SCHOOL VOOR PRAKTIJKONDERWIJS IN HARDERWIJK BELEIDSPLAN
“EEN VEILIGE SCHOOL”
Mijnschool
PROTOCOL: “HOE TE HANDELEN BIJ PESTGEDRAG ?” • Uitgangspunten • Vijf sporen aanpak • Stappenplan
Inhoud Voorwoord 1. Pesten Wat is pesten ? Hoe wordt er gepest? Partijen bij het pestprobleem. Preventieve aanpak. Aanpakken van pesten. 2. Het pestprotocol. Uitgangspunten. Vijfsporenaanpak. 3. Het stappenplan na melding van pesten. 4. Digitaal pesten. 5. Bijlagen. Bijlage 1: leidraad voor een gesprek met de gepeste leerling. Bijlage 2. Leidraad voor een gesprek met de pestende leerling. Bijlage 3. Digitaal pesten en internet gedrag. Inhoud leskist. Bijlage 4. Pesten. Inhoud leskist. Bijlage 5. Pingen, whappen, tweeten, taggen en liken. Sociale media en schoolveiligheid.
Voorwoord Een van de uitgangspunten van Mijnschool is dat aan alle leerlingen een veilig pedagogisch klimaat wordt geboden waarin zij zich harmonieus kunnen ontwikkelen en waarin goede leerprestaties mogelijk zijn. Docenten, onderwijsondersteunend personeel, coördinatoren en schoolleiding bevorderen deze ontwikkeling door het scheppen van een open en prettige werksfeer in de klas en daarbuiten. Er is ruimte voor iedereen om zichzelf te zijn zolang dat niet betekent dat de afgesproken regels overtreden worden of dat iemands persoonlijke grenzen overschreden worden. Pestgedrag vindt Mijnschool grensoverschrijdend gedrag zoals omschreven in het Protocol: “Hoe te handelen bij conflicten”. Het Protocol: “Hoe te handelen bij pestgedrag” is geschreven voor de leerlingen, ouders en medewerkers van Mijnschool. Het geeft het beleid van de school weer t.a.v. pesten. Het Protocol : “Hoe te handelen bij pestgedrag” vormt een onderdeel van het beleidsplan: “Een veilige school” en is een aanvulling op het Protocol: “Hoe te handelen bij conflicten”. Dit protocol is erop gericht om alle leerlingen, ouders en medewerkers op de hoogte te brengen van wat Mijnschool doet om een veilig schoolklimaat te bevorderen. Hoofddoel van het protocol is het voorkomen en bestrijden van pesten door alle betrokkenen en duidelijkheid te geven over ieders rol. Daarnaast heeft het een informatieve en verwijzende functie. Het Protocol: “Hoe te handelen bij pestgedrag”beschrijft wat Mijnschool onder pesten verstaat, hoe pesten voorkomen kan worden en wat de aanpak is als er gepest wordt. Nadat het concept van dit protocol besproken is in het management team, wordt het aangeboden in verschillende geledingen in de school (zorgteam, kernteams, leerlingenraad en ouderraad) De reacties vanuit verschillende hoeken worden gebundeld en geven aan dat er met betrokkenheid naar het protocol is gekeken en dat men instemt met het opstellen en uitvoeren ervan. Voor de tekst van dit protocol is gedeeltelijk gebruik gemaakt van pestprotocollen van andere scholen en van het nationaal Onderwijsprotocol tegen pesten.
1. Pesten a. Wat is pesten? Pesten is een vorm van geweld en daarmee grensoverschrijdend en zeer bedreigend. Het specifieke van pesten is gelegen in het bedreigende en vooral systematische karakter van bepaald gedrag. In een klimaat waarin gepest wordt, kunnen alle leerlingen en docenten slachtoffer worden. Pestgedrag moet daarom door iedereen serieus genomen worden. Het lastige is dat veel pestgedrag zich vaak in het verborgene afspeelt, zodat het moeilijk is om er greep op te krijgen. Zelfs als pestgedrag opgemerkt wordt kan er zeer verschillend op gereageerd worden door omstanders. Dat is ook de reden van het opstellen van dit pestprotocol. Leerlingen moeten weten dat ze hulp kunnen krijgen van volwassenen in de school en hierom durven vragen. Docenten en onderwijsondersteunend personeel dienen oog te hebben voor de signalen van leerlingen. Samen met de ouders en leerlingen hebben zij een taak bij het tegengaan van pesten. Voor mentoren betekent dit dat ze groepsgesprekken houden, aandacht hebben voor de groepssfeer en het functioneren van individuele leerlingen in de groep. Tussen plagen en pesten loopt een vage grens, die voor ieder verschillend is. Iedereen is gerechtigd om zelf aan te geven wat hij als bedreigend ervaart. Pesten wordt op Mijnschool altijd gekwalificeerd als grensoverschrijdend gedrag en zal beoordeeld worden volgens de richtlijnen uit Protocol: “Hoe te handelen bij conflicten”: Vernieling en vandalisme Verbale intimidatie en agressie Fysieke intimidatie en agressie Seksuele intimidatie. Diefstal en verduistering. Hierbij zullen naast de stappen van het Protocol:”Hoe te handelen bij pestgedrag” ook de stappen worden gezet uit Protocol: “Hoe te handelen bij conflicten”. b. Hoe wordt er gepest? Met woorden: Lichamelijk:
Achtervolgen:
Uitsluiting: Stelen en vernielen:
Afpersing: Digitaal pesten:
vernederen, belachelijk maken, schelden, dreigen, met bijnamen aanspreken, trekken aan kleding, duwen en sjorren schoppen en slaan krabben en aan haren trekken wapens gebruiken opjagen en achterna lopen in de val laten lopen, klem zetten of rijden opsluiten doodzwijgen en negeren uitsluiten bij groepsopdrachten afpakken van kledingstukken, schooltas, schoolspullen kliederen op boeken banden lek prikken, fiets beschadigen dwingen om geld of spullen af te geven het afdwingen om iets voor de pestende leerling te doen. ongewenste sms’jes sturen, bedreigen via mail of chatprogramma’s opmerkingen verspreiden
c. Partijen bij het pestprobleem. - de gepeste leerling Elke leerling loopt het risico gepest te worden maar sommige leerlingen hebben een grotere kans om gepest te worden dan anderen. Dat kan komen door uiterlijke kenmerken maar het heeft vaker te maken met vertoond gedrag, de wijze waarop gevoelens worden beleefd en de manier waarop die worden geuit. Kinderen die gepest worden hebben vaak andere interesses dan de meeste leeftijdgenoten of ze doen dingen anders. Ze zijn goed in vakgebieden of juist niet. Veel kinderen die gepest worden hebben een beperkte weerbaarheid. Ze zijn niet in staat daadwerkelijk actie te ondernemen tegen de pestkoppen en stralen dat uit. Vaak zijn ze angstig en onzeker in een groep en durven ze weinig of niets te zeggen omdat ze bang zijn om uitgelachen te worden. Deze angst en onzekerheid wordt verder versterkt door het ondervonden pestgedrag, waardoor het gepeste kind in een vicieuze cirkel komt waar het zonder hulp zeker niet uit komt. Gepeste leerlingen voelen zich vaak eenzaam, hebben in hun gepeste omgeving geen vrienden om op terug te vallen en kunnen soms beter met volwassenen opschieten dan met hun leeftijdgenoten. Jongens die worden gepest horen bijna nooit tot de motorisch beter ontwikkelde kinderen. - de pester Pestende leerlingen zijn vaak fysiek en /of verbaal de sterkste. Meisjes pesten in drie kwart van de gevallen door middel van psychisch geweld (buitensluiten, roddelen) en voor de rest door middel van fysiek geweld. Bij jongens is het net andersom: in driekwart van de gevallen door middel van fysiek geweld en voor de rest door middel van psychisch geweld. Pesters kunnen het zich permitteren zich agressief op te stellen en ze reageren dan ook met dreiging van geweld of de indirecte inzet van geweld. Ze lijken populair te zijn in een klas, maar dwingen hun populariteit in de groep af door te laten zien hoe sterk ze zijn en wat ze allemaal durven. Echte pesters zijn niet alleen agressief en fysiek sterker dan de rest van de klas, ze hebben ook weinig empathisch (invoelend) vermogen, zijn impulsief en domineren graag andere kinderen. Ook pesters hebben op de langere termijn last van hun pestgedrag. Door hun verkeerde en vooral beperkte sociale vaardigheden hebben ze vaak moeite om een vriendschap op te bouwen en te onderhouden op andere gronden dan die van macht en het delen in die macht. - de zwijgende middengroep De meeste leerlingen zijn niet direct betrokken bij pesten in de actieve rol van pester. Sommigen behouden enige afstand en andere leerlingen doen, uit angst of uit berekening, mee. Dit zijn de zogenaamde 'meelopers'. Er zijn ook leerlingen die niet merken dat er gepest wordt. Heel af en toe neemt een leerling, of een klein groepje leerlingen, het voor het gepeste kind op. Het specifieke kenmerk van een meeloper is de grote angst om zelf in de slachtofferrol te geraken. Maar het kan ook zijn dat meelopers stoer gedrag wel interessant vinden en denken daardoor op de populariteit van de pester in kwestie mee te liften.
- de medewerkers Het voorbeeldgedrag van de docent in de les en van de medewerkers van de school is belangrijk. Er zal minder gepest worden in een klimaat waar duidelijkheid heerst over de omgang met elkaar, waar acceptatie van verschillen wordt aangemoedigd en waar ruzies niet met geweld worden opgelost maar worden uitgesproken.Het is van belang dat docenten en onderwijsondersteunend personeel kunnen signaleren en duidelijk stelling nemen tegen pestgedrag.De rol van vertrouwenspersoon leerlingen moet bij de leerling bekend zijn
- de ouders Wanneer leerlingen worden gepest, willen ze in de meeste gevallen niet aan hun ouders vertellen dat hen dit overkomt. Ze kunnen bang zijn dat hun ouders naar school gaan, het aan de mentor/mentrix vertellen en dat deze het verkeerd aanpakt. Leerlingen schamen zich vaak dat hen dit overkomt. Ouders hebben een signalerende rol. Het is belangrijk dat ouders betrokken worden bij de aanpak van school. d. Preventief. 1. Elke mentor bespreekt aan het begin van het schooljaar de algemene afspraken en regels in de klas. Het onderling plagen en pesten wordt hierbij genoemd en onderscheiden. Tevens bespreekt de mentor in zijn klas het pestprotocol. Ook wordt duidelijk gesteld dat pesten altijd gemeld moet worden en niet als klikken maar als hulp bieden of vragen wordt beschouwd. Er wordt ook aandacht geschonken aan de rol van de vertrouwenspersoon leerlingen. Deze functionaris biedt ook de mogelijkheid om leerlingen te laten vertellen over pestgedrag elders. Bijvoorbeeld in gezin, vereniging. 2. In de leerjaren 1 t/m 3 wordt aandacht besteed aan pesten in één of meerdere mentorlessen.. De leerlingen onderschrijven aan het eind van deze les(sen) een aantal samen gemaakte afspraken. 3. Indien een mentor of docent daartoe aanleiding ziet, besteedt hij expliciet aandacht aan pestgedrag in een groepsgesprek. Hierbij worden de rol van de pester, het slachtoffer, de meelopers en de stille getuigen benoemd. Buiten de lessen is er ook de mogelijkheid om intern een PMT training of faalangst reductie training te volgen. Ook is Mijnschool voornemens een Rots en Water training te organiseren. Een tweetal collegae zijn hiervoor al opgeleid. e. Het aanpakken van pesten. Pesten kan grote gevolgen hebben voor de gepeste (onzekerheid, faalangst, depressie, zelfdoding) en de pester (problemen met sociale relaties, positief tegenover het gebruik van geweld, heeft grotere kans in het criminele circuit terecht te komen). Pesten is onacceptabel en vraagt om een duidelijke en krachtige reactie vanuit de school. In dit pestprotocol is vastgelegd dat we pestgedrag op school niet accepteren en volgens een vooraf bepaalde handelswijze gaan aanpakken. Een pestprotocol kan alleen functioneren als aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan: 1. De school is actief in het scheppen van een veilig, pedagogisch klimaat, waarin pesten als onacceptabel gedrag wordt ervaren.
2. Pesten moet als probleem worden gezien door alle direct betrokken partijen;docenten, onderwijsondersteunend personeel, leerlingen en ouders. Alle betrokken partijen moeten bereid zijn tot samenwerking om de problemen rond pesten aan te pakken 3. Docenten en onderwijsondersteunend personeel moeten pesten kunnen signaleren. En vervolgens duidelijk stelling nemen tegen pesten. 4. De school ontplooit preventieve (les)activiteiten en beschikt over een directe aanpak wanneer het pesten de kop opsteekt. 5. Wanneer een collega pestgedrag signaleert vermeldt hij dat altijd in het LVS dmv “Formulier registratie gedrag”. Hij kan daarbij aangeven welke actie hij gedaan heeft en welke inzet hij verwacht van de intern begeleider. Deze functionaris neemt dan vervolgens de regie over.
2.Het pestprotocol Vijf sporenaanpak Mijnschool heeft zich verbonden aan de vijf sporen aanpak. Dit houdt in: De algemene verantwoordelijkheid van de school De school zorgt dat de medewerkers voldoende informatie hebben over het pesten in het algemeen en het aanpakken van pesten. De school werkt aan een goed beleid rond pesten, zodat de veiligheid van leerlingen binnen de school zo optimaal mogelijk is, waardoor een klimaat ontstaat waarin pesten bespreekbaar gemaakt kan worden. Alle medewerkers van de school vervullen een voorbeeldfunctie bij het signaleren en tegengaan van pestgedrag. Het bieden van steun aan de jongere die gepest wordt Het probleem wordt serieus genomen. Er wordt uitgezocht wat er precies gebeurd is. Er wordt overlegd over mogelijke oplossingen. Het aanbieden van hulp door de mentor, de zorgcoördinator, afdelingsleider. Het bieden van steun aan de pester Het confronteren van de jongere met zijn gedrag en de gevolgen hiervan voor de pester. De achterliggende oorzaken boven tafel proberen te krijgen. Wijzen op het gebrek aan empathisch vermogen dat zichtbaar wordt in het gedrag. Het aanbieden van hulp (desnoods verplicht) door de mentor, intern begeleider en/of zorgcoördinator. Het betrekken van de zwijgende middengroep bij het pesten De mentor bespreekt het pesten met de klas en benoemt de rol van alle leerlingen hierin. Er wordt gesproken over mogelijke oplossingen en wat de klas kan bijdragen aan een verbetering van de situatie. De mentor komt hier in de toekomst op terug. Het bieden van steun aan de ouders Ouders die zich zorgen maken over pesten worden serieus genomen. De school werkt samen met de ouders om het pesten aan te pakken. De school geeft adviezen aan de ouders in het omgaan met hun gepeste of pestende kind. De school verwijst de ouders zo nodig naar deskundige hulpverleners. De ouders van leerlingen die gepest worden, kunnen er moeite mee hebben, dat hun kind aan zichzelf zou moeten werken. Hun kind wordt gepest en dat moet gewoon stoppen. Dat klopt, echter een gepest kind wil zich niet alleen veilig voelen op school; het wil ook geaccepteerd worden. Het verlangt ernaar om zich prettig en zelfverzekerder te voelen. Daar kan begeleiding of een (sociale weerbaarheids-)training aan bijdragen.
HET STAPPENPLAN na een melding van pesten A. De mentor 1. Wanneer het pesten plaatsvindt in klassenverband, praat de mentor eerst met de gepeste en later met de pester apart. Op school wordt gewerkt met de vijf sporen aanpak. Een leidraad voor deze gesprekken is te vinden in bijlage I en II. Vervolgens organiseert de mentor een gesprek tussen beide leerlingen en probeert tot goede afspraken te komen. 2. De mentor neemt contact op met de ouders van de pester en de gepeste en betrekt hen bij de 5 sporen aanpak. 3. De mentor bespreekt direct het vervolgtraject indien het pesten zich herhaalt. 4. De mentor praat met de klas. Dit is belangrijk in verband met het herstellen van de groepssfeer en om te benadrukken welke verantwoordelijkheid iedere leerling heeft. 5. Indien het probleem escaleert, meldt de mentor het gedrag aan de Intern Begeleider en/of Zorgcoordinator.De mentor overhandigt hen het dossier met daarin de gebeurtenissen en de afspraken die zijn gemaakt. Ook worden de ouders/verzorgers op de hoogte gesteld en zo nodig betrokken bij het vinden van een oplossing. B. De Intern Begeleider/ Zorgcoordinator. 1. De Intern Begeleider kan in onderling overleg, de rol van de mentor overnemen bij escalatie van het pestgedrag en wanneer het pesten het klassenverband overstijgt. 2. Hij heeft zo nodig een gesprek met de gepeste en de pester apart of organiseert direct een gesprek tussen beiden. 3. In het contact met de pester is het doel drieledig, namelijk: - confronteren - mogelijke achterliggende problematiek op tafel krijgen - helderheid geven over het vervolgtraject bij herhaling van pesten. 4. In het contact met de gepeste wordt gekeken of hij bepaald gedrag vertoont, waardoor hij een gemakkelijk doelwit vormt voor pesters. Hij adviseert zo nodig, zowel aan de pester als de gepeste, hulp op vrijwillige basis. 5. De Intern Begeleider stelt de betrokken ouders op de hoogte wanneer er sprake is van recidief gedrag, verzoekt hen om met hun kind te praten en stelt hen op de hoogte van het vervolgtraject. Indien wenselijk dan wel noodzakelijk wordt deskundige hulp ingeschakeld: intern of extern. 6. De Intern Begeleider koppelt alle informatie terug naar de mentor en evt. zorgteam. C. Pestgedrag heeft altijd een passende (straf)maatregel tot gevolg Wanneer er op vrijwillige basis niet genoeg succes geboekt wordt en het pestgedrag doorgaat; wordt er gehandeld overeenkomstig Protocol “Hoe te handelen bij conflicten” Hierbij worden de 8 sanctie stappen gevolgd. D. Verwijdering Het slachtoffer en/of ouders kan aangeraden worden om aangifte te doen bij de politie. Afhankelijk van de aard en duur van het pesten kan ook de schoolleiding ertoe overgaan melding te doen bij de politie. Wanneer de leerling ondanks alle inspanningen van de betrokken partijen koppig blijft volharden in het ongewenste pestgedrag rest de schoolleiding niets anders dan verwijdering,dit in samenspraak met leerplicht. De schoolleiding kan en wil geen verantwoordelijkheid meer nemen voor de veiligheid van de overige leerlingen. Dit alles
zal in overeenstemming en overeenkomstig de 8 stappen van Protocol: “Hoe om te gaan bij conflicten” geschieden.
E. De taak van docenten/zorgteamleden De docenten hebben vooral een signalerende rol. Wanneer zij pesten waarnemen of redenen hebben om pesten te vermoeden, wordt er van hen verwacht dat zij adequaat reageren en een melding doen bij de mentor om hulp en overleg in gang te zetten. Het zorgteam vraagt regelmatig aandacht voor pestproblematiek via de Nieuwsbrief aan ouders, de website of biedt kleinere trainingen aan bij specifieke hulpvragen van leerlingen (bijv. weerbaarheidstraining)
Cyberpesten=digitaal pesten Cyberpesten is een onderdeel van traditioneel pesten. Cyberpesten of digitaal pesten is pesten via telefoon of computer; via sms, ping, msn, twitter, Hyves etc. Het gaat hier om het verspreiden van negatieve berichten over een persoon of het ongewenst plaatsen van foto’s of video’s. Anno 2012 is het vanzelfsprekend dat het pestprotocol is aangevuld met aandachtspunten voor cyberpesten. De effecten van cyberpesten kunnen erger zijn dan bij pesten in het gewone leven. Plegers blijven vaak anoniem, of zijn met veel. Bovendien verdwijnen opnames die via de webcam of foto’s op internet komen nooit meer. Cyberpesten gebeurt vooral vanuit huis, maar is ook lastig voor de school. Het ruziën en pesten gaat op school vaak door en schoolresultaten lijden eronder Het cyberpesten heeft een negatief effect op het schoolklimaat. Vormen van cyberpesten Anonieme berichten versturen via MSN en SMS, schelden, roddelen, bedreigen, foto’s van mobieltjes en webcam op internet plaatsen, privégegevens op een site plaatsen, wachtwoorden en credits stelen en misbruiken, haatprofielen aanmaken, virussen sturen, happy slapping(=vechtpartij filmen en op internet plaatsen) en het versturen van een e-mail bom. Ongeveer 1 op de 5 leerlingen heeft te maken met cyberpesten.
Hoe kan cyberpesten voorkomen worden? 1.Leerlingen bewust maken van de gevaren op internet, de effecten van cyberpesten en de strafbare feiten. 2.Afspreken van internetgedrag en samen met de leerlingen regels maken. 3.Pesten bespreekbaar maken in de klas en leerlingen elkaar daarop laten aanspreken. Voor leerlingen: Tips tegen digitaal pesten op pestweb.nl : 4.Sancties van het pestprotocol consequent toepassen. 5. Schoolreglement aanpassen. Bijvoorbeeld:"het maken van opnames van medeleerlingen en leerkrachten zonder toestemming kan leiden tot schorsing/verwijdering/disciplinaire maatregelen” 6. Opleiden van medewerkers in de school (ook onderwijsondersteunend personeel) is noodzakelijk. Een studiemiddag zorgt dat medewerkers up to date met hun kennis zijn. 7 Ouders informeren door een ouderavond. Ouders zijn in het algemeen niet goed op de hoogte van wat hun kind op internet doet. Alleen door met de ouders samen te werken is cyberpesten aan te pakken. 8. Laat leerlingen het Diploma Veilig Internet behalen.(website: Ik Surf Veilig) 9. De Nationale Academie voor Media en Maatschappij heeft 15 tips voor veilig twitteren. Met deze tips kun je twitter leuk en veilig houden.
Bijlage 1 LEIDRAAD VOOR EEN GESPREK MET DE GEPESTE LEERLING Feiten • Klopt het dat je gepest wordt? (h)erkenning van het probleem • Door wie word je gepest? (doorvragen: zijn er nog meer?) • Waar word je gepest? (doorvragen: zijn er nog meer plekken?) • Hoe vaak word je gepest? • Hoe lang speelt het pesten al? • Weten je ouders of andere personen dat je gepest wordt? • Wat heb je zelf tot nu toe aan het pesten proberen te doen? • Zijn er jongeren die jou wel eens proberen te helpen? • Wat wil je dat er nu gebeurt; wat wil je bereiken? Bespreek samen met de leerling wat hij/zij kan doen tegen het pesten en bekijk waar de leerling aan wil werken om de situatie te verbeteren. Let daarbij op de volgende aspecten: - Hoe communiceert de leerling met anderen? - Welke lichaamstaal speelt een rol? - Hoe gaat de leerling om met zijn gevoelens en hoe maakt hij deze kenbaar aan anderen? - Heeft de leerling genoeg vaardigheden om weerbaarder gedrag te tonen naar de pester?
Bijlage 2 LEIDRAAD VOOR EEN GESPREK MET EEN LEERLING DIE PEST Voordat er een gesprek met de pester wordt gehouden heeft degene die het gesprek aangaat zich er van overtuigd dat degene met wie het gesprek plaatsvindt inderdaad schuldig is aan het gemelde gedrag. Het doel van dit gesprek is drieledig: • De leerling confronteren met zijn gedrag en de pijnlijke gevolgen hiervan • Achterliggende oorzaken boven tafel proberen te krijgen • Het schetsen van de stappen die volgen wanneer het pestgedrag niet stopt Confronteren Confronteren en kritiek geven is niet hetzelfde. Confronteren is • probleemgericht. Richt zich op gedrag dat waar te nemen is. Zodra we interpretaties gaan geven aan gedrag, wordt het persoonsgericht. Bijvoorbeeld: je hebt cola in de tas van Piet laten lopen. Dat doe je zeker omdat je graag de lolligste bent! Bij interpreteren reageren we een gevoel van frustratie op de ander af en zijn we gestopt met confronteren en begonnen met kritiseren. • relatiegericht. Je bent heel duidelijk op de inhoud, in wat je wilt en niet wilt maar met behoud van de relatie. Bijvoorbeeld. Ik vind dat je heel erg gemeen doet tegen haar en ik wil dat je daarmee ophoudt. Zeg niet: Je bent heel gemeen. Kritiek op de persoon voelt als een beschuldiging/afwijzing. Eigenlijk zeg je daarmee dat de pester een waardeloos mens is. • specifiek blijven. Je benoemt de situatie waar het over gaat en vermijdt woorden als altijd, vaak en nooit. Kritiek wordt vaak algemeen. • veranderingsgericht. Je stelt zaken vast en gaat vervolgens inventariseren hoe het anders kan. Achterliggende oorzaken Nadat het probleem benoemd is, richt jij je op het waarom? Hoe komt het dat je dit gedrag nodig hebt?Wat levert het jou op? Wat reageer je af op die ander? Etc. Maak duidelijk dat er een tekort aan empatisch vermogen zichtbaar wordt in dit gedrag. Wat gaat ‘de pester’ daaraan doen? Bied zo nodig hulp aan van de counselor (op vrijwillige basis) Het pestgedrag moet stoppen Wees duidelijk over de stappen die volgen, wanneer het pestgedrag niet stopt (zie richtlijnen pesten).
Bijlage 3
DIGITAAL PESTEN EN INTERNETGEDRAG Inhoud leskist:
Map handleiding bij de leskist Boeken voor kinderen
Dossier Internet (boek + lesbrief (12 p.) / T. Hoogstraaten Slim en safe internetten Pesten, wat vind jij? : een informatieboek met veel overlevingstips / T. van Dugteren Ringtones, ouders en andere rampen / M. Slegers Vamp : pas op voor de webcam…! / C. Cazemier Webcams, vriendjes en andere rampen / M. Slegers Ik weet je te vinden / Netty van Kaathoven
Boeken voor volwassenen Mijn leerling online : hoe begeleid je leerlingen op internet? / J. Pardoen en R. Pijpers Pesten is laf! Cyberpesten is laffer / B. Delver en L. Hop Kinderen en internet / M. Valcke Vet veilig internet : tieners en internet / B. Delver De WIFI generatie / L. Hop, B. Delver Handboek mediawijsheid op school / mijnkindonline.nl Inspiratieboek social media op de basisschool / Remco Pijpers, Mijn Kind Online Lespakketten Mr:Ctrl presenteert : anti-cyberpest lessen (docentenhandleiding + werkschrift) Horen, zien en niet meer zwijgen, docentenhandleiding en 10 leerlingenboekjes Pimpjefoon! : docentenhandleiding + 10 werkschriften Cyberpesten. Who cares? o lespakket groep 7 en 8 BAO + lespakket 1e en 2e jaar VO o Docentenhandleiding o DVD : Chatbox Who cares? Suske en Wiske De sinistere site (stripverhaal, 5 ex.) + lesbrief A en B Veilig leren hyven : lespakket voor docenten Lang leve de liefde : jij en de media (jongerenmagazine en docentenhandleiding met DVD) Kids in actie tegen online pesten : lesbrief en logboek; doosje met ABC-kaartjes Audiovisueel materiaal Cyberchild
Dubbelleven : documentaire over computerverslaafde tieners Wat doen kinderen op internet? 12 filmpjes en een handleiding voor docenten van de bovenbouw van het basisonderwijs via: http://www.mijnkindonline.nl/1660/mediamovies.htm
Spellen Internetkwartet (41 krt, incl. lesbrief, informatie over het pakket) Digitaal pesten (10 setjes van 25 stellingkaartjes in verschillende kleuren) Internetmemorie (30 memoriekaartjes) Spel Veilig internetten (bord, situatiekaartjes, dobbelsteen) Ik ben offline ganzenbordspel (bord, kaartjes, spelregels, dobbelstenen + pionnen)
Brochures Pesten op school. Hoe ga je er mee om? Informatie, folders en posters www.pestweb.nl Lekker slim en safe internetten en gsm’en De wereld ligt open. Wijst u ze de grenzen? J/M voor ouders puberspecial : Alles wat je écht moet weten over je puber op internet J/M voor ouders puberspecial : van verleiding tot verslaving Uw tiener en het internet / Trimbos Instituut Speciaal onderwijs op internet / Mijn kind online Verliefd op internet : Deze brochure helpt ouders het gesprek aan te gaan met hun kinderen (10+) / Mijn kind online Kinderen en internet (2-8 jaar) / Mijn kind online Kinderen en internet (9-12 jaar) / Mijn kind online Mijn puber mobiel (12+ jaar) / Mijn kind online Mijn kind mobiel (6-12 jaar) / Mijn kind online Kinderen en online video (4-12 jaar) / Mijn kind online Mijn puber op youtube (13+ jaar) / Mijn kind online Mijn kind op Hyves (6-12 jaar) / Mijn kind online Mijn puber op Hyves (12+ jaar) / Mijn kind online Sociale media : brochure voor ouders / Mijn kind online Digitaal pesten / Mijn kind online Magazine: kinderen & internet : magazine voor ouders, grootouders opvoeders en kinderen Overig 1 Posters: PSTN=laf / www.pestweb.nl 1 geel pestbandje
Bijlage 4.
PESTEN
Inhoud leskist groep 1 t/m 8 basisonderwijs Handleiding leskist Pesten Lespakketten • • • • •
Horen, zien en niet meer zwijgen (bovenbouw) handleiding en leerlingenboek / Kenmerk Kinderen en... geen grapjes over pesten / boek en cd-rom / groep 5 t/m 8 / Kwintessens Lesbrief : omstanders bij pesten / Pestweb Meidenvernijn is niet fijn (bovenbouw) / Pierre Pas e.a. School zonder pesten : lesmap “grote groene Victormap” + handpop Victor / St. School zonder pesten
Achtergrondinformatie • • • • • • • •
Ik ga graag weer naar school (boek, volwassenen) / B. Kenter Hier harder slaan (boek, middenbouw) / M. Bisschop Pesten op school hoe ga je er mee om? (brochure) / Landelijke organisaties in het onderwijs: LOBO, NKO, Ouders & Coo De pestjuf (boek, volwassenen) / Jaklin Laporte Van pesten naar samenwerken / Sue Young Folder digitaal pesten JM themadossier Pesten Folders Pestweb
Audivisueel materiaal • • • •
Pesten, dat pikken we niet : dvd + handleiding (bovenbouw) / Landelijke Stichting tegen zinloos geweld Wat je pest ben jezelf (dvd + handleiding + werkschrift) / Stifano Echt gebeurd : 15 documentaires uit villa Achterwerk (dvd + handleiding) / VPRO Beertje Anders : dvd pesten / DMS Clipart
Leesboeken
• • • • • • • • • • •
Ik en mijn monster (onderbouw) / Mathijn Beentjes Pudding Tarzan (middenbouw) / Ole Lund Kirkegaard Een vuurspuwend monstertje (middenbouw) / Stichting Vredeseducatie Klaas en de drie pestkoppen (stripverhaal, middenbouw) + handleiding / Jeugd en Vrede De pestkoppenschool (middenbouw/bovenbouw) / Anne Sabelis Mijn boek over durf en zelfvertrouwen (middenbouw/bovenbouw) / A. Tulleners De pestkop (bovenbouw) / Tom van Rossum Pesten wat vind jij? (bovenbouw) / Trix van Dugteren En de groeten van groep acht (bovenbouw) / Jacques Vriens Super Dolfje : Dolfje Weerwolfje tegen pesten / Paul van Loon (middenbouw/bovenbouw) Godje (bovenbouw) / Daan Remmerts de Vries
Spellen •
• • • • •
Anti-pestspel (bovenbouw) / Nienhuis Educatief o spelbord (vlag), 6 grote en 6 kleine pionnen, 2 dobbelstenen o vragen- en stellingenkaarten o handleiding Geen grapjes over pesten / bordspel / Kwintessens Mediationspel Pestkwartet (bovenbouw) / Pestweb Traditioneel pesten (10 setjes met ieder 25 stellingskaarten) Stop-pesten spel (bord, stellingen, lieveheersbeestjes, 6 pionnen, 1 dobbelsteen)
Bijlage 5: http://mbo.kennisnet.nl/2013/05/de-politie-over-sociale-media-en-schoolveiligheid/.