DEVENTER’ ARCHITECTEN ECHTPAAR Wereldwijd koploper in milieuvriendelijk ontwerpen
zomereditie 2012
Kristinsson
In 1966 begonnen ze hun architectenbureau in Deventer: Jon en Riet Kristinsson. Een architectenduo zoals Nederland nooit gekend heeft. Het is niet voor niets dat het echtpaar diverse malen onderscheiden is met prestigieuze prijzen. Onlangs is Villa Flora, het kantoorgebouw van de Floriade 2012 in Venlo, uitgeroepen tot groenste gebouw van Nederland. Een ontwerp van architecten- en ingenieursbureau Kristinsson. Uit Deventer.
Van IJsland naar Nederland
Jon Kristinsson is geboren en opgegroeid in IJsland. Wat heeft hem hier gebracht? Een schip en de zee…letterlijk. “Ik wilde als 15-jarige jongen graag naar de Zeevaartschool. In IJsland bestaat daarvoor de toelatingseis dat je eerst drie jaar “voor de mast” als matroos op zee moet zijn geweest. Al varende heb ik in die drie jaar veel van Europa gezien, onder andere Rotterdam. Ik was gefascineerd door die stad en de wederopbouw.” Bij terugkomst bleek Jon doof aan één oor, waardoor hij afgekeurd werd voor de Zeevaartschool. Hij heeft toen in anderhalf jaar zijn Gymnasium bêta gehaald, waarna hij naar Nederland vertrok om Bouwkunde te studeren.
Uitstapje Egypte
Jon ontmoette Riet Reitsema in Egypte, waar zij deelnamen aan een architectuur excursie, georganiseerd door de TU Delft, waar beide studeerden. Riet was een van de in totaal 60 vrouwelijke studenten die Delft telde, halverwege de jaren ’60. “Er waren er maar vier mee naar
Egypte dat jaar. Drie van hen zijn later (en nog steeds) getrouwd met een mannelijke deelnemer van de groep. Er zat duidelijk iets in de lucht daar in Egypte…”
De weg naar Deventer
Na hun afstuderen, begin 1966, kochten Jon en Riet een huis in Deventer. Diezelfde zomer verbleven zij drie maanden in IJsland, waar in die tijd veel werk was voor ze. Dat herhaalden ze de daaropvolgende zomers, omdat daar veel bouwwerkzaamheden in de zomer plaatsvinden. Toch kon Riet in IJsland niet goed aarden. “In IJsland is de familieband zeer sterk verankerd in de maatschappij. Ik had daar natuurlijk geen familie dus dat was voor mij heel moeilijk aanpassen. Bovendien had ik een IJslandse naam aan moeten nemen, zoals gebruikelijk in IJsland een afgeleide van de voornaam van mijn vader. Daar had ik niet zoveel affiniteit mee. En ik had last van de taalbarrière, ik beschik niet over een talenknobbel. In IJsland hebben we het kantoor en ons werk dus afgebouwd.”
zomereditie 2012
Kristinsson
Voor hun huwelijk werd Jon een compagnonschap aangeboden door de nieuwe hoogleraar Industriële Vormgeving van de TU Delft. Als student sloeg hij dit goede aanbod af, hij ging immers terug naar zijn geboorteland. Terug in Nederland kreeg hij, door een inhoudelijke publicatie als student, een deeltijd aanstelling bij de nieuw op te richten afdeling Bouwfysica van de studie Bouwkunde en Civiele Techniek aan de TU Delft. Nu, een halve eeuw later, blijkt zijn wetenschappelijke, innovatieve benadering in de bouwtechnologie van Nederland in elk gebouw terug te vinden.
Zij kozen destijds voor Deventer als vestigingsplaats omdat dit een goed (per spoor) bereikbare, aantrekkelijke industriestad en historische Hanzestad was, met een mooi middeleeuws centrum. Bovendien zou er een universiteit komen. Kortom, een plek met veel potentie voor een startend architectenbureau. De universiteit is er nooit gekomen en de stad heeft haar industriële karakter grotendeels verloren, maar het architectenbureau dat werd opgericht groeide uit tot koploper op het gebied van duurzaam bouwen en innovatie in Nederland. In het souterrain staan twee oude schuifdeuren als vergadertafel. “Aan deze tafel zijn in en buiten werktijd de meeste van alle innovaties op het gebied van wat nu heet duurzaam bouwen in Nederland ontstaan.”
Sporen in de stad
Wat hebben Jon en Riet zichtbaar aan sporen achtergelaten in de omgeving van Deventer? “Onder andere de paviljoens op het Brinkgreventerrein. De brandweerkazerne in Deventer en Zutphen. De vervangende nieuwbouw van Witteveen en Bos. Enkele particuliere woningen. Een kinderdagverblijf. De verbouwing van de Rijksleerschool tot Trias opleiding voor verpleegkundigen. Vooral in de begintijd hebben we veel kleinere projecten gedaan, waar weinig budget beschikbaar was. We probeerden het maximale te bereiken met minimale middelen. Dat is goed gelukt.” Bovendien was de benadering van de
zomereditie 2012
Kristinsson
Kristinssons uniek in de bouwwereld. Zij waren de enige die de bouwkunde op een natuurkundige manier bekeken. “Dat gaat bijvoorbeeld over licht, geluid, temperatuur, luchtvochtigheid, het binnenklimaat. Elementen die ons welbevinden en onze gezondheid beïnvloeden. Een gebouw wordt vaak vanaf de buitenkant beoordeeld op vorm, materiaal- en kleurgebruik, maar veel belangrijker is het hoe mensen zich voelen in een gebouw.”
De grote doorbraak
In 1976 gebeurde er iets belangrijks. “We mochten als klein, nog onbekend bureau samen met twee grote bureaus meedoen met een prijsvraag voor het ontwerp van het stadskantoor van Lelystad. Dit ontwerp was zeer innovatief en uniek in de wereld: een zelfvoorzienend gebouw met warmteopslag in de grond en zonnecollectoren. Helaas heeft het ontwerp het in de politiek net niet gehaald. Voor bureau Kristinsson betekende het desondanks de grote doorbraak en landelijke bekendheid.
Eerste energieneutrale woningen in jaren ’80
De natuurkundige benadering, samen met de reguliere vormgevingselementen zoals vorm, structuur, kleur en schaal, vormen de basis
“De tijd is altijd een belangrijk element en men is geneigd niet zo ver vooruit te denken.” voor het Integraal Ontwerpen. Het uitgangspunt is altijd de mens in zijn omgeving en het creëren van een gezond binnenklimaat. Door slimme ventilatie, isolatie, warmteopslag en gebruik van zonlicht, kunnen woningen worden gebouwd die energieneutraal zijn. “Dat concept hebben we al in 1982 bedacht, maar is maar mondjesmaat toegepast. De politiek speelt vaak een rol in dergelijke beslissingen en natuurlijk de financiën. De bouw van zo’n energieneutrale woning kostte destijds zo’n 10.000 gulden mèèr dan een gewone woning. Die investering zou zich nu al lang terugverdiend hebben. Maar de tijd is altijd een belangrijk element en men is geneigd niet zo ver vooruit te denken.”
Female touch
Voor Jon is het fenomeen ‘duurzaam bouwen’ zijn levenswerk geworden. Hij heeft zijn wetenschappelijke carrière hieraan geweid en als emeritus hoogleraar aan de TU Delft doceert hij nog steeds dit onderwerp. Hij geeft diverse lezingen in binnen- en buitenland en is een veelgevraagd spreker.
zomereditie 2012
Kristinsson
Ondertussen was er ook een bureau draaiende te houden. Dit gebeurde met de ‘female touch’. Riet legde zich vooral toe op het reilen en zeilen van het bureau: begrotingen, bestekken, tekenwerk, binnenhuisarchitectuur en later de pr en communicatie. Zij heeft maar liefst acht lustrumboeken ontwikkeld, iedere vijf jaar een lust voor het bouwkundig brein. Ook heeft zij het wetenschappelijk gedachtegoed van haar man aan het papier toevertrouwd in de vorm van een dictaat, getiteld ‘Integraal Ontwerpen’ 2002. De TU Delft gebruikt dit boek als studiemateriaal en naslagwerk. Momenteel wordt dit werk in het Engels vertaald en voor het nieuwe college jaar uit gegeven.
Groenste gebouw van Nederland
De afgelopen jaren heeft het begrip duurzaamheid een vlucht genomen. In de bouwwereld zeker. Maar de Kristinssons staan met voorsprong op nummer één op dit gebied. Met het ontwerp van de Villa Flora in Venlo heeft het architectenbureau wereldwijde bekendheid verworven. De basis lag er al: het ontwerp dat zij bijna 35 jaar geleden voor het stadskantoor Lelystad bedachten diende als uitgangspunt, en dit keer werd het wel gebouwd. “Het kantoorgebouw van de Floriade is het toonbeeld van duurzaam bouwen. Het wordt in binnen- en buitenland gepresenteerd als het groenste gebouw van Nederland en is geheel zelfvoorzienend. Al het organische afval uit de tuinbouwkassen wordt verzameld en zodanig verwerkt dat energie
wordt gewonnen. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van onder andere warmteopslag in de grond, zonnecellen, regenwateropvang- en filtering. Op die manier voorziet het gebouw zichzelf van energie en water.”
Prijzenkast
In hun charmante woning in het Noorderbergkwartier in Deventer staat een kast vol met prijzen. Allen ter ere van hun bijzondere bijdrage
zomereditie 2012
Kristinsson
aan de maatschappij en wetenschappelijke doorbraken. Jon is in 2006 zelfs benoemd tot ridder in de orde van de Nederlandse Leeuw, vanwege de vele innovaties in het duurzaam bouwen die op zijn naam staan. Om die reden heeft hij ook de Koninklijke-Shell prijs gekregen. Het bedrag van 100.000 euro heeft hij ingezet voor een recente innovatie: de zogenaamde ‘ademende’ ramen. Riet heeft een Deventer stadspenning gekregen voor haar jarenlange werk voor kunst en cultuur in de stad, onder andere in de Culturele Raad. Naast de stadspenning ligt een Gulden Adelaar. Het echtpaar blijft er bescheiden onder. “De mooiste onderscheiding ontvingen we onlangs, toen we een ingebonden fotoboek kregen van onze kinderen, gemaakt tijdens het feest ter ere van ons beider 75ste verjaardag. Een mooie dag met onze kinderen, kleinkinderen, de buren en oude vrienden. Geluk moet je niet ver zoeken.”
Wat vinden zij nu, zoveel jaar later, van Deventer?
“Nog steeds een geweldige stad! Er zijn wel veel kansen gemist in de jaren dat er weinig planologische visie is geweest. Maar nog steeds heeft het natuurlijk een prachtige binnenstad en wonen we hier met heel veel plezier. Wat er in de toekomst moet gebeuren op bouwkundig vlak? “Een derde noordelijke brug over de IJssel erbij, zodat er een onbebouwde noordelijke weg kan ontstaan boven Twello. Dat geeft de oost-west verbinding Deventer Colmschate - Apeldoorn meer lucht en verlicht de verkeersdruk rond het centrum en langs de IJssel. “ Zolang er geen goede ontsluiting is zit de stad op slot.” Jon voegt daar nog aan toe de terugkeer van de Stadshaven. “Dat zou de oude Hanzestad sieren.” www.kristinsson.nl
voetnoot In juni 2012 wordt er een 45 minuten durende film op DVD uitgebracht over het werk van prof. ir. J. Kristinsson: ‘Van Zon tot Magma’. Het verhaal begint bij het moment van aankomst in Rotterdam in 1954 en eindigt bij de bouw van de zelfvoorzienende Villa Flora op de Floriade 2012. De film draait mogelijkerwijs in september in Filmhuis de Keijzer, op initiatief van architectuurcentrum het Rondeel.
auteur Katja Hogenes
fotografie Astrid van Loo