Prot. Chr. Basisschool Kastanjelaan Schoolgids

Schoolgids 2014 - 2015

Prot. Chr. Basisschool Kastanjelaan


2



Een nieuwe dag Een nieuwe dag, een nieuw begin. De ketting van mijn leven, die krijgt er weer een kraaltje bij: een nieuwe dag voor jou en mij. Een dag door God gegeven. Een nieuwe dag, vol licht en kleur, met wolken, vogels, bloemen en kinderen met wie ik speel. Wat krijg ik eigenlijk toch veel. Teveel om op te noemen. Een nieuwe dag, een nieuwe kans. Ik zeg dus opgetogen: Bedankt God, voor die nieuwe dag. Wat fijn dat ik er wezen mag en dat we leven mogen! Uit: Trefwoord

3



INHOUDSOPGAVE: Een nieuwe dag Inhoudsopgave School Kastanjelaan: Kwaliteit en Stijl Een selectie uit onze beleidsvoornemens in het schooljaar 2014 – 2015 Voorwoord Stichting Protestants Christelijke Basisonderwijs te Leiderdorp Hoofdstuk 1: Pedagogisch klimaat/kernwaarden/schoolregels Hoofdstuk 2: De organisatie van het onderwijs 2.1 Introductie 2.2 Inrichting van het onderwijs per groep 2.3 Zelfstandig werken en -leren 2.4 Samenwerken 2.5 Differentiatie 2.6 Internationalisering 2.7 Actief burgerschap en sociale integratie Hoofdstuk 3: De inhoud van het onderwijs 3.1 Godsdienstige vorming 3.2 Taalontwikkeling 3.3 Lezen 3.4 Schrijven 3.5 Engels 3.6 Rekenen en wiskunde 3.7 De zaakvakken: onderwijs in natuur en milieu, aardrijkskunde, geschiedenis, verkeer 3.8 Huiswerk 3.9 Bewegingsonderwijs 3.10 Muzikale vorming, drama, dans 3.11 Handvaardigheid/tekenen Hoofdstuk 4: Bijzondere activiteiten Hoofdstuk 5: De zorg voor de kinderen 5.1 Opvang van nieuwe leerlingen 5.2 Het leerlingvolgsysteem 5.3 De zorgbreedte 5.4 Logopedie 5.5 De overgang naar het voortgezet onderwijs 5.6 Voor-, tussen- en naschoolse opvang 5.7 Protocol ter voorkoming van pestgedrag 5.8 Verzekering en aansprakelijkheid 5.9 Klachtenregeling 5.10 Sponsorbeleid Hoofdstuk 6: Medezeggenschap Hoofdstuk 7: De leraren 7.1 De onderwijskundige ontwikkeling: een terugblik, nieuwe plannen 7.2 Stagiaires 7.3 Vervanging van leraren 7.4 Bereikbaarheid van leraren 7.5 Taakverdeling Hoofdstuk 8: De ouders 8.1 Inbreng ouders bij activiteiten 8.2 De ouderbijdrage 8.3 Contacten met ouders 8.4 Excursies per auto Hoofdstuk 9: Schooltijden, gymuren, vakantie, roostervrije dagen 9.1 Schooltijden 9.2 Gymnastieklessen 9.3 Urenberekening, vakanties en vrije dagen 2014 – 2015 9.4 Vakantierooster 2014 – 2015

4

3 4 6 6 7 7 8 9 9 9 12 13 14 14 15 17 17 17 18 18 18 18 19 20 20 21 21 22 24 24 24 25 26 26 27 27 27 28 29 30 31 31 32 33 33 33 34 34 34 34 35 36 36 36 37 38



Hoofdstuk 10: Allerlei 10.1 Pauze 10.2 Trakteren 10.3 Vulpen 10.4 Luizenzakken 10.5 Zending 10.6 Tas en agenda 10.7 Personeelsvergadering Hoofdstuk 11: Namen, adressen, telefoonnummers

5

39 39 39 39 39 39 39 39 40



School Kastanjelaan: kwaliteit en stijl! Onze school... … waar men beseft dat de pedagogische relatie tussen leerling en leerkracht van fundamenteel belang is; ... waar het welbevinden van de kinderen voorop staat; ... waar de kinderen hier en daar hun eigen keuzes mogen maken (betrokkenheid); … waar de onderlinge verbondenheid tussen kinderen en leerkrachten wordt gekoesterd; ... waar kleuters spelenderwijs alle sociale vaardigheden opdoen, die ze in hun verdere schoolloopbaan nodig hebben; ... waar kinderen op een leerplein ('het binnenplein') zelfstandig kunnen werken onder toezicht van een volwassene; … waar vanaf groep 3 alle ochtenden volledig zijn gereserveerd voor rekenen, taal, lezen en schrijven; ... waar de zaakvakken en alle creatieve activiteiten tijdens de middaguren worden vormgegeven in ateliers; … waar een balans is tussen het goede van de traditionele school en moderne inzichten;. … waar de handen van de leerkrachten worden vrijgemaakt om ondersteuning te bieden aan wie dat nodig heeft; … waar de eigen leerkracht aan de instructietafel extra begeleiding biedt; … waar de groepen 3 tot en met 8 wat leeftijd betreft homogeen zijn samengesteld; ... waar kinderen kunnen spelen op een plein dat past bij hun leeftijd; … waar volstrekt helder is wie waarvoor verantwoordelijk is; … waar onderwijs en opvang onder één dak worden aangeboden (Kindcentrum ‘De Brink’). Een selectie uit onze beleidsvoornemens in het schooljaar 2014 – 2015 1. De implementatie van ‘Zien’, een leerlingvolgsysteem sociaal-emotionele ontwikkeling. 2. De implementatie van ‘Dorr’, een nieuwe leerlingvolgsysteem voor kleuters. 3. Het ontwikkelen van beleid en het ondernemen van actie om extra begeleiding voor getalenteerde kinderen mogelijk te maken. 4. De implementatie van de rekenmethode ‘Reken Zeker’. 5. De implementatie van de module ‘Natuurzaken’ van ‘De Zaken van Zwijsen’. 6. De implementatie van de methode ‘Nieuwsbegrip’ in de groepen 4, 5 en 6. 7. De implementatie van een leerlijn ‘Burgerschap’. 8. Het aantrekkelijker en veiliger maken van het schoolplein van School Kastanjelaan.

6



VOORWOORD School Kastanjelaan Voor u ligt de schoolgids 2014 - 2015 van de Prot. Chr. Basisschool Kastanjelaan. De leiding met betrekking tot de dagelijkse gang van zaken op School Kastanjelaan berust bij de directeur, de heer Roald Vahl. De directeur draagt zorg voor de uitvoering van het beleid. In deze schoolgids vindt u allerlei praktische informatie: roosters, tijden, namen, adressen enz. Daarnaast wordt u geïnformeerd over de achtergronden van het onderwijs (uitgangspunten, visie op onderwijs en opvoeding, identiteit enz.) en over de organisatie en de inhoud van het onderwijs. Ons streven is u via deze gids een beeld te geven van de school. Dit beeld wordt pas compleet door op een gewone schooldag een bezoek te brengen aan de school.

Stichting Protestants Christelijk Basisonderwijs te Leiderdorp Onze school is één van de vier scholen van de Stichting PCBO te Leiderdorp. De vier scholen werken op een groot aantal terreinen nauw samen: leerlingenzorg, ICT, onderwijskundige ontwikkelingen, kwaliteitsbewaking en personeelsbeleid. In onze professionele organisatie wordt geleerd van elkaars fouten en geprofiteerd van ontwikkelingen bij anderen. De bovenschoolse directie bestaat uit twee directeuren die het beleid voor de scholen ontwikkelen. De taakverdeling is als volgt: de heer P. Laman, directeur algemene zaken mevrouw C. Kerner - Schellingerhout, directeur bedrijfsvoering De directie ondersteunt de uitvoering van het beleid op de vier scholen en draagt hiervoor de eindverantwoordelijkheid. In aanvulling op deze gids voor specifiek School Kastanjelaan is er tevens een Scholen Informatiegids van de PCBO Leiderdorp in omloop. Deze informatiegids beschrijft onderwerpen als: missie van de Stichting, beleidsuitgangspunten, relatie met Centrum Jeugd en Gezin (CJG) en beleid ten aanzien van discriminatie, pesten en seksuele intimidatie. Deze Scholen Informatiegids PCBO is beschikbaar via de website van de PCBO (www.pcboleiderdorp.nl) en via de website van School Kastanjelaan (www.pcbokastanjelaan.nl).

7



HOOFDSTUK 1. PEDAGOGISCH KLIMAAT/KERNWAARDEN/SCHOOLREGELS Van leren kan alleen sprake zijn als de sociaal-emotionele ontwikkeling harmonisch verloopt. Daarom moet ieder kind zich op school thuis voelen. Het welbevinden van het kind staat op School Kastanjelaan hoog in het vaandel! Wij zien het als onze taak om de school te maken tot een veilige plek waar ieder zich geaccepteerd en gerespecteerd voelt. Dat doen we door respectvol met elkaar om te gaan en door elkaar steeds weer aan te spreken op verantwoordelijkheden. Leren is veel meer dan het opdoen van allerlei feitenkennis. Leren betekent vooral het verwerven van vaardigheden en het je eigen maken van inzichten; de kinderen moeten structuren en verbanden ontdekken en al denkend en handelend tot oplossingen komen. De leerstof wordt aangeboden door de leerkrachten, die daarnaast vooral een observerende en sturende rol hebben. De kinderen zijn voor een deel verantwoordelijk voor hun eigen leerproces. Hun betrokkenheid zal hun kansen op succes vergroten. In al deze processen is een goed contact met de ouders onontbeerlijk. Om de school- en de thuissituatie op elkaar te laten aansluiten, moeten de ouders weten welke prioriteiten door de school worden gesteld. Om een kind optimaal te kunnen begeleiden, moet een leerkracht op de hoogte zijn van de gezinsomstandigheden. Het team van School Kastanjelaan heeft zijn kernwaarden als volgt geformuleerd: 1. 2.

Respect Vertrouwen

Ad 1. Als wij spreken over respect, dan hebben we het over: - respect voor jezelf (zelfrespect); - je kunnen verplaatsen in de situatie van de ander; - iemand in zijn waarde laten, hem/haar accepteren zoals hij/zij is; - accepteren dat jij en de ander niet volmaakt zijn; - netheid t.a.v. leermiddelen en leefomgeving; - correct taalgebruik; - de manier van spreken met en over elkaar; - het niet tolereren van pestgedrag. Ad 2. Als wij spreken over vertrouwen, dan hebben wij het over: - emotionele veiligheid, dus vertrouwen in jezelf en in de ander; - vertrouwen en veiligheid, die onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden; - betrouwbaarheid; - een veilig klimaat, waarin de kinderen en leerkrachten zich ontspannen voelen; - het bieden van positieve aandacht aan hen die het thuis met minder moeten doen. Het team van School Kastanjelaan is van mening dat kinderen alleen tot leren kunnen komen in een pedagogisch klimaat, waar ‘respect’ en ‘vertrouwen’ de kernwaarden zijn. Om vorm te geven aan het bovenstaande zijn schoolregels opgesteld. De volgende richtlijnen worden regelmatig onder de aandacht van de kinderen gebracht: 1. We praten gewoon en gebruiken fatsoenlijke woorden. 2. We pesten elkaar niet; waar we ook zijn, niemand wil gepest worden. 3. We gaan met een ander om, zoals wij willen dat er met ons omgegaan wordt. 4. We luisteren naar elkaar en respecteren elkaars mening. 5. We zorgen dat een ander geen last van ons heeft. 6. We blijven van elkaar en van elkaars spullen af. 7. We gebruiken de materialen waarvoor ze gemaakt zijn. 8. We zorgen dat het gebouw en de omgeving netjes blijven. 9. We lopen rustig door het gebouw. 10. We helpen anderen om zich ook aan deze afspraken te houden.

8



HOOFDSTUK 2. DE ORGANISATIE VAN ONS ONDERWIJS

2.1 Introductie School Kastanjelaan verzorgt passend onderwijs waarbij respect, vertrouwen, veiligheid, welbevinden en betrokkenheid kernbegrippen zijn. Passend onderwijs biedt de kinderen de leerstof waar ze ‘aan toe zijn’. Kinderen willen dolgraag leren. Het is de taak van de leerkrachten om de kinderen díe leerstof aan te bieden die past bij hun leer- en ontwikkelingsniveau. Leerstof moet in de zone van de ‘naaste ontwikkeling’ liggen, niet te moeilijk zijn, maar wel voldoende uitdaging bieden. Elk kind heeft recht op een ononderbroken ontwikkeling waarbij het kan leren in eigen tempo en op eigen niveau. Welbevinden en betrokkenheid! Dit zijn twee begrippen die de leerkrachten van School Kastanjelaan steeds voor ogen hebben bij het maken van hun keuzes. Om goed te kunnen leren moeten de kinderen ‘lekker in hun vel zitten’. Wij trachten ons onderwijs zo in te richten, dat de kinderen graag naar school gaan. Daarbij horen op het juiste moment een knipoog van de juf of meester, een schouderklopje en soms ook een aanwijzing om ander gedrag te laten zien. Het welbevinden van de kinderen staat steeds voorop. Hoe groter het welbevinden, hoe groter de kans om echt te kunnen leren! Daarbij streven we naar een zo groot mogelijke betrokkenheid van de kinderen. Kinderen worden zo veel mogelijk zelf eigenaar van hun onderwijsleerproces. Ze denken mee over de inhoud van de leerstof en kunnen hierbij keuzes maken. Ze bepalen zelf de volgorde waarin aan opdrachten wordt gewerkt en leggen uiteindelijk verantwoording af over wat ze hebben gedaan. Op School Kastanjelaan wordt gewerkt met dagen weektaken. De leerkracht geeft klassikale instructie en/of instructie aan kleinere groepen; daarna zijn de kinderen in groepen zelfstandig bezig met het verwerken van de leerstof. Om zelfstandig te kunnen werken worden van kinderen bepaalde vaardigheden gevraagd, met name ten aanzien van de mate van zelfstandigheid en het vermogen om samen te kunnen werken met andere kinderen. Dit leren de kinderen al in de kleutergroepen. Het grote voordeel van deze manier van werken is dat kinderen veel meer in hun eigen tempo en op hun eigen niveau de leerstof kunnen verwerken.

2.2 Inrichting van het onderwijs per groep Groep 1 en 2 (kleuters) De kleuters zijn op onze school verdeeld over vier groepen (‘Geel’, ‘Blauw’, ‘Groen’ en ‘Aubergine’), waarin zowel leerlingen van groep 1 alsook leerlingen van groep 2 zitten. De dagen verlopen volgens een vast ritme. ’s Morgens wordt begonnen in de kring. Na ongeveer een half uur gaan de kinderen bij droog weer buiten spelen, anders biedt het speellokaal veel mogelijkheden voor beweging. Rond 10.00 uur keren de kinderen terug in de kring. Gezamenlijk wordt er gegeten en gedronken en misschien wordt er wel een verjaardag gevierd! De kring is ook het moment waarop wordt voorgelezen en gezongen. Daarna gaan de kleuters spelen (onze kleuters leren spelend!), maken met behulp van het keuzebord een keuze uit het aanwezige spelen ontwikkelingsmateriaal of gaan op creatieve wijze verwerken waarover in de kring is gesproken. De ochtend eindigt weer in de kring. Gedurende de middagpauze (alle kinderen van School Kastanjelaan blijven op school) gaan de kinderen van twee kleutergroepen eerst buiten spelen om vervolgens met elkaar onder leiding van de

9



leerkracht en een medewerker van Lunchtijd Leiderdorp te lunchen. Voor de andere twee groepen is de volgorde precies andersom. ’s Middags is hetzelfde ritme herkenbaar: de kinderen beginnen in de kring. Daarna is er volop gelegenheid voor activiteiten en tenslotte wordt de dag afgesloten in de kring. Op School Kastanjelaan worden de kinderen uitgedaagd om in hun onderwijsleerproces een zo groot mogelijke betrokkenheid te hebben. De kleuters bepalen bijvoorbeeld, samen met de leerkracht, het thema waarover in de kring wordt gesproken en wat daarna in allerlei activiteiten verder wordt uitgewerkt. Onze kleuters leren denken! Zij hebben niet alleen een inbreng bij het bepalen van de thema’s, maar dragen ook ideeën aan voor activiteiten rond dat thema. Zij mogen zelf bepalen wat ze willen gaan maken en welke materialen zij daarvoor willen gebruiken. Doorlopend worden de kleuters uitgedaagd om na te denken over de keuzes die ze kunnen maken. De leerkracht gaat een dialoog met de kinderen aan. Er wordt naar de kinderen geluisterd en samen nagedacht over hoe iets vorm moet krijgen. Heel belangrijk is de ontwikkeling van een zo groot mogelijke woordenschat. Rond het thema wordt een woorden beeldspin gemaakt, waardoor de kinderen inzicht krijgen in de relaties en verbanden in het grote geheel. De ‘nieuwe’ woorden komen zoveel mogelijk terug in allerlei (speelse) situaties. De kinderen denken er meer over na, waardoor er meer materiaal over het onderwerp mee naar school genomen wordt. Op deze manier beklijven de woorden die bij het onderwerp horen beter en is de uitbreiding van de woordenschat door interactie en observatie goed controleerbaar voor de leerkracht. Op de momenten waarop kinderen gaan spelen wordt gebruik gemaakt van een planbord. Dit bord hangt aan de muur en is voorzien van verschillende vakken. Elk vak vertegenwoordigt een bepaalde hoek of een bepaald materiaal. De kinderen plaatsen op dit bord hun magneet, voorzien van naam, en gaan vervolgens zelfstandig aan de slag in allerlei hoeken en groepen met het materiaal en/of de opdracht. Al spelend ontdekken de kleuters de ruimte en de mogelijkheden van het materiaal en worden ze sociaal vaardig. De leerkracht heeft hierbij een observerende en stimulerende rol. In de kleutergroepen maken de kinderen kennis met een weekplan. Natuurlijk is het weekplan in de kleutergroepen beperkt van omvang. Toch leren de kinderen nu al om zelf te plannen: wanneer maak ik deze week een puzzel, wanneer maak ik mijn knutselopdracht af en op welk moment ga ik met het constructiemateriaal aan de gang? Wanneer daartoe aanleiding is, worden de groepen voor korte tijd samengesteld op basis van de vaardigheden van de leerlingen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan voorbereidende schrijfoefeningen voor oudste kleuters. Groep 3 Vanaf groep 3 zijn de kinderen gegroepeerd naar leeftijd, met dien verstande dat een kind alleen dán naar groep 3 gaat, als het daar qua ontwikkeling en in sociaal-emotioneel opzicht aan toe is. Dit zijn zaken die vanzelfsprekend in nauw overleg met de ouders/verzorgers worden besproken. In groep 3 wordt veel tijd en aandacht geschonken aan het leren lezen en schrijven. Ook in deze groep zijn welbevinden en betrokkenheid belangrijke begrippen. Er wordt met het planbord van Veilig Leren Lezen gewerkt. De kinderen bepalen de volgorde waarin de opdrachten worden uitgevoerd. Regelmatig gaan zij met hun boeken en schriften naar het ‘binnenplein’ om daar in alle rust aan hun opdrachten te werken. Het ‘binnenplein’ is een ruimte waar de kinderen in alle rust, onder toezicht van een leerkracht, kunnen werken. Ook geven zij vorm aan hun ‘eigen leertijd’. Dat zijn de momenten in de week waarop de kinderen zelf een keuze maken uit de ‘rijke leeromgeving’. Dit is het geheel van aangeboden hoeken en materialen waarin voor de kinderen uitdagende materialen en situaties beschikbaar zijn (poppenhoek, bouwhoek, leeshoek enz.) waarmee zij hun kennis en vaardigheden kunnen ‘verrijken’. Groepen 4 tot en met 8 Cognitieve vakken in de ochtenduren De cognitieve vakken (rekenen, taal, lezen) krijgen in deze leerjaren alle tijd en aandacht in de ochtenduren. In de middaguren biedt School Kastanjelaan atelieronderwijs (zie volgende pagina). We bieden de kinderen ’s morgens een herkenbare structuur: - godsdienstige vorming; - instructie en/of zelfstandig werken; - verjaardagen vieren, eten en drinken; - pauze; - instructie en/of zelfstandig werken;

10



- technisch lezen; - eten; - buiten spelen. In de blokken instructie en/of zelfstandig werken wordt optimaal aandacht geschonken aan de cognitieve vaardigheden, waarbij gestreefd wordt naar een zo optimaal mogelijk passend leerrendement: - goed, handig en met inzicht leren rekenen; - een hoog niveau bereiken van technisch en begrijpend lezen, waarbij het ontwikkelen van een grote woordenschat een belangrijke voorwaarde is; - goed kunnen luisteren, spreken en schrijven. Op het ‘binnenplein’ verzamelen zich leerlingen die zelfstandig o.l.v. één volwassene (leerkracht of ouder) aan het werk zijn. De overige leerlingen worden in kleine groepjes geïnstrueerd (instructietafel) of ondersteund door hun eigen leerkracht. Door te werken met weektaken kunnen de kinderen zelf kiezen in welke volgorde zij hun werk maken. De leerkrachten hebben de mogelijkheid om de weektaak aan het niveau van het kind aan te passen. In de praktijk blijkt dat elk kind een aan zijn eigen mogelijkheden aangepaste versie van de weektaak krijgt. Atelieronderwijs in de middaguren De zaakvakken (aardrijkskunde, geschiedenis, natuur en milieu) en de creatieve vakken (handvaardigheid, tekenen, muziek) krijgen een plaats in het atelieronderwijs in de middaguren. Ook hier geldt een vast ritme: 13.15 – 13.55 uur ateliers, ronde 1; 13.55 – 14.35 uur ateliers, ronde 2; 14.35 – 14.45 uur evaluatie, verslaglegging en afsluiting in de eigen groep. Niet alleen de zaakvakken en de creatieve vakken krijgen een plaats in de ateliers. Ook dans, drama, koken, filosoferen met kinderen en een extra gymles worden hierin ondergebracht. Zoveel mogelijk wordt rekening gehouden met interesses en hobby’s van de kinderen. De kinderen mogen veelal zelf kiezen aan welk atelier ze mogen deelnemen. Er zijn wel grenzen: om aan de kerndoelen te kunnen voldoen zijn sommige ateliers wekelijks verplicht. Andere ateliers moeten minimaal één keer per twee weken, per maand of per kwartaal worden bezocht. Leerkrachten verzorgen ateliers die ze leuk vinden en waar ze goed in zijn (teamteaching)! Talenten van kinderen en leerkrachten worden hierbij verder ontplooid. De ateliers zijn gericht op het ontwikkelen van diverse competenties van de kinderen: samenwerken, communiceren, informatie verwerven en verwerken, creativiteit, sociaal gedrag, doorzettingsvermogen, concentratievermogen, een bijdrage leren leveren aan duurzame ontwikkeling, samenhangen leren zien in onze complexe maatschappij, het voortdurend ontwikkelen van meervoudige intelligenties, interesse tonen in culturele verschijningsvormen, het zelf kunnen produceren van kennis, het ontwikkelen van een kritische houding en een mening leren vormen. Kortom: wij willen de kinderen stimuleren in hun ontwikkeling en hen helpen om zich zo volledig mogelijk te kunnen ontplooien. Wij willen de kinderen een stevige basis geven om te kunnen voldoen aan de eisen van de hedendaagse maatschappij.

11


2.3


Zelfstandig werken en –leren

Op School Kastanjelaan wordt met dagen weektaken gewerkt. Doelstellingen: - betere afstemming van het leerstofaanbod op individuele leerlingen (passend onderwijs); - efficiënte instructie aan leerlingen, zodat elke leerling instructie op maat krijgt; - optimale leertijd (de tijd die de leerling met zijn/haar taken bezig is, kan optimaal worden benut); - het versterken van het gevoel van autonomie/competentie bij de kinderen, dat vaak motiverend werkt; - bewust tijd en aandacht van de leerkracht voor elke leerling. Organisatie: Om het zelfstandig werken goed te laten verlopen, is een overzichtelijke indeling van de ruimte belangrijk. Er zijn voldoende leermiddelen en materialen. Deze hebben een duidelijk zichtbare vaste plaats, onder andere in open kasten. Deze leermiddelen en materialen zijn onderdeel van wat de ‘rijke leeromgeving’ wordt genoemd. Vanaf groep 3 hangt er een voor iedereen zichtbare klok in elk lokaal. Wat de kinderen leren tijdens zelfstandig werken: - verantwoordelijkheid dragen voor zichzelf en voor anderen; - verantwoordelijkheid dragen voor het eigen leerproces; - elkaar helpen; - naar elkaar luisteren; - beter inzicht krijgen in de noodzaak van regels en afspraken; - beter inzicht krijgen in en bepalen van eigen werktempo; - taken overzien en na afloop bespreken. Afspraken en regels: - de kinderen zijn verantwoordelijk voor het halen en opruimen van de benodigde materialen; - de kinderen gebruiken de materialen waarvoor ze zijn gemaakt; - op de weektaak staat aangegeven welke taken individueel en welke taken in groepjes uitgevoerd moeten worden; - in overleg met de leerkracht kunnen de kinderen zelfstandig aan de slag met hun werk op het binnenplein; - de leerkracht spreekt met de kinderen af hoe en wanneer de kinderen elkaar kunnen helpen; - op de weektaken staat vermeld welke taken de kinderen eerst zelf moeten nakijken. Nabespreking: De nabespreking vormt een belangrijk onderdeel van het proces van zelfstandig werken. Naast het resultaat wordt ook het proces besproken, waarbij de inbreng van de leerlingen belangrijk is. Deze gegevens vormen, met eigen observaties, voor de leerkracht uitgangspunten voor het verdere verloop van het zelfstandig werken. Extra hulp aan een leerling of een groep, extra of aangepaste leerstof kunnen een gevolg zijn van deze nabespreking. De leerkracht als ‘coachend intermediair’: - stelt dagen weektaken samen, passend bij de vorderingen van het kind; - registreert instructiemomenten en evaluatiemomenten per leerling; - hanteert een tijdsplanning; - laat de verantwoording over hun werk daadwerkelijk aan de kinderen over; - hanteert regels en afspraken consequent; - houdt overzicht over het leerlingenwerk; - kan adaptief werken; - kan omgaan met uitgestelde aandacht; - bevordert het welbevinden en de betrokkenheid van de kinderen.

12


2.4


Samenwerken

Wat onder samenwerken wordt verstaan: Samenwerken is een vaardigheid die niet vanzelf ontstaat, maar die de kinderen moeten leren en waarmee regelmatig moet worden geoefend. Echt samenwerken is iets anders dan samen aan tafel zitten en samen werken. Samenwerken betekent het benutten van elkaars kwaliteiten, kennis en vaardigheden. Het vereist: met elkaar kunnen overleggen, discussie kunnen voeren, elkaar vragen kunnen stellen, kunnen luisteren, werk kunnen verdelen, compromissen kunnen sluiten, een andere mening kunnen respecteren en aan elkaar kunnen uitleggen. Het team van School Kastanjelaan vindt samenwerken belangrijk omdat: - kinderen veel van elkaar kunnen leren; - kinderen soms beter van een ander kind leren dan van de leerkracht; - samenwerken sociaal gedrag stimuleert, zoals bijvoorbeeld onderlinge acceptatie; - samenwerken leidt tot snelle feedback; - samenwerken de kinderen voorbereidt op het samenwerken in de maatschappij; - de kinderen tijdens het samenwerken zichzelf beter leren kennen; - het samenwerken de taalvaardigheid stimuleert; - we ‘samenwerken’ als een basisvaardigheid beschouwen. Hoe de kinderen goed samenwerken wordt aangeleerd: Om zich te ontwikkelen op de vaardigheid van samenwerken wordt rekening gehouden met de basisbehoeften van: - autonomie (zelfsturing); - competentie (deze opdracht gaat mij lukken!) en het vertrouwen hierin; - relatie (leren doe je samen). Er wordt rekening gehouden met kinderen die moeite hebben met samenwerken en met kinderen die het liever niet willen. Leerkrachten stimuleren, maar forceren niet. Bovendien moet ‘samenwerken’ ook bewust geoefend worden en dat moet voor de kinderen herkenbaar zijn. Voorwaarden: Om het samenwerken te laten slagen is het belangrijk dat de kinderen: a. gericht zijn op anderen; b. zichzelf kunnen blijven binnen de groep; c. kunnen omgaan met lastige situaties. ad a Om gericht te kunnen zijn op anderen leren de kinderen om vriendelijk te zijn, naar elkaar te luisteren en elkaar te begrijpen. Ook leren de kinderen materiaal te delen, zich aan afspraken te houden, elkaar complimenten te geven en gebruik te maken van elkaars kwaliteiten.

ad b Om zichzelf te kunnen zijn binnen de groep hebben de kinderen hun eigen inbreng, werken ze samen aan één opdracht, nemen ze verantwoordelijkheid voor hun eigen inbreng, leren ze leiding geven en ontvangen en kunnen ze ook alleen werken. ad c Omgaan met lastige situaties wordt gemakkelijker als de kinderen hebben geleerd om te reflecteren op zichzelf en op het samenwerken en om met elkaar problemen te kunnen oplossen. Ook is het belangrijk dat de kinderen

13



meningen van anderen accepteren en, indien nodig, ‘sorry’ tegen elkaar kunnen zeggen. Wat dit betekent in de dagelijkse praktijk: - de leerkracht praat bewust met de kinderen over wat samenwerken is, hoe zij dat zelf ervaren en hoe zij als leerkracht die samenwerking graag zouden zien; - vanaf groep 1 wordt de kinderen een samenwerkingshouding aangeleerd: ‘eerst elkaar helpen als je een vraag hebt!’; - het samenwerken wordt structureel benoemd en er worden steeds complimenten voor gegeven; - de leerkracht besteedt aandacht aan reflectie: ‘Hoe is het gegaan, wat zou je de volgende keer anders doen, kon je gebruik maken van elkaars kwaliteiten?’; - in de dagen weektaken wordt aangegeven welke taken geschikt zijn voor samenwerken; - bij het werken met dagen weektaken wordt gestimuleerd dat kinderen elkaar kiezen op basis van elkaars competenties.

2.5

Differentiatie

Het leerstofprogramma staat voor ieder leerjaar vast. Er zijn echter kinderen die meer, minder of iets anders nodig hebben. De kinderen krijgen in eerste instantie binnen de groep de gelegenheid om op hun eigen niveau en in hun eigen tempo te werken. Voor deze leerlingen maakt de groepsleerkracht een begeleidingsplan. Dit is een plan waarin precies omschreven staat welke leerstof de leerling krijgt aangeboden, wanneer de leerstof wordt verwerkt en hoe wordt nagegaan of de leerling vorderingen maakt. De leerkracht kan zich bij het maken van dergelijke plannen laten bijstaan door de intern begeleider (mw. Renée Schoots). Als blijkt dat de leerling nog meer individuele begeleiding nodig heeft, kan worden besloten de leerling op één of meerdere momenten per week te laten begeleiden door een daarvoor aangewezen leerkracht. Dit alles gebeurt in overleg met de groepsleerkracht, intern begeleider en ouders/verzorgers. Gedetailleerde informatie over de zorg voor de kinderen staat in het hoofdstuk “De zorg voor de kinderen”.

2.6

Internationalisering

De PCBO is een stichting die zich kenmerkt als een lerende organisatie. Dit betekent dat zowel de kinderen als de leerkrachten zich steeds blijven ontwikkelen en oriënteren op nieuwe mogelijkheden. In het kader van het onderwijskundig beleidsplan van de PCBO heeft ook het “life long learning program” van het Europees Platform een plaats gekregen. Het gaat met name om een verrijking van de leeromgeving door contacten met scholen uit de Europese Unie. Leerkrachten krijgen de gelegenheid nieuwe vaardigheden op te doen of oude in praktijk te brengen bij het plannen en beheren van een project. Ontmoetingen met collega’s uit andere Europese landen geven inzicht in de verschillende onderwijssystemen en -methoden en kunnen een aanzet vormen voor vernieuwing van de eigen onderwijspraktijk. Leerlingen en leerkrachten verwerven nieuwe vaardigheden zoals communicatie- en presentatievaardigheden, creativiteit, teamwork en probleemoplossend vermogen. Kinderen leren samen te werken en te communiceren met kinderen uit andere culturen. Zij ervaren hoe belangrijk het is een vreemde taal te leren. Hiermee wordt tevens voldaan aan een aantal zinsneden uit de kerndoelen binnen de vakken Nederlandse taal, Engels en Sociale Vaardigheden. Voor de vier scholen van de PCBO wordt op verschillende manieren inhoud gegeven aan het Leven Lang Leren. Binnen de scholen wordt gewerkt met eTwinningcontacten. eTwinning is onderdeel van het Europees Platform en biedt scholen de gelegenheid contacten te leggen met basisscholen uit 29 aangesloten landen van de Europese Unie. Deze contacten kunnen van korte of langere duur zijn, afhankelijk van de ontwikkeling en het onderwerp van het project. De onderwerpen in deze projecten liggen veelal op het terrein van informatie delen over de wederzijdse landen, het leren kennen van elkaars cultuur, geschiedenis, leefomstandigheden en denken leefwijze. In alle gevallen speelt de ontwikkeling van ICT-vaardigheden binnen het onderwijs een belangrijke rol.

14



Zo wordt er veel gewerkt met e-mailcontacten, PowerPoint presentaties en videoconferencing. Er wordt gebruik gemaakt van weblogs (een soort dagboek op het internet) en in sommige gevallen van forums. Een andere mogelijkheid is om een gezamenlijke website te ontwikkelen. De scholen van de PCBO hebben inmiddels eTwinningcontacten met scholen uit Schotland, Italië, Roemenië, Oostenrijk, België, Hongarije en Tsjechië. Naast de eTwinningcontacten bestaat er de mogelijkheid om deel te nemen aan Comeniusprojecten en Leonardo da Vinci-projecten. Comeniusprojecten zijn projecten voor het basisonderwijs, die een looptijd hebben van twee jaar en een eindproduct moeten opleveren zoals bijvoorbeeld een afsluitende tweedaagse met presentaties van de resultaten van het project. Onze school heeft twee jaar geleden deelgenomen aan projecten over ‘sprookjes’ en over ‘filosoferen met kinderen’. De kinderen uit de groepen 4 t/m 8 konden in de middaguren kiezen voor het atelier ‘Internationalisering’. Kinderen correspondeerden in het Engels met de kinderen uit de deelnemende landen. Dit gebeurde grotendeels via het internet. Tijdens projecten moesten onderwerpen als cultuur en geschiedenis aan bod komen. Er werden filmpjes, brieven en foto’s naar elkaar opgestuurd of gemaild om meer te weten te komen over elkaar en over het land waarin iemand woont.

2.7

Actief burgerschap en sociale integratie

Scholen in Nederland zijn sinds 2006 verplicht om bij te dragen aan de integratie van leerlingen in de Nederlandse samenleving: actief burgerschap en sociale integratie. Actief burgerschap is de bereidheid en het vermogen om deel uit te maken van een gemeenschap en daar een actieve bijdrage aan te leveren. Sociale integratie betreft de deelname van burgers (ongeacht hun etnische of culturele achtergrond) aan de samenleving. Deelname in de vorm van sociale participatie, deelname aan de maatschappij en haar instituties en bekendheid en betrokkenheid bij uitingen van de Nederlandse cultuur. Op onze school vinden wij actief burgerschap en sociale integratie belangrijk. Onze school staat midden in de samenleving. De samenleving lijkt zich steeds meer te richten op individualisering. Daardoor neemt de sociale binding af. De plichten en rechten die horen bij burgerschap raken meer op de achtergrond. Wij denken dat meer menselijke solidariteit, omgangsvormen, een bepaalde mate van sociale controle, kortom burgerschapsgedrag, bijdraagt aan de sociale binding in onze maatschappij. Wat willen we de kinderen leren op dit gebied: - de kinderen leren hoofdzaken van de Nederlandse en Europese staatsinrichting en de rol van de burger; - de leerlingen leren zich te gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaarde waarden en normen; - de leerlingen leren hoofdzaken over geestelijke stromingen die in de Nederlandse multiculturele samenleving een belangrijke rol spelen en ze leren respectvol om te gaan met verschillen in opvattingen tussen mensen; - de leerlingen leren zorg te dragen voor de lichamelijke en psychische gezondheid van henzelf en van anderen; - de leerlingen leren zich redzaam te gedragen in sociaal opzicht als verkeersdeelnemer; - de leerlingen leren met zorg om te gaan met het milieu.

15



De kinderen verkeren op school in grote groepen leeftijdgenoten, die allemaal van elkaar verschillen. Onze kinderen leren met die verschillen om te gaan en leren tevens met anderen op voet van gelijkwaardigheid samen te werken. Op deze wijze worden ze voorbereid om in de maatschappij goed te kunnen functioneren. Leerlingen nemen zelf deel aan het maatschappelijke leven in uiteenlopende situaties: op straat, bij sport, in clubjes, bij familie, onder vrienden. Wij benutten die ervaringen en stimuleren kinderen in hun maatschappelijke participatie. Het bereiken van de betreffende doelstellingen doen we niet door middel van een apart schoolvak, maar door een manier van lesgeven waarbij onze leerlingen uitgedaagd worden om na te denken over hun rol als burger in onze samenleving. De ontwikkeling van burgerschap komt tijdens diverse lessen aan de orde (onder andere tijdens ‘Topondernemers’, godsdienstlessen, schooltelevisielessen, kanjertrainingen en de klassenvergaderingen). Daarnaast proberen we burgerschap ook actief te integreren en op deze manier de leerlingen zelf te laten ervaren wat burgerschap werkelijk inhoudt. Wij stimuleren de leerlingen om zelf taken aan te pakken waarmee zij bijdragen aan gemeenschapsbelangen op buitenschools terrein en betrekken daar ook buitenschoolse connecties bij. Wij zoeken mogelijkheden voor leerlingen om een actievere rol te spelen in de schoolgemeenschap met meer verantwoordelijkheden voor besluitvorming en uitvoering. Participatie is een kernbegrip in dit verhaal. Een aantal voorbeelden ter verduidelijking: - kinderen hebben een inbreng bij het opstellen van regels; - kinderen worden betrokken bij het keuzeproces met betrekking tot de aanschaf van een nieuw speeltoestel op het plein; - kinderen worden uitgedaagd om zelf met een voorstel te komen voor de jaarlijkse actie voor ‘het goede doel’; - kinderen worden uitgenodigd om een bijdrage te leveren aan de invulling van de ‘rijke leeromgeving’; - kinderen nemen taken en verantwoordelijkheden op zich met betrekking tot hun klaslokaal en de schoolomgeving; - kinderen zijn betrokken bij de jaarlijkse herdenking op 4 mei; - door middel van het project ‘Internationalisering’ helpen we de kinderen op te voeden tot Europees burger.

16



HOOFDSTUK 3. DE INHOUD VAN HET ONDERWIJS

3.1

Godsdienstige vorming

Dit “vak” staat meestal aan het begin van de dag op het programma. Het bevat, naast de dagopening, een bijbelverhaal of een verwerking (gesprek, lied, schriftelijke of creatieve opdracht) daarover. Naast het gesprek en de vertelling wordt er ook veel gezongen. Als methode gebruiken wij “Trefwoord”. Deze methode wordt ook gebruikt bij het vormgeven van de vieringen van Kerst, Pasen en Pinksteren. Trefwoord brengt met behulp van leefthema’s twee werkelijkheden bij elkaar: de belevingswereld van het kind in de hedendaagse, multiculturele en religieuze samenleving- en de wereld van de Bijbel. In dit treffen van twee werelden leert het kind in dubbel opzicht. De eigen levenservaringen dragen er toe bij de Bijbelverhalen beter te begrijpen. Omgekeerd biedt de Bijbel een andere blik op de dagelijkse werkelijkheid. Het is een ontmoeting waaraan kinderen vooral ook van elkaar leren.

3.2

Taalontwikkeling

De hele kinderperiode staat in het teken van de taalontwikkeling, van de eerste zinnetjes van de kleuter in de kring tot de zelf voorbereide presentatie in groep 8! Vrijwel alle activiteiten in de kleutergroepen hebben te maken met de taalontwikkeling: het kringgesprek (spreken en luisteren), de poppenkast, de taalspelletjes (door de kinderen overigens niet als zodanig herkend), de aandacht voor (prenten-)boeken, het voorlezen enz. Veel van deze activiteiten gaan door in de hogere groepen. Daar werken we met de methode “Taal op Maat”. Deze methode daagt kinderen uit om te spreken, te luisteren en te schrijven, waarbij ruim aandacht wordt besteed aan de kennisoverdracht en het opdoen van een grote mate van taalvaardigheid. De methode kent een aparte leergang voor spelling. Spel naar keuze, omgaan met ontwikkelingsmateriaal (kleutergroepen): Al naar gelang het thema van die dag, die week of die periode, bedenken de kinderen en de leerkrachten allerlei activiteiten. Naast de ontwikkeling van de verschillende functiegebieden is hier ook veel aandacht voor het ontwikkelen van de zelfstandigheid en de sociaal-emotionele ontwikkeling. Bij het omgaan met ontwikkelingsmateriaal onderscheiden we: - het bezig zijn met materiaal als puzzels, lotto’s en spelletjes gericht op visueel waarnemen (kleur, vorm e.d.) en auditief waarnemen (geluiden, klanken, rijmen enz.); de computer is hier inmiddels een zinvol leermiddel gebleken; - het spelen met constructiemateriaal; - creatieve verwerking met materialen (papier, klei, verf, potloden, zand, water, kosteloos materiaal en lijm); - zand- en watertafel, tekenen schilderbord, bouw- en poppenhoek, thematische hoeken, de lees- en schrijfhoek; - voor iedere kleuter wordt per schooljaar een plakboek aangelegd om op die manier de ontwikkeling van de kleuter voor de ouders inzichtelijk te maken.

17


3.3


Lezen

Kinderen in de kleutergroepen krijgen geen gericht leesonderwijs. Toch wordt in deze periode de basis gelegd voor het latere leren lezen. De kleuter gaat steeds gedetailleerder waarnemen; het geheugen wordt getraind, het gehoor ontwikkelt zich. Allemaal onmisbare voorwaarden om te leren lezen. Aan het eind van de kleuterloopbaan worden de oefeningen gerichter: klanken rijmspelletjes, dezelfde letters bij elkaar zoeken enz. Soms werken kleuters met woorden. Ze kunnen ze dan (meestal) nog niet lezen, maar vergelijken ze met andere woorden. Op grond van de observatiegegevens en, in incidentele gevallen, de toetsgegevens wordt de ontwikkeling van het kind binnen het team en met de ouders besproken voordat het kind naar groep 3 gaat. In groep 3 leren de kinderen lezen aan de hand van de methode “Veilig Leren Lezen”. De methode bevat toetsen en de kinderen maken hun eerste Cito-toets. Zo worden de vorderingen van het kind zowel voor de leerkrachten als voor de ouders inzichtelijk gemaakt. Voor de ontwikkeling van het begrijpend en studerend lezen, maken we gebruik van de leergang ‘Begrijpend lezen’ van de methode “Goed Gelezen!” In de groepen 4, 5 en 6 wordt de methode ‘Nieuwsbegrip’ gebruikt. De groeen 7 en 8 gebruiken het computerprogramma ‘Muiswerk’. Naast deze activiteiten wordt veel gedaan aan leesbevordering (gericht stimuleren van de leesinteresse, bijvoorbeeld door middel van boekbesprekingen). Iedere groep heeft een eigen bibliotheek, waaruit vrij mag worden gekozen. Het lidmaatschap van de Openbare Bibliotheek wordt gestimuleerd, zodat er ook thuis wordt gelezen.

3.4

Schrijven

Wij hanteren de methode “Pennenstreken”. Pennenstreken gaat uit van een doorgaande lijn technisch schrijven – in lopend schrift – voor groep 1 tot en met 8. Een leerlijn is te vergelijken met een 'vaste weg' die alle leerlingen volgen. Zo begint Pennenstreken op een speelse manier met voorbereidend schrijven in de kleutergroepen. Het aanleren van de 'kleine' schrijfletters vindt plaats in jaargroep 3. In groep 4 komen de hoofdletters aan bod. In de overige groepen wordt het schrift geautomatiseerd en leren de kinderen sneller schrijven. In groep 7 wordt het blokschrift aangeleerd. De kinderen in groep 3 leren schrijven met een vulpen, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen links- en rechtshandige kinderen. De schoolvulpennen zijn voor gebruik thuis via school te koop (zie hoofdstuk 10.3).

3.5

Engels

De kinderen van de groepen 5 tot en met 8 krijgen wekelijks van hun leerkracht een les Engels. Hiervoor hanteren wij de methode “Hello World”. De leerstof is gericht op praktische zaken als vakantie, de weg vragen en het omgaan met mensen. Doelstelling is de kinderen zich bewust te maken van de al aanwezige kennis van de Engelse taal, zich eenvoudig leren uitdrukken in het Engels en eenvoudig Engels te verstaan. Wellicht ten overvloede: de grammatica laten we over aan het voortgezet onderwijs!

3.6

Rekenen en wiskunde

Het rekenonderwijs wordt op onze school gestructureerd aangeboden vanaf de kleutergroepen t/m groep 8. In de kleutergroepen wordt gewerkt aan de basisvoorwaarden: verzamelen, verdelen, tellen. In groep 3 krijgen de kinderen hun eerste rekenboek. We gebruiken de methode “Reken Zeker”. De methode Reken Zeker combineert het beste uit de twee werelden van traditioneel rekenen en realistisch rekenen. Centraal daarbij staan de voor elke som werkende rekenregels voor optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. In de praktijk blijkt dat álle leerlingen van het regulier basisonderwijs zonder veel moeite kunnen leren rekenen met deze standaard rekenregels. Zij leren dit met behulp van de systematisch opgebouwde oefeningen van de methode. De standaard rekenregels leiden altijd tot de goede oplossing. Al doende gaat de leerling begrijpen waarom die rekenregels altijd tot het goede antwoord leiden. Daardoor krijgt de leerling een goed inzicht in ons decimale getallenstelsel en ontwikkelt het een groot zelfvertrouwen.

18



Daarnaast wordt veel aandacht besteed aan realistische opgaven en wordt er intensief geoefend met alle typen vragen van de CITO-toets. Doordat de leerling een goed inzicht heeft ontwikkeld in het rekenen met hele getallen, kommagetallen en breuken, ziet het bijvoorbeeld heel snel hoe je een som ‘handiger’ kunt uitrekenen. Dit heeft grote voordelen bij de ‘handig rekenen’-vragen uit de CITOtoets. Ook weet de leerling dat hij élke som kan uitrekenen met de standaardrekenmethodes. Dat geeft veel zelfvertrouwen en het maakt de CITOvragen eenvoudig. De standaard rekenregels worden in het vervolgonderwijs ook gebruikt bij het rekenen met letters. Het is daarom erg belangrijk dat kinderen deze regels goed begrijpen en kunnen toepassen.

3.7

De zaakvakken: onderwijs in natuur en milieu, aardrijkskunde, geschiedenis, verkeer

Vanaf de kleutergroepen is er veel aandacht voor de wereldoriëntatie, door visuele en auditieve waarneming praten en werken over de wereld om je heen. Dit wordt gedaan aan de hand van thema’s passend bij de periode van het jaar, de actualiteit, enz. Voor de groepen 1 t/m 3 wordt voor het onderwijs in natuur en milieu gewerkt met de methode “Leefwereld”. Kenmerkend voor deze methode is de opvatting dat de kennis over natuur en milieu niet moet komen uit een boekje, maar dat je leert door bezig te zijn met de natuur en de wereld om je heen. De natuur- en milieuclub “De Eekhoorn” verzorgt het atelier ‘Natuur’ voor groep 4. Ook regelt De Eekhoorn het leerstofaanbod, de inbreng van materialen, de organisatie van excursies onder schooltijd, maar ook daar buiten. Voor deze excursies wordt soms een bijdrage van de ouders gevraagd. Er wordt veelvuldig gebruik gemaakt van de faciliteiten die worden aangeboden door Het Milieu Educatie Centrum (leskisten, bezoek aan heemtuin en kinderboerderij). In het atelier ‘Natuur’ wordt het natuuronderwijs verder vormgegeven. Met ingang van het huidige schooljaar wordt daarbij de module ‘Natuurzaken’ van ‘De Zaken van Zwijsen’ gebruikt. In het voorjaar hebben de kinderen van groep 6, na de zomervakantie groep 7, allemaal een tuintje in De Bloemerd: onder deskundige leiding en ondersteund door leerkracht en ouders, leren de kinderen zaaien, bewerken en oogsten. De kinderen van groep 8 worden opgeleid voor het diploma Jeugd-EHBO. De cursus wordt gegeven door mevrouw van Wijngaarden, onder verantwoordelijkheid van de groepsleerkracht. De cursus heeft een theoretisch deel (het boekje van het Oranje Kruis) en een praktisch deel (verbinden, enz.). Aardrijkskunde en geschiedenis zijn voor wat betreft de groepen 4 tot en met 8 ondergebracht in het atelier ‘Topondernemers’. In dit atelier wordt gebruik gemaakt van de methoden ‘Wijzer door de tijd’ en ‘Een wereld van verschil’. In de groepen 5 t/m 8 gebruiken wij de digitale bordmethode ‘De Zaken van Zwijsen’. Deze methode ondersteunt op dit moment de vakgebieden aardrijkskunde (‘Wereldzaken’), geschiedenis (‘Tijdzaken’) en natuur en milieu (‘Natuurzaken’). ‘Nieuwe zaken’ speelt maandelijks in op de actualiteit. Ook het verkeersonderwijs begint in de kleutergroepen. In de groepen 1 en 2 wordt gebruik gemaakt van de materialen van de methode “Stoepie”. De nadruk ligt hierbij op veilig gedrag. Vanaf groep 3 wordt gewerkt met de methode “Wijzer door het verkeer”. Ook deze methode is praktisch gericht. In groep 7 leggen de kinderen zowel een praktisch als een theoretisch verkeersexamen af. Omdat wij het belangrijk vinden dat kinderen structureel met verkeer aan het werk zijn, krijgen alle kinderen van alle groepen elk jaar praktische verkeerslessen. Kinderen maken tijdens deze lessen op verschillende manieren kennis met praktische verkeersactiviteiten, denk hierbij aan het oversteken en het fietsen.

19


3.8


Huiswerk

De kinderen krijgen huiswerk om bekende leerstof extra te oefenen. In de hoogste groepen is daarnaast van belang dat kinderen, als voorbereiding op het voortgezet onderwijs, leren omgaan met huiswerk (tijd indelen, rekening houden met onverwachte gebeurtenissen etc.). Groep 4:

- de tafels van vermenigvuldiging

Groep 5:

- de tafels van vermenigvuldiging

Groep 6:

- topografie van Nederland - spelling

Groep 7:

- topografie van Europa - spelling - rekenen - krantenkring - Engels

Groep 8:

- topografie van de werelddelen - spelling - rekenen - taal - krantenkring - Engels - EHBO

In incidentele gevallen kunnen de kinderen leerstof op het gebied van lezen, rekenen en spelling mee krijgen om thuis extra te oefenen. Kinderen die moeite hebben met het leren en maken van hun huiswerk, kunnen ondersteuning krijgen in de zogenaamde huiswerkklas, elke donderdag van 14.45 tot 15.15 uur. De huiswerkklas staat onder leiding van juf Miranda van groep 6.. Natuurlijk worden de ouders van de desbetreffende kinderen vroegtijdig door de leerkracht geïnformeerd.

3.9

Bewegingsonderwijs

Voor dit onderwijs staat de kleuters een speellokaal ter beschikking. Hier worden spelletjes gedaan en er kan worden geklommen en geklauterd. Het lokaal is ingericht met een klimrek, glijbaan, springkasten, zwiepplank, matten en allerlei klein materiaal als hoepels, ballen, blokken, touwen, enz. Natuurlijk wordt er ook veel buiten gespeeld. Om tegemoet te komen aan de bewegingsdrang van kinderen proberen we steeds spelsituaties te creëren die uitdagen tot bewegen. Er zijn daar vele materialen voor beschikbaar: karren, klimmateriaal, springtouwen, enz. Ook de zandbak wordt, als het weer het toelaat, veel gebruikt. In het speellokaal bewegen de kleuters zich in hun onderkleding en op gymschoenen. De leerlingen van de groepen 3 t/m 8 krijgen bewegingsonderwijs in sportcomplex “De Does” aan het Amaliaplein. Iedere groep, met uitzondering van groep 3, heeft twee lessen per week. In een aantal groepen wordt les gegeven door onze vakleerkrachten; de overige lessen worden gegeven door de groepsleerkrachten. In plaats van de tweede gymles spelen de kinderen van groep 3 elke middag nog even buiten. De kinderen van de groepen 7 en 8 hebben wekelijks de mogelijkheid om te kiezen voor een extra gymles in de vorm van een atelier onder leiding van de vakleerkracht gymnastiek. De kinderen dragen in de sportzaal een shirt en een broekje en gymschoenen die niet daarbuiten mogen worden gedragen. Maandelijks wordt samen met de andere scholen uit Leiderdorp deelgenomen aan een sporttoernooi. Deze toernooien worden door de plaatselijke sportverenigingen georganiseerd. Training en begeleiding wordt verzorgd door ouders en/of leerkrachten.

20


3.10


Muzikale vorming, drama, dans

In de kleutergroepen komt muziek maken, zingen en luisteren naar muziek vrijwel dagelijks aan de orde. Er wordt gebruik gemaakt van instrumenten. De kinderen leren ritmen te herkennen en na te klappen en bewegen op muziek. De teksten van alle aangeleerde liedjes gaan in de kleutergroepen mee naar huis. In de hogere groepen wordt doorgegaan met al deze activiteiten en ze worden uitgebreid en nemen toe in moeilijkheidsgraad. De methode die wordt gebruikt heet ‘Vier muziek met’. De leerlingen van groep 8 voeren bij hun afscheid een musical op voor ouders en leerkrachten. Andere groepen presenteren incidenteel een musical of een andere voorstelling aan ouders en medeleerlingen. In alle leerjaren is aandacht voor drama en dans. Drama is van belang voor de motorische ontwikkeling en kan daarnaast voor kinderen een goed middel zijn om zich te uiten of zich bewust te worden van hun eigen houding c.q. gedrag. De methode die wij gebruiken heet: “Drama moet je doen!”.

Dans en muziek zijn voor de groepen 4 tot en met 8 ondergebracht in ateliers.

3.11

Handvaardigheid/tekenen

Bij de kleuters en gedeeltelijk ook nog in groep 3, zijn handvaardigheid en tekenen opgenomen in het totale programma en vormen daardoor geen aparte “vakken”. In de groepen 4 tot en met 8 zijn tekenen en handvaardigheid ondergebracht in ateliers, waarbij de kinderen in grote mate van keuzevrijheid kunnen genieten. Ter ondersteuning van deze lessen wordt door de leerkrachten gebruik gemaakt van de leergang beeldende vorming van de methode ‘Moet je doen”.

21



HOOFDSTUK 4. BIJZONDERE ACTIVITEITEN Elk jaar gaan de kinderen van de groepen 5 en 8 op kamp. De andere omgeving en de bijzondere activiteiten stellen andere eisen aan de sociale vaardigheden van de leerlingen. Daarnaast is het gewoon leuk om met alle kinderen van de groep en juf of meester een paar dagen op kamp te gaan. Jaarlijks worden op school rond het thema van de Kinderboekenweek activiteiten georganiseerd. Doelstelling hierbij is de kinderen te laten ervaren dat lezen, naast nuttig, vooral ook heel plezierig kan zijn. Overigens beperken wij ons bij het nastreven van dit doel niet tot de Kinderboekenweek! In de eerste week na de zomervakantie verzamelen alle kinderen en leerkrachten zich op het schoolplein. Met elkaar staan we tijdens deze jaaropening even stil bij de start van het nieuwe schooljaar. Aan de christelijke feestdagen wordt op verschillende wijze aandacht besteed en wel door vieringen in de groep, met meerdere groepen samen of in de kerk met de ouders. Jaarlijks wordt een zendingsdienst gehouden ter afsluiting van het project waarvoor is gespaard. Op school is op allerlei manieren aandacht aan het project besteed en de dienst wordt met leerkrachten en kinderen voorbereid. Ook sparen wij voor het project ‘SCOOLS’ van Edukans. Onder leiding van een groep ouders en leerkrachten houdt de natuur- en milieuclub “De Eekhoorn” zich bezig met natuur en milieu veraf en dichtbij. De leiding integreert de activiteiten zoveel mogelijk in de “gewone” lessen natuur en milieu en in het atelier ‘Natuur’. Daarnaast worden voor kinderen incidenteel buitenschoolse activiteiten georganiseerd (zie hoofdstuk 3.7). Sinds 1975 kent onze school een schaakclub. Een groot aantal leerlingen uit de groepen 1 t/m 8 speelt wekelijks wedstrijden na schooltijd en tijdens het ‘schaakatelier’. De schaakclub staat onder leiding van een leerkracht die wordt geassisteerd door enkele enthousiaste ouders. Vermeld mag worden dat onze schaakclub zich in de laatste schooljaren regelmatig heeft weten te plaatsen voor de Nationale Kampioenschappen Schoolschaken, waarbij in 2009 zelfs de Nationale titel werd veroverd! We leren de kinderen zo goed mogelijk schaken; het spel wordt immers boeiender naarmate de eigen vaardigheid toeneemt. Desondanks is de goede sfeer het belangrijkst en wordt geprobeerd de kinderen zoveel mogelijk van het spel te laten genieten. De resultaten komen dan vanzelf! De contributie voor de schoolschaakclub bedraagt € 20,- per schooljaar. Jaarlijks kent de school een museummaand. Alle groepen gaan die maand op excursie. De jongere leerlingen (kleuters) gaan naar een instelling dichtbij huis, zoals de brandweer of de politie. De oudere kinderen bezoeken een museum in Leiden. Kinderen uit de hoogste groepen werken op 4 mei mee aan de plaatselijke dodenherdenking. Deze herdenking vindt plaats op de algemene begraafplaats aan de Hoogmadeseweg. Aan het eind van ieder schooljaar houden wij samen met SKL het jaarlijkse ‘Brinkfeest’. Voor ieder Brinkfeest wordt een thema gekozen. Bij het thema worden activiteiten georganiseerd en alle deelnemers zijn in stijl verkleed.

22



Naast deze jaarlijks terugkerende activiteiten doen zich naar aanleiding van de lessen of de actualiteit ook nog incidenteel gelegenheden voor, waarbij van het normale lesprogramma wordt afgeweken en excursies en/of projecten worden georganiseerd. In het kader van cultuureducatie neemt onze school deel aan de activiteiten van Kunstgebouw. Het project Kijk!Kunst brengt basisschoolleerlingen in contact met alle vormen van kunst in een betekenisvolle leeromgeving. De kinderen uit de groepen 1 tot en met 8 genieten ook dit schooljaar weer van een dans-, theater-, muziek- of filmvoorstelling, of van beeldende kunst. Het project ‘Erfgoedspoor’ biedt vanaf groep 5 ieder schooljaar één project, dat altijd bestaat uit drie lessen. Leerlingen gaan in de kernles altijd ‘naar buiten’ om daar het authentieke erfgoed te ontdekken. Ze gaan zoeken in de bodem naar sporen uit het verleden, ze leren meer over de geschiedenis van het eigen dorp, gaan op bezoek in het Leiderdorps Museum en bezoeken een molen. Zo wordt geschiedenis een belevenis!

23



HOOFDSTUK 5. DE ZORG VOOR DE KINDEREN

5.1

Opvang van nieuwe leerlingen

Van leren kan slechts sprake zijn als kinderen zich op hun gemak voelen. De eerste taak van de school ten aanzien van iedere nieuwe leerling is dan ook het kind vertrouwd maken met de school. Onder de school verstaan we dan het gebouw, de leerlingen, de leerkrachten en de dagelijkse gang van zaken. De leerkrachten en de medeleerlingen maken de nieuwe leerling wegwijs in de school en bieden hulp in allerlei nieuwe situaties. Pas als het kind zich veilig voelt, staat het open voor nieuwe kennis en vaardigheden. Bij de instroom van een nieuwe leerling, of dit nu een vierjarige of een oudere leerling betreft, is observatie door de leerkracht van groot belang: vindt het kind een plek in de groep, durft het zich, letterlijk en figuurlijk, te bewegen in de school. Als een oudere leerling op school komt is het belangrijk de beginsituatie van het kind vast te stellen. Daarom is er altijd contact met de vorige school. Soms is het nodig extra toetsen af te nemen. Een nieuw gezin wordt kort na de start op de nieuwe school door een leerkracht thuis bezocht. Dit bezoek heeft een tweeledig doel: de ouders zijn in de gelegenheid allerlei informatie in te winnen over de gang van zaken op school en de leerkracht maakt kennis met, zo mogelijk, beide ouders en wordt door de ouders op de hoogte gesteld over eventueel bijzondere gezinsomstandigheden.

5.2

Het leerlingvolgsysteem

In de kleutergroepen wordt de ontwikkeling van de kinderen gevolgd door middel van het observatiesysteem ‘Dorr’. Gedurende de kleuterperiode worden de kinderen geobserveerd aan de hand van een observatielijst die drie keer per jaar wordt geëvalueerd. Als er twijfel bestaat over de ontwikkeling van een kind, kunnen, nadat de ouders zijn geïnformeerd, toetsen worden afgenomen, waardoor de vermoedens van de leerkracht al of niet bevestigd worden. Als een achterstand of voorsprong wordt geconstateerd kan ook voor een kleuter een handelingsplan worden opgesteld: door specifieke activiteiten in of buiten de klas wordt geprobeerd de ontwikkeling te stimuleren of tegemoet te komen aan een ondersteuningsbehoefte. Extra ondersteuning wordt geboden door de leerkracht binnen de klas of door een ondersteunende leerkracht buiten de klas. Het spreekt voor zich dat dergelijke activiteiten altijd van tevoren met de ouders worden besproken. In deze communicatie spelen de leerkracht en de intern begeleider (juf Renée Schoots) een rol. De sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen van de groepen 3 tot en met 8 wordt in kaart gebracht met behulp van de vragenlijsten die horen bij ‘Zien’. Leerkrachten en leerlingen van groep 5 tot en met groep 8 vullen vragenlijsten in. Met behulp van deze vragenlijsten vormen de leerkrachten zich een beeld van de ontwikkeling van hun leerlingen. Wanneer de verzamelde gegevens daartoe aanleiding geven, wordt actie ondernomen. Dit kan variëren van een handelingsplan tot het inroepen van deskundige hulp. Vanaf groep 3 kennen wij de zogenaamde methodegebonden toetsen. Daarnaast maken wij gebruik van het Cito-leerlingvolgsysteem. Dit systeem stelt ons in de gelegenheid op een objectieve wijze de ontwikkeling en de leerresultaten van de kinderen bij te houden. Bovendien worden de resultaten afgezet tegen landelijke normen. Aan de hand van de uitslagen van deze toetsen wordt het onderwijs aangepast aan de individuele leerling. Op dit moment werken we voor alle leerlingen met de volgende Cito-toetsen: spelling, technisch lezen, begrijpend lezen, rekenen en wiskunde, de entreetoets (groep 7) en de eindtoets (groep 8). Daarnaast worden voor individuele leerlingen nog andere toetsen gebruikt. De toetsen worden enkele keren per schooljaar afgenomen en passen in het normale werkritme van de school en van de kinderen. Wij willen uiterst terughoudend zijn met het toetsen van kleuters. Onze kleuters spelen. In hun spel leren ze bijzonder veel en wij zijn van mening dat wij door middel van het observatiesysteem ‘Dorr’ de ontwikkeling van onze kleuters nauwkeurig kunnen volgen. De onderwijsinspectie wil dat wij onze kleuters van groep 2 toetsen door middel van CITO-toetsen. Omdat dit zou betekenen dat wij onze kleuters in ‘examenstand’ aan tafeltjes moeten plaatsen, wijken wij hier bewust af van het advies van de inspecteur. Directie van de PCBO en de MR van de school zijn nauw betrokken bij dit besluit.

24



In incidentele gevallen wordt bij de kleuters wel een CITO-toets afgenomen indien er behoefte is aan extra informatie, bijvoorbeeld om goed in te kunnen schatten of een kind toe is aan groep 3. In een dergelijke situatie kan een CITO-toets bij kleuters functioneel zijn. Trendanalyses Gedurende een reeks van jaren worden de CITO-resultaten van de leerlingen van School Kastanjelaan met elkaar vergeleken. Zo worden bijvoorbeeld de resultaten van achtereenvolgende groepen 5 op een rij gezet, maar ook de ontwikkeling van een groep 3 tot uiteindelijk groep 8, enz. Op die manier kunnen bepaalde ‘trends’ gesignaleerd worden. Dit noemen wij daarom een ‘trendanalyse’. Een en ander kan leiden tot bepaalde beleidsbeslissingen. Voor het registreren van alle toetsresultaten wordt het administratieprogramma ‘Parnassys’ gebruikt. De ouders hebben door middel van een gebruikersnaam en een wachtwoord toegang tot het zogenaamde ‘ouderportaal’ van dit administratiesysteem. Het ouderportaal geeft informatie over de vorderingen van de leerlingen en toont de tussenstand van het bijbehorende digitale rapport. We hebben van ouders begrepen dat deze mogelijkheden bijzonder worden gewaardeerd.

5.3

De zorgbreedte

De school erkent dat er verschillen zijn tussen leerlingen in leerprestaties, tempo, motivatie en andere persoonsgebonden factoren. Tegemoet komen aan deze verschillen, wordt binnen het onderwijs zorgbreedte genoemd. De observaties van de leerkrachten of de toetsresultaten kunnen aanleiding zijn een leerling in te brengen in de tweemaandelijkse leerling-bespreking, waarbij het hele team van leerkrachten aanwezig is. Daar worden afspraken gemaakt over de ondersteuning die geboden zal worden. Er wordt een handelingsplan gemaakt en uitgevoerd door de leerkracht (binnen de groep) en/of door een daartoe aangewezen leerkracht (binnen of buiten de groep). In het handelingsplan wordt vermeld: - wat we willen bereiken; - wanneer we het plan uitvoeren; - wat we precies gaan doen; - hoe we het gaan doen; - waar we het gaan doen (in of buiten de klas); - wie het plan uitvoert (eigen leerkracht of remedial teacher); - met welke materialen er wordt gewerkt; - de toets die aan het eind van de periode wordt afgenomen; - de evaluatie. Als de ondersteuningsbehoefte is geconstateerd en de diagnose is gesteld, worden de ouders op de hoogte gebracht. Nadat het handelingsplan is uitgevoerd worden de ouders op de hoogte gesteld van de resultaten. Na afsluiting van het handelingsplan worden de resultaten in de eerstvolgende leerling-bespreking geëvalueerd. Het kan zijn dat de hulp of ondersteuning die de school biedt niet voldoende verbetering brengt in de situatie van een kind. De school kan dan samen met de ouders/verzorgers besluiten het kind aan te melden bij het Schoolgebonden Ondersteuningsteam. Dit Ondersteuningsteam wordt gevormd door de directeur van de school (voorzitter), de intern begeleider van de school, de VIA adviseur,

25



vertegenwoordigers van het Centrum voor Jeugd en Gezin (bijvoorbeeld de schoolarts, sociaal verpleegkundige en school maatschappelijk werker). Overige instanties zoals Bureau Jeugdzorg of Regionaal Bureau Leerplicht worden uitgenodigd indien noodzakelijk. Bij het overleg is de aanwezigheid van de ouders en zo mogelijk ook de leerkracht gewenst. Het ondersteuningsteam komt op afroep bij elkaar. Het Ondersteuningsteam overlegt over kinderen die extra ondersteuning nodig hebben. Het Ondersteuningsteam adviseert welke ondersteuning en begeleiding het kind eventueel nodig heeft. Daarna wordt afgesproken wie van de aanwezigen actie onderneemt en wanneer. Aan het eind van ieder leerjaar vindt een evaluatie plaats van alle zorgleerlingen, procedures, voorzieningen en andere activiteiten in het kader van de zorgverbreding. Ook worden afspraken gemaakt ten aanzien van de begeleiding van bepaalde leerlingen in het volgende schooljaar.

5.4

Logopedie

Tweewekelijks komt de logopediste een ochtend op school. Zij verricht uitsluitend preventieve werkzaamheden, zoals screening, voorlichting, advies, controle, etc. Screening van oudste kleuters vindt plaats rond de maand waarin de vijfde verjaardag valt. De ouders worden hierover van tevoren schriftelijk geïnformeerd.

5.5

De overgang naar het voortgezet onderwijs

De leerkrachten van groep 8 organiseren in de eerste helft van het schooljaar een ouderavond, waar voorlichting wordt gegeven over de gang van zaken rondom verwijzing naar en keuze van een school voor voortgezet onderwijs. In november formuleren de leerkrachten, in overleg met collega’s, een advies aan de ouders met betrekking tot de keuze van een vorm van voortgezet onderwijs. In januari of februari wordt dit advies in een gesprek aan de ouders meegedeeld en toegelicht. Op grond van dit advies kunnen de ouders en de leerlingen zich gaan oriënteren op de diverse scholen voor voortgezet onderwijs. De leerkrachten stimuleren ouders en kinderen om zich breed te oriënteren. In april maken de leerlingen van groep 8 de Eindtoets van het CITO. De resultaten van de toets zullen vaak in overeenstemming zijn met het gegeven advies. De uitslag van de toets wordt door de leerkrachten meegedeeld aan de ouders. Als het toetsresultaat niet in overeenstemming is met het advies en de schoolkeuze, wordt door de leerkrachten contact opgenomen met de gekozen school en vindt overleg plaats. In een aantal gevallen zal de school voor voortgezet onderwijs toch bereid zijn de leerling te plaatsen; in andere gevallen eist de school een toelatingstoets. De ouders en de leerling beslissen of een dergelijke toets wordt gemaakt, of dat wordt gekozen voor een school waar toelating geen probleem zal zijn. Inschrijving van een leerling op een school voor voortgezet onderwijs wordt gedaan door ouders en school samen. Ouders ontvangen een afschrift van de inlichtingenstaat die door de basisschool aan de school voor voortgezet onderwijs wordt gezonden. In de laatste maanden van het schooljaar hebben de leerkrachten van groep 8 gesprekken met de brugklascoördinatoren om de aanmeldingsformulieren toe te lichten. Voor het vergroten van het eigen inzicht worden gemiddelde CITO score 2013-2014 van onze oud-leerlingen 541 540 de prestaties in het derde 540 539,3 jaar van het voortgezet 539 onderwijs vergeleken met 538 het destijds uitgebrachte 537 advies. 536 Aan het einde van het 535 535 schooljaar 2013-2014 534 verlieten 27 leerlingen 533 School Kastanjelaan. De 532 gemiddelde CITO-score Landelijk Kastanjelaan Kastanjelaan gecorrigeerd lag ruim boven het gemiddelde CITO score landelijke gemiddelde.

26


5.6


Voor-, tussen- en naschoolse opvang

School Kastanjelaan is gehuisvest in Kindcentrum De Brink. Kinderopvang, voorschoolse-, tussenschoolse- en naschoolse opvang onder één dak. Dit concept blijkt een maatschappelijke voltreffer! Wat betreft de tussenschoolse opvang: ouders en school hebben met elkaar het ‘collectief overblijven’ ingevoerd. Hierbij lunchen alle kinderen van School Kastanjelaan op school. De kinderen lunchen in hun eigen lokaal aan hun eigen tafel o.l.v. de leerkracht.. De medewerkers van Lunchtijd Leiderdorp verzorgen de pleinwacht. e e e De kosten bedragen € 125,- per jaar voor 1 kind, € 250,- per jaar voor 1 en 2 kind. Overige kinderen blijven gratis over. In de berekening van de kostprijs zijn vakanties en vrije dagen, roostervrije dagen, studiedagen en bijzondere omstandigheden reeds meegenomen.

5.7

Protocol ter voorkoming van pestgedrag

Op onze school is een protocol ter voorkoming van pestgedrag aanwezig. In dit protocol is omschreven wat we onder pestgedrag verstaan, welke maatregelen er genomen kunnen worden en wie waarvoor verantwoordelijk of aanspreekbaar is. Dit protocol ligt ter inzage bij de schoolleiding. Daarnaast kan het worden ingezien op de informatieavond aan het begin van het schooljaar. Dit protocol wordt door het hele team en de oudervertegenwoordiging van de MR onderschreven.

5.8

Verzekering en aansprakelijkheid

De PCBO Leiderdorp heeft voor haar scholen een verzekeringspakket afgesloten, bestaande uit een ongevallenverzekering en een aansprakelijkheidsverzekering. Op grond van deze ongevallenverzekering zijn alle betrokkenen (leerlingen; personeel; vrijwilligers) bij schoolactiviteiten verzekerd. De verzekering geeft recht op een (beperkte) uitkering als een ongeval tot blijvende invaliditeit leidt. Ook zijn de geneeskundige en tandheelkundige kosten gedeeltelijk meeverzekerd, voor zover de eigen verzekering van betrokkene geen dekking biedt ( bijvoorbeeld door eigen risico).

27



Materiële schade (kapotte bril, fiets etc.) valt niet onder de dekking. De aansprakelijkheidsverzekering biedt zowel de school zelf als degenen die voor de school actief zijn (bestuursleden; personeel; vrijwilligers) dekking tegen schadeclaims en gevolgen van onrechtmatig handelen. De school of het schoolbestuur is niet voor alles wat tijdens de schooluren en buitenschoolse activiteiten gebeurt aansprakelijk. De school of het schoolbestuur heeft pas een schadevergoedingsverplichting wanneer er sprake is van een verwijtbare fout. De school (of zij die voor de school optreden) moeten dus te kort zijn geschoten in hun rechtsplicht. Het is mogelijk dat er schade wordt geleden, zonder dat er sprake is van enige onrechtmatigheid. Bijvoorbeeld een bal tegen een bril tijdens de gymnastiekles. Die schade valt niet onder de aansprakelijkheidverzekering en wordt (dan ook) niet door de school vergoed. Daarnaast is de school niet aansprakelijk voor (schade door) onrechtmatig gedrag van leerlingen. Leerlingen (of, als zij jonger zijn dan 14 jaar, hun ouders) zijn primair zelf verantwoordelijk voor hun doen en laten. Een leerling die tijdens de schooluren of tijdens andere door de school georganiseerde activiteiten door onrechtmatig handelen schade veroorzaakt, is daarvoor dus in de eerste plaats zelf (of de ouders) verantwoordelijk. Het is dus van belang dat ouders/verzorgers zelf een particuliere aansprakelijkheidsverzekering afsluiten. Verzekerde bedragen: Rubriek A. In geval van overlijden € 12.500,00 Rubriek B. In geval van blijvende invaliditeit €. 60.000,00 Rubriek C. Voor geneeskundige kosten € 3.000,00 Rubriek D. Voor tandheelkundige hulp € 3.000,00 De dekking van Rubriek B. is een maximaal uit te keren bedrag op basis van 100% invaliditeit. De dekking van Rubriek C. en D. zijn aanvullende voorzieningen op de bestaande verzekeringen van de ouders. Rubriek D. geeft een vergoeding van maximaal € 1000, 00 per beschadigd (gebits-)element. In deze beide gevallen (Rubriek C. en D.) dient u de rekening eerst in bij uw eigen verzekeringsmaatschappij met het verzoek de originele rekening aan u terug te zenden. Op deze rekening krijgt u de aantekening “voor eigen risico” of “gedeeltelijk vergoed”. Deze schade declareert u dan via de school bij de (school)ongevallenverzekering. De scholierenongevallenverzekering heeft een 24-uursdekking.

5.9

Klachtenregeling

Waar gewerkt wordt, kunnen fouten worden gemaakt of kunnen misverstanden ontstaan. Ouders zijn van harte welkom dergelijke zaken eerst met de betrokken leerkracht te bespreken om samen een goede oplossing te vinden. Komt u er niet uit, dan kunt u dit overleggen met de schoolleider. Indien ook dit niet tot een goed resultaat leidt, kunt u zich wenden tot de directeur/bestuurder van de Stichting Protestants Christelijk Basisonderwijs te Leiderdorp, p/a Marjoleintuin 58, 2353 PL Leiderdorp. Een klacht dient dan schriftelijk te worden ingediend, voorzien van naam en adres van de klager en dagtekening en moet een omschrijving van de klacht bevatten. Als een klacht niet naar tevredenheid van klager en/of het bestuur wordt opgelost, hebben beide partijen de mogelijkheid zich te wenden tot de landelijke klachtencommissie. De PCBO heeft het model klachtenregeling vanuit de Besturenraad voor het Christelijk onderwijs overgenomen en zich aangesloten bij de landelijke klachtencommissie van deze organisatie. Met de regeling wordt een zorgvuldige behandeling van klachten beoogd, waarmee het belang van de betrokkenen wordt gediend, maar ook het belang van de school. Veruit de meeste klachten over de dagelijkse gang van zaken zullen in onderling overleg tussen ouders, leerlingen, personeel en schoolleiding op de juiste wijze worden afgehandeld. De klachtenregeling stelt de ouders in staat om, wanneer zij het gevoel hebben niet voldoende bij de leerkracht of de directie terecht te kunnen, extern hulp te zoeken: Landelijke Klachten commissie voor het Christelijk Onderwijs. Postbus 82324, 2508 EH Den Haag, tel.: 070 3861697 (van 9.30 tot 15.00 uur), fax: 070 3020836.

28



Een exemplaar van de klachtenregeling is op iedere school ter inzage aanwezig. Email:[email protected] Website:www.klachtencommissie.org

5.10

Sponsorbeleid

Voor de scholen van onze Stichting is een sponsorbeleid geformuleerd. Dit beleid is gebaseerd op het landelijke convenant sponsoring onderwijs. Een exemplaar van het sponsorbeleid en het sponsorcontract is op iedere school ter inzage aanwezig.

29



HOOFDSTUK 6. MEDEZEGGENSCHAP Iedere school heeft een medezeggenschapsraad (MR), bestaande uit een gelijk aantal ouders en leerkrachten. De ouderleden worden gekozen uit en door de ouders; de leerkrachten worden gekozen uit en door het personeel. De Stichting kent ook een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR), waarin afgevaardigden van de medezeggenschapsraden van de vier scholen zitting hebben. In de (G)MR-vergaderingen worden allerlei zaken betreffende de school c.q. de scholen en de vereniging besproken. De (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraad kan zowel gevraagd als ongevraagd advies geven de directeur/bestuurder. In statuten en huishoudelijk reglement zijn de taken en bevoegdheden neergelegd. Statuten en huishoudelijk reglement zijn op iedere school ter inzage. Deze schoolgids kan slechts aan ouders/verzorgers worden uitgereikt, nadat de medezeggenschapsraad kennis heeft genomen van de inhoud van de gids en er mee heeft ingestemd.

30



HOOFDSTUK 7. DE LERAREN

7.1

De onderwijskundige ontwikkeling: een terugblik, nieuwe plannen

Onderwijskundige ontwikkelingen Terugblik Passend onderwijs in een zo inclusief mogelijke setting: alle kinderen horen erbij en alle kinderen doen ertoe. De ambitie van het samenwerkingsverband Primair Passend Onderwijs wordt op School Kastanjelaan van harte onderschreven. Het werken met weektaken, de mogelijkheden die de zelfstandig werkruimte (het ‘stiltelokaal’) biedt en de ateliers in de middaguren maken het mogelijk dat de kinderen zoveel mogelijk op hun eigen niveau werken. Daarnaast streven we ernaar dat tijdens de ateliers alle soorten intelligenties aan bod komen. Dit maakt de ateliers zeer aantrekkelijk voor de kinderen en zorgt voor een goede afwisseling. Door verschillende ateliers aan te bieden, aansluitend bij de verschillende intelligenties, krijgt elke leerling de kans zijn/haar talenten te gebruiken en te ontwikkelen. In de groepen 4 tot en met 8 worden de zaakvakken, de creatieve vakken en activiteiten als techniek, drama, dans, koken en filosoferen vormgegeven in ateliers. Van alles wat in de ateliers plaatsvindt, wordt door de kinderen en leerkrachten verslag gedaan door middel van een portfolio. Werkstukken, certificaten, foto’s en diploma’s geven samen met de evaluatieformulieren aan de ouders een compleet beeld. Plannen School Kastanjelaan is gehuisvest in ‘Kindcentrum De Brink’. Een kindcentrum gaat nog een stap verder dan een brede school. Zo ver is het echter nog niet in onze prachtige multifunctionele accommodatie aan de Kastanjelaan, maar het is wel ‘de stip op de horizon’ waarnaar we toe gaan werken! De gangbare definitie van een kindcentrum luidt: ‘Een integraal kindcentrum is een plek waar kinderen van nul tot twaalf jaar de hele dag kunnen leren, spelen en zich kunnen ontwikkelen. Het aanbod bestaat uit onderwijs en kinderopvang. Daar waar een brede school voorziet in verschillende voorzieningen voor kinderen, werken deze voorzieningen in een integraal kindcentrum echter gezamenlijk aan dezelfde doelen en in hetzelfde klimaat.’ Er zijn verschillende redenen te benoemen om een integraal kindcentrum te willen vormgeven: - ten eerste de belangen van het kind, waarvoor we een rijke pedagogische omgeving willen organiseren; - ten tweede het versnipperde voorzieningenveld voor kinderen van 0 – 12 jaar. Samenwerking tussen instellingen gaat niet vanzelf en kost veel overleg; - ten derde de belangen van ouders, die behoefte hebben aan een goed dagarrangement, waarbij onderwijs en opvang goed samenwerken en het mogelijk maken dat beide ouders kunnen werken. De brede school doet een stap in de goede richting, maar de vrijblijvende netwerksamenwerking heeft grenzen; - ten vierde zijn er redenen vanuit de samenleving, die steeds meer verwachtingen heeft van het onderwijs.

31



Een integraal kindcentrum (IKC) heeft een aantal essentiële kenmerken: - het kind staat centraal en de organisatie is daaraan ondergeschikt; - alle voorzieningen zijn bij elkaar; er is sprake van één loket; - een belangrijk kenmerk is ook dat er sprake is van centrale aansturing en regie met een multidisciplinair samengesteld team, waarbij het personeel breed inzetbaar is met een breed scala aan functies en taken. SAMENWERKING wordt in een kindcentrum met hoofdletters geschreven; - een integraal kindcentrum brengt instellingen samen onder één dak, waarmee totaliteit in een rijke omgeving wordt geboden. De dagindeling kan een aaneenschakeling zijn van activiteiten die in samenhang worden aangeboden. Dit maakt de maximale en complete ontwikkeling van elk kind mogelijk. Er is maatwerk en zorg voor elk kind. Meervoudige intelligentie is een uitgangspunt bij de ontwikkeling van het integraal kindcentrum; - een ander uitgangspunt is dat het centrum het hele jaar geopend is om de verschillende vormen van dienstverlening te kunnen bieden. Het centrum is gericht op de omgeving en zoekt verbinding met maatschappelijke organisaties. De wens is om de dienstverlening financieel laagdrempelig en betaalbaar voor iedereen te maken. De menselijke maat is het uitgangspunt (veiligheid en geborgenheid, zorg voor voldoende eten, drinken, rust en ontspanning voor de kinderen); - het centrum werkt met individuele ontwikkelingslijnen gericht op een zo hoog mogelijk niveau vanuit de talenten van de kinderen, met een passend arrangement voor elk kind. Er wordt gewerkt met een breed curriculum (taal, rekenen, lezen, sport en spel, creativiteit, kunst en cultuur, studie- en communicatievaardigheden etc.) en met gevarieerde leerbronnen (ICT, gedifferentieerde werkvormen/ leersituaties, binnen en buiten leren met praktische ervaringen, keuzemogelijkheden). In en rond het centrum werkt men met gespecialiseerde krachten op diverse terreinen. Sommige elementen uit het bovenstaande zijn herkenbaar. Maar er blijft nog een heleboel over om naar te streven! Tegen ‘nieuwe ouders’ wordt wel eens gekscherend gezegd: “Ik wil dat de kinderen ’s morgens aan de deur staan te rammelen en roepen ‘Meester, doe open!’ en dat ik ze ’s middags niet naar huis kan krijgen omdat ze het zo naar hun zin hebben.” Bij het verder ontwikkelen van de brede school tot integraal kindcentrum blijft die ambitie recht overeind! Naast deze praktische zaken zijn er onderwijskundige punten waar wij ons het komende jaar op willen concentreren: - door middel van ons leerlingvolgsysteem willen wij structureel aandacht (blijven) schenken aan het behalen van positieve CITO-opbrengsten; - het werken op drie niveaus binnen de jaargroep zal verder worden ontwikkeld; - het team zal zich gaan oriënteren op het onderwijs aan excellente leerlingen; - kinderen krijgen meer mogelijkheden om de voordelen van de ateliervorm en het stiltelokaal te benutten. Zo willen we het bijvoorbeeld mogelijk maken dat de kinderen de laptops in het stiltelokaal ’s morgens kunnen gebruiken voor de verwerking van hun ‘Topondernemers-opdrachten’. Daarentegen moet het hen dan ook mogelijk worden gemaakt om ’s middags tijdens de ateliers aan hun weektaak verder te werken; - de implementatie van ‘Zien’, een leerlingvolgsysteem sociaal-emotionele ontwikkeling; - de implementatie van ‘Dorr’, een nieuwe leerlingvolgsysteem voor kleuters; - het ontwikkelen van beleid en het ondernemen van actie om extra begeleiding voor getalenteerde kinderen mogelijk te maken; - de implementatie van de rekenmethode ‘Reken Zeker;. - de implementatie van de module ‘Natuurzaken’ van ‘De Zaken van Zwijsen’; - de implementatie van de methode ‘Nieuwsbegrip’ in de groepen 4, 5 en 6; - de implementatie van een leerlijn ‘Burgerschap’; - het aantrekkelijker en veiliger maken van het schoolplein van School Kastanjelaan.

7.2

Stagiaires

De scholen van de Vereniging onderhouden contacten met INHOLLAND, afdeling Pabo. Alle scholen hebben jaarlijks een aantal stagiaires. Door het team wordt jaarlijks, in overleg met stagecoördinatoren van de Pabo, het aantal stagiaires en de begeleidingsperiode vastgesteld. Iedere afzonderlijke school heeft de mogelijkheid naast de stagiaires van de Pabo andere stagiaires te plaatsen, dit meestal op verzoek van een individuele student van een bepaalde opleiding. Te denken

32



valt hier bijvoorbeeld aan studenten die de opleiding voor onderwijsassistent volgen aan het ROC in Leiden.

7.3

Vervanging van leraren

De scholen streven ernaar de vervanging bij ziekte of buitengewoon verlof te laten doen door aan de school verbonden parttime leerkrachten en door “vaste” invalkrachten. In een protocol is de procedure vastgelegd die wordt gevolgd als niet door een parttimer of een invalkracht in de vervanging kan worden voorzien.

7.4

Bereikbaarheid van leraren

Voor en na schooltijd kunt u de leerkracht van uw kind aanspreken voor het doen van een mededeling of om een afspraak te maken. Uiteraard zijn leerkrachten voor en na schooltijd op school ook telefonisch bereikbaar. Wij verzoeken u vriendelijk om alleen in uiterst dringende omstandigheden gebruik te maken van de privételefoonnummers van de schoolleiding.

7.5

Taakverdeling

Groepsleerkrachten: Groep 1/2 geel Groep 1/2 blauw: Groep 1/2 groen: Groep 1/2 aubergine: Groep 3A: Groep 3B: Groep 4: Groep 5: Groep 6: Groep 7:

Groep 8:

mw. Marlies Kallenberg (maandag, dinsdag, woensdag, vrijdag) en mw. Ingrid Helmus (donderdag) mw. Erika Kotte (maandag, woensdag, donderdag, vrijdag) en mw. Ingrid Helmus (dinsdag) mw. Marieke Bos (maandag t/m vrijdag) mw. Ada de Lange (maandag, woensdag, donderdag, vrijdag) en mw. Janny Graveland (dinsdag) mw. Marie Louise Dekker (maandag t/m vrijdag) mw. Lisette van Haaren (maandag, dinsdag) en mw. Sjan van Ommen (woensdag, donderdag en vrijdag) mw. Paula van der Voort (maandag, dinsdag, vrijdag) en mw. Arja Gravendeel (woensdag, donderdag) mw. Geerte Bosman (maandag, dinsdag) en mw. Petra Mekel (woensdag, donderdag, vrijdag) mw. Miranda Tegelaar (maandag t/m vrijdag) mw. Miriam Spitz (maandag, dinsdagmorgen, woensdag, donderdagmorgen, vrijdag) en mw. Renée Schoots (ateliers op dinsdagmiddag en donderdagmiddag) mw. Stacey Stouten (maandag, dinsdag, woensdag, vrijdag) en mw. Brigit van Asperen (donderdag)

Niet-lesgevende taken op school: Gerda Kharbouch: conciërge Renée Schoots: coördinatie van de leerlingenzorg plaatsvervanging schoolleiding Roald Vahl: schoolleiding

33



HOOFDSTUK 8. DE OUDERS

8.1

Inbreng ouders bij activiteiten

Van oudsher is betrokkenheid van de ouders in het bijzonder onderwijs groot. De Vereniging waarvan de school deel uitmaakt, wordt bestuurd door ouders (leden van de Vereniging). Iedere school kent een medezeggenschapsraad die voor de helft bestaat uit ouders. Daarnaast zijn in de school dagelijks vele ouders actief. Tijdens de informatieavonden aan het begin van het schooljaar wordt aan ouders gemeld voor welke activiteiten hun hulp onontbeerlijk is. Denkt u hierbij aan ondersteuning van de practicumlessen in het kader van het milieu- en natuuronderwijs, de wekelijkse schaaklessen en de hulp bij de ateliers. Via de weekbrief wordt door middel van antwoordstrookjes gelegenheid geboden zich aan te melden voor hulp bij incidentele activiteiten, zoals het begeleiden van de kinderen bij het werken in de schooltuinen, het verlenen van handen spandiensten op huishoudelijk terrein, het begeleiden van een groepje kinderen bij excursies en andere buitenschoolse activiteiten en het trainen van een groep kinderen voor een sporttoernooi. Naast al deze activiteiten vinden wij het van groot belang dat ouders meeleven met de school (en dus met hun kind) door in te gaan op uitnodigingen om aanwezig te zijn op ouderavonden, bij vieringen en feesten, enz.

8.2

De ouderbijdrage

Aan het begin van het schooljaar wordt aan de ouders een vrijwillige bijdrage voor het zogenaamde schoolfonds gevraagd. Uit het schoolfonds worden zaken bekostigd die niet uit de exploitatievergoeding van de overheid kunnen worden betaald, zoals de kosten van feesten en excursies en bijzondere leermiddelen. Wij adviseren tenminste een bedrag van € 50,- per jaar per kind. Een hogere bijdrage is bijzonder welkom! Verantwoording over de besteding van de ouderbijdragen in het afgelopen schooljaar wordt jaarlijks aan ouders afgelegd in het jaarverslag. Voor de schoolkampen in de groepen 5 en 8 en de bezoeken van groep 5 aan het ‘Bewaarde Land’ wordt aan de ouders/verzorgers een aparte rekening overhandigd. Ter indicatie de bedragen in 2014: € 115,- (schoolkamp groep 5), € 110,- (schoolkamp groep 8), € 36,- (bezoek groep 5 aan het ‘Bewaarde Land’).

8.3

Contacten met ouders

Eerder in deze schoolgids is het belang van contact tussen ouders en school al aangegeven. Wij proberen dit contact op de volgende wijze vorm te geven: - iedere nieuwe leerling wordt kort na de start op school door de leerkracht thuis bezocht; - aan het begin van ieder schooljaar wordt per groep een informatieve ouderavond gehouden; - regelmatig is er een spreekuur, waarvoor de ouders schriftelijk worden uitgenodigd; - door middel van een ‘ouderportaal’ kunnen ouders thuis met behulp van de computer de resultaten van hun kind(eren) bekijken. Zij krijgen met behulp van een gebruikersnaam en wachtwoord inzage in een deel van het administratiesysteem van de school: ‘ParnasSys’; - na de uitreiking van een uitdraai van het digitale rapport aan de leerlingen van de groepen 3 t/m 8 is er een kijkavond voor de ouders en kinderen van de groepen 1 t/m 3 en een spreekuuravond voor de ouders van de leerlingen van de groepen 4 t/m 8; - in november ontvangt iedere belangstellende een verslag over het voorafgaande schooljaar; - in januari worden de ouders van de leerlingen van groep 8 op school uitgenodigd om met de leerkrachten van groep 8 te spreken over de keuze voor een school voor voortgezet onderwijs; - mededelingen, aankondigingen etc. worden op donderdag in de weekbrief (uitgereikt aan de oudste leerling uit het gezin) aan de ouders doorgegeven; - na elke luizencontrole ontvangen ouders thuis een e-mail waarin staat of er luizen zijn gesignaleerd in de groep en of hun kind wel of niet ‘luizenvrij’ is; - ouders worden altijd op de hoogte gesteld van een afwijking van het normale lesprogramma;

34



- op de website www.pcbokastanjelaan.nl zijn de weekbrieven, het vakantierooster, de inhoud van deze schoolgids, de schoolregels en overige informatie met betrekking tot School Kastanjelaan terug te vinden; - over iedere leerling die de school verlaat (verhuizing, aan het eind van groep 8, bij toelating tot een speciale school voor basisonderwijs) wordt, ten behoeve van de ontvangende school, een onderwijskundig rapport opgesteld; de ouders ontvangen hiervan, indien gewenst, een afschrift; - de schoolleiding en de leerkrachten zijn altijd bereid om u te woord te staan!

8.4

Excursies per auto

Regelmatig wordt ouders gevraagd mee te gaan naar de kinderboerderij, een museum, etc. Ouders en leerkrachten nemen dan een aantal kinderen mee in hun eigen auto. Wij rekenen erop dat de auto’s voldoen aan de wettelijke voorschriften wat betreft veiligheid en deugdelijkheid en gaan ervan uit dat er een inzittendenverzekering is afgesloten voor het aantal personen dat zich in de auto bevindt. Voor ieder kind moeten er veiligheidsgordels aanwezig zijn, waarvan ook op korte ritjes gebruik moet worden gemaakt. Onder geen enkele omstandigheid mogen kinderen worden vervoerd zonder dat veiligheidsgordels beschikbaar zijn en worden gebruikt! Op de stoel naast de chauffeur dient voor kinderen onder de 1.35 m een zitplaatsverhoger beschikbaar te zijn. Wij gaan er van uit dat ouders zich houden aan verkeersregels en zich in het verkeer correct gedragen!

35



HOOFDSTUK 9. SCHOOLTIJDEN, GYMUREN, VAKANTIES

9.1

Schooltijden

Schooltijden: Maandag, dinsdag, donderdag, vrijdag: Woensdag onderbouw (groepen 1 t/m 4): Woensdag bovenbouw (groepen 5 t/m 8):

08.30 – 14.45 uur. Alle kinderen lunchen op school. 08.30 – 11.30 uur 08.30 – 12.30 uur

Wilt u er op toezien, dat uw kind niet eerder dan een kwartier voor schooltijd op het schoolplein is? Wij kunnen niet de verantwoordelijkheid op ons nemen voor alles wat voor 08.15 uur gebeurt. De deuren van de kleutergroepen en van de hoofdingang gaan om 08.45 uur open. De kinderen van de groepen 1 t/m 4 gaan direct na aankomst naar binnen. Ouders van kleuters kunnen hun kind naar binnen brengen. Wij verzoeken deze ouders vriendelijk de leerkracht wel de gelegenheid te geven om rustig en op tijd met de groep te kunnen beginnen. De kinderen van de groepen 5 t/m 8 mogen kiezen: bij aankomst direct naar binnen of tot de bel van 08.25 uur nog even buiten blijven. Het komt regelmatig voor dat kinderen na schooltijd vergeten hun fiets mee naar huis te nemen. Wij maken u er op attent dat de school geen verantwoordelijkheid kan nemen voor fietsen die buiten blijven staan. Een dringend verzoek: wilt u, wanneer uw kind door ziekte of anderszins niet naar school kan komen, uiterlijk een kwartier voordat de school begint bellen, tel.: 5820081. Noodnummer in geval van geen gehoor: 06-10376469

9.2

Gymnastieklessen

Rooster van gym-uren: Dinsdag Dinsdag Dinsdag Vrijdag Dinsdag Donderdag Dinsdag Donderdag Donderdag Vrijdag Donderdag Vrijdag Dinsdag

13.15 – 14.00 uur 11.00 – 11.45 uur 10.15 – 11.00 uur 13.15 – 14.00 uur 08.30 – 09.30 uur 13.15 – 14.00 uur 09.30 – 10.15 uur 14.00 – 14.45 uur 09.30 – 10.15 uur 14.00 – 14.45 uur 08.30 – 09.30 uur 14.00 – 14.45 uur 14.00 – 14.45 uur

achterzaal achterzaal achterzaal voorzaal achterzaal achterzaal achterzaal achterzaal achterzaal voorzaal achterzaal achterzaal achterzaal

groep 3A groep 3B groep 4 groep 4 groep 5 groep 5 groep 6 groep 6 groep 7 groep 7 groep 8 groep 8 atelier 7 + 8

De kleutergroepen maken op maandag gebruik van het speellokaal. De groepen 3A en 3B hebben één keer gym per week. De tweede les wordt verdeeld in vier keer een kwartier buitenspelen halverwege de middag. Alle gymnastieklessen van de groepen 3 tot en met 8 worden gegeven in sportcomplex De Does aan het Amaliaplein. Indien de gymles start om 08.30 uur worden de kinderen vijf minuten eerder bij de ingang van het sportcomplex verwacht. De vakleerkrachten zijn mevrouw J. Thissen en mw. M. de Vos. De leerlingen van de groepen 3 t/m 8 dragen tijdens de gymles een shirt en een broekje en goede gym- of sportschoenen. Deze schoenen worden alleen in de gymzaal gedragen. Wij verzoeken u dringend er op toe te zien dat uw kind voor iedere gymles de gymkleding meeneemt naar school en na gebruik weer mee terugneemt naar huis.

36


9.3


Urenberekening PCB Kastanjelaan 2014-2015 (ma., di., do., vr. 08.30 – 14.45 uur wo. 08.30 – 11.30 o.b. / 12.30 uur b.b.)

Uren onderbouw 52 x 24.00 30 september

Lestijd

Uren bovenbouw 1248.00 5.15 --------- + 1253.15 880.00 --------- 373.15

52 x 26.00 30 september

Lestijd

Vakanties: Herfstvakantie (18 t/m 26 okt. 2014) Kerstvakantie (20 dec. ‘14 t/m 4 jan. 2015) Voorjaarsvakantie (21 feb. t/m 1 mrt. 2015) Paasvakantie (03 t/m 06 apr. 2015) Meivakantie (02 t/m 17 mei 2015) Zomervakantie (11 juli t/m 23 aug. 2015) 7 roostervrije dagen onderbouw

onderbouw 24.00 48.00 24.00 10.30 48.00 144.00 36.45 ----------- + 335.15 Resteert 38.00

Leidens Ontzet Studiedag onderbouw + bovenbouw Middag i.v.m. Sinterklaas Middag voor de kerstvakantie Studiedag onderbouw + bovenbouw Studiedag onderbouw Koningsdag Tweede Pinksterdag Middag voor de zomervakantie

03-10-2014 17-09-2014 05-12-2014 19-12-2014 23-01-2015 02-04-2015 27-04-2015 25-05-2015 10-07-2015

Marge

5.15 3.00 2.00 2.00 5.15 5.15 5.15 5.15 2.00 -------- + 35.15 2.45

37

1352.00 5.30 --------- + 1357.30 1000.00 --------- 357.30 bovenbouw 26.00 52.00 26.00 11.00 52.00 156.00 ------------ + 323.00 Resteert 34.30 5.30 4.00 2.00 2.00 5.30 xxxx 5.30 5.30 2.00 ----------- + 32.00 2.30


9.4


Vakantierooster 2014-2015

Vakanties van groep 1 t/m 8 Herfstvakantie Kerstvakantie Voorjaarsvakantie Paasvakantie Meivakantie Zomervakantie

18-10-2014 t/m 26-10-2014 20-12-2014 t/m 04-01-2015 21-02-2015 t/m 01-03-2015 03-04-2015 t/m 06-04-2015 02-05-2015 t/m 17-05-2015 11-07-2015 t/m 23-08-2015

Vrije dagen / middagen van groep 1 t/m 8 Leidens Ontzet Studiedag onderbouw + bovenbouw (woensdag!) Vrije middag i.v.m. Sinterklaas Vrije middag voor de kerstvakantie Studiedag onderbouw + bovenbouw Studiedag onderbouw Koningsdag Tweede Pinksterdag Vrije middag voor de zomervakantie

03-10-2014 17-09-2014 05-12-2014 19-12-2014 23-01-2015 02-04-2015 27-04-2015 25-05-2015 10-07-2015

Roostervrije dagen groepen 1 t/m 4 Vrijdag 17-10-2014 Vrijdag 28-11-2014 Vrijdag 20-02-2015 Vrijdag 01-05-2015 Vrijdag 22-05-2015 Vrijdag 19-06-2015 Vrijdag 03-07-2015

38



HOOFDSTUK 10. ALLERLEI

10.1 Pauze Voorafgaand aan of direct na de pauze krijgen de kinderen de gelegenheid in de klas te eten (fruit, boterham) en te drinken wat zij voor de pauze bij zich hebben. Wij verzoeken u dringend de kinderen geen snoep mee te geven naar school. Het snoepen is de afgelopen jaren weer enorm toegenomen. Er zijn toch genoeg lekkere en gezonde dingen voor het speelkwartier of als extraatje in de broodtrommel te verzinnen!

10.2 Trakteren Bij het vieren van de verjaardag op school hoort een traktatie voor de hele groep. Wij verzoeken u vriendelijk doch dringend niet op snoepgoed te trakteren en rekening te houden met klasgenootjes die vanwege hun gezondheid bepaalde stoffen niet mogen hebben. Informatie hierover heeft de leerkracht. De kinderen uit de kleutergroepen mogen met hun verjaardagskaart alle kleutergroepen langs; de kinderen van de groepen 3 t/m 8 beperken zich tot hun eigen groep.

10.3 Vulpen Door de leerlingen van de groepen 3 t/m 8 wordt geschreven met een vulpen. Daar we, gelet op de kwaliteit van de vulpen, er van uitgaan dat een leerling met deze pen tenminste zes jaar moet kunnen doen, is de regel dat wanneer een leerling zijn/haar vulpen kapot of onvindbaar maakt, hij/zij de prijs van een nieuwe vulpen betaalt ( € 5,-). Verder is het handig als de leerlingen van de groepen 7 en 8 ook thuis in het bezit van een vulpen zijn. Dit in verband met het te maken huiswerk. Deze pen kan eventueel via school worden aangeschaft.

10.4 Luizen Op School Kastanjelaan maken de kinderen gebruik van ‘luizenzakken’. Jassen, sjaals, mutsen en wanten worden in deze zakken opgeborgen. Bij normaal gebruik kunnen de luizenzakken een schoolleven mee. Nieuwe zakken zijn op school verkrijgbaar voor € 5,- . Na elke vakantie worden de kinderen op de aanwezigheid van hoofdluis gecontroleerd.

10.5 Zending Iedere dinsdagmorgen houden wij een inzameling voor de zending. Veel kinderen nemen wekelijks een bijdrage mee. Wij sparen voor het project ‘SCOOLS’ van Edukans.

10.6 Tas en agenda Om te voorkomen dat schriften nat regenen enz., verzoeken wij u er op toe te zien dat huiswerk in een deugdelijke tas wordt vervoerd. De leerlingen van de groepen 6, 7 en 8 krijgen wekelijks een hoeveelheid huiswerk. Het is daarom aanbevolen als deze leerlingen in het bezit zijn van een agenda. Bovendien is het leren omgaan met de agenda een goede voorbereiding op het voortgezet onderwijs. Graag uw medewerking!

10.7 Personeelsvergadering De teamleden komen regelmatig bijeen op dinsdag of op donderdag voor de teamvergadering. Op dat moment zijn wij in principe niet bereikbaar!

39



HOOFDSTUK 11. NAMEN, ADRESSEN, TELEFOONNUMMERS Prot. Chr. Basisschool Kastanjelaan Kastanjelaan 6 2351 ND Leiderdorp tel.: 071-5820081 mob.: 06 23789189 E-mail: [email protected] Bank: NL 71 INGB 0002 9756 72 Schoolleiding:

Groepsleerkrachten: Groep 1/2 geel: Groep 1/2 blauw: Groep 1/2 groen Groep 1/2 aubergine Groep 3A: Groep 3B:

dhr. R.E. Vahl, Ridderhof 8, 2352 TL Leiderdorp, tel.: 5416406 mevr. R.A. Schoots – Zwiep, Nievaartpad 18, 2353 SL Leiderdorp, tel.: 5412992

Groep 4: Groep 5: Groep 6: Groep 7: Groep 8:

mw. M.E. Kallenberg-van den Broek; mw. I.B. Helmus mw. E. P. Kotte – Ploeger; mw. I.B. Helmus mw. M. E. Bos mw. A.J. de Lange; mw. J.J. Graveland mw. ML. Dekker mw. L. Van Haaren – Faas, mw. J.J. van Ommen – van der Steenhoven mw. A. Gravendeel; mw. P. van der Voort mw. P.M. Mekel – Faber; mw. H.G. Bosman mw. M. Tegelaar mw. M.A. Spitz mw. S.J.P. Stouten; mw. B. van Asperen

Vakleerkracht gym::

mw. J.F. Thissen, mw. M. de Vos

Intern begeleider: Conciërge:

mw. R.A. Schoots-Zwiep mw. G.D. Kharbouch - Zweistra

Email-adressen leerkrachten:

[email protected]

Leden medezeggenschapsraad: Namens de ouders: dhr. Bart Bastiaans, Rhijnvreugd 10, 2382 BC Zoeterwoude, tel.: 06-52078925, [email protected] dhr. Jan Pieter Botman, Ericalaan 16, 2351 CW Leiderdorp, tel.: 06-27084941, [email protected] dhr. Albert Pouwels, Acacialaan 9, 2351 CA Leiderdorp, tel.: 071 5892189, [email protected] Namens het personeel: mw. Lisette van Haaren - Faas mw. Miriam Spitz (voorzitter) mw. Paula van der Voort

40

Prot. Chr. Basisschool Kastanjelaan Schoolgids

Recommend Documents