RELATIEMAGAZINE VAN HET OPENBAAR MINISTERIE | nr 07 | JAARGANG 17 | juli 2011
Hennepteelt achter de schutting Regionaal Milieuteam koploper in handhavingsland Leeg verdachtenbankje
Bommeldingen bij Ikea
Ontruimingen na lichte explosieven
Afgelopen maand is Ikea geteisterd door incidenten waarbij lichte explosieven ontploften, zoals in de filialen in Son bij Eindhoven, Gent, Dresden en bij Lille. Na melding van een verdacht pakketje in een onbeheerde winkelwagen werd Ikea in Delft ontruimd. In Groningen deed de politie onderzoek na een - wat later bleek valse – bommelding. Het OM tast nog in het duister over de daders en het motief van de aanslagen. ‘Het onderzoek in Son richt zich op artikel 157 van het Wetboek van Strafrecht, het opzettelijk teweegbrengen van een ontploffing,’ aldus zaaksofficier Maarten Groothuizen. ‘Er wordt intensief samengewerkt met politie en justitie in België, Duitsland en Frankrijk.’ Foto: ANP
2 | In Naam beeld artikel - Opportuun - Opportuun 7 - juli 7 -2011 juli 2011
Opportuun 7 - juli 2011 - Naam artikel | 3
Hij is geen milieufreak of vogelaar,
6
maar een ambitieuze collega die recherchechef werd bij het Regionaal Milieuteam van de politie Rotterdam-Rijnmond. Zijn eerste inzicht (jaren geleden): als je rotzooi opruimt, neemt de overlast af. Inmiddels is zijn werkveld complexer en breder dan dat. Interview met Cor van der Will over milieurecherche
Het leek een futiele zaak van
12
illegale hennepkweek, maar het leidde tot een herziening van de Aanwijzing Opiumwet. Zo is er nu meer duidelijkheid over de gedoogregels voor thuisteelt. Is één struik van 2,5 m hoog nog wel één plant? Mag je professionele knip apparatuur gebruiken?
Officier Ingrid Masselink over een kleine zaak met grote gevolgen
De vastgoedwereld
16
is even ondoorgrondelijk als lucratief. De markt kent grote marges, omdat niemand de werkelijke waarde van panden kent. Politie en justitie maken de laatste jaren een inhaalslag in de aanpak van vastgoed criminaliteit. De fraude gaat veel verder dan de bekende ABC-constructies. Waarom het meer zin heeft om je te richten op panden dan op criminelen
Fout Vastgoed?
Inhoud
De vastgoedsector is kwetsbaar voor misbruik. Dat wisten we al sinds de Bouwfraude-enquete in het begin van de jaren 2000. Toch zorgde het Klimop onderzoek in november 2007 opnieuw voor grote opschudding en verontwaardiging. De problematiek is wijd verbreid, zo wijzen ook de recent bekend gemaakte gegevens van de Belastingdienst over het onderzoek Nokvorst uit. En misbruik van vastgoedtransacties -hypotheekfraude, gebruik van stromannen, witwasconstructies, verhullen van geldstromen- wordt ook aangetroffen in onderzoeken naar georganiseerde misdaad (o.a. hennepteelt, mensenhandel). Daarom is in 2008 een landelijk actieprogramma afgekondigd en is een Nationale Regiegroep Aanpak Misbruik Vastgoed opgericht. Maar hoe pak je zo’n breed en wijdvertakt probleem in de praktijk effectief aan? Wat is de rol van het strafrecht daarbij? Hoe organiseer je samen met andere hand havingspartners een integrale aanpak? Wat neemt de branche zelf eigenlijk voor maatregelen? Hierover spraken zo’n 80 enthousiaste betrokkenen uit de praktijk op 13 mei 2011 tijdens een themaochtend van politie Haaglanden en parket Den Haag over vastgoedcriminaliteit. We krijgen steeds beter zicht op hoe de misbruikpatronen in elkaar zitten en de samenwerking tussen OM, politie, BOD'en, Belastingdienst en gemeenten groeit. Maar een integrale aanpak van criminaliteit stelt nieuwe eisen aan de deelnemers en dat botst soms met de ‘oude’ organisatiecultuur. Hoe verbind je het eigen organisatiebelang met het gezamenlijke belang? Hoe wordt informatie delen regel in plaats van uitzondering? En wordt het geen tijd voor een meer integrale vorm van sturing, boven de klassieke weeg- en stuurploegen van OM/politie? Als de ambitie is om de geïntegreerde aanpak tot een standaardwerkwijze te maken voor deze problematiek, moeten deze vragen snel van een antwoord worden voorzien. Paul van Voorst, programmaleider Aanpak georganiseerde misdaad Ministerie van Veiligheid en Justitie
Snel en efficiënt reageren.
28
Daar vragen lichte jeugddelicten om. Dus interventie plegen vóór het proces-verbaal en het rapport van de Raad voor de Kinderbescherming. Wat er opgelegd wordt? Een reprimande, boete of schadevergoeding en liever geen werkstraf. Daarover gaat de pilot ZSM. Hoe pubers zoveel mogelijk buiten het strafrecht gehouden kunnen worden
En verder...
De zaak > 10 Column Joost Vliegenthart > 11 5 vragen > 19 Het Parket > 20 Kortom > 24 Stelling: Verplicht ‘sorry’ zeggen > 30 UT Recht > 31 Gespot: Moestuinman > 32
OPPORTUUN | RELATIEMAGAZINE VAN HET OPENBAAR MINISTERIE | JAARGANG 17 | NUMMER 07 | juli 2011 Opportuun wordt gratis verstrekt aan de medewerkers van het OM en andere geïnteresseerden. Het magazine verschijnt twaalf keer per jaar. De redactie is verantwoordelijk voor de inhoud. Aan de in Opportuun verstrekte informatie kunnen geen rechten worden ontleend. Overname van artikelen met bronvermelding is toegestaan. Abonnementenadministratie Wijzigingen? Stuur de adresdrager met de aangebrachte wijzigingen naar het retouradres, of e-mail de wijzigingen naar
[email protected]. Redactieadres Openbaar Ministerie, Parket-Generaal, afdeling Communicatie, Prins Clauslaan 16, Postbus 20305, 2500 EH Den Haag. Eindredacteur Pieter Vermaas, 070 - 3399840 of
[email protected]. Plaatsvervangend eindredacteur Thea van der Geest, 070 - 3399825 of
[email protected]. Aan dit nummer werkten mee Anna Italianer, Mary Hallebeek, Joost Vliegenthart Foto omslag Robin Utrecht Bladformule en vormgeving Kris Kras Design Druk Tuijtel Oplage 8750
Opportuun 7 - juli 2011 - Inhoudsopgave | 5
Vroeger had de milieurechercheur nul aanzien. Tegenwoordig draait Regionaal Milieuteam van politie Rotterdam-Rijnmond “betekenisvolle” onderzoeken. Interview met Cor van der Will, recherchechef RMT. ‘Wat we ook aanpakken, cruciaal is dat het bestuur in beweging komt.’
Denken als
Recherchechef Cor van der Will over betekenis hebben
MILIEUCRIMINEEL Een drugsrechercheur ziet alleen drugs langskomen. Milieurechercheurs draaien de meest uiteenlopende onderzoeken, onder allerlei soorten regelgeving. Illegale export van tv’s en koelkasten. Import van illegaal vuurwerk. Stroperij. Tankercleaningbedrijven. Asbest. Legionella. Je wordt steeds uitgedaagd je in regelgeving te verdiepen en creatief te gaan rechercheren. Dat is het aantrekkelijke ervan, zegt Cor van der Will chef van het Regionaal Milieu Team (22,5 fte), waarin hij nu 10 jaar werkt.
Cor van der Will:
‘Het FPresultaat is ook mijn resultaat’
6 | Naam artikel - Opportuun 7 - juli 2011
U zette de stap naar het milieu bewust? Nee, ik ben geen milieufreak. Ik lig niet op zaterdagochtend met een verrekijker in het weiland vogels te spotten. En ik rijd diesel. Het was min of meer toevallig dat ik in de milieuhoek terechtkwam. In de jaren negentig werkte ik in het Oude Westen van Rotterdam, in een tijd dat er veel overlast was in het “leefmilieu”: junks en straathoertjes. De wijk stond vol autowrakken en fietswrakken. Toen heb ik een projectplan geschreven, dat er in één zin op neer kwam dat we de rotzooi moesten zien weg te halen.
Toen we dat uitvoerden, kwamen we tot de ontdekking dat de overlast afnam. Want de autowrakken werden niet meer gebruikt als slaapplekken voor junks. En niet meer als afwerkplekken voor hoertjes. Het verraste ons: we hadden beter werk gedaan dan we dachten! Het was toen vooral een politieactie, maar we werkten samen met de Roteb (het reinigingsbedrijf van gemeente Rotterdam, red) dat bijvoorbeeld voor de opslag van de fietsen zorgde. Toen drong het pas goed tot me door: als je goed nadenkt, bereik je een veel breder effect. In het vervolg ging ik bewust kijken welke maatregelen je samen met partners kon nemen. Wat is het grote verschil tussen milieupolitie toen en het RMT nu? Allereerst was wat we toen deden peanuts vergeleken bij wat het RMT nu doet. Het RMT doet nu alleen maar grote, betekenisvolle zaken. “Betekenisvol” wil zeggen dat het gaat om feiten waarvoor verdachten in verzekering en bewaring gesteld kunnen worden. Of om meervoudige kamerzaken. Of er moeten bijzondere opsporingsbevoegdheden worden
ingezet. En aan de onderzoeken moeten preweeg-document ten grondslag liggen. Het tweede verschil is de omslag van “incidentgericht” naar “probleemgericht” rechercheren. Alle binnenkomende informatie wordt nu eerst geanalyseerd en veredeld door informatierechercheurs. Daarna wordt de informatie aangevuld met informatie van andere collega-handhavingsdiensten. Met stroomschema’s brengen we actoren en risico’s in een branche in kaart. In een projectteam denken we daarna na over hoe we de opsporing willen inzetten. Is milieu-opsporing lang een ondergeschoven kindje geweest? Ja. Begin jaren negentig had het korps Rotterdam-Rijnmond samen met Zuid-Holland-Zuid een apart Interregionaal bureau milieuzaken (IBMZ). Later werd dat een regionaal bureau (RBMZ). Dat was een beleidsondersteunende club, maar er was juist behoefte aan uitvoering. Om het aan te jagen werden er in 1993 districtsmilieucoördinatoren aangesteld, ik was er ook een. Dat leek een goed idee, maar de effectiviteit van hen wisselde sterk. Sommigen waren actief, anderen
Opportuun 7 - juli 2011 - Interview | 7
‘Economie is altijd één, milieu altijd twee’
neergelegd, of de fax rolt al binnen. De ander gaat een week op zijn officier zitten wachten. Dan denk ik: een beetje parketsecretaris wéét toch hoe zijn officier denkt? Of: stap dan op een andere officier af. Maar Uw RMT werd in handhavingsland de samenwerking is sterk verbeterd. Het FP is voor ons een al snel als voorloper gezien betrouwbare partner. En ik denk dat Klopt. Bij de start in 2001 werkte al wij dat ook voor het FP zijn: wij doen de helft van de rechercheurs ook zaken voor andere regio’s. “probleemgericht”. In 2006 werden landelijk de IMT’s, de interregionale Zaken die dwarszitten zijn bespreekbaar en er wordt vervolmilieuteams, opgericht. Specifiek gens ook áctie opgezet. Dan ben je voor probleemgerichte zaken. Wij bereid om voor de ander die stap déden het al. In 2008 besloot het extra te zetten. College van procureurs-generaal dat RMT’s alleen “betekenisvolle” Hoe is het met de reputatie van de zaken moesten doen. Toen hebben milieurechercheur? we de rechercheurs die nog Vroeger hadden we binnen het incidentgericht werkten, omgekorps nul aanzien. Door het schoold. Zij waren gewend hun geitenwollensokkenimago werden eigen zaakjes te hebben, maar milieurechercheurs niet serieus moesten nu “probleemgericht” in een team aan betekenisvolle zaken genomen. Uit schaamte verbloemden zij hun functie, en zeiden ze dat werken. Een cultuuromslag. ze bij de Regionale Recherche Dienst (waar het RMT onder hangt) Hebben de betekenisvolle zaken tot een andere verhouding met het werkten. Vroeger kwamen er bij sollicitatierondes nul brieven of je OM geleid? kon kiezen uit één kandidaat. Dat is Toen we nog “incidentgericht” veranderd, en behóórlijk ook. honderden incidenten per jaar onderzochten, waren de verhoudingen wel eens slecht. En er ontstond Hoe komt dat? snel irritatie: doordat wij zaken niet In de hele wereld vinden mensen goed aanleverden óf doordat het OM milieu steeds belangrijker, dus ook in de opsporing. Deels dwingen we niet vervolgde. Als het parket een het zelf af. Binnen ons RMT hebben zaak niet inschreef, telde die als we steeds twee flexplekken voor “politiesepot”, waardoor de politie andere collega’s uit de Regionale zijn verplichtingen niet haalde. Dat Recherchedienst. Er is daardoor werd gedoe. Sinds het Functioneel een ander beeld van ons ontstaan, Parket is opgericht, is het beter. Er mensen bleven bij ons “plakken”. is begrip, er zijn afspraken. Het En onze stevige onderzoeken parket is voor milieurechercheurs dragen bij aan het imago. Ik zie in veel laagdrempeliger geworden, al politieland ook wel milieurecherzijn officieren niet altijd makkelijk cheurs een groen pak aantrekken bereikbaar. en de hele dag door een weiland Wat soms knelt: in operationeel kuieren. Zonder targets. politiewerk moeten dingen altijd “Surveilleren” noemen ze dat dan… “gisteren klaar” zijn. Dan kan het beroerd uitkomen als het parket Wat zijn uw rechercheurs een paar dagen doet over een voor types? aanvraag inzet bijzondere opspoTegenwoordig geldt dat je met ringsbevoegdheden, of als de telefoon niet wordt opgenomen. Dan milieu niets bijzonders hoeft te zit je daar, met je prangende vraag. hebben om het als milieurechercheur toch leuk te hebben. Ons RMT Bij parketsecretarissen is het heel heeft specialisten in huis. En het persoonsgebonden. Bij de één heb je na je verzoek de telefoon nog niet heeft rechercheurs die goed kunnen onzichtbaar. Dat laatste meestal doordat de coördinator van zijn leiding geen steun kreeg. Bij een reorganisatie zijn alle milieumedewerkers naar het RMT gegaan.
recherchéren, die kunnen denken als een crimineel. Mooi aan het team is dat men ongevraagd bereid is om een stap meer te zetten. Als ik langer werk, zie ik anderen ook vaak nog overwerken. Ze doen wel aan tijdschrijven, niet aan overuren schrijven. En iedere maand hebben we bijeenkomsten waarin we ons door specialisten laten bijpraten. Zoals over de mogelijkheden om te opereren onder dekmantel. Of over de gevolgen van de verschillende juridische bedrijfsconstructies. Milieuondernemers – willen die nog een beetje deugen? Je hebt ook nette mensen in de milieubranche. Maar activiteiten die milieugerelateerd zijn, lenen zich er voor om extra geld te verdienen. Door regels te ontduiken. De overheid heeft regels bedacht die die ontduiking niet beoogd, maar wel als gevolg hebben. Neem de regeling van statiegeld op autobanden. Bij aankoop van een nieuwe band betaalt de consument bijvoorbeeld 5 euro voor het verwerken van de oude. Dan doet een boef de garagehouder een voorstel: de boef neemt alle banden mee als de garagehouder hem 3 euro per band geeft. De garagehouder blij, want hij hoeft de banden dan niet meer te laten verwerken en pakt 2 euro winst per band. De crimineel vindt vervolgens een boer die een ouwe leegstaande schuur wel wil verhuren. Daar worden alle banden in gestouwd. Maar na een maand is de crimineel verdwenen en betaalt ie ook de huur niet meer. Dan heeft de boef 3 euro per band winst gemaakt, minus wat onkosten. Vervolgens zit de boer met die banden opgescheept. Het gevolg: de boer dumpt die banden. Op die manier trof je overal gedumpte banden aan. Mensen willen geld verdienen. Economie is altijd één, milieu altijd twee. In eigen land draait de regering op milieugebied de geldkraan dicht, ze stoppen met de ecologische hoofdstructuur. Maar de staatssecretaris compenseert wél komkommerkwekers die met
EHEC kampen. Ik was vorige week in Italië op vakantie, en toen trof het me weer. Héél Europa staat op zijn kop vanwege de volksgezondheid, maar de Hollandse bewindsman zegt: “niks aan de hand, maar we lijden wél economische schade”. Maakt u met uw werk Nederland schoner? Dat is vooral een taak van het bestuur: zorgen voor goede regelgeving, vergunningen en handhaving. Wij zijn er voor de uitwassen. Wel geven onze onderzoeken een bepaalde uitstraling. Wordt het land daar schoner van? Ja, maar hoeveel? Effect van ons handelen zien we wel. Neem de legionella-uitbraak, waarbij destijds een dode en twee zwaar gewonden vielen. Na ons strafrechtelijk onderzoek schreven we in een “bestuurlijke rapportage” hoe het bestuurlijk toezicht beter kon. Vervolgens wijzigde het toezicht, provincie en VROM-inspectie gingen hun handelen afstemmen. Laat ik maar de illusie hebben dat wij daar ook aan bijgedragen hebben. Een ander voorbeeld zijn de kabelbranden van vroeger. Om de binnenkern van koper vrij te krijgen, werd de mantel massaal illegaal afgebrand. Die rook is ongelooflijk giftig. Daar hoor je tegenwoordig niks meer over. Nu staan ze in Afrika natuurlijk de boel af te fakkelen… Wát we ook aanpakken, cruciaal is dat het bestuur in beweging komt. Anders komt het als een boemerang terug en zegt een verdachte tegen de rechter: “Maar het bestuur vindt het prima wat ik doe.” Hoe krijg je het bestuur in beweging? Door steeds meer info te delen; dat doen we als politie en OM steeds meer. Laatste sloten we een convenant met de DCMR Milieudienst Rijnmond. Als je zelf daartoe bereid bent, krijg je ook makkelijker van de ander je informatie. Wel humor trouwens: eerst creëert de overheid privacyregels, en vervolgens gaat diezelfde
overheid allerlei convenanten produceren om er weer bij te kunnen komen. We werken samen met het OM en anderen in “proeftuinen”. Dat geldt trouwens vooral voor mijn chef Gerrit Lammers die hoofd IMT-RMT is. Waar wij operationeel alle ruimte hebben, is hij veel met beleid en externe contacten bezig. Met succes. De partners groeien door de proeftuinen sneller naar elkaar toe, worden opener en denken meer out of the box. Ook als ze er zelf niet direct profijt van hebben, doen partners mee. We werken minder lukraak. En meer gezamenlijk, probleemgericht en gestructureerd. Dat geeft rendement. Zit u vaak in de rechtszaal? Bij elk onderzoek komen we in de rechtszaal, althans, de rechercheurs die bij een zaak betrokken zijn. Officieren blijken goed op de hoogte van wat wij hebben opgeschreven in flinke dossiers. Alert reageren ze op waarmee de advocaat komt. Ik ben blij met die drive: het FP-resultaat is ook mijn resultaat. Maar ja, als een FP-aanklager straf eist, legt een rechter vaak véél minder op. Akkoord, ik ben partijdig, maar wij onderbouwen altijd alles in dossiers, terwijl een advocaat soms zó maar wat zegt. De rechter kan of wil dat vervolgens niet verifiëren, maar het heeft wel effect. Laatst, kwam er een knul voor de rechter-commissaris. Hij toverde ineens een brief tevoorschijn waarin zijn werkgever stelde hij als tomatenplukker zo onmisbaar voor het bedrijf was. Dan denk ik: klopt dat wel, hoe onmisbaar kun je als tomatenplukker zijn? Maar de RC liet hem direct vrij. We moeten niet gaan sleutelen aan de onafhankelijkheid van de rechtspraak. Maar op dat moment denk ik: van welke planeet komt die RC? Tekst: Pieter Vermaas Foto: Robin Utrecht
Opportuun 7 - juli 2011 - Interview | 9
Een blik in de zittingszaal. Wat gebeurt er bij de strafrechter en wat eist de officier? Deze keer: lege verdachtenbankjes.
Lege stoelen
Joost de BBQ’er
Vandaag is het stil
Inside the box-denken ‘Je moet out of the box durven denken!’ riep de vriendelijke dame van het jongdenkende, maar ervaren adviesbureau. ‘Hoe zien jullie je afdeling in 2020?’ Vervolgens pakte zij de flip-over om al onze ideeën – ‘hoe gekker, hoe beter’ – op te schrijven om er op een later tijdstip handjes en voetjes aan te geven. Meligheid voerde na drie uur praten op 2.0 niveau de boventoon en veel meer dan enkele teleportatie-achtige manieren van forensen kwamen er niet uit. De vriendelijke dame – afgestudeerd in creatief denken – vond het prachtig en zette alle ideeën op ouderwetse post-its om die aan de analoge muur te hangen. ‘Fantastisch, ik voel een positieve vibe in de zaal!’ Mijn dag vandaag begon niet al te best. Het brood is op, de sleutels zijn kwijt en de auto start niet. Wellicht een voorbode van een pechdag? Maar pechdag of niet, deadlines moeten worden gehaald en ik moet – op de fiets – naar de Haagse rechtbank op zoek naar een zaak om deze column mee te vullen. Op papier ziet het er veelbelovend uit: bij de politierechter staat een aardige hoeveelheid zaken van verschillende criminele aard op de rol. De eerste zaak lijkt al interessant, een 78-jarige man wordt ervan verdacht twee rollen wc-papier uit de Albert Heijn te hebben geroofd. Ik ben benieuwd. Waarom heeft deze behoorlijk bejaarde man het dievenpad gekozen? Ik zal het niet te weten komen. Meestal zijn de plastic kuipstoeltjes bij de deur van zittingszaal al aardig gevuld met verdachten, advocaten en familie, maar vandaag is het stil. De stoeltjes blijven leeg, er is helemaal niemand. De aardige bode bevestigt mijn bange vermoedens. ‘Nee, de verdachte is niet op komen dagen, jammer, geen stof voor je column.’ We praten nog even verder, ik heb 10 | De Zaak - Opportuun 7 - juli 2011
alle tijd want de volgende zaak is eveneens een no show. ‘Je hebt pech,’ leeft de bode mee, ‘het Haagse openbaar vervoer staakt vandaag en dit zou voor veel verdachten ook wel eens een extra hinderpaal kunnen zijn.’ De bode heeft nog een aardige observatie. ‘Steeds meer senioren komen voor de rechter’ vertelt ze, misschien moet je daar een artikel over schrijven,’ Misschien wel, maar vandaag hoop ik nog steeds op een verdachte die de OV-staking heeft getrotseerd en verschijnt op het afgesproken tijdstip. Ik weet wel dat verdachten van ‘politierechter misdrijven’ vaker niet op komen dagen. De zaak gaat dan wel door – verdachten worden, indien schuldig bevonden, bij verstek veroordeeld – maar voor mij is deze gang van zaken minder interessant. Ik wil de verdachten in persoon zien en heb de interactie tussen rechter, verdachte, officier en advocaat nodig voor mijn verhaal. Vandaag ziet het er somber uit. De verdachtenbankjes blijven leeg. Vele koppen slappe rechtbankkoffie later wacht ik nog steeds op nieuwe stof voor mijn column. Zou
dit hem dan worden? Een oplichter uit Voorschoten, strategisch opgesteld bij de geldautomaat, trakteerde argeloze ‘pinners’ op zijn persoonlijke pechverhaal (uit eten, vriendin, pinpas deed het niet. Zou iemand zo vriendelijk willen zijn?) Een lucratief verhaal, het leverde hem duizenden euro’s op. Wat zou dit voor een man zijn, hoeveel charme en overredingskracht heeft deze verdachte? Helaas, ik krijg hem niet ‘live’ te zien. Ook hij heeft besloten zijn dag elders door te brengen. Ik word er moedeloos van, het lijkt wel een complot. Alsof mijn column vandaag niet geschreven mag worden. Mijn laatste hoop is gevestigd op de man die beschuldigd wordt van belediging van een hoofdagent. Volgens de dagvaarding begon hij over de bril van de politieman en beet hem toe: ‘Wat heb jij een goedkope zonnebril op je hoofd, sukkel! Mafkees!’ Of woorden van gelijke strekking. Op weg naar de zittingszaal vang ik de blik van de bode. Ze kijkt me medelijdend aan. Ik gooi de handdoek in de ring. Een vruchteloze ochtend? Toch niet. Ook lege stoelen leveren een column op. Illustratie Guusje Kaayk
Heisessies. Volgens wikipedia: Een bijeenkomst voor leidinggevenden van een bedrijf op een externe, vaak afgelegen locatie waar men in alle rust vergaderingen, seminars, lezingen en trainingen kan organiseren. Volgens mij een vergaarbak van leugens, clichés en duurbetaalde adviseurs die moeilijke termen gebruiken om gebakken lucht te verkopen. Heisessie of heidag zou impliceren dat je ergens ver weg op de hei gaat zitten. Niets is minder waar. Ik zat met mijn afdeling in een lelijk jaren tachtig hotel in Scheveningen. Als je dit deel van Den Haag ‘afgelegen’ vindt omdat het grenst aan het grote water dat we de zee noemen, dan kan ik je nog het voordeel van de twijfel geven. Maar wie wel eens in Scheveningen geweest is moet met mij erkennen dat van ‘in alle rust’ geen sprake is. Tussen de betonnen muren van het hotel werd ook nog eens verwacht dat we out of the box dachten. Ten eerste moet het zijn outside the box-denken, maar dat vergeven we de vriendelijke dame. Ten tweede zijn beide termen rare samentrekkingen van de Nederlandse en de Engelse taal: bestaat er dan geen fatsoenlijk Nederlands equivalent? Ten derde en ten slotte is het outside the box-denken na vele jaren met nog meer heisessies verworden tot een cliché van het zuiverste water. Binnenkort gaan we outside the box-denken door juist weer inside the box te denken. Na de heisessie in het lelijke hotel in Scheveningen zijn we gaan barbecueën in een 1.0 strandtent gemaakt van hout en tocht. Hadden we als afdeling veel meer aan. Joost Vliegenthart Foto: Sanne Paul
Opportuun 7 - juli 2011 - Column | 11
Ingrid Masselink:
‘Ik wilde het niet gedogen’
In de herfst van 2006 wordt er hennep geknipt in een Roermondse achtertuin. Dat deze hennepvondst tot een uitspraak van de Hoge Raad en aanpassingen van de Aanwijzing Opiumwet leidt weet - dan nog - niemand. Officier Ingrid Masselink haalt het proces-verbaal van een paar pagina’s uit het dossier. ‘Het was een kleine zaak met grote gevolgen.’
Oogst van vijf hennepstruiken
Over het legale bezit van twee kilo softdrugs
12 | Naam artikel - Opportuun 7 - juli 2011
Herfst 2006. Als er op het politiebureau in Roermond een melding binnenkomt dat er hennep wordt geoogst in een achtertuin, gaan twee agenten op onderzoek uit. Ze bellen niet aan, maar lopen om, de brandgang in. Daar zien ze, en zo zal dat later in het proces-verbaal terecht komen, dat drie mensen in de tuin vijf hennepplanten aan het knippen zijn. Eén plant was reeds geknipt. Officier van justitie Ingrid Masselink blikt vanuit haar werkkamer terug op deze drugsvondst. De ontdekking van de vijf hennepplanten had uiteindelijk tot gevolg dat de Aanwijzing Opiumwet werd aangepast. Het leek een futiele strafzaak van illegaal hennepteelt, maar de gevolgen waren groot. ‘Die hennepplanten waren uitgegroeid tot struiken die bijna boven de houten schutting uitgroeiden’, verduidelijkt Ingrid Masselink de vondst. ‘Naast de bewoonster van de doorzonwoning hielpen haar partner en een kennis mee met het oogsten. Er werd gebruik gemaakt van een professionele knipmachine die henneptakken topt en het afval opvangt. De agenten onderzochten, na toestemming, ook de woning. Daar vonden zij in een slaapkamer een grote hoeveelheid henneptoppen.’
Opportuun 7 - juli 2011 - Alles afwegende | 13
Monsters Officier Masselink bladert door het proces-verbaal op zoek naar wat de bewoonster van het pand precies had verklaard. ‘Ze zei dat de hennep was verbouwd voor eigen gebruik. Voor haar zelf, haar vriend en voor de kennis die meehielp bij het oogsten. Dat zij joints rookte als medicatie voor een persoonlijkheidsstoornis. Daarnaast verklaarde ze’, en nu leest Masselink uit het proces-verbaal voor: ‘Het is mij niet bekend dat het verboden is om vijf hennep planten te telen. Verder wil ik nog verklaren dat ik de regelgeving niet duidelijk vind. Ik weet niet anders dan dat ik vijf planten mag hebben. Dat is mij zelfs door de politie verteld.’ Ook de partner van de bewoonster verklaarde tegenover de verbalisanten dat hij eerder een agent had gesproken die had uitgelegd dat hij vijf hennepplanten mocht hebben. Monsters van de hennepplanten - Ingrid Masselink spreek in dit geval liever van hennepstruiken - plus de henneptoppen werden voor technisch onderzoek overgedragen aan het drugsoverlastteam van politie Roermond. Het lijkt aannemelijk dat de toppen uit de slaapkamer inderdaad afkomstig waren van de geoogste hennepstruiken in de achtertuin. De hoeveelheid hennep loog er niet om: de planten wogen in totaal elf kilo, de toppen uit huis twee.
Brandgang In de Aanwijzing van het Openbaar Ministerie staat dat een maximum van vijf hennepplanten voor eigen gebruik wordt gedoogd. Op voorwaarde dat verdachte direct afstand doet van de planten wordt niet vervolgd. Maar tijdens de politierechterzitting, begin 2008, stelde officier Masselink in haar requisitoir dat verdachten hadden moeten weten dat deze vijf planten niet gezien konden worden als bedoeld voor eigen gebruik. ‘Als je hulp van twee man inroept en daarbij gebruik moet maken van een professionele oogstmachine hebben we het niet over een geringe hoeveelheid en al helemaal niet over gedogen’, aldus Masselink. ‘De twee kilo hennep in de slaapkamer was buiten elke proportie. Ik eiste een werkstraf van 60 uur voor alle verdachten.’ Tijdens de zitting voerde de raadsman als verdediging dat het binnentreden en binnenkijken in de woning en de achtertuin onrechtmatig was. Dat derhalve het Openbaar Ministerie nietontvankelijk moest worden verklaard. Masselink: ‘De politie was achterom door de brandgang gegaan om te kijken over de schutting. Ik heb de rechtbank uitgelegd dat het mij om het even was of verbalisanten gesprongen hadden om over de schutting te kijken of een
14 | Alles afwegende - Opportuun 7 - juli 2011
opstapje hadden gebruikt, zoals de verdediging aanvoerde. In geen enkele rechtsregel staat dat men niet over een schutting mag kijken. De politierechter ging daarin mee. Hij vond het geen probleem dat verbalisanten, eventueel met een klein beetje springen, over een schutting heen hadden gekeken en vonniste conform de eis.’
Aanwijzing Opiumwet aangepast Naar aanleiding van de recente uitspraak van de Hoge Raad is de Aanwijzing Opiumwet verduidelijkt om ook de teler van vijf of minder (zeer) grote hennepplanten veroordeeld te krijgen. Wie meer dan vijf planten teelt wordt altijd vervolgd. Toch kan ook de teler van vijf planten of minder vervolging boven het hoofd hangen. Dat kan in de volgende gevallen: - Als er professioneel hennep wordt gekweekt. Daarvan is bijvoorbeeld sprake als de belichting geschiedt door kunstlicht op tijdklokken, als de verwarming thermostaat- of computergestuurd plaatsvindt, en als de voeding geregeld is via een centraal bevloeiingssysteem. Het constateren van twee indicatoren voor professionaliteit is voldoende voor vervolging. - Als er sprake is van teelt voor geldelijk gewin, ongeacht de hoeveelheid hennepplanten. Voor de volledige tekst van de aanwijzing zie www.om.nl
Getalsmatige limiet De bewoonster van het pand diende daarop hoger beroep in. Óók de advocaat-generaal redeneerde voor het gerechtshof dat gezien de grote hoeveelheid hennep er sprake was van beroeps- of bedrijfsmatige teelt. Het hof deed eind 2008 uitspraak. Het maakte het hof niet uit hoe groot de planten en de oogst waren. Aan de hoeveelheid hennepplanten die iemand zonder strafvervolging mag telen, was immers “uitsluitend een getalsmatige limiet” gesteld . De Aanwijzing Opiumwet kende, zo constateerde het gerechtshof, geen beperkingen ten aanzien van de maximale omvang van de planten of de daarvan te verwachten oogst. Nu de verdachten direct afstand hadden gedaan van de hennepplanten en –toppen, handelde het OM in strijd met het gedoogbeleid, en werd door het hof niet-ontvankelijk verklaard. ‘Daarop heeft de advocaat-generaal cassatie aangetekend bij de Hoge Raad’, licht Ingrid Masselink het verdere verloop toe.
Cassatie Een goed jaar later deed de Hoge Raad uitspraak. De redenering van de Hoge Raad was dat regels moesten worden beschouwd als recht en het OM had deze regels toe te passen. Op basis van deze regels mocht het telen van niet meer dan vijf hennepplanten niet strafrechtelijk vervolgd worden. Het gewicht van de vijf planten en de hoeveelheid hennepopbrengst deed niet ter zake. ‘Met andere woorden,’ verduidelijkt officier Masselink, ‘de Hoge Raad kon zich vinden in de uitleg van het hof en verwierp het cassatieberoep. Het hof en de Hoge Raad volgden de letter van de aanwijzing, maar ergens zit het toch niet lekker dat we deze burger voor het bezit van kilo’s hennep niet hadden mogen vervolgen. Zeker in het licht van de verharding van de strijd tegen de “soft”drugs.’
‘Een stalkings zaak greep me het meest aan’ Over Ingrid Masselink (1969): ‘Eigenlijk verwacht je Opportuun niet te halen met zo’n lichte zaak die vijf jaar geleden speelde. Veel is dan ook ontschoten en moest ik nalezen in het dossier.’ Dat na de rechtbankuitspraak hogere rechtbanken zich erover hebben gebogen en de Aanwijzing werd herzien vond buiten haar gezichtsveld plaats. Ingrid Masselink begon in 2002 als enkelvoudig officier van justitie op het arrondissementsparket Roermond. In Roermond is ze ook jeugdofficier en gebiedsofficier van Venray geweest. In mei 2010 stapte ze over naar het parket Den Bosch. ‘Na bijna acht jaar was ik klaar voor
Tekst: Thea van der Geest Foto’s: Robin Utrecht, Fons Sluiter
een groter parket.’ Een zaak die haar persoonlijk het meest heeft aangegrepen was een stalkingszaak. ‘Een ex-TBS’er zat zijn vriendin zo dicht op de huid, dat zij nergens vrij meer in was. Hij had haar bijna vermoord. Tijdens de ondervraging ter zitting werd verdachte zo boos dat het schuim hem letterlijk op de mond stond. Gelukkig kon de rechtbank zich in een hernieuwde TBS wel vinden.’
Opportuun 7 - juli 2011 - Naam artikel | 15
De panden, niet de criminelen
Het zicht op vastgoedcriminaliteit groeit. In de nieuwe strategie worden scans gemaakt van panden, transacties, juridisch en economisch eigenaarschap. ‘Daarmee krijgen we uiteindelijk andere verdachten in beeld.’ De schrik in de financiële wereld is vaak groot, als er weer een stevige vastgoedfraude opduikt. De verbazing niet minder. “Wat? Ik werk toch netjes bij een bank/taxateur/makelaar/notaris? Dit doen wij toch niet?” Is het dan vreemd dat politie en justitie moeite hebben de vastgoedwereld te doorgronden en criminaliteit in die sector te ontrafelen? Misschien toch wel, want de commissie-Van Traa wees destijds al op de rol die vastgoed speelde in de georganiseerde misdaad. De verandering is ingezet. Het “Klimoponderzoek” laat zien dat FIOD en OM niet huiverig zijn om alle opsporingsregisters open te trekken. Een aantal regio’s en parketten zijn al langer actief, maar Haagse rechercheurs en aanklagers moesten van ver komen. Dat bleek tijdens een themaochtend die korps Haag
16 | Actueel - Opportuun 7 - juli 2011
landen en parket Den Haag op 13 mei zelf organiseerden ter afronding van de proeftuin Vastgoed. ‘Toen we met vastgoed als prioriteit begonnen,’ vertelde David van Baarle, bureauchef Regionale Recherche van korps Haaglanden, ‘voelden wij ons in ons korps koning eenoog in het land der blinden. We moesten van externen horen dat we een probleem hadden. Onderzoek van professor Dirk Brounen leerde dat Den Haag eruitschiet als het gaat om de hoeveelheid snelle, ongebruikelijke vastgoedtransacties.’
Grote marges Vastgoed is voor criminelen aantrekkelijk. Ze gebruiken panden voor hennepteelt, mensenhandel, huisjesmelkerij en hypotheekfraude. En voor het witwassen van crimineel vermogen. Dat de vastgoedmarkt zo ondoor-
Omslag in aanpak vastgoedcriminaliteit
zichtig is, komt van pas. De markt kent grote marges, terwijl de “normale” waarde van panden moeilijk te beoordelen is. ABCtransacties zijn niet per definitie fout, en datzelfde geldt voor prijsverhogingen. Strafrecht alleen zal vastgoedfraude niet uitbannen, wisten de circa 80 politiemensen en OM’ers die uit heel Nederland naar de themaochtend waren gekomen. Meer heil verwachten ze van de mores in de branche zelf. Van dienstverleners als notarissen, advocaten, taxateurs, hypotheekadviseurs en banken. Hun koepelorganisaties willen in elk geval wel, constateerde Paul van Voorst, programmamanager “Aanpak Georganiseerde Misdaad” van het ministerie van Veiligheid & Justitie. ‘Zo is de Koninklijke Notariële Broederschap actief in beweging gekomen.’ Het levert binnen de dienstverleners ook veel discussie op. Mag bijvoorbeeld de geheimhouding van een derdenrekening –een wetsvoorstel daartoe is maart dit jaar ingediend- worden opgeheven? Zodat geldstromen niet aan het zicht van opsporing en toezicht worden onttrokken? En, jazeker, een advocaat is “geheimhouder” waar het gesprekken met verdachte cliënten betreft. Maar geldt dat geheim nou ook voor financieel-juridische adviezen die advocaten cliënten verstekken? Met banken hadden de deelnemers aan de themaochtend wisselende ervaringen. Als
banken verdachte transacties waarnemen, werken ze hard mee, meende een OM-criminoloog. Een rechercheur was negatiever: ‘Banken denken alleen maar aan geld. Dat ze zelf soms ook door criminaliteit getroffen worden, betitelen ze niet als “criminaliteit” maar als “kosten”.’
Inhalen Ze komen van ver, maar politie en justitie halen hun achterstand in vastgoedexpertise de laatste jaren aardig in. Werkte de politie aanvankelijk “achteruit vanuit het incident” en later “projectmatig”, inmiddels wordt er “breder en probleemgericht” gewerkt. De politieschutting tussen opsporing en hand having gaat neer, het probléém staat nu centraal’, zegt David van Baarle. ‘Er is meer verbinding tussen opsporing en handhaving, en tussen lokale en regionale recherche. We kiezen voor stapeling van verschillende interventiestrategieën en doen dat zoveel mogelijk in samenwerking met partners. Daarom zouden de “stuurploegen” die politie en OM kennen eigenlijk multidisciplinair gevuld moeten worden, dus met partners van buiten het strafrecht.’
Bedreigingen Een van de Haagse fraudeofficieren ziet die gezamenlijke kracht ook. ‘We werken in
| 17
Fraude in de exploitatie proeftuinen, en dat geeft inzichten die je anders niet opdoet. Daarvan profiteren we in een strafrechtelijk onderzoek: we kregen veel, en ándere verdachten in beeld. Niet alleen de gebruikelijke, zoals de hennep telers, maar ook mensen die financiële werkzaamheden verrichten. Velen van hen zijn tijdelijk bestuurder geweest van de rechtspersonen die panden aankochten, daarmee zijn ze medeverantwoordelijk. We willen die informatie ook gaan delen met de Autoriteit Financiële Markten die voor de vergunningverstrekking verantwoordelijk is.’ ‘Een onderzoek’, vervolgde de officier, ‘ging na een tijdje rondzingen. Mensen die werden aangehouden vertelden dat ze die aanhoudingen inmiddels wel verwachtten. Toch hadden ze vaak nog allerlei documenten liggen en bleken ze verklaringen te willen afleggen. Ook over bedreigingen binnen de vastgoedwereld. Weten mensen dat er politieonderzoeken lopen, dan durven ze eerder aangifte van bedreiging te doen.’ Niet de criminelen, maar de panden en risico-indicatoren, dat is een nieuwe strategie in de strafrechtelijke aanpak van vastgoedfraude. In de omslag wordt een belangrijke rol gespeeld door het VIC, het Vastgoed Intelligence Center van politie, OM en Belastingdienst. Het VIC heeft in een database toegang tot gegevens van het Kadaster, Kamer van Koophandel, en het klantenbestand van de Belastingdienst. Het VIC kan op de database zoekvragen loslaten, zodat het in beeld komt als, bijvoorbeeld, een duur pand in bezit is een van “windhapper”, iemand met een laag inkomen. Officier van justitie Ruud Leijenaar, verbonden aan het VIC: ‘Samen kunnen we heel veel. Het is de combinatie van database-informatie en straatinformatie die voor de chemie moet zorgen. Baseer je je alleen op straatniveau, dan kijk je er vaak naast.’ De nieuwe strategie – panden, niet de criminelen – mag veelbelovend zijn, capaciteit blijft een probleem. Wie op jaarbasis
18 | Actueel - Opportuun 7 - juli 2011
Bij vastgoedfraude wordt meestal gedacht aan dubieuze “ABC-transacties”. Maar er wordt ook gefraudeerd in fase van exploitatie. Dus bij het innen van huur- en servicekosten; bij leegstandsbeheer; bij het betalen van eigenaarslasten (bijv. gas, licht, verzekeringen); en bij onderhoud en renovatie. In de proeftuin Vastgoed is een bestuurlijk dossier opgesteld, met daarbij een barrièremodel, over mogelijke witwasconstructies om de aandacht op fraude in de exploitatiefase te vestigen. De volgende signalen kunnen duiden op vastgoedfraude: - de juridisch eigenaar voert niet of nauwelijks een huurders, kosten- of onderhoudsadministratie; - huurcontract en servicecontract ontbreken; - huur is te hoog in relatie tot de kwaliteit van het pand; - huur wordt contant overgemaakt naar verhuurder; - er is geen huurder ingeschreven in het GBA; - de verhuurder verricht geen inspanningen om leegstand te beperken; - duur van de leegstand is onredelijk in relatie tot de ligging of kwaliteit van het pand; - de juridisch eigenaar betaalt niet de (volledige) lasten van het pand; - de economisch eigenaar betaalt de eigenaarslasten; - het onderhoud is onredelijk (veel/duur) in relatie tot de verhouding van het pand; - er is sprake van achterstallig onderhoud en/of er is geen (groot) onderhoud gepland; - facturen van aannemers zijn gefingeerd.
maar een beperkt aantal stevige onderzoeken kan draaien, heeft niet zo veel aan een “top 500” van meest verdachte vastgoedsituaties. ‘We weten allemaal hoe het gaat’, spraken rechercheurs realistisch. ‘Als we klaar zijn met een onderzoek, hebben we geen tijd voor evaluatie en vastleggen van restinfo – er liggen nieuwe onderzoeken te wachten.’ Tekst: Pieter Vermaas Foto: Skyline City
5
1. Twittert het OM?
andere social media
Jazeker! Bijna anderhalf jaar geleden zette het OM zijn eerste schreden op het Twitterpad. Het gebruik van Twitter past bij de (communicatie)doelen van het OM. Het OM wil open en transparant zijn en wil in dialoog zijn met de samenleving. Dat kan natuurlijk uitstekend via Twitter. Nog een voordeel van Twitter is de snelheid. Een persvoorlichter kan bijvoorbeeld direct vanuit de rechtszaal de eis van de officier van justitie twitteren en daar later een motivatie aan toevoegen. OM-twitteraars moeten zich wel aan bepaalde richtlijnen houden, opgesteld door het College van procureurs-generaal. De belangrijkste: twitter niet over interne beslommeringen en twitter niets dat het verloop van een strafzaak in gevaar kan brengen. Realiseer je altijd dat een massa mensen jouw bericht leest, dat bovendien voor altijd op internet zwerft. Gewoon je gezond verstand gebruiken dus!
kunnen OM’ers snel
2. Wat twittert het OM?
Vragen
Via Twitter en
communiceren met de buitenwereld. Vijf vragen aan Rahany Gramberg, eindredacteur online media, afdeling Communicatie van het Parket-Generaal
Via Twitter wijst het OM zijn followers op nieuwe berichten en video’s die op www.om.nl zijn verschenen. Dat is handig voor bijvoorbeeld journalisten. Veel leuker en meer à la Twitter zijn natuurlijk de ‘exclusieve’ tweets. Persvoorlichters kunnen op Twitter onderwerpen kwijt die ‘te klein’ zijn voor een gewoon persbericht, maar te interessant zijn om zomaar voorbij te laten gaan. Bijvoorbeeld: “Politie bracht Hagenaar over naar politiebureau. Onder de stoel van politieauto werd later de gestolen gouden ketting gevonden.” “Morgenmiddag 46-jarige man op zitting, verdacht van betrokkenheid bij dood van zijn ex-partner Miranda #Veldwiesch H'zand dec 2010.”
3. Wat wordt gedaan met reacties op OM-tweets? Reacties met een vraag erin worden zoveel mogelijk beantwoord. Het moet dan natuurlijk wel gaan over vragen die op het werkterrein van het OM liggen, maar niet over de afhandeling van een individuele strafzaak. Bijvoorbeeld: “@MissSifra De foto komt confronterend over bij ouders. Dit leidt ook bij kinderen tot vragen, omdat zij de verdachte herkennen.”
4. Nare, hatelijke tweets gericht aan het OM. Wat doet het OM daarmee? Gelukkig hebben we die tot op heden niet gehad. Natuurlijk komen er wel eens kritische tweets binnen, maar dat is alleen maar goed. Echte dreig tweets worden strafrechtelijk opgepakt.
5. Doet het OM nog meer aan social media?
Bekijk het OM op Twitter: #het_om #OMdenhaag #OM_Amsterdam #OMUtrecht #OMNoordNL #OMZWB #OM_hogerberoep #OM_ontnemen #landelijkparket #200jaarrm #summercourt2011
Sociale media zijn hartstikke leuk en belangrijk om de band tussen OM en samenleving te versterken. Maar je moet je natuurlijk niet als een dolle op allerlei social mediasites gaan storten. We willen het wel functioneel en overzichtelijk houden. Met een aantal projecten als het 200-jarige bestaan van de rechterlijke macht en het nieuwe werken zijn we bijvoorbeeld actief op LinkedIn. En met een studentenproject als SummerCourt dat we samen met de Rechtspraak doen bevinden we ons ook op Facebook. Social media zijn ook een belangrijk intern communicatiemiddel. We maken bijvoorbeeld gebruik van digitale samenwerkingsruimtes. Daarnaast zijn we aan het experimenteren met Yammer. Dat is een soort Twitter, maar dan alleen toegankelijk voor collega’s. Yammer is leuk om korte wetenswaardigheden uit te wisselen die handig zijn voor de uitvoering van je werk. Helaas is het niet geschikt om echt inhoudelijk over OM-zaken te discussiëren omdat het draait op een openbaar netwerk en de kans bestaat dat informatie “op straat komt te liggen”. Gelukkig krijgen we binnenkort een “Yammerachtig kanaal” dat wel draait op het extra beveiligde OM-netwerk.
Opportuun Opportuun 7 - juli 7 -2011 juli 2011 - Naam - 5 vragen artikel | 19
shared service vanuit SMARTIESPAND
Profiel DVOM Leeftijd: Op 13 december 2011 viert de DVOM zijn vijfjarig bestaan.
Een kijkje in DVOM Utrecht
Facturen, personeelsbesluiten, Blackberry’s en computers. Allemaal zaken die de Dienstverleningsorganisatie OM (DVOM) regelt voor hun collega’s. Wat begon als een gidsproject in een kamertje bij het parket Dordrecht, is nu een van de grootste OM-onderdelen. ‘Het Smartiespand’. Zo noemen de medewerkers van de DVOM hun nieuwe onderkomen op het bedrijventerrein Papendorp in Utrecht, vanwege de verschillende snoepkleuren baksteen in het gebouw. De ramen ogen wat klein, maar van binnen is het duurzaam gebouwde pand licht en kleurrijk, zelfs op een regenachtige dag. Er zijn huiselijke zitjes, een fitnesszaal, pantry’s - en natuurlijk flexplekken want de DVOM Utrecht past het Nieuwe Werken toe. Het pand is van alle gemakken voorzien, maar Papendorp is een aardig eindje verwijderd van station Utrecht. ‘Over die afstand vanaf het station wordt nog even gemopperd’, weet DVOM-directeur Rob Janssen. ‘Wij vergeten echter soms dat OM’ers qua locatie – meestal vlakbij het station – behoorlijk verwend zijn. Wij hebben bewust voor Papendorp gekozen
omdat het enorm goedkoop is. Voor hetzelfde aantal vierkante meters naast station Utrecht betaal je de hoofdprijs. Zo besparen we al snel ongeveer 1,7 miljoen euro per jaar.’
Bellen Enthousiast vertelt Janssen over “zijn” organisatie, over bonnetjes en “eerlijke” harmonisatie. Besparen vindt hij een toegevoegde waarde, maar het gaat er uiteindelijk om dat de OM-professional zijn werk kwalitatief goed kan doen. ‘Neem nu deze Blackberry’, beklopt Janssen zijn telefoon. ‘Op dit moment hebben 1200 OM-medewerkers deze telefoon. Bij de financiële administratie kwamen maandelijks duizenden facturen binnen. Dit heeft de DVOM teruggebracht naar twaalf. Vervolgens inventari-
seerden we welke abonnementen het OM nu precies betaalde. Toen bleek dat er meteen al 300 contracten konden worden geschrapt. Daarna vroegen we ons af of dit niet slimmer kon en hebben we “verkort bellen” OM-breed geïmplementeerd, de data-abonnementen aangepast en het belgedrag onder de loep genomen. Dit alles leverde het OM een flinke besparing op. Tot slot willen we gaan zien of we niet zuiniger om kunnen gaan met het overige assortiment aan producten. Als je bijvoorbeeld iedereen een Blackberry geeft, is een vaste telefoon en soms zelfs een OM-Telewerkplek misschien wel overbodig.’ De shared services van de DVOM zijn talrijk. Zo is er bijvoorbeeld de introductie van het P-portal, de harmonisatie van de forensenvergoeding, het wagenpark en de centrale inkoop. Maar naast die harmonisatie ook extra dienstverlening. Het reisbureau is daar een voorbeeld van. En dat is nog lang niet alles. Veel bedrijfsvoeringstaken die voorheen door de parketten werden verricht, zijn door de DVOM overgenomen. Niet altijd zonder slag of stoot. ‘Wij hebben wel wat strijd geleverd,’ erkent Janssen, ‘maar dat hoort ook gewoon bij het proces. We hebben als DVOM de afgelopen jaren hard gebouwd en nu is het zo: we mogen er zijn en we zijn er ook. Wat betreft klant- en servicegericht werken hebben we nog wel een slag te maken. Ik zeg altijd: “de klant is koning en heeft altijd gelijk.” Wanneer je geld pint bij de geldautomaat neem je nooit meer een
Taak: De DVOM verzorgt de bedrijfsvoeringstaken voor alle OM-onderdelen op het gebied van financiën, facilitair beheer, personeel en organisatie en ICT. Filosofie: Ook op het gebied van de bedrijfsvoering is het OM een concern. Aantal DVOM’ers: Een kleine 400, verspreid over zes DVOM-locaties (dat worden er drie). Veel van hen werken “in het veld”, dus op de andere OM-onderdelen. ‘Hoofdkantoor’: Op bedrijventerrein Papendorp, Utrecht. De komst van hoofdkantoor moet leiden tot eenwording binnen de DVOM: daar ontmoeten DVOM’ers elkaar en werken ze meer samen. En moet leiden tot DVOM-één-met-het-OM. Dat uit zich in een “OM-vergaderhuis” in het nieuwe pand, twee opleidingslokalen en een flink aantal flexwerkplekken voor OM’ers die tussen de vergaderingen door willen werken.
bonnetje want deze transactie gaat toch nooit mis. Dit zou ook moeten gelden voor de DVOM, men moet erop kunnen vertrouwen dat het goed gaat. DVOM-medewerkers moeten aanvoelen wat de betekenis van een OM-professional is en zich klant- en servicegericht opstellen. De DVOM moet in het verlengde liggen van OM-brede ontwikkelingen. Een mooi voorbeeld hiervan is de DVOM-Servicedesk. De desk is binnenkort op
Licht en kleurrijk is
Stefan Koppelaar: 'In de
het duurzame DVOM-
projecten die ik binnen de
pand. Zelfs op een
DVOM doe, hoor ik wel:
regenachtige dag
hé, daar heb je meneer Blackberry. Die feedback is leuk.'
Opportuun 7 - juli 2011 - Het parket | 21
werkdagen tot elf uur ’s avonds bereikbaar voor ICT-problemen, omdat het OM al lang geen negen-tot-vijforganisatie meer is.’
mijn werkdag indeel, dat kan ik niet maken ten opzichte van mijn collega’s. Wij zijn gebonden aan een strak werkrooster.’
Hart
Het nieuwe werken
Het zenuwcentrum voor ICT-storingen, de Servicedesk van de DVOM, is gevestigd in Utrecht. 13 Medewerkers zijn er continu bezig ICTproblemen op te lossen die via de telefoon of de e-mail binnenkomen. Klantgericht zijn ze zeker. Centraal op de afdeling hangt een groot scherm dat het aantal telefoontjes en de beschikbare medewerkers toont. Een groot zwart hart meet de servicegerichtheid en houdt de medewerkers scherp. 95 Procent is het streven. Komt het niveau hieronder, dan kleurt het hart rood. Deze ochtend zijn er al 94 telefoontjes binnengekomen. ‘Een relatief rustige ochtend’, vindt Charlotte van Wijmen, medewerkster van de Servicedesk. ‘Wij proberen kleine storingen eerst zelf op te lossen. Lukt dat niet, dan registreren we wat er mis is en gaat een melding door naar de tweede lijn. Iedereen wil met spoed geholpen worden, dat lukt natuurlijk niet altijd. Ik probeer wel begrip voor de gebruiker op te brengen. Als er een printer kapot is lijkt dit misschien niet zo erg, maar het kan bijvoorbeeld om een dagvaarding gaan die alleen op het bewuste apparaat geprint kan worden. Zo kunnen er dus hele processen in de soep lopen. Daar moet je wel rekening mee houden.’ De Servicedesk is een “gesloten afdeling”, zeg Van Wijmen altijd. ‘Wij kunnen namelijk op afstand meekijken op het scherm van de OM-medewerkers en de muis overnemen, dit moet natuurlijk wel op een beveiligde plaats gebeuren. Als enige van de DVOM kunnen wij geen gebruik maken van de flexplekken in het hele pand. Ook het nieuwe werken gaat aan onze afdeling voorbij. Ik kan niet zelf bepalen hoe ik
Maarten Houdijk, contractmanager Inkoop, hoeft zich juist niet aan een strak werkrooster te houden. Hij is enthousiast over het Nieuwe Werken bij de DVOM. ‘Als ik ‘s ochtends even een privéboodschap wil doen, hoef ik daar nu geen vrije dag meer voor op te nemen. Het gaat om de prestatie die ik lever en niet meer om de aanwezigheid op de werkplek. Sterker nog, ik kán mijn functie niet alleen vanachter een bureau uitoefenen. Ik moet veel zaken op locatie bespreken en regelen. Werken kan nu ook ‘s avonds, als het maar afkomt.’ Houdijk is verantwoordelijk voor de facilitaire contracten die de DVOM afsluit. Van catering en beveiliging tot aan auto’s, pennen en koffiebonen. Voor hem betekent dat goed luisteren naar wat de klant (de OM-onderdelen) wil, marktonderzoek doen, nieuwe leveranciers zoeken, en problemen met bestaande leveranciers oplossen. ‘Toen onlangs een leverancier failliet ging, dreigde zelfs het primaire proces daarvan hinder te ondervinden. Het is dan flink aanpoten om de levering van goederen veilig te stellen en een alternatieve leverancier te selecteren.’ ‘In het project Tekst & Commentaar hebben we flink kunnen besparen. Door in één keer 1500 wetboeken tegelijk te kopen, hebben we 60.000 euro bespaard. Een jaarsalaris! Het OM kan een interessante contractpartij zijn voor sommige leveranciers, maar soms is het voordelig aan te sluiten bij rijksbrede aanbestedingen. Dan is het een uitdaging om de producten en diensten zo goed mogelijk te laten passen bij de wensen van het OM.’
Meneer Blackberry Vorig jaar was projectleider Stefan Koppelaar nog bezig met de Blackberry's, nu bestuurt hij een ICT-project genaamd LOOGC (landelijk overzicht onderzoeken georganiseerde criminaliteit). Dit systeem kan worden gebruikt voor registratie van grote onderzoeken naar de georganiseerde misdaad. ‘OM’ers waren op allerlei locaties en manieren bezig gegevens uit zwaardere zaken vast te leggen’, vertelt hij. ‘Nu wordt er een centraal systeem gebouwd waarmee een officier van justitie dwarsverbanden tussen verschillende zaken kan leggen. Bijvoorbeeld: een crimineel is in Zwolle bekend als chauffeur en lijkt minder belangrijk, maar in Utrecht duikt zijn naam opeens op als financiële man van een criminele organisatie, zo heb je dus in één klap zicht op zaken en signaleer je de onderliggende verbanden. In ons systeem kan je tevens de status van zaken bekijken, zaken op de agenda zetten, en beslissingen en acties vastleggen. Je hebt direct zicht op zaken op landelijk niveau. In september wordt dit systeem ingevoerd.’ Koppelaar heeft tien jaar als consultant in het bedrijfsleven gewerkt en hij heeft het nu erg naar zijn zin bij het OM. ‘Consultancy is leuk, maar vluchtig. Bij het OM doe ik heel verschillende projecten, maar ik krijg de nodige feedback omdat ik dezelfde mensen steeds tegenkom. Toen ik voor dit project ergens op locatie kwam werd ik begroet met “Daar heb je meneer Blackberry”. Die herkenning vind ik erg leuk.’ Tekst: Anna Italianer Foto’s: Robin Utrecht
Gebruikers over DVOM Henk Boland, directeur bedrijfsvoering parket Amsterdam, ervaart een wisselend niveau van dienstverlening door de DVOM. ‘Niet zo vreemd bij een organisatie in ontwikkeling met veel taken. Wat betreft personeelszaken ben ik heel tevreden, bij de ICT-afdeling kan de DVOM nog wel verbeteringsslagen maken. Het is nog niet tot alle DVOM-lagen doorgedrongen welk gevolg een late melding van een GPS-storing kan hebben op de primaire processen. Meer begrip voor deze processen zal leiden tot betere service en klantgerichtheid. Een positief voorbeeld vind ik de DVOMServicedesk: uitermate professioneel en klantvriendelijk. De DVOM straalt uit dat ze serieus naar haar omgeving luistert en beweegt zich in de goede richting.’ Op het parket Amsterdam is Josien van Leeuwen coördinator van het Tolk- en Vertaalbureau. Zij verwerkt de tolkdiensten en vertalingen in het OM-systeem (BINK). De betalingen worden door de DVOM verzorgd. Zij is over het algemeen tevreden over de dienstverlening. ‘Ze zijn klantvriendelijk en goed te bereiken. Ik kan in het systeem meteen zien wie wat doet binnen de DVOM; als ik een vraag heb, vind ik daar meteen een contactpersoon bij. Wel krijg ik vrij veel klachten van tolken over achterblijvende betalingen. Sommige rekeningen worden pas na zes weken betaald, dat kan natuurlijk niet. Maar ik weet dat ze het erg druk hebben bij de DVOM en ik ga ervan uit dat hier verbetering in komt.’
Maarten Houdijk,
Charlotte van Wijmen,
contractmanager Inkoop:
medewerkster Service
‘Ik vind het een uitdaging
desk: ‘Iedereen wil
om ervoor te zorgen dat
natuurlijk met spoed
producten en diensten zo
geholpen worden, dat lukt
goed mogelijk aansluiten
niet altijd, maar daar heb
bij de wensen van het OM.’
ik vaak wel begrip voor.'
Opportuun 7 - juli 2011 - Het parket | 23
kortom
Kijk voor meer actueel nieuws op www.om.nl
Geweldsverdachte vaker vóór proces al in cel Justitie wil verdachten van geweld in het uitgaansleven en van geweld tegen politieagenten of ambulancepersoneel vaker in afwachting van hun proces in de cel houden, voor een maximum van zeventien dagen. Minister Ivo Opstelten en staatssecretaris Fred Teeven willen de mogelijkheden van voorlopige hechtenis verruimen. In hun voorstel moet de geweldpleger na een veroordeling zijn straf meteen aansluitend aan de rechtszitting uitzitten. Voorwaarde voor de strengere aanpak is dat het
gaat om misdrijven waarvoor justitie minimaal enkele weken of maanden celstraf kan eisen. Justitie kan verdachten nu alleen in voorarrest houden bij supersnelrecht, waarbij de rechtszitting binnen drie dagen is. Dat is vaak te kort voor het verzamelen van hard bewijs voor zwaardere misdrijven. Met het nieuwe voorstel is er dus meer tijd en kan de verdachte in de cel worden gehouden, mits hij berecht wordt binnen zeventien dagen. Opstelten en Teeven willen met de uitbreiding van de voorlopige hechtenis ook aan slachtoffers meer tijd geven om een schadeclaim in te dienen.
Minder criminaliteit onder jongeren Criminaliteit onder minderjarigen en jongvolwassenen lijkt af te nemen. In 2008 zijn voor het eerst in jaren minder taakstraffen opgelegd aan minderjarigen (12 tot 18 jaar). Dat blijkt uit een onderzoek van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC). Vorig jaar zag het centrum ook voor het eerst in jaren een daling in het aantal jongvolwassenen (tot en met 24 jaar) dat is aangehouden en het aantal dat voor de strafrechter is gekomen. Mogelijk komen minder jonge daders van zware delicten met justitie in aanraking. Dat zou af te
24 | KortOM - Opportuun 7 - juli 2011
Samen sterk
wiens medewerking de politie niet De burger is steeds meer een ken. Omgekeerd doet de overheid goed meer kan functioneren. Debet steeds meer een beroep op burgers gelijkwaardige partner van daaraan is ook de opkomst van om medeverantwoordelijkheid te de politie geworden. Dat blijkt uit een onderzoek dat professor Henri Beunders verrichtte voor het onderzoeksprogramma Politie en Wetenschap. De relatie tussen overheid en burgerij is in de afgelopen decennia drastisch gewijzigd. Versterkt door de revolutionaire ontwikkelingen van nieuwe communicatiemiddelen is ze veel gelijkwaardiger geworden. Sociaal-interactieve media stellen burgers veel meer in staat zich te bemoeien met overheidsta-
nemen onder meer voor een veilige leefomgeving. Deze brede maatschappelijke ontwikkeling is niet voorbijgegaan aan de politie. Mobiele telefoon, internet en sociale media hebben ervoor gezorgd dat de politie niet langer kan opereren zonder de actieve deelname van het publiek. Voornamelijk op lokaal niveau wordt de relatie burger-politie serieus genomen. De burger is inmiddels geëmancipeerd tot een gelijkwaardige partner zonder
nieuwe 'sociale media'. Daardoor heeft de politie ten aanzien van het publiek een gelijkwaardige, en soms zelfs afhankelijke positie gekregen. De bereidwilligheid van de burgers om de politie bij te staan, leidt ertoe dat de verticale gezagsverhouding van vroeger heeft plaatsgemaakt voor een horizontale relatie die eerder te typeren is als een bondgenootschap: samen sterk voor een veiliger en leefbaarder samenleving.
Gezocht: kandidaten Gonsalvesprijs leiden zijn uit het feit dat er minder zware straffen zoals gevangenneming worden opgelegd aan minderjarigen en jongvolwassenen. Het is voor het eerst sinds 2005 dat een daling in de jeugdcriminaliteit
is gesignaleerd. Volgens het onderzoekscentrum is pas sprake van een trend als de daling zich de komende jaren voortzet. Mogelijk is sprake van "een eenmalige dip'' aldus het WODC.
Op 12 december 2011 reikt minister Opstelten de vierde Mr Gonsalvesprijs uit. De jury roept kandidaten op. De Mr Gonsalvesprijs wordt elke twee jaar toegekend aan een persoon of organisatie die een
belangrijke bijdrage heeft geleverd aan vernieuwing binnen de rechtshandhaving. Dit jaar is het thema de aanpak van georganiseerde criminaliteit, met speciale aandacht voor de rol die burgers, instanties, het onderwijs, het bedrijfsleven en de overheid
in de meest brede zin hierin kunnen spelen. Kandidaten kunnen tot 1 november aangemeld worden via het e-mailadres
[email protected].
| 25
Minder NFI-aanvragen door Deskundigenregister In 2010 voerde het NFI 42.100 onderzoeken uit. Na een jarenlange stijging betekende dat een vermindering in het aantal onderzoeksaanvragen. Dit werd mede veroorzaakt door het in werking treden van de Wet deskundige in strafzaken. De ingebruikname van het bijbehorende deskundigenregister bracht voor de keten extra administratieve handelingen met zich mee die tot deze verlaging leidden. Dat staat in het jaarverslag 2010 van het NFI. Vorig jaar is de gemiddelde levertijd door het NFI met
veertig procent verder afgenomen. Verder introduceerde het NFI “DNA 6 uur” Hiermee kan het NFI binnen zes uur een DNA-analyse uitvoeren, deze vergelijken met de DNAdatabank en de rapportage opleveren. De politie heeft inmiddels in een aantal gevallen effectief gebruik gemaakt van dit product, waardoor zij een verdachte snel konden opsporen. Foto: NFI
Weer mobiel toezicht door marechaussee De Koninklijke Marechaussee gaat het mobiel toezicht achter de grens met België en Duitsland weer volledig inzetten. Het mobiel toezicht is belangrijk bij het bestrijden van illegaliteit en grensover schrijdende criminaliteit, zoals mensensmokkel, mensenhandel, identiteitsfraude, drugssmokkel en
het witwassen van geld. De marechaussee kan illegale vreemde lingen als dat nodig is ook weer in de cel zetten . Doordat de controles van de marechaussee steekproeven zijn, heeft het toezicht niet het karakter van grenscontroles. Die mogen er binnen het Schengengebied
immers niet meer zijn. Door een aanpassing van het Vreemdelingenbesluit heeft het mobiel toezicht veiligheid een stevige juridische basis gekregen.
26 | KortOM - Opportuun 7 - juli 2011
Naast het geven van een boete of een celstraf, kan de rechter binnenkort personen die te hard varen of met teveel drank op een schip besturen de vaarbevoegdheid ontzeggen. Varen is dan niet meer toegestaan. Zodra het wetsvoorstel is goedgekeurd door de Eerste Kamer, krijgt justitie deze extra sanctiemogelijkheid. Schippers in de plezier- en beroepsvaart raken hun vaarbewijs kwijt als ze herhaaldelijk met een
alcoholpercentage van meer dan 0,5 promille op achter het roer staan. In de pleziervaart kan te hard varen hetzelfde gevolg hebben. Minister Schultz van Haegen van Infrastructuur en Milieu: ‘Riskant vaargedrag is onacceptabel. Snelle motorboten die een gevaar vormen pakken we aan.’ De laatste jaren vielen gemiddeld acht doden per jaar door ongelukken met snelle motorboten op het water.
Omgeslagen in de la ‘Aan slachtoffers, nabestaanden en de samenleving valt niet uit te leggen dat een verkrachter zomaar zes maanden eerder de cel uit mag. Dossiers liggen gewoon te lang in de la. Het is tijd voor een registratie systeem dat rechters waarschuwt als iets te lang duurt.’
CLUB MARTIJN 'Dit zijn internationale netwerken en de daders zijn mensen die ook van het ene naar het andere land verhuizen. Dat moet je internationaal aanpakken. CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt, Elsevier.nl 19 juni 2011
Lilian Helder, PVV Tweede Kamerlid Volkskrant 10 juni 2011
Nieuwe PG Albert van Wijk Albert van Wijk, is met ingang van 8 juni 2011 benoemd tot lid van het College van procureurs-generaal. Hij zal als procureur-generaal verantwoordelijk worden voor onder meer de bedrijfsvoering van het Openbaar Ministerie. Van Wijk is de opvolger van procureur-generaal Henk van Brummen die met ingang
Vaarbewijs inleveren
COMAZUIPEN van december 2011 met pensioen gaat. Van Wijk was van 2008 tot 2011 hoofdofficier van het Functioneel Parket, van 2005 tot 2008 plaatsvervangend hoofdofficier van het Landelijk Parket en daarvoor plaatsvervangend hoofdofficier van het Functioneel Parket.
‘Ze denken meteen dat het een comakeet is, waar die boeren met zware kisten zich het licht uit de ogen zuipen.’ Friese jongeren aan het woord over hun schuur De Groene Amsterdammer 16 juni 2011
OVER OPSTELTEn ‘Hij zegt: we doen het en als de rechter het niet goed vindt, fluit hij ons wel terug.’ Robert Mul, accountant en ex-directeur Rekenkamer Rotterdam Binnenlands Bestuur, 17 juni 2011
Opportuun 7 - juli 2011 - OMgeslagen | 27
Iets pikken uit een supermarkt door minderjarigen komt op grote schaal voor. Veel winkeldiefstallen worden nu nog afgedaan met een kleine werkstraf. Maar daarmee criminaliseer je een grote groep pubers. Om jongeren uit het strafrecht te houden zijn betere oplossingen nodig. Pilot ZSM biedt uitkomst.
Jeugdcriminaliteit ZSM aanpakken Het OM wil zinvolle snelle afdoening
Jeugdcriminaliteit bestaat voor een belangrijk deel uit grensoverschrijdend gedrag van pubers. Er komen vrij veel lichte delicten in het strafrecht terecht. Vernieling, eenvoudige mishandeling of kleine winkeldiefstal komt het meeste voor. Jongeren die zich schuldig maken aan deze delicten worden deels doorgestuurd naar Halt en deels naar het OM. Het OM wil voorkomen dat elke uitglijder met een geringe impact gecriminaliseerd wordt door te reageren met een standaard procedure en standaard werkstraf. Lichte jeugddelicten vragen juist om een snelle en efficiënt reactie. Dus niet meer wachten op het proces-verbaal dat de politie nog moet opmaken of standaard wachten op een rapport van de Raad voor de Kinderbescherming, maar als het kan direct interventie plegen met een reprimande, een boete of een schadevergoeding.
Jeugd ZSM Een aanpak van lichte jeugddelicten vraagt om een snelle reactie en afdoening. Die ontwikkelingen zijn al gaande in de pilot ZSM. Jeugd is daarom expliciet als doelgroep toegevoegd aan de pilots ZSM. Alle verdachten die aangehouden zijn, dus óók minderjarigen, worden direct aangemeld bij het OM en de politie. Halt, Raad voor de Kinderbescherming, de advocaat en het Slachtofferloket schuiven zo nodig ter plekke aan. Er worden direct alternatieve afdoeningen ingezet als een
28 | Expertise - Opportuun 7 - juli 2011
geldboete, een herstelbemiddeling of het opleggen van een wijkverbod in plaats van de standaard werkstraf.
Buiten het strafrecht In de nieuwe ‘Aanwijzing effectieve afdoening strafzaken jeugdigen’ worden criteria geformuleerd wanneer een reprimande van politie, registratie, vergoeding van schade en een Halt-verwijzing van toepassing zijn om jongeren buiten het strafrecht om, weer op het rechte spoor te krijgen. Ook de inzet van school - hoewel moeilijk vanuit het OM te organiseren - kan daaraan bijdragen door herstel bemiddeling of slachtoffer-dadergesprekken. Licht geweld door minderjarigen gaat vaak om vechtpartijen en bedreiging op scholen. Een correctie vanuit de directe omgeving volstaat meestal al. Om pubers buiten het strafrecht te houden zal het OM, waar het kan, partijen zelf het probleem laten oplossen.
Geldboetes In het licht van snel, efficiënt én doeltreffend wordt bij lichte delicten vaker gereageerd met geldboetes in plaats van werkstraffen. Jongeren van 16 en 17 kunnen zelf ook met een baantje het geld voor de boete verdienen. Daarnaast moeten ze de schade vergoeden (wellicht aangevuld met een extra bedrag bedoeld als vergoeding voor de winkelier).
Om pubers buiten het strafrecht te houden zal het OM, waar het kan, partijen zelf het probleem laten oplossen
De afdoeningen zijn er op gericht om herhaling te voorkomen en de jeugdigen gunstig te beïnvloeden, maar meestal volstaat een korte reactie. Van de jongeren, die met de politie in aanraking komen is 58% een first offender. Daarvan zien we slechts een minderheid nog een keer terug.
Ernstige delicten Jeugdcriminaliteit kan ook ernstige vormen aannemen. Jongeren plegen zware geweldsdelicten, maken deel uit van criminele groepen of plegen overvallen. Uiteindelijk groeit zo’n 10 % door tot veelpleger. Het OM wil zich vooral richten op de jongeren met een hoog recidiverisico of degenen die ernstige delicten plegen. Om die reden kijkt de jeugdofficier van justitie niet alleen naar de gepleegde strafbare feiten, maar wordt ook ander "signaalgedrag", zoals spijbelen en drugs- of drankgebruik, meegewogen. Waar het kan, straft het OM licht, waar het moet hard. Tekst: Thea van der Geest Foto’s: Judith Dekker
Ontwikkeling afdoening jeugdzaken Jaarlijks worden bijna 45.000 (geregistreerde) misdrijven gepleegd door minderjarigen. Daarvan worden er ongeveer 17.000 afgedaan door de HALT-bureaus. De overige 28.000 zaken komen door tussenkomst van de politie bij het Openbaar Ministerie terecht. Door het afschaffen van de Stop-maatregel, de nieuwe wet versterking positie slachtoffers en rechtsbijstand bij politieverhoor zijn wijzigingen aangebracht in de Aanwijzing effectieve afdoening strafzaken jeugdigen. Ook de doorontwikkelingen op het gebied van de persoonsgerichte aanpak en interventies, nazorg en gewijzigd ketenproces zijn daarin opgenomen. De volledige aanwijzing is na te lezen op om.nl
| 29
De Stelling
'Sorry' zeggen moet voor jongeren een verplicht onderdeel worden van de straf.
Foto: HH
UT Recht
Onschuldpresumptie
Gjalt Talstra (17), deelnemer aan het Nationaal Jeugddebat
Peter Bruins, jeugdofficier in Den Haag
Ja! Het zou goed zijn om jeugdige criminelen verplicht sorry te laten zeggen. Het is een eenvoudige, logische en uitvoerbare uitbreiding van ons jeugdstrafrecht.
Verplicht je excuus maken kan natuurlijk niet, dat heeft ook weinig zin. Een excuus heeft alleen maar betekenis als het echt gemeend is en vanuit jezelf komt. Als het maken van je excuses op die manier in de straf wordt verwerkt, zie ik er veel voordelen van.
Het kan voor een slachtoffer heel prettig zijn om excuses te krijgen voor wat hem is aangedaan. Wellicht kan het slachtoffer de zaak daarmee beter afsluiten. Daarnaast zorg je met deze straf er ook voor dat de jeugdige dader zich meer bewust wordt van zijn daden; door sorry te zeggen geeft hij toe dat hij een delict heeft begaan en wordt hij hiermee geconfronteerd. Dit zou kunnen voorkomen dat ze het nogmaals zullen doen. Het tegenargument dat meer extra regelgeving voor bureaucratisch rompslomp zorgt, gaat niet voor deze straf op. Het is namelijk een straf die in de praktijk makkelijk uitvoerbaar is. Wel zou het excuses aanbieden niet ten kosten mogen gaan van de oorspronkelijke straf. Als er voor een bepaald delict bijvoorbeeld een taakstraf wordt opgelegd, dan zou het excuses aanbieden daar bovenop moeten komen.
Door het steeds anoniemer worden van de maatschappij is er een tendens ontstaan waarbij we ook bij heel eenvoudige strafbare feiten liever de weg naar de politie nemen, dan elkaar aanspreken op ongewenst gedrag. Keerzijde hiervan is dat onze kinderen dus ook niet meer leren dat je met excuses maken vaak veel meer goed maakt dan door het verrichten van een taakstraf. We zouden in sommige zaken zelfs kunnen volstaan met het maken van excuses. Het pedagogisch karakter van het jeugdstrafrecht krijgt op deze manier nog meer gestalte. Je maakt jongeren meer voelbaar verantwoordelijk voor de gevolgen van hun gedrag. Als ze hun excuus niet willen maken moet er een hogere straf volgen. Alleen als het slachtoffer duidelijk aangeeft geen prijs te stellen op excuses, op welke manier dan ook, zou een strafverzwaring uit kunnen blijven.
De laatste tijd heb ik wel eens te doen met verdachten. Als je verdacht wordt, kan het gebeuren dat je uit je dagelijkse bezigheden wordt gerukt en behoorlijk wordt aangepakt. Gelukkig heb je ook rechten: je mag zwijgen, je krijgt rechtsbijstand, je anonimiteit wordt gewaarborgd en we gaan uit van je onschuld zolang het bewijs niet is geleverd. Bij de eerste uitzending van RTL Boulevard waarin Susanne Terporten te gast was, begon ze over de onschuldpresumptie. Wat doe je nu, dacht ik, bereik je een miljoen gewone huiskamers, kom je met een academisch begrip dat nauwelijks op het scrabblebord past. Maar het kwam goed, er volgde uitleg en welbeschouwd is het hard nodig om dit verwaterende begrip helder neer te zetten. Mag ik een voorbeeld geven? Er was onlangs in Utrecht een scholierenfeestje: ouders de deur uit, verkeerde gasten, drank, ruzie, gegooi met glazen en een rake klap met als gevolg een gebroken oogkas bij een van de twee 16-jarige gastvrouwen. De meisjes disten een mooi verhaal op. Er zouden jongens over de schutting zijn gekomen en die hadden een van de twee meisjes geslagen. De een wist wie ze waren maar had niet gezien dat ze hadden geslagen. En degene die de klap had gekregen, had ze niet over de schutting zien komen en kende de jongens niet. Vele en nachtelijke uren is de politie ermee bezig geweest. De jongens opsporen, ophalen en verhoren, beelden uitkijken, verklaringen opnemen van aanwezigen, naderhand nog eens iedereen benaderen. Met als resultaat dat er geen bewijs boven water kwam en onduidelijk bleef: hoeveel jongens er over de schutting waren geklommen, wie dat dan precies waren, of ze al dan niet Marokkaans waren, of er überhaupt iemand over de schutting was geklommen, wie er had geslagen en of er nu wel of niet ongenode gasten op het feestje waren. Anders gezegd, de opgegeven signalementen klopten niet en de verklaringen van de meisjes waren niet consistent. Wat ze wel goed hebben gedaan, is de publiciteit gezocht. Tegenover de politie konden ze niet verklaren wie de klap had uitgedeeld, tegen journalisten zeiden ze precies te weten wie de geweldpleger was. Dat ging met zo’n stelligheid dat de verslaggeving en de publieke opinie de stap van de onschuldpresumptie maar oversloegen. Het zou volgens publicaties gaan om een ‘achtertuinbestorming door Noord-Afrikaanse stadsguerilla’s’. ‘U verpest de Nederlandse jeugd’, bast iemand in onze Utrechtse mailbox. En dat de jongens tegen wie geen bewijs is, niet worden vervolgd, krijgt als reactie ‘Wat een teringpolitie en wat een kutofficier van justitie’. En dan onze volksvertegenwoordigers. ‘Bent u bereid alles in het werk te stellen om de daders zo lang mogelijk achter slot en grendel te krijgen om zo, naast het straffen en afgeven van een signaal, de slachtoffers te beschermen?’ Lekker gesloten, zo’n vraag. Ja, slachtoffers moeten beschermd worden en verdienen een goede positie in het strafproces. Maar meer dan ooit lijkt het erop dat we ook verdachten moeten beschermen. Niet alleen tegen intolerant – of zal ik zeggen intoleranter - denken, maar ook tegen politieke scoringsdrift. Onschuldpresumptie, drie keer de woordwaarde graag. Mary Hallebeek, persvoorlichter parket Utrecht
30 | Stelling - Opportuun 7 - juli 2011
Opportuun Opportuun 7 - juli 7 -2011 juli 2011 - Naam - UTartikel Recht | 31
‘Lekker klooien in de natuur’
GESPOT: Soesterberg, volkstuinenvereniging Bloemenheuvel Naam: Koos Spee Leeftijd: 64. In september bereikt Spee de pensioen gerechtigde leeftijd. Functie: Landelijk verkeersofficier, raadsadviseur voor het College van PG’s, en voorzitter van Bloemenheuvel. Foto: Ivar Pel
Koos Spee ontspant zich op de moestuin
Zijn buren in Soesterberg kijken niet meer op van het ritueel. De buurman in het nette pak die door een dienstauto wordt afgezet, stapt even later in zijn ouwe kloffie en klompen op de fiets. Koos Spee op weg naar zijn moestuintje. ‘Die moestuin is voor mij al jarenlang een heerlijke ontspanning’, zegt Koos. ‘Binnen het OM hebben we veel aan ons hoofd. Ook toen ik als officier op zittingsdagen vaak lang moest luisteren naar op gespannen voet met de waarheid staande verhalen van verdachten, dacht ik vaak: klets maar ‘n eind weg; deze jongen staat vanavond toch weer lekker te schoffelen.’ ‘Ik ben er ook vaak om zeven uur ’s ochtends. Dat geloof je gewoon niet, hoe mooi het dan is in het bos. Gefluit van de vogels tegen de doodstille achtergrond. En dan ben ik wat aan het onkruid wieden, beetje water geven. Lekker klooien in de natuur.’ Koos zat ooit drie jaar op de Land- en tuinbouwschool. Zijn vader had een bedrijf in de aanleg en onderhoud van tuinen. Zijn vrouw is een tuinderdochter uit het Westland. ‘In onze verkeringstijd wilde ik een goede indruk maken op mijn schoonvader, dus ik hielp hem in zijn tuinderij. Dat vond ik heel leuk: ik ben meer van de groente- dan van de siertuin.’ In zijn moestuintje groeien druiven, tomaten, komkommers, paprika’s, frambozen, aardbeien, pompoenen en courgettes. ‘Eind april eet ik mijn eigen asperges. En ik heb mooie dahlia’s. Want, zoals een collega-tuinder dat dan roept: zo af en toe moet je thuis ook nog een beetje sympathiek proberen over te komen.’