Schoolgids 2012-2013
Cornelis Zeemanschool School voor Prot. Chr. Basisonderwijs
Middelbuurt 118 8321 ZE Urk Tel. 0527-686892 E-mail:
[email protected] Postadres: Postbus 189 8320 AD, Urk
1
5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7
Inhoudsopgave Voorwoord Waar komt de naam van onze school vandaan? 1.
Uitgangspunten -
6. Schoolactiviteiten
Waar staan we als scholen voor De dagelijkse schoolpraktijk Identiteit en maatschappij Identiteit en onderwijs
6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6
2. Adressen 2.1 Adressen teamleden
3.10 3.11 3.12 3.13 3.14 3.15 3.16 3.17 3.18 3.19 3.20
Schoolreis Schoolkamp Vervoer van leerlingen Sportdag Sinterklaasfeest Kerstfeest / Paasviering
7. Praktische informatie
3. School en kind 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9
Opname datum 4-jarigen Extra vrij Ziek Maatregelen tegen schoolverzuim Tussenschoolse opvang Vakantie
7.1 Op de fiets naar school 7.2 Fruit eten 7.3 Verjaardag 7.4 Hoofdluis 7.5 Verzekering 7.6 Zending 7.7 Fotograaf / video-opnamen 7.8 Sponsoring 7.9 Ontruimingsplan 7.10 Arbo – vertrouwenspersoon – Preventiemedewerker - BHV 7.11 Schoolarts (GGD)
Wat voor school willen we zijn? Kindvriendelijk (pestprotocol) Oudervriendelijk De kwaliteit van onze school WSNS Taalactiviteiten Logopedie Groepsgrootte Kinderen, die extra zorg nodig hebben …… Leerlingvolgsysteem Zorgprocedure Leerlingbespreking School voor speciaal basisonderwijs Het onderwijskundig rapport De Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) Verwijzing Advies Leerlingen met een rugzakje in de Basisschool (WEC-REC) Voortgezet onderwijs Uitstroom naar het vervolgonderwijs
8. Het onderwijs 8.1 Wat en hoe leren de kinderen op school? 8.2 Leergebiedoverstijgende doelen - Computer / ICT - Zelfstandig werken 8.3 Groep 1 en 2 Leergebieden: 8.4 Godsdienstige vorming 8.5 Lezen / Nederlandse taal 8.6 Schrijven 8.7 Engels 8.8 Rekenen en wiskunde Oriëntatie op jezelf en de wereld: 8.9 Samenleving / burgerschapskunde 8.10 Gezond en redzaam gedrag (SEO, verkeer en milieu) 8.11 Natuuronderwijs en techniek: 8.12 Ruimte / Aardrijkskunde 8.13 Tijd / Geschiedenis Kunstzinnige oriëntatie: 8.14 Cultuureducatie: - Tekenen en handvaardigheid. - Muziek - Spel en bevordering taalgebruik - Beweging 8.15 Bewegingsonderwijs (Gymrooster)
4. School en ouders 4.1 Zeemanspraat 4.2 Spreekuur van de directie 4.3 Rapport / Spreekavond / Kijkmiddag / Huisbezoek 4.4 Zittenblijven 4.5 Medezeggenschapsraad 4.6 Ouderactiviteiten 4.7 Ouderbijdragen 4.8 Klachtenprocedure 4.9 Vertrouwenspersoon 4.10 Toelating, schorsing, verwijdering en crisisopvang 4.11 Ontheffing voor het volgen van de lessen 4.12 Beleid bij ziektevervanging
5. Roosterzaken 5.1 Schooltijden en verdeling van de tijd
0
Voorwoord Geachte ouders, Van onze kant willen wij u graag zoveel mogelijk informeren over zaken die voor u van belang zijn om van de Cornelis Zeemanschool te weten. Daarom wordt aan het begin van het schooljaar 2012-2013 de nieuwe schoolgids gepubliceerd op de website van onze school http://zeeman.rehoboth.nu/ U kunt deze site ook bereiken via de site van http://schoolvereniging.rehoboth.nu/ . Onder het kopje “scholen” kunt u de site van de Cornelis Zeemanschool vinden. Zaken als adressen teamleden, data van de vakanties, gymrooster, urenverantwoording, e.d. worden aan het begin van het nieuwe schooljaar op papier meegegeven. Bewaart u dit “kleine schoolgidsje” goed, want op deze manier kunt u direct zien wanneer uw kind bijv. gym heeft of wanneer u wel of geen vakantie kunt boeken. Deze zakelijke samenvatting van de vroegere schoolgids wordt direct na de grote vakantie aan de oudste leerling uit het gezin meegegeven. Voor het geval dat u deze samenvatting bent kwijt geraakt, zijn er op school nieuwe exemplaren te verkrijgen. Tijdens het schooljaar zullen veranderingen of nieuwe feiten aan u worden doorgegeven via de digitale nieuwsbrief, welke ook op de website gepubliceerd zullen worden. Ouders die niet in het bezit van een computer zijn, kunnen dit doorgeven aan de directie. U krijgt dan een papieren uitdraai van zowel de schoolgids als de nieuwsbrieven. Op deze manier hopen wij een flinke besparing te kunnen realiseren op de kopieerkosten. Enkele werkpunten voor het komende schooljaar zijn: Dit jaar wordt er door alle leerkrachten gewerkt met het Activerend directe instructiemodel. Een goede instructie heeft direct invloed op de leerprestaties van leerlingen. Dit model legt de nadruk op het aanbrengen van structuur door de leerkracht,
maar ook het activeren van de leerlingen in het nemen van eigen initiatieven. Voor natuur en techniek hebben wij een nieuwe methode gekozen en wel “Natuniek”. De brede zorgschool van de Vereniging Rehoboth gaat dit jaar met een 3e groep van start. Dit betekent dat leerlingen vanaf groep 3 – 5 terecht kunnen voor extra zorgondersteuning binnen deze zorggroep. Het komende jaar gaan wij verder met de ontwikkelingen rondom Handelings Gericht werken (HGW). HGW is een systematisch e manier van werken. Hierbij kijkt de leerkracht naar de onderwijsbehoeften van iedere leerling. Het onderwijsaanbod wordt hierop afgestemd. Onderwijsbehoeften formuleert de leerkracht door aan te geven wat een leerling nodig heeft om een bepaald doel te kunnen bereiken. Centrale vraag daarbij is: Wat vraagt deze leerling van ons? Welke benadering, aanpak, ondersteuning, instructie etc. heeft het nodig? Door deze te clusteren komt de leerkracht tot een aantal instructiegroepen in zijn groep. Iedere groep maakt een groepsplan op basis van de prestaties en onderwijsbehoeften van de leerlingen. Daarnaast gaan we verder werken met de principes van het Opbrengst Gericht werken. Voor de leerkracht betekent dit om tegemoet te komen aan de mogelijkheden en onderwijsbehoeften van ieder kind. Nieuw dit jaar is dat wij met een godsdienstmethode gaan werken vanaf groep 1 – 8. De keuze is “Hoor het Woord” van uitgeverij Groen. Een belangrijk argument hierbij was om te gaan werken rondom het leren van feitenkennis, maar ook een doorgaande lijn qua vertellingen van groep 1 – 8.
Mochten er nog vragen van uw kant zijn: Loop gerust de school binnen en vraag het aan de directie of aan één van de aanwezige leerkrachten. Ook dit schooljaar rekenen wij net zoals altijd op uw medewerking. Met vriendelijke groet; D. Hoekstra.
Waar komt de naam van onze school vandaan? In het jaar 1970 werd meester P. Loosman benoemd als directeur aan de nieuw te bouwen school aan de Holkenkamp. Men was van plan om via een prijsvraag een goede naam voor de nieuwe school te kiezen. Maar het liep anders. Op 7 april 1970 was meester P. Loosman met enkele bestuursleden in Utrecht voor een bezoek aan de onderwijstentoonstelling. Dit bezoek was ter voorbereiding op het kiezen van de inrichting van de nieuw te bouwen school. Eén van de bestuursleden belde naar Urk en kreeg te horen dat Cees (Cornelis) Zeeman plotseling was overleden op de leeftijd van 49 jaar. Vanzelfsprekend was er grote verslagenheid bij iedereen. Later op de dag kwam iemand op het idee om de school naar Cornelis Zeeman te noemen. Dit voorstel is door het bestuur overgenomen. Wie was Cornelis Zeeman? Cornelis Zeeman is geboren op 21 juni 1920 te Marken. Zijn vader was visser op de Zuiderzee. Door de aanleg van de Afsluitdijk stopte hij met vissen en werd hij sluiswachter in Andel. In 1937 werkte Cornelis als boekhouder bij een bedrijf in Woudrichem. In1939 ging hij met het hele gezin Zeeman naar Urk, waar vader havenmeester werd. Cornelis werd begin 1940 opgeroepen voor het vervullen van de militaire dienst. Tijdens de oorlog werkte hij op een distributiekantoor en later werd hij kantoorhouder van de Amsterdamse Bank in Enkhuizen. Later kreeg deze bank een zelfstandige vestiging op Urk. Na een fusie met de Rotterdamse bank werd dit de Amrobank. Cornelis Zeeman werd hiervan de directeur. Als kredietverstrekker en als adviseur heeft hij een heel belangrijke rol vervuld binnen de Urker visgemeenschap en in het verenigingsleven in onze woonplaats. Daarom is de naam Cornelis Zeeman synoniem met de enorme ontwikkeling en modernisering van de Urker vissersvloot, toen er omgeschakeld moest worden van vissen op de voormalige Zuiderzee naar de Noordzee en soms nog verder. Daarnaast is Cornelis Zeeman ongeveer 27 jaar bestuurslid van onze schoolvereniging geweest. Wij zijn er trots op dat onze school zijn naam mag dragen. Op de gevel van de school is een plaquette waarop u de UK 284 “Cornelis Zeeman” kunt zien, gemaakt door Geert Weerstand.
In deze schoolgids gaan wij verder in op de levensbeschouwelijke identiteit en hoe deze zichtbaar wordt in onze school. Op de Cornelis Zeeman wordt structureel aandacht besteed aan godsdienstige vorming. In de groepen 1 tot en met 8 worden Bijbelverhalen verteld. We maken daarbij gebruik van een vertelrooster. Het vertellen van Bijbelverhalen is een belangrijk middel om zowel de kennis van de Bijbel als de geloofsbeleving te ontwikkelen. In de hoogste groepen behandelen we ook de kernpunten van kerkgeschiedenis en de christelijke traditie. Daarnaast lezen we vanaf groep 6 met de kinderen uit de Bijbel. Op onze school wordt gebruik gemaakt van de herziene Statenvertaling en/of de NBG vertaling van 1951. Het gebed neemt op onze school een belangrijke plaats. We beginnen en eindigen de schooldag met gebed. Kinderen leren wat bidden is en hoe ze persoonlijk in gesprek kunnen zijn met God. De kinderen worden actief bij het gebed betrokken. We leren de kinderen op school Psalmen en andere christelijke liederen aan. We streven daarbij naar een gevarieerd en evenwichtig aanbod. Op school vieren we onze christelijke identiteit ook. Dat doen we op de volgende manier: De kerst- en Paasviering is binnen de Urker gemeenschap een belangrijk moment. Daarom organiseren wij jaarlijks voor de kinderen een kerstbijeenkomst waarbij (groot) ouders uitgenodigd worden. Een keer in de twee jaar wordt er een Paasviering in de kerk georganiseerd. Als school willen we ook zichtbaar maken dat er zorg is voor andere mensen op deze wereld die in mindere omstandigheden leven. Daarom beginnen wij als team met een gezamenlijke weekopening. Aan het eind van de week sluiten wij dit als team ook weer gezamenlijk af. De dagopening en -sluiting gebeurt in de groepen. Er wordt met de kinderen uit de Bijbel gelezen, er worden psalmen, gezangen en geestelijke liederen gezongen; er wordt samen met hen gebeden. De christelijke feestdagen worden gevierd. Bij de godsdienstige vorming wordt uit de Bijbel verteld, in overeenstemming met de Belijdenisgeschriften. Er is in de scholen een rooster van psalmen en gezangen die worden geleerd (vanaf groep 4). Bij de kerken zendingsgeschiedenis komen de kinderen o.a. in aanraking met de belijdenisgeschriften (de Drie Formulieren van Enigheid).
1. Uitgangspunten Waar staan we als school voor Geloof in onderwijs Met ons onderwijs dragen wij niet alleen kennis over, maar begeleiden de leerlingen ook op hun weg naar volwassenheid. Vanuit onze protestant christelijke levensovertuiging willen wij ze dusdanig toerusten dat zij zich inzetten voor God, hun naaste en de wereld waarin zij leven. Daarom helpen wij de leerlingen bij het groeien in een persoonlijke relatie met God, met elkaar en met hun omgeving. Jezus Christus is de enige weg om tot God te komen. De Drie Formulieren van Enigheid geven naast de verduidelijking van de Bijbel, richting aan onze protestantse levensovertuiging en daarmee aan de identiteit van de vereniging. Binnen dit kader is er ruimte en respect voor elkaars geloofsbeleving. Ouders hebben in de geloofsopvoeding de belangrijkste verantwoordelijkheid gekregen. De school vult deze opvoeding aan overeenkomstig haar taak om kwalitatief goed onderwijs te geven, de unieke gaven van de leerlingen te ontwikkelen en een klimaat te scheppen waarin elke leerling de liefde, uitdaging en veiligheid ontvangt die het nodig heeft als voedingsbodem voor de groei in het geloof. Vanuit deze opvattingen kan het missiestatement van de schoolvereniging “Geloof in onderwijs” gaan leven. Zij geeft aan dat het geloof een wezenlijk bestanddeel van ons onderwijs is. Maar ook dat wij vertrouwen dat ons onderwijs op die wijze het best vrucht draagt. Als school zijn we een christelijke leer- en werkgemeenschap. Ons pedagogisch klimaat kenmerkt zich door liefde, vreugde, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid en zelfbeheersing. We dragen naar de kinderen uit dat God van hen houdt en dat ze er mogen zijn. God hun Schepper vindt hen belangrijk. Daarom kijken wij naar kinderen vanuit de mogelijkheden die ze hebben en stemmen in principe daarop ons handelen af. Dit betekent ook dat er door de school met zorg wordt omgegaan met de leerlingen. Dit houdt bijvoorbeeld in dat kinderen die extra zorg nodig hebben, daar recht op hebben en die zorg ook krijgen. Dit geldt ook voor de begaafde kinderen. Op de website van de school kunt u de volledige identiteitsnotitie vinden van schoolvereniging Rehoboth.
1
2. Adressen
Arina de Jong (do-vr.mo)
2.1 Adressen teamleden:
Groep 8b Gertrud Tuin-Zwiers (ma en di)
Directeur : Dittie Hoekstra Boterbloemstraat 10 8321 XH Urk Tel. 290058 ( b.g.g. Willem Weerstand)
Alie Loosman-Zwaan (wo, do en vr.mo)
Personeel : Groep 1a/2a Ria Bakker-Meerse (ma t/m do)
Coördinator onderbouw (gr. 1 t/m 3): Ria Bakker-Meerse Coördinator bovenbouw (gr. 4 t/m 8) Willem Weerstand Corellistraat 65 8031 JH Zwolle 038-4220568
Ludy-Anne Keuter-Koffeman (ma.mo en vr.mo) Groep 1b/2b Loes de Vries Groep 3a Corina Schraal-Nentjes (ma-di-wo) Ellie Ras-de Boer (wo-do-vr.mo) Groep 3b Reimonda Nentjes
Interne begeleider (IB): Maartje Visser-de Boer (di-wo-do) Als Dittie Hoekstra niet aanwezig is, worden de directietaken waargenomen door Willem Weerstand. Extra hulp aan leerlingen (RT): Gerdien Bruinsma en Carola Beswerda Onderwijsassistent: Griedit Wakker (ma mor.– don. mor-)
Willemien Baak ICT Klaas Bolt Groep 4 Erika Ekkelenkamp (ma-di-wo)
Extra hulp aan leerlingen ( Remedial teacher):
Groep 5 A Anita van der Voorst-van Nus (ma-di)
Logopediste:
Dineke Koffeman (wo-do-vr.mo)
Conciërge (OOP): Jaap Pasterkamp (do.mo) Administratie: Janneke Koffeman (ma..mi)
Groep 6A Willem Weerstand Carola Beswerda (wo-do-vr.mo) Groep 6B Klaas Bolt Carola Beswerda (wo-do-vr.mo) ( wo- do.mi- vr. mo) Groep 7b/8a Anneke Stoll
Medezeggenschapsraad, namens de ouders: Carolien Kramer Andrea Ras Enkhuizerzand 18 De Giek 24 8321 ZL Urk 8322 AT Urk Tel. 685500 Tel. 682420 Alice de Ridder Vrouwenzand 6 8321 PE Urk Tel.686113
Medezeggensschapsraad, namens het personeel: Ellie Ras, Maartje Visser en Carola Beswerda. Schoolschoonmaaksters: Greetje Baarssen, Netty Romkes, Lydia Schraal, en Corina de Boer -
Adressen en namen bestuur:
Onze school valt onder schoolvereniging Rehoboth Postbus 61 8320 AB Urk Bestuursleden: M.i.v. 2012 is het bestuur een toezichthoudend bestuur geworden. Dit bestuur bestaat uit: Mevrouw J.W. Bunschoten, voorzitter De heer L. Ras, secretaris De heer C. Keuter, penningmeester Mevrouw I. de Jong Mevrouw J. de Vries - Oost De heer P. de Boer Directeur bestuurders: De heer W.C. de Vries: 0527- 686974/ 0620594989/
[email protected] De heer E. Schouten: 0527-686973/ 0683215376/
[email protected] Op het kantoor aan Vlaak 14 is het bestuurskantoor gevestigd. Naast de heren De Vries en Schouten werken daar parttime: Mevrouw van Kassel (secretariaat): 0527687018 De heer Baarssen (staffunctionaris gebouwen en financiën): 0527- 686972
3 School en kind 3.1 Wat voor school willen we zijn? We willen een school zijn waar de kinderen zich thuis voelen. Een goede sfeer is erg belangrijk. Ons streven is dat alle kinderen zich veilig voelen en het prettig vinden om naar school te gaan.
3.2 Kindvriendelijk (pestprotocol) Op onze school, nemen we de kinderen serieus. Er wordt met hen gepraat en ze kunnen hun verhaal kwijt. Er is echter ook een andere kant: Wij zijn niet vriendelijk als het gaat om taalverruwing, vervaging van normen en waarden, e.d. Deze laatste punten hoeven zich niet alleen voor te doen bij het taalgebruik, maar ook in het dragen van bepaalde kleding. Wat voor de leerkrachten en andere leerlingen als aanstootgevend wordt ervaren (vooral in relatie met de identiteit van de school), is op onze school verboden. Wij rekenen op uw begrip hiervoor. Dit jaar hebben wij 2 collega’s welke hun Master Gedragsspecialist hebben behaald. Zij gaan de komende tijd aan de slag met een Leerling Volg Systeem1 (LVS) sociale emotionele ontwikkeling en welke methodiek het beste past bij de Cornelis Zeemanschool.
3.3 Oudervriendelijk Mocht u vragen hebben of een gesprek willen met één van de teamleden of directie, u bent als ouder welkom op school. De deur staat altijd open en als het goed is, moet u geen “drempels” tegenkomen. Mocht er iets zijn dan is de leerkracht de eerste persoon om mee in gesprek te gaan. Het is belangrijk om goed samen te werken, zodat uw kind en onze leerling een optimale ontwikkeling kan volgen.
1
In een leerlingvolgsysteem (LVS) worden alle individuele resultaten van leerlingen bijgehouden om te kunnen onderzoeken en te beoordelen hoe de voortgang van de leerling is. hierbij kunt u denken aan vakken als rekenen, taal en spelling e.d. maar ook de sociaal emotionele ontwikkeling wordt hier in gevolgd.
3.4 De kwaliteit van onze school We willen goed onderwijs geven. We werken met nieuwe methoden en we zijn steeds bezig de kwaliteit van ons onderwijs te verbeteren. Het team wordt regelmatig bijgeschoold, waarbij vooral gelet wordt op het in de praktijk brengen van het aangeleerde (de zogenaamde implementatie). In het voorwoord hebt u hier al over kunnen lezen.
3.5 WSNS In het kader van ‘Weer Samen Naar School’ werken we op onze school aan het omgaan met verschillen tussen de leerlingen: Passend Onderwijs. Hiermee komen we tegemoet aan de verschillende onderwijsbehoeften van onze leerlingen. De nascholing wordt gevolgd in het kader van Handelings Gericht Werken (HGW) Ook is binnen onze schoolvereniging een netwerk actief m.b.t. het WSNS. Van elke school is de IB (bij ons Maartje Visser) hierin de afgevaardigde. Naar aanleiding van het HGW worden er pedagogische groepsoverzichten gemaakt en worden er groepsplannen opgesteld.
3.6 Taalactiviteiten Gezien het enorme belang van een vroegtijdige, voldoende taalontwikkeling bij de leerlingen, hebben wij als gezamenlijke scholen van Rehoboth besloten om het zogenaamde Taalplan op te stellen. Hierin staan richtlijnen om de taalontwikkeling blijvend te stimuleren. Zaken als taal in kleine kring, abc-muur, het Bas project, extra aandacht voor het aanvankelijk en voortgezet lezen, leesbevordering, enz….. zullen dus blijven bestaan. Om dit alles op onze school in goede banen te leiden en waar mogelijk te verbeteren, zijn Juf Carola en meester Willem benoemd als leescoördinatoren. Ook start dit schooljaar een leerteam Lezen. Dit is een groep leerkrachten binnen de school die zullen onderzoeken hoe het leesonderwijs binnen de school geoptimaliseerd kan worden. Wij blijven u als ouders vragen hierbij actief mee te doen. Wij merken n.l. wel degelijk waar thuis wordt voorgelezen, waar veel met de kinderen wordt gesproken en waar thuis met de kinderen wordt gelezen om het technisch lezen
(gr. 3t/m 5) en ook later de andere leesvormen onder de knie te krijgen.
verlengde instructie, of misschien wel een individuele instructie.
3.7 Logopedie Met de logopedisten is de volgende manier van werken afgesproken: 1. Bij de schoolonderzoeken door de arts van de jeugdgezondheidsdienst worden de kinderen ook globaal op spraak/taalontwikkeling gescreend. 2. Een keer per kwartaal is er een gesprek van de logopedist met de IB en de juf Ria (onderbouwcoördinator) van de school over gesignaleerde kinderen met spraak/taalproblemen en over de hulp aan deze kinderen. 3. Alle leerlingen van groep 1-2 worden standaard door de logopediste gescreend. Zij doet een diagnostisch onderzoek. Op basis hiervan geeft zij adviezen aan de school en/of verwijst naar particuliere logopedie. 4. De logopedist geeft in samenwerking met de school kortdurende hulp aan leerlingen en begeleidt leerkrachten in de hulp aan leerlingen met een spraak/taalprobleem.
3.8 Groepsgrootte Onze school heeft tot dit jaar met 12 groepen gewerkt. Daardoor kon er met niet te grote groepen worden gewerkt en konden we klassenverkleining toepassen. In september 2012 zal er voor het eerst weer gewerkt worden met 10 groepen. Dit in het kader van bezuinigingen. Dit resulteert in grote groepen en meer combinatieklassen. Om tegemoet te komen aan de onderwijsbehoeften van het kind, zal juf Carola voor een deel ingezet worden voor klassenverkleining De RT uren zullen grotendeels gebruikt worden voor de kinderen met een Leerling Gebonden Financiering (LGF) – het rugzakje. ( juf Gerdien, meester Bolt en juf Maartje). Verder zal er in de groepen gewerkt worden met groepsplannen en zal de zorg voor leerlingen in het kader staan van HGW en werken we daarom met het Activerend Directe Instructie model. Om binnen de instructie alle leerlingen aan te spreken op hun behoeften. Of ze nu een korte instructie nodig hebben of een
3.9 Kinderen met specifieke Onderwijsbehoeften De hoofdstukjes 3.9 t/m 3.12 staan uitgebreid beschreven in de zogenaamde Zorggids. Behalve de procesbeschrijvingen van ons zorgsysteem zijn hierin ook alle bijbehorende formulieren opgenomen. Deze laatste zijn nodig om een goed overzicht te hebben van alle facetten van de zorg binnen onze school. HGW is een cyclisch model en de planning is opgenomen in de Zorggids. HGW. Vorig jaar heeft de school zich georiënteerd op het werken met HGW. HGW is een systematisch e manier van werken. Hierbij kijkt de leerkracht naar de onderwijsbehoeften van iedere leerling. Het onderwijsaanbod wordt hierop afgestemd. Onderwijsbehoeften formuleert de leerkracht door aan te geven wat een leerling nodig heeft om een bepaald doel te kunnen bereiken. Centrale vraag daarbij is: Wat vraagt deze leerling van ons? Welke benadering, aanpak, ondersteuning, instructie etc. heeft het nodig? Door deze te clusteren komt de leerkracht tot een aantal instructiegroepen in zijn groep. Iedere groep maakt een groepsplan op basis van de prestaties en onderwijsbehoeften van de leerlingen. De bedoeling is dat dat dit jaar wordt vervolgd en verbreed
Onderwijsbehoeften. Ieder kind heeft onderwijsbehoeften en basisbehoeften. Door deze goed in kaart te brengen kunnen komen alle leerlingen tot hun recht. De onderwijsbehoeften worden in kaart gebracht op een groepsoverzicht. Als hulp daarbij worden vaste voorbeeldzinnen gebruikt, die als kern hebben: Wat heeft dit kind, van deze ouders in deze groep nodig om het onderwijs zo optimaal mogelijk te volgen. Voorbeeld: Dit kind heeft een leerkracht nodig die.... Heeft instructie nodig die... Heeft groepsgenootjes nodig die... Heeft opdrachten
nodig die... Specifieke onderwijsbehoeften. Specifiek onderwijsbehoeften ontstaan doordat leerlingen bijvoorbeeld slechtziend of slechthorend zijn. Een spraak taal probleem hebben, communicatieproblemen of verstandelijk belemmerd zijn. Ook zijn er leerlingen die specifieke onderwijsbehoeften hebben omdat ze veel problemen hebben bij het concentreren, het taakgericht zijn of in hun werkhouding. Er zijn leerlingen die een gedragsproblematiek hebben (denk aan ADHD, ADD, stoornis in het Autistisch spectrum) deze leerlingen hebben ook specifieke onderwijsbehoeften. Alle leerlingen worden vervolgens in een groepsplan opgenomen. Dit is een middel om te zien hoe de leerkracht elke leerling (geclusterd) kan begeleiden. Rugzakje – Samenwerkingsverband. Dit jaar wordt er nog gewerkt met het rugzakje. Na 2013 wordt het hele financieringssysteem anders. De aanvraag van speciale begeleiding en gelden gaat dan via het Samenwerkingsverband waar schoolvereniging Rehoboth bij aangesloten is. Dit is een besluit van de Overheid. Het beleid is in gang gezet in het kader van Passend Onderwijs een goed ontwikkeling, maar er wordt sterk op onderwijs bezuinigd. Tot 2013 wordt er nog met de volgende clusterindeling rekening gehouden: Cluster 1: Kinderen met een visuele belemmering. Cluster 2: Kinderen met een communicatieve belemmering (gehoor, taal / spraak, autistisch spectrum) Cluster 3: Kinderen met een verstandelijke of lichamelijke belemmering Cluster 4: Kinderen met gedragsproblemen of psychiatrische problematiek. (ADHD, PDD/NOS, Asperger) Op school werken wij met alle clusters. Alle leerlingen zijn welkom op school. Ook daarbij kijken we naar de (specifieke) onderwijsbehoeften van de leerlingen. Zolang de school daar aan te gemoed kan komen met alle middelen, gelden en extra hulp die daar voor nodig is, is elke leerling van harte welkom op onze school.
Voor een aantal kinderen wordt een Ontwikkelingsperspectief (OPP) opgesteld. Hierbij wordt een inschatting gemaakt van de ontwikkelingsmogelijkheden van een leerling. Ook wordt in het OPP het verwachte uitstroomprofiel genoemd. Het OPP wordt opgesteld voor leerlingen waarvan de school verwacht dat ze maximaal het eindniveau van groep 7 halen. Het opstellen van dit OPP gebeurt altijd in samenwerking met de ouders, meestal na onderzoek door de SBD of een soortgelijke instelling. In het kader van Passend Onderwijs wordt veel samengewerkt met bijv. De Klimboom in Emmeloord. Het afgelopen jaar is de De Brede Zorgklas gestart op de Wilhelmina school. Het komende jaar komt hier weer een groep bij. Deze groepen zijn opgezet voor leerlingen die niet binnen het reguliere basisonderwijs kunnen blijven omdat hun onderwijsbehoeften meer vragen dan de school kan bieden.
3.10 Leerlingvolgsysteem N.a.v. een toetsrooster worden er in het kader van het leerlingvolgsysteem toetsen afgenomen. Dit toetsrooster is verenigingsbreed opgesteld en wordt dus door scholen van Rehoboth gevolgd.We gebruiken daarvoor de landelijk genormeerde toetsen van het CITO voor Spelling, Woordenschat, Begrijpend Lezen en Rekenen en Wiskunde. Om het technisch lezen te toetsen gebruiken we de DMT-toets, en de AVI-toetsen. Om het automatiseren van het hoofdrekenen te meten gebruiken we de DLE Hoofdrekentoets. Voor de kleuters worden de toetsen Rekenen voor Kleuters en Taal voor Kleuters gebruikt. Eind groep 7 wordt de (Cito)Entreetoets groep 7 afgenomen, waarin het vaardigheidsniveau t.a.v. rekenen, taal en studievaardigheden wordt vastgesteld. In de groepen 8 wordt het zgn.
Schooleindonderzoek van CN afgenomen(zie ook 3.19). Dit cursusjaar wordt voor de laatste keer de School eindtoets afgenomen bij groep 8. De Cito Eindtoets Basisonderwijs wordt in 2014 verplicht voor alle scholen in Nederland. De groepen 1-2 gaan dit jaar starten met “Kijk”, hierin wordt van ieder kind 5
ontwikkelingslijnen vastgelegd. Toetsgegevens worden opgeslagen in het leerlingvolgsysteem. De toetsen worden na afname geëvalueerd en geanalyseerd. Dit om gerichte hulp in de klas te bieden en het onderwijs zoveel mogelijk aan te laten sluiten bij de onderwijsbehoeften van de kinderen. Dit jaar gaan we verder met het invoeren van ParnasSys2.
3.11 Beleid Hoogbegaafde Kinderen Voor de leerlingen die (hoog)begaafdheid zijn, wordt er dit jaar verenigingsbreed met een extra groep gewerkt en wel bij de Prinses Beatrixschool. Gonda Hamersma en Margreet de Boer zullen hier leiding aan gaan geven. Ook vanuit de Cornelis Zeemanschool zijn leerlingen aangemeld en geplaatst. Leerlingen die (hoog) begaafd zijn hebben ook specifieke onderwijs behoeften. Te denken aan: - Verkorte instructie. - Opdrachten op niveau. - Uitdagende leeractiviteiten. - Feedback die positief en persoonlijk is. - (h)erkenning door de leerkracht. - Etc. Het is de bedoeling dat de Cornelis Zeemanschool zoveel mogelijk werkt aan de onderwijsbehoeften van deze leerlingen. Er zijn echter leerlingen die sterk de behoefte hebben om zich te spiegelen aan leerlingen die hetzelfde zijn als zichzelf. Doordat binnen de school niet kan worden voldaan aan deze behoefte lopen leerlingen vast in hun prestaties of in hun sociaal emotionele ontwikkeling. Deze leerlingen komen in aanmerking voor de plusklas die verenigingsbreed is opgezet. Een keer in de week volgen deze leerlingen op de dinsdagmorgen een ander lesprogramma. Er is goede communicatie tussen de leerkrachten van deze groep, de IB en de leerkracht van de leerling zodat de morgen in de plusklas zijn uitwerking heeft op de rest van de schoolweek.
2
ParnasSys is een administratie- en leerlingvolgsysteem wat op veel scholen gebruikt wordt om leerlingdossiers, groepsdossiers, werkwijzen, protocollen en processen te verbeteren.
Januari 2013 zullen er nieuwe leerlingen in aanmerking komen voor de plusklas. Er zal dan een nieuwe groep gevormd worden.
3.12 Groepsbespreking en Leerlingenbespreking 3 keer per jaar bespreek de IB met de verschillende leerkrachten de bevindingen uit de groep. Aan de hand van observaties, consultatie, toetsresultaten en groepsplannen wordt de groep besproken. Tijdens deze besprekingen wordt duidelijk welke leerlingen niet binnen het groepsplan passen. Doordat de leerkracht geen goed beeld heeft op de onderwijsbehoeften van de leerlingen of niet kan voldoen aan de behoeften. Tijdens een leerlingbespreking worden de behoeften van de leerling en de ondersteuningsbehoeften van de leerkracht in kaart gebracht. Door externen (logopedie, fysiotherapie, School begeleidingsdienst etc.) te consulteren wordt gezocht naar een passende manier van werken met de leerling voor de leerkracht. Opvallende zaken worden altijd gerapporteerd in de team- en bouwvergaderingen. Zodat de processen door de hele school worden gedragen. De extra zorg, die kinderen met een “rugzak” behoeven, wordt gegeven door de RT-er (of IB), in nauwe samenspraak met de IB en de groepsleerkracht. Dit gebeurt zoveel mogelijk in de klas, maar deze RT kan ook in een aparte ruimte worden gegeven. Twee keer per jaar is er een vergadering in verband met de rapportage naar de ouders. Alle kinderen worden dan besproken. Niet alleen de schoolse vorderingen, maar natuurlijk komt daar ook ( en niet alleen daar) het sociale welbevinden aan de orde. Vanaf volgend jaar wordt binnen de school een nieuwe zorgstructuur operabel. Dit betekent dat de zorg nog meer wordt toegespitst op het individuele kind.
3.13 School voor speciaal basisonderwijs (SBO) Als de reguliere Basisschool niet kan voldoen aan de onderwijsbehoeften van een kind wordt er gekeken of hij of zij gebaat is bij plaatsing op een school voor SBO. De Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) adviseert school en ouders en geeft een positieve of negatieve beschikking af. (zie verder 3.18). Ook bestaat de mogelijkheid van Terugplaatsing van het SBO naar de reguliere basisschool. Ook dit gebeurt zorgvuldig en loopt via de PCL. Vanaf september 2011 is het ook mogelijk om een leerling op te vangen in de Brede Zorg Klas. Gevestigd in de Wilhelminaschool.
Dit in het kader van Thuis-nabij-onderwijs.
3.14 Het onderwijskundig rapport Bij verhuizing wordt een Onderwijskundig Rapport (OKR) opgesteld. Dit wordt naar de school gestuurd waar het kind naar toe gaat. Ook bij de aanvraag voor een Indicatie, waarmee een LGF (rugzak) kan worden verkregen, wordt een uitgebreid OKR opgesteld. Wanneer leerlingen uit groep 8 worden aangemeld voor het voortgezet onderwijs is het mogelijk om Leer Weg Ondersteunend Onderwijs (LWOO) aan te vragen. Dit is mogelijk wanneer blijkt dat een leerling forse achterstanden heeft in zijn leerontwikkeling. Ook voor deze aanvraag wordt een uitgebreid OKR opgesteld.
3.15 De Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) Deze commissie beslist over de afgifte van een positieve of negatieve beschikking als het gaat om plaatsing bij het SBO, of de Brede Zorgklas. Ook kan desgevraagd advies worden gegeven. De commissie vergadert 6 x per jaar.
3.16 Verwijzing De school moet voor deze commissie een onderwijskundig rapport maken. In dit rapport beschrijft de school de onderwijsbehoeften van de leerling. Ook geeft de school aan op welke wijze men geprobeerd heeft het kind te helpen. (Onderwijs / taal in kleine kring, Hulpplannen, Voorschotbenadering).Verder dient een psychologisch onderzoek plaats te vinden. Dit
onderzoek wordt meestal gedaan door de Schoolbegeleidingsdienst. Het rapport van dit onderzoek moet meegestuurd worden naar de PCL. De PCL nodigt de school (IB) uit voor een toelichting op het rapport. Ook ouders kunnen door deze commissie gehoord worden. Daarna beoordeelt de PCL of de vraag om verwijzing naar een speciale basisschool juist is. De commissie betrekt in haar oordeel de volgende punten: 1) De ernst van de leer- en/of gedragsproblemen. 2) De vraag of de school voldoende hulp geboden heeft. 3) De inhoud van het psychologisch rapport.
3.17 Advies Ook bestaat de mogelijkheid om de PCL om een advies te vragen. Ook voor een adviesaanvraag zal de PCL een onderwijskundig rapport nodig hebben of bijvoorbeeld het verslag van een onderzoek. De PCL bestaat uit de volgende leden: Namens de vereniging “Rehoboth”: W. de Vries (voorzitter PCL). Namens het speciaal basisonderwijs: J. Post. Namens de schoolbegeleidingsdienst: W. Beks. De PCL komt ongeveer 6 keer per jaar bij elkaar. Het contactadres is: Dhr. W. de Vries Vlaak 14,8321 RV Urk Tel 0527-686974, fax 0527-687019 Postbus 61 8321 AB Urk
3.18 Leerlingen met een rugzakje (WEC-REC) / Passend Onderwijs WEC: Wet op de Expertise Centra REC: Regionale Expertise Centra. Kinderen met een belemmering en een Indicatie vallen onder onze speciale leerlingenzorg, dat wil zeggen dat we voor deze kinderen de specifieke onderwijsbehoeften in kaart brengen. Dit jaar hebben we op de Cornelis Zeemanschool 11 kinderen met een “rugzak”.
Voor deze kinderen wordt door de IB, de AB en de groepsleerkracht een Jaar Handelings Plan opgesteld. In ieder geval 3 x per jaar is er een Breed Overleg, of Voortgangsgesprek, en aan het eind van een periode wordt er een Evaluatiegesprek gevoerd. Deze gesprekken worden geleid door de IB. Aan tafel zitten dan de ouders, de AB, de IB, de leerkracht(en) en eventuele andere uitgenodigden. (Logopedie, SBD, Progress...)
en enkele gedragskenmerken getoetst (NIO). De toets wordt afgenomen op 3 ochtenden. Met het Schooleindonderzoek wordt een goed onderbouwd advies gegeven in welk soort Voortgezet Onderwijs uw zoon of dochter het beste past. In het laatste kwartaal van het cursusjaar worden de adviesgesprekken gevoerd. Als de uitslagen van het Onderzoek binnen zijn, krijgen de leerlingen een kopie mee naar huis. Ongeveer een week daarna wordt u op school uitgenodigd voor een 10minutengesprek. Hierin worden drie aspecten op een rijtje gezet: a. Het voorlopige schooladvies. b. De uitslag van het Schooleindonderzoek. c. De wens van de ouders / kind. Deze drie punten samen leiden tot de definitieve schoolkeuze. De verdere aanmelding wordt geheel door de school verzorgd; u hoeft dus niet te reageren op advertenties, e.d.
Regionale expertise centra, gespecialiseerd in het onderwijs aan kinderen met een stoornis, ondersteunen ons in de begeleiding van de rugzakleerlingen. Deze mensen maken deel uit van een Ambulante Dienst, en worden Ambulante Begeleiders genoemd. Ook het beleid Passend Onderwijs is aan bezuinigingen onderhevig. Houd u daarvoor de berichtgeving van de overheid in de gaten. Dit jaar was er een toename van kinderen die via Pleegzorg onze school bezocht. Soms betreft dat een “crisisplaatsing”. Deze kinderen blijven vaak maar kort op school. (Soms maar een paar weken). Wanneer het een perspectief biedende of langdurige plaatsing is blijven deze kinderen op onze school, zolang ze in ons voedingsgebied wonen en wij aan hun onderwijsbehoeften kunnen voldoen.
3.20 Uitstroom naar het vervolgonderwijs Het percentage kinderen dat naar de verschillende vormen van voortgezet onderwijs gaat, is ieder jaar weer anders. Het ene jaar gaan er veel kinderen naar de Basisberoepsgerichte Leerweg, het andere gaan er weer meer naar de Theoretische Leerweg, Havo of het VWO. Dit is afhankelijk van het niveau van de individuele leerling en van het gemiddelde niveau van de gehele groep. De schoolkeuze voor het voortgezet onderwijs is afhankelijk van drie elementen: De capaciteiten van het kind, de kwaliteit van de school en de thuissituatie. Ook thuis kan (en moet) veel positieve begeleiding plaatsvinden.
3.19 Voortgezet onderwijs De voorbereiding op het voortgezet onderwijs vindt plaats in groep 8. Vanaf het schooljaar 2009-2010 wordt op alle scholen van onze vereniging het Schooleindonderzoek van Centraal Nederland (CN) afgenomen. Het schooleindonderzoek is een afsluitingsonderzoek zoals de Cito-eindtoets. Naast de schoolvorderingen (rekenen, taal en begrijpend lezen) worden ook de intelligentie
Uitstroom naar het vervolgonderwijs: De tabel hieronder geeft aan waar de kinderen naar toe gingen na groep 8 Leerwegondersteunend onderwijs / PRO Basisberoepsgerichte leerweg. Kaderberoepsgerichte leerweg. Theoretische leerweg.
2007-2008 --
2008-2009 1
2009-2010 1 (vso)
2010-2011 1
2011 - 2012
5
2
4
3
2
8
12
5
4
5
4
7
7
8
5
Theoretische leerweg /HAVO HAVO HAVO/VWO VWO
--
1
4
5
3
5 7
6 9
5 9
8 10
3 9 11
4 School en ouders 4.1 Zeemanspraat Door middel van een nieuwsbrief worden de ouders regelmatig op de hoogte gehouden van de gang van zaken op school. De bijdragen van de groepen worden gepubliceerd op de website: http://corneliszeeman.rehoboth.nu/ U kunt deze site ook bereiken via de site van http://schoolvereniging.rehoboth.nu/ . Onder het kopje “scholen” kunt u de site van de Cornelis Zeemanschool vinden. Voor dit cursusjaar is het de bedoeling dat het huiswerk wordt doorgegeven via de website. Wanneer u geen mail ontvangt van de school, zou u dit dan te kennen willen geven, waardoor er misverstanden voorkomen kunnen worden.
4.2 Spreekuur van de directie De directie heeft geen spreekuur, maar u kunt altijd binnen lopen als u vragen hebt. Meestal staat de deur open. Ook met de IB’er Maartje Visser kan altijd een afspraak worden gemaakt.
4.3 Rapport / Spreekavond / kijkmiddag / huisbezoek. Het eerste rapport wordt meegeven na de toetsronde in januari en het laatste rapport in de laatste cursusweek. Na de toetsronde worden de oudergesprekken gevoerd: Voor deze gesprekken worden alle ouders uitgenodigd. In het gesprek worden de toetsresultaten toegelicht en aan de ouders meegegeven. Gezien de grootte van de groep zal dit verdeeld worden over verschillende data.
Ouderavond/ inloopmorgen: Vanaf september 2012 willen wij een ouderavond organiseren. Het thema van deze avond zal u zo spoedig mogelijk bekend gemaakt worden. Daarnaast willen de inloopmorgen een vervolg geven, dit zal meer in de loop van het
cursusjaar worden gehouden worden. Hiervoor wordt u als ouders uitgenodigd om kennis te komen maken met methodes, didactiek en digitale hulpmiddelen. Datum en tijdstip worden u tijdig meegedeeld. Ouders van nieuwe leerlingen worden uitgenodigd voor een presentatie door de directeur van de school. Aan het einde van de project(thema)weken wordt voor de hele school / alle groepen een inloopuur georganiseerd.
Oudercontacten: De huisbezoeken worden zoveel mogelijk afgelegd voor december. De leerkracht maakt van dit gesprek een kort verslag waarin bijv. afspraken worden vastgelegd en bijzonderheden worden vermeld. Er wordt gewerkt volgens de notitie “Oudercontacten” die voor de hele schoolvereniging gelden. De notities worden opgeslagen in het LVS van ParnasSys. Enkele toevoegingen: Er is een schema opgesteld om per schooljaar de ene helft van de ouders thuis te bezoeken en de andere helft voor een gesprek op school uit te nodigen. -
-
De leerkracht van groep 8 kan van dit schema afwijken i.v.m. de adviesgesprekken over schoolkeuze. Bij het huisbezoek en bij de spreekavonden staan de vorderingen centraal zoals vastgelegd in het leerlingvolgsysteem. Alle ouders worden eind januari/ begin februari uitgenodigd voor een gesprek op school. Hierin zullen de volgende onderdelen besproken worden: CITO resultaten, het rapport en het welbevinden van uw kind. In juni zullen een aantal ouders uitgenodigd worden, waarvan de leerkracht denkt dat dit een toegevoegde waarde kan zijn voor de ontwikkeling van uw kind.
-
-
Over leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften vinden meer gesprekken plaats. Natuurlijk is het altijd mogelijk om tussentijds bij leerkrachten en/of directie binnen te lopen en een gesprekje te hebben.
4.4Doublurebeleid/ zittenblijven: Als een kind moet doubleren (blijft zitten), wordt daar vroegtijdig met de ouders over gesproken. Ook zal er in de loop van het schooljaar regelmatig overleg nodig zijn. Want wij willen graag in goed overleg met u dit (belangrijke) besluit nemen. Ook in deze situatie vinden wij dat het persoonlijke welbevinden van de betreffende leerling de hoogste prioriteit moet hebben. Juist m.b.t. deze zaak moet het belang van de leerling voorop staan. Mocht er geen overeenstemming tot stand zijn gekomen, dan wordt de uiteindelijke beslissing door de directeur van de school genomen. Het traject wat hiervoor doorlopen moet worden is beschreven in een verenigingsbreed opgesteld protocol. Dit valt onder de notitie: Doublurebeleid.
4.7 Ouderbijdragen Van alle ouders wordt een bijdrage gevraagd om activiteiten te betalen, waarvoor de school geen of niet voldoende subsidie ontvangt. Kerstviering, Sinterklaas, schoolreisje, schoolkrant, sportdag, etc…. worden hiervan betaald. De bijdrage is vrijwillig en bedraagt 14 Euro per schooljaar. Wanneer u meer dan 2 schoolgaande kinderen heeft is het maximum dat u betaalt 34 Euro. Het geld wordt via een acceptgiro geïnd. Jaarlijks verantwoordt het bestuur de uitgegeven gelden. Deze verantwoording wordt in de MR aan de orde gesteld.
4.8 Klachtenprocedure Scholen zijn verplicht m.i.v. 1 augustus 1998 een klachtenregeling te hebben. Dit is een officieel document over het indienen en afhandelen van ernstige klachten die te maken hebben met de school. Gelukkig kunnen verreweg de meeste klachten door onszelf in samenwerking met u worden opgelost. In het christelijk onderwijs moet immers de gezindheid bestaan om conflicten op een goede manier met elkaar te bespreken en met elkaar proberen tot een oplossing te komen?
4.5 Medezeggenschapsraad Aan onze school is een medezeggenschapsraad verbonden. Ouders en personeel zijn in deze raad vertegenwoordigd. De bevoegdheden van de MR zijn beschreven in een reglement. Er is ook een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad. Alle scholen zijn hierin vertegenwoordigd. Voor gegevens van de leden van onze MR: Zie adressen op blz. 6.
4.6 Ouderactiviteiten Ouders worden o.a. gevraagd te helpen bij: - computer lessen - begeleiden van kinderen - feesten - sportactiviteiten - evenementen op school - bezoek aan musea Het kan zijn dat wij dit jaar een beroep zullen doen op uw betrokkenheid bij het organiseren van een aantal activiteiten.
Bij conflicten raden wij u aan: Ga in eerste instantie naar de betrokken leerkracht met uw klacht. Als u er niet uit komt neem dan contact op met de directeur. Helpt dit ook niet, schakel dan de bovenschoolse directie (als onderdeel van het dagelijks bestuur ) / MR in. Uitzondering is en blijft de ongewenste intimiteiten, die gemeld moeten worden. Op school is het landelijke model klachtenregeling aanwezig. 4.9 Vertrouwenspersoon
Er kan iets gebeuren waarover je een klacht wilt indienen. Dat kan. Of het nu om leerlingen gaat, om hun ouders, om leerkrachten, om bestuursleden of om vrijwilligers, al degenen die bij de school betrokken zijn, hebben de mogelijkheid om een klacht in te dienen over iets waar zij het niet mee eens zijn. Klachten kunnen gaan over onderwijskundige zaken, bv. over de begeleiding van leerlingen,
toepassing van strafmaatregelen of de inrichting van de school- organisatie. Klachten kunnen ook gaan over seksuele intimidatie, discriminerend gedrag, agressie, geweld en pesten. Natuurlijk kunnen de meeste problemen en klachten door de school zelf worden opgelost. De directeur (en eventueel ook de contactpersoon) heeft hier een taak in. Wanneer het probleem echter niet opgelost kan worden of als het om een ernstig probleem gaat, kan contact worden opgenomen met de vertrouwenspersoon van de school, eventueel na doorverwijzing van de contactpersoon op school. De vertrouwenspersoon zal samen met u zoeken naar de juiste oplossingen en proberen te bemiddelen in het probleem. Mocht dit niet lukken dan heeft u als klager het recht om een klacht in te dienen bij de klachtencommissie. De vertrouwenspersoon kan u zo nodig hierbij ondersteunen. Gaat de klacht over mogelijke strafbare feiten dan kan de vertrouwenspersoon helpen bij het doen van aangifte bij de politie of justitie. Belangrijk te weten is dat de vertrouwenspersoon onafhankelijk is en niet in dienst staat van de school, maar in het geval van u school werkzaam is als onderwijsadviseur bij onderwijsadviesbureau Centraal Nederland. De contactpersoon staat wel in dienst van de school en is het eerste aanspreekpunt bij klachten, kan informatie geven over de mogelijk te volgen procedures binnen en buiten de school en verwijst door naar de vertrouwenspersoon. De contactpersoon zal daarnaast binnen de school actief bezig zijn met activiteiten op het gebied van preventie van machtsmisbruik en voorlichting over de klachtenregeling. Een belangrijk deel van de taken van de vertrouwenspersoon en de contactpersoon liggen in de preventieve sfeer. Samen werken aan veiligheid op scholen voor leerlingen, leerkrachten, ouders en andere
betrokkenen. De contactpersonen komen daartoe een aantal keren per jaar bij elkaar. Schoolvereniging Rehoboth heeft zich aangesloten bij de Landelijke Klachten Commissie voor het Christelijk Onderwijs Postbus 82324 2508 EH Den Haag Tel: (070) 386 16 97 De klachtenregeling is in te zien op school.
Contactpersoon op school Erika Ekkelenkamp en Magriet Schraal Vertrouwenspersoon van de vereniging Mevr. E. Brandsen tel: 06-33141362 email:
[email protected]
4.10 Toelating, schorsing, verwijdering en crisisopvang Toelating tot de school gebeurt nadat het kind 4 jaar is geworden en de school de mogelijkheid heeft om de leerling op te nemen. In januari is er een centrale aanmelding op alle scholen van onze vereniging. Na de aanmelding worden de leerlingen in het nieuwe cursusjaar toegelaten, zoveel mogelijk, op de school binnen de eigen wijk. Ouders die geen lid van de vereniging worden/zijn moeten een verklaring ondertekenen. Daarin staat dat de leerling alle lessen / activiteiten op en buiten de school zal volgen. De uiteindelijke toelating berust bij het bevoegd gezag. Verwijdering van een leerling gebeurt alleen na overleg tussen school en ouders en nadat het bevoegd gezag gezorgd heeft voor een andere instelling waar de leerling kan worden opgenomen. In de tussenliggende tijd kan, in overleg met de betrokkenen en gemeente een leerling geschorst worden. Dit alles volgens de wettelijke kaders en het toelatingsbeleid van de schoolvereniging. Een fenomeen van de laatste jaren is dat een aantal gezinnen binnen ons schoolgebied zich aangemeld hebben voor de opvang van kinderen van elders die onmiddellijk uit huis geplaatst moeten worden, de zogenaamde crisisopvang. Met enige regelmaat hebben wij al aan de opvang van deze kinderen mee
mogen werken. Je hart breekt als je hoort wat zulke kinderen al in hun jonge leven mee hebben moeten maken. We zijn blij dat wij mogen helpen hen een tijdelijke en veilige plek te kunnen bieden. Sowieso vinden wij dit een plicht voor een school die zegt de christelijke identiteit te willen uitdragen.
4.11 Ontheffing voor het volgen
Gem. urentabel kleuters Bijb. Gesch. 2.30 Ned. Taal 3.30 Rekenen / Wiskunde 1.30 Wereldoriëntatie 1.30 Sociale vorming 1.30 Expessieactiviteiten 7.30 L.O. / spel en 5.30 beweging Overig / Engels --
Gem. urentabel gr. 3 t/m 8 idem 2.30 idem 9.00 idem 5.30 idem 3.30 idem/verkeer 1.15 idem 2.30 idem 1.30 idem
1.00
van de lessen Dit is op onze school niet van toepassing. Alle leerlingen volgen alle lessen. In de eerste schoolweek van uw kind heeft u hiervoor een verklaring van geen bezwaar ondertekend.
4.12 Beleid bij ziektevervanging Het is niet altijd even gemakkelijk om vervanging bij ziekte te vinden. Vooral in de bovenbouw is dit een probleem. Om het één en ander, verenigingsbreed, in goede banen te leiden, is door het bestuur een protocol opgesteld voor de stappen die genomen moeten worden bij het zoeken naar vervanging. Dit protocol ligt natuurlijk voor u ter inzage op school. In het kort voorziet het protocol in de volgende stappen: - Raadpleging invallijst ( het komende jaar staan hier maar een paar namen op). - Parttimers vragen van eigen school of van andere scholen. - Inzetten ambulante leerkrachten, zoals directeur of begeleider LIO’er - De groep verdelen over andere groepen als dit redelijkerwijs mogelijk is. - Alleen in het uiterste geval de leerlingen naar huis sturen. Dit protocol is opgesteld n.a.v. de richtlijnen van de hoofdinspectie.
5 Roosterzaken 5.1 Schooltijden en verdeling van de tijd over de leer en vormingsgebieden: De kinderen moeten wettelijk verplicht over de acht leerjaren minimaal 7520 lesuren ontvangen. Vanaf het schooljaar 2010-2011 maken binnen onze vereniging alle groepen evenveel uren (940), zodat we precies op het aantal vereiste uren komen (8 x 940 = 7520).
De schooltijden In de onderstaande lijst zijn de begintijden van de ochtend en de middag gesteld op respectievelijk 8.45 uur en 13.45 uur. De bel gaat echter een aantal minuten eerder, omdat anders de laatste groepen die naar binnengaan, veel te laat met de lessen beginnen. Ook in dit systeem zien we dat een aantal leerlingen vaak te laat op school komen. Onze vraag aan u is dan ook of u er voor wilt zorgen dat uw kind(eren) op tijd op school aanwezig zijn. Ma 08.45 – 12.15 13.45 – 15.45 Di 08.45 – 12.15 13.45 – 15.45 Wo 08.45 – 12.30 Do 08.45 – 12.15 13.45 – 15.45 Vr 08.45 – 12.30 Woensdagmiddag en vrijdagmiddag geen school. Let op de tijd van de ochtendpauze!! Vooral i.v.m. het brengen van de traktaties van de jarige leerlingen vóór de pauze. Toezicht op het plein: Tijdens de pauzes en een kwartier voor schooltijd en een kwartier na schooltijd is de school verantwoordelijk voor dat wat er op het plein gebeurt. Daarom is er op die momenten ook een personeelslid op het plein die toezicht houdt. Vanzelfsprekend geldt dit ook tussen de middag. Gymnastiek Zie 8.15 (gymrooster op laatste bladzijde).
5.2 Opname data 4-jarigen: 25 september (ook de kinderen van 26, 27, 28 ,29, 30 september worden opgenomen*) 30 oktober 27 november (ook de kinderen van 28, 29, 30 november worden opgenomen*) 8 januari (worden de kinderen van december en begin januari opgenomen) 29 januari (ook de kinderen van 30 en 31 januari worden opgenomen*)
26 februari (ook de kinderen van 27 en 28 februari worden opgenomen*) 26 maart (ook de kinderen van 27, 28, 29, 30 en 31 maart worden opgenomen*) 23 april (alle april leerlingen worden opgenomen, is laatste opname datum!*)
5.3 Extra vrij Wij mogen kinderen vrij geven voor de dagen waarop ze vanwege geloofs- of levensovertuiging niet op school kunnen zijn. Dat geldt ook voor belangrijke familieverplichtingen, zoals begrafenis of huwelijk.
5.3 Ziek Als uw kind ziek is, dan is het uw plicht om dit zo snel mogelijk door te geven aan de school. Wij willen en moeten weten waar de kinderen zijn.
5.4 Maatregelen tegen schoolverzuim Het verzuim wordt geregistreerd en het onwettig verzuim wordt gemeld bij de leerplichtambtenaar. De hele verdere gang van zaken staat in de leerplichtfolder die iedereen ontvangen heeft. Vanzelfsprekend kunt u hierover ook op school informatie krijgen.
5.5 Tussenschoolse opvang Het is voor de ouders een wettelijke mogelijkheid (Art. 45 WPO) hun kind(eren) tussen de middag op school te laten overblijven. Daarvoor is een regeling opgesteld. Deze is voorgelegd aan de (G)MR, die deze akkoord heeft bevonden. Deze regeling is op school verkrijgbaar. Aan de overblijfmogelijkheid zijn kosten voor de ouders verbonden: Bij incidenteel gebruik maken van het overblijven is het € 2.50 per keer. Voor de kosten voor vaste dagen gedurende het hele jaar zie eerder vermelde regeling.
Buitenschoolse opvang (voor- en naschoolse opvang)
Na overleg met de GMR heeft de schoolvereniging, om te voldoen aan de wettelijke taak t.a.v. de voor- en naschoolse opvang, met een tweetal stichtingen een overeenkomst afgesloten. Dat zijn de volgende stichtingen: - Stichting Kinderopvang Noordoostpolder (SKNOP). Op Urk bekend door ’t Bottertje. Voor informatie/ opgave van opvang kunt u contact opnemen met het Centraal Bureau. Tel: 620613. - Stichting Prokino. Een landelijke kinderopvangorganisatie voortgekomen uit de Stichting Hervormde Internaten voor Schippersjeugd (SHIS). Voor informatie/ opgave van opvang kunt u contact opnemen met het Centraal Bureau. Tel: 020-4121200.
De procedure is als volgt: Als u gebruik wilt maken van de voor- en naschoolse opvang kunt u één van beide stichtingen benaderen voor informatie en/ of aanmelding. U kunt bij deze organisaties de informatie ook opvragen via internet: “sknop.nl” en “prokino.nl”. Deze zoeken, samen met u naar de beste oplossing. Als alles geregeld is, geeft u dit ook door aan school zodat zij weten welke kinderen naar de opvang gaan.
Beide organisaties maken in ieder geval gebruik van gastouderopvang. U kunt zich ook als gastouder aanmelden.
5.6 Vakantie U moet zich houden aan de vastgestelde schoolvakanties. In heel bijzondere gevallen mag er vrij gegeven worden voor ten hoogste 10 dagen. Dat geldt alleen voor ouders die niet in de schoolvakantie vakantie kunnen opnemen. De aanvraag hiertoe dient minimaal 4 weken van te voren ingediend te zijn (de formulieren hiervoor zijn bij de directie te verkrijgen). Ook moet u dan een verklaring van uw werkgever laten zien, waaruit blijkt dat u niet op een ander moment met vakantie kunt. Wij mogen geen toestemming geven als het gaat om de eerste twee weken na de grote vakantie.
6.3 Vervoer van leerlingen Zoals u wellicht weet zijn per 1 maart 2006 de regels voor het vervoer van leerlingen in auto’s verder aangescherpt.
Regelmatig heeft onze school hiermee te maken. Bij projecten e.d. gaan de verschillende groepen zo nu en dan op excursie. Hierbij wordt dan een beroep gedaan op de ouders om de kinderen te brengen en te halen.
6 Schoolactiviteiten
In het kort komen de aangescherpte regels hierop neer: De school moet er op toezien dat kinderen kleiner dan 1.35 m. in de auto van de eigen ouders in een kinderzitje komen te zitten. Bij anderen in de auto moeten de leerlingen in de autogordels plaatsnemen. Er mogen niet meer kinderen in de auto zitten dan er plaats is in de autogordels. Bij niet naleving van deze regels is de directie van de school hoofdelijk verantwoordelijk bij ongevallen en/of eventuele claims. U zult begrijpen dat wij deze verantwoording niet op ons kunnen nemen en er op toe zullen zien dat het vervoer van leerlingen overeenkomstig de wettelijke regels zal moeten plaatsvinden.
6.1 Schoolreis
6.4 Sportdag
Een hoogtepunt in het schoolleven is nog steeds het jaarlijkse schoolreisje aan het eind van het cursusjaar. De groepen 1 en 2 kiezen meestal een bestemming in de buurt van Urk (bos, strand, o.i.d.) of gewoon bij de school zelf en dan vaak in de vorm van een schoolfeest. De groepen 3 t/m 7 gaan wat verder van huis met de bus. Zodra wij de datum, exacte bestemming(en) en dus ook de kosten weten, zullen wij deze d.m.v. de Zeemanspraat ruim van te voren aan u doorgeven. Net als bij het Schoolkamp kunt u, als u dat wilt, vanaf dat moment sparen door uw kind elke week een bedrag mee te geven.
Op woensdag 9 mei is het schoolvoetbal- en grenswerpbaltoernooi voor groepen 8 van alle scholen van de schoolvereniging. Dit sportevenement wordt georganiseerd door de sportcommissie van de deelnemende scholen en wordt gehouden op het terrein van S.V.U. Bij slecht weer is als reservedag 23 mei gekozen. Als school hebben wij ook een sportdag voor de groepen 1-8. Deze wordt gepland in een van de laatste weken van het cursusjaar.
Vakantierooster: 2012 - 2013 Herfst Kerst Biddag Voorjaar Pasen Mei Hemelvaart Pinksteren Zomer
eerste dag
laatste dag
22/10 24/12 13/02 18/02 29/03 30/04 29/04
26/10 04/01
08/07
22/02 01/04 04/05 10/05 20/05 16/08
6.2 Schoolkamp De kinderen van groep 8 gaan op schoolkamp. De laatste jaren is groep 8 naar “De Stipe” in Balk geweest. Dit bevalt prima en daarom hebben wij voor dit jaar weer geboekt en wel van 14 t/m 16 mei 2013. De prijs voor dit schoolkamp is bepaald op € 60 per leerling. Dit mag ook van tevoren in gedeelten worden betaald.
6.5 Sinterklaasfeest Sinterklaas en de Zwarte Pieten brengen elk jaar een bezoek aan onze school. De kinderen van de groepen 1 t/m 4 vieren zijn verjaardag in het speellokaal. Tot nu toe kregen de kinderen altijd een cadeautje. De overige kinderen vieren het feest in de groep en geven elkaar zelfgemaakte gedichten en cadeautjes; alleen de leerlingen van de groepen 4 krijgen net als de andere leerlingen van de onderbouw een cadeautje.
6.6 Kerstfeest / Paasontbijt
7.4 Hoofdluis
Het kerstfeest wordt met de groepen 1 en 2 en hun ouders op school gevierd. De groepen 3 t/m 8 vieren het kerstfeest in de eigen groep. Het Paasfeest wordt het komende schooljaar in de kerk gevierd.
Hoofdluis is een voortdurend terugkerend probleem. De GGD heeft een project opgezet om meer greep te krijgen op de situatie. Een aantal ouders hebben zich beschikbaar gesteld om in een “werkgroep”de hoofdluis tijdig op te sporen. Elke tweede maandag na een vakantie worden alle kinderen van de school gecontroleerd op hoofdluis. Juf Ludy-Anne is de coördinator. Als u voor deze groep gevraagd wordt, stelt u dan de anderen niet teleur en zeg uw medewerking toe. Het afgelopen cursusjaar zijn uitstekende resultaten geboekt. Ouders die bezwaar hebben tegen dit onderzoek kunnen dit kenbaar maken bij de directeur.
7 Praktische informatie 7.1 Op de fiets naar school Omdat de meeste kinderen dichtbij school wonen, is het niet noodzakelijk dat ze op de fiets naar school komen. Voor hun eigen veiligheid is het ook beter dat ze naar school komen lopen. Bovendien hebben wij ruimtegebrek op het plein en is de kans groot dat de fiets tijdens het speelkwartier beschadigd wordt. Natuurlijk geldt dit niet voor de leerlingen die veraf wonen en voor de hoogste groepen, wanneer zij op de fiets naar het gymgebouw ‘De Schelp” of “De Vlechttuinen” moeten. De leerlingen die zich in de rij moeten opstellen bij de ingang van de onderbouw moeten gebruik maken van de ingang van het schoolhek aan de zijkant van het kleuterplein.
7.2 Fruit eten De pauze is van 10.30 – 10.45 uur. Even van tevoren wordt in alle klassen gelegenheid gegeven fruit te eten en meegebracht drinken op te drinken. Een boterham mag ook mee, maar snoep, koek, pakjes drinken en chips zijn verboden. Als deze laatste artikelen wel worden meegenomen, moeten de leerlingen de verpakking weer mee terug nemen naar huis. Dit scheelt de school een container per week! Als de leerlingen van de onderbouw hun eten en drinken in tupperware o.i.d mee kunnen nemen, dan moeten de leerlingen van de bovenbouw dat zeker toch ook kunnen?
7.3 Verjaardag Als traktatie bij verjaardagen mag het kind altijd iets lekkers uitdelen. Dit gebeurt voor de fruitpauze. Wanneer u als ouder de traktatie op school wilt brengen. Zou u dit dan tussen 10.15 – 10. 30u. willen doen. Alvast hartelijk dank hiervoor.
7.5 Verzekering De school heeft een verzekeringspakket afgesloten (d.i. een ongevallenverzekering en een aansprakelijkheidsverzekering). Op grond van de ongevallenverzekering zijn alle betrokkenen bij schoolactiviteiten (leerlingen; personeel; vrijwilligers) verzekerd. De verzekering geeft recht op een (beperkte) uitkering als een ongeval tot blijvende invaliditeit leidt. Ook zijn de geneeskundige en tandheelkundige kosten gedeeltelijk meeverzekerd, voor zover de eigen verzekering van betrokkene geen dekking biedt (bijv. door eigen risico). Materiële schade (kapotte bril, fiets, etc.) valt niet onder de dekking. De aansprakelijkheidsverzekering biedt zowel de school zelf als ook zij die voor de school actief zijn (bestuursleden; personeel; vrijwilligers) dekking tegen schadeclaims als gevolg van onrechtmatig handelen. Wij attenderen u in dat verband op twee aspecten, die vaak aanleiding zijn tot misverstand: 1. De school of het schoolbestuur zijn niet (zonder meer) aansprakelijk voor alles wat tijdens de schooluren en buitenschoolse activiteiten gebeurt. Wanneer dit wel het geval zou zijn, zou alle schade die in schoolverband ontstaat door de school moeten worden vergoed. Deze opvatting leeft wel bij veel mensen, maar is gebaseerd op een misverstand. Er is pas een schadevergoedingsplicht wanneer er sprake is van een verwijtbare fout. De school (of zij die voor de school optreden) moeten dus te kort zijn geschoten in hun rechtsplicht. Het is mogelijk dat er schade wordt geleden, zonder dat er sprake is van
enige onrechtmatigheid. Bijvoorbeeld tijdens de gymnastiekles een bal tegen een bril. Die schade valt niet onder de aansprakelijkheidsverzekering, en wordt (dan ook) niet door de school vergoed. 2.De school is niet aansprakelijk voor (schade door) onrechtmatig gedrag van leerlingen. Leerlingen (of, als zij jonger zijn dan 14 jaar, hun ouders) zijn primair zelf verantwoordelijk voor hun doen en laten. Een leerling die tijdens de schooluren of tijdens andere door de school georganiseerde activiteiten door onrechtmatig handelen schade veroorzaakt, is daar dus in de eerste plaats zelf (of ouders) verantwoordelijk voor. Het is dus van belang dat ouders/verzorgers zelf een particuliere aansprakelijkheidsverzekering afsluiten.
7.6 Zending Elke maandagmorgen mogen de kinderen geld meenemen voor de zending. Wanneer het vergeten is op maandagmorgen, mag het ook op een andere dag worden meegenomen. We kiezen als personeel een goede bestemming voor de gelden. Ludy-Anne Keuter is de coördinator (moet nog worden aangewezen in het taakbeleid). Onze school heeft 3 kinderen financieel geadopteerd. Foto’s van hen hangen in de gang van de school. Alleen al om dit vol te kunnen houden en ook andere giften te kunnen doen is het een bijzonder goede zaak dat de kinderen elke maandag iets meenemen vanuit onze overvloed om dit belangrijke werk voor de arme medemens door te kunnen laten gaan.
7.7 Fotograaf / video-opnamen De schoolfotograaf komt voor de kinderen van groep 1 – 8 een keer per jaar. De kinderen van groep 8 krijgen een zogenaamde koppenkaart van de hele groep, met de school op de achtergrond, als herinnering mee. Daarnaast worden van alle groepen een groepsfoto gemaakt. Een keer in de twee jaar kunt u als ouders een broertjes/ zusjes foto laten maken op school. Het is de bedoeling dat wij in de eerste weken van september de foto’s laten maken. Ook kan het voorkomen dat op school videoopnamen van leerlingen worden gemaakt bij bijv. musicals, schoolfeesten of andere schoolprojecten. Hetzelfde geldt voor foto’s die gemaakt worden met de digitale camera.
Soms komt dit echter ook voor in het kader van de nascholing. Om bepaalde werksituaties van de leerlingen beter te kunnen analyseren, zijn deze opnamen vaak een uitstekend hulpmiddel. Mocht u hier tegen bezwaar hebben, dan kunt u dit in het begin van het nieuwe schooljaar kenbaar maken bij de leerkracht van uw kind.
7.8 Sponsoring Met betrekking tot sponsoring van de school heeft het bestuur een beleidsstuk opgesteld. In dit beleidsstuk worden de uitgangspunten en criteria beschreven, waaraan eventuele sponsoring moet voldoen. Kortweg komt het erop neer dat sponsoring nooit strijdig mag zijn met de christelijke, pedagogische en onderwijskundige uitgangspunten van de school. Sponsoring mag niet de inhoud van het onderwijs beïnvloeden en is bedoeld om de extra aanschaf van dingen mogelijk te maken: bijv. boeken, shirtjes voor sportwedstrijden, een computer, een speeltoestel. Verder geldt nog dat de MR van de school moet instemmen met de sponsoring. Van de sponsoractiviteiten moet de school verslag doen in het jaarverslag van de school. Ouders hebben het recht over de gekozen sponsoractiviteiten een klacht in te dienen. Op school kunt u meer informatie krijgen over sponsoring en de klachtenregeling.
7.9 Ontruimingsplan Zoals in elk openbaar gebouw is op de school een ontruimingsplan aanwezig. Zo nu en dan wordt hiermee geoefend. Een punt wat in het ontruimingsplan elk jaar hetzelfde is, is de plaats waar de kinderen zich verzamelen na een (hopelijk nooit voorkomende) brand o.i.d. De kinderen verzamelen zich op het parkeerterrein tussen de Pniëlkerk en Keep Fit. Als u uw kinderen zou moeten ophalen, meld dit dan bij de leerkracht voordat u ze meeneemt.
7.10 ARBO-beleid Binnen onze schoolvereniging is al een aantal jaren een Arbo-netwerk onder voorzitterschap van onze ambtelijke medewerker (dhr. A. Baarssen) actief. N.a.v. de arbo-inspecties en consulten van de arbo-arts worden plannen van aanpak opgesteld die moeten leiden tot het oplossen van de diverse knelpunten. Op het moment van dit schrijven kan gesteld worden
dat de school alle knelpunten uit de rapportages heeft opgelost. De directeur Dittie Hoekstra is de eerste vertrouwenspersoon. Wanneer kinderen problemen ervaren kunnen ze bij elk teamlid terecht, maar in het bijzonder bij Margriet Schraal en Erika Ekkelenkamp. Ook is er een preventiemedewerker volgens de Arbo-richtlijnen aangesteld. Deze persoon zorgt voor de dagelijkse veiligheid en gezondheid van leerlingen en medewerkers binnen de school. Hij moet kennis hebben van de Arbo-risico’s binnen de school. Op onze school is dat de directeur. De helft van de teamleden zijn ondertussen ook gediplomeerde BHV-ers en worden elk schooljaar op dit gebied bijgeschoold. Het Ontruimingsplan wordt jaarlijks geactualiseerd en minimaal één keer per jaar geoefend. N.a.v. het gevoerde Arbobeleid is in het schooljaar 2006-2007 een “Veiligheidsplan” vastgesteld. Dit plan wordt volgens de wettelijke vereisten regelmatig geactualiseerd en is ook als positief beoordeeld bij het PKOonderzoek van de inspectie in juli 2006. Hetzelfde geldt voor het verplichte beleidstuk AG&SI (agressie-geweld-sexuele-intimidatie). De geactualiseerde versies worden aan de MR van onze school voorgelegd ter advisering. Bij knelpunten vindt waar nodig overleg plaats in de teamvergadering, gevolgd door onmiddellijke besluitvorming.
7.11 Schoolarts (GGD) In de afgelopen tijd zijn de leeftijdsonderzoeken door de schoolarts en de verpleegkundige veranderd. De huidige gang van zaken: - groep 2: Volledig onderzoek jeugdarts en verpleegkundige. Duur: ongeveer 20 min. - groep 7: Onderzoek (rugscreening). Voordat het onderzoek plaatsvindt, krijgt u natuurlijk bericht. De kinderen bij wie iets is geconstateerd, worden verder goed gevolgd en onderzocht. Ook de logopedie valt onder de GGD (zie 3.7). De afdeling Jeugdgezondheidszorg van de GGD Flevoland is telefonisch bereikbaar op werkdagen van 8.30u. tot 12.30u. via telefoonnummer 088-0029920. Overige informatie over de diensten van de afdeling JGZ is terug te vinden op de website www.ggdflevoland.nl .
Het telefoonnummer voor het Centrum voor Jeugd en Gezin op Urk is 0527-636637 en de website is www.cjg-urk.nl
8 Het onderwijs 8.1 Wat en hoe leren de kinderen op school? Volgens de wet op het primaire onderwijs moeten de leerlingen op school les krijgen in allerlei vakgebieden. Scholen moeten leerlingen niet alleen kennis bijbrengen, maar ook vaardigheden en inzichten, die ieder kind nodig heeft in deze moderne tijd. De wet schrijft niet voor hoe de school het onderwijs precies moet geven. Scholen hebben ook de opdracht om niet uitsluitend aandacht te besteden aan de verstandelijke ontwikkeling van kinderen. Ook de creatieve, sociale en emotionele ontwikkeling van het kind krijgt aandacht. Op onze school hebben wij als team in de “Zorggids” en in het nieuwe Schoolplan een visie ontwikkeld op het onderwijsproces dat wij willen realiseren op onze school. Samengevat luidt deze visie als volgt: “ Wij proberen zoveel mogelijk aan te sluiten bij de mogelijkheden van de leerling. Dit geldt zowel voor de achterblijvende leerling als de meerpresterende leerling. Elke leerling is uniek en daarom proberen wij het “omgaan met verschillen” steeds meer handen en voeten te geven.” Nu klinkt dit natuurlijk heel prachtig maar zolang het bij mooie woorden blijft, is er in de dagelijkse schoolpraktijk niets van te zien. Daarom: hoe kunt u deze visie daadwerkelijk verwerkt zien in het lesgeven op een doorsnee schooldag in de Cornelis Zeemanschool? - Wij gebruiken moderne methodes. - Niveaus binnen de groep. - Directe instructie model. - Zelfstandig werken waar mogelijk. - Dag- en weektaken in midden- en bovenbouw. - Samenwerkend leren in de onderbouw. - Groepswerk waar mogelijk. - Differentiatie in het leerstofaanbod. - Gevarieerde werkvormen bij het leesonderwijs. - Gerichte individuele hulp aan achterblijvende leerlingen binnen en buiten de groep.
-
Extra stof en uitdaging voor de meerpresterende leerling. - Gebruik maken van de moderne media (computer, digitale schoolborden in de bovenbouw en internet). - Leerlingen die in de groepen 1 en 2 veel in themahoeken werken. Natuurlijk zult u al deze elementen niet in één les aantreffen en ook zullen niet overal in de school alle elementen steeds even goed aan bod komen. Ook in ons werk is het vaak vallen en opstaan, maar met elkaar proberen wij steeds dichter in de buurt van de verwoorde visie te komen. In het voorwoord van de Schoolgids van 20072008 stonden de verbeterpunten voor het afgelopen schooljaar vermeld. Wat is daarvan terecht gekomen? - Na langdurige voorlichting, bestudering en uitproberen hebben wij de nieuwe taalmethode “Taalverhaal” uitgezocht. Voor meer informatie, zie 8.5. - Voortdurend zijn wij bezig om de hulp aan de leerlingen die extra zorg en begeleiding nodig hebben, zo optimaal mogelijk te laten zijn en waar mogelijk te verbeteren. Onmisbare instrumenten hierbij zijn heel concreet geformuleerde hulp- en handelingsplannen. Hierin hebben we ons het afgelopen schooljaar bijgeschoold. Bij deze punten proberen wij zo praktisch mogelijk te werk te gaan. Als een “stuk nascholingstheorie” wat wazig in de lucht blijft hangen en niet zijn vertaalslag in de dagelijkse lespraktijk krijgt, zal er vaak nauwelijks sprake zijn van enig rendement.
8.2 Leergebied overstijgende doelen. - Computer / ICT Om de kinderen later goed te kunnen laten functioneren in de moderne wereld van techniek en communicatie wordt op de basisschool al veel met de computer gewerkt. In het nieuwe computerlokaal staan 21 computers, waar de kinderen allerlei vaardigheden op leren. Vaardigheden als het verzamelen van informatie (bijv. via internet) en het communiceren via E-mail zijn vaardigheden die geoefend worden. Ook wordt de computer gebruikt om informatie te verwerken: het maken van een verslag of
werkstuk. In de bovenbouw doen zelfs veel leerlingen presentaties met behulp van powerpoint-presentaties op de beamer! In de klas staat ook een computer. Deze wordt ook veel gebruikt voor het oefenen van bijvoorbeeld tafels of topografie. Het geheel staat onder leiding van de ICTcoördinator Klaas Bolt. Zijn taak is het begeleiden van het computergebruik. Ook zullen er elk jaar weer ouders nodig zijn, die de kinderen begeleiden bij het werken op de computer. Onze school is aangesloten op het zogenaamde Kennisnet. Deze aansluiting geeft de scholen de mogelijkheid om via Kennisnet allerlei informatie de school binnen te halen. Kennisnet is een reclamevrije omgeving, dus geen blokken met reclame voor van alles en nog wat. Kennisnet biedt echter ook toegang tot het internet. U kunt zich voorstellen dat wij uiterst zorgvuldig met de daar te verkrijgen informatie willen omgaan. Bestuur en directies hebben daarover de volgende afspraken gemaakt: - We werken binnen Kennisnet . - De informatie wordt gefilterd. Deze filtering wordt verzorgd door SOLCON. Deze firma verzorgt ook de filtering van het NCRV- en het EO-net. Zowel op trefwoord als op inhoud wordt informatie beoordeeld of deze geschikt is. - Kennisnet wordt alleen toegelaten op computers die in het zicht staan en waarbij toezicht aanwezig is (wellicht zal hierbij een beroep op uw medewerking worden gedaan). - De toegankelijkheid tot Kennisnet wordt beperkt tot de schooltijden. - Met behulp van deze regels hopen we op een verantwoorde wijze gebruik te maken van dit moderne medium. - Zelfstandig werken Wij proberen het zelfstandig werken te stimuleren en waar mogelijk uit te breiden. Deze uitbreiding heeft in de onderbouw geresulteerd in meer aandacht en gelegenheid geven tot het samenwerkend leren. In de midden- en bovenbouw wordt gewerkt met dag- en weektaken. Bij dit laatste moeten de leerlingen zoveel mogelijk zelfstandig of in samenwerking met andere leerlingen een aantal taken verspreid over een week uitvoeren. Ook bij de reguliere vakgebieden (rekenen, taal, e.d.) wordt van de leerlingen
een meer en meer zelfstandige werkhouding gestimuleerd en verwacht!
8.3 Groep 1 en 2 Missie/ visie op het jonge kind Kinderen spelen en werken met elkaar en met de leerkracht aan kansrijke en betekenisvolle thema’s en activiteiten. Interactief taal-/ en rekenonderwijs stimuleert dat kinderen leren door het actief bezig zijn. Hierbij staan de verschillende activiteiten niet op zichzelf, maar maken deel uit van een bredere context waarin kinderen en leerkrachten in wisselende rollen naast en met elkaar / soms tegenover elkaar staan. Verwondering, het verkennen van echte problemen, het redeneren erover en het vergelijken ervan zijn de drijfveren voor diepe leerervaringen. Thematiseren, d.w.z. het samen opbouwen, oriënteren, verbreden, verdiepen en weer afbouwen van een thema, biedt de ingrediënten die ertoe doen om kinderen tot echte en langdurige leerervaringen te brengen. De woordenschatontwikkeling, mondelinge communicatie en het taalbewustzijn; het tellen en getalbegrip, het meten en de meetkunde worden zo in allerlei contexten, vooral spelend, geoefend. Hiervoor is het van belang dat de leerkracht een rijke leeromgeving creëert met volop uitdagingen tot lezen, schrijven, rekenen en gesprek en bewust doelen en taal-/ en rekendomeinen koppelt aan activiteiten . De leerkrachten moeten kennis hebben welke tussendoelen je met de diverse routines op het juiste niveau aanbiedt, zodat er ook gedifferentieerd kan worden. Hierbij moet een goede balans zijn tussen zelf ontdekkende en instructieve speel-, leer- en ontdeksituaties. Het is van belang dat de leerkracht dit alles nauwkeurig observeert en registreert, zodat uitdagingen op het juiste niveau aangeboden kunnen worden. Het onderwijs in de groepen 1 en 2 verschilt van de andere groepen. De inrichting is
natuurlijk het eerste wat opvalt. De groepen werken meer vanuit de kring en zijn al een aantal jaren combinatiegroepen geworden. Waarom werken wij in gr. 1 / 2 met combinatiegroepen? De leerlingen uit groep 1 kunnen zich optrekken aan de leerlingen van groep 2. We kunnen met deze leerlingen gedifferentieerd aan het werk door ze op verschillende gebieden mee te laten doen met groep 2. Om de overgang naar groep 2 of 3 objectief te kunnen beoordelen, gebruiken wij uit het Citoleerlingvolgsysteem de toetsen “Rekenen en Wiskunde”en “Taal voor kleuters”. Op deze manier is het nog beter mogelijk een oordeel te kunnen geven over het wel of niet succesvol doorlopen van groep 3. We vinden het namelijk belangrijk dat een leerling lang genoeg in de kleutergroep zit. Succesvol groep 3 doorlopen, lukt alleen als het kind hier echt aan toe is. We zien een kind liever een jaar langer in groep 2, dan dat het jarenlang “op de tenen” door de school moet lopen.
Leergebieden. 8.4 Godsdienstige vorming Onze school is een Christelijke basisschool die openstaat voor iedereen die zich thuisvoelt bij onze manier van leven en werken. De identiteit van onze school vindt zijn oorsprong in de Bijbel, ons geloof in God en in de Here Jezus (zie verder Hoofdstuk 1 waarin de uitgangspunten nader zijn uitgewerkt.). Ons onderwijs is niet neutraal, maar betrokken op mens en wereld. Dit komt tot uiting in de omgang met elkaar, in de keuze van de leermiddelen, in de taal die er gebruikt wordt en in de sfeer die er op school heerst. Iedere morgen en iedere middag wordt er op onze school begonnen met een lied (of meerdere liederen) en gebed. Op onze school volgen wij het vertelschema van de methode “Hoor het Woord”van uitgeverij Groen. Driemaal per week wordt er uit de bijbel verteld. De resterende dagen worden gebruikt om de vertelde verhalen te verwerken. In groep 1,2,3,en 4 wordt er op gezette tijden aandacht ingeruimd voor de Kijkbijbel. Naar aanleiding van de vertelde verhalen worden daarin de desbetreffende bladzijden opgezocht en, als het kan, gelezen.
Bij de vertelde verhalen worden ook liederen aangeleerd, bijvoorbeeld uit de bundels “Alles wordt nieuw”. Ook komen andere bijbelliederen aan de orde, want veel psalmen zijn voor deze leeftijdsgroep nog vaak te moeilijk. In de hogere leerjaren (vanaf groep 4) wordt er iedere week een psalm of lied meegegeven naar huis om te leren. In de school is voor elke groep de “Proefbundel” van de Gereformeerde Kerk te Urk aangeschaft. Op deze manier wordt in elke groep de aan te leren gezangen op een uniforme manier geleerd. Dit geldt natuurlijk ook voor de psalmen. Deze worden dan op maandag overhoord. Vanaf groep 7 wordt er op vrijdag kerkgeschiedenis gegeven. Vanzelfsprekend wordt er ook in de bovenbouw uit de bijbel gelezen, ieder op zijn eigen niveau. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de Herziene Statenvertaling.
8.5 Lezen / Nederlandse taal In de kleutergroepen wordt veel aan taalvorming gedaan, door veel aandacht te schenken aan de zogenaamde ontluikende geletterdheid [d.w.z. geschreven taal leren ontdekken als middel tot communicatie]. De methode Schatkist Taal wordt hierbij gebruikt. Ook het GOA / Taalplan (zie 3.6) speelt hierin een rol. Kinderen die moeite hebben met de taalontwikkeling, krijgen extra aandacht van de eigen leerkracht (taal in kleine kring) en van de leerkrachten van de zorgverbreding. Volgens een vast toetsrooster worden de resultaten getoetst, geanalyseerd en vastgelegd. Meer hierover hebt u al kunnen lezen onder 3.10. Meestal wordt in groep 3 een start gemaakt met het leren lezen. Wij gebruiken hierbij de nieuwe methode van “Veilig Leren Lezen”. Met deze methode komen alle aspecten van de taal-leesontwikkeling aan bod, met extra aandacht voor woordenschat. Ook is er veel aandacht voor niveauverschillen. Leerlingen die al kunnen lezen, starten in de “zongroep”. Bij verreweg de meeste leerlingen moet het leesproces nog op gang komen; zij starten in de “maangroep”. Ook binnen de “maangroep”kan tegemoet worden gekomen aan de verschillen tussen de leerlingen. Als het goed is, moet deze nieuwe methode voor aanvankelijk lezen voor een betere aansluiting op het onderwijs in gr. 4 zorgen.
Vanaf midden/eind groep 3 is het ‘aanvankelijk leesproces’ voor de meeste leerlingen voorbij en wordt het proces ‘voortgezet lezen’ genoemd. Om verder een goed vervolg te kunnen geven op het aanvankelijk lezen en dan in het bijzonder voor die leerlingen die het lezen nog moeilijk vinden, is de methode “Leesparade” aangeschaft. In deze methode van voortgezet technisch lezen krijgen de leerlingen extra (en verlengde) instructie op het gebied van het technisch lezen. In de richting van groep 8 komen in deze methode langzamerhand de andere vormen van lezen aan bod. Om een goed overzicht van de leesvorderingen te hebben, hanteren wij drie toetsen: De “DMT-toets” , de “AVI-toetsen” en “Leestechniek en leestempo.” Vanaf groep 4 komt er meer nadruk te liggen op begrijpend en studerend lezen. Voor dit onderdeel van het leesonderwijs gebruiken wij de methode “Goed Gelezen”. Er worden ook verhalen voorgelezen, zowel door de leerlingen als door de leerkracht. Er wordt aandacht besteed aan gedichten, die uit de eigen klas kunnen voortkomen, maar ook gemaakt zijn door dichters (voor kinderen). Dit zouden we voordrachtslezen kunnen noemen. Buiten deze vormen van lezen doen we ook aan boekpromotie (bezoek aan de bibliotheek, presentaties, enz..). Het informatieve lezen wordt met name beoefend in de hogere leerjaren. Gebleken is dat veel kinderen, die nog maar pas met het lezen begonnen zijn, plezier beleven aan informatieve boeken. Wij maken met name voor de onderbouw gebruik van de serie “De Kijkdoos”, voor de middenbouw van “Miniinformatie” en voor de bovenbouw van de serie “Informatie-junior”. Hiervoor is een documentatiecentrum ingericht. Ook dit alles valt onder onze leescoördinator W. Weerstand. Voor de taalles maken wij gebruik van de nieuwe methode ‘Taalverhaal’. Deze methode voldoet volledig aan de nieuwe kerndoelen. Taalverhaal is een (pittige) methode met een realistische en spannende verhaallijn van gr. 1 t/m gr. 8. Het onderdeel woordenschatontwikkeling staat centraal in deze methode. Er wordt veel rekening gehouden met de verschillen tussen de leerlingen. Zowel aan
taalsterke leerlingen als leerlingen met een taalachterstand wordt de mogelijkheid geboden om op hun eigen niveau en in eigen tempo met dit belangrijke vakgebied bezig te zijn. De laatste groep werkt, net als bij onze nieuwe rekenmethode, met de zogenaamde maatschriften.
8.6 Schrijven Dit jaar gaan wij een keuze maken voor een nieuwe schrijfmethode.
8.7 Engels Ook voor de leerlingen is de wereld door computer, televisie en vakanties een stuk “kleiner”geworden. Om goed te kunnen functioneren in deze moderne wereld is een redelijke beheersing van de belangrijkste wereldtaal een zeer belangrijk instrument. Daarom is in 1983 Engels een verplicht vak geworden voor de groepen 7 en 8 van de basisschool. Op onze school werken wij met de methode “Hello World”. In deze methode is veel aandacht voor de juiste spelling van de woorden en wordt veel nadruk gelegd op de juiste uitspraak.
8.8 Rekenen en wiskunde De naam van de methode is “Alles Telt”. Een uiterst moderne en realistische rekenmethode., die veel gelegenheid biedt voor gedifferentieerd (ver)werken. Enkele aanvullende opmerkingen bij deze methode zijn: - Leerlingen en team zijn zeer enthousiast, - de aangeboden leerstof sluit beter aan op de nieuwste inzichten, - voor de leerlingen die rekenen moeilijk vinden, is het zogenaamde Maatschrift beschikbaar. Dit is een voortreffelijk middel om deze leerlingen voor het rekenen op hun niveau extra hulp te kunnen bieden. Ook hiermee kunnen de (minimum) kerndoelen voor het rekenen behaald worden, - dit laatste geldt ook voor het bij de methode horende computerprogramma, - ook is de aansluiting naar ons toetssysteem veel beter - deze methode heeft een positieve uitwerking op de gemiddelde leerprestaties. Nieuwe didactische hulpmiddelen zijn “het rekenrek”, “de lege getallenlijn” en de
zogenaamde kralenkettingen. Deze laatste zijn in de plaats gekomen voor de honderdvelden, welke voor de leerlingen vaak moeilijk te begrijpen waren. Met de tempotoetsen kan regelmatig worden gecontroleerd of de kinderen de basisvaardigheden beheersen. Daarnaast worden er ook nog computerprogramma’s gebruikt voor het toepassen van de rekenvaardigheden voor de hogere groepen. Wij willen dringend uw aandacht vragen voor het aanleren van de tafels. Dit wordt gedaan in groep 4, maar moet ook vaak daarna nog talloze keren herhaald worden. Want als de tafels niet geautomatiseerd zijn, verloopt het verdere rekenonderwijs vaak problematisch. Want hoe zul je nu een deling kunnen maken, als je de tafels niet kent? Wij willen u vragen om bij dit belangrijke onderdeel er op toe te zien, dat uw kind ook thuis de tafels goed leert. Het is echt ontzettend belangrijk!
Oriëntatie op jezelf en de wereld. 8.9 Samenleving / Burgerschapskunde Maatschappelijke verhoudingen, waaronder staatsinrichting en geestelijke stromingen worden niet als een apart vak op school gegeven. Het zijn onderdelen van de vakken aardrijkskunde en geschiedenis. In de methodes zijn verschillende hoofdstukken gewijd aan het staatsbestel en de verschillende godsdienstige stromingen en andere leefwijzen. Ook in het door groep 7 en 8 bekeken weekjournaal komt dit onderdeel regelmatig aan de orde.
8.10 Gezond en redzaam gedrag - Sociaal emotionele ontwikkeling (SEO) Recente nascholing op het gebied van de SEO heeft geleid tot een aantal afspraken. De eerste daarvan is een planmatige aanpak van dit onderwerp. Wij hebben een lijst ontwikkeld met 20 onderwerpen, waarvan één onderwerp per 2 weken behandeld zal worden. Dit kan gebeuren in samenhang met bijvoorbeeld een les van bijbelse geschiedenis, natuurkunde, zelfstandig werken (weektaak), enz….
Vanzelfsprekend wordt bij actuele en acute zaken, zoals rouwverwerking en pesten, niet gewacht tot dit onderwerp aan de beurt is in het activiteitenplan. In de groep zal hier zo snel mogelijk op een adequate manier worden ingespeeld. Ook in het leerlingvolgsysteem zal de SEO worden gevolgd. Aan de hand van vastgestelde criteria wordt dit bijgehouden in het leerlingdossier. - Verkeer In de groepen 3 en 4 werken wij met de methode “Klaar over”. In de volgende groepen met de methode “Straatwerk”. Ons doel is de kinderen op te voeden tot verkeersdeelnemers die hun verantwoordelijkheid kennen ten opzichte van de andere weggebruikers. Om goed aan te sluiten bij eventuele nieuwe verkeersregels kijken we elk jaar of het nodig is om bijgewerkte proefexamens aan te schaffen. Op deze manier proberen we te bereiken dat zoveel mogelijk leerlingen van groep 7 zullen slagenvoor het bekende verkeersexamen. Dit verkeersexamen bestaat uit een theoretisch gedeelte, waarbij de kinderen een aantal vragen moeten beantwoorden en een praktisch gedeelte, waarbij de kinderen een route moeten fietsen. In het afgelopen schooljaar zijn alle leerlingen voor dit verkeersexamen geslaagd - Milieu Ook voor dit vakgebied geldt dat het in verschillende andere vakken tot uiting komt. Men name bedoelen we hier de vakken natuurkunde en aardrijkskunde.
8.11 Natuuronderwijs en techniek - Natuuronderwijs Onze methode voor dit vakgebied is “Natuniek”. Het komende schooljaar willen wij gebruiken om een nieuwe, moderne methode voor natuur en techniek aan te schaffen. Naast de methode volgen we andere wegen om de kinderen dichter bij de natuur te brengen, zoals m.b.v. de Schooltelevisie serie “Nieuws uit de Natuur”, “Huisje, boompje, beestje, Koekeloere…” en de actualiteit van vandaag de dag. - Techniek
Dit vak is een heel nieuw vak op de basisschool, althans het komt steeds explicieter en nadrukkelijker naar voren. In de nieuwe kerndoelen worden de doelen voor techniek in samenhang aangeboden met de doelen voor het natuuronderwijs. We hebben voor dit vak geen aparte methode. Wel zijn de afgelopen jaren al vrij veel materialen aangeschaft voor de doorlopende technieklijn (Lego Dacta en Duplo Toolo). In het afgelopen schooljaar heeft het team nascholing over techniek gevolgd. Dit heeft geresulteerd in een schooldocument waar ondermeer in beschreven staat dat in elk schooljaar ongeveer één keer in de twee weken in elke groep een techniekles gegeven moet worden. Deze lessen kunnen in samenhang met andere vakgebieden als natuurkunde, aardrijkskunde, etc. gegeven worden. U begrijpt dat bij het onderdeel techniek dezelfde systematiek wordt gevolgd als bij SEO (zie 8.16).
8.12 Ruimte / Aardrijkskunde Op onze school werken wij met de methode “De blauwe planeet”. De methode is zeer modern en ziet er echt schitterend uit! De ruimtelijke oriëntatie in de onderbouw bestaat uit het leren ruimtelijk te denken en het leren zich ruimtelijk te oriënteren om zo greep te krijgen op hun bestaan. Daarnaast is er aandacht voor: De omgeving groep 4/5 Nederland groep 6 Europa groep 7 De wereld groep 8 Vanaf groep 6 zullen de kinderen regelmatig huiswerk (ook topografie) meekrijgen voor dit vakgebied.
8.13 Tijd / Geschiedenis We werken met de geschiedenis methode: “Wijzer door de tijd.” De methode wordt gebruikt vanaf groep 5. In de groepen 1 t/m 4 wordt gewerkt met thema’s vanuit de omgeving van het kind.
Kunstzinnige oriëntatie 8.14 Cultuureducatie Wij zorgen ervoor dat de verschillende aandachtsgebieden van cultuureducatie binnen onze school aan de orde komen. Deze
aandachtsgebieden zijn: Dans, muziek, theater, erfgoed educatie, beeldende kunst, literatuur en multimedia. De volgende aspecten hebben al vorm gekregen binnen ons onderwijs: - Tekenen en handvaardigheid Bij het tekenonderwijs wordt vaak van de actualiteit uitgegaan. Dat noemen we verwerken. Deze vorm van tekenen kan bij veel schoolvakken worden gebruikt. De klas hangt er soms vol mee! En niet alleen de meest creatieve leerlingen komen tot goede resultaten! Voor de vakken: tekenen, handvaardigheid en beweging wordt de methode “Moet je doen”gebruikt.
- Muziek Een aantal jaren geleden is er een nieuwe methode aangeschaft voor het muziekonderwijs. Deze methode “Moet je Doen” is in alle groepen goed te gebruiken. Ook bij het aanleren van geestelijke liederen worden aspecten van het muziekonderwijs meegenomen. Enkele van onze leerkrachten zijn gespecialiseerd in het vak muziek. Deze ondersteunen de collega’s. Ook wordt er veel gebruik gemaakt van cd-spelers. Groep 8 sluit de schoolperiode af met het opvoeren van een musical. - Spel en bevordering taalgebruik Dit vakgebied valt ook onder kunstzinnige oriëntatie. Er wordt gebruik gemaakt van de methodes “Veilig leren lezen” en “Taalverhaal”. In de kleutergroepen komt het onderwijsaanbod tot uiting bij kringgesprekken, taalstimulering, dramatiseren, rollenspelen, poppenkast, e.d. Het spel vormt regelmatig een vast onderdeel bij de uitvoering van de thema’s. In de midden- en bovenbouw is er naast deze methodische aandacht ook gelegenheid voor spreekbeurten, toneelstukjes, hoorspelen, interviews, musical groep 8, enz. Onder leiding van de leescoördinator is en wordt de laatste tijd erg veel aandacht besteed aan het B(belevend)AVI-lezen. - Beweging Bij het gebied ‘beweging‘ gaat het om expressieactiviteiten. In het bijzonder over de
betekenis en de beleving van beweging, in de eigen cultuur en enkele andere culturen. Vaak gaat het hierbij om de dans. (bijv. volksdansen) Er is geen methode aanwezig en mede daarom is dit onderdeel niet terug te vinden op het rooster. In de onderbouw komt dit gebied nog het meest aan de orde bij de spellessen. In de bovenbouw minder. Wel bezoeken we theatervoorstellingen.
8.15 Bewegingsonderwijs (gymrooster) Dit is niet alleen het bekende gymnastiek, want ook “Spel en beweging” in de kleutergroepen vallen hier onder. “Spel en beweging” staat in de groepen 1a/2a, 1b/2b en 1c/2c elke dag op het groepsrooster. Als de spel- en bewegingsles buiten niet mogelijk is, wordt voor deze lessen het speellokaal gebruikt. Wanneer moet de gymkleding worden meegenomen? T Dag
Tijd
Vlech Zaal 1
Vlech Zaal 2
Ma
8.45-09.30
CZ1 CZ1 Erika Corina
Ma
9.30-10.15
CZ1 Reimo nda CZ1 Reimo nda
Ma
10.15-11.00
Ma
11.00-11.45
Ma Ma Ma
11.45-12.45 13.45-14.30 14.30-15.15
Ma
15.15-15.45
Ma
15.45-16.30
CZ1 Annek e CZ1 Annek e
Vlech Zaal 3
CZ1 CZ1 Erika Corina CZ1 Wille m CZ1 Wille m
CZ1 Anita
CZ1 Gertru d CZ1 Gertru d
CZ1 Klaas
CZ1 Anita
CZ1 Willem
Alle groepen hebben werken met blokuren (= twee uren gym achter elkaar). Het grote voordeel van de blokuren laat zich raden; één keer heen en weer reizen en één keer aan- en uitkleden. Veel tijdwinst dus. Belangrijk:Als de kinderen op de fiets naar de gym gaan, wilt u er dan (mee) op toezien dat de benodigde spullen niet worden meegenomen in een losse tas aan het stuur? Hetzelfde geldt voor het dragen van schoenen met lange veters en dus grote lussen. Want het laatste gecombineerd met fietsen zonder goede kettingkasten is zeer gevaarlijk.