STUDIEGIDS BACHELOROPLEIDING SJD DEELTIJD 2007 – 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
1
Wijzigingen voorbehouden
VOORWOORD
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de HU/FMR, behoudens de uitzonderingen bij de wet gesteld. Aan de tekst kunnen geen rechten worden ontleend, voor zover deze strijdig zijn met een wettelijk voorschrift of een andere voor of binnen de Hogeschool Utrecht geldende regeling. Overal waar in deze gids de mannelijke vorm wordt gebruikt dient ook het vrouwelijke equivalent te worden gelezen. Prijs: v 7,00 (deze gids wordt eenmaal per studiejaar gratis verstrekt).
Voor u ligt de studiegids van de opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening van de Hogeschool Utrecht. In deze gids is alleen informatie opgenomen ten behoeve van deeltijdstudenten. Voor voltijdstudenten is een aparte gids beschikbaar.
© HU/FMR
De studiegids bevat alle relevante regelingen en afspraken die binnen de opleiding gelden. Deze afspraken vormen veelal een nadere uitwerking van facultaire regels, die niet in de studiegids zelf zijn opgenomen, maar te vinden zijn op het intranet van de faculteit. Afgezien van alle regels is de studiegids natuurlijk vooral interessant als informatiebron voor alle lesprogramma’s en studieonderdelen van de opleiding. Ook is in de studiegids het nodige te lezen over sociaal juridische dienstverlening als beroep, over de organisaties waar SJD’ers werkzaam zijn en over de functies die daarin met een SJD-achtergrond te vervullen zijn. Wat u niet in de studiegids kunt lezen heeft betrekking op de sfeer en identiteit van de opleiding. De docenten van de opleiding SJD DT vormen een betrokken team dat gezamenlijk werkt aan het realiseren van het opleidingsprogramma. Het zijn enthousiaste goed opgeleide medewerkers die naast vakinhoudelijke kennis ook de beroepspraktijk kennen. Uiteindelijk gaat het er natuurlijk om dat u op een goede manier wordt voorbereid op die beroepspraktijk. Dat is wederom de kern van de vernieuwingen in het onderwijsprogramma. De opleiding heeft een viertal uitgangspunten: diversiteit en flexibiliteit, onderwijs gericht op volwassenen, leren door werken en leren door onderwijs en tot slot dat voor u als deeltijdstudent de opleiding ook in organisatorische zin te combineren valt met uw werk. De opleiding SJD DT maakt onderdeel uit van het Centrum voor Juridische Beroepspraktijk van Hogeschool Utrecht waarbinnen ook de andere juridische opleidingen een plaats hebben gekregen. Door de bundeling van de juridische opleidingen binnen het Centrum voor Juridische Beroepspraktijk kunnen we onze deskun-
augustus 2007
2
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
3
digheid verder ontwikkelen en verdiepen. Ook ontstaan er voor studenten meer keuzemogelijkheden waardoor beter tegemoet gekomen kan worden aan eigen interessegebieden. Het Centrum voor Juridische Beroepspraktijk werkt nauw samen met de faculteit rechtsgeleerdheid van de Universiteit Utrecht en met de juridisch georiënteerde opleidingen in de regio op MBOniveau. Een hecht team van ondersteunende medewerkers zet zich ervoor in de studenten zo goed mogelijk bij te staan bij alle organisatorische aspecten van de opleiding, zoals de administratieve afhandeling van tentameninschrijving en herkansingen en bij het vinden van de juiste weg in de huisregels. Tenslotte hebben Studieloopbaanbegeleiders een coachende rol bij studieplanning, persoonlijke problemen en bij belangrijke keuzeprocessen tijdens de studie. Wij hopen en vertrouwen erop dat deze studiegids je nieuwsgierigheid naar het komende studiejaar zal prikkelen en dat je met evenveel enthousiasme als het SJD DT team het nieuwe studiejaar in zult gaan. Pieter Cornelissen
Marjan Brouwer
Directeur Centrum voor Juridische Beroepspraktijk
Onderwijsmanager SJD DT
4
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
5
INHOUDSOPGAVE
1 1.1 1.1.1 1.1.2 1.1.3 1.1.4 1.1.5 1.1.6 1.1.7 1.2 1.2.1 1.2.2 1.2.3 1.2.4 1.2.5 1.2.6 1.2.7 1.2.8 1.3
11 12 12 13 15 17 18 19 20 22 22 23 24 26 36 38 38 39
1.3.1 1.3.2 1.3.3 1.3.4 1.3.5 1.3.6 1.3.7
Algemene informatie Algemene informatie HU Onderwijsprofiel HU Bachelor- en Masterstelsel Hogeschool- en faculteitsregelingen Kwaliteitszorg Ordehandhaving Organogram HU Locaties HU Algemene informatie Faculteit Maatschappij en Recht Algemeen Contactgegevens Organogram faculteit Plattegrond Praktische voorschriften en aanwijzingen Openingstijden gebouwen Vakanties en vrije dagen Faciliteiten Algemene informatie opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening DT Algemeen Contactgegevens In- en uitschrijven voor de opleiding Examencommissie Onderwijsbalie Studievereniging Overige informatie
2 2.1 2.2 2.3 2.4
Studentenvoorzieningen Studiebegeleiding Studentendecaan Vertrouwenspersoon Studentenarts
49 50 52 55 56
6
41 41 41 41 43 45 45 45
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
2.5 2.6 2.7 2.8 2.9 2.10 2.11 2.12 2.12.1 2.12.2 2.12.3 2.12.4 2.12.5 2.12.6 2.13 2.13.1 2.13.2 2.14 2.14.1 2.14.2 2.15 2.16 2.16.1 2.16.2 2.17 2.18 2.19 2.20 2.21
Bureau Studentenpsychologen Mediation Financiële steun Studeren met een functiebeperking Keuzevakken taal- en studievaardigheden Mentorproject Mediatheek ICT-faciliteiten Algemeen Studentenmail Sharepoint OSIRIS Student Wachtwoord Informatiebeveiliging en privacy International Office Study abroad Stage in het buitenland Medezeggenschap Inspraakorganen Ondersteuning bestuurlijk actieve studenten Studium Generale Studentenvereniging Algemeen Bestuursbeurs en stimuleringsfonds Topsport Trajectum Sport en Cultuur Veilig, gezond en milieuvriendelijk studeren Wettelijke aansprakelijkheid en ongevallen
3 3.1 3.1.1 3.1.2 3.1.3 3.2 3.2.1 3.2.2 3.2.3 3.2.4 3.2.5
Opleiding en beroep Beroepsprofiel Beroep Vaardigheden afgestudeerde Werkveld en functies Opleidingsprofiel Doelstelling opleiding Uitwerking van beroepsprofiel Het hbo-niveau van de opleiding Didactische uitgangspunten Didactische werkvormen
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
57 58 59 60 61 62 63 66 66 66 67 67 69 69 71 71 71 73 73 74 75 76 76 76 78 79 80 81 84 87 88 88 90 91 96 96 96 98 98 102
7
3.2.6 Competenties beginnende beroepsbeoefenaar 3.2.7 Horizontale doorstroommogelijkheden 3.2.8 Vervolgopleidingsmogelijkheden
103 107 108
4 4.1 4.1.1 4.1.2 4.1.3 4.1.4 4.1.5 4.1.6 4.1.7 4.1.8 4.1.9 4.1.10 4.2 4.2.1 4.2.2 4.2.3 4.2.4 4.3 4.3.1 4.3.2 4.3.3 4.3.4 4.3.5
111 112 114 115 116 117 124 124 125 126 126 126 128 128 134 135 135 139 139 140 144 145 149
Inrichting en organisatie opleiding Algemeen Opleidingsvarianten Opleidingsstructuur algemeen Verkorte opleidingsroutes Overzicht curriculum (per studiejaar) Lesdagen en -tijden Uitval van de lessen Studieloopbaanbegeleiding Registratie studievoortgang Introductie- en begeleidingsdagen Studiekosten en eigen bijdragen Inrichting propedeuse Algemeen Studieprogramma propedeuse Instroom en toelating propedeuse Studieadvies Inrichting hoofdfase Algemeen Studieprogramma hoofdfase Toegang hoofdfase en studierichtingen Profileringsruimte Afstuderen
5 Cursusdeelname 5.1 Algemeen 5.2 Inschrijving voor cursussen 5.3 Aanwezigheidsplicht 5.4 Beginvereisten
151 152 153 155 156
6 6.1 6.2 6.3 6.3.1 6.3.2 6.3.3
159 160 166 168 168 169 171
8
Tentamens en examens Algemeen Vrijstellingen Organisatie tentamens Tentamenvorm en –duur Inschrijving en deelname (her)tentamens Voorzieningen wegens functiebeperking
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
6.3.4 6.3.5 6.3.6 6.3.7 6.3.8 6.3.9 6.4 6.4.1 6.4.2 6.4.3 6.4.4
Legitimatieplicht bij schriftelijke tentamens Gang van zaken tijdens tentamens Beoordeling en inzage tentamenwerk Onregelmatigheden / fraude Bewaring en teruggave tentamen- en examenwerk Geldigheidsduur studieresultaten Getuigschriften en titulatuur Algemeen Graden en titulatuur Aantekening cum laude of met genoegen Procedure afgifte getuigschrift
172 173 176 179 181 182 183 183 184 185 186
7 7.1 7.2 7.3 7.4
Klachten, bezwaar en beroep Inleiding Bezwaar Beroep Algemeen klachtrecht
189 190 191 192 194
8 8.1 8.2 8.3
Roosters Jaarrooster Weekrooster Tentamenrooster
201 202 205 206
9
Cursusbeschrijvingen
209
10 10.1 10.2 10.3
Bijlagen Onderwijs- en examenregeling Studentenstatuut Trefwoordenregister
397 400 401 402
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
9
1 ALGEMENE INFORMATIE
1.1
ALGEMENE INFORMATIE HU
Hogeschool Utrecht (HU) is met zo’n 32.000 studenten en ruim 3.000 medewerkers een van de grootste en meest veelzijdige hboinstellingen in Nederland. De 6 faculteiten bieden samen meer dan 70 bacheloropleidingen aan op het gebied van communicatie en journalistiek, economie en management, natuur en techniek, gezondheidszorg, onderwijs, en maatschappij en recht. Na het behalen van uw bachelordiploma, kunt u bij HU ook nog in diverse richtingen een mastergraad behalen. Het onderwijs is per opleiding georganiseerd en is daardoor overzichtelijk en persoonlijk. Is uw interesse breder dan uw eigen opleiding, dan kunt u deelnemen aan onderwijsactiviteiten van andere HU-opleidingen of aan andere onderwijsinstellingen in Nederland of in het buitenland. Hogeschool Utrecht heeft onderwijslocaties in de Utrechtse binnenstad, op De Uithof en in Amersfoort.
in te richten en studenten te laten studeren binnen sterke leeromgevingen. Competentiegericht onderwijs Ons onderwijs is erop gericht dat studenten op samenhangende wijze hun competenties verwerven, zodat ze in staat zijn professioneel te handelen in kenmerkende beroepssituaties van toenemende complexiteit. De opleidingen formuleren, valideren en actualiseren de competenties in nauw overleg met het werkveld. Competentiegericht opleiden betekent ook dat we voor de student maatwerk leveren. We sluiten aan op eerder verworven competenties, we stimuleren de student om in toenemende mate regisseur te worden van zijn eigen leerproces, keuzes te maken en deze te verantwoorden. Tevens dagen we studenten uit te werken aan hun onderzoeksvaardigheid en hun competenties te ontwikkelen in een internationale/multiculturele context. Vraaggestuurd onderwijs Het onderwijs richt zich zowel op de vraag van de beroepspraktijk als op de vraag van de student. Wij matchen de kennis en leervragen van studenten met die van de beroepspraktijk op een manier die past binnen de kwaliteitseisen van de opleiding.
1.1.1 Onderwijsprofiel HU Hoger beroepsonderwijs in de (kennis)samenleving Hogeschool Utrecht geeft zichzelf de opdracht hoogwaardige professionals op te leiden die een actieve bijdrage leveren aan de innovatie van de beroepspraktijk en aan de verdere ontwikkeling van de kennissamenleving. Daarbij zijn wij erop gericht iedere student optimale ontplooiingsmogelijkheden te bieden en het beste uit studenten te halen. Het onderwijsprofiel van HU In 2005 heeft Hogeschool Utrecht haar onderwijsprofiel vastgesteld. Het onderwijsprofiel geeft het kader aan waarbinnen het onderwijs van Hogeschool Utrecht in 2005-2007 wordt (door)ontwikkeld en uitgevoerd en geeft richting aan lopende en komende onderwijsinnovaties. Het uitgangspunt van het profiel luidt: Hogeschool Utrecht geeft haar ambities vorm door opleidingen competentie- en vraaggericht
12
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Een sterke leeromgeving Een competentiegerichte en vraaggerichte opleiding veronderstelt een sterke leeromgeving. Een leeromgeving die studenten inspireert, uitdaagt en waarin ze zich steeds op de grens van hun kunnen begeven. Een leeromgeving die het leren vanuit het werken in de praktijk vormgeeft: leren is werken en werken is leren. Vanaf het eerste jaar staat het verwerven van kennis centraal vanuit realistische beroepstaken binnen in toenemende mate authentieke beroepssituaties. 1.1.2 Bachelor- en Masterstelsel Bachelor-masterstructuur In september 2002 is de bachelor-masterstructuur in het hoger onderwijs (in Nederland) ingevoerd. Doel hiervan is om in Europa tot één stelsel van hoger onderwijs te komen, zodat herkenning en erkenning van opleidingen gemakkelijker wordt.
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
13
Het onderwijs aan universiteiten en hogescholen is opgedeeld in twee fasen: de bachelorfase en de masterfase. Een vierjarige hboopleiding heet sindsdien een bacheloropleiding. Na afronding van de opleiding krijgt u een bachelorgraad. Op de universiteit kunt u in drie jaar een bachelordiploma behalen. Hierna kunt u doorstuderen voor een masterdiploma. Zowel hogescholen als universiteiten bieden masteropleidingen aan. Voordelen bachelor-masterstructuur Uw bachelordiploma levert u een internationaal (h)erkenbaar diploma op. Daarmee kunt u beter aan de slag in het buitenland. Gedurende uw opleiding kunt u ook makkelijker tijdelijk in het buitenland studeren. Zie hoofdstuk 4.3.2. voor de mogelijkheden en voorwaarden voor SJD deeltijdstudenten.. De bacheloropleidingen aan HU bieden tevens veel vrije keuzeruimte, de zogenaamde profileringsruimte. U kunt deze profileringsruimte vullen met een minor (= een samenhangend pakket van keuzecursussen) óf met een pakket van keuzecursussen dat u zelf samenstelt. Zie verder par. 4.3.5 (profileringsruimte). De profileringsruimte maakt het ook mogelijk om studieonderdelen te volgen aan andere hogescholen of universiteiten. Hiermee verruimt u uw blik. Voor SJD-deeltijd geldt dat er een vrije profileringsruimte is van 29 ec. Deze is verdeeld over het 3e jaar (14 ec ) en het 4e jaar (15 ec). Indien een student een minor wil volgen is overleg met de studieloopbaan begeleider nodig. Masteropleidingen Na afronding van uw bacheloropleiding kunt u nog een masteropleiding volgen aan een hogeschool of universiteit. Hogeschool Utrecht heeft een groeiend aantal masteropleidingen. Ook voor mensen die al een aantal jaren werkervaring hebben. Kijk voor meer informatie op www.masters.hu.nl. Wilt u een master volgen aan een universiteit, dan kan dat ook. Een hbo-opleiding sluit echter niet altijd naadloos aan op een universitaire master. Om uw kennis en vaardigheden op het vereiste niveau te brengen zijn voor een aantal masters speciale trajecten ontwikkeld, zogenaamde pre-masters die u voorafgaand aan de master volgt en die u direct toegang geven. Kijk voor meer informatie op
14
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
www.premasters.hu.nl of haal de folder Doorstuderen na uw bachelor aan de UU. 1.1.3 Hogeschool- en faculteitsregelingen De Wet op het Hoger onderwijs en het Wetenschappelijk onderzoek (WHW) legt instellingen een aantal verplichtingen op. Hogeschool Utrecht heeft deze in een reglementen verwerkt. Sommigen hiervan zijn uitgewerkt op faculteitsniveau. De reglementen zijn te vinden op www.reglementen.hu.nl. Iedere student wordt geacht op de hoogte te zijn van de inhoud van deze reglementen. Hieronder volgt een opsomming van de meest relevante reglementen met een korte toelichting op de inhoud. Studentenstatuut HU In het Studentenstatuut zijn de rechten en verplichtingen van studenten vastgelegd op hoofdlijnen. Veel onderwerpen worden nader uitgewerkt in specifieke reglementen zoals hieronder vermeld. Onderwijs- en Examenregeling van de faculteit De Onderwijs- en Examenregeling van de faculteit (faculteits-OER) moet worden gezien als onderdeel van deze studiegids. In dit document zijn de rechten en plichten van studenten ten aanzien van het onderwijs, tentamens, examens en verwante zaken vastgelegd. Dit wordt op een aantal punten nader uitgewerkt in de studiegids. Inschrijvingsregeling HU In de Inschrijvingsregeling worden de procedurele (niet: inhoudelijke) aspecten rond inschrijving, collegegeld en uitschrijving beschreven. Zie ook par. 1.3.3. Reglement College van Beroep HU Het kan voorkomen dat een student het niet eens is met een beslissing van de examencommissie of faculteitsdirectie. In de meeste gevallen kan de student dan in beroep gaan bij het College van Beroep. In het reglement College van Beroep zijn de samenstelling en de bevoegdheid van het College van Beroep, alsmede de beroepsgronden, de beroepsprocedures en het tot stand komen van de uitspraak nader geregeld. Zie ook par. 7.3. Steunfondsregeling HU Tijdens de opleiding kan een student te maken krijgen met per-
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
15
soonlijke omstandigheden die tot studievertraging leiden en problemen (kunnen) gaan geven met de studiefinanciering. Ook kan sprake zijn van bestuurlijke activiteiten naast de studie. Onder bepaalde voorwaarden kan een student een beroep doen op financiële ondersteuning. Een en ander staat beschreven in deze regeling. Zie ook par. 2.7 en 2.16.2.
Reglement Centrale Medezeggenschapsraad HU De centrale medezeggenschapsraad (CMR) is een medezeggenschapsorgaan op hogeschoolniveau. De samenstelling en verkiezingen, bevoegdheden, facilitering en geschillenoplossing zijn geregeld in het door het College van Bestuur vastgestelde CMR-reglement. Zie ook par. 2.14.1.
Noodfondsregeling HU De Noodfondsregeling is vastgelegd in het Studentenstatuut. Hogeschool Utrecht biedt door middel van het Noodfonds hulp bij onvoorziene uitgaven van studenten die hun draagkracht te boven gaan maar waar ze zich redelijkerwijs niet tegen kunnen verzekeren. Zie ook par. 2.7.
1.1.4 Kwaliteitszorg
Privacyreglement persoonsgegevens studenten HU In dit reglement is de verzameling, opslag, correctie en verstrekking van persoonsgegevens van de student geregeld. Reglement Studentendecanen HU Hierin zijn onder meer taken, bevoegdheden en functioneren van de decanen geregeld. Zie ook par. 2.2. Regeling inzake Ongewenst Gedrag HU Elke faculteit heeft een of meer vertrouwenspersonen. In deze regeling zijn onder andere de taken en bevoegdheden van de vertrouwenspersoon geregeld en de waarborging van een onafhankelijk functioneren van de vertrouwenspersoon. Reglement voor de Opleidingscommissies De (gezamenlijke) opleidingscommissies ((G)OC’s) zijn medezeggenschapsorganen op opleidingsniveau. De samenstelling en verkiezingen, bevoegdheden, facilitering en geschillenoplossing zijn geregeld in het door de faculteitsdirectie vastgestelde OC-reglement. Zie ook par. 2.14.1. Reglement voor de Faculteitsmedezeggenschapsraad De faculteitsmedezeggenschapsraad is een medezeggenschapsorgaan op faculteitsniveau. De samenstelling en verkiezingen, bevoegdheden, facilitering en geschillenoplossing zijn geregeld in het door de faculteitsdirectie vastgestelde FMR-reglement. Zie ook par. 2.14.1.
16
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Hogeschool Utrecht besteedt veel zorg en aandacht aan kwaliteit. Kwaliteitszorg heeft betrekking op alle onderdelen van het onderwijs, het curriculum, de studievoortgang, de begeleiding, de onderwijsorganisatie, de relatie opleiding-arbeidsmarkt, etc. Een precieze uitwerking van het systeem van kwaliteitszorg dat de opleiding hanteert, vindt plaats in het kwaliteitsplan. Hierin staat beschreven op welke wijze en met welke middelen inzicht wordt verkregen in de kwaliteit van de opleiding, hoe aan eventuele verbetering gewerkt kan worden, hoe studenten zijn betrokken bij de evaluatie en op welke wijze verslag wordt gedaan van de resultaten van deze evaluaties. Opleidingscommissies spelen een belangrijke rol in het systeem voor kwaliteitszorg en hebben in het verleden belangrijke verbeteringen in gang gezet. De kwaliteit van het onderwijs kan natuurlijk prima beoordeeld worden door degenen die het onderwijs genieten: de studenten. Van jullie wordt daarom regelmatig gevraagd schriftelijk te evalueren. De vragenlijsten zijn anoniem. U loopt dus geen risico dat negatieve oordelen tegen u zullen werken. Er is een aantal “grote” evaluatiemomenten. Aan het einde van iedere cursus vindt er een schriftelijke evaluatie plaats. Deze is gericht op de inhoud, toetsing en organisatie van de cursus. Ook is er iedere periode een studentenpanel. Hier wordt gesproken over de samenhang in het curriculum en de studielast van het programma. Daarnaast wordt een keer per jaar aan alle eerstejaars studenten en aan studenten die in Osiris 180 studiepunten hebben, uitvoerig de mening gevraagd over verschillende aspecten – variërend van de kwaliteit van de docenten tot de kwaliteit van de kantine. Aan eerstejaars worden iets andere vragen gesteld dan aan studenten die zich aan het eind van de studie bevinden: zo krijgen eerstejaars vra-
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
17
gen over de voorlichting van de studie en hoofdfase studenten vragen over de hele studie. De uitkomsten van dit grote HU Studenten tevredenheidsonderzoek zijn zeer belangrijk: gaan er zaken niet naar wens dan worden daarover afspraken gemaakt tussen de verschillende directies in hogeschool – faculteit – instituut. Ook zijn deze uitkomsten onderwerp van gesprek tussen de instituutsdirecties en de opleidingscommissies. Kortom: uw mening (positief of negatief) wordt gehoord en er wordt ook wat mee gedaan. Dus wilt u uw uw betrokkenheid bij de kwaliteitszorg vergroten, dan is het invullen van het studenten tevredenheidsonderzoek een absolute aanrader. 1.1.5 Ordehandhaving Artikel 48 van het Studentenstatuut (zie www.reglementen.hu.nl) regelt de ordehandhaving binnen Hogeschool Utrecht. Deze regeling luidt – samengevat - als volgt: Voorschriften en aanwijzingen Ter handhaving van de goede gang van zaken binnen de hogeschool gelden, behalve de wet, nadere voorschriften en aanwijzingen zoals vastgesteld door of namens het College van Bestuur of de faculteitsdirectie. Deze voorschriften en aanwijzingen kunnen betrekking hebben op, maar zijn niet beperkt tot de volgende onderwerpen: • ongewenst gedrag; • het gebruik van de gebouwen en terreinen met de daarin of daarop aanwezige voorzieningen; • afmelding van de student bij ziekte of verhindering anderszins; • roosterwijzigingen en tussenuren; • bijzondere omstandigheden. Binnen de hogeschool geldt verder een algemeen verbod op het dragen van gezichtsbedekkende kleding. De opleiding kan aanvullende kledingvoorschriften stellen, indien dit uit het oogpunt van praktische uitvoering van het onderwijs noodzakelijk is.
• •
•
de plicht om zich op de hoogte stellen van (veiligheids)voorschriften die betrekking hebben op het werk en de studie; de plicht om aangebrachte veiligheidsvoorzieningen op de juiste wijze te gebruiken en de verplichte beschermingsmiddelen te dragen of toe te passen; de plicht om onveilige en/of ongezonde werksituaties te melden aan de desbetreffende faculteitsdirectie.
Maatregelen Bij overtreding van de voorschriften/aanwijzingen of niet nakoming van de plichten zoals hierboven genoemd, kunnen door de faculteitsdirectie de volgende maatregelen worden getroffen: • het geven van een waarschuwing of berisping; • het ontzeggen van de toegang tot gebouwen en terreinen van de hogeschool voor de tijd van ten hoogste een jaar. 1.1.6 Organogram HU Een organogram van de HU is te vinden op www.organogram.hu.nl. Per 1 september 2005 heeft Hogeschool Utrecht het onderwijsaanbod als volgt georganiseerd: • Instituten Hier zijn verwante voltijd bacheloropleidingen naar interessegebied geclusterd • Centra Voor deeltijd en duale opleidingen, cursussen en workshops. En voor (incompany) trainingen, consultancy en coaching voor professionals. • Academies Met het aanbod van masteropleidingen voor afgestudeerden. Een overzicht van alle instituten, centra en academies vindt u op www.hu.nl/overhu. Organisatorisch is Hogeschool Utrecht ingedeeld in faculteiten. Zie ook par. 1.1.7.
Plichten student Op basis van de Arbeidsomstandighedenwet gelden voor de studenten de volgende plichten: • de plicht om in werk en studie zorgvuldig en voorzichtig te handelen;
18
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
19
1.1.7 Locaties HU Locaties HU in Utrecht College van Bestuur, Centrale Organisatie, Faculteit Natuur & Techniek Oudenoord 330 en 340 3513 EX Utrecht Telefoon (030) 238 88 98 Faculteit Natuur & Techniek Oudenoord 700 3513 EX Utrecht Telefoon (030) 230 82 08 Faculteit Natuur & Techniek Nijenoord 1 3552 AS Utrecht Telefoon (030) 230 81 08 Faculteit Natuur & Techniek, International Office F.C. Dondersstraat 65 3572 JE Utrecht Telefoon (030) 275 88 88
Faculteit Maatschappij & Recht Heidelberglaan 7 3584 CS Utrecht Telefoon (030) 252 96 00 Faculteit Gezondheidszorg Bolognalaan 101 3584 CJ Utrecht Telefoon (030) 258 51 00 Locaties HU in Amersfoort HU Amersfoort Berkenweg 11 3818 LA Amersfoort Telefoon (033) 421 21 00 FMR, Instituut voor Social Work, Creatieve Therapie Hooglandseweg-Noord 140 3813 VE Amersfoort Telefoon (033) 479 13 00 Routebechrijvingen naar alle locaties vindt u op www.hu.nl. Kijk voor de bereikbaarheid per openbaar vervoer op www.gvu.nl.
Faculteit Educatie Archimedeslaan 16 3584 BA Utrecht Telefoon (030) 254 71 00 Faculteit Communicatie & Journalistiek Padualaan 99 3584 CH Utrecht Telefoon (030) 219 30 00 Faculteit Economie & Management Padualaan 101 3584 CH Utrecht Telefoon (030) 258 62 00
20
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
21
1.2
ALGEMENE INFORMATIE FACULTEIT MAATSCHAPPIJ & RECHT
1.2.1 Algemeen De Faculteit Maatschappij & Recht (FMR) maakt deel uit van Hogeschool Utrecht en is een grote, moderne onderwijsinstelling waar het prettig studeren en werken is. De FMR heeft haar hoofdvestiging in Utrecht (De Uithof) en heeft twee nevenvestigingen in Amersfoort (Hooglandseweg en Berkenweg). De FMR biedt een scala aan opleidingen op het gebied van Recht, Social Work, Arbeid & Organisatie en Integrale Veiligheidskunde. Er volgen ongeveer 6300 studenten een studie binnen de FMR en er zijn ongeveer 450 personeelsleden werkzaam.
1.2.2 Contactgegevens Faculteit Maatschappij & Recht Heidelberglaan 7 3584 CS Utrecht Telefoon (030) 252 96 00 Fax (030) 252 96 01 FMR, Instituut voor Social Work / De Horst Berkenweg 11 3818 LA Amersfoort Telefoon (033) 421 21 00 Fax: (033) 421 21 02 FMR, Instituut voor Social Work, Creatieve Therapie Hooglandseweg-Noord 140 3813 VE Amersfoort Telefoon (033) 421 23 00 Fax (033) 472 36 22
De Faculteit Maatschappij en Recht verzorgt de volgende bacheloropleidingen in voltijd en deeltijd en de opleiding CMV, MWD en SPH ook duaal. • Creatieve Therapie (CT) • Culturele en Maatschappelijke Vorming (CMV) • Maatschappelijk Werk en Dienstverlening (MWD) • Sociaal Pedagogische Hulpverlening (SPH) • Integrale Veiligheidskunde (IVK) • Personeel & Arbeid (P&A) • Sociaal Juridische Dienstverlening (SJD) • HBO-Rechten (HBR) waaronder de afstudeerrichting Kandidaat Gerechtsdeurwaarder (GDW) In samenwerking met de Faculteit Educatie verzorgt de Faculteit Maatschappij & Recht ook de bacheloropleiding Pedagogiek.
22
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
23
1.2.3 Organogram faculteit
Faculteit Maatschappij & Recht Faculteitsdirecteur, vz Managementteam (MT)
Facultaire Mede-zeggenschapsraad (MR)
Jan Welmers
Kenniscentrum Sociale
Directiesecretaris
Instituut voor Social Work
Innovatie
Adviserend lid MT
lid MT
Hans van Ewijk
Liesbeth Aveling
Coen van der Linden
Instituut voor Recht
Instituut voor Arbeid & Organisatie / Instituut
Instituutsdirecteur, lid MT
voor Veiligheid
Pieter Cornelissen
Instituutsdirecteur, lid MT Jan Thijs
Projectbureau
Instituut voor Pedagogiek samenwerking met FE aansturing door fac.dir FMR/FE Marcel Meer projectleider Riki Verhoeven (Ma) vacature (Ba)
(Staf)diensten
Social Work
Recht
IVK
Arbeid & Organisatie
I&A / Bedrijfsbureau /
opleidingsmanagers
managers onderwijs
manager onderwijs
manager onderwijs
Mediatheek
CT
SJD vt
Integrale veiligheidskunde
Personeel & Arbeid
vacature
Annemiek van Benthem
Thea van Rooijen
vacature
Peter Kosterman
hoofd stafdienst
CMV
SJD dt
P&O
vacature
Marjan Brouwer
Jeanette Wijgand
MWD
HBO Rechten vt
hoofd stafdienst
vacature
vacature
P&C
SPH
GDW/HBO Rechten dt
Ton Bogers, controller
Ed Bouwman
Hans Mreijen
Decanaat
Propedeuse Utrecht
Onderwijslogistiek
Margriet Andriesen
Jeanet Fennema
Peter Rogge
Annie van der Ent
Propedeuse Amersfoort
Thora Justesen
vacature
Fred Piek
Contractactiviteiten
Maria Smit
Piet Janssen
Opleidingscommissies (OC)
Opleidingscommissies (OC)
Vertrouwenspersoon Sytske Teppema
Opleidingscommissies (OC)
24
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Opleidingscommissies (OC)
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
25
1.2.4 Plattegrond
26
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
BEGANE GROND
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
27
VERDIEPING 1
28
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
29
VERDIEPING 2
30
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
31
VERDIEPING 3
32
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
33
VERDIEPING 4
34
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
35
1.2.5 Praktische voorschriften en aanwijzingen
•
Bel eerst de receptie, toets daarvoor de 1 (Amersfoort CT de 9, Amersfoort De Horst toestel 2111), meld daarbij het volgende: • uw naam; • de plaats van de calamiteit • de aard van de calamiteit • of/ en hoeveel personen erbij betrokken zijn • wacht daarna (als het om een ongeval gaat) bij het slachtoffer tot er hulp is.
•
Ontruiming: Door middel van de omroepinstallatie (slow whoop signaal) of door een hulpverlener wordt iedereen verzocht het pand te verlaten. • verlaat het pand rustig via de dichtstbijzijnde (nood) nooduitgang, • gebruik nooit de lift, • volg de instructies van de bedrijfshulpverlener op, • ga naar de aangewezen verzamelplaats en wacht daar op verdere instructies, • voorkom paniek en blijf kalm. Huisregels Neem de volgende huisregels in acht voor een leefbare studie- en werkomgeving: • Fietsen stallen in de fietsenrekken of in de fietsenstalling van de parkeergarage Cambridgelaan. • Bromfietsen en motoren stallen in de parkeergarage Cambridgelaan, niet op het faculteitsplein. • Alleen geleidehonden zijn toegestaan, geen andere huisdieren. • Skaten, steppen, boarden of rolschaatsen op het faculteitsplein is niet toegestaan. • Mobiele telefoons zijn tijdens onderwijsactiviteiten, in mediatheek en studieplein uitgeschakeld. • Serviesgoed in de restaurants altijd terugbrengen naar een afruimmeubel. • Meegenomen servies en bestek dezelfde dag nog terugbrengen naar de catering. • Het is niet toegestaan te eten en te drinken in de leslokalen, de mediatheek en het studieplein. • Afval (en kauwgom) dient in de afvalbakken te worden gedeponeerd.
36
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
• • • •
Het is niet toegestaan om met punaises of plakband iets op de muren en deuren te bevestigen. Posters alleen ophangen met toestemming van de Facilitaire Dienst. Mededelingen alleen op de daarvoor bestemde borden of met toestemming Facilitaire Dienst. Aan het eind van de dag: licht uit, ramen, deuren, computer en monitor (af)sluiten. Het is wettelijk niet toegestaan in het faculteitsgebouw te roken. Het noodtrappenhuis (de aluminium cilinder) alleen gebruiken bij calamiteiten.
Huisregels (extra) leslokalen • Het is niet toegestaan te eten en te drinken in de leslokalen. • Afval (en kauwgom) dient in de afvalbakken te worden gedeponeerd. • Wordt in een lokaal vergaderservice verleend, alles achteraf graag bij elkaar zetten voor catering. • Geen kauwgom onder en/op op stoelen en tafels plakken. • Niet met pennen/stiften schrijven op meubilair. • Meubilair in de leslokalen dient in de oorspronkelijke opstelling te worden teruggeplaatst Vragen? Bel het Facilitair Meldpunt: 9666 Voorziening voor mindervaliden Utrecht, Heidelberglaan 7 Mindervaliden kunnen de beschikking krijgen over een liftsleutel; deze liftsleutel geeft tevens toegang tot de aangepaste toiletruimte. Aangepaste toiletruimten zijn te vinden op de begane grond en de tweede etage. De liftsleutel is aan te vragen bij het facilitair meldpunt. Bij aanvraag kan om een doktersverklaring gevraagd worden. Amersfoort, Hooglandseweg Noord 140 De aangepaste toiletruimte is te vinden links achter de trefplek. De sleutel is verkrijgbaar bij de receptie. Amersfoort, Berkenweg 11 De aangepaste toiletruimte is te vinden op de begane grond bij collegezaal 0.50.
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
37
1.2.6 Openingstijden gebouwen Utrecht, Heidelberglaan 7 Maandag t/m donderdag van 7.00 – 22.00 uur. Vrijdag van 7.00 uur – 18.00 uur. Tijdens de vakantieweken is het gebouw geopend van 8.00 uur – 17.30 uur (onder voorbehoud van eventuele andere besluiten van de directie. Amersfoort, Hooglandseweg Noord 140 Maandag, dinsdag, woensdag en vrijdag van 8.00 uur – 18.00 uur. Donderdag van 8.00 – 22.00 uur. Amersfoort, Berkenweg 11 Maandag, woensdag en vrijdag van 8.30 uur – 18.30 uur. Dinsdag en donderdag van 8.30 uur – 21.30 uur. Openingstijden zijn onder voorbehoud
1.2.7 Vakanties en vrije dagen
Vakantie
Data
Herfstvakantie
22 oktober t/m 28 oktober 2007
Kerstvakantie
24 december 2007 t/m 6 januari 2008
Voorjaarsvakantie
25 februari t/m 2 maart 2008
Meivakantie
28 april t/m 4 mei 2008
Zomervakantie
21 juli t/m 17 augustus 2008
Officiële vrije dagen (feestdagen) 2007-2008: officiële vrije dagen
Data
1e en 2e Kerstdag
dinsdag 25 en woensdag 26 december 2007
Nieuwjaarsdag
dinsdag 1 januari 2008
Goede vrijdag
vrijdag 21 maart 2008
Pasen
zondag 23 en maandag 24 maart 2008
Koninginnedag
woensdag 30 april 2008
Hemelvaartsdag
donderdag 1 mei 2008
Bevrijdingsdag
maandag 5 mei 2008
1e en 2e Pinksterdag
zondag 11 en maandag 12 mei 2008
38
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Verplichte vrije dagen 2007-2008: verplichte vrije dagen
Data
tussen Kerst en Oud en Nieuw maandag 24, donderdag 27 en vrijdag 28 december 2007 dag na Hemelvaart
vrijdag 2 mei 2008
1.2.8 Faciliteiten Studentenservice FMR Voor vragen over studiefinanciering, tempobeurs, prestatiebeurs, steunfondsregelingen, inschrijving, (tussentijdse) uitschrijving enzovoort kunnen studenten terecht bij de Studentenservice (Utrecht) telefoon 030 252 9999
[email protected]. Studenten Creatieve Therapie in Amersfoort kunnen terecht bij: secretariaat Amersfoort, telefoon: 033 4791 300 (behalve op woensdag). Studenten Instituut voor Social Work / De Horst kunnen terecht bij de servicebalie Utrecht (zie hierboven) of de studentenbalie van het Instituut voor Social Work / De Horst in Amersfoort, Berkenweg 11. Voor vragen over studiefinanciering kunnen studenten ook terecht bij het regiokantoor Herman Gorterstraat 40 in Utrecht (plattegrond bij studentenservice verkrijgbaar.) Voor telefonische informatie over studiefinanciering is het volgende nummer beschikbaar: 050-5997755 Restaurant Utrecht, Heidelberglaan 7 Het restaurant is te vinden op de begane grond. Openingstijden: maandag t/m donderdag van 8.30 uur – 18.30 uur. Vrijdag van 8.30 uur – 16.00 uur. Tijdens vakantieweken is het restaurant gesloten. Warme drankautomaten zijn te vinden op de brinken. Bij het restaurant staan frisdrank- en snoepautomaten. Amersfoort, Hooglandseweg Noord 140 Het restaurant is te vinden op de begane grond. Openingstijden: maandag, dinsdag, woensdag en vrijdag van 9.30 uur – 14.30 uur. Donderdag van 9.30 uur – 18.30 uur. Tijdens vakantieweken is het restaurant gesloten. Bij de helpdesk zijn automaten voor warme dranken, frisdranken en soep te vinden.
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
39
Amersfoort, Berkenweg 11 Het restaurant is te vinden op de begane grond. Openingstijden: maandag, woensdag, donderdag en vrijdag van 8.30 uur – 16.00 uur. Dinsdag van 8.30 uur – 19.00 uur. Tijdens vakantieweken is het restaurant gesloten.
1.3
ALGEMENE INFORMATIE OPLEIDING SOCIAAL JURIDISCHE DIENSTVERLENING DT
Repro Utrecht, Heidelberglaan 7 De reproruimte bevindt zich op de begane grond. Openingstijden: maandag t/m vrijdag van 8.30 uur – 17.00 uur. Tijdens vakantieweken is de repro beperkt open. Amersfoort, Hooglandseweg Noord 140 Heeft geen specifieke reproruimte. Amersfoort, Berkenweg 11 Heeft geen specifieke reproruimte. Kiosk / winkel / readerverkoop Utrecht, Heidelberglaan 7 De kiosk is te vinden op de begane grond naast het auditorium. Openingstijden: maandag, dinsdag en donderdag van 9.00 uur – 19.00 uur. Woensdag en vrijdag van 9.00 uur – 17.00 uur. Bij de kiosk kan men terecht voor: kantoorartikelen, readers en het reserveren en lenen van audiovisuele middelen. Amersfoort, Hooglandseweg Noord 140 Het magazijn is te vinden op de begane grond (0.12). Openingstijden: maandag t/m vrijdag van 8.45 – 10.30 Amersfoort, Berkenweg 11 De winkel bevindt zich op de 2e verdieping. Openingstijden: maandag t/m vrijdag van 8.30 uur – 17.00 uur. Op aanvraag kan de winkel op dinsdag en donderdagavond geopend blijven tot 19.00 uur. Openingstijden zijn voor alle locaties onder voorbehoud.
40
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
1.3.1 Algemeen De SJD DT opleiding is een competentie gerichte beroepsopleiding met een specifiek op deeltijdstudenten gericht programma. In het curriculum is aandacht voor sociale én juridische aspecten van het werk. Het praktijkgerichte onderwijs wordt door bekwame docenten verzorgd vanuit een visie van didactische diversiteit. 1.3.2 Contactgegevens Centrum voor Juridische Beroepspraktijk Heidelberglaan 7 Postbus 85397 3508 AJ Utrecht Telefoon 030 2529840 Telefax 030 2529731 E-mailadres
[email protected] 1.3.3 In- en uitschrijven voor de opleiding Bureau Inschrijving Studeren aan Hogeschool Utrecht begint bij Bureau Inschrijving. Bureau Inschrijving verzorgt de inschrijving, herinschrijving en uitschrijving van studenten voor Hogeschool Utrecht en is verantwoordelijk voor de wettelijke toelating. Inschrijving Als student wordt u ingeschreven voor de opleiding onder de volgende voorwaarden: • er is voldaan aan de toelatingseisen (zie ook par. 4.2.3 en 4.3.3); • het collegegeld is betaald (of betaling ervan is verzekerd door een machtiging of garantieverklaring) • er is voldaan aan de overige vereisten zoals genoemd in de Inschrijvingsregeling HU (zie www.reglementen.hu.nl).
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
41
Pas na rechtsgeldige inschrijving heeft u recht op gebruik van de onderwijsfaciliteiten. • De student die zich voor de propedeuse wil inschrijven moet zich eerst aanmelden bij de Informatie Beheer Groep. De IB-groep geeft uw aanmeldingsgegevens door aan Hogeschool Utrecht. Zodra we de gegevens van de IB-Groep hebben ontvangen sturen we u de benodigde informatie om u bij ons in te schrijven. Heeft u al een propedeuse gehaald voor een hbo of wo opleiding? Dan heeft u kans dat u kunt instromen in een hoger jaar van de opleiding. U krijgt dan vrijstelling van de propedeutische vakken. Als u wilt instromen in de hoofdfase, neem dan contact op met de opleiding. Zij kunnen u meer vertellen over de mogelijkheden. Vervolginschrijving Als u al student bent van Hogeschool Utrecht ontvangt u medio mei een herinschrijfformulier. Het is noodzakelijk dat u dit naar ons terugstuurt; ook als u volgend jaar niet meer verder wilt studeren, of als u afstudeert dit jaar. U wordt pas opnieuw ingeschreven wanneer is voldaan aan de financiële verplichtingen en eventuele overige eisen. Collegekaart en bewijs van inschrijving Tegelijk met de collegekaart ontvangt u een schriftelijk bewijs van inschrijving. De collegekaart dient echter ook als inschrijvingsbewijs. Beëindiging inschrijving Als een student zich niet opnieuw inschrijft voor het nieuwe studiejaar (zie onder ”vervolginschrijving” hierboven) eindigt de inschrijving op 1 september. Ook kan de inschrijving tussentijds op verzoek van de student worden beëindigd. Daarbij kan de student aanspraak maken op gedeeltelijke teruggave van het collegegeld, indien sprake is van: • beëindiging wegens afstuderen (met ingang van de maand volgend op de maand van afstuderen; daarmee eindigt ook het recht op studiefinanciering en OV-kaart); • beëindiging in het eerste jaar van inschrijving in de propedeuse (met ingang van de tweede maand volgend op de maand waarin het verzoek is ingediend); • beëindiging wegens niet aansluiten van praktijkperiodes (met
42
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
•
ingang van de maand volgend op de maand waarin het verzoek is ingediend); beëindiging wegens ziekte of bijzondere familieomstandigheden (met ingang van de maand volgend op de tweede hele maand waarin de student niet aan het onderwijs heeft kunnen deelnemen); beëindiging vanwege andere, zwaarwegende omstandigheden, ter beoordeling door de faculteitsdirectie (met ingang van de tweede maand na de maand waarin het verzoek is ingediend).
Verder kan de inschrijving worden beëindigd als gevolg van een negatief bindend studieadvies (zie ook par. 4.2.4). Hierbij bestaat ook recht op teruggave van collegegeld, met uitzondering van de maanden juli en augustus. Het is raadzaam om bij bijzondere omstandigheden direct contact op te nemen met de studentendecaan. Zie verder par. 2.2. Bij tussentijdse beëindiging van de studie om andere redenen blijft de student ingeschreven tot het einde van het studiejaar. Er wordt dan ook geen collegegeld terugbetaald. Bovenstaande informatie is slechts een samenvatting. De procedures zijn nader geregeld in de Inschrijvingsregeling HU (zie www.reglementen.hu.nl). Kijk voor meer informatie over in- en uitschrijven op de website van Bureau Inschrijving: www.bureauinschrijving.hu.nl. 1.3.4 Examencommissie Taken en bevoegdheden Het Instituut voor Recht kent een examencommissie, die onder meer de volgende taken en bevoegdheden heeft: • • • • • •
toezicht op het afnemen van tentamens en examens; vaststellen en bekendmaken van de uitslag van tentamens en examens; toepassen van het bindend studieadvies; toekennen van voorzieningen bij tentamens; verlenen van vrijstellingen; uitreiken van getuigschriften.
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
43
De examencommissie is bevoegd om bepaalde taken door een of meer leden van die commissie of door examinatoren (docenten of externe deskundigen) te laten uitvoeren. De examencommissie blijft echter altijd eindverantwoordelijk. Samenstelling en besluitvorming De faculteitsdirectie benoemt de examencommissie uit het onderwijsgevend personeel van de desbetreffende opleiding (of groep van opleidingen). Aan de examencommissie kan een ambtelijk secretaris zijn verbonden; deze is geen lid van de commissie. De examencommissie neemt besluiten bij gewone meerderheid van stemmen. Bij staken van stemmen beslist de voorzitter omtrent het te nemen besluit. De besluiten worden in notulen vastgelegd, en de vergaderingen zijn niet openbaar. Afhankelijk van de situatie kan de examencommissie studenten en/of docenten horen alvorens een beslissing te nemen. De taken en bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van de examencommissie zijn uitgebreid beschreven in hoofdstuk 4 van de Onderwijs- en Examenregeling HU 2007-2008 (www.reglementen.hu.nl). Verzoeken aan de examencommissie De student die in aanmerking denkt te komen voor een vrijstelling, voorziening of andere beslissing waartoe de examencommissie bevoegd is, kan een verzoekschrift bij de examencommissie indienen. Een verzoek moet schriftelijk en gemotiveerd worden ingediend, en eventueel voorzien zijn van bewijsstukken. Ook moeten de naam en het adres van de student erop staan, en moet het zijn ondertekend. De examencommissie maakt tijdig, doch uiterlijk binnen drie weken na ontvangst van het verzoek haar beslissing schriftelijk aan de aanvrager bekend. Tegen de beslissing op het verzoek staat bezwaar en beroep open (zie hoofdstuk 7). Bezwaar maken De examencommissie Instituut voor Recht heeft binnen de opleiding een wettelijke taak, geformuleerd in de Onderwijs- en examenregeling van de FM&R. Voor studenten is de examencommissie allereerst van betekenis als de instantie waartoe zij zich kunnen richten, indien zij bezwaar willen maken tegen een door of vanuit de opleiding genomen besluit of wanneer zij een verzoek willen indienen ten behoeve van een speciale individuele regeling.
44
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Bezwaren en verzoeken moeten schriftelijk, en wel getypt bij de examencommissie worden aangeleverd bij de ambtelijk secretaris mevrouw J. Kroon (postvak examencommissie op de brink van het Instituut voor Recht of per e-mail naar
[email protected]). Alleen brieven, gesteld in behoorlijk Nederlands, worden in behandeling genomen. Het verzoek- of bezwaarschrift wordt ondertekend en bevat tenminste: a. naam en adresgegevens van de afzender; b. opleiding; c. studentnummer; d. studiejaar; e. naam studieloopbaanbegeleider; f. de aard van het verzoek resp. bezwaar; g. motivatie/ onderbouwing; h. verwijzing naar regels indien relevant. De examencommissie vergadert wekelijks op donderdag. De sluitingstermijn voor brieven aan de examencommissie is maandagmorgen 9.00 uur voorafgaande aan de vergadering van de examencommissie. Voor de behandeling van klachten is voorzien in een andere procedure (zie hoofdstuk 7). 1.3.5 Onderwijsbalie Voor informatie over de Onderwijsbalie van het Instituut voor Recht kunt u terecht op www.sharepoint.hu.nl (zie ‘onderwijs’ en vervolgens de betreffende opleiding 1.3.6 Studievereniging Studieverenigingen hebben als doel uw studententijd zo leuk mogelijk te maken. U vindt hier activiteiten die voor veel gezelligheid zorgen, maar ook voor betrokkenheid bij uw studie en uw toekomstige vak. De studieverenigingen binnen Hogeschool Utrecht zijn verenigd in de koepelorganisatie OSHU, die hogeschoolbreed de belangen van de diverse verenigingen behartigt. 1.3.7 Overige informatie Mededelingen voor studenten over lessen en tentamens worden via mededelingenborden, het intranet en de studentenmail bekend gemaakt. Ook correcties en aanvullingen op de studiegids worden
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
45
zo bekend gemaakt. Studenten worden geacht zich actief te informeren via de voor hen bestemde post en mededelingen, te zorgen dat hun postadres bij de studentenadministratie klopt, en regelmatig het door de hogeschool verleende e-mail adres te lezen. Roosters en roosterwijzigingen zijn via Internet te vinden op de roostersite (www.roosters.hu.nl).
46
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
47
2 STUDENTENVOORZIENINGEN
2.1
STUDIEBEGELEIDING
•
verwijzen naar studentendecaan in kwesties die niet direct met de studie te maken hebben (persoonlijke omstandigheden, studiefinanciering, bezwaar en beroep etc.).
Zie voor meer informatie over studieloopbaanbegeleiding door de opleiding par. 4.1.7.
Inleiding Een afgestudeerd hbo-student wordt geacht zelfstandig te kunnen handelen. Gedurende de opleiding wordt u daarom ook gestimuleerd tot zelfstandig en initiatiefrijk optreden. Voor het onderwijs betekent dit dat de opleiding die typen onderwijs kiest die zelfstandig en kritisch leren stimuleren, namelijk probleemgestuurd- en project-onderwijs. Als student wordt u verantwoordelijk gesteld voor uw eigen leerproces en studieloopbaan; de opleiding dient daarbij voor randvoorwaarden en voor ondersteuning te zorgen. De wijze waarop de opleiding u in uw studie begeleidt sluit aan op onze opvattingen over HBO-niveau, over leren en over onderwijs. ‘Begeleiding geven bij de studie’ vat de opleiding dus op als ‘de student zodanig ondersteunen dat de studievoortgang gefaciliteerd wordt en de ontwikkeling tot zelfstandigheid bevorderd wordt’. De opleiding verzorgt studiebegeleiding bij diverse facetten van het studie- en leerproces. We onderscheiden vier typen begeleiding: inhoudelijke begeleiding, begeleiding bij studievaardigheden, studieloopbaanbegeleiding en begeleiding bij persoonlijke (studie)problemen. Er wordt van u verwacht dat u op eigen initiatief gebruik maakt van gepresenteerde vormen van begeleiding. Studieloopbaanbegeleiding Elke student heeft recht op begeleiding door een (vaste) studieloopbaanbegeleider, bij wie de student terecht kan met vragen en problemen die rechtstreeks verband houden met de studie. De studieloopbaanbegeleider heeft met name de volgende taken: • gevraagd en ongevraagd informatie verstrekken over de inhoud en organisatie van het onderwijs • bewaking en bespreking van studieresultaten • adviseren van studenten bij het maken van keuzes, die in het kader van de opleiding van belang zijn
50
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
51
2.2 STUDENTENDECAAN
De studentendecanen behartigen studentenbelangen in de ruimste zin. Ze zijn er voor alle studenten van HU, dus ook voor u. Ze geven hulp, informatie, advies en begeleiding aan studenten over studie en onderwijs, onderwijszaken en studentenvoorzieningen. De decanen hebben een onafhankelijke positie binnen de faculteit. Ze hebben tevens een geheimhoudingsplicht. Zonder uw toestemming wordt geen mededeling aan anderen gedaan (zoals ouders en docenten) over de inhoud van de gesprekken. Veel studenten worden door hun studieloopbaanbegeleider naar het decanaat verwezen, maar u kunt ook op eigen initiatief komen. U kunt bij de decanen terecht voor onder meer: • financiele steunaanvragen bij het Noodfonds of het Steunfonds van HU (zie ook par. 2.7); • toelatingseisen, uitschrijving, inschrijving elders; • vervolgopleidingen, twijfel over studie of beroepskeuze; • studiestaking of onderbreking; • een (dreigend) bindend negatief studieadvies; • studievertraging; • studiebelemmerende persoonlijke omstandigheden; • verwijzing naar het Bureau Studentenpyschologen; • studeren met een functiebeperking en het zo nodig aanvragen van een extra jaar beurs; • andere kwesties op het gebied van studiefinanciering, uitkeringen, fondsen; • bezwaar en beroep tegen bijvoorbeeld een beslissing van de examencommissie; • conflictsituaties op de opleiding. Via de decanen kunt u zich ook opgeven voor trainingen in bijvoorbeeld assertiviteit, studieplanning en de omgang met faalangst.
hoe eerder u een probleem aanpakt, hoe sneller het in het algemeen is opgelost en hoe langer u plezier hebt van de oplossing. Meer informatie vindt u op www.studentzaken.hu.nl. Vanaf 1 januari 2007 is er een Centrum voor Studiekeuze , een gezamenlijk initiatief van Hogeschool Utrecht en de Universiteit Utrecht. Twijfelt u over de opleiding, bent u vastgelopen of wilt u doorstuderen na uw bachelor-diploma, dan kunt u hier terecht voor advies en ondersteuning met betrekking tot uw studiekeuze. Ga naar u studentendecaan voor meer informatie of kijk op www.centrumstudiekeuze.nl. Zie ook artikel 40 Studentenstatuut en Reglement Studentendecanen HU (www.reglementen.hu.nl) Studentendecanen FMR Utrecht, Heidelberglaan 7 Margriet Andriesen, telefoon: 030 252 9033, kamer 0.125, e-mail:
[email protected] Fred Piek, telefoon: 030 252 9983, kamer 0.120, e-mail:
[email protected], Maria Smit, telefoon: 030 252 9984, kamer 0.122, e-mail:
[email protected] Amersfoort, Hooglandseweg Noord 140 Thora Justesen, aanwezig: dinsdagochtend en donderdag, telefoon 033 421 2346, kamer 226, e-mail:
[email protected] Amersfoort Berkenweg 11 Thora Justesen, aanwezig: dinsdagmiddag en vrijdag, telefoon: 033 421 2427, kamer 0.03, e-mail:
[email protected] Annie van der Ent, aanwezig: maandag en donderdag, telefoon: 033 421 2427, kamer 0.03, e-mail:
[email protected]
Het is van belang u tijdig bij het decanaat te melden. Voor bepaalde voorzieningen, zoals bij voorbeeld het Steunfonds, gelden termijnen waarbinnen u zich moet melden. Daarnaast geldt uiteraard:
Studentenservice FMR Voor vragen over studiefinanciering, tempobeurs, prestatiebeurs, steunfondsregelingen, inschrijving, (tussentijdse) uitschrijving enzovoort kunnen studenten terecht bij Studentenservice (Utrecht) telefoon 030 252 9999
[email protected]. Studenten Creatieve Therapie in Amersfoort kunnen terecht bij: secretariaat Amersfoort, telefoon: 033 4791 300 (behalve op woensdag).
52
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
53
Studenten Instituut voor Social Work / De Horst kunnen terecht bij de servicebalie Utrecht (zie hierboven) of de studentenbalie van het Instituut voor Social Work / De Horst in Amersfoort, Berkenweg 11. Voor vragen over studiefinanciering kunnen studenten ook terecht bij het regiokantoor Herman Gorterstraat 40 in Utrecht (plattegrond bij studentenservice verkrijgbaar.) Voor telefonische informatie over studiefinanciering is het volgende nummer beschikbaar: 050-5997755
2.3 VERTROUWENSPERSOON
Hogeschool Utrecht heeft een regeling inzake ongewenst gedrag. Te denken valt onder meer aan seksuele en verbale intimidatie. Dergelijke vormen van gedrag worden op onze hogeschool absoluut niet getolereerd. Dit om te voorkomen dat medewerkers of studenten door intimidatie belemmerd worden in hun werk, studie of stage. Seksuele intimidatie loopt uiteen van ongewenste dubbelzinnige opmerkingen en handtastelijkheden tot zelfs pogingen tot aanranding en verkrachting. Verbale intimidatie is het ernstig lastigvallen, beledigen, bedreigen, aanvallen of discrimineren van iemand door woord, geschrift of houding. Heeft u last van ongewenst gedrag of signaleert u dit in uw omgeving, meld het dan bij de vertrouwenspersoon vanuw faculteit of bij één van de andere faculteiten. De vertrouwenspersoon bedenkt dan samen met u een strategie om de intimidatie te doen stoppen. De vertrouwenspersoon is onafhankelijk, praat met niemand over wat u vertelt en onderneemt geen actie zonder uw toestemming. De brochure "Vertrouwenspersoon voor studenten en medewerkers" is verkrijgbaar bij de vertrouwenspersoon. Meer informatie vindt u ook op www.studentzaken.hu.nl. Wanneer studenten over deze onderwerpen liever iemand van buiten de hogeschool raadplegen, kan contact worden opgenomen met de Vertrouwensinspecteur Hoger Onderwijs, telefoon (030) 666 57 04. Vertrouwenspersoon voor de FMR is: Sytske Teppema, kamer 0.123, telefoon 030 252 9745, e-mail:
[email protected]. Aanwezig op maandag, woensdag en donderdag. Mail of bel voor een afspraak. Zie ook artikel 51 Studentenstatuut en Reglement inzake Ongewenst Gedrag (www.reglementen.hu.nl).
54
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
55
2.4 STUDENTENARTS
2.5 BUREAU STUDENTENPSYCHOLOGEN
In geval van door ziekte gemiste tentamens, studiestaking door ziekte of bij het aanvragen voor ondersteuning uit het studentensteunfonds, is het overleggen van een doktersverklaring soms noodzakelijk. Niet iedere huisarts wil dergelijke verklaringen ten behoeve van derden afgeven. Bovendien heeft de KNMG (Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot Bevordering der Geneeskunst) een richtlijn uitgegeven dat de behandelende arts niet de aangewezen persoon is om zo'n verklaring af te geven. Wanneer u een verklaring over uw gezondheid nodig hebt en uw eigen huisarts kan of wil deze niet geven, dan kunt unaar de studentenarts gaan. Verwijzing naar de studentenarts gaat uitsluitend via de studentendecaan (zie par. 2.2).
Bureau Studentenpsychologen biedt op verzoek kortdurende psychologische hulp aan studenten van Hogeschool Utrecht. Dat kan een kortdurende therapie zijn (van maximaal acht gesprekken) of een groepstraining, zoals faalangsttraining, sociale vaardigheidstraining, omgaan met depressieve klachten en omgaan met angstklachten. Als het maximum aantal gesprekken te weinig blijkt te zijn of de hulp niet aansluit bij uw problemen en/of hulpverwachting, dan kan Bureau Studentenspychologen u helpen de weg te vinden naar andere hulpverlenende instanties binnen of buiten Utrecht.
De studentenarts van Hogeschool Utrecht is: Huisartsenmaatschap Therapeuticum Utrecht, telefoonnummer (030) 275 95 00, Dekhuyzenstraat 60, 3572 WN in Utrecht.
Voor aanmelding bij het Bureau Studentenpsychologen is een verwijzing nodig van een studentendecaan. Neem dus eerst contact op met de studentendecaan voor een verwijzing. Vervolgens kunt u langskomen of u telefonisch aanmelden tijdens de spreekuren. Vertrouwelijkheid staat voorop. Niemand anders dan jij en het Bureau Studentenpsychologen kent de inhoud van de gesprekken. En alleen als jij dat wilt, kunnen er anderen bij betrokken worden. Bureau Studentenspychologen is een voorziening van Hogeschool Utrecht. Er zijn voor u dus geen kosten aan verbonden. Meer informatie vindt u op www.studentzaken.hu.nl.
56
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
57
2.6 MEDIATION
2.7 FINANCIËLE STEUN
Als u als student een conflict hebt met een medestudent of met een docent en het lukt niet om dit onderling op te lossen, dan kunt u een gesprek aangaan met een mediator. Een mediator is een competente, onafhankelijke bemiddelaar die probeert met beide partijen tot een oplossing te komen. De contactpersonen voor mediation op de FMR zijn: Simone Kalff , telefoon: 030 252 9731, e-mail:
[email protected] Marion Uitslag, telefoon 030 2529755, e-mail:
[email protected]
Hogeschool Utrecht biedt financiële ondersteuning aan studenten die om speciale redenen studievertraging oplopen. De afstudeersteun is hogeschoolbreed geregeld in de Steunfondsregeling HU. Ook is er het Noodfonds dat financiële hulp biedt bij onvoorziene omstandigheden, geregeld in de Noodfondsregeling HU. Beide regelingen zijn te vinden op www.reglementen.hu.nl In deze regelingen zijn voorwaarden opgenomen voor het in aanmerking komen van de steun en welke procedure daarbij geldt.
Meer informatie vindt u op www.studentzaken.hu.nl.
Afstudeersteun Deze ondersteuning is bedoeld voor studenten die door bijzondere omstandigheden studievertraging hebben opgelopen tijdens de periode waarin ze recht op een WSF-beurs hebben. Dit is nader geregeld in hoofdstuk D van de Steunfondsregeling. Noodfonds Voor studenten die door onvoorziene omstandigheden in acute financiële nood verkeren heeft de HU een voorziening in de vorm van een Noodfonds voor studenten. Een bijdrage uit het Noodfonds is in principe een lening, maar in voorkomende gevallen kan er een gift verstrekt worden. U kunt een aanvraag uit het Noodfonds voor studenten alleen doen via de studentendecaan. Dit is nader geregeld in artikel 47a van het Studentenstatuut HU en in de Noodfondsregeling HU. Zie voor financiële ondersteuning van bestuurlijk actieve studenten par. 2.16.2.
58
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
59
2.8 STUDEREN MET EEN FUNCTIEBEPERKING
2.9 KEUZEVAKKEN TAAL- EN STUDIEVAARDIGHEDEN
Als u een functiebeperking hebt vraagt studeren, net als veel andere dingen, méér inzet. Hogeschool Utrecht geeft daarom gerichte ondersteuning aan studenten met een functiebeperking. De studentendecaan van uw faculteit kan u met raad en daad ter zijde staan bij het organiseren van uw studie. Er is veel mogelijk: • aangepaste studieplanning; • speciale studiefaciliteiten (zoals extra tijd om iets af te ronden); • toegankelijkheid van onderwijslocaties; • voorzieningen voor de deelname aan het onderwijs (bijv. speciaal materiaal); • aangepaste huisvesting; • hulp bij het indienen van aanvragen bij instanties zoals de examencommissie (voor bv. verlenging van tentamentijd); • het in bruikleen krijgen van noodzakelijke hulpmiddelen of het verkrijgen van (financiële) hulp voor de aanschaf daarvan; • ondersteuning van verzoeken aangaande studiefinanciering bij de Informatie Beheer Groep.
Om uw taal- en studievaardigheden te vergroten kunt u gebruik maken van het aanbod van interfacultaire keuzevakken voor allochtone studenten. De folder Succesvol studeren, ook als Nederlands niet uw moedertaal is is te verkrijgen bij uw studentendecaan. U vindt de cursussen in OSIRIS (www.osiris.hu.nl). Na het inloggen gaat u naar onderwijs. Vul bij cursussoort ‘interfacultair keuzeaanbod’ in en bij faculteit ‘centrale organisatie’. Kunt u niet inschrijven? Neem dan contact op met Christine Spijkerman, telefoon (030) 230 83 84 of e-mail
[email protected].
Een verzoek voor aanpassingen in het studieprogramma of examentijdverlenging dient schriftelijk, met redenen omkleed en zo mogelijk van bewijsstukken voorzien, bij de examencommissie te worden ingediend. Het besluit van de examencommissie wordt schriftelijk meegedeeld aan de student. Dit besluit is in principe ook geldig wanneer u onderwijs volgt aan een andere opleiding binnen Hogeschool Utrecht (overdraagbaarheid). U hebt zelf de verantwoordelijkheid dit tijdig te melden. De volledige procedure is opgenomen in de Onderwijs- en Examenregeling HU (www.reglementen.hu.nl) en/of die van de faculteit. Zie ook par. 1.3.4 en 6.3.3. Neem contact op met uw studentendecaan voor meer informatie. Heeft u moeite om de juiste persoon te vinden, dan kunt u terecht bij de HUcoördinator Studie en handicap, Ria van Muiswinkel, tel. (030) 230 82 93. Zie verder www.studentzaken.hu.nl en www.handicap-studie.nl.
60
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
61
2.10 MENTORPROJECT
2.11 MEDIATHEEK
Als eerstejaars kan het lastig zijn om uw weg te vinden binnen de studie. Hoe pakt u het studeren aan, wat doet u bij misverstanden met uw ouders, uw docenten of medestudenten? Als Nederlands niet uw eerste taal is, is er voor u een ouderejaars student als mentor beschikbaar. De mentor put uit zijn of haar ervaring en kan daarmee van grote steun zijn in het moeilijke eerste jaar.
De mediatheken van Hogeschool Utrecht kunt u op het internet bezoeken via de gezamenlijke website www.hu.nl/Mediatheek. Via deze site hebt u toegang tot de catalogus van Hogeschool Utrecht, waarin u kunt zoeken in alle HU mediatheekcollecties. Ook hebt u toegang tot de catalogus van de Universiteit Utrecht. De site geeft een overzicht van alle vakgebieden die relevant zijn voor het onderwijs binnen de HU. Door een vakgebied te selecteren, vindt u de daarbij behorende bronnen en internetlinks. Op de website kunt u ook terecht voor alle databanken die de HU beschikbaar heeft. Hierin kunt u algemene informatie vinden zoals het laatste nieuws, maar ook vakspecifieke informatie, zoals juridische informatie, marktinformatie en nog veel meer. Bent u op zoek naar diensten van een specifieke faculteitsmediatheek, klik dan door naar de locatiepagina. Naast digitale informatie kunt u uiteraard op de verschillende locaties ook terecht voor boeken, tijdschriften en andere materialen. Als HU student kunt u in elke HU mediatheek en bij de bibliotheek van de Universiteit Utrecht gratis lenen op vertoon van uw collegekaart.
Is Nederlands niet uw moedertaal en heeft u belangstelling voor een ouderejaars als mentor, of bent u ouderejaars student en wilt u graag mentor worden? Neem dan contact op met Christine Spijkerman voor meer informatie: telefoon (030) 230 83 84 of e-mail
[email protected].
Zie ook artikel 41 Studentenstatuut (www.reglementen.hu.nl). Mediatheek FMR De FMR heeft, verspreid over drie locaties, een volledig geïntegreerde mediatheek en studieplein. Het doel hiervan is gebruikers een zo optimaal mogelijke service te bieden om zowel studiemateriaal te verzamelen, alsook (zonodig) uit te werken Mediatheek FMR Utrecht is gevestigd aan de Heidelberglaan Utrecht, de andere locaties, Creatieve Therapie en Social Work / De Horst, zijn gevestigd aan de Hooglandseweg en de Berkenweg in Amersfoort.
62
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
63
Mediatheek FMR Utrecht: De collectie van de mediatheek Utrecht bestaat uit boeken, scripties, videobanden, dvd’s, cd’s en tijdschriften. Dit alles ter ondersteuning van de opleidingen CMV, IVK, MWD, SPH, SW, P&A, SJD, HBR, GDW en Pedagogiek. Bijzonderheden: De mediatheek biedt o.a. de databanken van de Kluwer Knowledge Portal (Rechten) en de Lexis-Nexis Nieuwsportal en de NIZW Encyclopedie via het netwerk aan. Daarnaast zijn er diverse cd-roms aanwezig. De scripties zijn uitleenbaar. De uitleentermijn is gelijk aan die van boeken: vier weken. Videobanden, dvd’s en cd’s zijn uitleenbaar (1 week). Tijdschriften zijn niet uitleenbaar. Op het studieplein staan: drie kleurenprinter/kopieerapparaten , een scanner, 130 pc’s, 4 multimedia pc’s voor bewerking van digitale video en audio- en video/dvdafspeelapparatuur. Van alle verplichte literatuur, is naast uitleenbare exemplaren, altijd een exemplaar ter inzage aanwezig, dit exemplaar is niet uitleenbaar. Openingstijden mediatheek FMR Utrecht: (onder voorbehoud): maandag t/m donderdag 08.30-20.00 uur, vrijdag 08.30-17.00 uur. Tijdens de vakanties zijn er gewijzigde openingstijden. Zie hiervoor de mediatheeksite www..hu.nl/Mediatheek onder locaties, Heidelberglaan 7. Mediatheek FMR Creatieve Therapie Amersfoort De collectie van de mediatheek voor Creatieve Therapie bevat o.a. boeken, scripties, cd’s, bladmuziek, tijdschriften, videobanden, dvd’s en spelmateriaal voor de opleiding Creatieve Therapie en Social Work. Videobanden, dvd’s en cd’s zijn uitleenbaar (1 week). Ook is er de mogelijkheid cd-roms te raadplegen van o.a. “Begrippen verbeeld”, “De wereld van Sofie”. De databank Lexis-Nexis Newsportal en de ZW zijn via het netwerk te raadplegen. Op het studieplein staan: een kleurenprinter/kopieerapparaat, een kleuren printer, een scanner, een multimedia pc voor bewerking van digitale video en fotomateriaal en audio- en video/dvd afspeelapparatuur. In de mediatheek is van alle verplichte literatuur naast uitleenbare exemplaren, altijd een exemplaar ter inzage aanwezig, dit exemplaar is niet uitleenbaar. Openingstijden mediatheek FMR Creatieve Therapie Amersfoort (onder voorbehoud): maandag t/m vrijdag van 9.30 tot 16.30 uur. Tijdens de vakanties zijn er gewijzigde openingstijden. Zie hiervoor de mediatheeksite. www.hu.nl/Mediatheek onder locaties, Hooglandseweg Noord 140.
64
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
HU Mediatheek Amersfoort : Social Work / De Horst In de HU Mediatheek Amersfoort kunt u: • boeken en spellen lenen • materialen inzien zoals naslagwerken, vaktijdschriften en lijstboeken • groepsoverleg houden en individueel studeren • digitale informatiebronnen raadplegen • publicaties, aanwezig in een andere HU Mediatheek, gratis aanvragen • een afspraak maken voor een mediatheekworkshop bij uw (af)studeren Bijzonderheden: HU Mediatheek Amersfoort bedient studenten en docenten van opleidingen die vallen onder de faculteiten (FMR, FNT en FEM). Hierdoor bevindt zich naast de Social Work / De Horst - collectie voor de opleidingen CMV, SPH, MWD, een brede collectie publicaties voor andere opleidingen in de mediatheek. Openingstijden: maandag, woensdag, donderdag en vrijdag van 9.00 tot 17.00 uur, dinsdag van 9.00 tot 20.00 uur. Alle informatie vindt u op www.hu.nl/Mediatheek, locatie Berkenweg. Mediatheekinstructie Om zich informatievaardigheden eigen te maken, is voor studenten een complete mediatheekinstructie ontwikkeld. Deze instructie is te vinden op de internetsite van de mediatheek (www.hu.nl/Mediatheek onder locaties, desbetreffende locatie)) en kan zelfstandig en in eigen tempo bestudeerd worden. De instructie is te vinden op: www.hu.nl/Zwevend/Zwevend+mediatheek/Mediatheekinstructie+F MR.htm. Binnen de meeste opleidingen valt de mediatheekinstructie onder studieloopbaanbegeleiding. Na het doorwerken van de instructie moet de student in staat zijn om: • een onderwerp af te bakenen • verschillende zoekstrategieën te gebruiken • te zoeken op internet, in de HU catalogus en de catalogus van de Universiteitsbibliotheek Utrecht (UBU) • de gevonden informatie te beoordelen.
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
65
2.12 ICT-FACILITEITEN
2.12.1 Algemeen Hogeschool Utrecht biedt haar studenten een aantal standaard ICTfaciliteiten aan. U heeft toegang tot (de meeste van) deze faciliteiten via uw eigen HU inlognaam en wachtwoord. Uw HU inlognaam en wachtwoord krijgt u vlak voor aanvang van de studie per brief thuisgestuurd. Zodra u deze hebt ontvangen kunt u (onder andere) inloggen op: • uw eigen mailadres (webmail.hu.nl); • de computers aanwezig op de hogeschool; • de online catalogus van de mediatheek (www.catalogus.hu.nl); • het intranet van de hogeschool (www.sharepoint.hu.nl ); • uw eigen ruimte om bestanden op te slaan (zie intranet, My Site); • OSIRIS Student (www.osiris.hu.nl); • indien aanwezig toegang tot het draadloze netwerk. Daarnaast zijn er nog een aantal openbare sites waarop u kunt inloggen met uw HU wachtwoord, zoals Surfspot (www.surfspot.nl). Hier kunt u tegen gereduceerde prijs software kopen. Studenten aan de faculteit Maatschappij & Recht hebben naast bovenstaande hogeschoolbrede faciliteiten ook toegang tot Workspaces (http://workspaces.hu.nl). Dit is een elektronische leeromgeving die door docenten en studenten kan worden gebruikt ten behoeve van het onderwijs. Let op: Hier geldt een afwijkend wachtwoord voor.
De studentenmail is zeer gebruiksvriendelijk en heeft veel mogelijkheden. Behalve e-mail heeft u ook de beschikking over een agenda en een taken- en contactpersonenlijst. Verder kunt u makkelijk met medestudenten en docenten mailen. Via het adresboek kunt u namelijk alle mailadressen opzoeken. De capaciteit van uw mailbox is 100Mb. Het is ook mogelijk om mail naar uw privé mailadres door te sturen. U blijft er echter zelf verantwoordelijk voor dat de e-mail aankomt en door u gelezen wordt. 2.12.3 Sharepoint Hogeschool Utrecht gebruikt sinds 1 september 2005 Sharepoint als interne webomgeving. Hierop kunt u veel informatie vinden van uw opleiding, maar ook van de hogeschool. Tevens kunt u op Sharepoint een eigen My Site maken, waarop uw bestanden kunt plaatsen die u zowel thuis als op school kan openen en wijzigen. U kunt hierop ook werkruimten creëren om gezamenlijk met andere studenten aan een project of werkstuk te werken. Toegang tot uw eigen My Site verkrijgt u door in te loggen op Sharepoint (www.sharepoint.hu.nl) en te klikken op de link My Site, die u rechts bovenin het scherm vindt. Steeds meer cursussen maken ook gebruik van Sharepoint om informatie over de cursus te verspreiden. 2.12.4 OSIRIS Student OSIRIS staat voor Onderwijs en Studenten Informatie, Registratie en Inschrijf Systeem. Hogeschool Utrecht gebruikt dit systeem voor de registratie van studenten. Hierin worden alle gegevens, cijfers en ook toetsinschrijvingen van studenten bijgehouden.
Elke student aan Hogeschool Utrecht heeft een eigen HU e-mailadres. Deze studentenmail is een belangrijk communicatiemiddel om u op de hoogte te houden van actuele informatie over uw opleiding.. De mailbox is toegankelijk via de webversie van Microsoft Outlook (webmail.hu.nl). Inloggen kan met uw standaard HU wachtwoord.
Elke student heeft zelf toegang tot OSIRIS via www.osiris.hu.nl. Eenmaal ingelogd kunt u gebruik maken van de volgende basisfunctionaliteiten: • Cijfers inzien Via het tabblad Resultaten ziet u welke cijfers u voor de laatste 15 toetsen of cursussen hebt behaald. Wilt u alle resultaten in het huidige studiejaar zien, kijk dan bij het tabblad Voortgang. Onder Dossier vindt u een overzicht van de resultaten die u gedurende uw hele studie hebt behaald. U kunt zelf bepalen of u alles wil zien of bijvoorbeeld alleen de resultaten uit de hoofdfase.
66
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
2.12.2 Studentenmail
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
67
•
Studievoortgang Wilt u weten welke vakken u nog moet volgen voor uw kunt afstuderen, ga dan weer naar het tabblad Voortgang. Onder het kopje Studievoortgang selecteert u de opleiding die u volgt en geeft aan dat u ‘nog te volgen onderwijs’ wilt zien. OSIRIS vergelijkt uw resultaten dan met het curriculum dat u volgt en geeft aan wat u gehaald hebt en wat u nog moet doen. Wanneer dit overzicht niet werkt, dan is uw curriculum (examenprogramma) mogelijk nog niet vastgelegd. Meld dit bij de administratie.
•
Uitschrijven op cursussen en toetsen Indien u bent ingeschreven op een cursus of een toets en u wenst u hiervoor uit te schrijven dat kunt u gebruik maken van het tabblad Uitschrijven. U kunt hier kiezen uit de cursussen, in zwart, en de toetsen, in rood, waarvoor u bent ingeschreven om u uit te schrijven. Een uitschrijving voor ene cursus of toets is alleen mogelijk in de daarvoor opengestelde periode. Ook van het uitschrijven op een cursus of toets ontvangt u een bevestigingsmail.
•
Toets- en Cursusinformatie Alle informatie over toetsen, cursussen, minors en keuzecursussen en over de wijze van inschrijven, is te vinden in OSIRIS.
•
Adres wijzigen Op het tabblad Personalia kun u zelf uw adres wijzigen.
•
Inschrijven op cursussen en toetsen Inschrijven kunt u op twee manieren in OSIRIS. Via het tabblad Inschrijven kunt u de code opgeven van het vak waarvoor u zich wilt opgeven. Selecteer daarna voor welk blok u wilt inschrijven. De cursuscode vindt u of in de studiegids, of kunt u opvragen in het eerder genoemde studievoortgangsoverzicht. U kunt u ook inschrijven via de knop Onderwijs. Zoek hier het vak dat u wilt volgen en plaats het in de winkelwagen. Klik op het winkelwagentje (rechtsboven) om de inschrijving definitief te maken. Het inschrijven op cursussen en toetsen is alleen mogelijk in de periodes die door uw opleiding zijn opengesteld. Informatie over de inschrijfperiode vindt u ook terug in de studiegids.
2.12.5 Wachtwoord
•
•
68
Overzicht inschrijvingen Wilt u weten voor welke cursussen en toetsen u bent ingeschreven, kijk dan bij het tabblad Inschrijven onder het kopje Overzicht inschrijvingen. In zwart staan hier de cursussen en in rood de toetsen waarvoor u bent ingeschreven. Dit overzicht laat alleen de cursussen en toetsen zien die op dit moment lopen of in de toekomst liggen. Bevestiging inschrijving Soms denkt u dat u zich correct hebt ingeschreven op een cursus of toets, maar is uw inschrijving bij de administratie niet te vinden. Om dit probleem te voorkomen krijgt u na iedere inschrijving een bevestiging van de inschrijving op uw HU e-mailadres. Controleer altijd of u dit bericht hebt ontvangen en bewaar het goed.
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Uw HU wachtwoord verloopt 14 maanden na de laatste keer dat uw wachtwoord is gewijzigd (in de meeste gevallen dus in september of oktober). U krijgt dan vanzelf het verzoek om een nieuw wachtwoord in te voeren. Dit kan vanaf elke werkplek op de hogeschool. Vanuit thuis uw wachtwoord wijzigen kan via de website www.wachtwoord.hu.nl. Het nieuwe wachtwoord dat u kiest moet uit acht posities bestaan en zowel letters als cijfers bevatten. Let op: voor sommige programma’s die in uw eigen opleiding gebruikt worden, kunnen afwijkende wachtwoorden gelden. Voor vragen en ondersteuning met betrekking tot uw wachtwoord kunt u zich wenden tot de onderwijsbalie (zie par. 1.3.5). 2.12.6 Informatiebeveiliging en privacy Hogeschool Utrecht hecht veel waarde aan informatiebeveiliging. Dit betekent dat we op infrastructureel gebied maatregelen hebben genomen om alle gegevens binnen de hogeschool zo goed mogelijk tegen misbruik te beschermen. Daarnaast bestaan er regels ten aanzien van het gebruik van de computers en het netwerk op de Hogeschool, de ICT-gedragsregels. Hieraan dienen alle gebruikers van de ICT-voor¬zieningen binnen de hogeschool zich te houden. Als gebruiker kunt u ook zelf een en ander doen om de veiligheid te vergroten, zoals: • laat de pc waarop u bent aangemeld niet onbeheerd achter; • geef u wachtwoord niet aan anderen;
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
69
•
haal brieven en lijsten met vertrouwelijke gegevens direct bij de printer op; • mail vragen en/of missers op het gebied van vertrouwelijkheid van gegevens aan
[email protected]. Hogeschool Utrecht kent tevens een privacyreglement op grond van de Wet Persoonsregistraties. Hierin is de bescherming van persoonsgegevens geregeld. In dit reglement staat onder meer welke informatie geldt als vertrouwelijk en welke regels gelden ten aanzien van het gebruik van deze gegevens. Een speciale medewerker houdt toezicht op de naleving hiervan: de Functionaris voor de Gegevensbescherming privacy (FG-p). Op de site www.informatiebeveiliging.hu.nl leest u meer hierover. Zie ook Gedragsregels ICT en Privacyreglement persoonsgegevens studenten HU (www.reglementen.hu.nl)
2.13 INTERNATIONAL OFFICE
Alle studenten van Hogeschool Utrecht hebben de mogelijkheid om voor studie of stage naar het buitenland te gaan. Voor sommige studenten (IBMS en IBL) is dit zelfs een verplicht onderdeel van het bachelor programma. Alle andere studenten kunnen in hun eigen profileringsruimte hiervoor kiezen. Heeft u interesse in een (half) jaar Canada, de Verenigde Staten, Thailand, Nieuw Zeeland of Europa? Dan kan het International Office u wellicht helpen. 2.13.1 Study abroad Hogeschool Utrecht heeft een groot aantal uitwisselingspartners zowel in Europa als daarbuiten. Het International Office onderhoudt de contacten met partneruniversiteiten, doet de selectie en plaatsing van studenten, helpt u bij de introductie en verzamelt de evaluatierapporten. Elk jaar verzorgt het International Office speciale informatiebijeenkomsten (meestal in oktober/november) over een studie in het buitenland. Wilt u zich aanmelden voor een uitwisselingsprogramma of internationale Minor van Hogeschool Utrecht? Kijk dan eerst op www.io.hu.nl onder Study abroad voor de mogelijkheden, voorwaarden en formulieren. U vindt er bovendien informatie over beschikbare beurzen. LET OP: de deadline om u aan te melden voor Study Abroad is doorgaans eind januari. De exacte datum wordt bekend gemaakt via Sharepoint. Op de FEM, FNT (Nijenoord) en HU Amersfoort is er een International Office desk waar u terecht kunt voor algemene vragen, meer informatie of formulieren. De locaties en openingstijden vindt u op www.io.hu.nl. Studenten van de FCJ, FG, FMR en FE kunnen ook bij één van deze desks terecht. Voor meer specifieke vragen kunt u het beste een afspraak maken via (030) 275 89 28 of
[email protected].
70
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
71
2.13.2 Stage in het buitenland
2.14 MEDEZEGGENSCHAP
Niet van toepassing op SJD-deeltijd.
Instemming van studenten met het beleid van de hogeschool is erg belangrijk. Hierdoor blijft het onderwijs en de regelgeving studentvriendelijk. We besteden daarom veel aandacht aan inspraak. 2.14.1 Inspraakorganen U treft medezeggenschap op onze hogeschool op drie niveaus aan: • Opleidingscommissies (OC’s) controleren en adviseren de afdelingsdirecties. Het gaat hier bijvoorbeeld om de inhoud van het onderwijs, de studiebegeleiding die aangeboden wordt en de praktijkcomponent van een opleiding. Alles wat met jóuw opleiding te maken heeft. Elke opleiding binnen de hogeschool heeft zo’n opleidingscommissie. •
De faculteitsdirectie wordt gecontroleerd door de Facultaire Medezeggenschapsraad (FMR). Ze spreken met elkaar over alle opleidingsoverstijgende zaken binnen een faculteit. Hierbij moet u denken aan randvoorwaarden, zoals ICT-voorzieningen, de catering en het facultaire praktijkbureau. Maar ook de begroting van de faculteit komt langs. Elke faculteit kent een FMR; er zijn er dus zes in totaal.
•
De Centrale Medezeggenschapsraad (CMR) tot slot controleert de allerhoogste directie van de hogeschool: het College van Bestuur (CvB). Hier gaat het om hogeschoolbrede onderwerpen, zoals de onlangs nieuw ingevoerde merkenstructuur, de hogeschoolbrede begroting, en samenwerkingsverbanden met andere hogescholen. Er is één CvB, dus ook één CMR.
De inspraakorganen hebben tal van mogelijkheden om hun invloed uit te oefenen, met als uiteindelijke doel het verhogen van de kwaliteit van het onderwijs. Kijk voor meer informatie over medezeggenschap en de inspraakorganen op www.studentzaken.hu.nl.
72
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
73
Zie ook de reglementen voor de Centrale Medezeggenschapsraad, Faculteitsmedezeggenschapsraad en Opleidingscommissies, hoofdstuk 6 van het Studentenstatuut HU, en het Kiesreglement CMRFMR-personeelsraden (www.reglementen.hu.nl).
2.15 STUDIUM GENERALE
2.14.2 Ondersteuning bestuurlijk actieve studenten Hogeschool Utrecht stimuleert studenten om bestuurlijk actief te zijn, zodat u bestuurlijke en organisatorische vaardigheden in de praktijk kunt opdoen. Daarnaast zien we graag dat zoveel mogelijk studenten betrokken worden bij de beleidsontwikkeling van de hogeschool. Daarom zijn er tal van voorzieningen in het leven geroepen: • Als studentlid van een inspraakorgaan kunt u zich gratis en onbeperkt laten trainen in bepaalde competenties. • Er is een handboek voor studentleden die zitting nemen in de centrale raad, facultaire raad of opleidingscommissie. • Via het speciaal voor alle bestuurlijk actieve studenten opgezette intranet (www.bps.hu.nl) kunt u vliegensvlug kennis en informatie delen met studentleden uit andere inspraakorganen. • Uiteraard doet u het niet voor niets, behalve een flinke hoeveelheid bestuurlijke ervaring krijgt u er studiepunten voor of per vergadering v 40,-.
Studium Generale organiseert cursussen, trainingen, workshops, ontmoetingen en debatten voor studenten, docenten en medewerkers van Hogeschool Utrecht. De activiteiten van Studium Generale zijn gericht op kleinschalige, inspirerende en interdisciplinaire ontmoetingen tussen mensen die verbonden zijn aan HU. Deelname is in principe vrij en kosteloos. Zijn er wel kosten aan verbonden, dan is dat altijd aangegeven bij de desbetreffende activiteit. Het actuele aanbod vindt u in OSIRIS en op www.studiumgenerale.hu.nl. Het aanbod wordt iedere vier maanden vernieuwd. De cursussen voor studenten kunnen – ter beoordeling door de examencommissie - ingepast worden in de profileringsruimte en zijn te volgen tegen studiepunten. Dit ter beoordeling van de examencommissie.
Wilt u graag lid worden van een (of meerdere) inspraakorga(a)n(en), dan kan dat door u kandidaat te stellen bij de eerstkomende verkiezingen. Raadpleeg met vragen over de OC het secretariaat van uw opleiding of stuur een email naar
[email protected]. Zie voor meer informatie ook www.studentzaken.hu.nl.
Meer informatie over het aanbod en aanmelding vindt u op www.studiumgenerale.hu.nl.
74
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
75
2.16 STUDENTENVERENIGING
2.16.1 Algemeen Utrecht heeft een bruisend studentenleven. De verenigingen en studentenorganisaties in allerlei soorten en maten dragen daar hun steentje aan bij. Het bekendst zijn de gezelligheidsverenigingen. Er zijn ook verenigingen die een andere inslag hebben, zoals de levensbeschouwelijke studentenverenigingen, internationale en interculturele verenigingen. En natuurlijk hebben studenten ook allerlei eigen sportverenigingen en culturele verenigingen. Een overzicht van verenigingen vindt u op www.utrecht.studiestad.nl.
Kijk voor meer informatie over de procedure of voor het aanvragen van een bestuursbeurs op www.studentzaken.hu.nl. Stimuleringsfonds HU-studenten zijn ondervertegenwoordigd in de besturen van studentenverenigingen. Daarom heeft Hogeschool Utrecht buiten de hierboven genoemde vergoeding een stimuleringsfonds in het leven geroepen. Klik voor meer informatie op www.studentzaken.hu.nl onder het kopje Steunfonds en kijk op Bestuursbeurs. Heeft u vragen, neem dan contact op met Noortje de Bondt (
[email protected]).
HU geeft financiële steun aan studentenverenigingen. De subsidie kan gegeven worden voor structurele en voor incidentele activiteiten. Wilt u meer weten over het aanvragen van subsidie? Kijk dan op www.studentzaken.hu.nl. Ter verduidelijking nog even het volgende. Naast studentenverenigingen zijn er ook studieverenigingen. Studieverenigingen zijn gekoppeld aan uw opleiding. Zie hiervoor par. 1.3.6. 2.16.2 Bestuursbeurs en stimuleringsfonds Bestuursbeurs Zit u in het bestuur of in een commissie van een studentenvereniging (Utrechtbreed of hogeschoolbreed), dan kunt u in aanmerking komen voor een bestuursbeurs. Een bestuursbeurs is een toelage die dient als compensatie voor de studievertraging die u door u bestuursactiviteiten oploopt en die u buiten uw prestatiebeurs ontvangt. Welke studentenorganisaties en bestuurlijke functies in aanmerking komen voor een bestuursbeurs kunt u vinden in de Bijlage bij de Regeling bestuursbeurzen voor studentbestuurders in studentenorganisaties UU/HU. Zie ook hoofdstuk F van de Steunfondsregeling HU (www.reglementen.hu.nl).
76
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
77
2.17 TOPSPORT
2.18 TRAJECTUM
Hogeschool Utrecht heeft een breed scala aan faciliteiten voor studenten die hun studie willen combineren met een carrière in de topsport. Deze voorzieningen worden verstrekt op basis van de individuele omstandigheden en het niveau waarop u de sport beoefent. U kunt een beroep doen op de volgende faciliteiten: • begeleiding in het plannen van uw studie; • indien noodzakelijk: uitstel of verplaatsing van tentamens; • samenwerking met coaches, trainers, sportbonden, Olympische steunpunten en de afdeling Individuele Begeleiding van NOC*NSF; • mogelijkheid gebruik te maken van sportaccommodaties bemiddeling bij huisvesting en sportmedische begeleiding; • vergoeding van (een deel van de) extra kosten die het beoefenen van topsport voor de student met zich meebrengt; • financiële ondersteuning als u studievertraging oploopt ten gevolge van sporten op topniveau.
Trajectum is het redactioneel onafhankelijke magazine van Hogeschool Utrecht dat tweewekelijks verschijnt. Naast actuele informatie over HU zelf, vindt u er ook artikelen over studeren en het studentenleven en over het hoger onderwijs in het algemeen. Trajectum wordt verspreid via displays op alle locaties van de hogeschool. Meer informatie en het laatste nieuws vindt u op www.trajectum.hu.nl.
Voor meer informatie neemt u contact op met topsportcoördinator HU, Mieke Wikkerman (
[email protected] of 030 – 258 51 26) of met uw studentendecaan (zie par. 2.2).
78
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
79
2.19 SPORT EN CULTUUR
Als student kunt u tegen aantrekkelijke tarieven sporten bij Olympos op de Uithof, het sportcentrum van Hogeschool Utrecht en de Universiteit Utrecht. U kunt er deelnemen aan allerlei cursussen, instuiven, maar ook lid worden van een studentensportvereniging. Meer informatie vindt u op www.olympos.nl. Wilt u iets cultureels doen in Utrecht? Wilt u zich bekwamen in muziek, theater of dans? Speelt u piano en wit u oefenen of zoekt u een orkest of een theatergroep? Ga dan naar Parnassos, het Internationaal & Cultureel centrum van de Universiteit Utrecht. Studenten van HU zijn er welkom tegen studentenprijzen. Parnassos is er aan de Kruisstraat en in De Uithof (www.parnassos.nl). Bent u eerstejaarsstudent? Dan ontvangt u gratis de Pas in Utrecht. Met deze cultuurpas kunt u een jaar lang gratis naar voorstellingen van meer dan achttien culturele instellingen. Kijk voor meer info en de cultuuragenda op www.pasinutrecht.nl. Kijk voor meer informatie op www.studentzaken.hu.nl. Zie ook artikel 42 Studentenstatuut (www.reglementen.hu.nl). Sinds 2006 organiseren studenten van UU en HU het cultuurprogramma Uit in de Uithof. Elke week is er een culturele activiteit op wisselende locaties in de Uithof. Kijk voor het programma op www.uitindeuithof.nl.
80
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
2.20 VEILIG, GEZOND EN MILIEUVRIENDELIJK STUDEREN
Alle faculteiten van Hogeschool Utrecht (HU) beschikken over een Arbo- en Milieucommissie die het aanspreekpunt is voor arbo- en milieuzaken. De commissie zorgt ervoor dat studenten zo veilig en gezond mogelijk kunnen studeren in een omgeving waar ook het milieu meetelt. Een deel van de verantwoordelijkheid voor veiligheid, gezondheid en milieu ligt ook bij de studenten zelf. Hoe kunnen studenten bijdragen aan de veiligheid en gezondheid? Van studenten binnen de HU wordt verwacht dat zij meewerken aan een veilige, gezonde en milieuvriendelijke studie-omgeving. Aandachtspunten zijn: • Weet wat u moet doen in geval van brand, ongevallen en andere calamiteiten; • Voorkom CANS (RSI); • Heb aandacht voor het milieu. Wat te doen bij brand, ongeval of calamiteit? Studenten worden geacht op de hoogte te zijn van de regeling voor brand, calamiteiten, ongevallenmelding (zie hieronder) en van vluchtroutes en nooduitgangen. Deze informatie is te vinden op de vluchtplattegronden in het gebouw. Bel nooit zelf brandweer, politie of ambulance! Bel wel onmiddellijk toestel nummer 1. U komt dan in contact met de receptie. Meld kort en duidelijk: • uw naam en lokaal / werkplek • uw telefoonnummer • wat er is gebeurd • of er slachtoffers zijn en hoeveel • waar het is gebeurd.
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
81
De receptie alarmeert het bedrijfshulpverleningsteam (BHV-team). Blijf kalm, waarschuw alle in gevaar zijnde personen en wacht tot hulpver¬leners ter plaatse zijn. Bedrijfshulpverlening (BHV) & EHBO Iedere locatie beschikt over een bedrijfshulpverleningsteam dat bij brand, ongevallen en andere calamiteiten wordt ingezet. Mensen van het BHV-team zijn herkenbaar aan hun gekleurde hesjes. Volg bij brand, ongevallen of andere calamiteiten altijd strikt hun aanwijzingen op. Maak bij ontruiming van het gebouw geen gebruik van de lift en zorg dat anderen dat ook niet doen. Verzamel buiten op de plek, aangewezen door het BHV-team en wacht op verdere instructies van het team. Houd altijd de weg vrij voor brandweer en ambulances. Verlaat het gebied niet zonder u af te melden. Dit voorkomt eventuele zoekacties. Studeren en CANS (RSI) “Het lijkt wel of ik steeds vaker last heb van mijn nek.” Misschien heeft u pijn in arm, schouder, elleboog of pols. In eerste instantie denkt u dat het wel over zal gaan. Maar helaas is dat niet altijd het geval. Deze pijn kan namelijk duiden op CANS (Complaints of Arm, Neck and or Shoulder), vroeger ook wel RSI genoemd. Ook studenten kunnen hiermee te maken krijgen. En als u de eerste signalen niet serieus neemt, kunnen de klachten zich uitbreiden. Oorzaken van CANS kunnen zijn: • Repeterend werk; • Een statische werkhouding; • Weinig afwisseling; • Een verkeerde zithouding op uw werkplek; • Stress, vooral in piekperioden (tentamens, scriptie schrijven). Tijdens uw studie werkt u soms lang achter elkaar in dezelfde houding en/of maakt u steeds dezelfde bewegingen. U werkt bijvoorbeeld regelmatig en langdurig aan een beeldscherm, niet alleen op school maar ook nog thuis. Vergeet ook niet de uren die u ‘s avonds doorbrengt met spelletjes en internet. U kunt CANS grotendeels zelf voorkomen. De belangrijkste tips zijn: • Wissel beeldschermwerk af met lezen, aantekeningen maken etc; • Werk per dag niet langer dan 5 à 6 uur aan een beeldscherm en
82
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
• • • • •
niet langer dan 2 uur met een laptop; Zorg bij laptopgebruik langer dan 2 uur voor laptopstandaard, losse muis en los toetsenbord; Neem bij beeldschermwerk ieder uur een korte pauze; Let op een goede zithouding voor het beeldscherm; Zorg voor voldoende ontspanning naast uw studie; Neem lichamelijke klachten serieus. Beginnende klachten (pijn, tintelingen, stijf gevoel) kunnen snel verergeren.
Studenten met CANS-klachten kunnen terecht bij de decaan van hun afdeling en bij de arbo-adviseur van de faculteit. Als er een arts geconsulteerd moet worden, is de student aangewezen op de eigen huisarts. Milieu De faculteit heeft aandacht voor het milieu. Dit betekent zuinig omgaan met water en energie, minder afval en een goede afvalscheiding. De student moet daar ook een bijdrage aan leveren: • Doe het licht niet aan wanneer er voldoende licht is; • Doe het licht uit als u een lokaal leeg achterlaat; • Verspil geen water en gebruik de spaarknop van de spoelbak (als die er is); • Mocht u het warm hebben, zet dan niet het raam open maar zet de verwarming lager; • Zet de computer uit als u klaar bent met uw werk; • Doe afval in de daarvoor bestemde afvalbakken, ook in de kantine; • Houdt in elk geval batterijen en ander schadelijk afval apart; • Houd het gebouw schoon, voorkom zwerfafval. • Roken binnen het gebouw is verboden. Voor vragen, opmerkingen of ideeën over arbo- en milieuzaken kun u terecht bij de Arbo- en Milieucommissie van u faculteit of bij het Arbo- & Milieuteam HU: https://www.husharepoint.nl/sites/Arbo_Milieu.
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
83
2.21 WETTELIJKE AANSPRAKELIJKHEID EN ONGEVALLEN
In beginsel is de student zelf aansprakelijk voor schade veroorzaakt aan derden en gevolgen van ongevallen. Een aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren kan bij verzekeringsmaatschappijen worden afgesloten. Voor ongevallen/overlijden en voor wettelijke aansprakelijkheid tijdens het verblijf in of op weg naar gebouwen van de faculteit, heeft Hogeschool Utrecht een beperkte verzekering. Activiteiten in het kader van de studie buiten de HU-locaties (in Nederland) vallen hier ook onder, evenals activiteiten in het kader van het HU-onderwijs in het buitenland. Studenten die in het kader van HU-onderwijs naar het buitenland gaan wordt echter ten sterkste geadviseerd een aanvullende verzekering af te sluiten. Bij schade toegebracht door een student tijdens de stage, wordt eerst de WA-verzekering van de stagebiedende instelling aangesproken. Daarna de WA-verzekeraar van de student; is deze er niet of weigert de verzekeraar de schade te vergoeden, dan biedt de HU-verzekering in beginsel dekking.
84
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
85
3 OPLEIDING EN BEROEP
86
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
87
3.1
BEROEPSPROFIEL
3.1.1 Beroep Sociaal juridische dienstverlening: werken met mensen, werken met recht Sociaal juridische dienstverlening wordt uitgeoefend in zeer verschillende maatschappelijke organisaties en verbanden, veelal in de nonprofit sector, maar in toenemende mate ook op commerciële basis. Er zijn SJD-banen in de publieke én in de private sector. De werkzaamheden bestaan steeds uit het verlenen van diensten (informatie, ondersteuning, advies, voorlichting) en/of het nemen van beslissingen in situaties waarin de toepassing van wetten en regels in het geding is. De diensten worden verleend aan mensen die aanspraak maken op voorzieningen, resp. in problemen zijn gekomen bij hun pogingen om deze aanspraken geldend te maken. De genoemde beslissingen worden steeds genomen door functionarissen van instanties die de wettelijke bevoegdheid hebben om beschikkingen te treffen inzake uitkeringen, werkverschaffing, woningtoewijzing, verblijfsvergunningen, etc. Vaak gaat het daarbij om kortdurende, praktisch georiënteerde contacten met cliënten, maar ook langduriger bemoeienis kan tot het takenpakket behoren, bijvoorbeeld in de sfeer van arbeidsbemiddeling. De werkzaamheden van de sociaal juridisch dienstverlener zijn gericht op juridische dienstverlening in materiële zaken, met aandacht voor immateriële aspecten. De effectief werkende SJD’er kent in de praktijk van zijn beroepsuitoefening de grenzen van zijn competentie en zijn bekwaamheid. Hij weet waar nodig adequaat te verwijzen naar andere organisaties (RIAGG, maatschappelijk werk, advocatuur, e.d.). Omdat de sociaal juridisch dienstverlener als uitvoerend functionaris bij uitstek degene is die regelmatig voorkomende problemen kan signaleren, is zijn inbreng onmisbaar bij het ontwikkelen van het beleid van de verschillende organisaties en instanties. Ook preventie moet in dit verband worden genoemd als een taak van de sociaal juridische dienstverlener.
88
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Juridisering van de samenleving kritisch bezien Meer dan in het verleden kenmerkt onze samenleving zich door de neiging om sociale verhoudingen, en met name conflicten en spanningen, te juridiseren. Deze zgn. ‘juridisering van de maatschappij’ en de daarmee samenhangende belasting van de rechterlijke macht wordt door SJD niet kritiekloos als gegeven geaccepteerd. Het is de bedoeling van de opleiding, dat de studenten worden toegerust om problemen zoveel mogelijk in een pré-juridisch stadium tot een oplossing te brengen - of ze nu als functionaris bij overheids - en semi-overheidsorganisaties of bij commerciële organisaties in dienst zijn, dan wel cliënten bijstaan in hun confrontatie met dergelijke instanties. Tevens leren studenten per situatie de mogelijkheden van de zgn. ‘discretionaire ruimte’ te benutten, waarbij de mogelijkheid is gegeven om rekening te houden met specifieke omstandigheden en letter en geest van de wet kritisch met elkaar worden geconfronteerd. Ook de toenemende aandacht voor Mediation moet worden gezien als een teken van kritische distantie ten opzichte van juridisering. Bij Mediation vindt conflictbemiddeling plaats door een derde in te schakelen, die zich niet buigt over de inhoud van het geschil, maar partijen ondersteunt bij het oplossen van hun conflict. Multiculturaliteit In de beroepspraktijk van de SJD’er wordt duidelijk zichtbaar dat Nederland in de laatste 25 jaar een multiculturele samenleving is geworden. Voor dienstverlenende organisaties is het evident dat onbekendheid met de culturele achtergrond van de cliënt een effectieve dienstverlening in de weg kan staan. In de opleiding wordt dan ook op verschillende niveaus aandacht besteed aan de problematiek van de multiculturele samenleving. Ook neemt de opleiding haar verantwoordelijkheid om studenten uit etnische groepen waar nodig op specifieke wijze te ondersteunen. Internationalisering Nederlandse wet- en regelgeving raakt steeds meer gebonden aan kaderstellende richtlijnen, die op Europees niveau worden vastgesteld. In de opleiding wordt dan ook aandacht gegeven aan de Europese dimensie van het recht. De beroepspraktijk van de SJD’er, waar de opleiding studenten voor kwalificeert, blijft echter allereerst een beroepspraktijk in Nederland. Voor professionele beroepsuitoefening buiten Nederland vormen over het algemeen zowel taalverschillen als verschillen tussen de nationale rechtssystemen een duidelijke belemmering. Internationale activiteiten tijdens de studie zijn
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
89
voor SJD-studenten allereerst bedoeld als verrijkende ervaring en verbreding van het perspectief. De opleiding participeert actief in Europese netwerken, buitenlandstages voor studenten, docentenuitwisseling, et cetera. Ook ontstaat geleidelijk aan een beeld van de wijze, waarop sociaal juridische dienstverlening in andere landen van Europa institutioneel vorm gegeven is. Uitwisseling van docenten heeft dan ook consequenties voor de ontwikkeling van de visie van SJD op opleiding en beroep. Er is geleidelijk aan een samenwerking ontstaan met vergelijkbare opleidingen elders in Europa (onder andere Spanje, Denemarken, Zweden), die zowel voor de Nederlandse als voor de buitenlandse samenwerkingspartners tot resultaten leidt. 3.1.2 Vaardigheden afgestudeerde De SJD’er moet niet alleen kennis hebben van de wetgeving, maar ook adequaat kunnen inspelen op de eigen mogelijkheden en beperkingen van de personen en instanties, waarmee hij in zijn beroepsuitoefening wordt geconfronteerd. Het woord ‘sociaal’ in de beroepsaanduiding ‘sociaal juridische dienstverlening’ verwijst niet zozeer naar specifieke rechtsgebieden, als wel naar de competenties waarover de SJD’er geacht wordt te beschikken naast en in samenhang met zijn juridische kwalificatie. De SJD’er moet cliënten resp. burgers kunnen bereiken. Hij moet hen kunnen ondersteunen in de juridische kwesties die voor hen aan de orde zijn. De competenties, die van de SJD’er op dit punt worden gevergd, kunnen als volgt worden uitgewerkt: 1. de bekwaamheid om juridische vraagstukken voor cliënten te verhelderen, te analyseren en in samenwerking met hen te brengen tot voor hen adequate handelingsmogelijkheden of oplossingsadviezen; 2. de bekwaamheid om te kunnen onderkennen, waar niet-juridische factoren bij de cliënt in het spel zijn die het inzicht in en de oplossingsmogelijkheid van de actuele juridische kwestie bemoeilijken of voorlopig onmogelijk maken. In dat geval moet de SJD’er in staat zijn cliënten zo nodig te verwijzen naar andere instanties om greep te krijgen op hun persoonlijke of sociale problematiek; 3. de bekwaamheid om houdingen of emoties van cliënten, die in een werkrelatie de aandacht van de cliënt voor de aan de orde gestelde juridische problematiek bemoeilijken of blokkeren, zodanig tegemoet te treden, dat de cliënt zo snel mogelijk de
90
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
innerlijke ruimte terug vindt om samen met de SJD’er alle aandacht te richten op het ingebrachte juridische probleem; 4. de bekwaamheid om werkend binnen een organisatie bij te dragen aan een werkklimaat waarin de te bewerken juridische vraagstukken adequaat en ter zake kunnen worden aangepakt en uitgewerkt. 3.1.3 Werkveld en functies Soorten van SJD-functies In de grote hoeveelheid functies, die door SJD’ers worden vervuld, kan een globale driedeling worden aangebracht. In elke SJD-functie ligt het zwaartepunt van de werkzaamheden meestal bij de vervulling van één van de volgende drie rollen: 1. wetsuitvoerder De wetsuitvoerder is de functionaris, die vanuit de doelstellingen van de organisatie beslissingen neemt die ingrijpen in het leven van de cliënt. 2. belangenbehartiger De belangenbehartiger komt allereerst op voor de cliënt en werkt in organisaties, die erop gericht zijn om cliënten te informeren en hen zo nodig te ondersteunen in confrontaties met wetsuitvoerende instanties. 3. toetser en beoordelaar. De toetser respectievelijk beoordelaar komt over het algemeen zelf niet direct met cliënten in contact maar beoordeelt en ondersteunt het werk van medewerkers, die wél rechtstreeks met de cliënten van doen hebben. De toetser/beoordelaar vervult tegenover deze medewerkers een coachende rol. Zijn functie wordt wel aangeduid als ‘SJD’er in de tweede lijn’ of in het ‘tweede échelon’. De drie rollen van de SJD’er zijn zogenaamde ‘ideaaltypen’. Weliswaar komen in veel SJD functies aspecten van alle drie deze rollen aan bod, maar het zwaartepunt van elke functie kan toch vrijwel altijd via één van deze drie rollen worden getypeerd. De bovenstaande driedeling (belangenbehartiger, wetsuitvoerder, toetser/beoordelaar) is vooral relevant voor SJD-werkzaamheden op microniveau. Met deze term wordt gedoeld op directe gerichtheid op de cliënt en op de wetgeving, die in een bepaalde situatie van toepassing is. De SJD’er is daarnaast ook actief op meso- en op macroniveau. De term mesoniveau verwijst in het algemeen naar de
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
91
organisatie, resp. naar één specifieke organisatie. Aandacht voor het mesoniveau wil zeggen, dat de SJD’er gericht is op de relatie tussen cliënt en organisatie, en tussen de SJD’er als professional en zijn eigen organisatie. Binnen deze gerichtheid gaat het om de normen van de organisatie, de doelmatigheid van de organisatievorm, de taakopvatting van de beroepskracht, de waarden en normen binnen de organisatie en de ontwikkeling daarin. Macroniveau wil zeggen dat de SJD’er gericht is op de maatschappelijke context, waarbinnen het werken op microniveau en mesoniveau plaatsvindt: de culturele, sociale, politieke en economische omstandigheden die invloed hebben op de mogelijkheden om een probleem op microniveau op te lossen. Om effect te hebben op de verschillende niveaus zal het methodisch handelen van de SJD’er telkens anders concreet ingekleurd zijn: op microniveau met name uitvoerend gericht in contact met de cliënt, op mesoniveau gericht op de organisatie (beleid en beheer) en op macroniveau gericht op politieke en bestuurlijke verbanden. Samenwerking tussen opleiding en werkveld Voor een beroepsopleiding is een nauwe relatie met het werkveld een eerste vereiste. De opleiding is dan ook ontwikkeld in nauwe samenwerking met vertegenwoordigers van het werkveld. Vanaf de start van de opleiding worden geregelde en intensieve contacten met het werkveld onderhouden, die zo nodig resulteren in bijstelling van het onderwijsprogramma. Een belangrijke rol is hierbij weggelegd voor de Adviesgroep, waarin werkveldvertegenwoordigers uit de belangrijkste sectoren van de sociaal juridische dienstverlening zitting hebben. De Adviesgroep heeft een brede adviserende functie bij de beleidsvoorbereiding en -evaluatie van de onderwijsontwikkeling. In juni 1993 studeerde de eerste lichting SJD’ers af. Vanaf dat moment streeft de opleiding naar een zich jaarlijks uitbreidend netwerk van oud-studenten, veelal aangeduid als alumni. De opleiding streeft naar een gericht cursusaanbod voor de alumni ten behoeve van bijscholing en deskundigheidsbevordering. Voor de verdere verspreiding van het SJD-concept, de bevordering van naams- en productbekendheid en het interesseren van organisaties en bedrijven in het aantrekken van SJD’ers voor specifieke functies, is de betrokkenheid van de ex-studenten van eminent belang. Daarnaast vormen de onderlinge contacten tussen de oud-studenten een belangrijk middel om de beroepsidentiteit van de SJD’er nader gestalte te geven en aan de hand van praktijkervaringen verder te ontwikkelen, zowel ten behoeve van het werkveld als ten
92
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
behoeve van de studenten van dit moment. In die zin zijn de alumni ‘ambassadeurs van de opleiding’. De opleiding SJD neemt deel aan het onderzoek van de HBO-monitor. Via de HBO-monitor krijgt de opleiding informatie over de aansluiting tussen opleiding en werkveld. Periodiek worden de SJD’ers die het jaar daarvoor zijn afgestudeerd geënquêteerd. Naast informatie over de aansluiting tussen de eisen van de beroepspraktijk en het aanbod van de SJD-opleiding levert de HBO-monitor ook gegevens over de arbeidsmarktpositie van de afgestudeerden één jaar na hun diplomering. Naast het materiaal van de HBO-monitor heeft het landelijk samenwerkingsverband van SJD-opleidingen twee maal (1995; 2000) door een onafhankelijk bureau (CINOP, Den Bosch) een onderzoek laten doen naar de arbeidsmarktpositie van de afgestudeerde SJD’ers. Het L.O.O. (Landelijk Overleg Opleidingen Sociaal Juridische Dienstverlening) bespreekt op welke manier de contacten tussen opleidingen en werkveld verstevigd kunnen worden. De opleiding levert een actieve bijdrage aan de onderzoeksactiviteiten van de lector, die in het voorjaar van 2004 is benoemd voor het centrum voor juridische beroepspraktijk. Intensivering van het contact tussen werkveld en opleiding zal de inhoud en vormgeving van het onderwijs beïnvloeden. Ook is in 2000 een onderzoeksrapport verschenen specifiek gericht op de deeltijdopleiding, met de titel Typisch Deeltijd. Al deze informatie leidt tot bijstellingen van het onderwijsprogramma. Ook speelt deze informatie een rol bij de keuze voor het aanbod aan contractonderwijs (cursussen, trainingen, coaching zowel individueel als collectief). Na de visitatie van 2001, is de opleiding in 2006 geacrediteerd. Accreditatie houdt in, dat een commissie van externe deskundigen de kwaliteit van de opleiding in de volle breedte kritisch beoordeelt. De aanbevelingen van de accreditatiecommissie worden verdisconteerd in de doorgaande onderwijsvernieuwing binnen de opleiding. Indeling in werkveldsectoren De verschillende SJD rollen kunnen in verschillende werkveldsectoren worden uitgeoefend. Hieronder geven we een overzicht van de verschillende werkveldsectoren met voorbeelden van organisaties waar een SJD’er kan werken. 1. Sociale Zekerheid • Gemeentelijke sociale dienst (GSD) • UWV (uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen)
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
93
• •
Centra voor werk en inkomen (CWI) Sociale Verzekeringsbank (SVB)
2. Advies en Informatie • Juridische loketten (voorheen Bureaus voor rechtshulp) • Bureaus sociaal raadslieden • Informatiewinkels • Ombudswerk en consumentenorganisaties • Zorgverzekeraars • Rechtsbijstandverzekeraars • Organisaties voor schuldhulpverlening, budgettering • Advies- en informatiefunctie, resp. materiële hulpverlening bij het Algemeen Maatschappelijk Werk • Advies en informatie binnen de vakbeweging • Belangenorganisaties (WAO-groepen, Bond van Motorisch Gehandicapten, ouderenbonden, Vrouwen in de Bijstand, et cetera) • Klachtenbemiddeling binnen de gezondheidszorg • Organisaties voor jeugdwelzijnswerk (JAC, JIP, Stichting Jeugd en Gezin) • Slachtofferhulp • Vluchtelingenwerk 3. Justitiële Dienstverlening • Reclassering • Kinderbescherming • Voogdijorganisaties • Immigratie- en naturalisatiedienst (IND), vreemdelingendienst politie • Dienstverlening aan slachtoffers • Klachtenafdeling rechtbanken • Klachtenafdeling politie • Dienstverlening bij de politie • Huizen van bewaring • HALT-bureaus 4. Arbeidsvraagstukken • Uitzend- en detacheringsbureaus • ARBO-diensten en reïntegratiebureaus • Specifieke juridische functies binnen afdelingen personeelszaken, afdelingen sociale zaken, afdelingen sociaal beleid et cetera 5. Huisvesting
94
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
• • • • •
Woningbouwverenigingen, woningcorporaties Huurcommissies Huursubsidiebureaus Dienst huisvesting van gemeentes Vereniging Eigen Huis
6. Overige juridisch georiënteerde organisaties • Advocatuur (specifieke functies) • Notariaat (specifieke functies) • Deurwaarderskantoren • Incassobureaus Deze opsomming is niet volledig. Het gaat om organisaties en werksoorten, waar in het ene geval veel SJD’ers werkzaam zijn, in het andere geval alleen voor specifieke functies een beroep doen op SJD’ers. Sommige organisaties worden volledig gesubsidieerd door de overheid, anderen werken op commerciële basis. De financiële grondslag van organisaties op het terrein van de sociaal juridische dienstverlening is aan voortdurende veranderingen onderhevig. Loopbaanmogelijkheden De afgestudeerde SJD’er is gekwalificeerd voor HBO-functies in het brede terrein van de sociaal juridische dienstverlening (zie hierboven, bij indeling in werkveldsectoren). Als loopbaanperspectief kunnen drie globale mogelijkheden worden genoemd: a. het verdiepen van de professionele bekwaamheid als uitvoerend medewerker, door werkervaring en/of studie resp. specialisatie. b. het ‘doorgroeien’ naar een managementfunctie. De beginnende sociaal juridisch dienstverlener wordt vanuit de opleiding niet rechtstreeks voorbereid op functies in het middle-management, maar heeft voldoende basis meegekregen om in het kader van loopbaanontwikkeling naar dergelijke functies door te stromen. c. het ‘doorgroeien’ naar een staffunctie (advisering, beleidsvoorbereiding, onderzoek). Ook hierbij geldt, dat de initiële opleiding voor dergelijke functies een eerste basis biedt en dat de afgestudeerde functionaris zich op dit terrein in het kader van deskundigheidsbevordering vanuit het werkveld verder kan bekwamen.
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
95
3.2 OPLEIDINGSPROFIEL
3.2.1 Doelstelling opleiding De primaire doelstelling van de opleiding is het kwalificeren van studenten tot beginnend beroepsbeoefenaar in de sociaal juridische dienstverlening, waarbij hij/zij goed is toegerust voor een brede variëteit van functies in dit werkterrein op HBO-niveau. De landelijk vastgestelde opleidingskwalificaties worden hierbij in acht genomen. Terwijl het zwaartepunt van MBO-functies ligt op het verrichten van gestandaardiseerde uitvoerende werkzaamheden binnen een strak kader, wordt van HBO’ers verwacht, dat zij ook over organisatorische en beleidsmatige competenties beschikken. Ook dienen HBO’ers in staat te zijn om zelfstandig te werken, verantwoordelijkheid te dragen, te functioneren in een multidisciplinair team resp. in een organisatie waarin medewerkers met uiteenlopende disciplines werkzaam zijn en een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van het beroep. De opleiding is er op gericht om voor het realiseren van deze doelstelling een studieklimaat te scheppen, waarin de student via een diversiteit aan didactische werkvormen gestimuleerd wordt om zijn eigen verantwoordelijkheid voor zijn leerproces vorm te geven. Studeerbaarheid van het curriculum en praktijkgerichtheid van de opleiding zijn daarbij uitgangspunt. Met het opleiden van op HBO-niveau geschoolde sociaal juridisch dienstverleners, levert de opleiding, vanuit haar eigen specifieke verantwoordelijkheid, een bijdrage aan de professionalisering van het werkterrein van de sociaal juridische dienstverlening en geeft zij dit werkterrein mede gestalte. 3.2.2 Uitwerking van beroepsprofiel
heids- en houdingsaspecten in samenhang en waar nodig geïntegreerd worden gerealiseerd in het leerproces van elke student. Competentiegericht onderwijs binnen SJD impliceert niet, dat alle onderdelen in een integratieve didactische vorm zijn gegoten. Wél, dat ook waar kennis, inzicht, houding en vaardigheden relatief zelfstandig worden aangeboden, de relatie met de beroepsuitoefening helder is aangegeven. Op basis van dit uitgangspunt volgt hieronder een korte typering van datgene, wat de opleiding met haar pakket van kennis, inzicht, vaardigheden en houding beoogt. Kennis De sociaal juridisch dienstverlener verricht zijn werk op basis van een grondige kennis van al datgene wat voor een verantwoorde uitoefening van het beroep noodzakelijk is om te weten. Het gaat daarbij om kennis omtrent wetten, regels en organisaties; tevens om het vermogen om zich snel en effectief relevante kennis eigen te maken in situaties waarin datgene wat men zelf aan informatie paraat heeft, niet toereikend is. Daarnaast gaat het om kennis op het gebied van de methodiek en van disciplines die voor deze beroepsopleiding relevant zijn (zoals psychologie, sociologie, ethiek). Inzicht Naast feitelijke kennis is ook inzicht nodig. Inzicht in de samenhang en de systematiek van regels en andere informatie, inzicht ook in de dikwijls ingewikkelde relatie tussen concrete casuïstiek aan de ene, en bestaande wetten en regels aan de andere kant. Inzicht is ook vereist voor het kunnen toepassen van methodische principes en het kunnen benutten van algemeen vormende en funderende onderdelen als sociologie, psychologie en ethiek. Vaardigheden De beroepsuitoefening vereist tevens vaardigheden om in concrete dienstverlener/klantcontacten, in de beleidsvoorbereiding en beleidsbepaling binnen de organisatie, in contacten met ambtenaren en functionarissen van andere instellingen daadwerkelijk als sociaal juridisch medewerker te functioneren.
SJD heeft haar opleiding vorm gegeven op basis van competentiegericht onderwijs. Competentie moet worden verstaan als de individuele vermogens, dankzij welke een beroepskracht aantoonbaar in staat is tot het verrichten van bepaalde taken (prestaties). Kenmerk van competentiegericht onderwijs is, dat kennis-, inzichts-, vaardig-
Beroepshouding Sociaal juridische dienstverlening vereist een specifieke houding, waarmee de dienstverlener als functionaris én als persoon op adequate wijze weet te opereren in een spanningsveld, waarin een aan-
96
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
97
tal krachten op elkaar in werken. Het gaat daarbij om de eisen van een formeel-juridisch kader, van de organisatie en de eigen specifieke functie daarbinnen, van de belangen en wensen van de cliënt en de eigen persoonlijke overtuigingen. Het is een werkterrein, waarin de spanning tussen functionele distantie en persoonlijke betrokkenheid zich blijvend voelbaar maakt. Tegelijkertijd functioneert de sociaal juridisch dienstverlener binnen een organisatie die haar eigen taken en begrenzingen kent. Hij moet een functionele werkrelatie kunnen onderhouden met ieder van zijn collega’s, kunnen werken in teamverband, zichzelf kunnen zien als een functionaris binnen een groter geheel en de mogelijkheden en grenzen van die positie zowel kunnen doorzien als kunnen benutten. Kennis, inzicht, vaardigheden en beroepshouding maken in hun onderlinge samenhang de professionele deskundigheid uit van de sociaal juridisch dienstverlener en vormen dan ook de basis van de opleiding. 3.2.3 Het hbo-niveau van de opleiding Hogeschool Utrecht heeft als doel haar studenten op te leiden voor een functie op hbo-niveau en elke afgestudeerde student dient aan een groot aantal (beroeps)eisen te voldoen die zijn afgeleid van het beroepsprofiel. De eindtermen van de opleiding zijn op haar beurt weer afgeleid van die beroepsvereisten. Om het niveau van beroepsuitoefening te bepalen worden de volgende vijf samenhangende criteria gehanteerd: • kennis en inzicht • toepassen kennis en inzicht • oordeelvorming • communicatie • leervaardigheden Deze criteria zijn opgesteld aan de hand van de internationale standaard, de dublin descriptoren. 3.2.4 Didactische uitgangspunten De opleiding heeft gekozen voor een competentiegericht onderwijsmodel. Een competentie is het vermogen van een persoon om (beroeps)taken in een bepaalde (beroeps)context uit te voeren. Dit vermogen bestaat eruit dat de persoon beschikt over een samenhangend geheel van kennis, vaardigheden en houdingsaspecten.
98
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Voor het onderwijs betekent dit het volgende: • Het onderwijs is gericht op het verwerven van beroepscompetenties, d.w.z. het in samenhang verwerven van kennis, vaardigheden en houdingsaspecten waarmee beroepstaken kunnen worden uitgevoerd. • Het leren wordt opgevat als een doelgerichte activiteit van de student; het onderwijs bevordert actief en zelfstandig leren. • De docent ondersteunt en coacht het leerproces van de student en is inhoudelijk expert op een bepaald competentiegebied. • Het leren vindt zoveel mogelijk plaats in realistische leeromgevingen, waarbij leertaken lijken op beroepstaken. Hierbij wordt waar wenselijk en mogelijk gebruik gemaakt van moderne media (ICT). • Het onderwijs is gebaseerd op het concurrency-principe, waarbij leermomenten op de opleiding en in de beroepspraktijk elkaar wederzijds positief beïnvloeden. • Het leren is een sociaal en interactief proces, studenten werken samen: met elkaar, de docent en professionals uit de praktijk. • Toetsen zijn bedoeld om vast te stellen welke beheersniveau van de competenties is bereikt en de student inzicht te geven in de vorderingen in het eigen leerproces. Uitgangspunten over leren en opleiden in deeltijd Uitgangspunt voor de inrichting van het leerplan is het leerproces van de student. Didactische criteria voor de onderwijskundige vormgeving van het onderwijsleerproces zijn ontleend aan een visie op leren en onderwijzen, waarin competentiegericht onderwijs centraal staat. Voor deeltijdstudenten bestaat een belangrijk deel van het curriculum en van de vereiste studiepunten (zo’n 40%) uit de praktijktijd en de aan de praktijktijd gelieerde opdrachten. De eigen werkervaring van de student is uitgangspunt bij het verbinden van theorie en praktijk, daarnaast wordt steeds aandacht gegeven aan de mogelijkheden om de aan de eigen werkervaring gebonden leerprocessen te transformeren in meer algemene resp. aan een andere context te realiseren inzichten en vaardigheden. Er is dus ruimte voor individualisering en maatwerk, ook gezien het feit dat studenten verschillen in leerstijl, d.w.z. dat zij op verschillende manieren tot leerresultaten komen. De ene student heeft veel baat bij mondelinge uitleg, de ander komt tot betere resultaten bij studie van schriftelijk materiaal. Sommige studenten raken pas enthousiast voor het vak en de studie als ze een organisatie van binnen hebben gezien, anderen zijn minder op de concrete realiteit
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
99
aangewezen om een motiverend beroepsbeeld te ontwikkelen. Voor de didactische vormgeving van het onderwijs betekent dit dat de onderwijssituatie wordt ingericht met een variëteit van verschillende werkvormen die op individuele leerbehoeften en leerstijlen inspelen. Themagerichte integratieve activiteiten, hoorcolleges, werkcolleges, practica en werkgroepbijeenkomsten wisselen elkaar af, en ook de presentatie van informatie kan via verschillende media gaan en verschillende vormen aannemen. Gerichtheid op de beroepspraktijk neemt een belangrijke plaats in bij de vormgeving van opdrachten en toetsen. Daarnaast is een belangrijk uitgangspunt, dat leerprocessen een gefaseerde opbouw kennen. De opleiding bewaakt de horizontale samenhang (opeenvolging in de tijd) en de verticale samenhang (afstemming op elkaar van tegelijkertijd aangebonden onderdelen. Studieresultaten kunnen pas worden geïntegreerd in de groeiende professionele bekwaamheid van de student als rekening wordt gehouden met de ‘beginsituatie’ van de student: zijn kennis en vaardigheden op het moment dat aan het betreffende studieonderdeel wordt begonnen. Die kennis en vaardigheden vormen het fundament waarop gebouwd moet worden. Dit uitgangspunt vergt van de opleidingsdocenten kennis van de beroepspraktijk. Alsmede van de leerprocessen en vaardigheden om deze effectief te initiëren, te structureren en te organiseren. De ondersteuning door de docent behelst zowel het geven van informatie als het begeleiden en bewaken van de kwaliteit. Dit vraagt een dubbele oriëntatie van de docenten, namelijk als inhoudsdeskundige enerzijds, als studiebegeleider en coach van het leerproces van de student anderzijds. Samenwerking en verantwoordelijkheden Rol en verantwoordelijkheid van docenten Studenten kunnen van docenten verwachten dat zij zich optimaal inzetten voor: • beroepsrelevant onderwijs en deskundigheid op een vakgebied in theorie en praktijk; • didactische werkwijzen die gericht zijn op stimulering van zelfstandigheid en professionaliteit van studenten; • het begeleiden van studenten in een gelijkwaardige relatie; • het kunnen vertegenwoordigen van de onderwijsorganisatie en als zodanig tekst en uitleg kunnen geven over doelen van de onderwijseenheden en hun onderlinge samenhang; • begeleiding tijdens de studie en tevens een bijdrage leveren in de oriëntering, verwijzing, motivatie en selectie van studenten;
100
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
• • •
het helpen van individuele studenten en groepen studenten bij het reflecteren en evalueren van het eigen groeps- en leerproces; het tijdig verstrekken van studieresultaten en het geven van commentaar op de toetsresultaten; het verzorgen en bevorderen van de communicatie tussen studenten onderling en naar collega-docenten.
Gewenst studiegedrag van studenten De docenten en de opleiding kunnen het volgende van studenten verwachten: • inzet en participatie tijdens de lessen; • interesse in de leerinhouden; • bereidheid sterke en zwakke punten bespreekbaar te maken daar waar reflectie als deel van het leerproces wordt gezien; • informatie te geven daar waar dit voor een optimale communicatie belangrijk is; • samen met medestudenten sociale controle uit te oefenen op collega-studenten bij persoonlijke en/of functionele problemen en door te verwijzen naar studentendecaan en/of studieloopbaanbegeleider; • in toenemende mate actief participeren in het onderwijs; • een bijdrage leveren aan de kwaliteitsbewaking d.m.v. onderwijsevaluaties; • in acht nemen van werkafspraken die de uitvoering van het onderwijs en voortgang van de studie bevorderen. Bijvoorbeeld het respecteren van les- en werktijden, het naleven van inleverdata voor opdrachten en toetsen, het volgen van de opleidingsprocedures rond herkansingen en registratie van praktijktijd gegevens. Samenwerking en klimaat De opleiding ziet haar studenten en cursisten als samenwerkingspartners en verwacht van haar studenten gedrag dat gericht is op samenwerking. De opleiding streeft ernaar het onderwijs zodanig in te richten dat studenten zelfstandig kunnen werken en leren. De opleiding stelt het op prijs wanneer studenten en cursisten zich met vragen, suggesties, commentaar of klachten direct tot de betrokken docent of medewerker wenden. Wanneer dit om een of andere reden niet mogelijk of gewenst is, wordt nadrukkelijk verwezen naar de studieloopbaanbegeleider. In laatste instantie kan op opleidingsniveau contact met de opleidingmanager worden opgenomen. In dit kader wordt ook verwezen naar de standaardprocedure bij klach-
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
101
ten binnen de faculteit (zie deel I studiegids). De opleiding zal studenten tijdig (laten) informeren ten aanzien van: • de studieloopbaanbegeleider; • het (telefonische)spreekuur van de studieloopbaanbegeleider. • de verplichtingen die voortvloeien uit het curriculum (onder andere afwijzing aan het eind van de propedeutische fase, andere studievoortgangaspecten, ); • bereikbaarheid van decanen en andere vertrouwenspersonen.
• •
• 3.2.5 Didactische werkvormen De didactiek van de opleiding staat in het teken van competentiegericht onderwijs. Hierbij wordt gestreefd naar een optimale balans tussen levensechte praktijkopdrachten en verdiepende cursorische lesprogramma’s en trainingen.
plaats in kleinere groepen (maximaal twintig studenten). Het is erop gericht, dat de student zich methodische kennis eigen maakt en vaardigheden oefent; in de opdrachten in het kader van de praktijktijd bewerkt de student de eigen beroepservaring als (beginnend) professional; een aantal cursussen hebben het karakter van individuele zelfstudie (bijvoorbeeld literatuurstudie) al of niet met behulp van gedigitaliseerde instructies / programma; een bijzondere didactische werkvorm vormt de supervisie, waarbij in groepen van drie studenten, onder leiding van een supervisor, de ervaringen in de beroepspraktijk worden geanalyseerd en geabstraheerd naar een meer algemeen niveau. Ook de persoonsgebonden aspecten van de beroepsuitoefening komen in de supervisie diepgaand aan de orde.
3.2.6 Competenties beginnende beroepsbeoefenaar De opleiding kent daarmee verschillende onderwijsvormen: • studieloopbaanbegeleiding: ondersteuning en coaching van het binnen- en buitenschoolse leren; • theorieonderwijs: hoorcolleges, responsie- en werkcolleges en zelfstudieopdrachten; • practicumonderwijs/werkgroepbijeenkomsten: trainingen in kleine groepen (max. 20 studenten) die erop gericht zijn dat de student zich methodische kennis eigen maakt en specifieke beroepsvaardigheden oefent; • praktijktijd: tonen van beroepsproducten aan de opleiding met bijbehorende opdrachten; • supervisie: in kleine groepen (3 studenten) met docent gericht op reflectie op eigen beroepsontwikkeling; De didactiek van SJD staat op dit moment sterk in het teken van de overgang naar meer competentiegericht onderwijs. Streven van de opleiding is daarbij om een optimale balans te realiseren tussen integratieve, ‘levensechte’ praktijkopdrachten enerzijds, ondersteunende en verdiepende cursorische lesprogramma’s en trainingen anderzijds. Deze combinatie wordt ook wel genoemd didactische diversiteit; • in de thema’s werken studenten individueel en soms groepsgewijs aan gerichte geïntegreerde opdrachten; • het theorieonderwijs bestaat uit hoorcolleges, responsie- en werkcolleges en zelfstudieopdrachten; • het practicumonderwijs bestaat deels uit trainingen en vindt
102
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Kerncompetenties De sociaal juridische dienstverlener moet in staat zijn tot het op professionele wijze uitoefenen van een breed takenpakket. Sociaal juridische dienstverlening is professionele dienstverlening. Om de verschillende taken professioneel uit te kunnen oefenen, dient de SJD’er over een zestal kerncompetenties te beschikken. Deze kerncompetenties zijn landelijk vastgesteld. 1. De SJD’er is in staat juridische of juridisch georiënteerde vragen en problemen van cliënten te behandelen en is daarbij in staat sociale, maatschappelijke, culturele en persoonlijke omstandigheden bij de kwestie te betrekken en op basis daarvan een plan van aanpak te maken. 2. De SJD’er is in staat verschillende posities en rollen in te nemen en daarin te functioneren, nl. onder meer die van belangenbehartiger, wetsuitvoerder en toetser/beoordelaar. De SJD’er is in staat aan de kant van de cliënt te staan, maar ook aan de kant van de organisatie of de wet. De SJD’er kan daar zorgvuldig in opereren in die zin dat steeds de belangen van cliënt, organisatie en wetgeving in onderlinge samenhang worden beschouwd. 3. De SJD’er is in staat zich te bedienen van verschillende werkwijzen bij de behandeling van juridische of juridisch georiënteerde vragen en problemen te weten mondeling en schriftelijk advise-
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
103
ren en informeren, begeleiden, beschikken en rapporteren. In het bijzonder is de SJD’er in staat bij geschillen en conflicten gebruik te maken van methodieken om te komen tot oplossing van het geschil of conflict in de prejuridische fase. 4. De SJD’er is in staat diensten te verlenen zodanig dat de cliënt in de gelegenheid is of wordt gesteld zelf de kwestie af te handelen en eventuele nieuwe (vergelijkbare) kwesties het hoofd te bieden met als doel dat de cliënt zich daardoor beter kan handhaven in de samenleving. 5. De SJD’er is in staat de discretionaire ruimte te benutten om binnen de gegeven kaders van de organisatie en mogelijkheden van wet- en regelgeving- oplossingen op maat te realiseren. 6. De SJD’er is in staat de effecten van beleid- en wet- en regelgeving te signaleren en/of te onderzoeken en is in staat op basis daarvan op beleidsmatig niveau een bijdrage leveren aan de organisatie. De SJD’er is daarbij in staat politiek-maatschappelijke ontwikkelingen te betrekken. Competenties van de SJD-opleiding Hieronder volgen de uitgewerkte competenties van de opleiding. Deze competenties zijn in het voorjaar van 2005 geactualiseerd en vastgesteld. In de cursusomschrijvingen van deel III wordt naar deze competenties verwezen.
Dimensie 1: direct uitvoerend werk t.b.v. cliënt(en) Het uitvoerende werk van een SJD’er ten behoeve van cliënten omvat de volgende drie stappen; het helder krijgen van de sociaal juridische vraag (competentie 1.1 en 1.2), uitwerken van de vraag (competentie 1.3 t/m 1.5) en het oplossen van de vraag (competentie 1.6 t/m 1.8). De SJD’er doet dit voor individuen of groepen van individuen. Hij /zij vervult daarbij de rol van belangenbehartiger, wetsuitvoerder, toetser/beoordelaar of bemiddelaar, afhankelijk van de het soort organisatie waarin de SJD’er werkt. 1. 1.1
1.2
1.3
1.4
1.5 Kenmerk van competentiegericht onderwijs bij het centrum voor juridische beroepspraktijk is dat kennis- inzichts-, vaardigheids-, en houdingsaspecten worden in samenhang en waar nodig geïntegreerd gerealiseerd in het leerproces van de student. Daarmee ontstaat een element van levensechtheid in het onderwijs, omdat immers in de beroepspraktijktijd eveneens kennis, inzichten, vaardigheden en houdingsaspecten geïntegreerd en in samenhang aan de orde komen en aldus moeten worden ingezet.
1.6
1.7
1.8 Competenties van de SJD’er Het competentieprofiel voor de SJD opleiding aan Hogeschool Utrecht bestaat uit 22 competenties, waarin zowel de landelijk afgesproken kerncompetenties van SJD als de generieke HBO kwalificaties zijn geïncorporeerd. De competenties zijn in 3 componenten gerangschikt.
104
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
1.9
De beginnende beroepsbeoefenaar is in staat: met een cliënt of groep cliënten zelfstandig het eerste contact aan te gaan naar aanleiding van een sociaal juridisch vraagstuk, een adequaat beeld van de cliënt(en) op te bouwen en, indien nodig, adequaat door te verwijzen; samen met de cliënt(en) de situatie systematisch te verkennen en de probleemanalyse helder te krijgen tegen de achtergrond van de eigen autonomie van de cliënt en de sociale en culturele context van de cliënt; de vraag van de cliënt(en) te relateren aan en te analyseren op basis van sociaal juridische inzichten (incl. jurisprudentie) en hierbij de discretionaire ruimte te benutten; de relevante informatie te verzamelen (achtergronden, regelgeving) met gebruikmaking van geautoriseerde systemen en onder handhaving van regelgeving m.b.t. privacy en geheimhouding; op systematische wijze de relevante informatie uit te werken naar een sociaal juridische context, gebruikmakend van relevante wet- en regelgeving; te bepalen wat zinvolle oplossingsstrategieën zijn gebruik makend van wetboeken, beleidsstukken, literatuur en rechtspraak; de cliënt(en) adequaat en op maat te informeren, te begeleiden, te adviseren en te coachen in de rol van belangenbehartiger, wetsuitvoerder, toetser/beoordelaar of bemiddelaar; op basis van een plan van aanpak methodisch en doelgericht het sociaal juridische vraagstuk op te lossen met de daarbij behorende juridische, geprotocolleerde schriftelijke uitingen (bezwaar- en verweerschriften, rapportages) in correct Nederlands; vraagstukken in de beroepspraktijk te behandelen waarop standaardprocedures niet van toepassing zijn;
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
105
1.10
het proces van dienstverlening adequaat af te sluiten, te evalueren en te reflecteren op het eigen beroepsmatig handelen en de gemaakte keuzes.
Dimensie 2: werken in en vanuit de organisatie Een SJD’er werkt in organisatieverband samen met collega’s. Hij/zij levert een bijdrage aan de doelstellingen van de organisatie door mee te denken in beleid en mee te werken aan uitvoering van beleid. Daarnaast onderhoudt de SJD’er contacten met relevante spelers in het maatschappelijke veld. Op dit niveau houdt de SJD’er de ontwikkelingen in wet- en regelgeving en de effecten hiervan nauwlettend in de gaten. Naast de rollen genoemd bij dimensie 1 vervult de SJD’er (op termijn) ook secundaire rollen als coach, ondernemer en geschillenbeslechter. 2. 2.1
2.2
2.3
2.4 2.5
2.6
2.7 2.8
106
De beginnende beroepsbeoefenaar is in staat: vanuit de eigen rol en positie in de organisatie efficiënt en effectief samen te werken met collega’s in een multiculturele, (inter)nationale en multidisciplinaire omgeving; een afweging te maken tussen de verschillende rollen van de sociaal juridisch dienstverlener, deze uit te oefenen en hierbij te kunnen schakelen tussen de primaire rollen van belangenbehartiger, toetser, wetsuitvoerder en secundaire rollen van coach, ondernemer en geschillenbeslechter; leidinggevende en management taken uit te voeren en een bijdrage te leveren aan de opbouw en het onderhoud van het netwerk van de eigen organisatie; binnen de organisatie een bijdrage te leveren aan beleidsvoorbereiding en beleidsbepaling; samen te werken met andere instellingen en beroepsgroepen, vanuit een eigen sociaal juridisch kader, ten behoeve van de oplossing van actuele vragen en problemen; via signalering andere organisaties (incl. gemeentes en andere overheden) te beïnvloeden bij onbedoelde en/of ongewenste effecten van de toepassing van wet- en regelgeving en beleid en daarover te rapporteren en verbeteringen te initiëren; te anticiperen op veranderingen in wet- en regelgeving en de gevolgen voor de eigen organisatie inzichtelijk te maken; projectmatig te werken, realistische doelen te stellen, werkzaamheden te plannen c.q. planmatig aan te pakken en te reflecteren op het (beroepsmatig) handelen.
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Dimensie 3: bijdrage leveren aan de ontwikkeling van het beroep De SJD’er is naast werknemer van een organisatie ook deelnemer aan een beroepsgroep in een breder maatschappelijk verband. Het gaat daarbij zowel om internalisatie (de beroepsbeoefenaar maakt zich de beroepsidentiteit eigen en ontwikkelt zich er in) als externalisatie (de professional kan een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van het beroep en kan de beroepsidentiteit verhelderen aan derden). Hij/zij doordenkt en reflecteert op de ethische en normatieve aspecten op alle niveau’s in de beroepsuitoefening (op cliëntniveau, organisatieniveau en niveau van de beroepsgroep). De SJD’er kan tussen deze drie dimensies van het werk beargumenteerde keuzes maken. Ook draagt hij/zij zorg voor de eigen verdere ontwikkeling als beroepsbeoefenaar. 3. 3.1
3.2
3.3
3.4
De beginnende beroepsbeoefenaar is in staat: maatschappelijke ontwikkelingen en wetenschappelijke resultaten op verschillende niveau’s te onderkennen en te vertalen naar consequenties voor de sociaal juridische dienstverlening; op basis van ontwikkelingen én eigen ideeën, zelfstanding of binnen de eigen organisatie relevante, innovatieve producten en diensten te ontwikkelen, uit te voeren en te evalueren; vanuit begrip en betrokkenheid als professional normatieve en maatschappelijke vragen en ethische dilemma’s te verbinden aan de beroepsuitoefening, daarbij kritisch na te denken over visie/achterliggende gedachte van wet- en regelgeving (datgene wat de wetgever beoogt). vanuit een kritische en innovatieve houding de eigen beroepsidentiteit als SJD’er verder te ontwikkelen en te verhelderen aan derden.
3.2.7 Horizontale doorstroommogelijkheden SJD-Utrecht heeft het initiatief genomen om juridisch georiënteerde opleidingen op MBO-, op HBO- en op WO-niveau met elkaar in contact te brengen ten behoeve van onderwijsinhoudelijke samenwerking. Binnen de organisatievorm die hieruit is voortgekomen, aangeduid als ‘Recht in Utrecht’, streven de betrokken partijen onder meer naar het verbeteren en uitbreiden van de doorstroommogelijkheden voor studenten, zowel van MBO naar HBO als van HBO naar WO. Deelnemers aan dit Instituut voor Recht zijn op dit moment (1) de Faculteit Rechtsgeleerdheid van de Universiteit
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
107
Utrecht (WO), (2) SJD- en HBOrechten, beide opleidingen van de Hogeschool Utrecht en (3) de opleidingen Sociaal Juridisch Medewerker en Administratief Juridisch Medewerker van drie regionale ROC’s (ROC Amerlanden, ROC ASA en ROC Utrecht).
siteit, in totaal 7 jaar. Voor meer informatie over de laatste ontwikkelingen over doorstromen en over de voorwaarden en toelatingseisen kunt u terecht op www.hu.nl. Bovengenoemde trajecten zijn onder voorbehoud van (wets-) wijzigingen.
Binnen het brede Instituut voor Recht in Utrecht bestaat het HBOInstituut voor Recht uit de twee genoemde opleidingen SJD en HBO-rechten, beide in een voltijd- en een deeltijdvariant. De opleiding kandidaatgerechts deurwaarder vormt een afstudeerrichting van HBO Rechten. Sinds de invoering van de Bachelor Master Structuur krijgen zowel afgestudeerden van SJD als van HBO-rechten een getuigschrift met de titel Bachelor of Laws. De naam van de opleiding wordt apart vermeld op het getuigschrift. 3.2.8 Vervolgopleidingsmogelijkheden Er zijn verschillende mogelijkheden om door te stromen naar de Faculteit Rechtsgeleerdheid van de Universiteit Utrecht of van een andere universiteit in het land. Na de propedeuse kunnen studenten overstappen naar de universiteit. In de praktijk blijkt deze overstap voor de meesten te zwaar, een HAVO opleiding en 1 jaar SJD leiden nu eenmaal niet op voor een universitaire studie, dat doet het VWO. Indien studenten deze overstap niet maken en ze eerst het hbo bachelor diploma halen, kunnen zij niet zomaar doorstromen naar een WO master. Om het niveauverschil tussen de juridische hbo bachelor en universitaire hbo bachelor op te heffen, bestaat sinds kort de mogelijkheid tot het volgen van een premaster. Dit is een schakeljaar tussen het hbo en de universitaire master. Dit traject duurt een jaar tot anderhalf jaar en verschilt per universiteit. Nog niet alle universiteiten in Nederland die een faculteit rechtsgeleerdheid hebben bieden een dergelijk premaster traject aan maar er wordt wel hard aan gewerkt om dit voor elkaar te krijgen. Na de bachelor volgen studenten dan 1 tot anderhalf jaar een premaster en daarna nog een master van 1 jaar, dus in totaal 6 tot 6,5 jaar. Indien een student niet voor een premaster kiest, kan deze na de hbo studie nog steeds instromen in de reguliere WO bachelor, waarin hij/zij 1 jaar vrijstellingen krijgt. Studenten doen dan na 4 jaar hbo nog 2 jaar universitaire bachelor en 1 jaar master op de univer-
108
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
109
4 INRICHTING EN ORGANISATIE OPLEIDING
110
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
111
4.1
ALGEMEEN
Organisatie opleiding De basis van de organisatiestructuur van de opleiding wordt gevormd door het opleidingsteam. Het team bestaat uit docenten van verschillende disciplines die gezamenlijk zorg dragen voor ontwikkeling, innovatie, inhoud, uitvoering, toetsing en evaluatie van de opleiding. Onderwijsmanager De onderwijsmanager is integraal verantwoordelijk voor de opleiding en geeft hiërarchisch leiding aan het team. Hij/zij is verantwoordelijk voor kwaliteit, inhoud en opbouw van het curriculum binnen de organisatorische en financiële kaders die zijn vastgesteld. Hij/zij is verantwoordelijk voor het behalen van de resultaten zoals afgesproken met de instituutsdirectie. De onderwijsmanager brengt doelen in, verdeelt verantwoordelijkheden, volgt realisatie en rapporteert aan de instituutsdirectie. De onderwijsmanager is verantwoordelijk voor een goede communicatie tussen het managementoverleg van het Instituut voor Recht en het team. Daarnaast draagt de onderwijsmanager zorg voor de continuïteit in de personele bezetting van het team en de inzet van (gast-)docenten in de geplande cursussen. De onderwijsmanager overlegt met de Beroepenveldcommissie, de opleidingscommissie en vertegenwoordigt de opleiding binnen en buiten de faculteit. Managementteam Instituut voor Recht De onderwijsmanager hebben zitting in het managementoverleg van het Instituut voor Recht. Het managementoverleg bestaat verder uit de beleidsmedewerker onderwijs, de manager onderwijsorganisatie en de directeur van het instituut en wordt ondersteund door de managementassistente. Het managementoverleg heeft tot taak tot afstemming te komen tussen strategie, onderwijsinhoud en onderwijsorganisatie van de opleiding. Het adviseert de directeur van het instituut over de
112
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
inhoudelijke, personele, financiële en organisatorische kaders van het Instituut voor Recht. Beleidsmedewerker onderwijs De beleidsmedewerker onderwijs ontwikkelt de onderwijsinhoudelijke kaders binnen het Instituut voor Recht en doet daarvoor voorstellen aan het managementteam. De beleidsmedewerker onderwijs heeft verder tot taak de ontwikkeling en uitvoering van de kwaliteitszorg binnen het instituut. De beleidsmedewerker onderwijs signaleert ontwikkelingen in het veld en vertaalt die naar onderwijsvisie en -beleid voor het Instituut voor Recht. De beleidsmedewerker onderwijs is voorzitter van de examencommissie. Onderwijskundige De onderwijskundige ondersteunt de docenten(teams) bij de ontwikkeling en de vernieuwing van het onderwijs. De ondersteuning vindt plaats in projectvorm, in opdracht van de beleidsmedewerker onderwijs en met betrokkenheid van docenten. Manager onderwijsorganisatie en team onderwijssecretariaat (TOS) De manager onderwijsorganisatie is verantwoordelijk voor de logistieke bedrijfsvoering en organisatie van het onderwijs. De manager onderwijsorganisatie geeft de logistieke, financiële en personele kaders aan voor een uitvoerbare organisatie van het onderwijs. De manager onderwijsorganisatie geeft leiding aan de medewerkers van het team onderwijssecretariaat. Het team onderwijssecretariaat speelt een belangrijke rol bij o.a. de volgende onderwerpen: • Realiseren van roosters en planningen • Verzorgen van de informatie en communicatie over alle logistieke en organisatorische zaken binnen het onderwijs naar studenten en docenten; • Verzorgen van de managementinformatie naar leidinggevenden binnen het Instituut Recht; • Zorgen voor de verstrekking van studiemateriaal aan studenten; • Administreren van de studievoortgang van studenten; • Zorgen voor de organisatie van toetsen en de verwerking van toetsresultaten Binnen het team onderwijssecretariaat zijn de zogenaamde logistiek assistenten direct gekoppeld aan de opleidingen binnen het
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
113
instituut. Daarnaast voeren administratief medewerkers algemeen administratieve taken uit. De onderwijsbalie van het instituut voor recht Mededelingen van algemene aard en het onderwijsrooster, het tentamenrooster en eventuele roosterwijzigingen tref u aan bij de onderwijsbalie van de afdeling. Studenten worden geacht kennis te nemen van de gegevens op de prikborden en kunnen zich niet beroepen op het gegeven dat ze deze niet hebben gezien. Daar waar dat mogelijk is, worden studenten ook via e-mail geïnformeerd. Ook voor e-mail berichten geldt, dat studenten geacht worden er met grote regelmaat (b.v. ééns in de twee dagen) kennis van te nemen.
Driejarige route Zowel de voltijdopleiding als de deeltijdopleiding kenden een vierjarige en een driejarige variant (alléén bestemd voor studenten met een MBO--SJM-vooropleiding). De 3-jarige route is met ingang van het studiejaar 2005-2006 afgeschaft. De studenten die reeds aan de 3-jarige route begonnen zijn, kunnen die uiteraard afmaken. Afschaffing van de 3-jarige route betekent niet dat er niet meer versneld kan worden en de opleiding niet in minder dan 4 jaar afgerond kan worden. Het houdt alleen in dat er geen standaard-route meer wordt aangeboden. Streven is om voor studenten meer maatwerk te leveren en te bezien in hoeverre versnelling en/of verlichting wenselijk en mogelijk is. Zie voor het vrijstellingenbeleid par. 6.2.
4.1.1 Opleidingsvarianten 4.1.2 Opleidingsstructuur algemeen De opleiding kent een (aantal) opleidingsvariant(en). U kunt de opleiding namelijk in voltijd of in deeltijd volgen. Voltijdopleiding De voltijdopleiding is een onderwijsvariant waarbij studenten geacht worden 40 uur per week beschikbaar te zijn voor het onderwijs. De meeste studenten die deze variant kiezen zijn rechtstreeks van de middelbare school of een middelbare beroepsopleiding afkomstig. Deeltijdopleiding Het deeltijdonderwijs biedt studenten de mogelijkheid om in de avonduren een volledige bacheloropleiding te volgen. De programma’s van de deeltijdopleiding zijn toegesneden op studenten die naast hun werk willen studeren. Kenmerkend voor de deeltijdopleiding is dus dat relevant werk in een voor het beroep relevante organisatie wordt gecombineerd met het volgen van beroepsonderwijs. De roostering is daarop aangepast. Het curriculum van de deeltijdopleiding heeft een ander karakter dan dat van de dagopleiding. Het curriculum van de deeltijdopleiding heeft een ander karakter dan dat van de dagopleiding. De deeltijdstudenten (vierjarig) besteden ongeveer 40 EC-studiepunten méér aan praktijktijd dan de voltijdstudenten. Deze praktijktijd wordt binnen de opleiding benut om studenten aan specifieke competenties te laten werken (zie hoofdstuk 9). Om toegelaten te worden tot de deeltijdopleiding Sociaal Juridische Dienstverlening dient de student aan dezelfde vooropleidingseisen te voldoen als geformuleerd in artikel 10 van de Onderwijs- en Examenregeling FMR
114
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Studiefases De opleiding bestaat uit twee studiefases: de propedeutische fase en de hoofdfase. De opleiding begint met een propedeutische fase van 1 jaar. Deze fase wordt afgesloten met een propedeutisch getuigschrift. Na de propedeuse volgt de hoofdfase die drie jaar duurt en wordt afgesloten met een bachelordiploma. Zie verder par. 4.2 en 4.3. Wettelijke studieduur, studielast en studiepunten/EC De studielast (of –belasting) van de opleiding en de daartoe behorende cursussen wordt uitgedrukt in hele studiepunten met de afkorting EC ( European Credit) Dit is een in 2004 nieuw ingevoerd studiepuntensysteem om opleidingen internationaal vergelijkbaar te maken. De studielast van 1 EC-studiepunt komt overeen met 28 studie-(klok)uren (inclusief contacttijd). De reguliere bacheloropleiding duurt vier jaar. Bij de opbouw van de opleiding is een gemiddelde studielast van 60 EC, oftewel 1680 uur per studiejaar als uitgangspunt genomen. De totale studielast van de opleiding (onderwijs, zelfstudie en praktijktijd) bedraagt dus 240 EC. De EC zijn als volgt over de studiejaren verdeeld: propedeuse: 60 EC hoofdfase: 180 EC
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
115
Tabel verdeling studielast over opleiding:
4.1.4 Overzicht curriculum (per studiejaar)
Hoofdfase (180 EC) Propedeuse (60 EC) Major (150 EC)
Profileringsruimte (30 EC)
In de cursusbeschrijvingen is per cursus de studielast opgenomen, uitgedrukt in hele studiepunten. Zie OSIRIS (www.osiris.hu.nl). Studiepunten worden pas toegekend nadat de desbetreffende cursus is afgerond met het bijbehorende tentamen (c.q. alle deeltentamens). Zie ook par. 6.3.6.
Per studiejaar wordt door de opleiding het onderwijsprogramma ofwel curriculum van zowel de gehele studie als van de onderdelen vastgesteld. Dit studieprogramma geldt uitsluitend voor het studiejaar waarvoor het is vastgesteld. De cursussen van zowel propedeuse als hoofdfase zijn hieronder per opleidingsjaar aangegeven inclusief het aantal bijbehorende studiepunten en de OSIRIS-code. De volledige cursusbeschrijvingen zijn te vinden in hoofdstuk 9 en OSIRIS.
Propedeuse De opleiding begint met een propedeutisch jaar. De functie daarvan is dat de student zich oriënteert op de beroepsuitoefening in het brede werkterrein van de sociaal juridische dienstverlening. Ook aan SJD verwante disciplines komen zijdelings aan de orde. Bovendien oriënteert de student zich op de vaardigheden die voor het volgen van de studie nodig zijn. Daarnaast is er aandacht voor de persoonlijke ontwikkeling en de motivatie om de studie te volgen. In de loop van het jaar kan de student zo samen met de opleiders bepalen of de juiste keuze is gemaakt of dat beter een andere opleiding kan worden gekozen. De student ontvangt hierover een schriftelijk studieadvies van de opleiding. Een afwijzing, d.w.z. een definitieve negatieve beoordeling van de studieprestaties, is bindend (zie par. 4.2). De propedeuse is behaald als alle onderdelen van het eerste studiejaar voldoende zijn afgesloten, en studiepunten zijn behaald. De student ontvangt dan het propedeusegetuigschrift.
Toelichting op het curriculumoverzicht Studiepunten In het curriculumoverzicht is de studiebelasting voor de student uitgedrukt in studiepunten. Studiebelastingsuren zijn alle uren die bezien vanuit de ‘modale student’ nodig zijn om een bepaalde cursus met succes af te sluiten, d.w.z. de uren voor opdrachten, werkstukken, hoorcollege, werkgroepen, voorbereiding toets, etc. Eén studiepunt staat sinds 2003-2004 voor 28 uur studiebelasting. Deze studiepuntennorm geldt voor heel Europa en wordt wel genoemd EC-norm. EC staat voor European Credit Transfer System.
Hoofdfase Na de propedeuse volgt de hoofdfase die in principe drie jaar duurt. Daarbinnen kan worden gekozen voor een accentuering van een sector van de sociaal juridische dienstverlening. Het programma van de hoofdfase is gebaseerd op een wisselwerking tussen theorie en praktijk. Als de hoofdfase met goed gevolg wordt afgesloten leidt dat tot het getuigschrift Bachelors of Laws. Zie voor meer specifieke informatie par. 4.3.
De leerlijnen: Het onderwijs is georganiseerd volgens vijf leerlijnen: I. De integrale leerlijn II. De conceptuele leerlijn III. De vaardigheden leerlijn IV. De ervarings- en reflectieleerlijn
4.1.3 Verkorte opleidingsroutes SJD-deeltijd kent geen verkorte opleidingsroutes meer.
116
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
De opleiding SJD structureert de curricula van haar opleidingen volgens het leerlijnenconcept van Dick de Bie en Jos de Kleijn . Deze twee auteurs kiezen voor het begrip leerlijn vanuit de gedachte, dat het leerproces van de student uitgangspunt is en niet zozeer de aard van de behandelde stof (kennis, vaardigheden).
De integrale leerlijn kenmerkt zich door het maken en verantwoorden van een nuttig beroepsproduct of het leveren van een gevraagde en gewaardeerde dienst uitgaande van de taken die de student in de beroepspraktijk als stagiair dan wel beginnend beroepsbeoefenaar moet uitvoeren. Voorbeelden van de onderdelen van de integrale leerlijn zijn de projecten, de thema’s en het eindgesprek. Deze
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
117
onderdelen zijn waar mogelijk gekoppeld aan ‘levensechte’ opdrachten, waarbij vraagstukken die zich in de beroepspraktijk voordoen of kunnenvoordoen centraal staan. Dit uitgangspunt wordt wel aangeduid met de formulering‘toetsing volgens het beginsel van de realistische taakomgeving’. De integrale leerlijn is in de opleiding steeds belangrijker geworden. De integrale onderdelen bieden studenten de mogelijkheid om het eerder bestudeerde materiaal toe te passen en in de praktijk te brengen. Daarnaast geven de integrale onderdelen een zekere sturing aan de keuzes, die in de meer cursorisch gerichte onderdelen worden gemaakt. De conceptuele leerlijn is gericht op kennis en theorievorming, In deze leerlijn gaat het erom concepten, principes, theorieën en regels te leren. Kennisvergaring en het leren denken als een professional zijn de kenmerken. Voorbeelden van de conceptuele leerlijn zijn de kennisvakken op het gebied van recht. Zoals Verbintenissenrecht, Strafrecht en Arbeidsrecht, maar ook Psychologie en Ethiek vallen hieronder. De vaardighedenleerlijn. In deze leerlijn gaat het om het verbeteren van professionele vaardigheden door middel van oefenen en het geven/krijgen van feedback. Voorbeelden van deze leerlijn zijn Onderhandelen, Gespreksvoering en Onderzoeksvaardigheden. De ervarings- en reflectieleerlijn. Doel van deze leerlijn is om werkzaamheden beter te kunnen verrichten; anders gezegd om professioneler in de praktijk te kunnen functioneren. Dit wordt geleerd door terug te blikken en na te denken over werkervaringen. Een voorbeeld van de ervarings- en reflectieleerlijn is Loopbaan en competentieontwikkeling en Thematische Supervisie.
teem maakt het mogelijk om versneld te studeren: door een hogere studiebelasting aan te houden, en/of door gebruik te maken van de tijd die vrijkomt in geval er vrijstellingen zijn toegewezen. De opleiding presenteert voor iedere individuele student met meer dan drie vrijstellingen een individuele studieroute op maat. Maatwerk is ook nodig en mogelijk bij studievertraging. De mogelijkheden om van de modelroute af te wijken zijn echter aan enige beperkingen gebonden. Naast logistieke barrières (inschrijving, rooster) zijn er ook leerstofinhoudelijke grenzen. Het gaat hierbij vooral over de volgorde waarin de studieonderdelen gevolgd dienen te worden. In de beschrijvingen van de studieonderdelen zijn in een beperkt aantal gevallen beginvereisten aangegeven. Praktijktijd In de punten van het eerste, tweede, derde en vierde jaar deeltijd is de praktijktijd inbegrepen. Deze praktijktijd kan anders over de jaren gespreid worden. Meer informatie over de praktijktijd speciaal voor deeltijdstudenten is te vinden in hoofdstuk 9 bij de cursusomschrijving. Eén van de twee trainingen Gespreksvoering 2 en Onderhandelen 2 is verplicht. Afhankelijk van het cohort waarvan de student deel uitmaakt betreft het hier de ‘twee uit drie’of de ‘één-uit-drie-regeling’. In het curriculumoverzicht zijn de betreffende studiepunten tussen haakjes gezet.
De keuzecursussen zijn niet ingedeeld in leerlijnen, maar de meeste keuzecursussen vallen onder de conceptuele leerlijn. Verder zijn de keuzecursussen herkenbaar aan een ‘K’. Sommige cursussen worden zowel in SJD-DT als in VT gegeven. Als dit het geval is, staat dat expliciet aangegeven.
Leerplanwijzigingen en curriculumoverzicht Ieder jaar wordt het curriculum op basis van evaluaties van studenten en docenten en de ontwikkelingen in het beroep en maatschappij geactualiseerd. Daarnaast wordt het curriculum ook didactisch aangescherpt. In de periode volgend op de visitatie van 2001 is zowel voor de voltijd- als voor de deeltijdopleiding een nieuw curriculum ontworpen. Het nieuwe curriculum is in 2002/2003 ingevoerd voor het eerste en het tweede jaar van de vierjarige deeltijdopleiding. In 2003/2004 zijn ook het derde en het vierde jaar van de vierjarige route ingericht volgens het nieuwe curriculum.
Modelroute De studiepunten zijn gespreid over de studiejaren in een zgn. modelroute. In deze modelroute wordt aangegeven, hoe de studie standaard zal verlopen voor een ‘modale’ student. Het modulair sys-
Ten opzichte van het studiejaar 2003 – 2004 zijn de volgende naamwijzigingen van cursussen opgenomen in het SJD DT curriculum: • Klanten met gestoord gedrag (K) wordt: Forensische Psychiatrie • Multiculturaliteit wordt: SJD en de multiculturele samenleving
118
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
119
• • • • • • • • •
Privaatrecht Verbintenissenrecht wordt: Verbintenissenrecht Privaatrecht Goederenrecht wordt: Goederenrecht Sociale Zekerheid Volksverzekeringen en sociale voorzieningen wordt: Sociale Zekerheid: SVB/Gemeenten Sociale Zekerheid 2 wordt: Sociale Zekerheid: UWV Sociale Zekerheid 3 (K) wordt: Sociale Zekerheid: Terugvordering Strafrecht 1 wordt: Materieel Strafrecht Strafrecht 2 wordt: Formeel Strafrecht Thema: De SJD’er als wetsuitvoerder/toetser wordt: Thema: De wetsuitvoerder/toetser Rechtstoepassing 3 wordt: Thema: Rechtstoepassing
• • •
Voor veranderde cursussen is een overgangsregeling. Deze staat vermeld in het overzicht “van oud naar nieuw”. De volgende cursus is met ingang van.studiejaar 2006 – 2007 niet meer opgenomen in het curriculum: •
De volgende cursussen zijn m.i.v.studiejaar 2004 – 2005 niet meer opgenomen in het curriculum: • Inkomen en Financiën • Levenslooppsychologie • Organisatiekunde • Politicologie (K) • Sociale Filosofie (K) Ten opzichte van het studiejaar 2004 – 2005 zijn de volgende naamwijzigingen van cursussen opgenomen in het SJD DT curriculum: • Beroepsgericht rapporteren wordt Schriftelijke communicatie De volgende cursussen zijn m.i.v. studiejaar 2005 – 2006 niet meer opgenomen in het curriculum: •
telefonische gespreksvoering
Ten opzichte van het studiejaar 2005 – 2006 zijn de volgende wijzigingen van cursussen opgenomen in het SJD DT curriculum: • Arbeidsrecht van 4 naar 3 EC • Thema arbeidsverhoudingen van 4 naar 3 EC • Thema de verzorgingsstaat van 4 naar 3 EC • Praktijktijd jaar 1 van 18 naar 20 EC • Thema wetsuitvoerder van 4 naar 3 EC • Sociale zekerheid: UWV van 4 naar 3 EC • Belangenbehartiger van 4 naar 3 EC • Nieuw thema Justitiële dienstverlening • Netwerken en Presenteren van 3 naar 2 EC • Thema Visie op het beroep verplicht voor alle studenten • Eindgesprek van 2 naar 1 EC
120
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Eindpresentatie van 2 naar 1 EC Afstudeerproject van 14 naar 12 EC Invoering cursus Loopbaan en Competentieontwikkeling (jaar1 3 EC, jaar 2 1 EC, jaar 3, 1 EC, jaar 4 1 EC)
Mediation II
Voor het studiejaar 2007-2008 zijn er geen veranderingen in het curriculum. Periodegebonden studieonderdelen naast lintprogramma’s Het opleidingsprogramma is voor een deel opgebouwd uit cursussen, die een onderlinge samenhang vertonen in relatie tot de eindtermen van de opleiding. De term ‘cursus’ is ingeburgerd geraakt voor studieonderdelen, die één periode worden aangeboden en aan het eind van deze periode worden afgerond. Bij elke cursus is sprake van vastgestelde programmadoelen, inhoudelijke leerstof, verwerkingsinstructies en een vastgestelde studiebelasting. De contacttijd met een docent varieert veelal tussen de 7-21 uur. In de overige tijd worden opdrachten uitgewerkt en is plaats voor zelfstudie. Het onderwijs wordt gegeven in groepen van verschillende omvang en er wordt gebruik gemaakt van uiteenlopende didactische werkvormen. Naast cursussen zijn er ook studieonderdelen die langer doorlopen dan één periode en wel ’lintprogramma’s’ (L) worden genoemd. De opleiding kent verplichte studieonderdelen voor alle studenten van de opleiding. Wanneer er sprake is van een voorgeschreven volgorde wordt dit in het curriculum en in de studiegids duidelijk aangegeven. Daarnaast zijn er keuzecursussen, door de student te kiezen uit het aanbod van de opleiding, de Faculteit, het centrum voor juridische beroepspraktijk, de Hogeschool Utrecht en indien de examencommissie zulks vooraf fiatteert, uit het aanbod van een andere organisatie voor hoger onderwijs.
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
121
3e jaar 2007-2008
Curriculumoverzicht SJD Deeltijd vierjarige route
4e jaar 2007-2008
Periode A 1e jaar 2007-2008 Periode A
2e jaar 2007-2008 EC
Periode A
Thematische Supervisie (A) EC
Thema: Het Beroep
3
Thema: Wetsuitvoerder/ Toetser
3
Inleiding Recht
4
Sociale Zekerheid: UWV
3
Methodiek
3
Onderhandelen 1 (A)
2
Periode B
EC
Periode B
Systeemtheorie *
3
6
SJD en de multiculturele samenleving
3
Keuzecursussen #
Periode B
Periode B
Thematische Supervisie (A)
Afstudeerthema: Signalering ***
Keuzecursussen * #
Afstudeerproject ***
3
Thema: De belangenbehartiger
3
Arbeidsrecht SJD DT
3
Goederenrecht*
3
Verbintenissenrecht*)
3
Management en Organisatie
3
Periode C
Schriftelijke Communicatie (A)
1
Onderzoeksvaardigheden
3
Thematische Supervisie (A)
6
Keuzecursus # Periode C Afstudeerthema: beleid***
Ethiek in Dienstverlening (A) Periode C
Thema: Rechtstoepassing
Keuzecursussen * #
Thema: Arbeidsverhoudingen
Periode C
Periode A
3
6
Keuzecursus #
Keuzecursus corridor # :
Thema: de Verzorgingstaat
3
Thema: SJD'er en Cliënt
3
Vreemdelingenrecht 1 of Woon- en Huurrecht
Psychologie
3
Training Adviesgesprek (A)
2
Keuzecursus corridor # :
Sociale Zekerheid: SVB / Gemeente
3
Materieel strafrecht
3
Dienstverlening bij Schulden of Personen- en Familierecht
Periode D
Periode D
Thema: Burgers Overheid
3
Thema: Justitiële Dienstverlening
3
Periode D
Bestuursrecht*)
3
Formeel Strafrecht
3
Thematische Supervisie (A)
8
Visie op Beroep
Gespreksvoering 1 (A)
2
SJD en de multiculturele samenleving
3
Rechtsfilosofie *
3
Eindgesprek***
3
Loopbaan en competentieontwikkeling (L) (A)
Periode D 2
Loopbaan en competentieontwikkeling (L) (A)
1
Gespreksvoering 2 of Onderhandelen 2 ** (A)
2
Presentatie*** (A)
1
Praktijktijd 1, 1e jaar (L)
20
Netwerken en presenteren (A) (L)
2
Loopbaan en competentieontwikkeling (L) (A)
1
Loopbaan en competentieontwikkeling (L) (A)
1
Totaal per jaar
60
Praktijktijd 1 jaar 2 (L)
20
Totaal per jaar
60
*) gelijk aan de voltijd
Praktijktijd 2, deel 1 (L)
26
Praktijktijd 2, deel 2 (L)
20
Totaal Keuzecursussen #
14
Totaal Keuzecursussen #
15
totaal per jaar
60
totaal per jaar
60
(L) Lintprogramma (A) = Aanwezigheidsverplichting *) gelijk aan de voltijd ** = Keuze 1 uit 2., Gespreksvoering 2 in periode B of C, Onderhandelen 2 in periode C of D # = aan keuzecursussen dient een student in het 3e jaar 14 EC en in het 4e jaar 15 EC te behalen, (29 EC in de gehele opleiding) *** = de student kan kiezen itussen 2 afstudeerthema’s in periode B en C + een presentatie (13 EC) óf uit een scriptie met een eindgesprek (13 EC) (L) Lintprogramma (A) = Aanwezigheidsverplichting
122
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
123
4.1.5 Lesdagen en –tijden
4.1.7 Studieloopbaanbegeleiding
Studenten van de deeltijdopleiding SJD volgen het onderwijs op vastgestelde dagen in de week: vrijdag (overdag) en soms op dinsdagavond. Thematische Supervisie in het 3e jaar wordt eveneens op dinsdagavond gegeven. Incidenteel kunnen ook andere dagen worden ingeroosterd met keuzevakken, inhaallessen, toetsen en nabesprekingen.
Elke student krijgt bij aanvang van de studie een studieloopbaanbegeleider (slb’er) toegewezen. De studieloopbaanbegeleider, een docent van de opleiding, is uw eerste aanspreekpunt tijdens de studie. Studieloopbaanbegeleiding is het proces waarin u uw eigen studie en loopbaan stuurt en leert sturen. Doel van studieloopbaanbegeleiding is dat je: • inzicht verwerft in het beroep en in de eisen die de beroepsuitoefening stelt; • op basis daarvan kunt beoordelen of u uzelf in het beroep wil bekwamen en ontplooien; • u daadwerkelijk bekwaamt in de beroepsuitoefening, zodat u na afronding van de opleiding voldoet aan de gestelde eindtermen; • optimaal gebruik maakt van de beschikbare middelen en tijd, zodat een maximaal studierendement wordt bereikt.
4.1.6 Uitval van lessen Afwezigheid docenten De opleiding streeft ernaar om in geval van ziekte of afwezigheid om een andere reden van een docent, ervoor te zorgen dat lessen zoveel mogelijk doorgang kunnen vinden. Indien een college uitvalt, worden studenten hiervan op de hoogte gesteld via de publicatieborden en via Sharepoint. De docent overlegt bij terugkeer met de groep hoe de stof van de uitgevallen lessen wordt ingehaald. Afwezigheid studenten Indien een student afwezig is geldt de volgende regel: alleen bij cursussen met een aanwezigheidsplicht dient u zich ziek te melden bij de desbetreffende docent en bij langdurige ziekte geeft u de ziekmelding door aan uw studieloopbaanbegeleider. Wanneer studievertraging dreigt, dient u tevens contact op te nemen met de studentendecaan (zie par. 2.2). Telefooncirkel De opleiding hanteert de telefooncirkel om de groep te informeren over veranderingen ten aanzien van de lessen, bijvoorbeeld bij ziekte van een docent. De opleiding verzoekt studenten om veranderingen van adres en telefoonnummer (ook van het werk) tijdig schriftelijk aan het secretariaat door te geven, zodat de opleiding studenten bijtijds kan bereiken.
124
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
In de praktijk komt dit op het volgende neer. Onder begeleiding van de studieloopbaanbegeleider komt u tot een bepaalde wijze van werken en tot inhoudelijke activiteiten die moeten leiden tot een succesvol verloop van uw studie. Daarnaast helpt de studieloopbaanbegeleider u om te reflecteren op het studieproces en de organisatie daarvan, en de daaruit voortvloeiende resultaten. De studieloopbaanbegeleider vervult hierbij de rol van coach. De begeleiding vindt plaats door middel van individuele gesprekken met de studieloopbaanbegeleider, groepsbijeenkomsten en opdrachten. Naarmate de studie vordert, zal de intensiteit van de studieloopbaanbegeleiding geleidelijk verminderen. De gesprekken die u met de studieloopbaanbegeleider voert, zijn gebaseerd op de ervaringen die u hebt opgedaan in thema’s, lessen, opdrachten en trainingen,. In deze gesprekken leert u verbanden te leggen tussen de verschillende ervaringen. Gaandeweg krijgt u een beeld van wat u met de opleiding wil, en welke rol u binnen het beroepenveld zou willen spelen. Daaruit trekt u conclusies en formuleert u e vervolgens leerdoelen en een daarbij behorend plan van aanpak.
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
125
4.1.8 Registratie studievoortgang Van iedere ingeschreven student worden de behaalde studieresultaten geregistreerd in het digitale studievoortgangsysteem van de HU: OSIRIS. Zie ook par. 2.12.4. De studievoortgang wordt uitgedrukt in studiepunten. Voor elke cursus waarvan de eindbeoordeling voldoende is, worden de bijbehorende studiepunten toegekend. Zie ook par. 6.3.6. Via OSIRIS kunnen studenten te allen tijde zelf hun studievoortgang bekijken. Aan het einde van elk studiejaar wordt de studievoortgang van iedere student door de examencommissie vastgesteld. De opleiding neemt contact op met die studenten die een beduidende achterstand oplopen bij het behalen van de studiepunten. In overleg met de student wordt dan bekeken welke factoren de achterstand veroorzaken en of (en hoe) daar iets aan gedaan kan worden. Van de student wordt verwacht dat deze bij studieachterstand initiatief neemt tot contact met de studieloopbaanbegeleider (zie par. 4.1.7) of de studentendecaan (zie par.2.2). 4.1.9 Introductie- en begeleidingsdagen, excursies, werkweken en trainingen Ieder studiejaar start met een introductiedag. Naast praktische informatie is er ook ruimte voor een inhoudelijke bespreking van de kernpunten van het studiejaar. Hierbij spelen naast docenten ook medestudenten een belangrijke rol. Aan deze introductiedag zijn voor studenten geen extra kosten verbonden.
Het door Hogeschool Utrecht vastgestelde collegegeld bedraagt: • v 1.538,- voor voltijdstudenten die geen studiefinanciering ontvangen of aan het begin van het studiejaar minder dan 12 maanden studiefinanciering over hebben; • v 1.538,- voor duale studenten; • v 1.033,- voor deeltijdstudenten. Voor niet-EER studenten (behalve studenten met een erkende vluchtelingenstatus / UAF) bedraagt het collegegeld bij elke inschrijving voor een voltijdse of duale opleiding v 3.500,- en voor een deeltijdse opleiding v 2.350,- . Het door Hogeschool Utrecht vastgestelde examengeld voor extraneï bedraagt v 1.538,-. Deze inschrijvingsvorm is mogelijk voor studenten die alleen tentamens afleggen en geen begeleiding of ondersteuning nodig hebben. Kosten voor boeken en leermiddelen Voor de diverse studieonderdelen van de SJD-opleiding dienen de studenten boeken, readers en/of studiehandleidingen aan te schaffen. Als vuistregel geldt, dat de deeltijdstudenten ongeveer v 550,per jaar aan boeken, readers en studiehandleidingen uitgeven. Financiële tegemoetkoming Studenten die wegens aantoonbare financiële redenen de kosten van bepaalde onderwijsvoorzieningen niet kunnen dragen, kunnen in aanmerking komen voor een financiële tegemoetkoming. Daarvoor moet een verzoek worden ingediend bij de faculteitsdirectie.
4.1.10 Studiekosten en eigen bijdragen Als student moet u rekening houden met de volgende kosten verbonden met het onderwijs: Collegegeld Voor het studiejaar 2007-2008 gelden de volgende collegegelden: Het wettelijk collegegeld bedraagt v 1.538,- voor voltijdstudenten die daadwerkelijk studiefinanciering ontvangen en aan het begin van het studiejaar nog minstens 12 maanden studiefinanciering over hebben.
126
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
127
4.2 INRICHTING PROPEDEUSE
4.2.1 Algemeen De propedeutische fase heeft drie functies: Oriëntatie De student oriënteert zich op de beroepsuitoefening in het brede werkterrein van de opleiding en oriënteert zich op de opleiding en de vaardigheden die nodig zijn om de opleiding te volgen. Daarnaast is er aandacht voor persoonlijke ontwikkeling en motivatie om de studie te volgen. Selectie In de loop van het jaar bepaalt de student samen met de opleiding of de juiste keuze is gemaakt. De student ontvangt hierover een schriftelijk advies van de opleiding. Bij een negatief advies mag de student de opleiding aan Hogeschool Utrecht niet voortzetten. Verwijzing Wil of moet de student de opleiding verlaten dan wordt hij desgewenst geholpen bij het vinden van een meer geschikte opleiding. Algemeen karakter van de propedeutische fase Het onderwijsprogramma van de propedeuse is erop gericht om in het eerste jaar een basis te leggen voor de kennis, inzichten, houding en vaardigheden die noodzakelijk zijn voor het adequaat uitoefenen van het beroep. De propedeuse is er tevens op gericht om te beoordelen of de student met de keuze voor SJD een opleiding heeft uitgekozen, die bij hem past. Het gaat hierbij om een beoordeling over en weer: de student beziet of SJD de goede opleiding is. De opleiding beoordeelt de geschiktheid van de student voor studie en beroep. De wettelijke functie van de propedeuse, te weten oriënteren, selecteren en verwijzen is hierbij uitgangspunt. De algemene grondslag voor het onderwijs in het eerste jaar is oriëntatie. De studenten wordt een pakket aangeboden, waarmee
128
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
zij zich oriënteren op de sociaal juridische beroepspraktijk, op de opleiding en het HBO-niveau. Algemeen gesteld is de propedeutische fase van de opleiding erop gericht, dat de student bij een succesvolle afronding van het eerste jaar: • kennis heeft van en inzicht heeft in de plaats, de functie en de perspectieven van de sociaal juridische dienstverlening in de samenleving; • een begin heeft gemaakt met het verwerven van een substantiële hoeveelheid kennis op het gebied van het recht en die kennis kan toepassen op eenvoudige casuïstiek; • kennis heeft van en inzicht heeft in het functioneren van de mens als individu in relatie tot zijn omgeving; • in staat is een aantal basiselementen uit de huidige praktijk van de sociaal juridische dienstverlening in het algemeen en van verschillende werksoorten in het bijzonder te herkennen en te benoemen; • een aantal sociale en praktische vaardigheden beheerst, die nodig zijn voor de uitoefening van het beroep; • de studievaardigheden beheerst, die noodzakelijk zijn om effectief een beroepsopleiding op HBO-niveau te volgen; • een aantal basisbegrippen kent uit de relevante wetenschappelijke disciplines. Curriculumoverzicht van de propedeutische fase Het propedeusepakket bestaat uit de studieonderdelen, die in het curriculumoverzicht (zie par. 4.2.) in het eerste jaar zijn gerangschikt. Er zijn in de propedeuse geen keuzecursussen. Wel kunnen studenten bij een aantal cursussen, die met werkstukken en presentaties worden afgerond, een eigen inhoudelijk accent aanbrengen. Ook bij de thema’s zijn er mogelijkheden om eigen interesses een specifieke plaats te geven bij het uitwerken van de opdrachten. Selectie en studieadvies propedeutische fase Een afwijzing (voorheen genoemd: negatief bindend advies) kan worden gegeven als de student in de propedeuse niet het vereiste aantal studiepunten heeft behaald binnen het eerste jaar van inschrijving. In artikel 23 van de OER staat onder welke voorwaarden dat gebeurt. In dat geval kan de studie niet aan dezelfde opleiding worden vervolgd. Wel kan men (behoudens al verbruikte studieduur) aan een andere opleiding bij dezelfde instelling beginnen, of zich aanmelden bij een andere instelling voor dezelfde opleiding.
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
129
De minimumeis op grond waarvan een afwijzing respectievelijk positief studieadvies gegeven kan worden, is voor SJD vastgesteld op 46 studiepunten, behaald in het eerste jaar van inschrijving in de propedeutische fase via voldoendes voor studieonderdelen uit het propedeutisch pakket. Wie 45 studiepunten of minderbehaalt, moet de opleiding beëindigen.
• • •
Vrijstellingen en het studieadvies propedeutische fase Voor vrijstellingen (artikel 40) geldt, dat de eerste 14 studiepunten, verkregen middels vrijstellingen niet meetellen bij de vaststelling van een studieadvies. Indien een student meer dan 14 studiepunten aan andere dan de (voorheen) wettelijke vrijstellingen van de opleiding heeft verkregen, tellen de studiepunten boven het aantal van 14 mee bij de berekening van het puntenaantal in het kader van het vaststellen van een eventuele afwijzing. In voorkomende gevallen kan de vrijstellingscoördinator namens de examencommissie (gedelegeerde bevoegdheid) hoofdfaseonderdelen vaststellen, die kunnen meetellen bij de berekening van het bindend studieadvies. Meer informatie over vrijstellingen treft u aan in par. 6.2. Begeleiding eerstejaars studenten De doelstelling van het propedeutisch jaar is oriëntatie, verwijzing en selectie. De studieloopbaanbegeleider speelt een belangrijke rol bij de realisatie van deze doelstelling voor de student. De belangrijkste taak van de studieloopbaanbegeleider tijdens de propedeuse is het ondersteunen van de student bij zijn keuze voor opleiding en beroep binnen of buiten de opleiding. Overige taken zijn: de student wegwijs maken binnen de hogeschool en de faculteit en het ontwikkelen van studievaardigheden. Er wordt een appèl gedaan op de zelfstandigheid en de verantwoordelijkheid van de student. Verwijzing en studieadvies worden in de studieloopbaanbegeleiding voorbereid. De begeleiding vindt plaats in een groep van ongeveer vijftien studenten. Tevens vinden er individuele studievoortganggesprekken plaats. Voor meer informatie over studiebegeleiding zie ook par. 2.1. Individuele studieloopbaanbegeleiding in de propedeutische fase De opleiding SJD heeft een systeem van studieloopbaanbegeleiding voor de propedeutische fase waarbij: • geregeld gedurende het eerste jaar wordt bijgehouden hoe de studie verloopt en welke studenten achterlopen. Dit gebeurt
130
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
door middel van consulteren van het studievoortgangregistratiesysteem; door de studieloopbaanbegeleiders in een vroeg stadium afspraken worden; gemaakt met studenten met slechte studieresultaten, en aangepaste studieplannen worden gemaakt; in geval van bijzondere omstandigheden verwijzing plaatsvindt naar, decaan of psycholoog. De student dient zelf bij de opleiding (studieloopbaanbegeleider) melding te doen van problemen die de studievoortgang kunnen belemmeren (art. 23 Onderwijs- en examenregeling FMR).
De begeleidingsprocedure De begeleidingsprocedure ziet er als volgt uit. 1. Voorlichting Studenten wordt bij aanvang van de opleiding (voorlichting, introductiedagen, introductielessen) duidelijk gemaakt aan welke minimumeisen zij moeten voldoen om geen afwijzing te krijgen. Daarbij wordt ook gewezen op de rol van de studieloopbaanbegeleider en de studentendecaan. Het is belangrijk dat studenten een helder beeld van de opleiding en het beroep krijgen, zodat ze weten waar ze aan beginnen. 2. Groepsgewijze begeleiding De groepsgewijze studieloopbaanbegeleiding van basisgroep en studieloopbaanbegeleider wordt voor de eerstejaars studenten ingeroosterd. Deze vindt plaats tijdens de eerste vier weken van periode A en eenmaal in periode B. 3. Individuele gesprekken • Kennismakingsgesprek In periode A vindt er met elke student een kennismakingsgesprek plaats • Studievoortganggesprek In de loop van periode B vindt er een individueel gesprek plaats met studenten die minder dan 50% van het aantal in periode A te behalen studiepunten hebben verkregen of die nog geen werk hebben op praktijktijd Niveau 1. Een strategie voor de voortgang van de studie wordt uitgestippeld.
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
131
• Preadvies studievoortgang In de loop van periode C wordt met alle studenten een individueel studievoortganggesprek gevoerd. Dit gesprek wordt gevoerd aan de hand van een formulier, dat de studieloopbaanbegeleider invult. Een kopie van dit ingevulde formulier gaat naar de student. Dit formulier moet beschouwd worden als het schriftelijk voorlopig studieadvies, zoals genoemd in artikel 18 lid 11 b van de onderwijs- en examenregeling FMR (zie deel I). Zie par. 4.2.4. De student maakt een plan van aanpak. • Follow-up negatief pre-advies In de loop van periode D vindt er een individueel gesprek plaats met studenten die in periode C een negatief pre-advies hebben gekregen. Hierin wordt de uitvoering van het plan van aanpak geëvalueerd. • Individueel oproepen en signaleren De studieloopbaanbegeleider kan, in geval van problemen van of twijfel aan de student, de betreffende student oproepen voor een gesprek. Ook kunnen studenten zelf een gesprek aanvragen met de studieloopbaanbegeleider.. 4. Spreekuur Elke studieloopbaanbegeleider heeft wekelijks een spreekuur voor studenten met vragen of problemen. 5. Vaststelling studieadvies door de examencommissie Aan het eind van periode D stelt de examencommissie vast, welke studenten: • de propedeuse hebben behaald (60 studiepunten van de propedeutische fase) en middels het getuigschrift automatisch een positief studieadvies krijgen; • 46 t/m 59 studiepunten hebben behaald en op grond daarvan een positief studieadvies krijgen; • minder dan 46 studiepunten hebben behaald. Deze studenten krijgen een afwijzing (negatief studieadvies); Bij verzoeken om uitstel van het studieadvies, b.v. op grond van van persoonlijke omstandigheden, laat de examencommissie zich adviseren door de studieloopbaan¬begeleider. Opleidingsbeleid t.a.v. bijzondere voorzieningen voor studenten De opleiding SJD wil zich optimaal inzetten voor een actieve en suc-
132
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
cesvolle deelname aan het onderwijs van alle bij haar ingeschreven studenten. Studenten die denken dat zij extra steun nodig hebben om aan de opleidingseisen te voldoen, kunnen hiertoe een verzoek doen bij de examencommissie. Het is de verantwoordelijkheid van de student zélf om de te verwachten hindernissen tijdig aan te kaarten bij de examencommissie, na overleg met de studieloopbaanbegeleider. Daarnaast beschikt het centrum voor juridische beroepspraktijk over een contactpersoon studie en handicap. De examencommissie is gerechtigd om te eisen dat een verzoek tot ondersteuning wordt vergezeld van medische verklaringen en/of testresultaten. Om welke hindernissen gaat het? Het kan gaan om functiebeperkingen, die hindernissen in mobiliteit, oriëntatie of communicatie opleveren, bijvoorbeeld blindheid, dyslexie of andere lichamelijke dan wel psychische aandoeningen. Een hindernis van een heel andere orde wordt gevormd door taalproblemen van studenten voor wie Nederlands niet de moedertaal is. Welke mogelijkheden biedt de opleiding? De opleiding kan uiteenlopende vormen van ondersteuning-opmaat bieden. Bijvoorbeeld extra toetstijd, gebruik woordenboeken, vergrote toetsen, technische hulpmiddelen zoals aangepaste computermonitoren etc. Zie voor meer informatie over studeren met een functiebeperking par. 2.8. Procedure De student neemt zo snel mogelijk, maar uiterlijk in de laatste week van september contact op met de contactpersoon studie en handicap. Deze termijn geldt niet, indien de hindernis is ontstaan tijdens het lopende studiejaar. Student en contactpersoon studie en handicap informeren elkaar over de pro’s en contra’s van de keuze voor SJD en maken een voorlopig Individueel Studieplan. Hierin wordt vastgelegd hoe de student de te verwachten hindernissen zal aanpakken en welke rol de opleiding daarbij kan spelen. Daarbij speelt de contactpersoon studie en handicap een adviserende rol ten aanzien van de verdere procedure. Dat advies kan uiteenlopen van een verwijzing naar de decaan van de faculteit of een gemotiveerd verzoek tot ondersteuning aan de examencommissie. Een verzoek aan de examencommissie dient vóór 15 oktober van dit studiejaar schriftelijk ingediend te worden, behoudens het gestelde in de tweede zin hierboven. De beslissing wordt de student binnen drie weken na aanvraag schriftelijk meegedeeld.
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
133
4.2.2 Studieprogramma propedeuse
4.2.3 Instroom en toelating propedeuse
Zie voor korte informatie over het studieprogramma van de propedeuse paragraaf 4.1.4. Een gedetailleerd overzicht en beschrijvingen van de cursussen vindt u in OSIRIS (www.osiris.hu.nl).
•
• Het onderwijsprogramma van de propedeuse is erop gericht om in het eerste jaar een basis te leggen voor de kennis, inzichten, houding en vaardigheden die noodzakelijk zijn voor het adequaat uitoefenen van het beroep. De propedeuse is er tevens op gericht om te beoordelen of de student met de keuze voor SJD een opleiding heeft uitgekozen, die bij hem past. Het gaat hierbij om een beoordeling over en weer. De student beziet of SJD de goede opleiding is. De opleiding beoordeelt de geschiktheid van de student voor studie en beroep. De wettelijke functie van de propedeuse, te weten oriënteren, selecteren en verwijzen is hierbij uitgangspunt. De algemene grondslag voor het onderwijs in het eerste jaar is oriëntatie. De studenten wordt een pakket aangeboden, waarmee zij zich oriënteren op de sociaal juridische beroepspraktijk, op de opleiding en het HBO-niveau. Algemeen gesteld is de propedeutische fase van de opleiding erop gericht, dat de student bij een succesvolle afronding van het eerste jaar: • kennis heeft van en inzicht heeft in de plaats, de functie en de perspectieven van de sociaal juridische dienstverlening in de samenleving; • een begin heeft gemaakt met het verwerven van een substantiële hoeveelheid kennis op het gebied van het recht en die kennis kan toepassen op eenvoudige casuïstiek; • kennis heeft van en inzicht heeft in het functioneren van de mens als individu in relatie tot zijn omgeving; • in staat is een aantal basiselementen uit de huidige praktijk van de sociaal juridische dienstverlening in het algemeen en van verschillende werksoorten in het bijzonder te herkennen en te benoemen; • een aantal sociale en praktische vaardigheden beheerst, die nodig zijn voor de uitoefening van het beroep; • de studievaardigheden beheerst, die noodzakelijk zijn om effectief een beroepsopleiding op HBO-niveau te volgen; • een aantal basisbegrippen kent uit de relevante wetenschappelijke disciplines.
134
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
de wettelijke vooropleidingseisen van de SJD opleiding zijn een havo of vwo diploma, een (propedeuse) diploma van een andere HBO opleiding of een MBO diploma. Studenten met een vergelijbaar buitenlands diploma moeten staatsexamen Nederlands NTII.2 behalen
4.2.4 Studieadvies De propedeuse heeft onder meer een selectieve functie (zie ook par. 4.2.1). Daarom krijgt iedere student tijdens het eerste jaar van inschrijving voor de propedeuse twee maal een schriftelijk studieadvies over de voortzetting van de studie. Aan het einde van de propedeuse (uiterlijk in het tweede jaar van inschrijving) ontvangt de student een bindend studieadvies. Hieronder wordt de procedure uitgelegd. Tussentijds studieadvies Uiterlijk halverwege het eerste studiejaar (in maart) ontvangt elke student van de examencommissie een schriftelijk tussentijds studieadvies over de voortzetting van de studie. Dit tussentijds advies bestaat uit een toelichting op de behaalde studieresultaten en de studievoortgang. Aan het tussentijdse advies wordt een waarschuwing verbonden wanneer op grond van de geregistreerde studieresultaten moet worden geconstateerd dat niet is voldaan aan de studievoortgangsnorm voor het desbetreffende deel van het eerste studiejaar. De waarschuwing bevat tevens het advies om in overleg met de studieloopbaanbegeleider en zonodig met de studentendecaan een studieplan op te stellen voor de tweede helft van het studiejaar, dat erop is gericht om binnen een redelijke termijn aan de norm voor studievoortgang te kunnen voldoen. Positief of negatief studieadvies Aan het einde van het eerste propedeusejaar (omstreeks juli) krijgt elke student van de examencommissie van de opleiding een (bindend) studieadvies over de voortzetting van de opleiding. Dit studieadvies kan positief of negatief zijn.
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
135
Een positief advies wordt gegeven als: • studenten aan het einde van het eerste studiejaar het propedeutisch getuigschrift hebben behaald; • studenten aan het einde van het eerste studiejaar in de propedeuse minimaal 46 studiepunten van het propedeuseprogramma hebben behaald. Studenten krijgen een negatief studieadvies (afwijzing) als zij: • aan het einde van het eerste studiejaar in de propedeuse 45 studiepunten of minder hebben behaald; In de opleidingen van het Centrum voor Juridische Beroepspraktijk is geen bepaling van kracht die het behalen van het propedeutisch getuigschrift aan een specifieke termijn bindt (zie OER-FMR art. 23, lid 9). Vrijstellingen in de Propedeutische fase Voor vrijstellingen (OER- FMR, art. 23) geldt, dat de eerste 14 studiepunten, verkregen middels vrijstellingen niet meetellen bij de vaststelling van een studieadvies. Indien een student meer dan 14 studiepunten aan andere dan de (voorheen) wettelijke vrijstellingen van de opleiding heeft verkregen, tellen de studiepunten boven het aantal van 14 mee bij de berekening van het puntenaantal in het kader van het vaststellen van een eventuele afwijzing. In voorkomende gevallen kan de vrijstellingscoördinator namens de examencommissie (gedelegeerde bevoegdheid) hoofdfaseonderdelen vaststellen, die kunnen meetellen bij de berekening van het bindend studieadvies. De examencommissie houdt bij het afgeven van een studieadvies rekening met bijzondere omstandigheden, zie onder Uitstel advies wegens bijzondere omstandigheden.
wel een termijn verbinden en/of besluiten dat de afwijzing zich ook uitstrekt tot opleidingen met hetzelfde propedeutisch examen. De examencommissie kan de student in de gelegenheid stellen te worden gehoord voordat wordt besloten om een negatief studieadvies af te geven. Tegen een negatief advies kan de student bezwaar aantekenen bij de examencommissie en/of beroep aantekenen bij het College van Beroep HU (zie hoofdstuk 7). Uitstel advies wegens bijzondere omstandigheden De examencommissie kan bij het uitbrengen van het studieadvies rekening houden met studievertraging die het gevolg is van persoonlijke omstandigheden van de student. Het betreft uitsluitend de volgende omstandigheden: • ziekte; • lichamelijke, zintuiglijke of andere functiestoornis; • zwangerschap; • bijzondere familieomstandigheden, waaronder tevens die van degene met wie de student samenwoont of een LAT-relatie onderhoudt; • het lidmaatschap van een medezeggenschapsraad of een opleidingscommissie; • andere omstandigheden waarin de aanvrager activiteiten ontplooit in het kader van de organisatie en het bestuur van (een onderdeel van) Hogeschool Utrecht, ter beoordeling door de faculteitsdirectie; • het lidmaatschap van het bestuur van een door het College van Bestuur krachtens de Steunfondsregeling HU erkende studentenorganisatie of een daarmee vergelijkbare organisatie van enige omvang; • andere situaties waarin de student door overmacht niet heeft kunnen deelnemen aan tentamens dan wel het onderwijs, ter beoordeling door de examencommissie.
Een negatief studieadvies bevat tenminste de gronden waarop de afwijzing is gebaseerd, de eventuele duur van de afwijzing, een verwijzingsadvies en de mogelijkheden van beroep voor de student. Het studieadvies wordt ondertekend door of namens de examencommissie, en wordt binnen een week na ondertekening aangetekend aan de student verzonden of persoonlijk uitgereikt.
De student dient een studievertraging die is ontstaan door een van bovengenoemde persoonlijke omstandigheden zo spoedig mogelijk schriftelijk te melden bij de examencommissie met het verzoek om deze omstandigheden te betrekken bij de totstandkoming van het studieadvies. Zie ook par. 1.3.4.
Een negatief advies is bindend. Een student aan wie een dergelijk advies is gegeven kan niet meer bij deze opleiding als student of extraneus worden ingeschreven. De examencommissie kan aan de afwijzing
De student moet tevens zo snel mogelijk de studentendecaan en de studieloopbaanbegeleider benaderen. Deze adviseren de examencommissie over de te nemen beslissing. Zie ook par. 2.2.
136
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
137
Een modelformulier voor melding bijzondere omstandigheden is verkrijgbaar via de Onderwijsbalie van Centrum voor Juridische Beroepspraktijk.
4.3 INRICHTING HOOFDFASE
4.3.1 Algemeen De hoofdfase is de studieperiode na de propedeuse tot en met de diplomering. De hoofdfase omvat zes semesters en bestaat uit: • een major (hoofdprogramma) van 150 studiepunten; • een profileringsruimte (keuzeprogramma) van 30 studiepunten. U sluit de hoofdfase af met een eindexamen. Als de hoofdfase met goed gevolg is afgerond ontvangt u het bachelordiploma. Begeleiding hoofdfasestudenten Het belangrijkste doel van de studieloopbaanbegeleiding tijdens de hoofdfase is het coachen van de student bij de keuzes die hij moet maken bij het vervolgen van studie en loopbaan. Het gaat om uiteenlopende zaken als begeleiding bij motivatieproblemen of ondersteuning bij het zoeken naar relevant werk. Daarbij vormen de toekomstplannen en de eigen mogelijkheden van de student het belangrijkste referentiekader. Eens per jaar worden er groepsbijeenkomsten en individuele studievoortgangsgesprekken georganiseerd op initiatie van student of studieloopbaanbegeleider. Studieloopbaanbegeleiding, Loopbaan- en Competentieontwikkeling, Netwerken en Presenteren en de keuzemodule Sollicitatietraining zijn specifieke, door de opleiding georganiseerde onderdelen, die erop gericht zijn om studenten te helpen bij het zoeken naar SJD-werk op niveau 2 (zie hoofdstuk 9 cursusomschrijving Praktijktijd). De frequentie van de begeleiding neemt in principe in de loop van de jaren af. Voor studenten die studievertraging dreigen op te lopen, wordt extra begeleidingstijd ingeruimd. Hetzelfde geldt voor studenten die versneld studeren. In de onderwijsplanning zijn speciale voorzieningen mogelijk voor studenten met meer dan drie vrijstellingen. Nadere informatie hierover is te verkrijgen bij de intake functionaris van de deeltijdopleiding. Zie ook par. 2.1. voor Studieloopbaanbegeleiding.
138
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
139
4.3.2 Studieprogramma hoofdfase Zie voor korte informatie over het studieprogramma van de hoofdfase paragraaf 4.1.4. Een gedetailleerd overzicht en beschrijvingen van de cursussen vindt u in OSIRIS (www.osiris.hu.nl). Curriculumoverzicht van de hoofdfase Het curriculumoverzicht van de hoofdfase (deeltijd) is te vinden in paragraaf 4.1. De drie jaren van de hoofdfase hebben elk een eigen kernidee resp. hoofddoelstelling. Het tweede jaar bouwt voort op de propedeuse en is georiënteerd op kennis van en inzicht in het beroep in de volle breedte. De verscheidene soorten van SJD-functies en rollen, zoals de SJD’er als belangenbehartiger, als (wets)uitvoerder en als beoordelaar/toetser, komen aan de orde. In het derde jaar is er ruimte voor specialisatie en aansluiting bij de eigen functie van de student. Het vierde jaar staat in het teken van afstudeeropdrachten en het verder ontwikkelen van de eigen visie op het beroep. Afstudeerrichtingen en het Internationaal Studieaccent Afstudeerrichtingen Een afstudeerrichting bestaat uit een inhoudelijk samenhangend geheel van cursussen resp. studieonderdelen die gesitueerd zijn in de verschillende jaren van de hoofdfase. Via een afstudeerrichting kan een student binnen zijn studie bijzondere aandacht schenken aan een specifiek werkterrein binnen de sociaal juridische dienstverlening. Het is een beperkte vorm van specialisatie. Voor afstudeerrichtingen gelden de onderstaande regels en bepalingen. a. De SJD-opleiding kent drie reguliere afstudeerrichtingen, die corresponderen met werkveldsectoren dan wel functiegebieden waarop SJD’ers beroepsmatig werkzaam zijn. Daarnaast is er het Internationaal Studieaccent (zie hieronder) waarvoor aparte bepalingen gelden. b. Een afstudeerrichting geeft recht op een afzonderlijke verklaring bij het getuigschrift, waarin een overzicht gegeven wordt van de verrichte studieactiviteiten. c. Studenten zijn niet verplicht om een afstudeerrichting te volgen en kunnen dus hetzij mét, hetzij zónder afstudeerrichting hun studie voltooien.
140
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
d. Studenten kunnen niet afstuderen met meer dan één afstudeerrichting. e. Een afstudeerrichting is een deel van het opleidingsprogramma dat toegespitst is op één van de volgende drie terreinen: 1. Sociale Zekerheid 2. Justitiële dienstverlening 3. Arbeidsvraagstukken f. Er zijn twee manieren om een afstudeerrichting te doorlopen. 1e variant: • afstudeerthema’s binnen het betreffende terrein of een afstudeerproject. • afronding van de praktijktijd niveau 2 in een organisatie die binnen het terrein valt. • twee keuzevakken (resp. literatuurstudies) die inhoudelijk bij dit terrein thuis horen. 2e variant: • afstudeerthema’s binnen het terrein of een afstudeerproject • vijf keuzevakken (waarvan er maximaal twee door literatuurstudies kunnen worden vervangen) op het betreffende terrein. Deze tweede variant is bestemd voor studenten die een afstudeerrichting willen volgen, dat geen direct verband houdt met de werkplek, op basis waarvan zij hun verplichtingen afwikkelen in het kader van de praktijktijd niveau 2. g. Het overzicht van de keuzecursussen, die bij de drie afstudeerrichtingen behoren, volgt in par. 4.3.5. 1. Sociale Zekerheid Dit afstudeerrichting is specifiek gericht op uitvoeringsorganen in het kader van de Sociale Zekerheid. • Arbeidsrecht 3 • Arbeidsongeschiktheid en SJD • Sociale zekerheid: herzieningen en terugvordering van uitkeringen • Trajectbegeleiding en Reïntegratie 2. Justitiële Dienstverlening • Jeugd strafrecht • Criminologie • Vreemdelingenrecht 1 • Vreemdelingenrecht 2 • Jeugdrecht • Dienstverlening aan Slachtoffers
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
141
3. Arbeidsvraagstukken • Arbeidsrecht 3 • Ambtenarenrecht • Arbeidsongeschiktheid en SJD • Trajectbegeleiding en Reïntegratie N.B. 1. Dit overzicht is niet uitputtend. Het kan zijn, dat er in de loop van 2007/2008 nog andere keuzevakken worden aangeboden, die dan alsnog kunnen worden toegewezen aan een specifiek afstudeerrichting. Ook keuzevakken van andere afdelingen van de FMR, keuzevakken van andere faculteiten van de HU en keuzevakken van de Universiteit Utrecht dan wel van de Open Universiteit kunnen eventueel bij een afstudeerrichting een rol spelen. Voor Onderhandelen 2, Gespreksvoering 2 geldt, dat ze afhankelijk van de specifieke invulling ervan ook deel kunnen uitmaken van een afstudeerrichting, mits ze niet als verplichte cursus, maar als keuzecursus zijn gevolgd. In voorkomende gevallen dient de student contact op te nemen met de secretaris van de examencommissie. Toewijzing van keuzevakken aan afstudeerrichtingen behoort tot de bevoegdheid van de examencommissie. N.B. 2. Ook literatuurstudies kunnen bijdragen aan een afstudeerrichting, tot een maximum van twee. Toestemming om een groter aantal literatuurstudies te volgen in het kader van een afstudeerrichting dient te worden aangevraagd bij de secretaris van de examencommissie. Voor de erkenning van literatuurstudies als deel van een afstudeerrichting geldt het onder N.B. 1. gestelde. Het Internationaal Studieaccent Voor SJD-studenten bestaat de mogelijkheid om ook in het buitenland het beroep van sociaal juridisch dienstverlener en de wijze, waarop dit beroep en ermee verwante beroepen in het buitenland gestalte krijgen, te leren kennen. SJD participeert actief in een aantal Europese netwerken, die ten dele worden gefinancierd door het Socrates-programma van de Europese Unie (Brussel). SJD heeft contacten met Denemarken (Aarhus), Duitsland (Berlijn), Polen (Lodz), Zweden (Lund), Spanje (Santander, Barcelona) en Engeland (Portsmouth).
A. een praktijkoriëntatie in het buitenland (maximaal vijf maanden) als onderdeel van de praktijktijd niveau 2. De buitenlandse praktijkoriëntatie dient inhoudelijk gezien in het verlengde te liggen van deze praktijktijd; B. afstudeerthema’s of afstudeerproject met een internationaal vergelijkende vraagstelling, die inhoudelijke verwantschap vertoont met de praktijkervaring in het buitenland; C. acht EC aan keuzecursussen resp. literatuurstudies. Deze keuzecursussen dienen bij voorkeur te worden gekozen uit de cursussen van het facultaire Internationaal Afstudeerrichting (IST). Wie met een internationaal studieaccent wil afstuderen, dient de examencommissie toestemming te vragen. Zie voor informatie over de examencommissie par. 1.3.4. Als alternatief voor mogelijkheid A. kan in bijzondere omstandigheden ook een langere praktijktijd in het buitenland worden gelopen, oplopend tot een jaar. Deze studenten lopen waar mogelijk mee met het Internationaal Afstudeerrichting van de FMR. Dit Internationaal Afstudeerrichting is ontwikkeld ten behoeve van voltijdstudenten van de opleidingen SPH en CMV, maar staat ook open voor SJD-studenten (voltijd en deeltijd). Studenten, die een hun praktijktijd voor een substantieel deel (meer dan vijf maanden) in het buitenland willen realiseren, dienen hiertoe toestemming te ontvangen van de examencommissie, die zich ter zake zal laten adviseren door de coördinator praktijktijd en de contactpersoon internationalisering (CPI). De cursusbeschrijvingen zijn in deze studie gids opgenomen in hoofdstuk 9 Verder Internationaal studeren binnen SJD
Naast de drie afstudeerrichtingen kent SJD één studieaccent, namelijk het Internationaal Studieaccent. Het Internationaal Studieaccent binnen SJD bestaat uit de volgende onderdelen:
In het kader van de SJD-opleiding zijn de volgende buitenlandse activiteiten mogelijk. a. Het internationaal studieaccent. Deel van dit internationaal studieaccent vormen de praktijkoriëntatie dan wel praktijktijd niveau 2 in het buitenland. b. Deelname aan een seminar in het buitenland. Zo wordt door het netwerk van Aarhus, Berlijn, Lodz, Lund en Utrecht regelmatig een scholingsprogramma georganiseerd rond een maatschappelijk probleem, dat in alle landen, die aan het programma deelnemen, voorkomt. Bij deelname aan het seminar kan de student
142
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
143
maximaal 2 studiepunten krijgen door een verslag te schrijven, dat voldoet aan gestelde criteria. Deze criteria worden door de organisatoren van het seminar bekend gemaakt. Het gaat om studiepunten in de keuzesfeer. c. Deelname aan de Internationale Week van de FMR. Jaarlijks organiseert de Faculteit een internationaal programma van één week, waaraan ook SJD-studenten kunnen deelnemen. De voer¬taal bij de activiteiten in het kader van de Internationale Week is Engels. Studenten kunnen via het schrijven van opdrachten en deelname twee studiepunten verwerven. Nadere bepalingen hieromtrent zijn opgenomen in het programma van de Internationale Week. d. De buitenlandse praktijkopdracht. Studenten kunnen in het buitenland praktijkervaring opdoen, die dan in het kader van het beleid inzake bijzondere opdrachten met EC-punten kunnen worden gehonoreerd. De student is hierbij zelf verantwoordelijk voor het vinden van een dergelijke ‘praktijkplaats’ en van huisvesting. De opleiding biedt hierbij ondersteuning aan. Nadere inlichtingen over de hierboven genoemde mogelijkheden om vanuit SJD in het buitenland te studeren kunnen worden ingewonnen bij de Contactpersoon Internationalisering (C.P.I.) van centrum voor juridische beroepspraktijk. De goedkeuring van internationale studieaccenten berust bij de examencommissie centrum voor juridische beroepspraktijk, voor zover het gaat om praktijktijd niveau 2 (zie hoofdstuk 9) gedurende meer dan vijf maanden in het buitenland. Daarnaast moet praktijktijd in het buitenland overeenkomstig het beleid inzake praktijktijd (hoofdstuk 9) worden goedgekeurd.
dat geval niet verstrekt. Zie ook par. 6.2 (vrijstellingen). Studenten die de propedeuse nog niet hebben afgerond kan worden toegestaan vakken uit de hoofdfase te volgen en deze met een tentamen af te sluiten, op voorwaarde dat: • de student een positief studieadvies heeft ontvangen; • de student over de benodigde voorkennis beschikt om de cursus te kunnen volgen (dus voldoet aan de beginvereisten); • er geen garantie wordt gegeven dat het vak nog deel uitmaakt van het curriculum of nog dezelfde inhoud heeft op het moment dat de student officieel tot de hoofdfase wordt toegelaten; • indien de inhoud van de cursus gewijzigd is, de examencommissie bepaalt welk vak of welke vakinhoud hiervoor in de plaats komt; • de examencommissie alsnog een negatief studieadvies kan verlenen indien de student niet voldoet aan de geldende normen in de propedeuse (zie par. 4.2.4); • Tevens vermelden onder welke voorwaarden studenten toelaatbaar zijn tot de hoofdfase als zij beschikken over propedeutisch getuigschrift van andere opleiding (evt. onderscheiden tussen facultaire opleidingen, andere HU-opleidingen en opleidingen buiten HU). Toelating expliciet verbinden aan toestemming examencommissie, evt. onder nader te stellen voorwaarden. • Vermelden evt. toegangsbeperking studierichtingen als de opleiding daartoe is aangewezen, met de betreffende procedure.
Voor meer informatie over studeren in het buitenland zie par. 2.13.1.
Toelating tot de hoofdfase Rechtstreeks tot de hoofdfase worden alleen studenten toegelaten, die aan een andere hogeschool dan de Hogeschool van Utrecht het propedeutisch getuigschrift van de SJD-opleiding hebben behaald. Alle andere ‘instromers’ worden ingeschreven in de propedeuse, ongeacht de omvang van het pakket vrijstellingen dat hun wordt toegekend
4.3.3 Toegang hoofdfase en studierichtingen
4.3.4 Profileringsruimte
Studenten die de propedeuse van de opleiding hebben afgerond (en dus het propedeutisch getuigschrift hebben behaald) worden toegelaten tot de hoofdfase van de opleiding. Indien een student op grond van een elders behaald propedeutisch getuigschrift vrijstelling heeft gekregen van het afleggen van het propedeutisch examen van de opleiding, wordt het bewijs van vrijstelling gelijkgesteld aan het getuigschrift. Een propedeutisch getuigschrift wordt in
De opleiding kent naast het hoofdprogramma (major) ook een vrije keuzeruimte van 29 studiepunten, verdeeld over het 3e en 4e studiejaar, de zogenaamde profileringsruimte. Deze profileringsruimte is bedoeld om een eigen accent aan de studie te geven en kan ingevuld worden met: • een minor;
144
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
145
•
een pre-master (= een schakeltraject ter voorbereiding op een masteropleiding); een pakket van keuzecursussen dat u zelf samenstelt.
ec. Deze is verdeeld over het 3e jaar (14 ec ) en het 4e jaar (15 ec). Indien een student een minor wil volgen is overleg met de studieloopbaan begeleider nodig.
Hogeschool Utrecht heeft een uitgebreid aanbod van minors en losse keuzecursussen dat door alle faculteiten van HU gezamenlijk is ontwikkeld. Maar u kunt ook gebruik maken van het aanbod van andere hogescholen en universiteiten (ook in het buitenland, zie par. 2.13.1). Daarnaast is het mogelijk om zelf - in samenspraak met uw studieloopbaanbegeleider - een minor samen te stellen.
Keuzecursussen Hieronder volgt het overzicht van de SJD-keuzecursussen. Of alle keuzecursussen aangeboden worden, hangt af van voldoende inschrijving. Er wordt een ondergrens en een bovengrens gehanteerd. Indien minder dan 15 studenten zich hebben ingeschreven, gaat de cursus in principe niet door. Dit geldt niet voor de cursussen: literatuurstudie, bijzondere opdracht en actualiteitencollege. Dit zijn cursussen die individueel of in kleiner verband kunnen worden gevolgd. Zie voor een verdere uitwerking van de cursussen de cursusbeschrijving in hoofdstuk 9.
•
Voor advisering en begeleiding bij de invulling van de profileringsruimte kunt u terecht bij de studieloopbaanbegeleider (zie ook par. 4.1.7). In samenspraak stelt u een profileringsplan op waarin uw keuze uit het profileringsaanbod van de HU-Onderwijscatalogus en eventuele externe minors en/of keuzecursussen wordt vastgelegd. Uit het profileringsplan moet blijken op welke wijze de gekozen onderdelen bijdragen aan de voorbereiding op de beoogde beroepsuitoefening of verdere studie. De invulling van de profileringsruimte is formeel gebonden aan voorafgaande goedkeuring door de examencommissie van de opleiding waarvoor u bent ingeschreven. Op advies van de studieloopbaanbegeleider kan het profileringsplan nader gemotiveerd worden met het oog op goedkeuring door de examencommissie. De examencommissie kan goedkeuring weigeren als de keuzecursus of minor niet van hbo-niveau is, of als er sprake is van substantiële overlap tussen de keuzecursus of minor enerzijds en het hoofdprogramma anderzijds. Kijk voor meer informatie over de profileringsruimte en minors op www.minors.hu.nl. Voor inzage in het aanbod van HU-minors, keuzecursussen en premasters, en voor inschrijving kunt u terecht op www.osiris.hu.nl. Ook kunt u een bezoek brengen aan de jaarlijkse HU-minormarkt, die in het voorjaar wordt gehouden en waarbij alle HU-faculteiten hun profileringsaanbod presenteren. Meer informatie over pre-master trajecten vindt u in de folder Doorstuderen na uw bachelor aan de UU en op www.premasters.hu.nl. Voor SJD-deeltijd geldt dat er een vrije profileringsruimte is van 29
146
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
147
Overzicht keuzecursussen: EC
Cursusnaam
periode
Consumentenrecht
3
A
Criminologie
3
A
Echtscheidingsrecht
3
A
Gezondheidsrecht
3
A
Grondrechten
3
A
Jeugdstrafrecht
3
A
Letselschade
3
A
Politicologie
3
A
Sociale kaart 2
3
A
Trajectbegeleiding en Reïntegratie
3
A
Verzekeringsrecht
3
A
Verzorgingsstaat
3
A
Ambtenarenrecht
3
B
Arbeidsongeschiktheid en SJD
3
B
Arbeidsrecht 3
3
B
Belastingrecht
3
B
Career Counseling Allochtone studenten
3
B
Communicatie en Voorlichtingskunde
3
B
Dienstverlening aan slachtoffers
3
B
Forensische Psychiatrie
3
B
Inburgering Nieuwkomers
3
B
Islam en recht
3
B
Jeugdrecht
3
B
Pensioenrecht
3
B
Psychologie van de adolescentie
3
B
Sexuologie
3
B
terugvordering van uitkeringen
3
B
Vreemdelingenrecht 2
3
B
Actualiteitencollege
3
Alle periodes
Bijzondere opdracht
Variabel
Alle periodes
3
Alle periodes
Naast het bovenvermelde keuzecursus aanbod kunnen de studenten ook deelnemen aan een aantal keuzecursussen, die vanuit andere afdelingen van de FM&R worden aangeboden (de zogenaamde facultaire keuzecursus planning). De opleiding HBO-rechten, heeft een aantal verplichte studieonderdelen die naar verwachting voor SJD-studenten zullen worden opengesteld als keuzecursus. Voorts is er de mogelijkheid om in te schrijven voor cursussen die de Faculteit Rechtsgeleerdheid van de Universiteit Utrecht verzorgt, dit laatste ter beoordeling van de examencommissie. 4.3.5 Afstuderen Met afstuderen wordt bedoeld het voltooien van de studie door het behalen van het getuigschrift. De laatste dag waarop de student een studieactiviteit verricht is bepalend voor het moment waarop de studie wordt beëindigd. De uitreiking van het getuigschrift wordt niet als een studieactiviteit beschouwd. Een getuigschrift wordt pas overhandigd nadat aan alle verplichtingen jegens de faculteit is voldaan. Vóór de uitreiking van het getuigschrift wordt door de studentenadministratie en andere diensten gecontroleerd of door de desbetreffende student de financiële zaken met de faculteit zijn afgewikkeld en al het geleende mediatheek- en/of ander materiaal is ingeleverd. Zie hoofdstuk 6 voor meer informatie over het examen en het getuigschrift. Zie par. 1.3.3 voor uitschrijving na afstuderen.
Sociale zekerheid: herziening en
Literatuurstudie
148
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
149
5 CURSUSDEELNAME
150
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
151
5.1
ALGEMEEN
Het onderwijsprogramma van de opleiding is samengesteld uit onderwijseenheden, de zgn. cursussen. Een cursus is een samenhangend geheel van te verwerven kennis, inzicht en (beroeps)vaardigheden, met een studielast uitgedrukt in een geheel aantal studiepunten. Een cursus wordt afgerond door middel van een tentamen (zie ook par. 6.1). Alle cursussen worden aan het begin van het studiejaar gepubliceerd via OSIRIS (www.osiris.hu.nl). Zie voor een curriculumoverzicht par. 4.1.4, en voor meer informatie over de specifieke cursussen hoofdstuk 9.
5.2 INSCHRIJVING VOOR CURSUSSEN
Deelname aan cursussen is slechts mogelijk na tijdige inschrijving via OSIRIS (www.osiris.hu.nl). Inschrijven (en evt. uitschrijven) is in elk geval mogelijk tot twee weken voor de start van een onderwijsperiode waarin het onderwijs van de desbetreffende cursus wordt gegeven. Als student bent u hier zelf verantwoordelijk voor. U kunt in hetzelfde studiejaar niet meer dan eenmaal voor dezelfde cursus ingeschreven staan. Inschrijving voor een minor houdt tevens inschrijving in voor alle cursussen die deel uitmaken van de minor. In periode A van het 1e studiejaar worden de studenten SJD-deeltijd door het onderwijssercretariaat ingeschreven. De rest van de studie schrijft de student zelf in. Voor cursussen buiten het eigen curriculum dienen studenten zich zelf digitaal via het programma OSIRIS (http://osiris.hvu.nl) op internet in te schrijven. Voor cursussen in het eigen curriculum kunnen studenten zich uitschrijven als ze daaraan niet wensen deel te nemen. Dit biedt studenten de mogelijkheid om, indien zij dit willen, eventueel sneller of langzamer te studeren. Indien gewenst kan de student contact opnemen met zijn studieloopbaanbegeleider ten behoeve van advisering ten aanzien van versneld of vertraagd studeren. Plaatsing in een cursus buiten het eigen curriculum kan alleen als er voldoende plaats is (dit ter beoordeling van de afstudeerrichting). In- (en eventueel uit)schrijven dient altijd te geschieden uiterlijk in het weekend van de laatste lesweek van de vorige periode, d.w.z. de periode die voorafgaat aan de periode waarin de student de cursus wil volgen. Studenten die zich niet aan de regels houden worden niet toegelaten bij colleges.
152
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
153
5.3 AANWEZIGHEIDSPLICHT
Overzicht data in- en uitschrijving voor cursussen: Onderwijsperiode
Data
Periode A (blok 1)
1 juli t/m 26 augustus 2007
Sluit in
Periode B (blok 2)
8 oktober t/m 28 oktober 2007
A8
Periode C (blok 3)
17 december t/m 20 januari 2008
B8
Periode D (blok 4)
17 maart t/m 6 april 2008
C8
De vorm en/of inhoud van een cursus kan met zich meebrengen dat studenten een aanwezigheidsplicht wordt opgelegd. Per cursus wordt in OSIRIS aangegeven of de aanwezigheidsverplichting van toepassing is. In uitzonderlijke gevallen kan de examencommissie vrijstelling verlenen van de aanwezigheidsplicht, eventueel onder bepaalde voorwaarden. De student moet daartoe een verzoek indienen (zie ook par. 1.3.4). De vermelding van een eventuele aanwezigheidsverplichting is opgenomen in de cursusomschrijvingen in hoofdstuk 9.
154
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
155
5.4 BEGINVEREISTEN
Aan een cursus kunnen begin- of toegangsvereisten zijn verbonden. Zie daarvoor de cursusbeschrijvingen (hoofdstuk 9). Een student die niet voldoet aan deze vereisten kan in beginsel niet deelnemen aan de cursus, tenzij de examencommissie daarvoor toestemming verleent. Zie ook par. 1.3.4.
156
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
157
6 TENTAMENS EN EXAMENS
158
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
159
6.1
ALGEMEEN
alle benodigde studiepunten (60 voor de propedeuse en 180 voor de hoofdfase) zijn behaald. Het eindexamen kan slechts worden afgelegd als het propedeutisch examen is behaald. Het tijdstip waarop het laatste onderdeel is afgesloten, wordt aangemerkt als het tijdstip waarop het afsluitend examen is afgelegd.
Tentamens/toetsen Een cursus wordt afgerond door middel van een toets of toets. Binnen het Instituut voor Recht wordt als algemene term de voorkeur gegeven aan toets, boven tentamen. De term tentamen is echter onmisbaar, omdat zij de standaardterm is in juridische teksten (WHW, OER). Elke toets omvat een onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de individuele student, evenals de beoordeling van de uitkomsten van dat onderzoek. Een toets kan ook een onderzoek naar de beroepshouding van een student betreffen. Toetsen (ook die in groepsverband worden gemaakt) dienen dus primair om de leerresultaten van individuele studenten te toetsen aan de beoogde doelstellingen. Het onderzoek wordt verricht namens de examencommissie van het instituut die de cursus verzorgt. Inhoud en vorm van de toets worden bepaald door de desbetreffende docent onder verantwoordelijkheid van de examencommissie. Een toets kan onderverdeeld zijn in deeltoetsen. De examencommissie kan onder te stellen voorwaarden bepalen dat niet ieder tentamen met goed gevolg hoeft te worden afgelegd. Verder bepaalt de examencommissie de volgorde waarin in de propedeutische fase en in de hoofdfase tentamens kunnen of moeten worden afgelegd en waar nodig dat het met goed gevolg afgelegd hebben van tentamens voorwaarde is voor toelating tot andere tentamens.
Het door de student af te leggen examen is een formele aangelegenheid; aanmelding is niet nodig. Zodra de student het programma van de propedeutische fase of hoofdfase heeft afgerond, beoordeelt de examencommissie in haar eerstvolgende vergadering de resultaten. De data van de examenvergaderingen staan in het jaarrooster vermeld. Indien de student is geslaagd en aan alle overige verplichtingen met betrekking tot de opleiding heeft voldaan, reikt de examencommissie het getuigschrift uit. Daarvoor gelden wel procedurele regels. Zie verder par. 6.4. Uitgangspunten toetsbeleid Instituut voor Recht In het competentiegericht onderwijs is de toets (het examen, het tentamen) het startpunt van het onderwijs. In de toets wordt zichtbaar, wat de student werkelijk weet en kan. De toets en de beoordeling door de docent geven de student een beeld van zijn vorderingen: hoe ver bent u in uw ontwikkeling als professional? De toets heeft, vooral in de propedeuse, een selecterende werking. Het kan blijken, dat iemand het vereiste niveau niet haalt ondanks een grote inspanning.
Examens Iedere opleiding kent twee examens: het propedeutisch examen en het eindexamen. Deze examens vormen de afsluiting van respectievelijk de propedeutische fase en hoofdfase. De student slaagt voor het propedeutisch examen of eindexamen als voor dat deel voldaan is aan de beschreven normen. Daarvoor moeten de tentamens van de betrokken studiefase als voldoende zijn beoordeeld, en daarmee
Algemene regels betreffende toetsen en beoordelen Alle programmaonderdelen worden tenminste tweemaal per studiejaar getoetst. Wanneer een onderdeel meer dan twee maal per jaar wordt getoetst, hebben studenten het recht om aan deze extra toetsmogelijkheden deel te nemen, voorzover het om studieonderdelen gaat die voor hen zijn open gesteld inzake deelname en toetsing. Op deze regel geldt één uitzondering, en wel bij de propedeusecursus. Ten gevolge van de werking van het studieadvies is bij propedeusecursussen het wettelijk voorgeschreven minimumaantal van twee toetsmogelijkheden voor studenten tevens het maximumaantal. Inhoud en vorm van de toets worden bepaald door de betreffende docent, in samenspraak met de collega’s uit het betreffende onderwijsteam en onder eindverantwoordelijkheid van de examencommissie. Toetsperioden staan aangegeven in het
160
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
161
onderwijsrooster. Een docent is gerechtigd de beoordeling niet uit te voeren van toetsen die niet in correct Nederlands zijn gesteld. Voldoendes kunnen niet worden herkanst. Werkstukken, die digitaal worden aangeleverd, kunnen worden gescreend door het programma Ephorus. Dit programma geeft informatie aan docenten, op basis waarvan plagiaat resp. vermeende fraude kan worden vastgesteld Regels en richtlijnen voor verslagen en werkstukken Inleiding Hieronder volgen regels van het Instituut voor Recht voor de manier waarop verslagen, werkstukken en opdrachten moeten worden opgebouwd en vorm gegeven, en de manier waarop de taal moet verzorgt. Deze regels zijn er op gericht, dat de teksten die studenten tijdens de studie inleveren goed leesbaar en dus beoordeelbaar zijn. De regels over 'opbouw van de tekst' gelden uiteraard niet voor samenvattingen (literatuurstudies) en vraag/antwoordtoetsen. In de studiewijzers van cursussen kunnen nadere aanwijzingen staan voor de wijze waarop een student een specifieke tekst moet schrijven.
1.6. 1.7. 1.8.
1.9. 1.10. 1.11. 1.12. 1.13.
1.14.
over één thema) duidelijk van elkaar met witregels . Illustraties: gebruik alleen illustraties als deze een functie in de tekst hebben. Kleur: zorg dat de tekst goed leesbaar is op de achtergrond. Lettertype en -grootte: gebruik lettertype Times of Arial, grootte 10 of 11. Gebruik alleen grotere letters als dat strikt noodzakelijk is, bijvoorbeeld om een kop te laten opvallen. Regelafstand: gebruik regelafstand anderhalf. Letterafstand: gebruik tussen de letters de standaardafstand van de tekstverwerker. Uitlijnen: lijn de tekst links uit. Afbreken: breek woorden alleen af in samenstellingen (fietsen-stalling; maar niet: fietsenstalling). Als een tekst via de workspace wordt ingeleverd, moet de naam van de student en de naam of het nummer van de opdracht in de boven- of ondermarge van iedere pagina worden opgenomen. Als een tekst als bijlage bij een mailbericht wordt ingeleverd, moet de naam van de bijlage met de naam van de student beginnen.
Opbouw van de tekst Vormgeving 1. 1. 1.1. 1.2.
1.3.
1.4.
1.5.
162
Werk opdrachten, verslagen en werkstukken uit met een tekstverwerker. Papierformaat: lever verslagen, opdrachten en werkstukken in op A4-formaat. Afwerking: lever opdrachten geniet in. Gebruik geen plastic omslagen, ringen e.d. Dit scheelt kosten voor de student en belast het milieu minder. Voorblad: lever stukken in met een voorblad, met daarop: - de naam van de student(-en) - het studentnummer van de student(-en) - de opleiding / klas / groep - de naam van de cursus - de naam van de docent - de naam of het nummer van de opdracht Marges: hanteer de standaardmarges van Word, dit is 2,54 cm aan de boven- en onderkant van de pagina en 3,17 cm aan de linker- en rechterkant. Alinea's en witregels: scheid alinea's (korte teksteenheden
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
1.2.
1.3. 1.4. 1.5.
1.6. 1.7.
De tekst heeft een duidelijke structuur en is opgebouwd volgens een logisch bouwplan: de kernboodschap is duidelijk, wat bij elkaar hoort, staat bij elkaar en hoofd- en bijzaken zijn gescheiden. Begin de tekst met een inleiding, met daarin: Een beschrijving van het onderwerp: verantwoording van de keuze en afbakening. De centrale vraag die in het stuk aan de orde komt. Een vooruitblik op de inhoud van het stuk. Nummering en inhoudsopgave: nummer hoofdstukken en paragrafen. Gebruik bij langere teksten een inhoudsopgave. Opsommingen: geef opsommingen duidelijk aan met nummers of opsommingtekens. Koppen en tussenkoppen: gebruik in langere teksten koppen boven de hoofdstukken en tussenkoppen boven paragrafen en eventueel alinea's. Gebruik voet- en eindnoten om extra informatie te geven. Bronnenlijst: het laatste onderdeel van de tekst is een controleerbare lijst van geraadpleegde bronnen: een overzicht van de literatuur, tijdschriften, websites e.d. die gebruikt is.
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
163
1.8. 1.9.
Hou daarbij de volgende methodes aan (zie ook Leren communiceren of Zakelijke Communicatie): - Voor een boek: Auteur(s) of redactie (Jaar). Titel van het boek druk uitgever: plaats Ysebaert, T. (2005) Een goede onderhandeling. 1e druk, ThiemeMeulenhoff: Utrecht-Zutphen Kuin, Y. (Red.) (1995). Levenservaringen en zinvragen. Ambo: Baarn - Voor een artikel: Auteur(s) (Jaar). 'Titel van het artikel' In: Naam van het tijdschrift jaargang, pp. pagina's Kleemann, E.R. (1996). 'Herhaald slachtofferschap van het delict woninginbraak.' In: Tijdschrift voor criminologie 38, pp. 232-244 Voor een website: Auteur(s). 'Titel van de tekst/bron'. Titel volledige werk of pagina. versie, nummer van de jaargang (jaartal): aantal paragrafen/pagina's. Volledige datum van raadpleging. URL. Nielsen, Jakob. 'Does the Internet make us lonely?,' Useit. (2000): 5 pars. 14 september 2004. http://www.useit.com/alertbox/20000220.html. Zorg dat alles wat in de tekst staat, bijdraagt aan de rode lijn van die tekst. Bewijs altijd wat in de tekst wordt beweert, gebruik goede argumenten.
NB! Bij meer dan (gemiddeld) twee fouten per pagina op het gebied van spelling en/of grammatica krijgt de student een onvoldoende voor het ingeleverde werk .
Taalverzorging 1.
1.2. 1.3. 1.4. 1.5. 1.6.
164
Stem het taalgebruik af op de doelgroep: is de tekst begrijpelijk voor degene voor wie hij bedoeld is? Zijn de zinnen helder? Staat er geen onnodig jargon in de tekst? Zinslengte: maak de zinnen niet te lang, houd een gemiddelde aan van ca. 15 woorden per zin. Schrijf helder: voorkom onnodige lijdende vormen, tangconstructies en voorzetselconstructies en ambtelijke taal. Verbanden: leg duidelijke, logische verbanden, bijvoorbeeld met signaalwoorden. Schrijf afkortingen voluit. Schrijf correct. Gebruik de spellingscontrole, maar vaar er niet blind op. Let vooral op: - de spelling van werkwoorden (d/t!) - correcte zinsconstructies - correct gebruik van hoofdletters - correcte interpunctie.
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
165
6.2 VRIJSTELLINGEN
De examencommissie kan een student vrijstellen van (deelt)tentamens en/of het propedeutisch examen, op grond van een eerder behaald toets of examen. Op dit moment beschikt het Instituut voor Recht nog niet over instrumenten ter beoordeling van elders verworven competenties (EVC). Daarom worden vrijstellingen uitsluitend toegekend op basis van elders behaalde studieonderdelen.
De deadline voor het aanvragen van vrijstellingen is 1 november 2007. Vrijstellingen die hierna worden aangevraagd, worden alleen in behandeling genomen voor zover het een cursus of training betreft die de student na deze datum heeft gehaald. Om vrijstellingen aan te vragen, levert de student een compleet ingevuld formulier in dat verkrijgbaar is bij de Onderwijsbalie en het praktijkbureau van het Instituut voor Recht. Met het formulier levert de student relevant bewijsmateriaal in: diploma’s, certificaten en cijferlijsten (of een gewaarmerkte kopie hiervan), cursusbeschrijvingen en/of literatuurlijsten.
Vrijstellingen worden onder vermelding van de geldigheidsduur schriftelijk verstrekt en ondertekend door de examencommissie. Zie par. 1.3.4 voor algemene informatie over de verzoekprocedure bij de examencommissie. Vrijstelling van een toets of examen betekent dat de student niet hoeft deel te nemen aan de desbetreffende cursus(sen). De student wordt aangeraden om eerst met de studieloopbaanbegeleider, te overleggen om te bezien, of het zinvol is om een vrijstelling aan te vragen. Als een vrijstellingsverzoek wordt ingediend, moet daarbij altijd een schriftelijk bewijsstuk (diploma, cijferlijst, verklaring etc.) gevoegd zijn. Vrijstellingen op basis van binnen de onderwijsafdeling behaalde resultaten, worden in OSIRIS met het oorspronkelijke cijfer opgevoerd. Andere vrijstellingen worden weergegeven als "VRY". De vrijstelling blijft buiten beschouwing bij eventuele berekening van een gemiddelde. Het vrijstellingenbeleid van de opleiding wordt uitgevoerd conform de bepalingen in de OER-FMR. De bevoegdheid om vrijstellingen toe te wijzen berust bij de examencommissie. De examencommissie heeft de uitvoering van het vrijstellingenbeleid gedelegeerd aan de vrijstellingscoördinatoren van de opleiding.
166
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
167
6.3 ORGANISATIE TENTAMENS
6.3.2 Inschrijving en deelname (her)tentamens Inschrijving schriftelijke tentamens Deelname aan schriftelijke tentamens is slechts mogelijk na tijdige inschrijving via OSIRIS (www.osiris.hu.nl). Als student bent u hier zelf verantwoordelijk voor.
6.3.1 Tentamenvorm en –duur
Zie hoofdstuk 8 voor tentamenroosters e.d.
Tentamens (toetsen) zijn instrumenten om de studieresultaten van studenten te toetsen en beoordelen. Dit kan op verschillende manieren. De meest gebruikte tentamenvormen zijn:
Tabel inschrijfdata voor (her)tentamens:
• • • • • • •
tentamens met gesloten vragen; tentamens met open vragen; tentamens met meerkeuzevragen; tentamens met een combinatie van multiple choice en open vragen; werkstukken of andere vormen van schriftelijke opdrachten; reflectieverslagen; het vervaardigen en/of uitvoeren van een presentatie en/of taak; een mondeling tentamen.
De examinatoren stellen de benodigde opdrachten, opgaven en beoordelingsnormen vast en zorgen ervoor (samen met andere bij een toets betrokkenen) dat de vereiste geheimhouding in acht wordt genomen totdat de opgaven zijn uitgereikt aan de kandidaten. De beschikbare tijdsduur voor tentamens is in de faculteits-OER bepaald. Bij uitzondering kunnen tentamens langer of korter duren. De werkelijke duur van elk tentamen wordt in OSIRIS vermeld, is telkens op het opgavenblad aangegeven en wordt ook door de surveillant bekendgemaakt. Studenten, die op grond van schriftelijke bewijsstukken en/of op grond van psychologisch onderzoek kunnen aantonen dat zij bij bepaalde vormen van toetsen verminderde prestaties leveren, kunnen voor 15 oktober van het lopende schooljaar een verzoek indienen bij de examencommissie om op een andere wijze te toetsen of hulpmiddelen te gebruiken bij de toetsen. Zie ook par. 1.3.4. en par. 6.3.3.
168
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Onderwijsperiode
Data
Sluit in
Periode A (blok 1)
3 september t/m 30 september 2007
A4
Periode B (blok 2)
12 november t/m 9 december 2007
B4
Periode C (blok 3)
4 februari t/m 11 maart 2008
C4
Periode D (blok 4)
21 april t/m 25 mei 2008
D4
(her)tentamens periode D (blok 4)
De data van deze tentamens wordt nog nader bekend gemaakt.
Mocht een student zich in de bovenstaande periodes niet hebben ingeschreven, dan is het mogelijk om via de “ v 15-regeling “ alsnog in te schrijven. Dit kan vanaf lesweek 5 tot en met vrijdag 12.00 uur van lesweek 7. Mocht een student gebruik willen maken de v 15-regeling dan dient de student bij de kiosk v 15 per (her-)tentamen te betalen. Met het bewijs van betaling kan de student zich bij het onderwijssecretariaat inschrijven. Na de inschrijving krijgt de student een kopie van zijn inschrijving en bewijs van betaling. De dag van de toets dient de student zich ruim van te voren, met de kopieën, te melden bij het onderwijssecretariaat. Daar zal hij/zij doorverwezen worden naar het uitgiftelokaal, waar de student te horen krijgt in welk lokaal hij het (her-)toets kan maken. Studenten dienen hun inschrijving voor schriftelijke toetsen te controleren op de presentielijsten in de map op de onderwijsbalie van het Instituut voor Recht. Studenten die zich via de v 15-regeling hebben ingeschreven staan niet op deze presentielijsten, aangezien zij in een calamiteitenlokaal deelnemen aan het tentamen. Studenten wordt dringend geadviseerd een uitdraai te maken van hun inschrijvingen, zodat zij een schriftelijke bevestiging mee kun-
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
169
nen nemen bij de tentamens, waarvoor zij zich hebben ingeschreven. Inschrijving niet-schriftelijke tentamens Zie hiervoor de cursusbeschrijvingen (hoofdstuk 9) voor de inschrijving voor niet-schriftelijke tentamens. Tentamenmogelijkheden / herkansingen Herkansing van een afgelegd tentamen is slechts mogelijk als de beoordeling van het tentamen onvoldoende is. Bij deelname aan een herkansing vervallen alle eerdere beoordelingen voor het tentamen. Als de student staat ingeschreven voor een tentamen maar daaraan niet deelneemt, verlies hij een tentamenmogelijkheid in dat studiejaar. Hij wordt dan verwezen naar de volgende reguliere tentamenmogelijkheid. De student die door overmacht niet aan een tentamen heeft kunnen deelnemen, kan de examencommissie verzoeken om een extra tentamenmogelijkheid. Van overmacht is sprake als zich één of meer van de volgende omstandigheden voordoen: • • • • •
ziekte; lichamelijk of andere functiestoornis; zwangerschap; bijzondere familieomstandigheden; andere situaties van overmacht, zulks ter beoordeling van de examencommissie.
Zie par. 1.3.4 voor algemene informatie over de verzoekprocedure bij de examencommissie. Herkansingen De herkansing heeft dezelfde vorm als in deze studiegids is aangegeven bij de cursusomschrijving van de betreffende cursus onder 'toets', tenzij expliciet bij deze cursusomschrijving in de studiegids anders is aangegeven.
de tweede herkansing (derde toetsmogelijkheid) en verdere herkansingen moeten studenten er rekening mee houden, dat er nieuwe stof bestudeerd moet worden. Het is immers mogelijk, dat de cursus-in-kwestie geheel of gedeeltelijk is bijgesteld. Het aantal herkansingen is niet aan een limiet gebonden, maar de te tentamineren stof kan veranderd zijn ten opzichte van de eerste keer, dat de cursus werd getentamineerd. In dat geval wordt studenten geadviseerd om het onderdeel opnieuw te volgen. Ook de beoordelingswijze van de toets van de betreffende cursus kan zijn aangepast. Studenten kunnen zich niet beroepen op de wijze waarop in een voorafgaand studiejaar de toets van de betreffende cursus is beoordeeld. Dit geldt ook, indien de inhoud van het lesmateriaal niet zou zijn veranderd. 6.3.3 Voorzieningen wegens functiebeperking Algemeen Een student met functiebeperking kan de examencommissie verzoeken om een voorziening te treffen, waardoor de student een examen of toets op aangepaste wijze kan afleggen. Een verzoek hiertoe moet schriftelijk met bijbehorende deskundigenverklaring aan het begin van het semester tot uiterlijk aan het einde van de tweede lesweek (of aan het begin van het studiejaar in september) ingediend worden bij de examencommissie. Onder functiebeperking kan onder meer worden verstaan: astma, auditieve handicap, chronische vermoeidheid, dyslexie, epilepsie, meervoudig lichamelijke handicap, motorische aandoeningen, nierproblemen, psychische stoornissen, rugklachten, reumatische klachten, spierziekten, spraakaandoeningen, visuele handicap, RSI en whiplash. Zie par. 2.8 voor algemene informatie over studeren met een functiebeperking, en par. 1.3.4 voor algemene informatie over de verzoekprocedure bij de examencommissie.
Nieuw lesmateriaal na twee toetsmogelijkheden De eerste twee toetsmogelijkheden, waarvan sprake is in het examenreglement, zijn erop gericht om de lesinhoud te tentamineren, die tijdens het betreffende programma aan de orde is geweest. Bij
Extra tentamentijd wegens dyslexie e.d. Als de examencommissie de aanvraag honoreert, kunnen studenten bij tentamens in het betreffende studiejaar extra tijd krijgen. Hiervoor moeten zij, naast de reguliere inschrijving, een speciaal formulier bij de onderwijsbalie ophalen. Daarop moet per tentamenpe-
170
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
171
riode worden aangegeven voor welke tentamens extra tijd wordt aangevraagd. Dit formulier moet binnen de inschrijfperiode worden ingeleverd op de onderwijsbalie. Algemene geldigheid van voorzieningen Een voorziening wegens een functiebeperking geldt na toekenning voor elk volgend toets of examen, tenzij uit het besluit van de examencommissie anders blijkt. Ook heeft de student recht op dezelfde voorziening ten aanzien van een toets of examen aan een andere opleiding, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan: •
•
de toegekende voorziening is uiterlijk bij inschrijving voor het tentamen of examen gemeld bij de examencommissie van de andere opleiding; de student kan op verzoek het schriftelijk besluit tonen waaruit blijkt dat de voorziening is toegekend; de examencommissie van de andere opleiding heeft de gemelde voorziening niet geweigerd (een weigering moet schriftelijk en gemotiveerd voor het tentamen of examen aan de student worden bekendgemaakt).
een maximum van ?100,- per tentamenperiode. Studenten die door aantoonbare overmacht hun collegekaart zijn verloren, zijn per tentamenperiode ?25,- (tarief 1e tentamenpas) verschuldigd. Deze tentamenpas wordt slechts afgegeven indien de student: • • •
rechtsgeldig staat ingeschreven als student aan HU; bij de aanvraag een geldig legitimatiebewijs toont; staat ingeschreven voor het desbetreffende tentamen.
Overigens dient een student die de collegekaart is kwijtgeraakt dit direct te melden en een nieuwe collegekaart aan te vragen (tegen betaling van vervangingskosten). 6.3.5 Gang van zaken tijdens tentamens
De student die wel een collegekaart heeft ontvangen, maar deze door verlies, diefstal of anderszins is kwijtgeraakt, kan tijdens de tentamenperiode een tentamenpas (dagpas) aanvragen. Deze tentamenpas is uitsluitend geldig op de dag van afgifte. Voor de afgifte zijn administratiekosten verschuldigd van ?25,- per tentamenpas tot
6.3.5.1 Regels voor tentamens (algemeen) 1. De school zal zorg dragen voor adequate en voldoende tentamenruimte waarbij rekening gehouden wordt met het aantal studenten per lokaal en voldoende afstand tussen medestudenten. 2. Dit kan betekenen dat een tentamen soms in twee of meer lokalen gelijktijdig wordt afgenomen. Op het tentamenrooster is aangegeven in welk lokaal de student dient plaats te nemen. 3. De tentamens beginnen op de tijd zoals aangegeven in het tentamenrooster. De verschillende shifts beginnen om 10.00 uur, 13.00 uur, 16.00 uur en 19.00 uur. Studenten hebben na aanvang van het tentamen (op het moment dat de tentamenvragen worden uitgereikt) geen toegang meer tot het lokaal. Wie op deze wijze een tentamen heeft gemist, verliest een tentamenkans. 4. Tentamens en hertentamens kunnen ook op de avond worden afgenomen. In uitzonderingssituaties kan het voorkomen, dat hertentamens op een dag of avond in een lesweek worden geroosterd. 5. Wanneer een student onverhoopt twee (her)tentamens moet afleggen die op hetzelfde tijdstip zijn geroosterd, dient de student te beslissen aan welk tentamen hij in het kader van zijn studievoortgang prioriteit toekent. In twijfelgevallen kan hij zich bij het maken van deze keuze laten adviseren door de studieloopbaanbegeleider. 6. Wanneer er ten gevolge van gelijktijdig geroosterde tentamens en het daarmee gepaard gaande vervallen van een wettelijk gegarandeerde tentamenmogelijkheid problemen ontstaan t.a.v. studievoortgang (bijv. een afwijzing aan het eind van de prope-
172
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
•
6.3.4 Legitimatieplicht bij schriftelijke tentamens Voor deelname aan schriftelijke tentamens geldt dat een student zich moet legitimeren door middel van een geldige collegekaart van Hogeschool Utrecht. Indien een student geen geldige collegekaart kan tonen, is deelname aan tentamens alleen mogelijk door het tonen van een geldige tentamenpas in combinatie met een geldig legitimatiebewijs (geldig paspoort, geldige Europese identiteitskaart, een geldig Nederlands of internationaal rijbewijs of een geldig vluchtelingendocument). De student die nog geen collegekaart heeft ontvangen, kan in de week direct voorafgaande aan de tentamenperiode kosteloos een tentamenpas (periodepas) aanvragen. Deze tentamenpas is geldig gedurende de daarop aangegeven periode.
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
173
deutische fase, stagegeschiktheid, afstuderen), kan de student zich richten tot de examencommissie met het verzoek om te beoordelen, of hij voor een speciaal voor hem te organiseren tentamen in aanmerking komt (zie par. 1.3.4.). 6.3.5.2 Regels voor studenten bij toetsen 1. Studenten die door bijzondere persoonlijke omstandigheden niet kunnen deelnemen aan een (her)tentamen dienen dit schriftelijk te melden bij de examencommissie. Deze regel is relevant in verband met belangrijke studievoortgangmomenten als het bindend studieadvies, de stagegeschiktheid e.d. Indien door deze persoonlijke omstandigheden de student niet over twee tentamenmogelijkheden in het betreffende studiejaar zou beschikken, beoordeelt de examencommissie of de reden van afwezigheid onder de zogenaamde bijzondere omstandigheden valt (zie artikel 23 en artikel 39 van de FM&R OER). In deze situatie bekijkt de examencommissie in overleg met de vakdocent of er nog een herkansing in het betreffende studiejaar mogelijk is. 2. De gang van zaken tijdens mondelinge tentamens en/of bij practicumonderdelen is gedelegeerd aan de desbetreffende docenten. 3. Studenten dienen uiterlijk vijftien minuten voor aanvang van de toets aanwezig te zijn, zodat de surveillanten de collegekaarten kunnen controleren. Studenten leggen daartoe hun collegekaart zichtbaar op tafel. 5. Tijdens het maken van een schriftelijk tentamen is het verboden met elkaar te overleggen of met elkaar te praten. Iedere vorm van fraude maakt de toets ongeldig. De surveillant maakt hiervan een aantekening en meldt dit aan de examencommissie (zie verder paragraaf 6.3.7). 6. Het gebruik van elektronische apparatuur (GSM, buzzer, message watch, organizer, portable computer, etc.) tijdens de tentamens is verboden, tenzij expliciet is vermeld dat dit zulks is toegestaan. Genoemde apparaten moeten tijdens het tentamen zijn uitgeschakeld en opgeborgen. 7. Studenten die klaar zijn met het tentamenwerk leveren individueel het tentamen in bij de surveillant en verlaten in alle rust de tentamenruimte. De laatste 15 minuten mag niemand het lokaal verlaten tot het einde van de tentamentijd. Bij inlevering van het tentamen tekent de student de aanwezige presentielijst. 8. Indien een student zich heeft ingeschreven voor het tentamen, maar niet op de presentielijst blijkt voor te komen, verwijst de
174
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
surveillant de student naar de betreffende afdeling. Indien blijkt, dat de student door een fout van de afdeling niet op de lijst voorkomt, wordt hij begeleid naar een aparte ruimte waar alsnog aan het tentamen kan worden deelgenomen. De in deze ruimte afgenomen tentamens worden apart aan het onderwijssecretariaat overhandigd. 9. Indien een student op basis van een inschrijving van een andere student aan de toets heeft deelgenomen, is het toetswerk onbeoordeelbaar en maakt de surveillant melding van fraude bij de examencommissie (zie verder paragraaf 6.3.7). 10. Een docent is gerechtigd de beoordeling niet uit te voeren van tentamens die niet in correct Nederlands zijn gesteld. Eerstejaars studenten voor wie het Nederlands niet de moedertaal is, mogen tijdens het tentamen een woordenboek gebruiken. Indien zij van deze regeling gebruik willen maken moeten zij vóór 15 oktober van het lopende schooljaar een verzoek hiertoe indienen bij de examencommissie van het instituut. 6.3.5.3 Regels voor docenten bij toetsen 1. Docenten zorgen voor een duidelijke toetsinstructie aan surveillanten zodanig dat instructies niet strijdig zijn met deze richtlijnen en het examenreglement. 2. Docenten nemen maatregelen om afkijken te voorkomen. Een maatregel die daartoe wordt genomen is dat bij tentamen voor meer dan 30 studenten wordt gewerkt met twee of meer toetsvarianten. 3. De in de OER-FMR 2007/2008 vastgelegde nakijktermijn van 15 werkdagen na afname van het tentamen geldt binnen het Instituut voor Recht. 4. Tentamenuitslagen worden bekendgemaakt onder voorbehoud van fouten (overschrijffouten, typefouten, berekeningsfouten e.d.). 5. De opleiding organiseert een nabespreking van het tentamen (zie hiervoor verder paragraaf 6.3.6.8). 6. Docenten houden zich aan de voorschriften van de OER betreffende centralisatie van tentamens en bewaartermijnen (zie verder paragraaf 6.3.8). 7. De algemene verjaringstermijn voor herziening van tentamenresultaten is gelijk aan de bewaartermijn. 6.3.5.4 Te laat inleveren van tentamens/thuisopdrachten Wanneer een tentamen/thuisopdracht te laat wordt ingeleverd,
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
175
wordt deze opdracht beschouwd als een niet benutte tentamenkans. De opdracht wordt niet beoordeeld; er worden geen studiepunten toegekend. Indien het gaat om de eerste tentamenkans, resteert voor de betreffende student één toetsmogelijkheid, namelijk de regulier georganiseerde herkansing. De student moet zich dus voorbereiden op het maken van een nieuwe thuisopdracht, die gebaseerd is op de opgaven voor de reguliere herkansing. Na twee onvoldoendes voor het betreffende onderdeel is par. 6.3.2. van kracht, over nieuw lesmateriaal na twee tentamenmogelijkheden. Als inlevertermijn voor thuisopdrachten geldt de laatste dag van de tentamenweken van de betreffende periode, tenzij in de studiewijzer anders is aangegeven. 6.3.5.5 Kopie van schriftelijke werkstukken De student dient van elke thuisopdracht een kopie voor zichzelf te maken, voordat hij deze aan de betreffende docent doet toekomen. Hetzelfde geldt voor alle werkstukken en verslagen, die in het kader van de opleiding door studenten worden geproduceerd. 6.3.6 Beoordeling en inzage tentamenwerk 6.3.6.1 Tentamenbeoordeling De beoordeling van een toets wordt uitgedrukt in: • •
een cijfer op een schaal van 1 t/m 10, of een woordbeoordeling: VRY (vrijstelling), V (voldoende) of O (onvoldoende). Een tentamen is als voldoende beoordeeld bij een cijfer 6 of hoger en als onvoldoende bij 5 of lager. Cijfers met decimalen kunnen niet op de studieresultatenlijst worden bijgeschreven en worden afgerond volgens de gangbare rekenkundige praktijk (5,5 wordt 6, 5,49 wordt 5). De resultaten van tentamens worden door de examencommissie definitief vastgesteld. Er kunnen geen rechten worden ontleend aan mondeling meegedeelde resultaten. 6.3.6.2 Eindbeoordeling cursus De eindbeoordeling van een cursus wordt uitgedrukt in een cijfer of woordbeoordeling, op dezelfde wijze als bij tentamens (zie boven). De eindbeoordeling van een cursus is voldoende bij een (afgerond) eindcijfer van 6 of hoger, dan wel VRY of V.
176
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
De aan een cursus verbonden studiepunten (zie cursusbeschrijvingen, hoofdstuk 9) worden pas toegekend als het bijbehorende tentamen op alle onderdelen is behaald. Cijfers worden individueel toegekend op basis van het door de individuele student geleverde werk, tenzij conform de opgaven in deze studiegids en in de studiewijzer de individuele beoordeling wordt afgeleid van de beoordeling van een groepsresultaat. 6.3.6.3 Deeltentamens Er is sprake van een deeltentamen indien het eindcijfer wordt vastgesteld door cijfers die voor afzonderlijke onderdelen worden behaald, volgens een gewichtsverhouding te wegen en dan bij elkaar op te tellen. Voor deeltentamens gelden de volgende bepalingen. a. Voldoende deelcijfers, behaald in het kader van een deeltentamenopdracht, blijven geldig gedurende het studiejaar, waarin het betreffende onderdeel is aangeboden. Dit betekent, dat het voldoende deelcijfer altijd blijft staan bij de herkansing en niet meer geldt voor het daaropvolgende studiejaar. Het betekent ook, dat een deelcijfer zoals hierboven bedoeld blijft staan, wanneer binnen één studiejaar meer dan twee toetsmogelijkheden voor de betreffende cursus plaatsvinden. Dit laatste is het geval, wanneer deze cursus in meerdere perioden van hetzelfde studiejaar wordt aangeboden (voor voltijders in een andere periode dan voor deeltijders). b. Ook voor deeltentamens geldt, dat voldoendes niet kunnen worden herkanst. c. De student wordt geïnformeerd over zijn cijfer, ook al heeft hij slechts een deel van het totale tentamen gemaakt. 6.3.6.4 Bekendmaking tentamenresultaten Ten bewijze dat een tentamen met goed gevolg is afgelegd, wordt de uitslag door de desbetreffende examinator of examinatoren bekend gemaakt via OSIRIS (www.osiris.hu.nl). Tentamenresultaten worden altijd bekend gemaakt onder voorbehoud van type- en overschrijffouten. Studenten kunnen zelf uit OSIRIS een resultatenlijst uitprinten en deze controleren. 6.3.6.5 Tentamenresultaten De Osiris-site geeft informatie over de behaalde studieresultaten.
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
177
Als de studieresultatenlijst onvolledig is, kan de student contact opnemen met de betreffende docent. De opleiding is verplicht tweemaal per jaar een resultaatlijst op papier te verstrekken en verstuurt deze naar het postadres van de student aan het eind van periode B en D. Voor de bekendmaking van tentamenresultaten gelden de volgende termijnen: • uiterlijk 15 werkdagen na afname van een schriftelijk tentamen; • op de dag van afname van een mondeling tentamen. De beoordelingstermijn wordt opgeschort gedurende ingeroosterde vakantieperioden, met uitzondering van de zomervakantie. Indien sprake is van een eindbeoordeling op basis van meerdere deeltentamens, begint de termijn zoals hierboven genoemd te lopen vanaf het laatste deeltentamen. De examencommissie kan in bijzondere gevallen afwijken van de genoemde beoordelingstermijnen, mits het belang van de student hierdoor niet onevenredig wordt geschaad. 6.3.6.6 Inzage tentamenwerk De student heeft recht op inzage van het gemaakte en beoordeelde tentamenwerk. De inzage, al dan niet gekoppeld aan een nabespreking, vindt plaats binnen drie weken na het bekendmaken van de tentamenuitslag. De examencommissie kan in bijzondere gevallen afwijken van deze termijn, mits het belang van de student hierdoor niet onevenredig wordt geschaad. Het moment van inzage wordt in het jaarrooster vermeld of door de docent tijdig bekend gemaakt. Om praktische redenen wordt voor de deeltijdstudenten geen collectieve inzage georganiseerd. Zij worden geacht (via e-mail) een afspraak te maken met de desbetreffende docent, zodat een moment van inzage kan worden afgesproken. 6.3.6.7 Nabespreking De volgende regels gelden als aanvullend beleid betreffende nabesprekingen 1. Voor elk door studenten geleverd schriftelijk toets resp. werkstuk wordt vanuit de opleiding een nabespreking georganiseerd.
178
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
2. 3.
4. 5. a.
b. 6. 7.
8.
Studenten hebben recht op een nabespreking voor elk studieonderdeel dat schriftelijk wordt afgerond. Deelname aan nabesprekingbijeenkomsten is voor studenten facultatief tenzij in de studiewijzer anders is vermeld. De nabesprekingen worden georganiseerd in week 3 of week 4 van de eerstvolgende periode na de periode, waarin de cursusin-kwestie is gegeven en getoetst. Tijdens de nabespreking hebben studenten het recht om het door hen geleverde schriftelijk werk in te zien. De functie van de nabespreking kan als volgt worden getypeerd. De student krijgt commentaar op het door hem geleverde werk. De docent presenteert de 'juiste' antwoorden op de opgaven, en de student kan op die manier leren wat er goed en wat er minder goed was aan het door hem geleverde werk. Alle specifieke vragen, die voortkomen uit de confrontatie tussen het door de student geleverde werk en de 'modelantwoorden' die de docent presenteert, kunnen tijdens de nabespreking aan de orde komen. Hier ligt het onderwijskundig belang van nabesprekingen: er kan per student maatwerk worden geleverd. De student krijgt toelichting op de beoordeling van het door hem geleverde werk. Bij nabesprekingbijeenkomsten noteren de aanwezige studenten hun naam op een presentielijst. Wanneer er geen groepsgewijze nabespreking wordt georganiseerd, heeft de student recht op een individuele nabespreking, in beginsel tijdens het spreekuur van de betreffende docent. Wanneer de student geen gebruik heeft gemaakt van een door de opleiding georganiseerde groepsgewijze nabespreking, kan hij geen aanspraak maken op een individuele nabespreking.
6.3.7 Onregelmatigheden / fraude Bij onregelmatigheden ten aanzien van een tentamen of examen (waaronder fraude), kan de examencommissie de volgende maatregelen nemen tegen de desbetreffende student(en): • ontzeggen van de deelneming aan een of meer tentamens of het examen voor een termijn van ten hoogste een jaar; • onthouden van het getuigschrift of certificaat; • afnemen van een hernieuwd examen op door de examencommissie aan te wijzen onderdelen en op een door haar te bepalen wijze.
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
179
Alvorens een besluit te nemen wordt de student door de examencommissie gehoord. De examencommissie stelt de student direct op de hoogte van de beslissing. Zie voor de volledige procedure artikel 38 van de Onderwijs- en examenregeling bacheloropleidingen HU (www.reglementen.hu.nl). De OER-FMR bevat een aantal bepalingen (art. 38) over onregelmatigheden. Op (vermeende) fraude zijn deze bepalingen van toepassing. Binnen Instituut voor Recht is de gang van zaken bij een serieus fraudevermoeden als volgt. a. De betreffende docent meldt vermeende fraude altijd bij de examencommissie. Hij overhandigt de relevante documentatie en informeert de betrokken student. Na deze stap vindt geen nader overleg plaats tussen de betrokken student en docent. b. De examencommissie informeert de opleidingsmanager over de fraudeverdenking. c. De examencommissie, resp. het DB van de examencommissie, hoort de docent en nodigt de student uit voor een gesprek. d. Tijdens dit gesprek confronteert het DB van de examencommissie de student met de gerezen verdenkingen. De student krijgt de gelegenheid hierop te reageren en zijn versie van de gebeurtenissen uiteen te zetten. De ambtelijk secretaris maakt van dit gesprek een verslag. e. Na het horen van de student overlegt de examencommissie om tot een eindoordeel te komen en stelt daarbij al dan niet een sanctie vast. f. De student ontvangt schriftelijk bericht van de beslissing van de examencommissie, binnen een termijn van maximaal vier werkdagen. g. De faculteitsdirectie ontvangt een rapport van de beslissing van de examencommissie en van de feiten, waarop deze beslissing steunt. Bij onregelmatigheden ten aanzien van een tentamen of examen (waaronder fraude), kan de examencommissie de volgende maatregelen nemen tegen de desbetreffende student(en): • ontzeggen van de deelneming aan één of meer tentamens voor een termijn van ten hoogste één jaar; • onthouden van het getuigschrift of certificaat; • afnemen van een hernieuwd examen op door de examencom-
180
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
missie aan te wijzen onderdelen en op een door haar te bepalen wijze. Zie voor de volledige procedure artikel 38 van de Onderwijs- en examenregeling 2007-2008 (www.reglementen.hu.nl). De opleidingen van het Instituut voor Recht beschikken over een digitaal programma (Ephorus) voor het ontdekken van plagiaat. Het programma constateert de mate van gelijkenis van ingeleverde teksten met alle documenten die via Google toegankelijk zijn en met documenten van interne databanken. Het oordeel inzake de vraag in hoeverre er van plagiaat sprake is berust bij de docent. Indien regels van bronvermelding correct zijn toegepast is er uiteraard van plagiaat – en dus van fraude – geen sprake. Elke opleiding heeft een Ephoruscoördinator die de ervaringen van docenten met het programma registreert, eventuele nadere afspraken bij de toepassing van het programma opstelt en – onder de verantwoordelijkheid van de examencommissie – overleg voert met de Ephoruscoördinatoren van de andere opleidingen. 6.3.8 Bewaring en teruggave tentamen- en examenwerk Alle schriftelijk tentamen- en examenwerk wordt in elk geval bewaard tot zes maanden na bekendmaking van de uitslag, of tot de beslissing in een eventuele beroepsprocedure met betrekking tot die uitslag. In geval van beroep tegen de uitslag van het tentamen wordt het desbetreffende tentamenwerk bewaard gedurende de periode dat nog niet op dat beroep is beslist. Alle documenten met betrekking tot: • • • •
•
(voldoende) tentamen- of examenuitslagen, vrijstellingen, de inschrijving van de student, de afgifte van getuigschriften of verklaringen, worden door de afdelingsdirectie bewaard gedurende een periode van 30 jaar, conform het Privacyreglement studenten HU. De student kan pas na afloop van de bewaartermijn op verzoek tentamen- of examenwerk terugkrijgen. Wel is het mogelijk om tussentijds voor eigen rekening een fotokopie ervan te verkrijgen.
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
181
6.3.9 Geldigheidsduur studieresultaten Registratie van studieresultaten en bewaking ervan Op het onderwijssecretariaat worden de studieresultaten van de studenten geregistreerd. De opleiding is verplicht tweemaal per jaar een resultatenlijst op papier te verstrekken en verstuurt deze naar het postadres van de student aan het eind van periode B en D. Een kopie van deze resultatenlijst wordt in het studentendossier bewaard. Deze studieresultatenlijst geldt voor de student als bewijsstuk voor beoordeeld werk. Aan onjuistheden in deze lijst kan de student geen rechten ontlenen. Onvolledigheden en onjuistheden moeten door de student onmiddellijk schriftelijk worden gemeld bij het onderwijssecretariaat, zonodig de docent. Het is voor de student van groot belang te beschikken over een lijst met het juiste aantal studiepunten, in verband met het getuigschrift maar ook bijvoorbeeld om de werkgever te informeren over de voortgang van de studie. De studieloopbaanbegeleider neemt contact op met die studenten die een beduidende achterstand oplopen bij het behalen van de studiepunten. In overleg met de student wordt dan bekeken welke factoren de achterstand veroorzaken en of (en hoe) daar iets aan gedaan kan worden. Ook van de student wordt verwacht dat hij bij studieachterstand initiatief neemt tot contact met de studieloopbaanbegeleider. In het studentendossier wordt onder andere vastgelegd: • •
vrijstellingen, voortgangsgegevens en verslagen van gesprekken. het voortgangsgesprek met de studieloopbaanbegeleider.
Bij onderbreking van de inschrijving voor de desbetreffende opleiding, kan de examencommissie met betrekking tot een cursus waarvan het tentamen langer dan vijf jaar geleden is behaald of waarvan de inhoud aantoonbaar is verouderd, een aanvullend danwel vervangend tentamen opleggen alvorens de student wordt toegelaten tot het afleggen van het volgende tentamen. Indien de geldigheidsduur van het met goed gevolg afgelegde tentamen is beperkt, is de examencommissie van het instituut bevoegd die geldigheidsduur te verlangen.
182
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
6.4 GETUIGSCHRIFTEN EN TITULATUUR
6.4.1 Algemeen Ten bewijze dat een examen met goed gevolg is afgelegd, wordt door de examencommissie een getuigschrift uitgereikt: •
het propedeutisch getuigschrift na het behalen van het propedeutisch examen; • het (eind)getuigschrift na het behalen van het afsluitend examen. Propedeutisch getuigschrift en diploma worden ondertekend door de voorzitter en een lid van de examencommissie van het instituut. Aan beide getuigschriften wordt een supplement toegevoegd, met als doel inzicht te geven in de aard en de inhoud van de opleiding en de behaalde studieresultaten. Elke student die afstudeert ontvangt tevens een (Engelstalige) HU-brochure, The education system in the Netherlands, over de structuur van het Nederlandse Hoger Onderwijs. Dit bevordert de internationale herkenbaarheid van de opleiding en het getuigschrift of diploma. Getuigschrift en supplement worden in het Nederlands uitgereikt. Daarnaast verstrekt de examencommissie een Engelstalige versie. De student die meer dan één tentamen met goed gevolg heeft afgelegd, maar aan wie geen propedeutisch getuigschrift of diploma kan worden uitgereikt, kan bij de examencommissie een verklaring (certificaat) verkrijgen. Daarin zijn in elk geval de behaalde tentamens vermeld. De verklaring wordt ondertekend door de voorzitter en een lid van de examencommissie van het instituut. Artikel 42 van de Onderwijs- en examenregeling bacheloropleidingen HU 2006-2007 (www.reglementen.hu.nl) regelt welke gegevens het getuigschrift en supplement moeten bevatten. Zie ook bijlage 3 bij deze regeling (diplomaformats HU). Studenten die binnen één jaar hun propedeutisch getuigschrift behalen, ontvangen het getuigschrift in de loop van periode A (als
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
183
ze aan de opleiding verder studeren) of aan het eind van het eerste studiejaar, wanneer ze een andere studie gaan volgen. Het onderwijssecretariaat controleert of aan de criteria is voldaan en maakt het getuigschrift. Het getuigschrift wordt ondertekend door de voorzitter en een lid van de examencommissie. Voor studenten, die na het halen van hun propedeutisch getuigschrift de opleiding verlaten, geldt de regeling, dat zij hun getuigschrift pas ontvangen nadat aan alle verplichtingen jegens de faculteit is voldaan. Vóór de uitreiking van het getuigschrift wordt door de studentenadministratie en andere diensten gecontroleerd of door de desbetreffende student de financiële zaken met de faculteit zijn afgewikkeld en al het geleende mediatheek- en/of ander materiaal is ingeleverd. Een kopie van het getuigschrift gaat in het studentdossier. Propedeuse in een later studiejaar Indien een student in de loop van het tweede studiejaar of later aan alle propedeusevereisten heeft voldaan, is hij op dat moment zelf verantwoordelijk voor desbetreffende melding aan het onderwijssecretariaat. Het propedeutisch getuigschrift kan daar worden aangevraagd. Het onderwijssecretariaat controleert de resultaten, vervaardigt het getuigschrift en legt het ter ondertekening voor aan de examencommissie. De student krijgt bericht als het getuigschrift klaar ligt.
6.4.3 Aantekening cum laude of met genoegen Cum laude Op het einddiploma wordt uitsluitend op voorafgaand verzoek van de student de aantekening cum laude vermeld, indien de student heeft voldaan aan alle volgende eisen: • aan alle gevolgde cursussen in de hoofdfase (vrijstellingen uitgezonderd) is een (eind)beoordeling van tenminste 6.0 verbonden; • het gewogen rekenkundige gemiddelde van alle (eind)beoordelingen in de hoofdfase (vrijstellingen uitgezonderd) is minimaal 8.0; • de (eind)beoordeling van een afstudeeropdracht of eindscriptie is minimaal 8.0; • de student is maximaal 4 studiejaren ingeschreven geweest voor de opleiding. Vermelding met genoegen Op het einddiploma wordt uitsluitend op voorafgaand verzoek van de student de aantekening met genoegen vermeld, indien de student heeft voldaan aan alle volgende eisen: • •
6.4.2 Graden en titulatuur • De examencommissie verleent de graad Bachelor aan degene die met goed gevolg het afsluitend examen van de opleiding heeft afgelegd. Aan de graad kan een vermelding van het vakgebied of het beroepenveld waarop de graad betrekking heeft, worden toegevoegd. Het verlenen van de graad Bachelor geeft het recht om deze als titel te voeren, afgekort tot B (met evt. toevoeging) achter de eigen naam. In plaats daarvan (dus niet in combinatie) kan ook worden gebruikt de titel baccalaureus, afgekort tot bc. voorafgaand aan de naam. (Zie art. 43 OER-FMR, lid 4 voor de voor de FMR geldende titulatuur)
184
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
•
aan alle gevolgde cursussen in de hoofdfase (vrijstellingen uitgezonderd) is een (eind)beoordeling van tenminste 6.0 verbonden; het gewogen rekenkundige gemiddelde van alle (eind)beoordelingen in de hoofdfase (vrijstellingen uitgezonderd) is minimaal 7.0; de (eind)beoordeling van een afstudeeropdracht of eindscriptie is minimaal 7.0; de student is maximaal 4 studiejaren ingeschreven geweest voor de opleiding.
Uitzonderingen De student aan wie meer dan 120 studiepunten aan vrijstellingen is verleend voor de betreffende opleiding kan niet in aanmerking komen voor bovengenoemde aantekeningen op het diploma. Indien de inschrijvingsduur langer is dan 4 studiejaren als gevolg van erkende persoonlijke omstandigheden, kan de examencommissie beslissen dat de student toch in aanmerking komt voor de aantekening cum laude of met genoegen, mits wel voldaan is aan de overige eisen. Reikwijdte
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
185
Bovenstaande regeling is uitsluitend van toepassing op studenten die op of na 1 september 2005 voor het eerst deelnemen aan de hoofdfase van de opleiding. Zie artikel 44 OER FMR, lid 6 voor de regeling voor studenten die al voor 1 september 2005 in de hoofdfase van hun opleiding stonden ingeschreven)) 6.4.4 Procedure afgifte getuigschrift De examencommissie geeft pas een getuigschrift af nadat de faculteitsdirectie heeft verklaard dat dit kan worden afgegeven. Daarvoor wordt eerst onderzocht of de student aan alle verplichtingen jegens de opleiding heeft voldaan (onder meer moeten alle tentamens zijn behaald en dient de student rechtsgeldig te zijn ingeschreven). (Zie art. 42 OER-FMR)
186
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
187
7 KLACHTEN, BEZWAAR EN BEROEP
188
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
189
7.1
INLEIDING
Als u het niet eens bent met een beslissing en u komt er samen met uw opleiding niet uit, dan kunt u verschillende stappen ondernemen. Is het een besluit dat u rechtstreeks aangaat, dan kunt u beroep instellen bij het College van Beroep. Zie verder par. 7.3. Daarnaast kunt u een bezwaarschrift indienen bij de instantie door of namens wie het besluit is genomen (examencommissie of directie). Deze moet het besluit dan heroverwegen en een nieuwe beslissing nemen. Zie verder par. 7.2. Tegen bepaalde beslissingen is echter geen bezwaar of beroep mogelijk. Het gaat dan om beslissingen van algemene strekking; deze betreffen niet een individuele student, maar een algemene regel of algemeen beleid. Tegen die beslissingen kan soms wel een klacht worden ingediend, zie par. 7.4. De studentendecaan kan adviseren over bezwaar en beroep. Daarnaast kunt u uiteraard het conflict bespreken met degene die het besluit heeft genomen (examencommissie, docent, directie). U kunt daarbij de studentendecaan inschakelen en eventueel een mediator benaderen. Zie par. 2.2 en 2.6. Hieronder volgt een toelichting op de verschillende procedures.
7.2 BEZWAAR
Bezwaar is mogelijk tegen besluiten die zijn genomen op grond van de onderwijs- en examenregeling. Dit zijn besluiten die rechtstreeks met onderwijs, tentamens en examens te maken hebben (zoals tentamenbeoordelingen, voorzieningen en het bindend studieadvies). Het betreft alleen besluiten die zijn gericht op een individuele student (dus niet van algemene strekking, zie ook par. 7.4). De student dient binnen twee weken na bekendmaking van het besluit een schriftelijk bezwaarschrift in te dienen bij de examencommissie. Het bezwaarschrift moet zijn ondertekend, en bevat tenminste naam en adresgegevens van de student, de redenen van het bezwaar en een duidelijke omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar gericht is. De examencommissie kan de student in de gelegenheid stellen om de bezwaren mondeling toe te lichten. In dat geval wordt de student tijdig uitgenodigd voor een hoorzitting. De examencommissie neemt in principe binnen twee weken na ontvangst van het bezwaarschrift een beslissing en maakt deze schriftelijk bekend aan de student. De beslissing is gebaseerd op een hernieuwde beoordeling en moet gemotiveerd zijn. Bij toewijzing van het bezwaar neemt de examencommissie tevens een nieuw (inhoudelijk) besluit. Als het bezwaar wordt afgewezen, blijft het oorspronkelijke besluit in stand. In het laatste geval kan de student nog beroep instellen bij het College van Beroep (zie par. 7.3). Dat moet wel gebeuren binnen 4 weken na bekendmaking van het oorspronkelijke besluit. De volledige bezwaarprocedure staat beschreven in art. 45 van de Onderwijs- en examenregeling bacheloropleidingen HU (www.reglementen.hu.nl). In dit artikel is ook opgenomen dat de examencommissie ten gunste van de student kan afwijken van deze procedure.
190
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
191
7.3 BEROEP
Beroep staat open tegen besluiten die op grond van de onderwijsen examenregeling zijn genomen (zoals tentamenbeoordelingen, voorzieningen en het bindend studieadvies). en besluiten van financiële aard (zoals steunfonds en restitutie collegegeld). Het betreft alleen besluiten die gericht zijn op een individuele student (dus niet van algemene strekking, zie ook par. 7.4). De student kan binnen 4 weken vanaf de bekendmaking van het besluit schriftelijk beroep aantekenen bij het College van Beroep. Het College van Beroep is de onafhankelijke, hogeschoolbrede beroepsinstantie voor studenten en extraneï van Hogeschool Utrecht. Het is dus niet verbonden aan een faculteit of opleiding.
Mocht de beslissing op het bezwaarschrift voor u gunstig uitvallen, dan kunt u het beroep altijd weer intrekken. Het College van Beroep kan het beroep gegrond of ongegrond verklaren. Als het beroep gegrond wordt verklaard, betekent dat vaak dat de examencommissie of directie die het oorspronkelijke besluit heeft genomen, een nieuw besluit moet nemen. Het College van Beroep doet dat dus niet zelf. Als het beroep ongegrond wordt verklaard, blijft het oorspronkelijke besluit in stand. In art. 54-57 van het Studentenstatuut HU en in het reglement College van Beroep HU (www.reglementen.hu.nl) wordt nader beschreven wanneer beroep mogelijk is en welke procedure daarbij geldt. Zie voor meer informatie www.collegevanberoep.hu.nl en de folder Het College van Beroep, informatie over de beroepsprocedure. U kunt u voor informatie en advies ook wenden tot de studentendecaan (zie par. 2.2) of het secretariaat van het College van Beroep, tel. 030-2308352 en e-mail
[email protected] (let op: een beroepschrift kan niet per mail worden ingediend).
Het beroepschrift wordt ondertekend en bevat tenminste: • de naam, het huisadres, de woonplaats en het telefoonnummer van de student; • vermelding van de faculteit en de afdeling/opleiding waar de student is ingeschreven; • de dagtekening; • een duidelijke omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht, onder vermelding • van de persoon die, of het orgaan dat het besluit heeft genomen; • één of meer gronden, waarop het beroep berust; • een zo nauwkeurig mogelijk omschreven vordering. Daarnaast moet een kopie van het bestreden besluit worden bijgevoegd. Het beroepschrift moet worden gericht aan het College van Beroep HU, postbus 573, 3500 AN Utrecht. Let op: voor het instellen van beroep geldt een termijn van 4 weken. Deze termijn wordt niet opgeschort door het eventueel indienen van een bezwaarschrift. Zorg er dus voor dat u tijdig beroep instelt, ook als u daarnaast een bezwaarschrift indient.
192
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
193
7.4 ALGEMEEN KLACHTRECHT
Het algemeen klachtrecht is nader geregeld in art. 53 van het Studentenstatuut HU (www.reglementen.hu.nl). Zie voor specifieke informatie over klachten wegens ongewenst gedrag par. 2.3.
Zoals gezegd kunt u bij onenigheid over besluiten of handelingen van algemene strekking (niet gericht op een individuele student) geen beroep of bezwaar aantekenen. In dat geval heeft u wel het recht een klacht in te dienen bij de faculteitsdirectie en om een voorziening te vragen. Het gaat dan vaak om de dagelijkse gang van zaken zoals bijvoorbeeld de vaststelling van roosters en niet om formele beslissingen. Een klacht moet schriftelijk worden ingediend binnen 4 weken nadat de handeling is verricht of het besluit is genomen. De klacht wordt ondertekend en bevat ten minste: • naam, adres, woonplaats en opleiding van de student; • een vermelding van degene die de bestreden handeling heeft verricht dan wel het bestreden besluit heeft genomen; • een duidelijke omschrijving van de handeling of het besluit waarop de klacht betrekking heeft; • de datum waarop de handeling plaatsvond of het besluit werd genomen dan wel ter kennis van de student werd gebracht; • de voorziening die naar het oordeel van de student behoort te worden getroffen. Alvorens een beslissing te nemen hoort de faculteitsdirectie alle betrokkenen bij het besluit of de handeling waartegen de klacht is gericht. Ook kunnen getuigen en deskundigen worden geraadpleegd. De faculteitsdirectie neemt in principe binnen vier weken na ontvangst van de klacht een (gemotiveerde) beslissing en maakt deze schriftelijk bekend aan de student. Tegen de beslissing van de faculteitsdirectie op de ingediende klacht kan de student beroep instellen bij het College van Beroep HU (zie par. 7.3).
194
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Zie voor meer informatie www.studentzaken.hu.nl. U kunt u voor informatie en advies ook wenden tot de studentendecaan (zie par. 2.2). De FMR Klachtenprocedure Wanneer is er sprake van een klacht? De faculteit is structureel bezig met kwaliteitszorg. Maar overal waar gewerkt wordt kunnen fouten worden gemaakt. Als u vindt dat u niet naar behoren bent behandeld, kunt u een klacht indienen. Let wel op. Als u het niet eens bent met een beslissing van de examencommissie, spreken we niet van een klacht. Dan tekent u bezwaar aan bij de examencommissie of, in sommige gevallen, bij de faculteitsdirectie. Deze procedure staat beschreven in de Onderwijs- en Examenregeling FMR, artikel 45. Maar als u over de werkwijze van de examencommissie niet tevreden bent, dan kunt u wél spreken van een klacht. De klachtenprocedure maakt integraal deel uit van het zogenoemde kwaliteitszorgsysteem. Jaarlijks wordt een geanonimiseerd rapport gemaakt. In dit rapport wordt beschreven: het aantal klachten, de aard en soort van de klachten en de wijze van afhandeling. Het rapport wordt voorgelegd aan de directie van de faculteit. Na vaststelling door de directie ontvangt de FMR een kopie ter kennisname. Hieronder volgt de procedure voor klachten: Een klacht uitpraten Het is mogelijk dat de klacht opgelost kan worden door een gesprek tussen betrokkenen. Is er bijvoorbeeld een klacht over de serviceverlening in de mediatheek, dan spreekt u eerst een van de medewerkers hierop aan. Houdt een docent zich regelmatig niet aan zijn spreekuur, dan is hij het eerste aanspreekpunt. Ook kunt u een afspraak maken met de medewerker van de opleiding, die speciaal belast is met kwaliteitszorg. Op het afdelingssecretariaat is bekend wie dat is. Als het toch niet lukt om zo tot een oplossing te komen dan volgt de klachtenprocedure.
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
195
Klachtenformulier Klachtenformulieren zijn te verkrijgen bij de Studentenservice. Studenten Creatieve Therapie kunnen de formulieren op het afdelingssecretariaat verkrijgen. Wat gebeurt er met de klacht? Het klachtenformulier wordt behandeld door de instituutsdirecteur of door de medewerker die daarvoor is aangesteld. Betreft het een klacht die te maken heeft met de diensten van de faculteit, dan wordt de klacht onderzocht door het diensthoofd van de betreffende dienst. Vanaf stap 4, zie verder in dit artikel, gaat het Studentenstatuut in werking en komt de klacht terecht bij de faculteitsdirectie en eventueel bij het College van Beroep Hogeschool Utrecht. Vertrouwenspersoon Voor klachten van vertrouwelijke aard, zoals seksuele en verbale intimidatie of ander ongewenst gedrag, kunt u terecht bij de vertrouwenspersoon. De brochure “Vertrouwenspersoon voor studenten en medewerkers” is verkrijgbaar bij alle instituten en centra en bij de studentenservice. Wanneer studenten over deze onderwerpen liever iemand van buiten de faculteit raadplegen, kan contact worden opgenomen met de Vertrouwensinspecteur Hoger Onderwijs. Vertrouwenspersoon FMR: Sytske Teppema, e-mail:
[email protected], telefoon 030 252 9745.. Vertrouwensinspecteur Hoger Onderwijs, telefoon 030 666 5704. De opleidingscommissie Op een aantal afdelingen speelt de Opleidingscommissie een actieve rol bij de behandeling van klachten. Informeer hiernaar op de afdeling.
cretariaat CT. Studenten Instituut voor Social Work / De Horst kunnen een klachtenformulier halen bij de studentenbalie. Stap 3 U levert het ingevulde klachtenformulier in bij Studentenservice of het afdelingssecretariaat CT. U krijgt van de Studentenservice, als bevestiging van ontvangst, een kopie van uw klachtenformulier, met vermelding van de datum waarop u het formulier hebt ingeleverd. De reactietermijn bedraagt maximaal 3 weken, afhankelijk van aard en ernst van de klacht. In verband met de dislocatie van de afdeling Creatieve Therapie in Amersfoort kan het voorkomen dat de uitwerking van de klachtenprocedure bij CT op onderdelen afwijkt. Stap 4 Studentenservice geeft de klacht onmiddellijk door aan de desbetreffende afdeling of dienst. De klacht wordt onderzocht en binnen 3 weken ontvangt u een schriftelijke reactie, die rechtstreeks wordt toegestuurd naar uw huisadres. Studentenservice ontvangt een afschrift hiervan. In de reactie staat concreet beschreven op welke manier de klacht is behandeld en welke maatregelen zijn genomen of worden genomen. Stap 5 Is de klacht niet naar tevredenheid afgehandeld, dan neemt u contact op met Studentservice. Bent u het namelijk niet eens met de schriftelijke reactie, dan kunt u binnen 4 weken een bezwaarschrift indienen bij de faculteitsdirectie. Indienen van het bezwaar geschiedt overeenkomstig artikel 53 van het Studentenstatuut HU.
Stap 1 Probeer de klacht op te lossen in onderling overleg.
Stap 6 Voordat de faculteitsdirectie een besluit neemt naar aanleiding van uw bezwaarschrift, worden betrokkenen gehoord. U krijgt van de faculteitsdirectie binnen 4 weken een gemotiveerd besluit. Een afschrift daarvan gaat naar Studentenservice.
Stap 2 Als er geen oplossing bereikt is: U haalt een klachtenformulier bij Studentenservice. Studenten Creatieve Therapie halen een klachtenformulier op het afdelingsse-
Stap 7 Tegen het besluit van de faculteitsdirectie kunt u ook weer bezwaar maken. U kunt dan in beroep gaan bij het College van Beroep van de Hogeschool Utrecht. Meldt u opnieuw bij Studentenservice of
196
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
De Procedure.
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
197
het afdelingssecretariaat CT of de balie van het ISW /De Horst. U kunt daar een brochure over beroepsgang krijgen. Zie hiervoor het Studentenstatuut, artikel 54. Zonodig kunt u een decaan raadplegen. De beroepsprocedure van het College van Beroep vraagt over het algemeen veel tijd. Houd daar rekening mee.
198
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
199
8 ROOSTERS
200
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
201
8.1
JAARROOSTER
Zowel tijdens de propedeuse als tijdens de hoofdfase is het onderwijsprogramma ingedeeld in vier perioden (blokken). Deze perioden worden aangeduid met de letters A t/m D (ofwel als blok 1 t/m 4). periode A + B (blok 1 + 2) vormen tezamen een semester, evenals periode C + B (blok 3 + 4). Elke periode of blok beslaat gemiddeld ongeveer 10 weken, waarvan 7 lesweken en 3 weken die bestemd zijn voor (her-)tentamens, afronden van projecten e.d. en voor speciale activiteiten (trainingen, inhaallessen, studiedagen etc.). Jaarlijks wordt een overzicht opgesteld waarin de periode-indeling (of blokindeling) voor dat studiejaar wordt gepresenteerd met vermelding van de lesweken, tentamenweken en vakantieperiodes. Het jaarrooster studiejaar 2007-2008 van de opleiding ziet er als volgt uit:
Onderwijsjaarrooster 2007-2008 Instituut voor Recht Kal. FMR Periode A 33 34 35 36 A1 37 A2 38 A3 39 A4 40 A5 41 A6 42 A7 43 44 A8 45 A9 Periode B 46 B1 47 B2 48 B3 49 B4 50 B5 51 B6 52 1 2 B7 3 B8 4 B9 5 B10 Periode C 6 C1 7 C2 8 C3 9 10 C4 11 C5 12 C6 13 C7 14 C8 15 C9 16 C10 Periode D 17 D1 18 19 D2 20 D3 21 D4 22 D5 23 D6 24 D7 25 D8 26 D9 27 D10 28 D11 33 34 35
202
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
D16 D17 A0
SP
Datum Maandag 13-08-07 20-08-07 27-08-07 03-09-07 10-09-07 17-09-07 24-09-07 01-10-07 08-10-07 15-10-07 22-10-07 29-10-07 05-11-07
Ma
Di
Wo
Do
Vr
Her-Toets Introductie Les Les Les Les Les Les Les Vakantie A-T-I Toets
Her-Toets Introductie Les Les Les Les Les Les Les Vakantie A-T-I Toets
Her-Toets Introductie Les Les Les Les Les Les Les Vakantie A-T-I Toets
Her-Toets Introductie Les Les Les Les Les Les Les Vakantie A-T-I Toets
Introductie Les Les Les Les Les Les Les Vakantie A-T-I Toets
12-11-07 19-11-07 26-11-07 03-12-07 10-12-07 17-12-07 24-12-07 31-12-07 07-01-08 14-01-08 21-01-08 28-01-08
Les Les Les Les Les Les Vakantie Vakantie Les A-T-I Toets Toets
Les Les Les Les Les Les Vakantie Vakantie Les A-T-I Toets Toets
Les Les Les Les Les Les Vakantie Vakantie Les A-T-I Toets Toets
Les Les Les Les Les Les Vakantie Vakantie Les A-T-I Toets Toets
Les Les Les Les Les Les Vakantie Vakantie Les A-T-I Toets Toets
04-02-08 11-02-08 18-02-08 25-02-08 03-03-08 10-03-08 17-03-08 24-03-08 31-03-08 07-04-08 14-04-08
Les Les Les Vakantie Les Les Les Pasen A-T-I Toets Toets
Les Les Les Vakantie Les Les Les Les A-T-I Toets Toets
Les Les Les Vakantie Les Les Les Les A-T-I Toets Toets
Les Les Les Vakantie Les Les Les Les A-T-I Toets Toets
Les Les Les Vakantie Les Les Goede Vrijdag Les A-T-I Toets Toets
21-04-08 28-04-08 05-05-08 12-05-08 19-05-08 26-05-08 02-06-08 09-06-08 16-06-08 23-06-08 30-06-08 07-07-08
Les Vakantie Bevrijdingsdag Pinksteren Les Les Les Les A-T-I Toets Toets Diplomering
Les Vakantie Les Les Les Les Les Les A-T-I Toets Toets Diplomering
Les Vakantie Les Les Les Les Les Les A-T-I Toets Toets Diplomering
Les Hemelvaart Les Les Les Les Les Les A-T-I Toets Toets Diplomering
Les ADV Les Les Les Les Les Les A-T-I Toets Toets Diplomering
11-08-08 18-08-08 25-08-08
Her-Toets Introductie
Her-Toets Introductie
Her-Toets Introductie
Her-Toets Introductie
Her-Toets
Her-Toets
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Introductie 203
Vakanties en vrije dagen herftsvakantie: 22 t/m 28 oktober kerstvakantie: 24 december t/m 6 januari
8.2 WEEKROOSTER
• 24, 27 en 28 december verplichte verlofdagen (hele week gebouw gesloten) • 25 en 26 december Kerstmis • 01 januari Nieuwjaarsdag voorjaarsvakantie: 25 februari t/m 2 maart 21 maart Goede Vrijdag; 23 en 24 maart Pasen mei-vakantie: 24 april t/m 4 mei • • •
Per periode wordt een weekrooster vastgesteld. Hierin staat vermeld welke cursussen op welk moment worden gegeven door welke docent, in welk lokaal en voor weke groep. Het is de bedoeling dat iedere student zelf de voor hem of haar geldende gegevens overneemt. Dit rooster is uiterlijk een week voor aanvang van de nieuwe periode bekend.
30 april Koninginnedag 1 mei Hemelvaart 2 mei verplichte verlofdag
5 mei Bevrijdingsdag 11 en 12 mei Pinksteren zomervakantie (2008): 14 juli t/m 20 augustus
204
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
205
8.3 TENTAMENROOSTER
De tentamens worden gedurende de tentamenweken aan het einde van elke lesperiode (elk blok) afgenomen. Via de opleiding wordt hiervoor een tentamenrooster bekend gemaakt. Dit rooster wordt voor aanvang van de betreffende periode bekend gemaakt via de reguliere publicatiekanalen. Aan de hand van de curriculumschema’s kunnen studenten zien in welke periode bepaalde cursussen worden afgesloten. Herkansingen vinden in de regel plaats in de eerstvolgende tentamenperiode nadat de cursus is aangeboden. Op het tentamenrooster voor de betreffende periode wordt exact aangegeven op welke dag en op welk tijdstip de toets (of herkansing) plaatsvindt. De indeling van studenten in de tentamenlokalen wordt uiterlijk in lesweek 7 bekend gemaakt via de reguliere publicatiekanalen. Van de student wordt verwacht dat hij het tentamenrooster nauwkeurig in de gaten houdt. Bovendien zijn tentamens niet altijd op dezelfde dag als de lesdag. Daardoor kan de student gemakkelijk hertentamens én gewone tentamens maken, omdat die niet samenvallen. Tabel tentamentijden Tentamentijd
Tijden
Tentamentijd 1
10.00 – 12.00 uur
Tentamentijd 2
13.00 – 15.00 uur
Tentamentijd 3
16.00 – 18.00 uur
Tentamentijd 4
19.00 – 21.00 uur
206
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
207
9 CURSUSBESCHRIJVINGEN
208
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
209
ACTUALITEITENCOLLEGE SJD K
Cursuscode
ADR-SJDK-010-07
Soort cursus Keuzecursus voor studenten van het Instituut voor Recht, andere studenten en medewerkers van de HU zijn ook welkom Studiebelasting 3 EC Beginvereisten Er zijn geen specifieke starteisen voor deze cursus. Korte inleiding Het instituut voor recht staat midden in de samenleving. Alumni van de opleidingen HBR en SJD spelen een belangrijke rol als professionals op het snijvlak van mens en recht. Daarnaast is het lectoraat actief op het gebied van onderzoek naar het werkveld van de juridische bachelor. Binnen deze cursus van 4 bijeenkomsten zal worden ingegaan op de actualiteit van die periode. Daarbij wordt de link gelegd naar de toekomstige beroepspraktijk van de IvR student. De cursus wordt verzorgd door het lectoraat in nauwe samenwerking met de opleidingen. De bijeenkomsten zullen worden verzorgd door alumni en andere professionals uit de beroepspraktijk in samenwerking met medewerkers van het Instituut voor recht. De rode draad van de cursus zal worden verzorgd door het lectoraat.
periode voorafgaand aan de verplichte inschrijving. De afweging wordt gemaakt op basis van de actualiteit van die periode. Op deze wijze wordt flexibel onderwijs mogelijk dat wel uitstijgt boven de waan van de dag. Afhankelijk van het vastgestelde thema zullen er een aantal gastsprekers worden uitgenodigd. Werkvorm Vooraf is er een voorbereidende bijeenkomst. Studenten maken na afloop een voorbereidingsopdracht. Deze opdracht dient als input voor de gastspreker. Vervolgens is er enkele tijd later een presentatie door een gastspreker over het desbetreffende onderwerp. De bijeenkomst zal de vorm hebben van kennisdeling met interactie met het publiek. De precieze invulling zal afhankelijk zijn van het thema en de gastspreker. De bijeenkomsten zullen 2 uur duren. Toetsing Indien de deelnemer de studiepunten wil behalen dient er een opdracht te worden gemaakt aan de hand van de criteria zoals deze zijn vastgelegd in de studiewijzer. De precieze invulling zal afhankelijk zijn van het gekozen thema. Vooraf dient er een voorbereidingsopdracht te worden gemaakt. Na afloop zal de student een individuele opdracht maken waar ook literatuurstudie bij komt kijken. Aanwezigheidsverplichting Voor deze cursus geldt de aanwezigheidsverplichting indien de student EC wil behalen. Literatuur Zal later bekend worden gemaakt
Competenties Dimensie 3 Leerlijn Integrale leerlijn Inhoud Het centrale thema van de cursus zal worden bekend gemaakt in de
210
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
211
AFSTUDEERPROJECT SJD DT
Cursuscode
ADR-SJDD-001-06/002-06
Soort cursus Verplichte cursus voor studenten die willen afstuderen met een afstudeerproject en eindgesprek Studiebelasting 12 EC (opzet deel 1: 6 EC, afstudeerproject deel 2: 6 EC) Beginvereisten Voordat de opzet (deel 1) van een student beoordeeld kan worden dient de middenevaluatie van de supervisie met een voldoende te zijn afgesloten. Korte inleiding Het afstudeerproject is een werkstuk dat voldoet aan door de opleiding gestelde eisen inzake vorm en inhoud. Het doel van het afstudeerproject is, dat de student demonstreert in hoeverre hij in staat is een voor de sociaal juridische beroepsuitoefening relevante thematiek op grondige wijze zelfstandig uit te diepen . Competenties Dimensie 2 en 3 Leerlijn Integrale leerlijn
de richtlijnen uit de studiewijzer schriftelijk verslag van te worden gedaan. Werkvorm 1. De student werkt zelfstandig aan het afstudeerproject. Wel is er ondersteuning mogelijk vanuit de opleiding in de vorm van afstudeerprojectlessen. 2. De docent die de afstudeerprojectlessen verzorgt is in principe tevens de begeleider van de student 3. De opleiding verstrekt als didactisch hulpmiddel bij het kiezen van een onderwerp, het formuleren van een vraagstelling en het ontwerpen van een hoofdstukkenindeling van het afstudeerproject een studiehandleiding afstudeerproject SJD DT. De tekst van deze handleiding heeft niet de status van voorschrift, maar van aanbeveling. Toetsing 1. De student levert ter beoordeling een opzet (deel 1) en een eindproduct (deel 2) in. De criteria waaraan deze producten moeten voldoen zijn opgenomen in de studiewijzer afstudeerproject SJD DT. 2. Het afstudeerproject wordt beoordeeld door een lid van de beoordelingscommissie,die geselecteerd is uit de aan de SJDopleiding verbonden docenten. Wanneer de beoordelaar een onvoldoende geeft, fungeert “een 2e lid van de beoordelingscommissie” als tweede beoordelaar. In dat geval wordt het definitieve cijfer vastgesteld via middeling. 3. Bij beoordeling met een onvoldoende wordt de student uitgenodigd voor een gesprek met de begeleider. Zonodig ontvangt de student bij beoordeling specifieke aanwijzingen die moeten zijn verwerkt, voordat het afstudeerproject opnieuw beoordeeld kan worden. Literatuur • De kleine scriptiegids, Koolsma, J.C., K.F. Schuilng, Coutinho, Bussum,1995, 9789062839735
Inhoud De student heeft de vrije keuze een onderwerp te kiezen voor zijn afstudeerproject. Het dient een onderwerp te zijn dat SJD gerelateerd is. De vorm van het project kan variëren. De nadruk kan liggen op een literatuuronderzoek, een meer praktijk gericht onderzoek waarvan verslag wordt gedaan of een beroepsproduct dat direct toepasbaar is in de praktijk. In alle gevallen dient hier volgens
212
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
213
AFSTUDEERTHEMA: BELEID SJD DT
Leerlijn Integrale leerlijn. Leerdoelen De student kan na het volgen van deze cursus: •
Cursuscode
ADR-SJDD-I005-04
•
Soort cursus Verplicht voor studenten van de vierjarige route, voor zover deze niet afstuderen via scriptie en eindgesprek
•
Studiebelasting 6 EC
•
•
• Korte Inleiding Als beginnend HBO-er word je geacht meer bij te dragen aan de organisatie waar je werkt, dan alleen je werk goed uit te voeren. In het SJD-werkveld uit zich dat vaak in het bijdragen aan beleidsontwikkeling. Deze cursus richt zich daarom op het bijdragen aan beleidsontwikkeling in de eigen organisatie door het schrijven van een goed afgestemd beleidsadvies.Beleid in SJD-organisaties heeft veelal tot doel om te reageren of, liever nog, te anticiperen op (wets)veranderingen. Ook gebruiken SJD-organisaties beleid vaak om invulling te geven aan de wet en daarmee de wet en de praktijk van alledag zo dicht mogelijk bij elkaar te brengen. Om een bijdrage te kunnen leveren aan deze beleidsontwikkeling, moet een SJD’er zich bewust zijn van de dynamiek tussen zijn werk met cliënten (microniveau), de werking en het doel van de eigen organisatie (meso-niveau) en de plaats van de organisatie in de maatschappelijke context (macroniveau). Hiervoor is kennis nodig van de cyclus van beleidsvorming in de eigen organisatie en het krachtenveld dat speelt in en om de organisatie omtrent beleidsvraagstukken. Om het beleid in de eigen organisatie in een breder perspectief te kunnen plaatsen en optimaal te kunnen afstemmen moet de SJD’er daarnaast ook inzicht hebben in de beleidsketen van de Nederlandse Democratie.
•
• •
•
•
Benoemen welke problemen en ontwikkelingen zich voordoen bij een voor de eigen organisatie relevante doelgroep; De door de student zelf gesignaleerde problematiek vertalen naar een beleidsvraag; Verwoorden wat de eigen rol is in relatie tot de (ontwikkeling) van de organisatie; Verwoorden wat de eigen rol is in relatie tot de (ontwikkeling in de) voor het beleidsadvies geselecteerde doelgroep; Beargumenteren welk krachtenveld zich afspeelt rondom de beleidsvraag; Aangeven welke strategische, inhoudelijke, vormtechnische en procedurele richtlijnen er zijn voor het beleidsadvies dat hij schrijft en hieruit conclusies trekken waar hij rekening mee moet houden bij het schrijven van het beleidsadvies; Een beleidsadvies schrijven waarbij hij aantoont rekening te hebben gehouden met de strategische, inhoudelijke, vormtechnische en procedurele richtlijnen; Een aanvaardbaar, begrijpelijk en correct geformuleerd advies voor beleidsverandering(en) schrijven; Verwoorden wat de effecten zijn van (komende) wet- en regelgeving voor de (verschillende) doelgroep(en) en situaties uit het eigen werkveld; In een beleidsadvies maatregelen aangeven in de vorm van strategieën of methoden die oplossingen bieden voor zich nieuw aandienende beroepsrelevante problemen binnen de eigen functie en/of de eigen organisatie; Een beleidsadvies construeren dat afgestemd is op de belangen van de beslissende partij.
Competenties 2.4, 2.5, 2.6, 2.7, 2.8, 3.1 en 3.2
Inhoud In deze cursus nemen wij de werkervaring van de student als basis om het functionerenvan de SJD’er als beleidsmedewerker in een breder kader te plaatsen. Studenten kijken hierbij vanuit verschillende invalshoeken: • Op macroniveau: welke veranderingen in de maatschappelijke context van de organisatie zijn aanleiding voor beleidsaanpassin-
214
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
215
•
•
gen? Hoe komt beleid op overheidsniveau tot stand? Op mesoniveau: hoe past een organisatie haar beleid aan en welke invloed heeft een SJD’er daarop? Wat zijn effecten van beleidsaanpassingen op het maatschappelijk netwerk van de organisatie? Hoe geef je als SJD’er vorm aan beleidsontwikkeling binnen je organisatie? Wat is de plaats van uitvoeringsorganen in de openbare beleidsketen? Welke belangen spelen er in en rondom de organisatie een rol bij het tot stand komen van nieuw beleid? Hoe kun je hier rekening mee houden zodat je de kansen van je eigen beleidsadvies vergroot? Op microniveau: wat zijn effecten van beleidsaanpassingen voor het directe contact met de cliënt. Welke maatschappelijke veranderingen hebben dusdanige gevolgen voor cliënten dat ze beleidsaanpassingen vereisen? Hoe beïnvloeden beleidsveranderingen het eigen vak? Studenten gaan zelf op zoek naar voorbeelden van maatschappelijke veranderingen, die van invloed zijn op hun eigen organisatie. Ze onderzoeken de gevolgen daarvan voor de eigen organisatie bijvoorbeeld voor de beheersbaarheid, de organisatiecultuur of de verdeling van werk. Vervolgens schrijven zij een beleidsadvies voor de eigen organisatie waarin zij een strategie uiteenzetten om de ontstane gevolgen het hoofd te bieden. Dit beleidsadvies wordt beoordeeld op inhoud, taalgebruik en vorm.
Onderwijsvorm Combinatie van een hoorcollege in de eerste week en een mix van hoorcolleges, werkcolleges, gastcolleges en inloopspreekuren in de daarop volgende weken. Toetsing Individuele opdracht van maximaal 15 pagina’s in de vorm van een beleidsadvies voor de eigen organisatie en het bijbehorende voorbereidende werk (dit valt buiten de 15 pagina’s). Literatuur • Jans, Riny, Het schrijven van BELEIDSADVIEZEN, 2e druk Uitgeverij H. Nelissen B.V., Soest 2002, ISBN 90 244 14687
AFSTUDEERTHEMA: SIGNALERING SJD DT
Cursuscode
ADR-SJDD-I009-04.
Soort cursus Verplicht voor studenten van de vierjarige, voor zover deze niet afstuderen via scriptie en eindgesprek. Studiebelasting 6 EC Korte inleiding Het Afstudeerthema: signalering SJD dt is één van de Afstudeerthema’s voor studenten SJD Deeltijd. Andere afstudeeronderdelen zijn Afstudeerthema: beleid SJD dt, Thema: visie op het beroep SJD dt en Presentatie SJD dt. Volgens het woordenboek is signaleren ‘waarschuwend attenderen op iets of iemand en iets opmerken of zien van iets of iemand’. In het werkveld komt Signalering in meerdere betekenissen voor. In het kader van deze afstudeeropdracht hanteren we voor signalering de definitie die gebruikt wordt door de Landelijke Vereniging van Bureaus van Sociaal Raadslieden: ‘Het op een systematische manier, in de directe praktijk, opsporen van onjuiste, onbedoelde, ongewenste effecten van beleid, wet -en regelgeving en uitvoering door beroepsuitoefenaars en instellingen waardoor op grond van de aldus verzamelde feiten uit de praktijk wordt gerapporteerd en verbetervoorstellen worden gedaan’. Competenties 2.4 t/m 3.1, 3.3 en 3.4 Leerlijn Integrale leerlijn Leerdoelen • De student kan signalen in de eigen praktijksituatie herkennen
216
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
217
•
• •
en beoordelen of dit nader onderzocht kan en/of moet worden. De student kan anticiperen op (komende) veranderingen in beleid en/of wet –en regelgeving en dit vertalen naar mogelijke consequenties voor het interne of externe beleid van de eigen organisatie. De student kan een signaleringsplan opstellen. De student kan een praktijkgericht onderzoek doen op grond van signalen conform de eisen die aan een dergelijk onderzoek mogen worden gesteld.
Inhoud Tijdens het Afstudeerthema: signalering SJD dt krijgt de student de mogelijkheid zelf een signalering te doen op de (eigen) werkplek. De student zoekt zelfstandig naar signalen van onbedoelde en/of ongewenste effecten in wet –en regelgeving, of ontwikkelingen in de werksoort, die mogelijk van invloed kunnen zijn voor een bepaalde groep cliënten. Tevens geeft hij aan welke oplossingsrichting(en) er mogelijk zijn ten aanzien van de uitgewerkte signalering, bijvoorbeeld preventief optreden, of een voorlichtingsprogramma. Het geheel wordt verwerkt in een werkstuk. De kwaliteit van het werkstuk moet van dien aard zijn dat het bruikbaar is in de praktijk. Of het daadwerkelijk in het werk (volledig) wordt toegepast is niet verplicht, maar dit wordt wel gestimuleerd. Voor de SJD’er is signalering een kerntaak waarin de praktijk (vaak door tijdgebrek) niet veel aandacht aan wordt geschonken, terwijl elke professional signalering wel belangrijk vindt. Bijvoorbeeld: Een SJD’er werkzaam in de schuldhulpverlening krijgt steeds vaker te maken met jongeren die enorme schulden maken. Met dit signaal gaat hij aan de slag door middel van een signaleringsplan: Klopt het dat er sprake is van een toename van schulden onder jongeren en om hoeveel èn om wat voor soort jongeren gaat het eigenlijk? De uitkomsten van het signaleringsplan kunnen er toe leiden, dat in de eigen beroepspraktijk de verbetervoorstellen ook daadwerkelijk worden geïmplementeerd. Bijvoorbeeld door het opstarten van een voorlichtingsproject op middelbare scholen ter voorkoming van het ontstaan van grote schulden onder jongeren.
van het signaleringsplan. Tijdens de tweede bijeenkomst wordt door een gastspreker aan de hand van een praktijkvoorbeeld het gehele traject van signalering doorgenomen (onder voorbehoud). Tijdens de derde bijeenkomst krijgt de student de gelegenheid om de eerste opzet van het signaleringsplan met de docent en met medestudenten te bespreken. Daarna doet de student zelfstandig onderzoek en hij werkt aan het schrijven van zijn signaleringsplan. Naast het signaleringsplan maakt de student een samenvatting van de uitkomsten van zijn onderzoek. Tot slot houdt de student een presentatie over zijn signalering in de eigen organisatie voor minimaal twee deskundigen (geen medestudenten). De feedback n.a.v. de presentatie verwerkt de student in een kort evaluatieverslag. Dit evaluatieverslag telt ook mee voor de beoordeling. Toetsing Het signaleringsplan (15 - 20 pagina’s), evaluatieverslag n.a.v. de presentatie, samenvatting van het onderzoek. Presentieregeling Er is geen aanwezigheidverplichting. Literatuur • Studiewijzer Afstudeerthema: signalering SJD DT en boek (in overleg met de docent).
Onderwijsvorm Tijdens de eerste bijeenkomst wordt in een hoorcollege een instructie gegeven over het opzetten en het uitwerken van een signaleringsplan. Op vrijwillige basis kunnen studenten intervisie groepjes samenstellen, zodat ze elkaar feedback kunnen geven op de opzet
218
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
219
AMBTENARENRECHT SJD K
• •
orde en discipline (ambtenarentuchtrecht en het strafontslag). de procesgang in ambtenarenzaken.
Onderwijsvorm Hoorcollege en werkcollege Toetsing Schriftelijk tentamen, 2 uur. Cursuscode
ADR-SJDK-K005-03
Soort cursus Keuzecursus Studiebelasting 3 EC Korte inleiding Onder invloed van de veranderde opvattingen over de rol (van verzorgingsstaat naar bestuursstaat) en taak (kerndepartementen en kerntakendiscussie) van de overheid, is het aantal praktische beoefenaren van het ambtenarenrecht de afgelopen jaren sterk toegenomen. Deze toename rechtvaardigt een aparte praktijk georiënteerde keuzecursus, waarin aandacht wordt besteed aan de dagelijkse problemen waarmee de beoefenaar van het ambtenarenrecht wordt geconfronteerd.
Literatuur • Reader met recente relevante rechtspraak, literatuur; wet- en regelgeving. • Stuiver, mr H.S.P., Aspecten van ambtenarenrecht, SDU Den Haag, 3e druk ISBN 90 12097452 • SJD-wettenbundel, SDU, ISBN 9789012118491 verschijnt ca. 3e week augustus ’07. • Algemeen Rijksambtenarenreglement, ARAR verklaard (meest recente editie, SDU uitgevers, Den Haag). Voor de lessen en het tentamen wordt uitgegaan van de beschikbare druk bij aanvang van de lescyclus.
Leerdoelen • kennisnemen van een aantal, in de dagelijkse praktijkuitoefening veel voorkomende, aspecten van het ambtenarenrecht. • het op een praktische wijze leren toepassen van de behandelde stof. Inhoud In deze cursus wordt aan de volgende aspecten van het ambtenarenrecht aandacht besteed: • de positiebepaling van het ambtenarenrecht ten opzichte van het civiele arbeidsrecht en het algemene bestuursrecht. • de verschillende vormen waarin de ambtelijke arbeidsrelatie zijn beslag kan krijgen. • reorganisatieperikelen. • het beoordelen van het functioneren van de ambtenaar. • het ontslagrecht in ambtenarenzaken.
220
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
221
ARBEIDSONGESCHIKTHEID EN SJD SJD K
Cursuscode
ADR-SJDK-K007-03
Soort cursus Keuzecursus Studiebelasting 3 EC Beginvereisten De student dient over enige basiskennis van het sociaal recht op het niveau Sociale Zekerheid: SVB/Gemeenten en Sociale Zekerheid: UWV te beschikken. Korte inleiding Arbeidsongeschiktheid en SJD is een cursus waarin wetten, problemen en mogelijkheden rond arbeidsgehandicapten aan de orde komen.
Uitgangspunten bij de noodzakelijke selectie zijn: • naast de juridische aspecten nagaan hoe de wetten in de praktijk worden toegepast. • de achtergronden in relatie tot de begrippen ‘ziekte en gebrek’ aan de orde stellen. • de relatie met het thema arbeid door middel van re-integratie en arbeidsomstandigheden verduidelijken. • onderzoeken hoe de uitvoeringspraktijk door dienstverleners en belanghebbenden wordt ervaren. De programmadoelen worden door middel van dossierstudie, opdrachten, demonstraties door dienstverleners en een door de student te vervaardigen werkstuk gerealiseerd. Onderwijsvormen Casestudy/demonstratie/hoorcollege/onderzoek/opdrachten/zelfstudie. Toetsing Individuele opdrachten Literatuur • Studiewijzer en eventueel nader bekend te maken literatuur
Leerdoelen De student, die de cursus Arbeidsongeschiktheid en SJD volgt; • verdiept zijn kennis van en het inzicht in de achtergronden van de arbeidsongeschiktheidswetgeving gerelateerd aan de uitvoeringspraktijk; • kan verband leggen tussen de achtergronden en oorzaken van arbeidsongeschiktheid en de groei van het aantal uitkeringsgerechtigden; • ontwikkelt belangstelling voor het verhaal van de arbeidsongeschikte; • kent een aantal instrumenten ten behoeve van de rechtspositie van de arbeidsgehandicapte. Inhoud In deze cursus worden de verschillende arbeidsongeschiktheidsregelingen behandeld, zoals de Wulbz en de WIA.
222
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
223
ARBEIDSRECHT SJD DT
• •
•
Cursuscode
ADR-SJDD-012-07
Soort cursus Verplicht voor alle studenten van SJD DT. Studiebelasting 3 EC Korte inleiding In deze cursus komt het individuele arbeidsrecht aan de orde. De relatie tussen de individuele werknemer en werkgever wordt onder de loep genomen, waarbij de systematiek van boek 7 BW wordt gevolgd. Daarnaast zal het BBA en het daarop gebaseerde Ontslagbesluit behandeld worden. Van het collectieve arbeidsrecht (medezeggenschapsrecht, CAO, Sociaal plan) komt vooral de inhoud van de CAO ter sprake. Ook wordt geschakeld tussen het arbeidsrecht en de sociale zekerheid. De cursus sluit aan bij het Thema arbeidsverhoudingen dat in dezelfde periode wordt gegeven. In het thema wordt stilgestaan bij het collectieve arbeidsrecht op macro-niveau en wat dat betekent voor de arbeidsverhoudingen op meso-niveau. Competenties 1.3; 1.4; 1.5; 1.6 Leerlijn Conceptuele leerlijn Leerdoelen • De student kan de relevante arbeidsrechtelijke wetgeving alsmede jurisprudentie benoemen. • De student kan verschillende soorten contracten benoemen. • De student kent de van toepassing zijnde arbeidsvoorwaarden.
224
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
•
De student heeft kennis over de diverse mogelijkheden waarop aan een arbeidsrelatie een einde kan komen. De student kan de arbeidsrechtelijke wetgeving en jurisprudentie toepassen op aan de beroepspraktijk ontleende casuïstiek. De student maakt zich daarbij de wetssystematiek eigen. De student analyseert een complex arbeidsrechtelijk vraagstuk vanuit diverse posities (werkgever, werknemer en belangenbehartiger). De student kan tussen de wet, de inhoud van de arbeidsovereenkomst en de CAO schakelen.
Inhoud • Algemene bepalingen: Geen arbeidsrecht zonder arbeidsovereenkomst. Er wordt allereerst stil gestaan bij de arbeidsovereenkomst, de opdracht, de oproepovereenkomst en de uitzendovereenkomst. Goed werkgever- en werknemerschap wordt geconcretiseerd. • Loon: We gaan in op het adagium “geen arbeid, geen loon” en de uitzonderingen daarop: loonbetalingen die liggen in de risicosfeer van de werkgever en de loonbetaling bij ziekte, vakantie en verlof. De opbouw van vakantiedagen en de wijze van vaststelling worden besproken. Daarnaast komen andere vormen van verlof of grond van de Wet Arbeid en Zorg aan de orde. • Gelijke behandeling: Er mag geen onderscheid worden gemaakt tussen mannen en vrouwen maar ook niet in de arbeidsvoorwaarden tussen voltijders en deeltijders of op grond van contracten voor onbepaalde en bepaalde tijd. • Einde van de arbeidsovereenkomst: Aan de orde komen ontslag op staande voet, beëindiging met wederzijds goedvinden, beëindiging van rechtswege, ontbinding en de meest voorkomende beëindigingsvorm te weten opzegging. We behandelen daarbij het duaal ontslagstelsel. Deze term wordt op twee manieren gebruikt: • De werkgever kan pas opzeggen nadat er toestemming voor ontslag is verkregen van de Centrale Organisatie Werk en Inkomen • Er zijn twee routes die de werkgever kan kiezen: de procedure via de Centrale Organisatie Werk en Inkomen en de ontbindingsprocedure via de rechtbank, sector kanton Onderwijsvorm Werkcollege.
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
225
Toetsing Schriftelijk tentamen. Het tentamen bestaat uit open vragen, twee uur. De wettenbundel moet op het tentamen worden meegenomen. Literatuur • Studiewijzer en reader Arbeidsrecht SJD DT 2007 - 2008 • SJD Wettenbundel 2007 – 2008 • Arbeidsrecht begrepen, Mr. Hannie Geugjes en Mr. Paul van Grinsven, Boom juridische uitgevers, 2e druk, ISBN 978-90-5454-875-1
ARBEIDSRECHT 3 SJD K
Cursuscode
ADR-SJDK-K009-03
Soort cursus Keuzecursus Studiebelasting 3 EC Korte inleiding Bij deze cursus Arbeidsrecht 3 komen enkele bijzondere onderdelen uit het arbeidsrecht aan de orde. Daarnaast zullen enkele vaardigheden worden aangeleerd, zoals bijvoorbeeld het schrijven van een verweerschrift tegen de aanvraag van een vergunning tot ontslag door het CWI. Ook wordt aandacht besteed aan het schrijven van een protestbrief aan de werkgever tegen een ontslag op staande voet. Leerdoelen • het verwerven van kennis over enkele bijzondere onderdelen uit het arbeidsrecht. • het ontwikkelen van vaardigheden tot hantering van het onderhavige recht (o.a. regelgeving en jurisprudentie) voor het oplossen van praktijkvragen en het opstellen van schriftelijke stukken). Inhoud Onder andere: • collectief arbeidsovereenkomstenrecht • (collectief) actierecht • wet op ondernemingsraden • het oefenen van vaardigheden als hierboven omschreven Onderwijsvorm Hoor- en werkcolleges
226
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
227
Toetsing Opdrachten en tentamen Literatuur • Studiewijzer & Reader, Arbeidsrecht 3 • Haar G. ter e.a., S.J.D.-Wettenbundel (Vermande) • T.M.J. Smits, Vaardig met arbeidsrecht, Boom Juridische uitgevers. • Eventueel op de colleges verstrekte informatie en/of leerstof. Bij de behandeling van de cursus wordt uitgegaan van de laatste druk van bovenvermelde literatuur. ISBN-nrs. zijn nog niet bekend. Het is nog niet mogelijk aan te geven of oudere drukken - al dan niet met enkele correcties - bruikbaar zijn.
BELASTINGRECHT SJD K
Cursuscode
ADR-SJDK-K020-03
Soort cursus Keuzecursus Studiebelasting 3 EC Korte inleiding Het belastingrecht ligt op het ontmoetingsgebied van het juridisch en het economisch denken. In deze cursus maakt u kennis met de voor particulieren belangrijkste belastingwetten in Nederland. Het niveau van de cursus is zodanig dat u een voet in de stijgbeugel heeft voor verdere zelfstudie. In deze cursus komt het formele belastingrecht aan de orde en verdiept u zich in het materiële belastingrecht, in het bijzonder de inkomstenbelasting, de loonbelasting en enkele lokale belastingen Competenties • In uw bedrijfsjuridische adviezen neemt u tevens fiscale aspecten mee • Het invullen van een aangifte inkomstenbelasting voor een particulier Leerdoelen U bent in staat tot: • Het verkennen hoe de overheid haar diverse taken bekostigt; • Het onderkennen van de rechtsbeginselen van belastingheffing; • Het weergeven van de fiscale rechtsgang; • Het beschrijven van de bronnen van het formele belastingrecht; • Het berekenen van de verschuldigde inkomstenbelasting in een eenvoudige casus; • Het uitleggen van enkele lokale belastingen.
228
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
229
Inhoud • Overheidsfinanciën en belastingheffing • Wettelijke structuur van de belastingheffing • Inkomstenbelasting • Loonbelasting • Lokale belastingen
BESTUURSRECHT SJD DT
Onderwijsvorm 2 uur werkcollege per week
Cursuscode
Toetsvorm Schriftelijk tentamen met meerkeuzevragen en open vragen.
Soort cursus Verplichte cursus voor alle studenten SJD DT
Literatuur • Wordt later bekend gemaakt • Studiewijzer (digitaal beschikbaar)
Studiebelasting 3 EC
ADR-SJDD-J120-03
Korte Inleiding De invloed van de overheid is in onze samenleving niet meer weg te denken. Het doen of juist nalaten van het bestuur houdt ons intensief bezig. In de twintigste eeuw maakte het bestuursrecht een snelle groei door. Nederland werd een verzorgingsstaat; een sociale rechtsstaat. Het Nederlandse bestuursrecht is van oudsher gegrondvest op een veelheid van bijzondere bestuurswetten. Denk bijvoorbeeld aan alle wetten op het gebied van de sociale zekerheid maar ook het vreemdelingenrecht is vervat in bijzondere bestuursrechtelijke regels. Sinds 1994 zijn belangrijke delen van het algemeen bestuursrecht gecodificeerd in de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De kernbegrippen en de structuur van deze wet staan centraal in deze inleiding in het bestuursrecht. Competenties 1.3, 1.4, 1.5, 1.6 Leerlijn Conceptuele leerlijn.
230
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
231
Leerdoelen De student heeft kennis van de plek die het bestuursrecht inneemt in het (publiek)recht. De student heeft kennis van de kenmerken van het bestuursrecht en heeft inzicht in het samenspel tussen algemeen en bijzonder bestuursrecht. De student heeft kennis van de organisatie van het Nederlandse bestuur en kan onderscheid maken tussen 1:1 lid 1 a en b- bestuursorganen. De student heeft kennis van de rechten en instrumenten die het bestuur ter beschikking staan en heeft inzicht in de wijze waarop bestuursbevoegdheid wordt verkregen. De student heeft kennis van de normen die het bestuur in acht moet nemen bij het nemen van besluiten en kan deze kennis toepassen op concrete casussen. De student heeft kennis van de verschillende soorten van besluiten die het bestuur ten dienste staan en kan deze onderscheiden in concrete casussen. De student weet welke middelen ter toezicht en handhaving van het bestuursrecht kunnen worden aangewend en kan deze kennis toepassen op concrete casussen. De student weet welke middelen de burger ter bescherming van zijn belangen en rechten aan kan wenden tegen onrechtmatig, onjuist bestuur of een onjuiste bejegening en kan deze kennis toepassen op concrete casussen. De student heeft kennis van de bijzondere positie van de overheid die doorwerkt in haar privaatrechtelijk handelen.
Welke vormen van rechtsbescherming staan de burger ten dienste? Heeft de overheid in het privaatrechtelijk verkeer een gelijke positie als haar burgers en mag de overheid ook langs privaatrechtelijke weg voor het algemeen belang opkomen? Onderwijsvorm Een combinatie van hoorcollege (docent neemt eerste uur de leerstof door) en een werkcollege (studenten presenteren tijdens het tweede uur de antwoorden op de thuis te maken opdrachten). Toetsing Schriftelijk tentamen (combinatie van meerkeuze en open vragen). Literatuur • Studiewijzer bestuursrecht 2007-2008 • Hoofdzaken van het bestuursrecht, Prof. Mr.drs. F.C.M.A. Michiels – Kluwer 2006 – isbn 9013033407 (vraag altijd om nieuwste druk)
Inhoud De cursus biedt een eerste kennismaking met het algemeen deel van het bestuursrecht. De volgende vragen komen tijdens de cursus aan bod. Wat is de plek van het bestuursrecht in het recht? Wat zijn de bijzondere kenmerken van het bestuursrecht en hoe verhoudt zich het algemene bestuursrecht tot het bijzondere bestuursrecht? Hoe ziet de Nederlandse bestuursorganisatie eruit en wat zijn bestuursorganen? Welke instrumenten staan het bestuur ter beschikking en op welke wijze verkrijgen bestuursorganen bestuursbevoegdheid? Welke normen dient het bestuur in acht te nemen? Hoe houdt het bestuur toezicht en handhaaft zij de regels?
232
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
233
BIJZONDERE OPDRACHTEN SJD
• • • • •
Cursuscode
ADR-SJD-BIJZ-04
Soort cursus Keuzecursus Studiebelasting Variabel. Korte inleiding Als alternatief voor keuzecursussen (of voor een gedeelte van de Praktijktijd Niveau 1) kunnen studenten naast (één) literatuurstudie(s) ook bijzondere opdrachten in het kader van hun studie vervullen, die dan gehonoreerd worden met studiepunten. Dergelijke bijzondere opdrachten behoeven de goedkeuring van de examencommissie. Inhoud Studenten zelf kiezen in overleg met, of op initiatief van, een docent een sociaal juridisch onderwerp en een probleemstelling. Bij voorkeur gaat het om een een onderzoeksopdracht vanuit de SJDpraktijk. Studenten die niet rechtstreeks kunnen putten uit de SJD-praktijk kunnen op basis van andere (niet praktijkgerichte) overwegingen voor zichzelf een opdracht schrijven. Door de studenten wordt zelf informatie verzameld en minimaal één instantie dient te worden benaderd. De informatie moet methodisch en juridisch op correcte wijze te worden verwerkt en geïnterpreteerd.
Het vinden van passende literatuur en andere informatie aangaande het onderwerp van hun opdracht. Het benaderen van een instantie die bijdraagt aan het onderzoek. Het doen van praktijkgericht onderzoek terzake van een sociaal juridische kwestie. Het doen van verslag van het onderzoek in een schriftelijk stuk. Het trekken van conclusies terzake van het eigen onderzoek en in dat verband aanbevelingen doen.
Onderwijsvorm De student werkt zelfstandig aan de opdracht. Wel kan er sprake zijn van een coachende docent. De student zoekt zelf een docent die hem kan begeleiden. Er dient een opdracht geformuleerd te worden en een stappenplan te worden opgesteld. Hierbij dient expliciet aandacht besteed te worden aan de tijdsinvestering die de student denkt te maken. De opdracht en het plan dienen bij de docent te worden ingeleverd. De opdracht en het plan moeten door de docent met een voldoende zijn beoordeeld voordat aan het werkstuk wordt begonnen. Vervolgens dient de examencommissie hieraan formele goedkeuring te geven. Toetsing • De onderzoeksopdracht dient met een voldoende te zijn beoordeeld door de docent en te worden goedgekeurd door de examencommissie • Een punt voor de individuele schriftelijke eindopdracht. Literatuur • Zelf in te vullen.
Leerdoelen • Het schrijven van een opdracht aangaande een sociaal juridische kwestie. • Het opstellen van een stappenplan waarin vorm wordt gegeven aan de opdracht.
234
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
235
CAREER COUNSELING VOOR ALLOCHTONE STUDENTEN SJD K
Cursuscode
ADR-SJDK-K030-03
Soort cursus Keuzecursus Studiebelasting 3 EC Beginvereisten De training is bestemd voor allochtone studenten, die zich goed willen voorbereiden op hun loopbaan. Ook studenten die kunnen denken vanuit een bicultureel perspectief, omdat zij een aantal jaren in het buitenland hebben gewoond of omdat een van de ouders een niet-Nederlandse achtergrond heeft, kunnen deelnemen aan de training. Een voorwaarde is dat de student enige stage- en/of werkervaring heeft. Leerdoelen • het vergroten van het inzicht in de wijze waarop persoonlijke competenties vertaalt kunnen worden naar een sollicitatiebrief en CV en een sollicitatiegesprek. • het verbeteren van de persoonlijke presentatie in een sollicitatiebrief en CV (schriftelijk) en een sollicitatiegesprek (mondeling). • het verbeteren van sollicitatievaardigheden. • het verkrijgen van inzicht in de eigen biculturele achtergrond en dit kunnen vertalen naar persoonlijke competenties in een sollicitatiebrief en CV. • het effectief leren omgaan met vragen over een biculturele achtergrond in een sollicitatiegesprek. • het vergroten van de persoonlijke effectiviteit. • het aanscherpen van doelen ten aanzien van de toekomstige loopbaan.
236
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Inhoud Voordat een student de arbeidsmarkt betreedt, is het van belang goed te weten wie hij is, wat hij wil en wat hij te bieden heeft. De meeste allochtone studenten zijn opgegroeid in twee culturen. Ze nemen hierdoor een bijzondere positie in omdat ze op de hoogte zijn van de Nederlandse cultuur en ze ook normen en waarden meegekregen hebben van een andere cultuur (de thuiscultuur). Deze dubbele culturele identiteit (biculturaliteit) kan een voordeel zijn in de toekomstige loopbaan, als de student dit op een effectieve wijze kan inzetten in zijn werk. Tijdens de training krijgen de studenten meer inzicht in de eigen biculturele achtergrond en ze worden gestimuleerd om competenties die ze hebben ontwikkeld dankzij deze biculturele achtergrond te vertalen naar een sollicitatiebrief en CV. Daarnaast leren ze om effectief om te gaan met vragen over hun biculturele achtergrond in een sollicitatiegesprek. Het uiteindelijke doel van de training is dat studenten hun persoonlijke effectiviteit verbeteren, waarbij bijzondere aandacht wordt besteed aan de invloed van een biculturele achtergrond. De training bestaat uit 7 bijeenkomsten waarbij de studenten werken aan opdrachten die ze verwerken in een logboek. Het logboek vormt de weergave van het leerproces van de student. Tijdens de bijeenkomsten komen de volgende onderwerpen aan bod: • zelfanalyse • cultuur • de biografie. • de loopbaan • de sollicitatiebrief en het CV • het sollicitatiegesprek Onderwijsvorm Hoor- en werkcollege, biografisch werken, bespreken sollicitatiebrief en CV, oefenen sollicitatiegesprekken, thuisopdrachten en literatuurstudie. Toetsing Individuele opdracht in de vorm van een logboek (15 - 30 pagina’s). Presentieregeling Voor deze cursus geldt de aanwezigheidsverplichting. Literatuur • Reader en studiewijzer Career counseling voor allochtone studenten.
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
237
COMMUNICATIE EN VOORLICHTINGSKUNDE SJD K
voorlichting in het bijzonder, voortdurend vertaald naar de praktijk van de juridische dienstverlener. De actualiteit en input van studenten dienen als uitgangspunt voor de invulling van de lessen. In de lessen wisselen theorie en praktische opdrachten elkaar af. Onderwijsvorm Werkcollege en practicum
Cursuscode
ADR-SJDK-030-07
Soort cursus Keuzecursus Studiebelasting 3 EC
Toetsing Individuele opdracht (Werkstuk, 10-15 pagina’s) Literatuur • Clercq, S. de, Voorlichting in de juridische dienstverlening, Uitgeverij Coutinho, ISBN 9789062833894
Korte inleiding Voorlichting geven is voor een juridisch dienstverlener geen primaire taak, maar het doet zich in zijn werk wel geregeld voor. Een juridisch medewerker van een woningbouwvereniging geeft bijvoorbeeld een presentatie op een informatieavond voor huurders. Een juridisch medewerker van een consumentenorganisatie denkt mee over het communicatiebeleid van de organisatie. Een andere SJD’er wordt gevraagd de inhoud aan te leveren voor een nieuw op te zetten website. Leerdoelen • Basisbegrippen van het communicatievak leren kennen en die in het perspectief van voorlichting door de juridisch dienstverlener kunnen plaatsen • Doelgroepen van de organisatie kunnen benoemen en beschrijven • Een communicatieplan kunnen opzetten • Keuzes kunnen maken ten aanzien van de inzet van communicatiemiddelen • Weten hoe de mediawereld in elkaar zit en hoe daar effectief mee om te gaan • De houding van de organisatie bepalen bij negatieve publiciteit en crisissituaties Inhoud In deze cursus wordt de theorie van professionele communicatie, en
238
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
239
CONSUMENTENRECHT SJD K
Cursuscode
Literatuur • Klik, F., Koop en Consumentenkoop, druk 6, ISBN 9789013011982 • Studiewijzer, digitaal
ADR-SJDK-K033-03
Soort cursus Keuzecursus Studiebelasting 3 EC Korte inleiding In deze cursus komt het Consumentenrecht aan de orde, gebracht vanuit de praktijksituatie en toegespitst op hetgeen iedereen iedere dag weer kan overkomen. Tevens wordt de inhoud gekoppeld aan de werksituaties waarin veel SJD’ers met het consumentenrecht te maken krijgen. Leerdoelen De student heeft kennis van / inzicht in: • alle belangrijke regels uit het Burgerlijk Wetboek • de rechten en plichten van de consument bij een consumentenkoop en / of het aangaan van een dienst Inhoud Tijdens deze cursus zullen alle belangrijke regels aangaande het consumentenrecht uit het Burgerlijk Wetboek worden behandeld, evenals de rechten en plichten van de consument bij een consumentenkoop en het aangaan van een dienst. Dit kan uiteenloop van het ruilen van materiële zaken of de aankoop door een minderjarige tot een uit de hand gelopen reis. Onderwijsvorm Hoorcollege, werkcollege Toetsing Schriftelijk tentamen, m.c vragen, open vragen en casussen
240
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
241
CRIMINOLOGIE SJD K
Cursuscode
ADR-SJDK-K036-03
Soort cursus Keuzecursus Studiebelasting 3 EC Korte inleiding Criminologie houdt zich bezig met criminaliteit. Dit gebeurt op drie manieren. Allereerst is het van belang te onderzoeken waarom of waardoor mensen crimineel worden: het gaat hier om de oorzaken van en de voorwaarden voor strafbaar gedrag. Eén voorwaarde is uiteraard dat specifiek gedrag strafbaar moet zijn gesteld. In zekere zin is dus de strafwet een ‘oorzaak’ van criminaliteit. Een tweede, minstens zo belangrijk onderdeel van de criminologie, is daarom het onderzoek van de vraag waarom bepaalde gedragingen strafbaar zijn gesteld en andere niet. Een derde taak van de criminologie is de studie van effecten van strafrechtelijk ingrijpen. Dit onderdeel van de criminologie wordt ook wel penologie genoemd, dat is de leer van de straf. De cursus criminologie legt verbanden tussen theoretische inzichten enerzijds en het beleid op de reductie van criminaliteit anderzijds.
Inhoud • Criminologie: een terreinverkenning • De persoon van de dader • Maatschappij en criminaliteit: het sociologische perspectief • Criminaliteitspreventie • Penologie • Straffen in Nederland • Victimologie • Etnische minderheden Onderwijsvorm • Werkcolleges; schriftelijke opdrachten en discussies. Binnen de cursus criminologie is gekozen voor activerend onderwijs door studenten in kleine groepen te laten samenwerken aan het oplossen van casuïstiek door middel van discussie en kennisdeling. Daarnaast worden studenten gestimuleerd te komen tot zelfstandige probleemanalyse door het schrijven van verschillende werkstukken, die door de docent worden beoordeeld. Hierbij maken studenten gericht gebruik van informatie (juridische en sociaal-wetenschappelijke literatuur en andere bronnen). De docent fungeert als tutor en heeft daarmee een faciliterende en bewakende functie. Toetsing • Drie individuele deelopdrachten. • Schriftelijk (open boek) tentamen. Literatuur • Dijk van J.J.M e.a, Actuele criminologie, Koninklijke Vermande, 5e druk, ISBN 9789012109864 • Studiewijzer criminologie 2007 – 2008
Leerdoelen De algemene doelstelling van de cursus criminologie is om theoretische inzichten in de criminologie toe te kunnen passen op praktijkproblemen, alsmede aan de hand hiervan de houdbaarheid en de beperkingen van deze theoretische inzichten te kunnen toetsen. Uit deze algemene doelstellingen zijn twee typen leerdoelen af te leiden; leerdoelen die betrekking hebben op vakinhoudelijk kennis en leerdoelen die betrekking hebben op vaardigheden.
242
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
243
DIENSTVERLENING AAN SLACHTOFFERS SJD K
Cursuscode
ADR-SJDK-K040-03
Soort cursus Keuzecursus Studiebelasting 3 EC Beginvereisten Uitgangspunt is dat studenten het thema: Straffen in Nederland hebben gevolgd en bij voorkeur met een voldoende hebben afgesloten. Korte inleiding Slachtoffer worden van een misdrijf of verkeersongeluk kan verstrekkende gevolgen hebben. In deze cursus wordt aandacht besteed aan de materiële en psychosociale gevolgen van schokkende gebeurtenissen. De plaats van het slachtoffer binnen het strafrecht wordt behandeld evenals de diensten van Slachtofferhulp Nederland. Verder wordt in deze cursus aandacht besteed aan de kennis en vaardigheden die specifiek zijn voorde dienstverlening aan slachtoffers en aan recente ontwikkelingen op dat gebied.. De cursus maakt onderdeel uit van de studieroute justitiële dienstverlening.
•
Inzicht verwerven in de opvang en ondersteuning van slachtoffers.
Inhoud • De organisatie van slachtofferhulp en slachtofferzorg. • Schokkende gebeurtenissen, verwerking en verstoorde verwerking. • Gestructureerde opvang en ondersteuning van slachtoffers. • Schadevergoeding in en buiten het strafrecht. • De positie van slachtoffers in het strafrecht. • Bemiddeling tussen slachtoffers en daders. • Verschillen en overeenkomsten tussen slachtoffers van vermogensmisdrijven, zedendelicten, geweldsmisdrijven en verkeersongelukken. Onderwijsvorm Hoorcollege, videopresentatie en discussiegroepen. Toetsing Schriftelijk tentamen, m.c. -en open vragen, 2 uur Literatuur • Reader Dienstverlening aan slachtoffers, 2007 - 2008
Leerdoelen • Kennis en inzicht verwerven in de gevolgen van schokkende gebeurtenissen. • Kennis en inzicht verwerven in de positie van slachtoffers in het strafrecht. • Kennis verwerven over Slachtofferhulp Nederland en haar diensten aan slachtoffers. • Inzicht verwerven in de samenhang tussen materiële-, psychische- en letselschade.
244
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
245
DIENSTVERLENING BIJ SCHULDEN SJD DT K • •
• Cursuscode
ADR-SJDD-F009-03
te krijgen in de aard van de financiële problematiek, het bestedingspatroon en de oplossingsmogelijkheden. kennis en vaardigheden hebben om samen met cliënten een budgettering en schuldenregeling te organiseren en uit te voeren. kennis en vaardigheden hebben om materiële vragen van cliënten te verstaan tegen de achtergrond van de maatschappelijke situatie van betrokkene. kennis, vaardigheden en houding hebben om bij het begeleiden ten aanzien van materiële problematiek aandacht te hebben voor sociaal-emotionele effecten. kennis hebben van wetgeving met betrekking tot schuldenproblematiek.
Soort cursus Keuzecursus voor studenten SJD DT
•
Studiebelasting 3 EC
Inhoud In de zeven bijeenkomsten zullen o.a. de volgende thema’s aan bod komen: • ontstaan en verloop van problematische schuldsituaties; • technische aspecten bij het opstellen van een schuldhulpverleningsplan; • methodische aspecten bij het opstellen en uitvoeren van een schuldhulpverleningsplan; • incasso mogelijkheden van schuldeisers; • globale behandeling van wetgeving; • budgetbegeleiding; • geautomatiseerde schuldsanering en budgettering (onder voorbehoud).
Korte inleiding De Nederlandse samenleving heeft zich na de tweede wereldoorlog ontwikkeld tot een consumptiemaatschappij. Door de toenemende welvaart van de laatste jaren heeft een steeds groter aantal mensen meer te besteden. Mensen durven daardoor ook vaker (financiële) risico’s te nemen. Het wordt dan ook belangrijker een verantwoorde financiële huishouding te voeren. Ook in tijden van relatieve welvaart is het noodzakelijk verantwoorde keuzes te maken. Veel mensen lukt dit onvoldoende of zij houden geen rekening met een eventuele teruggang van de welvaart. Een inkomensterugval, het aangewezen zijn op een uitkering of het aangaan van onverantwoorde betalingsverplichtingen vergroot de kans op financiële problemen. Veel instellingen in de sociaal juridische dienstverlening worden nu al met deze problemen geconfronteerd. SJD studenten moeten deze problemen kunnen hanteren.
Onderwijsvorm De bijeenkomsten zullen verschillend ingevuld worden. Hierbij kan gedacht worden aan: hoorcolleges, uitwerken van casuïstiek, videodemonstraties en korte oefeningen.
Competenties 1.1 t/m 1.10
Toetsing Schriftelijk tentamen, m.c.- vragen, 2 uur.
Leerlijn Conceptuele leerlijn
Literatuur • Reader en werkboek
Leerdoelen • kennis en inzicht hebben in het ontstaan en verloop van schuldenproblematiek insamenlevingsverbanden. • kennis en vaardigheden hebben om samen met cliënten inzicht
Bijzonderheden • Tijdens deze cursus wordt veelvuldig gebruik gemaakt van casuïstiek. Bij de financiële uitwerking hiervan is het gebruik van een rekenmachine aan te bevelen.
246
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
247
ECHTSCHEIDINGSRECHT SJD K
Cursuscode
Literatuur • Reader • A. Heida, P. Kavelaars, C.A. Kraan, F.M.J.A. Lohuis en G.J.W. Steenhoff, Echtscheidingsrecht, Nederlandse Orde van Advocaten, uitgave 2007, 9e druk, ISBN13 978-90-5454-780-8, ISBN10 90-5454-780-4 • SJD-Wettenbundel
ADR-SJDK-K050-03
Soort cursus Keuzecursus. Deze keuzecursus bouwt voort op Personen- en familierecht. Voor het volgen van de cursus echtscheidingsrecht is voldoende kennis van de onderwerpen die in Personen- en familierecht zijn behandeld wenselijk. Studiebelasting 3 EC Leerdoelen Het verwerven van kennis en inzicht in alle aspecten van een echtscheiding(sprocedure), zowel de formele aspecten, alsook de materiële aspecten van een echtscheiding. Naast inzicht in de echtscheidingsprocedure zelf wordt aandacht besteed aan de gevolgen van een echtscheiding, met name de juridische gevolgen voor de kinderen, het berekenen van alimentatie, de echtelijke woning, de boedelverdeling en dergelijke. Inhoud De cursus, die sterk geënt is op de praktijk bevat o.a. de volgende onderwerpen: het huwelijk en zijn rechtsgevolgen (waarbij een vergelijking wordt gemaakt met samenwonen buiten huwelijk), de echtscheidingsprocedure, inschrijving van de echtscheiding, alimentatie (ex)echtgeno(o)t(e), minderjarige kinderen, verdeling huwelijksgemeenschap, verrekenbedingen. Onderwijsvorm Hoor -en werkcollege Toetsing Schriftelijk tentamen, open vragen, 2 uur. Bij het tentamen mogen literatuur en wettenbundel worden geraadpleegd.
248
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
249
EINDGESPREK SJD DT
• Cursuscode
ADR-SJDD-035-06 •
Soort cursus Verplicht voor studenten SJD-DT die afstuderen met een afstudeerproject Studiebelasting 1 EC Beginvereisten • Alleen studenten, die aan alle verplichtingen van de opleiding minus het eindgesprek hebben voldaan en dus ten minste 239 EC hebben behaald, kunnen deelnemen aan het eindgesprek. • Het opstellen van een gespreksvoorbereiding geldt als toelatingsvoorwaarde tot het gesprek. Korte inleiding Het eindgesprek is een mondeling tentamen waarin de student wordt getoetst op zijn vermogen om zijn professionaliteit als sociaal juridisch dienstverlener in de context van een gesprek te demonstreren. Doel van het eindgesprek is vast te stellen, in hoeverre dit vermogen aan het eind van de opleiding bij de student als (beginnend) beroepsbeoefenaar ontwikkeld is. Competenties In het eindgesprek laat de student zien alle competenties van de SJD’er te kunnen toepassen in de praktijk. Leerlijn Integrale leerlijn Onderwijsvorm: • De student dient ter voorbereiding van het eindgesprek een gespreksvoorbereiding op te stellen, gebaseerd op geselecteer-
250
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
de thema’s die zijn visie op het beroep verwoorden. Deze kunnen uit de scriptie voortkomen dan wel met de inhoud van de scriptie verband houden, dan wel met SJD gerelateerde onderwerpen verband houden. De opleiding verstrekt richtlijnen ten behoeve van het opstellen van deze gespreksvoorbereiding; deze worden verstrekt tijdens de cursus visie op het beroep. Het eindgesprek vindt plaats tussen de student, twee examinatoren en een door de opleiding ten behoeve van het eindgesprek uitgenodigde werkvelddeskundige Naast de thema’s die de student aankaart in zijn gespreksvoorbereiding kunnen tijdens het eindgesprek ook andere aan SJD gerelateerde onderwerpen, al dan niet aangedragen door de examinatoren dan wel door de bij het eindgesprek betrokken werkvelddeskundige, aan de orde worden gesteld.
Toetsing • Het eindgesprek neemt een uur in beslag. Daarvan is vijftig minuten bestemd voor het eigenlijke tentamen en tien minuten voor beoordeling. Bij het vaststellen van de beoordeling is de student niet aanwezig. • Bij het vaststellen van het cijfer voor het eindgesprek beoordelen de examinatoren het professioneel niveau van de student aan de hand van criteria inzake kennis, inzicht, vaardigheden, beroepshouding en zelfpresentatie. Speciale aandacht krijgt daarbij het vermogen tot reflecteren van de student en zijn vaardigheid om het resultaat van deze reflectie te presenteren aan derden, i.c. de examinatoren en de aanwezige werkvelddeskundige Ook de kwaliteit van de gespreksvoorbereiding wordt meegewogen bij de vaststelling van het cijfer van het eindgesprek. • De examencommissie verstrekt aan de examinatoren en aan de werkvelddeskundigen een schriftelijk overzicht van deze criteria, voorzien van een praktische toelichting ten behoeve van het gebruik ervan tijdens het eindgesprek en met name tijdens de beoordeling. Dit schriftelijke overzicht wordt ook onder studenten verspreid • Het cijfer van het eindgesprek wordt ter plekke aan de student meegedeeld onmiddellijk nadat het door de examinatoren is vastgesteld. • De datum van een eventuele herkansing voor het eindgesprek wordt vastgesteld door de examencommissie.
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
251
Literatuur De studiewijzer en aanvullende informatie zijn digitaal beschikbaar via de workspace.
ETHIEK IN DIENSTVERLENING SJD DT
Cursuscode
ADR-SJDD-F020-04
Soort cursus Verplicht voor alle studenten SJD-DT Studiebelasting 3 EC Korte inleiding Ethiek is de bestudering van de moraal. Onder moraal wordt verstaan: het geheel van opvattingen over wat goed en verkeerd is. In het werk heeft de SJD’er een eigen verantwoordelijkheid bij het toepassen en uitvoeren van rechtsregels. Daarbij zal niet altijd datgene wat juridisch juist is, ook als goed, wenselijk of verantwoord ervaren worden. Als recht en hulp met elkaar botsen, kan er sprake zijn van een dilemma. De SJD’er zal dan langs de weg van de rationele argumentatie en door een methodische benadering een antwoord moeten vinden. Competenties 1.10, 2.8, 3.1, 3.3, 3.4 Leerlijn Conceptuele leerlijn en vaardigheden leerlijn Leerdoelen Na het volgen van de cursus is de student in staat om: • als SJD-er eigen normen en waarden te benoemen en te onderbouwen • morele vraagstukken in de beroepspraktijk van de SJD-er te herkennen, te benoemen en te analyseren • kennis toe te passen van de relevante ethische begrippen en
252
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
253
• •
theorieën, in het bijzonder de in het boek genoemde rechtenethiek en zorgethiek in morele kwesties de eigen positie te onderbouwen, en vervolgens besluitvaardig en ethisch verantwoord te handelen een bijdrage te leveren aan het moreel gesprek binnen de beroepspraktijk
Inhoud In deze cursus komen morele vragen en morele dilemma’s uit de beroepspraktijk van de SJD-er aan de orde. Enerzijds wordt deze vraag naar het “goede handelen” in een breder, algemener kader geplaatst. Daarbij spelen vragen als: Wat is ethiek vanuit het recht en wat is ethiek vanuit de zorg? Hoe is een balans mogelijk? Welke filosofen zijn van grote betekenis voor de Westerse ethiek (Sokrates, Rousseau, Kant, Rawls)? Anderzijds oefenen we in het nadenken over en analyseren van morele vraagstukken. Welke positie kiest de student zelf ten aanzien van de beroepsmoraal en de morele opvattingen in de samenleving? Ook oefenen we in het vinden van oplossingen voor concrete dilemma’s uit de beroepspraktijk van de SJD-er, waarbij we de leerstof methodisch toepassen. Onderwijsvormen Hoorcolleges en trainingen Toetsing MC-tentamen en groepswerkstuk: analyse van een moreel dilemma Presentieregeling Voor de trainingen van deze cursus geldt de aanwezigheidsverplichting
FORENSISCHE PSYCHIATRIE SJD K
Cursuscode
ADR-SJDK-120-06
Soort cursus Keuzecursus Studiebelasting 3 EC Korte Inleiding Met deze cursus wordt beoogd een inleiding te geven in het vakgebied van de psychiatrie en forensische psychiatrie. Psychiatrie en recht hebben een aantal raakvlakken. In het strafrecht onderzoekt de psychiater de verdachte op aanwezigheid van psychische stoornissen en de samenhang met het ten laste gelegde delict. Welke psychische stoornissen hebben specifieke betekenis als het crimineel gedrag betreft. Is deze samenhang te onderzoeken? Wat is in dit verband de betekenis van verslaving en relationele catastrofes? Voorts wordt er aandacht besteed aan gedwongen opname en behandeling van psychiatrische patiënten en de daarop betrekking hebbende wetgeving. Tevens zal worden ingegaan op het begrippenpaar toerekeningsvatbaarheid en toerekening. Tot slot zal terbeschikkingstelling als strafrechtelijke maatregel aan de orde komen.
Literatuur • J. de Savornin Lohman en H. Raaff, ‘In de frontlinie tussen hulp en recht’. Bussum, Coutinho, 2e druk, 2003. ISBN 90 6283 3942 • Studiewijzer (digitaal) en Reader Ethiek in Dienstverlening 2007/2008 (digitaal en in kiosk)
Leerdoelen • Kennis verwerven van neurotische/psychotische symptomen en enige inzicht verkrijgen in een aantal classificatiesystemen uit de sociale psychiatrie. • In staat zijn om symptomen te herkennen en de omgang met de klant daarop aan te passen. • In staat zijn tot adequate verwijzing. • Hantering van een existentieel-fenomenolgische concept ten aanzien van ‘gestoord’ gedrag.
254
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
255
Inhoud • psychopathologie • psychiatrie & recht • de persoon van de verdachte • toerekeningsvatbaarheid • terbeschikkingstelling
FORMEEL STRAFRECHT SJD DT
Onderwijsvorm Hoor- en werkcolleges, zo mogelijk excursie naar een Tbs-kliniek
Cursuscode
Toetsing Schriftelijk tentamen
Soort cursus Verplicht voor alle studenten SJD-DT
Literatuur • wordt nader bekend gemaakt • reader forensische psychiatrie
Studiebelasting 3 EC
ADR-SJDD-J485-04
Korte inleiding De SJD’er die in de beroepspraktijk met het strafrecht in aanraking komt, werkt bijvoorbeeld bij de Reclassering, de Raad voor de Kinderbescherming, de politie, een Bureau Slachtofferhulp, Justitie in de Buurt, een penitentiaire inrichting of op de rechtbank. Voor die SJD’ers, maar ook voor hen die elders werkzaam zijn, is het noodzakelijk om kennis te hebben van de beginselen en beperkingen van het strafrecht. Het recht om te straffen dat aan de overheid toekomt, is in belangrijke mate aan allerlei regels en voorwaarden verbonden. De belangrijkste regels en voorwaarden die betrekking hebben op de bevoegdheden van politie en justitie om het strafrecht ten uitvoer te leggen, komen in deze cursus aan de orde. Competenties 1.3, 1.4, 1.5, 1.6, 1.7, 2.5, 2.7. Leerlijnen Conceptuele leerlijn. Leerdoelen • De student kan de belangrijkste leerstukken van het formele strafrecht zoals de bevoegdheden van politie en justitie bij de opsporing en vervolging van strafbare feiten, het verloop van de procedure ter terechtzitting en de mogelijkheden van rechtsmiddelen uitleggen en toepassen bij het oplossen van een eenvoudige casus.
256
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
257
• •
•
De student kan de belangrijkste strafmodaliteiten uitleggen en toepassen op een eenvoudige casus. De student heeft inzicht in de systematiek van het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht met betrekking tot het formele strafrecht. De student kan actuele ontwikkelingen in het formele strafrecht benoemen en de discussie daarover in grote lijnen weergeven.
Inhoud Deze cursus geeft kennis van de belangrijkste leerstukken van het formele strafrecht ofwel het strafprocesrecht. Daaronder vallen dwangmiddelen als vrijheidsbeneming, het betreden van woningen en het afluisteren van telefoons, de rol van de officier van justitie bij de vervolging, de functies van de raadsman bij de verdediging, het onderzoek ter terechtzitting en de systematiek van de artikelen 348350 van het Wetboek van Strafvordering. Ook schenkt de cursus aandacht aan de verschillende strafmodaliteiten. Door oefening maakt de student zich de structuur van het Wetboek van Strafvordering, het Wetboek van Strafrecht en de specifieke kenmerken van het strafvorderlijke systeem eigen. De cursus gaat in op actuele ontwikkelingen in het strafprocesrecht.
GESPREKSVOERING 2 SJD DT
Cursuscode
ADR-SJDD-M044-03
Soort cursus Verplichte keuzecursus. In plaats van Gespreksvoering 2 kunnen studenten ook Onderhandelen 2 volgen. Studiebelasting 2 EC
Onderwijsvorm 2 uur afwisselend hoorcollege en werkgroep
Korte inleiding De training Gespreksvoering 2 vormt een verdieping van de trainingen Gespreksvoering en Adviesgesprek. Studenten oefenen voor hen lastige praktijksituaties aan de hand van persoonlijke leerdoelen. Hierbij staan we ook stil bij interculturele - en emotionele gesprekken en oefenen we hoe je om kan gaan met agressieve klanten.
Toetsing Schriftelijk tentamen, m.c. -en open vragen
Competenties 1.1, 1.2, 1.7, 1.9 en 1.10
Literatuur • SJD-wettenbundel • Studiewijzer Formeel Strafrecht • Mr. M.J. Kronenberg & Mr. B. de Wilde, Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht, Deventer 2005, ISBN 9013022804, 2e druk (ook te gebruiken voor de cursus Materieel Strafrecht).
Leerlijn Vaardighedenleerlijn
258
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Leerdoelen De student is na afloop van de cursus in staat om: • zijn sterke en zwakke mondelinge gespreksvaardigheden te benoemen en te illustreren aan de hand van een voorbeeld • zijn leerdoelen op gebied van gespreksvoering te formuleren • literatuur te vinden en samen te vatten die aansluit bij zijn leerdoelen • lastige gesprekken te analyseren en evalueren aan de hand van door hem zelf gekozen theoretische gespreksmodellen • zijn intuïtieve reactie te herkennen en te beoordelen
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
259
•
zijn intuïtieve reactie zo nodig te vervangen door meer adequaat gedrag (verbreding persoonlijk gedragsrepertoire).
Inhoud Tijdens deze persoonsgerichte en praktijkgerichte training werken we op basis van het principe van ervarend leren (doen, reflecteren, abstraheren, doen). We richten de training “op maat” in waarbij we aansluiten bij de van te voren door studenten geformuleerde leerdoelen. We maken gebruik van de Roos van Leary en van werkmodellen die door studenten zelf worden aangedragen. We werken met casuïstiek uit de eigen praktijk. Van de studenten verwachten we een grote inbreng met betrekking tot het geven en ontvangen van feedback. Onderwijsvorm Thuisopdrachten Tweedaagse training (vijf dagdelen) Toetsing • Vooraf: Individuele opdracht (schriftelijke intake en literatuurstudie) • Tijdens: Verplichte actieve deelname aan de volledige training, inclusief de theorieles. • Achteraf: Individuele opdracht (reflectieverslag met analyse van een praktijkcasus na afloop van de training) Presentieregeling Voor deze cursus geldt de aanwezigheidsverplichting. Literatuur • Studiewijzer Gespreksvoering 2 SJD DT (digitaal aangeboden) • 100 pagina’s door student zelf te kiezen literatuur
260
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
GESPREKSVOERING SJD DT
Cursuscode
ADR-SJDD-M053-03
Soort cursus Verplicht voor alle studenten SJD DT Studiebelasting 2 EC Korte inleiding Tijdens de training Gespreksvoering oefenen we basale sociaalcommunicatieve vaardigheden in het kader van het intakegesprek tussen werker en cliënt. We werken aan de hand van individuele leervragen en situaties uit de dagelijkse beroepspraktijk van studenten. Tijdens de training komen begrippen uit de communicatieleer aan de orde. Competenties 1.1, 1.2 Leerlijn Vaardighedenleerlijn Leerdoelen Na afloop van de cursus wordt getoetst of de student • een cliënt op zijn gemak kan stellen en vertrouwen kan wekken • initiatief kan nemen en leidinggeven aan het intakegesprek • een intakegesprek kan structureren • door middel van actief luisteren de vraag of de vragen van de cliënt kan achterhalen • het intake gesprek af kan ronden met behulp van een samenvatting en zo nodig vervolgafspraak of doorverwijzing • zijn sterktes en zwaktes in gespreksvoering kan herkennen • een plan van aanpak kan formuleren over de ontwikkeling van verbeterpunten
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
261
Verder besteden we aandacht aan: • klantvriendelijk telefoneren • lastige situaties tijdens interculturele communicatie • emotionele klanten
GEZONDHEIDSRECHT SJD K
Inhoud In deze cursus leert de student communicatieve basistechnieken in de praktijk toe te passen tijdens het intakegesprek. De inhoud sluit aan op de cursus Methodiek. De student leert een model om het intakegesprek te structureren. Daarnaast maakt hij kennis met het slecht-nieuwsgesprek en het verwijzingsgesprek. De cursus wordt aangeboden in de vorm van een training.
Cursuscode
Onderwijsvorm Opdrachten, zelfstudie, praktijksimulatie en demonstratie.
Studiebelasting 3 EC
Toetsing • Mondelinge opdracht (het voeren van een kort intakegesprek). • Individuele opdracht (het schrijven van een evaluatieverslag over een intakegesprek).
Korte inleiding Het gezondheidheidsrecht houdt zich onder andere bezig met regelgeving ten aanzien van de organisatie en financiering van de gezondheidszorg, de kwaliteit van de zorg en het aansprakelijkheidsrecht, de rechtspositie van de hulpverlener en de rechtspositie van de patiënt. Hierbij moet onder meer worden gedacht aan regelgeving met betrekking tot de rechten van de (psychiatrische) patiënt, orgaandonatie, euthanasie en medische experimenten. Ook de problematiek betreffende moderne en genetische manipulatie komt aan de orde.
Presentieregeling Voor deze cursus geldt de aanwezigheidsverplichting. Literatuur • Molen, H.T. van der, Kluytmans, F., & Kramer, M. 2005. Gespreksvoering. Vaardigheden en modellen. Heerlen: Open Universiteit/Groningen: Wolters-Noordhoff, ISBN 90-01-59635-5 • Studiewijzer Gespreksvoering SJD DT (digitaal aangeboden)
ADR-SJDK-070-06
Soort cursus Keuzecursus
Een definitie van gezondheidsrecht is: het geheel van rechtsregels, dat rechtstreeks betrekking heeft op de zorg voor de gezondheid en de toepassing van het burgerlijk recht, bestuursrecht en strafrecht in dat verband. Het gezondheidsrecht vraagt een horizontale benadering van het recht: bestuursrecht, strafrecht, medisch tuchtrecht en civiel recht komen hierbij aan de orde. Leerdoelen • Het verwerven van kennis en inzicht betreffende rechten van patiënten. • Het verwerven van kennis en inzicht in plichten van hulp- en dienstverleners. • Het verwerven van kennis en inzicht in de rechtsbescherming van patiënten/cliënten en de aansprakelijkheid van hulp/dienstverleners.
262
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
263
• •
Het verwerven van inzicht in de beroepswetgeving. Het verwerven van kennis op het terrein van de medische ethiek . Inhoud • Rechten van patiënten • Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst • Wet Bijzondere Opname Psychiatrische Ziekenhuizen • Wet Beroepen Individuele Gezondheidszorg • De civiel-, straf-, en tuchtrechtelijke aansprakelijkheid van beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg • Aspecten van het begin van leven, euthanasie en aanverwante vormen van leven, medische experimenten met mensen, geslachtscellen en embryo’s en orgaandonaties. • Medische ethiek Onderwijsvorm Werkcollege Toetsing Schriftelijk tentamen; houden van referaten (verplichte aanwezigheid) Literatuur • Leenen Prof. dr. H.J.J Handboek Gezondheidsrecht Deel II/Deel II, 4e druk Bohn Stafleu van Loghum, ISBN 9789031332854/9789031336074 • Boer de W.A.L. mr., studiewijzer Gezondheidsrecht 2007-2008.
GOEDERENRECHT SJD DT
Cursuscode
ADR-SJDD-J333-03
Soort cursus Verplicht voor alle studenten SJD-DT Studiebelasting 3 EC Korte inleiding Deze cursus gaat over de ontstane juridische banden, dus de rechtsverhouding, tussen een deelnemer aan het rechtsverkeer en een goed of goederen. Competenties 1.3, 1.5, 1.6 Leerlijn Conceptuele leerlijn Leerdoelen • Kennismaking met c.q. verdieping van kennis van het gedeelte van het privaatrecht dat gaat over het geheel van rechtsregels dat betrekking heeft op de vermogensrechtelijke rechtsverhouding van een rechtssubject tot een goed of goederen. • Verdieping van de leerstof van Verbintenissenrecht met dien verstande dat de gevolgen van verbintenissen die van invloed zijn op de goederenrechtelijke positie van rechtssubjecten, aan de orde komen. • Het ontwikkelen van basale vaardigheid inzake de hantering van rechtsbronnen. • Het ontwikkelen van basale vaardigheid inzake het oplossen van goederenrechtelijke casusposities.
264
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
265
Inhoud • plaatsbepaling van het goederenrecht in het materiële privaatrecht • relatie vermogensrecht tot het goederenrecht • goederenrechtelijke rechten en persoonlijke rechten • goederen en hun onderscheidingen • bezit • overdracht • beschikkingsbevoegdheid • verkrijging en verlies door verjaring • eigendom • beperkte goederenrechtelijke rechten • zekerheidsrechten Onderwijsvorm Hoorcollege en werkgroep Toetsing Schriftelijk tentamen, m.c.-vragen, 2 uur. Literatuur • Inleiding Privaatrecht, Werkboek 1; Cursusdeel 1: Algemeen deel, Goederenrecht (uitgave van de Open Universiteit) 8e gewijzigde druk, 2005 (wordt verkocht door de opleiding) . • Jurisprudentiebundel Inleiding privaatrecht (uitgave van de Open Universiteit) laatste versie (wordt verkocht door de opleiding). • Wettenverzameling voor de Sociaal Juridische Dienstverlening 2007/2008,(uitgave van Koninklijke Vermande) • Studiewijzer Goederenrecht 2007-2008 (digitaal verkrijgbaar via opleiding).
266
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
GRONDRECHTEN SJD K
Cursuscode
ADR-SJDK-K073-03
Soort cursus Keuzecursus Studiebelasting 3 EC Korte inleiding Grondrechten vormen de basis van ons rechtssysteem. Zij vormen niet alleen een heel belangrijk staatsrechtelijk thema, maar ook een maatschappelijk actueel onderwerp. Daarom komt zowel de juridische belichting van grondrechten, alsook de maatschappelijke actualiteit in de colleges aan bod. Kennis van en inzicht in de werking en de beperkingen van grondrechten biedt de student een helder zicht op de achtergrond van veel regelgeving en verhelderen maatschappelijke vraagstukken als de verhouding tussen vrijheid van meningsuiting en vrijheid van godsdienst. Leerdoelen Na het volgen van de cursus is de student in staat om : • de centrale plaats die grondrechten in ons rechtssysteem innemen, toe te lichten • inzicht in grondrechten te tonen in actuele maatschappelijke discussies • verschillende grondrechten in nationaal en internationaal perspectief te herkennen en te benoemen • kennis van Nederlandse en Europese grondrechtenbescherming te tonen • de doorwerking van grondrechten te herkennen en te benoemen in de beroepspraktijk
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
267
•
principe, achtergrond en werking van het gelijkheidsbeginsel in Nederlandse en Europese context te herkennen en inzichtelijk te maken
Inhoud Veel aandacht zal worden geschonken aan het gelijkheids- en nondiscriminatiebeginsel (artikel 1 van de Grondwet). De Algemene Wet Gelijke Behandeling zal behandeld worden in samenhang met uitspraken van de Commissie Gelijke Behandeling. Daarnaast komen ook andere grondrechten en rechtsbeginselen aan bod. Onderwijsvorm Werkcollege Toetsing • individuele opdracht inzake relevante jurisprudentie - dit bepaalt 1/3e deel van het eindcijfer • schriftelijk tentamen met open vragen – dit bepaalt 2/3e deel van het eindcijfer Literatuur • Studiewijzer en Reader, waarin de te bestuderen literatuur is opgenomen (beiden digitaal). • Hand-outs tijdens colleges.
INBURGERING NIEUWKOMERS SJD K
Cursuscode
ADR-SJDK-K090-03
Soort cursus Keuzecursus Studiebelasting 3 EC Korte Inleiding SJD’ers komen in vrijwel alle werkvelden in toenemende mate in aanraking met allochtone cliënten. Dat geldt zeker voor het werken met inburgeraars die sinds de invoering van de Wet Inburgering Nieuwkomers (1998), verplicht een inburgeringsprogramma moeten volgen. Sinds 2000 krijgen oudkomers trajecten aangeboden. Per 1 januari 2007 is het stelsel van inburgering ingrijpend veranderd, Het nieuwe kabinet heeft verder een Deltaplan Inburgering aangekondigd. De cursus volgt de laatste ontwikkelingen op de voet. Leerdoelen Het verwerven van inzicht in de nieuwe wet en regelgeving, praktische gang van zaken rond inburgering en de veranderingen in de nabije toekomst. Inhoud In het vorige stelsel van inburgering kregen inburgeraars een traject aangeboden door de gemeente. Er zijn recent verschillende oplossingen ontwikkeld om het resultaat van inburgering te verbeteren, zoals duale trajecten gericht op werk, opleiding of maatschappelijke participatie. Het nieuwe stelsel van inburgering is per januari 2007 in werking getreden, met als centrale elementen eigen verantwoordelijkheid, marktwerking en resultaat verplichting. Deelnemers maken aan de hand van de wettelijke regelingen en casussen kennis met het nieuwe beleid, en de gevolgen voor de uitvoeringspraktijk. We volgen verder de actuele ontwikkelingen rond het nieuwe
268
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
269
Deltaplan Inburgering op de voet. Er is veel ruimte voor interactie en discussie.
INLEIDING RECHT SJD DT
Onderwijsvorm Hoor- en werkcollege, casuïstiek en thuisopdrachten. Toetsing Schriftelijk tentamen, open vragen Cursuscode Literatuur • Reader Inburgering 2007-2008 • Overige literatuur wordt nader bekend gemaakt.
ADR-SJDD-140-07
Soort cursus Verplicht voor alle studenten SJD-DT Studiebelasting 4 EC Korte inleiding De SJD’er werkt in de beroepspraktijk altijd met kennis van het recht. Of een SJD’er nu de concrete belangen van een beroepsgroep behartigt, slachtoffers van misdrijven bijstaat, oudere werknemers probeert te reïntegreren of het recht op subsidie moet beoordelen. Altijd moet een SJD’er oog hebben voor de (mogelijk) toepasselijke rechtsregels en relevante rechtsgebieden. Iedere SJD’er moet dus een globaal overzicht hebben van het recht. Deze cursus geeft inleidende kennis van het geldende recht op het Nederlandse grondgebied. Op deze basiskennis wordt in andere cursussen voortgebouwd. De cursus geeft ook een eerste aanzet tot het ontwikkelen van juridische vaardigheden. Competenties 1.3, 1.4, 1.5 Leerlijn Conceptuele leerlijn Leerdoelen • De student heeft kennis van de gangbare onderscheidingen in rechtsgebieden en weet de betekenis van die onderscheidingen aan te geven. • De student heeft kennis van de belangrijkste rechtsregels en beginselen die gelden binnen het privaatrechtelijke, constitutionele, bestuursrechtelijke, strafrechtelijke en internationale rechtsgebied.
270
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
271
• • • • •
De student kan het primaire rechtsgebied van een casus en een vonnis of arrest herkennen. De student kan de toepasselijke rechtsregels voor een casus vinden en onder woorden brengen. De student heeft op basisniveau inzicht in de systematiek van het recht. De student heeft inzicht in de systematiek van enkele wetten. De student kan jurisprudentie vinden, lezen, analyseren en samenvatten.
Inhoud In de cursus komen behalve de bronnen van het geldende recht ook het constitutionele recht van de Nederlandse staat en van Europa aan de orde, de rechterlijke organisatie, de relatie overheid en burger en de bescherming die de burger tegen de overheid kan inroepen, het materiële en formele strafrecht en het privaatrecht. Elk onderwerp wordt in de Studiewijzer en met hand-outs verduidelijkt met concreet materiaal. De stof wordt mede eigen gemaakt door speciale aandacht voor juridische vaardigheden. Onderwijsvorm 3 uur hoorcollege en (zelf)werkgroep Toetsing Vaardighedentoets (take- home); Schriftelijk tentamen van 2 uur met meerkeuzevragen. Literatuur • SJD-wettenbundel 2007-2008 • Studiewijzer Inleiding Recht • C.J. Loonstra, Hoofdlijnen Nederlands Recht, Wolters Noordhoff Groningen, ISBN 978-90-01-56119-2 8e druk.
ISLAM EN RECHT SJD K
Cursuscode
ADR-SJDK-095-05
Soort cursus Keuzecursus Studiebelasting 3 EC Korte inleiding Het keuzevak islam en recht beoogt een aanvulling te geven op de al aanwezige juridische kennis en een bijdrage te zijn aan verdere vorming van de vakkundigheid. In het bijzonder gaat het hierbij om specifieke kennis van en inzicht in religieuze en culturele achtergronden van de islam en haar juridische implicaties. Een en ander beoogt de dienstverlening ten behoeve van de islamitische cliënt in de Nederlandse context te optimaliseren want iedereen die in Nederland woont valt onder het Nederlands (straf)recht. Echter, wie een andere nationaliteit heeft kan daarnaast met andere wetten te maken hebben, zoals het islamitisch privaat- en familierecht. Leerdoelen • Verdiepen van kennis en inzicht met betrekking tot religieuze en culturele achtergronden van de islam en haar juridische implicaties. Inhoud 1. Inleiding Islam en recht : • De legitimering voor islamitisch recht, de discussies en de verschillende standpunten. 2. Inleiding in Oesoel al fiqh, de wortels van het islamitisch recht. • Koran, hadieth en soenna, sharia en hadd straffen. 3. De vier rechtsscholen • Gedragsregels halal verplicht en haram verboden, en hoe
272
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
273
4.
5.
6. 7.
deze regels in het alledaagse maatschappelijke verkeer en het recht een plaats hebben. Huwelijksrecht • Uithuwelijken, scheiden en verstoten. Achtergrond informatie in relatie tot mishandeling van vrouwen en ander huiselijk geweld en andere redenen tot weglopen. Seksualiteit en sharia • Maagdelijkheid; overspel e.d. De problemen van jonge moslims, vrouwen en mannen, in de Nederlandse seculiere context. • Homoseksualiteit Criminaliserings- en radicaliseringsprocessen • De identeitsvraag / problematiek van moslim jongeren. Eer en eerwraak • Vergelijking met de Turkse en de Nederlandse houding t.a.v. juridisch straffen.
Onderwijsvorm Inleidingen waarbij ook aandacht zal worden besteed aan de actualiteit. Er is veel ruimte voor eigen inbreng van studenten, casuïstiek en of andere voorbeelden uit de praktijk en er is ruimte voor vragen en discussie. Zo mogelijk wordt er gebruik gemaakt van video illustraties. Toetsing Een werkstuk van maximaal 5 pagina’s Literatuur Materiaal wordt in de les uitgedeeld. Bijzonderheden Enige kennis van het (Nederlandse) strafrecht wordt geacht aanwezig te zijn.
JEUGDRECHT SJD K
Cursuscode
ADR-SJDK-K100-03
Soort cursus Keuzecursus Studiebelasting 3 EC Korte inleiding In deze keuzecursus komt informatie die van toepassing is op jeugdigen uit allerlei rechtsgebieden aan de orde. Zowel privaatrechtelijke, publiekrechtelijke en strafrechtelijke aspecten worden behandeld. Leerdoelen • Het verwerven van kennis en inzicht in alle juridische aspecten van het jeugdrecht. • Het recht wordt bekeken vanuit de positie van de minderjarige. Inhoud In deze cursus oriënteert de student zich op het gebied van het jeugdrecht. Het jeugdrecht omvat regelingen die behoren tot het personen -en familierecht, zoals minderjarigheid en handelingsonbekwaamheid, het strafrecht en het administratieve recht. Wat dit laatste betreft, zal de nadruk liggen op de Wet op de jeugdzorg. In dit kader wordt aandacht besteed aan de jeugdbeschermingsmaatregelen en de diverse instanties die werkzaam zijn op het gebied van de jeugdzorg. Onderwijsvorm Hoorcollege en werkgroep Toetsing Individuele opdracht
274
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
275
Literatuur • Reader • SJD- wettenbundel 2007-2008 • Mr A.P. van der Linden, Mr G.B.C.M. van der Reep, Mr F.G.A. ten Siethoff en Mr A.E.I.J. Zeijlstra-Rijpstra, Jeugd en recht, uitg. Bohn Stafleu Van Loghum, 8e druk, ISBN10: 9031342947 ISBN13: 9789031342945
JEUGDSTRAFRECHT SJD K
Cursuscode
ADR-SJDK-110-07
Soort cursus Keuzecursus Studiebelasting 3 EC Beginvereisten Kennis van de inhoud van Materieel Strafrecht en Formeel Strafrecht wordt verondersteld. Korte inleiding Deze cursus gaat in op het werk van de diverse partners in de jeugdstrafrechtketen: politie, bureau Halt, bureau Jeugdzorg, Raad voor de Kinderbescherming, Openbaar Ministerie, rechtbank en justitiële jeugdinrichtingen. Bedoeling is de studenten die zich willen specialiseren in het werken in de keten te informeren over de feitelijke en juridische stand van zaken in deze tak van het strafrecht. Competenties 1.3, 1.4, 1.5, 1.6, 1.7. Leerlijn Conceptuele leerlijn Leerdoelen • De student kan de rechten en plichten van de jeugdige verdachten in de verschillende fasen van het strafproces benoemen en toepassen op een casus en beroepsproducten uit de praktijk. • De student kan de verschillende partners uit de jeugdstrafrechtsketen en hun werkzaamheden benoemen. • De student kan de strafmodaliteiten uit het jeugdstrafrecht uitleggen en toepassen op een casus.
276
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
277
•
•
De student heeft kennis van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en beleidsregels met betrekking tot het jeugdstrafrecht. De student kan actuele ontwikkelingen in het jeugdstrafprocesrecht en de jeugdstrafrechtsketen benoemen, de discussie daarover in grote lijnen weergeven en een eigen mening hieromtrent formuleren.
Inhoud • Stand van zaken en ontwikkeling van de jeugdcriminaliteit • Ontwikkeling van het jeugdstraf(proces)recht • Het materiële jeugdstrafrecht o.a. straffen en maatregelen • Dwangmiddelen en de (verdere) vervolging • Jongeren in justitiële inrichtingen • Nieuwe en alternatieve straffen • De jeugdreclassering, bureau Halt, Raad voor de Kinderbescherming Onderwijsvorm Hoorcollege en discussie, video/DVD, gastsprekers. Toetsing Schriftelijk tentamen, open vragen, 2 uur. Literatuur • Studiewijzer (digitaal verkrijgbaar via workspace) • Reader (digitaal verkrijgbaar via workspace) • SJD-wettenbundel 2007-2008 • Bac, J.R. e.a. (2004). De jeugdige verdachte en het recht. De (harde) kern van het jeugdstrafprocesrecht. ’s Gravenhage: Elsevier juridisch, ISBN 90 5901 979 2
LETSELSCHADE SJD K
Cursuscode
ADR-SJDK-K120-04
Soort cursus Keuzecursus Studiebelasting 3 EC Korte inleiding Een slachtoffer van letselschade heeft, als er een aansprakelijke partij is, een wettelijk recht op volledige schadevergoeding. Het kan echter een lastig proces zijn om daarover met de wederpartij tot overeenstemming te komen. In deze cursus wordt inzicht verschaft in de letselschaderegeling. Behandeld worden de belangentegenstellingen tussen slachtoffers van letselschade, rechtshulpverleners en aansprakelijkheidsverzekeraars. Daarnaast wordt een beeld gegeven van de knelpunten die in een letselschaderegeling kunnen optreden en de rol die de SJD’er in deze levendige branche kan spelen. Leerdoelen Kennis en inzicht verwerven in de materie die samenhangt met de letselschaderegeling. Kennis en inzicht verwerven in de knelpunten die kunnen optreden tijdens een letselschaderegeling. Zicht krijgen op de organisaties en bedrijven die zich op het werkterrein van letselschade begeven. Een beeld krijgen van de rol van de SJD’er in het geheel. Inhoud Wat is letselschade; Het juridische kader van de letselschaderegeling; De belanghebbenden onder de loep; De ‘sociale kaart’ van de letselschaderegeling;
278
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
279
De praktijk van letselschaderegeling; De actuele knelpunten; De rol van de SJD’er.
LITERATUURSTUDIE SJD
Onderwijsvorm Hoorcollege(s), videopresentatie(s), casuïstiek, spreker(s), opdrachten. Toetsing Schriftelijk tentamen, open en gesloten vragen (m.c.). Literatuur • Dort, mr R van, Het verhaal van letselschade (2e druk), R., Uitgeverij Pica, ISBN 9789077671023 • Studiewijzer, reader en materiaal dat per les beschikbaar komt.
Cursuscode
ADR-SJDK-333-05
Soort cursus Keuzecursus Studiebelasting 3 EC Korte inleiding De literatuurstudie is een alternatief voor een keuzecursus. Studenten kunnen twee keuzecursussen vervangen door literatuurstudies. Een groter aantal literatuurstudies in het totaal van de studieroute van de student is alleen mogelijk na expliciete toestemming van de examencommissie. Via een literatuurstudie verdiept een student zich in een specifiek onderwerp, dat relevant is in het kader van de SJD-opleiding. Daarbij wordt de student in beperkte mate door één van de SJD-docenten begeleid. Het onderwerp van de literatuurstudie moet goedgekeurd worden door een vakdocent. Competenties Afhankelijk van onderwerp Leerlijn Afhankelijk van onderwerp Leerdoelen • Zelfstandig een onderwerp, dat relevant is voor de sociaal juridische beroepsuitoefening, aan de hand van literatuur kunnen bestuderen. • Zich een eigen oordeel over het bestudeerde kunnen vormen. • Een werkstuk over de bestudeerde literatuur kunnen schrijven, waarin: a. de bestudeerde literatuur wordt samengevat. b. een eigen oordeel resp. eigen conclusies over het bestudeer-
280
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
281
•
de onderwerp wordt/worden gepresenteerd. de relevantie van het gekozen onderwerp en van de conclusies voor de sociaal juridische beroepsuitoefening wordt uiteengezet.
Inhoud In een literatuurstudie bestudeert de student zelfstandig enige literatuur (boek(en) en/of artikelen) en behandelt deze stof in een klein werkstuk. Voorbeelden van onderwerpen: • Jeugdhulpverlening • Seks en strafrecht (verkrachting, aanranding, prostitutie, incest) • Rechterlijke uitspraken in de praktijk • Beleving van langdurige werkloosheid • Euthanasie • Criminaliteit en strafrecht • TBS en strafrecht Werkvorm • De student werkt zelfstandig aan het de literatuurstudie • Studenten die een literatuurstudie willen doen, dienen hiertoe een formulier in te vullen, dat te verkrijgen is aan de balie bij het onderwijssecretariaat (TOS). • De student die een literatuurstudie wil verrichten, levert dit formulier in bij de examencommissie en maakt daarvan twee kopieën, één voor zichzelf en één voor de begeleidende docent. • In principe kan de student zelf bepalen door welke docent hij zijn literatuurstudie wil laten begeleiden. De student neemt zelf contact op met de begeleidende docent voor ondersteuning bij het zoeken naar geschikte literatuur en bij het opstellen van het werkstuk. Studenten die niet weten, welke docent zij voor een specifiek onderwerp moeten benaderen, dienen contact op te nemen met de opleidingsmanager. Ook kan diens advies worden ingewonnen, wanneer een idee over een bepaald onderwerp nog erg weinig uitgekristalliseerd is. • De begeleidende docent maakt afspraken met de student over inhoud van het werkstuk en inlevertermijn en beoordeelt het werkstuk. Een kopie van de beoordeling gaat naar de programmamanager. • Studenten worden bij literatuurstudies minimaal begeleid: de docent wordt geacht de begeleiding, het lezen van het werkstuk en het beoordelingsgesprek af te wikkelen in twee uur. Daarom is een literatuurstudie bij uitstek een werkvorm, waarin het accent ligt op zelfwerkzaamheid van de individuele student.
282
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
• • •
De student wordt aangeraden om als onderwerp voor een literatuurstudie een duidelijk afgebakend thema te kiezen. Literatuurstudies kunnen deel uitmaken van een afstudeerrichting Literatuurstudies kunnen een ‘voorstudie’ vormen voor de afstudeerthema’s of afstudeerproject.
Toetsing • De literatuur moet minimaal 400 pagina’s beslaan. • Het werkstuk moet een omvang hebben van minimaal 5, maximaal 12 bladzijden, getypt op A-4 formaat. Het werkstuk moet inhoudelijk aan de volgende criteria voldoen: • Samenvatting van de gelezen literatuur: wat is/zijn de probleemstelling(en) van de auteur(s), de resultaten van het onderzoek of de studie van de auteur(s), wat is/zijn de conclusie(s). • Wat is je mening over het gelezene? Bijvoorbeeld: wat vind je van de conclusie? Wat is het belang van dit onderwerp gezien vanuit de SJD-opleiding? Bij meerdere boeken resp. artikelen dienen vergelijkingen te worden gemaakt en conclusies te worden getrokken. Literatuur • Zelf in te vullen
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
283
LOOPBAAN- EN COMPETENTIEONTWIKKELING INLEIDING SJD DT
Cursuscode
ADR-SJDD-350-06
Soort cursus Verplicht voor alle SJD-DT studenten; onderdeel van de 4 jarige lintcursus loopbaan en compententieontwikkeling Studiebelasting 3 EC Korte inleiding De opleiding SJD DT wil dienstverleners afleveren die weten waar hun kracht ligt en wat ze willen bijdragen aan het SJD werkveld. Mensen die het bovendien als een uitdaging ervaren om zichzelf en de organisatie waarvan ze deel uit maken continu te blijven ontwikkelen. Inleiding loopbaan- en competentieontwikkeling legt hiervoor de basis. Deze cursus vormt de start van een vak dat elk studiejaar terugkomt (loopbaan- en competentieontwikkeling). Hierin word je uitgedaagd om op methodische wijze regie te nemen over je loopbaanontwikkeling en leerproces op school en in je werk . In het eerste jaar besteden we in het bijzonder aandacht aan het vinden van werk op Praktijktijd niveau 1. Competenties Tijdens deze cursus maakt de student kennis met alle dimensies en deelcompetenties van het SJD competentieprofiel. In het bijzonder werkt hij aan de ontwikkeling van de volgende competenties: 1.8, 1.10, 2.8 en 3.4 . Leerlijn Ervarings-reflectieleerlijn
284
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Leerdoelen Na afloop van de cursus • kent de student zijn belangrijkste kwaliteiten en eerder verworven competenties • kan hij deze onder woorden brengen aan de hand van een concreet voorbeeld • kent hij de SJD competenties • kan hij concrete doelen stellen en activiteiten plannen op gebied van loopbaan- en competentieontwikkeling • kent hij doel en vorm van het Portfolio Inhoud Tijdens Inleiding loopbaan- en competentieontwikkeling SJD DT brengt de student zijn kwaliteiten en reeds verworven competenties in kaart, onderzoekt hij het SJD-competentieprofiel en formuleert hij toekomstwensen over zijn loopbaan. Uiteindelijk maakt hij een plan van aanpak waarin hij aangeeft wat voor werk hij wil doen en welke competenties hij het komende jaar in het bijzonder wil ontwikkelen. Inleiding loopbaan- en competentieontwikkeling SJD DT brengt een cyclus opgang van het stellen van loopbaan- en leerdoelen, plannen en uitvoeren van activiteiten en evalueren van (leer)resultaten. Onderwijsvorm Hoorcollege, thuisopdrachten en vier werkcolleges verspreid over het eerste studiejaar (één bijeenkomst per periode). Tijdens het hoorcollege presenteert de docent de visie achter het vak en een aantal centrale concepten en licht hij de opzet van de cursus en opdrachten toe. Tijdens de werkcolleges wisselen studenten ervaringen uit en verdiepen zij hun (zelf-)analyse door middel van collegiale consultatie. Toetsing Individuele opdracht (Portfolio, groot werkstuk). Presentieregeling Voor deze cursus geldt de aanwezigheidsverplichting. Literatuur • Studiewijzer Inleiding loopbaan- en competentieontwikkeling SJD DT (digitaal aangeboden via Workspace)
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
285
LOOPBAAN- EN COMPETENTIEONTWIKKELING JAAR 2 SJD DT
Cursuscode
ADR-SJDD-351-07
Soort cursus Verplicht voor alle SJD-DT studenten; onderdeel van de vierjarige lintcursus loopbaan en competentieontwikkeling Studiebelasting 1 EC Korte inleiding De opleiding SJD DT wil dienstverleners afleveren die weten waar hun kracht ligt en wat ze willen bijdragen aan het SJD werkveld. Mensen die het bovendien als een uitdaging ervaren om zichzelf en de organisatie waarvan ze deel uit maken continu te blijven ontwikkelen. Tijdens de jaarlijks terugkerende cursus loopbaan- en competentieontwikkeling word je uitgedaagd om al tijdens je studie op methodische wijze regie te nemen over je loopbaanontwikkeling en over leerproces op school en in je werk. In het tweede studiejaar besteden we in het bijzonder aandacht aan het vinden van werk op Praktijktijd niveau 2. De cursus sluit aan bij de Training Netwerken en Presenteren. Studenten die in januari nog geen werk hebben op Praktijktijd niveau 2 kunnen facultatief deelnemen aan een maatwerk loopbaancoachingstraject.
Leerdoelen Na afloop van de cursus kan de student: • effectiviteit en relevantie evalueren van (leer)activiteiten en resultaten; • op basis hiervan zijn loopbaan- en leerdoelen herformuleren en; • nieuwe activiteiten plannen Onderwijsvorm Thuisopdrachten en twee werkcolleges waarin studenten ervaringen uitwisselen en hun analyse verdiepen door middel van collegiale consultatie en (individuele)begeleiding door de docent. Begin periode A formuleert de student loopbaan- en ontwikkeldoelen en maakt hij een plan van aanpak. Eind periode D evalueert hij dat jaar bereikte resultaten en vult hij zijn Portfolio aan. Tijdens het facultatieve loopbaancoachingstraject werken studenten in een kleine groep onder begeleiding gedurende vijf bijeenkomsten aan het aanscherpen van de zelfdiagnose, loopbaandoelen en plan van aanpak. Bovendien trainen studenten hun persoonlijke presentatie en sollicitatievaardigheden. Toetsing Individuele opdracht (Portfolio, groot werkstuk). Presentieregeling Voor deze cursus geldt de aanwezigheidsverplichting. Literatuur • Studiewijzer loopbaan- en competentieontwikkeling SJD DT (digitaal aangeboden via Workspace).
Competenties Tijdens deze cursus plant en evalueert de student ontwikkeling op het gebied van alle dimensies en deelcompetenties van het SJD competentieprofiel. In het bijzonder werkt hij aan de ontwikkeling van de volgende competenties: 1.8, 1.10, 2.8 en 3.4 . Leerlijn Ervarings-reflectieleerlijn
286
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
287
LOOPBAAN- EN COMPETENTIEONTWIKKELING JAAR 3 SJD DT
Cursuscode
ADR-SJDD-352-07
Soort cursus Verplicht voor alle SJD-DT studenten; onderdeel van de vierjarige lintcursus loopbaan en competentieontwikkeling Studiebelasting 1 EC Korte inleiding De opleiding SJD DT wil dienstverleners afleveren die weten waar hun kracht ligt en wat ze willen bijdragen aan het SJD werkveld. Mensen die het bovendien als een uitdaging ervaren om zichzelf en de organisatie waarvan ze deel uit maken continu te blijven ontwikkelen. Tijdens de jaarlijks terugkerende cursus loopbaan- en competentieontwikkeling word je uitgedaagd om al tijdens je studie op methodische wijze regie te nemen over je loopbaanontwikkeling en over leerproces op school en in je werk. In het derde studiejaar besteden we in het bijzonder aandacht aan het vinden van werk op Praktijktijd niveau 2. De cursus sluit aan bij Supervisie.
• •
op basis hiervan zijn loopbaan- en leerdoelen herformuleren en nieuwe activiteiten plannen.
Onderwijsvorm Thuisopdrachten en twee werkcolleges waarin studenten ervaringen uitwisselen en hun analyse verdiepen door middel van collegiale consultatie en (individuele)begeleiding door de docent. Begin periode A formuleert de student loopbaan- en ontwikkeldoelen en maakt hij een plan van aanpak. Eind periode D evalueert hij dat jaar bereikte resultaten en vult hij zijn Portfolio aan. Toetsing Individuele opdracht (Portfolio, groot werkstuk). Presentieregeling Voor deze cursus geldt de aanwezigheidsverplichting. Literatuur • Studiewijzer loopbaan- en competentieontwikkeling SJD DT (digitaal aangeboden via Workspace).
Competenties Tijdens deze cursus plant en evalueert de student ontwikkeling op het gebied van alle dimensies en deelcompetenties van het SJD competentieprofiel. In het bijzonder werkt hij aan de ontwikkeling van de volgende competenties: 1.8, 1.10, 2.8 en 3.4 . Leerlijn Ervarings-reflectieleerlijn Leerdoelen Na afloop van de cursus kan de student: • effectiviteit en relevantie evalueren van (leer)activiteiten en resultaten
288
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
289
LOOPBAAN- EN COMPETENTIEONTWIKKELING JAAR 4 SJD DT
• •
Een persoonlijk profiel formuleren Een persoonlijke missie formuleren.
Onderwijsvorm Een werkcollege en thuisopdrachten. Toetsing Individuele opdracht (Portfolio, groot werkstuk). Cursuscode
ADR-SJDD-353-07
Soort cursus Verplicht voor alle SJD-DT studenten; onderdeel van de vierjarige lintcursus loopbaan en competentieontwikkeling Studiebelasting 1 EC
Presentieregeling Voor deze cursus geldt de aanwezigheidsverplichting. Literatuur • Studiewijzer loopbaan- en competentieontwikkeling SJD DT jaar 4 (digitaal aangeboden via Workspace).
Korte inleiding De opleiding SJD DT wil dienstverleners afleveren die weten waar hun kracht ligt en wat ze willen bijdragen aan het SJD werkveld. Mensen die het bovendien als een uitdaging ervaren om zichzelf en de organisatie waarvan ze deel uit maken continu te blijven ontwikkelen. Tijdens de jaarlijks terugkerende cursus loopbaan- en competentieontwikkeling word je uitgedaagd om al tijdens je studie op methodische wijze regie te nemen over je loopbaanontwikkeling en over leerproces op school en in je werk. In het vierde studiejaar kijk je terug op het ontwikkelingsproces dat je afgelopen jaren op je werk en binnen de opleiding hebt doorgemaakt . Je formuleert een persoonlijk profiel en een persoonlijke missie. De cursus hangt samen met Visie op het Beroep. Competenties Tijdens deze cursus evalueert de student ontwikkeling op het gebied van alle dimensies en deelcompetenties van het SJD competentieprofiel. Leerlijn Ervarings-reflectieleerlijn Leerdoelen Na afloop van de cursus kan de student: • Zijn loopbaan- en competentieontwikkeling evalueren
290
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
291
MANAGEMENT EN ORGANISATIE SJD DT
Cursuscode
ADR-SJDD-F053-03
Soort cursus Verplicht voor alle studenten SJD-DT. Studiebelasting 3 EC Korte inleiding Een organisatie is een menselijke samenwerking die doelgericht en blijvend is. In het SJD-werkveld zijn veel organisaties te vinden die ieder hun eigen doelstelling, strategie en werkwijze hebben. Als je werkt bij een van deze organisaties is het praktisch om iets te weten van het functioneren van die organisatie. Deze cursus is er op gericht eens met andere ogen te kijken naar de organisatie waarin je werkt. Enerzijds krijg je inzicht in termen als visie, missie, organisatiecultuur, organisatiestructuur en anderzijds ga je kijken hoe je deze theoretische termen in de praktijk kunt herkennen. En, niet onbelangrijk, hoe ze je dagelijks werk beïnvloeden. Veel organisaties in het SJD-werkveld behoren tot de overheid of de semi-overheid. Dit betekent dat ze buiten dat ze hun eigen proces goed moeten ‘organiseren’ ook rekening moeten houden met de overheid als opdrachtgever, controleur of op z’n minst als belangrijke speler in het werkveld. In deze cursus gaan we dan ook op zoek naar actualiteiten die zich in dit licht rondom je eigen organisatie voordoen en wat die impliceren voor jou als werknemer en onderdeel van je organisatie. Competenties 2.1, 2.3, 3.1 en 3.4
Leerdoelen De student heeft aan het eind van deze cursus kennis en inzicht in de elementaire begrippen uit de organisatiekunde: • doelbepaling en strategievorming • organisatiestructuren • organisatiecultuur • Organisatiepolitiek en hiërarchie • managementstijlen • management en ontwikkeling van personeel De student kan deze inzichten toepassen op de eigen organisatie. Daarnaast is hij in staat te benoemen wat de effecten van de keuzes bij de invulling van deze thema’s door de organisatie zijn voor de werknemers. Inhoud Tijdens de cursus Management en Organisatie leert de student kijken naar de eigen organisatie vanuit een organisatiekundige bril. Hij houdt de organisatie tegen het licht, stelt vast welke invulling zij gegeven heeft aan eerder geschetste thema’s en vormt zich een kritisch beeld van de effecten daarvan voor de mensen op de werkvloer. Aansluitend aan de colleges schrijft de student een werkstuk dat bestaat uit 3 delen: Een deel over het Werkveld van de organisatie en actuele ontwikkelingen daarbinnen, een deel over de organisatie zelf aan de hand van een aantal organisatiekundige thema’s en een deel over je eigen werk binnen de organisatie en wat er voor nodig is om dat goed te kunnen doen. De organisatie is bij voorkeur de organisatie waarbij jezelf werkzaam bent. Onderwijsvorm Hoorcollege, zelfwerkzaamheid, werkcollege. Toetsing Individueel werkstuk van maximaal 15 pagina’s. Literatuur • Wordt nader bekend gemaakt via de workspace
Leerlijn Conceptuele leerlijn.
292
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
293
MATERIEEL STRAFRECHT SJD DT • •
Cursuscode
ADR-SJDD-J480-04
Soort cursus Verplicht voor alle studenten SJD-DT Studiebelasting 3 EC Korte inleiding De SJD’er die in de beroepspraktijk met het strafrecht in aanraking komt, werkt bijvoorbeeld bij de Reclassering, de Raad voor de Kinderbescherming, de politie, een Bureau Slachtofferhulp, Justitie in de Buurt, een penitentiaire inrichting of op de rechtbank. Voor die SJD’ers maar ook voor hen die elders werkzaam zijn, is het noodzakelijk om kennis te hebben van het materieel strafrecht, de verzamelnaam voor alle wetsartikelen die vastleggen welk gedrag in beginsel in aanmerking komt voor een strafrechtelijke sanctie. Ingegaan wordt onder meer op het legaliteitsbeginsel, wederrechtelijkheid, opzet en schuld, schulduitsluitingsgronden, poging en voorbereiding, en deelneming. Aandacht wordt besteed aan recente ontwikkelingen in het strafrecht en de positie van het strafrecht in de samenleving.
voudige casus. De student heeft inzicht in de systematiek van het Wetboek van Strafrecht, de Wegenverkeerswet 1994 en de Opiumwet. De student kan actuele ontwikkelingen in het strafrecht benoemen en de discussie hierover in grote lijnen weergeven.
Inhoud Deze cursus geeft kennis van de belangrijkste leerstukken van het materiële strafrecht, waaronder de voorwaarden voor strafbaarheid, het onderscheid tussen opzet en schuld, poging, deelneming, uitlokking en medeplichtigheid. Door oefening maakt de student zich de structuur van het Wetboek van Strafrecht en de specifieke kenmerken van het strafrechtelijke systeem eigen. De cursus staat een kritische benadering van het strafrecht voor. Onderwijsvorm 2 uur afwisselend hoorcollege en werkgroep Toetsing Schriftelijk tentamen, m.c. - en open vragen, 2 uur Literatuur • SJD-wettenbundel • Studiewijzer Materieel Strafrecht • Mr. M.J. Kronenberg & Mr. B. de Wilde, Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht, Deventer 2005, ISBN 9013022804 - 2e druk (ook te gebruiken voor de cursus Formeel Strafrecht).
Competenties 1.3, 1.4, 1.5, 1.6, 1.7. Leerlijn Conceptuele leerlijn. Leerdoelen • De student kan de belangrijkste leerstukken van het materiële strafrecht, zoals strafbare feiten, strafbaarheid, schuld- en strafuitsluitingsgronden, poging, voorbereiding, deelneming, uitlokking en medeplichtigheid uitleggen en toepassen op een een-
294
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
295
METHODIEK SJD DT
Cursuscode
ADR-SJDD-M160-04
Soort cursus Verplicht voor alle studenten SJD DT. Studiebelasting 3 EC Korte inleiding De cursus biedt de student een basis van het methodisch werken. Hierop wordt in latere cursussen voortgebouwd. De centrale doelstelling is dat de student in staat is, uitgaande van concrete vragen of problemen, doelgericht en systematisch sociaal juridische problemen in samenhang te analyseren en op te lossen. Competenties 1.1, 1.2, 1.3, 1.5,1.8, 1.10 Leerlijn: Conceptuele leerlijn Leerdoelen De student kan: • de probleem- en situatieanalyse uitvoeren, • doelen stellen, • de diverse strategieën om tot een sociaal juridische oplossing te komen overzien, en daaruit gefundeerde keuzes maken, • sociaal juridische beslissingen nemen en zich daarvoor verantwoorden. Inhoud In deze cursus staat de uitleg van het ‘fasemodel voor de Rechtstoepassing’, vervolgens te noemen ‘het fasemodel’, centraal. Het uitgangspunt is dat de SJD’er in staat moet zijn diensten te verle-
296
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
nen en/of beslissingen te nemen in situaties waar de toepassing van wetten en regels in het geding is. Deze materiële dienstverlening, met aandacht voor de immateriële aspecten, kan de SJD’er uitvoeren dankzij de vaardigheid heldere, overdraagbare probleem- en situatie analyses te kunnen maken. De SJD’er moet in staat zijn deze analyse methodisch uit te voeren. De student maakt zich het methodisch werken eigen aan de hand van de concrete uitwerking van casuïstiek. Naast de uitleg van het fasemodel wordt het specifieke van sociale juridische problemen toegelicht. Er wordt nagegaan aan welke voorwaarden oplossingen moeten voldoen. Het werken met het fasemodel wordt beschreven als methodiek op micro niveau. De relatie tussen cliënt, organisatie en de SJD’er is het onderwerp van methodiek op meso niveau. Methodiek op macro niveau, de betekenis van de maatschappelijke context, wordt concreet vertaald naar het gebruik van het fasemodel. Vervolgens is het een logische stap enkele specifieke kenmerken van SJD methodiek aan de orde te stellen. Wat is het belang van de agogiek voor methodiek? In ‘Methodiek ’ wordt nog niet of nauwelijks ingegaan op de juridische aspecten van de probleemoplossing. Onderwijsvormen Werkcollege Toetsing De toetsing bestaat uit een individuele schriftelijke opdracht. Bij een onvoldoende verbetert de student hetzelfde werkstuk op de punten die de docent aangeeft. De verbeterde versie is de herkansing. Indien deze herkansing onvoldoende is moet een nieuw werkstuk worden gemaakt. Literatuur • Studiehandleiding en reader methodiek Deeltijd (digitaal via de workspace). • Langen C., Methodiek voor de Sociaal Juridische Dienstverlening, Uitgeverij H. Nelissen bv Baarn 2005 , ISBN 9789024414697, druk 4 • Aanvullende literatuur zal tijdens de bijeenkomsten worden verstrekt
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
297
NETWERKEN EN PRESENTEREN SJD DT
• •
themapresentatie stand van zaken en afronding
2. 3 Themabijeenkomsten: Tijdens de 1ste t bijeenkomst verdelen de studenten zich naar interesse in enkele themagroepjes. De leden van zo’n groepje hebben – buiten de opleidingsbijeenkomsten – minimaal 3 maal overleg met elkaar Cursuscode
ADR-SJDD-190-06
Soort cursus Verplicht voor alle studenten SJD-DT. Studiebelasting 2 EC Korte inleiding De training Netwerken en Presenteren hangt nauw samen met de module Loopbaan- en competentieontwikkeling. Het is daarom aan te raden om de opdrachten die daar aan de orde zijn geweest nog eens goed te bekijken. Tijdens de training wordt ondersteuning geboden bij het vinden van voor de opleiding passend werk en/of vindt een verbreding plaats van de kennis over het SJD-werkveld. Competenties 2.1, 2.2, 2.3, 2.5, 3.3, 3.4 Leerlijn Vaardighedenleerlijn. Leerdoelen: • Een vertaalslag kunnen maken van de persoonlijke (sociaal juridische) competenties naar functie-eisen uit het werkveld en de (toekomstige) loopbaan. • Het ontwikkelen van netwerkvaardigheden. • Het verbeteren van de persoonlijke presentatie (schriftelijk en mondeling) .
3. Verslag Op de 1ste bijeenkomst wordt er een start gemaakt met het persoonlijk verslag. Gedurende de looptijd van het programma houdt iedere student dit bij en levert dit aan het einde van het programma in. Onderwijsvorm Instructiebijeenkomsten, oefenen in netwerken en presenteren , thuisopdrachten, themagroepsbijeenkomsten, het voeren van netwerkgesprekken in de praktijk. Toetsing De drie hierboven genoemde onderdelen worden gelijkwaardig beoordeeld. Daarnaast actieve deelname en inzet tijdens de bijeenkomsten. Het gemiddelde van deze onderdelen bepaalt het eindcijfer. Presentieregeling Voor deze training geldt de aanwezigheidsverplichting. Literatuur • Studiewijzer Netwerken en Presenteren SJD DT. • Eeden, Rob van, Netwerken werkt, het Spectrum, ISBN 9789027498267
De netwerktraining is opgebouwd uit: 1. 4 Opleidingsbijeenkomsten: • instructiebijeenkomst • profileren&presenteren
298
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
299
ONDERHANDELEN 1 SJD DT
Cursuscode
ADR-SJDD-M200-04
Soort cursus Verplicht voor alle studenten SJD-DT. Studiebelasting 2 EC Korte inleiding Onderhandelen is een techniek die we dagelijks bewust en onbewust gebruiken. In de SJD-beroepspraktijk is het beheersen van deze specifieke gesprekstechniek belangrijk, zoniet noodzakelijk. Onderhandelen 1 is een eerste oriëntatie hierop. Het accent ligt op het vergaren van de basiskennis met betrekking tot onderhandelen en het voorbereiden en uitvoeren van een onderhandelingsgesprek (tweegesprek). Competenties 1.1, 1.2, 1.8; 2.1, 2.2 Leerlijn Vaardighedenleerlijn.
•
Een onderhandelingsgesprek (tweegesprek) voorbereiden en uitvoeren.
Inhoud Onderhandelen is het zodanig beïnvloeden van de tegenpartij dat de onderhandelaar met behoud van een werkrelatie een maximaal resultaat weet te bereiken. Beide partijen hebben deels gemeenschappelijke, deels tegenstrijdige belangen. In de beroepspraktijk van de SJD’er manifesteert de onderhandeling zich vaak in de vorm van belangenbehartiging. Je doel bereik je met behulp van strategische voornemens die je stapsgewijs uitwerkt door middel van bepaalde tactieken. Onderhandelen is een veel voorkomende activiteit van de SJD’er, zo zal tijdens de cursus blijken. Onderwijsvormen Training. Toetsing • Individuele schriftelijke opdracht • Mondelinge opdracht (uitvoeren van een Rollenspel van een onderhandelingsgesprek: duur 0,5 uur) Presentieregeling Voor deze cursus geldt de aanwezigheidsverplichting. Literatuur • Mastenbroek, W.F.G., Onderhandelen, Uitg. Het Spectrum, Utrecht 1993,ISBN 90274 2937 5. • Studiewijzer Onderhandelen 1, zal digitaal worden verstrekt via de workspace.
Leerdoelen Aan het eind van het lesprogramma kan de student: • Onderscheid maken tussen overtuigings-, onderhandelings- en vechtstrategieën • Een onderhandeling voorbereiden op grond van een adequate analyse van belangentegenstellingen, de (afhankelijkheids-)posities en de verantwoordelijkheden van de betrokkenen, de machtsbalans en de relevante inhoud • Op grond van een analyse ter zake doende doelstellingen formuleren en strategische voornemens uitwerken
300
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
301
ONDERHANDELEN 2 SJD DT
Cursuscode
ADR-SJDD-M213-03
Soort cursus Verplichte keuzecursus. In plaats van Onderhandelen 2 kunnen studenten ook Gespreksvoering 2 volgen. Ingangseis Onderhandelen 1 is met een voldoende afgerond. Studiebelasting 2 EC Korte inleiding De cursus is een aanvulling op en een verdieping van Onderhandelen 1. Bij Onderhandelen 1 worden studenten in de gelegenheid gesteld om kennis te nemen van de theoretische basis die ten grondslag ligt aan het onderhandelen. Deze basis werd praktisch toegepast in tweegesprekken. Bij onderhandelen 2 wordt hierop verder gegaan en worden specifieke onderhandelingssituaties behandeld. Tevens kunnen studenten zelf casuïstiek inbrengen. Competenties 1.1, 1.2, 1.7, 1.9, 1.10, 2.5.
• kent zijn sterke en zwakke kanten in het onderhandelen. Inhoud Er worden verschillende benaderingen van het onderhandelen aan de orde gesteld. Onderhandelen bij verschillende partijen maakt de situatie complexer. Zowel bij onderhandelen als bij overtuigen speelt de kwaliteit van je voorbereiding en argumentatie een rol. De thema’s zijn onder andere: • onderhandelen met een machtiger partij • onderhandelen namens een achterban • het voorzitten van een onderhandeling • van vechten naar onderhandelen Onderwijsvormen De training wordt als (externe)meerdaagse training aangeboden. Hierin gebruiken we verschillende werkvormen (hoorcollege, groepsdiscussie, praktijksimulatie) Toetsing Vooraf: individuele opdracht (Voorbereidingsopdracht: het invullen van een intakeformulier en het analyseren van een casus) Tijdens: Beoordeling van de individuele deelname aan de training Achteraf: individuele opdracht (analyse van een eigen casus aan de hand van de nieuw verworven theorie en vaardigheden) Presentieregeling Voor deze cursus geldt de aanwezigheidsverplichting. Literatuur • Mastenbroek, W.F.G., Onderhandelen, Utrecht, 1993, ISBN 90 274 2937 5 • Studiewijzer Onderhandelen 2.
Leerlijn Vaardigheden leerlijn Leerdoelen De student • verdiept zijn kennis van en inzicht in onderhandelingsvaardigheden. • weet hoe je moet onderhandelen in complexe situaties (met meerdere partijen, met een machtiger partij, namens een achterban en met emotionele partijen).
302
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
303
ONDERZOEKSVAARDIGHEDEN SJD DT
een bestaande opdrachtgever die de student zelf zoekt. Onderwijsvorm Hoorcollege en spreekuur
Cursuscode
ADR-SJDD-M240-03
Soort cursus Verplicht voor alle studenten SJD-DT. Studiebelasting 3 EC
Toetsing Schriftelijke opdracht. Hierin wordt verslag gedaan van het onderzoek wat uitgevoerd is in opdracht van een bestaande opdrachtgever. Daarnaast worden de resultaten van het onderzoek gepresenteerd. Literatuur • Boek zal later bekend gemaakt worden • Reader onderzoeksvaardigheden 2007-2008 zal digitaal via de workspace verstrekt worden. • Workspace van de cursus
Korte inleiding Een SJD’er krijgt in zijn werk te maken met vragen op zowel micro als meso- en macro-niveau. Dit soort vragen kan worden beantwoord met behulp van praktijkgericht onderzoek. De SJD’er moet dus zelf kleinschalig onderzoek kunnen opzetten en uitvoeren. Daarnaast is het van groot belang dat de SJD’er onderzoek kan beoordelen op zijn waarde. Competenties 2.4, 2.8, 3.1 Leerlijn Vaardighedenleerlijn Leerdoelen • De student heeft kennis en vaardigheden met betrekking tot het opzetten van een kleinschalig oriënterend onderzoek voor beperkte groepen cliënten (doelgroepen). • De student is in staat tot het interpreteren en op waarde schatten van onderzoeksrapporten. Inhoud Aan de hand van een concreet zelf geformuleerd probleem en met behulp van een zelf uit te voeren oefenonderzoek, wordt kennis gemaakt met de techniek en de praktijk van het op SJD werkterrein gerichte praktijkonderzoek. Er wordt hierbij gebruik gemaakt van
304
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
305
PENSIOENRECHT SJD K
• het verwerven van inzicht in de pensioenopbouwsystemen. Inhoud • wetgeving (pensioenen, arbeid en sociale zekerheid) • Europese en nationale ontwikkelingen op het terrein van pensioenen (Richtlijnen en Pensioenconvenant) • jurisprudentie (Europees en nationaal)
Cursuscode
ADR-SJDK-K160-03
Soort cursus Keuzecursus Studiebelasting 3 EC Korte inleiding Het pensioen is belangrijker geworden op het op het gebied van arbeidsvoorwaarden. Dit is het gevolg van onder meer een terugtredende overheid op het gebied van sociale zekerheid (ANW en WAO), de toenemende individualisering (werknemers willen zelf graag bepalen wanneer zij met pensioen gaan) en de toenemende vergrijzing. Voor SJD’ers die interesse hebben voor functies bij de vakbond, de UWV, ouderenbonden en op het gebied van personeelszaken, is kennis van het pensioenrecht van groot belang. In deze cursus wordt ingegaan op de relatie van pensioenrecht met sociale zekerheid, arbeidsrecht en belastingrecht. Daarbij kan gedacht worden aan de totstandkoming en uitvoering van de pensioentoezegging, pensioen en ontslag / arbeidsongeschiktheid en de fiscale behandeling van pensioenen.
Onderwijsvorm Hoorcollege / werkgroep Toetsing Schriftelijk tentamen, open en m.c.- vragen en een of meerdere casussen. Gedurende het tentamen is gebruik van wetgeving en rekenmachine toegestaan. Literatuur • Reader
Leerdoelen • het verwerven van kennis in het Nederlandse pensioenrecht en pensioenbeleid. • het verwerven van kennis in de positie van het pensioenrecht in het fiscale-, arbeids-, sociale zekerheidsrecht en gelijke behandelingswetgeving. • het verwerven van inzicht in de ontwikkelingen van het pensioen op nationaal en Europees niveau. • het verwerven van inzicht in de financiering van pensioenregelingen.
306
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
307
PERSONEN- EN FAMILIERECHT SJD DT K
Cursuscode
ADR-SJDD-J322-03
Soort cursus Keuzecursus
Toetsing Schriftelijk tentamen: m.c.- vragen, 2 uur. Literatuur • NIZW, Grote Almanak voor informatie en advies, uitgave NIZW • Wettenverzameling voor de Sociaal Juridische dienstverlening 2007 - 2008 (uitgave van Koninklijke Vermande) • Mr. J. van Duijvendijk-Brand en Prof. Mr. S.F.M. Wortmann, Compendium Personen- en familierecht, Deventer, 9e druk, ISBN 90 13031587 • Studiewijzer Personen- en familierecht 2007 – 2008 (digitaal verkrijgbaar via de opleiding)
Studiebelasting 3 EC Korte inleiding Deze cursus bevat een inleiding in het personen- en familierecht (boek 1 BW) en in het erfrecht (boek 4 BW). Enige kennis van deze onderwerpen is een vereiste in de meeste werkvelden voor een SJD’er. Competenties 1.3; 1.5; 1.6. Leerlijn Conceptuele leerlijn Leerdoelen • Kennismaking met de hoofdlijnen van het personen- en familierecht. • Kennismaking met de hoofdlijnen van het erfrecht. Inhoud • De persoon, verwantschap, minderjarigheid. • Huwelijk, huwelijksvermogensrecht, ongehuwd samenwonen. • Ouderschap en kinderen (ouderlijk) gezag, voogdij. • Curatele en beschermingsbewind • Erfrecht Onderwijsvorm Hoor- en werkcollege
308
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
309
POLITICOLOGIE SJD K
Cursuscode
ADR-SJDK-163-06
Inhoud • democratie • rechtsstaat • ontwikkeling parlementaire democratie in Nederland; • politieke partijen. • actuele kwesties Onderwijsvorm Openingscollege en spreekuren
Soort cursus Keuzecursus
Toetsing Groepsopdracht en individueel mondeling tentamen
Studiebelasting 3 EC
Literatuur Reader. (zal digitaal worden verstrekt)
Korte inleiding Wat kenmerkend is voor al de organisaties waar SJD’ers werkzaam zijn, is dat de politiek een grote invloed heeft op het functioneren van die organisaties. De politiek bepaalt de hoogte van subsidies. Er wordt door verschillende politieke partijen verschillend gedacht over hoe ver de overheidsinvloed zou moeten gaan. Er wordt door de politiek verschillend gedacht over nut en hoogte van straffen etc. Van studenten wordt bij deze module veel intrinsieke motivatie verwacht en daarnaast een ruime belangstelling voor politiek en actualiteit. Studenten zullen zelf een actueel politiek onderwerp mogen uitkiezen en dit daarna in groepsverband uitwerken. Aan het einde van de periode leggen de studenten een individueel mondeling tentamen af. Leerdoelen • Het verwerven van inzicht in achtergronden en waarden van de democratie en rechtsstaat. • Het verwerven van inzicht in ontwikkeling van de parlementaire democratie in Nederland;afzonderlijke klassieke politicologische thema’s. • Het verwerven van inzicht en kennis die nodig is om mee te denken over de verdere ontwikkeling van staat en samenleving.
310
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
311
PRAKTIJKTIJD SJD DT JAAR 1 T/M 4.
Cursuscodes: Praktijktijd niveau Praktijktijd niveau Praktijktijd niveau Praktijktijd niveau
1, 1, 2, 2,
jaar 1 SJD DT ADR-SJDD-300-06 jaar 2 SJD DT ADR-SJDD-I124-03 deel 1 SJD DTADR-SJDD-370-06 deel 2 SJD DTADR-SJDD-I144-03
Soort cursus Verplicht voor alle SJD deeltijdstudenten Studiebelasting Vierjarige route: Praktijktijd niveau Praktijktijd niveau Praktijktijd niveau Praktijktijd niveau
1, 1, 2, 2,
jaar jaar jaar jaar
1 2 3 4
SJD SJD SJD SJD
DT: DT: DT: DT:
20 20 26 20
EC EC EC EC
Korte inleiding De deeltijdopleiding kent, in vergelijking met de voltijdopleiding, een andere wijze waarop de ervaring met uitvoerend SJD-werk in de opleiding een plaats krijgt: het zogenaamde ‘concurrency-beginsel’, waarbij in het leerproces van de student werkervaring en studie met elkaar worden gecombineerd. De deeltijdopleiding kent geen stage, in plaats daarvan vervullen deeltijdstudenten praktijktijd. Deze tekst heeft betrekking op de praktijktijd van alle studiejaren van de deeltijdopleiding SJD. De praktijktijd van het eerste en tweede jaar wordt uitgevoerd op minimaal niveau 1, de praktijktijd van jaar drie en vier is op praktijktijd niveau 2 Leerlijn Integrale leerlijn
312
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Competenties en leerdoelen Praktijktijd niveau 1 De student is in staat om binnen de context van de organisatie: • het eerste contact aan te gaan met 1 cliënt of een groep cliënten en indien nodig adequaat door te verwijzen • met de cliënt een probleemanalyse helder te krijgen • de cliënt op maat te informeren, te adviseren en te begeleiden • juridisch relevante informatie te verzamelen, en daarbij eventueel gebruik te maken van geautoriseerde systemen • vraagstukken uit de SJD beroepspraktijk te behandelen waarop standaardprocedures van toepassing zijn Door middel van het werkstuk praktijktijd toont de student aan dat hij minimaal één van de bovenstaande doelen realiseert in de praktijk op MBO niveau. Praktijktijd niveau 2 Dimensie 1: direct uitvoerend werk t.b.v. cliënt(en) De student is in staat om binnen de context van de organisatie: • met een cliënt of groep cliënten zelfstandig het eerste contact aan te gaan naar aanleiding van een sociaal juridisch vraagstuk, een helder beeld van de cliënt(en) op te bouwen en, indien nodig, adequaat door te verwijzen • samen met de cliënt(en) de situatie systematisch te verkennen en de probleemanalyse helder te krijgen tegen de achtergrond van de eigen autonomie van de cliënt • de vraag van de cliënt(en) te relateren aan en te analyseren op basis van sociaal juridische inzichten (incl. jurisprudentie) • de relevante informatie te verzamelen (achtergronden, regelgeving) met gebruikmaking van geautoriseerde systemen en onder handhaving van regelgeving m.b.t. privacy en geheimhouding • op systematische wijze de relevante informatie uit te werken naar een sociaal juridische context, gebruikmakend van relevante wet- en regelgeving • te bepalen wat zinvolle oplossingsstrategieën zijn gebruik makend van wetboeken, beleidsstukken, literatuur en rechtspraak • de cliënt(en) adequaat en op maat te informeren, te begeleiden, te adviseren en te coachen • op basis van een plan van aanpak methodisch en doelgericht het sociaal juridische vraagstuk op te lossen met de daarbij behorende juridische, geprotocolleerde schriftelijke uitingen (bezwaaren verweerschriften, rapportages) in correct Nederlands
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
313
• •
vraagstukken in de beroepspraktijk te behandelen waarop standaardprocedures niet van toepassing zijn het proces van dienstverlening adequaat af te sluiten, te evalueren en te reflecteren op het eigen beroepsmatig handelen en de gemaakte keuzes
Dimensie 2: werken in en vanuit de organisatie De student is in staat om binnen de context van de organisatie: • vanuit de eigen rol en positie in de organisatie efficiënt en effectief samen te werken met collega’s • een afweging te maken tussen de verschillende rollen van de sociaal juridisch dienstverlener • binnen de organisatie een bijdrage te leveren aan beleidsvoorbereiding en beleidsbepaling • samen te werken met andere instellingen en beroepsgroepen, vanuit een eigen sociaal juridisch kader, ten behoeve van de cliënt • signalering van veranderingen in wet- en regelgeving Door middel van het werkstuk praktijktijd toont de student aan dat hij bovenstaande doelen realiseert in de praktijk minimaal op MBO+ niveau of aanvangsniveau HBO. Inhoud praktijktijd In de vierjarige deeltijdroute maakt de praktijktijd op twee verschillende manieren deel uit van de deeltijdopleiding: • praktijktijd niveau 1 (eerste en tweedejaar) • praktijktijd niveau 2 (derde en vierde jaar). Voor de driejarige route geldt dat studenten in het derde jaar werk op praktijktijd niveau 2 dienen te hebben . Algemene randvoorwaarden praktijktijd a. Studenten kunnen zelf plannen, hoeveel studiepunten van de praktijktijd zij per jaar realiseren, waarbij zij rekening moeten houden met de eisen van het bindend studieadvies aan het eind van het eerste jaar en de toelatingeisen voor de thematische supervisie en het eindgesprek. Echter, het is in principe niet mogelijk om in een studiejaar meer studiepunten te behalen dan maximaal kunnen worden behaald tot en met het studiejaar waarin de student zich bevindt.
314
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
b. Studenten die hun uren praktijktijd opbouwen in meerdere werksituaties, dienen iedere praktijkplaats voor te leggen aan de opleiding middels een werkstuk praktijktijd. Praktijktijd niveau 1 Als praktijktijd niveau 1 gelden werkzaamheden, die ofwel liggen op het terrein van de sociale dienstverlening (b.v. inrichtingswerk) ofwel juridisch van aard zijn (b.v. juridisch bureauwerk). Deze werkzaamheden dienen minimaal op MBO niveau te zijn. Randvoorwaarden en inhoudelijke eisen van praktijktijd niveau 1: a. In het eerste studiejaar krijgt een student maximaal 20 ECTS voor de praktijktijd. Een geringere omvang van het aantal praktijktijd punten dan standaard is mogelijk. In dat geval kunnen de ontbrekende uren gecompenseerd worden door onderwijsactiviteiten (cursussen, literatuurstudies, bijzondere opdrachten waaronder een mini stage). b. Studenten die een bijzondere opdracht willen gebruiken voor de praktijktijd van het eerste jaar overleggen met de studieloopbaanbegeleider over de invulling van de opdracht. De opdracht dient ondersteunend te zijn bij het vinden van relevant werk en levert maximaal 10 ECTS op. c. Ook uren voorafgaand aan de opleiding, tot maximaal drie jaar voor aanvang van de opleiding, kunnen gebruikt worden voor de praktijktijd. In al deze gevallen is het wenselijk de werksituatie te bespreken met de studieloopbaanbegeleider. Praktijktijd niveau 2 Bij praktijktijd niveau 2 is de combinatie sociaal juridisch werk vereist. Niveau 2 is reëel SJD-werk. De eisen gesteld aan praktijktijd op niveau 2 zijn daarmee hoger dan de eisen van praktijktijd niveau 1. Wie beschikt over praktijktijd niveau 2 heeft automatisch voldaan aan de eisen van praktijktijd niveau 1. Voor niveau 2 dient een student de sociaal juridische werkzaamheden uit te voeren op minimaal MBO+ of aanvangsniveau HBO. Praktijktijd niveau 2 wordt vanuit de opleiding gesuperviseerd tijdens het derde studiejaar ( zie Thematische supervisie). Praktijktijd op niveau 2 wordt in principe gerealiseerd in het derde en vierde jaar van de opleiding. Randvoorwaarden en inhoudelijke eisen van praktijktijd niveau 2: a. Praktijktijd niveau 2 dient verricht te worden in functies waarin
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
315
b c.
d.
e.
f. g.
h.
i.
de werkzaamheden zowel een juridische als een methodisch resp. sociale component bevatten. De student dient binnen de organisatie een functie te vervullen, waarbij hij zelf verantwoordelijkheid draagt, of leert dragen, voor de dienstverlening. Praktijktijd niveau 2 dient in beginsel bezoldigd werk te zijn, gebaseerd op een arbeidscontract. Namens de organisatie wordt bij de afronding voor de gewerkte uren getekend via een urenregistratieformulier. Dit formulier wordt voorzien van een stempel van de organisatie. De werkzaamheden moeten liggen op MBO+ niveau of HBOaanvangsniveau, eventueel op MBO-niveau met groeiperspectief (dit laatste uitsluitend na overleg met de opleiding). De student moet aan beleidsvoorbereiding deelnemen en zelfstandig werk verrichten in samenwerking met gekwalificeerde beroepskrachten. De student werkt niet als zelfstandige zonder personeel. Met praktijktijd niveau 2 begint een student volgens de modelroute bij aanvang van het derde cursusjaar met een minimum omvang van 19 uur per week (een grotere omvang is aanbevelenswaardig). De start van praktijktijd niveau 2 loopt gelijk met de start van de supervisie. Het is ook mogelijk om met beide te starten in periode B en C van het derde jaar Het totaal aantal praktijkuren moet in principe worden voldaan gelijktijdig met het volgen en afronden van de overige studieonderdelen van het derde resp. vierde jaar. Tijdens de thematische supervisie dient de praktijktijd in principe, in één organisatie te worden uitgevoerd.
Literatuur • Studiewijzer (digitaal via de workspace verkrijgbaar)
Toetsing Toetsing van de praktijkplaats vindt ieder jaar plaats via een individueel werkstuk. Tijdens toetsing stelt de opleiding vast of de praktijkplaats voldoet aan de eisen van niveau 1, dan wel niveau 2. Daarnaast wordt het leerproces van de student op de praktijkplaats gevolgd. De student dient een aantal bewijsstukken te overleggen, waaronder een arbeidscontract, functie omschrijving, beroepsproduct(en) en een ingevuld, door de opleiding verstrekt, urenregistratieformulier. Met het ondertekenen en stempelen van het urenregistratieformulier verricht de organisatie haar specifieke aandeel in de erkenning van praktijktijd op niveau 1 of niveau 2. Studiepunten praktijktijd worden uitsluitend toegekend over reeds gewerkte uren en bij een als voldoende beoordeeld werkstuk.
316
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
317
PRESENTATIE SJD DT
Cursuscode
ADR-SJDD-385-07
Soort cursus Verplicht voor studenten van de vierjarige voor zover deze niet afstuderen via scriptie en eindgesprek. Studiebelasting 1 EC Korte inleiding In welke functie en op welk niveau een SJD’er ook werkzaam is binnen zijn organisatie, het is zeer belangrijk dat hij zijn visie en standpunten helder en overtuigend voor het voetlicht kan brengen. Of het nu voor een grote groep mensen is of voor een beperkt publiek, of het nu “internen“ of “externen” betreft, zijn boodschap moet zijn toehoorders bereiken. Hoe dit gebeurt is niet alleen afhankelijk van zijn doelgroep maar ook van zijn eigen vaardigheden. Oefening, praktische handvatten, verschillende werkvormen en feedback op de eigen presentatie zijn onmisbaar om dit te bewerkstelligen. In deze cursus worden naast een aantal practica ook spreekuren gehouden. De cursus wordt in nauwe samenwerking met het Thema “Visie op het beroep”gegeven.
De presentatie afstemmen op de doelgroep De presentatie op een pakkende manier openen Gestructureerd het verhaal presenteren Een keuze maken voor de meest geschikte werkvorm Gebruik maken van meest geschikte werkvorm De presentatie op een overtuigende wijze afsluiten Vragen en reacties adequaat hanteren
De student is zich na het volgen van deze cursus bewust van: • de eigen kracht bij het houden van presentaties • het eigen verbale en non-verbale gedrag • het non-verbale gedrag van de doelgroep Inhoud Praktisch oefenen en het krijgen van feedback staan centraal in deze cursus. De inhoud van de presentatie bestaat uit het product dat de studenten ontwikkelen in het kader van het Thema: Visie op Beroep. In de training krijgen zij handvatten voor het bouwen, structureren en afstemmen van een presentatie. Ook zal er ruime aandacht zijn voor de te gebruiken werkvormen. Wat past het beste bij de student en zijn toehoorders? Vervolgens oefent de student in de training (delen van) zijn presentatie en krijgt hierop feedback van de trainer en medestudenten. Hierdoor krijgt de student zicht op zijn eigen kracht in presentaties. Van daaruit worden de individuele presentaties bijgeschaafd, zodat een persoonlijke en optimale presentatie ontstaat. De student leert vanuit zijn persoonlijke kracht zijn mogelijke valkuilen te omzeilen. Ook gaan we in op de interactie met het publiek. Hierbij gaat het ook om mogelijke lastige vragen en reacties vanuit het publiek. Daarnaast is er de gelegenheid om verdere vragen aan de trainer voor te leggen tijdens het spreekuur op afspraak. Onderwijsvorm Combinatie van training en spreekuren
Competenties 1.7 Leerlijn Vaardighedenleerlijn Leerdoelen • De student kan na het volgen van deze cursus: • Effectief een presentatie voorbereiden
318
• • • • • • •
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Toetsing Mondelinge opdracht. Ter afsluiting van dit vak verzorgt de student een individuele presentatie van maximaal 30 minuten. De student nodigt zelf minimaal 5 en maximaal 10 mensen uit privé- en werkomgeving uit als toehoorder.
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
319
Presentieregeling Verplichte aanwezigheid tijdens de trainingspractica.
PSYCHOLOGIE SJD DT
Literatuur • Aanvullende informatie zal digitaal via de workspace verstrekt worden
Cursuscode
ADR-SJDD-380-06
Soort cursus Verplicht voor alle studenten SJD-DT. Studiebelasting 3 EC Korte inleiding Tijdens deze cursus maken studenten kennis met een sociaal wetenschappelijke discipline die de theoretische basis vormt voor de agogische vaardigheden en specifieke werkmethoden van de sociaal juridische beroepsuitoefening. In de cursus psychologie wordt elementaire kennis aangedragen die van cruciaal belang is voor het beroepsmatig handelen van de SJD’er. De theorieën, begrippen en thema’s die aan de orde komen staan in direct verband met vraagstukken en dilemma’s uit de sociaal juridische beroepspraktijk. Competenties 1.2, 2.1, 3.1, 3.3 Leerlijn Conceptuele leerlijn Leerdoelen De student heeft: • kennis en inzicht in een aantal stromingen en basisthema’s uit de psychologie • kennis over en inzicht in de invloed van psychologische kennis en opvattingen op de agogische vaardigheden en methodiek van de SJD’er • en inzicht in de wijze waarop psychologische kennis een bijdrage kan leveren aan praktische problemen en werkdilemma’s uit de beroepspraktijk van de SJD’er
320
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
321
Inhoud Deze cursus is een inleiding in de psychologie en vormt de theoretische basis van de methodische en agogische vaardigheden van de SJD’er. Er komen vier belangrijke psychologische stromingen aan de orde: Psychoanalyse, Behaviorisme, Humanistische Psychologie en Systeemtheorie. Elke stroming vertegenwoordigt een bepaalde kijk op hoe mensen in elkaar zitten, hoe problemen ontstaan en wat de achtergrond is van hun gedrag. Deze stromingen vormen de theoretische basis voor verschillende visies op hulp- en dienstverlening. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de persoonlijkheid en de wisselwerking tussen het individu en zijn omgeving oftewel sociale psychologie en socialisatie. Er wordt een beroepsrelevante thema uitgewerkt, namelijk: arbeid en burnout.
• •
P.E. Wijsman, Psychologie & Sociologie, vierde herziene druk, Wolters-Noordhoff Groningen, 2005, ISBN 9001400035 Verdere literatuur wordt via de studiehandleiding en/of de Workspace bekend gemaakt.
Overzicht van het programma: • inleiding psychologie • psychoanalyse • behaviorisme • humanistische psychologie • systeemtheorie • persoonlijkheid • sociale psychologie • socialisatie • arbeid en burnout Onderwijsvorm Door middel van hoor- en werkcollege, videomateriaal, leesopdrachten en zelfstudie worden studenten gestimuleerd om vanuit uiteenlopende psychologische stromingen en visies te leren analyseren en redeneren op micro- en mesoniveau. Tijdens de hoorcolleges worden studenten gestimuleerd om zelf verbanden te leggen tussen de psychologie enerzijds en methodische en agogische vraagstukken uit de praktijk van de Sociaal Juridische Dienstverlening anderzijds. Toetsing Schriftelijk tentamen, m.c.-vragen Literatuur • Reader en studiewijzer Psychologie.
322
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
323
PSYCHOLOGIE VAN DE ADOLESCENTIE SJD K
Cursuscode
ADR-SJDK-K167-03
Soort cursus Keuzecursus Studiebelasting 3 EC Korte inleiding Jongeren (adolescenten) vormen een specifieke doelgroep in de Sociaal Juridische Dienstverlening. De cursus is een introductie in de psychologie van de adolescentie en behandelt de specifieke kenmerken van deze levensfase. De student krijgt kennis en inzicht in de manier waarop de adolescentie het gedrag en de communicatie met een cliënt in deze levensfase kan beïnvloeden. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de praktische consequenties voor de diensten hulpverlening aan adolescenten. Leerlijnen Conceptuele leerlijn. Leerdoelen • Aan de hand van de theorie van de psychologie van de adolescentie kunnen benoemen wat de invloed van deze specifieke levensfase is voor het gedrag en de communicatie met de cliënt. • Een verband kunnen leggen tussen de adolescentie als levensfase en een specifieke SJD problematiek. • Uitwerken van een specifieke SJD problematiek die samenhangt met de adolescentie aan de hand van de biologische, sociale, psychische en cognitieve ontwikkeling van de cliënt en het geven van een advies voor een oplossing. • Ten aanzien van de gekozen problematiek de betreffende juridische wet- en regelgeving kunnen beschrijven.
324
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
•
Tijdens een lespresentatie op gestructureerde en boeiende wijze de gekozen SJD problematiek presenteren.
Inhoud De levenslooppsychologie houdt zich bezig met het bestuderen van leeftijdsgebonden veranderingen binnen de levensloop van de mens. In het menselijke gedrag treden veranderingen op, die samenhangen met verschillende levensfasen. Deze vertonen een onderlinge samenhang en verlopen voor veel individuen op dezelfde manier ondanks de verschillen met betrekking tot levensgeschiedenis en omstandigheden. Deze keuzecursus behandelt één belangrijke levensfase uit de levenslooppsychologie: de adolescentie. In het programma komen een aantal algemene ontwikkelingsaspecten aan de orde die gekoppeld zijn aan deze levensfase. Daarnaast wordt gekeken naar mogelijke problematische ontwikkelingen (criminaliteit, depressie etc.), die zich in deze periode kunnen voordoen. Ook worden relaties gelegd met specifieke ontwikkelingsaspecten in voorafgaande en opvolgende levensfasen. Omdat de culturele achtergrond soms een andere benadering van het probleem vraagt, wordt ook aandacht besteed aan allochtone jongeren. Rode draad: Wat voor invloed heeft de adolescentie als levensfase op de communicatie en het gedrag van cliënten en hoe kan de SJD’er hier vanuit de verschillende beroepsrollen op een adequate manier op inspelen. Aan de orde komen onder andere: • Theorieën over de adolescentie. • Biologische ontwikkeling tijdens de adolescentie. • Cognitieve ontwikkeling tijdens de adolescentie. • Sociale ontwikkeling tijdens de adolescentie. • Psychische ontwikkeling tijdens de adolescentie. • Problematische ontwikkelingen tijdens de adolescentie. • Dienst en- hulpverlening aan adolescenten. Onderwijsvorm Hoor- en werkcollege, videokijkopdrachten , zelfstudie, leesopdrachten, interview en presentatie. Toetsing Schriftelijke opdracht (Take Home Tentamen, inclusief interview en
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
325
presentatie over SJD problematiek die samenhangt met de adolescentie (10 -15 pagina’s).
RECHTSFILOSOFIE SJD DT
Literatuur • Studiewijzer Psychologie van de Adolescentie. • J. de Wit, W. Slot, M. van Aken, Psychologie van de adolescentie, Basisboek, 23e druk, HB uitgevers, 2004, ISBN 9 789055 742103 Cursuscode
ADR-SJDD-F090-04
Soort cursus Verplichte voor alle studenten SJD-DT Studiebelasting 3 EC Korte inleiding In deze cursus bezinnen we ons op de fundamenten van het recht. Daartoe staan vragen centraal als: Wat is recht? Wat is rechtvaardigheid? Is recht rechtvaardig? Wat doen we met onrechtvaardige wetten? Wat zijn de grenzen van de wet(gever), of anders gezegd, waar liggen de grenzen tussen de publieke en de privé-sfeer? Wat is straf, en heeft straf het gewenste effect? Zijn er verschillende manieren om schuld te vereffenen? Competenties 3.1, 3.3, 3.4 Leerlijn Conceptuele leerlijn Leerdoelen Na het volgen van de cursus is de student in staat om: • relevante rechtsfilosofische begrippen en theorieën met betrekking tot de grondslagen van het recht te hanteren in samenhang met ons rechtssysteem; • rechtsfilosofische aspecten te herkennen in de beroepspraktijk en in de maatschappelijke actualiteit; • zich een weloverwogen en op argumenten gebaseerde mening te vormen over actuele en in de beroepspraktijk voorkomende rechtsfilosofische kwesties; • in samenhang met de beroepsuitoefening kritisch na te denken
326
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
327
over visie/achterliggende gedachte van wet- en regelgeving (datgene wat de wetgever beoogt). Inhoud Naast staatsrechttheorieën en diverse filosofische visies op het recht, houden we ons bezig met actuele rechtsfilosofische onderwerpen en thema’s als terrorismebestrijding, zinloos geweld, geweldloos verzet en bemiddeling tussen dader en slachtoffer. Belangrijke rechtsfilosofische vraagstukken komen aan de orde aan de hand van de volgende vijf thema’s: • Recht en rechtvaardigheid • Recht en moraal • Onrechtvaardige wetten • Rechtvaardiging van geweld • Het recht om te straffen Onderwijsvorm Hoor- en werkcollege
SCHRIFTELIJKE COMMUNICATIE 1 SJD DT
Cursuscode
ADR-SJDD-M008-04
Soort cursus Verplichte voor alle studenten SJD-DT Studiebelasting 1 EC Korte inleiding Taalbeheersing is zowel een praktische beroepsvaardigheid als een belangrijke studievaardigheid die de hbo-student, vanuit het standpunt van algemene vorming en de SJD-beroepspraktijk, zich eigen moet maken. In deze cursus staat het structureren en schrijven voor een specifieke doelgroep binnen de professionele context centraal. Competenties 1.8; 2.6 Leerlijn Vaardighedenleerlijn Leerdoelen De student schrijft teksten die voldoen aan de criteria voor effectieve schriftelijke communicatie. De student kan • het doel, de doelgroep en de context van teksten bepalen en beschrijven. • de juiste inhoud selecteren. • informatie goed structureren. • de tekst begrijpelijk, passend en correct formuleren. Inhoud In deze cursus leert de student met behulp van voorbeelden uit de actuele beroepspraktijk doelgericht te formuleren. De opbouw en
328
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
329
de samenhang van teksten worden besproken. Logisch argumenteren zal hier onderdeel van zijn. Om het stijlgevoel te ontwikkelen maakt de student kennis met verschillende soorten teksten. De student zal ook zelf een tekst schrijven.
SEKSUOLOGIE SJD K
Onderwijsvorm Werkcolleges. Toetsing Individuele schriftelijke opdracht. Deze opdracht zal gecombineerd worden met de opdrachten voor de cursus Juridische Vaardigheden.
Cursuscode
Presentieregeling Aanwezigheidsverplichting voor studenten die zich ingeschreven hebben.
Studiebelasting 3 EC
Literatuur • Valbracht en Gerlofs, Schrijfvaardigheid in de Rechtspraktijk. Den Haag, Boom Juridische Uitgevers, 2005 (ISBN 90-5454-567-4) • Studiewijzer en aanvullende informatie worden digitaal verstrekt via de workspace
ADR-SJDK-K192-03
Soort cursus Keuzecursus
Korte inleiding Binnen deze keuzecursus worden een aantal aspecten uit de seksuologie die relevant zijn voor de sociaal juridische dienstverlening behandeld. Daarbij kan worden gedacht aan vragen en of problemen rond de sekse-identiteit, seksuele problemen, normen en waarden, voorlichting en seksueel geweld. Van de studenten wordt verwacht dat zij beschikken over de basiskennis ten aanzien van de psychologie, sociologie en eventuele andere funderende cursussen. Leerdoelen • het bewust worden van diverse opvattingen in de maatschappij ten aanzien van seksualiteit. • het bewust worden van de eigen houding, normen en waarden ten aanzien van seksualiteit. • het bespreekbaar leren maken en adequaat kunnen reageren of verwijzen bij vragen en problemen waar seksualiteit een rol in speelt. • het bespreekbaar leren maken en adequaat kunnen reageren of verwijzen bij seksueel geweld. Inhoud Als SJD-er kan men op verschillende momenten en plaatsen in aanraking komen met cliënten die een probleem hebben met betrekking tot seksualiteit. Denk bijvoorbeeld aan slachtoffers van seksueel geweld bij de Jeugdzorg of zedendelinquenten in een penitiaire
330
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
331
inrichting. Maar ook kan men geconfronteerd worden met cliënten die er andere normen en waarden op na houden dan de dienstverlener zelf. De seksuologie bestudeert de biologische, psychologische en sociale aspecten van seksualiteit. Thema’s die in deze cursus aan bod komen zijn geselecteerd op de mate van samenhang met het werkveld van de SJD-er. Thema’s zijn: seksuele ontwikkeling en identiteit; seksualiteit en cultuur; seksuele problemen en stoornissen; daders seksueel geweld en misbruik; slachtoffers seksueel geweld en misbruik etc. Onderwijsvorm Werkgroep, zelfstudie en projectopdracht. Toetsing • Schriftelijk tentamen, m.c.-vragen, 2 uur. • Groepsopdracht. Het tentamencijfer bepaalt 70% van het eindcijfer, het cijfer voor de groepsopdracht 30%. Literatuur Reader Seksuologie (de laatste versie)
SJD EN DE MULTICULTURELE SAMENLEVING SJD DT
Cursuscode
ADR-SJDD-F004-04
Soort cursus Verplichte voor alle studenten SJD-DT Studiebelasting 3 EC Korte inleiding De Nederlandse samenleving is een multiculturele samenleving geworden. Dit hangt samen met uiteenlopende migratieprocessen: koloniale migratie, arbeidsmigratie, politieke en volgmigratie (gezinshereniging en gezinsvorming). Dit betekent dat de SJD’er in vrijwel alle werkvelden in toenemende mate in aanraking komt met allochtone cliënten. Doordat Nederland een multiculturele samenleving is geworden zijn er nieuwe cliëntgroepen ontstaan met andere hulpvragen. Om welke clïentgroepen gaat het en hoe kan je het beste op de hulpvraag van deze cliënten inspelen? Wat is de betekenis van cultuur op het denken en handelen van mensen? En op welke wijze kunnen cultuurverschillen een rol spelen in de communicatie met allochtone cliënten? Wat voor effect heeft migratie op een gezinssysteem? Wat voor beleid voert de Nederlandse overheid t.a.v. allochtonen in de Nederlandse samenleving? Op deze en andere vragen wordt ingegaan tijdens deze cursus. Competenties 1.1, 1.2, 1.5, 1.7, 1.9, 1.10, 2.1, 2.2, 3.1, 3.2, 3.3, 3.4 Leerlijn Conceptuele leerlijn. Leerdoelen • Kennis over en inzicht in de betekenis van cultuur op het denken en handelen van mensen en de effecten van migratieprocessen
332
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
333
•
•
• •
op het individu en de samenleving en dit kunnen vertalen naar de beroepspraktijk. Kennis over en inzicht in de betekenis van de cultuurverschillen op de communicatie met cliënten in verschillende werkvelden van de SJD’er en dit kunnen toepassen op de beroepspraktijk. Aan de hand van de gepresenteerde theorie een specifiek SJD vraagstuk uitwerken en kunnen benoemen wat de invloed is van cultuur op het gedrag en de communicatie met de cliënt en kunnen verwoorden wat de consequenties zijn voor het beroepsmatig handelen. Aan de hand van het gekozen SJD vraagstuk de betreffende juridische wet- en regelgeving kunnen beschrijven. Tijdens een lespresentatie op gestructureerde en boeiende wijze het gekozen SJD vraagstuk presenteren.
Inhoud Cultuur heeft veelal een grote en onbewuste betekenis voor het denken en handelen van mensen. Het gaat in deze cursus om bewustwording van de invloed van cultuur op het denken en handelen als dienstverlener en de communicatie met allochtone cliënten. Hierbij wordt gebruikt gemaakt van uiteenlopende wetenschappelijke disciplines zoals sociologie, psychologie, pedagogiek, sociale geografie, culturele antropologie, theologie en politicologie. In de cursus wordt vanuit verschillende invalshoeken gekeken naar de gevolgen van de multiculturele samenleving voor de beroepsuitoefening van de SJD’er. Gekeken wordt vanuit micro-perspectief (bijvoorbeeld de communicatie met de cliënt), meso-perspectief (bijvoorbeeld de organisatiecultuur) en macro-perspectief (bijvoorbeeld het politieke klimaat en het overheidsbeleid). Aan de hand van uiteenlopende opdrachten wordt een relatie gelegd met de verschillende werkvelden waarbinnen de SJD’er werkzaam kan zijn onder andere: sociale zekerheid, advies en informatie, justitiële dienstverlening, arbeidsvraagstukken, huisvesting en overige juridisch georiënteerde organisaties.
nen nieuwe cliëntgroepen met andere hulpvragen. Rode draad: • Wat voor invloed heeft de multiculturele samenleving op het werkveld van de SJD’er en wat voor nieuwe beroepsdilemma’s of vraagstukken vloeien hieruit voort op micro-, meso- en macroniveau? • Wat voor invloed heeft cultuur op de communicatie en het gedrag van de SJD’er en de cliënt en hoe kan de SJD’er vanuit verschillende beroepsrollen hier op een adequate manier op inspelen? Onderwerpen die onder andere aan de orde komen zijn: • De multiculturele samenleving. • Cultuur en religie. • Opvoeding en socialisatie. • Interculturele communicatie. • SJD vraagstukken. Onderwijsvorm Hoor- en werkcollege, lespresentaties, leesopdrachten, casuïstiek, video kijkopdrachten, zelfstudie. Toetsing • Werkstuk (10 - 20 pagina’s) • Mondelinge opdracht (presentatie over een SJD vraagstuk dat samenhangt met de multiculturele samenleving). Literatuur • S. van der Werf, Allochtonen in de multiculturele samenleving, Een inleiding, Coutinho Bussum 2002, ISBN 9789062 832835.
De cursus heeft een specifieke opbouw, waarbij gewerkt wordt vanuit drie didactische accenten: • bewustwording. • kennis van de theorie. • toepassing in de praktijk. Onder invloed van de multiculturele samenleving ontstaan andersoortige SJD vraagstukken, andere beroepsdilemma’s en er verschij-
334
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
335
SOCIALE KAART 2 SJD K
Cursuscode
ADR-SJDK-K194-03
Soort cursus Keuzecursus Studiebelasting 3 EC Korte Inleiding Wie werkt met cliënten in het SJD-werkveld heeft vaak te maken met verwijzingen binnen de eigen organisatie of naar instellingen en organisaties daarbuiten. Naar welke organisaties verwijs je wanneer, waarom en wie is daar de contactpersoon? Sociale kaart 2 is er op gericht om een gestructureerd document te ontwikkelen voor deze verwijzingen voor (een groep) werknemers binnen de (toekomstige) werk-/stageplek. Waar Sociale kaart 1 in het propedeusejaar (onderdel van Thema: het beroep) zich richt op het vergroten van de basiskennis van de welzijnszorg in Nederland (de landelijke sociale kaart), richt Sociale Kaart 2 zich dus op de specifieke, plaatselijke variant. Competenties 1.4, 2.5, 2.8 en 3.2 Leerlijn De cursus Sociale Kaart 2 valt onder de integrale leerlijn waarbij de student zijn methodische, sociologische en mogelijk juridische kennis naar eigen keuze inzet voor het maken van een beroepsproduct. In dit geval een verwijsdocument voor de eigen organisatie, de stageorganisatie, een specifieke doelgroep of een beoogde werkplek (regulier of voor stage).
336
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Leerdoelen De student: • heeft kennis van een plaatselijke sociale kaart dan wel van een sociale kaart voor een doelgroep met een specifieke problematiek. • kan kennis kunnen toepassen door het maken van een specifieke sociale kaart. • Kan doelgericht en gestructureerd informatie verzamelen en organiseren ten behoeve van een specifieke groep werknemers in de (toekomstige) werk-/stageorganisatie. Inhoud en Onderwijsvorm Individueel maakt iedere student ten behoeve van zijn stage of werkplek een sociale kaart. Hierin zet hij op een logische en overzichtelijke wijze uiteen naar welke instanties de werknemer kan doorverwijzen. Verder omschrijft de student per instantie de doelstelling, de werkwijze, eventuele voorwaarden die de organisatie stelt. De student kan zonodig op afspraak begeleiding en advies vragen aan de docent. Toetsing De thuisopdracht bestaat uit het maken van een werkstuk: de sociale kaart ten behoeve van een instelling of doelgroep. Literatuur • Studiewijzer (via de workspace verkrijgbaar na inschrijving voor de cursus) Bijzonderheden De cursus wordt niet geroosterd. De student werkt individueel en kan zelf bepalen op welk moment hij start met het maken van de sociale kaart. De student dient zich bij het onderwijssecretariaat aan te melden voor inschrijving voor de cursus. De student krijgt vervolgens toegang tot de informatie op de workspace. Het inlevermoment wordt ook in overleg met de docent van de cursus vastgesteld.
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
337
SOCIALE ZEKERHEID: HERZIENING EN TERUGVORDERING VAN UITKERINGEN SJD K
Cursuscode
ADR-SJDK-K196-03
Soort cursus Keuzecursus
Leerlijn Integrale leerlijn Inhoud • regelgeving m.b.t. herziening en terugvordering van ten onrechte genoten uitkeringen • administratiefrechtelijke afdoening uitkeringsfraude • bezwaar en beroep Onderwijsvorm Werkgroep Toetsing Individueel werkstuk (Takehome Tentamen)
Studiebelasting 3 EC Korte inleiding In deze keuzecursus komt de herziening en terugvordering van uitkeringen op grond van sociale verzekeringen en voorzieningen aan de orde. Deze problematiek kan de SJD-er in verschillende rollen in de praktijk tegenkomen. Als wetsuitvoerder/ toetser kan hij belast zijn met het uitvoeren van het handhavingsbeleid van een Gemeente , Sociale Verzekeringsbank of UWV, zoals het opstellen van beschikkingen of het optreden als gemachtigde in bezwaar- of beroepschriftenprocedures. Als belangenbehartiger kan hij belast zijn met advisering en/of het opstellen van bezwaar- of beroepsschriften. In de cursus wordt gewerkt met aan de uitvoeringspraktijk ontleende casuistiek.
Literatuur • Studiewijzer en reader Sociale Zekerheid: terugvordering 2007/2008
Leerdoelen • het verdiepen van kennis en inzicht in de werking van het sociale zekerheidsrecht in de praktijk • het versterken van in de beroepspraktijk benodigde vaardigheden • het versterken van visie op voor de beroepspraktijk relevante thema’s Competenties 1.1 tot en met 1.10, 2.2
338
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
339
SOCIALE ZEKERHEID: SVB/GEMEENTEN SJD DT
•
• •
Cursuscode
ADR-SJDD-J430-04
Inleiding systeem en organisatie sociale zekerheid: wie is verzekerd, wie heeft recht op uitkering, wie kan dat recht geldend maken en wie voert uit? Regelingen met betrekking tot ouderdom (AOW), overlijden (ANW), kinderbijslag (AKW) Regelingen met betrekking tot de bijstand (Wet werk en bijstand ( Wwb) alsmede gemeentelijke verordeningen) en de voorzieningen voor gehandicapten (Wet Maatschappelijke Ontwikkeling (WMO))
Soort cursus Verplichte voor alle studenten SJD-DT
Onderwijsvorm Hoor/werkcollege
Studiebelasting 3 EC
Toetsing Schriftelijk tentamen, m.c. en open vragen, twee uur
Korte inleiding In deze cursus worden de wettelijke regelingen met betrekking tot volksverzekeringen en sociale voorzieningen behandeld. Deze wetten worden uitgevoerd door de Sociale Verzekeringsbank ( de volksverzekeringen) en de gemeenten ( voorzieningen ). De cursus start met een inleiding in de sociale zekerheid, waarbij een overzicht wordt gegeven van het stelsel van de sociale zekerheid en de uitvoeringsorganisatie. De cursus volksverzekeringen en sociale voorzieningen krijgt een vervolg in het tweede studiejaar. Dan wordt ingegaan op werknemersverzekeringen (WW, ZW en WIA) en reïntegratie.
Literatuur • Studiewijzer & Reader Sociale zekerheid: SVB/Gemeenten SJD DT 2007/2008 • Noordam, Prof. F.M., Sociale zekerheidsrecht, 8e druk, Kluwer, ISBN 9789013033441 • Wettenverzameling voor de sociaal juridische dienstverlening 2007/2008, Koninklijke Vermande
Competenties 1.3, 1.4, 1.5, 1.6 Leerlijn Conceptuele leerlijn Leerdoelen • het verwerven van kennis en inzicht op het terrein van de sociale zekerheid, meer specifiek de volksverzekeringen en sociale voorzieningen • het toepassen van wet- en regelgeving alsmede rechtspraak op aan de beroepspraktijk ontleende casuïstiek Inhoud
340
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
341
SOCIALE ZEKERHEID: UWV SJD DT
Competenties 1.3; 1.4; 1.5; 1.6. 1.7 Leerlijn Conceptuele leerlijn
Cursuscode
ADR-SJDD-395-06
Soort cursus Verplicht voor alle studenten SJD-DT Studiebelasting 3 EC Korte inleiding De cursus “Sociale Zekerheid: UWV” is voor de studenten een vervolg op de cursus “Sociale Zekerheid: SVB / Gemeenten”. In deze cursus draait het om de werknemersverzekeringen (Ziektewet, WAO/WIA, WW) die worden uitgevoerd door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. In dat kader wordt ook uitgebreid aandacht besteed aan de reïntegratie. Het recht wordt vanuit verschillende invalshoeken bekeken: vanuit het perspectief van de wetgever, de betrokken partijen (het UWV, de werkgever en werknemer, de uitkeringsgerechtigde, de reïntegratiebureaus) en vanuit de SJD’er, die in de praktijk met het recht werkt. De rechtspraak van rechtbanken en Centrale Raad van Beroep zorgt voor verdieping van de leerstof. Leerdoelen • Het benoemen van relevante wet- en regelgeving alsmede rechtspraak op het terrein van de werknemersverzekeringen en reïntegratie. • Het toepassen van deze wet- en regelgeving en rechtspraak op aan de beroepspraktijk ontleende casuïstiek. De student maakt zich daarbij de wetssystematiek eigen. • Het analyseren van een complexe uitkeringssituatie vanuit diverse posities (uitkeringsgerechtigde, belangenbehartiger en het UWV).
342
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Inhoud • Regelingen met betrekking tot arbeidsongeschiktheid en reïntegratie: • De eerste twee jaren van arbeidsongeschiktheid (loondoorbetaling, passende arbeid, Ziektewet, geschil bij arbeidsongeschiktheid); het derde jaar van arbeidsongeschiktheid (WAO/WIA, Schattingsbesluit, CBBS en actuele ontwikkelingen). • Regelingen met betrekking tot werkloosheid en reïntegratie: WW met bijzondere aandacht voor de begrippen werkloosheid en maatregelen; de beleidsregels; het verschil tussen de richtlijn passende arbeid en het arbeidsrechtelijke begrip passende arbeid. • Uitleg van het ontstaan en de achtergrond van de wettelijke regelingen. Onderwijsvorm Werkcollege. Toetsing Schriftelijk tentamen, open vragen, 2 uur. Gebruik mag worden gemaakt van de Wettenverzameling sociaal juridische dienstverlening 2007/2008. Literatuur • Studiewijzer en reader Sociale zekerheid: UWV 2007/2008. • Sociale zekerheidsrecht, Prof.mr. F.M. Noordam 9e druk, uitgeverij Kluwer. ISBN 9789013046564. Heeft u het vorig studiejaar een andere druk aangeschaft, dan mag u ook deze gebruiken. • Wettenverzameling sociaal juridische dienstverlening 2007/2008, Koninklijke Vermande, ISBN 9789012118491 • Hoofdstukken 2, 4, 5 en 8 Arbeidsrecht begrepen, Mr. Hannie Geugjes en Mr. Paul van Grinsven, Boom juridische uitgevers, tweede druk (ISBN 978-890-5454-875-1).
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
343
SOLLICITATIETRAINING SJD DT K
Cursuscode
ADR-SJDD-399-06
Soort cursus Keuzecursus Studiebelasting 2 EC Korte inleiding Tijdens deze training wordt vanuit verschillende invalshoeken belicht hoe de deeltijdstudent zich op de arbeidsmarkt kan presenteren met de opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening. Competenties 1.10, 2.2, 2.3 Leerlijn Vaardigheden leerlijn Leerdoelen • Het vergroten van het inzicht in de wijze waarop persoonlijke competenties vertaalt kunnen naar een sollicitatiebrief en CV. • Het verbeteren van de persoonlijke presentatie in een sollicitatiebrief (schriftelijk) en een sollicitatiegesprek (mondeling). • Het verbeteren van sollicitatievaardigheden. • Het aanscherpen van doelen ten aanzien van de toekomstige loopbaan. • Het verkrijgen van inzicht in de loopbaanmogelijkheden van de Sociaal Juridische Dienstverlener. • Het kennismaken met verschillende strategieën om de kansen op een succesvolle loopbaan te vergroten.
competentieontwikkeling. Ook studenten die deelgenomen hebben aan het coachingstraject SJD dt kunnen (na overleg met de docent) deelnemen aan de sollicitatietraining. Voordat een deeltijdstudent gaat solliciteren is het van belang goed te weten wie hij is, wat hij wil en wat hij te bieden heeft. Tijdens de training wordt aandacht besteed aan de diverse fasen van het sollicitatiegesprek en de wijze waarop de deeltijdstudent zich kan presenteren op de arbeidsmarkt. Vanuit kennis en inzicht in het eigen competentieprofiel kan de student zich beter profileren ten opzichte van de uiteenlopende functie-eisen die gesteld worden in de diverse werkveldsectoren van de Sociaal Juridische Dienstverlening. Rode draad: presentatie van verworven competenties op de arbeidsmarkt door solliciteren of netwerken. Tijdens de bijeenkomsten komen de volgende onderwerpen aan bod: • de zelfanalyse • de arbeidsmarkt • de sollicitatiebrief en het CV • het sollicitatiegesprek Onderwijsvorm Instructie, thuisopdrachten, bespreken sollicitatiebrief en CV, oefenen van het sollicitatiegesprek. Toetsing Individuele opdracht (Logboek (10 - 15 pagina’s)) Presentieregeling Voor deze cursus geldt de aanwezigheidsverplichting. Literatuur • Reader en studiewijzer Sollicitatietraining SJD DT K
Inhoud De sollicitatietraining sluit aan bij de cursus Loopbaan –en
344
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
345
SYSTEEMTHEORIE SJD DT
Cursuscode
ADR-SJDD-F130-03
Soort cursus Verplichte voor alle studenten SJD-DT Studiebelasting 3 EC Korte inleiding Deze cursus is erop gericht om individu overstijgende groeperingen of eenheden zoals teams, afdelingen en organisaties te leren zien en begrijpen als systemen, die volgens systeemwetten functioneren. Verder levert de systeemtheorie de instrumenten om de wetmatigheden in het communicatieproces en steeds terugkerende patronen in het interactiegedrag van mensen te analyseren. Via deze cursus maken de studenten zich een begrippenapparaat eigen, waarmee specifieke processen in de beroepsuitoefening, zowel binnen het team waarin gewerkt wordt als in de contacten met cliënten, kunnen worden geanalyseerd en verhelderd.
Inhoud Bij systeemtheorie gaat het om een andere manier van kijken naar menselijk gedrag. Er wordt niet rechtstreeks naar het individu gekeken, het individu wordt als lid van het systeem gezien. Daarbij dient enige afstand te worden genomen van zgn. ‘intrapsychische’ begrippen, die ons bekend zijn uit de ‘individuele’ psychologie zoals strevingen, cognities, motieven en bedoelingen. De aandacht zal worden gevestigd op groepen als zichzelf in stand houdende systemen en op de steeds weer terugkerende patronen in het interactiegedrag van de mensen, die van deze systemen deel uitmaken. Onderwijsvorm Hoorcollege en zelfstudie. Toetsing Schriftelijk: mc tentamen, 2 uur. Literatuur • Joop Willemse, “Anders kijken; Een breder zicht op menselijk gedrag; Theorie en praktijk van de systeemtheorie”, Bohn, Stafleu en van Loghum, Houten, 2006.ISBN: 90-313-4810-4 • Studiewijzer bij de module (workspace)
Competenties 1.1, 1.2, 1.7, 1.9, 1.10, 2.1, 2.2, 2.3, 3.3, 3.4 Leerdoelen • het leren begrijpen en verklaren van bepaalde individuele gedragingen vanuit de omringende groep, respectievelijk het omgevende systeem. • patronen en wetmatigheden die zich in relaties, groepen en teams voordoen, leren benoemen en doorzien. • de belangrijkste begrippen uit de systeemtheorie leren kennen en in verband kunnen brengen met de dienstverlening aan cliënten en het werken in sociale systemen. • naar organisaties leren kijken door de bril van de systeemtheorie.
346
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
347
THEMA: ARBEIDSVERHOUDINGEN SJD DT
Cursuscode
ADR-SJDD-410-06
Soort cursus Verplichte voor alle studenten SJD-DT Studiebelasting 3 EC Beginvereisten In periode A is het thema Het Beroep de revue gepasseerd. Daarbij is onder meer aandacht besteed aan de sociale kaart. In het beroep van SJD’er ben je, of ga je, mogelijk aan de slag als belangenbehartiger van werknemers of als beleidsmedewerker. In dat geval heb je te maken met arbeidsverhoudingen. Ook in andere SJD - functies zijn de gevolgen van het niveau en de kwaliteit van arbeidsverhoudingen merkbaar. Denk maar eens aan de gevolgen voor het niveau van uitkeringen in de sociale zekerheid of je eigen rechtspositie. Korte inleiding Het Thema: Arbeidsverhoudingen staat stil bij de ontwikkeling van arbeidsverhoudingen in Nederland. De geschiedenis van het Nederlandse landschap weerspiegelt zich in die arbeidsverhoudingen. Daar waar onze voorouders in saamhorigheid de strijd tegen het water aanbonden en bijdroegen aan de vorming van het polderlandschap, bepalen in onze tijd werkgevers en werknemers in gezamenlijk overleg het niveau en de kwaliteit van arbeidsverhoudingen. Zij sluiten CAO’s af en zijn vertegenwoordigd in overlegorganen zoals de SER en de Stichting van de Arbeid. Tal van onderwerpen komen daar ter sprake alvorens de Staten-Generaal hun zegje mogen doen. De positie van de Staten-Generaal komt aan de orde in het Thema: Burgers Overheid in periode D. In het thema wordt aangesloten bij recente ontwikkelingen. Steeds meer worden arbeidsvoorwaarden gedecentraliseerd. Op centraal niveau worden kaders vastgesteld, op ondernemingsniveau worden
348
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
ze uitgewerkt. Dit geldt zowel voor de CAO als de medezeggenschap. Daarnaast zien we flexibiliteit en differrentiatie in de arbeidsverhoudingen. Niet alleen op collectief niveau zijn arbeidsverhoudingen in ontwikkeling. Ook de burger zelf doet een duit in het zakje. De burger heeft meer dan vroeger behoefte aan keuzemogelijkheden, niet alleen op het terrein van de arbeidsvoorwaarden maar ook in welke hoedanigheid hij zijn werk wil verrichten: als werknemer of ambtenaar, als opdrachtnemer of als zelfstandige zonder personeel (zzp’er). De verschuiving van verantwoordelijkheden tussen overheid, werkgever en werknemer op het terrein van de arbeidsverhoudingen komt aan de orde in het Thema: De Verzorgingsstaat in periode C. Het individuele arbeidsrecht komt in periode B aan de orde bij de cursus Arbeidsrecht. Competenties 1.4, 2.4, 2.7, 3.1, 3.3 en 3.4. Leerlijn Integrale leerlijn. Inhoud • De rol van adviesorganen zoals de SER en de Stichting van de Arbeid • Flexibiliteit en Zekerheid, differentiatie • Arbeid en Zorg • CAO, cafetariasystemen en decentralisatie van arbeidsvoorwaarden • Medezeggenschap • Van werknemer tot zzp’er: palet van mogelijke arbeidsrelaties • Sociaal plan Leerdoelen • De student analyseert de ontwikkelingen op het terrein van de arbeidsverhoudingen, zowel op collectief als individueel niveau. • De student kent de adviesorganen en doorziet de consequenties van de gegeven adviezen op de arbeidsverhoudingen. • De student benoemt de invloed van privé-omstandigheden op de arbeidsverhoudingen. • De student kent de achtergronden en relevante regelgeving op het terrein van de arbeidsverhoudingen.
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
349
• •
• •
De student kent de rollen van de verschillende actoren op het terrein van de arbeidsverhoudingen. De student doorziet de consequenties van flexibiliteit, differentiatie en decentralisatie op arbeidsorganisaties in het algemeen en zijn eigen werksituatie in het bijzonder. De student maakt de vertaling naar de sociaal juridische dienstverlening. De student is in staat voor de eigen organisatie een innovatieadvies op te stellen over het verbeteren van de arbeidsverhoudingen binnen de organisatie.
Literatuur • Studiewijzer en reader Thema arbeidsverhoudingen, studiejaar 2007 - 2008 • Arbeidsrecht begrepen, Mr. Hannie Geugjes en Mr. Paul van Grinsven, Boom juridische uitgevers, tweede druk, ISBN 978-90-5454-875-1
Onderwijsvorm Hoor – en werkcollege. Inhoud en toetsing werkstuk advies Er wordt een werkstuk advies geschreven. Het werkstuk bestaat uit minimaal 8 pagina’s en maximaal 10 pagina’s. Voldoet het niet aan deze eis, dan wordt het werkstuk als onbeoordeelbaar teruggegeven. Criteria inhoud De student beschrijft hoe flexibiliteit, decentralisatie en differentiatie zijn vormgegeven in de eigen arbeidsvoorwaardenregeling of CAO De student kiest een onderwerp (flexibiliteit, decentralisatie en differentiatie)voor het advies en beargumenteert deze keuze. De student stelt een vernieuwing/verandering voor m.b.t. de vormgeving van het gekozen onderwerp. Daarin wordt het volgende meegenomen • de rol van de sociale partners, OR, regering en andere adviesorganen m.b.t. het gekozen onderwerp • de belangen van de werkgever en werknemer en eventuele andere belangen De student onderbouwt het advies met argumenten Criteria vormgeving en inhoud Het stuk is opgebouwd uit inleiding, kern en conclusie. Het stuk is taalkundig correct geschreven. Het stuk kent een correcte bronvermelding.
350
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
351
THEMA: BELANGENBEHARTIGER SJD DT
Competenties 1.1 tot en met 1.10, 2.2, 2.5 en 3.3. Leerlijnen Integrale Leerlijn
Cursuscode
ADR-SJDD-440-06
Soort cursus Dit thema is verplicht voor alle studenten SJD DT Studiebelasting 3 EC Korte inleiding Dit thema richt zich op de rol van Belangenbehartiger en de medewerker info- en advies. Het thema geeft inzicht in de betekenis en de belangrijkste uitvoeringselementen ervan. Het thema heeft verband met andere cursussen, o.a: • Wetsuitvoerder / Toetser SJD DT • Arbeidsrecht • Training Adviesgesprek • SJD’er en de cliënt Het thema is er op gericht de student inzicht te geven in de rol van belangenbehartiger en in die van medewerker info- en advies. Daarbij krijgen specifieke elementen van deze rol aandacht. Te denken valt keuzes en dilemma’s waarvoor een belangenbehartiger zich geplaatst voelt. Maar ook aan verschillen en overeenkomsten tussen individuele en collectieve belangenbehartiging. Verder diepen we de adviserende rol van een belangenbehartiger en de medewerker info- en advies verder uit en is er veel aandacht voor mogelijkheden om oplossingen in de prejuridische fase te bieden aan de cliënt. Het thema kan een voorbereiding op praktijkniveau 2 zijn voor die studenten die nu nog werk hebben op praktijkniveau 1.Maar ook studenten die reeds werk hebben op praktijk niveau 2 verkrijgen bij dit thema inzicht en kennis in het specifieke van de belangenbehartiger, wat hen ten dienste kan staan bij (sollicitatie)keuzes tijdens of na de studie. Tevens biedt het thema inzicht in de verbanden, verschillen en overeenkomsten met andere SJD functies.
352
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Inhoud De SJD’er kan werken vanuit meerdere beroepsrollen: • Belangenbehartiger • Medewerker info- en advies • Wetsuitvoerder • Toetser/beoordelaar • Beleidsmedewerker. In dit thema komen de belangenbehartiger en de medewerker infoen advies aan bod. De belangenbehartiger komt op voor de belangen van de cliënt wanneer de cliënt bijvoorbeeld meent dat een uitvoerder (of een uitvoerende instelling) ten onrechte bepaalde wetten en regels heeft toegepast. De belangenbehartiger gaat dus vaak uit van de vraag van de cliënt. Hij formuleert de beoogde situatie zo dat deze zoveel mogelijk overeenkomt met de door de cliënt gewenste situatie. De belangenbehartiger treedt soms op namens de cliënt om diens belangen te behartigen in situaties waar hij dit zelf niet of onvoldoende kan. De rol van belangenbehartiger kan in een bepaalde functie worden uitgevoerd (bijv. belangenbehartiger bij de vakbond) maar ook gedeeltelijk terug komen in een andere functie/rol (bijv. wanneer iemand verwezen moet worden.). In dit thema komen specifieke elementen aan bod die bij de rol van belangenbehartiger horen. Te denken valt aan de integratie van (sociaal) Juridische elementen in combinatie met methoden en technieken. Een grondige voorbereiding op het optreden als belangenbehartiger is eveneens een belangrijk element. Daarbij is de beroepshouding en het persoonlijk optreden een onlosmakelijk punt dat niet losgekoppeld kan worden van sociaal juridische elementen. Om een goed zicht te krijgen op hoe het is om als belangenbehartiger te werken, werken we in dit thema met reële casussen. Aan de hand van actuele voorvallen en ontwikkelingen verkennen we de specifieke dilemma’s overwegingen en keuzes waar je als belangenbehartiger voor geplaatst wordt. Daarnaast heeft zeker ook het methodische werken en correct juridisch uitwer-
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
353
ken van de casussen een belangrijke plaats binnen het thema. Naast de belangenbehartiger zien we de opkomst van de medewerker info- en advies. Bijvoorbeeld bij het Juridisch Loket. Strikt genomen ben je dan geen belangenbehartiger. Je moet de klant op een adequate wijze informeren over zijn rechten en verplichtingen en zonodig verwijzen. Je treedt niet op namens de klant, je helpt hem op weg. Leerdoelen De student heeft na het volgen van dit thema inzicht in: • Het beroepsprofiel van de SJD’er en kan dit specificeren naar de rol van belangenbehartiger en de medewerker info- en advies met de bijbehorende taakgebieden en methodiek. • De onderlinge samenhang van verschillende werksectoren.
zijn handelen beïnvloeden. Dit alles gebundeld in een werkstuk van ongeveer 15 A4. Daarnaast werkt de student wekelijks een relevante stelling uit. Deze opdrachten moeten ingeleverd zijn en voldoende beoordeeld zijn om een eindcijfer te kunnen krijgen (AVV-vereiste). Nadere specificaties zijn te vinden in de studiewijzer via de Workspace. Eén van de opdrachten is een take-home opdracht over arbeidsrecht, waarbij de opgedane kennis van vorig studiejaar kan worden toegepast. Literatuur • Literatuur wordt nader bekend gemaakt via de Workspace
De student is na het volgen van dit thema in staat: • Vragen van cliënten te verhelderen, te analyseren in de context te plaatsen. • Op basis van een probleemanalyse, prioriteiten te stellen, te faseren en te plannen en dusdanig professioneel te handelen dat daarin zowel het Sociaal Juridische -als de Dienstverleningscomponent een adequate vorm krijgt. • De discretionaire ruimte te bepalen en optimaal toe te passen, waar nodig dwarsverbanden te leggen met sociaal juridische aspecten buiten de directe vraag van de cliënt en rekening houdend met de plaats van de organisatie waarin gewerkt wordt. Op het eigen handelen te reflecteren en ethische aspecten en persoonlijke overtuigingen die hierbij een rol spelen te benoemen. Onderwijsvorm Op basis van een reële casuïstiek en actuele stellingen werkt de student opdrachten uit en wordt zonodig theorie toegelicht of aangeboden. Dit gebeurt in verschillende vormen, onder andere individueel en in (sub)groepsverband. Toetsing Individueel werkstuk De toetsing bestaat uit een opdracht waarin de student individueel een casus uitwerkt waarin zich diverse voorvallen voordoen. Hierbij beschrijft de student naast een correcte juridische uitwerking ook welke persoonlijke overtuigingen en overwegingen meespelen bij zijn optreden als belangenbehartiger voor een cliënt en hoe deze
354
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
355
THEMA: BURGERS OVERHEID SJD DT • • •
Cursuscode
ADR-SJDD-I420-03
Soort cursus Verplichte voor alle studenten SJD-DT
• • •
Studiebelasting 3 EC
lijk gezag. De student is in staat de beginselen van de klassiek -liberale rechtsstaat te herkennen. De student kan actuele maatschappelijke kwesties analyseren aan de hand van deze beginselen. De student kan mogelijk relevante rechtsregels duiden als een maatschappelijke kwestie door het recht wordt bepaald of beïnvloed. De student kan in een feitencomplex relevante en niet-relevante informatie van elkaar onderscheiden. De student kan onderzoek uitvoeren en systematisch en methodisch zoeken naar informatie. De student kan zich mondeling presenteren tijdens de colleges en zich beargumenteerd schriftelijk uitdrukken.
Korte inleiding Staatsrecht, strafrecht en bestuursrecht vormen het deel van het recht dat we publiekrecht noemen. In het publiekrecht gaat het om de verhouding tussen burgers en overheid. Het deel van het staatsrecht dat relevant is voor SJD’ers wordt behalve inleidend in het kader van de cursus inleiding recht, in een thema aangeboden. Staatsrecht heeft betrekking op de inrichting van de staat en Nederland is ingericht als een democratische rechtsstaat. In een rechtsstaat is altijd sprake van democratische besluitvorming, scheiding van machten, grondrechten en legaliteit. In thema burgers overheid worden maatschappelijke kwesties in het licht van deze vier rechtstatelijke beginselen geanalyseerd. Een maatschappij is constant in beweging. Een rechtstaat is nooit af. Telkens vragen nieuwe maatschappelijke verhoudingen en omstandigheden om aanpassing.
Inhoud Na een algemene inleiding over de grondslagen onder de Nederlandse rechtsstaat in week 1 zal vervolgens iedere week één van die grondslagen centraal komen te staan. Eerst wordt het legaliteitsbeginsel verbonden met een actueel maatschappelijk onderwerp bijvoorbeeld de mogelijkheid die veel gemeenten hebben om veiligheidsrisicogebieden aan te wijzen waar preventief mag worden gefouilleerd. Vervolgens staan de grondrechten centraal. Onderwerp te over die raken aan grondrechten. De vraag of een griffier een hoofddoekje mag vragen bijvoorbeeld. Ook wordt het beginsel van machtenscheiding onder de loep genomen. Een discussiepunt blijft in dit verband bijvoorbeeld of het de rechter niet moet worden toegestaan om de grondwettigheid van wetten in formele zin te gaan toetsen. Natuurlijk wordt ook gesproken over het democratische en minder democratische in onze rechtsstaat en de gevolgen van internationalisering waar het gaat om rechtsstatelijkheid.
Competenties 3.1;3.3;3.4
Onderwijsvorm Werkcollege
Leerlijn Integrale leerlijn.
Toetsing Individueel werkstuk (maximaal 15 A4) bestaande uit een aantal deelwerkstukken.
Leerdoelen • De student is bekend met de herkomst en legitimatie van state-
356
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Literatuur • Studiewijzer Thema: Burgers Overheid Deeltijd 2007-2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
357
• •
(workspace) Schuyt K, Steunberen van de samenleving, Amsterdam University Press, ISBN-13 9053569375 Overige literatuur wordt op de workspace geplaatst
THEMA: DE VERZORGINGSTAAT SJD DT
Cursuscode
ADR-SJDD-I470-03
Soort cursus Verplicht voor alle studenten SJD-DT Studiebelasting 3 EC Beginvereisten Het thema sluit aan bij het in periode A gegeven Thema: Het Beroep, meer specifiek bij het onderdeel de verzorgingsstaat. In Thema: Het Beroep is de historie/opbouw van de verzorgingsstaat belicht. In periode B is het Thema: Arbeidsverhoudingen behandeld. Onderdelen daarvan komen terug bij het Thema: De verzorgingsstaat. Vooral daar waar het gaat over wie betaalt. Korte inleiding In dit thema wordt de vraag gesteld of de aloude verzorgingsstaat nog wel bestaat. Is de verzorgingsstaat verworden tot een verzekeringsstaat? Anders gezegd: moeten wij vanwege de ontzorging onze boontjes zelf doppen? De nadruk ligt op de ontwikkelingen van de laatste 30 jaar. Niet alleen de docent is aan het woord. De studenten verzorgen presentaties. In het thema de verzorgingsstaat wordt de sociale zekerheidswetgeving globaal behandeld. Specifieke wetskennis komt nader aan de orde in de cursus Sociale Zekerheid: SVB/gemeenten, eveneens gegeven in periode C. De onderwerpen voor de presentaties zijn: marktwerking, remedie of tirannie?; de verzorgingsstaat in internationaal verband; de verzorgingsstaat en immigratie; de overheid als werkverschaffer; de verzorgingsstaat en de volksgezondheid. In de studiewijzer worden deze onderwerpen geconcretiseerd in een centrale vraagstelling/probleemstelling per onderwerp.
358
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
359
Competenties 2.6, 2.7,3.1, 3.3, 3.4
•
Leerlijn Conceptuele leerlijn • Leerdoelen • De student kan de ontwikkelingen van de verzorgingsstaat van de afgelopen 30 jaren benoemen en analyseren. • De student heeft zich de inzichten van anderen op de verzorgingsstaat eigen gemaakt en die getoetst aan zijn of haar opvattingen. • De student heeft een heldere visie op de ontwikkelingen en de toekomst van de verzorgingsstaat ontwikkelt. • De student heeft de verantwoordelijkheden van overheid, werkgever, werknemer en uitkeringsgerechtigde bij de ontwikkeling van die visie betrokken. • De student kan het proces van verschuiving van verantwoordelijkheden tussen de genoemde actoren verwoorden. • De student benoemt de hiaten die in de sociale zekerheid zijn ontstaan en brengt in kaart op welke wijze ze zijn opgevuld. • De student maakt het onderscheid tussen wie verantwoordelijk is voor besluitvorming en/of uitvoering en wie betaalt. • De student herkent de publieke en private sector als een Siamese tweeling en kan schakelen tussen die twee. • De student verwerft globale kennis en inzicht in wetgeving, waarbij de nadruk ligt op de sociale zekerheidswetgeving. • De student doorziet de gevolgen van de veranderde verzorgingssstaat voor het beroep van de sociaal juridisch dienstverlener. • De student kan zijn eigen visie op ‘de toekomst van de verzorgingsstaat’, onderbouwd met argumenten, schriftelijk verwoorden en deze toetsen aan de beroepsuitoefening van de SJD-er. Inhoud • De doelstellingen van de verzorgingsstaat: bescherming van individuen, garantie van een minimuminkomen. Verschaffen van voorzieningen (bijv. huisvesting en gezondheidszorg) en bevordering van individueel welbevinden. • De negatieve belevingsaspecten van de verzorgingsstaat: afhankelijkheid, bureaucratie en passiviteit. • Schets van hoe het was en hoe het is: de terugtredende overheid op diverse terreinen en de burger die meer en meer gelij-
360
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
•
•
•
•
kenis vertoont met een veeleisend kind. De gaten die in de sociale zekerheid zijn geslagen (WW, WAO/WIA en ANW -gat) en gaten die nog worden geslagen (bijv. AOW -gat). Gaten die grotendeels via particuliere verzekeringsmaatschappijen gedicht worden. Het leerstuk van de employee benefits. Individualisering of farce? Verschuiving van verantwoordelijkheden van overheid naar de zorgbehoevende en de uitkeringsgerechtigde (activerende stelsel van de sociale zekerheid). Verschuiving van verantwoordelijkheden van overheid naar werkgever op de terreinen van arbeidsongeschiktheid en (zorg)verloven. We bekijken wie verantwoordelijk is en wie betaalt. Het Burgerlijk Wetboek en de Wet Arbeid en Zorg passeren de revue. Wetgeving is leuk maar kan zij de maatschappij sturen? Anders gezegd: is de sturende overheid (voorheen: de verzorgende overheid) in staat die maatschappij te vormen en normeren? Belangenbehartiging. Worden alleen nog individuele belangen behartigd of ook nog de belangen van doelgroepen? Is er een parallel te trekken met het afkalven van de verzorgingsstaat? Ligt dat ook niet aan de calculerende burger?
Onderwijsvorm Hoor – en werkcollege Toetsvorm en criteria: Er wordt een werkstuk geschreven in de vorm van een betoog. Het werkstuk wordt pas beoordeeld als bij de presentatie sprake is van een zogenaamde AVV (aan verplichtingen voldaan bij voldoende inbreng). Het werkstuk bestaat uit minimaal 8 en maximaal 10 pagina’s. Is aan deze eis niet voldaan, dan wordt het werkstuk als onbeoordeelbaar teruggegeven. Criteria inhoud de student geeft in grote lijnen de ontwikkeling van de verzorgingstaat in de laatste 30 jaar weer en neemt daarin de presentaties van de studenten mee •
de student legt uit wat de verantwoordelijkheden zijn van de overheid, werkgever, werknemer en uitkeringsgerechtigde de student verklaart het proces van verschuivingen in de verant-
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
361
woordelijkheden van de overheid, werkgever, werknemer en uitkeringsgerechtigde • de student weegt doelstelling en beperking van de verzorgingstaat tegen elkaar af • de student onderbouwt een eigen visie op de toekomst van de verzorgingstaat en geeft daarbij een eigen definitie van de verzorgingsstaat • de student relateert deze eigen visie aan de (toekomst van de) beroepsuitoefening van de sociaal–juridische dienstverlener Criteria vormgeving en inhoud Het stuk is opgebouwd uit inleiding, kern en conclusie Het stuk is taalkundig correct geschreven Het stuk is voorzien van een correcte bronvermelding Literatuur • Studiewijzer & reader de verzorgingsstaat 2007-2008 • De grote almanak voor informatie en advies, NIZW/2ZW informatiecentrum, 34e editie januari 2008 – juli 2008 • Sites: www.adviesorgaan-rmo (rapport “verschil in de verzorgingsstaat”) en www.wrr.nl (samenvatting rapport “de verzorgingsstaat herwogen”) • Steunberen van de samenleving, Kees Schuyt, Amsterdam Universtiy Press 2006, ISBN-13 978 90 5356 9375 hoofdstuk 3, par. 6; hoofdstuk 4, par. 3; hoofdstuk 5, par. 2 en 3; hoofdstuk 7; hoofdstuk 8.
THEMA: HET BEROEP SJD DT
Cursuscode
ADR-SJDD-480-06
Soort cursus Verplichte voor alle studenten SJD-DT Studiebelasting 3 EC Korte inleiding Dit thema is een eerste oriëntatie op het beroep en werkveld van de SJD’er. Door middel van lezingen door gastsprekers werkzaam in de beroepspraktijk maken studenten kennis met het werk van de SJD’er. Tevens maken studenten kennis met de sociale wetenschappen. Vanuit de sociale wetenschappen wordt elementaire kennis aangedragen die van cruciaal belang is voor het beroepsmatig handelen van de SJD’er. De theorieën, begrippen en thema’s die aan de orde komen staan in direct verband met vraagstukken en dilemma’s uit de sociaal juridische beroepspraktijk. Competenties 1.2, 2.2, 3.1, 3.3 Leerlijn Integrale leerlijn. Leerdoelen • Kennis opdoen en inzicht verwerven inzake de basisbegrippen uit de sociale wetenschappen en dit kunnen toepassen op de SJD beroepspraktijk. • Kennis over en inzicht in de invloed van maatschappelijke veranderingsprocessen op het werkveld en de beroepsuitoefening van de SJD’er en dit kunnen vertalen naar het werken met verschillende doelgroepen in de eigen beroepspraktijk. • Ten aanzien van de verschillende doelgroepen uit de SJD
362
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
363
•
•
•
beroepspraktijk relevante juridische wet- en regelgeving kunnen beschrijven Het vergroten van de kennis van een plaatselijke sociale kaart dan wel van een sociale kaart voor een doelgroep met een specifieke problematiek Deze kennis kunnen toepassen door het maken van een opzet van een sociale kaart ten behoeve van de huidige of toekomstige werkplek. Inzicht in de verschillende rollen van de SJD’er (belangenbehartiger, wetsuitvoerder en toetser) en een eerste oriëntatie op de werkveldsectoren, zoals: Sociale Zekerheid, Advies & Informatie, Justitiële Dienstverlening, Arbeidsvraagstukken, Huisvesting en overige juridisch georiënteerde organisaties.
Inhoud Studenten maken kennis met de verschillende werkveldsectoren en rollen van de SJD’er en de Sociale Kaart van Nederland. Tevens wordt een inleiding in de sociale wetenschappen gegeven. Studenten krijgen inzicht in culturele, historische, technologische, economische en demografische ontwikkelingen in de Nederlandse samenleving die een directe invloed hebben op het sociaal juridische werkveld. Vanuit macro- en mesoniveau wordt een analyse gemaakt van de Nederlandse samenleving, waarbij onderwerpen als modernisering, de verzorgingsstaat, individualisering, emancipatie en mondigheid van de burger, ontgroening en vergrijzing, verzuiling en secularisatie, juridisering en de multiculturele samenleving centraal staan. Aan de hand van de beroepsrelevante thema’s, arbeid, gezin, cultuur en socialisatie, wordt ingegaan op een aantal doelgroepen uit het werkveld van de Sociaal Juridische Dienstverlening: kinderen, jongeren, vrouwen, ouderen en allochtonen. Studenten maken aan de hand van een zelfgekozen doelgroep en/of problematiek een opzet voor een Sociale Kaart.
• • • • •
Gezin/SJD-doelgroep: kinderen. Gezin/SJD-doelgroep: jongeren. Arbeid/SJD-doelgroep: vrouwen. Arbeid/SJD-doelgroep: ouderen. Cultuur en socialisatie/SJD-doelgroep: allochtonen.
Onderwijsvorm Door middel van hoor- en werkcollege, lezingen van gastsprekers, videomateriaal, leesopdrachten en zelfstudie worden studenten gestimuleerd om vanuit uiteenlopende sociaal wetenschappelijke visies te leren analyseren en redeneren, zowel op meso- als macroniveau. Het is de bedoeling dat studenten aan de hand van diverse sociaal wetenschappelijke theorieën een analyse kunnen maken van vraagstukken uit de beroepspraktijk. Tijdens de hoorcolleges worden studenten gestimuleerd om zelf verbanden te leggen tussen maatschappelijke ontwikkelingen enerzijds en veranderingen in het sociaal juridische werkveld anderzijds. Tijdens de lezingen van gastsprekers worden de studenten geïnformeerd over het sociaal juridische werkveld. Toetsing Take Home Tentamen en samenvatting lezingen gastsprekers (10 15 pagina’s) en opdracht Sociale Kaart (5 - 10 pagina’s). Literatuur • Reader en Studiewijzer, Thema: Het Beroep SJD DT. • E. Wijsman, Psychologie & Sociologie, vierde druk, WoltersNoordhoff Groningen, 2005, ISBN 9 789001 400033 • De grote almanak voor informatie en advies, NIZW,
Rode draad: Kennismaking met het beroep van de SJD’er en het verkrijgen van inzicht in de invloed van maatschappelijke veranderingsprocessen op het beroep en het ontstaan van nieuwe hulpvragen van cliënten en/of cliëntgroepen. Overzicht van het programma: • Sociologie en de moderne samenleving. • De verzorgingsstaat.
364
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
365
THEMA: JUSTITIËLE DIENSTVERLENING SJD DT
•
De student is in staat een standpunt in te nemen en zowel mondeling als schriftelijk te onderbouwen aangaande verscheidene beroepsdilemma’s uit het werkveld. Competenties 1.3, 1.4, 1.5, 1.6, 1.7, 2.5. Leerlijn Integrale leerlijn
Cursuscode
ADR-SJDD-495-06
Soort cursus Verplichte voor alle studenten SJD-DT Studiebelasting 3 EC Korte inleiding Deze cursus richt zich op de praktijk van het strafrecht. De reclassering, bureau Halt, bureau slachtofferhulp en penitentiaire inrichtingen zijn naast politie, openbaar ministerie en rechtbank, belangrijke schakels in de strafrechtelijke justitiële keten, waar SJD’ers in vrijwel alle werkvelden in meer of mindere mate mee te maken krijgen. Deze cursus beoogt de kennis opgedaan bij de vakken formeel en materieel strafrecht te vertalen naar situaties waarin een SJD’er in de praktijk mee te maken kan krijgen. Ingangseisen Kennis van materieel en formeel strafrecht wordt verondersteld.
Inhoud Centraal staan de werkzaamheden van justitiële dienstverleners. Wat houden hun werkzaamheden in, met welke beroepsdilemma’s kunnen zij te maken krijgen? Wat zijn actuele ontwikkelingen in dit werkveld? In deze cursus wordt de kennis van studenten over (het werken in) dit werkveld vergroot. Daarnaast wordt de kennis van het materieel en formeel strafrecht op praktijksituaties toegepast. Dit alles gebeurt door middel van het werken met en maken van beroepsproducten en discussies met gastsprekers uit het werkveld. Onderwijsvorm Hoor- en werkcolleges, gastsprekers Toetsing Individueel schriftelijk werkstuk waarin de in de studiewijzer/reader gepresenteerde opdrachten worden gemaakt. Literatuur • SJD-wettenbundel • Studiewijzer en reader (digitaal)
Leerdoelen • De student is op de hoogte van actuele ontwikkelingen in verschillende schakels van de strafrechtsketen, kan de discussie daarover in grote lijnen weergeven en zijn eigen mening hierover formuleren en onderbouwen. • De student is in staat een cliënt adequaat te informeren, te begeleiden en naar de juiste dienstverlener in het strafrecht te verwijzen. • De student heeft inzicht in de werkzaamheden van verschillende justitiële dienstverleners. • De student kan de juridische schriftelijke uitingen die in de justitiële keten worden gebruikt, uitleggen en toepassen in een casus uit de beroepspraktijk.
366
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
367
THEMA: RECHTSTOEPASSING SJD DT
Cursuscode
ADR-SJDD-I007-04
Soort cursus Verplichte voor alle studenten SJD-DT Studiebelasting 6 EC Beginvereisten Relevante SJD-werkervaring op niveau 2 en de 1e en 2e jaars “cursussen” moeten met een voldoende zijn afgerond. Competenties Dimensie 1 Leerlijn Integrale leerlijn Inhoud Tijdens deze integrale cursus legt de student een proeve van bekwaamheid af. De student combineert alle SJD kennis en vaardigheden die in de opleiding aan de orde zijn gekomen. Gebruik wordt dus gemaakt van juridische kennis op SJD-terrein die op methodisch juiste wijze wordt toegepast in een specifieke SJD –praktijkcasus. De intakegesprekken en informatie- en adviesgesprekken zoals die tijdens deze cursus worden gevoerd moeten in de eigen dagelijkse praktijk voor kunnen komen. Het doel is uitdrukkelijk de werkpraktijk van de SJDer zo dicht mogelijk te benaderen.
Toetsing De toets bestaat uit meerdere opdrachten: 1. Een ‘voortgangrapportage’ inzake een casus uit uw eigen SJD–praktijk (voldoende/onvoldoende); 2. Een intake of adviesgesprek vanuit de SJD-rol in een aan u overgedragen SJD – praktijkcasus (cijfer); 3. Een beoordelingsformulier waar het gaat om het gesprek van uw collega (voldoende/ onvoldoende); 4. Een functioneringverslag waar het gaat om uw eigen gesprek (cijfer); 5. Een “voorlopige rapportage” ter voorbereiding op het adviesgesprek met cliënt of collega vanuit de SJD-rol in een aan u overgedragen SJD – praktijkcasus (voldoende/onvoldoende); 6. Een ‘adviesrapportage’ vanuit de SJD-rol in een aan u overgedragen SJD – praktijkcasus (cijfer) Alle onderdelen moeten afgerond zijn met een voldoende. De drie cijfers opgeteld en gedeeld door drie geeft het eindcijfer. Presentieregeling Voor deze cursus geldt een aanwezigheidsverplichting. Literatuur • Studiewijzer/Reader rechtstoepassing 2007- 2008 zal digitaal worden verstrekt via de workspace • Eventueel aanvullende literatuur • Alle literatuur die in alle voorgaande juridische en methodische cursussen is voorgeschreven, voor zover je daar gebruik van kan (zou moeten) maken.
Onderwijsvorm 2 verplichte bijeenkomsten en practicum.
368
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
369
THEMA: SJD’ER EN CLIËNT SJD DT •
Cursuscode
ADR-SJDD-I460-03
Soort cursus Verplichte voor alle studenten SJD-DT Studiebelasting 3 EC Korte inleiding Het Thema: SJD'er en de Cliënt is een introductie in de levenslooppsychologie en de levensfasen van de mens. De student krijgt kennis en inzicht in de manier waarop de levensfase van de cliënt het gedrag en de communicatie van de cliënt kan beïnvloeden. Daarnaast krijgt de student inzicht in de wijze waarop de eigen levensfase invloed kan hebben op de communicatie en beroepsuitoefening als SJD’er. Competenties 1.1, 1.2, 1.5, 1.7, 1.9, 1.10, 2.1, 2.2, 3.1, 3.2, 3.3, 3.4, Leerlijn Integrale leerlijn. Leerdoelen • Aan de hand van de theorie van levenslooppsychologie kunnen benoemen wat de invloed van de specifieke levensfase is voor het gedrag en de communicatie met cliënten. • Een verband kunnen leggen tussen een bepaalde levensfase en een specifieke SJD problematiek. • Uitwerken van een SJD problematiek in een specifieke levensfase aan de hand van de biologische, sociale, psychische en cognitieve ontwikkeling van de cliënt en het geven van een advies voor een oplossing. • Ten aanzien van de gekozen SJD problematiek de betreffende
370
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
juridische wet- en regelgeving kunnen beschrijven. Tijdens een lespresentatie op gestructureerde en boeiende wijze de gekozenSJD problematiek presenteren.
Inhoud De levenslooppsychologie houdt zich bezig met leeftijdsgebonden veranderingen binnen de levensloop van het menselijk individu. Elke levensfase kent zijn eigen ontwikkeling, waarbij zowel biologische cognitieve, sociale als psychische aspecten een rol spelen. Elke levensfase kent ook belangrijke gebeurtenissen die op te vatten zijn als overgangsgebeurtenissen van de ene levensfase naar de andere. Denk daarbij aan het verlaten van het ouderlijk huis of de mid-life crisis. Binnen het thema maakt de student kennis met de levensfasen van de menselijke levensloop en een aantal aan de levensfase gebonden problemen. Dit om, ten eerste een beter inzicht te krijgen in de manier waarop de specifieke levensfase de communicatie en het gedrag van de cliënt kan beïnvloeden, en ten tweede om een beter inzicht te krijgen in de eigen levensfase. Het doel hiervan is dat studenten meer zicht krijgen op de invloed van verschillende levensfasen op de dienstverlening aan cliënten vanuit een specifieke beroepsrol. Rode draad: Wat voor invloed heeft de levensfase van de cliënt op zijn communicatie en gedrag en hoe kan de SJD'er hier vanuit de verschillende beroepsrollen op een adequate manier op inspelen? De onderwerpen die aan de orde komen zijn: • levensloop en ontwikkeling. • puberteit en adolescentie. • jongvolwassenheid. • volwassenen. • oudere volwassenen: jonge ouderen en oudere ouderen.. Onderwijsvorm Hoor- en werkcollege, zelfstudie, leesopdrachten, videokijkopdrachten en presentaties.
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
371
Toetsing • Individuele opdracht (Take Home Tentamen, inclusief interview over SJD problematiek gerelateerd aan een specifieke levensfase (10 -15 pagina’s). • Mondelinge opdracht (presentatie). Literatuur • Studiehandleiding. • N. Rögels, Levenslooppsychologie, Jongvolwassenen, volwassenen en oudere volwassenen, eerste druk, Nelissen Soest 2004, ISBN 9 789024 416578.
THEMA: WETSUITVOERDER/TOETSER SJD DT
Cursuscode
ADR-SJDD-450-06
Soort cursus Verplichte voor alle studenten SJD-DT Studiebelasting 3 EC Korte inleiding De cursus is er op gericht de student inzicht te geven in de rol van wetsuitvoerder/toetser, waardoor een duidelijker beeld ontstaat van de diversiteit van SJD rollen en posities en de competenties die daarbij benodigd zijn. Tevens is de cursus erop gericht de competenties te versterken, die de student in de rol van wetsuitvoerder of toetser dient te hebben. Daarnaast krijgt de student zicht op eventuele “interne –en externe conflicten” die de rol en positie meebrengt. Dit kan de student ten dienste staan bij (loopbaan)keuzes die hij maakt tijdens of na de studie. De cursus sluit aan op studieonderdelen uit de propedeuse, waaronder Thema het beroep, Bestuursrecht en Sociale Zekerheid SVB/gemeenten en heeft verband met cursussen uit het tweede jaar, waaronder Sociale Zekerheid UWV en de thema’ s De belangenbehartiger en SJD-er en cliënt. Competenties 1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 1.5, 1.6, 1.7, 1.8, 1.9, 1.10, 2.2. Leerlijn Integrale leerlijn. Leerdoelen • De student heeft inzicht in de functie en taak van een SJD’er in de rol van wetsuitvoerder/toetser.
372
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
373
•
• •
•
De student kan vanuit de verschillende rollen functionele beslissingen en keuzes maken rekening houdend met wet –en regelgeving, beleid en rechtspraak. Op basis van een analyse van een uitkeringsaanvraag een beslissing schrijven. Op basis van een analyse van een genomen beslissing en de hiertegen geformuleerde bezwaren een beslissing schrijven op bezwaar. Op basis van de ervaring die de student heeft opgedaan tijdens deze cursus reflecteren op het eigen handelen en aangeven of de rol van wetsuitvoerder of toetser aansluit bij zijn competenties en ambitie .
Inhoud In dit thema krijgt student inzicht in de rol wetsuitvoerder/toetser door zelf in een laboratoriumsituatie ervaring daarmee op te doen. Hij maakt hiervoor- individueel- een drietal beroepsproducten waarbij vanuit een dossier uit de beroepspraktijk de benodigde competenties aan de orde komen. Onderwijsvorm Hoor/werkcollege Toetsing Individueel werkstuk, bestaande uit 3 opdrachten. Literatuur • materiaal benodigd voor de cursus wordt op de workspace geplaatst
THEMATISCHE SUPERVISIE SJD DT
Cursuscode
ADR-SJDD-550-06
Soort cursus Verplichte voor alle studenten SJD-DT Ingangseisen Om aan de supervisie te kunnen deelnemen dient de student ten minste over 111 EC te beschikken. De praktijktijd van jaar 1 en jaar 2 dient met een voldoende te zijn afgerond voor aanvang van de supervisie. De praktijkplaats van de student dient daarnaast door de opleiding goedgekeurd te zijn op praktijktijd niveau 2 waarmee de praktijkplaats superviseerbaar is. Studiebelasting 8 EC Competenties 1.1 t/m 1.3, 1.7, 1.9, 1.10, 2.1, 2.2, 2.4, 2.6, 2.8, 3.3, 3.4 Leerlijnen Ervaringsreflectie-leerlijn. Leerdoelen: De supervisant is in staat: 1. Verantwoordelijkheid te nemen voor het zijn/haar leerproces en zich daarop te laten aanspreken; 2. Tijdens de supervisie adequaat samen te werken met de mede supervisanten en de supervisor; 3. Op grond van inzicht in eigen sterke en zwakke punten persoonlijke leerdoelen te formuleren aan de hand van de beroepshoudingaspecten (thema 1) en vorderingen te maken wat betreft de realisatie van deze leerdoelen. 4. Te reflecteren en te problematiseren onder andere op de hoofdthema’s van supervisie (thema 1 t/m 7);
374
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
375
5. Integratie aan te brengen in eigen denken, voelen en handelen en te werken aan persoonlijke ontwikkeling: zelfreflectie en balans (thema 6); 6. De verschillende methodieken die gehanteerd worden in het SJD-werkveld te demonstreren en deze toe te passen (thema 3); 7. Morele en ethische beroepsdilemma’s (thema 2) te herkennen daarbinnen de eigen positie te bepalen en het strategisch handelen daarop af te stemmen; 8. Te reflecteren op de sociale, juridische en agogische component van het beroepsmatig functioneren, bijvoorbeeld het omgaan met macht, onmacht, agressie en conflicten (thema 7); 9. Zijn/haar eigen plaats binnen de organisatie (thema 5) te onderkennen en te werken vanuit verschillende beroepsrollen belangenbehartiger, uitvoerder of toetser/ controleur; 10. Te reflecteren op zijn visie op het beroep en een actieve bijdrage te leveren aan de sociaal juridische beroepsontwikkeling (thema 4). Inhoud Supervisie is een didactische methode gericht op het leren zelfstandig te functioneren in de uitoefening van een beroep. Een kenmerk van supervisie is de directe koppeling tussen leren en werken. De eigen werkervaring van de supervisant vormt de basis van het leren tijdens supervisie. Deze wisselwerking tussen werken en leren kan slechts plaatsvinden wanneer supervisie regelmatig en parallel aan de uitvoering van het werk plaatsvindt. De supervisant leert tijdens supervisie systematisch te reflecteren op juridische, sociale en persoonlijke aspecten van het werk. Met andere woorden het doel van supervisie is dat de supervisant laat zien dat hij zelfstandig kan reflecteren op gebeurtenissen die spelen tijdens de uitoefening van zijn beroep.De student kan laten zien wat hoe datgene waarop hij in de supervisie heeft gereflecteerd toegepast wordt in de praktijk. Dit laat de student zien aan de hand van drie kernactiviteiten: • de werkinbreng met leervragen (een schriftelijke weergave van een werkervaring); • het concretiseren en problematiseren van een werkervaring (tijdens supervisie); • het reflectieverslag (de schriftelijke weergave van het denkproces na afloop van de supervisie en aangeven hoe dit is omgezet in een nieuw handelen).
376
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Kenmerkend voor het beroep is dat de SJD’er werkt binnen de eisen van een formeel-juridisch kader. Daarnaast heeft de SJD’er te maken met de regels van de organisatie, zijn functie- en taakomschrijving, de belangen en wensen van de cliënt en zijn eigen persoonlijke overtuigingen. Dit betekent dat de SJD’er moet leren opereren in het spanningsveld tussen belangen van de cliënt, de regels van de organisatie en zijn persoonlijke overtuiging. Dit spanningsveld wordt verduidelijkt aan de hand van specifieke thema’s die tijdens supervisie aan de orde komen. Wat is thematische supervisie? Tijdens supervisie wordt gewerkt aan de hand van thema's. Deze thema's zijn ontleend aan de beroepspraktijk van de SJD’er. Door het werken met thema's afkomstig uit de beroepspraktijk van de SJD’er krijgt het leren van de deeltijder meer diepgang en kan er sterker worden gefocust op het specifieke van SJD. Het uitgangspunt is dat de thema's in het supervisietraject voor een deel vastliggen en voor een ander deel veranderlijk kunnen zijn al naar gelang de opgedane werkervaring. Tevens blijft er ruimte voor persoonlijke leerdoelen, mits deze gekoppeld zijn aan de opleidingseisen. Dit betekent dat er tijdens thematische supervisie een zichtbare relatie wordt gelegd tussen de opleiding en de eisen vanuit het werkveld: de beroepscompetenties. De thema's zijn ontleend aan de hierboven genoemde competenties. Te denken valt aan de volgende thema's: Thema 1. Beroepshoudinsaspecten: • Distantie en betrokkenheid • Samenwerking • Verantwoordelijkheid • Initiatief/innovatief • Flexibiliteit • Zelfkritiek en reflectie • Integriteit en betrouwbaarheid • Werkeffectiviteit en time management Thema 2: Morele en ethische beroepsdilemma's Thema 3: Methodiek van de SJD'er Thema 4: Visie op het beroep en beroepsontwikkeling Thema 5: De organisatie en de SJD'er Thema 6: Persoonlijke ontwikkeling: zelfreflectie en balans Thema 7: Macht, onmacht, agressie en conflicten.
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
377
Rode draad: reflectie op reeds verworven competenties aan de hand van concrete werkervaring, het vaststellen van het eigen competentieniveau door middel van een sterkte - zwakte analyse, het formuleren van leerdoelen en het toepassen van het geleerde in de beroepspraktijk.
met het beroep. De supervisor is geregistreerd bij de Landelijke Vereniging voor Supervisie en Begeleiding (LVSB). De supervisor heeft geen directe contacten met de organisatie waar de supervisant werkzaam is. De supervisie vindt als regel plaats in het gebouw van de opleiding.
Thematische supervisie sluit aan bij de cursus Loopbaan- en competentieontwikking. Producten uit de supervisie kunnen gebruikt worden voor de opbouw van het Port Folio. Te denken valt aan de uitwerking van een competentieprofiel (of sterkte -zwakte analyse) gebaseerd op de door de student geformuleerde persoonlijke leerdoelen, of een concrete uitwerking van de wijze waarop de student tijdens de supervisie gewerkt heeft aan een of meerdere beroepsrelevante thema's.
Wat zijn de voorwaarden voor deelname aan supervisie: • De praktijktijd mag gedurende de supervisie niet worden onderbroken. Alleen in bijzondere omstandigheden, te beoordelen door de supervisiecoördinator, kan een onderbreking van maximaal 4 aaneengesloten werkweken worden toegestaan. Bij een langere onderbreking zal de supervisiecoördinator in overleg met de supervisor nadere afspraken met de supervisant maken. Het kan zijn dat de supervisie wordt verlengd of beëindigd. • Bij verandering van werkplek, door onvoorziene omstandigheden, moet de supervisant de nieuwe werkplek eerst ter goedkeuring aan de opleiding voor te leggen. Hiervoor gelden de bepalingen inzake de goedkeuring van de praktijktijd niveau 2. • De supervisant dient de werkafspraken na te komen (onder andere het op tijd aanleveren van een schriftelijke werkinbreng en een reflectieverslag). • De supervisiegroep is samengesteld uit supervisanten die ten opzichte van elkaar onafhankelijke posities innemen. Een supervisiegroep mag dus niet bestaan uit vrienden of vriendinnen. • Supervisie is meestal niet goed te combineren met een vorm van psychotherapie. Vandaar dat het noodzakelijk is dit vooraf bij de supervisiecoördinator te melden. Per situatie zal worden nagegaan of van deze regel kan worden afgeweken. • Bij een beoordeling met een onvoldoende, kan de supervisie verlengd worden met maximaal een half jaar. De supervisor brengt een advies uit, de supervisiecoördinator besluit. De beoordeling van de eindevaluatie is vastgelegd in het beoordelingsformulier ‘Thematische supervisie eindevaluatie’ dat is opgenomen in de studiehandleiding voor thematische supervisie SDJ DT.
Hoe is het programma opgebouwd?: • Introductie supervisie Voorafgaand aan de eerste supervisiebijeenkomst vindt de introductie supervisie plaats. De student wordt geïnformeerd over de inhoud van supervisie, leert leervragen te formuleren en vragen te stellen in de supervisie. • Klikevaluatie Tijdens de klikevaluatie beslissen de supervisor en supervisanten of er een prettige werksfeer is en voldoende vertrouwen om met elkaar te kunnen werken tijdens het gehele supervisietraject. • Middenevaluatie Voor de middenevaluatie hebben zeven bijeenkomsten plaatsgevonden. Voorafgaand aan de middenevaluatie schrijft de supervisant een middenevaluatieverslag. Tijdens de middenevaluatiebijeenkomst spreekt de supervisor een beoordeling uit over het verloop van het supervisietraject tot de middenevaluatie. • Eindevaluatie Voorafgaand aan de eindvaluatie schrijft de supervisant een eindevaluatieverslag. Tijdens de eindevaluatiebijeenkomst spreekt de supervisor een beoordeling uit over het totale supervisietraject. Wie nemen deel aan supervisie? De supervisant is de student die gedurende de praktijktijd niveau 2 (zie ook cursusomschrijving Praktijktijd SJD DT) aan supervisie deelneemt. De supervisor kan een docent zijn van de SJD opleiding of een supervisor van buiten de opleiding die voldoende bekend is
Onderwijsvorm: Supervisie wordt uitgevoerd in groepjes van minimaal twee en maximaal drie supervisanten. Er zijn in totaal zestien bijeenkomsten die een keer in de veertien dagen plaatsvinden. Supervisie kan in periode A, B en C gestart worden als er tenminste 3 deelnemers zijn. Supervisie wordt op dinsdagavond, als regel één keer per veertien
378
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
379
dagen aangeboden. De supervisie wordt niet aangeboden tijdens de toetsweken. De duur van de bijeenkomst met drie supervisanten is 120-150 minuten. Toetsing: • Middenevaluatie Voor de middenevaluatie hebben zeven bijeenkomsten plaatsgevonden Voorafgaand aan de middenevaluatie schrijft de supervisant een middenevaluatieverslag. Tijdens de middenevaluatiebijeenkomst spreekt de supervisor een beoordeling uit over het verloop van het supervisietraject tot de middenevaluatie. Hier zijn geen studiepunten aan verbonden, maar dit kan gezien worden als prognose voor de beoordeling van de eindevaluatie. • Eindevaluatie Voorafgaand aan de eindvaluatie schrijft de supervisant een eindevaluatieverslag. Tijdens eindevaluatiebijeenkomst spreekt de supervisor een beoordeling uit over het totale supervisietraject. Presentie-regeling: De student heeft aanwezigheidsverplichting. De supervisant dient aan de aanwezigheidsverplichting te voldoen bij alle bijeenkomsten, inclusief de introductie bijeenkomst. Bij iedere afwezigheid die binnen de presentieplicht valt moet de student een vervangende opdracht maken zoals in de handleiding omschreven is. Literatuur • Reader Introductie Supervisie • Studiewijzer Thematische supervisie SJD DT 2007 - 2008 • W. Regouin, Supervisie. Gids voor supervisanten, Van Gorcum Assen, 6e druk, 2005, ISBN 9 789023 232933 In de supervisiehandleiding vindt een verdere uitwerking plaats van de regels voor supervisie en deze is te beschouwen als een aanvulling op de studiegids.
380
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
TRAINING ADVIESGESPREK SJD DT
Cursuscode
ADR-SJDD-M330-04
Soort cursus Verplichte voor alle studenten SJD-DT Studiebelasting 2 EC Ingangseis Bij aanvang van de cursus wordt de beheersing van basale sociaalcommunicatieve (gespreks)vaardigheden als bekend veronderstelt (bij twijfel: in overleg met de docent). Korte inleiding De cursus is er op gericht de student te bekwamen in het voeren van het adviesgesprek. Competenties 1.1, 1.2, 1.7, 1.10 Leerlijn Vaardighedenleerlijn Leerdoelen De student is na afloop van de cursus in staat om: • een adviesgesprek voor te bereiden • een adviesgesprek te structureren • zelfredzaamheid van cliënten te bevorderen door het kiezen van een adequate adviesrol • complexe en meervoudige rechtsvragen op een voor de cliënt begrijpelijke wijze te communiceren • bij te dragen aan de acceptatie van zijn advies door weerstand te herkennen en om te buigen • zijn adviesvaardigheden te blijven ontwikkelen door erop te
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
381
reflecteren, een persoonlijke sterkte/zwakte analyse te maken en van hieruit nieuwe leerdoelen te formuleren. Inhoud Het practicum heeft als uitgangspunt: leren door doen. Aan de hand van (door de student) ingebracht praktijkmateriaal wordt geoefend, geanalyseerd en gereflecteerd. De actieve participatie van de medestudent is hierbij van essentieel belang: leren van en met elkaar. Onderwijsvorm Kernbegrip: praktijksimulaties in een zo realistisch mogelijke taakomgeving Toetsing • Mondelinge opdracht Demonstratie van een (gedeelte van een) adviesgesprek. Het gesprek vindt plaats op de opleiding in het bijzijn van drie medestudenten en wordt geregistreerd op video. • Individuele thuisopdracht bestaande uit een reflectieverslag van het gevoerde gesprek, waarin opgenomen, theorie, feedback, sterkte/zwakte analyse met accent op persoonlijke leerdoelen (plusminus 5 pagina’s). Hertentamen in overleg met de docent. Presentieregeling Voor deze cursus geldt de aanwezigheidsverplichting Literatuur • Molen, H.T. van der, Kluytmans, F., & Kramer, M. 2005. Gespreksvoering. Vaardigheden en modellen. Heerlen: Open Universiteit/Groningen: Wolters-Noordhoff, ISBN 90-01-59635-5 • Studiewijzer Adviesgesprek SJD DT (digitaal aangeboden).
TRAJECTBEGELEIDING EN REÏNTEGRATIE SJD K
Cursuscode
ADR-SJDK-K200-03
Soort cursus Keuzecursus Studiebelasting 3 EC Korte inleiding Trajectbegeleiding en reïntegratie is een cursus waarin de thema’s sociale zekerheid, advisering en arbeid elkaar raken door hun gezamenlijke relatie met het werkveld arbeidsvraagstukken. Leerdoelen Aan het eind van het lesprogramma beschikt de student over een referentiekader als basis voor de praktische ontwikkeling van kennis en vaardigheden op het terrein van trajectbegeleiding. Inhoud Trajectbegeleiding is een begeleidingsmethode die zich richt op de positieverbetering van (langdurig) werklozen. Naast kennis van het sociaal zekerheidsrecht (het vangnet) dient de SJD’er ook op de hoogte te zijn van methodes om reïntegratie te bevorderen. Een kenmerk van trajectbegeleiding is het doorgaans terugkerende contact met de cliënt bij intensieve begeleiding. Daarmee onderscheidt de methodiek zich van de meestal kortdurende dienstverleningscontacten in het beroepenveld van de SJD’er. Kernthema’s • sociale zekerheid • arbeid en arbeidsethos • de motivatie (arbeidsbereidheid) van de cliënt • beroepenoriëntatie en beroepskeuzebegeleiding (diagnostiek) • analyse van het arbeidsverleden
382
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
383
• •
herplaatsen en/of verwijzen opstellen reïntegratieplan
VERBINTENISSENRECHT SJD DT
Onderwijsvormen Hoorcollege, opdrachten, onderzoek, zelfstudie Toetsing • Mondelinge opdracht (Presentatie) • Individuele opdracht (werkstuk) Literatuur • Reader • Nader te bepalen literatuur
Cursuscode
ADR-SJDD-J353-04
Soort cursus Verplichte voor alle studenten SJD-DT Studiebelasting 3 EC Korte inleiding Deze cursus gaat over de totstandkoming van rechtsrelaties (verbintenissen) tussen deelnemers aan het rechtsverkeer (rechtssubjecten) onderling, de inhoud van die verbintenissen en het tenietgaan ervan. De gevolgen van niet-nakoming van bestaande verbintenissen maakt eveneens deel uit van deze cursus. De hoofdbronnen van ontstane verbintenissen worden aan een systematisch onderzoek onderworpen. Enige aandacht wordt gegeven aan het burgerlijk procesrecht, omdat het nuttig is enig begrip te hebben hoe u uw recht als het ware kunt “halen”, desnoods bij de rechter. Competenties 1.3, 1.5, 1.6 Leerlijn Conceptuele leerlijn Leerdoelen • Kennismaking met c.q. verdieping van kennis van het gedeelte van het privaatrecht dat gaat over het geheel van rechtsregels dat betrekking heeft op de vermogensrechtelijke rechtsverhouding van een rechtssubject tot een ander rechtssubject en over het burgerlijk procesrecht. • Het ontwikkelen van basale vaardigheid inzake de hantering van rechtsbronnen.
384
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
385
•
Het ontwikkelen van basale vaardigheid inzake het oplossen van verbintenisrechtelijke casusposities.
Inhoud • rechtshandelingen, voorwaarden voor totstandkoming • wilsgebreken • verbintenis in het algemeen • overeenkomst als bron van verbintenissen • inhoud van overeenkomsten • betrokkenen bij een overeenkomst; gerechtigd en gebonden zijn uit overeenkomst • nakoming, niet-nakoming, rechten crediteur • de wet als bron van verbintenissen i.h.b. de onrechtmatige daad • rechterlijke organisatie • dagvaardings- en verzoekschriftprocedures • stelplicht en bewijslast, executiemaatregelen Onderwijsvorm Hoorcollege en werkgroep Toetsing Schriftelijk tentamen, m.c.- vragen, 2 uur. Literatuur • Inleiding Privaatrecht , Werkboek 2; Cursusdeel 2: Verbintenissenrecht (uitgave van de Open Universiteit) 9e gewijzigde druk, 2006, (wordt verkocht door de opleiding) . • Jurisprudentiebundel Inleiding privaatrecht (uitgave van de Open Universiteit) laatste versie (wordt verkocht door de opleiding). • De Grote Almanak voor informatie en advies, (juli-december 2007; uitgave van NIZW) • Wettenverzameling voor de Sociaal Juridische Dienstverlening 2007/2008, (uitgave van Koninklijke Vermande) • Studiewijzer Privaatrecht 1 (Verbintenissenrecht) 2007-2008, (digitaal verkrijgbaar via opleiding)
386
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
VERZEKERINGSRECHT SJD K
Cursuscode
ADR-SJDK-K220-03
Soort cursus Keuzecursus. Studiebelasting 3 EC Ingangseis Deze cursus bouwt voort op de cursus Privaatrecht 1 (Verbintenissenrecht). Kennis daarvan is dus wenselijk. Korte Inleiding Verzekeringsrecht behandelt de mogelijkheden om op grond van een onzekere gebeurtenis een uitkering te verkrijgen. Dat kan zijn om allerlei redenen, waarbij met name van belang is dat niet-verzekerd zijn kan leiden tot het niet kunnen dragen of vergoeden van kosten, dus sociale problemen voor de desbetreffende persoon zelf of anderen: denk aan o.a. gevolgen van diefstal en brand, kosten voor (ongedekte) bijzondere uitgaven bij ziekte e.d. en slachtoffer zijn van een misdrijf of ongeluk. Competenties 1.3, 1.5, 1.6. Leerdoelen • Het verwerven van kennis over de mogelijkheden om zich tegen onverwachte kosten te kunnen verzekeren. • Het ontwikkelen van vaardigheden tot hantering van het onderhavige recht (o.a. regelgeving en jurisprudentie) voor het oplossen van praktijkvragen.
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
387
Inhoud • verzekeren, soort verzekering, totstandkoming. • betrokkenen. • verzekerde som. • dekking. • premie • wijzigingen • uitkering • beëindiging • geschillen Onderwijsvorm Hoor- en werkcolleges. Toetsing Het (schriftelijk) tentamen bestaat uit meerkeuzevragen en dient in 2 uur te worden gemaakt. Literatuur • Studiewijzer Verzekeringsrecht 2007-2008 (digitaal verkrijgbaar via de opleiding); • Wettenverzameling voor de Sociaal Juridische Dienstverlening 2007/2008 (uitgave van Koninklijke Vermande); • Titel boek wordt later bekend gemaakt.
VISIE OP BEROEP SJD DT
Cursuscode
ADR-SJDD-900-07
Soort cursus Verplichte voor alle studenten SJD-DT Studiebelasting 2 EC Korte inleiding Deze cursus heeft de vorm van een schrijfopdracht. Tijdens de cursus wordt de student zich bewust van zijn visie op zijn SJD-beroep en gaat hij deze verder ontwikkelen, onderbouwen en communiceren. Competenties 3.1,3.2,3.3,3.4 Leerlijn Ervarings-reflectieleerlijn. Leerdoelen De student is na afloop van de cursus in staat om: • zijn persoonlijke visie op zijn SJD-beroep op heldere en consistente wijze te verwoorden, • aan te geven wat de consequentie is van deze visie voor zijn dagelijkse beroepsuitoefening en de dilemma’s waarmee hij te maken heeft, • en de betekenis te bepalen van zijn visie op micro-, meso- en macroniveau. Inhoud Wat doe je als wetsuitvoerder van de sociale dienst met dilemma’s die ontstaan doordat je informatie krijgt via de klant, via derden of wat je ziet in privé tijd? Wat doe je als je hoort van de bijstandsmoeder dat zij een paar weken per jaar bloembollen pelt? En wat
388
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
389
als je buiten werktijd constateert dat de bijstandsgerechtige aan het klussen is? En hoe stel je je op als CWI-medewerker? Moet je iemand gelijk pushen om uitzendwerk te verrichten onder het motto werk (uitstroom) of gun je de klant de tijd om vast werk te zoeken. Hierin komt ook de discretionaire ruimte om de hoek kijken. In welke mate neem je je verantwoordelijkheid om te individualiseren? En hoe zit dat met de belangenbehartiger? Moet je altijd zijn belangen behartigen, koste wat het kost? Is het zinnig om een bezwaarschrift in te de dienen terwijl je weet dat het zinloos zal zijn? En hoe communiceer je dit dan naar de klant? In al deze gevallen zal het ongetwijfeld gevoelens en gedachtes bij je oproepen. Hoe deze eruit zien en wat je uiteindelijk gaat doen is mede afhankelijk van jouw visie op het beroep. In deze cursus kan je onderwerpen van je afstudeeropdracht of afstudeerthema’s integreren en onderwerpen uit andere cursussen (o.a. ethiek en dienstverlening en supervisie) uitwerken. Nu is het de bedoeling dat je je eigen visie op jouw SJDberoep op basis van je verworven competenties en ervaringen verwoordt in een slotstuk. Deze cursus hangt samen met de cursus presenteren (voor degenen die afstuderen via de afstudeerthema’s) en met het eindgesprek (voor degenen die afstuderen middels een afstudeerproject).. Aan het eind van de periode presenteert de student zijn visie op zijn beroep mondeling via presentatie of eindgesprek. Onderwijsvorm Tijdens de startbijeenkomst licht de docent de schrijfopdracht toe. De student schrijft een werkstuk op basis van een door de docent goed te keuren opzet. Ter inspiratie bieden we je verschillende invalshoeken en werkvormen aan. Eénmaal komen we bijeen voor begeleide intervisie (leren van elkaar) en verder kan de student voor vragen op het spreekuur terecht. Toetsing Individuele opdracht (werkstuk van max. 10 à 15 pagina’s)
VREEMDELINGENRECHT 1 SJD DT K
Cursuscode
ADR-SJDD-J560-05
Soort cursus Keuzecursus Studiebelasting 3 EC Competenties 1.3, 1.4, 1.5, 1.6, Leerlijn Conceptuele leerlijn Korte inleiding Migratie is een verschijnsel van alle tijden. In onze samenleving is het begrip migratie niet meer weg te denken. Europese grenzen vervagen. Migratie door onderdanen van EG-lidstaten roept nauwelijks nog discussie op maar de houding ten opzichte van migranten van buiten de Europese Gemeenschap is niet bepaald gastvrij te noemen. Nederland en andere Europese landen sluiten hun poorten en wenden zich af van de redenen dat mensen hun toekomst in het rijke westen zoeken. In snel tempo worden verdragen gesloten om een juridisch kader te geven aan het tegengaan van migratie van buiten de Europese Gemeenschap.
Literatuur • Studiewijzer Thema: Visie op het beroep SJD DT (digitaal aangeboden)
In het Nederlandse vreemdelingenrecht gaat het over de vraag wie wel of geen toegang en/of toelating krijgen tot Nederland. Een verblijfsvergunning wordt volgens artikel 13 van de vreemdelingenwet in ieder geval alleen verstrekt als internationale verplichtingen daartoe lopen, als met de aanwezigheid van de vreemdeling een wezenlijk Nederlands belang is gediend, of, klemmende redenen van humanitaire aard daartoe nopen. Deze basis onder het Nederlandse
390
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
391
vreemdelingenrecht is uitgewerkt in diezelfde Vreemdelingenwet en in het Vreemdelingenbesluit. Deze bronnen zijn leidraad bij waar het gaat om het opdoen van basiskennis van het Nederlandse vreemdelingenrecht tijdens deze cursus. Leerdoelen • Het verwerven van kennis over de bronnen van het Nederlandse vreemdelingenrecht en op basisniveau met die bronnen kunnen werken. • Het verwerven van inzicht in het verschil tussen vreemdelingen die om reguliere redenen toegelaten willen worden en asielzoekers en bij dat onderscheid de bijpassende procedures kunnen plaatsen. • Het verwerven van inzicht in het onderscheid tussen rechtmatig en niet rechtmatig verblijf in Nederland en de gevolgen daarvan. • Het verwerven van kennis van de criteria die gelden voor kort verblijf in Nederland en het kunnen toepassen van die criteria op concrete casussen. • Het verwerven van kennis van de criteria die gelden voor de toelating van reguliere vreemdelingen en het kunnen toepassen van die criteria op concrete casussen. • Het verwerven van kennis van de criteria die gelden voor de toelating van asielzoekers en het kunnen toepassen van die criteria op concrete casussen. • Het verwerven van kennis van de criteria die gelden de verlenging van de geldigheidsduur van verblijfsvergunningen bepaalde tijd regulier en asiel en het kunnen toepassen van die criteria op concrete casussen. • Het verwerven van kennis van de criteria die gelden voor de verblijfsvergunning regulier voortgezet verblijf en het kunnen toepassen van die criteria op concrete casussen. • Het verwerven van kennis van de criteria die gelden voor de verblijfsvergunningen onbepaalde tijd regulier en asiel en het kunnen toepassen van die criteria op concrete casussen. • Het verwerven van kennis rond de rechtsmiddelen die de vreemdeling kan inzetten bij weigering verblijf te verlenen of te verlengen en die kennis kunnen toepassen op concrete casussen. • Het verwerven van kennis rond de maatregelen van toezicht op en handhaving van het vreemdelingenrecht en deze maatregelen kunnen onderscheiden. • Het verwerven van kennis omtrent de samenhang tussen het vreemdelingenrecht en de Wet arbeid vreemdelingen en deze samenhang kunnen zien in concrete casussen.
392
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Inhoud In de cursus zal uitgebreid aandacht worden besteed aan de bronnen van het Nederlandse vreemdelingenrecht die criteria geven voor de vraag of een vreemdeling rechtmatig of niet rechtmatig in Nederland verblijft. De Vreemdelingenwet 2000 kent een strikt onderscheid tussen vreemdelingen die op reguliere gronden naar Nederland komen en vreemdelingen die asiel zoeken. De criteria die gesteld worden aan de verblijfsvergunning regulier bepaalde tijd verschillen van de criteria gesteld aan de verblijfsvergunning asiel bepaalde tijd. Als niet meer wordt voldaan aan de criteria kunnen verblijfsvergunningen bepaalde tijd worden ingetrokken. Verblijfsvergunningen voor onbepaalde tijd worden verleend na minimaal vijf jaar (niet tijdelijk) rechtmatig verblijf in Nederland. Als een vreemdeling verblijf (verder) wordt geweigerd kan deze gebruik maken van rechtsmiddelen. De rechtsmiddelen asiel verschillen wat regulier. Het vreemdelingenrecht is bestuursrecht maar er wordt nogal eens afgeweken van de bepalingen in de Awb. Ingeval een vreemdeling geen rechtmatig verblijf (meer) heeft in Nederland bestaat geen recht (meer) op voorzieningen. De vreemdeling wordt dan geacht Nederland zo snel mogelijk te verlaten. Velen doen dat niet. Daarover is in de politiek altijd wel het nodige te doen. De kennis van de bronnen van het Nederlandse vreemdelingenrecht en het kunnen toepassen van die kennis zal getoetst worden in een open vragen toets met korte casussen. Onderwijsvormen Combinatie van hoorcollege en werkcollege. Toetsing Open vragen toets met korte casussen. Literatuur • Studiewijzer Reader Vreemdelingenrecht 1 SJD Deeltijd 20072008 • SJD-wettenbundel 2005-2006. • Nederlands vreemdelingenrecht A. Kuier/Steenbergen e.a. ISBN 905454179 (vraag altijd om nieuwste druk).
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
393
VREEMDELINGENRECHT 2 SJD K
Cursuscode
ADR-SJDK-K236-03
Soort cursus Keuzecursus Studiebelasting 3 EC Korte inleiding Deze cursus veronderstelt basiskennis van het vreemdelingenrecht .Vreemdelingenrecht 2 impliceert een verdieping in een bepaald aspect van het vreemdelingenrecht. Welk aspect dat is? Dat bepalen studenten zelf. In het kader van deze cursus maken studenten een werkstuk. De studenten kiezen in overleg met de docent een vreemdelingrechtelijk onderwerp en een probleemstelling. Bij voorkeur gaat het om een een onderzoeksopdracht vanuit de SJD-praktijk. Studenten werkzaam bij een penitentiaire inrichting hebben in dit verband bijvoorbeeld onderzocht waarom illegaal verblijf op zich niet strafbaar is en of dat strafbaarstelling aan te bevelen zou zijn. Die vraag hield medewerkers van penitentiaire inrichtingen bezig. Anderen onderzochten waarom uitzetting van strafrechtelijk gedetineerde illegale vreemdelingen na het uitzitten van (een gedeelte) van hun straf niet voortvarender ter hand kon worden genomen binnen de eigen inrichting en zij deden aanbevelingen. Ook is inmiddels onderzocht of de overheid niet een aantal internationale rechten van illegaal in Nederland verblijvende kinderen overtreedt. Studenten die niet rechtstreeks kunnen putten uit de SJD-praktijk kunnen op basis van andere (niet praktijkgerichte) overwegingen voor zichzelf een opdracht schrijven. Door de studenten wordt zelf informatie verzameld en minimaal één instantie dient te worden benaderd. De informatie moet methodisch en juridisch op correcte wijze te worden verwerkt en geïnterpreteerd.
394
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Leerdoelen • Het schrijven van opdracht aangaande een vreemdelingenrechtelijke (praktijk)kwestie. • Het opstellen van een stappenplan waarin vorm wordt gegeven aan de opdracht. • Het vinden van passende literatuur en andere informatie aangaande het onderwerp van hun opdracht. • Het benaderen van een instantie die bijdraagt aan hun onderzoek. • Het doen van methodisch en juridisch onderzoek terzake van de vreemdelingenrechtelijke kwestie. • Het doen van verslag van het onderzoek in een schriftelijk stuk van 15 tot 20 pagina’s. • Het trekken van conclusies terzake van het eigen onderzoek en in dat verband aanbevelingen doen. Onderwijsvorm Eén werkcollege en vervolgens coaching bij het construeren van de opdracht en het maken en uitvoeren van de plannen op afspraak. Behalve een eerste oriënterende bijeenkomst in week 1 zullen colleges niet standaard plaatsvinden. Tijdens de eerste bijeenkomst zal de docent desgewenst nadere informatie en aanwijzingen geven. Studenten kunnen hun onderwerp tijdens de eerste bijeenkomst al met de docent bespreken en daarin een vervolgtraject afspreken. Er dient, in overleg met de docent, een vreemdelingrechtelijke kwestie te worden onderzocht. Er dient een opdracht geformuleerd te worden en een stappenplan te worden opgesteld. De opdracht en het plan dienen bij de docent te worden ingeleverd. De opdracht en het plan moeten door de docent met een voldoende zijn beoordeeld voordat aan het werkstuk wordt begonnen. Toetsing • De onderzoeksopdracht dient met een voldoende te zijn beoordeeld door de docent. • Een punt voor de individuele schriftelijke schrijf eindopdracht van maximaal 15 tot 20 pagina’s A4. Literatuur • Studiewijzer vreemdelingenrecht 2 2007-2008 van de workspace te downloaden. • Voor het door de student(en) zelf gekozen onderwerp relevante literatuur en andere informatie.
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
395
WOON- EN HUURRECHT SJD DT K
• • • •
Huurprijzen en servicekosten Medehuur, onderhuur, voortzetting na overlijden huurder Het eindigen van de huurovereenkomst, huurbescherming Ontbinding van de huurovereenkomst
Onderwijsvorm Hoor/werkcollege Cursuscode
ADR-SJDD-J583-03
Soort cursus Keuzecursus Studiebelasting 3 EC Korte inleiding Deze cursus bevat een inleiding in het woon- en huurrecht, waarbij in het bijzonder aandacht wordt besteed aan de huur van woonruimte. De rechten en plichten van huurder en verhuurder, huuropzeggingsbescherming en huurprijsbescherming komen aan de orde. Eveneens zullen kwesties als bescherming van de onderhuurder en medehuurder en de ontbinding van de huurovereenkomst worden behandeld. Het huurrecht vormt een belangrijk onderdeel van de sociaal-juridische praktijk, zodat kennis van dit rechtsgebied essentieel is.
Toetsing Open vragen, 2 uur Literatuur • Studiewijzer Woon- en huurrecht 2007 – 2008 • Selectie van jurisprudentie ( workspace) • Huurrecht woonruimte 2005/6, van Breevoort J. e.a. , Sdu uitgevers ISBN 90-12-11132-3 • Wettenverzameling voor de Sociaal Juridische Dienstverlening 2007–2008, uitgave Koninklijke Vermande
Competenties 1.3,1.4,1.5,1.6 Leerlijn Conceptuele leerlijn Leerdoelen • Het verwerven van kennis en inzicht in het huurrecht en aanverwante terreinen. • Het kunnen toepassen van wet- en regelgeving en jurisprudentie op aan de beroepspraktijk ontleende casuïstiek. Inhoud • Afbakening huurovereenkomst • Rechten en plichten van huurder en verhuurder
396
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
397
10 BIJLAGEN
398
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
399
10.1 ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING
10.2 STUDENTENSTATUUT
De onderwijs- en examenregeling FMR is te vinden via www.hu-sharepoint.nl. Ga naar onderwijs, kies een opleiding, ga naar reglementen en klik op Onderwijs en Examenregeling FMR, of ga naar Intranet FMR, klik op beleid, kies regelingen en reglementen FMR en klik op Onderwijs en Examenregeling FMR.
Het Studentenstatuut is te vinden op www.reglementen.hu.nl
400
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
401
10.3 TREFWOORDENREGISTER
Aanwezigheidsplicht Actualiteitencollege SJD K Afstudeerproject SJD DT Afstudeerrichtingen Afstudeersteun Afstudeerthema: beleid SJD DT Afstudeerthema: signalering SJD DT Afstuderen Ambtenarenrecht SJD K Arbeidsongeschiktheid en SJD SJD K Arbeidsrecht 3 SJD K Arbeidsrecht SJD DT Bachelor-masterstructuur Begeleidingsprocedure Belastingrecht SJD K Beroep Beroepsprofiel Bestuursbeurs Bestuursrecht SJD DT Bezwaar Bijzondere opdrachten SJD Career counseling voor allochtone studenten SJD K Communicatie en voorlichtingskunde SJD K Competentiegericht onderwijs Competenties beginnende beroepsbeoefenaar Consumentenrecht SJD K Contactgegevens Criminologie SJD K Curriculum Curriculumoverzicht sjd deeltijd vierjarige route Deeltentamens Didactische uitgangspunten Dienstverlening aan slachtoffers SJD K Dienstverlening bij schulden SJD DT K
402
155 210 212 140 59 214 217 149 220 222 227 224 13 131 229 192 88 76 231 191 234 236 238 13 103 240 41 242 117 122 177 98 244 246
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Doorstroommogelijkheden Echtscheidingsrecht SJD K Eindbeoordeling cursus Eindgesprek SJD DT Ethiek in dienstverlening SJD DT Examencommissie Examens Forensische psychiatrie SJD K Formeel strafrecht SJD DT Fraude Functiebeperking Gespreksvoering 2 SJD DT Gespreksvoering SJD DT Getuigschriften en titulatuur Gewenst studiegedrag van studenten Gezondheidsrecht SJD K Goederenrecht SJD DT Grondrechten SJD K Herkansingen Hoofdfase Ict-faciliteiten Inburgering nieuwkomers SJD K Inleiding recht SJD DT Inschrijving Inschrijving voor cursussen Inschrijvingsregeling HU Internationaal studieaccent Internationaal studieaccent afstudeerrichtingen International office Islam en recht SJD K Jaarrooster Jeugdrecht SJD K Jeugdstrafrecht SJD K Keuzecursussen Kiosk / winkel / readerverkoop Klacht Klachten, bezwaar en beroep Klachtenformulier Kwaliteitszorg Leerlijnen Legitimatieplicht bij schriftelijke tentamens Letselschade SJD K
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
107 248 176 250 253 43 160 255 257 179 60, 171 259 261 183 101 263 265 267 170 139 66 269 271 41 153 15 142 140 71 273 203 275 277 147 40 194 189 196 17 117 172 279
403
Literatuurstudie SJD Locaties hu in Amersfoort Locaties hu in Utrecht Loopbaan- en competentieontwikkeling inleiding SJD DT Loopbaan- en competentieontwikkeling jaar 2 SJD DT Loopbaan- en competentieontwikkeling jaar 3 SJD DT Loopbaan- en competentieontwikkeling jaar 4 SJD DT Loopbaanmogelijkheden Management en organisatie SJD DT Materieel strafrecht SJD DT Medezeggenschap Mediatheken Mediation Methodiek SJD DT Mindervaliden Modelroute Nabespreking Netwerken en presenteren SJD DT Noodfonds Noodfondsregeling HU Onderhandelen 1 SJD DT Onderhandelen 2 SJD DT Onderwijs- en examenregeling van de faculteit Onderwijsbalie Onderwijsprofiel van HU Onderwijsvormen OnderzoeksvaardighedenSJD DT Openingstijden gebouwen Opleidingsprofiel Opleidingsstructuur Organisatie opleiding Organogram faculteit Organogram hu Osiris student Pensioenrecht SJD K Personen- en familierecht SJD DT K Politicologie SJD K Praktijktijd sjd dt jaar 1 t/m 4. Presentatie SJD DT Privacyreglement persoonsgegevens studenten HU Profileringsruimte Propedeuse
404
281 21 20 284 286 288 290 95 292 294 73 63 58 296 37 118 178 298 59 16 300 302 15 45 12 102 304 38 96 115 112 24 19 67 306 308 310 312 318 16 145 128
Psychologie SJD DT Psychologie van de adolescentie SJD K Readerverkoop Rechtsfilosofie SJD DT Regeling inzake ongewenst gedrag HU Regels voor tentamens Registratie studievoortgang Reglement centrale medezeggenschapsraad HU Reglement college van beroep HU Reglement studentendecanen HU Reglement voor de faculteitsmedezeggenschapsraad Reglement voor de opleidingscommissies Repro Restaurant Rol en verantwoordelijkheid van docenten Schriftelijke communicatie 1SJD DT Seksuologie SJD K Sharepoint SJD en demulticulturele samenleving SJD DT SJD-functies Sociale kaart 2 SJD K Sociale zekerheid: herziening en terugvordering van uitkeringen SJD K Sociale zekerheid: svb/gemeenten SJD DT Sociale zekerheid: UWV SJD DT Sollicitatietraining SJD DT K Steunfondsregeling HU Stimuleringsfonds Studentenarts Studentendecanen Studentenmail Studentenpsychologen Studentenservice Studentenservice FMR Studentenstatuut HU Studentenvereniging Studieadvies Studieadvies propedeutische fase Studiekosten en eigen bijdragen Studielast Studium generale Systeemtheorie SJD DT
321 324 40 327 16 173 126 17 15 16 16 16 40 39 100 329 331 67 333 91 336 338 340 342 344 15 77 56 52 66 57 53 39 15 76 135 130 126 116 75 346
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008
405
Tentamenbeoordeling Tentamenresultaten Tentamenrooster Tentamens/toetsen Tentamentijden Tentamenvorm en –duur Thema: arbeidsverhoudingen SJD DT Thema: belangenbehartiger SJD DT Thema: burgers overheid SJD DT Thema: de verzorgingstaat SJD DT Thema: het beroep SJD DT Thema: justitiële dienstverlening SJD DT Thema: rechtstoepassing SJD DT Thema: sjd’er en cliënt SJD DT Thema: wetsuitvoerder/toetser SJD DT Thematische supervisie SJD DT Topsport Training adviesgesprek SJD DT Trajectbegeleiding en reïntegratie SJD K Trajectum Vakanties en vrije dagen Verbintenissenrecht SJD DT Verkorte opleidingsroutes Vertrouwenspersoon Vervolgopleidingsmogelijkheden Verzekeringsrecht SJD K Visie op beroep SJD DT Vraaggestuurd onderwijs Vreemdelingenrecht 1 SJD DT K Vreemdelingenrecht 2 SJD K Vrijstellingen Weekrooster Winkel Woon- en huurrecht SJD DT K
406
176 177 206 160 206 168 348 352 356 359 363 366 368 370 373 375 78 381 383 79 38 385 116 196 108 387 389 13 391 394 130, 166 205 40 396
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2007 - 2008