Reportage
Demente ouderen leven hun eigen leven Persoonlijke zorg voor mensen met dementie. Onder die vlag zijn de afgelopen jaren twintig Herbergier-locaties geopend. Bewoners en werknemers varen er wel bij. Door Dana Ploeger. Foto’s: Niels Helmink
O
Op de oprit van een imposante villa in Velp wandelt een oudere man aan de arm van zijn dochter. Op zijn hoofd draagt hij een feesthoedje en om zijn nek een fleurige bloemenslinger. Via de voordeur en de hal lopen ze naar de woonkamer. Daar wordt direct ‘Lang zal hij leven’ ingezet door een tiental ouderen: bewoners van de Herbergier Velp. Meneer Vegt is jarig. De oud-registeraccountant staat er wat verlegen bij. Zijn dochter Simone kijkt hem blij aan. Dit is wat ze haar vader vandaag gunt; een plezierige dag met zijn collega-bewoners en familie. Vegt woont samen met zestien andere bewoners in een witte villa in het centrum van het Gelderse Velp. Allemaal op hoge leeftijd en kampend met Alzheimer, dementie of andere geheugenproblemen. Deze villa is een van de twintig Herbergierlocaties in ons land. In navolging van de meer bekende Thomashuizen voor kinderen met een handicap, bestaan sinds 2003 deze huizen voor
26 Skipr • nr. 6 • juni 2011
mensen met dementie. September vorig jaar was de officiële opening van de Herbergier in Velp.
Eigen manier In de woonkamer is het verrassend gezellig. In vergelijking met de gemiddelde huiskamer op de psychogeriatrische afdeling van een verpleeghuis is dit een verademing. Het meubilair is sfeervol; leren stoelen, gezellige zitjes en overal hangt kunst. De boekenkast is rijk gevuld. Op tafel liggen tijdschriften en staat een prachtige vaas met lentetakken en glazen eieren. Het is apart te zien dat op dit tijdstip, 10.00 uur, verschillende mensen aan het ontbijten zijn. Ieder op zijn of haar eigen manier. De een eet een gekookt eitje, de ander geniet van een kop koffie met een plak koek. Hier geen strakke eet-, douche- of aankleedschema’s, maar een gemoedelijke sfeer. In de open keuken babbelen twee medewerkers met elkaar, terwijl ze rustig heen en weer lopen met kopjes
koffie, bordjes, boterhammen, slabben en placemats. “Waar blijft Leentje nou?”, roept een man, nerveus met zijn handen aan zijn placemat plukkend. Iets harder: “Lena? Waar ben je?” Een verzorgster vertelt dat zijn vrouw pas ’s middags komt. “Lena komt straks, u moet nog even wachten”, zegt ze. Ze verdwijnt naar de keuken om even later met een kop koffie terug te keren. Op de achtergrond klinkt Hollandse muziek. Een bewoonster neuriet mee. Simone Vegt loopt met haar jarige vader naar zijn eigen kamer, hij gaat zich omkleden om te gaan sporten. Over een half uurtje vertrekken tien bewoners naar een fysiotherapeut om de hoek voor seniorenfitness. “Mijn moeder is enkele weken geleden overleden”, vertelt ze. “Het is voor mijn zus en mij een groot geschenk dat hij hier woont. Hiervoor ging het niet goed met hem en nu zien we hem opknappen. Hij wandelt iedere week zelfstandig naar de Hema voor een zakje drop. Dat doet me goed.
Ouderenzorg • Financiering • Concurrentie De statige villa van Herbergier Velp
Genieten van de zon in de tuin achter het complex
We hebben lang gezocht naar een plek en hier voelde het direct prettig.”
Concurrentie Annemieke Bambach is directeur van de Drie Notenboomen, de koepelclub van Herbergiers. “Het systeem van de ouderenzorg in ons land is gebouwd op grote verpleeghuizen. Daar zit veel kapitaal en vastgoed. De overhead is hoog. Bij ons niet. Wij zijn een klein kantoor met vijf procent overheadkosten. De Herbergier is een franchiseformule. De panden zijn in beheer bij woningbouwcorporatie Vestia, waardoor we zowel mensen met alleen AOW als de welgesteldere bewoners kunnen opvangen. Herbergierlocaties zijn niet te vergelijken met de legio dure particuliere ouderenvilla’s.” Een verblijf kost tussen de 980 en 2.100 euro per maand, inclusief basiszorg, eten en behuizing. Een nadeel is de kwetsbaarheid van de gekozen financiering. Bewoners betalen de zorg namelijk vanuit een Persoons Gebonden Budget
en dat systeem ligt politiek nogal onder vuur. “Als het pgb drastisch wordt teruggeschroefd, hebben wij inderdaad een probleem”, erkent Bambach. “Maar we hebben vorige week een VVD-Tweede Kamerlid over de vloer gehad en zij zag duidelijk de meerwaarde van dit concept. We hopen de politiek ervan te overtuigen dat dergelijke kleinschalige, persoonlijke initiatieven de toekomst zijn voor de ouderenzorg. We hopen dat de tijdelijk verblijfregeling wordt omgezet in een 24-uurstoeslag. Daarmee kunnen we een eind vooruit.” Bambach wil eigenlijk liever niet over het geld praten, maar over haar drijfveren. “Mijn moeder is zelf beginnend Alzheimerpatiënt en ik gun haar straks een plek in een Herbergier. Daar kan ze zichzelf blijven en met haar beperkingen haar eigen dag indelen. Daarom vecht ik voor het behoud van deze huizen. Het bijzondere vind ik dat onze bewoners elke dag buiten komen. Op een congres meldde een verpleeghuisdirecteur met
droge ogen dat ‘zijn bewoners helemaal niet naar buiten wilden’. Dan vraag ik me toch af in welke wereld wij leven. Natuurlijk willen zijn bewoners ook naar buiten, alleen zijn ze al zo geconditioneerd dat ze niet eens meer weten hoe dat voelt.”
Grote tuin Achter Herbergier Velp is een grote tuin aangelegd. Tegen de muur staan enkele luie stoelen en in de eerste voorjaarszon zitten twee dames te praten. Het genieten is van korte duur, want een van hen moet naar de tandarts. “Ik hoop wel dat het beter gaat dan de vorige keer”, zegt de dochter die haar moeder naar de tandarts begeleidt. “De laatste keer was het een heel gedoe met haar in die tandartsstoel.” Wim van Bavel zwaait de twee vrouwen uit. Wim en Nicolette van Bavel, beiden verpleegkundigen, zijn de zorgondernemers van deze Herbergier. Ze wonen en werken in het pand, begeleiden de nr. 6 • juni 2011 • Skipr
27
Wat was de inspiratie voor onze Ambient Experience-innovatie? Geen angst meer. Veel mensen vinden het eng om een MRI-onderzoek te ondergaan. Daarom hebben wij het maken van een MRI zo veranderd dat het een meer ontspannen en aangenamere er varing wordt. Dankzij Philips Ambient Experience kunnen patiënten zelf hun omgeving regelen – muziek, licht en animatiebeelden – om zo een meer ontspannen sfeer te creëren. Als patiënten zich prettiger voelen, is minder vaak verdoving nodig en wordt de verwerkingscapaciteit vergroot. Meer informatie vindt u op www.philips.com/ambientexperience.
*Omdat onze innovaties door u worden geïnspireerd.
Ambient_PPHC_NL_215x285.indd 1
18-08-2009 13:46:29
Het enige echtpaar in deze Herbergier
Tussendoor is er tijd om de haren in de krul te zetten
bewoners en zijn dag en nacht aanspreekbaar. “Wij zijn dit gestart omdat we beiden voelden dat het anders moest in de zorg. We hebben jarenlang met veel plezier in ziekenhuizen en verpleeghuizen gewerkt, maar merkten de laatste tijd dat we meer tijd stopten in het bijhouden van zorgdossiers dan in patiënten. Het toppunt voor mij was het wassen van cliënten met kunststof washandjes die je in de magnetron moest stoppen. Hier hebben we dat oude gevoel van zorg verlenen weer terug”, vertelt Wim van Bavel (54). “Onze gasten mogen elke dag onder de douche of in bad als ze dat willen. Als zorgmanager ben ik dagelijks op de vloer te vinden. Sterker nog, we leven met elkaar in dit huis. We vormen een woongemeenschap. Onze dochter van 23 jaar woont ook nog hierboven, zelfs voor haar is dit haar thuis.” Zijn vrouw Nicolette (56) vult aan. “Je woont en leeft met de mensen. Dat is een groot verschil. Niet alleen onze betrokkenheid is groot, ook die van de zestien personeelsleden. Het mooie is dat de meeste verzorgenden de eerste dagen dat ze hier werken heel
hard rennen en vliegen. Na enkele dagen merken ze dat dat hier niet nodig is. Doordat wij de hele dag de tijd hebben om mensen te wassen, de bedden te verschonen en eten te geven, kom je nooit echt klem te zitten. We werken niet met strakke schema’s, toch loopt het meestal op rolletjes.”
Overlijden Een indrukwekkend voorbeeld van het echte leven in de Herbergier vindt Wim van Bavel het recente overlijden van een bewoner. “Vorige week heeft een van onze gasten hier zes dagen opgebaard gelegen. De familie vertelde dat dit haar thuis was en dat het fijn was als ze vanuit hier begraven kon worden. Het gevolg was dat alle bewoners op een natuurlijke manier afscheid van haar hebben kunnen nemen. Eigenlijk kun je ons werk geen werk noemen, dit is leven.” Bij de komst van deze Herbergier ontstond het nodige tumult bij verpleeghuizen in de omtrek. Was dit wel een gunstige ontwikkeling en was hier geen sprake van oneerlijke concurrentie? Van
Bavel: “We merkten in het begin wel wrevelige reacties. Maar we kennen ook een verpleeghuisdirecteur die onze opzet juist toejuicht. Hij vindt het belangrijk dat mensen iets te kiezen hebben. We zitten tussen de luxe particuliere zorg en de verpleeghuiszorg in. We selecteren niet op zwaarte, maar kijken wel of mensen qua levensinstelling en samenstelling in de gemeenschap passen. We stellen geen harde grenzen over wie wel en niet hier mag wonen. Als mensen een gevaar voor zichzelf en hun omgeving worden, komt er wellicht een moment waarop we iemand niet langer kunnen verzorgen. Dat hebben we nog niet meegemaakt. We hebben nu wel een bewoner die behoorlijk agressief is en veel schreeuwt. Die houden we goed in de gaten. De andere gasten moeten niet bang worden.” Nicolette van Bavel: “Wij zijn goedkoper dan een verpleeghuis en we merken dat onze mensen eerder opknappen dan verslechteren. We maken gebruik van de huisarts en de tandarts in het dorp, dat scheelt een verpleeghuisarts. We gaan voor een betere kwaliteit van nr. 6 • juni 2011 • Skipr
29
Iedere week is er seniorenfitness
Zorgondernemers Wim en Nicolette van Bavel
‘Eigenlijk kun je ons werk geen werk noemen’ leven. Dat staat voor ons bovenaan.” In de lange gang staat een deur op een kier. Hier woont het enige echtpaar van deze Herbergier, de heer en mevrouw Bosland. Hun kamer staat vol antieke meubels en boekenkasten met boeken over Nederlands-Indië, sprookjes van Andersen en de nodige filosofen. De heer Bosland: “Eén van onze kinderen heeft dit huis aanbevolen en het bevalt ons uitstekend. De medewerkers zijn uiterst behulpzaam en er wordt prima gekookt. Onlangs waren we 62 jaar getrouwd en dat hebben we hier gevierd. Bijzonder gezellig was dat. Toen heb ik ook nog een zelfgeschreven gedicht voorgedragen. Daar kom ik nu niet veel meer aan toe, maar ik pak nog geregeld een boek om gedichten te lezen. Voor ons is dit een uitkomst. Mijn vrouw is niet behept met een goede gezondheid en zo kunnen we fijn samen blijven.”
Vlak buiten de deur van de kamer wordt het inmiddels behoorlijk druk met rollators, rolstoelen en bewoners. Tien bewoners gaan in colonne naar de fysiotherapeut. Daar starten ze met een warming up, waarna oefeningen met de bal, touwen en staven volgen. Staand en zittend volgt iedereen met plezier het voorbeeld van de fysiotherapeut. Totdat ineens een mobiele telefoon afgaat en iedereen moet lachen om deze onderbreking. Het is de telefoon van een van de deelnemers. Ze beantwoordt deze op haar temak, terwijl de overige deelnemers even uitrusten.
Lunch Na de fitness is koffie met een soesje. Meneer Vegt trakteert. Daarna wandelt iedereen rustig terug naar de Herbergier. Enkelen nemen plaats aan de grote eettafel voor de lunch, die kort
erna wordt geserveerd. Anderen verdwijnen naar hun eigen kamers. Aan tafel zit mevrouw Van Dam (80) met haar zoon en schoondochter. Het ging helemaal niet goed met mevrouw Van Dam vertelt haar zoon, terwijl hij haar liefdevol bij het gesprek probeert te betrekken. “Ze ging steeds verder achteruit in het verpleeghuis waar ze woonde. Ze kreeg Haldol en had binnen een week haar gebit niet meer in. Sinds ze hier woont, is ze flink opgeknapt. Mijn moeder is een avondmens en is net wakker, terwijl anderen aan de lunch beginnen. De mensen worden hier niet om vijf uur ’s middags in bed gelegd, maar gaan als ze dat zelf willen. Ik noem dit menselijke zorg en die miste ik in het verpleeghuis.”
Spaghetti Hij vervolgt: “Als familie doe je er ook weer toe. Ik kook eens per maand voor het hele huis. Ja toch, mam, zullen we binnenkort weer eens samen koken?” Zijn moeder knikt en begint een onsamenhangend verhaal over spaghetti. nr. 6 • juni 2011 • Skipr
31