OPLEIDINGSSTATUUT ICA versie Semestermodel Bacheloropleidingen CMD en HBO-ICT Studiejaar 2015-2016 voltijd / deeltijd Deel 1: studiegids Deze studiegids is voor studenten die in het studiejaar 2012-2013 of eerder zijn ingestroomd. Het onderwijs dat zij volgen en dat in volgende hoofdstukken wordt beschreven, staat bekend als het semestermodel. (Voor studenten die later zijn ingestroomd, en daarom het profielenmodel volgen is een aparte versie van deze studiegids. De overige onderdelen van het opleidingstatuut zijn voor beide groepen hetzelfde.)
Het Opleidingsstatuut ICA 2015-2016 is als volgt opgebouwd: Deel 1 – Studiegids Het document dat je nu leest. Deel 2 – Onderwijs –en Examenregeling (OER) Inclusief Reglement examencommissie, reglement opleidingscommissie, regeling tentamenbureau, regeling externe toezichthouders. Aparte publicatie. Deel 3 – Beschrijvingen van het onderwijs Deze beschrijvingen zijn verdeeld over zeven aparte publicaties: 3A: HBO-ICT Propedeuse (+ integrale toets niveau 1) 3B: CMD Propedeuse (+ integrale toets niveau 1) 3C: HBO-ICT Hoofdfase (+ integrale toets niveau 2) 3D: CMD Hoofdfase (+ integrale toets niveau 2) 3E: Deeltijd-project, Stage en Afstudeerproject (integrale toets niveau 3) 3F: ICA minoren (curriculum semestermodel) 3G: Gegevens onderwijseenheden hoofdfase (curriculum semestermodel)
Voorwoord instituutsdirectie Leuk dat je ervoor hebt gekozen om je carrière een goed fundament mee te geven door bij ons aan de Informatica Communicatie Academie (ICA) te gaan studeren. ICA is een instituut binnen de technische faculteit van de HAN en biedt hogere beroepsopleidingen aan die in voltijd of deeltijd gevolgd kunnen worden. ICA is een unieke combinatie van enerzijds de opleiding Communication & Multimedia Design (CMD) in Arnhem en anderzijds de opleiding HBO-ICT-die zowel in Arnhem als in Nijmegen wordt aangeboden. Het zal niet gemakkelijk zijn en er wordt veel van je gevraagd, maar er is een professioneel corps van docenten en medewerkers om je te helpen bij het vergaren van kennis en vaardigheden. Het is echter jouw opleiding en wij zijn er om jou te ondersteunen in je in de weg naar de eindstreep: het Bachelor diploma. Ook naast de courses en semesters die je voor de opleiding gaat volgen zijn er diverse mogelijkheden om je verder te ontwikkelen. Bijvoorbeeld via de studievereniging Xtend, via de eigen ICA-bedrijfjes Buro302 en SRC (Student Research Center) of via de mogelijkheden die we bij het ICA-Medialab voor je hebben en natuurlijk vanuit het brede HAN-aanbod. Kijk op de website(s) en informeer naar de mogelijkheden. Dit opleidingsstatuut geeft je inzicht in wat het opleidingsjaarprogramma is, wat er van jou verwacht mag worden en ook wat je van ons mag verwachten. Het zijn de spelregels die horen bij de ICA-opleidingen. Je vindt hierin essentiële informatie over de opzet, organisatie en uitvoering van het onderwijs, over studieloopbaanbegeleiding, studentenvoorzieningen en de onderwijs- en examenregeling. Wij hopen dat dit statuut je op een zinvolle manier helpt bij het volgen van je studie. Lees het vooral goed want dan weet je hoe je je kunt voorbereiden op het halen van de eindstreep. Heb je inhoudelijke vragen, lees dan eerst hoe het zit en als je er niet uit komt helpen we je graag verder, bijvoorbeeld via het onderwijsbureau. Als je suggesties hebt voor verbetering, nodigen we je van harte uit om die aan ons kenbaar te maken.
Peter Koburg Instituutsdirecteur Informatica & Communicatie Academie
Arnhem, mei-juli 2015
Vriendelijk verzoek om overal waar in dit opleidingsstatuut de mannelijke vorm wordt gebruikt, ook het vrouwelijke equivalent te lezen.
2
Inhoudsopgave Deel 1A Onderwijs aan de HAN ................................................................................................................................................................. 4 1 Inleiding ............................................................................................................................................................................................. 5 2 Jaarplanning studiejaar 2015 – 2016 (HAN)....................................................................................................................................... 7 3 Uitgangspunten van het onderwijs aan de HAN ................................................................................................................................ 8 4 De opbouw van de opleidingen ....................................................................................................................................................... 10 5 Tentamens en examens ................................................................................................................................................................... 11 6 Kwaliteitszorg ................................................................................................................................................................................... 12 7 Organisatiestructuur van de HAN .................................................................................................................................................... 13 Deel 1B Studiegids ICA ............................................................................................................................................................................. 14 8 Visie op het onderwijs ...................................................................................................................................................................... 15 9 De opbouw van de opleidingen ....................................................................................................................................................... 16 9.1 Domeinen ............................................................................................................................................. 16 9.2 De opleidingen binnen de domeinen ................................................................................................... 16 9.3 Domeinbeschrijving en domeincompetenties ..................................................................................... 16 9.4 De beroepen waarvoor opgeleid wordt ............................................................................................... 17 9.5 Relatie domeincompetenties en Dublin descriptoren ......................................................................... 23 9.6 Beroepstaken / competentiematrix ..................................................................................................... 24 10 Curriculum van de opleidingen .................................................................................................................................................... 28 10.1 Aanbod van de opleidingen ................................................................................................................. 28 10.2 Aanbod in Voltijd.................................................................................................................................. 28 10.3 Aanbod in Deeltijd................................................................................................................................ 30 10.4 Keuzesemesters in Voltijd en Deeltijd .................................................................................................. 33 10.5 Deelname aan onderwijseenheden ..................................................................................................... 39 10.6 Studieadvies ......................................................................................................................................... 39 10.7 Tentamens ........................................................................................................................................... 39 10.8 Integrale toetsing ................................................................................................................................. 39 10.9 Aanbod van minors en vrije minors ..................................................................................................... 39 10.10 Minoraanbod van ICA .......................................................................................................................... 39 11 Studieloopbaanbegeleiding ......................................................................................................................................................... 42 Deel 1C Interne organisatie ..................................................................................................................................................................... 44 12 Faculteiten, domeinen en instituten ............................................................................................................................................ 45 13 Kwaliteitszorg ............................................................................................................................................................................... 47 14 Jaarplanning studiejaar 2015 – 2016 (ICA)................................................................................................................................... 48 15 Lesdagen, lestijden, informatievoorziening ................................................................................................................................. 52 16 Studentenvoorzieningen op faculteits- en instituutsniveau ........................................................................................................ 54 Bijlagen .................................................................................................................................................................................................... 57 Bijlage 1. Gedragsreglementen studenten .............................................................................................................................................. 58 Bijlage 2. Begrippenlijst Opleidingsstatuut en Studentenstatuut ............................................................................................................ 59
3
Deel 1A Onderwijs aan de HAN Dit deel van het Opleidingsstatuut is voor alle opleidingen gelijk. Deel 1B beschrijft de opleidingen van ICA.
1
Inleiding
In dit opleidingsstatuut geven wij je informatie over de gang van zaken tijdens je studie aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Je treft ook informatie aan over bijvoorbeeld de jaarplanning, uitgangspunten voor ons onderwijs, studieopbouw, ondersteunende faciliteiten, de examenregeling en de procedures met betrekking tot jouw rechtsbescherming. Volgens de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (WHW, artikel 7.59) dient een hbo-instelling een studentenstatuut vast te stellen en aan alle studenten bekend te maken. Het studentenstatuut bestaat uit twee delen: het instellingsspecifieke deel (dus: de HAN) en het opleidingsspecifieke deel (dus: ICA). Het instellingsspecifieke deel - we noemen dit het studentenstatuut - bevat een beschrijving van jouw rechten en plichten, zoals die voortvloeien uit de wet, en een overzicht van de regelingen die jouw rechten beschermen: een beschrijving van de procedures voor bezwaar en beroep binnen de instelling, een beschrijving van de beroepsrechten die zijn ontleend aan de WHW en andere wettelijke regelingen, en; een beschrijving van aanvullende procedures die door de HAN zijn getroffen ter bescherming van jouw rechten. Dit instellingspecifieke deel kun je terugvinden op www.han.nl. Het opleidingsspecifieke deel – we noemen dit verder het opleidingsstatuut (OS) – bestaat uit drie delen en een aantal bijlagen: 1. Studiegids 1a: Onderwijs aan de HAN. In dit onderdeel vind je de status van dit opleidingsstatuut en de doelgroep, het algemene jaarrooster, vakanties, tentamen- en herkansingsperiodes. Daarnaast de uitgangspunten voor het onderwijs bij de HAN. 1b: Studiegids voor de opleiding. In dit onderdeel wordt de algemene tekst van deel 1 ingevuld per opleiding. Je vindt hier het curriculum van de opleiding, de beroepen waarvoor wordt opgeleid, de beroepstaken, de competenties, de invulling van de integrale toetsing, de minoren van het instituut of de opleiding en de invulling van studieloopbaanbegeleiding. 1c: Interne organisatie. In dit onderdeel hebben we de interne organisatie van de faculteit, het instituut en de opleiding beschreven. Allerlei voorzieningen op hogeschool-, faculteits- of instituutsniveau vind je ook hier. 2. Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Hier vind je de regels voor de uitvoering van het onderwijs en de tentamens en examens. 3. Beschrijvingen van de onderwijseenheden Hier vind je beschrijvingen van de onderwijseenheden (owe) met een algemene omschrijving, de doelgroep, ingangseisen, de eisen waaraan je moet voldoen om het tentamen te halen. de beschrijving van de integrale toetsen op detailniveau. Bijlagen 1. Regelingen 2. Begrippenlijst
5
Figuur 1 Studentenstatuut en Opleidingsstatuut
Algemene bepalingen Dit statuut is het opleidingsspecifieke deel van het studentenstatuut als bedoeld in artikel 7.59 lid 4 van de wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW), hierna te noemen opleidingsstatuut. Dit opleidingsstatuut is van toepassing op de ICA-opleidingen CMD en HBO-ICT, hierna te noemen de opleidingen, in het studiejaar 2015-2016. In dit opleidingsstatuut zijn jouw rechten en plichten enerzijds en van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen anderzijds zo goed mogelijk vastgelegd. Dit opleidingsstatuut omvat onder andere een beschrijving van de studieopbouw en de ondersteunende faciliteiten die je door de instelling worden aangeboden, de vastgestelde onderwijs- examenregeling en de procedures voor je rechtsbescherming in aanvulling op die van de instelling. Dit opleidingsstatuut is vastgesteld bij besluit van de faculteitsdirectie van …… (datum). De faculteitsraad heeft op ………… (datum) ingestemd met de tekst van het opleidingsstatuut. Wijzigingen van dit opleidingsstatuut worden door de faculteitsdirectie bij afzonderlijk besluit vastgesteld. Wijzigingen gedurende het lopende studiejaar vinden uitsluitend plaats indien dit noodzakelijk is voor de bescherming van de belangen van studenten. Wijzigingen kunnen al eerder genomen beslissingen op basis van het opleidingsstatuut, of één van de daarin opgenomen reglementen, niet ten nadele van studenten beïnvloeden. De faculteitsdirectie draagt zorg voor een passende bekendmaking van dit opleidingsstatuut, de daarin opgenomen reglementen en van eventuele wijzigingen van deze documenten. Een belangstellende kan het opleidingsstatuut raadplegen op insite HAN en op de website van de HAN.
6
2 wk 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28
Jaarplanning studiejaar 2015 – 2016 (HAN) datum 17-aug-15 24-aug-15 31-aug-15 7-sep-15 14-sep-15 21-sep-15 28-sep-15 5-okt-15 12-okt-15 19-okt-15 26-okt-15 2-nov-15 9-nov-15 16-nov-15 23-nov-15 30-nov-15 7-dec-15 14-dec-15 21-dec-15 28-dec-15 4-jan-16 11-jan-16 18-jan-16 25-jan-16 1-feb-16 8-feb-16 15-feb-16 22-feb-16 29-feb-16 7-mrt-16 14-mrt-16 21-mrt-16 28-mrt-16 4-apr-16 11-apr-16 18-apr-16 25-apr-16 2-mei-16 9-mei-16 16-mei-16 23-mei-16 30-mei-16 6-jun-16 13-jun-16 20-jun-16 27-jun-16 4-jul-16 11-jul-16
Onderwijsweek 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Herfstvakantie 11 12 13 14 15 16 17 Kerstvakantie Kerstvakantie 18 19 20 21 22 Voorjaarsvakantie 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 Meivakantie 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43
Bijzonderheden
1 2 3 4 5 6 7 8
Start 1e semester, start periode 1
24 oktober t/m 1 november 2015 Herfstvakantie 9 1 2 3 4 5 6
Start periode 2
Kerstmis, donderdag 25 december - vrijdag 26 december 2015 Nieuwjaarsdag, donderdag 1 januari 2015 7 8 9 10 1 2 3 4 5 6 7 8 9 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Start 2e semester, start periode 3 Carnaval 7 t/m 9 februari 2016
Goede vrijdag, vrijdag 25 maart 2016 2e Paasdag maandag 28 maart 2016 Start periode 4 Koningsdag, woensdag 27 april Bevrijdingsdag, Hemelvaartsdag, donderdag 5 mei 2e Pinksterdag maandag 16 mei
Jaarafsluiting Jaarafsluiting Jaarafsluiting
7
3
Uitgangspunten van het onderwijs aan de HAN
In elke opleiding van de hogeschool word je, als student, opgeleid tot een startbekwame beroepsbeoefenaar. Maar je leert meer. Je doet gedurende de opleiding niet alleen kennis op, je spiegelt deze ook aan de mening van anderen. Op die manier leer je keuzes te maken en je een mening te vormen over je vakgebied. Dat geeft je straks de mogelijkheid vakkennis en vakbekwaamheid toe te passen in nieuwe, onbekende en deels onvoorziene situaties. De maatschappij heeft behoefte aan mensen die oplossingen bedenken voor nieuwe problemen. We leren je kennis en vaardigheden aan die je helpen om te blijven werken aan je professionele ontwikkeling. Goed beroepsonderwijs is afgestemd op ontwikkelingen in de samenleving en in het beroepenveld. Continu wordt aansluiting gezocht bij wat er wordt gevraagd van afgestudeerden; vorm en inhoud van het onderwijs zijn permanent in ontwikkeling met als doel om je zo goed mogelijk voor te bereiden op de arbeidsmarkt. Leren via beroepstaken Een belangrijke kernwaarde binnen de HAN is de centrale rol van de beroepspraktijk in het onderwijs. Het is onze opdracht je op te leiden tot een startbekwame beroepsbeoefenaar. Het leren via beroepstaken is daarbij een sturend uitgangspunt. Beroepstaken zijn betekenisvolle, hele taken zoals deze in al hun complexiteit in de werkelijkheid door de beroepsbeoefenaar (expert) worden uitgevoerd. ‘Hele’ taak wil zeggen dat deze niet wordt opgeknipt in deelaspecten maar door jou steeds in zijn totaal wordt geoefend. De meeste beroepstaken doen een beroep op meerdere competenties. Zelfsturing Met ons onderwijs willen wij je leren om zelfstandig beroepstaken uit te voeren, je beroepshandelen te verbeteren en zelfstandig je loopbaan te ontwikkelen. Het gaat niet alleen om het succesvol afronden van je studie, maar ook om het blijvend succesvol functioneren in het werkveld. Voor jou zal het neerkomen op een geleidelijke ontwikkeling van minder naar meer zelfsturing en van afnemende sturing door docenten. Flexibilisering Flexibilisering is een belangrijk uitgangspunt. Je hebt in ieder geval 30 studiepunten vrije keuzeruimte in je opleiding om je opleiding te verbreden of te verdiepen. Wij noemen die keuzeruimte een minor. Hierdoor heb je de mogelijkheid je te richten op specifieke vragen van de arbeidsmarkt en je geeft vorm aan eigen profilering. Toetsing en beoordeling Of je in voltijd, in deeltijd of duaal studeert, je wordt getoetst op dezelfde, voor de opleiding geformuleerde, beroepstaken en competenties. Daarbij wordt gestreefd naar een maximale validiteit en betrouwbaarheid. Bij validiteit stellen we ons de vraag of het tentamen dat meet wat het zou moeten meten. Bij betrouwbaarheid kijk je naar de vergelijkbaarheid van de resultaten. Onderwijseenheden Onderwijseenheden zijn georganiseerd rondom beroepstaken. Onderwijseenheden hebben als basis een omvang van 7.5 studiepunten of een veelvoud daarvan. Zij worden geprogrammeerd binnen de vier onderwijsperioden van het HANjaarrooster. Studieloopbaanbegeleiding De HAN hecht er aan je zorg en ondersteuning te bieden bij het studeren aan de HAN en bij het inrichten van je studie. Studieloopbaanbegeleiding is daarom een belangrijk aspect van het HAN -onderwijs. De studieloopbaanbegeleider (slb’er) helpt je bij het ontwikkelen van de zelfsturing die je nodig hebt om je studie te volbrengen. Naast het bovengenoemde is hij voor jou het eerste aanspreekpunt in bijzondere situaties, bijvoorbeeld als de studie niet verloopt als je gepland had of bij langdurige ziekte of handicap. De slb’er kan je helpen wegen te zoeken om je resultaten bij de studievoortgang te verbeteren. 8
Een bijzondere taak van de slb’er is het ondersteunen bij het kiezen van een minor in de hoofdfase van je opleiding. Wat wordt van jou gevraagd De vraag of je je doelen bereikt, is voor een belangrijk deel afhankelijk van je eigen inzet. Wij verwachten dat je doordachte keuzes maakt in je leerproces, dat je actief deelneemt aan het onderwijs, dat je aanwezig bent en je tijd vrijmaakt voor zelfstudie. Alleen dan kun je je studie succesvol afronden.
9
4
De opbouw van de opleidingen
Het eerste jaar van je studie heet de propedeuse (officieel de propedeutische fase) en heeft een studielast van 60 studiepunten. (De studielast wordt uitgedrukt in studiepunten. Eén studiepunt is gelijk aan 28 uren studie.) De propedeuse heeft een drietal functies: een oriënterende, een verwijzende en een selecterende. Deze drie functies hangen nauw met elkaar samen. De propedeuse moet je een goed beeld geven van de hele studie. Gedurende dit eerste jaar word je in staat gesteld na te gaan of de opleiding aansluit bij je capaciteiten en interesses. Dit is de oriënterende functie van de propedeuse. In de loop van dit jaar kun je beslissen of je deze opleiding wilt blijven volgen, of voor een andere opleiding binnen of buiten de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen kiest. Studieadviezen in het midden en aan het eind van het propedeutisch jaar helpen bij die beslissing. Dit is de verwijzende functie van de propedeuse. Tot slot kent de propedeuse ook een selecterende functie. Die functie is tweeledig: aan de ene kant beoordeel je zelf of je geschikt bent voor de studie of niet. Anderzijds word je ook beoordeeld op basis van je studieresultaten, die steeds worden bezien in het licht van motivatie, studiehouding en persoonlijke omstandigheden. Studieadvies Uiterlijk aan het einde van het eerste jaar van de propedeutische fase krijg je een schriftelijk studieadvies, gebaseerd op het aantal behaalde studiepunten. Dat advies bepaalt of je je opleiding al dan niet kunt voortzetten. Je hoeft dat advies niet op te volgen, maar bent wel zelf verantwoordelijk voor de keuze die je maakt, tenzij het om een bindend negatief studieadvies (BNSA) gaat. In dit laatste geval word je direct uitgeschreven en kun je je voor dezelfde opleiding niet meer inschrijven. De basisindeling van elke opleiding bestaat uit een major en een minor. De major is je hoofdrichting, waarin je je beroepscompetenties ontwikkelt. Dit deel omvat maximaal 210 studiepunten. Daarnaast krijg je in een minor (30 studiepunten) de ruimte om je interesses en capaciteiten te specialiseren of juist te verbreden. In de onderstaande tabel is de omvang van de indelingen van de opleiding weergegeven in studielast uitgedrukt in studiepunten. Indeling van de opleiding Propedeuse Postpropedeuse Totaal
Major
Minor
Totaal
60 150 210
30 30
60 180 240
Je kiest zelf voor een minor als verbreding of verdieping van je studie. Alle bacheloropleidingen hebben een studielast van 240 studiepunten. Uitzondering hierop zijn de bacheloropleidingen die een versneld traject hebben gericht op studenten met een vwo-diploma. Deze laatstgenoemde bacheloropleidingen hebben een studielast van 180 studiepunten. Er zijn ook vrije minoren, die je bij een andere onderwijsinstelling kunt volgen of die je zelf samenstelt uit onderdelen van onderwijs van verschillende –instituten van de HAN of een andere (onderwijs)instelling. Kijk voor het totale minorenaanbod op www.han.nl of op www.kiesopmaat.nl. Kies Op Maat is een online platform waar alle studenten aan het hoger onderwijs in Nederland kunnen kiezen uit minoren en vakken van de deelnemende instellingen. Het doel van Kies Op Maat is het vergroten van de mobiliteit van alle studenten binnen het Hoger Onderwijs. Voordat je een minor gaat volgen heb je toestemming nodig van de examencommissies. Als je een minor wilt volgen uit het minoraanbod van de HAN, dan is de toestemming van je slb’er voldoende. De regels voor het volgen van een vrije minor zijn te vinden op www.han.nl -> insite.
10
5
Tentamens en examens
Tentamens Tijdens de studie word je regelmatig beoordeeld op kennis, inzicht, vaardigheden en attitude. De voortgang wordt per onderwijseenheid getoetst met (deel)tentamens. Als alle deeltentamens van een onderwijseenheid behaald zijn, dan wordt ‘het tentamen’ van de onderwijseenheid geacht te zijn behaald. (Deel)tentamens zijn toetsmomenten waarbij je laat zien dat je bestudeerde leerstof beheerst. Er bestaan diverse schriftelijke en mondelinge toetsvormen. Je kunt ook zonder de onderwijseenheden te hebben gevolgd, alleen via tentamens aantonen over de benodigde competenties van de betreffende onderwijseenheden te beschikken. Dit noemen we een leerwegonafhankelijk tentamen. De examencommissie bepaalt of de bewijsstukken die je aandraagt (bijvoorbeeld ervaringsverslagen, getuigschriften, referenties, reflectieverslagen, video-opnamen van beroepshandelingen, werkstukken of certificaten) voldoen voor deelname aan het leerwegonafhankelijke tentamen. Tevens bepaalt de examencommissie of jij een of meer (deel)tentamens leerwegonafhankelijk volgens het reguliere toetsprogramma aflegt of een voor jou op maat opgesteld tentamen aflegt. Een leerwegonafhankelijk tentamen kan bij de start van de opleiding of tijdens de opleiding afgelegd worden. Daarnaast kan je via vrijstellingsverzoeken ingediend bij de examencommissie op basis van eerder met goed gevolg afgelegde (deel)tentamens of examens in het hoger onderwijs en/of ander bewijs van competentieverwerving aantonen over de benodigde competenties van de desbetreffende onderwijseenheden te beschikken. De gronden voor het besluit tot het verlenen van vrijstelling kunnen zijn gelegen in eerder afgelegde tentamens of examens in het hoger onderwijs of in officiële rapportages Erkenning Verworven Competenties (EVC). Je hoeft geen tentamen meer af te leggen. Tijdens de opleiding wordt in ieder geval op 3 niveaus integraal beoordeeld of de beroepstaken worden beheerst. Hierin wordt beoordeeld of je competent bent voor de volgende fase: voor de hoofdfase (hoofdfasebekwaam), voor de afstudeerfase (afstudeerbekwaam) en voor de arbeidsmarkt (beroepsbekwaam)? Examens In de opleiding worden de volgende examens afgelegd: het propedeutische examen en het afsluitend oftewel bachelorexamen. Je rondt de opleiding af als je bewijzen kunt overleggen dat je zowel de tentamens als integrale toetsen van de major als de minor(s) met een positief resultaat hebt afgesloten. Je ontvangt dan een wettelijk erkend HBO-getuigschrift (diploma) en een wettelijke graad: bachelor. Daarbij hoort een Engelstalig internationaal erkend diplomasupplement. Je krijgt de mogelijkheid je afstudeerscriptie te bewaren en online te tonen via www.hbokennisbank.nl. De opleiding bepaalt welke scripties daarvoor in aanmerking komen. Daarbij wordt onder andere gelet op kwaliteit en vertrouwelijkheid.
11
6
Kwaliteitszorg
De HAN werkt voortdurend aan het verbeteren van de kwaliteit van onze opleidingen. Daarvoor hanteren we een integraal kwaliteitszorgsysteem. Door systematische evaluatie verzamelen we gegevens over de kwaliteit van alle onderwijsaspecten: doelstelling en profiel van de opleiding; programma met onderwijsaanbod, toetsprogramma en studieloopbaanbegeleiding; inzet van personeel; voorzieningen; interne kwaliteitszorg; resultaten. Wij betrekken alle belangengroepen actief in ons kwaliteitstraject: medewerkers, studenten, het werkveld en afgestudeerden. Om de kwaliteit van de opleiding te bewaken, hechten we veel waarde aan de mening van deskundigen uit de werkvelden. Zij komen een aantal malen per jaar bijeen in vergaderingen. Naast deze interne kwaliteitsverbeteringen worden alle opleidingen van de HAN iedere zes jaar beoordeeld door een extern panel van de Nederlands Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO). Deze accreditatie is een nationaal kwaliteitskeurmerk en is een voorwaarde voor wettelijke erkenning op nationaal en internationaal niveau van het getuigschrift van de opleiding.
12
7
Organisatiestructuur van de HAN
Interne organisatie De HAN bestaat uit de faculteiten Economie en Management (FEM), Educatie (FE), Gezondheid, Gedrag en Maatschappij (FGGM) en Techniek (FT). Domeinen, instituten en opleidingen Elke faculteit bestaat uit instituten. Een instituut bestaat weer uit opleidingen of uit een groep van opleidingen (domein genaamd). De competenties die studenten binnen de opleidingen van een instituut of een domein ontwikkelen zijn vergelijkbaar, soms zelfs deels gelijk. Elk domein kent een aantal gemeenschappelijke competenties. Als student ben je ingeschreven bij een opleiding. Daarnaast heeft elke faculteit een afdeling contractactiviteiten voor uitvoering van marktactiviteiten, zoals posthboopleidingen, korte cursussen, trainingen en advieswerkzaamheden. Ten slotte kent elke faculteit een aantal lectoraten en expertisecentra voor onderzoekswerkzaamheden in opdracht van bedrijven en instellingen. De ondersteunende diensten, zoals Studentzaken (SZ), ICT en Marketing, Communicatie en Voorlichting (MCV), zijn ondergebracht in het Service Bedrijf (SB). Bachelor-master De HAN werkt met het bachelor-mastermodel. Het bachelor – mastermodel is op Europees niveau ingericht om opleidingen in Europa met elkaar te kunnen vergelijken. Zowel bachelor als master zijn graden voor mensen die een opleiding in het hoger onderwijs hebben genoten. Met het diploma van een vierjarige bacheloropleiding, krijg je de graad bachelor. Daarna kun je nog één of twee jaar doorstuderen voor een mastergraad.
13
Deel 1B Studiegids ICA
Semestermodel
8
Deel 1: Studiegids
Visie op het onderwijs
ICA wil aan het nationale en internationale beroepenveld Bachelors of ICT op hbo-niveau afleveren die in staat zijn een relevante startfunctie bekwaam te vervullen. Bovendien moeten zij nieuwe ontwikkelingen op het vakgebied kunnen volgen en toepassen. De ICA-bachelor moet kunnen werken in een multidisciplinair team, waarin hij zijn taken zelfstandig kan uitvoeren. Hij moet klant- en probleemgericht kunnen opereren, methodisch kunnen handelen, open staan voor nieuwe ontwikkelingen en zich deze eigen kunnen maken. Hij dient in staat te zijn om te reflecteren op zijn beroepsmatig handelen en dat zo nodig bij te sturen. Om die doelstellingen te bereiken richt ICA zich op studenten met een interesse voor informatica, communicatie en nieuwe media, die vanuit die ambitie kennis, vaardigheden en attitudes (zelfsturing en reflectie) willen ontwikkelen. ICA biedt onderwijs aan dat, voortkomend uit de visie van de HAN (Eenheid in Verscheidenheid, 2009) beroepstaakgericht is vormgegeven. ICA ziet een beroepstaak als een zinvolle realistische eenheid die een veelheid aan taken en activiteiten omvat. Afzonderlijke taken moeten een plaats vinden in het geheel en geen losstaande activiteiten zijn. Binnen ICA staat het werken in projecten centraal. In de beroepspraktijk maakt de bachelor zich namelijk doorlopend nieuwe kennis, werkwijzen en technieken eigen, vaak op projectbasis. Daarom dient een afgestudeerde hbo’er in staat te zijn projectmatig te werken, initiatief te tonen en zichzelf te sturen. Ook beschikt hij over vaardigheden met betrekking tot probleemoplossing, samenwerken en communicatie. Het is daarom belangrijk om te ‘leren leren’. Ook kiest ICA voor flexibilisering van het onderwijs. Om studenten in staat te stellen de eindkwalificaties te ontwikkelen, biedt ICA voor elke opleiding een curriculum aan waarin studenten hun eigen leerroute kunnen kiezen.
15
Semestermodel
9
Deel 1: Studiegids
De opbouw van de opleidingen 9.1
Domeinen
ICA biedt onderwijs aan voor het domein Informatie- en Communicatietechnologie (ICT). Een domein is een afgegrensd gebied van beroepshandelen en daaraan gerelateerde onderwijsinhoud conform de domeinindeling van de HAN. Een domein omvat één of meer opleidingen.
9.2
De opleidingen binnen de domeinen
Momenteel biedt ICA de volgende opleidingen aan binnen het domein ICT: Business IT & Management (BIM); Informatica (I); Technische Informatica (TI); Communication and Multimedia Design (CMD). Als je één van deze opleidingen volgt word je Bachelor of ICT.
9.3
Domeinbeschrijving en domeincompetenties
Een belangrijke basis voor de eindkwalificaties van de opleidingen wordt gevormd door de beroepsprofielen van de HBO-I stichting, het samenwerkingsverband van de ICT-opleidingen binnen het hoger beroepsonderwijs in Nederland. Eén van de producten van deze stichting is de domeinbeschrijving van de Bachelor of ICT uit 20091. Deze domeinbeschrijving heeft als doel een bijdrage te leveren aan de positionering en beeldvorming van ICT-opleidingen in Nederland, deze een gemeenschappelijk kader te bieden en daarmee de kwaliteit van het ICT-onderwijs te verhogen. In navolging van de HBO-I stichting ziet ICA het begrip competentie als: het samenhangend geheel van kennis, vaardigheden en attitude dat nodig is om in een beroepssituatie tot adequaat gedrag te komen. Een competentie ontstaat dus pas als verschillende bouwstenen van die competentie in een relevante context bij elkaar komen. Adequaat gedrag wil zeggen dat professionals binnen die relevante context naar verwachting en op de juiste wijze handelen. De context waarin je als bachelor fungeert bepaalt dus je individuele competentieprofiel en het niveau waarop je over specifieke beroepscompetenties moet beschikken. De competenties die je ontwikkelt binnen de opleidingen van het domein ICT zijn vergelijkbaar en zelfs deels gelijk. Bij het domein ICT hoort een set domeincompetenties die samen een samenvatting vormen van de beroepsprofielen waartoe de ICA-opleidingen opleiden. Ze zijn vrij algemeen, abstract en vanuit de brede ICT-beroepscontext geformuleerd. De domeincompetenties worden in het onderwijs geconcretiseerd in concrete beroepstaken. Het ICA-competentieprofiel Binnen ICA is gekozen voor een competentieprofiel dat het gehele domein ICT afdekt. Dit competentieprofiel is daarom generiek geformuleerd. De generieke competenties (of eindkwalificaties) worden geconcretiseerd in beroepstaken. De combinatie van beroepstaken vormt de specifieke opleiding. Deze beroepstaken zijn ondergebracht in propedeuse-onderwijseenheden, hoofdfasekeuzesemesters, de stage en het afstudeerproject. Het competentieprofiel van ICA bevat vijf specifieke en vier algemene competenties. 1
HBO-I stichting, 2009, Bachelor of ICT, domeinbeschrijving
16
Semestermodel
Deel 1: Studiegids
De specieke competenties zijn: analyseren/onderzoeken, adviseren, ontwerpen, realiseren, en beheren. De algemene competenties (ook wel professional skills genoemd) zijn: planmatig werken, samenwerken, communiceren, en zelfsturing/reflectie. Om deze generiek geformuleerde competenties nader te definiëren is bij iedere competentie een aantal indicatoren geformuleerd die eveneens generiek zijn voor alle ICA-opleidingen. In elke OWE worden vervolgens deze generieke indicatoren geconcretiseerd. De eindkwalificaties en hun generieke indicatoren kun je vinden in deel 3 van dit opleidingsstatuut. In de Propedeuse- en Hoofdfase OWE-beschrijvingen (zie deel 3 van dit opleidingsstatuut) kun je precies vinden welke competenties in welke onderwijseenheid (OWE) de nadruk krijgen en hoe ze zijn geconcretiseerd.
9.4
De beroepen waarvoor opgeleid wordt
Afhankelijk van de keuzes die je maakt binnen je opleiding word je voor verschillende beroepen opgeleid. Soms worden in de ICT-praktijk voor verschillende opleidingen dezelfde namen voor beroepen gebruikt. De context bepaalt dan waar de nadruk op ligt. Deze beroepen kunnen in elke bedrijfssector uitgeoefend worden. Hieronder volgt per opleiding een beschrijving. 9.4.1 Business IT & Management (BIM)
Definitie en maatschappelijke context Een beroepsbeoefenaar op het gebied van Business IT & Management (BIM) is iemand die werkt op het snijvlak van de business, communication en IT. De BIM’er begeeft zich in de digitale wereld van de moderne IT-middelen, zoals datawarehouses, software pakketten als Enterprise Resource Planning, Rich Internet Applications en Portals, die organisaties (en klanten) in staat stellen snel en effectief met informatie om te gaan. Daarnaast Web- en Microblogs, Groupware, Enterprise Content Management softwarepakketten en Social Network software om mensen op een moderne manier met elkaar te laten communiceren en samenwerken. Het werkveld, c.q. de organisatorische context Bij veel bedrijven is de IT niet meer weg te denken. Steeds meer bedrijven schakelen daarbij de kennis en kunde van de BIM’er in. De BIM’er is iemand die goede analyses kan maken van de bedrijfs- en communicatieprocessen. Daarnaast kan hij de kansen en problemen in kaart brengen en op basis hiervan gedegen adviezen geven over IT-oplossingen om de efficiency en effectiviteit van deze processen te verbeteren. Hij moet dus verstand hebben van communicatie- en bedrijfsprocessen. Bovendien moet hij de brede IT-mediamarkt kennen, inclusief de nieuwe ontwikkelingen op het vakgebied. De BIM’er is ook echt een communicator. Hij overlegt veel met gebruikers, managers en IT’ers, waarbij hij analyseert, adviseert, implementeert, coördineert en begeleidt. Beroepstaken en competenties BIM BIM’ers kom je tegen in verschillende rollen, bijvoorbeeld als Business analist, Adviseur, Implementation consultant en Veranderingsmanager. Als Business analist modelleert de BIM’er het werkterrein door voortdurend in gesprek te gaan met de mensen uit de business. De BIM’er brengt de verbeteringen in beeld die door middel van IT-oplossingen kunnen worden gerealiseerd. Om dit goed te kunnen doen heeft een BIM’er een goede bedrijfskundige bagage, gecombineerd met kennis van de IT markt en is dus een ideale gesprekspartner. De BIM’er adviseert het bedrijf ook over de inzet van IT-oplossingen en social media. De BIM’er zal hierbij het bedrijf op basis van goede argumenten uitleggen waarom ze het beste een bepaalde
17
Semestermodel
Deel 1: Studiegids
oplossing zouden kunnen kiezen, en ook laten zien dat die haalbaar is. Ook kan de BIM’er het management helpen bij het opstellen van de zogenaamde business case, de rechtvaardiging voor de geadviseerde oplossing. Als Implementation consultant adviseert en begeleidt de BIM’er het werkend krijgen van een softwarepakket. Zo’n pakket kan helpen bij specifieke klantprocessen, kan gebruikt worden als digitaal platform om intern of extern mee te kunnen communiceren of samen te werken, kan gebruikt worden om kennis te delen, maar kan ook heel breed zijn door het hele bedrijf heen (dus voor de logistiek, productieplanning, inkoop, verkoop, etc.). Op basis van een duidelijke lijst met eisen zal de consultant een ontwerp maken hoe het pakket zo goed mogelijk ingericht dient te worden en kan worden ingezet. Ook hierbij is de bedrijfskundige kennis en de kennis over (digitale) communicatie binnen een organisatie van de BIM’er onmisbaar voor een goed resultaat! Veel IT-oplossingen zijn gericht op verandering. De uitdaging voor een organisatie is de oplossing ingevoerd te krijgen. Mensen moeten op een nieuwe manier gaan werken, er dienen contracten afgesloten te worden met leveranciers, er zal geschoold moeten worden, om zo maar een aantal dingen te noemen die hierbij komen kijken. De BIM’er zet deze veranderingen op een rij, werkt deze planmatig uit en begeleidt deze veranderingen tot een succesvolle implementatie. Op deze manier gaat de oplossing werken en wordt IT echt verankerd in de organisatie. BIM wordt in twee varianten aangeboden: de Informaticavariant (BIM-i) en de communicatievariant (BIM-c). De BIM-i variant is gericht op de informatievoorziening van een organisatie. De BIM-i’er weet door zijn kennis van organisaties en processen en een goede achtergrond in de IT een goede match te maken voor de juiste inzet van IT en zo de organisaties hiervoor zo goed mogelijk te adviseren en begeleiden. De BIM-c variant richt zich op de digitale communicatie voorziening van een organisatie. De BIM-c’er is helemaal thuis in de wereld van communicatiesystemen en social media, en kan organisaties op deze aspecten doorlichten en adviseren. Functies waarin het beroep uitgeoefend wordt Hieronder geven we een aantal voorbeelden van functies die een BIM’er kan gaan vervullen. Voor vrijwel alle genoemde functies geldt, dat een opleiding op hbo-niveau alleen niet voldoende is. Meestal is ook een meerjarige ervaring in het vakgebied nodig. Een pas afgestudeerde BIM’er zal dan ook vaak “junior” of “assistent” zien staan voor zijn functiebenaming. Mogelijke functies zijn bijvoorbeeld: Adviseur Informatievoorziening; Adviseur social media; Content manager; Social media manager; Informatie-architect; Informatieanalist; Functioneel ontwerper; ERP consultant; Testcoördinator; Applicatiebeheerder.
18
Semestermodel
Deel 1: Studiegids
9.4.2 Informatica (I)
Definitie en maatschappelijke context De Informaticus (I’er) is de beroepsbeoefenaar die goed is in het maken van software. Eén van de opvallendste eigenschappen van computers, netwerken en andere Informatie en Communicatie Technologie (ICT) is de flexibiliteit van die apparatuur. Maar het is niet de hardware die vastlegt wat voor informatie er wordt verwerkt, wat voor functies er worden uitgevoerd of wat de communicatie betekent. Software is de plek waar bepaald wordt wat de hardware gaat doen, hoe de informatie er uit moet zien, en wat de mogelijkheden voor de gebruiker zullen zijn. Software is de ziel van de ICT. Het werkveld, c.q. de organisatorische context Het terrein waar een I’er software voor ontwikkelt is zeer breed. Sommige softwaresystemen zijn gericht op bedrijfsadministratie, andere op entertainment of op de interne huishouding van computernetwerken. Het werkveld van de I’er is vergelijkbaar breder geworden. Er zijn vele contexten waarin een informaticus kan functioneren: naast het ontwikkelen van informatiesystemen worden er steeds meer games gebouwd, of wordt er steeds meer gebruik gemaakt van codegeneratie waardoor respectievelijk een verbreding of verdieping van competenties gevraagd wordt. En vrijwel steeds werkt de informaticus in een projectverband waarin hoge eisen gesteld worden aan teamwerk. Beroepstaken en competenties I Veel software wordt gemaakt om bedrijven en organisaties beter en efficiënter hun doel te kunnen laten bereiken. Voordat er ook maar één regel code gemaakt wordt wegen bedrijven daarom alle voor- en nadelen van een softwarematige oplossing voor een bedrijfsprobleem tegen elkaar af. Vaardigheden die je daar voor nodig hebt horen bij het competentieprofiel van de BIM’er, maar de I’er moet er terdege over mee kunnen praten. De I’er analyseert de eisen die aan een softwaresysteem gesteld worden en ontwerpt, bouwt en test software die aan die eisen voldoet. De volgende aspecten zijn van belang binnen het werkgebied van een I’er: Software engineering Om applicaties op maat te maken is het noodzakelijk vastgestelde methoden en technieken te gebruiken voor het maken van tussenproducten bij het inrichten van het softwareproductieproces. Gedistribueerde systemen Een I’er kan zich ook richten op het ontwikkelen van software voor gedistribueerde systemen. Het is belangrijk dat deze softwaresystemen een goede architectuur hebben. Informatiesystemen Alvorens een gegevensintensief informatiesysteem te ontwikkelen moet de informatiebehoefte geanalyseerd worden. Een I’er maakt aan de hand van die analyse een ontwerp en zal uiteindelijk het informatiesysteem realiseren volgens dat ontwerp. Hierbij zijn transactionele integriteit en concurrency-aspecten van belang. Bijhouden van kennis Kennis heeft maar een beperkte houdbaarheid. Die houdbaarheidsdatum is in de ICT eerder verlopen dan in andere domeinen. Dat is niet zo’n probleem, mits het doen van onderzoek en het bijhouden van die kennis een tweede natuur is van de informaticus. De I’er is zeer goed in staat de ontwikkelingen in zijn vakgebied bij te houden. Functies waarin het beroep uitgeoefend wordt Mogelijke functies zijn bijvoorbeeld: Software engineer;
19
Semestermodel
Deel 1: Studiegids
Systeemontwikkelaar; Systeemanalist; Informatieanalist; Database administrator; Programmeur; Applicatieontwikkelaar; ICT consultant; Beheerder applicaties en informatiesystemen; Software architect; Hoofd automatisering; Projectleider ICT.
9.4.3 Technische Informatica (TI)
Definitie en maatschappelijke context Alledaagse apparaten als mobiele telefoons, videorecorders en afwasmachines worden tegenwoordig meer en meer bestuurd door computers. Dezelfde problematiek in het groot noemen we procesautomatisering of ook wel industriële automatisering. Dat houdt in dat je met computers grote installaties aanstuurt en regelt, zoals verkeerssignalering op snelwegen of een gerobotiseerde lakstraat in de auto-industrie. Net als bij ‘gewone’ computers moeten ook de complexe software voor deze al dan niet ingebouwde stuurcomputers ontworpen, geprogrammeerd en getest worden. Het gaat daarbij niet alleen om de computer zelf, maar ook om de aansturing van de omgeving, via directe verbindingen of via een netwerk. Dit is het werkgebied van de Technische Informaticus (TI’er).
Het werkveld, c.q. de organisatorische context In het werkveld spelen de volgende aspecten een rol: Computersystemen algemeen Aandacht voor processoren, I/O, operating systems, computernetwerken, enzovoorts. De nadruk ligt op basisprincipes, die universeel gelden, maar aan de hand van in de beroepspraktijk veelgebruikte standaards (AVR microcontrollers, PLC architectuur, Linux, TCP-IP, etc.). Programmeren, software engineering Om systemen op maat te bouwen is een goede programmeervaardigheid onontbeerlijk. Ook is er expliciet aandacht voor testmethodes. De nadruk ligt op programmatuur voor technische systemen, waaronder ook software valt die direct hardware aanstuurt. Embedded Systems De TI’er richt zich in het bijzonder op computers die een groter systeem aansturen. In het klein betreft dit veelal het aansturen van een apparaat, een machine, een voertuig, etc. Op grond van sensorgegevens worden de actuatoren aangestuurd. Een belangrijk aspect is dat hierbij vaak bijzondere eisen worden gesteld aan de responstijden ( real-time eisen). Ook is elementaire kennis van aan te sturen hardware van belang. Het ontwerpen van (digitale) schakelingen behoort echter niet tot de competenties van de TI’er. Process Control Systems Zoals gezegd richt de TI’er zich in het bijzonder op computers die een groter systeem aansturen. In het groot betreft dit bijvoorbeeld het aansturen van een productiestraat, een verkeersregelsysteem, een waterbeheersingssysteem, etc. Ook hier gelden veelal ‘real-time’
20
Semestermodel
Deel 1: Studiegids
eisen. De nadruk ligt hierbij vooral op de coördinatie van activiteiten, bijvoorbeeld de coördinatie van verschillende samenwerkende Embedded Systems. Daarnaast is het van belang om informatie op te slaan (‘logging’) zodat de gang van zaken traceerbaar is en op een adequate manier managementinformatie gegenereerd kan worden. User Interfaces De TI’er richt zich vooral op ingebedde systemen. Toch houdt dat in de praktijk vaak in, dat er sprake is van een directe interactie met de gebruiker van het betreffende systeem. Denk aan het bedieningspaneel van een videorecorder of de besturingsconsole van een productieautomatiseringseenheid. Essentieel is een goede gebruikersinterface, zodat de gebruiker het systeem moeiteloos en foutloos kan bedienen. De TI’er weet dan ook hoe vanuit een goede gebruiksanalyse een goede user interface kan worden ontworpen.
Beroepstaken en competenties TI De centrale beroepstaken van de TI’er liggen op het vlak van technische bedrijfsprocessen, technische informatiesystemen, en embedded software. Voorbeelden van een technisch bedrijfsproces zijn het aansturen van een productiestraat, van analyseapparatuur, van robots of van een telefooncentrale. Om technische bedrijfsprocessen te kunnen realiseren zijn technische informatiesystemen nodig, bijvoorbeeld software ten behoeve van de aansturing van machines. Voorbeelden van embedded software komen voor bij televisietoestellen, printers, kopieerapparaten, auto’s, telefoons en bij motoren en analyseapparatuur. Voorbeelden van technische processen zijn het verwerken van een groene golf bij een verkeersregeling, de aansturing van een lift en een elektronische sleutel. Kenmerkend voor een technisch proces zijn onder andere de interfacing met technische apparatuur (sensoren) en tussen systemen, de real time en performance aspecten, mens-machine interactie en software componenten. De competenties liggen op het gebied van analyseren, ontwerpen, realiseren en beheren van technische informatie en control systemen, en tevens het kunnen adviseren over en onderzoek doen naar dergelijke systemen. Daarnaast heeft de TI’er de algemene HBO vaardigheden competenties. Functies waarin het beroep uitgeoefend wordt Mogelijke functies zijn bijvoorbeeld: Technisch systeem analist/ontwerper; Embedded software engineer; Control engineer; Systeemspecialist Applicatieontwikkelaar; Programmeur; Software engineer; Systeemanalist; Manager automatisering; Technisch ontwerper. 9.4.4 Communication and Multimedia Design (CMD)
Definitie en maatschappelijke context De algemene omschrijving van een beroepsbeoefenaar op het gebied van CMD luidt: ontwerper voor nieuwe media. Hierbij wordt onder nieuwe media alle digitale en interactieve vormen van communicatie
21
Semestermodel
Deel 1: Studiegids
verstaan. Nieuwe media maken het voor iedereen mogelijk content te creëren, te modificeren en te delen met anderen. Een ontwerper voor nieuwe media maakt voor opdrachtgevers en gebruikers toegepaste communicatie mogelijk die multimediaal en interactief verloopt. Multimediaal wil zeggen dat er, bijna altijd, gebruik wordt gemaakt van tekst, beeld en geluid. Interactief betekent dat de gebruikers keuzemogelijkheden worden aangeboden binnen een handelings- of navigatieruimte. En het is toegepaste communicatie, dus de ontwerper vraagt zich met betrekking tot het beoogde doel steeds af: werkt het, komt het over. Als door een juiste afstemming van inhoud met vorm en vormgeving, interactie en interface, techniek en systeem het communicatieproces naar wens verloopt, dan is er sprake van een goed product. Het werkveld, c.q. de organisatorische context Bij deze omschrijving hoort een vakgebied met een, in de beroepspraktijk, groot aantal functies. Die lopen nogal uiteen omdat zij verschillende aspecten van het vakgebied betreffen. Zo zijn er functies die betrekking hebben op het ontwerpen zoals interaction designer en beeldschermvormgever, specialiseren sommigen zich in toepassingsgebieden zoals e-business en e-learning, of kiezen beoefenaren voor één van de nieuwe media en worden webdesigner of game-ontwikkelaar. De ontwerper voor nieuwe media werkt als specialist aan projecten voor klanten. Dat kan vanuit een media- of een designbureau of softwarebedrijf, maar ook vanuit een gespecialiseerde afdeling binnen een grote organisatie. Het proces van het ontwerpen voor nieuwe media vertoont veel overeenkomsten met het ontwerpproces in andere disciplines. Dat loopt van het analyseren van een opdracht en het maken van schetsen en prototypes, tot en met het bouwen, testen en opleveren van een product. Het gaat daarbij bijna altijd om omvangrijke en complexe projecten die worden uitgevoerd door een team van specialisten. Innovatieve vormgevers maken daarin samen met creatieve ICT’ers ongekende communicatie mogelijk. Beroepstaken en competenties CMD CMD’ers gespecialiseerd in vormgeving (CMD-c) staan steeds voor de uitdaging zich uit te drukken in 'de taal van de nieuwe media'. Maar men is het er over eens dat die taal nog in de kinderschoenen staat. Hoe communiceren gebruikers met nieuwe vormen van interactie en welke invloed heeft interactiviteit op de vormgeving? Voor oplossingen maken CMD’ers gebruik van hun kennis op het gebied van social en collaborative software, cross-media publiceren, interactieve animatie, storytelling, user-experience en mens-machine interactie. CMD’ers gespecialiseerd in software engineering (CMD-i) maken gebruik van hun kennis op het gebied van internettechnologie, interactietechnologie, van game concepts of van het toepassen van flexibel gebruik van multimedia in een database. Ook zij dragen bij aan nieuwe vormen van communicatie. Want de ontwikkelingen op het gebied van de ICT raken ook de nieuwe media, zij zijn er immers onlosmakelijk mee verbonden. De CMD’er heeft in alle gevallen een visie op het vakgebied ontwikkeld en op zijn rol in het creatieproces. Hij heeft kennis van vormgevingsprincipes of van ICT, en is in staat sociaal vaardig en in teamverband te opereren. Functies waarin het beroep uitgeoefend wordt Mogelijke functies zijn bijvoorbeeld: Interaction designer; Multimedia designer; Motion graphic designer; User experience designer; Web designer;
22
Semestermodel
Deel 1: Studiegids
Usability tester; Multimedia developer; Conceptontwikkelaar; Game developer.
9.5
Relatie domeincompetenties en Dublin descriptoren
Dublin descriptoren In 1999 ondertekende Nederland – samen met andere Europese partners – de Bolognaverklaring. Daarin werden afspraken vastgelegd om opleidingen in het hoger onderwijs in Europa onderling vergelijkbaar te maken. Die afspraken moesten leiden tot een gelijke structuur (bachelor-master), eenzelfde systeem voor het toekennen van studiepunten (ECTS, European Credit Transfer System) en het realiseren van een gemeenschappelijk opleidingsniveau. De partners publiceerden in 2003 de zogenoemde Dublin descriptoren. Deze beschrijven de kwalificaties van een afgestudeerde op het niveau van een bachelor, master en doctor op vijf gebieden, namelijk: kennis en inzicht, het toepassen van kennis en inzicht, oordeelsvorming, communicatie en leervaardigheden. De beschrijving is algemeen van aard en een compromis waarin iedereen zich uiteindelijk kon vinden. De Dublin descriptoren voor de bachelor vormen het voornaamste normenstelsel in het hbo. ICA heeft een schema ontwikkeld, waarin de relatie wordt aangegeven van de beoogde eindkwalificaties van de opleidingen (zoals genoemd in §16.3) met de Dublin descriptoren. Dit schema geeft per Dublin descriptor de competenties weer die er bij aansluiten. Alle Dublin descriptoren komen hiermee terug in de eindkwalificaties van de opleidingen. Dublin descriptor
Beschrijving voor de Bachelor
Kennis en inzicht
Heeft aantoonbare kennis en inzicht van een vakgebied, waarbij wordt voortgebouwd op het niveau bereikt in het voortgezet onderwijs en dit wordt overtroffen. Functioneert doorgaans op een niveau waarop met ondersteuning van gespecialiseerde handboeken, enige aspecten voorkomen waarvoor kennis van de laatste ontwikkelingen in het vakgebied is vereist.
Is in staat om zijn/haar kennis en inzicht op dusdanige wijze toe te passen, dat dit een professionele benadering van zijn/haar werk of beroep laat zien. Toepassen kennis en inzicht Beschikt verder over competenties voor het opstellen en verdiepen van argumentaties en voor het oplossen van problemen op het vakgebied.
Oordeelsvorming
Communicatie
Leervaardigheden
Is in staat om relevante gegevens te verzamelen en te interpreteren (meestal op het vakgebied) met het doel een oordeel te vormen dat mede gebaseerd is op het afwegen van relevante sociaal-maatschappelijke, wetenschappelijke of ethische aspecten. Is in staat om informatie, ideeën en oplossingen over te brengen op een publiek bestaande uit specialisten of niet-specialisten. Bezit de leervaardigheden die noodzakelijk zijn om een vervolgstudie die een hoog niveau van autonomie veronderstelt aan te gaan.
23
ICA-Competenties Analyseren / Onderzoeken Adviseren Ontwerpen Realiseren Beheren Planmatig werken Samenwerken Communiceren Zelfsturing / Reflectie Analyseren / Onderzoeken Adviseren Ontwerpen Realiseren Beheren Planmatig werken Samenwerken Communiceren Zelfsturing / Reflectie Analyseren / Onderzoeken Planmatig werken Adviseren Samenwerken Communiceren Zelfsturing / Reflectie
Semestermodel
9.6
Deel 1: Studiegids
Beroepstaken / competentiematrix
De beroepstaken (onderwijseenheden) worden in dit opleidingsstatuut beschreven in deel 3 van dit Opleidingsstatuut. Niveaus van competenties ICA hanteert in elk opleidingsprogramma drie competentieniveaus: niveau 1: op dit niveau wordt de propedeuse afgesloten waarmee je hoofdfasebekwaam bent; niveau 2: dit is het niveau waarop in voltijd de drie keuzesemesters en de stage, en in deeltijd de drie deeltijdkeuzesemesters, het deeltijdproject en de stage worden afgesloten; door dit programma succesvol af te sluiten toon je aan afstudeerbekwaam te zijn; niveau 3: het eindniveau van de opleiding, dat behaald wordt in de afstudeeropdracht: je bent beroepsbekwaam. 9.6.1 Competentiematrix van de propedeuses
Zelfsturing & Reflectie
Samenwerken
Planmatig werken
Communiceren
Beheren
Realiseren
Ontwerpen
Adviseren
Analyseren & Onderzoeken
OWE
De volgende matrix geeft een overzicht van de competenties die je kunt verwerven in de beroepstaken van je propedeuse. Een cijfer in een cel geeft het niveau aan waarop de competentie aangetoond moet worden.
1
1
1
Wiki
1
1
1
1
[Re]Mediate
1
1
1
1
1
Imm. Space
1
1
1
1
1
Portal
1
1
1
1
Direct E-Mail
1
1
1
1
C-Project
1
1
1
1
Adviseren
Ontwerpen
Realiseren
1
1 1 1
1
1
1
1
1
1
Planmatig werken
Samenwerken
Zelfsturing & Reflectie
1
Communiceren
1
1
Beheren
OWE
Brand Design
Analyseren & Onderzoeken
C-propedeuse
I-propedeuse WebDev
1
1
1
1
SPD
1
1
1
1
DB Appl.
1
1
OOPD
1
1
ICT-Infrastr.
1
1
Prod. Qlty
1
1
I-Project
1
1
1
1 1
1
1
1 1
1
1
1 1
1
24
1 1
1
1
Semestermodel
Deel 1: Studiegids
9.6.2 Competentiematrix van de hoofdfase
De volgende matrices geeft een overzicht van de competenties die je kunt verwerven in de beroepstaken van de hoofdfase. Voor een beschrijving van de OWE’s zie deel 3 van dit opleidingsstatuut.
Planmatig werken
Samenwerken
2
2
2
2
2
2
2 Zelfsturing & Reflectie
Zelfsturing & Reflectie
Communiceren
Beheren
Realiseren
Ontwerpen
Adviseren
Analyseren & Onderzoeken
OWE
Met L, M of R wordt de ‘linker-’, ‘midden-’ respectievelijk ‘rechter’-course van het keuzesemester aangeduid. Een cijfer in een cel geeft het niveau aan waarop de competentie aangetoond moet worden.
2
2
R
2
2
2
2
Project
2
2
2
2
Adviseren
Ontwerpen
Samenwerken
2
Planmatig werken
M
Communiceren
2
Beheren
2
Realiseren
2
OWE
L
Analyseren & Onderzoeken
Align Business and ICT (ABI)
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
Advise an E-Business Solution (ADEB) L
2
2
2
M
2
2
2
R
2
2
2
Project
2
2
2
2
Automate a Process Control (APC) L
2
R
2
2
2
2
2
2
Project
2
2
2
L
2
2
Advise a Social Media Solution (ASOM) 2
2
R
2
Project
2
L
2
2
2
R
2
2
2
Project
2
2
2
2
2
2
2
2 2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
Create a Robot (CAR)
2
2
Create Audio and Visuals for Internet (CAVI) L
2
2
R
2
2
Project
2
2
2
2
Create an Interactive Content Application (CICA) L
2
2
M
2
2
2 2
25
2
Deel 1: Studiegids
R
2
2
2
Project
2
2
2
L
2
2
2
2
M
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
Zelfsturing & Reflectie
Semestermodel
2
Create a Rich Internet Application (CRIA)
R Project
2
2
Develop a Distributed OO Application (DDOA)
2
2
2
Samenwerken
2
Planmatig werken
2
Communiceren
Adviseren
2
Analyseren & Onderzoeken
OWE
Project
2
Beheren
R
2
Realiseren
2
Ontwerpen
L
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
Deploy Enterprise Content (DECO) L
2
2
2
M
2
2
2
R
2
2
2
Project
2
2
2
2
Design Embedded Media Objects (DEMO) L
2
2
M
2
2
R
2
2
Project
2
2 2
2
Develop an Information System (DIS) L
2
2
M
2
2
R Project
2
2
2
2
2
2
2
2
Develop and Maintain an E-Community (DMEC) L
2
2
2
M
2
2
2
R
2
2
2
Project (C)
2
2
2
Project (I)
2
2
2
2
Create a Game (GAME) L
2
2
2
M
2
2
2
R
2
2
2
26
Semestermodel
Deel 1: Studiegids
Project
2
2
2
L
2
2
2
R
2
2
2
Project
2
2
2
Project
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
3
3
3
3
Make a high Performance Network Application (MPNA)
Deeltijdprojectsemester 2
2
2 Stage
Stage
2
2
2
2
Afstuderen Afstuderen
3
3
3
3
3
27
Semestermodel
Deel 1: Studiegids
10 Curriculum van de opleidingen 10.1
Aanbod van de opleidingen
10.1.1 Inleiding voor voltijd èn deeltijd
De opbouw van het curriculum van elke opleiding is afgeleid van het betreffende beroepsprofiel (zie §9.4). Het onderwijs wordt in de vorm van onderwijseenheden (OWE’s) aangeboden. Een OWE heeft een omvang van 7,5 studiepunten (210 studiebelastingsuren (SBU)) of een veelvoud hiervan. Per blok (periode van 9 weken) volg je één of twee OWE’s. Sommige OWE’s hebben een doorlooptijd van twee blokken. Per OWE staat één beroepstaak centraal, waarbij je werkt aan de ontwikkeling van verschillende competenties. Voor een compleet overzicht van de onderwijseenheden verwijzen we naar de Propedeuse OWEbeschrijvingen en de Hoofdfase OWE-beschrijvingen (zie deel 3 van dit opleidingsstatuut).
10.2
Aanbod in Voltijd
10.2.1 Opbouw van de voltijdstudie
Om je diploma als bachelor te krijgen moet je 240 stp (studiepunten) of EC (European Credits) halen, die zijn verdeeld over de volgende onderdelen: De propedeuse (60 stp) Drie keuzesemesters (3 maal 30 stp, verdeeld over twee courses (elk 7,5 stp) en één project (15 stp)) De stage (30 stp) De minor (30 stp) Het afstudeerproject (30 stp). In §10.4 staat beschreven welke keuzesemesters je mag kiezen binnen je opleiding. Het onderwijsaanbod van de opleidingen volgt hieronder. 10.2.2 De propedeuses in voltijd
ICA bood voor de opleidingen van het semestermodel tot en met studiejaar 2012-2013 twee propedeuses aan: de ICT - propedeuse en de CMD - propedeuse. Deze propedeuses starten niet meer in 2013-2014 omdat semestermodel wordt uitgefaseerd. Welke propedeuse de student volgde hing af van de gekozen opleiding. Voor de opleidingen I en TI moest men de I-propedeuse volgen, en voor de opleidingen BIM en CMD waren beide propedeuses mogelijk. Deze propedeuses waren aanbodgericht. De propedeuses in voltijd hadden elk als onderwijseenheden (beroepstaken) zes courses van 7,5 stp en één project van 15 stp. Voor elke onderwijseenheid moest de student aantonen de gevraagde competenties op niveau 1 te bezitten. De C-propedeuse (voltijd) De C-propedeuse bestond uit de volgende onderwijseenheden: Multimedia Design, WIKI, ReMediate, Portal, Immersive Space, Direct E-Mail, en C-Project.
28
Semestermodel
Deel 1: Studiegids
De I-propedeuse (voltijd) De I-propedeuse bestond uit de volgende onderwijseenheden: Product Quality, Structured Program Development, Databases & Applications, Website Development, ICT-Infrastructuur, Object-Oriented Program Development, en I-Project.
10.2.3 De hoofdfase in voltijd
ICA hanteert in de hoofdfase in voltijd voor studenten die ingestroomd zijn in het studiejaar 2012-2013 of eerder het zogenaamde keuzesemestermodel. Afhankelijk van de propedeuse die je gevolgd hebt en de opleiding waarvoor je ingeschreven staat, kun je zelf drie keer een keuze maken uit een aantal keuzesemesters, die elk in totaal 30 studiepunten opleveren. Je slb’er helpt je bij het maken van die keuzes. In elk keuzesemester staat een beroepstaak centraal zoals die werkelijk in de praktijk kan bestaan. Het onderwijs binnen zo’n beroepstaak vertoont natuurlijk een zeer grote samenhang: alles wat je leert, draagt er toe bij om de beroepstaak zo goed mogelijk te kunnen uitvoeren. Zo’n keuzesemester bestaat voor jou altijd uit drie aparte onderwijseenheden: je begint met het volgen van twee parallel gegeven courses in het oneven blok en daarna maak je in projectgroepsverband een beroepsproduct in het even blok. Vaak moet in het project een echte opdracht uit het bedrijfsleven worden uitgevoerd. Voltijdkeuzesemester Course 1 Course 2 Project
7,5 stp 7,5 stp 15 stp Totaal 30 stp
10.2.4 Competentieniveaus in de hoofdfase voltijd
In de hoofdfase kun je in een keuzesemester of stage competenties op niveau 2 halen. Welke specifieke competenties je aantoont bepaal je zelf. Hiermee kun je je, behalve door zelf te kiezen voor bepaalde beroepstaken, ook nog eens extra specialiseren op bepaalde competenties: je kunt bijvoorbeeld kiezen voor Analyseren/Onderzoeken en Ontwerpen, of voor Ontwerpen en Realiseren. Je sluit dus uiteindelijk drie beroepstaken en de stage af op niveau 2, op basis van de door jou aangetoonde competenties. De keuze voor algemene competenties is niét vrij. In elk keuzesemester kies je voor één algemene competentie, maar wel in ieder keuzesemester voor een andere, zodat uiteindelijk drie algemene competenties een keer aan bod komen (Samenwerken, Communiceren en Planmatig werken). Daarnaast laat je in ieder keuzesemester ook zien de twee andere algemene competenties steeds op niveau 1 te beheersen: je zorgt voor ‘vormbehoud’. In overleg met je slb’er bepaal je in welke volgorde je de algemene competenties naar niveau 2 wilt brengen. In de stage gaat het om het verder ontwikkelen van specifieke competenties en om het aantonen van de competentie Zelfsturing op niveau 2. Als je een competentie op niveau 2 hebt gehaald moet je aantonen dat je dat niveau hebt behouden (vormbehoud). Bij de afstudeeropdracht gaat het om specifieke competenties en de competentie Zelfsturing op niveau 3. De stage mag niet als laatste semester voor de afstudeeropdracht gedaan worden. De afstudeeropdracht is altijd de afsluiting van de studie (zie deel 2 van dit opleidingsstatuut, Onderwijs- en Examenregeling, paragraaf 7). In een overzicht:
29
Semestermodel
Deel 1: Studiegids
Course propedeuse Project propedeuse Vaardighedenlessen en workshops tijdens de courses van een keuzesemester Courses keuzesemester Project keuzesemester
Stage
Afstuderen
Welke competenties Alle specifieke Alle algemene en specifieke Samenwerken, Communiceren of Planmatig werken naar keuze.
Niveau 1 1
Alle specifieke 2 specifieke naar keuze. Samenwerken, Communiceren of Planmatig werken zoals gekozen tijdens de voorafgaande courses. Vormbehoud tonen van al gehaalde algemene competenties Algemene competentie Zelfsturing. Vormbehoud tonen van al gehaalde algemene competenties 2 specifieke naar keuze. Alle algemene competenties. 2 specifieke naar keuze.
2 2
2
2
3
10.2.5 Voorlopige planning aanbod keuzesemesters voltijd, locatie ARNHEM
Vanaf september 2015 worden keuzesemesters niet meer uitgevoerd. 10.2.6 Voorlopige planning aanbod keuzesemesters voltijd, locatie NIJMEGEN
Vanaf september 2015 worden keuzesemesters niet meer uitgevoerd. 10.2.7 Stage en afstuderen in voltijd
De studie bevat twee buitenschoolse praktijkcomponenten: stage en afstuderen. Beide onderwijseenheden worden ingevuld in de beroepspraktijk. Ze sluiten aan bij de door jou gekozen opleiding. Stage en afstuderen hebben een omvang van 30 stp en duren een half studiejaar. De stage doe je in principe in het derde studiejaar, nadat je drie semesters hebt gevolgd. Om de stage te mogen uitvoeren moet je de propedeuse en minimaal 37,5 stp uit de hoofdfase hebben gehaald. De stage mag niet direct vóór de afstudeeropdracht worden gedaan. Het afstudeerproject is altijd de afsluiting van de studie. Om met het afstudeerproject te mogen beginnen moet je de propedeuse en alle overige onderdelen van de hoofdfase hebben gehaald. Zie voor overige informatie over stage en afstuderen de Stage- resp. de Afstudeerhandleiding.
10.3
Aanbod in Deeltijd
10.3.1 Verschillen met de voltijdstudie
Het deeltijdcurriculum leidt op voor hetzelfde beroepsprofiel als het voltijdcurriculum, maar kan per onderwijseenheid een afwijkende structuur, onderwijsvormen, opdrachten of toetsvormen hebben. Belangrijke verschillen met voltijd zijn: De nominale studieduur is 4,5 jaar. De structuur van het hoofdfasecurriculum is anders dan in voltijd. Zie hieronder, bij Opbouw van de deeltijdstudie. De deeltijduitvoering start altijd in september. Er is dus geen halfjaarlijkse instroom mogelijk.
30
Semestermodel
Deel 1: Studiegids
In de deeltijdpropedeuse ontbreekt het project zoals dat in het voltijdcurriculum wordt aangeboden. De algemene competenties op niveau 1 die in dit project centraal staan kunnen deeltijdstudenten aantonen met een reflectieverslag over hun werkervaring en de daarmee verworven competenties (portfolio Professional skills). Er worden minder keuzesemesters aangeboden dan in voltijd, omdat de instroom van deeltijdstudenten kleiner is dan die van voltijdstudenten. Op grond van relevante werkervaring kan een andere regeling voor de stage worden getroffen.
10.3.2 Opbouw van de deeltijdstudie
De deeltijdstudie is opgebouwd uit een propedeuse van zes courses, drie deeltijdkeuzesemesters, een stage, een deeltijdproject, een minor en een afstudeerproject. De student kan het deeltijdproject pas gaan volgen nadat hij twee kernsemesters van de opleiding met succes heeft afgerond. De volgende afbeelding geeft een schematisch overzicht van de studieroute die je in deeltijd moet doorlopen. jr niveau 5
3
afstudeerproject (30 stp)
4
2
deeltijdproject (niveau 2, 22,5 stp)
minor (30 stp)
3
2
deeltijdkeuzesemester (22,5 stp)
stage (30 stp)
2
2
deeltijdkeuzesemester (22,5 stp)
deeltijdkeuzesemester (22,5 stp)
1
1
propedeuse-courses (6 x 7,5 stp) propedeuse professional skills portfolio (15 stp)
Voor het professional skills portfolio en de stage is compensatie mogelijk op grond van relevante werkervaring. Je kunt het deeltijdproject pas gaan volgen nadat je twee basissemesters van de opleiding met succes heeft afgerond.
10.3.3 De propedeuses in deeltijd
ICA bood tot en met studiejaar 2012-2013 twee deeltijdpropedeuses aan: de I (Informatica) propedeuse en de C (Communicatie) - propedeuse. Deze propedeuses starten niet meer in 2013-2014, omdat het semestermodel worden uitgefaseerd. Welke propedeuse de student volgde hing af van de gekozen opleiding. Voor de opleidingen I en TI volgde men de I-propedeuse, en voor de opleidingen BIM en CMD waren beide propedeuses mogelijk. Deze propedeuses waren aanbodgericht. De propedeuses in deeltijd hadden elk als onderwijseenheden (beroepstaken) zes courses van 7,5 stp. De overige 15 stp waarin de professional skills op niveau 1 centraal stonden konden op grond van werkervaring aangetoond worden. De C-propedeuse in deeltijd bestond uit de volgende onderwijseenheden: Brand Design, WIKI, ReMediate, Portal, Immersive Space, en Direct E-Mail. De I-propedeuse in deeltijd bestond uit de volgende onderwijseenheden: Product Quality, Structured Program Development, Databases & Applications, Website Development, ICTInfrastructuur, en Object-Oriented Program Development.
31
Semestermodel
Deel 1: Studiegids
10.3.4 De hoofdfase in deeltijd
Deeltijdkeuzesemesters ICA hanteert in de hoofdfase in deeltijd het zogenaamde keuzesemestermodel. Afhankelijk van de propedeuse die je gevolgd hebt en de opleiding waarvoor je ingeschreven staat, moet je drie keer een keuze maken uit een aantal deeltijdkeuzesemesters, die elk in totaal 22,5 studiepunten opleveren. Je slb’er helpt je bij het maken van die keuzes. De deeltijdkeuzesemesters zijn afgeleid van de voltijdkeuzesemesters en dragen dezelfde naam. In elk deeltijdkeuzesemester staat een beroepstaak centraal zoals die werkelijk in de praktijk kan bestaan. Het onderwijs binnen zo’n beroepstaak vertoont natuurlijk een zeer grote samenhang: alles wat je leert, draagt er toe bij om de beroepstaak zo goed mogelijk te kunnen uitvoeren. Een deeltijdkeuzesemester heeft een looptijd van een half jaar. In dat halve jaar wordt echter géén project aangeboden, maar wèl na de courses nog een verzwaring van de studielast ter grootte van 7,5 stp. Reden hiervoor is dat het drie keer volgen van een project van een half jaar als keuzesemesteronderdeel zoals in voltijd niet past voor deeltijdstudenten die al jaren in de praktijk werkzaam zijn. We spreken daarom in deeltijd expliciet van deeltijdkeuzesemesters als we het over keuzesemesters hebben. Zo’n deeltijdkeuzesemester bestaat dus voor jou altijd uit drie aparte onderwijseenheden: je begint met het volgen van twee parallel gegeven courses in het oneven blok en daarna volg je aanvullend onderwijs in het even blok. Door de courses te volgen kun je competenties op niveau 2 behalen en in het aanvullend gedeelte breng je ze op een nog hoger niveau. Deeltijdkeuzesemester Course 1 (zoals in voltijd) Course 2 (zoals in voltijd) ++ gedeelte Totaal 22,5 stp
7,5 stp 7,5 stp 7,5 stp
Deeltijdproject Apart van deze deeltijdkeuzesemesters wordt één half jaar ingevuld met een deeltijdproject waarvan de projectopdracht kenmerkend is voor de opleiding die je volgt. Je kunt het deeltijdproject pas gaan volgen nadat je twee kernsemesters (zie §17.4.3) van de opleiding met succes hebt afgerond. Kenmerkend voor het deeltijdproject is dat het een overkoepelend project is voor de kernsemesters van een opleiding waar het bij hoort. Dat stelt speciale eisen aan de opdracht. Het deeltijdproject zal daardoor de essentie van de opleiding betreffen. In het deeltijdproject moeten bovendien drie algemene competenties (Planmatig werken, Samenwerken, en Communiceren) naar niveau 2 gebracht worden. 10.3.5 Competentieniveaus in de hoofdfase deeltijd
In de hoofdfase kun je in een deeltijdkeuzesemester, het deeltijdproject en in de stage competenties op niveau 2 halen. Welke specifieke competenties je op niveau 2 aantoont in het deeltijdproject bepaal je zelf. Hiermee kun je je, behalve door zelf te kiezen voor bepaalde beroepstaken, ook nog eens extra specialiseren op bepaalde competenties: je kunt bijvoorbeeld kiezen voor Analyseren/Onderzoeken en Ontwerpen, of voor Ontwerpen en Realiseren. Bij de afstudeeropdracht gaat het om specifieke competenties en de competentie Zelfsturing op niveau 3. De afstudeeropdracht is altijd de afsluiting van de studie (zie deel 2 van dit opleidingsstatuut, Onderwijs- en Examenregeling, paragraaf 7).
32
Semestermodel
Deel 1: Studiegids
In een overzicht: Welke competenties Course propedeuse Hoofdfase Vaardighedenworkshop Deeltijdkeuzesemester Stage
Deeltijdproject
Afstuderen
Alle specifieke Alle algemene
Niveau 1 2
Alle specifieke Algemene competentie Zelfsturing. 2 specifieke naar keuze. Vormbehoud tonen van al gehaalde algemene competenties 2 specifieke naar keuze. Algemene competenties Samenwerken, Communiceren en Planmatig werken. Alle algemene competenties. 2 specifieke naar keuze.
2 2
2 3
10.3.6 Voorlopige planning aanbod deeltijdkeuzesemesters
Vanaf september 2015 worden keuzesemesters niet meer uitgevoerd.
10.3.7 Stage en afstuderen in deeltijd
De studie bevat twee buitenschoolse praktijkcomponenten: stage en afstuderen. Beide onderwijseenheden worden ingevuld in de beroepspraktijk. Ze sluiten aan bij de door jou gekozen opleiding. Stage en afstuderen hebben een omvang van 30 stp en duren een half studiejaar. De stage doe je in principe in het derde studiejaar. Om de stage te mogen uitvoeren moet je de propedeuse en minimaal één semester uit de hoofdfase hebben gehaald. De stage mag niet direct vóór de afstudeeropdracht worden gedaan. Voor de stage kan een andere regeling worden getroffen op grond van eerder opgedane werkervaring. Er is een procedure op grond waarvan bepaald wordt of je voldoende werkervaring hebt om hiervoor in aanmerking te komen. Deze procedure bestaat in elk geval uit een ervaringsoverzicht, maar zo nodig zul je één of meer aanvullende opdrachten moeten doen. Een projectverslag en een projectpresentatie maken altijd deel uit van de procedure. Deze zijn essentieel als oefening voor het afstuderen. Voor meer details verwijzen we naar de regeling Stage Deeltijd op Scholar onder Stage en Afstuderen. Het afstudeerproject is altijd de afsluiting van de studie. Om met het afstudeerproject te mogen beginnen moet je de propedeuse en alle overige onderdelen van de hoofdfase hebben gehaald.
10.4
Keuzesemesters in Voltijd en Deeltijd
10.4.1 Overzicht keuzesemesters
Hieronder zie je het totale overzicht van de (deeltijd-)keuzesemesters en hun courses. Waar keuzesemester staat kan ook deeltijdkeuzesemester gelezen worden. Per course staat aangegeven welke propedeuse(s) ze als ingangseis hebben. De voltijdprojecten of de deeltijdverzwaringen zijn niet aangegeven.
33
Semestermodel
Deel 1: Studiegids
Code
Beroepstaak
ABI
Align Business and ICT
ADEB
Advise an E-Business Solution
APC
Automate a Process Control
ASOM
Advise a Social Media Solution
CAR
Create a Robot
CAVI
Create Audio and Visuals for Internet
CICA
Create an Interactive Content Application
CRIA
Create a Rich Internet Application
DDOA
Develop a Distributed OO Application
DECO
Deploy Enterprise Content
DEMO
Design Embedded Media Objects
DIS
Develop an Information System
DMEC
Develop and Maintain an E-Community
GAME
Create a Game
MPNA
Make a high Performance Network Application
Courses Implementation Advise information solutions Deploy business software Internet marketing & web analytics E-business plan E-business development Vertical Integration Process control Advise digital communication solutions Develop social media usage Embedded systems analysis and design Embedded systems realisation Audio visual design Audio visual communication Interactive content creation Interactive narrative design Interactive media engineering Visual screen design Interaction design Web Technology Engineer an OO application Develop a distributed application Social Software & Dashboards Managing Enterprise Content Information Delivery Design for context Designing intelligence & natural interaction Design with Technology Requirements engineering Database design Database programming Community Design & Management Online dynamics & concepting Web engineering Game art Game play Game development Operating systems Network programming
Propedeuse C of I C of I I C C of I I I I C C I I C C C C of I I C C of I I I I C C of I I C C of I I I I I C C of I I C C of I I I I
10.4.2 Doorloopmogelijkheden van een keuzesemester
Je ziet dat een aantal keuzesemesters drie courses heeft in plaats van twee. Toch volg je altijd maar twee courses. Een keuzesemester met twee courses, zoals DDOA, kan natuurlijk maar op één manier doorlopen worden. Maar voor een keuzesemester als ABI zijn er twee doorloopmogelijkheden: òf je kiest voor de courses Implementation en Advice information solutions, òf voor Advice information solutions en Deploy business software. ABI
Align Business and ICT
Implementation Advise information solutions Deploy business software
34
C of I C of I I
Semestermodel
Deel 1: Studiegids
We zeggen ook wel dat ABI ‘links’ of ‘rechts’ doorlopen wordt (in schema’s zie je vaak dat die beide courses links of rechts staan), en we noemen de twee mogelijkheden ABI (L), dan wel ABI (R). In een keuzesemester met drie courses komt een beroepstaak aan de orde die meerdere facetten heeft. Afhankelijk van je belangstelling, opleiding en gevolgde propedeuse kun je voor één van beide doorloopmogelijkheden kiezen. Vanuit de C-propedeuse volg je ABI (L), vanuit de I-propedeuse ABI (L) òf ABI (R). In het project kunnen studenten als specialisten in een bepaald facet de werkzaamheden verdelen, waarbij het uiteindelijke resultaat de verantwoordelijkheid van de hele groep is. Een ander voorbeeld is de beroepstaak Create a Game. Als je hiervoor kiest vanuit de C-propedeuse, volg je GAME (L), en doe je de course Game art om competenties te ontwikkelen op het gebied van vormgeving en de course Game play om te leren wat een game nu eigenlijk tot ‘een game’ maakt. Een student die de I-propedeuse gedaan heeft moet dat laatste ook leren, maar zal ook een game engine moeten kunnen bouwen: daarom volgt hij in GAME (R) naast Game play ook de course Game development. GAME
Create a Game
Game art Game play Game development
C C of I I
Naast de courses worden ook nog lessen “priofessional skills” (algemene competenties) ingeroosterd. In een project moet je deze competenties aantonen geïntegreerd met de domeinspecifieke beroepstaak.
10.4.3 Toelichting op de toegestane semesterkeuzes: de 2K+V-regel
In de hoofdfase kun je voor een zeer groot deel zelf je leerroute bepalen door uit 15 keuzesemesters er drie te kiezen. Er is één voorwaarde: de gekozen keuzesemesters moeten wel binnen je opleiding passen! Om dit te garanderen heeft elke ICA-opleiding een aantal keuzesemesters als kernsemester en een aantal als verwant semester gekwalificeerd (zie onder). Je moet uit het aanbod van een opleiding minstens twee kernsemesters kiezen, en je mag dus hooguit één verwant semester kiezen. Dit wordt de 2K+Vregel genoemd. Je bent natuurlijk vrij om drie kernsemesters te kiezen (en dus geen verwant semester). Kernsemester Een kernsemester van een opleiding is een keuzesemester met een beroepstaak die typerend is voor het beroepsprofiel van de opleiding. Er worden onderwerpen in behandeld die traditioneel in bijna alle vergelijkbare opleidingen zijn te vinden. Je moet uit de pool van kernsemesters behorende bij een specifieke opleiding er minimaal twee kiezen. Verwant semester In een verwant semester staat een beroepstaak centraal die zich bevindt op het grensvlak van het beroepsprofiel en overige ICT-gerichte beroepsprofielen, en daardoor een verbreding van competenties oplevert als je die volgt. Het aanbieden van een verwant semester vergroot het spectrum van ICTberoepen waarop je je kunt voorbereiden. Je kunt uit de pool van verwante semesters er maximaal één kiezen. Voorbeeld (zie de tabel hieronder) Als je de I-propedeuse gedaan hebt en je volgt de I-opleiding, dan past CRIA uitstekend binnen die opleiding, mits je van CRIA de twee courses Interaction design en Web Technology volgt; we noemen
35
Semestermodel
Deel 1: Studiegids
CRIA (R) daarom een kernsemester voor I. Maar ASOM is niet toegestaan als keuzesemester voor de Iopleiding, omdat de competenties die je daar kunt halen niet passen in het Informatica-profiel. Elk keuzesemester heeft zo een bepaalde status toegewezen gekregen binnen de opleidingen. De status van een keuzesemester binnen een opleiding Afhankelijk van de doorloopmogelijkheid van een keuzesemester (‘links’ of ‘rechts’) is vastgesteld of die door een opleiding als kernsemester of als verwant semester wordt gezien, of helemaal niet bij de opleiding hoort. Zo is per doorloopmogelijkheid een status per opleiding bepaald. Het resultaat kun je zien in de tabel op de volgende pagina: Keuzesemesters en hun status (kern of verwant) in de opleidingen 2014-2015. Je uiteindelijke keuzecombinatie moet òf uit drie kernsemesters bestaan, òf uit twee kernsemesters en één verwant semester. Houd bij het maken van je keuze rekening met het feit dat keuzesemesters niet altijd aangeboden worden.
36
Semestermodel
Deel 1: Studiegids
10.4.4 Keuzesemesters en hun status (kern of verwant) in de opleidingen 2014-2015 Opleiding
Opleidingsrichting Kernsemester (uit deze rij kies je er 2 of 3)
Verwant semester (uit deze rij kies je er 1 of geen)
Communication and Multimedia Design
Business IT & Management
Informatica
Technische Informatica
CMD
BIM
I
TI
Bachelor of ICT I DDOA DIS (L òf R) CRIA (R) MPNA
Bachelor of ICT TI APC CAR DEMO (R)
ABI (L òf R) APC CAR CICA (R) DMEC (R) GAME (R) DEMO(R) DECO(R)
ABI (L òf R) CRIA (R) DDOA DIS (L òf R) GAME (R) MPNA
Bachelor of ICT CMD C CMD I CICA (L) CICA (R) CRIA (L) CRIA (R) GAME (L) GAME (R) DMEC (L) DMEC (R) DEMO(L) DEMO(R) CAVI ABI (L) ABI (R) ADEB (L) ADEB (R) DECO(L) DECO(R) ASOM DDOA DIS (L òf R) MPNA
Bachelor of ICT BIM C BIM I ASOM ABI (L òf R) ADEB (L) ADEB (R) DMEC (L) DIS (L) DECO (L) DECO (R)
ABI (L) CICA (L) CRIA (L) CAVI DEMO (L)
APC CRIA (R) DDOA DIS (R) DMEC (R) DEMO (R)
Leesvoorbeeld. Stel je volgt CMD vanuit de C-propedeuse, dus de opleidingsrichting CMD C. Toegestane keuzecombinaties zijn dan onder andere: CICA, CRIA en GAME (want ze zijn elk kernsemester van CMD C), of: CICA, CRIA en ASOM (want de eerste twee zijn kernsemester van CMD C, en de laatste is verwant).
37
Semestermodel
Deel 1: Studiegids
10.4.5 Uitzonderingen op de 2K+V-regel
Raadpleging van de bovenstaande tabel biedt niet altijd uitkomst. Voorbeeld. Als je de I-propedeuse gedaan hebt zou volgens de bovenstaande tabel de combinatie ABI, CRIA, en DIS toegestaan zijn voor zowel de opleiding I als de opleiding BIM I. Maar deze combinatie is alléén toegestaan voor de BIM I-opleiding. Dit kun je zien in de volgende tabel, die alle uitzonderingen op de bovengenoemde regel bevat. Controleer een gemaakte keuze dus altijd even via deze tabel, samen met je studieloopbaanbegeleider!
Keuzecombinatie ABI (L) ABI (L) ABI (R) ABI (R) ADEB (L) ADEB (L) ADEB (L) ADEB (L) ASOM ASOM ASOM ASOM
CRIA (R) DDOA CRIA (R) DDOA CAVI CICA (L) CRIA (L) DEMO (L) CAVI CICA (L) CRIA (L) DEMO (L)
DIS (L) DIS (L) DIS (L) DIS (L) DMEC (L) DMEC (L) DMEC (L) DMEC (L) DMEC (L) DMEC (L) DMEC (L) DMEC (L)
Opleidingsrichting BIM I BIM I BIM I BIM I CMD C CMD C CMD C CMD C CMD C BIM C BIM C BIM C
Keuzecombinatie CAVI CICA (L) CICA (R) CICA (R) CICA (R) CICA (R) CRIA (L) CRIA (R) CRIA (R) CRIA (R) CRIA (R) CRIA (R)
DECO (L) DECO (L) CRIA (R) CRIA (R) CRIA (R) CRIA (R) DECO (L) DDOA DDOA DDOA DECO (R) DEMO (R)
DMEC (L) DMEC (L) DDOA DIS (L) DIS (R) MPNA DMEC (L) DEMO (R) DMEC (R) GAME (R) DIS (L) DIS (L)
38
Opleidingsrichting CMD C CMD C CMD I CMD I CMD I CMD I CMD C CMD I I CMD I I CMD I
Keuzecombinatie CRIA (R) CRIA (R) CRIA (R) CRIA (R) CRIA (R) CRIA (R) CRIA (R) CRIA (R) DDOA DECO (L)
DEMO (R) DEMO (R) DIS (L) DIS (L) DIS (R) DIS (R) DMEC (R) GAME (R) DECO (R) DEMO (L)
DIS (R) MPNA DMEC (R) GAME (R) DMEC (R) GAME (R) MPNA MPNA DIS (L) DMEC (L)
Opleidingsrichting CMD I CMD I I CMD I I CMD I I CMD I I CMD C
10.5
Deelname aan onderwijseenheden
Voor de propedeuse is de inschrijving voor owe’s voor iedere student door de opleiding geregeld. Aan het einde van het eerste jaar maak je een keuze vooreen profiel. Als je aan alle voorwaarden voldoet, word je door het Onderwijsbureau ingedeeld bij een semester. Deelname aan sommige semesters is soms aan een maximum aantal gebonden. In dat geval volg je eerst een ander studieonderdeel. Je slb’er zal je hierbij begeleiden en adviseren.
10.6
Studieadvies
Uiterlijk aan het eind van het eerste jaar van inschrijving voor de propedeutische fase krijg je van de opleiding een schriftelijk studieadvies. Bij het bepalen van het studieadvies houdt de opleiding rekening met je persoonlijke omstandigheden. Zie deel 2 van dit Opleidingsstatuut, Onderwijs- en examenregeling (OER), paragraaf 5, voor de precieze regeling. Deze paragraaf bevat een volledig overzicht van de regels die gelden bij het studieadvies propedeutische fase.
10.7
Tentamens
Elke onderwijseenheid wordt via een tentamen getoetst. Een tentamen bestaat meestal uit deeltentamens. Een overzicht van alle (deel)tentamens (in het vervolg ook toetsen genoemd) kun je vinden in het Toetsschema ICA 2015-2016. De toetsen van een owe kun je ook vinden in de Propedeuse- of Hoofdfase owe-beschrijvingen (zie deel 3 van dit opleidingsstatuut). Je bent automatisch ingeschreven voor de (deel)tentamens die horen bij het onderwijs waarvoor je bent ingeschreven. Voor herkansingen dien je je tijdig individueel in te schrijven volgens de procedure zoals opgenomen in de Herkansingsregeling ICA 2015-2016.
10.8
Integrale toetsing
De HAN schrijft voor dat studenten ook ‘integraal’ worden getoetst. ‘Integrale toetsing beoogt de geschiktheid in de beroepsontwikkeling van de student te meten en daar consequenties aan te verbinden met betrekking tot de voortgang naar een volgende fase in de studie of ter afsluiting van de studie. De tentaminering is beroepsintegrerend en omvat derhalve meerdere beroepstaken, waardoor deze gezien kunnen worden als integrale toets.’ Bij ICA hebben we integrale toetsen op de volgende manieren ingevoerd: Propedeuse: Alle propedeuse-owe’s gehaald. Hoofdfase: Alle semesters en stage gehaald. Bachelorfase: Afstudeeropdracht voldoende afgerond. Zie voor de integrale toetsbeschrijvingen deel 3 van dit Opleidingsstatuut.
10.9
Aanbod van minors en vrije minors
De minor is een onderwijseenheid waarmee je de kans krijgt je beroepscompetenties te verbreden of verdiepen (zie ook hoofdstuk 4 van dit Opleidingsstatuut). Je minorkeuze wordt beoordeeld door de Examencommissie ICA. Bij het kiezen van een minor geldt in alle gevallen dat er geen (grote) overlap mag zijn met de beroepstaken/competenties die je al in de eigen major – op hetzelfde niveau - verwerft. Zie voor de precieze regels bij minorkeuze deel 2 van dit opleidingsstatuut, paragraaf 3.
10.10
Minoraanbod van ICA
Verdiepende ICA- minors ICA biedt een aantal verdiepende minors aan die toegankelijk zijn mits er geen overlap is met een eerder gevolgde onderwijseenheid. Bedenk dat deze minors van een bepaalde voorkennis uitgaan. Voor het schooljaar 2014-2015 is een
Semestermodel
Deel 1: Studiegids
vast aanbod samengesteld voor voltijd- en deeltijdstudenten die ingestroomd zijn vóór het studiejaar 2013-2014. ICA streeft ernaar om elke minor minimaal één keer per jaar aan te bieden. Het gaat het om de volgende minors, die elk een grote onderzoekscomponent bevatten: Mobile Application Development (MAD, voltijd) In deze minor, gericht op I- en CMD-I-studenten, leer je de ins en outs van het ontwikkelen voor verschillende mobiele platformen, waaronder Android, Apple en Windows Phone. De eerste uitvoering van deze minor zal op zijn vroegst in het tweede semester van 2014-2015 zijn met een beperkte groep van voltijdstudenten. De exacte inhoud kan bij uitvoering afwijken van deze beschrijving. Advanced Programming (AP, voltijd) Als je al ervaring met programmeren hebt kun je hier een aantal geavanceerde technieken leren waarmee je veel spannender software kunt schrijven en veel meer uit je programmeertaal kunt halen. Je maakt onder andere kennis met niet-dagelijkse algoritmen waarbij je ook andere datastructuren en oplossingsstrategieën leert. Daarnaast verdiep je je in ontwerppatronen, verschillende nieuwe programmeertalen en –paradigma’s en softwarearchitectuur. Business Intelligence (BI, voltijd) Business Intelligence gaat over het verstrekken van informatie aan managers en kenniswerkers ter ondersteuning van bedrijfsprocessen en besluitvorming. Als BI-specialist moet je zeer goed kunnen opereren op het raakvlak tussen de business of dienstverlening aan de ene en ICT aan de andere kant. Aan beide kanten besteedt de minor uitgebreid aandacht. Je leert wat de rol is van BI en kennismanagement in een organisatie en wat er komt kijken bij het opzetten van een BI-project. Ook ontwerp en bouw je een simpele BI-oplossing en leer je werken met sterschema’s, data warehouses en datamarts. Je maakt kennis met actuele thema’s zoals o.a. inmemory BI, datamining en Data Vault. We nodigen gastsprekers uit of bezoeken een congres. Digital Communication for Businesses (DCB, voltijd en deeltijd) Deze minor kent twee courses: Internetcampagne en Internetstrategie. Bij Internetcampagne wordt voor een organisatie een campagneconcept uitgewerkt voor een nieuw product of een nieuwe dienst, waarbij het accent ligt op digitale media. Alle facetten van de conceptontwikkeling komen aan de orde, inclusief promotie en kostenaspecten. Bij Internetstrategie werken we - zo mogelijk voor hetzelfde bedrijf - aan de vraag: "Hoe moet de webvoorziening van deze organisatie er over 3 - 5 jaar uit zien?”. Hierbij komen aspecten aan de orde als organisatieanalyse, SWOT, confrontatiematrix en trendanalyse. Hoe kan de organisatie anticiperen op de nieuwste trends in digitale communicatie? Digital Media Production (DMP, voltijd en deeltijd) Deze minor is bedoeld voor nieuwsgierige studenten die zich willen verdiepen in het ontwikkelen van innovatieve mediaproducten. Onderwerpen zijn: E-content ontwikkeling, crossmedia ontwerp, E-communities, web-en mediatechnologie, production design. Informatiemanagement (IM, deeltijd) Binnen deze minor ga je in de rol van informatie-architect aan de slag met het opstellen van het Informatiebeleid, dat moet worden afgeleid van de business. Dit ‘alignment’ ga je in een groot project uitvoeren bij een echt bedrijf dat je zelf mag gaan zoeken. Hierbij maak je gebruik van een architectuur-methode. Wekelijks word je hierbij intensief begeleid. In de eerste course leren we je strategisch te denken en de architectuurmethode toe te passen. In het tweede gedeelte zal in Capita Selecta ingegaan worden op andere onderwerpen als Kennismanagement, Service Oriented Architecture en Verandermanagement. Daarnaast doe je met je groep een onderzoek naar een eigen gekozen onderwerp. Lessen onderzoeksvaardigheden helpen je hierbij en je wordt hierbij ook wekelijks begeleid door een onderzoekscoach. Scripting for Designers (S4D, voltijd) Deze minor richt zich op programmeervaardigheden en kennis van multimediatechnologie. Niet met als doel om een "beetje programmeur" te worden, maar vooral om een betere designer te worden. De focus ligt op het maken van prototypes, het ontdekken en beoordelen van mogelijkheden van interessante multimedia-platforms (PHP, Flash, SecondLife, Arduino, etc.), en ontwerpprocessen waarin techniek en creativiteit elkaar versterken. Je krijgt een stevige Basistraining Programmeren, die ook de moeite waard is voor hen die al wat programmeerervaring hebben. Daarnaast een studie in Multimedia Platforms, en een project waarin je nieuwe 40
Semestermodel
Deel 1: Studiegids
scripting-technologie voor je favoriete platform onderzoekt. Voorkennis is niet vereist, maar als je ervaring hebt, dan kun je die gebruiken in de eigen opdrachten. Deze minor wordt alléén in voltijd aangeboden, voor studenten met een C-propedeuse. Webtechnologie (WT, deeltijd) In een onderzoeksproject ga je zelf aan de slag met een nieuwe, interessante techniek die met het web te maken heeft, zoals een nieuw framework of een content management systeem, maar het kan ook een webprogrammeertaal of set tools zijn. In een course krijg je les in het bouwen van een snelle en betrouwbare infrastructuur die miljoenen requests ondersteunt. De tweede course behandelt het bouwen van een beveiligde datagedreven webapplicatie zoals bol.com.
Het vastgestelde aanbod voor het schooljaar 2015-2016 vind je terug in onderstaand schema. Uitvoering van een minor is afhankelijk van het aantal inschrijvingen. Semester 1 AP (VT) BI (VT) DCB (VT+DT) DMP (VT+DT) IM (DT) S4D (VT) WT (DT)
Semester 2 MAD (VT, pilot ICA studenten) AP (VT) DCB (VT + DT) DMP (VT + DT) S4D (VT) WT (DT)
Houd er met je inschrijving rekening mee dat je alleen minors kunt volgen die voor jouw studievorm (voltijd of deeltijd) aangeboden worden. Van enkele minors bestaat een voltijd- en deeltijduitvoering, deze zullen verschillen in didactiek, toetsing en contacturen. Als voltijdstudent kun je rekenen op drie dagdelen contacturen verspreid over de week, als deeltijdstudent op twee dagdelen op donderdag, mogelijk zijn voltijd- en deeltijdcontacturen samengevoegd in het rooster. Doorstroomminor Er is een verdiepende minor die toegang geeft tot een verkort mastertraject: met de Radboud Universiteit in Nijmegen zijn afspraken gemaakt over doorstroomtrajecten. Je volgt dan een minor op de universiteit bij de betreffende faculteit. Meer informatie over doorstroomtrajecten in de verschillend richtingen vind je op http://www.ru.nl/iii/onderwijs/informatica/hbo-doorstroom/ en http://www.ru.nl/iii/onderwijs/informatiekunde/hbodoorstroom/.
41
Semestermodel
Deel 1: Studiegids
11 Studieloopbaanbegeleiding Aan het begin van je opleiding krijg je een studieloopbaanbegeleider (slb’er propedeuse) toegewezen, die je eerste aanspreekpunt is en je begeleidt zolang je de propedeuse nog niet hebt behaald. De studieloopbaanbegeleiding vindt plaats in individuele gesprekken en in groepsbijeenkomsten. Na het behalen van de propedeuse krijg je een andere slb’er, namelijk een slb’er hoofdfase. Zie ook deel 2 van dit Opleidingsstatuut, Onderwijs- en examenregeling (OER), paragraaf 9. 11.1 Taken van de studieloopbaanbegeleider in de propedeuse De slb’er fungeert als schakel tussen jouw onderwijsvraag en het aanbod van de opleiding. Bij keuzemomenten stelt hij samen met jou het studiecontract op en accordeert dit vervolgens namens de opleiding. In de propedeuse is de studieloopbaanbegeleiding voornamelijk aanbodgestuurd. De slb’er initieert de groepsbijeenkomsten en hij nodigt je uit voor individuele gesprekken. Uiteraard kun je indien nodig ook zelf contact opnemen met je slb’er. De slb’er heeft verschillende taken. De slb’er: begeleidt je individueel en in groepsverband bij je professionele ontwikkeling en studie. begeleidt je in je eerste jaar in alle zaken die nieuw voor je zijn, zoals organisatie van courses en projecten, digitale informatiebronnen van ICA, studiepunten, herkansingen, voorlopig en bindend studieadvies etc. bouwt een vertrouwensrelatie met je op. is jouw eerste aanspreekpunt bij bijzondere situaties en of (persoonlijke) problemen. is het eerste aanspreekpunt voor docenten voor situaties waarin de docent merkt dat jij vastloopt en hulp nodig hebt. helpt jou de studievoortgang te bewaken door regelmatig in individuele gesprekken met jou de voortgang te bespreken. begeleidt en adviseert je in het maken van weloverwogen keuzes om (onnodige) studievertraging te voorkomen; geeft ‘hulp bij de besluitvorming’. helpt je bij problemen van allerlei aard die de studievoortgang (kunnen) belemmeren. geeft persoonlijke problemen of omstandigheden die van invloed zijn op je studieverloop (en eventuele kans op een bindend negatief studieadvies, BNSA) door aan het SLB-kernteam, voor afstemming en eenduidige afspraken. evalueert met jou je studieverloop en begeleidt en adviseert bij het samenstellen van je studiepakket als je een studieachterstand hebt opgelopen. signaleert en begeleidt bij ernstige studievertraging. legt een dossier aan. Bij specifieke vragen, zoals bijvoorbeeld vragen over studiefinanciering, financiële ondersteuning in geval van bijzondere omstandigheden, vragen over de combinatie studie en functiebeperking of studie en topsport kun je terecht bij de campusdecaan. 11.2 Taken van studieloopbaanbegeleider in de hoofdfase De slb’er fungeert als schakel tussen jouw onderwijsvraag en het aanbod van de opleiding. Bij keuzemomenten stelt hij samen met jou het studiecontract op en accordeert dit vervolgens namens de opleiding. Na het behalen van de propedeuse is de studieloopbaanbegeleiding voornamelijk vraaggestuurd. In tegenstelling tot de propedeuse zijn er geen groepsbijeenkomsten meer en ben jij degene die het initiatief neemt voor een gesprek. Als je vragen of problemen hebt, neem je contact op met je je hoofdfase slb’er. Je kunt hierbij denken aan studievertraging, (persoonlijke) problemen, bijzondere situaties, veranderen van profiel- of etc. In geval van (ernstige) studievertraging en bij de minorkeuze nodigt de hoofdfase slb’er jou uit voor een gesprek.
42
Semestermodel
Deel 1: Studiegids
Bij specifieke vragen, zoals bijvoorbeeld vragen over studiefinanciering, financiële ondersteuning in geval van bijzondere omstandigheden, vragen over de combinatie studie en functiebeperking of studie en topsport kun je terecht bij de campusdecaan. 11.3 Het SLB-kernteam Naast de slb’er die iedere student bij ICA heeft, is er ook een kernteam studieloopbaanbegeleiding. Een lid van het kernteam is tevens coördinator SLB. Je kunt door je slb’er naar dit team worden doorverwezen in bijzondere situaties. Het kernteam SLB heeft als taken en verantwoordelijkheden: begeleiden van studenten die door slb’ers zijn doorverwezen naar het kernteam SLB. toekennen van speciale faciliteiten aan, of het maken van speciale afspraken voor studenten met (persoonlijke) problemen of omstandigheden. de Examencommissie adviseren om af te wijken van de bestaande regels, bijvoorbeeld het geven van een bindend negatief studieadvies (BNSA). doorverwijzen naar het campusdecanaat (met het verzoek eventueel door te verwijzen naar instellingen buiten de HAN). bemiddelen bij problemen tussen student en slb’er. In uitzonderlijke gevallen kan besloten worden dat je een andere slb’er krijgt.
43
Semestermodel
Deel 1: Studiegids
Deel 1C Interne organisatie
44
Semestermodel
12
Deel 1: Studiegids
Faculteiten, domeinen en instituten
De HAN kent vier faculteiten: Economie en Management (FEM), Educatie (FE), Gezondheid, Gedrag en Maatschappij (FGGM) en Techniek (FT). De ondersteunende diensten van de HAN zijn ondergebracht in het servicebedrijf. Binnen de faculteiten zijn aan elkaar verwante bacheloropleidingen geclusterd in domeinen. Een instituut is een organisatorische eenheid die uit een of meer domeinen bestaat. ICA bundelt de domeinen Informatie & Communicatie Technologie (ICT) en Creative Technologies (CT).
Management en organisatie op faculteitsniveau De Faculteit Techniek staat onder leiding van de faculteitsdirecteur, Janneke Hoekstra. De faculteit bestaat uit vijf instituten met elk één of meer opleidingen: Built Environment, Engineering, Applied Sciences, Automotive en ICA. Verder heeft de faculteit een aantal lectoraten. Samen met een lector verrichten docenten in het lectoraat onderzoek en geven advies aan het bedrijfsleven. In de laatste fase van je studie kun je deelnemen aan activiteiten van de lectoraten.
Management en organisatie op instituutsniveau ICA staat per 1 september 2015 onder leiding van 1 directeur, Peter Koburg. De directie is verantwoordelijk voor ICA als totaal. Telefoon: (026 36 58) 253; e-mail:
[email protected]; lokaal: E0.10. De volledige organisatie van ICA is beschreven in de brochure Weet Wat ICA is (ICA, 2015. Intern document). Zie ook: www.han.nl -> Insite -> ICA ->Over Ons. We noemen in ieder geval de volgende organisatie-onderdelen: Onderwijsbureau ICA Het onderwijsbureau is meestal je eerste aanspreekpunt als iets onduidelijk is. Hier kun je terecht voor al je vragen over zaken als roosters, inlevermomenten, toetsing, vrijstellingen, boekenlijsten, diploma-uitreiking, etc. Het onderwijsbureau ICA bevindt zich recht tegenover de ICA-lounge, locatie C0.05. Openingstijden: maandag tot en met vrijdag van 8.30 - 17.00 uur (op donderdag tot 18.15 uur). Telefoon: (026) 3658 255 / 325 / 254; e-mail:
[email protected]. Examencommissie ICA De examencommissie stelt vast of je voldoet aan de voorwaarden die in de onderwijs- en examenregeling (OER) worden gesteld ten aanzien van kennis, inzicht en vaardigheden die nodig zijn voor het verkrijgen van de bachelorgraad. De examencommissie wijst voor het afnemen van tentamens en het vaststellen van de uitslag daarvan examinatoren aan. De leden van de examencommissie worden benoemd door de faculteitsdirecteur. Zie ook het model reglement examencommissie (deel 2 van dit opleidingsstatuut). E-mail:
[email protected] . Praktijkbureau ICA en Bureau Internationalisering ICA Het Praktijkbureau ICA onderhoudt contacten met het bedrijfsleven. Zij kunnen jou helpen bij het vinden van een passende stage of afstudeerproject. Het Praktijkbureau is bereikbaar in C.023, per e-mail:
[email protected] of op telefoonnummer 026-3658256. Wil je op stage naar het buitenland of je minor over de grenzen doen, dan kun je terecht bij Bureau Internationalisering ICA (BII). BII heeft dagelijks spreekuur van 12.00 tot 14.00 uur. Zij zijn gevestigd in C.011 en bereikbaar op telefoonnummer 026-3658331 of per mail:
[email protected]. 45
Semestermodel
Deel 1: Studiegids
XTEND Xtend is een studievereniging voor ICA studenten door ICA studenten. Zij zijn er voor creativiteit, techniek en uitbreiding op je studie en organiseren leuke uitjes en evenementen en zijn er voor een goede sfeer. Xtend is een uitbreiding op de studie van ICA studenten! XTEND is te bereiken via Facebook en LinkedIn.
Medezeggenschap Bij de HAN is inspraak geregeld op verschillende niveaus binnen de organisatie. Je hebt opleidingscommissies, faculteitsraden en de (centrale) medezeggenschapsraad. Opleidingscommissie (OC) Op opleidingsniveau is er een opleidingscommissie (OC). Deze heeft geen instemmingsrecht maar adviseert wel over allerlei opleidingszaken, bijvoorbeeld over de Onderwijs- en Examenregeling en de uitvoering ervan. Het aantal leden van de opleidingscommissie varieert per opleiding. De helft van de OC bestaat uit docenten, de helft uit studenten. Als student of docent kun je via de opleidingscommissie meedenken over het onderwijs en de organisatie van jouw opleiding. Bij ICA hebben we een Gemeenschappelijke Opleidingscommissie (GOC). Zie ook het model reglement opleidingscommissie (deel 2 van dit opleidingsstatuut). Zie voor de leden van de Gemeenschappelijke Opleidingscommissie ICA: www.han.nl -> Insite -> ICA ->Over Ons. Faculteitsraad (FR) Op faculteitsniveau is er een faculteitsraad. Deze raad heeft het recht om alle faculteitszaken te bespreken en vragen te stellen aan de directie. Die is verplicht hierop gemotiveerd te reageren. De faculteitsraad heeft instemmingsrecht als het gaat om beleid, begroting, onderwijs- en examenregelingen enzovoorts. Een faculteitsraad bestaat uit 12 leden: 6 personeelsleden en 6 studenten. Als student of docent kun je in de faculteitsraad meepraten over het beleid dat door de faculteitsdirectie wordt gemaakt. Het gaat dat om beleid voor de faculteit, maar ook voor alle instituten die onder de faculteit vallen. De FR praat dus ook mee over de instituten. Zie voor de leden van de Faculteitsraad Techniek: www.han.nl -> Insite -> Techniek -> Over Ons. Medezeggenschapsraad (MR) Via de medezeggenschapsraad (MR) hebben personeel en studenten op HAN-niveau inspraak. Het CvB is verplicht op vragen en opmerkingen gemotiveerd te reageren. De MR heeft instemmingsrecht. De instemming van de MR is vereist voor alle beslissingen op het gebied van hogeschoolbeleid, huisvesting, opleidingsaanbod en financiën. De MR bestaat uit 16 leden: 8 personeelsleden en 8 studenten. Als student of medewerker kun je in de MR meepraten over het algemene en vaak abstracte beleid van de hogeschool. Zie voor de leden van de Medezeggenschapraad: www.han.nl -> Insite -> Medezeggenschap.
46
Semestermodel
13
Deel 1: Studiegids
Kwaliteitszorg
Systeem van kwaliteitszorg van ICA
Het instituut peilt regelmatig de mening van studenten over allerlei zaken die betrekking hebben op het onderwijs in de ruime zin van het woord. In de eerste plaats het feitelijke onderwijs dat je in een bepaalde periode gevolgd hebt, maar bijvoorbeeld ook het studiemateriaal, planning van de uren en studietaken. Binnen ICA is de kwaliteitszorg gebaseerd op de Plan-Do-Check-Act-cyclus: onderwijs wordt bedacht, ontwikkeld en uitgevoerd, er wordt feedback verzameld, en daarop wordt actie ondernomen voor een nieuwe uitvoering. Daarnaast bezoekt binnen ICA de directie regelmatig een groot deel van de klassen om van gedachten te wisselen over de gang van zaken. Beroepenveldcommissie ICA (BVC) Om de kwaliteit van de opleiding te kunnen bewaken, hecht ICA groot belang aan de mening van deskundigen uit de werkvelden. Deze deskundigen komen minstens tweemaal per jaar in vergadering bijeen. Extern toezichthouders Om een oordeel over de kwaliteit van het examen te vormen wordt er toezicht gehouden door externe toezichthouders. De beoordeling over de kwaliteit van het examen betreft in het bijzonder: a. de kwaliteit van toetsing en beoordeling b. de kwaliteit van studenten (realisatie van de beoogde (eind)kwalificaties) c. de organisatorische kwaliteit van het examen. In 2015-2016 is het externe toezicht geregeld met twee bijeenkomsten van extern gecommitteerden, die na afloop van het bijwonen van de afstudeersessies (einde blok 2, blok 4) wordt gevraagd om gezamenlijk hun bevindingen en aanbevelingen over het proces van examinering vast te leggen.
Raad van Advies (RvA) De Raad van Advies heeft tot taak om de directie van ICA te adviseren en aanbevelingen te doen over de arbeidsmarkten bestuurlijke ontwikkelingen op het gebied van informatica en communicatie. Desgevraagd kan de Raad van Advies toestemming geven om bepaalde activiteiten van ICA te ondersteunen door het gebruik van de naam van de organisaties die deel uitmaken van de Raad van Advies.
47
Semestermodel
Deel 1: Studiegids
14 Jaarplanning studiejaar 2015 – 2016 (ICA) Wk 34
Datum 17 aug-15
Onderwijsweek
35
24-aug-15
Week 0
Activiteiten/bijzonderheden • Introductie: nieuwe medewerkers • 20 aug: Studiedag/Kick-Off (docenten) • Introductie: nieuwe studenten • 24 en 25 aug: aanvragen diploma (herkansers, studiejaar 2014-2015) • 27 aug: aftrapbijeenkomst stage P1-P2 • 27 aug: docenten aftrap propedeusecourses blok 1 • 27 aug: aftrapbijeenkomst afstuderen P1-P2 • 27 aug: HAN Parade 2015 Nijmegen • 27 en 28 aug: aftrap projecten en semesters • 28 aug : extra examenvergadering diploma’s (herkansers, studiejaar 2014-2015)
Start blok 1 36
31-aug-15
OW 1-1
37
7-sep-15
OW 1-2
38 39
14-sep-15 21-sep-15
OW 1-3 OW 1-4
40
28-sep-15
OW 1-5
41
5-okt-15
OW 1-6
42
12-okt-15
OW 1-7
43
19-okt-15
OW 1-8
44
26-okt-15
Herfstvakantie
45
2 nov-15
OW 1-9
• • • •
Aanmelden herkansingen VT: deadline 2 sep 12.00 uur Start afstuderen P1-P2 Start stage P1-P2 3 en 4 sep: aanvragen propedeuse DT studiejaar 2014-2015
• • • • • •
Aanmelden herkansingen DT: deadline 10 sep 17.00 uur 8 sep: propedeuse-uitreiking VT 2013-2014 10 sep: propedeuse-uitreiking VT 2013-2014 Nijmegen 10 sep: terugkomdag afstuderen P4-P1 11 sep: diploma-uitreiking (herkansers, studiejaar 2014-2015) 15 sep: propedeuse-uitreiking DT 2014-2015
• • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
t/m 30 sep: inschrijven minoren VT/DT 2 okt: HBO-ICT Job Event 2015 Rotterdam Startmoment aanmelden herkansingen VT/DT 6 okt: voorlichting stage Nijmegen VT 6 okt: profielenvoorlichting VT Nijmegen (feb instroom 2015) 7 okt: profielenvoorlichting VT Arnhem (feb instroom 2015) 7 okt: Sensormakersevent 8 okt: voorlichting stage en afstuderen VT Arnhem 9 okt: deadline inleveren afstudeeropdracht P2-P3 9 okt: deadline inleveren stageopdracht P2-P3 Informatieavonden ouders 1e jaars Arnhem VT 13 okt tot 14:00 uur: inleveren afstudeerverslag P4-P1 14 okt: definitief rooster stage en afstuderen P4-P1 15 okt: voorlichting stage DT 15 okt: voorlichting afstuderen DT Laatste OW blok 1 19 okt: informatieavond ouders 1e jaars Nijmegen 20 okt tot 14.00 uur: inleveren stageverslag P4-P1 21 okt: profielkeuzedag VO Nijmegen 21 ok tot 16.00 uur: uiterlijke deadline inleveren portfolio’s propedeuse VT (inclusief herkansingen) • 22 okt tot 16.00 uur: uiterlijke deadline inleveren portfolio’s hoofdfase, propedeuse DT (inclusief herkansingen) • t/m 23 nov: deadline keuze opleidingsprofielen en stage VT/DT • • • • • • • •
Afronding P1 (presentaties/projectleidersoverleg) VT Afstudeerpresentaties P4-P1 Stagepresentaties P4-P1 Assessments propedeuse VT/DT Lesrooster DT voor semesters en courses over twee blokken loopt door 3 nov: profielkeuzedag VO Arnhem 3 nov: Open Avond DT Nijmegen 4 nov: profielkeuzedag VO Nijmegen
48
Semestermodel
Deel 1: Studiegids • • • •
4 nov: Open Avond DT Arnhem 5 nov: aftrapbijeenkomst afstuderen P2-P3 5 nov: aftrapbijeenkomst stage P2-P3 5 nov: docentenaftrap propedeusecourses blok 2
• • • • • • • • • • • • • • •
Aanmelden herkansingen VT: deadline 11 nov 12.00 uur Start afstuderen P2-P3 Start stage P2-P3 9 en 10 nov: aanvragen diploma P4-P1 t/m 11 nov: definitief her inschrijven HAN-brede minoren 14 nov: Open Dag Arnhem Aanmelden herkansingen DT: deadline 19 nov 17.00 uur 17 nov: extra examenvergadering diploma’s P4-P1 19 nov: terugkomdag afstuderen P1-P2 20 nov: diploma’s P4-P1 (geen officiële uitreiking) 21 nov: Open Dag Nijmegen 23 nov: I-propedeusevoorlichting VT Nijmegen (sep instroom 2015) 25 nov: I-propedeusevoorlichting VT Arnhem (sep instroom 2015) 26 nov: I-propedeusevoorlichting DT Arnhem (sep instroom 2015) 28 nov: Finale First Lego League
Start blok 2
46
9-nov-15
OW 2-1
47
16-nov-15
OW 2-2
48
23-nov-15
OW 2-3
49 50 51 52 53
30-nov-15 7-dec-15 14-dec-15 21-dec-15 28-dec-15
OW 2-4 OW 2-5 OW 2-6 Kerstvakantie Kerstvakantie
1
4-jan-16
OW 2-7
2
11-jan-16
OW 2-8
• t/m 11 dec 16.00 uur: deadline bevestigen keuze I-propedeuse VT/DT • Startmoment aanmelden herkansingen VT/DT
• • • • • • • • • •
3
18-jan-16
OW 2-9
4
25-jan-16
OW 2-10 Afsluiting S1 en opstart S2
• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
4 jan: deadline inleveren afstudeeropdracht P3-P4 4 jan: deadline inleveren stageopdracht P3-P4 6 jan: definitief rooster stage en afstuderen P1-P2 7 jan tot 14.00 uur: inleveren afstudeerverslag P1-P2 8 jan: profielkeuzedag VO Arnhem Laatste OW blok 2 12 jan tot 14.00: inleveren stageverslag P1-P2 13 jan: studiedag personeel (studenten roostervrij) 13 jan tot 16.00 uur: uiterlijke deadline inleveren portfolio’s propedeuse VT (inclusief herkansingen) 14 jan tot 16.00 uur: uiterlijke deadline inleveren portfolio’s hoofdfase, propedeuse DT (inclusief herkansingen 16 jan: Open Dag Arnhem Afronding S1 (presentaties/projectleidersoverleg) VT/DT Afstudeerpresentaties P1-P2 Assessments propedeuse VT/DT 18 jan: profielkeuzedag VO Arnhem 20 jan: profielkeuzedag VO NIjmegen 21 jan: ICA presents 22 jan: profielkeuzedag VO NIjmegen 23 jan: Open Dag Nijmegen Introductie: nieuwe medewerkers 25 jan 12.00 uur: sluiting invoer cijfers propedeuse 25 jan: profielkeuzedag VO Arnhem 25 en 26 jan: introductie februari instroom VT 25 - 27 jan: stagepresentaties P1-P2 25 - 27 jan: afstudeerpresentaties P1-P2 28 jan: aftrapbijeenkomst stage P3-P4 28 jan: aftrapbijeenkomst afstuderen P3-P4 28 jan: docenten aftrap propedeusecourses blok 3 29 jan: profielkeuzedag VO Nijmegen 29 jan: examenvergadering 29 jan 17.00 uur: sluiting invoer cijfers hoofdfase
49
Semestermodel
Deel 1: Studiegids
Start blok 3
5
1-feb-16
OW 3-1
6
8-feb-16
Voorjaarsvakantie
7
15-feb-16
OW 3-2
8 9
22-feb-16 29-feb-16
OW 3-3 OW 3-4
10
7-mrt-16
OW 3-5
11
14-mrt-16
OW 3-6
12
21-mrt-16
OW 3-7
13
28-mrt-16
OW 3-8
• • • • •
Aanmelden herkansingen VT: deadline 3 feb 12.00 uur Start afstuderen P3-P4 Start stage P3-P4 1 en 2 feb: aanvragen diploma P1-P2 3 feb: studieadviezen examencommissie/SLB VT
• • • • • •
Aanmelden herkansingen DT: deadline 18 feb 17.00 uur 16 feb: Open Avond DT Nijmegen 16 feb: extra examenvergadering diploma-uitreiking P1-P2 17 feb: Open Avond DT Arnhem 18 feb: terugkomdag afstuderen P2-P3 18 feb vanaf 13.00 uur: diploma-uitreiking P1-P2
• • • • • • • • • • • • • • • • • • •
7 mrt: profielen- en minorvoorlichting VT Nijmegen 9 mrt: profielen- en minorvoorlichting VT Arnhem 10 mrt: profielen- en minorvoorlichting DT Arnhem 10 mrt: deadline inleveren afstudeeropdracht P4-P1 10 mrt: deadline inleveren stageopdracht P4-P1 12 mrt: Open Dag Nijmegen Startmoment aanmelden herkansingen VT (ook propedeuse courses blok 3) en DT 15 mrt tot 14.00 uur: inleveren afstudeerverslag P2-P3 15 mrt: voorlichting stage Nijmegen VT 17 mrt: voorlichting stage en afstuderen Arnhem VT 19 mrt: Open Dag Arnhem 23 maart: definitief rooster stage en afstuderen P2-P3 24 mrt tot 14.00 uur: inleveren stageverslag P2-P3 24 mrt: voorlichting stage DT 24 mrt: voorlichting afstuderen DT 25 mrt: Goede Vrijdag e 28 mrt: 2 Paasdag Laatste OW blok 3 30 mrt tot 16.00 uur: uiterlijke deadline inleveren portfolio’s propedeuse VT (inclusief herkansingen) t/m 30 mrt: deadline keuze opleidingsprofielen en stage VT/DT 31 mrt tot 16.00 uur: uiterlijke deadline inleveren portfolio’s hoofdfase, propedeuse DT (inclusief herkansingen) Afronding P3 (presentaties/projectleidersoverleg) VT Stage en Afstudeerpresentaties P2-P3 Assessments propedeuse VT/DT Lesrooster DT voor semesters en courses over twee blokken loopt door 7 apr: aftrapbijeenkomst stage P4-P1 7 apr: aftrapbijeenkomst afstuderen P4-P1 7 apr: docentenaftrap propedeusecourses blok 4
• •
14
4-apr-16
OW 3-9
• • • • • • •
Start blok 4
15
11-apr-16
OW 4-1
16
18-apr-16
OW 4-2
17
25-apr-16
OW 4-3
• Aanmelden herkansingen VT (ook propedeusecourses blok 3): deadline 13 apr 12.00 uur • Start afstuderen P4-P1 • Start stage P4-P1 • 11 en 12 apr: aanvragen diploma P2-P3 • Aanmelden herkansingen DT: deadline 21 apr 17.00 uur • 19 apr: extra examenvergadering diploma’s P2-P3 • 19 apr: Open Avond DT Nijmegen • 20 apr: Open Avond DT Arnhem • 21 apr: terugkomdag afstuderen P3-P4 • 21 apr: HBO-I docenten dag (Zoetermeer) • 22 apr: diploma’s P2-P3 (geen officiële uitreiking) • 25 apr: I-propedeusevoorlichting VT Nijmegen (feb instroom 2015) • 26 apr: I-propedeusevoorlichting VT Arnhem (feb instroom 2015) • 27 apr: Koningsdag
50
Semestermodel
Deel 1: Studiegids
18 19
2-mei-16 9 -mei-16
Meivakantie OW 4-4
20
16-mei-16
OW 4-5
21
23-mei-16
OW 4-6
22
30-mei-16
OW 4-7
23
6-jun-16
OW 4-8
• 5 mei: Bevrijdingsdag en Hemelvaartsdag e
• 16 mei: 2 Pinksterdag • 20 mei tot 16.00 uur: deadline bevestigen keuze I-propedeuse VT • • • • • • • •
24
13-jun-16
OW 4-9
25
20-jun-16
OW 4-10
• • • • • • • • • • • • •
26
27-jun-16
27 28 29 30 31 32 33 34 35 36
4- jul-16 11-jul-16 18-jul-16 25-jul-16 1-aug-16 8-aug-16 15-aug-16 22-aug-16 29-aug-16 5-sep-16
Afsluiting S2
Afsluiting studiejaar Jaarafsluiting Zomervakantie Zomervakantie Zomervakantie Zomervakantie Zomervakantie Onderwijsvrije week Week 0 OW 1-1
• • • • • • • •
1 jun: definitief rooster stage en afstuderen P3-P4 1 juni: Open Avond VT Arnhem Laatste OW blok 4 Startmoment aanmelden herkansingen VT/DT 7 jun tot 14.00 uur: inleveren afstudeerverslag P3-P4 8 jun tot 16.00 uur: uiterlijke deadline inleveren portfolio’s propedeuse VT (inclusief herkansingen) 8 jun: Open Avond VT Nijmegen 9 jun tot 16.00 uur: uiterlijke deadline inleveren portfolio’s hoofdfase, propedeuse DT (inclusief herkansingen) Afronding S2 (presentaties, projectleidersoverleg) Assessments propedeuse VT/DT 14 jun tot 14.00 uur: inleveren stageverslag P3-P4 16 jun: ICA presents 16 - 17 jun: afstudeerpresentaties P3-P4 Afstudeerpresentaties P3-P4 20 jun tussen 12.00 - 20.00 uur: aanmelden extra herkansingen propedeuse DT (doorlopende courses P3-P4 en courses P4) 22 jun 12.00 uur: sluiting invoer cijfers propedeuse 23 jun: extra herkansingen propedeuse DT (doorlopende courses P3-P4 en courses P4) 23 jun: afsprakenavond DT Arnhem en Nijmegen 24 jun 17.00 uur: sluiting invoer cijfers hoofdfase 27 jun: deadline aanvragen propedeuse VT studiejaar 2015-2016 27 jun 12.00 uur: sluiting invoer cijfers extra herkansingen doorlopende courses P3P4 en courses P4 propedeuse DT 27 - 28 jun: studieadviezen VT examencommissie, SLB 27 - 28 jun: aanvragen diploma P3-P4 28 jun: studieadviezen DT examencommissie, SLB 27 jun - 29 jun: stagepresentaties P3-P4 1 jul: deadline inleveren afstudeeropdracht P1-P2 1 jul: deadline inleveren stageopdracht P1-P2 5 jul: extra examenvergadering diploma-uitreiking P3-P4 14 jul: vanaf 13.00 uur diploma-uitreiking P3-P4
• 25 aug: Studiedag/Kick-Off dag (docenten) • 31 aug: extra examenvergadering diploma’s (herkansers, 2015-2016) • Start studiejaar 2016-2017
• Nijmegen: geldt specifiek voor de studenten in Nijmegen (alleen VT-uitvoering) • Als iets specifiek is voor VT-studenten, DT-studenten of studenten in Nijmegen dan staat dit vermeld. Als er bij een activiteit niets bij staat, is het voor iedereen van toepassing. • Propedeuseuitreiking studiejaar 2015-2016 VT en DT: volgt in de maand september 2016 • Tijdpad inschrijven minoren voor S1 2016-2017 en data HAN-minormarkten zijn bij de totstandkoming jaarplanning nog niet bekend.
51
Semestermodel
15
Deel 1: Studiegids
Lesdagen, lestijden, informatievoorziening
De gebouwen zijn op werkdagen - in principe - geopend vanaf 7.30 uur. Geroosterd onderwijs speelt zich af tussen 08.00 en 22.00 uur. Het gebouw is van ma t/m do voor zelfstudie beschikbaar tot 21.30 uur. Op vrijdag is het gebouw vanaf 18.00 uur gesloten. Op welke dagen er onderwijs plaatsvindt, is opgenomen in de ICA-jaarplanning (zie deel 1a). Een schooldag is onderverdeeld in activiteitenuren van 45 minuten en twee korte pauzes van een kwartier.
Lestijden 1 2 Pauze 3 4 5 6 7 8 Pauze
08.45 - 09.30 uur 09.30 - 10.15 uur 10.15 - 10.30 uur 10.30 - 11.15 uur 11.15 - 12.00 uur 12.00 - 12.45 uur 12.45 - 13.30 uur 13.30 - 14.15 uur 14.15 - 15.00 uur 15.00 - 15.15 uur
9 10 11 12 13 14 15 16 17
15.15 - 16.00 uur 16.00 - 16.45 uur 16.45 - 17.30 uur 17.30 - 18.15 uur 18.15 - 19.00 uur 19.00 - 19.45 uur 19.45 - 20.30 uur 20.30 - 21.15 uur 21.15 - 22.00 uur
Tijdens de vakanties en lesvrije perioden worden er geen colleges of practica verzorgd. Wel vinden er in sommige perioden andere onderwijsactiviteiten plaats, zoals werkweken, presentaties, rapporten, (her-) tentamens en (her-) examens. Hiervoor verwijzen we dan ook naar de jaarplanning van ICA in hoofdstuk 3. Toetsen kunnen op allerlei momenten plaatsvinden. Hiervoor verwijzen we naar het Toetsschema ICA 2015-2016.
Invulling rooster timeslots Uur Tijdstippen Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag 01 08.45 – 09.30 02 09.30 – 10.15 VT VT VT VT VT 03 10.30 – 11.15 04 11.15 – 12.00 05 12.00 – 12.45 SLB / OBP / SLB / OBP / SLB / OBP / SLB / OBP / SLB / OBP / 06 12.45 – 13.30 inhaallessen / inhaallessen / inhaallessen / inhaallessen / inhaallessen / 07 13.30 – 14.15 Toetsen / ZS Toetsen / ZS Toetsen / ZS Toetsen / ZS Toetsen / ZS 08 14.15 – 15.00 09 15.00 – 15.45 10 16.00 – 16.45 VT VT VT VT / DT VT 11 16.45 – 17.30 12 17.30 – 18.15 Pauze Pauze Pauze Pauze Pauze 13 18.15 – 19.00 14 19.00 – 19.45 15 19.45 – 20.30 DT DT 16 20.30 – 21.15 17 21.15 – 22.00 Legenda VT Timeslots voltijd-onderwijs DT Timeslots deeltijd-onderwijs ZS Zelfstudie SLB Studieloopbaanbegeleiding OBP Onbegeleid practicum de ste Tijdsblok 5 t/m 7 uur bestemd voor ICA-activiteiten. Dit blok wordt gebruikt voor onder andere SLB, toetsen, zelfstudie, onbegeleid practicum, docentenoverleg en stage- en afstudeerterugkomdagen.
52
Ruimteuitgifte In principe worden naast de lessen zelfstudiemomenten tijdens de lunchpauze opgenomen. Tijdens de projectfase van een onderwijseenheid worden in evenredigheid van het aantal deelnemers lokalen via het rooster beschikbaar gesteld. Daarnaast kun je via het Onderwijsbureau ICA studieruimtes reserveren.
Waar vind je wat bij ICA? De belangrijkste vindplaatsen voor regels, documenten, informatie, etc zijn: Insite ICA – Hier vind je onder andere het Studentenstatuut, het Opleidingsstatuut, Jaarplanningen en roosters. SAS – Dit is de vindplaats voor onder andere klasindelingen, cijfers, stage- en afstudeeropdrachten en aanmelding herkansingen. Online (Scholar) – Hier kun je terecht voor alle informatie over onderwijseenheden (studiehandleidingen, lesmateriaal, doorverwijzingen naar andere relevante vindplaatsen, etc). Alluris – Hier vindt je alle cijfers voor (deel)tentamens en behaalde studiepunten terug. Het is verder heel belangrijk om de (wekelijkse) Studenten Nieuwsbrieven goed bij te houden. Hierin staat vrijwel altijd belangrijke informatie van de directie en het Onderwijsbureau.
53
16 Studentenvoorzieningen op faculteits- en instituutsniveau
16.1
Studentenondersteuning
Campusdecaan Het campusdecanaat is een decanaatsvoorziening voor de campus in Arnhem en de campus in Nijmegen. De decanen vormen een tweedelijns voorziening voor studenten op het gebied van studentbegeleiding. Je slb’er is het eerste aanspreekpunt voor jou binnen de HAN. Je kunt bij het campusdecanaat terecht als je: Financiële problemen hebt t.g.v. ziekte of bijzondere omstandigheden; Persoonlijke problemen hebt waardoor je niet goed kunnen studeren en verwijzing nodig is; Een functiebeperking of chronische ziekte hebt en je (samen met de senior slb´er) wilt bespreken of bepaalde voorzieningen om te kunnen studeren geregeld kunnen worden; Algemene vragen hebt over de combinatie topsport en studie; Je wilt uitschrijven in verband met ziekte of bijzondere omstandigheden; Hulp nodig hebt bij bezwaar- en beroepsprocedures. Zie voor meer informatie en de contactgegevens van de campusdecanen de volgende website: https://www.han.nl/insite/campusdecanaat
Vertrouwenspersonen De HAN is een organisatie waar we met respect met elkaar omgaan. Helaas kan het echter ook bij ons voorkomen dat je als medewerker of student te maken krijgt met ongewenst gedrag. Je kunt je dan wenden tot één van de vertrouwenspersonen. Iedere melding wordt strikt vertrouwelijk behandeld. Slechts na jouw toestemming onderneemt de vertrouwenspersoon eventuele verdere stappen. Zie voor meer informatie en de contactgegevens van de vertrouwenspersonen de volgende website: http://www.han.nl/insite/vertrouwenspersoon
Bureau Klachten en Geschillen Heb je een klacht over een medewerker van de HAN? Ben je het niet eens met een beoordeling of opdracht? Het Bureau Klachten en Geschillen zorgt ervoor dat klachten en beroepschriften bij de juiste hogeschoolorganen terechtkomen. Verder verzorgt het bureau het secretariaat van het College van Beroep voor de Examens. Het Bureau Klachten en Geschillen is te bereiken via: E:
[email protected] T: 026-3691504 A: Ruitenberglaan 26 Arnhem / Postbus 3002, 6802 DA ARNHEM Ombudsman Met klachten over onbehoorlijke gedragingen of situaties binnen de HAN kun je terecht bij een onafhankelijke ombudsman. Zijn rol is bemiddelend; uitspraken van de ombudsman zijn juridisch niet bindend. De ombudsman is de heer Egbert Hulshof. E:
[email protected]/
[email protected] T: 024-3530528/06-23228974 B: Bisschop Hamerhuis, kamer 006, Verlengde Groenestraat 75 in Nijmegen
54
16.2
Studenteninformatievoorziening
HAN Voorlichtingscentrum Met al je vragen kun je terecht bij de medewerkers van het HAN VoorlichtingsCentrum. Zij kunnen je alles vertellen over bijvoorbeeld de (master)opleidingen, samenwerkingsvormen, voorlichtingsactiviteiten of organisatiegegevens van de HAN. Hieronder staan de contactgegevens: HAN VoorlichtingsCentrum (HVC) Openingstijden: maandag t/m vrijdag 9.00 - 17.00 uur T (024) 353 05 00 F (024) 344 97 94 E
[email protected]
Studiecentra De HAN beschikt over 5 studiecentra, 2 in Arnhem en 3 in Nijmegen. Hier kun je uitgebreid zoeken in papieren en digitale bronnen, of rustig werken aan een werkstuk of presentatie. De HAN studiecentra zijn meer dan mediatheken. Je kunt er natuurlijk zoeken in boeken, tijdschriften, naslagwerken en afstudeeropdrachten. Daarnaast heb je toegang tot dvd’s, cd’s, cd-roms, digitale informatiebronnen en streaming video. Op de volgende locaties kan van een studiecentrum gebruik worden gemaakt: Studiecentrum Economie-Techniek-Informatica; Ruitenberglaan 31, Arnhem Studiecentrum Pabo Arnhem; Ruitenberglaan 27, Arnhem Studiecentrum Kapittelweg; Kapittelweg 33, Nijmegen Studiecentrum Gymnasion; Heyendaalseweg 141, Nijmegen Studiecentrum I/O gebouw; Kapittelweg 35, Nijmegen Voor meer informatie, onder andere over de openingstijden en telefoonnummers, kun je terecht op de website van de studiecentra: http://www.han.nl/studiecentra
International Office HAN University of Applied Sciences arranges a number of international activities that are coordinated by our International Offices in Arnhem and Nijmegen. If you are an international student, HAN International Office is your main point of contact when you need information. Our international activities vary from staff and student exchanges to developing joint degrees with partner universities. We also provide help and support for community projects in Africa and Eastern Europe. The International Office staff will be ready to provide information and help with everything from arranging paperwork to personal matters for all international guests. As a student you can call on the International Offices for help with your Learning Agreement, as well as for any special requirements you may have regarding your stay at HAN. For more information and contact details, check the follow website: www.han.nl -> insite -> internationaloffice_english
16.3
Overige voorzieningen
Sportfaciliteiten Studenten van de HAN kunnen een ‘sportkaart’ aanschaffen, waarmee gebruik gemaakt kan worden van de accommodaties van HAN Seneca (het centrum voor sport en gezondheid van de HAN), de accommodaties van de gemeente Arnhem of de sportfaciliteiten van de Radboud Universiteit Nijmegen. 55
Zie voor meer informatie de volgende website: http://www.han.nl/start/bachelor-opleidingen/studeren-bij-de-han/sporten-bij-de-han en www.han.nl/insite/studentenverenigingen
HAN Employment HAN Employment is het arbeidsloket van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen dat bemiddelt tussen HBO/WOafgestudeerden, studenten en werkgevers. Wij bieden bedrijven en instellingen de mogelijkheid om via onze afdeling vacatures voor vaste banen, bijbanen en werkervaringsplaatsen onder de aandacht te brengen bij onze studenten en alumni. Kandidaten en studenten kunnen bij ons terecht voor trainingen op het gebied van solliciteren, netwerken en arbeidsmarktoriëntatie. Zie voor meer informatie en de contactgegevens de volgende website: www.han.nl/hanemployment
HAN Centrum voor Valorisatie en Ondernemerschap (CvVO) HAN CvVO is een onderdeel van de HAN dat focust op activiteiten rondom valoriseren en ondernemerschap.
Arbobeleid voor studenten Wil je meer weten over regelgeving en voorzieningen voor studenten op het gebied van veiligheid en gezondheid? Kijk dan op Insite Arbo op de speciale pagina voor studenten: www.han.nl -> insite -> ServiceBedrijf -> Human Resources -> Arbo -> Studenten
HAN-talencentrum Bij het HAN-talencentrum kunnen studenten, medewerkers en externe partijen terecht voor al hun vertaalvragen en voor uiteenlopende cursussen, trainingen en workshops op het gebied van taalvaardigheid. We hebben een uitgebreid en gevarieerd aanbod met cursussen Nederlands, Engels, Duits, Frans en Spaans. HANstudenten ontvangen 30% korting op een cursus moderne vreemde taal. Daarnaast kunnen studenten bij het HANtalencentrum terecht voor cursussen schrijven en spelling. Er is ook een cursus voor studenten met dyslexie. De cursussen zijn bedoeld voor Nederlandstalige, Duitstalige en anderstalige studenten. Zie voor meer informatie en de contactgegevens de volgende website: www.han.nl/talencentrum.
Het Hogeschoolblad Sensor Op de hoogte blijven van alles wat te maken heeft met de HAN? In het magazine Sensor vind je alles over belangrijke gebeurtenissen en ontwikkelingen binnen en buiten de HAN. En natuurlijk staan er spraakmakende artikelen in over studeren, stagelopen en vrije tijd. Op de website van Sensor kun je alles nalezen en reageren op de artikelen: www.snsr.nl.
56
Bijlagen
57
Bijlage 1. Gedragsreglementen studenten Er zijn HAN-gedragsregels. Van iedere student wordt verwacht dat hij zich hieraan houdt. Deze gedragsregels zijn te raadplegen op de HAN-site: http://www.han.nl/start/bachelor-opleidingen/studeren-bij-dehan/studiefaciliteiten/rechten-en-plichten/.
Huisregels ICA en gedragscode studenten ICA Huisregels ICA 1. In het gehele schoolgebouw mag NIET GEROOKT worden. Er zijn buiten rookpaviljoens gecreëerd, en roken mag niet plaats vinden binnen de blauwe zones. 2. In het hele schoolgebouw is het verboden om te spelen of te kaarten om geld. 3. Auto’s van studenten moeten worden geparkeerd op de grote parkeerplaats aan de oostzijde en de zuidzijde van de school. (Brom)fietsen kunnen in de fietsenberging bij de hoofdingang worden geplaatst. 4. In projectlokalen en leslokalen wordt niet gegeten. Consumpties worden in de kantine of buiten genuttigd. Serviesgoed mag niet mee naar buiten genomen worden. Het terras voor de ingang van het gebouw wordt door de studenten zelf opgeruimd en netjes gehouden. 5. Elke student dient regelmatig Scholar te raadplegen en e-mail te checken. 6. Elke student wordt geacht de regels van het propedeuse-, toets- en examenreglement te kennen, zoals deze zijn opgenomen in dit Opleidingsstatuut en in de OER. 7. De directie is niet aansprakelijk voor beschadiging aan of diefstal van eigendommen. 8. Bij moedwillig aanbrengen van schade aan gebouw of inventaris wordt de student financieel aansprakelijk gesteld. 9. Indien de huisregels niet worden nageleefd, kan de directie overgaan tot schorsing van de student of tot verwijdering van de student van school. Gedragscode studenten ICA 1. Studeren doe je voor je eigen ontwikkeling. Neem je verantwoordelijkheid en wees de regisseur van je eigen studie. 2. Actieve deelname aan de opleiding bevordert het leerproces. Kijk vooruit, bereid je voor en wees betrokken. 3. Docenten zijn er om jouw leerproces te begeleiden en er aan bij te dragen. Investeer in de relatie met docenten en maak van hen gebruik, door actief vragen te stellen, feedback te vragen en met hen te overleggen. Laat je coachen door je docent. 4. Studeren en leren is ook een sociaal proces. Investeer in de relatie met medestudenten; stimuleer elkaar, spreek elkaar aan op verantwoordelijk gedrag en geef hulp en steun, waar dat mogelijk is. 5. Kijk dagelijks naar relevante studie-informatie. 6. Draag bij aan goede voorwaarden voor onderwijs en overleg. Kom op tijd, zet je mobiel uit en voorkóm storende geluiden. 7. Integriteit is noodzakelijk. Vermeld de bron volgens de APA-norm, wanneer je gebruik maakt van teksten en ideeën van anderen. Ga zorgvuldig om met spullen voor algemeen gebruik en die van anderen. 8. Houd je aan afspraken en lever opdrachten e.d. op tijd in. Lukt dat niet, neem dan zelf het initiatief en laat het anderen (docent, studenten) bijtijds weten. 9. Een sfeer van respect, vrijheid en tolerantie is gewenst. Discriminerende ‘grappen’ e.d. zijn niet acceptabel. Als student kun je bijdragen aan verbetering van de opleiding. Ga daarover constructief in gesprek met docent(en). Kritiek geven is goed; oplossingen bedenken is beter.
58
Bijlage 2. Begrippenlijst Opleidingsstatuut en Studentenstatuut (belangrijkste begrippen in alfabetische volgorde)
2
In het studentenstatuut en in het opleidingsstatuut en de daarin opgenomen reglementen en regelingen wordt verstaan onder:
A Alluris: het studentinformatiesysteem binnen de HAN Afstudeerbekwaam: de student die het eerste deel van de postpropedeutische fase van een bacheloropleiding met succes heeft afgerond door het behalen van de bijbehorende tentamens en integrale toetsen. Afstudeerrichting: een specialisatie binnen een opleiding zoals vastgesteld in de OER. Ambtelijk secretaris: een medewerker die voor een commissie voorbereidend en administratief werk verricht. Hij is toegevoegd aan de betreffende commissie als niet stemhebbend lid. Associate-degreeprogramma: een in het CROHO geregistreerd tweejarig onderwijsprogramma in een bacheloropleiding in het HBO leidend tot de wettelijke graad van associate degree. B Bacheloropleiding in het HBO: een vierjarig onderwijsprogramma van 240 studiepunten. Dit bestaat uit een major van maximaal 210 studiepunten en één of meerdere minor(en) van ieder 30 studiepunten. Major en minor (gezamenlijk) leiden de student op tot het bachelorgetuigschrift. Beoordelingscriteria: criteria, ook wel indicatoren genoemd, waaraan de prestatie / het handelen / de uitvoering / de producten van de student worden beoordeeld. Beroepenveldcommissie: deskundigen uit het werkveld van een opleiding die de opleiding adviseren over de inhoud, het eindniveau en de kwaliteit van de opleiding, tegen de achtergrond van de aansluiting van het curriculum op het beroepenveld, en die toezicht houden op de toetsing van het eindniveau van de opleiding. Beroepsbekwaam: gekwalificeerd als beginnend beroepsbeoefenaar vanwege de door het behalen van het afsluitende examen succesvolle afronding van de hbo-opleiding die tot dat beroep opleidt, ook genoemd startbekwaam. Beroepsprocedure: verzoek tot vernietiging of wijziging van een besluit door een ander daartoe aangewezen orgaan (het college van beroep voor de examens). Beroepsproduct: het resultaat van een beroepstaak. Beroepstaak: bouwstenen voor het curriculum. Deze heeft meestal betrekking op meerdere competenties tegelijk. Ook: betekenisvolle hele taak van beroepshandelen op een bepaald niveau Bezwaarprocedure: verzoek tot heroverweging van een besluit bij de Geschillenadviescommissie. Bureau klachten en geschillen: een faciliteit als bedoeld in artikel 7.59a WHW binnen de HAN. C CAO: de collectieve arbeidsovereenkomst voor het hoger beroepsonderwijs. Cesuur: de scheiding tussen de resultaten die als voldoende - geslaagd - en de resultaten die als onvoldoende - niet geslaagd - worden beoordeeld. Cohort: een groep studenten die op dezelfde peildatum voor de eerste maal is ingeschreven voor een opleiding waarop de op dat moment geldende OER voor de regulier geprogrammeerde studieduur van toepassing is. College van Beroep voor de examens: het college van beroep van de HAN voor de examens als bedoeld in artikel 7.60 van de wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. Dit college behandelt door studenten ingesteld beroep tegen besluiten van de opleiding over hem/haar. Het reglement van het college van beroep voor de examens is opgenomen in het studentenstatuut HAN College van bestuur (CvB) van de HAN: het instellingsbestuur van de HAN. Commissie profileringsfonds HAN: commissie als bedoeld in artikel 7.51 WHW die verantwoordelijk is voor het behandelen van de aanvragen voor een financiële ondersteuning van studenten die studievertraging opgelopen hebben als gevolg van bijzondere omstandigheden zoals genoemd in de wet. 2
In deze (HAN) begrippenlijst zijn naast algemeen geldende begrippen uit het opleidingsstatuut ook de begripsbepalingen opgenomen uit de onderwijs – en examenregeling (OER), het reglement examencommissie,het reglement opleidingscommissie (OC), het studentenstatuut.
59
Competentie: een geïntegreerd geheel van kennis en inzicht, vaardigheden en attitudes. Een competentie is het vermogen om beroepstaken die essentieel zijn voor een functie/rol adequaat te verrichten. Een competente student is in een bepaalde context in staat om de meest geschikte handelingen en hulpmiddelen te kiezen om beroepstaken uit te voeren en het beoogde resultaat te bereiken. Coördinator: (van bijv. de propedeutische fase, de deeltijd en het duale onderwijs, enz.) degene die namens de instituutsdirectie aanspreekpunt is en de organisator van het betreffende onderwijs. Coördinerend surveillant: degene die namens het instellingsbestuur en eventueel namens de voorzitter van de examencommissie optreedt in de tentamenlocatie. Curriculair: betrekking hebbend op het curriculum. Curriculum: het geheel van toetsprogramma, onderwijsaanbod en praktijk/stagebeleid. D Delegatie: het overdragen van de bevoegdheid, inclusief de verantwoordelijkheid. De bevoegdheid om in eigen naam besluiten te nemen. Deeltijd onderwijs: een opleiding die zodanig is ingericht dat de student de mogelijkheid heeft benevens een volledige dagtaak elders de benodigde competenties te verwerven. Dagelijkse commissie (DC) van de examencommissie: de commissie zoals bedoeld in artikel 4.3 van het reglement examencommissies. Deficiëntie: tekort(en) in de vereiste vooropleiding. Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO): uitvoeringsorganisatie van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCW) bestaande waarin de Informatie Beheer Groep (IB-Groep) en de Centrale Financiën Instellingen (CFI) zijn ondergebracht. Directie service bedrijf HAN: directeur van het service bedrijf HAN. Docent: degene die aangesteld is bij de HAN en daar onderwijstaken verricht. Domein: afgegrensd gebied van beroepshandelen en daaraan gerelateerde onderwijsinhoud conform domeinindeling HAN. Een domein omvat een of meer opleidingen. Duale opleiding: een inrichtingsvorm van de opleiding dusdanig dat competenties in onderlinge samenhang worden ontwikkeld in binnenschoolse en buitenschoolse werk-/leersituaties en dat het volgen van onderwijs gedurende een of meer perioden wordt afgewisseld met beroepsuitoefening in verband met dat onderwijs. Het gedeelte van een duale opleiding dat bestaat uit het volgen van onderwijs, wordt aangeduid als onderwijsdeel. E Eindkwalificaties/eindtermen: welomschreven doelstellingen op het gebied van kennis, inzicht en vaardigheden waarover een student moet beschikken als hij de opleiding heeft afgerond. Erkenning Verworven Competenties (EVC): erkenning van competenties opgedaan tijdens werkervaring of gevolgde opleidingen, zowel voor als na de start van je opleiding. EVC’s worden via intake-assessments bepaald en kunnen leiden tot vrijstelling van het afleggen van (het) de tentamen(s) betrekking hebbend op de onderwijseenheid (onderwijseenheden) waarin deze competenties centraal staan. Examen: een examen als bedoeld in artikel 7.3 en 7.10 WHW. Examencommissie: commissie als bedoeld in artikel 7.12 WHW die wordt ingesteld voor een opleiding of groep van opleidingen. Examinator: door de examencommissie aangewezen persoon zoals bedoeld in artikel 7.12 WHW. Externe toezichthouder: een externe niet in dienst zijnde van de HAN welke tot taak heeft een oordeel te vormen over de kwaliteit van het examen. Externe examinator: door de examencommissie aangewezen persoon zoals bedoeld in artikel 7.12 WHW afkomstig van buiten de desbetreffende opleiding of een van de opleidingen die tot de groep van opleidingen behoort. F Faculteit: Organisatorische eenheid van de HAN waarin instituten met verwante opleidingen zijn samengebracht. De HAN kent vier faculteiten: Economie en Management; Techniek; Educatie; Gezondheid, Gedrag en Maatschappij). Faculteitsdirectie: de directie van de faculteit. Faculteitsraad: Medezeggenschapsorgaan in de HAN op het niveau van de faculteit (deelraad als bedoeld in het 60
medezeggenschapsreglement van de HAN). Fraude: elk handelen (waaronder het plegen van plagiaat), of nalaten, waarvan betrokken wist of behoorde te weten, dat dit handelen of nalaten het op de juiste wijze vormen van een oordeel over iemands kennis, inzicht en vaardigheden geheel of gedeeltelijk onmogelijk maakt. G Geschillenadviescommissie: een adviescommissie ten behoeve van (aanstaande) studenten en extranei als bedoeld in art. 7.63a lid 1 WHW. Het reglement van de Geschillenadviescommissie is opgenomen in het Studentenstatuut. Gezamenlijke vergadering: vergadering over gezamenlijke punten van de opleidingscommissies die behoren tot een instituut. Geschillencommissie medezeggenschap: de geschillencommissie als bedoeld in artikel 10.26 WHW. H HAN: Hogeschool van Arnhem en Nijmegen HAN-website: de via de startpagina www.han.nl bereikbare internetpagina’s van de HAN. HAN-SIS: het voormalig studentInformatieSysteem van de HAN. Hogeschool: de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN). Honoursprogramma: een verdiepend of verbredend programma voor studenten die meer kunnen en willen dan hetgeen aangeboden wordt in het reguliere onderwijsprogramma. Het volgen van een honoursprogramma is een uitbreiding van de studielast. Via een honoursprogramma kunnen studenten alsdan extra studiepunten verzamelen, bovenop de 210 studiepunten van de major en de 30 studiepunten van de reguliere minor. Hoofdfasebekwaam: de student die de propedeutische fase succesvol heeft afgerond door het behalen van het propedeutische examen. I IB-groep: Informatie Beheer Groep, bestuursorgaan dat werkt in opdracht van de minister van onderwijs, cultuur en wetenschappen (onderdeel van de DUO). Inrichtingsvorm van een opleiding: de vorm waarin een opleiding wordt verzorgd zoals voltijd, deeltijd en duaal. Instituut: organisatie-eenheid binnen een faculteit die één of meer opleidingen omvat. Instituutsdirectie: de directie van een instituut binnen de HAN. Intakeassessement: methode om het beginniveau van aanwezige competenties vast te stellen bij anderen dan HANstudenten. Integrale toets: een toets waarin de student aantoont dat hij de onderlinge samenhang van de beroepstaken (en de daaraan gerelateerde onderwijseenheden) begrijpt en kan hanteren in het praktische handelen. Internationaal diplomasupplement (IDS): Engelstalig document dat voldoet aan internationale afspraken en de volgende informatie bevat: een specificatie van de behaalde graad, beknopte informatie over het gevolgde onderwijs, het beoordelingssysteem en de behaalde studieresultaten en -punten. Verder bevat het beknopte informatie over de HAN University en het Nederlandse onderwijsstelsel. J Judicium Abeundi: de bevoegdheid van het college van bestuur om in bijzonder gevallen na advies van de examencommissie en na zorgvuldige afweging van de betrokken belangen te besluiten dat een student wordt afgewezen voor onbepaalde tijd en zijn inschrijving op grond daarvan te beëindigen dan wel weigeren, als die student door zijn gedragingen of uitlatingen blijk heeft gegeven van ongeschiktheid voor de uitoefening van een of meer beroepen waartoe de door hem gevolgde opleiding hem opleidt/zal opleiden, dan wel voor de praktische voorbereiding op de beroepsuitoefening. L Leerbron: bron die de student kan gebruiken ter ontwikkeling van zijn competenties, bijvoorbeeld: college, werkgroep, project, literatuur (hardcopy of digitaal), individuele opdracht, stage, enz. Leerroute: weg die de student volgt om de competenties te verwerven die horen bij de door hem gevolgde opleiding. Leerwegonafhankelijk tentamen: een tentamen bij de start van de opleiding dan wel gedurende de opleiding zonder gebruik te hebben gemaakt van de door de opleiding aangeboden onderwijseenheid/-heden waarin de competenties centraal staan die de student meent te beheersen. M 61
Mandaat: het overdragen van de bevoegdheid zonder de verantwoordelijkheid over te dragen. De bevoegdheid om in naam van een ander besluiten te nemen. Major: de hoofdrichting van de bacheloropleiding waarin de student zijn beroepscompetenties ontwikkelt. De major omvat maximaal 210 studiepunten inclusief de propedeuse. Masteropleiding in het HBO: een onderwijsprogramma waarvoor tenminste als toelatingsvoorwaarde geldt een getuigschrift van een verwante HBO-bacheloropleiding. Deze omvat tenminste 60 studiepunten. Hij leidt de student op tot het mastergetuigschrift. Minor: deel van de postpropedeutische fase van de bacheloropleiding dat gericht is op verbreding of verdieping van de studie. De minor heeft een studielast van 30 studiepunten en betreft een gecertificeerde HAN-minor of een vrije minor. Mondeling tentamen: een tentamen dat door middel van een gesprek tussen de examinator(en) en de student wordt afgenomen. N Nominale studieduur van de opleiding: zie regulier geprogrammeerde studieduur van de opleiding. Noodfonds HAN: Het Noodfonds is een voorziening voor studenten die in een financiële noodsituatie verkeren, die op geen enkele andere wijze opgelost kan worden. Nuffic: (Netherlands Universities' Foundation for International Cooperation, of: Stichting Nederlandse organisatie voor internationale samenwerking in het hoger onderwijs): een Nederlandse non-profit dienstverlenende organisatie en expertisecentrum op het terrein van internationaal georiënteerd onderwijs die is gevestigd in Den Haag. Bovendien besteedt de Nuffic bijzondere aandacht aan studenten en onderwijsinstellingen in ontwikkelingslanden, om de kenniskloof tussen landen te verkleinen. NVAO: Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie: een bij verdrag tussen Nederland en Vlaanderen opgerichte publieke binationale instelling die in beide regio's de kwaliteit van het hoger onderwijs waarborgt door middel van onder andere het beoordelen van opleidingen en het verlenen van een keurmerk. O Onderwijs- en examenregeling (OER): regeling als bedoeld in artikel 7.13 van de wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en onderdeel van het opleidingsspecifieke deel van het studentenstatuut. Onderwijseenheid: basiseenheid van HAN-onderwijs. Onderwijsperiode: periode in een studiejaar waarin onderwijs wordt aangeboden. Bij de HAN is dit een periode van 10 weken. Onregelmatigheid: elk handelen of nalaten in een situatie waarvan de betrokkene door middel van een of meer ongeoorloofde activiteiten of ongeoorloofd nalaten bewust of onbewust een onjuiste indruk wekt van zijn kennis, inzicht en vaardigheden c.q. competentiebeheersing. Onder de definitie van onregelmatigheid wordt onder andere ook fraude begrepen. Opleiding: een bachelor- of masteropleiding, dan wel een overige CROHO-geregistreerde opleiding die verzorgd wordt door de HAN die een samenhangend geheel van onderwijseenheden omvat, in de zin van artikel 7.3 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. Opleidingscommissie: adviesorgaan voor de directie van de betreffende opleiding. Zij adviseert over de OER en oordeelt over de wijze van uitvoering er van en beoordeelt het systeem van kwaliteitszorg van de opleiding. Opleidingsstatuut: het opleidingsspecifieke deel van het studentenstatuut. Dit bevat informatie over de opzet, organisatie en uitvoering van het onderwijs; studentenvoorzieningen, voorzieningen betreffende studiebegeleiding, de OER en opleidingsspecifieke regelingen die de rechten en plichten van studenten beogen vast te leggen. P Postpropedeutische fase: hoofdfase, het gedeelte van de opleiding, dat volgt op de propedeutische fase. Portfolio: (digitale) bewaarplaats van bestanden/documenten waarmee een student zijn eigen individuele ontwikkeling (het leerproces) zichtbaar maakt en zijn behaalde niveau (leerproducten, bewijs voor verworven competenties en beheersing van beroepstaken) aantoont. Het portfolio vervult de functies van persoonlijk leerarchief, interactiemiddelen tussen student en opleiding betreffende planning, ontwikkeling en prestaties van de student, en in voorkomende gevallen beoordeling. Praktijkleerovereenkomst: overeenkomst gesloten door HAN, een student en een bedrijf of organisatie met betrekking tot de beroepsuitoefening binnen een duale opleiding als bedoeld artikel 7.7 lid 5 WHW. 62
Presentatiedeel van het portfolio: deel van het portfolio waarin bewijzen worden opgenomen van beheersing van competenties voor beroepstaken ten behoeve van het tentamen of de integrale toets. Profileringsfonds HAN: fonds van de HAN als bedoeld in artikel 7.51 WHW die financiële ondersteuning toekent aan studenten die studievertraging opgelopen hebben als gevolg van bijzondere omstandigheden zoals genoemd in de wet. Propedeutische fase: eerste fase van de bacheloropleiding of associate-degreeprogramma met een studielast van 60 studiepunten. R Raad van toezicht: de raad van toezicht van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Regulier geprogrammeerde studieduur van de opleiding: de minimumduur van de opleiding in tijd vanwege het feitelijk geprogrammeerde volledige onderwijs van de opleiding, ook wel nominale studieduur genoemd. S SBU: studiebelastingsuren Secretaris examencommissie: het lid van de examencommissie dat samen met de voorzitter van de examencommissie de dagelijkse gang van zaken van de examencommissie verzorgt. Service bedrijf HAN: organisatieonderdeel van de HAN voor ondersteuning van onderwijs-, beleids- en beheersprocessen binnen de HAN. Stage: buitenschools leerarrangement dat als leerbron bijdraagt aan het verwerven van beroepscompetenties. Startbekwaam: gekwalificeerd als beginnend beroepsbeoefenaar vanwege de door het behalen van het afsluitende examen succesvolle afronding van de HBO-opleiding die tot dat beroep opleidt; ook genoemd beroepsbekwaam. Student: hij/zij die als student staat ingeschreven aan een opleiding van de HAN voor het volgen van onderwijs en/of het afleggen van de toetsen en de examens van die opleiding. Studentenstatuut: Het statuut waarin de rechten en plichten van de studenten zijn vermeld. Dit bestaat uit 2 delen: 1. het Instellingspecifieke, HAN-brede deel: dit bevat rechten en plichten van de student op basis van de wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en een overzicht van regelingen die de rechten van studenten beogen te beschermen. In de praktijk wordt deel 1 het Studentenstatuut genoemd. Het tweede deel is het opleidingsspecifieke deel. Zie voor het tweede deel bij opleidingsstatuut. Studentinformatiesysteem (SIS): Hierin zijn voor de student zijn studieresultaten en studiecontract digitaal te raadplegen. Studentzaken: service unit van het service bedrijf HAN voor dienstverlening aan studenten en medewerkers van de HAN betreffende studenten van de HAN, zoals lokaalreservering en roosters. Studenten Inschrijf Administratie (SIA): onderdeel van de service unit studentzaken van het service bedrijf HAN die de backoffice administratie rondom het aanmelden, in- en uitschrijven van studenten verzorgt. Studieadvies: advies van de opleiding aan de student over de voortzetting van zijn studie binnen of buiten de opleiding, uiterlijk aan het einde van diens eerste jaar van inschrijving voor de propedeutische fase. Studiebelastingsuur (SBU): eenheid van 60 minuten te besteden aan studie. De omvang van onderwijseenheden wordt uitgedrukt in studiebelastingsuren. Daarnaast staat een studiepunt voor 28 studiebelastingsuren. Studiejaar: het tijdvak dat begint op 1 september en eindigt op 31 augustus van het daaropvolgende jaar. Voor de HANstudenten wiens cursusjaar aanvangt op 1 februari geldt voor deze cursus als studiejaar het tijdvak dat begint op 1 februari en eindigt op 31 januari van het daaropvolgende jaar. Studieloopbaanbegeleider (slb’er): de medewerker belast met studieloopbaanbegeleiding van een of meer studenten. Studieloopbaanbegeleiding (SLB): activiteiten die er op gericht zijn om studenten te begeleiden bij een resultaatgerichte studieloopbaan. Hierbij ligt de nadruk op de individuele studievoortgang van de student. Studiepunt: maat die overeenkomt met een normatieve studielast van 28 studiebelastingsuren (SBU). Surveillant: degene die toezicht houdt in de tentamenlocatie. T Tentamen: een onderzoek naar de competenties van de student, zijnde de kennis, het inzicht, de vaardigheden en attitude in samenhang met elkaar, alsmede de beoordeling van de uitkomsten van dat onderzoek. Het tentamen is een onderdeel van een onderwijseenheid. Een tentamen kan bestaan uit meerdere deeltentamens. Timeslot: vorm van roostering waarbij binnen een onderwijsperiode bepaalde tijdstippen gereserveerd worden voor bepaalde activiteiten. Toelatingsonderzoek: ook wel colloquium doctum genoemd, is een onderzoek dat door een toelatingscommissie wordt 63
verricht naar de geschiktheid van betrokkene voor het desbetreffende onderwijs en naar de vraag of betrokkene de Nederlandse taal voldoende beheerst. De betrokkene dient 21 jaar of ouder te zijn. V Verkort programma: feitelijk geprogrammeerd onderwijsaanbod met een minimumduur korter in tijd dan de regulier geprogrammeerde studieduur voor een specifieke doelgroep die zich kenmerkt door de mogelijkheid van het verkrijgen van een pakket aan vrijstellingen. Verkorte studieduur: feitelijke studieduur van een student korter in tijd dan de regulier geprogrammeerde studieduur van de opleiding, vanwege verkregen vrijstellingen en/of afgelegde leerwegonafhankelijke tentamens. Verschoning: het recht van de vertrouwenspersonen, leden van de Klachtencommissie ongewenst gedrag en het college van beroep om zich terug te trekken, omdat anders de onpartijdigheid niet voldoende gewaarborgd zou zijn. Versneld programma: feitelijk geprogrammeerd onderwijsaanbod met een minimumduur korter in tijd dan de regulier geprogrammeerde studieduur voor een specifieke doelgroep die zich kenmerkt door aantoonbare eigenschappen en competenties om een hogere studielast per week en/of onderwijsperiode te realiseren dan die van het reguliere programma. Versneld traject gericht op studenten met een VWO-diploma: een versneld traject dat toegankelijk is voor studenten met een VWO diploma dan wel op grond van een ministeriële regeling of naaroordeel van de instituutsdirecteur daaraan tenminste als gelijkwaardig beschouwd. Versnelde studieduur: feitelijke studieduur van een student korter in tijd dan de regulier geprogrammeerde studieduur van de opleiding vanwege het realiseren van een hogere studielast per week en/of onderwijsperiode dan regulier geprogrammeerd. Voltijd onderwijs: onderwijs dat zodanig is ingericht dat de gehele week beschikbaar is om de student de benodigde competenties te laten verwerven. Vrije minor: een minor die een student bij een andere (onderwijs)instelling volgt, samenstelt uit onderdelen van minoren of andere onderwijseenheden bij verschillende instituten van de HAN of andere (onderwijs)instelling.. Vrijstelling: de beslissing van de examencommissie dat de student niet hoeft deel te nemen aan het (de) tentamen(s) betrekking hebbend op de onderwijseenheid (onderwijseenheden) waarin de competenties centraal staan die de student naar het oordeel van de examencommissie voldoende beheerst. Voorzitter examencommissie: een lid van de examencommissie, dat leiding geeft aan de examencommissie. W Werkdag: dag niet zijnde zaterdag, zondag, officiële feest- of vakantiedag conform de HAN-jaarplanning (zie opleidingsstatuut). Werkveldadviescommissie: zie beroepenveldcommissie. Wet: wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW). WHW: wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. Wraking: het door de klager of aangeklaagde, kenbaar maken van zijn mening dat op grond van feiten en/of omstandigheden een onpartijdig oordeel van een lid of voorzitter van de Klachten- of beroepscommissie wordt bemoeilijkt, met de bedoeling dit lid of de voorzitter te laten vervangen.
64