale problematiek via bijv. Windesheim, of een cursus te willen volgen voor het geven van specifieke trainingen. In het IPB is beschreven hoe financiële en rechtspositionele afspraken met de directie kunnen worden gemaakt over de te volgen scholing. Voor het gehele schoolteam worden scholingsdagen of studiemiddagen georganiseerd over zaken als fysieke beheersing, klassenmanagement, omgaan met gedragsproblematiek enz. Met het invoeren van specifiek taakbeleid en functioneringsgesprekken die leidde tot persoonlijke ontwikkelingsplannen is een gestructureerd scholingsbeleid onontbeerlijk. Van het huidige personeel zullen er twee nog een nascholingscursus moeten volgen om hun bevoegdheid Omgangskunde te verbreden om ook bevoegd te zijn in het Praktijkonderwijs les te mogen geven. Naast hierboven genoemde activiteiten wordt er via de fasecoördinatoren en directie gewerkt aan deskundigheidsbevordering door middel van visitatie en collegiale consultatie.
Een actief scholingsbeleid is nodig gezien de snelle ontwikkelingen in het onderwijs. Het verwerven van deskundigheid ten aanzien van de eigen werksituatie, de omgang met onze doelgroep, de communicatie naar collega’s maar ook naar ouders, het op peil houden van de eigen beroepskwalificaties en competenties, het verwerven van deskundigheid op het gebied van nieuwe ontwikkelingen in het onderwijs zijn de belangrijkste overwegingen om dit scholingsbeleid een standvastiger karakter te geven. Het taakbeleid, de afgenomen Keiwijzer en de invulling van ieders POP zijn goede handvatten om dit te bereiken.
Voor de komende tijd via het fase overleg en de functioneringsgesprekken een deugdelijk scholingsprogramma opstellen. Doorgaan met het organiseren van studiedagen om schoolbreed verdieping en deskundigheid te bevorderen. De studiedagen bieden als bijkomend voordeel dat het eenheidsgevoel, samen ergens aan werken , wordt bevorderd. Bovendien werkt het ook als een soort van collegiale consultatie, “bij elkaar in de keuken kijken”.
48
Financiën en beheer
Uitgangspunt van het financiële beleid is dat de exploitatie in evenwicht is. Dat wil zeggen dat alle personele lasten , materiële voorzieningen en exploitatie- kosten gebouwen structureel gedekt worden door de lumpsumbekostiging. Het financiële beleid wordt door de directeur en de financiële medewerkers van het bestuursbureau vorm gegeven door middel van analyses, jaarrekeningen en meerjarenbegroting. Deze worden door het bestuur gefiatteerd. De financiële situatie van de JJ Boumanschool is goed te noemen.
De huidige financiële situatie van de school is gezond. Door de totstandkoming van de Personele Unie is de zelfstandigheid van de JJ Boumanschool gegarandeerd. Het eigen Brin nummer werd behouden en daarmee is de financiële situatie voor de Boumanschool ongewijzigd gebleven. De Boumanschool kan zijn eigen financieel beleid voeren en beschikt over voldoende reserves om een goede bedrijfsvoering te waarborgen.
Het bestuursbureau is druk bezig met een project van “Herautomatisering PSA en FA” waardoor het financiële beheer nog duidelijker in beeld wordt gebracht en nog eerder geanticipeerd kan worden op de financiële situatie op dat moment. In het schooljaar 20122013 zal deze operatie zijn afgerond.
49
PR
Aan gerichte PR werd er door de JJ Boumanschool in het verleden minder aandacht besteed. Daarin is voorzichtig verandering gebracht. Documenten en berichtgeving naar buiten worden o.a. door gebruik van logo en lettertype van een betere vormgeving voorzien. Er wordt op verschillende onderwerpen naar “buiten” meer aan voorlichting gedaan. Zo zijn er de folders over Praktijkonderwijs, over Stage, de informatieboekjes voor ouders en belangstellenden enz. De jaarlijkse open dag wordt professioneler en uitgebreider aangepakt en aan de communicatie hierover wordt meer aandacht besteed. Sinds een aantal jaren is er de website die in een behoefte lijkt te voorzien. Ook de website is professioneel herstyled en ziet goed er uit. Gebeurtenissen op school zoals certificatenuitreiking of bijzondere activiteiten worden aan de plaatselijke pers doorgespeeld.
Een betere voorlichting naar de buitenwereld zorgt voor meer bekendheid. Contacten verlopen daardoor beter en het heeft als bijkomend voordeel dat docenten en leerlingen van de school zich meer betrokken en meer verbonden aan de school gaan voelen. Men is trots op datgene wat er op school gebeurt. Een goed voorbeeld daarvan was de zeepkistenrace op Hegebeintum in 2012.
Gericht en doordacht aan PR doen. Gebruik maken van de vele activiteiten die op school plaatsvinden.
50
51