I N D U S T R Y foto : Productschap Vis - P3A9169 - Afz. - v.u.: Evolution Media Groep - Vlasstraat 17 - 8710 Wielsbeke
onafhankelijk magazine voor de voedingsmiddelenindustrie
april 2013
13de jaargang nr. 3
België koploper inzake bieronderzoek
maandelijk
s (uitgezo
nderd - ja
nuari, apri
l, juli, aug
ustus, dec
ember) - a
fgiftekanto
or 8500 K
ortrijk 1 -
Specials: Bier & frisdrank - HVAC
2° afd.
INHOUD
Actua 04
Paardenvleessschandaal loopt ten einde
09
Kaas, groeten en fruit in België
14
Internationaal nieuws
Reeks export 06
Exportcertificaten zijn geen last De Henneken steaker gekend voor zijn solide en robuuste edelstaalconstructie. Hierdoor is hij uitermate geschikt voor het zwaarste werk. De Voordelen:
-Verbeterde consistentie van het product Reeks duurzaam ondernemen
10
-Standaardisering van het product -Reduceren van het kookverlies Valoriseer uw reststromen -Betere binding van eiwitten -Oppervlaktevergroting -Kortere tumble-tijd
Special HVAC 16
Een nieuwe koelinstallatie nodig?
20
Koeling in opslagruimtes kost veel centen
De Henneken pekelmixers zijn zogenaamde Venturimengers. De Henneken pekelmixers worden geproduceerd met een capaciteit van 400 tot 2000 l.
Special dranken 26
Onderzoek bieren
30
Marketing bij PepsiCo Belux
34
SodaStream manifesteert zich in de Benelux
38
Een primeur bij Brouwerij Lefebvre
42
Nieuws uit de drankensector
HENNEKEN machines garanderen productiviteit en kwaliteit van uw producten
april 2013
Meer info?
Your partners for the food industry
Industrietumbler met roterende, horizontale kuip, De grote kuipopening vergemakkelijkt het vullen en ledigen, inhoud van 650 – 12000 L Deze veelzijdige tumblers zijn geschikt voor de productie van hoogwaardige kook- en rauwe hammen, buiken, zalmen, als ook pizza- en toasthammen en allerlei marinadeproducten evenals gevogelteproducten met en zonder beenderen.
Bel ons: 011/ 456 210
VOORWOORD
Food Industry is een realisatie van bvba Evolution Media Group Vlasstraat 17 - 8710 Wielsbeke Tel. 056-60 73 33 Fax 056-61 05 83 Hoofdredactie Els Jonckheere tel. 0475-67 94 02
[email protected] Redactie Bert Claes Kurt Deman Els Jonckheere Stijn Vanbiervliet Leslie Vanhecke Mieke Witdouck Fotografie/cover Marc Masschelein Erwin Geens Reclameregie Annick Bauwens, tel. 0476-68 36 67 François Drory, tel. 0477-51 71 01 Abonnementenservice Jaarabonnement: € 35 Buitenland: € 54 Tel. 056-60 73 33 De abonnementen kunnen maandelijks onderschreven worden ING 385-0451160-76 Verantwoordelijke uitgever Mieke Witdouck Vlasstraat 17, 8710 Wielsbeke
[email protected] [email protected]
Kunnen we aub de verpakkingstaks schrappen? Ook de markt van gebotteld water en frisdranken wordt geconfronteerd met sterk stijgende prijzen van zowel de ingrediënten als de PET-flessen. Omdat het moeilijk is om dit in de consumentenprijs door te rekenen, komen de marges onder druk te staan. Hoewel de groeicijfers matig positief zijn, kampt de Belgische sector met een probleem dat enkel in ons land bestaat: de ‘verpakkingstaks’ (voordien ecotaks genoemd) van 9,68 euro per hectoliter. Dit komt bovenop de 6 % BTW en een accijns van 3,7184 euro per hectoliter. Hierdoor zijn de dranken in België 20 à 30 % duurder dan in pakweg Duitsland of Frankrijk. Dit resulteert erin dat 7 à 10 % van onze landgenoten hun voorraad water en frisdranken in het buitenland inslaan, wat toch een aanzienlijke economische impact op de Belgische sector heeft. Het mag duidelijk zijn dat een dergelijk oneerlijke heffing op de concurrentiekracht weegt. Sinds de invoering van de ‘verpakkingstaks’ in 2004 kent de Belgische water- en frisdrankenindustrie afnemende groeicijfers. Het jammerlijke aan de zaak is dat alles erop wijst dat dergelijke discriminerende taksen niet tot de beoogde verbetering van de volksgezondheid leiden. Want frisdranken dragen slechts in beperkte mate bij tot de calorie-inname van de Belgen (3,8 % van de dagelijkse energie-inname). Verder is zwaarlijvigheid een probleem dat een multifactoriële aanpak vereist. Tenslotte hebben buitenlandse voorbeelden al geleerd dat dit niet de geschikte aanpak is: Denemarken heeft haar vettaks minder dan een jaar na de invoering weer afgevoerd wegens te complex en negatief voor de economie.
Ondanks deze moeilijke context blijft de sector volop investeren in producten. Er komen voortdurend nieuwigheden op de markt, waarvan verschillende inspelen op de evolutie van de wetenschappelijke kennis en de veranderende gewoonten van de consumenten. Daarnaast zien we ook nieuwe verpakkingen die op verschillende behoeften inspelen (van 25 cl tot 2 liter). Maar ook op het vlak van productie blijven de bedrijven innoveren. Zo wordt het watergebruik jaar na jaar efficiënter, worden de verpakkingen geoptimaliseerd om de transportkosten en het grondstofverbruik te verminderen,… Het is belangrijk om deze dynamische, sterk lokaal verankerde bedrijven de kans te geven om te blijven groeien en innoveren. De bedrijven hebben als gevolg van de huidige economische crisis al een deel van hun klanten zien verdwijnen. Bijkomende concurrentieverstoring is dus niet gewenst. De fiscale druk mag zeker niet nog hoger worden. Integendeel, een daling van de fiscaliteit zou ervoor kunnen zorgen dat de consumenten terug hun inkopen op de binnenlandse markt doen, wat zowel de sector als de overheid ten goede zou komen.
Jean Eylenbosch Voorzitter FIEB-VIWF
ACTUA
Hoe streng de reglementering en controles ook zijn: voedselschandalen vallen nooit te vermijden en volledig waterdicht zal het systeem wellicht nooit worden. Dat moest de levensmiddelenindustrie met de ‘paardenvleescrisis’ nog maar eens ervaren. Maar dit keer betrof het wel een problematiek die enigszins anders was dan normaal: frauduleuze praktijken die geen gevaar voor de volksgezondheid betekenen. Vandaar dat de hele zaak voornamelijk door FOD Economie wordt behandeld. Toch komen er ook vanuit de voedingsindustrie initiatieven om dergelijke situaties in de toekomst te vermijden... Tekst: Els Jonckheere - Foto’s: Archief
Het paardenvleesschandaal loopt ten einde Wat zijn de gevolgen van deze crisis? Begin januari sijpelden de eerste berichten binnen over paardenvlees dat als rundvlees op het etiket was gedeclareerd. Aanvankelijk werd aangenomen dat het om ‘lokale’ fraude ging, want vrij snel werd een vleesverwerker in Ierland als schuldige aangeduid. Maar blijkbaar was er toch wat ongerustheid, want verwerkers en retailers in andere landen begonnen hun producten te analyseren. Het resultaat was vergelijkbaar met een ontplofte bom: zowat overal in West-Europa werd dezelfde fraude gedetecteerd. Zowel grote merken (zoals Nestlé en Iglo) als retailers (in België vooral Carrefour en Makro) kwamen onder vuur te liggen, talrijke producten werden uit de rekken gehaald en de media had weken-
lang ‘materiaal’ om de nieuwsrubriek te voeden. Chris Moris, Directeur-Generaal van Fevia: “Dit had wel wat gevolgen voor de sector: sommige fabrieken hebben gedurende enkele weken op sterk verminderde capaciteit gedraaid. Vooral de producenten van verse bereide maaltijden die exporteren, kregen een flinke klap. Want de gemiddelde Belg besefte wel dat de crisis geen bedreiging voor de volksgezondheid vormde. Bovendien is het eten van paardenvlees bij ons niet iets dat ‘not done’ is, integendeel. Hierdoor heeft de consumptie in België weinig onder dit schandaal geleden. Maar in Engeland lag de situatie wel enigszins anders: paardenvlees eten, is daar uit den boze. Vandaar dat de bestellingen voor alle categorieën van producten die een risico op contaminatie liepen, gedurende verschillende weken gewoonweg werden geschrapt. Ook Duitsland en Zwitserland hebben veel orders geannuleerd. Want daar is de consument veel kritischer als het over voeding gaat, met als gevolg dat ze massaal geen producten meer aankochten die onder vuur lagen.”
Beperkte schade
Chris Moris
4
FOOD INDUSTRY-APRIL 2013
Niet alleen de afname van de verkoop zorgde voor rake klappen. Ook was er het probleem van schade aan het imago van merken en bedrijven. Het bekendste voorbeeld in ons land is zonder twijfel de producent van diepvriesmaaltijden Frigi-
lunch, dat zowel in de media als bij de retailers publiekelijk aan de schandpaal werd genageld. Chris Moris: “Door heel snel actie te ondernemen, is de schade nog redelijk beperkt gebleven. Want Frigilunch kon al na 48 uur bewijzen dat er enkel in de chili con carne sporen van paardenvlees waren aangetroffen. En bleek nu net dat een geïmporteerd product uit Ierland te zijn... Iglo heeft zich dan ook binnen de drie dagen geexcuseerd en de samenwerking verder gezet. Bij de andere getroffenen in België bleef de schade eveneens binnen de perken: voornamelijk omdat het niet over een gezondheidsbedreigende crisis ging. Dus uiteindelijk valt het allemaal mee. Sommige vleesverwerkers en producenten van bereide maaltijden hebben in het eerste kwartaal van 2013 zelfs een groei kunnen verwezenlijken. Bovendien heeft Europa net de resultaten van een intensieve analyse van de fraude in alle lidstaten gepubliceerd. Hieruit blijkt dat het probleem op zich relatief beperkt is: gemiddeld zou het om slechts 5 % van het gedeclareerde rundsvlees gaan. De Europese Commissie heeft dan ook beslist om het testprogramma niet te verlengen. Daarnaast is intussen bewezen dat er in België geen fraude is gebeurd. Alle gedetecteerde problemen omvatten producten die zijn geïmporteerd. Maar dat betekent geenszins dat we het ‘paardenvleesschandaal’ zomaar zullen laten overwaaien. Integendeel: zowel de
wetgever als de sector is bezig met na te gaan hoe we dergelijke crisissen in de toekomst kunnen vermijden.”
Heel wat verwarring Over de manier waarop dergelijke frauduleuze praktijken moeten worden aangepakt, is er intussen al flink wat discussie geweest. Chris Moris: “Dit had vooral te maken met het feit dat verschillende partijen bepaalde zaken door elkaar begonnen te halen. Zo is er in het zog van het paardenvleesschandaal bekend geraakt dat er werd geknoeid met de paspoorten van renpaarden die zodoende (gelukkig in heel beperkte mate) toch in het circuit van menselijke voeding terechtkwamen. Ook werden de termen tracering en oorsprongsdeclaratie door elkaar gehaald. In deze context werd bijvoorbeeld gepleit voor een nog uitgebreidere oorsprongsetikettering. Daarmee hou je fraudeurs echter niet tegen, maar zal je wel bepaalde nationalistische reacties versterken ten koste van landen met een open economie, zoals België. En dat zou ons zuur kunnen opbreken, rekening houdend met het feit dat ons land de helft van haar voedingsproductie exporteert en de helft van haar consumptie importeert. Bovendien zal de aanduiding van de herkomst van verwerkte producten in extra en onevenredige kosten resulteren, alsook de flexibiliteit beperken van de levering van grondstoffen aan operatoren. Daarnaast werd er bij de paardenvleesfraude met de aard van de producten zelf geknoeid. Een versterkte oorsprongsetikettering kan dit probleem niet voorkomen of oplossen. Dit is alleen mogelijk met een strikte en doeltreffende controle. Tenslotte ziet het ernaar uit dat de fraude niet vanuit de producerende bedrijven werd opgezet. Want alhoewel er nog geen echte duidelijkheid over de daders bestaat, blijken de onderzoekspistes telkens weer naar handelaars te leiden. Zij hebben gewoonweg de etiketten veranderd! Dus heeft een uitgebreidere oorsprongsdeclaratie totaal geen zin. Een derde punt van verwarring was dat de frauduleuze praktijken met het fenomeen van ‘versleping’ werd geassocieerd: de overdracht van sporen wanneer verschillende vleessoorten op eenzelfde lijn worden verwerkt. Het risico is dat dit laatste nu door de afnemers wordt verbo-
den. Maar in de praktijk is dat onhaalbaar, want dan moet er met ‘dedicated plants’ worden gewerkt. Met andere woorden: één soort vlees per fabriek of ten minste per productielijn. Enkel de hele grote spelers kunnen dit realiseren, en dan nog zou het economisch niet rendabel zijn. Vandaar dat we met alle betrokkenen hebben afgesproken om rond de tafel te zitten om het probleem te bestuderen, in kaart te brengen en haalbare richtlijnen af te spreken. Het gaat over FEVIA, de slachthuizen en uitsnijderijen via FEBEV, de charcuterieproducenten via Fenavian, de producenten van bereide maaltijden via BREMA en de sectororganisatie van handel en diensten via COMEOS.”
Het waren vooral de bereide gerechten met rundvlees die onder het schandaal hebben geleden.
Extra controles nodig Daarnaast zal de sector een strikter toezicht op de aangekochte vleescomponenten implementeren. Want de fraude met paardenvlees was mogelijk omdat er tot nu toe geen controle op de effectieve samenstelling van dergelijke producten was. Chris Moris: “Er bestaan geen lijsten over welke componenten dit type van grondstoffen niet mag bevatten, gewoonweg omdat deze oneindig zouden zijn. Vandaar dat bij de receptie alleen wordt nagegaan of de geleverde goederen voldoen op het vlak van versheid, kwaliteit, voedselveiligheid en hygiëne. Niemand heeft er eigenlijk bij stilgestaan dat een dergelijke fraude zou kunnen gebeuren. En nu hebben we onze les geleerd: de meeste bedrijven zullen in de toekomst testen uitvoeren om na te gaan of de geleverde grondstoffen wel degelijk bestaan uit de gedeclareerde componenten. Dat zal zich trouwens niet enkel tot vlees beperken, want het kan evengoed voorvallen met bijvoorbeeld olijfolie, fruitsap of verschillende soorten koffie. Trouwens,
Sommige fabrieken hebben gedurende enkele weken op sterk verminderde capaciteit gedraaid.
het is goed mogelijk dat de retail extra controleverplichtingen oplegt. En het wordt afwachten of ook Europa nieuwe regels zal uitvaardigen in het zog van deze crisis. Wij pleiten in elk geval voor een, op Europees niveau, georganiseerde database waarin iedereen wordt opgenomen die met levensmiddelen in contact komt: producenten, verwerkers, invoerders, distributeurs, retailers, ... Iedere partij zou moeten worden geregistreerd op voorwaarde dat hij volgens de wettelijke regels werkt. Anomalieën zouden meteen moeten worden gemeld via dit systeem en samengaan met de eventuele intrekking van de registratie. Op die manier zou de informatiedoorstroming tussen de lidstaten veel sneller en uitgebreider worden. Want precies op dit vlak zijn er nog al te veel hiaten die dergelijke fraude in de hand werken.”
De belangrijkste gedetecteerde pistes van fraude Intussen zijn er twee spelers uit Ierland geïdentificeerd die met de fraude te maken hadden. Zij leverden hun klanten paardenvlees met een vervalst etiket van rundsvlees. In Frankrijk zijn de speurders op het spoor gekomen van een Nederlandse handelaar die eveneens in Cyprus een vestiging had en paardenvlees uit Roemenië als rundvlees verhandelde. Tenslotte is recentelijk bij een andere Nederlandse handelaar een grootschalige fraude blootgelegd: op drie jaar tijd heeft die niet minder dan 50.000 ton paardenvlees als rundvlees op de markt gebracht.
F O O D I N D U S T R Y- A P R I L 2 0 1 3
5
REEKS EXPORT
Dankzij het grote aantal handelsakkoorden kan exporteren naar bepaalde contreien erg interessant zijn, en dit zowel voor de uitvoerder als de klant. Helaas kennen veel (voedings)bedrijven deze voordelen niet. Of ze denken dat de materie zo complex is dat er teveel tijd en geld zal inkruipen om alles uit te vissen. Toegegeven: eenvoudig is het niet. Maar het loont echt wel de moeite om na te gaan welke handelsakkoorden er voor jouw afzetgebieden gelden. En vice versa, want ook op het vlak van import zijn er in dit verband mogelijkheden die financieel interessant zijn... Tekst: Els Jonckheere - Foto’s: Archief
Exportcertificaten zijn geen last Wel sleutel tot concurrentieel exportvoordeel Voor we de materie in het kort schetsen, moeten we stipuleren dat we het in dit artikel enkel en alleen over de extracommunautaire handel hebben, dus tussen een E.U.-lidstaat en een niet-E.U.-lidstaat. In die context speelt de ‘oorsprong’ van een product een belangrijke rol. Valère Vangeel, Adviseur-Generaal bij de Algemene Directie Economisch Potentieel van FOD Economie: “De oorsprong van een goed zegt iets over het land waar het is voortgebracht of gemaakt. Oorsprong is als het ware gelijk aan de nationaliteit van een product. Je mag dit echter niet met de af- of herkomst verwarren, want dat is het land waar het product het laatst heeft vertoefd vóór de import ervan in de E.U. Bij de extracommunautaire handel bestaan er tarifaire en niet-tarifaire maatregelen en die baseren zich (onder meer) respectievelijk op de preferentiële en niet-preferentiële oorsprong van een product.”
Handel met bevriende staten Laten we starten met de preferentiële oorsprong te duiden. Deze is van belang in het kader van de vrijhandelsakkoorden: overeenkomsten die zijn afgesloten tussen de E.U. en andere landen om de onderlinge handel te vergemakkelijken. Valère Vangeel: “Om de term ‘preferentiele oorsprong’ en de link met de vrijhandelsakkoorden uit te leggen, kunnen we kriekbier als illustratie nemen. De regel is dat de krieken van oorsprong moeten zijn van het land waar het bier wordt ge-
6
FOOD INDUSTRY-APRIL 2013
Valère Vangeel
produceerd. Is dat het geval, dan zullen de invoerrechten wegvallen of aanzienlijk worden gereduceerd. Dit kan een groot concurrentieel voordeel opleveren ten opzichte van aanbieders uit andere landen. Want die invoerrechten kunnen, zeker voor voedingsmiddelen, flink oplopen: vaak moet de klant 50 à 100 % (en zelfs meer) bovenop de aankoopprijs betalen. De materie gaat echter nog verder. Het wegvallen of de reductie van invoertaksen kan ook van toepassing zijn als alle of een gedeelte van de ingrediënten uit een ander land komen. In geval van kriekbier mogen de krieken bijvoorbeeld ook van oorsprong zijn uit bepaalde landen waarmee een vrijhandelsakkoord is afgesloten, zoals Zuid-Korea. Het kan dus erg interessant zijn om je ingrediënten in functie
Bij kriekbier mogen de krieken bijvoorbeeld ook van oorsprong zijn uit bepaalde landen waarmee een vrijhandelsakkoord is gesloten.
van deze voordelen te kiezen. Want in ons voorbeeld zorgen de krieken uit ZuidKorea er niet alleen voor dat je aan de voorwaarden van preferentiële oorsprong voldoet, waardoor de klanten minder of geen invoertaksen zullen betalen. Ook geldt de bilaterale handelsovereenkomst voor de invoer naar ons land. Met andere woorden: krieken uit Zuid-Korea zullen een pak goedkoper zijn dan exemplaren uit pakweg de Verenigde Staten, Canada, India, China, Australië, ..., waarmee de E.U. nog geen overeenkomst heeft gesloten. In tijden waar kostenreductie een absolute noodzaak is, kan de kennis van deze materie dus aanzienlijke voordelen
opleveren. In dit kader wil ik trouwens nog wijzen op het bestaan van het Algemeen Preferentiesysteem. Dit heeft tot doel de import uit ontwikkelingslanden naar Europa te stimuleren. Voor bepaalde ingrediënten die uit deze contreien worden ingevoerd, kan je hierdoor eveneens genieten van een aanzienlijke reductie op of vrijstelling van invoerrechten.”
Wie zoekt, die vindt Belangrijk om weten, is dat de mate van reductie op invoertaksen afhankelijk is van het invoerende land en type product. Hetzelfde geldt voor de definitie van ‘preferentiële oorsprong’. Vandaar dat het wat opzoekwerk zal vragen om na te gaan of je effectief voordeel uit deze vrijhandelsovereenkomsten kan halen. Valère Vangeel: “Natuurlijk kan je er een consultant op zetten, maar die zal je heel wat kosten. Een andere optie is naar het lokale douanekantoor te trekken, hoewel de kans groot is dat ze daar enkel specifieke vragen zullen beantwoorden. Een expeditiebedrijf of transporteur inschakelen, zal in deze materie weinig soelaas brengen. Want zij winnen er niks bij als jouw klant minder invoertaksen moet betalen, dus is de kans vrij klein dat ze zich met deze voordelen zullen bezighouden. Je kan ook met FOD Economie contact opnemen (http://economie.fgov. be/nl/ondernemingen/politique_commerciale). De specialisten daar zullen gratis antwoorden op je vragen, maar kunnen natuurlijk ook niet alles gaan uitpluizen. Het beste is om even op de tanden te bijten en je zelf doorheen de materie te worstelen. Want intussen is het relatief gemakkelijk geworden om alle informatie op een eenvoudige en relatief snelle manier te verzamelen.”
“Invoerrechten kunnen, zeker voor voedingsmiddelen, flink oplopen: vaak moet de klant 50 à 100 % (en zelfs meer) bovenop de aankoopprijs betalen.” vraag dan de plaatselijke douane om een bindende tariefinlichting (BIT). Zij zullen op basis van de samenstelling van je product de juiste classificatie geven. Je moet er wel rekening mee houden dat de douane van het land van invoer eventueel een andere classificatie kan toekennen. Daarom is het misschien handig dat jouw klant eveneens bij zijn bevoegde douaneautoriteit een BIT vraagt. Naar welke landen wens ik mijn product uit te voeren? Als je eenmaal de doellanden hebt afgebakend, kan je naar ec.europa.eu/trade/ surfen om na te gaan of de E.U. met deze landen een vrijhandelsovereenkomst heeft afgesloten. In de databank markttoegang (http://madb.europa.eu/madb/indexPubli.htm) kan je de tarieven vinden die voor jouw producten van toepassing zijn in het land van bestemming. Daarnaast kan je in deze databank eveneens alle invoerformaliteiten vinden (bv: welke certificaten zijn er nodig?). Tenslotte moet je bij de landen waar jouw producten een vrijstelling of vermindering van rechten genieten, de oorsprongsregels opzoeken. Deze vind je terug in het ‘Protocol betreffende de definitie van Producten van Oorsprong en methoden van administratieve samenwerking’ op de
site ec.europa.eu/trade (bevat de teksten van alle vrijhandelsakkoorden).
Oorsprongscertificaat als bewijs Opdat je klanten van het wegvallen of de reductie van de invoertaksen zouden kunnen genieten, moeten ze aan de douane van het importerende land bewijzen dat jouw producten aan de voorwaarden inzake ‘preferentiële oorsprong’ voldoen. Valère Vangeel: “Dit bewijs zal jij, als exporteur, dus moeten leveren. Dit doe je aan de hand van een EUR-1 certificaat (het zogenaamde ‘preferentieel’ oorsprongscertificaat) dat je bij de plaatselijke douane in België moet aanvragen.” Exporteer je regelmatig, dan is het echter handiger om een aanvraag voor ‘factuurverklaring’ te doen (let wel: dit moet je aanvragen per type product en per exportland!). Het gaat om het systeem van ‘toegelaten exporteur’. In dat geval zal de douane een audit komen doen om na te gaan of je aan de gestelde voorwaarden voldoet. Is dat het geval, dan krijg je een vergunning voor een ‘factuurverklaring’. Valère Vangeel: “Je kan dan gewoon het toegekende nummer op je factuur vermelden en de tekst gebruiken die in het protocol van oorsprong is vermeld. In principe zal dat
Hoe pak je het aan? Om al de informatie bijeen te harken, volstaat het om logisch na te denken. Best kan je volgende drie stappen volgen: Welke producten voer ik uit en wat is de douanecode (GN-code)? Deze informatie kan je gemakkelijk terugvinden bij TARIC, de site van de Europese Douane (http:// ec.europa.eu/taxation_customs/dds2/taric/taric_consultation.jsp?Lang=nl). Heb je twijfels over de juiste productcode,
Dankzij het Algemeen Preferentiesysteem krijg je voor import uit ontwikkelingslanden soms een reductie op of vrijstelling van importtaksen.”
F O O D I N D U S T R Y- A P R I L 2 0 1 3
7
REEKS EXPORT
“Het is wikken en wegen wat voor jou aan het einde van de rit de voordeligste formule is. En daarvoor is het nodig je goed in deze materie te verdiepen.”
‘Made in Belgium’ kan je bewijzen aan de hand van een certificaat van oorsprong.
voor de douane van het invoerende land voldoende zijn om je klant een gereduceerde importtaks toe te kennen. Gaat het om zendingen van minder dan 6.000 euro, dan mag je normaalgezien gewoon op de factuur vermelden dat de verzonden goederen van oorsprong uit de E.U. zijn. Een EUR-1-certificaat is zelfs niet nodig.”
Wikken en wegen Valère Vangeel wijst nog op één grote valkuil. “Voor veel producten geldt de regel dat ze in Europa een toegevoegde waarde van 60 % moeten realiseren om aan het nulrecht of verminderd tarief te kunnen worden geëxporteerd. Het gaat om ingrediënten, arbeidskosten, overhead, winst... Wanneer je qua invoerrechten het onderste uit de kan wilt halen, zou je wel eens op zoek kunnen gaan naar leveranciers in landen waar bilaterale handelsakkoorden of het algemeen preferentiekader geldt. Want zo kan je natuurlijk je ingrediënten veel goedkoper krijgen. Als je product daardoor echter niet meer aan de 60 %-regel voldoet, kan dit grote gevolgen voor je afnemers hebben, aangezien zij dan niet meer van de voordelen van de preferentiële oorsprong kunnen genieten. Hierdoor loop je het risico het order kwijt te raken, omdat je klant dan liever een soortgelijk product koopt van een afnemer die wel aan de voorwaarden voor de tariefreductie voldoet. Het is dus wikken en wegen wat voor jou aan het einde van de rit de meest voordelige formule is. En daarvoor is het nodig je goed in deze materie te verdiepen. Meer nog: in feite zou een voedingsbedrijf zijn buitenlandse afzetmarkten (onder meer) in functie van
8
FOOD INDUSTRY-APRIL 2013
deze voordelen moeten kiezen. Want het is een (administratieve) aangelegenheid die enorme commerciële troeven biedt...”
Niet-preferentiële oorsprong
Nu moeten we het nog over de ‘niet-preferentiële oorsprong’ hebben. Zoals eerder aangegeven, is deze definitie gelinkt aan de niet-tarifaire maatregelen: quota en regels om anti-dumping praktijken tegen te gaan, om de markten te vrijwaren, ... Valère Vangeel: “In landen waarmee de E.U. geen bilaterale handelsakkoorden heeft gesloten, is het mogelijk om de troef van niet-preferentiële oorsprong uit te spelen. Met andere woorden: je kan de handel beïnvloeden door bijvoorbeeld gebruik te maken van een oorsprongsaanduiding, zoals ‘Made in Belgium’. Ons land is immers wereldwijd gekend om de hoge kwaliteit, lekkere smaak en originaliteit van haar voedingsmiddelen. Je kan natuurlijk wel op het etiket of de verpakking melden dat het product in België is gemaakt, maar dat volstaat niet altijd voor de douane van het importerende land. Je zal dan met een certificaat van niet-preferentiële oorsprong moeten bewijzen dat je niet liegt. Dit moet je aanvragen bij de Kamer van Koophandel. Het volstaat om door middel van verkla-
ringen, facturen, …, aan te tonen dat je aan de niet-preferentiële oorsprongsregels voldoet. De Kamer van Koophandel past de Europese regels terzake toe, en die worden door praktisch elk land ter wereld erkend. Met andere woorden: je hoeft niet voor elke afzetmarkt andere regels toe te passen, zoals bij de preferentiële certificaten. Om te weten aan welke vereisten je product moet voldoen, kan je terecht bij DG Taxud op ec.europa. eu/taxation_customs. Indien je daar je weg niet vindt, kan je altijd assistentie vragen aan FOD Economie of de Kamer van Koophandel zelf. Het certificaat van oorsprong moet bij elke exportactiviteit worden gevoegd. Trouwens, ik wil nog opmerken dat het eveneens is vereist door de banken indien je met documentair krediet exporteert”.
Het loont de moeite Het mag duidelijk zijn: de materie van oorsprongscertificaten en handelsakkoorden is niet eenvoudig. En het zou allemaal veel gemakkelijker zijn mochten de regels overal gelijk worden gesteld. Dit zal misschien ooit wel gebeuren, maar tot dan zal het voor alle bedrijven enige moeite en tijd vergen om uit te vissen hoe ze het onderste uit de kan kunnen halen. Valère Vangeel: “Nog al te vaak beschouwen (vooral) KMO’s dit luik van export als te gecompliceerd en te belastend om er effectief gebruik van te maken. Maar dat is een verkeerde redenering. Want het commerciële voordeel dat ze eruit kunnen halen, weegt vast en zeker op tegen de inspanning die je ervoor moet leveren!”
Experts FOD Economie: Algemeen, douaneregelingen, schorsingen van invoerrechten: > Jef De Proft - tel: 02/ 277 72 62 -
[email protected]
Oorsprong: > Nausikaä Lagrou (NL) - T 02/ 277 61 18 -
[email protected] > Marc Wegnez (FR) - T 02/ 277 84 67 -
[email protected]
Antidumping en markttoegangsproblemen: > Isabelle Ehrenfreund - T 02/ 277 92 36 -
[email protected]
ACTUA
TELEX ~ In maart lanceerde Lay’s Oven de ‘Crunchy Biscuits’ en stapt daarmee
Meest gekocht in DIS1
in de categorie van zoute koekjes ~ Paardekooper Group neemt Van der Windt over ~ Pur Natur introduceert zijn eigen roomijs en plattekaas; daar-
Wortelen wonnen vorig jaar aan populariteit en stootten de tomaat van de eerste plaats.
naast brengt het ook de ‘Maya’ op de markt: een yoghurt zonder stukjes voor
Belg eet ook meer kaas
kinderen ~ Marine Harvest lanceert het merk Olav’s: drie verschillende voorverpakte porties zalm met een afzonderlijke portie marinade ~
Kaas, groenten en fruit in België De afgelopen decennia is het voedingspatroon van de Belgische consument gewijzigd, onder meer onder invloed van de gezondheidstrend en andere voedingsbehoeften. Uit een onderzoek van GfK PanelServices Benelux en InSites Consulting in opdracht van VLAM blijkt dat groenten nog meer van het veranderende dieet profiteren dan fruit. Verder blijkt uit de resultaten dat beide levensmiddelen voornamelijk thuis worden gegeten: dat is voor 70 % van de groenten en 62 % van het fruit het geval. Ruim driekwart van de groenten en fruit voor thuisverbruik worden vers aangekocht. De verwerkte producten winnen lichtjes aan belang. Vooral de smoothies en de verse ‘natuurlijke’ sappen zijn populair geworden. Diepvriesgroenten en groenteconserven zijn stabiele segmenten. Fruitconserven verminderen daarentegen qua belang.
Binnen het fruitassortiment was er de voorbije tien jaar een enorme groei voor de kleinere segmenten van braambessen, frambozen en blauwe bosbessen.
Het belangrijkste aankoopkanaal voor fruit en groenten is de DIS 1 met bijna 50 %. De hard discount is echter aan een inhaalmanoeuvre bezig en zag zijn marktaandeel van 16 % in 2005 tot bijna 22 % in 2012 stijgen.
Vorig jaar kocht de Belg gemiddeld ruim 40 kg verse groenten en 50 kg vers fruit, alsook 31 kg verwerkte groenten en fruit.
Stijgers en dalers In de groenten noteren we als belangrijkste stijgers de lange romatomaten, kerstomaten, ijsbergsla, Chinese kool en asperges. Ook de verkoop van trostomaten nam fors toe: ze namen de plaats van de gewone losse tomaten in. De categorie ‘andere uitheemse groentesoorten’ zag zijn aankoopvolume quasi verdubbelen, maar ook de hier geteelde vruchtgroenten, zoals aubergine, courgette en paprika, deden het zeer goed. De klassiekers zoals prei, ajuinen en wortelen, surften mee op de kookhype en groeiden stevig door. Koolsoorten, zoals bloemkool, witte, rode en groene kool, deden het minder goed: zij zagen hun volume gehalveerd. Ook kropsla en selderij kenden een daling. Met 6,3 kg per capita waren wortelen in 2012 de populairste groente. Tomaten stonden op de tweede plaats met 6,1 kg, gevolgd door ajuin (4,5 kg), witloof (3,5 kg) en sla (2,6 kg). Binnen het fruitassortiment was er de voorbije tien jaar een enorme groei voor de kleinere segmenten van braambessen, frambozen en blauwe bosbessen. In het middelgrote segment steeg vooral ananas (+245 %). Binnen de top tien werd de grootste groei bij bananen (+26 %), aardbeien (+26 %), kiwi’s (+17 %) en mandarijnen (+17 %) genoteerd. De grootste dalers waren pompelmoezen, rabarber en perziken. Ook de toppers appel en sinaasappel daalden sterker dan gemiddeld. Niettemin blijven ze respectievelijk de eerste en tweede plaats behouden (10 en 9 kg per capita). Daarna volgden de bananen (8 kg), mandarijnen/aanverwanten (4 kg) en peren (3 kg).
VLAM liet eveneens een onderzoek over het Belgische kaasverbruik uitvoeren. Daaruit blijkt dat de Belg vorig jaar gemiddeld ruim 12 kg van dit product (uitgezonderd plattekaas) kocht en daar zo’n 112 euro aan besteedde. Meer dan de helft van het volume werd door de harde kazen ingenomen. Maar het waren vooral de verse en halfharde kazen (type abdijkaas) die terrein wonnen. Ook het kleinere segment van de geiten- en schapenkaas groeide in 2012 verder door.
De Belg kocht vorig jaar gemiddeld ruim 12 kg kaas (uitgezonderd plattekaas).
Belgisch product doet het goed
De Belgische kazen volgden vorig jaar de stijgende markttrend, waardoor het volumeaandeel op 18,2 % stabiliseerde. De Waal kocht meer kaas dan de Vlaming, maar in het Noorden blijken de consumenten een grotere liefhebber van Belgische kazen te zijn. Het marktaandeel van de nationale producten is het grootst binnen de halfharde types: bijna 60 % van de aankopen zijn kazen van bij ons. Bij zachte kazen gaat het slechts om 5 %.
Hard discount wint aan belang
De crisis heeft de consument naar de hard discount gedreven, ook voor zijn kaasaankopen. Dit kanaal steeg tot boven de 30 % marktaandeel. Maar de klassieke supermarkt blijft marktleider met 46,7 %.
F O O D I N D U S T R Y- A P R I L 2 0 1 3
9
REEKS DUURZAAM ONDERNEMEN
Het besef groeit dat organische reststromen, zoals snijafval, sojaschroot, zetmeelbrij,..., een sterk onderschat potentieel hebben. Vandaar dat steeds meer voedingsbedrijven nagaan welke hoogwaardige componenten ze uit dit ‘afval’ kunnen winnen vooraleer het in diervoeder wordt verwerkt of in biogas omgezet. Logisch, want deze manier van werken is niet alleen rendabeler, maar ook duurzamer. Bovendien profiteert de hele sector ervan. Want valorisatie van nevenstromen leidde al tot tal van innovaties die nieuwe deuren openen voor de New Product Development van levensmiddelen. En op dat vlak is het einde nog lang niet in zicht! Tekst: Bert Claes - Foto’s: Archief
Valoriseer uw reststromen Rendabel én duurzaam... De voedingsindustrie genereert heel wat organisch ‘afval’: aardappelschillen, broccolistelen, zetmeelbrij, sojaschroot,... Een groot deel van deze reststromen eindigt als veevoer of wordt vergist. Dat is uiteraard al heel wat beter dan het gewoon weg te gooien. Maar er kan veel meer mee worden gedaan. Neem de schil van groenten en fruit: die bevat enorm veel vitamines en andere waardevolle componenten. Haal die stoffen eruit en u hebt een zogenaamd ‘hoogwaardige’ toepassing die kadert in de toenemende aandacht voor duurzaam ondernemen. En nog belangrijker: vaak is het resultaat
rendabeler dan het afval in dierenvoeder te verwerken of te vergisten (meer laagwaardige valorisaties): omdat het voedingsbedrijf in kwestie zelf minder grondstoffen moet aankopen of omdat de gegenereerde stoffen aan een goede prijs kunnen worden verkocht.
Opwaarderen van reststromen Een hoogwaardige valorisatie van organische reststromen is het ‘ginnen’ van componenten die vervolgens als voedingsproduct of in levensmiddelen voor menselijke consumptie worden aange-
wend. Nog een niveau hoger is de toepassing van de stoffen in de chemische, farmaceutische, ..., sector. Vaak zijn dan wel chemische en fysische ingrepen nodig om tot het gewenste eindproduct te komen. Voorbeelden zijn de productie van suikers (zoals glucose, fructose, xylose, arabinose, ...) op basis van cellulose (aanwezig in nagenoeg alle planten) of zetmeel, waaruit vervolgens bouwstenen, zoals fumaarzuur, succinaat, 1,4-butaandiol, melkzuur,... worden vervaardigd. Van deze stoffen kunnen secundaire chemicaliën en intermediaire stoffen worden gemaakt, zoals solventen, polyacrylamides, ftalaatpolyesters,.... En daaruit ontstaan uiteindelijk de eindproducten, zoals (biologisch afbreekbaar) plastic uit polymelkzuur.
Alternatief voor aardappelschillen
Aardappelschillen bevatten ‘aardappelkurk’: een sterk en slijtvast product.
10
FOOD INDUSTRY-APRIL 2013
Quasi dagelijks duiken voorbeelden op van nieuwe toepassingen voor reststromen. Een compleet overzicht geven, is dan ook onmogelijk. Maar we zetten enkele opmerkelijke valorisatiemogelijkheden op een rijtje. We beginnen met aardappelschillen. Deze bevatten het zogenaamde ‘aardappelkurk’: een sterk en slijtvast product. Een Nederlandse aardappelverwerker kwam op het idee daarmee een afdeklaag te creëren die mos- en onkruidgroei voorkomt. Intussen is dit product zelfs door de biologische tuinbouwsector aanvaard. Het voedings-
Hogeschool Zuid-West-Vlaanderen). Zij bedrijf heeft trouwens nog meer ideeën. zoeken naar hoogwaardige toepassingen De kurkstof blijkt namelijk ook als isovoor de groene delen van prei die boorlatie- of bouwmateriaal, en als vulsel devol vitamines en antioxidanten zitten. voor vezelplaten geschikt. En omdat de Intussen ontdekten ze dat ze een preistof niet kan branden, is ze bruikbaar in poeder konden maken waarmee gezonde brandwerende deuren. Volgens het Wapreibroodjes kunnen worden gebakken. geningen University & Research Centre is aardappelkurk tevens inzetbaar voor biologische ziektebestrijding. De Nederlandse aardappelverwerker valoriseert trouwens ook het zetmeel dat vrijkomt Intussen ontstaan ook bedrijven die zich bij de verwerking van aardappelen tot in de valorisatie van reststromen speciafrieten en chips, na drogen, zuiveren en liseren. Zo is er het Nederlandse Provalor eventuele chemische modificaties. Zo is dat groenten en fruit dat werd afgekeurd het te verkopen als bindmiddel in soepen, omwille van vorm- en kleurafwijkingen, sauzen, pudding, confiserie,… en het grootte, dikte, ..., opkoopt en verwerkt tot derivaat glucosestroop is bruikbaar in ligroente-/fruitsappen en natuurlijke kleurmonades, snoep, stoffen. De pulp ijs… De amylodie na het ver“Niet alleen het afval pectinefractie uit van fruit en groenten is valoriseerbaar. werkingsproces het zetmeel kan overblijft, wordt dan weer petro- Zelfs met afvalwater valt iets te doen!” als grondstof gechemische stofbruikt door een fen, zoals polyvinylalcohol, vervangen. Zo sauzenproducent. Een ander voorbeeld wordt het bruikbaar in de non-food indusis de Limburgse paddenstoelverwerker trie, bijvoorbeeld als kleefstof in lijmen Scelta. Vroeger gooide die de voetjes (behanglijm, verlijmen van golfkarton), als (onderkant van de steel) van de chambindmiddel voor de cellulosevezelsuspenpignons op de composthoop. Maar tien sie in de papierbereiding, en als papierjaar geleden richtte de onderneming een hulpstof voor de oppervlaktebehandeling apart bedrijf op om deze voetjes te koken, (sterken, coaten) van papier. te persen en te verwerken tot champignonconcentraten. Deze hebben onder meer als positieve eigenschap dat ze niet als E-nummer hoeven te worden geëtiketteerd. Inmiddels praat de Scelta-dochter Sinds oktober 2012 loopt in ons land ook met aspergetelers om hun reststrohet onderzoeksproject NOWaste (‘New men in concentraten te verwerken. Opportunities for Waste’). VITO, ILVO en KULeuven werken hierbij samen met groente- en fruitverwerkers, technologieleveranciers, diervoederfabrikanten en eindgebruikers uit de voedingsindustrie. Natuurlijk is niet alleen het afval van fruit Ze onderzoeken reststromen, zoals snijen groenten valoriseerbaar. Zelfs met resten van boontjes, prei, voetselder, fruit afvalwater valt iets te doen! Zo kwam het (bijvoorbeeld appelen) en schillen van Brusselse waterzuiveringsbedrijf Aquiris knolselder, wortel,... Er wordt onderzocht eind 2011 in het nieuws met biologisch hoeveel vitamines, mineralen, antioxidanafbreekbaar plastic dat uit afvalwater ten en vezels zich erin bevinden, maar wordt gewonnen: een wereldprimeur. Het de focus ligt vooral op pectines. Dat zijn lijkt er evenwel op dat het voorbeeld snel voedingsvezels die allerlei toepassingen navolging zal krijgen, namelijk door de vinden in de voedingsindustrie, bijvoorfruitverwerkende sector. Die genereert beeld als verdikkingsmiddel in snoepjes per jaar zo’n 155,48 miljard liter afvalwaof confituur. Wellicht zullen uit dit onter wereldwijd, schat de European Fruit derzoekproject talrijke nieuwe valorisaJuice Association. Uit dat water kuntiemogelijkheden resulteren. Een ander nen organische residuen, zoals suikers, onderzoek in dit kader wordt uitgevoerd worden geëxtraheerd. Een internationale door ILVO (Instituut voor Landbouw- en coalitie van deskundigen wil daarmee een Visserijonderzoek) en het expertisecenbioplastic ontwikkelen dat grotendeels uit trum voeding van KATHO (Katholieke het biodegradeerbare polymeer PHB (Po-
De Business-IT-oplossing voor uw complete bedrijf
Valorisatie als core business
NOWaste en preipoeder
Flesjes uit afvalwater
Succes is een kwestie van het juiste systeem
Bezoek ons! Hal 11.1 Stand B-81 13 in Frankfurt Van 4 tot 9 mei 20
Sneller Betrouwbaarder Productiever Succesvolle bedrijven in de voedingsmiddelenbranche vertrouwen wereldwijd op het CSB-systeem. Verhoog ook uw concurrentievermogen met onze IT-oplossingen. Uw voordelen: Optimaal vooraf geconfigureerde processen Dekking van alle branche-eisen Snelle ROI door korte implementatietijden
QR-Code scannen en nader informeren! CSB-System International Business Park E19 Battelsesteenweg 455 A 2800 Mechelen, België Tel.: +32 15 281-707 Fax: +32 15 271-705
[email protected] www.csb-system.be
CSB_System_FoodIndustry_04_2013_NL.indd 2
08.04.2013 11:30:55
F O O D I N D U S T R Y- A P R I L 2 0 1 3
11
REEKS DUURZAAM ONDERNEMEN
lyHydroxyButyraat) bestaat. Het project werd ‘PHBottle’ gedoopt, wordt door het Spaanse Ainia Technology Centre gecoördineerd en kan rekenen op een totaalbudget van 3 miljoen euro. De verpakking zou in eerste plaats voor de fruitsapindustrie zelf zijn bestemd, maar daarnaast kan ze ook in andere sectoren worden ingezet. Met afvalwater zijn er trouwens nog andere valorisatiemogelijkheden. Een iets laagwaardiger, maar toch interessante, toepassing is het winnen van struviet uit afvalwaters die rijk zijn aan ammonium en fosfaat. Het belang van dat product als meststof zal toenemen, met name omdat fosfaat een heel belangrijk maar eindig en steeds duurder wordend nutrient voor landbouwgewassen is.
En nog veel meer... De mogelijkheden om organisch afval tot verpakkingsmateriaal te valoriseren, blijken erg uitgebreid te zijn. Zo loopt in de Verenigde Staten een onderzoek naar de verwerking van gelatine, afkomstig van
vissenhuid: daarmee zijn verpakkingsfilms met interessante barrière-eigenschappen (onder meer tegen de nadelige effecten van vocht en zuurstof) te maken. In een ander Amerikaans research-project worden de mogelijkheden bestudeerd om wei-eiwitten, afkomstig van de zuivelindustrie, tot biodegradeerbare verpakkingen te verwerken. Vergelijkbaar is het Europese project ‘EcoBioCAP’ waarbij uit nevenstromen van de olijf-, zuivel- en bierindustrie componenten worden geëxtraheerd die tot PHA (polyhydroxyalkanoaten - PHB behoort daartoe) worden omgezet. Met deze grondstof valt een divers gamma van biogebaseerde verpakkingsmaterialen te ontwikkelen, gaande van flexibele respirerende materialen (hoge gas- en waterdoorlaatbaarheid) tot flexibele en rigide barrièrematerialen (lage gas- en waterdoorlaatbaarheid).
Nood aan clustering Bij veel reststromen geldt de regel dat valorisatie een snelle verwerking vereist. Want anders degradeert het product: het begint te rotten, er komen insecten op af,... Onder meer in dit kader is het nuttig te streven naar een ruimtelijke clustering van bedrijven, zodat aanbieder en verwerker van de reststroom zich dicht bij elkaar situeren. Een voorbeeld hiervan is terug te vinden bij het eerder vermelde Provalor dat groentesappen en natuurlijke kleurstoffen maakt. Die firma zit namelijk op hetzelfde bedrijventerrein
als enkele grote groenteverwerkers. En de tomatensapinstallatie (die draait op afgekeurde volvlees- in plaats van saptomaten) is bewust geplaatst op een locatie waar zich veel tomatenteelt en afgeleide verwerkers bevinden. Een andere optie is een stabiliserende voorbehandeling, zoals drogen. Nadeel is wel dat de bestaande droogprocessen waardevolle moleculen afbreken. Meer geavanceerde technieken, zoals vriesdrogen, scoren beter, maar verbruiken dan weer veel energie. Onder meer VITO werkt aan innovatieve droogtechnieken die geen van beide tekorten hebben.
Niet eenvoudig... Een hoogwaardige valorisatie van de reststromen is niet altijd van de ene op de ander dag realiseerbaar. Voedingsbedrijven moeten op zoek naar de mogelijkheden en hebben daartoe vaak nood aan extra expertise van consultants en kennisinstellingen. Bovendien is de kans groot dat er in speciale apparatuur moet worden geïnvesteerd: een goede kosten/batenanalyse is dan ook onontbeerlijk. En tenslotte is het aangeraden om er niet aan te beginnen vooraleer u effectief afnemers hebt gevonden die een aanvaardbare prijs voor de grondstoffen betalen. Het is dus een intensief traject waarvoor u de nodige tijd en mankracht moet uittrekken. Maar weet dat dergelijke projecten heel erg vaak de moeite lonen...
allesondercontrole.com
Dansensor. Gasverpakken onder controle. Gasanalyse en lekdetectie.
NL 074 265 77 88
BE 053 80 97 54
Waarom aspergevoeten weggooien? Ze zijn immers hoogwaardig te valoriseren!
12
FOOD INDUSTRY-APRIL 2013
1699AdvFoodInd_CheMLeakp_NL.indd 1
10-04-13 16:29
Peace of mind
De nieuwe standaard in garantie Als toonaangevend leverancier van product handling en palletiseeroplossingen heeft CSi een ongeëvenaard niveau van systeembeschikbaarheid bereikt. Dit heeft niet alleen geresulteerd in zeer lage onderhoudskosten gedurende de totale levenscyclus van onze machines en systemen. Het heeft tevens een revolutionaire bonus tot gevolg gehad: een standaard garantie van drie jaar met een ongelimiteerd aantal draaiuren.
postbus 70 • 4940 AB Raamsdonksveer • Nederland • telefoon +31 (0) 162 575 000 • csiportal.com • e-mail
[email protected]
FIREX: MACHINES VOOR
TRAITEURBEREIDINGEN KOKEN
BRADEN
STOVEN
WOKKEN
MENGEN
CUCIMIX 70
PRODUCTEN > soepen
- bouillons - bolognese - archiduc ... > aanstoven groenten ... > oosterse gerechten > stoofvlees > aardappelpuree > hutsepot - vol-au-vent > gehakt aanbraden > risotto & pasta’s > confituren > rijstpudding > béchamel
beschikbare modellen: 30-70-130-180-310l
Stephan BVBA Sluis 11 9810 Nazareth
tel. 09/385 83 55
[email protected] www.stephan-belgium.be
INTERNATIONAAL NIEUWS
Geluid heeft invloed op smaak Een team wetenschappers liet vrijwilligers stukjes identieke toffee eten in een donkere ruimte, terwijl ze via een koptelefoon naar Muziek met hogere toonhoogte heeft tot gevolg dat consumenten muziek luisterden. Het toffees als zoeter ervaren. bleek dat muziek met hogere toonhoogte ertoe leidde dat de toffees zoeter werden bevonden dan wanneer de toonhoogte laag was. In het verlengde van dit onderzoek deden de vorsers nog een andere test. Ze maakten daarbij gebruik van chips in zwarte zakjes waarop een bijhorend muziekinstrument stond. Personen die vaak dat merk chips aten, associeerden automatisch het geluid van het instrument op de verpakking met de smaak van de chips erin. Maar er was een uitzondering. De chips met kippensmaak zaten in een zakje met een illustratie van trompetten. Toch bleken de proefpersonen het geluid van dat instrument niet te associëren met die smaak chips. Toen de fabrikant dit hoorde, verwijderde hij prompt de trompetten van de verpakking.
Amerikaans onderzoek laat vermoeden dat groenten en fruit jonge mensen kalmer, gelukkiger en energetischer maken, en dit onafhankelijk van hun BMI (Body Mass Index). Dat bleek toen 281 jongvolwassenen met een gemiddelde leeftijd van twintig jaar gedurende 21 dagen werden gevolgd. In die periode moesten ze, via een website, elke avond een aantal vragen beantwoorden: deze moesten duidelijk maken hoe ze zich voelden. En wat ze hadden gegeten: het aantal porties groenten (exclusief groentesappen), fruit (exclusief sappen en gedroogde vruchten) en hoeveel ongezonde levensmiddelen (zoals koekjes, chips, cakes,…). Toen de vorsers de resultaten bekeken, bemerkten ze dat er een sterke correlatie bestond tussen een positieve stemming en een hogere consumptie van groenten en fruit. Ze zagen ook dat het eten van dergelijke voedingsmiddelen min of meer voorspelde hoe iemand zich de dag daarna zou voelen.Het gunstige effect trad wel pas op vanaf zeven à acht Er bestaat een duidelijk ver- porties groenten en fruit per band tussen een positieve dag. (University of Otago-USA).
(University of Oxford - VK)
stemming en het eten van meer van groenten en fruit.
Kikkererwtenmeel voor sojaen glutenvrij brood
Pure chocolade minder bitter met koffiebonen
Veel glutenvrije broden bevatten sojaproteïnes omdat deze voor betere bak- en sensoriële eigenschappen zorgen. Probleem is dat behoorlijk wat mensen er allergisch aan zijn. Kikkererwtenbloem doet het goed in glutenvrij brood. Daarom wordt onderzoek gedaan naar het maken van glutenvrije broden zonder deze soja-eiwitten. Zo deed een Spaans onderzoeksteam experimenten met kikkererwten- en erwtenbloem en johannesbroodpitmeel. Het bleek dat alle drie goede fysico-chemische eigenschappen hadden, alsook een degelijk sensorieel profiel. Toch waren er enkele verschillen. Zo bleek het brooddeeg gemaakt met johannesbroodpitmeel de dikste structuur van de vier te hebben. De vloei-eigenschappen waren goed, maar het uiteindelijk brood was niet erg kwalitatief. Uiteindelijk haalden kikkererwten- en erwtenbloembroden de beste gemiddelde score voor het gros van alle relevante eigenschappen. Het brood met kikkererwtenbloem had bovendien de beste korst.
Barry-Callebaut heeft een nieuwe receptuur uitgedacht die pure chocolade minder bitter, goedkoper en rijker aan antioxidanten maakt. Essentie is dat de firma gemalen koffiebonen als bulkstof gebruikt. Ze zou dat nieuwe ingrediënt vooral gebruiken voor chocoladetypes met meer dan 40 % cacao. Zowel gemalen als ongeroosterde (groene) of licht geroosterde koffiebonen kunnen worden toegepast. De groene, gemalen koffiebonen worden onder de apart geroosterde cacaobonen gemengd; de licht geroosterde worden echter eerst geweekt of hittebehandeld. Een koffiearoma is er niet, want dat ontstaat pas vanaf 200°C; om cacao te maken, gaat het over temperaturen van rond de 120°C. Intussen overweegt het bedrijf ook varianten van de chocolade op de markt te brengen Mengen van groene koffie met cacaobonen leidt tot een minder bittere met zoetstoffen uit stesmaak in pure chocolade. via in plaats van suiker.
<< Universitat Autònoma de Barcelona - Spanje)
14
Glimlachen met dank aan groenten en fruit
FOOD INDUSTRY-APRIL 2013
Kleur heeft invloed op smaak
Kaliumzout in opmars
‘Een Britse professor merkte dat Colombianen in Engeland in de war raakten bij de aankoop van chips. In hun land hebben deze producten in een groene verpakking immers limoensmaak, terwijl dat in het Verenigd Koninkrijk meestal kaas- en uismaak is. Uitgaande van deze vaststelling voerde de acadeTesten met chips moeten bijdragen micus enkele testen uit. tot meer wetenschappelijke keuzes voor de kleur van verpakkingen. Daarbij maakte hij onder meer gebruik van het merk ‘Walkers’ dat een groene verpakking voor zout en azijn heeft, en blauwe voor kaas en ui: net het omgekeerde van de kleur die de andere belangrijke, Britse chipsmerken gebruiken. Eerst liet hij een groep Britse en Colombiaanse proefpersonen chips in verschillende verpakkingen proeven. Hij stelde vast dat de meesten zich voor het kwalificeren van de smaak van de chips op de kleur van de verpakking baseerden, en daarbij dachten aan de kleur die door hun favoriete merk wordt gehanteerd. Met andere woorden: de Britse proefpersonen die doorgaans het merk Walkers kiezen, smaakten kaas en ui wanneer ze chips uit een blauwe verpakking aten, zelfs als het om een zout- en azijnsmaak ging! De onderzoeker ging ook na welke kleur de proefpersonen met een bepaalde nieuwe smaak associeerden. Ook daar bleken er verschillen te zijn naargelang de groep personen en hun respectievelijke gewoontes. Britten vonden dat paars goed bij chips met foie gras- en vijgensmaak past, terwijl de Colombianen een totaal andere mening hadden. (University of
Zoals bekend staat de voedingsindustrie onder druk om de hoeveelheid zout (natriumchloride) in haar producten te verminderen. Zo’n 75 % van de dagelijkse zoutinname zou namelijk afkomstig zijn van levensmiddelen, met als typische voorbeelden brood en kaas. Recent onderzoek doet daar nog een schepje bovenop. Niet alleen zou het goed zijn om de hoeveelheid van dergelijk zout te verminderen. Ook is het aangeraden ervoor te zorgen dat het geproduceerde voedsel meer kalium bevat. Een overzichtsstudie waarbij het effect van deze stof op meer dan 128.000 proefpersonen werd bekeken, toont namelijk aan dat zij die het meeste kalium innamen 24 % minder risico op hartfalen hebben. Tevens bleek kalium de bloeddruk bij mensen met hypertensieproblemen te laten dalen: net het omgekeerde effect van natrium dus. Bovendien blijkt de stof geen negatief effect op mensen met een normale bloeddruk en gezonde nieren te hebben. De voedingsbedrijven kunnen ervoor zorgen dat hun producten meer kalium bevatten door er meer fruit en groenten in te verwerken of kaliumzout (kaliumchloride) aan toe te voegen. (Wolfson Institute-Verenigd Koninkrijk)
Oxford – U.K.)
Voedingsproducenten zouden het zoutgehalte moeten verminderen en het kaliumaandeel vergroten.
Sneller verzadigd dankzij olijfoliearoma Consumenten voelen zich langer verzadigd na het eten van voedingswaren met olijfolie(aroma’s) dan producten met andere oliën of vetten, of hun aroma’s. Dat besloot een team onderzoekers na testen waarbij ze proefpersonen 500 gram vetarme yoghurt, verrijkt met reuzel, melkvet, koolzaadolie of olijfolie, per dag hadden gegeven. De betrokken consumenten nuttigden dit levensmiddel gedurende drie maanden, als supplement bij een normaal dieet. Het bleek dat zij die yoghurt verrijkt met olijfolie hadden gegeten, een grotere hoeveelheid serotonine (een hormoon dat de verzadiging aangeeft) in het bloed hadden. Bovendien was het ook die groep die meldde zich het meest verzadigd te voelen. Er was wel niemand die in die periode
gewicht verloor. Maar het verbaasde de vorsers wel dat olijf- en koolzaadolie, die eigenlijk zeer vergelijkbare vetzuren bevatten, toch een opmerkelijk verschillend effect op het verzadigingsgevoel hadden. Ze vonden de verklaring toen ze de ene groep proefpersonen vetarme yoghurt met enkel de aroma’s uit olijfolie gaf, en de andere groep yoghurt zonder. De eerste bleek zich het meest verzadigd te voelen. Ook consumeerden ze bij die test 176 kilocalorieën minder per dag. Deze ontdekking kan leiden tot de ontwikkeling van vetarme producten die sneller een verzadigd gevoel geven, en zo effectiever in de strijd tegen obesitas zijn. (Technische Universität München - Duitsland; Universität Wien - Oostenrijk) >>
Olijfoliearoma in yoghurt? 176 kilocalorieën minder per dag!
F O O D I N D U S T R Y- A P R I L 2 0 1 3
15
DOSSIER HVAC
Voedingsproducenten met een koelinstallatie die aan vernieuwing toe is, kiezen best voor een systeem dat met natuurlijke koudemiddelen werkt. Want de Europese regelgeving wordt alsmaar strenger en er bestaat zelfs een kans dat ze tegen 2020 de toepassing van deze koelmiddelen verplicht. Niks nieuws onder de zon, horen we u al denken. Maar weet u ook dat er sinds kort een installatie bestaat die zo’n 30 % energie-efficiënter is dan een traditioneel koelsysteem? Hierdoor bedraagt de terugverdientijd gemiddeld amper drie jaar... Tekst: Els Jonckheere - Foto’s: Archief
Een nieuwe koelinstallatie nodig? Investeer dan in één met natuurlijke koudemiddelen! Tijdens de laatste milieuconferentie werd afgesproken dat vanaf 2020 bestaande koelapparatuur met een hoeveelheid koudemiddelvulling van meer dan vijf ton CO2-equivalent niet meer met HFK’s (gehalogeneerde fluorkoolwaterstoffen) met een zeer hoog Global Warming Potential (>2.500) mogen worden hervuld. Marc Schreurs, Speerpuntcoördinator i-NET (Intelligente Nieuwe Energietechnologieën), departement IWT van de Katholieke Hogeschool Limburg: “Elk jaar worden de reglementeringen strenger. En algemeen wordt er vanuit gegaan dat ze
nog zullen veranderen. Volgens mij is de kans zelfs reëel dat er in 2020 nog enkel natuurlijke koudemiddelen zullen mogen worden gebruikt. Bedrijven die nu in een koelinstallatie moeten investeren, nemen dan ook beter geen risico. Er is trouwens geen enkele reden om geen natuurlijke koudemiddelen te gebruiken. Want een systeem op basis van CO2, ammoniak of een combinatie van beide, is energieefficiënter en heeft een veel lagere CO2 -uitstoot dan de gangbare installaties. Met andere woorden: er is zowel winst voor de portemonnee als voor het milieu.
Natuurlijk heeft de oplossing ook een keerzijde. Bij het gebruik van ammoniak moeten er extra veiligheidsmaatregelen worden genomen omdat het een giftige stof is. Denk maar aan automatische lekdetectie, mechanische ventilatie, gebruik van mobiele detectie en persoonlijke beschermingsmiddelen, ... Maar mits deze regels in acht worden genomen, is het absoluut niet gevaarlijk om met ammoniak te werken. Bovendien heeft deze stof het grote voordeel dat je lekken meteen ruikt. Als je weet dat elk systeem gemiddeld 15 % koudemiddel door lekken verliest, begrijp je meteen het pluspunt. Want hoe sneller je lekken detecteert, hoe sneller je ze kan dichten en hoe kleiner het verlies is... Helaas blijven al te veel mensen schrik van ammoniak hebben. CO2 is totaal geen gevaarlijke stof, maar vereist dan weer hoge drukken omdat het tripelpunt bij 31,2°C op 71 bar ligt en condensoren een hogere temperatuur vereisen. Ook dat is echter geen onoverkomelijke barrière, want die hoge drukken kunnen gemakkelijk onder controle worden gehouden door een juist ontwerp en een goede opbouw van de installatie.”
Onafhankelijk van de buitentemperatuur
Om te bewijzen dat koelsystemen met natuurlijke koudemiddelen effectief energie-efficiënter zijn, neemt Marc
16
FOOD INDUSTRY-APRIL 2013
densortemperatuur zich het hele jaar Schreurs er een studie van Danfoss bij. aanbieders zich laten bijscholen, want door rond het vriespunt situeert. Op die Deze firma vergeleek het energieverbruik natuurlijke koudemiddelen zijn echt wel manier laat je de koelinstallatie als het van negen types koelinstallaties (HT dé toekomst,” vertelt hij. “Vandaar dat ware geloven dat de buitentemperatuur 500 kW en LT 100 kW). Hieruit blijkt wij in ons labo natuurlijke koudemidconstant 0°C is, waardoor de oplosdat de transkritische CO2 boosterinstaldelen in Houthalen, geregeld trainingen latie en het cascadesysteem organiseren. Helaas is er nog van CO2 en ammoniak geheel wat werk aan de winkel, middeld 15 % beter scoren. vooral dan in België. Toch wil“Het innovatieve van de nieuwe oplossing is Marc Schreurs: “Het probleem len we de voedingsproducendat ze trigeneratie toepast: een transkritisch is echter dat de rendabiliteit ten die in een nieuwe koelinvan de buitentemperatuur afstallatie willen investeren, ten koelsysteem wordt gekoppeld aan een hankelijk is. Als deze 10°C stelligste aanraden om voor warmtekrachtkoppeling met gasturbine.” bedraagt, verbruiken de oploseen systeem met natuurlijke singen 15 % minder. Maar koudemiddelen te kiezen. Het naarmate de buitentemperavraagt zeker wat zoekwerk om tuur lager of hoger is, stijgt of daalt de gecertificeerde installateurs te vinden sing altijd de hoogste energie-efficiëntie energiewinst. Vandaar dat er nogal wat die zo’n project aankunnen, maar ze haalt!” In concreto zou het systeem discussie is of zo’n systemen wel intebestaan wel degelijk. En laat ook de exdankzij de trigeneratie 30 à 40 % minressant zijn in België. Maar deze vraag tra investering je niet afschrikken. Want der energie verbruiken. Met de gangbare is sinds vorig jaar irrelevant geworden. hoe je het draait of keert: een dergelijke tarieven voor elektriciteit zou dit ervoor Prof. Tassou van de London University installatie is rendabeler op lange termijn zorgen dat een installatie van gemidontwikkelde immers een oplossing die en zal zonder twijfel ook de enige modelde grootte binnen een termijn van 3,2 met dit probleem komaf maakt.” gelijke oplossing zijn om binnen enkele jaar is terugbetaald. Maar daarnaast is er jaren aan de wetgeving te voldoen.” ook een gigantische besparing van CO2. Uit een andere studie die Marc Schreurs er tijdens ons gesprek bijneemt, blijkt dat het traject van diepgevroren vlees Het innovatieve van de nieuwe oplosvan productie tot bij de retailer een sing is dat ze trigeneratie toepast: een CO2-uitstoot van 477 gram per kilogram transkritisch koelsysteem wordt gekopproduct heeft. Bij diepgevroren erwten peld aan een warmtekrachtkoppeling spreken we zelfs over 1.000 g CO2/ met gasturbine. De elektriciteit die met kg. Marc Schreurs: “De helft van de de WKK wordt geproduceerd, wordt CO2-voetafdruk komt uit indirecte emisaangewend om de koelinstallatie aan te sies, namelijk van de energie die door drijven, terwijl de warmte een absorpde koelinstallatie wordt gebruikt. Als je tiekoelmachine voedt. Marc Schreurs: zelf elektriciteit en warmte opwekt – wat “Deze laatste zorgt ervoor dat de conbij de transkritische oplossing het geval is –, vervalt deze uitstoot dus al. Een andere 15 % komt door lekkages van koudemiddelen. Maar aangezien ammoniak en CO2 onschadelijk zijn, behoort ook dit percentage tot het verleden. Met andere woorden: het systeem van Prof. allesondercontrole.com Tassou leidt tot een afname in CO2uitstoot van minstens 65 %!”
Waarover gaat het?
Nog maar het begin
Marc Schreurs
Intussen zijn er al verschillende koelinstallaties die volgens het concept van Prof. Tassou zijn gebouwd. Maar een grote doorbraak laat vooralsnog op zich wachten. Volgens Marc Schreurs heeft dit vooral te maken met het gebrek aan kennis over natuurlijke koudemiddelen bij de verkopers van koelsystemen en de techniekers. “Het is hoog tijd dat de
ebro. Voedselveiligheid. Loggers en voedselthermometers.
NL 074 265 77 88
BE 053 80 97 54
F O O D I N D U S T R Y- A P R I L 2 0 1 3
1699AdvFoodInd_EBITLC_NL.indd 1
17
11-04-13 08:57
Gezond water in een gezonde installatie!
Verbeterde systeemprestaties door beheersing van corrosie, afzettingen en biologie in al uw waterstromen. We make the Difference.
ChloorDioxide zonder generator! verwijderen van bacteriën, virussen en parasieten. verwijderen van biofilm. voorkomen van algen. geen resistentieopbouw mogelijk. veilig aanmaken en eenvoudig doseren van zuiver (99,9%) chloordioxide zonder generator.
Waterkwaliteit is onze specialiteit! Vraag vrijblijvend informatie of advies: Spirotech België bvba, Essenschotstraat 1, 3980 Tessenderlo Tel 0800 78 888
Fax 0800 99 988
[email protected]
made in Belgium
Superieur rendement in warm water en verwarming HeatMaster® 35 TC – 45 TC – 70 TC – 85 TC – 120 TC Gasketel met dubbele functie Totale Condensatie zowel op verwarming als op sanitair warm water Superieur rendement Tank-in-Tank: korte opwarmtijden en minimum aan energieverlies dankzij warmtewisselaar met groot oppervlak
[email protected]
Grote primaire waterinhoud: ideaal voor bestaande installaties Nuttig vermogen van 34.1 kW tot 111.5 kW Cascade-opstelling: onbeperkt in aantal Ideaal voor toepassingen met grote behoefte aan sanitair warm water zoals hotels, sportcentra, rusthuizen, industrie,…
www.acv.com
ISS_FI_maa09_NL_A_ISS_FI_0309_NL_A 31/01/11 10:55 Pagina 1
Zekerheid in kwaliteit ISS Industrial Cleaning Athena Business Center Steenstraat 20/1 1800 Vilvoorde-Koningslo tel 02 263 68 85 fax 02 263 69 39 www.iss.be
[email protected] [email protected]
FI-maa09-A
FI-okt08-K
SPECIAL HVAC
In veel voedingsbedrijven is koeling één van de grootste kostenposten. Er bestaan echter talrijke mogelijkheden om de uitgaven op dit vlak te reduceren. Vooral zuinig omspringen met energie in opslagruimtes, kan heel wat opbrengen. Niettemin blijken maar bitter weinig levensmiddelenproducenten hierbij verder te gaan dan goed te isoleren. Dat is een goed begin. Maar om echt te besparen, zijn ook andere ingrepen noodzakelijk. Aan de KU Leuven loopt al langer onderzoek rond deze thematiek. Maar binnenkort worden heel wat oplossingen ook in de praktijk uitgetest... Tekst: Els Jonckheere - Foto’s: Archief/KU Leuven
Koeling in opslagruimtes kost veel centen Introduceer energiezuinige oplossingen! Kleine ingrepen, veel opbrengst ‘Vele kleintjes maken één groot’ is een uitdrukking die je voor ogen moet houden bij het energie-efficiënt maken van opslagruimtes. Want vaak kan er met een mix van kleine ingrepen al een grote besparing worden gerealiseerd. We denken hierbij in de eerste plaats aan het sluiten van de deuren, het plaatsen van koudegordijnen in ruimtes met veel heftruckbeweging, het dichtmaken van overbodige toegangen, het plaatsen van lichtdetectoren (verlichting verbruikt niet alleen energie, maar is ook een warmtebron!), ... Dr. Pieter Verboven, Research Manager bij de afdeling MeBioS van het departement Biosystemen, KU Leuven: “Een aandachtspunt zijn de ontdooicyclussen. In elke koelcel is er vochtopho-
Dr. Pieter Verboven, Research Manager bij de afdeling MeBioS van het departement Biosystemen, KU Leuven
20
FOOD INDUSTRY-APRIL 2013
ping op de koudste plaats van de koelcel, namelijk de koelbatterij. Omdat dit water gaat aanvriezen, daalt de efficiëntie van de koeling en moet er dus regelmatig worden ontdooid. Slim ontdooien kan enkele procenten energiewinst opleveren!”
Compressoren en ventilatoren
De twee belangrijkste energieverslinders van een koelsysteem zijn de compressoren en de ventilatoren in de koelruimte. In het eerste geval zijn er momenteel weinig andere mogelijkheden dan in nieuwe, energie-efficiëntere types te investeren. En dan komt het er natuurlijk op aan een kosten/batenanalyse te maken. Dr. Pieter Verboven: “Voor de ventilatoren geldt hetzelfde verhaal. Zorg dat ze op de noden zijn afgestemd en hou hierbij rekening met zowel de vereiste luchtsnelheid als een goede luchtcirculatie overal in de ruimte. Maar daarenboven is het interessant om na te gaan of een continue luchtcirculatie wel nodig is. Want luchtcirculatie met intervallen volstaat wel vaker om overal een homogene temperatuur te bereiken. In dit geval kan je de investering beperken tot regelapparatuur die ervoor zorgt dat het luchtcirculatiesysteem automatisch op de vereiste tijdstippen in werking wordt gesteld. Alles hangt hier af van wat het doel van de koeling is: enkel opslag of ook inkoelen. En ook het type product speelt een rol. Zo produceren groenten en fruit warmte en verliezen ze vocht. Maar bij ingevroren
en verpakte producten zijn deze aspecten van geen belang.” MeBioS ontwikkelde software die bedrijven en installateurs helpt om koelruimtes optimaal te ontwerpen. Het pakket berekent de luchtcirculatie en de temperatuur/vochtverdeling in de ruimte. Via simulaties kunnen verschillende koelcelontwerpen met elkaar worden vergeleken. Dr. Pieter Verboven: “Zo kan je bijvoorbeeld nagaan wat de beste stapelwijze van de producten is, of waar de koelgroep het best wordt geplaatst.“
Vergeet de invloed van verpakking niet Wanneer het over de bulkopslag van groenten en fruit gaat, blijkt ook de verpakking een cruciale rol te spelen. Dr. Pieter Verboven: “Vaak wordt vergeten dat het verpakkingsmateriaal niet alleen een esthetisch of logistiek doel heeft, maar ook een belangrijke invloed op het koelgedrag van het verpakte product heeft. Met andere woorden: de verpakking kan verhinderen dat in de koelcel de warmte voldoende efficiënt uit het product wordt gehaald. We hebben al uitgebreid onderzoek gedaan naar het aerodynamische gedrag van verschillende verpakkingen die in de sector worden toegepast. Om de kwaliteit van verse producten te behouden, is het essentieel dat deze na de pluk zo snel mogelijk naar de geschikte bewaartemperatuur worden afgekoeld. Soms duurt het echter dagen vooraleer ze van de gemiddeld 30°C op
0°C kunnen worden gebracht. Groenten en fruit die voor export zijn bestemd, worden in kartonnen dozen verpakt. Die zijn immers gemakkelijk stapelbaar en bieden ook enige sterkte. Maar in een gesloten verpakking koelen de levensmiddelen veel trager af. Met strategisch geplaatste ventilatiegaatjes kan de koeltijd echter met verschillende uren worden ingekort. Trouwens: deze manier van werken levert ook op het vlak van energie-efficiëntie een groot voordeel op. De ventilatoren geven immers bij een lage luchtweerstand (van een goed geventileerde verpakking) een hoger debiet dan bij een slechte verpakking. We winnen hier dus twee keer: de ventilatoren worden beter gebruikt en de koeling is sneller. Let wel: het is niet alleen met karton dat dit fenomeen zich manifesteert. In principe is het een problematiek die aan alle verpakkingsmaterialen inherent is. Het kan ook worden doorgetrokken naar alle verse voedingsproducten die in bulk worden opgeslagen.” Toch blijkt het niet te volstaan om de verpakking zomaar van enkele gaatjes te voorzien. Er moet immers rekening worden gehouden met de circulatiestromen van de koude lucht, het type product, de manier van stapelen, de hoeveelheid levensmiddelen, ... Daarom gebruikt BIOSYST-MeBioS een software om de verpakkingen te optimaliseren. “Op die manier kunnen we stromingsberekeningen maken die ons toelaten een aerodynamisch design te ontwikkelen, en dit voor elk type verpakking en toepassing,” verduidelijkt Dr. Pieter Verboven.
En in de toekomst... Volgens Dr. Pieter Verboven zouden er in de toekomst nog wel eens verschillende andere manieren kunnen ontstaan om energiezuinigere koelruimtes te bouwen. Hij verwijst in dit kader naar onderzoek over materialen die voor meer koelefficientie zorgen, zoals vacuüm geïsoleerde panelen (VIP) die een hogere thermische isolatie bieden. Daarnaast zijn er nog de koudemiddelen met nano-partikels die mogelijkheden bieden om koelmiddelen meer efficiënt te maken. Dr. Pieter Verboven is eveneens heel erg te spreken over CO2 als koudemiddel (zie ook artikel CO2 koeling). “Tevens wordt aan de ontwikkeling van enkele nieuwe tech-
Twee types kartonnen verpakking met verschillend ventilatieontwerp: links een conventionele doos met verluchting langs de zijvlakken van de doos; rechts een innovatieve verpakking met verluchting langs de ribben van de doos. Het resultaat op koeling is spectaculair: onderaan wordt het temperatuurprofiel tijdens inkoelen doorheen de dozen op een standaardpallet weergegeven; het nieuwe design koelt aanzienlijk sneller en homogener.
nieken gewerkt,” vertelt hij. “Denk maar aan magnetische koeling waarbij van het zogenaamde magnetocalorisch effect gebruik wordt gemaakt. Er worden geen koudemiddelen of compressorsystemen toegepast, maar simpelweg de eigenschappen van welbepaalde legeringen die in een variërend magnetisch veld netto energie aan hun omgeving onttrekken. Dergelijke systemen komen nu in de kijker voor laag-energie koelsystemen, zoals koeltogen, gekoelde displaykabinetten of frisdrankautomaten. Producenten van deze innovatieve techniek claimen dat er 50 % minder energie wordt gebruikt dan met traditionele koeltechnieken.”
Slim en dynamisch Maar dé oplossing van de toekomst ligt zonder twijfel in zogenaamde ‘slimme’
systemen die rekening houden met de kostprijs van de energie en de kwaliteit van het specifieke product. Onder invloed van de toenemende input van hernieuwbare systemen (die heel variabel is en moeilijk te voorspellen valt) neemt het aantal pieken en dalen in het elektriciteitsaanbod toe. Dit vertaalt zich in tarieven die doorheen de dag constant variëren, soms zelfs in heel grote mate. Dr. Pieter Verboven: “In de toekomst zal een toenemend aantal apparaten in functie van de beschikbaarheid van energie functioneren. Met andere woorden: ze zullen vooral in werking treden wanneer er een groot aanbod is en de prijzen dus heel laag liggen. Ook vries- en koelcellen behoren tot de categorie van users die in dit systeem kunnen stappen. In concreto zal er iets dieper worden gekoeld bij veel beschikbaarheid, om de koeling dan
F O O D I N D U S T R Y- A P R I L 2 0 1 3
21
SPECIAL HVAC
Computational Fluid Dynamics laat toe de luchtstroming, temperatuur, gas- en vochtverdeling in koelcellen te berekenen op basis van CAD modellen.
enige tijd uit te schakelen als er weinig energie is en deze dus duur is. Natuurlijk moeten we wel nagaan of dit mogelijk is zonder dat de kwaliteit van de producten en de voedselveiligheid in het gedrang komt. Maar in theorie zien we toch veel mogelijkheden. In diepvries kan bijvoorbeeld bij een groot aanbod aan energie een temperatuur van -24°C in plaats van -22°C worden nagestreefd. Wanneer de installatie dan wordt stilgelegd, zal het enige tijd duren vooraleer pakweg -18°C wordt gehaald. En dat is een temperatuur die nog perfect aan alle vereisten voldoet. Voor gekoelde producten is het verhaal iets complexer. Want er moet rekening worden gehouden met het feit dat de productkwaliteit sterk van de temperatuur afhankelijk is. Tot nu toe werd er altijd van uitgegaan dat een constant temperatuurregime de beste oplossing voor optimale gekoelde bewaring is. Wanneer ‘slimme’ systemen worden geïmplementeerd, is de vraag natuurlijk hoe de (weliswaar kleine) schommelingen in temperatuur het levensmiddel zullen beïnvloeden. De sector heeft toch wel wat schrik dat de kwaliteit zal worden aangetast. Vandaar dat er verder onderzoek nodig is en eventueel wordt nagegaan of de combinatie met andere bewaartechnieken, zoals ‘dynamisch gecontroleerde atmosfeer’ (DCA) geen beter alternatief is. Hierbij worden de bewaarcondities aangepast op basis van de biologische respons van het product. Dit laat toe om voor elke partij of koelruimte
22
FOOD INDUSTRY-APRIL 2013
de optimale condities te zoeken. Op die manier zou de koeling enkel worden ingeschakeld wanneer dit echt nodig is. In combinatie met systemen die rekening
“Luchtcirculatie met intervallen volstaat wel vaker om overal een homogene temperatuur te bereiken.” houden met de energieprijzen, is het evident dat dit tot een grote besparing zou kunnen leiden. In dit kader is de kans zelfs reëel dat er in de toekomst alsmaar vaker sensoren zullen worden toegepast die de kwaliteit van het product continu meten, al zijn daar kosten mee gepaard. KU Leuven ontwikkelde samen met het Vlaams Centrum voor Bewaring van Tuinbouwproducten (VCBT) echter een DCA-techniek die zonder bijkomende sensoren kan worden toegepast en niettemin goede resultaten geeft.”
Simuleren en testen Zomaar eender welke oplossing implementeren, is in deze tijden niet verantwoord. Natuurlijk is elke ingreep om de ecologische voetafdruk te minimaliseren, belangrijk. Maar met de stijgende druk op de marges komt het er vandaag in de eerste plaats op aan effectief kosten te besparen. Elke investering moet dus worden gewikt en gewogen. Om bedrijven daarbij te helpen, is het Departement Biosystemen van de KU Leuven bezig met de ont-
wikkeling van rekenmodellen die toelaten om van elke maatregel de impact op de kwaliteit van de producten en op de energiekost te berekenen, en dit doorheen de hele koudeketen (van productie tot bij de consument). Dr. Pieter Verboven: “Het is voor de voedingsproducent heel belangrijk te weten of het uiteindelijke resultaat nog binnen de aanvaardbare limieten valt. Het heeft bijvoorbeeld geen zin dat de bewaartijd door de implementatie van een energie-efficiënte oplossing korter wordt dan contractueel met de koper is vastgelegd. Maar in de praktijk is dat vaak een heel complexe materie. Dankzij deze rekenkundige modellen kunnen de levensmiddelenproducenten op een eenvoudige manier het effect van verschillende mogelijkheden simuleren, zodat ze de juiste keuzes kunnen maken en geen nutteloze investeringen doen.” Momenteel is er al een prototype beschikbaar dat uitgebreid door deskundigen wordt getest. Het pakket wordt ontwikkeld in een Europees samenwerkingsverband van onderzoekers in het domein van koeltechniek voor voedingsmiddelen (zie www. frisbee-project.eu - je vindt er ook allerlei tips en uitleg over de verschillende koeltechnieken). Tegen eind 2014 zou een eerste versie van het rekenmodel klaar moeten zijn. Bedrijven die geïnteresseerd zijn om de testversie uit te proberen, kunnen contact opnemen met Dr. Pieter Verboven op
[email protected]. Daarnaast start het VCBT in het najaar ook een IWT-project over Energiezuinig koelen van groenten en fruit. Hierbij zullen de bovengenoemde energiebesparende maatregelen in de Vlaamse groenten- en fruitsector worden uitgetest. Ook de KU Leuven is in dit project betrokken. Dr. Pieter Verboven: “Bedoeling is na te gaan welke ingrepen het meest opbrengen. Tevens zullen de participerende bedrijven die succesvolle resultaten kunnen voorleggen, ook als demonstratiepunt voor concullega’s fungeren. Het wordt een vrij uitgebreid project, want de looptijd bedraagt vier jaar. Maar het is een noodzakelijkheid, want energie-efficiënter koelen kan de groenten- en fruitsector – en bij uitbreiding heel veel levensmiddelenbedrijven – echt wel veel centen opbrengen.”
Mitsubishi Electric lanceert ‘Mr. Slim+’ Airco en sanitair warm water met warmteterugwinning
Mr. Slim+ is een warmtepomp/aircondi- de koeling gegenereerde warmte-energie, tioningsysteem met een volledig nieuwe afhankelijk van de omstandigheden en buitenunit, een binnenunit voor koeling behoeften aan de omgeving af te geven of verwarming en een ‘Ecodan Hydrobox’ of via de Hydrobox naar het warmtecircuit voor ofwel verwarming via warm water, te transporteren. Zo bereikt het hele sysofwel de productie van sanitair warm teem een COP van meer dan 5. water. De buitenunit is in staat om de, bij SaverisFood_Opmaak 1 13/02/2013 15:21 Pagina 1
Testo Saveris: monitoring van temperatuur in het transport van voeding.
www.testo.be
www.testo.be
De nieuwkomer in de FCA-klasse.
FCA 80 NIEUW !
Kaliberbereik van 38 tot 160 mm Tot 125 slagen per minuut Door de overspreiding ideaal voor gevormde producten Eenvoudige bediening
Hal 8 · stand B 92 Bezoek ons !
innovatief · betrouwbaar · toonaangevend Informatie: www.polyclip.com/2302
[email protected]
FCA 80_186 x130_nl_Food Industry_2302_IFFA 2013.indd 1
12.04.2013 17:28:13
F O O D I N D U S T R Y- A P R I L 2 0 1 3
23
[email protected] • www.door-assist.be
Onderhoud en service op alle merken van deuren en poorten.
NERGECO
Soepele rol- en vouwpoorten
COOL IT
Isotherme bedrijfs-, koel-, vries-, draai- en schuifdeuren.
Uw contact:
[email protected] , fax 056/33.49.31
www.door-assist.be
Bescherming!
Een kwestie van smaak. 108698
Bescherming van goede smaak met Protadur®. Smaak hebben en behouden: gassen uit de Protadur®-reeks beschermen levensmiddelen tegen bederf en smaakverlies. Met de uitgebalanceerde Protadur®-gassen kunt u koelen, invriezen, carboniseren, inertiseren, dehydrateren en opschuimen. Protadur® zorgt ervoor dat uw product en verpakking smaakvol beschermd worden; en dat alles volgens de richtlijn 178/2002/EG. Resultaat: volledige rechtszekerheid voor u en een optimale smaakzekerheid voor uw producten.
Zitrec koudedragers nemen het op tegen corrosie! Onze selectieve organische inhibitoren beschermen alle metalen in uw installatie tegen agressieve corrosie, en vermijden hun ongewenste bijwerkingen zoals verminderde warme-overdracht, lekken, drukval of pompdefecten. Deze unieke levenslange bescherming, met nauwelijks inhibitor-verbruik, verzekert u van een duurzaam en betrouwbaar systeem. We bieden een volledig gamma aan : zowel een inhibitorenpakket voor gebruik in water (Zitrec I) als volledig geformuleerde koudedragers op basis van ethyleenglycol (Zitrec M) en propyleenglycol (Zitrec L). Ook een voedselveilige Zitrec F met FDA goedgekeurde additieven en NSF registratie is beschikbaar. En voor lage temperatuurtoepassing tot -50°C is ook een energiebesparende koudedrager Zitrec S beschikbaar.
Wilt u een smaakvol aanbod? Neem dan gerust contact met ons op!
Bescherming daar waar het nodig is!
Zitrec, de niet-agressieve koudedragers www.zitrec.com Zitrec is een geregistreerde merknaam van Arteco NV. Distributeur in de Benelux: Bart Vandendriessche Product Manager Maintenance & Lubricants
[email protected] GSM : + 32 475 81 01 66 www.brenntag.be
108698-90x265_NL.indd 1
Gassen, service en knowhow
Westfalen BVBA Jaargetijdenlaan 100/102 1050 Brussel Tel. 053-64.10.70 Fax 053-67.39.07
[email protected] www.westfalen.be
17/04/13TG34_4_Een_kwestie_van_smaak_90x265.indd 09:09 1
17.01.12 16:25
SPECIAL DRANKEN
In weinig andere landen huist zoveel wetenschappelijke kennis over het brouwproces als in België. En onze kennisinstellingen blijven hun reputatie alle eer aandoen. Zo bouwde de onderzoekseenheid EFBT (Laboratory for Enzyme, Fermentation and Brewing Technology) van KAHO Sint-Lieven (KU Leuven) in Gent recent een volledig nieuwe brouwzaal met bijhorend analysecentrum (Flavour+) waarin het met de allernieuwste en meest innovatieve technieken en systemen kan experimenteren. Daarnaast lopen er verschillende onderzoeksprojecten, onder meer over de houdbaarheid van bier en het brouwen van bier met een uitgesproken (hoppig) aroma. Tekst: Els Jonckheere - Foto’s: EFBT
België koploper inzake bieronderzoek Aroma en houdbaarheid: twee grote aandachtspunten Eerst en vooral willen we meegeven dat de onderzoekseenheid EFBT met zijn brouwerijcentrum en analysecentrum Flavour+, samen met de academische opleidingen van KAHO Sint-Lieven, binnenkort volledig in KU Leuven integreert, en dit binnen de Cluster Bioengineering Technology (CBeT) van de nieuwe Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen (FIIW), het Departement Microbiële en Moleculaire Systemen (M2S) en het platform LFoRCe, het Leuven Food Science
Een andere piste om hittebelasting te reduceren, bestaat uit de toepassing van ongeëeste mout voor de bierproductie.
26
FOOD INDUSTRY-APRIL 2013
and Nutrition Research Centre van KU Leuven Research & Development (LRD). Daarnaast maakt EFBT deel uit van het Leuven Institute for Beer Research (LIBR) dat enkele gespecialiseerde laboratoria verenigt die expertise hebben in het onderzoek en de ontwikkeling van praktische toepassingen in de bieren drankenindustrie. Momenteel werken binnen EFBT zeventien onderzoekers en doctoraatsmedewerkers aan verschillende projecten. Eén van de belangrijkste aandachtsvelden is de smaakstabiliteit van bier. Want ondanks uiterst gericht wetenschappelijk onderzoek, en dit al gedurende decennia, werd nog steeds niet helemaal achterhaald waarom precies de verse ‘bierflavour’ er zo snel op achteruit gaat. “We zijn al jaren bezig met onderzoek op dat vlak, gesteund door het agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie (IWT), via bilaterale contacten met de industrie en doctoraatsstudies van Dr. ir. Jessika De Clippeleer en Ing. Gert De Rouck. En sinds kort zitten we blijkbaar op het juiste spoor,” aldus Prof. dr. Guido Aerts, Hoofd van EFBT en van de Cluster Bioengineering Technology van de Faculteit IIW van KU Leuven. “Volgens ons ligt mout mee aan de basis van het flavourinstabiliteitsprobleem van bier. Want via de mout kunnen allerlei ‘off-flavours’ en typische verouderingsgeuren (aldehyden) in het bier terechtkomen. Deze aldehyden manifesteren zich al na drie maanden, zelfs
als het product gekoeld wordt bewaard. Vooral pils is er gevoelig voor, aangezien dit bier weinig maskerende smaken bevat. Lang werd gedacht dat hergisting op fles de remedie was. Maar nadat de CO2 is gevormd, zakt de gist naar beneden en bindt het zich met het glas. Op dat moment heeft het zijn werk gedaan en zal de gist het bier dus niet meer tegen de aanwezigheid van verouderingscomponenten en zuurstofingressie beschermen, met alle gevolgen van dien. Vandaar dat ook bieren van hoge gisting met het fenomeen hebben af te rekenen.”
Twee mogelijke pistes Uit hun experimenten ontdekte de onderzoekseenheid EFBT dat er wellicht twee mogelijke manieren zijn om het fenomeen van bierveroudering aan te pakken. Kern van het antwoord is de reductie van de hittebelasting doorheen het volledige proces, van gerst tot bier. R&D-R&Dmedewerkster, Dr. ir. Jessika De Clippeleer: “Eerst en vooral is het belangrijk om de duur van het kookproces tijdens het brouwen te minimaliseren. Want hittebelasting kan in de vorming van specifieke aldehyden resulteren.” Prof. dr. Guido Aerts: “Een andere piste om hittebelasting te reduceren, bestaat uit de toepassing van ongeëeste mout voor de bierproductie. Want het is precies om het kiemproces in groenmout te stoppen, dat het vocht uit de mout moet worden ver-
wijderd. En dat gebeurt klassiek door op hoge temperaturen te eesten. Maar deze hittebelasting is eveneens een potentiële bron van aldehyden in het uiteindelijke product. Vandaar dat we nu willen experimenteren met het achterwege laten van het klassieke eesten van de moutkorrels op hoge temperatuur en het kiemproces via alternatieve methoden willen stoppen. In concreto willen we de groenmout ‘verstikken’ in de eest, zodat het dode korreltjes worden. We gaan ervan uit dat deze ingreep heel eenvoudig kan: door een bache op de gekiemde korrels te leggen, zodat er geen zuurstofopname meer kan gebeuren. Maar ook spelen met pH-waarden in de opslagruimte behoort tot de mogelijkheden. De dode moutkorreltjes kunnen vervolgens op lagere temperaturen worden gedroogd.”
omzettingen worden afgeremd.” Dr. ir. Jessika De Clippeleer vervolgt: “Verder worden de contacttijden met hitte geminimaliseerd door het werken met de dunbedfilter en het in-line koken tijdens de filtratie, waardoor we minstens 50% sneller kunnen brouwen. We gaan ervan uit dat deze manier van werken tot een lager aldehydengehalte in het uiteindelijke bier zal leiden. In combinatie met innovatief geproduceerde mout, zouden we dus wel eens dé sleutel tot een jarenlang vraagstuk in handen kunnen hebben en eindelijk een praktische oplossing kunnen formuleren om de ‘verse bierflavour’ tijdens binnenlandse opslag en distributie te behouden. Vooral voor bedrijven die naar verre landen exporteren, zou dat een grote stap vooruit zijn.”
Hop speelt ook een cruciale rol in de uiteindelijke geur en het aromatisch karakter van bier.
‘proef’brouwerij van Lochristi, waarbij we het effect van diverse hoppingtechnieken en verschillende hopvariëteiten op het Een ander domein waarin de onderzoeksaroma en de smaak van het finale bier eenheid EFBT actief is, is het ‘aroma’ van De materie zal door EFBT worden onbestuderen. Want naast het traditionele bier. “De laatste tijd is er een grote vraag derzocht in een VIS-project dat sinds ‘kettle hopping’ (een proces waarbij hop naar bieren met een specifieke geur,” februari 2013 loopt en in totaal zes jaar in het begin van het kookproces in beslag zal nemen. Het is de wordt toegevoegd en in hoofdzaak bedoeling om de mout gedetail“Via de mout kunnen allerlei op het creëren van bitterheid is leerd te analyseren en de invloed van het aldehydengehalte op de ‘off-flavours’ en typische verouderingsgeuren gericht), bestaan twee processen waarmee een uitgesproken hoppig smaakstabiliteit van het finale bier (aldehyden) in het bier terechtkomen.” aroma kan worden verwezenlijkt. te evalueren. Als tweede luik in dit Enerzijds is er de ‘late kettle hopVIS-project zal ook het brouwproping’ waarbij een extra hoeveelheid hop ces worden geoptimaliseerd, en dit op vertelt Dr. ing. Filip Van Opstaele. “En met sterke geurkarakteristieken tien mimaat van elke deelnemende brouwerij. er bestaan nogal wat mogelijkheden om nuten voor het einde van het kookproces Dr. Barbara Jaskula-Goiris: “Hierbij is het tot heel innovatieve producten te komen. wordt toegevoegd. Omdat de hop maar de bedoeling om met verschillende kookEén ervan is het gebruik van hop. Deze tien minuten wordt gekookt, ontstaat er tijden en temperaturen te experimentegrondstof is niet alleen essentieel voor geen extra bitterheid, maar worden de ren, dit om de vorming van aldehyden de unieke en karakteristieke bitterheid vluchtige componenten uit de essentiële tijdens het wortkoken te minimaliseren.” van bier. Het speelt ook een cruciale rol olie in het bier gebracht. Anderzijds is Prof. dr. Guido Aerts: “Tevens willen we in de uiteindelijke geur en het aromatisch er ‘dry hopping’. Daar wordt pas op het nagaan in hoeverre onze nieuwe pilootkarakter ervan. Onder impuls van Prof. einde van het brouwproces, meestal na brouwerij een rol in deze problematiek dr. Luc De Cooman hebben we via een de fermentatie, hop toegevoegd. Bedoekan spelen. Want wij werken in een aantal hopgerelateerde wetenschappeling is om de geurkarakteristieken van zuurstofloze omgeving. De mout bevindt lijke projecten (gesteund door IWT en de ‘rauwe’ hop – de geur van op het veld zich boven de schijfmolen en wordt eerst bilaterale contacten met de industrie) de dus – aan het bier te geven. Het mengsel met CO2 behandeld om er alle lucht uit te ‘flavour’-karakteristieken van tientallen blijft enkele weken ‘rijpen’ wat ertoe leidt hopvariëteiten in kaart gebracht. Tevens halen. Vervolgens wordt ze gemengd met dat de essentiële oliën uit de hop worden heb ik het onderwerp ook in mijn doctobrouwwater en vermalen, om tenslotte in geëxtraheerd. Het resultaat: een bier raatsstudie uitgespit. Meer in het bijzonde maischketel terecht te komen, waar met een erg uitgesproken geur: citrus, der heb ik de rol van de essentiële oliën het versuikeringsproces begint. Ons exfruitig, bloemig, pompelmoes, mango,.... in hop inzake het uiteindelijke aroma en tractieproces start nooit onder de 63°C Met ons huidig project testen we de de smaak van bier onderzocht. Op dit mo(in plaats van de gangbare 45°C). En de geurkarakteristieken van een twintigtal ment kent dit onderzoek een vervolg door pH schommelt in ons proces rond de 5,2 hoppen in bestaande basisbieren. Daarde doctoraatsstudie van Tatiana Praet in plaats van 5,6 à 5,8. Dit heeft op zich naast kijken we ook naar de stabiliteit en hebben we ook tot 2014 een groot al een positief effect doordat vorming van van het eindproduct. Want de geurkarakproject lopen in samenwerking met de aldehyden wordt onderdrukt en oxidatieve
Uitgebreid onderzoek
Aroma: een ander aandachtspunt
F O O D I N D U S T R Y- A P R I L 2 0 1 3
27
SPECIAL DRANKEN
teristieken van die aromahoppen in bier verdwijnen heel snel. En momenteel weet niemand waarom dat zo is. Een deel van ons onderzoek richt zich dan ook op het detecteren van de oorzaak daarvan en het vinden van maatregelen om de snelle achteruitgang van de verse hopflavour in bier tegen te gaan.”
Ook voor andere dranken
Enkele van de onderzoekers: Barbara JaskulaGoiris, Jessika De Clippeleer en Filip Van Opstaele
Sinds kort beschikt ‘Flavour+’ zelfs over een SIFT-MS, waarvan er slechts zes in heel België en Noord-Frankrijk zijn.
Natuurlijk zijn er nog tal van andere onderzoeksprojecten waarmee EFBT bezig is. Vaak gaat het om analyses in opdracht van brouwers en mouters. Want het analysecentrum ‘Flavour+’ bezit alle apparatuur die nodig is om bier in al zijn facetten analytisch te ontleden: bitterheid, aroma’s, aldehyden, schuimstabiliteit, kleur, alcoholgehalte, aminozuren, polyfenolgehalte, suikergehalte,.... Dr. ir. Jessika De Clippeleer: “Voor de spelers in de markt is dit een enorm voordeel, aangezien de investeringen in bepaalde
analyseapparatuur té groot zijn om zelf te dragen. Zo hebben wij de benodigde infrastructuur en methoden om ook grondstoffen, zoals mout, hop, kruiden,... te karakteriseren en op kwaliteit te testen. En we kunnen het brouwproces evalueren en nagaan welk effect technische aanpassingen op het eindproduct hebben. Sinds kort beschikken we zelfs over een SIFT-MS, waarvan er slechts zes in heel België en Noord-Frankrijk zijn. Het gaat om een toestel waarmee op enkele minu-
ten tijd kan worden gedetecteerd welke componenten er in welke concentraties aanwezig zijn in grondstoffen, bier of intermediaire producten van het brouwproces. Deze snelle analyse biedt de mogelijkheid om heel vlug in te grijpen in het productie/fermentatieproces mocht blijken dat er iets fout loopt. Bovendien hebben wij doorheen de jaren natuurlijk een gigantische kennis opgebouwd inzake alle facetten van de bierproductie. Zelfs producenten van andere dranken kunnen bij ons terecht, want onze apparatuur is natuurlijk niet uitsluitend op bier geörienteerd. We zijn zelfs vragende partij: door met andere dranken bezig te zijn, komen we immers wel eens op ideeën om problemen met bier op te lossen, en vice versa. Het is dan ook onze bedoeling om het analysecentrum ‘Flavour+’ te laten uitgroeien tot hét analyseplatform voor de hele drankenindustrie.”
Het analysecentrum Flavour+ en de Pilootbrouwerij van EFBT
De nieuwe brouwerij omvat een moderne lijn voor het fijnmalen van mout onder antioxidatieve omstandigheden in combinatie met dunbedfilter.
Het analysecentrum ‘Flavour+’ is uitgerust met de meest geavanceerde en gespecialiseerde apparatuur voor het meten van zowel vluchtige als nietvluchtige stoffen in bier en grondstoffen voor de bierbereiding. Met betrekking tot het analyseren van aroma’s van bier en grondstoffen (zoals esters, aldehyden, terpenen, zwavels, fenolische verbindingen,…) beschikt ‘Flavour+’ over GC-MS systemen (quadrupool en ion trap MS) en gaschromatografen met selectieve detectoren (bijvoorbeeld specifieke zwaveldetector, electron capture detector). Deze systemen zijn allemaal
28
FOOD INDUSTRY-APRIL 2013
met robots voor automatische extractie uitgerust. Heel recent werd ook een nieuwe massaspectrometrisch gebaseerde unit (SIFT-MS) geïnstalleerd. De verwachtingen omtrent dit toestel zijn erg hoog en het potentieel ervan wordt momenteel uitgetest. Tevens worden analytische protocols ontwikkeld voor een zeer snelle en accurate meting van targetmoleculen. Verder heeft ‘Flavour+’ de mogelijkheid om de aroma’s sensorisch te beoordelen, en dit via een GC-MS systeem dat met een olfactometrische unit is uitgerust. Via dit toestel wordt de menselijke neus gebruikt als detector, wat het analysecentrum in staat stelt de belangrijkste geurcomponenten in bier, mout, hop en kruiden te determineren. Voor de analyse van niet-vluchtige componenten (bitterstoffen, aminozuren, polyfenolen, suikers, hopzuren,…) beschikt ‘Flavour+’ over verschillende hoge druk vloeistofchromatografen (HPLC) en een Ultra Performance vloeistofchromatograaf (UPLC). Deze instrumenten zijn met een autosampler en diverse detectoren (diode array, UV, refractie-index, fluorescentie) uitgerust.
En de brouwerij... De brouwerij van EFBT heeft verschillende lijnen voor het produceren van wort: enerzijds is er een klassieke brouwlijn voor het grofmalen van mout en klassieke filterkuip (capaciteit 0,5 hl en 2 hl) en anderzijds een moderne brouwlijn voor het fijnmalen van mout onder antioxidatieve omstandigheden in combinatie met dunbedfilter (capaciteit van 5 hl). Deze laatste zorgt ervoor dat zowel de productietijd als het water/energieverbruik sterk kan worden gereduceerd. Voorts beschikt EFBT over diverse gisttanks van 50 tot 500 liter voor bierproductie en een centrifuge voor het klaren van bier. Het product wordt afgevuld door middel van een roterende zeskops tegendrukvuller met dubbele zuurstofevacuatie, dit om het zuurstofgehalte in het finale bier tot een minimum te beperken.
&
Water
Wastewater Solutions Fritolay-Pepsico (Potato processing) Membrane Bio-Actor Water Reuse
Turnkey solutions for anaerobic treatment of waste water and solid waste for the food industry Operation & Services
Dejaeghere (Frozen vegetables) Anaerobic-Aerobic Bio-Actor Green Energy
Know-how & Experience Global approach Intelligent sustainable technology Water Reuse
Veurne Snack Foods – Pepsico (Potato processing) Anaerobic BioGestor with cogeneration Green Energy
Green Energy
Attero (NL) (Anaerobic composting) Anaerobic Bio-Actor Green Energy – Water Reuse
Stationsstraat 164 - 3110 Rotselaar - Belgium tel. +32 (0)16 61 72 50 - fax + 32 (0)16 61 72 59
[email protected] - www.enprotech.be
A4.indd 1
San Miguel (Fruit processing) Anaerobic Bio-Actor Carbon Credits
3/04/2013 15:26:14
SPECIAL DRANKEN
Als tiener vond hij de marketing ‘battle’ tussen Coca-Cola en Pepsi fascinerend en droomde hij er stilletjes van om ooit zelf de strijdbijl ter hand te kunnen nemen. Maar het lot bracht Jan Verlinden naar een totaal andere sector: de tabaksindustrie. Twintig jaar laten bleken de goden hem echter goedgezind te zijn. Want sinds 2012 staat Jan Verlinden aan het hoofd van de Marketingafdeling van PepsiCo Belux. Het marktaandeel van Pepsi vergroten, is één van de prioriteiten waaraan hij dan ook met grote passie werkt. Maar gezien het grote assortiment van de firma blijven de efforts natuurlijk niet tot dat ene merk beperkt... Tekst: Els Jonckheere - Foto’s: PepsiCo
Marketing bij PepsiCo Belux Een verhaal van keuzes maken... zijn internationale carrière: hij lanceerde Marketing heeft altijd een grote aantrekis, en wat de specifieke barrières zijn om Lucky Strike in Portugal, werkte mee aan kingskracht op Jan Verlinden (45) gehad. je gamma aan de man te brengen,” legt de lancering van Pall Mall in Rusland Als kind vond hij de reclamefilmpjes op hij uit. Uiteindelijk gaf Mars Jan Verlinden en vervoegde daarna de gelederen van tv al heel interessant. En in tijdschriften de kans om zijn ambities waar te maken. het internationale Lucky Strike team in bleef hij altijd hangen bij de advertenties Maar al na vijf maanden maakte hij de Londen. In 2001 werd hij verantwoordevan sprekende merken. Omdat hij een overstap naar British American Tobacco lijk voor de herlancering van Lucky fervent Pepsi-drinker was, volgde in Amerika en het opzetten hij vooral de strijd tussen ‘zijn’ merk “Ik was ervan overtuigd dat je eerst een tijd Strike van het Amerikaanse horecakanaal en Coca-Cola op de voet, stilletjes en drie jaar later trok hij naar dromend dat hij ooit een rol in één in de sales moet zitten vooraleer je tot het Zuid-Korea (één van de grootste van beide multinationals zou kundepartement marketing kunt overstappen.” tabaksmarkten ter wereld) om er nen spelen. Vandaar dat hij na zijn de functie van Marketingdirecteur humaniora voor de opleiding hanop zich te nemen. In 2006 vond Jan delsingenieur koos, om daarna ook nog (BAT) dat op dat moment een interessant Verlinden dat het welletjes was geweest. eens een jaar aan de Vlerick Business programma had om jonge universitairen Niet alleen zag hij nog weinig perspectieSchool in Gent te studeren. Eenmaal de knepen van het vak marketing bij te ven om bij te leren inzake marketing van beide diploma’s op zak, zocht Jan Verbrengen. “Dit was een kans die ik niet tabakswaren. Ook waren de restricties op linden gericht naar een job in de verkoop kon laten schieten,” vertelt hij. “Want het promoten van deze producten in veel bij een grote multinational. “Ik was er het was de ideale manier om mijn carlanden zo groot geworden dat het nog immers van overtuigd dat je eerst een rière uit te bouwen zoals ik die voor weinig motiverend was om in dit domein tijd in de sales moet zitten vooraleer je ogen had: in een multinational, met veel actief te zijn. Vandaar dat hij besloot om tot het departement marketing kunt overmogelijkheden om in het buitenland te het als externe marketing consultant te stappen. Want enkel op die manier leer je werken, grote budgetten en campagnes proberen. “Maar in 2008 vroeg BAT me wat de consumentenbehoeften zijn, hoe die echt wel innovatief waren. In die tijd om een groot innovatietraject te leiden, de retail functioneert, wat in de praktijk was de tabaksector immers één van de waardoor ik terug naar mijn roots ging,” de functie van marketing & communicatie allerbelangrijkste marketeers ter wereld: vervolgt Jan Verlinden. “Toen dat in 2010 ze spendeerde monsterbudgetten en gesuccesvol was afgerond, heb ik toch bruikte elk mogelijk kanaal en opportunibeslist om deze keer de deur definitief teit om het verschil met de concurrentie achter mij dicht te trekken en een totaal te maken.” andere sector op te zoeken. Het toeval wou dat er net op dat moment bij PepsiCo een functie van Marketing Director Belux vrijkwam. Natuurlijk heb ik geen Bij BAT doorliep Jan Verlinden een heel moment geaarzeld om me kandidaat te traject: hij begon er als vertegenwoordistellen: het was mijn jeugddroom. Toen ik ger, waarna hij een tijdje op de markevernam dat het management mij voor de tingafdeling meedraaide. In 1996 startte
Van BAT naar PepsiCo
30
FOOD INDUSTRY-APRIL 2013
job had gekozen, voelde ik me dan ook de koning te rijk. Eindelijk kon ik doen waar ik altijd stilletjes op had gehoopt: een cruciale rol spelen in de ‘battle’ tussen Pepsi en Coca-Cola...”
Pepsi en Tropicana in de spotlights Dat het accent van de marketing bij PepsiCo Belux, sinds het aantreden van Jan Verlinden, op het verwerven van een groter marktaandeel voor Pepsi ligt, zal wellicht niemand verbazen. Maar dat betekent geenszins dat de andere merken uit de portfolio daarvoor moeten boeten. “Hoewel we over een team van zeventien mensen en een (naar Belux normen) mooi budget beschikken, blijft het een kwestie van keuzes maken,” legt de Marketing Director uit. “Want PepsiCo heeft zoveel verschillende producten in assortiment dat het onmogelijk is om voor allemaal continu een efficiënte marketingcampagne op te zetten. Vandaar dat we er bewust voor hebben gekozen om ons in de Belux nu voornamelijk op Pepsi en Tropicana te concentreren. Momenteel is het marktaandeel van Pepsi immers nog heel klein, terwijl we in heel wat andere landen even goed of zelfs beter dan Coca-Cola scoren. Uit blinde proefproeven blijkt bovendien dat de consument steevast onze frisdrank Jan Verlinden
als allerbeste eruit pikt. Met andere woorden: het is absoluut mogelijk om in de Belux een veel groter marktaandeel te behalen. Vandaar dat we nu voor het eerst sinds jaren weer met een promotieclip op tv en in de bioscopen komen, een grote verkoopscampagne hebben gelanceerd waarbij we ons sterke merk Lay’s aan Pepsi koppelen en online de Pepsi Music Auction hebben gelanceerd. Ook voor Tropicana kwam er onlangs een clip op tv. Deze heeft een duidelijke boodschap: het verschil tussen puur geperst en fruitsap op basis van concentraten uitleggen. Want de Belgische consument beseft gewoonweg niet dat de smaak gigantisch anders is. Bovendien is er alom verwarring met de labelling: de mensen denken dat een vermelding als ‘100 % fruit’ gelijk staat aan geperst fruitsap. Daarnaast bemerken we dat andere merken onze verpakking kopiëren, wat nog tot de verwarring bijdraagt. Het resultaat is dan ook dat de verkoop van Tropicana sinds een tijdje stabiliseert. Vandaar dat we nu een extra inspanning leveren om dat merk terug onder de aandacht te brengen, en dit met de bedoeling de consument ertoe aan te zetten ons fruitsap te proeven. Want eenmaal je Tropicana hebt gedronken, dan begrijp je echt het verschil en wil je eigenlijk niks anders meer...”
In de challengerpositie Maar wat zijn nu de grote marketinguitdagingen in het segment van de frisdranken en fruitsappen? Jan Verlinden: “Hoe je het ook bekijkt, iedereen is een challenger van Coca-Cola. Ons aandeel in zowel de belgische frisdranken- en fruitsappenmark is eerder bescheiden. Maar daar ligt ook een fantastische opportuniteit. We weten dat onze merken en producten in blinde smaaktesten beter scoren dan deze van de grote concurrenten. Dit is een prachtig vertrekpunt, vooral omdat zowel smaak van frisdranken en fruitsappen het belangrijkste keuzecriterium voor de consument is.” Volgens Jan Verlinden is het vooral de veranderende manier om aan marketing te doen, die een grote uitdaging is. We spreken hier vooral over de opkomst van de sociale media, waardoor er veel meer interactiemogelijkheden met de consument zijn ontstaan. “Deze kana-
De Lay’s Crunchy Biscuits zijn één van de producten die op de Belgische markt zijn gekomen op vraag van de marketingafdeling.
len niet inschakelen, is vandaag uit den boze,” vertelt hij. “Het volstaat zelfs niet meer om pakweg een Facebook pagina aan te maken: je moet de sociale media ook op een intelligente manier gebruiken. Vandaar dat we in ons team één persoon hebben die zich uitsluitend op dit kanaal toelegt. Hij zorgt onder meer voor topics die op onze sociale media verschijnen en is verantwoordelijk voor de dagelijkse interactie met consumenten (vragen, opmerkingen, foto’s,…). Een mooi voorbeeld van hoe we facebook gebruiken is onze Tropicana approach. In het verleden hadden we een website waarop consumenten regelmatig feedback over onze producten gaven. Dit was mooi, maar het bleef toch een beetje ‘verborgen’ op de Tropicana website. Door de consumenten nu uit te nodigen dezelfde feedback via facebook te geven, krijgen we een mooie ‘mond-aan-mond’ reclame.”
Nut van nationale marketingteams De vraag is natuurlijk in hoeverre een Belux afdeling een toegevoegde waarde aan de marketing van een multinational kan bieden. Volgens Jan Verlinden zijn binnen PepsiCo de mogelijkheden daartoe vrij groot. “Natuurlijk kunnen we putten uit het publicitair materiaal dat op de hoofdzetel wordt gemaakt. Dat biedt mogelijkheden dat een klein team als het onze anders nooit zou krijgen. Denk maar aan de huidige actie waarbij Beyoncé betrokken is. Of de campagne van vorig jaar met stervoetballer Messi. En het zorgt ervoor dat je zeer sterke campagnes veel
F O O D I N D U S T R Y- A P R I L 2 0 1 3
31
SPECIAL DRANKEN sneller in de markt kan zetten dan wanneer alle materiaal lokaal moet worden ontwikkeld. Toch legt de hoofdzetel ons geen verplichtingen op: wat daar wordt ontwikkeld, hoeven we niet te gebruiken. Vandaar dat elk land zijn eigen strategie uitstippelt en pas dan kijkt of hetgeen dat in de hoofdzetel beschikbaar is, ook daadwerkelijk past om de beoogde doelstellingen te halen. Is dat niet het geval, dan wordt het materiaal aangepast of zelf ontwikkeld. Een goed voorbeeld van dat laatste is de recente reclameclip voor Tropicana. Deze manier van werken zorgt ervoor dat we er met een relatief klein budget toch in slagen impressionante campagnes in de markt te zetten. Daarnaast kan elk afzonderlijk marketingteam aanbrengen welke innovatie van PepsiCo het wil lanceren. Ook op dat vlak is het een enorme luxe dat we onderdeel van een multinational uitmaken. Want onze firma heeft een uitgebreide en internationale portfolio van producten. Het is zelfs onmogelijk om alles in de kijker te zetten. We hebben letterlijk maar te kiezen... Een De Tropicana campagne heeft een duidelijke boodschap. voorbeeld hiervan zijn de nieuwe Lay’s zoute koekjes die we onlangs hebben gelanceerd: Lay’s Crunchy Biscuits. Ik had PepsiCo kan valideren. Daarnaast kan ik gewoonweg ontzettend interessant. Het dat product ontdekt op een internationale mijn kennis die ik in het buitenland heb is een enorm competitieve markt, met meeting en was zo onder de indruk dat opgedaan, in deze mondiale international zeer sterke internationale spelers en een ik meteen heb gevraagd om het ook in eveneens goed toepassen. Want tijdens grote dynamiek. Daarenboven bevat de België te commercialiseren. Tenslotte wil mijn opdrachten in andere contreien portfolio van PepsiCo typische producten ik nog opmerken dat het voor een multiheb ik natuurlijk gezien hoe retailers en die het van een sterke ‘branding’ moeten national uiterst belangrijk is om per land bedrijven hun marketing doen, hoe conhebben. Met andere woorden: de verkoop een apart marketingteam sumenten erop reageren, wat te hebben. Want smaken er werkt en niet werkt, ... Geverschillen van regio tot regeld ging het om concepten “Onze producten scoren in blinde smaaktesten regio. Hetzelfde geldt voor die hier nog niet worden toebeter dan deze van de grote concurrenten. de behoeften, aankoopgepast, waardoor ik een grote beslissingen, koopkracht, ideeënbundel heb waaruit ik Dit is een prachtig vertrekpunt want smaak is manieren waarop de conkan putten. Bovendien heb het belangrijkste keuzecriterium van de consument.” sument tot aankoop kan ik tijdens mijn carrière ontworden beïnvloed, ... Endekt dat er tussen culturen kel met een team dat zich in de afzetveel verschillen bestaan, maar eigenlijk valt of staat met de marketing. Vooral de markt beweegt, kan je op marketingvlak evenveel gelijkenissen. Dat helpt me dan markt van frisdranken is gedreven door tot goede resultaten komen. Vandaar dat weer om het publicitair materiaal van de image building en awareness. En dat ik ervan overtuigd ben dat ook onze Belux hoofdzetel goed te kunnen inschatten zorgt ervoor dat we altijd innovatief uit afdeling wel degelijk een toegevoegde naar toepasbaarheid in de Belux. Met ande hoek moeten komen, wat onze job waarde voor PepsiCo betekent.” dere woorden: ik durf vanuit mijn ervaring bijzonder uitdagend maakt.”Maar kan hij het team wel eens uit te dagen iets te in zijn huidige functie wel zijn ervaring uit gebruiken of te proberen dat mijn medehet verleden kwijt? “Marketing voor tabak werkers niet meteen als geschikt voor de en voor dranken/voedingsmiddelen is naBelgische markt achten.” Het ziet er dan tuurlijk appelen met peren vergelijken. Het straalt er vanaf dat Jan Verlinook naar uit dat we met Jan Verlinden Niettemin blijft de basis hetzelfde: de den zich erg goed voelt in de functie aan het hoofd van de marketingafdeling beste communicatiemanier vinden om de van Marketing Director PepsiCo Belux. van PepsiCo Belux wel eens verrassende consument ervan te overtuigen je product En de reden is niet enkel dat hij zijn marketingcampagnes op ons bord zouden eens te proberen. Vandaar dat ik mijn jeugddroom heeft kunnen waarmaken. kunnen krijgen. We zijn benieuwd... marketingervaring uit het verleden bij “De sector van voeding en dranken is
Als een visje in het water...
32
FOOD INDUSTRY-APRIL 2013
Optimaal voeden van mengers en processen
Automatisch efficiënt
Voedingssystemen voor mengers : AZO • betrouwbaar • nauwkeurig • economisch Bedrijfszekere en economische oplossingen voor de automatisering van uw grondstoffen en processen.
AZO N.V. Katwilgweg 15 B-2050 Antwerpen Tel.: +32-3-250 16 00 Fax : +32-3-252 90 02
www.azo.be
SPECIAL DRANKEN
In de Verenigde Staten en de U.K. zorgde een reclameclip van SodaStream voor heel wat controverse in de frisdrankenindustrie. Toen we een uitnodiging voor hun persconferentie in de bus kregen, hielden we even ons hart vast. Want de slogan ‘Grootschalige aanval op Belgische markt van frisdranken en spuitwaters met duurzaam alternatief’ waarmee de firma uitpakte, beloofde niet veel goeds. Maar uiteindelijk bleek het allemaal wel goed mee te vallen. We vonden dat de firma zich eerder als ‘apparatenaanbieder’ profileerde. Meer nog: tussen de regels door gaf ze te kennen dat ze openstond voor samenwerkingsverbanden met de frisdrankenindustrie. Tekst: Els Jonckheere - Foto’s: SodaStream
SodaStream manifesteert zich in de Benelux Aanval op de frisdrankenindustrie of niet? SodaStream is verre van een nieuwe naam in het landschap van de waters en frisdranken. Want haar wortels liggen bij de Engelse ginproducent W & A Gilbey Ltd., die als deelactiviteit een apparaat op de markt bracht waarmee de rijke klasse thuis koolzuurhoudend water kon maken. In de jaren vijftig lanceerde de firma een toestel voor het modale gezin om frisdrank te maken. Deze innovatie ging gepaard met de lancering van veertien smaken van siropen. Hoewel het concept op heel wat aandacht kon rekenen, bleek de echte doorbraak uit te blijven. Toch zagen verschillende bedrijven het potentieel van de oplossing.
Vandaar dat het bedrijf diverse keren werd overgenomen: door een groep ondernemers (waaronder East Anglia TV), Cadbury Schweppes en het Israëlische Soda Club. Pas toen deze laatste in 2007 een kapitaalsinjectie van het Fortissimo Capital Fund kreeg, begonnen de zaken echt goed te lopen. Vooral de laatste vier jaar is SodaStream wereldwijd een echt ‘begrip’ geworden. General Manager SodaStream International B.V., Dirk Uyttenhove: “Dankzij het grotere budget dat beschikbaar kwam, konden de zaken echt professioneel worden aangepakt. Er werden competente medewerkers uit de frisdrankenindustrie aangetrokken en we investeerden aanzienlijk in de ontwikkeling van nieuwe machines en siropen. Tevens werd een marketingstrategie op punt gezet die de essentiële bestaansreden van SodaStream benadrukt.”
Milieuvriendelijkheid staat centraal
De nieuwe ‘caps’ bevatten de exacte dosis om de perfect smakende frisdrank te maken.
34
FOOD INDUSTRY-APRIL 2013
In de marketingstrategie draait alles rond ecologie. Marketing Manager Bart Hullebroeck: “Dankzij ons systeem kan je spuitwater en frisdrank drinken zonder dat er flessen aan te pas komen. De fles die bij het toestel wordt geleverd, heeft een levensduur van drie jaar. Gebaseerd op het consumptiepatroon in België zou
ze in die periode ongeveer 1.200 flessen en blikjes vervangen. Aangezien is ons land PET-flessen en blikjes in hoge mate worden gerecycleerd, kunnen we deze troef hier minder goed uitspelen. Maar in andere landen met een minder goede selectieve ophaling, maakt dit op milieuvlak toch een enorm verschil. Want wereldwijd wordt gemiddeld maar 30 % van de water- en frisdrankverpakkingen gerecycleerd. Daarbovenop moeten al die flessen niet worden geproduceerd en afgevuld, wat een gigantische reductie van CO2 en energieverbruik impliceert. Daarnaast valt natuurlijk ook het transport weg: van fabriek naar verkooppunt, van winkel naar consument, maar ook van de afvalophaling en naar de recyclage- of verbrandingsunit. In België is het vooral dat ecologische voordeel dat we willen benadrukken. Vandaar dat we vanaf april een reclameclip lanceren waarin we dit punt accentueren.”
Geen aanval Blijkbaar gaat het om een ietwat ‘bijgewerkte’ versie van de originele clip die in de Verenigde Staten voor grote commotie zorgde. Daar werd de clip immers door de tussenkomst van enkele frisdrankgiganten gewoonweg van het scherm geban-
Het gamma telt meer dan 150 recepturen, waarvan er een dertigtal in ons land verkrijgbaar zijn.
nen. Maar SodaStream ging dan ook in een rechtstreekse aanval: de Coca-Cola flessen werden er opgeblazen. Uiteindelijk bond SodaStream in en maakte het merk van de flessen neutraal. Toch was dit niet genoeg, want de clip bleef van het Amerikaanse tv-scherm en ook in het Verenigd Koninkrijk kreeg ze het deksel op de neus. Het blijft afwachten wat er in de Benelux-markt zal gebeuren... Misschien heeft SodaStream inmiddels ingezien dat het een strijd van David tegen Goliath is, want we vonden de toon tijdens de persconferentie erg gematigd. “We hebben geen intentie om tijdens onze reclamecampagne het accent te leggen op het feit dat drankjes die met een SodaStream worden gemaakt, meer dan 30 % goedkoper zijn dan de merkenproducten. En het feit dat er met kraantjeswater wordt gewerkt, zetten we eveneens niet in de kijker.” (met andere woorden: een aanval tegen de waterproducenten staat niet op het programma). Meer nog: tussen de regels door liet de firma verstaan dat ze actief op zoek is naar samenwerkingsverbanden met de grote namen uit de frisdrankenindustrie. Hierbij zou haar laatste innovatie, de ‘caps’, een belangrijke rol kunnen spelen. Want deze bevatten de exacte dosis om de perfect smakende frisdrank te kunnen maken: een open deur dus naar de sector om een ‘SodaStream’-capsule te commercialiseren zonder dat ze hun receptuur moeten prijsgeven. In de Verenigde Staten blijkt SodaStream al een partnership met Kraft Foods, Breville en Campbell’s te hebben gesloten. Dit resulteerde in SodaStream flessen met de echte recepturen en onder de merknaam van Cool-Aid, Crystal Light, Country Time en V8.
Tot 80 % minder milieu-impact
Maximaal groen
Waar SodaStream in België ook mee wil uitpakken, is het gezonde karakter van haar siropen. Deze zouden gemiddeld 50 % minder suiker bevatten en bijna uitsluitend met gezonde ingredienten worden gemaakt (alhoewel we de indruk kregen dat de sprekers toch niet echt goed wisten wat er precies in de siropen zat). Daarnaast wil SodaStream accentueren dat haar ecologische gedachtegoed verder gaat dan enkel maar een ‘flessenloze’ oplossing. Dirk Uyttenhove: “Bijna alle ingrediënten van onze siropen die in de Benelux worden gecommercialiseerd, worden bij producenten uit deze regio aangekocht. Tevens gebeurt de productie van de siropen (het mengen van ingrediënten dan, want SodaStream verwerkt zelf geen fruit - nvdr) eveneens in het afzetgebied: eerst via uitbesteding, en bij voldoende volume door middel van een eigen verwerkingsunit. Hetzelfde geldt voor het hervullen van de gasflessen en de assemblage van de apparaten. Zo opende SodaStream in 2010, in het Nederlandse Rijen bij Breda een productiefaciliteit voor het hervullen van de CO2-flessen en de assemblage van de toestellen voor de Beneluxmarkt.” “Deze aanpak kadert wederom in de reductie van de ecologische voetafdruk door een beperking van het transport,” vervolgt Bart Hullebroeck. “We hebben trouwens een extern controleorganisme dit laten meten. En het blijkt dat de milieu-impact van de SodaStream tot 80 % lager ligt dan bij andere koolzuurhoudende frisdranken.
Tenslotte is SodaStream eveneens bezig met het toestel te vergroenen. De bijgeleverde flessen om de soda in te maken, zijn van PET en hebben een levensduur van drie jaar. Wanneer de consument ze binnenbrengt op een verzamelpunt, worden ze volledig gerecycleerd. Daarnaast is er ook een glazen variant beschikbaar.
allesondercontrole.com
ThermoMitter en TempWeb. Draadloze temperatuurbewaking en -registratie via internet.
NL 074 265 77 88
F O O1D 1699AdvFoodInd_TMTW_NL.indd
BE 053 80 97 54
I N D U S T R Y- A P R I L 2 0 1 3
35
10-04-13 16:28
SPECIAL DRANKEN
SodaStream opende in 2010 in het Nederlandse Rijen een productiefaciliteit voor het hervullen van de CO2-flessen en de assemblage van de toestellen voor de Benelux-markt.
Dirk Uyttenhove
De CO2-patronen zijn van aluminium en worden om de tien jaar uit roulatie genomen en gerecycleerd. De consument kan de lege exemplaren op een verkooppunt inruilen voor een vol patroon (en betaalt hiervoor enkel de kost van de CO2). Deze worden per karton van achttien naar de dichtstbijgelegen fabriek gebracht waar ze opnieuw worden gevuld. Intussen werd ook geëxperimenteerd met een toestel dat volledig uit hernieuwbare materialen is gefabriceerd. Maar volgens de gesprekspartners is het aanbod aan dergelijke materialen momenteel te klein om alle apparaten volgens dit concept te maken.
Source (werkt volledig autonoom) en de AquaBar (voor kantoren). Van sommige versies bestaat er zowel een metalen als plastic uitvoering. Naar de toekomst toe wil SodaStream in NPD, extra productiefaciliteiten en het aanboren van nieuwe markten blijven investeren. Bij dit laatste spreken we niet enkel over een verdere geografische spreiding, maar ook over andere ‘kanalen’. Zo is de firma bezig met de ontwikkeling van een systeem voor de horeca.
Explosieve groei In elk geval heeft de vernieuw(en)de aanpak van SodaStream de firma geen windeieren gelegd. Vandaag is de firma in 45 landen actief en beschikt ze over twintig productiefaciliteiten. Het meest succesvol is ze in de Verenigde Staten, waar haar producten in 13.000 retailpunten aanwezig zijn (op een totaal van 60.000). SodaStream stelt 2.300 personen tewerk en haalde vorig jaar een omzet van om en bij de 400 miljoen euro. Wereldwijd zouden er al zeven miljoen gezinnen zijn die het systeem gebruiken; in België zijn er dat 350.000 (wat neerkomt op een
36
FOOD INDUSTRY-APRIL 2013
marktpenetratie van 12 %). In ons land wordt op korte termijn het aantal verdeelpunten van 1.700 naar 2.000 uitgebreid. Het gamma telt meer dan 150 recepturen, waarvan er een dertigtal in ons land verkrijgbaar zijn. Het assortiment omvat onder meer volledig suikervrije siropen (meestal op basis van stevia) en een reeks met uitsluitend natuurlijke ingrediënten. Qua toestellen zijn er drie types in België beschikbaar: de Revolution (die gedeeltelijk met elektriciteit werkt), de
En wat zegt de sector? We vroegen de Belgische federatie van frisdranken en waters wat de sector van de campagne van SodaStream denkt. Omwille van de ‘aanval’ op de PET-verpakkingen, lieten ze Fost Plus in haar naam reageren. We ontvingen volgende reactie. “In België zijn one-way drankverpakkingen geen afval meer, maar wel waardevolle grondstoffen voor de recyclagemarkt. Momenteel worden zeven op de tien flessen collectief ingezameld en effectief gerecycleerd tot nieuwe verpakkingen voor voedingsmiddelen (‘food contact approved’), flessen of vellen, fleece en strapping (riemen). Meer dan 90 % van de Belgen gebruikt het beschikbare systeem voor de collectieve inzameling van PMD (Plastic flessen en flacons, Metalen verpakkingen en Drankkartons). Met 700.000 ton huishoudelijk verpakkingsafval dat jaarlijks wordt gerecycleerd, behaalt België een uitstekende score en is het zowel binnen als buiten Europa één van de koplopers op dat vlak. Dit uitstekende resultaat moet waarschijnlijk nog naar boven worden bijgesteld door de geleidelijke invoering van het buitenshuis sorteren. Want hoewel sorteren binnen hun woning voor de meeste huishoudens een reflex is geworden, zal de uitdaging van de komende jaren erin bestaan om ook buiten de huismuren dergelijke reflex te creëren.”
Claes www.claes-machines.be
MEER INFO? BEL ONS! 011 / 456 210
Clean-line 100/200-S Compacte doorloopbakken wasinstallatie ➜ Geïntegreerde waszone en naspoelzone ➜ Geschikt voor E-normbakken ➜ Max. doorvoerhoogte 400mm ➜ 380/220 V-50Hz + N ➜ Doorvoercapaciteit 100/200 E-normbakken per hr. ➜ Spanning 380/220 V-50Hz + N ➜
TL 300
halfautomatische tray sealmachine De compacte flexibele oplossing voor het verpakken van schalen onder vacuüm of begassing
Capaciteit: ong. 2 7 cycli/min ➜ Afmetingen (B x D x H): 995 x 795 x 1600 mm ➜
VOOR MEER INFO: CONTACTEER ONZE VERTEGENWOORDIGERS 011 / 456 210
SPECIAL DRANKEN
Vandaag zijn er al zoveel speciale bieren op de markt dat de brouwers heel creatief moeten zijn om nog innovatief uit de hoek te komen. Inzetten op aroma’s is één van de pistes waarop bepaalde producenten inzetten. Ook Brouwerij Lefebvre kiest dat pad, maar gaat hierbij nog een stapje verder dan de concurrentie. Want met haar ‘Hopus Primeur’ heeft ze een nieuw bier gecreëerd dat elk jaar anders zal smaken: door andere procestechnieken toe te passen en/of andere hoppen toe te voegen. Een gewaagd initiatief, aangezien de brouwerij breekt met de traditie dat bieren altijd hetzelfde moeten smaken... Tekst: Els Jonckheere - Foto’s: Brouwerij Lefebvre
Een ‘primeur’ bij Brouwerij Lefebvre Nieuw seizoensbier op basis van ‘dry hopping’ Net zoals de meeste brouwerijen heeft ook Brouwerij Lefebvre een lange geschiedenis. Het begon allemaal in 1876 met Jules Lefebvre die besloot om bier te brouwen voor het personeel van de steengroeve van Quenast. Bestuurder Paul Lefebvre: “De meeste brouwerijen verkochten in die tijd aan één of enkele van de vele dorpscafeetjes. Maar Jules was een echte zakenman: hij baseerde
Paul Lefebvre
38
FOOD INDUSTRY-APRIL 2013
zijn business meteen op een veel grotere afzetmarkt. Want in haar hoogdagen had de steengroeve meer dan vierduizend medewerkers in dienst. Vandaar ook dat Lefebvre één van de weinige brouwerijen uit de streek is die het heeft overleefd.” In die tijd was er nog geen sprake van speciale bieren: het ging om een tafelbier van hoge gisting met een laag alcoholpercentage dat uitsluitend in vaten van honderd liter werd aangeboden. Zijn zoon Auguste bewandelde hetzelfde pad, maar zag zich in 1916 genoodzaakt om de brouwerij te sluiten aangezien de Duitsers de ketels confisqueerden voor de productie van obussen. In 1921 startte hij de firma terug op, maar vanop een nieuwe locatie: de Chemin du Croly, waar de brouwerij vandaag nog altijd is gevestigd. Enkele jaren later stierf Auguste en nam zijn zoon Gaston het roer van Brouwerij Lefebvre over. Hij was diegene die voor de grote ommekeer zorgde, want dankzij zijn professionele brouwersopleiding startte hij met een echt professionele aanpak van de productie. Zo introduceerde hij al begin jaren dertig cilinderconische tanks en een bottellijn, waarmee de brouwerij haar tijd ver vooruit was. Na de Tweede Wereldoorlog kwam de firma in handen van zijn zoon Pierre die even-
eens een sterke stempel op de evolutie van Brouwerij Lefebvre drukte. Want hij kwam met het idee om speciale bieren te brouwen. Paul Lefebvre: “Het ging om de Supra Houblo, een bittere Scotch met een alcoholpercentage van bijna 6 %, en de Porph-Ale, een blond amber bier van 5 %. Mijn vader Philippe, die in 1975 in de brouwerij kwam, heeft dat concept verder uitgebouwd en beslist om het accent op export te leggen. In plaats van zelf in de ontwikkeling van bieren te investeren, probeerde hij echter de brouwlicenties van gekende merken in handen te krijgen. En daar slaagde hij wonderwel in, want vanaf begin jaren tachtig zijn we gestart met de productie en verkoop van de bieren van de Abdij Bonne Espèrance en vier soorten ‘Floreffe’ van de gelijknamige abdij. De twee bieren die zijn vader had ontwikkeld, werden vervangen door een seizoensbier dat nu nog altijd bestaat: de ‘Saison 1900’. En daarnaast brouwde hij ook nog een pils en twee tafelbieren.”
Dan toch productinnovatie Om de export verder te kunnen uitbouwen, besloot Philippe Lefebvre in 1989 om zich toch op de ontwikkeling van eigen nieuwe bieren toe te leggen. Hij
hygiënisch chemisch resistent • hittebestendig • 100% vloeistofdicht • zeer duurzaam • glad of antislip • zwaar belastbaar • voldoet aan de haccp-norm! • •
Tel: +32 (0)14 51 54 85 Fax: +32 (0)14 51 83 43
[email protected] verkoop: +32 (0)493 21 31 22
www.devafloor.com
Devafloor_FI_0212_NL.indd 1
Brochettemachines
25/01/12 15:18
Opgelet het nieuwe zomerseizoen komt er snel aan.
Machine MDL 1500 Spekreepjessnijder Blokjessnijder grote volumes
Vlaanderen: ADS MAT 012-23 67 32 • GSM 0476-53 44 95 Wallonië: T 085-31 55 86 • F 085-31 47 77 • E
[email protected]
SPECIAL DRANKEN
Enkele van de bieren uit het productportfolio van Brouwerij Lefebvre.
lanceerde de ‘Blanche de Bruxelles’, zes jaar later volgde het sterke blonde honingbier ‘Barbãr’, in 1997 werd het winterbier ‘Barbãr Winter Bok’ op de markt gebracht (nu de Barbãr Bok en het hele jaar door beschikbaar) en het jaar erop werd ‘Newton’ boven de doopvont gehouden: een witbier met toevoeging van appelsap. “Hoewel we ons in de Zennevallei bevinden en dus Lambiek mogen brouwen, hebben we er bewust voor gekozen een ander type fruitbieren te lanceren,” vertelt Paul Lefebvre. “Dit komt omdat we in het brouwen van bieren van hoge gisting zijn gespecialiseerd en het is niet evident om in dezelfde brouwerij dit proces te combineren met de productie van bieren met spontane gisting.”
ontwikkelde hij maar liefst drie fruitbieren: Belgian Kriek, Belgian Pêches en Belgian Framboises: allemaal gebaseerd op de ‘Blanche de Bruxelles’. Sinds 2008 is daar de ‘Hopus’ bijgekomen: een bier waar een vreemd verhaal aanhangt. Want Paul Lefebvre ontwikkelde het als trouwcadeau voor zijn vrouw waarmee hij in dat jaar in het huwelijksbootje stapte. De reacties op het bier tijdens het feest waren echter zo overweldigend, dat hij samen met zijn vader besloot om de ‘Hopus’ te commercialiseren. Het gaat om een blond bier met een alcoholpercentage van 8,3 % dat tot één van de bitterste van België behoort.
Zoon zet traditie verder
Dit jaar in maart werd er nog een ander bier boven de doopvont gehouden: de ‘Hopus Primeur’. Het gaat om de gewone ‘Hopus’, maar dan met een extra hop die er via dry hopping aan werd toegevoegd. Resultaat? Een extra bitter seizoensbier met een uitgesproken citrus-passievrucht
In 2002 vervoegde ook Paul Lefebvre de gelederen. En met hem heeft de New Product Development een extra stimulans gekregen. Want in de eerste twee jaar dat hij in de brouwerij actief was,
Een echte ‘primeur’
Pest Management Solutions NV
aroma dat enkel tussen april en juni verkrijgbaar is. Paul Lefebvre: “We hebben dit bier ontwikkeld omdat de liefhebbers van speciale bieren graag nieuwe dingen ontdekken. Vandaar dat we het idee hebben opgevat om van de ‘Hopus Primeur’ geen ‘vaste waarde’ te maken. Met andere woorden: de volgende jaren zal het bier tijdens dit seizoen op de markt worden gebracht, maar het zal telkens een andere smaak en aroma hebben. We willen immers dat de ‘Primeur’ een ware ontdekkingstocht voor de consument wordt: door er andere hoppen aan toe te voegen, door andere brouwtechnieken toe te passen en door te spelen met de specifieke smaken van de seizoensoogst. Met andere woorden: aan elke lancering zal een vrij lang en intensief R&D-proces voorafgaan.”
Nieuwe hop, nieuwe techniek De ‘Hopus Primeur’ van 2013 bevat een flavour hop die tijdens de herfst in de Verenigde Staten werd geoogst, daar
0800 96 900
www.pestcontrol.be -
[email protected]
ISS PMS bestrijdt doeltreffend en biedt een permanente preventieve bescherming. Veilig, milieuvriendelijk en met 100% waarborg.
Service 24/7 Discreet Gratis Bestek Snelle service!
Insecten - knaagdieren (tox/non-tox) - houtworm - vogelwering - ruimtebehandeling - ISPM15 Conform ISO 9001-VCA, HACCP, BRC, IFS, AIB,...
Je kan ons vinden in Roeselare, Lokeren, Antwerpen, Heusden-Zolder, Anderlecht, Floreffe en Rocourt.
ISS Groep, expert in bedrijfshygiëne met gespecialiseerde divisies in sanitaire hygiëne, keuken- en dampkapreiniging, luchtbehandeling, … ISSPMS_FI_apr12_NL.indd 1
40
FOOD INDUSTRY-APRIL 2013
24/04/12 15:24
vacuüm werd verpakt en vervolgens meteen naar de brouwerij werd gestuurd. Om het aroma ten volle te kunnen benutten, gebruikt Lefebvre de hop zo snel mogelijk: tot mei wordt ongeveer de helft van de productie van de ‘Hopus’ door de ‘Primeur’ vervangen. Het R&D-proces duurde ongeveer vier maanden. Paul Lefebvre: “In samenspraak met onze leveranciers selecteerden we acht variëteiten van flavour hop. Dat is een nieuwe generatie hop die sinds een jaar of tien op de markt is. Deze types zijn gemiddeld sterk in alfazuren, bevatten een vrij hoog percentage essentiële oliën en hebben erg specifieke aroma’s. Hoewel ze veel deuren voor creativiteit openen, gaan ze wel niet altijd even goed samen met de andere hopsoorten. De zoektocht naar variëteiten die met de vijf hoppen van de ‘Hopus’ konden worden gebruikt, was dan ook niet zo evident. Eenmaal we acht soorten hadden gevonden, experimenteerden we met ‘dry hopping’. Want dit leek ons de beste methode om onze doelstelling te verwezenlijken: een extra bitter bier met een sterk aroma. Alleen hadden we deze techniek nog nooit toegepast. Het komt erop neer dat je na de hoge gisting de aromatische hop aan het mengsel toevoegt. Gedurende een drietal weken dringen de aroma’s geleidelijk aan in het koude bier. Trouw blijvend aan ons brouwproces, maken we ook hier geen gebruik van filtering, maar van centrifugatie. Het proces eindigt met het toevoegen van de juiste dosis suikers en gist (voor de nagisting op fles) net voor de afvulling. Eerst hebben we dit proces op heel kleine schaal uitgevoerd, waarna we twee variëteiten van hop hebben weerhouden. Deze hebben we gebruikt om twee batches van 1.800 flessen te produceren, die we dan op Horeca Expo hebben laten proeven. Het bier dat daar het best scoorde, hebben we uiteindelijk op grote schaal als de ‘Hopus Primeur’ gecommercialiseerd.”
«Your partner in ffood ood labels»
Een echt exportbedrijf In totaal zal Brouwerij Lefebvre tien procent van haar normale ‘Hopus’ door de ‘Primeur’ vervangen. Over hoeveel hectoliter het precies gaat, wou onze gesprekspartner niet kwijt. Hij wilde ons wel meegeven dat er vorig jaar 102.000 hectoliter werd gebrouwen. Het belangrijkste product is de ‘Blanche de Bruxelles’ (zowel op vat als fles). De ‘Hopus’ is nummer twee in de flessen (dit bier wordt quasi uitsluitend op die manier aangeboden – enkel van 15 februari tot 15 maart is het in vaten verkrijgbaar, dit om in te spelen op ‘bier van de maand’ acties in de horeca). De firma stelt vandaag 34 mensen tewerk en haalde in 2012 een omzet van 11,6 miljoen euro. Tachtig procent van het zakencijfer wordt in het buitenland gerealiseerd: voornamelijk in Rusland, maar ook in Frankrijk, Nederland, Italië, de Verenigde Staten en Japan. Dit jaar wil de onderneming eveneens in Oekraïne, Kazachstan, Azië en Zuid-Amerika vaste voet aan de grond krijgen. De ‘Hopus’ en de ‘Primeur’ worden hoofdzakelijk in België verkocht, en dit omwille van de speciale fles met flip-flop-dopsel (mechanische sluiting) die redelijk duur is (met als gevolg een kleine winstmarge). Maar omdat er wel vraag naar is in het buitenland, vult Brouwerij Lefebvre het bier nu ook op gewone flessen van 75 centiliter af.
Printers - Ribbons - Software
www.turbel.be
Rue du Bassin Collecteur 11 Spaarbekkenstraat 1130 Bruxelles-Brussel Tel: +32/2/240.94.00 -Fax: +32/2/241.88.81
[email protected]
F O O D I N D U S T R Y- A P R I L 2 0 1 3
41
ACTUA DRANKEN
NIEUWS UIT DE DRANKENSECTOR Limelco en FrieslandCampina werken samen
O-I investeert 21 miljoen euro in glasfabriek Leerdam
In maart sloten Limelco en FrieslandCampina een overeenkomst af om de afname van Belgische melk beter op de huidige behoefte van beide ondernemingen af te stemmen. In concreto zal Limelco de afname en verwerking van de melk van de leveranciers in Limburg, Antwerpen, Vlaams- en Waals-Brabant, Luik, Namen en Henegouwen overnemen en naar de toekomst garanderen. Het betreft circa 20 % van de FrieslandCampina leveranciers. Deze laatste blijft de melk van alle leveranciers in Oost- en West-Vlaanderen, alsook deze van Campina melk en haar leden-melkveehouders in België ophalen en verwerken.
De investering omvat een nieuwe oven, productiemachines en apparatuur voor productie- en kwaliteitscontrole. Bedoeling is de efficiëntie en kwaliteit van het productieproces te verhogen en de bierindustrie in de Benelux beter te ondersteunen. Daarnaast verwacht de onderneming dankzij deze investeringen haar CO2 uitstoot met 15 % te verminderen.
Activia Breakfast ter ere van 25 jaar Activia Ter gelegenheid van de 25ste verjaardag van haar yoghurt lanceert Danone een nieuwe ‘Activia Breakfast’. Het gaat om een lopende yoghurt die met verschillende soorten granen, muesli’s of vers fruit kan worden gegeten of gedronken.
‘Spring Gin’ Bartender Manuel Wouters van SIPS bar bracht onlangs een eerste, zelf gedistilleerde gin op de markt. De ‘Spring Gin’ bevat twaalf ‘botanicals’ (planten en kruiden) waarvan er twee nog nooit eerder in gin werden gebruikt: rabarberwortel en dennenknopjes. Het gaat om een typische droge gin die zowel puur, in een mixed drink, of met een fijne botanische tonic kan worden gedronken.
JAVA presenteert nieuw systeem met Fairtrade capsules Het gaat om twee toestellen: de ‘HOME’ voor thuisgebruik en de ‘PRO’ voor de werkvloer. De systemen werken met capsules waarvan er momenteel vijf beschikbaar zijn: koffie, deca, cappuccino, latte en chocolademelk. Alle capsules zijn Max Havelaar Fairtrade gecertificeerd.
Bolbu: innovatie in chocolademelk F&F introduceert ‘Bolbu’: vier innovatieve smaken die telkens in verpakkingen van 30 cl en 1 liter worden aangeboden. Er is ‘Bolbu Natuur’, een biologische haverdrank natuur. Tweede in de rij is ‘Bolbu Chocolade’: een biologische haverdrank met chocolade. Een derde drankje is ‘Bolbu Chocolademelk’ en tenslotte is er nog ‘Bolbu Bio Chocolademelk’. Deze vier plantaardige dranken zijn cholesterolvrij, zeer arm aan verzadigde vetten, rijk aan vezels, vitaminen, mineralen en fytovoedingstoffen. Tevens zijn ze over het algemeen heel goed verteerbaar.
Een blik op de globale frisdrankenmarkt Volgens Canadean volgde de verkoop van frisdranken in 2012 hetzelfde patroon als het jaar ervoor. Stijgende grondstoffenprijzen zetten verder druk op de marges, terwijl verhoogde taksen en BTW in veel markten de verkoopprijzen lieten stijgen.
42
Alle regio’s noteerden echter groeicijfers, met uitzondering van West-Europa. Azië was koploper met een toename van 30 % in consumptie. En ook dit jaar zal meer dan 50 % van de globale groei in dit werelddeel (en dan met name in China, India, Indonesië, Pakistan en Thailand) worden verwezenlijkt. Daarnaast worden de Verenigde Staten, Zuid-Afrika en Saoedi-Arabië als grote groeimarkten beschouwd. Canadean voorspelt dat Azië tegen 2018 zo’n 40 % van de globale consumptie van frisdranken en bijna 80 % van sterke dranken op haar naam zal schrijven.
Europa recycleert goed Meer dan 70 % van de glasverpakkingen in Europa worden opgehaald en gerecycleerd. België is koploper met 99 %, Luxemburg haalt de zilveren medaille met 92 % en Nederland is de derde op het podium met 83 %.
Light wordt Zero Schweppes kondigde onlangs aan dat het heel zijn ‘Light’ gamma door ‘Zero’ zal vervangen: alle producten worden dus volledig suiker- en aspartaamvrij. Hiermee wil het lekkere dranken aanbieden met 100 % smaak en 0 % schuldgevoel. In concreto gaat het om de Agrum, Indian Tonic en Lemon.
F O O D I N D U S T R Y- A P R I L 2 0 1 3
Volledig Elektrische Schalensluitmachines Ideaal voor in slagerijen en middelgrote producties.
Reeseal 32 semi-automatische machine Enkel dichtsealen Reeseal 25 semi-automatische machine Enkel dichtsealen
Reetray 20 semi-automatische machine Geschikt voor MAP Packaging
Geen perslucht nodig - Minder energieverbruik met meer efficiëntie - Geluidsarm
Verkoop en verhuur mogelijk
Reebasic automatische machine Geschikt voor MAP Packaging
Toekomstlaan 14, 2200 Herentals - T +32 14 28 65 00 - F +32 14 28 65 01
[email protected] - www.deca.be
LISA, de optimale
software voor uw ERP-oplossing ... standaard en toch op uw maat !
Financieel
Aankoop
Verkoop
De totale FOOD workflow beheerd door één volledig geïntegreerd modulair softwarepakket De specifieke kenmerken van Lisa-FOOD: Lot & traceerbaarheid
Voorraad
Dubbele eenheden Link met grootdistributie
Productie
Koppeling met weeg-, etiketten- en verpakkingsmachines
Technische dienst
Kwaliteitsopvolging (HACCP)
n brengen Uw klante s in der on-line or plicatie uw webap
Lange Ambachtstraat 18, 9860 Oosterzele • •
B E D R I J V E N D I E VO O R L I S A KO Z E N