Peel 6.1 T.a.v. Algemeen Bestuur Postbus 227 5700 AE HELMOND
Deurne, oktober 2014 Betreft: zienswijze raad op begroting 2014-2015 Peel 6.1 Bijlage(n): -
Geacht bestuur, Op 18 juli 2014 is de begroting 2014-2015 uitvoeringsorganisatie Peel 6.1 door de gemeente Deurne ontvangen. De begroting van de Gemeenschappelijke Regeling Peel 6.1 is in de gemeenteraad d.d. 07 oktober 2014 besproken. Door middel van deze brief wil de raad u haar zienswijze kenbaar maken. Zienswijze De raad heeft ten aanzien van de zienswijze op de begroting besloten om de begroting 2014-2015 van Peel 6.1 voor kennisgeving aan te nemen. Samenwerking De gemeenteraad van Deurne onderschrijft dat de samenwerking kansen biedt, in de zin van schaalvoordelen, kwaliteitsverbetering, en vermindering van kwetsbaarheid. Ook wordt onderschreven dat de samenwerking er uiteindelijk toe moet leiden dat er kostenbesparingen worden gerealiseerd. Reeds nu zijn er kostenbesparingen van formatievermindering ( van 54,0 naar 51,4), en aanbesteding van Wmo-hulpmiddelen. Inzicht op de incidentele kosten, voorfinanciering en besparingen De gemeenteraad van Deurne is er zich van bewust dat er, gedurende de opstart, incidentele kosten zijn, maar verzoekt u wel om haast te maken met het in beeld brengen van kostenbesparingen op termijn. Waar ligt het Break Even Point, vanaf wanneer er geld wordt terugverdiend, en hoeveel wordt dan terugverdiend? Betrokkenheid Wij blijven graag nauw betrokken bij uw organisatie. Graag willen wij tijdig op de hoogte blijven van de voortgang en de belangrijkste ontwikeklingen van de uitvoeringsorganisatie Peel 6.1. Zodat wij als raad in staat zijn om hierop te anticiperen (bijsturen) indien noodzakelijk. De gemeenteraad wenst om in de toekomst, bij aanzienlijke begrotingswijzigingen, in staat te worden gesteld tot het indienen van een zienswijze over de wezenlijke begrotingswijzigingen.
Op grond van artikel 33 WBP is de gemeente Deurne verplicht u te melden dat de door u verstrekte gegevens slechts worden gebruikt voor: het organiseren van de ontvangst en verzending van de documenten; de behandeling, de aanmaak, de afdoening en archivering van documenten; intern beheer; het behandelen van geschillen.
Shared service centrum Verder acht de gemeenteraad van Deurne het van belang om van start te gaan met een shared service centrum, omdat verwacht wordt dat juist hier besparingen kunnen worden gerealiseerd. Hoogachtend, De gemeenteraad van Deurne Burgemeester en wethouders van Deurne, De secretaris, De burgemeester,
(mr. G.J.C. Kusters)
(H.J. Mak)
py»*-:
Aan de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten Zandstraat 94 Postbus 227 5700 AE Helmond T 14 0492 E
[email protected] Wwww.peel6-1.nl IBAN NL91 RABO 0180 7413 30
Helmond, 14 juli 2014 Onderwerp: Aanbiedingsbrief begroting 2014-2015 uitvoeringsorganisatie Peel 6.1
Ons kenmerk: 1499004378 Uw kenmerk: Doorkiesnr.: Uw brief d.d.:
SAMENWERKING Peel 6.1 VAN START Intergemeentelijke samenwerking staat in Nederland prominent op de agenda. De gemeenten in de Peelregio zien kansen in samenwerking. Het belangrijkste doel hiervan is het optimaal blijven bedienen van de klant. Gezamenlijk kunnen Asten, Deurne, Gemert-Bakel, Helmond, Laarbeek en Someren zich positioneren als een krachtige regio die meer dan 200.000 inwoners vertegenwoordigt. Samenwerking in de Peel maakt het mogelijk om schaalvoordelen te behalen, meer kwaliteit te leveren en tegelijkertijd minder kwetsbaar te zijn. Vanaf 1 juli 2014 is de Gemeenschappelijke regeling Peel 6.1 een feit; daar zijn we best trots op. Daar hoort tegelijkertijd een begroting bij zodat de uitvoeringsorganisatie Peel 6.1 daadwerkelijk kan starten met de uitvoering van haar taken. Voor u ligt de eerste ontwerp-begroting van de uitvoeringsorganisatie Peel 6.1. Deze omvat de begroting 2014 (1 juli tot en met 31 december 2014), 2015 en de meerjarenraming 2016 tot en met 2018. ZICHTBARE RESULTATEN De resultaten van de samenwerking zijn nu al zichtbaar. Niet alleen door een krachtige regio te vormen maar door de kwaliteit van dienstverlening te behouden en te kijken naar kostenbesparingen. Dat levert direct voordelen voor de uitvoeringskosten die direct in de begroting zichtbaar zijn. Zo is de formatie op het gebied van Wmo teruggebracht van 54,045 fte naar 51,4 fte. Ook levert de gezamenlijke aanbesteding van Wmo-hulpmiddelen financieel voordeel op. Dit ligt in lijn met de doelstelling om de kwaliteit van dienstverlening in stand te houden maar met een kleiner budget. Daar staat tegenover dat er bij aanvang incidentele (tijdelijke) kosten zijn, die nu eenmaal altijd gemaakt moeten worden wanneer je een nieuw bedrijf opstart. Voor de investeringen op het gebied van de nieuwe Wmo- taken hebben de individuele gemeenten invoeringsbudgetten van het Rijk ontvangen. De gemeenten zijn zelf aan zet hoe zij deze budgetten besteden; zij gebruiken deze veelal voor de financiering van Peel 6.1. TOEKOMSTIGE KOSTENBESPARING In deze begroting wordt van iedere gemeente een bijdrage gevraagd. De dekking hiervan is een zaak van de gemeenten zelf. Uitgangspunt voor de Peelsamenwerking 6.1 is het uiteindelijk realiseren van besparingen. De samenwerking moet gepaard gaan met een efficiencyslag om in de toekomst tot kostenbesparing te komen. Op korte termijn vergt de samenwerking investeringen en incidentele kosten. Daardoor zijn de kostenbesparingen voor de programmakosten in deze begroting nog niet zichtbaar. In de begroting is in paragraaf 3.5 een passage opgenomen waarin terug te zien is op welke kosten (op termijn) bespaard kan worden.
Vanaf 1 juli 2014 voert Peel 6.1 de Wmo-taken uit in één Peelregio. Peel 6.1 is een samenwerking van de zes gemeenten Asten, Deurne, Gemert-Bakel, Helmond, Laarbeek en Someren. Als u gebruik maakt van Wmo-diensten in één van deze gemeenten, dan heeft u contact met Peel 6.1. Kijk voor meer informatie op www.peel6-1.nl
TOT STANDKOM1NG Deze begroting is opgesteld onder de verantwoordelijkheid van het Dagelijks Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling. De uitgangspunten uit het advies Stuurgroep Peelsamenwerking, waarmee u in mei 2013 heeft ingestemd, zijn daarbij leidend. Via de diverse projectgroepen binnen het programma Peel 6.1 zijn de Peelgemeenten betrokken geweest bij het opstellen van deze begroting. UW ZIENSWIJZE GEWENST Op basis van de Gemeenschappelijke Regeling, artikel 30, stelt het Dagelijks Bestuur de ontwerpbegroting op. Deze wordt minimaal 8 weken voordat deze wordt vastgesteld door het Algemeen Bestuur aan de raden van de deelnemende gemeenten gezonden zodat zij daarop hun zienswijze kenbaar kunnen maken. Wij verzoeken u uw zienswijze te geven; uw reactie wordt in het kader van de vaststelling van de begroting behandeld in het Algemeen Bestuur. Vooruitlopend hierop heeft het Algemeen Bestuur ingestemd met ons verzoek om op basis van deze ontwerp-begroting reeds uitgaven te doen. GROEIMODEL Deze begroting Peel 6.1 is beperkt tot de uitvoeringsorganisatie Wmo. Er zijn geen loonkosten en daarmee samenhangende personeelskosten opgenomen. Reden hiervoor is dat het personeel in 2014 in dienst van de latende gemeenten blijft. Deze kosten blijven ook bij latende gemeenten. Op het moment dat het personeel overgaat naar de uitvoeringsorganisatie Peel 6.1, zullen de financiële consequenties daarvan via een begrotingswijziging voor aan u worden voorgelegd. Ook loopt er op dit moment een onderzoek naar de fiscale consequenties van het afgesproken principe 'gastheerschap'. Dit principe houdt in dat we zoveel mogelijk gebruik maken van bestaande gebouwen, faciliteiten en personeel om de kosten zo laag mogelijk te houden. Dit onderzoek heeft mogelijk nog consequenties voor de begroting, deze worden dan eveneens afzonderlijk via een begrotingswijziging aan u voorgelegd. De uitvoeringsorganisatie Peel 6.1 is een groeimodel. U heeft een groot aantal taakvelden benoemd waarop de samenwerking tussen de deelnemende gemeenten (verder) vorm en inhoud kan krijgen. Denk aan belastingen en verzekeringen, water en riolering, stadswachten, recreatie en toerisme, food, personeel en organisatie, openbare orde en veiligheid, PIOFA en beleidsafstemming ruimtelijke ordening en economie. Afgesproken is dat de uitvoeringsorganisatie Peel 6.1 flexibel uit te breiden is met nieuwe taken (het principe 'plug and play'). Het proces van invoering van nieuwe taken die door wijziging van de GR aan de uitvoeringsorganisatie Peel 6.1 worden toebedeeld, vindt plaats binnen het programma Peel 6.1, volgens een door de stuurgroep Peel 6.1 vastgesteld besluitvormingsproces (visiedocument besluitvormingsstructuur programma Peel 6.1 d.d. 24 januari 2014). De fasering van de groei van de uitvoeringsorganisatie Peel 6.1 bepaalt mede de groei en doorontwikkeling van de begroting. Uiteraard wordt u nauw betrokken bij dit proces; iedere wijziging in de GR dient immers vastgesteld te worden door de zes gemeenteraden. Zoals gezegd is deze begroting nog niet compleet. Belangrijk is dat de begrotingsopzet voldoende aanknopingspunten geeft voor politiek bestuurlijke sturing. ZIENSWIJZE Wij verzoeken uw raad om vóór 1 oktober 2014 uw zienswijze kenbaar te maken. Dit omvat zowel de ontwerpbegroting 2014 en 2015 als de daarin opgenomen operationele kosten als informatie betreffende programmakosten. Het Dagelijks Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Peel 6
Helmond, 11 juli 2014. de plaatsvervangend voorzitter,
Begroting 2014-2015 en meerjarenraming 2016-2018
Begroting 2014-2015 en meerjarenraming 2016-2018 | Versie 7 juli 2014
Pagina 2 | Begroting 2014-2015 en meerjarenraming 2016-2018 | Versie 7 juli 2014
INHOUD
Inhoud Hoofdstuk 1: Inleiding
5
1.1 PEEL 6.1
7
1.2 AANBIEDING
7
1.3 UITGANGSPUNTEN
7
1.4 UITGANGSPUNTEN BEGROTING 2014 EN MEERJARENRAMING 2015-2017
9
1.5 PROGRAMMAPLAN
13
1.6 LEESWIJZER
13
Hoofdstuk 2: Programma`s
15
2.1 PROGRAMMA WMO
17
2.2 PROGRAMMA JEUGDZORG
19
2.3 PROGRAMMA PARTICIPATIEWET
21
Hoofdstuk 3: Exploitatiebegroting
23
3.1 LASTEN
25
3.2 BATEN
26
3.3 RESULTAATREKENING
26
3.4 TOELICHTING EXPLOITATIEBEGROTING 2014
27
3.4.1 PERSONEEL (P)
27
3.4.2 UITBESTEDING (U1)
30
3.4.3 KAPITAALLASTEN (K)
30
3.4.4 ORGANISATIE KOSTEN (O)
30
3.4.5 ONVOORZIEN
31
3.5 TERUGVERDIENMOGELIJKHEDEN GEMEENTEN
31
3.6 INCIDENTELE LASTEN WMO
33
3.7 STRUCTURELE LASTEN WMO
35
Hoofdstuk 4: Balans
37
4.1 BALANS
39
4.2 TOELICHTING BALANS
40
Hoofstuk 5: Paragrafen
41
5.1 WEERSTANDSVERMOGEN & RISICOBEHEERSING
43
5.2 ONDERHOUD KAPITAALGOEDEREN
43
5.3 FINANCIERING
44
5.4 BEDRIJFSVOERING
44
Begrippenlijst
45
Pagina 3 | Begroting 2014-2015 en meerjarenraming 2016-2018 | Versie 7 juli 2014
INHOUD
Pagina 4 | Begroting 2014-2015 en meerjarenraming 2016-2018 | Versie 7 juli 2014
Hoofdstuk 1
Inleiding
Pagina 5 | Begroting 2014-2015 en meerjarenraming 2016-2018 | Versie 7 juli 2014
HOOFDSTUK 1: INLEIDING
Pagina 6 | Begroting 2014-2015 en meerjarenraming 2016-2018 | Versie 7 juli 2014
HOOFDSTUK 1: INLEIDING
1.1 PEEL 6.1 In de uitvoeringsorganisatie Peel 6.1 vormen 6 gemeenten 1 krachtige Peelregio waarin we nieuwe en bestaande taken gezamenlijk oppakken en de kwaliteit van de dienstverlening aan onze klanten waarborgen. In Peel 6.1 werken de 6 Peelgemeenten Asten, Deurne, Gemert-Bakel, Helmond, Laarbeek en Someren in één regio samen om (nieuwe) taken op te pakken. Zo ontstaat een krachtige samenwerking die de strategische positie van de Peelregio versterkt en waar de kwaliteit van de dienst-verlening aan klanten gewaarborgd blijft. Dit tegen minder kosten en een lagere kwetsbaarheid per individuele gemeenten. Deze ‘nieuwe’ Peelbrede organisatie (Gemeenschappelijke Regeling) is gestart op 1 juli 2014.
1.2 AANBIEDING Hierbij, bieden wij u onze eerste, volledig digitale, Programmabegroting Uitvoeringsorganisatie Peel 6.1 aan. De titels zijn gelinkt aan hyperlinks, om het navigeren te vereenvoudigen. 'H]HEHJURWLQJLVGHÀQDQFLsOHELMODJHELMKHWEHGULMIVSODQ3HHOHQLVQHW]RDOVKHWEHGULMIVSODQHHQJURHLPRGHO Hiermee wordt inzicht gegeven in de budgetten die de uitvoeringsorganisatie Peel 6.1 nodig heeft om per 1 juli 2014 de Wmo taken uit te voeren. In de begroting 2015 zijn de structurele kosten en de nu reeds bekende incidentele kosten opgenomen, die voortvloeien uit het bedrijfsplan 2014. Bij het nieuwe bedrijfsplan, dat uiterlijk 1 januari 2015 vastgesteld zal worden, wordt ook de begroting 2015 geactualiseerd. Dit zal leiden tot een begrotingswijziging 2015.
1.3 UITGANGSPUNTEN In het Adviesrapport Stuurgroep Peelsamenwerking uit maart 2013 zijn 8 uitgangspunten benoemd. Dit is de basis geweest voor de uitwerking van de gemeenschappelijke regeling zoals deze in februari 2014 door de gemeenteraden is vastgesteld. De uitgangspunten zijn:
Pagina 7 | Begroting 2014-2015 en meerjarenraming 2016-2018 | Versie 7 juli 2014
HOOFDSTUK 1: INLEIDING
5HVSRQVLYLWHLWQDDUKHWSXEOLHN Als de inwoners en bedrijven van onze afzonderlijke gemeenten al iets merken van de samenwerking, mag dat alleen maar op een positieve manier zijn. De organisatie heeft oog voor de belangen van de burgers en bedrijven, is benaderbaar en responsief. 0DDWZHUNORNDOHNHX]HVEOLMYHQORNDDO Maatwerk moet mogelijk zijn. Immers: Brouwhuis is anders dan Bakel en de St. Jozefparochie anders dan Someren-Eind. Voor een effectief functionerende overheid is het noodzakelijk om daar in de uitvoering van beleid oog voor te hebben. Iedere gemeente heeft zijn pareltjes en door deze te koesteren kunnen we van elkaar leren en verder komen. Lokaal beleid blijft lokaal beleid. %HVSDULQJHU]DOEHVSDDUGPRHWHQZRUGHQ De samenwerkingsorganisatie zal goedkoper moeten werken dan de optelsom van betreffende taken bij de afzonderlijke gemeenten. De verhouding tussen kwaliteit en prijs wordt beter en de weerbaarheid wordt groter. We gaan geen samenwerking aan als deze duurder wordt dan nu het geval is. Er wordt een taakstelling geformuleerd. *HHQLQVWLWXXWHUELMPDDUDOVYHUYDQJLQJYDQ Om ook daadwerkelijk kosten te kunnen besparen moeten we voorkomen dat we dingen dubbel doen. Wanneer we beslissen om taakvelden gezamenlijk uit te voeren dan moeten we uren en middelen ook compleet inbrengen. 'HJH]DPHQOLMNHRUJDQLVDWLHNDQZHUNJHYHU]LMQ Dit is essentieel voor een goede uitvoering van onder andere de decentralisaties. De samenwerkingsorganisatie is enkel decentralisatiebestendig als er ook personeel in aangesteld kan worden. Op andere samenwerkingsvelden zal het samenbrengen van personeel bijdragen aan het voorkomen van kwetsbaarheden en het behouden van kwaliteit. 'HQLHXZHRUJDQLVDWLHKRXGHQZHJH]RQGHQG\QDPLVFK Het is belangrijk dat de samenwerkingsorganisatie zo georganiseerd wordt, dat deze op de lange termijn goed en dienstbaar kan functioneren. De organisatie blijft vrij van de ballast die het gevolg is van de samenwerking (bv. achterblijvende overhead). We gaan zorgvuldig om met ons huidige personeel en zorgen tegelijk dat de nieuwe organisatie voldoende dynamisch is om ook in de toekomst kwalitatief hoogwaardig te kunnen functioneren. Geen constructen die kunnen verstarren, maar een organisatie die responsief mee kan bewegen met de behoefte van de participerende gemeenten. *HEUXLNPDNHQYDQEHVWDDQGHPLGGHOHQ
'HVDPHQZHUNLQJ]DOPRHWHQZRUGHQJHsQWRSGHEHVWDDQGHPLGGHOHQ:HKHEEHQDOVJHPHHQWHQPHHUGDQJHQRHJ gebouwen die gebruikt kunnen worden. We maken alleen gebruik van die bestaande gebouwen. Dit betekent dat we – als we bijvoorbeeld kiezen om samen het werken op het terrein van onderwijshuisvesting – ervoor kunnen kiezen dat de betreffende medewerkers gehuisvest worden in Asten. Verder vallen onder bestaande middelen ook ons eigen personeel en onze eigen leidinggevenden. Daarmee bouwen we de samenwerkingsorganisatie op.
3OXJDQGSOD\ De samenwerkingsorganisatie moet zo ingericht zijn dat er in fases gewerkt kan worden en nieuwe onderdelen relatief gemakkelijk ‘aangeklikt’ kunnen worden. We beginnen met de transities en de onderwerpen zoals eerder genoemd in deze notitie. Het moet mogelijk zijn de samenwerking in latere fases uit te breiden
Pagina 8 | Begroting 2014-2015 en meerjarenraming 2016-2018 | Versie 7 juli 2014
HOOFDSTUK 1: INLEIDING
1.4 UITGANGSPUNTEN BEGROTING 2014 EN MEERJARENRAMING 2015-2017 Algemeen /RRQNRVWHQHQSULMVRQWZLNNHOLQJ Voor de begroting 2014 en 2015 en meerjarenraming 2016 tot en met 2018, wordt géén indexering op loonkosten- en prijsontwikkeling toegepast. Vanaf de begroting 2016 zal rekening gehouden worden met indexering op basis van de raming van het Centraal Planbureau (loonkosten op basis van de loonvoet sector overheid en prijsontwikkeling op basis van prijsindexcijfer overheidsconsumptie). 5HQWH
'HJURHLLQ(XURSDHQ1HGHUODQGEOLMIWQDDUYHUZDFKWLQJODDJ,QÁDWLHLVYRRUDOVQRJYHUWH]RHNHQZDDUGRRUKHWKXLGLJH rentebeeld voorlopig niet zal wijzigen. De lange rentetarieven zullen vanwege voornoemde zwakke economische vooruitzichten niet sterk oplopen. Voor de berekende kapitaalmarktrente voor lang geld wordt uitgegaan van een rente van 4,00%. Dit percentage is een inschatting op basis van de gemiddelden van uitgangspunten bij de gemeenten zelf.
1XQRJQLHWUHOHYDQWRPGDWÀQDQFLHULQJSODDWVYLQGWYLDGHJHPHHQWHQ]LHSDUDJUDDIÀQDQFLHULQJ
2QYRRU]LHQHXLWJDYHQ
'HSRVWRQYRRU]LHQHXLWJDYHQZRUGWXLWKHWRRJSXQWYDQHHQYHUDQWZRRUGÀQDQFLHHOEHOHLGXLWVOXLWHQGDDQJHZHQGYRRU incidentele en éénmalige uitgaven. Alleen indien voldaan wordt aan een aantal criteria kan over deze post worden beschikt. De volgende criteria zijn vastgesteld:
GHXLWJDYHGLHQW2QXLWVWHOEDDU
GHXLWJDYHGLHQW2QYHUPLMGEDDUHQ
GHXLWJDYHGLHQW2QYRRU]LHQWH]LMQ
Transitie hoogste prioriteit De grootste prioriteit van uitvoeringsorganisatie Peel 6.1 ligt bij het gezamenlijk oppakken van de taken voor de transitie Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning), Jeugdzorg en Participatiewet. In de begroting 2014 is enkel nog het programma Wmo opgenomen. Jeugdzorg en participatiewet starten in 2015.
Pagina 9 | Begroting 2014-2015 en meerjarenraming 2016-2018 | Versie 7 juli 2014
HOOFDSTUK 1: INLEIDING
Verdeelsleutel In de gemeenschappelijke regeling zijn de volgende verdeelsleutels afgesproken: Gelijk per
Verdeelsleutels
gemeente
Aantal inwoners
Voorbereidingskosten Opstartkosten Frictiekosten Achterblijvende overhead Jaarlijkse kosten nieuwe organisatie De voorbereidingskosten, frictiekosten en achterblijvende overhead worden in deze begroting buiten beschouwing gelaten. In deze begroting staan enkel de incidentele en structurele kosten van de nieuwe organisatie. Het aantal inwoners is daarvoor de verdeelsleutel. Peildatum voor het aantal inwoners is in de gemeenschappelijke regeling vastgesteld op 1-1 van jaar voorafgaande aan het betreffende begrotingsjaar (t-1). In afwijking hierop wordt voor de begroting 2014 uitgegaan van de inwoneraantallen per 1-1-2014. De inwonersaantallen voor de begroting 2014 en 2015 zijn als volgt. Aantal inwoners per 1-1-2014 Asten
16.447
Deurne
31.666
Gemert-Bakel
29.311
Helmond
89.258
Laarbeek
21.805
Someren
18.686
Totaal
207.173
Solidariteitsbijdrage Een van de overwegingen van de colleges van burgemeester en wethouders van de Peelgemeenten bij het besluit de gemeenschappelijke regeling Peel 6.1 te treffen is: “dat de deelnemers aan deze gemeenschappelijke regeling oog zullen hebben voor de wederzijdse belangen, onevenredige bevoor- en benadeling van gemeenten trachten te voorkomen en in het geval dat zulks toch zal optreden men elkaar daarvoor compenseert;” Achterblijvende overhead Op basis van de uitgangspunten (de nieuwe organisatie wordt met bestaande middelen ingericht, gehuisvest op basis van JDVWKHHUVFKDSPHWJHVORWHQEHXU]HQZDDUELMRRNGHEHGULMIVYRHULQJWHDPV]RDOV3 2ÀQDQFLsQHQ,&7LQGHQLHXZH organisatie worden ondergebracht) zal er nauwelijks sprake zijn achterblijvende overhead. Frictiekosten Op basis van concept sociaal beleidskader zullen de frictiekosten voor het grootste gedeelte kunnen worden bekostigd door het feit dat als een gemeente deze kosten krijgt dat het gevolg is van “goedkoper” werken binnen de Peel. Daarmee ontstaat dus structurele ruimte om deze incidentele kosten te kunnen betalen.
Pagina 10 | Begroting 2014-2015 en meerjarenraming 2016-2018 | Versie 7 juli 2014
HOOFDSTUK 1: INLEIDING
Desinvesteringen De kosten van desinvesteringen bij de latende gemeenten zullen meegenomen worden in het nieuwe investeringsvoorstel, zodanig dat deze kosten op basis van inwoneraantal verdeeld wordt over alle deelnemende gemeenten. Voor- en nadeelgemeenten 2QGDQNVKHWXLWJDQJVSXQWYDQHIÀFLsQWHUZHUNHQHQNRVWHQEHVSDULQJNDQKHW]R]LMQGDWGHNRVWHQELMHHQEXVLQHVVFDVH voor een individuele gemeente (nadeelgemeente) hoger zijn dan voorheen. Indien deze situatie zich voordoet, dan dient de onevenredigheid daarvan inzichtelijk gemaakt en betrokken te worden bij de beoordeling van de betreffende business case. Hosten ondersteunende diensten Zolang er nog geen shared service centrum wordt ingericht waarin de ondersteunende diensten voor de GR en de 6 gemeenten zijn ondergebracht zullen deze werkzaamheden “gehost” gaan worden door een gemeente. Dit betekent mogelijk extra kosten. Het is dus zaak om snel met de inrichting van een shared service centrum van start te gaan. Voor de korte termijn wordt voorgesteld om die hosting bij een deelnemende gemeente onder te brengen, met zoveel mogelijk capaciteitsinzet vanuit alle deelnemende gemeenten. Huisvesting Naast de vraag of we een evenwichtige spreiding van de GR krijgen over de gemeentelijke gebouwen kan fasering voor problemen zorgen. Zie hiervoor de nog niet vastgestelde notitie gastheerschap.
Pagina 11 | Begroting 2014-2015 en meerjarenraming 2016-2018 | Versie 7 juli 2014
HOOFDSTUK 1: INLEIDING
Gastheerschap 'HJHPHHQVFKDSSHOLMNHUHJHOLQJJHHIWGHYROJHQGHGHÀQLWLHDDQKHWJDVWKHHUVFKDS´+HWRPQLHWJHEUXLNPDNHQYDQ bestaande faciliteiten beschikbaar en in eigendom van de zes deelnemende gemeenten, op basis van een goed spreidingsplan van medewerkers uit de Peel 6.1. Het betreft hier onder meer de huisvesting, bestaande ingerichte werkplekken en facilitaire diensten waarbij de gastheer zorg draagt voor het onderhoud en vervanging. In een notitie is het begrip gastheerschap nader uitgewerkt. De gastheer zorgt en draagt de kosten voor: Basiswerkplek 9ROGRHWDDQGHPLQLPDOH$5%2HLVHQ 'UDDGORRVHQEHNDEHOGHFRQQHFWLYLWHLWYDQXLWDOOH3HHOZHUNORFDWLHV 0XOWLIXQFWLRQDOVYRRUSULQWHQNRSLsUHQHQVFDQQHQ ZHUNSOHNSHUIWHGLW]LMQSOHNNHQZDDUDDQPHGHZHUNHUVPHWKXQHLJHQGHYLFHVNXQQHQZHUNHQ Basis externe dienstverlening %DOLH 6SUHHNNDPHUV 9HUJDGHUUXLPWHQ 6SHFLÀHNHUXLPWHQWEYKHWVOLPPHUVDPHQZHUNHQ]RDOVFRFNSLWHQVWLOWHUXLPWHQ 9DQZHJHGHPRJHOLMNJURWHQDGHOLJHÀVFDOHJHYROJHQYRRUGHGHHOQHPHQGHJHPHHQWHQ ZRUGWPRPHQWHHOH[WHUQDGYLHVRYHUGHÀVFDOHFRQVHTXHQWLHVYDQKHWEHJULSJDVWKHHUVFKDS Overige faciliteiten $OOHRYHULJHIDFLOLWDLUHYRRU]LHQLQJHQGLHGHJDVWKHHUDDQELHGWDDQGHHLJHQPHGHZHUNHUV (zoals bijvoorbeeld: catering en parkeerfaciliteiten). De kosten van dit gastheerschap worden niet doorberekend aan de GR Peel 6.1, maar blijven ten laste van de gastgemeente komen. Omdat gemeenten kosteneigenaar blijven van deze “overhead” komen huidige en toekomstige kostenbesparingen daarin direct ten goede van die gemeente. Dit is een belangrijke prikkel om aan een van de doelstellingen van de peelsamenwerking, kostenbesparing, te voldoen. 'HPRJHOLMNHNRVWHQYHUKRJHQGHÀVFDOHFRQVHTXHQWLHVYDQKHWJDVWKHHUVFKDSZRUGHQPRPHQWHHOQDGHURQGHU]RFKWGRRUHHQ externe deskundige.
Pagina 12 | Begroting 2014-2015 en meerjarenraming 2016-2018 | Versie 7 juli 2014
HOOFDSTUK 1: INLEIDING
1.5 PROGRAMMAPLAN Deze begroting bestaat uit drie programma’s. Programma 1 betreft de uitvoering van de WMO. Deze gaat van start per 1-7-2014 Programma 2 betreft de uitvoering van de jeugdzorg. Dit gaat van start per 1-1-2015. Het programma en de bij behorende begroting zal in de loop van 2014 worden gevuld. Programma 3 betreft de participatiewet. Dit gaat van start per 1-1-2015. Het programma en de bij behorende begroting zal in de loop van 2014 worden gevuld.
1.6 LEESWIJZER Hoofdstuk 1: Beschrijving van uitgangspunten, verdeelsleutel, solidariteitsbijdrage, gastheerschap, en algemene info over de Peel 6.1 samenwerking. Hoofdstuk 2: Per programma worden de gewenste uit te voeren taken, kengetallen, ontwikkelingen en beleidskaders weergegeven. Ieder programma is voorzien van doelstellingen. Per doelstelling wordt geschetst welke kosten daar tegenover staan. Tot slot worden per programma kerngegevens weergegeven, die als handvatten voor het besluitvormingsproces kunnen dienen. Voor de gemeenten is dit input in het bepalen van de programmakosten. Het onderdeel programma’s is een verplicht RQGHUGHHOYDQGHSURJUDPPDEHJURWLQJDUW%%9 9RRUGHYROOHGLJKHLGLVLQGHÀQDQFLsOHWDEHOOHQHHQNRORPWRHJHYRHJG met de baten en lasten. De mutaties in baten en lasten worden normaliter ook ten opzichte van voorgaande jaren weergegeven. Omdat de gemeenschappelijke regeling per 1-7-2014 is gestart is een dergelijke vergelijking niet mogelijk. Hoofdstuk 3: 'LWKRRIGVWXNLVGHÀQDQFLsOHYHUWDOLQJYDQGH3URJUDPPDEHJURWLQJHQPHHUMDUHQUDPLQJ$OVHHUVWH]LMQ DOOHEDWHQHQODVWHQRSJHVRPG'H]HYLQGHQYHUYROJHQVKXQZHJLQGHUHVXOWDDWUHNHQLQJ'DDUELMLVHHQVSHFLÀFDWLHYDQGH diverse inkomsten en uitgaven opgenomen. Onderliggende informatie hierbij is het overzicht van incidentele baten en lasten en een overzicht van de algemene dekkingsmiddelen. Tenslotte is in beschrijvende zin aangegeven waar voor gemeenten besparingsmogelijkheden aanwezig zijn. Dit is een hulpmiddel voor verwerking van de kosten in de gemeentelijke begrotingen. Hoofdstuk 4: 7RHYRHJLQJYDQHHQLQGLFDWLHYHEDODQVYRRUZDDULQLQ]LFKWZRUGWJHJHYHQLQWHYHUZDFKWHQÀQDQFLsOHVWURPHQ Hierbij worden alle posten toegelicht. Hoofdstuk 5: Conform de verslaggevingsregels voor het opstellen van programmabegrotingen voor gemeentelijke regelingen (Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten BBV), is een 4-tal paragrafen opgenomen. Dit zijn: Weerstandsvermogen en risicobeheersing, Onderhoud kapitaalgoederen, Financiering en Bedrijfsvoering. In de paragrafen ZRUGHQRQGHUZHUSHQYDQEHODQJYRRUKHWLQ]LFKWLQGHÀQDQFLsOHSRVLWLHEHKDQGHOG'HSDUDJUDIHQEHYDWWHQGH beleidsuitgangspunten van beheersmatige activiteiten.
Pagina 13 | Begroting 2014-2015 en meerjarenraming 2016-2018 | Versie 7 juli 2014
HOOFDSTUK 1: INLEIDING
Pagina 14 | Begroting 2014-2015 en meerjarenraming 2016-2018 | Versie 7 juli 2014
Hoofdstuk 2
Programma’s
Pagina 15 | Begroting 2014-2015 en meerjarenraming 2016-2018 | Versie 7 juli 2014
HOOFDSTUK 2: PROGRAMMA’S
Pagina 16 | Begroting 2014-2015 en meerjarenraming 2016-2018 | Versie 7 juli 2014
HOOFDSTUK 2: PROGRAMMA’S
2.1 PROGRAMMA WMO Inleiding Begin 2011 kwam de toenmalige regering met het plan om een vergaande decentralisatie door te voeren op het sociale domein (de Jeugdzorg, de AWBZ en de Participatiewet). Gemeenten komen hiermee voor een enorme taakstelling te staan. De Colleges van de gemeenten Asten, Deurne, Gemert-Bakel, Helmond, Laarbeek en Someren, hebben hierover met elkaar overleg gevoerd en besloten om de uitwerking van de nieuwe taken gezamenlijk op te pakken. De Peel is een natuurlijke schaalgrootte, die ook overeenkomt met het werkgebied waarop belangrijke maatschappelijke partners en instellingen actief zijn. De gemeenten in de Peelregio zijn vervolgens samen opgetrokken in de voorbereiding op de nieuwe taken. 0HWKHWRRJRSGHDDQJHNRQGLJGHEH]XLQLJLQJHQLVKHW]DDNRPGHXLWYRHULQJ]RGRHOPDWLJHQHIÀFLsQWPRJHOLMNWH organiseren en tegelijkertijd goed toegerust te zijn op de nieuwe taken, die de nodige deskundigheid vragen. Het is de overtuiging van de Peelgemeenten dat deze opgave het beste geborgd is door met elkaar hierin samen te werken. De Colleges hebben hun ambities hierover neergelegd in de “Intentieverklaring Peelsamenwerking Wmo, Jeugd(zorg) en Werk en Inkomen” d.d. 11 oktober 2012. Daarmee is het fundament gelegd voor een gezamenlijke uitvoeringsorganisatie, op basis van gelijkwaardigheid, die op Peel regionale schaal de uitvoering faciliteert van de individuele voorzieningenverstrekking. Dit betreft prestatieveld 6 van de Wmo (Pv6).
Wat gaan we uitvoeren? Eén regionale uitvoeringsorganisatie voor de verstrekking van ‘maatwerkvoorzieningen’, waarbij alle medewerkers in dienst zijn van de regionale organisatie en daar hun basis hebben. Via een gebiedsgerichte aanpak en ‘Het slimmer samenwerken’ zijn de Wmo-consulenten actief aanwezig binnen het eigen lokale netwerk.
Hoe gaan we dit doen? De regionale uitvoeringsorganisatie is vormgegeven met de burger in de lokale situatie als uitgangspunt. Hiervoor is een regionaal Wmo proces opgesteld. Grofmazig bestaat het uit de onderstaande fasen: Melding Beoordeling melding Keukentafelgesprek Opstellen arrangement Proces van aanvraag voor een individuele voorziening (incl. onderzoek en administratieve verwerking)
Voorbereidings en opstartkosten Wmo Per 1 juli 2014 worden de Wmo taken van de gemeenten overgedragen aan de uitvoeringsorganisatie Peel 6.1. De daarbij behorende uitvoeringskosten zijn opgenomen in de voorliggende begroting. Voorafgaand aan deze overdracht zijn voor deze taken binnen het programma Peel 6.1 kosten gemaakt in de voorbereidingsen opstartfase. Deze kosten maken geen deel uit van deze begroting. Hierover heeft afzonderlijke besluitvorming binnen de Peelgemeenten plaatsgevonden. Deze fasen zijn echter voor de Wmo nieuwe taken nog niet afgerond. De totaal geraamde voorbereidings- en opstartkosten voor Wmo bedragen: Voorbereidingskosten Wmo
€ 137.000
Opstartkosten Wmo
€ 352.000
Pagina 17 | Begroting 2014-2015 en meerjarenraming 2016-2018 | Versie 7 juli 2014
HOOFDSTUK 2: PROGRAMMA’S
Wat gaat het kosten? BEGROTING PROGRAMMA WMO HUIDIGE BEGROTING
HUIDIGE BEGROTING
MEERJARENRAMING
2014
2015
2016
2017
2018
Lasten
€ 470.000
€ 404.000
€ 227.000
€ 227.000
€ 227.000
Baten
€ 470.000
€ 404.000
€ 227.000
€ 227.000
€ 227.000
Mutatie Reserve
€0
€0
€0
€0
€0
SALDO
€0
€0
€0
€0
€0
De cijfers van voorgaande jaren zijn uiteraard niet voorhanden. Voorliggende begroting betreft begrotingsjaar 2014 en 2015, en meerjarenraming 2016 tot en met 2018. Vanaf 2014 gaat de samenwerking daadwerkelijk van start.
Kengetallen DIENSTVERLENING PROGRAMMA WMO HUIDIGE BEGROTING
HUIDIGE BEGROTING
2014
2015
2016
2017
2018
8 weken
8 weken
8 weken
8 weken
8 weken
12 weken
12 weken
12 weken
12 weken
12 weken
HUIDIGE BEGROTING
HUIDIGE BEGROTING
2014
2015
Norm: behandeling aanvraag
MEERJARENRAMING
voorziening Norm: behandeling aanvraag woningaanpassing KENGETAL 1: AANTAL KLANTEN
Asten
MEERJARENRAMING 2016
2017
2018
802
802
802
802
802
Deurne
1.938
1.938
1.938
1.938
1.938
Gemert-Bakel
1.415
1.415
1.415
1.415
1.415
Helmond
6.168
6.168
6.168
6.168
6.168
Laarbeek
1.245
1.245
1.245
1.245
1.245
Someren
888
888
888
888
888
12.456
12.456
12.456
12.456
12.456
HUIDIGE BEGROTING
HUIDIGE BEGROTING
Totaal KENGETAL 2: AANTAL VOORZIENINGEN
Asten
MEERJARENRAMING
2014
2015
2016
2017
2018
1.420
1.420
1.420
1.420
1.420
Deurne
3.292
3.292
3.292
3.292
3.292
Gemert-Bakel
2.665
2.665
2.665
2.665
2.665
Helmond
13.352
13.352
13.352
13.352
13.352
Laarbeek
2.088
2.088
2.088
2.088
2.088
Someren
1.502
1.502
1.502
1.502
1.502
24.319
24.319
24.319
24.319
24.319
Totaal
Pagina 18 | Begroting 2014-2015 en meerjarenraming 2016-2018 | Versie 7 juli 2014
HOOFDSTUK 2: PROGRAMMA’S
2.2 PROGRAMMA JEUGDZORG Inleiding Niet van toepassing 2014.
Wat gaan we uitvoeren? Niet van toepassing 2014.
Hoe gaan we dit doen? Niet van toepassing 2014.
Pagina 19 | Begroting 2014-2015 en meerjarenraming 2016-2018 | Versie 7 juli 2014
HOOFDSTUK 2: PROGRAMMA’S
Wat gaat het kosten? BEGROTING PROGRAMMA WMO VOORGAANDE JAREN
HUIDIGE BEGROTING
MEERJARENRAMING
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
Lasten
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
€0
€0
€0
€0
Baten
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
€0
€0
€0
€0
Mutatie Reserve
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
€0
€0
€0
€0
SALDO
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
€0
€0
€0
€0
De cijfers van voorgaande jaren zijn uiteraard niet voorhanden. Vanaf dit jaar gaat de samenwerking daadwerkelijk van start. Dit model kan in de toekomst gehanteerd worden om de kosten overzichtelijk weer te geven.
Kengetallen DIENSTVERLENING VOORGAANDE JAREN 2011
2012
2013
HUIDIGE BEGROTING 2014
MEERJARENRAMING 2015
2016
2017
Norm 1 Norm 2 Norm 3 KENGETAL 1: NADER TE BEPALEN VOORGAANDE JAREN 2011
2012
2013
HUIDIGE BEGROTING 2014
MEERJARENRAMING 2015
2016
2017
Asten Deurne Gemert-Bakel Helmond Laarbeek Someren Totaal KENGETAL 2: NADER TE BEPALEN VOORGAANDE JAREN 2011
2012
2013
HUIDIGE BEGROTING 2014
MEERJARENRAMING 2016
2017
2018
Asten Deurne Gemert-Bakel Helmond Laarbeek Someren Totaal
Pagina 20 | Begroting 2014-2015 en meerjarenraming 2016-2018 | Versie 7 juli 2014
HOOFDSTUK 2: PROGRAMMA’S
2.3 PROGRAMMA PARTICIPATIEWET Inleiding Niet van toepassing 2014.
Wat gaan we uitvoeren? Niet van toepassing 2014.
Hoe gaan we dit doen? Niet van toepassing 2014.
Pagina 21 | Begroting 2014-2015 en meerjarenraming 2016-2018 | Versie 7 juli 2014
HOOFDSTUK 2: PROGRAMMA’S
Wat gaat het kosten? BEGROTING PROGRAMMA WMO VOORGAANDE JAREN
HUIDIGE BEGROTING
MEERJARENRAMING
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
Lasten
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
€0
€0
€0
€0
Baten
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
€0
€0
€0
€0
Mutatie Reserve
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
€0
€0
€0
€0
SALDO
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
€0
€0
€0
€0
De cijfers van voorgaande jaren zijn uiteraard niet voorhanden. Vanaf dit jaar gaat de samenwerking daadwerkelijk van start. Dit model kan in de toekomst gehanteerd worden om de kosten overzichtelijk weer te geven.
Kengetallen DIENSTVERLENING VOORGAANDE JAREN 2011
2012
2013
HUIDIGE BEGROTING 2014
MEERJARENRAMING 2015
2016
2017
Norm 1 Norm 2 Norm 3 KENGETAL 1: NADER TE BEPALEN VOORGAANDE JAREN 2011
2012
2013
HUIDIGE BEGROTING 2014
MEERJARENRAMING 2015
2016
2017
Asten Deurne Gemert-Bakel Helmond Laarbeek Someren Totaal KENGETAL 2: NADER TE BEPALEN VOORGAANDE JAREN 2011
2012
2013
HUIDIGE BEGROTING 2014
MEERJARENRAMING 2016
2017
2018
Asten Deurne Gemert-Bakel Helmond Laarbeek Someren Totaal
Pagina 22 | Begroting 2014-2015 en meerjarenraming 2016-2018 | Versie 7 juli 2014
Hoofdstuk 3
Exploitatiebegroting
Pagina 23 | Begroting 2014-2015 en meerjarenraming 2016-2018 | Versie 7 juli 2014
HOOFDSTUK 3: EXPLOITATIEBEGROTING
Pagina 24 | Begroting 2014-2015 en meerjarenraming 2016-2018 | Versie 7 juli 2014
HOOFDSTUK 3: EXPLOITATIEBEGROTING
3.1 LASTEN LASTEN NR.
POST
P
Personeel
P1
Salariskosten personeel WMO
P2
Salariskosten personeel onder-
2014
2015
2016
2017
2018
0
pm
pm
pm
pm
pm
pm
pm
pm
pm
steunend P3
Inhuur personeel
252.000
168.000
pm
pm
pm
P4
Opleidingsbudget
54.000
pm
pm
pm
pm
P5
Personeelsactiviteiten
0
pm
pm
pm
pm
P6
OR
0
pm
pm
pm
pm
P7
Werving & Selectie
0
pm
pm
pm
pm
P8
Overige personeelskosten
0
pm
pm
pm
pm
0
0
0
0
0
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
22.000
43.000
43.000
43.000
43.000
U
Uitbesteding
U1
Bezwaar
K
Kapitaallasten
O
Organisatie kosten
O1
Abonnementen / lidmaatschappen
O2
Bankkosten
8.000
15.000
15.000
15.000
15.000
O3
Accountantskosten
15.000
15.000
15.000
15.000
15.000
O4
Automatisering / Informatisering
98.000
144.000
144.000
144.000
144.000
O5
Overige kosten
10.000
10.000
10.000
10.000
10.000
459.000
395.000
227.000
227.000
227.000
11.000
9.000
pm
pm
pm
470.000
404.000
227.000
227.000
227.000
TOTAAL Onvoorzien Onvoorziene kosten TOTAAL
Pagina 25 | Begroting 2014-2015 en meerjarenraming 2016-2018 | Versie 7 juli 2014
HOOFDSTUK 3: EXPLOITATIEBEGROTING
3.2 BATEN De bijdrage per inwoner is gebaseerd op de totale lasten gedeeld door het inwonersaantal van de Peelgemeenten. De onderstaande tabel geeft het inwonersaantal per gemeente en de totale (afgeronde) bijdrage per gemeenten. DEELNEMENDE GEMEENTEN aantal inwoners
totaal bijdrage
totaal bijdrage
1-1-2014
2014
2015
2016
2017
2018
Asten
16.447
37.000
32.000
18.000
18.000
18.000
Deurne
31.666
72.000
62.000
35.000
35.000
35.000
Gemert-Bakel
29.311
67.000
57.000
32.000
32.000
32.000
Helmond
89.258
203.000
174.000
98.000
98.000
98.000
Laarbeek
21.805
49.000
43.000
24.000
24.000
24.000
Someren Totaal
totaal bijdrage totaal bijdrage totaal bijdrage
18.686
42.000
36.000
20.000
20.000
20.000
207.173
470.000
404.000
227.000
227.000
227.000
2,27
1,95
1,10
1,10
1,10
0,74
1,10
1,10
1,10
1,10
1,53
0,85
0,00
0,00
0,00
Bedrag per inwoner structurele bijdrage incidentele bijdrage
3.3 RESULTAATREKENING LASTEN EN BATEN 2014
2015
2016
2017
2018
Totaal lasten
POST
470.000
404.000
227.000
227.000
227.000
Totaal baten
470.000
404.000
227.000
227.000
227.000
Resultaat
0
0
0
0
0
Naar algemene reserve
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
i.v.m. verschillen TOTAAL
Pagina 26 | Begroting 2014-2015 en meerjarenraming 2016-2018 | Versie 7 juli 2014
HOOFDSTUK 3: EXPLOITATIEBEGROTING
3.4 TOELICHTING EXPLOITATIEBEGROTING 2014 De exploitatiebegroting betreft begroting 2014 en 2015 en meerjarenraming 2016 tot en met 2018. Begrotingsjaar 2014 betreft de periode van 1 juli tot en met 31 december 2014. De begroting 2014 en 2015 betreffen zowel structurele als incidentele lasten. De meerjarenbegroting 2016 tot en met 2018 is een kopie van de structurele lasten van 2015, exclusief indexering.
3.4.1 PERSONEEL (P) Salariskosten Personeel WMO (P1) Salariskosten 2014 In 2014 blijft het personeel WMO in 2014 in dienst van de latende gemeenten. Er vindt geen doorbelasting plaats van de Peelgemeenten aan Peel 6.1. De salariskosten zijn daarom in 2014 nihil. De formatie 2014 van het personeel WMO is als volgt opgebouwd: FORMATIE FTE 2014 Management
3,0
Consulent
25,9
Adm. Medewerker
11,2
Kwaliteitsmedewerker
4,3
Beleidsmedewerker
2,0
Applicatiebeheerder
2,0
Secretarieel
1,0
Financieel medewerker Totaal
2,0 51,4
Formatie 2014 De vastgestelde formatie per 1-7-2014 is 51,4 fte. Deze formatie bestaat uit 48,4 fte medewerkers en 3 fte management. De formatie bij alle Peelgemeenten gezamenlijk per 1-7-2014 bedraagt 54,045 fte. Binnen deze nieuwe vastgestelde formatie zijn per 1-7-2014 ruim 70 medewerkers werkzaam. In de voorbereidingen op het tot stand komen van de uitvoeringsorganisatie Wmo is het uitgangspunt om deze lean and mean in te richten. Dit houdt in dat de uitvoeringsorganisatie vanaf het begin strak ingericht wordt. De huidige formatie-omvang is zeer objectief vastgesteld en zo ‘lean en mean’ mogelijk ingericht. Dit is de vastgestelde basis voor de inrichting van de uitvoeringsorganisatie voor de bestaande taken. Indien er een bezuinigingstaakstelling wordt opgelegd op de formatie van de uitvoeringsorganisatie, wordt de organisatie niet meer goed gefaciliteerd.
Pagina 27 | Begroting 2014-2015 en meerjarenraming 2016-2018 | Versie 7 juli 2014
HOOFDSTUK 3: EXPLOITATIEBEGROTING
Salariskosten 2015 In 2015 zal het personeel overgaan naar de uitvoeringsorganisatie WMO. De salariskosten van het personeel van de Peel 6.1 worden gebaseerd op de maximum salarisschalen uit het CAR-UWO. Deze methode biedt een realistische berekening van de personeelskosten van de peel 6.1. Op dit moment is echter de looninschaling nog niet bekend, daarom worden de salariskosten in 2015 geraamd op PM. Zodra bekend is wat de salariskosten zijn, zal een 1e wijziging op de begroting 2015 plaatsvinden.
Formatie 2015 De structurele formatie omvang voor 2015 moet nog inzichtelijk gemaakt gaan worden en is afhankelijk van de nieuwe Wmo taken die per 1-1-2015 op de gemeenten afkomen. We zijn nu alleen nog maar bezig met de samenwerking (en begroting) op de huidige taken, de nieuwe taken moeten –evenals bij jeugd- nog in beeld gebracht worden. Ook voor de formatie omvang voor de nieuwe taken geldt, dat zo lean and mean mogelijk wordt ingericht. Dit kan echter niet worden afgezet tegen wat als we de decentralisatie van nieuwe taken Wmo als afzonderlijke gemeenten hadden gedaan. Er is immers geen nul situatie.
Salariskosten Personeel Ondersteunend (P2) Naast direct personeel heeft de organisatie ook behoefte aan ondersteunend personeel. De uitvoeringsorganisatie Peel 6.1 beschikt nog niet over ondersteunend personeel. Deze diensten worden tijdelijk gehost door de gemeente Helmond. De gemeente Helmond komt op korte termijn met een separaat voorstel van de hiervoor benodigde capaciteit, de invulling daarvan vanuit Helmond en de andere Peelgemeenten en een bijbehorende kostenverdeling. De kosten van deze ondersteuning is dat ook pm opgenomen in deze voorliggende begroting.
Inhuur personeel (P3) Bij de start van de organisatie is tijdelijk inhuur van personeel nodig om er voor te zorgen dat er geen achterstanden gaan ontstaan bij de afhandeling van contacten en meldingen van burgers en dat er gelegenheid is om goed voorbereid de nieuwe taken op te gaan pakken, enerzijds in het kader van de nieuwe Wmo-organisatie en anderzijds in het kader van de voorbereiding op de nieuwe taken. De inhuur bestaat uit WMO-consulenten, applicatiebeheerders WMO, administratieve krachten WMO en kwaliteitsmedewerkers WMO. Implementatie nieuwe Wmo-organisatie (€ 84.000 in 2014) Bij de start van de nieuwe organisatie zal er blijvende aandacht nodig zijn voor de medewerkers om hen te begeleiden op het terrein van de nieuwe werkwijze en het gebruik van applicaties. Ook zal er extra aandacht uitgaan naar het concept van “Het slimmer samenwerken” in relatie met het gebiedsgericht werken en de daaraan gekoppelde afspraken en werkwijze. Deze extra aandacht zal ten koste gaan van de reguliere werkzaamheden. Voorbereiding nieuwe taken (€ 168.000 in 2014 en 2015) Per 1 januari 2015 zullen de nieuwe taken naar gemeenten toekomen. Dit betekent concreet dat de organisatie hierop aangepast gaat worden. Nieuwe werkprocessen worden beschreven en er zal sprake zijn van het inzetten van nieuwe applicaties. Gemeenten zijn onbekend met de nieuwe taken. Dit zal een hele investering gaan betekenen om de nodige kennis eigen te maken. Daarnaast zal externe deskundigheid noodzakelijk zijn om de medewerkers in de praktijk te begeleiden.
Pagina 28 | Begroting 2014-2015 en meerjarenraming 2016-2018 | Versie 7 juli 2014
HOOFDSTUK 3: EXPLOITATIEBEGROTING
Opleidingsbudget (P4) In 2014 is het personeel WMO nog niet in dienst van de gemeenschappelijke regeling. Toch is een opleidingsbudget noodzakelijk. Enerzijds opleidingskosten in verband met het opbouwen van een nieuwe organisatie, anderzijds ter voorbereiding op de nieuwe Wmo taken. Voorbereiding nieuwe organisatie
20.000
Voorbereiding nieuwe taken
34.000
Totaal opleidingsbudget
54.000
Voorbereiding nieuwe organisatie Vanwege de voorbereidingen op de nieuwe organisatie per 1-7-14 is het noodzakelijk om de medewerkers hiervoor te trainen. Voorbereiding nieuwe taken Vanwege de voorbereidingen op de nieuwe taken die per 1-1-2015 op de Wmo-organisatie af komen, is het noodzakelijk om de medewerkers hiervoor te trainen. Opleidingsbudget 2015 Zodra de salariskosten worden opgenomen in de begroting, zullen ook de daarmee samenhangende personeelskosten, waaronder opleidingskosten, worden begroot.
Activiteiten personeel (P5) In 2014 worden er geen kosten geraamd voor personeelsactiviteiten. Deze kosten worden betaald door de latende gemeenten, vanuit werkgeverschap. Zodra de salariskosten worden opgenomen in de begroting, zullen ook de daarmee samenhangende personeelskosten, waaronder activiteiten personeel, worden begroot.
OR (P6) In 2014 worden er geen kosten geraamd voor de ondernemersraad. Deze kosten worden betaald door de latende gemeenten, vanuit werkgeverschap. Zodra de salariskosten worden opgenomen in de begroting, zullen ook de daarmee samenhangende personeelskosten, waaronder OR, worden begroot.
Werving & Selectie (P7) In 2014 worden er geen kosten geraamd voor werving & selectie. Deze kosten worden betaald door de latende gemeenten, vanuit werkgeverschap. Zodra de salariskosten worden opgenomen in de begroting, zullen ook de daarmee samenhangende personeelskosten, waaronder Werving & Selectie, worden begroot.
Overige personeelskosten (P8) In 2014 worden er geen kosten geraamd voor de overige personeelskosten. Deze kosten worden betaald door de latende gemeenten, vanuit werkgeverschap. Zodra de salariskosten worden opgenomen in de begroting, zullen ook de daarmee samenhangende personeelskosten, waaronder overige personeelskosten, worden begroot.
Pagina 29 | Begroting 2014-2015 en meerjarenraming 2016-2018 | Versie 7 juli 2014
HOOFDSTUK 3: EXPLOITATIEBEGROTING
3.4.2 UITBESTEDING (U1) Bezwaarschriften (U1) Bezwaarschriften WMO worden in behandeling genomen door de uitvoeringsorganisatie. Bezwaarschriften worden behandeld door een hiervoor in te stellen bezwaarcommissie. Of aangesloten wordt bij de bezwaarcommissie van Werkplein is nu nog niet duidelijk. Uitgegaan wordt van 200 bezwaarschriften Peel breed, met als gemiddelde kostprijs per bezwaar € 450. Formele besluitvorming van een bezwaar vindt plaats door het college van Burgemeester en Wethouders van de betreffende gemeente. De kosten van de bezwaarschriften worden niet opgenomen in de begroting, omdat deze vallen onder programmakosten, welke opgenomen staan in de begroting van de afzonderlijke gemeenten.
3.4.3 KAPITAALLASTEN (K) De uitvoeringsorganisatie heeft (nog) geen vaste activa in haar bezit.
3.4.4 ORGANISATIE KOSTEN (O) Abonnementen / lidmaatschappen (O1) Het begroot bedrag is gebaseerd op abonnement inclusief onderhoud op GRIP Kluwer. Dit betreft een volledige online kennisbank die helpt bij het uitvoeren van de Wmo.
Bankkosten (O2) De bankkosten betreffen de kosten van het betalingsverkeer.
Accountantskosten (O3) Onder deze post vallen de kosten die gemaakt worden door de accountant voor het controleren van de jaarrekening, en tussentijdse controle.
Automatisering / informatisering (O4) In het kader van het uitgangspunt gastheerschap worden de kosten van de gastheer niet doorbelast aan de uitvoeringsorganisatie. Uitgezonderd zijn echter de kosten van ICT. Die vallen niet onder gastheerschap, maar komen voor rekening van de uitvoeringsorganisatie De kosten van automatisering bestaan uit: Automatisering / informatisering
2014
2015
Ideaalcomplex vaste werkplekken
26.000
26.000
Ideaalcomplex devices (4 jaar)
27.000
27.000
Mobiele telefonie (abonnement)
11.000
23.000
(4 jaar)
Onderhoud Licenties Totaal kosten automatisering /
34.000
68.000
98.000
144.000
informatisering
Pagina 30 | Begroting 2014-2015 en meerjarenraming 2016-2018 | Versie 7 juli 2014
HOOFDSTUK 3: EXPLOITATIEBEGROTING
Ideaalcomplex In de ideaalsituatie heeft de uitvoeringsorganisatie recht op 36 vaste pc-werkplekken, bij een formatie van 51,4 fte en het uitgangspunt 0,7 werkplek per fte (gastheerschap). Dit principe is echter nog niet haalbaar gezien de relatief kleine omvang van de uitvoeringsorganisatie, maar blijft uiteraard wel het uitgangspunt. Vooralsnog wordt in deze begroting uitgegaan van 0,7 pc-werkplek per medewerker. Bij 73 medewerkers zijn dan 51 vaste pc-werkplekken nodig. Daarnaast zijn voor de gewenste mobiliteit 29 “devices”, inclusief telefoon en Microsoft licentie, nodig ten behoeve van 26 fte consulenten en 3 fte managers. Voor de verdeling van de kosten wordt uitgegaan van een ideaalcomplex met jaarlijkse vervanging van ¼ van het totaal gebaseerd op een levensduur van 4 jaar. Licentiekosten De licentiekosten betreffen de onderhoudslicenties van applicaties benodigd voor de uitvoering van de WMO, nl. GWS, Verseon en Cognos.
Overige kosten (O5) Onder overige kosten zijn de algemene bedrijfsvoeringskosten opgenomen. Te denken aan communicatie, drukwerk etc.
3.4.5 ONVOORZIEN Voor onvoorziene kosten wordt een bedrag geraamd van resp. € 9.000 en € 11.000 voor 2014 en 2015. Samenhangend met de verder ontwikkeling van de uitvoeringsorganisatie zal de noodzaak en eventuele omvang van deze post worden bezien.
3.5 TERUGVERDIENMOGELIJKHEDEN GEMEENTEN In deze begroting wordt van iedere gemeente een bijdrage gevraagd. De dekking hiervan is een zaak van de gemeenten zelf. Uitgangspunt voor de Peelsamenwerking 6.1 is het uiteindelijk realiseren van besparingen. De samenwerking moet gepaard JDDQPHWHHQHIÀFLHQF\VODJRPLQGHWRHNRPVWWRWNRVWHQEHVSDULQJWHNRPHQ2SNRUWHWHUPLMQNDQQRJJHHQNRVWHQ besparing worden ingeboekt en zijn de effecten nog niet bekend. Sterker nog, op korte termijn vergt samenwerking investeringen en brengt incidentele kosten met zich mee die niet direct op te lossen zijn. Pas op een later moment zullen opbrengsten in geld daadwerkelijk duidelijk worden.
Wat zijn de terugverdienmogelijkheden? 2SGLWPRPHQWLVKHWQRJQLHWPRJHOLMNRPLQYHUGLHQPRJHOLMNKHGHQWHNZDQWLÀFHUHQLQHXUR·V'LWKHHIWWHPDNHQPHWDDQWDO onzekerheden met betrekking tot de nieuwe taken die er vanaf 1/1/15 bij komen. In de voorbereidingen op het tot stand komen van de uitvoeringsorganisatie wmo is het uitgangspunt om deze lean and mean in te richten. Dit houdt in dat de uitvoeringsorganisatie vanaf het begin strak ingericht wordt. Dit kan echter niet worden afgezet tegen wat als we de decentralisatie van nieuwe taken wmo als afzonderlijke gemeenten hadden gedaan. Bovendien gaan de kosten voor de baten uit, bij de start van een nieuwe organisatie zijn aanloopkosten onvermijdelijk.
Pagina 31 | Begroting 2014-2015 en meerjarenraming 2016-2018 | Versie 7 juli 2014
HOOFDSTUK 3: EXPLOITATIEBEGROTING
Waar liggen de kansen met betrekking tot de terugverdienmogelijkheden? Inmiddels heeft de Peelsamenwerking al tot een aantal successen geleid, namelijk: 'HXLWYRHULQJVRUJDQLVDWLHKHHIWGHSURFHVVHQPD[LPDDOJHQHULHNLQJHULFKWZDDUGRRUHIIHFWLHIHQHIÀFLsQWNDQZRUGHQ gewerkt. Dit betekent minder ureninzet en dus minder kosten, het aantal fte is voor de Wmo per 1-7-2014 teruggebracht van 54,045 naar 51,4 fte. +HWJH]DPHQOLMNELQQHQGH3HHODDQEHVWHGHQYDQKXOSPLGGHOHQKHHIWUHHGVHHQEHVSDULQJYDQUXLP€ 1.400.000 per jaar op de programmakosten opgeleverd ten opzichte van 2012. De effecten daarvan zijn afhankelijk van de individuele afname per gemeente. Voor de toekomst zijn er nog een aantal kansen te benoemen, die kunnen leiden tot inverdieneffecten. GRRUJURWHUHÁH[LEHOHUEDVLVIRUPDWLHLVPLQGHULQKXXUYRRUWLMGHOLMNHYHUYDQJLQJQRGLJ PHHUUXLPWHYRRUVSHFLDOLVDWLHHQGDDUGRRUPLQGHULQKXXUVSHFLDOLVWLVFKHNHQQLVQRGLJ
Als we de begroting opsplitsen in terugverdienmogelijkheden, welke categorieën onderscheiden we dan? 9RRUGHEHRRUGHOLQJYDQGHJHUHDOLVHHUGHEHVSDULQJHQ]LMQGULHFDWHJRULHsQWHRQGHUNHQQHQ Budgettair neutraal ='H]HNRVWHQYDOOHQZHJLQGHJHPHHQWHOLMNHEHJURWLQJPDDUKLHULVJHHQVXEVWDQWLsOHHIÀFLHQF\ winst in te verwachten. Denk bijvoorbeeld aan personeelsactiviteiten. Hiervoor heeft ieder gemeente nu een bedrag in hun begroting opgenomen. Bij overdracht van medewerkers naar de gemeenschappelijke regeling Peel 6.1 kunnen deze kosten evenredig naar beneden worden gebracht. Dit zal min of meer budgettair neutraal verlopen. Besparing (op termijn) ='H]HNRVWHQYDOOHQZHJLQGHJHPHHQWHOLMNHEHJURWLQJHQKLHULVRSWHUPLMQ HHQVXEVWDQWLsOH HIÀFLHQF\ZLQVWWHYHUZDFKWHQ'H]HHIÀFLHQF\ZLQVWKHHIWGDQWHPDNHQPHWGHVFKDDOYRRUGHOHQYDQGH gemeenschappelijke regeling. De bezuinigingen worden niet gerealiseerd binnen de nieuwe organisatie, maar worden gerealiseerd binnen de gemeentelijke begroting, doordat de salariskosten die wegvallen, hoger zijn dan de bijdrage die de gemeenten moeten betalen voor de uitvoeringsorganisatie. Hierbij is het van belang om de beginsituatie per gemeente in beeld te brengen. Wat waren per gemeente de reguliere en structurele uitvoeringskosten voor de Wmo tot nu toe? Welke peildatum hanteer je daarvoor? Is er al bezuinigd met het oog op de komst van de uitvoeringsorganisatie? Meerkosten = Deze kosten vallen niet (volledig) weg in de gemeentelijk begroting en komen ook terug in de begroting van de gemeenschappelijke regeling. In deze begroting is dit niet van toepassing, behalve de incidentele lasten.
Pagina 32 | Begroting 2014-2015 en meerjarenraming 2016-2018 | Versie 7 juli 2014
HOOFDSTUK 3: EXPLOITATIEBEGROTING
POST
Budgettair neutraal
Besparing (op termijn)
Meerkosten
Personeel Salariskosten personeel WMO
X
Salariskosten personeel ondersteu-
X
nend Inhuur personeel
X
Opleidingsbudget
X
Personeelsactiviteiten
X
OR
X
Werving & Selectie
X
Overige personeelskosten
X
Uitbesteding Onderzoeken, advieskosten
X
Bezwaar
X
Organisatie kosten Abonnementen / lidmaatschappen
X
Bankkosten
X
Accountantskosten
X
Licentiekosten
X
Automatisering / Informatisering
X
3.6 INCIDENTELE LASTEN WMO In hoofdstuk 3, paragraaf 3.1. zijn de totale lasten opgenomen voor de begroting 2014 en 2015 en meerjarenraming 2016 tot en met 2018. De totale lasten bedragen in 2014 € 470.000, hiervan is € 153.000 structureel en € 317.000 incidenteel. 2014
2015
2016
2017
2018
structurele lasten
153.000
227.000
227.000
227.000
227.000
incidentele lasten
317.000
177.000
0
0
0
470.000
404.000
227.000
227.000
227.000
totaal lasten
Pagina 33 | Begroting 2014-2015 en meerjarenraming 2016-2018 | Versie 7 juli 2014
HOOFDSTUK 3: EXPLOITATIEBEGROTING
Incidentele lasten De incidentele lasten zijn uitgesplitst in incidentele lasten in verband met nieuwe organisatie en incidentele lasten in verband met transitie Wmo. Dit onderscheid wordt gemaakt, omdat de deelnemende gemeenten de transitiekosten ook hadden moeten dekken, als er niet voor gekozen zou zijn om te gaan samenwerken in een gemeenschappelijke regeling. INCIDENTELE LASTEN WMO NR. POST
2014
2015
2016
2017
2018
104.000
0
0
0
0
P3 Inhuur personeel
168.000
168.000
P4 Opleidingsbudget
34.000
Incidentele lasten in verband met nieuwe organisatie P3 Inhuur personeel
84.000
P4 Opleidingsbudget
20.000
Totaal incidentele lasten in verband met nieuwe organisatie Incidentele lasten in verband met transitie
Totaal incidentele lasten in verband met transitie
202.000
168.000
0
0
0
306.000
168.000
0
0
0
11.000
9.000
0
0
0
317.000
177.000
0
0
0
Onvoorzien Onvoorziene kosten TOTAAL INCIDENTELE LASTEN WMO
Incidentele lasten in verband met nieuwe organisatie De incidentele lasten in verband met de nieuwe organisatie bestaan uit inhuur van personeel en opleidingskosten. Deze kosten zijn nodig om de medewerkers op te leiden en te begeleiden op het terrein van de nieuwe werkwijze en het gebruiken van applicaties, met als uitgangspunt het concept van “Het slimmer samenwerken” en gebiedsgericht werken.
Incidentele lasten in verband met transitie De incidentele lasten in verband met de transitie Wmo bestaan uit inhuur van personeel en opleidingskosten. Per 1 januari 2015 komen nieuwe taken naar de gemeenten. Dit betekent investeren in opleiden, zodat de medewerkers de nodige kennis eigen maken. Daarnaast zal externe deskundigheid noodzakelijk zijn om de medewerkers in de praktijk te begeleiden. De individuele gemeenten zijn hiervoor door het Rijk gecompenseerd middels implementatiebudgetten.
Pagina 34 | Begroting 2014-2015 en meerjarenraming 2016-2018 | Versie 7 juli 2014
HOOFDSTUK 3: EXPLOITATIEBEGROTING
3.7 STRUCTURELE LASTEN WMO De structurele lasten betreffen de uitgaven van abonnementen, bankkosten, accountantskosten, automatiseringskosten en overige kosten. De personeelskosten zijn nog niet opgenomen in de begroting Wmo. STRUCTURELE LASTEN WMO NR.
POST
2014
2015
2016
2017
2018
22.000
43.000
43.000
43.000
43.000
8.000
15.000
15.000
15.000
15.000
O1
Abonnementen / lidmaatschappen
O2
Bankkosten
O3
Accountantskosten
15.000
15.000
15.000
15.000
15.000
O4
Automatisering / Informatisering
98.000
144.000
144.000
144.000
144.000
O6
Overige kosten
TOTAAL STRUCTURELE LASTEN WMO
10.000
10.000
10.000
10.000
10.000
153.000
227.000
227.000
227.000
227.000
Pagina 35 | Begroting 2014-2015 en meerjarenraming 2016-2018 | Versie 7 juli 2014
HOOFDSTUK 3: EXPLOITATIEBEGROTING
Pagina 36 | Begroting 2014-2015 en meerjarenraming 2016-2018 | Versie 7 juli 2014
Hoofdstuk 4
Balans
Pagina 37 | Begroting 2014-2015 en meerjarenraming 2016-2018 | Versie 7 juli 2014
HOOFDSTUK 4: BALANS
Pagina 38 | Begroting 2014-2015 en meerjarenraming 2016-2018 | Versie 7 juli 2014
HOOFDSTUK 4: BALANS
(ULVHHQLQGLFDWLHYHEDODQVYRRURSJHVWHOGZDDULQLQ]LFKWZRUGWJHJHYHQLQWHYHUZDFKWHQÀQDQFLsOHVWURPHQ 7HURQGHUVWHXQLQJYDQGH]HEDODQVZRUGWHHQEHNQRSWHOLTXLGLWHLWVSURJQRVHRSJHVWHOG'HEDODQVHQOLTXLGLWHLWVSURJQRVH zullen in de loop van 2014 verder worden uitgewerkt.
4.1 BALANS BALANS 1-7-2014 ACTIVA
1/7/2014
+
-/-
31/12/2014
Vaste Activa Materiele vaste activa $*HERXZHQ
€0
€0
€0
€0
$0DFKLQHVDSSDUDWHQLQVWDOODWLHV
€0
€0
€0
€0
$2YHULJHPDWHULHOHYDVWHDFWLYD
€0
€0
€0
€0
€0
€0
€0
€0
$/LTXLGHPLGGHOHQ
€0
€0
€0
€0
$'HELWHXUHQRQGHUKDQGHQZHUN
€0
€0
€0
€0
$%DQN
€0
€0
€0
€0
Totaal vlottende activa
€0
€0
€0
€0
TOTAAL ACTIVA
€0
€0
€0
€0
Totaal vaste activa Vlottende Activa
PASSIVA
1/7/2014
+
-/-
31/12/2014
Vaste Passiva Eigen vermogen 3$OJHPHQH5HVHUYH
€0
€0
€0
€0
35HVXOWDDWUHNHQLQJ
€0
€0
€0
€0
€0
€0
€0
€0
€0
€0
€0
€0
3/HQLQJHQMDDU
€0
€0
€0
€0
32YHULJHVFKXOGHQ
€0
€0
€0
€0
Totaal vlottende activa
€0
€0
€0
€0
TOTAAL ACTIVA
€0
€0
€0
€0
Vaste schulden 3/HQLQJHQ!MDDU Totaal vaste activa Vlottende Passiva Vlottende schulden
Pagina 39 | Begroting 2014-2015 en meerjarenraming 2016-2018 | Versie 7 juli 2014
HOOFDSTUK 4: BALANS
4.2 TOELICHTING BALANS Activa Op dit moment zijn er nog geen activa in de uitvoeringsorganisatie. Daarom is de balans leeg. De gebouwen blijven achter bij latende gemeenten. Op het moment dat er investeringen plaatsvinden, worden deze geactiveerd op de balans. Ook hier geldt een ingroeimodel.
Passiva Geen toelichting omdat er geen passiva zijn.
Pagina 40 | Begroting 2014-2015 en meerjarenraming 2016-2018 | Versie 7 juli 2014
Hoofdstuk 5
Paragrafen
Pagina 41 | Begroting 2014-2015 en meerjarenraming 2016-2018 | Versie 7 juli 2014
HOOFDSTUK 5: PARAGRAFEN
Pagina 42 | Begroting 2014-2015 en meerjarenraming 2016-2018 | Versie 7 juli 2014
HOOFDSTUK 5: PARAGRAFEN
5.1 WEERSTANDSVERMOGEN & RISICOBEHEERSING Conform het Besluit Begroting en Verantwoording (verslaggevingsrichtlijnen voor gemeenten) komt in deze paragraaf de volgende informatie aan de orde: 1. Het beleid inzake weerstandscapaciteit en de risico’s 2. Inventarisatie van de risico’s 3. Inventarisatie van de weerstandcapaciteit 4. Confrontatie risico’s met beschikbaar weerstandsvermogen.
BESCHIKBARE WEERSTANDSCAPACITEIT WEERSTANDSVERMOGEN = BENODIGDE WEERSTANDSCAPACITEIT De risico’s van de gemeenschappelijke regeling zijn voor 2014 zeer beperkt. Het betreft een uitvoeringsorganisatie, de programmakosten blijven een risico voor de gemeente.
5.2 ONDERHOUD KAPITAALGOEDEREN Hier worden de beleidsuitgangspunten en systematiek ten aanzien van het onderhoud van kapitaalgoederen beschreven. Onderhoud van kapitaalgoederen vormt voor de burgers als gebruikers van deze goederen een belangrijk aspect. Omdat de gemeenschappelijke regeling geen kapitaalgoederen in zijn bezit heeft in 2014 is deze paragraaf niet van toepassing.
Pagina 43 | Begroting 2014-2015 en meerjarenraming 2016-2018 | Versie 7 juli 2014
HOOFDSTUK 5: PARAGRAFEN
5.3 FINANCIERING 'HÀQDQFLHULQJVSDUDJUDDIDUW%%9 KHHIWHHQ7UHDVXU\IXQFWLH$OOHKDQGHOLQJHQGLHGHÀQDQFLsOHYHUPRJHQVZDDUGHGH ÀQDQFLsOHJHOGVWURPHQHQGHÀQDQFLsOHSRVLWLHVEHVWXUHQEHKHHUVHQHQFRQWUROHUHQ0HWDOVEHODQJULMNVWRQGHUGHHOKHW EHKHHUVHQYDQGHÀQDQFLsOHULVLFR·V'LWVWDWXXWLVJHEDVHHUGRSGHZHWÀQDQFLHULQJGHFHQWUDOHRYHUKHGHQZHWÀGR 'H*53HHOZRUGWJHÀQDQFLHUGGRRUGHGHHOQHPHQGH3HHOJHPHHQWHQ+HWXLWHLQGHOLMNHÀQDQFLsOHULVLFROLJWGDQRRNELM GLHJHPHHQWHQ7XVVHQGH*53HHOHQGHGHHOQHPHQGHJHPHHQWHQYLQGHQWZHHYHUVFKLOOHQGHÀQDQFLHULQJVVWURPHQSODDWV
De operationele kosten van de GR Peel 6.1 De kosten zoals opgenomen in deze begroting betreffen de kosten van de uitvoeringsorganisatie GR Peel 6.1, voor 2014 de uitvoering van de WMO prestatieveld 6. De deelnemende gemeenten betalen daarvoor een inwonerbijdrage. De inwonerbijdrage wordt maandelijks bij voorschot betaald aan de GR Peel 6.1, voor 2014 in zes en voor 2015 in twaalf gelijke delen op basis van de exploitatiebegroting. Op basis van de vastgestelde jaarrekening vindt achteraf de afrekening plaats op basis van inwoneraantal. Voor 2015 vindt bevoorschotting plaats in 12 gelijke termijn, gebaseerd op de exploitatiebegroting 2015. Bij eventuele begrotingswijzigingen worden eveneens de nieuwe voorschot-bijdragen aangegeven.
De programmakosten WMO Daarnaast vindt een maandelijkse voorschot betaling plaats van de deelnemende gemeenten aan de GR Peel 6.1 voor wat betreft de programmakosten (alle verstrekkingen in het kader van de WMO prestatieveld 6). De verrekening daarvan vindt maandelijks achteraf plaats op basis van de werkelijke verstrekkingen per gemeente.
5.4 BEDRIJFSVOERING In de paragraaf Bedrijfsvoering (art. 14 BBV) worden de beleidsdoelen ten aanzien van de bedrijfsvoering opgenomen. De paragraaf gaat onder andere in op de organisatieontwikkelingen en de opgave tot het terugdringen van de kosten van de gemeente. Aandachtspunten: - uit te voeren bedrijfsvoering dient gedocumenteerd te worden, RQGHUYHUGHOLQJPDJSODDWVYLQGHQRSEDVLVYDQSHUVRQHHOLQIRUPDWLHRUJDQLVDWLHÀQDQFLsQFRPPXQLFDWLHKXLVYHVWLQJ automatisering, - afwijking hierop dient vermeld te worden, - actualisatie verordening vermelden, GRHOPDWLJKHLGHQGRHOWUHIIHQGKHLGRSKHWJHELHGYDQÀQDQFLHHOEHKHHUIRUPXOHUHQ - de relatie tussen de bedrijfsvoering en de programma’s is gelegd en beschreven, - doorgang accountantscontrole vermelden, - eventuele aanbevelingen van accountants vermelden en toelichten, - eventuele risico’s bij de bedrijfsvoering vermelden en toelichten, - bedrijfsvoering is niet alleen op het komend jaar, maar op de komende vier jaar gericht.
Pagina 44 | Begroting 2014-2015 en meerjarenraming 2016-2018 | Versie 7 juli 2014
Begrippenlijst
Pagina 45 | Begroting 2014-2015 en meerjarenraming 2016-2018 | Versie 7 juli 2014
BEGRIPPENLIJST
Activa: bezittingen (kas- en banktegoeden, kapitaalgoederen, uitstaande leningen, grond, gebouwen etc.), dus wat op de linkerkant van de balans staat. Balans: een overzicht van alle bezittingen aan de linkerkant (activa of debetzijde) en de schulden plus het eigen vermogen aan de rechter kant (passiva of creditzijde) op een bepaald moment. Baten: opbrengsten. BBV (Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten): de Gemeentewet en de Provinciewet schrijven voor dat elke gemeente en elke provincie jaarlijks begrotings- en verantwoordingsstukken moet opstellen. Het Besluit begroting en verantwoording (BBV) bevat de regelgeving daarvoor. Exploitatiebegroting: overzicht van de verwachte kosten en opbrengsten in de komende periode. Gastheerschap: het om niet gebruik maken van bestaande faciliteiten beschikbaar en in eigendom van de zes deelnemende gemeenten, op basis van een goed spreidingsplan van medewerkers uit de Peel 6.1. Het betreft hier onder meer de huisvesting, bestaande ingerichte werkplekken en facilitaire diensten waarbij de gastheer zorg draagt voor het onderhoud en vervanging. Incidentele baten en lasten: baten en lasten die eenmalig zijn. Kapitaalgoederen: goederen die meerdere jaren nut geven; bijvoorbeeld gebouwen. Kapitaallasten: rente- en afschrijvingslasten van kapitaalgoederen. Lasten: kosten. Liquiditeitsprognose: HHQSURJQRVHYDQGHLQNRPVWHQHQXLWJDYHQYDQHHQRUJDQLVDWLHYRRUHHQNRPHQGHSHULRGH+HWGRHOYDQHHQOLTXLGLWHLWVSURJQRVHLVWHNXQQHQ]LHQZDQQHHUPHQJHOGWHNRUWNRPWHQZDQQHHUPHQJHOGRYHUKRXGW2SEDVLVYDQGHOLTXLGLWHLWVSURJQRVHNDQHHQRUJDQLVDWLH]LMQRIKDDUÀQDQFLHULQJVEHKRHIWHEHWHUUHJHOHQHQDDQSDVVHQ Operationele kosten: de personele kosten inclusief werkgeverslasten en overhead, voor zover deze niet zijn verbonden aan het gastheerschap.
Pagina 46 | Begroting 2014-2015 en meerjarenraming 2016-2018 | Versie 7 juli 2014
BEGRIPPENLIJST
Opstartkosten: alle kosten die noodzakelijk zijn om het openbaar lichaam op te laten starten en die verantwoord worden in de programmabegroting van het openbaar lichaam. Paragraaf: een paragraaf geeft een “dwarsdoorsnede” van de programma’s, bezien vanuit een bepaald perspectief. Het gaat vooral om RQGHUGHOHQZDDUELMVSUDNHNDQ]LMQYDQHHQJURWHÀQDQFLsOHLPSDFWHHQJURWHSROLWLHNHEHWHNHQLVRIHHQDDQ]LHQOLMNEHODQJ voor de realisatie van de programma’s. Passiva: de schulden en het eigen vermogen op een balans, dus wat op de rechterkant van de balans staat. Programmakosten: de uitgaven exclusief uitvoeringskosten die gemeenten maken voor het realiseren van een programma. Denk daarbij aan het betalen van uren huishoudelijke hulp of het inkopen van jeugdzorgtrajecten. P.m.: pro memorie, ter herinnering. Wordt gebruikt bij begrotingen als (nog) geen uitsluitsel bestaat over de kosten. Structurele baten en lasten: baten en lasten die bij ongewijzigd beleid en omstandigheden voor meerdere jaren vaststaan. Voorbereidingskosten: alle kosten die gemaakt worden door de deelnemende gemeenten in de periode 2013-2014 ter voorbereiding van de beoogde samenwerking binnen het openbaar lichaam. Weerstandscapaciteit: het vermogen dat kan worden ingezet om tegenvallers (risico’s) op te vangen. Weerstandsvermogen: de verhouding tussen de (beschikbare) weerstandcapaciteit en alle risico’s (benodigde weerstandscapaciteit) waarvoor geen maatregelen zijn getroffen. Wmo: Wet maatschappelijke ondersteuning; conform tekst zoals deze gepubliceerd wordt in het Staatsblad.
Pagina 47 | Begroting 2014-2015 en meerjarenraming 2016-2018 | Versie 7 juli 2014