Dexia Equities L Beleggingsvennootschap met veranderlijk kapitaal Luxemburg (« bevek »)
PROSPECTUS
Inschrijvingen worden uitsluitend aanvaard op basis van het onderhavige prospectus (hierna « Prospectus » te noemen) dat uitsluitend geldig is indien dit vergezeld gaat van het laatst beschikbare jaarverslag, alsmede van het laatste halfjaarverslag indien dit recenter is dan het laatste jaarverslag. Deze documenten maken wezenlijk deel uit van het Prospectus.
2 augustus 2012
INLEIDING Dexia Equities L (hierna « bevek » te noemen) is opgenomen in de officiële notering van instellingen voor collectieve belegging (hierna « icb » te noemen) overeenkomstig de wet van 17 december 2010 (hierna « Wet » te noemen). Deze inschrijving mag echter niet worden gezien als een positieve beoordeling door het toezichthoudende orgaan van de inhoud van het Prospectus of van de kwaliteit van de door de bevek aangeboden of gehouden effecten. Iedere andersluidende bewering of verklaring is ongeoorloofd en onwettig. Dit Prospectus mag niet worden gebruikt voor doeleinden van tekoopstelling en uitnodiging tot verkoop in alle landen en omstandigheden waarin zulks niet is toegestaan. De aandelen van deze bevek zijn niet en zullen niet worden geregistreerd in de Verenigde Staten met toepassing van de US Securities Act van 1933, zoals gewijzigd (« Securities Act 1933 ») noch toegelaten krachtens welke Amerikaanse wetgeving dan ook. Deze aandelen mogen in de Verenigde Staten (waaronder inbegrepen enigerlei van diens grondgebieden, bezittingen of gebiedsdelen) niet worden aangeboden, verkocht of overgedragen aan, en mogen noch direct, noch indirect ten gunste komen van een US Person (in de zin van Regulation S van de Securities Act 1933) en gelijkgestelde personen. De aandelen van deze bevek mogen evenmin worden aangeboden, verkocht of overgedragen aan, en mogen noch direct, noch indirect ten gunste komen van US entities of US resident individuals zoals deze termen zijn gedefinieerd in de Amerikaanse wet « Hiring Incentives to Restore Employment Act » (de « Hire Act ») van maart 2010 en de daarmee samenhangende uitvoeringsbepalingen, doorgaans gekend onder het acroniem FATCA (Foreign Account Tax Compliance Act). De niet-Amerikaanse instellingen die niet deelnemen aan de FATCA-regeling of aan een soortgelijke regeling die is opgezet in de partnerlanden die een akkoord hebben ondertekend met de Verenigde Staten, dienen erop berekend te zijn dat ze verplicht kunnen worden hun rechten van deelneming te laten terugkopen op het ogenblik van de inwerkingtreding van deze regeling en overeenkomstig de daarin vervatte voorwaarden. De bevek is onderworpen aan deel I van de Wet en voldoet aan de voorwaarden die zijn vastgesteld in de Europese richtlijn 2009/65/EG. Er mag geen melding worden gemaakt van andere informatie dan die welke vermeld staat in het Prospectus en in de documenten waarnaar in dit Prospectus wordt verwezen en die ter inzage liggen van het publiek. De Raad van Bestuur van de bevek neemt de verantwoordelijkheid op zich voor de juistheid van de in het Prospectus vermelde informatie op de publicatiedatum ervan. Dit Prospectus kan worden bijgewerkt en geactualiseerd rekening houdend met ingrijpende wijzigingen die in voorliggend document worden aangebracht. Dientengevolge wordt inschrijvers aangeraden zich te informeren bij de bevek over de eventuele publicatie van een recenter prospectus. Inschrijvers wordt aanbevolen advies in te winnen over de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen (zoals die welke betrekking hebben op de fiscaliteit of belastingregeling en de wissel- of
2/116
deviezencontrole) die van toepassing zijn op de inschrijving, de aankoop, het bezit en de tegeldemaking (vervreemding) van aandelen in hun plaats van herkomst, verblijf- en woonplaats. Voorliggend Prospectus is uitsluitend geldig indien dit vergezeld gaat van het laatst beschikbare jaarverslag, alsmede van het laatste halfjaarverslag indien dit recenter is dan het laatste jaarverslag. Deze documenten maken wezenlijk deel uit van het Prospectus. Elke verwijzing in voorliggend Prospectus naar de term: -
« lidstaat » heeft betrekking op een lidstaat van de Europese Unie. Met lidstaten van de Europese Unie worden gelijkgesteld de staten – niet zijnde lidstaten van de Europese Unie – die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, binnen de grenzen vastgesteld in deze Overeenkomst en de daarmee samenhangende akten;
-
euro of EUR heeft betrekking op de munteenheid van de lidstaten van de Europese Monetaire Unie; GBP heeft betrekking op de munteenheid van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië; USD heeft betrekking op de munteenheid van de Verenigde Staten van Amerika; JPY heeft betrekking op de munteenheid van Japan; TRY heeft betrekking op de munteenheid van Turkije; AUD heeft betrekking op de munteenheid van Australië.
-
De bevek wijst de beleggers er nadrukkelijk op dat elke belegger alleen dan zijn rechten als belegger ten volle kan uitoefenen en rechtstreeks doen gelden tegen de bevek (inzonderheid het recht om deel te nemen aan de algemene aandeelhoudersvergaderingen) wanneer de belegger persoonlijk en op eigen naam vermeld staat in het aandeelhoudersregister van de bevek. Indien een belegger in de bevek belegt door toedoen van een tussenpersoon die in eigen naam, maar voor rekening van de belegger in de bevek belegt, kunnen bepaalde aan de hoedanigheid van aandeelhouder gebonden rechten niet noodzakelijkerwijs rechtstreeks door de belegger zelf worden uitgeoefend ten aanzien van de bevek. De belegger wordt aangeraden zich te informeren over zijn rechten.
3/116
INHOUDSOPGAVE INLEIDING .............................................................................................................................................................2 1. BESTUUR VAN DE BEVEK ...............................................................................................................................6 2. ALGEMENE KENMERKEN VAN DE BEVEK...............................................................................................8 3. BEHEER EN BESTUUR ..........................................................................................................................................11 4. DEPOTHOUDENDE BANK .....................................................................................................................................16 5. BELEGGINGSDOELSTELLING....................................................................................................................16 6. BELEGGINGSBELEID ....................................................................................................................................17 7. BELEGGINGSBEPERKINGEN.................................................................................................................................22 8. RISICOFACTOREN ..........................................................................................................................................26 9. RISK MANAGEMENT ......................................................................................................................................26 10. AANDELEN......................................................................................................................................................28 11. BEURSNOTERING .........................................................................................................................................28 12. AANDELENEMISSIE, INSCHRIJVINGS- EN BETALINGSPROCEDURE ..........................................29 13. OMZETTING VAN AANDELEN..................................................................................................................31 14. TERUGKOOP VAN AANDELEN..................................................................................................................32 15. MARKET TIMING EN LATE TRADING ......................................................................................................33 16. WAARDE VAN HET NETTOACTIEF..........................................................................................................33 17. OPSCHORTING VAN DE BEREKENING VAN DE NETTO-INVENTARISWAARDE EN VAN DE UITGIFTE, TERUGKOOP EN OMZETTING VAN AANDELEN ................................................................37 18. RESULTAATVERWERKING .........................................................................................................................38 19. NIET-HOOFDELIJKE VERBONDENHEID VAN DE COMPARTIMENTEN ..............................................................38 20. FISCALE BEHANDELING............................................................................................................................39 21. ALGEMENE AANDEELHOUDERSVERGADERINGEN ........................................................................40 22. AFSLUITING, FUSIE EN SPLITSING VAN COMPARTIMENTEN, KLASSEN OF AANDELENTYPEN - VEREFFENING VAN DE BEVEK..............................................................................41 23. KOSTEN EN LASTEN....................................................................................................................................43 24. INFORMATIEVERSCHAFFING AAN DE AANDEELHOUDERS .........................................................44 TECHNISCH INFORMATIEBLAD ...............................................................................................................................46 DEXIA EQUITIES L ASIA PREMIER ..........................................................................................................................46 DEXIA EQUITIES L AUSTRALIA ...............................................................................................................................49 DEXIA EQUITIES L BIOTECHNOLOGY ....................................................................................................................52 DEXIA EQUITIES L EMU ........................................................................................................................................55 DEXIA EQUITIES L EURO 50 ...................................................................................................................................57 DEXIA EQUITIES L EUROPE ....................................................................................................................................60 DEXIA EQUITIES L EUROPE CONVICTION .............................................................................................................63 DEXIA EQUITIES L GLOBAL ENERGY SECTOR .......................................................................................................66 DEXIA EQUITIES L EUROPE FINANCE SECTOR .....................................................................................................68 DEXIA EQUITIES L EUROPE HIGH DIVIDEND .......................................................................................................70 DEXIA EQUITIES L EUROPE INNOVATION .............................................................................................................73 DEXIA EQUITIES L EMERGING EUROPE ................................................................................................................75 DEXIA EQUITIES L EMERGING MARKETS ..............................................................................................................78 DEXIA EQUITIES L FRANCE ....................................................................................................................................81 DEXIA EQUITIES L GERMANY .................................................................................................................................84 DEXIA EQUITIES L GLOBAL DEMOGRAPHY ...........................................................................................................86 DEXIA EQUITIES L JAPAN ........................................................................................................................................89 DEXIA EQUITIES L NETHERLANDS ........................................................................................................................92 DEXIA EQUITIES L SUSTAINABLE EMERGING MARKETS .......................................................................................94 DEXIA EQUITIES L SUSTAINABLE EMU ...................................................................................................................98 DEXIA EQUITIES L SUSTAINABLE GREEN PLANET .............................................................................................. 101 DEXIA EQUITIES L SUSTAINABLE WORLD ............................................................................................................ 104
4/116
DEXIA EQUITIES L SWITZERLAND ........................................................................................................................ 107 DEXIA EQUITIES L TURKEY .................................................................................................................................. 110 DEXIA EQUITIES L UNITED KINGDOM ................................................................................................................ 113
5/116
1. BESTUUR VAN DE BEVEK
Promotor
Banque Internationale à Luxembourg 69 route d’Esch, L-2953 LUXEMBOURG
Raad van Bestuur
Voorzitter Dhr. Jean-Yves MALDAGUE, Gedelegeerd bestuurder, Dexia Asset Management Luxembourg S.A. Bestuurders Dhr. Jean-Michel LOEHR, Chief Industry & Government Relations, RBC Dexia Investor Services Bank S.A. Dhr. Willy LAUWERS, Deputy Director Securities Dexia Bank België nv Dhr. Jan VERGOTE, Head of Investment Strategy, Dexia Bank België nv Dhr. Vincent HAMELINK Lid van het Uitvoerend comité, Dexia Asset Management Mevr. Véronique DI MARIA, Head of Wealth Management Solutions Banque Internationale à Luxembourg Dexia Asset Management Luxembourg S.A. Vertegenwoordigd door de heer Jean-Yves MALDAGUE 136, route d’Arlon – L-1150 Luxembourg
Zetel van de vennootschap
69, route d’Esch, L-1470 Luxembourg
Depothoudende bank
RBC Dexia Investor Services Bank S.A.
Beheersmaatschappij
Dexia Asset Management 136, route d’Arlon, L-1150 Luxembourg
6/116
Voorzitter:
Dhr. Philippe Rucheton, Chief Financial Officer (CFO) en Lid van het Directiecomité van Dexia S.A.
Bestuurders:
Dhr. Jean-Yves Maldague, Gedelegeerd bestuurder Dexia Asset Management Luxembourg S.A.
Dhr. Thierry Delroisse, Lid van het Directiecomité van Dexia Banque Internationale à Luxembourg S.A.
Dhr. Pierre Malevez, Lid van het Directiecomité van Dexia Banque Internationale à Luxembourg S.A.
Dhr. Naïm Abou-Jaoudé, Voorzitter van het Uitvoerend comité van de groep Dexia Asset Management
Dhr. Alexandre Joly, Lid van het Directiecomité van Dexia S.A.
An Other Look To Efficiency bvba, vertegenwoordigd door dhr. Olivier Lefebvre
De functies van Administratief agent en Domiciliëringsagent worden opgedragen aan:
RBC Dexia Investor Services Bank S.A. 14, Porte de France, L-4360 Esch-sur-Alzette De functies van Transferagent (waaronder inbegrepen de werkzaamheden van Registerhouder) worden overgedragen aan:
RBC Dexia Investor Services Bank S.A. 14, Porte de France, L-4360 Esch-sur-Alzette De uitvoering van de functie van portefeuillebeheer wordt overgedragen aan:
Dexia Asset Management Rogierplein 11 – B-1210 Brussel Behalve voor het compartiment Dexia Equities L Australia, waarvan de uitvoering van de functie van portefeuillebeheer wordt overgedragen aan:
Ausbil Dexia Ltd
7/116
Veritas House, Level 23, Kent Street, Sydney NSW 2000 Australia
En voor het compartiment Dexia Equities L Turkey, waarvan de uitvoering van de functie van portefeuillebeheer wordt overgedragen aan:
Deniz Portfolio Management Denizbank Büyükdere Cad. No:108/B Kat:8 Esentepe/İstanbul Erkend bedrijfsrevisor
PricewaterhouseCoopers 400, route d’Esch, L-1471 Luxembourg
Bedrijfsrevisor van de Beheersmaatschappij
Deloitte Audit Vennootschap met beperkte aansprakelijkheid 560, rue de Neudorf L-2220 Luxembourg
8/116
2. ALGEMENE KENMERKEN VAN DE BEVEK Dexia Equities L is een beleggingsvennootschap met veranderlijk kapitaal naar Luxemburgs recht die op 27 april 1994 voor onbepaalde tijd werd opgericht te Luxemburg in overeenstemming met het bepaalde in de Wet en in de wet van 10 augustus 1915 op de handelsvennootschappen, zoals gewijzigd. De statuten van de bevek werden gepubliceerd in het Mémorial C, Recueil des Sociétés et Associations (hierna « Mémorial » te noemen) de dato 9 juni 1994. De statuten zijn meermaals gewijzigd en inzonderheid laatstelijk op 27 december 2011; de daarmee samenhangende wijzigingen werden gepubliceerd in het Mémorial. Een gecoördineerde versie van de statuten werd neergelegd ter griffie van de arrondissementsrechtbank van en te Luxemburg. Deze documenten liggen aldaar ter inzage en op aanvraag is een afschrift ervan verkrijgbaar na vereffening van de griffierechten. De bevek is ingeschreven in het handels- en vennootschapsregister (R.C.S.) van Luxemburg onder het nummer B-47449. De maatschappelijke zetel van de bevek is gevestigd te Luxemburg. De bevek is opgericht naar Luxemburgs recht in de vorm van een bevek met meerdere compartimenten. Een bevek met meerdere compartimenten is samengesteld uit verschillende compartimenten waarin een pool van specifieke activa (bezittingen) en passiva (verplichtingen) is belichaamd en die elk een afzonderlijk beleggingsbeleid voeren. De structuur met meerdere compartimenten biedt de beleggers het voordeel dat ze niet alleen een keuze kunnen maken uit verschillende compartimenten, maar vervolgens ook van het ene naar het andere compartiment kunnen overstappen. In elk compartiment kan de bevek aandelen op naam en/of aan toonder van verschillende klassen uitgeven die zich inzonderheid van elkaar onderscheiden door de verschillende rechten en provisies of door hun uitkeringsbeleid. De volgende klassen kunnen worden uitgegeven: •
De klasse « D » wordt aangeboden aan natuurlijke personen (particulieren) en rechtspersonen (vennootschappen); de opbrengsten en baten van de aandelen uit deze klasse kunnen als dividend worden uitgekeerd.
•
De klasse « C » wordt aangeboden aan natuurlijke personen (particulieren) en rechtspersonen (vennootschappen); de opbrengsten en baten van de aandelen uit deze klasse worden gekapitaliseerd.
•
De klasse « N » is alleen bestemd voor verkoopkantoren (verdelers) en tussenhandelaars die inzonderheid werden erkend door de Beheersmaatschappij; deze klasse biedt kapitalisatieaandelen en, bij beslissing van de Raad van Bestuur, uitkeringsaandelen.
9/116
•
De klasse « I » is uitsluitend bestemd voor institutionele beleggers voor wie een minimale eerste inleg geldt van EUR 250.000 (deze minimuminleg kan geheel ter vrije beoordeling van de Raad van Bestuur worden gewijzigd mits alle aandeelhouders op dezelfde waarderingsdag op voet van gelijkheid worden behandeld).
•
De klasse « Z » is uitsluitend bestemd voor institutionele beleggers die met de groep Dexia Asset Management een overeenkomst voor portefeuillebeheer hebben gesloten. Met deze klasse wordt beoogd die beleggers een alternatieve kostenstructuur aan te bieden, met dien verstande dat het portefeuillebeheer dat door de groep Dexia Asset Management wordt gevoerd rechtstreeks wordt vergoed via de beheersovereenkomst waarvan de kostenstructuur inzonderheid afhangt van het belegde bedrag. Uit dien hoofde wordt geen enkele beheersprovisie ingehouden op de activa van de klasse « Z ». Indien om welke reden dan ook blijkt dat de houder van aandelen uit deze klasse « Z » zijn beheersovereenkomst met de groep Dexia Asset Management te eniger tijd beëindigt, zullen de bestuurders van de bevek opdracht geven aan RBC Dexia Investor Services Bank S.A. om de aandelen van de desbetreffende cliënt over te dragen van de klasse « Z » naar de klasse « C », « D », « I » of « V » mits de betrokken aandeelhouder voldoet aan de voorwaarden om in deze klasse te beleggen.
•
De klasse « V » is uitsluitend bestemd voor institutionele beleggers voor wie een minimale eerste inleg geldt van EUR 15.000.000 (deze minimuminleg kan geheel ter vrije beoordeling van de Raad van Bestuur worden gewijzigd mits alle aandeelhouders op dezelfde waarderingsdag op voet van gelijkheid worden behandeld).
•
De klasse « LOCK » (die ook klasse « L » mag worden genoemd) is een aandelenklasse waarop een mechanisme wordt toegepast om het gelopen kapitaalrisico te beperken. Dit mechanisme wordt alleen aangeboden door Dexia Bank België (hierna « DBB » te noemen), de enige verdeler die gemachtigd is om deze aandelen te verhandelen. Door in deze klasse te beleggen stemt de belegger ermee in dat de aandelen automatisch worden verkocht zodra de netto-inventariswaarde een bepaald bedrag (activeringskoers) heeft bereikt. Wanneer DBB vaststelt dat de nettoinventariswaarde kleiner is dan of gelijk aan de activeringskoers, wordt automatisch een terugkoopopdracht aangemaakt die zo spoedig mogelijk wordt uitgevoerd. De verkoopopdracht wordt geglobaliseerd bij de eerste cut-off (afsluitingsdatum voor ontvangst van opdrachten) volgend op de berekeningsdag van de netto-inventariswaarde die aanzet heeft gegeven tot de automatische aanmaak van de terugkoopopdracht. Gelet op de bijzondere kenmerken van deze klasse wordt de kandidaat-beleggers aangeraden, alvorens in te schrijven, advies in te winnen bij hun financieel adviseur van DBB om kennis te nemen van de technische en operationele vereisten die aan dit mechanisme verbonden zijn.
•
De klasse « P » is uitsluitend voorbehouden aan (i) de instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening en/of soortgelijke beleggingsinstrumenten, opgericht op het initiatief van één of meer werkgevers ten bate van hun werknemers, en (ii) de ondernemingen van één of meer werkgevers die de door hen aangehouden fondsen beleggen om te voorzien in uitkeringen bij pensionering van hun werknemers. De minimale eerste inleg bedraagt EUR 15.000.000.
•
De aandelenklasse « Y » is uitsluitend bestemd voor institutionele beleggers die inzonderheid werden erkend door de Beheersmaatschappij.
10/116
De activa van de verschillende klassen worden samengevoegd tot één enkel vermogensgeheel (asset pool). Thans worden de volgende compartimenten aangeboden aan de beleggers:
Dexia Equities L Asia Premier Dexia Equities L Australia Dexia Equities L Biotechnology Dexia Equities L EMU Dexia Equities L Euro 50 Dexia Equities L Europe Dexia Equities L Europe Conviction Dexia Equities L Europe Finance Sector Dexia Equities L Europe High Dividend Dexia Equities L Emerging Europe Dexia Equities L Emerging Markets Dexia Equities L Europe Innovation Dexia Equities L France Dexia Equities L Germany Dexia Equities L Global Demography Dexia Equities L Global Energy Sector Dexia Equities L Japan Dexia Equities L Netherlands Dexia Equities L Sustainable Emerging Markets Dexia Equities L Sustainable EMU Dexia Equities L Sustainable Green Planet Dexia Equities L Switzerland Dexia Equities L Turkey Dexia Equities L United Kingdom Dexia Equities L Sustainable World
Alvorens in te schrijven, dient de belegger in de bij dit Prospectus gevoegde technische informatiebladen (de « Technische informatiebladen ») na te gaan in welke klasse en vorm de aandelen voor elk compartiment beschikbaar zijn alsook welke provisies, vergoedingen en andere kosten daarop van toepassing zijn. Het staat de Raad van Bestuur vrij andere compartimenten op te starten of andere klassen uit te geven, waarvan het beleggingsbeleid en de aanbiedingsvoorwaarden te gelegener tijd kenbaar worden gemaakt door dit Prospectus en de beleggersinformatie te actualiseren via publicatie in de pers, een en ander geheel ter vrije beoordeling van de Raad van Bestuur. Het kapitaal van de bevek is te allen tijde gelijk aan de waarde van het nettoactief en wordt vertegenwoordigd door volgestorte aandelen die zonder vermelding van nominale waarde worden uitgegeven. Kapitaalsveranderingen vinden van rechtswege plaats zonder de maatregelen inzake bekendmaking en inschrijving in het handels- en vennootschapsregister (R.C.S.) die gelden voor kapitaalsverhogingen en -verminderingen van naamloze vennootschappen. Het minimumkapitaal van de bevek bedraagt EUR 1.250.000.
11/116
3. BEHEER EN BESTUUR 3.1. Raad van Bestuur
De Raad van Bestuur van de bevek draagt de verantwoordelijkheid voor het beheer van de activa van elk compartiment waaruit de bevek is samengesteld. De bevek mag een beheersmaatschappij aanstellen. Het is de Raad van Bestuur en de beheersmaatschappij toegestaan voor rekening van de bevek alle daden van beheer en bestuur te stellen, inzonderheid de aankoop, verkoop, omruiling van of inschrijving op alle effecten, en alle rechten uit te oefenen welke rechtstreeks of middellijk verbonden zijn aan de activa van de bevek. De lijst met de leden van de Raad van Bestuur is opgenomen in voorliggend Prospectus en in de periodieke verslagen. 3.2. Beheersmaatschappij
Dexia Asset Management (hierna « Dexia AM » of de « Beheersmaatschappij » te noemen), naamloze vennootschap gevestigd en kantoorhoudende te L-1150 Luxembourg, 136 route d’Arlon, werd door de bevek aangesteld tot Beheersmaatschappij van de bevek krachtens een overeenkomst gesloten op 30 december 2005 tussen de bevek en Dexia AM. Dexia AM werd op 10 juli 1991 opgericht te Luxemburg; zij heeft haar beheersactiviteiten aangevat op 1 februari 1999 en is een dochteronderneming van Banque Internationale à Luxembourg en van Dexia S.A. Dexia AM werd als Beheersmaatschappij erkend in de zin van hoofdstuk 15 van de Wet, en is uit dien hoofde gemachtigd om op te treden als collectief portefeuillebeheerder, beheerder van beleggingsportefeuilles en beleggingsadviseur. Haar statuten werden laatstelijk gewijzigd op 28 juni 2011 en de daarmee samenhangende wijzigingen werden gepubliceerd in het Mémorial C (Recueil des Sociétés et Associations). Een gecoördineerde versie van de statuten werd neergelegd ter griffie van de arrondissementsrechtbank van en te Luxemburg. Op datum van het Prospectus had de Beheersmaatschappij de volgende fondsen onder beheer:
Cleome Index Cordius Dexia Bonds Dexia Clickinvest Dexia Dynamix Dexia Equities L Dexia Fund Dexia Life Bonds Dexia Life Equities Dexia Luxpart Dexia Money Market Dexia Patrimonial Dexia Prime Advanced Dexia Quant Dexia Specialised Fund
12/116
Dexia Total Return Dexia Total Return II Dexia World Alternative DMM Gestielle Investment SICAV (voorheen Novara Aquilone SICAV) Publifund Publitop RBC Funds (Lux)
Dexia AM is ingeschreven in het handels- en vennootschapsregister (R.C.S.) van en te Luxemburg onder het nummer B-37.647. Het kapitaal van de Beheersmaatschappij bedraagt EUR 195.903.879,44 en is belichaamd in 15.386 aandelen op naam. De Beheersmaatschappij werd opgericht voor onbepaalde tijd. Haar boekjaar wordt afgesloten op 31 december van ieder jaar. De Beheersmaatschappij heeft de meest uitgebreide bevoegdheden om ter verwezenlijking van haar maatschappelijk doel alle daden van beheer en bestuur van icb’s te stellen. De Beheersmaatschappij draagt de verantwoordelijkheid voor het portefeuillebeheer, het bestuur (in hoedanigheid van Administratief agent, Domiciliëringsagent, Transferagent en Registerhouder) en de tekoopstelling (verkoop en verdeling). Overeenkomstig de Wet is het de Beheersmaatschappij toegestaan haar functies, volmachten, bevoegdheden en verplichtingen voor het geheel of ten dele over te dragen aan elke natuurlijke persoon of rechtspersoon welke zij daartoe geschikt acht, met dien verstande dat het Prospectus op voorhand dient te worden aangepast. De Beheersmaatschappij blijft evenwel volledig aansprakelijk voor de daden en handelingen die door deze gemachtigde(n), lasthebber(s) of vertegenwoordiger(s) worden gesteld. Als vergoeding voor de verschillende functies die worden vervuld door de Beheersmaatschappij of door één van haar gemachtigden, lasthebbers of vertegenwoordigers, heeft de Beheersmaatschappij recht op provisies die door de bevek aan haar worden uitbetaald en hieronder nader worden toegelicht. Deze provisies zijn bedoeld als vergoeding voor de werkzaamheden van portefeuillebeheer, bestuur en verhandeling (zoals nader omschreven in Bijlage II van de Wet). De tarieven van deze provisies worden nader toegelicht in de Technische informatiebladen van de verschillende compartimenten. De belegger wordt verzocht de jaarverslagen van de bevek te raadplegen om nadere informatie in te winnen over de provisies die aan de Beheersmaatschappij of aan haar gemachtigden, lasthebbers of vertegenwoordigers worden uitbetaald als vergoeding voor hun diensten. 3.2.1. Functie van portefeuillebeheer
De Raad van Bestuur van de bevek draagt de verantwoordelijkheid voor het beleggingsbeleid van de verschillende compartimenten waaruit de bevek is samengesteld. De bevek heeft de Beheersmaatschappij ermee belast het beleggingsbeleid van haar verschillende compartimenten ten uitvoer te brengen. Zo is het de Beheersmaatschappij onder meer toegestaan voor rekening van de bevek alle stemrechten uit te oefenen die verbonden zijn aan de effecten waaruit het vermogen van de bevek is samengesteld.
Blijkens een overeenkomst tot overdracht van bevoegdheid de dato 15 oktober 2007 heeft de Beheersmaatschappij onder haar toezicht, op eigen verantwoording en voor eigen rekening, de uitvoering van het portefeuillebeheer van bepaalde compartimenten van de bevek overgedragen aan
13/116
haar Belgische dochteronderneming Dexia Asset Management, gevestigd en kantoorhoudende te B1210 Brussel, Rogierplein 11. Het staat elke partij vrij deze overeenkomst schriftelijk te beëindigen door een opzeggingstermijn van negentig (90) dagen in acht te nemen. Dexia Asset Management is een beheersmaatschappij van instellingen voor collectieve belegging die in 1998 voor onbepaalde tijd werd opgericht in België. Deze overdracht van bevoegdheid geldt voor alle compartimenten van de bevek, met uitzondering van de compartimenten Dexia Equities L Australia en Dexia Equities L Turkey. Blijkens een overeenkomst tot overdracht van bevoegdheid de dato 15 oktober 2007 heeft de Beheersmaatschappij onder haar toezicht, op eigen verantwoording en voor eigen rekening, de uitvoering van het portefeuillebeheer van het compartiment Dexia Equities L Australia overgedragen aan haar Australische dochteronderneming Ausbil Dexia Ltd. Het staat elke partij vrij deze overeenkomst schriftelijk te beëindigen door een opzeggingstermijn van negentig (90) dagen in acht te nemen. Ausbil Dexia Ltd is een naamloze vennootschap naar Australisch recht die in 1996 werd opgericht en die vergunning nr. 229722 inzake « Australian Financial Services » gekregen heeft van de Australian Securities & Investments Commission. Blijkens een overeenkomst tot overdracht van bevoegdheid de dato 17 maart 2008 heeft de Beheersmaatschappij onder haar toezicht, op haar verantwoordelijkheid en voor eigen rekening, de uitvoering van het portefeuillebeheer van het compartiment Dexia Equities L Turkey overgedragen aan Deniz Portfolio Management, gevestigd en kantoorhoudende te Büyükdere Caddesi Semsir Is Merkesi No:108 Kat:8 Esentepe/İstanbul, Turkey. Het staat elke partij vrij deze overeenkomst schriftelijk te beëindigen door een opzeggingstermijn van negentig (90) dagen in acht te nemen. Deniz Portfolio Management is een beheersmaatschappij die sinds 2003 voor onbepaalde tijd werd opgericht in Turkije. Deniz Portfolio Management is gespecialiseerd in het beheer van fondsen en portefeuilles, alsook in financiële analyses voor institutionele beleggers en particuliere of nietprofessionele beleggers (retail investors). Deniz Portfolio Management is een dochteronderneming van Denizbank Financial Services Group, dat deel uitmaakt van Dexia-groep. Als vergoeding voor de verstrekte diensten ontvangt de Beheersmaatschappij beheersprovisies die als jaarlijks percentage van de gemiddelde netto-inventariswaarde zijn uitgedrukt. De bevek dient deze provisies per ultimo van elk kwartaal uit te betalen als vergoeding voor de werkzaamheden van portefeuillebeheer en tekoopstelling (verkoop en verdeling). Voorts kan de Beheersmaatschappij tevens prestatievergoedingen (performance fees) ontvangen die jaarlijks worden uitbetaald, en waarvan de toepassingsvoorwaarden (percentages, referentie-index) nader zijn toegelicht in de Technische informatiebladen van de verschillende compartimenten. De Beheersmaatschappij alsook Dexia Asset Management, gevestigd en kantoorhoudende te B-1210 Brussel, Rogierplein 11 (« de Delegatiehouder »), mogen met makelaars overeenkomsten betreffende indirecte provisies (soft commissions) sluiten op grond waarvan bepaalde van derden verkregen diensten door de makelaars worden betaald op basis van de makelaarsprovisies (courtages) die zij ontvangen op de transacties van de bevek. De uit deze overeenkomsten voortvloeiende voordelen zullen de Beheersmaatschappij of de Delegatiehouder helpen bij het beheer van de portefeuille. De beleggingen die in het kader van dit portefeuillebeheer worden uitgevoerd dienen te allen tijde plaats te vinden rekening houdend met de belangen van de aandeelhouders.
14/116
De soft commission-overeenkomsten zijn onderworpen aan de volgende voorwaarden: (a) de Beheersmaatschappij en de Delegatiehouder dienen te allen tijde te handelen en op te treden in het beste belang van de bevek; (b) de verstrekte diensten moeten rechtstreeks verband houden met de werkzaamheden van portefeuillebeheer; (c) de makelaarsprovisies (courtages) op de portefeuilletransacties voor de bevek worden doorgegeven aan de makelaars-handelaars die rechtspersoon zijn en geen natuurlijke persoon; (d) de Beheersmaatschappij of de Delegatiehouder brengt verslag uit aan de Raad van Bestuur van de bevek over de soft commission-overeenkomsten met nauwkeurige opgave van de aard van de door hen ontvangen diensten; (e) nadere inlichtingen over de soft commission-overeenkomsten moeten in het jaarverslag worden vermeld.
3.2.2. Functies van Administratief agent en Domiciliëringsagent
Blijkens een overeenkomst de dato 15 oktober 2007 heeft de Beheersmaatschappij de gezamenlijke werkzaamheden van Administratief agent overgedragen aan, en de taak van Domiciliëringsagent van de bevek opgedragen aan RBC Dexia Investor Services Bank S.A. Het staat elke partij vrij deze overeenkomst schriftelijk te beëindigen door een opzeggingstermijn van negentig (90) dagen in acht te nemen. RBC Dexia Investor Services Bank S.A. is ingeschreven in het handels- en vennootschapsregister (R.C.S.) van Luxemburg onder het nummer B-47192, en werd in 1994 opgericht onder de naam « First European Transfer Agent ». RBC Dexia Investor Services Bank S.A. heeft een bankvergunning in de zin van de Luxemburgse wet van 5 april 1993 op de financiële sector, zoals gewijzigd, en is gespecialiseerd in het verstrekken van diensten als bewaarbank, administratiekantoor alsook andere daarmee samenhangende diensten. Per 31 december 2011 bedroeg haar eigen vermogen EUR 758.839.030. RBC Dexia Investor Services Bank S.A. is een dochteronderneming van RBC Dexia Investor Services Limited, een vennootschap naar het recht van Engeland en Wales, waarover de zeggenschap wordt uitgeoefend door Royal Bank of Canada en door Dexia-groep. RBC Dexia Investor Services Bank S.A. is zodoende belast met het bijhouden van de boekhouding van de bevek, met het berekenen en bekendmaken van de netto-inventariswaarde van de aandelen van elk compartiment overeenkomstig de Wet en de statuten van de bevek en, in het algemeen, met het vervullen voor rekening van de bevek van alle administratieve en boekhoudkundige diensten die zijn voorgeschreven door de Wet en verband houden met het administratieve beheer van de bevek. RBC Dexia Investor Services Bank S.A. treedt overigens eveneens op als Domiciliëringsagent van de bevek. Als vergoeding voor de verstrekte diensten ontvangt RBC Dexia Investor Services Bank S.A. provisies van Administratief agent die als jaarlijks percentage van de gemiddelde nettoinventariswaarde zijn uitgedrukt. De Beheersmaatschappij dient deze provisies per ultimo van elk kwartaal uit te betalen. 3.2.3. Overdracht van de functie van Transferagent (waaronder inbegrepen de werkzaamheden van Registerhouder)
Blijkens een overeenkomst tot overdracht van bevoegdheid de dato 15 oktober 2007 heeft de Beheersmaatschappij alle werkzaamheden van Transferagent (waaronder inbegrepen de
15/116
werkzaamheden van Registerhouder) van de bevek overgedragen aan RBC Dexia Investor Services Bank S.A. Het staat elke partij vrij deze overeenkomst schriftelijk te beëindigen door een opzeggingstermijn van negentig (90) dagen in acht te nemen. RBC Dexia Investor Services Bank S.A. is zodoende belast met het verwerken van de inschrijvings-, terugkoop- en omzettingsaanvragen van de aandelen van de bevek, alsook met het bijhouden van het aandeelhoudersregister. Als vergoeding voor de verstrekte diensten ontvangt RBC Dexia Investor Services Bank S.A. provisies van Transferagent die als jaarlijks percentage van de gemiddelde netto-inventariswaarde zijn uitgedrukt. De Beheersmaatschappij dient deze provisies per ultimo van elk kwartaal uit te betalen.
3.2.4. Verkoopfunctie
De verkoopfunctie (tekoopstelling) bestaat erin verdeling van de aandelen van de bevek te coördineren door tussenkomst van de entiteiten van Dexia-groep of derden die daartoe door de Beheersmaatschappij zijn aangewezen (hierna « Verdelers/Nominees » te noemen). De Beheersmaatschappij en de verschillende Verdelers/Nominees mogen overeenkomsten van Verdeler/Nominee sluiten. Op grond van deze overeenkomsten is het de Verdeler/Nominee die wordt ingeschreven in het aandeelhoudersregister, en niet de cliënten die in de bevek hebben belegd. Deze overeenkomsten bepalen onder meer dat een cliënt die door tussenkomst van de Verdeler/Nominee in de bevek heeft belegd te allen tijde mag verzoeken de aandelen waarop hij door bemiddeling van de Verdeler/Nominee heeft ingeschreven, op zijn naam te stellen. Alsdan wordt de cliënt onder zijn eigen naam in het register ingeschreven zodra de instructies tot tenaamstelling van de Verdeler/Nominee zijn ontvangen. Het is de aandeelhouders toegestaan rechtstreeks bij de bevek in te schrijven, zonder tussenkomst of bemiddeling van een Verdeler/Nominee. Indien een Verdeler/Nominee wordt aangesteld, dient deze de procedures tegen het witwassen van geld toe te passen zoals die nader zijn bepaald in het gedeelte « Aandelenemissie, inschrijvings- en betalingsprocedure » van het Prospectus. De aangewezen Verdeler/Nominee moet een Professional uit de Financiële Sector (PFS) zijn, dat wil zeggen een financiële marktpartij die is gevestigd in een land dat verplicht is zich te houden aan maatregelen ter bestrijding van witwassen van geld en financiering van terrorisme die gelijkwaardig zijn aan die vervat in de Luxemburgse wet of in de Europese richtlijn 2005/60/EG. Desgewenst kan elke belegger ter maatschappelijke zetel van de Beheersmaatschappij gratis een exemplaar krijgen van de lijst met nominees.
16/116
4. DEPOTHOUDENDE BANK RBC Dexia Investor Services Bank S.A. (hierna de « Depothoudende bank » te noemen) werd aangewezen als bewaarnemer of depothouder van de activa, bezittingen, tegoeden en vermogensbestanddelen van de bevek krachtens een overeenkomst voor onbepaalde tijd die op 15 oktober 2007 werd ondertekend. Het staat elke partij vrij deze overeenkomst te beëindigen door schriftelijke kennisgeving aan de wederpartij met inachtneming van een opzeggingstermijn van negentig (90) dagen. De bewaring van de activa van de bevek wordt toevertrouwd aan de Depothoudende bank die de door de Wet voorgeschreven verplichtingen en taken dient te vervullen. In overeenstemming met de bankgebruiken is het de Depothoudende bank toegestaan op eigen verantwoordelijkheid het geheel of een deel van de activa die zij onder bewaring heeft, aan andere bankinstellingen of financiële tussenpersonen toe te vertrouwen. De Depothoudende bank dient daarenboven: (a) zich ervan te vergewissen dat de verkoop, uitgifte, terugkoop en intrekking (schrapping) van aandelen door toedoen of voor rekening van de bevek overeenkomstig de Wet en de statuten van de bevek geschieden; (b) zich ervan te vergewissen dat bij transacties met betrekking tot de activa van de bevek de tegenprestatie haar binnen de gebruikelijke termijnen wordt voldaan; (c) zich ervan te vergewissen dat de opbrengsten van de bevek een bestemming krijgen in overeenstemming met de statuten. Als vergoeding voor de verstrekte diensten ontvangt de Depothoudende bank provisies van Depothoudende bank die als jaarlijks percentage van de gemiddelde netto-inventariswaarde zijn uitgedrukt en waarvan de tarieven nader worden toegelicht in de Technische informatiebladen van de verschillende compartimenten. De bevek dient deze provisies per ultimo van elk kwartaal uit te betalen. De belegger wordt verzocht de jaarverslagen van de bevek te raadplegen om nadere informatie in te winnen over de provisies die aan de Depothoudende bank worden uitgekeerd als vergoeding voor haar diensten.
5. BELEGGINGSDOELSTELLING De bevek stelt zich ten doel de aandeelhouders via de beschikbare compartimenten een beleggingsmedium te bieden waarmee ze toegang tot de aandelenmarkten kunnen krijgen. De bevek biedt beleggers de mogelijkheid deel te nemen aan effectenportefeuilles die actief worden beheerd door professionals met als doel het nettoactief in waarde te doen stijgen. Elk compartiment wordt zodanig opgebouwd en samengesteld dat een optimaal rendement kan worden geboekt.
17/116
6. BELEGGINGSBELEID 1) De beleggingen van de verschillende compartimenten van de bevek mogen uitsluitend zijn samengesteld uit één of meer van de volgende vermogensbestanddelen: a) rechten van deelneming van overeenkomstig Richtlijn 2009/65/EG toegelaten icbe's en/of andere icb’s in de zin van artikel 1, lid 2, onder a) en b), van Richtlijn 2009/65/EG, ongeacht of die al dan niet in een lidstaat zijn gevestigd, mits:
die andere icb’s zijn toegelaten overeenkomstig wetten waardoor zij worden onderworpen aan toezicht dat naar het oordeel van de Luxemburgse financiële toezichthouder (Commission de Surveillance du Secteur Financier, hierna kortheidshalve « CSSF » te noemen) gelijkwaardig is aan het toezicht waarin het Gemeenschapsrecht voorziet, en mits de samenwerking tussen de autoriteiten genoegzaam is gewaarborgd;
het niveau van bescherming van de deelnemers in de andere icb’s gelijkwaardig is aan dat van deelnemers in een icbe, en in het bijzonder mits de regels inzake scheiding van de activa, opnemen en verstrekken van leningen en verkopen van effecten en geldmarktinstrumenten vanuit een ongedekte positie (short selling) gelijkwaardig zijn aan de voorschriften van Richtlijn 2009/65/EG;
over de activiteiten van deze andere icb’s halfjaarlijks en jaarlijks wordt gerapporteerd, zodat een evaluatie kan worden gemaakt van activa en passiva, inkomsten en bedrijfsvoering tijdens de verslagperiode;
de icbe’s of de andere icb’s waarvan de verwerving wordt overwogen, volgens hun beheersreglementen of statuten, in totaal maximaal 10% van hun eigen activa mogen beleggen in rechten van deelneming van andere icbe’s of andere icb’s.
Het is een compartiment overigens toegestaan in te schrijven op aandelen die door één of meer compartimenten van de bevek (het of de « doelcompartiment(en) ») werden of moeten worden uitgegeven, die te verwerven en/of te houden zonder dat de bevek uit dien hoofde is onderworpen aan de vereisten als bedoeld in de Wet van 10 augustus 1915 op de handelsvennootschappen, zoals gewijzigd, met betrekking tot de inschrijving op, de verwerving en/of het bezit door een vennootschap van haar eigen aandelen, met dien verstande dat:
het doelcompartiment zelf niet belegt in het compartiment dat in dit doelcompartiment is belegd; en
de doelcompartimenten waarvan de verwerving wordt overwogen in totaal maximaal 10% van hun eigen activa mogen beleggen in rechten van deelneming van andere doelcompartimenten van dezelfde icb; en
de uitoefening van het in voorkomend geval aan de betrokken effecten verbonden stemrecht wordt geschorst zolang het betrokken compartiment die effecten in zijn bezit heeft en zonder afbreuk te doen aan een gepaste verwerking in de boekhouding en de periodieke verslagen; en
18/116
de waarde van deze effecten in alle gevallen, zolang de bevek die in haar bezit heeft, niet in aanmerking wordt genomen om het nettoactief van de bevek te berekenen teneinde na te gaan of de bij wet voorgeschreven benedengrens van de nettoactiva wordt nageleefd; en
er geen splitsing noch verdubbeling van beheers-/inschrijvings- of terugkoopprovisies is tussen deze provisies op het niveau van het compartiment van de bevek dat in het doelcompartiment heeft belegd en dit doelcompartiment;
b) effecten en geldmarktinstrumenten die zijn toegelaten tot of worden verhandeld op een markt in de zin van Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende markten voor financiële instrumenten; c) op een andere gereglementeerde, regelmatig functionerende, erkende en open markt van een lidstaat verhandelde effecten en geldmarktinstrumenten; d) effecten en geldmarktinstrumenten die zijn toegelaten tot de officiële notering van een effectenbeurs van een land in Europa (buiten de lidstaten van de Europese Unie), Noord- en ZuidAmerika, Azië, Oceanië of Afrika, of die worden verhandeld op een andere gereglementeerde markt van een land in Europa (buiten de lidstaten van de Europese Unie), Noord- en ZuidAmerika, Azië, Oceanië of Afrika, die regelmatig opereert, erkend is en voor het publiek toegankelijk is; e) nieuw uitgegeven effecten en geldmarktinstrumenten, onder voorbehoud dat de emissievoorwaarden de verplichting inhouden dat uiterlijk binnen één jaar na de uitgifte toelating wordt aangevraagd tot de officiële notering op een effectenbeurs of op een andere gereglementeerde, regelmatig functionerende, erkende en open markt als bedoeld onder b), c) en d); f)
deposito’s of tegoeden bij een kredietinstelling die onmiddellijk opeisbaar zijn of kunnen worden opgevraagd, en die binnen een periode van ten hoogste twaalf maanden vervallen. De statutaire zetel van de kredietinstelling moet gevestigd zijn in een lidstaat of, als dat niet het geval is, dient de kredietinstelling onderworpen te zijn aan bedrijfseconomische (prudentiële) voorschriften die naar het oordeel van de Luxemburgse toezichthouder gelijkwaardig zijn aan die welke die welke in het Gemeenschapsrecht zijn vastgesteld;
g) financiële derivaten, met inbegrip van gelijkwaardige instrumenten die aanleiding geven tot afwikkeling in contanten, die op een onder b), c) en d) hierboven bedoelde gereglementeerde markt worden verhandeld; of financiële derivaten die buiten de beurs (over-the-counter) worden verhandeld ('OTC-derivaten'), mits:
de onderliggende activa bestaan uit in dit artikel 6.1 bedoelde instrumenten, financiële indexen, rentetarieven, wisselkoersen of valuta’s waarin het compartiment krachtens zijn beleggingsdoelstellingen gemachtigd is te beleggen;
deze instrumenten onderworpen zijn aan een betrouwbare en verifieerbare dagelijkse waardering en te allen tijde tegen hun waarde in het economisch verkeer op initiatief van de bevek kunnen worden verkocht, te gelde gemaakt of afgesloten door een compenserende transactie;
de tegenpartijen bij transacties aan prudentieel toezicht onderworpen instellingen zijn en behoren tot de categorieën die door de CSSF zijn erkend;
19/116
h) geldmarktinstrumenten die niet gewoonlijk op de geldmarkt worden verhandeld, die liquide zijn en waarvan de waarde te allen tijde nauwkeurig kan worden vastgesteld, indien de emissie of de emittent van deze instrumenten zelf aan regelgeving is onderworpen met het oog op de bescherming van beleggers en spaargelden, en op voorwaarde dat zij:
worden uitgegeven of gegarandeerd door een centrale, regionale of plaatselijke overheid, de centrale bank van een lidstaat, de Europese Centrale Bank (ECB), de Europese Unie of de Europese Investeringsbank (EIB), een derde staat of, bij een federale staat, door één van de deelstaten van de federatie, dan wel door een internationale publiekrechtelijke instelling waarin één of meer lidstaten deelnemen; of
worden uitgegeven door ondernemingen waarvan effecten worden verhandeld op gereglementeerde markten als bedoeld onder b), c) of d) hierboven; of
worden uitgegeven of gegarandeerd door een instelling die aan bedrijfseconomisch (prudentieel) toezicht is onderworpen volgens criteria die door het Gemeenschapsrecht zijn vastgesteld, of door een instelling die onderworpen is en voldoet aan bedrijfseconomische voorschriften die naar het oordeel van de CSSF ten minste even stringent zijn als die welke in het Gemeenschapsrecht zijn vastgesteld; of
worden uitgegeven door andere instellingen die behoren tot de categorieën die door de CSSF zijn goedgekeurd, mits voor de beleggingen in die instrumenten een gelijkwaardige bescherming van de belegger geldt als is vastgelegd in het eerste, tweede of derde streepje, en mits de uitgevende instelling een onderneming is waarvan het kapitaal en de reserves ten minste tien miljoen euro (EUR 10.000.000) bedragen en die haar jaarrekeningen presenteert en publiceert overeenkomstig de vierde Richtlijn 78/660/EEG, een lichaam is dat binnen een groep ondernemingen waartoe één of meer ter beurze genoteerde ondernemingen behoren, specifiek gericht is op de financiering van de groep, of een lichaam is specifiek gericht op de financiering van effectiseringsinstrumenten waarvoor een bankliquiditeitenlijn bestaat.
6.2) Een compartiment mag niet:
meer dan 10% van zijn activa beleggen in andere effecten of geldmarktinstrumenten dan de in artikel 6.1 bedoelde; noch
edele metalen of certificaten die deze vertegenwoordigen, verwerven.
Een compartiment mag accessoir liquide middelen houden. 6.3) De bevek mag roerende of onroerende goederen verwerven die rechtstreeks noodzakelijk zijn voor de uitoefening van haar werkzaamheid. 6.4) Technieken en instrumenten met betrekking tot effecten en geldmarktinstrumenten Het is elk compartiment toegestaan technieken en instrumenten toe te passen met betrekking tot effecten en geldmarktinstrumenten, zoals beschreven in de hierna volgende alinea's. Het gebruik van deze transacties mag niet tot gevolg hebben dat zijn beleggingsdoelstellingen worden gewijzigd, noch leiden tot het nemen van extra risico’s die groter zijn dan zijn risicoprofiel zoals dat nader is omschreven in het Prospectus.
20/116
6.4.1 Effectenuitleentransacties Het is elk compartiment toegestaan de in zijn portefeuille opgenomen effecten uit te lenen aan een kredietnemer, hetzij rechtstreeks, hetzij door een beroep te doen op een gestandaardiseerd effectenleningsysteem georganiseerd door een erkende verrekenings- of vereffeningsinstelling (clearinginstituut) of op een effectenleningsysteem georganiseerd door een financiële instelling die onder bedrijfseconomisch (prudentieel) toezicht staat en onderworpen is aan bedrijfseconomische regels die de CSSF minstens als gelijkwaardig beschouwt aan die welke in het Gemeenschapsrecht zijn vastgesteld, en die gespecialiseerd is in dit soort transacties. Als onderdeel van de effectenuitleentransacties moet het compartiment financiële zekerheden ontvangen die voldoen aan de vereisten die zijn vastgelegd in de rondzendbrief CSSF 08/356. Deze effectenuitleentransacties mogen betrekking hebben op 100% van de totale waarderingswaarde van de in portefeuille gehouden effecten. De bevek dient erover te waken dat de omvang van de effectenuitleentransacties op een gepast niveau gehandhaafd blijft, of moet om teruggave van de uitgeleende effecten kunnen verzoeken teneinde het betrokken compartiment te allen tijde in staat te stellen zijn terugkoopverplichting na te komen en om te voorkomen dat die transacties een belemmering vormen voor het beheer van de activa van het compartiment overeenkomstig zijn beleggingsbeleid. 6.4.2 Transacties met recht van wederinkoop 6.4.2.1 Aankoop van effecten met recht van wederinkoop Elk compartiment mag in hoedanigheid van koper transacties met recht van wederinkoop uitvoeren die erin bestaan effecten te kopen waarbij de verkoper (tegenpartij) bij overeenkomst het recht wordt toegezegd de verkochte effecten terug te kopen van het compartiment tegen een prijs en binnen een termijn die beide partijen bij het afsluiten van de overeenkomst bedongen hebben. Tijdens de volledige looptijd van de aankoopovereenkomst met recht van wederinkoop mag het compartiment de effecten die daarvan het voorwerp uitmaken niet verkopen voordat de tegenpartij haar recht van wederinkoop heeft uitgeoefend of voordat de uitoefeningstermijn van dit recht van wederinkoop verstreken is, behalve indien het compartiment over andere dekkingsmiddelen beschikt. Het type effecten dat het voorwerp uitmaakt van transacties met recht van wederinkoop alsook de daarbij betrokken tegenpartijen moeten voldoen aan de vereisten die zijn vastgelegd in de rondzendbrief CSSF 08/356. De met recht van wederinkoop gekochte effecten dienen in overeenstemming te zijn met het beleggingsbeleid van het compartiment en moeten, samen met de andere effecten die het compartiment in portefeuille heeft, de beleggingsbegrenzingen van de bevek over de hele linie in acht nemen. 6.4.2.2 Verkoop van effecten met recht van wederinkoop Elk compartiment mag in hoedanigheid van verkoper transacties met recht van wederinkoop uitvoeren die erin bestaan effecten te verkopen waarbij het compartiment bij overeenkomst het recht wordt toegezegd de verkochte effecten terug te kopen van de koper (tegenpartij) tegen een prijs en binnen
21/116
een termijn die beide partijen bij het afsluiten van de overeenkomst bedongen hebben. Het type effecten dat het voorwerp uitmaakt van transacties met recht van wederinkoop alsook de daarbij betrokken tegenpartijen moeten voldoen aan de vereisten die zijn vastgelegd in de rondzendbrief CSSF 08/356. Het compartiment moet bij afloop van de geldigheidsduur van het recht van wederinkoop over de vereiste activa beschikken om in voorkomend geval de overeengekomen prijs voor de teruggave aan het compartiment te betalen. 6.4.3 Effectenrepo's en omgekeerde effectenrepo's 6.4.3.1 Effectenrepo’s (cessie-retrocessietransacties) Het is elk compartiment toegestaan effectenrepo’s, ook cessie-retrocessietransacties genoemd, uit te voeren waarbij de overdrager of cedent (tegenpartij) verplicht is de overgedragen tegoeden terug te nemen en het compartiment verplicht is de overgenomen tegoeden terug te geven. Het type effecten dat het voorwerp uitmaakt van de cessie-retrocessietransactie (repo), alsook de daarbij betrokken tegenpartijen moeten voldoen aan de vereisten die zijn vastgelegd in de rondzendbrief CSSF 08/356. De effecten die het voorwerp uitmaken van de cessie-retrocessietransactie (repo) dienen in overeenstemming te zijn met het beleggingsbeleid van het compartiment en moeten, samen met de andere effecten die het compartiment in portefeuille heeft, de beleggingsbeperkingen van het compartiment over de hele linie in acht nemen. Gedurende de volledige looptijd van de repo-overeenkomst mag het compartiment de effecten die het voorwerp daarvan uitmaken niet verkopen, noch in onderpand/als waarborg geven, behalve indien het compartiment over andere dekkingsmiddelen beschikt. 6.4.3.2 Omgekeerde effectenrepo’s (omgekeerde cessie-retrocessietransacties) Elk compartiment mag omgekeerde repo’s, ook omgekeerde cessie-retrocessietransacties genoemd, uitvoeren waarbij het compartiment verplicht is de overgedragen tegoeden terug te nemen, terwijl de overnemer of cessionaris (tegenpartij) verplicht is de overgenomen tegoeden terug te geven. Het type effecten dat het voorwerp uitmaakt van de cessie-retrocessietransactie (repo), alsook de daarbij betrokken tegenpartijen moeten voldoen aan de vereisten die zijn vastgelegd in de rondzendbrief CSSF 08/356. Het compartiment moet bij afloop van de geldigheidsduur van de omgekeerde cessieretrocessietransactie (omgekeerde repo) over de vereiste activa beschikken om de overeengekomen prijs voor de teruggave aan het compartiment te betalen. 6.4.4 Tegenpartijrisico en ontvangen zekerheden De bevek moet erop toezien dat, wat de in punt 6.4.1, 6.4.2 en 6.4.3 vermelde transacties betreft, het tegenpartijrisico beperkt blijft overeenkomstig de vereisten die zijn vastgelegd in de rondzendbrief CSSF 08/356.
22/116
De zekerheden ontvangen als onderdeel van de in punt 6.4.1, 6.4.2 en 6.4.3 vermelde transacties moeten voldoen aan de vereisten als bedoeld in de rondzendbrief CSSF 08/356 met betrekking tot waardering, type in aanmerking komende producten en beleggingsbeperkingen. De waarde van deze zekerheden moet te allen tijde overeenstemmen met minstens 90% van de waarde van de uitgeleende effecten. 6.4.5 Herbelegging van de ontvangen zekerheden De ontvangen zekerheden moeten worden herbelegd met inachtneming van de vereisten die zijn vastgelegd in de rondzendbrief CSSF 08/356. De herbelegging moet, inzonderheid wanneer daardoor een hefboomwerking (leverage) ontstaat, in aanmerking worden genomen om het totale risico van de bevek te berekenen.
7. BELEGGINGSBEPERKINGEN 7.1 a) Een compartiment mag niet meer dan 10% van de waarde van zijn eigen activa beleggen in effecten of geldmarktinstrumenten van één en dezelfde uitgevende instelling (emittent). Een compartiment mag niet meer dan 20% van de waarde van zijn eigen activa beleggen in deposito's bij één en dezelfde instelling. Het tegenpartijrisico dat een compartiment loopt bij een transactie met buiten de beurs (overthe-counter) verhandelde afgeleide instrumenten (OTC-derivaten) mag niet meer bedragen dan 10% van de waarde van zijn eigen activa wanneer de tegenpartij één van de kredietinstellingen is als bedoeld in punt 6.1. onder f) hierboven, of 5% van de waarde van zijn eigen activa in de overige gevallen. b) De totale waarde van de effecten en geldmarktinstrumenten die het compartiment houdt in
uitgevende instellingen waarin het elk voor meer dan 5% van de waarde van zijn eigen activa belegt, mag niet meer bedragen dan 40% van de waarde van zijn activa. Deze begrenzing is niet van toepassing op deposito’s of tegoeden bij financiële instellingen die aan bedrijfseconomisch (prudentieel) toezicht onderworpen zijn, noch op transacties op buiten de beurs (over-the-counter) verhandelde afgeleide instrumenten (OTC-derivaten) met deze instellingen. Onverminderd de in punt 7.1, onder a) hierboven bepaalde individuele begrenzingen, belegt een compartiment met betrekking tot één en dezelfde instelling ten hoogste 20% van zijn eigen activa in een combinatie met:
effecten of geldmarktinstrumenten die zijn uitgegeven door die instelling; deposito's bij die instelling, of risico's uit transacties in OTC-derivaten met betrekking tot die instelling.
c) De in punt 7.1, onder a) hierboven gestelde begrenzing van 10% mag worden verhoogd tot ten hoogste 35% indien de effecten en geldmarktinstrumenten worden uitgegeven of gegarandeerd door een lidstaat, zijn territoriale publiekrechtelijke lichamen, door een niet-EU-lidstaat of een internationale publiekrechtelijke instelling waarin één of meer lidstaten deelnemen. d) De in punt 7.1, onder a) hierboven gestelde begrenzing van 10% mag worden verhoogd tot ten
23/116
hoogste 25% in geval van bepaalde obligaties die worden uitgegeven door een kredietinstelling waarvan de statutaire zetel in een lidstaat gevestigd is en die wettelijk is onderworpen aan speciaal overheidstoezicht ter bescherming van obligatiehouders. Met name moeten de uit de uitgifte van die obligaties verkregen bedragen overeenkomstig de wet worden belegd in activa die, gedurende de gehele looptijd van de obligaties, de aan de obligaties verbonden vorderingen kunnen dekken en die, ingeval de uitgevende instelling in gebreke blijft, bij voorrang zullen worden gebruikt voor de aflossing van de hoofdsom en de betaling van de lopende rente. Wanneer een compartiment meer dan 5% van zijn activa belegt in de in het vorige lid bedoelde obligaties en die obligaties door één en dezelfde uitgevende instelling zijn uitgegeven, mag de totale waarde van die beleggingen niet meer dan 80% van de waarde van de activa van dat compartiment bedragen. e) De in punt 7.1, onder c) en d) hierboven bedoelde effecten en geldmarktinstrumenten worden niet in aanmerking genomen voor de toepassing van de in punt 7.1, onder b) hierboven bedoelde begrenzing van 40%. De in punt 7.1, onder a), b), c) en d) gestelde begrenzingen mogen niet worden gecumuleerd; bijgevolg mogen de overeenkomstig punt 7.1, onder a), b), c) en d) verrichte beleggingen in door één en dezelfde instelling uitgegeven effecten of geldmarktinstrumenten, dan wel in deposito's bij of derivaten van die instelling, in geen geval samen meer dan 35% van de activa van het compartiment in kwestie bedragen. Voor de berekening van de in dit punt 7.1 gestelde begrenzingen worden ondernemingen die tot één groep worden gerekend voor de opstelling van geconsolideerde jaarrekeningen, als gedefinieerd in Richtlijn 83/349/EEG of andere erkende internationale financiële verslagleggingsregels, als één en dezelfde instelling beschouwd. De beleggingen van een compartiment in effecten en geldmarktinstrumenten bij één en dezelfde groep mogen worden gecumuleerd tot ten hoogste 20% van zijn activa. 7.2. In afwijking van de in punt 7.1 hierboven gestelde begrenzingen is elk compartiment gemachtigd om, volgens het beginsel van de risicospreiding, tot 100% van zijn activa te beleggen in verschillende emissies van effecten en geldmarktinstrumenten die worden uitgegeven of gegarandeerd door een lidstaat, zijn territoriale publiekrechtelijke lichamen, door een OESO-lidstaat of door internationale publiekrechtelijke instellingen waarin één of meer EU-lidstaten deelnemen. Als een compartiment van deze laatste mogelijkheid gebruikmaakt, dient het effecten van ten minste zes verschillende emissies in portefeuille te houden, terwijl de effecten van één en dezelfde emissie niet meer dan 30% mogen uitmaken van het totaalbedrag van de nettoactiva. 7.3
In afwijking van de in punt 7.1 hierboven gestelde begrenzingen mogen de compartimenten de begrenzingen voor beleggingen in aandelen en/of obligaties van één en dezelfde uitgevende instelling verhogen tot ten hoogste 20% wanneer het beleggingsbeleid van deze compartimenten erop gericht is de samenstelling te volgen van een bepaalde aandelen- of obligatie-index (hierna de « Referentie-index » te noemen), mits:
de samenstelling van de index voldoende gediversifieerd is; de index voldoende representatief is voor de markt waarop hij betrekking heeft; de index op passende wijze wordt bekendgemaakt.
24/116
De bovengenoemde begrenzing van 20% mag worden verhoogd tot 35% indien dat door uitzonderlijke marktomstandigheden gerechtvaardigd blijkt, met name op gereglementeerde markten waar bepaalde effecten of geldmarktinstrumenten een sterk overheersende positie innemen. Tot die bovengrens mag slechts worden belegd in de effecten van één uitgevende instelling. 7.4 (1) Een compartiment mag rechten van deelneming in icbe’s en/of andere hierboven in artikel 6.1, onder a) genoemde icb’s verwerven mits voor niet meer dan 20% van de waarde van zijn activa in rechten van deelneming in één en dezelfde icbe of andere icb wordt belegd. Voor de toepassing van deze beleggingsbegrenzing is elk compartiment van een icb met meerdere compartimenten te beschouwen als een afzonderlijke uitgevende instelling mits het beginsel van de afscheiding van de verbintenissen van de verschillende compartimenten tegenover derden is gewaarborgd. (2) De beleggingen in rechten van deelneming van andere icb's dan icbe's mogen in totaal niet meer bedragen dan 30% van de activa van een icbe. Indien een icbe rechten van deelneming heeft verworven van een icbe en/of van andere icb’s, worden de activa van deze icbe’s of andere icb’s niet samengeteld voor de toepassing van de in punt 1 hierboven gestelde bovengrenzen. (3) Indien een compartiment belegt in rechten van deelneming in andere icbe’s en/of andere icb’s die rechtstreeks of door machtiging worden beheerd door de Beheersmaatschappij of door een onderneming waarmee de Beheersmaatschappij via gemeenschappelijke bedrijfsvoering of gemeenschappelijke zeggenschapsuitoefening of door een substantiële directe of indirecte deelneming verbonden is, brengt de Beheersmaatschappij of de andere onderneming geen kosten in rekening voor inschrijving of aflossing ten aanzien van beleggingen van het compartiment in rechten van deelneming in die andere icbe’s en/of andere icb’s. 7.5
a) De bevek mag niet zoveel aandelen met stemrecht verwerven dat zij daardoor invloed van betekenis kan uitoefenen op het bestuur van een uitgevende instelling. b) De bevek mag niet meer verwerven dan: • 10% aandelen zonder stemrecht van één en dezelfde uitgevende instelling; • 10% obligaties van één en dezelfde uitgevende instelling, • 10% geldmarktinstrumenten van één en dezelfde uitgevende instelling; • 25% rechten van deelneming in één en dezelfde icbe of andere icb. De in het tweede, derde en vierde streepje van punt 7.5, onder b) hierboven genoemde begrenzingen behoeven niet in acht te worden genomen indien het brutobedrag van de obligaties of de geldmarktinstrumenten, of het nettobedrag van de uitgegeven effecten op het tijdstip van verwerving niet kan worden berekend. c) De in punt 7.5, onder a) en b) hierboven vermelde begrenzingen zijn niet van toepassing op: •
door een lidstaat of zijn territoriale publiekrechtelijke lichamen uitgegeven of gegarandeerde effecten en geldmarktinstrumenten;
•
door een niet-EU-lidstaat geldmarktinstrumenten;
uitgegeven
of
gegarandeerde
effecten
en
25/116
•
effecten en geldmarktinstrumenten uitgegeven door internationale publiekrechtelijke instellingen waarin één of meer EU-lidstaten deelnemen.
7.6 a) De bevek mag geen leningen aangaan. Een compartiment mag echter door middel van een back-toback-lening deviezen verwerven. b) In afwijking van punt a):
mogen de compartimenten leningen aangaan mits het gaat om tijdelijke leningen die niet meer dan 10% van hun activa bedragen.
De bevek mag leningen aangaan mits het gaat om leningen voor de verwerving van onroerende goederen die rechtstreeks noodzakelijk zijn voor de uitoefening van haar werkzaamheden en die niet meer dan 10% van haar activa bedragen. Indien de bevek een geldlening mag aangaan op grond van punt b) hierboven, bedraagt deze lening niet meer dan 15% van haar totale activa.
7.7 a) Er mag namens derden geen lening worden verstrekt of garantstelling plaatsvinden door een compartiment. b) Punt a) belet de compartimenten niet om niet-volgestorte effecten, geldmarktinstrumenten of andere in artikel 6.1, onder a), g) en h), bedoelde financiële instrumenten te verwerven, 7.8. Verkopen vanuit een ongedekte positie met betrekking tot effecten, geldmarktinstrumenten of andere in artikel 6.1, onder a), g) en h), bedoelde financiële instrumenten mogen niet worden verricht door een compartiment. 7.9. a) De in voorliggend artikel gestelde begrenzingen behoeven door de compartimenten niet te worden nageleefd bij de uitoefening van voorkeursrechten die verbonden zijn aan effecten of geldmarktinstrumenten die deel uitmaken van hun activa. Mits zij erop toezien dat het beginsel van de risicospreiding in acht wordt genomen, mogen recent toegelaten compartimenten afwijken van de in voorliggende artikelen 7.1, 7.2, 7.3 en 7.4 vastgelegde begrenzingen gedurende een periode van zes maanden volgende op de datum waarop zij zijn toegelaten. b) Indien de onder a) genoemde begrenzingen worden overschreden buiten de wil van het compartiment of ten gevolge van de uitoefening van voorkeursrechten, moet het compartiment er bij zijn verkooptransacties bij voorrang naar streven deze overschrijding ongedaan te maken, rekening houdend met de belangen van de aandeelhouders. c) In de maand die voorafgaat aan een verrichting tot afsluiting, opheffing, vereffening of splitsing en binnen dertig dagen voorafgaand aan een verrichting tot samenvoeging (fusie) van compartimenten, mag er worden afgeweken van het beleggingsbeleid van de compartimenten waarop deze verrichtingen betrekking hebben, zoals dit vermeld staat in de Technische informatiebladen.
26/116
8. RISICOFACTOREN De beleggers moeten indachtig zijn dat aan een belegging in de bevek een specifiek aandelenrisico gebonden kan zijn. 8.1 Valuta- of wisselkoersrisico De bevek mag transacties uitvoeren in effecten die in een andere valuta luiden dan de waarderingsmunt van het compartiment. Relatieve schommelingen of fluctuaties van vreemde valuta's kunnen tot gevolg hebben dat de bevek verliezen lijdt. 8.2 Risico’s gebonden aan opkomende landen (emerging countries) Specifieke, onsystematische volatiliteitsrisico's kunnen ontstaan doordat er wordt belegd in opkomende markten (emerging markets). Deze markten kunnen in hogere mate onderhevig zijn aan hausse- en baissebewegingen die elkaar in sneller tempo opvolgen dan het geval is in de grote internationale financiële centra. Marktbewegingen in tegengestelde richting van de ingenomen posities kunnen de netto-inventariswaarde doen afnemen. De volatiliteit kan worden teweeggebracht door een algemeen marktrisico of kan het gevolg zijn van de wederwaardigheden en perikelen waarmee één en hetzelfde effect wordt geconfronteerd. Bepaalde opkomende markten kunnen worden overheerst door branchespecifieke of sectorale concentratierisico's. Ook deze risico's kunnen aanleiding geven tot een verhoogde volatiliteit. Opkomende landen kunnen te maken krijgen met ernstige politieke, sociale, juridische en fiscale onzekerheden of andere gebeurtenissen die negatieve gevolgen kunnen hebben voor de compartimenten die in deze groeilanden beleggen. Specifieke liquiditeitsrisico's: minder gunstige marktomstandigheden kunnen de verschillen of afwijkingen tussen vraag- en biedprijzen doen toenemen, wat een weerslag kan hebben op de nettoinventariswaarde bij aankopen of verkopen van activa. Bovendien kunnen de effecten moeilijk verhandelbaar worden wanneer een crisis uitbreekt op deze markten en kunnen de bevoegde overheden in extreme situaties beslissen de notering tijdelijk te schorsen. In onvolgroeide en onvoldoende gereglementeerde markten kunnen er zich ook andere risico's blijven voordoen die verband houden met de verwerking of afwikkeling van transacties alsook met de overdracht of overboeking van effecten.
9. RISK MANAGEMENT De bevek heeft een systeem van risicobeheersprocedures opgezet om het risico van de posities te meten en na te gaan in hoeverre die bijdragen aan het totale risico van de portefeuille. De methode om het totale risico te berekenen wordt bepaald volgens het beleggingsbeleid en de beleggingsstrategie van elk compartiment (meer in het bijzonder afhankelijk van het gebruik van financiële derivaten). Eén van de volgende twee methoden wordt gebruikt om het totale risico te bewaken: benadering op basis van de aangegane verplichtingen (commitment approach) of VaR-benadering (Value-at-Risk –
27/116
risicowaarde). De toegepaste benaderingsmethode wordt vermeld in het Technisch informatieblad van elk compartiment. A) Benadering op basis van de aangegane verplichtingen (commitment approach) Deze benaderingsmethode bestaat erin afgeleide financiële instrumenten (derivaten) om te zetten in gelijkwaardige posities in de onderliggende activa (in voorkomend geval volgens hun respectieve risicogevoeligheid). Deze omzetting mag zo nodig worden vervangen door de notionele waarde. In de volgende gevallen wordt een financieel derivaat niet in aanmerking genomen om het totale risico te berekenen: •
indien het gelijktijdig aanhouden van dit aan een financieel actief verbonden instrument en van in risicoloze activa belegde liquide middelen gelijkwaardig is aan het rechtstreekse bezit van het desbetreffende financieel actief;
•
indien dit financiële instrument de prestaties van in portefeuille aangehouden financiële activa omwisselt voor de prestaties van andere financiële referentieactiva (zonder aanvullende risico's ten opzichte van het rechtstreekse bezit van de financiële referentieactiva).
Het compartiment mag koopposities (longposities) of verkoopposities (shortposities) op financiële derivaten die betrekking hebben op identieke onderliggende activa onderling verrekenen, ongeacht de looptijd van de contracten. Daarenboven is het eveneens toegestaan derivaten te verrekenen met rechtstreeks aangehouden activa mits beide posities betrekking hebben op één en hetzelfde actief of op activa waarvan de historische rendementen nauw met elkaar zijn gecorreleerd. Er mag ofwel op basis van marktwaarde, ofwel op basis van risico-indicator worden verrekend. Het door de compartimenten van de bevek gelopen totale risico mag niet meer bedragen dan 210% van de netto-inventariswaarde. B) VaR-benadering (Value-at-Risk – risicowaarde) Een VaR-model kwantificeert het maximale potentiële verlies dat onder marktconforme omstandigheden op de portefeuille van het compartiment kan worden geleden. Dit verliesrisico wordt geraamd binnen een bepaalde tijdshorizon (bezitsduur van één maand) en met een bepaalde zekerheidsgraad (99%). Er kan een absolute of relatieve Value-at-Risk worden berekend: •
Beperking in relatieve VaR
Het totale risico dat samenhangt met alle posities van de portefeuille, berekend volgens de VaRbenadering, mag niet meer bedragen dan tweemaal de VaR van een referentieportefeuille die dezelfde actuele marktwaarde heeft als het compartiment. Deze beheersbeperking is van toepassing op alle compartimenten waarvoor het mogelijk of passend is om een referentieportefeuille te definiëren. Voor de compartimenten waarop dit van toepassing is, wordt de referentieportefeuille in het Technisch informatieblad vermeld. •
Beperking in absolute VaR
Het totale risico dat samenhangt met alle posities van de portefeuille, berekend volgens de VaRbenadering, mag niet meer bedragen dan een absolute VaR van 20%. Deze VaR moet worden berekend op basis van een analyse van de beleggingsportefeuille. Indien het totale risico wordt berekend volgens de VaR-benadering, wordt in het Technisch informatieblad van het betrokken compartiment melding gemaakt van het verwachte hefboomeffect alsook van de mogelijkheid van hogere hefboomeffecten.
28/116
10. AANDELEN De aandelen kunnen naar keuze van de aandeelhouder luiden aan toonder of op naam, al naargelang hetgeen vermeld staat in het Technisch informatieblad van elk compartiment. De aandelen aan toonder kunnen op twee manieren worden aangehouden: hetzij in materiële vorm, zij het dan uitsluitend voor de klassen « C » en « D », hetzij in gedematerialiseerde of stukkenloze vorm op een girale effectenrekening, al naargelang hetgeen vermeld staat in het Technisch informatieblad van elk compartiment. Aandelen op naam kunnen op verzoek en voor rekening van de aandeelhouder worden omgezet in aandelen aan toonder, en omgekeerd. Het aandeelhoudersregister wordt bijgehouden in Luxemburg. Voor de aandeelhouders die hebben verzocht om tenaamstelling in het register dat RBC Dexia Investor Services Bank S.A. te dien einde bijhoudt voor rekening van de bevek, wordt geen enkel aandeelbewijs uitgegeven, tenzij zij uitdrukkelijk daarom verzoeken. In plaats daarvan verstrekt de bevek een bevestiging van hun inschrijving in het register. De aandelen moeten worden volgestort en worden uitgegeven zonder vermelding van waarde. De uitgifte van rechten van deelneming is onbeperkt in aantal. De aan de aandelen verbonden rechten worden nader omschreven in de Wet en in de statuten. De aandelen geven gelijkelijk stemrecht en recht op het batige vereffeningssaldo. Elke statutenwijziging waardoor de rechten van een compartiment of aandelenklasse veranderen moet worden goedgekeurd bij beslissing van de algemene vergadering van de bevek en van de aandeelhouders van het desbetreffende compartiment of van de desbetreffende klasse. De aandelen zijn kapitalisatie- en/of uitkeringsaandelen al naargelang hetgeen vermeld staat in de Technische informatiebladen van de verschillende compartimenten. Voor de aandelen op naam alsook voor de aandelen aan toonder die gedeponeerd zijn op een girale effectenrekening worden fracties van aandelen (onderaandelen) tot op één duizendste uitgegeven, rechtstreeks of door tussenkomst van lokale intermediairbanken bij de Depothoudende bank.
11. BEURSNOTERING De aandelen mogen worden genoteerd aan de beurs van Luxemburg, al naargelang van hetgeen ter zake vermeld staat in het Technisch informatieblad van het compartiment.
29/116
12. AANDELENEMISSIE, INSCHRIJVINGS- EN BETALINGSPROCEDURE De Raad van Bestuur is gerechtigd te allen tijde en zonder enige beperking aandelen uit te geven. De aandelen waarop wordt ingeschreven moeten worden volgestort. Gewone inschrijving De aandelen van elk compartiment worden uitgegeven tegen een prijs die overeenkomt met de waarde van het nettoactief per aandeel, in voorkomend geval vermeerderd met een provisie ten behoeve van de verkoopagenten, zoals nauwkeurig aangegeven in de Technische informatiebladen van de compartimenten. Voor de verschillende aandelenklassen kan een minimuminleg of minimale eerste inleg gelden, al naargelang van hetgeen ter zake vermeld staat in de Technische informatiebladen van de verschillende compartimenten. De Raad van Bestuur van de bevek behoudt zich het recht voor in bepaalde landen verschillende voorwaarden toe te passen teneinde zich te houden aan de wettelijke, reglementaire en bestuursrechtelijke bepalingen van deze landen en mits in de beleggingsdocumenten van deze landen op genoegzame wijze melding wordt gemaakt van de daarmee samenhangende bijzondere kenmerken.
Procedure De inschrijvingsaanvragen die RBC Dexia Investor Services Bank S.A. ontvangt vóór 12.00 uur (lokale tijd) op de bankwerkdag voorafgaand aan een waarderingsdag, worden verwerkt op basis van de netto-inventariswaarde die op deze waarderingsdag wordt bepaald, een en ander onder voorbehoud van aanvaarding van de aanvragen. Inschrijvingsaanvragen die na deze tijdslimiet binnenkomen worden verwerkt tegen de prijs die op de eerstvolgende waarderingsdag wordt berekend. Dientengevolge vinden de inschrijvingen plaats tegen een ongekende netto-inventariswaarde. Het staat de bevek echter vrij, een en ander ter uitsluitende beoordeling van haar Raad van Bestuur, de verdelers (verkoopkantoren) op hun verzoek een redelijke extra termijn te verlenen van ten hoogste 1 uur 30 minuten na het officiële uiterste tijdstip voor aanvaarding van opdrachten (cut-off time) van de bevek, teneinde ze de mogelijkheid te bieden de opdrachten te centraliseren, te globaliseren en naar de Transferagent te verzenden. De netto-inventariswaarde blijft daarbij ongekend. In de aanvragen moet melding worden gemaakt van het compartiment, het aandelentype en het gewenste aantal. De aanvragen moeten vergezeld gaan van een verklaring waaruit blijkt dat de koper een exemplaar van het Prospectus heeft ontvangen en gelezen, en dat de aankoopaanvraag wordt ingediend overeenkomstig de voorwaarden van dit Prospectus. In de aanvraag moet worden vermeld of de aandelen aan toonder of op naam moeten worden uitgegeven. Bij uitgifte van aandelen op naam moeten de naam en het adres worden vermeld van de persoon op wiens naam de aandelen moeten worden ingeschreven, alsook het adres waarnaar de bevestigingen van inschrijving in het aandeelhoudersregister moeten worden verzonden of, wat aandelen aan toonder betreft, de opdrachten met betrekking tot de aflevering van aandeelbewijzen.
30/116
Zodra de uitgifteprijs van de aandelen is vastgelegd, brengt RBC Dexia Investor Services Bank S.A. de verkoopagent daarvan op de hoogte. Op zijn beurt deelt de verkoopagent de koper mee welk totaalbedrag deze laatste voor het gevraagde aantal aandelen dient te betalen, inclusief verkoopprovisie. De integrale betaling moet inclusief elke verkoopprovisie worden ontvangen uiterlijk binnen drie bankwerkdagen – vier bankwerkdagen voor het compartiment Dexia Equities L Australia – volgend op de toepasselijke waarderingsdag. Het verschuldigde totaalbedrag moet worden betaald in de munt van het compartiment, zoals bepaald in het Technisch informatieblad van dat compartiment, door overschrijving ten gunste van RBC Dexia Investor Services Bank S.A. voor rekening van de bevek. De kopers moeten hun bank opdracht geven RBC Dexia Investor Services Bank S.A. op de hoogte te brengen van de uitvoering van de betaling met vermelding van de naam van de koper voor identificatiedoeleinden. Indien de betaling en schriftelijke inschrijvingsaanvraag niet tegen deze datum werden ontvangen, kan de aanvraag worden afgewezen en kan elke daarop gebaseerde toewijzing van aandelen worden geannuleerd. Indien na afloop van de vastgelegde termijn een betaling wordt ontvangen met betrekking tot een inschrijvingsaanvraag, mag RBC Dexia Investor Services Bank S.A. deze aanvraag verwerken door ervan uit te gaan dat het aantal aandelen waarop ten belope van dit bedrag mag worden ingeschreven (inclusief de toepasselijke verkoopprovisie) gelijk is aan het aantal zoals dit wordt vastgelegd bij de eerstvolgende waardebepaling van het nettoactief na ontvangst van de betaling. Wordt een aanvraag niet voor het geheel of ten dele aanvaard, dan wordt de betaalde prijs of het restsaldo per post of per bankoverschrijving teruggegeven aan de indiener van de aanvraag, een en ander geheel voor diens risico.
Algemene bepalingen De bevek behoudt zich het recht voor elke inschrijvingsaanvraag af te wijzen of slechts ten dele te aanvaarden. Bovendien behoudt de Raad van Bestuur zich overeenkomstig de statuten het recht voor de uitgifte en verkoop van aandelen van de bevek te allen tijde en zonder voorafgaande kennisgeving op te schorten. De bevek, de Beheersmaatschappij, daarin bijgestaan door RBC Dexia Investor Services Bank S.A., en alle verkoopagenten moeten zich te allen tijde schikken naar en voldoen aan de van kracht zijnde Luxemburgse regelgeving ter bestrijding van het witwassen van geld en de terrorismefinanciering en ter voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor witwasdoeleinden en terrorismefinanciering. RBC Dexia Investor Services Bank S.A. draagt de verantwoordelijkheid om de Luxemburgse regelgeving na te leven op het ogenblik dat een inschrijvingsaanvraag wordt ingediend. Dit houdt in dat, wanneer een aandeelhouder of kandidaat-aandeelhouder een aanvraag indient, de belanghebbende zich dient te legitimeren middels een afschrift van zijn legitimatie- of identiteitsbewijzen (paspoort, identiteitskaart) dat werd gelegaliseerd of voor eensluidend met het origineel verklaard door de desbevoegde overheden van zijn land, zoals ambassade, consulaat, notaris of politie. Betreft het een rechtspersoon (vennootschap), dan dient een kopie van de statuten te worden overgelegd, met opgave van de naam en de identiteit van de aandeelhouders of bestuurders van de vennootschap. Is de aanvraag evenwel afkomstig van een kredietinstelling of financiële instelling die valt onder
31/116
gelijkwaardige verplichtingen als bedoeld in de gewijzigde wet van 12 november 2004 of Richtlijn 2005/60/EG, dan dient de identiteit van deze aandeelhouders niet te worden gecontroleerd. Als twijfel bestaat over de identiteit van de indiener van de inschrijvings- of terugkoopaanvraag op grond van ontbrekende, onregelmatige of onvoldoende identiteits- of legitimatiebewijzen, dan is RBC Dexia Investor Services Bank S.A. verplicht deze aanvraag op te schorten, en de inschrijvingsaanvraag zelfs af te wijzen om de hierboven uiteengezette redenen. RBC Dexia Investor Services Bank S.A. is uit dien hoofde geen kosten of rente verschuldigd, van welke aard dan ook. De bevek geeft geen enkel aandeel uit zolang zij de berekening van de waarde van het nettoactief per aandeel heeft opgeschort krachtens de bevoegdheden die haar op grond van de statuten zijn toegekend en die nader in het Prospectus worden omschreven. Van elke soortgelijke opschorting wordt bericht gegeven aan de indieners van inschrijvingsaanvragen. Tijdens deze periode ingediende of opgeschorte aanvragen kunnen worden ingetrokken of herroepen na schriftelijke kennisgeving, mits RBC Dexia Investor Services Bank S.A. deze kennisgeving ontvangt vóór het beëindigen van de opschorting. De aanvragen die niet werden ingetrokken of herroepen worden in behandeling genomen op de eerstvolgende waarderingsdag na beëindiging van de opschorting.
13. OMZETTING VAN AANDELEN Elke aandeelhouder mag verzoeken het geheel of een deel van zijn aandelen om te zetten in aandelen van een andere klasse uit hetzelfde of een ander compartiment met dien verstande dat de omzetting van aandelen uit of in bepaalde klassen beperkt of verboden kan zijn al naargelang hetgeen ter zake is aangegeven in de Technische informatiebladen. De aanvraag wordt schriftelijk, per telex of fax gericht tot RBC Dexia Investor Services Bank S.A. met vermelding van het aantal aandelen in kwestie, de vorm van de om te zetten aandelen en de aandelen van het nieuwe compartiment of van de nieuwe klasse. De omzettingsaanvraag moet, al naar het geval, vergezeld zijn van het aandeelbewijs aan toonder met alle niet-vervallen coupons aangehecht of van een behoorlijk ingevuld overdrachtsformulier, dan wel van elk ander schriftstuk tot staving van de overdracht. Behoudens in zoverre de berekening van de waarde van het nettoactief per aandeel is opgeschort, worden de aandelen op de waarderingsdag omgezet op voorwaarde dat RBC Dexia Investor Services Bank S.A. te Luxemburg in kennis werd gesteld van de daartoe strekkende aanvraag uiterlijk om 12.00 uur (lokale tijd) de dag vóór deze waarderingsdag mits die dag een Luxemburgse bankwerkdag is. Dientengevolge vinden de omzettingen plaats tegen een ongekende netto-inventariswaarde. De verhouding waarin het geheel of een deel van de aandelen van een compartiment of klasse (« het oorspronkelijke compartiment of de oorspronkelijke klasse ») wordt omgezet in aandelen van het andere compartiment of de andere klasse (« nieuw compartiment of nieuwe klasse ») wordt zo nauwkeurig mogelijk bepaald op basis van de onderstaande formule: A=BxCxE D waarbij:
32/116
A het aantal toe te wijzen aandelen van het nieuwe compartiment (of de nieuwe klasse) is; B het aantal om te zetten aandelen van het oorspronkelijke compartiment (of de oorspronkelijke klasse) is; C de waarde is van het nettoactief per aandeel van het oorspronkelijke compartiment (of de oorspronkelijke klasse), zoals bepaald op de desbetreffende waarderingsdag; D de waarde is van het nettoactief per aandeel van het nieuwe compartiment (of de nieuwe klasse), zoals bepaald op de desbetreffende waarderingsdag; E de wisselkoers op de desbetreffende dag is tussen de munt van het oorspronkelijke compartiment en de munt van het nieuwe compartiment. Na omzetting worden de aandeelhouders door RBC Dexia Investor Services Bank S.A. in kennis gesteld van het aantal aandelen van het nieuwe compartiment (of van de nieuwe klasse) dat hun ter gelegenheid van de omzetting toekomt, alsook van de daarmee samenhangende prijs.
14. TERUGKOOP VAN AANDELEN Elke aandeelhouder heeft te allen tijde en zonder enige beperking het recht zijn aandelen door de bevek te laten terugkopen. De door de bevek teruggekochte aandelen worden ingetrokken (geschrapt). Terugkoopprocedure De terugkoopaanvraag moet schriftelijk, per telex of fax worden gericht aan RBC Dexia Investor Services Bank S.A. De aanvraag moet onherroepelijk zijn (onverminderd het bepaalde in het hoofdstuk « Opschorting van de berekening van de netto-inventariswaarde en van de uitgifte, terugkoop en omzetting van aandelen »), en dient melding te maken van het aantal terug te kopen aandelen, het compartiment en de klasse van de terug te kopen aandelen en alle dienstige referenties ter afhandeling van de terugkoop. Wat de aandelen aan toonder betreft, moet de aanvraag vergezeld gaan van de terug te kopen aandeelbewijzen met de niet-vervallen coupons aangehecht. Wat de aandelen op naam betreft, moet de aanvraag melding maken van de naam waarop de aandelen zijn gesteld en vergezeld gaan van de stukken en bescheiden tot staving van een eventuele overdracht alsmede van de aandeelbewijzen voor zover die werden uitgegeven. Voor zover RBC Dexia Investor Services Bank S.A. de daartoe strekkende aanvraag uiterlijk om 12.00 uur (lokale tijd) heeft ontvangen op de bankwerkdag voorafgaand aan een waarderingsdag, worden alle voor terugkoop aangeboden aandelen teruggekocht tegen de waarde van het nettoactief per aandeel, zoals die op deze waarderingsdag wordt bepaald. Dientengevolge vinden de terugkopen plaats tegen een ongekende netto-inventariswaarde. Zodra redelijkerwijs mogelijk na de bepaling van de terugkoopprijs, deelt RBC Dexia Investor Services Bank S.A. de prijs mee aan de aanvrager. De prijs van de teruggekochte aandelen wordt betaald binnen drie bankwerkdagen – vier bankwerkdagen voor het compartiment Dexia Equities L Australia – volgend op de waarderingsdag
33/116
voor zover RBC Dexia Investor Services Bank S.A. alle stukken en bescheiden tot staving van de terugkoop heeft ontvangen. De prijs wordt betaald in de munt die nauwkeurig is aangegeven in het Technisch informatieblad van het compartiment. De terugkoopprijs van de aandelen van de bevek kan meer of minder bedragen dan de door de aandeelhouder bij inschrijving betaalde prijs, al naargelang de nettowaarde is gestegen of gedaald.
15. MARKET TIMING EN LATE TRADING Praktijken van Market Timing en Late Trading, zoals hierna gedefinieerd, zijn uitdrukkelijk verboden, zowel voor inschrijvingsopdrachten als voor terugkoop- en omzettingsopdrachten. De bevek behoudt zich het recht voor om inschrijvings- of omzettingsopdrachten af te wijzen die worden ingediend door een belegger die zij ervan verdenkt zulke praktijken toe te passen. In voorkomend geval mag de bevek al het nodige doen om de andere beleggers te beschermen. Market Timing Praktijken van Market Timing zijn niet toegestaan. Market Timing is te verstaan als de arbitragetechniek die een belegger hanteert voor de systematische inschrijving op, terugkoop en omzetting van rechten van deelneming of aandelen van één en dezelfde instelling voor collectieve belegging binnen een kort tijdsbestek, daarbij gebruikmakend van de tijdsverschillen en/of onvolkomenheden, tekortkomingen of gebreken in het systeem ter bepaling van de netto-inventariswaarde van de instelling voor collectieve belegging. Late Trading Praktijken van Late Trading zijn niet toegestaan. Late Trading is te verstaan als het aanvaarden van een inschrijvings-, omzettings- of terugkoopopdracht die wordt ontvangen na het uiterste tijdstip voor aanvaarding van de opdrachten (cut-off time) op de desbetreffende dag, waarbij de transactie wordt uitgevoerd tegen de nettoinventariswaarde die op diezelfde dag van toepassing is.
16. WAARDE VAN HET NETTOACTIEF De netto-inventariswaarde wordt berekend door op de waarderingsdag de nettoactiva van het desbetreffende compartiment (zijnde de aan dit compartiment toekomende activa na aftrek van de aan dit compartiment toerekenbare verplichtingen) te delen door het aantal namens dit compartiment uitgegeven aandelen, in voorkomend geval rekening houdend met de verdeling van de nettoactiva van dit compartiment onder de verschillende klassen. De netto-inventariswaarde van de verschillende klassen wordt als volgt bepaald: A. De activa (bezittingen) van de bevek bestaan meer in het bijzonder uit:
34/116
a)
alle kasgelden en gelddeposito’s, waaronder inbegrepen de opgelopen of aangegroeide rente;
b) alle op zicht betaalbare wissels en orderbriefjes (promessen), openstaande vorderingen en te ontvangen posten (waaronder inbegrepen de niet-geïnde opbrengsten uit de verkoop van effecten); c) alle effecten, rechten van deelneming, aandelen, obligaties, warrants, optie-, claim- of inschrijvingsrechten en andere beleggingen en effecten die de bevek in eigendom toebehoren; d) alle door de bevek te ontvangen dividenden en uitkeringen (met dien verstande dat het de bevek is toegestaan aanpassingen of waardecorrecties door te voeren gelet op de schommelingen in handels-, verkoop- of marktwaarde van de effecten die het gevolg zijn van praktijken zoals verhandeling ex-dividend of ex-claim(rechten) of soortgelijke praktijken); e) alle opgelopen of aangegroeide rente op effecten die de bevek in eigendom toebehoren, tenzij deze rente begrepen is in de hoofdsom van deze waarden; f)
de aanloop- en oprichtingskosten van de bevek, voor zover die nog niet werden afgeschreven;
g) alle andere activa, bezittingen, tegoeden en vermogensbestanddelen, van welke aard dan ook, waaronder mede inbegrepen de vooruitbetaalde uitgaven. De waarde van deze activa wordt als volgt bepaald: a) De kasgelden of gelddeposito’s, de op zicht betaalbare wissels en orderbriefjes (promessen) en de openstaande vorderingen en te ontvangen posten, de vooruitbetaalde uitgaven en de aangekondigde of vervallen, maar nog niet ontvangen dividenden en rente worden gewaardeerd tegen de nominale waarde van deze activa, tenzij het onwaarschijnlijk lijkt dat deze waarde daadwerkelijk kan worden geïnd; in dit laatste geval wordt de waarde vastgesteld door zodanig bedrag in mindering te brengen als de bevek redelijk en billijk voorkomt teneinde de reële waarde van deze activa getrouw weer te geven. b) Elke waarde die is toegelaten tot een officiële notering (koerslijst) of die wordt verhandeld op elke andere gereglementeerde, regelmatig functionerende, erkende en open markt wordt gewaardeerd op basis van de laatst gekende koers te Luxemburg op de waarderingsdag en, indien deze waarde op meerdere markten wordt verhandeld, op basis van de laatst gekende koers op de belangrijkste markt van deze waarde; indien de laatst gekende koers niet representatief is, berust de waardering op de vermoedelijke directe opbrengstwaarde zoals die voorzichtig en te goeder trouw door de Raad van Bestuur wordt geraamd. c) Waarden die niet zijn genoteerd aan of niet worden verhandeld op een effectenbeurs of op elke andere gereglementeerde, regelmatig functionerende, erkende en open markt, worden gewaardeerd op basis van de vermoedelijke directe opbrengstwaarde die zorgvuldig en te goeder trouw wordt geraamd. d) De liquide middelen en geldmarktinstrumenten worden gewaardeerd hetzij tegen hun nominale waarde, vermeerderd met de opgelopen of aangegroeide rente, hetzij op basis van lineaire afschrijving. e) Alle andere activa, bezittingen, tegoeden en vermogensbestanddelen, van welke aard dan ook, worden door de bestuurders gewaardeerd op basis van de vermoedelijke directe opbrengstwaarde,
35/116
welke te goeder trouw en overeenkomstig algemeen aanvaarde beginselen en grondslagen moet worden geraamd. Het is de Raad van Bestuur toegestaan, zulks geheel te zijner beoordeling, toestemming te verlenen tot het gebruik van elke andere algemeen aanvaarde waarderingsmethode, indien deze waardering naar zijn oordeel een beter beeld geeft van de vermoedelijke directe opbrengstwaarde van een door de bevek aangehouden actiefbestanddeel. Alle activa, bezittingen, tegoeden en vermogensbestanddelen die niet zijn uitgedrukt in de munt van het compartiment worden in die munt omgerekend tegen de in Luxemburg geldende wisselkoers op de desbetreffende waarderingsdag. Op waarderingsdagen dat het verschil tussen het bedrag van de inschrijvingen en terugkopen voor een compartiment (zijnde de nettotransacties) een drempelwaarde te boven gaat die op voorhand door de Raad van Bestuur werd vastgelegd, behoudt deze laatste zich het recht voor de netto-inventariswaarde te waarderen door een forfaitair percentage van provisies en kosten overeenkomstig de gebruikelijke marktpraktijken bij aan- of verkopen van effecten toe te voegen aan de activa (bij netto-inschrijvingen) of in mindering te brengen op de activa (bij nettoterugkopen). B. De passiva (verplichtingen) van de bevek bestaan meer in het bijzonder uit: (a) alle opgenomen leningen, vervallen wissels en te betalen posten of schulden; (b) alle vervallen, verschuldigde of opeisbare administratiekosten (waaronder inbegrepen, maar niet beperkt tot de vergoeding van de beheerders, bewaarnemers of depothouders en lasthebbers, gemachtigden, vertegenwoordigers en tussenpersonen van de bevek); (c) alle bekende, al dan niet vervallen verplichtingen, waaronder inbegrepen alle opeisbare contractuele verplichtingen tot betaling in geld of in natura, indien de Waarderingsdag samenvalt met de datum waarop de huidige of toekomstige rechthebbende zal worden bepaald; (d) een reserve tot het passende beloop voor toekomstige vermogens- of inkomstenbelastingen, welke wordt aangelegd tot op de Waarderingsdag en periodiek wordt bepaald door de bevek en, in voorkomend geval, andere reserves die door de Raad van Bestuur werden toegestaan of goedgekeurd; (e) alle andere verplichtingen van de bevek, van welke aard en uit welken hoofde dan ook, met uitzondering van de verplichtingen die zijn belichaamd in de aandelen van de bevek. Bij de waardering van de hoegrootheid van deze andere verplichtingen houdt de bevek rekening met al haar exploitatie- en bedrijfskosten (waaronder mede inbegrepen de bezoldigingen of emolumenten, reis- of verplaatsingskosten of andere (on)kosten van de bestuurders, de provisies en commissielonen van de Depothoudende bank en haar correspondentbanken, alsook de kosten, provisies en commissielonen verschuldigd aan de Beheersmaatschappij en aan haar lasthebbers, gemachtigden en vertegenwoordigers, aan de betaalagenten, aan de vaste vertegenwoordigers ter plaatse van inschrijving of registratie, aan elke andere werknemer, medewerker, lasthebber en gemachtigde die door de bevek wordt aangesteld, aan de onafhankelijk deskundigen, alsook de kosten voor juridische en controlediensten), alsook de kosten voor het drukken en verspreiden van de jaar- en halfjaarverslagen, alle courtages en makelaarslonen, alle door de bevek verschuldigde belastingen, taksen, heffingen, bijdragen en lasten in hoofde van de vennootschappen, de inschrijvings- en registratiekosten van de bevek en de kosten voor het handhaven van deze inschrijving of registratie bij alle overheidsinstanties en beursautoriteiten, alsmede de porto-,
36/116
telefoon- en telexkosten. Het is de bevek toegestaan de administratieve en andere kosten die van terugkerende of periodieke aard zijn te berekenen door een raming te maken op jaarbasis of voor elke andere tijdsduur en daarbij het bedrag naar evenredigheid om te slaan over de fracties van deze periode. D. Verdeling van de activa (bezittingen) en passiva (verplichtingen): De bestuurders stellen voor elk Compartiment een gemeenschappelijk vermogen (asset pool) vast en wel als volgt: a) Indien twee of meer aandelenklassen betrekking hebben op een welbepaald compartiment, worden de aan deze klassen toe te rekenen activa (bezittingen) gezamenlijk belegd volgens het specifieke beleggingsbeleid van het desbetreffende compartiment; b) de opbrengst uit de uitgifte van aandelen van elk compartiment wordt in de boeken van de bevek toegerekend aan het gemeenschappelijke vermogen (asset pool) dat voor deze klasse of dit compartiment werd aangelegd met dien verstande dat wanneer meerdere aandelenklassen voor één en hetzelfde compartiment worden uitgegeven, het overeenkomstige bedrag wordt toegevoegd aan de verhouding van de nettoactiva binnen dit compartiment die toerekenbaar zijn aan de uit te geven klasse; c) de activa die van andere activa worden afgeleid worden in de boeken van de bevek toegewezen aan hetzelfde gemeenschappelijke vermogen als de activa waarvan ze zijn afgeleid. In geval van meerwaarde of minderwaarde van een actief wordt de waardestijging of waardedaling van dit actief verrekend met het gemeenschappelijke vermogen van het Compartiment waaraan dit actief toerekenbaar is; d) alle passiva (verplichtingen) van de bevek die aan een specifiek compartiment kunnen worden toegerekend, worden ten laste van het gemeenschappelijke vermogen van dat compartiment geboekt; e) de activa (bezittingen), passiva (verplichtingen), lasten en kosten die niet aan een specifiek compartiment toerekenbaar zijn, worden gelijkelijk of, indien de desbetreffende bedragen zulks rechtvaardigen, pro rata, dat wil zeggen naar evenredigheid van hun respectieve nettoactiva, bij de verschillende compartimenten geboekt. Indien uitkeringen worden verricht aan de houders van aandelen van een bepaalde klasse, strekt het bedrag van deze uitkeringen in mindering op de netto-inventariswaarde van deze klasse. E. Ten behoeve van dit artikel geldt het volgende: a) elk aandeel van de bevek dat op het punt staat te worden teruggekocht is te beschouwen als een uitgegeven en bestaand aandeel tot na afsluiting van de waarderingsdag en wordt met ingang van deze dag en tot op het ogenblik dat de prijs ervan is betaald gelijkgesteld met een verplichting van de bevek; b) de aandelen die de bevek dient uit te geven om ontvangen inschrijvingsaanvragen gestand te doen worden aangemerkt als zijnde uitgegeven vanaf de afsluiting van de waarderingsdag en de daarmee samenhangende prijs is te beschouwen als een vordering van (schuld aan) de bevek totdat die daadwerkelijk wordt ontvangen;
37/116
c) alle beleggingen, tegoeden in contanten of andere activa van de bevek worden gewaardeerd nadat rekening werd gehouden met de marktrente of valuta-/wisselkoersen die van kracht zijn op de dag waarop de netto-inventariswaarde van de aandelen wordt bepaald, en d) in de mate van het mogelijke wordt op de waarderingsdag gevolg gegeven aan elke aankoop of verkoop van effecten die de bevek op zodanige waarderingsdag heeft gesloten; e) indien dividend aan de eigenaars van aandelen uit welk compartiment dan ook wordt uitbetaald, strekt het dividendbedrag in mindering op de waarde van het nettoactief van dit compartiment.
17. OPSCHORTING VAN DE BEREKENING VAN DE NETTOINVENTARISWAARDE EN VAN DE UITGIFTE, TERUGKOOP EN OMZETTING VAN AANDELEN Het is de Raad van Bestuur toegestaan in de volgende gevallen tijdelijk de berekening op te schorten van de netto-inventariswaarde van de activa van één of meer compartimenten alsmede de uitgifte, terugkoop en omzetting van de aandelen van dat (deze) compartiment(en): a) zolang één van de belangrijkste effectenmarken of -beurzen waaraan een aanzienlijk deel van de beleggingen van een compartiment wordt genoteerd, gesloten is buiten de gebruikelijke sluitingsdagen, of zolang de effectenhandel op dergelijke markten of beurzen in aanzienlijke mate beperkt dan wel opgeschort is; b) zolang sprake is van een noodtoestand of -situatie ten gevolge waarvan de bevek niet over haar beleggingen kan beschikken; c) gedurende elke onderbreking van de communicatiemiddelen die normaliter worden gebruikt om de prijs van welke belegging van de bevek dan ook of van de actuele koersen op enigerlei markt of beurs te bepalen; d) zolang gelden of financiële middelen die nodig (kunnen) zijn voor de tegeldemaking of betaling van welke belegging van de bevek dan ook niet kunnen worden overgemaakt; of zolang het niet mogelijk is gelden of financiële middelen te repatriëren met als doel aandelen terug te kopen; e) in geval van fusie, opheffing/afsluiting of splitsing van één of meer compartimenten of klassen of aandelentypen mits met dergelijke opschorting wordt beoogd de aandeelhouders van de betrokken compartimenten, klassen of aandelentypen te beschermen; f) zodra een vergadering wordt bijeengeroepen die zich dient uit te spreken over een voorstel tot ontbinding van de bevek. De inschrijvers en aandeelhouders die aandelen voor terugkoop of omzetting aanbieden worden in kennis gesteld van de opschorting van de berekening van de netto-inventariswaarde. Opgeschorte inschrijvingen, terugkoop- of omzettingsaanvragen kunnen worden ingetrokken of
38/116
herroepen na schriftelijke kennisgeving, mits de bevek deze kennisgeving ontvangt voorafgaand aan de beëindiging van de opschorting. Opgeschorte inschrijvingen, terugkopen en omzettingen worden in aanmerking genomen op de eerste waarderingsdag die volgt op de beëindiging van de opschorting.
18. RESULTAATVERWERKING De algemene vergadering spreekt zich elk jaar uit over de ter zake dienende voorstellen van de Raad van Bestuur.
Wat de aandelen van de klasse « D » betreft, staat het de Raad van Bestuur vrij voor te stellen de nettobeleggingsopbrengsten van het boekjaar uit te keren.
Wat de aandelen van de klasse « C » betreft, stelt de Raad van Bestuur voor het daarmee samenhangende resultaat te kapitaliseren.
Wat de aandelen van alle andere klassen betreft, staat het de Raad van Bestuur vrij voor te stellen het daarmee samenhangende resultaat te kapitaliseren dan wel uit te keren.
Elk bericht van betaalbaarstelling van dividend wordt gepubliceerd in een Luxemburgs dagblad en in zodanige andere krant als de Raad van Bestuur passend oordeelt. De houders van aandelen op naam worden betaald per bankoverschrijving volgens hun aanwijzingen. De houders van aandelen aan toonder worden betaald tegen afgifte van het desbetreffende dividendbewijs (coupon) aan de daartoe door de Raad van Bestuur aangewezen betaalagent(en). Elk dividend dat niet wordt opgevraagd binnen vijf (5) jaar na de datum van betaalbaarstelling vervalt voor de begunstigden, en komt toe aan de desbetreffende compartimenten van de bevek. De Raad van Bestuur kan voorlopige of interim-dividenden op aandelen betaalbaar stellen indien zulks naar zijn oordeel aangewezen is.
19. NIET-HOOFDELIJKE VERBONDENHEID VAN DE COMPARTIMENTEN Hoewel de bevek één en dezelfde rechtspersoon en juridische eenheid vormt, strekken de activa van een bepaald compartiment enkel tot waarborg voor de schulden, verbintenissen en verplichtingen die verband houden met dit compartiment. In de relaties tussen aandeelhouders onderling wordt elk compartiment behandeld als een afzonderlijke, volwaardige juridische eenheid.
39/116
20. FISCALE BEHANDELING Fiscale behandeling van de bevek Krachtens de geldende wetgeving en de gebruikelijke praktijken is de bevek aan geen enkele Luxemburgse belasting op inkomsten en meerwaarden of vermogenswinsten onderworpen. De door de bevek uitgekeerde dividenden zijn evenmin onderworpen aan een bij de bron geheven belasting (voorheffing) in Luxemburg. Wel is de bevek in Luxemburg onderworpen aan een jaarlijkse belasting die 0,05% van de waarde van het nettoactief uitmaakt; dit belastingtarief wordt bepaaldelijk teruggebracht tot 0,01% voor de klassen die uitsluitend bestemd zijn voor institutionele beleggers. Deze belasting dient driemaandelijks te worden betaald op basis van de activa van de bevek, berekend per ultimo van het kwartaal waarop de belasting betrekking heeft. Krachtens de thans geldende wetgeving en gangbare praktijken is er in Luxemburg geen enkele belasting verschuldigd op de meerwaarden of vermogenswinsten die op het actief van de bevek worden gerealiseerd. Bepaalde rentebaten en dividendopbrengsten van de bevek of meerwaarden en vermogenswinsten afkomstig uit inkomstenbronnen buiten Luxemburg kunnen evenwel onderworpen zijn aan belastingen die doorgaans worden geheven in de vorm van inhoudingen aan de bron tegen veranderlijk tarief. Deze bronbelastingen of bronheffingen zijn meestal niet voor het geheel of ten dele terugvorderbaar. In dat verband is de vermindering van deze bronbelastingen en bronheffingen op grond van de internationale verdragen ter voorkoming van dubbele belasting die het Groothertogdom Luxemburg met de betrokken landen heeft gesloten niet altijd van toepassing. Fiscale behandeling van de aandeelhouders Volgens de huidige wetgeving zijn de aandeelhouders in Luxemburg niet onderworpen aan enigerlei schenkings- of successiebelasting, met uitzondering van aandeelhouders die hun woon- of verblijfplaats dan wel hun vaste vestiging hebben in Luxemburg. Wat de aanslag in de inkomstenbelasting betreft, zijn de aandeelhouders die verblijfhouders (ingezetenen) van Luxemburg zijn onderworpen aan een belastingheffing volgens aanslag op de geïnde dividenden en op de uit de vervreemding van hun rechten van deelneming gerealiseerde meerwaarden of vermogenswinsten indien zij deze rechten van deelneming niet langer dan zes maanden in hun bezit hebben gehad, of indien zij in het bezit zijn van meer dan 10% van de aandelen van de vennootschap. Uitgezonderd in het kader van de toepassing van de hieronder beschreven Richtlijn 2003/48/EG zijn de aandeelhouders die geen verblijfhouders van Luxemburg zijn (niet-ingezetenen) niet onderworpen aan de belasting in Luxemburg op de geïnde dividenden of op de uit de vervreemding van hun rechten van deelneming gerealiseerde meerwaarden of vermogenswinsten. Richtlijn 2003/48/EG van de Raad van de Europese Unie betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling (« Spaarrichtlijn ») is in Luxemburgs recht omgezet door de Luxemburgse wet van 21 juni 2005. Deze richtlijn beoogt de rente-inkomsten die worden uitgekeerd aan een uiteindelijk gerechtigde die een natuurlijke persoon is en zijn woonplaats in een
40/116
lidstaat van de Europese Unie heeft, te belasten overeenkomstig het nationale recht van deze fiscale woonstaat. Dit doel moet worden verwezenlijkt door de uitwisseling van informatie tussen de belastinginstanties van de Europese Unie. Luxemburg komt evenwel in aanmerking voor een afwijkende regeling en zal tijdens een overgangsperiode een bronbelasting heffen op rente-inkomsten. Sinds 1 juli 2011 heft Luxemburg een bronbelasting tegen een tarief van 35%. De aandeelhouders van de bevek die een natuurlijke persoon zijn en hun fiscale woonplaats in een lidstaat van de Europese Unie hebben, kunnen worden onderworpen aan een inhouding in Luxemburg op hun rente-inkomsten die door een uitbetalende instantie in Luxemburg worden betaald uit hoofde van een dividenduitkering (inclusief herbelegd dividend) en/of uit hoofde van een aanvraag tot terugkoop (inclusief terugkopen in natura) of omzetting van de aandelen van de bevek. Niettemin kunnen de aandeelhouders die daarom verzoeken worden onderworpen aan het systeem van informatie-uitwisseling of de fiscalewoonplaatsverklaring. Beleggers wordt aangeraden zich te informeren en zo nodig advies in te winnen over de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de belastingheffing en wisselcontrole (deviezencontrole) die van toepassing zijn op de inschrijving op dan wel de aankoop, het bezit en de vervreemding van aandelen in hun land van herkomst, verblijf en/of woonplaats. Kandidaat-aandeelhouders wordt inzonderheid aangeraden zich te informeren bij hun belastingconsulenten of fiscale raadgevers over de fiscale gevolgen die voortvloeien uit de toepassing van de Spaarrichtlijn op rentebetalingen, zowel uit hoofde van dividenduitkeringen als ter zake van meerwaarden of vermogenswinsten die werden gerealiseerd bij de vervreemding en de omzetting van de aandelen van de bevek.
21. ALGEMENE AANDEELHOUDERSVERGADERINGEN De jaarlijkse algemene aandeelhoudersvergadering wordt elk jaar gehouden ter maatschappelijke zetel van de bevek of op elke andere plaats te Luxemburg die nauwkeurig is omschreven in de oproepingsbrief. De jaarlijkse algemene vergadering wordt gehouden op de eerste woensdag van de maand april om 13.00 uur of, indien dit een feestdag is, op de eerstvolgende bankwerkdag. Oproepingsbrieven tot alle algemene vergaderingen worden minstens acht (8) dagen op voorhand toegezonden aan alle houders van aandelen op naam, naar het adres zoals dit in het aandeelhoudersregister vermeld staat. In deze oproepingsbrieven wordt melding gemaakt van het tijdstip en de plaats van de algemene vergadering, alsook van de voorwaarden om te worden toegelaten tot de vergadering, de agenda en de in de Luxemburgse wet bepaalde voorschriften inzake quorum en meerderheid. Daarnaast worden oproepingsbrieven gepubliceerd in het Mémorial, Recueil des Sociétés et Associations du Grand-Duché de Luxembourg en in een Luxemburgse krant, te weten « Luxemburger Wort », alsook in de pers van de landen waar de aandelen van de bevek worden verhandeld indien zulks is voorgeschreven in de wetgeving van die landen.
41/116
De vereisten inzake deelneming aan, quorum en meerderheid op elke algemene vergadering zijn in de statuten van de bevek vastgelegd.
22. AFSLUITING, FUSIE EN SPLITSING VAN COMPARTIMENTEN, KLASSEN OF AANDELENTYPEN - VEREFFENING VAN DE BEVEK 22.1 Afsluiting, opheffing en vereffening van compartimenten, klassen of aandelentypen De Raad van Bestuur mag beslissen één of meer compartimenten, klassen of aandelentypen af te sluiten, op te heffen of te vereffenen door de desbetreffende aandelen in te trekken (schrappen), hetzij door de aandeelhouders van dat (deze) compartiment(en), klasse(n) of aandelentype(n) de totale nettoinventariswaarde van de aandelen van dat (deze) compartiment(en), klasse(n) of aandelentype(n) terug te betalen na aftrek van de vereffeningskosten, hetzij door ze te laten overstappen naar een ander compartiment van de bevek, zonder omzettingskosten, en zodoende nieuwe aandelen aan hen toe te wijzen naar evenredigheid van hun vorige aandelenbelang, na aftrek van de vereffeningskosten. Een dergelijke beslissing mag inzonderheid in de volgende omstandigheden worden genomen:
ingrijpende en ongunstige veranderingen in de economische, politieke en sociale toestand in de landen waar hetzij wordt belegd, hetzij de aandelen van de compartimenten in kwestie worden verdeeld;
indien de nettoactiva van een compartiment dalen beneden een bepaalde drempelwaarde die naar het oordeel van de Raad van Bestuur ontoereikend is om dat compartiment doelmatig te blijven beheren;
in het kader van een rationalisering van de aan de aandeelhouders aangeboden producten.
Dergelijke beslissing van de Raad van Bestuur wordt gepubliceerd in de Luxemburgse krant « Luxemburger Wort » en in andere dagbladen van de landen waar de aandelen van de bevek worden verdeeld indien zulks is voorgeschreven in de wetgeving van die landen. De nettovereffeningsopbrengst van elk compartiment wordt op pro-ratabasis uitgekeerd aan de aandeelhouders van elk compartiment, dat wil zeggen naar evenredigheid van hun aandelenbelang. Het provenu van de ontbinding dat toekomt aan de effecten waarvan de houders zich niet hebben aangemeld bij afsluiting van de verrichtingen tot opheffing van een compartiment wordt in bewaring gegeven bij de Luxemburgse consignatiekas ten behoeve van al degenen aan wie ze toekomen. 22.2 Fusie van compartimenten, klassen of aandelentypen 22.2.1 Fusie van klassen of aandelentypen Het is de Raad van Bestuur toegestaan in de in artikel 22.1 hierboven vermelde omstandigheden te beslissen één of meer klassen of aandelentypen van de bevek samen te voegen (fuseren).
42/116
Dergelijke beslissing van de Raad van Bestuur wordt gepubliceerd in de Luxemburgse krant « Luxemburger Wort » en in andere dagbladen van de landen waar de aandelen van de bevek worden verdeeld indien zulks is voorgeschreven in de wetgeving van die landen. Een dergelijke publicatie dient plaats te vinden minstens één maand voorafgaand aan de datum waarop de fusie ingaat, teneinde de aandeelhouders in staat te stellen te verzoeken om kosteloze terugkoop of terugbetaling van hun aandelen. 22.2.2 Fusie van compartimenten Het is de Raad van Bestuur toegestaan in de in artikel 22.1 hierboven vermelde omstandigheden te beslissen één of meer compartimenten van de bevek samen te voegen (fuseren) met elkaar of met een andere onder Richtlijn 2009/65/EG vallende icbe met inachtneming van de in de Wet vastgelegde voorwaarden. Over het ingaan van elke fusie die tot gevolg heeft dat de bevek ophoudt te bestaan, wordt evenwel beslist door de algemene aandeelhoudersvergadering die beraadslaagt en besluit overeenkomstig de in de statuten vastgelegde voorwaarden, quorum- en meerderheidsvereisten. De bevek dient de aandeelhouders correcte en nauwkeurige informatie over de voorgenomen fusie te verstrekken zodat zij met kennis van zaken kunnen uitmaken welke gevolgen de voorgenomen fusie voor hun belegging zal hebben. Deze informatie wordt doorgegeven met inachtneming van de in de Wet vastgelegde voorwaarden. Te rekenen vanaf de datum waarop deze informatie wordt meegedeeld hebben de aandeelhouders dertig (30) dagen de tijd om te eisen dat hun aandelen, zonder enigerlei andere kosten dan die welke door de bevek ter dekking van desinvesteringskosten worden ingehouden, worden teruggekocht of terugbetaald of, in voorkomend geval bij beslissing van de Raad van Bestuur, worden omgezet in aandelen van een ander compartiment of van een andere icbe met een soortgelijk beleggingsbeleid en die wordt beheerd door de Beheersmaatschappij of door een onderneming waarmee de Beheermaatschappij is verbonden door gemeenschappelijke bedrijfsvoering of gemeenschappelijke zeggenschapsuitoefening of door een substantiële directe of indirecte deelneming. Deze termijn van dertig (30) dagen loopt af vijf (5) bankwerkdagen voorafgaand aan de berekeningsdatum van de ruilverhouding. 22.3 Splitsing van compartimenten, klassen of aandelentypen In dezelfde omstandigheden als bedoeld in artikel 22.1 hierboven is het de Raad van Bestuur daarnaast toegestaan, indien hij zulks wenselijk acht in het belang van de aandeelhouders van een compartiment, klasse of aandelentype, te beslissen dat compartiment, deze klasse of dat aandelentype te splitsen in één of meer compartimenten, klassen of aandelentypen. Dergelijke beslissing van de Raad van Bestuur wordt gepubliceerd in de Luxemburgse krant « Luxemburger Wort » en in andere dagbladen van de landen waar de aandelen van de bevek worden verdeeld indien zulks is voorgeschreven in de wetgeving van die landen. Een dergelijke publicatie dient plaats te vinden minstens één maand voorafgaand aan de datum waarop de splitsing ingaat, teneinde de aandeelhouders in staat te stellen te verzoeken om kosteloze terugkoop of terugbetaling van hun aandelen. 22.4 Vereffening van de bevek
43/116
Indien het maatschappelijk kapitaal van de bevek minder bedraagt dan twee derde van het minimumkapitaal, moet de Raad van Bestuur de vraag of de bevek ontbonden dient te worden voorleggen aan de algemene vergadering die daarover beraadslaagt en besluit zonder quorumvereiste en bij gewone meerderheid van de op de vergadering vertegenwoordigde aandelen. Indien het maatschappelijk kapitaal van de bevek minder bedraagt dan één vierde van het minimumkapitaal, moet de Raad van Bestuur de vraag of de bevek ontbonden dient te worden voorleggen aan de algemene vergadering die daarover beraadslaagt en besluit zonder quorumvereiste; alsdan kan de ontbinding worden uitgesproken door de aandeelhouders die in het bezit zijn van één vierde van de op de vergadering vertegenwoordigde aandelen. De aandeelhouders moeten zodanig worden opgeroepen dat de vergadering wordt gehouden binnen een termijn van veertig dagen te rekenen vanaf de datum waarop is vastgesteld dat het nettoactief respectievelijk minder bedraagt dan twee derde of één vierde van het minimumkapitaal. De gerechtelijke of buitengerechtelijke vereffening van de bevek vindt plaats met inachtneming van de Wet en de statuten. In geval van buitengerechtelijke vereffening worden de vereffeningsverrichtingen uitgevoerd door één of meer vereffenaars die worden benoemd door de algemene aandeelhoudersvergadering die hun bevoegdheden en bezoldigingen vastlegt. De sommen en waarden die ten deel vallen aan aandelen waarvan de houders zich niet hebben aangemeld bij de afsluiting van de vereffeningsverrichtingen worden in bewaring gegeven bij de consignatiekas ten behoeve van al degenen aan wie ze toekomen.
23. KOSTEN EN LASTEN De provisies met betrekking tot de werkzaamheden van de Beheersmaatschappij worden nader toegelicht in de bij het Prospectus gevoegde Technische informatiebladen van elk compartiment. De door de Depothoudende bank geïnde provisies worden nader toegelicht in de Technische informatiebladen waarvan het Prospectus vergezeld gaat. Deze provisies zijn exclusief kosten en uitgaven (elektronische communicatie-, telefoon- en faxkosten; bankbevestigingskosten, druk-, publicatie- en portokosten enz.) die worden gemaakt door de Beheersmaatschappij, haar gemachtigden, lasthebbers of vertegenwoordigers en/of door de Depothoudende bank in de uitoefening van hun functies. De bevek heeft de aanloop- of eerste oprichtingskosten op zich genomen, waaronder mede inbegrepen de kosten voor het opstellen en drukken van het prospectus, de notariële kosten, de introductiekosten bij bestuurlijke overheden en beursautoriteiten, de eventuele drukkosten van aandeelbewijzen en alle andere kosten verband houdende met het oprichten en opstarten van de bevek. De kosten en uitgaven in verband met het bijwerken van het onderhavige Prospectus mogen worden afgeschreven over de eerstvolgende vijf (5) boekjaren.
44/116
De bevek neemt te haren laste alle exploitatie- en bedrijfskosten (waaronder mede inbegrepen de bezoldigingen, vergoedingen of emolumenten, reis- en verplaatsingskosten of andere (on)kosten van de bestuurders, de provisies en commissielonen van de Depothoudende bank en haar correspondentbanken, alsook de kosten, provisies en commissielonen verschuldigd aan de Beheersmaatschappij en haar lasthebbers, gemachtigden en vertegenwoordigers, aan de betaalagenten, aan de vaste vertegenwoordigers ter plaatse van inschrijving of registratie, aan elke andere werknemer, medewerker, gevolmachtigde die door de bevek wordt aangesteld, aan de onafhankelijk deskundigen, alsook de kosten voor juridische en controlediensten), de kosten voor het drukken en verspreiden van de jaar- en halfjaarverslagen, alle courtages en makelaarslonen, alle door de bevek verschuldigde belastingen, taksen, heffingen, bijdragen en lasten in hoofde van de vennootschappen, de inschrijvings- en registratiekosten van de bevek en de kosten voor het handhaven van deze inschrijving of registratie bij alle overheidsinstanties en beursautoriteiten, de porto-, telefoon- en telexkosten. De kosten en lasten voor het openstellen van een bepaald compartiment mogen worden afgeschreven over vijf (5) jaar, zij het dan uitsluitend op de activa, bezittingen, tegoeden en vermogensbestanddelen van dit nieuwe compartiment. De overige kosten en lasten die niet rechtstreeks toerekenbaar zijn aan een specifiek compartiment worden gelijkelijk omgeslagen over de verschillende compartimenten of worden, voor zover de desbetreffende bedragen zulks rechtvaardigen, ten laste van de verschillende compartimenten geboekt naar evenredigheid van hun respectieve nettoactiva. Overeenkomstig de in de Wet vastgelegde voorwaarden mogen de gerechtskosten, administratieve of advieskosten in verband met de voorbereiding en de afronding van de fusie van één of meer compartimenten van de bevek niet ten laste worden gebracht van de betrokken compartimenten/de bevek. In bepaalde rechtsgebieden waar de aandelen van de bevek worden verhandeld, kan een lokale betaalagent de belegger kosten in rekening brengen als vergoeding voor de verleende diensten.
24. INFORMATIEVERSCHAFFING AAN DE AANDEELHOUDERS 1. Bekendmaking van de netto-inventariswaarde De netto-inventariswaarde per aandeel van elk compartiment, de uitgifte-, terugkoop- en omzettingsprijzen worden bekendgemaakt op elke waarderingsdag ter maatschappelijke zetel van de bevek alsook bij de instellingen die belast zijn met de financiële dienstverlening in de landen waar de aandelen van de bevek worden verhandeld. 2. Financiële berichtgeving De financiële berichten worden bekendgemaakt in de landen waar de aandelen van de bevek worden verhandeld indien zulks is voorgeschreven in de wetgeving van die landen en, wat het Groothertogdom Luxemburg betreft, in de Luxemburgse krant « Luxemburger Wort ».
45/116
3. Maatschappelijk boekjaar en verslaggeving aan de aandeelhouders Het maatschappelijk boekjaar begint op 1 januari en eindigt op 31 december van elk jaar. De bevek publiceert jaarlijks een omstandig verslag over haar activiteiten en over het beheer van haar activa, bezittingen, tegoeden en vermogensbestanddelen, waaronder de balans en de geconsolideerde winst-en-verliesrekening (resultatenrekening), uitgedrukt in EUR, de nauwkeurige samenstelling van de activa, bezittingen, tegoeden en vermogensbestanddelen van elk compartiment en het verslag van de bedrijfsrevisor. Dit verslag is verkrijgbaar ter zetel van de bevek alsook bij de instellingen die belast zijn met de financiële dienstverlening in de landen waar de aandelen van de bevek worden verhandeld. Daarnaast wordt per ultimo van elk semester een verslag gepubliceerd met meer in het bijzonder de portefeuillesamenstelling, de mutaties in de portefeuille over de verslagperiode, het aantal in omloop zijnde aandelen en het aantal sinds de vorige publicatie uitgegeven en teruggekochte aandelen.
4. Bedrijfsrevisor PricewaterhouseCoopers, Luxemburg is belast met het toezicht op en de controle van de rekeningen van de bevek en de jaarverslagen.
5. Documenten ter inzage van het publiek De volgende stukken en bescheiden liggen op werkdagen tijdens de kantooruren ter inzage op de zetel van de bevek. (a) statuten van de bevek en notariële akten houdende statutenwijziging, waarvan belangstellenden desgewenst kosteloos een exemplaar kunnen verkrijgen; (b) prospectus van de bevek.
46/116
TECHNISCH INFORMATIEBLAD DEXIA EQUITIES L ASIA PREMIER 1.
Beleggingsbeleid De activa van dit compartiment worden voornamelijk belegd in effecten met een aandelenkarakter (equity securities) van ondernemingen die gevestigd zijn in Aziatische landen of daar het zwaartepunt van hun activiteiten hebben. De aandelen worden hoofdzakelijk gekozen in landen met ontwikkelde effectenmarkten, zoals Hongkong, Singapore, Zuid-Korea, Thailand en Taiwan. Er mag ook worden belegd in Aziatische landen met minder ontwikkelde effectenmarkten, meer in het bijzonder de Filippijnen, Maleisië, Sri Lanka, Indonesië, China, India en Pakistan. Het compartiment mag accessoir aandelen en met aandelen gelijk te stellen waardepapieren houden (inzonderheid converteerbare obligaties, warrants, beleggingscertificaten) alsook liquide middelen, deposito’s of geldmarktinstrumenten waarvan de resterende looptijd hoogstens 12 maanden bedraagt. Het compartiment mag niet meer dan 10% van de activa beleggen in fondsen. Met het oog op een goed portefeuillebeheer mag het compartiment tevens financiële instrumenten en technieken toepassen (met name opties, swaps, verhandelbare en nietverhandelbare termijncontracten (respectievelijk futures en forwards)). De belegger wordt erop gewezen dat de volatiliteit (koersbeweeglijkheid) van warrants en afgeleide producten (derivaten) groter is dan die van de onderliggende aandelen.
2.
Risk Management Het totale derivatenrisico wordt berekend volgens de benadering op basis van de aangegane verplichtingen (commitment approach) overeenkomstig het bepaalde in de rondzendbrief CSSF 11/512.
3.
Waarderingsmunt van het compartiment: USD. De netto-inventariswaarde wordt eveneens bekendgemaakt in EUR.
4.
Betalingsmunt voor inschrijvingen, omzettingen en terugkopen: USD en in voorkomend geval EUR, bij beslissing van de Raad van Bestuur. De beleggers moeten indachtig zijn dat aan beleggingen in EUR een risico gebonden kan zijn in verband met de valuta- of wisselkoersschommelingen tussen de munt van het compartiment en de euro.
5.
Vorm van de aandelen: op naam of aan toonder, naar keuze van de aandeelhouder. De aandelen aan toonder kunnen op twee manieren worden aangehouden: hetzij in materiële vorm, zij het dan uitsluitend voor de klassen « C » en « D », hetzij in gedematerialiseerde of stukkenloze vorm op een girale effectenrekening. De aandelen van de klasse « LOCK » luiden uitsluitend aan toonder en worden in gedematerialiseerde of stukkenloze vorm aangehouden op een girale effectenrekening.
47/116
6. 7. 8.
Aandelenklassen: klasse « C » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in USD [ISIN-code LU0181786301]; klasse « D » met uitkeringsaandelen, uitgedrukt in USD [ISIN-code LU0181786566]; klasse « I » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in USD [ISIN-code LU0181786723]; klasse « N » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in USD [ISIN-code LU0181787457]; klasse « V » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in USD [ISIN-code LU0317020542]; klasse « Z » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in USD [ISIN-code LU0240991132]; klasse « LOCK » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in USD [ISIN-code LU0574798509]. Coupures: de aandeelbewijzen aan toonder bestaan in coupures van 1, 5, 10, 100 en 1000 aandelen.
Minimuminleg: voor de klassen « D », « C », « Z », « LOCK » en « N » is geen enkele minimuminleg vereist; voor de klasse « I » is de minimale eerste inleg gelijk aan de tegenwaarde in USD van EUR 250.000 of, bij beslissing van de Raad van Bestuur, EUR 250.000 (deze minimuminleg kan geheel ter vrije beoordeling van de Raad van Bestuur worden gewijzigd mits alle aandeelhouders op dezelfde waarderingsdag op voet van gelijkheid worden behandeld); voor de klasse « V » is de minimale eerste inleg gelijk aan de tegenwaarde in USD van EUR 15.000.000 of, bij beslissing van de Raad van Bestuur, EUR 15.000.000 (deze minimuminleg kan geheel ter vrije beoordeling van de Raad van Bestuur worden gewijzigd mits alle aandeelhouders op dezelfde waarderingsdag op voet van gelijkheid worden behandeld).
9.
Uitgifteprovisie: o maximaal 3,5% voor de klassen « C », « D » en « LOCK »; o 0% voor de klassen « I », « V », « N » en « Z ».
10.
Uittredingsprovisie: 0%
11.
Provisies voor de werkzaamheden van de Beheersmaatschappij: Klassen Klasse « I » Klasse « C », «N» « D » en « LOCK »
Klasse «Z»
Klasse «V» Max. 0,45% Max. 0,06%
Beheerscommissie
Max. 1,60%
Max. 0,75%
Max. 2%
0%
Administratieprovisie
Max. 0,11%
Max. 0,06%
Max. 0,11%
Max. 0,06%
De provisies worden uitgedrukt als jaarlijks percentage van de gemiddelde netto-inventariswaarde van het compartiment en zijn betaalbaar per ultimo van elk kwartaal.
12.
Provisie van Depothoudende bank: o
max. 0,02% per jaar van de gemiddelde netto-inventariswaarde voor de klassen « C », « D », « LOCK » en « N »;
48/116
o
max. 0,01% per jaar van de gemiddelde netto-inventariswaarde voor de klassen « I », « Z » en « V ».
Deze provisie is betaalbaar per ultimo van elk kwartaal.
13.
Specifieke kosten verbonden aan het mechanisme van de klasse « LOCK »: 0,10% per jaar van de gemiddelde netto-inventariswaarde. Deze provisie is betaalbaar per ultimo van elk kwartaal.
14.
Berekeningsfrequentie van de netto-inventariswaarde: iedere Luxemburgse bankwerkdag.
15.
Notering op de beurs van Luxemburg: alleen de aandelen van de klassen « C » en « I » worden genoteerd op de beurs van Luxemburg.
Dit technisch informatieblad maakt wezenlijk deel uit van het Prospectus de dato 2 augustus 2012.
49/116
TECHNISCH INFORMATIEBLAD DEXIA EQUITIES L AUSTRALIA 1.
Beleggingsbeleid De activa van dit compartiment worden voornamelijk belegd in effecten met een aandelenkarakter (equity securities) van ondernemingen die gevestigd zijn in Australië of daar het zwaartepunt van hun activiteiten hebben. Het compartiment mag accessoir aandelen en met aandelen gelijk te stellen waardepapieren houden (inzonderheid converteerbare obligaties, warrants, beleggingscertificaten) alsook liquide middelen, deposito’s of geldmarktinstrumenten waarvan de resterende looptijd hoogstens 12 maanden bedraagt. Het compartiment mag niet meer dan 10% van de activa beleggen in fondsen. Met het oog op een goed portefeuillebeheer mag het compartiment tevens financiële instrumenten en technieken toepassen (met name opties, swaps, verhandelbare en nietverhandelbare termijncontracten (respectievelijk futures en forwards)). De belegger wordt erop gewezen dat de volatiliteit (koersbeweeglijkheid) van warrants en termijncontracten groter is dan die van de onderliggende aandelen.
2.
Risk Management Het totale derivatenrisico wordt berekend volgens de benadering op basis van de aangegane verplichtingen (commitment approach) overeenkomstig het bepaalde in de rondzendbrief CSSF 11/512.
3.
Waarderingsmunt van het compartiment: AUD.
4.
Vorm van de aandelen: op naam of aan toonder, naar keuze van de aandeelhouder. De aandelen aan toonder kunnen op twee manieren worden aangehouden: hetzij in materiële vorm, zij het dan uitsluitend voor de klassen « C » en « D », hetzij in gedematerialiseerde of stukkenloze vorm op een girale effectenrekening. De aandelen van de klasse « LOCK » luiden uitsluitend aan toonder en worden in gedematerialiseerde of stukkenloze vorm aangehouden op een girale effectenrekening.
5.
Aandelenklassen: • • • • • • • • •
klasse « D » met uitkeringsaandelen, uitgedrukt in AUD [ISIN-code LU0078775284]; klasse « C » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in AUD [ISIN-code LU0078775011]; klasse « C » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0256780106]; klasse « N » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in AUD [ISIN-code LU0133347731]; klasse « N » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0256780874]; klasse « I » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in AUD [ISIN-code LU0133348622]; klasse « I » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0256781096]; klasse « Z » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in AUD [ISIN-code LU0240973742]; klasse « V » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in AUD [ISIN-code LU0317020385];
50/116
•
klasse « LOCK » LU0574798681]; klasse « LOCK » LU0574798764].
•
met
kapitalisatieaandelen,
uitgedrukt
in
AUD
[ISIN-code
met
kapitalisatieaandelen,
uitgedrukt
in
EUR
[ISIN-code
De beleggers moeten indachtig zijn dat aan beleggingen in de in EUR uitgedrukte klassen een risico van waardedaling/minderwaarde/vermogensverlies gebonden kan zijn in verband met de valuta- of wisselkoersschommelingen tussen de munt van het compartiment (AUD) en de munt van de desbetreffende klassen (EUR). 6.
Coupures: de aandeelbewijzen aan toonder bestaan in coupures van 1, 5 en 10 aandelen.
7.
Minimuminleg:
voor de klassen « D », « C », « Z », « LOCK » en « N » is geen enkele minimuminleg vereist; voor de klasse « I » is de minimale eerste inleg gelijk aan de tegenwaarde in AUD van EUR 250.000 of, bij beslissing van de Raad van Bestuur, EUR 250.000 (deze minimuminleg kan geheel ter vrije beoordeling van de Raad van Bestuur worden gewijzigd mits alle aandeelhouders op dezelfde waarderingsdag op voet van gelijkheid worden behandeld); voor de klasse « V » is de minimale eerste inleg gelijk aan de tegenwaarde in AUD van EUR 15.000.000 of, bij beslissing van de Raad van Bestuur, EUR 15.000.000 (deze minimuminleg kan geheel ter vrije beoordeling van de Raad van Bestuur worden gewijzigd mits alle aandeelhouders op dezelfde waarderingsdag op voet van gelijkheid worden behandeld).
8.
Uitgifteprovisie: o maximaal 3,5% voor de klassen « C », « D » en « LOCK »; o 0% voor de klassen « I », « V », « N » en « Z ».
9.
Uittredingsprovisie: 0%.
10.
Provisies voor de werkzaamheden van de Beheersmaatschappij:
Beheerscommissie Administratieprovisie
Klassen « C », « D » en « LOCK » Max. 1,50%
Klasse « I »
Klasse «N»
Klasse «Z»
Klasse «V»
Max. 0,55%
Max. 2%
0%
Max. 0,11%
Max. 0,06%
Max. 0,11%
Max. 0,06%
Max. 0,35% Max. 0,06%
De provisies worden uitgedrukt als jaarlijks percentage van de gemiddelde netto-inventariswaarde van het compartiment en zijn betaalbaar per ultimo van elk kwartaal.
11.
Provisie van Depothoudende bank: o o
max. 0,02% per jaar van de gemiddelde netto-inventariswaarde voor de klassen « C », « D », « LOCK » en « N »; max. 0,01% per jaar van de gemiddelde netto-inventariswaarde voor de klassen « I », « V » en « Z ».
51/116
Deze provisie is betaalbaar per ultimo van elk kwartaal.
12.
Specifieke kosten verbonden aan het mechanisme van de klasse « LOCK »: 0,10% per jaar van de gemiddelde netto-inventariswaarde. Deze provisie is betaalbaar per ultimo van elk kwartaal.
13.
Berekeningsfrequentie van de netto-inventariswaarde: iedere Luxemburgse bankwerkdag.
14.
Notering op de beurs van Luxemburg: alleen de aandelen van de klassen « C » en « I » worden genoteerd op de beurs van Luxemburg.
Dit technisch informatieblad maakt wezenlijk deel uit van het Prospectus de dato 2 augustus 2012.
52/116
TECHNISCH INFORMATIEBLAD DEXIA EQUITIES L BIOTECHNOLOGY 1.
Beleggingsbeleid Dit compartiment biedt aandeelhouders de mogelijkheid te beleggen in een wereldomvattende aandelenportefeuille van ondernemingen in de biotechnologiesector. De activa worden voornamelijk belegd in aandelen van ondernemingen die in deze sector actief zijn. Het compartiment mag accessoir aandelen en met aandelen gelijk te stellen waardepapieren houden (inzonderheid converteerbare obligaties, warrants, beleggingscertificaten) alsook liquide middelen, deposito’s of geldmarktinstrumenten waarvan de resterende looptijd hoogstens 12 maanden bedraagt. Het compartiment mag niet meer dan 10% van de activa beleggen in fondsen. Met het oog op een goed portefeuillebeheer mag het compartiment tevens financiële instrumenten en technieken toepassen (met name opties, swaps, verhandelbare en nietverhandelbare termijncontracten (respectievelijk futures en forwards)). De belegger wordt erop gewezen dat de volatiliteit (koersbeweeglijkheid) van warrants en afgeleide producten (derivaten) groter is dan die van de onderliggende aandelen.
2.
Risk Management Het totale derivatenrisico wordt berekend volgens de benadering op basis van de aangegane verplichtingen (commitment approach) overeenkomstig het bepaalde in de rondzendbrief CSSF 11/512.
3.
Waarderingsmunt van het compartiment: USD. De netto-inventariswaarde wordt eveneens bekendgemaakt in EUR.
4.
Betalingsmunt voor inschrijvingen, omzettingen en terugkopen: USD en in voorkomend geval EUR, bij beslissing van de Raad van Bestuur. De beleggers moeten indachtig zijn dat aan beleggingen in EUR een risico gebonden kan zijn in verband met de valuta- of wisselkoersschommelingen tussen de munt van het compartiment en de euro.
5.
Vorm van de aandelen: op naam of aan toonder, naar keuze van de aandeelhouder. De aandelen aan toonder kunnen op twee manieren worden aangehouden: hetzij in materiële vorm, zij het dan uitsluitend voor de klassen « C » en « D », hetzij in gedematerialiseerde of stukkenloze vorm op een girale effectenrekening. De aandelen van de klasse « LOCK » luiden uitsluitend aan toonder en worden in gedematerialiseerde of stukkenloze vorm aangehouden op een girale effectenrekening.
6.
Aandelenklassen:
klasse « C » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in USD [ISIN-code LU0108459040]; klasse « D » met uitkeringsaandelen, uitgedrukt in USD [ISIN-code LU0108459552]; klasse « I » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in USD [ISIN-code LU0133360163];
53/116
klasse « N » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in USD [ISIN-code LU0133359157]; klasse « V » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in USD [ISIN-code LU0317020203]; klasse « Z » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in USD [ISIN-code LU0240982651]; klasse « LOCK » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in USD [ISIN-code LU0574798848].
7.
Coupures: de aandeelbewijzen aan toonder bestaan in coupures van 1, 5 en 10 aandelen.
8.
Minimuminleg:
voor de klassen « D », « C », « Z », « LOCK » en « N » is geen enkele minimuminleg vereist; voor de klasse « I » is de minimale eerste inleg gelijk aan de tegenwaarde in USD van EUR 250.000 of, bij beslissing van de Raad van Bestuur, EUR 250.000 (deze minimuminleg kan geheel ter vrije beoordeling van de Raad van Bestuur worden gewijzigd mits alle aandeelhouders op dezelfde waarderingsdag op voet van gelijkheid worden behandeld); voor de klasse « V » is de minimale eerste inleg gelijk aan de tegenwaarde in USD van EUR 15.000.000 of, bij beslissing van de Raad van Bestuur, EUR 15.000.000 (deze minimuminleg kan geheel ter vrije beoordeling van de Raad van Bestuur worden gewijzigd mits alle aandeelhouders op dezelfde waarderingsdag op voet van gelijkheid worden behandeld).
9.
Uitgifteprovisie: o maximaal 3,5% voor de klassen « C », « D » en « LOCK »; o 0% voor de klassen « I », « V », « N » en « Z ».
10.
Uittredingsprovisie: 0%.
11.
Provisies voor de werkzaamheden van de Beheersmaatschappij:
Beheerscommissie Administratieprovisie
Klassen « C », « D » en « LOCK » Max. 1,50%
Klasse « I »
Klasse « N »
Klasse «Z»
Klasse «V»
Max. 0,55%
Max. 2%
0%
Max. 0,11%
Max. 0,06%
Max. 0,11%
Max. 0,06%
Max. 0,35% Max. 0,06%
De provisies worden uitgedrukt als jaarlijks percentage van de gemiddelde netto-inventariswaarde van het compartiment en zijn betaalbaar per ultimo van elk kwartaal.
12.
Provisie van Depothoudende bank: o o
max. 0,02% per jaar van de gemiddelde netto-inventariswaarde voor de klassen « C », « D » « LOCK » en « N »; max. 0,01% per jaar van de gemiddelde netto-inventariswaarde voor de klassen « I », « V » en « Z ».
Deze provisie is betaalbaar per ultimo van elk kwartaal.
13.
Specifieke kosten verbonden aan het mechanisme van de klasse « LOCK »: 0,10% per jaar van de gemiddelde netto-inventariswaarde. Deze provisie is betaalbaar per ultimo van elk kwartaal.
54/116
14.
Berekeningsfrequentie van de netto-inventariswaarde: iedere Luxemburgse bankwerkdag.
15.
Notering op de beurs van Luxemburg: alleen de aandelen van de klassen « C » en « I » worden genoteerd op de beurs van Luxemburg.
Dit technisch informatieblad maakt wezenlijk deel uit van het Prospectus de dato 2 augustus 2012.
55/116
Technisch informatieblad DEXIA EQUITIES L EMU 1.
Beleggingsbeleid Minstens 75% van de activa van dit compartiment wordt belegd in effecten met een aandelenkarakter (equity securities) of in beleggingscertificaten, voor zover die met effecten kunnen worden gelijkgesteld, van ondernemingen waarvan de hoofdzetel gevestigd is in een land van de eurozone dat een belastingverdrag heeft gesloten met Frankrijk waarin een clausule is opgenomen tot onderlinge administratieve bijstand en samenwerking ter bestrijding van fiscale fraude en belastingontduiking. Het compartiment mag accessoir aandelen en met aandelen gelijk te stellen waardepapieren houden (inzonderheid converteerbare obligaties, warrants, beleggingscertificaten) alsook liquide middelen, deposito’s of geldmarktinstrumenten waarvan de resterende looptijd hoogstens 12 maanden bedraagt. Het compartiment mag niet meer dan 10% van de activa beleggen in fondsen. Met het oog op een goed portefeuillebeheer mag het compartiment tevens financiële instrumenten en technieken toepassen (met name opties, swaps, verhandelbare en nietverhandelbare termijncontracten (respectievelijk futures en forwards)). De belegger wordt erop gewezen dat de volatiliteit (koersbeweeglijkheid) van warrants en afgeleide producten (derivaten) groter is dan die van de onderliggende aandelen.
2.
Risk Management Het totale derivatenrisico wordt berekend volgens de benadering op basis van de aangegane verplichtingen (commitment approach) overeenkomstig het bepaalde in de rondzendbrief CSSF 11/512.
3.
Waarderingsmunt van het compartiment: EUR.
4.
Betalingsmunt voor inschrijvingen, omzettingen en terugkopen: EUR.
5.
Vorm van de aandelen: op naam of aan toonder, naar keuze van de aandeelhouder. De aandelen aan toonder kunnen op twee manieren worden aangehouden: hetzij in materiële vorm, zij het dan uitsluitend voor de klassen « C » en « D », hetzij in gedematerialiseerde of stukkenloze vorm op een girale effectenrekening.
6.
Aandelenklassen: klasse « C » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0317020898]; klasse « D » met uitkeringsaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0317020971]; klasse « I » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0317021433]; klasse « N » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0317021193]; klasse « V » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0317021276];
56/116
klasse « Z » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0317021359].
7.
Coupures: de aandeelbewijzen aan toonder bestaan in coupures van 1, 5 en 10 aandelen.
8.
Minimuminleg:
voor de klassen « C », « D », « Z » en « N » is geen enkele minimuminleg vereist; voor de klasse « I » bedraagt de minimale eerste inleg EUR 250.000 (deze minimuminleg kan geheel ter vrije beoordeling van de Raad van Bestuur worden gewijzigd mits alle aandeelhouders op dezelfde waarderingsdag op voet van gelijkheid worden behandeld); voor de klasse « V » bedraagt de minimale eerste inleg EUR 15.000.000 (deze minimuminleg kan geheel ter vrije beoordeling van de Raad van Bestuur worden gewijzigd mits alle aandeelhouders op dezelfde waarderingsdag op voet van gelijkheid worden behandeld).
9.
Uitgifteprovisie: o maximaal 3,5% voor de klassen « C » en « D »; o 0% voor de klassen « Z », « V », « N » en « I ».
10.
Uittredingsprovisie: 0%
11. Provisies voor de werkzaamheden van de Beheersmaatschappij:
Beheerscommissie Administratieprovisie
Klassen « C » en « D » Max. 1,50%
Klasse « I » Max. 0,55%
Max. 0,11%
Max. 0,06%
Klasse «Z» 0%
Klasse «N» Max. 2%
Max. 0,06%
Max. 0,011%
Klasse «V» Max. 0,35% Max. 0,06%
De provisies worden uitgedrukt als jaarlijks percentage van de gemiddelde netto-inventariswaarde van het compartiment en zijn betaalbaar per ultimo van elk kwartaal.
12. Provisie van Depothoudende bank: o o
max. 0,02% per jaar van de gemiddelde netto-inventariswaarde voor de klassen « C », « D » en « N »; max. 0,01% per jaar van de gemiddelde netto-inventariswaarde voor de klassen « I », « V » en « Z ».
Deze provisie is betaalbaar per ultimo van elk kwartaal.
13. Berekeningsfrequentie van de netto-inventariswaarde: iedere Luxemburgse bankwerkdag. 14. Notering op de beurs van Luxemburg: alleen de aandelen van de klassen « C » en « I » worden genoteerd op de beurs van Luxemburg. Dit technisch informatieblad maakt wezenlijk deel uit van het Prospectus de dato 2 augustus 2012.
57/116
Technisch informatieblad DEXIA EQUITIES L EURO 50
1.
Beleggingsbeleid Minstens 75% van de activa van dit compartiment wordt belegd in effecten met een aandelenkarakter (equity securities) of in beleggingscertificaten, voor zover die met effecten kunnen worden gelijkgesteld, van ondernemingen waarvan de hoofdzetel gevestigd is in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte (EER) die een belastingverdrag heeft gesloten met Frankrijk waarin een clausule is opgenomen tot onderlinge administratieve bijstand en samenwerking ter bestrijding van fiscale fraude en belastingontduiking. Deze waardepapieren zijn opgenomen in de DJ Euro Stoxx 50-index. Voorts wordt maximaal 25% van de activa van dit compartiment belegd in effecten met een aandelenkarakter (equity securities) of in beleggingscertificaten, voor zover die met effecten kunnen worden gelijkgesteld, van ondernemingen die statutair zijn gevestigd in Europa of daar het zwaartepunt van hun activiteiten hebben, en die zijn toegelaten tot de officiële notering van een effectenbeurs of die worden verhandeld op een gereglementeerde markt. Het compartiment mag accessoir aandelen en met aandelen gelijk te stellen waardepapieren houden (inzonderheid converteerbare obligaties, warrants, beleggingscertificaten) alsook liquide middelen, deposito’s of geldmarktinstrumenten waarvan de resterende looptijd hoogstens 12 maanden bedraagt. Het compartiment mag niet meer dan 10% van de activa beleggen in fondsen. Met het oog op een goed portefeuillebeheer mag het compartiment tevens financiële instrumenten en technieken toepassen (met name opties, swaps, verhandelbare en nietverhandelbare termijncontracten (respectievelijk futures en forwards)). De belegger wordt erop gewezen dat de volatiliteit (koersbeweeglijkheid) van warrants en termijncontracten groter is dan die van de onderliggende aandelen.
2.
Risk Management Het totale derivatenrisico wordt berekend volgens de benadering op basis van de aangegane verplichtingen (commitment approach) overeenkomstig het bepaalde in de rondzendbrief CSSF 11/512.
3.
Waarderingsmunt van het compartiment: EUR.
4.
Vorm van de aandelen: op naam of aan toonder, naar keuze van de aandeelhouder. De aandelen aan toonder kunnen op twee manieren worden aangehouden: hetzij in materiële vorm, zij het dan uitsluitend voor de klassen « C » en « D », hetzij in gedematerialiseerde of stukkenloze vorm op een girale effectenrekening.
5.
Aandelenklassen:
klasse « C » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0012091087]; klasse « D » met uitkeringsaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0012091160];
58/116
klasse « I » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0133355676]; klasse « N » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0133355320]; klasse « V » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0317019882]; klasse « Z » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0240980879].
6.
Coupures: de aandeelbewijzen aan toonder bestaan in coupures van 1, 5 en 10 aandelen.
7.
Minimuminleg:
voor de klassen « D », « C », « Z » en « N » is geen enkele minimuminleg vereist; voor de klasse « I » bedraagt de minimale eerste inleg EUR 250.000 (deze minimuminleg kan geheel ter vrije beoordeling van de Raad van Bestuur worden gewijzigd mits alle aandeelhouders op dezelfde waarderingsdag op voet van gelijkheid worden behandeld); voor de klasse « V » bedraagt de minimale eerste inleg EUR 15.000.000 (deze minimuminleg kan geheel ter vrije beoordeling van de Raad van Bestuur worden gewijzigd mits alle aandeelhouders op dezelfde waarderingsdag op voet van gelijkheid worden behandeld).
8.
Uitgifteprovisie: o maximaal 3,5% voor de klassen « C » en « D »; o 0% voor de klassen « I », « V », « N » en « Z ».
9.
Uittredingsprovisie: 0%.
10.
Provisies voor de werkzaamheden van de Beheersmaatschappij:
Beheerscommissie Administratieprovisie
Klassen « C » en « D » Max. 1,50%
Klasse « I »
Klasse « N »
Max. 0,55%
Max. 2%
Max. 0,11%
Max. 0,06%
Max. 0,11%
Klasse «Z» 0%
Klasse «V» Max. 0,35% Max. 0,06%
Max. 0,06%
De provisies worden uitgedrukt als jaarlijks percentage van de gemiddelde netto-inventariswaarde van het compartiment en zijn betaalbaar per ultimo van elk kwartaal.
11.
Provisie van Depothoudende bank: o o
max. 0,02% per jaar van de gemiddelde netto-inventariswaarde voor de klassen « C », « D » en « N »; max. 0,01% per jaar van de gemiddelde netto-inventariswaarde voor de klassen « I », « V » en « Z ».
Deze provisie is betaalbaar per ultimo van elk kwartaal.
12.
Berekeningsfrequentie van de netto-inventariswaarde: iedere Luxemburgse bankwerkdag.
13.
Notering op de beurs van Luxemburg: alleen de aandelen van de klassen « C » en « I » worden genoteerd op de beurs van Luxemburg.
59/116
Dit technisch informatieblad maakt wezenlijk deel uit van het Prospectus de dato 2 augustus 2012.
60/116
Technisch informatieblad DEXIA EQUITIES L EUROPE 1.
Beleggingsbeleid Minstens 75% van de activa van dit compartiment wordt belegd in effecten met een aandelenkarakter (equity securities) of in beleggingscertificaten, voor zover die met effecten kunnen worden gelijkgesteld, van ondernemingen waarvan de hoofdzetel gevestigd is in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte (EER) die een belastingverdrag heeft gesloten met Frankrijk waarin een clausule is opgenomen tot onderlinge administratieve bijstand en samenwerking ter bestrijding van fiscale fraude en belastingontduiking. Deze waarden zijn toegelaten tot de officiële notering van een effectenbeurs of worden verhandeld op een gereglementeerde markt. Voorts wordt maximaal 25% van de activa van dit compartiment belegd in effecten met een aandelenkarakter (equity securities) of in beleggingscertificaten, voor zover die met effecten kunnen worden gelijkgesteld, van ondernemingen die statutair zijn gevestigd in Europa of daar het zwaartepunt van hun activiteiten hebben, en die zijn toegelaten tot de officiële notering van een effectenbeurs of die worden verhandeld op een gereglementeerde markt. Het compartiment mag niet meer dan 10% van de activa beleggen in fondsen. Het compartiment mag accessoir aandelen en met aandelen gelijk te stellen waardepapieren houden (inzonderheid converteerbare obligaties, warrants, beleggingscertificaten) alsook liquide middelen, deposito’s of geldmarktinstrumenten waarvan de resterende looptijd hoogstens 12 maanden bedraagt. Met het oog op een goed portefeuillebeheer mag het compartiment tevens financiële instrumenten en technieken toepassen (met name opties, swaps, verhandelbare en nietverhandelbare termijncontracten (respectievelijk futures en forwards)). De belegger wordt erop gewezen dat de volatiliteit (koersbeweeglijkheid) van warrants en termijncontracten groter is dan die van de onderliggende aandelen.
2.
Risk Management Het totale derivatenrisico wordt berekend volgens de benadering op basis van de aangegane verplichtingen (commitment approach) overeenkomstig het bepaalde in de rondzendbrief CSSF 11/512.
3.
Waarderingsmunt van het compartiment: EUR.
4.
Vorm van de aandelen: op naam of aan toonder, naar keuze van de aandeelhouder. De aandelen aan toonder kunnen op twee manieren worden aangehouden: hetzij in materiële vorm, zij het dan uitsluitend voor de klassen « C » en « D », hetzij in gedematerialiseerde of stukkenloze vorm op een girale effectenrekening. De aandelen van de klasse « LOCK » luiden uitsluitend aan toonder en worden in gedematerialiseerde of stukkenloze vorm aangehouden op een girale effectenrekening.
5.
Aandelenklassen:
61/116
klasse « C » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0027144939]; klasse « D » met uitkeringsaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0056143687]; klasse « I » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0133352657]; klasse « N » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0133351683]; klasse « V » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0317019452]; klasse « Z » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0240980283]; klasse « LOCK » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0574799069].
Clsae6.
Coupures: de aandeelbewijzen aan toonder bestaan in coupures van 1, 5 en 10 aandelen.
7.
Minimuminleg:
voor de klassen « D », « C », « Z », « LOCK » en « N » is geen enkele minimuminleg vereist; voor de klasse « I » bedraagt de minimale eerste inleg EUR 250.000 (deze minimuminleg kan geheel ter vrije beoordeling van de Raad van Bestuur worden gewijzigd mits alle aandeelhouders op dezelfde waarderingsdag op voet van gelijkheid worden behandeld); voor de klasse « V » bedraagt de minimale eerste inleg EUR 15.000.000 (deze minimuminleg kan geheel ter vrije beoordeling van de Raad van Bestuur worden gewijzigd mits alle aandeelhouders op dezelfde waarderingsdag op voet van gelijkheid worden behandeld).
8.
Uitgifteprovisie: o maximaal 3,5% voor de klassen « C », « D » en « LOCK »; o 0% voor de klassen « I », « V », « N » en « Z ».
9.
Uittredingsprovisie: 0%.
10.
Provisies voor de werkzaamheden van de Beheersmaatschappij:
Beheerscommissie Administratieprovisie
Klassen « C », « D » en « LOCK » Max. 1,50%
Klasse « I »
Klasse « N »
Klasse «Z»
Klasse «V»
Max. 0,55%
Max. 2%
0%
Max. 0,11%
Max. 0,06%
Max. 0,11%
Max. 0,06%
Max. 0,30% Max. 0,06%
De provisies worden uitgedrukt als jaarlijks percentage van de gemiddelde netto-inventariswaarde van het compartiment en zijn betaalbaar per ultimo van elk kwartaal.
11.
Provisie van Depothoudende bank: o o
max. 0,02% per jaar van de gemiddelde netto-inventariswaarde voor de klassen « C », « D » « LOCK » en « N »; max. 0,01% per jaar van de gemiddelde netto-inventariswaarde voor de klassen « I », « V » en « Z ».
Deze provisie is betaalbaar per ultimo van elk kwartaal.
12.
Prestatievergoeding De beheerder ontvangt een prestatievergoeding (performance fee), die van toepassing is op de activa van de klasse « V » van het compartiment.
62/116
Deze prestatievergoeding bedraagt 15% van de outperformance van de aandelenklasse, zoals hieronder gedefinieerd. Bij elke waardering van de klasse wordt een referentieactief bepaald uitgaande van theoretische belegging die overeenkomt met de prestatie van de MSCI Europe-index van inschrijvingen die tijdens de periode werden ontvangen (met dien verstande dat boekhoudkundige nettoactief per ultimo van het vorige boekjaar wordt gelijkgesteld met inschrijving bij het begin van de periode).
een alle het een
In geval van terugkoop wordt het laatst berekende referentieactief en het cumulatieve totaal van alle daarvoor ontvangen inschrijvingen op voorhand verminderd naar evenredigheid van het aantal teruggekochte rechten van deelneming. Gelijkerwijs wordt een evenredig deel van de eventuele voorziening voor prestatievergoeding op het obligo, boekhoudkundig vastgesteld bij de laatste waardering, definitief toegewezen aan een specifieke derdenrekening pro rata het aantal teruggekochte rechten van deelneming. Dit evenredig deel van de prestatievergoeding komt vanaf de terugkoop toe aan de beheerder. Bij de waardering van de klasse wordt het obligo gedefinieerd als zijnde het boekhoudkundige nettoactief na prestatievergoeding op terugkopen, maar exclusief voorziening voor prestatievergoeding overeenstemmend met de in omloop zijnde rechten van deelneming. Indien dit obligo groter is dan het referentieactief, is er sprake van outperformance en in het tegenovergestelde geval van underperformance. Alvorens de netto-inventariswaarde te berekenen, wordt de voorziening voor prestatievergoeding op het obligo aangepast tot 15% van het bedrag van deze nieuwe outperformance (of underperformance, al naar het geval) door toevoeging aan of terugneming van voorziening. De terugnemingen van voorzieningen zijn in maximumhoogte beperkt tot het bedrag van de toevoegingen. De voorziening voor prestatievergoeding op het obligo komt de beheerder slechts toe ten belope van het bestaande bedrag per ultimo van het boekjaar. Het boekjaar geldt als referentieperiode. 13.
Specifieke kosten verbonden aan het mechanisme van de klasse « LOCK »: 0,10% per jaar van de gemiddelde netto-inventariswaarde. Deze provisie is betaalbaar per ultimo van elk kwartaal.
14.
Berekeningsfrequentie van de netto-inventariswaarde: iedere Luxemburgse bankwerkdag.
15.
Notering op de beurs van Luxemburg: alleen de aandelen van de klassen « C » en « I » worden genoteerd op de beurs van Luxemburg. Dit technisch informatieblad maakt wezenlijk deel uit van het Prospectus de dato 2 augustus 2012.
63/116
Technisch informatieblad DEXIA EQUITIES L EUROPE CONVICTION 1.
Beleggingsbeleid Dit compartiment belegt overwegend in aandelen en/of met aandelen gelijk te stellen effecten uitgegeven door ondernemingen die hun statutaire zetel hebben in Europa en/of daar hoofdzakelijk hun bedrijfsactiviteiten uitoefenen en/of in ondernemingen die worden genoteerd op de Europese beursmarkten (overwegend de lidstaten van de Europese Unie, Zwitserland en Noorwegen). Het compartiment belegt in waarden van grote ondernemingen gemeten naar marktkapitalisatie (large caps) alsook in waarden van kleine en middelgrote ondernemingen gemeten naar marktkapitalisatie (respectievelijk small caps en mid caps). Het beheer van dit compartiment berust op een zorgvuldig afgewogen selectie van een beperkt aantal aandelen door een top-down analyse (sectoranalyse) af te zetten tegen een bottom-up analyse (analyse van de bedrijfsspecifieke economische en financiële kenmerken), waarbij de voorkeur wordt gegeven aan beleggingen in ondernemingen met fundamentals van goede kwaliteit, opwaarts bijgestelde winstvooruitzichten en een lage waardering. Het compartiment mag op discretionaire basis ervoor kiezen een overwicht te geven aan bepaalde posities (overexposure). Zo mag de totale risicoblootstelling (exposure) van het compartiment in aandelenposities 110% bedragen. Met het oog op een goed portefeuillebeheer mag het compartiment tevens financiële instrumenten en technieken toepassen (met name opties, swaps, verhandelbare en nietverhandelbare termijncontracten (respectievelijk futures en forwards)). De belegger wordt erop gewezen dat de volatiliteit (koersbeweeglijkheid) van warrants en termijncontracten groter is dan die van de onderliggende aandelen.
2.
Risk Management Het totale derivatenrisico wordt berekend volgens de benadering op basis van de aangegane verplichtingen (commitment approach) overeenkomstig het bepaalde in de rondzendbrief CSSF 11/512.
3.
Waarderingsmunt van het compartiment: EUR.
4.
Vorm van de aandelen: op naam of aan toonder, naar keuze van de aandeelhouder. De aandelen aan toonder kunnen op twee manieren worden aangehouden: hetzij in materiële vorm, zij het dan uitsluitend voor de klassen « C » en « D », hetzij in gedematerialiseerde of stukkenloze vorm op een girale effectenrekening.
5.
Aandelenklassen:
64/116
klasse « C » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0596211499]; klasse « D » met uitkeringsaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0596211572]; klasse « I » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0596211739]; klasse « I » met uitkeringsaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0596212034]; klasse « N » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0596212117]; klasse « V » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0596212380]; klasse « Z » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0596212547].
6.
Coupures: de aandeelbewijzen aan toonder bestaan in coupures van 1, 5 en 10 aandelen.
7.
Minimuminleg: voor de klassen « D », « C », « Z » en « N » is geen minimuminleg vereist; voor de klasse « I » bedraagt de minimale eerste inleg EUR 250.000 (deze minimuminleg kan geheel ter vrije beoordeling van de Raad van Bestuur worden gewijzigd mits alle aandeelhouders op dezelfde waarderingsdag op voet van gelijkheid worden behandeld); voor de klasse « V » bedraagt de minimale eerste inleg EUR 15.000.000 (deze minimuminleg kan geheel ter vrije beoordeling van de Raad van Bestuur worden gewijzigd mits alle aandeelhouders op dezelfde waarderingsdag op voet van gelijkheid worden behandeld).
8.
Uitgifteprovisie: maximaal 3,5% voor de klassen « C » en « D »; 0% voor de klassen « I », « V », « N » en « Z ».
9.
Uittredingsprovisie: 0%.
10.
Provisies voor de werkzaamheden van de Beheersmaatschappij:
Beheerscommissie Administratieprovis ie
Klassen « C » en « D » Max. 1,50% Max. 0,11%
Klasse « I »
Klasse « N »
Max. 0,55% Max. 0,06%
Max. 2% Max. 0,11%
Klasse «Z» 0% Max. 0,06%
Klasse « V » Max. 0,35% Max. 0,06%
De provisies worden uitgedrukt als jaarlijks percentage van de gemiddelde netto-inventariswaarde van het compartiment en zijn betaalbaar per ultimo van elk kwartaal.
11.
Provisie van Depothoudende bank: max. 0,02% per jaar van de gemiddelde netto-inventariswaarde voor de klassen « C », « D »
en « N »; max. 0,01% per jaar van de gemiddelde netto-inventariswaarde voor de klassen « I », « V » en
« Z ». Deze provisie is betaalbaar per ultimo van elk kwartaal. 12.
Berekeningsfrequentie van de netto-inventariswaarde: iedere Luxemburgse bankwerkdag.
13.
Notering op de beurs van Luxemburg: alleen de aandelen van de klassen « C » en « I » worden genoteerd op de beurs van Luxemburg.
65/116
Dit technisch informatieblad maakt wezenlijk deel uit van het Prospectus de dato 2 augustus 2012.
66/116
Technisch informatieblad DEXIA EQUITIES L GLOBAL ENERGY SECTOR 1.
Beleggingsbeleid Dit compartiment biedt aandeelhouders de mogelijkheid te beleggen in een breed gespreide aandelenportefeuille van ondernemingen die actief zijn in de energiesector. Het gaat daarbij onder meer en zonder enige beperking om maatschappijen voor oliewinning, olieraffinage en oliedistributie. Alle wereldregio's kunnen vertegenwoordigd zijn. Het compartiment mag accessoir aandelen en met aandelen gelijk te stellen waardepapieren houden (inzonderheid converteerbare obligaties, warrants, beleggingscertificaten) alsook liquide middelen, deposito’s of geldmarktinstrumenten waarvan de resterende looptijd hoogstens 12 maanden bedraagt. Het compartiment mag niet meer dan 10% van de activa beleggen in fondsen. Met het oog op een goed portefeuillebeheer mag het compartiment tevens financiële instrumenten en technieken toepassen (met name opties, swaps, verhandelbare en nietverhandelbare termijncontracten (respectievelijk futures en forwards)). De belegger wordt erop gewezen dat de volatiliteit (koersbeweeglijkheid) van warrants en afgeleide producten (derivaten) groter is dan die van de onderliggende aandelen.
2.
Risk Management Het totale derivatenrisico wordt berekend volgens de benadering op basis van de aangegane verplichtingen (commitment approach) overeenkomstig het bepaalde in de rondzendbrief CSSF 11/512.
3.
Waarderingsmunt van het compartiment: EUR.
4.
Vorm van de aandelen: op naam of aan toonder, naar keuze van de aandeelhouder. De aandelen aan toonder kunnen op twee manieren worden aangehouden: hetzij in materiële vorm, zij het dan uitsluitend voor de klassen « C » en « D », hetzij in gedematerialiseerde of stukkenloze vorm op een girale effectenrekening.
5.
Aandelenklassen:
klasse « C » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0133361567]; klasse « D » met uitkeringsaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0133361724]; klasse « I » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0133361997]; klasse « N » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0133362292]; klasse « V » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0317019700]; klasse « Z » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0240990167].
6.
Coupures: de aandeelbewijzen aan toonder bestaan in coupures van 1, 5 en 10 aandelen.
7.
Minimuminleg: 67/116
voor de klassen « D », « C », « Z » en « N » is geen enkele minimuminleg vereist; voor de klasse « I » bedraagt de minimale eerste inleg EUR 250.000 (deze minimuminleg kan geheel ter vrije beoordeling van de Raad van Bestuur worden gewijzigd mits alle aandeelhouders op dezelfde waarderingsdag op voet van gelijkheid worden behandeld); voor de klasse « V » bedraagt de minimale eerste inleg EUR 15.000.000 (deze minimuminleg kan geheel ter vrije beoordeling van de Raad van Bestuur worden gewijzigd mits alle aandeelhouders op dezelfde waarderingsdag op voet van gelijkheid worden behandeld).
8.
Uitgifteprovisie: o maximaal 3,5% voor de klassen « C » en « D »; o 0% voor de klassen « I », « V », « N » en « Z ».
9.
Uittredingsprovisie: 0%.
10.
Provisies voor de werkzaamheden van de Beheersmaatschappij:
Beheerscommissi e Administratiepro visie
Klassen « C » en « D » Max. 1,50%
Klasse « I »
Klasse « N »
Max. 0,55%
Max. 2%
Max. 0,11%
Max. 0,06%
Max. 0,11%
Klasse «Z» 0%
Klasse « V »
Max. 0,06%
Max. 0,06%
Max. 0,35%
De provisies worden uitgedrukt als jaarlijks percentage van de gemiddelde netto-inventariswaarde van het compartiment en zijn betaalbaar per ultimo van elk kwartaal.
11.
Provisie van Depothoudende bank: o o
max. 0,02% per jaar van de gemiddelde netto-inventariswaarde voor de klassen « C », « D » en « N »; max. 0,01% per jaar van de gemiddelde netto-inventariswaarde voor de klassen « I », « V » en « Z ».
Deze provisie is betaalbaar per ultimo van elk kwartaal.
12.
Berekeningsfrequentie van de netto-inventariswaarde: iedere Luxemburgse bankwerkdag.
13.
Notering op de beurs van Luxemburg: alleen de aandelen van de klassen « C » en « I » worden genoteerd op de beurs van Luxemburg.
Dit technisch informatieblad maakt wezenlijk deel uit van het Prospectus de dato 2 augustus 2012.
68/116
Technisch informatieblad DEXIA EQUITIES L EUROPE FINANCE SECTOR 1.
Beleggingsbeleid Dit compartiment biedt aandeelhouders de mogelijkheid te beleggen in een breed gespreide portefeuille met aandelen van ondernemingen waarvan de hoofdzetel gevestigd is in Europa of die daar overwegend hun bedrijfsactiviteiten uitoefenen in de financiële sector. De activa worden voornamelijk belegd in aandelen van ondernemingen die in deze sector actief zijn. Het compartiment mag accessoir aandelen en met aandelen gelijk te stellen waardepapieren houden (inzonderheid converteerbare obligaties, warrants, beleggingscertificaten) alsook liquide middelen of geldmarktinstrumenten waarvan de resterende looptijd hoogstens 12 maanden bedraagt. Het compartiment mag niet meer dan 10% van de activa beleggen in fondsen. Met het oog op een goed portefeuillebeheer mag het compartiment tevens financiële instrumenten en technieken toepassen (met name opties, swaps, verhandelbare en nietverhandelbare termijncontracten (respectievelijk futures en forwards)). De belegger wordt erop gewezen dat de volatiliteit (koersbeweeglijkheid) van warrants en afgeleide producten (derivaten) groter is dan die van de onderliggende aandelen.
2.
Risk Management Het totale derivatenrisico wordt berekend volgens de benadering op basis van de aangegane verplichtingen (commitment approach) overeenkomstig het bepaalde in de rondzendbrief CSSF 11/512.
3.
Waarderingsmunt van het compartiment: EUR.
4.
Vorm van de aandelen: op naam of aan toonder, naar keuze van de aandeelhouder. De aandelen aan toonder kunnen op twee manieren worden aangehouden: hetzij in materiële vorm, zij het dan uitsluitend voor de klassen « C » en « D », hetzij in gedematerialiseerde of stukkenloze vorm op een girale effectenrekening.
5.
Aandelenklassen:
6.
klasse « C » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0133364660]; klasse « D » met uitkeringsaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0133364827]; klasse « I » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0133365048]; klasse « N » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0133365477]; klasse « V » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0317019619]; klasse « Z » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0240990753]. Coupures: de aandeelbewijzen aan toonder bestaan in coupures van 1, 5 en 10 aandelen.
69/116
7.
Minimuminleg:
voor de klassen « D », « C », « Z » en « N » is geen enkele minimuminleg vereist; voor de klasse « I » bedraagt de minimale eerste inleg EUR 250.000 (deze minimuminleg kan geheel ter vrije beoordeling van de Raad van Bestuur worden gewijzigd mits alle aandeelhouders op dezelfde waarderingsdag op voet van gelijkheid worden behandeld); voor de klasse « V » bedraagt de minimale eerste inleg EUR 15.000.000 (deze minimuminleg kan geheel ter vrije beoordeling van de Raad van Bestuur worden gewijzigd mits alle aandeelhouders op dezelfde waarderingsdag op voet van gelijkheid worden behandeld).
8.
Uitgifteprovisie: o maximaal 3,5% voor de klassen « C » en « D »; o 0% voor de klassen « I », « V », « N » en « Z ».
9.
Uittredingsprovisie: 0%.
10.
Provisies voor de werkzaamheden van de Beheersmaatschappij:
Beheerscommissi e Administratiepro visie
Klassen « C » en « D » Max. 1,50%
Klasse « I »
Klasse « N »
Max. 0,55%
Max. 2%
Max. 0,11%
Max. 0,06%
Max. 0,11%
Klasse «Z» 0% Max. 0,06%
Klasse «V» Max. 0,35% Max. 0,06%
De provisies worden uitgedrukt als jaarlijks percentage van de gemiddelde netto-inventariswaarde van het compartiment en zijn betaalbaar per ultimo van elk kwartaal.
11.
Provisie van Depothoudende bank: o o
max. 0,02% per jaar van de gemiddelde netto-inventariswaarde voor de klassen « C », « D » en « N »; max. 0,01% per jaar van de gemiddelde netto-inventariswaarde voor de klassen « I », « V » en « Z ».
Deze provisie is betaalbaar per ultimo van elk kwartaal.
12.
Berekeningsfrequentie van de netto-inventariswaarde: iedere Luxemburgse bankwerkdag.
13.
Notering op de beurs van Luxemburg: alleen de aandelen van de klassen « C » en « I » worden genoteerd op de beurs van Luxemburg.
Dit technisch informatieblad maakt wezenlijk deel uit van het Prospectus de dato 2 augustus 2012.
70/116
Technisch informatieblad DEXIA EQUITIES L EUROPE HIGH DIVIDEND 1.
Beleggingsbeleid Minstens 75% van de activa van dit compartiment wordt belegd in effecten met een aandelenkarakter (equity securities) of in beleggingscertificaten, voor zover die met effecten kunnen worden gelijkgesteld, van ondernemingen waarvan de hoofdzetel gevestigd is in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte (EER) die een belastingverdrag heeft gesloten met Frankrijk waarin een clausule is opgenomen tot onderlinge administratieve bijstand en samenwerking ter bestrijding van fiscale fraude en belastingontduiking, en die worden geselecteerd in de mate dat hun dividend als financieel aantrekkelijk wordt aangemerkt. Deze waarden zijn toegelaten tot de officiële notering van een effectenbeurs of worden verhandeld op een gereglementeerde markt. Voorts wordt maximaal 25% van de activa van dit compartiment belegd in effecten met een aandelenkarakter (equity securities) of in beleggingscertificaten, voor zover die met effecten kunnen worden gelijkgesteld, van ondernemingen die statutair zijn gevestigd in Europa of daar het zwaartepunt van hun activiteiten hebben, en die zijn toegelaten tot de officiële notering van een effectenbeurs of die worden verhandeld op een gereglementeerde markt. Het compartiment mag accessoir aandelen en met aandelen gelijk te stellen waardepapieren houden (inzonderheid converteerbare obligaties, warrants, beleggingscertificaten) alsook liquide middelen, deposito’s of geldmarktinstrumenten waarvan de resterende looptijd hoogstens 12 maanden bedraagt. Het compartiment mag niet meer dan 10% van de activa beleggen in fondsen. Met het oog op een goed portefeuillebeheer mag het compartiment tevens financiële instrumenten en technieken toepassen (met name opties, swaps, verhandelbare en nietverhandelbare termijncontracten (respectievelijk futures en forwards)). De belegger wordt erop gewezen dat de volatiliteit (koersbeweeglijkheid) van warrants en afgeleide producten (derivaten) groter is dan die van de onderliggende aandelen. Dit compartiment stelt zich ten doel een aantrekkelijk dividenduitkeringsbeleid te voeren dat wordt bepaald rekening houdend met het dividendrendement van de in portefeuille gehouden aandelen.
2.
Risk Management Het totale derivatenrisico wordt berekend volgens de benadering op basis van de aangegane verplichtingen (commitment approach) overeenkomstig het bepaalde in de rondzendbrief CSSF 11/512.
3.
Waarderingsmunt van het compartiment: EUR.
4.
Betalingsmunt voor inschrijvingen, omzettingen en terugkopen: EUR.
71/116
5.
Vorm van de aandelen: op naam of aan toonder, naar keuze van de aandeelhouder. De aandelen aan toonder kunnen op twee manieren worden aangehouden: hetzij in materiële vorm, zij het dan uitsluitend voor de klassen « C » en « D », hetzij in gedematerialiseerde of stukkenloze vorm op een girale effectenrekening. De aandelen van de klasse « LOCK » luiden uitsluitend aan toonder en worden in gedematerialiseerde of stukkenloze vorm aangehouden op een girale effectenrekening.
6.
Aandelenklassen:
7. 8.
klasse « C » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0304859712]; klasse « D » met uitkeringsaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0304860058]; klasse « I » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0304860645]; klasse « N » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0304860561]; klasse « V » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0317019536]; klasse « Z » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0317112661]; klasse « LOCK » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0574799226]. Coupures: de aandeelbewijzen aan toonder bestaan in coupures van 1, 5, 10, 100 en 1000 aandelen.
Minimuminleg: voor de klassen « C », « D », « Z », « LOCK » en « N » is geen enkele minimuminleg vereist; voor de klasse « I » bedraagt de minimale eerste inleg EUR 250.000 (deze minimuminleg kan geheel ter vrije beoordeling van de Raad van Bestuur worden gewijzigd mits alle aandeelhouders op dezelfde waarderingsdag op voet van gelijkheid worden behandeld); voor de klasse « V » bedraagt de minimale eerste inleg EUR 15.000.000 (deze minimuminleg kan geheel ter vrije beoordeling van de Raad van Bestuur worden gewijzigd mits alle aandeelhouders op dezelfde waarderingsdag op voet van gelijkheid worden behandeld).
9.
Uitgifteprovisie: o maximaal 3,5% voor de klassen « C », « D » en « LOCK »; o 0% voor de klassen « I », « Z », « N » en « V ».
10.
Uittredingsprovisie: 0%
11. Provisies voor de werkzaamheden van de Beheersmaatschappij:
Beheerscommissie Administratieprovisie
Klassen « C », « D » en « LOCK » Max. 1,50% Max. 0,11%
Klasse «I»
Klasse «N»
Klasse «Z»
Klasse «V»
Max. 0,55% Max. 0,06%
Max. 2%
0%
Max. 0,11%
Max. 0,06%
Max. 0,35% Max. 0,06%
De provisies worden uitgedrukt als jaarlijks percentage van de gemiddelde netto-inventariswaarde van het compartiment en zijn betaalbaar per ultimo van elk kwartaal.
72/116
12. Provisie van Depothoudende bank: o o
max. 0,02% per jaar van de gemiddelde netto-inventariswaarde voor de klassen « C », « D » « LOCK » en « N »; max. 0,01% per jaar van de gemiddelde netto-inventariswaarde voor de klassen « I », « V » en « Z ».
Deze provisie is betaalbaar per ultimo van elk kwartaal.
13. Specifieke kosten verbonden aan het mechanisme van de klasse « LOCK »: 0,10% per jaar van de gemiddelde netto-inventariswaarde. Deze provisie is betaalbaar per ultimo van elk kwartaal. 14. Berekeningsfrequentie van de netto-inventariswaarde: iedere Luxemburgse bankwerkdag. 15. Notering op de beurs van Luxemburg: alleen de aandelen van de klassen « C » en « I » worden genoteerd op de beurs van Luxemburg. Dit technisch informatieblad maakt wezenlijk deel uit van het Prospectus de dato 2 augustus 2012.
73/116
Technisch informatieblad DEXIA EQUITIES L EUROPE INNOVATION 1.
Beleggingsbeleid Dit compartiment belegt voornamelijk in ondernemingen die gevestigd zijn in Europa of daar het zwaartepunt van hun activiteiten hebben, en die zich op succesvolle manier onderscheiden door een sterk innoverend vermogen. Het betreft hier onder meer en zonder enige beperking innoverend vermogen inzake productontwikkeling, organisatie, marketing enz. Het compartiment mag accessoir aandelen en met aandelen gelijk te stellen waardepapieren houden (inzonderheid converteerbare obligaties, warrants, beleggingscertificaten) alsook liquide middelen, deposito’s of geldmarktinstrumenten waarvan de resterende looptijd hoogstens 12 maanden bedraagt. Het compartiment mag niet meer dan 10% van de activa beleggen in fondsen. Met het oog op een goed portefeuillebeheer mag het compartiment tevens financiële instrumenten en technieken toepassen (met name opties, swaps, verhandelbare en nietverhandelbare termijncontracten (respectievelijk futures en forwards)). De belegger wordt erop gewezen dat de volatiliteit (koersbeweeglijkheid) van warrants en termijncontracten groter is dan die van de onderliggende aandelen.
2.
Risk Management Het totale derivatenrisico wordt berekend volgens de benadering op basis van de aangegane verplichtingen (commitment approach) overeenkomstig het bepaalde in de rondzendbrief CSSF 11/512.
3.
Waarderingsmunt van het compartiment: EUR.
4.
Vorm van de aandelen: op naam of aan toonder, naar keuze van de aandeelhouder. De aandelen aan toonder kunnen op twee manieren worden aangehouden: hetzij in materiële vorm, zij het dan uitsluitend voor de klassen « C » en « D », hetzij in gedematerialiseerde of stukkenloze vorm op een girale effectenrekening. De aandelen van de klasse « LOCK » luiden uitsluitend aan toonder en worden in gedematerialiseerde of stukkenloze vorm aangehouden op een girale effectenrekening.
5.
Aandelenklassen:
6.
klasse « C » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0344046155]; klasse « D » met uitkeringsaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0344046239]; klasse « I » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0344046668]; klasse « N » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0344046312]; klasse « V » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0344046403]; klasse « Z » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0344046585]; klasse « LOCK » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0654531002]. Coupures: de aandeelbewijzen aan toonder bestaan in coupures van 1, 5 en 10 aandelen.
74/116
7.
Minimuminleg:
voor de klassen « D », « C », « LOCK », « Z » en « N » is geen enkele minimuminleg vereist; voor de klasse « I » bedraagt de minimale eerste inleg EUR 250.000 (deze minimuminleg kan geheel ter vrije beoordeling van de Raad van Bestuur worden gewijzigd mits alle aandeelhouders op dezelfde waarderingsdag op voet van gelijkheid worden behandeld); voor de klasse « V » bedraagt de minimale eerste inleg EUR 15.000.000 (deze minimuminleg kan geheel ter vrije beoordeling van de Raad van Bestuur worden gewijzigd mits alle aandeelhouders op dezelfde waarderingsdag op voet van gelijkheid worden behandeld).
8.
Uitgifteprovisie: o maximaal 3,5% voor de klassen « C », « D » en « LOCK »; o 0% voor de klassen « I », « V », « N » en « Z ».
9.
Uittredingsprovisie: 0%.
10.
Provisies voor de werkzaamheden van de Beheersmaatschappij:
Beheerscommissie Administratieprovisie
Klassen « C », « D » en « LOCK » Max. 1,50%
Klasse « I »
Klasse « N »
Klasse «Z»
Klasse «V»
Max. 0,55%
Max. 2%
0%
Max. 0,11%
Max. 0,06%
Max. 0,11%
Max. 0,06%
Max. 0,35% Max. 0,06%
De provisies worden uitgedrukt als jaarlijks percentage van de gemiddelde netto-inventariswaarde van het compartiment en zijn betaalbaar per ultimo van elk kwartaal.
11.
Provisie van Depothoudende bank: o o
max. 0,02% per jaar van de gemiddelde netto-inventariswaarde voor de klassen « C », « D » « LOCK » en « N »; max. 0,01% per jaar van de gemiddelde netto-inventariswaarde voor de klassen « I », « V » en « Z ».
Deze provisie is betaalbaar per ultimo van elk kwartaal.
12.
Specifieke kosten verbonden aan het mechanisme van de klasse « LOCK »: 0,10% per jaar van de gemiddelde netto-inventariswaarde. Deze provisie is betaalbaar per ultimo van elk kwartaal.
13.
Berekeningsfrequentie van de netto-inventariswaarde: iedere Luxemburgse bankwerkdag.
14.
Notering op de beurs van Luxemburg: alleen de aandelen van de klassen « C » en « I » worden genoteerd op de beurs van Luxemburg.
Dit technisch informatieblad maakt wezenlijk deel uit van het Prospectus de dato 2 augustus 2012.
75/116
TECHNISCH INFORMATIEBLAD DEXIA EQUITIES L EMERGING EUROPE
1.
Beleggingsbeleid Dit compartiment belegt voornamelijk in aandelen en/of met aandelen gelijk te stellen effecten uitgegeven door ondernemingen die gevestigd zijn in de voormalige Oostbloklanden, in de Balkan en/of in Turkije of daar overwegend hun bedrijfsactiviteiten uitoefenen. Het compartiment mag accessoir aandelen en met aandelen gelijk te stellen waardepapieren houden (inzonderheid converteerbare obligaties, warrants, beleggingscertificaten) alsook liquide middelen, deposito’s of geldmarktinstrumenten waarvan de resterende looptijd hoogstens 12 maanden bedraagt. Het compartiment mag niet meer dan 10% van de activa beleggen in fondsen. Met het oog op een goed portefeuillebeheer mag het compartiment tevens financiële instrumenten en technieken toepassen (met name opties, swaps, verhandelbare en nietverhandelbare termijncontracten (respectievelijk futures en forwards)). De belegger wordt erop gewezen dat de volatiliteit (koersbeweeglijkheid) van warrants en afgeleide producten (derivaten) groter is dan die van de onderliggende aandelen. De belegger moet zich ervan rekenschap geven dat de gangbare marktpraktijken inzake afwikkeling van effectentransacties in landen met opkomende economieën (emerging market countries) riskanter kunnen zijn dan die in landen met ontwikkelde (volwassen) markten. Dat komt deels doordat de bevek een beroep dient te doen op makelaars, tussenpersonen of tegenpartijen die naar (beurs)kapitalisatie gemeten minder goed gepositioneerd zijn en, afgezien daarvan, doordat de registratie en/of bewaring van activa in bepaalde landen minder betrouwbaar kan zijn. Laattijdige afwikkeling kan ertoe leiden dat de bevek beleggingskansen misloopt, wat uitsluitend te wijten is aan het feit dat de bevek gewoonweg niet in staat is vrijelijk over de effecten te beschikken. De Depothoudende bank blijft de verantwoordelijkheid dragen voor de zorgvuldige selectie van en voor het toezicht op de correspondentbanken die zij op de verschillende markten heeft geselecteerd, een en ander in overeenstemming met de Luxemburgse wet.
2.
Risk Management Het totale derivatenrisico wordt berekend volgens de benadering op basis van de aangegane verplichtingen (commitment approach) overeenkomstig het bepaalde in de rondzendbrief CSSF 11/512.
3.
Waarderingsmunt van het compartiment: EUR.
4.
Betalingsmunt voor inschrijvingen, omzettingen en terugkopen: EUR.
5.
Vorm van de aandelen: op naam of aan toonder, naar keuze van de aandeelhouder. De aandelen aan toonder kunnen op twee manieren worden aangehouden: hetzij in materiële vorm,
76/116
zij het dan uitsluitend voor de klassen « C » en « D », hetzij in gedematerialiseerde of stukkenloze vorm op een girale effectenrekening. 6. 7. 8.
Aandelenklassen: klasse « C » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0317021516]; klasse « D » met uitkeringsaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0317021607]; klasse « I » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0317022167]; klasse « N » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0317021862]; klasse « V » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0317021946]; klasse « Z » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0317022084]. Coupures: de aandeelbewijzen aan toonder bestaan in coupures van 1, 5 en 10 aandelen.
Minimuminleg: voor de klassen « C », « D », « Z » en « N » is geen enkele minimuminleg vereist; voor de klasse « I » bedraagt de minimale eerste inleg EUR 250.000 (deze minimuminleg kan geheel ter vrije beoordeling van de Raad van Bestuur worden gewijzigd mits alle aandeelhouders op dezelfde waarderingsdag op voet van gelijkheid worden behandeld); voor de klasse « V » bedraagt de minimale eerste inleg EUR 15.000.000 (deze minimuminleg kan geheel ter vrije beoordeling van de Raad van Bestuur worden gewijzigd mits alle aandeelhouders op dezelfde waarderingsdag op voet van gelijkheid worden behandeld).
9.
Uitgifteprovisie: o maximaal 3,5% voor de klassen « C » en « D »; o 0% voor de klassen « Z », « V » en « I ».
10.
Uittredingsprovisie: 0%
11. Provisies voor de werkzaamheden van de Beheersmaatschappij:
Beheerscommissie Administratieprovisie
Klassen « C » en « D » Max. 1,60% Max. 0,11%
Klasse « I » Max. 0,75% Max. 0,06%
Klasse «N» Max. 2% Max. 0,11%
Klasse «Z» 0% Max. 0,06%
Klasse « V » Max. 0,45% Max. 0,06%
De provisies worden uitgedrukt als jaarlijks percentage van de gemiddelde netto-inventariswaarde van het compartiment en zijn betaalbaar per ultimo van elk kwartaal.
12. Provisie van Depothoudende bank: o o
max. 0,02% per jaar van de gemiddelde netto-inventariswaarde voor de klassen « C », « D » en « N »; max. 0,01% per jaar van de gemiddelde netto-inventariswaarde voor de klassen « I », « V » en « Z ».
Deze provisie is betaalbaar per ultimo van elk kwartaal.
77/116
13. Berekeningsfrequentie van de netto-inventariswaarde: iedere Luxemburgse bankwerkdag. 14. Notering op de beurs van Luxemburg: alleen de aandelen van de klassen « C » en « I » worden genoteerd op de beurs van Luxemburg.
Dit technisch informatieblad maakt wezenlijk deel uit van het Prospectus de dato 2 augustus 2012.
78/116
Technisch informatieblad DEXIA EQUITIES L EMERGING MARKETS 1.
Beleggingsbeleid Dit compartiment belegt voornamelijk in effecten met een aandelenkarakter (equity securities) van ondernemingen die gevestigd zijn in landen met opkomende economieën (emerging market countries) of daar het zwaartepunt van hun activiteiten hebben. Deze landen kenmerken zich door een economisch en financieel bestel dat minder ontwikkeld is dan het onze, maar hebben meer groeimogelijkheden op lange termijn. Het beleggingsuniversum omvat de landen die zijn opgenomen of in aanmerking komen voor opname in de leidinggevende indexen die representatief zijn voor opkomende markten (emerging markets), bijvoorbeeld de in de MSCI Emerging Markets-index opgenomen landen, en waarvan de markten toegankelijk zijn voor Europese beleggers. Het compartiment mag accessoir aandelen en met aandelen gelijk te stellen waardepapieren houden (inzonderheid converteerbare obligaties, warrants, beleggingscertificaten) alsook liquide middelen, deposito’s of geldmarktinstrumenten waarvan de resterende looptijd hoogstens 12 maanden bedraagt. Het compartiment mag niet meer dan 10% van de activa beleggen in fondsen. Met het oog op een goed portefeuillebeheer mag het compartiment tevens financiële instrumenten en technieken toepassen (met name opties, swaps, verhandelbare en nietverhandelbare termijncontracten (respectievelijk futures en forwards)). De belegger wordt erop gewezen dat de volatiliteit (koersbeweeglijkheid) van warrants en afgeleide producten (derivaten) groter is dan die van de onderliggende activa. De belegger moet zich ervan rekenschap geven dat de gangbare marktpraktijken inzake afwikkeling van effectentransacties in landen met opkomende economieën (emerging market countries) riskanter kunnen zijn dan die in landen met ontwikkelde (volwassen) markten. Dat komt deels doordat de bevek een beroep dient te doen op makelaars, tussenpersonen of tegenpartijen die naar (beurs)kapitalisatie gemeten minder goed gepositioneerd zijn en, afgezien daarvan, doordat de registratie en/of bewaring van activa in bepaalde landen minder betrouwbaar kan zijn. Laattijdige afwikkeling kan ertoe leiden dat de bevek beleggingskansen misloopt, wat uitsluitend te wijten is aan het feit dat de bevek gewoonweg niet in staat is vrijelijk over de effecten te beschikken. De Depothoudende bank blijft de verantwoordelijkheid dragen voor de zorgvuldige selectie van en voor het toezicht op de correspondentbanken die zij op de verschillende markten heeft geselecteerd, een en ander in overeenstemming met de Luxemburgse wet. De belegger moet erop bedacht zijn dat een hoog risico wordt gelopen in verband met de onzekerheid over het economische en sociale beleid dat in deze landen wordt gevoerd, alsook als gevolg van het verscherpte toezicht op de bedrijfsvoering van de ondernemingen waarvan de aandelen in portefeuille worden genomen. Bovendien kan in bepaalde Oost-Europese landen onzekerheid heersen in verband met het eigendoms- of bezitsrecht. Deze kenmerken kunnen resulteren in een niet te verwaarlozen volatiliteit of beweeglijkheid van de effecten, beurzen en valuta’s in kwestie, en daardoor leiden tot tijdelijke fluctuaties van de nettoinventariswaarde van het compartiment.
2.
Risk Management
79/116
Het totale derivatenrisico wordt berekend volgens de benadering op basis van de aangegane verplichtingen (commitment approach) overeenkomstig het bepaalde in de rondzendbrief CSSF 11/512. 3.
Waarderingsmunt van het compartiment: EUR.
4.
Vorm van de aandelen: op naam of aan toonder, naar keuze van de aandeelhouder. De aandelen aan toonder kunnen op twee manieren worden aangehouden: hetzij in materiële vorm, zij het dan uitsluitend voor de klassen « C » en « D », hetzij in gedematerialiseerde of stukkenloze vorm op een girale effectenrekening. De aandelen van de klasse « LOCK » luiden uitsluitend aan toonder en worden in gedematerialiseerde of stukkenloze vorm aangehouden op een girale effectenrekening.
5.
Aandelenklassen:
Coupures: de aandeelbewijzen aan toonder bestaan in coupures van 1, 5 en 10 aandelen.
6. 7.
klasse « C » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0056052961]; klasse « D » met uitkeringsaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0056053001]; klasse « I » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0133355080]; klasse « N » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0133352731]; klasse « V » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0317020112]; klasse « Z » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0240980523]; klasse « LOCK » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0574798921]; klasse « P » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0596238260].
Minimuminleg: voor de klassen « D », « C », « Z », « LOCK » en « N » is geen enkele minimuminleg vereist; voor de klasse « I » bedraagt de minimale eerste inleg EUR 250.000 (deze minimuminleg kan geheel ter vrije beoordeling van de Raad van Bestuur worden gewijzigd mits alle aandeelhouders op dezelfde waarderingsdag op voet van gelijkheid worden behandeld); voor de klassen « V » en « P » bedraagt de minimale eerste inleg EUR 15.000.000 (deze minimuminleg kan geheel ter vrije beoordeling van de Raad van Bestuur worden gewijzigd mits alle aandeelhouders op dezelfde waarderingsdag op voet van gelijkheid worden behandeld).
8.
Uitgifteprovisie: o maximaal 3,5% voor de klassen « C », « D » en « LOCK »; o 0% voor de klassen « I », « V », « N », « P » en « Z ».
9.
Uittredingsprovisie: 0%.
10.
Provisies voor de werkzaamheden van de Beheersmaatschappij:
Beheerscommissi e Administratiepro
Klassen « C », « D » en « LOCK » Max. 1,60%
Klasse « I »
Klasse «N»
Klasse «Z»
Max. 0,75%
Max. 2%
0%
Max. 0,11%
Max. 0,06%
Max. 0,11%
Max.
Klassen « V » en «P» Max. 0,45% Max.
80/116
visie
0,06%
0,06%
De provisies worden uitgedrukt als jaarlijks percentage van de gemiddelde netto-inventariswaarde van het compartiment en zijn betaalbaar per ultimo van elk kwartaal.
11.
Provisie van Depothoudende bank: o o
max. 0,02% per jaar van de gemiddelde netto-inventariswaarde voor de klassen « C », « D », « LOCK » en « N »; max. 0,01% per jaar van de gemiddelde netto-inventariswaarde voor de klassen « I », « V », « P » en « Z ».
Deze provisie is betaalbaar per ultimo van elk kwartaal.
12.
Specifieke kosten verbonden aan het mechanisme van de klasse « LOCK »: 0,10% per jaar van de gemiddelde netto-inventariswaarde. Deze provisie is betaalbaar per ultimo van elk kwartaal.
13.
Berekeningsfrequentie van de netto-inventariswaarde: iedere Luxemburgse bankwerkdag.
14.
Notering op de beurs van Luxemburg: alleen de aandelen van de klassen « C » en « I » worden genoteerd op de beurs van Luxemburg. Dit technisch informatieblad maakt wezenlijk deel uit van het Prospectus de dato 2 augustus 2012.
81/116
Technisch informatieblad DEXIA EQUITIES L FRANCE 1.
Beleggingsbeleid Minstens 75% van de activa van dit compartiment wordt belegd in effecten met een aandelenkarakter (equity securities) of in beleggingscertificaten, voor zover die met effecten zijn gelijkgesteld, van ondernemingen die statutair zijn gevestigd in Frankrijk of daar het zwaartepunt van hun activiteiten hebben. Het compartiment mag accessoir aandelen en met aandelen gelijk te stellen waardepapieren houden (inzonderheid converteerbare obligaties, warrants, beleggingscertificaten) alsook liquide middelen, deposito’s of geldmarktinstrumenten waarvan de resterende looptijd hoogstens 12 maanden bedraagt. Met het oog op een goed portefeuillebeheer mag het compartiment tevens financiële instrumenten en technieken toepassen (met name opties, swaps, verhandelbare en nietverhandelbare termijncontracten (respectievelijk futures en forwards)). Het compartiment mag niet meer dan 10% van de activa beleggen in fondsen. De belegger wordt erop gewezen dat de volatiliteit (koersbeweeglijkheid) van warrants en termijncontracten groter is dan die van de onderliggende aandelen.
2.
Risk Management Het totale derivatenrisico wordt berekend volgens de benadering op basis van de aangegane verplichtingen (commitment approach) overeenkomstig het bepaalde in de rondzendbrief CSSF 11/512.
3.
Waarderingsmunt van het compartiment: EUR.
4.
Vorm van de aandelen: op naam of aan toonder, naar keuze van de aandeelhouder. De aandelen aan toonder kunnen op twee manieren worden aangehouden: hetzij in materiële vorm, zij het dan uitsluitend voor de klassen « C » en « D », hetzij in gedematerialiseerde of stukkenloze vorm op een girale effectenrekening. De aandelen van de klasse « LOCK » luiden uitsluitend aan toonder en worden in gedematerialiseerde of stukkenloze vorm aangehouden op een girale effectenrekening.
5.
Aandelenklassen:
klasse « C » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0093601663]; klasse « D » met uitkeringsaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0093602042]; klasse « I » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0133344472]; klasse « N » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0133344126]; klasse « V » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0317019296]; klasse « Z » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0240970219]; klasse « LOCK » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0574799499].
82/116
6.
Coupures: de aandeelbewijzen aan toonder bestaan in coupures van 1, 5 en 10 aandelen.
7.
Minimuminleg:
voor de klassen « D », « C », « Z », « LOCK » en « N » is geen enkele minimuminleg vereist; voor de klasse « I » bedraagt de minimale eerste inleg EUR 250.000 (deze minimuminleg kan geheel ter vrije beoordeling van de Raad van Bestuur worden gewijzigd mits alle aandeelhouders op dezelfde waarderingsdag op voet van gelijkheid worden behandeld); voor de klasse « V » bedraagt de minimale eerste inleg EUR 15.000.000 (deze minimuminleg kan geheel ter vrije beoordeling van de Raad van Bestuur worden gewijzigd mits alle aandeelhouders op dezelfde waarderingsdag op voet van gelijkheid worden behandeld).
8.
Uitgifteprovisie: o maximaal 3,5% voor de klassen « C », « D » en « LOCK »; o 0% voor de klassen « I », « V », « N » en « Z ».
9.
Uittredingsprovisie: 0%.
10.
Provisies voor de werkzaamheden van de Beheersmaatschappij:
Beheerscommissie Administratieprovisie
Klassen « C », « D » en « LOCK » Max. 1,50%
Klasse « I »
Klasse « N »
Klasse «Z»
Klasse «V»
Max. 0,55%
Max. 2%
0%
Max. 0,11%
Max. 0,06%
Max. 0,11%
Max. 0,06%
Max. 0,35% Max. 0,06%
De provisies worden uitgedrukt als jaarlijks percentage van de gemiddelde netto-inventariswaarde van het compartiment en zijn betaalbaar per ultimo van elk kwartaal.
11.
Provisie van Depothoudende bank: o o
max. 0,02% per jaar van de gemiddelde netto-inventariswaarde voor de klassen « C », « D » « LOCK » en « N »; max. 0,01% per jaar van de gemiddelde netto-inventariswaarde voor de klassen « I », « V » en « Z ».
Deze provisie is betaalbaar per ultimo van elk kwartaal.
12.
Specifieke kosten verbonden aan het mechanisme van de klasse « LOCK »: 0,10% per jaar van de gemiddelde netto-inventariswaarde. Deze provisie is betaalbaar per ultimo van elk kwartaal.
13.
Berekeningsfrequentie van de netto-inventariswaarde: iedere Luxemburgse bankwerkdag.
83/116
14.
Notering op de beurs van Luxemburg: alleen de aandelen van de klassen « C » en « I » worden genoteerd op de beurs van Luxemburg. Dit technisch informatieblad maakt wezenlijk deel uit van het Prospectus de dato 2 augustus 2012.
84/116
Technisch informatieblad DEXIA EQUITIES L GERMANY
1.
Beleggingsbeleid De activa van dit compartiment worden overwegend belegd in effecten met een aandelenkarakter (equity securities) van ondernemingen die gevestigd zijn in Duitsland of daar het zwaartepunt van hun activiteiten hebben. Het compartiment mag accessoir aandelen en met aandelen gelijk te stellen waardepapieren houden (inzonderheid converteerbare obligaties, warrants, beleggingscertificaten) alsook liquide middelen, deposito’s of geldmarktinstrumenten waarvan de resterende looptijd hoogstens 12 maanden bedraagt. Het compartiment mag niet meer dan 10% van de activa beleggen in fondsen. Met het oog op een goed portefeuillebeheer mag het compartiment tevens financiële instrumenten en technieken toepassen (met name opties, swaps, verhandelbare en nietverhandelbare termijncontracten (respectievelijk futures en forwards)). De belegger wordt erop gewezen dat de volatiliteit (koersbeweeglijkheid) van warrants en termijncontracten groter is dan die van de onderliggende aandelen.
2.
Risk Management Het totale derivatenrisico wordt berekend volgens de benadering op basis van de aangegane verplichtingen (commitment approach) overeenkomstig het bepaalde in de rondzendbrief CSSF 11/512.
3.
Waarderingsmunt van het compartiment: EUR.
4.
Vorm van de aandelen: op naam of aan toonder, naar keuze van de aandeelhouder. De aandelen aan toonder kunnen op twee manieren worden aangehouden: hetzij in materiële vorm, zij het dan uitsluitend voor de klassen « C » en « D », hetzij in gedematerialiseerde of stukkenloze vorm op een girale effectenrekening. De aandelen van de klasse « LOCK » luiden uitsluitend aan toonder en worden in gedematerialiseerde of stukkenloze vorm aangehouden op een girale effectenrekening.
5.
Aandelenklassen:
6.
klasse « C » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0093601408]; klasse « D » met uitkeringsaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0093601580]; klasse « I » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0133343821]; klasse « N » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0133343235]; klasse « V » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0317019023]; klasse « Z » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0240969716]; klasse « LOCK » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0574799572]. Coupures: de aandeelbewijzen aan toonder bestaan in coupures van 1, 5 en 10 aandelen.
85/116
7.
Minimuminleg:
voor de klassen « D », « C », « Z », « LOCK » en « N » is geen enkele minimuminleg vereist; voor de klasse « I » bedraagt de minimale eerste inleg EUR 250.000 (deze minimuminleg kan geheel ter vrije beoordeling van de Raad van Bestuur worden gewijzigd mits alle aandeelhouders op dezelfde waarderingsdag op voet van gelijkheid worden behandeld); voor de klasse « V » bedraagt de minimale eerste inleg EUR 15.000.000 (deze minimuminleg kan geheel ter vrije beoordeling van de Raad van Bestuur worden gewijzigd mits alle aandeelhouders op dezelfde waarderingsdag op voet van gelijkheid worden behandeld).
8.
Uitgifteprovisie: o maximaal 3,5% voor de klassen « C », « D » en « LOCK »; o 0% voor de klassen « I », « V », « N » en « Z ».
9.
Uittredingsprovisie: 0%.
10.
Provisies voor de werkzaamheden van de Beheersmaatschappij:
Beheerscommissie Administratieprovisie
Klassen « C », « D » en « LOCK » Max. 1,50%
Klasse « I »
Klasse « N »
Klasse «Z»
Klasse «V»
Max. 0,55%
Max. 2%
0%
Max. 0,11%
Max. 0,06%
Max. 0,11%
Max. 0,06%
Max. 0,35% Max. 0,06%
De provisies worden uitgedrukt als jaarlijks percentage van de gemiddelde netto-inventariswaarde van het compartiment en zijn betaalbaar per ultimo van elk kwartaal.
11. Provisie van Depothoudende bank: o o
max. 0,02% per jaar van de gemiddelde netto-inventariswaarde voor de klassen « C », « D » « LOCK » en « N »; max. 0,01% per jaar van de gemiddelde netto-inventariswaarde voor de klassen « I », « V » en « Z ».
Deze provisie is betaalbaar per ultimo van elk kwartaal.
12.
Specifieke kosten verbonden aan het mechanisme van de klasse « LOCK »: 0,10% per jaar van de gemiddelde netto-inventariswaarde. Deze provisie is betaalbaar per ultimo van elk kwartaal.
13.
Berekeningsfrequentie van de netto-inventariswaarde: iedere Luxemburgse bankwerkdag.
14.
Notering op de beurs van Luxemburg: alleen de aandelen van de klassen « C » en « I » worden genoteerd op de beurs van Luxemburg. Dit technisch informatieblad maakt wezenlijk deel uit van het Prospectus de dato 2 augustus 2012.
86/116
Technisch informatieblad DEXIA EQUITIES L GLOBAL DEMOGRAPHY Op de aandelen van dit Compartiment kan voor het eerst worden ingeschreven van 2 januari 2012 tot 12 oktober 2012 (vóór 12 uur, Luxemburgse tijd) tegen een eerste inschrijvingsprijs per aandeel van respectievelijk:
klasse « C »: EUR 100, klasse « D »: EUR 100, klasse « I »: EUR 1000, klasse « N »: EUR 100, klasse « LOCK »: EUR 100.
De eerste netto-inventariswaarde a pari wordt gedateerd op 12 oktober 2012 en berekend op 15 oktober 2012. De eerste netto-inventariswaarde ter beurze wordt gedateerd op 15 oktober 2012 en berekend op 16 oktober 2012. 1.
Beleggingsbeleid Dit compartiment belegt voornamelijk in aandelen en/of met aandelen gelijk te stellen waardepapieren van ondernemingen uit ontwikkelde landen en/of van ondernemingen uit opkomende landen, waarvan wordt aangenomen dat ze goed gepositioneerd zijn om te profiteren van de demografische ontwikkelingen die de komende jaren wereldwijd worden verwacht en die een belangrijke invloed zullen hebben op de wereldeconomie. Dit compartiment is een conviction-fonds. De beheerder houdt rekening met de verschillende aspecten van die demografische ontwikkelingen, meer in het bijzonder: -
de groei van de wereldbevolking die naar verwachting zal leiden tot een toenemende vraag naar grondstoffen, energie en voedingsmiddelen waardoor de prijzen zullen omhooggaan. Bijgevolg mag dit compartiment bijvoorbeeld beleggen in ondernemingen die actief zijn in de mijnbouw, de exploratie en ontginning van aardolie, alsook in ondernemingen die meststoffen produceren;
-
de groeiende trend naar verstedelijking en de veralgemening van het welzijn in de opkomende landen, waaruit het begrip « global consumer » is ontstaan. Zo mag het compartiment onder meer beleggen in ondernemingen die actief zijn in de sector van luxegoederen, toerisme en technologieën;
-
de geleidelijke vergrijzing van de bevolking die niet alleen betrekking heeft op de ontwikkelde marken, maar ook steeds meer op de opkomende markten, en de correlatie daarvan met de kosten voor gezondheidszorg. Dit compartiment mag onder meer beleggen in farmaceutische ondernemingen, biotechondernemingen en ondernemingen die actief zijn in de sector van medische apparatuur.
87/116
Er wordt zowel belegd in cyclische sectoren als in meer defensief ingestelde sectoren, zoals die van de gezondheidszorg. De beheerder bepaalt het optimale evenwicht tussen deze twee componenten om het rendement te optimaliseren naargelang van zijn verwachtingen over de wereldgroei en de toestand op de beursmarkten. De bovenstaande opsomming van sectoren is in geen geval volledig of limitatief, aangezien de demografische veranderingen ook gevolgen hebben voor tal van andere sectoren en ondernemingen. Richtsnoer bij de beleggingen van dit compartiment is de gestage groei van de wereldconsumptie en de daaruit voortvloeiende behoeften. In de wetenschap dat de groei van de wereldbevolking overigens andere problemen kan doen ontstaan, zal de beheerder al het nodige doen om bepaalde ondernemingen uit te sluiten in zoverre die niet voldoen aan specifieke bedrijfsethische regels. Dat heeft evenwel geen invloed op het gewicht dat aan bepaalde sectoren wordt toegekend. De activa van het compartiment mogen ook accessoir worden belegd in andere activacategorieën die zijn toegestaan door de wetgeving en het prospectus, dat wil bijvoorbeeld zeggen liquide middelen, deposito's en geldmarktinstrumenten. Het compartiment mag niet meer dan 10% van de activa beleggen in fondsen. Met het oog op een goed portefeuillebeheer mag het compartiment tevens afgeleide financiële instrumenten en technieken toepassen (met name opties, swaps, verhandelbare en nietverhandelbare termijncontracten (respectievelijk futures en forwards)). De belegger wordt erop gewezen dat de volatiliteit van afgeleide producten (derivaten) groter is dan die van de onderliggende aandelen. 2.
Risk Management Het totale derivatenrisico wordt berekend volgens de benadering op basis van de aangegane verplichtingen (commitment approach) overeenkomstig het bepaalde in de rondzendbrief CSSF 11/512.
3.
Waarderingsmunt van het compartiment: EUR.
4.
Vorm van de aandelen: op naam of aan toonder, naar keuze van de aandeelhouder. De aandelen aan toonder kunnen op twee manieren worden aangehouden: hetzij in materiële vorm, zij het dan uitsluitend voor de klassen « C » en « D », hetzij in gedematerialiseerde of stukkenloze vorm op een girale effectenrekening. De aandelen van de klasse « LOCK » luiden uitsluitend aan toonder en worden in gedematerialiseerde of stukkenloze vorm aangehouden op een girale effectenrekening.
5.
Aandelenklassen:
klasse « C » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0654531184]; klasse « D » met uitkeringsaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0654531267]; klasse « I » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0654531341]; klasse « N » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0654531424]; klasse « LOCK » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0654531697].
88/116
6.
Coupures: de aandeelbewijzen aan toonder bestaan in coupures van 1, 5 en 10 aandelen.
7.
Minimuminleg:
voor de klassen « C », « D », « LOCK » en « N » is geen enkele minimuminleg vereist; voor de klasse « I » bedraagt de minimale eerste inleg EUR 250.000 (deze minimuminleg kan geheel ter vrije beoordeling van de Raad van Bestuur worden gewijzigd mits alle aandeelhouders op dezelfde waarderingsdag op voet van gelijkheid worden behandeld).
8.
Uitgifteprovisie: maximaal 3,5% voor de klassen « C », « D » en « LOCK »; 0% voor de klassen « I » en « N ».
9.
Uittredingsprovisie: 0%.
10.
Provisies voor de werkzaamheden van de Beheersmaatschappij:
Beheerscommissie Administratieprovisie
Klassen « C », « D » en « LOCK » Max. 1,50% Max. 0,11%
Klasse « I »
Klasse « N »
Max. 0,55% Max. 0,06%
Max. 2% Max. 0,11%
De provisies worden uitgedrukt als jaarlijks percentage van de gemiddelde netto-inventariswaarde van het compartiment en zijn betaalbaar per ultimo van elk kwartaal.
11.
Provisie van Depothoudende bank: max. 0,02% per jaar van de gemiddelde netto-inventariswaarde voor de klassen « C », « D » « N » en « LOCK »; max. 0,01% per jaar van de gemiddelde netto-inventariswaarde voor de klasse « I ». Deze provisie is betaalbaar per ultimo van elk kwartaal.
12.
Specifieke kosten verbonden aan het mechanisme van de klasse « LOCK »: 0,10% per jaar van de gemiddelde netto-inventariswaarde. Deze provisie is betaalbaar per ultimo van elk kwartaal.
13.
Berekeningsfrequentie van de netto-inventariswaarde: iedere Luxemburgse bankwerkdag.
14.
Notering op de beurs van Luxemburg: alleen de aandelen van de klassen « C » en « I » worden genoteerd op de beurs van Luxemburg. Dit technisch informatieblad maakt wezenlijk deel uit van het Prospectus de dato 2 augustus 2012.
89/116
Technisch informatieblad DEXIA EQUITIES L JAPAN
1.
Beleggingsbeleid De activa van dit compartiment worden overwegend belegd in effecten met een aandelenkarakter (equity securities) van ondernemingen die gevestigd zijn in Japan of daar het zwaartepunt van hun activiteiten hebben. Het compartiment mag accessoir aandelen en met aandelen gelijk te stellen waardepapieren houden (inzonderheid converteerbare obligaties, warrants, beleggingscertificaten) alsook liquide middelen, deposito’s of geldmarktinstrumenten waarvan de resterende looptijd hoogstens 12 maanden bedraagt. Het compartiment mag niet meer dan 10% van de activa beleggen in fondsen. Met het oog op een goed portefeuillebeheer mag het compartiment tevens financiële instrumenten en technieken toepassen (met name opties, swaps, verhandelbare en nietverhandelbare termijncontracten (respectievelijk futures en forwards)). De belegger wordt erop gewezen dat de volatiliteit (koersbeweeglijkheid) van warrants en termijncontracten groter is dan die van de onderliggende aandelen.
2.
Risk Management Het totale derivatenrisico wordt berekend volgens de benadering op basis van de aangegane verplichtingen (commitment approach) overeenkomstig het bepaalde in de rondzendbrief CSSF 11/512.
3.
Waarderingsmunt van het compartiment: JPY. De netto-inventariswaarde wordt eveneens bekendgemaakt in EUR.
4.
Betalingsmunt voor inschrijvingen, omzettingen en terugkopen: JPY en in voorkomend geval EUR, bij beslissing van de Raad van Bestuur. De beleggers moeten indachtig zijn dat aan beleggingen in EUR een risico gebonden kan zijn in verband met de valuta- of wisselkoersschommelingen tussen de munt van het compartiment en de euro.
5.
Vorm van de aandelen: op naam of aan toonder, naar keuze van de aandeelhouder. De aandelen aan toonder kunnen op twee manieren worden aangehouden: hetzij in materiële vorm, zij het dan uitsluitend voor de klassen « C » en « D », hetzij in gedematerialiseerde of stukkenloze vorm op een girale effectenrekening. De aandelen van de klasse « LOCK » luiden uitsluitend aan toonder en worden in gedematerialiseerde of stukkenloze vorm aangehouden op een girale effectenrekening.
6.
Aandelenklassen:
klasse « C » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in JPY [ISIN-code LU0064109019];
90/116
klasse « D » met uitkeringsaandelen, uitgedrukt in JPY [ISIN-code LU0064109449]; klasse « I » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in JPY [ISIN-code LU0133346501]; klasse « N » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in JPY [ISIN-code LU0133346410]; klasse « V » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in JPY [ISIN-code LU0317018645]; klasse « Z » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in JPY [ISIN-code LU0240973403]; klasse « LOCK » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in JPY [ISIN-code LU0574799655].
7.
Coupures: de aandeelbewijzen aan toonder bestaan in coupures van 1, 5 en 10 aandelen.
8.
Minimuminleg:
voor de klassen « D », « C », « Z », « LOCK » en « N » is geen enkele minimuminleg vereist;
voor de klasse « I » is de minimale eerste inleg gelijk aan de tegenwaarde in JPY van EUR 250.000 of, bij beslissing van de Raad van Bestuur, EUR 250.000 (deze minimuminleg kan geheel ter vrije beoordeling van de Raad van Bestuur worden gewijzigd mits alle aandeelhouders op dezelfde waarderingsdag op voet van gelijkheid worden behandeld);
voor de klasse « V » is de minimale eerste inleg gelijk aan de tegenwaarde in JPY van EUR 15.000.000 of, bij beslissing van de Raad van Bestuur, EUR 15.000.000 (deze minimuminleg kan geheel ter vrije beoordeling van de Raad van Bestuur worden gewijzigd mits alle aandeelhouders op dezelfde waarderingsdag op voet van gelijkheid worden behandeld).
9.
Uitgifteprovisie:
maximaal 3,5% voor de klassen « C », « D » en « LOCK »; 0% voor de klassen « I », « V », « N » en « Z ».
10.
Uittredingsprovisie: 0%.
11.
Provisies voor de werkzaamheden van de Beheersmaatschappij:
Beheerscommissie Administratieprovisie
Klassen « C », « D » en « LOCK » Max. 1,50%
Klasse « I »
Klasse « N »
Klasse «Z»
Klasse «V»
Max. 0,55%
Max. 2%
0%
Max. 0,11%
Max. 0,06%
Max. 0,11%
Max. 0,06%
Max. 0,35% Max. 0,06%
De provisies worden uitgedrukt als jaarlijks percentage van de gemiddelde netto-inventariswaarde van het compartiment en zijn betaalbaar per ultimo van elk kwartaal.
12.
Provisie van Depothoudende bank:
max. 0,02% per jaar van de gemiddelde netto-inventariswaarde voor de klassen « C », « D » « LOCK » en « N »; max. 0,01% per jaar van de gemiddelde netto-inventariswaarde voor de klassen « I », « V » en « Z ».
91/116
Deze provisie is betaalbaar per ultimo van elk kwartaal.
13.
Specifieke kosten verbonden aan het mechanisme van de klasse « LOCK »: 0,10% per jaar van de gemiddelde netto-inventariswaarde. Deze provisie is betaalbaar per ultimo van elk kwartaal.
14.
Berekeningsfrequentie van de netto-inventariswaarde: iedere Luxemburgse bankwerkdag.
15.
Notering op de beurs van Luxemburg: alleen de aandelen van de klassen « C » en « I » worden genoteerd op de beurs van Luxemburg.
Dit technisch informatieblad maakt wezenlijk deel uit van het Prospectus de dato 2 augustus 2012.
92/116
Technisch informatieblad DEXIA EQUITIES L NETHERLANDS 1.
Beleggingsbeleid De activa van dit compartiment worden voornamelijk belegd in effecten met een aandelenkarakter (equity securities) van ondernemingen die gevestigd zijn in Nederland of daar het zwaartepunt van hun activiteiten hebben. Het compartiment mag accessoir aandelen en met aandelen gelijk te stellen waardepapieren houden (inzonderheid converteerbare obligaties, warrants, beleggingscertificaten) alsook liquide middelen, deposito’s of geldmarktinstrumenten waarvan de resterende looptijd hoogstens 12 maanden bedraagt. Het compartiment mag niet meer dan 10% van de activa beleggen in fondsen. Met het oog op een goed portefeuillebeheer mag het compartiment tevens financiële instrumenten en technieken toepassen (met name opties, swaps, verhandelbare en nietverhandelbare termijncontracten (respectievelijk futures en forwards)). De belegger wordt erop gewezen dat de volatiliteit (koersbeweeglijkheid) van warrants en termijncontracten groter is dan die van de onderliggende aandelen.
2.
Risk Management Het totale derivatenrisico wordt berekend volgens de benadering op basis van de aangegane verplichtingen (commitment approach) overeenkomstig het bepaalde in de rondzendbrief CSSF 11/512.
3.
Waarderingsmunt van het compartiment: EUR.
4.
Vorm van de aandelen: aan toonder of op naam, naar keuze van de aandeelhouder. De aandelen aan toonder kunnen op twee manieren worden aangehouden: hetzij in materiële vorm, zij het dan uitsluitend voor de klassen « C » en « D », hetzij in gedematerialiseerde of stukkenloze vorm op een girale effectenrekening. De aandelen van de klasse « LOCK » luiden uitsluitend aan toonder en worden in gedematerialiseerde of stukkenloze vorm aangehouden op een girale effectenrekening.
5.
Aandelenklassen:
6.
klasse « C » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0093602554]; klasse « D » met uitkeringsaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0093602711]; klasse « I » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0133345107]; klasse « N » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0133344985]; klasse « V » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0317018488]; klasse « Z » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0240970995]; klasse « LOCK » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0574799739]. Coupures: de aandeelbewijzen aan toonder bestaan in coupures van 1, 5 en 10 aandelen.
93/116
7.
Minimuminleg:
voor de klassen « D », « C », « Z », « LOCK » en « N » is geen enkele minimuminleg vereist; voor de klasse « I » bedraagt de minimale eerste inleg EUR 250.000 (deze minimuminleg kan geheel ter vrije beoordeling van de Raad van Bestuur worden gewijzigd mits alle aandeelhouders op dezelfde waarderingsdag op voet van gelijkheid worden behandeld); voor de klasse « V » bedraagt de minimale eerste inleg EUR 15.000.000 (deze minimuminleg kan geheel ter vrije beoordeling van de Raad van Bestuur worden gewijzigd mits alle aandeelhouders op dezelfde waarderingsdag op voet van gelijkheid worden behandeld).
8.
Uitgifteprovisie: maximaal 3,5% voor de klassen « C », « D » en « LOCK »; 0% voor de klassen « I », « V », « N » en « Z ».
9.
Uittredingsprovisie: 0%.
10.
Provisies voor de werkzaamheden van de Beheersmaatschappij:
Beheerscommissie Administratieprovisie
Klassen « C », « D » en « LOCK » Max. 1,50%
Klasse « I »
Klasse « N »
Klasse «Z»
Klasse «V»
Max. 0,55%
Max. 2%
0%
Max. 0,11%
Max. 0,06%
Max. 0,11%
Max. 0,06%
Max. 0,35% Max. 0,06%
De provisies worden uitgedrukt als jaarlijks percentage van de gemiddelde netto-inventariswaarde van het compartiment en zijn betaalbaar per ultimo van elk kwartaal.
11.
Provisie van Depothoudende bank:
max. 0,02% per jaar van de gemiddelde netto-inventariswaarde voor de klassen « C », « D » « LOCK » en « N »; max. 0,01% per jaar van de gemiddelde netto-inventariswaarde voor de klassen « I », « V » en « Z ».
Deze provisie is betaalbaar per ultimo van elk kwartaal.
12.
Specifieke kosten verbonden aan het mechanisme van de klasse « LOCK »: 0,10% per jaar van de gemiddelde netto-inventariswaarde. Deze provisie is betaalbaar per ultimo van elk kwartaal.
13.
Berekeningsfrequentie van de netto-inventariswaarde: iedere Luxemburgse bankwerkdag.
14.
Notering op de beurs van Luxemburg: alleen de aandelen van de klassen « C » en « I » worden genoteerd op de beurs van Luxemburg.
Dit technisch informatieblad maakt wezenlijk deel uit van het Prospectus de dato 2 augustus 2012.
94/116
Technisch informatieblad DEXIA EQUITIES L SUSTAINABLE EMERGING MARKETS
1.
Beleggingsbeleid De activa van dit compartiment worden voornamelijk belegd in effecten met een aandelenkarakter (equity securities) van ondernemingen die gevestigd zijn in landen met opkomende economieën (emerging market countries) of daar het zwaartepunt van hun activiteiten hebben. Deze landen kenmerken zich door een economisch en financieel bestel dat minder ontwikkeld is dan het onze, maar hebben meer groeimogelijkheden op lange termijn. Het beleggingsuniversum omvat de landen die zijn opgenomen of in aanmerking komen voor opname in de leidinggevende indexen die representatief zijn voor opkomende markten (emerging markets), bijvoorbeeld de in de MSCI Emerging Markets-index opgenomen landen, en waarvan de markten toegankelijk zijn voor Europese beleggers. De beleggingswaarden worden geselecteerd op basis van financieel-economische analyses en maatschappelijke, ethische en milieuoverwegingen. Uitgangspunt daarbij is dat deze aspecten onlosmakelijk verbonden zijn aan de bedrijfscultuur en langetermijnstrategie van de onderneming en tevens essentiële factoren voor succes (CSF of Critical Success Factors) vormen. In het jaarverslag van de bevek wordt nader toegelicht hoe deze beginselen van maatschappelijk en ethisch verantwoord beleggen (sustainable investment) worden toegepast. Het compartiment belegt niet in effecten van ondernemingen waarvan de activiteit gericht is op de productie, het gebruik of het bezit van antipersoonsmijnen, clusterbommen en/of wapens met verarmd uranium. Het compartiment mag accessoir aandelen en met aandelen gelijk te stellen waardepapieren houden (inzonderheid converteerbare obligaties, warrants, beleggingscertificaten) alsook liquide middelen, deposito’s of geldmarktinstrumenten waarvan de resterende looptijd hoogstens 12 maanden bedraagt. Het compartiment mag niet meer dan 10% van de activa beleggen in fondsen. Met het oog op een goed portefeuillebeheer mag het compartiment tevens financiële instrumenten en technieken toepassen (met name opties, swaps, verhandelbare en nietverhandelbare termijncontracten (respectievelijk futures en forwards)). De belegger wordt erop gewezen dat de volatiliteit (koersbeweeglijkheid) van warrants en afgeleide producten (derivaten) groter is dan die van de onderliggende activa. De belegger moet zich ervan rekenschap geven dat de gangbare marktpraktijken inzake afwikkeling van effectentransacties in landen met opkomende economieën (emerging market countries) riskanter kunnen zijn dan die in landen met ontwikkelde (volwassen) markten. Dat komt deels doordat de bevek een beroep dient te doen op makelaars, tussenpersonen of tegenpartijen die naar (beurs)kapitalisatie gemeten minder goed gepositioneerd zijn en, afgezien daarvan, doordat de registratie en/of bewaring van activa in bepaalde landen minder betrouwbaar kan zijn. Laattijdige afwikkeling kan ertoe leiden dat de bevek beleggingskansen misloopt, wat uitsluitend te wijten is aan het feit dat de bevek gewoonweg niet in staat is vrijelijk over de effecten te beschikken. De Depothoudende bank blijft de verantwoordelijkheid dragen voor de zorgvuldige selectie
95/116
van en voor het toezicht op de correspondentbanken die zij op de verschillende markten heeft geselecteerd, een en ander in overeenstemming met de Luxemburgse wet. De belegger moet erop bedacht zijn dat een hoog risico wordt gelopen in verband met de onzekerheid over het economische en sociale beleid dat in deze landen wordt gevoerd, alsook als gevolg van het verscherpte toezicht op de bedrijfsvoering van de ondernemingen waarvan de aandelen in portefeuille worden genomen. Deze kenmerken kunnen resulteren in een niet te verwaarlozen volatiliteit of beweeglijkheid van de effecten, beurzen en valuta’s in kwestie, en daardoor leiden tot tijdelijke fluctuaties van de netto-inventariswaarde van het compartiment. 2.
Risk Management Het totale derivatenrisico wordt berekend volgens de benadering op basis van de aangegane verplichtingen (commitment approach) overeenkomstig het bepaalde in de rondzendbrief CSSF 11/512.
3.
Waarderingsmunt van het compartiment: EUR.
4.
Vorm van de aandelen: op naam of aan toonder, naar keuze van de aandeelhouder. De aandelen aan toonder kunnen op twee manieren worden aangehouden: hetzij in materiële vorm, zij het dan uitsluitend voor de klassen « C » en « D », hetzij in gedematerialiseerde of stukkenloze vorm op een girale effectenrekening.
5.
Aandelenklassen:
klasse « C » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0344046742]; klasse « D » met uitkeringsaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0344046825]; klasse « I » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0344047476]; klasse « N » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0344047047]; klasse « V » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0344047120]; klasse « Z » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0344047393].
6.
Coupures: de aandeelbewijzen aan toonder bestaan in coupures van 1, 5 en 10 aandelen.
7.
Minimuminleg:
8.
voor de klassen « D », « C », « Z » en « N » is geen enkele minimuminleg vereist;
voor de klasse « I » bedraagt de minimale eerste inleg EUR 250.000 (deze minimuminleg kan geheel ter vrije beoordeling van de Raad van Bestuur worden gewijzigd mits alle aandeelhouders op dezelfde waarderingsdag op voet van gelijkheid worden behandeld);
voor de klasse « V » bedraagt de minimale eerste inleg EUR 15.000.000 (deze minimuminleg kan geheel ter vrije beoordeling van de Raad van Bestuur worden gewijzigd mits alle aandeelhouders op dezelfde waarderingsdag op voet van gelijkheid worden behandeld). Uitgifteprovisie:
maximaal 3,5% voor de klassen « C » en « D »; 0% voor de klassen « I », « V », « N » en « Z ».
96/116
9.
Uittredingsprovisie: 0%.
97/116
10.
Provisies voor de werkzaamheden van de Beheersmaatschappij:
Beheerscommissi e Administratiepro visie
Klassen « C » en « D » Max. 1,60%
Klasse « I »
Klasse « N »
Max. 0,75%
Max. 2%
Max. 0,11%
Max. 0,06%
Max. 0,11%
Klasse «Z» 0% Max. 0,06%
Klasse «V» Max. 0,45% Max. 0,06%
De provisies worden uitgedrukt als jaarlijks percentage van de gemiddelde netto-inventariswaarde van het compartiment en zijn betaalbaar per ultimo van elk kwartaal.
11.
Provisie van Depothoudende bank:
max. 0,02% per jaar van de gemiddelde netto-inventariswaarde voor de klassen « C », « D » en « N »; max. 0,01% per jaar van de gemiddelde netto-inventariswaarde voor de klassen « I », « V » en « Z ».
Deze provisie is betaalbaar per ultimo van elk kwartaal.
12.
Berekeningsfrequentie van de netto-inventariswaarde: iedere Luxemburgse bankwerkdag.
13.
Notering op de beurs van Luxemburg: alleen de aandelen van de klassen « C » en « I » worden genoteerd op de beurs van Luxemburg.
Dit technisch informatieblad maakt wezenlijk deel uit van het Prospectus de dato 2 augustus 2012.
98/116
Technisch informatieblad DEXIA EQUITIES L SUSTAINABLE EMU 1.
Beleggingsbeleid Minstens 75% van de activa van dit compartiment wordt belegd in effecten met een aandelenkarakter (equity securities) van ondernemingen waarvan de hoofdzetel gevestigd is in een lidstaat van de eurozone die met Frankrijk een belastingverdrag heeft gesloten waarin een clausule is opgenomen tot onderlinge administratieve bijstand en samenwerking ter bestrijding van fiscale fraude en belastingontduiking. Deze waarden zijn toegelaten tot de officiële notering van een effectenbeurs of worden verhandeld op een gereglementeerde markt. Voorts wordt maximaal 25% van de activa van dit compartiment belegd in effecten met een aandelenkarakter (equity securities) of in beleggingscertificaten, voor zover die met effecten kunnen worden gelijkgesteld, van ondernemingen die statutair zijn gevestigd in Europa of daar het zwaartepunt van hun activiteiten hebben, en die zijn toegelaten tot de officiële notering van een effectenbeurs of die worden verhandeld op een gereglementeerde markt. De beleggingswaarden worden geselecteerd op basis van financieel-economische analyses en maatschappelijke, ethische en milieuoverwegingen. Uitgangspunt daarbij is dat deze aspecten onlosmakelijk verbonden zijn aan de bedrijfscultuur en langetermijnstrategie van de onderneming en tevens essentiële factoren voor succes (CSF of Critical Success Factors) vormen. In het jaarverslag van de bevek wordt nader toegelicht hoe deze beginselen van maatschappelijk en ethisch verantwoord beleggen (sustainable investment) worden toegepast. Het compartiment belegt niet in effecten van ondernemingen waarvan de activiteit gericht is op de productie, het gebruik of het bezit van antipersoonsmijnen, clusterbommen en/of wapens met verarmd uranium. Het compartiment mag accessoir aandelen en met aandelen gelijk te stellen waardepapieren houden (inzonderheid converteerbare obligaties, warrants, beleggingscertificaten) alsook liquide middelen, deposito’s of geldmarktinstrumenten waarvan de resterende looptijd hoogstens 12 maanden bedraagt. Het compartiment mag niet meer dan 10% van de activa beleggen in fondsen. Met het oog op een goed portefeuillebeheer mag het compartiment tevens financiële instrumenten en technieken toepassen (met name opties, swaps, verhandelbare en nietverhandelbare termijncontracten (respectievelijk futures en forwards)). De belegger wordt erop gewezen dat de volatiliteit (koersbeweeglijkheid) van warrants en afgeleide producten (derivaten) groter is dan die van de onderliggende activa.
2.
Risk Management Het totale derivatenrisico wordt berekend volgens de benadering op basis van de aangegane verplichtingen (commitment approach) overeenkomstig het bepaalde in de rondzendbrief CSSF 11/512.
3.
Waarderingsmunt van het compartiment: EUR.
99/116
4.
Vorm van de aandelen: op naam of aan toonder, naar keuze van de aandeelhouder. De aandelen aan toonder kunnen op twee manieren worden aangehouden: hetzij in materiële vorm, zij het dan uitsluitend voor de klassen « C » en « D », hetzij in gedematerialiseerde of stukkenloze vorm op een girale effectenrekening.
5.
Aandelenklassen:
klasse « C » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0344047559]; klasse « D » met uitkeringsaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0344047633]; klasse « I » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0344048102]; klasse « N » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0344047807]; klasse « V » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0344047989]; klasse « Z » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0344048011].
6.
Coupures: de aandeelbewijzen aan toonder bestaan in coupures van 1, 5 en 10 aandelen.
7.
Minimuminleg:
voor de klassen « D », « C », « Z » en « N » is geen enkele minimuminleg vereist; voor de klasse « I » bedraagt de minimale eerste inleg EUR 250.000 (deze minimuminleg kan geheel ter vrije beoordeling van de Raad van Bestuur worden gewijzigd mits alle aandeelhouders op dezelfde waarderingsdag op voet van gelijkheid worden behandeld); voor de klasse « V » bedraagt de minimale eerste inleg EUR 15.000.000 (deze minimuminleg kan geheel ter vrije beoordeling van de Raad van Bestuur worden gewijzigd mits alle aandeelhouders op dezelfde waarderingsdag op voet van gelijkheid worden behandeld).
8.
Uitgifteprovisie: maximaal 3,5% voor de klassen « C » en « D »; 0% voor de klassen « I », « V », « N » en « Z ».
9.
Uittredingsprovisie: 0%.
10.
Provisies voor de werkzaamheden van de Beheersmaatschappij:
Beheerscommissi e Administratiepro visie
Klassen « C » en « D » Max. 1,50%
Klasse « I »
Klasse « N »
Max. 0,55%
Max. 2%
Max. 0,11%
Max. 0,06%
Max. 0,11%
Klasse «Z» 0% Max. 0,06%
Klasse «V» Max. 0,35% Max. 0,06%
De provisies worden uitgedrukt als jaarlijks percentage van de gemiddelde netto-inventariswaarde van het compartiment en zijn betaalbaar per ultimo van elk kwartaal.
11.
Provisie van Depothoudende bank:
max. 0,02% per jaar van de gemiddelde netto-inventariswaarde voor de klassen « C », « D » en « N »; max. 0,01% per jaar van de gemiddelde netto-inventariswaarde voor de klassen « I »,
100/116
« V » en « Z ». Deze provisie is betaalbaar per ultimo van elk kwartaal.
12.
Berekeningsfrequentie van de netto-inventariswaarde: iedere Luxemburgse bankwerkdag.
13.
Notering op de beurs van Luxemburg: alleen de aandelen van de klassen « C » en « I » worden genoteerd op de beurs van Luxemburg.
Dit technisch informatieblad maakt wezenlijk deel uit van het Prospectus de dato 2 augustus 2012.
101/116
Technisch informatieblad DEXIA EQUITIES L SUSTAINABLE GREEN PLANET 1.
Beleggingsbeleid Dit compartiment belegt voornamelijk in aandelen en/of met aandelen gelijk te stellen effecten uitgegeven door ondernemingen die gevestigd zijn in een lidstaat van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) of daar overwegend hun bedrijfsactiviteiten uitoefenen. De beleggingswaarden worden geselecteerd op basis van financieel-economische analyses en maatschappelijke, ethische en milieuoverwegingen. Uitgangspunt daarbij is dat deze aspecten onlosmakelijk verbonden zijn aan de bedrijfscultuur, omgeving en langetermijnstrategie van de onderneming en tevens essentiële factoren voor duurzaamheid vormen. De geselecteerde beleggingswaarden worden uitgegeven door ondernemingen die een voortrekkersrol vervullen op het gebied van milieuzorg/milieubescherming of die innovatiegerichte oplossingen ontwikkelen om het hoofd te bieden aan de milieu-uitdagingen. Het compartiment belegt niet in effecten van ondernemingen waarvan de activiteit gericht is op de productie, het gebruik of het bezit van antipersoonsmijnen, clusterbommen en/of wapens met verarmd uranium. Het compartiment mag accessoir aandelen en met aandelen gelijk te stellen waardepapieren houden (inzonderheid converteerbare obligaties, warrants, beleggingscertificaten) alsook liquide middelen, deposito’s of geldmarktinstrumenten waarvan de resterende looptijd hoogstens 12 maanden bedraagt. Het compartiment mag niet meer dan 10% van de activa beleggen in fondsen. Met het oog op een goed portefeuillebeheer mag het compartiment tevens financiële instrumenten en technieken toepassen (met name opties, swaps, verhandelbare en nietverhandelbare termijncontracten (respectievelijk futures en forwards)). De belegger wordt erop gewezen dat de volatiliteit (koersbeweeglijkheid) van warrants en afgeleide producten (derivaten) groter is dan die van de onderliggende aandelen.
2.
Risk Management Het totale derivatenrisico wordt berekend volgens de benadering op basis van de aangegane verplichtingen (commitment approach) overeenkomstig het bepaalde in de rondzendbrief CSSF 11/512.
3.
Waarderingsmunt van het compartiment: EUR.
4.
Betalingsmunt voor inschrijvingen, omzettingen en terugkopen: EUR.
5.
Vorm van de aandelen: op naam of aan toonder, naar keuze van de aandeelhouder. De aandelen aan toonder kunnen op twee manieren worden aangehouden: hetzij in materiële vorm, zij het dan uitsluitend voor de klassen « C » en « D », hetzij in gedematerialiseerde of stukkenloze vorm op een girale effectenrekening.
102/116
6.
Aandelenklassen:
klasse « C » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0304860991]; klasse « D » met uitkeringsaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0304861296]; klasse « I » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0304861536]; klasse « N » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0304861379]; klasse « V » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0317018215]; klasse « Z » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0317109790].
7.
Coupures: de aandeelbewijzen aan toonder bestaan in coupures van 1, 5, 10, 100 en 1000 aandelen.
8.
Minimuminleg:
voor de klassen « C », « D », « Z » en « N » is geen enkele minimuminleg vereist; voor de klasse « I » bedraagt de minimale eerste inleg EUR 250.000 (deze minimuminleg kan geheel ter vrije beoordeling van de Raad van Bestuur worden gewijzigd mits alle aandeelhouders op dezelfde waarderingsdag op voet van gelijkheid worden behandeld); voor de klasse « V » bedraagt de minimale eerste inleg EUR 15.000.000 (deze minimuminleg kan geheel ter vrije beoordeling van de Raad van Bestuur worden gewijzigd mits alle aandeelhouders op dezelfde waarderingsdag op voet van gelijkheid worden behandeld).
9.
Uitgifteprovisie: maximaal 3,5% voor de klassen « C » en « D »; 0% voor de klassen « Z », « V », « N » en « I ».
10.
Uittredingsprovisie: 0%
11.
Provisies voor de werkzaamheden van de Beheersmaatschappij:
Beheerscommissi e Administratiepro visie
Klassen « C » en « D » Max. 1,50%
Klasse « I »
Klasse « N »
Max. 0,55%
Max. 2%
Max. 0,11%
Max. 0,06%
Max. 0,11%
Klasse «Z» 0% Max. 0,06%
Klasse «V» Max. 0,35% Max. 0,06%
De provisies worden uitgedrukt als jaarlijks percentage van de gemiddelde netto-inventariswaarde van het compartiment en zijn betaalbaar per ultimo van elk kwartaal.
12.
Provisie van Depothoudende bank:
max. 0,02% per jaar van de gemiddelde netto-inventariswaarde voor de klassen « C », « D » en « N »; max. 0,01% per jaar van de gemiddelde netto-inventariswaarde voor de klassen « I », « V » en « Z ».
Deze provisie is betaalbaar per ultimo van elk kwartaal.
103/116
13.
Berekeningsfrequentie van de netto-inventariswaarde: iedere Luxemburgse bankwerkdag.
14.
Notering op de beurs van Luxemburg: alleen de aandelen van de klassen « C » en « I » worden genoteerd op de beurs van Luxemburg.
Dit technisch informatieblad maakt wezenlijk deel uit van het Prospectus de dato 2 augustus 2012.
104/116
Technisch informatieblad DEXIA EQUITIES L SUSTAINABLE WORLD 1.
Beleggingsbeleid Dit compartiment biedt de aandeelhouders de mogelijkheid te beleggen in een portefeuille die hoofdzakelijk is samengesteld uit aandelen en/of met aandelen gelijk te stellen effecten uitgegeven door ondernemingen die gevestigd zijn in een lidstaat van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) of daar overwegend hun bedrijfsactiviteiten uitoefenen. Het compartiment mag niet meer dan 10% van de activa beleggen in fondsen. De beleggingswaarden worden geselecteerd op basis van financieel-economische analyses en maatschappelijke, ethische en milieuoverwegingen. Uitgangspunt daarbij is dat deze aspecten onlosmakelijk verbonden zijn aan de bedrijfscultuur en langetermijnstrategie van de onderneming en tevens essentiële factoren voor succes (CSF of Critical Success Factors) vormen. In het jaarverslag van de bevek wordt nader toegelicht hoe deze beginselen van maatschappelijk en ethisch verantwoord beleggen (sustainable investment) worden toegepast. Het compartiment belegt niet in effecten van ondernemingen waarvan de activiteit gericht is op de productie, het gebruik of het bezit van antipersoonsmijnen, clusterbommen en/of wapens met verarmd uranium. De activa van het compartiment mogen accessoir worden belegd in andere activacategorieën die vermeld staan in het hoofdstuk « Beleggingsbeleid » van het Prospectus. Zo mogen de activa van het compartiment accessoir worden belegd in geldmarktinstrumenten, deposito's en/of liquide middelen. Met inachtneming van de van kracht zijnde wettelijke bepalingen en binnen de perken van de beleggingsbegrenzingen die nader zijn toegelicht in het hoofdstuk « Risk Management » van het Prospectus, mag het compartiment ook gebruikmaken van afgeleide instrumenten (derivaten), zoals opties, futures en valutatermijntransacties, niet alleen om het beleggingsdoel te verwezenlijken, maar ook voor risicodekkingsdoeleinden (hedging). De belegger wordt erop gewezen dat de volatiliteit (koersbeweeglijkheid) van warrants en afgeleide producten (derivaten) groter is dan die van de onderliggende aandelen.
2.
Risk Management Het totale derivatenrisico wordt berekend volgens de benadering op basis van de aangegane verplichtingen (commitment approach) overeenkomstig het bepaalde in de rondzendbrief CSSF 11/512.
3.
Waarderingsmunt van het compartiment: EUR.
4.
Vorm van de aandelen: op naam of aan toonder, naar keuze van de aandeelhouder. De aandelen aan toonder kunnen op twee manieren worden aangehouden: hetzij in materiële vorm,
105/116
zij het dan uitsluitend voor de klassen « C » en « D », hetzij in gedematerialiseerde of stukkenloze vorm op een girale effectenrekening.
5.
Aandelenklassen:
klasse « C » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0113400328]; klasse « D » met uitkeringsaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0113400591]; klasse « I » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0133360593]; klasse « N » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0133360320]; klasse « V » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0317017753]; klasse « Z » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0240982909]; klasse « Y » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0654531770]. Coupures: de aandeelbewijzen aan toonder bestaan in coupures van 1, 5 en 10 aandelen.
6. 7.
Minimuminleg: voor de klassen « D », « C », « Z », « Y » en « N » is geen enkele minimuminleg vereist;
voor de klasse « I » bedraagt de minimale eerste inleg EUR 250.000 (deze minimuminleg kan geheel ter vrije beoordeling van de Raad van Bestuur worden gewijzigd mits alle aandeelhouders op dezelfde waarderingsdag op voet van gelijkheid worden behandeld);
voor de klasse « V » bedraagt de minimale eerste inleg EUR 15.000.000 (deze minimuminleg kan geheel ter vrije beoordeling van de Raad van Bestuur worden gewijzigd mits alle aandeelhouders op dezelfde waarderingsdag op voet van gelijkheid worden behandeld).
8.
Uitgifteprovisie: maximaal 3,5% voor de klassen « C » en « D »; 0% voor de klassen « I », « V », « N », « Y » en « Z ».
9.
Uittredingsprovisie: 0%.
10.
Provisies voor de werkzaamheden van de Beheersmaatschappij:
Beheerscommissi e Administratiepro visie
Klassen « C » en « D » Max. 1,50%
Klasse « I »
Klasse « N »
Max. 0,55%
Max. 2%
Max. 0,11%
Max. 0,06%
Max. 0,11%
Klasse «Z» 0% Max. 0,06%
Klasse «V» Max. 0,35% Max. 0,06%
De provisies worden uitgedrukt als jaarlijks percentage van de gemiddelde netto-inventariswaarde van het compartiment en zijn betaalbaar per ultimo van elk kwartaal.
11.
Provisie van Depothoudende bank:
max. 0,02% per jaar van de gemiddelde netto-inventariswaarde voor de klassen « C », « D », « Y » en « N »; max. 0,01% per jaar van de gemiddelde netto-inventariswaarde voor de klassen « I »,
106/116
Klasse «Y» Max. 0,60% Max. 0,06%
« V » en « Z ». Deze provisie is betaalbaar per ultimo van elk kwartaal.
12.
Verdelingsprovisie [uitsluitend van toepassing op de klasse « Y »]: de verdeler heeft recht op een verdelingsprovisie tegen een jaarlijks tarief van 1,38% van de gemiddelde nettoinventariswaarde van de klasse « Y », in verhouding tot de posities die door de verdeler worden ingebracht. De bevek dient deze provisie per ultimo van elk kwartaal uit te betalen.
13.
Berekeningsfrequentie van de netto-inventariswaarde: iedere Luxemburgse bankwerkdag.
14.
Notering op de beurs van Luxemburg: alleen de aandelen van de klassen « C » en « I » worden genoteerd op de beurs van Luxemburg.
Dit technisch informatieblad maakt wezenlijk deel uit van het Prospectus de dato 2 augustus 2012.
107/116
Technisch informatieblad DEXIA EQUITIES L SWITZERLAND
1.
Beleggingsbeleid De activa van dit compartiment worden overwegend belegd in effecten met een aandelenkarakter (equity securities) van ondernemingen die gevestigd zijn in Zwitserland of daar het zwaartepunt van hun activiteiten hebben. Het compartiment mag accessoir aandelen en met aandelen gelijk te stellen waardepapieren houden (inzonderheid converteerbare obligaties, warrants, beleggingscertificaten) alsook liquide middelen, deposito’s of geldmarktinstrumenten waarvan de resterende looptijd hoogstens 12 maanden bedraagt. Het compartiment mag niet meer dan 10% van de activa beleggen in fondsen. Met het oog op een goed portefeuillebeheer mag het compartiment tevens financiële instrumenten en technieken toepassen (met name opties, swaps, verhandelbare en nietverhandelbare termijncontracten (respectievelijk futures en forwards)). De belegger wordt erop gewezen dat de volatiliteit (koersbeweeglijkheid) van warrants en termijncontracten groter is dan die van de onderliggende aandelen.
2.
Risk Management Het totale derivatenrisico wordt berekend volgens de benadering op basis van de aangegane verplichtingen (commitment approach) overeenkomstig het bepaalde in de rondzendbrief CSSF 11/512.
3.
Waarderingsmunt van het compartiment: CHF. De netto-inventariswaarde wordt eveneens bekendgemaakt in EUR.
4.
Betalingsmunt voor inschrijvingen, omzettingen en terugkopen: CHF en in voorkomend geval EUR, bij beslissing van de Raad van Bestuur. De beleggers moeten indachtig zijn dat aan beleggingen in EUR een risico gebonden kan zijn in verband met de valuta- of wisselkoersschommelingen tussen de munt van het compartiment en de euro.
5.
Vorm van de aandelen: op naam of aan toonder, naar keuze van de aandeelhouder. De aandelen aan toonder kunnen op twee manieren worden aangehouden: hetzij in materiële vorm, zij het dan uitsluitend voor de klassen « C » en « D », hetzij in gedematerialiseerde of stukkenloze vorm op een girale effectenrekening. De aandelen van de klasse « LOCK » luiden uitsluitend aan toonder en worden in gedematerialiseerde of stukkenloze vorm aangehouden op een girale effectenrekening.
6.
Aandelenklassen:
klasse « C » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in CHF [ISIN-code LU0082273227];
108/116
klasse « D » met uitkeringsaandelen, uitgedrukt in CHF [ISIN-code LU0082273656]; klasse « I » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in CHF [ISIN-code LU0133350362]; klasse « N » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in CHF [ISIN-code LU0133350016]; klasse « V » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in CHF [ISIN-code LU0317018132]; klasse « Z » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in CHF [ISIN-code LU0240978972]; klasse « LOCK » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in CHF [ISIN-code LU0574799812].
7.
Coupures: de aandeelbewijzen aan toonder bestaan in coupures van 1, 5 en 10 aandelen.
8.
Minimuminleg:
voor de klassen « D », « C », « Z », « LOCK » en « N » is geen enkele minimuminleg vereist; voor de klasse « I » is de minimale eerste inleg gelijk aan de tegenwaarde in CHF van EUR 250.000 of, bij beslissing van de Raad van Bestuur, EUR 250.000 (deze minimuminleg kan geheel ter vrije beoordeling van de Raad van Bestuur worden gewijzigd mits alle aandeelhouders op dezelfde waarderingsdag op voet van gelijkheid worden behandeld); voor de klasse « V » is de minimale eerste inleg gelijk aan de tegenwaarde in CHF van EUR 15.000.000 of, bij beslissing van de Raad van Bestuur, EUR 15.000.000 (deze minimuminleg kan geheel ter vrije beoordeling van de Raad van Bestuur worden gewijzigd mits alle aandeelhouders op dezelfde waarderingsdag op voet van gelijkheid worden behandeld).
9.
Uitgifteprovisie: maximaal 3,5% voor de klassen « C », « D » en « LOCK »; 0% voor de klassen « I », « V », « N » en « Z ».
10.
Uittredingsprovisie: 0%.
11.
Provisies voor de werkzaamheden van de Beheersmaatschappij:
Beheerscommissie Administratieprovisie
Klassen « C », « D » en « LOCK » Max. 1,50%
Klasse « I »
Klasse « N »
Klasse «Z»
Klasse «V»
Max. 0,55%
Max. 2%
0%
Max. 0,11%
Max. 0,06%
Max. 0,11%
Max. 0,06%
Max. 0,35% Max. 0,06%
De provisies worden uitgedrukt als jaarlijks percentage van de gemiddelde netto-inventariswaarde van het compartiment en zijn betaalbaar per ultimo van elk kwartaal.
12.
Provisie van Depothoudende bank:
max. 0,02% per jaar van de gemiddelde netto-inventariswaarde voor de klassen « C », « D » « LOCK » en « N »; max. 0,01% per jaar van de gemiddelde netto-inventariswaarde voor de klassen « I », « V » en « Z ».
Deze provisie is betaalbaar per ultimo van elk kwartaal.
109/116
13.
Specifieke kosten verbonden aan het mechanisme van de klasse « LOCK »: 0,10% per jaar van de gemiddelde netto-inventariswaarde. Deze provisie is betaalbaar per ultimo van elk kwartaal.
14.
Berekeningsfrequentie van de netto-inventariswaarde: iedere Luxemburgse bankwerkdag.
15.
Notering op de beurs van Luxemburg: alleen de aandelen van de klassen « C » en « I » worden genoteerd op de beurs van Luxemburg.
Dit technisch informatieblad maakt wezenlijk deel uit van het Prospectus de dato 2 augustus 2012.
110/116
Technisch informatieblad DEXIA EQUITIES L TURKEY 1.
Beleggingsbeleid De activa van dit compartiment worden voornamelijk belegd in effecten met een aandelenkarakter (equity securities) van ondernemingen die gevestigd zijn in de republiek Turkije of daar het zwaartepunt van hun activiteiten hebben. Het compartiment mag accessoir aandelen en met aandelen gelijk te stellen waardepapieren houden (inzonderheid converteerbare obligaties, warrants, beleggingscertificaten) alsook liquide middelen, deposito’s of geldmarktinstrumenten waarvan de resterende looptijd hoogstens 12 maanden bedraagt. Het compartiment mag niet meer dan 10% van de activa beleggen in fondsen. Met het oog op een goed portefeuillebeheer mag het compartiment tevens financiële instrumenten en technieken toepassen (met name opties, swaps, verhandelbare en nietverhandelbare termijncontracten (respectievelijk futures en forwards)). De belegger wordt erop gewezen dat de volatiliteit (koersbeweeglijkheid) van warrants en termijncontracten groter is dan die van de onderliggende aandelen. De belegger wordt er overigens op gewezen dat de voorwaarden inzake werking van en toezicht op de Turkse markt kunnen afwijken van de gangbare praktijken en normen die gelden in de grote internationale financiële centra. Deze risico’s kunnen van velerlei aard zijn: het kan bijvoorbeeld gaan om risico’s die samenhangen met de wetgeving, de belastingregeling (fiscaliteit) of de munteenheid van de republiek Turkije, om risico’s verbonden aan de beleggingsrestricties, volatiliteitsrisico’s en risico’s van mindere liquiditeit op de markt, evenals om risico’s in verband met de kwaliteit van de beschikbare informatie. De beleggers die gewoonlijk in euro beleggen moeten zich bewust zijn van het volatiliteitsrisico en de daarmee samenhangende kans op waardedaling/minderwaarde/vermogensverlies als gevolg van valutaof wisselkoersschommelingen tussen de referentiemunt van het compartiment en de euro. Dit compartiment richt zich bijgevolg tot deskundige beleggers; aan hen wordt aangeraden slechts een gedeelte van hun vermogen in dit compartiment te beleggen.
2.
Risk Management Het totale derivatenrisico wordt berekend volgens de benadering op basis van de aangegane verplichtingen (commitment approach) overeenkomstig het bepaalde in de rondzendbrief CSSF 11/512.
3.
Waarderingsmunt van het compartiment: TRY.
111/116
4.
Vorm van de aandelen: op naam of aan toonder, naar keuze van de aandeelhouder. De aandelen aan toonder kunnen op twee manieren worden aangehouden: hetzij in materiële vorm, zij het dan uitsluitend voor de klassen « C » en « D », hetzij in gedematerialiseerde of stukkenloze vorm op een girale effectenrekening.
5.
Aandelenklassen:
klasse « C » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in TRY [ISIN-code LU0344048284]; klasse « D » met uitkeringsaandelen, uitgedrukt in TRY [ISIN-code LU0344048367]; klasse « I » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in TRY [ISIN-code LU0344048797]; klasse « N » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in TRY [ISIN-code LU0344048441].
6.
Coupures: de aandeelbewijzen aan toonder bestaan in coupures van 1, 5 en 10 aandelen.
7.
Minimuminleg:
voor de klassen « D », « C » en « N » is geen enkele minimuminleg vereist; voor de klasse « I » bedraagt de minimale eerste inleg EUR 250.000 (deze minimuminleg kan geheel ter vrije beoordeling van de Raad van Bestuur worden gewijzigd mits alle aandeelhouders op dezelfde waarderingsdag op voet van gelijkheid worden behandeld).
8.
Uitgifteprovisie: maximaal 3,5% voor de klassen « C » en « D »; 0% voor de klassen « I » en « N ».
9.
Uittredingsprovisie: 0%.
10.
Provisies voor de werkzaamheden van de Beheersmaatschappij:
Beheerscommissie Administratieprovisie
Klassen « C » en «D» Max. 1,60% Max. 0,11%
Klasse « I »
Klasse « N »
Max. 1% Max. 0,06%
Max. 2% Max. 0,11%
De provisies worden uitgedrukt als jaarlijks percentage van de gemiddelde netto-inventariswaarde van het compartiment en zijn betaalbaar per ultimo van elk kwartaal.
11.
Provisie van Depothoudende bank:
max. 0,02% per jaar van de gemiddelde netto-inventariswaarde voor de klassen « C », « D » en « N »; max. 0,01% per jaar van de gemiddelde netto-inventariswaarde voor de klasse « I ».
Deze provisie is betaalbaar per ultimo van elk kwartaal.
12.
Berekeningsfrequentie van de netto-inventariswaarde: iedere Luxemburgse bankwerkdag.
13.
Notering op de beurs van Luxemburg: alleen de aandelen van de klassen « C » en « I » worden genoteerd op de beurs van Luxemburg.
112/116
Dit technisch informatieblad maakt wezenlijk deel uit van het Prospectus de dato 2 augustus 2012.
113/116
Technisch informatieblad DEXIA EQUITIES L UNITED KINGDOM 1.
Beleggingsbeleid De activa van dit compartiment worden hoofdzakelijk belegd in effecten met een aandelenkarakter (equity securities) van ondernemingen die gevestigd zijn in Groot-Brittannië of daar het zwaartepunt van hun activiteiten hebben. Het compartiment mag accessoir aandelen en met aandelen gelijk te stellen waardepapieren houden (inzonderheid converteerbare obligaties, warrants, beleggingscertificaten) alsook liquide middelen, deposito’s of geldmarktinstrumenten waarvan de resterende looptijd hoogstens 12 maanden bedraagt. Het compartiment mag niet meer dan 10% van de activa beleggen in fondsen. Met het oog op een goed portefeuillebeheer mag het compartiment tevens financiële instrumenten en technieken toepassen (met name opties, swaps, verhandelbare en nietverhandelbare termijncontracten (respectievelijk futures en forwards)). De belegger wordt erop gewezen dat de volatiliteit (koersbeweeglijkheid) van warrants en termijncontracten groter is dan die van de onderliggende aandelen.
2.
Risk Management Het totale derivatenrisico wordt berekend volgens de benadering op basis van de aangegane verplichtingen (commitment approach) overeenkomstig het bepaalde in de rondzendbrief CSSF 11/512.
3.
Waarderingsmunt van het compartiment: GBP. De netto-inventariswaarde wordt eveneens bekendgemaakt in EUR.
4.
Betalingsmunt voor inschrijvingen, omzettingen en terugkopen: GBP en in voorkomend geval EUR, bij beslissing van de Raad van Bestuur. De beleggers moeten indachtig zijn dat aan beleggingen in EUR een risico gebonden kan zijn in verband met de valuta- of wisselkoersschommelingen tussen de munt van het compartiment en de euro.
5.
Vorm van de aandelen: op naam of aan toonder, naar keuze van de aandeelhouder. De aandelen aan toonder kunnen op twee manieren worden aangehouden: hetzij in materiële vorm, zij het dan uitsluitend voor de klassen « C » en « D », hetzij in gedematerialiseerde of stukkenloze vorm op een girale effectenrekening. De aandelen van de klasse « LOCK » luiden uitsluitend aan toonder en worden in gedematerialiseerde of stukkenloze vorm aangehouden op een girale effectenrekening.
6.
Aandelenklassen:
klasse « C » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in GBP [ISIN-code LU0093582269]; klasse « D » met uitkeringsaandelen, uitgedrukt in GBP [ISIN-code LU0093582772];
114/116
klasse « I » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in GBP [ISIN-code LU0133344712]; klasse « N » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in GBP [ISIN-code LU0133344639]; klasse « V » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in GBP [ISIN-code LU0317018058]; klasse « Z » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in GBP [ISIN-code LU0240970565]; klasse « LOCK » met kapitalisatieaandelen, uitgedrukt in GBP [ISIN-code LU0574799903].
7.
Coupures: de aandeelbewijzen aan toonder bestaan in coupures van 1, 5 en 10 aandelen.
8.
Minimuminleg:
voor de klassen « D », « C », « Z », « LOCK » en « N » is geen enkele minimuminleg vereist; voor de klasse « I » is de minimale eerste inleg gelijk aan de tegenwaarde in GBP van EUR 250.000 of, bij beslissing van de Raad van Bestuur, EUR 250.000 (deze minimuminleg kan geheel ter vrije beoordeling van de Raad van Bestuur worden gewijzigd mits alle aandeelhouders op dezelfde waarderingsdag op voet van gelijkheid worden behandeld); voor de klasse « V » is de minimale eerste inleg gelijk aan de tegenwaarde in GBP van EUR 15.000.000 of, bij beslissing van de Raad van Bestuur, EUR 15.000.000 (deze minimuminleg kan geheel ter vrije beoordeling van de Raad van Bestuur worden gewijzigd mits alle aandeelhouders op dezelfde waarderingsdag op voet van gelijkheid worden behandeld).
9.
Uitgifteprovisie: maximaal 3,5% voor de klassen « C », « D » en « LOCK »; 0% voor de klassen « I », « V », « N » en « Z ».
10.
Uittredingsprovisie: 0%.
11.
Provisies voor de werkzaamheden van de Beheersmaatschappij:
Beheerscommissie Administratieprovisie
Klassen « C », « D » en « LOCK » Max. 1,50%
Klasse « I »
Klasse « N »
Klasse «Z»
Klasse «V»
Max. 0,55%
Max. 2%
0%
Max. 0,11%
Max. 0,06%
Max. 0,11%
Max. 0,06%
Max. 0,35% Max. 0,06%
De provisies worden uitgedrukt als jaarlijks percentage van de gemiddelde netto-inventariswaarde van het compartiment en zijn betaalbaar per ultimo van elk kwartaal.
12.
Provisie van Depothoudende bank:
max. 0,02% per jaar van de gemiddelde netto-inventariswaarde voor de klassen « C », « D » « LOCK » en « N »; max. 0,01% per jaar van de gemiddelde netto-inventariswaarde voor de klassen « I », « V » en « Z ».
Deze provisie is betaalbaar per ultimo van elk kwartaal.
13.
Specifieke kosten verbonden aan het mechanisme van de klasse « LOCK »: 0,10% per jaar van de gemiddelde netto-inventariswaarde. Deze provisie is betaalbaar per ultimo van elk kwartaal.
115/116
14.
Berekeningsfrequentie van de netto-inventariswaarde: iedere Luxemburgse bankwerkdag.
15.
Notering op de beurs van Luxemburg: alleen de aandelen van de klassen « C » en « I » worden genoteerd op de beurs van Luxemburg.
Dit technisch informatieblad maakt wezenlijk deel uit van het Prospectus de dato 2 augustus 2012.
116/116